St@dium e-zine van Stade Advies, Kwaliteit van samenleven
Nummer 7, juli 2009
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25.
Welkom........................................................................................................................................3 Subsidieronde Diversiteit in het Jeugdbeleid...............................................................................4 Toezicht met ruimte voor ondernemen........................................................................................5 Jongeren en geld.........................................................................................................................7 Innovatieplatform: kennis moet circuleren...................................................................................8 Maatschappelijke stage: hoe krijgt u dit op de rails?....................................................................9 Experimentlocaties publieke ruimte.............................................................................................11 Introductiecursus Beleidsgestuurde Contractfinanciering............................................................12 Ontwerplab ‘Krimp in Nederland’.................................................................................................13 Raad openbaar bestuur: ‘Visie op slagvaardig bestuur’...............................................................14 Onderhandelen binnen subsidierelaties.......................................................................................15 Praktijksessie aanbesteden.........................................................................................................17 EffectenCalculator: rekenen met waarde in de wijk.....................................................................19 Cursus Cultureel ondernemerschap............................................................................................20 Signalering van kindermishandeling............................................................................................21 Onderwijs grotere rol in jeugdzorg?.............................................................................................22 Cursus Beleidsgestuurde Contractfinanciering & Cultuur............................................................23 Het beste ouderenbeleid..............................................................................................................24 Training Jongeren in de openbare ruimte....................................................................................25 Solidair met krimpregio's.............................................................................................................26 Leer uw eigen schuldpreventietraining maken.............................................................................27 De agressie te lijf.........................................................................................................................28 Praktijkgerichte jongerenparticipatie............................................................................................30 Voortbouwen aan woonservicezones..........................................................................................31 Praktijksessie Aanpak Jongeren op Straat..................................................................................33
Colofon St@dium is een uitgave van Stade Advies en verschijnt 11 keer per jaar. Redactie: de heer J. Floris en mevrouw A. van der Pol Redactie-adres : Stade Advies, Postbus 13124, 3507 LC Utrecht T: (030) 23 61 861, E: e-zine@s tade.nl www.stade- adv i es .nl © 2004 Stade Advies – Alle rechten voorbehouden
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
1/32
Welkom Met dit e-zine brengen we u op de hoogte van belangrijke ontwikkelingen en wetenswaardigheden in de maatschappelijke sector en van onze mogelijkheden om u hierin bij te staan. Niet alle artikelen en nieuwsflitsen zullen op u, uw organisatie of uw functie van toepassing zijn. Toch zijn wij er van overtuigd dat u zeker steeds een aantal wetenswaardigheden of trends aantreft die voor u interessant zijn. Kijkt u zelf! St@dium verschijnt aan het begin van iedere maand, behalve in augustus. Het volgende nummer kunt u op of kort na 1 september verwachten. Natuurlijk stellen we het op prijs uw reactie te ontvangen. Heeft u ideeën, opmerkingen, suggesties of aanmerkingen? Mail deze naar de redactie. Dit kunt u doen via de knop 'Contact'. Het kan zijn dat u deze St@dium ontvangt zonder dat u zich hiervoor aangemeld heeft. Mocht u dit e-zine niet meer willen ontvangen, dan kunt u dit laten weten via de knop 'Aan- en afmelden'. Wilt u meer weten over onze diensten en producten, kijk dan ook op onze website www.stadeadvies.nl . Als u vragen heeft, dan kunt u vanzelfsprekend altijd contact met ons opnemen. Telefonisch zijn wij bereikbaar tijdens kantooruren op nummer (030) 23 61 861. U kunt ons ook een email sturen via de knop 'Contact', dan nemen wij zo snel mogelijk contact met u op. De redactie Anja van der Pol Sjaak Floris
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
2/32
Subsidieronde Diversiteit in het Jeugdbeleid Oproep voor projectideeën voor het versterken van lokale initiatieven en participatieprojecten Het ZonMw-programma Diversiteit in het Jeugdbeleid is gericht op gelijke kansen voor migrantenkinderen. In het kader van dit programma roept ZonMw op tot het indienen van projectideeën voor de versterking van lokale initiatieven en jeugdvoorzieningen. Deze oproep bestaat uit twee onderdelen: A. Versterken van lokale initiatieven B. Participatie van migrantenjeugd en hun ouders in jeugdvoorzieningen Met lokale initiatieven worden projecten bedoeld waar culturele groepen elkaar ontmoeten, die gaan over preventie en signaleren van problemen, of die een brugfunctie hebben tussen een migrantengroep en een reguliere jeugdvoorziening waardoor een bepaalde doelgroep beter wordt bereikt. Participatieprojecten richten zich op het versterken van de positie van migrantenjeugd en hun ouders in de preventieve, ontwikkelingsgerichte jeugdsector. Voor deze projecten is 10.000 tot 40.000 euro per project beschikbaar. Gehonoreerde projecten starten op 1 december 2009 en hebben een looptijd van 1,5 jaar. Heeft u een projectidee? Wellicht past uw idee binnen deze oproep. Kijk op www.zonmw.nl/diversiteitjeugd voor meer informatie over het programma. Via www.zonmw.nl/subsidiekalender kunt u de uitgebreide oproep vinden en uw projectidee indienen. Uw projectidee moet uiterlijk 15 juli 2009 binnen zijn. Voor meer informatie en aanmelding: www.zonmw.nl/diversiteit
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
3/32
Toezicht met ruimte voor ondernemen “De overheid moet op proportionele wijze controleren. Het gaat om het evenwicht. Er moet wel ruimte overblijven voor ondernemen”, zegt hoogleraar Marcel Canoy over toezicht in de zorg. Zoeken naar een goed evenwicht in het toezicht op de zorgaanbieders is de kernboodschap voor de Nationale conferentie Verpleging, Verzorging en Thuiszorg die op 18 juni georganiseerd wordt door European Business Studies en ActiZ. Marcel Canoy, bijzonder hoogleraar economie en de regulering van de zorg, Universiteit van Tilburg en chief economist en managing partner, ECORYS Nederland is een van de sprekers op de conferentie. Worden er anno 2009 andere eisen gesteld aan de toezichthouder dan voorheen? “Vooral het interne toezicht, de corporate governance is nu anders. In het oude stelsel lag het financiële risico bij de overheid want er werd vanuit de overheid gebudgetteerd. Nu besluiten zorgorganisaties steeds meer zelf over de inzet van hun kapitaal, bijvoorbeeld bij de aanschaf van vastgoed. Dat vereist een andere vorm van toezicht dan wanneer er minder financiële risico’s zijn en minder mogelijkheden om diensten aan te bieden. De toezichthouder moet anders toezicht houden en hij moet zaken toetsen die eerder niet aan de orde waren. Instellingen hebben meer vrijheden. Als een thuiszorgorganisatie investeert in bijvoorbeeld zorg op afstand moet ze de bank zo ver krijgen dat die een lening verstrekt, ze moet eventueel private investeerders zoeken, met een business plan komen. Dan zit je in een heel ander segment dan wanneer het alleen gaat over geld verdelen over een x aantal klanten. De toezichthouder moet nu financieel economische kennis hebben, hij moet weten hoe het systeem werkt. En hij moet een groter mandaat hebben om in geval van een groot risico nee te kunnen zeggen. Deze veranderingen worden onvoldoende onderkend. Kennelijk is in het huidige systeem de vrijblijvendheid te groot. Dat is niet uniek voor de