DAXIS BULLETIN DECEMBER 2014 _______________________________________ Kabinet grijpt in bij Leven lang Leren Met een uitgebreid en samenhangend pakket aan maatregelen gaat het kabinet volwassenen stimuleren om te blijven leren, ook als ze al een baan hebben. Hbodeeltijdstudenten in zorg, welzijn en techniek krijgen vouchers waarmee ze een (deel van een) studie kunnen inkopen, opleidingen gaan meer maatwerk leveren voor hun deeltijdstudenten, het wordt makkelijker om kennis en vaardigheden die een werknemer al heeft officieel te erkennen en in het mbo wordt het mogelijk gemaakt om certificaten te halen voor een deel van de opleiding. De ministerraad heeft hiermee ingestemd op voorstel van de ministers Bussemaker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Oudere studenten in een klaslokaal Het kabinet maakt hiermee een einde aan de impasse die het thema Leven Lang Leren jarenlang in haar greep hield, terwijl de deelname van volwassenen aan deeltijd hoger onderwijs gestaag afnam. De ommekeer is hard nodig want de arbeidsmarkt verandert snel. Banen verdwijnen en er komen nieuwe banen bij. Jongeren worden opgeleid voor banen waarvan we niet weten of die straks nog bestaan. Maar ook werkenden moeten blijven leren, om veranderingen in hun eigen baan te kunnen bijbenen of om tijdig te kunnen overstappen naar een andere baan. Het huidige model van Leven lang Leren voldoet niet meer. Volwassenen volgen vooral trainingen die gericht zijn op de huidige functie en werkzaamheden of ze worden in het keurslijf van een voltijdstudent gedwongen. Met de maatregelen in de kabinetsbrief Leven Lang Leren, die nauw aansluiten bij het advies van de commissieRinnooy Kan, gaat dit veranderen. BETT 2015 Van 21 tot 24 januari 2015 vindt in Londen de jaarlijkse British Educational Technology Tradefair (BETT). Toonaangevende educatieve ICTleveranciers en onderwijsgerelateerde organisaties tonen produkten, aanbiedingen, programma’s, services enz. Daarnaast geven experts seminars en workshops over actuele ICT-inonderwijs zaken. Toegang gratis. Vier dagen lang onder gedompeld worden in een wereld van technologie en onderwijs en zien, horen en ervaren hoe technologie het leren kan verrijken en versterken.
Daxis Bulletin nr. 77 december 2014
Leerlingen liever naar school door werken met tablet NIJMEGEN - "Sinds we tablets hebben, ga ik veel liever naar school", zegt Roos. Zij is 1 van de 29 leerlingen van de Nijmeegse basisschool Klein Heyendaal die sinds begin dit schooljaar met tablets werkt. Groep 8b van de Nijmeegse basisschool kreeg de tablets met daarbijhorende educatieve software van Samsung. Smart education hub En dat heeft een reden: Klein Heyendaal was 1 van de 3 Nederlandse scholen die een zogeheten smart education hub mocht openen. In deze hub mogen ze bekijken hoe ze ict kunnen integreren in het onderwijs. Dick Heldoorn, directeur Klein Heyendaal zegt dat de school het eigen onderwijsprogramma blijft volgen. "Daar waar mogelijk maken we gebruik van de tablet." Met 'we' bedoelt hij álle leerlingen van Klein Heyendaal. "Maar sommige opdrachten, ook toetsen, doen we nog gewoon op papier", zegt lerares Bosmans. Beter je best "Werken met een tablet is erg leuk. Daardoor doe je nog net iets beter je best op school", zegt leerling Pim. En héél soms mogen ze er ook spelletjes op spelen van hun juf. "Als ze hard gewerkt hebben", zegt Bosmans. Viewpure ViewPure is een tool waarmee het mogelijk is om Youtube-filmpjes te bekijken zonder dat er overbodige toevoegingen zoals reclames, commentaar ed. in beeld verschijnen. Het enige dat u krijgt te zien is het filmpje waar het om gaat. De werking van ViewPure is even eenvoudig als doeltreffend. Voer op de witte invoerregel het Youtube-adres in van het filmpje dat u wilt bekijken. Klik vervolgens op de knop "Purify" en het filmpje verschijnt op een verder leeg scherm. U kunt de witte invoerregel ook gebruiken voor het invoeren van een zoekterm. Als u na het invoeren daarvan klikt op de knop "Purify" komt ViewPure met een overzicht van gevonden filmpjes. Klik op het gewenste filmpje en het wordt geopend op een verder leeg scherm. NB. Zo achterhaalt u het internetadres van een Youtube-filmpje en plakt u dat in ViewPure. • Open Youtube op https://www.youtube.com/ • Voer op de witte invoerregel een zoekterm in en klik daarna op "Enter". • Open het filmpje dat u wilt gebruiken door op de illustratie van dat filmpje te klikken. • Het filmpje wordt geopend en linksboven op de adresregel ziet u het internetadres van het filmpje • Klik op het internetadres en het wordt blauw. • Geef een rechter-muisklik in het blauw gemarkeerde adres en klik op "Kopiëren". • Open ViewPure, geef een rechtermuisklik op de witte invoerregel en klik op "Plakken".
Daxis Bulletin nr. 77 december 2014
Doorbraak in het gebruik van ICT Een voorwaarde voor scholen om eigentijds onderwijs te kunnen geven is een laagdrempelig gebruik van moderne leermiddelen. Er zijn veel initiatieven en projecten, maar een echte opschaling in het gebruik van digitale leermiddelen blijft achterwege. Leerlingen, ouders, leraren, schoolleiders en bestuurders zijn ervan overtuigd dat de inzet van ICT kan leiden tot meer inzicht, meer leren op het eigen niveau, meer uitdaging en minder papieren rompslomp. In het Doorbraakproject Onderwijs en ICT werken de PO-Raad, de VO-raad, en de ministeries van EZ en OCW gezamenlijk aan een aanpak waarbij scholen die dat willen sneller van de meerwaarde van (adaptieve) digitale leermiddelen kunnen profiteren. Samen met scholen, aanbieders en publieke partijen zorgen zij er voor dat vanaf 2017 scholen in het primair en voortgezet onderwijs ervoor kunnen kiezen om leren persoonlijker te maken, dat de middelen daarvoor dan op de markt zijn en ook relatief eenvoudig zijn te implementeren en gebruiken. Rondetafels Scholen, uitgevers, distributeurs en andere betrokkenen hebben tijdens negen themagesprekken gekeken naar belemmeringen en mogelijkheden om (adaptieve) digitale leermiddelen beter te benutten. Meer dan 200 personen deden mee aan de negen publiek-private tafels. De gesprekken hebben adviezen opgeleverd over digitaal leermateriaal, inzicht in de individuele voortgang van het leerproces, infrastructuur en connectiviteit, roosteren en plannen, de schoolcontext, de toegang tot leermateriaal, privacy en prijsmodellen. Uit de adviezen blijkt dat de leermiddelenmarkt in beweging is, maar dat de organisatie en het gebruik vaak te kleinschalig is, of slechts gericht op delen van het onderwijs. Er is behoefte bij scholen en aanbieders van digitale leermiddelen om in de praktijk te laten zien dat maatwerk met ICT op grotere schaal mogelijk is. Tegelijkertijd zijn er schooloverstijgende afspraken en standaarden nodig. Het doel is de toegang tot en het gebruik van ICT zo gemakkelijk en veilig mogelijk te maken en scholen de ruimte te geven om nieuwe stappen te zetten. Acer toont laptop met 4k-scherm Acer heeft een laptop aangekondigd met een 4k-scherm. Het apparaat met een 15,6"-scherm valt in Acers V Nitro-lijn van high-end laptops en volgens de fabrikant is het uhd-display vooral nuttig voor toepassingen als gaming en videobewerking. Het 15,6"-scherm heeft een resolutie van 3840x2160 pixels, de resolutie die ook in gebruik is op onder meer uhdtv's. De variant met 4k-scherm komt beschikbaar als een duurdere optie naast de eerdere Nitro-laptops met full-hd-scherm te staan, zegt de fabrikant. De laptop draait op een Intel Core i7-4710HQ met een Nvidia GeForce GTX860M voor de grafische spierballen. De laptop heeft een werkgeheugen ter grootte van 16GB en beschikt over een 1TB harde schijf en een ssd met een capaciteit van 256GB. Volgens Acer is de laptop naast toepassingen als gaming en het bewerken van video ook zeer geschikt voor het maken van 3d-modellen. De V Nitro Black Edition met 4k-scherm komt in december uit en gaat in de Verenigde Staten 1500 dollar kosten, omgerekend en inclusief btw rond 1450 euro. De Nitro-serie komt ook naar Europa, maar er is nog niets bekend over een release in Nederland.
