b l a d v o o r d e r e l at i e s v a n m i t r o s oktober 2012 | jaargang 14 | nummer 3
interview voormalig mitros-directeur rob rötscheid over het asbestincident in de woningen aan de stanleylaan en de marco pololaan achtergrond asbestdeskundige jan tempelman column loco-burgemeester gilbert isabella over kanaleneiland deze zomer
intro
interview << Rob Rötscheid, directeur Mitros
In deze Mitros Forum Op 22 juli 2012 was er sprake van een asbestcalamiteit in de wijk Kanaleneiland. Bij de renovatie van een flatgebouw was asbest vrijgekomen en uit voorzorg werd een groot deel van de wijk afgesloten en vervolgens werden meer dan 300 mensen geëvacueerd. In deze speciale Mitros Forum wordt verteld wat er toen, en in de weken erna gebeurde.
angst “Asbest zit in vrijwel alle woningen die voor 1993 zijn gebouwd. Bij renovaties komen we het dus vaak tegen. Als het nodig is halen we het weg, maar soms kan het ook gewoon blijven zitten. Wanneer mensen er niet in boren is er feitelijk niets aan de hand. Alleen asbest heeft een heel negatieve connotatie. Als het over asbest gaat worden mensen bang.” Rötscheid heeft die angst gezien en gehoord in de vele gesprekken die hij met de bewoners heeft gevoerd. “Daar waren schrijnende gevallen bij. Zo sprak ik bijvoorbeeld een moeder met twee vroeggeboren kindjes. Zij had van de huisarts gehoord, dat asbest voor deze kleine kwetsbare kinderen gevaarlijk is. Die vrouw was in alle staten en dan moest ik haar uitleggen, dat er helemaal geen gevaar voor haar kinderen is geweest. Je probeert ze gerust te stellen, alleen voor je het weet verval je in technieken en statistieken.”
Vraagstukken rond besmetting, gezondheidsrisico’s, onderzoek en sanering passeren de revue. En verhalen over hoe mensen werden opgevangen en geïnformeerd. Daarmee wordt het beeld ingekleurd van een hete zomer in Utrecht.
‘We moeten hiervan leren’ mitros forum is een blad voor de relaties van mitros. het bevat beleidsmatige, achtergrond- en opiniërende artikelen op het gebied van volkshuisvesting, aangevuld met een enkele lichtvoetiger rubriek. het verschijnt drie keer per jaar en wordt gestuurd aan relaties en andere geïnteresseerden. een abonnement is gratis. colofon redactie yves vermeulen (hoofdredacteur), saskia flesseman (bladmanager), marianne honkoop, kim roetert, tim cools, judy sterkenburg tekst hans ouwerkerk (otaweb) fotografie driejuni, anp vormgeving koningsberger & vanduijnhoven grafisch ontwerpers (utrecht) productie spijker drukkerij (buren) redactie adres postbus8217, 3503 re utrecht,
[email protected]
“Belangrijk is dat we leren van wat er op Kanaleneiland is gebeurd.” Dat zegt voormalig Mitros-directeur Rob Rötscheid over het asbestincident in de woningen aan de Stanleylaan en de Marco Pololaan. “Vooral omdat we in de nabije toekomst nog heel veel met asbest te maken krijgen.” Een gesprek over onder andere de samenwerking met de gemeente, het gebrek aan regelgeving en angst. “Mensen zaten er vol mee, dat heeft mij zeer aangegrepen.”
