Onderwerpen in deze uitgave zijn: 1) Voorwoord 2) Verslag Technische dag 3) Verslag Voorjaarsrit 2014 4) Onderdelendag 2014 5) Najaarsrit 2014 6) Technische dag in Elburg 7) Interne communicatie 8) Utrecht en het verstand 9) Mijn 220SE (deel 3) 10) Nieuwe leden stellen zich voor 11) Onze sponsoren 12) Uit het archief van Rob van der Does 13) Advertentierubriek 14) Tot slot
1) Voorwoord; Twaalf en een half jaar Heckflosse Register / door Henk Lith Twaalf en een half jaar rustig bestaan van ons Heckflosse clubje, rustig voortkabbelend, maar niet doelloos of richtingloos, zeker niet. We weten wat we willen, en dat is met andere Heckflosse liefhebbers genieten van onze schitterende auto’s. Dat daar nog steeds belangstelling voor bestaat blijkt ook wel uit de gestage, rustige groei. Nu zal het zeker zo zijn dat binnen onze club de een wat meer interesse heeft in de techniek en de ander graag met meer liefhebbers ritten gaat maken. De een is ook gewoon wat handiger dan de ander, en daarom zijn de vaardigheden van het onderhoud, de reparatie en de restauratie heel verschillend, ook op de techniek ligt het kennis niveau ook heel uiteenlopend. Juist die diversiteit in kennis is voor mij dan ook de hoofdreden geweest om de Heckflosse Register op te richten. Ik ben zelf aardig thuis in de elektra, anderen weer in laswerk, of andersoortig carrosseriewerk.
1
Mijn gedachte was toen, met een groepje presteer je meer, en leer je ontzettend veel van elkaar. Deze insteek geldt voor mij nog steeds, de techniek en het perfectioneren en het onderhouden is voor mij nog steeds de grote lol, tegenslagen te overwinnen door anderen om raad te vragen, en je eigen creativiteit te gebruiken. Ik moet ook zeker zeggen dat de sociale aspecten die je daar als van zelf mee opdoet mij ook veel genoegen schenken, dat hoeft uiteraard niet in de vele honderden kennissen te lopen, maar ja de groei van ons clubje gaat onverdroten door. Ik zou het natuurlijk al lang niet meer allemaal alleen hebben kunnen doen. Gelukkig kwam daar jaren geleden al Jan Boeren bij, die in eerste instantie stukjes aanleverde, maar geleidelijk het Infobulletin van me overnam. Jan vulde langzaam de hele structuur van het Infobulletin en nam de verzending op zich. Nu is dat tot een prachtig stukje informatie over mens en machine geworden, onze agenda enz. Daarnaast beheert Jan onze kas. Weer wat later kwam daar Theo Overduin bij, die zijn talent kon inzetten voor de club. Eerst voor het opzetten van onze website en voor de (sponsor) contacten met Mercedes bedrijven en Mercedes restaurateurs heeft hij zich ingezet, natuurlijk naast ook de algemene zaken die in de club aan de orde kwamen, we werden per slot steeds groter. Heel recentelijk nog bleek dat het driemanschap het ook niet meer volledig aan kon, vooral het beheer van de ledenadministratie breekt je dan op, vele verstuurde bulletinnetjes waren onbestelbaar. Meestal veroorzaakt doordat de gewijzigde emailadressen niet doorgegeven werden. Wat doe je dan met 60 onbestelbare info mailtjes; het is bijna onbegonnen werk om daar achter aan te lopen. Het werd dus inderdaad tijd om er nog een kracht bij te zoeken, een die deze materie wat beter verstond en daar structuur in kon aanbrengen. We wilden daarvoor een oproep plaatsen in het Infobulletin. Maar als bij toverslag dook daar Roland van Keekem op. Wij hebben hem dus met open armen binnen gehaald, iemand met heel goede ideeën. Ik ga daar hier even niet op in, omdat ik hem over die nieuwe gezichtpunten over het bijhouden van het ledenbestand en de kijk op de totale Heckflosse verspreiding in Nederland, of zelfs daar buiten, graag zelf aan het woord wil laten, dus we gaan dan nog van Roland horen, reken maar. Nu Roland het ledenbestand gaat bijhouden en omvormen, heb ik mijn handen redelijk vrij (of misschien wel vrij gemaakt!) om me weer wat meer met de techniek bezig te gaan houden, ik zou graag de technische zaken willen coördineren. Ik denk daarbij aan de technische dagen, maar ook aan korte cursussen, zoals lassen, kleppenstellen en vele andere items. Er is binnen de club heel wat kennis, die met wat coördinatie best overgebracht zou kunnen worden aan belangstellende leden. Het enige wat ik zelf nog een beetje mis, is een wat jongere “gast” wij vieren zijn dan allen 60+, (Theo zit daar nog wat onder), maar het lijkt mij waardevol om er nog een, zeg 50(50 minner) bij te hebben. Tenslotte leven daar wellicht weer wat andere opvattingen over dit type clubs, wij vieren zitten al daadwerkelijk, of in de nabije toekomst in de kleinkinderen toch?
2
Een 50 minner zal het wellicht ook wat drukker hebben, maar toch ben ik benieuwd naar de reacties, laat maar horen, ook als je het clubje op een andere manier wil helpen, projectmatig, of hoe dan ook, laat het weten. We hebben recent, op de Meeting in Valkenswaard, natuurlijk ook nog gevierd dat we twaalf en een halfjaar bestonden. Vijf of zes dozen Limburgs gebak en spuitbussen met slagroom had ik vanuit Utrecht meegenomen naar de startplaats Valkenswaard. Het gebak dat ‘s morgens net uit Limburg aangekomen was kon ik direct weer mee nemen die kant op. Ik weet dat we niks meer mee terug hebben hoeven nemen; een enkel stukje is daar bij het museum in Valkenswaard blijven staan, en daar hebben onze gastvrouwen zich over ontfermd, wat lief van ze hè. Ik werd na het woordje voor de start van de rit, want het twaalf en een half jarig bestaan moest even genoemd worden natuurlijk nog zeer aangenaam verrast door een prachtig schaalmodel van een ‘200’, dus naast mijn 1 op 1 200D in de box, staat nu bij mij op een mooi plekje de’200’, 1 op 18 in precies dezelfde kleur en ook met schuifdakje. Super verassing, eindelijk gebeurt er iets in de club waar ik helemaal niets van zag aankomen, leuk! Tot zover, in vogelvlucht, een terugblik op het twaalf en een half jarig bestaan van onze geweldige club! Op naar de 25 jaar!
