Onderwerpen in deze uitgave zijn: 1) Voorwoord en Onderdelendag 2) Verslag Technische dag 3) Wat gebeurde er met mijn Heckflosse in 2012 4) Revisie rembekrachtiger 5) Verslag reportage fotoshoot 6) Pa’s tweede Heckflosse 7) Gevonden schoonheden 8) Niet zoeken, niet kijken, niet kopen (deel 6) 9) Onze sponsoren 10) Advertentierubriek 11) Bijdrage uit het archief van Rob van der Does 12) Voor- en Najaarsrit 2014 13) Tot slot
1) Voorwoord en Onderdelendag / door Henk Lith Ik geloof dat we de onderdelendag nu voor de 8e keer hebben beleefd. En wederom op de schitterende en van vele gemakken voorziene locatie, de Mc Donalds te Nieuwegein. Uiteraard ben ik daar zelf al die keren geweest, dat moet je dus wel als een soort van initiatiefnemer van dit gebeuren en echt zoveel werk is het ook weer niet. Voornamelijk een datum afstemmen met de betrokken MB clubs, en coördineren met de Mc. De start van deze onderdelendag was gerust een beetje nattig te noemen, vooral als je vanuit het noordoosten richting Nieuwegein moest en dat waren toch wel een aantal vaste onderdelen leveranciers. De eerste, Anton Hulsman, belde me even na negenen al op, ik was nog net thuis. Hij zag het niet zitten om door de verschrikkelijke regenbui en met een zware aanhanger vol met kratten met onderdelen de rit van dik 100 kilometer te ondernemen.
1
De vrees was mijn inziens dan ook gerechtvaardigd dat onze andere vaste onderdelen man, de bekende Wiebren uit Snits, ook gedwongen zou moeten afhaken. Maar de parkeerplaats bij de Mc oprijdend zag ik het busje en een aanhanger al staan. Zoals gewoonlijk was Wiebren met zijn zoon er weer als eerste, kan hij ook een mooie plek uitzoeken. Met nog enkele andere clubleden die ook wat materiaal uitstalden leek het er toch nog een beetje op. Stan, Rob, nog steeds de voorzitter van de w114/w115 club, was het net als vanouds. Wat me ook verraste, dat na jaren afwezigheid van dit gebeuren ook Willem van Everdingen uit Middelburg er weer eens was, ook met zijn zoon Boy, heel leuk om daar ook weer eens mee te kletsen. Verder nog gesproken met diverse Heckflosse bezitters, van “all over the country”. Toontje natuurlijk, weer of geen weer, hij is er bij, waar actie is. Toon trok weer veel bekijks met zijn nieuwe vriendin, die overigens geen enkele keer met haar ogen hoefde te knipperen, of zij ook te koop was heb ik echter niet gevraagd. Met andere woorden de onderdelendag is er niet alleen voor de onderdelen, maar ook om weer eens bij te kletsen met andere MB liefhebbers, om ideeën op te doen, of je nieuwe vriendin is te showen. Volgend jaar is er weer een onderdelendag wat mij betreft, als je er nog nooit een hebt mee gemaakt, grijp dan je kans! 2) Verslag Technische Dag / door Jan Boeren Op 22 juni jl. werd onze eerste Technische Dag bij De Gruyter & De Jong in Bergambacht gehouden. Een vijftiental leden van ons Register hadden de weg naar de garage van Cor de Jong gevonden, waar we werden verwelkomd met koffie en iets lekkers erbij. Ondertussen vertelde Cor over de geschiedenis van zijn bedrijf en werden de door de deelnemers gestelde vragen beantwoord. Daarna gingen we naar de werkplaats en werd aan de hand van de Heckflosse van een van de deelnemers, W110 190, de kleppen gesteld. Vervolgens werd bij een andere Flosse de ontsteking goed afgesteld en de werking ervan uitgelegd. Tijdens deze reparatie beantwoordde Cor de vele vragen die op hem afgevuurd werden. Na de keurig verzorgde lunch gingen we terug naar de werkplaats en werd een volgende auto op de brug gereden. Deze werd onderworpen aan een technische inspectie.