“T
oen Rob Rötscheid op de bewuste zondag 22 juli op Kanaleneiland aankwam, was al een groot deel van de wijk afgezet. “Een enorme hectiek. Er gebeurde van alles maar het was niet helder wat precies de aard van de situatie was. Uit voorzorg heeft de gemeente gehandeld en de regie genomen.” Dit betekende in de praktijk, dat de gemeente de verantwoordelijkheid nam voor toezicht op de asbestverwijdering, de communicatie met de bewoners, de afzetting en beveiliging van het gebied rondom de mogelijke asbestbesmetting en de zorg voor de veiligheid van bewoners en hun bezittingen. “En het was onze taak om bewoners tijdelijk elders onder te brengen. We hebben ruim 300 bewoners ondergebracht, gezorgd voor de catering, vergoedingen en andere noodvoorzieningen. Een mega-operatie waar medewerkers van alle afdelingen van Mitros bij betrokken waren.”
media Voor een belangrijk deel werd de angst nog eens aangewakkerd door wat hij noemt de “ronkende berichten” in de media. Iets waar hij zich mateloos aan heeft geërgerd. “De belangstelling van de pers was enorm. Ik herinner mij nog die eerste persconferentie. Echt de hele nationale pers was er, ik wist niet wat mij overkwam. Die ronkende berichten hielpen niet bij het geruststellen van de bewoners, nee. De pers besteedde enorm veel aandacht aan de calamiteit en was regelmatig ook hard in het oordeel. Constant werden er verhalen verteld over wat voor vreselijk materiaal asbest is. Terwijl elke echte deskundige zei dat de blootstelling onder elke grens zat. Zelfs in de kwetsbaarste flat. De kans is één op zeven miljard dat iemand daar door de asbestbesmetting kanker krijgt.” “Achteraf ”, zegt hij na een korte stilte, “was het beter geweest als in een eerder stadium deskundigen waren ingevlogen. Zij concludeerden immers, dat er weinig aan de hand was. Op die donderdag was de bron meteen afgedekt en kon er eigenlijk, behalve bij de flats zelf, niets meer aan de hand zijn. Ik heb in die eerste of tweede week nog met kamerlid Paulus Jansen van de SP gesproken. Hij was er op verzoek van bewoners, en die zei dat er eigenlijk niets ernstigs is gebeurd. >>
2
3
forum kort
Asbest op Kanaleneiland in het kort
>>
regels Het geeft volgens Rötscheid aan dat het in Nederland ontbrak aan regels voor de bescherming van mensen tegen de blootstelling aan asbest. De regelgeving had namelijk in hoofdzaak betrekking op de arbeidsomstandigheden van de vakmensen die werkten in de asbestsector. “Er bestonden bij mijn weten geen wettelijke voorschriften voor de manier waarop we bescherming moesten bieden aan bewoners van huizen waarin asbest was aangetroffen. Of bijvoorbeeld ook geen regels voor wat een verhuurder kan doen als een huurder ondanks herhaalde waarschuwingen tegen asbestbesmetting vierkant weigert om de woning te verlaten.” De renovatie op Kanaleneiland wordt binnenkort voortgezet en er zijn zo’n 20 andere flats die door Mitros worden aangepakt. “Belangrijk daarbij is dat we een scherpe afweging maken van de risico’s van de aanwezigheid van asbest. Sommige risico’s zijn aanvaardbaar. Anderen niet. En daarbij speelt
4
natuurlijk ook een rol hoever je wilt gaan met saneren en hoeveel dat mag kosten. Het signaal aan de samenleving is dat we veel geld zullen moeten besteden aan ons asbestprobleem.” lessen Andere corporaties kunnen nadrukkelijk lessen trekken uit de ervaringen van Mitros. Rötscheid: “Het begint met asbest op de bestuurlijke agenda te zetten. Verder is het belangrijk dat intern de deskundigheid op het gebied van asbest wordt bevorderd en probeer bij voorbaat na te denken over hoe je bewoners kunt opvangen wanneer zich een asbestcrisis voordoet. En zoek uit waar je voldoende deskundigheid vandaan haalt als asbestsanering acuut is.” <
