DEEL 1 ARCHIMEDES BACHELOR
INSTITUUT ARCHIMEDES MASTEROPLEIDING NATUURKUNDE
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
1
INHOUDSOPGAVE 1. 1.1. 1.1.1. 1.1.2. 1.1.3. 1.1.4. 1.1.5. 1.1.6. 1.1.7. 1.2. 1.2.1. 1.2.2. 1.2.3. 1.2.4. 1.2.5. 1.2.6. 1.2.7. 1.2.8. 1.3. 1.3.1. 1.3.2. 1.3.3. 1.3.4. 1.3.5. 1.3.6. 2. 2.1. 2.2. 2.3. 2.4. 2.5. 2.6. 2.7. 2.8. 2.9. 2.10. 2.10.1. 2.10.2. 2.10.3.
2
Algemene informatie Algemene informatie HU Onderwijsprofiel HU Bachelor- en Masterstelsel Hogeschool- en faculteitsregelingen Kwaliteitszorg Ordehandhaving Organogram HU Locaties HU Algemene informatie faculteit Educatie Algemeen Organogram faculteit Contactgegevens Plattegrond Praktische voorschriften en aanwijzingen Openingstijden gebouwen Vakanties en vrije dagen Faciliteiten Algemene informatie opleiding natuurkunde Algemeen Contactgegevens In- en uitschrijven voor de opleiding Examencommissie Onderwijsbalie Overige informatie Studentenvoorzieningen Studiebegeleiding Studentendecaan Vertrouwenspersoon Studentenarts Bureau Studentenpsychologen Mediation Financiële steun Studeren met een functiebeperking Mediatheek ICT-faciliteiten Algemeen Studentenmail Sharepoint
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
5 5 5 6 7 9 9 10 11 12 12 14 14 15 15 16 16 16 20 20 21 22 24 28 29 30 30 31 32 32 33 33 34 34 35 36 36 36 37
2.10.4. 2.10.5. 2.10.6. 2.11. 2.11.1. 2.11.2. 2.12. 2.13. 2.13.1. 2.13.2. 2.14. 2.15. 2.16. 2.17. 2.18. 3. 3.1. 3.2. 3.2.1. 3.2.2. 3.2.3. 3.2.4. 3.2.5. 3.2.6. 4. 4.1. 4.1.1. 4.1.2. 4.1.3. 4.1.4. 4.1.5. 4.1.6. 4.1.7. 4.1.8. 4.1.9. 4.1.10. 5. 5.1. 5.2. 5.3. 5.4.
OSIRIS Student Wachtwoord Informatiebeveiliging en privacy Medezeggenschap Inspraakorganen Ondersteuning bestuurlijk actieve studenten Studium Generale Studentenvereniging Algemeen Bestuursbeurs en stimuleringsfonds Topsport Trajectum Sport en Cultuur Veilig, gezond en milieuvriendelijk studeren Wettelijke aansprakelijkheid en ongevallen Opleiding en beroep Beroepsprofiel Opleidingsprofiel Doelstelling opleiding Uitwerking van beroepsprofiel Het hbo-niveau van de opleiding Didactische uitgangspunten Didactische werkvormen Competenties beroepsbeoefenaar Inrichting en organisatie opleiding Algemeen Opleidingsvorm Opleidingsstructuur algemeen Overzicht curriculum Lesdagen en tijden Uitval van lessen Studieloopbegeleiding Registratie studievoortgang Introductie- en begeleidingsdagen, excursies, werkweken en trainingen Studiekosten en eigen bijdragen Afstuderen Cursusdeelname Algemeen Inschrijving voor cursussen Aanwezigheidsplicht Beginvereisten
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
37 39 39 40 40 41 41 41 41 42 43 43 43 44 47 48 48 51 51 51 54 59 60 60 62 62 63 63 64 69 69 70 70 70 71 71 73 73 73 73 73
3
6. 6.1. 6.2. 6.3. 6.3.1. 6.3.2. 6.3.3. 6.3.4. 6.3.5. 6.3.6. 6.3.7. 6.3.8. 6.3.9. 6.4. 6.4.1. 6.4.2. 6.4.3. 6.4.4. 7. 7.1. 7.2. 7.3. 7.4. 8. 8.1. 8.2. 8.3. 9.
4
Tentamens en examens Algemeen Vrijstellingen Organisatie tentamens Tentamenvorm en –duur Inschrijving en deelname (her)tentamens Voorzieningen wegens functiebeperking Legitimatieplicht bij schriftelijke tentamens Gang van zaken tijdens tentamens Beoordeling en inzage tentamenwerk Onregelmatigheden / fraude Bewaring en teruggave tentamen- en examenwerk Geldigheidsduur studieresultaten Getuigschriften en titulatuur Algemeen Graden en titulatuur Aantekening cum laude of met genoegen Procedure afgifte getuigschrift Klachten, bezwaar en beroep Inleiding Bezwaar Beroep Algemeen klachtrecht Roosters Jaarrooster Weekrooster Tentamenrooster Cursusbeschrijvingen
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
74 74 75 75 75 76 78 79 79 80 81 84 84 85 85 85 86 87 88 88 88 89 91 92 92 95 95 96
1. ALGEMENE INFORMATIE 1.1. Algemene informatie HU Hogeschool Utrecht (HU) is met zo’n 32.000 studenten en ruim 2.200 medewerkers een van de grootste en meest veelzijdige hboinstellingen in Nederland. De 6 faculteiten bieden samen meer dan 75 bacheloropleidingen aan op het gebied van communicatie en journalistiek, economie en management, natuur en techniek, gezondheidszorg, onderwijs, en maatschappij en recht. Na het behalen van uw bachelordiploma, kunt u bij HU in diverse richtingen een mastergraad behalen. Het onderwijs is per opleiding georganiseerd en is daardoor overzichtelijk en persoonlijk. Is uw interesse breder dan uw eigen opleiding, dan kunt u deelnemen aan onderwijsactiviteiten van andere HU-opleidingen of aan andere onderwijsinstellingen in Nederland of in het buitenland. Hogeschool Utrecht heeft onderwijslocaties in de Utrechtse binnenstad, op De Uithof en in Amersfoort. 1.1.1.
Onderwijsprofiel HU
Hoger beroepsonderwijs in de (kennis)samenleving Hogeschool Utrecht geeft zichzelf de opdracht hoogwaardige professionals op te leiden die een actieve bijdrage leveren aan de innovatie van de beroepspraktijk en aan de verdere ontwikkeling van de kennissamenleving. Daarbij zijn wij erop gericht iedere student optimale ontplooiingsmogelijkheden te bieden en het beste uit studenten te halen. Het onderwijsprofiel van HU In 2005 heeft Hogeschool Utrecht haar onderwijsprofiel vastgesteld. Het uitgangspunt van het profiel luidt: Hogeschool Utrecht geeft haar ambities vorm door opleidingen competentie- en vraaggericht in te richten en studenten te laten studeren binnen sterke leeromgevingen. Competentiegericht onderwijs Ons onderwijs is erop gericht dat studenten op samenhangende wijze hun competenties verwerven, zodat ze in staat zijn professioneel te handelen in kenmerkende beroepssituaties van toenemende complexiteit. De opleidingen formuleren, valideren en actualiseren de competenties in nauw overleg met het werkveld.
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
5
Competentiegericht opleiden betekent ook dat we voor de student maatwerk leveren. We sluiten aan op eerder verworven competenties, we stimuleren de student om in toenemende mate regisseur te worden van zijn eigen leerproces, keuzes te maken en deze te verantwoorden. Tevens dagen we studenten uit te werken aan hun onderzoeksvaardigheid en hun competenties te ontwikkelen in een internationale/multiculturele context. Vraaggestuurd onderwijs Het onderwijs richt zich zowel op de vraag van de beroepspraktijk als op de vraag van de student. Wij matchen de kennis en leervragen van studenten met die van de beroepspraktijk op een manier die past binnen de kwaliteitseisen van de opleiding. Een sterke leeromgeving Een competentiegerichte en vraaggerichte opleiding veronderstelt een sterke leeromgeving. Een leeromgeving die studenten inspireert, uitdaagt en waarin ze zich steeds op de grens van hun kunnen begeven. Een leeromgeving die het leren vanuit het werken in de praktijk vormgeeft: leren is werken en werken is leren. Iedere opleiding kent een, samen met het beroepenveld vastgestelde kennisbasis. Vanaf het eerste jaar staat het verwerven van kennis vanuit realistische beroepstaken centraal. Het onderwijs wordt vormgegeven in een mix aan werkvormen, zowel individueel als in samenwerking met medestudenten, waarbij in toenemende mate gewerkt wordt in authentieke beroepssituaties. 1.1.2.
Bachelor- en Masterstelsel
Masteropleidingen Na afronding van een bacheloropleiding kan een masteropleiding worden gevolgd aan een hogeschool of universiteit. Hogeschool Utrecht heeft een groeiend aantal masteropleidingen. Ook voor mensen die al een aantal jaren werkervaring hebben. Kijk voor meer informatie op www.masters.hu.nl. Wilt u een master volgen aan een universiteit, dan kan dat ook. Een hbo-opleiding sluit echter niet altijd naadloos aan op een universitaire master. Om uw kennis en vaardigheden op het vereiste niveau te brengen zijn voor een aantal masters speciale trajecten ontwikkeld, zogenaamde premasters die u voorafgaand aan de master volgt en die direct toegang geven. Kijk voor meer informatie op www. premasters.hu.nl of haal de folder Doorstuderen na je bachelor aan de UU. 6
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
1.1.3. Hogeschool- en faculteitsregelingen De Wet op het Hoger onderwijs en het Wetenschappelijk onderzoek (WHW) legt instellingen een aantal verplichtingen op. Hogeschool Utrecht heeft deze in reglementen verwerkt. Sommigen hiervan zijn uitgewerkt op faculteitsniveau. De reglementen zijn te vinden op www.reglementen.hu.nl. Iedere student wordt geacht op de hoogte te zijn van de inhoud van deze reglementen. Hieronder volgt een opsomming van de meest relevante reglementen met een korte toelichting op de inhoud. Studentenstatuut HU In het Studentenstatuut zijn de rechten en verplichtingen van studenten vastgelegd op hoofdlijnen. Veel onderwerpen worden nader uitgewerkt in specifieke reglementen zoals hieronder vermeld. Onderwijs- en Examenregeling van de faculteit De Onderwijs- en Examenregeling van de faculteit (faculteits-OER) moet worden gezien als onderdeel van deze studiegids. In dit document zijn de rechten en plichten van studenten ten aanzien van het onderwijs, tentamens, examens en verwante zaken vastgelegd. Dit wordt op een aantal punten nader uitgewerkt in de studiegids. Inschrijvingsregeling HU In de Inschrijvingsregeling worden de procedurele (niet: inhoudelijke) aspecten rond inschrijving, collegegeld en uitschrijving beschreven. Zie ook par. 1.3.3. Reglement College van Beroep HU Het kan voorkomen dat een student het niet eens is met een beslissing van de examencommissie of faculteitsdirectie. In de meeste gevallen kan de student dan in beroep gaan bij het College van Beroep. In het reglement College van Beroep zijn de samenstelling en de bevoegdheid van het College van Beroep, alsmede de beroepsgronden, de beroepsprocedures en het tot stand komen van de uitspraak nader geregeld. Zie ook par. 7.3 Steunfondsregeling HU Tijdens de opleiding kan een student te maken krijgen met persoonlijke omstandigheden die tot studievertraging leiden en problemen (kunnen) gaan geven met de studiefinanciering. Ook kan er sprake zijn van bestuurlijke activiteiten naast de studie. Onder bepaalde voorwaarden kan een student een beroep doen op financiële ondersteuning. Een en ander staat beschreven in deze regeling. Zie ook par. 2.7 en 2.17.2. Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
7
Noodfondsregeling HU De Noodfondsregeling is vastgelegd in het Studentenstatuut. Hogeschool Utrecht biedt door middel van het Noodfonds hulp bij onvoorziene uitgaven van studenten die hun draagkracht te boven gaan maar waar ze zich redelijkerwijs niet tegen kunnen verzekeren. Zie ook par. 2.7. Privacyreglement persoonsgegevens studenten HU In dit reglement is de verzameling, opslag, correctie en verstrekking van persoonsgegevens van de student geregeld. Reglement Studentendecanen HU Hierin zijn onder meer taken, bevoegdheden en functioneren van de decanen geregeld. Zie ook par. 2.2. Reglement Examencommissies HU Dit reglement bevat nadere regels met betrekking de uitoefening van de taak en de werkwijze van de examencommissies. Zie ook par.1.3.4. Regeling inzake Ongewenst Gedrag HU Elke faculteit heeft een of meer vertrouwenspersonen. In deze regeling zijn onder andere de taken en bevoegdheden van de vertrouwenspersoon geregeld en de waarborging van een onafhankelijk functioneren van de vertrouwenspersoon. Zie ook par. 2.3 Reglement voor de Opleidingscommissies De (gezamenlijke) opleidingscommissies ((G)OC’s) zijn medezeggenschapsorganen op afdelingsniveau. De samenstelling, bevoegdheden, rechten en plichten en geschillenoplossing zijn geregeld in het door de faculteitsdirectie vastgestelde OC-reglement. Zie ook par. 2.11. Reglement voor de Faculteitsmedezeggenschapsraad De faculteitsmedezeggenschapsraad is een medezeggenschapsorgaan op faculteitsniveau. De samenstelling, bevoegdheden, rechten en plichten en geschillenoplossing zijn geregeld in het door de faculteitsdirectie vastgestelde FMR-reglement. Zie ook par. 2.11. Reglement Centrale Medezeggenschapsraad HU De centrale medezeggenschapsraad (CMR) is een medezeggenschapsorgaan op hogeschoolniveau. De samenstelling, bevoegdheden, rechten en plichten en geschillenoplossing zijn geregeld in het 8
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
door het College van Bestuur vastgestelde CMR-reglement. Zie ook par. 2.11. 1.1.4. Kwaliteitszorg Hogeschool Utrecht besteedt veel zorg en aandacht aan kwaliteit. Kwaliteitszorg heeft betrekking op alle onderdelen van het onderwijs, het curriculum, de studievoortgang, de begeleiding, de onderwijsorganisatie, de relatie opleiding-arbeidsmarkt, etc. Een precieze uitwerking van het systeem van kwaliteitszorg dat de opleiding hanteert, vindt plaats in het kwaliteitsplan. Hierin staat beschreven op welke wijze en met welke middelen inzicht wordt verkregen in de kwaliteit van de opleiding, hoe aan eventuele verbetering gewerkt kan worden, hoe studenten zijn betrokken bij de evaluatie en op welke wijze verslag wordt gedaan van de resultaten van deze evaluaties. Opleidingscommissies spelen een belangrijke rol in het systeem voor kwaliteitszorg en hebben in het verleden belangrijke verbeteringen in gang gezet. De kwaliteit van het onderwijs kan natuurlijk prima beoordeeld worden door degenen die het onderwijs genieten: de studenten. Van jullie wordt daarom regelmatig gevraagd schriftelijk te evalueren. De vragenlijsten zijn anoniem. U loopt dus geen risico dat negatieve oordelen tegen u zullen werken. Ook uw jaarlijkse deelname aan het StudentTevredenheidsOnderzoek (STO) geeft ons belangrijke informatie over de kwaliteit van het onderwijs. 1.1.5. Ordehandhaving Artikel 48 van het Studentenstatuut (zie www.reglementen.hu.nl) regelt de ordehandhaving binnen Hogeschool Utrecht. Deze regeling luidt - samengevat - als volgt: Voorschriften en aanwijzingen Ter handhaving van de goede gang van zaken binnen de hogeschool gelden, behalve de wet, nadere voorschriften en aanwijzingen zoals vastgesteld door of namens het College van Bestuur of de faculteitsdirectie. Deze voorschriften en aanwijzingen kunnen betrekking hebben op, maar zijn niet beperkt tot de volgende onderwerpen: • ongewenst gedrag; • het gebruik van de gebouwen en terreinen met de daarin of daarop aanwezige voorzieningen; • afmelding van de student bij ziekte of verhindering anderszins; • roosterwijzigingen en tussenuren; • bijzondere omstandigheden.
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
9
Binnen de hogeschool geldt verder een algemeen verbod op het dragen van gezichtsbedekkende kleding. De opleiding kan aanvullende kledingvoorschriften stellen, indien dit uit het oogpunt van praktische uitvoering van het onderwijs noodzakelijk is. Plichten student Op basis van de Arbeidsomstandighedenwet gelden voor de studenten de volgende plichten: • de plicht om in werk en studie zorgvuldig en voorzichtig te handelen; • de plicht om zich op de hoogte te stellen van (veiligheids)voor schriften die betrekking hebben op het werk en de studie; • de plicht om aangebrachte veiligheidsvoorzieningen op de juiste wijze te gebruiken en de verplichte beschermingsmiddelen te dragen of toe te passen; • de plicht om onveilige en/of ongezonde werksituaties te melden aan de desbetreffende faculteitsdirectie. Maatregelen Bij overtreding van de voorschriften/aanwijzingen of niet nakoming van de plichten zoals hierboven genoemd, kunnen door de faculteitsdirectie de volgende maatregelen worden getroffen: • het geven van een waarschuwing of berisping; • het ontzeggen van de toegang tot gebouwen en terreinen van de hogeschool voor de tijd van ten hoogste een jaar. 1.1.6. Organogram HU Een organogram van de HU is te vinden op www.organogram.hu.nl. Per 1 september 2005 heeft Hogeschool Utrecht het onderwijsaanbod als volgt georganiseerd: • Instituten Hier zijn verwante bacheloropleidingen en masteropleidingen naar interessegebied geclusterd • Centra Voor deeltijd en duale opleidingen, cursussen en workshops. En voor (incompany) trainingen, consultancy en coaching voor professionals. • Academies Met het aanbod van masteropleidingen voor afgestudeerden. Een overzicht van alle instituten, centra en academies vindt u op 10
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
www.hu.nl/overhu. Organisatorisch is Hogeschool Utrecht ingedeeld in faculteiten. Zie ook par. 1.1.7. 1.1.7.
Locaties HU
Locaties HU in Utrecht College van Bestuur, Centrale Organisatie Faculteit Natuur & Techniek Oudenoord 330 en 340 3513 EX Utrecht Telefoon (030) 238 83 84 Faculteit Natuur & Techniek Oudenoord 700 3513 EX Utrecht Telefoon (030) 230 82 02 Faculteit Natuur & Techniek Nijenoord 1 3552 AS Utrecht Telefoon (030) 230 81 08 Faculteit Natuur & Techniek, International Office F.C. Dondersstraat 65 3572 JE Utrecht Telefoon (030) 275 88 88 Faculteit Educatie Padualaan 97 3584 CH Utrecht Telefoon (030) 254 71 00 Faculteit Communicatie & Journalistiek Padualaan 99 3584 CH Utrecht Telefoon (030) 219 30 00 Faculteit Economie & Management Padualaan 101 3584 CH Utrecht Telefoon (030) 258 62 00
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
11
Faculteit Maatschappij & Recht Heidelberglaan 7 3584 CS Utrecht Telefoon (030) 252 96 00 Faculteit Gezondheidszorg Bolognalaan 101 3584 CJ Utrecht Telefoon (030) 258 51 00 Locaties HU in Amersfoort HU Amersfoort Berkenweg 11 3818 LA Amersfoort Telefoon (033) 421 21 00 FMR, Instituut for Social Work, Creatieve Therapie Hooglandseweg-Noord 140 3813 VE Amersfoort Telefoon (033) 479 13 00 Routebechrijvingen naar alle locaties vindt u op www.hu.nl. Kijk voor de bereikbaarheid per openbaar vervoer op www.gvu.nl. 1.2.
Algemene informatie faculteit Educatie
1.2.1. Algemeen De Faculteit Educatie (FE) van de Hogeschool Utrecht is met ruim 8.000 studenten en circa 800 medewerkers de grootste educatieve faculteit van Nederland. De FE is een belangrijke speler in landelijke - , regionale - en lokale educatieve netwerken. Door de te verwachten groei van het aantal studenten, de omvang van de contractactiviteiten en samenwerking met diverse partners zal de positie van de faculteit de komende jaren verder worden versterkt. De faculteit verzorgt 16 bachelor en 14 masteropleidingen voor primair onderwijs, voortgezet onderwijs, speciaal onderwijs, beroepsonderwijs, de hulpverlening en voor doventolken. Al deze opleidingen zijn ondergebracht bij vijf instituten, die elk toonaangevend zijn op hun terrein. Daarnaast worden door de faculteit op een breed terrein nascholings- en contractactiviteiten uitgevoerd.
12
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
Binnen de faculteit wordt onder de naam Utrechtse Academie voor Educatieve Innovatie een kennisinfrastructuur ontwikkeld. Binnen deze Academie functioneert een aantal expertisecentra en zeven lectoraten, waarin wordt geparticipeerd door experts van binnen en buiten de faculteit. 1. lesgeven in de multiculturele school; 2. gedragsproblemen in de onderwijspraktijk; 3. vernieuwende onderwijsdidactiek - en methodiek; 4. leerproblemen, in het bijzonder de preventie van leesproblemen; 5. beroepsonderwijs; 6. dovenstudies; 7. spel. Door middel van onderzoek en advisering leveren de lectoraten belangrijke bijdragen aan de ontwikkeling van het onderwijs. Zij doen dat in nauwe samenwerking met de onderwijsinstituten en experts uit het beroepenveld. Alle betrokken partijen werken continu aan de verbetering van het onderwijs. In het kader van de continue kennisontwikkeling van de faculteit zal het assortiment aan opleidingen en het aantal lectoraten, waar mogelijk en wenselijk, in de toekomst worden uitgebreid en zal de kenniscirculatie binnen de faculteit én daarbuiten worden gestimuleerd. Een middel daartoe is het in 2007 gelanceerde onderwijsweb. De faculteit staat onder leiding van de faculteitsdirectie. De directeuren van de onderwijsinstituten maken deel uit van het directieteam. Binnen de facultaire organisatie zijn acht ondersteunende diensten actief: • Planning & Control; • Personeel & Organisatie; • Onderwijs & Studentzaken; • Faculteitsbureau; • Mediatheek; • informatiemanagement; • Marketing & Communicatie; • Facilities. Belangrijke cultuurelementen van de FE zijn: creativiteit (ondernemerschap), openheid en verantwoordelijkheid. Medewerkers worden gestimuleerd vanuit hun specifieke taken een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van de gehele organisatie. De Faculteit Educatie is gecertificeerd ‘Investors In People’. Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
13
1.2.2. Organogram faculteit Zie www.hu-sharepoint.nl/sites/organogram 1.2.3. Contactgegevens Faculteit Educatie (FE) Bezoekadres: Padualaan 97, 3584 CH Utrecht Postadres: postbus 14007, 3508 SB Utrecht telefoon: (030) 254 71 00 (receptie) Algemeen faxnummer: 030 - 251 7851 Internet: www.fe.hu.nl Directie Faculteit Educatie: Directie: Dhr. D. de Wolff, via secretariaat, kamer 5.071, tel. (030) 254 74 83 Instituut Theo Thijssen Directie: dhr. M. El Filali, via secretariaat, kamer 6.061, tel. (030) 254 71 77 Seminarium voor Orthopedagogiek Directie: Mw. G. Durkstra, via secretariaat, kamer 4.105, tel. (030) 254 73 94 Instituut Archimedes Directie: dhr. S.A.M. Heinsman, via secretariaat, kamer 7.089, tel. (030) 254 72 59 Instituut voor Gebaren, Taal & Dovenstudies Directie: dhr. R.J.M. van Dijk, via secretariaat, kamer 4.069, tel. (030) 254 73 73
14
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
Voor studenten relevante onderdelen van de facultaire organisatie Ka-
telefoon
e-mai
mer Studenten Informatie Punt (STIP)
1.013
(030) 254 71 51
[email protected]
Studentendecanaat
5.089,
0(030) 54 73 44
[email protected]
5.091,
/107/108/464
5.093, 5.095 Mediatheek
7.001
(030) 254 71 25
Facilitair Meldpunt
1.031
(030) 254 77 77
2.061
(030) 254 75 84
[email protected]
AVA-balie Drukkerij
1.2.4. Plattegrond Zie www.sharepoint.hu.nl/Organisatie/Faculteiten/Faculteit%20Educatie/Pages/default.aspx. 1.2.5. Praktische voorschriften en aanwijzingen De leeromgeving is in het nieuwe pand sterk veranderd. Studenten en medewerkers gebruiken flexwerkplekken. Alleen de werkplekken op de gangen zijn toegankelijk voor studenten. Spreekkamers en vergaderruimtes kunnen niet door studenten worden gebruikt. Regels flexplekken Ruim de plek bij het verlaten op. Ruim koffiebekers op, zet de stoel(en) in de oorspronkelijke opstelling, log uit of neem de laptop weer mee. Dit geldt voor alle werkplekken. Gebruik de werkplek voor het doel waarvoor deze is. Het type werkplek dat men kiest, is afhankelijk van de aard van het werkzaamheden. Als u ongestoord wilt werken, maak dan gebruik van een stiltewerkplek op de derde tot en met de achtste verdieping of in de Mediatheek. Voor het checken van de mail kan men gebruik maken van bijvoorbeeld de aanlandwerkplekken, een stamtafel of laptopwerkplekken in de middenzones (de gangen). Houdt de ruimte niet onnodig langer bezet. Als u langer dan een uur de werkplek verlaat, ruim dan ook uw spullen op zodat de werkplek door anderen kan worden gebruikt. Claim geen ruimten door het achterlaten van spullen. Regels voor telefoon Zet in het gebouw uw mobiel op trilfunctie. Houd bij het bellen rekening met anderen. Loop even naar de gang of zoek een plekje waar u zo min mogelijk overlast veroorzaakt. Telefoongesprekken kunt u goed voeren aan de stamtafel. Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
15
1.2.6.
Openingstijden gebouwen
Openings-/sluitingstijden faculteitsgebouw. Openingstijden: In de lesweken, (zelfstudieweken), herkansingsweken en Afsluitingsweken is het gebouw op de normale tijden geopend: • 08.00 - 22.30 uur (maandag t/m donderdag) • 08.00 - 18.00 uur (vrijdag) • 10.00 - 15.00 uur (zaterdag) In de roostervrije weken is het gebouw geopend van 08.00 uur tot 22.00 uur, tenzij een afdeling minimaal 14 dagen van te voren bij het servicecentrum aanvraagt of de openingstijd verlengd kan worden. In de vakantieweken is het gebouw geopend van 08.00 uur tot 18.00 uur (maandag t/m vrijdag). Sluitingstijden: Het gebouw is door de week alleen gesloten op de officiële vrije dagen (feestdagen) en de verplichte vrije dagen. 1.2.7.
Vakanties en vrije dagen
De HU kent in het collegejaar 2008-2009 de volgende verplichte studentenvakanties: Vakantie
Data
Kerstvakantie
22 december 2008 tot en met 4 januari 2009
Meivakantie
27 april tot en met 5 mei 2009
Zie hoofdstuk 8 voor nadere roosterinformatie. 1.2.8.
Faciliteiten
Studenten Informatiepunt (STIP) Alle vragen die te maken hebben met studeren aan een van de opleidingen van Instituut Archimedes, Instituut Theo Thijssen, Instituut voor Gebaren, Taal & Dovenstudies, het Interfacultair Instituut Pedagogiek of het Seminarium voor Orthopedagogiek, kunt u stellen bij het STIP. Deze facultaire vraagbaak voor alle studenten en cursisten is te vinden op de eerste verdieping in ruimte 1.013. Ga erheen voor vragen over studievoortgang, studiefinanciering, inschrijven, Sharepoint, Osiris en roosters. Het STIP is open op maandag tot en met donderdag van 08.30 tot 19.00 uur en op vrijdag van 08.30 uur tot 14.00 uur. In vakantieweken van 09.00 tot 14.00 uur. 16
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
Openingstijden worden aangepast als dat noodzakelijk is. U kunt uw vragen ook mailen aan het STIP via
[email protected]. U krijgt binnen drie werkdagen antwoord. Het STIP is telefonisch bereikbaar op tel. (030) 254 71 51. De startpagina van het STIP (www.stip.fe.hu.nl) op SharePoint geeft een handig overzicht met alle onderwerpen waar studenten vragen over hebben. Roosters Roosters worden gepubliceerd op www.roosters.hu.nl. Vragen over de roosters kunnen gesteld worden bij het STIP. Readers Readers bestellen kan via www.readersfe.hu.nl. Ze worden op uw huisadres afgeleverd. Uitleenbalie AVA Het Facilitair meldpunt in ruimte 1.031 is ook de uitleenbalie van audiovisuele apparatuur. De balie is open van maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 20.00 uur en is bereikbaar via telefoonnummer (030) 254 77 77. Problemen met en vragen over ICT Via het steunpunt SSC ICT krijgt u ondersteuning bij problemen met of vragen over voorzieningen, waaronder computers. Ook storingen dienen hier te worden gemeld via het telefoonnummer (030) 254 66 66. In de mediatheek op de zevende verdieping (ruimte 7.001) is een IT- servicepunt voor vragen over IT maar ook over AV- gebruik. Op www.ict.hu.nl staan onder andere meldingen over storingen en werkzaamheden. Digitale informatieborden Bij de ingang en de liften op iedere verdieping hangen digitale informatieborden. Op deze borden staan relevante mededelingen, waaronder informatie over wijzigingen in het rooster en evenementen. De informatie kan per verdieping en dus per informatiebord verschillen. De informatie op de borden komt van het STIP, het roosterbureau en de afdeling Marketing & Communicatie. Het STIP beheert de borden. Het plaatsen van een bericht over een evenement kan door te mailen naar
[email protected]. Docenten Docenten hebben in de nieuwbouw geen vaste werkplek. Voor contact met de docent kunt u het beste na een les hem of haar even aanspreken. Daarnaast kunt u natuurlijk een e-mail versturen naar de Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
17
docent. U maakt gebruik van de volgende notatie: voornaamdocent.
[email protected] (bv.
[email protected]) Op de Sharepoint-pagina van uw instituut, onder het link ‘wegwijzer’, vind u een lijst met telefoonnummers van docenten. De meeste docenten zijn mobiel bereikbaar. Op elke Sharepoint-pagina staat een zoekfunctie (een linkje ‘zoek persoon’) waarmee u informatie kunt vinden over de docent. Decanen Bij de decanen kunt u terecht voor informatie, advies en hulp over en bij uw studie, bij bijzondere persoonlijke omstandigheden en financiële en materiële vragen. U vindt ze op de vijfde verdieping in ruimten 5.089, 5.091, 5.093 en 5.095. Zij zijn telefonisch bereikbaar op de telefoonnummers (030) 254 73 44 / 107 / 108 / 464 of via de mail:
[email protected]. Er is dagelijks een inloopspreekuur tussen 13.00 – 14.00 uur, verder werken de decanen op afspraak. Computers De nieuwbouw telt 400 werkplekken voor studenten en medewerkers, met en zonder computer. De mediatheek in ruimte 7.001 heeft de beschikking over honderd werkplekken voorzien van vaste computer. Laptops Wanneer u met een laptop werkt, kunt u overal in het gebouw werken door het wireless-netwerk. In de kantine en mediatheek, aan een werkplek zonder vaste computer op een van de verdiepingen of aan de stamtafel. Op verschillende verdiepingen zijn plekken ingericht waar u met uw laptop geconcentreerd kan werken. U kunt uw laptop veilig opbergen in de studentlockers. Het kan interessant zijn een laptop aan te schaffen. Hogeschool Utrecht biedt u de mogelijkheid om tegen aantrekkelijke voorwaarden een notebook te bestellen. Lees meer hierover op www.notebook.hu.nl De gangen Het ganggebied, de zogenaamde middenzone, herbergt op elke verdieping aanlandwerkplekken, een stamtafel en laptopwerkplekken. Mediatheek De mediatheek in ruimte 7.001 (ingang) heeft de beschikking over honderd werkplekken. Er zijn individuele- en groepswerkplekken, met en zonder computer. Overal kunt u met uw laptop inloggen. 18
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
U kunt in de mediatheek ook video/dvd kijken, videomateriaal kopiëren, bewerken en monteren. In de mediatheek vindt u bij de ingang de uitleenbalie en een IT- servicepunt voor al uw vragen over IT maar ook over AV- gebruik. Veel is digitaal beschikbaar via de site www.mediatheek.hu.nl. Hier staat de catalogus, de vele databanken en een groot deel van de videobestanden. Het e-mailadres is
[email protected]. De uitleenbalie bereikt u via (030) 254 71 25 en de infobalie via (030) 254 71 74. Openingstijden mediatheek: Maandag 08.30 - 21.00 uur Dinsdag 08.30 - 21.00 uur Woensdag 08.30 - 21.00 uur Donderdag 08.30 - 21.00 uur Vrijdag 08.30 - 17.00 uur Zaterdag 10.00 - 15.00 uur Print- en kopieerfaciliteiten U kunt met uw Chipknip printen en kopiëren op de eerste en tweede verdieping en in de mediatheek. Post Post voor docenten en medewerkers geeft u af bij de receptie. Vaak kunt u uw werkstuk ook afgeven bij het secretariaat van de opleiding. Lockers U kunt gebruik maken van daglockers. Deze zijn verdeeld over de begane grond, de vijfde etage en de negende etage. Deze lockers werken met een pincode. Wanneer u naar huis gaat, haalt u uw locker leeg. Na sluitingstijd gaan alle lockers automatisch open. Eten en drinken Het restaurant is te vinden op de tweede verdieping. Daar zijn 310 zitplaatsen. Het restaurant kent ruime (ongewijzigde) openingstijden. In het restaurant betaalt u met een chipknip. Frisdrank- en snoepautomaten staan op de begane grond tegenover de receptie in de centrale hal. U betaalt met uw chipknip. U kunt op elke verdieping koffie en thee met uw chip betalen. In het restaurant van de FE is een oplaadpunt voor de chipknip. Restaurants en cafés zijn te vinden op vijf minuten loopafstand van het gebouw, in het centrumgebied van de Uithof. De eerste mogelijkheid waar ook een biertje gedronken kan worden is cafe Stef’s van de FCJ. Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
19
Roken In het gehele gebouw mag niet gerookt worden. Buiten het gebouw kunnen rokers ‘droog’ roken, op de daarvoor aangegeven plek (rokersabri). Gehandicaptenvoorzieningen De voorzieningen voor invaliden in de nieuwbouw voldoen aan de norm die de Gehandicaptenraad heeft vastgesteld. Alle verdiepingen zijn per lift te bereiken. De liften zijn vrij toegankelijk. Vanaf de begane grond gaat een lift naar de tweede verdieping. Vanaf de tweede verdieping gaan vier liften naar boven. Op elke etage is een invalidentoilet. Onder het pand zijn zes parkeerplaatsen voor invaliden. Er zijn twee aangepaste computers beschikbaar voor studenten met dyslexie. Bij de interne bewegwijzering is rekening gehouden met slechtzienden. En op de tweede, derde en vierde etage zijn zwaailampen aangebracht bij de leslokalen en in de gangen. Indien er een ontruiming dient plaats te vinden, gaan deze aan. Fietsen/brommers Onder het gebouw is een overdekte fietsenstalling. Er zijn 200 plaatsen in de openbare fietsenstalling. Parkeren Uw auto kunt u kwijt op één van de parkeerplaatsen op de Uithof. Het parkeertarief op de Uithof is overal hetzelfde. De eerste 33 minuten zijn gratis, daarna betaalt u 1 Euro per uur met een maximum van 7.00 Euro per dag. Na 18.00 uur is het parkeren gratis. Voor gratis parkeren volgt u de Leuvenlaan en slaat u voor het viaduct linksaf (Sorbonnelaan). Na 400 m vindt u aan de linkerzijde een grote parkeerplaats. Rij zover mogelijk door op het parkeerterrein. Te voet volgt u het fietspad tot aan de Padualaan. Bij de Padualaan rechtsaf. Het eerste gebouw aan uw rechterhand is de Faculteit Educatie. Als u gebruik wilt maken van de invalidenparkeerplek dan kunt u een pas aanvragen bij het Facilitair meldpunt op de eerste verdieping. In geval van calamiteit moet men het alarmnummer van het pand bellen: 030 – 254 77 00 1.3.
Algemene informatie opleiding natuurkunde
1.3.1. Algemeen Binnen Instituut Archimedes wordt veel door opleidingsteams samengewerkt. De negen opleidingsteams zijn samengevoegd in twee clusters, te weten het cluster talen en het cluster exact en maat20
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
schappijvakken. Natuurkunde behoort tot het cluster exacte vakken. Dat betekent bijvoorbeeld dat bepaalde cursussen gezamenlijk door docenten van twee of meer opleidingen worden verzorgd. U zult dus ook geregeld onderwijs krijgen en/of begeleid worden door docenten uit andere opleidingsteams. 1.3.2.
