de Vliegende Hollander Maandblad voor de Koninklijke Luchtmacht 65e jaargang - nummer 9 - september 2009
PATRIOT
Aeromedevac-oefening in Amerika
GEDRAGSCODE IN BEELDEN GEVAT GASMASKERS EN BLAUWE PYAMA’S OP GGW VIJFDE VERJAARDAG NATIONALE VETERANENDAG
COLOFON UITGAVE Commando Luchtstrijdkrachten Bureau Luchtmachtcommunicatie
4
HOOFDREDACTEUR Luitenant-kolonel Willem Bogaard EINDREDACTEUR Arno Marchand REDACTEUR / ARTDIRECTOR June Smit REDACTEUR Ingmar Kooman
Foto: Ruud Mol, AVDD
VORMGEVING EN LITHOGRAFIE Ruud Baas, TDS printmaildata DRUK en OPLAGE OBT bv, Den Haag - 28.500 ex. REDACTIE Telefoon 076-544 71 30 Fax 076-544 71 31
7
INTERNET www.luchtmacht.nl E-MAIL
[email protected]
‘Het succes wordt bepaald door de kwaliteit van de planning’
BEZOEKADRES Luchtmachttoren, Luchtmachtplein 1 4822 ZB Breda Foto: Boeing POSTADRES Postbus 8762, 4820 BB Breda OMSLAGFOTO Een zogenoemde hotload tijdens de oefening Patriot. Luchtmachters brengen een ‘gewonde’ naar een voor vertrek gereedstaande C-130. Foto: Ruud Mol, AVDD
ADRESWIJZIGINGEN Actief dienende militairen, reservisten en burgermedewerkers van de Koninklijke Luchtmacht wordt verzocht de adreswijziging te laten muteren in PeopleSoft. Postactieven, reservisten, veteranen, betalende abonnees en alle overige lezers wordt verzocht de adresdrager met vermelding van het juiste adres op te sturen naar het retouradres: Staf Commando Luchtstrijdkrachten CLSK/Kabinet/Bureau Postactieven Abonnementenadministratie Vliegende Hollander Postbus 8762, 4820 BB Breda Telefoon 076-544 7133 of 544 7136 BOT-militairen en burgermedewerkers die hun contract met Defensie voortijdig beëindigen en BBT-militairen die de dienst verlaten, hebben geen recht op een gratis abonnement horend bij de status van postactieve. Een abonnement op de Vliegende Hollander kost €17,02 per jaar (buitenland €21,55) en kan worden aangevraagd bij: Abonnementenland Postbus 20, 1910 AA Uitgeest Telefoon: 0900-22 65 263 (10 ct per min.) Fax: 0251-31 04 05 www.aboland.nl Opzegtermijn bedraagt zes weken. Aanhaling uit en overname van (delen van artikelen in dit blad is toegestaan, met toestemming van de redactie en mits de bron wordt vermeld. ISSN 0024-0389
DE VLIEGENDE HOLLANDER
‘Door CLSKondersteuning is het allemaal erg goed verlopen’
22 Foto: Kees van der Mark-Arnaud Boxman
4 | Oefenen met luchtgewondentransport Veel patiënten en vooral veel vlieguren. Genoeg trainingsmogelijkheden voor de KLu-geneeskundige eenheid tijdens de Amerikaanse oefening Patriot. 7 | Zware jongen De eerste van drie C-17 zware transportvliegtuigen voor de Heavy Airlift Wing van de NAVO arriveerde onlangs op de Hongaarse vliegbasis Pápa. 10 | Nieuwe afbeeldingen gedragscode Beelden zeggen meer dan woorden, vindt de Regiegroep Staal. Daarom is de gedragscode vertaald in vijf iconen en actiebeelden. 14 | Laatste KLu FARP Vanaf eind 2006 zorgde een KLu-team op Tarin Kowt voor het snel aftanken van helikopters. Recentelijk namen Amerikanen de taak over. 16 | In pak op De Peel Drie dagen stond luchtmachtbasis De Peel in het
2
teken van chemische, biologische, radiologische en nucleaire dreigingen. 19 | Vijftigste bijeenkomst TFO Iedere uitgezonden militair en relatie kent de thuisfrontdagen, maar wie organiseert ze, wat gebeurt er en hoe worden ze gewaardeerd? 22 | F-16’s naar Jordanië Zes tweezitters hebben sinds begin een juli een nieuwe eigenaar. Na het voorbereidende werk op Woensdrecht vertrokken ze vanaf Leeuwarden. 24 | JOP CIS CIS-medewerkers moeten overal ter wereld een ICT-omgeving kunnen opbouwen en beheren. Tijdens een oefening op Vlieland werd dat voor het eerst collectief beoefend. 28 | Veteranendag Tienduizenden bezoekers toonden hun waardering voor ‘hen die over de hele wereld zijn ingezet in dienst van vrede en veiligheid’.
Column
‘Als aeromedevacverpleegkundige werk je hier het hele jaar naartoe’
Foto: uit archief de Vliegende Hollander
Medezeggenschap is belangrijk De vakantieperiode is inmiddels weer achter de rug. Velen van u hebben in deze periode een aantal weken vrij genomen voor een welverdiende vakantie. Dat is nodig om de accu weer op te laden. De meesten zijn al weer enige tijd aan het werk en hebben met hernieuwde energie de taken opgepakt.
16
Foto: Leonie Voets-Van Helmond, AVDD
‘Vaak werken huis-tuin-enkeukenconstructies het beste’
30 | Transporthelikopters in het zand ‘Geblinddoekt’ door een stofwolk landen en mensen oppikken. Het gortdroge Spanje was een ideale oefenlocatie voor het 298 en 300 Squadron. Vaste rubrieken 12 | Een dag op stap met… Vliegerhelmen, G-broeken en zwemvesten gaan dagelijks door de handen van korporaal 1 Mark Snitjer, onderhoudsmedewerker van de VUT op Leeuwarden. 26 | Vervlogen Tijden De RF-84F Thunderflash was de eerste echte fotoverkenner van de KLu. Generaal-majoor bd Lex Adriaens vertelt over zijn ervaringen bij het 306 Squadron.
Eén van de taken die ik hier wil uitlichten, is het werk van de medezeggenschapscommissies (MC). Op 12 juni was ik aanwezig bij de eerste medezeggenschapsdag CLSK in het Casino in Soesterberg. Er is gesproken over samenwerking tussen MC’s en commandanten, de balans tussen medezeggenschapswerk en reguliere taken, en de communicatie met de achterban. Op vrijdag 20 november staat de tweede medezeggenschapsdag gepland. Er wordt dan verder gepraat aan de hand van een aantal stellingen die tijdens de eerste medezeggenschapsdag zijn geformuleerd. Een aantal van mijn observaties wil ik met u delen. Op diverse onderdelen staan verkiezingen voor de MC voor de deur. Mij bereiken geluiden dat het niet altijd eenvoudig is om kandidaten te vinden die zich beschikbaar willen stellen om zitting te nemen in de MC. Een van de redenen die soms wordt genoemd is dat lidmaatschap van de medezeggenschap niet bevorderlijk zou zijn voor de carrière. Dit is pertinent niet waar, sterker nog, lidmaatschap van de MC is wat mij betreft een pluspunt op uw curriculum vitae. Een andere reden is het feit dat werkzaamheden voor de MC nog eens bovenop het reguliere werk komen. Hoewel ik begrip heb voor het argument dat de meesten van u ook zonder MC al voldoende taken op hun bord hebben liggen, wil ik benadrukken hoe belangrijk een MC is voor u en uw collega’s. Daarom wil ik er toch voor pleiten dat u serieus overweegt om zich kandidaat te stellen. Een goed draaiend overleg is namelijk in ieders belang en leidt tot verbeterde bedrijfsvoering en samenwerking. Medewerkers die zich inzetten voor de MC steken vaak extra – ook privé – tijd in deze werkzaamheden. Daarom heb ik commandanten gevraagd coulant te zijn als de leden van de MC ‘tijd van de baas’ nodig hebben voor de MC, en dit waar mogelijk te faciliteren. Ik vraag van u als directe collega’s van MC-leden begrip te hebben voor het tijdsbeslag dat medezeggenschapsactiviteiten op de leden legt. Immers, een vertegenwoordiger van het werkcentrum in de MC is in de gelegenheid mee te praten over de richting van het onderdeel, vanuit het perspectief van u en uw werkcentrum. En op die manier kan uw directe belangenbehartiger in de MC veel voor u betekenen. Indien u wilt reageren kunt u dat per mail doen naar
[email protected] •
32 | Journaal 38 | Mensen en Mutaties 3
DE V VLIEGENDE HOLLANDER
R E P O R TA G E
Patriot: geneeskundige keten in actie
Knijpers, straps en stofbrillen Medevacs met Blackhawks, C-130’s, een Chinook en een C-17, het geneeskundig personeel van de luchtmacht kon zich tijdens de grootschalige oefening Patriot van 9 tot en met 22 juli helemaal uitleven. Het complete traject van het luchtgewondentransport kwam uitgebreid aan bod in de Verenigde Staten.
‘Patiënten!’ Een paar hoofden draaien om in de Role 1. Alsof ze het nog niet druk genoeg hebben. De aanwezigen in de eerstehulppost zijn nog druk bezig om een gewonde te stabiliseren, maar de ambulance-Hummer voor de witte tent puilt ogenschijnlijk uit van de slachtoffers. ‘Komt er nog iemand helpen?’ roept de gewondenverzorger nogmaals naar binnen, kijkend naar de rij voeten die over de achterklep van de ambulance steken. Van alle kanten komen de gewondenverzorgers en verplegers met rode hoofden aangelopen met brancards en rolstoelen. De wachtkamer van de Role 1 stroomt vol met patiënten. Voor sergeant 1 Yvonne Notenboom is het aanpakken. In minder dan vijftien seconden beoordeelt de triageverpleegkundige de binnenkomers. Heeft de gewonde acuut hulp nodig, gaat het om een minder spoedeisende patiënt of is het een verloren zaak? Met een zwarte, rode, gele of groene knijper markeert ze de urgentie. Een team bestaande uit een arts, verpleegkundigen en gewonden-
Tekst: Ingmar Kooman | Foto’s: Ruud Mol, AVDD
Samen met hun Amerikaanse collega’s brengen de Nederlandse verpleegkundigen op Volk Field een patiënt over voor een zogeheten tactische medevac van de Role 1 naar het veldhospitaal.
DE VLIEGENDE HOLLANDER
4
R E P O R TA G E
Kapitein Sander Zwanenburg geeft zijn team van gewondendragers groen licht om een nieuwe gewonde de gereedstaande C-130 in te dragen.
verzorgers neemt de dringende gevallen gelijk over en begint aan de andere kant van de Role 1-tent met de behandeling. ‘Life, limb and eyesight saving doen we hier, niet meer’, legt projectofficier kapitein Sander Zwanenburg uit. ‘Het gaat er hier om de gewonden zo stabiel mogelijk te krijgen zodat ze op transport kunnen naar het veldhospitaal.’ Buitenkans Het op zich niet bepaald klein uitgevallen Nederlandse tentencomplex – bestaande uit een Role 1, Casualty Staging Unit (CSU) en een logistieke eenheid – oogt van een afstandje toch maar nietig en eenzaam, midden op het helidek van de uitgestrekte vliegbasis Volk Field. Aan af en aan vliegende Blackhawks en C-130’s is echter wel te merken dat er op dit moment iets groots gaande is in Wisconsin. Sterker nog, verspreid over de VS nemen meer dan vijfduizend militairen deel aan een grootschalige oefening in het kader van Homeland Security. Eenheden van de Air National Guard gebruiken deze jaarlijkse landelijke exercitie om zich klaar te stomen voor hun uitzending naar Afghanistan of Irak. Buitenlandse krijgsmachten, zoals in dit geval die van Canada en Nederland, kunnen met hun eigen deeloefeningen insteken op het Amerikaanse scenario en ondermeer gebruik maken van Amerikaans materieel. Zeker in het geval de KLu een buitenkans, vindt Zwanenburg. ‘In Nederland is het vliegend materieel schaars. Amerikanen vragen niet waarom je een heli nodig hebt, maar wanneer en hoeveel. Dat is voor ons echt ideaal.’ De geneeskundige delegatie die Nederland afvaardigt, bestaat uit ruim zeventig gewondenverzorgers, verpleegkundigen, artsen en geneeskundige officieren afkomstig van verschillende gezondheidscentra en het Centrum voor Mens en Luchtvaart. Ook enkele collega’s van de Koninklijke Landmacht assisteren in de Role 1. Bovendien werken twaalf medisch specialisten van het Instituut Defensie Relatieziekenhuizen zij-aan-zij met de Amerikanen in de twee veldhospitalen. Patriot reikt voor Nederland dus wel degelijk verder dan het simpelweg uitvoeren van een aerial medical evacuation (medevac), vertelt detache-
Nog wat laatste instructies voordat de hulpverleners de zogenoemde ‘hotload’ gaan afleveren. Met draaiende motoren ontvangt het transporttoestel haar vracht aan gewonden. Majoor-arts Sabine Snieders (midden): ‘Als arts moet je ervoor zorgen dat je van al deze mensen één team maakt. Dat vergt veel inzet van ons allemaal.’
5
DE VLIEGENDE HOLLANDER
R E P O R TA G E
mentscommandant luitenant-kolonel Rob Meijering. ‘We noemen het een medevactraining, maar feitelijk zetten we hier een medisch en logistiek totaalpakket neer. De hele medische keten wordt getraind. Vanaf het binnenkomen van de zogenoemde nine liner – de eerste melding met basale medische informatie aangevuld met coördinaten en aard van de landingszone, het aantal slachtoffers en eventuele vijandelijke activiteit – tot aan het transporteren van de gewonden uit het theater.’ Waarborgen De samenwerking binnen de medische keten valt of staat met protocollen en procedures. Ze zijn van belang om de snelheid en vooral zorgvuldigheid van het geneeskundig handelen te waarborgen. Bovendien maken deze gestandaardiseerde werkwijzen het gemakkelijker samenwerken voor nog niet op elkaar ingespeelde geneeskundige teams. Tegelijkertijd schuilt in die standaardisatie ook een gevaar, waarschuwt Zwanenburg. ‘De kreet “train as you fight” gaat in Afghanistan Aeromedevac-arts luitenant-kolonel Ernst Verhulst loopt de lijst van gewonden door met de aeromedevac-nurse. Bij de overdracht hanteren ze een beknopt overzicht, het zogeheten MIST-protocol. Dat laat in één oogopslag zien wat er is gebeurd, wat het vermoedelijke letsel is, wat de vitale waarden zijn en welke behandeling al is toegepast.