Daxis Bulletin nr. 77 december 2014
Verbied energiedrank voor kinderen onder de 13 jaar De verkoop van energiedrankjes aan kinderen jonger dan 13 jaar moet verboden worden. Dat bepleiten kinderartsen. Zij vergelijken de drankjes met alcohol en tabak, waar al een leeftijdsgrens voor bestaat. De voorzitter van de kinderartsenvereniging, dokter Rolf Pelleboer, bepleitte de leeftijdsgrens in het Zapp Weekjournaal (NOS-NTR). Hij maakt zich zorgen, omdat kinderartsen steeds vaker kinderen en jongeren tegenkomen die ziek zijn geworden van de drankjes. Energiedrankjes bevatten veel suiker en cafeïne en vaak nog veel meer stofjes die mogelijk slecht zijn voor kinderen. Pelleboer noemt als voorbeeld een meisje bij wie de lever niet goed werkte, een kwaal die voorbij was zodra ze was gestopt met het drinken van energiedrankjes. Hij ziet ook veel kinderen die rusteloos zijn en zelfs hartkloppingen krijgen. "Zo'n drankje doet niet wat het zou moeten doen, namelijk energie geven, maar het maakt wel dat je gejaagd en prikkelbaar wordt, dat je gaat stuiteren." Op 140 middelbare scholen zijn energiedrankjes al verboden, maar in de winkel mogen kinderen ze gewoon kopen. "Maar dit spul is helemaal niks", zegt Pelleboer. "Het is troep." Hij roept minister Schippers van Volksgezondheid op het verbod bij wet te regelen. De minister wil zo ver niet gaan. Het kabinet zet in op meer kennis bij mensen over deze drankjes, zegt ze. Op het etiket staat, in kleine lettertjes, een waarschuwing dat het drankje niet geschikt is voor kinderen en zwangere vrouwen. Ook de Vereniging van Frisdranken verwijst in een reactie naar die waarschuwing. "Het is overdreven om het te verbieden", zegt een woordvoerder. "De verantwoordelijkheid ligt vooral bij de ouders. Die moeten die drankjes niet kopen voor hun jonge kinderen." Zwarte Piet op school niet discriminerend Als het aan het College voor de Rechten van de Mens ligt, mag de openbare Prof. Kohnstammschool in Utrecht de Sinterklaasviering dit jaar gewoon doen met Zwarte Piet in de klas. Dat is het oordeel in de procedure die een moeder met kinderen op de school had aangespannen. Zij wilde dat Zwarte Piet in woord en geluid werd verboden. Volgens het College is dat in dit geval niet nodig. Wel moet goed naar de toekomst worden gekeken. „Een school discrimineert niet als zij Sinterklaas 2014 met Zwarte Piet viert. De school heeft genoeg gedaan om te zorgen voor een discriminatievrije onderwijsomgeving”, zo luidt de conclusie. „Voor het jaar erna kan het oordeel anders luiden, want Zwarte Piet heeft discriminerende aspecten.” De moeder vindt dat in de hoofden van de kinderen het beeld wordt opgeroepen dat zwarte mensen dom, slordig en meer in het algemeen anders zijn. Het College voor de Rechten van de Mens toetst alleen of er sprake is van overtreding van wetgeving over het gelijkheidsbeginsel. Sancties of boetes kan het College niet opleggen. In een eventuele rechtszaak moet het oordeel van het College voor de Rechten van de Mens wel worden meegenomen. Racistisch Eerder liet het college weten Zwarte Piet als een racistisch onderdeel van het Sinterklaasfeest te zien. „Ook al is het niet racistisch bedoeld, het wordt wel als kwetsend ervaren.” Een verbod is niet de oplossing, liet het college ook weten. De openbare prof. Kohnstammschool toonde goede wil door eind 2013 al de discussie over dit onderwerp te beginnen, zo luidt het oordeel. Zo kwam de medezeggenschapsraad, waarin ouders en docenten vertegenwoordigd zijn, bij elkaar. „De school heeft laten zien actie te ondernemen om te voldoen aan haar zorgplicht. Wel verwacht het college het komende jaar verdere actie van de school om ervoor te zorgen dat Zwarte Piet zoveel mogelijk wordt ontdaan van discriminerende aspecten.” Daxis Bulletin nr. 77 december 2014
Ontwikkelingen uit het NMC Horizon-rapport '2014 Schools Edition' Het New Media Consortium (NMC) publiceerde begin oktober het Horizon Report Europe: 2014 Schools Edition. In het rapport worden zes trends, zes uitdagingen én zes belangrijke ontwikkelen op het gebied van onderwijstechnologie voor scholen in EU-lidstaten besproken. In dit artikel zes belangrijke technologische ontwikkelingen die volgens het rapport binnen een jaar, over twee tot drie jaar en pas over een vier tot vijf jaar mainstream zullen worden in het onderwijs. Binnen een jaar De cloud Cloud computing ondersteunt niet alleen digitalisering door de opslag van bestanden. Door met een cloud te werken, bevorder je de onderlinge samenwerking: iedere leerling heeft toegang tot dezelfde bestanden waarin vaak ook tegelijkertijd kan worden gewerkt. Het aantal beschikbare platforms en applicaties is ondertussen dusdanig groot dat er maar weinig Europese scholen en leerlingen zijn die géén gebruik maken van een cloud. Zo maken veel scholen voor het delen van en samenwerken in documenten gebruik van Google Apps, waaronder Gmail of Drive. Of het leren nou thuis, op school of onderweg plaatsvindt: bijna alle leerlingen maken voor het delen van documenten gebruik van cloud-services. Wel zijn er zorgen met betrekking tot de privacy en gegevensbescherming van - veelal gratis te gebruiken cloud-diensten. Voldoen ze wel aan de normen en eisen voor scholen en studenten? Private, speciaal op het onderwijs gerichte cloud-diensten kunnen uitkomst bieden. Tablets Tablets zijn ideale instrumenten om mee op internet te speuren, om video’s en presentaties te bekijken en om te werken met educatieve apps. In vergelijking tot andere digitale leermiddelen is de tablet een betaalbare oplossing en het device is dan ook al redelijk geïntegreerd in het onderwijs. Toch is het werken met tablets niet zaligmakend. Het toetsenbord is niet erg praktisch. Daardoor zijn activiteiten met betrekking tot de co-creatie en co-constructie van kennis enigszins ontmoedigend: Leerlingen gebruiken daar liever een ander device voor. De beschikbaarheid – gratis, of tegen een geringe vergoeding – van (educatieve) apps is de meest handige functie van de tablet. Zowel de iTunes Store als het Google Play-platform puilen uit van de educatieve apps die de lessen op aantrekkelijke wijze kunnen ondersteunen. Om de potentie van de tablet als leermiddel maximaal te benutten, moeten docenten weten hoe ze het device kunnen inzetten bij hybride leervormen: doorlopende ondersteuning en training - zowel vanuit de opleiding als de werkgever - is daarbij van essentieel belang. Over twee tot drie jaar Games en gamification In het onderwijs bieden games en gamification op verschillende vlakken meerwaarde. Effectief ontworpen (educatieve) games bevorderen de betrokkenheid, creativiteit en productiviteit van de leerling. Ook stimuleert gaming het authentieke leerproces. Het helpt leerlingen bij de ontwikkeling van sociale en intellectuele vaardigheden. Ook gamification, het gebruik van spelmechanismen en -elementen bij leeractiviteiten, ontplooit en ondersteunt de ontwikkeling van nieuwe vaardigheden: onder andere door opdrachten te veranderen in spannende uitdagingen en leerlingen te belonen voor hun toewijding en efficiëntie. Badges fungeren daarbij vaak als beloningssysteem. Op die manier delen leerlingen hun resultaten vol trots met de buitenwereld. Bijvoorbeeld op hun online-profiel of in het leerlingvolgsysteem. Uit Lees verder op de volgende bladzijde ——>>> Daxis Bulletin nr. 77 december 2014
