DAXIS BULLETIN juli 2014 _______________________________________ Samsung lanceert nieuwe tabletreeks Samsung lanceert een nieuwe serie luxe tablets onder de naam Galaxy Tab S, die de tegenhanger van de succesvolle smartphone-reeks Galaxy S moet worden. Beide series onderscheiden zich door de schermtechniek. Net als de Galaxy S5 en haar voorgangers krijgt de Tab S een superamoled-scherm. Hiermee richt de marktleider bij de Android-tablets zich op de consument die steeds meer video op zijn tablet gaat bekijken. Aanvankelijk werden alleen korte fimpjes bekeken, maar inmiddels gaat de consument ook voor lange speelfilms naar de tablet. Als tweede scherm is de tablet sterk in opmars onder mensen die overal in huis tv willen kijken. De beeldkwaliteit van de tablet is vergelijkbaar met die van een Full HD-tv. De Tab S van 8,4 inch en de grotere Tab S van 10,5 inch zijn de eerste tablets met een amoled-scherm en een resolutie 2.560 x 1.600 pixels. Twee jaar geleden bracht Samsung de Tab 7 (7,7 inch) uit, maar die had een veel lagere resolutie. Het Appleproduct moet het echter met een lcd-scherm doen en een lagere resolutie van 2048 x 1536 pixels. Volgens Bjorn Jense, marketing manager tablet en pc bij Samsung Nederland, is gewacht met het uitbrengen van een tablet in de S-klasse totdat de amoled-techniek voldoende geschikt was voor dit soort apparaten. De S-klasse komt boven de Tab 4 van 10,1 inch. Het prijsverschil is 200 euro. Daarnaast is er nog de Pro-serie voor zakelijke gebruikers. Door de grote helderheid kan de Tab S ook buiten in de zon worden gebruikt. Het gamma van kleuren dat kan worden weergegeven, is 20 procent groter dan bij de beste lcd-schermen. Met name de weergave van zwart is aanzienlijk verbeterd. Bij haar voorgangers met een lcd-scherm oogde zwart als grijs. Ook de contrastverhouding is sterk verbeterd. Bij lcd bedraagt die 1.000:1, terwijl superamoled 100.000:1 heeft. Een andere verbetering is dat het scherm zich automatisch aan het omgevingslicht en het type content aanpast. Als je in een halfduistere kamer een e-boek gaat lezen, stelt het scherm zich daarop in. De gebruiker kan ook zelf instellingen kiezen zoals de bioscoopstand en de fotostand. Een ander voordeel van amoled is het geringere energieverbruik. Omdat de oled-techniek geen achtergrondverlichting nodig heeft, gebruikt de Tab S vrij weinig energie. Volgens de fabrikant kan je 11 uur video in de hoogste resolutie (1080p) bekijken op één acculading. In een extreme spaarstand sluit de tablet alle energieslurpende apps af en kan nog 12 dagen lang worden doorgegaan. De Tab S komt op 4 juli in de winkel. Het model van 8,4 inch is beschikbaar met wifi en 16 B intern geheugen en gaat €399 kosten, het grotere model van 10,5 inch komt zowel in een wifi- als in een wifi/4G-versie en begint bij €499.
Daxis Bulletin nr. 72 juli 2014
De Didax agenda De Didax agenda heeft een voor- en achterkant. De voorkant is voor de leerling en de achterkant is de programmeeromgeving voor de docent. De voorkant is een dag– en/of weekagenda en staat op het scherm van de leerling onder een icoontje. In de agenda staan de lessen vermeld en aan elke les zijn de opdrachten gekoppeld. Dit kunnen teksten zijn, filmpjes, toetsen, verwijzingen naar webpagina’s, etc. De lessen zijn opgeslagen in de Didax Edu Drive en bevatten behalve het leerling lesmateriaal ook meta data die de keuze voor een les gemakkelijker maken. De achterkant is de docentenomgeving van de Didax agenda. De lessen die de leerkracht in zijn voorbereiding maakt, kan hij direct in de Didax Edu Drive plaatsen. De Didax Edu Drive heeft een indeling op basis van de vakken, zoals rekenen, geschiedenis, aardrijkskunde, etc. De vakken zijn op groepsniveau geordend. Essentieel zijn de meta data die per les ingevuld moeten worden.
Nederlandse onderwijs moet meer vernieuwen Het Nederlandse onderwijs moet meer bij de tijd blijven door de lesprogramma's vaker kritisch tegen het licht te houden. De vakken die nu worden gegeven sluiten niet goed aan bij moderne vaardigheden van de 21ste eeuw. Dat stelt de Onderwijsraad in een uitgebracht advies. In het rapport dat werd aangeboden aan minister van Onderwijs Jet Bussemaker (PvdA) en staatssecretaris van Onderwijs Sander Dekker (VVD) stelt de Onderwijsraad dat het onderwijs veel meer aansluiting moet vinden bij '21ste-eeuwse vaardigheden'. Een permanent onafhankelijk college met vertegenwoordigers uit onderwijs, bedrijfsleven en de wetenschap moet de minister daarom periodiek gaan adviseren over de lesprogramma's. In de huidige informatiesamenleving spelen computers, beelden, video en animaties een veel grotere rol, maar het lesprogramma van scholen loopt daar flink op achter. Zo wijst de onderwijsraad in het advies op het vak informatica dat op middelbare scholen wordt onderwezen. Sinds de invoering daarvan in 1995 zou het vak niet noemenswaardig zijn aangepast. "Om het onderwijs bij de tijd te houden is periodieke herijking van het curriculum noodzakelijk", zegt voorzitter van de Onderwijsraad Geert ten Dam. Onderwijsvernieuwring zou volgens de raad 'te ad hoc en fragmentarisch' plaatsvinden. Gepleit wordt daarom voor een permanent en onafhankelijk college van vertegenwoordigers uit onderwijs, bedrijfsleven en de wetenschap. Zij moeten de minister regelmatig adviseren omdat de overheid uiteindelijk bepaalt hoe de studieprogramma's eruitzien
Daxis Bulletin nr. 72 juli 2014
Aantal mannelijke pabostudenten neemt weer toe Het aantal jongens dat kiest voor een lerarenopleiding voor het basisonderwijs is afgelopen schooljaar met vijftien procent gestegen. Een op de vijf pabostudenten is nu man. Dat is meer dan het aandeel dat nu lesgeeft op een basisschool. Het percentage mannelijke leerkrachten in het primair onderwijs daalde van 22,8 procent in 2003 tot 15,6 procent in 2012. CNV Onderwijs trok eerder aan de bel over de 'bedreigde soort' die schoolmeesters volgens de vakbond dreigen te worden. Nu lijken de pabo's er dus weer in te slagen meer mannelijke studenten te werven. Een aantal onderwijsinstellingen heeft daar ook maatregelen voor genomen. Zo zet Fontys Hogeschool mannelijke studenten op voorlichtingsposters en komen mannelijke studenten bij elkaar in de klas. Cijfers voor het komende studiejaar zijn er nog niet, omdat de inschrijvingen nog voorlopig zijn. Kind dik door beeldscherm Buiten schooltijd zouden kinderen eigenlijk niet meer dan twee uur per dag achter een beeldscherm moeten doorbrengen. Een uur voor bedtijd zijn gamen, televisie kijken of het gebruiken van een smartphone sowieso af te raden. Veel ouders weten hun kind in dat opzicht niet goed te begeleiden. Artsen waarschuwen dat kinderen dik en ongelukkig kunnen worden van overmatig beeldschermwerk. Na maximaal twee uur moeten ze achter het scherm vandaan, zo luidt hun advies. Augustus vorig jaar waarschuwden orthopeden al voor de zogenoemde gameboy-rug, die het gevolg kan zijn van intensief gamen. Maar langdurig op een beeldscherm turen kan ook leiden tot slaapproblemen, onder meer door het directe effect van het felle licht. Slaapgebrek kan zorgen voor verminderde schoolprestaties, overgewicht en stemmingsstoornissen, stellen de artsen. Ook branderige, droge of juist tranende ogen, hoofdpijn, wazig en dubbel zien komen vaak voor. De deskundigen adviseren ouders de totale schermtijd terug te brengen tot hooguit twee uur per dag, geen tv-toestellen op kinderkamers te zetten en 's avonds geen smartphone toe te laten op hun slaapkamer. De laatste 30 jaar zijn er steeds meer kinderen te dik en dat komt onder meer door het flink toegenomen beeldschermgebruik, betogen de artsen. Een echte cultuurverandering is nodig voor de kleintjes: de artsen adviseren om kinderen onder de 2 jaar helemaal geen tv te laten kijken. Uit onderzoek uit 2013 blijkt dat bijna alle 3-jarigen tv, video of dvd kijken. Aandacht voor seksuele diversiteit zorgt voor veiligere school Voorlichting, lessen in omgangsvormen en een training voor leraren dragen bij aan een betere accepteren van lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen en transgenders (lhtb’s) op school. Dat blijkt uit de resultaten van een proef van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap op zo’n 130 scholen in het primair en voortgezet onderwijs. De PO-Raad was betrokken bij de invulling van de pilots. In het rapport Anders in de klas is de pilot geëvalueerd. Het onderzoek vond plaats in 2012/’13. Leerlingen hadden na de proef minder moeite met lhbt’s. Meer leerlingen voelden zich veilig in de klas en meer leerlingen hadden het gevoel er in de klas bij te horen. Scholen vonden het wel moeilijk om ouders bij de proef te betrekken. Ouderavonden werden slecht bezocht. In 2012 zijn in het onderwijs de kerndoelen op het gebied van seksualiteit en seksuele diversiteit aangepast. Op deze manier wil de overheid aandacht voor dit onderwerp op school bevorderen en de sociale veiligheid van jonge lhtb’s. De aanpassing van de kerndoelen was voor de minister van OCW aanleiding om de pilot uit te voeren: in de twee hoogste groepen van het basisonderwijs en de twee eerste leerjaren van het voortgezet onderwijs. De proef vond plaats in de schooljaren 2012/’13 en 2013/’14
Daxis Bulletin nr. 72 juli 2014
Microsoft komt met grotere en dunnere Surface Softwarereus Microsoft heeft de nieuwste telg in zijn Surface-tabletfamilie onthuld. De Surface Pro 3 is met een scherm van 12 inch groter dan zijn voorgangers, maar is tegelijkertijd ook dunner. Het apparaat heeft een dikte van slechts 9,1mm. Het idee achter de Surface Pro 3 is dat dit de tablet is die volledig een laptop kan vervangen. De tablet wordt dan ook uitgerust met een Core i3, i5 of i7 processor van Intel, al naar gelang de eisen van de koper. Het scherm heeft een resolutie van 2160 bij 1440 pixels. Net als zijn voorgangers heeft ook deze derde versie een standaard die tot 150 graden te verstellen is. Als besturingssysteem wordt Windows 8.1 geleverd. De goedkoopste versie heeft een prijskaartje van $799. Deze bevat een Core i3-chip met 4GB aan werkgeheugen en 64GB aan opslaggeheugen. De duurste versie heeft een Core i7-processor, 8GB aan werkgeheugen en 512GB aan opslaggeheugen. Deze kost $1949. De Surface Pro 3 wordt ook geleverd met een stylus en ook de Type Cover - de hoes met toetsenbord - is verbeterd. Zo is de trackpad een stuk nauwkeuriger geworden. Vanaf augustus is de nieuwe Microsoft-tablet in Nederland beschikbaar.