bijvoorbeeld niet op. Daar werken we in internationale teams en hun werkwijze is toch vaak weer net iets anders dan hoe wij het dagelijks in Nederland doen. De benaming van medicatie kan bijvoorbeeld nogal eens verschillen. Daarom vraag je naar de werkzame stof van het medicijn. Het zijn soms kleine dingen, maar juist daarom moet je er extra scherp op zijn. Ook op die flexibiliteit trainen we onze mensen.’ Evenwicht In de lucht zijn er nog veel meer dingen waar geneeskundig personeel op bedacht moet zijn. Daarom krijgt het aeromedevac’ers tijdens Patriot verschillende vliegveiligheids- en scenariotrainingen voorgeschoteld, ondermeer van aeromedevac-nurse sergeant-majoor Didacus Beeloo. ‘In de lucht is het niet alleen hard werken om je evenwicht te bewaren. Ook moeten ze erop bedacht zijn, dat ze continue alles “strappen”, oftewel goed vastzetten’, vertelt de ervaren rot. ‘En niet alleen je patiënt, ook je apparatuur, want anders vliegen je spullen door de hele kist’, onderstreept Beeloo. ‘Tevens moet je rekening houden met de drukverschillen, want die kunnen van invloed kunnen zijn op de verwondingen van je patiënt. Trillingen, verminderd licht en lawaai bemoeilijken je werk. Daar moet je je acties op aanpassen. Daarom is communicatie met de vlieger ook zo belangrijk. Als je een infuus gaat prikken, moet hij de kist wel stabiel houden.’ Bezweet, maar allerminst gestrest blaast sergeant 1 Brigitte Verhoeven uit na haar luchtgewondenvlucht in een Blackhawk. ‘Hier werk je het hele jaar naartoe’, zegt de aeromedevac-verpleegkundige met een brede glimlach. ‘In Nederland heb je maar weinig kansen om te vliegen, dus ik wil hier zoveel mogelijk vlieguren meepakken. In mijn ogen is het echt een must. Alle bagage die ik hier meekrijg, zorgt ervoor dat ik straks op uitzending weer veel zekerder instap.’ Ook Beeloo ziet zijn cursisten elke dag weer groeien. ‘In de kist worden ze veel meer geprikkeld om hun best te doen. Dat zie ik ook terug, de leercurve is gigantisch.’ Adrenaline Zo hectisch als het bij de Role 1 of tijdens een aeromedevac kan zijn, zo kalm is het in de Casualty Staging Unit (CSU). Het is de laatste stop tussen veldhospitaal en thuisland. Gestabiliseerde patiënten die gerepatrieerd moeten worden, krijgen hier korte tijd onderdak in afwachting van de vlucht naar huis. De geneeskundige zorg is gericht op het stabiel houden van de patiënten. ‘Vroeger verleenden we een groot deel van de zorg in het missiegebied’, legt detco Meijering uit. ‘Maar nu willen we patiënten zo snel als het kan naar het thuisland transporteren. Daar zijn alle medische voorzieningen ruimschoots aanwezig. Niet alleen bekort dat de duur van het herstel, het vergroot ook de kwaliteit ervan.’ Daarom schiet zodra het inkomende luchtgewondentransport gemeld wordt, ook hier de adrenaline omhoog. Elke patiënt krijgt oordoppen, een stofbril, dekens, de meest recente medische papieren en medicijnen voor de reis. Alle personeel, inclusief de commandant en de logistiekelingen, helpen om de gewonden snel klaar te zetten op de flightline. Pal naast het Nederlandse medische tentenkamp parkeert een C-130 achteruit in. De gewondenkruiers worden begroet met een droge douche van zand, gras en warme kerosinedampen. Wanneer het vliegtuig stil staat, loopt de aeromedevac-arts vlot de laadklep op. Kort spreekt hij met de aeromedevac-nurse de ‘vracht’ door. De lichtgewonde patiënten gaan als eerste de kist in, daarna degene met zwaarder letsel. Bij de ‘thumbs up’ van de loadmaster geeft Zwanenburg zijn dragers het teken de gewonden een voor een aan boord te brengen. Alle patiënten zitten goed en wel vast of de Hercules zet zich alweer in beweging. Binnen een paar minuten hangt het vliegtuig opnieuw in de lucht. De CSU is leeg. Of eigenlijk: klaar voor de komst van een nieuwe lading patiënten. •
DE VLIEGENDE HOLLANDER
6
R E P O R TA G E
Nederland: jaarlijks vijfhonderd transporturen bij NAVO Heavy Airlift Wing
‘C-17 Globemaster kan alles’
De SAC 01 in aanbouw bij de Boeing-fabriek op Long Beach Airport in Los Angeles. Naast de NAVO vliegen de Verenigde Staten, Australië, Canada en Groot-Brittannië met de C-17. Qatar heeft er twee in bestelling. Foto: Boeing
Voor het eerst sinds begin jaren tachtig heeft de NAVO een aanvulling gekregen op haar vliegtuigenbestand. Tussen 1982 en 1985 kwamen achttien E-3 Sentry vliegende radarstations in dienst op de vliegbasis Geilenkirchen. De aankomst op 27 juli van de eerste C-17 Globemaster III in Hongarije, legde de basis voor de Heavy Airlift Wing. Als onderdeel van de Strategic Airlift Capability van de NAVO arriveren later nog twee toestellen. Tekst: Monique van Rijen-Bos | Foto’s: Kees van der Mark
Voor de officiële indienststelling op 27 juli van het gloednieuwe toestel, plus de oprichting van de 131 militairen tellende eenheid waren veel hooggeplaatste militairen en burgerambtenaren afgereisd naar Pápa. Onder hen de Commandant Luchtstrijdkrachten luitenantgeneraal Jac Jansen, de Directeur Militaire Luchtvaartautoriteit generaal-majoor b.d. Peter Vorderman, en de Nederlandse ambassadeur in Budapest, Robert Milders. Deze vertegenwoordiging had natuurlijk een reden. Nederland is met NAVO-landen Bulgarije, Estland, Hongarije, Litouwen, Noorwegen, Polen, Roemenie, Slovenië, de Verenigde Staten en de twee Partnership for Peace-landen Finland en Zweden, mede eigenaar van de C-17. En dat niet eens zo’n klein beetje. Met vijfhonderd vlieguren per jaar is Nederland
SAC 01 zoals de eerste C-17 bekend staat, stijgt op 14 juli op vanaf Long Beach in Californië, op weg naar Charleston Air Force Base in South Carolina, het eerste deel van de in totaal tienduizend kilometer lange overtocht naar Pápa. Foto: Boeing
7
DE VLIEGENDE HOLLANDER
R E P O R TA G E
na de Verenigde Staten met duizend uur en Zweden met 550 uur de grootste deelnemer in het C-17 project. Negentien Nederlandse luchtmachtmilitairen en twee van de landmacht maken deel uit van dit internationale samenwerkingverband op Pápa Air Base. Prioriteiten Het zou het meest overzichtelijk zijn als de twaalf naties een jaarplan indienen met de voor hen te vliegen uren. Leider van het C-17 project vanuit de Defensie Materieel Organisatie kapitein-luitenant-ter-zee Albert-Jan Sleijster weet dat als iemand een spoedklus heeft, die natuurlijk altijd valt in te plannen. ‘Er is echter ook nog zoiets als een prioriteitenlijstje. Zo staan met stip op één de zogenoemde life savingsmissies. Hierbij valt te denken aan in het nauw gedreven personeel van één van de twaalf landen. Dat heeft bijvoorbeeld ergens ter wereld het vege lijf moeten redden voor gewelddadige acties en een veilig onderkomen gezocht in een ambassade. De C-17 zal in dat geval een reddingsvlucht uitvoeren. Het opstarten van een operatie in den vreemde met troepen en materieel,
hieraan gerelateerde zaken en het afbreken ervan staan vervolgens op de plekken twee, drie en vier.’ Planning Met de C-17 is volgens kenners een geweldig toestel binnengehaald. Het komt niet alleen tegemoet aan de grote behoefte binnen de NAVO en de Europese Unie, maar biedt enorme mogelijkheden. ‘Als je zo’n vliegtuig ziet denk je aan een gezapige baan’, zegt Jansen op de dag van de presentatie van de eerste Boeing C-17 Globemaster III in Hongarije. ‘Maar het toestel is enorm veelzijdig. Zo’n bak kan alles. Echter’, waarschuwt Jansen, ‘het succes wordt bepaald door de kwaliteit van de planning. De C-17 moet als het even kan vol vliegen.’ Bij vol gaat het om ladingen van liefst 76 ton. Die zijn niet alleen overdag te verplaatsen, maar ook ‘s nachts. Bovendien kan de Globemaster landen op korte onverharde of beschadigde banen, en binnen een half uur weer weg zijn. Tevens is de C-17 voorzien van zelfbeschermingsmiddelen en kan daardoor opereren in vijandelijk gebied, bijvoor-
Van ieder land één vertegenwoordiger voor de eerste C-17 tijdens de oprichtingsceremonie van de HAW. Daarbij overhandigde de Hongaarse minister van Defensie dr. Imre Szekeres de HAW-vlag aan de Amerikaanse commandant kolonel John Zazworsky.
DE VLIEGENDE HOLLANDER
8
beeld voor de International Security Assistance Force in Afghanistan of elders in de wereld voor de European Union Battle Group. Prettige bijkomstigheid: het toestel kan bijtanken in de lucht. Onderhoud Na internationaal overleg is Pápa uitverkoren om de C-17 Heavy Airlift Wing (HAW) onderdak te bieden. ‘Wij zijn er blij mee en de positie is wat Nederland betreft ook niet ongunstig’, zegt Sleijster. De twaalf deelnemers in het C-17 project zijn overeengekomen de toestellen gedurende dertig jaar gezamenlijk te onderhouden. Ze bepalen natuurlijk wel zelf waarvoor zij de machines willen inzetten. De wingcommander, in dit geval een Amerikaan, is verantwoordelijk voor de luchtwaardigheid van het product. Sleijster: ‘Hoe of wanneer hij onderhoud aan de C-17’s laat plegen, bepaalt hij. De commandant weet immers het best hoe het vliegtuig is gebruikt.’ Boeing levert onderhoudscapaciteit en de NATO Airlift
R E P O R TA G E
25 uur in de simulator. Na een hele dag plannen volgde voor hen de eerste echte vlucht begin juni. ‘Dat was een low level-missie met een maximale hoogte van driehonderd voet. Daarna volgde een nachtvlucht met night vision goggles. De derde vlucht is een examen.’ Volgens hem vliegt het ruim 53 meter lange bakbeest heel makkelijk. ‘Anders is bijvoorbeeld dat je gas geeft voor de landing, maar dit is het mooiste toestel dat ik ooit heb gevlogen.’
Air Movement Officer kapitein Erik Kos.
Management Agency (NAMA) voorziet in het contract. Wat Sleijster betreft zou deze organisatie dan ook op Pápa moeten zitten. ‘Ik verwacht overigens dat dit eind 2010 is geregeld.’
Goed nagedacht Ook kapitein Erik Kos denkt daar zo over, al is hij geen vlieger maar Air Movement Officer en verantwoordelijk voor het laden en lossen. Daarvoor beschikt hij over een tienkoppige internationale laad- en losploeg. ‘Alles wordt gemeten en gewogen’, vertelt hij. ‘Als het moet, bijvoorbeeld vanwege de veiligheidssituatie, kun je de goederen
Met een gemengde bemanning uit Noorwegen, Zweden en de USA, gaat de eerste C-17 kort na de overdrachtsceremonie op 14 juli op weg naar Pápa. Foto: Paul Pinner, Boeing
Projectofficier C-17 kapitein-luitenantter-zee Albert-Jan Sleijster.
droppen. Dat gaat via aluminiumplaten op zo’n zes meter boven de grond. Hoger kan ook, maar dan gebruik je een parachute. Geen enkel toestel kan hetzelfde als deze kist. Je merkt bij dit ontwerp dat over alles heel goed is nagedacht. De lessons learned van andere toestellen, bijvoorbeeld de C-130, zijn hierin gebruikt. Het toestel is zowel strategisch als tactisch inzetbaar. Dat maakt hem veilig en veelzijdig. Wel zijn we kien op transport van gevaarlijke stoffen en is zeker munitie een klasse apart.’ Nog dit jaar, respectievelijk in september en oktober, arriveren de tweede en derde C-17. Gedrieën vliegen ze tot eind 2009 naar schatting 630 uren, en 3100 uur in 2010. Sleijster verwacht dat de Heavy Airlift Wing eind 2011 volledig
De meeste van de elf Europese landen bezitten eigen tactische transportmiddelen zoals de C-130. Met de C-17 van de HAW halen ze voor het eerst strategische capaciteit in huis. Hieronder de afgevaardigden uit alle betrokken landen, onder wie C-LSK Jansen.
Bakbeest De C-17’s, gevlogen door een multinationale bemanning samengesteld uit de deelnemende naties, transporteren onder meer troepen en vracht. De eerste drie Nederlandse vliegers zijn de kapiteins Christian, Dennis en Pieter, die tevens fungeert als Senior National Representative. Het trio is in afzonderlijke klassen gedurende drieënhalve maand opgeleid op het C-17 Aircrew Training Center op Altus Air Force Base in de Amerikaanse staat Oklahoma. Pieter: ‘De eerste zes weken waren zwaar. Er zat veel in die korte periode en alles liep via computers. Op dag drie zit je al in de simulator. Eerst voer je 25 trips proceduretraining uit, daarna vlieg je
9
DE VLIEGENDE HOLLANDER
PERSONEEL
Iconen en actiefoto’s brengen normen en waarden in beeld
Gedragscode gevisualiseerd Defensie vindt belangrijk haar personeel te informeren over de waarden en normen bij de krijgsmacht. Zo weten de werknemers wat van hen wordt verwacht, en zij wat ze van de organisatie kunnen verwachten. De gedragscode die in april 2007 is geïntroduceerd, geeft richtlijnen op dit gebied. Het is dan ook belangrijk dat de gedragscode binnen onze organisatie blijft leven. Een van de manieren om dit te bewerkstelligen is het visualiseren van de gedragscode. Een beeld zegt immers meer dan duizend woorden.
DE VLIEGENDE HOLLANDER
10
Tekst: Regiegroep Staal
De gedragscode die geldt voor alle Defensiemedewerkers, bestaat uit vijf pijlers: respect, verantwoordelijkheid, veiligheid, professioneel, gezamenlijk. Elke pijler omvat een kernboodschap en een korte toelichting daarop. De regiegroep Staal heeft voor de visualisering een aantal randvoorwaarden gesteld: Per pijler één beeld, herkenbaarheid voor en door de Defensieonderdelen, en zowel bruikbaar op langere termijn als kunnen inspringen op actuele onderwerpen of situaties. Om hieraan te voldoen, is er gekozen voor iconen in combinatie met actiebeelden. De vorm van het icoon – een schild – staat voor bescherming, terwijl de handen waarmee de symbolen worden uitgebeeld, aangeven aan dat Defensie mensenwerk is. Om de gedragscode levendig te houden, worden de iconen door foto’s gevisualiseerd. Voor de herkenbaarheid hebben alle Defensieonderdelen zelf beelden aangeleverd. Zo staan luchtmachters in werksituaties afgebeeld die realistisch en herkenbaar zijn voor de doelgroep. Ze staan op vijf verschillende canvasdoeken en posters, die vanaf deze zomer op de CLSK-onderdelen zijn komen te hangen.
PERSONEEL
Gedragscode Defensie ‘Defensie staat voor vrede en veiligheid, in eigen land en daarbuiten. Wij leveren een bijdrage aan stabiliteit en vrijheid in de wereld en dienen daarmee de samenleving. Defensie is snel en flexibel inzetbaar en kan overal ter wereld optreden, ook onder de zwaarste omstandigheden. In nauwe samenwerking met anderen en gesterkt door een rotsvast vertrouwen in elkaar. Defensie wil een betrouwbare werkgever zijn. Defensiepersoneel is goed opgeleid en getraind, uitgerust met modern materieel. De militair kan indien nodig verantwoord omgaan met geweld. In het uiterste geval met gevaar voor eigen leven. Dat is Defensie.’ Deze kernboodschap is voor het personeel vertaald in een defensiebrede gedragscode die uitgaat van de eigen verantwoordelijkheid en staat voor professioneel gedrag, fatsoenlijke omgangsvormen en goede samenwerking. De code is een onderlinge afspraak en is gebaseerd op vijf pijlers: 1 Ik maak deel uit van een professionele organisatie Ik houd mijn kennis en vaardigheden, zowel vakinhoudelijk als sociaal, op het vereiste peil. Daardoor kan ik, ook onder moeilijke omstandigheden, mijn taken goed uitvoeren. 2 Ik ben lid van een team met een gemeenschappelijke taak Ik werk samen met collega’s en ben mede verantwoordelijk voor hen en het team. Ik spreek anderen aan op hun gedrag en accepteer dat anderen mij op mijn gedrag aanspreken. 3 Ik ben mij bewust van mijn verantwoordelijkheid Ik schaad de belangen van Defensie niet en geef in houding, voorkomen en gedrag het goede voorbeeld. Ik ga verantwoord om met Defensiemiddelen en gebruik deze zorgvuldig en rechtmatig. 4 Ik ben integer en behandel iedereen met respect Ik accepteer geen ongewenst gedrag zoals discriminatie, (seksuele) intimidatie en pesten, niet ten aanzien van mijzelf of anderen. Ik houd mij aan de geldende wetten en regels en misbruik mijn macht of positie niet. 5 Ik zorg voor een veilige werkomgeving Ik voel mij verantwoordelijk voor de veiligheid van anderen en mijzelf. Dit geldt voor alle vormen van veiligheid, zoals operationele veiligheid, informatieveiligheid en veilige arbeidsomstandigheden. Ik laat mij niet in met drugs. Alcohol mag nooit invloed hebben op mijn functioneren.
11
DE VLIEGENDE HOLLANDER
INTERVIEW
Een dag op stap met ……………… Maatwerk voor de vlieger Binnen de Koninklijke Luchtmacht zijn veel verschillende banen te vinden. De één meer voor de hand liggend, de ander vrijwel onbekend. Hoe ziet bijvoorbeeld de dag bij de Vlieguitrustingtechniek eruit? De Vliegende Hollander ging een dag op stap met een onderhoudsmedewerker van de sectie Vlieguitrustingtechniek van het 920 Squadron op vliegbasis Leeuwarden.
Behalve als onderhoudsman en ‘kleermaker’ verdient Snitjer ook zijn brood als opticien. Hij past elke nachtzichtkijker ook helemaal aan op de gebruiker.
Als jachttrofeeën staan ze op een rijtje. De nagenoeg aaneengesloten rij vliegerhelmen loopt langs de hele breedte van de werkplaats van de Vlieguitrustingtechniek (VUT, de vroegere Vliegveiligheiduitrusting of VVU, red.). Maar ook zonder de imposante verzameling hoofddeksels op de kledingkastjes blijkt dat dit niet zomaar een werkplaats is. Een aantal werkbanken, een grote afzuiginstallatie, tot zover klopt het wel. Maar de twee fors uitgevallen naaimachines passen niet in het standaardplaatje. Toch maken zij een wezenlijk onderdeel uit van het dagelijks werk van de onderhoudsmedewerkers van de VUT. Korporaal 1 Mark Snitjer verzorgt hier samen met sergeant Patrick Elsinga en sergeant 1 Felix Hoekzema de persoonlijke vliegeruitrusting (PVU) van alle F-16 vliegers van het 322 Squadron. ‘Wij doen het onderhoud aan alle spullen die de vlieger aanheeft’, legt Snitjer uit. ‘Dat loopt van de helm tot de G-broek. Na afloop van iedere vlucht inspecteren we het en zetten we het ook weer klaar voor gebruik.’ High tech-helm Deze dag vormt daarop geen uitzondering. De klapdeuren naar de werkplaats zwaaien open: vliegers. De desbetreffende kastjes staan al
open, zodat ieder in één greep bij zijn spullen kan. De zeven mannen hijsen zich vlot in hun G-broek, doen harnas en zwemvest om en pakken de eveneens klaarliggende tas met helm mee. Nog een groet naar Snitjer en ze zijn alweer verdwenen. Alleen kapitein Matthew is er nog. Hij heeft voor vandaag een testvlucht op het programma staan en is minder gehaast dan zijn collega’s. Hij pakt zijn gereedstaande helm, maar bedenkt zich. ‘Mark, ik wil eigenlijk wel graag mijn andere helm mee, dan kan ik hem ook gelijk even testen.’ De korporaal duikt onder de werkbank en haalt de Joint Helmet Mounted Cueing System (JHMCS) tevoorschijn. Matthew pakt de tienduizenden euro’s kostende hightech-helm aan, maakt nog even een kort praatje en vertrekt ook richting de Ops-balie. ‘Daarom wachten we ook altijd met het onderhoud van de spullen tot na het zogenoemde steppen’, licht Snitjer toe. ‘Als je net een helm uit elkaar hebt gehaald en de vlieger wil toch plots de andere mee, dan heb je wel een uitdaging.’ Veertje Het is zeker ook verantwoordelijk werk, maakt de korporaal duidelijk. ‘Je zou kunnen zeggen: als alles mis gaat, dan zorgen wij er mede voor dat het nog goed komt. Wij onderhouden namelijk de laatste redmiddelen van de vlieger.’ Het belang van het drysuit of het zogeheten plonspak – dat vliegers verplicht aan moeten bij zeewatertemperaturen onder de tien graden Celsius – ligt tamelijk voor de hand. Maar het harnas is eigenlijk nog veel belangrijker, geeft Snitjer aan. ‘Het ziet er heel simpel uit, maar hiermee hangen ze wel aan de parachute. Je wil niet dat op het cruciale moment één van de veertjes van de
Voor de vliegers zit de vlucht erop, voor Snitjer en Elsinga begint het uitsorteren en inspecteren van de PVU’s. DE VLIEGENDE HOLLANDER
12
INTERVIEW
……………………………………………… VUT’er Mark Snitjer Tekst: Ingmar Kooman | Foto’s: Harry Bontekoe, AVDD
Ongeacht de duur van een vlucht, bij terugkeer worden de gebruikte zuurstofmaskers schoongemaakt.
clip waarmee je parachute vastzit, kapot blijkt te zijn.’ Oog voor detail is een vereiste bij de VUT. Elk stikseltje van het harnas, iedere naad van de G-broek en elke centimeter van de vliegerhelm inspecteren Snitjer en zijn collega’s op gezette tijden. Ook tussen de vluchten door glijdt hun geoefende kritische blik langs het materiaal. Problemen worden verholpen met een nieuw draadje, een stuk klittenband of indien nodig met een compleet nieuw onderdeel. Pasvorm Toch is onderhoud slechts een deel van het werk, benadrukt Snitjer, terwijl op de achtergrond het gefluit van de taxiënde F-16’s klinkt. ‘We meten elke vlieger op ‘ons’ squadron de PVU aan. De G-broeken komen weliswaar in zeven maten, maar de goede pasvorm verschilt van persoon tot persoon.’ De korporaal praat ook bijna als een volleerd kleermaker: ‘Sommigen hebben amper kuiten, anderen juist wel. Voor optimaal functioneren van de broek en daarmee de vlieger is de pasvorm serieus van belang.’ Nog sterker geldt dat voor de vliegerhelm. De onderhoudsman heeft een exemplaar als een driedimensionale puzzel voor zich uitgespreid op tafel liggen. De ingebouwde oorschelpen, het zuurstofmasker, de vizieren en de zetaliner – een soort muts in de helm – het is allemaal op het hoofd van de vlieger aan te passen. ‘Ze zitten soms acht uur met een zuurstofmasker op het gezicht’, zegt Snitjer. ‘Als dan iets niet helemaal goed aansluit, ben je na verloop van tijd niet meer voor de volle honderd procent met vliegen bezig.’ Vlieger en VUT’er zoeken samen naar de ideale pasvorm. Vaak is dat millimeterwerk. Daarom is het ook zelden in één keer goed, vertelt de VUT’er. ‘Soms ben je met een half uurtje klaar met het afstellen van de helm en het zuurstofmasker, maar een enkele keer ben je na een half jaar nog steeds bezig met finetunen.’ Boekjes Aan het eind van de ochtend zitten de trainingsvluchten er alweer op. Het geraas van de landende F-16’s dringt duidelijk door in de werkplaats. Een paar minuten later komen de vliegers alweer binnen, sommigen met de randen van hun zuurstofmaskers nog duidelijk in het gezicht. Ieder legt zijn PVU op de werktafel. Elsinga en Snitjer sorteren de boel en kijken elk uitrustingsstuk goed na. Vlieger Matthew merkt op dat zijn JHMCS nog steeds niet prettig zit. ‘Dan moeten we nu toch maar een kleinere maat proberen’, adviseert de korporaal. Ter verklaring: ‘Met sommige van deze vliegers werken wij al jaren. Daardoor weet je vrij nauwkeurig hoe iemand zijn helm wil hebben of hoe een G-broek moet zitten.’ Toch biedt dat volgens hem nog altijd geen garanties. ‘Niet één mens is dezelfde, en pasvormen verschillen sterk. Je kunt niet alles uit boekjes halen. Tegelijkertijd is dat ook mooie aan het werk. Het is leuk en interessant om met high tech-materiaal te werken, maar hier werk je ook nauw samen om het maatwerk te kunnen leveren aan de mensen die het moeten gebruiken.’ •
Ingespannen zet Bosma de laatste kruisborgen.
