blad voor de relaties van mitros november 2011 | jaargang 13 | nummer 3
interview leren van oude volksbuurten de kunst van het wonen jack klap achtergrond klant aan zet bij het nieuwe ontwikkelen artikel social media, de hype voorbij
inhoud
interview
In deze Mitros Forum
2
leren van volksbuurten Naast het vastleggen van het dagelijks leven in een volksbuurt in de vorige eeuw en de geschiedenis van de gewone man, heeft het Nederlands Volksbuurtmuseum in Utrecht ook een educatieve functie: vooroordelen wegnemen en meer begrip creëren. Een gesprek met de bevlogen directeur van het museum, Albert van Wersch.
6
de kunst van het wonen: jack klap Kunstschilder Jack Klap geeft schilderles aan buurtbewoners in Mitros-flat in Overvecht.
8
klant aan zet bij het nieuwe ontwikkelen De tijden lijken definitief voorbij van het geheel eigenstandig ontwikkelen van een woningbouwplan en het dan zien te slijten aan kopers op de markt. Los van de vraag of een ontwikkelaar dat zou moeten willen, pikt de huidige markt dit ook niet meer. Tijd dus voor Het Nieuwe Ontwikkelen, waarbij de klant meegenomen wordt in het ontwikkelproces.
Leren van oude volksbuurten Impressies van het dagelijks leven in een volksbuurt in de vorige eeuw roepen herinneringen op. Ze nemen ook vooroordelen weg, zorgen voor meer begrip en zetten mensen aan het denken. Een bezoek aan het Nederlands
Mitros Forum is een blad voor de relaties van Mitros. Het bevat beleidsmatige, achtergrond- en opiniërende
Volksbuurtmuseum in Utrecht is voor de één dan ook een feest der herken-
artikelen op het gebied van volkshuisvesting, aangevuld met een enkele lichtvoetiger rubriek. Het verschijnt drie
ning, voor de ander een eyeopener. Met het museum maakte Albert van Wersch,
geïnteresseerden. Een abonnement is gratis.
directeur, zijn droom waar: de geschiedenis van de gewone man een plek geven
saskia flesseman (bladmanager), Arian Boersma, Kim Roetert,
in de wereld van musea, kunst en cultuur.
keer per jaar en wordt gestuurd aan relaties en andere
colofon • redactie Yves Vermeulen (hoofdredacteur), Hans Worm fotografie Sjaak Ramakers, driejuni, Fotografie
Ron Hendriks, Niranyana Fotografie en Mitros vormgeving
Koningsberger & Van Duijnhoven Grafisch Ontwerpers (Utrecht) productie Spijker Drukkerij (Buren) redactie adres
Postbus 8217, 3503 RE Utrecht,
[email protected]
2
maken. Ik wilde de geschiedenis van de gewone man een plek geven in de museumwereld. Daar is normaal gesproken nauwelijks aandacht voor in die wereld. Met een museum over het leven in een volksbuurt geef je de gewone mensen de aandacht die ze verdienen, mensen die met hun handen de stad groot hebben gemaakt. Zij zouden best wat trotser mogen zijn op hun eigen geschiedenis.” geen bijval
“H
et ligt misschien niet voor de hand voor een jongen uit een liberaal nest om je bezig te houden met mensen uit de zogenaamde lagere sociale klassen. Maar ik had als kind altijd al vriendjes uit volksbuurten. Ik vond hen veel leuker met hun ‘recht-voor-z’nraap’ houding. In 1972 kwam ik voor mijn opleiding als psychiatrisch verpleegkundige in de Utrechtse Wijk C te wonen, een echte volksbuurt. Al snel begon ik met vrijwilligerswerk en hielp ik mee met het oprichten van het buurthuis daar. Natuurlijk was ik eerst een vreemde eend in de bijt, maar als je gewoon doet en gezellig de polonaise meedanst, accepteert de buurt je en word je al gauw uitgenodigd om ‘een bakkie te komen doen’.”