Contactgegevens
Opleidingscoördinator Naam
Telefoon/email (werk)
functie
Drs. H. Poorthuis
[email protected]
opleidingscoördinator
Drs. K. Vergouwen
[email protected]
studiebegeleider
Docenten van de opleiding Naam
Telefoon/email (werk)
verzorgt de module
Drs. J. Hukom
[email protected]
Warmteleer
Drs. H. Poorthuis
[email protected]
Mechanica Onderzoeksstage (vakgericht)
Drs. F. Pull ter Gunne
[email protected]
Wiskunde A, B, C en D
Dr. M. Koops
[email protected]
Fysische informatica Schatten en meten Onderzoekspracticum
Drs. K. Vergouwen
[email protected]
Elektrodynamica Onderzoekspracticum Cursuspracticum
Drs. H. van der Rijst
[email protected]
Optica
M. Verhaart
[email protected]
Quantumfysica
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
21
Contactpersonen voor algemeen beroepsvoorbereidende cursussen Naam
Telefoon/email (werk)
Verzorgt de module
Dr. M. Koops
[email protected]
Didactiek van het profielwerkstuk
Drs. A. Jansen
[email protected]
Praktijkonderzoek (beroepsgericht)
Drs. H. Wielenga
[email protected]
Portfolio Schoolpraktijk
Drs. F. Zeiss
[email protected]
L. Volkering
[email protected]
Reflectie op wetenschappen Technisch onderwijsassistent
1.3.3.
In- en uitschrijven voor de opleiding
Bureau Inschrijving Studeren aan Hogeschool Utrecht begint bij Bureau Inschrijving. Bureau Inschrijving verzorgt de inschrijving, herinschrijving en uitschrijving van studenten aan de Hogeschool Utrecht en is verantwoordelijk voor de wettelijke toelating. Inschrijving Als student wordt u ingeschreven voor een opleiding onder de volgende voorwaarden: • er is voldaan aan de toelatingseisen t.w.: 1) tweedegraads bevoegdheid in hetzelfde vak 2) een baan hebben op een school voor voortgezet onderwijs 3) NT2 in alle vaardigheden • het collegegeld is betaald (of betaling ervan is verzekerd door een machtiging of garantieverklaring); • er is voldaan aan de overige vereisten zoals genoemd in de Inschrijvingsregeling HU (zie www.reglementen.hu.nl). Pas na rechtsgeldige inschrijving heeft u recht op gebruik van de onderwijsfaciliteiten. De student die zich voor een bekostigde masteropleiding wil inschrijven doet een verzoek tot inschrijving via Studielink.
22
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
Vervolginschrijving Als u al student bent aan de Hogeschool Utrecht, ontvangt u medio mei van Bureau Inschrijving een machtigingsformulier voor de betaling van het collegegeld. Op dit machtigingsformulier kunt u aangeven dat u zich wenst te herinschrijven. In geval u de studie in het volgende studiejaar niet wilt voortzetten of u bent inmiddels afgestudeerd, dan hoeft u het machtigingsformulier niet terug te sturen. In die gevallen kunt u via Studielink uw verzoek tot herinschrijving voor het komende jaar intrekken. U wordt pas opnieuw ingeschreven wanneer is voldaan aan de financiële verplichtingen en eventuele overige eisen. Mogelijkheid tot februari-instroom van Bachelor studenten In het inschrijvingsreglement van de HU (artikel 5.5) is vastgelegd dat studenten zich onder bepaalde voorwaarden na 1 oktober kunnen schrijven en tijdens het cursusjaar de opleiding kunnen starten. Concreet betekent dit: Er is onder voorwaarden een tussentijdse instroom mogelijk met ingang van de derde onderwijsperiode van een studiejaar (februari). Hiertoe moet de opleidingscoördinator van het opleidingsteam waar u de opleiding wilt gaan volgen een positief advies geven. De opleidingscoördinator voert een intakegesprek met u en bepaalt op grond daarvan zijn/haar advies. De kernvraag hierbij is of het mogelijk is om vanaf periode 3 aan u een samenhangend programma te kunnen bieden. Op basis van dit advies besluit de faculteitsdirecteur of u met ingang van de derde onderwijsperiode kunt starten met de opleiding. Als u van deze mogelijkheid gebruik wilt maken, kunt u zich wenden tot de opleidingscoördinator van uw opleiding. Collegekaart en bewijs van inschrijving Wanneer de inschrijving is voltooid, ontvangt u een collegekaart en een Bewijs van Inschrijving. De collegekaart geldt echter ook als inschrijvingsbewijs. Beëindiging inschrijving Als een student zich niet opnieuw inschrijft voor het nieuwe studiejaar (zie onder ”Herinschrijving” hierboven) eindigt de inschrijving op 1 september. Ook kan de inschrijving tussentijds op verzoek van de student worden beëindigd. Daarbij kan de student aanspraak maken op een gedeeltelijke teruggave van het collegegeld, indien sprake is van:
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
23
• • • • •
beëindiging wegens afstuderen (met ingang van de eerste hele maand volgend op de maand van afstuderen; daarmee eindigt ook het recht op studiefinanciering en OV- kaart); beëindiging in het eerste jaar van inschrijving in de propedeuse (met ingang van de tweede hele maand volgend op de maand waarin het verzoek is ingediend); beëindiging wegens niet aansluiten van praktijkperiodes waardoor het gedurende meerdere maanden niet mogelijk is onderwijs te volgen (met ingang van de maand volgend op de maand waarin het verzoek is ingediend); beëindiging wegens ziekte of bijzondere familieomstandigheden (met ingang van de derde hele maand volgend op de maand waarin de student niet aan het onderwijs heeft kunnen deelnemen); beëindiging vanwege andere, zwaarwegende omstandigheden, ter beoordeling door de faculteitsdirectie (met ingang van de tweede hele maand volgend op de maand waarin het verzoek is ingediend).
Het is raadzaam om bij bijzondere omstandigheden direct contact op te nemen met de studentendecaan. Zie verder par. 2.2. Bij tussentijdse beëindiging van de studie om andere redenen dan hierboven aangegeven blijft de student ingeschreven tot het einde van het studiejaar. Er wordt dan ook geen collegegeld terugbetaald. Bovenstaande informatie is slechts een samenvatting. De procedures zijn nader geregeld in de Inschrijvingsregeling HU (zie www.reglementen.hu.nl). Kijk voor meer informatie over in- en uitschrijven op de website van Bureau Inschrijving: www.bureauinschrijving.hu.nl. 1.3.4.
Examencommissie
Instelling en benoeming Voor elke door de faculteit aangeboden opleiding of groep van opleidingen wordt een examencommissie ingesteld Ten aanzien van Ad-opleidingen is bepaald, dat de examencommissie van de verwante bachelor-opleiding bevoegd is. De faculteit kent één examencommissie met verschillende kamers per instituut.
24
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
De examencommissie van faculteit Educatie, Instituut Archimedes bestaat uit: Annette Wind Voorzitter Mathi Vijgen Secretaris Gery Gorter Commissielid Exacte vakken en Omgangskunde Commissielid Talen Rachel Collins Commissielid Maatschappijvakken, Cees Visser Welzijn en Zorg Secretariaat examencommissie FE Cathy Ben el Hocine De faculteitsdirectie benoemt de leden van de examencommissie uit de leden van het personeel die met het verzorgen van het onderwijs in die opleiding of groep van opleidingen belast zijn. De voorzitter, de plaatsvervangend voorzitter en de leden worden benoemd op voordracht van de afdelingsdirecteur. De faculteitsdirectie kan een ambtelijk secretaris benoemen, die echter geen lid is van de examencommissie. De benoeming geschiedt voor een in het benoemingsbesluit aangegeven periode. Het lidmaatschap eindigt door het verstrijken van de in het benoemingsbesluit aangegeven periode, of doordat betreffende lid niet meer bij de opleiding of groep van opleidingen werkt of onderwijs verzorgt. Als door omstandigheden een lid van de examencommissie die functie niet meer kan uitoefenen, benoemt de faculteitsdirectie, op voordracht van de afdelingsdirecteur, voor de resterende periode een plaatsvervangend lid. Samenstelling Elke examencommissie bestaat uit tenminste drie leden., te weten een voorzitter, een plaatsvervangend voorzitter en één of meer leden. In een examencommissie voor een groep van opleidingen wordt elke opleiding in principe vertegenwoordigd door tenminste één lid, dat onderwijs verzorgt bij die opleiding. Verantwoording De examencommissie ziet erop toe, dat de regels met betrekking tot het onderwijs, tentamens en examens, zoals o.a. opgenomen in de OER en studiegidsen op correcte wijze worden uitgevoerd. De examencommissie brengt gevraagd en ongevraagd rapport uit aan de directie over: • de gang van zaken tijdens tentamens en examens; • de wijze waarop invulling is gegeven aan kwaliteits bewaking en – borging van tentamens en examens; Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
25
• • •
de uitslag van tentamens en examens, d.w.z. het aantal (on)voldoendes resp. afgestudeerden; de toepassing van het studieadvies in de propedeuse; het aantal ingediende bezwaar- en beroepschriften en de besluiten daarop.
Werkwijze De examencommissie neemt besluiten bij gewone meerderheid van stemmen. Als de stemmen staken, beslist de voorzitter inzake het te nemen besluit. Besluiten van een examencommissie worden in notulen vastgelegd. De notulen worden tenminste door of namens de voorzitter gefiatteerd. Schriftelijke stukken ter uitvoering of ter nadere invulling van besluiten van de examencommissie worden tenminste door of namens de voorzitter ondertekend. De vergaderingen van de examencommissies zijn niet openbaar, tenzij de voorzitter hierover anders beslist. De voorzitter kan personen die geen deel uitmaken van de examencommissie uitnodigen een vergadering bij te wonen en aan de beraadslaging deel te nemen. Deze personen hebben geen stem in de besluitneming van de examencommissie. Als de examencommissie één of meer van haar bevoegdheden opdragen aan één of meer leden van de examencommissie of aan anderen, blijft de examencommissie eindverantwoordelijk Taken en bevoegdheden De examencommissie voert de in de WHW genoemde taken uit. Deze zijn volgens de OER o.a.: a. De uitoefening van het toezicht op het afnemen van tentamens en examens; b. Kwaliteitsbewaking en –borging van tentamens en examens; c. De vaststelling van een regeling ten behoeve van de goede gang van zaken tijdens de tentamens en examens; d. De vaststelling en bekendmaking van data en tijdstippen voor het afleggen van de tentamens en examens; e. Het geven van richtlijnen en aanwijzingen aan examinatoren geven met betrekking tot de beoordeling van tentamens en de vaststelling van de tentamenuitslag; f. Het vaststellen van de uitslag van examens; g. Het beoordelen van onregelmatigheden bij tentamens; h. Het goedkeuren van keuzecursussen en minors; i. De toepassing van het studieadvies in de propedeuse; j. Het verlenen van vrijstellingen voor tentamens en examens; 26
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
k. Het rapporteren over de gang van zaken tijdens de examens en tentamens, de uitslagen van examens en de toepassing van het studieadvies. Tenzij de examencommissie anders beslist, worden ten behoeve van het afnemen van de tentamens de de personeelsleden, die met het verzorgen van het onderwijs in de betreffende opleiding of groep van opleidingen belast zijn, geacht te zijn aangewezen als examinator. De commissie kan ook deskundigen van buiten de opleiding als examinator aanwijzen. De examencommissie stelt nadere regels vast ter uitvoering van haar taken en bevoegdheden, zoals: • de gang van zaken bij schriftelijke tentamens (tentamen reglement); • de surveillance bij schriftelijke tentamens (surveillanteninstructie); • de gang van zaken bij mondelinge tentamens (tentamen protocol); • het maken en beoordelen van tentamens (tentamenrichtlijnen); • het sanctioneren van onregelmatigheden (fraudeprocedure). Taakverdeling De leden van de examencommissie zijn, onder leiding van de voorzitter, verantwoordelijk voor de uitvoering van de taken van de examencommissie. De voorzitter vertegenwoordigt de commissie in- en extern. Hij, of zijn plaatsvervanger, heeft de dagelijkse leiding, ondertekent diploma’s, getuigschriften en verklaringen en stelt periodieke rapporatges op ten behoeve van het management. Tevens onderzoekt en sanctioneert de voorzitter gerapporteerde onregelmatigheden of fraude (zie art. 38 OER). De examencommissie wordt ondersteund door een secretaris (lid van de de examencommissie) of een ambtelijk secretaris (geen lid de examencommissie). De (ambtelijk) secretaris heeft in ieder geval de volgende taken: • het voorbereiden, bijeenroepen en notuleren van de vergaderingen; • het bewaken van de uitvoering van genomen besluiten; • het communiceren van besluiten aan studenten en andere betrokkenen; • het verzorgen van periodieke rapportages; • het archiveren van behandelde verzoeken, bezwaren en binnen of buiten de vergadering genomen besluiten.
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
27
Verzoeken aan de examencommissie De student kan bij de examencommissie een verzoekschrift indienen voor een voorziening of een andere beslissing waartoe de examencommissie bevoegd is, daaronder begrepen een verzoek tot uitzondering op, of vrijstelling van wat in de regelingen, dan wel in de studiegids of HU-onderwijscatalogus is bepaald. Een verzoek moet schriftelijk/digitaal en gemotiveerd worden ingediend en eventueel voorzien zijn van bewijsstukken. Ook moeten de naam, het adres en id-code van de student vermeld zijn. De examencommissie maakt tijdig, doch uiterlijk binnen drie weken na ontvangst van het verzoek haar besluit aan de aanvrager bekend. Als de commissie voorziet, dat zij geen beslissing kan nemen binnen de gestelde termijn, stelt zij de afzender daarvan tijdig op de hoogte en geeft daarbij tevens aan wanneer de examencommissie een besluit neemt. Bezwaar en beroep Tegen een besluit van de examencommissie kan binnen twee weken bezwaar worden gemaakt. De procedure is beschreven in hoofdstuk 7.2. Het is ook mogelijk binnen vier weken vanaf de bekendmaking van het besluit schriftelijk beroep aantekenen bij het College van Beroep. Het College van Beroep is de onafhankelijke, hogeschoolbrede beroepsinstantie voor studenten en extraneï van Hogeschool Utrecht. Het is dus niet verbonden aan een faculteit of opleiding. Deze procedure is beschreven in hoofdstuk 7.3. 1.3.5.
Onderwijsbalie
Studenten Informatiepunt (STIP) Alle vragen die te maken hebben met studeren aan een van de opleidingen van Instituut Archimedes, Instituut Theo Thijssen, Instituut voor Gebaren, Taal & Dovenstudies, het Interfacultair Instituut Pedagogiek i.o. of het Seminarium voor Orthopedagogiek, stel die bij het STIP. Deze facultaire vraagbaak voor alle studenten en cursisten is te vinden op de eerste verdieping in ruimte 1.013. Ga erheen voor vragen over studievoortgang, studiefinanciering, inschrijven, Sharepoint, Osiris en roosters. Het STIP is open op maandag tot en met donderdag van 08.30 tot 19.00 uur en op vrijdag van 08.30 uur tot 14.00 uur. In vakantieweken van 09.00 tot 14.00 uur. 28
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
Openingstijden worden aangepast als dat noodzakelijk is. Het STIP is telefonisch bereikbaar via tel. (030) 254 71 51. U kunt uw vragen ook mailen aan het STIP via
[email protected]. U krijgt binnen drie werkdagen antwoord. De startpagina van het STIP (www.stip.fe.hu.nl) geeft een handig overzicht met alle onderwerpen waar studenten vragen over hebben. 1.3.6. Overige informatie Mededelingen voor studenten over lessen en tentamens worden via digitalemededelingenborden, het intranet en de studentenmail bekend gemaakt. Ook correcties en aanvullingen op de studiegids worden zo bekend gemaakt. Studenten worden geacht zich actief te informeren via de voor hen bestemde post en mededelingen, te zorgen dat hun postadres bij de studentenadministratie klopt, en regelmatig het door de hogeschool verleende e-mail adres te lezen. Roosters en roosterwijzigingen zijn via Internet te vinden op de roostersite (www.roosters.hu.nl ).
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
29
2. STUDENTENVOORZIENINGEN 2.1.
Studiebegeleiding
Inleiding Een afgestudeerd hbo master-student wordt geacht zelfstandig te kunnen handelen. Gedurende de opleiding wordt u daarom ook gestimuleerd tot zelfstandig en initiatiefrijk optreden. Voor het onderwijs betekent dit dat de opleiding die typen onderwijs kiest die zelfstandig en kritisch leren stimuleren, namelijk probleemgestuurd en project-onderwijs. Als student wordt u verantwoordelijk gesteld voor uw eigen leerproces en studieloopbaan; de opleiding dient daarbij voor randvoorwaarden en voor ondersteuning te zorgen. De wijze waarop de opleiding u in uw studie begeleidt sluit aan op onze opvattingen over HBO-niveau, over leren en over onderwijs. ‘Begeleiding geven bij de studie’ vat de opleiding dus op als ‘de student zodanig ondersteunen dat de studievoortgang gefaciliteerd wordt en de ontwikkeling tot zelfstandigheid bevorderd wordt’. De opleiding verzorgt studiebegeleiding bij diverse facetten van het studie- en leerproces. We onderscheiden twee typen begeleiding: inhoudelijke begeleiding en begeleiding bij persoonlijke (studie)problemen. Er wordt van u verwacht dat u op eigen initiatief gebruik maakt van gepresenteerde vormen van begeleiding. Studieloopbaanbegeleiding Elke student heeft recht op begeleiding door een (vaste) studieloopbaanbegeleider, bij wie de student terecht kan met vragen en problemen die rechtstreeks verband houden met de studie. Bij de master opleidingen is dat de portfolio coach. De studieloopbaanbegeleider heeft met name de volgende taken: • gevraagd en ongevraagd informatie verstrekken over de inhoud en organisatie van het onderwijs • bewaking en bespreking van studieresultaten • adviseren van studenten bij het maken van keuzes, die in het kader van de opleiding van belang zijn • verwijzen naar studentendecaan in kwesties die niet direct met de studie te maken hebben (persoonlijke omstandigheden, studiefinanciering, bezwaar en beroep etc.).
30
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
Zie par. 4.1.6 voor meer informatie over studiebegeleiding, en par. 2.2 e.v. voor begeleiding bij persoonlijke (studie)problemen. 2.2. Studentendecaan De studentendecanen behartigen studentenbelangen in de ruimste zin. Ze zijn er voor alle studenten van HU, dus ook voor u. Ze geven hulp, informatie, advies en begeleiding aan studenten over studie en onderwijs, onderwijszaken en studentenvoorzieningen. De decanen hebben een onafhankelijke positie binnen de faculteit. Ze hebben tevens een geheimhoudingsplicht. Zonder uw toestemming wordt geen mededeling aan anderen gedaan (zoals ouders en docenten) over de inhoud van de gesprekken. Veel studenten worden door hun studieloopbaanbegeleider naar het decanaat verwezen, maar u kunt ook op eigen initiatief komen. U kunt bij de decanen terecht voor onder meer: • financiele steunaanvragen bij het Noodfonds of het Steunfonds van HU (zie ook par. 2.7); • toelatingseisen, uitschrijving, inschrijving elders; • vervolgopleidingen, twijfel over studie of beroepskeuze; • studiestaking of onderbreking; • studievertraging; • studiebelemmerende persoonlijke omstandigheden; • verwijzing naar het Bureau Studentenpyschologen; • studeren met een functiebeperking en het zo nodig aanvragen van een extra jaar beurs; • andere kwesties op het gebied van studiefinanciering, uitkeringen, fondsen; • bezwaar en beroep tegen bijvoorbeeld een beslissing van de examencommissie; • conflictsituaties op de opleiding. Via de decanen kunt u zich ook opgeven voor trainingen in bijvoorbeeld assertiviteit, studieplanning en de omgang met faalangst. Het is van belang u tijdig bij het decanaat te melden. Voor bepaalde voorzieningen, zoals bij voorbeeld het Steunfonds, gelden termijnen waarbinnen u zich moet melden. Daarnaast geldt uiteraard: hoe eerder u een probleem aanpakt, hoe sneller het in het algemeen is opgelost en hoe langer u plezier hebt van de oplossing. Meer informatie vindt u op www.studentzaken.hu.nl. Vanaf 1 januari 2007 is er een Centrum voor Studiekeuze, een gezamenlijk initiatief van Hogeschool Utrecht en de Universiteit Utrecht. Twijfelt u over uw Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
31
opleiding of bent u vastgelopen, dan kunt u hier terecht voor advies en ondersteuning met betrekking tot uw studiekeuze. Ga naar uw studentendecaan voor meer informatie of kijk op www.centrumstudiekeuze.nl. Zie ook artikel 40 Studentenstatuut en Reglement Studentendecanen HU (www.reglementen.hu.nl). 2.3. Vertrouwenspersoon Bij ongewenst gedrag kunt u denken aan fysieke agressie, verbale en seksuele intimidatie, discriminatie, schending van integriteit en racisme. Maar ook hantastelijkheden, flauwe grappen of onbeschofte e-mails kunnen als ongewenst worden ervaren. Ongewenst gedrag kan mensen diep raken, zelfs zo erg dat ze er ziek van worden. Velen denken dat als men er geen aandacht aanbesteedt, het vanzelf overgaat. Maar dat gebeurt zelden. Wie last heeft van welke vorm van ongewenst gedrag dan ook zal de moed moeten opbrengen om dat onder woorden te brengen. De ervaring leert telkens weer dat praten helpt en daarvoor kunt u bij de vertrouwenspersoon terecht: daar is anonimiteit gewaarborgd. Na een melding kijkt de vertrouwenspersoon hoe het ongewenste gedrag zo snel mogelijk gestopt kan worden. Dit alles gebeurt in goed overleg: er worden geen stappen ondernomen zonder toestemming van de melder. Desgewenst begeleidt de vertrouwenspersoon de melder enige tijd. Ook voor een persoonlijk gesprek of advies kunt u bij de vertrouwenspersoon terecht. De vertrouwenspersoon is er voor mederwerkers en studenten. De brochure “Vertrouwenspersoon voor studenten en medewerkers” is verkrijgbaar bij de vertrouwenspersoon. Meer informatie vindt u ook op www.studentzaken.hu.nl. Wanneer studenten over deze onderwerpen liever iemand van buiten de hogeschool raadplegen, kan contact worden opgenomen met de ertrouwensinspecteur Hoger Onderwijs, telefoon (030) 666 57 04. Zie ook artikel 51 Studentenstatuut en Reglement inzake Ongewenst Gedrag (www.reglementen.hu.nl). 2.4. Studentenarts In geval van door ziekte gemiste tentamens, studiestaking door ziekte of bij het aanvragen voor ondersteuning uit het studentensteunfonds, is het overleggen van een doktersverklaring soms noodzakelijk. 32
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
Niet iedere huisarts wil dergelijke verklaringen ten behoeve van derden afgeven. Bovendien heeft de KNMG (Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot Bevordering der Geneeskunst) een richtlijn uitgegeven dat de behandelende arts niet de aangewezen persoon is om zo’n verklaring af te geven. Wanneer u een verklaring over uw gezondheid nodig hebt en uw eigen huisarts kan of wil deze niet geven, dan kunt u naar de studentenarts gaan. Verwijzing naar de studentenarts gaat uitsluitend via de studentendecaan (zie par. 2.2). De studentenarts van Hogeschool Utrecht is: Huisartsenmaatschap Therapeuticum Utrecht, telefoonnummer (030) 275 95 00, Dekhuyzenstraat 60, 3572 WN in Utrecht. 2.5. Bureau Studentenpsychologen Bureau Studentenpsychologen biedt op verzoek kortdurende psychologische hulp aan studenten van Hogeschool Utrecht. Dat kan een kortdurende therapie zijn (van maximaal acht gesprekken) of een groepstraining, zoals faalangsttraining, sociale vaardigheidstraining, mgaan met depressieve klachten en omgaan met angstklachten. Als het maximum aantal gesprekken te weinig blijkt te zijn of de hulp niet aansluit bij uw problemen en/of hulpverwachting, dan kan Bureau Studentenspychologen u helpen de weg te vinden naar andere hulpverlenende instanties binnen of buiten Utrecht. Voor aanmelding bij het Bureau Studentenpsychologen is een verwijzing nodig van een studentendecaan. Neem dus eerst contact op met de studentendecaan voor een verwijzing. Vervolgens kunt u langskomen of u telefonisch aanmelden tijdens de spreekuren. Vertrouwelijkheid staat voorop. Niemand anders dan u en het Bureau Studentenpsychologen kent de inhoud van de gesprekken. En alleen als u dat wilt, kunnen er anderen bij betrokken worden. Bureau Studentenspychologen is een voorziening van Hogeschool Utrecht. Er zijn voor u dus geen kosten aan verbonden. Zie voor meer informatie www.studentzaken.hu.nl. 2.6. Mediation Als u onenigheid of een conflict heeft met één of meerdere medestudente(n) en u komt er met elkaar niet uit, dan kunt u een studentmediator inschakelen. De studentmediator is een onpartijdige en competente bemiddelaar, die u wil helpen om met elkaar oplossingen te vinden Meer informatie vindt u op www.studentzaken.hu.nl
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
33
2.7. Financiële steun Hogeschool Utrecht biedt financiële ondersteuning aan studenten die om speciale redenen studievertraging oplopen. De afstudeersteun is hogeschoolbreed geregeld in de Steunfondsregeling HU. Ook is er het Noodfonds dat financiële hulp biedt bij onvoorziene omstandigheden, geregeld in de Noodfondsregeling HU. Beide regelingen zijn te vinden op www. reglementen.hu.nl In deze regelingen zijn voorwaarden opgenomen voor het in aanmerking komen van de steun en welke procedure daarbij geldt. Afstudeersteun Deze ondersteuning is bedoeld voor studenten die door bijzondere omstandigheden studievertraging hebben opgelopen tijdens de periode waarin ze recht op een WSF-beurs hebben. Dit is nader geregeld in hoofdstuk D van de Steunfondsregeling. Meer informatie vindt u op www.studentzaken.hu.nl Noodfonds Voor studenten die door onvoorziene omstandigheden in acute financiële nood verkeren heeft de HU een voorziening in de vorm van een Noodfonds voor studenten. Een bijdrage uit het Noodfonds is in principe een lening, maar in voorkomende gevallen kan er een gift verstrekt worden. U kunt een aanvraag uit het Noodfonds voor studenten alleen doen via de studentendecaan. Dit is nader geregeld in artikel 47a van het Studentenstatuut HU en in de Noodfondsregeling HU. Zie voor financiële ondersteuning van bestuurlijk actieve studenten par. 2.13.2. 2.8. Studeren met een functiebeperking Als u een functiebeperking heeft vraagt studeren, net als veel andere dingen, méér inzet. Hogeschool Utrecht geeft daarom gerichte ondersteuning aan studenten met een functiebeperking. De studentendecaan van uw faculteit kan u met raad en daad ter zijde staan bij het organiseren van uw studie. Er is veel mogelijk: • aangepaste studieplanning; • speciale studiefaciliteiten (zoals extra tijd om iets af te ronden); • voorzieningen in verband met toegankelijkheid van onderwijslocaties; • voorzieningen voor de deelname aan het onderwijs (bv. speciaal materiaal); 34
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
• hulp en ondersteuning bij het aanvragen van aangepaste huis vesting; • hulp bij het indienen van aanvragen bij instanties zoals de examencommissie (voor bv. verlenging van tentamentijd); • ondersteuning bij het aanvragen van het in bruikleen krijgen van noodzakelijke hulpmiddelen of het verkrijgen van (financiële) hulp voor de aanschaf daarvan; • ondersteuning van verzoeken aangaande studiefinanciering bij de Informatie Beheer Groep. Een verzoek voor aanpassingen in het studieprogramma of examentijdverlenging dient schriftelijk, met redenen omkleed en zo mogelijk van bewijsstukken voorzien, bij de examencommissie te worden ingediend. Het besluit van de examencommissie wordt schriftelijk meegedeeld aan de student. Dit besluit is in principe ook geldig wanneer u onderwijs volgt aan een andere opleiding binnen Hogeschool Utrecht (overdraagbaarheid). U hebt zelf de verantwoordelijkheid dit tijdig te melden. De volledige procedure is opgenomen in artikel 29 van de Onderwijs- en Examenregeling masteropleidingen HU (www.reglementen.hu.nl). Zie ook par. 6.3.3. Neem contact op met uw studentendecaan voor meer informatie. Heeft u moeite om de juiste persoon te vinden, dan kunt u terecht bij de HU-coördinator Studie en Handicap, Ria van Muiswinkel, tel. (030) 230 80 92. Zie verder www.studentzaken.hu.nl en www.handicap-studie.nl. 2.9. Mediatheek De mediatheken van Hogeschool Utrecht kunt u op het internet bezoeken via de gezamenlijke website www.mediatheek.hu.nl. Via deze site hebt u toegang tot de catalogus van Hogeschool Utrecht, waarin u kunt zoeken in alle HU mediatheekcollecties. Ook hebt u toegang tot de catalogus van de Universiteit Utrecht. De site geeft een overzicht van alle vakgebieden die relevant zijn voor het onderwijs binnen de HU. Door een vakgebied te selecteren, vindt u de daarbij behorende bronnen en internetlinks. Op de website kunt u ook terecht voor alle databanken die de HU beschikbaar heeft. Hierin kunt u algemene informatie vinden zoals het laatste nieuws, maar ook vakspecifieke informatie zoals juridische informatie, marktinformatie en nog veel meer. Bent u op zoek naar diensten van een specifieke faculteitsmediatheek, klik dan door naar de locatiepagina. Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
35
Naast digitale informatie vindt u op de verschillende locaties boeken, tijdschriften en andere materialen. Als HU student kunt u in elke HU mediatheek en bij de bibliotheek van de Universiteit Utrecht gratis lenen op vertoon van uw collegekaart. Zie ook artikel 41 Studentenstatuut (www.reglementen.hu.nl). 2.10.
ICT-faciliteiten
2.10.1. Algemeen Hogeschool Utrecht biedt haar studenten een aantal standaard ICTfaciliteiten aan. U hebt toegang tot (de meeste van) deze faciliteiten via uw eigen HU inlognaam en wachtwoord. Uw HU inlognaam en wachtwoord krijgt u vlak voor aanvang van uw studie per brief thuisgestuurd. Zodra u deze hebt ontvangen kunt u (onder andere) inloggen op: • uw eigen mailadres (webmail.hu.nl); • de computers aanwezig op de hogeschool; • de online catalogus van de mediatheek (www.catalogus.hu.nl); • het intranet van de hogeschool (www.sharepoint.hu.nl ); • uw eigen ruimte om bestanden op te slaan (zie intranet, My Site); • OSIRIS Student (www.osiris.hu.nl); • indien aanwezig toegang tot het draadloze netwerk. Daarnaast zijn er nog een aantal openbare sites waarop u kunt inloggen met uw HU wachtwoord, zoals Surfspot (www.surfspot.nl). Hier kunt u tegen gereduceerde prijs software kopen. Meer informatie over de ICT faciliteiten en actuele ontwikkelingen is te vinden op de HU- ICT site (www.ict.hu.nl) 2.10.2. Studentenmail Elke student aan Hogeschool Utrecht heeft een eigen HU emailadres. Deze studentenmail is een belangrijk communicatiemiddel om op de hoogte te blijven van actuele informatie over de opleiding. De mailbox is toegankelijk via de webversie van Microsoft Outlook (webmail.hu.nl). Inloggen kan met uw standaard HU-wachtwoord. De studentenmail is zeer gebruiksvriendelijk en heeft veel mogelijkheden. Behalve e-mail heeft u ook de beschikking over een agenda en een taken- en contactpersonenlijst. Verder kunt u makkelijk met medestudenten en docenten mailen. 36
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
Via het adresboek kunt u namelijk alle mailadressen opzoeken. De capaciteit van uw mailbox is 100Mb. Het is ook mogelijk om mail naar uw privé mailadres door te sturen. U blijft er echter zelf verantwoordelijk voor dat de e-mail aankomt en door u gelezen wordt. 2.10.3. Sharepoint Hogeschool Utrecht gebruikt sinds 1 september 2005 Sharepoint als interne webomgeving. Hierop kunt u veel informatie vinden van uw opleiding, maar ook van de hogeschool. Tevens kunt u op Sharepoint een eigen My Site maken, waarop u bestanden kunt plaatsen die u zowel thuis als op school kan openen en wijzigen. U kunt hierop ook werkruimten creëren om gezamenlijk met andere studenten aan een project of werkstuk te werken. Toegang tot uw eigen My Site verkrijgt u door in te loggen op Sharepoint (www.sharepoint.hu.nl) en te klikken op de link My Site, die u rechts bovenin het scherm vindt. Steeds meer cursussen maken ook gebruik van Sharepoint om informatie over de cursus te verspreiden. 2.10.4. OSIRIS Student OSIRIS staat voor Onderwijs en Studenten Informatie, Registratie en Inschrijf Systeem. Hogeschool Utrecht gebruikt dit systeem voor de registratie van studenten. Hierin worden alle gegevens, cijfers en ook toetsinschrijvingen van studenten bijgehouden. Elke student heeft zelf toegang tot OSIRIS via www.osiris.hu.nl. Eenmaal ingelogd kunt u gebruik maken van de volgende basisfunctionaliteiten: • Cijfers inzien Via het tabblad Resultaten ziet u welke cijfers u voor de laatste 15 toetsen of cursussen hebt behaald. Wilt u alle resultaten in het huidige studiejaar zien, kijk dan bij het tabblad Voortgang. Onder Dossier vindt u een overzicht van de resultaten die u gedurende uw hele studie hebt behaald. U kunt zelf bepalen of u alles wil zien of bijvoorbeeld alleen de resultaten uit de hoofdfase. • Studievoortgang Wilt u weten welke vakken u nog moet volgen voor u kunt afstuderen, ga dan weer naar het tabblad Voortgang. Onder het kopje Studievoortgang selecteert u de opleiding die u volgt en geeft aan dat u ‘nog te volgen onderwijs’ wilt zien.
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
37
OSIRIS vergelijkt uw resultaten dan met het curriculum dat u volgt en geeft aan wat u gehaald hebt en wat u nog moet doen. Wanneer dit overzicht niet werkt, dan is uw curriculum (examenprogramma) mogelijk nog niet vastgelegd. Meld dit bij de administratie. • Toets- en Cursusinformatie Alle informatie over toetsen en cursussen, en over de wijze van inschrijven, is te vinden in OSIRIS. • Inschrijven voor cursussen en toetsen Via de knop Inschrijven kunt u een keuze maken of u zich wilt inschrijven voor een cursus, toets of minor. Via een eenvoudige wizard kunt u de juiste cursus, toets óf minor kiezen. Zo kunt u een keuze maken uit de cursussen uit het verplichte curriculum of een cursus zoeken uit het complete cursusaanbod van de HU. In de studiegids vindt u meer informatie welke cursussen u moet volgen en waar u zich voor moet inschrijven. Deelname aan cursussen is slechts mogelijk na tijdige inschrijving via Osiris (www.osiris.hu.nl). Dit is absoluut noodzakelijk om de organisatie van de lessen zo goed mogelijk te laten verlopen. • Overzicht inschrijvingen Wilt u weten voor welke cursussen en toetsen u bent ingeschreven, kijk dan bij het tabblad Inschrijven onder het kopje Overzicht inschrijvingen. Dit overzicht laat alleen de cursussen en toetsen zien die op dit moment lopen of in de toekomst liggen. • Bevestiging inschrijving Soms denkt u dat u zich correct hebt ingeschreven voor een cursus of toets, maar is uw inschrijving bij de administratie niet te vinden. Om dit probleem te voorkomen krijgt u na iedere inschrijving een bevestiging van de inschrijving op uw HU e-mailadres. Controleer altijd of u dit bericht hebt ontvangen en bewaar het goed. • Uitschrijven voor cursussen en toetsen Indien u bent ingeschreven op een cursus of een toets en u wenst u hiervoor uit te schrijven dat kunt u gebruik maken van het tabblad Uitschrijven. Vink de onderdelen (cursussen en toetsen) aan waarvoor u zich wilt uitschrijven. Een uitschrijving voor een cursus of toets is alleen mogelijk in de daarvoor opengestelde periode. Ook van het uitschrijven op een cursus of toets ontvangt u een bevestigingsmail. 38
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
• Adres wijzigen Op het tabblad Personalia kunt u zelf uw adres wijzigen. 2.10.5. Wachtwoord Uw HU wachtwoord verloopt 14 maanden na de laatste keer dat uw wachtwoord is gewijzigd (in de meeste gevallen dus in september of oktober). U krijgt dan vanzelf het verzoek om een nieuw wachtwoord in te voeren. Dit kan vanaf elke werkplek op de hogeschool. Vanuit thuis uw wachtwoord wijzigen kan via de website www.wachtwoord.hu.nl. Het nieuwe wachtwoord dat u kiest moet uit acht posities bestaan en zowel letters als cijfers bevatten. Let op: voor sommige programma’s die in uw eigen opleiding gebruikt worden, kunnen afwijkende wachtwoorden gelden. Voor vragen en ondersteuning met betrekking tot uw wachtwoord kunt u zich wenden tot de STIP (zie par. 1.2.8). 2.10.6. Informatiebeveiliging en privacy Hogeschool Utrecht hecht veel waarde aan informatiebeveiliging. Dit betekent dat we op infrastructureel gebied maatregelen hebben genomen om alle gegevens binnen de hogeschool zo goed mogelijk tegen misbruik te beschermen. Daarnaast bestaan er regels ten aanzien van het gebruik van de computers en het netwerk op de Hogeschool, de ICT-gedragsregels. Hieraan dienen alle gebruikers van de ICT-voorzieningen binnen de hogeschool zich te houden. Als gebruiker kunt u ook zelf een en ander. doen om de veiligheid te vergroten, zoals: • laat de pc waarop u bent aangemeld niet onbeheerd achter; • geef uw wachtwoord niet aan anderen; • haal brieven en lijsten met vertrouwelijke gegevens direct bij de printer op; • mail vragen en/of missers op het gebied van vertrouwelijkheid van gegevens aan
[email protected]. Hogeschool Utrecht kent tevens een privacyreglement op grond van de Wet Persoonsregistraties. Hierin is de bescherming van persoonsgegevens geregeld. In dit reglement staat onder meer welke informatie geldt als vertrouwelijk en welke regels gelden ten aanzien van het gebruik van deze gegevens. Een speciale medewerker houdt toezicht op de naleving hiervan: de Functionaris voor de Gegevensbescherming privacy (FG-p). Op de site www.informatiebeveiliging.hu.nl leest u meer hierover.
