deSingel vr 13 dec 2013
Blauwe zaal Grote podia
Carmen Linares
inleiding Michel Gillain | 19.15 uur | Blauwe Foyer begin 20 uur | einde omstreeks 21.30 uur | er is geen pauze
flamenco 2013-2014 Carmen Linares vr 13 dec 2013 Pansequito vr 7 feb 2014 Chano Domínguez Quartet za 29 mrt 2014
teksten en coördinatie programmaboekje deSingel
Remembranzas Carmen Linares zang Eduardo Pacheco, Pedro Barragán zang Rosario Amador, Ana María Gonzálezs palmas en coros
gelieve uw GSM uit te schakelen
De inleidingen kan u achteraf beluisteren via www.desingel.be Selecteer hiervoor voorstelling/concert/tentoonstelling van uw keuze.
REAGEER & WIN
Op www.desingel.be kan u uw visie, opinie, commentaar, appreciatie, … betreffende het programma van deSingel met andere toeschouwers delen. Selecteer hiervoor voorstelling/concert/tentoonstelling van uw keuze. Neemt u deel aan dit forum, dan maakt u meteen kans om tickets te winnen. Bij elk concert worden cd’s te koop aangeboden door ’t KLAverVIER, Kasteeldreef 6, Schilde, 03 384 29 70 > www.tklavervier.be Grand café deSingel open alle dagen 9 > 24 uur informatie en reserveren +32 (0)3 237 71 00 www.grandcafedesingel.be drankjes / hapjes / snacks / uitgebreid tafelen
Remembranzas van Carmen Linares Carmen Linares werd geboren in Linares, een klein stadje in Jaen. Ze verwierf een bevoorrechte plaats tussen de huidige flamencozangers als erfgename van de traditionele flamencokunst. ‘Cantaora’ is de titel van een van de plaatopnames van Carmen Linares omdat zij onbetwistbaar dé flamencozangeres van deze tijd is. Haar stem, vol nuances en muzikaliteit, gekoppeld aan haar persoonlijke en veelzijdige stijl, demonstreert de oneindige mogelijkheden van de flamencokunst. Als vaste waarde binnen de gezongen flamenco bewaart ze als geen ander de vrouwelijke zangtraditie van de ‘cante jondo’. “De cante jondo is dieper dan het hart dat haar op dat moment schept en de stem die haar zingt, want ze is schier oneindig” schreef de Spaanse dichter Federico García Lorca over de hartstochtelijke flamencozang. Carmen Linares is in de eerste plaats zichzelf wanneer ze zingt. Zij imiteert niet, ze deelt haar timbre, haar intense interpretatie is tegelijk een muzikale en literaire legende. Haar voortdurende zoektocht naar nieuwe expressievormen, gepaard aan een diepe kennis en een uitgebreid repertoire, leidde tot een verrijkende combinatie van cante jondo met symfonische en kamerorkesten. Zij is één van de eerste flamencoartiesten die uitgenodigd werd door het New York Philharmonic Orchestra voor een concert in het Lincoln Center. De New York Times omschreef haar als een zangeres met “een uitzonderlijke en expressieve kracht”. Zij vertolkte El Amor Brujo in het Teatro Colon in Buenos Aires onder leiding van dirigent Rafael Frubeck de Burgos en tevens La Vida Breve in het Opera Theatre in Sydney onder leiding van dirigent Josep Pons. Filmregissseur Carlos Saura vroeg haar voor zijn film ‘Flamenco’. Verscheidene van haar opnames, waaraan Carmen Linares steeds uiterste zorg besteedt, werden bekroond met belangrijke prijzen (Académie Française en de Zilveren Medaille van de Junta van Andalucia). In november 2001 ontving zij de Nationale Muziekprijs in de catagorie uitvoerders. Dit is de belangrijkste prijs in Spanje uitgereikt door het Ministerie van Cultuur. In 1999 nam zij als gastartieste deel aan de uitvoeringen en opnames van de productie Locura de Brisa y Trino van Manolo Sanlúcar. Dit werk kende groot succes in talrijke belangrijke theaters in Spanje en daarbuiten. Carmen Linares werd geboren in 1951 in Andalusië en groeide er op in een muzikale familie. Haar métier leerde ze in de ‘tablaos’ van Madrid waar ze tussen grote namen als Camarón en Enrique Morente haar