onderzoek blijkt dat het succes van games en gamification in het onderwijs valt of staat met een juiste balans tussen extrinsieke- en intrinsieke motivatiefactoren. Mobile learning Mobiel leren: zowel binnen als buiten de muren van de school, niet gebonden aan een vaste tijd of plaats en mét behulp van een mobiel device. Steeds meer Europese scholen maken er gebruik van. Veelal in de vorm van een 1:1-initiatief: een programma waarbij iedere leerling is voorzien van een mobiel device, doorgaans een tablet of laptop, om zowel thuis als op school te gebruiken. Een flexibel kader - bestaande uit duidelijke doelstellingen, richtlijnen en instrumenten – creëert een solide basis voor het gebruik van dergelijke technologie in het onderwijs. De ontwikkelingen op het gebied van mobiel leren zijn in volle gang. Naast het delen van onderzoek en best-practices, is een divers en solide netwerk van uit scholen, docenten, uitgeverijen en overheden nodig voor brede implementatie van mobiel leren in het onderwijs. Over vier tot vijf jaar Gepersonaliseerd leren Gepersonaliseerd leren omvat ontwikkelingen op het gebied van persoonlijke leeromgevingen, leernetwerken en adaptieve leersystemen. In deze ontwikkelingen zijn twee richtingen te onderscheiden. De eerste is georganiseerd door en voor de leerling. Denk daarbij aan de selectie (educatieve-) apps die hij op zijn tablet heeft staan en welke sociale media en software hij gebruikt om met klasgenoten te communiceren. Aan de andere kant zijn er vanuit scholen en andere onderwijsinstellingen ontwikkelingen gaande op het gebied van adaptief leren. Deze leervorm - waar interventiegerichte systeemintelligentie en -data de basis van het leerproces vormen – staat in Europa nog in de kinderschoenen. Door de lesstof flexibel en uiterst gepersonaliseerd aan te bieden, wordt het leerproces zo effectief en efficiënt mogelijk. Bij een adaptieve leervorm verschuift de rol van de docent enigszins naar die van coach of mentor. Die begeleiding is essentieel voor een geslaagd leerproces. De ontwikkelingen op dit gebied zijn in volle gang. Toch is er nog veel onduidelijk over de manier waarop je dergelijke leerprocessen het beste kunt meten en toetsen. Over een aantal jaar zal daar meer (en eenduidig) duidelijkheid over zijn, waarna het adaptieve leren een vlucht neemt in Europa. Virtuele labs Virtuele laboratoria en laboratoria op afstand zijn een reactie op de toenemende behoefte op het creëren van authentieke leerervaringen in het onderwijs. In een virtueel laboratorium voert de leerling in een interactieve leeromgeving experimenten uit met behulp van simulatieapparatuur. In een laboratorium op afstand kunnen leerlingen met behulp van op afstand bedienbare laboratoriumapparatuur via het internet proeven doen in een echt laboratorium op afstand. Het online component biedt in beide gevallen de mogelijkheid om de gevolgen van bepaalde handelingen in te zien en waar nodig is er flexibiliteit om experimenten opnieuw te doen. Naast deze flexibiliteit zijn er nog een aantal andere pedagogische voordelen. Het is ontzettend veilig en leerlingen kunnen zowel binnen als buiten school experimenten uitvoeren. Ook is er minder druk op leerlingen om alles in één keer goed te moeten doen, omdat herhaling van de proef simpeler is. Door te leren wat niet werkt kunnen leerlingen hun proces aanpassen om betere resultaten te boeken. De ontwikkelingen op dit gebied zijn in volle gang maar het duurt nog een aantal jaar voordat deze laboratoria breed beschikbaar en inzetbaar zijn.
Daxis Bulletin nr. 77 december 2014
SP: “Steun zorgleerlingen passend onderwijs schiet tekort” De begeleiding en ondersteuning van zogenoemde zorgleerlingen in het reguliere onderwijs is onvoldoende. Dat zegt Tjitske Siderius, Tweede Kamerlid van de SP, na eigen onderzoek onder bijna zevenhonderd docenten en ouders van kinderen met een beperking. Ze noemt het Passend onderwijs een “gevaarlijk experiment” waar kwetsbare kinderen de dupe van dreigen te worden. Siderius presenteerde haar bevindingen in het tv-programma Een Vandaag. Vanaf 1 augustus de wet Passend onderwijs van toepassing. Kinderen met een handicap, chronische ziekte of psychische stoornis moeten zo veel mogelijk in het reguliere onderwijs opgevangen worden. Bijna negentig procent van de docenten meldt dat hierdoor de werkdruk is toegenomen. Meer dan de helft zegt bovendien onvoldoende in staat te zijn om de zorg die de leerlingen nodig hebben te kunnen bieden. Het grootste probleem daarbij blijkt de grootte van de klassen. Drie kwart van de docenten en 36 procent van de ouders vindt de klassen te groot om de begeleiding van zorgleerlingen goed te regelen. “We moeten af van plofklassen”, zegt Siderius. “Een klas van meer dan dertig leerlingen is niet meer van deze tijd”. Scholen mogen kinderen die extra ondersteuning nodig hebben niet weigeren. Toch zegt een derde van de ondervraagde ouders dat hun kind niet toegelaten werd op een school om hun behoefte aan extra zorg. De SP wil dat de overheid extra investeert in klassenassistenten, interne begeleiders en remedial teachers om de werkdruk voor docenten te verlichten. Daarnaast vindt de SP het belangrijk dat er voldoende onderwijsplekken in het speciaal onderwijs blijven bestaan opdat kwetsbare leerlingen de zorg krijgen die ze nodig hebben. Basisscholen dreigen met wegsturen klassen om flexwet De Wet werk en Zekerheid leidt tot protesten onder basisscholen. De scholen zeggen dat ze in de problemen komen wanneer ze straks invalskrachten na 2 jaar of 2 tijdelijke contracten voor vast aan moeten gaan nemen. De scholen dreigen uit protest complete klassen naar huis te sturen. Dit meldt Tubantia. Momenteel mogen basisscholen in drie jaar tijd een onbeperkt aantal tijdelijke contracten uitdelen. Dit betekent dat zij een invaller kunnen regelen voor elke zieke leraar die voor een paar dagen thuis zit. De invaller hoeven ze niet in vaste dienst te nemen. Dit is echter verleden tijd wanneer de nieuwe Wet Werk en Zekerheid op 1 juli 2015 ingaat. Basisscholen mogen vanaf dan werknemers maximaal twee tijdelijke contracten geven. Ook moeten ze hun werknemers na 2 jaar een vast contract aanbieden. Dit houdt in het geval van de invaller in dat hij na wellicht 3 keer ingevallen te hebben, recht heeft op een vast contract. "Dat kunnen we niet betalen", stelt Jan Sijtsema van de coöperatie CBO Fryslân. Hij heeft daarom de ouders van de leerlingen van de 200 scholen die bij de coöperatie horen opgeroepen om een brief te schrijven aan minister Asscher van Sociale Zaken. Als dit niet helpt, dan wil Sijtsema de nieuwe wet dit jaar nog een week in praktijk brengen. Bij vervangingsproblemen worden de kinderen dan naar huis gestuurd. "Ook ouders komen dan in de problemen." De Algemene Onderwijsbond vindt het protest onbegrijpelijk. "Die actie moeten ze meteen stoppen. Wij zijn klaar met de eeuwige flexcontracten in het onderwijs", reageert woordvoerder Thijs den Otter. "Er zijn ook andere oplossingen, zoals een vervangingspool met mensen in vaste dienst." Minister Asscher sluit zich bij dit standpunt aan.