2
Bovenstaand een paar foto’s van deze gezellige en zeer leerzame dag. Hopelijk kunnen / mogen we volgend jaar in Bergambacht weer een Technische Dag organiseren.
3) Wat gebeurde er met mijn Heckflosse in 2012 / door Jan Boeren In het maart nummer van 2012 (Infobulletin no. 44) had ik de wetenswaardigheden van de 220 SE over 2011 beschreven. Daar er voor de maart- en het juni nummers voldoende bijdragen aanwezig waren, wordt het nu tijd om de gebeurtenissen in 2012 te beschrijven. In maart stond de Benz weer in de bekende garage. Ook dit keer waren er geen grote reparaties en hoefden er geen onderdelen vervangen te worden. Het bezoek beperkte zich tot het doorsmeren van de vele smeernippels van de voortrein, de aandrijfas en het cardan. Voor de rest was alles in orde en de Heckflosse moest er weer een jaar tegen kunnen. Voorjaarsrit Op zondag 21 april stond onze Voorjaarsrit gepland die dit keer georganiseerd was door mijn oudste dochter Annemieke en mijn schoonzoon Simon. Al vele malen hadden zij in de Benz meegereden en zij wilden graag ook wel eens een rit organiseren. Daar zij in het oosten van ons land wonen, lag het voor de hand dat we daar zouden starten.
Op de parkeerplaats bij het startpunt café-restaurant ’t Hoogspel in Delden. stonden de Benzen keurig naast elkaar en binnen in de zaal zaten de deelnemers aan de koffie en praatten lekker bij. Na regen komt zonneschijn; gelukkig maar, want bij de aankomst was de lucht wel erg donker. Via kleine dorpen reden we in noordelijke richting, waarna de route ons verder naar het Oosten
3
bracht. De middagpauze was nabij een watermolen. Deze is gelegen op het landgoed Singraven en ligt aan de Dinkel, dicht bij het dorp Denekamp. Het tweede deel van de rit bracht ons over de heuvels van noordoost Twente richting de Duitse grens. Na vele bochtige weggetjes volgde een wat meer uitgestrekt landschap. Daarna keerden we terug naar het landgoed Twickel in Delden. Hierna was het nog een kort stukje rijden naar het einddoel van de tourrit; het café-restaurant ’t Witte Hoes in Rijssen. Brilon In mei reden Simon en uw schrijver naar Brilon in het Sauerland voor de ‘14e Sauerlandrundfahrt’, die georganiseerd was door de plaatselijke Mercedes-Benz dealer Paul Witteler (zie www.wittelerautomobile.de). Door de automobielclub van Brilon werden er twee ritten uitgezet. Een voor de circa 200 klassieke personenwagens en een rit voor de circa 100 klassieke vrachtwagens. Een groots evenement, zo mag je dit wel noemen. Als liefhebber van het zware ‘oude blik’ reden we weer met de vrachtwagenrit mee. Het parkeerterrein was ’s morgens al vroeg ‘gevuld’ met vele, vele klassiekers. Ook uit Nederland waren er een aantal liefhebbers met hun vrachtwagens gekomen. Om 8.00 uur vertrokken de vrachtwagens voor een rondrit van circa 100 km. De personenwagens vertrokken rond 10.00 uur en die zouden een rit van ongeveer 120 km maken. De rit leidde ons door het mooie Sauerland, waarbij de smalle binnenwegen bereden werden. Na enige tijd vonden we een mooie plaats om foto’s te maken. Bij terugkeer in Brilon genoten we van een stevige kop erwtensoep en nadien reden we onder een stralende zon weer naar Holland. Het was een mooi en gezellig weekend en we hadden veel gezien. Vianen Bij toeval had ik een deelnemerskaart gekregen voor de oldtimerdag in Vianen, die in 2012 voor de 25e keer verreden werd. Het centrum van Vianen was op zaterdag 16 juni omgetoverd tot een waar ‘autoparadijs’. Vele klassiekers, waaronder echt heel oude voertuigen uit de 20-er jaren van de vorige eeuw, namen aan dit evenement deel. Daarnaast waren er oude legervoertuigen en een aantal klassieke vrachtwagens vertegenwoordigd. Ook de winkeliers lieten zien dat zij een warm hart dragen voor deze oudjes. Velen hadden hun winkel op bijzondere wijze versierd.