Na de schoonmaak en montage van de helm nog even een laatste test van de communicatiemiddelen.
Snitjer en zijn VUT-collega’s onderhouden niet alleen de PVU, ze dragen ook zorg voor het onderhoud en de inbouw van de survival pack, en de parachutes – de zogeheten recoverychutes – in de schietstoel van de F-16.
13
DE VLIEGENDE HOLLANDER
R E P O R TA G E
‘Beste Refueling Point in Afghanistan’ gaat over in Amerikaanse handen Tekst: Judith Rietveld | Foto’s: Arnoud Schoor, AVDD
Binnen een kwartier hebben de luchtmachtmilitairen drieduizend liter afgetankt en is de Chinook gereed voor vertrek. Snelheid is geboden bij het Forward Arming and
Laatste Nederlandse ‘Pitstop’
Refueling Point (FARP) op Tarin Kowt. Twee en een half jaar lang voorziet het Nederlandse FARP gevechts- en transporthelikopters in de regio van brandstof. Op 20 juli namen de Amerikanen die taak over.
Gehuld in brandwerende kleding tankt deze FARP-medewerker een Apache af.
Een Amerikaanse Apache landt terwijl één van de Nederlandse FARP-medewerkers tegen de downwash vecht.
DE VLIEGENDE HOLLANDER
14
R E P O R TA G E
De mannen van het FARP staan al klaar wanneer de eerste gevechtshelikopters vanuit de verte naderen. Gekleed in een brandvertragende overall en het gehele gezicht bedekt wachten ze geduldig tot de heli’s landen. Dan is het de handen uit de mouwen steken. ‘De motoren en rotorbladen blijven draaien tijdens het aftanken dat ongeveer tien tot vijftien minuten in beslag neemt, afhankelijk van het type helikopter’, verklaart sergeant 1 Dick, commandant van het FARP. ‘In een Chinook gaat bijvoorbeeld drieduizend liter, in kleinere kisten zoals de Apache duizend tot 1600.’ Met een enorme slang en een aardkabel onder zijn arm rent de ‘refueller’ naar de eerste van twee Chinooks toe. Met een enkele handeling is de slang op de aansluiting gemonteerd, en stroomt de brandstof met grote snelheid in de tank van de transporthelikopter. In samenwerking met de loadmasters zijn de kisten binnen no-time opgetopt, en na het ontkoppelen van de aardkabel stijgt de Chinook snel op. Met ronkende motoren en klappende rotorbladen verdwijnt de helikopter richting de bergen, snel gevolgd door de tweede. Maar op de grond gaat het werk voor het FARP-personeel door. De Apache die de twee Chinooks vergezelde, is de volgende in de rij.
twaalfhonderd man, neemt de US Army het refueling point over. Dick kijkt terug op een mooie periode: ‘De vliegers waren tevreden en de jongens hebben hun best gedaan. Wij zijn denk ik wel het beste refueling point van Afghanistan geweest.’ •
Beste De Air Task Force bemant sinds november 2006 het FARP in shifts van acht weken met een team van acht korporaals en een sergeant. Het FARP tankt niet alleen de Nederlandse helikopters af, maar ook die van de Canadezen, Amerikanen, Engelsen en Australiërs. ‘Het is afhankelijk van de operaties hoeveel kisten we moeten voorzien van brandstof’, zegt Dick. ‘Het is net een Pitstop. De helikopters moeten zo snel mogelijk weer verder kunnen met hun operatie. Iedere dag komen er helikopters binnen, en ook ’s nachts gaan de operaties gewoon door. We werken hier dan ook 24 uur per dag, zeven dagen in de week.’ Door de uitbreiding van de Amerikaanse aanwezigheid met een detachement van Kiowa gevechtshelikopters en
Foto links: Drieduizend liter brandstof verdwijnt binnen een kwartier in deze Amerikaanse Chinook. Foto’s boven: De gevechts- en transport helikopters in Uruzgan worden ingezet bij operaties, of voor de zogenoemde ‘Blackring’. In deze buitenposten zorgen ze voor bevoorrading met water, voedsel, diesel, en onderdelen, en natuurlijk vervoer van militairen.
15
DE VLIEGENDE HOLLANDER
R E P O R TA G E
Internationale CBRN-oefening
In pak op De Peel Tekst: Ingmar Kooman | Foto’s: Leonie Voets-Van Helmond
Terroristen met chemicaliën, een laboratorium met lekkende vaten gif en een defecte kernkop. Luchtmachtbasis De Peel is eventjes niet de meest gezellige plek van Nederland. Chemische, biologische, radiologische en nucleaire dreigingen loeren om iedere hoek. Gesimuleerd, welteverstaan. Van 23 tot en met 25 juni is de Groep Geleide Wapens gastheer van een internationale CBRN-oefening. Drie dagen in ontsmettingspak, met gasmasker op en slimme hulpmiddelen binnen handbereik.
Van top tot teen ingepakt loopt hij, bewapend met niet meer dan een stok met een papiertje, door het kniehoge gras. De luchtmachter houdt halt bij een verlaten MiG-21 Fishbed. Meer specifiek bij de chemische bom die naast het toestel ligt. Aan de verkleuring van het detectiepapier ziet hij dat het wapentuig lekt. Terwijl zijn collega van een afstand toezicht houdt, neemt de verkenner met een soort glazen pipet een luchtmonster. Met hun compacte gasverkenningsuitrusting gaat het duo vlot na met welke bloed- of blaartrekker ze te maken hebben. Gelukkig gaat het vandaag maar om een oefening en zijn MiG en bom niet meer dan relikwieën uit de Koude Oorlog. Toch is de dreiging van chemische, biologische, radiologische en nucleaire (kortweg CBRN) calamiteiten nog wel degelijk aanwezig, waarschuwt adjudant IJdo Bosma. ‘Sterker nog’, zegt de oefenleider van de Groep Geleide Wapens, ‘in het huidige asymmetrische geweldsspectrum is het reëel. Het gevaar zit nu niet meer in massaal overvliegende MiG’s, maar in een handvol terroristen met een “vuile” bom.’ Weapons of mass effect Drie dagen lang kunnen de specialisten zich helemaal uitleven op De Peel. Verspreid over het terrein liggen tien CBRN-locaties waar teams uit Nederland, België en Denemarken hun vaardigheden kunnen beproeven. Verschillende dreigingen komen aan bod om de zeventig tot honderd teamleden, docenten en waarnemers een zo breed mogelijke leerervaring te bieden. Met extra handschoenen voorkomt de Deense CBRNspecialist kruisbesmetting van het monster. De tape zorgt ervoor dat eventuele vingerafdrukken niet verloren gaan voor juridisch onderzoek.
DE VLIEGENDE HOLLANDER
16
R E P O R TA G E
Terwijl een CBRN’er van de KLu de ‘chemische bom’ bemonstert, houdt zijn buddy van een afstandje toezicht.
De Deense en Belgische troepen hebben een schat aan praktijkervaring op het gebied van CBRN. Zo hoest de Belgische bodem nog wekelijks roestige gifgasgranaten uit de Eerste Wereldoorlog op. De Denen hebben hun expertise recenter ontwikkeld, vertelt kapitein Kim Risvig. ‘Na de aanslagen van 11 september 2001 hebben we onze CBRN-capaciteit opgebouwd. Al snel kwamen we erachter dat de voornaamste dreiging niet de zogenoemde weapons of mass destruction zijn, maar de weapons of mass effect. Niet de verwoesting, maar angst is het grootste gevaar. Doordat onze verkennings- en detectieteams tijdig een CBRN-dreiging kunnen erkennen en in kaart brengen, beperken we de gevolgen.’ Verdacht In een oefenhuis op het uitgestrekte terrein van de GGW blijkt hoe vaardig de Denen zijn. Behoedzaam, bijna teder geeft de Deense militair een klein glazen potje over aan zijn collega. Al even omzichtig omwikkelt die de dop
van het glaswerk met transparante tape. Uiterlijk houden de mannen het hoofd koel, maar de zware ademhaling achter de gasmaskers verraadt de inspanning van de mannen in pak.
‘Bij elke oefening moeten we scherp zijn’, verklaart Risvig. Daarom handelen ze bij ieder verdacht object met de grootst mogelijke zorg, gesimuleerde dreiging of niet.
De Belgen demonstreren hun eenvoudige, maar doeltreffende detectiestok.
17
DE VLIEGENDE HOLLANDER
R E P O R TA G E
ons zeker nuttig.’ ‘Het CBRN-veld is een klein wereldje, zegt Bosma. ‘We spreken allemaal dezelfde taal en hebben globaal dezelfde procedures.’ ‘Maar’, vult Boullart hem aan, ‘al zijn de basale dingen hetzelfde, in de uitvoering verschilt het soms.’ Dat blijkt wanneer een Belgisch verkennings- en detectieteam aan de slag gaat in het oefenhuis waar eerder de Denen opereerden. Eén van de Belgen benadert het gebouw met een doodeenvoudige behangroller. ‘Gewoon wat detectiepapier erop en je hebt een “high tech” detectiestok,’ merkt Bosma op. ‘Deze mensen werken hier dagelijks mee. Vaak zijn huis-tuin-en-keukenconstructies nog wel het beste.’
Een luchtmachter controleert een autowrak met verdachte pakketjes.
Een derde gasdicht ingepakte Deen besproeit ieder ingepakt potje of flesje met ontsmettingsmiddel en bergt het daarna op in een koelbox. Bosma kijkt gefascineerd toe. ‘Zo voorkomen ze kruisbesmetting wanneer ze het meenemen voor onderzoek in het laboratorium. Door het in te pakken zorgen ze zelfs voor dat de vingerafdrukken niet verloren gaan’, analyseert hij. Bewonderend: ‘Dit zijn echt de vakmensen.’ Behangroller Behalve vijf teams van de GGW en een ploeg van vliegbasis Leeuwarden heeft Nederland ook een civiel CBRN-team van de brandweer afgevaardigd. De brandweerlieden van de regio Zuidoost-Brabant demonstreren tijdens de oefening hun mobiele ontsmettingsstraat. Volgens officier van dienst Erwin Baron is dit de samenwerking voor de toekomst. ‘Snelle inzetbaarheid is onze grootste kracht. Binnen een half uur is deze installatie operationeel. Daarom is een multidisciplinaire aanpak, van specialisten van Defensie en van de brandweer bij een CBRN-calamiteit van groot belang.’ ‘Een magnifiek systeem’, oordeelt de Belgische eerste sergeant chef Rob Boullart. ‘Het is interessant om te zien welke middelen andere landen inzetten. België heeft maar één CBRN-compagnie, dus civiel-militaire samenwerking is ook voor
DE VLIEGENDE HOLLANDER
18
Bemonsteren Meter voor meter, strook voor strook bemonstert een volledig ingepakte Belg het grind en de deurpost. Pas nadat de baan naar de deur veilig is bevonden, gaat drie man naar binnen. Eén teamlid, de zogeheten ‘schone man’, blijft buiten staan om de ‘vuile’ collega’s in de gaten te houden. Eenmaal binnen stuit het team op een aantal vaten met chemicaliën en een verzameling gesloten en lekkende glazen potjes. Terwijl het ene teamlid met zijn Chemical Agent Monitor (CAM) de omgeving test, laat de ander de roller over de looproute gaan. Een derde man noteert wat de collega’s opvalt. Aantallen vaten, potjes en flesjes, opschriften, signalen van de CAM en eventuele lekkages. Als het team haar verkenning heeft afgerond, loopt iedereen terug over het eerder
veilig bevonden pad. Buiten spuit de ‘schone man’ de collega’s af. Meetapparatuur verdwijnt in plastic zakken, voeten en handen worden gedesinfecteerd. En daarna kan, tot de zichtbare opluchting van de teamleden het pak uit en het masker af. Rood aangelopen Niet gek dat CBRN voor velen gelijk staat aan zwaar en eng werk. Toch is het van wezenlijk belang, benadrukt majoor Patrick Teluy. ‘De primaire taak van dit veld is natuurlijk om die raketten de lucht in te krijgen’, zegt het hoofd Force Protection van de GGW. ‘De focus ligt vanzelfsprekend op de operaties. Toch is CBRN een sterk bepalende factor. Je moet een chemische besmetting wel tijdig kunnen opmerken en inschatten. Slecht meten kan bijvoorbeeld betekenen dat de hele groep dagenlang in pakken moet rondlopen.’ Aan het eind van de laatste oefendag blijkt wel dat zo’n scenario allerminst wenselijk is. Na een dag duikt het ene na het andere natbezwete lichaam en rood aangelopen hoofd op in de ontsmettingsstraat. De CBRN’ers mogen ter afsluiting nog even ervaren hoe de straat precies werkt. Een nevel van water besproeit de mannen, terwijl die zich goed inzepen. Eenmaal aan de schone kant van de tent krijgt iedereen een kledingpakket uitgereikt. Wat onwennig verlaat een van de Denen in zijn nieuwe donkerblauwe pyjama en op badslippers de tent. ‘Eén verbeterpuntje zie ik nog wel: die slippers. Ik had toch wel klompen verwacht!’ •
Na een dag zweten in een ontsmettingspak is het geen straf om de ontsmettingsstraat van de brandweer te testen.
EVENEMENT
Vijftigste editie Thuisfrontdagen
‘Dit wordt nooit routine’ Tekst: June Smit
De commandant van een vliegbasis stelt de thuisfronters op de hoogte van de situatie in het gebied, in dit geval kolonel Wido van de Mast op 10 mei op vliegbasis Volkel.
Thuisfrontdagen worden al een aantal jaar gehouden. Op 19 juli vond op Gilze-Rijen zelfs al de vijftigste editie plaats. Alle militairen die op uitzending zijn of zijn geweest, hebben er inmiddels kennis mee gemaakt. Maar wat gebeurt er eigenlijk op zo’n dag, en hoe beleeft het thuisfront het?
Tuut, tuuuut, tuuuuut… Ademloos kijkt een zaal met thuisfronters naar het podium waarvandaan de telefoonverbinding klinkt. Ouders, grootouders, kinderen, vrienden en vriendinnen. Allemaal hopen ze de stem van hun partner, zoon, dochter, vriend of vriendin te horen, die voor langere tijd uitgezonden is. Als het verlossende ‘hallo’ klinkt, valt de eerste spanning weg. De verbinding met het uitzendgebied is gelegd. Zo ging het in 2001 op één van de eerste Thuisfrontdagen (TFD). Nu acht jaar later heeft de telefoonverbinding plaats gemaakt voor een beeldtelefoon, waarbij thuisfronters en militairen elkaar op een groot scherm kunnen zien. De zogenoemde videoteleconference is voor veel mensen de belangrijkste reden om naar een thuisfrontdag te komen, maar ook de sfeer, het contact met ‘lotgenoten’ en het praatje van de commandant scoren hoog. ‘Thuisfrontdagen zijn altijd volle bak’, zegt kapitein Bert Weeren, Hoofd Bureau Operationele Personeelszaken (BOPZ). ‘De meeste mensen komen tijdens een uitzending gemiddeld twee keer. Sommigen komen zelfs alle keren. Het gaat toch over je partner of kind en je hoort natuurlijk graag van de commandant dat alles goed met hem of haar gaat. Dat is het allerbelangrijkste.’ Thuisfrontdagen zijn bedoeld voor de eerste relatie van de uitgezonden militair. Deze geeft hij of zij voor vertrek zelf op, en zijn ook de eersten die gewaarschuwd worden in geval van een ongeval. Zij worden elke thuisfrontdag uitgenodigd en mogen maximaal vier introducés plus kinderen meenemen.
