v Jaargang 4 – nummer 2 – mei 2014
Nieuwsbrief
Databank Gemeentelijk Groenbeheer
Klantenraad, Klantendag 2014, Studiedagen Benchmarken van het openbaar groen, Rapportages boekjaar 2013, Op groene schoolpleinen wordt minder gepest, Landelijke partijen hebben meer aandacht voor de groene ruimte dan lokale partijen, Herstel stadsgracht Wageningen, Essentaksterfte, GemeenteNet, Leergemeenschap Groene Burgerparticipatie, Even voorstellen....
Pagina 1
Nieuwsbrief De Nieuwsbrief Databank Gemeentelijk Groenbeheer geeft informatie over het project Databank Gemeentelijk Groenbeheer en ander onderzoek dat wordt uitgevoerd door Alterra en Wageningen Universiteit op het gebied van groenbeheer. De nieuwsbrief is gratis en verschijnt driemaal per jaar.
DGG De Databank Gemeentelijk Groenbeheer (DGG) is een benchmark met kengetallen over gemeentelijk groen en groenbeheer. De benchmark is in 1998 opgezet door Alterra (onderdeel van Wageningen University and Research centre)
Contact Als u meer informatie wilt over de nieuwsbrief of de Databank Gemeentelijk Groenbeheer dan kunt u contact opnemen met: Ir. Joop Spijker
[email protected] 0317 - 484 990 www.databankgroenbeheer.nl
Databank Gemeentelijk Groenbeheer Klantenraad De Databank Gemeentelijk Groenbeheer wordt begeleid door de klantenraad. Afgelopen tijd zijn er enkele mutaties geweest. Teun van Grinsven is de meest opvallende ‘vertrekker’. Teun heeft zich vanaf de start van de Klantenraad ingezet en zijn steentje bijgedragen aan de ontwikkeling van de Databank. Teun neemt afscheid van de Klantenraad, omdat hij op 20 maart jl. afscheid genomen heeft als groenbeheerder van de gemeenten Groesbeek en Millingen aan de Rijn in verband met het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Bij zijn afscheid heeft Teun van zijn burgemeester een koninklijke onderscheiding gekregen onder meer voor zijn grote verdiensten voor het groen en de natuur in Groesbeek en omgeving. Ook Angelique Meul van de gemeente Amsterdam is teruggetreden. Tony Pipping van de gemeente Rotterdam heeft haar plaats ingenomen. Een overzicht van alle leden van de klantenraad is te vinden op de website (www.databankgroenbeheer.nl) onder organisatie.
Klantendag 2014 Een keer per jaar organiseren wij de Klantendag voor gemeenten die aangesloten zijn bij de Databank Gemeentelijk Groenbeheer. Tijdens deze dag wordt informatie gegeven over het project, worden de cijfers toegelicht en wordt over plannen gediscussieerd. Maar zeker zo belangrijk is dat u tijdens deze dagen andere groenbeheerders ontmoet en kunt netwerken. De komende Klantendag zal dinsdag 25 november a.s. worden gehouden in Wageningen. Het programma volgt nog.
Studiedagen Benchmarken van het openbaar groen In het najaar van 2013 organiseerde Stadswerk twee regionale studiedagen over het benchmarken van stedelijk groen. Die dagen waren zo succesvol dat er in 2014 weer twee dagen worden georganiseerd. De eerste bijeenkomst is 10 april gehouden in Breda. Een tweede en tevens laatste bijeenkomst zal worden gehouden op 15 september in Hoogeveen. Meer informatie staat o.a. op de website www.databankgroenbeheer.nl.
Rapportages boekjaar 2013 De verzameling van gegevens is op dit moment in volle gang. De formulieren zijn verzonden en de eerste afspraken zijn gemaakt. We hopen dat de algemene rapportage zo rond half oktober gereed is en de individuele rapportages rond half november, nog voor de Klantendag van dit jaar.