2) Verslag Technische dag / door Roland van Keekem Op zaterdag 17 april werd de voorjaars technische dag georganiseerd bij De Gruyter en De Jong in Bergambacht. Een groep van veertien Heckflosse liefhebbers verzamelden zich in de ochtend aan de stamtafel in de showroom c.q. ontvangstruimte met bar. Een aantal was met hun Flosse gekomen en dat bleek later die dag een goede keuze. Wij werden ontvangen door Cor de Jong en zijn vrouw. De sfeer zat er met koffie en koek direct goed in. En, we hebben er weer een Heckflosse in ons register bij kunnen registreren. Naast de stamtafel staat een bijzondere W110 230 waaraan, stellen we met z’n allen, nog wel wat werk aan is. Cor begint in zijn introductie met het verhaal achter deze Benz, waarvan hij de hele historie weet te vertellen. De oorspronkelijke eigenaar was een boer uit Nieuwerkerk aan den IJssel die alle voorkomende transporten van het bedrijf met deze Benz uitvoerde. De goede man kwam te overlijden en toen bleef de Benz 25 jaar lang in de schuur staan. Na die periode kwam zijn kleinzoon op het idee die Benz te gaan gebruiken. Er werden wat onderdelen nagelopen en gangbaar gemaakt, accu erin, starten en lopen dus! De eerste testrit was van korte duur en viel de jonge man zwaar tegen: even kijken wat die auto allemaal kan en dan zonder stuurbekrachtiging, dan loopt het natuurlijk minder goed af. Wat deuken erin en nooit meer naar de auto omgekeken. Nog eens zeven jaar stond de auto buiten op het erf gestald en werd toen verkocht en via een
3
autohandelaar kwam deze Flosse bij Cor terecht. En daar staat-ie dan, de oorspronkelijke rode carrosserie is tussentijds overgespoten in een matmetallic goudkleur, dat kan alleen een jeugdige freak verzinnen. De carrosserie zit vol oneffenheden en roestplekken, hij is door zijn achteras gezakt maar het interieur is nog goed. Cor weet nog niet of het een restauratieproject gaat worden. Maar de herinnering blijft; de klompen van de boer staan op het dak en zijn jas ligt nog achterin alsof hij gisteren hier nog was… De Heckflosse leden konden vooraf onderwerpen ter bespreking aandragen. Een eerste onderwerp is het voor onze klassiekers het best toe gebruiken type brandstof. Cor heeft het hele verhaal van octaangehaltes uitgelegd. Het komt er op neer dat we het best de gewone Euro 95 kunnen gebruiken en dat hiermee, normaal gesproken, geen problemen zullen optreden. Pingelen van de motor is een spontane vroegtijdige verbranding en komt eigenlijk voor bij de hogere octaangehaltes van Euro 98. Als de auto op LPG loopt is het raadzaam om frequenter de stand van de kleppen na te lopen en eventueel te stellen. Zo ook moet het ontstekingstijdstip gecheckt of iets vervroeg worden en de puntjes moeten meer gesteld worden. Het is raadzaam om af en toe een flacon brandstofreiniger aan de benzine toe te voegen; dat maakt het hele brandstofcircuit brandschoon en optimaal. Check regelmatig de brandstofslangen; in benzine zit een vijf procent ethanol oplossing, wat de rubber slangen aantast; E5 is verplicht in Euro 95. Het volgende item was een demo van het afstellen van de kleppen. Hiervoor waren wel vier gegadigden, maar één kan er maar de gelukkige zijn om dit met zijn auto te laten uitvoeren. Dus werd het houtje trekken en diegene die aan het langste eind trok kreeg zijn beurt en de groep verplaatste zich naar de garage. Het is best een ingewikkelde klus die met een speciale sleutel uitgevoerd wordt. Het proces kan goed gevolgd worden als je er met je neus bovenop staat en dat lukt niet met z’n allen. De meeste aanwezigen vonden dat dit specialistische week het best door een ervaren monteur, zoals hier in de garage, gedaan moet worden. Daarna werd een gasafstelling gedemonstreerd met het uitlaat diagnose apparaat. De belangrijkste indicator is het percentage CO dat uit de uitlaat komt. Bij een LPG installatie ligt dit bij een stationair toerental rond de 1,5 % en op toeren (3000tpm) ca. 0,5 %. Benzine motoren worden iets rijker afgesteld tussen de 2 en 3 %, dat geeft nog wat koeling door een restantverdamping van de benzinedruppeltjes bij de kleppen en in de verbrandingskamer. Tijd voor de inwendige mens. De groep werd voorzien van een uitstekende luxe broodjes lunch en iedereen vermaakte zicht met de onderlinge, vaak technische gesprekken. De middag was prachtig zonnig en warm en zo verplaatsten de onderlinge gesprekken zich naar buiten rondom de aanwezige Flosse’s.
4
Om de beurt konden de auto’s op de brug voor een inspectie door Cor de Jong van de mechanica aan de onderkant van de auto. Op een speciaal verzoek van de eigenaar beoordeelde Cor de technische zaken en zo kregen we als het ware een free APK met een advies wat er eventueel aan moest gebeuren. Zo werd er gekeken naar de gangbaarheid van de vetpunten, voorassen, stuurstangen, overgang versnellingsbak naar de cardanas, tussencardanas met rubberlager en achteras met differentieel. Tegen half vier werd de groep ter afsluiting van de dag geveterd op een drankje en een nootje en er werd nog uitgebreid nagetafeld. We hebben deze dag als zeer plezierig, interessant en leerzaam ervaren. We hebben zeer veel aan de uitgebreide uiteenzettingen en adviezen van Cor de Jong gehad. Hiervoor danken wij hem van ganser harte en we houden ons aanbevolen voor een volgende sessie.
3) Verslag Voorjaarsrit / door Jan Boeren Op 3 mei jl. hebben 24 equipes deelgenomen aan onze Voorjaarsrit. Ons clublid Henk van der Linden had niet alleen mooi weer besteld (en gekregen) maar ook een heel fijn dagprogramma georganiseerd. Rond half tien kwamen de eerste deelnemers aan bij het particuliere Mercedes-Benz museum in Valkenswaard. Voor velen was het echt een verrassing om deze prachtige collectie van dichtbij te mogen aanschouwen. Onze Henk Lith had vanwege het 12 ½ jarig bestaan van het Nederlands Heckflosse Register veel lekkers meegebracht en vertoonde zijn bakkerstalenten door de vlaaien met een spuitbus vol slagroom van een keurige Mercedes-ster te voorzien. In zijn toespraak refereerde Henk aan het ontstaan van het cluppie en de groei van het aantal leden, waaronder zich, dankzij de website, nu ook een aantal Belgische Heckflosse liefhebbers bevinden. Als dank voor zijn inzet kreeg Henk, namens alle leden, een schaalmodel 1 : 18 van ‘zijn’ 200D overhandigd in bijna dezelfde kleur als zijn echte Heckflosse.
Hierna nam Henk van der Linden het woord over en vertelde over hoe de dag ingedeeld zou worden. Na een ochtendrit van 60 km, zouden we terugkomen bij het museum voor de lunch en vervolgens zouden we door de vrijwilligers rondgeleid worden om de unieke collectie te bekijken.
