Adviesnota Raad Raadsvergadering d.d.
:
12 november 2015
Agendapunt
:
6
Onderwerp
:
Belastingvoorstellen 2016
Portefeuillehouder
:
wethouder N.J.P. Lambert
Datum
:
28 september 2015
Onderwerp Belastingvoorstellen 2016 Voorgesteld besluit 1. Vast te stellen overeenkomstig de voor u ter inzage liggende verordeningen: a. de “Verordening op de heffing en de invordering van onroerende-zaakbelastingen 2016” b. de “Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2016” c. de “Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2016” d. de “Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2016” e. de “Verordening op de heffing en de invordering van forensenbelasting 2016” f. de “Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2016” 2.
a. Voor de gemeentelijke zwembaden stellen wij u voor de tarieven trendmatig te verhogen met 1%. Wij stellen u voor de tarieven als volgt vast te stellen: Abonnementen Abonnement 1e abonnement uit het gezin 2e t/m 5e abonnement uit dat gezin (wonende op hetzelfde adres) Alle volgende abonnementen uit dat gezin
Voorverkoop Seizoen € 86,10 € 99,25 € 27,30 € 9,10
€ 33,85 € 9,10
Overige prijzen Entreeprijs (voor personen vanaf 1 jaar) 10- badenkaart (voor personen vanaf 1 jaar)
€ 5,55 per dag € 44,45
Zwemlessen Zwemlessen A Zwemlessen B/C Diploma zwemmen 10- badenkaart zwemlessen A 10- badenkaart zwemlessen B 10- badenkaart ouders zwempas
€ 240,15 per seizoen € 128,00 per seizoen € 11,60 € 64,35 € 45,70 € 10,60
Zwemvereniging/ sportvereniging Huur zwembad door zwemvereniging Huur beachveld door sportvereniging Huur zwembad door zwemvereniging buiten de gemeente (met zwembadpersoneel) Huur zwembad door organisaties (met personeel) Activiteiten 10- badenkaart aquasport
€ 9,10 per uur € 5,55 per uur per veld € 34,35 per uur € 53,55 per uur
€ 34,85
10- badenkaart snorkelen Diploma snorkelen Zwemslagen/ survival per seizoen Les aqua sport 10- badenkaart fit en fun kids 10- badenkaart fit en fun 60+ Gezinsplons 2.
€ 45,70 € 5,55 € 64,35 € 3,80 € 34,35 € 34,35 € 2,75
b. Voor de binnensportaccommodaties stellen wij u voor deze eveneens trendmatig te verhogen met 1%.
Inleiding In het kader van het dekkingsplan van de begroting 2016 is het noodzakelijk om de verordeningen van belastingen, rechten en gemeentelijke tarieven aan te passen. Beoogd effect Het vormen van de wettelijke grondslag (juridische basis) voor het rechtmatig heffen van belastingen en retributies. Argumenten Voor beide besluiten geldt: 1. Juridische basis vormen voor het rechtmatig heffen van belastingen en retributies 2. Genereren van opbrengsten. De opbrengsten voor de onroerende zaakbelastingen, toeristenbelasting en forensenbelasting zijn algemene middelen. Van de opbrengsten afvalstoffenheffing, rioolheffing en overige leges kunnen de kosten die wij maken voor afvalverwerking, riolering en dergelijke worden gedekt. Financiën 1.a. Onroerende-zaakbelastingen In het belastingjaar 2016 worden de onroerende-zaakbelastingen (OZB) geheven op basis van de WOZ-waarden die naar peildatum 1 januari 2015 worden vastgesteld. Uit voorlopige berekeningen blijkt dat de gemiddelde waarde van woningen ten opzichte van peildatum 1 januari 2014 is gedaald met 2%. De gemiddelde waarde van niet-woningen is met 2,5% gedaald. Voor de berekening van het tarief voor 2016 wordt uitgegaan van de OZB-opbrengst 