Eerste initiatieven Al sinds de eerste uitzendingen van de luchtmacht begin jaren negentig organiseert de luchtmacht thuisfrontdagen voor relaties van uitgezonden militairen. Begonnen als lokale initiatieven voor de kleine plukjes luchtmachters die op verschillende plekken werden geplaatst, groeiden de dagen al snel uit tot periodieke bij-
19
DE VLIEGENDE HOLLANDER
EVENEMENT
eenkomsten. Weeren, die nu als Hoofd BOPZ onder meer de verschillende thuisfrontdagen op de velden coördineert, was jaren geleden betrokken bij één van de eerste samenkomsten. ‘Toen ik als personeelsfunctionaris in Rheindalen was geplaatst, vroeg de vrouw van de kolonel wat we voor de uitgezonden militairen gingen doen. We besloten om koffieochtenden voor de ‘achterblijvers’ te organiseren. Later startten we een eigen thuisfrontblad, dat we naar de mensen thuis stuurden. Omdat er toen nog weinig telefoonverkeer mogelijk was, stonden hier veel bijdragen in van zowel thuisfronters als militairen.’ Gesnotter Een ander succesvol initiatief destijds was de camera, die in uitzendgebied rouleerde om filmpjes voor het thuisfront te maken. ‘Als het bandje in Nederland was, gingen wij plakken en knippen om het op de thuisfrontdag te tonen. Dat was altijd een heel geregel. Regelmatig zaten we een avond van te voren nog te knutselen om alles op tijd af te hebben.’ Volgens Weeren vonden veel mensen het toen nog gênant om in de camera ‘ik hou van jou’
De beeldverbinding met Afghanistan zoals in dit geval Tarin Kowt, is de voor de meeste thuisfronters de voornaamste reden om naar een TDF te komen. De spontane reacties van publiek en militairen zorgen geregeld voor een traan of een lach.
lijke krijgsmachtdelen. ‘Dat is altijd een hele organisatie’, zegt Weeren. ‘In
Lisette, echtgenoot (loadmaster) in Afghanistan ‘Ik ben één keer naar een TFD geweest en vond het toen erg gezellig, maar nu ga ik eigenlijk nooit meer. Mijn man is al voor de vijfde keer uitgezonden en ik weet nu wel hoe het gaat. Bovendien ben ik zelf wel eens uitgezonden geweest toen ik nog bij de landmacht zat. Ik heb wel veel aan een vriendin in het dorp, van wie haar man ook is uitgezonden. Als de mannen weg zijn, zoeken we elkaar veel op. Verder bellen mijn man en ik twee keer per week en dan hoor ik hoe het gaat.’
te zeggen. Die tijden zijn veranderd. Regelmatig spreken mensen tijdens een videoverbinding op een TFD in de zaal openlijk uit hoeveel ze van elkaar houden en ze elkaar missen. Meestal leveren de ontboezemingen een hoop gesnotter op bij andere aanwezigen. Ook krijgen thuisfronters van wie militairen met kerst in uitzendgebied verblijven de mogelijkheid een DVD op te nemen, dat vervolgens naar de militair wordt gestuurd. Dit jaar vindt dit plaats in Utrecht in de Jaarbeurshallen, in samenwerking met Omroep Max en de gezamen-
DE VLIEGENDE HOLLANDER
20
totaal zijn daar op zo’n dag tachtig vrijwilligers mee bezig en we verwachten krijgsmachtbreed twee tot vierduizend
mensen. Maar het is ontzettend leuk, waarbij bezoekers vaak verkleed komen als kerstman of iets anders ludieks.’ Gespannen Ook de reguliere thuisfrontdagen die maandelijks op Gilze-Rijen, Volkel, Leeuwarden en Eindhoven plaatsvinden, worden voornamelijk gedraaid door vrijwilligers. ‘Het zijn meestal thuisfronters of ex-thuisfronters, die weten hoe belangrijk zo’n dag voor het thuisfront is.’ Weeren stemt samen met voorzitter van de Thuisfront Organisatie op de velden de programma’s voor zo’n dag af. Maar ook heeft hij hiervoor overleg met andere krijgsmachtdelen, zodat alle dagen er ongeveer hetzelfde uitzien. ‘De dag begint met de ontvangst. Die is heel belangrijk. Omdat veel mensen toch gespannen zijn, huren we soms hiervoor een speciaal team in, dat met wat grappen het ijs een beetje breekt’. Na de ontvangst is er een bezinningsdienst, geleid door een geestelijk verzorger. Verder is er altijd Thuisfrontdagen worden bijna volledig gedraaid door enthousiaste vrijwilligers zoals hier op het Defensie Helikopter Commando, die maar al te goed weten wat het voor familie betekent om iemand in uitzendgebied te hebben.
EVENEMENT
Ben, zoon (techneut) in Afghanistan
Elkaar zien tijdens de beeldverbinding met bijvoorbeeld FSE Mirage, is net even anders dan elkaar alleen spreken door de telefoon. En voor sommigen bovenal spannend.
een gezamenlijk welkomstwoord door de onderdeelscommandant, waarna de
satellietverbinding wordt gemaakt. Ook draait er een film uit het uitzendgebied,
Karlijn, echtgenoot (vlieger) in Afghanistan ‘Ondanks dat Martin al vijf keer op uitzending is geweest, ga ik zoveel mogelijk naar Thuisfrontdagen. De belangrijkste reden daarvoor is de satellietverbinding, waarbij ik met hem via de beeldtelefoon kan praten. Dat is toch anders dan door de telefoon, omdat je dan kunt zien hoe iemand zich voelt. Bovendien zit er geen storing op de lijn. We hebben samen een zoontje van tien weken en hij mist nu zoveel. Zijn eerste lachje en gebrabbel. Dat vind ik het moeilijkste. Door de beeldtelefoon kan hij hem nu ook zien. Daarnaast heb ik op de thuisfrontdagen altijd veel contact met vrouwen van collega’s. Zij begrijpen echt wat je doormaakt. We praten dan vooral over hoe het met ons gaat en of we het redden. Gaat het met iemand wat minder goed, dan bellen we wat vaker of sturen een kaartje.’
‘Op de Thuisfrontdag horen we altijd de laatste stand van zaken in het gebied, dus als het even kan, gaan we. Mijn zoon is al voor de tweede keer uitgezonden. Als we hem kunnen spreken via de satellietverbinding is dat toch wel fijn, want hij belt maar ongeveer één keer in de twee a drie weken en is ook niet zo’n mailer. Zo’n dag is altijd een hele happening en voldoet echt aan een vraag. De vrijwilligers die het organiseren verdienen dan ook een pluim. Er hangt een prima sfeer en je wordt altijd een beetje in de watten gelegd. Bovendien geeft het een saamhorigheidsgevoel. Je zit toch allemaal in hetzelfde schuitje. Ik vind de filmpjes die ze maken ook altijd erg leuk. Zo krijg je toch een beetje beeld van het kamp. Het is alleen jammer dat de dag op Gilze-Rijen sinds de samenvoeging met Soesterberg massaler is geworden, maar het blijft de moeite waard. Anders moet je drie maanden afwachten.’
de militair. Zeventig procent van wat wij op BOPZ doen, is routinewerk en heeft te maken met het opwerken van militairen voor uitzending. We zorgen dat ze goed zijn opgeleid, goed weg- en goed terugkomen. Maar als je weet wat een uitzending voor een gezin, vrienden of familie betekent, dan kan het nooit routine worden.’ • Elke TFD kan iedereen op een meterslang spandoek schrijven of een voetafdrukje maken van de jongste gezinsleden, dat vervolgens naar uitzendgebied gaat.
zijn er diverse workshops voor kinderen en is het mogelijk om iets op een meterslang spandoek te schrijven. Daarnaast is er eten en drinken en kunnen bezoekers desgewenst zowel met elkaar, als met een geestelijk verzorger praten. ‘Er hangt altijd sfeer’, zegt Weeren. ‘Je merkt dat de mensen zich niet verplicht voelen, maar het echt gezellig vinden. We hebben dan ook een hartstikke leuke baan. Onze drive is de mens achter
Bert Weeren in gesprek met staatssecretaris van Defensie Jack de Vries, die eveneens op de vijftigste Thuisfrontdag op 19 juli aanwezig was.
21
DE VLIEGENDE HOLLANDER
ACHTERGROND
De vlucht van de zes F-16’s leidt op 28 juli naar Aviano in Italië en Souda Bay op Kreta. De dag erna arriveren de duals op Muwaffaq Salti Air Base in Jordanië. Foto: Maurits Kraak
Nieuwe thuisbasis voor tweezitters
Tekst: June Smit Te
Basiscommandant kolonel Anton den Drijver (l.) en commodore Mels de Zeeuw, Directeur Projecten en Verwerving van de DMO, doen de Jordanese vliegers uitgeleide. Foto: Frank Visser
Line up van de zes duals op Leeuwarden. Anders dan met de overdracht van achttien F-16’s aan Chili twee jaar geleden, gaat er geen technisch support team naar Jordanië. Wel kunnen de Jordaniërs een jaar lang beroep doen op technische ondersteuning van het Projectbureau Afstoting F-16. Foto: Kees van der Mark en Arnaud Boxman DE VLIEGENDE HOLLANDER
22
De zes F-16’s die afgelopen maanden voor de overdracht aan Jordanië zijn klaargemaakt, verlieten 28 juli Nederlandse bodem. Op Leeuwarden zorgden generaal-majoor Mels de Zeeuw, Directeur Projecten en Verwerving van de DMO, en kolonel Ziyad Qaisi, leider Jordaans operationeel acceptatie team, voor korte afscheidswoorden. Daarna vlogen de Jordanese vliegers de toestellen naar hun nieuwe thuisbasis Muwaffaq Salti Air Base, 100 kilometer ten oosten van hoofdstad Amman.
ACHTERGROND
Vliegbasis Leeuwarden leverde veel ondersteuning. Hier assisteert sergeant 1 Herman Beekhuis van de Leeuwarder Cross Servicing een Jordanese vlieger met steppen. Foto: Maurits Kraak
De ex-KLu F-16’s worden door Jordaanse F-16 vliegers overgevlogen. Foto: Maurits Kraak
Het Werkcentrum Cluster Afstoting op het Logistiek Centrum Woensdrecht maakte de zes F-16B’s afgelopen maanden klaar voor de overdracht. Over de Jordanese identificatietekens die daarbij ook werden aangebracht, waren echter tijdens de test- en acceptatievluchten nog Nederlandse roundels geplakt. Na de technische acceptatie op Woensdrecht, vond de Acceptance Check Flight op 27 juli plaats vanaf vliegbasis Leeuwarden. Daarbij zat voorin een Nederlandse vlieger en achterin een Jordanese. Om 16.00 uur die dag volgde de zogenoemde Transfer of Ownership, de officiële overdracht. De Jordaniërs waren vanaf dat moment eigenaar en daarmee verantwoordelijk voor de luchtwaardigheid van de toestellen. ‘Het is allemaal erg goed verlopen, met name door de uitstekende ondersteuning
van CLSK’, zegt majoor Henk Effing, Logistiek Manager Afstoting F-16’s. ‘Omdat het Cluster Afstoting nog niet zijn volledige bezetting heeft en de overdracht op Leeuwarden plaatsvond, hebben we nauw samengewerkt met de vliegbasis Leeuwarden. Zij hebben ons waar nodig tot laat in de avond geassisteerd, zowel op technisch als operationeel gebied.’ Op Muwaffaq Salti Air Base zijn de toestellen op 5 augustus tijdens een ceremonie formeel overgedragen, in het bijzijn van Prins Faisal van Jordanië. Anders dan met de overdracht van achttien F-16’s aan Chili twee jaar geleden, gaat er geen technisch support team naar Jordanië. Wel kunnen de Jordaniërs een jaar lang beroep doen op technische ondersteuning van het Projectbureau Afstoting F-16.
Boven: Effing bekijkt met luitenant-kolonel Arafat van het Jordanese operationeel acceptatie team, het vertrek van de vliegers op Leeuwarden. Foto: Kees van der Mark en Arnaud Boxman. Links: Overdrachtsceremonie op 5 augustus in Jordanië op Muwaffaq Salti Air Base waar de zes F-16’s gaan vliegen bij 1 Squadron. Foto: Henk Effing
23
DE VLIEGENDE HOLLANDER
R E P O R TA G E
De ‘feed’ van een Militaire Satellietschotel wordt na ombouw gecontroleerd op correcte installatie voordat verbinding wordt gemaakt.
Na kabelschade worden de juiste aderparen opnieuw aangesloten. Deze kabels moeten ook onder NBC-condities gerepareerd kunnen worden.
Hoofd CIS komt zelf met plan voor Jaarlijks Oefen Programma
CIS krijgt eigen oefening
Tekst: June Smit | Foto’s: Hennie Keeris, AVDD
Ze moeten overal ter wereld een vliegveld op ICT-gebied kunnen nabouwen, maar de meeste CIS’ers zitten de hele dag achter het bureau. Majoor Wim Schoo, Hoofd Product Verantwoordelijke Eenheid Communicatie Informatie Systemen vliegbasis Leeuwarden, bedacht een jaarlijks terugkerende training voor alle onderdelen van de CIS. ‘We hebben een ingewikkeld vakgebied. Als je de mensen niet current houdt, zijn opleidingen weggegooide kennis en kunde.’ DE VLIEGENDE HOLLANDER
24
De ‘titel’ JOP CIS-graduate en een bijbehorende badge. Dat krijgen de deelnemers nadat ze het Jaarlijks Oefen Programma Communicatie Informatie Systemen met goed gevolg afronden. Een grapje ontleend aan de vliegeropleiding op vliegbasis Leeuwarden, de Fighter Weapons Instructor Training waar afgestudeerden ook een dergelijke titel en badge ontvangen. ‘Ik hou wel van een beetje ludieke acties’, zegt initiatiefnemer van JOP CIS majoor Wim Schoo, lachend. ‘Op die manier vinden de mensen het ook leuk’. Serieus gaat hij verder: ‘De echte reden voor een oefening is dat we een moeilijk vakgebied hebben, met veel uiteenlopende verbindingen van ingewikkelde datanetwerken. Als je daar niet jaarlijks mee oefent, raak je kennis kwijt. Bovendien treedt de KLu steeds meer expeditionair op. Omdat de CIS verantwoordelijk is voor alle verbindingen bij alle operaties, moeten wij overal ter wereld een vliegveld op ICT-gebied snel kunnen opbouwen en lang kunnen beheren. Dat kan alleen als je regelmatig oefent.’ Weggegooid Volgens Schoo is minder dan de helft van de CIS’ers dagelijks met techniek bezig. ‘Veel mensen zitten de hele dag achter het bureau. De Millsatcom-specialist op vliegbasis Leeuwarden voert bijvoorbeeld de hele dag RFC’s (Requests For Change, red.) door, in plaats van dat hij bezig is met zijn vakgebied. Als je zo iemand niet current houdt, is het wegge-
R E P O R TA G E
De vier organisatoren van JOP CIS, van links naar rechts majoor Wim Schoo, adjudant Simon Bouma, kapitein Ted Rebers en kapitein Tonny Schrier.
gooide kennis en kunde.’ Hij gaat verder: ‘Een Hoofd CIS bijvoorbeeld moet in de praktijk ergens een verkenning kunnen uitvoeren, waarbij hij bepaalt of op die locatie een vliegveld kan komen en wat daarvoor nodig is wat betreft ICT. Dit recceverslag moet hij binnen 48 uur met behulp van een beveiligd cryptoapparaat naar het OpCen KLu (Operatie Centrum, red.) versturen. Omdat we dit nooit oefenen, is de kans klein dat een gemiddelde kapitein of majoor dit zonder training direct voor elkaar krijgt. Zo heb je voorbeelden in alle rangen en functies binnen de CIS.’ Examen Om de vaardigheden te oefenen, bedacht Schoo een manier om zoveel mogelijk mensen in het vakgebied operationeel en getraind te houden. Samen met collega’s kapiteins Ted Rebers en Tonny Schrier
Rechts boven: Een TITAAN (Theatre Independent Tactical Army and Airforce Network)-containervoertuig wordt aangesloten op het uitgerolde glasnetwerk. Deze mobiele netwerkomgeving wordt onder meer gebruikt in Afghanistan.
en adjudant Simon Douma kwam hij tot een constructie waarbij iedereen in het vakgebied het hele jaar door oefent. De afsluiting vormt de eindoefening JOP CIS. ‘Iedereen krijgt op verschillende gebieden een paar keer per jaar een proeve van bekwaamheid’, vertelt hij. ‘Een korporaal moet tijdens zo’n examen bijvoorbeeld in een ochtend een radioverbinding met de verkeerstoren maken. Normaal gesproken doe je dit niet op een vliegveld, omdat die verbindingen er natuurlijk al zijn. Voor deze opdracht moet de korporaal een radio regelen, een mast opzetten, de juiste antennekabels eraan verbinden, kanalen instellen en juiste antenne regelen, en deze ook nog eens op de juiste hoogte zetten. Hierna moet hij een testverbinding maken met de toren. De examinator, iemand van ons bureau, beoordeelt de persoon, waarna deze op dit vlak weer current is voor een jaar.’
op uitzending zijn geweest, hun minder getrainde collega’s opleiden.’ In drie boogtenten op Vlieland staan systemen die elkaar nodig hebben om te functioneren. In de eerste tent staat TITAAN (beveiligde mobiele ICT-omgeving), in de tweede tent alles waaraan een antenne zit, en in de laatste tent vinden crypto en telefoniewerkzaamheden plaats en kunnen CIS’ers glasvezel- en koperkabels herstellen. De systemen in tent één krijgen verbinding door tent twee. Tent drie is nodig om de cryptosleutels op juiste wijzen te laden. ‘Als alles goed ging, kon iedereen ‘s avonds lekker internetten of op zijn MULAN-account kijken. Omdat iedereen met alle systemen oefent, weet je niet alleen wat je collega’s doen, maar ook waar een defect kan liggen of wie je daarvoor moet bellen. Hierdoor behoud je de kennis op het vliegveld als de betreffende specialist net op uitzending is.’
Elkaar nodig Omdat het plan nog in de kinderschoenen staat, vonden er dit jaar nog geen proeven van bekwaamheid plaats, maar alleen de eindoefening, die er daardoor ook anders uit zag dan gewenst. ‘Normaal komen alle geoefende zaken samen in een JOP CIS’, zegt Schoo. ‘Dit jaar hebben we alleen nog een crosstraining gehouden, waarbij specialisten die net
Andere onderdelen Voorlopers van JOP CIS hebben al twee keer eerder plaatsgevonden, namelijk op vliegbasis Woensdrecht en tijdens de Open Dagen op Leeuwarden, vorig jaar. Schoo: ‘Het is nu de bedoeling dat alle velden op dezelfde manier gaan trainen als deze JOP CIS op Vlieland. Vliegbases Eindhoven en Gilze-Rijen gaan als eerste CLSK-onderdelen het JOP CIS op dezelfde manier invullen. Zij gebruiken hiervoor al onze oefenorders en blauwdrukken, tot aan de badge toe als ze willen.’ •
Een PRC117F-radio wordt via het satellietkanaal in verbinding gebracht. Deze radio wordt vaak door Forward Air Controllers gebruikt om vliegtuigen naar het doel te praten.
