Bulletin van Vragen en Antwoorden december 2014
INHOUDSOPGAVE
I. SCHRIFTELIJKE VRAGEN I.1. Vragen van de provincieraadsleden en antwoorden van de gouverneur of gedeputeerden
Guido Decorte, gedeputeerde van bestuurlijke organisatie, algemene en ondersteunende dienstverlening, gebiedsgerichte werking en milieu, landschap en natuur Franky De Block, gedeputeerde van toerisme en recreatie, ruimtelijke ordening (m.u.v. stedenbouwkundige beroepen) en mobiliteit en weginfrastructuur Bart Naeyaert, gedeputeerde van landbouw en visserij, integraal waterbeleid, infrastructuur en juridische aangelegenheden (o.a. milieu- en omgevingsvergunningen)
I.2. Vragen waarvan de reglementaire termijn verstreken is en waarop nog niet werd geantwoord
II. MONDELINGE VRAGEN Verslag van de mondelinge vraagstelling tijdens de provincieraad dd. 22 december 2014
2
Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 12 – december 2014
I. SCHRIFTELIJKE VRAGEN I.1. Vragen van de provincieraadsleden en antwoorden van de gouverneur of gedeputeerden
GUIDO DECORTE GEDEPUTEERDE VAN BESTUURLIJKE ORGANISATIE, ALGMENE EN ONDERSTEUNENDE DIENSTVERLENING, GEBIEDSGERICHTE WERKING, MILIEU, LANDSCHAP EN NATUUR Vraag nr. S/2014/53 van 28 oktober 2014 van de heer Jan Van Meirhaeghe (N-VA) Criteria aanleg fietspaden West-Vlaanderen met specifieke aandachtspunten We stellen als N-VA-fractie vast dat bij aanleg van fietspaden waar de provincie West-Vlaanderen voor bevoegd is en provinciale diensten zoals de Groendienst bij betrokken zijn, er gekozen wordt voor beton, asfalt of ternair zand. Ook is er sprake van bepaalde criteria. Algemeen: Welke criteria hanteren de provinciale diensten om de keuze van verharding tussen asfalt, beton of ternair zand (dolomiet?) te bepalen? Welk beleid past de deputatie toe bij de aanleg van fietspaden? Kan dit beleidsdocument bezorgd worden en wordt dit op regelmatige tijdstippen geëvalueerd? Kunnen de politieke partijen hierin betrokken worden? Specifiek: Joggers en wandelaars die gebruik maken van de fiets- en wandelpaden van de oude spoorwegbedding Brugge-Sijsele-Maldegem reageren bezorgd over deze route. Er is sprake van een verharding met betonlaag. Is dit zo? Is ternair zand niet eerder aangewezen? Vraag om een looppad van 35 cm te voorzien naast asfaltering van Groene As “Groene 62” (spoorweg) tussen Warande en halfweg Wijnendale in Torhout. Er is begrip dat asfaltering er komt: fietsverbinding voor vele kinderen en inwoners van Wijnendale naar Torhout moet ook in winter berijdbaar zijn. Maar dit wordt ook gebruikt vele lopers. De 2 loopclubs van Torhout hebben reeds hun ongenoegen laten blijken bij het voornemen van de provincie West-Vlaanderen hieromtrent. Antwoord De criteria voor het bepalen van de verharding op trajecten van de Groene Assen werden vastgelegd in het besluit van de deputatie van 2009. Verder worden zoveel als mogelijk de richtlijnen gevolgd uit het “Vademecum Fiets” van de Vlaamse overheid. Om subsidies te krijgen vanuit het Fietsfonds op trajecten die tot het functioneel fietsroutenetwerp behoren is dat overigens noodzakelijk. Soms wordt er van af geweken omwille van natuurwaarden. De discussie over de verharding van de Groene Assen heeft herhaaldelijk al plaatsgevonden. In het verleden werd eerder geëxperimenteerd. Steeds opnieuw was het de bedoeling met nieuwe verhardingen bepaalde nadelen van voorgaande verhardingen te ondervangen (milieuvriendelijker, meer doorlatend, goedkoper…). Telkens bleken deze dan weer nadelen te hebben op andere vlakken. De Provincie is uiteindelijk geen proefcentrum voor het uittesten van verhardingen. Daarom werd in 2009 besloten om het aantal mogelijke verhardingen te reduceren tot twee, weliswaar eerder klassieke ondergronden, waarvan de eigenschappen bekend zijn: asfalt enerzijds en semi-verharding met ternair zand anderzijds. Voor alle groene assen die door de Provincie werden beheerd (en inmiddels aangekocht zijn van de NMBS) werd bepaald welk type verharding gewenst was.
3
Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 12 – december 2014
Grosso modo komt het erop neer dat in een meer natuurlijke context geopteerd wordt voor halfverharding met ternair zand; waar de functie van de groene as als functionele fietsroute domineert gebeurt de aanleg in asfalt. Een en ander kan meer in detail worden nagelezen in bijgaand afwegingskader. In een aantal gevallen was er al een verharding aanwezig die niet voldeed aan het afwegingskader. Voor zover deze nog in goede staat was werd er om kostprijsredenen voor gekozen deze te behouden. Het ontharden van asfalt naar ternair zand werd als niet wenselijk beoordeeld. Het resultaat van de toenmalige afweging was dat ongeveer de helft van de verharding asfalt was, de andere helft ternair zand. Vanwege o.m. de vzw Trage Wegen, die opkomt tegen de systematische verharding van trage wegen, ontving de Provincie goedkeuring voor de evenwichtige keuzes die werden gemaakt. Men toonde begrip voor het feit dat de Provincie via beter uitgeruste fietswegen inspanningen deed om woon-werkverkeer en schoolgaande jeugd uit de auto te houden, maar anderzijds toch ook respect opbracht voor het natuuraspect. We onderstrepen ten slotte dat de voormalige spoorwegbeddingen als ‘groene as’ in de markt gezet worden. Dit betekent dat ze niet alleen een verbindende functie hebben voor allerlei vormen van zacht verkeer, hetzij utilitair of recreatief, maar ook voor natuurelementen. Onder meer in het Midden en het Zuiden van West-Vlaanderen is de functie als groene as bijzonder belangrijk bij gebrek aan veel andere publiek toegankelijke groene ruimte. De spoorwegbeddingen zijn gemiddeld genomen ook maar 14m breed. Het is bijgevolg niet aangewezen om parallelle routes aan te leggen. Hoogst uitzonderlijk gebeurt dit wel in functie van de ruiterij omdat bepaalde stroken om evidente veiligheidsredenen niet met andere gebruikers kunnen gedeeld worden. Wat de Abdijenroute, waarnaar u verwijst betreft, worden deze legislatuur enkel onderhoudswerken gepland. De structurele herinrichting is later voorzien. Tot nader order volgt uit het afwegingskader dat daar door de bebouwde kommen van Assebroek en Sijsele asfalt voorzien wordt; in het buitengebied zou voor ternair zand geopteerd worden. In het kader van de opmaak van de herinrichtingsplannen kunnen de gemaakte keuzes inzake verharding nog herbekeken worden; maar bijgaand afwegingskader vormt daarbij in elk geval het uitgangspunt. Tot slot kan er niet worden ingegaan op de vraag om 35 cm halfverharding te voorzien naast het deeltraject dat in asfalt voorzien wordt op de Groene 62 Wijnendale-Torhout. 35 cm is immers veel te smal en zo weer ingegroeid – minstens 1 m is noodzakelijk. Verder is er bij het ontwerp expliciet rekening gehouden om aan de bestaande bermen zo weinig mogelijk te raken in verband met de bestaande natuurwaarde van de bermflora. De aanleg van een looppad van 1 m inclusief fundering van 1,5 m zal de begroeiing van de bermen aanzienlijk doen inkrimpen. Vraag nr. S/2014/54 van 26 november 2014 van de heer Kristof Pillaert (N-VA) Representatiekosten Gouverneur In het rapport van het Rekenhof (Rekeningboek 2013 pagina 30) staat er te lezen dat de provinciebesturen geen precieze richtlijnen hebben uitgewerkt over welke representatiekosten voor de Gouverneur aanvaard kunnen worden. Daarom volgende twee vragen: Zijn er binnen het provinciebestuur West-Vlaanderen richtlijnen hieromtrent en zo ja welke? Hoeveel kosten werden er in rekening gebracht onder deze rubriek? Antwoord In antwoord op uw schriftelijke vraag van 26 november 2014 in verband met de representatiekosten van de heer Gouverneur kunnen wij u het volgende meedelen. In deze rubriek zijn de werkelijke kosten die de Gouverneur (en zijn kabinet) de laatste jaren hebben voorgelegd vrij miniem. Het jaarlijks bedrag bedroeg zowel voor 2013 als voor 2014 nog geen 1.000,00 euro (respectievelijk 734,35 euro in 2013 en 988,73 euro in 2014). Deze kosten zijn allemaal inherent aan de uitoefening van zijn provinciale taken of opdrachten en worden steeds ter goedkeuring voorgelegd aan de Deputatie, conform de geldende procedures.