2015, inclusief een trendmatige verhoging van 1,00% en areaalontwikkeling. Daarnaast wordt in het kader van de bezuinigingen, via de zogenaamde uitruil van belastingen (‘communicerende vaten’), nog een extra opbrengst geraamd ter compensatie van de verlaging afvalstoffenheffing (€ 100.000) en rioolheffing (€ 58.000). De totale opbrengst voor 2016 wordt geraamd op € 3.942.000. De lokale lasten van burgers worden gezien als ‘communicerende vaten’, omdat het er voor de inwoner uiteindelijk om gaat wat zijn totale lastendruk is die hij moet betalen. Daarom kan een verlaging van de opbrengsten voor de afvalstoffenheffing en de rioolheffing gecompenseerd worden door een even grote verhoging van de opbrengst OZB. Omdat de afvalstoffenheffing wordt geheven van gebruikers van woningen is er voor gekozen om de OZB compensatie ook alleen ten laste van de woningen te brengen en niet ten laste van de niet-woningen. De compensatie voor de rioolheffing wordt ten laste gebracht van de eigenaren van de woningen en de niet-woningen. Bij de berekening van de nieuwe tarieven en opbrengst moet rekening worden gehouden met de daarvoor geldende wettelijke kaders zoals aangegeven in de Gemeentewet. Voor 2016 kunnen de tarieven als volgt worden vastgesteld: OZB-eigenarendeel woningen 0,1230% (was 0,1151%) OZB-eigenarendeel niet-woningen 0,1892% (was 0,1734%) OZB-gebruikersdeel niet-woningen 0,1082% (was 0,1087%)
2
2
Er bestaat een relatie tussen de OZB en de algemene uitkering uit het gemeentefonds. De Financiële Verhoudingswet regelt onder meer de verdeling van de algemene uitkering uit het gemeentefonds over de gemeenten. De algemene uitkering wordt over de gemeenten verdeeld met behulp van verdeelmaatstaven die verschillen in kosten weerspiegelen, maar ook verschillen in belastingcapaciteit. De belastingcapaciteit is een afgeleide van de waarde van onroerende zaken. Gemeenten met binnen hun grenzen veel hoog gewaardeerde onroerende zaken ontvangen een lagere uitkering dan soortgelijke gemeenten met minder waardevolle onroerende zaken. Het is de planning dat de WOZ-beschikkingen/aanslagen OZB 2016 met dagtekening 31 januari 2016 worden opgelegd. Vooruitlopend op de landelijke afschaffing van acceptgirokaarten zullen vanaf belastingjaar 2016 geen acceptgirokaarten meer worden meegestuurd met de aanslag gemeentelijke belastingen. Ook zal, in het kader van de samenwerking, SDA, de bijsluiter worden afgeschaft. Informatie over gemeentelijke belastingen zal op de achterzijde van het aanslagbiljet worden vermeld en we zullen gezamenlijk gebruik gaan maken van een digitale oplossing via ons printservicebureau. Volgens de Wet WOZ moeten gebruikers van woningen een WOZ-beschikking ontvangen. Omdat gebruikers van woningen geen OZB hoeven te betalen werden geen WOZbeschikkingen aan gebruikers verzonden. Vanaf 1 oktober 2015 wordt de WOZ-waarde ook gebruikt voor het woningwaarderingsstelsel, een systeem om de maximale huurprijs voor woningen in de gereguleerde huursector te bepalen. Omdat de WOZ-waarde vanaf deze datum zwaarder meeweegt bij de bepaling van de maximale huur hebben gebruikers/huurders ook een belang bij de WOZ-waarde. Dit betekent dat gebruikers van woningen vanaf 1 januari 2016 ook een WOZ-beschikking zullen ontvangen. De WOZ-beschikking wordt gecombineerd met de aanslag gemeentelijke belastingen opgelegd. 1.b.