Duitse les op basisscholen Groningse Oldambt Vanaf volgend jaar zullen twee basisscholen in het Groningse Oldambt Duitse les gaan geven in groep 7 en 8. Wethouder van onderwijs Bard Boon wil de kinderen daarmee voorbereiden op de Duitse arbeidsmarkt. Welke twee scholen Duits gaan geven is nog niet bekend. Vooralsnog gaat het om een proef. De gemeente zal de twee scholen aanwijzen die vanaf augustus elke week Duitse les zullen geven aan de twee hoogste klassen. Wethouder Boon vindt dat niet vroeg genoeg begonnen kan worden met het interesseren van jeugd voor Duitsland. “Het is ambitieus maar ik vind dat als deze generatie straks werk zoekt ze ook over de grens aan de slag moet kunnen. Daarbij is spreken en verstaan van Duits onontbeerlijk”. Boon hoopt dat de proef slaagt en dat de taallessen een structureel onderdeel van het onderwijsaanbod zullen worden. “We hebben al contact met scholen over de grens. Hoe de lessen er exact uitzien, wordt nu nog uitgewerkt”, zegt de wethouder. Oldambt is de eerste gemeente in de provincie Groningen die Duitse taal op de basisschool wil invoeren. Vijf scholen hebben zich al aangemeld voor het taalproject. Daxis Bulletin nr. 72 juli 2014
Stoodle: een real-time, virtueel whiteboard Ook buiten het klaslokaal hebben leerlingen zo nu en dan ondersteuning nodig. De webapplicatie Stoodle is daar een prima middel voor. Stoodle is een gratis virtueel whiteboard waarmee je real-time uitleg en ondersteuning kunt bieden. Stoodle in de praktijk Met Stoodle kun je heel makkelijk met je leerlingen huiswerk doornemen en ondersteuning of bijlessen geven. Je bent allebei online in één scherm en ziet dus realtime wat de ander op het whiteboard zet. Per pagina kunnen leerlingen jouw aantekeningen bekijken en zelf aantekeningen toevoegen, terwijl het werk besproken wordt via de audiotoepassing of de chatfunctie. Wat kunnen leerlingen er mee? Leerlingen kunnen Stoodle ook onderling gebruiken, bijvoorbeeld om teksten te bespreken en samen huiswerk of werkstukken te maken. Ze kunnen tussendoor makkelijk aantekeningen vastleggen als ze opdrachten maken. Dit kan voor je als docent interessant zijn om achteraf door te lezen. Hierdoor krijgt je meer begrip voor de denkwijze van de leerling en daardoor voor betere individuele hulp. Voor de leerling wordt met Stoodle het vragen om hulp en uitleg makkelijker gemaakt door het directe contact met de docent, wat de resultaten op school ten goede komt. Functies Registreren is niet nodig. Via de webbrowser maak je een eigen ‘classroom’ aan en kun je direct beginnen met schrijven, tekenen en bestanden of afbeeldingen toevoegen. Die kun je binnen de applicatie uploaden via Instagram, Evernote, Dropbox of Flickr. Het is ook mogelijk om naar afbeeldingen op het web te zoeken. Via de audiotoepassing kun je met elkaar praten. Dat is met name handig bij individuele gesprekken of besprekingen in kleine groepjes. Wanneer je uitlegt geeft aan de hele klas komt de ingebouwde chatfunctie wellicht beter van pas. Het whiteboard kan niet vol raken, dus je hoeft tussentijds niets weg te gooien. Via Facebook, Twitter en e-mail kun je leerlingen of klasgenoten toevoegen aan je ‘classroom’. Zij kunnen je whiteboard dan ook bewerken of deelnemen aan de real-time sessie. Bovendien gaat het whiteboard nooit verloren zolang je de URL bewaart. http://stoodle.ck12.org/ iPad krijgt splitscreenmodus in iOS 8 Goed nieuws, zeker voor iPad-bezitters. Het lijkt er namelijk op dat Apple met een multitasktool voor de iPad komt. Vierde generatie iPad weer op de markt ipad4. De vierde generatie iPad is weer terug. Het is een van de grote minpunten van de iPad: je kunt niet in meerdere applicaties tegelijk op een scherm werken. Hiermee doet Apple’s tablet onder voor zijn concurrenten van bijvoorbeeld Microsoft (met de Surface 2) en Samsung (met bijvoorbeeld de Note Pro 12). 9to5Mac stelt dat Apple aan een oplossing hiervoor werkt. In de update naar iOS 8 zal er voor de iPad ook een functie bij zitten die multitasken mogelijk maakt. Volgens bronnen die bij het ontwikkelingsproces betrokken zijn, is het dan mogelijk om in twee applicaties tegelijkertijd te werken. Naast de multitaskmogelijkheid doen er nog meer geruchten de ronde over iOS 8. Zo werkt Apple aan Healthbook, dat aan de hand van bijvoorbeeld wearables allerlei functies van je lichaam kan monitoren.