25
DE VLIEGENDE HOLLANDER
vervlogen tijden Eerste echte fotoverkenningvliegtuig van de KLu
De RF-84F Thunderflash Op de 1ste Tactische Vliegbasis Volkel wordt op 3 oktober 1953 het 306 Fotoverkenningssquadron officieel opgericht. Het vliegtuigenbestand bestaat uit acht nieuwe F-84G Thunderjets, die als snel moeten worden ingeleverd voor oudere F-84E’s. Naast de aanvulling met enkele RT-33’s medio 1955, begint 306 vanaf april 1956 aan de overschakeling naar het eerste echte fotoverkenningsvliegtuig, de RF-84F Thunderflash. Tekst: Arno Marchand | Foto’s: uit collectie Nederlands Instituut voor Militaire Historie
Parachute P Republic RF-84F Thunderflash Type: 306 (Fotoverkennings-)Squadron Eenheid: 24 Aantal: : Dienstperiode april 1956 - november 1963
Het 306 Squadron kent een roerig begin begin. Op papier bestaat het squadron al een jaar voor de eigenlijke oprichtingdatum. En daarna is het – in de opbouwjaren van de luchtmacht – niet gemakkelijk een gedegen organisatie op te zetten. Zo is het onderkomen op Volkel niet veel meer dan een oude leeggepompte gebombardeerde Duitse hangar. Toch weet technische dienst de oudere F-84E’s – die voor ingebruikname door 306 maandenlang in de buitenlucht stonden opgeslagen – weer in vliegende conditie te krijgen. Voor fotoverkenning beschikt de Thunderjet over één camera in de linker tiptank; niet veel, maar het werkt. 306 verhuist in september 1954 naar Bückeburg in – het toenmalige – West-Duitsland, in november al weer gevolgd door een plaatsing op de Britse basis RAF Laarbruch in Duitsland. In mei 1955 krijgt het vliegtuigenbestand aanvulling van twee RT-33A’s. De standaard T-33 trainer is voor de reconnaisance-taak uitgerust met vier camera’s in de neus, en al een aanzienlijke verbetering ten opzichte van Thunderjet. Uit die jachtbommenwerper, waarvan het prototype reeds op 28 februari 1946 vliegt, ontwikkelt fabrikant Republic de F-84F Thunderstreak. De RF-84F Thunderflash is daar weer de ‘recce’-variant van. Voor het plaatsten van de vijf camera’s moeten de neus en de vleugels aanzienlijk worden aangepast. Met de komst van de eerste twee RF-84’s op 4 april 1956, begint 306 aan de overschakeling op dit type. Adriaens na zijn wordt in 1968 Est (Zien is zoals de
L Adriaens is in dat jaar 25 en bezig met zijn vliegeropleiding. Hij Lex heeft een voorliefde voor techniek. ‘M’n vader kon nog geen band h plakken, maar ik sleutelde aan radio’s en vond alles wat bewoog p interessant.’ Na de HBS-B begint hij met 17 jaar aan de MTS-Elektro. i ‘M’n broer zat al op de TU, en het was simpelweg te duur om mij daar ‘ ook naartoe te sturen.’ Met twintig jaar is Adriaens klaar met z’n studie. o ‘Ik hoefde niet in dienst want mijn broer was oorlogsvrijwilliger in ‘ Indonesië geweest. Maar ik wilde wel graag. Het sportieve trok me aan, I en het onbekende terrein. En toch ook wel de romantiek van de oorlog. e De Tweede Wereldoorlog heb ik als jong tiener als een groot avontuur ervaren. Vliegtuigen van de Slag om Arnhem kwamen bijvoorbeeld in groten getale over mijn woonplaats Tilburg heen. Met vriendjes liep ik in een paar uur naar Gilze-Rijen. We wisten hoe we op de basis konden komen zonder gezien te worden, en hebben zelfs eens een parachute van de Duitsers gepikt. We waren ondernemend hoor, maar daarvan wist m’n moeder uiteraard niets.’ Defensie had in de jaren vijftig de mogelijkheid om met een studieachtergrond als die van Adriaens in het derde jaar van de KMA in te stromen. ‘Zo kwam ik als jonge tweede luitenant op de Luchtmacht Elektronische en Technische School in Schaarbergen terecht, waar ik cursussen hydrauliek en elektrotechniek van de F-84 kreeg. Daarna lapte ik op Gilze Harvards op in een oude Junkers-hangar. En toen is het begonnen. Een testvlieger vroeg of ik eens meewilde. Nou, dat wilde ik wel. En onderweg vroeg hij of ik eens wilde sturen. Eenmaal de knuppel in handen zei ik ‘daar is toch niets aan?’. ‘Als je eenmaal in de lucht bent, valt het wel mee’, kreeg ik als antwoord. Dus diende ik een rekest in om vlieger te worden. Na een half jaar had ik nog niets gehoord, dus sprak ik eens een generaal aan die op bezoek was. Da dag erna moest ik meteen op rapport bij de commandant komen. Waarom ik niets tegen hem had gezegd. Tsja. Dit werkte in ieder geval, want 30 augustus 1954 maakte ik m’n eerste vlucht in de S.11’, zegt hij, bladerend in één van z’n logboeken.’
‘akkefietje’ op Volkel. Tijdens zijn commandantschap de wapenspreuk van 306 aangepast van Videre Vincire boeien), in Videre Vincere Est (Zien is overwinnen) spreuk bedoeld was. ‘Een slordigheidje’, verwoordde hij het destijds. Foto: uit collectie Lex Adriaens D E
V L I E G E N D E
26
H O L L A N D E R
vervlogen tijden Deelen is niet echt uitgerust voor straaljageroperaties. Vanwege de bronstijd van de herten op de nabijgelegen de Hoge Veluwe, moeten de RF-84’s jaarlijks in de zomer zelfs enkele maanden verhuizen naar een andere basis. Naast Volkel en Gilze-Rijen, vanaf 1973 vrijwel jaarlijks naar De Peel dat de oorlogslocatie voor 306 wordt.
ook geen bommen en dergelijke mee te nemen, maar alleen de wagens van de MFPU, de Mobile Foto Processing Unit. In één voertuig zat ontwikkel- en droogapparatuur voor de films, en er was een wagen met reparatie en testmiddelen voor de camera’s. Daarmee waren we dan ook veel op stap. Het gebeurde geregeld dat we vanaf Deelen opstegen en landden op De Peel. Dan zette we daar de operaties gewoon voort.’
Mobiel
Airco
In het najaar van 1955 gaat Adriaens naar de USA voor zijn jachtvliegopleiding, beginnend met taaltraining op Lackland Air Force Base. ‘Je moest naspreken wat je vanaf een grammofoonplaat hoorde, en dan werd je uitspraak verbeterd. Heel primitief.’ Daarna volgen de militaire opleiding, de primary pilot training gevolgd door de basic pilot training. Vanaf juli 1956 maakt hij op Volkel bij het 313 Squadron zijn conversievluchten op de T-33, en komt aansluitend terecht op de Thunderstreak bij het 312 Squadron. 306 verhuist in december 1957 van Laarbruch naar Deelen. ‘Daar werd ik in 1959 geplaatst, en dat vond ik helemaal niet leuk, want het was hartstikke gezellig op Volkel. Maar al heel snel bleek Deelen dat ook te zijn. De onderkomens van het squadron waren
Behalve boven Nederland, zijn vooral de Duitse laagvlaktes het terrein voor de RF-84. ‘Daar kon je ongebreideld laagvliegen, tot wel 250 voet. Een collega vloog eens hoogspanningskabels kapot, waardoor het hele Ruhrgebied zonder stroom zat. Het merendeel van de ongelukken was dan ook te wijten aan de vliegers. De vlieger was dus de zwakke schakel. Wij kregen van de commandant dan ook een simpele opdracht; “gebruik je verstand, en pers niet te ver door”. De techniek van de toestellen was eenvoudig, maar goed. De motoren leverden in het begin problemen op, maar nadat de turbinebladen vervangen waren, waren die verholpen. Nou ja, het vermogen bleef te weinig, maar dat was voor de Thunderflash veel minder een probleem dan voor de Streak. Wij hoefden bij de start de airco niet uit te doen om voldoende vermogen over te houden. De zwaar beladen F-84 wel, want dan had de kist net wat meer thrust.’ Adriaens heeft altijd veilig gevlogen. Slechts één keer, in 1962, had hij een ‘akkefietje’. ‘Ik oefende aerobatics boven Volkel. Dat was gebruikelijk na een missie, want je wilde niet met teveel brandstof landen. Maar ineens klapte het landingsgestel uit, en dat tijdens veel te hoge snelheid. Allebei de poten van het hoofdlandingsgestel stonden krom, maar ze hebben het gehouden tijdens de landing.’ Taken van de RF-84F worden vanaf december 1962 overgenomen door de F-104G Starfighter, en jaar later verhuist 306 naar vliegbasis Twenthe waar Adriaens van 1 oktober 1967 tot 19 augustus 1969 Commandant 306 Squadron is. Na de stafschool volgen voor hem diverse functies, onder andere als Plaatvervangend Chef Luchtmachtstaf. Tot slot is Adriaens Deputy Chief of Staf Plans and Policy bij de Air Forces Central Europe op Ramstein, wanneer hij in 1989 als generaal-majoor de dienst verlaat. •
Camera’s worden voor de vlucht ingesteld op geplande de vlieghoogte en te verwachten weerssituatie. Indien een RF-84F op voldoende hoogte vliegt, kan het in twee uur tijd heel Nederland op de foto zetten. Binnen tien minuten na de landing heeft de MFPU van de negatieven al foto’s gemaakt.
primitief. De kisten stonden gewoon buiten, op dispersals in de bosrand. Een echte opleiding voor Thunderflash kreeg ik niet. Een handboek, en daar leerde je uit. Het verschil met de “Streak” was niet groot, maar de vleugel was bijvoorbeeld anders. We pochten dat we daarmee beter konden draaien.’ Vluchten met de Thunderflash bestaan uit het generen van informatie voor zowel de KLu als de KL. ‘Je rapporteerde onderweg over de radio al wat je zag, zodat de fotoanalisten al enigszins een idee hadden met welke opnames je thuiskwam. Ons werkterrein was vooral laag, want als je hoger vloog, wist je zeker dat je niet terugkwam met al die geleide wapens van het Oostblok. Meestal fotografeerden we oblique, oftewel schuin naar beneden, wat als voordeel had dat je als vlieger zag wat je fotografeerde. Wij waren meer mobiel dan andere squadrons. Wij hoefden natuurlijk
D E
V L I E G E N D E
De taak van de RF-84F wordt vanaf december 1962 overgenomen door de ‘gewone’ F-104G Starfighter, en in september 1963 door de RF-104G fotoverkenner die de fotocamera’s een uitstulping onder de romp draagt. De Flashes worden onder andere aan Turkije overgedragen.
27
H O L L A N D E R
EVENEMENT
Eerste lustrum Nationale Veteranendag Foto: Wiebe Arts
Dit jaar vond voor de vijfde keer de Nationale Veteranendag plaats, jaarlijks op de laatste zaterdag van juni. Zeventigduizend bezoekers toonden op 27 juni bij het defilé door het centrum van Den Haag en op het Malieveld hun waardering door voortdurend te applaudisseren voor de ongeveer vierduizend veteranen van alle krijgsmachtdelen. Onder hen veel bd’ers maar ook militairen in actieve dienst. Tekst: Arno Marchand
Foto: Marius van Leeuwen, Nederlands Ontwerpbureau
Foto: Wiebe Arts
k, AVDD Foto: Peter Wiezorec
DE VLIEGENDE HOLLANDER
28
EVENEMENT
Van de Koninklijke Luchtmacht waren die dag aanwezig Defilé Veteranen: 93 lopend, achttien op historische voertuigen, 23 mindervalide op tribune Vaandelgroep: één adjudant en korporaal 1 van de GGW en OKLu Vliegbasis Leeuwarden: 49 militairen in Woodland Gilze-Rijen: 49 militairen in desert Groep Geleide Wapens: 49 militairen in ceremonieel tenue AOCS Nieuw Milligen en vliegbasis Eindhoven: 49 militairen in DT Kapel Koninklijke Luchtmacht: 68 musici in ceremonieel tenue Ridderzaal en Binnenhof Veteranen: drie bij medalparade op Binnenhof en diverse in Ridderzaal Ondersteuning van tien officieren en acht onderofficieren van de Staf CLSK, vliegbases Volkel en Leeuwarden, OKLu, Logistiek Centrum Woensdrecht, en CDC Zeven dames van het KLu-promotieteam Erewacht van één officier en zeven onderofficieren, en bewaking van één onderofficier en negen korporaals en soldaten van de GLR
Ondersteuning GLR: officier en onderofficier bij defilé Geneeskundige verzorging: arts, algemeen militair verpleegkundige, hulp geneeskundig verzorger, ambulance Groep Geleide Wapens: Patriot-opstelling en vier militairen op Malieveld OKLu: E-One en drie militairen op Malieveld OKLu: F-16 cockpitsimulator en guntrainer, en vijf militairen op Malieveld Diverse onderdelen: negen militairen voor medalparade op Binnenhof Paradevlucht Vliegbasis Eindhoven: Gulfstream, KDC-10, Fokker 50 Vliegbasis Leeuwarden: vier F-16’s Defensie Helikopter Commando: twee Apaches, twee Cougars Stichting KLu Historische Vlucht: Beech 18, drie Harvards Veteranen zijn afkomstig van/uit Vredesmissies, Nederlands Nieuw-Guinea, Dienstplichtigen LSK Nederlands-Indië, 320 Squadron Marineluchtvaartdienst, Oorlogsvrijwilligers LSK Nederlands-Indië, Indië Commando Luchtvaarttroepen, ML-KNIL, 322 Spitfire Squadron. •
Foto: Marius van Leeuwen, Nederlands Ontwerpbureau
Foto: Marius van Leeuwen, Nederlands Ontwerpbureau
Foto: Peter Wiezoreck, AVDD
Foto: Peter Wiezoreck, AVDD
29
DE VLIEGENDE HOLLANDER
R E P O R TA G E
Tekst: Monique van Rijen-Bos | Foto’s: Gerben van Es, AVDD
Zandhappen voor Cougar- en Chinookbemanning tijdens ‘Hot Blaze’
Brown-outs in Spanje Chinooks en Cougars vliegen af en aan tussen de Spaanse basis ‘Heroes de Revellin’ in Logroño en San Gregorio, onder de rook van Zaragoza. Dit desolate, dorre, naar tijm geurende militaire oefenterrein is een uitermate geschikte plek voor Hot Blaze. Tijdens deze oefening trainen aircrew met brown-outs; grote stofwolken die tijdens starts en landingen ontstaan en de bemanning tijdelijk ‘blind’ maken. Een bekend fenomeen in Afghanistan, dat ook tijdens de oefening kundigheid vereist.
Grote foto: Een doorsnee Brown-out die de Chinookbemanning al het zicht ontneemt. ‘Je moet een brown-out ondergaan om de impact te beseffen’ Rechts: Zichzelf in deze houding beschermend tegen striemend zand, stof en stenen, wachten luchtmobiele infanteristen tot de helikopter is geland.
DE VLIEGENDE HOLLANDER
30
Met hun gezicht naar de bodem wacht een groepje mannen in het kurkdroge Spaanse landschap op transport. De aircrew van de Chinook die aan de horizon verschijnt, wacht een moeilijke taak. Het moet de transporthelikopter in het stoffige landschap aan de grond zetten. Tijdens de brown-out die dan ontstaat, moet de helikopter vooral niet op de mannen landen. Om dit te voorkomen, houdt de voorste loadmaster contact met de vlieger en waarschuwt wanneer het draaiende stof als een dikke sluier optrekt richting cockpit. Met de achterwielen komt de machine uiteindelijk als eerste in contact met de grond, waarna de voorwielen volgen. De infanteristen rennen naar binnen en de Chinook stijgt weer op, snel weg uit het ‘vijandelijke’ gebied.
R E P O R TA G E
Slijtage Niet alleen de bemanning en passagiers kampen met effecten van een Brown-out, dat geldt eveneens voor de technische mannen. Zij hebben dan ook regelmatig wat te sleutelen. ‘Turbine en compressorbladen slijten bijvoorbeeld veel harder als er zand bij komt’, weet korporaal 1 Rob, voor vliegtuigonderhoud verbonden aan de Chinook. ‘We testen nu de EAPS, een stoffilter voor de motor. Dat moet te snelle slijtage voorkomen.’ De proef in Spanje moet uitwijzen of de EAPS bruikbaar is in Afghanistan. ‘Het zou enorm in de onderhoudskosten schelen’, zegt Hoofd Gereedstelling 298 Squadron, eerste luitenant Nima. ‘Bovendien hoeft de motor minder snel te worden vervangen. Wel heb je met het gebruik van zo’n filter minder vermogen, maar dat heeft op een kist als de Chinook weinig impact.’ De Cougar heeft minder last van stof. ‘Dat toestel houdt zich hier prima’, zegt adjudant Peter, Hoofd Technische Dienst van het 300 Squadron. Hot Blaze is volgens de adjudant zeker geen overbodige training. ‘Je moet zelf onder warme omstandigheden kunnen functioneren. Wat dat betekent, merk je pas in de praktijk. Je stemt bijvoorbeeld de hoeveelheid brandstof af op de lading die meemoet. Je leert dus allerlei berekeningen te maken. Trainingen als deze zijn daar ideaal voor. Je krijgt zo zicht op alle “weetjes” van de Cougar.’
traject Logroño-Zaragoza af om het KL-wensenlijstje te bespreken. Waar mogelijk werkt de luchtmacht die af. Bij acties als deze snijdt het mes aan twee kanten. De helikopterbemanning is gebaat bij de bijdrage van de landmachtcollega’s. Straks in ZuidAfghanistan zijn beide ‘kleuren’ immers ook weer op elkaar aangewezen.
Grondtroepen en Cougar-crew werken samen om een slingload op te pikken op het oefenterrein San Gregorio, op ongeveer een half uur vliegen van Logroño.
Impact Waar de technische dienst – met veel nieuwe aanwas van personeel – in Spanje de nodige onderhoudservaring opdoet, geldt dat zeker ook voor de helikopterbemanningen. Volgens luitenant-kolonel Wido Gerdsen, detachementcommandant van de trainende bemanningen in Logroño, staat het belang van de training onder hete klimatologische omstandigheden buiten kijf. ‘Niet alleen starts en landingen, maar ook nachtvluchten – zowel elementaire als met een hogere moeilijkheidsgraad – en geavanceerde missies bij dag krijgen aandacht. Er wordt onder meer met slingloads gewerkt, het snel droppen van ladingen, en het in- en uitladen van troepen. Vooral in dát laatste geval heeft de bemanning te kampen met dikke stofwolken van verstikkend zand. Je móet zo’n brown-out ondergaan hebben, om de impact ervan te beseffen.’ In het nog recente verleden bleek al dat een trainingstraject als de blaze-serie geen overbodige luxe is. Het 298 Squadron verloor in Afghanistan immers twee Chinooks, voordat het zes modules tellende traject was ingevoerd. Vandaar dat de vliegers zich na de algemene opleiding in de Verenigde Staten en de Initial Mission Qualification Training alle extra kneepjes van de helivliegerij in één jaar eigen maken. Dat doen ze met de vier oefeningen SnowHot-, High- en Tac Blaze, aangevuld met een cursus Advanced Aircraft Handling en een Night Mission Qualification Training, waarna ze combat ready zijn. Wensen Niet alleen de helikopters oefenen in Spanje. Ook Nederlandse luchtmobiele eenheden die in San Gregorio zijn voor de oefening Spanish Falcon, pikken van de aanwezigheid van de helikopers ook een graantje mee. Luitenant-kolonel Fred Wesseling legt als projectofficier Hot Blaze-Spanish Falcon dagelijks het
31
DE VLIEGENDE HOLLANDER
JOURNAAL Oproep nabestaanden gesneuvelden Meidagen 1940 De Koninklijke Luchtmacht realiseert een gedenkteken voor de 75 militairen van het Wapen der Militaire Luchtvaart die sneuvelden in de meidagen van 1940 bij de inzet van het luchtwapen ter verdediging van het Koninkrijk der Nederlanden. Dit monument wordt geplaatst op de historische mijl van de voormalige Vliegbasis Soesterberg. Tijdens een herdenkingsbijeenkomst op 8 oktober 2009 wordt het monument onthuld door de Commandant Luchtstrijdkrachten luitenant-generaal Jac Jansen. Deze herdenkingsbijeenkomst wil de Koninklijke Luchtmacht graag in het bijzijn van nabestaanden van de gevallenen laten plaatsvinden. Hierbij doet de Koninklijke Luchtmacht dan ook een oproep aan alle nabestaanden van de betrokken gesneuvelde militairen om contact op te nemen met het secretariaat: Commando Luchtstrijdkrachten, Kabinet, O.v.v. onthulling gedenkteken, Postbus 8762, 4820 BB Breda, telefoon 076-5447117 of per mail op b.l.rutte@ mindef.nl. In verband met de noodzakelijke voorbereidingen zien wij uw reactie graag voor 18 september tegemoet. Een overzicht van de namen van de 75 gesneuvelde militairen is te vinden op www.luchtmacht.nl/actueel/activiteiten.