Afvalstoffenheffing Als uitgangspunt voor de bepaling van het tarief voor de afvalstoffenheffing geldt 100% kostendekkendheid. De kosten van de gemeentereiniging worden voor 2016 geraamd op € 2.092.000,-. Hierop is al een bedrag ad € 100.000,- voor de verlaging van de afvalstoffenheffing in mindering gebracht (zie ook de tekst m.b.t. de ‘communicerende’ vaten bij het onderdeel OZB). Vanaf 2015 moeten bedrijven en gemeenten belasting betalen over het verbranden van afval. De heffing gold tot dusver alleen voor het storten van reststoffen. Het tarief bedraagt € 13,00 per ton. Uitgaande van 6.500 ton restafval betekent dit voor onze gemeente een extra kostenpost van € 84.500,-. Vorig jaar is, na een motie van uw Raad, besloten om deze kosten niet door te berekenen aan de burger. In de kosten van de gemeentereiniging voor 2016 is deze daarom ook niet meegenomen. Dit betekent wel een extra risico in het geval de nieuwe (rijks)afvalbelasting wel aan de gemeente wordt doorberekend. Voor 2016 wordt in het kader van de bezuinigingstaakstelling ook verder gegaan met de ‘communicerende’ vaten. Voor de afvalstoffenheffing betekent dit dat de kostenkant (stortkosten restfractie) kunstmatig met € 100.000,- wordt verlaagd, vooruitlopend op de tariefdaling die per 1 juli 2016 zal worden geeffectueerd. Daar tegenover staat een verhoging van de OZB-opbrengst van € 100.000,- die doorwerkt in het tarief en daarmee in de aanslag OZB die de burger betaalt. Evenals in 2015 zullen twee tarieven in de verordening worden opgenomen, te weten een tarief voor éénpersoonshuishoudens en een tarief voor meerpersoonshuishoudens. Het tarief voor een éénpersoonshuishouding kan worden vastgesteld op € 160,65 (was € 167,35). Voor meerpersoonshuishoudingen kan het tarief worden vastgesteld op € 213,70 (was € 223,15).
3
3
Heffingssystematiek Tot 1 januari 2016 was de afvalstoffenheffing een tijdstipafhankelijke heffing. Dit betekent dat degene die op 1 januari van het belastingjaar gebruiker is van een perceel, voor het gehele jaar belastingplichtig is voor de afvalstoffenheffing. Bij wijzigingen in de loop van het belastingjaar (vestiging in onze gemeente, verhuizing naar andere gemeente of overlijden) ontvangt een burger geen aanvullende aanslag of vermindering van de aanslag. In het kader van de samenwerking, SDA, is onderzoek gedaan naar de juridische houdbaarheid van het systeem tijdstipbelasting bij de afvalstoffenheffing. Gebleken is dat dit systeem in strijd is met de aard van de heffing en dat er een risico bestaat dat de verordening onverbindend zal worden verklaard als deze door de Rechtbank wordt getoetst. De heffingssystematiek zal daarom worden gewijzigd. De afvalstoffenheffing wordt een tijdvakafhankelijke heffing. Dit betekent dat bij vestiging een aanslag naar tijdsgelang wordt opgelegd en dat bij verhuizing naar een andere gemeente of overlijden een vermindering naar tijdsgelang wordt verleend. 1.c.
Rioolheffing Het Verbreed Gemeentelijk Riolering Plan (VGRP) vormt de basis voor de te plegen investeringen. De te plegen investeringen vanuit het VGRP worden gedekt uit de rioolheffing. De opbrengst voor de rioolheffing wordt geraamd op € 2.331.000,-. Hierin is een bedrag van € 58.000,- in mindering gebracht in verband met compensatie voor de verlaging van de rioolheffing (zie ook de tekst m.b.t. de ‘communicerende’ vaten bij het onderdeel OZB). De rioolheffing is gerelateerd aan de WOZ-waarde en de waarde van de onroerende zaken in de gemeente is gedaald. De waardedaling wordt echter tenietgedaan door de lagere geraamde opbrengst waardoor er sprake is van een lichte daling van de tarieven voor de rioolheffing 2016. Wijziging van het rioolrecht in rioolheffing De Tweede Kamer heeft op 15 februari 2007 de Wet Gemeentelijke Watertaken aangenomen. Met de komst van deze nieuwe wet hebben gemeenten een sterkere regierol gekregen in het omgaan met regenwater in bebouwd gebied en het aanpakken van stedelijke grondwaterproblemen. Om deze nieuwe taken te kunnen financieren is het huidige rioolrecht omgevormd tot een bredere rioolheffing. Vanaf 1 januari 2010 kunnen gemeenten enkel rioolheffing in rekening brengen. De rioolheffing is een bestemmingsbelasting en dient ter bekostiging van de gemeentelijke watertaken voor afvalwater, hemelwater en grondwater. Ook wel de verbrede rioolheffing genoemd. Met de komst van de verbrede rioolheffing hoeft het individuele profijt van rioolheffing niet meer te worden aangetoond. De mate van gebruik van de voorzieningen per individueel perceel heeft slechts een klein effect op de totale kosten. Heffingssystematiek De rioolheffing is een tijdstipafhankelijke heffing. Dit betekent dat de rioolheffing wordt geheven van degene die op 1 januari van het belastingjaar eigenaar is van een perceel. Het tarief is afhankelijk van de WOZ-waarde van het perceel.