Daxis Bulletin nr. 72 juli 2014
Bewegingsonderwijs belangrijk bij ontwikkelen schoolprestaties speciaal basisonderwijs Kinderen met leerproblemen in het speciaal basisonderwijs hebben over het algemeen slechtere grove motorische vaardigheden dan leeftijdgenootjes in het reguliere onderwijs. Zij ontwikkelen deze vaardigheden wel, maar op 11-jarige leeftijd hebben ze nog steeds een achterstand van tenminste 3 jaar ten opzichte van andere 11 -jarigen. Bovendien blijken deze vaardigheden samen te hangen met hun schoolprestaties. Dit blijkt uit het proefschrift van bewegingswetenschapper Marieke Westendorp van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Een balvaardigheidprogramma lijkt hun planningsvaardigheden en het probleemoplossend vermogen te verbeteren. In haar onderzoek ging Westendorp na welke relaties er zijn tussen de grove motorische ontwikkeling en cognitieve ontwikkeling (executieve functies en schoolprestaties) van kinderen met leerproblemen in het speciaal basisonderwijs (sbo) in de leeftijd van 7 tot en met 12 jaar. Het belang hiervan ligt vooral in het ontwikkelen van passend onderwijs voor deze kinderen. Slechtere motorische vaardigheden Uit het onderzoek blijkt dat kinderen in het sbo slechtere motorische vaardigheden hebben dan hun leeftijdsgenootjes in het reguliere onderwijs. Zij ontwikkelen deze wel, maar hebben op 11-jarige leeftijd nog steeds een achterstand van zo’n 3 jaar ten opzichte van hun leeftijdgenootjes. Zij stelt tevens vast dat er een specifiek verband is tussen grove motorische vaardigheden en cognitieve vaardigheden. Effect balvaardigheidprogramma Volgens Westendorp is specifieke aandacht voor het oefenen van grove motorische vaardigheden noodzakelijk voor kinderen met leerproblemen in het sbo. Zij ging het effect van een balvaardigheidprogramma na. Dit blijkt niet alleen effectief te zijn om de balvaardigheden van deze kinderen te verbeteren, maar lijkt ook positieve invloed te hebben op hun executieve functies, in het bijzonder op planningsvaardigheden en het probleemoplossend vermogen. Lessen bewegingsonderwijs zeer belangrijk Westendorp adviseert leerkrachten extra aandacht te besteden aan het ontwikkelen van grove motorische vaardigheden. Dat kan bij uitstek tijdens de lessen bewegingsonderwijs. “Het is hierbij van belang om rekening te houden met niveauverschillen van de kinderen. Biedt daarom alle oefeningen op verschillende niveaus aan en geef kinderen individueel en specifieke feedback”, aldus Westendorp. De resultaten van haar onderzoek onderstrepen het belang van een goede grove motorische ontwikkeling. Westendorp: “Het geeft eens te meer het grote belang aan van kwalitatief goed bewegingsonderwijs voor kinderen. Ik hoop dat deze resultaten leiden tot grotere bewustwording in samenleving en politiek dat bewegingsonderwijs een belangrijk schoolvak is.” Leermiddelenmonitor 2013-2014: Leraar en schoolleider denken anders over leermiddelen Leraren en leidinggevenden blijken nogal eens van opvatting te verschillen als het gaat om het gebruik van leermiddelen. Zo hebben leidinggevenden duidelijk een zonniger kijk op de toepassing van ICT dan leraren. En terwijl leidinggevenden het idee hebben dat er in toenemende mate sprake is van leermiddelenbeleid, ervaren leraren juist het tegenovergestelde. Dit en nog meer opvallende verschijnselen zijn te vinden in de Leermiddelenmonitor 2013-2014. De Leermiddelenmonitor is een tweejaarlijks landelijk onderzoek naar trends op het gebied van leermiddelen in het primair, voortgezet en speciaal onderwijs. In 2013/2014 werkten bijna 1200 leraren en ruim 500 leidinggevenden mee. Daxis Bulletin nr. 72 juli 2014
De onverwachte voordelen van een tablet in het onderwijs Het gebruik van de tablet in het onderwijs brengt onverwachte voordelen met zich mee. Een van de opvallendste is dat kinderen die overdag veel in een digitale omgeving bezig zijn, na schooltijd vaker buitenspelen. Toen Maurice de Hond zijn visie voor een Steve JobsSchool bedacht, bleek al snel dat een tablet een essentieel leermiddel binnen dit concept zou zijn. Om doelen als gepersonaliseerd leren of het voorbereiden voor de toekomst te kunnen realiseren, zou een digitaal leermiddel, de tablet, nodig zijn. Ook het werken aan (een deel van) de 21st century skills en het werken in een digitale leeromgeving waren dingen waar O4NT, de organisatie achter de Steve JobsScholen, heel bewust de tablet voor ging inzetten. Nu de scholen al weer bijna een jaar draaien, blijken er veel meer voordelen aan een tablet te zijn dan van tevoren ingeschat was. Niet allemaal even belangrijk en essentieel, maar wel voordelen waarmee met name leerkrachten en leerlingen erg content zijn. Funfactor De belangrijkste is wel de funfactor die de tablet voor kinderen met zich meebrengt. Kinderen vinden het veel leuker om opgaven te maken met behulp van een tablet in een uitdagende omgeving. Zo hebben verscheidene kinderen in drie maanden tijd al duizenden sommen gemaakt omdat ze de omgeving waarin ze die maken zo leuk vinden. Voor leerkrachten is het vooral belangrijk dat leerlingen goed inoefenen. Maar het feit dat ze dat met zeer veel plezier doen, maakt het werk voor de leerkracht een stuk eenvoudiger. Door de camera die op de tablet zit, is er een veel intensiever contact met ouders. Leerkrachten maken veel vaker foto’s van de dagelijks activiteiten. Ze kunnen die met een knop delen met ouders. Dat gebeurt bijvoorbeeld op een Facebook-pagina of in een beschermde omgeving, zoals Klasbord, voor de ouders van hun groep. Vanwege de eenvoud doen leerkrachten dit ook veel vaker. Hierdoor zijn ouders vaak bijna ‘live’ op de hoogte van de activiteiten die hun kind die dag uitgevoerd heeft. Dit zorgt voor ouders die veel meer betrokken zijn. Eigen leermateriaal Door de tablet kunnen ouders en leerlingen hun eigen leermateriaal inbrengen. Zeer regelmatig worden leerkrachten door zowel ouders als leerlingen getipt over goede educatieve apps of websites. Hierdoor voelen ouders zich veel meer betrokken bij het leerproces. Het leren van het kind wordt een samenwerkingsverband tussen kind, ouder en leerkracht. De kinderen zelf merken dat ze echt invloed hebben op wat ze leren en de wijze waarop. Dit versterkt hun zelfvertrouwen en maakt ze tegelijkertijd medeverantwoordelijk voor hun eigen leerproces. Het werken in een digitale leeromgeving lijkt voor de meeste kinderen een vanzelfsprekendheid. Het sluit aan bij hun eigen wereld. Dit is vooral te zien in het gemak waarmee leerlingen nieuwe digitale vaardigheden aanleren. Al heel snel zijn die vaardigheden zelfs beter dan die van de leerkracht. De leerling wordt dan de expert en gaat andere kinderen deze vaardigheden aanleren. Er ontstaat een natuurlijk proces waarbij de rol van de leerkracht als alwetende en de leerling als onwetende langzaam vervaagt. Het moge voor iedereen duidelijk zijn dat dit fantastisch is voor het zelfvertrouwen van de leerling. Buiten spelen Het laatste voordeel is vrij bijzonder. Leerlingen van een Steve JobsSchool spelen na schooltijd vaker buiten dan andere kinderen, als na een paar maanden het spannende en nieuwe van de tablet af is. Het blijkt dat leerlingen die de hele schooldag al in een digitale omgeving gewerkt hebben, na schooltijd de tablet vaak opzij leggen en buiten gaan spelen. Leerlingen die op school de hele dag in een analoge leeromgeving hebben gewerkt, zijn blij als ze na schooltijd wel op een tablet of pc mogen werken.
Daxis Bulletin nr. 72 juli 2014
Slechts 13 van 61 methodes tegen pesten effectief Slechts dertien van de tientallen anti-pestmethodes waar scholen mee werken voldoen echt. Dat zegt de commissie die in opdracht van staatssecretaris Dekker van Onderwijs 61 methodes heeft onderzocht. Scholen worden straks verplicht pesten aan te pakken door één van de methodes toe te passen wanneer de anti-pestwet van kracht wordt. De commissie concludeert na haar onderzoek dat bij de meeste methodes het niet aannemelijk is dat ze pesten terugdringen. Wel kunnen sommige methodes helpen in het bevorderen van weerbaarheid of sociale vaardigheden. Welke 13 methodes wel aan de eisen voldoen is nog niet bekend gemaakt. In het programma Nieuwsuur had psycholoog Bob van der Meer, die gespecialiseerd is in de aanpak van pesten, kritiek op het onderzoek. Volgens hem zitten belangenbehartigers van bepaalde pestmethodes in de commissie. "Dus de slager is zijn eigen vlees aan het keuren," zo stelt hij. Echter, volgens Inge Anthonijsz van het Nederlands Jeugdinstituut, dat het onderzoek begeleidde, mochten de vertegenwoordigers van de onderzochte methodes niet hun eigen methode beoordelen. Zij spreekt daarom van een onafhankelijk onderzoek. De PO Raad ziet niets in de plannen van de overheid scholen een methode op te leggen om pesten tegen te gaan. In Nieuwsuur zei Wim Ludeke van de raad dat het tegengaan van pesten een onder moet zijn ban het schoolveiligheidsbeleid. “Niet dat we een keuze opgelegd krijgen waarvan we zeggen: 'Hij past dan wel niet helemaal bij deze school, in deze omgeving, bij deze kinderen', want dan schiet je de hulp voorbij”. Ludede vindt vooral het gebrek aan maatwerk bezwaarlijk. “Ik denk dat scholen en besturen heel goed in staat zijn om, kijkend naar hun situatie, daar een passend aanbod in te doen.” De eerste school die met V@school werkt, staat in Middelburg Onlangs nam Marjolijn Bergmann, de vrouw van de burgemeester, in aanwezigheid van alle leerlingen, het schoolteam en vertegenwoordigers van de Bibliotheek het schoolbibliotheeksysteem V@school officieel in gebruik. Daarmee maakt Archipelschool de Uilenburch in Middelburg als eerste school in Nederland gebruik van het volledige systeem. En hiermee maken bibliotheek en school samen werk van ‘Meer lezen, beter in taal’! V@school is één van de opvolgers voor Educat-B, het schoolbibliotheeksysteem dat al jaren door honderden scholen wordt gebruikt. Net als Educat-B is V@school ontwikkeld met de bibliotheken in Nederland. Het systeem sluit volledig aan bij de belevingswereld en vaardigheden van de huidige generatie leerlingen; een generatie die opgroeit met digitale media en internet. Leerlingen kunnen in V@school zoeken naar boeken en andere materialen in de schoolbibliotheek en in de Zeeuwse Bibliotheken. Het systeem biedt zoekresultaten aan die passen bij de leeftijd en het leesniveau van de leerlingen. Zo ontdekken de leerlingen zelf niet alleen leuke boeken, maar ook betrouwbare, informatie op internet, die relevant is voor spreekbeurten, werkstukken of projecten. V@school is onderdeel van de Bibliotheek op school, een landelijke strategische aanpak voor structurele samenwerking tussen bibliotheken en onderwijs. Met de Bibliotheek op school brengt de bibliotheek boeken en lees-/media advies in de school. Kijk voor meer informatie op www.debibliotheekopschool.nl of neem contact op met uw lokale bibliotheek.
