BIJZONDER BESTEK NR. PWEO/10-01 VOOR HET ONTWERPEN VAN EEN BESPEELBAARE VISTRAP OP DE LAARSE BEEK NR. 3.07 TE BRASSCHAATSCHOTEN EN VOOR EEN GRONDWATERSTUDIE.
GUNNING BIJ: ALGEMENE OFFERTEAANVRAAG
OFFERTES DIENEN INGEZONDEN TE WORDEN: Provincie Antwerpen Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid Koningin Elisabethlei 22 2018 Antwerpen OF AFGEGEVEN TE WORDEN: Kantoren van de provinciale dienst Waterbeleid 4e verdieping van het Torengebouw Koningin Elisabethlei 22 2018 Antwerpen DAG EN UUR VAN DE ZITTING: 14 juli 2010 om 11.00 uur PLAATS VAN DE ZITTING:
Provincie Antwerpen, departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid 4e verdieping, zaal : “Het Bermpje” Koningin Elisabethlei 22 – 2018 Antwerpen
VOORZITTER VAN DE ZITTING: wordt bepaald bij de opening van de zitting.
Ontwerpen van een bespeelbare vistrap op de Laarse Beek te Brasschaat-Schoten en een grondwaterstudie. PWEO/10-01 1
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
Plaats en tijdstip voor inzage van het bestek op werkdagen: Kantoren van het departement Leefmilieu, dienst Waterbeleid Koningin Elisabethlei 22 - 2018 Antwerpen van 9.00 tot 16.00 uur tel. 03-240 64 93
fax 03-240 64 78
De digitale versie van het bestek kan gratis gedownload worden via www.publicationsonline.be Een papieren exemplaar van het bestek betreffende de aanneming kan bekomen worden bij het departement Leefmilieu, dienst Waterbeleid, vooraf schriftelijk, per fax of e-mail aan te vragen. tel. 03-240 64 93 fax 03-240 64 78 e-mail
[email protected] Prijs:
Bestek en bijlagen: 70 EUR.
BIJ VERZENDING TE VERHOGEN MET 5,00 EUR. Bijkomende inlichtingen over de opdracht kunnen bekomen worden bij Bianca Veraart op het nummer 03-240 54 57
Ontwerpen van een bespeelbare vistrap op de Laarse Beek te Brasschaat-Schoten en een grondwaterstudie. PWEO/10-01 2
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
ADMINISTRATIEVE EN TECHNISCHE CONTRACTUELE BEPALINGEN. 1.Wetgeving Voor zover er door de voorschriften van dit bestek niet wordt van afgeweken zijn op deze aanneming van diensten van toepassing de bepalingen van: ●
de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten (BS 22.01.1994);
●
het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken (BS 26.01.1996);
●
het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels (A.U.R.) van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken (BS 18.10.1996) en bijlage, houdende de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en voor de concessies voor openbare werken (BS 18.10.1996);
●
de wet van 4 augustus 1996 (BS van 18.09.1996) betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk en latere wijzigingen en haar uitvoeringsbesluiten;
●
het koninklijk besluit van 27 maart 1998 (BS van 31.03.1998) betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk ;
●
het koninklijk besluit van 19 december 2001 (BS van 30.01.2002) tot wijziging, wat de aanvullende vorming van de coördinatoren inzake veiligheid en gezondheid betreft, van het Koninklijk besluit van 25 januari 2001 (BS van 07.02.2001) betreffende de tijdelijke en mobiele bouwplaatsen;
●
en alle latere wijzigingen, aanvullingen en uitvoeringsbesluiten.
2. Algemene inlichtingen. ●
Voor het stroomgebied van de Laarse beek, Donkse beek en Oudelandse beek werd in 2001 een hydraulische en hydrologische studie gemaakt in Infoworks RS v9.0. De Laarse beek valt in de zomer droog op het traject stroomopwaarts de Elshoutbaan.
●
Een gedeelte van de Laarse Beek stroomt doorheen het Peerdsbos, welke gelegen is in het habitatrichtlijngebied “De bossen en heidegebieden ten oosten van Antwerpen” waarvoor momenteel de instandhoudingsdoelstellingen in opmaak zijn.
●
De Laarse beek is een prioritaire waterloop voor vismigratie. In het Peerdsbos werden in het verleden reeds 2 vistrappen gemaakt waarvan 1 met zekerheid niet passeerbaar is door rivierdonderpad (nr. 3432-070). Deze moet aangepast worden, samen met de andere vistrap, nr. 3432-060 welke ook zeker gedurende bepaalde periodes niet passeerbaar is. Ook de knelpunten 3432-050 (een bodemplaat) en 3432-040 (een duiker) moeten nog aangepast worden.
●
Er werd in 2005 een ecohydrologische inventarisatie en visievorming opgemaakt voor het stroomgebied van het Groot Schijn, inclusief de vallei van de Laarse Beek.
Ontwerpen van een bespeelbare vistrap op de Laarse Beek te Brasschaat-Schoten en een grondwaterstudie. PWEO/10-01 3
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
●
De opmaak van een ontwerp voor een retentiezone in het Peerdsbos werd in 2009 stopgezet wegens te veel ontbrekende informatie met betrekking tot de effecten op het habitatrichtlijngebied.
●
Als bijlage wordt de ligging van het projectgebied op kaart bij dit bestek gevoegd. Hierop worden de vismigratieknelpunten aangeduid. Ook een situering van het projectgebied voor het grondwatermodel wordt op een kaartje aangeduid. Dit gebied is ruimer.
3. Voorwerp van de opdracht. ●
Het opmaken van een lokaal grondwatermodel in MODFLOW voor het stroomgebied van de Laarse Beek inclusief de inventarisatie van basisgegevens, de opmaak van een voorstel voor het meetnet, het plaatsen, topografisch inmeten en opvolgen gedurende 1,5 jaar van de peilputten en de rapportage. Een indicatie van het studiegebied wordt op een kaartje in bijlage gesitueerd. Mogelijk worden een aantal peilputten extra geplaatst, niet noodzakelijk voor de opmaak van het model, maar nodig voor toekomstige monitoring. Eventuele bestaande peilputten worden ook opgevolgd en moeten indien noodzakelijk topografisch ingemeten worden.
●
Het plaatsen, kalibreren en opvolgen van een debietsmeter en een peilmeter om een vergelijking te kunnen maken met het hydraulisch en hydrologisch model van 2001 en de rapportage hierover, inclusief het opmaken van een Q-h verband. Indien nodig moet het model van 2001 aangepast worden. Het verder aanpassen van het hydraulische model met behulp van Infoworks RS met berekening van de verschillende alternatieven bij de verschillende retourperioden van 2, 5, 25, 50 en 100 jaar en een DWA is voorzien als één van de scenario’s in de inventaris. Kleine aanpassingen aan reeds in het bestaande model uitgewerkte scenario’s worden niet als nieuw scenario aanzien en mogen bijgevolg niet in de aparte post van de inventaris ingeschreven worden. De kosten voor deze kleine aanpassingen dienen in de totaalprijs van het ontwerp inbegrepen te zijn.
●
Het opmaken van een inventaris, het uitwerken van alternatieven en het voorontwerp van de werken betreffende het vervangen van de huidige niet-passeerbare vistrap(pen) met nummers 3432-070 en 3432-060 (in de meetstaat zone 1) door een bespeelbare vistrap met inbegrip van alle noodzakelijke terreinopmetingen nodig voor de opmaak van het voorontwerp, ontwerp, aanbestedingsdocumenten, uitvoeringsplannen, vergunningsaanvragen en asbuiltplannen. Tevens dienen alle nuttige inlichtingen ingewonnen bij de betrokken besturen. Met alle gegevens kunnen dan een aantal alternatieven worden voorgesteld met kostenraming. Vooraleer op het terrein opmetingen of andere verrichtingen worden uitgevoerd, wordt eerst een startvergadering gehouden waaraan de dienstverlener actief deelneemt en verslag uitbrengt binnen de veertien dagen. Ook voor de vismigratieknelpunten met de nummers 3432-050 en 3432-040 (in de meetstaat zone 2) moet dezelfde opdracht gebeuren, dit wordt als een afzonderlijke zone beschouwd aangezien het hier gaat over een eenvoudige oplossing met stortstenen en/of vervangen van de constructies. Knelpunt 3432-050 wordt gevormd door een historische knijpconstructie in functie van de kasteelvijvers langs linkeroever. Op de muurtjes groeit een zeldzame varen. Op het situeringsplan worden deze te vervangen bestaande vistrappen en vismigratieknelpunten gelokaliseerd.
●
Het doorrekenen van alle scenario’s met het grondwatermodel en met het oppervlaktewatermodel voor zover dit relevant wordt geacht door de opdrachtgever.
Ontwerpen van een bespeelbare vistrap op de Laarse Beek te Brasschaat-Schoten en een grondwaterstudie. PWEO/10-01 4
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
Bovendien moeten de alternatieven ecologisch beoordeeld worden, rekening houdende met de instandhoudingsdoelstellingen (zowel voor soorten als voor de habitattypes) en op basis van de wijzigingen in oppervlaktewater- en grondwaterstanden. ●
Het opmaken van het definitief en volledig ontwerp van de hierboven vermelde werken voor alle vismigratieknelpunten.
●
Het opstellen van een nota met alle voor de uitvoering van de werken noodzakelijke toelatingen en vergunningen die moeten aangevraagd en bekomen worden.
●
Het uitvoeren van de noodzakelijke terreinopmetingen (ook van de alternatieven).
●
Het opstellen van de nodige plans en documenten en alle verrichtingen nodig voor het aanvragen van de bouwvergunning, onteigeningsdossier, machtigingsaanvraag, kennisgevingdossier en voor het samenstellen van het aanbestedingsdossier en het uitvoeringsdossier en voor het aanvragen van bodemattesten. De dienstverlener gaat na of een passende beoordeling en/of natuurtoets moeten opgesteld worden en/of de werken M.e.r.-plichtig zijn. Dit is een afzonderlijke post in de meetstaat indien relevant. Indien van toepassing volgens het Besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende de vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage, Artikel 2 § 2, het opstellen van een dossier “ontheffingsaanvraag van de M.e.r.-plicht” conform de richtlijnen van de Cel Mer (zie ook www.mervlaanderen.be). De opdrachtgever zal bij de cel Mer navragen of een ontheffing mogelijk is. Krachtens het Decreet op het Natuurbehoud moeten projecten en plannen in gebieden die - in uitvoering van de Europese Habitatrichtlijn en Vogelrichtlijn en de internationale Ramsar Conventie - als “speciale beschermingszone” zijn aangeduid worden beoordeeld op de gevolgen die zij kunnen hebben voor habitats of soorten waarvoor het betrokken gebied door de Vlaamse regering is aangewezen of aan de Europese Commissie voorgesteld. Ook moet worden gekeken naar de gevolgen die zij in dat gebied kunnen hebben voor de eventueel in dat gebied aanwezige soorten van bijlage III van het Decreet Natuurbehoud, ook al zijn die gebieden niet voor die soorten aangewezen of voorgesteld als speciale beschermingszone. Indien nodig zullen de passende beoordeling en/of natuurtoets opgesteld worden op basis van wetenschappelijke gegevens over en een gedetailleerde cartografische terreininventarisatie van de beoogde soorten en habitats. De passende beoordeling wordt opgesteld aan de hand van het “formulier voor het indienen van gegevens bij de Europese Commissie”. In de inventaris is één aparte post volgens forfaitaire prijs voorzien voor het opstellen van een dossier “ontheffingsaanvraag van de M.e.r.-plicht” en/of voor het maken van een passende beoordeling en/of natuurtoets.
●
Het uitvoeren van de nodige stabiliteitsstudies, grondmechanisch onderzoek, bekistingplannen.
●
Het uitvoeren van een milieuhygiënisch onderzoek en opstellen van een technisch verslag door een erkend bodemsaneringdeskundige evenals alle bijhorende noodzakelijke werkzaamheden overeenkomstig het bodemsaneringdecreet (VLAREBO) en de “Codes van de goede praktijk voor het werken met uitgegraven bodem” uitgegeven door OVAM op 23 januari 2004 en addenda en latere wijzigingen. De kosten aangerekend door de bodembeheerorganisatie voor nazicht van de technische verslagen dienen inbegrepen te zijn in de eenheidsprijzen. De realisatie van de vispassages wordt uitgewerkt met zo weinig mogelijk grondverzet.
●
Het aanbesteden zoals is beschreven.
