Nieuwsbrief
Jaargang 5 – nummer 3 – december 2015
Databank Gemeentelijk Groenbeheer
Klantendag 2015, Programma, Welkom in Utrecht, Boekjaar 2014, Groen als pareltje, De Adaptation Support Tool en de Groene Health Check, Duurzaamheid en biodiversiteit, Groen van boven, Groen en hittestress, Workshop 1: Aandacht voor groen, Workshop 2: Verdieping individuele rapportages, Workshop 3: Verbeteringen/aanvullingen DGG 2016, Workshop 4: Introductie DGG voor niet-leden, De grote DGG-quiz 2015
1
Nieuwsbrief De Nieuwsbrief Databank Gemeentelijk Groenbeheer geeft informatie over het project Databank Gemeentelijk Groenbeheer en ander onderzoek dat wordt uitgevoerd door Alterra en Wageningen Universiteit op het gebied van groenbeheer. De nieuwsbrief is gratis en verschijnt driemaal per jaar.
Databank Gemeentelijk Groenbeheer Klantendag 2015 2015 was weer een goed jaar voor de Databank Gementelijk Groenbeheer. Gestaag groeit het aantal leden. Dit jaar waren maar liefst 56 gemeenten lid met in totaal 4,5 miljoen inwoners/burgers. De populariteit is ook wel begrijpelijk. De gegevens leveren elk jaar weer veel inzicht op in de kosten, het areaal en de kwaliteit van het groen. Door de langdurige reeks data, de hoge betrouwbaarheid en de uitgebreide rapportages is de informatie van de DGG elk jaar weer zeer waardevol. Doordat de benchmark geen winstoogmerk heeft, vormen de kosten bovendien geen drempel om mee te doen.
DGG De Databank Gemeentelijk Groenbeheer (DGG) is een benchmark met kengetallen over gemeentelijk groen en groenbeheer. De benchmark is in 1998 opgezet door Alterra (onderdeel van Wageningen University and Research centre)
Contact Als u meer informatie wilt over de nieuwsbrief of de Databank Gemeentelijk Groenbeheer dan kunt u contact opnemen met: Ir. Joop Spijker
[email protected] 0317 - 484 990 www.databankgroenbeheer.nl
Dennis de Heer stelt het projectteam van Alterra voor. Ook de jaarlijkse klantendag was weer een groot succes met een groot aantal deelnemers. Het leverde ook veel enthousiaste reacties op, wat zonder meer te maken had met het interessante programma. De prettige locatie (het stadskantoor van Utrecht) droeg daartoe bij. Bij deze wil ik nog graag Jeroen van Gaalen en Bart Mellema bedanken voor hun goede zorgen. In deze nieuwsbrief vindt u een aantal highlights van de klantendag. Interessant voor de mensen die de klantendag hebben bijgewoond, maar ook voor een ieder die er niet was. En misschien maakt deze nieuwsbrief u enthousiast en kunnen we ook u volgend jaar begroeten.
Dennis de Heer Voorzitter klantenraad DGG Beheerder groen en reiniging Gemeente Hoorn
Databank Gemeentelijk Groenbeheer
Pagina 2
DGG
Klantendag Databank Gemeentelijk Groenbeheer 2015 Eén keer per jaar organiseert het projectteam DGG samen met de klantenraad een Klantendag. Op 12 november waren we te gast bij de gemeente Utrecht in het fraaie stadskantoor vlakbij Station Utrecht Centraal.