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
39
Zie ook Gedragsregels ICT en Privacyreglement persoonsgegevens studenten HU (www.reglementen.hu.nl) 2.11. Medezeggenschap Instemming van studenten met het beleid van de hogeschool is erg belangrijk. Hierdoor blijft het onderwijs en de regelgeving studentvriendelijk. We besteden daarom veel aandacht aan inspraak. 2.11.1. Inspraakorganen U treft medezeggenschap op onze hogeschool op drie niveaus aan: • Opleidingscommissies (OC’s) controleren en adviseren de afdelingsdirecties. Het gaat hier bijvoorbeeld om de inhoud van het onderwijs, de studiebegeleiding die aangeboden wordt en de praktijkcomponent van een opleiding. Alles wat met úw opleiding te maken heeft. Elke opleiding binnen de hogeschool heeft zo’n opleidingscommissie. • De faculteitsdirectie wordt gecontroleerd door de Facultaire Medezeggenschapsraad (FMR). Ze spreken met elkaar over alle opleidingsoverstijgende zaken binnen een faculteit. Hierbij moet u denken aan randvoorwaarden, zoals ICT-voorzieningen, de catering en het facultaire praktijkbureau. Maar ook de begroting van de faculteit komt langs. Elke faculteit kent een FMR; er zijn er dus zes in totaal. • De Centrale Medezeggenschapsraad (CMR) tot slot controleert de allerhoogste directie van de hogeschool: het College van Bestuur (CvB). Hier gaat het om hogeschoolbrede onderwerpen, zoals de onlangs nieuw ingevoerde merkenstructuur, de hogeschoolbrede begroting, en samenwerkingsverbanden met andere hogescholen. Er is één CvB, dus ook één CMR. De inspraakorganen hebben tal van mogelijkheden om hun invloed uit te oefenen, met als uiteindelijke doel het verhogen van de kwaliteit van het onderwijs. Kijk voor meer informatie over medezeggenschap en de inspraakorganen op www.studentzaken.hu.nl. Zie ook de reglementen voor de Centrale Medezeggenschapsraad, Faculteitsmedezeggenschapsraad en Opleidingscommissies, hoofdstuk 6 van het Studentenstatuut HU, en het Kiesreglement CM R-FM R-personeelsraden (www.reglementen.hu.nl). 40
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
2.11.2. Ondersteuning bestuurlijk actieve studenten Hogeschool Utrecht stimuleert studenten om bestuurlijk actief te zijn, zodat u bestuurlijke en organisatorische vaardigheden in de praktijk kunt opdoen. Daarnaast zien we graag dat zoveel mogelijk studenten betrokken worden bij de beleidsontwikkeling van de hogeschool. Daarom zijn er tal van voorzieningen in het leven geroepen: • Als studentlid van een inspraakorgaan kunt u zich gratis en onbeperkt laten trainen in bepaalde competenties. • Er is een handboek voor studentleden die zitting nemen in de centrale raad, facultaire raad of opleidingscommissie. • Via het speciaal voor alle bestuurlijk actieve studenten opgezette intranet (www.bps.hu.nl) kunt u vliegensvlug kennis en informatie delen met studentleden uit andere inspraakorganen. • Uiteraard doet u het niet voor niets, behalve een flinke hoeveelheid bestuurlijke ervaring krijgt u per vergadering € 40,- tot een maximum van € 400,- per cursusjaar. Wilt u graag lid worden van een (of meerdere) inspraakorga(a)n(en), dan kan dat door u kandidaat te stellen bij de eerstkomende verkiezingen. Raadpleeg voor vragen over de OC het secretariaat van uw opleiding of stuur een email naar
[email protected]. Zie voor meer informatie ook www.studentzaken.hu.nl. 2.12. Studium Generale Studium Generale organiseert cursussen, trainingen, workshops, ontmoetingen en debatten voor studenten, docenten en medewerkers van Hogeschool Utrecht. De activiteiten van Studium Generale zijn gericht op kleinschalige, inspirerende en interdisciplinaire ontmoetingen tussen mensen die verbonden zijn aan HU. Deelname is in principe vrij en kosteloos. Zijn er wel kosten aan verbonden, dan is dat altijd aangegeven bij de desbetreffende activiteit. Meer informatie over het aanbod en aanmelding vindt u op www.studiumgenerale.hu.nl. 2.13.
Studentenvereniging
2.13.1. Algemeen Utrecht heeft een bruisend studentenleven. De verenigingen en studentenorganisaties in allerlei soorten en maten dragen daar hun steentje aan bij. Het bekendst zijn de gezelligheidsverenigingen. Er zijn ook verenigingen die een andere inslag hebben, zoals de Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
41
levensbeschouwelijke studentenverenigingen, internationale en interculturele verenigingen. En natuurlijk hebben studenten ook allerlei eigen sportverenigingen en culturele verenigingen. Een overzicht van verenigingen vindt u op www.utrecht.studiestad.nl. HU geeft financiële steun aan studentenverenigingen. De subsidie kan gegeven worden voor structurele en voor incidentele activiteiten. Wilt u meer weten over het aanvragen en de voorwaarden om in aanmerking te komen voor een subsidie? Kijk dan op www.studentzaken.hu.nl. Ter verduidelijking nog even het volgende. Naast studentenverenigingen zijn er ook studieverenigingen. Studieverenigingen zijn gekoppeld aan uw opleiding. Zie hiervoor par. 1.3.6. 2.13.2.
Bestuursbeurs en stimuleringsfonds
Bestuursbeurs Zit u in het bestuur of in een commissie van een studentenvereniging (Utrechtbreed of hogeschoolbreed), dan kunt u in aanmerking komen voor een bestuursbeurs. Een bestuursbeurs is een toelage die dient als compensatie voor de studievertraging die u door uw bestuursactiviteiten oploopt en die u buiten uw prestatiebeurs ontvangt. Welke studentenorganisaties en bestuurlijke functies in aanmerking komen voor een bestuursbeurs kunt u vinden in de Bijlage bij de Regeling bestuursbeurzen voor studentbestuurders in studentenorganisaties UU/HU. Zie ook hoofdstuk F van de Steunfondsregeling H U (www.reglementen.hu.nl). Kijk voor meer informatie over de procedure of voor het aanvragen van een bestuursbeurs op www.studentzaken.hu.nl. Stimuleringsfonds HU-studenten zijn ondervertegenwoordigd in de besturen van studentenverenigingen. Daarom heeft Hogeschool Utrecht buiten de hierboven genoemde vergoeding een stimuleringsfonds in het leven geroepen. Kijk voor meer informatie op www.studentzaken. hu.nl onder het kopje bestuursbeurs. Hebt u nog vragen, neem dan contact op met Noortje de Bondt (
[email protected]).
42
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
2.14. Topsport Hogeschool Utrecht heeft een breed scala aan faciliteiten voor studenten die hun studie willen combineren met een carrière in de topsport. Deze voorzieningen worden verstrekt op basis van de individuele omstandigheden en het niveau waarop u de sport beoefent. U kunt een beroep doen op de volgende faciliteiten: • begeleiding in het plannen van uw studie; • indien noodzakelijk: uitstel of verplaatsing van tentamens; • samenwerking met coaches, trainers, sportbonden, Olympische steunpunten en de afdeling Individuele Begeleiding van NOC*NSF; • mogelijkheid gebruik te maken van sportaccommodaties bemiddeling bij huisvesting en sportmedische begeleiding; • vergoeding van (een deel van de) extra kosten die het beoefenen van topsport voor de student met zich meebrengt; • financiële ondersteuning – dit geldt alleen voor studenten die een bekostigde masteropleiding volgen - als u studievertraging oploopt ten gevolge van sporten op topniveau. Voor meer informatie neemt u contact op met topsportcoördinator HU, Mieke Wikkerman (
[email protected] of 030 - 2585 126) of met uw studentendecaan (zie par.2.2). 2.15. Trajectum Trajectum is de redactioneel onafhankelijke krant van Hogeschool Utrecht die tweewekelijks verschijnt. Naast actuele informatie over HU zelf, vindt u er ook artikelen over studeren en het studentenleven en over het hoger onderwijs in het algemeen. Trajectum wordt verspreid via displays op alle locaties van de hogeschool. Daarnaast vindt u op www.trajectum.hu.nl elke dag nieuws, prijsvragen, filmpjes, blogs van onder meer studenten die in het buitenland verblijven en praktische informatie. 2.16. Sport en Cultuur Als student kunt u tegen aantrekkelijke tarieven sporten bij Olympos op de Uithof, het sportcentrum van Hogeschool Utrecht en de Universiteit Utrecht. U kunt er deelnemen aan allerlei cursussen, instuiven, maar ook lid worden van een studentensportvereniging. Meer informatie vindt u op www.olympos.nl.
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
43
Wilt u iets cultureels doen in Utrecht? Wilt u zich bekwamen in muziek, theater of dans? Speelt u piano en wilt u oefenen of zoekt u een orkest of een theatergroep? Ga dan naar Parnassos, het Internationaal & Cultureel centrum van de Universiteit Utrecht. Studenten van HU zijn er welkom tegen studentenprijzen. Parnassos is er aan de Kruisstraat en op De Uithof (www.parnassos.nl). Kijk voor meer informatie op www.studentzaken.hu.nl. Zie ook artikel 42 Studentenstatuut (www.reglementen.hu.nl). Sinds 2006 organiseren studenten van UU en HU het cultuurprogramma Uit in de Uithof. Elke week is er een culturele activiteit op wisselende locaties in de Uithof. Kijk voor het programma op www.uitindeuithof.nl. 2.17. Veilig, gezond en milieuvriendelijk studeren Alle faculteiten van Hogeschool Utrecht (HU) beschikken over een Arbo en Milieucommissie die het aanspreekpunt is voor arbo- en milieuzaken. De commissie coördineert de uitvoering van het Arbo & Milieubeleid binnen de faculteit. Zo wil de faculteit dat medewerkers en studenten zo veilig en gezond mogelijk kunnen werken en studeren in een omgeving waar ook het milieu meetelt. Een deel van de verantwoordelijkheid voor veiligheid, gezondheid en milieu ligt echter ook bij de studenten zelf. Hoe kunnen studenten bijdragen aan de veiligheid en gezondheid? Van studenten binnen de HU wordt verwacht dat zij meewerken aan een veilige, gezonde en milieuvriendelijke studieomgeving. Aandachtspunten zijn: • Weet wat u moet doen in geval van brand, ongevallen en andere calamiteiten; • Voorkom CANS (RSI); • Heb aandacht voor het milieu. Wat te doen bij brand, ongeval of calamiteit? Studenten worden geacht op de hoogte te zijn van de regeling voor brand, calamiteiten, ongevallenmelding (zie hieronder) en van vluchtroutes en nooduitgangen. Vluchtroutes en nooduitgangen zijn te vinden op de vluchtplattegronden in het gebouw. In alle ruimtes staat vermeld wat te doen bij een calamiteit. Bel nooit zelf brandweer, politie of ambulance! Bel wel onmiddellijk het interne alarmnummer 7700 (zie par. 1.2.8), u komt dan in contact met een medewerker(-ster) van de centrale faculteits- of locatiebalie. 44
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
Meld kort en duidelijk: • uw naam en lokaal / werkplek; • uw telefoonnummer; • de actuele situatie. (Het hoe, wat en waar); • of er slachtoffers zijn en hoeveel; • waar het is gebeurd. De medewerker(-ster) zorgt voor inzet van een EHBO-er of alarmeert (bij een grotere calamiteit het bedrijfshulpverleningsteam (hoofd BHV-team). Blijf altijd kalm, waarschuw alle in gevaar zijnde personen en wacht tot hulpverleners ter plaatse zijn. Bedrijfshulpverlening (BHV) & EHBO Iedere locatie beschikt over een bedrijfshulpverleningsorganisatie die bij brand, ongevallen en andere calamiteiten ingezet kan worden. BHV-medewerkers zijn tijdens hun inzet herkenbaar aan hun gekleurde hesjes met daarop de tekst “BHV-er”. Volg bij brand, ongevallen of andere calamiteiten altijd strikt hun aanwijzingen op. Maak bij ontruiming van het gebouw geen gebruik van de lift. Blijf buiten op de verzamelplaats die door de BHV-er wordt aangewezen staan en wacht op verdere instructies van het team. Houd altijd de weg vrij voor brandweer en ambulances. Verlaat het gebied niet zonder u af te melden. Dit voorkomt eventuele zoekacties. Studeren en CANS (RSI) “Het lijkt wel of ik steeds vaker last heb van mijn nek.” Misschien hebt u pijn in uw arm, schouder, elleboog of pols. In eerste instantie denkt u dat het wel over zal gaan. Maar helaas is dat niet altijd het geval. Deze pijn kan namelijk duiden op CANS (Complaints of Arm, Neck and or Shoulder), vroeger ook wel RSI genoemd. Iedereen kan hiermee te maken krijgen. En als u de eerste signalen niet serieus neemt, kunnen de klachten zich uitbreiden. Oorzaken van CANS kunnen zijn: • Repeterend werk; • Een statische werkhouding; • Weinig afwisseling in houding en beweging; • Een verkeerde zithouding op uw werkplek (informatie over een juiste zithouding staat in de HU-folder “Geef CANS geen KANS”; • Stress, vooral in piekperioden (tentamens, scriptie schrijven).
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
45
Tijdens uw studie werkt u soms lang achter elkaar in dezelfde houding en/of maakt u steeds dezelfde bewegingen. U werkt bijvoorbeeld regelmatig en langdurig aan een beeldscherm, niet alleen op school maar ook nog thuis. Vergeet ook niet de uren die u ‘s avonds doorbrengt met spelletjes en internet. U kunt CANS grotendeels zelf voorkomen. De belangrijkste tips zijn: • Wissel beeldschermwerk af met lezen, aantekeningen maken etc; • Werk per dag niet langer dan 5 à 6 uur achter een (standaard desktop opstelling) beeldscherm en niet langer dan 2 uur met een laptop; • Zorg bij laptopgebruik langer dan 2 uur voor laptopstandaard, losse muis en los toetsenbord; • Neem bij beeldschermwerk ieder uur een korte pauze; • Let op een goede zithouding voor het beeldscherm; • Zorg voor voldoende ontspanning/sport naast uw studie; • Neem lichamelijke klachten serieus. Beginnende klachten (pijn, tintelingen, stijf gevoel) kunnen snel verergeren. Met CANS-klachten kunt u terecht bij de studieloopbaanbegeleider of de decaan van uw afdeling. Ook kunt u terecht bij de arboadviseur van de faculteit. (zie ook de Arbo en Milieu site: www.hu-sharepoint.nl/sites/Arbo_Milieu). Zijn de klachten al zo ernstig dat er een arts geconsulteerd moet worden, dan bent u aangewezen op uw eigen huisarts. Milieu De faculteit heeft aandacht voor het milieu. Dit betekent zuinig omgaan met water en energie, minder afval en een goede afvalscheiding. Iedereen moet daar ook een bijdrage aan leveren: • Doe het licht niet aan wanneer er voldoende licht is; • Doe het licht uit als u een lokaal leeg achterlaat; • Verspil geen water en gebruik de spaarknop van de spoelbak (als die er is); • Mocht u het warm hebben, zet dan niet het raam open maar zet de verwarming lager (niet uitzetten!); • Zet de computer uit als u klaar bent met uw werk; • Doe (chemisch)afval (batterijen, papier, restanten van consump ties) in de daarvoor bestemde afvalbakken, ook in de kantine; • Houd het gebouw schoon, voorkom zwerfafval; • Roken binnen het gebouw is verboden.
46
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
Voor vragen, opmerkingen of ideeën over arbo- en milieuzaken kunt u terecht bij de Arbo- en Milieucommissie van uw faculteit of bij het Arbo- & Milieuteam HU: www.hu-sharepoint.nl/sites/Arbo_Milieu. 2.18. Wettelijke aansprakelijkheid en ongevallen In beginsel bent u als student zelf aansprakelijk voor schade veroorzaakt aan derden en gevolgen van ongevallen. Een aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren kunt u bij diverse verzekeringsmaatschappijen afsluiten. Voor ongevallen/overlijden en voor wettelijke aansprakelijkheid tijdens het verblijf in of op weg naar gebouwen van de faculteit, heeft Hogeschool Utrecht een beperkte verzekering. Activiteiten in het kader van de studie buiten de HU -locaties (in Nederland) vallen hier ook onder, evenals activiteiten in het kader van het HU- onderwijs in het buitenland. Studenten die in het kader van HU- onderwijs naar het buitenland gaan wordt echter ten sterkste geadviseerd een aanvullende verzekering af te luiten. Bij schade toegebracht door een student tijdens de stage, wordt eerst de WA-verzekering van de stagebiedende instelling aangesproken. Daarna de WA- verzekeraar van de student zelf. In het geval geen van deze verzekeringen dekking biedt, kan de verzekering van Hogeschool Utrecht aangesproken worden.
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
47
3. OPLEIDING EN BEROEP 3.1. Beroepsprofiel De Masterberoepsopleidingen zijn beroepsopleidingen, vooral gericht op de tweede fase van het Voortgezet Onderwijs (de bovenbouw van HAVO en VWO en het dagavond-onderwijs HAVO en VWO in de volwasseneneducatie). Daarnaast wordt voor het bredere eerstegraads gebied opgeleid, bijvoorbeeld voor het onderwijs binnen hbo-opleidingen. Toelaatbaar voor een vakmaster studierichting zijn zij die een bacheloropleiding in hetzelfde vak hebben afgerond. De opleiding richt zich op de academische verdieping van een voltooide bachelor lerarenopleiding. De masteropleidingen van het Instituut Archimedes zijn gebaseerd op de “startbekwaamheidseisen leraar voortgezetonderwijs en hoger onderwijs” (eerste graads) opgesteld door Stichting Beroepskwaliteit leraren en onderwijspersoneel (SBL) en vastgelegd in de Wet Beroepen in het Onderwijs (Wet BIO 2006). Zie www.lerarenweb.nl. De bekwaamheidseisen zijn verder uitgewerkt tot een beroepsprofiel, door de gezamenlijke lerarenopleidingen. Hierna volt het in 2007 opgestelde beroepsprofiel. Tevens is een baan in het voortgezet- onderwijs een toegangseis. De master wordt opgeleid om te functioneren in een school of opleidingsinstituut waarin de oude onderwijscultuur steeds meer plaats heeft gemaakt voor een daadwerkelijke studiehuiscultuur. De leerling / student wordt in het studiehuis uitgedaagd zelf te leren en bewust te reflecteren op wat, wanneer, hoe en binnen welke context is geleerd. Meer autonoom leren, producerend leren, leren binnen een contextrijke leeromgeving, probleemgericht leren zijn allemaal onderwijsconcepten om het zelf leren en reflecteren te ondersteunen en te begeleiden. Bovendien is de leeromgeving ICT-rijk. Daarbij wil het onderwijs rekening houden met verschillen tussen leerlingen / studenten. Dit vraagt een meer vraaggeoriënteerde benadering van het onderwijs en het leveren van maatwerk van de onderwijsinstellingen en de docenten. De master wordt geacht binnen een schoolorganisatie te functioneren als coach en coördinator van leerprocessen en dient te beschikken over de persoonlijke, professionele en academische 48
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
bekwaamheid van een pedagoog, vakdidacticus, vakspecialist, educatief onderzoeker en professional binnen de schoolorganisatie. Bovendien moet hij doorgroeibekwaamheid bezitten. Dat stelt eisen aan zijn persoonsontwikkeling, zijn vermogen tot zelfstandig leren, en zijn verantwoordelijkheidsbesef voor eigen leerprocessen tijdens zijn formation continue. Pedagoog De master beschouwt het als zijn voornaamste taak leerlingen op te voeden tot sociale, zelfstandige en zelfverantwoordelijke volwassenen. Hij is zich bewust van waarden als humaniteit, solidariteit, tolerantie en vrijheid en de rol van de school bij het overbrengen van deze waarden. Doordat hij op de hoogte is van de hedendaagse jeugdcultuur, en de leefwereld van de adolescent, kan hij met leerlingen reflecteren en communiceren over maatschappelijke en persoonlijke vraagstukken. Waardenoriëntatie en waardencommunicatie maken deel uit van het onderwijs. De master heeft te maken met adolescenten uit verschillende sociale en etnische achtergronden, in verschillende fasen van ontwikkeling tot volwassenheid. Leerlingen/studenten kunnen te maken hebben met individuele en sociale problemen die het leren aanzienlijk bemoeilijken. De master dient daarom kennis te hebben van ontwikkelingspsychologie en sociale psychologie van 16-plussers, en van culturele en seksespecifieke verschillen. Hij weet als pedagoog hoe hij deze kennis kan toepassen in het belang van de leerling / student en is op de hoogte van de zorgmogelijkheden in het onderwijs. Vakdidacticus De master heeft daarnaast ook didactische kennis en vaardigheden om binnen een schoolorganisatie leerlingen, en met name adolescenten en volwassenen, zowel individueel als in groepen zodanig te begeleiden, dat zij geleidelijk een verantwoordelijk gedrag kunnen ontwikkelen en zich een zelfstandige leerhouding eigen kunnen maken. Hij kan vorm geven aan gedifferentieerde leerprocessen die rekening houden met de mate van zelfstandigheid, de leerstijl en de leercapaciteiten van leerlingen, hierbij gebruikmakend van multimediale leermiddelen. Vakspecialist De master beschikt over de specifieke vakinhoudelijke kennis en vaardigheden voor het onderwijsveld waarvoor hij bevoegd is, in het bijzonder voor de tweede fase VO. Hij is in staat om de ontwikkelinInstituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
49
gen binnen zijn vak bij te houden o.a. door recente vakliteratuur te lezen. Hij beschikt over een zodanig overzicht over de vakinhoud, dat hij zich nieuwe onderdelen in een schoolleerplan snel eigen kan maken. Vanuit zijn vakinhoudelijke deskundigheid is hij in staat om mee te denken of zelfs leiding te geven bij leerplanwijzigingen. De master communiceert regelmatig met (internationale) vakgenoten over zijn vakgebied. Hij bezoekt (inter)nationale congressen en volgt de wetenschappelijke ontwikkelingen op zijn vakgebied. Hij kan reflecteren op de legitimering van de eigen eindtermen VO van zijn schoolvak en op de plaats en functie van dit schoolvak voor de persoonlijke ontwikkeling van de leerling en voor de samenleving. Doordat hij ook kennis heeft van opleidingen en beroepen waarin zijn vak een rol speelt, kan hij zijn leerlingen adviseren bij het keuzeproces voor toekomstige studie en beroep. Educatief onderzoeker / ontwikkelaar De master heeft een kritische onderzoeksinstelling: hij neemt bestaande opvattingen en praktijken binnen het onderwijs niet als vanzelfsprekend aan. Hij is zich ervan bewust, dat het onderwijs steeds mee moet evolueren met, of zelfs moet anticiperen op een snel veranderende maatschappij. Hij is door innovatiegerichtheid bereid, en door training in toegepast wetenschappelijk onderzoek gedurende zijn opleiding in staat, om zelfstandig en in teamverband educatief onderzoek (case studies, action research en evaluatieonderzoek) te verrichten, waarbij problemen of vragen uit de onderwijspraktijk uitgangspunt kunnen zijn. De master is in staat om onderzoekspublicaties te lezen en de resultaten van wetenschappelijk onderzoek te gebruiken binnen zijn beroepspraktijk. Hij beschikt over de creativiteit om nieuwe lessen(series), leermaterialen en werkvormen te ontwikkelen, onder andere met behulp van ICT. Als educatief onderzoeker en creatieve ontwikkelaar geeft hij mede vorm aan het pedagogisch-didactische beleid van de school. Professional binnen een schoolorganisatie De master heeft competenties om op alle niveaus van de schoolorganisatie te functioneren. Hij is in staat om , zijn eigen functioneren als leraar te evalueren en bij te stellen, in het licht van de eigen onderwijsvisie en onderwijsidealen, op basis van van constructieve feedback van leerlingen en collega’s. Hij is in staat om in goede samenwerking met collega’s binnen de eigen sectie leiding te geven of een belangrijke rol te spelen bij de ontwikkeling van 50
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
vakwerkplannen en de implementatie van onderwijsvernieuwingen. Tegelijkertijd kan hij over de grenzen van zijn vak heen kijken. Hij is alert op mogelijkheden om leeractiviteiten af te stemmen op, en / of te integreren met andere, met name verwante, vakken. Ook mogelijkheden tot interdisciplinaire samenwerking weet hij te benutten. Hij wil een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het schoolwerkplan en van een gemeenschappelijk pedagogisch en didactisch beleid binnen zijn school. De master heeft inzicht in de veranderende maatschappelijke functie van het onderwijs, met name van het voortgezet onderwijs. Hij is op de hoogte van onderwijsonderzoek en onderwijsbeleid. Op basis daarvan wil hij steeds opnieuw gestalte geven aan zijn leraarschap. 3.2.
Opleidingsprofiel
3.2.1. Doelstelling opleiding Het beroep staat vanaf het begin centraal in de opleiding. Het opleidingsprogramma wordt gekenmerkt door een integratie van beroeps- en vakspecifieke competenties. De beroepspraktijkvorming en de professionele reflectie daarop vormen de rode draad van de opleiding, met portfolio, de schoolpraktijk (stage) en het schoolpraktijkgerichte afstudeeronderzoek als de kernelementen. 3.2.2. Uitwerking van beroepsprofiel De student is uiteindelijk zelf verantwoordelijk voor het eigen leerproces. Dit betekent dat bij de realisatie van de beroepsvereisten binnen het opleidingsprogramma van de educatieve vakmaster het zelfstandig leren centraal staat. Het klimaat wordt gekenmerkt door waardenoriëntatie en waardencommunicatie en de ontwikkeling van motivatie en affectie met betrekking tot de opleiding en het beroep. De informatie- en communicatietechnologie en een gevarieerde leeromgeving spelen in het opleidingsconcept eveneens een belangrijke rol. De opleidingsdidactiek is met name afgestemd op benaderingen en werkwijzen die kenmerkend zijn voor de tweede fase: de opleidingen geven de toekomstige leraren een voorbeeld door de didactiek van de tweede fase op een duidelijk hoger niveau toe te passen gedurende hun opleiding: wat van de studenten binnen de beroepspraktijk verwacht wordt aan docentengedrag, wordt eveneens door de opleiding toegepast, aangepast aan de verschillende doelgroepen (‘dubbele bodem principe’). In onze moderne samenleving is het steeds minder goed mogelijk Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
51
volgens één standaard elke student aan te bieden, wat hij of zij nodig heeft. Het aanbod prikkelt, biedt soms ‘nieuwe werelden’, maar is niet altijd afgestemd op de vraag, de behoefte, het referentiekader van de student. Daarom is interactie gewenst. Er dient een wisselwerking te ontstaan tussen aanbod en vraag. De opleiding streeft er naar om steeds meer maatwerk te leveren door bij het onderwijs rekening te houden met het aanvangsniveau, de praktijkervaringen en de opleidingsbehoeften van de student. Hiervoor moet de student in staat worden gesteld om zelf meer sturing te geven aan het eigen leerproces. De masteropleidingen zijn competentiegericht. Uitgangspunt is de set van competenties die de geïntegreerde bekwaamheid beschrijven die een (beginnend) leraar in het eerstegraads gebied moet kunnen tonen in een kenmerkende praktijksituatie uit het beroep, zoals vastgelegd in “startbekwaamheidseisen leraar voortgezetonderwijs en hoger onderwijs” (Wet BIO 2006). In een dergelijke praktijksituatie wordt veelal integratie van kennis, vaardigheden en attituden gevraagd die moeten leiden tot een professionele performance. Uiteraard veronderstellen deze competenties onderliggende kennis, vaardigheden en houdingen om effectief in praktijksituaties te kunnen functioneren. Bij een competentiegerichte opleiding worden voor het opleiden en evalueren van studenten de geïntegreerde competenties als uitgangspunt genomen en niet de afzonderlijke kennis en vaardigheden. De vereiste competenties worden gemakkelijker en sneller gehaald als de student bij de start van de opleiding al over veel competenties beschikt en / of vanaf het begin voor een aantal wekelijkse lesuren werkzaam is in het eerstegraads gebied. Variatie in studieduur kan een gevolg zijn. Het vernieuwde opleidingsmodel waarvan het eerste jaar in 20072008 van start zal gaan is gebaseerd op een aantal breed gedragen uitgangspunten. Ten eerste hebben wij een heldere visie op het soort onderwijs dat wij willen verzorgen, namelijk met een grote mate van integratie van de vakinhoud en de beroepspraktijk (studenten ontwikkelen zelf beroepsproducten), een sterke onderzoeksdeel gericht op de beroepspraktijk en ruimte voor profilering. Er is dan ook ruimte om te excelleren in het vak en in de vakdidactiek. Verder hebben wij een aantal specifieke verwachtingen van onze studenten.
52
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
Naast het hebben van een baan in het voortgezetonderwijs gaan wij ervan uit dat zij willen uitgroeien tot kritische docenten met een grote inzet om te leren en zich verder te ontwikkelen. Hierin willen wij hen graag ondersteunen, en dit is ook de grondgedachte bij het werken in leerteams. De passie voor het vak verwachten wij natuurlijk niet alleen bij onze studenten, deze willen wij ook zelf uitstralen. Ons opleidingsmodel is gebaseerd op vijf stromen (in de figuur weergegeven als verticale kolommen): onderzoek, wetenschapsfilosofie, vak en vakdidactiek, specialisatie en vakoverstijgende onderdelen, en tenslotte de beroepskennis en –vaardigheden. In elk van de vijf stromen is er sprake van een verplicht basisniveau en ruimte voor keuzes en profilering. De kolom specialisatie en vakoverstijgend is nog niet voor alle opleidingen ingevuld voor het komende jaar. Door verdere samenwerking met de andere afdelingen binnen de faculteit educatie hopen wij daar meer (mogelijke) inhouden aan te kunnen verbinden. Leerlandschap Wetenschappelijk
Filosofie
onderzoek
Vak +
Specialisatie +
Beroepskennis en
Vakdidactiek
vakoverstijgend
vaardigheden
Action Research
Basis programma
Basis van het vak
Vakoverstijgend
Portfolio+ praktijk+
(12)
(3)
waar
werken
POP
Reflectie op
de andere modules I
(intervisie)
wetenschap
op gestapeld
Werken in leerteams
kunnen
ll
worden Vakoverstijgend
Eigen profilering
werken
Ethics in het beroep
Ander
II
Lesgeven in het HBO
Praktijkonderzoek
Bijvoorbeeld:
(12)
Internationalise-
of
Kritisch denken (3)
Stapelmodules
ring (3) Special educational Needs (3 of 4) Vakonderzoek (3-9)
Good Practice Middenmanagement (3)
De eerste rij bevat alle verplichte vakken, de tweede rij bevat keuze mogelijkheden. Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
53
3.2.3.
Het hbo-niveau van de opleiding
Eindkwalificaties De eindkwalificaties van de master moeten in samenhang gezien worden met de eindkwalificaties van de bachelor lerarenopleidingen: zij bouwen erop voort en geven een kwalitatieve, professionele en academische verdieping van het opleidingsdomein. Daarom worden de eindkwalificaties ten aanzien van de vakinhoud, pedagogiek, didactiek en het algemeen functioneren in de school, die al behaald zijn bij de bacheloropleiding, startpunt voor de masteropleiding. Algemene eindkwalificaties Door middel van de algemene eindkwalificaties worden bovenstaande professionele rollen ingevuld en geconcretiseerd. Bij de uitwerking van de rollen is gebruik gemaakt van ‘Bekwaamheidseisen leraren voorbereidend hoger onderwijs’ van de SBL. De door de SBL onderscheiden competentiegebieden blijken over het algemeen goed te sporen met de in de profielschets aangehouden professionele rollen. Alleen de rol van ‘Educatief onderzoeker / ontwikkelaar’ ontbreekt bij SBL. We achten deze rol bij een Master of Education van groot belang. De huidige eindkwalificaties moeten worden gezien als een tussenstap tussen de oude eindtermen en nieuw op te stellen competenties. Op het moment bevinden de masteropleidingen van de Instituut Archimedes zich in een proces van overgang naar een competentiegerichte opleiding volgens het Utrechts Model. Het ligt in de bedoeling om op korte termijn samen met het beroepenveld en zo mogelijk in ADEF-verband te komen tot (landelijke) eindkwalificaties, die geformuleerd zijn als toetsbare competenties. Bij het opstellen van de eindkwalificaties, zijn de algemene kwalificaties, die landelijk (en internationaal) gelden voor een HBO-masteropleiding, geïntegreerd en geconcretiseerd voor het beroep van leraar op masterniveau. Op opleidingsniveau wordt vakspecifieke invulling gegeven aan de algemene eindkwalificaties die gelden voor de vakspecialist en vakdidacticus.
54
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
l. Pedagoog De abituriënt: 1. is in staat om zijn onderwijs en begeleiding af te stemmen op de leer- en leefwereld, specifieke ontwikkelingsfasen en leerpsychologische kenmerken van adolescente leerlingen / studenten, vanuit zijn zicht op nationale en internationale onderwijskundige ontwikkelingen en de daarmee samenhangende kennisdomeinen; 2. weet gedifferentieerd om te gaan met verschillen in leerstijlen, leersstrategieën, leervragen, hulpvragen en andere leerlingenkenmerken zoals culturele en seksespecifieke verschil len en helpt hierdoor leerlingen / studenten bij de ontwikkeling van hun persoonlijke werkconcepten, hun persoonlijke leeragenda’s, hun persoonlijke ontwikkelingsplannen en hun persoonlijke en collectieve identiteit en betrokkenheid; 3. signaleert ontwikkelings-, leer- en / of gedragsproblemen bij individuele leerlingen, kan in overleg met collega’s en multidisciplinair beoordelen of en hoe die aangepakt kunnen worden; kan ondersteunen bij dan wel vormgeven aan individuele en collectieve handelingsplannen, kan vormgeven aan zorg, kent de wegen binnen het zorgsysteem en kan omgaan met crisissituaties; 4. kan zijn pedagogische opvattingen c.q. zijn pedagogische praktijktheorie verwoorden, verantwoorden en verdedigen naar derden en ook kan hij verantwoorden hoe hij de groep of individuele leerlingen /studenten aangepakt heeft. Daartoe maakt hij gebruik van relevante theoretische en methodische inzichten; 5. kan reflecteren op zijn pedagogisch handelen, kan met vakgenoten, met ondersteunende diensten, management en ouders in dialoog gaan over zijn handelen en denken en weet op basis hiervan zijn handelen en denken te veranderen en te verbeteren. II. (Vak)didacticus De abituriënt: 1. is als docent en coach in staat om zelfstandig en in samenwerking onderwijs(activiteiten) en begeleiding te verzorgen binnen het gehele eerstegraads domein en weet hierbij de leerstof motiverend en aantrekkelijk aan te bieden;
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
55
2. heeft zijn kennis, inzichten en vaardigheden met betrekking tot de onderwijskunde en didactiek zodanig verbreed en verdiept, dat hij werkvormen beheerst, die het samenwerkend leren bevorderen en activerende werk- en toetsvormen mogelijk maken die passen in de didactiek van de tweede fase, en dat hij professioneel begeleidingstaken kan vervullen binnen een studiehuis; 3. is in staat om bij zijn onderwijs en begeleiding doelmatig gebruik te maken van de mogelijkheden van informatie- en communicatietechnologie en van multimedia; 4. heeft kennis van en inzicht in de ontwikkelingen op het gebied van methoden, leerplannen, eindexamenprogramma’s c.q. eindtermen met betrekking tot de bovenbouw van het voortgezet onderwijs en kan deze verwerken bij het opzetten van een curriculum; 5. is in staat om zelfstandig en in samenwerking onderwijsmaterialen te ontwikkelen, uit te proberen, te verbeteren en in te voeren; 6. is in staat om zijn vakmatige inbreng af te stemmen op verschillende doelgroepen en op de eisen van onderwijsvernieuwende systemen; 7. kan zijn vakinhoudelijke en didactische opvattingen verwoorden en verantwoorden en kan ook verantwoorden hoe hij werkt met de groep of individuele leerlingen; hierbij maakt hij gebruik van relevante actuele theoretische en methodische inzichten; 8. kan reflecteren op zijn vakinhoudelijk en vakdidactisch handelen, kan met vakgenoten, met ondersteunende diensten, management en ouders in dialoog gaan over zijn handelen en denken en weet op basis hiervan zijn handelen en denken te veranderen en te verbeteren. III. Vakspecialist De abituriënt: 1. beschikt als master over voldoende vakinhoudelijke kennis en vaardigheden voor het gehele onderwijsveld waarvoor hij bevoegd is; hij beheerst de doelen voor zijn vak zoals die van kracht zijn binnen de tweede fase VO op zodanige wijze, dat hij de opdrachten, oefeningen en toetsen waar de leerlingen mee te maken krijgen, zelf foutloos kan maken en duidelijk demonstreren of uitleggen; 56
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
2. kan in collegiale samenwerking werken met geïntegreerde leerinhouden of thema’s uit diverse vakgebieden via een daarop aangepaste didactiek; 3. heeft kennis van de wetenschappelijke achtergronden van de leerinhouden van zijn schoolvak, is bekend met de desbetreffende wetenschappelijke disciplines(s) en de methoden van kennisontwikkeling, kennisdeling en kennistoepassing daarbinnen; 4. is in staat tot het uitvoeren van een kleinschalig onderzoek op het vakgebied waarin hij blijk geeft van het vermogen om met een complexe materie te kunnen omgaan en kennis te kunnen integreren; hij kan de resultaten van zijn onderzoek presenteren en in dialoog verdedigen op het niveau van vakspecialisten; 5. heeft kennis en inzicht met betrekking tot de betekenis van het vak voor de persoonlijke ontwikkeling van de leerling en voor de samenleving, met betrekking tot de plaats en betekenis van het vak binnen het voortgezet en hoger onderwijs (ook in relatie tot andere vakgebieden), en met betrekking tot de mogelijkheden voor studie en beroep binnen het betreffende vakgebied voor leerlingen/studenten; 6. beschikt over voldoende wetenschappelijke ondergrond en methodologische vaardigheden om kritisch en zelfstandig bij te blijven op zijn vakgebied, nieuwe kennis te integreren en te delen en deze kennis door te vertalen in zijn onderwijs. IV. Educatief onderzoeker / ontwikkelaar De abituriënt: 1. is in staat zich zelfstandig (nieuwe) theorie(ën) met betrekking tot onderwerpen van pedagogische, onderwijskundige of didactische aard eigen te maken, bevindingen uit onderzoek te interpreteren en te vertalen naar de onderwijspraktijk; 2. heeft kennis van en inzicht in de kennisdomeinen die van betekenis zijn voor het uitvoeren van praktijkgericht onderzoek, zoals methodologie, wetenschapsfilosofie, kentheorie, argumentatieleer e.d.; 3. is in staat om praktijkgericht onderzoek uit te voeren op educatief gebied (bijvoorbeeld actieonderzoek ter verbetering of verandering
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
57
van de onderwijspraktijk) en om conclusies van onderzoek, inclusief daaraan ten grondslag liggende kennis, motieven en overwegingen, duidelijk en ondubbelzinnig over te brengen op een publiek bestaande uit specialisten en niet-specialisten. V. Professional binnen een schoolorganisatie De abituriënt: 1. beschikt over voldoende organisatorische vaardigheden en vaardigheden op het gebied van klassenmanagement om in zijn klas en zijn lessen in de bovenbouw van HAVO / VWO een goed leef- en werkklimaat tot stand te brengen en de leerlingen in het studiehuis effectief te begeleiden; 2. heeft inzicht in de taken en verantwoordelijkheden binnen een vaksectie en binnen een onderwijsorganisatie en is in zijn vaksectie in staat een stimulerende rol te vervullen bij de opstelling van vakwerkplannen en bij curriculumvernieuwing c.q. de samenstelling van een leerlandschap; 3. kan in teamverband samenwerken en in dialoog een oordeel vormen over relevante ontwikkelingen op het gebied van onderwijs, en de stand van zaken op school herijken en aanpassen; 4. kan vergaderingen voorzitten en heeft voldoende basale managementvaardigheden c.q. leiderschapscompetenties om te functioneren als leider van een sectie of team; 5. is in staat te reflecteren op zijn eigen functioneren in de beroepspraktijk en kan de uitkomsten ervan vertalen in actie ten behoeve van de eigen school (organisatie); 6. verwoordt en verantwoordt zijn professionele opvattingen en werkwijze met betrekking tot een adolescente leerling aan ouders en andere belanghebbenden en past in gezamenlijk overleg zo nodig zijn werk met die leerling aan; 7. is op de hoogte van ontwikkelingen in het onderwijsbeleid en onderwijsonderzoek (nationaal en internationaal), zowel in algemene zin als met betrekking tot zijn beroepenveld en zijn vakdiscipline.
