DAXIS BULLETIN MAART 2015 _______________________________________ Leerlingen presteren beter met minder verplichte lesuren In landen met hoge leerresultaten worden gemiddeld minder uren lesgegeven dan in Nederland gebeurt. Dat concludeert het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) uit een onderzoek onder 33 landen dat vandaag wordt gepubliceerd. Het lijkt erop dat het de prestaties van leerlingen ten goede komt als zij minder tijd verplicht in de schoolbanken doorbrengen. Cruciaal is dan wel hoe de resterende uren vervolgens ingezet worden. Dit meldt Trouw. Het CBS stelde een ranglijst op de van de 33 landen naar 'efficiëntiescore'. Het CBS noemt een onderwijssysteem efficiënt wanneer de kosten voor het onderwijs relatief laag zijn en de leerlingen hoog scoren op de internationale PISA-toets. Hoewel Nederland veel meer geld in het onderwijs investeert dan de meeste andere landen uit het onderzoek heeft ons land een hoge efficiëntiescore. Dit komt omdat leerlingen goed presteren op de toets. Wel hebben onze kinderen relatief veel verplichte lesuren. Nederlandse kinderen zitten gemiddeld 970 uur per jaar in de klas. Landen met een hogere efficiëntiescore dan Nederland zitten daar fors onder. Zo krijgen leerlingen in Zuid-Korea, Japan en Estland gemiddeld 768 uur les per jaar. Volgens het CBS gaat het er vooral om hoe de vrijgekomen uren gebruikt worden. “Koreaanse leerlingen nemen bijvoorbeeld veel bijlessen en in Estland en Polen krijgen leerlingen relatief veel huiswerk mee”, vertelt een woordvoerster van het CBS. Het is dus niet zonder meer te zeggen dat het Nederlandse onderwijs er efficiënter op wordt als het aantal verplichte uren wordt verminderd, zegt het CBS. Dit komt ook omdat de motivatie van Nederlandse leerlingen relatief erg laag is (onder meer gemeten naar te laat komen op school) en motivatie is moeilijk te beïnvloeden vanuit overheidsbeleid. Onderwijs faalt met informatica Ruim dertig jaar na het overheidsplan om informatica binnen tien jaar in het onderwijs te integreren, is dat nog steeds niet gelukt. Sterker nog: Informatiekunde is als vak in de onderbouw van het voortgezet onderwijs aan het verdwijnen. En in de bovenbouw blijft het een vrijblijvend en kwalitatief zwak keuzevak dat door slechts 12 procent van de leerlingen gekozen wordt. Dat stelt oud-docent Jan Lepeltak op de nationale onderwijstentoonstelling die van 27 tot 30 januari in Utrecht is gehouden. Al meer dan dertig jaar probeert hij ict in het onderwijs onder te brengen, maar hij constateert dat het niet lukt. „Onder andere doordat informatica alleen terugkwam bij natuurkunde en niet bij de andere vakken. Daarnaast werden de docenten zowel in de lerarenopleiding als op de scholen er niet in getraind. Tel daar de toenemende werkdruk van docenten (toetsen, verslagen, rapportages) bij op.” Maar er is volgens Lepeltak ook goed nieuws die mogelijk na dertig jaar tot een doorbraak leiden: „Er is eindelijk een nieuwe generatie leraren die is opgegroeid met ict. Ook krijgen leraren meer tijd voor ict nu omdat er een plan ligt waarbij niet alles meer verantwoord hoeft te worden en de papieren rompslomp verdwijnt. Daarnaast staat coderen en programmeren weer in de belangstelling en zijn er meer technieklessen in het basisonderwijs.”
Daxis Bulletin nr. 80 maart 2015
SLO
Daxis Bulletin nr. 80 maart 2015
DNA en hersenen kinderen met ADHD anders De hersenen en het DNA van personen met ADHD verschillen structureel met de hersenen en het DNA van mensen die geen ADHD hebben. Dit meldt de Radboud Universiteit Nijmegen. Promovenda Janita Bralten concludeert in haar proefschrift dat op groepsniveau structurele verschillen in de hersenen en het DNA te zien zijn. Dit meldt het Nederlands Jeugdinstituut. Bralten heeft voor haar onderzoek gebruik gemaakt van de MRI-gegevens van families die mee hebben gedaan aan het internationale IMAGE- en neuroIMAGEonderzoek. De gegevens van families waarvan één van de kinderen ADHD heeft, werden verzameld tijdens dit internationale onderzoek. De deelnemende families vulden vragenlijsten in en namen deel aan testen waarmee de symptomen van ADHD in beeld gebracht werden. Daarnaast deden de families mee aan bloedonderzoek. Hiermee werd het DNA in beeld gebracht. Bralten analyseerde de MRI-gegevens van de families voor haar proefschrift. Daaruit concludeert zijn dat de hersenen van kinderen met ADHD een ander patroon laten zien dan de hersenen van kinderen zonder ADHD. Het verschil in patroon is, hetzij in mindere mate, ook te zien bij broers en zussen van ADHD-patiënten. Deze broers en zussen hadden in dat geval geen ADHD. Bralten nam ook het DNA van de ADHD-patiënten en hun families onder de loep. ADHD is sterk erfelijk. Bralten ontdekte tijdens het onderzoek verschillende genetische regio's en groepen van genen die geassocieerd zijn met ADHD-kenmerken. Uit haar bevindingen concludeert de promovenda dat er veel heterogeniteit is binnen ADHD. Braltens onderzoek maakt het mogelijk meer inzicht te krijgen in wat er precies gebeurt bij kinderen met ADHD. Janita Bralten promoveerde op 12 februari aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. http://www.ru.nl/nieuws-agenda/agenda/promoties-oraties/@968271/geneticfactors-and/ Wetsvoorstel lerarenregister Het ministerie van Onderwijs heeft in de maand februari een internetconsultatie gedaan over het wetsvoorstel lerarenregister. Het wetsvoorstel gaat over de invoering en verplichtstelling van het lerarenregister per 1 januari 2017. Het ministerie wil(de) weten wat belanghebbenden van het voorstel denken en wat de effecten van het voorstel zijn aldus hen. Dit meldden het ministerie van OCW en de Onderwijscoöperatie. Sinds 2012 is er een vrijwillig register waarin leraren registreren dat ze goed opgeleid zijn en dat ze hun vak bijhouden door middel van nascholing. Het wetsvoorstel stelt voor dat het lerarenregister per 1 januari 2017 verplicht wordt. Met de invoering van het register wil het Ministerie van Onderwijs realiseren dat alle leraren zoveel als mogelijk voldoen aan de wettelijke bekwaamheidseisen en dat zij gestructureerd werk maken van hun bekwaamheidsonderhoud. In het voorstel wordt de invoering van het register gecombineerd met het omschrijven van het beroep van leraar. Ook wordt de professionele ruimte van de leraar verankerd in de onderwijswetten. Het lerarenregister richt zich op alle leraren in het primair en voortgezet onderwijs en op alle docenten in het bekostigd mbo. Het gaat in totaal om circa 250.000 personen. Ook voor schoolbesturen is dit wetsvoorstel relevant. De werking van het register staat centraal in de consultatie. Daarnaast wordt er expliciet stilgestaan bij de effecten van het voorstel voor het mbo. Er staat namelijk nog niet vast of de term 'register' alleen gebruikt wordt voor het register waarin leraren opgenomen zijn die aan de bekwaamheidseisen voldoen of dat zij-instromers mbo ook in het register opgenomen worden. Zij voldoen (nog) niet allemaal aan de bekwaamheidseisen. Daxis Bulletin nr. 80 maart 2015
Gratis toolkit online voor opzetten en versterken medezeggenschap In een videoboodschap sprak staatssecretaris Dekker van Onderwijs onlangs over het belang van goede medezeggenschap in het onderwijs. Met zijn boodschap ondersteunt hij de campagne van onderwijsbonden, werkgeversorganisaties en leerlingen- en ouderverenigingen om de medezeggenschap in het primair en voortgezet onderwijs te versterken. De organisaties bieden gezamenlijk nu ook een pakket van hulpmiddelen aan ter ondersteuning om een goede medezeggenschap te organiseren. De campagne Versterking Medezeggenschap is een initiatief van de PO-Raad, VOraad, LAKS, AOb, CNVO, FvOv, VOO, AVS en de Landelijke Ouderraad. De partijen vinden het van groot belang dat op scholen een goede medezeggenschap van ouders, leerlingen en leerkrachten georganiseerd wordt maar in de praktijk blijkt dit vaak lastig. “Je merkt in de praktijk dat bestuurders het soms lastig vinden zich open te stellen voor feedback”, zegt ook staatssecretaris Dekker in de video. Daarbij constateert hij ook dat het vaak moeilijk is om voldoende mensen te vinden die zich in willen zetten voor de medezeggenschapsraad. Het project Versterking Medezeggenschap biedt op drie manieren hulpmiddelen aan ter ondersteuning. Op de informatiewebsite Wet medezeggenschap op scholen is een gratis toolkit te downloaden met onder meer handreikingen en adviezen over het opzetten van een goede medezeggenschap. Belangstellenden kunnen op eigen initiatief met de toolkit aan de slag. Begeleiding hierbij is mogelijk. Voor enkele vragen kunnen belangstellenden via de website contact opnemen met een deskundige of een aanvraag doen voor een intensievere begeleiding bij ontwikkelvraagstukken. Daarnaast zijn er diverse activiteiten op aanvraag nodig. Zoals een bezoek van een projectleider om een studiedag of bijeenkomst over medezeggenschap te leiden of een workshop of volledige themadag over een specifiek onderwerp. Begeleiding en advies bij het ontwikkelen van een medezeggenschapsraad is onder voorwaarde kosteloos. De kosten voor de overige activiteiten zullen in overleg worden vastgesteld. Voor meer informatie kunnen belangstellende contact opnemen met projectleider Philippe Abbing via het contactformulier. http://www.infowms.nl/versterking-medezeggenschap/contact/ Pesten onder jeugd neemt in ernst toe Het pesten onder kinderen is in de afgelopen jaren in ernst toegenomen. Dat constateert De Kindertelefoon op basis van de 450.000 meldingen die zij jaarlijks ontvangen van kinderen, ouders en leerkrachten. Dit meldt de Telegraaf. In 2014 belden meer dan 18.000 kinderen van acht tot achttien jaar met De Kindertelefoon om te praten over problemen die betrekking hebben op pesten. Ook werden er meer dan 5000 chatgesprekken gevoerd met de Kindertelefoon over pesten. Nathalie But van de Kindertelefoon constateert dat de aard van de meldingen sterk is veranderd in de 35 jaar dat de organisatie inmiddels bestaat. 'Vroeger belden kinderen ons omdat ze werden uitgescholden op het schoolplein of dat ze niet mee mochten spelen in de pauze. Tegenwoordig worden kinderen door andere kinderen toegevoegd in een Whatsapp-groep waarin hen de gruwelijkste verwensingen naar het hoofd wordt geslingerd.'