Programma 9:30 – 10:00: Inloop met koffie/thee 10:00 – 12:30: Presentaties 1. Opening door Dennis de Heer (gem. Hoorn) 2. Welkom door Jeroen van Gaalen (gem. Utrecht) 3. Uitkomsten benchmark DGG 2014 (Joop Spijker) - Resultaten 2014 op hoofdlijnen - Trends in gemeentelijk openbaar groen 2005-2014 - Focus op bomen, struiken en gras - Verrassende quiz met groene prijzen - Voorstel voor nieuwe presentatie gegevens 4. Innovaties in het groen (diverse sprekers) o Groen als pareltje in de stad (Dick Krabshuis) o De Adaption Support Tool (Robbert Snep) o Duurzaamheid en biodiversiteit (Erik ter Heide) 12:30 - 13:30: Heerlijke lunch 4. Innovaties in het groen (vervolg) o Groen van boven (Tamme van der Wal) o Groen en hittestress (Bert Heusinkveld) o Groene Health Check (Robbert Snep) 14:15 – 16:00: Parallelle workshops (2 sessies) A) Intro niet-leden DGG
Bert Heusinkveld (Wageningen University) vertelt over de relatie groen en hittestress. Programma Na de opening door dagvoorzitter Dennis de Heer (voorzitter klantenraad) heette Jeroen van Gaalen iedereen welkom namens de gemeente Utrecht. Daarna gaf Joop Spijker (Alterra) een toelichting op de rapportage over de uitkomsten van het onderzoek over boekjaar 2014. Deze toelichting werd zoals gebruikelijk opgeleukt door ‘De QUIZ’. Na Joop volgde een interessante sessie waarin verschillende sprekers vertelden over innovaties in het groen. Zo liet Robbert Snep een tool zien die kan helpen bij het inrichten van de openbare ruimte en gaf Bert Heusinkveld een lezing over klimaat en de stad. Halverwege deze innovatie-sessie kon worden genoten van een heerlijke lunch. ‘s Middags waren er nog workshops waarin werd gesproken over de individuele rapportages. Ook werd gediscussieerd over wat er in 2016 (boekjaar 2015) nog kan worden verbeterd aan de Databank Gemeentelijk Groenbeheer en werd er gepraat over de uitdagingen en kansen voor groen in de stad. Dennis de Heer sloot de dag af waarna er uiteraard nog tijd was om te borrelen en te netwerken.
B) Discussie: verdieping individuele rapportages over - Zelf doen en/of regie - Bomen, struikbeplantingen, gras - Door deelnemers ingebrachte onderwerpen C) Discussie: wensen DGG 2015 D) Aandacht voor groen - Discussie voortbouwend op de presentaties in de ochtend. Op welke wijze kunnen in de huidige tijd van enerzijds bezuinigingen op de gemeentelijke begrotingen en anderzijds nieuwe maatschappelijke opgaven, innovaties in het groen helpen om het groen onder de aandacht te brengen.
Pagina 3
Welkom in Utrecht door Jeroen van Gaalen De gemeente Utrecht was dit jaar de gastheer van de Klantendag DGG. Als welkom vertelde Jeroen van Gaalen kort wat over het groen en groenbeheer in Utrecht. Areaal groen Groen neemt in Utrecht een belangrijke plek in. De oppervlakte is maar liefst 11 miljoen m2. Dat groen is vooral ruw gras (42%), gazon (41%) en struiken (16%) en bomen (160.000). Parken e.d. Veel van het groen ligt in complexen. Zo heeft Utrecht een groot aantal parken met de naam van een lid van koninklijke familie: Willem Alexander park, Amaliapark, Maximapark, Beatrixpark, Julianapark en Wilhelminapark. Ook liggen er binnen de gemeente Utrecht een aantal forten die horen bij de Hollandse Waterlinie zoals Fort de Bilt, Fort Blauwkapel en Fort de Gagel. Tot slot kent Utrecht ook een aantal bijzondere herdenkingsparken en/of begraafplaatsen, zoals Soestbergen, Kovelswade, Tolsteeg en Daelwijck. Bomen De bomen nemen in Utrecht een bijzondere plek in. Utrecht heeft er maar liefst 160.000, incl. 13.000 bomen op de landgoederen. Het gaat in totaal om 80 soorten. De meest voorkomende soorten zijn: es (22.524), eik (16.714), linde (13.917), esdoorn (12.179), wilg (9.992), iep (8.465), kers (8.056), els (7.762), populier (7.338), plataan (6.066), beuk (3.922) en lijsterbes (3.358). Het aantal variëteiten (500) is nog veel groter. Speciale bomen zijn de Gele boom en de Rode-bolletjesboom. Deze variëteiten accentueren Utrecht als fietsstad.
Groenbeheerder Jeroen van Gaalen.
Gele bomen en Rode-bolletjesbomen in Utrecht.
Meer informatie:
[email protected]
Utrecht bovengronds in getallen.
Pagina 4
Boekjaar 2014 door Joop Spijker Kosten per boom en boomeigenschappen Voor het eerst zijn data verzameld over nadere eigenschappen van de boom, zoals de boomgrootteklasse en of de boom in verharding of gras/beplanting staat. Ook is gekeken naar monumentale en nietmonumentale bomen.
Op de klantendag presenteerde Joop Spijker de uitkomsten van de benchmark Databank Gemeentelijk Groenbeheer boekjaar 2014. Naast op de jaarlijkse cijfers, ging hij ook in op enkele nieuwe onderdelen binnen de benchmark, zoals de kenmerken van de bomen binnen de bebouwde kom en de verschillen tussen gemeenten met een eigen dienst en regiegemeenten.