58
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
VI. Doorgroeibekwaamheid De abituriënt: 1. is in staat en bereid om samen met leerlingen en collega’s zijn professioneel handelen methodisch te evalueren en waar nodig planmatig te veranderen en te verbeteren; 2. bezit leervaardigheden, die hem in staat stellen tot verdere professionalisering met een grotendeels zelfsturend of autonoom karakter; 3. beschikt over een innovatiegerichte houding die hem in staat stelt in de praktijk aan te sluiten bij vernieuwingen die voor zijn doelgroep relevant zijn; 4. kan zijn eigen activiteiten en plannen voor professionele ontwikkeling verwoorden en verantwoorden, in relatie met het beleid van de school en tegen de achtergrond van actuele ontwikkelingen in onderwijs, wetenschap, bedrijfsleven en samenleving. 3.2.4. Didactische uitgangspunten De opleiding heeft gekozen voor een competentiegericht onderwijsmodel. Een competentie is het vermogen van een persoon om (beroeps)taken in een bepaalde (beroeps)context uit te voeren. Dit vermogen bestaat eruit dat de persoon beschikt over een samenhangend geheel van kennis, vaardigheden en houdingsaspecten. Voor het onderwijs betekent dit het volgende: • Het onderwijs is gericht op het verwerven van beroepscompeten- ties, d.w.z. het in samenhang verwerven van kennis, vaardighe den en houdingsaspecten waarmee beroepstaken kunnen worden uitgevoerd. • Het leren wordt opgevat als een doelgerichte activiteit van de student; het onderwijs bevordert actief en zelfstandig leren. • De docent ondersteunt en coacht het leerproces van de student en is inhoudelijk expert op een bepaald competentiegebied. • Het leren vindt zoveel mogelijk plaats in realistische leeromgevin- gen, waarbij leertaken lijken op beroepstaken. Hierbij wordt waar wenselijk en mogelijk gebruik gemaakt van moderne media (ICT).
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
59
• Het onderwijs is gebaseerd op het concurrency-principe, waarbij leermomenten op de opleiding en in de beroepspraktijk elkaar wederzijds positief beïnvloeden. • Het leren is een sociaal en interactief proces, studenten werken samen: met elkaar, de docent en professionals uit de praktijk. • Toetsen zijn bedoeld om vast te stellen welke beheersniveau van de competenties is bereikt en de student inzicht te geven in de vorderingen in het eigen leerproces. 3.2.5. Didactische werkvormen De didactiek van de opleiding staat in het teken van competentiegericht onderwijs. Hierbij wordt gestreefd naar een optimale balans tussen levensechte praktijkopdrachten en verdiepende cursorische lesprogramma’s en trainingen. De opleiding kent daarmee verschillende onderwijsvormen: • Studieloopbaanbegeleiding: ondersteuning en coaching van het binnen en buitenschoolse leren. • Theorieonderwijs: hoorcolleges, responsie- en werkcolleges en zelfstudieopdrachten. • Practicumonderwijs/werkgroepbijeenkomsten: trainingen in kleine groepen (max. 20 studenten) die erop gericht zijn dat de student zich methodische kennis eigen maakt en specifieke beroepsvaardigheden oefent. • Beroepspraktijkvorming: werkervaring opdoen als docent in eerstegraadsgebied. • Praktijkbegeleiding: begeleiding van de praktijkperiode vanuit de opleiding en de instelling. • Supervisie: in kleine groepen met docent gericht op reflectie op eigen beroepsontwikkeling. • Casus/projectonderwijs: groepsgewijze realisatie van producten in afgebakende periode. 3.2.6. Competenties beroepsbeoefenaar Uitgangspunt van de competenties van de beroepsbeoefenaar zijn de zeven competenties van de SBL. Competentiegericht leren en opleiden Bij competentiegericht opleiden staan begrippen als zelfverantwoordelijkheid, zelfsturing en ontwikkeling van het lerend vermogen van de student centraal. De keuze voor competentiegerichte opleidingen is de logische consequentie van de missie en doelstelling die Instituut Archimedes nastreeft, van het beroepsbeeld dat wij voor 60
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
ogen hebben, van de startsituatie waarin onze instromende studenten verkeren en van onze visie op leren en opleiden. De afgelopen jaren is intensief gewerkt en geëxperimenteerd om de voorwaarden te scheppen voor een competentiegerichte opleiding. Bij de inhoudelijke inrichting van het opleidingsprogramma en de organisatie van de opleidingen komen de leerbehoeften van de student centraal te staan. De student studeert op basis van een persoonlijke leeragenda die met behulp van assessment in overleg met de coach wordt vastgelegd. Door middel van een persoonlijk portfolio, waarin het huidige (reële) en toekomstige (potentiële) professionele ontwikkelingsverhaal van de student opgenomen is, krijgt het persoonlijke leertraject vorm. De inrichting van de opleiding op deze wijze betekent dat werkvormen als (hoor)colleges sterk in betekenis afnemen en dat het belang van tentamens als vorm van toetsing afneemt. De bewijslast voor het verworven hebben van competenties komt in toenemende mate bij de student te liggen. De opleiding biedt de randvoorwaarden om de student daartoe in de gelegenheid te stellen. Via het deelnemen aan ‘oefenmogelijkheden’ (assignments), het deelnemen aan ‘toetsmomenten onderweg’ (tussenassessments), selfassessment, assessmentinterview, theoretische en praktijkdemonstraties krijgt de student op diverse momenten de mogelijkheid om te bewijzen of hij de competentie(s) heeft verworven. De begeleiding van studenten is gebaseerd op een systeem van coaching (zie 4.1.6). Tijdens de opleiding krijgt de student ook te maken met ‘klassieke’ leermiddelen en toetsvormen die hij kent uit zijn vooropleiding. Maar in toenemende mate zal hij bij de overgang naar een competentiegerichte opleiding verantwoordelijk worden gesteld voor de invulling van een deel van het opleidingsprogramma met behulp van een persoonlijke leeragenda en voor het aantonen van de persoonlijk ontwikkelde competenties voor het beroep van leraar. Dit wordt gedaan met een ‘portfolio’ en met ‘assessments’.
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
61
4. INRICHTING EN ORGANISATIE OPLEIDING 4.1. Algemeen Via sharepoint wordt u op de hoogte gehouden van onder meer: • jaar- en periode roosters • roosterwijzigingen • (her-)toetsrooster/presentaties • tentamenuitslagen • lokaalrooster • mededelingen over cursussen, bijvoorbeeld over aan te schaffen materiaal • groepsindeling voor vakoverstijgende modulen Zie voor lessen en (her)toetsroosters ook: www.roosters.hu.nl Het is dus van belang dat u regelmatig op sharepoint kijkt. In een beperkt aantal gevallen zal informatie per post worden verzonden. U wordt daarom dringend verzocht een adreswijziging niet alleen door te geven aan de studentenadministratie, maar ook aan uw opleidingscoördinator en coach (studieloopbaanbegeleider) Het adres www.studentmail.hu.nl geeft u toegang tot studentenmail van de HU. Via het genoemde adres kunt u ook software krijgen om het e-mailprogramma thuis te installeren. U bent als student verplicht uw studentmail te gebruiken. Via deze mailbox ontvangt u vanuit de opleiding voor u belangrijke en relevante informatie, zie ook par. 2.10.2. Websites zullen als informatiebronnen voor u steeds belangrijker worden in uw studie, maar ook voor uw planning, organisatie en administratie. Het www.hu.nl HU-web omvat een groeiend aantal van dit soort sites. Nieuws uit de afdeling kunt u vinden via het adres: www.fe.hu.nl/Archimedes/nieuws/nieuws.htm. De docenten zijn bereikbaar via hun e-mail en telefonisch, zie par. 1.2.8.
62
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
4.1.1.
Opleidingsvorm
Deeltijdopleiding Het deeltijdonderwijs biedt studenten de mogelijkheid in de avonduren een volledige masteropleiding te volgen. De programma’s ijn toegesneden op studenten die naast hun werk willen studeren. Kenmerkend voor een deeltijdopleiding is dus dat relevant werk in een voor het beroep relevante organisatie wordt gecombineerd met het volgen van beroepsonderwijs. De roostering is daarop aangepast. 4.1.2.
Opleidingsstructuur algemeen
Wettelijke studieduur, studielast en studiepunten De studielast (of -belasting) van de opleiding en de daartoe behorende cursussen wordt uitgedrukt in hele studiepunten volgens het European Credit Transfer System (ECTS). Dit is een in 2004 ingevoerd studiepuntensysteem om opleidingen internationaal vergelijkbaar te maken. De studielast van 1 EC-studiepunt komt overeen met 28 studie-(klok)uren (inclusief contacttijd). De masteropleiding duurt drie jaar. Bij de opbouw van de opleiding is een gemiddelde studielast van 30 studiepunten, oftewel 840 uur, per studiejaar als uitgangspunt genomen. De totale studielast van de opleiding (onderwijs, zelfstudie en praktijktijd/stages) bedraagt 90 studiepunten. U moet dus rekenen op een gemiddelde studiebelasting van 20 uur per week. Bij de inroostering van het studieprogramma wordt geprobeerd de studiebelasting zo evenredig mogelijk over de lesperioden te verdelen. Het aantal contacturen op de opleiding is beperkt gehouden ( samen globaal ¼ deel van de totale studietijd). Verwacht wordt dus dat u buiten de contacturen om veel tijd besteedt an voorbereiding, opdrachten en zelfstudie. In iedere periode zijn zeven onderwijsweken ingeroosterd, een hertoetsweek (behalve in periode 1) en een toetsweek. Verder zijn er organisatieweken in het jaarrooster opgenomen waarin onbegeleide onderwijsactiviteiten gepland kunnen worden voor bepaalde cursussen. Houd er rekening mee- vooral in de weken aan het einde van het cursusjaar en aan het begin van het volgend cursusjaar - dat deze toets-, hertoets- en organisatieweken geen vakantieweken zijn. Als u in die periode uw vakantie plant, loopt u kans (her) toetsen te missen die mogelijk niet meer gedurende het cursusjaar kunnen worden afgelegd! Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
63
In de cursusbeschrijvingen is per cursus de studielast opgenomen, uitgedrukt in hele studiepunten. Zie OSIRIS (www.osiris.hu.nl). Studiepunten worden pas toegekend als de betreffende cursus is afgerond met het bijbehorende tentamen (c.q. alle deeltentamens). Zie ook par. 6.3.6. 4.1.3. Overzicht curriculum Deze studiegids geeft het overzicht van onderwijsaanbod 2008-2009. Dit studieprogramma geldt uitsluitend voor het studiejaar waarvoor het is vastgesteld. De cursussen zijn hieronder aangegeven inclusief het aantal bijbehorende studiepunten en de OSIRIS-code. De volledige cursusbeschrijvingen staan achter in deze studiegids en ook in OSIRIS. Onderwijsuitvoering 2008-2009 Jaar 1 Lichting 2008 Periode A
Periode B
Periode C
Periode D
12:00 – Schatten en meten
Mechanica B
Quantumfysica A
Quantumfysica B
14:00
(3)
(3)
(2)
14:30 – Mechanica A
Wiskunde A
Wiskunde B
Warmteleer
16:30
(2)
(2)
(3)
17:00 – Leerteam
Leerteam
Leerteam
Leerteam
19:00
(2/4)
(2/4)
(2/4)
(2/4)
Portfolio-intro-
Cursuspracticum
Cursuspracticum
Cursuspracticum:
ductie
mechanica B
quantumfysica A
warmteleer
(1)
(3/6)
(3/6)
(3/6)
19:30 – Ict-introductie
Schatten
Onderzoeks-prac-
Praktijkonderzoek
21:30
en meten B
ticum
introductiecursus (3)
(2)
(2/3)
8
6 4/6
A (2) (2)
(1) Cursuspracticum mechanica A (3/6)
Tot 30
7
4/6
64
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
9
Jaar 2 lichting 2007 woensdag
Periode A
Periode B
Periode C
17:00 –
Leerteam
Fysische informa- Wiskunde D
19:00
(2/2)
tica A
(2)
Periode D Leerteam (2/2)
(2) Onderzoeks-
Cursuspracticum:
Practicum
Optica (3/6)
(2/3) Binas-keuzecur-
19:30 –
Didactiek van
21:30
profielwerkstuk sus A (3)
Natuurweten-
Optica
schappelijke
(3)
(2)
Literatuurstudie
Nanoscience
(2)
Klimaat-veranderingen 17 1/6 +12
4 2/3
4
5
3 3/6
Jaar 2 Praktijkonderzoek (9), Schoolpraktijk (3), = (12) Jaar 3 lichting 2006 Beroepsgericht afstudeeronderzoek en portfolio (19 ects), en de onderzoekstage (11ects). Concept-onderwijsuitvoering 2009-2010 Jaar 1 lichting 2009 Periode A
Periode B
Periode C
Periode D
12:00 – Schatten en meten
Mechanica B
Quantumfysica A
Quantumfysica B
14:00
(3)
(3)
(2)
14:30 – Mechanica A
Wiskunde A
Wiskunde B
Warmteleer
16:30
(2)
(2)
(3)
17:00 – Leerteam
Leerteam
Leerteam
Leerteam
19:00
(2/4)
(2/4)
(2/4)
(2/4)
Cursuspracticum
Cursuspracticum
Cursuspracticum
Cursuspracticum:
mechanica A
mechanica B
quantumfysica A
warmteleer
(3/6)
(3/6)
(3/6)
(3/6)
A (2) (2)
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
65
19:30 – Ict-intro
Schatten
Onderzoeks-
Praktijkonderzoek
21:30
(1)
en meten B
practicum
introductiecursus (3)
Portfolio-intro
(2)
(2/3)
8
6 4/6
(1) Tot 30
7 4/6
9
Jaar 2 lichting 2008 Jaar 3 lichting 2007 woens-
Periode A
Periode B
Periode C
Periode D
17:00 –
Leerteam
Fysische
Wiskunde C
Leerteam
19:00
(2/2)
informatica B
(2) 2008
(2/2)
dag
(2) Cursuspracticum elek-
Onderzoekspracticum
Onderzoeks-prac-
(2/3)
ticum (2/3) 2007
trodynamica 2008 Cursuspracticum warmteleer 2007 (3/6)
19:30 –
Reflectie op
Binas- Keuze-
WN-modelleren
Elektrodynamica
21:30
wetenschap
cursus B
(2)
2008
(3)
(2)
(3) Warmteleer 2007
17 1/6
4 2/3
4
5
3 3/6
+13
Jaar 2 Beroepsgericht afstudeeronderzoek (9 ec) en schoolstage (3 ec) Jaar 3 Onderzoeksstage (11 ec) en schoolstage (2 ec).
66
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
Examenprogramma Masters of Education Natuurkunde Lichting 2008 Beroepscomponent Cursus
Osiriscode
Ec’s
Portfolio 1
OAM-PFOL1-07
2
Portfolio 2
OAM-PFOL2-07
2
Portfolio 3
OAM-PFOL3-07
2
Praktijkonderzoek introductie
OAM-INTROPRON-07
3
Praktijkonderzoek (beroepsgericht)
OAM-PRAKOND-07
9
Reflectie op wetenschap
OAM-REFLECTIE-04
3
Schoolpraktijk eerstegraads
OAM-PRAKTIJK-04
5
Totaal
26
Vak- en vakdidactiekcomponent Cursus
Osiriscode
Ec’s
Binas-keuzecursus A
OAMNA-BNSKEUA-**
2
Binas-keuzecursus B
OAMNA-BNSKEUB-**
2
Didactiek van het profielwerkstuk
OAMNA-DIDWER-04
3
Elektrodynamica
OAMNA-ELEKDYN-04
3
Fysische informatica A
OAMNA-FYSINFO-**
2
Fysische informatica B
OAMNA-FYSINFO-**
2
ICT-introductie
OAMNA-ICTINT-**
1
Mechanica A
OAMNA-MECHA-**
2
Mechanica B
OAMNA-MECHB-**
3
Modelleren
OAMNA-MODELL-07
2
Natuurwetenschappelijke literatuur-
OAMNA-NWLITS-**
2
Onderzoeksstage (vakgericht)
OAMNA-STAGE-04
11
Optica
OAMNA-OPTICA-04
3
Portfolio-introductie
OAMNA-PFINTRO-**
1
Practicum: cursusexperimenten
OAMNA-CURSEXP-04
3
Practicum: onderzoeksexperimenten
OAMNA-ONDEREX-04
2
Quantumfysica A
OAMNA-QUANFYA-04
3
Quantumfysica B
OAMNA-QUANFYSB-04
2
Schatten en meten A
OAMNA-SCHATMTA-04
2
Schatten en meten B
OAMNA-SCHATMTB-04
2
Warmteleer
OAMNA-WARMTEL-04
3
Wiskunde A
OAMNA-WISKA-**
2
Wiskunde B
OAMNA-WISKB-**
2
Wiskunde C
OAMNA-WISKC-**
2
Wiskunde D
OAMNA-WISKD-**
2
studie
64
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
67
Inhoudsopgave cursusbeschrijvingen Beroepscomponent Cursus
Osiriscode
Ec’s
Portfolio 1
OAM-PFOL1-07
2
Portfolio 2
OAM-PFOL2-07
2
Portfolio 3
OAM-PFOL3-07
2
Praktijkonderzoek introductie
OAM-INTROPRON-07
3
Praktijkonderzoek (beroepsgericht)
OAM-PRAKOND-07
9
Reflectie op wetenschap
OAM-REFLECTIE-04
3
Schoolpraktijk eerstegraads
OAM-PRAKTIJK-04
5
Vak- en vakdidactiekcomponent Cursus
Osiriscode
Ec’s
Binas-keuzecursus A
OAMNA-BNSKEUA-**
2
Binas-keuzecursus B
OAMNA-BNSKEUB-**
2
Didactiek van het profielwerkstuk
OAMNA-DIDWER-04
3
Elektrodynamica
OAMNA-ELEKDYN-04
3
Fysische informatica A
OAMNA-FYSINFO-**
2
Fysische informatica B
OAMNA-FYSINFO-**
2
ICT-introductie
OAMNA-ICTINT-**
1
Mechanica A
OAMNA-MECHA-**
2
Mechanica B
OAMNA-MECHB-**
3
Modelleren
OAMNA-MODELL-07
2
Natuurwetenschappelijke literatuurstudie
OAMNA-NWLITS-**
2
Onderzoeksstage (vakgericht)
OAMNA-STAGE-04
11
Optica
OAMNA-OPTICA-04
3
Portfolio-introductie
OAMNA-PFINTRO-**
1
Practicum: cursusexperimenten
OAMNA-CURSEXP-04
3
Practicum: onderzoeksexperimenten
OAMNA-ONDEREX-04
2
Quantumfysica A
OAMNA-QUANFYA-04
3
Quantumfysica B
OAMNA-QUANFYSB-04
2
Schatten en meten A
OAMNA-SCHATMTA-04
2
Schatten en meten B
OAMNA-SCHATMTB-04
2
Warmteleer
OAMNA-WARMTEL-04
3
Wiskunde A
OAMNA-WISKA-**
2
Wiskunde B
OAMNA-WISKB-**
2
Wiskunde C
OAMNA-WISKC-**
2
Wiskunde D
OAMNA-WISKD-**
2
68
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
4.1.4. Lesdagen en tijden De vaste contacturen van de masteropleiding natuurkunde zijn op woensdag 15.00 - 16.45 portfolio 17.00 - 19.00 module 1 19.30 - 21.30 module 2 Het aantal aangeboden lessen en/of door u te volgen lessen kan per lesperiode verschillen. Het derde jaar wordt vooral in leergroepen gewerkt, waarmee u zelf overlegmomenten afspreekt. In het jaarrooster (zie 8.1) kunt u verder zien welke weken in een lesperiode bestemd zijn voor onderwijs- respectievelijk tentamenactiviteiten en welke gelden als officiële vakantieweken. Bij de jaarplanning van uw studie dient u naast de lesavonden rekening te houden met eventuele verplichte excursies en/of stages. 4.1.5.
Uitval van lessen
Afwezigheid docenten De opleiding streeft ernaar om in geval van ziekte of afwezigheid om een andere reden van een docent, ervoor te zorgen dat lessen zoveel mogelijk doorgang kunnen vinden. Indien een college uitvalt, worden studenten hiervan op de hoogte gesteld via de digitalepublicatieborden en via sharepoint. De docent overlegt bij terugkeer met de groep hoe de stof van de uitgevallen lessen wordt ingehaald. Afwezigheid studenten Indien een student afwezig is, geldt de volgende regel: alleen bij cursussen met een aanwezigheidsplicht dient u zich ziek te melden bij de desbetreffende docent en bij langdurige ziekte geeft u de ziekmelding door aan uw opleidingscoördinator. Wanneer studievertraging dreigt, dient u tevens contact op te nemen met de studentendecaan (zie par. 2.2).
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
69
4.1.6. Studieloopbegeleiding Elke student krijgt bij aanvang van de studie een coach toegewezen. Deze is uw eerste aanspreekpunt tijdens de studie. In de praktijk komt dit op het volgende neer. Onder begeleiding van de coach komt u tot een bepaalde wijze van werken en tot inhoudelijke activiteiten die moeten leiden tot een succesvol verloop van uw studie. Daarnaast helpt de coach u te reflecteren op het studieproces en de organisatie daarvan, en de daaruit voortvloeiende resultaten. De begeleiding vindt plaats door middel van individuele gesprekken met de coach. Naarmate de studie vordert, zal de intensiteit van de studieloopbaanbegeleiding geleidelijk verminderen. Gaandeweg krijgt u een beeld van wat u met de opleiding wil, en welke rol u binnen het beroepenveld zou willen spelen. Daaruit trekt u conclusies en formuleert u vervolgens leerdoelen en een plan van aanpak. Dit laatste maakt deel uit van uw persoonlijk ontwikkelingsplan (POP). Het geheel wordt opgenomen in uw portfolio.
4.1.7. Registratie studievoortgang Van iedere ingeschreven student worden de behaalde studieresultaten geregistreerd in het digitale studievoortgangsysteem van de HU: OSIRIS. Zie ook par. 2.10.4. De studievoortgang wordt uitgedrukt in studiepunten. Voor elke cursus waarvan de eindbeoordeling voldoende is, worden de bijbehorende studiepunten toegekend. Zie ook par. 6.3.6. Via OSIRIS kunnen studenten te allen tijde zelf hun studievoortgang bekijken. Aan het einde van elk studiejaar wordt de studievoortgang van iedere student door de examencommissie vastgesteld. De opleiding neemt contact op met die studenten die een beduidende achterstand oplopen bij het behalen van de studiepunten. In overleg met de student wordt dan bekeken welke factoren de achterstand veroorzaken en of (en hoe) daar iets aan gedaan kan worden. Van de student wordt verwacht dat deze bij studieachterstand contact opneemt met de mentor/ coach (zie par. 4.1.6) of de studentendecaan (zie par. 2.2). 4.1.8. Introductie- en begeleidingsdagen, excursies, werkweken en trainingen Bovengenoemde excursies, werkweken e.d. maken onderdeel uit van het onderwijsprogramma van de opleiding. Deelname is daarom 70
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
verplicht. Studenten die door overmacht en/of persoonlijke omstandigheden (waaronder financiële problemen) niet kunnen deelnemen aan excursies, werkweken, trainingen en begeleidingsdagen kunnen in aanmerking komen voor een vervangende opdracht. Daartoe kunt u een verzoek indienen bij de examencommissie.
4.1.9. Studiekosten en eigen bijdragen Als student moet u rekening houden met de volgende kosten verbonden met het onderwijs: Collegegeld Voor het studiejaar 2008-2009 gelden de volgende collegegelden: Het door Hogeschool Utrecht vastgestelde collegegeld bedraagt: • € 1.290,- voor deeltijdstudenten master FE. Overige kosten Introductiedagen, excursies of werkweken (al of niet in het buitenland) zijn verplicht als ze deel uitmaken van een (of meer) module(n). Dit is te vinden in de modulebeschrijving (zie hoofdstuk 4) net als de kosten die daarbij voor rekening van de student komen (zie ook artikel 19 van de OER). De totale excursiekosten zullen voor de student ongeveer € 295,per studiejaar (voor de eerste twee jaren) bedragen. Zie art. 18 OER-HU. 4.1.10. Afstuderen Als alle cursussen met goed gevolg zijn afgesloten en het competentieportfolio door de coach is goedgekeurd wordt een eindassessment aangevraagd. Bij dit assessment zijn twee assessoren aanwezig. Na het slagen voor het eindassessment is het moment aangebroken voor de meesterproef. De meesterproef is de formele afsluiting van de masteropleiding. Tijdens de meesterproef presenteert en verdedigt de kandidaat de resultaten van het eigen praktijkonderzoek tegenover docenten en professionals uit het veld. Digitaal aanleveren en publiceren afstudeerproducten Hogeschool Utrecht is één van de hogescholen die actief deelnemen aan de HBO-Kennisbank. Hierop worden publicaties, zoals scripties en onderzoeksartikelen, die binnen hogescholen worden geproduceerd digitaal beschikbaar gesteld aan geïnteresseerden van over de hele wereld. En kunnen ze omgekeerd ook weer een rol spelen bij onderwijs en onderzoek. Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
71
Studenten die hun afstudeerscriptie hebben afgerond met het cijfer 7 of hoger, mogen hun scriptie kosteloos digitaal laten publiceren op de HBO-Kennisbank. Belangrijke voorwaarde daarbij is overigens wel dat ook het eventuele stagebedrijf hiermee akkoord gaat en dat er geen vertrouwelijke informatie in voor komt. Overigens is het voor alle afstudeerproducten verplicht om ze ten minste digitaal aan te leveren aan de Hogeschool. Voor meer informatie en de HU-contactpersoon: www.hbo-kennisbank.nl Zie hoofdstuk 6 voor meer informatie over het examen en het getuigschrift.
72
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
5. CURSUSDEELNAME 5.1. Algemeen Het onderwijsprogramma van de opleiding is samengesteld uit onderwijseenheden, de zgn. cursussen. Een cursus is een samenhangend geheel van te verwerven kennis, inzicht en (beroeps)vaardigheden, met een studielast uitgedrukt in een geheel aantal studiepunten (EC). Een cursus wordt afgerond door middel van een tentamen (zie ook par. 6.1). Alle cursussen worden aan het begin van het studiejaar gepubliceerd via OSI RIS (www.osiris.hu.nl). Zie voor een curriculumoverzicht par. 4.1.3, en voor meer informatie over de specifieke cursussen hoofdstuk 9. 5.2. Inschrijving voor cursussen Deelname aan cursussen is slechts mogelijk na tijdige inschrijving via OSIRIS (www.osiris.hu.nl). Dit is absoluut noodzakelijk om de organisatie zo goed mogelijk te laten verlopen. Inschrijven (en evt. uitschrijven) is in elk geval mogelijk tot twee weken voor de start van een onderwijsperiode waarin het onderwijs van de desbetreffende cursus wordt gegeven. Als student bent u hier zelf verantwoordelijk voor. U kunt in hetzelfde studiejaar niet meer dan eenmaal voor dezelfde cursus ingeschreven staan. Bij vragen over of problemen met het inschrijven voor cursussen of toetsen kunt u bij uw coach en opleidingscoördinator terecht. 5.3. Aanwezigheidsplicht De vorm en/of inhoud van een cursus kan met zich meebrengen dat studenten een aanwezigheidsplicht wordt opgelegd. Per cursus wordt in OSIRIS aangegeven of de aanwezigheidsverplichting van toepassing is. In uitzonderlijke gevallen kan de examencommissie vrijstelling verlenen van de aanwezigheidsplicht, eventueel onder bepaalde voorwaarden. De student moet daartoe een verzoek indienen. 5.4. Beginvereisten Aan een cursus kunnen begin- of toegangsvereisten zijn verbonden. Zie daarvoor de cursusbeschrijvingen (hoofdstuk 9). Een student die niet voldoet aan deze vereisten kan in beginsel niet deelnemen aan de cursus, tenzij de examencommissie daarvoor toestemming verleent.
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
73
6. TENTAMENS EN EXAMENS 6.1. Algemeen Tentamens Een cursus wordt afgerond door middel van een tentamen of toets. Elk tentamen omvat een onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de individuele student, alsmede de beoordeling van de uitkomsten van dat onderzoek. Een tentamen kan ook een onderzoek naar de beroepshouding van een student betreffen. Tentamens (ook die in groepsverband worden gemaakt) dienen dus primair om de leerresultaten van individuele studenten te toetsen aan de beoogde doelstellingen. Het onderzoek wordt verricht door of namens de examencommissie van de opleiding die de cursus verzorgt. Inhoud en vorm van het tentamen worden bepaald door de desbetreffende docent onder verantwoordelijkheid van de examencommissie. Een tentamen kan onderverdeeld zijn in deeltentamens (of: deeltoetsen). Bij cursussen waarvan de afsluiting uit verschillende onderdelen bestaat (bijvoorbeeld practicum, productie, aanwezigheid en toets/ verslag) moeten alle onderdelen voldoende zijn. Het is dus niet mogelijk het een met het ander te compenseren. Een examencommissie kan onder te stellen voorwaarden bepalen dat niet ieder tentamen met goed gevolg hoeft te worden afgelegd. Verder bepaalt de examencommissie waar nodig dat het met goed gevolg afgelegd hebben van tentamens voorwaarde is voor toelating tot andere tentamens. Examens Iedere opleiding kent een afsluitend eindexamen. De student slaagt voor het examen als voldaan is aan de beschreven normen. Daarvoor moeten de tentamens als voldoende zijn beoordeeld, en daarmee alle benodigde studiepunten zijn behaald. Zodra de student het programma heeft afgerond, beoordeelt de examencommissie in haar eerstvolgende vergadering de resultaten. Indien de student is geslaagd en aan alle overige verplichtingen met betrekking tot de opleiding heeft voldaan, reikt de examencommissie het getuigschrift uit. Zie verder par. 6.4.
74
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
6.2. Vrijstellingen De examencommissie kan een student vrijstellen van (deelt)tentamens en/of het propedeutisch examen, op grond van: • een eerder behaald tentamen of examen; • elders opgedane kennis of vaardigheden waaruit blijkt dat de student reeds aan de vereisten van het (deel)tentamen heeft voldaan. Vrijstellingen worden onder vermelding van de geldigheidsduur schriftelijk verstrekt en ondertekend door de examencommissie. Vrijstelling van een tentamen of examen betekent dat de student niet hoeft deel te nemen aan de desbetreffende cursus(sen). Overleg eerst met de studieloopbaanbegeleider of opleidingscoördinator of het zinvol is om een vrijstelling aan te vragen. Als een verzoek wordt ingediend, moet daarbij altijd een schriftelijk bewijsstuk (diploma, cijferlijst, verklaring etc.) gevoegd zijn. Vrijstellingen op basis van binnen de onderwijsafdeling behaalde resultaten, worden in OSIRIS met het oorspronkelijke cijfer opgevoerd. Andere vrijstellingen worden weergegeven als “VRIJ”. De vrijstelling blijft buiten beschouwing bij eventuele berekening van een gemiddelde. Na behandeling van uw verzoek tot het verlenen van een (of meer) vrijstellingen krijgt u schriftelijk bericht van de ambtelijke secretaris van de examencommissie. In dit bericht staat aangegeven voor welke onderdelen (met het bij behorend aantal studiepunten) uit het studieprogramma u vrijstelling hebt verkregen. Gelijktijdig worden deze toegekende vrijstellingen door de ambtelijk secretaris doorgegeven aan de studievoortgangsadministratie. In het studievoortgangsoverzicht worden de vrijgestelde onderdelen als dusdanig geadministreerd. Bewaar het schriftelijk bericht van de examencommissie zorgvuldig. 6.3.
Organisatie tentamens
6.3.1. Tentamenvorm en –duur Tentamens zijn instrumenten om de studieresultaten van studenten te toetsen en beoordelen. Dit kan op verschillende manieren. De meest gebruikte tentamenvormen zijn: • tentamens met gesloten vragen; • tentamens met open vragen; • tentamens met meerkeuzevragen; • werkstukken of andere vormen van schriftelijke opdrachten; Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
75
• reflectieverslagen; • het vervaardigen en/of uitvoeren van een presentatie en/of taak; • een mondeling tentamen. De examinatoren stellen de benodigde opdrachten, opgaven en beoordelingsnormen vast en zorgen ervoor (samen met andere bij een tentamen betrokkenen) dat de vereiste geheimhouding in acht wordt genomen totdat de opgaven zijn uitgereikt aan de kandidaten. De beschikbare tijdsduur voor tentamens is in de faculteits-OER bepaald. Bij uitzondering kunnen tentamens langer of korter duren. 6.3.2.