droom
“Het Volksbuurtmuseum is voor mij een droom die werkelijkheid is geworden. Bovendien heb ik van mijn droom mijn werk kunnen
“Door het vertrouwen dat mensen in Wijk C mij schonken, kreeg ik veel verhalen te horen. Ik vond het zonde om die te laten vervliegen. Er zijn altijd wel initiatieven geweest om de geschiedenis van een buurt of een familie vast te leggen, maar dat bleven eenmalige acties. Ik wilde dat het zou beklijven, dat het bewaard zou blijven voor latere generaties, maar niet in de vorm van een archief of documentatiecentrum. Het moest meer leven en toegankelijker zijn. Dus was een museum de beste optie. Alleen op die manier geef je die hele bevolkingsgroep en zijn geschiedenis erkenning en leg je de kracht van zo’n wijk vast. Mijn idee vond totaal geen bijval in Wijk C. 'Belachelijk! Wie is daar nou in geïnteresseerd?' Maar als ik het per se wilde, moest ik het zelf maar weten.” eerbetoon aan de wijk
“In 1983 begon ik met kleine exposities in het buurthuis. Zodra buurtbewoners zo’n tentoonstelling zagen met voor hen bekende foto’s, verhalen en voorwerpen, bleken ze toch heel enthousiast. En trots! Ze voelden het als een eerbetoon aan hun wijk. En er was opeens aandacht voor hen, terwijl ze dachten dat ze helemaal niet interessant waren. Uiteindelijk is hieruit het Wijk C Museum ontstaan. Inmiddels is dat veranderd in het Nederlands Volksbuurtmuseum, omdat het niet meer alleen over die ene wijk in Utrecht gaat, maar over ‘de’ Nederlandse volksbuurt.” >>
3
>>
4
bewustzijn bijbrengen
vooroordelen
“Behalve het vastleggen van de geschiedenis van de gewone man, heeft het museum ook een educatieve functie. Onze belangrijkste doelgroep is de jeugd. Wij ontwikkelen bijvoorbeeld educatieve programma’s voor scholen en werken lesbrieven uit over het leven in een volksbuurt van vroeger. Over die geschiedenis is verder in Utrecht niets te vinden, dus het is een welkome aanvulling op het standaard lesmateriaal. Ik vind het belangrijk om de jeugd enig bewustzijn op dit vlak bij te brengen. Ze leren dat alles wat we nu hebben, niet vanzelfsprekend is. Dat het niet eens zo lang geleden is dat mensen geen wasmachine, toilet of telefoon hadden. En dat men met een heel gezin in één kamertje woonde en er niet genoeg geld was om te eten. Ze kunnen in het museum door een steegje lopen en daar ervaren hoe het is om met een krap budget te moeten rondkomen. Wat ik leuk vind, is dat allochtone leerlingen – en ook hun ouders – soms stomverbaasd zijn als ze ons bezoeken. Zij zijn er vaak van overtuigd dat wij in Nederland altijd ‘rijk’ waren. Als ze hier door een volksbuurtsteegje rondlopen en bijna voelen hoe het vroeger was en hoe arm de mensen hier waren, realiseren ze zich dat wij net zo leefden als veel mensen in hun thuisland nu vaak nog. Dat wij hier eigenlijk nog maar relatief kort in onze huidige welvaart leven, geeft hun een heel andere kijk op onze maatschappij. Dat brengt de culturen dichter bij elkaar. En geeft hun meer begrip voor onze samenleving.”
“Leren hoe men vroeger in zo’n volksbuurt bij elkaar leefde, zet mensen aan het denken. Het besef groeit dat het in zulke buurten nu eigenlijk heilig is vergeleken bij toen. Waar wij ons nu soms druk over maken, is niets vergeleken bij het toenmalige leven in een volksbuurt. Volgens mij leidt dat inzicht tot een beter begrip van hoe mensen in bepaalde wijken met elkaar omgaan, ook nu nog. Bovendien hoop ik dat het museum vooroordelen wegneemt, want die zijn er nog volop. Alle volksbuurten met hun bewoners worden al gauw over één kam geschoren. Dat is niet terecht en je doet veel mensen tekort. Achter het museum zit dus een ideologie: meer tolerantie en begrip kweken, al is het maar op kleine schaal.” <
Het Volksbuurtmuseum kampte met ruimtegebrek en vroeg Mitros om hulp. Mitros stelt daarom per 1 december een deel van het naast het museum gelegen huis, Waterstraat 29 B, om niet ter beschikking aan het museum. Als tegenprestatie krijgen alle huurders van Mitros een gratis toegangskaartje voor het museum voor twee personen in 2012. Ook gaan het museum en Mitros samen een aantal lezingen in het museum organiseren.