zorg, bij bijvoorbeeld woningbouwcorporaties speelt dit probleem ook. Dat ligt niet alleen aan de corporaties; het ministerie is niet duidelijk genoeg over wat de taken van de toezichthouder zijn. Als het systeem verandert, dan moet je zorgen dat de toezichthouders toegesneden zijn op die nieuwe wereld. Met vallen en opstaan wordt dat duidelijk.” Wie zorgt voor het juiste toezicht? “Jarenlang hebben we gedacht dat zelfregulering de oplossing was. In de zakenwereld moest de code Tabaksblat de oplossing zijn. Maar die werkt niet altijd even goed, dat zag je wel bij de banken. De verantwoordelijkheid ligt bij aandeelhouders en stakeholders. Voor een koekjesfabriek, die aandeelhouders heeft, kan dat. Maar in de zorg zijn geen aandeelhouders: als het daar niet goed gaat worden de cliënten de dupe. Je hebt daar te maken met een indirecte publieke verantwoordelijkheid. Wat gebeurt er als er niet goed wordt gecontroleerd? “Je kunt dan te maken krijgen met excessen, die kunnen ontstaan als organisaties branchevreemde activiteiten ondernemen, bijvoorbeeld het aankopen van niet voor zorg bestemd vastgoed. Wat heeft dat nog met de kernactiviteit ‘zorg’ te maken? Excessen zijn schadelijk voor de hele branche. De politiek reageert met een Pavlov-reactie: dichttimmeren. Je gooit dan het kind met het badwater weg. Tegelijkertijd is het voor de ondernemers wel goed om allerlei cross-over activiteiten uit te voeren. Die moeten wel in dienst staan van het maatschappelijk belang.” Hoe zorg je voor evenwicht tussen het voorkomen van excessen en de vrijheid van de ondernemer? “De eerste stap is te onderkennen dat je op proportionele wijze de overheid moet laten controleren. Branche en overheid moeten uitzoeken waar hun beperkingen liggen, dat is tot nu toe niet gedaan. Het kennen van de eigen beperkingen is een belangrijke stap naar het systeem
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
4/32
waarin krachten worden gebruikt om de beperkingen van de ander aan te vullen. De politiek moet niet de illusie hebben dat ze het toezicht tot in detail kunnen afkaarten. Het is niet controle door de een óf door de ander. Je moet de gulden middenweg zien te vinden.” Bron: www.actiz.nl
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
5/32
Jongeren en geld Training voor professionals die werken met jeugd met (dreigende) financiële problemen Heeft u belangstelling voor het inzetten van cursusbijeenkomsten voor jongeren met (dreigende) financiële problemen? Heeft u nog geen ervaring met schuldpreventietrainingen, maar zou u die wel willen gaan geven? Of heeft u wel trainingservaring, maar sluit het cursusmateriaal dat u heeft niet helemaal aan bij jongeren? Voor alle professionals die werken met jongeren met (dreigende) financiële problemen heeft Stade Advies een training op maat ontwikkeld waarbij u leert uw eigen bijeenkomsten samen te stellen. Speciale aandacht voor jongeren Gemeenten en hulpverleningsorganisaties besteden steeds meer aandacht aan jongeren met schulden en/of financiële problemen. Uit de praktijk is gebleken dat de groep jongeren speciale aandacht vereist en om een intensieve begeleiding vraagt. De werkvormen en materialen in deze basistraining zijn hierop gericht. In de basistraining wordt gewerkt aan de hand van een rijke cursusmap en een cd-rom. Tijdens de cursus worden een aantal thema’s, opdrachten en werkvormen uitgelicht die specifiek te maken hebben met jongeren, zoals assertiviteit, sociale druk, reclame en verleiding. De cursus is zeer interactief en afwisselend. De deelnemers spelen allemaal een rol in de uiteenlopende werkvormen van de cursus (groepsopdrachten, presentaties). Er bestaat een ruime mogelijkheid tot discussie en uitwisseling met betrekking tot jongeren en schulden. Na afloop van de cursus kan de professional die deel heeft genomen, zijn eigen training of themabijeenkomsten samenstellen met behulp van de cursusmap en cd-rom. De professional kan uit verschillende beschikbare thema’s, opdrachten en werkvormen precies die kiezen die volgens hem het meest geschikt zijn voor zijn doelgroep. Voor wie is deze cursus bedoeld? De training is bedoeld voor professionals bij gemeenten, bureaus schuldhulpverlening, jeugdreclassering, jeugdzorg, ROC’s en andere organisaties die werken met jeugd met beginnende financiële problemen en die rondom dit thema een cursus willen geven. Datum: Tijd: Locatie: Aantal deelnemers: Prijs:
Dinsdag 15 september of Donderdag 8 oktober 2009 10.00 – 16.30 uur Wittevrouwensingel 1 te Utrecht minimaal 8 en maximaal 18 per groep € 495,- per deelnemer
Inschrijven en informatie Kijk voor meer informatie op onze website . U vindt daar ook het inschrijfformulier . De uiterste inschrijfdatum is drie weken voor de datum van de betreffende training.
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
6/32
Innovatieplatform: kennis moet circuleren Nederland heeft in toenemende mate een op kennis en creativiteit gebaseerde economie en maatschappij. Onze welvaart en ons welzijn worden steeds meer bepaald door ons vermogen om kennis beschikbaar en geschikt te maken en toe te passen in nieuwe producten, processen en diensten. Document: Kennis moet circuleren Bron: www.innovatieplatform.nl
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
7/32
Maatschappelijke stage: hoe krijgt u dit op de rails? Vanaf 2011 moeten alle leerlingen in het voortgezet onderwijs een verplichte maatschappelijke stage lopen van 72 uur. Scholieren maken zo kennis met de samenleving en leveren hieraan een onbetaalde bijdrage. Gemeenten voeren de regie op de lokale en regionale samenwerking. De taak om leerlingen te begeleiden bij het zoeken, vinden en uitvoeren van een maatschappelijke stage rust bij de scholen. Er komt een hoop bij kijken om grote aantallen leerlingen (landelijk zijn het maar liefst 190.000 leerlingen per jaar) een maatschappelijke stage te laten lopen. Het komende schooljaar (2009/2010) zal voor veel gemeenten en scholen in het teken staan van voorbereiding om de maatschappelijke stage op de rails te krijgen. Hoe krijgt u de maatschappelijke stage op de rails? Stade Advies en ontwerpbureau Taluut bundelen hun krachten om u werk uit handen te nemen rondom de invoering van de maatschappelijke stage. Denkt u bijvoorbeeld aan: • • •
• • •
Het uitvoeren van een scan We brengen de actuele stand van zaken rondom maatschappelijke stage in beeld. Wat moet er nog geregeld worden? Waar liggen knelpunten en kansen? Het opstellen van een plan van aanpak We geven concreet aan welke acties ondernomen moeten worden om de maatschappelijke stage op de rails te krijgen. Het organiseren van een kenniscafé Een informatiebijeenkomst voor culturele instellingen, scholen, welzijnsorganisaties, woningcorporaties en sportclubs om hen een beeld te geven van wat een maatschappelijke stage inhoudt en hen op ideeën te brengen hoe zij hiermee hun voordeel kunnen doen binnen hun eigen organisatie. Het opzetten van een samenwerkingsverband Inclusief het maken van afspraken tussen scholen en aanbieders en het opstellen van een intentieverklaring. Het verzorgen van scholing en coaching op maat Voor mentoren op scholen en voor de lokale makelaar. Het opzetten van een infrastructuur Taluut heeft een internetdatabase ontwikkeld waarmee aanbieders en vragers rondom maatschappelijke stages aan elkaar gekoppeld worden. Kijkt u eens op de website www.maatschappelijkestagerotterdam.nl hoe dit in de praktijk werkt! Een dergelijke database wordt op maat gemaakt en is zowel voor grote als voor kleine gemeenten zeer bruikbaar. Meerwaarde is dat deze database in de praktijk ontwikkeld en getest is. Op de website www.maatschappelijkestagesnederland.nl kunt u zien hoe het systeem werkt. U koopt als organisatie het systeem en kunt dit kosteloos jaar in jaar uit gebruiken. Taluut ontwerpt slechts de "skin" van deze website in de stijl die u wenst.
Ons aanbod bestaat uit bovenstaande modules. Wij kunnen u een totaalpakket bieden, maar u kunt ook één van bovenstaande onderdelen los afnemen. Stade Advies is een adviesbureau voor de maatschappelijke sector. We hebben ervaring op alle niveaus: van projectleiding tot praktische uitvoering en van onderzoek tot scholing. Omdat geen enkele situatie hetzelfde is, bieden we maatwerk. Vanuit het ministerie van VWS en OCW is er geld beschikbaar voor het opzetten van een infrastructuur rondom maatschappelijke stage. Zowel gemeenten als scholen komen in aanmerking voor financiële middelen. Op de website www.samenlevenkunjeleren.nl vindt u meer informatie over maatschappelijke stages. Wij kunnen u desgewenst ook ondersteunen bij het doen van een subsidieaanvraag bij VWS en OCW.