F-16 vliegt 13.000ste uur voor ISAF
ATF zet succesvolle inzamelingsactie voort De elfde lichting van de Air Task Force op Kandahar Air Field zet de luchtmachttraditie voort om goede doelen in Afghanistan te ondersteunen. Het huidige detachement omarmt de stichtingen Schoolsupport4Afghanistan en Nahid. Het thuisfront laat zich hierbij niet onbetuigd. De echtgenote van een uitgezonden militair op Kandahar Airfield in Afghanistan is voor het goede doel een veiling via Twitter gestart. Uiteenlopende goederen en diensten worden daarop aangeboden en de opbrengst gaat naar Schoolsupport4Afghanistan. Op de website atf11. com is meer informatie over deze actie te vinden. De Nederlandse Air Task Force op Kandahar heeft met haar goede-doelen-acties al veel positieve bijgedragen geleverd.
VOOR ADRESWIJZIGINGEN: ZIE COLOFON OP PAGINA 2.
F-16’s van de Nederlandse Air Task Force (ATF) hebben inmiddels ruim 13.000 uur voor de International Security Assistance Force (ISAF) gevlogen. Onder het commando van het hoofdkwartier ISAF in Kabul verlenen de F-16’s luchtsteun aan de ISAF grondtroepen in heel Afghanistan. Met deze troepenondersteuning levert de
ATF een belangrijke bijdrage aan de ISAF-missie die streeft naar een veilig en stabiel Afghanistan. Op Kandahar Airfield zijn momenteel vier F-16’s gestationeerd, afkomstig van de vliegbases Leeuwarden en Volkel. Twee daarvan zijn beschikbaar voor zogenoemde Quick Reaction Alert taken. Foto: Liepke Plancke, AVDD
Commodore Bergsma secretaris financiële huishouding Antillen Commodore Geert Bergsma is sinds 1 juli secretaris van het College Financieel Toezicht voor Bonaire, Sint Eustatius, Saba, Curaçao en St. Maarten. Hij gaat een bijdrage leveren aan een gezonde financiële huishouding van deze eilandgebieden van de Nederlandse Antillen. Hiervoor is hij sinds 15 juni gedetacheerd bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Bergsma had in zijn loopbaan verschillende functies binnen voornamelijk het financieel-economische functiegebied. Vanaf september 2005 was hij Directeur Planning en Control van het Commando Luchtstrijdkrachten. In 2008 was Bergsma Commandant Contingentscommando in Afghanistan.
DE VLIEGENDE HOLLANDER
32
VRAGEN AAN – BEHALVE OVER ADRESWIJZIGINGEN – OF BIJDRAGEN VOOR DE VLIEGENDE HOLLANDER? Mail naar
[email protected] Deadline: iedere eerste maandag van de maand.
Betaaldata salarissen 2009 In 2009 wordt het salaris uiterlijk de volgende werkdag na de onderstaande betaaldatum op uw rekening bijgeschreven: 24 september, 23 oktober, 24 november en 22 december. Meer informatie is verkrijgbaar bij het Dienstencentrum Human Resources (DCHR) op *06-733 of 0800 – 2255733
JOURNAAL
Troepenbezoek CDS en C-LSK Afghanistan
Commandant der Strijdkrachten (CDS) generaal Peter van Uhm heeft begin juli een bezoek gebracht aan de Nederlandse troepen in Afghanistan. Hij werd bij zijn bezoek vergezeld door Commandant Luchtstrijdkrachten luitenant-generaal Jac Jansen. De CDS bezoekt met enige regelmaat de troepen in Afghanistan, maar dit keer reikte hij ook voor het eerst het nieuwe gevechtsinsigne uit aan individuele militairen. In Tarin Kowt ontvingen
negentien militairen hun insigne. Op Kamp Holland werd het nieuwe coördinatiecentrum van de veiligheidsdiensten in Uruzgan geopend. Van hieruit werken leger, politie en inlichtingendienst nu gezamenlijk aan de veiligheid van Uruzgan. Eerder maakte de CDS in Kabul kennis met de nieuwe commandant ISAF, generaal Stanley McChrystal en stond hij uitgebreid stil bij het werk van de militairen op Kandahar Air Field. Foto: Rene Ketting, AVDD
Europees militair luchttransportcommando op vliegbasis Eindhoven Nederland, Frankrijk, Duitsland en België hebben besloten om een militair Europees luchttransportcommando op te richten in Eindhoven. Dit European Air Transport Command (EATC) zal Europese militaire luchttransportvliegtuigen en tankvliegtuigen efficiënter en beter gecoördineerd inzetten. Het is de bedoeling dat ook andere Europese landen gaan deelnemen aan het initiatief. Nederland start de aanbestedingsprocedure voor de bouw van een tijdelijke huisvesting op vliegbasis Eindhoven om het commandocentrum zo snel mogelijk in gebruik te nemen. Het is de bedoeling dat het EATC voor eind 2010 inzetbaar is. Ook de permanente huisvesting wordt in Eindhoven gebouwd en volgens planning eind 2012 voltooid. Binnen het nieuwe commandocentrum gaan ongeveer tweehonderd militairen uit de vier landen werken. De komst van het EATC heeft geen toename van het aantal militaire vliegbewegingen op de vliegbasis tot gevolg.
Groep Geleide Wapens wint Vierdaagse-vaantje
Militairen en agenten ontvangen herinneringsmedaille In sporthal Merwestein in Nieuwegein ontvingen honderdzeventig militairen van alle krijgsmachtdelen en vier politieagenten op 26 juni de herinneringsmedaille vredesoperaties voor hun deelname aan diverse kleinere militaire missies in Europa, het Midden-Oosten, Afrika en Azië. Luitenant-generaal Dick van Putten, commandant Koninklijke Marechaussee, reikte de medailles uit. De militairen en politieagenten maakten onder meer deel uit van de EU-missie in Kosovo, het hoofdkwartier van ISAF in Kabul, het Contingents- en Regionaal Commando van de ISAF in Kandahar en de VN-missies in het Midden-Oosten en Soedan. Ook zijn eenmalige herinneringsmedailles uitgereikt voor militairen die deelnamen aan de EU Monitor Missie in Georgië. De vier agenten werkten gedurende de missies geïntegreerd en intensief samen met de militairen om deze benadering te realiseren.
Nummering de Vliegende Hollander Abusievelijk is de vorige uitgave van de Vliegende Hollander als ‘nummer 7 - juli 2009’ op de mat gevallen. Dit had ‘nummer 7/8 juli-augustus’ moeten zijn omdat de Vliegende Hollander elf keer per jaar uitkomt en een gecombineerd zomernummer kent. Met ‘nummer 9 - september 2009’ van deze uitgave is opvolgende nummering weer opgepakt.
Het Vierdaagse-detachement van de Groep Geleide Wapens heeft voor het derde jaar op rij het vaantje van het Commando Luchtstrijdkrachten veroverd. Deze felbegeerde ereprijs gaat jaarlijks naar het detachement dat het beste presteert tijdens de Vierdaagse van Nijmegen. De sterk wisselende weersomstandigheden zorgde er dit jaar voor dat het grootste wandelevenement ter wereld een zware beproeving werd. Bij aankomst op Charlemagne, het militaire eindpunt, kregen de KLu-detachementen een warm onthaal door familie, vrienden en collega’s, en volgde de medaille-uitreiking waarbij generaalmajoor Jake Franken de GGW tot winnaar uitriep. Vervolgens liepen alle detachementen door naar de Via Gladiola, het officiële eindpunt van de wandelmars. Foto: André Bongers
33
DE VLIEGENDE HOLLANDER
JOURNAAL
Gevechtsinsigne voor luchtmachters Een groep van dertien luchtmachters heeft begin augustus in Afghanistan het Gevechtsinsigne in ontvangst genomen. De eerste militair van de luchtmacht die deze onderscheiding kreeg, maakte deel uit van een Operational Mentor and Liaison Team (OMLT) in Uruzgan. Dit team nam in juli deel aan Operatie Taki Ghar en was betrokken bij enkele vuurgevechten. Ook vonden incidenten met geïmproviseerde explosieven (IED’s) plaats. Op Kandahar Airfield ontvingen vier F-16-vliegers het Gevechtsinsigne. Op Tarin Kowt namen acht Apache-vliegers de onderscheiding in ontvangst. Zij ontvingen het insigne voor de luchtsteun die zij in de periode van mei tot en met augustus hebben geleverd aan de troepen op de grond. Zij hebben daarmee militairen kunnen ontzetten uit een gevechtssituatie. Foto: Karen Keissen
Hoge NAVO-functie voor generaal Eikelboom
Open Dag en reünie Groep Geleide Wapens Zaterdag 19 september 2009 houdt de Groep Geleide Wapens van 10.00 tot 17.00 uur een Open Dag en reünie op Luchtmachtbasis De Peel. Deze feestelijkheden worden georganiseerd in het kader van het vijftigjarig bestaan van geleide wapens binnen de Koninklijke Luchtmacht en het derde lustrum van de GGW op Luchtmachtbasis De Peel. De Open Dag is voor iedereen toegankelijk. Aansluitend is er vanaf 18.00 uur een reünie voor al het (oud-)personeel van de GGW, ALVD, AFU en SHORAD. Kijk voor meer info op www.defensie.nl/luchtmacht/actueel/activiteiten of bel 0493-598045.
Lumara op bezoek bij Stichting KLu Historische Vlucht De Luchtmachtraad (Lumara) heeft op 31 juli een bezoek gebracht aan de Stichting Koninklijke Luchtmacht Historische Vlucht op vliegbasis Gilze-Rijen. Voorzitter van deze SKHV luitenant-generaal bd Kees de Veer, gaf tekst en uitleg over de activiteiten van de stichting. De stichting heeft een aantal vliegtuigen in beheer waarmee de KLu in het verleden heeft gevlogen. De stichting zet op verzoek vliegtuigen in bij herdenkingen en andere evenementen, en is jaarlijks aanwezig bij de Luchtmachtdagen. Duidelijk werd dat grote inspanningen nodig
zijn om de vloot in stand te houden; mede in het licht van steeds verder aangescherpte regelgeving. Ook hier staan vakmanschap en persoonlijke inzet hoog in het vaandel. Tussen de stichting en het CLSK bestaat een convenant. Het CLSK stelt gebouwen en bescheiden financiële middelen te beschikking. De SKHV zorgt met behulp van vrijwilligers dat de vliegtuigen in haar bezit zodanig worden onderhouden dat er mee kan worden gevlogen; zodat daarmee het historisch erfgoed van de Militaire Luchtvaart ‘levend’ wordt gehouden
Luchtmachtschilderij voor ‘paarse’ officiersmess
DE VLIEGENDE HOLLANDER
34
Generaal-majoor Jouke Eikelboom vervult vanaf september de functie van Chief of Staff Allied Joint Forces Command in Brunssum. Hij wordt dan tevens bevorderd tot luitenantgeneraal. Eikelboom heeft zijn carrière voornamelijk gevolgd binnen het operationele vakgebied, zowel nationaal als internationaal. Hij was ondermeer Commandant vliegbasis Volkel en vervulde functies op Villafranca en Vicenza in Italië en Tampa in de VS. Vanaf 2005 was hij Directeur Operaties bij de Defensiestaf, tot zijn uitzending als Directeur Luchtoperaties op het Hoofdkwartier van de International Security Assistance Force in Kabul. Vanaf 5 januari 2009 was hij Projectleider van het Project Gemeenschappelijk Hoofdkwartier. Foto: Defensie
‘Een historische inspiratiebron’, zo bestempelde luitenant-generaal Jac Jansen de nieuwste aanwinst van de Officiersmess Den Haag. De C-LSK onthulde op 7 juli samen met messpresident kapitein-ter-zee Ludger Brummelaar het zogenoemde luchtmachtschilderij in de Prins Bernhardzaal op de Prinses Juliana Kazerne. Het doek verbeeldt de verrichtingen van het Wapen der Militaire Luchtvaart in de meidagen van 1940. Het doek van Lam van ’t Hof past in een reeks van schilderijen van gedenkwaardige wapenfeiten van de krijgsmacht. Eerder kregen de Slag bij Heiligerlee (1568) en de Tocht naar Chatham (1667) al een prominente plaats aan de muur van de officiersmess. In het najaar zal daar ook een historisch gebeurtenis van de marechaussee bij komen. ‘De schilderijen geven binnen de “paarse” officiersmess uiting aan de eigenheid van de afzonderlijke krijgsmachtdelen’, legt Brummelaar uit. ‘Een mess is meer dan een locatie. Het is een gemeenschap.’ Rolf de Winter van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie gaf een inleidende lezing over de Meidagen van 1940. Foto: Arnaud Roelofsz, AVDD
JOURNAAL
Afscheidsbezoek De Hoop Scheffer aan DHC
NAVO secretaris-generaal Jaap de Hoop Scheffer bracht op 29 juni een bezoek aan het Defensie Helikopter Commando op vliegbasis Gilze-Rijen. De scheidend SG en zo’n veertig leden van zijn staf kwamen met een Belgische C-130 aan op de vliegbasis waar de Commandant DHC commodore Theo ten Haaf ze ontving. Het nieuwe plein voor het bedrijfsrestaurant werd met de onthulling van een naambord omgedoopt tot het Mr. Jaap de Hoop Scheffer plein. Vervolgens keek het gezelschap vanaf het 300 squadron mee met een trainingsvlucht van twee Apaches en twee Cougars, en een trainingsvlucht het F-16 Demoteam. Op het platform ontving De Hoop Scheffer een herinneringscollage met foto’s uit zijn diensttijd als reserveofficier bij de Koninklijke Luchtmacht. Foto: Sjoerd Hilckmann, AVDD
Radiouitzendingen vanaf vliegbasis Eindhoven Het KRO ochtendprogramma Goedemorgen Nederland heeft begin juli verschillende uitzendingen verzorgd vanaf vliegbasis Eindhoven. Luchtverkeersleider majoor Gé Peeters en vogelman sergeant-majoor Herman Heskamp waren live vanuit de verkeerstoren te horen op Radio 1. Tegenover verslaggeefster Mariëlle Beers benadrukten ze het belang van verantwoord natuurbeheer dat onveilige situaties voor het vliegverkeer moet voorkomen. Ook de rest van de week figureerde vliegbasis Eindhoven in het radioprogramma. Zo deed de KRO-journaliste verslag van het vertrek van militairen naar Afghanistan en maakte ze items over FSE Mirage, de werkzaamheden van cargo en paxhandling en het leerdock.
Commando-overdrachten
Commandooverdracht ContCo
• Majoor Monique van Iddekinge droeg op 3 juni het commando over het 961 Platform Squadron van de vliegbasis Woensdrecht overgedragen aan Majoor Erik Korten. • Majoor Ed van de Bospoort nam op 17 juni op de binnenplaats van het Kasteel van Breda het commando van het Opleidingssquadron KMA over van majoor Debby Botty. Van de Bospoort was tot voor kort Commandant 650 squadron van de Groep Geleide Wapens, daar waar Botty op projectbasis een aantal werkzaamheden zal overnemen. Foto: Jan Schram, AVDD • Luitenant-kolonel Willem van der Borg gaf op maandag 29 juni het commando over het Nederlands Opleidings Detachement Fort Rucker over aan luitenant-kolonel Philip Whittle.
Commandeur Jelle Snoeks droeg op Kandahar Airfield op 13 juli het commando over het Nederlandse Contingentscommando (ContCo) in Afghanistan over aan zijn collega brigadegeneraal der Mariniers Peter Grootendorst. Het ContCo verzorgt onder andere de informatieverstrekking vanuit het missiegebied naar Nederland. Ook bewaakt ze dat de Nederlandse troepen binnen het bestaande mandaat handelen. Bovendien vormt het commando ‘de oren en de ogen’ van de Commandant der Strijdkrachten.
