3 Pleegcontact 2012
Blad van de Nederlandse Vereniging voor Pleeggezinnen
Nieuwe fenomenen of nieuwe jasjes Over welkom- steun- en meeleefgezinnen 4 Trauma’s en veerkracht
Een interview met Hans Grietens, ‘pleegzorgprofessor’ 6
Wetgeving en Den Haag
Een overzicht van de stand van zaken van wetsvoorstellen 8
Commissie Samson
Een overzicht 14 Een ervaringsverhaal 10
pleegcontact 00
Gewoon Nederlands Het herfstnummer van Pleegcontact ligt voor u. Boordevol informatie over actuele zaken: wetgeving, commissie Samson. Het trieste ervaringsverhaal van een ‘eigen kind’. Zij geeft duidelijk aan dat ze erkenning zocht én heeft gekregen. Bij en na de presentatie van het Samsonrapport was ‘erkenning en excuus’ ook aan de orde. Uiteindelijk heeft het kabinet bij monde van de minister van Justitie op 29 oktober, drie weken na de presentatie van het rapport, excuses aangeboden.
Er is een commissie ingesteld, er wordt met de opleidingen gesproken. En dat spreken, het praten is zo belangrijk. Dat bleek ook tijdens het congres naar aanleiding van het rapport op 11 oktober. Eén van de sprekers, hoogleraar Kinderbescherming aan de VU, Wim Slot, zei: ‘Maar er wordt niet of te weinig over gepraat…, de pleegouders moeten ook duidelijk kunnen communiceren over hun eigen handelen. Daarom moet dat gesprek in gewoon Nederlands, in de groep of het gezin tijdens het leven
van alledag en liever niet onder vier ogen. En de grootste opgave: het wel benoemen van de risico’s maar met uitzicht op oplossingen en gezonde keuzes. De taal die hiervoor nodig is moeten we nog leren spreken. Maar die taal is heel hard nodig, ook om de slachtoffers woorden te geven.’
n
In gewoon Nederlands dus.
3 nieuws 4 column van Marike Wierstra-Heeringa 4 nieuws 6 TRAUMA’S EN VEERKRACHT 8 Wetgeving: jeugdwet 9 nieuws uit den haag 10 Pijnlijke jeugdherinneringen 11 bedankt hoor! column van Maddy de Bruin 12 Samen voor het pleegkind 14 Omringd door zorg, toch niet veilig 15 kriebels 16 Weer in het gareel 17 volwassen 18 aangenaam kennis te maken 19 nvp regio nieuws 20 NVP op stap voor u
jaargang 29 – nummer 3
Pleegcontact Blad van de Nederlandse Vereniging voor Pleeggezinnen
Pleegcontact is een uitgave van Nederlandse Vereniging voor Pleeggezinnen (NVP) De hoofddomeinen van de NVP zijn: • Informatie en advies • Individuele en collectieve belangenbehartiging • Onderlinge ondersteuning De regionale afdelingen van de NVP organiseren koffieochtenden, gespreksgroepen, lezingen en andere activiteiten voor pleegouders en pleeggezinnen.
NVP postbus 1139 3500 BC Utrecht telefoon: 030 - 293 1500 e-mail:
[email protected] www.denvp.nl
Eindredactie en foto’s: NVP • Ontwerp: K E T E N, Rotterdam / Beusichem Lithografie en druk: Uitgeverij Zuidam & Zonen Redactiecommissie: Gerrie Meeuwesen, Marike Wierstra (pleegouder) Marielle Schmitz (beleidsmedewerker/coördinatie redactie) Kirsten Westervaarder (pedagoog) Lidmaatschap NVP 47,50 per jaar Advertentietarieven op aanvraag • Mailadres
[email protected] De redactie behoudt zich het recht voor ingezonden stukken in te korten/te wijzigen/ niet te plaatsen. De schrijver wordt hiervan op de hoogte gebracht.
nieuws
t
pleegouders als ambassadeurs
Om de aandacht te vestigen op het belang van pleegzorg en op het schrijnend tekort aan pleegouders in ons land zetten 100 pleeggezinnen zich in als ambassadeur.
Zij openen hun deuren om geïnteresseerden warm te maken de stap richting pleegzorg te zetten. Vanuit hun persoonlijke ervaringen en verhalen kunnen pleegouders als geen ander vertellen wat het betekent om pleegouder te worden en pleegouder te zijn. Waar kan je een pleeggezin bezoeken? 100 pleeggezinnen openen hun deuren op zaterdag 10 november 2012. Van Veenhuizen tot Dreischor en van Born tot Zeewolde stellen pleegouders tussen 14u en 17u hun huis open voor het grote publiek. Vanaf 5 november staan de adressen van de deelnemende pleeggezinnen op de site Pleegzorg in Nederland De open dag is onderdeel van de campagne ‘Ontdek de pleegouder in jezelf’, die in 2011 is gestart. Deze campagne heeft meer bekendheid aan pleegzorg gegeven en geholpen om niet traditionele doelgroepen beter te bereiken, zoals empty-nesters en homostellen. Een pleeggezin is het beste alternatief voor kinderen die niet bij hun eigen ouders kunnen opgroeien. Jaarlijks wonen 20.500 kinderen voor kortere of langere tijd bij pleegouders. In de afgelopen tien jaar is het aantal kinderen dat gebruik maakt van pleegzorg verdubbeld. Bron: www.pleegzorg.nl
centraal gezagsregister
en woonplaatsbeginsel
Het nieuwe Centraal Gezagsregister is vanaf 1 september 2012 beschikbaar. In dit register wordt bijgehouden wie het gezag heeft over minderjarigen. Op termijn krijgen ook gemeenten zelfstandig toegang tot dit register. Het nieuwe Centraal Gezagsregister zorgt ervoor dat voortaan élke rechtbank informatie kan geven over een uittreksel of indiening, ongeacht het geboortearrondissement. De Raad voor de Kinderbescherming, Bureau’s jeugdzorg en het OM hebben deze informatie vaak nodig voor besluitvorming over de toekomst van minderjarigen.
Woonplaatsbeginsel Het kan zijn dat dit nieuwe Centraal Gezagsregister een rol gaat spelen bij het bepalen van welke gemeente verantwoordelijk wordt voor welke jongere (woonplaatsbeginsel). Dit is denkbaar als de woonplaats van de gezagsdrager leidend wordt. Wetsvoorstel Na de Raad voor de Kinderbescherming en het OM krijgen ook de gemeenten zelfstandig toegang tot het Centraal Gezagsregister. Er is een wetsvoorstel in de maak dat regelt dat registratie in het geboortearrondissement niet langer verplicht is. http://www.vng.nl/smartsite.
margrite kalverboer:
scriptieprijs voor
Dr.mr. M.E. (Margrite) Kalverboer is per 1 oktober 2012 door Stichting Nidos benoemd tot bijzonder hoogleraar ‘Kind, (ortho)pedagogiek en vreemdelingenrecht’ bij de Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen van de Rijksuniversiteit Groningen. Kalverboer is orthopedagoog en jurist en verbonden aan de basiseenheid Orthopedagogiek. Ze is tevens verbonden aan het onlangs opgerichte Onderzoeksen Expertisecentrum voor Kinderen en Vreemdelingenrecht, dat is gelieerd aan het Ambulatorium van de betreffende basiseenheid.
Jeugdzorgaanbieder Elker heeft de Tjalling Zandberg Scriptieprijs 2012 uitgereikt voor de thesis ‘Door de ogen van een pleegkind. Een kwalitatief onderzoek naar de ervaringen en bevindingen van kinderen in een pleeggezin’. Deze thesis werd in 2011 geschreven door de RUG Orthopedagogiek studenten Karin Slagter en Eline Brugman, onder leiding van Prof. dr. Hans Grietens. Met hun thesis hebben de studenten een belangrijke bijdrage geleverd aan de innovatieve en kwalitatieve verbetering van de jeugdzorg, aldus Elker. Het onderzoek naar ervaringen en bevindingen van pleegkinderen was zeer innovatief. De studenten keken als het ware door de ogen van pleegkinderen! Het onderzoek biedt een opening tot vervolgonderzoek, waarbij verhalen van pleegkinderen centraal staan.
hoogleraar
Kalverboer houdt zich onder andere bezig met de vraag hoe het juridische belang van het kind pedagogisch geduid en gewogen moet worden binnen vreemdelingenrechtelijke procedures waarmee alleenstaande en andere minderjarigen in Nederland en daarbuiten te maken krijgen. Hierbij is er ook aandacht voor ethisch-maatschappelijke dilemma’s, bijvoorbeeld hoe de belangen van kinderen zich in besluitvormingsprocedures verhouden tot de belangen van overheden. Tevens wil zij onderzoeken hoe de (gezondheids-) en sociale zorg voor minderjarige asielzoekers beter kan worden vormgegeven. Hierbij zullen kennis vanuit de praktijk en het (internationale) wetenschappelijk onderzoek benut worden om voorstellen te doen ter verbetering van deze zorg. De leerstoel wordt gevestigd binnen de Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen, afdeling Pedagogische Wetenschappen en Onderwijskunde, basiseenheid Orthopedagogiek. Bron: www.rug.nl
thesis pleegzorg
Bron: website universiteit groningen In december 2011 heeft Pleegcontact uitgebreid aandacht besteed aan de scriptie. Voor de digitale versie van het artikel kunt u terecht op de website van de NVP.
website NVP De website van de NVP is actueler dan ooit! Nieuws over de NVP, pleegzorg, stukken over de transitie jeugdzorg, u vindt het er allemaal! Op de pagina van Pleegcontact vindt u een document waarin u makkelijk de links die in dit nummer van Pleegcontact staan, kunt vinden en gebruiken.
www.denvp.nl
pleegcontact 3
marike Ik weet al jaren dat de start van een nieuw schoolseizoen gepaard gaat met een aantal informatie avonden. Nu hebben wij vijf kinderen op vijf verschillende scholen dus we zijn de eerste weken heerlijk zoet. Nieuws over het komend schooljaar komt ons op diverse creatieve wijzen tegemoet. Ik krijg te horen wat ze dit jaar gaan doen en op welke dag wat gepland staat. Tot zover helemaal oké. Maar dan begint het. Of ik wil helpen bij het lezen, maar een half uur in de ochtend. Als mij de ochtend niet past dan is een bijdrage aan een project ook ok: paas- of kerstviering, boodschappen doen voor Sint, of knutselen voor de klassensurprise… het kan allemaal. En zelfs aan de groene vingers is gedacht want natuurlijk kun je ook een bijdrage leveren door te helpen in de tuin. Op de ene school wordt de vraag nog redelijk vrijblijvend gesteld maar op de andere ben ik al ingepland voor de schoonmaakvond en mag ik twee kruisjes zetten bij de activiteiten waar ik bij ga helpen. De vraag ‘óf ik ga helpen’ is voor het gemak overgeslagen. Na bezoekjes aan vijf scholen is mijn agenda weer gevuld en weet ik wat me te doen staat. Maar daarmee is het rooster nog niet klaar. We hebben natuurlijk ook de dagelijkse schoolactiviteiten. En tegenwoordig wordt er niet alleen gegymd, nee we hebben ook kinderboerderijdag (vergeet de laarzen niet!), en ‘helpen in het schooltuintje-dag’. Dus wordt een planning gemaakt op ons schoolbord wat er naast de schooltas deze dag nog mee moet. Maar ook die schooltas varieert want we hebben de tostidag, soepdag en fruitdag. De één moet twee keer per week fruit mee zonder koekje en de ander krijgt fruit op school dus ‘mam begrijp nu toch dat je mij dit niet mee hoeft te geven’. De een mag alles in een broodtrommel en de andere juf wil wel graag dat we de porties voor de pauzes verdelen in twee aparte trommels. Tuurlijk geen probleem! Toen ik de tweede schoolweek alle tassen ’s avonds klaar had staan en de trommels gevuld waren, was ik trots op mijn eigen organisatietalent. Totdat de één na oudste binnenkwam en zei: ‘Wat doet mijn tas daar. Ik heb toch morgen studiedag!’. Marike Wierstra-Heeringa is pleegmoeder en heeft een gezinshuis van het Leger des Heils.
nieuwe fenomenen of nieuwe jasjes?