forum kort
Veranderingen in de top van Mitros
Op 25 augustus nam Mitros afscheid van Marien de Langen, voorzitter Raad van Bestuur. En op 24 november van Theo Woertman, lid Raad van Bestuur. Rob Rötscheid heeft tijdelijk de rol van bestuursvoorzitter op zich genomen. Grote veranderingen in de top van Mitros dus.
Marien de Langen stak op 1 oktober over van Mitros naar de Amsterdamse corporatie Stadgenoot. Tijdens zijn afscheid keken Mitros, relaties en Marien tevreden terug op de vijf jaar durende samenwerking. Marien: “Het vertrek bij Mitros zal me niet makkelijk afgaan. Als ik terugkijk, zie ik dat wij met z’n allen en met veel inzet in de afgelopen vijf, turbulente jaren echt wat in beweging hebben gezet.” Theo Woertman vertrekt per 31 december naar PWC. Hij markeerde zijn afscheid met een sterk inhoudelijke bijeenkomst onder de titel ‘Presentie in de praktijk’. Theo, die vanuit Mitros in de jaren veel dwarsverbanden heeft gelegd met de werelden van zorg en van welzijn, introduceerde bij Mitros de ‘presentiebenadering’. Het vertrek van beide bestuursleden en de uitdagingen waar Mitros voor staat, waren aanleiding voor de Raad van Commissarissen, Raad van Bestuur en directie om zich te buigen over de vraag hoe de ideale samenstelling van de top van Mitros er in de nabije toekomst uit moet zien. <
Plannen bouw kantoor Mitros gewijzigd Mitros heeft besloten om geen nieuw kantoorgebouw te bouwen, maar te kiezen voor een bestaand kantoorgebouw. Op de plek in Kanaleneiland waar het nieuwe kantoor zou komen, wil Mitros nu iets anders ontwikkelen. niet maatschappelijk verantwoord
De plannen van Mitros om haar nieuwe huisvesting te bouwen in Kanaleneiland gaan niet door. Het belangrijkste argument hiervoor is dat het in de huidige markt niet mogelijk blijkt om op een marktconforme manier een nieuw kantoor te ontwikkelen, zeker ook gezien de huidige leegstand op de kantorenmarkt. Mitros vindt het nu niet maatschappelijk verantwoord om een nieuw kantoor te bouwen. onderzoek naar bestaande kantoorpanden
Mitros heeft een aantal andere opties voor het nieuwe onderkomen onderzocht. Op dit moment onderzoekt zij de mogelijkheid om haar nieuwe kantoor te vestigen aan de Koningin Wilhelminalaan 7-9. Dit leegstaande kantoorgebouw in het toekomstige stadsontwikkelingsgebied Merwedekanaalzone is al een tijdje in bezit van Mitros. De herontwikkeling van Kanaleneiland Centrum blijft van groot belang voor Mitros. Voor de grond in Kanaleneiland waar het nieuwe kantoor van Mitros gepland was, gaat Mitros dan ook een nieuw project ontwikkelen. <
5
de kunst van het wonen
Jack Klap In deze rubriek laat steeds een andere kunstenaar met een van zijn kunstwerken zien wat wonen voor hem betekent. Schilders, tekenaars, beeldhouwers, dichters, schrijvers en fotografen maken ons op deze wijze deelgenoot van de kunst van het wonen. In deze editie schilder Jack Klap (Amsterdam, 1942). Hij oogt bijzonder optimistisch en positief, net als de schilderijen in zijn atelier. Er staan ongeveer 125 exemplaren om hem heen. Klap begon zijn carrière als grafisch ontwerper. Na zeven jaar zijn eigen bedrijf te hebben gehad, verhuist hij naar Bretagne in Frankrijk. Daar legt hij zich vanaf 1976 toe op de schilderkunst. Niet zonder succes; zijn schilderijen worden in de loop der tijd aan meer dan 150 nationaliteiten verkocht. Ze vinden hun weg naar galerieën in Monaco, naar kastelen in Engeland en naar hoofdkantoren van bedrijven. terug naar nederland