4
Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 12 – december 2014
Tot op heden zijn er ook geen initiatieven gekomen vanuit het Vlaams of Federaal bestuursniveau met het oog op een regeling betreffende de verdeling van de gouverneurskosten. Gelet op de minieme jaarlijkse omvang van deze uitgaven is de Deputatie van oordeel dat specifieke richtlijnen binnen het Provinciebestuur niet onmiddellijk aan de orde zijn.
5
Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 12 – december 2014
FRANKY DE BLOCK GEDEPUTEERDE VAN TOERISME EN RECREATIE, RUIMTELIJKE ORDENING, MOBILITEIT EN WEGINFRASTRUCTUUR Vraag nr. S/2014/53 van 28 oktober 2014 van de heer Jan Van Meirhaeghe (N-VA) Criteria aanleg fietspaden Wet-Vlaanderen met specifieke aandachtspunten (zie S/2014/53 – gedeputeerde G. Decorte)
6
Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 12 – december 2014
BART NAEYAERT GEDEPUTEERDE VAN LANDBOUW EN VISSERIJ, INTEGRAAL WATERBELEID, INFRASTRUCTUUR EN JURIDISCHE AANGELEGENHEDEN Vraag nr. S/2014/55 van 27 oktober 2014 van de heer Kurt Himpe (N-VA) Renovatie kasteel Wolvenhof Tijdens de plenaire zitting van 23 oktober 2014 polste ik naar de stand van zaken van het renovatiedossier voor het kasteel Wolvenhof. Een jaar geleden werd aangekondigd dat er tijdens deze bestuursperiode een studie zou opgemaakt worden voor de renovatie. In 2010 werd het kasteel Wolvenhof in erfpacht aan de provincie gegeven om er een streekhuis voor de regio Roeselare-Tielt in onder te brengen. -
Is er al een studie opgemaakt?
-
indien ja: wat zijn de conclusies van deze studie?
Tijdens de plenaire zitting van 23 oktober werd gemeld dat er een andere locatie zal gezocht worden voor het streekhuis in Kortrijk. Daarom ook deze vraag: is de deputatie nog altijd van plan om het streekhuis van Roeselare naar Izegem over te brengen nadat het kasteel Wolvenhof gerenoveerd is? Antwoord -
Er werd een architect aangesteld op 2 december 2011.
Er waren nauwe contacten met Onroerend Erfgoed die aanraadde om het dossier op gelijkaardige manier aan te pakken als het dossier Lijsternest, met name eerst een vooronderzoek laten doen en dit dan te bekostigen via de onderhoudspremie. De premieaanvraag voor de onderhoudspremie wordt echter niet aanvaard op 08 maart 2012. Onroerend Erfgoed vraagt om de vraag grondig te herwerken. In 2012 hervormt Onroerend Erfgoed zich. Hierdoor zijn er eerst en vooral minder middelen beschikbaar voor de onderhoudspremies waardoor deze premies minder snel worden toegekend. Ten tweede wordt er niet langer provinciaal beslist over de premie, maar gewestelijk, waar blijkbaar strengere eisen worden gesteld. Ook de afspraken met de lokale ambtenaren van Onroerend Erfgoed gelden niet langer en er wordt finaal beslist dat Provincies niet langer in aanmerking kunnen komen voor onderhoudspremies. Hierdoor dient deze piste voor het verkrijgen van premie afgesloten. Ondertussen verandert ook de wetgeving overheidsopdrachten waardoor ook de administratieve bepalingen volledig dienen aangepast te worden. De architect maakt een volledig nieuw bestek op voor vooronderzoek, wat wordt uitgestuurd op 24 februari 2014. Eenmaal de offertes binnen zijn, wordt het gunningsverslag opgemaakt en verstuurd naar Onroerend Erfgoed ter goedkeuring. Het dossier dient nu de weg van de modale restauratiepremie te volgen, wat meer tijd in beslag neemt. De premieaanvraag voor het vooronderzoek wordt ontvankelijk verklaard op 15 mei 2014. De premie vooronderzoek wordt toegekend op 29 oktober 2014 en de provincie wordt per brief op de hoogte gebracht op 20 november 2014. De aannemer wordt gecontacteerd om zijn gestandsdoeningstermijn te verlengen. Normaal mogen we verwachten dat de premie vooronderzoek wordt toegekend in 2015 omdat het om een klein bedrag gaat. Het vooronderzoek kan dan in het voorjaar van 2015 worden uitgevoerd. De resultaten van het vooronderzoek worden door de architect geïnterpreteerd en verwerkt in bestekken. Deze dienen te worden voorgelegd aan de Provincieraad waarna ze opnieuw worden ingediend voor de
7
Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 12 – december 2014
premieaanvraag. Na ontvankelijkheidsverklaring is het wachten op de toekenning (wat voor grote dossiers tot 5 jaar kan duren). In het meerjarenplan was er van uitgegaan dat er geen premie meer zou kunnen worden verkregen voor het Wolvenhof wegens het nieuwe decreet Onroerend Erfgoed, vandaar dat de middelen voor de werken voorzien werden op 2018-2019. Ondertussen is het duidelijk geworden dat, omdat de Provincie erfpachthoudster is en de gemeente eigenaar, dit dossier wel nog in aanmerking kan komen. Dit betekent dat het waarschijnlijk te optimistisch is om deze werken nog tijdens deze legislatuur te kunnen opstarten. -
In afwachting van de restauratie wordt het gebouw bewoond en onderhouden door Entract.
Wat betreft de locatie van het streekhuis Midden-West-Vlaanderen: de dienst gebouwen en infrastructuur werkt hier ondersteunend. In 2010 werd een erfpachtovereenkomst afgesloten waarin de functie streekhuis werd verbonden aan het Wolvenhof. Tenzij een andere context in het kader van het sterk ontwikkelde midwest-overleg en het verder onderzoek naar de benodigde capaciteit voor kantoren en vergaderruimte een andere conclusie oplevert wat betreft de gebiedswerking, lijkt het mij logisch dat wij de in 2010 gemaakte keuze verder uitvoeren. Ondertussen zetten wij verder de nodige stappen voor de realisatie van de restauratie. Dit gebeurt ondanks de vele Vlaamse administratieve en budgettaire wolfijzers en schietgeweren, waarnaar u, wellicht uit vergetelheid, met geen woord verwijst in uw communicatie met de pers. Vraag nr. S/2014/56 van 04 december 2014 van de heer Peter De Roo (N-VA) Overzicht van alle mogelijke rechtzaken en claims die momenteel lopen tegen de deputatie en/of provincie WestVlaanderen Is het mogelijk om een overzicht te bezorgen van alle van alle mogelijke rechtszaken en claims die momenteel lopen tegen de deputatie en/of provincie West-Vlaanderen? Zijn er hiervoor bestemde gelden voorzien? Indien ja, graag concrete bedragen bij deze dossiers. Antwoord In antwoord op uw schriftelijke vraag van 4 december 2014 laat de provincie u een overzicht geworden van lopende rechtszaken en claims die momenteel lopen tegen de Provincie West-Vlaanderen. In 2014 werd een krediet voorzien van € 77.000 waarvan tot op heden € 69.000 zijn opgenomen. (zie bijlage 1)
8
Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 12 – december 2014
I.2. Vragen waarvan de reglementaire termijn verstreken is en waarop nog niet werd geantwoord
BART NAEYAERT GEDEPUTEERDE VAN LANDBOUW EN VISSERIJ, INTEGRAAL WATERBELEID, INFRASTRUCTUUR EN JURIDISCHE AANGELEGENHEDEN van dd. 18 november 2014 van Maarten Tavernier (Groen) Tedewest We ontvingen recent een uitnodiging voor een ontmoetingsavond van Tedewest, die inhoudelijk weinig om het lijf heeft, maar wel een optreden en een uitgebreid wandelbuffet omvat. Ik wil dan ook graag vragen welke financiële en andere ondersteuning de provincie geeft aan Tedewest.
