Raadsvergadering Commissie
: :
8 december 2015 Bestuur en Ruimte
Agendapunt
:
Onderwerp
:
Verordening dode gezelschapsdieren Berkelland 2016
Collegevergadering Portefeuillehouder Meer informatie bij
: : :
10 november 2015 J.A. Pot M.G. Stoverink
Agendapunt
: 21.
Telefoon
: 0545-250 498
Te nemen besluit: De Verordening dode gezelschapsdieren Berkelland 2016 vaststellen. Waarom dit voorstel? Op 3 januari 2005 is er door u een destructieverordening vastgesteld. Ter uitvoering van de Destructieverordening hebben wij toen besloten om alle locaties van dierenartsen in Berkelland (8) en de Dierenambulance Doetinchem-Winterswijk aan te wijzen als verzamelplaats waar destructiemateriaal van huisdieren mag worden aangeboden. Deze werkwijze hanteren wij nu nog. Op 1 januari 2013 is de Wet dieren in werking getreden en de Destructiewet is vervallen. Op grond van de op 1 januari 2013 in werking getreden Wet dieren is het hebben van een gemeentelijke verordening voor het omgaan met kadavers van gezelschapsdieren een verplichting. Wat is het effect? Er wordt voldaan aan de wettelijke verplichting in artikel 3.5 (kadavers gezelschapsdieren) van de Wet dieren om een verordening te hebben. Argumentatie/onderbouwing: De plaatselijke regels (verordening) zoals voorgeschreven in de Wet dieren hebben betrekking op dode gezelschapsdieren. De regels moeten in ieder geval op de volgende zaken betrekking hebben: a. Het aangeven en bewaren door de eigenaar of houder b. het ophalen, en c. het overdragen aan een ondernemer (Rendac). Kanttekeningen/risicoparagraaf N.v.t. Financiële paragraaf Wanneer mensen hun eigen dode huisdier achterlaten bij een dierenarts dan moeten ze daarvoor betalen. Voor de opslag en het afvoeren van (op en aan de weg) gevonden dode dieren, waarvan geen eigenaar bekend is en de instandhouding van een
_____________________________________________________________________ In te vullen door Griffie: Commissievergadering Afhandelingsvoorstel voor raad: 0 hamerstuk 0 bespreekstuk 0 anders, nl
Raadsvergadering 0 zonder hoofdelijke stemming 0 met algemene stemmen 0 stemmen voor, stemmen tegen 0 aangenomen 0 verworpen 0
verzamelplaats (koeling) betaalt de gemeente op dit moment jaarlijks een vast bedrag van € 500,-- aan de plaatselijke dierenartsen in Berkelland en de Stichting Dierenambulance Doetinchem-Winterswijk (8 praktijken + dierenambulance (totaal € 4.500,--)). Na onderzoek is gebleken dat bij de Kliniek voor gezelschapsdieren in Eibergen, Dierengeneeskundig Centrum Bekenland (praktijk in Neede, Gelselaar en Borculo) en de Dierenambulance de meeste zwerfdieren worden binnengebracht. De bedoeling is dan ook om deze drie bovengenoemde instellingen aan te wijzen voor bewaring, opslag en afvoer van dode zwerfdieren voor destructie. Hiervoor ontvangen zij vanaf 1 januari 2016 een vergoeding van € 250,-- per jaar. De andere praktijken ontvangen per 1 januari 2016 geen vergoeding meer. Wij bereiken hiermee een besparing van € 3.000,--. Intern en extern Informatie en communicatie De verordening zal op de gebruikelijke wijze bekend gemaakt worden. Op de gemeentelijke pagina in Achterhoek Nieuws zal een artikeltje verschijnen over wat te doen met dode (zwerf)dieren. Inspraak en participatie N.v.t. Planning en evaluatie N.v.t.
Burgemeester en wethouders van Berkelland, de secretaris, de burgemeester,
J.A. Wildeman.
J.H.A. van Oostrum.