Op Kanaleneiland is Mitros bezig met het renoveren van de complexen aan de Marco Pololaan en de Stanleylaan. Deze drie flats uit 1962 krijgen een flinke opknapbeurt. Onderdeel van de werkzaamheden is het weghalen van de asbesthoudende kit. Deze kit zit tussen de dakranden, zo had een asbestinventarisatie uitgewezen. Bij het verwijderen van deze voegen op donderdag 19 juli, komt er een asbesthoudende rugvulling tevoorschijn. Het werk wordt stilgelegd. Onderzoek wijst uit dat er in twee woningen asbestvezels zitten. Twee dagen later komen daar nog drie woningen bij. Op zondag 22 juli besluit de gemeente Utrecht het complex aan de Stanleylaan te ontruimen. Al snel moeten ook de bewoners van de twee andere complexen hun woningen verlaten. Mitros brengt circa driehonderd bewoners onder in een vijftal hotels. Ook worden er in allerijl logeerwoningen in gereedheid gebracht. Aan het einde van de eerste week vertrekken de eerste bewoners daarheen. Uiteindelijk blijken acht van de 185 woningen en twee portieken besmet en zijn er 23 spotbesmettingen gevonden. Zowel de resultaten als het schoonmaken van de complexen worden door TNO gecontroleerd. Aan het einde van de tweede week mogen de eerste bewoners terug naar huis. Alleen Stanleylaan oneven wordt momenteel nog gesaneerd. <
blok
blok
1
blok
2
5
1e fase 2e fase blok
3
blok
4
Asbestvulling blijkt boosdoener Een asbesthoudende rugvulling bij de dakrand van de flat aan de Stanleylaan is de bron van de asbestbesmetting. Deze rugvulling met bruin asbest/amosiet zat verstopt achter de kitvoeg tussen de dakranden. Pas toen de kitvoeg eruit werd gehaald, kwam de aanwezigheid van deze asbesthoudende rugvulling aan het licht. De wijze waarop de asbestrugvulling is toegepast is volgens de deskundigen uniek en tot dusver niet eerder in Nederland aangetroffen. Het onderzoek heeft ook uitgewezen dat deze asbesthoudende rugvulling de enige veroorzaker van de overlast is. Het bevat namelijk dezelfde asbestsoort als die is gevonden in de woningen en portieken. Omdat de rugvulling los achter de kitvoeg zat konden de lichte asbestvezels zich snel door de lucht verplaatsen. Daarom is het ook teruggevonden op balkons en garagedaken. Enkele bewoners hadden op dat moment het raam openstaan waardoor het naar binnen gewaaid is. Dat is ook de reden dat er bij de één wel asbestvezels gevonden zijn en bij de ander niet. Het is ook goed mogelijk dat mensen de vezels ongemerkt het portiek of de woning binnen hebben gelopen. De concentratie aan gevonden asbestvezels is echter laag en de tijd tussen ontdekking en ontruiming is relatief kort. Hierdoor is het risico dat er later gezondheidsklachten komen verwaarloosbaar. <
5
Olaf van de Rijdt, Manager Wonen en Lidy Jongekrijg - van Splunder, projectcoördinator Facility
‘Opvangen van bewoners stond voorop’ Even 160 kamers in hotels regelen en in een paar dagen tijd 50 woningen inrichten en bewoonbaar maken. Het opvangen van de bewoners van de drie complexen in Kanaleneiland is voor de medewerkers van Mitros een enorme klus geweest. Olaf van de Rijdt, Manager Wonen en Lidy Jongekrijg – van Splunder, projectcoördinator Facility blikken terug. “Voorop stond dat de bewoners zo goed mogelijk werden opgevangen.” Al op maandagmorgen, wanneer de bewoners van de flat aan de Stanleylaan in twee hotels zijn ondergebracht, heeft Olaf van de Rijdt het gevoel dat “dit veel groter gaat worden”. En hij krijgt gelijk. Die ochtend valt het besluit om ook de andere twee complexen te ontruimen. “Dus regel maar even vervangende woonruimte voor tijdelijke opvang.” Er wordt gebeld met hotels. Even 160 kamers boeken is geen sinecure maar het lukt. “Uiteindelijk vinden we vijf hotels die dit kunnen en willen.” Maar dat is nog slechts het begin van wat er op de medewerkers van Mitros afkomt. “We hadden te maken met bewoners die voor een groot deel midden in de Ramadan zaten en die halsoverkop uit hun huis moesten en daardoor geen of weinig kleding bij zich hadden. Kortom, telkens stonden we voor een vraag waar we een antwoord op moesten vinden.” Lidy Jongekrijg – van Splunder, projectcoördinator bij Facility, krijgt op dinsdagmiddag vier uur een telefoontje of ze 50 woningen kan inrichten. En oh ja, of ze donderdagmiddag klaar kunnen zijn. “Dan is het echt alle hens aan dek”, zegt ze terugkijkend over dat moment. “We zijn begonnen met het bedenken van wat er allemaal nodig is.” Samen met haar collega’s stelt ze een lijst op. “We gingen daarbij uit van de basisvoorzieningen, dus bedden, matrassen, dekbedden, kussens, kasten voor kleding, een bank, tafels en stoelen, maar ook bestek, handdoeken, theedoeken en een startpakket met wat eten en drinken.” De lijst is fors en alles moet natuurlijk in een veelvoud worden geleverd.