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
8/32
Meer informatie Wilt u de maatschappelijke stage op de rails krijgen? Neemt u dan contact op met Stade Advies: Susanne van der Lugt Telefoonnummer: 030-236 1871 E-mail:
[email protected] Esther Slinkman Telefoonnummer: 030-236 1874 E-mail:
[email protected]
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
9/32
Experimentlocaties publieke ruimte In Nederland wordt hardvochtig geoordeeld over de kwaliteit van de publieke ruimten. Vooral op onze pleinen is het vrij schieten. Hoe optimaliseer je het gebruik van publieke ruimten? Hoe creëer je nieuwe publieke ruimten? Hoe reanimeer je dode en slecht functionerende publieke ruimten, hoe transformeer je ze tot plaatsen van leven? Deze vragen staan centraal in het SEV-experimentencluster Publieke ruimten. De SEV roept gemeenten, woningcorporaties, bewonersorganisaties en andere betrokkenen op experimentlocaties aan te dragen. Perspectieven In de visie van de SEV – en de partijen die geconsulteerd zijn – is de opgave om verschillende perspectieven te gaan benutten. Multifocaal kijken heet dat. Wie wonen en werken rond een plein, wat vinden zij interessant, waar hebben zij behoefte aan? Sociale allure manifesteert zich ook in de mate waarin alle betrokkenen (bewoners, winkeliers, etc.) rond een plein bij visievorming, programmering en uitvoering van activiteiten betrokken worden en zijn. Beheer Goed beheer is cruciaal. Beheer kan wonderen doen. Woningcorporaties hebben op dit punt al veel terrein gewonnen. Ook aspecten van toezicht en sociale controle zijn van niet te onderschatten betekenis, maar vaak verwaarloosd in de achterliggende jaren. Het wordt steeds duidelijker dat het inbrengen van het economische perspectief te lang is onderschat. Zijn er op en rond het plein economische activiteiten te scheppen? Is er horeca mogelijk, een kiosk, is de winkelplint te upgraden, wat te doen met de bedrijfsruimten in de straatjes die naar het pleintje leiden, kunnen er banen gecreëerd worden in de sfeer van onderhoud en toezicht? Investeringen in publieke ruimte kunnen tot spectaculaire waardecreatie leiden van het omringende vastgoed. Ook op het punt van het programmeren van activiteiten (economisch, sportief, cultureel) is er nog een wereld te winnen en ook hier vinden interessante experimenten plaats. Bijvoorbeeld met het aanstellen van pleinregisseurs. Zij kunnen condities creëren die ertoe leiden dat verschillende groepen van dezelfde publieke ruimte gebruik gaan maken. Ook voor kwetsbare jongeren moet er een stimulerende vrijetijdsinfrastructuur zijn. Zij moeten worden verleid tot sporten en bewegen dichtbij huis. Ze hebben behoefte aan podia in hún buurt. Ze hebben plaatsen nodig waar ze de blits kunnen maken en ‘schitteren’ (met voetballen, rappen, streetdancen, skaten). In andere contexten zijn zij altijd de degenen die niet goed mee kunnen komen, hier zijn zij de besten. Oproep In de visie van de SEV zijn goed functionerende publieke ruimten een onmisbaar onderdeel van de volkshuisvesting. Ze bepalen in hoge mate de kwaliteit van leven in buurten en dorpen. De SEV roept daarom gemeenten, woningcorporaties, bewonersorganisaties en andere betrokkenen op experimentlocaties aan te dragen. Bron: www.sev.nl
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
10/32
Introductiecursus Beleidsgestuurde Contractfinanciering Van intentie naar resultaat In deze cursus maakt u kennis met de systematiek en onderdelen van BCF. In het BCF boek komen de rechtmatigheid en doeltreffendheid van Beleidsgestuurde Contractfinanciering aan de orde. Ook de verschillende ontwikkelingsfasen voor overheden en maatschappelijke organisaties krijgen aandacht. Afspraken maken tussen lokale overheden en uitvoerende organisaties over het werk, de prestaties, de resultaten en de rapportage, blijkt vaak lastig ondanks goede intenties van beide kanten. Stade Advies biedt u houvast met de systematiek Beleidsgestuurde Contractfinanciering. Dit is een hanteerbaar model dat u kan helpen bij uw rol als opdrachtgever of opdrachtnemer. De introductiecucursus Beleidsgestuurde Contractfinanciering biedt u een interactieve kennismaking met deze systematiek. Na een theoretische introductie van het model, leert u de bijbehorende terminologie te hanteren en gaat u actief aan de slag met het concretiseren van gemeentelijk beleid, het opstellen van een opdracht aan een uitvoerende organisatie, het maken van een offerte en het beoordelen van de offerte. Voor wie is deze cursus bedoeld? Deze eendaagse cursus is bedoeld voor beleidsmedewerkers van de afdeling maatschappelijke ontwikkeling of welzijn van lokale overheden die te maken hebben met het verlenen van subsidies aan maatschappelijke organisaties. Voor managers van maatschappelijke organisaties die subsidies ontvangen van lokale overheden, is deze cursus ook interessant. Juist het werken in een gemengde deelnemersgroep helpt om de verschillende posities van beide partijen te verhelderen. Datum: Tijd: Locatie: Aantal deelnemers: Prijs:
Dinsdag 8 september of Donderdag 12 november 2009 09.30 uur – 16.30 uur Utrecht, Meeting Plaza Godebaldkwartier (Hoog Catharijne, kantoren Cluetinckborg) minimaal 8 en maximaal 18 per groep € 495,- per deelnemer
Meer informatie Voor meer informatie over deze cursus kunt u contact opnemen met onderstaande docenten of kijken op www.stade-advies.nl . Jan Tilburgs Telefoonnummer: 06 51 24 25 11 E-mailadres:
[email protected] Menno Bakker Telefoonnummer: 06 24 74 97 10 E-mailadres:
[email protected]
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
11/32
Ontwerplab ‘Krimp in Nederland’ In het Ontwerplab Krimp, dat in 2008 van start ging, hebben professionele ontwerpteams en studententeams ontwerpend onderzoek gedaan naar bevolkingskrimp in Parkstad Limburg, Friesland en Zeeland. Het doel hiervan was tot praktische en toepasbare oplossingen te komen en brede betrokkenheid voor de krimpproblematiek te krijgen. Ontwerplabs In de bijeenkomst was veel ruimte voor de resultaten van de drie ontwerpteams in de Ontwerplabs. De studies hadden een tijdsbestek van drie maanden. Er werd steeds gewerkt met een startbijeenkomst op locatie waar tevens gesprekken werden gevoerd met plaatselijk betrokkenen. De uiteindelijke uitkomsten van het onderzoek zijn vastgelegd in de presentaties van de teams. Zie ook www.bna.nl/ontwerplabkrimp . Uit de drie regio’s waren wethouders aanwezig die hun mening gaven over de uitkomsten van de Krimplabs. Zij gebruikten deze gelegenheid om de ernst van de problematiek nog eens te onderstrepen. Forumdiscussie In het tweede deel van de middag keek het gezelschap naar de stappen die nodig zijn voor de realisatie van de plannen. Vier forumleden, onder wie Lex de Boer van de SEV, lieten hun visie op de problematiek horen en discussieerden met elkaar en de zaal over randvoorwaarden voor het proces, planologische randvoorwaarden en financiën. Ook het schaalniveau waar de verantwoordelijkheid van krimp ligt, kwam ter sprake. Regie van het Rijk blijkt onontbeerlijk te zijn, maar ook provincies en gemeenten zijn aan zet. Uit de vele reacties uit het publiek werd duidelijk dat het onderwerp krimp veel losmaakt. Experimenteren met krimp De SEV neemt het stokje van de Krimplabs over en gaat met experimenten aan de slag in OostGroningen, Friesland, Zeeuws-Vlaanderen en Limburg. Experimenten met gebiedsexploitatie, ontbouwingsplannen en het betrekken van bewoners bij plannen. Binnenkort meer hierover. Bron: www.sev.nl
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
12/32
