2 Pleegcontact 2012
Blad van de Nederlandse Vereniging voor Pleeggezinnen
Financiën en omgangsregeling heetste hangijzers voor pleegouders NVP-nota Individuele Belangenbehartiging 2011 verschenen 10 Risico-indicatoren voor de pleegzorg Inspectie en Tweede Kamer over pleegzorg 4 en 20
Ik ga uit van het ontwikkelingsbelang van het kind Interview met Peter van den Bergh 16
Zomer-lezen
Ervaringsverhalen en boekentips 22
pleegcontact 00
Zomer! Het is zomer! Politici en beleidsmakers kunnen even bijkomen van de honderden bijeenkomsten over de transitie jeugdzorg. Congressen met bewindvoerders, rondetafelgesprekken met gemeente-ambtenaren, individuele gesprekken. Er is elke dag wel een transitiebijeenkomst om bij aan te schuiven. Eind juni is er ook in de Tweede Kamer gedebatteerd over het nieuwe jeugdzorgstelsel ‘Geen kind buiten spel’. En dat zal niet de laatste keer zijn geweest. Provincies organiseren bijeenkomsten én maken plannen voor de periode tot 1 januari 2015.
n
Gemeentes zijn druk, vaak in een samenwerkingsverband, om zich te beraden over hoe het met de jeugdzorg zal moeten gaan als zij er verantwoordelijk voor zijn vanaf 2015. De NVP laat zich zien en horen, ook namens u!
U bent dan nog gewoon verantwoordelijk voor de opvoeding van uw pleegkinderen. Met wie u dan om de tafel zit voor evaluatiegesprekken, van wie u een pleegvergoeding krijgt en hoe hoog die is: allemaal nog onduidelijk.
Maar u zorgt vandaag en ook na 1 januari 2015 voor uw pleegkinderen. Dan zijn de staatssecretarissen van het Rijk, de gedeputeerden van de provincies van hun taken en verantwoordelijkheden ontheven en hebben B&W en de gemeenteraad er een verantwoordelijke taak bijgekregen.
Maar een ding is duidelijk. U was, bent en blijft degene die ervoor zorgt dat de naamgeving van het nieuwe stelsel daadwerkelijk uitvoering krijgt: geen kind buiten spel. We wensen u een goede zomer!
3 nieuws 4 nieuws uit Den Haag 5 Slechts op bezoek bij je kind 6 Sociale stijging pleegkinderen 8 Driemaal is scheepsrecht 9 wie ben ik? 10 Financiën en omgangsregeling heetste hangijzers 12 Symposium Pleegzorgpalet groot succes 13 onvoorwaardelijk 14 NVP op stap voor u 15 NVP regio nieuws 16 Pleegzorgdeskundige Peter van den Bergh 18 Algemene LedenVergadering 2012 19 KrIEBELS 20 Risico-indicatoren voor de pleegzorg 22 leestijd 23 Hoe zit dat?
jaargang 29 – nummer 2
Pleegcontact Blad van de Nederlandse Vereniging voor Pleeggezinnen
Pleegcontact is een uitgave van Nederlandse Vereniging voor Pleeggezinnen (NVP) De hoofddomeinen van de NVP zijn: • Informatie en advies • Individuele en collectieve belangenbehartiging • Onderlinge ondersteuning De regionale afdelingen van de NVP organiseren koffieochtenden, gespreksgroepen, lezingen en andere activiteiten voor pleegouders en pleeggezinnen.
NVP postbus 1139 3500 BC Utrecht telefoon: 030 - 293 1500 e-mail:
[email protected] www.denvp.nl
Eindredactie en foto’s: NVP • Ontwerp: K E T E N, Rotterdam / Beusichem Lithografie en druk: Uitgeverij Zuidam & Zonen Redactiecommissie: Gerrie Meeuwesen, Marike Wierstra (pleegouder) Marielle Schmitz (beleidsmedewerker/coördinatie redactie) Kirsten Westervaarder (pedagoog) Lidmaatschap NVP 47,50 per jaar Advertentietarieven op aanvraag • Mailadres
[email protected] De redactie behoudt zich het recht voor ingezonden stukken in te korten/te wijzigen/ niet te plaatsen. De schrijver wordt hiervan op de hoogte gebracht.
nieuws
t
kinderrechten basis voor lokaal jeugdbeleid Op 15 juni 2012 hebben alle gemeenten in Nederland het nieuwste Databoek Kinderen in Tel met daarin data uit onderzoek over de leefsituatie van de Nederlandse jeugd per provincie, gemeente en wijk ontvangen. De gegevens zijn verzameld voor twaalf indicatoren die gebaseerd zijn op het VN-Kinderrechtenverdrag. Verschillen leefsituaties kinderen in Nederlandse gemeenten Het Databoek Kinderen in Tel 2012 laat de positieve ontwikkelingen zien, maar ook de verschillen tussen de leefsituaties van kinderen in de Nederlandse gemeenten. Het Databoek 2012 toont dat in de afge-
lopen jaren positieve dalende trends te noteren zijn voor jeugdcriminaliteit, tienermoeders, kinderen in uitkeringsgezinnen. Maar tegelijkertijd stijgt het aantal kinderen dat in de jeugdzorg komt, is het voor jongeren moeilijker om een baan te vinden, en leven er nog steeds veel kinderen in achterstandswijken. Het is daarom van belang de resultaten van dit databoek ter harte te nemen. Formuleren gemeentelijk jeugdbeleid Wat Kinderen in Tel uniek maakt, is dat het aanzet tot een discussie tussen belangenbehartigers en beleidsmakers. Het uiteindelijke doel van Kinderen in Tel is de positie
van kinderen te verbeteren, in het bijzonder de armste en meest gemarginaliseerde groepen. Kinderen in Tel laat zien dat er in Nederland nog steeds veel te verbeteren valt aan de situatie van kinderen. Verbetering waar alle betrokkenen – lokale, provinciale en landelijke beleidsmakers – een bijdrage aan kunnen en moeten leveren. We hopen dat het Databoek Kinderen in Tel 2012 voor gemeenten en specifiek de Wethouder Jeugd een stimulans is om het gemeentelijk jeugdbeleid zo te formuleren dat in tijden van bezuinigingen, geen kind buiten spel zal raken.
project
lintje voor
jeugdhulpverlener
Doel van het project Tijd voor Jeugd is het verhogen van cliëntcontacttijd en het verkorten van de wacht- en doorlooptijden: professionals besteden meer tijd aan hun cliënten en de zorg wordt op tijd geleverd. Tijd voor Jeugd liep van mei 2011 tot en met juni 2012. Binnen 11 instellingen voor Jeugd&Opvoedhulp experimenteerden 23 teams met het slimmer organiseren van hun zorg. Zij streven daarbij naar een afname van administratieve last, een toename van hun cliëntcontacttijd en een forse reductie van wacht- en doorlooptijden. Om dit te realiseren brengen de teams hun eigen verbeterideeën in de praktijk en gaan zij, buiten de gebaande paden, op zoek naar nieuwe werkwijzen. Kennis die binnen en buiten de sector beschikbaar is wordt hen ter beschikking gesteld. Op 7 juni 2012 presenteerden de teams hun resultaten. Uiteindelijk zal er een Praktijkgids, waarin de resultaten verwerkt zijn, verspreid worden onder de instellingen.
Wil Kooper, jaren actief geweest als vrijwilliger bij de NVP heeft op 27 april jl een lintje gekregen. Net als collega-gedecoreerden, met een smoes naar het gemeentehuis gelokt. Een verbaasde verwarring op haar gezicht toen ze kinderen en kleinkinderen zag in het publiek. Een mooie toespraak van haar dochter: Toen ze van haar vader hoorde dat haar moeder een lintje zou krijgen, was haar eerste reactie: ‘Waarom dat dan?’ Net als de rest van het gezin vond ze het vroeger normaal, de kinderen die voor korte of lange tijd bij hen kwamen wonen. En het NVP-werk, tja, toen was ze druk met haar eigen bezigheden. Nu, alles overdenkende en met de eigen ervaring als ouder, realiseerde ze zich dat het lintje toch echt verdiend was. De NVP heeft de aanvraag ondersteund, net als de pleegzorgmanager met wie Wil in haar werk als ‘pleitbezorger’ bij de NVP contact had. Met wie ze overleg had als ze voor de pleegkinderen en pleegouders op de bres kwam. Samen voor het kind: meer toepasselijk kan het niet!
Jeugdhulpverleners moeten zich voortaan registreren in een beroepsregister. Dit voorstel van Tweede Kamerlid Nine Kooiman (SP) is op 12 juni aangenomen door de Tweede Kamer. De invoering van de verplichte registratie draagt bij aan de professionalisering van de jeugdsector. De registratie vereist dat jeugdhulpverleners hun vakkennis op peil houden. Ook vallen ze voortaan onder het tuchtrecht van hun beroepsvereniging. Daardoor kan de werkwijze van een vakgenoot tegen wie een klacht is ingediend worden getoetst aan de beroepscode. Ook het voorstel van SP en PvdA voor verplichte bij- en nascholing van hulpverleners is door de Tweede Kamer aangenomen. Kooiman: ‘Wanneer de verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg binnenkort wordt overgedragen aan de gemeenten, moet veilige en goede zorg ook gegarandeerd zijn. Deze voorstellen voor registratie en scholing van personeel zijn twee belangrijke stappen. De jeugdzorg is geen plek voor charlatans.’
tijd voor jeugd wil kooper
Meer info: http://www.tijdvoorjeugd.info
de nvpvoor lintje
online linkedin
U kunt de NVP linken op Linkedin: Nederlandse Vereniging voor Pleeggezinnen
mailadressen
Heeft u een nieuw mailadres of krijgt u de regionale nieuwsbrief nog steeds op papier: laat het ons weten. Dan zorgen wij ervoor dat u van actuele NVP – en pleegzorgzaken op de hoogte blijft. Mail uw mailadres aan
[email protected]
Bron en meer informatie: http://www.kinderenintel.nl/
registratie
Bron: SP; Tweede Kamer; Nederlands Jeugdinstituut 13 juni 2012
website NVP
De website van de NVP is actueler dan ooit! Nieuws over de NVP, pleegzorg, stukken over de transitie jeugdzorg, u vindt het er allemaal! Op de pagina van Pleegcontact vindt u een document waarin u makkelijk de links die in dit nummer van Pleegcontact staan, kunt vinden en gebruiken.
www.denvp.nl
pleegcontact 3
Geen kind buitenspel
Samen naar Den H
De NVP heeft de krachten gebundeld met c een gezamenlijke brief gestuurd aan de Tw vond de behandeling plaats van de plannen de transitie.
tweede kamer over veiligheid in pleeggezinnen
Op woensdag 27 juni 2012 vergadert de commissie Jeugdzorg van de Tweede Kamer over o.a. veiligheid in pleeggezinnen. Aanleiding is het Inspectierapport ‘Zicht op veiligheid in netwerkpleeggezinnen’ Verder komt de veiligheid in pleegzorg en in de brede zorg voor jeugd aan de orde. Op pagina 20 kunt u lezen over risicoindicatoren pleegzorg die de Inspectie hanteert. In de brief aan de Tweede Kamer die staatssecretaris Veldhuyzen van Zanten op 26 juni 2012 ter voorbereiding aan de Kamer zond, meldt zij: ‘Ik vind een zo zorgvuldig mogelijke procedure van belang om te voorkomen dat ongeschikte personen pleegouder worden of blijven. Een belangrijk middel hierbij is de screening van potentiële pleegouders en huidige pleegouders. De afgelopen periode heb ik mij daarom beraden op mogelijke manieren waarop de screening van deze pleegouders verder verbeterd kan worden.’ Vanuit de Kamer was o.a. voorgesteld om een ‘zwarte lijst’ in het leven te roepen waarop ongeschikte pleegouders zouden komen te staan. Daarop geeft de staatssecretaris aan: ‘Ik heb onderzocht of een registratiesysteem, al dan niet in de vorm van een witte of zwarte lijst, een toegevoegde waarde heeft ten opzichte van de huidige situatie. Ik ben tot de conclusie gekomen dat dit niet het geval is. Uit deze verkenning, met onder andere de Raad voor de Kinderbescherming, de Inspectie Jeugdzorg, Jeugdzorg Nederland en de Nederlandse Vereniging voor Pleeggezinnen blijkt dat “shopgedrag” van ongeschikte pleegouders beperkt voorkomt. Jeugdzorg Nederland heeft te kennen gegeven dat het sporadisch voorkomt, maar dat de screeningsprocedure zoals deze nu is ingericht voldoende waarborgen biedt om deze personen eruit te filteren.’ De volledige brief: Kenmerk J/GJ-3119110 (link via overzicht op www.deNVP.nl/Pleegcontact)
Aandacht voor pleegkinderen, pleegouders en pleegzorg. Dat was de boodschap van de NVP en collega’s. In de brief ‘Geen kind buitenspel’ van de staatssecretaris, in de vragen van de Kamerleden en in de antwoorden, komen pleegzorg en pleegzorgbetrokkenen er bekaaid vanaf. De NVP is blij tot een gezamenlijk initiatief te zijn gekomen, zodat de stem van pleegouders en –kinderen nog helderder gehoord kan worden. In de commissievergadering van 20 juni over het nieuwe jeugdzorgstelsel geen specifieke aandacht voor pleegzorg. Wel onduidelijkheid over wie nu de voogdij van kinderen krijgt na de transitie, of nieuwe zorgaanbieders wel een goede kans krijgen, hoe de kwaliteit bewaakt gaat worden en hoe het met de eigen bijdrage aan jeugdzorg zal gaan. Wel duidelijkheid over het feit dat er nog héél veel onduidelijk is De brief die de NVP samen met haar partners aan de Tweede Kamer heeft gestuurd kunt u op de website inzien. http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/ brieven/2012/05/24/beantwoording-kamervragen-overstelselwijziging-jeugd-geen-kind-buiten-spel.html
De provincies binnen de transitie jeugdzorg Op dit moment hebben de provincies de verantwoordelijkheid over de jeugdzorg. Vanaf 1 januari 2015 is die taak naar de gemeentes overgedragen. Inmiddels zijn de meeste gemeentes al aangesloten bij een samenwerkingsregio. De NVP wordt door de provinciale overheden ook uitgenodigd om kennis te delen over pleegzorg. Daarnaast zijn er individuele contacten met gemeente-ambtenaren en wethouders.