Binnen de transitie jeugdzorg, waarover u ook in dit nummer van Pleegcontact weer kunt lezen, is de ‘civil society’ oftewel het ‘naoberschap’ een term die vaak gebruikt wordt. ‘Modern naoberschap is een nieuw netwerk van mensen, gedeeltelijk gebaseerd op de kernwaarden van het ‘oude’ naoberschap. Binnen dit netwerk wil men elkaar helpen om aangenaam te wonen, te werken en te leven. Nieuwe communicatiemiddelen ondersteunen de verbindingen. Gedeelde verantwoordelijkheid, gelijkwaardigheid, wederzijds vertrouwen, talent en inzet en wederkerigheid zijn de nieuwe ongeschreven regels’ schrijven Tanja Abbas en Linda Commandeur in hun boek ‘Modern naoberschap: hype of houvast’ (2012). Wat houdt dat in de jeugdzorgpraktijk in: projecten in de wijk, inzet van vrijwilligers, ondersteuning door beroepskrachten, laagdrempelig. De pilot-projecten in het kader van de transitie doen een beroep op dat ‘naoberschap’ en zo ook projecten die de huidige pleegzorgvormen raken. Nou ja, de huidige pleegzorgvormen… Welbeschouwd is pleegzorg altijd een vorm van ‘naoberschap’ Hieronder voorbeelden: Het Welkom-, het Meeleef-, en het Steun-gezin. Nieuwe fenomenen of nieuwe jasjes: u mag het zeggen! Het Welkomgezin
In juni 2012 bracht Lindenhout, jeugden opvoedhulp in Gelderland het volgende nieuwsbericht naar buiten: ‘Lindenhout wil haar hulp zo veel mogelijk organiseren in de omgeving waar kinderen opgroeien. Een van die manieren is hulp aan kinderen van 4
n
tot 12 jaar door welkomgezinnen die in dezelfde wijk wonen. Het kind kan zo bij de ouders blijven wonen, verblijft in zijn eigen wijk, blijft op de school en in zijn vertrouwde omgeving. Het project Welkomgezin is gestart in de wijk Presikhaaf in Arnhem. Het is bedoeld voor kinderen van wie de ontwikkeling wordt verstoord, door een samenloop van factoren in het eigen gezin. Ouders willen graag geholpen worden, maar het eigen netwerk kan deze hulp niet of onvoldoende bieden. Een welkomgezin kan voor één of enkele dagdelen per week een kind opvangen ter ondersteuning van de thuissituatie. Het is in staat om een stabiele opvoedingssituatie te bieden en werkt samen met de ouders van het kind. Het welkomgezin ontvangt ondersteuning en begeleiding vanuit Lindenhout en krijgt een vergoeding voor de uren dat het kind in hun gezin verblijft’ . Bron en meer info: www.lindenhout.nl
Het Meeleefgezin
Baby’s en jonge kinderen van ouders met psychiatrische problemen worden voor enkele dagdelen in de week op een verantwoorde wijze opgevangen in vrijwillige, veilige en stabiele meeleefgezinnen. Deze steun is voor het jonge kind een beschermende factor bij het opgroeien en kan latere gedragsproblemen voorkomen. Bovendien kan het kind bij de eigen ouders blijven wonen. Het project draagt bij aan de geestelijke gezondheid van zowel ouder als kind en voorkomt dure, geïndiceerde zorg. Opvang door meeleefouders
De hulp van een meeleefgezin kan
nieuws nieuwe richtlijnen pleegzorg
voorkomen dat de stress hoog oploopt. Zij vangen het kind een dagdeel per week en een weekend per maand op, zodat de biologische ouders regelmatig tijd krijgen tot zichzelf te komen. Het kind heeft daarmee een veilige en stabiele plek, waar zijn/haar ontwikkeling wordt gestimuleerd. En de meeleefgezinnen genieten van het opgroeien van een jong kind en de gezelligheid die dat met zich meebrengt. Met de kinderen is meestal nog weinig aan de hand; het zijn de biologische ouders die even rust nodig hebben.
We hebben er al eerder over geschreven. Er worden zogenaamde richtlijnen ontwikkeld voor de jeugdzorg. Geen nieuwe regeltjes, maar handvaten. Richtlijnen zijn aanbevelingen voor het handelen, en ze zijn er om de professional te ondersteunen in het dagelijks werk. De afwegingen die een professional dagelijks maakt, zijn gebaseerd op veel meer dan alleen richtlijnen. Er wordt verwacht dat er in de eerste plaats gekeken wordt naar de specifieke cliënt en de situatie van die cliënt. Richtlijnen dragen er wel aan bij dat bestaande kennis meegenomen wordt in de afwegingen. Pleegzorg De richtlijn Pleegzorg gaat in op vier thema’s die hieronder worden genoemd. Elk thema omvat diverse vragen. Voorbeelden van deze vragen zijn hieronder (vereenvoudigd) weergegeven. Definitie en afbakening welke beschermende en welke risicofactoren beïnvloeden bijvoorbeeld de ontwikkeling van pleegkinderen? Plaatsing wat bepaalt of een plaatsing succesvol is? En hoe kun je de kans op schade bij het
pleegkind door overplaatsing verkleinen? Interventies hoe kunnen hulpverleners pleegouders ondersteunen bij de ontwikkeling van hun pleegkind? Hoe voorkom je een ‘breakdown’, en hoe signaleer je dat er een ‘breakdown’ aan zit te komen? Terugplaatsing welke rol kunnen pleegkind en (pleeg)ouders vervullen als er een opvoedingsbesluit moet worden genomen? En wat zijn criteria om een pleeggezin te verkiezen boven terugplaatsing? Een vraag van de Inspectie Jeugdzorg is bovendien: hoe moeten de ouders en het netwerk van het pleegkind betrokken worden bij de pleegzorgplaatsing? Ook op deze vraag wil de richtlijn Pleegzorg een antwoord geven. Naar verwachting is de conceptrichtlijn eind 2013 klaar. Dan gaat de proefinvoering van start. Op basis van de ervaringen die tijdens de proefinvoering worden opgedaan, wordt de richtlijn aangepast. In 2014 zal de richtlijn dan breed worden ingevoerd Van www.richtlijnenjeugdzorg.nl Op die website vindt u ook meer informatie.
diversiteit in pleegzorg
Bron en meer info: www.meeleefgezin.nl
Het Steungezin
Het Steungezin richt zich op multiproblem gezinnen waar kinderen het risico lopen in hun ontwikkeling beschadigd te worden. Als ouders niet in staat zijn zelf het tij te keren, kan het Steungezin een goed alternatief zijn voor bijvoorbeeld pleegzorg of residentiële opvang. Er wordt zo licht als mogelijk en zo zwaar als noodzakelijk hulp geboden. Daarbij wordt een beroep gedaan op het sociale netwerk en geappelleerd aan eigen kracht en zelfregie. De professional komt meer in de rol van stimulator en ondersteuner. Twintig steungevende gezinnen worden gekoppeld aan 20 steunontvangende gezinnen om deze ondersteuning te bieden bij het opvoed- en opgroeiproces van de kinderen. Het project is een initiatief van FlexusJeugdplein en wordt uitgevoerd samen met het CJG, jeugdzorginstellingen, wijkteams, vrijwilligers, (deel) gemeente en scholen in Rotterdam-Rijnmond.
Het PBR* gaat zich in 2012 en 2013 met migrantenorganisaties en pleegzorginstellingen in verschillende steden in Nederland inzetten voor diversiteit in pleegzorg. Via voorlichtingen met verschillende gemeenschappen gaan ze informatie geven over pleegzorg en met de pleegzorginstellingen gaan ze kijken of hun inzet voldoende aansluit bij de behoeften van potentiele pleeggezinnen. Allochtonen en pleegzorg Ze zien dat onder de kinderen die pleegzorg nodig hebben steeds meer allochtone kinderen terecht komen bij de pleegzorggezinnenmet weinig diversiteit. Dit leidt ertoe dat kinderen opgevangen worden in gezinnen die niet aansluiten bij hun cultuur of de gewoonten die ze gewend zijn. De kinderen die toch al in een moeilijke situatie zitten omdat ze niet bij hun eigen ouders kunnen blijven moeten ook nog eens gaan wennen aan nieuwe gewoonten of vinden onvoldoende ruimte om hun eigen identiteit te kunnen vormgeven. Binnen allochtone gemeenschappen zien ze weinig betrokkenheid bij pleegzorg of zelfs terughoudendheid om pleeggezin te worden. Diversiteit in pleegzorg Met het project Diversiteit in Pleegzorg gaan ze zich met vele partners inzetten om allochtone, met name islamitische gemeenschappen,
bewust te maken van het feit dat steeds meer allochtone kinderen pleegzorg nodig hebben en geplaatst worden in autochtone gezinnen omdat er geen islamitische pleeggezinnen beschikbaar zijn. Ze gaan de gemeenschappen informeren over de noodzaak om pleeggezinnen te vinden en wat het betekent om pleegouders te zijn. De pleegzorginstellingen gaan zich inzetten om informatie te verstrekken en gezamenlijk gaan ze potentiële kandidaten werven en begeleiden. Van dit bewustwordings- en wervingsproces zullen ze de methodiek beschrijven zodat deze overdraagbaar wordt richting andere instellingen en betrokkenen. Op een slotconferentie zullen ze de methodiek presenteren. Meer informatie Het project wordt ondersteund door stichting Kinderpostzegels. Voor meer informatie over het project kunt u contact opnemen met het PBR via
[email protected]. Betrokken project partners zijn: Attanmia, FlexusJeugdplein, Me & Society, Trias Pedagogica, Dalmar, Sonpcan, Dona Daria, Spirit, de Bascule, Dialoog Haaglanden, Stichting Besef en Balans, de Rading en Jeugdformaat. * Platform Buitenlanders Rijnmond Bron: www.pbr.nu
pleegcontact 5
in gesprek met Hans Grietens, hoogleraar orthopedagogiek aan de Rijksuniversiteit Groningen
TRAUMA’S EN VEERKRACHT Met zijn oratie ‘Kleine stemmen, grote Verhalen’ – over pleegkinderen in orthopedagogisch onderzoek – heeft Hans Grietens zijn start als hoogleraar orthopedagogiek in Groningen gemarkeerd. In Pleegcontact 4-2011 heeft Marielle Schmitz deze oratie besproken. In augustus praat ik met Grietens door over zijn wetenschappelijk werk en visie op pleegzorg.
Grietens’ keus voor de pleegzorg? Aan de universiteit in Leuven, waar Grietens tot 2010 hoofddocent was, deed hij vooral onderzoek naar de residentiële jeugdzorg. De uitnodiging vanuit Groningen is het begin van zijn groeiende fascinatie voor het fenomeen pleegzorg. ‘Pleegzorg bestaat al heel lang. Een gezin neemt een kind op dat het niet of beperkt kent. Mensen doen dat al eeuwen. Het is tegelijkertijd heel gewoon én heel bijzonder. Het is complex omdat het nog minstens één van zijn ouders heeft. En er zijn grote problemen voordat het kind in een ander gezin komt. Zo’n pleeggezin gaat een kind met wie het geen geschiedenis heeft opnieuw opvoeden. Zelfs als een kind dan lang in zo’n pleeggezin woont blijven er lastige vragen: wat gaat er gebeuren als ik 18 ben en dus niet meer onder de jeugd- en pleegzorg val? Hoe meer ik erin duikt en erover nadenk, hoe fascinerender het wordt. Het bijzondere en complexe blijft vaak onzichtbaar omdat zowel het pleegkind als het pleeggezin zo gewoon mogelijk willen zijn. En naar dat bijzondere verschijnsel is maar relatief weinig onderzoek gedaan.’ De uitdaging voor Grietens is om antwoorden te vinden op de vraag hoe de verschillende betrokkenen bij kunnen dragen aan een veilige opgroeisituatie voor pleegkinderen. En naar zijn idee mag daarbij het perspectief van het pleegkind nooit vergeten worden. ‘We weten wel wat kinderen voor een veilig opgroeien nodig hebben: ze hebben continuïteit nodig en ze moeten gezien en gewaardeerd worden. En daarmee weten we eigenlijk ook wel wat goede pleegzorg moet zijn. Vervolgens zien we in de praktijk toch heel veel fout lopen.’ Deelname aan het onderzoek van de commissie Samson In 2010 kreeg Grietens na het onverwacht overlijden van collega Piet Strijker de leiding over een aantal lopende onderzoeken. Eén van de onderzoeken betreft de PleegouderPleegkind-Interventie, een methodiek om de relatieopbouw tussen pleegouders en jonge pleegkinderen te stimuleren met het doel het voortijdig afbreken van plaatsingen te voorkomen. Een ander groot onderzoek in een psychiatrische behandelunit richt zich op
6 pleegcontact
besluitvorming over pleeggezinplaatsingen van kinderen met ouders met ernstig psychiatrische problematiek. Hoe kan een besluit genomen worden om kinderen veilig en verantwoord te laten wonen bij hun ouders? Vanuit de universiteit Groningen is een bijdrage geleverd aan het onderzoek door de commissie Samson naar seksueel misbruik van kinderen in jeugdzorg in de periode 1945-2008. Grietens heeft zich voornamelijk beziggehouden met wat er in de pleegzorg is gebeurd. Vanuit literatuur bleek slechts weinig bekend over misbruik in pleeggezinnen, meer onderzoek is gedaan vanuit de residentiële zorg. In het onderzoek zijn slachtoffers geïnterviewd die in hun jeugd in een pleeggezin woonden. Het verhaal van huidige slachtoffers in pleeggezinnen werd niet onderzocht. ‘Ik wil antwoord vinden op de vraag waarom kinderen in een pleeggezin worden misbruikt. Je kunt stellen dat misbruik voorkomt in alle gezinnen, dus ook in pleeggezinnen. Het grote verschil is dat een pleeggezin juist bedoeld is om nieuwe veiligheid voor een kind te scheppen. Traumaproblematiek van pleegkinderen is vaak groot. Ze lopen meer kans om daarna ook slachtoffer te worden, bijvoorbeeld van seksueel misbruik. En het incesttaboe zou in een pleeggezin afwezig zijn.’ Hoe draag je voor deze kinderen op een goede manier zorg als pleegouder? ‘We zullen instrumenten moeten ontwikkelen die pleegouders helpen om te gaan met deze zware trauma’s.’ Het eindverslag van de commissie Samson is op 8 oktober verschenen (zie elders in dit nummer, red.). Het droomonderzoek van Grietens De ruimte voor een wetenschapper om onderzoek te doen, wordt bepaald door beschikbare financiën, beschikbare tijd, aantallen studenten, enzovoorts. Onderzoeken komen deels voort vanuit de nieuwsgierigheid van studenten en wetenschappelijke medewerkers. Maar meestal komen ze op gang vanuit de vragen uit het pleegzorgveld, gesteld door jeugdzorginstellingen en beleidsmakers. Veel minder worden onderzoeksvragen gesteld door de direct betrokkenen, pleegkinderen, ouders en pleegouders.