Raad openbaar bestuur: ‘Visie op slagvaardig bestuur’ Volgens de Rob moet duidelijk zijn welke bestuurslaag bij een onderwerp leidend is: Rijk, provincie of gemeente. Bij een vooral nationaal belang, zoals de aanleg van een spoorlijn, hoort de stem van het Rijk doorslaggevend te zijn. Daarentegen moet het Rijk niet sturen daar waar gemeenten en provincies het voortouw hebben. Maar als taken helder zijn afgebakend, acht de Rob het geen bezwaar als drie overheden samenwerken op één thema. Het huidige kabinet wil de bestuurlijke drukte verminderen met zijn doelstelling dat maximaal twee overheidslagen zich met één onderwerp mogen bezighouden. De Rob ontvouwt zijn visie in Slagvaardig bestuur. Advies over integraliteit en vertrouwen in het openbaar bestuur. De raad baseert zich daarin op eerdere rapporten en adviezen over slagvaardigheid bij de overheid. Algehele structuurwijzigingen acht de raad dus niet de oplossing om te komen tot een daadkrachtiger overheid. Interbestuurlijke afstemming zal altijd nodig blijven. De Rob laat zich kritisch uit over de decentralisatieuitkering van het Gemeentefonds. Die is halverwege vorig jaar ingevoerd om voor onbepaalde tijd geld aan gemeenten te verstrekken op basis van specifieke verdeelmaatstaven. Het aantal specifieke uitkeringen, met vaak een grote verantwoordingslast, zal erdoor dalen. Het Rijk kan echter nadere afspraken maken over de besteding van die decentralisatieuitkering. Daardoor wordt de bestuurslast vaak helemaal niet beperkt, aldus de Rob. Bron: www.vng.nl
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
13/32
Onderhandelen binnen subsidierelaties Verbeter uw persoonlijke onderhandelingsstijl In subsidierelaties spelen verschillende belangen en ideeën een belangrijke rol die het onderhandelen over de prestaties, rapportages en de hoogte van de subsidie moeilijk kunnen maken. Leer prettig én effectief te onderhandelen binnen subsidierelaties. Bent u bikkelhard of toegeeflijk? Krijgt u wat u wilt of doet u teveel water bij de wijn? Blijft u rustig of wordt u agressief? Gaat u twijfelen of drijft u juist door? Gebruikt u feiten en cijfers of bent u juist sterk in het creëren van een goede sfeer? Afspraken maken tussen lokale overheden en uitvoerende organisaties over het werk, de resultaten, de rapportage, de presentaties: het is een kwestie van goed onderhandelen. Vaak blijkt dit lastig om te doen. Men kent elkaar, men weet niet goed welke rol men ten opzichte van elkaar kan innemen, men heeft verschillende belangen en ideeën. Dus is het des te moeilijker en des te belangrijker om effectief te onderhandelen. Er is veel publiek geld mee gemoeid en een groter maatschappelijk doel is er afhankelijk van. Stade Advies biedt u een houvast met een training gericht op onderhandelen binnen subsidierelaties. Datum: Tijd: Locatie: Aantal deelnemers: Prijs:
Donderdag 17 september 2009 of Donderdag 5 november 2009 09.30 – 16.30 uur Meeting Plaza, Utrecht (Hoog Catharijne) minimaal 8 en maximaal 18 per groep € 495,- per deelnemer
In deze eendaagse training maakt u door middel van theorie en vooral praktische oefeningen kennis met verschillende manieren van onderhandelen. U krijgt zicht op uw persoonlijke onderhandelingsstijl. Van daaruit leert u de positieve kanten van uw eigen onderhandelingsstijl te ontwikkelen en u bewust te worden van de negatieve kanten. Uiteindelijk hebt u uw onderhandelingsstijl beter onder controle en kunt u effectiever en productiever onderhandelen. Doordat het deelnemersveld is samengesteld uit medewerkers van zowel lokale overheden als uitvoerende organisaties, ontstaat extra inzicht in de verschillende onderhandelingsposities in het subsidieproces. Voor wie is deze training bedoeld? De training is gericht op beleidsmedewerkers van de afdeling maatschappelijke ontwikkeling of welzijn van lokale overheden die te maken hebben met het verlenen van subsidies aan maatschappelijke organisaties. Ook voor managers van maatschappelijke organisaties die subsidies ontvangen van lokale overheden, is deze training interessant. Korting Neemt u samen met een collega van dezelfde organisatie deel aan de training, dan ontvangt de tweede deelnemer 10% korting op het cursusgeld. Inschrijven U kunt zich voor deze training inschrijven via het inschrijfformulier . De uiterste inschrijfdatum is een maand voor aanvang van de training. Na inschrijving is kosteloos annuleren niet mogelijk. Bij verhindering kan een andere medewerker van uw organisatie uw plaats innemen. De factuur dient te allen tijde te worden voldaan. Materiaal en factuur Na uw inschrijving ontvangt u circa drie weken voordat de training begint een bevestiging, de routebeschrijving en afzonderlijk een factuur voor de deelnamekosten. Het cursusmateriaal ontvangt u bij aanvang van de training.
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
14/32
Docenten en meer informatie De training wordt verzorgd door Jan Franken en Marja Cevaal. Wilt u meer informatie over de inhoud van deze training, neem dan contact op met: Jan Franken Telefoonnummer: (030) 23 61 861 / 06 51 700 547 E-mailadres:
[email protected] Onderhandelen in uw lokale situatie De eendaagse training Onderhandelen binnen subsidierelaties kan Stade Advies ook in uw lokale situatie verzorgen, als oriëntatie op de systematiek en toepasbaarheid of als start van een ontwikkelingstraject. Stade Advies begeleidt frequent partners in hun lokale situatie bij het onderhandelen binnen subsidierelaties. Wilt u hier meer over weten, neemt u dan contact op met: Marlieke van Woerkom Telefoonnummer: 06 517 49 718 E-mailadres:
[email protected]
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
15/32
Praktijksessie aanbesteden Voor directeuren, managers, beleidsmedewerkers en controllers van maatschappelijke ondernemingen in welzijn en zorg Tal van maatschappelijke ondernemingen komen in toenemende mate in aanraking met het proces van aanbesteden in welzijn en zorg. Meer en meer gaat aanbesteden een rol spelen naast of zelfs in plaats van subsidieafspraken tussen overheden en maatschappelijke ondernemingen. De komst van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning benadrukt nog eens de onomkeerbaarheid van dit proces. Aanbesteden is vooral bekend in andere beleidssectoren rondom bijvoorbeeld grootschalige infrastructuur, ruimtelijke ontwikkeling, woningbouw en verkeer. In welzijn en zorg is echter sprake van een vrij nieuwe ontwikkeling waarmee nog weinig ervaring is opgedaan. Stade Advies organiseert in samenwerking met Appeldoorn Tendermanagement B.V., een gerenommeerd adviesbureau op het terrein van (Europees) aanbesteden, praktijksessies rondom aanbesteden in welzijn en zorg. Koppeling van theorie en de dagelijkse praktijk van het inschrijven op aanbestedingen wordt toegankelijk gepresenteerd en geoefend. De praktijksessie beslaat een volle dag. Het programma bestaat in hoofdlijnen uit: • • • • • • •
Visie op de ontwikkelingen van aanbesteden in welzijn en zorg (Juridische) voetangels en klemmen Offreren volgens aanbestedingsbestekken Succes- en faalfactoren bij het inschrijven op aanbestedingen Oefenen met praktijkvoorbeelden Voorbereiding van de eigen organisatie op aanbestedingen Praktisch toepasbare tips & tricks
Na de praktijksessie heeft u kennis van: • • • • • • • • •
De verschillende modellen van (Europees) aanbesteden Wanneer en in welke gevallen aanbesteden aan de orde is Wanneer en onder welke condities u kunt inschrijven op aanbestedingen De techniek van het opstellen van offertes volgens het regime van (Europees) aanbesteden Matching van de offerte aan een aanbestedingsbestek Subsidiëren of inkopen van diensten in welzijn en zorg (Europese) aanbestedingsregels Instrumenten/vormen van aanbesteden De inschrijving van uw eigen inschrijvingsproces
Datum: Tijd: Locatie: Aantal deelnemers: Prijs:
Dinsdag 22 september 2009 09.30 uur – 16.30 uur Meeting Plaza, Utrecht minimaal 8 en maximaal 16 per groep € 495,- per deelnemer
Docenten en meer informatie De praktijksessie wordt verzorgd door Jan Tilburgs en Michiel Appeldoorn. Wilt u meer informatie, kijk dan op www.stade-advies.nl of neemt contact op met: Jan Tilburgs Telefoonnummer: 06 51242511 E-mailadres:
[email protected]
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
16/32
Michiel Appeldoorn Telefoonnummer: 06 53 51 64 34 E-mailadres:
[email protected]
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
17/32