Pagina Pagina 82
Ander interessant onderzoek uit Wageningen Op groene schoolpleinen wordt minder gepest Gezien het belang van natuur voor kinderen lijkt het logisch dat ‘groene’ schoolpleinen, zeker in veelal groen-arme krachtwijken, een positief effect hebben op het welzijn en de ontwikkeling van kinderen. Dit was echter nog nooit serieus onderzocht. Recent onderzoek van Alterra toont nu aan dat dit lijkt te kloppen. Er zijn positieve effecten gevonden op het sociale klimaat van deze pleinen. Maar uit het onderzoek blijkt ook dat vergroening van schoolpleinen in krachtwijken niet eenvoudig is. Het moet zorgvuldig gebeuren, anders kan er zelfs sprake zijn van een averechts effect. Het ministerie van Economische Zaken en de gemeente Rotterdam hebben samen de groene herinrichting van 12 schoolpleinen in Rotterdam gefinancierd in de periode 2009 – 2011. Dit vloeide voort uit het convenant ‘Groen en krachtwijken’. Beide partijen wilden graag weten of de veronderstelde positieve effecten van zo’n herinrichting ook daadwerkelijk optreden. Dat is op 4 scholen onderzocht door Alterra. Een groene herinrichting betekende doorgaans niet alleen meer ‘gebruiks’groen op het plein, maar ook meer variatie in speelmogelijkheden. Mede hierdoor kan het plein aantrekkelijker worden voor de kinderen. Als een plein aantrekkelijker werd gevonden, verbeterde het sociale klimaat: kinderen waren aardiger voor elkaar en er
Pagina 3
werd minder ruzie gemaakt. Op termijn gingen de succesvolle groene herinrichtingen ook gepaard met een verbetering van het welzijn van leerlingen. De mogelijkheden die de vergroening van schoolpleinen kan bieden zijn onder andere interessant in het licht van de huidige maatschappelijke belangstelling voor het (tegengaan van) pesten. Het is echter wel zaak dat de vergroening op een zorgvuldige en deskundige wijze plaatsvindt. Wanneer dit niet gebeurt is er weinig, of zelfs averechts effect. Bijvoorbeeld als gewaardeerde speelmogelijkheden sneuvelen in het nieuwe plan, of als door bezuinigingen een deel van het plan niet uitgevoerd kan worden zoals de deelnemers hadden beoogd, of als de deelnemers hun eigen inbreng onvoldoende terugzien in het eindresultaat.
Meer informatie: Sjerp de Vries
[email protected] 0317-481832
Landelijke partijen hebben meer aandacht voor de groene ruimte dan lokale partijen In hoeverre werd er in de verkiezingsprogramma’s van de politieke partijen voor de gemeenteraadsverkiezingen aandacht besteed aan het groen in de gemeente? Alterra onderzocht dat in 2006 en 2010, en opnieuw voor de verkiezingen van 2014. Bij de analyse zijn de programma’s betrokken van alle partijen in 17 grote gemeenten (voor zover ze op 1 maart van dit jaar een partijprogramma beschikbaar hadden): in totaal zijn 212 programma’s geanalyseerd. Dit jaar had 79 procent van de partijen een of andere vorm van beleid ten aanzien van groen in het verkiezingsprogramma opgenomen. In 2010 was dat nog 85 procent. “Die achteruitgang kwam voor een groot deel voor rekening van de lokale partijen,” zegt Alterraonderzoeker Peter Visschedijk. “Deze partijen hadden vaak een zeer beknopt programma, met alleen enkele hoofdpunten. ”Maar ook het aantal landelijke partijen dat groen niet meer noemde is gestegen ten opzichte van 2010. In 2010 noemde alleen de VVD in Dordrecht groen niet in haar programma. Dit jaar had het CDA in drie steden groen niet opgenomen in het programma: in Enschede, Maastricht en Zaanstad. Ook D66 in Heerlen had het niet opgenomen, evenals de PvdA in Maastricht en de VVD in Groningen. In Utrecht, Groningen, Amsterdam, Heerlen en Maastricht was er dit jaar 20 tot 25 procent minder aandacht voor groen. In Den Haag daarentegen was dit jaar juist meer belangstelling voor groen (92 procent van de partijen besteedde er dit jaar aandacht aan, tegen 82 procent in 2010). In Dordrecht en Haarlem hadden
zelfs alle aan de verkiezingen deelnemende partijen een groenparagraaf. Groen bleef een belangrijk thema op lokaal niveau. Peter Visschedijk: “Op zich is dat niet verwonderlijk natuurlijk, want alle bewoners hebben er mee te maken en er is altijd wel wat over te doen. Maar de landelijke partijen hebben er de meeste aandacht voor.” In veel programma’s kwam ook de rol van de burger aan de orde. Veel partijen noemden de mogelijkheid voor burgers om zelf (participatiesamenleving) tijdelijk groen aan te leggen of te beheren op braakliggende terreinen. Een enkele partij plaatste daar kanttekeningen bij, door aan te geven dat zelfbeheer niet ten koste mag gaan van de kwaliteit. Aan het betrekken van bedrijven bij het groen werd nog nauwelijks aandacht besteed. Op de vraag wat er in de praktijk terecht gaat komen van al die mooie programma’s zegt Visschedijk: “Dat wordt niet zozeer bepaald door de kiezer, als wel door de onderhandelingen die vooraf gaan aan de vorming van de nieuwe colleges en de beschikbare budgetten. Een nieuwe analyse zal moeten uitwijzen of groene verkiezingsprogramma’s ook leiden tot groen beleid.”