4
In een lange rij verlieten de deelnemers het stadje Vianen voor een toerrit door de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden. Hierbij werden plaatsen als Lexmond, Ameide (Lekdijk), Gorinchem en Leerdam aangedaan. Ook de weergoden lieten zich van hun goede kant zien. Het was een prachtige dag en zowel mijn buurman als ik had erg van deze rit genoten. Najaarsrit Als laatste evenement in 2012 reden we mee met de Najaarsrit van ons Register. Op zondag 30 september hadden ons clublid Pierre Jongebloet samen met zijn vrouw de Najaarsrit georganiseerd. Na de koffie en ’bijpraten’ vertrokken we onder een stralende zon vanuit het centrum van Emmeloord. Hierna reden we richting de provincie Drenthe. Het landschap was heel mooi. In Dwingeloo stopten vele deelnemers om daar de lunch te gebruiken en natuurlijk lekker met elkaar bij te kletsen. Het eindpunt was bij Partycentrum ‘De Voorst’. Onder het genot van fris, een biertje of iets anders praatten we na over de rit, waarna een ieder aan de thuisreis begon. Dit waren de hoofdpunten in 2012. Naast de georganiseerde ritten werden er nog een paar meer uitstapjes in mijn ‘eigen’ polder gemaakt. Tot volgend jaar. 4) Revisie rembekrachtiger / door Clarens van der Hout Na ruim drie jaar de auto te hebben gebruikt voor woon-werkverkeer heeft mijn Heckflosse inmiddels 7 jaar stil gestaan door een aantal redenen. Hoofdoorzaak is een kapotte en volgens 'experts' niet meer te repareren rembekrachtiger. Na een lange zoektocht heb ik een adres gevonden in Dresden die mij een gereviseerd exemplaar kon leveren. Het is een bedrijf dat gespecialiseerd is in het reviseren van rembekrachtigers. De tip kwam van Mercedes-Benz Classic Center in Stuttgart. Graag wil ik deze informatie met jullie delen. Ik ben zeer tevreden over het geleverde product en de vriendelijke service. Werkwijze: Je zult je eigen rembekrachtiger moeten inleveren en dan krijg je een andere, maar zeer goed gereviseerd exemplaar er voor terug. Ik heb mijn oude rembekrachtiger en het geld meegegeven met een transporteur uit de buurt. De chauffeur heeft dit toen geregeld. De kosten voor een bekrachtiger van Mercedes uit de jaren 50 - 60 liggen ongeveer tussen de EURO 500 - 1000,-- maar dan krijg je een z.g.a.n. nieuw exemplaar er voor terug. In mijn geval was ik op zoek naar een zeer 'zeldzaam' ATE rembekrachtiger type T50/26 . Dit exemplaar was een gemodificeerde 'Ponton' bekrachtiger die ze kort in de 220SEb (met schijfremmen) W111 'Heckflosse' hebben gemonteerd. Dit model is toen binnen een aantal jaar vervangen door een ander exemplaar. Vandaar de zeldzaamheid op de 2-hands markt. Adresgegevens revisiebedrijf (direct naast afslag Autobahn Dresden): KFZ-Werkstatt Herrn Han Vogel, Grimmstrasse 34, D-01139 DRESDEN, Telefon: 0049 351 830 58 45
5