6
“De volgende stap was gaan bellen in het netwerk. Als eerste een facilitaire dienstverlener waar wij vaker mee werken. En ook zij gingen op hun beurt bellen om alles te bestellen. Want niemand heeft zo’n enorme hoeveelheid in voorraad. In vier uur tijd hadden we alles op de rit.” feiten Intussen heeft Van de Rijdt te maken met bewoners in hotels die in grote onzekerheid verkeren en daardoor angstig zijn. “We besloten al snel fysiek in alle vijf de hotels aanwezig te zijn. Bij deze hotelcoördinator konden de bewoners met vragen terecht. Telkens werden we geconfronteerd met situaties en moesten we ons beraden hoe daar mee om te gaan. Leidend voor mij was telkens teruggaan naar de feiten; wat hebben we te doen, wat moeten we doen en wat kunnen we vervolgens doen?” Juist die benadering is in zijn ogen essentieel, omdat anders het gevaar dreigt dat alles door de woningcorporatie wordt opgepakt. “Natuurlijk wil je zoveel mogelijk doen om de overlast, die voor de bewoners enorm groot is, te beperken en te verlichten. Maar soms kregen we ook verzoeken die we echt niet konden honoreren. Een voorbeeld? Dat een bewoner die woonruimte bij een vriend in Amsterdam had gevonden vroeg of die vriend in zijn plaats in het hotel mocht verblijven. Of iemand die 16 namen opgaf van de mensen die bij hem in huis woonden en dus volgens hem recht hadden op een vergoeding.”
inventariseren De woningen die Lidy Jongekrijg – van Splunder en haar collega’s moeten inrichten zijn koopwoningen van Mitros en wisselwoningen die de corporatie altijd beschikbaar heeft. “Vervolgens zijn we gaan inventariseren wat er in de woningen moest worden gedaan om het leefbaar te maken. Veel hadden toch wel een verfje of een behangetje op de muren nodig. En er moest ook vloerbedekking komen, iets voor de ramen en schoongemaakt.” Die week zijn ruim 120 mensen bezig geweest met het bewoonklaar maken van de woningen. “Het was natuurlijk best lastig omdat het natuurlijk volop vakantietijd was. Veel mensen waren er gewoon niet.” Gaandeweg de week wordt duidelijk dat het Lidy Jongekrijg – van Splunder samen met haar collega’s gaat lukken. “Echt iedereen stortte zich er vol overgave op. Ook intern kon ik iedereen bellen en men hielp gelijk. Als ik er nu op terugkijk dan heeft vooral die saamhorigheid een enorme indruk op mij gemaakt. Dat geldt ook voor de inzet van onze leveranciers en toeleveranciers. Niets was te veel.” zorgvuldig Beiden kijken met enige tevredenheid terug op de wijze waarop de klus geklaard is. “We hebben reacties gekregen van bewoners die erg blij waren met hun tijdelijke woning. Maar we kregen ook te horen wat er niet was. Het is natuurlijk anders dan in hun eigen huis”, zegt Jongekrijg- van Splunder. Van de Rijdt benadrukt op zijn beurt dat het asbestincident vooral gevolgen voor de lange termijn heeft. “Veel van onze woningen hebben asbest. Daar hanteren we al diverse protocollen voor. Maar de impact van deze asbestcalamiteit op de bedrijfsvoering is groot. Kortom, we moeten nog zorgvuldiger te werk gaan dan we al deden.” <
Marian Tuithof, assistent hotelmanager Hotel Mitland