2
Raadsvergadering
:
Agendanummer
:
8 december 2015
De raad van de gemeente Berkelland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 november 2015; gelet op artikel 3.5 (Kadavers gezelschapsdieren) van de Wet dieren;
besluit:
vast te stellen de volgende verordening: VERORDENING DODE GEZELSCHAPSDIEREN BERKELLAND 2016 Artikel 1 Begripsomschrijvingen In deze verordening wordt verstaan dan wel mede verstaan: a: wet: Wet dieren; b: houder: eigenaar of houder van een dood gezelschapsdier; c: gezelschapsdier: alle dieren die de mens in of rond het huis houdt en verzorgt om zichzelf te plezieren. Tot deze categorie behoren onder meer honden, katten, knaagdieren, kooi- en volièredieren, duiven en vissen. Konijnen, kippen, kalkoenen, kwartels, parelhoenders, eenden, ganzen en fazanten behoren eveneens tot deze categorie, indien er geen commerciële opbrengst aan verbonden is, zoals de productie van vlees, wol pels, eieren, pluimen of huiden. Onder de categorie gezelschapsdier worden geen hobby- en landbouwhuisdieren verstaan zoals runderen, paarden, schapen, schapen, (dwerg)geiten, hangbuikzwijnen, varkens en herten. Artikel 2 Verzamelplaats Het college van burgemeester en wethouders wijst één of meer verzamelplaatsen aan waar dode gezelschapsdieren in ontvangst worden genomen. Artikel 3 Aangeven van dode gezelschapsdieren De houder is verplicht uiterlijk op de eerste werkdag, die volgt op de dag waarop het dode gezelschapsdier is aangetroffen, dit dier te vervoeren naar een verzamelplaats zoals bedoeld in artikel 2 en het daar aan te geven en tegen de daaraan verbonden kosten af te staan. Artikel 4 Bewaren van dode gezelschapsdieren Tot de tijdstip van afgifte moet de houder het dode gezelschapsdier zodanig bewaren dat vermenging met ander materiaal wordt voorkomen.
3
Artikel 5 Uitzonderingen Het bepaalde in deze verordening is niet van toepassing indien: a:
het dode gezelschapsdier wordt begraven op een dierenbegraafplaats of op een terrein dat ter beschikking staat van de houder;
b:
het dode gezelschapsdier wordt gecremeerd bij een dierencrematorium;
c:
de houder het dode gezelschapsdier laat inslapen door tussenkomst van een dierenarts, die ervoor zorgt dat dit dier ter verwerking wordt aangeboden.
Artikel 6 Inwerkingtreding 1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2016. 2. De Destructieverordening gemeente Berkelland, vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 3 januari 2005 wordt ingetrokken. Artikel 7 Citeerbepaling Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening dode gezelschapsdieren Berkelland 2016.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 8 december 2015 de griffier,
de voorzitter,
4
Artikelsgewijze toelichting Artikel 2 Verzamelplaats Burgemeester en wethouders dienen één of meer verzamelplaatsen aan te wijzen. Dit gebeurt via een aanwijzingsbesluit. Artikel 4 Bewaren van dode gezelschapsdieren Met deze bepaling wordt bedoeld dat dode gezelschapsdieren niet samen met ander materiaal dan van dierlijke herkomst mogen worden bewaard. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om halsbanden, touw en kleden. Artikel 5 Uitzonderingen Het is toegestaan dode gezelschapsdieren te begraven op het terrein dat ter beschikking staat van de eigenaar of houder van het gezelschapsdier. Ook als ze worden verast in een crematorium behoeven dode gezelschapsdieren niet te worden afgestaan aan een aangewezen verzamelplaats. Uitzondering c spreekt voor zich.