‘De wetenschap zal zelf actief met àlle betrokkenen in gesprek moeten gaan over de werkelijk interessante vragen. En de onderzoeken dienen relevant te zijn voor het ontwikkelen van een veiliger situatie van het pleegkind.’ Dit is de ethische dimensie die Grietens als voorwaarde stelt aan het onderzoek in de orthopedagogiek. ‘Graag zou ik grootschalig onderzoek doen naar hoe het met die getraumatiseerde kinderen in de pleegzorg gaat. Naast het trauma van het verliezen van een vertrouwde plek, hebben zij allemaal nog een of meerdere andere trauma’s meegemaakt. Ik zou hen vragen naar hun belevingen. Hoe waarderen zij hun pleegkind-zijn nu en achteraf? Dat verhaal heeft een wezenlijk andere dimensie dan het verhaal van bijvoorbeeld pleegouders of begeleiders’ Wat kan het opleveren? Stapels verhalen met aanbevelingen voor de pleegzorgpraktijk, voor hulpverleners, beleidsmakers en ook voor pleegouders en ouders. Het perspectief van het kind kan anders meegenomen worden in beslissingen. ‘Willen we de ethische dimensie echt centraal stellen dan moeten we als wetenschapper onze ivoren toren verlaten. We moeten nog veel meer leren ons dialooggericht op te stellen’. Stem geven aan pleegkinderen in wetenschappelijk onderzoek Een pleegkind moet gehoord worden – het klinkt zo sympathiek, maar tegelijkertijd is het een platitude die veel reacties en vragen oproept. Hoe kun je het verhaal van een kind goed horen en begrijpen? ‘Kinderen gebruiken veel meer ‘talen’ dan het gesproken woord. Een Italiaanse groep van onderzoekers in Reggio Emilia heeft het over de 100 talen van een kind. Ouders, directe verzorgers en vervolgens onderwijskrachten zijn doorgaans goede verstaanders van een kind. Zij treden dan ook vaak als ‘vertaler’ op. Op een zeker moment kunnen kinderen met vertrouwen hun stem laten horen en wordt hun verhaal ook begrepen.’ ‘Pleegkinderen zijn dankzij hun trauma’s in hun gedrag en verhaal vaak moeilijker te begrijpen. Zij hebben niet geleerd te vertrouwen op hun eigen stem. Pleegouders willen en kunnen de veiligheid voor een kind
meer informatie webinformatie over Hans Grietens: www.rug.nl/staff/h.grietens/index Pleegouder-Pleegkind-Interventie De Pleegouder-Pleegkind Interventie is bedoeld om de relatie van pleegouders met hun jonge pleegkind (0-4 jaar) te verbeteren door ze te ondersteunen in het opbouwen van een relatie met dat kind. In zes tweewekelijkse sessies leren de pleegouders met behulp van psycho-educatie en videoopnamen hoe zij het beste met hun pleegkind kunnen omgaan, zodat de kans op voortijdig afbreken van de pleegzorgplaatsing afneemt. De interventie is nog niet erkend door het Ned. Jeugdinstituut. Onderzoek in psychiatrie Drenthe mbt besluitvorming pleegzorgplaatsingeninformatie te vinden op www.rug.nl/staff/h.grietens/index Commissie Samson www.onderzoek-seksueel-kindermisbruik.nl Op 8 oktober is eindverslag gepresenteerd. Kleine stemmen grote verhalen Oratie van Hans Grietens ISBN 9789044128321 – € 9,90 Pleegcontact 4 – 2011 P. 16-17 (te downloaden via www.deNVP.nl)
herstellen en voor zijn belang willen opkomen. Maar zij hebben tijd nodig om de ‘taal’ van het kind te leren verstaan. Daarbij is vaak ondersteuning van gedragsdeskundigen en therapeuten nodig. Soms kunnen ouders daarin ook helpend zijn.’ Grietens vervolgt: ‘Ik begrijp wel dat pleegouders – maar ook hulpverleners en ouders – huiverig zijn om hun pleegkinderen aan wetenschappelijk onderzoek te laten meedoen. Ze moeten al zo vaak hun verhaal doen aan vreemde mensen. Maar in een veilige omgeving kan het voor kinderen ook leuk zijn om mee te doen. Een onderzoeker kan aansluiten bij hun niveau zonder hen te dwingen tot het prijsgeven van zaken die zij niet willen. En hun bijdrage zorgt voor een completer onderzoeksverslag.’ ‘De onderzoeker zal de inhoud en de methoden van het onderzoek duidelijk moeten maken. Zo kan hij bij de verschillende betrokkenen toestemming verkrijgen voor deelname van de kwetsbare groep pleegkinderen.’ ‘Het klinkt utopisch, maar misschien moet je pleegkinderen wel in de gelegenheid stellen om de onderzoeksagenda mee te bepalen. Wat zouden voor hen belangrijke vragen zijn om te onderzoeken? In begeleidingscommissies van onderzoeksprojecten zouden bijvoorbeeld pleegkinderen opgenomen kunnen worden.’
Invloed van de structuur van de jeugdzorg ‘In de Nederlandse jeugdzorg, maar ook bijvoorbeeld in Vlaanderen en Frankrijk, duurt het lang voor een besluit genomen wordt over de definitieve plek van een kind. Gevolg daarvan is dat er relatief veel verplaatsingen van kinderen voorkomen. En we weten dat deze vele verplaatsingen traumatisch zijn.’ Er wordt naar Grietens’ mening te lang vastgehouden aan de opvatting dat kinderen hoe dan ook weer bij hun ouders moeten gaan wonen, dat dit het beste voor hen is. Er zullen echter altijd een aantal ouders zijn die niet voor hun kinderen kunnen zorgen. Het uitstellen van beslissingen is niet alleen schadelijk voor de pleegkinderen. ‘Voor ouders betekenen de herhaalde uitplaatsingen dat zij falende ouders blijven en dat hen de kans ontnomen wordt om een positieve rol in het leven van hun kinderen te gaan spelen. En voor pleegouders betekent het dat het moeilijker wordt om voor die groep extra getraumatiseerde kinderen een veilige haven te bieden.’ Dat snellere beslissingen over de continuïteit van een kind in een pleeggezin niet altijd goed zijn, wordt duidelijk vanuit de Engelse situatie. Daar heeft men te lang de banden met de oorspronkelijke ouders vergeten wat weer tot heel andere problemen leidde. Hoewel het pleeggezin als alternatief voor
het ouderlijk gezin het meest tegemoet komt aan de behoefte aan continuïteit van een kind zal de residentiële zorg waarschijnlijk nooit helemaal verdwijnen. Over trauma’s en veerkracht ‘In de pleegzorg komen we veel trauma’s van pleegkinderen tegen. Er gebeurt voor hen iets heel ergs, namelijk het weg moeten gaan van je bekende plek en niet weten waar je naar toe gaat. Plaats maar eens een goed alternatief tegenover al dit erge. Soms lijkt het bijna onmogelijk om van al die trauma’s te herstellen.’ Als Grietens ‘trauma’ zegt dan klinkt al snel daarna het woord ‘veerkracht. ‘Maar pleegkinderen komen trauma’s te boven. Daar zou best meer onderzoek naar gedaan mogen worden. Wat loopt er goed in de pleegzorg en waarom? Er wordt veel onderzocht vanuit het probleem terwijl het herstel door de veerkracht minstens zo verbazingwekkend is. De komende tijd zal leren op welke wijze er werkelijk een plaats wordt ingeruimd voor het pleegkind in het wetenschappelijk onderzoek.‘ Suggesties en vragen van pleegkinderen, maar ook van pleegouders en eigen ouders, zijn bij Grietens welkom. Stuur ze naar de redactie, wij sturen ze door naar Groningen. Bert Lubberink
pleegcontact 7
Wetgeving jeugdwet Op het gebied van pleegzorg is er veel in ontwikkeling wat betreft wetgeving. Wetsvoorstellen in de Eerste Kamer én het eerste concept voor de nieuwe Jeugdwet dat ter consultatie op internet was geplaatst. De Jeugdwet komt o.a. in plaats van de Wet op de jeugdzorg en regelt zaken voor na de transitie van de jeugdzorg naar de gemeenten.
De Jeugdwet moet dus ook de wetsvoorstellen die nu in de Eerste Kamer liggen m.b.t. verbetering rechtspositie pleegouders opnemen. 32015 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de Wet op de jeugdzorg en de Pleegkinderenwet in verband met herziening kinderbeschermingsmaatregelen. 33061 Aanpassing van wetgeving en vaststelling van overgangsrecht in verband met de herziening van de maatregelen van kinderbescherming (herziening kinderbeschermingsmaatregelen) Hierin wordt o.a. geregeld dat pleegouders samen de voogdij over een pleegkind kunnen krijgen. De invoering is, ongeacht wanneer de Eerste Kamer akkoord is uitgesteld tot 1 januari 2015. 32529 Wetsvoorstel verbetering positie pleegouders Op 9 oktober is in de Eerste Kamer gesproken met de staatssecretarissen van VenJ en VWS. Op 26 oktober heeft Veldhuijzen van Zanten een brief gestuurd aan de Eerste Kamerleden. Elders in dit nummer van Pleegcontact kunt u lezen over de pleegoudervoogdij. In de brief geeft Veldhuijzen van Zanten ook antwoord over de pleegvergoeding en over een ‘zwarte lijst’ van pleegouders die niet geschikt zijn. De hele brief kunt u lezen op de website van de NVP. Zwarte lijst ‘Ik werk nu een voorstel uit voor een zwarte lijst voor pleegouders van wie is komen vast te staan dat zij aan een pleegkind geen veilige leefomgeving kunnen bieden. Zoals u weet zijn waarborgen vereist bij het hanteren van een zwarte lijst, omdat de informatie over de betreffende personen vaak zonder hun toestemming wordt verstrekt.’
8 pleegcontact
‘Dit betekent dat vooraf voor betrokkenen duidelijk moet zijn op grond van welke gedragingen zij op de zwarte lijst terecht kunnen komen, en dat achteraf te toetsen moet zijn of de plaatsing op de zwarte lijst rechtmatig is. Mijn voorstel houdt in dat op de lijst moeten worden geplaatst: a Pleegouders die door een pleegzorgaanbieder uit het pleegouderbestand zijn verwijderd b Pleegouders bij wie de plaatsing van een pleegkind door de pleegzorgaanbieder is beëindigd, waarbij in beide gevallen de reden is gelegen in het feit dat de pleegouders naar het oordeel van de pleegzorgaanbieder niet in staat zijn het pleegkind een veilige leefomgeving te bieden.’