stem ontwikkelde en vervolmaakte tot één van de meest veelzijdige in het flamencocircuit. Zij begon haar professionele carrière rond 1970, eerst in de dansgezelschappen van Carmen Mora en Paco Romero, later begeleid door Juan Habichuela. Sinds haar doorbraak in de jaren ‘70 heeft ze de status bereikt van oermoeder van de cante, de zang. Zij heeft de zeldzame gave om vreugde, pijn en levenskracht samen te bundelen in één enkele toon. Linares is een ‘cantaora larga’, ze beheerst alle stijlen, wat haar tot de meest complete flamencozangeres van onze tijd maakt. Na een rijke carrière van 40 jaar is Carmen Linares voor een tweede keer in deSingel te gast. Met het programma ‘Remembranzas’ haalt ze haar mooiste flamencoherinneringen op en zingt ze ‘ver voorbij’ de flamenco naar nieuwe einders. Ze nodigt het publiek uit in haar eigen flamencowereld vol poëzie en diepgevoelde zang. Ze verklankt haar liefde voor moderne klassieke Spaanse dichters als Juan Ramón Jiménez, Miguel Hernández en natuurlijk Federico García Lorca in nieuwe flamencogezangen. Maar ook de Spaanse volkspoëzie bruist bij haar van nieuw leven. In haar stem ballen zich alle menselijke emoties samen en klinken de grootmeesters van het oude flamencolied door wie ze van jongs af aan omringd werd. Haar expressieve vertolkingen vinden een stuwende bedding in de gitaren van Eduardo Pacheco en Pedro Barragán en in het handgeklap van Ana María González en Rosario Amador. www.carmenlinares.org
Klein Flamencovocabularium
AFICIONADO: een liefhebber, meer bepaald van flamenco en corrida. ALEGRIAS: typische zang uit Cadiz, hoort bij de groep van de cantiñas. BAILAOR(A): danser(es) die de flamenco interpreteert, in tegenstelling tot de bailarín(a) van de klassieke dans. BAILE: flamencodans. In de klassieke dans: danza BULERIAS: zang en dans op een snel ritme, stamt af van de soleares. Vooral die uit Jerez zijn erg gereputeerd. CANTAOR(A): flamencozanger(es). CANTE: flamencozang (in tegenstelling tot canto: algemene Spaanse benaming voor zang). CANTE JONDO: uit het Andalusisch: diepe zang, in tegenstelling tot cante chico (lichte zangstijl), cante festero (feestelijke zang) enzovoorts. CANTES DE LEVANTE: de Levante, letterlijk ‘opgaande zon’, groepeert enkele Oost-Andalusische provincies: Almería, Jaén, Málaga en Granada. Murcia, net niet in Andalusië, wordt toch opgenomen in dezelfde groep. De cantes de Levante zijn derivaten van de plaatselijke fandangos: granaínas, malagueñas, tarantas, tarantos, cartageneras, mineras, murcianas en andere. CANTIÑAS: gezangen uit Cadiz. In deze familie situeren zich de alegrÌas, caracoles, mirabrás, rosas en romeras. CARTAGENERA: een van de cantes de Levante, afkomstig van de fandango van Cartagena (Murcia). Maakt deel uit van de mijnwerkersstijlen (cantes de la mina), zoals ook de minera en de taranta. COMPÁS: Spaanse term voor maat, metrum. Binnen de flamenco staat deze term voor het specifieke ritme van elk type