5
Voor de liefhebbers had Henk ook nog een korte middag rit uitgezet en ook dan was het eindpunt weer bij het museum. Aansluitend was er voor de intekenaars van het diner nog een bezoek aan het restaurant ‘Doen’. Het beloofde een mooie dag te worden en dat werd het ook! De ochtend rit bracht ons door de mooie streek van dit deel van Nederland, waarbij ook door België gereden werd. Wat is het Brabantse land toch mooi! Tijdens de prima verzorgde lunch konden we lekker ’bijkletsen’. Nadien werden we in drie groepen verdeeld en volgde een rondleiding met toelichting door het museum. Achter ieder object zit wel een verhaal en er is veel, heel veel te zien in het museum. Niet alleen de mooie collectie 1 : 1 modellen, maar op de bovenverdieping kom je echt niet uitgekeken. Iedere keer zie je weer iets moois. Wat kan een mens in 46 jaar toch veel verzamelen. Ja, zo lang werkt de eigenaar van het museum al aan zijn collectie
Werkelijk alles wat een Mercedes-ster heeft vind je hier. Van modelauto’s, serviesgoed, naaimachines, typemachines, aanstekers, wasmachine, enzovoorts, enzovoorts… Echt teveel om allemaal op te noemen. Een prachtige collectie!! Voor de ‘die-hards’was er nog een middagrit, maar de meeste deelnemers kozen voor het gezellig samenzijn, lekker bijpraten en ervaringen uitwisselen. En vervolgens het diner. Al met al een heel mooie en gezellige dag en onze dank gaat uit aan de ritorganisator Henk van der Linden en het museumteam, die allen aan deze fijne dag bijgedragen hebben.
4) Onderdelendag 2014 / door Henk Lith Hij zit er weer aan te komen, de jaarlijkse onderdelendag. Dit jaar op zondag 7 september as. Ik heb weer gebeld met onze bevriende MC Donalds te Nieuwegein. Zij kennen ons al en hebben dan ook geen enkel probleem met onze komst, wel graag weer rekening houden met het feit dat minstens eenmaal per dag de zeer grote vrachtwagen met hamburgers en gebraden kippetjes toegang kan houden tot de opslagplaatsen van de MC. Dus de voeding is geregeld net als andere zaken zoals sanitair, koffie en bij mooi weer een lekker rustig plaatsje buiten in de MC tuin, om even afstand te nemen met een bakkie. De onderdelendag is en blijft een gebeuren dat een behoorlijk aantal Mercedes-rijders trekt, is het niet voor de handel, verkopen of kopen, dan is het toch leuk en nuttig
6
om elkaar weer eens te ontmoeten. In vele gevallen zie je elkaar slechts eens per jaar, en wel op deze onderdelendag, lekker centraal, dus voor niemand onoverkomelijk ver weg. Aanvang ca. half 11, we schatten tot een uur 4 in de middag. Voor alle duidelijkheid de gegevens van de locatie nog maar. Ravenswade 1, 3439 LD, NIEUWEGEIN Info over de dag , bij mij via de mail of telefoon,
[email protected] resp. 030-2710111
5) Najaarsrit 2014 informatie / door Hans Brok Op 5 oktober as. organiseert ons clublid Hans Brok onze Najaarsrit. Het belooft weer een interessante dag te worden, want onlangs stuurde Hans mij de volgende informatie. (Redactie) De start van onze Najaarsrit is in de omgeving van Tilburg en zal ons door het mooie Brabantse land leiden. Het eindpunt is op de vliegbasis Gilze Rijen, waar de Stichting Koninklijke Luchtmacht Historische Vlucht (kortweg SKHV genoemd) gevestigd is. De SKHV is voortgekomen uit de door een groep voormalige jachtvliegers van de Koninklijke Luchtmacht en Koninklijke Marine in 1969 opgerichte Stichting Vliegsport Gilze-Rijen. Met toestemming van de toenmalige commandant werd op de vliegbasis Gilze-Rijen een hangaar gebouwd waarin een Harvard en een Piper Super Cub zijn gerestaureerd. Doel was het starten van een voortgezette opleiding van sportvliegers. In de jaren die volgden zijn verschillende historische vliegtuigen aan de vloot toegevoegd, met zorg gerestaureerd en in luchtwaardige conditie gebracht. Vanaf 1976 legt de SKHV zich toe op het in luchtwaardige staat brengen en houden van propellervliegtuigen die in het verleden in gebruik zijn geweest bij de Koninklijke Luchtmacht. De SKHV heeft met haar vliegtuigen, meest Harvards deelgenomen aan een reeks films en documentaires zoals 'Waakzaamheid, de prijs voor de Vrede', 'De Aanslag', 'Soldaat van Oranje', de musical 'Joe' en niet te vergeten 'A Bridge Too Far'. In de afgelopen decennia is de SKHV gegroeid tot een toonaangevend vliegend museum met een unieke collectie historische militaire propellervliegtuigen. De professionele en vrijwillige inzet van alle deelnemers én de gastvrijheid die de SKHV geniet van de Koninklijke Luchtmacht maken dit mogelijk. Bezoek ook eens hun website www.kluhv.nl Omdat de vliegbasis een actieve NAVO basis is, zijn er strenge veiligheidseisen aan een bezoek verbonden. Dit houdt in dat van iedere deelnemer incl. bijrijders en kinderen zijn / haar persoonlijke gegevens VOORAF doorgegeven moeten worden. Anders is het absoluut niet
7
mogelijk om binnen te komen. Deze gegevens zijn: Naam, adres, woonplaats, geboortedatum en geboorte plaats en een ieder moet een identiteitsbewijs (paspoort ed.) meenemen. Dit lijkt misschien overdreven, maar het is een NATO-basis en de opgave is bedoeld voor de veiligheid van de basis en de mensen zelf (er wordt met die gegevens verder niks gedaan). Als er iemand onverwachts mee wilt omdat het ze toch wel leuk lijkt hebben ze pech, alleen de mensen van wie de SKHV de gegevens ontvangen hebben, zijn welkom. Een kennis van Hans is daar vrijwilliger, en die zal ons daar ontvangen. Hij zorgt ook voor een mooi vliegtuig waarmee we onze ‘Heckies’ op de foto kunnen zetten, en zorgt bovendien voor een kleine rondleiding. Tegen een kleine vergoeding is koffie en fris te verkrijgen. LET OP! Om de organisatie goed te laten verlopen, is het nodig dat alle gegevens van diegenen die mee rijden uiterlijk 6 september aanwezig zijn. Half augustus 2014 zal Jan Boeren een bericht rondsturen aan alle leden met daarin het verzoek om, als je mee wilt rijden, de vereiste gegevens aan hem door te sturen. Eerder aanmelden hoeft dus NIET. Kortom, het belooft een interessante (en zoals gewoonlijk ook) een gezellige dag te worden.