‘Het waren onze gasten’ Marian Tuithof, assistent hotelmanager Hotel Mitland kijkt met een goed gevoel terug op de periode waarin zij samen met haar collega’s 170 bewoners van de Stanleylaan en Marco Pololaan opving. “Voor ons waren het gewoon gasten. Met dit verschil, dat deze gasten hier niet vrijwillig waren en zeker geen vakantiegevoel hadden. Huis en haard hebben ze immers moeten achterlaten. En ze leefden in onzekerheid over wanneer ze weer terug naar hun woning konden. We hebben geprobeerd hen zo goed mogelijk op te vangen.” Over de samenwerking met Mitros en de gemeente zegt Tuithof: “Die was erg prettig. Met het geschetste beeld in de media, dat zij slecht met de bewoners communiceerden, ben ik het ook helemaal niet eens.” <
7
Anne-Marie Cuvelier, communicatieadviseur Mitros
‘Je ligt onder een vergrootglas’
Zondag 22 juli zal Anne-Marie Cuvelier, communicatie-adviseur bij Mitros, niet snel meer vergeten. “In een paar uur tijd werd er een heel circus in gang gezet en moesten de bewoners van het complex aan de Stanleylaan hun huis uit. En dan komt er enorm veel op je af. Plotseling lig je onder een vergrootglas.”
informatie te halen. “Enerzijds heeft de pers terecht inhoudelijke vragen. Anderzijds kwamen ze ook met vragen over een heleboel randverschijnselen. Dan moest ik bijvoorbeeld reageren op het bericht dat er iemand in het zwembad van een hotel had gepoept. De hoofd- en bijzaken werden door veel journalisten nauwelijks van elkaar gescheiden. Sterker, vaak legden zij in de berichtgeving de nadruk op de bijzaken.” Omdat de asbestbesmetting de status van ernstige calamiteit heeft wordt er een Regionaal Operationeel Team geformeerd. De regie van de communicatie komt bij de gemeente te liggen. Cuvelier is namens Mitros betrokken bij de dagelijkse persconferenties. En ook wordt er dagelijks een informatiebulletin gemaakt. “Wij vonden van belang dat de bewoners in de hotels en later op de logeeradressen telkens als eerste geïnformeerd werden. We wilde voorkomen dat zij uit de krant moesten lezen dat ze bijvoorbeeld naar huis kunnen.” In de tweede week van de ontruiming krijgt de communicatieafdeling meer de mogelijkheid om te doen waar het goed in is, namelijk communiceren met de bewoners. “Voor elke bewoner hebben we een informatiemap gemaakt. Daarin is per woning aangegeven hoe het onderzoek is gegaan en heel precies welke bevindingen zijn gedaan. Ook hebben we bewonersbijeenkomsten gehouden en met de bewoners persoonlijke gesprekken gevoerd. Dat was niet gemakkelijk. Zij hebben, zeker in het begin, ook veel op zich af zien komen.” Daarmee doelt zij op het feit dat de informatie snel door nieuwe informatie werd ingehaald of dat de eerder aangehaalde bijzaken gingen domineren. lesssen Cuvelier zegt zich echter niet te kunnen vinden in de kwalificatie die ze ergens las dat de communicatie “klungelig” is geweest. “Dat is niet op z’n plaats. Alles is ook met de beste intenties gedaan. Maar het is wel belangrijk dat wij er lessen uit trekken.” Haar voornaamste les is dat er bij een calamiteit als deze één organisatie wordt gevormd. “Daarmee voorkom je dat afdelings-