Daxis Bulletin nr. 72 juli 2014
Curriculummonitor van de SLO De curriculummonitor verschijnt elke twee jaar; de volgende komt uit in 2016. Het onderzoek bestaat uit een kwantitatief en een kwalitatief deel. Voor het kwantitatieve deel beantwoorden leraren en schoolleiders uit het funderend onderwijs (po en vo, inclusief (v)so) een digitale vragenlijst over algemene leerplanthema’s. Opvallende zaken worden in een kwalitatief onderzoek dieper uitgespit. Van de curriculummonitor 2014 is het kwantitatieve deel afgerond; op de uitkomsten daarvan is dit artikel gebaseerd. Dit jaar nog volgt een kwalitatief onderzoek in het (v)so en praktijkonderwijs; bij de volgende afname een verdieping in de rest van het funderend onderwijs. De curriculummonitor telde deze eerste keer zeven onder- werpen: landelijke leerplankaders, leergebiedoverstijgende doelen en vaardigheden, ruimte en horizontale samenhang, omgaan met verschillen, ontwikkeling van leerlingen volgen en toetsen, doorlopende leerlijnen, speerpunten en uitdagingen. Het rapport is vanaf eind juni gratis te downloaden via www.slo.nl/publicaties. http://www.slo.nl/organisatie/slomagazines/context/contextpo/ ICT-tool ondersteunt leerkracht bij ontwikkelen van passend onderwijs Lesstof op maat voor leerling met beperking Als in augustus de Wet Passend Onderwijs in werking treedt, zullen leerlingen met een (verstandelijke) beperking of gedragsproblemen meer dan tot nu toe een plek krijgen op een reguliere school. Hoe ga je daar als leraar mee om? Sectormanager van de afdelingen primair onderwijs en speciaal onderwijs bij SLO én UTpromovendus Berthold van Leeuwen ontwikkelde een ICT-tool, die hulp biedt om passend onderwijs voor deze scholieren te ontwikkelen. Een slechtziende of slechthorende leerling in de groep? Een kind in een rolstoel? Weinig leraren in het reguliere basisonderwijs die daar problemen mee hebben. Vaak volstaat een simpele aanpassing, een technische voorziening of gewoon iets meer aandacht om zo’n speciale leerling een glansrijke schoolcarrière te kunnen bieden. Maar wat doe je als een kind met het downsyndroom je groep komt versterken? Of met een stoornis in het autistische spectrum? Veel leraren binnen het reguliere basisonderwijs houden hun hart vast als in augustus 2014 de Wet Passend Onderwijs in werking treedt. Volgens deze nieuwe wet hebben schoolbesturen de (zorg)plicht om leerlingen met een beperking een passende plek te bieden binnen het normale onderwijs. Maar of deze scholen zeer moeilijk lerende (zml) kinderen ook echt binnenboord kunnen houden is de vraag. Meer dan de helft van de leraren die afgelopen november deelnamen aan een enquête van de onderwijsbond AOb, denkt van niet. Slechts 11 procent meent dat zijn of haar school er klaar voor is. Bovendien wordt getwijfeld aan de eigen deskundigheid. Een minderheid acht zichzelf deskundig genoeg om onderwijs te geven aan zorgleerlingen, terwijl 28 procent er zelfs van overtuigd is daar niet de nodige expertise voor in huis te hebben. “Leraren zijn vooral onzeker als het gaat om kinderen met een verstandelijke beperking”, weet Van Leeuwen. “Vooral bij vakken als taal en rekenen vragen zij zich af of zij wel de juiste aanpak volgen. Of ze alles uit het kind halen wat er in zit. En of ze de anderen in de groep niet tekortdoen.” Verbazen doet die onzekerheid hem niet. “Deze leraren zijn niet op het onderwijs aan zml-leerlingen voorbereid. En de scholen zijn er qua onderwijsaanbod ook niet op toegerust.” Bovendien is het volgens de onderwijskundige onmogelijk om de expertise uit het speciaal onderwijs één op één over te zetten naar het reguliere onderwijs, vanwege de grote verschillen in aanpak. Toch wil dat volgens hem niet Lesstof op maat voor leerling met beperking.
Daxis Bulletin nr. 72 juli 2014
De deeltijdjuf is slecht voor het onderwijs Scholen moeten korte metten maken met de deeltijdjuf. Die geeft niet alleen minder goed onderwijs, ze haalt ook de status van het lerarenvak onderuit. "Als vrouwen niet meer dan drie dagen willen werken, betekent dit vaak dat zij het primaat leggen bij de zorg thuis, in plaats van bij hun beroep als leraar en de continue professionalisering die daarbij hoort", zegt hoogleraar onderwijsbestuur Edith Hooge van de universiteit van Tilburg. Eerder al constateerde de Onderwijsinspectie dat leerkrachten die in deeltijd in het onderwijs werken minder didactische vaardigheden hebben en minder goed zijn in het omgaan met verschillen in de klas. Hooge vindt dat scholen en hun bestuurders die kritiek van de inspectie moeten 'problematiseren'. Zij stelt dat scholen waar veel juffen in deeltijd werken zorgen voor 'eenzijdig samengestelde teams van middelmatige leraren', die maken dat het onderwijs voor mensen - mannen en vrouwen - met grotere ambities "een zeer onaantrekkelijke, weinig ambitieuze werkomgeving is die zij mijden." Hooge zegt dit in een essay over onderwijsbestuur, dat zij op uitnodiging van het ministerie van onderwijs heeft geschreven. Gisteren presenteerde ze het op de eerste 'dag van het onderwijsbestuur', georganiseerd door het ministerie van onderwijs. Haar kritiek sloeg in als een bom bij de aanwezige schooldirecteuren, leraren en leden van medezeggenschapsraden. De reacties van directeuren zijn zowel afwijzend als positief. "Ik wil niet direct zeggen dat het deeltijdwerk problematisch is, maar lastig is het wel", reageerde Rinda den Besten, directeur van de PO-raad, de sectororganisatie van het basisonderwijs. "Met name als je wil professionaliseren wordt het wel heel ingewikkeld." Want wat als de juf die maar twee dagen werkt op cursus moet? "Ook extra dingen - Kerst, Sinterklaas, Pasen - komen wel heel vaak op dezelfde mensen neer." "In Finland heeft het onderwijs een heel hoge status en werkt geen enkele juf in deeltijd", zegt Jan van Zijl namens de MBO Raad. Ook in dat land zijn het bijna uitsluitend vrouwen die lesgeven. Voorzitter Paul Rosenmöller van de VO-Raad - de sectororganisatie voor het voortgezet onderwijs - reageert furieus: "Busladingen buitenlanders komen hier kijken hoe wij dat doen met dat deeltijdwerk. Ik zou dat niet laten varen op grond van één opmerking van de inspectie." Rosenmöller, oudKamerlid voor GroenLinks, was in de jaren negentig auteur van een in de Eerste Kamer gesneuvelde wet die werknemers het recht gaf op deeltijdwerk. Intussen gaat het om flinke aantallen deeltijdwerkers: 35 procent van de leerkrachten in het basisonderwijs werkt minder dan vier dagen. Dat zijn niet alleen maar vrouwen, maar wel grotendeels: van de meesters werkt 13 procent minder dan vier dagen, van de juffen 40 procent. Minister Bussemaker reageert terughoudend. Zij kan zich voorstellen dat een team vol mensen met een twee- of driedaagse werkweek niet altijd even werkbaar is. http://www.trouw.nl/tr/nl/4556/Onderwijs/article/detail/3662062/2014/05/27/Dedeeltijdjuf-is-slecht-voor-het-onderwijs.dhtml
Daxis Bulletin nr. 72 juli 2014
SLO zoekt praktijkvoorbeelden kunstonderwijs PO en SO Het Nationaal Expertisecentrum Leerplanontwikkeling (SLO) wil in kaart brengen hoe scholen in het primair onderwijs vormgeven aan kunstzinnige oriëntatie in de klas. Het gaat vooral kunstonderwijs aan leerlingen met een bijzondere onderwijsbehoefte. SLO zoekt praktijkvoorbeelden van reguliere en speciale scholen om ter inspiratie met andere scholen te kunnen delen. SLO gaat dit jaar beschrijven hoe een aantal scholen kunstzinnige oriëntatie in de praktijk brengen. Het centrum wil daarom in contact komen met scholen waarvan het een portret mag maken. Het portret van de school wordt aangevuld met lessen en filmpjes op de website van SLO. Andere scholen kunnen inspiratie putten uit deze praktijkvoorbeelden. Het centrum zoekt specifiek naar voorbeelden waarin leerlingen met een bijzondere onderwijsbehoefte les krijgen binnen het reguliere of speciale onderwijs of voorbeelden van scholen in het speciaal onderwijs die samenwerken met reguliere scholen. Belangstellenden kunnen voor meer informatie contact opnemen met Mariel Cordang van SLO via