Enkele voorbeelden
Overijssel De provincie Overijssel heeft twee kennisdagen georganiseerd: één in de regio Twente en één in de regio IJsselland (o.a. Zwolle). De NVP heeft bij die bijeenkomsten de stem van pleegouders laten horen en kennis over pleegzorg gedeeld. Noord-Holland Op 23 mei verzamelden zich in het provinciehuis Noord-Holland in Haarlem, tientallen beleidsambtenaren jeugd van alle regio’s in Noord-Holland. In de provincie zijn de gemeentes samenwerkingsverbanden aangegaan. De provincie heeft een kennisdag georganiseerd om de kennis over de huidige gang van zaken te delen. De NVP heeft samen met AKJ en Zorgbelang een workshop gegeven. Naar aanleiding daarvan heeft samenwerkingsregio Alkmaar/NoordKennemerland, de NVP benaderd voor een diepte-interview over pleegzorg. Dit om informatie te verkrijgen voor het maken van een zogenaamde ‘startfoto’. Noord-Brabant K2, een adviesbureau voor jeugdvraagstukken, uw samenwerkingspartner voor kwaliteit, expertise en innovatie in de provincie organiseerde een kennisdag in Noord-Brabant. Ook daar was de NVP vertegenwoordigd.
Provincies Provincies spelen vaak een faciliterende rol • De meeste provincies zijn betrokken of nemen (op verzoek van gemeenten) het voortouw bij het opstellen van een gezamenlijke visie. In sommige provincies doen de gezamenlijke gemeenten dat in samenspraak met de instellingen, in andere provincies is de route dat door de
in de jeugdzorg
Haag
collega-organisaties en weede Kamer. Op woensdag 20 juni n omtrent de stelselwijziging jeugd:
oproep
Ogen en oren nodig! Wij hebben wij u nodig. Met een klein team en vrijwilligers in het land hebben wij u nodig om voor ons de ogen en oren in uw gemeente te zijn. Graag doen wij hierbij dan ook een expliciete oproep aan u om wat u leest, hoort en ziet over de veranderingen in de jeugdzorg en specifiek op het terrein van pleegzorg aan ons door te geven. Wij nodigen u van harte uit om regionale bijeenkomsten te bezoeken die belegd worden door instellingen voor pleegzorg, gemeenten, Bureau’s Jeugdzorg, de William Schrikker Groep of wie dan ook, om te horen welke stappen men zet op het terrein van het omvormen van de jeugdzorg in uw regio. Wij hebben u nodig om namens de NVP op al die bijeenkomsten in het land aanwezig te kunnen zijn om het geluid van pleegouders te kunnen laten horen. Om op te komen voor de belangen van pleegkinderen en pleeggezinnen. Als u zich hiervoor af en toe inzet, maakt u ons als NVP daadkrachtiger, zichtbaar en een partij om rekening mee te houden. Wij horen dan ook heel graag dat u zich hiervoor beschikbaar stelt. Voor vragen of uw aanmelding kunt u terecht op:
[email protected]
gemeenten eerst een bestuurlijke visie wordt vastgesteld, die dan vervolgens met de instellingen samen zal worden uitgewerkt. • De mate waarin provincies ook middelen inzetten voor het transitieproces verschilt sterk per provincie. Uit: Http://www.vng.nl/Documenten/actueel/ beleidsvelden/jeugd/2012/20120601_rapportage_ bovenlokale_samenwerking_jeugdzorg.pdf
Slechts op bezoek bij je kind
Ik denk nog even terug aan afgelopen woensdagmiddag. De moeder van onze pleegzoon kwam bij ons thuis op bezoek. Want één keer per vier weken zien we elkaar (mijn man, ik, onze pleegzoon, zijn moeder en soms ook zijn vader). De ene keer bij ons thuis, de andere keer bij zijn moeder. Jeugdzorg noemt dit de verplichte bezoekregeling van het uit huis geplaatste kind. Volgens de door jeugdzorg opgestelde indicatie is er recht op 1,5 uur per maand bezoek door zijn ouders aan onze pleegzoon, op neutraal terrein èn onder begeleiding van jeugd- of pleegzorg. Als pleegmoeder bracht en haalde ik onze pleegzoon en wachtte geduldig op de gang met een bekertje koffie. De bezoekruimte was veelal een klinische kamer met een tafel, enkele stoelen en soms wat speelgoed. Hoe anders is het nu vijf jaar later. Sinds vorig jaar mogen we als pleegouders de bezoekregelingen helemaal zelf begeleiden: beter voor onze pleegzoon, want inmiddels is hij na vijf jaar meer gehecht aan ons dan aan zijn eigen ouders. Het begon afgelopen zomer met een bezoekje aan de geitenboerderij in het Amsterdamse Bos. Zowel vader als moeder waren naar de neutrale plek van pleegzorg gekomen, waarna we met zijn allen verder reden. Ik weet nog hoe alert ik was, omdat ik een behoorlijke verantwoordelijkheid op mijn schouders voelde die eigenlijk bij jeugdzorg ligt. Alleen al de gedachte wat te doen, als zijn ouders hem mee zouden nemen... Als ik nu terugkijk, is er in het afgelopen jaar veel gebeurd in de relatie tussen de ouders van onze pleegzoon en ons als pleegouders en valt het me op hoe ontspannen deze bezoekjes nu zijn: er is veel meer vertrouwen gekomen in elkaar, het groeit langzaam richting co-ouderschap, de bezoektijden zijn veel langer (vaak een middag, een keer een hele dag en afgelopen Tweede Kerstdag gezamenlijk uit eten bij de Chinees). Onze pleegzoon leert zijn
moeder Nederlands, zijn ouders leren hem Twi (Ghanees dialect) en Engels, we spelen djembé met elkaar en ondank de taalbarrière zingt onze pleegzoon samen met zijn ouders Afrikaanse liedjes. Moeder heeft zelfs een keer voor ons gekookt en souvenirs voor ons uit Ghana meegebracht. Ik denk weer terug aan afgelopen woensdagmiddag. Moeder heeft bij ons thuis gegeten en tijdens de maaltijd raakten we in gesprek over die klinische bezoekregeling tot vorig jaar... Dat ze niet wist waar haar zoon woonde... Dat ze daarover zoveel verdriet en pijn in haar hart had... Dat ze altijd heeft gebeden... Dat ze nu zo blij is dat ze bij ons thuis mag komen... Zijn slaapkamer heeft gezien, ons huis, de omgeving... Aan onze pleegzoon gaf ze in half Engels/Nederlands aan dat ze het ok vindt dat hij bij ons opgroeit. Maar... dat ze tot zijn 18e in Amsterdam blijft wonen... Want, zoals ze tegen hem zei: ‘Een kind heeft zijn moeder dichtbij nodig. Dat is goed voor een kind.’ Wat een wijze moeder! Wat ben ik blij dat we nu zelf de bezoekregeling doen, waardoor de bezoeken nu echt menselijk geworden zijn. Waar gesproken kan worden vanuit het hart in plaats vanuit boosheid tegen een systeem dat jeugdzorg heet. En onze pleegzoon? Die zie je meer en meer ontspannen omdat zijn ouders ons als pleegouders hebben geaccepteerd. En is dat niet de kern waar het om gaat? Kind centraal in plaats van ‘slechts op bezoek?’. All4wan Meer lezen: http://all4wan.blogspot.com/ All4wan Twittert via @All4wan over (pleeg)moederschap, (passend) onderwijs, jeugdzorg en ADHD-kenmerken...
pleegcontact 5
Sociale stijging pleegkinderen De rol die milieuverschillen tussen gezin van herkomst en pleeggezin voor pleegkinderen spelen, wordt onderschat.
Zijn pleegouders te idealistisch over het bieden van extra kansen aan pleegkinderen? Ontstaan er spanningen wanneer pleegkinderen op zoek gaan naar hun roots? Drie pleegouders buigen zich over deze vragen. Bij hen ging het mis toen hun pleegkinderen in de puberteit kwamen. Een gesprek over de maalstroom van gebeurtenissen waarin zij terechtkwamen. Bij pleegmoeders Guusje en Tessa komen de pleegkinderen als ze nog klein zijn: Erdem, pleegzoon van Guusje, is drie, Tessa’s pleegdochter Lisa is vijf. Beide vrouwen hebben een ouder eigen kind. Pleegouder Annelies krijgt Tim in huis als hij twaalf is. Hij is een klasgenoot en vriendje van haar eigen kind. De biologische ouders van de drie kinderen zijn wegens ernstige verslaving en psychiatrische problematiek niet in staat de kinderen zelf groot te brengen. Blijvertjes Erdem hoort in korte tijd helemaal bij z’n nieuwe familie. Z’n echte moeder is met de noorderzon vertrokken, z’n vader is nooit in beeld geweest. Guusje: ‘Erdem zei uit zichzelf mama en papa tegen ons. Hij claimde ons als zíjn ouders. Als onze oudste zei op haar 18de uit huis te willen, vroeg hij angstig of hij niet weg hoefde op z’n 18de.’ Het is de bedoeling dat Erdem tot z’n volwassenheid blijft. Dat geldt ook voor Lisa. Zij zou eerst een jaar komen, het worden twee jaar. Als dan blijkt dat haar ouders langdurig niet voor haar kunnen zorgen, beslissen kinderrechter en Bureau Jeugdzorg voor een langdurige plaatsing in het pleeggezin. Lisa’s grootouders leggen zich daar echter niet bij neer. Niet na twee jaar, niet na zes jaar en niet na tien jaar pleeggezin. Vanwege loyaliteit aan haar familie, is veilige hechting van Lisa moeilijk, zo niet onmogelijk. Tessa: ‘Het lijkt alsof ze het niet fijn mág hebben bij ons. Het pleeggezin móet mislukken. De familie ondermijnt m’n gezag, onder andere door kwaad over me te spreken.’ Er zijn veel wisselingen van gezinsvoogden. Eén gezinsvoogd belooft de familie zelfs Lisa bij hen ‘terug te bezorgen’. Pleegmoeder Tessa voelt zich gedemoniseerd. Tim gaat deel uitmaken van Annelies’ gezin na onderling overleg met ouders van school en buren en familieleden uit de buurt waar
6 pleegcontact
hij met z’n moeder woont, zonder tussenkomst van pleegzorg. Jeugd- en pleegzorg houden zich afzijdig, van matching of begeleiding is geen sprake. Pas later wordt de ‘plaatsing’ officieel. De eerste maanden gaan goed, maar al snel ontstaan problemen. Hogedrukpan Erdem blijkt adhd te hebben en is neurologisch beschadigd. Lisa heeft concentratieproblemen en terugkerende loyaliteitsconflicten. Tim kan zich niet hechten. De pleegouders trekken veel hulpverlening uit de kast of proberen dat. Rugzakjes, therapieën, speciaal onderwijs en vele gesprekken met leerkrachten, hulpverleners en instanties. Ze stoppen er veel energie, tijd en emoties in. Als de kinderen 13, 14 jaar zijn, breken moeilijke tijden aan. Erdem raakt, in de hogedrukpan van adhd en puberhormonen, uit het spoor van school, krijgt verkeerde vriendjes en komt in aanraking met criminaliteit. Lisa blijft zitten, komt regelmatig niet thuis ’s nachts, zet anderen tegen haar pleegmoeder op en gaat volledig haar eigen gang. ‘Lisa zoekt permanent naar afwijzing, naar het zie-je-wel-moment van “Ze wil me niet”,’ zegt Tessa. Tim manipuleert z’n pleegmoeder, schopt scènes en berooft haar van grote sommen geld. Hij drijft z’n pleegmoeder tot het uiterste en bepaalt de agenda. Annelies’ eigen kind gaat steeds meer gebukt onder de spanningen in huis. De situatie escaleert. Annelies: ‘Ik had het gevoel in een emotionele achtbaan te zijn beland waarbij we van incident naar incident vlogen.’ De pleegouders krijgen van jeugd- en pleegzorgmedewerkers te horen dat ze hun pleegpubers ‘meer ruimte’ moeten geven. Terwijl zij er van overtuigd zijn dat juist grenzen stellen deze kinderen houvast geeft en bittere noodzaak is, hoeveel conflicten dat ook oplevert. De maat is vol als de grenzen van de moeders worden overschreden en de integriteit van hun persoonlijke leefwereld aangetast raakt. Er gebeurt wat de drie vrouwen zichzelf hadden bezworen nooit te zullen doen: ze beëindigen de pleegzorg en wijzen het kind waar ze zo veel van houden de deur.