Ontwerpen van een bespeelbare vistrap op de Laarse Beek te Brasschaat-Schoten en een grondwaterstudie. PWEO/10-01 5
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
●
Het uitoefenen van de leiding en controle van de werken zoals is beschreven en het afleveren van een eindverslag met fotoreportage (voor-tijdens-na de werken).
●
Het uitoefenen van de veiligheidscoördinatie ontwerp en verwezenlijking, volgens de voorschriften van het K.B. van 25.01.2001 en eventuele latere wijzigingen. -
De taken die het voorwerp uitmaken van de opdracht zullen uitgevoerd worden door de veiligheidscoördinator: deze kan zich laten bijstaan door adjuncten, hun naam zal worden meegedeeld bij aanvang van de opdracht. Deze adjunct(en) is (zijn) voor het vervullen van zijn (hun) opdracht onderworpen aan dezelfde bepalingen als de coördinator, op grond van de documenten die hem ter beschikking worden gesteld, in nauwe samenwerking met de bouwdirectie(s), de aannemers en andere werkgevers betrokken bij de uitvoering van het bouwwerk en hun respectievelijke preventieadviseur.
-
Met het oog op de bescherming van de werknemers en ter voorkoming van arbeidsongevallen en beroepsziekten is hij belast met: -
de coördinatie tussen alle interveniënten van de algemene preventieprincipes, bij de technische of organisatorische keuzes met betrekking tot de planning van de verschillende werken of werkfasen die tegelijkertijd of na elkaar worden uitgevoerd;
-
de organisatie van de wederzijdse informatieverstrekking tussen de interveniënten.
●
Toelichten van het project op al dan niet openbare vergaderingen. Hierin zitten ook info-vergaderingen ten behoeve van de bevolking of anderen indien noodzakelijk.
●
De afpaling van de te onteigenen en aanpalende gronden volgens het “Bestek der opmetingen” van de Dienst Werken en Infrastructuur en opmaken proces-verbaal van afpaling.
Alle hierboven beschreven diensten zijn inbegrepen in de inschrijvingsprijzen vermeld in de inventaris betreffende deze opdracht. In het algemeen zal de dienstverlener alle inlichtingen inwinnen die nuttig lijken en zal hij deelnemen aan de vergaderingen die het bestuur belegt en die verband houden met zijn opdracht. Van alle vergaderingen wordt verslag opgemaakt binnen de 14 kalenderdagen na de vergadering. Na goedkeuring van het verslag wordt dit door de dienstverlener aan alle betrokkenen gestuurd op zijn kosten. Indien de werken niet overal tegelijk worden uitgevoerd, kan het zijn dat er afzonderlijke vergunningen aangevraagd moeten worden en dat er afzonderlijke bestekken worden opgemaakt met hun eigen aanbestedingsprocedures. De dienstverlener kan hiervoor geen extra vergoeding vragen. Het is eveneens mogelijk dat een deel van de werken door een andere opdrachtgever worden betaald. Dit moet dan in de inventaris, in de raming en in de vorderingsstaten en facturen opgesplitst worden. De dienstverlener kan hiervoor geen extra vergoeding vragen.
Ontwerpen van een bespeelbare vistrap op de Laarse Beek te Brasschaat-Schoten en een grondwaterstudie. PWEO/10-01 6
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
4. Aanbestedende overheid De aanbestedende overheid is de Provincie Antwerpen, Koningin Elisabethlei 22 te 2018 Antwerpen, hierna het bestuur genoemd. De opdracht omvat een dienst volgens de categorie 12 van bijlage 2.A van de wet van 24 december 1993. 5. Beroepsplichtenleer van de dienstverlener – Relatie tot het bestuur – Verzekering De dienstverlener is persoonlijk aangesteld en verantwoordelijk voor de uitvoering van zijn opdracht. Het is hem verboden het geheel of delen van zijn opdracht aan derden toe te vertrouwen tenzij mits goedkeuring van het bestuur. Alle bepalingen van deze overeenkomst gelden ook voor de door de dienstverlener ingeschakelde derden, waarvoor hij niettemin de volledige verantwoordelijkheid blijft dragen ten opzichte van het bestuur. Zijn technische kennis en beroepsbekwaamheid moeten borg staan voor het welslagen van de aanvaarde opdracht. De dienstverlener is verantwoordelijk voor de schade die zijn verrichtingen op het terrein zouden kunnen veroorzaken aan privaat of openbaar domein. De dienstverlener blijft ten volle verantwoordelijk, binnen de perken van het burgerlijk wetboek, de wetgeving op de overheidsopdrachten en onderhavige overeenkomst, voor het door hem uitgevoerde ontwerp en voor de door hem genomen beslissingen gedurende de uitvoering der werken, ongeacht het nazien en goedkeuren van de resultaten door het bestuur, doch niet voor die onderdelen van het ontwerp of de beslissingen die door het bestuur naderhand zonder zijn akkoord zijn gewijzigd. De dienstverlener sluit een verzekering af tot dekking van zijn burgerlijke aansprakelijkheid op basis van de artikelen 1382 tot en met 1386 B.W., van zijn tienjarige aansprakelijkheid op basis van de artikelen 1792 en 2270 B.W., en van zijn andere beroepsaansprakelijkheid. In de polissen zal voldoende verzekerd kapitaal voorzien zijn dat in reële verhouding ligt tot de waarde van de opdracht en de werken. In de polissen is afstand van verhaal genomen t.o.v. het bestuur. Op eenvoudig verzoek van het bestuur dient een attest van deze verzekeringen afgeleverd. 6. Plichten en taken van het bestuur Het bestuur verstrekt uit eigen beweging en op eenvoudige vraag van de dienstverlener alle gepaste gegevens en inlichtingen waarover het beschikt en geeft de dienstverlener alle steun die hij redelijkerwijze mag verwachten bij de uitvoering van zijn opdracht. Het bestuur belast zich met de opening der inschrijvingen, met het gunnen der werken en het geven van het aanvangsbevel der werken, alsmede met elke beslissing tijdens de uitvoering der werken die toekomt aan het bestuur (i.h.b. aangaande wijzigingen en beslissingen met mogelijke financiële gevolgen).
Ontwerpen van een bespeelbare vistrap op de Laarse Beek te Brasschaat-Schoten en een grondwaterstudie. PWEO/10-01 7
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
7. Ereloon Het ereloon wordt opgesplitst in een aantal gedeelten namelijk : ●
Het ereloon voor de opmaak van het grondwatermodel met forfaitaire posten en met posten volgens prijslijst.
●
Het ereloon voor de controle en eventuele aanpassing van het hydraulisch en hydrologisch model met posten volgens prijslijst.
●
Het ereloon voor opmaak van de inventaris, het voorontwerp en bijhorende opdrachten met forfaitaire posten en dit per zone.
●
Het ereloon voor de opmaak van het ontwerp, opmetingen, aanbesteding, stabiliteit en bijhorende opdrachten met forfaitare posten en dit per zone.
●
Het ereloon voor de uitvoering, controle en bijhorende opdrachten met forfaitaire posten en dit per zone.
●
Het ereloon voor het opstellen van de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag en eventuele andere vergunningsaanvragen
●
Het ereloon voor het opstellen van een dossier “ontheffingsaanvraag van de M.e.r.plicht en/of voor het maken van een passende beoordeling (+natuurtoets).
●
Het ereloon voor het uitvoeren van grondmechanisch onderzoek en milieuhygiënisch onderzoek en opmaak technisch verslag en eventuele gevraagde aanpassingen die opgenomen zijn in de inventaris met forfaitaire posten en posten volgens prijslijst.
●
Het ereloon voor de veiligheidscoördinatie volgens percentage op het uiteindelijk uitvoeringsbedrag (excl. BTW) en dit opgesplitst voor het ontwerp en voor de uitvoering. De Wat betreft de veiligheidscoördinator zijn de voorschriften van het K.B. van 25.01.2001 en latere wijzigingen betreffende tijdelijke of mobiele werkplaatsen van toepassing.
●
Het ereloon voor de opmaak van het onteigeningsdossier volgens prijslijst. De kosten voor de opmetingen voor de onteigeningsplannen zijn inbegrepen in deze post.
●
Het ereloon voor eventuele bijkomende diensten die niet opgenomen zijn in de andere posten van de inventaris.
●
De kosten voor de opmetingen voor de opmaak van de ontwerpplannen zijn inbegrepen in het ereloon onder post 2 van deel III. De opmetingen voor de onteigeningsplannen zijn inbegrepen bij post 5 van deel V.
Al de hierboven beschreven diensten zijn niet onderhevig aan prijsherzieningen. 8. Uitvoeringstermijn Deel I, deel II en Deel III,tot en met de opmaak van het ontwerp, moeten afgerond zijn tegen juli 2012. Deze datum is gebaseerd op de einddatum van het Interreg IVB project SURF (Noordzeeregio) waarbinnen dit project waarschijnlijk gesubsidieerd wordt. Voor de noodzakelijke vergunningsprocedures en voor het aanbesteden geldt de einddatum juni 2013. Deel I en II moeten onmiddellijk opgestart worden na het aanvangsbevel. De Ontwerpen van een bespeelbare vistrap op de Laarse Beek te Brasschaat-Schoten en een grondwaterstudie. PWEO/10-01 8
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
termijnen worden niet verlengd met de wettelijke vakantieperiodes, de duur van de termijn voor conformverklaring van het technisch verslag, de aanvraag tot merontheffing en eventuele noodzakelijke aanvullingen. Indien blijkt dat er een PRUP nodig is, wordt deze termijn verlengd met de tijd nodig voor de opmaak en goedkeuring daarvan. Indien relevant, wordt de uitvoeringstermijn verlengd met de termijnen nodig voor de onteigeningen. Het bestuur zal de opdracht ten laatste op 15 september 2010 gunnen. Indien dit niet lukt zullen de einddata verlengd worden met het aantal dagen dat de gunning vertraging oploopt. Voor de voorlopige oplevering kan plaatsvinden, dienen de as-builtplannen afgeleverd te worden. 9. Boetes Naast de wettelijke boetes wordt elke niet naleving van de bepalingen van de overeenkomst na ingebrekestelling gesanctioneerd met een boete van 1.000 EUR. 10. Oplevering van de opdracht De definitieve oplevering van de studieopdracht vindt plaats bij de definitieve oplevering van de werken die het voorwerp uitmaken van deze opdracht, of ten laatste 3 jaar na de voorlopige oplevering van de werken die het voorwerp uitmaken van deze opdracht. Indien het bestuur definitief afziet van de uitvoering van de werken na het indienen van het ontwerp, wordt de opdracht definitief opgeleverd binnen de 2 maanden na de beslissing van niet uitvoering of ten laatste 2 jaar na het indienen van het ontwerp. 11. Laattijdige betalingen De dienstverlener is financieel verantwoordelijk voor de intresten die aan de aannemer zouden worden betaald voor laattijdige betalingen, die te wijten zijn aan het laattijdig doorsturen door de dienstverlener van de betalingsaanvragen of andere documenten waarvan de betaling afhangt.
Ontwerpen van een bespeelbare vistrap op de Laarse Beek te Brasschaat-Schoten en een grondwaterstudie. PWEO/10-01 9
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
Wet betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten van 24 december 1993 Artikel 17 § 2, 2° b) Het bestuur behoudt zich het recht om de opdracht te hernieuwen tot een periode van drie jaar na het gunnen van de oorspronkelijke opdracht. Het koninklijk besluit van 8 januari 1996 Artikel 69 – Uitsluitingsgronden De inschrijver dient te bewijzen dat hij niet het voorwerp uitmaakt van een procedure van faillietverklaring of van vereffening of van gerechtelijk akkoord of, voor buitenlandse inschrijvers, van een gelijkaardige procedure die voorkomt in de nationale wetgevingen en reglementeringen van het land waar zij gevestigd zijn. De inschrijver dient over een geldig RSZ-attest te beschikken (dit zal door het bestuur opgevraagd worden bij de RSZ dienst) of voor buitenlandse inschrijvers een getuigschrift waaruit blijkt dat zij voldaan hebben aan hun verplichtingen ten aanzien van de betaling van de bijdragen voor de sociale zekerheid overeenkomstig de wettelijke bepalingen van het land waar hij gevestigd zijn. Indien een dergelijk document niet uitgereikt wordt in het betrokken land: - een verklaring onder eed of een plechtige verklaring van de betrokkene voor een gerechtelijke of overheidsinstantie, een notaris of een bevoegde beroepsorganisatie van het land van oorsprong of herkomst. Artikel 71 – Technische bekwaamheid Voor de beoordeling van de technische minimumeisen van de opdracht worden de volgende inlichtingen en documenten bij de inschrijving verwacht: 2 controleerbare referenties van een eigen ontwerp van de inschrijver waarvan de werken op het terrein gerealiseerd werden in de laatste 10 jaren en 2 controleerbare referenties van een eigen ontwerp dat beëindigd werd in de laatste 5 jaren en zich in het stadium van definitief ontwerp bevindt en waaruit voor alle referenties blijkt dat de dienstverlener ervaring heeft met waterbeheersingswerken in en langs waterlopen. Deze 4 referenties mogen betrekking hebben op de bouw van een wachtbekken of overstromingsgebied, de natuurvriendelijke inrichting van oevers en de aanleg van een visdoorgang. De dienstverlener hoeft niet meer dan 4 referenties in te dienen. De referenties die in aanmerking komen betreffen projecten met een uitvoeringskostprijs van minstens 50.000 Euro (exclusief btw). EN 2 controleerbare referenties van dienstenopdrachten m.b.t. het modelleren van waterlopen (met InfoWorks-RS) uitgevoerd tijdens de laatste 5 jaar in opdracht van een openbaar bestuur (Staat, Gewest, provincie, gemeente, polder, enz..). EN 2 controleerbare referenties m.b.t. de opmaak van grondwatermodellen (met MODFLOW) in ecologisch waardevolle valleien uitgevoerd tijdens de laatste 5 jaar.