EffectenCalculator: rekenen met waarde in de wijk Op simpele wijze zicht krijgen op de potentiële waardecreatie van een wijkverbetering. En inventariseren wat partijen daar voor over hebben. Deze twee functies heeft de EffectenCalculator, een nieuw stuk gereedschap in de gereedschapskist van Wijken van waarde. Gereedschap om wijkontwikkeling te versnellen en te verbeteren. Achtergrond In elke wijk gaan geldstromen om. Er worden opbrengsten gegenereerd, bijvoorbeeld uit de verhuur en verkoop van vastgoed. Maar er wordt ook geld uitgegeven aan de wijk, bijvoorbeeld in het onderhoud van de openbare ruimte of het sociale beheer. Een verbetering in de wijk beïnvloedt deze geldstromen (hoofdzakelijk) positief: er wordt waarde gecreëerd. De EffectenCalculator geeft zicht op deze potentiële waardecreatie. Op basis van kengetallen en referenties wordt een reële inschatting gemaakt van de doorwerking op de geldstromen die door de wijk vloeien. Het is vervolgens aan diverse investerende partijen om aan te geven welke investering zij daar voor over hebben. Daarmee kan de echte check worden gedaan: zit er een business case in de voorgestelde wijkverbetering? De EffectenCalculator bouwt voort op de EffectenArena, het succesvolle instrument van de SEV om een plattegrond te maken van maatschappelijke investeringen. Ontwikkelen in rekensessies Het rekeninstrument is in ruwbouw gereed. Na de zomer wordt de EffectenCalculator ‘ingeprogrammeerd’ en een handleiding opgesteld. Daarbij zijn rekenmeesters betrokken van Ecorys, RIGO en ABF Research. We zijn op zoek naar partijen die hun business case willen voorleggen in een rekensessie. Bron: www.sev.nl
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
18/32
Cursus Cultureel ondernemerschap Maak kennis met de elementen van cultureel ondernemerschap in een cursus voor managers van culturele organisaties. Stade Advies organiseert op 13 oktober 2009 een cursus gericht op het bevorderen van cultureel ondernemerschap bij culturele organisaties. Bibliotheken, creativiteitscentra, muziekscholen, theaters, musea enzovoort vervullen steeds meer de rol van cultureel ondernemer. Mede als gevolg van ontwikkelingen bij rijk en fondsen, verzakelijkt de relatie tussen overheden en culturele organisaties. Dit vraagt om een aanpassing van de eigen organisatie, en van de relatie met de subsidiërende overheid. Ondernemerschap in de culturele sector De door minister Plasterk ingestelde commissie Cultuurprofijt heeft het thema cultureel ondernemerschap opnieuw op de agenda gezet. Door de kredietcrisis haken fondsen en sponsoren af. Hiermee is de discussie over cultureel ondernemerschap en de noodzaak tot vergroten van het financieel en maatschappelijk draagvlak van culturele instellingen weer actueel geworden. Dit alles leidt ertoe dat in de culturele sector een algemene trend van verzakelijking is ingezet. Hierdoor is er een breed gevoelde behoefte om, in overleg tussen overheden en instellingen, de implicaties en consequenties van het cultureel ondernemerschap te verduidelijken, en de ontwikkeling naar ondernemerschap te ondersteunen. Consequenties van ondernemerschap Met de invoering van cultureel ondernemerschap doen zich vraagstukken voor die te maken hebben met de vraag wat onder cultureel ondernemerschap verstaan moet worden. Waarin verschilt het van het ondernemerschap in de profit sector? Wat heeft een instelling nodig om zich ondernemend op te kunnen stellen, wat vraagt dit van de eigen organisatie, en van de overheid waarmee de instelling een relatie heeft? Wat betekent dat voor de wijze waarop de overheid en de instelling afspraken met elkaar maken? Wat betekent dit voor het opdrachtgever- en opdrachtnemerschap? Kansen van ondernemerschap Cultureel ondernemerschap biedt ook kansen: het inzetten van de verschillende instrumenten op het vlak van ondernemerschap als marketing, kwaliteitszorg en professionalisering van de bedrijfsvoering zal leiden tot verbreding en vergroting van het publieksbereik, en verhoging van de eigen inkomsten. Cultureel ondernemerschap draagt aldus bij aan het draagvlak en de legitimatie van de culturele instelling en aan heldere en transparante subsidieverhoudingen met de betrokken overheden. Cursus cultureel ondernemerschap De cursus Cultureel ondernemerschap biedt een handreiking voor culturele instellingen om cultureel ondernemerschap in de eigen organisatie te bevorderen. De cursus heeft het karakter van een workshop. Deelnemers gaan actief aan de slag met de elementen van een plan van aanpak om cultureel ondernemerschap te bevorderen, op basis van eigen praktijkervaringen, en die van de andere deelnemers. Lees meer ►
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
19/32
Signalering van kindermishandeling Voor professionals die beroepsmatig met kinderen, jongeren, ouders en opvoeders te maken hebben, zoals in het onderwijs, welzijnswerk en de jeugdzorg, heeft Stade Advies een training ontwikkeld, over wat u kunt doen bij een vermoeden van kindermishandeling. U leert: • hoe u risico’s moet inschatten • wat uw normen en waarden zijn t.a.v. kindermishandeling en hoe deze een rol spelen bij het bespreekbaar maken van kindermishandeling • welke competenties ingezet moeten worden bij het bespreekbaar maken van kindermishandeling en welke bij u ontbreken • hoe u dilemma’s kunt omzetten naar praktische handelingsvaardigheden • hoe u omgaat met (het kwijtraken van) de vertrouwensband die een ouder/opvoeder met u heeft • wat u zelf kunt doen en wat ook niet De training wordt gegeven door Rudy Bonnet met Medi Hoes als gasttrainer. Beiden zijn al jaren actief op het terrein van de preventie en aanpak van kindermishandeling op verschillende niveaus, onder meer als workshopleider en docente. Het Beroepsregister van Agogisch en Maatschappelijk werkers heeft 1.5 registerpunt aan de training toegekend. Lees meer►
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
20/32
Onderwijs grotere rol in jeugdzorg? Het onderwijs moet een grotere rol krijgen in de hulpverlening aan jeugd en kinderen. Dat vindt de MOgroep, brancheorganisatie voor de jeugdzorg. Een knip tussen de gedwongen en vrijwillige hulpverlening acht de brancheorganisatie niet wenselijk. Door Carolien Stam – ‘Kinderen moeten rechtstreeks vanuit de school naar de specialistische jeugdzorg gestuurd kunnen worden.’ Dat zegt branchedirecteur MOgroep Jeugdzorg , Tanno Klijn. ‘Het onderwijs moet een meer prominente rol krijgen in de jeugdzorg. Het is de vindplaats van problemen van kinderen en jeugd, maar het is ook een werkplaats. Wanneer een kind in de problemen vanuit school eerst via het Centrum voor Jeugd en Gezin bij de jeugdzorg komt, verwordt het CJG tot een extra bureaucratische laag.’ Warboel De jeugdzorg heeft geen extra geld nodig, maar moet beter georganiseerd worden. Dat stelde de commissie 'Zorg om Jeugd’ vorige week. De commissie, onder voorzitterschap van René Paas, kreeg opdracht van de Vereniging Nederlandse Gemeenten onderzoek te doen naar problemen in de jeugdzorg. Conclusie: de jeugdzorg is nog steeds een warboel van regelingen, trajecten, indicaties en voorzieningen. Stelselwijziging Er is dus nog weinig veranderd sinds Steven van Eijck de jeugdzorg in 2006 blootstelde aan Operatie Jong? ‘Met de promotie van het Centrum voor Jeugd en Gezin hebben gemeenten veel gedaan om regelzucht en bureaucratie te beteugelen', zegt Tanno Klijn. ‘Minister Rouvoet heeft er toentertijd voor gekozen het stelsel niet te wijzigen, maar wilde dat de bestaande structuren beter moesten samenwerken. Het aantal bestuurslagen is niet veranderd. We moeten de evaluatie van de Wet voor de Jeugdzorg eind dit jaar afwachten om daar conclusies uit te trekken.’ Knip Voor de MOgroep Jeugdzorg is het geen gelopen race. De gedwongen jeugdzorg wordt in het rapport-Paas buiten beschouwing gelaten. Neemt de commissie een voorschot op de stelselwijziging? De gedwongen jeugdzorg bij de overheid en/of provincies, de vrijwillige jeugdzorg bij de gemeenten? ‘Een knip tussen gedwongen en vrijwillige zorg is niet wenselijk’, volgens Tanno Klijn, ‘omdat de een niet zonder de ander kan. Bij de uitvoering van een jeugdbeschermingsmaatregel hebben kinderen vaak ook jeugdzorg nodig.’ Indicaties Niettemin ziet de MOgroep een aantal goede aanknopingspunten in het VNG-rapport van de commissie-Paas. Klijn: ‘Wij zien ook veel in vereenvoudiging van de complexe indicatietrajecten. Nu doet het bureau Jeugdzorg de indicaties, maar die zijn gebonden aan allerlei bureaucratische regels en administratieve procedures. Dat kan veel minder, deels kunnen we dat ook zelf,’ zegt de branchedirecteur. Bron: www.mogroep.nl