4
4
Rekening houdend met de geraamde opbrengst rioolheffing 2016 kunnen de tarieven als volgt worden vastgesteld: De belasting bedraagt per perceel bij een waarde van: 1. tot € 15.000,-2. van € 15.000,-- tot € 50.000,-3. van € 50.000,-- tot € 100.000,-4. van € 100.000,-- tot € 150.000,-5. van € 150.000,-- tot € 250.000,-6. van € 250.000,-- tot € 400.000,-7. van € 400.000,-- tot € 600.000,-8. van € 600.000,-- tot € 800.000,-9. van € 800.000,-- tot € 1.000.000,-10. van € 1.000.000,-- tot € 2.000.000,-11. van € 2.000.000,-- tot € 10.000.000,-12. van € 10.000.000,-- tot € 25.000.000,-13. van € 25.000.000,-- tot € 50.000.000,-14. € 50.000.000,-- of meer
€ € € € € € € € € € € € € €
0,00 (ongewijzigd) 65,00 (was € 67,00) 140,00 (was € 144,00) 174,00 (was € 178,00) 185,00 (was € 190,00) 195,00 (was € 200,00) 225,00 (was € 231,00) 249,00 (was € 255,00) 299,00 (was € 307,00) 498,00 (was € 511,00) 7.459,00 (was € 7.650,00) 9.944,00 (was € 10.199,00) 14.916,00 (was € 15.298,00) 29.831,00 (was € 30.596,00)
Lokale lastendruk per inwoner en voorbeelden lastendruk naar woningwaarde In onderstaande tabel wordt de totale lastendruk per inwoner in euro’s weergegeven over het jaar 2015 en 2016. Hieruit blijkt dat de totale lastendruk per inwoner daalt met € 3,2015 2016
Inwoners 25.247 25.194
Afval € 2.288.000 € 2.092.000
Riool € 2.391.000 € 2.331.000
OZB € 3.790.000 € 3.942.000
Totaal € 8.469.000 € 8.365.000
Per inwoner € 335 € 332
In onderstaande tabel worden nog een aantal voorbeelden weergegeven van de lastendruk 2015 en 2016 naar woningwaarde. Hierbij is rekening gehouden met de gemiddelde waardedaling van -2% en is uitgegaan van een meerpersoonshuishouden. 2015 2016
Woningwaarde € 350.000 € 343.000(-2%)
Afval € 223,15 € 213,70
Riool € 200,€ 195,-
OZB € 402,€ 421,Lastenstijging
Totaal € 825,15 € 829,70 € 4,55
2015 2016
Woningwaarde € 300.000 € 294.000(-2%)
Afval € 223,15 € 213,70
Riool € 200,€ 195,-
OZB € 345,€ 361,Lastenstijging
Totaal € 768,15 € 769,70 € 1,55
2015 2016
Woningwaarde € 200.000 € 196.000(-2%)
Afval € 223,15 € 213,70
Riool € 190,€ 185,-
OZB € 230,€ 241,Lastendaling
Totaal € 643,15 € 639,70 € 3,45
2015 2016
Woningwaarde € 150.000 € 147.000(-2%)
Afval € 223,15 € 213,70
Riool € 178,€ 174,-
OZB € 172,€ 180,Lastendaling
Totaal € 573,15 € 567,70 € 5,45
Noot: Huurders van woningen betalen alleen de afvalstoffenheffing. De lasten voor 2016 voor een eenpersoonshuishouden dalen met € 6,70 (het tarief daalt van € 167,15 tot € 160,65). Voor meerpersoonshuishoudens dalen de lasten met € 9,45 (het tarief daalt van € 223,15 tot € 213,70)
5
5
1.d.