Inschrijving en deelname (her)tentamens
Inschrijving cursussen en tentamens Deelname aan cursussen is slechts mogelijk na tijdige inschrijving via OSIRIS (www.osiris.hu.nl). Dit is absoluut noodzakelijk om de organisatie zo goed mogelijk te laten verlopen. Als student bent u hier zelf verantwoordelijk voor. Inschrijven voor deelname aan een, aan de desbetreffende cursus verbonden tentamen is daar automatisch aan gekoppeld. Voor deelname aan tentamens los van het volgen van een cursus en aan hertentamens is inschrijving voor het tentamen via OSIRIS noodzakelijk. Zie verder de handleiding “Inschrijven in OSIRIS bij Archimedes” op de OSIRIS service site: www.husharepoint.nl/sites/feosiris/default.aspx. Tentamenmogelijkheden / herkansingen Herkansing van een afgelegd tentamen is slechts mogelijk als de beoordeling van het tentamen onvoldoende is tenzij in de faculteits – OER is opgenomen dat de examencommissie anders kan beslissen. Bij deelname aan een herkansing vervallen alle eerdere beoordelingen voor het tentamen. Als u staat ingeschreven voor een tentamen maar daaraan niet deelneemt, verliest u een tentamenmogelijkheid in dat studiejaar. U wordt dan verwezen naar de volgende reguliere tentamenmogelijkheid. De aanduiding NA (Niet Aanwezig), die gebruikt wordt als een student zich heeft ingeschreven voor een schrijftelijk tentamen, maar daar niet aan deelneemt, wordt beschouwd als een tentamen uitslag. De student die door overmacht niet aan een tentamen heeft kunnen deelnemen, kan de examencommissie verzoeken om een extra tentamenmogelijkheid. Van overmacht is sprake als zich een of meer van de volgende omstandigheden voordoen: 76
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
• • • • •
ziekte; lichamelijk of andere functiestoornis; zwangerschap; bijzondere familieomstandigheden; andere situaties van overmacht, zulks ter beoordeling van de examencommissie.
Zie par 1.3.4 voor algemene informatie over de verzoekprocedure bij de examencommissie. Herkansingen vinden veelal plaats in de vijfde week van een onderwijsperiode die volgt op de periode waarin de cursus regulier afgesloten had kunnen worden. De opleiding maakt uiterlijk in de derde week van de periode waarin de toets of hertoets zal plaatsvinden op www.roosters.hu.nl bekend voor welke cursus op welke dag, op welk tijdstip en in welk lokaal de afsluiting is gepland. Houd er echter rekening mee dat op het laatste moment (lokaal)wijzigingen kunnen optreden. Onvoldoende bij toetsing/toetsen ‘missen’. Als regel geldt dat u voor elke vorm van afsluiting (dus niet alleen schriftelijke toetsen) binnen het cursusjaar één herkansingsmogelijkheid krijgt. Indien u dan nog niet aan de eisen van de afsluiting hebt voldaan heeft u in het volgende jaar van inschrijving weer twee mogelijkheden: de reguliere en de herkansing. Ga dan wel tijdig na of er eventuele veranderingen zijn in de stof en de afsluitingseisen. Als de inhoud van een cursus gewijzigd wordt, zoals moet blijken uit de cursusbeschrijving, dan heeft u in het eerste jaar waarin de cursus gewijzigd wordt aangeboden recht op één herkansing over de tentamenstof volgens de oude (niet gewijzigde) versie. Realiseert u zich dat, indien u een (her)toetsgelegenheid voorbij laat gaan, dit tot vertraging in de studievoortgang kan leiden. Als u door ziekte of een andere vorm van overmacht een toets mist, moet u dit melden bij de docent die de afsluiting verzorgt. Het ‘gewoon’ ziek zijn geeft u overigens geen automatisch recht op een extra kans. Heeft u redenen om aan te nemen dat u een uitzonderingsgeval bent, voor wie binnen het desbetreffende cursusjaar wel een extra toetsingsmogelijkheid moet worden geschapen, dan kunt u daartoe een beredeneerd verzoek indienen bij de examencommissie.
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
77
6.3.3.
Voorzieningen wegens functiebeperking
Algemeen Een student met functiebeperking kan de examencommissie verzoeken om een voorziening te treffen, waardoor de student een examen of tentamen op aangepaste wijze kan afleggen. Een verzoek hiertoe moet schriftelijk met bijbehorende deskundigenverklaring aan het begin van de periode tot uiterlijk aan het einde van de tweede lesweek (of aan het begin van het studiejaar in september) ingediend worden bij de examencommissie. Onder functiebeperking kan onder meer worden verstaan: astma, auditieve handicap, chronische vermoeidheid, dyslexie, epilepsie, meervoudig lichamelijke handicap, motorische aandoeningen, nierproblemen, psychische stoornissen, rugklachten, reumatische klachten, spierziekten, spraakaandoeningen, visuele handicap, RSI en whiplash. Zie par. 2.8 voor algemene informatie over studeren met een functiebeperking. Extra tentamentijd wegens dyslexie e.d. Studenten die menen recht te hebben op extra tijd (bijv. bij dyslexie) kunnen dit aan het begin van het studiejaar (in september) aangeven bij de examencommissie. Als de examencommissie de aanvraag honoreert, kunnen studenten bij alle tentamens in het betreffende studiejaar een kwartier extra tijd krijgen. Hiervoor moeten zij, naast de reguliere inschrijving, een speciaal formulier bij de onderwijsbalie ophalen. Daarop moet per tentamenperiode worden aangegeven voor welke tentamens extra tijd wordt aangevraagd. Dit formulier moet binnen de inschrijfperiode worden ingeleverd bij het STIP. Algemene geldigheid van voorzieningen Een voorziening wegens een functiebeperking geldt na toekenning voor elk volgend tentamen of examen, tenzij uit het besluit van de examencommissie anders blijkt. Ook heeft de student recht op dezelfde voorziening ten aanzien van een tentamen of examen aan een andere opleiding, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan: • de toegekende voorziening is uiterlijk bij inschrijving voor het tentamen of examen gemeld bij de examencommissie van de andere opleiding; • de student op verzoek het schriftelijk besluit kan tonen waaruit blijkt dat de voorziening is toegekend; 78
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
• de examencommissie van de andere opleiding de gemelde voorziening niet heeft geweigerd (een weigering moet schrifte lijk en gemotiveerd voor het tentamen of examen aan de student worden bekendgemaakt). 6.3.4. Legitimatieplicht bij schriftelijke tentamens Voor deelname aan schriftelijke tentamens geldt dat een student zich moet legitimeren door middel van een geldige collegekaart van Hogeschool Utrecht. Indien een student geen geldige collegekaart kan tonen, is deelname aan tentamens alleen mogelijk door het tonen van een geldige tentamenpas in combinatie met een geldig legitimatiebewijs (geldig paspoort, geldige Europese identiteitskaart, een geldig Nederlands of internationaal rijbewijs of een geldig vluchtelingendocument). De student die nog geen collegekaart heeft ontvangen, kan in de week direct voorafgaande aan de tentamenperiode kosteloos een tentamenpas (periodepas) aanvragen. Deze tentamenpas is geldig gedurende de daarop aangegeven periode. De student die wel een collegekaart heeft ontvangen, maar deze door verlies, diefstal of anderszins is kwijtgeraakt, kan tijdens de tentamenperiode een tentamenpas (dagpas) aanvragen. Deze tentamenpas is uitsluitend geldig op de dag van afgifte. Voor de afgifte zijn administratiekosten verschuldigd van € 25,- per tentamenpas tot een maximum van € 100,- per tentamenperiode. Studenten die door aantoonbare overmacht hun collegekaart zijn verloren, zijn per tentamenperiode slechts € 25,- (tarief 1e tentamenpas) verschuldigd. Deze tentamenpas wordt slechts afgegeven indien de student: • rechtsgeldig staat ingeschreven als student aan HU; • bij de aanvraag een geldig legitimatiebewijs toont; • staat ingeschreven voor het desbetreffende tentamen. Overigens dient een student die de collegekaart is kwijtgeraakt dit direct te melden en een nieuwe collegekaart aan te vragen (tegen betaling van vervangingskosten). Een tentamen pas of nieuwe collegekaart kunt u aanvragen bij het STIP. 6.3.5. Gang van zaken tijdens tentamens Zie par. 6.3.1 en 6.3.2.
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
79
6.3.6.
Beoordeling en inzage tentamenwerk
Tentamenbeoordeling Als u een studieonderdeel met een voldoende/zes (of hoger) hebt afgerond krijgt u de bijbehorende studiepunten (European Credits of wel EC’s). De resultaten van tentamens worden door de examencommissie definitief vastgesteld. Er kunnen geen rechten worden ontleend aan mondeling meegedeelde resultaten. Beoordelingen Als u een studieonderdeel met een voldoende/zes (of hoger) hebt afgerond krijgt u de bijbehorende studiepunten (European Credits; ofwel EC’s). Beoordelingen kunnen op twee manieren worden uitgedrukt: • Hetzij in woorden: ‘onvoldoende’, ‘voldoende’, ‘ruim voldoende’, ‘goed’, ‘zeer goed’, ‘uitmuntend’; • Hetzij in cijfers uitgedrukt op een tienpuntsschaal ( 1 tot en met 10), waarbij de beoordeling wordt uitgedrukt in gehele getallen. Daartoe worden cijfers die op het cijfer 5 (of hoger) achter de komma eindigen naar boven afgerond, en cijfers lager dan een 5 achter de komma naar beneden. Zie ook de onderwijs- en examenregeling, artikel 23. Bekendmaking tentamenresultaten Ten bewijze dat een tentamen met goed gevolg is afgelegd, wordt de uitslag door de desbetreffende examinator of examinatoren bekend gemaakt via OSIRIS (www.osiris.hu.nl). Tentamenresultaten worden altijd bekend gemaakt onder voorbehoud van type- en overschrijffouten. Studenten kunnen zelf uit OSIRIS een resultatenlijst uitprinten en deze controleren. Voor de bekendmaking van tentamenresultaten gelden de volgende termijnen: • Uiterlijk drie weken na afname van een schriftelijk tentamen; • op de dag van afname van een mondeling tentamen. Voor de verwerking van de resultaten in OSIRIS geldt een termijn binnen drie weken, na het afleggen van het tentamen. De beoordelingstermijn wordt opgeschort gedurende ingeroosterde vakantieperioden, met uitzondering van de zomervakantie. Indien sprake is van een eindbeoordeling op basis van meerdere deeltentamens, begint de termijn zoals hierboven genoemd te lopen vanaf het laatste deeltentamen.
80
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
De examencommissie kan in bijzondere gevallen afwijken van de genoemde beoordelingstermijnen, mits het belang van de student hierdoor niet onevenredig wordt geschaad. Inzage tentamenwerk De student heeft recht op inzage van het gemaakte en beoordeelde tentamenwerk. De inzage, al dan niet gekoppeld aan een nabespreking, vindt plaats binnen drie weken na het bekendmaken van de tentamenuitslag. De examencommissie kan in bijzondere gevallen afwijken van deze termijn, mits het belang van de student hierdoor niet onevenredig wordt geschaad. 6.3.7. Onregelmatigheden / fraude Bij onregelmatigheden ten aanzien van een tentamen of examen (waaronder fraude), kan de examencommissie de volgende maatregelen nemen tegen de desbetreffende student(en): • ontzeggen van de deelneming aan een of meer tentamens of het examen voor een termijn van ten hoogste een jaar; • onthouden van het getuigschrift, certificaat of verklaring; • afnemen van een hernieuwd examen op door de examencommissie aan te wijzen onderdelen en op een door haar te bepalen wijze. Alvorens een besluit te nemen wordt de student door de examencommissie gehoord. De examencommissie stelt de student direct op de hoogte van de beslissing. Zie voor de volledige procedure artikel 38 van de Onderwijs- en examenregeling masteropleidingen HU (www.reglementen.hu.nl). STIVAWOJEN STIVAWOJEN is een Statement Tegen Inleveren Van Andermans Werk Onder Je Eigen Naam. Door verschillende vrijheidsgraden die ons onderwijs kent, is het gebruik van een enkele bron (schoolmethode) vaak niet meer mogelijk. Het gebruik van meerdere bronnen wordt gestimuleerd. Het is zeer leerzaam om samen in een subgroep gevonden bronmateriaal uit te wisselen en te verwerken (sociaal constructivisme). Materiaal dat ter beoordeling aangeboden wordt om een bepaald studieonderdeel af te ronden, moet “eigen werk” zijn. Formeel heeft dat materiaal de status van een tentamen. Het overnemen van bronnen in dat materiaal is alleen onder strikte voorwaarden toegestaan. Het OER (Onderwijs Examen Reglement) spreekt bij onregelmatigheden over de volgende sancties: De voorzitter van de examencomInstituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
81
missie kan verdere deelneming aan én of meer tentamens of het examen voor een termijn van hoogstens één jaar ontzeggen. Het is zelfs mogelijk om de desbetreffende student het getuigschrift of de verklaring te onthouden. (vrij naar artikel 25 van het OER). Archimedes heeft een interne procedure afgesproken in het geval dat er materiaal van bijvoorbeeld internet, boeken of van andere studenten ingeleverd wordt als zijnde eigen materiaal. Ook het zogenaamde “meeliften” valt daaronder. Afhankelijk van het formaat van de onregelmatigheid zullen er passende maatregelen getroffen worden. Bij iets kleins als bijvoorbeeld een zin overnemen zonder vermelding kan mogelijk een berisping volstaan. Bij grotere onregelmatigheden wordt het voorgelegd aan de examencommissie die een sanctie zal treffen. In alle gevallen wordt een aantekening in het studentdossier gedaan. In geval van herhaling zal straffer opgetreden worden. Mag dan helemaal niks meer? Natuurlijk wel! U mag bronnen gebruiken zoals dat bedoeld is. U mag zelfs bronnen overnemen in uw producten. Het kan soms waardevol zijn om bijvoorbeeld letterlijk te citeren. Als u maar duidelijk maakt wat eigen werk is en wat van derden is. U wordt uiteraard beoordeeld op het surplus dat u toebrengt. Hoe dan wel? Door heldere duidelijke bronvermelding. Bij het schrijven van een werkstuk of een verslag maakt u vaak gebruik van het werk van anderen. Dat doet u bijvoorbeeld om uw werk te onderbouwen met bestaande theoretische inzichten. Door een duidelijke literatuurverwijzing geeft u de oorspronkelijke schrijver(s) wel de eer die hen toekomt en geeft u aan waar de informatie gevonden is. Overal in de tekst waar u gegevens uit de literatuur of internet gebruikt vermeldt u de auteur en het jaartal. Aan het einde van uw tekst neemt u in een literatuurlijst de volledige gegevens van de gebruikte bronnen op. Er zijn twee manieren om gegevens uit bestaande bronnen zoals boeken en internetbestanden te verwerken: parafraseren en citeren. Parafraseren (in eigen woorden zeggen) Hierbij vermeldt u in ieder geval de auteur en het jaartal. Voorbeelden: Ploegmakers en Bekker (1994) onderstrepen het belang van korte 82
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
inleidende opdrachten met technische bouwdozen omdat vooral meisjes vaak weinig ervaring hebben met zulk speelgoed. We weten dat mensen al in een ver verleden belangstelling hadden voor wiskunde. Zo is er bijvoorbeeld in Swaziland een 35000 jaar oud kuitbeen van een baviaan gevonden met 29 inkepingen. (Klukhuhn, 2003) Citeren (letterlijk overnemen) Een citaat is in uw tekst in één oogopslag te herkennen. Het citaat springt in en is schuin gedrukt. Aan het einde van het citaat vermeldt u de auteur en het jaartal. Voor de leesbaarheid is het van belang dat u de citaten op een natuurlijke manier in uw tekst opneemt. Veelvuldig gebruik van erg lange citaten raden we af, maar enkele kortere citaten (tot enkele zinnen) op een pagina zijn geen enkel probleem. Integendeel, u laat op die manier zien dat u gebruik maakt van de kennis van collega’s of deskundigen. Voorbeeld: Samenwerkend leren is iets anders dan het tegen elkaar schuiven van de tafeltjes en de leerlingen vertellen dat ze de opdrachten voortaan samen moeten doen. Het plaatsen van de leerlingen in groepen met de opdracht om samen te werken maakt van deze groepen nog geen coöperatieve leergroepen. In dergelijke groepen verloopt de interactie tussen de groepsleden ongestructureerd, kunnen de groepsleden met elkaar wedijveren over de vraag wie het beste is of zich beperken tot individualistisch of alleen leren. Veenman S. (2001) Het leek me daarom verstandig enige literatuurstudie te doen en pas daarna in mijn klas te gaan experimenteren met deze nieuwe werkvormen.
Literatuurlijst Alle gebruikte bronnen worden na de laatste pagina van uw schrijfwerk in een lijst geplaatst, in alfabetische volgorde. Hanteer daarbij de volgende indeling: Auteur(s) met initialen (Jaar van publicatie), Titel, Uitgever Als het een artikel uit een vakblad of krant betreft, vermeldt u daarvan de naam en eventueel het nummer. Internetbronnen worden met volledige URL vermeld. Als dat niet mogelijk is, bijvoorbeeld bij een erg groot adres, geeft u de URL van de hoofdpagina en de menukeuze. Als voorbeeld van de juiste samenstelling van een zo’n lijst, volgt hieronder een literatuurlijst van deze paragraaf:
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
83
• • • • •
Klukhuhn A. (2003), De Geschiedenis van het Denken, Uitgeverij Bert Bakker Oosterbaan R. (2004), De school kan dikke kinderen niet dun maken, Het Onderwijsblad (2004 nr12) Ploegmakers B, Bekker A. Smits J. (1994), Techniek in de Basisvorming, Didactische handreiking voor een nieuw vak, Stichting Leerplan Ontwikkeling Veenman S. (2001), Coöperatief leren, www.socsci.kun.nl/ped/ owk/ onderwijs/cursussen/io325/teksten/CoopLeren.htm VMBO-loket (2004), Het aantal deelnemers aan leerwerktrajecten zal toenemen, www.vmbo.nl dossier leerwerktrajecten
6.3.8. Bewaring en teruggave tentamen- en examenwerk Alle schriftelijk tentamen- en examenwerk wordt in elk geval bewaard tot zes maanden na bekendmaking van de uitslag, of tot de beslissing in een eventuele beroepsprocedure met betrekking tot die uitslag. Voor afstudeerproducten geldt een termijn van 2 jaar. Alle documenten met betrekking tot: • (voldoende) tentamen- of examenuitslagen; • vrijstellingen; • de inschrijving van de student; • de afgifte van getuigschriften of verklaringen, worden door de afdelingsdirectie bewaard gedurende een periode van 30 jaar, conform het Privacyreglement studenten HU. De student kan pas na afloop van de bewaartermijn op verzoek tentamen- of examenwerk terugkrijgen. Wel is het mogelijk om tussentijds voor eigen rekening een fotokopie ervan te verkrijgen. 6.3.9. Geldigheidsduur studieresultaten Resultaten van tentamens en examens zijn, zo lang de student onafgebroken voor de desbetreffende opleiding is ingeschreven, onbeperkt geldig, tenzij in de studiegids anders is bepaald. Indien sprake is van onderbreking van de inschrijving blijven met goed gevolg afgelegde tentamens over onderwijseenheden tot zeven jaar na ondertekening van de inschrijving geldig tenzij in de studiegids van een opleiding de geldigheidsduur voor daarin aangewezen onderwijseenheden op een andere manier is geregeld. Indien de geldigheidsduur van met goed gevolg afgelegde tentamens is beperkt, is de examencommissie bevoegd die geldigheidsduur te verlengen.
84
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
6.4.
Getuigschriften en titulatuur
6.4.1. Algemeen Ten bewijze dat een examen met goed gevolg is afgelegd, wordt door de examencommissie een getuigschrift (masterdiploma) uitgereikt. Het masterdiploma wordt ondertekend door de voorzitter en een lid van de examencommissie van de opleiding. Aan het getuigschrift wordt een supplement toegevoegd, met als doel inzicht te geven in de aard en de inhoud van de opleiding en de behaalde studieresultaten. Elke student die afstudeert ontvangt tevens een (Engelstalige) HU-brochure, The education system in the Netherlands, over de structuur van het Nederlandse Hoger Onderwijs. Dit bevordert de internationale herkenbaarheid van de opleiding en het getuigschrift of diploma. Masterdiploma en supplement worden in principe in het Nederlands uitgereikt. In plaats daarvan kan de examencommissie een Engelstalige versie verstrekken. De student die meer dan één tentamen met goed gevolg heeft afgelegd, maar aan wie geen masterdiploma kan worden uitgereikt, kan bij de examencommissie een verklaring (certificaat) verkrijgen. Daarin zijn in elk geval de behaalde tentamens vermeld. De verklaring wordt ondertekend door de voorzitter en een lid van de examencommissie van de opleiding. Artikel 42 van de Onderwijs- en examenregeling masteropleidingen HU (www.reglementen.hu.nl) regelt welke gegevens het getuigschrift en supplement moeten bevatten. Zie ook bijlage 3 bij deze regeling (diplomaformats HU). Zie art. 32 OER-HU. 6.4.2. Graden en titulatuur De examencommissie verleent de graad Master aan degene die met goed gevolg het afsluitend examen van de opleiding heeft afgelegd. Aan de graad kan een vermelding van het vakgebied of het beroepenveld waarop de graad betrekking heeft, worden toegevoegd. Het verlenen van de graad Master geeft het recht om deze als titel te voeren, afgekort tot M(Ed) achter de eigen naam.
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
85
6.4.3.
Aantekening cum laude of met genoegen
Vermelding cum laude Op het masterdiploma wordt uitsluitend op voorafgaand verzoek van de student de aantekening cum laude vermeld, indien de student heeft voldaan aan alle volgende eisen: • aan alle gevolgde cursussen (vrijstellingen uitgezonderd) is een (eind)beoordeling van tenminste 6.0 verbonden; • het gewogen rekenkundige gemiddelde van alle (eind)beoordelingen (vrijstel lingen uitgezonderd) is minimaal 8.0; • de (eind)beoordeling van een afstudeeropdracht of eindscriptie is minimaal 8.0; • de student is niet langer ingeschreven geweest voor de oplei- ding dan de reguliere duur van die opleiding. Vermelding met genoegen Op het einddiploma wordt uitsluitend op voorafgaand verzoek van de student de aantekening met genoegen vermeld, indien de student heeft voldaan aan alle volgende eisen: • aan alle gevolgde cursussen (vrijstellingen uitgezonderd) is een (eind)beoordeling van tenminste 6.0 verbonden; • het gewogen rekenkundige gemiddelde van alle (eind)beoordelingen (vrijstellingen uitgezonderd) is minimaal 7.0; • de (eind)beoordeling van een afstudeeropdracht of eindscriptie is minimaal 7.0; • de student is niet langer ingeschreven geweest voor de oplei- ding dan de reguliere duur van die opleiding. Indien een beoordeling in woorden is gedaan wordt de volgende conversietabel gehanteerd voor een cijfermatige vertaling van de beoordeling: • uitmuntend: 10 • zeer goed: 9 • goed: 8 • ruim voldoende: 7 • voldoende: 6 • onvoldoende: 5 Uitzonderingen De student aan wie meer dan de helft van het aantal te behalen studiepunten aan vrijstellingen is verleend voor de betreffende opleiding kan niet in aanmerking komen voor bovengenoemde aantekeningen op het diploma. 86
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
Indien de inschrijvingsduur langer is dan de reguliere duur van de opleiding als gevolg van erkende persoonlijke omstandigheden, kan de examencommissie beslissen dat de student toch in aanmerking komt voor de aantekening cum laude of met genoegen, mits wel voldaan is aan de overige eisen. Reikwijdte Bovenstaande regeling is uitsluitend van toepassing op studenten die op of na 1 september 2005 voor het eerst zijn ingeschreven aan de masteropleiding. 6.4.4. Procedure afgifte getuigschrift De examencommissie geeft pas een getuigschrift af nadat de faculteitsdirectie heeft verklaard dat dit kan worden afgegeven. Daarvoor wordt eerst onderzocht of de student aan alle verplichtingen jegens de opleiding heeft voldaan (onder meer moeten alle tentamens zijn behaald, en dient de student rechtsgeldig te zijn ingeschreven). Diploma aanvragen Na het afronden van de opleiding kunt u een diploma aanvragen. Voor het aanvragen van het getuigschrift geldt de volgende procedure. Na het behalen van het laatste resultaat (van de opleiding) gaat u naar de Opleidingscoördinator. Met hem/haar vult u het aanvraagformulier voor het getuigschrift in. Dit aanvraagformulier plus een resultatenoverzicht uit OSIRIS wordt ingeleverd bij het STIP. Zij zorgen voor het aanmaken van het getuigschrift. Let hierbij op de volgende deadlines: Het aanvragen van het getuigschrift moet binnen twee weken na het behalen van het laatste resultaat worden gedaan. Om voor de eerstvolgende diploma-uitreiking in aanmerking te komen moet de aanvraag uiterlijk drie weken voor de desbetreffende diploma-uitreiking bij het STIP binnen zijn. Als u deel wilt nemen aan de diploma-uitreiking in augustus/ september dan moet u dit voor 15 juli aanvragen, in verband met de tussenliggende zomervakantie. U krijgt ongeveer twee weken voor de diploma-uitreiking een uitnodiging.
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
87
7. KLACHTEN, BEZWAAR EN BEROEP 7.1. Inleiding Als u het niet eens bent met een beslissing en u komt er samen met uw opleiding niet uit, dan kunt u verschillende stappen ondernemen. Is het een besluit dat u rechtstreeks aangaat, dan kunt u beroep instellen bij het College van Beroep. Zie verder par. 7.3. Daarnaast kunt u een bezwaarschrift indienen bij de instantie door of namens wie het besluit is genomen (examencommissie of directie). Deze moet het besluit dan heroverwegen en een nieuwe beslissing nemen. Zie verder par. 7.2. Tegen bepaalde beslissingen is echter geen bezwaar of beroep mogelijk. Het gaat dan om beslissingen van algemene strekking; deze betreffen niet een individuele student, maar een algemene regel of algemeen beleid. Tegen die beslissingen kan soms wel een klacht worden ingediend, zie par. 7.4. De studentendecaan kan adviseren over bezwaar en beroep. Daarnaast kunt u uiteraard het conflict bespreken met degene die het besluit heeft genomen (examencommissie, docent, directie). U kunt daarbij de studentendecaan inschakelen en eventueel een mediator benaderen. Zie par. 2.2 en 2.6. Hieronder volgt een toelichting op de verschillende procedures. 7.2. Bezwaar Bezwaar is mogelijk tegen besluiten die zijn genomen op grond van de onderwijs- en examenregeling. Dit zijn besluiten die rechtstreeks met onderwijs, tentamens en examens te maken hebben (zoals tentamenbeoordelingen, voorzieningen). Het betreft alleen besluiten die zijn gericht op een individuele student (dus niet van algemene strekking, zie ook par. 7.4). De student dient binnen twee weken na bekendmaking van het besluit een schriftelijk bezwaarschrift in te dienen bij de examencommissie. Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend, en bevat tenminste naam en adresgegevens van de student, de redenen van het bezwaar en een duidelijke omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar gericht is. De examencommissie kan de student in de gelegenheid stellen om de bezwaren mondeling toe te lichten. In dat geval wordt de student tijdig uitgenodigd voor een hoorzitting.
88
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
De examencommissie neemt in principe binnen twee weken na ontvangst van het bezwaarschrift een beslissing en maakt deze schriftelijk bekend aan de student. De beslissing is gebaseerd op een hernieuwde beoordeling en moet gemotiveerd zijn. Bij toewijzing van het bezwaar neemt de examencommissie tevens een nieuw (inhoudelijk) besluit. Als het bezwaar wordt afgewezen, blijft het oorspronkelijke besluit in stand. In het laatste geval kan de student nog beroep instellen bij het College van Beroep (zie par. 7.3). Dat moet wel gebeuren binnen 4 weken na bekendmaking van het oorspronkelijke besluit. De volledige bezwaarprocedure staat beschreven in art. 45 van de Onderwijs- en examenregeling masteropleidingen HU (www. reglementen.hu.nl). In dit artikel is ook opgenomen dat de examencommissie ten gunste van de student kan afwijken van deze procedure. Het bezwaarschrift kan gericht worden aan de ambtelijke secretaris van de examencommissie. De examencommissie bestaat uit: Instituut Archimedes bestaat uit: Annette Wind Voorzitter Mathi Vijgen Secretaris Gery Gorter Commissielid Exacte vakken en Omgangskunde Commissielid Talen Rachel Collins Commissielid Maatschappijvakken, Cees Visser Welzijn en Zorg Secretariaat examencommissie FE Cathy Ben el Hocine 7.3. Beroep Beroep staat open tegen besluiten die op grond van de onderwijs en examenregeling zijn genomen (zoals tentamenbeoordelingen, voorzieningen) en besluiten van financiële aard (zoals steunfonds en restitutie collegegeld). Het betreft alleen besluiten die gericht zijn op een individuele student (dus niet van algemene strekking, zie ook par. 7.4). De student kan binnen 4 weken vanaf de bekendmaking van het besluit schriftelijk beroep aantekenen bij het College van Beroep. Het College van Beroep is de onafhankelijke, hogeschoolbrede beroepsinstantie voor studenten en extraneï van Hogeschool Utrecht. Het is dus niet verbonden aan een faculteit of opleiding. Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
89
Het beroepschrift wordt ondertekend en bevat tenminste: • de naam, het huisadres, de woonplaats en het telefoonnummer van de student; • vermelding van de faculteit en de afdeling/opleiding waar de student is ingeschreven; • de dagtekening; • een duidelijke omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht, onder vermelding • van de persoon die, of het orgaan dat het besluit heeft genomen; • één of meer gronden, waarop het beroep berust; • een zo nauwkeurig mogelijk omschreven vordering. Daarnaast moet een kopie van het bestreden besluit worden bijgevoegd. Het beroepschrift moet worden gericht aan het College van Beroep HU, postbus 573, 3500 AN Utrecht. Let op: voor het instellen van beroep geldt een termijn van 4 weken. Deze termijn wordt niet opgeschort door het eventueel indienen van een bezwaarschrift. Zorg er dus voor dat u tijdig beroep instelt, ook als u daarnaast een bezwaarschrift indient. Mocht de beslissing op het bezwaarschrift voor u gunstig uitvallen, dan kunt u het beroep altijd weer intrekken. Het College van Beroep kan het beroep gegrond of ongegrond verklaren. Als het beroep gegrond wordt verklaard, betekent dat vaak dat de examencommissie of directie die het oorspronkelijke besluit heeft genomen, een nieuw besluit moet nemen. Het College van Beroep doet dat dus niet zelf. Als het beroep ongegrond wordt verklaard, blijft het oorspronkelijke besluit in stand. In art. 54-57 van het Studentenstatuut HU en in het reglement College van Beroep HU (www.reglementen.hu.nl) wordt nader beschreven wanneer beroep mogelijk is en welke procedure daarbij geldt. Zie voor meer informatie www.collegevanberoep.hu.nl en de folder Het College van Beroep, informatie over de beroepsprocedure. U kunt zich voor informatie en advies ook wenden tot de studentendecaan (zie par. 2.2) of het secretariaat van het College van Beroep, tel. 030-2308352 en e-mail
[email protected] (let op: een beroepschrift kan niet per mail worden ingediend). Zie art. 35 OER-HU
90
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
7.4. Algemeen klachtrecht Zoals gezegd kunt u bij onenigheid over besluiten of handelingen van algemene strekking (niet gericht op een individuele student) geen beroep of bezwaar aantekenen. In dat geval heeft u wel het recht een klacht in te dienen bij de faculteitsdirectie en om een voorziening te vragen. Het gaat dan vaak om de dagelijkse gang van zaken zoals bijvoorbeeld de vaststelling van roosters en niet om formele beslissingen. Een klacht moet schriftelijk worden ingediend binnen 4 weken nadat de handeling is verricht of het besluit is genomen. De klacht wordt ondertekend en bevat ten minste: • naam, adres, woonplaats en opleiding van de student; • een vermelding van degene die de bestreden handeling heeft verricht dan wel het bestreden besluit heeft genomen; • een duidelijke omschrijving van de handeling of het besluit waarop de klacht betrekking heeft; • de datum waarop de handeling plaatsvond of het besluit werd genomen dan wel ter kennis van de student werd gebracht; • de voorziening die naar het oordeel van de student behoort te worden getroffen. Alvorens een beslissing te nemen hoort de faculteitsdirectie alle betrokkenen bij het besluit of de handeling waartegen de klacht is gericht. Ook kunnen getuigen en deskundigen worden geraadpleegd. De faculteitsdirectie neemt in principe binnen vier weken na ontvangst van de klacht een (gemotiveerde) beslissing en maakt deze schriftelijk bekend aan de student. Tegen de beslissing van de faculteitsdirectie op de ingediende klacht kan de student beroep instellen bij het College van Beroep HU (zie par. 7.3). Het algemeen klachtrecht is nader geregeld in art. 53 van het Studentenstatuut HU (www.reglementen.hu.nl). Zie voor specifieke informatie over klachten wegens ongewenst gedrag par. 2.3. Zie voor meer informatie www.studentzaken.hu.nl. U kunt zich voor informatie en advies ook wenden tot de studentendecaan (zie par. 2.2).
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
91
8. ROOSTERS 8.1.
Jaarrooster
ONDERWIJSJAARROOSTER Archimedes 2008-2009 wk.nr
datum
ond.wijsk. invulling
beschrijving
34
18-aug.
hertoetsweek
Hertoetsen hoofdfase periode D 2007-2008
35
25-aug.
organisatieweek
Introductie, Diplomauitreiking vrijdag 29 augustus
Periode A wk.nr
datum
36
01-sep
ond.wijsk. invulling
Beschrijving
A1
Lesweek 1
start studiejaar 2008-2009
37
08-sep
A2
Lesweek 2
38
15-sep
A3
Lesweek 3
39
22-sep
A4
Lesweek 4
Diplomauitreiking vrijdag 26 september
40
29-sep
A5
Studieweek
SOS leergebieddag
41
06-okt
A6
Lesweek 5
Banenmarkt di 7 okt, 15.30-17.00
42
13-okt
A7
Studieweek
Herfstvakantie midden/zuid
43
20-okt
A8
Lesweek 6
44
27-okt
A9
Lesweek 7
45
03-nov
A10
Toetsen periode A
SOS leergebieddag
ond.wijsk. invulling
Beschrijving
Periode B wk.nr
datum
46
10-nov
B1
Lesweek 1
47
17-nov
B2
Lesweek 2
48
24-nov
B3
Lesweek 3
49
01-dec
B4
Lesweek 4
Diplomauitreiking vrijdag 28 november
50
08-dec
B5
Studieweek
51
15-dec
B6
Lesweek 5
Hertoetsen periode A, SOS leergebieddag
52
22-dec
B7
Onderwijsvrij
kerstvakantie; 25- en 26-dec Kerstmis; 29, 30 en 31 dec
01
29-dec
B8
Onderwijsvrij
kerstvakantie; 01-jan Nieuwjaarsdag
verplichte verlofdagen 02
05-jan
B9
Lesweek 6
03
12-jan
B10
Lesweek 7
04
19–jan
B11
Studieweek
05
26jan
B12
Toetsen periode B
92
SOS leergebieddag
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
Periode C wk.nr
datum
06
02 feb
C1
Lesweek 1
ond.wijsk. invulling
07
09 feb
C2
Lesweek 2
08
16-feb
C3
Studieweek
09
23-feb
C4
Lesweek 3
Beschrijving
Voorjaarsvakantie noord/midden
10
02-mrt
C5
Lesweek 4
11
09-mrt
C6
Lesweek 5
SOS leergebieddag, diplomauitreiking vrijdag 6 maart
12
16-mrt
C7
Lesweek 6
13
23-mrt
C8
Lesweek 7
14
30-mrt
C9
Studieweek
Hertoetsen periode B, dt Wiskunde en Nastec: lesweek 1,
15
06-apr
C10
Toetsen periode C
SOS leergebieddag, 10 april Goede Vrijdag
ond.wijsk. invulling
Beschrijving
D1
Lesweek 1
13 april Pasen
hertoetsen op woensdag
Periode D wk.nr
datum
16
13-apr
17
20-apr
D2
Lesweek 2
Lesweek 2 dt Nastec en Wiskunde
18
27-apr
D3
Onderwijsvrij
meivakantie; 30-apr Koninginnedag; 1 mei verplichte
19
04-mei
D4
Lesweek 3
04 mei verplichte verlofdag, 05-mei Bevrijdingsdag
20
11-mei
D5
Lesweek 4
Lesweek 3 dt Nastec en Wiskunde, SOS leergebieddag
21
18-mei
D6
Studieweek
Lesweek 4 dt Nastec en Wiskunde, 21 mei Hemelvaart, 22
verlofdag
Banenmarkt wo 13 mei, 15.30-17.00 mei verplichte verlofdag Hertoetsen periode C (hertoetsen dt Nastec, Wiskunde en Talen op woensdag) 22
25-mei
D7
Lesweek 5
Lesweek 5 dt Nastec en Wiskunde, diplomauitreiking
23
01-jun
D8
Lesweek 6
1 juni Pinksteren
24
08-jun
D9
Lesweek 7
Lesweek 6 dt Nastec en Wiskunde
vrijdag 22 mei
25
15-jun
D10
Studieweek
Lesweek 7 dt Nastec en Wiskunde
26
22-jun
D11
Toetsen periode D
SOS leergebieddag
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
93
Periode E wk.nr
datum
27
29-jun
ond.wijsk. invulling E1
Beschrijving
onderwijsweek 1
28
06-jul
E2
onderwijsweek 2
29
13-jul
E3
onderwijsweek 3
Hertoetsen periode D, alleen voor propedeuse
30
20-jul
E4
onderwijsweek 4
31
27-jul
E5
onderwijsweek 5
32
03-aug
E6
onderwijsweek 6
33
10-aug
E7
onderwijsweek 7
34
17-aug
E8
onderwijsweek 8
Hertoetsen periode D, alleen voor hoofdfase
35
24-aug
E9
onderwijsweek 9
Introductieweek, diplomauitreiking vrijdag 28 augustus
ond.wijsk. invulling
Beschrijving
A1
onderwijsweek 1
start studiejaar 2009-2010,
Periode A wk.nr
datum
36
31-aug
diplomauitreiking vrijdag 25 september
Data assessments 2008/2009 Zie www.sharepoint.hu.nl/sites/FEAssessment Planning HU-voorlichtingsactiviteiten 2008/2009 Dag
Datum
Tijd
Type
Zaterdag
22 november 2008
10.00 – 15.00uur
Open Dag
Opmerking
Zaterdag
7 februari 2009
10.00 – 15.00uur
Open Dag
Zaterdag
28 maart 2009
10.00 – 15.00uur
Open Dag
Donderdag
23 april 2009
12.00 – 16.00uur
Dub-Event (centrale
Donderdag
4 juni 2009
16.00 – 20.00uur
Info-avond
Donderdag
27 augustus 2009
17.00 – 21.00uur
Info-avond
HU-breed (niet meer
(alleen dt/du)
optioneel)
locatie)
De oriëntatiedag en MBO dag zullen in het studiejaar 2008-2009 niet door de HU aangeboden worden. Het onderwijsprogramma is ingedeeld in vijf perioden (blokken). Deze perioden worden aangeduid met de letters A t/m E (ofwel als blok 1 t/m 5). periode A + B (blok 1 + 2) vormen tezamen een semester, evenals periode C + B (blok 3 + 4). Elke periode of blok beslaat gemiddeld ongeveer 10 weken, waarvan 7 lesweken en 3 weken die bestemd zijn voor (her-)tentamens, afronden van projecten e.d. en voor speciale activiteiten (trainingen, inhaallessen, studiedagen etc.).