6) Technische dag in Elburg / door Jan Boeren Op 11 oktober 2014 wordt er een Technische dag georganiseerd bij Sterren Service Centrum in Elburg (Veluwe). Herman Schutte en zijn team zullen ons daar gastvrij ontvangen. Tijdig zal er een mail rondgestuurd worden met daarin nadere informatie over het inschrijven, de tijden, enz. Maar noteer alvast deze datum in de agenda.
7) Interne communicatie / door Roland van Keekem Onlangs hebben jullie van Roland een mail met de onderstaande boodschap ontvangen met het verzoek om het goed door te lezen en eventueel te reageren als je de voorgestelde communicatie niet wilt. (Redactie) Aan alle leden van het Nederlands Heckflosse Register Betreft: interne communicatie Beste leden, Het Nederlands Heckflosse Register (NHR) wil zo veel mogelijk Heckflosse’s van de MercedesBenz modellen W110, W111 en W112 in kaart brengen en rijdend houden. Als een vriendenclub streven we ernaar om kennis en ervaring met elkaar te delen. Onze club heeft op dit moment ca. 330 leden en gelukkig komen er geregeld nieuwe leden bij. Dat geeft zeker aan dat de Heckflosse populair is en blijft. Via het Forum kunnen we met elkaar in contact komen maar deze contacten gaan overwegend via het internet zonder dat we elkaar persoonlijk leren kennen. In de beginjaren van ons Register verstrekten we de actuele ledenlijst aan nieuwe leden. Deze ledenlijst was voor alle leden bij oprichter Henk Lith op verzoek verkrijgbaar. Door verscherpte regelgeving ten aanzien van de privacywet kunnen ook wij niet meer aan deze verspreiding voldoen.
8
Daarnaast zou het leden kunnen weerhouden informatie van de eigenaar en zijn Heckflosse(s) aan het Register te verstrekken ter voorkoming van ongewenste bekendheid en dat is weer niet bevorderlijk voor een totaal Heckflosse-overzicht. Met nadruk willen wij stellen dat alle informatie van de eigenaar en zijn Heckflosse(s) door de organisatie van het NHR vertrouwelijk behandeld wordt en niet zichtbaar gemaakt wordt voor andere leden of derden. Het ontbreken van een ledenlijst geeft wel een grote beperking bij onze interne communicatie. Om onderling tussen de leden van het NHR contact te kunnen hebben wil ik mij als ledenadministrateur tussen leden opstellen met het volgende voorstel, dat we per 1 augustus 2014 in willen deze regeling laten gaan. Wil een lid in contact komen met andere leden in de omgeving van zijn woonplaats dan kan de ledenadministrateur in het ledenbestand een selectie maken van leden, bijvoorbeeld uit een bepaald gebied, denk aan binnen een straal van 25 à 30 km van het lid dat contact zoekt. Voorgesteld wordt om aan het vragende lid van die geselecteerde leden informatie te verstrekken die bestaat uit: naam en e-mailadres. Het vragende lid kan dan via de mail contact zoeken en het benaderde lid is natuurlijk vrij om wel of niet op zijn verzoek in te gaan. De vraag aan jullie allen is: Wil je op deze wijze meewerken aan deze communicatiewijze, dan hoef je NIET te reageren. Wil je NIET aan dit voorstel voldoen, laat het dan per e-mail weten, dan zorg ik ervoor dat jouw naam en e-mailadres afgeschermd in ons bestand blijft. Een volgend punt van orde: Bij verzending van het Infobulletin of andere berichten komen er helaas meldingen retour van niet bestelbare mails en dan kunnen we die leden niet van onze club post voorzien. Hierbij ons dringend verzoek om als er wijzigingen zijn van jullie gegevens, zoals e-mailadres, (mobiel)telefoonnummer, verkoop van de Heckflosse, etc., deze door te geven aan de ledenadministrateur. Dit kan ook via onze site via de tab Contact. We hopen op jullie allen positieve reactie, namens Henk Lith (oprichter NHR en technische zaken)
[email protected] Theo Overduin (website, forum, advertenties en sponsoren)
[email protected] Jan Boeren (redactie Infobulletin en penningmeester)
[email protected] Roland van Keekem (ledenadministratie)
[email protected]
8) Utrecht en het verstand / door Rein Nieuwland Wij wonen in een klein gehucht in de Betuwe. Mijn vriendin en ik. Samen met een paar katten en schapen. Net tegen de rivier de Lek. Aan die andere kant van die rivier ligt Utrecht. Ooit, lang geleden, toen wij nog niet zo goed wisten hoe ambtenaren denken, hebben we overwogen om aan de andere kant van die rivier te gaan wonen. Zelfs dachten wij er aan in de stad Utrecht te gaan wonen. Nu weten wij wel beter. Ik rijd in een oude auto. Daar worden ze in Utrecht plotseling een beetje zenuwachtig van.
