Raad VOORBLAD Onderwerp Agendering
Behandelwijze
Vaststellen nieuwe afschrijvingstermijnen vanaf 2012 x
Commissie Bestuur
x
Gemeenteraad
0
Commissie Ruimte
0
Lijst ingekomen stukken
0
Commissie Sociaal
0
Informerende Commissie
0
Bespreken
0
Kennis van nemen
0
Kaderstellen
0
Controleren
x
Vaststellen door gemeenteraad
Overlegpunten / Beslispunten
1. De nieuwe (geactualiseerde) afschrijvingstermijnen vast te stellen zoals vermeld in de bijlage bij dit raadsvoorstel. 2. Vanaf 1 januari 2012 de afschrijving van investeringen met een afschrijving volgens de annuïteitenmethode te wijzigen in afschrijving volgens de lineaire methode. 3. Vanaf 1 januari 2012 voor alle (bestaande) investeringen te kiezen voor 5% rente. 4. Voor investeringen waarvan de afschrijvingstermijn op 1 januari 2012 nog 3 jaar of korter is de bestaande afschrijvingstermijn te blijven hanteren.
Context
De gemeenteraad heeft via de Financiële verordening gemeente Berkelland, artikel 10 Waardering & afschrijving vaste activa, de kaders vastgesteld voor het activerings- en afschrijvingsbeleid. In het Activeringsen afschrijvingsbeleid 2012 is het beleid nader uitgewerkt voor het college en de organisatie. Het college stelt deze beleidsnota vast. De gemeenteraad stelt (jaarlijks) via de paragraaf kapitaalgoederen in de begroting de afschrijvingstermijnen vast. Omdat nu voorgesteld wordt andere afschrijvingstermijnen te gaan gebruiken moeten deze apart door de gemeenteraad vastgesteld worden. Daarnaast worden enkele voorstellen gedaan die afwijken van artikel 10 van de financiële verordening. Hierover moet de gemeenteraad dus een besluit nemen.
Financiële gevolgen
In de begroting wordt al rekening gehouden met een te realiseren verlaging van de kapitaallasten met € 900.000. Met het vaststellen van de nieuwe (geactualiseerde) afschrijvingstermijnen kan deze taakstelling
gerealiseerd worden. Vanaf 2016 gaat het voordeel wel afnemen. Vanaf 2021 is er een nadelig effect ten opzichte van het huidige afschrijvingsbeleid. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat bij het huidige beleid investeringen al volledig afgeschreven zouden zijn en die investeringen bij het nieuwe beleid nog een boekwaarde en afschrijving hebben. Achterliggende stukken (ter inzage)
Concept Activerings- en afschrijvingsbeleid 2012
Opmerkingen van het presidium (invullen door griffie) Portefeuillehouder
Wethouder J.B. Boer
Meer informatie bij: (naam en telefoonnummer behandelend ambtenaar) Gezien door griffie
O. van den Engh, afdeling Intern Advies telefoonnummer: 0545 - 250 577
Ja
2
Raadsvergadering
:
6 december 2011
Agendanummer
:
(college) voorstelnummer
:
42 / 8
Onderwerp
:
Vaststellen nieuwe afschrijvingstermijnen vanaf 2012
Borculo, 25 oktober 2011 Geachte raad,
1. Samenvatting Al geruime tijd is er behoefte aan een (geactualiseerd) activerings- en afschrijvingsbeleid. In de begroting wordt al rekening gehouden met een te realiseren verlaging van de kapitaallasten met € 900.000. Met het vaststellen van de nieuwe (geactualiseerde) afschrijvingstermijnen kan deze taakstelling gerealiseerd worden. Vanaf 2016 gaat het voordeel wel afnemen. Vanaf 2021 is er een nadelig effect ten opzichte van het huidige afschrijvingsbeleid. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat bij het huidige beleid investeringen al volledig afgeschreven zouden zijn en die investeringen bij het nieuwe beleid nog een boekwaarde en afschrijving hebben.