94
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
Let op: Deelname aan cursussen is slechts mogelijk na tijdige inschrijving via OSIRIS (www.osiris.hu.nl). Zie tevens 6.3.2. 8.2. Weekrooster Per periode wordt een weekrooster vastgesteld. Hierin staat vermeld welke cursussen op welk moment worden gegeven door welke docent, in welk lokaal en voor weke groep. Het is de bedoeling dat iedere student zelf de voor hem of haar geldende gegevens overneemt. Dit rooster is uiterlijk een week voor aanvang van de nieuwe periode bekend. 8.3. Tentamenrooster De tentamens van de meeste cursussen worden gedurende de tentamenweken aan het einde van elke lesperiode (elk blok) afgenomen. Via de opleiding wordt hiervoor een tentamenrooster bekend gemaakt (al dan niet als onderdeel van het semesterrooster). Dit rooster wordt uiterlijk 2 weken voor aanvang van de tentamenperiode gepubliceerd (www.roosters.hu.nl). Aan de hand van het jaarrooster kunnen studenten zien in welke periode bepaalde cursussen worden afgesloten. Herkansingen vinden veelal plaats in de vijfde week van een onderwijsperiode die volgt op de periode waarin de cursus regulier afgesloten had kunnen worden. De opleiding maakt uiterlijk in de derde week van de periode waarin de toets of hertoets zal plaatsvinden op www.roosters.hu.nl bekend voor welke cursus op welke dag, op welk tijdstip en in welk lokaal de afsluiting is gepland. Houd er echter rekening mee dat op het laatste moment (lokaal)wijzigingen kunnen optreden.
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
95
9. CURSUSBESCHRIJVINGEN Titel
OAMNA-PFIN-
Portfolio introductie
TRO-08 Organisatorische gegevens Studierichting
Natuurkunde
Studiefase/categorie
Master
Cursuscode
OAMNA-PFINTRO-08
Studiebelasting
1 studiepunten
Voertaal
Nederlands
Aanvangsblok
1
Werkvormen
Werkcollege (blok: 1)
Toetsen:
Verslag / Rapport / Portfolio (blok: 1, 2)
Ingangseisen:
Geen
Contact persoon
JJM Poorthuis
Inhoudelijke gegevens Inhoud
Korte omschrijving: De student maakt in deze module een start met het sturen van de eigen beroepsmatige ontwikkeling. Dit leren is gericht op de eigen persoonlijke ontwikkeling in de context van de eigen schoolpraktijk binnen het kader van de beroepscompetenties van de stichting beroepsregister lerarenopleiding. Speciale aandacht krijgen de visie op het onderwi8js in de bovenbouw, de visie op schoolvak, de actuele formuleren van persoonlijke leervragen als richting voor eigen ontwikkeling. In portfolio 1 wordt hieraan een vervolg gegeven door te werken in leerteams. Leerstof, werkvormen en activiteiten: De introductiecursus omvat vier bijeenkomsten waarvan de laatste de afsluiting. In deze bijeenkomsten staan de volgende onderdelen centraal: -- formuleren van een onderbouwde visie op onderwijs en schoolvak -- scoren van de eigen beroepsbekwaamheden met behulp van de checklist van het SBL en deze score interpreteren. -- formuleren van persoonlijke leervragen (smart) en een plan van aanpak.
96
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
Toetsing en beoordelingscriteria: De module wordt afgesloten als: -- de student actief heeft deelgenomen aan de bijeenkomsten en het groepswerk. -- de student een persoonlijk ontwikkelingsplan heeft geschreven (met visie, bekwaamheden, leervragen en plan van aanpak) en voorzien van commentaar door zijn leerteam. -- de student met zijn leerteam een afrondingsgesprek heeft gevoerd met de begeleider. Doelstellingen: De student kan zijn visie op onderwijs en het schoolvak naar anderen toe verwoorden (communicatie). De student kan zich scoren op beroepsbekwaamheden en deze score interpreteren (toepassing). De student kan het middel van een persoonlijk ontwikkelingsplan hanteren (toepassing). Competenties: I. Pedagoog (n.v.t.) II. Vakdidacticus (2, 5) V. Doorgroeibekwaamheden (2, 3, 4) Legitimering: Voor een masterstudent is visie op onderwijs in de bovenbouw havo-vwo en schoolvak een voorwaarde om zich verder te kunnen bekwamen als docent. Om zich gericht te kunnen bekwamen is het nodig om van het begin af aan inzicht te krijgen over welke competenties hij moet beschikken en op welke manier hij aan de ontwikkeling van zijn competenties kan werken. Veronderstelde voorkennis
De student is enigszins bekend met competentieleren vanuit zijn vooropleiding en werk.
Materialen:
Reader: Portfolio introductie Werkboek: Portfolio 1,2 en 3
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
97
Titel
OAM-PFOL1-07
Portfolio 1
Organisatorische gegevens Studierichting
Archimedes breed
Studiefase/categorie
Master
Cursuscode
OAM-PFOL1-07
Studiebelasting
2 studiepunten
Voertaal
Nederlands/ Doeltaal
Aanvangsblok
1, 2, 3, 4, CONTINUE
Werkvormen
Werkcollege (blok: 1, 2, 3, 4, CONTINUE)
Toetsen:
Schriftelijk tentamen (blok: 2, 3, 4, 5, CONTINUE)
Ingangseisen:
1. Schoolpraktijk eerstegraad (OAM-PRAKTIJK-04)
Contact persoon
EGF Peze
Inhoudelijke gegevens Inhoud
Leerstof, werkvormen en activiteiten De module begint met drie inleidende plenaire bijeenkomsten waarin door middel van een breed scala aan activerende werkvormen kennis gemaakt wordt met enerzijds het competentiegericht leren en opleiden en anderzijds theorie en praktijkervaring met betrekking tot de onderwijskunde en didactiek van het lesgeven in het eerstegraads gebied. Er zal gebruik gemaakt worden van relevante artikelen op het gebied van: studiehuis, samenwerkend leren, leerstijlen, differentiatie, vaardigheden op het gebied van leren leren en samenwerkend leren en actuele onderwijskundige en didactische ontwikkelingen binnen de tweede fase. Daarnaast verdiept de student zich in de eindtermen van het eigen vak en aanverwante vakken in het eerstegraads gebied. Vanaf de vierde bijeenkomst werken de studenten samen in leerteams waarin op basis van een gemeenschappelijke interesse wordt samengewerkt aan een project waarin de studenten zich verder verdiepen in een zelfgekozen aspect van het lesgeven in het eerstegraads gebied. Dit werk resulteert in een product dat in de eigen onderwijspraktijk gebruikt kan worden en een verantwoording daarvan. Tevens beschrijft de student aan het begin van periode 1 zijn competenties. Vervolgens stelt hij een POP op. Op basis hiervan plant hij, individueel en samen met zijn leerteam en coach, leeractiviteiten om een aantal competenties in de loop van het studiejaar te verdiepen. Hij houdt hierbij zelf in de gaten dat aan het eind van jaar 3 alle competenties aan bod gekomen dienen te zijn. In het portfolio zijn per competentie opgenomen: -- De beschrijving van enkele kenmerkende situaties; -- Een beschrijving van de ervaring die de student al met de competentie heeft; -- Een bespreking van de eventuele bewijsstukken die hiervoor in het portfolio opgenomen kunnen worden; -- Een beschrijving van de sterke en zwakke punten (sterkte/zwakte analyse);
98
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
In het POP legt de student vast -- Voorgenomen leeractiviteiten waarmee hij de diverse competenties verder denkt te kunnen ontwikkelen en verdiepen; -- Hierin dient in ieder geval opgenomen te zijn de te raadplegen vakliteratuur. -- Op basis van de competenties en de leervragen maakt de student een studieplanning waarin ook opgenomen dient te worden welke keuzes er in het studieprogramma gemaakt gaan worden. Hij bespreekt zijn plan van aanpak met zijn leerteam en zijn coach tijdens begeleidingsgesprekken. Gedurende het jaar werkt de student in samenspraak met zijn leerteam aan het uitvoeren van en het reflecteren op zijn leeractiviteiten. Zijn ontwikkeling beschrijft hij in zijn portfolio, ondersteund met relevant bewijsmateriaal. Tijdens de leerteamcorridor werkt het leerteam aan individuele en collectieve leervragen, wordt de bestudeerde literatuur besproken en vind intervisie plaats. De leden van het team maken beurtelings een verslag van het besprokene. Dit verslag wordt ook gestuurd naar de coach, die regelmatig de voortgang van het leerteam met de leden bespreekt. Aan het eind van het studiejaar levert de student zijn portfolio in en vindt het laatste gesprek plaats. In dit gesprek wordt teruggekeken op de ontwikkeling van het afgelopen jaar en vooruit gekeken naar de plannen voor het komende jaar. Toetsing en beoordelingscriteria De modulen portfolio 1 wordt afgetekend als -- De student actief heeft gewerkt, individueel en als onderdeel van het leerteam, als hij aanwezig is geweest bij alle bijeenkomsten met de coach en het leerteam. -- De student aantoonbaar heeft deelgenomen aan de voorbereiding van de uitvoering van het projectwerk. -- Het product van het projectwerk en de inhoudelijke verantwoording daarvan zijn door de coach goedgekeurd. -- Het portfolio is goedgekeurd met daarin: -- Een beschrijving van de begincompetenties (portfolio 1); -- Een persoonlijk ontwikkelingsplan. Een beschrijving van de ondernomen leeractiviteiten en de reflectie daarop;; -- Conclusies met betrekking tot de ontwikkeling van de eigen competenties en het POP. Eindbeoordeling van het portfolio geschiedt pas bij het eindassessment in het derde studiejaar waarbij alle competenties voldoende moeten zijn bereikt en aangetoond.
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
99
Korte omschrijving De student maakt kennis met het werken in een competentiegerichte leeromgeving. Daarbij concentreert hij zich met name op de competenties die van een docent bij het lesgeven in de tweede fase of het HBO worden verwacht. De student doet dit door middel van zelfstudie, maar vooral ook via de didactiek van het ¿leren leren¿ en het ¿samenwerkend leren¿. In zijn leerteam werkt de student systematisch aan de ontwikkeling van zijn competenties als docent in het eerstegraadsgebied. Hij beschrijft zijn beginsituatie en stelt jaarlijks een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) op. Dit plan is de basis voor de leeractiviteiten die hij vervolgens gaat ondernemen, binnen of buiten de modulen van de algemene beroepsvoorbereidende component van de opleiding. In samenspraak met zijn leerteam en coach reflecteert hij op de ondernomen activiteiten en trekt daaruit conclusies met betrekking tot de ontwikkeling van zijn competenties en het bijstellen van zijn POP. Hiertoe worden regelmatig besprekingen gehouden binnen de leerteamcorridor. Daarnaast vergroot de student zijn kennis en vaardigheden door in een leerteam in samenspraak met anderen een eigen project uit te voeren dat direct met de praktijk van het lesgeven in de tweede fase of het HBO te maken heeft waardoor hij concreet aan de invulling van de eigen competenties kan werken. Daarnaast zullen de leden van de leergroep regelmatig materiaal uitwisselen en elkaar van feedback voorzien via e-mail/sharepoint. In het portfolio, waar de student gedurende zijn hele opleiding aan werkt, beschrijft hij zijn ontwikkeling, ondersteund met relevant bewijsmateriaal. De student draagt er hierbij zelf zorg voor dat alle algemene beroepsvoorbereidende competenties aan het eind van zijn opleiding aan bod zijn gekomen. Aan het eind van de opleiding wordt het portfolio gebruikt als basis voor een eindassessment, waarbij de student aantoont dat hij de competenties van een docent in het eerstegraads gebied in voldoende mate bezit. Doelstellingen/Competenties Doelstellingen kennis/inzicht: De student weet: -- wat competenties zijn; -- hoe hij zijn competenties kan beschrijven en hoe hij een portfolio kan samenstellen; -- hoe hij systematisch aan de ontwikkeling van zijn competenties kan werken met behulp van een persoonlijk ontwikkelplan, het uitvoeren van leeractiviteiten en reflectie daarop; -- hoe hij gebruik kan maken van een leerteam (voor het vragen en krijgen van feedback, voor intervisie, voor verdieping van kennis en vaardigheden); -- de student heeft zich een grondig beeld gevormd van de onderwijskunde en didactiek van het lesgeven in de tweede fase van het voortgezet onderwijs en het HBO; -- de student is op de hoogte van de eindtermen van het eigen en aanverwante vakken in het eerstegraads gebied; De student heeft zich middels projectwerk verder verdiept in een zelfgekozen aspect van het lesgeven in het eerstegraads gebied. Dit heeft geresulteerd in een product dat hij in zijn eigen onderwijspraktijk kan gebruiken.
100
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
Doelstellingen vaardigheden: De student heeft: -- zijn beginsituatie in kaart gebracht; -- een persoonlijk ontwikkelingsplan opgesteld; -- op basis hiervan leeractiviteiten uitgevoerd; -- na reflectie conclusies getrokken m.b.t. de ontwikkeling van zijn competenties en zijn POP; -- een portfolio samengesteld om dit te bewijzen; -- hierbij gebruik gemaakt van een leerteam; -- ziet intervisie als middel tot verbetering van zijn beroepsdeskundigheid; -- Is in staat op een gestructureerde wijze beroepservaringen voor te leggen aan zijn groepsgenoten. -- kan voldoende (gespreks)vaardigheden inzetten om op empathische wijze beroepservaringen van groepsgenoten te bespreken en te verhelderen; -- kan een verantwoording geven op pedagogische en/of didactische gronden met literatuurreferenties voor de gemaakte keuzes; Competenties: Er wordt in elk geval gewerkt aan de eindkwalificaties VI. 1, VI. 2 en VI. 4. Afhankelijk van de keuze die studenten maken komen de eindkwalificaties I, II, IV en V aan bod in portfolio 1 of 2 of in andere beroepsvoorbereidende modulen. De student draagt er zelf zorg voor dat aan het eind van de opleiding alle algemene beroepsvoorbereidende competenties aan bod zijn gekomen. Legitimering In aansluiting op de Wet op de Beroepen in het Onderwijs moeten de studenten in een vroeg stadium werken aan de bekwaamheidseisen die de basis vormen voor hun opleiding en hun verdere professionele ontwikkeling. Zie voor verdere informatie www.lerarenweb.nl. van het Samenwerkingsorgaan Beroepskwaliteit Leraren (SBL). Veronderstelde voorkennis
Bekend zijn met en ervaring hebben in het werken met de incident methode en andere vormen van intervisie.
Materialen:
Diversen: Handleiding Portfolio 1
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
101
Titel
OAMNA-SCHTM-
Schatten en meten A
TA-05 Organisatorische gegevens Studierichting
Natuurkunde
Studiefase/categorie
Master
Cursuscode
OAMNA-SCHTMTA-05
Studiebelasting
2 studiepunten
Voertaal
Nederlands
Aanvangsblok
1
Werkvormen
Werkcollege (blok: 1)
Toetsen:
toets (blok: 1, 2)
Ingangseisen:
Geen
Contact persoon
CPM Vergouwen
Inhoudelijke gegevens Inhoud
Korte omschrijving: Inhoud: Het systematisch werken tijdens experimenteren aan de hand van een waarnemingenboek; het verwerken van resultaten en trekken van conclusies met foutenschatting en foutenberekening. Activiteit: Het systematisch werken wordt per onderdeel behandeld en geoefend aan de hand van deelexperimenten. Leerstof, werkvormen en activiteiten: Tijdens de contacttijd worden de gemaakte opdrachten (evt. experimenteel) in de hele groep of in subgroepen besproken. Nieuwe opdrachten worden ingeleid en in subgroepen gedeeltelijk uitgevoerd. Er worden ook thuisexperimenten en oefenopgaven als opdracht meegegeven.
102
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
Toetsing en beoordelingscriteria: Een toets met een theoretisch en praktisch gedeelte. Doelstellingen: Kennis, inzicht en vaardigheden krijgen wat betreft experimenteren en foutenverwerking. (kennis en inzicht) Ervaring opdoen met veel verschillende apparatuur en methodes, (kennis en inzicht) inclusief GRM en datalogger. Deskundigheid krijgen om experimenten te kunnen begeleiden en te demonstreren. (toepassing) Competenties: II
Vakdidacticus (4 )
III Vakspecialist (4) Legitimering: De cursus Schatten en meten A draagt bij aan het opdoen van kennis van fysische meetmethoden en het verkrijgen van inzicht in de bouw en werking van instrumenten die gebruikt worden in een fysisch laboratorium. Daarnaast worden praktische- en onderzoeksvaardigheden uitgebreid. Veronderstelde voorkennis
Experimentele vaardigheden uit de bacheloropleiding.
Materialen:
Boek: ‘Squires’, Practical Physics, Cambridge University Press, 4e editie, ISBN 0521779405 (er is ook een oude nederlandse vertaling te koop bij het Spectrum, Fysisch experimenteren). Boek: BINAS, Wolters Noordhoff, ISBN 9081893775. Reader: Moduleboek Schatten en Meten. Diversen: Grafische rekenmachine
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
103
Titel
OAMNA-
Mechanica A
MECH1-08 Organisatorische gegevens Studierichting
Natuurkunde
Studiefase/categorie
Master
Cursuscode
OAMNA-MECH1-08
Studiebelasting
2 studiepunten
Voertaal
Nederlands
Aanvangsblok
1
Werkvormen
Werkcollege
Toetsen:
Schriftelijk tentamen (blok: 1, 2)
Ingangseisen:
Geen
Contact persoon
JJM Poorthuis
Inhoudelijke gegevens Inhoud
Korte omschrijving: In de bacheloropleiding heb je al uitgebreid kennis gemaakt met de mechanica. In deze cursus wordt dezelfde mechanica op een hoger wiskundig en daardoor moeilijker niveau bedreven. Je maakt gebruik van het zeer krachtige wiskundige hulpmiddelen zoals differentiëren, integreren, differentiaalvergelijkingen en vectorrekening. Leerstof, werkvormen en activiteiten: In de cursus worden de onderwerpen uit de klassieke mechanica behandeld aan de hand van het leerboek van Young and Freedman, UniversityPhysics with modern physics and with mastering physics, 11e druk. Per periode zijn 7 bijeenkomsten van 2 uur en een toetsbijeenkomst van 2 uur. Elke bijeenkomst bestaat uit twee plenaire gedeelten aan het begin en aan het end van de bijeenkomst waarin uitleg wordt gegeven en vragen worden beantwoord, en een middendeel waarin in kleine groepen wordt gewerkt aan mechanicaproblemen. Een groot deel van de stof, theorie en vraagstukken, zal door zelfstudie moeten worden eigen gemaakt. Daartoe beschikt de student over een Engelstalig boek met uitwerkingen van de oneven opgaven en over een toegangscode voor de website Mastering physics, die online ondersteuning biedt bij het maken van opgaven. Aan het eind van elke periode wordt een schriftelijk tentamen afgenomen.
104
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
Mechanica A Leerstof (74 uur): Hoofdstuk 6 t/m 10: mechanische energie, impuls, draaiing, impulsmoment en de wiskundige beschrijving daarvan. Beroepsgerichte opdracht (10 uur): een opdracht maken voor leerlingen waarin leerlingen leren een mechanicaopgave op te lossen met een systematische aanpak (met voorbeelduitwerking en aandachtspunten voor de uitvoering door de docent). Aansluitend cursus-experiment (14 uur): onderzoeken van een verticale beweging, die wordt beïnvloed door een snelheidsafhankelijke wrijvingskracht. Toetsing en beoordelingscriteria: Voldoende resultaat voor het schriftelijke tentamen en de beroepsgerichte opdracht. Doelstellingen: Door deze cursus kan de student: -- Mechanicasituaties beschrijven met behulp van het wiskundige instrumentarium van differentiëren, integreren, differentiaalvergelijkingen en vectorrekening. (toepassen) -- Mechanicaopgaven oplossen met een systematische probleemaanpak en dit vertalen naar het leren van probleemaanpak door leerlingen. (leervaardigheden) -- Mechanicasituaties modelleren en dit vertalen naar het leren modelleren door leerlingen. (toepassen) Competenties: II Vakdidacticus (1, 5) III Vakspecialist (1, 4, 5) Legitimering De cursus mechanica draagt bij aan het plusniveau dat nodig is om les te geven in de VWO-subdomeinen: rechtlijnige beweging, kracht en moment, arbeid en energie, kracht en impuls, kracht en beweging, alle behorend tot het VWO-domein C. Mechanica. De beroepsgerichte opdrachten zijn gericht op systematische probleemaanpak en op modelleren. Veronderstelde voorkennis
Mechanica:Voor het beginniveau van de natuurkunde zie Cutnell and Johnson, Physics, Wiley and SonsWiskundeBlankenspoor Wiskunde (inleiding)
Materialen:
Boek: Young and Freedman, University Physics with modern physics and with mastering physics, 12/E, Addison-Wesley, 2008, ISBN-10: 0321501314 of ISBN-13: 9780321501318 (Pearson International Edition). Boek: Student Solution Manual for Volume 1 (H1-H20); ISBN 0805387773; ca. € 30,-
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
105
Titel
OAMNA-IN-
Informatica introductiecursus
FORM-08 Organisatorische gegevens Studierichting
Natuurkunde
Studiefase/categorie
Master
Cursuscode
OAMNA-INFORM-08
Studiebelasting
1 studiepunten
Voertaal
Nederlands
Aanvangsblok
1
Werkvormen
Werkcollege (blok: 1)
Toetsen:
Anders (blok: 1, 2)
Ingangseisen:
Geen
Contact persoon
JJM Poorthuis
Inhoudelijke gegevens Inhoud
Korte omschrijving: In de bacheloropleiding heb je al uitgebreid kennis gemaakt met informatietechnologie. In deze cursus word je bekend met de digitale informatiesystemen van de hogeschool (sharepoint, osiris) en leer je de Grafische rekenmachine TI 84 en Excel te gebruiken voor grafieken en het maken van een fit. Leerstof, werkvormen en activiteiten: De cursus omvat vier bijeenkomsten waarvan in de laatste de producten van de opdrachten worden beoordeeld en afgetekend. Het grootste deel van de bijeenkomsten werk je achter een computer aan opdrachten. Toetsing en beoordelingscriteria: Voldoende resultaat voor de eindproducten. Doelstellingen: Door de cursus kan de student: -- werken met de digitale informatiesystemen van de hogeschool (sharepoint en osiris) (toepassen) -- voor grafieken en fit gebruik maken van de TI 84 en van Excel.
Competenties: III Vakspecialist (1, 4, 5) Legitimering: De student moet kunnen werken met de digitale informatiesystemen van de hogeschool en kunnen werken met programma¿s voor grafieken en fit. Ook in het voortgezet onderwijs wordt digitale systemen steeds belangrijker. Veronderstelde voorkennis
geen
Materialen:
Werkboek: TI 84 of een andere grafische rekenmachine
106
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
Titel
OAMNA-CURS-
Practicum cursusexperimenten
EXP-04 Organisatorische gegevens Studierichting
Natuurkunde
Studiefase/categorie
Master
Cursuscode
OAMNA-CURSEXP-04
Studiebelasting
3 studiepunten
Voertaal
Nederlands
Aanvangsblok
1, CONTINUE
Werkvormen
Anders (blok: 1, CONTINUE)
Toetsen:
Verslag / Rapport / Portfolio
Ingangseisen:
Geen
Contact persoon
CPM Vergouwen
Inhoudelijke gegevens Inhoud
Korte omschrijving: Bij 6 cursussen hoort een cursus-experiment van 14 uur: - Mechanica A - Mechanica B - Optica - Warmteleer - Elektrodynamica - Quantumfysica A Leerstof, werkvormen en activiteiten: De eerste lesweek van een periode met een cursusexperiment kunnen de studenten zich in groepen van twee oriënteren op de mogelijke practica die bij de cursus horen. Ze gaan dan gedurende drie avonden metingen uitvoeren. Na de verkenning (eerste avond en thuis) wordt een werkplan opgesteld dat besproken en goedgekeurd moet worden door de begeleider. Alle uitgevoerde activiteiten en denkstappen worden bijgehouden in het waarnemingenboek. Toetsing en beoordelingscriteria: Het waarnemingenboek moet besproken en goedgekeurd worden door de begeleider. Presentatie van resultaten aan medestudenten in de toetsweek.
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
107
Doelstellingen: Verband leggen tussen theorie uit de cursus en de praktijk. (toepassing) Kennis, inzicht en vaardigheden uitbreiden wat betreft experimenteren en foutenverwerking. (toepassing) Competenties: II
Vakdidacticus (4)
III Vakspecialist (4) Legitimering: De cursusexperimenten dragen bij aan het opdoen van kennis van fysische meetmethoden en het verkrijgen van inzicht in de bouw en werking van instrumenten die gebruikt worden in een fysisch laboratorium. Daarnaast worden praktische- en onderzoeksvaardigheden uitgebreid. Veronderstelde voorkennis
Practicum uit de bacheloropleiding
Materialen:
Diversen: Practicuminformatie is beschikbaar in mappen. De benodigde onderdelen kunnen hieruit gekopieerd worden.
108
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
Titel
OAMNA-
Mechanica B
MECH2-08 Organisatorische gegevens Studierichting
Natuurkunde
Studiefase/categorie
Master
Cursuscode
OAMNA-MECH2-08
Studiebelasting
3 studiepunten
Voertaal
Nederlands
Aanvangsblok
2
Werkvormen
Werkcollege (blok: 2)
Toetsen:
Schriftelijk tentamen (blok: 2, 3)
Ingangseisen:
Geen
Contact persoon
JJM Poorthuis
Inhoudelijke gegevens Inhoud
Korte omschrijving: In de bacheloropleiding heb je al uitgebreid kennis gemaakt met de mechanica. In deze module wordt dezelfde mechanica op een hoger wiskundig en daardoor moeilijker niveau bedreven. Je maakt gebruik van het zeer krachtige wiskundige hulpmiddelen zoals differentiëren, integreren, differentiaalvergelijkingen en vectorrekening. Inhoud: Leerstof: (74 uur): University Physics Hoofdstuk 11 t/m 16: evenwicht, vervorming, zwaartekracht, trillingen, stroming, mechanische golven, geluid en horen, en de wiskundige beschrijving daarvan. Beroepsgerichte opdracht (10 uur): een opdracht maken voor leerlingen, waarin leerlingen een mechanicasituatie modelleren. (met voorbeelduitwerking en aandachtspunten voor de uitvoering door de docent). Leerstof, werkvormen en activiteiten: In de cursus worden de onderwerpen uit de klassieke mechanica behandeld aan de hand van het leerboek van Young and Freedman, University physics, 11edruk. Per periode zijn 7 bijeenkomsten van 2 uur en een toetsbijeenkomst van 2 uur. Elke bijeenkomst bestaat uit twee plenaire gedeelten aan het begin en aan het eind van de bijeenkomst waarin uitleg wordt gegeven en vragen worden beantwoord, en een middendeel waarin in kleine groepen wordt gewerkt aan mechanicaproblemen. Een groot deel van de stof, theorie en vraagstukken, zal door zelfstudie moeten worden eigen gemaakt. Daartoe beschikt de student over een Engelstalig boek met uitwerkingen van de oneven opgaven en over een toegangscode voor de website Mastering physics, die online ondersteuning biedt bij het maken van opgaven. Aan het eind van de cursus wordt een schriftelijk tentamen afgenomen. Aansluitend wordt een cursusexperiment (14 uur) uitgevoerd met onderzoek aan torsieslingers met en zonder harmonische aandrijving en met en zonder wrijving of aan gekoppelde slingers. Toetsing en beoordelingscriteria: Voldoende resultaat voor het schriftelijke tentamen en voldoende resultaat voor de beroepsgerichte opdracht.
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
109
Doelstellingen: Door deze module kan de student voor de domeinen evenwicht, hemellichamen, trillingen en golven: - mechanicasituaties beschrijven met behulp van het wiskundige instrumentarium van differentiëren, integreren, differentiaalvergelijkingen en vectorrekening. (toepassen) - mechanicasituaties modelleren en dit vertalen naar het leren modelleren door leerlingen. (toepassen) Competenties: II Vakdidacticus (1, 5) III Vakspecialist (1, 4, 5) Legitimering De module mechanica draagt bij aan het plusniveau dat nodig is om les te geven in de VWO-subdomeinen: rechtlijnige beweging, kracht en moment, arbeid en energie, kracht en impuls, kracht en beweging, alle behorend tot het VWO-domein C. Mechanica. De beroepsgerichte opdrachten is gericht op systematische probleemaanpak en op modelleren. Veronderstelde voorkennis
Mechanica AWiskunde A
Materialen:
Boek: Young and Freedman, University Physics with modern physics and with mastering physics, 12/E, Addison-Wesley, 2008, ISBN-10: 0321501314 of ISBN-13: 9780321501318 (Pearson International Edition). Boek: Student Solution Manual for Volume 1 (H1-H20); ISBN 0805387773; ca 30 euro Werkboek: Mechanica B
110
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
Titel
OAMB-NANOS-
Nanoscience (keuze)
CI-08 Organisatorische gegevens Studierichting
Biologie
Studiefase/categorie
Master
Cursuscode
OAMB-NANOSCI-08
Studiebelasting
2 studiepunten
Voertaal
Nederlands
Aanvangsblok
2
Werkvormen
Hoorcollege (blok: 2) Practicum (blok: 2) Werkcollege (blok: 2)
Toetsen:
Opdracht en presentatie (blok: 2, 3)
Ingangseisen:
Geen
Contact persoon
CPM Vergouwen
Inhoudelijke gegevens Inhoud
Deze cursus is in ontwikkeling. De cursus gaat over eigenschappen van structuren op nanoschaal en over hun ontwerp en gebruik. Cursusonderdelen zijn karakterisering van nanoscience en nanotechnologie, biofysische en biochemische eigenschappen, robot en kleine machine, maatschappelijk-ethische aspecten en toepassingen. De student verdiept en verbreedt zich in natuurwetenschappelijke vakken. Toetsen en beoordelingscriteria: Individuele en groepsopdrachten, presentatie van keuzegedeelte. Legitimering: De cursus draagt bij aan mogelijkheden tot samenwerking tussen natuurwetenschappen op school. II Vakdidacticus (1, 5) III Vakspecialist (1,4,5)
Veronderstelde voorkennis
geen
Materialen:
Diversen: Wordt nader bekendgemaakt.
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
111
Titel
OAMNA-WIS-
Wiskunde A
KA-04 Organisatorische gegevens Studierichting
Natuurkunde
Studiefase/categorie
Master
Cursuscode
OAMNA-WISKA-04
Studiebelasting
1 studiepunten
Voertaal
Nederlands
Aanvangsblok
2
Werkvormen
Werkcollege (blok: 2)
Toetsen:
Schriftelijk tentamen (blok: 2, 3)
Ingangseisen:
Geen
Contact persoon
F Pull Ter Gunne
Inhoudelijke gegevens Inhoud
Korte omschrijving: Inhoud Functies differentialen, integralen, toepassingen binnen natuurkunde. Activiteit Les wordt zelfstandig voorbereid, in de contacttijd wordt een korte samenvatting gegeven en kunnen vragen gesteld worden over theorie en opgaven. Leerstof, werkvormen en activiteiten: Elke les begint met een oriëntatie op de vragen over de stof van de vorige les. Daarna wordt een korte samenvatting over de nieuwe stof gegeven. Er wordt geoefend met vraagstukken die de studenten zelfstandig of in groepjes maken. Toetsing en beoordelingscriteria: Een schriftelijke toets waarbij formulekaarten mogen worden gebruikt. Doelstellingen: Kennis, inzicht en vaardigheden krijgen in wiskundige bewerkingen die nodig zijn om de natuurkunde cursussen te kunnen volgen. (kennis en inzicht) Zichtbaar maken dat wiskunde nodig is om met natuurkundige wetten en modellen te werken. (kennis en inzicht) Competenties: II
Vakdidacticus (4)
III Vakspecialist (1, 6) Legitimering De cursus Wiskunde A draagt bij aan het verkrijgen van kennis van wiskunde op het niveau dat nodig is voor het volgen van master natuurkunde cursussen. Daarnaast worden de rekenvaardigheden uitgebreid. Veronderstelde voorkennis
Wiskunde van de bacheloropleiding.
Materialen:
Boek: Toegepaste wiskunde voor het beroepsonderwijs, Deel 1, Blankespoor, HB Uitgevers, ISBN 97-8905-5743-858 of de herziene versie ISBN 97-8905-5744-961 Werkboek: Opdrachtenboek Wiskunde A Diversen: Grafische rekenmachine, bij voorkeur TI-83 of TI-84
112
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
Titel
OAMNA-SCHT-
Schatten en meten B
MTB-05 Organisatorische gegevens Studierichting
Natuurkunde
Studiefase/categorie
Master
Cursuscode
OAMNA-SCHTMTB-05
Studiebelasting
2 studiepunten
Voertaal
Nederlands
Aanvangsblok
2
Werkvormen
Werkcollege (blok: 2)
Toetsen:
Verslag / Rapport / Portfolio (blok: 2, 3)
Ingangseisen:
1. Schatten en meten A (OAMNA-SCHTMTA-05)
Contact persoon
CPM Vergouwen
Inhoudelijke gegevens Inhoud
Korte omschrijving: Het ontwikkelen van een leerlijn voor thuis- en schoolexperimenten. Gebruik van grafieken en modellen en simulaties. Veiligheid en ARBO op school. Activiteit: Het opzetten en uitvoeren van een experiment voor de bovenbouw HAVO/ VWO aan de hand van de geleerde systematiek in Schatten en Meten A. Leerstof, werkvormen en activiteiten: Inhoud: Het ontwikkelen van een leerlijn voor thuis- en schoolexperimenten. Gebruik van grafieken en modellen en simulaties. Veiligheid en ARBO op school. Activiteit: Het opzetten en uitvoeren van een experiment voor de bovenbouw HAVO/ VWO aan de hand van de geleerde systematiek in Schatten en Meten A. Toetsing en beoordelingscriteria: Een demonstratie van het zelfontworpen en uitgevoerde experiment. Het verslag als uitvoerder en als ontwerper van het experiment. Doelstellingen: Kennis, inzicht en vaardigheden uitbreiden wat betreft experimenteren en foutenverwerking. (kennis en inzicht) Ervaring opdoen met ontwerpen van een praktische opdracht. (toepassing) Deskundigheid uitbreiden om experimenten te kunnen begeleiden en te demonstreren. (toepassing) Competenties: II
Vakdidacticus (1, 4)
IV Educatief onderzoeker (2) Legitimering: De cursus Schatten en Meten B draagt bij aan de vaardigheden om zelfstandig onderwijs te verzorgen met betrekking tot praktische- en onderzoeksvaardigheden. Veronderstelde voorkennis
Schatten en Meten A.