Meer informatie: Peter Visschedijk
[email protected] 0317-485860
Pagina Pagina 84
Herstel stadsgracht Wageningen Wageningen is een oud stad met een stadsgracht. Een deel van die stadsgracht is ongeveer 50 jaar geleden gedempt. De Wetenschapswinkel van Wageningen UR heeft onderzoek gedaan of het weer herstellen van de stadsgracht een bijdrage kan leveren aan de versterking van de binnenstad. Een versterking van de uitstraling als vestingstad is belangrijk voor de aantrekkelijkheid en de lokale economie van de binnenstad van Wageningen. Investeren in herstel van de stadsgracht loont en draagt bij aan de herkenbaarheid en gezelligheid van de binnenstad voor het winkelend publiek. Dit is de uitkomst van het project Herstel stadsgracht en ontwikkeling vestingkarakter Wageningen, van de Wetenschapswinkel van Wageningen UR (University & Research centre) waarvan het rapport op 6 februari is aangeboden aan wethouder Uitdehaag. Het onderzoek laat verder zien dat bewoners, het bedrijfsleven en de middenstand in belangrijke mate kunnen bijdragen aan het herstel van de stadsgracht, via crowdfunding en door het meewerken aan herstelwerkzaamheden. Voor het gemeentelijk beleid ligt hier een belangrijk aangrijpingspunt voor het tegengaan van de winkelleegstand. Daartoe zou de gemeente gericht moeten sturen op het terughalen van het uitgewaaierde winkelareaal naar het gebied binnen de vesting. De Wetenschapswinkel van Wageningen UR heeft op verzoek van het Platform Stadsgracht Wageningen onderzoek gedaan naar de perspectieven van het ontdempen van de stadsgracht en naar verschillende mo-
Pagina 5
gelijkheden om dit plan ten uitvoer te brengen. In het onderzoek is gekeken naar de ervaringen met investeren in vestingwerken in andere steden, zoals Groenlo en Den Bosch. Ook zijn de mogelijkheden onderzocht om de Wageningse bevolking hier actief bij te betrekken. Er is een alternatief ontwikkeld voor het plan Bolwerck Wageningen, dat voorziet in sloop van het SNS gebouw en het realiseren van een groot volume aan nieuwbouw in de hoek van Stationsstraat en Plantsoen. Het onderzoek toont aan dat het herstellen van de stadsgracht een zinvol idee is, vooral als het deel uitmaakt van een breder pakket aan maatregelen om het vestingkarakter van de stad te versterken. Als uitvloeisel van dit onderzoek is een samenwerking ontstaan tussen het Platform Stadsgracht Wageningen, het Wagenings Ondernemers Contact (WOC) en Wageningen University. Het WOC heeft inmiddels de Stichting Herstel Historisch Stadsgezicht Wageningen opgericht om gericht fondsen te werven voor het herstel van de stadsgracht. De komende tijd zal deze samenwerking zich verder ontwikkelen. Ze zal zich daarbij richten op het mobiliseren van bewoners en ondernemers en vinden van aanvullende fondsen, om zo het herstel van de Bergpoortbrug en de stadsgracht mogelijk te maken.