30 25
Areaal groen (trends) De hoeveelheid gemeentelijk groen verandert niet erg veel. Wat wel duidelijk verandert is de areaalverdeling. Met name het areaal struiken neemt de afgelopen 10 jaar sterk af, terwijl het areaal ruw gras en ook gazon sterk toeneemt.
20
/ ro u e
areaalverdeling in %
5
alle klassen
niet in bosverband
monumentaal
17,84
25,97
bomen gazon
30%
niet verder gespecificeerd 20,42
De kosten van monumentale bomen liggen duidelijk hoger dan de kosten van ’normale’ bomen.
50%
(% g in l e d r e lv a a e r a
10
0
60%
areaalverdeling in % 40% )
15
1ste grootte
ruw gras
20% struiken
10%
2de grootte
plantenperken
0%
24%
'02 '03 '04 '05 '06 '07 '08 '09 '10 '11 '12 '13 '14 jaar
3de grootte
Ontwikkeling verdeling areaal beheertypen.
43% Areaal en kosten Zoals elk jaar zijn in de Databank Gemeenelijk groenbeheer gegevens verzameld over het areaal groen. Gemiddeld bleek de hoeveelheid groen per inwoner ongeveer 45 m2 te zijn. Zo’n vierkante meter groen kostte gemiddeld ongeveer 98 eurocent. Dat klinkt niet veel. Maar als met deze cijfers worden vertaald voor heel Nederland, dan kost het beheer van gemeentelijk groen (dus zonder aanleg van groen) 665 miljoen euro.
33% Voorkomen verschillende grootteklassen.
Beheerkosten en organisatie van beheer Ook is in 2015 (boekjaar 2014) voor het eerst goed gekeken of er verschillen zijn tussen gemeenten die het onderhoud merendeels in eigen beheer uitvoeren en gemeenten die het merendeel uitbesteden. Uit die analyse bleek dat gemeenten die meerendeels zelf doen duidelijk wat duurder uitkomen. Gemeenten die een deel uitbesteden en een deel zelf uitvoeren, zijn ongeveer even duur als gemeente die het merendeel uitbe-steden.
Kosten en de hoeveelheid groen per inwoner Uit de cijfers van de Databank Gemeentelijk Groenbeheer blijkt dat er een vrij sterke relatie is tussen de kosten van groen en het areaal per inwoner. 2
kosten per m 3,50 3,00
R² = 0,4691
2,50 2,00
Meer informatie:
[email protected].
1,50 1,00 0,50 0
20
40
60
80
2
opp. (m ) per inw 2
Relatie kosten per m en oppervlakte per inwoner.
Pagina 5
Groen als pareltje door Dick Krabshuis Dick Krabshuis van de gemeente Enschede hield een vurig pleidooi voor meer aandacht voor het groen binnen de gemeente op gemeentelijke websites, zodat de parels beter onder de aandacht komen van burgers en toeristen. Op websites van gemeenten is er in het algemeen maar weinig plek voor het groen. Dat is jammer, want het groen verdient veel meer aandacht. Groen is belangrijk: mensen vinden het mooi, het heeft een helende werking, groen legt CO2 vast en vangt fijnstof af, het heeft een koelende werking etc. Gemeenten zouden burgers via hun websites moeten laten zien wat voor moois er in hun gemeente is. Zo kunnen burgers beter begrijpen waarom er zoveel geld wordt besteed aan het groen. Dat verhoogt het draagvlak. Meer aandacht voor groen kan ook econmisch gezien interessant zijn. De pareltjes van de gemeenten kunnen voor toeristen trekkers zijn. Het toeristisch belang van groen wordt zwaar onderschat. Dat is een gemiste kans. Een stad als Metz pakt het anders aan.
Metz
Pagina 6
Die maakt veel reclame voor het groen in de stad. Dat heeft tot gevolg dat het bestaande groen beter wordt bezocht, maar ook dat er extra geld komt om het groen te verbeteren en nieuwe, aansprekende projecten te starten.
Meer informatie:
[email protected]
De Adaptation Support Tool en de Groene Health Check door Robbert Snep Alterra heeft samen met een aantal partners waaronder Deltares de Adaptation Support Tool ontwikkeld. Met dit hulpmiddel kan de inrichtingsplanning van de openbare ruime worden ondersteund. Met de Groene Health Check kunnen op een vergelijkbare manier de consequenties voor de gezondheid van mensen worden vastgesteld.