De jongeren – op dat moment respectievelijk vijftien en zestien jaar – zijn, ondanks alles wat aan hulp en ondersteuning is geprobeerd, niet meer te handhaven thuis. Waardoor ging het mis? Hadden problemen voorzien en voorkomen kunnen worden? Verschillende milieus Guusje, Tessa en Annelies zijn goed opgeleide en zelfbewuste vrouwen, met een baan, een gezin en ruimte in hun spreekwoordelijke ‘huis en hart’ om voor nóg een kind te zorgen. Guusje en Tessa kiezen vol overtuiging voor pleegzorg, Annelies rolt er in. Ze ondervinden dat hun leefsituatie geen garantie is voor een goed verloop van pleegzorg. Omdat het bij pleegzorg in de meeste gevallen (en ook in hun geval) gaat om kinderen van lager opgeleide ouders, vragen ze zich zelfs af of het ‘goede’ milieu dat ze hun pleegkinderen bieden niet juist een contra-indicatie voor succes is. Bij Annelies spelen milieuverschillen binnen het netwerk al vanaf het begin op. Tims keuze wordt door het lager opgeleide deel van zijn netwerk als ‘verraad’ gevoeld. Hij zit klem tussen beide partijen. Als er dan ook nog met pubergedrag samenhangende problemen gaan spelen, blijkt de basis te zwak om zulke conflicten aan te kunnen. Ook bij Lisa spelen milieuverschillen een rol. ‘Toen ik Lisa een spel gaf, deed de familie haar een duurder spel cadeau,’ zegt Tessa, ‘alsof de familie wilde laten zien dat ze niet ‘voor me onder deed’. Ook mocht ik er niets van zeggen toen Lisa, als kleintje, naar films voor boven de 18 jaar keek. De familie
niet automatisch ‘goed’
hield mij voor vijandig tegenover hun leefstijl.’ Bij Erdem, met Turkse ouders, spelen naast milieu- ook cultuurverschillen. In de puberteit gaat hij zich bijvoorbeeld identificeren met Turkse moslims. Ondubbelzinnige steun Tijdens de voorbereiding op pleegzorg worden pleegouders gewezen op de ruimte die zij hun pleegkind moeten geven voor de eigen cultuur, het geloof of gebruiken. Maar er is geen aandacht voor de betekenis van het milieu en/of de leefstijl van het pleeggezin voor het kind. Zo vanzelfsprekend als het ideaal van hoger opgeleide pleegouders die ‘een kind extra ontwikkelingskansen bieden’ lijkt, zo anders kan het in de praktijk lopen. Het geplaatst worden in een gezin van hoger opgeleiden kan tot spanningen leiden. Zo hebben kinderen het gevoel teveel op de tenen te moeten lopen of zelfs diefstal rechtvaardigen vanuit de veronderstelling dat hun pleegouders ‘rijk’ zijn. Is er rancune bij de oorspronkelijke familie over echte of vermeende ongelijkheid in ten opzichte van het pleeggezin en wat doet dat met een kind? Gaat het zich, onder invloed van puberemoties, extra afzetten tegen het ‘vreemde’ milieu waarin het terecht is gekomen? Het is een thema waar begeleiders van de pleeggezinnen nooit over praten. Guusje, Annelies en Tessa vinden dat jeugdzorg en pleegzorgorganisaties zich van mogelijke problemen op dit gebied bewust moeten zijn. Ze zouden er bij de matching en
begeleiding op moeten anticiperen. Guusje: ‘Denk bijvoorbeeld bij de schoolkeuze voor het kind mee welke school en welk onderwijs voor hem/haar het meest geschikt zou zijn.’ Guusje, Tessa en Annelies hebben de kwaliteit van de professionele ondersteuning als onvoldoende ervaren. Zo laten pleegen jeugdzorgwerkers volgens hen het hoofd te makkelijk hangen naar de wensen van de kinderen en hun biologische familie, waardoor de pleeggezinnen zich in de kou voelen staan. Jeugd- en pleegzorg kiezen bij langdurige plaatsing, de zogeheten opvoedingsvariant, uit pleeggezinnen die zijn gescreend op hun vaardigheden om pleegkinderen kansen en een veilige omgeving te bieden. Pleegouders worden sinds een aantal jaar beschouwd als collega’s van professionals. Zij moeten er daarom op kunnen rekenen dat de professionals ondubbelzinnig achter hen staan wanneer er een conflict uitbreekt met het kind of de familie, zo vinden de moeders. ‘Hun handelen en opvoedstijl zouden bij verschillen van mening of klachten protocollair beschermd moeten zijn, net als die van medewerkers in opvanghuizen.’ Afglijden Guusje volgt Erdem ook nu nog en staat hem waar nodig bij. Gevoelsmatig is hij nog altijd ‘haar’ pleegkind. Ze betaalt z’n ov-kaart, hij krijgt zakgeld en komt wekelijks eten. Het gaat niet goed met hem. Erdem gaat meestal niet naar school en is al meermaals geschorst, met de politie in aanraking geweest en verhuisd. De kans dat hij verder afglijdt is groot. Ook Tessa heeft nog contact met haar ex-pleegdochter. ‘Ik heb Lisa bezworen dat ze een goed kind is en dat ik veel van haar houd. Ik wil(de) haar niet het gevoel geven dat ook haar tweede moeder haar heeft weggedaan.’ Met Lisa gaat het eveneens zeer matig. Ze wil met school stoppen, brengt veel tijd op straat door en haar nieuwe pleeggezin zei haar na vijf maanden al de wacht aan. Zowel Erdem als Lisa identificeert zich met jongeren op straat. Problemen als verslaving en tienerouderschap liggen op de loer. Ook met Tim lijkt het bergafwaarts te gaan. Annelies vindt de wijze waarop de pleegzorg is beëindigd ‘verschrikkelijk’. ‘Ik vind het
ook na een jaar nog een drama. Het kost me veel moeite er vrede mee te hebben – zeker omdat het slecht met Tim gaat.’ Breakdown voorkomen Met het analyseren van waar het ontspoorde en wat er had moeten gebeuren om de pleeggezinnen heel te houden, willen de vrouwen medewerkers in de jeugd- en pleegzorg doordringen van hun verantwoordelijkheid voor het slagen van pleeggezinnen. Ook hopen ze tegenwicht te bieden aan de suikerzoete voorstelling van pleegzorg voor mensen ‘met plaats in hun huis en hart’. Guusje, Tessa en Annelies willen niemand ontmoedigen (‘Integendeel!’), maar mensen wel voorhouden hoe ontwrichtend het mogelijk mislopen van pleegzorg kan zijn. Onderzoek wijst uit dat die kans groot is, té groot. Bij plaatsingen van pleegkinderen boven 11 jaar, is die kans op een breakdown, zoals wetenschappers het noemen, zelfs 50% (zie b.v.: Een onderzoek naar breakdown en de ontwikkeling van adolescente pleegkinderen bij langdurige pleegzorgplaatsingen, Simon van Oijen, 2010). Dat percentage moet naar beneden kunnen, menen Annelies, Tessa en Guusje. Laat professionals met vooruitziende blik samenwerken met gezinnen, samen oplossingen zoeken. Ook moeten ze stoppen het mislopen van ‘plaatsingen’ in te calculeren, zoals nu lijkt te gebeuren. Guusje: ‘Voor hen lijkt crashen een dagelijkse werkelijkheid, waar ze niet veel woorden aan vuil maken. De jongeren komen in een andere voorziening en klaar is kees. Voor de pleegkinderen en -gezinnen is het een drama.’ ‘Onze kinderen zijn er niet op vooruit gegaan na overplaatsing,’ zegt Annelies. ‘Jeugd- en pleegzorg kunnen beter harder vechten voor het behoud van pleeggezinnen.’ Om herkenning van de jongeren en hun voormalige pleeggezinnen te voorkomen en in overeenstemming met de voorschriften van pleegzorg, zijn de namen in dit artikel gefingeerd. Annemiek Onstenk
Eerder verschenen in Tijdschrift voor sociale vraagstukken April 2012
pleegcontact 7
In het pleeggezin van Suzanne gaan drie pleegzorgvormen harmonieus hand in hand
Driemaal is scheepsrecht Wij zijn een groot pleeggezin en daar genieten we van. De kinderen doen het goed op school, zijn vrolijk en doen dingen die ze leuk vinden. Gewoon als ieder ander kind. We hebben een gezellig gezin met veel huisdieren en ruimte om ons heen. En juist om die ruimte is het begonnen. Er was nog best plek voor een pleegkind erbij, we bespraken dat met de pleegzorgwerkster en die kwam met een voorstel.
DAGPLEEGZORG Opvang voor een deel van de week, waarbij kinderen bijvoorbeeld overdag na schooltijd in een pleeggezin zijn en ’s avonds weer in het eigen gezin. Meer algemene term: deeltijdpleegzorg
Of ‘dagpleegzorg’ niet iets voor ons was? We hebben momenteel langdurende pleegzorg, weekendpleegzorg, dus een vorm van dagpleegzorg kon er ook wel bij! We laten ons op de lijst zetten, en afwachten maar. Dat wachten duurt ongeveer een half jaartje. We worden benaderd over Simon, een jongen van acht jaar oud. Er wordt opvang gezocht voor drie middagen na school. Zijn ouders willen graag dat hij in een huiselijke omgeving terecht kan. Simon heeft pdd-nos¹ en zit op speciaal onderwijs. Simon zit op naschoolse opvang maar hij is daar voor zijn gevoel en dat van zijn ouders klaar. En nu wordt er wat anders gezocht. Reguliere naschoolse opvang is bijna niet haalbaar. Simon is niet één van de makkelijksten en heeft structuur en vooral regelmaat nodig. We hebben een aantal gesprekken met de ouders, en het klikt! Wel merken wij dat de ouders van Simon best hoge eisen stellen. Ook naar Simon toe. Regels zijn belangrijk maar soms mag het ook minder streng, vinden wij in elk geval. We hebben toch onze twijfels en willen er even over nadenken. Simon komt een middagje spelen en tot onze verbazing klikt het goed met pleegzoon van zes. Pleegdochter van 12 vlucht als een echte puber naar boven: ze gaat wel muziek luisteren. Pleegdochter van vier bekijkt alles op een afstandje. De jongens spelen fijn en als een paar uur later moeder komt om Simon op te halen, is die zeer verbaasd. Simon zit op de grond en speelt geconcentreerd met playmobil.
8 pleegcontact
We zijn nu bijna twee maanden verder en het gaat goed. Simon eet hier twee dagen mee en dan is het een gezellige boel aan tafel. We hebben geen strenge regels, maar één regel hebben we wel: eerst bord leeg en dan kletsen! Maar Simon begint meteen te kletsen en dat levert soms leuke situaties op omdat de anderen hem er steeds op wijzen. ‘Nee Simon! Eerst bord leeg!’. Wij hoeven er niks van te zeggen. Ouders zijn blij met ons, want ze verbazen zich er steeds meer over hoe Simon zich hier gedraagt, zittend op de bank een spelletje doen op de DS. Rustig. Moeder kan haar ogen niet geloven! Samen met pleegzoon voetballen buiten, die twee kunnen het echt goed samen vinden. Natuurlijk moet ik er weleens tussen springen omdat ze ruzie hebben maar ach, het zijn jongens! Dat hoort erbij. En wat ik het leukste vind: het eten van Simon blijft op zijn bord en kleeft niet aan
het plafond zoals thuis wel eens gebeurde. Mijn man en ik zijn zeker geen super (pleeg) ouders maar we doen ons best en proberen erg vanuit het kind te kijken. Elke keer als Simon komt neem ik hem even apart om te praten. Wat hij niet leuk vindt of juist wel, wat ik moet doen als hij zich boos voelt enz. En het gaat goed, het is misschien nog te vroeg om te zeggen dat het perfect gaat want ik weet wat aangepast gedrag is. De andere kant van Simon krijgen we heus nog wel te zien... Maar we zijn erop voorbereid. Ik denk dat deze vorm van pleegzorg erg goed werkt. Je neemt ouders wat zorg uit handen en dat is positief. Wij hebben er geen spijt van! Pleegmoeder Suzanne 1 PDD-NOS staat voor Pervasive Developmental DisorderNot otherwise specified. Het betekent een aan autisme verwante contactstoornis. PDD-NOS wordt beschouwd als restcategorie en qua ‘gradatie’ zit het tussen ADHD en autisme in. Met gradatie wordt hier bedoeld: De ‘zwaarte’ van de psychiatrische stoornis. (leerwiki.nl)
wie ben ik? Mijn naam is Stef. Eigenlijk heet ik Stefano, die naam heb ik bij mijn geboorte gekregen. Maar iedereen om me heen noemt me Stef. Ik vind Stef ook een leukere naam. Ik ben geboren uit een vakantieromance tussen mijn, toen nog 16-jarige moeder, en mijn Italiaanse vader. Tot voor kort wist ik zijn achternaam niet eens, maar nu ik hem wel weet, weet ik niet of ik daar zo blij mee moet zijn. Ik moet nog zeven jaar worden en er gaat zoveel door mijn hoofd! Ik was nog een baby toen ik bij mijn pleegouders ben komen wonen. Ik weet dat ik niet bij mijn pleegmoeder in haar buik ben gegroeid, maar in haar hart. Dat hebben mijn pleegouders mij verteld. Ik weet ook dat mijn buikmama niet voor mij kon zorgen, maar dat ze wel van mij houdt. Mijn pleegmoeder noem ik mama en mijn buikmama noem ik mama Audrey. Mama Audrey komt regelmatig op bezoek, bij ons thuis. Ik zou het niet fijn vinden om met haar mee te gaan. Ik mis mama dan te veel. Eigenlijk wil ik liever niet meer dat mama Audrey nog komt, want als mama Audrey er is besef ik weer dat ik een pleegkind ben, anders dan anderen, anders dan mijn vriendjes en vriendinnetjes.
Ik wil niet anders zijn, anders zijn maakt me boos en verdrietig. Soms mag ik met mijn vriendjes niet mee spelen. Is dat omdat ik anders ben? Ik denk het wel. Als ik geen pleegkind zou zijn zou ik vast wel mee mogen spelen! Niet mee mogen spelen maakt me boos en verdrietig, dus als ik geen pleegkind zou zijn zou ik niet meer boos en verdrietig zijn! Er komen bij ons thuis veel mensen op bezoek, die noemen mij allemaal Stefano. Het zijn mijn opa’s en oma’s en ook nog wat ooms en tantes. Dat is familie van mama Audrey. Het voelt niet als mijn familie, en ik wil ook niet dat ze mijn familie zijn. Mijn vriendjes hebben ook niet zoveel opa’s en oma’s en ooms en tantes. Ik ben de enige die er zoveel heeft, en dat maakt mij anders, en anders zijn maakt mij boos en verdrietig. Ik doe gewoon net of het vrienden van papa en mama zijn die bij hun op bezoek komen. Ik ga wel knutselen tot ze weg zijn. En als ze dan weg zijn kruip ik wel bij mama op schoot voor een knuffel en dan ben ik weer gewoon Stef. In onze familie heb ik genoeg opa’s en oma’s, ooms en tantes, en neefjes en nichtjes. Dat voelt voor mij goed, daar hoor ik bij. Ik ben al mijn hele leven bij hun, we logeren bij
elkaar, spelen samen, gaan met elkaar dagjes uit en vieren samen feestjes. Dan ben ik niet anders, dan ben ik niet boos en verdrietig. Ik heb de achternaam van mama Audrey. Sinds kort weet ik hoe mijn vader heet. Een naam die mij niets zegt, maar door zijn buitenlandse klank mij er wel aan herinnert dat ik een andere vader heb dan papa. En dat maakt dat ik anders ben, en anders zijn maakt me boos en verdrietig. Bij ons in het gezin hebben alleen papa en mama dezelfde achternaam, mijn pleegzusjes en ik hebben alle drie een andere naam. En dus ben ik anders, en anders zijn maakt me boos en verdrietig. Ik wil ook gewoon de naam van papa en mama, dan hoor ik bij hun en ben ik geen pleegkind meer, maar gewoon Stef Verhoeven. Ik ben af en toe erg stil en moet soms huilen. Waarom ben ik nu een pleegkind, en waarom voel ik me anders dan anderen? Waarom kunnen wij niet een gewoon gezin zijn waar iedereen dezelfde achternaam heeft? Waarom kunnen die bezoeken niet stoppen? Waarom... Ik moet nog zeven worden, maar kan iemand mij vertellen wie ik ben?