9
Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 12 – december 2014
II. MONDELINGE VRAGEN Verslag van de mondelinge vraagstelling tijdens de provincieraad dd. 22 december 2014 Vraag nr. M/2014/79 van mevrouw Marleen Rogiers (sp.a) Hondensport in de Gavers Tijdens de budgetbesprekingen heeft de provincieraad het meermaals gehad over de provinciale domeinen. Mevrouw Marleen Rogiers, sp.a-raadslid, stelt dat het dan ook duidelijk is dat de provincie investeert in deze provinciale domeinen. Domein De Gavers is erg populair. Het wordt druk bezocht zowel in de zomer als in de winter. Heel wat bezoekers zijn wandelaars met honden. Mevrouw Rogiers vraagt - uit naam van bezoekers en bewoners - of er binnen het domein zelf een afgebakende zone voorzien kan worden waar wandelaars hun hond vrij kunnen laten lopen. Nu moet de hond aan de leiband lopen, dit uiteraard voor de veiligheid van andere bezoekers. Ze meent dat een afgebakende zone voor een hondenweide een oplossing kan zijn. Het hondensportterrein buiten het domein waar de hondensportclub de honden traint komt daarvoor niet in aanmerking, want dit zou de trainingen belemmeren. Antwoord De heer Guido Decorte, gedeputeerde, merkt op dat deze vraag dikwijls aan de deputatie wordt gesteld. Hij vindt het soms problematisch dat gemeenten, verenigingen, enz. vanalles willen organiseren binnen de provinciale domeinen. De deputatie moet bij zo’n vragen goed afwegen wat er wel en wat er niet kan. Wat de concrete vraag van mevrouw Rogiers betreft, licht de heer Decorte toe dat de deputatie weet dat er nood is aan zo’n zaken. Niet alle achttien provinciedomeinen zijn evenwel geschikt voor de realisatie van een hondenweide. Daarom heeft de deputatie beslist om samen met de mensen van de groendienst in het kader van de goedgekeurde beheersplannen - die ingediend moeten worden bij de Vlaamse overheid - een proefproject op te starten. In de domeinen Raversyde en Bulskampveld zijn er nabij een parking dergelijke zones voorzien. In het beheersplan van het domein De Gavers is er ook zo’n zone voorzien. Deze drie locaties zouden dienen als proefproject. De deputatie zal deze projecten na een aantal maanden evalueren. Dan zal er ook bepaald worden waar er eventueel kan uitgebreid worden. Deze vraag werd namelijk ook gesteld voor de domeinen Bergelen en ‘t Veld. De gedeputeerde stelt nogmaals duidelijk dat niet alle domeinen hiervoor geschikt zijn. Er wordt dus niet gepleit voor een algemene regel, maar er wordt wel naar een oplossing gezocht daar waar het mogelijk is. Repliek Mevrouw Rogiers vraagt of er een timing voorzien is voor deze proefperiode. Antwoord De heer Decorte meldt dat er gewacht wordt op de goedkeuring van het beheersplan. Vraag nr. M/2014/80 van mevrouw Gerda Schotte (Groen) Personeel provinciaal zwembad Mevrouw Gerda Schotte, Groen-fractievoorzitter, stelt dat zij in februari 2014 reeds tussenkwam omtrent het personeel van het zwembad naar aanleiding van de wijzigingen van de personeelsformatie. Ze citeert het antwoord van de gedeputeerde toen: “Ik zal de nieuw uitbater proberen te overtuigen om maximaal op de huidige personeelsleden van het zwembad beroep te doen. Bij interne mobiliteit zullen betrokkenen individueel worden aangesproken”. Ze merkt op dat de gedeputeerde zich toen ook sterk maakte dat er voor het nieuwe zwembad veel meer personeel nodig zou zijn dan voor de huidige uitbating, dat dit extra tewerkstelling met zich zou meebrengen en dat er voor het poetspersoneel een alternatief gezocht zou worden. Nu, tien maanden later, is het alternatief blijkbaar ontslag, zo stelt ze.
10
Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 12 – december 2014
De fractie haalde in de tussenkomst van februari al aan dat de nieuwe uitbater personeel voor de kassa met één jaar ervaring en poetspersoneel met twee jaar ervaring wil. Dit stond zo in de overeenkomst die mevrouw Gerda Schotte heeft ingezien. Het was toen al duidelijk dat het huidige personeel een veel hogere anciënniteit heeft, en hierdoor weinig kans zou maken om aangeworven te worden tenzij aan het minimumloon. In de Krant van WestVlaanderen stelde de gedeputeerde dat de provincie er alles aan gedaan heeft om voor deze mensen een oplossing te zoeken, maar dat is blijkbaar niet gelukt. Er wordt outplacement aangeboden, maar dit is enkel voor werknemers boven een bepaalde leeftijd en is zelfs een plicht en niet echt een gunst. Wat de fractie vooral stoort is het feit dat er tijdens de onderhandelingen niets werd vastgelegd inzake de overname van het personeel. Andere modaliteiten werden wel vastgelegd, maar het personeel was op dat ogenblik wellicht minder belangrijk, zo stelt ze. Ze vraagt wat er nog gedaan wordt voor het personeel van het zwembad. Wat de fractie nog meer verontrust is de uitspraak van de gedeputeerde in diezelfde krant dat de provincie vanaf 2018 geen schoonmaakpersoneel meer in dienst mag hebben en dat het poetsen uitbesteed zal moeten worden aan de private sector. Mevrouw Schotte vraagt waar dit werd beslist. Als dat zo is, dan ziet het er niet goed uit voor deze personeelsleden. Antwoord De heer Carl Vereecke, gedeputeerde, is van mening dat de vraag van mevrouw Schotte tendentieus overkomt en de zaken uit hun verband rukt. Hij wil niet terugkomen op zaken die tien maanden geleden gezegd werden. Hij wil wel aantonen dat de personeelsdienst alles gedaan heeft wat in de mogelijkheden lag. Als de mensen evenwel verwachtingen hebben die bijna niet haalbaar zijn, dan is het een onmogelijke opdracht om aan die eisen te voldoen. De gedeputeerde schetst de situatie. Het gaat over het provinciaal zwembad waar momenteel contractueel personeel is tewerkgesteld. Dit personeel zit momenteel in een contractsituatie van twee jaar. Er is hen toen duidelijk op gewezen dat deze tewerkstelling sowieso moet eindigen indien er geen oplossing komt rond hun tewerkstelling. Als het nieuwe zwembad eind maart wordt opgestart, zal het huidige zwembad nog drie maanden functioneren om het nieuwe zwembad de kans te geven op te starten en effectief van start te gaan op 1 juli 2015. Met andere woorden, de tewerkstelling loopt tot 30 juni 2015. Dit werd van in den beginne heel duidelijk aan die mensen gesteld. De gedeputeerde geeft aan dat er op 28 januari 2013 in aanwezigheid van de griffier en enkele mensen van de personeelsdienst informatie gegeven werd over de bouw en de exploitatie van het zwembad door S&R. Wat betreft de exploitatie werd toegelicht dat er in de vorige legislatuur werd gekozen voor een publiek-private samenwerking. Het publieke aspect