deSingel HERMESensemble olv. Koen Kessels & Jeroen Berwaerts & Kurt Ralske
vr 18 dec 2015 Rode zaal Grote podia 20 uur 21.10 uur er is geen pauze
inleiding 19.15 uur Kevin Voets Blauwe foyer
2015-2016 Poetry in music Collegium Vocale Gent & I Solisti del Vento olv. Philippe Herreweghe za 3 okt 2015 Luigi De Angelis, Sergio Policicchio & Spectra Ensemble olv. Filip Rathé do 8 okt 2015 HERMESensemble olv. Koen Kessels & Jeroen Berwaerts & Kurt Ralske vr 18 dec 2015 Bl!ndman [sax]+[strings] do 17 mrt 2016
teksten programmaboekje K evin Voets met dank aan M aarten Quanten oördinatie programmaboekje deSingel c
3
Gelieve uw GSM uit te schakelen. De inleidingen kan u achteraf beluisteren via www.desingel.be Selecteer hiervoor voorstelling/ concert/tentoonstelling van uw keuze. Reageer en win Op www.desingel.be kan u uw visie, opinie, commentaar, appreciatie, … betreffende het programma van deSingel met andere toeschouwers delen. Selecteer hiervoor voorstelling/ concert/tentoonstelling van uw keuze. Neemt u deel aan dit forum, dan maakt u meteen kans om tickets te winnen. Grand café deSingel open alle dagen 9 24 uur informatie en reserveren +32 (0)3 237 71 00 www.grandcafedesingel.be drankjes / hapjes / snacks / uitgebreid tafelen Bij onze concerten worden occasioneel cd’s te koop aangeboden door La Boite à Musique Coudenberg 74 | Brussel +32 (0)2 513 09 65 www.classicalmusic.be Met bijzondere dank aan Ortwin Moreau voor het stemmen en het onderhoud van de concertvleugels van deSingel Moreau Pianoservice Kapucinessenstraat 32 2000 Antwerpen +32 (0)486 83 63 98 www.moreau-pianoservice.be
HERMESensemble
Koen Kessels muzikale leiding Jeroen Berwaerts trompet Kurt Ralske video
Serata futurista Giacinto Scelsi (1905 - 1988) Quattro Pezzi per tromba solo I (1956) voor trompet solo Pranam II (1973) voor ensemble Quattro Pezzi per tromba solo II (1956) voor trompet solo
Salvatore Sciarrino (°1947) Introduzione all’Oscuro (1981) voor ensemble
Giacinto Scelsi Quattro Pezzi per tromba solo III (1956) voor trompet solo Quattro Pezzi per tromba solo IV (1956) voor trompet solo
Tiziano Manca (°1970) Defining (2009) voor septet
Francesco Filidei (°1973) Ballata no 5 ‘Carnevale’ (2015, Belgische creatie) voor ensemble en trompet solo
4
D/2015/5.497/54
5
Serata Futurista Zelden werd het begin van een nieuwe artistieke stroming zo duidelijk gemarkeerd als in 1909 toen dichter Filippo Tomasso Marinetti (1876-1944) het Futuristisch Manifest publiceerde in de Franse krant Le Figaro. De basisprincipes van de Italiaanse futuristen werden snel overgenomen door de avant-garde in heel Europa. Het Futurisme beoogde als radicaal avant-gardistische en multidisciplinaire beweging definitief te breken met de conventies van het verleden middels een uitgesproken anti-romantische houding en een uitdrukkelijk verwijzen naar de industriële maatschappij en realiteit van de vroege twintigste eeuw. Centraal kwamen thema’s als machinaal geweld, stedelijkheid, vitale kracht en het groteske te staan tegenover de afgeserveerde romantische verheerlijking van de natuur en het rurale. De Futuristen uitten zich in hun diverse manifesten niet alleen voor een nieuwe kunstschepping en –beleving, maar ondubbelzinnig tegen de gevestigde orde. Ze waren expliciet anti-traditionalistisch, anti-autoritair, anti-moralistisch en anti-elitair. De multidisciplinaire benadering van de beweging kwam al tot uiting in de eerste ‘Serata Futurista’ (Turijn 1909), een artistieke avond waar verschillende kunstvormen gecombineerd werden gepresenteerd. In de muziek waren vooral de manifesten van Francesco Ballila Pratella (1880-1955) en Luigi Russolo (1885-1947) toonaangevend. Daar waar Pratella zich vooral vurig wenste te onderscheiden van het verleden, door met scherp te schieten op het academisme en conservatisme in het muziekonderricht, op het winstbejag in de commerciële muziekmarkt, op de mediocriteit van het bestaande repertoire en op de onkritische houding van het publiek, formuleerde Russolo een radicaal alternatief met zijn ‘L’Arte dei Rumori’ (1913). Opmerkelijk hierbij is dat Russolo niet per sé brak met het verleden, maar de ontwikkeling van een expressieve dissonantie en atonaliteit kaderde als een logische volgende stap in de muziekgeschiedenis. Hij koos voor de natuurwetenschappelijke benadering van geluid als fysisch fenomeen als uitgangspunt van de nieuwe muziek en introduceerde het begrip ‘ruisklank’. “In de Oudheid was het leven niets dan stilte. Ruis werd eigenlijk pas geboren in de negentiende eeuw, met de opkomst van de machinerie. Vandaag heerst de ruis soeverein over de menselijke ervaring” (Russolo, 1913). Russolo introduceerde zo een geheel andere benadering van muziek met een radicaal klankgericht creatief denken. “Met de eindeloze vermenigvuldiging van de machinerie, zullen we op een dag kunnen kiezen tussen tien, twintig of dertigduizend verschillende geluiden. We zullen deze geluiden niet moeten imiteren, maar ze eerder moeten combineren volgens ons artistiek verbeeldingsvermogen” (Russolo,
6
1913). De futurist voegde de daad bij het woord door op 2 juni 1913 in Modena verschillende ‘ruis-instrumenten’ te demonstreren in theater Storchi voor een publiek van meer dan 2.000 personen. De hedendaagse ‘Serata Futurista’ van HERMESensemble wil geen historische viering zijn van de vroege Italiaanse futuristen, maar brengt aspecten van het werk van Italiaanse componisten uit de tweede helft van de twintigste eeuw en van vandaag in connectie met deze historische wortel, en omhelst de multidisciplinair benadering door de dialoog tussen muziek met hedendaagse videokunst. Al op heel jonge leeftijd raakte graaf G iacinto Scelsi d’Ayal Valva (1905-1988) gefascineerd door Luigi Russolo’s muziek en experimenten en woonde hij diverse ‘ruisconcerten’ bij. Zijn eerste grote werk is niet toevallig ‘Rotativa’ (1931, ‘Drukpersen’). Afkerig van academisme zou Scelsi nooit een formeel muziekonderricht volgen, maar hij bezocht wel regelmatig Ottorino Respighi te Rome en zou in Wenen enige tijd bij Walther Klein, een leerling van Arnold Schönberg, studeren. Hij componeerde nadien het eerste Italiaanse dodecafonische werk. Hij ontwikkelde een eigenzinnige schriftuur met gevarieerde invloeden van het Futurisme tot Alban Berg en Alexander Skrjabin. Fundamenteel voor zijn compositorische ontwikkeling waren echter de reizen door Azië (vooral Indië en Tibet) die hij in de jaren veertig ondernam. Hij begon te mediteren, en zag zijn muzikaal werk als een spirituele oefening. Zijn typische handtekening (een bol boven een lijn) verwijst naar het Zenboeddhisme. Sinds 1950 beschrijft hij zijn begrip van muziek als een zoektocht naar de “sfericiteit van de klank”; hij benadert geluid en klank als driedimensionale objecten, die hij van verschillende kanten bekijkt en beschrijft met zijn composities. Begin de jaren ‘70 componeert Scelsi ‘Pranam’ I en II als een soort retrospectieve op zijn voorbije werken en verworvenheden. ‘Pranam’ verwijst enerzijds naar een Indisch begroetingsgebaar, anderzijds naar het Sanskriet begrip voor ‘adem’ en ‘levenskracht’. In de begeleidende tekst bij de partituur schrijft hij: “Hoewel het tempo en andere aanduidingen gevolgd dienen te worden, is een zekere mate van flexibiliteit in de frasering vereist teneinde