belangen of organisatiebelangen de communicatie vertroebelen. Zo’n organisatie bestaat uit communicatieadviseurs van de betrokken organisaties en heeft onder leiding van een sterke crisismanager één doel en dat is de communicatie proactief plannen. En ook op zo’n manier, dat je echt grip houdt op de communicatie, zowel extern als intern. Zo kan je wilde indianenverhalen, die er natuurlijk altijd zullen zijn, voorzien en adequaat ontkrachten.” niet asbestmoe De frequentie van het informatiebulletin is inmiddels naar één keer per week gegaan en is meer toegespitst op de informatie voor specifieke complexen. Toch is Cuvelier nog niet ‘asbestmoe’. “We gaan ons bij Mitros buigen over de vraag hoe je de communicatie over asbest naar bewoners nu het beste kunt vormgeven. Het zit er nu eenmaal dus we moeten onze bewoners daar goed over informeren. Ik vind het ook leuk om daar mee aan de slag te gaan.” <
We kijken met Anne-Marie Cuvelier terug op die eerste hectische periode. Maar ook vooruit. “Want”, benadrukt zij, “we kunnen hier wel van leren. Dat moet ook.” Het gesprek heeft plaats in het Informatiepunt Wijkservicecentrum aan de Marco Pololaan. Dit wijkcentrum, recht tegenover de flat die ook kort na het complex aan de Stanlylaan moest worden ontruimd, fungeerde in de eerste weken als een soort van episch centrum. Inmiddels is de rust er weer enigszins teruggekeerd. Anne-Marie Cuvelier heeft die eerste dag echter nog haarscherp op het netvlies staan. De zomerse zondag begint met een bezoek aan een werkoverleg aan de Marco Pololaan. Woensdag was er immers in één van de woningen een asbestbesmetting ontdekt. Donderdag maakte Cuvelier hierover een informatiebrief voor de overige bewoners. “Ook adviseerden wij daarin om de ramen en deuren dicht te houden.” Op zaterdag werden nog in een paar andere woningen asbestvezels gevonden. “Dus ik wilde wel bij dat werkoverleg zijn omdat we de bewoners dan verder zouden kunnen inlichten.” 8
Dan gaat het plotsklaps heel snel. De bewoners moeten hun huizen uit. “Van belang is dat we de bewoners goed informeren. Dat deden we toen later die dag in het bedrijfsverzamelgebouw De Pionier. Vandaar gingen de bewoners naar de verschillende hotels.” Het nieuws van de ontruiming met behulp van de ME verspreidt zich echter snel en heel journalistiek Nederland stort zich op het asbestincident op Kanaleneiland. “En dan weet je even niet wat er gebeurt. Zo veel media en die willen ook gelijk alles weten.” perswoordvoering Anne-Marie Cuvelier neemt namens Mitros de perswoordvoering op zich. Dat is zeker in die eerste dagen geen sinecure. Haar telefoon gaat bijna continu en overal in de organisatie probeert zij zo goed en zo kwaad de gevraagde
Eva Boele, Marco Pololaan
‘Het is nog niet voorbij’
Alsof ze in een science fictionfilm figureerde. Zo omschrijft Eva Boele haar gevoel die warme zondag in juli. Logisch, overal zijn op de Marco Pololaan, waar ze al vijftien jaar woont, mannen in witte en blauwe pakken aan het werk. “De onzekerheid die meer dan anderhalve week heeft geduurd zit mij nog dwars. Er werd ons zo weinig verteld. In Hotel Van der Valk Houten waar ik met mijn buren werd ondergebracht waren ze heel lief voor ons. En ook de medewerkers van Mitros deden hun best maar zij wisten helemaal niets. En ik merk, nu we weer terug in onze huizen zijn, dat de angst en onzekerheid er nog steeds is. Men is ook bang voor de komende renovatie. Het is nog lang niet voorbij.” <