2. Inhoud Inleiding Al geruime tijd is er behoefte aan een (geactualiseerd) activerings- en afschrijvingsbeleid. In het kader van Samen anders is een van doelen voor dit beleid: “Bekijk of op verantwoorde wijze gekozen kan worden voor langere afschrijvingstermijnen, waardoor de jaarlijkse kapitaallasten dalen.” Vanaf de begroting 2010 is in de begroting een te realiseren besparing van € 450.000 opgenomen. Via het coalitieakkoord is met ingang van de begroting 2011 de te realiseren besparing verhoogd naar € 900.000. Tot nu werden de afschrijvingstermijnen gevolgd zoals die opgenomen zijn in de begroting. De gemeenteraad heeft via de Financiële verordening gemeente Berkelland, artikel 10 Waardering & afschrijving vaste activa, de kaders vastgesteld voor het activerings- en afschrijvingsbeleid. In het Activerings- en afschrijvingsbeleid 2012 is het beleid nader uitgewerkt voor het college en de organisatie. Het college stelt deze beleidsnota vast. De gemeenteraad stelt (jaarlijks) via de paragraaf kapitaalgoederen in de begroting de afschrijvingstermijnen vast. Omdat nu voorgesteld wordt andere afschrijvingstermijnen te gaan gebruiken moeten deze apart door de gemeenteraad vastgesteld worden. Daarnaast worden enkele voorstellen gedaan die afwijken van artikel 10 van de financiële verordening. Hierover moet de gemeenteraad dus een besluit nemen.
3
Algemeen De accountant geeft al enkele jaren aan dat zij graag zien dat we ons afschrijvingsbeleid actualiseren. Onze huidige beleidslijn is dat, voor investeringen die gedaan zijn voor 2006, we afschrijven op basis van de afschrijvingstermijn die gold ten tijde van de investering. Vanaf 2006 hanteren we de afschrijvingstermijnen die genoemd worden in de paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen. Gelijksoortige investeringen hebben daardoor niet dezelfde afschrijvingstermijn. Met het nieuwe activerings- en afschrijvingsbeleid is de tijd gekomen om deze keuze los te laten en te kiezen voor toepassing van het nieuwe beleid op alle bestaande en nieuwe investeringen. Voorkeur lineaire afschrijvingsmethode Bij gebruik van de lineaire afschrijvingsmethode nemen jaarlijks de kapitaallasten af. De onderhoudskosten van een investering lopen op naar mate de investering ouder wordt. Per saldo blijven daarmee de totale lasten door de jaren heen het meest constant. Daarom willen we u voorstellen om te (blijven) kiezen voor de lineaire afschrijvingsmethode. Van annuïteit naar lineair In het verleden is er bij een aantal investeringen gekozen voor een afschrijving op basis van de annuïteitenmethode. Bij gebruik van de annuïteitenmethode blijven de jaarlijkse kapitaallasten gedurende looptijd gelijk. Dit in tegenstelling tot de lineaire methode waarbij de jaarlijkse kapitaallasten jaarlijks lager worden. Hierdoor zijn de kapitaallasten in de eerste jaren lager dan bij de lineaire afschrijvingsmethode. Daar staat echter tegenover dat in de tweede helft van de afschrijvingstermijn de jaarlijkse kapitaallasten hoger zijn dan bij de lineaire afschrijvingsmethode. Omdat er in de latere jaren (groot) onderhoud moet plaatsen vinden is een heroverweging van de keuze voor de annuïtaire methode op zijn plaats. Daarom willen we u voorstellen om ook voor deze investeringen te kiezen voor de lineaire afschrijvingsmethode. Afwijkend rentepercentage De jaarlijkse kapitaallasten bestaan uit de rente over de boekwaarde van de investering op 1 januari en het afschrijvingsbedrag. We rekenen normaal met 5% rente. Bij een aantal investeringen van voor 2006 is destijds gekozen voor een ander (hoger) rentepercentage, meestal in combinatie met gebruik van de annuïteitenmethode. Wij willen u voorstellen om ook voor deze investeringen te kiezen voor 5% rente. Afschrijving investeringen met een resterende afschrijvingstermijn van 3 jaar of korter In afwijking van de standaardregel om de afschrijvingstermijn van de investeringen van voor en na 2006 gelijk te trekken willen we hierop een uitzondering maken voor die investeringen waarvan de afschrijvingstermijn op 1 januari 2012 nog 3 jaar of korter is. Hiermee voorkomen we dat het laatste gedeelte van de investering nog in veel kleine jaarlijkse partjes wordt verdeeld. Wij stellen u daarom voor om voor investeringen waarvan de afschrijvingstermijn op 1 januari 2012 nog 3 jaar of korter is de bestaande afschrijvingstermijn te blijven hanteren. Afschrijving ineens In enkele gevallen hebben we nu geconstateerd dat de investering geen investering is maar groot onderhoud betreft. Het gaat hierbij om zaken als herstel van constructiefouten, legionellabestrijding, asbestsanering en dergelijke. De boekwaarde van deze niet-investeringen, groot circa € 700.000 komt in 2011 alsnog ten laste van de exploitatie.