Lieve Stef Jij bent uit de buik gekomen van mama Audrey, maar zoals je weet kon ze niet voor je zorgen. Wij hebben toen uit alle kindjes die zaten te wachten op iemand die voor hun wilde zorgen, jou gekozen. En dat maakt jou anders dan anderen! Buikmama’s kunnen hun kindjes niet kiezen. Die weten niet als de baby’s nog in de buik zitten of het een jongen of een meisje wordt, of het bruin of blond haar heeft, of het veel lacht of juist veel huilt. Pleegouders kunnen wel kiezen. En wij hebben voor jou gekozen omdat wij wilden dat jij bij ons zou horen en we meteen van je hielden! Jij komt dus uit ons hart, en dat maakt jou anders. Jij hebt zoveel mensen om je heen die van je houden en een deel van je leven willen zijn, daarom komen die op bezoek. Het zijn mensen die je gelukkig willen zien en blij zijn dat het goed met je gaat. Doordat ze je kunnen zien worden zij ook blij. En dat maakt je anders. Jij kunt mensen blij en gelukkig maken. Anders zijn hoeft niet per se te betekenen dat je je boos of verdrietig moet voelen. Anders zijn kan ook iets speciaals en moois zijn. Je bent anders op een mooie speciale manier!! Dikke kus van mama
pleegcontact 9
Financiën en omgangsregeling De jaarlijkse ‘IB-nota’, de nota Individuele Belangenbehartiging is verschenen. Ieder voorjaar publiceert de NVP een overzicht van de vragen die bij de helpdesk binnengekomen zijn. Editie 2011 is, evenals voorgaande jaren, samengesteld door Marly de Jong, de coördinator IB van de NVP.
Marly schrijft in de nota: ‘Nog steeds nemen er meer bestands- dan netwerkpleegouders contact op met de NVP, maar net als in voorgaande jaren zagen we ook in 2011 een toename van het aantal netwerkpleegouders. Net als in vorige jaren betreft de meerderheid van de vragen, problemen van pleegouders een pleegzorgplaatsing met een ondertoezichtstelling (ots) en machtiging uithuisplaatsing (muhp). Er is een lichte stijging van het aantal vragen betreffende een (pleegouder)voogdijplaatsing te zien. Ook in 2011 betroffen de meeste vragen, problemen bij een perspectiefbiedende plaatsing (opvoedingsvariant). In dit nummer van Pleegcontact een aantal opvallende zaken én een vergelijking tussen de ‘top 8’ uit de jaren 2008, 2009, 2010 en 2011. Financiën en omgangsregeling op 1 en 2 Voor de tweede keer op rij, hebben de meeste vragen te maken met financiële regelingen en vergoedingen (op 1) én de omgangs- en contactregeling (op 2). De vragen met betrekking tot de financiën gaan over de pleegvergoeding algemeen, maar ook over bijzondere kosten, ziektekosten en reiskosten bij uitvoering omgangsregeling.
Ook de ‘eigen bijdrage van jongeren in de jeugdzorg’ valt onder dit punt. Het zoeken naar een “baantje” door pleegkinderen en daarmee ervaring op doen op de arbeidsmarkt wordt ontmoedigd door het beleid en uitvoering “eigen bijdrageregeling voor jongeren in de jeugdzorg”. De toezegging van de voormalige minister, met onderkenning van het feit dat pleegkinderen geen “schuld hebben” aan het feit dat zij in de jeugdzorg beland zijn en dus daarbij, vergeleken met andere jeugdigen, niet extra belast moeten worden, lijkt ongedaan gemaakt. Voor jeugdigen en pleegouders onbegrijpelijk. Tijdens ambtelijk overleg met VWS (novem ber 2011) heeft de NVP dit punt aan de orde gesteld. In de praktijk blijkt de regeling al door sommige instellingen niet te worden toegepast. De NVP heeft er nogmaals op aangedrongen de eigen bijdrageregeling voor jongeren in de jeugdzorg af te schaffen. (IB nota 2011, p.8)
De omgangsregeling is, zoals u in het overzicht kunt zien, een terugkerend onderwerp in de top 8. Uit de conclusies in de IB-nota 2011: • Pleegouders worden onvoldoende betrokken bij de vaststelling of wijziging omgangs-contactregeling.
2008 1 Opvoeding en verzorging van een kind van een ander zonder indicatie pleegzorg 2 Wel een indicatie pleegzorg, maar geen pleegvergoeding en/of begeleiding 3 Overplaatsing pleegkind 4 Terugplaatsing pleegkind 5 Pleegoudervoogdij 6 De omgangs-/contactregeling 7 Onderzoek, behandeling pleegkind 8 Bijplaatsing • Het pleegkind wordt onvoldoende betrokken bij de vaststelling of wijziging van de regeling. • Er wordt onvoldoende rekening gehouden met het belang van het kind bij de vaststelling, wijziging of uitvoering van de regeling c.q. het belang wordt niet onderbouwd en bekend gemaakt aan pleegouders. • Het belang en het wettelijke recht van ouders op omgang en informatie lijkt steeds vaker boven het belang van het kind gesteld te worden bij de vaststelling, wijziging en uitvoering van de regeling. • De (rechts)positie van pleegouders bij de vaststelling, wijziging of uitvoering is zeer zwak. • Bij verschil van mening over de vaststelling, wijziging of uitvoering van de omgangs- contactregeling komt, ook de perspectiefbiedende, plaatsing in gevaar. Pleegouders wordt verweten niet samen te willen/kunnen werken, wat een reden kan zijn om het contract en de samenwerking
De beleidsmatige en maatschappelijke context Financiële vergoedingen • De verhoging van de pleegvergoeding zoals opgenomen in het ‘Wetsvoorstel verbetering positie pleegouders’, leidt tot onduidelijkheid: wel of geen bijzondere kosten meer, wat is de ingangsdatum. • Wat moet er wel of niet betaald worden uit de pleegvergoeding? Bij sommige instellingen krijgen pleegouders standaard reiskostenvergoeding, bij andere instellingen niet.
10 pleegcontact
Zorgverzekering • Zagen we bij de invoering van het nieuwe zorgverzekeringsstelsel in 2006 al problemen, die nog steeds niet opgelost zijn (denk aan de eigen bijdrage medicatie die niet meer vergoed wordt). • Het wetsvoorstel positieverbetering pleegouders leidt mogelijk weer tot problemen. Bijvoorbeeld: hoe zit het met de collectieve verzekering zoals die nu voor pleegkinderen met een justitiële plaatsing geldt?
Pleegzorg zonder indicatie • Voorgaande jaren steeds bovenaan de top 10 van binnenkomende vragen. In 2011 een afname en op plaats 7 terechtgekomen. Het onderzoek van de Ombudsman ‘Komt een kind bij de buurvrouw’ en het daaropvolgend protocol netwerkplaatsingen van Jeugdzorg Nederland/vd MO-groep is daar waarschijnlijk debet aan… • De vraag is wat de gevolgen van de transitie zullen zijn. De beslissing of er een vorm van jeugdzorg nodig is, ligt dan bij de gemeenten.
heetste hangijzers 2009
2010
2011
1 Opvoeding en verzorging van een kind van een ander zonder indicatie pleegzorg 2 Pleegoudervoogdij 3 Pleegouders en vergoedingen 4 Informatie en advies over jeugdpleegzorg/gezinshuis 5 De omgangs-/contactregeling 6 Ongenoegen over de begeleiding door Bureau jeugdzorg/plaatsende instelling 7 Overplaatsing van een pleegkind 8 Onderzoek, behandeling pleegkind
1 Financiële regelingen en vergoedingen 2 De omgangs-/contactregeling 3 Opvoeding en verzorging zonder pleegzorgindicatie 4 Pleegoudervoogdij 5 Informatie en advies over jeugd- en pleegzorg 6 Overplaatsing van een pleegkind 7 Juridische vragen/ knelpunten 8 Ongenoegen over de begeleiding
1 Financiële regelingen en vergoedingen 2 De omgangs-/contactregeling 3 Informatie en advies over jeugd- en pleegzorg 4 Terugplaatsing van een pleegkind 5 Pleegoudervoogdij 6 Overplaatsing van een pleegkind 7 Opvoeding en verzorging van het kind van een ander zonder pleegzorgindicatie 8 Pleegkind 18+
en daarmee de plaatsing te beëindigen. • De indruk bestaat dat een verschil van mening in dezen ook gevolgen kan hebben voor eventuele bijplaatsingen. • Pleegouders zijn in juridische procedures door ouders of netwerk geëntameerd geen belanghebbenden en kunnen niet opkomen voor het belang van hun pleegkind. • De NVP constateert een toename van het aantal vragen om informatie en advies over de ‘bijzondere curator’ bij problemen de omgangs-/contactregeling betreffend. • Er wordt onvoldoende rekening gehouden met de specifieke omstandigheden en mogelijkheden van het pleeggezin. • De belasting voor het pleeggezin om de contact-/omgangsregeling uit te voeren lijkt toe te nemen mede omdat steeds vaker ook andere personen uit het netwerk een, met die van ouders vergelijkbare, regeling krijgen. De draagkrachtoverschrijding kan leiden tot stoppen met de plaatsing en/of pleegouderschap.
• Wisseling van de beroepskracht die de plaatsing begeleid m.n. van de (gezins) voogd leidt vaker tot wijziging van de eerder vastgestelde regeling zonder dat deze voldoende vanuit het perspectief en het belang van het kind onderbouwd wordt.
man ‘Komt een kind bij de buurvrouw’ (2010) en het daarop volgende ‘protocol Netwerkplaatsing’ van Jeugdzorg Nederland/voorheen MO-groep, heeft de termijnen voor de opvangouders die de weg naar Bureau jeugdzorg weten te vinden, al behoorlijk ingeperkt. We vermoeden dat de aandacht en het protocol de oorzaak vormen voor de afname van vragen hierover.
Pleegoudervoogdij • De vragen om informatie over pleegoudervoogdij en de uitvoering daarvan namen toe na een uitspraak van de Hoge Raad pleegoudervoogdij betreffend.
Omgangs- contactregeling • In de afgelopen jaren namen de vragen en problemen met betrekking tot de vaststelling en uitvoering van de omgangscontactregeling elk jaar toe. Dit kan mede veroorzaakt worden door de toegenomen aandacht voor de betrokkenheid van ouders en sociaal netwerk bij de pleegzorgplaatsing.
(LJN BA8447, 30 november 2007)
• De huidige tendens is, dat samenvallen van juridisch en pedagogisch gezag gunstig is voor het kind, omdat het meer duidelijkheid verschaft. De overheid zet dit enerzijds om in een wetsvoorstel waarbij gezamenlijke voogdij voor pleegouders mogelijk wordt zonder dat er voor hen onderhoudsplicht ontstaat waarmee de pleegvergoeding gehandhaafd blijft. Anderzijds wordt in het wetsvoorstel ‘Verbetering positie van pleegouders’ opgenomen dat pleegoudervoogden verplicht zijn begeleiding te accepteren.
p. 9/10 IB-nota 2011, NVP 2012
Komt een kind bij de buurvouw Opvallend is de afname van het aantal vragen omtrent ‘Opvoeding en verzorging van een kind van een ander zonder indicatie’. Stond dit punt in 2008 en 2009 nog op 1, in 2010 op 3, in 2012 gezakt naar plaats 7. In 2010 heeft de Nationale Ombudsman, mede naar aanleiding van signalering van de NVP, een onderzoek ingesteld naar de ‘opvangouders’. Eigenlijk netwerkpleegouders, die nog zonder indicatie voor een kind zorgen. Het onderzoek van de Nationale ombuds-
Toch blijkt er nog genoeg onbekendheid om ervoor te zorgen dat opvangouders nog bellen naar de NVP. • Pleegkinderen zijn in het gezin geplaatst door de Raad voor de Kinderbescherming met de toezegging dat er een vergoeding zou volgen. Pleegkinderen zijn inmiddels onder toezicht gesteld. De gezinsvoogd zegt geen budget te hebben. • Grootouders vangen hun kleinkind van 14 jaar met gedragsproblemen en een iq van 69 op. Bureau jeugdzorg wil geen indicatie pleegzorg afgeven, de gemeente zegt niets te kunnen doen. De vragen van de opvangouders gingen o.a. over: De vereisten om pleegouder te worden, de vergoeding van de verzorgingsen andere kosten, financiële problemen ten gevolge van de opvoeding en verzorging van het kind van een ander, hulp en ondersteuning bij problemen van het kind. De NVP vraagt voor deze groep pleegouders bijzondere aandacht binnen de gesprekken over de transitie jeugdzorg.
De nota is via de website van de NVP in te zien: http://www.denvp.nl/documentatie/ van-de-nvp/ib-nota/
pleegcontact 11
De vele kleuren van Pleegzorg
Honderden deelnemers op 12 juni jl . Congrescentrum De Reehorst in Ede kon de hoeveelheid pleegzorg-geïnteresseerden nauwelijks aan. De NVP had voor de gelegenheid kletskaarten gemaakt en mooie posters. Een hulpmiddel om een discussie te starten.