Daxis Bulletin nr. 80 maart 2015
Iedereen programmeren tijdens Codeweek 2015 In een groot aantal Europese lidstaten vindt van 10 t/m 17 oktober dit jaar de Codeweek 2015 plaats. Stichting Kennisnet en ECP zijn vandaag gestart met de voorbereidingen voor de tweede editie van de Nederlandse Codeweek. Met activiteiten en programma’s op scholen en in het land stimuleren de initiatiefnemers hiermee kinderen, jongeren, ouders en docenten om te leren programmeren. Programmeren is hét lezen en schrijven van de toekomst. Programmeren is overal Achter iedere interactie tussen mens en computer zit code. Of je nu een app bouwt, een simulatie maakt van het sterrenstelsel of, zoals Mark Zuckerberg van Facebook, mensen met elkaar in verbinding brengt. Code is overal. Kinderen moeten daar meer van weten, vinden ECP en stichting Kennisnet. Volgens de initiatiefnemers stimuleert programmeren het zelflerend vermogen en het logisch en gestructureerd leren denken. Dat is belangrijk om kinderen, jongeren en volwassenen beter te laten omgaan met digitale innovaties. “Het kunnen omgaan met digitale vaardigheden is cruciaal. Om daarmee vooruitzichten op werk te hebben, maar ook om je werk goed te kunnen”, denkt de organisatie van de Codeweek 2015. ECP, Platform voor de InformatieSamenleving en Stichting Kennisnet benadrukken dat programmeren een waardevolle vaardigheid is voor iedereen in de samenleving en niet alleen toekomstige programmeurs en ICT’ers. “Met basiskennis van het programmeren kan iedereen zich voorbereiden op werk in een steeds digitaler wordende toekomst waarin innovaties elkaar steeds sneller zullen opvolgen”. Partners gezocht Vanaf het startschot met deskundigen, partners, docenten en kinderen in Science Center NEMO verliep de 1e Nederlandse Codeweek in oktober 2014 succesvol. Tijdens het CodeUur brachten ICT’ers uit het bedrijfsleven kinderen van 12 basisscholen in 12 provincies de fijne kneepjes van het programmeren bij. Onderwijsminister Jet Bussemaker lanceerde een speciale Donald Duck, die 300.000 kinderen bereikte en via www.codekinderen.nl konden docenten gratis programmeer-lessen downloaden. Tot slot opende Neelie Kroes als Eurocommissaris (Digitale Agenda) een 24 uur durende Hackathon waar 100 jonge talentvolle designers en developers de strijd met elkaar aangingen om vernieuwende apps, websites en andere digitale tools te ontwikkelen. Vorig jaar sloot een groot aantal partners zich aan bij de Codeweek zoals Microsoft, SIDN, KPN en UPC. Ook dit jaar doen er weer veel partners mee, maar er is nog ruimte voor nieuwe organisaties, bedrijven en scholen. In 2015 worden bestaande en nieuwe partners actief betrokken bij een bruisende Codeweek 2015. Europees initiatief De Codeweek is een Europees initiatief van de voormalig Vicepresident van de Europese Commissie, Neelie Kroes en haar ‘Young Advisors’. Tijdens de Europese Codeweek 2015 worden door heel Europa nationale codeweken georganiseerd. ECP, Platform voor de InformatieSamenleving en Stichting Kennisnet zijn de initiatiefnemers van de Nederlandse Codeweek. Meer informatie is te vinden op www.codeweek.nl. De initiatiefnemers willen kinderen, jongeren en docenten stimuleren met programmeren aan de slag te gaan.
Daxis Bulletin nr. 80 maart 2015
Digital natives Jongeren worden niet geboren met digitale vaardigheden. Zij hebben training en opleiding nodig om noodzakelijke digitale vaardigheden aan te leren. Dat is de belangrijkste boodschap van de nieuwste, gepubliceerde position paper van ECDL Foundation, getiteld "De mythe van de 'digital native': Waarom jonge mensen hun digitale vaardigheden moeten ontwikkelen". . In deze white paper wordt afgerekend met de mythe van de 'digital natives', die computervaardigheden intuïtief zouden aanleren doordat ze een tablet of laptop in handen krijgen. Op basis van de resultaten van uitgebreid onderzoek van universiteiten en het bedrijfsleven blijkt de omvang van het probleem, en welk gevaar een digitale 'verloren generatie' betekent voor de Europese economie. . Damien O'Sullivan, CEO van ECDL Foundation: "De nieuwe digitale kloof bestaat uit een kloof tussen mensen met vaardigheden die passen bij hun manier van leven en zij met vaardigheden die aansluiten op de arbeidsmarkt" . . Roy Osinga, Managing director van ECDL Nederland: "vaardig zijn kan het verschil maken tussen kans maken op een baan en moeite hebben er een te krijgen, tussen efficiënt en minder efficiënt zijn". In deze white paper wordt op basis van breed gedragen bewijs een sterk argument aangedragen tegen de aanname dat jongeren zich prima redden zonder goede opleiding en training in digitale vaardigheden." . Ofschoon digitale vaardigheden voor vrijwel alle beroepen tegenwoordig noodzakelijk zijn, blijken de vaardigheden van werknemers en jongeren in praktijk in veel gevallen opmerkelijk slecht te zijn. Uit recent onderzoek in Duitsland bleek bijvoorbeeld dat slechts 20 procent van de respondenten in staat was een alineastijl in een Word-document toe te passen. Onderzoek in Italië heeft