Toeristenbelasting Het tarief per persoon per overnachting bedroeg in 2015 € 1,00. Zowel binnen het Algemeen Bestuur van het Recreatieschap Drenthe als binnen het portefeuillehoudersoverleg Financiën van de VDG wordt gestreefd naar uniformiteit ten aanzien van het tarief voor de toeristenbelasting in alle Drentse gemeenten. Het beleid is om ons te conformeren aan de afspraken die wij in dit verband hebben gemaakt met het Recreatieschap Drenthe. Voor de belastingjaren 2014 en 2015 heeft het Recreatieschap Drenthe geen voorstel gedaan over een uniform tarief. Het tarief voor de toeristenbelasting is voor deze twee jaren bevroren op het tarief 2013 zijnde € 1,00. Het Recreatieschap Drenthe heeft in 2014 en 2015 onderzoek uitgevoerd naar een uniform heffingssystematiek voor de Drentse gemeenten. In maart 2015 hebben wij de uitkomsten van dit onderzoek ontvangen alsmede het advies van het Recreatieschap Drenthe (bijlage iii).Zij stellen voor om voor 2016 een tarief te hanteren van € 1,05 en dit tarief voor de komende 4 jaren te laten stijgen met € 0,05. Hierbij adviseren ze een bandbreedte van 20% om af te wijken van het voorgestelde tarief. In het kader van de bezuinigingen, de bevriezing van de tarieven in 2014 en 2015, de gemiddelde tarieven in Drenthe en landelijk, stellen wij u voor om het tarief te verhogen naar € 1,10. Dit valt binnen de, door het Recreatieschap Drenthe, voorgestelde bandbreedte van 20%. Na de voorgestelde verhoging van het tarief bedraagt de geraamde opbrengst € 1.163.000. Voor het opleggen van de aanslagen toeristenbelasting handhaven wij het in 2004 ingevoerde systeem waarbij in het belastingjaar een voorlopige aanslag wordt opgelegd op basis van gegevens van het voorgaande jaar. Zoals hierboven aangegeven wordt de voorlopige aanslag 2016 gebaseerd op 75% van het aantal overnachtingen van het voorgaande jaar. Na afloop van het belastingjaar zal een definitieve aanslag worden opgelegd op basis van de werkelijke overnachtingen die in het belastingjaar hebben plaatsgevonden. Op deze manier worden inkomsten eerder gegenereerd waardoor er geen renteverlies ontstaat. Dit betekent dat de recreatieondernemers in het jaar dat zij de toeristenbelasting ontvangen, deze ook grotendeels afdragen aan de gemeente. Evenals in 2015 is het mogelijk voor recreatieondernemers om het nachtverblijfregister digitaal te verstrekken. Net als vorig jaar zal, in navolging van ontwikkelingen bij de landelijke overheid om te komen tot administratieve lastenverlichting voor burgers en bedrijven binnen de gemeente en ook voor de gemeente zelf, geen aanslag toeristenbelasting worden opgelegd als er minder dan 50 overnachtingen hebben plaatsgevonden.
1.e.
Forensenbelasting In het kader van de bezuinigingen is besloten om € 25.000,- extra opbrengst te genereren uit de forensenbelasting. De geraamde inkomst 2016 komt hiermee op € 138.000. Om de opbrengst te behalen stellen wij u voor om de tarieven met ca € 85,- per waardeklasse te verhogen. Hierbij is aansluiting gezocht bij de gemiddelde tarieven van Drentse gemeenten en is er een evenredige verhoging van het tarief per waardeklasse doorgevoerd. Met ingang van 1 januari 2015 worden de waarden opnieuw vastgesteld naar waardepeildatum 1 januari 2014. Ondanks dat uit marktanalyse blijkt dat de gemiddelde waarde van recreatiewoningen in de periode tussen de peildatum 1 januari 2014 en 1 januari 2015 is gedaald hoeven de waardeklassen niet te worden verlaagd of verhoogd. De waardeklassen en tarieven voor belastingjaar 2016 kunnen als volgt worden vastgesteld: - Waarde tot € 50.000,€ 255,00 (was €171,85) - Waarde van € 50.000,- tot € 75.000,€ 385,00 (was € 300,85) - Waarde van € 75.000,- tot € 130.000,€ 515,00 (was € 429,65) - Waarde van € 130.000,- tot € 200.000,€ 645,00 (was € 559,10) - Waarde meer dan € 200.000,€ 775,00 (was € 687,45)
6
6
1.f.