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
21/32
Cursus Beleidsgestuurde Contractfinanciering & Cultuur Resultaatgericht subsidiëren in de cultuursector… Kan dat? Maak kennis met BCF in de eendaagse cursus voor beleidsmedewerkers cultuur van lokale overheden en voor managers van culturele organisaties. Stade Advies organiseert op maandag 14 september en dinsdag 1 december 2009 een cursus gericht op het vormgeven van meer prestatie- en resultaatgerichte subsidierelaties tussen overheden en culturele organisaties. De wereld van de culturele organisaties is sterk in ontwikkeling. Bibliotheken, creativiteitscentra, muziekscholen, theaters, musea enzovoort vervullen steeds meer de rol van cultureel ondernemer. De relatie tussen overheden en culturele organisaties verzakelijkt. Dit vraagt om een aanpassing van de subsidieverhoudingen. Nieuwe subsidieverhoudingen Bij veel lokale overheden bestaat de sterke behoefte de subsidierelaties, ook met culturele organisaties, meer prestatie- en resultaatgericht vorm te geven. De culturele taak van de organisaties draagt in belangrijke mate bij aan doelstellingen die de gemeente wil realiseren. Daar is heldere opdrachtformulering voor nodig en, in het verlengde daarvan, prestaties die controleerbaar zijn. Ook van de zijde van culturele organisaties is, als gevolg van schaalvergroting, groeiend ondernemerschap en veranderingen in het aanbod, aanpassing van de subsidierelatie gewenst. BCF Cultuur In de cursus BCF cultuur wordt ingegaan op specifieke vraagstukken die spelen in de subsidierelatie tussen overheden en culturele organisaties. Vraagstukken als: Resultaatgericht subsidiëren in cultuur, kan dat? Op welke wijze kun je afspraken maken over kwaliteit, en over prestaties? Hoe verhoudt cultuurbeleid zich tot een instrumentele benadering van cultuur (ingezet om overige beleidsdoelen te realiseren)? Wat betekent cultureel ondernemerschap voor de afspraken tussen overheid en instelling, bijvoorbeeld ten aanzien van risico’s en reserves ? Wat zijn de producten en diensten van een bibliotheek, museum, theater, muziekschool? Lees meer►
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
22/32
Het beste ouderenbeleid Het Zeeuwse Hulst is op 3 juni 2009 naar huis gegaan met de titel 'Gemeente met het beste ouderenbeleid'. De prijs werd toegekend door het overlegplatform Senior.Nu! en werd uitgereikt door de voorzitter van de VNG, Annemarie Jorritsma. De publieksprijs voor de gemeente met het beste ouderenbeleid ging eveneens naar Hulst. De gemeente Hulst won volgens het juryrapport omdat ze het ouderenbeleid op een samenhangende wijze benadert. 'De gemeente betrekt burgers bij de beleidsvorming en laat hen hierin zelf verantwoordelijkheid nemen. Bovendien stimuleert de gemeente de participatie van ouderen in vrijwilligerswerk waarbij ook jongeren betrokken worden, doet de gemeente er veel aan om ouderen zo lang mogelijk zelfstandig te laten wonen en zijn er veel voorzieningen op het gebied van welzijn', volgens juryvoorzitter Gijp van Soest. Na Hulst kwam slechts op geringe afstand de gemeente Sittard-Geleen op de tweede plaats en Groningen werd derde. De twee gemeenten die buiten de prijzen vielen, Schiedam en Breda kregen wel veel complimenten voor de wijze waarop zij invulling gaven aan het lokale seniorenbeleid. Onderzoek Senior.Nu! heeft na een selecte steekproef 47 gemeenten onderzocht op hun prestaties op het gebied van ouderenbeleid. Met name is gekeken naar participatie, wonen, welzijn en zorg. Belangrijke aspecten zoals informatievoorziening, keuzevrijheid van ouderen en voorzieningenniveau zijn onder de meetlat gelegd. De gemeenten hebben de informatie verstrekt en die is vervolgens getoetst bij de lokale ouderenraden of Wmo-raden. Veel te gebeuren Hoewel niet alle gemeenten hebben deelgenomen aan de peiling van Senior.Nu! hebben de resultaten volgens VNG-voorzitter Annemarie Jorritsma wel aangetoond dat gemeenten goed in staat zijn om op praktische en vaak inventieve wijze invulling te geven aan het ouderenbeleid. 'Maar er moet nog veel gebeuren. Ik zie nog te vaak dat ouderen noodgedwongen naar een verzorgingshuis gaan, terwijl ze makkelijk thuis hadden kunnen blijven wonen, met minder middelen', zegt Jorritsma. Het initiatief van Senior.Nu! is volgens haar een uitstekend middel om als gemeenten ook van elkaar te leren. Bron: www.aedesnet.nl
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
23/32
Training Jongeren in de openbare ruimte Wanneer wordt een jongerenontmoetingsplek een succes? Hoe zorg je dat jongeren en omwonenden tevreden zijn en blijven? Hoe krijg je het snel genoeg gerealiseerd? Op deze vragen gaan Stade Advies en speelruimtespecialist OBB in tijdens een praktische training over jongeren in de openbare ruimte. Deze eendaagse training vindt plaats op dinsdag 24 november en dinsdag 8 december 2009. Ruimte voor jongeren creëren in de openbare ruimte is niet eenvoudig! Jongeren weten vaak prima wat ze willen, maar hoe laten we ze participeren? Hoe voorkomen we dat de ‘boze buurman’ het plan dwarsboomt? Hoe maken en houden we die nieuwe of bestaande plek succesvol? Hoeveel plekken voor jongeren zijn er eigenlijk nodig en waar moeten die komen? Wie zijn er nodig bij de voorbereiding en de uitvoering, wie zijn de partners, wat is ieders rol? Hoe zorg je voor goed beheer en onderhoud eventueel samen met bewoners en jongeren? Hoe past dit plan in het gemeentelijke beleid? Stade Advies en Speelruimtespecialist OBB hebben vele jaren ervaring met het creëren van plekken voor jongeren, de bijbehorende jongerenparticipatie en het beheer en onderhoud van dergelijke voorzieningen. Tijdens de training komt onder meer aan de orde: de kwantiteit en de kwaliteit van jongerenplekken, beleid met betrekking tot jongeren in de openbare ruimte, de wensen en behoeften van jongeren in de openbare ruimte, effectieve jongerenparticipatie, samenwerking tussen verschillende partners, kansen en bedreigingen en het beheer en onderhoud van de jongerenplek aan bod. Tevens is er aandacht voor de beperking van overlast van groepen jongeren in de openbare ruimte. Echter, de training gaat uit van een positieve insteek: U wilt wat voor en niet tegen jongeren in de openbare ruimte! Resultaat Na afloop van de training heeft u kennis, inzicht en praktische handvatten om in uw lokale situatie aan de slag te gaan met voorzieningen voor jongeren in de openbare ruimte. U heeft helder voor ogen welke stappen er zijn en welke keuzes u moet maken, wie van de gemeente (maar ook woningcorporatie, bewoners etc.) u moet betrekken om te komen tot een succesvolle plek voor jongeren in de openbare ruimte. U heeft een begin gemaakt van een plan van aanpak waarmee u in uw werk, samen met uw collega’s en andere partners, verder kunt. Voor wie is deze training bedoeld? De training is bedoeld voor ambtenaren en wethouders vanuit de welzijns- of ruimtelijke sector, beleidsmakers en uitvoerders van welzijnsinstellingen, woningcorporaties en andere geïnteresseerden. ‘Jongeren in de openbare ruimte’ raakt verschillende gebieden, zoals welzijn en ruimtelijke inrichting/ontwikkeling, participatie en jongeren. Door deelnemers uit te nodigen vanuit sociale (zachte) en fysieke (harde) sectoren ontstaat een kruisbestuiving die juist zo hard nodig is voor een geslaagde jongerenplek. Meer informatie Kijk voor meer informatie op www.stade-advies.nl .