4
Nieuwe (geactualiseerde) afschrijvingstermijnen Als bijlage is aan dit voorstel een overzicht toegevoegd van de omschrijving van soorten investeringen, het voorstel voor de afschrijvingstermijn en een korte motivering van de keuze voor de afschrijvingstermijn. Beleidsnota Activerings- en afschrijvingsbeleid Gemeente Berkelland Het college heeft het gewenste activerings- en afschrijvingsbeleid vastgelegd in een Nota Activerings- en afschrijvingsbeleid Gemeente Berkelland 2012. Nadat uw raad de nieuwe (geactualiseerde) afschrijvingstermijnen heeft vastgesteld zal het college de beleidsnota definitief vaststellen. Wij stellen u voor om het nieuwe afschrijvingsbeleid in te voeren met ingang van 1 januari 2012. Komende jaren minder vrijval Omdat de afschrijvingstermijn van de meeste investeringen wordt verlengd zal de vrijval kapitaallasten de komende jaren wel een stuk lager zijn dan bij het huidige beleid. Dit kan betekenen dat de komende jaren de kapitaallasten van noodzakelijke investeringen niet altijd volledig gedekt kunnen worden uit de vrijval kapitaallasten. Financiële effecten Om in beeld te krijgen wat het effect van het nieuwe (geactualiseerde) afschrijvingsbeleid is, is er een doorrekening gemaakt op basis van de begrote aanschafwaarde en boekwaarde op 1 januari 2012. Verder is rekening gehouden met de hiervoor genoemde uitgangspunten en bijzonderheden. Voor 2012 tot en met 2015 leidt het nieuwe beleid tot de gewenste lastenverlichting van € 900.000. Vanaf 2016 is het voordeel nog € 750.000. De jaren daarna wordt het positieve effect snel minder. Vanaf 2021 is er een nadelig effect ten opzichte van het huidige beleid. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat bij het huidige beleid investeringen al volledig afgeschreven zouden zijn en die investeringen bij het nieuwe beleid nog een boekwaarde en afschrijving hebben. Riolering In 2012 ontvangt uw raad nog een apart voorstel met betrekking tot de afschrijvingstermijnen voor de riolering en wat voor effect de nieuwe (geactualiseerde) afschrijvingstermijnen gaan hebben op de hoogte van het rioolrecht. In de bijlage zijn met betrekking tot de riolering al wel de voorgenomen nieuwe afschrijvingstermijnen opgenomen. 3. Advies De nieuwe (geactualiseerde) afschrijvingstermijnen vast te stellen zoals vermeld in de bijlage bij dit raadsvoorstel. Vanaf 1 januari 2012 de afschrijving van investeringen met een afschrijving volgens de annuïteitenmethode te wijzigen in afschrijving volgens de lineaire methode. Vanaf 1 januari 2012 voor alle (bestaande) investeringen te kiezen voor 5% rente. Voor investeringen waarvan de afschrijvingstermijn op 1 januari 2012 nog 3 jaar of korter is de bestaande afschrijvingstermijn te blijven hanteren. Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Berkelland, de secretaris, de burgemeester,
drs. A.G. Dekker.
mr. H.L.M. Bloemen.