VISIE VAN DE NVP De NVP heeft hierover al eerder laten weten dat dit een lastig punt is. Immers als pleegouders een conflict met een pleegzorgaanbieder hebben, kan de aanbieder pleegouders uitschrijven en zelfs een kind uit huis plaatsen, terwijl niet duidelijk is of het probleem bij de pleegouders of bij de aanbieder ligt! Pleegvergoeding Met betrekking tot de verhoging van de pleegvergoeding was al eerder duidelijk dat men de financiering van de verhoging niet rond kon krijgen. Er is ook in de Eerste Kamer én door de NVP op aangedrongen om tóch de toegezegde verhoging in werking te laten treden. In haar brief zegt de staatssecretaris dat het niet gelukt is: ‘De gewenste verhoging van de pleegvergoeding laat helaas op zich wachten. Wat ik wel doe is het volgende: ik heb met de provincies afgesproken dat zij zich meer zullen inzetten om inning van de ouderbijdrage te verbeteren. De meeropbrengst die dit oplevert wordt ingezet voor de verhoging van de pleegvergoeding. Zoals toegezegd in het plenaire debat met uw Kamer heb ik naar een tussentijdse oplossing
gezocht, maar ik heb tot mijn spijt moeten constateren dat er geen structurele middelen zijn die op dit moment kunnen worden ingezet voor de verhoging van de pleegvergoeding.’ Uit de brief van de staatssecretaris aan de Eerste Kamer d.d. 26 oktober 2012.
oproep van de nvp De NVP heeft van pleegouders gehoord dat Bureaus Jeugdzorg in de praktijk al een voorschot hebben genomen op een verhoging van de vergoeding, en de bijzondere kosten al beperkt hebben. Nu er nog geen sprake is van een verhoging, is er dus ook nog geen verandering met betrekking tot de bijzondere kosten! Mocht u hier toch mee geconfronteerd worden: geef het door aan de NVP! Concept Jeugdwet In de zomer is de concept-Jeugdwet op internet gezet en konden belanghebbenden via een zogenaamde internet-consultatie reageren tot 18 oktober 2012. De NVP heeft als landelijke vertegenwoordiger van pleeggezinnen een verzoek gekregen inhoudelijk op de nieuwe concept wet te reageren. Dat hebben wij gedaan in de vorm van schriftelijke vragen, actieve aanwezigheid bij de informatiebijeenkomst op 31 augustus in Den Haag en een gesprek over onze signaleringen aangaande de nieuwe concept wet, bij VWS op 12 september. Vervolgens heeft de NVP een schriftelijke reactie ingestuurd. Vanzelfsprekend heeft de NVP het concept becommentarieerd vanuit de positie van pleeggezinnen en pleegzorg. In Pleegcontact nr 4 van 2012 uitgebreide informatie. Voor de liefhebbers: www.internetconsultatie.nl/jeugdwet U vindt daar de concept-wet én de 100 (!) reacties, inclusief die van de NVP.
pleegvergoeding ook
onbelast
bij meer dan 3 kinderen 2 Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel i door «, en» wordt een onderdeel toegevoegd, luidende: j. voordelen die worden genoten op grond van artikel 23 van de Wet op de jeugdzorg. Aldus het wetsvoorstel Fiscale verzamelwet dat nu in de Kamer ligt. In de praktijk houdt dit voorstel in dat de onzekere situatie dat de belastinginspecteur kan bepalen of de pleegvergoeding bij meer dan drie pleegkinderen, belastbaar kan zijn, gaat verdwijnen als het wetsvoorstel wordt aangenomen! ‘Hoewel de vergoedingen bedoeld zijn als vergoedingen voor te maken kosten, kan niet worden uitgesloten dat in individuele gevallen de vergoeding hoger is dan de werkelijke kosten. De vergoeding is immers niet op declaratiebasis vormgegeven, maar in vaste bedragen waarbij is getracht zoveel mogelijk rekening te houden met de specifieke eigenschappen van een pleeggezin, in het bijzonder het aantal pleegkinderen. In algemene zin kan niet worden uitgesloten dat bij bepaalde gezinnen met pleegkinderen sprake kan zijn van een voordeel, waarbij dit voordeel bij meer dan drie pleegkinderen dusdanig zou kunnen zijn dat een onderzoek daarnaar tot voor kort opportuun werd geacht. Ik heb hierover overleg gehad met de staatssecretaris van Financiën waarna besloten is, gezien de omvang van de groep pleegouders die het betreft en het feit dat in de praktijk de pleegvergoeding ook bij meer dan drie kinderen zelden tot nooit de kosten voor pleegzorg overschrijdt, de pleegvergoedingen expliciet vrij te stellen van belasting. Dit is vastgelegd in het wetsvoorstel Fiscale verzamelwet 2012, dat momenteel door de Tweede Kamer wordt behandeld. Hiermee wordt bereikt dat dergelijke vergoedingen na inwerkingtreding van deze wetswijziging in alle gevallen niet langer getoetst hoeven te worden op eventuele belastbaarheid.’ Uit: Nadere memorie van antwoord wijziging van de wet 32529 (wijziging positie pleegouders) dd juli 2012 van de staatssecretaris van VWS
Staatssecretaris Weekers van Financiën heeft dit op 11 oktober jl nog een keer bevestigd in zijn aanbiedingsbrief aan de Tweede Kamer met kenmerk AFP/2012/670.
extra wettelijke kwaliteitseisen
ook na de transitie In antwoorden op kamervragen schrijven staatssecretarissen Veldhuijzen van ZantenHyllner (VWS) en Teeven (VenJ) aan de Tweede Kamer over hun toezeggingen en de uitvoering van moties in verband met de wijziging van het jeugdstelsel o.a.: ‘Dit heeft ertoe geleid dat wij extra wettelijke kwaliteitseisen stellen aan gecertificeerde instellingen die jeugdbescherming, jeugdreclassering of gesloten jeugdhulp bieden, jeugdhulpaanbieders die verblijf aanbieden, en jeugdhulpaanbieders die intensieve ambulante jeugdhulp in het gedwongen kader aanbieden. Op deze vormen van jeugdhulp komt rijkstoezicht. De Rijkstoezichthouder houdt bij alle jeugdhulpaanbieders waarop vanwege de extra wettelijke kwaliteitseisen al rijkstoezicht wordt gehouden, ook toezicht op de
algemene wettelijke kwaliteitseisen, die aan alle vormen van jeugdhulp worden gesteld. Het rijkstoezicht zal geïntegreerd plaatsvinden. Hierbij wordt rekening gehouden met de domeinen (en dus de benodigde expertise) waarop de Inspectie Gezondheidszorg en Inspectie Jeugdzorg nu toezicht houden. De jeugdhulp wordt gedecentraliseerd naar gemeenten. De gemeenten houden met uitzondering van de hierboven genoemde vormen van jeugdhulp zelf toezicht op de naleving van de algemene wettelijke kwaliteitseisen en de aanvullende eisen die gemeenten zelf stellen. Het is van belang dat het gemeentelijk toezicht en het Rijkstoezicht goed op elkaar worden afgestemd om de kwaliteit van toezicht te kunnen borgen.’ (uit: Brief aan Tweede Kamer d.d. 24 oktober 2012 Onderwerp Moties en toezegging stelselwijziging jeugd kenmerk DJ/PS-3122937
verplichte begeleiding pleegoudervoogden
voorstel van de baan! In het wetsvoorstel verbetering positie pleegouders (32 529) dat in de Eerste Kamer is besproken op 9 oktober, was oorspronkelijk sprake van verplichte begeleiding van pleegoudervoogden. De NVP heeft vorig jaar naar Tweede Kamerleden nadrukkelijk aangegeven dat verplichte begeleiding geen wettelijke basis kent. Immers: het gezag ligt bij pleegouders. Daar heeft de rechter toe besloten. Hoe kan het dan dat begeleiding verplicht wordt? Ook naar de Eerste Kamer heeft de NVP nadrukkelijk haar standpunt kenbaar gemaakt. In haar brief van 26 oktober 2012 van de staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten (kenmerk J-3136791) zegt zij: ‘Tijdens de plenaire behandeling van het
wetsvoorstel in uw Kamer is door mijn ambtgenoot van Veiligheid en Justitie een pragmatische benadering van het punt van de begeleiding van pleegoudervoogden voorgesteld die recht doet aan de inbreng van de leden van uw Kamer en aan de opmerkingen uit de brief van de Nederlandse Vereniging voor Pleeggezinnen. De begeleiding van pleegoudervoogden wordt in beginsel beperkt tot één gesprek per jaar. Dit zal worden opgenomen in een bijzonder pleegcontract voor pleegoudervoogden. Ter gelegenheid van dat gesprek kan worden vastgesteld dat het kind daadwerkelijk in het pleeggezin verblijft en kan worden besproken hoe het met het kind gaat. Op deze wijze kan een vinger aan de pols worden gehouden. Indien de pleegoudervoogd behoefte heeft aan intensievere begeleiding, zal deze uiteraard worden aangeboden.’.
pleegcontact 9
Samson ervaring
Pijnlijke jeugdherinneringen Naar aanleiding van de commissie Samson is SKIP opgericht Stichting SKIP is in 2012 opgericht door een groep lotgenoten die in hun jeugd door de overheid in een (rijks)instelling of pleeggezin zijn geplaatst en daar seksueel, psychisch en/of fysiek misbruikt zijn. SKIP biedt een veilige haven voor lotgenoten waar men over de psychische, fysieke en sociale problemen kan praten, waar de klachten gemonitord worden, waar informatie verzameld wordt, maar waar ook politieke standpunten worden ingenomen en de
Van 1972 tot 1978 heb ik samen met mijn ouders, twee broers en zus in Jeugddorp de Glind van de Rudolphstichting gewoond. Wij waren een pleeggezin. Naast vier ‘eigen’ kinderen vingen mijn ouders vier pleegkinderen op. Eén van die pleegkinderen (in de puberleeftijd) heeft mij als klein meisje tijdens mijn peuterjaren seksueel misbruikt. Om te ‘overleven’ heb ik het misbruik uit mijn geheugen gewist. Op volwassen leeftijd (31 jaar), na een depressieve periode, zijn de beelden en bijhorende emoties in mijn bewuste teruggekomen. Een diepe wond draag ik nu, op 41-jarige leeftijd, nog altijd met mij mee. Ik ben al jaren in therapie om de vele diepgewortelde problemen stapje voor stapje een plek te geven en los te laten. Mijn therapeute moedigde me al vanaf 2005 aan de dader aan te spreken op zijn onaanvaardbare gedrag destijds. Opschrijven dat wat leeft in mij, dat wat is in mij, vraagt echter moed. Onbeschrijfelijk veel moed. Mijn diepste angst was dat als ik dat zou doen die pleegbroer mij hier, tot in het buitenland (waar ik nu woon), op zou komen zoeken om wraak te nemen. Ik heb er jaren over gedaan om zo te vertrouwen op mijzelf dat ik durfde te schrijven. Opeens was het duidelijk. Ik ging in mijzelf vertrouwen.
10 pleegcontact
In april 2012 heb ik de Rudolpstichting durven informeren over mijn verhaal. In enkele minuten schreef ik een brief. Ik had niet eens een kladbriefje nodig. Het moment was rijp. De angst verdween als een luchtbel. Het antwoord van deze stichting op mijn brief heeft me diep geraakt. Ze schreef o.a: ‘Geen enkel kind mag wat u beschrijft meemaken’. Als klein meisje werd ik niet gehoord, niet serieus genomen, afgewezen en alleen gelaten met deze traumatische ervaring. Mijn ouders hebben toen wel mijn opvallend angstige gedrag ter sprake gebracht, maar hun professionele begeleiders en ook de juffrouw op de kleuterschool hebben nooit ingezien dat ik misbruikt werd. De mogelijkheid dat een pleegbroer dat zou doen kwam toen gewoon niet bij hen op, want seksueel misbruik was begin jaren 70 nog geen aandachtspunt in de jeugdhulpverlening. Ik voelde me daarom na het eerste antwoord van de Rudolphstichting intens opgelucht en bevrijd. Ik voelde mij erkend en serieus genomen door de stichting die samen met mijn ouders mij had moeten beschermen. Eindelijk, eindelijk ben ik gehoord door de stichting die destijds verantwoordelijk was voor mijn pleegbroer. Ik ben oneindig dankbaar voor hun reactie.