DCOP Seminar: ‘Risicomanagement’ Evenals in voorgaande jaren organiseert de Dienst Centrale Ondersteuning Projectvoering (DCOP), onderdeel van IVENT/ DienstVerlening, het seminar ‘Risicomanagement’. Het wordt gehouden op 12 oktober 2009 op het Instituut Defensie Leergangen (IDL) te Rijswijk. Doel van het seminar is beleidsverantwoordelijken, opdrachtgevers, programma- en projectleiders en iedereen die een functionele relatie heeft met projectmanagement bewust te maken van het volwassenheidsniveau t.a.v. het toepassen van risicomanagement
binnen projecten. Aan het einde van de middag beschikt men over een praktisch en theoretisch kader voor de toepassing van effectief risicomanagement. Inschrijven kan tot en met maandag 5 oktober via de algemene mailbox van de Dienst Centrale Ondersteuning Projectvoering #CDC/IVENT/DV/DCOP (p56570@ mindef.nl). Deze inschrijving is verplicht. Het volledige programma is te vinden op de intranetsite van DCOP: http://intranet. mindef.nl/cdc/informatievoorziening/organisatie/eenheden_directies/dcop/seminar_risicomanagement.aspx
35
DE VLIEGENDE HOLLANDER
JOURNAAL
Herdenking overleden collega’s op Soesterberg
Stichting CRASH zoekt vrijwilligers
Traditioneel vond op 1 juli vond op het terrein van de voormalige vliegbasis Soesterberg de jaarlijkse herdenking van overleden collega’s plaats. In aanwezigheid van de CLSK, luitenant-generaal Jansen, werd tijdens een plechtige ceremonie stilgestaan bij het overlijden van deze collega’s. Verder waren bij de plechtigheid verschillende deputaties aanwezig, waaronder de Postactieven en Veteranen. Tijdens de ceremonie bij het monument voor de gevallenen hield luitenant-generaal Jansen een toespraak. Uiteraard was ook de Geestelijke Verzorging van de luchtmacht vertegenwoordigd. In de korte toespraak van de Hoofd Luchtmachtaalmoezenier luitenant-kolonel Ko van der Krabben ging hij in op het gemis dat ontstaat bij het verlies van een dierbare. Het contrast met het feestje dat de Koninklijke Luchtmacht op 1 juli viert is dan groot. Maar het is goed om een pas op de plaats te maken en hen te herdenken. Hierna sprak Hoofd Luchtmachtpredikant luitenant-kolonel Jan Tom Schneider een gebed uit. Na de kranslegging door Jansen werd één minuut stilte in acht genomen, en volgde een fly-by van vier F-16’s in een Missing Man formation. Afsluiting vormde het defilé langs het Luchtmachtvaandel en het monument. Voor aanvang van de ceremonie was er een korte kerkdienst voor de nabestaanden, waarvoor de Stichting Erefonds Koninklijke Luchtmacht zorg droeg. Foto: Robert Koelewijn, AVDD
Sinds 1987 is de Stichting CRASH actief met als doel onderzoek te doen naar de luchtoorlog boven de Randstad, bergingen van neergestorte vliegtuigen te verrichten en het inrichten van permanente expositie. In de Randstadregio zijn in de oorlogsjaren circa 750 vliegtuigen neergekomen. Velen lieten het leven in de luchtstrijd die boven onze hoofden werd uitgevochten en dat mag nooit vergeten worden. Om te blijven herinneren aan en vertellen over de verschrikkingen van oorlog heeft de stichting een grote tentoonstelling over de luchtoorlog binnen de gemeente Haarlemmermeer op een educatieve en informatieve wijze gepresenteerd. Voor de stichting en haar werkzaamheden staat het verhaal achter het wrakdelen van vliegtuigen centraal. Na eerdere huisvestingen in Abbenes en Lisserbroek, huist het CRASH Luchtoorlog- en Verzetsmuseum ’40’45 sinds 2008 in het Fort bij Aalsmeer van de Stelling van Amsterdam. In de collectie bevindt zich een uniek stuk vaderlandse militaire luchtvaartgeschiedenis. Onderzoek van CRASH leverde in 1993 namelijk de vondst van de enige Nederlandse Fokker D.XXI in de wereld op. Het wrak van de ‘229’ is gedeeltelijk gereconstrueerd. Maar onderzoek naar de luchtoorlog is nog altijd niet afgesloten. CRASH deed recentelijk nog onderzoek naar een neergestorte Duitse Me-109 en een Nederlandse Fokker G.1. Om het museum draaiende te houden, zijn veel vrijwilligers nodig. Niet alleen technische mensen die de collectie onderhouden, maar ook rondleiders in het museum. Heeft u belangstelling, neem dan contact op met CRASH: Aalsmeerderdijk 460, 1436 BM Aalsmeerderbrug (Rijsenhout), telefoon 0297-530667, e-mail:
[email protected]
SPECIALE AANBIEDING VOOR DEFENSIEPERSONEEL EN POSTACTIEVEN BON NATIONALE TAPTOE, 1-4 OKTOBER 2009 Vul het aantal gewenste kaarten per voorstelling per tribune in. Kaarten Rang 1
Kaarten Rang 2
Rolstoel
Rolstoel begeleider
Totaal
Donderdag 1/10 middag
…. x € 26,00
…. x € 21,00
…. x € 21,00
…. x € 21,00
€
Donderdag 1/10 avond
…. x € 26,00
…. x € 21,00
uitverkocht
uitverkocht
Zaterdag 3/10 middag
…. x € 26,00
…. x € 21,00
uitverkocht
uitverkocht
€
Zondag 4/10 middag
…. x € 26,00
…. x € 21,00
…. x € 21,00
…. x € 21,00
€
Administratie-/verzendkosten
€ 4,- +
Totaal te betalen bedrag (inclusief BTW)
€
VOORLETTERS NAAM ADRES POSTCODE
PLAATS
TELEFOON E-MAIL Hierbij machtig ik de Stichting Nationale Taptoe om eenmalig het verschuldigde bedrag af te schrijven. Bank-/gironummer
Handtekening
Maak het bedrag over en stuur de volledig ingevulde bon naar Stichting Nationale Taptoe, Antwoordnummer 10049, 5260 VB VUGHT. Inzendingen en betalingen binnegekomen na 25 september worden niet meer in behandeling genomen. DE VLIEGENDE HOLLANDER
36
In memoriam Op 13 juni overleed luitenant-kolonel John Voncken. Hij was als Hoofd Onderdeels Coördinatie Centrum geplaatst van de Groep Geleide Wapens. Voncken werd 48 jaar. Op 14 juli overleed burgermedewerker van de KLu Joop Jansen. Na zijn pensionering is hij als Testleider Geautomatiseerd Vlieger Selectie Systeem bij het Centrum voor Mens en Luchtvaart werkzaam gebleven. Hij laat een echtgenote, een zoon en een dochter na. Jansen werd 65 jaar. Op 20 juli overleed kapitein Dimitri Helleman. Hij was als arts werkzaam op de Afdeling Gezondheidszorg Operaties van de Staf CLSK. Hij werd 35 jaar. Op 7 augustus overleed adjudant bd Wim van Mullekom. Hij was sinds 2001 lid van de Thuisfrontorganisatie. Van Mullekom werd 60 jaar.
JOURNAAL
Anjerstad Blomberg en Nederlandse tulpen
Joint Support Detachement onder nieuw commando
Sinds de stationering van de 3e Groep Geleide Wapens (3 GGW) staat Blomberg synoniem voor een stukje Nederland midden in de kleine Duitse regio Lippe. Na de sluiting van het luchtmachtonderdeel zijn vele Nederlandse families in Blomberg gebleven. De Nederlanders vormen er zelfs de grootste buitenlandse bevolkingsgroep, en zetten een stempel op de cultuur in de stad. Ook nu nog keren jaarlijkse evenementen terug zoals de Vierdaagse en de Sint-Nicolaas-markt. 2009 zullen er verdere Nederlandse tradities in Blomberg hieraan toegevoegd worden. Een daarvan is ‘Nelke küsst Tulpe’ dat plaatsvindt van 2 tot en met 4 oktober. Op elke denkbare plek in de stadskern van Blomberg wordt er een groot gemeenschappelijk Nederlands-Duits feest gevierd, met Duitse en Nederlandse lekkernijen, een Nederlandse mijl, kinderspelletjes, open-air-bioscoop en live muziek. Voor meer informatie met betrekking tot de evenementen, accomodatie- en campingmogelijkheden: Blomberg Marketing e.V., Telefoon +49-(0)5235-5028342, e-mail:
[email protected], of www.blombergmarketing.de.
Na ruim vier maanden heeft het negende Joint Support Detachement (JSD) op Kandahar Airfield (KAF) de werkzaamheden overgedragen aan haar opvolgers. Op woensdag 15 juli droeg majoor Ad Verbeek het commando over aan majoor Roberto Joannes. De ceremonie werd bijgewoond door Commandant Landstrijdkrachten luitenant-generaal Rob Bertholee, Commandant Nederlandse Defensie Academie generaal-majoor Siem van Groningen, Commandant Contingentscommando brigadegeneraal Peter Grootendorst en voorzitter van de Vaste Kamer Commissie Defensie in de Eerste Kamer Fred de Graaf waren aanwezig. Commandant Task Force Uruzgan brigadegeneraal Tom Middendorp, reikte bij deze gelegenheid de Commanders Coin uit aan Verbeek als blijk van waardering voor de inzet en geboekte resultaten gedurende de periode van zijn commandantschap. Foto: René Ketting, AVDD
Luchtmachters schieten raak Twee teams van de vliegbasis Woensdrecht deden op 17 juni mee aan het open kampioenschap voor onderdeelsteams van de Koninklijke Landmacht. De eerste plaats ging naar 11 Luchtmobiel, maar één van de KLu-teams wist een tweede plaats te veroveren. Kapitein Richard Tewes, eerste luitenant Vincent Scheffers, sergeant Niko Dekker en korporaal Jeroen van Dasselaar en, kregen uit handen van de sportcommissie KL de zilveren medaille en de zilveren draagspeld ISK uitgereikt. Op donderdag 18 juni vond het NMK schieten Glock en Diemaco plaats. Bij de Diemaco schutters eindigde korporaal 1 Jeroen van Dasselaar op de eerste plaats en mag zich een jaar lang Militair Kampioen. Ook de derde plaats bij de Diemaco-schutters was voor de KLu; sergeant-majoor Alex Thomas. De KLu wisseltrofee ging dit jaar wederom naar vliegbasis Woensdrecht. Foto: Fred Docter D2
Agenda Militaire Luchtvaartmuseum Flying Center Een nieuwe groep vrijwilligers geeft vlieginstructies aan de hand van twee F-16 simulators. Iedere zondag. Workshops ‘Ready for take off!’, ‘Start your engines’ en ‘Code S.O.S.’ Tijdens ‘Ready for Take-off!’ leren kinderen hoe vliegtuigen kunnen vliegen. Na een uitleg testen ze zelf een
vliegtuig. In ‘Start your Engines’ ontdekken ze hoe een straalmotor werkt. ‘Code S.O.S.’ gaat over communicatie in de lucht via morse. Ze maken en testen zelf een morseapparaatje. Voor de workshops moeten kinderen van tevoren reserveren via de website. Kosten bedragen € 6,- p.p. Iedere woensdag van 14.00-15.30 uur. Museumtour Gratis rondleidingen door het museum. Iedere tweede zondag van de maand.
Meer informatie en aanmeldingen op www.militaireluchtvaartmuseum.nl. Openingstijden: dinsdag tot en met vrijdag van 10.00 tot 16.30 uur, zondag van 12.00 tot 16.30 uur. Op pinksterzondag en Koninginnedag is het MLM gesloten. De exposities en het museum zijn gratis te bezoeken. Adres: Kampweg 120, 3769 DJ Soesterberg, telefoon 0346-356000. E-mail:
[email protected].
37
DE VLIEGENDE HOLLANDER
Mensen
Mutaties
Bevorderingen militairen Commodore C Bomers P (LSK:DIRECTIE PLANNING&CONTROL) B Kolonel K Dijkgraaf, TFM, Drs. (AFD OPERAT D GEZONDHEIDSZORGBEL), G Heijden PJM van der (NAKVS) Luitenant-kolonel L Boonstra, PJF, Drs. (AOCS: STAF B GEZONDHEIDSZORG), Bosman, AM (GGW: G STAF PLANNING & CONTROL), Gozefoort, JW (AFDELING), Koningsbrugge, MGH van (LSK: STAFGR. BESTUURSONDERST.), Lips, PP v ONDERZOEKSRAAD VOOR VEILIGHEID), Pistorius, CFM (DC IOD: JAPCC), Bresser GAA (DHC:301 SQN), Freerkstra HB (NAT. ARMAMENTS DIRECTORS OFF.), Hendriksma MH (VKL:313 SQN), Jongstra J (AFD B&THELI SYSMGMT), Kappen FJ (EODD/ ST), Nispen A van (LSK:SIE VLIEGTUIGEN), Spanjer OAF (LSK:SIE LUCHTVERDEDIGING), Stallmann AS (DC IOD: VERVANGING F-16), Zoeteman RC (LCW ACCTMGMT PLFMGEB SYSN) M Majoor Braake, JH ter (AOCS: PVE OPERATIEN), Bunte, B DC van de, Ir. (AFDELING), Donkervoort, R (DC IOD: CAOC DLD KALKAR), Freriksen, JJM (AOCS: PVE SE LVB), Freriksen, JJM (AOCS: PVE SE LVB), Knight, IJL (LSK: AFD JACHTVLIEGTUIG OPER.), Korten, DEJ (OKLU: 961 PLATFORM SQN), Noordenbos, P (DVVO: CDOGRP BUREAU PGA), Reumer, W (CLAS/DOPS/OG/SIE 3D), Sande, MFM van de, Drs. (VKL: GEZONDHEIDSCENTRUM), Teunissen, NJJ (EHV: 941 PLATFORM SQN), Visser, RR (DCF: FORMATIEADVIESGROEP 3), Achterberg JWM van (GGW:BUR BEDR.VOERING/ INFOVOORZ), Beuningen JWP van (EHV:RFCC), Gessel MPMM van (AFDELING), Hodenius MHFM (ERP REGIETEAM DEFENSIESTAF), Hoekstra BJ (M&OVLTG BUR SYSTEM ENG), Hout FJA van den (LMG:AFD LUMA METEO AUTOM), Jong MM de (LSKBOE:SPEER VERANDERMANAGEMNT), Lochem TWLM van (LSK:SIE EVALUATIE (A-7),), Möhlmann PLJ (LSK:BUR VLIEGTUIGEN), Oostende LAD van (POOL PROJN VERVANGING F-16), Spijker PM (DC IOD: AIR CC-HQ RAMSTEIN), Vrieling P (DC IOD: HEAVY AIRLIFT WING) K Kapitein Adrichem, TJ (VKL: PVE LINEMAINTENANCE 311), A Brattinga, FF (BG IVENT: BUREAU PROJECTEN), B Derksen, RJ, Ing. (AFD TVLTG&WPS TYPEMGMT WPS), Jansen, JALJ (OKLU: COÖRDINATIE CELL OKLU), Janssen, FMW (AOCS: SOFTWARE SIE), Kolijn, RP (AFD TVLTG&WPS TYPEMGMT), Lindelauf, OF (DC IOD: HEAVY AIRLIFT WING), Luijten, JB (VKL: VLUCHT 1 312), Montulet, RAT (LSK: SIE LOGISTIEK), Mors, MP ter (LW: BUR ONDERZ INT BEHEERSING), Oving, JG (LW: OPERATIECENTRUM OPS), Pee, MD de (DHC: PVE LVL 931 SQ), Pee, MD de (DHC: PVE LVL 931 SQ), Willemen, WAM (OKLU: VLUCHT 3 VIO/SIO), Windhouwer, CW (DC IOD: EADTF), Ahlheid PD (LSK:NAT DATALINK MNGMNT CELL), Borgers JL (ARBOCENTRUM ZUID), Caris BM (LMG:AFD LUMA METEO OPLEID), Cowgill EM (LSK:SIE REGELG.&OVEREENKOMSTEN), Dam AJ van (DC IOD: JFC-HQ BRUNSSUM), Dam MJ van (AOCS:TOWER OPLEIDINGEN SIE), Dijkstra JP (VKL:PVE COMPONENT MAINTENANCE), Els TGM van (ARBOCENTRUM ZUID), Francot RNM (DIVI/O&TRG/INLN), Hoove JKJ van (TAAKVELD AUDIT JAARVERSLAG), Jacobs JW (AOCS:KNT SYSTEMEN), Jägers SHH (ARBOCENTRUM ZUID), Kivits JJMA (DHC:STAF P&O ADVISEURS), Koedam HW (ACO:CIS), Kuipers JL (AOCS:STAF VOORLICHTING), Lautenbach SM (DC IOD: NAEW), Lindelauf OF (EHV:TECHNISCHE VLUCHT C-130), MacFadyen LN (AFDELING), Mouwen FA (GGW:BUR INLICHT. & VEILIGHEID), Neervoort HW (DC IOD:
DE VLIEGENDE HOLLANDER
38