9
Asbestdeskundige Jan Tempelman bepleit Plan van Aanpak Asbestcalamiteiten
‘Niet telkens wiel opnieuw uitvinden’ In opdracht van Mitros en in nauw overleg met de Inspectiedienst SZW (voorheen Arbeidsinspectie) heeft asbestdeskundige Jan Tempelman de onderzoeken in en om de drie complexen naar asbest gemonitord en gecontroleerd. “Uiteindelijk blijft het mensenwerk.” Zijn belangrijkste les? “Er moet voor dit soort incidenten een leidraad komen zodat niet telkens opnieuw iemand het wiel hoeft uit te vinden. Dat voorkomt veel onduidelijkheid en scheelt ook in de kosten.” Jan Tempelman, werkzaam bij TNO, heeft in zijn jarenlange staat van dienst al veel gezien. Maar ook voor hem kwam het als een verrassing dat uiteindelijk een rugvulling met amosiet-asbest de bron van de asbestbesmetting op Kanaleneiland is geweest. “Het is duidelijk dat het een toepassing van amosiet is die je normaal nooit tegenkomt. Ik heb het in elk geval nog 10
nooit gezien.” De uitkomst vormde voor Tempelman de apotheose van bijna vier zeer enerverende weken. Weken waarin hij enerzijds bezig is geweest om namens TNO extra kwaliteitscontroles uit te voeren en anderzijds de bewoners gerust te stellen.
“Toen ik werd gebeld waren de bewoners al uit hun huizen”, vertelt Tempelman. In de drie complexen werden op dat moment op grote schaal zogenoemde kleef- en luchtmonsters genomen. Zes Nederlandse laboratoria die geaccrediteerd zijn voor elektronenmicroscopische analyses waren ingeschakeld. Dag en nacht waren zij in touw om deze monsters te analyseren. “Deze laboratoria hadden in zo’n korte tijd zoveel monsters te analyseren, je moet controleren of dat er allemaal correct aan toegaat.” Tempelman ging persoonlijk langs, vroeg de monsters op en controleerde de analyses. “Dat was een tamelijk intensieve periode. Maar we moesten wel zeker weten, dat de beslissingen op correcte gronden werden genomen.” Vanuit zijn andere functie als vakdeskundige voor de Raad van Accreditatie kent hij de wijze van analyseren als geen ander en weet hij dus exact waar de zwakke punten kunnen zitten. “Onder tijdsdruk maakt men fouten, het blijft mensenwerk. De meest ernstige fout is het verwisselen van monsters. Dat kan verstrekkende gevolgen hebben want dan zou je mensen onterecht uit hun huis halen en anderen in een vervuild huis laten zitten. Verder heb ik bekeken of de medewerkers technisch voldoende geschoold waren om de apparatuur te bedienen en de analyses uit te voeren. En ik heb kwaliteitscontroles van de inventarisaties uitgevoerd. Alle onderzoeken en inventarisaties zijn met grote zorgvuldigheid gebeurd. Net als de sanering en de daarop volgende vrijgave van de woningen, die we natuurlijk ook controleren.” geen appeltje eitje Hij zit inmiddels 42 jaar in het vak en heeft al veel meegemaakt. Zo was hij bijvoorbeeld betrokken bij spraakmakende asbestzaken als de SS Rotterdam en de Otapan, de tanker in de Amsterdamse haven waarin grote hoeveelheden asbest verwerkt was. Ondanks al deze ervaring wordt het voor hem nooit een appeltje eitje. “Zeker niet”, benadrukt hij, “vooral ook omdat het nooit alleen een technische aangelegenheid is. Je hebt ook te maken met direct betrokkenen.