Meer informatie: Roel During
[email protected] 0317-481640
Essentaksterfte In 2012 zijn opnames uitgevoerd in essenproefvelden van het CGN en zaadgaarden van het Staatsbosbeer naar de mate waarin de daar aanwezige essen zijn aangetast door het essentaksterven, veroorzaakt door de schimmel Chalara fraxinea. Doel van dit onderzoek, dat is uitgevoerd onder de ‘vlag’ van het Centrum Genetische Bronnen Nederland, was om een indruk te krijgen van genetisch bepaalde verschillen in mogelijke resistentie/tolerantie voor deze ziekte. In 2010 en 2011 is in toenemende mate melding gemaakt van massale aantasting van essenbeplantingen in verschillende delen van het land. De veroorzaker is de schimmel Chalara fraxinea (ongeslachtelijke vorm), ook bekend als Hymenoscyphus pseudoalbidus (geslachtelijke vorm). De ziekte heeft in Scandinavië al eerder op grote schaal essen doen afsterven, en is ook gerapporteerd uit Polen en Duitsland. In WestEuropa zijn aantastingen van de schimmel tot dusver met name waargenomen op de gewone es (Fraxinus excelsior). Er wordt door beheerders van essenbeplantingen serieus rekening mee gehouden dat deze nieuwe ziekte zich op vergelijkbare wijze in Nederland zal uitbreiden als in Polen, Duitsland en Scandinavië met rampzalige gevolgen voor beplantingen. Alterra heeft geïnventariseerd of er in Nederland op het oog consistente verschillen in aantasting zijn tussen de diverse genotypen. Het onderzoek is gedaan in diverse opstanden c.q. proefvelden voor toetsing van Nederlandse essenklonen, -herkomsten en de nakomelingen daarvan die gedurende de tweede helft van de vorige eeuw zijn aangelegd door het toenmalige
bosbouwproefstation De Dorschkamp, tegenwoordig het Centrum voor Genetische Bronnen Nederland (CGN Wageningen UR). Het doel van het onderzoek was te bepalen of het nog zinvol is om door te gaan met het telen van het huidige sortiment of dat er beter zo snel mogelijk kan worden ingezet op de teelt van materiaal dat een hoger natuurlijk resistentieniveau voor de ziekte heeft. De belangrijkste conclusie van het onderzoek is dat er een zeer grote variatie bestaat in de mate van aantasting tussen de in Nederland aanwezig klonaal vermeerderde essenselecties. Dit vormt op zich al een rechtvaardiging om door selectie te komen tot een grotere 'pool' van geschikt uitgangsmateriaal, wanneer het gaat om laanbomen. De gevonden resultaten zijn nog wel prematuur. Het is nog niet bekend in hoeverre de ziekte in intensiteit en omvang zal toenemen. Het verdient aanbeveling om de ontwikkeling én de mate van aantasting ook de komende jaren te blijven volgen en daarnaast een indruk te krijgen van de mate van resistentie aan de hand van toetsingsproeven onder meer gecontroleerde omstandigheden.
Meer informatie: Jitze Kopinga / Sven de Vries
[email protected] /
[email protected] 0317-485484 / 0317-4854374
Pagina Pagina 86
GemeenteNet Alterra wil het onderzoek naar de openbare ruimte in stad en dorp graag samen met gemeenten gaan vormgeven. Om over het onderzoek te kunnen communiceren en om nieuwe projecten te kunnen opstarten, heeft Alterra het platform GemeenteNet opgezet. Alterra is een onafhankelijk onderzoeksinstituut dat onderdeel uitmaakt van Wageningen University & Research centre (Wageningen UR). Het onderzoek van Alterra richt zich op de groene leefomgeving en het gebruik ervan. Alterra doet veel onderzoek waar gemeenten van kunnen profiteren. Recente onderzoeken gaan bijvoorbeeld over: beheer braakliggende grond in gemeenten, buurttuinen als goedkoop en procedurevrij sociaal bindmiddel, ziekten en plagen, zoals eikenprocessierups, essentaksterfte, natuurspeelruimten in de stad, krimp van gemeenten en mogelijkheden voor groen, groen en de hitte van de stad (hitte-eilanden), beleving groen in de stad, groen en fijn-stof, biomassa uit gemeentelijk groen, verjongingsbeheer parken, de duurzame inrichting en beheer van bedrijventerreinen en duurzaam terreinbeheer (bijvoorbeeld niet-chemische onkruidbestrijding).