aangetoond dat 42 procent van de jongeren zich niet bewust was van de beveiligingsrisico's die gepaard gaan met draadloos internet, en onderzoek in Australië gaf aan dat 45 procent van de jonge respondenten digitale technologieën alleen rudimentair gebruikten. De missie van ECDL Nederland is: door bekwaam gebruik van ICT individuen, organisaties en samenleving verder te brengen. http://www.ecdl.nl/fileadmin/ECDL/NL/Documenten/ White_paper_de_Mythe_van__Digital_Native__Position_Paper_NL.pdf Hoe privacybewust is jouw school? Onder invloed van de digitalisering is privacy een belangrijk thema geworden. Persoonsgegevens worden steeds makkelijker gedeeld, maar zorgvuldigheid is hierbij geboden. Ook scholen hebben hier steeds vaker mee te maken en hebben hierin een speciale verantwoordelijkheid: leerlingen zijn door hun leeftijd extra kwetsbaar en kunnen hun hele verdere leven achtervolgd worden door uitgelekte of ten onrechte gedeelde gegevens. Hoe privacybewust is jouw school? Check het via de Quickscan Privacy van Kennisnet! Quickscan Privacy Met de Quickscan Privacy kun je aan de hand van 9 vragen nagaan hoe zorgvuldig jouw school omgaat met persoonsgegevens. Aan de hand van je antwoorden en de toelichtingen kun je de omgang met privacy op school verbeteren. Aan de orde komen: TReglementen en protocollen TDe dagelijkse gang van zaken TLeerlingenadministratie en leerlingvolgsystemen http://www.kennisnet.nl/fileadmin/contentelementen/kennisnet/Privacy/ KNS_Privacy_Scan.pdf Daxis Bulletin nr. 80 maart 2015
HP helpt scholen bij digitalisering onderwijs HP komt met nieuwe oplossingen voor studenten, leerkrachten en studieomgevingen. Deze aankondiging van assessment technologie, hardware en softwareproducten en trainingen onderstrepen HP’s strategie op het gebied van onderwijs. HP Education Editions (EE) zijn robuust gebouwd om de beproeving van alledaags academisch gebruik te weerstaan. Daarnaast bieden ze batterijcapaciteit die een volledige schooldag meegaat. Ze zijn ontworpen om te studeren met het nieuwe HP School Pack, een set innovatieve tools die instructies verbeteren en actief gebruik in het onderwijs stimuleren. HP Education Editions is geschikt voor Windows en Android besturingssystemen, wlan2 en wwan opties3 en een compleet scala aan multimedia connectiviteit voor studeren in een projectomgeving. De HP Pro Tablet 10 EE en HP Pro Slate 10 EE Tablets zijn gebouwd voor ruig gebruik op scholen en om valpartijen te doorstaan. Tevens hebben ze een IP52 certificering voor bescherming tegen stof en vocht. Beiden tablets zijn voorzien van een 10-inch (25.4cm) diagonaal hd-touch anti-glare scherm met een reeks aan optionele studieaccessoires zoals een geïntegreerde stylus en een keyboard base met snoer. De HP ProBook 11 EE notebook is afgewerkt met gegoten industrieel rubber, deze notebook kan dus tegen een stootje. De hoeken, grips en randen zijn vervaardigd uit het nieuwe materiaal voor een stevige en lichtgewicht constructie. De krachtige en veelzijdige HP ProBook 11 EE behaalt Intel Core-prestaties en is optioneel voorzien van een Touch screen, dit zorgt voor een krachtigere ervaring ten opzichte van netbooks. http://www.computable.nl/artikel/producten/onderwijs/5226500/1277214/hphelpt-scholen-bij-digitalisering-onderwijs.html#ixzz3QyYwWhW0 Basisscholen Drenthe krijgen 3D-printer Binnenkort hebben tientallen basisscholen in Drenthe een 3D-printer staan. Het bedrijf 3D Kanjers wil kinderen door middel van project 3D-Kanjers kennis laten maken met techniek. Uiteindelijk wil het bedrijf dat alle basisscholen in Drenthe zo'n printer hebben staan. Dit meldt Dagblad van het Noorden. “Het gaat ons er om kinderen vaardigheden van deze tijd te leren”, vertelt Jan Kok, initiatiefnemer project 3D-Kanjers. De compagnon van Kok, Remco Liefting, probeerde al langer om basisscholen via 3D-printers kennis te laten maken met techniek. In 2013 kregen al twaalf basisscholen een 3D-printer. In 2014 heeft het bedrijf zich bezig gehouden met het onderwijskundig goed onderbouwen van het project. Basisonderwijs moet creatiever en innovatiever Volgens Juliette Walma van der Molen, hoogleraar Universiteit Twente (UT), moeten onderwijzers op zoek naar creatieve kennisoverdracht. Op deze manier blijven verhalen beter hangen bij de kinderen en kunnen ze beter hun creativiteit kwijt. Volgens de hoogleraar dringt het nog niet tot de leerkrachten door dat er een andere vorm van onderwijs nodig is. Dat meldt UT nieuws. Om kinderen enthousiast te maken voor wetenschap en techniek moet eerst de leerkracht enthousiast worden. Van der Molen wil graag minder droge sommen zien in het onderwijs, maar juist mooie verhalen die blijven hangen en projecten waarbinnen leerlingen samenwerken en hun creativiteit kunnen laten zien. “Met hetzelfde lesmateriaal, want in zo’n project zit natuurlijk ook rekenen, taal en biologie. Maar je ontdekt wel nieuwe talenten”, aldus de hoogleraar. “Een kind dat niet goed scoort op standaardtoetsen maakt misschien een heel creatieve poster van een project.”