een indruk op te wekken van ademen (inademing, uitademing, ingehouden ademhaling enzovoort), of het beeld van een golf op de zee.” Ook de aansporingen in de muziek van Salvatore Sciarrino (°1947) te luisteren naar de subtielste geluiden van de omgeving, vormen een erfenis van de futuristen. En met Scelsi deelt de hedendaagse grootmeester de benadering van klank en muziek als een meerdimensionaal object. Bij Sciarrino krijgt deze benadering niet zelden de vorm van een biologisch-muzikaal klankwezen dat door een uitvoering wordt geëvoceerd en tot leven komt. Afkomstig uit Sicilië
7
8
Giacinto Scelsi in 1936 © Isabella Scelsi-Stiftung
9
bestudeerde Sciarrino eerst de beeldende kunsten alvorens zich in muziek en compositie te bekwamen. Zijn vorming verliep net als bij Scelsi voornamelijk autodidactisch, maar hij beschouwt zelf Franco Evangelisti en Karlheinz Stockhausen als zijn artistieke peetvaders. Hij deelt met Luigi Russolo de opvatting dat muziek zich situeert in een historisch continuüm, los van het baanbrekende of avant-gardistische karakter van de composities. Sciarrino refereert daarom actief aan het verleden waarbij hij vaak voorbeelden citeert uit de oude muziek zoals Carlo Gesualdo. Sciarrino zoekt naar een nieuwe beleving van muziek die soms wordt omschreven als een ‘ecologie’ van de klank en het gehoor. Zijn muziek is radicaal intimistisch, zeer gebald en geraffineerd, en is geconstrueerd op de principes van microvariaties in klankstructuren bestaande uit zeer specifieke timbres en ademhaling. Hij ontwerpt een transparante klankwereld die heel dicht bij stilte ligt, of bij een ‘nulklank’ die voor de componist al muzikaal is, een wereld bestaande uit een veelheid aan microscopische klankjes, een klankwereld gereduceerd tot het essentiële. Sciarrino’s ensemblewerk ‘Introduzione all’Oscuro’(1981) – letterlijk: inleiding tot de duisternis – voor twaalf instrumenten bevindt zich ook op de drempel van de stilte, waarbij duidelijk muzikaal-biologische processen te onderscheiden zijn in de structuur – hartslag en ademhaling. Met zijn introductie beoogt de componist geen prelude op een ander werk, maar wil hij het concept van verwachting op zich verkennen en oproepen bij de luisteraar. Doorheen de compositie wordt her en der op discrete wijze populaire muziek geciteerd, citaten die zich gedragen, volgens de enigmatische woorden van de componist, als “heldere openbaringen”. iziano Manca (°1970) studeerde filosofie in Firenze en elektronische T muziek en compositie bij Romano Pezzati en Salvatore Sciarrino, alvorens een heel eigen klank- en muziekbenadering te ontwerpen. In ‘Defining’(2007-2009) onderzoekt de componist processen van verandering, waarbij die zich – met de woorden van de componist – “niet voordoen als het resultaat van uitvinding, noch van verrijking, vooruitgang of de introductie van nieuwe materialen. Vaak gebeurt het dat nieuwe vormen door abstractie bekomen worden waarbij men zich reeds bestaand materiaal anders voorstelt en opnieuw gestalte geeft. In de muziekgeschiedenis is het beste voorbeeld hiervoor de overgang van Bach naar Mozart, dit wil zeggen het moment waarop het rijke en veelzijdige contrapunt terugtreedt ten gunste van de melodie en de tonaliteit. Het zijn deze vereenvoudigings- en reductieprocessen die de buitengewoon vruchtbare voedingsbodem hebben gecreëerd voor de muzikale vormen van de negentiende eeuw. Ook de muziek van onze tijd verliest niets aan concentratie en diepte wanneer er zonder angst voor de leegte naar een nieuwe
10
Salvatore Sciarrino
11