[email protected] Leerlingvolgsysteem SOMtoday Topicus en Simac ICT Nederland, respectievelijk ontwikkelaar en exploitant van leerlingvolgsysteem SOM, gaan de samenwerking die in 2009 tot stand kwam door gezamenlijk met SOM de markt te betreden intensiveren. In de hernieuwde samenwerking gaan zij hun krachten bundelen door met elkaar zowel de ontwikkeling als de exploitatie te verzorgen. Onder het motto Samen Slimmer Onderwijs gaan Topicus en Simac met hun softwaregebruikers op innovatieve wijze in de dagelijkse werkzaamheden ondersteunen. Die kunnen zich daardoor meer richten op het primaire proces, waar de ontwikkeling van de leerling centraal staat. Om een blijvende, optimale aansluiting op de dagelijkse onderwijspraktijk te borgen, spelen gebruikers ook in de verdere ontwikkeling van de software een belangrijke rol. Daarnaast hebben Topicus en Simac de ambitie om zich met SOM te profileren als kennispartner. Beide organisaties beschikken over tientallen jaren ervaring en hebben veel kennis van het voortgezet onderwijs. In een wereld waar momenteel veel veranderingen plaatsvinden, kan SOM deze kennis en ervaring inzetten om scholen nog beter te ondersteunen in het geven van goed onderwijs. Ook deze ambitie is een pijler van de visie Samen Slimmer Onderwijs. Om de veranderingen zichtbaar extra kracht bij te zetten, is er gekozen voor een nieuw logo, nieuwe huisstijl en een nieuwe naam: SOM wordt vanaf nu SOMtoday. Deze naam is gelijk aan de naam van de in SOM geïntegreerde leeromgeving SOMtoday, welke Topicus en Simac in 2011 introduceerden. Kijk voor meer informatie over SOMtoday en de vele voordelen van onze software op: www.SOMtoday.nl. PO-Raad en VO-raad pleiten voor verlaging btw op digitale leermiddelen Om op grotere schaal ict in de school te kunnen doorvoeren, het onderwijs toekomstbestendig te maken en recht te kunnen doen aan verschillen in de klas, moeten belemmeringen worden weggenomen. De PO-Raad en VO-raad hebben er per brief bij de Tweede Kamer op aangedrongen die knelpunten weg te nemen. Het gaat specifiek om de btw op digitale leermiddelen. Over digitale leermiddelen moet nu 21 procent btw worden betaald terwijl over papieren boeken 6 procent btw wordt afgedragen. ‘Dit hogere btw-tarief voor digitale lesmaterialen remt de innovatie enorm’, schrijven de sectorraden in de brief. ‘Dit is zeer onwenselijk voor toekomstbestendig onderwijs.’ Andere landen als Duitsland en België hebben er al voor gekozen de btw op deze middelen te verlagen.
Daxis Bulletin nr. 72 juli 2014
3D ‘maak revolutie’ “Juf mijn pen is stuk, mag ik een nieuwe printen?” Deze vraag lijkt toekomst muziek maar is in werkelijkheid al heel goed mogelijk. De techniek van 3D printen heeft de laatste jaren een snelle ontwikkeling doorgemaakt en is nu in een bruikbare en vooral ook betaalbare fase aangekomen. De introductie van 3D printen is revolutionair voor de manier waarop er wordt lesgegeven. Doordat goedkoop en vrij eenvoudig prototypes gemaakt kunnen worden kan er op een nieuwe manier nagedacht worden of fysieke producten. Wat nu nog “dat is mooi, waar kan ik dat kopen?” is, heeft de potentie om “dat is mooi, hoe kan ik een betere versie ontwerpen?” worden. De opkomst van 3D printers gaat gepaard met de ‘makers trend’ die sterk in opkomst is in Amerika en ook steeds meer in Nederland. Makers zijn innovatieve en vaak inventieve mensen die onderdeel worden van de maak industrie, maar dan op kleine schaal. Vaak gaat het om projecten die starten met crowdfuding die gebaseerd zijn op een slim idee. Makers komen vaak samen in ‘maker spaces‘ of ‘hacker spaces’. Dit zijn een soort werkplaatsen met daarin een keur aan hightech machines waarmee allerlei prototypes kunnen worden gemaakt en soms zelfs beperkte productie kan plaatsvinden. Inmiddels zijn er in Nederland ook een aantal van deze ruimtes o.a. in Amsterdam, Den Haag, Arnhem, Tilburg, Enschede en Eindhoven. Zie hackerspaces.org voor volledige lijst en FabLab.nl. Met 3D printers wordt het voor het onderwijs ook mogelijk een dergelijke rol te spelen zonder dat hier hoge kosten bij komen kijken. De prijzen van 3D printers zijn de laatste jaren sterk gedaald en bewegen zich nu zo rond de €1.000. Er is voldoende (gratis) software verkrijgbaar om 3D modellen mee uit te werken (en YouTube video’s om dit te leren gebruiken). En bovendien is er een sterke community rondom het 3D printen waardoor het makkelijker wordt om hulp te krijgen, ideeën op te doen en met anderen samen te werken. http://www.3d-printexperience.com/
Nieuwe app tegen cyberpesten gelanceerd Sinds enige tijd is de #DeleteCyberbullying-app beschikbaar in Nederland. De Nederlandse versie van de app is verzorgd door Pestweb. Het bevat een interactieve quiz voor leerlingen, ouders en leerkrachten over cyberpesten. Tips, advies en de mogelijkheid om direct contact op te nemen met een hulporganisatie worden daarnaast aangeboden in het programma. Dit meldt Stichting School en Veiligheid. De interactieve quiz geeft leerlingen, ouders en leerkrachten tips en advies om cyberpesten te voorkomen en aan te pakken. Voor hulp heeft de gebruiker de mogelijkheid om door middel van een druk op de knop direct contact op te nemen met hulporganisaties zoals Pestweb, de Kindertelefoon, Mijn Kind Online en andere organisaties. Daarnaast zijn in de app een video over cyberpesten en een enquête voor leerkrachten opgenomen. De app is het eindresultaat van het Europese DeleteCyberbullying-project en is in juni 2014 in verschillende Europese landen gelanceerd. De app is beschikbaar in de Google Play Store.
Daxis Bulletin nr. 72 juli 2014
Goed onderwijsbestuur Op uitnodiging van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap schreef Edith Hooge dit jaar een essay over onderwijsbestuur onder de titel "Hoge verwachting, vrije uitvoering, stevige sturing". Hooge is bijzonder hoogleraar 'multilevel governance' aan de TiasNimbas Business School van de Universiteit van Tilburg, en ze is specialist op het gebied van onderwijsbestuur. Hooge's essay is een studie naar de rol die onderwijsbestuur speelt of zou moeten spelen in het hedendaagse onderwijs en het onderwijs van de toekomst. Gedurende anderhalf jaar heeft zij extra gelet op ontwikkelingen die plaatsvinden. Zo constateert Hooge dat de huidige tijdsgeest er een is van maximalisering: de weg omhoog is ingeslagen en excellentie is het codewoord. Dat is opmerkelijk, aangezien Nederland in de wereld bepaald geen gek figuur slaat wat betreft prestaties op het gebied van taal, rekenen, en wetenschap. Als er problemen zijn, dan zitten die vooral bij immigranten-kinderen van de tweede en derde generatie. Maar: "Streven naar het tegengaan van onderwijsachterstanden lijkt sowieso niet meer iets van deze tijd.” Hooge signaleert dat 'het veld' steeds meer kritiek uit op de regeldruk, en dat er eigen initiatieven ontstaan zijn om hier enigszins onderuit te komen. Dat is een positieve ontwikkeling, maar het gevaar bestaat dat we doorslaan in het afwijzen van regels: onderwijs mag niet te vrijblijvend worden. Het komt erop neer dat onderwijs gebukt gaat onder regeldrift, omdat "regels, recepten en voorschriften voorbijgaan aan de specifieke situatie waarin de hoofdrolspelers van onderwijs in onderling samenspel onderwijs maken en hun eigen betekenis geven aan de bedoeling en de kwaliteit ervan". Elkaar de ruimte durven geven vereist geen regels maar lef. Daar tegenover staat de mogelijkheid om goede verantwoording van elkaar te verlangen. Hooge concludeert daarom dat als leraren hun professionele ruimte opeisen, bestuurders ook eisen mogen stellen aan diezelfde leraren: zij moeten kwalitatief hoogwaardig werk leveren. Die eisen kun je alleen goed stellen door middel van stevige sturing, niet in de zin van (nog meer) regels, maar door het beroep zelf te reguleren. Wie moet er dan voor die regulatie zorgen? De overheid, vanuit haar 'grondwettelijke zorgplicht' (Hooge refereert hiermee aan lid 1 uit Artikel 23 van de Grondwet). Hooge sluit haar betoog af met drie aanbevelingen over de manier waarop de overheid de onderwijskwaliteit kan verbeteren. Aanbevelingen De eerste aanbeveling is om lerarenopleidingen te verbeteren door 'rijksacademies' te vormen. De toelatingseisen voor zo'n academie moeten heel streng zijn. Bij selectie wordt niet alleen gelet op academische aanleg, maar ook op 'aanleg voor pedagogisch-didactisch handelen, bereidheid tot leren en ontwikkelen en motivatie voor het leraarsberoep'. Of je dat alles van een aspirant-leerkracht kunt verwachten, hoe je al deze elementen betrouwbaar en valide vaststelt (als dat al mogelijk is) en of dat een dergelijke selectie garantie voor succes biedt beargumenteert Hooge niet op een oproep tot goed onderzoek hiernaar in Frankrijk en Finland na. De tweede aanbeveling is om het gegeven dat veel leerkrachten in deeltijd werken te problematiseren. Daar komt bij dat vrouwelijke leerkrachten op dit moment in de meerderheid zijn. Deze combinatie (vrouw en deeltijd) ziet Hooge als funest voor onderwijskwaliteit. Het probleem is namelijk dat een deeltijdwerker niet het volle verstand en hart bij het onderwijs heeft liggen, maar bij 'de zorg voor thuis'. Tenslotte beveelt Hooge aan dat onderwijsbesturen meer doortastend worden in hun personeelsbeleid: er is te veel mededogen met niet-voldende functionerende leraren. Wie niet voldoet moet het onderwijs verlaten. Beroepsregistratie en verplichte professionaliseringstrajecten zouden daarbij van dienst kunnen zijn. De slotwoorden van het betoog maken duidelijk dat onderwijs van ons allemaal is. Het is niet louter de kwaliteit van de leerkracht die de onderwijskwaliteit beïnvloedt, ook leerlingen, ouders en de samenleving als geheel spelen hierin een doorslaggevende rol. Goed onderwijsbestuur betekent continu werken aan het verbeteren van de kwaliteit van de relatie tussen al deze partijen.