van deze samenwerking betreft het volledige ontwerp, het financieren en voorbereiden van het project. De private inbreng is de exploitatie. De exploitatie omvat ook het aanwerven van het personeel en het rendabel houden in de ogen van de private sector. Het democratisch houden van de prijzen omvat deels de inbreng van de publieke sector. De inbreng van de private sector omvat onder meer de tewerkstelling. Daarna vonden er nog vijf vergaderingen met het personeel plaats, waarbij de gedeputeerde en/of de griffier en/of de personeelsdienst aanwezig was. Ook werden alle betrokken personeelsleden individueel aangesproken om hen de situatie uit te leggen. Hun contract en rechten en plichten werden bekeken. Er werd ook een toelichting gegeven door S&R zelf over de aanwervingen. De betrokken personeelsleden verwachten bij aanwerving door S&R dezelfde arbeidsvoorwaarden, hetzelfde aantal verlofdagen en dezelfde betalingsvoorwaarden als bij de provincie, zo vervolgt de heer Vereecke. Evenwel is CAO 327 van toepassing, met als gevolg een lager loon dan als men start bij de provincie. De betrokkenen verwachten nu dat de provincie zal bijpassen indien zij loonverlies zouden hebben. De gedeputeerde merkt op dat dit tegen de wet is en verwijst naar artikel 45 van de RSZ-wet die zegt dat men iedereen op een gelijkaardige manier moet vergoeden. Deze situatie is duidelijk gemaakt aan die mensen en – zoals al herhaaldelijk werd gezegd in de provincieraad – werd er nagegaan wie van hen in aanmerking kwam voor interne mobiliteit. Bij bevorderingen en vacatures heeft de personeelsdienst steeds eerst gekeken of de mensen van het zwembad aan de voorwaarden voldeden. Indien wel, dan werden ze daar ook voor uitgenodigd. Sommigen gingen er op in. Voor degene die er niet op in gingen blijft maar één mogelijkheid meer over. Er wordt aan hen een sollicitatietraining gegeven, zodat ze zich eventueel ook bij S&R kunnen aanbieden. In tegenstelling tot de indruk die mevrouw Schotte met haar vraag wekte, zijn er wel degelijk mensen op dit voorstel ingegaan. S&R bekijkt nog steeds hoe ze zo veel als mogelijk de mensen van het provinciaal zwembad kunnen overnemen. Op 15 december hebben zeven personen deelgenomen aan de sollicitatietraining en op 5 januari volgen nog acht personen deze training.
11
Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 12 – december 2014
Deze training aangeboden door de provincie is niet zomaar een zoethoudertje, maar zal wellicht met succes afgerond worden door de deelnemende mensen. Indien zij zich aanbieden bij S&R, dan worden zij eerst in de selectie opgenomen. Indien zij aan de verwachtingen van S&R voldoen, dan zullen die mensen in dienst mogen komen, zo licht de heer Vereecke toe. Het gaat over nog vijf personen, die niet ingegaan zijn op interne mobiliteit. Vervolgens geeft de gedeputeerde meer uitleg over de toepassing van interne mobiliteit. Er zijn dit jaar twee vacatures verschenen, met name voor schoonmaakpersoneel in De Gavers en het Provinciaal Noord-Zuid Centrum. Twee maal hebben de mensen er niet willen op intekenen omdat men het niet ziet zitten om de trein te nemen en omdat men in Brugge wil blijven werken. Zij kunnen evenwel niet ingeschakeld worden in het Provinciehuis Boeverbos omdat alle vacatures daar ingevuld zijn. Op die manier wordt het onmogelijk om aan de verwachtingen van die mensen te voldoen. Hij wenst ook nog mee te geven dat de communicatie over hun opzeg niet zomaar een brief in hun brievenbus was. Zij werden persoonlijk uitgenodigd. Voor de mensen met een opzeg die startte in maart heeft de provincie gezorgd voor uitstel tot het einde van de maand juni. De heer Vereecke wijst nogmaals op de inspanningen van de provincie als werkgever, met name het systeem van outplacement, het begeleiden bij het zoeken naar werk, hen zo lang als mogelijk in dienst houden en hen er op wijzen dat zij met vuur spelen indien ze blijven hetzelfde loon en dezelfde werkplaats vragen. De provincie heeft geen enkele wettelijke basis om op die eisen in te gaan. De provincie wil er alles aan doen om deze mensen in dienst te houden tot er een andere betrekking kan aangeboden worden. Ze krijgen die kans, maar het is met terugval van loon en misschien ook met herziening van het aantal verlofdagen. De gedeputeerde vindt het heel jammer, want hij wil geen slecht beeld van die vijf mensen schetsen. Het zijn heel goede werknemers. Ze hebben twee jaar de kans gekregen om op voorstellen in te gaan. Gezien hun hoge eisen zal de provincie de tewerkstelling moeten beëindigen. Hij hoopt dat ze alsnog ingaan op de mogelijkheid tot training om op een andere plaats aangeworven te kunnen worden. Voor de statutair tewerkgestelden zal de provincie ambtshalve een andere tewerkstelling door herplaatsing moeten uitwerken. De gedeputeerde stelt samen met mevrouw Schotte vast dat het een jammerlijke zaak is als men op zo’n manier afscheid moet nemen van mensen. Er kon op geen enkele andere manier een samenwerking met S&R afgesproken worden aangezien dit allemaal al contractueel vast stond. Repliek Mevrouw Schotte ontkent niet dat er veel stappen werden gezet. Ze merkt op dat mensen met 23 of 19 jaar ervaring niet zullen instappen in een job waar er maar twee jaar anciënniteit betaald wordt, en dan ook nog aan een lager barema. Ze wijst op haar tweede vraag, namelijk in verband met wat in de krant stond over het schoonmaakpersoneel na 2018. Antwoord De heer Vereecke antwoordt dat hij niets kan doen aan wat de pers schrijft, zeker niet als er zaken uit hun verband worden gehaald. Vraag nr. M/2014/81 van de heer Christof Dejaegher (CD&V) Parking streekhuis Esenkasteel De heer Christof Dejaegher, CD&V-fractievoorzitter, wijst op de slechte toestand van de toegangsweg en parking van het Esenkasteel en illustreert zijn tussenkomst met enkele foto’s. Hij wijst er op dat de foto’s voor zich spreken. Overdag is het nog enigszins doenbaar, maar ‘s avonds wordt het heel wat moeilijker, des te meer omdat op bepaalde tijdstippen de verlichting niet beschikbaar is. De toegangsweg is te vergelijken met een glijbaan en er zitten ook heel wat putten in de oprit. De heer Dejaegher vraagt om een oplossing te zoeken en vraagt wat er in de loop van 2015 haalbaar is. Hij wijst er op dat het budget 2015 kredieten voorziet voor even noodzakelijke buitenschilderwerken. Het probleem van de toegangsweg heeft te maken met het autogebruik en de aanleg van oprit en parking in een waterdoorlatende dolomiet. Hij geeft aan dat het schrappen van het parkeren op het domein een eventuele oplossing zou kunnen zijn.