lichtheid gezocht wordt. Maar er komt nog een stadium vóór de daadwerkelijke verandering. De wens te veranderen houdt de wens in zichzelf te veranderen, anders te worden, het is de wens van de toekomst. Dit betekent dat men maar een nieuwe stijl kan afbakenen wanneer men zijn blik van de onmiddellijke tegenwoordigheid afwendt en zover komt zich een mogelijke toekomstige horizon voor te kunnen stellen. Het gaat erom duidelijk uit te spreken wat men redden wil van de vergankelijkheid, wat er rest om te ontdekken en wat men kiest over te laten aan de vergetelheid. De definitie van een nieuwe stijl vindt plaats in de leegte van een blinde vlek, in het licht van de dageraad wanneer de dingen net beginnen vorm aan te nemen – in een onverbiddelijke ondervraging en in de poging bewust te worden van de redenen die ons ertoe hebben gebracht een keuze te maken. Het is deze spanning tussen theorie en praktijk, tussen bewustzijn en instinct, die nieuwe muziek zijn uitzonderlijk karakter verleent, door de niet aflatende bevraging van de eigen taal. Het is een pad dat verder leidt dan alleen maar naar het schrijven van een werk. In ‘Defining’ wordt met wezenlijke middelen gezocht naar een eenvoudige versmeltingsverhouding tussen de verschillende instrumenten. Het kamerensemble dat in de twintigste eeuw zoveel weerklank gevonden heeft bij componisten vindt zijn bestaansreden hier enkel in de bundeling van middelen en in de combinatie van verschillende timbres. Dit werk verbeeldt bij wijze van spreken de nulgraad van de klankversmelting, een eendimensionale muziek waar verschillen nauwelijks te onderscheiden vallen. Het werk vormt geen onderzoek naar de omstandigheden van differentiatie, maar integendeel naar de benadering van een eenheid teneinde het raden te laten naar mogelijke afstanden of intervallen.”
is harmonisch stabiel en geconcentreerd rond een pedaalnoot F. Na een rustige inleiding verandert de muziek plotsklaps in een bonte carnavalscène dat een zeer kort motiefje presenteert waarop heel de rest van het stuk is gebaseerd, een grappig soort rijmelarijtje. ‘Ballata no 5’ werd geschreven in opdracht van HERMESensemble en het Ensemble Orchestral Contemporain van Grenoble, en is opgedragen aan Jeroen Berwaerts.
Organist en componist F rancesco Filidei (°1973) staat samen met Manca op de barricades van de 21e-eeuwse Italiaanse muziek. Hij studeerde ook compositie bij onder meer Salvatore Sciarrino, en zoekt naar een muziek gespeend van alle klankelementen. In zijn reeks ballata’s – muzikale wandelingen – schuwt de componist het komische niet. Net als Sciarrino hanteert de componist een picturale benadering in het ontwerp van zijn schriftuur, tekeningen en schetsen. Hierdoor ontdekt hij een hele familie van geluiden of klanken die buiten de gangbare rationaliteit liggen. Via studie van alternatieve notatie – bijvoorbeeld de dansnotatie van Laban – bekomt Filidei een geheel nieuw arsenaal aan klankmogelijkheden. Vaak worden deze geluiden initieel beschouwd als ‘fouten’ – bijvoorbeeld geluiden opgewekt door het meubel van de piano aan te raken. De eerste vier ballades van Filidei waren overwegend lyrisch van karakter en gebaseerd op het gebruik van een kleurenpalet. De ‘Ballata no 5’voor solotrompet en ensemble is heel anders opgevat van vorm en atmosfeer. Het stuk
12
13