Daxis Bulletin nr. 80 maart 2015
106 excellente scholen Op 26 januari is aan 106 scholen het predicaat Excellente School 2014 uitgereikt in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag. Deze scholen behoren tot de voorhoede van het primair en voortgezet onderwijs. De overgrote meerderheid (94%) van de Excellente Scholen 2013 is opnieuw voorgedragen. De kwaliteit van Excellente Scholen vertoont dus een grote mate van continuïteit. Sinds 2013 kunnen ook scholen voor speciaal basisonderwijs, (voortgezet) speciaal onderwijs en praktijkonderwijs in aanmerking komen voor het predicaat. Hun aandeel in het totaal aantal Excellente Scholen is sindsdien gestegen: van ruim 15% naar bijna 22%. Ook het havo is een volwaardige deelnemer geworden. In 2012 ontvingen slechts 2 havo-afdelingen het predicaat, inmiddels zijn dat er 15. Binnen het vwo valt op dat het gymnasium niet meer de boventoon voert. Was in 2012 het aandeel gymnasia binnen de excellente vwoscholen nog ruim driekwart, in 2014 is dat nog een derde. Deze ontwikkelingen hebben ertoe geleid dat de Excellente Scholen in 2014 een goede afspiegeling vormen van de verschillende schoolsoorten. Naast indicatoren als de cito-score of examencijfers is er aandacht voor domeinen als burgerschap, sociaal-emotionele vorming en internationale oriëntatie. Van belang is ook dat een school inzicht heeft in de eigen succesfactoren en bijstuurt als de uitkomsten anders zijn dan gewenst. De jury licht haar aanpak en werkzaamheden uitgebreid toe in het verslag over 2014 Maatgevende Scholen III en in het overkoepelende eindverslag over de periode 2012-2014 Gewoonweg Uitstekende Scholen. Met het voordragen van de 106 scholen voor het predicaat Excellente School 2014 is een einde gekomen aan de werkzaamheden van de huidige jury. Overdracht inspectie Het aantal Excellente Scholen is sinds aanvang ruim verdubbeld (52 in 2012, 76 in 2013 en 106 in 2014). Deze stijging laat zien dat het traject inmiddels een stevige positie verworven heeft. Vanaf 1 januari 2015 is een nieuwe fase begonnen en wordt, zoals eerder aangekondigd, het traject verbonden met de ontwikkeling naar gedifferentieerd toezicht in het primair, voortgezet en speciaal onderwijs (po, vo, en so). De uitvoering van het traject komt daarmee te vallen onder de verantwoordelijkheid van de Inspectie van het Onderwijs. De wijze van beoordelen door de nieuwe jury blijft zoveel mogelijk gebaseerd op de huidige criteria van de jury. De inspectie werkt toe naar differentiatie in het oordeel van scholen. Veel criteria van de eerste jury, worden meegenomen in de ontwikkeling van het oordeel goed van de inspectie. Bij het beoordelen van excellente scholen zal daarom het excellentieprofiel van de school sterker als uitgangspunt gaan gelden. De jury Excellente Scholen bestaat per 1 januari 2015 uit drie deeljury’s, verspreid over de sectoren po, vo en so.
Daxis Bulletin nr. 80 maart 2015
Nieuwe Onderwijs Pioniers gezocht Heb jij ideeën over wat er op jouw school anders of beter kan? Meld je dan aan voor Onderwijs Pioniers. Voor de beste ideeën is een budget van € 4.000,- beschikbaar. Inschrijven kan tot 6 april 2015. Heb jij ideeën over de ontwikkeling van je vak, het curriculum of de ontwikkeling van je team of de school als geheel? Maar vind je het lastig om dat alleen te doen of heb je ondersteuning nodig om een idee in praktijk te onderzoeken? Meld je dan aan voor Onderwijs Pioniers. Onderwijs Pioniers kan je helpen om jouw ideeën te realiseren in de praktijk Je krijgt de mogelijkheid jouw idee te onderzoeken in de praktijk, je ervaringen uit te wisselen met andere Pionierende Leraren . De beste ideeën worden beloond met een budget, begeleiding voor de realisatie en een groeiend netwerk van Pionierende leraren. Onderwijs Pioniers krijgen een jaar lang een intensief leertraject en worden gecoacht door ervaren leraren. Heb je een idee en wil je meedoen? Je aanmelden kan tot 6 april. http://www.onderwijspioniers.nl/Nieuwe-Onderwijs-Pioniers-gezocht/ Computertaal in plaats van vreemde taal? In steeds meer Amerikaanse staten wordt wetgeving voorgesteld die het mogelijk moet maken in plaats van een vreemde taal een computertaal te leren, als onderdeel van het vak 'computer science'. Dit is omdat er een tekort aan mensen met informatica-vaardigheden verwacht wordt, en omdat het vreemdetalenonderwijs dermate laat van start gaat dat de leerlingen er toch niet heel veel aan hebben. Bovendien zijn er zekere overeenkomsten tussen vreemde talen en computertalen. Opmerkelijk genoeg vindt de belangenvereniging Code.org, die informaticaonderwijs wil promoten, het plan geen goed idee: computer science is meer dan programmeren, en is meer wiskundig dan taalkundig van aard (Rollcall.com, Education Dive). Apple zet kantoorsoftware open voor gebruik op internet Apple voert de concurrentie met Microsoft en Google op. De drie programma’s van het technologiebedrijf voor tekstverwerking (Pages), presentaties (Keynote) en tabellenberekening (Numbers) zijn sinds half februari ook beschikbaar via de webbrowser. Microsoft (met Office) en Google maken hun kantoorsoftware al langer beschikbaar via internet. Tot voorheen hadden enkel gebruikers van Apple-toestellen toegang tot de programma’s. Met de uitbreiding opent Apple de deur naar de vele gebruikers die over mobiele toestellen zoals een iPhone of iPad beschikken, maar een computer met het besturingssysteem Windows van Microsoft hebben. De programma’s van Apple kunnen via de onlinedienst iCloud worden geopend. Daarvoor is wel een Apple ID nodig. De toepassingen dragen ook nog het label 'beta', het gaat dus nog niet om definitieve versies.