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
24/32
Solidair met krimpregio's Op de bestuurdersconferentie over krimp op 17 juni 2009 was minister Van der Laan klip en klaar: 'It's payback time'. Hij wees de aanwezige bestuurders van gemeenten en provinciën daarmee op de noodzaak solidair te zijn met de krimpregio's. Net zoals er in de 70'er en 80'er jaren solidariteit is getoond met grootstedelijke problematiek: 'Krimp is een solidariteitsvraagstuk voor heel Nederland'. Tegelijkertijd zei hij dat financiële verevening een van de laatste oplossingsrichtingen moet zijn. 'Eerst is het zaak naar creatieve oplossingen te zoeken en vooral in de samenwerking te anticiperen op bevolkingsdaling'. Integrale aandacht Marc Calon, een van de genodigde maatschappelijke vertegenwoordigers, beschreef hoe die samenwerking vorm zou kunnen krijgen: Regionale samenwerking om te komen tot herstructurering, de regio 'als business case' bekijken aan de hand van de vraag: 'Wat moet hier gebeuren?' Op basis van de specifieke situatie in het gebied kan dan aan de politiek voorgelegd worden in hoeverre er ten behoeve van dat doel van bestaande regels afgeweken kan worden. Daarnaast pleitte Calon bij de nationale overheid voor integrale aandacht: 'Het gaat niet alleen om wonen, maar over leefbaarheid in de krimpgebieden en dan gaat het ook om zorg, onderwijs en werkgelegenheid'. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) zou hier een sterke coördinerende rol in kunnen vervullen. Calon ondersteunde het perspectief om krimp ook als een kans te beschouwen maar, voegde hij er aan toe: 'Het gaat ook pijn doen'. Sloopfonds Op de krimptop was oud-minister Dijkstal aanwezig, die deze zomer als lid van het Topteam aanbevelingen doet hoe om te gaan met de gevolgen van bevolkingsdaling. Een gedachte die daarbij speelt is de vorming van een sloopfonds. Er is in krimpgebieden te weinig verdiencapaciteit terwijl er ook gesloopt moet worden. Dit vormt een van de grootste vraagstukken. De eerste problemen die in krimpgebieden ontstaan, liggen op het gebied van wonen en onderwijs. De provincies Zeeland, Groningen en Limburg boden de bewindslieden van WWI en BZK een rapport aan over knellende wet- en regelgeving om met de gevolgen van krimp om te gaan. De bevindingen van de krimptop worden gebruikt als input voor het Actieplan krimp, dat dit najaar moet verschijnen. Bron: www.aedesnet.nl
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
25/32
Leer uw eigen schuldpreventietraining maken Training voor professionals die werken met cliënten met financiële problemen Heeft u belangstelling voor het inzetten van schuldpreventietrainingen voor uw cliënten? Heeft u nog geen ervaring met schuldpreventietrainingen, maar wilt u ze wel gaan geven? Of heeft u wel trainingservaring, maar sluit het cursusmateriaal dat u heeft niet helemaal aan bij uw doelgroep? Voor alle professionals die werken met cliënten met financiële problemen geeft Stade Advies op dinsdag 22 september en donderdag 5 november een training waarbij u leert uw eigen schuldpreventietraining op maat te maken. Aansluiten bij de doelgroep In de praktijk blijkt dat geen enkele cliënt(groep) hetzelfde is en dat het daardoor moeilijk is cursusmateriaal te vinden dat aansluit bij de doelgroep. Stade Advies heeft daarom een training ontwikkeld waarbij u leert zelf een training op te zetten die volledig aansluit bij de behoeften van uw doelgroep. In deze basistraining wordt gewerkt aan de hand van een rijke trainingsmap en een cd-rom. Tijdens de training wordt een aantal van de thema’s, opdrachten en werkvormen uit de trainingsmap behandeld. Hierbij gaat het niet alleen om behandeling van schulden, maar ook om het voorkomen van schulden en bewustmaking van geld en geldproblemen. Onderwerpen die aan bod kunnen komen zijn onder andere het opstellen van een begroting, assertiviteit, sociale druk, reclame en verleiding. Interactief en afwisselend De basistraining is zeer interactief en afwisselend. De deelnemers spelen allemaal een rol in de uiteenlopende werkvormen van de training (groepsopdrachten, presenteren). Er bestaat een ruime mogelijkheid tot discussie en uitwisseling met betrekking tot het thema. Na afloop bent u in staat zelf een training of themabijeenkomsten samen te stellen, waarbij u uit veel verschillende beschikbare thema’s, opdrachten en werkvormen precies die kunt kiezen die het meest geschikt is voor de doelgroep. Lees meer►
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
26/32
De agressie te lijf Eendaagse agressieregulatietraining voor professionals op de publieke werkvloer Met agressie op zich is niets mis. Mits het geuit wordt op een niet-schadelijke manier. Professionals die werken op de publieke werkvloer hebben te maken met mensen die er soms niet voor terugdeinzen schadelijk agressief gedrag te gebruiken. Hoe ga je daar als professional mee om? Op dinsdag 13 oktober en dinsdag 17 november 2009 organiseert Stade Advies samen met Sens Consultancy de eendaagse training ‘De agressie te lijf’, speciaal ontwikkeld voor professionals die werken op de publieke werkvloer (maatschappelijk werk, jongerenwerk, vrijwilligerswerk, gemeenten, onderwijs) en te maken hebben met mensen die (mogelijk) agressief gedrag vertonen. Opzet van de training De eendaagse training begint met een gesprek en theorie over agressief gedrag en het inzetten van de methodiek bij het leren omgaan met agressief gedrag. De training bestaat verder uit een voornamelijk actief programma waarin praktijksituaties centraal staan. Onder begeleiding van een speciaal hiervoor opgeleide trainer en acteur, Jan Bloem, worden echte situaties nagespeeld. Deelnemers geven zelf aan om welke situaties het moet gaan. Begrippen als grenzen stellen, respect en weerbaarheid komen aan de orde en worden eigengemaakt. Bewegingsgerichte oefeningen vormen een onderdeel van het programma. Juist door een zo realistisch mogelijk situatie te oefenen en te bespreken, is het leereffect voor deelnemers optimaal. Resultaat van de training Na de training heeft u meer inzicht in agressief gedrag, kunt u in uw praktijk beter omgaan met agressief gedrag en heeft u handvatten gekregen om agressief gedrag te voorkomen. Datum: Tijd: Locatie: Aantal deelnemers: Prijs:
Dinsdag 13 oktober of Dinsdag 17 november 9.00 - 17.00 uur Utrecht, the Colosseum Minimaal 14 en maximaal 18 personen € 395,- per deelnemer
Inschrijven U kunt zich voor deze training inschrijven via het inschrijfformulier . De uiterste inschrijfdatum is 3 weken voor aanvang van de betreffende training. Kijk voor meer informatie op www.stade-advies.nl . Incompany Wij kunnen de training tevens incompany geven. Wij verzorgen dan de trainingsdag op maat voor uw eigen organisatie en team. Hiervoor kunt een offerte bij ons opvragen. Ook als u behoefte heeft aan een langduriger traject of advies of ondersteuning nodig heeft bij een agressieprotocol, kunt u contact met ons opnemen: Janneke Ebben Telefoonnummer: (030) 23 61 852 / 06 230 639 71 E-mailadres:
[email protected] of Milan Somers Telefoonnummer: 06 415 089 00 E-mailadres:
[email protected] Voor alle overige vragen kunt u contact opnemen met:
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
27/32
Mariëtte Jansen Telefoonnummer: (030) 23 61 841 E-mailadres:
[email protected]
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
28/32