HERMESensemble HERMESensemble is een Antwerps collectief voor hedendaagse muziek en kunst. Het repertoire en de uitvoeringspraktijk van de klassieke avant-garde vormen het startpunt van de producties, maar het ensemble streeft er bewust naar artistieke grenzen te verleggen: enerzijds zoekt het confrontaties op met oude muziek, pop- en niet-westerse muziek, anderzijds onderzoekt het synergieën met andere disciplines zoals (muziek) theater, beeldende kunsten, video, film en multimedia. Vele van de concerten worden door een expliciet visueel karakter gekenmerkt, zoals de projecten met historische pellicules. Vaak vinden ze plaats op bijzondere, passende locaties, zoals in een industriële architectuur of in een tentoonstelling. HERMESensemble ontwikkelt een expertise in de hedendaagse muzikale expressie door onderzoek naar de uitvoeringspraxis van onder meer de Amerikaanse, Belgische, Duitse, Franse en Italiaanse avant-garde. Het presenteert en creëert eigentijds werk van diverse internationaal gereputeerde componisten en kunstenaars, meestal in nauwe persoonlijke samenwerking. Daarnaast is het promoten van jong talent van eigen bodem een prioriteit, en vormt het creëren van nieuw Vlaamse werk een constante in het activiteitenscala van het ensemble. HERMESensemble wordt ondersteund door de Vlaamse Gemeenschap. www.hermesensemble.be deSingel tijdlijn (selectie) vr 18 dec 2015 HERMESensemble olv. Koen Kessels & Jeroen Berwaerts & Kurt Ralske Scelsi, Sciarrino, Manca, Filidei do 6 nov 2014 HERMESensemble olv. Koen Kessels La Belgique Martyre wo 13 nov 2013 HERMESensemble olv. Koen Kessels Strange news
14
Koen Kessels [...] di 9 mrt 2004 HERMESensemble olv. Koen Kessels Cage, Van Camp, Brewaeys
muzikale leiding Koen Kessels fluit Karin De Fleyt Tille Van Gastel (bas)klarinet Peter Merckx altviool Marc Tooten piano & elektrisch orgel Geert Callaert viool Wibert Aerts Pieter Jansen cello Karel Steylaerts contrabas Jan Buysschaert hoorn Nico De Marchi hobo Joost Gils fagot Rémy Roux trompet Estibaliz Collado trombone Tom Verschoore harp Eline Groslot percussie Alexander Ponet
Koen Kessels, artistiek leider van HERMESensemble, muziekdirecteur van de Birmingham Royal Ballet en van de Royal Ballet Royal Opera House Covent Garden, is sinds 2005 gastdirigent van de Opera National de Paris. In het seizoen 2007-2008 dirigeerde hij in de Vlaamse Opera de wereldcreatie van ‘La Strada’ (Luc Van Hove) en in de Munt de wereldcreatie van ‘La Lumière Antigone’ (Pierre Bartholomée). Antwerpen verwelkomde hem opnieuw met ‘L’Amour de Loin’ (Kajia Saariaho), Brussel met ‘Hanjo’ (Toshio Hosokawa) en ‘Shell Shock’ (Nicolas Lens/Nick Cave/Larbi Cherkaoui). Toekomstige engagementen brengen hem terug naar de Teatro dell’Opera di Roma, Wiener Staatsoper, Opéra National de Paris, Stopera Amsterdam, Le Capitole de Toulouse, National Ballet of Japan Tokyo en de New York City Ballet. Met HERMESensemble tast hij de grenzen af van experiment, confrontatie en verruiming. Hij werkte intens samen met componisten zoals Wim Henderickx, Luc Brewaeys, Luc Ferrari, Kaija Saariaho, Joby Talbot, George Benjamin, Hans Abrahamsen, Yan Maresz, Luc Van Hove, Pierre Bartholomée Gabriel Yared en Annelies Van Parys. Op zijn operarepertoire staan de belangrijkste opera’s van Mozart, Verdi en Puccini naast hedendaags muziektheater met uitvoeringen in Salzburg, Parijs, London, Wenen, Amsterdam, Madrid, Barcelona, Lissabon, Tokyo, Nagoya, Singapore, Taipei, Muscat, Sydney, Keulen, Brussel en Antwerpen. Koen Kessels maakt deel uit van de artistieke directie van het Koninklijk Conservatorium Antwerpen, is artistiek directeur van Inspiratum en honorary professor van The Birmingham University, Faculty of Music. ‘Cendrillon’ (Nourejev), ‘Proust’ (Petit), ‘Tribute to Jérome Robbins’, ‘La Petite Danseuse de Degas’ (Bart), en ‘Coppélia’ (Bart) met de Parijse Opera, ‘The Nutcracker’ (Sir Peter Wright) met The Royal Ballet Covent Garden, ‘Cinderella’ (Bintley) met BRB, en ‘Avant-Garde’ en ‘Belgique Martyre’ met Cinematek en HERMESensemble zijn verschenen op dvd.