Daxis Bulletin nr. 77 december 2014
FORSE KRIMP SPECIAAL ONDERWIJS
Er zijn in september 2014 ruim 3,1 procent leerlingen minder naar het speciaal basisonderwijs gegaan dan het schooljaar daarvoor. Er werden 1200 leerlingen minder geteld in het speciaal basisonderwijs. Het speciaal voortgezet onderwijs registreert een daling van 0,6 procent, oftewel 400 leerlingen. Steeds meer leerlingen gaan naar een reguliere basisschool in plaats van een speciale. Dit meldt de Algemene Onderwijsbond. Het ministerie van Onderwijs heeft de voorlopige cijfers over het basis- en speciaal onderwijs gepresenteerd. Hieruit blijkt dat ruim 20 duizend leerlingen minder in het basis- en speciaal onderwijs samen startten dit schooljaar dan het jaar daarvoor. Het speciaal onderwijs blijft sneller krimpen dan het reguliere onderwijs, zo blijkt uit de cijfers. Door het passend onderwijs gaan steeds meer leerlingen naar het reguliere onderwijs. Het aantal leerlingen in het speciaal onderwijs daalde de afgelopen vijf jaar al van 43.300 naar 28.100. Nog voor de invoering van het passend onderwijs daalde het leerlingaantal al met 12 procent. Dit schooljaar startte nog eens 1200 leerlingen minder in het speciaal basisonderwijs. Dat is 3,1 procent minder dan voor de invoering van het passend onderwijs. Uit de voorlopige cijfers blijkt daarnaast dat er voor het eerst een hele lichte daling is in het aantal leerlingen met ernstige handicaps, leer- of gedragsproblemen in het speciaal onderwijs. Hoe groot deze daling precies is, is nog niet duidelijk. Het speciaal onderwijs telt namelijk zowel leerlingen uit het basis- als uit het voortgezet onderwijs. De afgelopen jaren daalde het aantal leerlingen uit de basisschoolgroep, terwijl het voortgezet onderwijs meer leerlingen telde. Hoe dat precies uitpakt blijkt bij de definitieve telling van 2013 en 2014: Tabel: Leerlingaantallen in het basis- en speciaal onderwijs in 2013 en 2014 2013 basisonderwijs
1476500
2014
verschil
verschil %
1457500
-19000
-1,3%
speciaal basison38100 derwijs
36900
-1200
-3,1%
speciaal voortge71200 zet onderwijs
70800
-400
-0,6%
Daxis Bulletin nr. 77 december 2014
Twintig excellente scholen mogen gaan experimenteren
Staatssecretaris Dekker geeft ongeveer twintig scholen in het basis- en voortgezet onderwijs de mogelijkheid om vijf jaar te experimenteren met de manier waarop zij lesgeven. Alleen de zogenoemde excellente scholen komen in aanmerking voor de proef. Dit schrijft de staatssecretaris in een brief aan de Tweede Kamer. Dit meldt de NOS. De scholen die mee mogen doen aan de proef worden zo snel mogelijk geselecteerd, aldus Dekker. Het plan is om de proef volgend schooljaar (2015-2016) te beginnen. De deelnemende scholen zijn minder gebonden aan regels dan andere scholen. Zo zijn zij vrijer in het aantal lesuren en mogen ze experimenteren met de manier waarop ze de lesstof overbrengen. Regels in het onderwijs zijn belangrijk om de kwaliteit te garanderen. "Bij scholen die goed presteren en waar we trots op zijn, durf ik het aan om meer ruimte te geven", schrijft Dekker. "Soms zitten regels nieuwe initiatieven en innovatie in de weg. Goede scholen hebben er dan last van." Desondanks wil Dekker niet dat de toegankelijkheid en de financiële verantwoording van het onderwijs in gevaar komen. Ook wil de staatssecretaris dat ouders bij het experiment betrokken worden. Na 'zwarte' basisschool vaker geen diploma Autochtone kinderen die op een 'zwarte' basisschool zitten, hebben twee keer zoveel kans dat zij hun middelbare school niet afmaken. Dat blijkt uit onderzoek op Amsterdamse scholen. De kans dat autochtone kinderen zonder diploma van de middelbare school komen, stijgt van 3,6 procent naar 8 procent als er meer dan 77,7 procent allochtone leerlingen op hun basisschool zitten. Dat komt niet door de kwaliteit van het onderwijs, blijkt uit analyses van promovenda Cheng Boon Ong, maar door de samenstelling van de klassen. „De dynamiek op zo'n school, de manier waarop kinderen met elkaar omgaan heeft dat effect”, stelt copromotor Kristof de Witte. Kinderen die vier keer of vaker wisselen van basisschool hebben overigens ook meer kans om vroegtijdig van school te gaan. Het onderzoek is gedaan onder ruim 47.000 leerlingen uit verschillende groepen van de 241 Amsterdamse basisscholen. De kinderen zijn vanaf 2000 acht jaar lang gevolgd. Van de 241 basisscholen in Amsterdam hadden 56 scholen meer dan 77,7 procent allochtone leerlingen. Het is voor het eerst dat het effect van schoolsamenstellingen in het basisonderwijs op de middelbare schoolcarrière is onderzocht.