Daxis Bulletin nr. 72 juli 2014
Wel of niet overstappen op een nieuwe ac-router? Wireless ac is de opvolger van wireless n. Beide zijn standaarden voor een draadloze wifiverbinding, en het lijkt logisch dat het nieuwe ac beter is dan het oude n. Intussen werpen ook fabrikanten van routers zich volledig op de ac-standaard. Wil dat dan zeggen dat je meteen moet overstappen? De nieuwe wifistandaard, 802.11ac, moet theoretisch snelheden leveren die het klassieke 802.11n ver achter zich laten. Op papier haalt wireless ac snelheden van 1,3 gigabit per seconde. Reden genoeg om te stoppen met lezen, de auto in de springen en een gloednieuwe wireless ac router in huis te halen? Dat hangt er heel erg van af. Zoals gewoonlijk is de waarheid een stuk genuanceerder dan de mooie cijfers op papier doen vermoeden. Zo is de maximale snelheid van wireless ac in de praktijk moeilijk haalbaar. Om 1,3 gigabit te op de teller te zien verschijnen moet je een toestel en de router met elkaar laten praten via drie gelijktijdige datastromen van 433 megabit per seconde. Aangezien de meeste hardware maar een verbinding met één stroom ondersteunt wordt de maximale snelheid al meteen sterk gelimiteerd. Geen gigabitsnelheden dus, maar desalniettemin een stuk sneller dan wat 802.11n te bieden heeft. In tegenstelling tot wireless n bevinden de stralen van wireless ac zich uitsluitend in het 5 GHz-spectrum. Dat heeft voor- en nadelen. Het grootste nadeel is dat de 5 GHz-frequentie minder bereik heeft dan de klassieke 2,4 GHz-variant. Daar staat tegenover dat de 5 GHzfrequentie momenteel amper bevolkt is, dus storing is te verwaarlozen. Het beperktere bereik wordt verder gecompenseerd door zogenaamde straalvorming. Waar wireless n een onmindirectioneel signaal stuurt, dat zich even sterk in alle richtingen beweegt, kan de wireless ac-standaard een straal vormen waarbij het signaal een mooie, efficiënte lijn vormt tussen de router en het toestel, met een krachtiger signaal tot gevolg. In te praktijk zal je bereik er dus op vooruitgaan. In theorie lijkt het dan ook een goed idee om je wireless n-router de deur uit te zwieren en een blinkend nieuw ac-toestel in huis te halen. Toch is er een laatste, erg belangrijke afweging te maken. Je zal alleen kunnen genieten van de snelheidsboost van wireless ac indien de toestellen die je met je router verbindt ook uitgerust zijn met een wireless ac-chipset, en dat is lang niet zo zeker. De ac-standaard maakt dan wel met rasse schreden zijn intrede, de kans dat al je toestellen de nieuwe standaard bezitten is erg klein: ac is pas sinds dit jaar de markt aan het overnemen. De nieuwe standaard werd pas in januari van dit jaar gecertificeerd, wat wil zeggen dat enkel de modernste toestellen met de nodige hardware zijn uitgerust. Natuurlijk is 802.11ac compatibel met andere standaarden, maar als je smartphone, tablet en laptop nog 802.11n bezitten heeft het maar weinig zin om je n-router nu al te vervangen door een acvariant. Wireless ac is in alle opzichten beter dan wireless n, zij het niet zoveel beter als de theoretische cijfers doen vermoeden. Indien je toe bent aan een nieuwe router is het bijna onverantwoord om geen ac-exemplaar te kiezen, aangezien de nieuwe standaard in zowat alle toekomstige apparaten zal worden ingebouwd. Als je nu aan vervanging toe bent, koop je dus het best een ac-exemplaar, zodat je gebakken zit voor de toekomst. Let ook bij de aankoop van een nieuw toestel op de draadloze verbinding die het ondersteunt, en kies waar mogelijk voor ac. Processor, grafische kaart en RAM-geheugen zijn dingen waar je wel op weet te letten, maar de ondersteunde draadloze standaard valt vaak uit de boot. Begrijpelijk, aangezien de evolutie hier niet zo snel gaat, maar nu we ons in de overgangsfase bevinden is het niet onbelangrijk dat je geen laptop koopt die volgende maand al verouderd is. Zodra je enkele ac-toestellen in huis hebt is het de moeite om ook met de rest van je infrastructuur de overstap te maken. Tot die tijd kan je nog even vertrouwen op je n-exemplaar.
Daxis Bulletin nr. 72 juli 2014
Leerlingen basisonderwijs vinden lezen leuker Leerlingen in het basisonderwijs hebben meer plezier in lezen. Dat blijkt uit een onderzoek van Cito naar de leesprestaties van de groepen 5 en 8 en het speciaal basisonderwijs (SBO). Zo is in groep 8 en het SBO het percentage leerlingen dat plezier heeft in lezen gestegen van 35 procent in de periode 2005-2006 naar 47 procent in de jaren 2011 en 2012. De daling van het plezier in lezen die zich sinds 1994 voordeed in groep 5 is tot stilstand gekomen. Wel geldt voor alle leerlingen dat ze meer televisie kijken dan lezen. Verder blijkt dat SBO'ers het meest achter de computer zitten, gevolgd door achtstegroepers en leerlingen uit groep 5. Leerlingen vinden lezen overigens niet alleen leuker, hun leesvaardigheid is ook beter in vergelijking met de peiling in 2005-2006. "Het blijkt dat de prestaties van groep 8, 5 en het SBO licht stijgen voor wat betreft de vaardigheid van het interpreteren van teksten", meldt Cito. De vooruitgang vindt overigens bij elke groep op een ander vlak plaats. Zo is bij leerlingen van groep 8 de vaardigheid van het interpreteren van teksten en de woordenschat licht gestegen. Vijfde groepers tonen bij het interpreteren van teksten lichte progressie. In het speciaal basisonderwijs werden de prestaties beter op het gebied van het interpreteren van teksten en het alfabetiseren en opzoeken van informatie. Verder blijkt dat in de groepen 5 en 8 meisjes op vrijwel alle onderdelen beter scoren dan jongens. In de eindgroep van het SBO doen jongens en meisjes echter nauwelijks voor elkaar onder. Daarnaast blijkt dat de tijd die leerkrachten aan taal besteden behoorlijk verschilt. Vijfde- en achtstegroepers krijgen gemiddeld vier uur en een kwartier per week taalonderwijs, in het SBO is dat 3,5 uur. Structurele aandacht voor lezen noodzakelijk De Inspectie van het Onderwijs presenteert de staat van het onderwijs in het ‘Onderwijsverslag 2012/ 2013 in beeld’. Dit jaar is onder andere ingezoomd op de motivatie van kinderen in het onderwijs. Over leesplezier zegt de Inspectie onder meer dat Nederlandse leerlingen weinig gemotiveerd zijn om te lezen en dat scholen te weinig gericht beleid voeren met betrekking tot voorlezen. Leesplezier is één van de kerndoelen in het onderwijs en daar zou volgens de inspectie meer of effectiever aandacht aan besteed kunnen worden. Ook blijkt op veel scholen dat voorlezen, zeker in de hogere groepen, een nogal vrijblijvende activiteit is, die vaak plaatsvindt tijdens het ‘eten en drinken’ voorafgaand aan de pauze. Gericht beleid met betrekking tot voorlezen treft de inspectie zelden in het curriculum van de school aan. Structurele leesbevordering met de Bibliotheek op school De Inspectie van het Onderwijs noemt structurele aandacht voor voorlezen en vrij lezen noodzakelijk om de leeropbrengsten van kinderen in alle onderwijsniveaus te verbeteren. Dat toont de noodzaak om blijvend in te zetten op structureel leesbevorderingsbeleid. De Bibliotheek op school, als onderdeel van Kunst van lezen, en de programma’s van Stichting Lezen bieden scholen en bibliotheken een gedegen aanpak om effectief aandacht te besteden aan dat kerndoel leesplezier.