deSingel tijdlijn (selectie) vr 18 dec 2015 HERMESensemble olv. Koen Kessels & Jeroen Berwaerts & Kurt Ralske Scelsi, Sciarrino, Manca, Filidei do 6 nov 2014 HERMESensemble olv. Koen Kessels La Belgique Martyre wo 13 nov 2013 HERMESensemble olv. Koen Kessels Strange news [...] zo 11 mrt 1990 Het Gevolg De jongen van zee
15
Jeroen Berwaerts Jeroen Berwaerts is een muzikale duizendpoot. Geprezen om zijn indrukwekkende virtuositeit en muzikaliteit beheerst hij een repertoire waarin van barok tot hedendaags en jazz elk muzikaal tijdperk aan bod komt. Een bloeiende solocarrière waaronder recitals en concerten met s'werelds toonaangevende symfonieorkesten hindert hem niet om gelijklopend ook aan kamermuziek te doen. Reeds voor zijn studies bij trompetvirtuoos Reinhold Friedrich in Karlsruhe boekte hij succes bij diverse wedstrijden als het Concours Maurice André (Albert 1991) en het Concours Européen de Jeunes Trompettistes (Nancy 1992). Tevens werd hij in 1997 onderscheiden bij de internationale muziekwedstrijd Prager Frühling en werd hij 2de laureaat bij het Concours Maurice André in Parijs waar hij eveneens de Feeling Prijs won voor de beste interpretatie en muzikaliteit. Jeroen Berwaerts’ muzikale openheid en zijn stralende virtuositeit leidden hem langs belangrijke internationale festivals als Ars Musica, Festival van Vlaanderen, het Takefu International Music Festival in Japan, de Niedersächsische Musiktage, de Festspiele Mecklenburg-Vorpommern en het Rheingau Musik Festival. Hij is veelvuldig te gast bij het SchleswigHolstein Musik Festival waar hij in 2005 de creatie bracht van Toshio Hosokawa's ‘Voyage VII’ voor trompet en ensemble. Daarnaast trad hij als solist op met bekende orkesten als NHK Symphony Orchestra, Wiener Symphoniker, Deutsche Kammerphilharmonie Bremen, de Münchner en de Berliner Symphoniker, het Jeunesses Musicales wereldorkest, het NDR Sinfonieorchester, NDR Symphony Orchestra, Orchestre Philharmonique de Strasbourg, de Radiophilharmonie Hannover, het Symfonieorkest Vlaanderen en met vooraanstaande dirigenten als Alan Gilbert, Yakov Kreizberg, Jun Märkl en Matthias Pintscher. Van 1999 tot 2014 was hij eerste solotrompettist bij het NDR Sinfonieorchester. Sinsdien treedt hij als solist overal ter wereld op. Berwaerts doceert trompet aan de Hochschule
16
für Musik in Hannover. Parallel met zijn pijlsnelle carrière als trompettist studeerde Jeroen Berwaerts jazz zang aan het Koninklijk Conservatorium te Gent. Hij stelde meerdere programma's samen waarin hij op unieke wijze een verbinding maakt tussen klassieke muziek, jazz-zang en trompet. In het seizoen 2015-2016 brengt hij naast de creatie van het nieuwe Concerto voor trompet en ensemble van Francesco Filidei de Nederlandse première van het Tweede Trompetconcerto ‘Im Nebel’ van Toshio Hosokawa met de Philharmonie Zuidnederland. Van dit laatste werk verzorgde hij ook de wereldcreatie in 2013. Hij zal verder te gast zijn in Malmö bij de opening van een nieuwe kamermuziekzaal met de kopersectie van de Malmö Symphony Orchestra en het programma van