Inspirerend, sommige presentaties. Toepasselijk ook. ‘Het lijkt wel of er alleen maar vrouwen in de pleegzorg werken’, dachten we binnenkomst. En dan blijkt de lezing ‘Feminisering’ ineens helemaal niet te misstaan op een pleegzorgsymposium. Kennismaken met nieuwe ideeën, collega’s
12 pleegcontact
uit andere delen van het land ontmoeten. Beleidsmakers, pleegouders, werkers gezamenlijk bij workshops en tijdens de lunch. De informatiemarkt die druk bezocht werd. Dynamisch als pleegzorg zelf.
ym posium
Symposium Pleegzorgpalet groot succes
Onvoorwaardelijk Mijn oudste zoon breng ik naar school en de andere twee gaan met mij mee. We gaan naar het verzorgingstehuis om daar onze baby (11 maanden jong, dus ik mag haar nog net een baby noemen) in bad te doen. De vaak demente mensen genieten ervan om daarnaar te kijken. Ze spelen graag met mijn peuter en geven hem veel aandacht. Hij geniet daar ook van. Bovendien heb ik even de tijd om gewoon te genieten van
mijn kinderen, er hoeft even niets. Je zou die mensen moeten zien, allerlei herinneringen komen weer boven en ze keuvelen naar hartenlust met mijn baby. ‘Wat een leuk jongetje’, roepen ze verheugd uit (terwijl onze jongste toch echt een meisje is hoor!). Hoge geluidjes maken ze en mijn kleine meid vindt het geweldig, ze kraait het uit van plezier en dat levert weer leuke reacties op. Sommigen vinden het leuk om haar vast te
houden, anderen willen dat liever niet. Elke keer ga ik weg met het gevoel dat het goed was. Natuurlijk is de kans groot dat zodra ik de deur uit ben deze mensen zich er niets meer van herinneren, maar dat geeft niet. Even heb ik hen de kans gegeven zich niet druk te maken over de (beginnende) dementie, maar om gewoon, puur te genieten en te ervaren dat leven ook leuk kan zijn! Want, soms vergeten we dat met z’n allen.
Liefdevol We zijn vaak zo druk, de tijd vliegt en ineens bedenk je: wat is er nu werkelijk belangrijk in dit leven? En dan denk ik: echt belangrijk in dit leven is dat je je bevindt in een liefdevolle omgeving, waar er van je gehouden wordt zoals je bent. Waar je mag zijn wie je bent, met al je gebreken. Ik denk dat ieder mens het hard nodig heeft dat er iemand voor jou speciaal is, die gewoon van je houdt. Of je nu oud bent of nog heel jong. Daarom is pleegzorg ook zo belangrijk. Vaak wordt er niet onvoorwaardelijk van deze kinderen gehouden, omdat de ouders niet het vermogen hebben, of omdat ze ziek zijn of omdat de situatie nu eenmaal gewoon zo is. Als een kind in aanraking komt met jeugdzorg dan heeft zo’n kind meestal al veel meegemaakt. Het is bijvoorbeeld gestopt met huilen, omdat het leerde: er wordt niet naar mij geluisterd. Het kind schermt zich af, tegen deze harde, gemene maatschappij. En het raakt steeds meer en meer in zichzelf gekeerd. Als dit te lang duurt, wordt het voor een pleeggezin heel erg moeilijk om door te dringen tot dit kind. Daarom zou een kind eerder bij een liefdevol pleeggezin terecht moeten komen.
Toestemming belangrijk In ons geval was onze dochter zes jaar. Naar mijn mening veel te oud. Er is dan al zoveel misgegaan, door onvermogen van de ouders zonder dat zij dat natuurlijk wilden. Wat niet nodig was geweest als jeugdzorg en pleegzorg vanaf dag één de mogelijkheid hadden om in te grijpen. Want vanaf dag één was in onze situatie al duidelijk dat deze ouders niet in staat zouden zijn een kind op te voeden. En dan denk ik: waarom niet eerder naar een pleeggezin. Zo krijgt een kind veel meer kans zich te ontwikkelen en toch een zo goed mogelijk contact te leren krijgen met de biologische ouders. Want dat is belangrijk: een goed contact met biologische ouders. Dat gaat niet vanzelf, daar moet hard aan worden gewerkt. Wij zijn daar altijd erg goed in begeleid en wij hadden een goed contact met haar ouders. Ouders vonden het goed dat ze in ons gezin woonde en ze zeiden dat ook heel vaak tegen haar. Zo had zij dus toestemming om bij ons te zijn en kon ze zich richten op de dingen die echt belangrijk waren. En die toestemming van ouders was voor onze pleegdochter zo belangrijk! Zij mocht bij ons wonen, dus het was goed. Alleen, het was zes jaar te laat, de hechting was ernstig verstoord en dat kwam helaas niet meer goed. Vandaag de dag, zoveel jaren later, loopt zij nog elke keer tegen dit feit aan.
Noodkreet Daarom mijn noodkreet: als duidelijk is dat ouders niet het vermogen hebben dit kind op te voeden, omdat ze bijvoorbeeld al een kind hebben wat uit huis geplaatst is en dit kind ook op termijn uit huis geplaatst moet worden, doe het dan zo snel mogelijk. Natuurlijk moet je het goed per geval bekijken, maar mijn mening is dat een pleegkind dat direct in een goed pleeggezin komt, de meeste kansen heeft om zo normaal mogelijk op te groeien! En daar gaan we voor! Daarom ben ik heel benieuwd hoe het verder gaat met de transitie van jeugdzorg. Gaan we nu echt kijken naar het belang van het kind én van ouders én van pleegouders? Er is nog een lange weg te gaan en met spanning blijf ik het jeugdzorg-traject volgen. Welke kant zal het opgaan? Maddy de Bruijn Maddy de Bruijn is zes jaar pleegmoeder geweest en nu ‘pleegmoeder op afstand’. Samen met Arjan heeft ze drie kinderen.
pleegcontact 13
NVP Waar zijn de bestuursleden en medewerkers voor en namens u zoal geweest of met wie is er contact geweest of staan er contacten op de planning in het tweede en derde kwartaal van 2012.
NVP
op stap voor u Landelijk/algemeen Pleegwijzer/Pleegoudersupport Zeeland/ SBPN / St. Belangenbehartiging pleeggrootouders Nederland: overleg nadere samenwerking; afspraak: collectieve belangenbehartiging gezamenlijk optrekken in lobby, info-uitwisseling, doorverwijzing (C) LOPOR informatie-uitwisseling, afstemming, o.a. lobby (C+M) BOPOR (Brabants Overleg Pleegouderraden) telefonisch overleg gezamenlijke lobby en informatie-uitwisseling (C) IPO (InterProvinciaal Overleg) kennismaking en gegevensuitwisseling in het kader van transitie (C+M) VNG/NICIS Atriumlezing over drie decentralisaties (C) Pleegzorg Nederland ambtelijk overleg afstemming (C+M); Nationale Ombudsman (C+M); VWS Financieel overleg over pleegzorg en de positie van de NVP in en na de transitie (C+M); Commissie Samson, deelname rondetafelgesprek (C+M) Eerste Kamer schriftelijke reactie wetsvoorstel positieverbetering pleegouders Alliantie Kind in gezin bijeenkomst OmgevingsGEZINd (M); Expertmeeting pleegzorg Kinderpostzegels/ NJi: kennisdeling, projectvoorbereiding (2x) (C+M) Pleegzorgadvies Nederland voortgangsgesprek actualiteiten en samenwerkingsmogelijkheden St.Kinderpostzegels Nederland Symposium Pleegzorg: stand, deelname workshops en contacten Tweede Kamer gezamenlijk lobby inzake nieuwe stelsel; aanwezig commissie-overleg jeugdzorg Op de rol Stadsregio Amsterdam Jeugdzorg Nederland ambtelijk overleg Pleegzorg Nederland tweejaarlijks overleg Pleegzorg Advies Nederland Tweede Kamerleden transitie jeugdzorg VNG Werkgroep overgangsmaatregelen transitie William Schrikker Groep Kinderombudsman Provincie Noord-Holland, statenleden: rondetafelgesprek transitie Flevoland Vitree/CMO: samenwerkingsproject Toerusting pleegouders (M)
14 pleegcontact
Friesland Overleg denktank Zorgbelang o.a. transitie gemeente Leeuwarden (M) Gelderland Provincie Gelderland (M) overleg over subsidie-stop (C+M) Provincie Gelderland (G) correspondentie ivm subsidie Provincie Gelderland Provinciale Staten Inspreken bij vergadering ivm subsidie (B); Provincie Gelderland overleg statenlid (M+V) Gelders Scholingsoverleg Pleegzorg planning scholing 2013 (M) Limburg Provincie Limburg Overleg met het AKJ, Stichting Jeugdzorgvragers mogelijkheden samenwerking (B+M); Idem: C+M Prima Pleegzorg werkgroep slotconferentie Prima Pleegzorg overleg onderzoeksteam ‘eindevaluatie’ Prima Pleegzorg projectteam POR Xonar regulier overleg Noord-Holland Provincie Noord-Holland Regulier overleg (V+C+M); Workshop voor gemeenteambtenaren ivm de transitie, 6 maart. (M); nieuwe contacten, meewerken startfoto Alkmaar e.o. Alkmaar/Noord-Kennemerland samenwerkingsverband startfoto diepteinterview tbv transitie (M) Voor meer samenwerkingverbanden: http://www.vng.nl/Documenten/actueel/beleidsvelden/ jeugd/2012/20120601_rapportage_bovenlokale_ samenwerking_jeugdzorg.pdf
Overijssel transitiebijeenkomst Twente (M); transitiebijeenkomst IJsselland (C+M); Pleegzorgdag Overijssel (V’s+M) met stand pr activiteiten Utrecht Overleg De Rading (P) Kennismaking, overleg stand transitie etc. (M+V) Overleg Zandbergen (P) kennismaking, overleg stand transitie etc. (M+V) Zuid-Holland Stadsgewest Haaglanden transitie Stadsregio Rotterdam kennismakingsgesprek Stadsgewest Rotterdam structureel overleg Provincie uitvoering Horizon uitvoering pleegzorg Noord-Brabant Provincie Noord-Brabant: informatie-uitwisseling, ambtelijk (C); K2 infobijeenkomst transitie
C = coördinator B = bestuurslid M = beleidsmedewerker G = gedeputeerde V = vrijwilliger P = pleegzorgmanager
NVPREGIOnieuws gelderland provincie gelderland wil subsidie stopzetten ‘De kracht van de NVP is de onafhankelijke, verbindende rol tussen professionals en vrijwilligers op, landelijk, provinciaal en lokaal niveau, terwijl wij aan de basis met pleegouders zelf actief werkend ook aanwezig zijn! Wat ik u graag duidelijk wil maken is dat de NVP een onderscheidende rol speelt in het vlak van jeugdzorg. Het domein van de pleegzorg is ingewikkeld en wordt gekenmerkt door zowel psychische als pedagogische, financiële als justitiële feiten en wetenswaardigheden. Pleegouders vallen vaak tussen wal en schip: zij zijn géén cliënt en géén medewerker. Hun aparte positie van deskundige betrokkene in de jeugdzorg verdiend het ondersteund te blijven, juist in deze dynamische tijd naar de transitie toe. Belangenbehartiging voor hen blijft hard nodig, ook in uw provincie! Laat hen niet in de steek, en gun hen de ondersteuning. Hartelijk dank voor uw aandacht!’ Zo eindigde de kersverse voorzitter van de NVP, Peter Douma op 13 juni jl. zijn inspraak in de Provinciale Staten van Gelderland. De NVP had spreektijd gevraagd en kreeg die. Onverwachte mededeling Op 4 mei jongstleden werd de NVP medegedeeld dat de provincie Gelderland in het kader van het beleidskader 2013-2016 voornemens is de subsidie van de NVP met ingang van 2014 stop te zetten. In dit Beleidskader is opgenomen dat subsidies die in het verleden zijn toegekend voor de belangenbehartiging van specifieke doel-
groepen zullen worden afgebouwd. De provincie stelt zich op het standpunt dat de overdracht van de jeugdzorg naar gemeenten alle jongeren en ouders raakt die van zorg gebruik maken. Zij moeten evenredig vertegenwoordigd zijn en worden. Onderscheid naar doelgroepen, als pleegouders, laat de provincie Gelderland los. Dus het voornemen is om geen subsidie meer te geven voor een aparte organisatie als de NVP. Tussen wal en schip De NVP geeft als reactie op dit het voornemen aan dat door het loslaten van onderscheid naar doelgroepen en het stopzetten van de subsidierelatie met de NVP de pleegouders tussen wal en schip lijken te geraken. Ze vallen als professionals die vrijwillig hun bijdrage leveren aan de jeugdzorg noch onder cliënten, noch onder werknemers. Hierdoor is er zonder de NVP geen goede vertegenwoordiging en belangenbehartiging van deze groep. In het kader van de transitie van de jeugdzorg die plaatsheeft in 2015 is het juist zo belangrijk dat pleegzorg en -ouders op de kaart worden gezet. Ook is het voor de NVP uitermate lastig dat deze provincie juist 2014 kiest als moment om de financiële relatie te beëindigen, omdat het slechts een jaar is voordat de NVP sowieso de financiering elders moet onderbrengen. De Gedeputeerde Staten leggen het beleidskader op 27 juni ter vaststelling voor aan Provinciale Staten. Wordt vervolgd.
limburg prima pleegzorg: de resultaten Het provinciale Limburgse project Prima Pleegzorg is bijna afgerond. Op 19 november worden de resultaten van vier jaar hard werken gepresenteerd in de Oranjerie in Roermond. Op de website www.jeugdzorginlimburg.nl kunt u vanaf begin september het programma en inschrijf-informatie vinden. Wilt u bericht krijgen zodra het inschrijfformulier beschikbaar is? Stuur dan een mail naar:
[email protected]
noord-holland flevoland zondag 16 september gezinsuitje Voor de NVP-leden in Flevoland en NoordHolland organiseren we op zondag een activiteit voor het hele gezin. Ook NVPleden uit andere provincies zijn natuurlijk welkom! In de week van 16 juli wordt een nieuwsbrief verzonden met de uitnodiging en meer info. Zet de datum vast in uw agenda!
noord-holland je mag er zijn ‘Je mag er zijn’ is een kleding- en goederendepot speciaal voor pleegkinderen van 0 tot 18 jaar. Deze locatie wordt geheel gerund door vrijwilligers. Pleegouders kunnen bij ons terecht voor allerlei artikelen voor kinderen zoals kleding, schoenen, speelgoed, bedden, fietsen etc. Ook hebben wij alles voor baby’s zoals kinderwagens, autostoeltjes, badjes. Deze goederen worden gratis aangeleverd door donateurs. Deze goederen zijn altijd gratis op te halen door pleegouders. Crisisgezinnen hebben op korte termijn vaak veel nodig en voor korte tijd, maar ook voor
langere termijn lenen we de goederen uit. In Noord-Holland hebben we sinds kort een pand gehuurd dat door de stichting kinderpostzegels wordt gesponsord. Onze stichting is afhankelijk van sponsoren. Wij kunnen extra sponsoren altijd gebruiken. Openingstijden Onze openingstijden zijn: dinsdag 09.00 – 11.30 uur en donderdag van 18.30 – 20.00 uur, kom gewoon eens kijken bij interesse. Op andere dagen en tijden op afspraak. U kunt altijd contact hierover opnemen met ons: tel 06-44869621 of 06-12336442 of via mail:
[email protected]
Koffieochtend en koffieavond ‘Je mag er zijn’ organiseert elke 1e dinsdag van de maand een koffieochtend en de koffieavond is op de derde donderdag van de maand. Deze zijn bedoeld om ervaringen te delen en voor de gezelligheid. Wij van ‘Je mag er zijn’ Noord- Holland zijn vorig jaar gestart onder de naam “Op Ons Pad” hierna gefuseerd met ‘Je mag er zijn’ (www.jemagerzijn.nl). We willen ons nieuwe pand met trots aan iedereen laten zien door na de zomervakantie een open dag te organiseren. Datum en tijd volgen nog op de website. Matthé en Tineke Witte
pleegcontact 15
Pleegzorgdeskundige Peter van den Bergh neemt afscheid van Universiteit Leiden
“Ik ga uit van het ontwikkelingsb Het ontwikkelingsbelang van het kind voorop zetten. Dat is wat dr. Peter van den Bergh de afgelopen twee decennia als onderzoeker op het gebied van pleegzorg heeft gedaan. In juni nam hij afscheid van de Universiteit Leiden, maar niet van zijn rol als adviseur en onafhankelijk pleegzorgdeskundige. “Vrijwel iedere herplaatsing is schadelijk voor het hechtingsvermogen van het kind. Op dat gebied valt nog een hoop te winnen.”