En nu? Is het feit dat misbruik bestaat tussen pleegkinderen en ‘eigen’ kinderen geaccepteerd, of heerst er nog altijd een taboe op? Naar aanleiding van mijn brief heeft de Rudolphstichting een onafhankelijk onderzoek laten uitvoeren door Jan Zandijk, waar ik hen zeer dankbaar voor ben. Tot mijn grote verbazing was een van de uitkomsten, dat in Nederland geen soortgelijke situaties bekend zijn, laat staan dat er lotgenotengroepen zijn. Ik moedig lotgenoten met soortgelijke herinneringen als de mijne aan hun verhaal openbaar te maken. Dit kan moeilijk en emotioneel pijnlijk zijn. Het vergt liefde en compassie, moed en de innerlijke veerkracht door te gaan. Mij helpt het enorm. Het is of ik uiteindelijk deze pijnlijke periode uit mijn leven erken en aanvaard. Voor de zoveelste keer haal ik de deksel van de doofpot, maar nu mogen de emoties er in volle beleving zijn. Ik voel een aangenaam gevoel van vertrouwen in mezelf, in mijn emoties, in mijn verhaal. Ik ben trots en dankbaar. Ik heb een opgelucht, bevrijd gevoel dat me tot diep in mijn hart raakt. Ik moedig de diverse organisaties in de hulpverlening aan deze verhalen dan serieus te nemen en te erkennen. Erkenning is voor mij het grootste cadeau geweest dat ik, als
Stichting SKIP openbaarheid niet geschuwd wordt. SKIP roept dan ook iedereen op die in zijn/haar jeugd in een overheidsinstelling en/of pleeggezin is misbruikt op seksueel, psychisch en fysiek gebied zich aan te sluiten. Stichting SKIP bestaat uit leden die eens per maand bij elkaar komen en praten over te nemen stappen, acties, maar ook over persoonlijke trajecten en bevindingen. Stichting SKIP heeft samenwerkingsverbanden met Stichting KLOKK, Slachtofferhulp Nederland, commissie-Samson en heeft onafhankelijke adviseurs. Meer informatie: www.stichtingSKIP.nl
slachtoffer van seksueel misbruik, heb mogen voelen en ontvangen. Tevens moedig ik de jeugdzorg aan aandacht te schenken aan de positie van ‘eigen’ kinderen in het pleeggezin. Ik moedig pleegouders van toen aan om de relatie met hun volwassen kind serieus te nemen en gesprekken over het gebeurde niet uit de weg te gaan. Gedane zaken nemen geen keer. Het is goed als een verstoorde relatie weer heel wordt, eventueel met professionele hulp. Acceptatie van dit trauma vergt voor zowel (pleeg)ouders als (volwassen) slachtoffer tijd, zelfreflectie, vertrouwen en liefde. Ik moedig pleegouders van nu aan alert te zijn op de onderlinge relaties tussen pleegkinderen en ‘eigen’ kinderen. Mijn intentie van dit artikel is niet een schuldige te vinden. Niet het desbetreffende pleegkind, niet mijn ouders, niet de Rudolphstichting. Ik ben in de fase van een volledige acceptatie dat dit misbruik begin jaren ‘70 heeft plaats gevonden. Mijn intentie is dat slachtoffers van toen en nu net als ik gaan praten over wat hen overkwam. De kennis en het bewustzijn van nu waren er destijds niet. Nu verandert ons bewustzijn. Liefde en licht zijn altijd het sterkst. (naam bij de redactie bekend)
bedankt Hoor! Pleegouderschap is tijdelijk, dat weet elke pleegouder die eraan begint. En toch is niemand erop voorbereid als het kind terug gaat naar een onveilige situatie. Daar kun je als pleegouder niet achter staan, maar je hebt het nakijken.... Je kunt niets doen.... volkomen machteloos, want je bent maar pleegouder.... Nu al een paar keer meegemaakt: een baby wordt in crisis opgevangen. Een onrustige, jonge baby die heel veel huilt, zowel overdag als helaas ook ‘s nachts... Na lange tijd ben je zover dat het kindje wat tot rust is gekomen, de nachten zijn iets minder zwaar. Het kind begint je te vertrouwen! Er komt iets van hechting op gang. En het moment is gekomen dat je kunt genieten van het kind. Maar er komt een kink in de kabel. Ouders zien dat het weer goed gaat met hun kind en komen met het verhaal: bedankt, maar nu kan ik het zelf wel weer hoor! En de rechter gaat hierin mee. Ouders mogen het weer ‘proberen’. Het kind wordt uit een veilige omgeving gerukt en teruggeplaatst bij zijn ouders. En als het daar dan maar goed gaat, dan kun je er als pleegouder vrede mee hebben, dan zit jouw taak erop en heb je bijgedragen aan een beter leven voor dit kind. Maar dat is het nu juist. Hoe vaak lopen die terugplaatsingen helemaal fout! En dan moet het kind opnieuw uit huis worden geplaatst en weer naar een crisispleeggezin, waar het dan maar weer maximaal drie maanden mag blijven en stukje bij beetje gaat het vermogen tot hechting kapot! Tot twee keer toe in onze nabije omgeving het verdriet aan moeten zien van in het begin zeer enthousiaste pleegouders die tot het uiterste zijn gegaan om het kind veiligheid te bieden en die na een paar maanden in het ene en na een jaar in het andere geval te horen kregen: bedankt, maar nu kunnen ouders het zelf wel weer! We hebben jullie niet meer nodig....
Wat een verdriet, vooral omdat in beide gevallen duidelijk was dat alleen al een simpel ouderbezoek het kind compleet in de war bracht, laat staan de verplichte nachtjes logeren. Aan pleegouders de schone taak om alle ‘rommel’ weer op te ruimen en het kind weer veiligheid te bieden. Pleegouderschap, fantastisch, maar waarom wordt er zo slecht voor pleegouders gezorgd? Ze zijn nog niet eens belanghebbende in de jaarlijkse verlenging van de ondertoezichtstelling. Mijn advies: kinderrechter, luister eens wat beter naar de pleegouder, dat is bij uitstek degene die het kind het beste kent. Wat een vreugde als ouders het inderdaad zelf weer kunnen en je met een gerust en blij hart het kind weer kunt toevertrouwen aan de eigen ouders... maar wat een verdriet, onmacht en woede als het kind weer terug moet naar een zeer onveilige thuissituatie... omdat de rechter dat zo heeft beslist... ouders mogen het nog een keer ‘proberen’, alsof het om een ding gaat, in plaats van om een afhankelijk klein mensje. Wat een enorme risico’s neemt de rechter, heeft de Nederlandse rechter dan nog steeds niets geleerd van vreselijke situaties als die van Savannah? Maddy de Bruin Maddy de Bruijn is zes jaar pleegmoeder geweest en nu ‘pleegmoeder op afstand’. Samen met Arjan heeft ze drie kinderen.
pleegcontact 11 00
Samen voor het pleegkind Eefje Janssen en Tina Kemp hebben in het kader van hun bachelor SPH aan de Saxion Hogeschool Enschede Academie Mens en Maatschappij, onderzoek gedaan naar de ervaringen en behoeften van pleegouders met betrekking tot de bejegening door de (gezins)voogd. Voor Pleegcontact schreven ze dit artikel.
Samen voor het pleegkind een juiste bejegening belangrijk, toch? Deze vraag stond centraal in het onderzoek dat gestart is in februari 2012. Er is een enquête uitgezet onder pleegouders die aangesloten zijn bij de NVP. In dit onderzoek werd er gekeken naar de ervaringen en behoeften van pleegouders met betrekking tot de bejegening door de (gezins)voogd. Bejegening heeft in dit onderzoek te maken met hoe de pleegouder door de (gezins) voogd wordt benaderd. Hierbij is vooral gekeken naar de bejegening tijdens het maken van belangrijke beslissingen als een plaatsing, overplaatsing, terugplaatsing of een omgangsregeling. Het onderzoek had betrekking op de volgende (gezins)voogdijinstellingen: Bureau Jeugdzorg, William Schrikker, Leger des Heils, Nidos en SGJ. Vanuit Saxion Hogeschool hebbende wij, in samenwerking met de NVP dit onderzoek uitgevoerd. Er is veel onderzoek gedaan naar vele facetten binnen de pleegzorg, maar hoe zit dit met het contact tussen de (gezins) voogd en de pleegouder? Geluiden uit het werkveld laten horen dat het hier soms misloopt. Maar hoe zit het met dit contact dat zo belangrijk is voor het pleegkind? Aan de ene kant de (gezins)voogd met het gezag over of de medeverantwoordelijkheid voor het pleegkind en aan de andere kant de pleegouder die het pleegkind in zijn of haar gezin opneemt. Het is van groot belang dat er een goede samenwerking en afstemming bestaat tussen de (gezins)voogd en pleegouder om te komen tot een situatie die het beste is voor de veiligheid en ontwikkeling van het pleegkind. Vanuit de enquête kwam naar voren dat de bejegening door de (gezins)voogd op verschillende punten verbeterd kan worden. We hebben ons zelf een aantal vragen gesteld. Zit er verschil in de bejegening door de (gezins)voogd tijdens de verschillende beslissingen? En waardoor denken wij dat dit verschil veroorzaakt wordt? De bejegening tijdens beslissingen tot overplaatsing en terugplaatsing werd over het algemeen minder positief ervaren in ver-
12 pleegcontact
gelijking met de beslissing tot een plaatsing en een omgangsregeling. De verwachting is dat pleegouders een gehechtheidsrelatie opbouwen met het pleegkind. Dit wordt tevens van hen verlangd, omdat dit van belang is bij de ontwikkeling van het kind (De Wit, 2011). Daarnaast kan het zo zijn dat de (gezins)voogd de situatie van het pleegkind vanuit een ander perspectief bekijkt.
Prima voogd die voor haar pupil gaat. Een duidelijk positief aspect van bejegening die bij alle beslissingen naar voren kwam, was dat de (gezins)voogd vriendelijk was in het contact. Er kwam ook een aantal aandachtspunten naar voren. Uit de enquête bleek dat er minder positief gescoord wordt op het punt: ‘het centraal stellen van het pleegkind door de (gezins)voogd’. De mogelijk andere kijk op de situatie en misschien het hebben van verschillende belangen door het verschil in de positie, zou de mening over wat het beste voor het kind is, kunnen beïnvloeden. Een aantal pleegouders geeft hierbij een toelichting. Een pleegouder zegt:’Er wordt niet geluisterd naar de schreeuw van het kind, maar de regels worden strak aangehouden ten koste van het kind’.
De voogd overlegt met biologische moeder wanneer er contact komt, houdt geen rekening met clubjes van de kinderen. Daarnaast komen de punten: gelijkwaardigheid, het voeren van overleg en serieus genomen worden minder positief naar voren in de resultaten. Ook het voorleggen van keuzemogelijkheden door de (gezins) voogd wordt als aandachtspunt genoemd. Deze stellingen duiden allemaal op een behoefte aan het meer mee mogen beslissen over het kind. Het zou kunnen zijn dat
pleegouders meer als partner gezien willen worden in het nemen van beslissingen, die het beste zijn voor het kind. Het kan ook zo zijn dat (gezins)voogden anders tegen deze punten aankijken. Dit kan komen door de verschillende rollen die de pleegouders en de (gezins)voogd hebben.
De voogd heeft na de terugplaatsing, waarbij wij het kind teruggebracht hebben zonder dat de voogd daarbij was, ons niet meer uit eigen beweging benaderd en ook niet gevraagd hoe het verlopen is. Uit de enquête kwamen de bovenstaande resultaten naar voren. Daarom vinden wij het van belang om tevens aanbevelingen te doen. Wat kan er gedaan worden met deze resultaten en hoe gaan we verder? Wellicht is het moeilijk voor de (gezins) voogd om keuzemogelijkheden voor te leggen aan pleegouders. Echter zijn wij van mening dat keuzemogelijkheden ook in kleine dingen voorgelegd kunnen worden. Wanneer vindt bijvoorbeeld een omgangsregeling plaats? En op welk moment wordt een pleegkind teruggeplaatst? Daarnaast is het van belang dat de (gezins) voogd de mening en informatie vanuit de pleegouders meeneemt om beslissingen te nemen, die in het belang zijn van het kind. Het voeren van overleg, het serieus nemen van de pleegouders en het laten blijken van een gelijkwaardige relatie, waarbij pleegouders gezien worden als deskundigen betreft de opvoeding en verzorging van het pleegkind, kunnen ervoor zorgen dat pleegouders positiever staan tegenover de bejegening door de (gezins)voogd. Deze punten kunnen uiteindelijk leiden naar keuzes, die in het belang zijn van het pleegkind. Eén van de pleegouders liet de volgende behoefte naar voren komen: ‘Openheid, duidelijkheid, respect en willen
over de auteurs Eefje en Tina schrijven in het voorwoord van hun bachelorrapport wat hun motivatie was om dit onderzoek te doen. ‘Voor het onderwerp van dit onderzoek zijn wij gemotiveerd geraakt door een gastles die we hebben bijgewoond. Eefje Janssen volgde de minor Werken in Gedwongen Kader en Tina Kemp heeft de minor Jeugdzorg gevolgd. Tijdens deze minor werd er een gastcollege georganiseerd, waarbij een pleegouder te gast was. Zij heeft veel verteld over haar ervaringen met het pleegouderschap. Hierbij kwam naar voren dat de pleegouder zich niet altijd serieus genomen voelde. Ze liet weten dat de bejegening niet altijd goed verliep. De pleegouder gaf aan dat het lastig is als pleegouder, om geen gezag te hebben over het pleegkind. Daarbij komt het belang van (gezins)voogd en pleegouder niet altijd met elkaar overeen. De pleegouder vertelde dat pleegouders in een lastige positie zitten en tot nu toe nog weinig inspraak hebben. Terwijl de pleegouders wel elke dag het pleegkind opvoeden, hebben ze geen beslissingsbevoegdheid met betrekking tot het maken van bepaalde belangrijke beslissingen. Dit maakte ons zeer nieuwsgierig en we werden enthousiast om een onderzoek uit te voeren naar de positie van de pleegouder. Hier hebben we lange tijd over moeten brainstormen, omdat dit een breed begrip is. Uiteindelijk hebben we besloten de bejegening door gezinsvoogd naar pleegouders te willen belichten bij het maken van belangrijke beslissingen als een plaatsing, terugplaatsing, overplaatsing of een omgangregeling met ouders en/of andere belangrijke personen voor het pleegkind. Het gaat hierbij om de ervaringen en de behoeften van de pleegouder samenwerken vind ik het belangrijkst’. Dit kwam bij meerdere pleegouders aan het licht.