Ontwerpen van een bespeelbare vistrap op de Laarse Beek te Brasschaat-Schoten en een grondwaterstudie. PWEO/10-01 10
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
Onder controleerbare referenties wordt begrepen: naam en adres van de opdrachtgever, met naamvermelding en telefoon van de leidende ingenieur of ambtenaar, (eventueel email adres), een verklaring van de opdrachtgever waaruit blijkt dat de uitvoering voldeed aan de wensen van de opdrachtgever en voor het ontwerp een verklaring waaruit blijkt dat het definitief ontwerp zich in een definitief stadium bevindt. Bovendien wordt naast de omschrijving van het op het terrein gerealiseerde project eveneens het bedrag en de uitvoeringstermijn van het project vermeld, de naam en adres van de uitvoerder, de specifieke moeilijkheden… Voor de referenties met betrekking tot een definitief ontwerp wordt een documentje met schetsen verwacht waaruit de conceptuele waarden duidelijk naar voor komen evenals de problematiek die zich stelde. Voor de referenties met betrekking tot het modelleren en bodemchemie wordt verwacht dat kort omschreven wordt wat het aandeel van de dienstverlener was. Bij twijfel over de geschiktheid van de referenties, kan de leidend ambtenaar gecontacteerd worden. De studie- en beroepskwalificaties van het team die de opdracht gaat uitvoeren. Artikel 86 - Prijsbepaling Wat de prijsbepaling betreft, wordt deze opdracht aanzien als een gemengde opdracht, bestaande uit: deels forfaitaire posten en deels posten volgens prijslijst. Artikel 89 – Vorm en inhoud van de offerte De dienstverlener maakt zijn offerte op en vult de inventaris in op het bij het bestek behorende formulier. Indien hij deze op andere documenten maakt dan op het voorziene formulier, moet de dienstverlener op ieder van deze documenten verklaren dat het document conform het bij het bestek behorende model is. De documenten moeten door de dienstverlener of zijn gemachtigde worden ondertekend. Doorhalingen, overschrijvingen, aanvullingen of wijzigingen, zowel in de offerte als in de bijlagen, die de essentiële voorwaarden van de opdracht zoals prijzen, termijnen, technische specificaties kunnen beïnvloeden, moeten eveneens door de dienstverlener of zijn gemachtigde ondertekend worden. Artikel 90 – Bij te voegen bescheiden De dienstverlener is verplicht de in het bestek gevraagde bescheiden en alle andere inlichtingen bij zijn offerte te voegen. Dienen bij de offerte gevoegd te worden: ● het ingevulde en gedagtekende en ondertekende inschrijvingsbiljet en de bijhorende inventaris; ● bevestiging/opgave van onderaannemers of gespecialiseerde studiebureaus die bepaalde deelopdrachten op zich nemen en specificatie van deelopdrachten; ● de bewijzen van bevoegdheid van de ondertekenaar(s) van de offerte; ● de gevraagde gegevens in verband met de technische bekwaamheid (cf. supra artikel 71); ● een verantwoordingsnota waarin de op het offerteformulier en de inventaris ingevulde prijzen worden toegelicht, in het bijzonder aan de hand van de tijdsbesteding per deeltaak van de verschillende ingezette personeelscategorieën en hun tarieven. Deze prijsvorming zal waar nodig een basis vormen voor eventuele verrekeningen niet voorzien in het oorspronkelijk bestek en voor de beoordeling van de regelmatigheid en waarde van de offertes; ● een conceptnota van maximum 7 pagina’s over de door hem voorgestelde aanpak en opvatting van de volledige opdracht (zie gunningcriteria); Ontwerpen van een bespeelbare vistrap op de Laarse Beek te Brasschaat-Schoten en een grondwaterstudie. PWEO/10-01 11
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
●
De cv’s van de personen die de dienstverlener gaat inzetten bij een eventuele opdrachtverstrekking. Uit de cv’s moet blijken de mate waarin de in te zetten personen voldoen aan de functieprofielen.Dienen bij de offerte gevoegd te worden: - de vermelding van de naam van de veiligheidscoördinator en de erkende bodemsaneringdeskundige en de nodige attesten waaruit hun bekwaamheid blijkt; De opdrachtgever vraaagt zelf een RSZ-attest op dat betrekking heeft op de periode tot en met het voorlaatste afgelopen kalenderkwartaal ten opzichte van de dag van de opening van de offertes of een attest of verklaring (cf. supra artikel 69); De bijzondere aandacht van de dienstverlener wordt gevestigd op de artikelen 93, 94 en 95 omtrent vereniging, volmacht en vervanging. Artikel 104 – Indienen van de offerte De offerte moet worden geschoven in een definitief gesloten omslag waarop is vermeld: “ALGEMENE OFFERTEAANVRAAG” “Datum van opening der offertes: x om 11.00 uur” “Bestek nr. PWEO/10-01 voor het ontwerpen van een bespeelbare vistrap op de Laarse Beek nr. 3.07 te Brasschaat-Schoten en voor een grondwaterstudie.” en “MAG ENKEL GEOPEND WORDEN DOOR DE VOORZITTER” in letters minimum 20 punten groot. Bij inzending over de post, als gewoon of aangetekend stuk, moet die gesloten omslag geschoven worden in een tweede gesloten omslag met de vermelding “ALGEMENE OFFERTEAANVRAAG” “Datum van opening der offertes: x om 11.00 uur” “Bestek nr. PWEO/10-01 voor het ontwerpen van een bespeelbare vistrap op de Laarse Beek nr. 3.07 te Brasschaat-Schoten en voor een grondwaterstudie.” De offerte moet geadresseerd worden aan Provincie Antwerpen, Departement Leefmilieu, dienst Waterbeleid, Koningin Elisabethlei 22, 2018 Antwerpen, België. Algemeen Alle essentiële bescheiden en nota's die bij de offerte worden gevoegd, moeten door de dienstverlener gedagtekend en ondertekend worden onder de vermelding "Opgemaakt door ondergetekende om gevoegd te worden bij zijn offerte van heden". De dienstverleners worden eveneens verzocht om de bijgevoegde documenten op een duidelijke manier van elkaar te scheiden (gekleurde kartonnen tussenbladen met uitstekend randje) teneinde een vlotte consultatie van het dossier toe te laten. Globaal kan men stellen dat voor de bij te voegen documenten veeleer de kwaliteit dan de kwantiteit van belang is. Het is derhalve niet de bedoeling dat elementen die in dit bestek beschreven zijn, in de conceptnota's letterlijk en in extenso worden herhaald. Artikel 115 - Gunningscriteria De gunningscriteria zijn, in volgorde van afnemend belang: 1. De opvatting van de dienstverlener inzake de aanpak en invulling van de opdracht en inzake de interne kwaliteitsbewaking (70%).
Ontwerpen van een bespeelbare vistrap op de Laarse Beek te Brasschaat-Schoten en een grondwaterstudie. PWEO/10-01 12
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
Er wordt belang gehecht aan de wijze waarop en de timing waarmee de dienstverlener tot een ecologisch verantwoord ontwerp komt rekening houdend met de principes van integraal waterbeheer en de wijze waarop hij alle onderdelen van de opdracht wil vervullen. De dienstverlener dient per deel te vermelden met welke inzet van middelen (gekwalificeerd personeel) hij de opdracht binnen de uitvoeringstermijn zal realiseren. 2. Het bedrag van de offerte en de evenwichtigheid van de inschrijvingsprijzen (30%). Artikel 116 – Gestanddoeningstermijn De dienstverleners blijven gebonden door hun offerte gedurende een termijn van 180 kalenderdagen. Het koninklijk besluit van 26 september 1996 Artikel 2 – Contractuele documenten Op deze opdracht zijn toepasselijk: de documenten vermeld onder “Administratieve en technische contractuele bepalingen” alsmede: ● het onderhavig bestek, ● het bijhorende model van offerteformulier en de inventaris. Artikel 3 – Afwijkingen op de algemene aannemingsvoorwaarden Onderhavig bestek wijkt af van de bepalingen van: ● artikel 13; ● artikel 14; ● artikel 15; ● artikel 69; ● artikel 71. Bijlage bij het koninklijk besluit van 26 september 1996: algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en voor de concessies van openbare werken Artikel 1 – Leidend ambtenaar De leiding en het toezicht op de uitvoering van de dienstenopdracht gebeurt door een ambtenaar van de dienst Waterbeleid, Provincie Antwerpen, waarvan de identiteit zal meegedeeld worden bij de gunning van de opdracht. Het mandaat van de leidend ambtenaar bestaat enkel uit: 1. de technische en administratieve opvolging van de studieopdracht; 2. de keuring van de deelrapporten, opmetingen, studies, verslagen; 3. het nazicht van de vorderingsstaten; 4. het opstellen van de processen-verbaal; 5. de voorlopige en definitieve oplevering van de dienstenopdracht. De dienstverlener brengt driewekelijks verslag uit bij de leidend ambtenaar over de vordering van zijn werkzaamheden en voegt zich naar de richtlijnen die deze laatste hem tijdens de uitvoering van zijn opdracht mocht verstrekken. Ontwerpen van een bespeelbare vistrap op de Laarse Beek te Brasschaat-Schoten en een grondwaterstudie. PWEO/10-01 13
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
Artikel 4 §1 – Plannen, documenten en voorwerpen opgemaakt door de aanbestedende overheid De dienstverlener kan de bestekken komen inkijken bij het departement Leefmilieu, dienst Waterbeleid, provinciehuis – torengebouw – 4e verdieping, Koningin Elisabethlei 22 te 2018 Antwerpen, alle werkdagen van 9.00 uur tot 12.00 uur en van 14.00 uur tot 17.00 uur. Artikel 5 – Borgstelling en bewijs van borgstelling De borgtocht bedraagt 5% van de oorspronkelijke aannemingssom. Het aldus bekomen bedrag wordt afgerond naar het hoger tiental in EUR. Het bewijs van borgstelling dient bezorgd te worden aan de dienst Waterbeleid. De borg wordt in twee helften vrijgegeven: de ene helft na voorlopige oplevering en de andere helft na definitieve oplevering der werken. Artikel 13 – Prijsherziening Op deze dienstenopdracht zijn geen prijsherzieningen of periodieke aanpassingen van barema’s van toepassing. Artikel 14 – Octrooien, licenties, enz Alle kosten betreffende octrooi- of licentierechten zijn een last van de dienstverlener. Artikel 15 – Betalingen De betaling gebeurt, na goedkeuring door de leidend ambtenaar van de ingediende documenten en rapporten bij afkortingen en tegen voorlegging van ondertekende en gedagtekende schuldvorderingen die steunen op de erbij gevoegde vorderingsstaat in viervoud. Deze schuldvorderingen kunnen worden ingediend op basis van de uitgevoerde posten: De vorderingsstaat dient verplicht gebaseerd te zijn op de inventaris met vermelding van de postnummers, omschrijving diensten, eenheid, hoeveelheden (voorziene, vorige, huidige, totale), de eenheidsprijs, de bedragen (voorziene, vorige, huidige en totale). De dienstverlener zal een model van vorderingsstaat (digitale versie) ter goedkeuring overmaken aan de leidend ambtenaar. De posten worden uitbetaald naargelang deze uitgevoerd zijn. Voor post 2 van deel III, is dit na goedkeuring van het aanbestedingsverslag. Voor post 3 van deel III, geldt de uitbetaling van 90% na de voorlopige oplevering van de werken en de uitbetaling van de resterende 10% gebeurt na de definitieve oplevering van de werken. De werken worden uitgevoerd voor rekening van de Provincie Antwerpen. Indien tijdens de opdracht een bijkomende opdrachtgever wenst aan te sluiten voor een kleiner aandeel van de diensten, worden de vorderingsstaten, schuldvorderingen en facturen afzonderlijk opgemaakt voor deze opdrachtgever zonder een meerkost. De betalingsaanvragen en vorderingsstaten worden ingediend bij het bestuur.