Lijkbezorgingsrechten De opbrengst voor de lijkbezorgingsrechten bedraagt voor 2016 € 131.000,-. Met de vaststelling van de nota kostendekkendheid 2011 is besloten om met ingang van het begrotingsjaar 2012 de lijkbezorgingsrechten weer te bepalen conform de kostentoerekeningsmethode uit 2005 en om de daaruit voortvloeiende verhoging gefaseerd over vier jaar door te berekenen in de tarieven. Dat betekent dat naast de trendmatige verhoging een forse extra verhoging zou moeten worden toegepast. Gezien de beraadslagingen bij de begrotingsbehandeling 2014 is ervoor gekozen deze verhoging achterwege te laten.Wij stellen u daarom voor om de tarieven trendmatig te verhogen met 1%
2.a.
Voor de gemeentelijke zwembaden stellen wij u voor de tarieven trendmatig te verhogen met 1%. Wij stellen u voor de tarieven als volgt vast te stellen: Abonnementen Abonnement 1e abonnement uit het gezin 2e t/m 5e abonnement uit dat gezin (wonende op hetzelfde adres) Alle volgende abonnementen uit dat gezin
€ 33,85 € 9,10
€ 5,55 per dag € 44,45
Zwemlessen Zwemlessen A Zwemlessen B/C Diploma zwemmen 10- badenkaart zwemlessen A 10- badenkaart zwemlessen B 10- badenkaart ouders zwempas
€ 240,15 per seizoen € 128,00 per seizoen € 11,60 € 64,35 € 45,70 € 10,60
Activiteiten 10- badenkaart aquasport 10- badenkaart snorkelen Diploma snorkelen Zwemslagen/ survival per seizoen Les aqua sport 10- badenkaart fit en fun kids 10- badenkaart fit en fun 60+ Gezinsplons
7
€ 27,30 € 9,10
Overige prijzen Entreeprijs (voor personen vanaf 1 jaar) 10- badenkaart (voor personen vanaf 1 jaar)
Zwemvereniging/ sportvereniging Huur zwembad door zwemvereniging Huur beachveld door sportvereniging Huur zwembad door zwemvereniging buiten de gemeente (met zwembadpersoneel) Huur zwembad door organisaties (met personeel)
2.b.
Voorverkoop Seizoen € 86,10 € 99,25
€ 9,10 per uur € 5,55 per uur per veld € 34,35 per uur € 53,55 per uur
€ 34,85 € 45,70 € 5,55 € 64,35 € 3,80 € 34,35 € 34,35 € 2,75
Voor de binnensportaccommodaties stellen wij u voor deze eveneens trendmatig te verhogen met 1%.
7
Communicatie Na vaststelling van de verordeningen door de gemeenteraad volgt een publicatie in De Schakel. Verder zullen alle verordeningen worden opgenomen in de Regelingenbank. Tevens worden, met betrekking tot de zwembadtarieven en de tarieven voor de sporthallen, alle betrokkenen zo spoedig mogelijk schriftelijk geïnformeerd over bovenstaande belastingvoorstellen Burgerparticipatie Niet van toepassing Uitvoering Na 1 januari 2016 worden de aanslagen opgelegd op basis van de verordeningen en tarieven zoals die door de Raad worden vastgesteld. Samenvatting voor publicatie Schakel (max. 5 regels) Bijlagen : a. de “Verordening op de heffing en de invordering van onroerende zaakbelastingen 2016” b. de “Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2016” c. de “Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2016” d. de “Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2016” e. de “Verordening op de heffing en de invordering van forensenbelasting 2016” f. de “Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2016” i. Overzicht zwembadtarieven 2015 - 2016 ii. Overzicht sporthaltarieven 2015 – 2016 iii. Advies en uniformering toeristenbelasting van Recreatieschap Drenthe Het college van de gemeente Aa en Hunze,
mevrouw mr. M. Tent secretaris
8
de heer drs. H.F. van Oosterhout burgemeester
8