Openheid, duidelijkheid, respect en willen samenwerken vind ik het belangrijkst. Tevens is het belangrijk dat de (gezins) voogd oog heeft voor de gehechtheidsrelatie van de pleegouders en het pleegkind. Deze relatie moet op een goede manier afgesloten worden wanneer een pleegkind uit het pleeggezin geplaatst wordt. Ook is erkenning en begrip voor de situatie van pleegouders van belang. Een ander punt, wat naar voren komt in de enquête is dat er
veel wisselingen zijn van (gezins)voogden. Wisselingen kunnen misschien niet voorkomen worden. Een goede overdracht, waarbij de gemaakte afspraken en de situatie van het pleegkind binnen het desbetreffende pleeggezin besproken worden, is dan van groot belang.
over de bejegening door (gezins) voogden. We hadden graag ook de kant van de (gezins)voogd willen belichten. Hiermee bedoelen wij, hoe gezinsvoogden hun taken en verantwoordelijkheden ervaren met betrekking tot het contact met pleegouders en de bejegening naar pleegouders toe. Helaas was het niet haalbaar voor verschillende (gezins)voogdij instellingen of pleegzorginstellingen, om hieraan mee te werken.’ ‘We hebben allebei binnen verschillende instellingen stage gelopen (Tina Kemp bij een crisisopvang en Eefje Janssen op een cluster 4 school). Hierdoor kwamen we regelmatig in aanraking met pleegouders/beroepskrachten die te maken hebben met een (gezins)voogd. We hebben in de praktijk allebei gemerkt dat het lastig is als je geen gezag hebt, maar wel elke dag het kind opvoedt. Het blijkt dan vaak lastig te zijn, dat je bijna altijd toestemming moet vragen voor bepaalde beslissingen en niet zelf de beslissingsbevoegdheid hebt over het kind. Hier moet vaak toestemming voor worden gevraagd aan een (gezins) voogd. Hierbij komen verschillende belangen naar voren. Wij waren daarom erg benieuwd hoe pleegouders hierover denken en wat hun ervaringen zijn. Daarnaast wilden wij dit onderzoek ook uitvoeren, omdat wij een bijdrage willen leveren aan het verbeteren van de positie van pleegouders. Een bijkomend doel is dat pleegouders zich door dit onderzoek serieus genomen voelen en ze het gevoel hebben dat ze worden gehoord.’ Uit het voorwoord van het Bachelorrapport ‘Samen voor het pleegkind, een juiste bejegening belangrijk, toch?’, Kemp en Janssen 2012
onderzoek van groot belang, zodat aandachtspunten duidelijker worden en er gerichter gewerkt kan worden aan deze samenwerkingsrelatie.
Samen voor het pleegkind, dat staat voorop!
Er zijn grote verschillen tussen (gezins)voogden. Er zou meer continuïteit moeten zijn.
Wij willen alle pleegouders bedanken die meegewerkt hebben aan dit onderzoek! Eefje Janssen en Tina Kemp
Wij zijn van mening dat de bejegening door de (gezins)voogd naar pleegouders toe een erg belangrijk onderwerp is. De eerste stap in het onderzoek naar deze samenwerking is hierbij gezet. Echter is vervolg-
Bron: Wit, W. de (2011). De spagaat van pleegouders. [Elektronische versie]. Verkregen op 22 februari 2012 via http://www.mobiel-pleegzorg.nl/2011/01/de-spagaat-vanpleegouders/ De citaten komen uit het bachelorrapport van Eefje en Tina
pleegcontact 13
Commissie Samson brengt rapport uit
Omringd door zorg, toch niet veilig Het zal u niet ontgaan zijn: de presentatie van het rapport van de commissie Samson op 8 oktober jl. De commissie is in 2010 ingesteld door de toenmalige ministers van Jeugd en Gezin en van Justitie.
aanbevelingen ten behoeve van commissie samson 1 Screening aspirant-pleegouders Pleegzorgorganisaties dienen altijd referenties op te vragen en af te geven bij de aanmelding van aspirant-pleegouders. Bovendien dient er door de sector een landelijke norm ontwikkeld te worden waaraan de voorbereidende training moet voldoen. De commissie merkt hierbij op dat ook bij netwerkplaatsingen de voorbereiding op pleegouderschap en de beoordeling van geschiktheid en matching voldoende aandacht dienen te krijgen. 2 Voorbereiding en ondersteuning pleegouders Pleegouders moeten door de pleegzorg-
De commissie had de opdracht onderzoek te doen naar de signalen van en de reactie op seksueel misbruik van uit huis geplaatste kinderen over de periode van 1945 tot en met 2010 en naar de huidige mechanismen voor signalering. De commissie heeft 800 meldingen binnengekregen. Tweederde daarvan viel binnen wat de commissie moest onderzoeken. 30% van de meldingen betrof misbruik in een pleeggezin en 5% zowel binnen een pleeggezin als binnen een residentiële instelling. foto: website Bureau Jeugdzorg
organisatie voorbereid worden op de komst van een kind met een traumatische voorgeschiedenis. Ook dient de pleegzorgorganisatie te voorzien in ondersteuning, mogelijk in de vorm van een orthopedagoog, wanneer daar behoefte aan is. Te bespreken onderwerpen zijn hoe pleegouders deze gedragingen van pleegkinderen moeten interpreteren en hoe ze ermee moeten omgaan. 3 Evaluatie pleegouders Een jaarlijkse evaluatie door de pleegzorgorganisatie met nadrukkelijk oog voor de stabiliteit van de gezinssituatie en expliciete aandacht voor wijzigingen zoals echtscheiding, werkloosheid of ziekte, is gewenst.
Wat vindt de NVP? De NVP erkent het belang van het onderzoek van de Commissie Samson ten zeerste en heeft hieraan ook meegewerkt. De uitkomsten moeten een bijdrage gaan leveren aan de kwaliteitsverbetering van en in de jeugdzorg. Want elk misbruikt kind is er één te veel.
Als een kind niet thuis kan opgroeien, is een pleeggezin de beste optie. Een pleeggezin, of een internaat, moet juist een veilige haven zijn voor een kind. Pleegkinderen hebben recht op een veilige opvoedingssituatie. De NVP pleit er al jaren voor dat pleeggezinnen goed gescreend worden en er tussen kind en pleeggezin een goede matching is. Ook moet er structureel controle zijn op het opvoedingsklimaat in het pleeggezin en op de veiligheid van zowel pleegkind, biologische kinderen van pleegouders en pleegouders zelf. Transparantie en openheid tussen alle betrokkenen zijn daarbij een vereiste. Kortom: een goede zorg voor kwetsbare kinderen is gebaat bij een optimale communicatie tussen alle betrokken partijen, intensievere begeleiding van startende pleegouders, bijv. door ‘koppeling’ aan een ervaren pleegouder, goede signalering van het gedrag van het kind en een kwalitatief goede samenwerking tussen alle betrokkenen.
14 pleegcontact
Excuses De commissie Samson heeft de aanbeveling gedaan aan de bestuurders van instellingen om excuses aan te bieden aan slachtoffers, ook voor misbruik uit het verleden. Jeugdzorg Nederland heeft bij monde van Ans van de Maat dat excuus meteen aangeboden. Tijdens het gesprek dat de minister en staatssecretaris van Justitie en de staatssecretaris van VWS maandag 29 oktober had met slachtoffers, heeft ook de minister van Justitie dat gedaan namen het kabinet.
(…) Vanuit onze verantwoordelijkheid voor het stelsel van kinderbescherming hebben wij, namens het kabinet, excuses aangeboden aan iedere volwassene en aan ieder kind die dat is overkomen. We hebben dat niet eerder gedaan, omdat we eerst met de slachtoffers zelf wilden spreken, zodat zij ook hun ervaringen met ons konden delen. Bovendien wilden we hen als eerste informeren over de uitkomsten van het kabinetsoverleg na de presentatie van het rapport van de commissie Samson. (…) We realiseren ons goed dat de instellingen in bepaalde gevallen aansprakelijk kunnen worden gesteld voor het misbruik dat in deze instellingen heeft plaatsgevonden. Alle verzoeken om schadevergoeding die worden ingediend zullen we dan ook zorgvuldig gaan bekijken en beoordelen. Samen
commissie rouvoet ingesteld Voormalig vicepremier André Rouvoet gaat binnen de jeugdzorg een Commissie leiden gericht op het voorkomen van seksueel misbruik. Jeugdzorg Nederland heeft de oud-minister voor Jeugd en Gezin hiervoor gevraagd. De commissie wordt verantwoordelijk voor het ontwikkelen en vaststellen van het ‘ Kwaliteitskader Voorkomen Seksueel Misbruik’ en voor het toezien op de implementatie, uitvoering en borging hiervan door de leden van Jeugdzorg Nederland.
De commissie onder leiding van Rouvoet opereert onafhankelijk. Uit: Persbericht Jeugdzorg Nederland d.d. 8 oktober 2012
De NVP heeft haar medewerking en expertise aangeboden aan de Commissie Rouvoet, en houdt de ontwikkelingen voor u nauwlettend in de gaten. Elk kind dat slachtoffer wordt van misbruik, mishandeling of onjuiste begeleiding door professionals is er een te veel. De NVP wil de komende tijd nadrukkelijk met
Kriebels
medezeggenschap pleegouders in 2012
nog steeds een farce
pleegzorg 4 Duidelijke rolverdeling tussen pleegzorgwerker en (gezins)voogd en verhoging van de contactfrequentie met het kind De werkdruk van de functionaris die verantwoordelijk is voor de veiligheid van het kind dient zodanig te zijn dat voldoende face-toface- en een-op-een contact met het kind mogelijk is, afgestemd op de zwaarte van de casus. De caseload zal hiervoor verlaagd dienen te worden. 5 Ondersteuning en toezicht pleegzorg De inzet van het sociale netwerk biedt kansen om pleegouders te ondersteunen en eventueel ook om ongewenste ontwikkelingen te signaleren. Uit: Rapport commissie-Samson, 8 oktober 2012
met Jeugdzorg Nederland kijken we of we voor alle instellingen eenzelfde wijze van indienen, beoordelen en behandelen kunnen gaan hanteren. Dan kunnen alle schadeclaims op een uniforme en zorgvuldige manier worden behandeld. (…) Het is mogelijk dat een slachtoffer – hoe spijtig misschien ook – niet in aanmerking komt voor een schadevergoeding op basis van aansprakelijkheid of voor een tegemoetkoming door het Schadefonds. Ook in die gevallen willen wij er voor zorgen dat de slachtoffers hulp en nazorg krijgen. Dat gebeurt in nauwe samenwerking met slachtofferorganisaties en Slachtofferhulp Nederland.’ Uit: Brief aan de Tweede kamer Kenmerk J-3138011 dd 29 oktober 2012
u als leden en betrokkenen in gesprek blijven over de inzet van verschillende organisaties om uitvoering te gaan geven aan de aanbevelingen van de Commissie Samson, en wat hierbij onze eigen rol kan zijn om de kwaliteit en veiligheid van de zorg voor pleegkinderen en pleeggezinnen verder te verbeteren. De NVP is erg te spreken over het feit dat onze aanbevelingen door de Commissie Samson zijn opgepakt en ook een plek hebben gekregen in het eindrapport.
In de nieuwe wet op de jeugdzorg zijn pleegouders gelukkig geen cliënten meer. Pleegouders zijn formeel vrijwilligers in dienst van een pleegzorgorganisatie, en als zodanig is er een wettelijk recht op medezeggenschap*. Dat betekent feitelijk dat daar waar de zeggenschap ligt in de pleegzorg, bij de manager afdeling pleegzorg dus, er afstemming moet zijn met pleegouders over beleidszaken die de pleegzorg aangaan. Enkele voorbeelden zijn het wijzigen van de deskundigheidseisen, het borgen van privacy, uniforme bezoekregelingen ontwikkelen, wijzigen, samenvoegen of opheffen van de afdeling pleegzorg, het ontwikkelen en doorvoeren van nieuwe financiële kaders van vergoedingen, toeslagen en kosten. Kortom net als in een gewone bedrijfsvoering van een bedrijf of instelling komen in de medezeggenschap die beleidszaken aan de orde die rechtstreeks raken aan pleegouders. In goed overleg worden dan de processen informeren, meningsvorming en besluiten doorlopen. Op sommige terreinen is er adviesrecht, andere zaken behoeven de instemming van de pleegouders. Daarom is het belangrijk een evenwichtige vertegenwoordiging te hebben in de vorm van een pleegouderraad, een POR, met statuten en reglementen. Tot voor kort was dit fenomeen ad hoc geregeld, ofwel provinciaal ofwel door enkele voorzieningen. Sommige voorzieningen hadden geen vertegenwoordigende POR. Vaak was er sprake van een soort belangenbehartiging, het opzetten van een winkel met tweedehands spullen, het verwerven van een noodfonds, en incidenteel advies en hulp bij vragen van pleegouders. Het was een lappendeken van verschillende manieren van interpreteren van wat onder medezeggenschap en zo’n pleegouderraad moest worden verstaan. Zaken van medezeggenschap en belangenbehartiging werden door elkaar gehaald. Nu de regie van jeugdzorg wordt verlegd van provincie naar de regio, de gemeenten, zijn de bestaande PORren zich aan het transformeren. Er moet een POR komen per voorziening. Dit transitieproces heeft
nog tijd nodig, voor alle partijen. Ondertussen echter worden belangrijke zaken geregeld en doorgevoerd voor, maar vaak zonder inspraak van, pleegouders. De deskundigheidsvereisten worden strakker, de veiligheidsbewaking wordt aangescherpt, de incidentele vergoedingen bij BJZ worden geschrapt, er komt een verhoging van de pleegzorgtoeslag om het wegvallen van de incidentele vergoedingen te compenseren, de rechten en plichten van pleegouders worden in een wettelijk kader vastgelegd en doorgevoerd. Er komen regelingen voor de toeslagen. Dit alles moet worden geïmplementeerd terwijl pleegouders nog nauwelijks in een echte raad samen met de manager aan tafel zitten. Kortom de meeste zaken worden gewoon eenzijdig doorgevoerd, pleegouders komen nauwelijks aan bod en hebben straks het nakijken. Tegen de tijd dat de transitie rond is zijn de nieuwe kaders bepaald en kan het leed van pijnpunten alsnog worden besproken. Maar wat dan van herstel mogelijk en te verwachten is, blijft twijfelachtig. Daarom bij deze een oproep aan alle pleegouders, wees actief en zorg dat er snel een goed lopende medezeggenschap functioneert in alle 28 pleegzorginstellingen. Nu is er het meest aan invloed nog om te zetten in concrete afspraken. We hebben het al jaren over de kreet, alles draait om communicatie. Zorg daarom dat we er bij zijn en geef je op voor de pleegouderraad. Daarnaast is een goed en professioneel functionerende belangenbehartiging als de NVP nodig om de primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden te verbeteren en te borgen. Alleen als beide aspecten, belangenbehartiging en medezeggenschap adequaat worden ontwikkeld is een doorgroei van de pleegzorg naar nog meer professionaliteit, diversificatie en tevredenheid, bij met name ook pleegouders, mogelijk. Wiel Peeters * het wetsvoorstel over positie rechtsverbetering pleegouders, waar de wettelijke inbedding van de pleegouderraad onder deel van uitmaakt, ligt op dit moment in de Eerste Kamer. Het is nog onduidelijk of en zo ja wanneer de wet in werking treedt. (red.)