Zeventien alfabetisch gerangschikte ordners met ‘Pleegzorgartikelen’ beslaan een groot deel van zijn boekenkast. Aan de muur hangt een poster van zijn eigen boek Pleegzorg in Perspectief, met op de cover drie foto’s van zijn oudste kleinkind in verschillende leeftijdsfases. De werkkamer van Peter van den Bergh aan de Universiteit Leiden geeft in één vluchtige blik weer waar de onderzoeker en universitair docent de afgelopen decennia mee bezig is geweest. Van die periode nam hij op 22 juni officieel afscheid, met een afscheidssymposium, maar nog tot het najaar rondt hij de lopende zaken aan de universiteit af: hij begeleidt nog enkele scripties en helpt een symposium opzetten over mogelijke redenen waarom pleegouders geen pleegouders meer willen zijn. Van jeugdzorg naar pleegzorg Van den Berghs interesse in pleegzorg als onderzoeksgebied ontstond begin jaren negentig. “Ik ben zelf wel pleegouder
op het gebied van pleegzorg uit het zicht zal verdwijnen. “Samen met het NJI ga ik wellicht het komend jaar richtlijnen ontwikkelen voor de pleegzorg”, kondigt hij aan. “Dat is geïnitieerd vanuit de beroepsverenigingen in de hulpverlening en wordt gesubsidieerd door het Ministerie van WVS.” Het kind voorop De ideeën die hij in de afgelopen decennia samen met Tonny Weterings heeft ontwikkeld en in 2010 heeft gebundeld in hun boek Pleegzorg in Perspectief draaien om één uitgangspunt: het ontwikkelingsbelang van het kind moet voorop staan. Ook als dat betekent dat het kind uiteindelijk niet terugkeert naar de ouders. “De heersende hulpverleningsvisie is dat het kind het beste af is bij zijn ouders en dat die ouders recht hebben op hun kind”, zegt Van den Bergh. Hulpverleningsinstanties stellen een bloedband vaak gelijk aan een gehechtheidrelatie. Maar dat zijn twee verschillende zaken. Een
duidelijkheid en weet iedereen waar hij aan toe is. Ook het kind. In de richtlijnen pleegzorg zou dan ook een stappenplannen moeten worden opgenomen waaraan hulpverleners kunnen zien welke stappen ze moeten nemen als ze een terugplaatsingstraject in gang zetten of juist beslissen dat een kind in een pleeggezin mag blijven. Die stappen zouden gebonden moeten worden aan termijnen, want ieder jaar opnieuw een situatie bekijken en de ondertoezichtstelling verlengen is pappen en nathouden.” Afhankelijk van de gezinsvoogd Van den Bergh snapt wel waarom dat ‘pappen en nathouden’ regelmatig voorkomt in de pleegzorg. “Natuurlijk is het moeilijk voor gezinsvoogden om degene te zijn die definitief beslist of iemand voor zijn kind mag zorgen. Maar die bevoegdheid hebben ze wel. Ze zijn in het leven geroepen om kinderen te beschermen. Daarom vind ik het zo vervelend dat pleegouders soms te
“Ik vind het vervelend dat pleegouders te weinig gehoord worden in het belang van het kind.” geweest, in de jaren zeventig, maar toen was ik nog bezig met onderzoek naar de ontwikkeling van jongeren in residentiële voorzieningen”, vertelt hij. “Het meisje dat op eigen verzoek bij ons kwam wonen, is na driekwart jaar weggelopen. Haar eigen, criminele familie trok toch meer dan ons warme gezin. Misschien legden we teveel druk op haar, maar de begeleiding in die tijd was ook erg slecht. Toch ging ik me pas in de jaren negentig wetenschappelijk verdiepen in de pleegzorg. In onderzoek kwam steeds meer naar voren dat een gezinssituatie de meest wenselijke situatie is voor een kind. Toen heb ik de switch gemaakt naar pleegzorg. Tonny Weterings was hier al werkzaam en sinds die tijd hebben we samen ideeën ontwikkeld over hoe de pleegzorg vorm gegeven moest worden. En dat doen we nog steeds. Dat hij afscheid neemt van de universiteit betekent dan ook niet dat Van den Bergh als onafhankelijk deskundige en adviseur
16 pleegcontact
gehechtheidrelatie ontstaat omdat mensen een kind opvoeden en ervoor zorgen. Als een kind gehecht is aan pleegouders, dan is het op voorhand niet juist om die band door te snijden.” Zijn ideeën hebben Van den Bergh bij zorgverleners en ouders niet altijd geliefd gemaakt. “Mensen denken soms: die Van den Bergh wil mensen hun kinderen afpakken. Maar dan hebben ze me verkeerd begrepen”, zegt hij. “Als een terugplaatsing het beste is voor het kind, vind ik dat prima, maar dan moet een zorgverlener dat ook echt in gang zetten. Ik ben ervan overtuigd dat je binnen een halfjaar kunt zien of ouders in staat zijn voor hun kind te zorgen. Kan het kind niet terug, dan moet je ook tegen een ouder kunnen zeggen: we zien dat je van je kind houdt, maar we zien ook dat je het niet kunt opvoeden, dus we gaan een verderstrekkende kinderbeschermingsmaatregel in gang zetten. Dat kan ontheffing van het ouderlijk gezag zijn. Dan schep je
weinig gehoord worden over hun pleegkind. Soms krijgen pleegouders het verwijt dat ze het kind voor zichzelf willen houden. Maar zij zien het kind 24 uur per dag en zij zien als hun pleegkind regressief gedrag vertoont na een bezoek aan de ouders: dat ze van slag zijn, agressief zijn, onzindelijk worden. Zo’n gezinsvoogd ziet dat niet of vindt dat het erbij hoort dat een kind weer moet wennen.” Van den Bergh vindt het dan ook een fundamenteel probleem dat kinderen in de pleegzorg soms afhankelijk zijn van de individuele mening van een gezinsvoogd, die vaak te snel weer wordt vervangen door een nieuwe collega. “Ik heb wel eens gezien dat er drie gezinsvoogden in een jaar waren aangesteld voor één kind in één pleeggezin. Ze beslisten allemaal iets anders. Ik vind dat Bureau Jeugdzorg niet overgeleverd zou moeten zijn aan zo’n individuele visie, maar als organisatie een duidelijk beleid moet uitstippelen voor een kind.”
belang van het kind”
Koninklijke onderscheiding voor dr. Van den Bergh
Leidenaar dr. Peter van den Bergh is door de koningin benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Dr. Van den Bergh is als docent Orthopedagogiek verbonden aan de universiteit en is tevens zelfstandig gevestigd orthopedagoog. Hij nam op 22 juni 2012 afscheid van zijn functie bij de universiteit. Gedurende een lange tijd heeft dr. Van den Bergh zich ingespannen om het onderwijs op het vakgebied naar een hoger plan te tillen, waarbij speciaal aandacht werd besteed aan de diagnostiek in de jeugdhulpverlening. Daarnaast heeft hij veel extern gefinancierd onderzoek verricht op het gebied van de pleegzorg en daarover uitvoerig gepubliceerd. Dr. Van den Bergh slaagde er in de onderzoeksresultaten te vertalen naar bruikbare gegevens voor het beroepsveld. Hij wist daarmee o.a. de aandacht van de politiek te krijgen op de problematiek van de jeugdhulpverlening en de pleegzorg. Dr. van den Bergh heeft aan de wieg gestaan van de ontwikkeling van het Pedagogisch Signaleringsinstrumentarium (PSI), dat de gehele opvoedingssituatie in beeld brengt en dat nu alom wordt gebruikt. Door samenwerking te zoeken met de universiteiten van Groningen, Nijmegen en Brussel heeft hij een netwerk van onderzoekers op het gebied van de pleegzorg opgezet. Daarnaast bekleedt hij bestuursfuncties bij een groot aantal nationale en internationale organisaties in zijn vakgebied. Van den Bergh is in te schakelen als bijzondere curator of als onafhankelijk deskundige pleegzorg voor de rechtbank (rapporteur pro justitia). Hij is bereikbaar op:
[email protected]
Emotioneel betrokken Als pleegzorgdeskundige wordt Van den Bergh ook regelmatig ingezet om onafhankelijk advies te geven in de rechtszaal. “Dat zijn altijd hele emotionele zaken”, zegt hij. “Ik kan ingeschakeld worden door ouders, pleegouders of de rechter zelf. Daarbij staat het ontwikkelingsbelang van het kind voorop en ik kijk altijd door een onafhankelijke, wetenschappelijke bril naar zo’n zaak. Zo kwam ik ook wel eens tot de conclusie dat kinderen in het pleeggezin moesten blijven, terwijl de vader van die kinderen me had ingehuurd. Die was daar niet blij mee. Maar er is ook een ouderpaar geweest dat na zeven jaar juridische procedures tegen me zei: eigenlijk heb je gelijk, we moeten dit niet willen. Ik had ze erkenning gegeven dat ze van hun kinderen hielden, maar dat ze toch niet in staat waren om hun kind op te voeden. Ik onderbouwde ook waarom ze niet voor hun kind konden zorgen. Dat ze dat dan op een gegeven
moment zelf inzien, geeft me veel voldoening. Om tot zo’n advies te komen praat ik met de ouders, pleegouders, voogd, pleegzorgbegeleider, school en liefst ook met de kinderen zelf. Ook observeer ik de interacties tussen pleegouders, ouders en pleegkind. Daarbij moet ik oppassen voor valkuilen: als ik vind dat een moeder onrecht is aangedaan door haar kind überhaupt uit huis te plaatsen, dan is vaak een primaire reactie: dat kind moet terug. Maar het kind woonde in dit geval al vier jaar bij een pleeggezin en was goed gehecht. Dan moet ik bedenken wat in het ontwikkelingsbelang van het kind is en kijk ik naar de gehechtheid van het kind met de ouders of pleegouders.” Toekomst van het onderzoek Van den Bergh beseft hoe lastig een begrip als gehechtheid is. “Je kunt het wel zien, maar niet ‘meten’. Het is mijn grootste wens dat er een diagnostisch instrument wordt
ontwikkeld waarmee dat wel kan. Ik heb goede hoop dat dat binnen tien jaar gebeurt.” Dat zal waarschijnlijk echter niet in Nederland gebeuren. “Er zijn nog maar weinig onderzoekers die zich alleen met pleegzorg bezighouden. In Leiden, waar nu een AIO op dit onderwerp is aangesteld, proberen we ook de krachten te bundelen met de universiteiten in Groningen en Brussel en de Hogeschool Arnhem en Nijmegen, zodat we samen sterker komen te staan als onderzoeksgroep Pleegzorg. Door de krachten te bundelen hopen de onderzoekers ook een grotere onderzoekspopulatie te creëren. “Nu zijn er vaak maar hele kleine onderzoekspopulaties per onderzoek. Eigenlijk zouden de gegevens van alle kinderen in de pleegzorg vastgelegd moeten worden, zodat we die kinderen kunnen volgen. Dat zou een onderdeel van het kwaliteitsbeleid van de pleegzorgaanbieders moeten zijn. Maar dat gebeurt nog niet. Ook op dat gebied is nog een hoop winst te behalen.” Interview Carolien Dircken
pleegcontact 17
Algemene LedenVergadering 2012
afscheid en nieuw
Afscheid na 16 jaar
Niet altijd makkelijk, wel altijd boeiend nieuw bestuur ‘Elk afscheid is het begin van een nieuwe herinnering’, zo eindigde Tanja Ineke haar jaarrede. Een Loesje-uitspraak uit een NVP-Loesje-workshop, uit Ineke’s tijd als vrijwilliger in de regio Noord-Holland.
vooruitblik op 2013 Coördinator Marianne van der Beek blikte tijdens haar eerste NVP-ALV vooruit: Waar in 2012 veel aandacht uitging naar de boel op orde brengen krijgen we in 2013 meer kans om onze vleugels uit te slaan. We zullen een antwoord moeten vinden op hoe we de NVP verder organiseren. Wat ons toekomst perspectief is en met wie? Gaan we verder als vereniging of wordt het tijd een andere organisatievorm aan te gaan?