Daxis Bulletin nr. 77 december 2014
Minderbegaafde vaak slachtoffer van cyberpesten (Novum) - Jongeren met een licht verstandelijke beperking zijn eerder slachtoffer, maar ook vaker dader van cyberpesten en seksueel misbruik via sociale media dan andere jongeren. Bijna tachtig procent van de problemen van deze jongeren heeft te maken met hun sociale mediagebruik. Dat staat in een rapport van Kennisnet. Begeleiders en hulpverleners stellen in het rapport zich ernstige zorgen te maken over de manier waarop jongeren met een licht verstandelijke handicap omgaan met sociale media. Veel van die jongeren zouden een smartphone van hun ouders krijgen, maar er niet mee leren omgaan. Dat zou komen doordat de ouders zelf ook vaak een beperking hebben. Ongeveer 2,5 procent van de Nederlandse bevolking is licht verstandelijk beperkt. Door de problematiek van deze jongeren escaleren situaties sneller en belanden ze eerder in moeilijke situaties, staat in het rapport. Dreigtweets, haatcampagnes en bangalijsten waarop namen staan van meisjes die volgens de samensteller makkelijk over te halen zijn voor seks zouden veelvuldig voorkomen. Ook zouden loverboys en pedoseksuelen zich regelmatig op deze kwetsbare groep slachtoffers richten. Tegelijkertijd scholen deze jongeren ook vaak samen om anderen te pesten en zetten ze elkaar aan tot het handelen in drugs en het overschrijden van seksuele grenzen. Ook gaat een aantal jongeren steeds actiever op zoek naar sekspartners via datingsites en sociale media. In het rapport wordt gepleit voor een landelijk meldpunt waar incidenten met licht verstandelijk beperkte jongeren kunnen worden verzameld. Ook zou er goed voorlichtingsmateriaal moeten komen en moeten kinderen met een beperking al vanaf de basisschool les moeten krijgen over sociale media. Onderwijsprijs van de provincie Overijssel Basisschool De Leemstee in Oldenzaal en scholengemeenschap Het Noordik in Almelo hebben de Onderwijsprijs van de provincie Overijssel gewonnen. De Onderwijsprijs van de provincie is een tweejaarlijkse prijs en tevens een nominatie voor de finale van de Nationale Onderwijsprijs. Die prijs wordt op 25 maart in Rotterdam uitgereikt. De Leemstee krijgt prijs voor leesproject De Leemstee kreeg de prijs voor het leesproject, waardoor de school in Oldenzaal een volwaardige bibliotheek heeft voor kinderen tot 12 jaar heeft. De bibliotheek wordt volledig door ouders gerund. Leerlingen op de Leemstee toonden weinig motivatie om op school en thuis te lezen. Met hulp van pabo-studenten en de ouders is de schoolbibliotheek opgezet. Muziekproject levert Het Noordik eerste prijs op De muzieklessen met repetities met HET Symfonieorkest en een afsluitend concert in het muziekcentrum in Enschede hebben scholengemeenschap Het Noordik in Almelo een eerste prijs opgeleverd. De scholengemeenschap biedt leerlingen naast het normale lesprogramma de kans hun talenten te ontwikkelen. Het project is door de muziekdocenten geïntegreerd in het examenprogramma muziek havo en vwo. Behalve Het Noordik waren ook het Twents Carmel College in Denekamp en het Bonhoeffer College in Enschede genomineerd voor een prijs. Bij de basisscholen waren de Prinseschool in Enschede en de Prins Mauritsschool in Staphorst ook genomineerd voor de Onderwijsprijs van de provincie Overijssel.
Daxis Bulletin nr. 77 december 2014
Ononderbroken schoolloopbaan dient uitgangspunt te zijn Onderwijs en jeugdhulpverlening moeten beter samenwerken en een samenhangende aanpak bieden aan jongeren die extra begeleiding nodig hebben. Een ononderbroken schoolloopbaan zou daarbij het uitgangspunt moeten zijn. Schoolbesturen moeten zich actiever opstellen in het overleg met gemeenten en jeugdhulpverlening zou een structureel onderdeel moeten worden van de ondersteuningsstructuur op school. Dit stelt de Onderwijsraad in zijn advies ‘Samen voor een ononderbroken schoolloopbaan’ dat onlangs verscheen. Hoewel de overheid met de invoering van passend onderwijs en de nieuwe Jeugdwet de samenwerking tussen onderwijs en jeugdhulpverlening wil stimuleren, komt deze nog onvoldoende van de grond. Er is vooral aandacht voor zaken die bestuurlijk geregeld moeten worden. De vrijblijvendheid van het op overeenstemming gericht overleg (OOGO), de terughoudendheid bij samenwerkingsverbanden en gemeenten, de aparte positie van het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) en cultuurverschillen tussen onderwijs en jeugdzorg belemmeren inhoudelijke samenwerking. Dit vormt een risico voor de schoolloopbaan van kwetsbare jongeren. De Onderwijsraad adviseert daarom de toegang tot jeugdhulpvoorzieningen vanuit het onderwijs te vergroten, het middelbaar beroepsonderwijs minder vrijblijvend te betrekken bij passend onderwijs en cultuurverschillen tussen professionals in onderwijs en jeugdhulpverlening te overbruggen. Vergroot de toegankelijkheid van jeugdhulpverlening voor het onderwijs De raad adviseert het bestaande lokale overleg tussen scholen en gemeenten te verbreden en te verdiepen. Het huidige OOGO is te vrijblijvend om tot inhoudelijke samenwerking te komen. Schoolbesturen moeten actief kenbaar maken aan gemeenten wat er nodig is om jeugdhulpverlening en onderwijs meer bij elkaar te brengen. Ook adviseert de raad jeugdhulpverlening dichter bij de school te organiseren. Dit vergroot de toegankelijkheid en door de kortere lijnen kan eerder de noodzakelijke begeleiding worden gegeven. Hierdoor kunnen meer jongeren op hun eigen school blijven. Trek de onderwijs-zorglijn door tot in het middelbaar beroepsonderwijs De schoolloopbaan houdt niet op na het voortgezet onderwijs. Het is daarom belangrijk de zorgplicht van het mbo af te stemmen op de afspraken die voor het basis- en voortgezet onderwijs gelden. Dit kan door de zorgplicht voor jongeren tussen 16 en 18 jaar te koppelen aan de kwalificatieplicht. Daarmee krijgen instellingen de verplichting te zorgen voor een passende opleidingsplek. Voor jongeren vanaf 18 jaar kan de zorgplicht niet meer dan een inspanningsverplichting zijn. Actieve betrokkenheid van het mbo bij het OOGO met gemeenten en samenwerkingsverbanden voortgezet onderwijs vindt de Onderwijsraad een belangrijke voorwaarde om te kunnen zorgen voor een doorlopende onderwijs-zorglijn.
Daxis Bulletin nr. 77 december 2014
Amazon betreedt Nederlandstalige boekenmarkt Amazon biedt voortaan ook Nederlandstalige e-boeken aan in zijn Kindle Store, via www.amazon.nl. Ook e-readers worden langs deze weg verkocht. Amazon heeft de deuren opengezet van zijn Nederlandstalige Kindle Store op het webadres www.amazon.nl. Voortaan kan je dus ook voor e-boeken in onze eigen taal terecht bij de digitale retailreus. Ook de Kindle e-readers worden via de lokale webshop verkocht. Er zijn momenteel ruim 20.000 Nederlandstalige e-boeken in de webwinkel verkrijgbaar, naast een aanbod van 3 miljoen anderstalige titels. Het Nederlandstalige aanbod is daarmee kleiner dan dat van Bol.com, de belangrijkste speler op de lokale markt, met een assortiment van 30.000 digitale boeken in het Nederlands en 2 miljoen anderstalige titels. Bol.com is voorlopig nog niet zo bezorgd over de komst van Amazon naar de Lage Landen. “De Nederlandse markt is al behoorlijk sterk ontwikkeld met zo’n 150 aanbieders van e-boeken,” vertelt topman Daniel Ropers. “Daarbij horen ook al grote Amerikaanse partijen als Apple en Google. Toch kiest nog altijd 60 procent van de consumenten voor Bol.com.” Maar Amazon vormt niet alleen een mogelijke bedreiging voor de lokale webwinkels, ook uitgevers bereiden zich maar beter voor. Naast de lancering van de Nederlandese webwinkel, maakte Amazon ook nog bekend dat onafhankelijke schrijvers voortaan de mogelijkheid krijgen om hun boeken rechtstreeks te publiceren via het Kindle Direct Publishing-programma. Ze kunnen daarmee tot 70 procent aan royalty’s opstrijken. Rekenkamer: schoolgebouwen krijgen 6,5 Schoolgebouwen uit het basis- en voortgezet onderwijs krijgen gemiddeld een 6,5 van docenten, leerlingen en ouders. Dit blijkt uit een enquête die de Algemene Rekenkamer uitvoerde. Meer dan 8000 gebruikers van schoolgebouwen namen deel aan de peiling. Dit meldt de NOS. Er werden honderden foto's van schoolgebouwen ingestuurd ter illustratie van de vragenlijst die de gebruikers invulden. De deelnemers fotografeerden onder meer scheuren in muren en pleisterwerk, vieze toiletten en krappe lokalen. Er werden ook positieve reacties ingestuurd, waarbij deelnemers aangaven onder meer blij te zijn met de ruime lokalen of een theaterpodium in de school. De Algemene Rekenkamer concludeert dat het gemiddelde cijfer dat de schoolvoorzieningen kregen een 6,5 is. Andere conclusies kan de Rekenkamer nog niet trekken. De komende maanden worden de resultaten geanalyseerd en in verband gebracht met andere gegevens, zoals het budget dat gemeenten uittrekken voor onderhoud aan schoolgebouwen. Ook de kwaliteitsoordelen van de Onderwijsinspectie zullen gecombineerd worden met de enquête-resultaten. De uitkomsten van het onderzoek worden in het voorjaar van 2015 verwacht.