Gemeenten blijken in de praktijk toch vaak niet goed op de hoogte van het onderzoek van Alterra. Daarom heeft Alterra de ambitie uitgesproken de doorstroming van kennis naar gemeenten te verbeteren. Het onderzoek moet meer naar de gemeenten worden gebracht door er vaker en beter over te communiceren. Deze nieuwsbrief is daar een eerste voorbeeld van. Maar het moet nog beter. Alterra heeft daarom een platform opgezet. Dat platform heet GemeenteNet. Op dit platform (www.wageningenur.nl/gemeentenet) komt alle informatie te staan over onderzoek van Alterra dat voor gemeenten interessant is. In eerste instantie zal het gaan om bestaande rapporten. Later zullen daar onder andere interessante websites van de WUR aan toegevoegd worden. GemeenteNet heeft de intentie om meer te worden dan een website met resultaten van eerder uitgevoerd onderzoek. Het moet ook de basis worden voor nieuwe projecten. Op de website komen ook nieuwe onderzoeksideeën te staan en komen er mogelijkheden om over die ideeën te discussiëren. Het doel daarvan is te komen tot onderzoek dat beter aansluit bij de vragen die bij gemeenten leven. Daarnaast moet het platform een middel worden om fondsen te vinden voor nieuw onderzoek. Onderzoek is niet goedkoop en vaak te kostbaar voor een individuele gemeente. De oplossing is gezamenlijke financiering. Als een aantal gemeenten samen een project financieren, blijven de kosten voor de deelnemers laag. In de praktijk werkt dit heel goed. Dat blijkt bij het project Databank Gemeentelijk Groenbeheer waar al 15 jaar op deze wijze gewerkt.
Meer informatie: www.wageningenur.nl/gemeentenet en: Jaap van Raffe
[email protected] 0317-484996
Atlas – één van de gebouwen van Alterra.
Pagina 7
Leergemeenschap Groene Burgerparticipatie Een voorbeeld van een project dat we via het concept GemeenteNet willen opzetten, is Leergemeenschap Groene Burgerparticipatie. Dit is geen onderzoeksproject, maar een project waarbij de kennis van Alterra gebruikt gaat worden om gemeenten te helpen bij het opzetten van burgerparticipatieprojecten in de groene buitenruimte. Steeds meer gemeenten streven ernaar dat burgers een grotere rol krijgen in het vormgeven en beheren van de openbare ruimte. Dat vergt van zowel gemeenten als burgers een hele omslag. Er zijn andere processen nodig, andere instrumenten en procedures, en vooral een andere mind-set. Bijna iedere gemeente experimenteert ermee. Gemeenten kunnen leren van elkaars ervaringen en van inzichten uit het buitenland.
ders in de loop van het traject barrières ontstaan die de inspanningen van partijen teniet doen. Het uiteindelijke resultaat dient duurzaam te zijn. Daarbij kan het gaan om gezamenlijk inrichting en dorpsbeheer van groenstroken, een stadspark, een groen bedrijventerrein, een moestuin, een speeltuin of een natuurgebied. Alterra heeft ruime praktijkervaring en kennis in het adviseren en begeleiden bij bewoners-initiatieven in de buitenruimte, of het nu gaat om inrichting van openbaar of buurtgroen, om energie-coöperaties of stadslandbouw. We zijn ervaren in het werken met burgers, woningcorporaties, groenbeheerders, ontwerpers, wijkopbouw of afdelingen sociale zaken. Daarnaast werken we internationaal, zodat we inzichten uit andere landen en uit de literatuur kunnen toepassen. Alterra biedt de volgende opzet : Leergemeenschap: • • • •
Driemaandelijkse bijeenkomst bij één van de deelnemende gemeenten Het opstellen van een gezamenlijk leerplan Het uitwisselen van ervaringen in combinatie met inbreng van kennis aan de hand van de leerthema’s in het leerplan. Inclusief veldbezoek. LinkedIn groep
Begeleiden van experimenten bij deelnemende gemeenten • • • • • • •
•
Alterra start een leergemeenschap van gemeenten die in de praktijk ervaring op willen doen met burgerparticipatie in de groene buitenruimte. Alterra zal zowel het leerproces in de groep begeleiden als de individuele gemeenten bij hun lokale proces. Het kan gaan om zowel initiatieven van burgers als initiatieven van de gemeente waarbij burgers worden betrokken. Wij gaan daarbij uit van de creativiteit, deskundigheid en inzet van de burgers. Het komen tot een gezamenlijke visie die gedragen of geaccepteerd wordt door de betrokken partijen staat daarbij in principe voorop. We streven naar samenwerking tussen de afdelingen sociale zaken en ruimtelijke / fysieke zaken omdat an-
Het samen opstellen en regelmatig bijstellen van een procesarchitectuur Het begeleiden van overleggen met verschillende groepen Het begeleiden van ontwerpsessies Het begeleiden en zo nodig adviseren van sociale ondernemers en vrijwilligersgroepen Het uitwerken van gezamenlijke instrumenten om verantwoordelijkheden over te dragen op groepen burgers of ondernemers Het doen van aanbevelingen voor algemene bestuurlijke aanpassingen om bewonersinitiatieven te kunnen ontvangen en faciliteren Het doen van voorstellen voor aanpassing van het bestuurlijke arrangement en beleid rondom bewonersinitiatieven, waaronder wet- en regelgeving, afspraken, financiële incentives en grondbeheer Monitoring
Het project is opgezet binnen het concept GemeentNet. Dat betekent dat er minimaal 6 gemeenten worden gezocht die willen meedoen.