Als het met zijn gezondheid iets minder goed gaat, keert hij terug naar Nederland. Via De Bilt komt hij daarna in Utrecht terecht. Ondanks zijn verslechterde gezond-
heid blijft hij schilderen. Eerst vanuit huis, maar sinds een paar maanden heeft hij zijn eigen atelier in een van Mitros gehuurde ruimte aan de Vulcanusdreef 105 in Overvecht. De ruimte is in september geopend en de eerste cursisten hebben zich al gemeld. “Iedere geïnteresseerde kan langskomen op dinsdag en woensdag tussen 11.00 en 12.30 uur. Ik vraag alleen een bijdrage aan materiaalkosten. We schilderen met acrylverf. Kenmerkend is het snelle resultaat, ook voor mensen die nog nooit geschilderd hebben.” kerst en kunst
Al met al is hij dus een actief buurtbewoner. Zo organiseert hij op 10 en 11 december a.s. een kunst-kerstshow op de binnenplaats van de Vulcanusdreef, met een kerstverhaal en een expositie van een aantal van zijn schilderijen. Hij woont vlakbij het atelier en dat is perfect. Hij kan zo ondanks zijn handicap toch blijven schilderen en deze kunst tevens doorgeven aan cursisten. “Schilderen kun je namelijk altijd blijven doen”. <
6
7
achtergrond
Klant aan zet bij Het Nieuwe Ontwikkelen De tijden lijken definitief voorbij van het geheel eigenstandig ontwikkelen van een woningbouwplan en het dan zien te slijten aan kopers op de markt. Los van de vraag of een ontwikkelaar dat zou moeten willen, pikt de huidige markt dit ook niet meer. Tijd dus voor Het Nieuwe Ontwikkelen, waarbij de klant meegenomen wordt in het ontwikkelproces. Lange tijd kon, zeker op de gespannen woningmarkt in de stedelijke regio Utrecht, vastgoed ontwikkeld worden zonder dat de consument daar iets over te zeggen had. Over het algemeen bepaalde de gemeente het stedenbouwkundig plan en kwamen in het stedenbouwkundig plan van eisen (het SPvE) de detailleringen rond verkeer en geluid, soorten woningen, de bouwhoogtes, het woonmilieu en de doelgroepen te staan. Bestemmingsplan en woonomgeving gaven de contouren voor wat vervolgens door een architect werd ontworpen, door ontwik8
kelaars of ontwikkelende corporaties werd gebouwd en wat daarna op de markt werd gezet. De consument moest het product maar afnemen. veranderde markt
Natuurlijk zijn er variaties op deze handelswijze. Er zijn genoeg voorbeelden van plekken waar de interactie van overheid en ontwikkelende partijen en tussen stedenbouw en architectuur in een veel vroeger stadium plaats vond. Vanzelfsprekend ontwikkelen partijen niet blind
producten zonder dat zij na hebben gedacht over mogelijke doelgroepen en hun woonwensen. En natuurlijk is er altijd een vorm van stedenbouw nodig om een harmonie te creëren tussen alle wensen en uitingen, om een eenheid te maken waarbinnen voldoende ruimte is voor differentiatie en eigen identiteit. Dat geldt zeker als de locatie de omvang heeft van een kleine stad, zoals Leidsche Rijn. Maar omdat de markt veranderd is – het vertrouwen van kopers in de markt was zelden zo klein – en de consument steeds individualistischer is geworden, is een andere wijze van ontwikkelen geboden: het nieuwe ontwikkelen. particulier opdrachtgeverschap