Groene Health Check Ook voor de volksgezondheid kunnen met een vergelijkbare tool de consequenties van maatregelen inzichtelijk gemaakt worden. Dat model is nog wat minder ver ontwikkeld dan de AST. Meer informatie:
[email protected].
Adaptation Support Tool Het klimaat heeft duidelijke gevolgen voor de inrichting van de stad. Om de openbare ruimte goed in te kunnen richten, is het belangrijk de consequenties van inrichtingskeuzes te kunen bepalen. Dit kan met de Adaptation Support Tool. Met de AST kun je (1) bepalen welke maatregelen (groen, grijs, blauw) het beste werken om een klimaatbestendige stad te maken, (2) wat de effecten zijn van de gekozen oplossing voor wat betreft de klimaatbestendigheid en (3) vaststellen waar die maatregelen uitgevoerd moeten worden. De tool wordt op dit moment al op verschillende plekken over de wereld uitgeprobeerd en getest. In de support tool is veel kennis van het onderzoek samengebracht. Het model toont de resultaten op een zeer overzichtelijke manier.
Pagina 3
Duurzaamheid en biodiversiteit door Erik ter Heide Erik ter Heide liet een aantal mooie voorbeelden zien van groenbeheer in de gemeente Boxtel waarbij duurzaamheid en biodiversiteit belangrijk uitgangspunten waren. Gemeente Boxtel De gemeente Boxtel ligt middenin Het Groene Woud. Dat is het kleinschalige landschap van 35.000 hectare in de driehoek Eindhoven, Tilburg en Den Bosch. De gemeente Boxtel heeft ecologie, duurzaamheid en biodiversiteit hoog in het vaandel staan. Dit is verankerd in de plannen, zoals de structuurvisie, het groenbeleidsplan en het groenbeheersplan en blijkt onder andere bij: - de binnenstedelijke ontwikkeling - de inrichting en onderhoud van de openbare ruimte - het beheer van de ruimte - de natte en droge ecologische verbindingszones die zijn aangelegd en nog worden aangelegd - het berm en graasbeheer - de bijenprojecten (ook in samenwerking met het waterschap en Food4Bees) - het gebruikte plantmateriaal (bijv. drachtpanten voor bijen). Bijenprojecten Binnen de gemeente Boxtel is veel aandacht voor bijen. - er wordt gestreefd naar een bijenvriendelijke vegetatie - het beheer gebeurt al sinds de jaren 80 zonder bedrijdingsmiddelen - er worden nieuwe leefgebieden gecreëerd voor flora en fauna - er wordt veel tijd gestopt in kennisoverdracht (onder andere op scholen) Sommige projecten zijn specifiek bedoeld voor de verbeteringen van het leefgebeid van de bij. In andere projecten ‘lift de bij mee’.
Berm- en graasbeheer In Boxtel wordt het bermbeheer ecologisch uitgevoerd. Er wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met flora en fauna. Er wordt zoveel mogelijk gemaaid en gehooid en minder geklepeld. Ook worden hele stukken begraasd met het Kempische heideschaap of met runderen. In de toekomst wordt de begrazing ook binnenstedeleijk uitgebreid. Certificieringen duurzaamheid, PvE plantmateriaal De gemeente Boxtel maakt gebruik van duurzaam plantmateriaal. Om dat te bewerkstelligen heeft de gemeente Boxtel een programma van eisen opgesteld die als bijlage bij beplantingswerken/bestekken wordt gevoegd. Zo is een Milieukeur een minimaal vereiste. Daarnaast wordt gesteld dat het plantmateriaal genetisch zuiver, soortecht en ziektevrij moet zijn en dat het aantoonbaar van Nederlandse herkomst is en biologisch is gekweekt. Hoewel dit laatste in de praktijk een lastige eis blijkt omdat er nog nauwelijks ecokwekers zijn. Tot slot is een Milieukeur minimaal vereist. Gemeenten die geinteresseerd zijn in het programma van eisen kunnen contact opnemen met Erik ter Heide. Tot slot Om te zorgen dat een gemeente zich kan onderschieden in duurzaamheid en biodiversiteit is het belangrijk dat: - de neuzen in de politiek dezelfde kant op staan - er helder beleid wordt vastgesteld voor meerdere jaren - het belang van duurzaamheid wordt geimplementeerd in elk werkveld binnen de organsiatie - het beleid breed en goed gedragen wordt - elk succes een feestje wordt. Meer informatie:
[email protected] .
Pagina 3
Groen van boven door Tamme van der Wal Tamme van der Wal had tijdens de klantendag een ezelsessie georganiseerd. Tijdens deze sessie probeerde hij samen met de deelnemers te bedenken hoe satelietbeelden het beheer van bomen in steden kunnen ondersteunen.