Meer informatie: www.wageningenur.nl/gemeentenet en: Carmen Aalbers carmen.aalbers @wur.nl 0317-485044
Pagina Pagina 88
Even voorstellen… Trudy Fleuren In ‘Even voorstellen…’ wordt iedere nieuwsbrief een groenbeheerder geïnterviewd van een gemeente die lid is van de Databank Gemeentelijk Groenbeheer. Deze keer Trudy Fleuren van de gemeente ‘s-Hertogenbosch. Over haarzelf 1. Naam: Trudy Fleuren 2. Geboren 21 april 1962 3. Woonplaats Schaijk 4. Favoriete boom/struik Ik hou van grote monumentale bomen. Inlandse eiken vind ik het mooist. Ze zijn groot, duurzaam en hebben niet veel last van ziekten. Ook Lindes vind ik erg fraai. En als ze bloeien, geuren ze heerlijk en zijn ze een belangrijke waardplant voor bijen. 5. De mooiste groene plaats van Nederland Mijn favoriete groene plek is De Maashorst. Dat is een natuurgebied van 3500 ha in de gemeenten Bernheze, Landerd, Oss en Uden. Het bestaat uit bossen, heideveldjes, beken etc. De Maashorst begint zo ongeveer in mijn achtertuin. Daarnaast wandel ik graag in de omgeving van Groesbeek. Hier zijn prachtige bossen, heuvels en de Mookerheide. Over haar werk 6. Opleiding Ik heb gestudeerd aan Rijks Hogere School voor Tuinen Landschapsinrichting te Boskoop. In 1984 ben ik afgestudeerd in Techniek en in 1985 in Beheer. Daarna heb ik nog enkele certificaten van de avond-HEAO gedaan. 7. Werkzaam bij gemeente: ’s-Hertogenbosch. 8. Functie Ik werk bij de afdeling Realisatie en Beheer. Ik ben specialist Beheer en Beleid Kapitaalgoederen Groen en Spelen. Ik ben vooral actief in de werkvoorbereiding van het groen. Ik maak de begroting, ben verantwoordelijk voor de beheerplannnen en bestekken en ik stuur op hoofdlijnen onze projectleiders wijkbeheer en wijkteamleiders aan die weer zorgdragen dat het beheer van o.a. het groen wordt uitgevoerd. We hebben een matrix organisatie, waarbij ik geen direct leidinggevende ben van de projectleider wijkbeheer, we werken samen in een team.