5
Raadsvergadering
:
Agendanummer
:
6 december 2011
De raad van de gemeente Berkelland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 oktober 2011; gelet op de financiële verordening Berkelland; besluit: vast te stellen :
1. de nieuwe (geactualiseerde) afschrijvingstermijnen zoals vermeld in de bijlage bij dit raadsvoorstel;
2. om vanaf 1 januari 2012 de afschrijving van investeringen met een afschrijving volgens de annuïteitenmethode te wijzigen in afschrijving volgens de lineaire methode;
3. om vanaf 1 januari 2012 voor alle (bestaande) investeringen te kiezen voor 5% rente;
4. om voor investeringen waarvan de afschrijvingstermijn op 1 januari 2012 nog 3 jaar of korter is de bestaande afschrijvingstermijn te blijven hanteren.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 6 december 2011 de griffier,
de voorzitter,
6
BIJLAGE Voorstel nieuwe (geactualiseerde) afschrijvingstermijnen 2012 Omschrijving Gronden en terreinen
Afschrijvings termijn 0
Gebouwen
50
Scholen
50
Uitbreiding school
50
Tijdelijke huisvesting/semi permanent
25
Noodgebouw
Gebruiksduur met een maximum van 15 jaar
Dakbedekking
25
Dakbedekking platte daken
20
CV
15
Restauratiewerkzaamheden, voegwerk
20
Motivatie Gronden houden waarde. Het is niet logisch om de waarde van de gronden te verlagen door hierop af te schrijven. Gebouwen hebben bij normaal onderhoud een lange levensduur. Woningen gaan zeker 50 jaar mee. Daarnaast houden woningen (en overige gebouwen) een zekere waarde. Een school is een gebouw. Gebouwen hebben bij normaal onderhoud een lange levensduur. Gebouwen gaan zeker 50 jaar mee. Daarnaast houden gebouwen een zekere waarde. Uitbreiding van een school is feitelijk uitbreiding van het gebouw. De uitbreiding op zich zien wij als een gebouw. Gebouwen hebben bij normaal onderhoud een lange levensduur. Gebouwen gaan zeker 50 jaar mee. Daarnaast houden gebouwen een zekere waarde. Zoals de naam al aangeeft heeft tijdelijke huisvesting een kortere levensduur dan gebouwen. De tijdelijkheid zit hem vaak meer in de bestemming dan in de technische levensduur. Om die reden bepalen wij de afschrijvingstermijn van tijdelijke huisvesting op de helft van gebouwen. Dit is 25 jaar. Een noodgebouw wordt geplaatst om een tijdelijke gebruiksruimte te leveren. Omdat het verwijderen van een noodgebouw vaak meer kost dan de restwaarde van het noodgebouw en het noodgebouw na het beoogde gebruik vaak geen ander nut heeft is het zinvol om voor de afschrijvingstermijn aan te sluiten bij de verwachte gebruiksduur op hert moment van aanschaf. Dakbedekking is niet gevoelig voor nieuwe ontwikkelingen. Dakbedekking die op een dak ligt kan daar blijven liggen tot het is versleten. Dakbedekking gaat tegenwoordig wel 25 jaar mee. Dakbedekking is niet gevoelig voor nieuwe ontwikkelingen. Dakbedekking die op een plat dak ligt kan daar blijven liggen tot het is versleten. Deze dakbedekking gaat tegenwoordig 20 jaar mee. CV installaties worden steeds beter. Dit betekent niet dat oudere CV installaties niet meer voldoen. De technische levensduur van een CV installatie is zeker 15 jaar. Restauratiewerkzaamheden aan voegwerk dragen bij aan de langere levensduur van
woningen en gebouwen. Restauratiewerkzaamheden zullen pas na een jaar of 20 nodig zijn.
2
Beveiligingsmaatregelen/alarminstallaties/ brandbeveilinging Inrichting gebouw/inventaris/meubilair
15
Deuren, kozijnen, ventilatoren
20
Zonwering
20
Lift
20
Omheining
20
(Her)straten schoolplein
20
Speelvoorzieningen / Rubberen tegels Verlichting
15 35
Nieuwe en vervanging riolering
50
Gemaal electro/mechanisch
15
Gemaal bouwkundig
40
Randvoorziening
40
20
Beveiliging wordt steeds beter. Dit betekent niet dat oudere beveiliging niet voldoet. De technische levensduur van beveiliging is zeker 15 jaar. Inrichting, inventaris en meubilair worden beïnvloed door de tijd. Dit betekent niet dat oude inrichting of inventaris niet meer voldoet. Technisch kan inrichting en inventaris zeker 20 jaar mee. Deuren, kozijnen en ventilatoren maken onderdeel uit van een gebouw. Met normaal onderhoud kunnen deze onderdelen zeker 20 jaar mee. Zonwering is in principe niet gevoelig voor nieuwe ontwikkelingen. Zonwering die is aangebracht kan blijven zitten tot hij versleten is. Zonwering gaat tegenwoordig zeker 20 jaar mee. Een lift is in principe niet gevoelig voor nieuwe ontwikkelingen. Een lift die eenmaal is geplaatst kan bij normaal onderhoud zeker 20 jaar mee. Een omheining is in principe niet gevoelig voor nieuwe ontwikkelingen. Een omheining die eenmaal is geplaatst kan bij normaal onderhoud zeker 20 jaar mee. Het gebruik van het schoolplein verandert in de loop van de tijd. Omdat het gebruik van een schoolplein verandert wordt de afschrijvingstermijn op 20 jaar gesteld. Speeltoestellen en rubber tegels gaan technisch 15 jaar mee. Openbare verlichting is in principe niet gevoelig voor nieuwe ontwikkelingen. Eenmaal geplaatste openbare verlichting kan blijven staan tot deze versleten is. Openbare verlichting gaat bij normaal onderhoud zeker 35 jaar mee. Riolering is niet gevoelig voor nieuwe ontwikkelingen. Riolering kunnen we blijven gebruiken totdat deze versleten is. De levensduur van riolering is zeker 50 jaar. Het electro/mechanische deel van een gemaal is niet gevoelig voor nieuwe ontwikkeling. Het electro/mechanische deel van een gemaal kunnen we blijven gebruiken tot het versleten is. Bij normaal onderhoud gaat het electro/mechanische deel van een gemaal 15 jaar mee. Een gemaal is in principe niet gevoelig voor nieuwe ontwikkelingen. Een gemaal kunnen we blijven gebruiken tot het versleten is. Bij normaal onderhoud gaat een gemaal zeker 40 jaar mee. (GRP) Een randvoorziening is niet gevoelig voor nieuwe ontwikkelingen. Een randvoorziening kunnen we gebruiken tot het versleten is. Bij normaal onderhoud gaat een randvoorziening 40 jaar mee.