Ontwerpen van een bespeelbare vistrap op de Laarse Beek te Brasschaat-Schoten en een grondwaterstudie. PWEO/10-01 14
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
Het bestuur beschikt over 30 kalenderdagen om de vorderingsstaten na te zien en/of eventueel te verbeteren. Bij de eindafrekening wordt deze termijn op 45 kalenderdagen gebracht. Op basis van deze al dan niet verbeterde betalingsaanvragen en vorderingsstaten nodigt het bestuur de dienstverlener uit om zijn factuur in te dienen. Artikel 69 – Uitvoeringsmodaliteiten Artikel 69 §3 Ten minste elke maand of vaker indien noodzakelijk geacht door één van de partijen, wordt overleg gepleegd in de kantoren van het bestuur, zodat de opdracht kan bijgestuurd worden. De kosten zijn inbegrepen in de inschrijvingsprijzen. Om de drie weken wordt de vooruitgang van de studie en ontwerp per e-mail en/of telefonisch medegedeeld aan de leidend ambtenaar. Elke niet-naleving van deze bepaling wordt beboet met een boete van 500 EUR. Voor de uitvoeringstermijn geldt artikel 69 §3, laatste alinea van de bijlage bij het koninklijk besluit van 26 september 1996 betreffende de algemene aannemingsvoorwaarden niet: de uitvoerinstermijn is van datum tot datum en wordt niet verlengd met de sluitingsdagen voor de jaarlijkse vakanties in de onderneming. Na het aanvangsbevel wordt binnen de maand een vergadering belegd met de belanghebbenden (gemeenten, hogere overheid, Agentschap voor Natuur en Bos, VMM, natuurverenigingen enzovoort) door het bestuur waaraan de dienstverlener actief deelneemt en verslag opmaakt binnen de 14 kalenderdagen na deze vergadering. Binnen 1 kalendermaand na het indienen van het ontwerp wordt een vergadering belegd met de belanghebbenden door het bestuur waaraan de dienstverlener actief deelneemt en verslag opmaakt binnen de 14 kalenderdagen na deze vergadering. Belangrijke opmerking: De dienstverlener houdt bij zijn prijsbepaling eveneens rekening met het feit dat de kostprijs van deze vergaderingen en verslaggeving, een last is van de aanneming, ongeacht het aantal leden van de dienstverlener die hierbij aanwezig zijn. Indien meer dan 10 vergaderingen met andere betrokkenen dan het bestuur nodig zijn, worden deze verrekend volgens een post met vermoedelijke hoeveelheden, ongeacht het aantal leden van de dienstverlener en met inbegrip van de verslaggeving. Artikel 69 §4 Voor het begin van deze opdracht wordt een apart aanvangsbevel gegeven. De uitvoeringstermijn begint te lopen op de dag vermeld in het aanvangsbevel. Artikel 71 – Keuring Het bestuur beschikt over 30 kalenderdagen om over te gaan tot controles en haar beslissing mee te delen op basis van de voorgelegde stukken (voorontwerp, ontwerp, eindrapporten, opmetingsplannen,…). De dienstverlener is gehouden die documenten overeenkomstig de onderrichtingen die de leidend ambtenaar of het bestuur hem eventueel verstrekt, te wijzigen of met Ontwerpen van een bespeelbare vistrap op de Laarse Beek te Brasschaat-Schoten en een grondwaterstudie. PWEO/10-01 15
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
bijkomende documenten aan te vullen. Hij moet de aldus gewijzigde of de aanvullende documenten aan de leidend ambtenaar afleveren binnen de redelijke termijn die het bestuur samen met de dienstverlener hiervoor bepaald heeft. Te leveren documenten De levering in tien exemplaren van alle documenten (naast deze noodzakelijk voor het aanbestedingsdossier, bouwvergunning, onteigening, machtigingsaanvraag, verslagen, rapporten, plannen enz.) betreffende deze studieopdracht, eveneens op cd-rom in 10 exemplaren. De kosten voor de documenten en plannen noodzakelijk voor het aanbestedingsdossier zijn eveneens vervat in het ereloon van deze opdracht. Databanken worden opgemaakt in MS Access. Alle softwareformaten dienen voorafgaandelijk voorgelegd te worden aan de leidend ambtenaar. Bijkomende exemplaren kunnen worden geleverd aan volgende voorwaarden: Planafdruk zwart/wit op papier Planplot kleur op papier Cd-rom Kopieën A4 zwart/wit Kopieën A4 kleur Kopieën A3 kleur
5 50 3 0,25 2 4
EUR/m² EUR/m² EUR/stuk EUR/blz EUR/blz EUR/blz
Ontwerpen van een bespeelbare vistrap op de Laarse Beek te Brasschaat-Schoten en een grondwaterstudie. PWEO/10-01 16
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
Diverse bepalingen ●
De dienstverlener verklaart kennis te hebben genomen van de bepalingen van het artikel 10 van de wet van 24 december 1993 op de overheidsopdrachten en van het artikel 78 §1 van het koninklijk besluit van 8 januari 1996. Hij bevestigt zelf niet deel te zullen nemen aan de procedure tot gunning van de aanneming van de werken, voorwerp van onderhavig studiecontract (toepassing van het voormeld artikel 78 §1). Hij geeft tevens de verzekering dat de voorschriften van het voormeld artikel 10 strikt zullen nageleefd worden. Indien het bestuur een inbreuk vaststelt tegen de voorschriften van onderhavig artikel dan brengt dit onmiddellijk de nietigheid van het onderhavig studiecontract met zich mede met als gevolg dat geen enkel ereloon, zelfs niet voor geleverde prestaties, zal verschuldigd zijn en dat de dienstverlener het reeds betaalde ereloon zal moeten terugstorten. Niettemin zal het bestuur vrij kunnen beschikken, zonder enige vergoeding, over de reeds gedane studie.
●
Indien de dienstverlener om één of andere reden mocht gedwongen worden zijn activiteit met betrekking tot onderhavige opdracht geheel of in grote mate stil te leggen voor een periode van meer dan één maand, dan is hij ertoe gehouden, onder goedkeuring van het bestuur, een plaatsvervanger aan te stellen. Het bestuur blijft geheel buiten de financiële verrekeningen die ingevolge deze vervanging tussen de dienstverlener en de plaatsvervanger zullen gebeuren.
●
Omstandigheden die onafhankelijk zijn van de wil van de dienstverlener en die de regelmatige gang van de opdracht hinderen, kunnen aanleiding geven tot een verlenging van de gestelde uitvoeringstermijnen. Door de dienstverlener dient dit onmiddellijk schriftelijk gemeld aan de leidend ambtenaar. Indien dit niet gemeld wordt zal hiermee geen rekening gehouden worden bij het berekenen van de werkelijke uitvoeringstermijn. Zo er vertraging is ten gevolge van andere omstandigheden of indien de dienstverlener in gebreke blijft welke beschikking ook van deze overeenkomst na te leven, kan het bestuur bij aangetekend schrijven de dienstverlener in gebreke stellen zijn verplichtingen na te leven binnen de termijn in dat schrijven vermeld. Blijft de dienstverlener dan nog in gebreke, dan is het bestuur gerechtigd de overeenkomst te verbreken door eenvoudige verzending van een tweede per post aangetekende brief, zonder dat enig honorarium verschuldigd is en met behoud van het recht de dienstverlener in betaling schadevergoeding aan te spreken.
●
Het bestuur behoudt zicht het recht voor op ieder ogenblik een einde te stellen aan de opdracht. De dienstverlener zal in dit geval het verschuldigde ereloon ontvangen voor de reeds uitgevoerde delen van de opdracht. Bovendien zal het bestuur een winstdervingvergoeding verschuldigd zijn als volgt te berekenen: - beëindiging van de opdracht na het indienen van het voorontwerp: 10% van het te derven honorarium berekend op basis van de voorgelegde en door het bestuur aanvaarde kostenraming. Het betreft hier niet het honorarium op de bijkomende diensten, die voorzien zijn als aparte posten in de inventaris, voor zover ze niet uitgevoerd zijn.
Ontwerpen van een bespeelbare vistrap op de Laarse Beek te Brasschaat-Schoten en een grondwaterstudie. PWEO/10-01 17
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
- beëindiging van de opdracht na het indienen van het ontwerp: 10% van het te derven honorarium berekend op basis van de voorgelegde en door het bestuur aanvaarde kostenraming. Het betreft hier niet het honorarium op de bijkomende diensten, die voorzien zijn als aparte posten in de inventaris, voor zover ze niet uitgevoerd zijn. Bij beëindiging van de opdracht volgens bovenvermelde modaliteiten verwerft het bestuur het recht om het project al dan niet uit te voeren of af te werken op elke wijze die hem goeddunkt. ●
Door het aanvaarden van de opdracht erkent de dienstverlener dat hij zich voorafgaandelijk uitvoerig heeft geïnformeerd en dat deze hem volledig duidelijk is. De verzekering tegen risico's, eigen aan de opdracht, is begrepen in de inschrijvingsprijzen.
●
De dienstverlener draagt de volledige verantwoordelijkheid van de fouten of tekortkomingen in het ontwerp. Die verantwoordelijkheid wordt niet verminderd door het feit dat deze studies deels of geheel door derden worden uitgevoerd. De dienstverlener zal, bij het vaststellen van zulke fouten, onmiddellijk en kosteloos al het nodige doen om de gevraagde verbeteringen aan te brengen, zonder hierbij enige vertraging te veroorzaken. Indien tijdens de uitvoering van de werken en niettegenstaande de goedkeuring van alle documenten blijkt dat aanvullende plans of documenten nodig zijn om een perfecte uitvoering van de werken mogelijk te maken, verbindt de dienstverlener zich ertoe deze zo vlug mogelijk kosteloos te verstrekken.
●
De dienstverlener doet al het nodige om alle eventuele toelatingen nodig voor het uitvoeren van zijn opdracht te bekomen.
●
Het bestuur kwijt zich regelmatig ten opzichte van de dienstverlener van zijn verplichtingen door storting van de door hem verschuldigde sommen op rekening nr………………. van …………………………
●
De documenten en de resultaten van de studie worden na aflevering het uitsluitende eigendom van het bestuur. Niets van deze studie mag worden gebruikt zonder toestemming van het bestuur.
●
De dienstverlener zal alle gegevens van deze studie, op eenvoudig verzoek van het bestuur, ter beschikking stellen voor verwerving van deze gegevens in ander overkoepelende of aansluitende studies op basis van de prijzen vermeld onder “Te leveren documenten” hierboven, na afloop van de studieopdracht.