En zoals bij Kanaleneiland de bewoners die er last van hebben en in onzekerheid zitten. Mijn eerste insteek was ook hoe kan ik die mensen geruststellen, hoe kun je hun vragen beantwoorden? Want die eerste paar dagen was er natuurlijk dikke paniek. Er was veel angst bij die mensen. Het was natuurlijk ook midden in de Ramadan. Dat heeft op mij toch wel impact gehad. De wijze waarop de bewoners zich organiseerden en zich niet met een kluitje in het riet lieten sturen dwong respect af. Gelukkig heb ik in persoonlijke gesprekken veel mensen kunnen informeren en gerust kunnen stellen.” de lessen Bij gebrek aan poema’s op de Veluwe was asbest voor de media plotseling heel interessant. Met alle gevolgen van dien. Tempelman heeft zich soms nogal geërgerd aan de verschillende uitspraken over de risico’s van asbest die door verschillende betrokkenen in de media werden gedaan. “De een zei dit en de ander zei dat. Daar moet toch meer uniformiteit in komen.” Samen met het RIVM heeft hij diverse betrokkenen en deskundigen bij elkaar gebracht om te kijken welke lessen uit Kanaleneiland te trekken zijn voor de toekomst. “Ik heb voorgesteld om een werkgroepje te formeren om te komen tot een Plan van Aanpak Asbestcalamiteiten waarin je voor alle aspecten een soort van standaard draaiboek maakt. En dat geldt voor zowel de communicatie als de risicovoorlichting en de organisatie van metingen en de controle daarop.”Hij heeft een praktische leidraad voor ogen. Tempelman: “Daar is echt behoefte aan. Dat idee moet nu naar een hoger niveau worden gebracht en daarbij willen we ook Aedes en de betrokken ministeries inschakelen. Want uiteindelijk”, benadrukt hij, “zijn er nog heel veel flats als aan de Marco Pololaan en Stanleylaan in Nederland. En een dergelijk plan van aanpak voorkomt dat woningcorporaties telkens opnieuw het wiel moeten uitvinden. Dat scheelt, laten we eerlijk zijn, ook aanzienlijk in de kosten.” <
11
gilbert isabella, loco-burgemeester utrecht >>
Asbest in de wijk Als ik nu door de wijk Kanaleneiland loop, dan is dat met wat gemengde gevoelens. Veel mensen kennen mijn gezicht en begroeten me doorgaans hartelijk. Dat geeft een welkom gevoel. Maar het komt wel ergens vandaan. We delen een geschiedenis. de geschiedenis van de asbest in Kanaleneiland afgelopen zomer. Iedereen die zijn of haar huis uit moest vanwege de asbest, kent een eigen verhaal met daarbij behorende emoties. Ik krijg veel persoonlijke verhalen te horen van de inwoners. Velen willen hun verhaal ook kwijt, anderen verwerken de onzekerheid van die tijd meer in zichzelf. Voor een aantal bewoners van Kanaleneiland is er echt een wereld voor 22 juli en een erna.
12
Niemand die bij de asbestcrisis betrokken was, realiseerde zich dat toen al natuurlijk. Wat mij toen voor ogen stond was: de gezondheid van bewoners en risico beperken. Als bestuurder en loco-burgemeester van Utrecht stond ik voor de lastige keuze om knopen door te hakken op basis van de toen beschikbare informatie. Zonder direct de uitwerking van de genomen maatregelen in te kunnen schatten. Maar met asbest moet je geen risico's willen nemen. Dat maakte het extra lastig voor mensen om ons advies hun huis te verlaten op te volgen. De situatie werd nog complexer toen bleek dat mensen niet meteen terug konden naar hun woning. Men zocht naar antwoorden en verklaringen. En die kwamen niet altijd, simpelweg, omdat ze er nog niet waren. De gezondheid van de bewoners is altijd het uitgangspunt geweest.
Helaas zijn er nog steeds bewoners die niet terug kunnen naar hun huis. Voor sommigen vergt het een lange adem. Sinds 22 juli is er veel contact met de bewoners en dat blijkt ook nodig. De aanwezigheid van asbest heeft hun vertrouwen in hun eigen huiselijke omgeving geschaad. Bovendien kijkt men zeer kritisch naar de corporatie en gemeente. Dat slijt, maar heeft wel tijd nodig. Mitros doet er alles aan om samen met bewoners dat vertrouwen stap voor stap te herstellen. De gemeente ondersteunt dit van harte. <