Daxis Bulletin nr. 80 maart 2015
NIOC congres – Creativiteit & ICT NIOC: ontmoetingsplaats voor informatica-onderwijs Stichting NIOC is al 25 jaar een belangrijke spil in het ICT-onderwijs in Nederland. De stichting bevordert ontmoeting en kennisuitwisseling tussen ICT-onderwijzers uit alle onderwijssectoren, van voortgezet tot HBO en wetenschappelijk onderwijs. Het NIOC wil stimuleren dat kennis in de volle breedte wordt benut. Eén van de belangrijkste instrumenten hiertoe is het tweejaarlijkse NIOC congres, waar onderwijzers uit alle sectoren samenkomen. Dit jaar wordt het congres door Saxion georganiseerd rond het thema ‘Creativiteit & ICT’. Creativiteit & ICT Tijdens NIOC 2015 staat de creativiteit van het vakgebied ICT in relatie tot het onderwijs centraal. Welke impact hebben ontwikkelingen in maatschappij en ICT op kennisinstellingen? Hoe kunnen we ons onderwijssysteem zo inrichten dat we bijdragen aan de technologische ontwikkelingen van morgen? En hoe kunnen we ICT inzetten voor nieuwe werkvormen, wetenschappelijk onderzoek en het ontwikkelen van slimme concepten? Op al deze vragen zoeken we tijdens het congres met elkaar een antwoord. Ontmoeting en inspiratie Momenteel wordt een interessant programma samengesteld van bijdragen uit diverse onderwijssectoren, overheidsinstanties en het bedrijfsleven. Inspirerende en prikkelende bijdragen over onderwijs- en onderzoeksprojecten, innovaties en ontwikkelingen in de sector en creativiteit en ICT in de ruimste zin van het begrip. De congresdagen worden geopend en afgesloten door diverse nationaal en internationaal bekende keynote sprekers, waaronder filosoof Bas Haring, die bezoekers met een filosofische blik naar informatica laat kijken. Bettina Speckmann, hoogleraar Algoritmen en Visualisatie aan de TU/e, geeft toehoorders inzicht in haar onderzoeksactiviteiten. Hans Appel zal vanuit zijn expertise op het gebied van marketing, innovatie en technologie een beschouwing geven op de eerste congresdag. Vanuit de Verenigde Staten wordt een gerenommeerde spreker ingevlogen om een bijdrage te leveren op NIOC 2015. Daarover vertelt de organisatie u binnenkort meer. Aanmelden De aanmelding voor het congres is reeds geopend. Op NIOC 2015 zult u naast docenten uit alle sectoren van het onderwijs onder andere beleidsmakers, leerplanontwikkelaars, managers uit het onderwijs, studenten en ITservicemanagers treffen. Personen die werkzaam zijn in het ICT-onderwijs of het ICT-onderwijs een warm hart toedragen zijn zeer welkom om zich op NIOC2015.nl aanmelden in te schrijven voor deelname aan (één van) beide congresdagen en/of het interessante avondprogramma op donderdag 23 april. Fusietoets in strijd met Wet op het primair onderwijs De Raad van State heeft bevestigd dat de dominante 50%-norm in de fusietoets in strijd is met de Wet op het primair onderwijs (WPO). Het gaat om het criterium dat het marktaandeel van fuserende schoolbesturen na fusie in principe niet meer mag zijn dan 50 procent. Zo meldt de PO-Raad. De uitspraak van de Raad van State heeft vergaande consequenties voor de huidige beoordeling van fusies. Een kwantitatief criterium mag bij de beoordeling van een fusie niet de boventoon voeren. Wat in strijd is met dit uitgangspunt is de formulering in de regeling. Deze is recentelijk nog aangescherpt voor zeer stedelijke gebieden (35%). De regeling zal op dit punt dus moeten worden aangepast. De PO-Raad gaat het ministerie van Onderwijs vragen om bij de fusies, die inmiddels zijn afgewezen door het ministerie, nader te onderzoeken of dit criterium doorslaggevend is geweest en in hoeverre daar nu nog op teruggekomen moet worden.