Aanpassingen. De uitvoering van de overeenkomst gebeurt onder de leiding van de hiertoe aangeduide ambtenaar van de dienst Waterbeleid. De dienstverlener brengt regelmatig bij die ambtenaar verslag uit over de vordering van zijn werkzaamheden en voegt zich naar de richtlijnen, die deze laatste hem tijdens de uitvoering van zijn opdracht mocht verstrekken. Bij betwisting over deze richtlijnen beslist het bestuur. De dienstverlener past, zonder bijkomende vergoeding, zo nodig de studie aan om te voldoen aan de bemerkingen van het bestuur voor zover deze kaderen binnen de opgelegde studie. Ontwerpen van een bespeelbare vistrap op de Laarse Beek te Brasschaat-Schoten en een grondwaterstudie. PWEO/10-01 18
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
TECHNISCHE BEPALINGEN DEEL I: OPMAAK GRONDWATERMODEL In dit deel moeten de natuurlijke (historische) hydrologische situatie en de huidige hydrologische situatie in kaart gebracht worden en besproken worden. Met het opgestelde model kunnen de historische, de actuele grondwatersituatie en een aantal scenario’s vergeleken worden. De begrenzing van het mathematische grondwatermodel is te bepalen door de dienstverlener. Op kaart in bijlage wordt een ruwe begrenzing aangeduid. Het grondwatermodel wordt opgesteld in functie van een betrouwbare modellering van de freatische grondwatertafel. Het aspect diepe – regionale kwel wordt meegenomen in de studie. Het grondwatermodel wordt verplicht opgebouwd in MODFLOW (Modular Groundwater Flow Model, McDonald & Harbaugh, 1988). De software is een driedimensionaal stromingsmodel gebaseerd op de eindige verschillen techniek. GMS (Groundwater Modelling System) dient verplicht gebruikt te worden als pre- en postprocessor. De opmaak van het grondwatermodel gebeurt conform de huidige richtlijnen en werkwijze van de Vlaamse Milieumaatschappij die ook deel zal uitmaken van de stuurgroep. Outputkaarten moeten gemaakt worden aan de hand van shapefiles die ingelezen kunnen worden via de GIS-module. De resolutie van de cellen is variabel. De celgrootte is voor te stellen door de opdrachtnemer in samenspraak met de opdrachtgever. Randvoorwaarden voor het grondwatermodel kunnen afgeleid worden uit de resultaten van het regionaal grondwatermodel van het Centraal Kempisch Systeem,opgesteld in opdracht van de VMM – afdeling operationeel waterbeheer. Stap 1: Inventarisatie basisgegevens en opmaak peilputtenplan ● ●
Ruwe afbakening modelgebied en opmaak peilputtenplan: inventarisatie bestaande, bruikbare peilputten Tucrail, VMM, PIDPA, ANB, … en opmaak plan te plaatsen peilputten Het inventariseren en analyseren van de gegevens die nodig zijn bij de opbouw van het grondwatermodel: - geologische en hydrogeologische opbouw - bepalen historische grondwatersituatie: voornamelijk af te leiden uit de bodemkaart van de jaren zestig van vorige eeuw, aangevuld met andere gegevens. Er wordt een vlakdekkende kaart met historische freatische grondwatertafels aangemaakt. - hydraulische parameters - grondwaterwinningen - hydrografie: waterlopen vormen belangrijke hydraulische grenzen. Ze worden in het model opgenomen als RIVER-units. Voor elke waterloop en gracht wordt een inschatting gemaakt van het langdurig gemiddelde waterpeil, de bodemdiepte, de breedte en de hydraulische geleidbaarheid van de sedimentbodem. Deze gegevens moeten bepaald of ingeschat worden in een nauwkeurigheid die relevant is voor een lokaal grondwatermodel. - drainage: De drainerende werking van de waterlopen en kwelgebieden wordt gesimuleerd door DRAINS. De gevolgde werkwijze en de aannames en de resultaten moeten beschreven worden in het rapport. - grondwatervoeding: De grondwatervoeding werd voor het volledige Vlaams Grondwatermodel in een GIS-omgeving berekend met de WetSpass-code (Batelaan en De Smedt 2001). De grondwatervoeding wordt beschikbaar gesteld
Ontwerpen van een bespeelbare vistrap op de Laarse Beek te Brasschaat-Schoten en een grondwaterstudie. PWEO/10-01 19
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
voor een gridgrootte van 50 m x 50 m en dient door de dienstverlener herschaald te worden naar de modelgridgrootte. Stap 2: plaatsen peilputten, inmeten en opvolgen De peilputten worden geplaatst conform de richtlijnen in het MINA-rapport 112/00/02 “Coördinatie uitbouw grondwatermeetnet in Vlaamse natuurreservaten i.f.v. opmaak signaalkaart verdroging – bijlage brochure hydrologische monitoring in natuurgebieden” Van Daele 2003). De peilputten worden ten minste een jaarrond elke 2 weken opgemeten. Het bepalen van de x,y,z-coördinaten gebeurt conform de richtlijnen “bepalingen betreffende de opmetingen” op pagina 30 van dit bestek. Stap 3: opbouw conceptueel model ● stijghoogteanalyse- en kaarten: De stijghoogtekaarten worden gemaakt met behulp van de gemiddelde grondwaterstand van het jaar waarin de gegevens werden verzameld (2010-2011). Vermits het freatische lagen betreft moeten deze gegevens waar relevant aangevuld worden met bijvoorbeeld waterpeilen van beken, rivieren, kanalen en/of andere aannames. De puntwaarnemingen zullen eerst in kaart gebracht worden, met voor iedere soort waarneming (meetnet) een ander symbool en een label met de gemiddelde waarde. Sterk afwijkende waarden worden nader bekeken en indien nodig verwijderd. In het rapport moet vermeld worden waarom welke peilputten niet gebruikt zijn. Indien er genoeg gegevens zijn worden met behulp van deze gegevens stijghoogtelijnen getekend. Een selectie van de peilmetingen wordt ook gebruikt bij de calibratie van het model. Alle verworven inzichten worden gebundeld om tot de opstelling van het conceptueel model te komen. Hierin worden de eventuele wijzigingen in de modelgrenzen beschreven, de verwachte grensvoorwaarden vastgelegd en wordt gespecificeerd welke geologische lagen opgenomen zullen worden als rekenlagen in het model. Er wordt bepaald welke methode gebruikt zal worden om deze geologische lagen in GMS om te zetten naar rekenlagen (HUF, LPF, …) en er wordt een voorstel van de modelgridgrootte gedaan. Stap 4: opbouw van het grondwaterstromingsmodel, gevoeligheidsanalyse en calibratie De opbouw van het model moet uitgebreid beschreven worden. Bij de modelopbouw moet aan volgende voorwaarden voldaan worden: ● Er dient een steady-state grondwatermodel opgebouwd te worden dat de situatie van het referentiejaar nabootst. ● Het model dient opgebouwd te worden in MODFLOW. De meest recente versie van GMS dient gebruikt te worden als pre- en postprocessor. ● De modelopbouw moet gebeuren aan de hand van shapefiles die ingelezen kunnen worden via de GIS-module. ● Op de voorlopige modelresultaten wordt een gevoeligheidsanalyse uitgevoerd. Het doel hiervan is het kwantificeren van onzekerheden in het model door onzekerheden in de aquiferparameters. De calibratie wordt uitgevoerd zowel t.o.v. peilgegevens als voor de waterbalans. Stap 5: beschrijving modelresultaten referentietoestand en modelleren en beschrijven van de scenario’s Ontwerpen van een bespeelbare vistrap op de Laarse Beek te Brasschaat-Schoten en een grondwaterstudie. PWEO/10-01 20
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
Modelresultaten referentietoestand (huidige toestand) ● Het grondwaterstromingspatroon moet uitgebreid beschreven worden (stijghoogtekaarten, verschilkaarten). ● Er dient een waterbalans opgesteld te worden. ● Er dient een kaart aangemaakt te worden met de kwelintensiteiten en de infiltratiezones. Het gevonden kwel- en infiltratiepatroon moet besproken worden. Daarnaast moeten stroomlijnberekeningen gedaan worden met MODPath en voorgesteld worden in representatieve coupes (volgens de belangrijkste stroomrichting) en in kaart om het ruimtelijk inzicht in de grondwaterstroming te vergroten. De scenario’s worden opgebouwd. De wijzigingen in het grondwaterstromingspatroon en de piëzometrie worden besproken aan de hand van stijghoogtekaarten en verschilkaarten. Er dienen ook waterbalansen opgesteld te worden. De verschillen moeten telkens besproken worden. In het eindrapport worden ook de ecohydrologische effecten van de huidige toestand en van de scenario’s besproken. DEEL II: AANPASSING OPPERVLAKTEWATERMODEL Meetcampagne De continue debiets- en peilmeting dient te gebeuren gedurende een periode waarin zowel hoge als lage debieten voorkomen. Indien noodzakelijk mag deze campagne opgesplitst worden over 2 perioden (zomer en winter). Deze meetcampagne heeft vooral tot doel om het model dat in 2001 werd opgesteld te controleren en aan te passen en om een Q-h verband op te maken. De locatie voor deze metingen moet, in overleg met de opdrachtgever, gezocht worden in het stroomafwaartse gedeelte van het Peerdsbos, niet te ver stroomopwaarts van het bebouwde gebied. De dienstverlener is vrij deze toestellen te huren of eigen apparaten te gebruiken. Bij het evalueren van de vorderingsstaat voor de posten 1.1 en 1.2 worden o.a. volgende criteria gehanteerd: de onderbrekingen zijn kleiner dan 4 kalenderdagen; de onderbrekingen zijn niet systematisch van aard; bij wassen variëren zowel de peil- als de snelheidsmeting synchroon, en dit zonder al te grote ruis; een bruikbaar Qh (Hv)-verband kan opgesteld worden op basis van enkele van de geregistreerde wassen. De dienstverlener wordt erop gewezen dat de opdrachtgever zich het recht voorhoudt om enkel meetweken te betalen waarvan de metingen als correct (lees aannemelijk) kunnen worden beschouwd. De eventueel benodigde neerslaggegevens zullen door de dienstverlener moeten opgevraagd worden bij het KMI en/of bij de stad Anwerpen. Beide instanties beschikken over neerslagmeters in de omgeving van het studiegebied. Er wordt gewezen op het uitzonderlijk belang van een correcte inplanting van de toestellen. Hoewel enkel voldoende terreinwerk en de nodige ervaring tot een goede meetcampagne leiden worden hierna een aantal vuistregels gegeven die de opdrachtgever acht toegepast te worden: kies een stabiele sectie, met een vrij lange uniforme aanstroomsectie; vermijd secties met veel plantengroei, zwerfvuil, e.a.;
Ontwerpen van een bespeelbare vistrap op de Laarse Beek te Brasschaat-Schoten en een grondwaterstudie. PWEO/10-01 21
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
laat de dopplersnelheidsmeter enkel de zone bemeten waar zich de gemiddelde stroomsnelheid voordoet, welke (best) gemeten wordt middels een snelheidsprofiel; plaats peil- en dopplersnelheidsmeters niet waar zich een dikke slibbodem bevindt, de kans dat de toestellen onder het sediment komen te zitten is te groot; plaats dopplersnelheidsmeters ook niet waar 'klaar' water stroomt, het dopplerprincipe werkt dan niet meer; plaats dopplersnelheidsmeters niet op secties met zeer lage stroomsnelheden (< 0.25 m/s); plaats dopplersnelheidsmeters niet daar waar zich opstuwing voor doet; zorg voor een stevige verankering van de meters, liefst op een statief enkel centimeters boven de slibbodem en vastgepind in de vaste bodem; De opvolging van de meetcampagne bestaat uit: twee maal per week het uitlezen van de data en het verifiëren van de correcte werking van de apparatuur; het e.v. verplaatsen van de meettoestellen; het uitvoeren van 6 controlemetingen per meetpunt, waarvan minstens drie bij een debiet hoger dan driemaal de basisafvoer; de aanwezigheid op het terrein bij omvangrijke neerslag.