5) Reportage fotoshoot voor het blad “Klassiek&Techniek” / door Henk van der Linden Onlangs werd er door Jan Boeren een oproep gedaan medewerking te verlenen voor een reportage die het blad Klassiek&Techniek wilde gaan maken over een MB Heckflosse 220S en een Wolseley 61/10. In de reportage wilde de redacteur een vergelijking maken tussen 2 limousines uit de beginjaren `60. Daarbij wil hij ook hun rijgedrag met elkaar vergelijken. Ik dacht bij mezelf, dat is leuk, laat ik me maar eens opgeven. In mijn mail had ik natuurlijk een foto van mijn Benz bijgesloten zodat er een eerste indruk gemaakt kon worden. Mijn Heckflosse is uit 1964 en heeft een Amerikaanse uitvoering. Met name dus afwijkende koplampen en de gebruikelijke grote extra knipperlichten. Dat maakt ze ook wel weer bijzonder vind ik zelf. De baby bleu kleurstelling komt niet zo vaak voor in deze klasse en dat maakt hem uitzonderlijk. Dit jaar ziet mijn Benz Abraham op 23 oktober. Want dat is precies de datum van fabricage in Duitsland. Leuk dat je dat allemaal nog kunt achterhalen. De hele week was het weer pet en de regen viel met bakken uit de hemel. “Vind je het erg om in de regen te rijden” was de vraag van Aard, de maker van het artikel. “Nou, eigenlijk niet zo best” was mijn antwoord, “maar, als het niet anders kan dan moet hij maar een keer nat worden”. Natuurlijk rijden we niet graag bij slecht weer, maar de Heckflosse smelt niet van een buitje regen toch? We hadden afgesproken om 15.30 uur en zouden dan vanuit Veldhoven naar Goirle rijden naar de liefhebber van de Wolseley. Hij had 3 exemplaren, een uit 1948, een uit 1958 (nog te restaureren) en een uit 1968. Dat was de Wolseley 61/10. Nou moet ik toch eerlijk bekennen dat ik vooraf had ‘gegoogled’ om te weten hoe zo`n auto er uit ziet. Ik kende ze namelijk niet. En inderdaad, er is enige gelijkenis te bespeuren met onze geliefde Heckflosse. Veel chrome, vleugeltjes achter, een behoorlijke grille en een luxe afwerking. In dit exemplaar lag een 3.0 liter benzine motor maar het vermogen valt wel tegen. Veel Engelse auto`s uit die tijd hadden een overdive, deze dus ook. Dat is wel weer prettig op de snelweg. Zijn kleur was groen, zoals zoveel Engelse auto`s. uit die tijd. Wel mooi. Na een kennissmaking reden we de natuur nabij Goirle in om een fotoshoot te maken. Nou dat duurde dus wel even hoor. Er werden erg veel foto`s gemaakt met elkaar en ook afzonderlijk. Daarbij werden ook details gefotografeerd. Stukje vooruit, stukje achteruit, stuur een beetje naar links, stuur een beetje naar rechts, 10 cm achteruit, 20 cm vooruit etc, etc. Een vermoeiende klus die uiteindelijk bijna 2 uur duurde. Vele foto`s verder konden we concluderen dat het toch wel de moeite waard is geweest om deze parade paardjes uit de jaren `60 eens naast elkaar te zetten. Weer terug naar Veldhoven. De redacteur vroeg of hij terug mocht rijden nadat hij een rondje rond Goirle met de Wolseley had gemaakt. Deze auto kende hij al omdat hij zelf lid is van een club
6
Wolseley liefhebbers. Tijdens de rit, naar huis, waarbij we de binnenwegen hadden gekozen , merkte ik dat hij toch wel erg gecharmeerd was van mijn Heckflosse. Dat deed mij goed en jullie natuurlijk als Heckflosse liefhebbers ook. Hij sprak over een “apart gevoel” zo met die ster voor op de neus. Nou vertel ons wat dacht ik zo bij mijzelf. Ben benieuwd hoe het artikel eruit komt te zien. Ik ben weer een ervaring rijker en heb geen spijt van deze onderneming. In het afgelopen julinummer van het blad Klassiek& Techniek is de gehele ‘story’ beschreven en zijn er diverse foto’s geplaatst.