18 pleegcontact
Tien jaar lang is Tanja actief geweest in Noord-Holland. In die tijd heeft zij ook op landelijk niveau veel bijgedragen aan landelijke ontwikkelingen. De overstap in 2005 naar het landelijk bestuur was dan ook een logische, evenals haar verkiezing in 2006 als voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Pleeggezinnen. In al haar NVP-jaren heeft Tanja zich een betrokken, wijze, professionele bestuurder getoond. Vele media-optredens ook, ik herinner mij een uitzending waarin Tanja, Paul Witteman goed pareerde, namens de NVP. Niet altijd makkelijk, wel altijd boeiend. Zo mogen de NVP-jaren van Tanja wel gekwalificeerd worden. Van een vrijwilligersorganisatie met betaalde ondersteuning, naar een professionele organisatie waarin vrijwilligers en beroepskrachten sàmen aan het werk zijn. Tanja reageerde in haar NVP-tijd altijd op mail die ze toegestuurd kreeg, al was het maar met één woord. En met twee van die woorden wil ik dit stukje afsluiten: Top! Bedankt! Marielle Schmitz
Een nieuw bestuur Op de ALV is afscheid genomen van voorzitter Tanja Ineke. Wiel Peeters en Toos van Vliet hebben tussentijds reeds afscheid genomen als bestuurslid.
Benieuwd of u als onze leden hier ook een visieop of een wens voor heeft? Pleegzorg staat momenteel behoorlijk in the picture. Wetenschappelijk met allerlei onderzoeken, nieuwe strategieën en opvangvormen als de pleegzorg boerderij, pleegzorg in de wijk, aansluiting al dan niet bij de opvoedpoli’s enz. Er is een wereld te ontdekken en ontwikkelen. Jammer is dat wij als NVP momenteel (organisatorisch) te klein zijn qua menskracht hierin goed mee te kunnen komen. Dit nodigt uit tot het aanvragen van subsidies
in den lande om met meer slagkracht in de huidige ontwikkelingen rond pleegzorg een centrale rol te kunnen pakken. De NVP ‘als vindplaats voor informatie, als marktplaats voor informatiebundeling, advies, ondersteuning, netwerken enz rondom pleegzorg’.
Op de ALV van 9 juni is er gekozen voor een nieuwe voorzitter én voor drie nieuwe bestuurders. De samenstelling van het bestuur is nu als volgt: Peter Douma Peter Douma is de nieuwe voorzitter. Peter is al een jaar lid van het bestuur. Hij is nu in functie gekozen. Erik Vonk Erik Vonk is aangebleven als bestuurslid De overige drie nieuwelingen zijn: Huub van ’t Hek Kees Kleijbergen Bas Prins Bas neemt de taak van penningmeester op zich.
De NVP heeft veel potentie en bestuur en team hebben sterk de behoefte deze ambitie waar te maken. Met meer zichtbare activiteiten, meer contacten met onze koffiegroepen, meer betrokkenheid met en bij onze vrijwilligers,
begin Op zaterdag 9 juni jl vond in het Utrechtse Fort de Klop de jaarlijkse NVP-ledenvergadering plaats. Een kleine groep leden was aanwezig. Tijdens de vergadering werd afscheid genomen van voorzitter Tanja Ineke en werden een nieuwe voorzitter en drie nieuwe bestuursleden gekozen. Laatste jaarrede als NVP-voorzitter Tanja Ineke memoreerde een aantal bijzonderheden uit het afgelopen verenigingsjaar: de website die actuele informatie geeft, de contacten met stakeholders die veel aandacht en gekregen hebben, de hernieuwde contacten met collegabelangenverenigingen als Pleegwijzer Groningen/Drenthe, Pleegoudersupport Zeeland en de Stichting Belangenbehartiging Pleeggrootouders Nederland. ‘Door als NVP onze koepelrol, verbindende rol, goed te vervullen kunnen we samen een vuist maken in de (politieke) lobby.’, aldus de voorzitter. De transitie werd in de jaarrede ook besproken: ‘2011 was vooral ook het jaar waarin de voorbereiding van de transitie van de jeugdzorg ter hand werd genomen. In deze transitie is sprake van het overdragen van de verantwoordelijkheid voor en financiering van alle jeugdzorg van provincie naar gemeenten. Daarnaast vindt een transformatie plaats om de zorg voor de jeugd en hun opvoeders te veranderen en te verbeteren. Pleegzorg is relatief een klein onderdeeltje van de jeugdzorg: op verzoek van VWS, IPO en VNG hebben we vanuit onze expert rol de nodige input geleverd voor dit proces. En dat blijven we doen om het belang van pleegzorg en pleeggezinnen onder de aandacht te brengen van de beleidsmakers en beslissers.’ De volledige rede kunt u lezen op de website van de NVP
die zelf meer en zichtbaar aanwezig zullen worden in het publieke domein van de ontwikkelingen rond de transitie jeugdzorg lokaal en regionaal. Betere samenwerkingsrelaties maken ook dat de NVP het landelijke netwerk weer dekkend maakt. Waarbij de werkzaamheden landelijk en regionaal duidelijk(er) onderscheiden en in uitvoering gebracht worden. Graag horen wij van onze leden welke activiteiten en inspanningen u voor de vereniging weggelegd ziet in 2013.... Reageren?
[email protected]
Kriebels bezoekregeling in vakanties
time management ook voor ouders Dat ouders en kinderen elkaar zien en dus opzoeken staat bijna nooit ter discussie. Maar dan de invulling. Geen bezoek en/of bezoekregeling is dezelfde. Omdat we een vrij groot pleeggezin hebben met drie perspectief-plaatsingen en daarnaast enkele crisisplaatsen blijft het een komen en gaan. Omdat we één pleegkind hebben met een 24-uurs toezicht en coaching komt ons sociale leven toch wel erg in het gedrang. Dat willen we in de vakanties een beetje inhalen. Om onze eigen privacy en vakantie ruimer te kunnen in vullen hanteren we daarom al langer het adagium: Crisisplaatsingen geen probleem, maar in vakanties geen bezoeken. Een vakantieperiode tussendoor van een week lukt redelijk, maar zes weken op een camping wat we steeds doen is een crime. Steeds maar weer hebben we van tevoren de afspraak aangehaald, geen bezoek in de vakantie! Ook nu weer. Een crisisplaatsing die inmiddels zes maanden loopt zonder bezoek is dan heel mooi. Net voor de vakantie blijkt er toch via een gerechtelijke uitspraak een tweewekelijks bezoek te moeten zijn. En op neutraal terrein. Dit betekent dus halen en brengen door voogd of iemand anders, maar dat kost ons weer drie vakantiedagen, ook gezien de marges die je altijd moet nemen. Een tweede crisisplaatsing waar wekelijks contact met moeder elders in de buurt is bij twee andere kinderen van haar, wordt nog lastiger. Van ons vakantieadres voor zo’n bezoek twee keer op en neer kost weer zes dagen! Dan maar pleegkinderen in de vakantie elders onderbrengen waar het wel iedere week zonder bezwaar kan! Het is nogal wat. De derde krijgt iedere twee weken bezoek op neutraal terrein, weer drie dagen vakantie naar zijn mallemoer. En al dat gepraat, gebel, onderhandelen en onrust erover is helemaal een crime. Voogd, onze begeleider, teamleider en manager komen soms om de hoek kijken of er toch over te praten valt. Soms zeg je dan toch maar weer ja. En dat terwijl je weet dat vaste begeleider of voogd helaas met vakantie is en dus niet kan! Bruto kost je zo’n zomervakantie aan zorgen extra wel tien dagen met afwachten of het loopt zoals gepland. Meestal niet dus! Dit inclusief geschuif, getelefoneer, wachten en rijden. Pleegouders mogen soms geen vakantie hebben denken we dan. Ook de invulling is natuurlijk divers. Afhankelijk van leeftijd, problematiek en situaties. Er zijn hele handleidingen Bezoekregeling in de pleegzorg in omloop. Soms biedt dat houvast. Maar wensen van ouders en voogden zijn soms ondoorgrondelijk. En als werelden zo anders zijn, dan rest soms alleen maar flexibiliteit. Dat is een eigenschap die pleegouders sowieso in huis moeten hebben. Maar vaak is die flexibiliteit erg eenzijdig gericht en dan kan het wel lastig worden. Pleegouders die meestal een drukke agenda hebben, afstemming met voogden die erg druk zijn en ook hun vakanties willen en ouders die vaak heel veel tijd hebben en dus met hun kind en ons pleegkind iets willen. Het zal duidelijk zijn wie hier het meeste moet inleveren. Volgens mij is de oplossing helder: Ouders een cursus time management geven. Pleegouders hebben dat in de praktijk al geleerd. Wiel Peeters
KRIEBELS
Kriebels als snel opgeschreven stukjes. Kriebels die een prikkeling geven. Altijd op persoonlijke titel. Kriebelt er al iets bij u: mail uw kriebels aan de redactie!
pleegcontact 19
De Inspectie Jeugdzorg zet in op pleegzorg
Risico–indicatoren voor de De risico-indicatoren geven een indicatie van het risico voor pleegkinderen op een niet-veilige situatie. Een niet-veilige situatie ontstaat wanneer instellingen er niet in slagen voldoende kwaliteit in de verzorging, opvoeding en behandeling van kinderen en jongeren te bieden. Het belangrijkste uitgangspunt is dat een indicator informatie geeft over een aspect van het functioneren van een aanbieder van pleegzorg dat een risico vormt voor kinderen en jongeren bij de plaatsing en het verblijf in een pleeggezin. De instellingen ontvangen een keer per twee jaar een digitale vragenlijst met risicoindicatoren. De Inspectie Jeugdzorg bepaalt op basis van de antwoorden op deze vragenlijst en andere informatiebronnen zoals het kwaliteitsjaarverslag, het klachtenjaarverslag en de analyse van de incidentrapportage, een score die een indicatie geeft van risico’s voor de kwaliteit van zorg voor kinderen en jongeren.
Begin april heeft de inspectie aan de aanbieders van pleegzorg de brochure ‘Risico-indicatoren voor de pleegzorg’ toegestuurd. De inspectie geeft hiermee inzicht in welke indicatoren gebruikt worden bij het toezicht.
De Inspectie wil door middel van risicoanalyse komen tot een risicogestuurde selectie van instellingen en voorzieningen. Dat betekent dat hoe hoger de inspectie de risico’s bij een instelling inschat, hoe groter de kans dat de inspectie de instelling selecteert voor toezicht. 11 april 2012, Bron: www.inspectiejeugdzorg.nl Heeft u interesse in het gehele document: http://www.inspectiejeugdzorg.nl/documenten/ Brochure_20risico_20indicatoren_20pleegzorg.pdf
inspectie jeugdzorg Wat is de Inspectie Jeugdzorg? De Inspectie Jeugdzorg is in 1988 bij wet ingesteld en houdt toezicht op de jeugdzorg in Nederland. De inspectie werkt onder de verantwoordelijkheid van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De inspectie is inhoudelijk onafhankelijk. Wat is toezicht? Toezicht houden betekent dat de inspectie informatie verzamelt over de kwaliteit van de jeugdzorg, zich een oordeel vormt en zo nodig ingrijpt. Ook kijkt de inspectie of het beleid voor de jeugdzorg in de praktijk goed werkt. Daarover adviseert de inspectie gevraagd en ongevraagd. De rapporten van de inspectie zijn in principe openbaar. De openbaar gemaakte rapporten staan op de website van de
20 pleegcontact
inspectie: www.inspectiejeugdzorg.nl. Motto Naar zichtbare kwaliteit in de jeugdzorg! Missie De inspectie ziet toe op de kwaliteit van de jeugdzorg en op de naleving van de wetgeving. De Inspectie Jeugdzorg stimuleert met haar toezicht de voorzieningen tot goede en veilige verzorging, opvoeding en behandeling van kinderen in de jeugdzorg en de ondersteuning van ouders en verzorgers van die kinderen. De inspectie draagt er met haar toezicht toe bij dat de samenleving er op kan vertrouwen dat kinderen en ouders op tijd en op maat de hulp en zorg krijgen van de instellingen en
de professionals in de jeugdzorg. De inspectie zorgt voor een onafhankelijk oordeel over de kwaliteit van de jeugdzorg dat relevant is voor de professional, de instelling en de overheid en dat helpt bij het verbeteren van de jeugdzorg. De inspectie en pleegzorg Pleegzorg is de laatste jaren één van de hoofdthema’s geweest van de inspectie. In het jaarverslag 2011, wordt een overzicht weergegeven van de pleegzorgactiviteiten
pleegzorg de indicatoren Doel 1
Doel 2
De pleegzorgaanbieder zorgt voor een goede begeleiding van het pleeggezin en pleegkinderen tijdens het verblijf van het kind in het pleeggezin. A Stabiliteit personeel 1) Personeelsverloop 2) Ziekteverzuim B Kwaliteit personeel 3) Bijscholing pleegzorgwerkers 4) Instrument inschatting veiligheid C Kwaliteit contact 5) Contact bureau jeugdzorg-pleegzorgbegeleider 6) Contact pleeggezin-pleegzorgbegeleider 7) Contact kind-pleegzorgbegeleider 8) Contact kind-vertrouwenspersoon
Pleegouders en de Inspectie Jeugdzorg De Inspectie Jeugdzorg behandelt geen individuele klachten. Klachten kunnen voor de inspectie echter wel een signaal zijn over de kwaliteit van een instelling voor jeugdzorg. De inspectie vindt signalen van burgers een belangrijke bron van informatie over de kwaliteit van de jeugdzorg. Onderzoek van, onverhoopte, calamiteiten vallen wel binnen het werkgebied van de inspectie. Op de website zijn voorbeelden te zien van onderzoeksrapporten die de inspectie, ook binnen de pleegzorg, heeft uitgevoerd.
De pleegzorgaanbieder zorgt dat het pleeggezin een veilige plek is voor het kind. D Kwaliteit pleegouders 9) Geschiktheid specialistische pleegouders 10) Geschiktheid netwerkpleegouders E Stabiliteit plaatsing 11) Aantal verplaatsingen 12) Behoeften kind als uitgangspunt 13) Betaling netwerkpleeggezin F Kwaliteit perspectief bieden 14) H elderheid over terugplaatsing bij biologische ouders 15) Voortijdige beëindiging plaatsing 16) Vervolg bij crisisplaatsing
Samenwerkend Toezicht Jeugd Ook de Inspectie Jeugdzorg bereidt zich voor op de transitie jeugdzorg. Alle toezicht onder één koepel Vanaf 2012 wordt alle toezicht op de zorg voor jeugd uitgevoerd onder de vlag van Samenwerkend Toezicht Jeugd (STJ). Deze brede samenwerking moet mede leiden tot meer efficiency en daadwerkelijk betere resultaten voor kinderen en gezinnen. Thematisch toezicht De nieuwe samenwerkingsvorm in het toezicht heeft zowel betrekking op het reguliere (thematische) toezicht als op het toezicht op calamiteiten. Het thematisch toezicht is risico-gebaseerd. Aan de beantwoording van de vraag waarom een voorziening, een onderwerp of een thema prioriteit heeft, ligt dan ook een risicoanalyse ten grondslag.