Meer infromatie:
[email protected].
Pagina 3
Groen en hittestress door Bert Heusinkveld, Wageningen University, Meteorologie en Luchtkwaliteit Recent onderzoek van Wageningen Universiteit laat zien dat Nederlandse steden aanmerkelijk warmer zijn dan het rurale gebied. Als het warmer wordt loopt het sterftecijfer flink op. Vegetatie speelt een belangrijk rol van bij het koelen van de stad. Het Nederlandse klimaat Het Nederlandse klimaat in steden is aanmerkelijk warmer dan dat van het buitengebied. Officiële weerstations in het stedelijk gebied zijn er niet omdat traditioneel altijd een weersverwachting gemaakt wordt voor het gebied buiten de stad. Recent onderzoek van Wageningen Universiteit laat zien dat Nederlandse steden aanmerkelijk warmer zijn dan het rurale gebied. Zo is bijvoorbeeld in Rotterdam het dagelijkse maximale temperatuur verschil tussen het stadscentrum van Rotterdam en het buitengebied in de zomerdagen gemiddeld 4.2°C en in 5% van de dagen zelfs meer dan 7.5°C warmer (rode delen in de kaart van figuur 1). De grootste verschillen ontstaan gedurende de nacht en zijn meestal het grootst direct na zonsondergang.
Figuur 2: Nederland verstedelijkt in een rap tempo, als voorbeeld hier Utrecht en omgeving (bron: Landgebruikskaarten Wageningen UR – Alterra). Dat een stad warmer is dat het rurale gebied heeft verschillende oorzaken. Zo absorbeert de stad meer warmte door de donkere materialen (stenen/asfalt, etc) en slaat ook veel (zonne-) warmte op. Steden verdampen veel minder waardoor een groot deel van de zonnewarmte beschikbaar komt voor lucht opwarming en opwarming van bouwmaterialen. Vegetatie kan verkoeling geven doordat het zonneenergie omzet in verdamping en doordat het zonlicht afvangt en daarmee voorkomt dat bouwmaterialen extra opwarmen. Onderzoek met mobiele metingen in stedelijk gebied, maar ook op basis van hobby weerstations in de stad, laten duidelijk zien hoe belangrijk de rol van vegetatie is om de stad koel te houden (Fig. 3).
Figuur 1: De nachtelijke zomertemperatuur verdeling gedeeld door het maximum in en rond Rotterdam (rechts) en de topografische kaart van Rotterdam en omgeving (links). Het CBS heeft becijferd dat het sterftecijfer flink oploopt als het warmer wordt dan het klimatologisch gemiddelde. Elke graad die de gemiddelde maximum temperatuur boven het langjarig gemiddelde ligt, leidt tot een extra sterfte van ruim 30 personen per week (bron: CBS rapport 2010). Normaal zit de maximum gemiddelde dagtemperatuur in juli rond de 22°C, daarbij voelen we ons dus comfortabel. Aangezien het klimaat warmer wordt en het percentage van de bevolking in steden steeds groter wordt lijdt dat ook tot een groei van het sterftecijfer. Door de groei van het stedelijk gebied (zie Fig. 2) wordt het nog eens extra warmer.
Meer informatie:
[email protected]
Pagina 10
Figuur 3: Nachtelijke temperatuur gemeten in Rotterdam langs een 40 km route blijkt af te hangen van aanwezigheid van vegetatie: Elke 10% meer vegetatie in de wijk verlaagt de nachttemperatuur met 0.6°C (Heusinkveld et al., 2014). Daarnaast geldt voor hoge vegetatie (bomen) dat ze schaduw geven waardoor het vooral overdag de gevoelstemperatuur flink verlaagt. Het kan zomaar 6°C koeler aanvoelen in de schaduw van een dicht kronendak, terwijl de luchttemperatuur naast die boom in de zon vergelijkbaar zal zijn.
Workshop 1: Aandacht voor groen door Joop Spijker In de middag waren er twee geanimeerde workshoprondes over de uitdagingen en de kansen van groen in de stad. De discussies in workshop 1 leidden tot een aantal gedeelde conclusies. De aardigste zijn: Ÿ Groen heeft behoefte aan een goede PR. De
gemiddelde burger is zich niet of nauwelijks bewust van de positieve waarden van groen op het vlak van verkoeling in hitte-periodes, mogelijkheden voor wateropvang en de positieve rol van groen op vlak van stressreductie, bevorderen sociale samenhang en gezondheid en welbevinden. Bij een aantal deskundigen en een deel van de groene professionals is die kennis er wel, maar door de waan van de dag is het vaak lastig dit te agenderen, en dan helpt het niet als de politiek en de burger over een aantal positieve effecten van groen onvoldoende kennis heeft. Het is heel belangrijk dit verhaal breed in de maatschappij uit te dragen. En dan niet alleen naar de burger, maar ook naar de Raad en B&W.