Daxis Bulletin nr. 80 maart 2015
Onderwijs moet op de schop Willem Vermeend en Rick van der Ploeg Volgens de economen Willem Vermeend en Rick van der Ploeg moet ons onderwijs op alle niveaus snel op de schop. Al op de basisschool moet rekening worden gehouden met een samenleving, arbeidsmarkt en nieuwe economie die gedomineerd worden door digitalisering en nieuwe technologie, zoals 3D-printen, internet of things, big data, robots en cloud computing. Daarom zijn ze blij met de door staatssecretaris Sander Dekker aangekondigde onderwijsvernieuwing in het basisen voortgezet onderwijs. Onlangs lanceerde Sander Dekker, staatssecretaris van Onderwijs, het Platform Onderwijs 2032. Het is bedoeld als een nationale brainstorm voor een nieuw onderwijscurriculum voor het basisonderwijs en het voorgezet onderwijs. Omdat onderwijshervormingen in ons land veel discussies en emoties oproepen is het een gedurfd initiatief. Dat bleek vorig jaar november al toen Dekker zijn plan naar buiten bracht. De Algemene Onderwijsbond reageerde onmiddellijk met de vraag of het wel nodig was dat iedereen ging meedenken over onderwijsvernieuwingen. De voorzitter van deze bond vond dat de inhoud van het onderwijs vooral een taak van leraren is. Gelukkig werd deze arrogantie onmiddellijk afgestraft. ‘Onzin’, zei leider van het Platform Paul Schnabel en hij wees er fijntjes op dat onderwijs veel te belangrijk is om alleen aan leraren over te laten. Onderwijs is niet alleen van grote betekenis voor de persoonlijke ontwikkeling van mensen, maar ook voor de gehele samenleving. Zo is de inhoud van opleidingen van cruciale betekenis voor onze economie en de arbeidsmarkt. Daarom verdient de staatssecretaris applaus voor zijn initiatief. Onze samenleving en economie veranderen door de opmars van digitalisering en nieuwe technologie razendsnel. Herzieningen van onderwijsprogramma’s zijn op alle niveaus broodnodig. In de brainstorm die nu loopt, lijken twee kampen te ontstaan. Aan de ene kant herzieners die de nadruk leggen op kennis en vaardigheden waarmee leerlingen op de arbeidsmarkt van de toekomst goede baankansen hebben. Daarbij zijn toepasbare kennis en gevoel voor ondernemerschap belangrijke elementen. Het andere kamp meent dat de arbeidsmarkt van de komende decennia niet valt te voorspellen en is daarom van oordeel dat vooral moet worden ingezet op tijdloze vaardigheden en daarnaast op ‘persoonsvorming’, zoals mindfulness en creativiteit. Ontwikkelingen moeilijk te voorspellen De geschiedenis leert inderdaad dat voorspellingen over de toekomstige economie en arbeidsmarkt veel weg hebben van het kijken in een glazen bol. Bovendien is de kans groot dat de meeste leerlingen in hun werkzame leven te maken krijgen met wisselende functies in verschillende bedrijfssectoren. Volgens onderzoek van de Britse verzekeraar LV zullen jongeren die nu voor het eerst aan het werk gaan in hun leven gemiddeld negen verschillende banen hebben en één keer zelfs een complete carrièreswitch maken. Deze verwachting onderstreept niet alleen de noodzaak van een leven lang (blijven) leren, maar ook het probleem om het ‘beste’ curriculum te ontwikkelen. Op de bureaus van de ontwikkelaars van een nieuw curriculum ligt ook een stapel boeken en onderzoeksrapporten over de (economische) wereld van morgen die hun opdracht eigenlijk onuitvoerbaar maken. In verschillende studies wordt voorspeld dat door slimme software programma’s en robotisering de komende twintig jaar bijna de helft van de bestaande banen, vooral op het administratie middenniveau, zullen Lees verder op de volgende bladzijde——->>>>> Daxis Bulletin nr. 80 maart 2015
verdwijnen. Ook op het hoogste niveau zullen onderdelen van het werk worden overgenomen door slimme technologie. Zogenoemde ‘zelflerende’ computers kunnen straks snellere en betere diagnoses stellen dan klassiek opgeleide artsen. Door de onstuitbare opmars van de online wereld in combinatie met nieuwe technologie, zoals 3D-printen, het internet of things, big data, robotica en cloudcomputing, zullen onze samenleving en economie spectaculair veranderen. Nieuw tijdperk Volgens de Amerikaanse topeconoom Jeremy Rifkin luidt de digitale economie een totaal nieuw tijdperk in. Digitaal maakt alles anders. In zijn boek The Zero Marginal Cost Society beschrijft hij hoe het internet alle bedrijfsprocessen zal beïnvloeden, waardoor bestaande verdienmodellen op de schop gaan en de meeste ondernemingen zichzelf opnieuw moeten uitvinden. Zo zal volgens Rifkin de productie in de industriële sector ingrijpend worden beïnvloed door digitalisering en de hierboven genoemde nieuwe technologie. Ondernemers die niet snel genoeg inspelen op deze smart industry lopen de kans dat hun onderneming niet zal overleven. Het komende decennium zullen steeds meer bedrijven te maken krijgen met disruption (verstoring). De verdere opmars van digitalisering en nieuwste technologie dwingen ondernemers zich nog meer te richten op innovaties, snelle veranderingen en het aanpassen van verdienmodellen. Digitale voorbeelden die in 2014 de aandacht trokken waren Uber, dat de taxibranche in rep en roer bracht en Airbnb, dat de hotelsector concurrentie aandoet. En daar blijft het niet bij. Wereldwijd verschijnen er start-ups op de markt met nieuwe diensten en producten die bestaande business modellen omver kegelen. Bestaande bedrijven die denken dat ze in een sector zitten die daarvan (voorlopig) geen last heeft, laten zich in slaap sussen: alle bedrijfssectoren, zonder