Materialen:
Boek: ‘Squires’, Practical Physics, Cambridge University Press, 4e editie, ISBN 0521779405 (er is ook een oude Nederlandse vertaling te koop bij het Spectrum, Fysisch experimenteren) gebruikt bij S&M A. Reader: Moduleboek Schatten en Meten Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
113
Titel
OAMNA-QUAN-
Quantumfysica A
FYA-04 Organisatorische gegevens Studierichting
Natuurkunde
Studiefase/categorie
Master
Cursuscode
OAMNA-QUANFYA-04
Studiebelasting
3 studiepunten
Voertaal
Nederlands
Aanvangsblok
3
Werkvormen
Werkcollege (blok: 3)
Toetsen:
Schriftelijk tentamen (blok: 3, 4)
Ingangseisen:
1. Wiskunde A (OAMNA-WISKA-04) en Wiskunde B (OAMNA-WISKB-04)
Contact persoon
MJF Verhaart
Inhoudelijke gegevens
114
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
Inhoud
Korte omschrijving: Het golfkarakter van deeltjes. Golffuncties en oplossingen van de Schrödinger-vergelijkingen. Toepassingen van het tunneleffect. Atoomstructuur van het waterstofatoom. Zeemaneffect. Moleculaire spectra. Kristalrooster van vaste stoffen. Elektronen in metalen. Halfgeleiders. Leerstof, werkvormen en activiteiten: Een gecombineerd hoor- en werkcollege. Delen van de stof worden voorafgaand aan de bijeenkomsten bestudeerd. In de bijeenkomsten worden vragen en vraagstukken besproken. Van studenten wordt actieve deelname verwacht. Toetsing en beoordelingscriteria: Voldoende resultaat voor de schriftelijke toets met open vragen. Doelstellingen: Door deze cursus kan de student: -- Met het golfkarakter van deeltjes het twee-spleten-experiment toelichten. (kennis en inzicht) -- Zowel grafische als wiskundige oplossingsmethodes zoals die in de quantumfysica gebruikt worden uitvoeren. (toepassen) -- De oplossingen koppelen aan de fysische werkelijkheid. (toepassen) -- Structuren van vaste stoffen kunnen beschrijven met eenheidscellen van kristalroosters. (kennis en inzicht) -- Enkele elektrische en magnetische eigenschappen van vaste stoffen kunnen verklaren met gebruikmaking van principes van de statistische mechanica en quantummechanica. (toepassen) Competenties: III Vakspecialist (3, 5) Legitimering: De quantumfysica is een belangrijk onderwerp van de moderne fysica dat ons fysische wereldbeeld sterk heeft beïnvloed.
Veronderstelde voorkennis
De modulen wiskunde A en B.Cutnell and Johnson, Physics
Materialen:
Boek: Young and Freedman, University Physics with modern physics and with mastering physics, 12/E, Addison-Wesley, 2008, ISBN-10: 0321501314 of ISBN-13: 9780321501318 (Pearson International Edition). Boek: Student Solution Manual for Volume 2,3 (H21-44), ISBN 0805386963; ca 30 euro
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
115
Titel
OAMNA-
Wiskunde B nieuw
WISKB2-08 Organisatorische gegevens Studierichting
Natuurkunde
Studiefase/categorie
Master
Cursuscode
OAMNA-WISKB2-08
Studiebelasting
2 studiepunten
Voertaal
Nederlands
Aanvangsblok
3
Werkvormen
Werkcollege (blok: 3)
Toetsen:
Schriftelijk tentamen (blok: 3, 4)
Ingangseisen:
1. Wiskunde A (OAMNA-WISKA-04)
Contact persoon
F Pull Ter Gunne
Inhoudelijke gegevens Inhoud
Korte omschrijving: Inhoud Vectoren, complexe getallen, functies van twee of meer variabelen, meervoudige integralen, differentiaalvergelijkingen, vectoranalyse, lijn- en oppervlakte integralen. Activiteit Les wordt zelfstandig voorbereid, in de contacttijd wordt een korte samenvatting gegeven en kunnen vragen gesteld worden over theorie en opgaven. Leerstof, werkvormen en activiteiten: Elke les begint met een oriëntatie op de vragen over de stof van de vorige les. Daarna wordt een korte samenvatting over de nieuwe stof gegeven. Er wordt geoefend met vraagstukken die de studenten zelfstandig of in groepjes maken. Toetsing en beoordelingscriteria: Een schriftelijke toets waarbij formulekaarten mogen worden gebruikt. Doelstellingen: Kennis, inzicht en vaardigheden krijgen in wiskundige bewerkingen die nodig zijn om de natuurkunde cursussen te kunnen volgen. (kennis en inzicht) Zichtbaar maken dat wiskunde nodig is om met natuurkundige wetten en modellen te werken. (kennis en inzicht) Competenties: II
Vakdidacticus (4)
III Vakspecialist (1, 6) Legitimering De cursus Wiskunde B draagt bij aan het verkrijgen van kennis van wiskunde op het niveau dat nodig is voor het volgen van master natuurkunde cursussen. Daarnaast worden de rekenvaardigheden uitgebreid. Veronderstelde voorkennis
Wiskunde A.
Materialen:
Boek: Toegepaste wiskunde voor het beroepsonderwijs, Deel 2, Blankespoor, HB Uitgevers, ISBN 97-8905-5741-496 Werkboek: Opdrachtenboek Wiskunde B Diversen: Grafische rekenmachine, bij voorkeur TI-83 of TI-84
116
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
Titel
OAMNA-
Wiskunde C nieuw
WISKC-08 Organisatorische gegevens Studierichting
Natuurkunde
Studiefase/categorie
Master
Cursuscode
OAMNA-WISKC-08
Studiebelasting
2 studiepunten
Voertaal
Nederlands
Aanvangsblok
3
Werkvormen
Werkcollege (blok: 3)
Toetsen:
Schriftelijk tentamen (blok: 3, 4)
Ingangseisen:
1. Wiskunde A (OAMNA-WISKA-04) en Wiskunde B nieuw (OAMNA-WISKB2-08)
Contact persoon
F Pull Ter Gunne
Inhoudelijke gegevens Inhoud
Korte omschrijving: Inhoud Vectoranalyse, lijn- en oppervlakte integralen. Activiteit Les wordt zelfstandig voorbereid, in de contacttijd wordt een korte samenvatting gegeven en kunnen vragen gesteld worden over theorie en opgaven. Leerstof, werkvormen en activiteiten: Elke les begint met een oriëntatie op de vragen over de stof van de vorige les. Daarna wordt een korte samenvatting over de nieuwe stof gegeven. Er wordt geoefend met vraagstukken die de studenten zelfstandig of in groepjes maken. Toetsing en beoordelingscriteria: Een schriftelijke toets waarbij formulekaarten mogen worden gebruikt. Doelstellingen: Kennis, inzicht en vaardigheden krijgen in wiskundige bewerkingen die nodig zijn om de natuurkunde cursussen te kunnen volgen. (kennis en inzicht) Zichtbaar maken dat wiskunde nodig is om met natuurkundige wetten en modellen te werken. (kennis en inzicht) Competenties: II
Vakdidacticus (4)
III Vakspecialist (1, 6) Legitimering: De cursus Wiskunde C draagt bij aan het verkrijgen van kennis van wiskunde op het niveau dat nodig is voor het volgen van master natuurkunde cursussen. Daarnaast worden de rekenvaardigheden uitgebreid. Veronderstelde voorkennis
Wiskunde A en B
Materialen:
Boek: Toegepaste wiskunde voor het beroepsonderwijs, Deel 3, Blankespoor, HB Uitgevers, ISBN 97-8905-5742-646 Werkboek: Opdrachtenboek Wiskunde C Diversen: Grafische rekenmachine, bij voorkeur TI-83 of TI-84 Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
117
Titel
OAMNA-
Wiskunde D nieuw
WISKD-08 Organisatorische gegevens Studierichting
Natuurkunde
Studiefase/categorie
Master
Cursuscode
OAMNA-WISKD-08
Studiebelasting
3 studiepunten
Voertaal
Nederlands
Aanvangsblok
3
Werkvormen
Werkcollege (blok: 3)
Toetsen:
Schriftelijk tentamen (blok: 3, 4)
Ingangseisen:
1. Wiskunde A (OAMNA-WISKA-04) en Wiskunde B nieuw (OAMNA-WISKB2-08)
Contact persoon
F Pull Ter Gunne
Inhoudelijke gegevens Inhoud
Korte omschrijving: Fourieranalyse fourierreeksen, fouriertransformatie, toepassingen binnen de natuurkunde. Leerstof, werkvormen en activiteiten: Elke les begint met een oriëntatie op de vragen over de stof van de vorige les. Daarna wordt een korte samenvatting over de nieuwe stof gegeven. Er wordt geoefend met vraagstukken die de studenten zelfstandig of in groepjes maken. Toetsing en beoordelingscriteria: Een schriftelijke toets waarbij formulekaarten mogen worden gebruikt. Doelstellingen: Kennis, inzicht en vaardigheden krijgen in wiskundige bewerkingen die nodig zijn om de natuurkunde cursussen te kunnen volgen. (kennis en inzicht) Zichtbaar maken dat wiskunde nodig is om met natuurkundige wetten en modellen te werken. (kennis en inzicht) Competenties: II
Vakdidacticus (4)
III Vakspecialist (1, 6) Legitimering: De cursus Wiskunde D draagt bij aan het verkrijgen van kennis van wiskunde op het niveau dat nodig is voor het volgen van master natuurkunde cursussen. Daarnaast worden de rekenvaardigheden uitgebreid. Veronderstelde voorkennis
geen
Materialen:
Boek: Toegepaste wiskunde voor het beroepsonderwijs, Deel 3, Blankespoor, HB Uitgevers, ISBN 97-8905-5742-646 Werkboek: Opdrachtenboek Wiskunde D Diversen: Grafische rekenmachine, bij voorkeur TI-83 of TI-84
118
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
Titel
OAMNA-ON-
Practicum onderzoeksexperimenten
DEREX-04 Organisatorische gegevens Studierichting
Natuurkunde
Studiefase/categorie
Master
Cursuscode
OAMNA-ONDEREX-04
Studiebelasting
2 studiepunten
Voertaal
Nederlands
Aanvangsblok
1, CONTINUE
Werkvormen
Practicum (blok: 1)
Toetsen:
Verslag / Rapport / Portfolio (blok: CONTINUE)
Ingangseisen:
1. Schatten en meten A (OAMNA-SCHTMTA-05)
Contact persoon
CPM Vergouwen
Inhoudelijke gegevens
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
119
Inhoud
Korte omschrijving: Er worden drie onderzoeksexperimenten gedaan van elk 18 uur. Deze experimenten hebben verschillende onderwerpen. Ze zijn iets opener dan de cursusexperimenten en er wordt minder informatie gegeven. Leerstof, werkvormen en activiteiten: De studenten voeren een verkenning uit met behulp van de beschikbare literatuur en de opstelling. Ze stellen een werkplan op dat besproken en goedgekeurd moet worden. Alle uitgevoerde activiteiten en denkstappen worden bijgehouden in het waarnemingenboek. Studenten kunnen ook een eigen voorstel doen en eventueel eigen materiaal gebruiken dat ze willen onderzoeken. Ook is het mogelijk om in plaats van maximaal 1 onderzoeksexperiment uit te voeren, een cursusexperiment te begeleiden van een cursus die zelf al afgesloten is (inclusief practicum). Toetsing en beoordelingscriteria: Het waarnemingenboek moet besproken en goedgekeurd worden door de begeleider. Doelstellingen: Experimentele vaardigheden uitbreiden. (toepassing) Open experimenteel onderzoek kunnen uitvoeren. (leervaardigheden) Competenties: II
Vakdidacticus (4)
III Vakspecialist (4) heeft kennis van fysische meetmethoden en inzicht in de bouw en werking van instrumenten die gebruikt worden in een fysisch laboratorium. Legitimering: De onderzoeksexperimenten dragen bij aan het opdoen van kennis van fysische meetmethoden en het verkrijgen van inzicht in de bouw en werking van instrumenten die gebruikt worden in een fysisch laboratorium. Daarnaast worden praktische- en onderzoeksvaardigheden uitgebreid. Veronderstelde voorkennis
Practicum uit bacheloropleiding, module Schatten en Meten A is gevolgd.
Materialen:
Diversen: Practicuminformatie is beschikbaar in mappen. De benodigde onderdelen kunnen hieruit gekopieerd worden.
120
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
Titel
OAM-PFOL2-07
Portfolio 2
Organisatorische gegevens Studierichting
Archimedes breed
Studiefase/categorie
Master
Cursuscode
OAM-PFOL2-07
Studiebelasting
2 studiepunten
Voertaal
Nederlands of doeltaal
Aanvangsblok
1, 2, 3, 4, CONTINUE
Werkvormen
Werkcollege (blok: 1, 2, 3, 4, CONTINUE)
Toetsen:
Schriftelijk tentamen (blok: 2, 3, 4, 5, CONTINUE)
Ingangseisen:
1. Portfolio 1 (OAM-PFOL1-07)
Contact persoon
EGF Peze
Inhoudelijke gegevens Inhoud
Leerstof, werkvormen en activiteiten In de module portfolio 2 begint de student met het bijstellen en aanvullen van zijn POP. De procedure is verder hetzelfde als die van portfolio 1, waarbij de student opnieuw een aantal competenties uitkiest om dit jaar te verdiepen. Toetsing en beoordelingscriteria De modulen portfolio 1 resp. portfolio 2 worden afgetekend als de student actief heeft gewerkt, individueel en als onderdeel van het leerteam, als hij aanwezig is geweest bij alle bijeenkomsten met de coach en hij zijn portfolio heeft ingeleverd met daarin: -- Een beschrijving van zijn begincompetenties (portfolio 1); -- Een persoonlijk ontwikkelingsplan (portfolio 1) of een bijstelling en aanvulling daarvan (portfolio 2); -- Een beschrijving van de ondernomen leeractiviteiten en de reflectie daarop; -- Conclusies met betrekking tot de ontwikkeling van zijn competenties en zijn POP. Eindbeoordeling van het portfolio geschiedt pas plaats bij het eindassessment in het derde studiejaar waarbij alle competenties voldoende moeten zijn bereikt en aangetoond. Korte omschrijving De student werkt in een leergroep systematisch aan de ontwikkeling van zijn competenties als docent in het eerstegraadsgebied. Hij beschrijft zijn beginsituatie en stelt jaarlijks een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) op. Dit plan is de basis voor de leeractiviteiten die hij vervolgens gaat ondernemen, binnen of buiten de modulen van de algemene beroepsvoorbereidende component van de opleiding. In samenspraak met zijn leerteam en coach reflecteert hij op de ondernomen activiteiten en trekt daaruit conclusies met betrekking tot de ontwikkeling van zijn competenties en het bijstellen van zijn POP. Hiertoe worden regelmatig besprekingen gehouden binnen de leerteamcorridor Daarnaast zullen de leden van de leergroep regelmatig materiaal uitwisselen en elkaar van feedback voorzien via e-mail/sharepoint. In het portfolio, waar de student gedurende zijn hele opleiding aan werkt, beschrijft hij zijn ontwikkeling, ondersteund met
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
121
relevant bewijsmateriaal. De student draagt er hierbij zelf zorg voor dat alle algemene beroepsvoorbereidende competenties aan het eind van zijn opleiding aan bod zijn gekomen. Aan het eind van de opleiding wordt het portfolio gebruikt als basis voor een eindassessment, waarbij de student aantoont dat hij de competenties van een docent in het eerstegraads gebied in voldoende mate bezit. Doelstellingen/Competenties: Doelstellingen kennis/inzicht: De student weet: -- wat competenties zijn; -- hoe hij zijn competenties kan beschrijven en hoe hij een portfolio kan samenstellen; -- hoe hij systematisch aan de ontwikkeling van zijn competenties kan werken met behulp van een persoonlijk ontwikkelplan, het uitvoeren van leeractiviteiten en reflectie daarop; -- hoe hij gebruik kan maken van een leerteam (voor het vragen en krijgen van feedback, voor intervisie, voor verdieping van kennis en vaardigheden); Doelstellingen vaardigheden: De student heeft: -- zijn beginsituatie in kaart gebracht; -- een persoonlijk ontwikkelingsplan opgesteld; -- op basis hiervan leeractiviteiten uitgevoerd; -- na reflectie conclusies getrokken m.b.t. de ontwikkeling van zijn competenties en zijn POP; -- een portfolio samengesteld om dit te bewijzen; -- hierbij gebruik gemaakt van een leerteam; -- ziet intervisie als middel tot verbetering van zijn beroepsdeskundigheid; -- Is in staat op een gestructureerde wijze beroepservaringen voor te leggen aan zijn groepsgenoten. -- kan voldoende (gespreks)vaardigheden inzetten om op empathische wijze beroepservaringen van groepsgenoten te bespreken en te verhelderen; -- kan een verantwoording geven op pedagogische en/of didactische gronden met literatuurreferenties voor de gemaakte keuzes; Competenties: In beide modulen wordt in elk geval gewerkt aan de eindkwalificaties VI. 1, VI. 2 en VI. 4. Afhankelijk van de keuze die studenten maken komen de eindkwalificaties I, II, IV en V aan bod in portfolio 1 of 2 of in andere beroepsvoorbereidende modulen. De student draagt er zelf zorg voor dat aan het eind van de opleiding alle algemene beroepsvoorbereidende competenties aan bod zijn gekomen. Legitimering: In aansluiting op de Wet op de Beroepen in het Onderwijs moeten de studenten in een vroeg stadium werken aan de bekwaamheidseisen die de basis vormen voor hun opleiding en hun verdere professionele ontwikkeling. Zie voor verdere informatie www.lerarenweb.nl. van het Samenwerkingsorgaan Beroepskwaliteit Leraren (SBL). Veronderstelde voorkennis
Bekend zijn met en ervaring hebben in het werken met de incident methode en andere vormen van intervisie.
Materialen:
122
Diversen: Handleiding Portfolio 1, 2 en 3
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
Titel
OAMNA-QUAN-
Quantumfysica B
FYB-04 Organisatorische gegevens Studierichting
Natuurkunde
Studiefase/categorie
Master
Cursuscode
OAMNA-QUANFYB-04
Studiebelasting
2 studiepunten
Voertaal
Nederlands
Aanvangsblok
4
Werkvormen
Werkcollege (blok: 4)
Toetsen:
Verslag / Rapport / Portfolio
Ingangseisen:
1. Quantumfysica A (OAMNA-QUANFYA-04)
Contact persoon
MJF Verhaart
Inhoudelijke gegevens Inhoud
Korte omschrijving: De theorie van de Quantumfysica heeft veel stof doen opwaaien. Dit geldt zowel begripsmatig, zoals bij onzekerheidsrelaties, didactisch, als wetenschapsfilosofisch. Daarnaast dient de theorie als basis voor een aantal toepassingen zoals supergeleiding en supervloeistof. Leerstof, werkvormen en activiteiten: De nadruk ligt niet zoals in Quantumfysica A op het kunnen rekenen aan oplossingen van de Schrödingervergelijking, maar meer op het verwerken van de verschillende kanten van de Quantumfysica. In verschillende activerende werkvormen, zoals een debat en vragenderwijs artikelen bestuderen, wordt aan de stof gewerkt. Toetsing en beoordelingscriteria: - Dossiermap met voldoende uitgewerkte opdrachten; - actieve deelname tijdens bijeenkomsten.
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
123
Doelstellingen: Door deze cursus kan de student -- Verschillen tussen quantummechanica en klassieke mechanica noemen. (kennis en inzicht) -- Aan bovenbouwleerlingen en geïnteresseerden uitleggen waar quantummechanica toe leidt: onzekerheidsrelaties, metingen, paradoxen en interpretaties. (communicatie) -- Een beargumenteerde mening geven om wel of niet deel te nemen aan het Project Moderne Natuurkunde. (oordeelsvorming) -- Een samenvatting geven van de hedendaagse wetenschapsfilosofische benaderingen van de quantumfysica. (leervaardigheden) -- Van een aantal toepassingen de relatie met de quantumfysica aangeven. (kennis en inzicht) -- Artikelen in krant en vaktijdschriften over hedendaagse toepass ingen waarbij quan tum-effecten een rol spelen lezen en hiermee een lesplan maken voor bovenbouwleerlingen over bijvoorbeeld onzekerheidsrelaties, supergeleiding, supervloeistof. (toepassingen) -- Conclusies trekken uit literatuur over verwante vakgebieden, bijvoorbeeld quantumelectrodynamica. (leervaardigheden) Competenties: II Vakdidacticus (1, 4) III Vakspecialist (3, 6) Legitimering: De cursus Quantumfysica B draagt bij aan het plusniveau dat nodig is om les te geven in de VWO-subdomeinen: taalvaardigheden, reken/wiskundige vaardigheden, informatievaardigheden, behorend tot domein A: Vaardigheden; alsmede domein F: moderne fysica. Veronderstelde voorkennis
De inhoud van de module Quantumfysica A is bekend.
Materialen:
Werkboek: Quantumfysica B teksten en opdrachten
124
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
Titel
OAMNA-WARM-
Warmteleer
TEL-04 Organisatorische gegevens Studierichting
Natuurkunde
Studiefase/categorie
Master
Cursuscode
OAMNA-WARMTEL-04
Studiebelasting
3 studiepunten
Voertaal
Nederlands
Aanvangsblok
4
Werkvormen
Werkcollege (blok: 4)
Toetsen:
Schriftelijk tentamen (blok: 4, 5)
Ingangseisen:
Geen
Contact persoon
JPJ Hukom
Inhoudelijke gegevens Inhoud
Korte omschrijving: - Definities en schalen van temperatuur; - arbeid en warmte in omkeerbare en niet-omkeerbare processen; - toestandsvergelijkingen en kinetische theorie van gassen; - de eerste en tweede hoofdwet van de thermodynamica; - relaties tussen thermodynamische toestandsgrootheden. Leerstof, werkvormen en activiteiten: -- Antwoord geven op zeven werkvragen (huiswerk; bijeenkomsten); -- bestuderen van de inhoud van University Physics hoofdstuk 17 t/m 20 (huiswerk); -- vraagstukken maken uit University Physics hoofdstuk 17 t/m 20 (huiswerk); -- de inhoud van University Physics hoofdstuk 17 t/m 20 en de betekenis ervan bespreken (bijeenkomsten); -- de aanpak van vraagstukken bespreken (bijeenkomsten); -- een voorbeeld uitwerken van het gebruik van de Maxwell-relaties (huiswerk); -- de voorbeelden van het gebruik van de Maxwell-relaties bespreken (bijeenkomst). Toetsing en beoordelingscriteria: De zeven werkvragen zijn voldoende beantwoord. Het voorbeeld van het gebruik van de Maxwell-relaties is voldoende uitgewerkt. Het tentamen met vraagstukken van het type uit University Physics hoofdstuk 17 t/m 20 is voldoende gemaakt.
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
125
Doelstellingen: -- Klassieke thermodynamica gebruiken bij het beschrijven van fysische processen en het leggen van relaties tussen fysische grootheden; (kennis en inzicht) -- de kinetische gastheorie gebruiken bij de verklaring van het gedrag van gassen. (kennis en inzicht) Competenties: III Vakspecialist (1, 3, 5, 6) Legitimering: De cursus Warmteleer draagt bij aan het plusniveau dat nodig is om les te geven in het VWO-domein D: Warmteleer. Veronderstelde voorkennis
Bachelor bevoegdheid natuurkunde
Materialen:
Boek: Young and Freedman, University Physics with modern physics and with mastering physics, 12/E, Addison-Wesley, 2008, ISBN-10: 0321501314 of ISBN-13: 9780321501318 (Pearson International Edition). Boek: Student Solution Manual for Volume 1 (H1-H20); ISBN 0805387773; ca 30 euro
126
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
Titel
OAM-IN-
Praktijkonderzoek Introductiecursus
TROPRON-07 Organisatorische gegevens Studierichting
Archimedes breed
Studiefase/categorie
Master
Cursuscode
OAM-INTROPRON-07
Studiebelasting
3 studiepunten
Voertaal
Nederlands
Aanvangsblok
4
Werkvormen
Werkcollege (blok: 4)
Toetsen:
toets (blok: 4, 5)
Ingangseisen:
Geen
Contact persoon
D Knezic
Inhoudelijke gegevens Inhoud
Leerstof, werkvorm en activiteiten De leerstof is afkomstig uit methodologieliteratuur die zich op praktijkonderzoek concentreert, met nadruk op actieonderzoek. De activiteiten zullen een tal dataverzameling technieken behelzen waar studenten mee zullen oefenen op eigen materiaal. Er zal speciale aandacht aan bronnenonderzoek besteed worden. Instructie werkcolleges zelfstudie leergroepen bronnenonderzoek individuele begeleiding Toetsing en Beoordelingscriteria Bij de afsluiting van de cursus is een onderzoeksvoorstel ingediend en door de docenten van de PO introductiecursus goedgekeurd en beoordeeld. Het onderzoeksvoorstel moet voldoen aan de volgende criteria: het geeft duidelijk aan wat de peerfeedback was van minstens drie medestudenten en hoe deze verwerkt is in het onderzoeksvoorstel; er is een duidelijk geformuleerde onderzoeksvraag voor een onderzoek dat binnen een jaar te doen is; er zijn duidelijk geformuleerde deelvragen; het onderzoeksgebied waarbinnen de vraag geformuleerd is is van belang voor de praktijk van de student; de gekozen onderzoeksmethodologie en de redenen voor de keuze van onderzoeksmethodologie zijn duidelijk uitgelegd. NB De cursus richt zich echter alleen op actieonderzoek;
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
127
de student geeft blijk van begrip van de eisen en beperkingen van zijn gekozen onderzoeksmethodologie; de student gebruikt de terminologie van zijn onderzoeksmethodologie op een correcte manier; de student heeft een plan gemaakt voor het verkennen van de beginsituatie d.w.z. de soort data en erbij horende dataverzamelingstechnieken en md; er is een duidelijke planning per maand voor het uitvoeren van het onderzoeksproject (voor de eerste twee maanden per week); er wordt duidelijk aangegeven in welke context het onderzoek zal plaatsvinden; er is een bibliografie aanwezig met titels over onderzoeksveld en onderzoeksmethodologie; er wordt duidelijk aangegeven wie de rollen van deelnemers, begeleider, critical friends in het onderzoek zullen vervullen. Korte Omschrijving De cursus wordt aangeboden in zeven sessies. Elk van de zeven sessies bestaat uit een instructiedeel gevolgd door een activiteitdeel bij voorkeur in de verhouding 1:2 in het voordeel van het activiteitdeel. Studenten zullen werken in leerteams en zo gauw mogelijk gekoppeld worden aan een begeleider van de eigen vakgroep die ze zal begeleiden tijdens het onderzoeksproces in het derde jaar. Doelstellingen / Competenties De student is in staat om: -- a) een voor zijn beroepspraktijk relevante onderzoeksvraag te formuleren en een passende onderzoeksmethode te gebruiken om zijn vraag te onderzoeken; -- b) relevante informatiebronnen te vinden en gebruiken; -- c) zijn inhoudelijke en onderzoeksmatige keuzes bij a) en b) te onderbouwen. -- De student is in staat om verbanden te leggen tussen theoretische en praktische kanten van een specifiek aspect van de beroepspraktijk als leraar. -- De student is in staat om kritisch en analytisch met vakliteratuur om te gaan. -- De student heeft een overzicht van onderzoeksmethoden en kan de gekozen onderzoeksmethode in de context van de wetenschappelijke onderzoeksmethodologie plaatsen. -- De student is op de hoogte van de criteria voor het afsluiten van het onderzoek. -- De student heeft zich verdiept in de meest voorkomende kwalitatieve dataverzamelingsmethoden en heeft er daarvan een aantal uitgeprobeerd. -- De student kan uitleggen hoe validiteit en betrouwbaarheid in het onderzoek gewaarborgd worden. Competenties voor de eerstegraads docent: competentie 3: Vakdidactisch en vakinhoudelijk, competentie 7: Reflectie en onderzoek. Afhankelijk van het gekozen onderwerp kan aan elk van de andere vijf competenties worden gewerkt.
128
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
Legitimering De student die praktijk onderzoek kiest, heeft geleerd op wetenschappelijke wijze te kunnen omgaan met zijn onderwijservaring. De student besteedt de tijd aan zijn afstudeerproject om een probleem in zijn onderwijssituatie systematisch en op een wetenschappelijk verantwoorde manier op te lossen of zich te verdiepen in een belangrijk aspect van zijn onderwijspraktijk. Het uitvoeren van een dergelijk afstudeerproject vereist innovatiegerichtheid, een onderzoekende houding en reflectieve vaardigheden. Relatie met eindkwalificaties I. Pedagoog (de pedagogische competenties waaraan gewerkt wordt zullen van student tot student verschillen), II. Vakdidacticus (de vakdidactische competenties waaraan gewerkt wordt zijn afhankelijk van de keuze van onderzoeksveld), III. Vakspecialist (1-6), IV. Educatief onderzoeker/ontwikkelaar (1-3), V. Professional binnen een schoolorganisatie ( 2, 3, 5, 6, 7), VI. Doorgroeibekwaamheid (1-4) Veronderstelde voorkennis
Om aan actieonderzoek mee te doen, is het noodzakelijk om in het onderwijs werkzaam te zijn. Bij andere vormen van praktijkonderzoek is dit geen voorwaarde.
Materialen:
Reader: Studiewijzer Praktijkgericht Onderzoek, op de Sharepointsite van de cursus Boek: McNiff, J., Lomax, P., Whitehead, J., (2003). You and Your Action Research Project. 2nd edition. Routledge Falmer Boek: Ponte, P, 2006, Onderwijs van eigen Makelij. Soest:Uitgeverij Nelissen
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
129
Titel
OAMNA-DID-
Didactiek van het profielwerkstuk
WERK-04 Organisatorische gegevens Studierichting
Natuurkunde
Studiefase/categorie
Master
Cursuscode
OAMNA-DIDWERK-04
Studiebelasting
3 studiepunten
Voertaal
Nederlands
Aanvangsblok
1
Werkvormen
Werkcollege (blok: 1)
Toetsen:
Opdracht (blok: 1, 2)
Ingangseisen:
Geen
Contact persoon
F Pull Ter Gunne
Inhoudelijke gegevens Inhoud
Leerstof, werkvormen en activiteiten In deze cursus doet de student ervaring op met, en reflecteert zij/hij op de begeleiding en beoordeling van profielwerkstukken en praktische opdrachten. Terwijl een leergroepje bij het zelf ontwerpen en uitvoeren van een profielwerkstuk van beperkte omvang wordt begeleid door een ander groepje, neemt het omgekeerd ook zelf de rol van begeleider en beoordelaar op zich. Leerstof betreft de theoretische achtergrond van het eigen onderzoekje, richtlijnen en suggesties voor onderzoek door leerlingen en criteria voor de beoordeling van zulk onderzoek. Werkvormen zijn: -- Zelfstudie; informatie verzamelen; onderzoek ontwerpen, plannen en uitvoeren. -- Begeleiden en beoordelen van een leergroepje van medestudenten; begeleidingsmethodiek en ontwikkelen van beoordelingscriteria. -- Presenteren van het eigen `profielwerkstuk`. -- Schrijven van logboek en aanleggen van een bronnenboek met betrekking tot het eigen onderzoek; schrijven van een verslag over het begeleidingsproces.
130
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
Toetsing en beoordelingscriteria -- Logboek over eigen onderzoek; bronnenboek; kort schriftelijk verslag en mondelinge of multimediale presentatie over het eigen profielwerkstuk. -- Verslag over het proces van begeleiden, inclusief de gehanteerde beoordelingscriteria. -- Stukken kunnen als bewijsvoering opgenomen worden in het portfolio. Korte omschrijving In deze cursus krijg je ervaring met het begeleiden van het profielwerkstuk door een groep van collega`s van verwante secties binnen het profiel Natuur en Gezondheid. Het onderzoek dat een leergroep gaat uitvoeren richt zich op het grensgebied van natuurkunde en biologie. Doelstellingen/Competenties -- Inzicht verkrijgen in begeleiding en beoordeling van profielwerkstukken en praktische opdrachten naar zowel product als proces. -- Kennis verwerven (van literatuur) over richtlijnen en suggesties voor onderzoek door leerlingen. -- Ontwerpen van criteria ter beoordeling van praktische opdrachten en profielwerkstukken. -- Reflecteren op problemen die leerlingen kunnen ervaren bij opzet en uitvoering van een onderzoek. -- In interdisciplinair verband een natuurwetenschappelijk vraagstuk (van beperkte omvang) experimenteel onderzoeken met speciale aandacht voor methodologische aspecten.
Legitimering I
Pedagoog (1, 2)
II
Vakdidacticus (1, 2, 4, 5, 7, 8)
III Vakspecialist (1, 2, 3, 4) IV Educatief onderzoeker/ontwikkelaar (1V Professional binnen een organisatie (1)) VI Doorgroeibekwaamheid (1, 3) Veronderstelde voorkennis
De natuurkunde, respectievelijk biologie, van de bacheloropleiding.
Materialen:
Diversen: Handleiding Profielwerkstuk, R. Sinkeldam, uitgave CITO 1998. Niet meer verkrijgbaar, maar meestal aanwezig op school. Diversen: Materialen van de eigen (of via internet andere) school over begeleiding en beoordeling van het PWS.
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
131
Titel
OAMNA-FYSIN-
Fysische Informatica A
FA-07 Organisatorische gegevens Studierichting
Natuurkunde
Studiefase/categorie
Master
Cursuscode
OAMNA-FYSINFA-07
Studiebelasting
2 studiepunten
Voertaal
Nederlands
Aanvangsblok
2
Werkvormen
Werkcollege (blok: 2)
Toetsen:
Schriftelijk tentamen (blok: 2, 3)
Ingangseisen:
Geen
Contact persoon
CPM Vergouwen
Inhoudelijke gegevens Inhoud
Korte omschrijving: De cursus is opgebouwd uit de volgende onderdelen: -- de input: sensoren, zelfgebouwd uit componenten of compleet gekocht, geven een signaal af, dat meestal bewerkt moet worden voor de volgende fase; -- verwerken en beslissen. Standaard functies zoals de diverse logische poorten, converters e.d. verwerken het sensorsignaal of nemen beslissingen op grond van de sensorsignalen. De structuur van de verwerking- en besliseenheden; -- de output naar de buitenwereld. Het met voldoende elektrisch vermogen aansturen van display, motor, enz.; -- de output aan de input koppelen voor meten en regelen; Leerstof, werkvormen en activiteiten: De geroosterde bijeenkomsten bestaan uit een plenair deel en een werkcollege deel. De cursisten werken tijdens het werkcollege in subgroepen aan theoretische en praktische opdrachten, waarbij diverse simulaties en practicumsystemen gebruikt zullen worden. De opdrachten die tijdens de geroosterde bijenkomsten zijn opgestart worden individueel thuis en/of op school verder uitgewerkt, zodat de volgende bijeenkomst per groep voortgangsproblemen besproken kunnen worden. In deze cursus ligt op het leren op eigen niveau. Toetsing en beoordelingscriteria: De eindbeoordeling van Fysische Informatica A wordt vastgesteld aan de hand van -- een schriftelijke toets met open boek; -- enkele praktische opdrachten waarvan de subgroepen een rapportage inleveren. Het afronden van de praktische opdrachten gaat vooraf aan het maken van de toets; Gezien de rol van de praktische opdrachten in de cursus is aanwezigheid tijdens de bijeenkomsten een voorwaarde voor het afronden van de cursus.
132
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
Doelstellingen: De student moet in deze cursusvoldoende vertrouwen, kennis en vaardigheden verwerven om fysische informatica lessen te ontwikkelen en uit te voeren, waarin verbanden gelegd worden tussen informatietechnologie en vakgebieden uit de fysica. (toepassen) Er wordt kennis gemaakt met (programmeerbare) digitale elektronica componenten en meet & regelsystemen die in het natuurkunde onderwijs gebruikt worden. (kennis en inzicht) In de cursus wordt ingespeeld op nieuwe ontwikkelingen zoals technisch ontwerpen. (leervaardigheden) Competenties: II
Vakdidacticus (1, 3, 5)
III Vakspecialist (1, 4) Legitimering: De cursus Fysische Informatica draagt bij aan het plusniveau dat nodig is om les te geven in de VWO-subdomeinensignaalverwerkingen ontwerpvaardigheden. De praktische opdrachten in de cursus zijn gericht op het doen van experimenteel onderzoek. De beroepsgerichte opdracht is gericht op het formuleren van een ontwerpopdracht in de fysische informatica. Veronderstelde voorkennis
Aan het begin van de cursus wordt verondersteld dat elke cursist de theorie en praktijk uit de bachelor opleiding van elektriciteitsleer, van componentenelektronica en van fysische informatica in voldoende mate paraat heeft om tijdens de bijeenkomsten te kunnen gebruiken.
Materialen:
Werkboek: Werkboek Fysische Informatica Diversen: In het cursuslokaal is documentatie over practicumapperatuur aanwezig, die naar behoefte gekopieerd kan worden. Diversen: In het cursuslokaal zijn computers met simulatie- en verwerkingsprogramma`s.
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
133
Titel
OAMNA-FYS-
Fysische Informatica B
INFB-07 Organisatorische gegevens Studierichting
Natuurkunde
Studiefase/categorie
Master
Cursuscode
OAMNA-FYSINFB-07
Studiebelasting
2 studiepunten
Voertaal
Nederlands
Aanvangsblok
2
Werkvormen
Werkcollege (blok: 2)
Toetsen:
Schriftelijk tentamen (blok: 2, 3)
Ingangseisen:
Geen
Contact persoon
CPM Vergouwen
Inhoudelijke gegevens Inhoud
Korte omschrijving: De cursus is opgebouwd uit de volgende onderdelen: - kennismaken met gangbare simulaties zoals crocodile physics en systematic; - zicht krijgen op het vak fysische informatica in het voortgezet onderwijs; - aan de hand van een eisenpakket een systeem ontwerpen; - een ontwerpopdracht voor leerlingen maken. Leerstof, werkvormen en activiteiten: De geroosterde bijeenkomsten bestaan uit een plenair deel en een werkcollege deel. De cursisten werken tijdens het werkcollege in subgroepen aan theoretische en praktische opdrachten, waarbij diverse simulaties en practicumsystemen gebruikt zullen worden die gangbaar zijn in het voortgezet onderwijs. De opdrachten die tijdens de geroosterde bijenkomsten zijn opgestart worden individueel thuis en/of op school verder uitgewerkt, zodat de volgende bijeenkomst per groep voortgangsproblemen besproken kunnen worden. Tijdens deze cursus staat de toepassing centraal.: individueel wordt een beroepsgerichte opdracht inclusief voorbeeldmateriaal ontwikkeld. Toetsing en beoordelingscriteria: De eindbeoordeling van Fysische Informatica B wordt vastgesteld aan de hand van: - de eindopdracht met een eigen ontwerp voor een meet- en regelsysteem; - de beroepsgerichte opdracht met een ontwerpopdracht voor leerlingen; Alle twee moeten voldoende zijn. Gezien de rol van de praktische opdrachten in de cursus is aanwezigheid tijdens de bijeenkomsten een voorwaarde voor het afronden van de cursus.