Daxis Bulletin nr. 77 december 2014
Appen met je leerlingen: mag dat? Docenten en leerlingen hebben steeds vaker contact met elkaar via social media. Maar soms gaat dat contact wel erg ver. Waar ligt de grens? Onlangs stond in de rechtbank in Zwolle een leraar voor de rechter omdat hij seksueel getinte berichten en naaktfoto's naar een leerlinge stuurde. En deze zaak staat niet op zich. De grens tussen school en privé wordt steeds vager door het groeiende gebruik van social media en smartphones. Voorzichtig zijn De Algemene Onderwijsbond (AOb) krijgt de laatste jaren steeds vaker vragen van leraren en scholen over hoe ze om moeten gaan met social media. De bond geeft geen concreet advies. "Echte richtlijnen geven wij niet, dat laten we aan de scholen over", zegt Jose Muijres van AOb. "Ons advies is vooral om er heel voorzichtig mee te zijn. Het kan rare situaties opleveren." Rik Spruijt van YoungWorks, een bureau voor jongerencommunicatie, heeft wel een idee over hoe leraren zich zouden moeten gedragen in het digitale contact met leerlingen. Hij zette de volgende do's en don'ts voor docenten op een rijtje: Do's en don'ts voor leraren: Kun je als docent Facebook hebben? "Ja, maar let wel op wat je zichtbaar maakt. Wellicht is het een idee om twee pagina's op te richten: één voor jou persoonlijk, één als docent." Mag je een vriendschapsverzoek van een leerling accepteren? "Vooropgesteld: het hoeft niet. Wees er ook voorzichtig in. De kaders en context zijn heel belangrijk: waarom voegt die leerling jou toe? Misschien is het daarom beter om eerst aan de leerling te vragen waarom hij/zij vrienden wil worden op Facebook." Kun je je telefoonnummer geven aan een leerling? "Daar moet je voorzichtig mee zijn. Er is minder controle, anderen kunnen minder goed meekijken met die een-op-eengesprekken. Maar het kan ook wel praktisch zijn, bijvoorbeeld als een mentor wil overleggen met z’n leerling als die op stage is." En whatsappen met een leerling? "Dat wordt al lastiger, Whatsapp is meer privéterrein. Ook in dit contact kunnen anderen niet meekijken, daarom is het heel belangrijk om afspraken te maken met de leerlingen: waarover whatsappen wij?"
Daxis Bulletin nr. 77 december 2014
Eindtoets in het schooljaar 2014-2015 Naast de centrale eindtoets, heeft staatssecretaris Dekker vanaf dit schooljaar het gebruik van twee andere eindtoetsen toegelaten: ROUTE 8 van A-VISION B.V. en IEP (ICE Eindtoets Primair Onderwijs) van bureau ICE. Beide eindtoetsen zijn in principe voor een periode van vier jaar toegelaten. Jaarlijks wordt gecheckt of deze eindtoetsen van voldoende kwaliteit zijn. De eindtoetsen zijn gratis beschikbaar. Drie eindtoetsen Scholen kunnen dit schooljaar uit de volgende drie eindtoetsen kiezen: • Centrale eindtoets: Het College voor Toetsen en Examens (CvTE) brengt de centrale eindtoets uit in opdracht van het ministerie van OCW. • ROUTE 8: van A-VISION B.V. • IEP (ICE Eindtoets Primair Onderwijs): van bureau ICE. Bestaande toetsen Dit schooljaar is de regelgeving rond de eindtoets PO voor het eerst van kracht: 2014-2015 is een overgangsjaar. Scholen die nu niet willen kiezen voor een van de genoemde eindtoetsen, kunnen alleen dit schooljaar nog gebruikmaken van enkele bestaande toetsen die zijn opgenomen in de Regeling Leerresultaten PO en niet zijn toegelaten als eindtoets: • Drempelonderzoek 678 van 678 Onderwijs Advisering • Onderstaande landelijk genormeerde methodeonafhankelijke toetsen voor groep 8: - de toetsen Rekenen-Wiskunde en Begrijpend lezen van het Cito Volgsysteem primair onderwijs; - de toets Begrijpend lezen van 678 Onderwijs Advisering. Deze toetsen worden op het gebruikelijke moment afgenomen. Wel geldt de voorwaarde dat alle leerlingen uit groep 8 van de school meedoen aan dezelfde toets. Schooljaar 2015-2016 Eind volgend jaar wordt bekendgemaakt of er meer eindtoetsen worden toegelaten. In het schooljaar 2015-2016 mogen de eerder genoemde 'bestaande toetsen' niet meer worden gebruikt. Inschrijven voor de eindtoets en afnamedata Scholen ontvangen van de aanbieders van de drie beschikbare eindtoetsen informatie over de inschrijving voor hun eindtoets. Dit jaar krijgen scholen eenmalig meer tijd om een keuze te maken. Aanmelding voor een eindtoets is mogelijk tot en met vrijdag 30 januari 2015. In volgende jaren zal de deadline 31 december zijn. De eindtoetsen worden afgenomen tussen 15 april en 15 mei. Dit schooljaar zijn de data voor de centrale eindtoets 21, 22 en 23 april 2015. IEP wordt afgenomen op 15 en 16 april. De afname van Route 8 in de genoemde periode wordt in overleg met de deelnemende scholen bepaald. Overgang PO-VO Door het verschuiven van de eindtoets naar een later moment in het schooljaar komt het schooladvies centraal te staan bij de toelating tot het voortgezet onderwijs. Ook hiervoor gelden met ingang van dit schooljaar andere regels. De VO-school mag de toetsgegevens van leerlingen niet langer gebruiken als enig of doorslaggevend criterium bij de toelating van leerlingen. Informatie over deze veranderingen is onder meer te vinden op een speciale website van de PO-Raad en de VO-raad. Schooljaar 2015-2016 In het schooljaar 2015-2016 mogen scholen uitsluitend gebruikmaken van de centrale eindtoets en andere eindtoetsen die door de overheid zijn toegelaten. Eind volgend jaar wordt bekendgemaakt of er, naast ROUTE 8 en IEP, meer eindtoetsen worden toegelaten. Zie ook de vragen en antwoorden op Rijksoverheid.nl.