NAEW), Pool HJ (LSK:BUR RECHTSPOSITIE), Raaymakers OJA (DMO TMO ERP KP LUCHT PROJBUR), Roos RE (GGW:GW PATRIOT FP 1 802), Saatrübe ML (EHV:VLIEGDIENST 334), Schollen KLAM (OKLU:OA NIET VLIEGTUIGGEB. OPL), Teune IG (ARBOCENTRUM ZUID), Trommelen S (LSK:BUR OPER. LOGISTIEK AHO), Verschuren GAA (DC IOD: NAEW), Vugt JC van (ARBOCENTRUM OOST), Werke WA van de (AFD TVLTG&WPS TYPEMGMT) Eerste luitenant E Baalen, BPH van (AOCS: VLUCHT A2), Danckaert, B JCP (OKLU: COÖRDINATIE CELL OKLU), Lelieveld, B (VKL: KANTOOR OPERATIONELE INL), Meenhuis, JHBL (LOKKMAR/KERN/SIE MATLOG), Nouwens, GM (AFDELING), Peeters, WHA (AOCS: BUR INLICHT.&VEILIGH.), Verdonk, RLM (LSK: SIE LUTRA&TANKEROPERATIES), Beimans HCP (LCW LMOS TEAM LAM), Deijssel JFAM van den (LSKBOE:DIRECTIE MLM), Deijssel WFWM van den (LSK:SIE LOGISTIEK), Friederich AG (LW:WING MISSION SUPPORT), Gabain GE von (LSK:SIE IV-BEHEER), Ingen J van (OKLU:133 OPLEID. SQN VAKTECHN.), Raaijmakers JJA (VKL:WE WAPENTECHNIEK), Snepvangers RV (AFDELING), Swerissen D (AOCS:VLUCHT B4) Tweede luitenant T Antonio Hagestein M (AOCS:KNT WAPENDIR OPL), A Brunsting W (VKL:641 OGRV PELOTON), Draaijer B WA (AOCS:PVE OPLEIDINGEN CRC), Haren CJG van (LW:SQN MISSION SUPPORT 322), Kamp HHT van de (DHC:931 BIB), Kerkhofs MHC (AOCS:KNT TRAINING), Lansdorp AS (LW:631 OGRV PEL), Tennekes MR (AOCS:STAF VOORLICHTING), Veerbeek MH (VKL:BEWAKINGS-SPEC OPS VL 640), Adjudant-onderofficier A EEs, BC van (LOG O&D MATERIEELCONTROLE), Hak, JA (DC IOD: SHAPE), Hamoen, J (VKL: SIE WEGTRANSPORT), Hen, DK (LCW GSM BDFBUR), Horst, BJ (AOCS: BUR AGENDA) Jong, JP de (AOCS: GRO SECTIE), Klaveren, W van (LCW ON EQMT BDFBUR), Mulders, SGP (VKL: WBE LINE MAINTENANCE), Pijnenburg, HJRM (EHV: BUR BEDRIJFSANALYSE), Ploegman, GJ (AFDELING), Ummels, HW (GGW: GW PATRIOT FP 3 803), Verboven, PJA (LCW LOGMGMT J&LVTGN), Wille, ECM (NLDA: OPLSQN), Aleman P (VKL:STAF VKAM), Dijk PJ van (VKL:PVE LINEMAINTENANCE 313), Haan N de (LW:BUR TECHN ONDERSTEUNING), Janssen VFC (OTCRIJ/C-PEL INTERN OPL/IMR&ME), Plugge G (NLDA: KOOV PEL OPL SQN), Rodermond J (LW:SIE WEGTRANSPORT), Sijmons AA (GGW:GW PATRIOT FP 2 802), Soeters EHJM (DHC:PH O&E BUR QUALITY ASS), Staaij GP van de (BG IVENT: PLOEG STROE), Vullings MTA (VKL:SQN STAFBUREAU 311), Vulpen NW van (GGW:GW PATRIOT FP 3 803), Zondervan TJF (LW:SIE EXPEDITIE) Sergeant-majoor S Beurskens-van de Ven, MJFE (EHV: BEVO LUTRA), B Busscher, P (DHC: COGP PVE OFF EQUIPMENT 930), Camstra, A (OKLU: VG OUT OF AREA), Coenders, HBT (VKL: SIE VOERTUIGONDERHOUD), Delhez, RCC (SCH BIJZ OPLN/INSTRGP2), Dooren, AJW van (VKL: KANT TRAINING), Doorn, HE van (DHC: COGP 930 SQ), Fabiani, S (LW: OPERATIECENTRUM OPS), Geffen, KCN van (AOCS: TOWER OPLEIDINGEN SIE), Kalisingh, S (OKLU: OA IMO), Konings, ACH (DHC: PVE LVL 931 SQ), Nagy, MH (DHC: COGP PVE ON EQUIPMENT 930S), Raeijmaeckers, SPW (EHV: PLANNING VIP), Schoon, JM (LCW GSM CL ALG OST), Thannhauser, FT (VKL: SQN STAFBUREAU 311), Veldstra, HT (LW: TACTESS VLUCHT 323), Vlek, M (BESTUURSSTAF), Zwanenberg, J (VKL: STAF OPERATIONELE ONDERST), Analbers WJ (VKL:PVE LINEMAINTENANCE 313), Arkelen RHS van (LCW ON EQMT CL J&LVTGN), Arp MA (CML:OPER. GROEP GEZONDHEIDSZORG), Beek WS van (DHC:300
G&O VLUCHT 3), Betz JJ (AGB DUO PRODGP DEPOT), Ven MJFE van de (EHV:BEVO LUTRA), Boersma P (LW:SIE VOERTUIGONDERHOUD), Bosch A (VKL:WE VLIEGTUIGONDERHOUD), Brok JC den (GGW:CIS COORDINATIONCENTRE 800), Deelstra E (LW:REGIO MAT. VOORZ. MIDDEN), Deuten R (DPD: SECTIE FINANCIAL CONTROL), Dijk TN van (OKLU:VG VLIEGTUIGEN), Donzel A van (VKL:SIE WAPENTECHNIEK), Doore PHJ van (GGW:ONDERDEELS COORD CENTR LOG), Dubbelman JAG (VKL:CIS COORDINATION CENTRE), Galiën P van der (NLDA: 4 KLU OPL SQN), Geurts van Kessel JM (LCW ON EQMT CL J&LVTGN), Heuvel JML van den (EHV:LBB MECHANICA), Horst TJH ter (VKL:WE VLIEGTUIGONDERHOUD), Kraaij UL de (DHC:930 WE NDSTRM LCHTBEH MEGU), Boom S van den (LSK:BUR MAT VOORZ EENHEID), Muller MA (OKLU:VG REPRESSIE), Oijen R van (BG FS: CDC DIRECT), Oomen MJN (DHC:300 G&O VLUCHT 1), Palmers SJC (EHV:CABIN ATTENDANT SIE), Peters CH (VKL:OPER. MATERIEELVOORZ.), Rijlaarsdam M (LCW COMPO CL AVIONICA), Schouten MT (DHC:300 G&O VLUCHT 2), Snippert RM (DHC:300 G&O VLUCHT 1), Tervelde CAM (DHC:931 SIE BEWAKING), Veeneman J (DHC:STAF BUR ADJUDANT), Visser RH (LW:VLUCHT AIRCRAFT MAINT 323), Wijnia JE (DC IOD: HEAVY AIRLIFT WING), Zeeuw JC de (DHC:300 G&O VLUCHT 2) Sergeant 1 S Alting, B (CML: OPER.GROEP GEZONDHEIDSZORG), A Dekker, CJF (AOCS: VLUCHT A3), Dieben, PC D (LCW ON EQMT CL VPKS), Dimitroff, N (DHC: MAT OPSLAGMAG ALG 932SQ), Habets, IGT (VKL: GEZONDHEIDSCENTRUM), Heijmans, S (LSK: BUR A-1 PERSONEEL), Houweling, RAS (DHC: PVE G&O VLUCHT 4 298 SQ), Mossel, S (EHV: PVE BRANDWEER), Opdorp, RAM van (LCW ON EQMT CL VPKS), Rooij, J van (LCW ON EQMT CL VPKS), Schouman, M (LCW ON EQMT CL BERGING), Smith, GF (DHC: PVE BRANDWEER 931 SQ), Stalenhoef, RA (EHV: PVE LUCHTVERKBEVEIL.), Uden, JR van (EHV: AFD ONTVANGST&VERZENDING), Veldman, SMJ (DHC: PVE GEZONDHEIDSCENTRUM), Boom WE aan den (DHC:301 SQN STAFBUREAU), Dijkman PM (LW:WE PLATFORMONDERSTEUNING), Gool JCWM van (DHC:932 MVZ ONDERSTEUNING), Helmond CAM van (DHC:300 G&O COGP), Koningstein FP (AOCS:CAPP SIE C), Koopmans M (OKLU:OA IMO), Nauta DH (LW:631 OGRV PEL), Nieuwenhuijse CMA (LW:PVE BEWAKING), Ommen S van (LW:STAF VOORLICHTING), Spek VIW van der (GGW:SECTIE RIJOPLEIDING 800), Ven J van de (GGW:STNGRTM 4 PELB TVS BEW 650), Voorst S van (LW:621 OGRV PEL), Wirken CAM (DHC:932 WE LOG TRANSPORT), Zoutenbier HB (LW:631 OGRV PEL) Sergeant S Hoogeveen, TB (EHV: BEDRIJFSBUREAU VLGDNST H 336), Lamée, CJJ (VKL: KANTOOR OPERATIONELE 3 INL), Scholtens, F (DHC: CIS OPERATIONS 931 SQ), Smeekens, J (LSK: SIE OPERAT. INLICHTINGEN), Veth, A (OKLU: WC VLIEGTUIGUITRUSTING), Alma Q (DHC:298 OPS VLUCHT 3), Baalen JM van (DHC:301 SQN STAFBUREAU), Bekkum K van (VKL:SQN STAFBUREAU 313), Bergen RJJ van (DHC:301 G&O VLUCHT 3), Brink FP (LSK:AFD PERSONEELSZAKEN), Broeren EJW (VKL:WE BASE MAINTENANCE F16), Buitenhuis GJ (VKL:SQN STAFBUREAU 311), Bulte R (EHV:CABIN ATTENDANT SIE), Combé RAJ (VKL:OPER. MATERIEELVOORZ.), Cornelissen JJD (DHC:301 G&O VLUCHT 1), Ende DMJ van ‘t (OKLU:WC ONDERHOUD), Feenstra IK (DHC:300 G&O VLUCHT 1), Frederiks HJ (DHC:930 WE BASE CHINOOK), Ghielen PJG (VKL:WE AVIONICATECHNIEK), Heerts NBJ (LW:WE AVIONICATECHNIEK (AVT),), Hoogen M van den (LW:621 OGRV PEL), Horck BGWP van (GGW:GW PATRIOT CREW 2 FP 2 802), Janssen T (DHC:301 G&O VLUCHT 3), Jong B de (LW:WE AVIONICATECHNIEK (AVT),), Jongkees SC (LW:WE AVIONICATECHNIEK
M E N S E N & M U TAT I E S
(AVT),), Kerssemeijer K (DHC:930 WE NDSTRM LCHTBEH MEGU), Kranendonk T (DHC:301 G&O VLUCHT 4), Mosselman MC (LW:WE AVIONICATECHNIEK (AVT),), Nelemans MJG (OKLU:PVE TRANSPORT), Oosting B (LCW ON EQMT CL HELIKOPTERS), Oostra N (EHV:DOCK 3 KDC-10), Sande DJWL van de (VKL:WE AVIONICATECHNIEK), Schouten J (VKL:641 OGRV PELOTON), Simons JJJ (VKL:PVE LINEMAINTENANCE 311), Strik BP (DHC:930 WE VOERTUIGONDERHOUD), Weel JS (DHC:298 G&O VLUCHT 5), Weener J (LW:631 OGRV PEL), Weide SA van der (DHC:300 OPS AL-LLL VLUCHT), Wijst JMG van der (VKL:OPER. MATERIEELVOORZ.), Wolf SPE de (OKLU:PVE OPERATIEN), Zahawe MA (LW:SQN MISSION SUPPORT 322), Zanten MJW van (LW:631 OGRV PEL) K Korporaal 1 Brouwer, M LW: (PVE BEWAKING), Burgt, EJW B van der (GGW: GW PATRIOT CREW 1 FP 2 802), Feenstra, JJP (DHC: WE BASE COUGAR 930 SQ), Frisch, MFX (VKL: WE BASE MAINTENANCE F16), Gessel, PR van (DVVO: TRANSPRTGRP2 WE DEN HAAG), Gruizinga, T (LW: WE POO F-16), Hermans, MFG (VKL: BEWAKINGS-SPEC OPS VL 640), Hoorne, M van (VKL: PVE LINEMAINTENANCE 312), Insulani, J (DHC: PVE G&O VLUCHT 5 298 SQ), Klaver, HS (DHC: PVE G&O VLUCHT 2 300 SQ), Langenhuizen, SAT (DHC: HONDENSECTIE 931 SQ), Loeffen, WTF (GGW: STNGRTM 2 PELA TVS BEW 650), Meijer, MR (DHC: PVE LOG OPSLAG POLCA 932SQ), Pultrum, MGM (VKL: BEWAKINGSSPEC OPS VL 640), Teuben, M (PARESTO/M1: VLB SOESTERBERG), Zimmerman, JE (LW: PVE BEWAKING), Bak RJM (LW:WE POO F-16), Bartels D (DHC:930 WE NDSTRM LCHTBEH MEGU), Belliot RE (DHC:932 WE LOG TRANSPORT), Brem RAM (VKL:WE VLIEGTUIGONDERHOUD), Brouwer C (LW:SIE WEGTRANSPORT), Buuren L van (DHC:931 SIE BEWAKING), Dijkstra E (LSKBOE:DRUMFANFARE), Heijningen VA van (DHC:932 WE LOG TRANSPORT), Hennekam FJC (OKLU:WC MECHANISCHE TECHNIEK), Holtland D (VKL:WE BASE MAINTENANCE F16), Janssen KAJ (GGW:ONTVANGST & VERZENDING 951), Kardol R (VKL:BEWAKINGS-SPEC OPS VL 640), Keppel PME (VKL:WE BASE MAINTENANCE F16), Miakhel A (VKL:BEWAKINGS-SPEC OPS VL 640), Oude Kamphuis R (DVVO: TRANSPRTGRP1 D STEENWIJK), Ranu JA (EHV:AFDELING TRANSPORT), Rijff DS (DHC:932 MVZ ONDERSTEUNING), Santen JJ van (DHC:298 COGP), Schoof S (EHV:SHIFT B VRACHTAFHANDELING) K Korporaal Boxtel, D van (GGW: GW PATRIOT CREW B 1 FP 1 802), Eijndhoven, RJG van (VKL: 641 OGRV PELOTON), Emmerich, AA (VKL: BEWAKINGS-SPEC OPS VL 640), Goulooze, D (OKLU: PVE TRANSPORT), Gruizinga, T (LW: SIE MUNITIEASS. & TRANSP.), Haar, GG van de (VKL: CIS MAINTENANCE), Handstede, TWM (VKL: BEWAKINGS-SPEC OPS VL 640), Nederhoff, M (DHC: CIS OPERATIONS 931 SQ), Ritzen, AAJJ (LW: 621 OGRV PEL), Wattie, TJHB (GGW: HONDENSECTIE GROEP 1 650), Alkema D (VKL:GROUND SUPPORT EQUIPMENT), Gouweleeuw R (AOCS:BEWAKING SIE), Notenboom B (LW:SIE WAPENTECHN), Schutte SGH (GGW:GW PATRIOT CREW 3 FP 1 802), Spierings R (VKL:SIE WEGTRANSPORT), Visser A (LW:PVE VLIEGDIENST) S Soldaat 1 Clerkx, D (VKL: BEWAKINGS-SPEC OPS VL 640), C Dogger, LJS (EHV: PVE BEWAKING), Ermens, P (VKL: BEWAKINGS-SPEC OPS VL 640), Hettema, BJ (LW: PVE BEWAKING), Martens, SGH (EHV: PVE BEWAKING)
Bevorderingen burgerambtenaren Schaal 13 Buijs, MAW van den, Ing. (ARBOCENTRUM ZUID), Boer CHA de (AOCS:STAF GEZONDHEIDSZORG)
Schaal 10 Bresser FJM (OKLU:VLUCHT 3 VIO/SIO), Peters MFM (OKLU:VLUCHT 3 VIO/SIO) Schaal 08 Soffers CLD (OKLU:BUR MANAGEMENT CONTROL) Schaal 07 Hort, S (EHV: STAF OPERATIEN) Schaal 06 Duijst, A (AOCS: ME VERWERVING), Buwalda J (EHV:PVE LUCHTVERKBEVEIL.) Schaal 05 Langenhuijzen WHM (VKL:SIE EXPEDITIE) Schaal 04 Hagenaars, JE (OKLU: BRANDWEERPELOTON 2), Lont FP (LW:SIE VOORRAADBEHEER) Schaal 03 Middendorp, R van (AOCS: SQN COORDINATIECEL 970), Pul, K (AOCS: SQN COORDINATIECEL 970)
Militair naar burgerambtenaar Eerste luitenant E Pieterse ER (930 SQUADRON) P
Dienst verlaten militairen Kolonel K Gelissen HPMM (CMH: Medische Staf & Arts-Assi), G Heumen FJM van (LSK:P&O ADVIES) H Luitenant-Kolonel L EEnden, RR van den, Drs. (LSK: AFD GEZONDHEIDSZORG OPER.), Huis in ‘t Veld, PJ (LCW STGP MAINT VALLEY & PROJ), Lichte, EM van der (DIR P&C SIE EXPL), Vries, AJ de (LSK: SIE KWALITEIT), Stout RW (BG IVENT: DM4-Unit 1) Majoor M Bos, R, Ir. drs. (DHC: PVE GEREED & ONDERH 298 B SQ), Coops, JM (LSK: SIE MANAGEMENT CONTROL), Vliet, P van der (AFD J&LVTGN SYSMGMT), Bakker RW (LSK:KABINET C-LSK), Kingma TCA (AOCS:STAF PLANNING & CONTROL), Thal Larsen GH (LSK:SIE OPERATIONEEL RECHT) Kapitein K Ramsodit PA (LSKBOE:OPL NLDA SPECIALIST), R Schaik GJ van (LSK:BUR OPER. LOGISTIEK AHO)
(DHC: COGP 299 SQ), Schwennen, GJ (DHC: BUREAU ADJUDANT), Foolen PGM (VKL:RESSORT PCO), Lierop PJM van (EHV:SMV OPS), Nispen JCPJA van (OKLU:PVE TRANSPORT), Timmermans JLW (GGW:P&O ADVIES), Weersel K van (AOCS:P&O ADVIES), Wennink HJ (GGW:ONDERDEELS COORD CENTR LOG) Sergeant 1 S Gaasterland, IC (OKLU: PVE LUCHTVERKEERSLEIDING), G Meijers, MJ (VKL: BEWAKINGS-SPEC OPS VL 640), Schols-Smits, LCHM (EHV: PLANNING KDC-10), Dijk J van (DHC:301 G&O VLUCHT 1), Elswijk P van (DHC:298 G&O VLUCHT 5), Kersten NLS (EHV:GEZONDHEIDSCENTRUM) K Korporaal 1 Hendriksen, RHM (DHC: PVE BRANDWEER 931 SQ), H Homan, R (LW: PVE BEWAKING), Tupamahu, MDS H (AOCS: VLUCHT A2), Alards BJJ (GGW:GW PATRIOT CREW 2 FP 2 802), Melkert R (LSKBOE:OPL NLDA KRT MODEL KOO), Norden TB van (LSKBOE:OPL NLDA KRT MODEL KOO) K Korporaal Donzel, PAJ van (LSKBOE: OPL NLDA KRT MODEL D KOO), Menting, JHM (LSKBOE: OPL NLDA KRT MODEL KOO), Musscher, MS van (LSKBOE: OPL NLDA KRT MODEL KOO), Tunnissen, JJAM (VKL: 641 OGRV PELOTON) Soldaat 3 S Moonen, AWI (OKLU: RESSORT LEERLINGEN), Booij M HSCM (OKLU:RESSORT LEERLINGEN) H
Dienst verlaten burgerambtenaren Schaal 11 Adema M (OKLU:VLUCHT 2 BVO), Mheen P van de (VKL:PLANNINGCELL OPS) Schaal 09 Damstra MA (VKL:P&O ADVIES) Schaal 08 Hezik CJPM van (DHC:STAF P&O BUR ADVIES OST) Schaal 07 Moekardanoe JH (GGW:CIS MAINTENANCE 800), Verheul PM (DHC:931 PVE BRANDWEER) Schaal 05 Ingram EM (LSK:STAFGROEP JURIDISCHE ZAKEN), Jongh MJAM de (DHC:931 PVE GZC), Verheijden AFR (LSKBOE:DIRECTIE MLM), Wolff WE de (LW:WE LOKALE VERWERVING)
Eerste luitenant E Bedaf, AJM van (DHC: PVE LOGISTIEK POL CA 932SQ), B Peek, BGC (LW: VLUCHT 2 SAR), Stomps, BO (DC IOD: NPC GLONS), Zwijsen, WAGJ (VKL: GROUND SUPPORT EQUIPMENT), Milané H (DHC:931 BIB), Oomens PJM (EHV:FLIGHT CONTROL)
Schaal 06 Keislair, FA (OKLU: VG CIS MAINTENANCE)
Vaandrig V Duijn, JSB (LSKBOE: OPL NLDA KRT MODEL KOO), D Mateboer, JS (LSKBOE: OPL NLDA KRT MODEL KOO), M Bos E (LSKBOE:OPL NLDA KRT MODEL KOO)
Schaal 03 Gooijer J (OKLU:PVE LUCHTVERKEERSLEIDING), Visser K (AOCS:P&O ADVIES)
Adjudant-onderofficier A LLamboo, PJ (LW: SQN MISSION SUPPORT 323), Pol, J van den (AOCS: PVE LOGISTIEK), Schoo, BM (GGW: BUR OPER. EVALUATIE), Walsteijn, JJ (EHV: KANT INLICHT & VEILIGHEID), Palsrok J (OKLU:OA IMO), Vermeer AW (LCW LOGMGMT GELEIDE WAPENS), Winkelman HJ (NSU RAMSTEIN BUR IM&DNSTN) Sergeant-majoor S Ahuluheluw, SJ (VKL: SQN STAFBUREAU311), A Gramberg, W (LW: P&O ADVISEURS SPECIALISTEN), Koster, JW (DC IOD: AIR CC-HQ Ramstein), Nagel, FG
Schaal 04 Korenblik, GJ (LW: WE TRANSPORT), Stege MJ (AOCS:P&O ADVIES)
Deze gegevens zijn afkomstig uit PeopleSoft en zijn aangeleverd door het DienstenCentrum Human Resources (DCHR). Indien gegevens niet correct in deze rubriek staan vermeld, wendt u zich dan tot het DCHR, telefoon *06-733 of 0800-2255733. Deze kan mutaties verwerken in PeopleSoft.
39
DE VLIEGENDE HOLLANDER