Daxis Bulletin nr. 72 juli 2014
Pestende en gepeste jongeren hebben vaker wapen op zak Pestende of gepeste kinderen en jongeren tussen de 11 en de 21 jaar dragen vaker een wapen dan leeftijdgenoten die niet pesten of gepest worden. Dat concluderen Leidse orthopedagogen. Slachtoffers willen zich mogelijk beschermen met een wapen, terwijl pesters mogelijk een wapen dragen om anderen te bedreigen of te intimideren. Dit meldt de Universiteit Leiden naar aanleiding van een artikel in JAMA Pediatrics. De orthopedagogen Mitch van Geel en Paul Vedder voerden het onderzoek samen uit met onderzoeker Jenny Tanilon van de Hotelschool Den Haag. Er werden drie meta-analyses uitgevoerd. Eerst werden 22 onderzoeken naar slachtoffers van pesten geanalyseerd (totale onderzoekspopulatie 257.179 kinderen). Daarna werden 15 onderzoeken bekeken die pesters betroffen (236.145 kinderen) om af te sluiten met 8 analyses van onderzoeken naar kinderen die zowel pester als slachtoffer waren (199.563 kinderen). Uit al deze onderzoeken filterden ze de relatie tussen pestgedrag en het dragen van een wapen. Eerder onderzoek deed al vermoeden dat er een relatie is tussen pestgedrag en het dragen van wapens. Bescherming is mogelijk het motief van de slachtoffers, terwijl de pesters mogelijk een wapen dragen om te intimideren of te bedreigen. Bij de adolescenten die zowel pesten als gepest worden spelen wellicht beide redenen een rol om een wapen op zak te hebben. Eerder onderzoek wees uit dat adolescenten die wapens dragen ook vaker betrokken raken in vechtpartijen, vaker gewond raken en vaker in het ziekenhuis belanden. Microsoft reikt Education Partner Awards 2014 Nederland uit
Microsoft heeft tijdens een feestelijk evenement de Microsoft Education Partner Awards 2014 uitgereikt aan Nederlandse partners die in het afgelopen jaar bijzondere of innovatieve oplossingen op het gebied van het onderwijs hebben ontwikkeld op basis van Microsoft-technologie. De Microsoft Education Partner Awards worden uitgereikt in zes categorieën. Microsoft heeft de behoefte om samen met de partners impact te maken in de onderwijsmarkt en kansen te creëren voor partners om hun klanten te helpen technologie als middel te zien om leren te stimuleren. “Door samenwerken van partners in het onderwijs en instroom van nieuwe innovatieve partijen kan er daadwerkelijk impact gemaakt worden en is de echte verandering naar levenslang leren binnen handbereik,” aldus Eduard Beck, Manager Education van Microsoft Nederland. De winnaars per categorie zijn: · Innovator of the Year: Winvision · Solution Partner of the Year: Brainforce · System Integrator of the Year: Advantive · Cloud Partner of the Year: Breinwave · Training partner of the Year: Skool · Hardware partner of the Year: Acer
Daxis Bulletin nr. 72 juli 2014
Wi-fi 802.11ac Wi-Fi blijft zich ontwikkelen en 802.11ac is één van die ontwikkelingen. 802.11ac borduurt voort op het succes van 802.11n met nieuwe features en voordelen in prestatie. Door het toenemende gebruik van internet is de vraag naar een nieuwe set mogelijkheden onvermijdelijk. De nieuwe features in 802.11ac zijn van grote waarde voor toekomstige Wi-Fi oplossingen. Dankzij deze ontwikkelingen kan worden voldaan de stijgende vraag naar capaciteit en high-quality mobiele real-time applicaties, zoals video en voice. 802.11ac verbeteringen Bredere kanalen Hogere dichtheid Meer spatial streams Beamforming Multi-user MIMO
Voordelen Hogere doorvoersnelheid tot 1.3 Gbps per radio Hogere bit dichtheid per pakket Hoger dataverkeer per AP / client link Grotere wireless AP / client link betrouwbaarheid Grotere AP / client capaciteit en effieciënter gebruik van het spectrum
Waarom is 802.11ac nodig? Met het mobieler worden van de mensen zijn er 2 trends ontstaan, waar een Wi-Fi oplossing van pas komt: • Mobiele applicaties worden on-demand, dit vraag meer bandbreedte door het steeds groter wordende gebruik van video en voice. • Het aantal mobiele apparaten per persoon stijgt. Met een gemiddelde apparaat/gebruiker ratio van 2.7 (laptop, tablet en/of smartphone) is dit een zware belasting voor het wireless netwerk. • De uitdaging voor 802.11ac is om te voldoen aan de huidige functionele eisen en de explosieve groei van de wireless markt, die wordt verwacht in de komende 3 tot 5 jaar. Verdere optimalisaties bij 802.11ac Dichtere amplitude modulatie: 256 QAM , dat is vier keer dichter dan 802.11n waardoor de bit dichtheid vergroot. • Meer spatial streams: Tot 8 spatial streams, daardoor meer data per radio. • Beamforming om RF verbindingen te versterken Vergroot de betrouwbaarheid van de AP/client link • Multi-user MIMO ondersteunt gelijktijdige transmissies naar meerdere klanten en maximaliseert het RF band gebruik. 802.11ac lijkt theoretisch bijzonder interessant, maar de toepasbaarheid en resultaten hiervan blijken in de praktijk tegen te vallen. Vanuit technisch oogpunt adviseert Daxis echter om eerst uitvoerig de wensen van het netwerk in kaart te brengen en metingen op locatie met apparatuur te doen. In veel situaties zal de 802.11n techniek namelijk voldoende bandbreedte bieden. Ook is een meerderheid van de devices nog niet AC-ready en heeft het dus weinig nut om de complete infrastructuur volledig te vernieuwen.
Daxis Bulletin nr. 72 juli 2014
Diabetes Fonds: rust scholen uit voor goede diabeteszorg Om te voorkomen dat kinderen met diabetes nog langer door scholen geweigerd worden vanwege hun ziekte, moet er op alle basisscholen in ons land minimaal één medewerker komen die kan zorgen voor deze kinderen tijdens schooltijd. Dat stellen het Diabetes Fonds, Diabeter en Voluit. In Nederland hebben ruim 6000 kinderen tot 18 jaar diabetes en deze kinderen kunnen door hun diabetes vaak niet naar de school van hun keuze, zo stellen de organisaties. Ruim 300 ouders hebben bij de drie diabetesorganisaties geregistreerd dat zij ervaren hebben dat hun kind niet naar de school van hun keuze kan of niet de zorg krijgt die het nodig heeft. De organisaties willen dat de huidige wet- en regelgeving aangepast wordt, net zoals in Engeland en Zweden gebeurde. ''Als officiële reden wordt dan gezegd dat zo’n kind te veel zorg nodig heeft en dat de school die niet kan bieden'', zegt moeder Lydia Braakman. ''Ik heb dat zelf ook meegemaakt bij mijn jongste dochter die toen 4 jaar was. Uiteindelijk ging de school overstag, maar wel met allerlei voorwaarden. Zo moest ik de juffen leren prikken in de vinger om de bloedsuiker te meten. Ook moest ik jarenlang binnen tien minuten op school kunnen zijn. Ik heb, kortom, mijn hele leven moeten aanpassen. Ook qua werk.'' Volgens Dries Hettinga, adjunct-directeur van het Diabetes Fonds, weigeren scholen kinderen met diabetes vaak uit angst voor aansprakelijkheid, niet alleen uit onwetendheid. Ze zijn bang dat er met het toedienen van insuline iets mis gaat. “Deze angst is met de nieuwste hulpmiddelen onterecht,” aldus Hettinga. “We willen dat scholen wettelijk verantwoordelijk worden voor goede diabeteszorg tijdens schooluren en daar ook toe worden uitgerust.'' De drie organisaties hebben een vragenlijst gemaakt voor ouders van kinderen met diabetes die naar een basisschool in Nederland gaan. Deze kan hier ingevuld worden. Groot deel basisscholen Noord-Groningen ten onder aan krimp De komende jaren zal een groot aantal basisscholen in Noord-Groningen de deuren moeten sluiten. Door teruglopende leerlingenaantallen zullen zeker dertien kleine scholen opgeheven worden of fuseren met andere scholen. Dit meldt Dagblad van het Noorden. De schoolbesturen Lauwers & Eems en VCPO Noord-Groningen maakten gisteren het rapport Toekomstscenario II bekend. Uit dat rapport blijkt dat de meeste scholen per 1 augustus 2015 zullen sluiten. Er blijven dan nog 21 scholen voor primair onderwijs over in de regio, waaronder tien samenwerkingsscholen. Het uitgangspunt van het rapport is dat een school minimaal tachtig leerlingen moet hebben om te kunnen voortbestaan. Er worden enkele uitzonderingen gemaakt op die regel opdat ook in de nieuwe situatie leerlingen niet meer dan vijf kilometer hoeven te reizen naar en van school. Wat de sluitingen en fusies beteken voor het personeel is nog niet bekend.