Bij het nieuwe ontwikkelen gaat het om een proces waarbij de ontwikkelaar een heel goed product neerzet voor die ene speciale koper. Niet een algemeen product, maar veel specifieker en doelbewuster. Dat kan op verschillende manieren. De meest verregaande vorm is het particulier opdrachtgeverschap. Daarbij koopt een individu een kavel en laat daar een voor hem geëigende woning ontwikkelen. Soms blijft dat beperkt tot het kiezen van een ‘boerderette’ uit een ontwikkelaarscatalogus, soms ontstaan er ook hyperindividualistische panden. Een bekend voorbeeld daarvan is wat in Almere gebeurt. Een tweede vorm is collectief particulier opdrachtgeverschap. Een mooi voorbeeld daarvan is Nieuw Leyden, een ontwikkeling van een grote binnenstedelijke locatie in Leiden, waar de Gemeente Leiden en
woningcorporatie Portaal in participeren. Voor het gebied is een strakke – en geslaagde – stedenbouwkundige invulling gemaakt, die definieert wat publiek en privé is, die de functie van straten aangeeft, die bouwblokken definieert en de rooilijnen vaststelt. Daarbinnen werken verenigingen van opdrachtgevers (VvO). Deze VvO’s, begeleid door het projectteam Nieuw Leyden, ontwerpen, in hun eigen bouwblok of boven op hun eigen parkeergarage, hun eigen woningen. Ruimte voor identiteit, maar wel een eenheid. Overigens leert de praktijk dat dit opdrachtgeverschap lastiger is dan wellicht gedacht. Immers, als niet-professional staat de zelfbouwer tegenover een professionele bouwwereld. Een ongelijke verhouding. consumentgericht
Consumentgericht bouwen – what’s in the name? – is weer een andere invulling van het zelfde principe. Daarbij is het een eerste vereiste om de markt goed te leren kennen. Dat is meer dan het even consulteren van de lokale makelaars. Er moet namelijk goed marktonderzoek gedaan worden. De ontwikkelaar moet zich verdiepen in leef- en woonstijlen, de signatuur van het gebied c.q. de locatie, en welk product daarbij past en financieel haalbaar is. Wat helemaal nieuw is, is dat vervolgens bij het maken van de eerste schetsen de klant al aan tafel zit. Wat wil die klant, hoe leeft hij, hoe ziet zijn huishouden er uit? De klant kan daarbij ook kiezen of hij bijvoorbeeld een opbouw, een aanbouw, een splitlevel of een dakkapel wil. Ook in het uiterlijk >>
9
Nieuw leyden >>
>>
kan variatie aangebracht worden, bijvoorbeeld door verschillende soorten bakstenen en ramen. Al die elementen moeten vertaald worden naar een ruimtelijke indeling. Dat bepaalt pas wat voor een woning er uiteindelijk uit komt rollen.
Vergelijk dat met het traditionele ontwikkelproces, waarbij kosten worden gemaakt voor de stedenbouwkundige, de architect, het voorlopig ontwerp, het definitief ontwerp en de verkoop. Middelen die verspild zijn als het product niet af te zetten blijkt.
Ook voor huurwoningen is consument- of marktgericht bouwen mogelijk. Wel lijkt het logisch dat, in dit geval, corporaties meer de regie voeren en strakkere kaders stellen, waaruit de huurder mag kiezen. Ervaringen van bijvoorbeeld woningcorporatie Portaal in Nieuw Leyden laten dat ook zien. Een corporatie loopt immers het risico dat een huurder iets extravagants kiest, na een half jaar verhuist en een onverhuurbare woning achterlaat. Of de huurder kiest voor bijvoorbeeld een extra verdieping of een aanbouw, zodat de woning vanwege zijn grootte heel duur wordt en daardoor moeilijk verhuurbaar. Consumentgericht huurwoningen bouwen kan dus wel, maar in een minder uitbundige vorm. Wat onderzocht zou kunnen worden, is of, bijvoorbeeld met flexibelere en sneller afschrijfbare binnenpakketten, in ieder geval het interieur wel consumentgerichter gemaakt kan worden.