9
Maar het feit dat er af en toe een oude auto in de binnenstad rondrijdt hoeft een hele gemeente niet van in paniek te raken, zo zou je denken. Maar nu moet ik jullie toch even corrigeren. Er is in de gemeente Utrecht een wethouder. Die houdt van de wet. En moet daar iets mee. En als ie niks moet, wat geen uitzondering is, dan kan ie die wet een beetje aanpassen. Heeft ie weer wat te doen. Dat werkt zo. Die wethouder had iets met groen. Niks op tegen. Om die reden was waarschijnlijk op zijn verzoek ook al een compleet nieuw gemeentehuis in de binnenstad gebouwd met uitzicht op een mooi groen park. Want als er groen is moet je daar ook van kunnen genieten. Duurste locatie want de inwoners hebben geld genoeg. Die wethouder kijkt op een goede dag weer eens uit het raam. Dat doet ie wel vaker, zo weten wij. Maar nu viel hem iets op. Ook dat is vermeldenswaardig. We mogen best blij zijn in dit land dat we “beleidsmakers” hebben die de gave bezitten om iets opmerkelijks te zien. Hij ziet een oldtimer rondrijden. En na 5 uur kijken ziet ie er zelfs nog een. Nu heeft in de gemeenteraad iemand hem verteld dat die dingen schadelijk zijn voor het milieu. Waar of niet, er moest iets aan gedaan worden. Want als ik iedereen maar overtuig dat dit echt rijdende gifgas fabrieken zijn die uitgebannen moeten worden zal ik best belangrijk worden gevonden, zo was de gedachte. Diesels. Deze komen straks Utrecht niet meer in In Duitsland – het land dat in verhouding zo mogelijk nog meer oldtimers bezit dan Nederland – hebben ze steden met milieuzones waar is gebleken dat die maatregel niets uithaalt. Maar wethouders mening is wet. Die oudjes veroorzaken het grootste deel van de luchtverontreiniging in de stad. Is gewoon zo. Rapporten gaan dat allemaal uitwijzen. Ze moeten Utrecht uit. En wie er anders over denkt heeft er gewoon geen verstand van. Dus om de argumenten kracht bij te zetten gauw een paar ton aan Euro’s uitgeven voor een onderzoek met rapport waarvan de uitkomst alvast wordt gedicteerd. Hij betaalt tenslotte. Maar wie rijdt er nu in zo`n ding ? Ook daar is aan gedacht. En om daar vervelende vragen over te krijgen weet de wethouder nu al dat de volgende categorieën van de bevolkingsgroep dat zullen zijn. Ook na onderzoek. - De oldtimer rijder is een rijke stinker die er een speeltje op nahoudt. Nou daar weet de wethouder wel raad mee. Die groep wordt natuurlijk publiekelijk neergesabeld. Eigenlijk zou hij in zijn hart die wel willen laten rijden, en dan de belastingen daarop vertienvoudigen. Dan kan eindelijk dat meubilair in het gemeentehuis wat nu al 8 maanden oud is vervangen worden door mooi design van Jan de Bouvrie. - De oldtimer rijder is een hobbyist die slechts zelden met zijn oude auto rijdt. Dat kan goed. Maar er zijn ook andere hobby’s zo laat de wethouder in een persbericht weten. Op het gemeentehuis hebben ze daar een afdeling voorlichting voor. Daar moet ik toch het fijne van weten. De gemeente maar eens bellen. ‘Er ligt hier een stapel folders over vrijetijdsbesteding in Utrecht’ zo laat de voorlichtster weten. Zoals ‘Hoe onderhoud ik mijn volkstuintje’ of ‘Studie aangezichten van Utrecht’. Ook aura lezen. Is ook een folder van. Die vertelt in verschillende kleuren wat zoal de mogelijkheden zijn. Een vriendin van me heeft eens zo`n cursus gevolgd. De cursusleider kon haar een consult aanbieden. Daarvoor kon ze aan
10
de kleuren van de aura van mijn vriendin zien in welke gemoedstoestand deze was. Voor 50 Euro. Desgewenst kon het tegen een iets lager bedrag ook telefonisch. De wethouder scheen ook zo`n cursus te hebben gevolgd. Daarom kon ie nu aan de rook van de uitlaatgassen zien hoe ‘vies’ een auto was. Bij alle auto`s. - De oldtimer rijder is een arme sloeber die zich geen duurdere auto kan veroorloven. Dat is nu juist het probleem, zo schampert de wethouder. Die moeten juist met het openbaar vervoer. Wat moeten die met een oude auto ? Dat de bus je ophaalt waar je niet bent en je brengt waar je niet moet zijn doet niet ter zake. Het openbaar vervoernet in Utrecht is prima volgens inzichten van de wethouder die waarschijnlijk elke dag met zijn nieuwe bolide naar het gemeentehuis rijdt. En wie dat anders ziet heeft er geen verstand van. - De oldtimer rijder is een gemiddeld hardwerkende burger die het fijn vindt in zijn vrije tijd lol te beleven aan zijn oude auto. Ja hoor es even. Dat die burger hard werkt vindt de wethouder best goed. Niet te hard want dat is slecht voor je aura. Maar dat ie zijn spaargeld aan een “raar tijdverdrijf” uitgeeft kan natuurlijk niet. Je kunt best gaan kantklossen in je vrije tijd. Van wol van biologisch geteelde schapen. Op synthetische wol komt eerdaags natuurlijk een belasting. Daar hebben wij wel een pluspunt. Als we naar de stad Utrecht verhuizen nemen we de schapen mee. Wethouder Lintmeijer zal daar best gelukkig mee zijn. Zoveel puur natuur op het Domplein, daar kan ie gewoon niets op tegen hebben. Hoewel….Ik sprak laatst een bioloog. Die wist mij te vertellen dat sommige geiten zich makkelijk aan hun natuurlijke omgeving aanpassen. En dat die beesten heel vroeger daar veel meer moeite mee hadden. Ook blijken ze nu veel schonere uitwerpselen te produceren dan oude rassen. Dat gaat niet goed komen. Als de wethouder weer eens wat te lang uit zijn raam kijkt komt er vast een nieuwe gemeenteverordening. Schapen zijn net als geiten. Schapen ouder dan 7 jaar komen d`r niet meer in. Schijten niet schoon genoeg. Waar of niet waar?. We kennen `m al. Een ieder die dat niet vindt heeft er geen verstand van. Utrecht moet schoner worden. Ik ben weer de Sjaak. En voor diegenen die al in de stad Utrecht wonen: je föhn en je koffiezetapparatuur van 5 jaar of ouder is echt niet meer veilig. Van grasmaaier en kettingzaag maar niet te spreken. Voor de verstokte sigarettenroker die maar niet van zijn verslaving af kan komen heb ik ook nog wel een tip. Ga in Utrecht wonen. Daar helpen ze je er eerdaags wel vanaf. Boven de 3 sigaretten per dag kom je er straks niet meer in. Of stoppen natuurlijk. Hoeveel je rookt ziet de wethouder door eerst je aura te lezen. Aan de kleuren. Over de uitkomst daarvan kan niet worden gecorrespondeerd. Want een ieder die het anders ziet heeft er gewoon geen verstand van. Dit nevenstaand gezellig Gelders tafereel. kan straks in Utrecht niet meer. Twee van de vijf beesten op de foto worden verbannen. De voorste is een benzine. Ben benieuwd of die eerder aan de beurt is dan de schapen.