Daxis Bulletin nr. 72 juli 2014
Kabinet wil met ict, het onderwijs eigentijdser maken Minister Jet Bussemaker en Staatssecretaris Sander Dekker (Onderwijs) willen dat ict breed wordt ingezet in het onderwijs zodat het beter en eigentijdser wordt. Deze ambitie tot een ‘schaalsprong’ spraken ze uit tijdens het Algemeen Overleg (AO) over Onderwijs en digitalisering op 11 juni in de Tweede Kamer. Daarentegen zijn zij niet van plan de belemmeringen weg te nemen die PO-Raad en VO-raad onlangs aan de kaak stelden. Doorbraakproject Tijdens het AO deed staatssecretaris Dekker kort verslag van de huidige stand van zaken van het Doorbraakproject Onderwijs en ict, een gezamenlijk initiatief van de PO-raad, VOraad en de ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Economische Zaken. In publiek-private tafels praten het onderwijs en de markt (uitgevers, distributeurs etc.) met elkaar om te kijken wat de belemmeringen zijn. Na de zomer informeert de staatssecretaris de Kamer verder over het doorbraakproject. Hij komt dan met een analyse van de belemmeringen, doelen van het project en de stappen die ondernomen moeten worden om een doorbraak te realiseren. VVD-Kamerlid Pieter Duisenberg deed het verzoek om daarin ook een beeld te geven van de benodigde investeringen. PvdA-Kamerlid Tanja Jadnanansing en D66-Kamerlid Paul van Meenen pleitten ervoor om ook leraren en leerlingen deel te laten nemen aan de gesprekken. Er zit iets fundamenteel niet goed in het systeem dat verhindert om met ict in het onderwijs tempo te maken, meent Dekker. Uit het Doorbraakproject moeten daarvoor oplossingen komen, zei hij. Btw en belasting tablets De PO-Raad is teleurgesteld dat de staatssecretaris op korte termijn geen oplossing biedt voor de btw-problematiek. Dekker zegde wel toe zich in te spannen om deze regelgeving op Europees niveau aan te laten passen. Het gaat dan om de huidige regels waarbij voor digitaal leermateriaal 21% btw moet worden betaald, in plaats van de 6% die voor (school-) boeken van toepassing is. Werken met digitaal lesmateriaal wordt daarmee onaantrekkelijker gemaakt. De PO-Raad heeft zich samen met de VO-raad hard gemaakt om de staatstssecretaris te bewegen een oplossing te vinden voor deze starre Europese wetgeving. In landen als Duitsland, België, Luxemburg en Frankrijk is de btw op digitale leermiddelen al wel verlaagd. De Tweede Kamer stond uitgebreid stil bij dit probleem. De oproep van CDA-Kamerlid Michel Rog om een begrip als e-books (laag btw-tarief) op te rekken naar digitaal leermateriaal vond geen gehoor bij de staatssecretaris. Ook wordt de fiscale behandeling van devices niet aangepast, zo werd duidelijk tijdens het AO. Over devices zoals tablets voor personeel moet nu in veel gevallen loonbelasting worden afgedragen. De PO-Raad en VO-raad pleitten er onlangs in een brief voor dit snel te veranderen omdat het steeds vanzelfsprekender is dat leraren net als leerlingen met een tablet werken. Een fiscale drempel past daar niet bij, vinden de sectorraden. D66-Kamerlid Paul Van Meenen en Michel Rog deelden dit standpunt en vroegen de staatssecretaris hierop actie te ondernemen. Dekker gaf aan niet bereid te zijn op dit punt een uitzondering te maken voor de sector onderwijs, en is van mening dat de 1,5% werkkostenregeling voldoende ruimte biedt om leraren met tablets te laten werken. Voor Rog was dit aanleiding om een zogenoemd voortgezet AO aan te vragen, met de intentie om hierover een motie in te dienen. Lerarenopleidingen Jadnanansing stelde verder dat de lerarenopleidingen niet voldoende tempo maken met opleiden van hun studenten met ict. Minister Bussemaker liet weten dat de vastgestelde bekwaamheidseisen richtinggevend zijn, en daar is ict in opgenomen. Er zijn afspraken over gemaakt met de invoering van de Kennisbasis ICT. Bussenmaker geeft aan zich ervan bewust te zijn dat een goede ict-implementatie ook versterking van zittende leraren vereist. Het sectorakkoord vo en het komende sectorakkoord po zullen daarin een grote rol spelen.
Daxis Bulletin nr. 72 juli 2014
Beter spellen door sms'en Experts waarschuwen regelmatig voor het gebruik van smartphones en andere gadgets door kinderen. Brits onderzoek wijst echter uit dat sms’en en appen juist goed is voor hun taalontwikkeling. Uit onderzoek onder ruim 160 kinderen in de leeftijd van acht tot 16 jaar blijkt dat de meest creatieve sms’ers ook het beste scoren in formele spellingtesten, aldus BBC News. De onderzoekers analyseerden de tekstberichten van de deelnemende kinderen en lieten de kinderen diverse spelling- grammatica- en cognitieve testen doen. Na een jaar herhaalden ze dit. Uit het onderzoek blijkt dat de jongste deelnemers aan het onderzoek die in korte tekstberichten gebruikmaakten van ongrammaticale woordvormen en onconventionele spelling, een jaar later beter scoorden in de spellingtesten. Bij de oudere kinderen wordt het weglaten van woorden tijdens het sms’en in verband gebracht met betere spellingcapaciteiten. Daarentegen wordt bij jonge kinderen het foutief gebruik van leestekens en veelvuldig gebruik van hoofdletters gelieerd aan slechte spellingprestaties, bij de oudere kinderen is juist sprake van het tegenovergestelde. De onderzoekers menen dat het versturen van korte berichten kinderen de kans biedt om hun inzicht in de relatie hoe letters klinken en worden geschreven kunnen oefenen. Het onderzoek is gedaan door onderzoekers van de universiteit van Tasmanië en de Coventry Universiteit en is gepubliceerd in de British Journal of Developmental Psychology. Portretrecht & hoe je je kind kunt beschermen Het gebeurt regelmatig: ouders die tot hun grote schrik ontdekken dat het portret van hun kinderen zomaar gebruikt wordt, zonder dat ze daar expliciet toestemming voor hebben gegeven. Wat kun je doen om dat te voorkomen? 1) Stel de privacy-instellingen op Facebook en Instagram zo in, dat alleen je vrienden foto's kunnen zien. 2) Bedenk bij het plaatsen van iedere foto: zou ik dit kiekje aan een willekeurige voorbijganger op straat laten zien? Is het antwoord 'ja', dan is plaatsing waarschijnlijk onschuldig. 3) Maak bij een professionele fotoshoot afspraken met de fotograaf over hergebruik. Laat hem schriftelijk (of per e-mail) bevestigen dat hij de foto's niet aan derden doorverkoopt. 4) Maakt iemand foto's van je kind in de speeltuin of andere openbare plek, vraag dan vriendelijk waar de foto's voor bedoeld zijn. Vind je het vervelend, vraag dan of de fotograaf jouw kind niet fotografeert. Hij hoeft hier overigens (mits er meerdere kinderen opstaan) geen gehoor aan te geven. 5) Noteer de contactgegevens van de fotograaf en vraag hem wanneer de foto gepubliceerd wordt. Zo kan je nog een e-mail sturen en vragen of je de foto vooraf mag zien. 6) Soms kan het helpen een redactie van een krant of tijdschrift te laten weten dat je niet wilt dat ze een eerder gepubliceerde foto van jouw kind nogmaals gebruiken. Elke beeldredactie heeft een archief van tienduizenden foto's, ze kunnen bij iedere foto noteren of het gebruik toegestaan is, en in welke context. Zo voorkom je dat een foto die (met toestemming) gemaakt is op het schoolplein voor bij een artikel over de begin van het schooljaar, een maand later (zonder toestemming) verschijnt bij een stuk over kinderen die gepest worden. 7) Wanneer een fotograaf echt een portret van jouw kind maakt, kan hij bij aanlevering aan de krant aangeven dat de foto niet hergebruikt mag worden. Vraag hem dit ook te doen. Maak dit soort afspraken vóórdat hij de foto maakt, achteraf onderhandelt het een stuk lastiger.
Maagdenburgstraat 22 7421 ZC Deventer T: 0570-633242 www.daxis.nl
[email protected] Daxis Bulletin nr. 72 juli 2014