Ÿ Er is behoefte aan een integrale aanpak. Dit
betekent inhoudelijk dat ontwerpen en beheer van de stad integraal moeten worden bezien en niet alleen de groeninrichting los van de rest (dit geldt ook andersom). Dit betekent procesmatig dat verschillende disciplines binnen (maar ook buiten) de gemeente gezamenlijk moeten werken aan een integraal ontwerp, en het liefst vanaf de startfase. Ÿ Bij nieuwe processen en nieuwe functies voor het
groen hoort dat er in pilots fouten gemaakt mogen worden. Dat moet dan niet automatisch leiden tot conclusies als 'eens maar nooit weer', maar inspiratie geven om het nog beter te doen. Ÿ Bij die integrale aanpak hoort ook een andere
aanbestedingsrelatie. Lange contracten en integrale bestekken passen hier beter bij. Ÿ Gelukkig beginnen we niet vanaf nul. Er zijn al een
aantal tools ontwikkeld; er zijn een aantal inovatieve projecten gerealiseerd. Gebruik deze als vertrekpunt en als aanjager voor verdere innovaties.
Ÿ Er zijn nog onvoldoende tools die
landschapsarchitecten, stedebouwkundigen en groenbeheerders op ene pragmatische manier bijstaan om hun ontwerpen/inriching en beheer te laten bijdragen aan de gewenste positieve effecten.
Meer informatie:
[email protected]
Groen heeft behoefte aan een goede PR.
Pagina 11
Workshop 2: Verdieping individuele rapportages door Anjo de Jong Tijdens twee workshoprondes werd ingegaan op de verschillen in uitkomsten tussen de gemeenten. Daarbij werd gekeken hoe het beheer werd uitgevoerd en welke kwaliteit beoogd werd. Bij bomen kwamen enkele opvallende verschillen in kosten aan het licht. Deze werden voor een belangrijk deel veroorzaakt doordat enkele gemeenten met lage kosten alleen het hoogstnoodzakelijke beheer uitvoerden. Er werd bijvoorbeeld eerst geïnspecteerd voordat er gesnoeid werd, en vervolgens werden alleen bomen gesnoeid die daarvoor werden aangetekend. Bij een andere gemeente met juist
hogere kosten werden snoeiachterstanden weggewerkt. Bij gazon werden opvallende verschillen in maaifrequentie geconstateerd, die voor een deel de kostenverschillen verklaarden. Het lijkt daarom een goede zaak om voor de benchmark extra informatie over de werkwijzen op te vragen. De workshoprondes - met de duur van een uur - waren te kort om alles te bespreken. Ze waren dan ook bedoeld om meer gevoel te krijgen bij verschillen tussen gemeenten. Ook kunnen ze een opstapje zijn voor regionale bijeenkomsten waar dieper op de materie wordt ingegaan. Zo is 30 November een middag in Arnhem georganiseerd met een aantal grote gemeenten die het werk vooral uitbesteden (regiegemeenten).
Workshop 3: Verbeteringen/aanvullingen DGG 2016 door Rob Smidt In Workshop 3 werd fanatiek gebrainstormd en gediscussieerd hoe de Databank Gemeentelijk Groenbeheer nog kon worden verbeterd. De workshop Verbeteringen/aanvullingen DGG 2016 was opgedeeld in 3 delen. In het eerste deel werd gekeken of de aanpassingen die in 2015 waren doorgevoerd, ook verbeteringen waren. Het ging onder andere om de uitgebreidere managementrapportage, de nieuwe figuren, de opsplitsing van ruw gras en de toevoeging van boomkenmerken. De recent doorgevoerde wijzigingen werden allemaal positief ontvangen. Ook leidden ze direct tot nieuwe ideeën. In deel 2 werden een aantal ideeën vanuit de projectgroep en de Klantenraad bediscussieerd. Ook over deze ideeën waren de deelnemers aan de workshop in het algemeen positief. In het derde bedrijf was ruimte om nieuwe aanpassingen aan te dragen. Deze ronde leverde een groot aantal goede voorstellen op.