11
Opmerking redactie: Soms (nou ja soms?) heb ik echt het gevoel dat onze (R)overheid de weg absoluut kwijt is. Maar als het geld oplevert dan kan en mag er erg veel. Zie de zoveelste (lees derde) wijziging in vier jaar tijd in de wetgeving voor onze mooie klassiekers. Met dank aan Rein Nieuwland voor zijn bijdrage. 9) Mjn 220SE (deel 3) / door Eddy Steyaert Voor het probleem met mijn koppeling had Mathias eindelijk dag en uur vastgelegd waarop ik mocht komen. Op de afgesproken dag, een vrijdag, arriveerde ik om 13 uur aan de garage van Mathias maar tot mijn grote verbazing stond een andere wagen over de smeerput. Het viel mij op dat deze wagen met Franse nummerplaten uitgerust was. Ik veronderstelde dat de eigenaar van deze 220SE onverwachts een of ander probleem met zijn wagen had gekregen en dat Mathias hem daarom had voorgenomen op die van mij. Ik besloot om maar te blijven wachten tot de werkzaamheden aan deze wagen voorbij zouden zijn en mijn wagen eindelijk aan de beurt zou komen. Omdat ik toch moest wachten nam ik ruim de tijd om deze wagen eens grondig te bekijken. Het was een 220SE in dezelfde donkergrijze kleur als de mijne maar in tegenstelling tot mijn 220SE, die reeds de sporen droeg van dagelijks intens gebruik, was dit een exemplaar dat zich nog in showroomstaat bevond, nergens een krasje of deukje te bekennen en alle chroomwerk nog in perfecte staat. Achteraan waren de in Frankrijk verplichte extra reflectoren aangebracht en vooraan tenslotte waren er gele koplampen in deze wagen gemonteerd, zoals in die tijd in Frankrijk gebruikelijk was. Op een bepaald moment kwam Mathias vanonder de motorkap vandaan en begon rond te bellen, hij had blijkbaar bepaalde nieuwe onderdelen nodig om deze 220SE te kunnen herstellen. In Lokeren was er een adres waar ze de benodigde onderdelen in voorraad hadden maar dat was wel redelijk ver. Hij vroeg aan mij of ik er soms iets voor voelde om ze te gaan ophalen zodat hij ondertussen verder kon werken en de motor klaar maken om nadien de nieuwe onderdelen direct te kunnen monteren. Ik kreeg voldoende geld mee en vertrok naar Lokeren, met in mijn achterhoofd de hoop dat de Franse Mercedes dan nog op een deftig uur hersteld zou geraken waardoor Mathias nog aan mijn wagen zou kunnen beginnen, zoals voorzien. Een dik uur later arriveerde ik aan de garage van Mathias met een kartonnen doos vol onderdelen maar toen ik de garage binnen stapte wist ik eventjes niet wat ik daar zag. Een zwartharige schoonheid! Ik schatte haar zo midden de twintig paradeerde daar in de omgeving van de grijze Heckflosse . Ze droeg een kleurig T-shirt en een minirokje dat haar mooie benen extra accentueerde. Een mens zal maar in de smeerput staan wanneer zo iemand boven uw hoofd rondloopt… Ze knikte beleefd en ik knikte vriendelijk terug terwijl ik verder naar voor ging waar, onder de motorkap, Mathias nog altijd druk bezig was. Er stond nu ook een jonge man bij die ik ook zo midden de twintig schatte. Het begon mij stilaan duidelijk te worden dat dit wel eens de Franse eigenaar kon zijn van de grijze Mercedes. Toen hij zag dat ik de benodigde onderdelen bij me had, was hij echt blij en opgelucht dat zijn wagen nog dezelfde dag zou kunnen hersteld zijn. We gingen een gesprek aan, ik volgde dat jaar tweemaal per week avondles “Frans”, en zo kon ik mijn opgedane kennis eens uitproberen. De mooie zwartharige bleek zijn verloofde te zijn en ze had hem die namiddag in haar kleine autootje naar de garage van Mathias gebracht. Zij was een rasechte Vlaamse die slechts een paar kilometer van Assenede woonde, waar Mathias zijn garage zich bevond. Zij was afkomstig uit
12
het nabijgelegen dorpje Ertvelde. Ertvelde zou een gewoon dorpje geweest zijn als menig ander, ware het niet dat Eddy Wally, de zingende marktkramer, daar in de Achterstraat, een heel klein straatje, woonde, er een winkel in lederwaren bezat, maar ook een feestzaal “Paris-Las Vegas” genoemd, alwaar hij ‘s avonds optrad. Op sommige avonden ontstonden er daardoor in het dorpje grote parkeerproblemen vanwege de vele autocars die allemaal niet in de kleine Achterstraat konden staan en dan maar elders een plaatsje zochten. Eddy Wally genoot ook enige bekendheid in Nederland en behoorde tot de artiesten die hun opnames deden bij het platenlabel Telstar, bij Johnny Hoes dus. Gekende hits van hem waren ondermeer “Chérie” en “De Marktkramer”. Tijdens weekdagen stond hij gewoon in zijn kraam op de markt. De ene dag in Oudenaarde, de andere dag in Roeselare, de volgende in Blankenberge enz… Hij werd door de overige marktkramers trouwens beschouwd als één van hen. Hij moest net als hen vroeg uit de veren en reed zelf met zijn grote Peugeot marktwagen. Als personenwagen bezat hij evenwel een Mercedes. Veel artiesten kiezen voor Mercedes omdat ze dat veilige wagens vinden trouwens. “The Voice Of Europe” , zoals hij zichzelf graag noemde was een harde werker, die ´s morgens de markt deed, in de namiddag in zijn winkel stond en ´s avonds optrad in zijn feestzaal. Nu is hij al oud en ziek en verblijft een RVT (Rust En Verzorgingstehuis) in de grensgemeente Zelzate. Hij is aan één zijde verlamd, zit in een rolstoel en kan bijna niets meer doen maar toch heeft hij reeds een paar keer gezongen voor zijn medebewoners, de micro stevig vastgeklemd in zijn ene nog niet verlamde hand. Genezing is niet meer mogelijk en zijn toestand zal dag na dag steeds verder achteruitgaan, jammer maar zo is het leven! Zijn muziek zal echter blijven. Ik weet dat ik een beetje van mijn onderwerp ben afgedwaald maar ik houd van zijn liedjes en heb ook enkele platen, cassettes en één CD van hem. Toen het zo tegen 17 uur aanliep was de Fransman zijn auto eindelijk klaar en hij stelde voor om mij naar huis te brengen zodat Mathias in alle rust aan mijn 220SE zou kunnen beginnen om dan, als het te laat zou worden, eventueel de zaterdag de verdere afwerking te doen. Zo gezegd, zo gedaan, de Fransman bracht mij dus naar huis. Tijdens de rit viel het mij op dat de motor van zijn wagen wel bijzonder stil was en soepel reed; Mathias mocht terecht trots zijn op zijn werk. Nadat de jongeman mij naar huis had gebracht dacht ik dat ik hem wel nooit meer terug zou zien maar dat draaide anders uit. Er was in mijn onmiddellijke omgeving een wijkfeest, dat was in de wijk waar Mathias en Annie woonden, gekend als de “Sidmar-wijk” en er stond voor de gelegenheid een grote feesttent. Vermits dit feest maar om 19 uur begon hadden ik en mijn vrouwtje nog ruim de tijd om ons klaar te maken en er heen te gaan. Het was bovendien een stralende dag geweest met een zomerse temperatuur en ideaal weer om te fietsen. Toen wij daar toekwamen en de tent binnengingen troffen wij Annie, de vrouw van Mathias, aan, vergezeld van (je raadt het nooit) de Fransman en de mooie zwartharige, ditmaal was ze gekleed in een fleurig bloesje en een groene lange broek met van die brede olifantenpijpen, zoals toen mode was. Dat Mathias daar (nog) niet was kon enkel maar betekenen dat hij nog aan mijn wagen aan het werken was. Rond 23 uur liep het wijkfeest stilaan op zijn einde maar de verloofde van de Fransman vond het nog wat vroeg om reeds afscheid te nemen van elkaar en stelde voor om nog eens naar de feestzaal van Eddy Wally te rijden. Annie besloot om toch maar naar huis te gaan om Mathias thuis op te wachten. Wij wilden nog wel mee en vertrokken daarom als eersten om onze fietsen naar huis te brengen. De Fransman wist nog waar we woonden en zou ons thuis komen ophalen. Vandaar ging het naar Ertvelde toe. Toen Eddy Wally een show ten gehore bracht besloten wij om eens een dansje te wagen waarbij de Fransman met mijn vrouwtje en ik met zijn verloofde zou dansen. De zwartharige schone vleide zich dicht tegen me aan en dat vond ik in het geheel niet onaangenaam.