Daxis Bulletin nr. 77 december 2014
‘APK’ voor de kerndoelen: voor toekomstgericht onderwijs Staatssecretaris Sander Dekker heeft op 16 november de aftrap verricht van een nationale discussie over de bijstelling van de kerndoelen voor het primair en voortgezet onderwijs. De PO-Raad onderschrijft het streven om nieuwe kerndoelen beter te laten aansluiten bij het huidige onderwijs en bij de toekomstige wereld van de leerlingen. Daarnaast mogen nieuwe kerndoelen iets meer richting geven aan scholen dan de huidige kerndoelen. De scholen moeten echter wel voldoende ruimte hebben om hun eigen invulling aan het onderwijs te geven en om eigen accenten te leggen. Met de brief 'Toekomstgericht funderend onderwijs' aan de Tweede Kamer start de staatssecretaris een proces om tot 'meer richtinggevende kerndoelen' te komen, die toekomst gericht zijn. Hiermee geeft hij uitvoering aan de afspraak die eerder in het Bestuursakkoord met de PO-Raad is gemaakt: "Er komt een verkenning naar herijking van de kerndoelen door onafhankelijk deskundigen, waardoor een toekomstgericht en samenhangend onderwijsaanbod gewaarborgd wordt." Dit bevordert de helderheid, continuïteit en toekomstgerichtheid van het onderwijs voor de leerlingen. De PO-Raad initieert graag met de staatssecretaris en andere organisaties het gesprek over de toekomstige inhoud van het basis- en voortgezet onderwijs. Het is belangrijk dat het onderwijs daarbij goed de kaders aangeeft, waardoor de schoolbesturen en scholen voldoende houvast en voldoende ruimte hebben om het onderwijs optimaal vorm te kunnen geven . De PO-Raad benadrukt dat onderwijs teamwork is, en dat ook dit traject dus door de hele onderwijskolom samen opgepakt moet worden; leerlingen, ouders, leraren, schoolleiders en schoolbesturen. Schoolbesturen ook, zij dragen immers de eindverantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het onderwijs in de scholen. De PO-Raad zal haar leden daarom steeds in positie brengen, zodat zij een sleutelpositie kunnen innemen in de discussie en het klimaat kunnen scheppen voor duurzame onderwijsvernieuwing in de scholen. De staatssecretaris streeft naar een zorgvuldig proces, waarbij alle betrokken partijen worden gehoord, zodat een breed draagvlak voor de nieuwe kerndoelen ontstaat. De PO-Raad maakt zich daarbij wel zorgen over de geplande doorlooptijd. De staatssecretaris wil in het najaar van 2015 een visie neerleggen die vervolgens uiterlijk 2017 verder is uitgewerkt. Als we kijken naar andere landen zien we bijvoorbeeld dat Schotland 8 jaar heeft nodig gehad voor dit proces. De PO-Raad vindt de zorgvuldigheid van het proces en de kwaliteit van het eindproduct belangrijker dan de snelheid. In het belang van de leerlingen zal de PO-Raad blijven aandringen op voldoende tijd voor discussie over, uitwerking en invoering van nieuwe kerndoelen. Voorop staat dat leerlingen ook in de toekomst hun talenten optimaal kunnen ontwikkelen.
Daxis Bulletin nr. 77 december 2014
Start nationale dialoog over de toekomst van het onderwijs De wereld om ons heen verandert in sneltreinvaart. De samenleving en de arbeidsmarkt van de toekomst zullen ongetwijfeld veel vragen van onze flexibiliteit, creativiteit en vermogen tot samenwerking. Hoe bereiden basisscholen en middelbare scholen kinderen optimaal op deze uitdagingen voor? Staatssecretaris Dekker start vandaag een nationaal gesprek over de belangrijkste vraag in het onderwijs: wat moeten kinderen leren op school zodat ze klaar zijn voor hun toekomst? Dekker: ‘Een kind dat vandaag voor het eerst naar school gaat, solliciteert in 2032 naar zijn eerste baan. Leert dit kind nú op school wat het dán nodig heeft om een vliegende start te maken? We hebben het vaak over de randvoorwaarden voor goed onderwijs, de groepsgrootte, bekostiging, onderwijstijd, huisvesting. Belangrijke thema’s, maar we hebben het eigenlijk bijna nooit over waar het écht om draait op school: de inhoud van ons onderwijs.’ Brede dialoog Dekker pleit daarom vandaag voor een brede nationale dialoog. Dit is het startpunt van een traject dat een paar jaar in beslag zal nemen. Van gelijksoortige trajecten in Finland, Noorwegen en Schotland is geleerd dat het denken over en vormgeven van het curriculum te belangrijk is om over te laten aan één partij. Daarom wordt in iedere fase nauw contact gehouden met leraren, leerlingen en ouders. Maar ook met het bedrijfsleven en de wetenschap. Brainstorm De eerste fase van het debat over onderwijsinhoud krijgt het karakter van een nationale brainstorm. Dekker nodigt iedereen met ideeën over het onderwijs uit om deze te delen via #onderwijs2032. Dekker: ‘Het mag wat mij betreft over alles gaan, als het maar over de inhoud van het onderwijs gaat.’ Er komen in deze fase bijvoorbeeld regionale debatbijeenkomsten en scholen krijgen informatiepakketten om te ontdekken hoe ze hun stem kunnen laten horen. Ideeën verbinden Een groep deskundigen van binnen en buiten het onderwijs gaat al deze ideeën met elkaar verbinden. In het najaar van 2015 moet dit alles leiden tot een breed gedragen visie op wat kinderen moeten kennen en kunnen als ze klaar zijn met school. Daarna zal die visie verder worden uitgewerkt, samen met onder andere de docenten. Stap voor stap wordt de inhoud van het Nederlandse onderwijs van de toekomst zo concreter. #onderwijs2032 Om het gesprek direct op stoom te helpen, heeft Dekker vijftien smaakmakers gevraagd om hun visie op het onderwijs van de toekomst in een filmpje kort onder woorden te brengen. De filmpjes worden vandaag via Twitter en Youtube gepubliceerd. Via onderwijs2032.nl wordt iedereen uitgedaagd te reageren of zelf een filmpje in te sturen. Partners Met de dialoog over de onderwijsinhoud sluit Dekker aan bij de wens van Onderwijsraad en de WRR om samen met leraren, leerlingen, ouders en andere belanghebbenden de totale onderwijsinhoud tegen het licht te houden en deze bij de tijd te brengen. Het ministerie van OCW trekt samen op met de sectorraden en diverse lerarenorganisaties.