uitzondering, worden door digitale en technologische vernieuwingen geraakt. Deze ontwikkelingen leiden tot een arbeidsmarkt die onvergelijkbaar is met de huidige. Omdat binnen ons onderwijs het arbeidsmarktperspectief een belangrijke rol speelt, ontkomen Schnabel en zijn team er niet aan daarmee rekening te houden. Hoe? In ieder geval niet door te kiezen voor een van de twee kampen. Het moet een optimale mix worden. Onze samenleving heeft behoefte aan onderwijs dat leerlingen stimuleert tot creativiteit, het oplossen van problemen, nieuwsgierigheid weet op te wekken, bijdraagt aan sociale vaardigheden maar ook tot kritisch denken. Anderzijds, volgens de economen Willem Vermeend en Rick van der Ploeg moet ons onderwijs op alle niveaus snel op de schop. Al op de basisschool moet rekening worden gehouden met een samenleving, arbeidsmarkt en nieuwe economie (4.0) die gedomineerd worden door digitalisering en nieuwe technologie, zoals 3D-printen, internet of things, big data, robots en cloud computing. Daarom zijn ze blij met de door staatssecretaris Sander Dekker aangekondigde onderwijsvernieuwing in het basis- en voortgezet onderwijs. Vermeend en van der Ploeg prijzen ook zijn aanpak waarbij iedereen via een digitaal platform mee kan denken over vernieuwingen. In hun column leveren ze daaraan een bijdrage. Leerlingen zullen straks over voldoende kennis en vaardigheden moeten beschikken die inspelen op de arbeidsmarkt van morgen. Hoewel die niet valt te voorspellen weten we wel dat deze gedomineerd wordt door digitalisering, nieuwe technologie en meer nadruk op ondernemerschap. Omdat bij veel (toekomstige) banen deze dominantie een rol speelt, zal in de lesprogramma’s daaraan voldoende aandacht besteed moeten worden. Daarnaast blijven ‘klassieke’ vakken als wiskunde, natuurkunde, biologie, muziek, kunst, geschiedenis en vreemde talen onontbeerlijk voor de jongeren van nu om zich optimaal te kunnen ontwikkelen in de toekomstige dynamiek van het leven, de arbeidsmarkt en de nieuwe economie, aangeduid als 4.0. In zijn advies aan Sander Dekker zou Schnabel ook de vernieuwingen in andere landen moeten meenemen. Wij zien daar lesprogramma’s op het gebied van programmeren, technologie, 3D-printen, en ondernemerschap. http://www.telegraaf.nl/dft/nieuws_dft/23685794/__Onderwijs_moet_op_de_schop__.html
Daxis Bulletin nr. 80 maart 2015
Eigen tv-programma voor Dokter Corrie We kennen Dokter Corrie van haar spreekuur in het Schooltv weekjournaal. Vanaf zondag 15 maart om 18.20 uur is Dokter Corrie wekelijks te zien in haar eigen programma bij de NTR: de Dokter Corrie Show, op Zapp. In het programma geeft Dokter Corrie seksuele voorlichting aan jongeren vanaf 9 jaar en beantwoordt hun vragen over de puberteit, relaties en seksualiteit. Het programma wil een opmaat zijn om deze thema’s in een ontspannen sfeer, thuis of in de klas, te bespreken. Sinds 2012 is aandacht voor seksualiteit en seksuele diversiteit opgenomen in de kerndoelen van zowel het basis- als het voortgezet onderwijs en is het voor docenten verplicht om aandacht te besteden aan seksuele voorlichting. Veel docenten gaven te kennen dat zij, net als veel ouders, moeite hebben met het bespreken van seksualiteit in de klas. Dat was aanleiding voor de NTR om er aandacht aan te besteden binnen Schooltv. Zo werd het spreekuur van Dokter Corrie in het leven geroepen binnen het Schooltv-weekjournaal. In dit 4 minuten durende programmaonderdeel praatte zij over seksualiteit en puberteit met Bekende Nederlanders. Daarnaast gaf zij uitleg en tips zodat kijkers uit groep 7 & 8 beter voorbereid aan hun puberteit beginnen. De rubriek veroorzaakte veel commotie, maar er volgden ook veel positieve reacties. Uit onafhankelijk onderzoek bleek dat circa driekwart van de docenten vindt dat Dokter Corrie toegevoegde waarde heeft voor de school wat betreft de invulling van het onderwerp seksualiteit. De Dokter Corrie Show - vanaf 15 maart - elke zondag 18.20 uur bij de NTR op Zapp. Dell gaat Chromebooks verkopen Vanaf april brengt Dell zijn Chromebook 11 bij ons op de markt. Het is de eerste Chromebook die Dell in de Benelux verkoopt. Dell voert al sinds eind 2013 Chromebooks in zijn gamma, maar voor Nederlandse consumenten waren die nooit beschikbaar. Daar komt nu verandering in, zo meldt Tweakers.net. Vanaf april zal Dell ook hier zijn Chromebook 11 aan de man brengen. Die is extra stevig en bestand tegen gemorste koffie en frisdrank, en richt zich daarmee vooral op studenten en scholieren. De Chromebook 11 wordt aangedreven door een Celeron N2840 dualcore-chip die aan 2,16 GHz tikt. Het 11,6 inch grote scherm heeft een resolutie van 1366 op 768 pixels. Hij bevat twee of vier gigabyte werkgeheugen, de opslagcapaciteit is 16 GB (via emmc-kaart). De laptop kan verbinding maken met internet via zijn draadloze netwerkkaart (2X2 wifi-ac) en ondersteunt ook bluetooth. Wie onderweg wil surfen kan optioneel een simkaart installeren. Ook voor een aanraakscherm moet bijbetaald worden. Nog een opmerkelijke feature: aan de achterkant van de notebook zit een notificatie-LED waarmee studenten kunnen aangeven dat ze een vraag willen stellen of die kan ingezet worden om met grote groepen te quizzen of een poll te beantwoorden. De LED kan ook aangeven of iemand online is. De prijs van de Chromebook 11 in Nederland is nog niet bekend. In de Verenigde Staten kost dit model 249 dollar.
Maagdenburgstraat 22 7421 ZC Deventer T: 0570-633242 www.daxis.nl
[email protected] Daxis Bulletin nr. 80 maart 2015