zijn hand ‘Signals from Heaven’, verschillende concerten in Japan verzorgen en zijn samenwerking met Ensemble Resonanz verder zetten. Zijn eerste solo cd ‘In the Limelight’ werpt een fascinerende blik op het romantische trompetrepertoire. Daarbuiten verscheen er bij RCA een live opname van Mozarts Posthoornserenade onder leiding van de gevierde Günter Wand. Recent voegde hij Paul Hindemiths Trompetsonate met Alexander Melnikov toe aan zijn discografie. De bekroonde cd (Harmonia Mundi) biedt een aantal sonates waaronder ook de vioolsonate met Isabelle Faust. Hij werkte reeds samen met Melnikov in 2012 rond Sjostakovitsj’ Concerto voor piano, trompet en strijkorkest met het Mahler Chamber Orchestra onder leiding van Teodor Currentzis (Harmonia Mundi). In hetzelfde jaar lanceerde NEOS een opname van Hosokawa’s ‘Voyage VII’ met Berwaerts als solist bij het Orchestre Philharmonique du Luxembourg. Jeroen Berwaerts wordt als kunstenaar ondersteund door Yamaha. www.jeroen-berwaerts.de
deSingel tijdlijn vr 18 dec 2015 HERMESensemble olv. Koen Kessels & Jeroen Berwaerts & Kurt Ralske Scelsi, Sciarrino, Manca, Filidei wo 21 okt 2009 Belgische Kamerfilharmonie olv. Ben Haemhouts Mendelssohn, Haydn
Kurt Ralske
Kurt Ralske ontwerpt video-installaties en performances in dialoog met de geschiedenis: een verkenning van het verleden die telkens een nieuwe blik op de toekomst voorstelt. Zijn werk wordt overal ter wereld tentoongesteld, onder meer op de Biënnale van Venetië (2009), Guggenheim Museum Bilbao, en het Los Angeles Museum of Contemporary Art. Hij ontving de Rockerfeller Foundation Media Arts Fellowship en de eerste prijs op het transmediale International Media Art Festival van Berlijn in 2003. Kurt Ralske programmeerde en is co-ontwerper van de 9-kanalige video-installatie in de inkomhal van het MoMa te New York. Hij is ook de auteur en programmeur van Auvi, een populaire software-omgeving voor video in gebruik door kunstenaars in 22 landen. Kurt Ralske woont in New York, en is lid van de Graduate Faculty of the School of the Museum of Fine Arts in Boston, in het departement Video, Sound and Film. Tot eind januari 2016 loopt de tentoonstelling ‘Faceness’ in de Axel Vervoordt Gallery in de Vlaeykensgang te Antwerpen, met recent videowerk van Kurt Ralske. www.retnull.com
deSingel tijdlijn vr 18 dec 2015 HERMESensemble olv. Koen Kessels & Jeroen Berwaerts & Kurt Ralske Scelsi, Sciarrino, Manca, Filidei di 9 mrt 2004 HERMESensemble olv. Koen Kessels Cage, Van Camp, Brewaeys
17
Binnenkort in deSingel Scherpdenkers Het Collectief olv. Reinbert de Leeuw Marianne Pousseur stem Klaas Verpoest video motion design Arnold Schönberg Pierrot Lunaire, opus 21 (1912)
do 14 jan 2016 | Blauwe zaal | 20 uur € 24, 20 (basis) | € 20, 16 (-25/65+) | € 8 (-19 jaar) gratis inleiding Arne Herman | Blauwe foyer | 19.15 uur
18
Het Collectief © Emanuel Maes
architectuur dans theater muziek
in deSingel
t +32 (0)3 248 28 28 Desguinlei 25 B-2018 Antwerpen deSingel is een kunstinstelling van de Vlaamse Overheid
www.desingel.be f deSingelArtCity
mediasponsors