KRIEBELS
Kriebels als snel opgeschreven stukjes. Kriebels die een prikkeling geven. Altijd op persoonlijke titel. Kriebelt er al iets bij u: mail uw kriebels aan de redactie!
pleegcontact 15
nieuwe voorzitter van de nvp
P regionw
aangenaam kennis te maken Peter Douma is op de ledenvergadering van 9 juni jl gekozen als voorzitter van de NVP. Een klein portret van de nieuwe ‘NVPfrontman’. Peter is samen met zijn vrouw en kinderen ‘crisispleeggezin’. Zijn voorzitterschap is onbezoldigd. In het dagelijks leven is hij projectmanager en heeft hij een eigen bedrijf. Nieuwland Het was in museum Nieuwland in Lelystad, twee jaar geleden, dat Peter voor de eerste keer (letterlijk) van zich deed spreken. Hij was erheen gegaan omdat hij zelf als crisispleegvader ertegenaan liep dat ‘de pleegzorgketen’ niet goed functioneert. In de dagelijkse pleegzorgpraktijk liep hij op tegen bureaucratie en voelde hij zich beperkt. ‘Ik ben een doener’, zegt Peter, ‘en heb me snel na die vergadering aangemeld om actief te worden.’ Op de ledenvergadering van 2011, in het ‘oude land’ van Zaandam, is Peter tot bestuurslid gekozen. ‘Een jaar heb ik daarvoor meegedraaid als aspirant-bestuurslid. Een heftig jaar mag ik wel zeggen, maar met een goede groep collega-bestuursleden heeft het ook voldoening gegeven!’. In juni 2012 op de ALV in Utrecht dus tot voorzitter gekozen. Tijdens de ledenvergadering gaf je aan dat je de voorzitter ziet als ‘boegbeeld’ van de NVP. Hoe ziet dat boegbeeld eruit? ‘Ik vind dat een voorzitter moet verbinden, de samenwerking zoeken. Met collega-organisaties, overheden. De NVP heeft als onafhankelijke organisatie een toegevoegde waarde, en als voorzitter wil ik dat uitdragen.’ Positieverbetering en randvoorwaarden Wat zijn de zaken die je in je voorzitterschap op de kaart wil zetten? ‘De positieverbetering van pleegouders om te beginnen. Het wetsvoorstel ligt er, dat is mooi. Maar wat veel belangrijker is, en ik realiseer me: moeilijker te realiseren, is dat er een soepeler werkende keten komt.’ Wat bedoel je daarmee? ‘Het moet echt om het kind draaien. En verder: Voor pleegouders moeten de randvoorwaarden geregeld zijn. Denk dan aan: de informatie die pleegouders moeten hebben over hun pleegkind, de toerusting voor pleegouders, een kostendekkende vergoeding. Vaak is die kostendekkend, maar als dat niet zo is, mag het nooit zo zijn dat pleegouders vanwege het geld moeten stoppen.’
16 pleegcontact
Hij geeft een voorbeeld uit zijn eigen leven. ‘Er komt voor korte tijd bij ons in huis een pleegkind dat al jaren in de jeugdzorg zit, en blijkbaar nooit naar de tandarts is geweest. Waarschijnlijk omdat hij nergens lang gewoond heeft, of omdat niemand verantwoordelijkheid nam? Hoe dan ook: toen hij bij ons wegging na een paar maanden zag zijn gebit er weer verzorgd uit. Ik kan je vertellen dat heeft de nodige overredingskracht gekost. Ik kan me er enorm boos over maken dat dat kan in Nederland!’. Om een grote stem te behouden in jeugdzorgland, moeten we een zo groot mogelijke achterban hebben. Peter vult aan: ‘De huidige pleegouders behouden. Daarin ligt een uitdaging. Ook voor de NVP! Om een grote stem te behouden in jeugdzorgland, moeten we een zo groot mogelijke achterban hebben. Ik denk dat de NVP laagdrempeliger moet zijn, bijvoorbeeld door een makkelijker (en goedkoper) lidmaatschap.’
Hoe zie je de NVP na de transitie dus na 1 januari 2015? ‘Om te beginnen zijn alle pleegouders lid van de NVP. Gemeenten zijn dan wel verantwoordelijk, maar pleegzorg zal toch bovenregionaal geregeld meten zijn. Juist vanwege die verantwoordelijkheid naar de gemeenten is het extra belangrijk voor pleegouders om zich aan te sluiten bij de NVP. We kunnen er samen met die pleegouders aan werken om algemene afspraken te maken, kwaliteitsregels op te stellen en te toetsen, ervoor te zorgen dat al die pleegouders in alle opzichten toegerust zijn om voor de pleegkinderen te zorgen. Alle mooie woorden zijn leuk, maar in de pleeggezinnen gebeurt het. En wij als NVP zorgen er nu én na de transitie voor dat de pleegouders er ook voor de pleegkinderen kunnen zíjn. De foto is gemaakt door Peters dochter.
gelderland nieuwe leden welkom bij gespreksgroep nijmegen De gespreksgroep Nijmegen en omgeving van de NVP bestaat al lange tijd. Pleegouders komen en gaan soms ook weer. En zo zijn we nu nog maar met zes. Nieuwe pleegouders zijn dus van harte welkom. We komen gemiddeld 1x per zes weken bij elkaar en praten met elkaar over alles wat maar met onze pleegkinderen te maken heeft. Voor ons is het de plek waar iedereen begrijpt wat er allemaal op je afkomt en waar je mee te maken krijgt als je pleeggezin bent. Belangrijkste misschien is wel dat je je verhaal kwijt kunt en onder mensen bent die in een vergelijkbare situatie zitten als jij. Als je pleegouder bent, in Nijmegen of omgeving woont en een keer vrijblijvend een bijeenkomst bij wil wonen of meer informatie wil, kun je bellen met Aleida Nijboer, 024 - 344 2363
utrecht proeven aan systemisch werken
noord-holland kool, prei en water
“Heb trouwens wel wat gehad aan die workshop Systemisch werken. In het begin van de workshop had ik mijn twijfels, maar die gingen later weg omdat ze in mijn eigen gezin erg goed toepasbaar waren. Merk dat ik meer begrip heb gekregen voor mijn moeder bijvoorbeeld.” Deelnemer aan een eerdere NVP-workshop Systemisch werken
Op zondag 18 september organiseerde NVP Noord-Holland een gezinsuitje naar de Broekerveiling in Broek op Langedijk. Een veiling vol NVP-ers. Na koffie met iets lekkers, een wandeling met speurtocht over het museumpark was er speciaal voor de NVP een groenteveiling met afslag. Iedereen mag doen of hij groentenhandelaar is. De veilingmeester bepaalt de maximumprijs en ‘de handelaar’ moet zijn geduld bewaren om niet te snel te drukken en zo een goede prijs te betalen voor de handel. Zeg dat maar eens tegen kinderen die het een spelletje vinden om als eerste op de bel te drukken… Sommige kinderen waren er erg goed in. Twee families hebben nog dááágen kunnen eten van de ‘gewonnen’ groente die voor een iets te hoge prijs was aangeschaft. Het was hilarisch! Daarna nog een rondvaart in het duizendeilandenrijk en de volle middag was voorbij.
Thema-avond: 22 november 2012 Linda van Hartingsveldt en Marlies Zijlstra laten ons ‘proeven aan systemisch werken’. Plaats: Amersfoort – van 19.30-22.30 uur Aanmelden:
[email protected] o.v.v. naam, adres en thema Utrecht Na aanmelding krijgt u per mail informatie over exacte plaats en tijd gemaild in de week van 19 november 2012. De avond staat ook open voor NVP-leden uit andere provincies en ook niet-leden zijn ook welkom. Zij kunnen lid worden of betalen € 7,50 p.p. bijdrage
noord-brabant workshops als bedankje Kompaan en de Bocht trakteren pleegouders We kregen een leuke uitnodiging van onze pleegzorg instelling Kompaan en De Bocht. Er werd een dag georganiseerd speciaal voor de pleegouders. We konden kiezen uit diverse workshops. Mijn man en ik besloten om alles samen te doen en kozen voor een workshop over een therapie en ‘speksteen verwerken’. Onze reservekeuze was ‘sieraden maken’. Tot onze verbazing hadden we drie workshops. Als eerste ‘helend tekenen’, ik had er eerlijk gezegd niet veel mee. De tekening van manlief werd wel besproken en dat was wel grappig. Hij had zijn lievelingsplek in de bossen in onze woonplaats getekend. Daarna sieraden maken en eerlijk gezegd: ik lag helemaal in een deuk toen ik dat las. Hoe zou die man van mij dat gaan doen. Maar manlief was veel beter dan ik was en hij was wel de enige man. Hij maakte een leuke armband en ik de bij behorende oorbellen. Er werd echt gewerkt bij deze workshop! Iedereen was goed bezig. Na deze workshop hadden we lunchpauze. Bij een goed verzorgde lunch was er ook de tijd om gezellig bij te kletsen. Een uurtje later begon de workshop ‘speksteen verwerken’ en ongelooflijk maar waar: ik was stil! Wat leuk en ontspannend was het! Manlief heeft een steen afgeschuurd en gepolijst en ik een hangertje gemaakt voor aan een ketting/touwtje. Ik denk erover om nog een keer zo’n workshop te gaan volgen. Geweldig! De dag werd afgesloten met een borrel en we kregen nog een goodiebag mee naar huis! Tevreden en voldaan gingen we de kinderen ophalen bij oma. Kompaan bedankt. Gerrie
pleegcontact 17
Structureer schoolweken en vakantie – ‘Ze hebben behoefte aan houvast en structuur’
Weer in het gareel We zitten weer tussen vakanties in. Menigeen zit waarschijnlijk weer in de structuur van het schoolleven. Voor de meeste kinderen is de omslag van vakantie naar school altijd even wennen.