Decentralisaties jeugdzorg als kader Voor de periode 2012-2015 wordt door de breed samenwerkende inspecties in het jeugddomein een meerjarige Jeugdagenda opgesteld. Hieraan wordt jaarlijks invulling gegeven aan de hand van een Jaarwerkprogramma, waarin alle toezichtactiviteiten van STJ zijn opgenomen. De (stelsel) wijzigingen van de jeugdzorg, de invoering van passend onderwijs, de herinrichting van de sociale zekerheid (Wet Werken naar Vermogen) en de aanpassingen van de AWBZ, vormen mede het kader waarbinnen de onderzoeken in de Jeugdagenda en het Jaarwerkprogramma worden geselecteerd en geprogrammeerd. Bron: samenwerken voor de jeugd, nieuwsbericht februari 2012
meer informatie Tabel 1. Toezicht pleegzorg 2009-2011 Februari 2009 Inspectierapport Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen: Inspectie Jeugdzorg doet aanbevelingen voor verbetering van de screening van pleeggezinnen en het toezicht op de veiligheid van pleegkinderen. Dit laatste gold met name ook voor de situatie in de netwerkpleeggezinnen 4 Medio 2009 Verbeterplannen pleegzorginstellingen ontvangen door inspectie 5 Januari 2010 Verzoek inspectie aan provinces en stadsregio’s om inzicht in realisering verbeterplannen pleegzorginstellingen per 1 januari 2010 5 Oktober 2010 Inspectierapport Veiligheid pleegkinderen in beeld: bij de bestandspleegzorg zijn alle verbeterplannen voldoende gerealiseerd. Er bestaan echter nog onvoldoende afspraken tussen pleegzorginstellingen en bureaus jeugdzorg over de netwerkpleegzorg. Inspectie verzoekt beide partijen ervoor te zorgen dat vóór 1 januari 2011 de gemaakte afspraken in de praktijk ook werken 5 Juni 2011 Uit navraag bij pleegzorginstellingen en bureaus jeugdzorg blijkt dat 70% het protocol nog niet volledig geïmplementeerd heeft 6 Oktober 2011 Verzoek inspectie aan provincies en stadsregio’s op datum waarop volledige implementatie van het protocol in de praktijk gerealiseerd zal zijn 6 Februari 2012 Uit de door de provincies en stadsregio’s aangeleverde informatie blijkt, dat een derde van de instellingen het protocol in 2011 volledig heeft geïmplementeerd; de andere instellingen realiseren dat vóór i mei 2012 6 Medio 2012 De inspectie voert een vervolgtoezicht uit naar de werking van het protocol in de praktijk 6
Op www.deNVP.nl, de pagina van Pleegcontact vindt u een document waarin u makkelijk de links die in dit nummer van Pleegcontact kunt vinden en gebruiken
4 Inspectie Jeugdzorg (feb 2009) Zorgen voor de veiligheid van pleegkinderen. Utrecht (www.inspectiejeugdzorg.nl). 5 MOgroep Jeugdzorg, inmiddels Jeugdzorg Nederland, (juni 2010) Schematisch protocol netwerkpleegzorg: begeleiding, informatie, onderzoek en betaling. Utrecht. 6 Inspectie Jeugdzorg (verschijnt binnenkort) Implementatie Schematisch Protocol Netwerkpleegzorg. Utrecht (www.inspectiejeugdzorg.nl). Bron: jaarbericht 2011 Inspectie
pleegcontact 21
leestijd het kind eerst
Herrie in huis
Roos Haase heeft een jaar lang in het tijdschrift Het kind eerst, artikelen geschreven over FAS (Foetaal Alcohol Syndroom) en haar ervaringen met pleegkinderen die eraan lijden. In zeven artikelen, onderverdeeld naar leeftijdscategorieën, deelt Roos haar ervaringen met en kennis over FAS met de lezer. De artikelen zijn nu gebundeld in een speciale editie van het tijdschrift. FAS FAS wordt veroorzaakt door veel en/of regelmatig alcoholgebruik tijdens de zwangerschap. In een vroeg ontwikkelstadium kan dit afwijkingen geven in het zenuwstelsel en de organen van de foetus. In een later stadium kan het groeiachterstand, hersenbeschadiging en gedragsstoornissen veroorzaken.
‘Wanneer we verhalen lezen zoals in dit boek, vermengt onze eigen ervaring zich met wat de tekst ons vertelt. Daardoor kunnen wij ons als lezers nog beter inleven in het belang van gezinshuizen voor de zorg en opvoeding van kinderen die ‘in het verleden niet voldoende gehoord zijn’. De verhalen zijn op zijn tijd een confronterende weergave van het overleven van jongeren die geen vertrouwen meer hebben in volwassenen. Maar tegelijkertijd doen de verhalen een optimistische belofte: echt houden van kinderen geeft kinderen iets mee voor het verdere leven.’ Dat zegt Chris Kuipers, directeur van Horizon jeugdzorg in het voorwoord van Herrie in huis. Eva Harting laat in haar boek lezen dat het met die liefde voor de kinderen wel goed zit. Niet zonder slag of stoot, niet zonder botsingen.
themanummer fas
Meer informatie over het tijdschrift: http://www.vangorcum.nl/NL_toonTijdschrift.asp?ID=3989-0 Meer informatie over FAS: http://www.fasstichting.nl/ Meer informatie over Roos Haase: http://www.rooshaase.nl/
Ervaringen van een gezinshuismoeder door Eva Harting
In een apart deel besteedt Eva aandacht aan opvoedtips en achtergrondinformatie, vanuit de praktijk geschreven en met deskundig advies van Martine Delfos. Herkenbaar, invoelbaar en afwisselend. Wat wil je ook, als Eva zelf schrijft: ‘Je kunt van alles over ons gezin beweren, positief of negatief, maar je zult na het lezen van het boek moeten toegeven: bij ons is het in ieder geval nooit saai want er is altijd herrie in huis!’ Herrie in huis
Ervaringen van een gezinshuisouder Eva Harting ISBN: 978 90 8850 338 2 – 1e druk, 2012 176 pagina’s – € 18,90 – Gouden NVP-leden betalen € 15,31 Mail uw bestelling naar
[email protected] ovv gewenste boek en uw lidnummer
De Kleine Gids Pleegzorg Juridisch en pedagogisch (ver)antwoord In de Kluwerserie ‘De Kleine Gids’, is onlangs De Kleine Gids Pleegzorg verschenen. Mariska Kramer en Petra Bastiaensen, respectievelijk als advocaat en pedagoog bekenden in de pleegzorgwereld, zijn samen verantwoordelijk voor de inhoud van deze publicatie. De schrijvers zeggen in hun voorwoord: ‘Wij hopen met deze Gids de praktijk te motiveren tot een ‘ pedagogisch en juridisch harmoniemodel’, juist vanuit het besef hoe complex pleegzorg kan zijn’ . Die doelstelling is inderdaad terug te vinden in het boek. Een beslissing in het kader van familie- en jeugdrecht, wordt ook door pedagogische inzichten beïnvloed. Bijvoorbeeld: vanuit pedagogisch oogpunt, is een groot aantal overplaatsingen niet goed voor een kind. Continuïteit maakt dat
een kind een stabiele en duurzame relatie met zijn opvoeder op kan bouwen en kan onderhouden. Algemeen, en door onderzoek onderbouwd, wordt deze stelling als ‘waar’ beschouwd. Dit inzicht is ook bij kinderrechters bekend. Sterker: Op verzoek van de Expertgroep jeugdrechters heeft Femmie Juffer (Universiteit Leiden) in 2010 ‘Beslissingen over kinderen in problematische opvoedingssituaties; Inzichten uit gehechtheidsonderzoek’ ¹ gepubliceerd. In De Kleine Gids wordt de onlosmakelijke band én de wisselwerking tussen recht en pedagogische inzichten helder aangegeven. ‘Het recht’ als vastgelegd in de wet is ook in beweging. Immers: er liggen wetsvoorstellen in de Eerste Kamer. Mariska Kramer geeft in het boek zowel de huidige wet-
geving, als mogelijke wijzigingen in de nabije toekomst aan. Dat is volledig, maar werkt soms ook verwarrend. De auteurs en de uitgever hadden wellicht ook de verwachting en hoop dat de wetsvoorstellen al in werking zouden zijn getreden, toen de uitgave gepland werd. Het boek is door de opzet niet erg toegankelijk om snel even wat op te zoeken. Het boek is wél toegankelijk om te lezen, ook door de verduidelijkende casussen. De gelezen informatie blijft goed hangen.
leestijd 22 pleegcontact
1 http://media.leidenuniv.nl/legacy/ researchmemorandum20106-beslissingen
De Kleine Gids Pleegzorg
Juridisch en pedagogische (ver)antwoord Petra Bastiaensen en Mariska Kramer ISBN: 978 90 1309 625 5 – 1e druk, 2012 177 pagina’s – € 20,00
d
d
flow
Even iets heel anders: vakantieschrijfboek 2012
Een beetje mindfulness, wat ‘new-age’ après la lettre, een soort knutselboek, maar we vinden het ook gewoon erg leuk en vrolijk: Flow vakantieboek 2012. Een vakantieschrijfboek: ruimte om op te schrijven waar je bent, waar je aan denkt, metrokaartjes bewaart en toegangsbiljetten van dat ene museum. Aan het einde heb je een boek vol herinneringen om later nog eens door te nemen. Soms gaat in de vakantie de tijd ook ongemerkt voorbij. Met dit vakantieboek wordt je vakantie in elk geval nà je vakantie gemerkt. En dat alles vrolijk vormgegeven. De mannen in huis vinden het echt iets voor vrouwen, dus dat beperkt in elk geval de kans dat je je boek kwijt raakt ;-) Te koop bij de tijdschriftenhandel voor € 12,95
PLEEGouders
caleidoscopische blik op 5 jaar Pleegoudersupport Zeeland Ter gelegenheid van het 1e bestaanslustrum heeft de stichting Pleegoudersupport Zeeland een eenmalig magazine uitgegeven. Een jubileum-waardige uitgave! Ervaringsverhalen van pleegouders, columns, artikelen over deskundigheidsbevordering. Mooi vormgegeven, mooi papier, mooie foto’s en afwisselende inhoud. Van harte! Meer informatie? Stuur dan een mailtje aan
[email protected]
Hoe zit dat? Nog even en het is weer zover; de zomervakantie. De paspoorten zijn geregeld en ieder heeft zijn eigen document dus wij kunnen de landsgrenzen over. Na inmiddels vijf vakanties met z’n allen, gaan de voorbereidingen niet meer zo chaotisch. Ik weet wat nodig is om ons ‘rustig’ 1500 kilometer verderop te verplaatsen. Cadeautjes, een goede snoepvoorraad en lekker eten voor manlief zorgen voor de eerste 1000 kilometer. Na een heerlijke nacht in een hotel en croissants voor ontbijt kunnen we ook van start op de tweede dag. Al beginnen aan het einde van de ochtend wel de eerste ruzies op de achterbank. Maar ik mag niet mopperen geloof ik. Van ouders om me heen hoor ik dat die niet verder komen dan de Ardennen omdat de kinderen niet te houden zijn. Eenmaal aangekomen op de camping in Italië begint het feest. Vermaak voor de kinderen, maar ook voor menig campinggast. Een auto geschikt voor negen personen gaat niet onopgemerkt de slagbomen voorbij. Menigeen heeft de minibus al gespot voor wij op onze plek gearriveerd zijn. En als dan de deuren van de Vivaro opengaan, kan het tellen beginnen. ‘Ja mevrouw het klopt het zijn er vijf ’. ‘En nee, we hoeven
niet allemaal in de caravan. We zetten zo nog een tent op’. Maar dat is nog maar het begin want met één adhd-er aan boord en twee die erop lijken, kan het echte feest beginnen. Na 1500 kilometer stilzitten zijn de prikkels van een camping echt genoeg om even een paar dagen te stuiteren. ‘Mam, we hebben een voetbalveld en ik stond net in het meer. Vanmiddag is er estafette in het zwembad en mag ik nu de boot opblazen.’ ‘Sorry mevrouw van uw windscherm en oh, daar gaat de poot van uw tafeltje. Nee we letten echt op ze maar … ai daar gaat een afwasbak. Meneer hij zag u echt niet.’ Ja we zijn er. Nog beter nieuws: we blijven de komende veertien dagen! Na een paar dagen is ons veldje aan onze aanwezigheid gewend en zijn we voor vele gasten een groot vermaak. Vooral tijdens de ochtend- en avondmaaltijden. We hebben vaak teveel lawaai, er heeft altijd wel iemand even ruzie en bij ons is het vrij gewoon dat iemand even te boos is en wegloopt of wat omgooit. Tja, en dan nog de puzzel van ons leuk samengestelde gezin. De eerste vragen worden op dag twee al gesteld aan de kinderen. Het zijn vooral de vragen van hun ouders die ze zelf niet stellen. Is je jongste zusje geadopteerd? Hebben jullie allemaal dezelfde vader? Met al die verschillende kleuren van zwart via lichtbruin naar hoogblond kun je er geen soep van koken. Hoe zit dat toch? Hoor je menig campinggast denken. Wij zeggen niks. En de kinderen … zij vertellen allemaal hun eigen verhaal. Net waar ze zin in hebben. Soms een verzinsel, soms een halve waarheid of een eigen draai maar onvoldoende om er wijs uit te worden. Na twee weken laten we menig campinggast vertwijfeld achter. Maar één troost….volgend jaar komen we terug!
Marike Wierstra-Heeringa
Marike (42) is pleegmoeder en daarnaast heeft zij samen met haar man een gezinshuis van het Leger des Heils. Zij zorgen samen voor 5 kinderen (7,10,12,14,17).
pleegcontact 23
de nvp wenst u een zonnige zomer
24 pleegcontact