Pagina 12
Ideeën die tijdens de workshop werden genoemd, zijn onder andere: - Meer figuren presenteren als puntenwolk, zodat duidelijk is hoe je als gemeente presteert. Ook andere, ‘moderne’ methoden zijn welkom. - Betere definitie van groen binnen en groen buiten de bebouwde kom. - Extra tools om verklaringen achter de kosten te bepalen. - Beter kijken naar de manier waarop gras wordt gemaaid (maaien, klepelen, laten liggen, afvoeren etc.) omdat de kosten hier deels door worden bepaald. - Aanpassing van de categorieën bomen die nu worden onderscheiden. Grootte is wel van belang, maar boomhoogteklasse is relevanter dan de begrippen 1e, 2e en 3e grootte. - De terminologie meer gelijktrekken met CROW en IMBOR. - Meer kijken naar de kosten van speelplekken. - Betere analyse van de tarieven. Het projectteam en de Klantennraad zullen alle tijdens de workshop genoemde ideeën bekijken en indien mogelijk doorvoeren in de benchmark Databank Gemeentelijk Groenbeheer.
Workshop 4: Introductie DGG voor niet-leden door Jaap van Raffe De klantendag is er voor klanten, maar hij wordt ook altijd opengesteld voor niet-leden. Voor hen is er een aparte workshop waarin wordt toegelicht wat de Databank Gemeentelijk Groenbeheer is en wat je ermee kan. Databank Gemeentelijk Groenbeheer De Databank Gemeentelijk Groenbeheer (DGG) is een benchmark met kengetallen over gemeentelijk groen en groenbeheer. Gemeenten die deelnemen leveren jaarlijks gegevens aan. Deelname aan de Databank Gemeentelijk Groenbeheer geeft een beter inzicht in het groen. Hiermee kan het beheer van het groen verder worden geprofessionaliseerd. Daarnaast kunnen de cijfers gebruikt worden om keuzes te verantwoorden naar politiek en burger. Rapportages Het belangrijkste product van de Databank Gemeentelijk Groenbeheer is de Individuele rapportage. Die rapportage toont de kengetallen van een gemeente en vergelijkt die met de kengetallen van een groep vergelijkbare gemeenten en de kengetallen van alle gemeenten in de databank. Naast de rapportage op maat ontvangen deelnemers ook de Algemene rapportage. Deze rapportage geeft een compleet beeld van het gemeentelijke groenbeheer in Nederland. Hoeveelheden per inwoner, kosten per inwoner en per vierkante meter, onderscheiden naar grootteklassen van gemeenten en naar de verschillende beheercategorieën. Deelname Deelname aan de Databank Gemeentelijk Groenbeheer biedt de mogelijkheid om meer inzicht te krijgen in het groenbeheer ten opzichte van vergelijkbare gemeenten om zo het groenbeheer verder te professionaliseren, maar het vraagt ook enige inspanning. Om te kunnen benchmarken zijn gegevens nodig. Deelnemers moeten die gegevens zelf aanleveren. Dit kan worden ondersteund door een medewerker van de databank. Die kan langskomen om samen de gegevens op een rij te zetten. Het is ook mogelijk om de gegevens zelfstandig aan te leveren in een spreadsheet dat speciaal daarvoor is opgezet. Het verzamelen en aanleveren van data, kost de nodige tijd. In het algemeen is dat 1-2 dagen. Het maken van de rapportages, de ondersteuning bij het aanleveren van gegevens, het geven van adviezen, het organiseren van klantendagen etc. brengt kosten met zich mee. Voor deze inspanningen, vragen we dan ook een jaarlijkse bijdrage. De jaarlijkse bijdrage is afhankelijk van de grootte van de gemeente.
Individuele rapportage.