3
Afkoppeling
30
Projectgerelateerde onderzoeken Gemeentelijk RioleringsPlan
5
Niet projectgerelateerde onderzoeken GRP Begraafplaatsen
1 50
Aanleg/Reconstructie wegen
40
Auto’s
10
Overig materieel
10
ICT
3-8 jaar
Verkeersborden, verkeerszuilen
15
Straatborden, straatmeubilair
20
Doordat hierbij gebruik gemaakt wordt van een infiltratiesysteem is dit systeem gevoeliger en bestaat de kans dat eerder maatregelen nodig zijn. Daarom gaan we uit van een termijn van 30 jaar. Projectgerelateerde onderzoeken dragen bij aan de oplossingen voor een bepaald project. Het is logisch de kosten van het onderzoek te spreiden over de levensduur van het project. Omdat de situatie kan veranderen beperken we de afschrijvingstermijn van deze onderzoeken tot 5 jaar. Onderzoeken die geen verband houden met een project zien wij als eenmalige kosten. Investeringen op begraafplaatsen zijn in principe niet gevoelig voor nieuwe ontwikkelingen. De inrichting van de begraafplaats gaat een volledige cyclus van start begraven tot einde ruiming mee. De levensduur van investeringen op begraafplaatsen is zeker 50 jaar. Het inzicht over de aanleg/reconstructie van wegen wijzigt regelmatig. Dit betekent niet dat oude wegen/inrichting van wegen niet voldoet. In principe kan een weg blijven liggen tot deze is versleten. De levensduur van een weg is bij normaal onderhoud zeker 40 jaar. Auto’s zijn in principe niet gevoelig voor nieuwe ontwikkelingen. Auto’s kunnen we blijven gebruiken tot ze versleten zijn. Bij normaal onderhoud gaat een auto zeker 10 jaar mee. Materieel is in principe niet gevoelig voor nieuwe ontwikkelingen. Materieel kunnen we blijven gebruiken tot het versleten is. Bij normaal onderhoud gaat materieel zeker 10 jaar mee. De levensduur van hardware en software zijn sterk afhankelijk van de aard van de aanschaf en de aard van het gebruiksdoel. Verder zijn er op dit gebied veel ontwikkelingen. De levensduur van hard- en software is ook afhankelijk van de tijd dat aanpassingen aan wet en regelgeving in de software worden verwerkt. Via het I&A projectenplan dat jaarlijks wordt opgesteld wordt gezocht naar een optimale mix met de eenmalige implementatiekosten. Doel is grote schommelingen in de jaarlasten ICT zoveel mogelijk te voorkomen. Verkeersborden zijn bedoeld om het verkeersonveilige situaties te vermijden. De reflecterende folie van de verkeersborden draagt hier aan bij. Deze folie is sterk bepalend voor de levensduur van een verkeersbord en gaat 15 jaar mee. Straatborden en straatmeubilair zijn in principe niet gevoelig voor nieuwe ontwikkelingen. Straatborden en straatmeubilair kunnen we blijven gebruiken tot ze zijn versleten. Bij normaal onderhoud gaan straatborden en straatmeubilair zeker 20 jaar mee.
4
Ondergrondse containers (huisvuil, glas ed.)
10
Paternosterkasten
15
Ondergrondse containers zijn in principe niet gevoelig voor nieuwe ontwikkelingen. De containers kunnen we blijven gebruiken tot ze versleten zijn. Bij normaal gebruik gaan de containers zeker 10 jaar mee. Paternosterkasten gaan bij normaal gebruik 15 jaar mee
5