Daxis Bulletin nr. 77 december 2014
Kwaliteit kinderopvang verbeterd (Novum) - Het aantal voorzieningen voor kinderopvang is vorig jaar met elf procent gedaald, maar de kwaliteit is verbeterd. Dat blijkt uit een rapport dat minister van Sociale Zaken Lodewijk Asscher (PvdA). Zes op de tien locaties voldeden in 2013 volgens de Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD) aan de eisen. In de jaren ervoor was dat 45 tot 50 procent. Ook blijkt dat gemeenten beter handhaven als er iets mis is bij bijvoorbeeld een kinderopvangverblijf of buitenschoolse opvang. Het rapport gaat ook in op het systeem van continue screening van medewerkers van kinderopvangbedrijven dat sinds vorig jaar maart bestaat. Sindsdien zijn via justitie 124 signalen binnengekomen over gedragingen van medewerkers in de kinderopvang, vaak huisgenoten van gastouders. Het gaat bijvoorbeeld over het gebruik van geweld, maar ook om zedenfeiten of drugsgebruik. In bijna alle gevallen heeft het signaal ertoe geleid dat de persoon in kwestie niet meer in contact staat met de opgevangen kinderen. Het systeem van continue screening werkt nu alleen voor vaste medewerkers van de kinderopvang. Asscher wil het zo uitbreiden dat ook stagiaires of uitzendkrachten eronder vallen. Wat moet te doen bij problemen met een bepaald vak? Het volgen van huiswerkbegeleiding bij een huiswerkinstituut zorgt in de meeste gevallen voor betere resultaten op school. Maar het kan ook helpen om te achterhalen met welke vakken de leerling meer moeite heeft. Wanneer blijkt dat de leerling problemen heeft met een bepaald vak, dan is het zaak direct aan de bel te trekken en de juiste stappen te nemen om die problemen op te lossen. Stap 1 Bekijk waar de problemen met het vak liggen. Is de stof te moeilijk? Begrijpt de leerling het wel maar heeft hij een achterstand opgelopen? Legt de leraar het voor de leerling niet goed uit? Of is de relatie verstoord met de leraar? Of stelt de leerling het maken van het huiswerk voor dat vak steeds uit? Stap 2 Bespreek de problemen met de studiecoach en bekijk samen hoe het probleem opgelost zou kunnen worden. Stap 3 Breng de leraar en leerling met elkaar in contact. Laat de leerling uitleggen dat hij zich bewust is van het feit dat hij problemen heeft met het vak, maar dat hij er graag iets aan wil doen en dat hij het er ook al met zijn studiecoach of huiswerkbegeleider over heeft gehad. Als de leraar merkt dat de leerling bereid is om iets aan de problemen te doen, zal de leerkracht ook bereid zijn om hem daarbij te helpen. Stap 4 Laat de leerling samen met de studiecoach een plan maken om zichzelf bij te spijkeren. Als de leerling een achterstand hebt, wordt er elke dag extra tijd ingeruimd om achterstallig huiswerk in te halen. Bespreek dit plan ook met de docent en vraag geregeld om feedback. Stap 5 Als blijkt dat de leerling echt inhoudelijk moeite heeft met het vak, en de leerling er tijdens huiswerkbegeleiding niet verder mee komt, laat de studiecoach dan bijles adviseren.
Daxis Bulletin nr. 77 december 2014
Oister houdt wél rekening met plaats van werkwoord Woordenboeken lijken iets van de vorige eeuw te zijn, met dank aan Google Translate. Die vertaaldienst is weliswaar creatief, maar niet altijd even correct. De Universiteit van Amsterdam (UvA) werkt daarom aan het vertaalsysteem Oister, dat, tamelijk cruciaal, wél rekening houdt met de plaats van het werkwoord in de zin.. Hoe haal je het beste uit Google Translate? X De vertaling is beter tussen twee talen die grammaticaal veel overeenkomsten hebben. Voorbeelden zijn Spaans-Engels en Frans-Engels, maar ook opvallende taalparen zoals Bulgaars-Engels en Indonesisch-Engels doen het behoorlijk goed. Minder geslaagde koppels zijn Koreaans-Engels en Japans-Engels. X Uiteraard geldt: hoe moeilijker de taal, hoe groter de kans op een verkeerde vertaling. Duits en Russisch zijn bijvoorbeeld lastig door alle naamvallen en het onderscheid tussen mannelijk en vrouwelijk. Met Spaans en Engels heb je meer succes. X Probeer alvast de volgorde van de zin in de doeltaal - de taal waarin vertaald wordt - te benaderen. Een voorbeeld: 'De politie greep meteen na de demonstratie in' is volgens Google Translate 'The police seized shortly after the demonstration in'. Dit is natuurlijk fout, 'grijpen' is letterlijk vertaald. Zorg daarom dat 'in' en 'grijpen' dichter bij elkaar staan: 'De politie greep in kort na de demonstratie' wordt dan correct vertaald als: 'The police intervened shortly after the demonstration'. 'Beroemdheid Jurken hebben de beste kwaliteit beroemdheid jurken worden verkocht, kunnen wij afhan op uw bestelling grootte (we kunnen accepteren alle op maat gemaakte jurken van onze website), als je van andere model jurken, kun je je als afbeelding sturen, kunnen we afhankelijk op uw bestelling foto!' Hoe we precies een 'beroemdheid jurk' moeten bestellen, is ons nog niet duidelijk. Maar één ding weten we na het lezen van dit intro van een trouwjurkensite wél: de schrijver had een blind vertrouwen in de vertaalcapaciteit van Google Translate. Grote kans dat vertalingen van dit kaliber straks tot het verleden behoren. De UvA ontwikkelde onlangs de nieuwe methode Oister, die op een andere manier opereert dan de huidige systemen, maar nog te veel tijd kost. Universitair hoofddocent Christof Monz is één van de ontwikkelaars van het nieuwe systeem, met post-doc onderzoeker Arianna Bisazza en promovendus Ke Tran. Context Monz werkt voor het instituut voor informatica aan de faculteit natuurwetenschappen, wiskunde en informatica: een hele mond vol, maar met, opvallend genoeg, niets van taalkunde. Volgens de wetenschapper is de kunst van het machinaal vertalen namelijk eerder een statistische dan een linguïstische aangelegenheid. 'Een vertaalsysteem pakt allerlei vertalingen uit verschillende data, genereert daar vertaalregels uit en past deze vervolgens toe. Dat werkt op zich goed, maar het kijkt niet naar de context van een woord en weet daardoor niet altijd of iets enkel- of meervoud moet zijn. Ook houdt het vaak de oorspronkelijke woordvolgorde van een zin aan. Terwijl het per taal vaak verschilt waar bijvoorbeeld een werkwoord in de zin staat. Ons nieuwe systeem houdt hier wel rekening mee. Dat kost wat meer tijd, maar zorgt wel voor correctere vertalingen.' Zinnen als 'kunnen we afhankelijk op uw bestelling foto!' hoeven we daardoor niet meer tegen te komen, zegt de onderzoeker. Fijn, maar het echte probleem van de hedendaagse machinale vertalers zit niet in deze zinnen. Hoe krom ze ook zijn, we snappen wel ongeveer waar het over gaat.
Daxis Bulletin nr. 77 december 2014
Controleer uw school met Wi-Fi domotica
€ 49,99 Prijzen incl. btw.
€ 44,99
€ 39,99
€ 99,99
Met de School App controleert u uw schoolgebouw. De verschillende Wi-Fi devices koppelt u eenvoudig aan uw wifi router door één druk op de knop. De Wi-Fi motion sensor detecteert of er ongewenste gasten in uw schoolgebouw zijn. Koppeling met de Wi-Fi camera zorgt ervoor dat u de beelden direct kunt zien op uw smartphone. De Wi-Fi smart plugs schakelen uw elektronische apparaten aan of uit op de momenten zoals u dat geprogrammeerd hebt. Opslag van de beelden in de Didax Cloud Sla de beelden op in onze cloud zodat u later altijd over bewijsmateriaal beschikt bij een eventuele inbraak. Voor € 2,50 per week liggen uw beelden veilig bij Daxis opgeslagen en zijn naderhand altijd op te vragen en over te dragen aan de politie. Bent u geïnteresseerd in de Wi-Fi domotica van Daxis? Vraag geheel vrijblijvend meer informatie bij ons aan.
Maagdenburgstraat 22 7421 ZC Deventer T: 0570-633242 www.daxis.nl
[email protected] Daxis Bulletin nr. 77 december 2014