Een controle-meting heeft tot doel de representativiteit na te gaan van de stroomsnelheid zoals gemeten in het bereik van de dopplersnelheidsmeter. Een correcte stroomsnelheid over een dwarsprofiel kan enkel bekomen worden mits op voldoende punten in zowel de dwarsrichting als diepte de puntsnelheid wordt bemeten. Via een (aan)gepaste interpolatietechniek wordt op basis hiervan de gemiddelde stroomsnelheid berekend. De toegepaste interpolatietechniek wordt duidelijk omschreven door de dienstverlener. De meetgegevens van de controlemeting worden eveneens overgemaakt aan de opdrachtgever. Bij de controlemetingen worden volgende vuistregels in acht genomen: De snelheidsvectoren in alle meetpunten staan parallel t.o.v. elkaar en loodrecht op de meetraai. Indien de meetraai niet loodrecht op de stroming staat, dient de hoek opgemeten te worden. De aanwezigheid van draaikolken, terugstroming of stilstaand water moet in eerste plaats vermeden worden, indien dit niet mogelijk is dienen ze vermeld te worden. Als richtlijn voor het aantal verticalen waarop puntsnelheidsmetingen worden uitgevoerd geldt: Breedte natte sectie 0 – 0.5 m: 3 - 4 verticalen Breedte natte sectie 0 – 1 m : 4 – 5 verticalen Breedte natte sectie 1- 3 m : 5 – 8 verticalen Breedte natte sectie 3 – 5 m : 8 – 10 verticalen Breedte natte sectie 5 – 10 m : 0 – 20 verticalen Als richtlijn voor de ligging en aantal meetpunten per verticaal geldt bij waterdieptes: tot 0.16 m: 1 punt (6/10) van 0.16 tot 0.24 m: 2 punten (2/10 en 8/10) van 0.24 tot 0.3 m: 3 punten (2/10, 6/10 en 8/10) van 0.3 tot 0.8 m:5 punten (opp., 2/10, 6/10, 8/10 en bodem) boven 0.8 m: 6 punten (opp., 2/10, 4/10, 6/10, 8/10 en bodem) Teneinde het goede verloop van een meetcampagne te controleren blijft een zeer snelle tussentijdse rapportering noodzakelijk. Zowel de geregistreerde waterpeilen en stroomsnelheden als een eerste schatting van de afvoerdebieten dienen digitaal (ASCIIbestand) en in grafiek aan de opdrachtgever bezorgd te worden per e-mail, en dit Ontwerpen van een bespeelbare vistrap op de Laarse Beek te Brasschaat-Schoten en een grondwaterstudie. PWEO/10-01 22
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
minstens tweewekelijks. De grafieken bevatten telkens alle ruwe meetdata, de (verwerkte) uitgevoerde debietsmeting(en), de manueel uitgevoerde snelheids- en peilmetingen ter controle van het meettoestel en dit telkens startende vanaf de eerste meetdag en per meetlocatie. Bij de opstart van de meetcampagne is intense onderlinge communicatie van belang teneinde te vermijden dat "slechte" meetweken niet gefactureerd worden. Na beoordeling van de meetresultaten worden dan ook volgende appreciaties uitgesproken: de meetplaats blijft behouden doch verder tussentijds rapporteren is nodig; de meetplaats blijft behouden en verdere verplichte tussentijdse rapportage is niet meer nodig; een nieuwe meetplaats dient gezocht met een nieuwe tussentijdse rapportage en meetweken op de oude locatie komen niet meer in aanmerking voor facturatie. Indien op het einde van de meetcampagne blijkt dat de controlemetingen door nalatigheid van het studiebureau niet minstens 3 keer plaatsvonden bij een debiet dat 3 keer hoger is dan de basisafvoer, zal de meetcampagne verder gezet worden op kosten van de dienstverlener tot een volgende periode van hoogwater. Onder nalatigheid wordt verstaan dat tweemaal hoogwaterafvoer plaatsvond, zonder dat de dienstverlener een controlemeting uitvoerde. De rapportering over de meetcampagne bevat onderstaande punten: 1. een motivatie omtrent de inplanting van alle meetapparatuur en een relevante beschrijving van de meetlocaties (overzichtskaart, oppervlakte en eigenschapppen van het bemeten deelstroomgebied, nulpunthoogte in m TAW, foto's, plan van de dwarssectie, …); 2. een bespreking van de gebruikte apparatuur (type, meetprincipes, nauwkeurigheden, … ); 3. een bespreking van de kwaliteit van de meetreeksen (min. en max., hiaten, opstuwing, …); 4. een Qh-verband, HA-verband en VH-verband voor elk meetpunt met aanduiding van de meetkoppels, de ijkingscurve en ijkingsvergelijking. Hierbij gaat de voorkeur naar het gebruik van een machtsvergelijking bij het fitten van een kromme; 5. Ijkingscurves opgemeten waterstanden van meetlocaties vs berekende 6. een validatie van de meetreeksen (e.v. inclusief het gelijk zetten van de geregistreerde snelheden met deze van de controlemetingen, of zelfs correctie middels Qh-verband van geselecteerde wassen en/of controle-metingen); 7. grafieken van de peil- en snelheidsmetingen met aanduiding van de resp. controlemetingen; 8. neerslag-afvoer grafieken (incl. een geschat verloop van de basisafvoer) in elk meetpunt over de volledige meetperiode met aanduiding van de controlemetingen; 9. een analyse van de stormkarakterstieken bij minstens drie hoogwaterperioden en een vergelijking van deze met literatuurwaarden. Volgende stormkarakteristieken worden onderzocht: - de begin- en einddatum alsook de duur (dagen en uren) van de hoogwaterperiode; - het tijdstip en de waarde van het maximaal debiet (m³/s en mm); - de herhalingsperiode van de afvoer (jaar) op basis van de regressie-analyse; - de herhalingsperiode van de neerslag (jaar) zoals bepaald op basis van de IDF-curven (Delbeke, 2001); - de maximale neerslagintensiteit (mm/u); - de antecendente neerslag van de voorbije 30 dagen (mm); Ontwerpen van een bespeelbare vistrap op de Laarse Beek te Brasschaat-Schoten en een grondwaterstudie. PWEO/10-01 23
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
de snelle oppervlakkige afvoer (m³/s en mm); de trage basisafvoer (m³/s en mm) voor en na de storm; de runoff coëfficiënt, zijnde de verhouding tussen snelle afvoer en de neerslag (%) Foto’s en opmetingen van de meetlocatie Foto’s en fiches van het stationspunt -
10. 11.
De dienstverlener dient alle resultaten van de meetcampagne in digitale vorm aan de opdrachtgever ter beschikking te stellen in het standaard formaat zoals gebruikt door PDM. Ook worden alle ruwe data en controlemetingen aan de opdrachtgever digitaal overgemaakt. Hydrologisch model Er moet nagegaan worden welke significante wijzigingen er sinds 2001 gebeurd zijn en indien nodig wordt dit aangepast. Aanpassingen hydraulisch model – bestaande toestand Er moet nagegaan worden welke wijzigingen er sinds 2001 gebeurd zijn en deze moeten worden aangepast. Deze huidige toestand wordt opnieuw doorgerekend met de meest recente beschikbare versie van InfoWorks-RS (Wallingford Software U.K.) voor de verschillende retourperiodes. Dit wordt aanzien als 1 scenario onder post 3. Het model wordt zodanig opgebouwd dat de volgende resultaten gegenereerd worden: - dynamische modellering van waterpeilen en debieten in de hoofdwaterloop en de aangeduide zijwaterlopen; - dynamische modellering van overstromingen in de valleien van de (hoofd)waterloop en de aangeduide zijwaterlopen, binnen het omschreven plangebied, waarbij gebruik wordt gemaakt van DHM-Vlaanderen (2004). Het moet een stabiel model zijn dat loopt met vaste tijdstap van 120 seconden en standaard instellingen van de parameters, dit teneinde deze modellen ook voor OBMmodellen te kunnen benutten. De eventuele stroomop- en/of stroomafwaartse randvoorwaarden (getijdenrivieren, hoge waterstanden, pompinstallatie e.d.) en hun invloed op het regime van het waterlopenstelsel dienen opgenomen te worden in het hydraulisch model. Overstromingskaarten worden gemaakt voor de retourperiodes 2, 5, 25, 50 en 100 jaar en voor een DWA. De naamgeving gebeurt als volgt: Het model krijgt de naam van de hoofdwaterloop. Voor zomerstorm en winterstorm wordt de afkortingen z en w gebruikt. Voor model bestaande toestand wordt de afkorting BT gebruikt. Voor scenario wordt de afkortingen S1, S2,… gebruikt. Wel wordt steeds aan een netwerk, event,.. een beschrijving gegeven. Nieuwe en geplande overstromingsgebieden worden in het model ingebracht a.h.v. de informatie van het DHM-Vlaanderen en eventuele gedetailleerde opmetingen. Het DHM en bijkomende opmetingen worden in de vorm van een raster in InfoWorks-RS ingebracht. Indien nodig wordt het DHM wordt door de opdrachtgever aan de dienstverlener voor het stroomgebied ter beschikking gesteld, enkel in het kader van deze opdracht. Overstromingsgebieden worden voornamelijk als gebieden (flood plains) of parallelle waterlopen (bij belangrijke stroming) in het model ingebracht, enkel waar het omwille Ontwerpen van een bespeelbare vistrap op de Laarse Beek te Brasschaat-Schoten en een grondwaterstudie. PWEO/10-01 24
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
van de topografie van het gebied (bv. sterke hellend) meer aangewezen is, zal gebruik gemaakt worden van uitgebreide dwarsprofielen. Tussentijds kan de leidend ambtenaar het model opvragen om zo tijdig bijsturing te geven, indien nodig. Het model dient voor alle stormen stabiel (groene kleur) te lopen met een vaste tijdstap van 120 seconden, met de standaard parameters. De rapportering bestaande toestand omvat zeker volgende onderdelen: - opstellen databank (dwarsprofielen, kunstwerken, aansluitingen overstromingszones, overstorten, hydrogrammen,…) - aanvullen van ontbrekende hydrologische en hydraulische gegevens en verantwoorden - afijken van het model aan de hand van debietmetingen en neerslagmetingen en terreinkennis - rapportering van resultaten (knelpunten, problemen van wateroverlast (plaats, retourperiode en grootte), oorzaken. Voor nieuwe resultaten moet deze rapportering grondig gebeuren. Resultaten die overeenkomen met eerdere conclusies moeten enkel vermeld worden. - Het vergelijken van de bestaande toestand in 2010 tegenover deze in 2001 met vermelding welke overstromingsrisico’s nog steeds gelden en waarvoor dus een oplossing gezocht moet worden. De inschrijver wordt er op attent gemaakt dat de resultaten van de automatische frequentieanalyse, kritisch dienen geëvalueerd te worden. Er dient nagegaan te worden welke stormen de extreme pieken veroorzaken. Indien nodig (onverwachte resultaten zonder duidelijke oorzaak) zal een “handmatige” frequentieanalyse uitgevoerd dienen te worden ter hoogte van knelpunten. Dit gebeurt in overleg met de leidend ambtenaar. Volgende grafieken dienen minstens in het rapport opgenomen: - Vergelijking waargenomen en gesimuleerde waterpeilen per meettoestel en verloop van de buiduur - Gesimuleerde waterhoogtes en debieten in functie van buiduurverloop in de diverse meetlocaties - Grafieken met verschillende kleuren van alle gemodelleerde waterloopvakken (minimaal A3 formaat, in functie van afleesbaarheid van grafieken en (bijv. horizontale schaal 1/50.000, verticale schaal 1/500 bij langere waterlopen en respectievelijk 1/12.500 en 1/125 bij kleinere waterlopen, schaalgrootte te bepalen in overleg met leidende ambtenaar) bereikte maximale waterhoogtes, oevers, bodem voor de verschillende retourperioden en aanduiding van namen kruisende wegen of herkenningspunten. Onderaan de grafieken vermeldt men in een gelijklopende tabel de overeenstemmende tussenafstanden, waterpeilen bij de vijf retourperiodes, het bodempeil, linkeroever, rechteroever en label van kunstwerk of dwarsprofiel. - Grafieken met debietverloop (voor alle retourperiodes op strategische plaatsen zoals uitmonding, monding zijrivieren, overstorten, knelpunten en dergelijke, plaatsen te bepalen in overleg met leidende ambtenaar) - Grafieken met neerslagintensiteit-afvoer voor meetperiodes voor diverse meetlocaties - Overstromingskaarten met aanduiding van de terugkeerperiodes 2, 5, 25, 50 en 100 jaar - Ijkingscurves opgemeten waterstanden van meetlocaties vs berekende Ontwerpen van een bespeelbare vistrap op de Laarse Beek te Brasschaat-Schoten en een grondwaterstudie. PWEO/10-01 25
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