6) Pa’s tweede Heckflosse / door Eddy Steyaert Het zal in 1971 geweest zijn dat mijn ouders besloten om de 220b een restauratie te laten ondergaan bij een garagehouder in de buurt, de man was geen Mercedes-kenner. Deze was dealer van TOYOTA) maar aangaande het overspuiten en koetswerkreparaties, deed hij alle merken. De 220b zou in een andere kleur worden gespoten. Zelf zou ik ervoor gekozen hebben om de originele zelfde grijze kleur te behouden en zoveel mogelijke de originaliteit te behouden maar mijn advies werd hierover niet gevraagd! Zo zou de wagen een donkerblauwe zetelbekleding in kunstleder(dus afwasbaar) krijgen, daar waar het vroeger een stoffen bekleding was. Wat mij het meest stoorde was echter, de naar mijn aanvoelen, verschrikkelijk pompeuse “kopermetaal-kleur” die mijn ouders hadden gekozen als nieuwe kleur voor de wagen, het was absoluut geen Mercedes-kleur. Van fabriekswege was dit niet voorzien, je kon enkel de 300SE en 300SEL in metaalkleur bestellen. Nadat de wagen herspoten was, alle bumpers herchroomd en de zetels opnieuw overtrokken, was de mechaniek echter totaal ongemoeid gebleven en dat bleek achteraf een hele grote vergissing te zijn geweest, een volledige revisie van de motor was eveneens nodig geweest maar dat hadden mijn ouders over het hoofd gezien.
7
Enkele weken later hield de motor van onze 220b het dan ook voor bekeken, vader was hier heel verwonderd over maar was ondanks de reeds gemaakte kosten niet van plan om de motor nog te laten herstellen. De wagen werd in een achteraan op ons erf loods geduwd en onder een afdak geplaatst, mogelijks dat iemand het wrak van de auto zou kunnen gebruiken. Al was het maar voor de onderdelen. Een paar keer zijn er mensen komen naar kijken maar ze toonden geen interesse. Een tijdje later besloot onze pa dat hij ging uitkijken naar een tweedehandse bestelwagen in plaats van naar een personenwagen. Ik zocht met hem mee om een bestelwagen te vinden. Op een dag moest ik voor mijn werk in een betonfabriek toezicht gaan houden op de productie van grote betonpalen en op het fabrieksterrein werd mijn aandacht getrokken door een donkergrijze Mercedes 220SE. Wow, ik vond de wagen fantastisch, maar ik was niet in de mogelijkheid om daarvoor veel geld neer te tellen met mijn karige ambtenarenloontje van iets meer dan 8000 BEF per maand. Dat was ongeveer 200 euro. Het bleek de auto te zijn van “Gaston” de mechanieker van het bedrijf die instond voor het onderhoud van het hele wagenpark, personenwagens, vrachtwagens, kortom de hele reutemeteut. Ik vroeg hem op de man af of hij mij zijn 220SE niet wilde verkopen maar daar had hij geen oren naar. Maar de aanhouder wint en een paar jaar later verkocht hij de 220SE toch aan mij, dit is echter een verhaal apart. Deze “Gaston” kende een garagehouder die een lot VW-Combi’s had gekocht, afkomstig van de Belgische Rijkswacht. Dat is vergelijkbaar met de Marechaussee in Nederland die hun wagenpark vernieuwden en de donkerblauwe Combi’s wegdeden. Deze garagehouder had er een aantal staan maar hij handelde ook in tweedehands Mercedessen. Ik liet mijn vader weten wat Gaston mij had verteld over de VW-Combi’s en er werd afgesproken om op een bepaalde zaterdag naar Rumbeke, nabij Roeselare in West-Vlaanderen, te rijden. Gaston had op de 220SE een trekhaak zitten en zou het wrak van onze kapotte 220b maar ineens achter zijn wagen hangen want, zo oordeelde hij, die garagehouder zal mogelijks nog iets van zijn prijs afdoen in ruil voor de 220b. Al is het reeds meer dan 40 jaar geleden, ik zie het beeld nog zo voor me. Gaston met de 220SE met daarachter hangend mijn pa in de 220b. Het zal voor beiden een zeer vermoeiende tocht geweest zijn, laat staan dat het waarschijnlijk helemaal niet toegelaten was een wagen te slepen over een dergelijke grote afstand. Uiteindelijk waren ze goed en wel aangekomen op hun bestemming. Mijn pa kreeg daar echter twee ontgoochelingen te verwerken: 1) De garagehouder, de heer Librecht, wou de 220b eigenlijk helemaal niet hebben maar omdat ze de wagen zo ver meegesleept hadden gaf hij 1000 BEF, circa 25 euro, voor de 220b. 2) Mijn pa vond de VW-Combi’s niet interessant, er was te veel werk aan. Want alles wat verwees naar Politie of Rijkswacht moest eraf of eruit, denk maar aan zwaailichten e.d. Sommige Combi’s waren redelijk tot goed en andere veel minder goed en het was dus zaak om er een echt goed exemplaar uit te zoeken en hij zag het echt niet zitten. Gaston en mijn pa stonden dus op het punt de terugweg aan te vatten als ze helemaal achterin de garage een beige 190D zagen staan. Pa dacht “Ik zal maar eens informeren, je weet maar nooit”. De heer Librecht, werd er bijgeroepen, hij prees de wagen aan als zeer betrouwbaar, wel tamelijk oud, bouwjaar 1964, maar de motor was volledig onder handen in de “School Voor AutoMechanica”, niet ver daarvandaan. Doordat de school de motor volledig vernieuwd had als leeren studieproject zeg maar, kon hij deze 190D aan mijn pa aanbieden voor 50.000 BEF.