12
Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 12 – december 2014
Op die manier wordt het probleem evenwel verschoven naar het openbaar domein, wat niet correct zou zijn ten opzichte van de stad Diksmuide. Hij zegt dat, meer correct, een oplossing moet worden gezocht die het midden houdt tussen waterdoorlaatbaarheid en het kunnen droog houden van de voeten. De heer Dejaegher merkt nog op dat deze bekommernis niet alleen gedeeld wordt door het provinciepersoneel van het streekhuis, maar ook door de medewerkers van een aantal partners. Antwoord De heer Bart Naeyaert, gedeputeerde, licht toe dat het aanvankelijk de bedoeling was om de parking aan het streekhuis Esenkasteel volledig te vernieuwen. Uiteindelijk werd de parking nog goed genoeg bevonden en was een volledige renovatie geen optie meer. Hij heeft het probleem evenwel ook zelf vastgesteld en deelt mee dat er naar een oplossing moet worden gezocht. Hij wijst op het feit dat er momenteel geen middelen voorzien zijn, zoals aangegeven door de heer Dejaegher. Er moeten in het kader van de meerjarenplanning middelen gezocht worden en er moet worden onderzocht wat de beste oplossing is. Repliek De heer Dejaegher dankt de heer Naeyaert voor zijn antwoord. Hij wijst er op dat het niet om een dringende en dwingende vraag gaat, maar dat hij de bekommernissen van enkele medewerkers van het streekhuis en andere personen wilde verwoorden opdat er naar een oplossing zou worden gezocht. Vraag nr. M/2014/82 van de heer Luc Vannieuwenhuyze (CD&V) Beheerswerken in provinciedomein ’t Veld Ardooie De heer Luc Vannieuwenhuyze, CD&V-raadslid, meldt dat hij regelmatig bezoeker is van provinciedomein ’t Veld in Ardooie. Bij een recent bezoek stelde hij vast dat het traditionele beeld van het domein grondig was gewijzigd doordat een aantal grote bomen waren geveld en op het domein lagen. Hij heeft ook gezien dat er verderop in het bos beheerswerken aan de gang zijn, die zullen duren tot eind 2015. Hijzelf en ook de bezoekers zijn geschrokken en vragen zich af wat er precies op het domein aan het gebeuren is. Het vertrouwde beeld is verdwenen en hij stelt dan ook de vraag of er, vanuit informatief en milieu-didactisch oogpunt en via één of ander duidingspaneel, niet beter kan worden aangegeven welke werken er worden uitgevoerd. Antwoord De heer Guido Decorte, gedeputeerde, bevestigt dat er belangrijke werken bezig zijn in het provinciedomein ’t Veld in Ardooie. Er moeten een aantal kappingen worden uitgevoerd in het kader van het goedgekeurd provinciaal bosbeheersplan, een verplichting ten gunste van de versterking van de natuur. De gekapte bomen zullen worden verkocht op stam, wat een normale procedure is. Verwijzend naar de vraag van de heer Vannieuwenhuyze beaamt hij dat de bekendmaking sterker moet worden aangepakt. Er is een standaardbebording waarop de nodige informatie wordt gegeven, maar die bebording is niet groot. De cafetariauitbater, de mensen van Natuurpunt De Torenvalk en de gemeente Ardooie werden ingelicht en er werd een persbericht verstuurd. Hij zegt het met de heer Vannieuwenhuyze eens te zijn dat er ter plaatse een grotere en ruimere bebording moet komen, om visueel te duiden waarom de beheerswerken worden uitgevoerd. Vervolgens verwijst de heer Decorte naar de vele inspanningen die de laatste jaren voor het domein werden gedaan, eveneens onder impuls van de enthousiaste cafetaria-uitbater. In 2015 staat het herstel van het toegangspoortje tot het bruggetje op het programma. Het platform ter hoogte van het ‘Zeetje’ zal worden afgebroken en er zijn voor 100.000 euro aan investeringen voorzien. De heer Decorte besluit met aan te geven dat het domein een nieuwe bloei kent en hij dankt de heer Vannieuwenhuyze voor het nauwgezet opvolgen van de materie. Er zal rekening gehouden worden met zijn opmerkingen. Repliek De heer Vannieuwenhuyze dankt de deputatie voor de investeringen en zegt samen met de heer Decorte vast te stellen dat het domein inderdaad tot bloei komt.
13
Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 12 – december 2014
Vraag nr. M/2014/83 van de heer Herman Lodewyckx (Groen) Mac Donald’s Brugge De heer Herman Lodewyckx, Groen-raadslid, toont enkele foto’s van West-Vlaamse slogans op reclamepanelen van de Mac Donald’s-vestiging in Brugge, die op de Facebook-pagina van de provincie zijn verschenen en die tot levendige discussies hebben geleid. Hij vindt het ten eerste merkwaardig dat een overheidsinstantie publiciteit maakt voor één bepaalde voedingsketen. Ten tweede is hij van mening dat de provincie op die manier via de Facebook-pagina publiciteit maakt voor de snelle hap, terwijl de provincie net gezonde voeding en streekeigen producten promoot. Ten derde stelt hij vast dat bepaalde commentaren worden verwijderd wegens te negatief. Hij vraagt zich af hoe open de communicatie via Facebook eigenlijk is. Antwoord De heer Guido Decorte, gedeputeerde, vindt dit een storm in een glas water. Hij stelt de heer Lodewyckx gerust dat de provincie zeker geen reclame zal maken voor een voedingsketen of voor de snelle hap. Hij benadrukt dat er niet werd voorgesteld om een hamburger te gaan eten, maar dat er gewezen werd op het West-Vlaams op de menukaart. Dit sluit aan bij de provinciale campagne “Iedereen West-Vlaams” rond de West-Vlaamse identiteit. Hij wijst op de succesvolle applicatie en de vele post-its die overal werden gekleefd. Gedeputeerde Decorte stelt dat op de provinciale Facebook-pagina de betrokkenheid centraal staat. Met de campagne heeft de provincie 27.000 fans bereikt. De overige Vlaamse provincies zijn jaloers op dit resultaat en firma’s vragen hoe de provincie erin slaagt om de West-Vlaamse identiteit zo op de kaart te zetten. Hij wenst te benadrukken dat de provincie dit realiseert door op een positieve manier het groepsgevoel te versterken. Wanneer nieuws van derden hierin past, deelt de provincie dit graag. Dit werd in het verleden al eerder gedaan met tv-series, met T-shirts, met West-Vlaamse spreuken, met een aantal winkels die naar West-Vlaanderen zijn gekomen en daarbij West-Vlaams gebruikten. De heer gedeputeerde benadrukt dat hierachter deontologisch verder niets moet worden gezocht. Hij blijft heel duidelijk achter de actie van de dienst communicatie staan en steunt hen in deze vorm van communicatie. Hij is van mening dat de provincie dit West-Vlaams gevoel communicatief moet blijven steunen. Hij besluit met de vaststelling dat de heer Lodewyckx niet zo objectief is geweest. Hij ziet ook positieve commentaren en citeert daarbij een aantal reacties. Repliek De heer Lodewyckx stelt dat het punt van discussie blijft dat het logo van het bedrijf vermeld werd. Tevens merkt hij op dat er niet werd geantwoord op het feit dat negatieve reacties werden verwijderd. Ten slotte vraagt hij zich ook af hoe ver het staat met het infopunt over de communicatie van de provincie als dusdanig. Dit was vorig jaar of zelfs al in de vorige legislatuur beloofd. Antwoord De heer Decorte antwoordt dat reacties van derden op de Facebook-pagina enkel worden verwijderd als deze niet op een beschaafde manier zijn geuit. Hij benadrukt dat hier zeker geen sprake is van censuur. Over het infopunt kan hij nu geen antwoord geven. Hij belooft dit zo vlug als mogelijk aan bod te brengen. Vraag nr. M/2014/84 van de heer Rik Buyse (N-VA) Aan- en verkoop onroerende goederen De heer Rik Buyse, N-VA-raadslid, deelt mee dat hij eerst een korte schets van de feiten zal geven in verband met de procedure rond aan- en verkopen van onroerende goederen. Hij zal daarna verwijzen naar de tussenkomst in de vierde commissie om uiteindelijk tot zijn concrete vraag te komen.