13
Ze genoot duidelijk van de muziek en de sfeer en het was reeds een stuk in de nacht toen we door het stel naar huis gebracht werden. We nodigden hen uit om nog eventjes binnen te komen en ik zette nog even een muziekje op van “De Spotnicks”, een gitaargroep uit de sixties. Dan namen we afscheid en vertrokken ze huiswaarts met hun mooie 220SE. Hoe het hen verder vergaan is weet ik niet en ik hoop dat ze een lang en gelukkig leven tegemoet zijn gegaan samen met hun donkergrijze 220SE. Ik dacht er ineens aan dat ik niet eens wist hoe ze heetten, zelfs hun voornaam kende ik niet, dat zal wel wederzijds geweest zijn want in alle drukte omtrent allebei onze Heckflossen hebben we ons nooit officieel aan elkaar voorgesteld. Nogal onbeleefd van mij besefte ik later wel maar het was te laat want ze waren ze weg. De volgende dag, een zaterdag, ging bij ons het leven zijn gewone gangetje, met dit verschil dat ik mijn wagen wel moest missen. Maandag hadden we onze 220SE wel nodig om mee naar ons werk te rijden. Het werd later en later en ik was er niet gerust in. Toen we ´s avonds TV zaten te kijken, het zal zo rond 23 uur geweest zijn, hoorde ik twee auto’s de oprit opkomen. Het typische dieselgeluid van één van deze wagens klonk mij vertrouwd in de oren! Jawel, Mathias en Annie waren daar met mijn 220SE. Mathias was moe en wou zo vlug mogelijk naar huis, hij wist echter nog wel te vertellen dat hij samen met een nieuwe koppeling ook enkele onderdelen had moeten vervangen achteraan de achteras; in de omgeving van de achterbrug. Voor de rekening moest ik in de loop van de daarop volgende week maar eens langskomen. Het tweede probleem aan de wagen was daarmee opgelost maar ik kon op dat moment nog niet weten dat deze wagen mij nog veel geld zou gaan kosten aan allerlei herstellingen en aan dingen die nog kapot zouden gaan. Toen ik de week daarop bij de garage van Mathias aankwam, geloofde ik eerst mijn eigen ogen niet. In het gras naast de garage stond er een rose, jawel, een rose Heckflosse. Toen ik dichterbij ging merkte ik dat het een 300SE, lang model, was met de brede achterdeuren. Er was aan deze wagen echter iets wat ik nog nooit eerder gezien had. Er zat namelijk een metalen schuifdak in deze wagen en dat zat boven de achterbank. Ik stelde mij al voor dat een of andere excentriekeling zich in een of andere optocht bevond, waarbij hij rechtstaande door het open dak aan het zwaaien was naar de menigte. Binnenin zag ik dat deze wagen uitgerust was met een automatische versnellingsbak wat eigenlijk gebruikelijk was voor een 300SE. Vooraan had ik een doorlopende voorbank verwacht, met een afscheiding tussen de voor- en de achterbank, maar er zaten afzonderlijke voorzetels in deze roze 300SE. De zetels waren bovendien in grijs-fluwelen uitvoering, destijds een dure optie. Vermits ik zag dat deze auto geen nummerplaten meer droeg, veronderstelde ik dat Mathias deze enkel had aangekocht als donorwagen. Toen ik bij Mathias om de rekening ging vragen voor mijn nieuwe koppeling, vroeg ik ook ineens naar de roze 300SE. Mathias bevestigde mijn vermoeden dat deze gesloopt zou worden. Toen heb ik gevraagd of ik de fluwelen zetels er mocht uithalen. Dat mocht, maar ik moest wel alles in mijn eentje demonteren en er maar mee zien thuis te geraken. In totaal heb ik twee keer moeten over en weer rijden met mijn nieuwe aanwinst maar ik was blij met mijn fluwelen zetels . Nog diezelfde dag heb ik ze in mijn 220SE ingebouwd. Alleen spijtig van die brandvlek, mogelijks van een brandende sigaret op de chauffeurszetel. De herfst stond nu voor de deur en ik wist op dat moment nog niet dat mijn volgende probleem zich al snel zou aandienen en ik grote miserie zou krijgen met mijn metalen Hollandia schuifdak maar dat is dan voor een volgende bijdrage… (wordt vervolgd)
14
10) Nieuwe leden stellen zich voor / door Roland van Keekem De afgelopen periode hebben zich via de website weer een aantal nieuwe leden bij ons register aangemeld. Dat het ledenaantal blijft groeien is goed nieuws; hoe meer zielen, hoe meer vreugd. In de introductiebrief die zij toegestuurd krijgen wordt gevraagd of zij zich aan de andere leden willen voorstellen door het schrijven van een kort stukje over henzelf, de auto, de hobby, etc. Een aantal van de nieuwe leden heeft hieraan gevolg gegeven. Bestaande leden kunnen, als ze dat willen, natuurlijk ook een introductie van zichzelf bij de redactie of ledenadministratie aanleveren. Het idee is om in het Infobulletin een vast hoofdstukje op te nemen, waarin deze episteltjes worden opgenomen. Dus beste leden, stel je eens voor! Eddy de Wind uit Friesland Eddy is 60 jaar en werkzaam als hulpmiddelenmonteur en monteur technische dienst bij een verpleeghuis. Hij is eigenaar van een zwarte W110 200D uit 1966, verkregen van een kennis in ruil voor het opknappen van zijn Mitsubishi Galant. De Benz heeft wel de bekende ontbindingsverschijnselen. Aandacht verdienen de bodem, dorpels, schermen, onderkant van de portieren, voorbalk en wielbakken achter. Alle rubbers moeten vervangen worden en het dak is vernield door kleine rakkers. Na het opknappen van de carrosserie, inclusief spuiten, komt de bekleding aan de beurt. Eddy heeft ervaring en vaardigheden met lassen, spuiten en bekleden. Hij heeft geen ervaring met de dieselmotor maar wel met een antieke scheepsmotor. Hij heeft hiervoor al meerdere auto’s gerestaureerd, waaronder een Jaguar XJ 6 type 2. Vragen komen er wel. Wouter van Ganswijk uit de regio Haaglanden Wouter is van het bouwjaar 1957, woont