Praktijkgerichte jongerenparticipatie Praktijksessie voor beleidsmakers en uitvoerders van jongerenparticipatie Bent u binnen uw gemeente verantwoordelijk voor beleid rondom jongeren-participatie? Bent u een jongerenwerker die jongeren wil activeren? Of bent u op een andere manier begaan met een effectieve uitvoering van projecten gericht op de participatie van jongeren in uw stad, dorp of wijk? Dan is deze praktijksessie interessant voor u! Stade Advies ontwikkelde voor u de eendaagse praktijksessie ‘Praktijkgerichte jongerenparticipatie’, die handvatten biedt bij de ontwikkeling en uitvoering van een effectieve aanpak van jongerenparticipatie. De bijeenkomst is interessant voor beleidsmakers, jongerenwerkers en andere professionals die te maken hebben met jongerenparticipatie. Ook woningcorporaties met een actief (hang)jongerenbeleid zijn van harte welkom. Na afloop heeft elke deelnemer geleerd om op een constructieve manier aan de slag te gaan met jongerenparticipatie. Denk hierbij aan het formuleren van een reële ambitie, werkbare ideeën voor samenwerking gecombineerd met een aantal succesvolle praktijkvoorbeelden in het achterhoofd. Het belooft een leuke en leerzame dag te worden. U zult niet achterover zitten. We wisselen diverse werkvormen af en geven ruimte voor onderlinge uitwisseling. U wordt geprikkeld om na te denken over werkbare vormen van jongerenparticipatie in uw situatie. Uiteraard krijgt u materiaal mee om na te lezen en te gebruiken. Politieke of maatschappelijke jongerenparticipatie Jongerenparticipatie staat de afgelopen jaren hoog op de politieke agenda. Het is voor jongeren een middel om vaardigheden op te doen die hun toekomstkansen vergroten en de binding met de maatschappij versterken. Inspraak van jongeren kan ook bijdragen aan de kwaliteit van jongerenvoorzieningen in een gemeente. Wie weten er nu beter welke jongerenvoorzieningen goed zullen aanslaan bij de doelgroep? Jongeren zelf natuurlijk! Jongerenparticipatie betekent dat jongeren inspraak hebben, mee kunnen praten, meedenken en meedoen. Jongerenparticipatie kent meerdere vormen, maar in deze praktijksessie ligt de focus op politieke en maatschappelijke participatie. Voorbeelden van vormen van politieke participatie zijn een jongerenraad, een jongerenvakbond of een jongerenafdeling van een politieke partij. Bij maatschappelijke participatie kan gedacht worden aan het aansluiten bij een (sport)vereniging, het doen van vrijwilligerswerk, het organiseren van een wijkfeest of een maatschappelijke stage. Jongerenparticipatie en de WMO Vanuit de WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning) is jongerenparticipatie een belangrijk onderwerp dat valt onder prestatieveld 2. De prestatienorm die hierin is opgenomen is dat jongerenparticipatie moet toenemen (Bron: Servicepunt Welzijnsinformatie). Gemeenten zullen dus vanuit de WMO ook iets met jongerenparticipatie willen en met name jongerenwerkers zullen er via deze weg mee te maken krijgen. Betrokken jongeren Jongerenparticipatie is een proces waar beleidsmakers, professionals en jongeren zelf een rol in hebben. Beleidsmakers en professionals dragen zorg voor de randvoorwaarden. Bij gebrek aan structuur haken jongeren af. Het stimuleren van betrokkenheid van de jongeren vraagt daarom om een gerichte en actieve aanpak. Stade Advies brengt beleidsmakers en uitvoerders/betrokkenen in deze praktijksessie samen om zo te zorgen voor een goede afstemming tussen beleid en uitvoering. Betere afstemming betekent een effectievere aanpak voor jongerenparticipatie. Lees meer►
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
29/32
Voortbouwen aan woonservicezones Zo’n 3 tot 4 jaren geleden startten veel gemeenten de ontwikkeling van woonservicezones, ook wel wonen-welzijn-zorg zones genoemd. De meeste provincies stimuleerden die ontwikkeling met aanvullende subsidieregelingen, gericht op de regiefunctie van de gemeente en op innovatie. Inmiddels is de eerste ontwikkelingsfase in veel gemeentes achter de rug, en komt het nu aan op het verankeren van resultaten en het daadwerkelijk en goed laten functioneren van de zones. Soms ook is de aanpak gaan haperen doordat het een complex proces is, met vele partijen, meerdere financiers en nogal eens uiteenlopende belangen. In al die gevallen kan Stade Advies iets voor u betekenen. Halen en brengen in de woonservicezone Het hart van een woonservicezone bestaat vaak uit een multifunctionele accommodatie, waarin vele functies bij elkaar zijn gebracht. Denkt u bijvoorbeeld aan hoogwaardig wonen, informatie & advies, educatie en onderwijs, gezellig kunnen eten in een restaurant, eerstelijns zorg en dergelijke. Dit zijn de zogenoemde ‘haalfuncties’. Om het hart van de woonservicezone zijn vervolgens cirkels getrokken, waarbinnen bewoners meer of minder intensieve zorg thuisgebracht krijgen. Ook kunnen zij allerlei services inkopen, zoals maaltijden, tuinonderhoud, klussendienst, etc. Dit zijn de ‘brengfuncties. Stade Advies ontwikkelde een concept voor integrale samenwerking Zowel voor de haal- als brengfuncties werken instellingen nauw samen, bij voorkeur in een ‘integraal team’ van uitvoerende professionals. Stade Advies heeft hiervoor het concept van het ‘integraal team’ in de praktijk doorontwikkeld. Binnen dat praktijkgerichte model bedienen medewerkers van uiteenlopende aanbieders in onderlinge afstemming de vraag. Een van de samenwerkende organisaties neemt de regie, financieringsstromen zijn daarbij niet langer een belemmerende factor. De implementatie gebeurt planmatig. Hoe pakken we dit aan? In onze aanpak van de complexe woonservicezones hebben we altijd oog voor het volgende: Draagvlak Levensloopgeschikt wonen vraagt om samenwerking van een veelvoud aan partijen: bewoners, cliënten, overheden (gemeente, regionaal samenwerkingsverband, provincie), ontwikkelaars, woningcorporaties, welzijn- en zorginstellingen. Al deze partijen dienen bereid te zijn hun steentje bij te dragen en hun wensen, werkzaamheden en plannen op elkaar af te stemmen. Als tegenhanger moet er vervolgens ook ruimte zijn voor ieders ambities. In de aanloopfase is het daarom belangrijk goed draagvlak te ontwikkelen, bijvoorbeeld met een of meerdere gerichte werkconferenties. Ook bewoners en cliënten komen daarbij aan het woord. Realistische aanpak, resultaten verankeren Een te complex beleid met een veelheid aan integrale voornemens gaat aan vlijt ten onder. Het is daarom de kunst om tot realistische ambities te komen en deze vervolgens te vertalen in kordaat beleid en haalbare plannen. Daarna gaat het er om de successen te vieren en resultaten goed te verankeren. Daar kan dan op worden voortgebouwd. Programmavoering Beleid maken is 1, daar een programma op baseren is 2. Een goed programma heeft een overzichtelijk aantal doelen, met per doel een projectleider. Doel en gewenste resultaten zijn smart geformuleerd, en helder is wie welke bijdrage levert. Een programma heeft hooguit een looptijd van 3 jaar, doelen moeten in die periode zijn bereikt of onomkeerbaar op gang zijn gebracht. Ook tijdens de uitvoering van het programma worden bewoners en cliënten systematisch betrokken.
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
30/32
U wilt meer weten? Voor informatie of een vrijblijvende offerte kunt u contact opnemen met: Nico Kersten Telefoonnummer: (030) 2361 861 E-mailadres
[email protected] of drs Sjaak Floris Telefoonnummer: (030) 2361 861 E-mailadres:
[email protected]
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
31/32
Praktijksessie Aanpak Jongeren op Straat Voor professionals van gemeenten, politie, jongerenwerk en corporaties Iedere gemeente heeft te maken met overlast van jongeren op straat. Veel gemeenten hebben een (integrale) werkwijze ontwikkeld om overlast aan te pakken en te voorkomen. Veelal zijn de kernpartners gemeente, politie en het jongerenwerk/welzijnswerk. Steeds vaker zijn de woningcorporaties een actieve partner. Het vinden van integrale en structurele oplossingen voor overlastsituaties is in de praktijk vaak ingewikkeld en loopt niet altijd zoals gewenst. Vaak wordt een aanpak ad hoc ingezet, is niet helder wie de overall regie voert, zijn opdrachten aan partners divers, is niet ieders taak helder omschreven, etc. Stade Advies heeft eind jaren negentig de Aanpak Jongeren op Straat ontwikkeld, die sindsdien in vele gemeenten werd geïmplementeerd. Daarnaast wordt Stade Advies regelmatig door gemeenten of instellingen gevraagd om lokaal aan kwaliteitsverbetering te werken door het invoeren van de aanpak van jeugdoverlast, het geven van trainingen, het schrijven van een protocol/handleiding, het uitvoeren van evaluaties of het leveren van een projectleider. Datum: Tijd: Locatie: Aantal deelnemers: Prijs:
Maandag 28 september of Donderdag 15 oktober of Dinsdag 17 november 2009 09.30 – 16.30 uur Wittevrouwensingel 1, Utrecht minimaal 8 en maximaal 20 per groep € 395,- per deelnemer
Deze praktijksessie biedt professionals die te maken hebben met jeugdoverlast handvatten om zichtbaar en doelgericht aan de slag te gaan met de aanpak van jeugdoverlast. Deelnemers ontvangen een handleiding ‘Jongeren op Straat’ die men vervolgens toepasbaar kan maken voor de eigen gemeente.De praktijksessie wordt begeleid door Sylvia van Woudenberg en Albert Veuger. Beiden zijn al jaren actief bezig met het onderwerp jeugdoverlast en hebben vele (incompany) workshops over jeugdoverlast gegeven aan professionals van gemeenten, politie, welzijnswerk en woningcorporaties. Inschrijven U kunt zich voor deze praktijksessie inschrijven via het inschrijfformulier . Kijk op onze website voor meer informatie.
St@dium, e-zine van Stade Advies – Kwaliteit van samenleven
32/32