14
Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 12 – december 2014
De heer Buyse licht toe dat de deputatie in juni laatsleden met veel poeha in de pers aankondigde dat het een magazijn langs de IJzerdijk te Diksmuide had aangekocht voor de kostprijs van 700.000 euro. In de provincieraad van september kwam dit punt op de agenda. Hijzelf en zijn collega Luc Coupillie kennen dit gebouw en reageerden toen met ongeloof op de hoge prijs die hiervoor betaald zou worden. De deputatie hield voet bij stuk en beweerde dat de aankoopprijs realistisch en correct was. Dit bevestigde gedeputeerde Decorte nogmaals in zijn beleidsverklaring. Samen met raadslid Coupillie vroeg hij de toegang tot het gebouw. Dit werd pas eind november ingewilligd, aangezien de provincie aanvankelijk nog geen eigenaar was. Vervolgens deelt de heer Buyse mee dat zij een Oost-Vlaams onafhankelijk expert, gespecialiseerd in schattingen van onder andere bedrijfsgebouwen, onder de arm genomen hebben. Ze hebben gekozen voor iemand van buiten de provincie die ze niet kenden, om elke zweem van partijdigheid weg te nemen. Ze hebben de expert een eerste maal ontmoet tijdens het bewuste bezoek aan het gebouw en het verslag werd in eer en geweten opgemaakt zonder enige voorkennis. Waar het schattingsverslag van de provincie niet meer was dan een A4’tje zonder enige vergelijkingspunten en prijsstaving, kwam de vastgoedexpert met een uitgewerkte waardebepaling met opdeling van grondoppervlakten en parameters voor een exacte bepaling. De heer Buyse zegt dat het gepresenteerde document ontluisterend is. Het bevat een opsomming van bouwovertredingen, maar vooral de gehanteerde en gestaafde prijzen naar waarde van het gebouw deed hen duizelen. Het gaat om een verschil van maar liefst 245.000 euro, een derde van de aankoopsom. Hun kennis van het gebouw liet hen dus niet in de steek, maar gedane zaken nemen geen keer, zo stipt hij aan. Enkele dagen geleden werd de akte getekend en verleden. De heer Buyse merkt op dat de West-Vlamingen dus 245.000 euro te veel betaalden. Dit is niet echt om “preus” op te zijn. In de vierde commissie van vorige week stond de aankoop van gronden voor de uitbreiding van het domein Wallemote-Wolvenhof op het programma, zo vervolgt de heer Buyse. Commissievoorzitter Marc Vanwalleghem was terecht opgetogen over het feit dat de provincie hier minder zou betalen dan geschat. Hij vraagt zich af of de N-VA-fractie hier misschien iets heeft teweeggebracht. De heer Buyse vraagt wanneer de provincie een beroep doet op eigen ambtenaren, beëdigd landmeters-schatters en wat de criteria zijn bij de keuze voor eigen ambtenaren of een externe vastgoedexpert/schatter/aankoopcomité. Hij verwijst naar een toelichting van de bevoegde gedeputeerde de week voordien waarbij deze stelde dat de dagdagelijkse en eenvoudige schattingen door een eigen ambtenaar worden gedaan, en dat de complexere, met als voorbeeld een kasteel, worden uitbesteed. Hij stelt dat de aankoop van de loods in Diksmuide moeilijk als een kasteel kan worden beschouwd, maar dat de betaalde prijs wel die richting uitgaat. Hij herhaalt de vraag wie of wat waarvoor in aanmerking komt en of de ambtenaar of expert wel degelijk met de opportuniteiten rekening houdt. Antwoord De heer Bart Naeyaert, gedeputeerde, wenst de discussie over de loods niet te heropenen. Het zou tot vreemde discussies leiden als schattingen van schatters, aangesteld door de oppositie, geplaatst moeten worden ten opzichte van schatters aangesteld door de provincie, zo meent hij. Specifiek in verband met dit dossier merkt hij op dat er veel hogere prijzen opgegeven werden voor gelijkaardige gebouwen dan er uiteindelijk voor die loods is betaald. Hij stelt dat men lang over de waarde van gebouwen kan discussiëren en dat er eigenlijk nooit een goede prijs is, want een gebouw is waard wat iemand ervoor wil geven. Gedeputeerde Naeyaert legt uit dat onbebouwde percelen en gebouwen die niet complex zijn door de provinciale meetkundige schatters geschat worden, ook omdat het aankoopcomité overbelast is. De provincie spaart tijd en geld uit als dit kan gebeuren door eigen mensen die toch al heel wat jaren ervaring hebben. Gaat het over complexe eigendommen, over domeinen in combinatie met gebouwen, dan worden er wel soms externe schatters aangesteld. Alles hangt af van de complexiteit van het onroerend goed. Uiteraard worden daarbij verschillende methoden aangewend, wordt er gekeken naar vergelijkingspunten, enzovoort. Repliek Ook de heer Buyse wenst de discussie niet opnieuw te openen, maar hij vindt het de taak van de provincieraadsleden om toe te zien op iedere cent die door de provincie wordt uitgegeven. Hij benadrukt dat hij de gedeputeerde nu niet zal aanspreken op alles wat de provincie koopt of verkoopt, maar hij vond dit dossier wel heel frappant. Zelfs uit de meerderheid kwamen stemmen die hem gelijk gaven, zo stipt hij aan.
15
Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 12 – december 2014
De heer Buyse merkt op dat het voortbestaan van de provincie als organisatie onder druk staat. Dit dossier is een typisch voorbeeld van grondgebonden materies waar iedereen achter staat. Er is niets tegen de aankoop van loodsen en dergelijke meer voor de uitbreiding van de domeinen. Het zijn juist wel die materies waarin de provincie 100% correct moet zijn. Dat is hetgeen hij wilde aankaarten. Antwoord Gedeputeerde Naeyaert antwoordt dat hij dezelfde ambitie deelt. Vraag nr M/2014/85 van mevrouw Sigrid Vandenbulcke (N-VA) Restauratie beiaard Grootseminarie te Brugge Mevrouw Sigrid Vandenbulcke, N-VA-raadslid, merkt op dat de beiaardcultuur door de Unesco als werelderfgoed werd uitgeroepen, wat een mooie zaak is. Na contact met Frank Deleu, stadsbeiaardier van Brugge, blijkt dat er in de toren van Ter Duinen een beiaardinstallatie aanwezig is die sinds lang niet onderhouden wordt en daardoor onbespeelbaar is. Deze installatie is de tweede beiaard naast de zeer bekende in het Belfort van Brugge. De beiaardinstallatie maakt deel uit van het patrimonium van het Grootseminarie, waarin de provincie het medebeheer heeft. Vorige week kende de Vlaamse minister van Onroerend Erfgoed een premie toe van 1.323.000 euro voor de restauratie van de daken van het Grootseminarie in Brugge. Er zouden nu ook opnieuw subsidies verkregen kunnen worden bij de Vlaamse overheid, via het decreet monumenten en landschappen, voor de restauratie van deze beiaard. Mevrouw Vandenbulcke vraagt of de provincie een restauratiedossier kan opstarten om deze beiaard, dit stukje werelderfgoed, te herstellen. Het zou prachtig zijn, zo meent ze, om in Brugge op twee plaatsen beiaardmuziek te kunnen beluisteren. Het zou ook een uitgelezen moment zijn om de prachtige tuin en boomgaard aan het Grootseminarie open te stellen voor het publiek, in samenwerking met de stad Brugge. Antwoord De heer Bart Naeyaert, gedeputeerde, antwoordt dat de optimalisatie van de beiaard momenteel niet voorzien is in de meerjarenplanning. Er zijn al heel wat middelen gebruikt voor de restauratie van de daken van het Grootseminarie en van het Berger-orgel in de mooie kerk. De middelen zijn niet oneindig en men kan niet onbeperkt alles tegelijk restaureren. Hij stelt voor om dit aan te kaarten tijdens het jaarlijks gesprek met het Grootseminarie. Als men de kerk in de toekomst bepaalde functies wil geven, dan moet het orgel ook gerestaureerd worden en moeten er keuzes gemaakt worden. De gedeputeerde meent dat de tuin en boomgaard nu reeds gebruikt worden door de stad Brugge om er activiteiten voor de bevolking te organiseren. Het is natuurlijk wel een mooie plek om te genieten van een beiaardconcert, maar er zijn zoals gezegd momenteel geen middelen voorzien. Met of zonder subsidies, er zal steeds een gedeelte ten laste zijn van de provincie. Repliek Mevrouw Vandenbulcke merkt op dat ze zich niet van de indruk kan ontdoen dat sommige gebouwen van het provinciaal erfgoedpatrimonium niet goed onderhouden worden. Ze verwijst daarbij naar het Senegalees bunkertje en het kasteel ‘t Hooghe. Antwoord De gedeputeerde is van mening dat dit oppositietaal is en dat veel gebouwen heel goed onderhouden worden. Het onderhoud vraagt evenwel heel veel geld en tijd. Het rondkrijgen van een subsidiedossier is een zware dobber, zo ondervindt de gedeputeerde steeds weer. Het is moeilijk om voor onroerend erfgoed voldoende fondsen los te krijgen. Men wil heel wat gebouwen en monumenten beschermen, maar de middelen zijn niet toereikend. Keuzes dringen zich dan ook op, zo besluit hij.