samen en heeft geen kinderen. Wouter schrijft: Eind jaren zestig vond ik als jongetje van tien jaar de Heckflosse een imposante en elegante auto. Thuis reden we geen Mercedes. Auto's hadden altijd mijn belangstelling en ik weet nog heel precies wat er bij het ouderlijk huis stond vanaf 1960 tot nu, chronologisch: Ford Zodiac, Chrevolet Malibu, Rambler American, Vauxhall Viva,Ford Taunus, BMW Touring, Renault 5 (2x), VW golf (type 1), Alfasud (2x), Audi 80, Toyota Carina, Citroen Xanthia (deze laatste is van 1997 en mijn vader uit 1919 rijdt er nu nog in). Mijn vorig jaar overleden moeder bepaalde altijd en tot de laatste wagen, wat er voor de deur kwam, dus niet alleen de kleur! Mijn eigen auto´s vanaf mijn 18e voor privé dagelijks gebruik, chronologisch: Toyota Crown, Peugeot 404, Saab 900, VW golf D (type 2), VW golf 1.8 (type 2), Peugeot 404, Audi 80, Alfasud, Toyota Carina, Peugeot 404, Volvo C70 (nu 16 jaar oud). Daarnaast had ik sinds 1988 wat klassiekers (wat Frans spul en DKW, ná 2004 meer auto´s). De oplettende lezer ziet wat ruilingen met de eerste merkenreeks. Ik bezit een viertal Heckflossen; een zwarte 220S uit 1959, een crème 220SE Coupé uit 1963, een blauwe 220SE uit 1965 en een blauwe 200D uit 1967. Mijn Heckflossen onderhoud ik thuis (in Putten, schuren en brug aanwezig) met veel hulp van een makker, die van zijn beroep chef-werkplaats is en zelf ook van oud spul houdt (meest Frans). Hij doet de moeilijke dingen en ik wat licht onderhoud want ik heb twee linkerhanden om op kantoor papier te kunnen schuiven. Vloeistofjes, oliën, filters vervangen, doorsmeren, puntjes stellen en bougies controleren, dan heb je het wel gehad dus wat dat betreft heeft het Register niet veel aan mij. Ik ben meer rijder dan sleutelaar maar wat zelf gedaan kan
15
worden, doe ik ook graag zelf omdat het mij veel voldoening geeft. Bovendien vind ik dat smeernippels eerst schoon gemaakt moeten worden vóór de vetspuit erop gaat. Dat wordt in garages vaak niet gedaan. De rit en het museumbezoek van 3 mei 2014 was de eerste kennismaking met de registeractiviteiten en de leden. Peter Driessen uit Het Gooi Peter is in het bezit van een W111 - 280 SE Cabriolet ‘Flachkühler’ van het bouwjaar 1969. De auto is in 1970 in California op de weg gekomen en later is hij naar Europa teruggehaald en via een tussenstop in Brussel in Nederland gekomen. Ik vind dat alle Mercedessen van voor 1972 fraaie klassiekers zijn en deze wagen is één van de fraaiste 4zits cabriolets. Ze zijn moeilijk voor een redelijk bedrag te krijgen en ik stond op het punt er één in de USA te kopen, tot ik deze, na uren internetten, tegenkwam bij onze zuiderburen. Mijn eerste kennismaking met Mercedes-Benz was de 280 SEL Sedan van mijn oom en dat vond ik een prachtauto, die toen zeker niet voor mij weggelegd was, totdat een goede vriend van mij er één te pakken kreeg en ik weer herinnerd werd aan deze 'droom' uit het verleden. Op dit moment zijn we bezig de auto te perfectioneren, doch dit wordt vertraagd door een moeilijk te vinden rechter voorspatbord (zelfde als van de coupe). Uiteindelijk hadden we de waarschijnlijk laatste te pakken die er nog was, doch onderweg van Duitsland naar Nederland is hij ‘’kwijtgeraakt’’. Als iemand er nog één heeft, nieuw of zgan, laat het mij weten. (Advies van de redactie: zet je zoekvraag uit op ons Forum) Wanneer de auto klaar is zie ik ernaar uit om naar een van de bijeenkomsten te komen!
11) Advertentierubriek / door Theo Overduin
ADVERTENTIERUBRIEK: uitsluitend van liefhebbers voor liefhebbers!
TE KOOP
Een Heckflosse, W 111, type 220b uit 1963. Voorstoelen en achterbank komen uit een 220s. Origineel moet opnieuw bekleed worden en heb ik in mijn bezit. Nagenoeg geen roest en de lak is hier en daar bijgewerkt. Een nette auto maar niet in concoursstaat. Bijzonderheid is dat het een schaars model is. Vraagprijs is € 7.000,-. Meer info? Bel dan met Berry Oudenhoven: tel. 06 - 20643924. Of stuur een email:
[email protected]
16
TE KOOP
Heckflosse 230S. Afgebroken restauratie, geheel gedemonteerd, nagenoeg compleet. Diverse nieuwe onderdelen, deelprojecten al gereed. Uitsluitend alles in één koop! Mail of bel voor meer info. Hugo Ankersmit, Deventer. Tel: 06 - 19902058. Email:
[email protected]
Wilt u ook adverteren in het Heckflossebulletin? Geef uw advertentie dan per email op aan Theo Overduin:
[email protected]
12) Onze sponsoren / door Theo Overduin
13) Uit het archief van Rob van der Does / door Jan Boeren Uit het archief van Rob van der Does ontvingen we weer een mooie bijdrage die als bijlage toegevoegd is. Dit keer een kopie van een artikel uit het Engelse magazine ‘Road & Track’uit 1959 met als titel ‘New from Europe’. Rob, onze dank voor je bijdrage Het mailadres van Rob is:
[email protected]
14) Tot slot / door Jan Boeren Graag wil ik alle inzenders bedanken voor hun bijdrage. Hierdoor is het Infobulletin een super dik nummer geworden. Het is heel fijn als er meerdere Heckflosse-liefhebbers zijn die aan ons Infobulletin mee willen werken. Ik hoop dat dit ook voor het komende septembernummer weer zo zal zijn.
17
Schroom niet en stuur uw bijdrage op naar mijn mailadres. En natuurlijk, voeg er een leuke foto aan toe. Gaarne uw kopij voor 10 september 2014 opsturen. Hopelijk zien we elkaar bij de Onderdelendag en / of de Najaarsrit en / of in Elburg.
Hartelijke groeten, Jan Boeren
Onze mailadressen zijn: Henk Lith Theo Overduin Roland van Keekem Jan Boeren
:
[email protected] :
[email protected] :
[email protected] :
[email protected]
18