5
Toelichting raadsvoorstel Raadsvergadering Onderwerp
: 8 december 2015 agendapunt : Verordening dode gezelschapsdieren Berkelland 2016
:
Toelichting Op het moment dat een (huis)dier komt te overlijden, is het van belang dit dier tijdig en op een goede manier te verwijderen. Gebeurt dat niet, dan kan het een gevaar vormen voor de volksgezondheid of het welzijn van andere dieren. Kadavers zijn onhygiënisch, trekken ongedierte aan en stinken. Als dieren zijn gestorven door besmettelijke dierziekten of hiervoor dood zijn gemaakt kunnen zij deze ziekten blijven verspreiden. Het is van belang dat de kadavers zo snel mogelijk worden opgehaald en vernietigd. In het verleden regelde de Destructiewet uit 1957, gecombineerd met de plaatselijke verordening, de destructie van dergelijke (huis)dieren. De Destructiewet is echter per 1 januari 2008 komen te vervallen en vervangen door de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (Gwwd). Voorts is hier de Wet dieren per 01-01-2013 bijgekomen. Daardoor zijn voor de destructie van belang zijnde bepalingen in de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren vervallen en overgegaan naar de Wet dieren. Bovendien is de verwijdering en verwerking van kadavers op Europees niveau geregeld in Verordening (EG) nr. 1069/2009 en Verordening (EU) nr. 142/2011. Deze verordeningen worden ook wel de dierlijke bijproducten verordeningen genoemd. De Verordening (EG) nr. 1069/2009 bepaalt onder andere dat alle kadavers categorie 1of 2-materiaal zijn. In Nederland is de regelgeving verder uitgewerkt in de Wet dieren. In de Wet dieren staat onder andere dat kadavers verplicht moeten worden aangemeld en aangeboden aan een verwerkingsbedrijf voor categorie 1- en 2-materiaal. In Nederland is 1 verwerkingsbedrijf voor categorie 1- en 2-materiaal (zoals bijvoorbeeld kadavers). Dit bedrijf is Rendac. Net zoals de vervallen Destructiewet schrijft ook de Wet dieren plaatselijke regels ten aanzien van het afgeven, bewaren, ophalen en overdragen aan erkend bedrijf in een gemeentelijke verordening voor. Anders dan de Destructiewet wordt echter niet meer gesproken over hoog-risico-materiaal, maar over kadavers van gezelschapsdieren. Hieronder moeten niet alleen dode honden en katten worden verstaan. Onder het begrip ‘dode gezelschapsdieren’ vallen alle dieren van soorten die gewoonlijk door de mens worden gevoed en gehouden en die niet voor veeteelt worden gehouden. Tot deze categorie behoren behalve honden en katten onder meer ook knaagdieren, kooi- en volièredieren, duiven en vissen. Konijnen, kippen, kalkoenen, kwartels, parelhoenders, eenden, ganzen en fazanten behoren tot de categorie gezelschapsdier indien er geen commerciële opbrengst aan verbonden is zoals de productie van vlees, wol, pels, eieren, pluimen of huiden. Onder de categorie gezelschapsdier worden geen hobby- en landbouwhuisdieren verstaan zoals runderen, paarden, schapen, (dwerg)geiten, hangbuikzwijnen, varkens en herten. Hoe een eigenaar of houder met een dood hobby- en landbouwhuisdier dient om te gaan, wordt op landelijk dan wel Europees niveau geregeld. De kadavers daarvan moeten – uitzonderingen daargelaten - op de eerste werkdag na het ontstaan worden aangegeven bij een erkend destructiebedrijf, te weten Rendac. Deze haalt ze dan de volgende werkdag of een vaste ophaaldag op. Voor paarden geldt een uitzondering. Een dood paard mag worden verbrand in een erkend huisdierencrematorium. Overeenkomstig de Wet dieren moeten er bij gemeentelijke verordening ten aanzien van dode gezelschapsdieren over een aantal onderwerpen regels worden opgesteld.
6
De plaatselijke regels (verordening) zoals voorgeschreven in de Wet dieren hebben betrekking op het dode gezelschapsdier met een eigenaar of houder, die na het overlijden van het gezelschapsdier hiervan afstand wil doen op een manier zoals voorgeschreven door de gemeente. Ten aanzien van de dode gezelschapsdieren moeten de regels in ieder geval op de volgende zaken betrekking hebben: a. Het aangeven en bewaren door de eigenaar of houder b. het ophalen, en c. het overdragen aan een ondernemer (Rendac). Naast afvoeren naar een verwerkingsbedrijf, zijn er voor een eigenaar of houder van een gezelschapsdier ook andere methoden om zich van het dode dier te ontdoen. Zo bestaat er bijvoorbeeld de mogelijkheid het dode gezelschapsdier te cremeren. Dit moet dan wel gebeuren in een erkend huisdiercrematorium. Wanneer een dierenarts een gezelschapsdier laat inslapen, kan het dode dier in de meeste gevallen bij de dierenarts worden achtergelaten. Ook zullen er eigenaren of houders zijn die ervoor kiezen het dode gezelschapsdier te begraven. Dit kan zowel op een dierenbegraafplaats, maar ook in de eigen tuin of op eigen grond. Gelet op de risico’s voor volksgezondheid, diergezondheid en milieu wordt geadviseerd om de dode dieren voldoende diep (tenminste 75 cm) te begraven. Uiteindelijk is het de eigenaar of houder die een keuze maakt over wat hij of zij met het dode gezelschapsdier wenst te doen. Hierbij zal vooral emotie een grote rol spelen, maar ook kosten kunnen bepalend zijn.
7