8
Ondertussen zat ik in het ouderlijke huis, vooraan in de salon ongeduldig door het raam te turen alwaar ik de grote weg kon zien en verwachtte ofwel een blauw VW-busje, of in het andere geval, de 220SE met Gaston & mijn pa indien de aankoop niet had plaatsgevonden. Alle passerende auto’s was ik aan het gadeslaan en het werd reeds laat in de namiddag. Plotseling zag ik een beigekleurige Heckflosse aankomen, hij knipperde naar rechts en nam het kleine weggetje naar het ouderlijke huis toe. Pa was daar met zijn nieuwe aanwinst. De motor maakte tamelijk wat kabaal vergeleken met de 220 maar het dieselgeluid klonk hem als muziek in de oren, vooral vanwege het feit dat hij nu ook zeer goedkoop kon rijden! Hij zweerde bij hoog en bij laag dat hij voor zijn 190D veel zorg zou dragen! Loze beloften natuurlijk, zoals later zou blijken, hij had nooit veel zorg voor zijn auto’s. Dit was dus een diesel en het was opvallend hoe sober deze wagen was, geen greintje luxe. Meer standaard kon een Mercedes echt niet zijn, het dashboard van onze 220 was met hout-inleg, bij de 190D een soort donkerbruine lijst in een of andere kunststof, het dashboard idem dito. Naast het contactslot links zat de zogenoemde “gloeispiraal” en rechts een Knoert van een knop met daarop de letters “Starter”, met deze knop kon je voorgloeien, starten en de motor stilleggen. Het contactslot daar kon je een diesel niet mee starten, je draaide gewoon de sleutel in de uiterst rechtse stand en dan gingen de controlelampjes aan, dan voorgloeien met de grote knop, in stand 1 tot de gloeispiraal rood werd, dan trok je door met de knop naar de tweede stand, waarbij de startmotor de motor deed aanslaan. Stilleggen was gewoon de knop volledig induwen. Rijden met een 190D kan je maar op één manier en dat is traag, heel traag en of je daarbij een zware voet hebt of niet, het is alsof de dieselmotor zijn eigen zin doet en op zijn eigen tempo! Kortom een ideale wagen om eens een tijdje in handen te geven van wegpiraten of jonge snelheidsduivels teneinde ze een beetje te temmen. Je moet deze diesels dan ook zien in de tijdsgeest van toen, op toerritten, oldtimer-events enzo… is het nog doenbaar om er aan een rustig tempo mee te kunnen rijden maar in het huidige verkeer is het met deze trage diesels ronduit gevaarlijk rijden. Sommige van deze “fintails” werden in beperkte aantallen ook in België gemaakt en wel bij IMA in Mechelen. In de volksmond noemde men deze wagens dan ook “Mechelaars”. Een Mechelaar was veel roestgevoeliger dan een Duits exemplaar, dat was jammer maar in Mechelen zijn ze er nooit in geslaagd de fabricagekwaliteit van de fabriek in Duitsland te evenaren. Deze 190D was duidelijk een Mechelaar en bijvoorbeeld bij de deuren onderaan was ik al meermaals met schuurpapier bezig geweest en de zaak bijgeschilderd met het penseel maar het mocht allemaal niet baten. In 1975 brak er een bevestigingssteun van de dynamo af en de auto werd buiten gebruik gesteld, ook vanwege het feit dat het steeds moeilijker werd om de 190D door de jaarlijkse autokeuring te krijgen. De motor was nog goed, het koetswerk was reeds rot en slecht.