inspanning en durf
Het nieuwe ontwikkelen vraagt wel een omslag bij alle bij het ontwikkelen betrokken partijen. Het vraagt van corporaties meer inspanning en meer durf. Immers, het proces wordt ingewikkelder en er moet meer met anderen rekening worden gehouden. Dat vraagt dus veel meer op het gebied van procesmanagement. Het vraagt meer van de kopers en huurders omdat zij scherper moeten definiëren hoe het gewenste product er uit ziet. En het vraagt meer van de overheid, die de strakke sturing zal moeten loslaten en zal moeten aanvaarden dat er soms een andere ontwikkeling tot stand komt dan eerst gedacht. In de stedelijke regio Utrecht lijkt de bereidheid bij partijen om deze slag te maken voldoende groot te zijn. <
niet duurder
Deze wijze van werken lijkt wellicht omslachtig en ook heel duur. Niets is minder waar. Immers, het ontwerpproces kan heel snel gaan, omdat alle elementen van het wonen en leven en elke wens direct in het ontwerp vertaald kunnen worden. Dit betekent dat er geen meeren minderwerk ontstaat, maar een ontwerp dat gelijk uitgevoerd kan worden. Mét de gewenste variatie. Waarbij ook meteen duidelijk gemaakt kan worden wat elke wens betekent voor de koop- of huurprijs van het product. 10
Eind november verscheen het Mitros Cahier Het Nieuwe Ontwikkelen met interviews die het perspectief van de woningcorporatie, de overheid, de particuliere opdrachtgever én van het overall-ontwikkelproces belichten. Het Cahier is te bestellen via
[email protected] of te downloaden op www.mitros.nl.
Social media, de hype voorbij Vroeger was de woningcorporatie vlakbij. Daar bracht men de huur in contante guldens en daar kende men de vriendelijke heer achter de balie bij naam. Inmiddels is de afstand van thuis in Lunetten naar de balie aan de Vlampijpstraat toch vele reisminuten langer. Bovendien willen huurders niet meer voor alles tijdens kantooruren naar de balie. Daarom maakt Mitros volop gebruik van social media. Bijna 40% van de onderzochte woningcorporaties heeft social media opgenomen in haar communicatiemix voor 2011, nog eens 49% geeft aan dit op zeer korte termijn te gaan gebruiken. Social media is de hype voorbij. Mitros gebruikt social media sinds een jaar. Natuurlijk blijven de balie, de klantenservice, de buurtbeheerder en de huismeester bestaan. Een prettige manier om direct persoonlijk contact te hebben met een medewerker van Mitros. Maar er zijn nieuwe vormen van persoonlijk contact: Twitter, LinkedIn, Facebook, Youtube en Flick’r zijn nieuwe wegen die nu ook naar Mitros leiden. webcare
Sinds kort staan er op Twitter berichten als “Dat is vervelend om te horen. Zou je mij je adres in een DM willen sturen, dan ga ik het voor je uitzoeken”. Of : “Gefeliciteerd met je nieuwe huis! En je bedankje is doorgegeven aan collega Floor”. Steeds vaker stellen mensen vragen aan Mitros via Twitter. Maar ook verzuchtingen, onduidelijkheden, misverstanden die mensen op Twitter plaatsen, worden opgepakt door medewerkers van Mitros en beantwoord. En niet alleen door een speciaal voor dit doel opgezet webcare-team, maar door tientallen twitterende betrokken medewerkers.