Pagina 9
9. Jaren in het groenbeheer Ik ben in 1985 begonnen met werken bij de sociale werkvoorziening Midden-Langstraat. Al snel kreeg ik daar de dagelijkse leiding van de cultuurtechnische dienst. Ik was toen de jongste en de enige vrouwelijke leidinggevende van een buitendienst bij een sociale werkvoorziening van Nederland. In 1991 ben ik bij de gemeenten Den Bosch gaan werken als senior werkvoorbereider BOR (Beheer Openbare Ruimte). In 1993 zijn we toen bij Den Bosch begonnen met het wijkbeheer. Het gehele beheer (Groen, Civiel) kwam toen in één team per wijk dichtbij de burger. In die tijd was dat heel vernieuwend. Uit het hele land kwamen gemeenten bij ons kijken. In 2000 werd ik bedrijfseconomisch medewerker. Vanaf dat moment was ik met de cijfers achter het beheer van de openbare ruimte bezig. In 2011 is de beheerafdeling gefuseerd met het ingenieursbureau. Vanaf dat moment ben ik weer het groenbeheer ‘ingegaan’. 10. Waarom groenbeheer? Ik ben opgegroeid op een boerderij. Het buitenleven en omgaan met dieren vond ik fijn. Ik wilde daarom dierenarts worden. Ik werd echter uitgeloot. Mijn vader (die de boerderij inmiddels had verkocht) verzorgde toen als tuinman het groen bij een verzorgingstehuis en mijn broer was hovenier. Het beheer van het groen leek me toen een mooi alternatief voor een studie voor dierenarts en daarom heb ik gekozen voor Boskoop. Daarnaast ben ik nu nog altijd actief met het onderhoud van onze tuin en moestuin, deze hobby geeft veel ontspanning en is een welkome afwisseling van het ‘zittende’ kantoorwerk.
Over de gemeente ‘s-Hertogenbosch
12. Aantal m groen per inwoner binnen de kom 2 Ca. 43 m per inwoner.
17. Minst trots op De verschraling die optreedt. Er komt steeds meer groen. Dat klinkt positief. Maar ik bedoel het hier in de context dat er steeds minder bloemen (vaste planten, eenjarige planten, struiken) komen en steeds meer gras. Het beeld wordt eentoniger en de variatie verdwijnt.
Over het beheer
Over de DGG
13. Het groen Kwaliteit groen Het groen in Den Bosch bestaat grotendeels uit gazons en ruw gras. Binnen de bebouwde kom staan ook veel bomen. Daarnaast liggen in ’s-Hertogenbosch diverse oude zandwinplassen die nu bedoeld zijn voor recreatief gebruik. De kwaliteit van het groen is deels A (30%), veel B (60%) en nog een beetje C (10%).
18. Hoe hoorde u van de DGG De gemeente Den Bosch is benaderd door Antoon Kuhlmann. Het idee klonk mooi en toen zijn we mee gaan doen.
14. Uitbesteding werk Het onderhoud wordt uitgevoerd door de eigen dienst (35% door 25 medewerkers), aannemers (45%) en WSW-ers (20%). De eigen dienst wordt wel steeds kleiner. Doorgaans worden vertrekkende medewerkers niet vervangen. Al het werk dat met machines moet worden uitgevoerd, wordt uitbesteed aan aannemers. De WSW is een prefered supplier. Zij doen vooral het productiematige (handmatige) werk. Ze werken tegen marktconforme tarieven.
20. Waarom belangrijk? Om beslissingen te kunnen nemen heb je inzicht nodig in de kosten van het beheer. Het invullen van het formulier helpt daar al bij. Daarnaast kun je je goed vergelijken met andere gemeenten. Ook dat is heel waardevol.
11. Aantal inwoners Ca. 142.825 inwoners. 2
15. Uitgaven per jaar Op jaarbasis wordt ongeveer 7,5 miljoen euro uitgegeven aan onderhoud van het openbaar groen voor het hele areaal, zowel binnen als buiten de bebouwde kom. Hierin is ook het onderhoud van de speelvoorzieningen opgenomen. 16. Meest trots op Het meest trots ben ik op het feit dat we ondanks de bezuinigingen een zeer acceptabel beeld weten te realiseren. De burgers zijn ook zeer tevreden over het groen, wat blijkt uit onderzoeken die de gemeente uit voert. Ook ben ik er trots op dat we het groen al zo’n dertig jaar en de verharding al ongeveer tien jaar gifvrij beheren.
19. Lid geworden in We zijn al lid vanaf 1999.
Tot slot 21. Tips voor gemeenten die overwegen lid te worden Het is belangrijk dat je goede gegevens aanlevert. Je moet dus zorgen dat je betrouwbare informatie krijgt over arealen en kosten. Dat kost soms wat tijd, maar het op een rijtje zetten levert al inzicht op. Inzicht dat je, zoals eerder gezegd, nodig hebt om goede beslissingen te kunnen nemen. Het is belangrijk om een goed beheersysteem te hebben dat actueel is, en waarmee je kunt begroten en bestek gegevens uit kunt halen.
Pagina Pagina10 8