9
De motor zat vooraan links en rechts gemonteerd op silent-blocs en enkele jaren later, toen ik de motor ging uitbouwen voor montage in een 200 Heckflosse koetswerk, heb ik vastgesteld dat de motor niet geheel correct in de wagen gemonteerd was. De leerlingen van de vakschool hadden een fout gemaakt en de bevestigingspoot links verwisseld met de bevestigingspoot rechts, wat resulteerde in het feit dat de motor van de 190D links ongeveer een halve cm lager in de auto lag(scheef dus), qua rijgedrag heeft mijn pa hiervan echter nooit iets gemerkt. De enige foto, genomen op een camping in Cadzand, uit 1973, die ik nog heb kunnen vinden, met in de wagen mijn pa, mijn ma, mijn kleine broer en buiten de wagen mijn kersvers vrouwtje. Rechts een door ons gehuurde caravan en mijn Russische “Scaldia”. We waren op huwelijksreis en hadden voor acht dagen een caravannetje “De Grote Kip” gehuurd, ja zelfs daar kon mijn pa ons niet met rust laten en was ons komen (op)zoeken. Echt heel blij waren we er niet mee hoor! Zelf heb ik drie Mercedessen gehad, waarvan slechts één Heckflosse, een 220SE, dit is echter een verhaal voor later.
7) Gevonden schoonheden / door Jaap en Alie van Veldhuizen Een kennis van ons heeft tijdens zijn vakantie in de voormalige DDR de onderstaande foto’s gemaakt van een tweetal schoonheden die al jaren een doornroosje slaap houden. Je vraagt je toch af hoe dit tweetal ooit daar verzeild heeft kunnen geraken. Jammer dat de auto’s dit niet vertellen kunnen.
8) Niet zoeken, niet kijken, niet kopen, deel 6 / door Rene Veenis Ik bezit nu drie jaar mijn Heckflosse 200D uit 1966, en deze staat mij elke dag in mijn garage/werkplaats mij aan te kijken met zijn koplampen. Ook al rijdt de auto nog niet op de weg, aan de koplampen is te zien dat het deze niet deert. Tenslotte zijn we altijd in de werkplaats, en daar is het droog en warm, en er staat altijd rustige en mooie muziek op. Van Gregoriaanse gezangen uit de 16e eeuw tot Weird Scenes inside the Goldmine van de Doors uit 1970. Het is allemaal even vredig; want er komt een moment dat alles klaar is. En dan gaan we rijden, met deze muziek erbij in de auto. Ik ben in een laatste fase beland, en dat is de herziening van het elektrische systeem, en de bijbehorende renovatie van de kabelboom, die, zo te zien, goeddeels origineel is, maar ook aanpassingen heeft in de vorm van connectoren, solderingen en plakbandjes. Daarnaast heeft een deel van de kabels nog isolatie van in was gedrenkte canvas. Niet echt logisch voor een auto uit 1966, maar kennelijk had men ook bij Daimler Benz in die tijd nog een magazijn met overtollige kabels liggen die op moesten. Ik wil kostte wat het kost alle elektrische bedrading en verbindingen
10
door mijn handen gehad hebben, en herzien hebben, en alles wat me niet bevalt er uit hebben. Als ik in de woestijn stil kom te staan wil ik weten waar het door kan komen, en niet door zal komen. Om inzicht te krijgen in iets wat in eerste instantie heel logisch leek, ben ik me gaan verdiepen in nummers van aansluitingen die ik in de auto zelf terugvond, en de bestaande documentatie in de diverse autoboeken die voorhanden zijn. Daarnaast kreeg ik het advies van een APK-meester: sommige concectoren moet je niet solderen, maar gewoon knijpen. Ik had namelijk de neiging om alles te solderen, maar op plaatsen waar bewegingen kunnen optreden (bijvoorbeeld de socket van de koplampen) kun je beter volstaan met de connectie dichtknijpen met een tang. Anders ontstaat juist achter de plaats van de soldering de breuk. Voor iedereen die bezig is of ooit gaat heb ik uit een digitaal handboek van Bosch zelf alle voorkomende nummers en coderingen gedownload, en het kan handig zijn dit te delen. Dus hieronder volgt wat ik heb gevonden. Overigens geldt dit als deel van een DIN-norm zoals te zien is. Dit geldt dus voor alle (Duitse) auto's die gebruik maken van Bosch-technologie. Gezien de grootte van de specificatie is deze als bijlage bij het Infobulletin no. 50 toegevoegd.