Volgende tabellen dienen minstens in het rapport opgenomen: - tabellen met maximale waterhoogtes en debieten voor de verschillende retourperiodes op alle strategische plaatsen zoals riooloverstorten, bestaande knelpunten, monding zijrivieren, uitmonding( te bepalen in overleg met leidende ambtenaar). - tabellen met alle overwelvingen en hun maximale doorvoerdebiet bij gehele vulling. Afwijkingen hierop zijn mogelijk mits voorafgaande goedkeuring van de leidende ambtenaar. Het staat het studiebureau vrij om de basistekst naar eigen goeddunken aan te vullen met supplementaire kaarten, tabellen, doorsneden of ander illustratiemateriaal. Het verslag bevat alle informatie om de kaarten te interpreteren en ze aan te vullen. De overstromingskaarten met de verschillende terugkeerperiodes worden geleverd van de bestaande toestand op A0. Eveneens worden digitaal de shapes aangeleverd per terugkeerperiode en onderverdeeld in klassen van 0.1 m waterhoogte. Hydraulisch model - ontworpen toestand Voor de ontwerpopdracht m.b.t. de vismigratie, kunnen verschillende scenario's worden onderzocht en uitgewerkt in overleg met de leidende ambtenaar. De modellen worden opgesteld voor ontworpen toestanden inclusief simulaties, rekening houdend met de beleidslijnen van het integraal waterbeheer en structuurplannen. In dit bestek omvat een scenario de berekening met de vooropgestelde retourperiodes van een bepaalde vooropgestelde configuratie van het waterloopmodel en wordt er geen onderscheid gemaakt tussen soorten scenario’s op hydraulisch vlak. Tevens dient rekening gehouden te worden met de volgens krachtlijnen geïntegreerd rioleringsbeleid mogelijke toename van debieten afkomstig van aangesloten verharde oppervlakte en riooloverstortingen in de toekomst. De rapportering van de resultaten gebeurt analoog aan de rapportering van de bestaande toestand. De gevraagde grafieken en tabellen dienen voor elk scenario in het rapport vermeld opgemaakt te worden. Bij de lengteprofielen wordt steeds een vergelijking gemaakt met de bestaande toestand voor T5 en T50, i.p.v. te vergelijken met de verschillende retourperiodes van de ontworpen toestand. Rapportering Elk scenario dient uitvoerig besproken te worden met vermelding van de resterende knelpunten per scenario. Er wordt duidelijk en gedetailleerd omschreven wat aan het model van de bestaande toestand is gewijzigd. Een afweging op basis van de voor- en nadelen tussen de verschillende scenario’s moet gemaakt worden. Als resultaat dient een rapport opgesteld waarin minstens voor de verschillende alternatieven (inclusief de huidige bestaande toestand) en de verschillende retourperioden (2, 5, 25, 50 en 100 jaar en een DWA) de lengteprofielen met maximale waterpeilen worden weergegeven op een voldoende leesbare schaal met aanduiding van dwarsprofielnummers, kunstwerken en straatnamen. Tevens moeten er tabellen opgemaakt worden met de maximale waterpeilen en linkeren rechteroeverpeil in de verschillende dwarsprofielen en dit over een relevante afstand in stroomopwaartse en stroomafwaartse richting. Bovendien wordt er ook gekeken naar de effecten langsheen de belangrijkste zijlopen. Ontwerpen van een bespeelbare vistrap op de Laarse Beek te Brasschaat-Schoten en een grondwaterstudie. PWEO/10-01 26
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
De overeenstemmende volumes die geborgen worden bij de verschillende scenario's moeten ook in overzichtelijke tabellen weergegeven worden. Eveneens moeten per scenario, bij verschillende retourperiodes, de overstromingen worden aangeduid op een plan. DEEL III: OPMAAK ONTWERP De werken moeten ecologisch geïnspireerd gebeuren, rekening houdende met de natuurwaarden van de waterlopen en valleien. De instandhoudingsdoelstellinen voor dit gebied zijn in opmaak en het ontwerp moet afgetoetst worden op de doelstellingen voor zowel de habitattypes als voor de soorten. Voor de uitvoering dient rekening gehouden met het vademecum natuurtechniek en het typebestek natuurvriendelijke oevers van het Vlaamse Gewest en de aanwijzingen van de leidend ambtenaar. Voor het herstel van vismigratie worden de richtlijnen uit het handboek Vismigratie gevolgd. Voorontwerp Inventaris van beschikbare terreinen Door de dienstverlener dient in overleg met de leidend ambtenaar, een overzicht gegeven te worden van alle beschikbare terreinen, die nuttig kunnen zijn voor verwezenlijking van de opdracht met inbegrip van alle alternatieve voorstellen, met gewestplanligging, kadastrale gegevens, leidingenplans, eigendomsstructuur, landgebruik, aanwezige infrastructuur zoals draineringen en dergelijke die de kostprijs of de uitvoering kunnen beïnvloeden. Tevens dient de dienstverlener alle nuttige inlichtingen te verzamelen bij alle mogelijke betrokken besturen en deze te rapporteren. Startvergadering met alle betrokken partijen Vooraleer op het terrein verrichtingen worden uitgevoerd zoals opmetingen e.d. wordt er een startvergadering gehouden. Hierbij wordt een actieve rol verwacht van de dienstverlener bij de voorstelling en het verder verloop van het project met schetsing van de problematiek en de mogelijke oplossingen en de verwachte medewerking van de betrokken partijen. Het voorontwerp bevat: 1) Een plan "bestaande toestand". 2) Inventarisatie en opmeting van de aanwezige infrastructuren, draineringen en alternatieve tracés of terreinen. 3) De nodige schematische voorstellingen van de diverse alternatieven van de uit te voeren werken. 4) Een toelichtingsnota met: - een beschrijving van deze mogelijke alternatieven van de werken. - een overzicht van de verzamelde inlichtingen van de besturen. - een kritische bespreking van de alternatieven op basis van de resultaten van het oppervlaktewatermodel, het grondwatermodel, ecologische, juridische, beleidsmatige en praktische afwegingen. 5) Een programma van grondmechanisch onderzoek of andere onderzoeken dat volgens de dienstverlener zou moeten uitgevoerd worden. 6) Een beknopte raming van de kostprijs van de diverse alternatieven van de uit te voeren werken. 7) Plannen met de opgemeten dwars- en lengteprofielen van de waterlopen en grondplannen van de mogelijke alternatieven. Ontwerpen van een bespeelbare vistrap op de Laarse Beek te Brasschaat-Schoten en een grondwaterstudie. PWEO/10-01 27
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
8) Het verslag van de startvergadering. 9) Het verslag van de toelichtingvergaderingen. De door de dienstverlener voorgestelde onderzoeken, zoals onder punt 5) vermeld worden mits akkoord van het bestuur, afzonderlijk besteld door en uitgevoerd op kosten van de dienstverlener die verrekent volgens de voorziene posten in de inventaris. Ontwerp Het definitieve ontwerp omvat alle documenten, alle noodzakelijke terreinopmetingen, onderzoeken, stabiliteitsstudies, technische verslagen, veiligheidsdocumenten, bekistingplans enzovoort die met het oog op de onberispelijke bouwkundige uitvoering van de ontworpen werken vereist zijn, conform de toepasselijke wettelijke, reglementaire en/of professionele normen en regels der techniek. Een programma van grondmechanisch onderzoek of andere onderzoeken dat volgens de dienstverlener zou moeten uitgevoerd worden, wordt voorgesteld en na goedkeuring uitgevoerd. Er worden een bestek met inventaris, offerteformulier en raming evenals uitvoeringsplannen opgemaakt die aan alle geldende typebestekken en omzendbrieven voldoen. Vergunningsaanvragen Nog voor de aanbesteding wordt aangevat, zullen alle noodzakelijke vergunningsaanvragen (o.a. een bouw-, milieuvergunnings- en machtigingsaanvraag), het grondverwervingdossier en indien van toepassing een aanvraag tot ontheffing van de M.e.r.-plicht en/of een passende beoordeling (en/of natuurtoets) worden opgemaakt in de vereiste aantal exemplaren. De stedenbouwkundige vergunningsaanvraag moet een nota grondverzet en een beplantingsplan bevatten. Alle nodige gegevens, zoals plaatsbeschrijving, plannen, foto's, kadastrale gegevens, enz… zullen bijgevoegd worden op kosten van de dienstverlener. De dienstverlener past, zonder bijkomende vergoeding, zonodig het ontwerp aan om te voldoen aan de bemerkingen van het bestuur voor zover deze kaderen binnen het opgelegde bouwprogramma. Aanbesteding De dienstverlener is belast met en draagt de kosten van het in aanbesteding stellen van de werken bij het eerste verzoek van het bestuur. Het respecteert ter zake de geldende regels en de administratieve voorschriften die hem worden opgelegd. Plaats en datum van de opening der offertes worden bepaald door het bestuur. De dienstverlener staat in voor de vermenigvuldiging en verkoop van de aanbestedingsdocumenten volgens de richtlijnen van het bestuur. De prijs van het aanbestedingsdossier wordt in gemeen overleg bepaald tussen het bestuur en de dienstverlener. De dienstverlener zorgt voor een tijdige en correcte publicatie in het Bulletin der Aanbestedingen. Aan de vaktijdschriften Bouwkroniek en Bouwbedrijf wordt bij het begin van de publicatietermijn louter een bericht ter kennisgeving gezonden. De kosten voor de publicatie zijn inbegrepen in het ereloon. De dienstverlener is aanwezig of vertegenwoordigd door zijn afgevaardigde bij de opening van de offertes. De dienstverlener kijkt de rekenkundige gegevens na, verbetert ze indien nodig en controleert of de voorschriften van het bestek en de typebestekken worden nageleefd. Ontwerpen van een bespeelbare vistrap op de Laarse Beek te Brasschaat-Schoten en een grondwaterstudie. PWEO/10-01 28
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
De dienstverlener maakt binnen de 12 kalenderdagen na de aanbestedingsdatum een omstandig verslag op met zijn bevindingen en voegt het bij het aanbestedingsdossier dat hij voorlegt aan het bestuur, met een gemotiveerd voorstel van toewijzing. Het onderzoek van de biedingen omvat: 1. ● ● ● ● ● ● ● ●
een administratief nazicht: conformiteit met de aanbestedingsdocumenten, aanwezigheid van de gevraagde documentatie e.d., ondertekening, volmacht van de ondertekenaar, geldig RSZ-attest, erkenning en registratie, rekenkundig nazicht, leemten en wijzigingen, eigenlijke rangschikking;
2. een technisch nazicht: ● onderzoek naar mogelijke abnormale eenheidsprijzen en/of totaalprijzen, o.a. door vergelijking met de raming en met de andere inschrijvingen, ● conformiteit met het bestek. Enkel het bestuur beslist of effectief overgegaan wordt tot vraag om prijsverantwoording. Controle der werken De afgevaardigde van de dienstverlener belast met de controle der werken, is onder meer verplicht: 1. Over te gaan tot de verificatie van de x- y- en z- coördinaten van de te verwezenlijken structuren. Indien blijkt dat dit niet gebeurd is zal een boete van 2.000 EUR worden toegepast. 2. Alle nodige werkzaamheden voor het verplaatsen van de leidingen van openbaar nut op te volgen en de nodige contacten en coördinatievergaderingen te beleggen. 3. De voorbereidende uitvoeringsmaatregelen van de aannemer te beoordelen voor de aanvang der werken. 4. De materialen te kiezen en te keuren in de werkplaats of op de werf en het procesverbaal van goedkeuring op te stellen. 5. De proeven te organiseren, te begeleiden, te beoordelen en eventuele minwaarde voor te stellen. 6. Over te gaan tot nazicht, commentaar en goedkeuring van de door de aannemer over te maken documenten, rekennota's, plannen, documentatie, proef- en testverslagen, enz. 7. Wekelijks de werfvergadering voor te zitten en het werfverslag op te maken. Beschouwd werfverslag dient ten laatste 2 dagen voor de volgende werfvergadering aan alle partijen te worden overgemaakt. Indien hij niet aanwezig kan zijn dient er een vervanger aangeduid. Indien dit niet gebeurt wordt een boete opgelegd van 500 EUR. 8. Wekelijks minstens 2 werfbezoeken te brengen waarvan 1 tijdens de werfvergadering mag zijn. Na elk werfbezoek maakt de dienstverlener een kort verslag over aan de opdrachtgever, per e-mail. 9. Alle wapeningsplannen, bekistingplannen en staalborderellen van het te verwerken staal (in kg per soort) tijdig op te maken en aan de aannemer te bezorgen volgens de vooruitgang van de werken tenzij anders overeengekomen. 10.De schuldvorderingen en de staten van de uitgevoerde werken van de aannemer tijdig na te zien met inbegrip van de herzieningsformules, tevens stelt hij de Ontwerpen van een bespeelbare vistrap op de Laarse Beek te Brasschaat-Schoten en een grondwaterstudie. PWEO/10-01 29
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