zang. CUADRO: een groep flamencoartiesten, meestal samengesteld uit zanger(s), gitarist(en) en danser(s), die samenkomen voor een voorstelling, meer bepaald in een tablao. DUENDE: gemoedsgesteldheid, bijna trance, die door de flamenco wordt veroorzaakt. ESTILO: term die tegelijk een bepaald zangtype (of palo) en een interpretatiewijze (stijl) aangeeft. FANDANGO: zang uit de Andalusische folklore die heel vaak dicht bij de flamenco staat. Vooral de fandangos uit Málaga, Granada en de Levante (OostAndalusië), alsook de artistieke fandangocreaties (fandangos personales of grandes), horen bij het flamencorepertoire, terwijl die uit Córdoba en Huelva dichter bij de folklore zijn gebleven. JALEO: kreten om de artiesten aan te moedigen. Jaleo is ook een flamencostijl uit Extramadura (verwant aan de bulería). JUERGA: intieme bijeenkomst met vrienden om te feesten en flamenco te beoefenen. MALAGUEÑA: zang afgeleid van een fandango van Málaga, die in de negentiende eeuw in het flamencorepertoire verscheen. MARTINETE: zang van de smid. Ontleent zijn naam aan de grote hamer van de smeden. Wordt tot de tonás gerekend. MINERA: zang uit de streek van La Unión (Murcia) die vaak over het werk in de mijnen handelt. Een van de stijlen van de Levante. PALMAS: ritmisch handgeklap dat de zang of dans begeleidt. In de gewone palmas slaat men met de vingers van de ene hand in de handpalm van de
andere. De palmas sordas worden gebruikt om zachte stukken zang niet te storen, en daarbij worden de twee handpalmen tegen elkaar geslagen. PALO: term voor elk type zang, in tegenstelling tot de verschillende lokale of individuele stijlen. PEÑA FLAMENCA: een gespecialiseerde flamencoclub, voor aficionados. De peñas zijn gegroepeerd in federaties per provincie. RUMBA: zang en dans afkomstig uit Cuba. In de eerste helft van de twintigste eeuw werd de rumba gepopulariseerd door de zigeuners, vooral in Catalonië. In het flamencorepertoire onthouden wij vooral rumbavertolkingen van Pepe de la Matrona en La Niña de los Peines. SIGUIRIYA: een van de basistypes (palos) van de flamenco. SOLEÁ: basispalo, «moeder» van veel cantes. TABLAO: cabaret dat zich specialiseert in flamencovoorstellingen, vooral sinds de de jaren vijftig, en geïnspireerd op de cafés cantantes van eind negentiende eeuw. TANGO: palo afkomstig uit de Afro-Cubaanse straattangos die rond het midden van de negentiende eeuw door de zigeuners geadopteerd zou zijn en nu een basispalo is. Niet te verwarren met de Argentijnse tango. TARANTA: een van de cantes de Levante, ontstaan in de provincie Almería, en behorend tot de groep mijnwerkersgezangen (cantes de la mina). TARANTO: dansbare variant van de taranta. TOCAOR: flamencogitarist. TONÁ: een van de oudste cantes. Behelst cante jondostijlen als de eigenlijke toná, de martinete, de carcelera en de debla. TOQUE: gitaarspel, of het nu solo of in begeleiding is.
Meer flamenco in deSingel
Pansequito Pansequito zang Jose de Pura gitaar Pinto de la Melli, Manuel de la Chata palmas
© Alejandro LG.
vr 7 feb 2014 I 20 uur I Blauwe zaal € 25 (basis) I € 20 I € 8 (-19 jaar)
architectuur theater dans muziek
www.desingel.be t +32 (0)3 248 28 28 Desguinlei 25 B-2018 Antwerpen f deSingelArtCity deSingel is een kunstinstelling van de Vlaamse Gemeenschap en geniet de steun van de Provincie en de Stad Antwerpen. mediasponsors