16
Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 12 – december 2014
Vraag nr. M/2014/86 van de heer Tijl Waelput (N-VA) Schuilhutten in de provinciale domeinen De heer Tijl Waelput, N-VA-raadslid, heeft enkele vragen over de schuilhutten in de provinciedomeinen. Hij illustreert zijn vraag aan de hand van enkele foto’s. In zitting van 10 juli 2014 werden op voorstel van de groendienst enkele principiële beslissingen genomen over de domeinen Tillegembos, Lippensgoed-Bulskampveld en de Palingbeek. Enkele schuilhutten zouden in slechte staat zijn. Voorts zou er een nieuwe visie bestaan, namelijk dat de natuurlijke omgeving behouden moet blijven en dat de hutten beter zouden verdwijnen. De heer Waelput vindt dit geen goed idee. Natuurgebieden creëren waar helemaal geen mensen komen, kan niet de bedoeling zijn van de provinciedomeinen. De diensten minawa en natuureducatie vragen het behoud van de hutten. Ze werden gebouwd in de jaren 60 en 70 en dienden om te schuilen tegen de regen. De beslissing van de deputatie lijkt de heer Waelput erg pragmatisch. Schuilhutten die in slechte staat zijn en niet meer dienstig, worden afgebroken. Schuilhutten die nog dienstig zijn voor recreatie en natuur-en milieueducatie worden behouden en zelfs hersteld indien nodig. Hutten die nog in goede staat zijn en niet meer dienstig, zullen worden afgebroken op het moment dat herstellingen nodig worden. Hij stelt evenwel vast dat deze aanpak op het terrein niet gevolgd wordt. In Tillegem heeft hij geen schuilhutten in slechte staat gevonden; voor de andere domeinen kan hij niet spreken. Op de foto ziet men een aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning voor het slopen van drie schuilhutten en één berging met publiek sanitair. Hij vraagt of er naar aanleiding van het openbaar onderzoek bezwaren ingediend werden tegen de sloop van deze hutten. Zo ja, dan wil hij weten hoeveel en wat de argumenten zijn. De heer Waelput kan zich voorstellen dat er joggers zijn die bij hevige regen dankbaar gebruik maken van deze hutten en die in de pen gekropen zijn om tegen de sloop bezwaar in te dienen. Na een fikse wandeling in het Tillegembos heeft hij slechts drie schuilhutten gevonden en één bergplaats. In de beslissing van 10 juli zegt de deputatie dat op vraag van de diensten minawa en natuureducatie twee hutten behouden zullen worden, om ze te gebruiken als verzamelplaats. Is het de bedoeling, zo vraagt hij, om toch alle schuilhutten af te breken. Naar aanleiding van wat hij ter plaatse heeft gezien, gaat de derde vraag over de berging met publiek sanitair, die nu afgesloten is. Aan de buitenkant lijkt dit gebouw in goede staat. Er is ook een afdak aan één zijde. Wat is de reden dat dit gebouw zou gesloopt worden in plaats van het te hervaloriseren, zo vraagt hij. Antwoord De heer Guido Decorte, gedeputeerde, licht toe dat er enkel in de drie oudste domeinen schuilhutten aanwezig zijn, met name Tillegem, Bulskampveld en de Palingbeek. In de andere provinciedomeinen worden volgens de hedendaagse visie geen schuilhutten meer opgericht omdat die als storende elementen worden aanzien. Er wordt de bezoekers dan ook aangeraden om regenkledij en een paraplu mee te nemen. Er is ook een financieel aspect, want deze gelden kunnen voor andere dingen gebruikt worden. In de deputatie van 10 juli 2014 werd gesteld dat afbraak wordt voorzien van schuilhutten die in slechte staat zijn en niet dienstig voor exploitatie of recreatie, naast afbraak op termijn van de tweede categorie en eventueel behoud en herstel van de derde categorie schuilhutten. Wat betreft de vragen van de heer Waelput, antwoordt gedeputeerde Decorte dat het nog niet bekend is of er bij het openbaar onderzoek bezwaren werden ingediend. De provincie heeft de sloopvergunning van de stad Brugge nog niet ontvangen. Er werd een aanvraag ingediend voor drie schuilhutten, maar momenteel wordt er nog maar één effectief afgebroken. Mettertijd zal het mogelijk zijn om, indien noodzakelijk, ook de twee andere hutten af te breken. Het nutsgebouw waarover de heer Waelput sprak is vanbinnen in erg slechte staat. Daar zijn werkelijk hoge kosten aan. De vraag is dan ook of het sop de kool wel waard is, zo meent de heer Decorte. Repliek De heer Waelput merkt op dat er een vrij hoog bedrag van 5.000 euro gebudgetteerd wordt voor de afbraak van zo’n eenvoudige constructie. Hij kan zich niet voorstellen dat het in stand houden van zo’n gebouwtje grote kosten met zich meebrengt. Dit bedrag lijkt hem sterk overdreven. Antwoord Gedeputeerde Decorte wenst hier niets meer aan toe te voegen.