9) Onze sponsoren / door Jan Boeren Hieronder treffen jullie een overzicht aan van onze sponsoren. Alle bedrijven zijn wij hiervoor zeer erkentelijk en zij ontvangen uiteraard ook ons Infobulletin. Dit wordt hun per mail toegestuurd.
11
10) Advertentierubriek / door Theo Overduin ADVERTENTIERUBRIEK: uitsluitend van liefhebbers voor liefhebbers!
TE KOOP
Heckflosse 230S. Afgebroken restauratie, geheel gedemonteerd, nagenoeg compleet. Diverse nieuwe onderdelen, deelprojecten al gereed. Uitsluitend alles in één koop! Mail of bel voor meer info. Hugo Ankersmit, Deventer. Tel: 06 - 19902058. Email:
[email protected]
TE KOOP
Het gaat ten zeerste aan mijn hart maar door omstandigheden bied ik hierbij mijn Mercedes 300SE te koop aan, voor de liefhebber! Het betreft een 300 SE automatic, bouwjaar 1965, kleur donkerblauw met beige bekleding in zeer goede staat. De carrosserie is geheel gestript en opnieuw opgebouwd. De motor en de automatische versnellingsbak zijn gereviseerd door garage Wieman te Amsterdam (gespecialiseerd in Heckflosse). De auto heeft ook een originele antiroestbehandeling gehad. De APK is afgelopen jaar vernieuwd en is nu geldig tot eind september 2014. Er zijn bij mijn weten in Nederland (volgens de Zilverster) nog maar 3 exemplaren die in Nederland rondrijden, er zijn er destijds in totaal ca. 5.300 gemaakt. Vraagprijs: € 19.999,-. Meer info, bel mij dan op tel. 06-53898230 of stuur een email naar:
[email protected].
Wilt u ook adverteren in het Heckflossebulletin? Geef uw advertentie dan per email op aan Theo Overduin:
[email protected]
11) Uit het archief van Rob van der Does / door Jan Boeren Uit het archief van Rob van der Does ontvingen we weer een mooie bijdrage die als bijlage toegevoegd is. Dit keer een kopie van een artikel uit de Autokampioen, no. 22 / 1960, over verhoging van de veiligheid. Rob, onze dank voor je bijdrage
12
12) Voor- en Najaarsrit 2014 / door Jan Boeren Ook in 2014 willen we graag weer een tweetal ritten organiseren. Voor de Voorjaarsrit heeft ons clublid Henk van der Linden zich bereid verklaard om voor ons een rit te organiseren. Maar voor de Najaarsrit zoeken we nog een vrijwilliger die onze mede clubleden een leuke dag bezorgt. Graag je reactie aan Jan Boeren. (mailadres staat hieronder)
13) Tot slot / door Jan Boeren Graag wil ik alle inzenders bedanken voor hun bijdrage. Het is heel fijn als er meerdere Heckflosse-liefhebbers zijn die aan ons Infobulletin mee willen werken. Ik hoop dat dit ook voor ons komende decembernummer zo zal zijn. En natuurlijk, voeg er een leuke foto aan toe. Gaarne uw kopij voor 1 december as. opsturen naar mijn mailadres.
Namens ondergetekenden wens ik jullie veel leesplezier en tot ziens bij de Najaarsrit.
Hartelijke groeten, Jan Boeren
Onze mailadressen zijn: Henk Lith :
[email protected] Rob van der Does Theo Overduin :
[email protected] Jan Boeren
13
:
[email protected] :
[email protected]