termijnstaten op. Hij stelt een proces-verbaal van vaststelling van vordering der werken op dat hij binnen de 12 kalenderdagen na ontvangst van de schuldvordering overmaakt aan het bestuur met vermelding van het door hem aangenomen bedrag. 11.In aanwezigheid van de hoofdaannemer of van zijn afgevaardigde de opmeting van de uitgevoerde werken te doen en de eindafrekening der werken op te maken. Ten laatste 30 kalenderdagen na voorlopige oplevering dient het door alle partijen ondertekend document "Eindafrekening der werken" aan het bestuur te worden geleverd. Hij verstrekt schriftelijk uitleg over de afwijkingen van de vermoedelijke hoeveelheden. 12.Het opmaken van de vereiste verrekeningen. 13.De coördinatie van de werken van de verschillende hoofdaannemingen op te volgen. 14.Richtlijnen geven aan de personen belast met het permanent toezicht op de plaatselijke begeleiding van de werken. 15.De schorsingen en hervattingen van de werken aan de aannemer te bevelen, na advies van het bestuur. 16.Al de inbreuken op de bepalingen en voorwaarden van het aannemingscontract onverwijld te signaleren aan het bestuur. Alle wijzigingen aan de uitvoering of aan de voorwaarden van het aannemingscontract, evenals de bijwerken worden voorafgaandelijk door de afgevaardigde van de dienstverlener met omstandig verslag ter goedkeuring aan het bestuur voorgelegd. In gevallen waarin een onmiddellijke beslissing noodzakelijk is in het belang van de werken, wordt telefonisch contact opgenomen met het bestuur en wordt de beslissing in gemeenschappelijk overleg genomen, en schriftelijk bevestigd in een verslag. Zo nodig zal een ontwerpverrekening toegevoegd worden met de beoordeling van de door de aannemer naar voren gebrachte rechtvaardiging van zijn gevraagde prijzen. De dienstverlener kan slechts geldelijk verantwoordelijk gesteld worden voor de bestelling van wijzigingen en voor meerwerken, als kan worden aangetoond dat deze werken niet nodig of niet nuttig zouden zijn geweest voor een goede uitvoering en het bestuur ze daarom niet zou aanvaarden. 17.Ingeval van faling van de aannemer zo vlug mogelijk een staat der werken op te stellen en de nodige maatregelen voor te stellen aan het bestuur voor het voortzetten der werken. Kosten voor prestaties ten gevolge van de faling van de aannemer worden vergoed aan de dienstverlener. 18."As-built"plannen, te leveren op digitale drager (cd-rom in 10 exemplaren) en op papier, en technische documentatie over te maken (10 exemplaren). De kosten voor het opmaken van deze as-built plannen zijn inbegrepen in de inschrijvingsprijzen. 19.Bij het einde der werken, vervolgens bij het einde van de waarborgperiode, over te gaan tot de voorlopige oplevering respectievelijk tot de definitieve oplevering in aanwezigheid van alle belanghebbende partijen inbegrepen het bestuur. De dienstverlener doet hiertoe de nodige administratieve stappen en stelt het procesverbaal op van deze opleveringen. 20.Technische bijstand verlenen aan het bestuur bij alle geschillen met de aannemers gedurende de uitvoering der werken en tot aan de definitieve oplevering. 21.De rol van veiligheidscoördinator zoals voorzien in de wet van 4 augustus 1996 en het KB van 25.01.2001 is voorzien in de opdracht van de dienstverlener zowel wat betreft het ontwerp als de verwezenlijking als een aparte post in de inventaris met inbegrip van de wekelijkse werfvergaderingen. 22.De rol van erkend bodemsaneringdeskundige zoals voorzien in dit bestek. DEEL IV: GRONDMECHANISCH ONDERZOEK, BODEMONDERZOEK Overeenkomstig het Bodemsaneringdecreet en de “Codes van goede praktijk voor het werken met uitgegraven bodem” uitgegeven door OVAM op 23 januari 2004 en eventuele Ontwerpen van een bespeelbare vistrap op de Laarse Beek te Brasschaat-Schoten en een grondwaterstudie. PWEO/10-01 30
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
latere wijzigingen en aanvullingen dient het nodige milieuhygiënisch onderzoek en technisch verslag opgemaakt te worden door een erkend bodemsaneringdeskundige waarvan alle kosten vervat zitten in de eenheidsprijzen van de posten van deel II 2. Het aantal uit te voeren boringen, de diepte van de boringen en/of peilbuizen, het aantal analyses e.d. kan in het stadium van het opstellen van dit voorstel ingeschat worden, doch wordt hoofdzakelijk bepaald tijdens het uitvoeren van de veldwerkzaamheden zelf. De kostenraming voor het veldonderzoek moet beschouwd worden als een te voorzien budget voor boringen en analyses. De bemonsteringsstrategie conform de “Codes van goede praktijk” zal op voorhand aan het bestuur schriftelijk of mondeling worden toegelicht. Er wordt voorzien om boringen over de volledige diepte van de uit te graven partij bodem uit te voeren. De eenheidsprijzen van de posten van deel II 2 omvatten alle bijhorende werken zoals onder andere het transport, de bodemstaalname, de nivellering, boorlogs, GPS-metingen. Het budget voorziet eveneens in het analyseren van een aantal mengstalen bodem conform de “Codes van goede praktijk voor uitgegraven bodem”. Ook de kosten verbonden aan het nazicht van de technische verslagen en de conformverklaring hiervan door een bodembeheerorganisatie zijn vervat in de eenheidsprijzen voor opmaak technisch verslag. BEPALINGEN BETREFFENDE OPMETING DER WERKEN Het opmeten van de betrokken terreinen gebeurt volgens “Bepalingen betreffende het opmaken van plans”. In overleg met de leidend ambtenaar kan voor bepaalde soorten opmetingen het FLEPOS- systeem (GPS-metingen) gebruikt worden. Opmerking: Bij opmetingen en boringen op privé-eigendom wordt voorafgaandelijk (minstens twee weken op voorhand) de eigenaar of gebruiker verwittigd door de dienstverlener. Hiertoe wordt van deur tot deur gegaan en per brief verwittigd. Bijkomende opmetingen kunnen gebeuren na schriftelijk bevel van de leidend ambtenaar met een eventuele termijnverlenging. BEPALINGEN BETREFFENDE HET OPMAKEN VAN PLANNEN Algemeenheden Het bestek“Topografische opmetingen waterlopen 2e categorie” (zie bijlage) is van toepassing voor de opmetingen die dienen te worden uitgevoerd in de voorliggende opdracht, deze zijn gebaseerd op het GRB en worden aangevuld of aangepast als volgt: Naast de papieren plannen (10 exemplaren) alle gegevens op CD-rom geleverd in 10 exemplaren. Afwijkingen op de voorgestelde uitvoeringswijze zijn mogelijk in functie van betere leesbaarheid, bijkomende gegevens, enkel na voorafgaande goedkeuring van de leidend ambtenaar. Ontwerpen van een bespeelbare vistrap op de Laarse Beek te Brasschaat-Schoten en een grondwaterstudie. PWEO/10-01 31
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
Voor de opmaak van onteigeningsplannen e.d. dient de dienstverlener de onderrichtingen van de leidend ambtenaar te volgen. Aanvullingen op het bestek Voor de opmaak van het onteigeningsplan dient de dienstverlener onderstaande richtlijnen te volgen: ● De titelkaders worden opgemaakt naar het model dat zal worden ter beschikking gesteld door het bestuur. ● Per gemeente dient een apart plan opgemaakt te worden en de gemeente met kadastrale gegevens (afdeling, sectie) dient duidelijk vermeld. ● Op het titelblad wordt “onteigeningsplan” vermeld en “De onteigenende instantie Provincie Antwerpen”. ● Tevens wordt de naam van de landmeter vermeld met “beëdigd door de rechtbank van eerste aanleg te….dd …… en identificatienr. (LAN…) wet van 11.05.2003 (BS 06.06.2003). De landmeter moet de onteigeningsplannen ook ondertekenen. ● De XY coördinaten van de grenzen van de verschillende innemingen dienen bepaald en weergegeven in een lijst en op het plan zodat een latere uitzetting op terrein eenvoudig te verwezenlijken is. ● Deze coördinaten dienen gegeven in het Lambert-stelsel met vermelding van nauwkeurigheid in, Flepos,…) ● Het aangeven op het plan van afstanden van de grenzen ten opzichte van vaste punten (zoals woningen, grenspalen) dient zoveel mogelijk uitgevoerd. ● De aard van de percelen dient aangegeven samen met het huidig kadastraal perceelsnummer. ● Op de plannen mag geen werkzone aangeduid worden, een werkzone kan aangegeven worden op de plannen horende bij de uitvoering der werken. ● Volgende kleuren mogen gebruikt worden: - Geel: zone te onteigenen - Groen zone voor wettelijke erfdienstbaarheid (Wet van 28 december 1967, artikel 17 op de onbevaarbare waterlopen) Dit is enkel te gebruiken bij nieuwe waterlooptracés waar nog geen erfdienstbaarheid van toepassing is. - Blauw: zone voor ondergrondse inneming met bovengrondse erfdienstbaarheid. Hierbij dient ook aangegeven over welke diepte het gaat onder het maaiveld van …m tot …m(volgens hoogtepeilen TAW) ● Op hetzelfde plan wordt ook de tabel met de te onteigenen percelen met innemingsnr en kadastraal nr., eigenaars, oppervlakte, bestemming van het goed gewestplan/BPA, aard van het terrein, te onteigenen oppervlakte vermeld. ● Elk perceel of deel van perceel krijgt een innemingsnummer. Bij elk perceel wordt een tabelletje ingetekend met daarin het innemingsnr., het kadastraal perceelsnummer, de totale oppervlakte van het perceel (volgens kadaster) en de oppervlakte van de inname in m². ● De grensbepaling van de verschillende percelen en innemingen mag NIET enkel gebeuren op basis van het kadastraal plan omdat deze sterk kunnen afwijken van de werkelijke grenzen volgens akteplans en aanduidingen ter plaatse. Op het terrein dienen de eventuele aanwezige grenspalen, scheidingsgrachten, afsluitingen opgespoord en opgemeten en de noodzakelijke opzoekingen van de eigendomaktes, bevraging van de eigenaars uitgevoerd teneinde een zo juist mogelijke afpaling en oppervlaktebepaling te bekomen van de percelen. ● Op het terrein en uit bevraging van de nutsmaatschappijen dient de aanwezigheid van hoogspanningspalen, nutsvoorzieningen (bijv.gasleidingen en dergelijke nagegaan zodat deze niet mee als te onteigenen staan vermeld op de plannen). ● Zo dienen ook de grenzen van de aanwezige en aanpalende waterlopen, buurtwegen, openbare wegen nagegaan en gerespecteerd door opzoeking op de desbetreffende Ontwerpen van een bespeelbare vistrap op de Laarse Beek te Brasschaat-Schoten en een grondwaterstudie. PWEO/10-01 32
Departement Leefmilieu Dienst Waterbeleid
atlassen en rooilijnplannen. De naam, nummer, categorie, breedte enz. dienen vermeld op het plan. Opmetingsgrondplan (aanvulling op het bestek “Topografische opmetingen waterlopen 2e categorie”): ● de scheidingslijnen en de nrs van de kadastrale percelen (indien kadastrale gegevens niet beschikbaar dienen deze op kosten van de dienstverlener geleverd te worden) die grenzen aan de waterloop, dienen op het grondplan aangeduid. De gemeentegrenzen, kadastrale aanduidingen en secties worden eveneens op het plan aangeduid. Naast de diverse op te maken plannen dient er ook een duidelijk beplantingsplan/inrichtingsplan opgemaakt in verschillende kleuren dat gebruikt kan worden bij onderhandelingen met bewoners of besturen. Voor de digitale rapporten worden alle tabellen, grafieken en figuren geleverd in een versie compatibel met Windows XP-producten, meetgegevens worden in Excel-tabelvorm geleverd. BESCHIKBARE GEGEVENS Het bestuur verstrekt uit eigen beweging en op eenvoudige vraag van de dienstverlener alle gepaste gegevens en inlichtingen waarover het beschikt en geeft hem alle steun die hij redelijkerwijze mag verwachten bij de uitvoering van zijn opdracht. Volgende gegevens zijn digitaal beschikbaar: ● Topografische kaart op schaal 1:10.000 met hoogtelijnen (NGI – OC GIS Vlaanderen); ● Biologische Waarderingskaart (Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek); ● Bestand van de waterlopen (Vlaamse Hydrografische atlas) : dit bestand omvat niet de grachten (Afdeling Water); ● Gewestplannen op een schaal 1:10.000 (OC – GIS Vlaanderen); ● Luchtfoto’s; ● Kadastrale kaarten (OC-GIS); ● DHM Vlaanderen; ● Hydraulische en hydrologische studie van de Laarse beek, Donkse beek en Oudelandse beek (2001) in Infoworks ● Ecologische inventarisatie en visievorming voor het stroomgebied van het Groot Schijn (2005). ● andere (actuele lijst kan opgevraagd worden bij het bestuur).
Opgesteld en voorgedragen,
Nagelezen en goedgekeurd,
De projectverantwoordelijke,
De directeur,
Bianca Veraart
Didier Soens
Ontwerpen van een bespeelbare vistrap op de Laarse Beek te Brasschaat-Schoten en een grondwaterstudie. PWEO/10-01 33