17
Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 12 – december 2014
Vraag nr. M/2014/87 van mevrouw Machteld Vanhee (N-VA) Economische kaart POM Mevrouw Machteld Vanhee, N-VA-raadslid, deelt mee dat er in de maand december in de regionale krant kon worden gelezen dat het stadsbestuur van Ieper verder zal inzetten op de economische kaart. De economische kaart is een online bedrijvendatabank die permanent actueel wordt gehouden. Zes jaar geleden heeft de POM deze kaart in opdracht van de provincie opgestart. Ieper was toen één van de pilootgemeenten. Dit instrument garandeert een efficiënte en vlotte communicatie tussen de gemeente, ondernemers en inwoners, zo stelt mevrouw Vanhee. Ze verduidelijkt de werking van dit project. De gemeente kan zich op de economische kaart aansluiten en haalt dan de gegevens op van de Kruispuntbank van Ondernemingen. Via deze gegevens kunnen de gemeenten de bedrijven aanschrijven en de bedrijven kunnen op hun beurt hun gegevens aanbieden aan het gemeentebestuur en aan potentiële klanten. Voorbeelden van deze gegevens zijn de locatie, de openingsuren, eventuele foto’s en de website. Met dit project, zo vervolgt mevrouw Vanhee, wordt de lokale economie ondersteund en versterkt, want de klant krijgt altijd correcte informatie. De klanten kunnen de zaak opzoeken op naam, op locatie en op sector. Ze is van mening dat ook het gemeentebestuur veel voordelen uit het project haalt. Ze kunnen immers heel gepersonaliseerd communiceren over bijvoorbeeld geplande omgevingswerken. De gemeente kan een passend economisch beleid voeren. Ook het bedrijf kan er voordelen uithalen. Klanten vinden sneller hun weg naar een bedrijf. Mevrouw Vanhee laat ter illustratie de kaart projecteren. De kaart toont dat 44 gemeenten aangesloten zijn en dat een aantal gemeenten bijgevolg nog niet aangesloten zijn. Ze vraagt welke initiatieven de gedeputeerde zal nemen om ook de resterende gemeenten te betrekken in dit project. Onder meer Poperinge en Meulebeke participeren nog niet en ook de Leiedalgemeenten zijn niet aangesloten. Zij werken blijkbaar met eigen kanalen, aldus mevrouw Vanhee. Een tweede vraag gaat over de ondersteuning vanuit de provincie voor de gemeenten. Ieper kaart immers aan dat slechts de helft van de ondernemers hun gegevens vrijwillig aanleveren. Mevrouw Vanhee vraagt hoe dit aantal kan worden verhoogd. Ten slotte deelt ze mee dat ze heeft vernomen dat de provincie van plan zou zijn om gegevens over vergunningen van bedrijven in de economische kaart op te nemen. Ze vraagt binnen welke tijdspanne dit zal worden gelanceerd. Antwoord De heer Jean de Bethune, gedeputeerde, beaamt dat de economische kaart, een project gestart onder de vorige legislatuur, alle aandacht verdient. Mevrouw Vanhee wijst er terecht op dat de economische kaart een erg goed instrument kan zijn om met ondernemers en bedrijfsleiders te communiceren. De economische kaart kan ook gehanteerd worden door bedrijven om bepaalde dossiers en markten te bewerkstelligen. Hij is van mening dat het project economische kaart heel wat potentieel heeft. Het probleem van deze initiatieven, zo vervolgt de heer de Bethune, is dat ze actueel moeten worden gehouden en daarvoor is men afhankelijk van de welwillendheid van een aantal instanties. In de eerste plaats zijn er de bedrijven zelf, die moeten bevestigen dat de gepresenteerde gegevens kloppen. De provincie probeert zo veel mogelijk informatica en andere middelen te gebruiken om de bedrijven zo weinig mogelijk administratieve lasten op te leggen. Hij merkt op dat dit een interessant debat geeft, maar nog altijd geen volkomen resultaat. De heer de Bethune geeft aan dat Meulebeke kan toetreden tot het project indien de gemeente dit wil. In een eerste fase heeft Meulebeke dit niet gedaan. Hij meent dat dit ook voor Poperinge geldt, die reeds over een eigen bedrijvengids beschikt en het minder dringend vond om in dit initiatief te stappen. Vervolgens gaat de heer de Bethune over naar de tweede vraag van mevrouw Vanhee betreffende het verhogen van de geloofwaardigheid en de correctheid van de gegevens. Begin 2015 zal de POM hiertoe infosessies organiseren. Er zijn ook verregaande gesprekken lopende met onder meer de Unizo-afdelingen om na te gaan in welke mate zij de bedrijven kunnen sensibiliseren over het belang om correcte gegevens ter beschikking te stellen. Dit is immers ook in het belang van de eigen zaak. Hij drukt zijn hoop op een goed resultaat uit. Als de provincie echt wil dat dit initiatief wordt verder gezet, dan moet getracht worden om het product nog te verrijken, zo meent de heer de Bethune. Hij verwijst hierbij naar het idee om ook vergunningen kenbaar te maken op de economische kaart en eventueel nog andere gegevens toe te voegen.
18
Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 12 – december 2014
Dit kan leiden tot een interessant product dat nog sneller en accurater kan worden gemaakt als dit met de medewerking van de betrokkenen gebeurt. Ten slotte gaat de heer de Bethune in op de opmerking van mevrouw Vanhee omtrent de Leiedalgemeenten. Hij licht toe dat Leiedal een soortgelijk initiatief heeft genomen voor de dertien gemeenten in het zuiden van de provincie. Er zijn sinds jaar en dag gesprekken bezig met Leiedal. Hij hoopt ook de vijf laatste gemeenten te kunnen betrekken in het project en er vooral voor te zorgen dat het systeem van Leiedal compatibel is met wat in de rest van West-Vlaanderen gebeurt, zodoende dat er één geïntegreerd systeem is. Het vaderschap van dit project of de eer van de zaak wil hij gerust aan Leiedal overlaten. De heer de Bethune besluit zijn antwoord met de stelling dat het de betrachting is van de provincie dat het project een efficiënt en ondersteunend middel is voor de gemeenten. Repliek Mevrouw Vanhee dankt de heer de Bethune voor zijn antwoord. Zij benadrukt nogmaals dat het project veel voordelen heeft. Indien alle gemeenten zouden deelnemen zou het project meer winnen aan bekendheid en wordt de lokale economie ook versterkt. Ze hoopt dan ook dat dit zal gebeuren.
19
Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 12 – december 2014
REGISTER SCHRIFTELIJKE VRAGEN
Nr.
Datum
Vraagsteller
Onderwerp
Blz
GUIDO DECORTE, gedeputeerde van bestuurlijke organisatie, algemene en ondersteunende dienstverlening, gebiedsgerichte werking en milieu, landschap en natuur S/2014/53 28/10/2014 Jan Van Meirhaeghe S/2014/54 26/11/2014 Kristof Pillaert
Citeria aanleg fietspaden West-Vlaanderen met specifieke aandachtspunten Representatiekosten Gouverneur
2 3
FRANKY DE BLOCK, gedeputeerde van toerisme en recreatie, ruimtelijke ordening (m.u.v. stedenbouwkundige beroepen) en mobiliteit en weginfrastructuur S/2014/53 28/10/2014 Jan Van Meirhaeghe
Citeria aanleg fietspaden West-Vlaanderen met specifieke aandachtspunten
2
BART NAEYAERT, gedeputeerde van landbouw en visserij, integraal waterbeleid, infrastructuur en juridische aangelegenheden (o.a. milieu- en omgevingsvergunningen) S/2014/55 27/10/2014 Kurt Himpe S/2014/56 04/12/2014 Peter De Roo
Renovatie kasteel Wolvenhof Overzicht van alle mogelijke rechtzaken en claims die momenteel lopen tegen de deputatie en/of provincie West-Vlaanderen
6 7
20
Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 12 – december 2014
REGISTER MONDELINGE VRAGEN
Nr.
Datum
Vraagsteller
Onderwerp
Blz
GUIDO DECORTE, gedeputeerde van bestuurlijke organisatie, algemene en ondersteunende dienstverlening, gebiedsgerichte werking en milieu, landschap en natuur M/2014/79 M/2014/82 M/2014/83 M/2014/86
Marleen Rogiers Luc Vannieuwenhuyze Herman Lodewyckx Tijl Waelput
Hondensport in de Gavers Beheerswerken in provinciedomein ’t Veld Ardooie Mac Donald’s Brugge Schuilhutten in de provinciale domeinen
9 12 13 16
CARL VEREECKE, gedeputeerde van algemene financiering, budget en administratieve beroepen (o.a. de stedenbouwkundige beroepen omtrent bouw- en verkavelingsvergunningen), personeel, informatietechnologie, sport en provinciaal onderwijs M/2014/80
Gerda Schotte
Personeel provinciaal zwembad
9
BART NAEYAERT, gedeputeerde van landbouw en visserij, integraal waterbeleid, infrastructuur en juridische aangelegenheden (o.a. milieu- en omgevingsvergunningen) M/2014/81 M/2014/84 M/2014/85
Christof Dejaegher Rik Buyse Sigrid Vandenbulcke
Parking Streekhuis Esenkasteel Aan- en verkoop onroerende goederen Restauratie beiaard Grootseminarie te Brugge
11 13 15
JEAN DE BETHUNE, gedeputeerde van economie en streekontwikkeling, externe relaties en Noord-Zuid-beleid en gelijke kansen M/2014/87
Machteld Vanhee
Economische kaart POM
17