Meten is weten Kosten per m2: 0,81 Maar dat is niet voldoende Weten betekent ook vergelijken areel groen per inwoner (m2)
80 70
alle gemeenten Mediaan Hoorn
) 60 2 (m r e 50 n o w n i 40 r e p n e 30 o rg la a 20 re A
47
10 0 0,00
0,50
1,00
1,50 2,00 kosten per m2
2,50
3,00
3,50
Meer informatie: www.databankgroenbeheer.nl
Pagina 13
De QUIZ Joop vrolijkt op verzoek van de klantenraad de klantendag elk jaar weer op met De QUIZ. Test nu zelf uw kennis van het groen, utrecht, het klimaat (en meer). Elke vraag levert 2 punten op. De bonusvraag levert 1 punt op. Vraag 1. Als zich in Nederland geen mensen hadden gevestigd. Wat zou dan het meest voorkomende landschapstype zijn van het huidige Nederland (binnen de kustlijn van Cadzand naar Rottumeroog? a bos b heide c moeras d kwelder en wad e zee en kustwateren Vraag 2. De koolstofdioxide concentratie in de lucht neemt vooral toe door de verbranding van fossiel brandstoffen. In het voorjaar en in de zomer neemt de vegetatie op het noordelijk halfrond echter veel koolstofdioxide uit de lucht op. Hoe verhoudt deze opname zich ten opzichte van de uitstoot in deze jaargetijden? a de uitstoot door verbranding van fossiel = ca. 5 keer zo hoog b de uitstoot door verbranding van fossiel = ca. 2 keer zo hoog c de uitstoot door verbanding van fossiel is ongeveer gelijk d de natuurlijke opname door de vegetatie is ca. 2 keer zo hoog e de natuurlijke opname door de vegetatie is ca. 5 keer zo hoog Vraag 3. Dit jaar wordt er een belangrijke VNklimaatconferentie gehouden. Waar vindt deze plaats? a. Rome, b. Kopenhagen, c. Rio de Janeiro, d. Bonn, e. Kuala Lumpur f. Parijs
Door te kiezen voor een Peugeot kunt u mogelijk de uitstoot van CO2 beperken. Vraag 6. Stel u heeft een Volkswagen en rijdt daarmee 5 dagen per week naar uw werk op 20 km van huis. Hoe kan u de uitstoot van CO2 het meest worden beperken bij het woon-werkverkeer? a u gaat dagelijks fietsen b u gaat een nieuwe carpool opzetten met twee andere collega’s en voortaan dagelijks gedrieën in een van de Volkswagens (toevallig zelfde type) van u en de twee collega’s naar het werk c u gaat elektrisch fietsen d u gaat deelnemen aan een bestaande carpool met drie andere collega’s die dat al doen (rijden allemaal Volkswagen, zelfde type) e u zegt uw baan op en vindt een baan halverwege, waar u voortaan met de fiets heengaat f u gaat 4 x 9 uur werken ipv 5 x 8. g. u koopt een Peugeot Vraag 7. Welke hond verbleef in Utrecht dit jaar, maar viel niet onder het gemeentelijk aanlijngebod noch onder het opruimgebod van uitwerpselen? _____________________________
Vraag 4. Welk land zal dit jaar ineens een zeer veel hogere uitstoot van broeikasgassen hebben dan de afgelopen jaren? a. Syrië, b. Verenigde Staten, c. China, d. India, e. Canada, f. Indonesië, g. Egypte, h. Oekraïne, I. Groenland Bonusvraag bij 4: .... en waardoor is dat? _____________________________________ Vraag 5. Wat is voor de broeikasgassenbalans het gunstigste bij beheer van gras a gazon: 24 keer maaien per jaar b gazon: 12 keer maaien per jaar c ruw gras: 1 x klepelen en laten liggen d bloemrijk gras: 1 x maaien en afvoeren naar composteerinrichting e bloemrijk gras: 1 x maaien en afvoeren naar biogasinstallatie f bloemrijk gras: 1 x maaien en afzetten als veevoer
Pagina 14
Vraag 8. In welke plaats werd de bisschop van Utrecht in 1225 doodgeslagen? a Goejanverwellesluis (Zuid-Holland), b. Dokkum (Friesland), c. Ane (Overijssel), d. Muiden (Noord-Holland), e. Loevestein (Gelderland), f. Den Briel (Zuid-Holland), g. Papekop (Zuid-Holland)
De QUIZ (vervolg)
De QUIZ (antwoorden) 1a, 2e, 3f, 4f,
Vraag 9. Hoeveel rijstroken krijgt de nieuwe snelweg door Amelisweerd? a. 2 x 4 b. 2 x 5 c. 2 x 6 d. 2 x 7 e. 2 x 8 10 Hoeveel vertreksporen heeft station Utrecht Centraal? a. 16, b. 17, c. 18, d. 19, e. 20, f. 21, g. 22, h. 23
4bonus: bosbranden, veenbranden, El nino, droogte, corruptie, slecht landsbestuur 5f, 6b, 7: zeehond (Maurice leverde een half punt op), 8c, 9d, 10a.
En de winnaar is... De winnaar was dit jaar Wim-Martijn Simonse van de gemeeente Súdwest-Fryslân. Hij scoorde maar liefst 11 punten.
De winnaar van De QUIZ was Wim-Martijn Simonse van de gemeente Súdwest-Fryslân met 11 punten. Hij vertrok met een prachtige prijs (en waarschijnlijk in een Peugeot).