dialoog en delen
Social media is een verzamelnaam voor alle internettoepassingen waarmee het mogelijk is om informatie met elkaar te delen op een gebruiksvriendelijke en vaak leuke wijze. Het gaat niet alleen om informatie in de vorm van tekst, maar ook geluid (podcasts, muziek) en beeld (fotografie, video) worden gedeeld via social media websites. Hieruit blijkt duidelijk dat het geen kanaal is om alleen informatie mee te zenden als ‘nieuwbouwproject X is gestart’, maar dat bijvoorbeeld Twitter bij uitstek een medium is voor de dialoog. Op een laagdrempelige manier kom je in contact met huurders, verleen je klanten service, doe je aan crisiscommunicatie en deel je kennis en meningen. Ook via Facebook kunnen mensen bij Mitros terecht. Van de laatste informatie over een brand die woedde in een appartementencomplex tot informatie over koopwoningen, maar ook voor foto’s, interessante links of voor ontspanning. Voor vakinhoudelijke discussies is Mitros te vinden op LinkedIn en mooie foto’s worden gedeeld via Flick’r, filmpjes via een eigen Youtube-kanaal. Of huurders nu graag met Mitros in contact willen komen via oude of nieuwe media, alle kanalen zijn open. <
11
column
Werken als corporatiebaas? WOM brengt sfeer op de Amsterdamsestraatweg In 2009 is de Wijkontwikkelingsmaatschappij Noordwest (WOM) opgericht. Sinds die tijd heeft de WOM zich hard gemaakt voor verbetering van het vastgoed van de WOM, dat allemaal aan de Amsterdamsestraatweg ligt. Een van de mooiste resultaten is de uitbreiding van Opticien Miedema. De ondernemer wilde graag dat de WOM investeerde in de uitstraling van de winkel. Door het winkelvloeroppervlak te vergroten werd de opticien ook in de gelegenheid gesteld om meer omzet te realiseren. De heer Miedema: “Ik ben erg blij met de investering van de WOM. Binnen enkele maanden na de heropening van mijn winkel is de omzet met 20% gestegen”. De WOM heeft ook de woning boven de winkel opnieuw bewoonbaar gemaakt en deze is sinds oktober weer verhuurd. voorkomen leegstand
Stef Weekers, directeur WOM: “Door de economische tegenwind zal de WOM de komende tijd haar aandacht vooral richten op het behoud van haar huurders en het voorkomen van leegstand. Hiervoor ben
ik bijvoorbeeld aan het onderzoeken of we leegstand (tijdelijk) kunnen op lossen door ruimte te bieden aan ZZP-ers.” samenwerking wom, gemeente en mitros
De WOM is een samenwerking tussen de gemeente Utrecht en Mitros. Beide organisaties hebben het eigendom van een aantal wooneenheden en bedrijfspanden aan de Amsterdamsestraatweg overgedragen aan de WOM. Aangezien de objecten vrij van hypothecaire bezwaren werden ingebracht, bood het de WOM de gelegenheid om nieuw kapitaal aan te trekken, waarmee nieuwe vastgoedobjecten aan de portefeuille kunnen worden toegevoegd. Hoewel de WOM als juridische entiteit los staat van de gemeente en Mitros, wordt in praktijk veel samengewerkt. Daarnaast wordt het technisch en commercieel beheer van de objecten wordt uitgevoerd door Mitros. <
B
ij wijze van afscheid kreeg ik het verzoek om een column te schrijven voor Mitros Forum. Dit onder andere met als vraag wat mij zo aantrekt in deze wereld dat ik er zelfs zou willen werken. Allereerst dan toch nog maar eens het gerucht de wereld uit: ik word geen bestuurder van Mitros. En dat komt voor mij door het simpele feit dat Mitros een Utrechtse corporatie is. Zo direct overstappen is niet goed en zou door velen ook terecht niet goed begrepen worden. Ik weet overigens niet helemaal of men wel met mij in zee zou willen. Als dat allemaal niet aan de orde was, zou ik zonder meer mijn vinger opsteken. Met hart voor de publieke zaak, als het om één van de bestaansvoorwaarden gaat (goed wonen in een prettige omgeving), als je graag leiding geeft aan een complexe organisatie en - “grapje” - ook nog fatsoenlijk wilt verdienen, is er na een wethouderschap van Utrecht moeilijk een mooiere baan te vinden. We hebben in de afgelopen periode als gemeente veel goede dingen met de corporaties kunnen doen. Nieuwbouw in Leidsche Rijn en de bestaande stad, herstructurering en de aanpak van de krachtwijken springen er het meest uit, zeker als het om Mitros gaat. Minder voortgang hebben we helaas kunnen bereiken op het vlak van het maatschappelijk vastgoed, alhoewel er nu tempo komt bij het Rietveld College. Net voor mijn vertrek heeft de gemeenteraad op hoofdlijnen ja gezegd tegen de samenwerkingsafspraken voor de komende jaren. Een goede basis voor de volkshuisvesting in Utrecht en voor mijn opvolger, Gilbert Isabella. Doorwerken dus! Bedankt en tot ziens! < Harrie Bosch (tot 10 november 2011 Wethouder R.O. en Wonen Utrecht)
12