Het kan voor het kind een klus zijn om weer de draai te vinden op school, clubjes en met vrienden en vriendinnen. En wanneer ze eenmaal het ritme weer te pakken hebben, staat er weer een korte vakantie voor de deur. De kinderen mogen weer een week in de ‘ruststand’ maar moeten vervolgens wel weer in de school-structuur. Menig pleeggezin zal merken dat dat de kinderen moeite kost. Hoe kun je ze daar als (pleeg)ouder bij helpen? We vragen het Tischa Neve, opvoedkundige en kinderpsycholoog en zelf ook pleegmoeder. ‘Wat belangrijk is, is dat je na een lange vakantie even met je partner weer bespreekt wat de afspraken worden voor de dagelijkse structuur. Zodra je dat helder hebt en het er samen over eens bent, is het goed om dit met je kinderen te bespreken’. Volgens
Tischa hebben oudere kinderen (8+) daarin vaak genoeg aan een gesprekje en is het bij jongere kinderen helpend om de afspraken ook in een schema te zetten zodat ze het ook visueel zien. ‘Afspraken over bedtijd, tv kijken en taakjes zijn na een vakantie toch weer anders en het is goed om daarover te communiceren met de kinderen. Veel kinderen hebben die duidelijkheid nodig. Zeker pleegkinderen hebben vaak behoefte aan houvast en rust. Sommige kinderen maken heel makkelijk de omslag maar vaak ben je door de communicatie over de afspraken al een heleboel voor.’ Tischa maakt wel onderscheid tussen een korte en lange vakantie. ‘Bij een korte vakantie is het over het algemeen wel verstandig om niet het hele schema overhoop te gooien. Voor sommige kinderen
Tischa Neve heeft een eigen bureau Groot & klein waar je terecht kunt voor lezingen en workshops over opvoeden. Ze geeft ook opvoedondersteuning en opvoedadvies. En ze heeft als psycholoog meegewerkt aan het opvoedtv-programma ‘Schatjes’
18 pleegcontact
is dat geen enkel probleem maar vaak zijn ze er meer bij gebaat als er ook dan een ritme en structuur is.’ Volgens de opvoedkundige is het voor veel kinderen met een bepaalde problematiek, zoals ADHD of een vorm van autisme, ook helpend om juist de vakantie ook te structureren. ‘De logeeren bezoekafspraken die zijn gemaakt, het dagje uit. Kinderen hebben er baat bij als ze weten hoe het gaat verlopen.’ En Tischa heeft ook nog een tip voor (pleeg)ouders voor na een vakantie: ‘Hou de tijd en de aandacht die je in een vakantie hebt voor je kind ook vast na de vakantie. Natuurlijk kan dit niet op eenzelfde manier maar probeer door de dag heen momenten te creëren waarop je bewust tijd voor ze hebt. Belangrijk voor je kind en het gezin.’ Marike Wierstra-Heeringa, Pleegmoeder foto: st-maartenscollege.nl
Volwassen Het is een zaterdagavond in september en we zitten gezellig met zijn vijven rond onze gecombineerde raclette-gourmet-steengrillset: mijn man Luuk, Abhiraj (18 jaar), die drie jaar lang onze pleegzoon was, Milosz (17 jaar) die nu bijna drie jaar onze pleegzoon is, onze goede vriend Peter en ik. We wijden de combinatie-set vandaag eindelijk in. We kregen hem al in februari van Abhiraj, als afscheidscadeau. Met de inkoop van zelf aan tafel te bereiden ingrediënten hebben we de nadruk gelegd op het racletgedeelte van de set. Daar hoort een verhaal bij. In de zomer van 2010 waren we met zijn vieren op kampeervakantie in Frankrijk en maakten een uitstapje naar het Zwitserse plaatsje Gruyère. Daar lieten we de jongens kennismaken met de smaak van het racletten. Dat werkt als volgt: Een heerlijke kaas die smelt onder een hittebron die er schuin boven hangt. De gesmolten kaas wordt met gekookte aardappeltjes of brood gegeten. De maaltijd wordt afgemaakt met heerlijk ham – die Abhiraj niet neemt – en tafelzuur. De jongens waren er erg enthousiast over en door de set cadeau te geven, heeft Abhiraj ons laten weten dat hij deze goede herinnering nog weleens wil herbeleven. Deze bewuste zaterdagavond genieten we met zijn vijven van het gepriegel in de kleine pannetjes en smulden van krieltjes met gesmolten kaas, gebakken kwarteleitjes enzovoort. Intussen wordt er honderduit gekletst en na het eten nog een spelletje gespeeld. Aan het eind van de avond moet Abhiraj hollend weg om de laatste bus nog te halen. Geeft niet als het niet lukt, we hebben hier ook nog wel een bed voor hem. Dat Abhiraj zich bij ons zo thuis zou gaan voelen, is niet altijd vanzelfsprekend geweest. Abhiraj was veertien toen wij hem leerden kennen en zelfs voor iemand van Surinaams Hindoestaanse herkomst was hij bijzonder klein van stuk. Niet alleen klein, maar ook kinderlijk. Een heel slim kind, dat wel, en diep gekwetst door het drama waardoor hij niet thuis kon blijven wonen bij zijn moeder, zus en stiefbroer. Wat er precies aan de hand was, is nooit helemaal duidelijk geworden, maar het verbod op thuis wonen of daar zelfs maar op visite gaan, was absoluut. Zijn moeder, zijn zus en broertje zag hij nog wel op feestjes in de familie of via afspraakjes in de stad en soms hier in huis. Tegenover ons was hij beleefd, aardig, soms grappig, maar toch vooral terughoudend. Als hem
iets dwars zat was hij oorverdovend zwijgzaam. Dat we hem niet alleen een eigen plek gaven en voor eten, drinken enzovoort zorgen, maar ons ook om zijn opvoeding bekommerden, vond hij maar lastig. Daarom benoemden we dat als een taak die ons nu eenmaal was toevertrouwd en probeerden vooral om de rol van moeder uit te vergroten. Toch waren wij het die naar de ouderavond gingen om daar te horen dat hij, een slimme gymnasiumleerling, op het punt stond te gaan blijven zitten in de derde klas. Thuis wachtte Abhiraj vol spanning tot wij terugkwamen en we hebben open en eerlijk met hem besproken wat er op school gezegd was. Vanaf dat moment begreep hij dat hij ons enigszins moest laten delen in zijn dagelijkse schoolervaringen en stond hij ook toe dat we hem zo nodig achter de broek aanzaten. Er waren meer situaties die om een bijzondere aanpak vroegen. Zo vond hij het duidelijk vervelend om met ons in het openbaar gezien te worden. Samen naar de film gaan was natuurlijk wel fijn, maar dan had hij allerlei ingewikkelde strategieën om op straat maar niet naast ons te hoeven lopen. Over zijn familie, waar hij graag was, liet hij moeizaam informatie los. Daar kwam bij dat het voor ons ook moeilijk was om de namen te verstaan, laat staan onthouden en een beeld te krijgen van alle relaties en rollen. Ik heb dat opgelost door hem te vragen een eenvoudige stamboom te maken. Die bestudeerde ik regelmatig, zonder dat hij dat wist, om zo in gesprekken te kunnen vragen naar tante zus of neef zo. Daardoor kon ik mijn belangstelling op een natuurlijkere manier uiten en dat is hij uiteindelijk gaan waarderen. Ook heb ik de tantes een keer uitgenodigd, was zijn neef altijd welkom hier en gaf soms een klein cadeautje mee voor moeder, zus of een jarige tante. Dat werkte goed omdat hij dan namens moeder, zus of tante moest bedanken. Zo kwamen er toch kleine gesprekjes op gang.
Milosz is een jaar later dan Abhiraj bij ons komen wonen. Zijn houding verschilde hemelsbreed van die van Abhiraj. Milosz was vanaf dag één helemaal thuis en gedroeg zich juist heel vrij en – geloof me – ook dat geeft soms een ongemakkelijk gevoel. Voor Abhiraj was het even wennen, een andere jongere in huis die zijn hart op de tong had en die aan tafel in discussie ging. Als Milosz terugkomt van een zomerof kerstvakantie bij zijn familie in Polen, heeft hij een koffer vol snoep en kleding en vertelt hij honderduit. Heel anders dan Abhiraj. Toch kunnen de jongens goed met elkaar opschieten en algauw merken we dat het met zijn vieren gemakkelijker is om het gezellig te hebben en ook om het soms met elkaar oneens te zijn. De vakantie met raclette in Gruyère is daar een mooi voorbeeld van en zo waren er meer (kampeer-) vakanties, weekendjes, filmavonden en gewoon dagelijkse maaltijden waar we met zijn vieren van konden genieten. Na de zomer van vorig jaar kon Abhiraj opeens weer bij moeder thuis komen. Eerst af en toe op visite samen met een tante en na een paar maanden ging hij af en toe logeren. Rond kerst kwam de vraag of wij het goed vonden als hij terug bij zijn moeder ging wonen. Uiteraard vonden wij dat goed. We hebben al die tijd gezien hoe belangrijk het voor hem was om deel te zijn van het eigen gezin en familienetwerk. Natuurlijk hadden we het leuk gevonden om hem nog helemaal te begeleiden in zijn weg naar zelfstandigheid, maar dat hij bij zijn moeder vandaan op kamers kon gaan wonen is voor hem zoveel fijner. We zijn heel blij voor hem dat het zo gelopen is. Al die tijd dat hij bij ons woonde, bracht hij een min of meer strikte scheiding aan tussen zijn familie en ons, maar een paar maanden na zijn vertrek nodigde hij ons uit op zijn verjaardagsfeestje. En eind augustus belde moeder ons. Zij gaf wegens het afscheid van Abhiraj een feestje voor de familie en daar horen wij nu bij, aldus moeder. Nu woont Abhiraj dus op kamers en studeert. In het weekend gaat hij naar huis, naar zijn moeder. Bij ons komt hij af en toe langs en voelt hij zich dan snel weer thuis. Hij verwacht ook dat we snel een keer komen kijken hoe hij nu woont en hij weet dat hij bij ons terecht kan als hij vragen of problemen heeft. Een veelbelovende jongvolwassene die zelfstandig genoeg is, maar toch blij is met twee plekken waar hij thuis kan komen om bij te tanken. Een pleegmoeder De gebruikte namen zijn gefingeerd ivm privacyredenen
pleegcontact 19
NVP Waar zijn de bestuursleden en medewerkers voor en namens u zoal geweest of met wie is er contact geweest of staan er contacten op de planning in het derde en vierde kwartaal van 2012.
op stap voor u
Landelijk/algemeen William Schrikker Groep (D+M) Pleegwijzer en Universiteit Leiden (2x): voorbereiding symposuim 15 november 2012 (D) LOPOR: informatie-uitwisseling, afstemming, bezoek aan bestuursvergadering o.a. lobby (D) Pleegzorg Nederland: bestuurlijk overleg: (A+D) Pleegzorg Nederland: overleg concept Jeugdwet (C+M) VWS: overleg concept jeugdwet (D+C), klankbordgroep (D), bezoek aan Jeugdcafe (D) en deelname onderzoek (D) Commissie Samson: persconferentie (A+D), deelname congres (A+P+D+M) Eerste Kamer: schriftelijke reactie wetsvoorstel positieverbetering pleegouders Alliantie Kind in gezin; opstarten samenwerking (D) Expertmeeting pleegzorg Kinderpostzegels/NJi): i.v.m. omstandigheden niet deelgenomen (D+M) Overleg G32, G4 (grootste gemeenten) en de VNG: mbt transitie (A+D+M) St. Kinderpostzegels Nederland: diverse malen (D+M) Jeugdhulp Friesland en Kinderpostzegels: project safer caring (M) VNG-conferentie jeugdzorg: stand, workshops gegeven en contacten (P+M+M) VNG: diverse contacten met transitie bureau in het kader van transitie jeugdzorg en positionering pleegzorg Landelijke deskundigen bijeenkomst georganiseerd in verband met het maken van een landelijke factsheet pleegzorg op de rol Parlan: overleg management De Rading: overleg management De Rading: overleg pleegouderraad Jeugdzorgconferentie: rondetafelgesprek Symposium: Leiden 15 november Symposium: Prima Pleegzorg 19 november Symposium: Wennen in je pleeggezin 26 november Expertmeeting: pleegzorg 26 november Flevoland: project deskundigheidsbevordering afronding overig De NVP heeft aan de Eerste Kamer brief geschreven over de wet verbetering rechtspositie pleegouders. De NVP heeft een reactie gescheven in het kader van de internetconsultatie conceptJeugdwet.
20 pleegcontact
Friesland Zorgbelang: telefonisch overleg pleegouderavond (M) gelderland Gespreksgroep Apeldoorn: bezoek (D) Werkconferentie Pak ’t samen op Scholingsoverleg limburg Provincie Limburg: overleg toekomst collectieve belangenbehartiging (D+M) Overleg Akj, SJZL, Service.jz: collectieve belangenbehartiging (D+M) Projectgroep en Klankbordgroep Prima Pleegzorg: werkgroep slotconferentie (M) Overleg onderzoekers over onderzoek Prima Pleegzorg (M) Bijeenkomst voor pleegouders over Prima Pleegzorg Rubicon (M) Informatiestand provinciale pleegzorgdag (M) Themabijeenkomst Transitie, transformatie op kampeerweekend NVP Limburg (M) Provincie Limburg: informatiebijeenkomst transitie, transformatie (M) Overleg voorzitter Por Xonar (M) Flevoland Project deskundigheidsbevordering pleegouders 2x voorbereidingsoverleg (M) Pleeggezinnendag: stand NVP en enquête project (M) noord-holland Provincie Noord-Holland: overleg over projecten (M) Provincie Noord-Holland, statenleden: rondetafelgesprek transitie (V) Stadsregio Amsterdam: regulier overleg Parlan: jaarvergadering POR/cliëntenraad Op ons pad: officiele opening kledingmagazijn
utrecht POR Rading: overleg stand van zaken (M) RTV Utrecht: Overleg met in verband met actualiteiten pleegzorg Opvoedpoli Utrecht: Overleg en kennismaking zuid-holland Stadsgewest Haaglanden: transitie overleg positie NVP (D) Stadsregio Rotterdam: kennismakingsgesprek en structureel overleg (D) Provincie: uitvoering (D) en bestuurlijk overleg (D+B) Horizon: uitvoering pleegzorg Jeugdformaat: pleegzorgdag (D) Flexus Jeugdplein: gesprek met manager pleegzorg; gespreksgroepen bijgewoond (M) Opvoedpoli Den Haag: overleg in verband met plannen tot projectmatige samenwerking noord-brabant BOPOR: overleg (D) Juzt: overleg i.v.m. pleegzorg dag Eindhoven (D) zeeland Pleegouder Support Zeeland: Pleegouderdag (dir) Pleegouder Support Zeeland: Bezoek aan bestuursvergadering (A) D = directie C = coördinator IB A = AB-lid B = bestuur(slid) P = (active) pleegouder V = vrijwilliger M = beleidsmedewerker