134
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
Doelstellingen: De student moet in deze cursusvoldoende vertrouwen, kennis en vaardigheden verwerven om fysische informatica lessen te ontwikkelen en uit te voeren, waarin verbanden gelegd worden tussen informatietechnologie en vakgebieden uit de fysica. (toepassen) Er wordt kennis gemaakt met (programmeerbare) digitale elektronica componenten en meet & regelsystemen die in het natuurkunde onderwijs gebruikt worden. (kennis en inzicht) In de cursus wordt ingespeeld op nieuwe ontwikkelingen zoals technisch ontwerpen. (leervaardigheden) Competenties: II
Vakdidacticus (1, 3, 5)
III Vakspecialist (1, 4) Legitimering De cursus Fysische Informatica draagt bij aan het pluniveau dat nodig is om les te geven in de VWO-subdomeinen signaalverwerkingen ontwerpvaardigheden. De praktische opdrachten in de cursus zijn gericht op het doen van experimenteel onderzoek. De beroepsgerichte opdracht is gericht op het formuleren van een ontwerpopdracht in de fysische informatica. Veronderstelde voorkennis
Aan het begin van de cursus wordt verondersteld dat elke cursist de theorie en praktijk uit de bachelor opleiding van elektriciteitsleer, van componentenelektronica en van fysische informatica in voldoende mate paraat heeft om tijdens de bijeenkomsten te kunnen gebruiken.
Materialen:
Werkboek: Werkboek Fysische Informatica Diversen: In het cursuslokaal is documentatie over practicumapperatuur aanwezig, die naar behoefte gekopieerd kan worden. Diversen: In het cursuslokaal zijn computers met simulatie- en verwerkingsprogramma`s.
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
135
Titel
OAMNA-BINA-
Binas-keuzecursus A
KA-08 Organisatorische gegevens Studierichting
Natuurkunde
Studiefase/categorie
Master
Cursuscode
OAMNA-BINAKA-08
Studiebelasting
2 studiepunten
Voertaal
Nederlands
Aanvangsblok
2
Werkvormen
Werkcollege (blok: 2)
Toetsen:
Schriftelijk tentamen (blok: 2, 3)
Ingangseisen:
Geen
Contact persoon
JJM Poorthuis
Inhoudelijke gegevens Inhoud
Korte omschrijving: Door middel van deze keuzecursussen kan de student zich verdiepen of verbreden in de natuurwetenschappen. Leerstof, werkvormen en activiteiten: Zie hiervoor de afzonderlijke keuzemogelijkheden. Toetsing en beoordelingscriteria: Zie hiervoor de afzonderlijke keuzemogelijkheden. Doelstellingen: Zie hiervoor de afzonderlijke keuzemogelijkheden. Competenties: II Vakdidacticus (1, 5) III Vakspecialist (1, 4, 5) Legitimering: De cursus draagt bij aan de mogelijkheden tot samenwerking tussen de natuurwetenschappen op school. Materialen: Zie hiervoor de afzonderlijke keuzemogelijkheden.
Veronderstelde voorkennis
geen
Materialen:
136
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
Titel
OAMNA-BI-
Binas-keuzecursus B
NAKB-08 Organisatorische gegevens Studierichting
Natuurkunde
Studiefase/categorie
Master
Cursuscode
OAMNA-BINAKB-08
Studiebelasting
2 studiepunten
Voertaal
Nederlands
Aanvangsblok
2
Werkvormen
Werkcollege (blok: 2)
Toetsen:
Schriftelijk tentamen (blok: 2, 3)
Ingangseisen:
Geen
Contact persoon
JJM Poorthuis
Inhoudelijke gegevens Inhoud
Korte omschrijving: Door middel van deze keuzecursussen kan de student zich verdiepen of verbreden in de natuurwetenschappen. Leerstof, werkvormen en activiteiten: Zie hiervoor de afzonderlijke keuzemogelijkheden. Toetsing en beoordelingscriteria: Zie hiervoor de afzonderlijke keuzemogelijkheden. Doelstellingen: Ziehiervoor de afzonderlijke keuzemogelijkheden. Competenties: II Vakdidacticus (1, 5) III Vakspecialist (1, 4, 5) Legitimering: De cursus draagt bij aan de mogelijkheden tot samenwerking tussen de natuurwetenschappen op school. Materialen: Zie hiervoor de afzonderlijke keuzemogelijkheden.
Veronderstelde voorkennis
geen
Materialen:
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
137
Titel
OAMNA-ELEK-
Elektrodynamica
DYN-04 Organisatorische gegevens Studierichting
Natuurkunde
Studiefase/categorie
Master
Cursuscode
OAMNA-ELEKDYN-04
Studiebelasting
3 studiepunten
Voertaal
Nederlands
Aanvangsblok
4
Werkvormen
Werkcollege (blok: 4)
Toetsen:
Schriftelijk tentamen (blok: 4, 5)
Ingangseisen:
1. Wiskunde A (OAMNA-WISKA-04) en Wiskunde C (OAMNA-WISKC-08)
Contact persoon
CPM Vergouwen
Inhoudelijke gegevens Inhoud
Korte omschrijving: De eerste bijeenkomsten worden gebruikt om de bekende wetten van Coulomb anders te formuleren en om te oefenen met de daarbij gebruikte wiskunde. Het resultaat van de Maxwell vergelijkingen in integrale en differentiële vorm. In het tweede deel van de cursus ligt het accent op een meer kwalitatieve benadering waarin toepassingen aan bod komen. Leerstof, werkvormen en activiteiten: Een hoor/werkcollege. Tijdens de colleges worden delen uit de stof toegelicht, vragen beantwoord en opgaven besproken. De studenten nemen hieraan in subgroepen actief deel, door theoretische en experimentele opdrachten uit te werken. Toetsing en beoordelingscriteria: Per subgroep uitwerking van theorieopdrachten en meetrapporten van enkele experimentele opdrachten. Voldoende resultaat voor het schriftelijke tentamen.
138
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
Doelstellingen: Door deze cursus kan de student: -- berekenen en meten in verschillende situaties van elektrische en magnetische velden; (toepassen) -- de achterliggende theorie in wetenschappelijke notaties begrijpen en gebruiken; (kennis en inzicht) -- uit wetenschappelijke artikelen en artikelen voor natuurkundedocenten over elektromagnetisme conclusies trekken; (leervaardigheden) -- de vergelijkingen van Maxwell toepassen op situaties die van belang zijn voor de samenleving van nu en in de toekomst zoals: onweer en bliksem, de magnetische trein, en gasontladingsbuis, zwevende en roterende supergeleiders, EM golven, dipoolzenders, optische IC¿s; (toepassen) -- de vertaalslag naar de schoolsituatie maken door zelf een leerlingenpracticum te ontwerpen. (toepassen) Competenties: III Vakspecialist (1, 3, 5, 6) IV Educatief onderzoeker/ontwikkelaar (1) Legitimering: De cursus Elektrodynamica draagt bij aan het plusniveau dat nodig is om les te geven in de VWO-subdomeinen: elektrisch veld en magnetisch veld alsmede inductie en wisselstromen, beiden behorend tot domein B: Elektriciteit en magnetisme. Daarnaast geeft deze cursus meer zicht op de wetenschappelijke achtergronden van de fysica. Veronderstelde voorkennis
Elektriciteitsleer met de wetten van Coulomb, Faraday en Ampère van de tweedegraads vooropleiding. De daarbij horende standaard experimenten.
Materialen:
Boek: Young and Freedman, University Physics with modern physics and with mastering physics, 12/E, Addison-Wesley, 2008, ISBN-10: 0321501314 of ISBN-13: 9780321501318 (Pearson International Edition). Boek: Student Solution Manual for Volume 2,3 (H21-44); ISBN 0805386963; ca. € 30,-
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
139
Titel
OAMNA-MO-
Modelleren
DELL-07 Organisatorische gegevens Studierichting
Natuurkunde
Studiefase/categorie
Master
Cursuscode
OAMNA-MODELL-07
Studiebelasting
2 studiepunten
Voertaal
Nederlands
Aanvangsblok
3
Werkvormen
Werkcollege (blok: 3)
Toetsen:
Schriftelijk tentamen (blok: 3, 4)
Ingangseisen:
Geen
Contact persoon
CPM Vergouwen
Inhoudelijke gegevens Inhoud
Korte omschrijving: Modelleren is een cursus voor het leren van de technische mogelijkheden van en de vaardigheden bij het modelleren - met excel, en met uitstapjes naar powersim, coach, grafische rekenmachine, - in bovenbouwprogramma en compex van wiskunde en de science vakken, - aansluitend bij vooropleiding in 2e en 1e graad cursussen. En een cursus voor het leren van de mogelijkheden en beperkingen van rekenmodellen en in verband daarmee de maatschappelijke betekenis van de modellen. De cursus gaat niet over schaalmodellen zoals die bijvoorbeeld in windtunnels worden gebruikt. Leerstof, werkvormen en activiteiten: 1. Basisdeel van de cursus bestaat uit: Technieken in de modelleeromgevingen excel en powersim. Met behulp van tekst, grafische technieken, formules/vergelijkingen een model opstellen en beschrijven en een model invoeren en aanpassen in de modelleeromgeving. Voorbeelden en betekenissen van modellen met hun mogelijkheden en beperkingen. In het basisdeel werkt iedere cursist met modellen uit alle afzonderlijke vakgebieden! 2. Vakspecifiek deel van de cursus. 3. Keuzedeel van de cursus met: Homogeen of heterogeen twee- of drietal (wat betreft vakgebied) gaat in Excel, in de beschikbare tijd, een bestaand model aanpassen en gaat een nieuw model ontwikkelen. Resultaat van beide opdrachten moet kunnen dienen als voorstudie voor voorbeeld materiaal op school. In het keuzedeel is er zodoende de mogelijkheid voor specialisatie in het eigen vakgebied of de mogelijkheid juist aan geïntegreerde problemen te werken.
140
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
Toetsing en beoordelingscriteria: De cursus is afgerond als ieder van de volgende onderdelen met een voldoende is afgerond 1. individuele opdrachten basisdeel. 2. individuele onderdeel aanpassing model. 3. individuele onderdeel nieuw model. 4. presentatie van keuzeopdrachten tijdens de toetsweek. Doelstellingen: De student -- kan een computercomplicatie geschikt voor modelleren hanteren ten behoeve van het modelleren -- kan een natuurwetenschappelijk model aanpassen en ontwerpen Competenties: II
Vakdidacticus (3)
III Vakspecialist (1) Legitimering: De cursus modelleren draagt bij aan het leren werken met computers binnen het vakgebied van de natuurkunde. Veronderstelde voorkennis
De cursist - heeft eerder met Excel of vergelijkbaar programma gewerkt en is daarmee op de hoogte van een deel van de rekencapaciteiten en grafische mogelijkheden van een spreadsheet programma. De cursist zal een en ander wel moeten opfrissen,- heeft vakkennis (eigen vak) en algemene ontwikkeling (andere vakken) om een basismodel op te stellen of te beoordelen of verder te ontwikkelen,- kan historische gegevens en meetgegevens verzamelen om rekenmodellen te toetsen.
Materialen:
Boek: Mathematical Modeling, Neuwirth & Arganbright, Thomson Learning Brooks/ Cole 2004, ISBN 0-534-42085-0, met bijbehorende CD Werkboek: Werkboek voor de cursus en bronnenboek Diversen: Cursist beschikt over- een computer met cd lezer en met Excel software, een aansluiting om de fcc-cursuskring te kunnen gebruiken.
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
141
Titel
OAMNA-NW-
Natuurwetenschappelijke literatuurstudie
LITS-08 Organisatorische gegevens Studierichting
Natuurkunde
Studiefase/categorie
Master
Cursuscode
OAMNA-NWLITS-08
Studiebelasting
2 studiepunten
Voertaal
Nederlands
Aanvangsblok
3
Werkvormen
Werkcollege (blok: 3)
Toetsen:
Anders (blok: 3, 4)
Ingangseisen:
Geen
Contact persoon
JJM Poorthuis
Inhoudelijke gegevens Inhoud
Korte omschrijving: In de praktijk van het onderwijs bestudeer je regelmatig nieuwe vakonderwerpen. Een informatiebron is een goed gekozen set tijdschriftartikelen; andere informatiebronnen zijn relevante boeken over het onderwerp. In deze cursus bestudeer je een onderwerp naar keuze of met behulp van een zelf gekozen boek of met behulp van zelfgekozen tijdschriftartikelen. Leerstof, werkvormen en activiteiten: Het onderwerp wordt gekozen door een groepje studenten die samen studeren. Het boek of de tijdschriftartikelen zijn van academisch niveau met vertaalmogelijkheden naar het vwo. Van het onderwerp wordt een kenniskaart gemaakt op eigen niveau en een kort artikel op vwo niveau van circa 2 A4 en 25% illustraties. Toetsing en beoordelingscriteria: Voldoende resultaat voor deelname groepswerk, kenniskaart en artikel Doelstellingen: Door deze cursus kan de student: -- zelfstandig in groepsverband literatuur van academisch niveau verzamelen en bestuderen -- dit vertalen naar vakinhoud op vwo-niveau Competenties: II Vakdidacticus (1, 5) III Vakspecialist (1, 4, 5) Legitimering: De cursus leert de student bij te blijven in zijn vak door zelfstudie van literatuur van academisch niveau.
Veronderstelde voorkennis
geen
Materialen:
Werkboek:
142
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
Titel
OAMNA-OPTI-
Optica
CA-07 Organisatorische gegevens Studierichting
Natuurkunde
Studiefase/categorie
Master
Cursuscode
OAMNA-OPTICA-07
Studiebelasting
3 studiepunten
Voertaal
Nederlands
Aanvangsblok
1
Werkvormen
Werkcollege (blok: 4)
Toetsen:
Schriftelijk tentamen (blok: 4, 5)
Ingangseisen:
1. Wiskunde D (OAMNA-WISKD-08)
Contact persoon
JJM Poorthuis
Inhoudelijke gegevens Inhoud
Korte omschrijving: Deze cursus gaat over de moderne golfoptica met onderwerpen zoals polarisatie, dubbele breking, coherentie, laserlicht, interferentie en beeldbewerking. Met behulp van een opticaset met polaroidplaatjes en kwart- en halflambdaplaatjes worden ook zelf waarnemingen gedaan aan deze verschijnselen. Leerstof, werkvormen en activiteiten: De bijeenkomsten zijn deels hoorcollege en deels werkcollege. In het hoorcollegedeel worden delen uit de leerstof toegelicht, vragen beantwoord en enkele kernopgaven besproken. Tijdens het werkcollegedeel wordt door de studenten gewerkt aan opgaven en kleine experimenten. Leerstof (74 uur): polarisatie, dubbele breking, coherentie, laserlicht, interferentie en beeldbewerking. Beroepsgerichte opdracht (10 uur): opdracht voor leerlingen maken, waarin leerlingen werken met een simulatie (java-applet) over optica, die beschikbaar is via het web (met voorbeelduitwerking en aandachtspunten voor de uitvoering door de docent). Aansluitend cursusexperiment (14 uur): onderzoeken van interferentie van licht. Toetsing en beoordelingscriteria: Theoretische toets, experimenten met de opticaset afgerond, simulatie opdracht ingeleverd. Doelstellingen: Door deze module kan de student: -- optische verschijnselen zoals polarisatie, dubbele breking, interferentie beschrijven uit eigen waarneming; (kennis en inzicht) -- deze optische verschijnselen wiskundig beschrijven met behulp van goniometrische formules en fourieranalyse; (toepassing) -- en opdrachtenblad voor leerlingen maken bij een opticasimulatie. (toepassing)
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
143
Competenties: ll
Vakdidacticus (1, 3, 5)
lll
Vakspecialist (1, 4)
Legitimering De cursus Optica draagt bij aan het plusniveau, dat nodig is om les te geven in de VWO-subdomeinen trilling en golf, en licht, behorend tot domein E: Golven en straling. De beroepsgerichte opdracht is gericht op het werken met simulaties over optica (java-applets). Veronderstelde voorkennis
Bij deze cursus wordt de theorie van trillingen en golven en optica uit het tweedegraadsgebied bekend verondersteld. Voor inzicht in het beginniveau zie Cutnell and Johnson, Physics, 6e druk, Wiley, ISBN 0471-44895-8
Materialen:
Boek: Young and Freedman, University Physics with modern physics and with mastering physics, 12/E, Addison-Wesley, 2008, ISBN-10: 0321501314 of ISBN-13: 9780321501318 (Pearson International Edition). Werkboek: Optica Diversen: Optica set Boek: Student Solution Manual for Volume 2,3 (H21-44), ISBN 0805386963; ca. € 30,-
144
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
Titel
OAM-PFOL3-07
Portfolio3
Organisatorische gegevens Studierichting
Archimedes breed
Studiefase/categorie
Master
Cursuscode
OAM-PFOL3-07
Studiebelasting
2 studiepunten
Voertaal
Nederlands of doeltaal
Aanvangsblok
1, 2, 3, 4, CONTINUE
Werkvormen
Werkcollege (blok: 1, 2, 3, 4, CONTINUE)
Toetsen:
Schriftelijk tentamen (blok: 2, 3, 4, 5, CONTINUE)
Ingangseisen:
1. Portfolio 1 (OAM-PFOL1-07) en Portfolio 2 (OAM-PFOL2-07)
Contact persoon
EGF Peze
Inhoudelijke gegevens Inhoud
Leerstof, werkvormen en activiteiten In de module portfolio 3 begint de student met het bijstellen en aanvullen van zijn POP. De procedure is verder hetzelfde als die van portfolio 1 en 2, waarbij de student opnieuw een aantal competenties uitkiest om dit jaar te verdiepen. Hij draagt er zorg voor dat uiteindelijk alle competenties uitgebreid en verdiept zijn. Toetsing en beoordelingscriteria Als de student actief heeft gewerkt, individueel en als onderdeel van het leerteam, als hij aanwezig is geweest bij alle bijeenkomsten met de coach en hij zijn portfolio heeft ingeleverd met daarin: -- Een beschrijving van zijn begincompetenties (portfolio 1); -- Een persoonlijk ontwikkelingsplan (portfolio 1) of een bijstelling en aanvulling daarvan (portfolio 2); -- Een beschrijving van de ondernomen leeractiviteiten en de reflectie daarop; -- Conclusies met betrekking tot de ontwikkeling van zijn competenties en zijn POP. Als de student aan de criteria voor de schoolpraktijk heeft voldaan, dan vindt het eindassessment plaats, waarbij de student op grond van het portfolio en een korte presentatie bevraagd zal worden over zijn competenties door een instituuts- en een veldassessor. Korte omschrijving De student werkt in een leergroep systematisch aan de ontwikkeling van zijn competenties als docent in het eerstegraadsgebied. Hij beschrijft zijn beginsituatie en stelt jaarlijks een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) op. Dit plan is de basis voor de leeractiviteiten die hij vervolgens gaat ondernemen, binnen of buiten de modulen van de algemene beroepsvoorbereidende component van de opleiding. In samenspraak met zijn leerteam en coach reflecteert hij op de ondernomen activiteiten en trekt daaruit conclusies met betrekking tot de ontwikkeling van zijn competenties en het bijstellen van zijn POP. Hiertoe worden regelmatig besprekingen gehouden binnen de leerteamcorridor Daarnaast zullen de leden van de leergroep regelmatig materiaal uitwisselen en elkaar van feedback voorzien via e-mail/sharepoint. In het portfolio, waar de student gedurende zijn hele opleiding aan werkt, beschrijft hij zijn ontwikkeling, ondersteund met Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
145
relevant bewijsmateriaal. De student draagt er hierbij zelf zorg voor dat alle algemene beroepsvoorbereidende competenties aan het eind van zijn opleiding aan bod zijn gekomen. Aan het eind van de opleiding wordt het portfolio gebruikt als basis voor een eindassessment, waarbij de student aantoont dat hij de competenties van een docent in het eerstegraads gebied in voldoende mate bezit. Doelstellingen/Competenties: Doelstellingen kennis/inzicht: De student weet: -- wat competenties zijn; -- hoe hij zijn competenties kan beschrijven en hoe hij een portfolio kan samenstellen; -- hoe hij systematisch aan de ontwikkeling van zijn competenties kan werken met behulp van een persoonlijk ontwikkelplan, het uitvoeren van leeractiviteiten en reflectie daarop; -- hoe hij gebruik kan maken van een leerteam (bijvoorbeeld voor het vragen en krijgen van feedback); Doelstellingen vaardigheden: De student heeft: -- zijn beginsituatie in kaart gebracht; -- een persoonlijk ontwikkelingsplan opgesteld; -- op basis hiervan leeractiviteiten uitgevoerd; -- na reflectie conclusies getrokken m.b.t. de ontwikkeling van zijn competenties en zijn POP; -- een portfolio samengesteld om dit te bewijzen; -- hierbij gebruik gemaakt van een leerteam; -- ziet intervisie als middel tot verbetering van zijn beroepsdeskundigheid; -- Is in staat op een gestructureerde wijze beroepservaringen voor te leggen aan zijn groepsgenoten. -- kan voldoende (gespreks)vaardigheden inzetten om op empathische wijze beroepservaringen van groepsgenoten te bespreken en te verhelderen; -- kan een verantwoording geven op pedagogische en/of didactische gronden met literatuurreferenties voor de gemaakte keuzes; Competenties: In beide modulen wordt in elk geval gewerkt aan de eindkwalificaties VI. 1, VI. 2 en VI. 4. Afhankelijk van de keuze die studenten maken komen de eindkwalificaties I, II, IV en V aan bod in portfolio 1 of 2 of in andere beroepsvoorbereidende modulen. De student draagt er zelf zorg voor dat aan het eind van de opleiding alle algemene beroepsvoorbereidende competenties aan bod zijn gekomen. Legitimering: In aansluiting op de Wet op de Beroepen in het Onderwijs moeten de studenten in een vroeg stadium werken aan de bekwaamheidseisen die de basis vormen voor hun opleiding en hun verdere professionele ontwikkeling. Zie voor verdere informatie www.lerarenweb.nl. van het Samenwerkingsorgaan Beroepskwaliteit Leraren (SBL). Veronderstelde voorkennis
Bekend zijn met en ervaring hebben in het werken met de incident methode en andere vormen van intervisie.
Materialen:
146
Diversen: Handleiding Portfolio 1, 2 en 3
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
Titel
OAM-REFLEC-
Reflectie op wetenschap
TIE-08 Organisatorische gegevens Studierichting
Archimedes breed
Studiefase/categorie
Master
Cursuscode
OAM-REFLECTIE-08
Studiebelasting
3 studiepunten
Voertaal
Nederlands
Aanvangsblok
1, 2, 3
Werkvormen
Werkcollege (blok: 1, 2, 3)
Toetsen:
Essay (blok: 1, 2, 3, 4)
Ingangseisen:
Geen
Contact persoon
D Knezic
Inhoudelijke gegevens Inhoud
Leerstof, werkvormen en activiteiten Inhoud: -- aard en werkwijze(n) van wetenschap(pen) -- visies op het demarcatiecriterium voor wetenschap en pseudowetenschap; enkele voorbeelden van pseudowetenschap -- basisbegrippen zoals wetenschappelijke en common sense kennis, formele en empirische wetenschappen, feit en theorie, verklaren en verstaan, inductie en deductie, objectiviteit en intersubjectiviteit; -- argumentatieleer; drogredenen -- vak- of clusterspecifieke onderwerpen (zoals het verschil tussen de experimentele en de action research-methode) Werkvormen en activiteiten: -- zelfstudie -- denktank -- vooronderstellingen expliciteren en evalueren -- literatuuronderzoek en presentatie: toepassing van de behandelde wetenschapsfilosofische theorieën op een bestaand sociaal-wetenschappelijk onderzoek aan de hand van een artikel; -- het schrijven van een individueel filosofisch essay naar aanleiding van bovengenoemd literatuuronderzoek.
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
147
Toetsing en beoordelingscriteria Filosofisch essay (individueel; criteria zoals vermeld in de studiewijzer); Actieve deelname aan activiteiten in subgroepen en plenaire bijeenkomsten; Presentatie van een bestaand onderzoek en het toepassen van vier wetenschapsfilosofische theorieën. Aangezien in leerteams wordt gewerkt is aanwezigheid verplicht bij alle bijeenkomsten Korte omschrijving Deze module richt zich op criteria voor demarcatie tussen wetenschap en pseudo-wetenschap. Aan de hand van een aantal cases van sociaal wetenschappelijk onderzoek in combinatie met literatuurstudie maken studenten kennis met enkele toonaangevende visies op wetenschap zoals die van Wiener Kreis, Popper, Kuhn en Feyerabend. Tijdens groepsbijeenkomsten zullen deze onderwerpen en een aantal basisbegrippen aan bod komen in verschillende voor filosofie kenmerkende werkvormen. Hierbij worden tevens vooronderstellingen geëxpliciteerd en geëvalueerd. De module zal clusterspecifiek ingevuld worden. Doelstellingen/competenties Kennis verwerven over toonaangevende visies binnen de wetenschapsfilosofie; Vergroten van inzicht in wat `wetenschappelijk¿ heet en in eventuele verschillen tussen natuurwetenschappen en geesteswetenschappen; Ontwikkelen van argumentatieve vaardigheden en onderzoeksvaardigheden; Ontwikkelen van een open, maar kritische houding ten opzichte van eigen vak, studie en onderzoek. Legitimering I.
Pedagoog (5)
II. Vakdidacticus (7, 8) III. Vakspecialist (3, 4, 6 ) IV. Educatief onderzoeker/ontwikkelaar (2, 3) Veronderstelde voorkennis
Bereidheid om zich vanuit een “metastandpunt”te verdiepen in wetenschap als proces en product, en daarbij over de grenzen van het eigen vak heen te kijken.
Materialen:
Reader: Voor cluster Talen: Studiewijzer “Reflectie op Wetenschap cluster Talen”, digitaal beschikbaar op de Sharepoint-cursussite Boek: Voor cluster Talen: De Ontwikkeling van wetenschap: een inleiding in de wetenschapsfilosofie, G. de Vries, 1995, Wolters Noordhoff Reader: Voor cluster Exact en Maatschappij: Studiewijzer “Reflectie op Wetenschap Exact/Maatschappij”, te vinden op de Sharepoint-cursussite Boek: Voor cluster Exact en Maatschappij: Understanding Philosophy of Science, J. Ladyman, 2003, Routledge London.
148
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
Titel
OAM-
Praktijkonderzoek
PRAKOND-07 Organisatorische gegevens Studierichting
Archimedes breed
Studiefase/categorie
Master
Cursuscode
OAM-PRAKOND-07
Studiebelasting
9 studiepunten
Voertaal
Nederlands
Aanvangsblok
1, 2, 3, 4
Werkvormen
Werkcollege (blok: 1, 2, 3, 4)
Toetsen:
toets (blok: 1, 2, 3, 4, 5)
Ingangseisen:
Geen
Contact persoon
D Knezic
Inhoudelijke gegevens Inhoud
Leerstof, werkvorm en activiteiten De theorie van onderzoeksmethodologieën en onderzoeksstrategieën en de theorie van het onderzoeksgebied. Bronnenanalyse Leerteams, tutorials, individueel onderzoek Toetsing en Beoordelingscriteria Bij de afsluiting van de introductiefase is er een onderzoeksvoorstel ingediend en goedgekeurd: Bij de beoordeling in de onderzoeksfase: Hier vindt een tussentijdse beoordeling van de onderzoeksmethodologie plaats door een andere docent dan de eigen begeleider. Het onderzoek wordt doorgelicht op de volgende criteria: objectiviteit en validiteit, adequate dataverzamelingsmethoden, theoretische onderbouwing van het onderzoeksveld, theoretische onderbouwing van de onderzoeksmethodologie, onderbouwing van de beoogde verbeteracties, adequate evaluatiemethoden.
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
149
Het werk behorende bij de onderzoeksfase moet tussentijds goedgekeurd worden alvorens het onderzoek voortgezet kan worden door de student. Bij de afronding van zijn onderzoek: De student schrijft een onderzoeksverslag dat bestaat uit een introductiehoofdstuk, een theoretisch hoofdstuk over het onderzoeksonderwerp, een hoofdstuk over de gekozen onderzoeksmethodologie en strategieën, een hoofdstuk met een analytisch en kritisch-reflectiefprocesverslag van de projectuitvoering en ten slotte een hoofdstuk met conclusies en aanbevelingen voor de toekomst. De omvang van het verslag is circa 10.000 woorden. Het schriftelijke verslag van het project wordt vooral beoordeeld op de volgende punten: analytisch en kritisch inzicht in de vakliteratuur; voldoende reflectie over het gekozen onderwerp en de gekozen onderzoeksmethode; een consequente toepassing van het onderzoeksplan en de toekomstige toepassingsmogelijkheden daarvan. Ook hier wordt vastgesteld of de student aan de vereiste criteria heeft voldaan alvorens hij wordt toegelaten tot de laatste fase van het onderzoeksproject. Het project moet goedgekeurd worden door de eerste en tweede begeleider. Bij de presentatie van het onderzoek (die tevens als meesterproef zal dienen): Als het eindverslag goedgekeurd is en als de student zijn eindassessment van het portfolio succesvol heeft afgerond, heeft de student toegang tot de meesterproef waarin hij zijn onderzoek publiekelijk mag presenteren en verdedigen. De meesterproef zal beoordeeld worden op de volgende manier: de duidelijkheid waarmee een student kan aantonen hoe de onderzoeksmethode en de gekozen strategieën hem in staat hebben gesteld om de onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden; een duidelijke voordracht waarmee de student bewijst dat hij in staat is de doelstellingen, de inhoud en het belang van zijn onderzoeksproject duidelijk te maken; het professionele niveau waarop de student de door hem gemaakte keuzes kan verdedigen tegenover vakspecialisten. Korte Omschrijving: De module kent een introductie-, onderzoeks-, afrondings- en presentatiefase. Het doel van de introductiefase is zoals gesteld in de Introductiecursus Praktijkonderzoek. Aan het begin van de onderzoeksfase worden er leerteams uit de introductiefase overgenomen of nieuwe leerteams samengesteld waaraan een begeleider wordt toegewezen. De leerteams hebben tot doel om samen te reflecteren op de individuele vorderingen en voor elkaar te fungeren als ¿critical friends¿, maar een verdergaande samenwerking is ook mogelijk. Studenten kunnen kiezen om met twee of meer medestudenten een gezamenlijk onderzoeksveld of zelfs onderzoeksvraag te behandelen maar elke student levert een apart onderzoeksverslag in, teneinde rekening te kunnen houden met de verschillende professionele achtergronden van de studenten. Voor elke student hangt de verbinding met de eindkwalificaties in het portfolio af van de eigen professionele ontwikkeling tot dat moment. In de onderzoeksfase kunnen studenten de schoolpraktijk periode bij hun onderzoek betrekken (schoolgebonden project). 150
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
In periode 2, 3 en 4 wordt zelfstandig aan de onderzoeksprojecten gewerkt in leergroepen. Tijdens de onderzoeksfase vindt er een tussentijdse beoordeling plaats door een andere docent dan de eigen begeleider. De beoordeling betreft de onderzoeksmethodologie. Hierbij komen betrouwbaarheid, dataverzamelingsmethoden, literatuurgebruik, kritische reflectie en de onderbouwing van de beoogde verbeteracties aan de orde. In de onderzoeksfase worden de studenten zowel individueel als collectief door hun begeleiders gesteund. In de afrondings- en presentatiefase maken de studenten hun onderzoeksverslagen af en leveren deze in bij hun begeleider ter bespreking en beoordeling. Een tweede docent leest en beoordeelt het eindverslag. Het verslag is ook onderdeel van het portfolio en de student wordt geacht om een verband te leggen tussen zijn onderzoek en de competenties die hij in voldoende mate moet hebben behaald om zijn 1e graad bevoegdheid te behalen. Aan het eind van periode 4 (voor sommige studenten eerder) presenteren en verdedigen de studenten hun onderzoek in een openbare sessie tegenover vakspecialisten van zowel binnen als buiten de opleiding. Doelstellingen / Competenties De student is in staat om: -- a) een voor zijn beroepspraktijk relevante onderzoeksvraag op te stellen en te operationaliseren en om een passende onderzoeksmethode en -strategie te gebruiken om zijn vraag te onderzoeken, -- b) relevante informatiebronnen te gebruiken, -- c) zijn inhoudelijke en onderzoeksmatige keuzes bij a) en b) te onderbouwen, -- d) en zijn onderzoeksproces te evalueren. De student is in staat om verbanden te leggen tussen theoretische en praktische kanten van een specifiek aspect van de beroepspraktijk als leraar. De student is in staat om kritisch en analytisch om te gaan met vakliteratuur. De student heeft bewezen in voldoende mate over doorgroeicompetentie te beschikken. De student heeft aangetoond dat hij het onderzoeksproces en de onderzoeksresultaten op een academisch niveau mondeling kan presenteren. De student die actieonderzoek heeft gedaan heeft geleerd om methodisch en afstandelijk te reflecteren op zijn functioneren in de beroepspraktijk met gebruikmaking van relevante theoretische inzichten op zijn eigen functioneren in zijn huidige beroepspraktijk en is in staat reflectie toe te passen op zijn toekomstig leraarschap in het eerstegraads gebied. Hij heeft ook gedemonstreerd dat hij de uitkomsten van dit onderzoek kan vertalen in actie ten behoeve van de eigen school/organisatie. De MVT student heeft zijn afstudeerproject in de doeltaal geschreven in het juiste taalregister van academisch niveau (niveau C1/C2 van ERK)
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
151
Legitimering De student die actieonderzoek uitvoert, heeft geleerd op wetenschappelijke wijze te kunnen omgaan met zijn onderwijservaring. Studenten besteden de tijd voor hun afstudeerproject om een probleem in hun onderwijssituatie systematisch en op een wetenschappelijk verantwoorde manier op te lossen of zich te verdiepen in een belangrijk aspect van hun onderwijspraktijk. Het uitvoeren van een dergelijk afstudeerproject stimuleert de innovatiegerichtheid, een onderzoekende houding en reflectieve vaardigheden. De student houdt zich bezig met zaken die actueel en van praktisch belang zijn voor zijn eigen beroepspraktijk. Relatie met eindkwalificaties I. Pedagoog (de pedagogische competenties waaraan gewerkt wordt zullen van student tot student verschillen), II. Vakdidacticus (de vakdidactische competenties waaraan gewerkt wordt zijn afhankelijk van de keuze van onderzoeksveld), III. Vakspecialist (1-6), IV. Educatief onderzoeker/ontwikkelaar (1-3), V. Professional binnen een schoolorganisatie ( 2, 3, 5, 6, 7), VI. Doorgroeibekwaamheid (1-4) Veronderstelde voorkennis
Kennis van de meest voorkomende vormen van praktijkonderzoek; ervaring met onderzoeksvraag formuleren; een onderzoeksvoorstel kunnen schrijven; ervaring met bronnenonderzoek. Om aan actieonderzoek mee te doen, is het noodzakelijk om in het onderwijs werkzaam te zijn. Bij andere vormen van praktijkonderzoek is dit geen voorwaarde. Om de onderzoeksresultaten te kunnen presenteren dient eerst het assesment van de behaalde competenties op basis van het portfolio voldoende te zijn afgerond.
Materialen:
Reader: Studiewijzer Praktijkgericht Onderzoek, op de Sharepoint site van de cursus Boek: McNiff, J., Lomax, P., Whitehead, J. (2003), You and your Action Research Project, 2 nd edition, Routledge Falmer Boek: Ponte, P, 2006. Onderwijs van eigen Makelij. Soest: Uitgeverij Nelissen Boek: Literatuur individueel geselecteerd door de student ter ondersteuning van onderzoeksonderwerp en onderzoekmethodologie.
152
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
Titel
OAM-PRAK-
Schoolpraktijk eerstegraad
TIJK-04 Organisatorische gegevens Studierichting
Archimedes breed
Studiefase/categorie
Master
Cursuscode
OAM-PRAKTIJK-04
Studiebelasting
5 studiepunten
Voertaal
Nederlands
Aanvangsblok
1, 2, 3, 4
Werkvormen
Werkcollege (blok: 1, 2, 3, 4)
Toetsen:
Verslag / Rapport / Portfolio (blok: 1, 2, 3, 4, 5, CONTINUE)
Ingangseisen:
Geen
Contact persoon
EGF Peze
Inhoudelijke gegevens Inhoud
Leerstof, werkvormen en activiteiten Plannen en uitvoeren van en reflecteren op onderwijsactiviteiten op eerstegraads niveau, zoals leerstofselectie en overdracht, begeleiden en coachen van leerlingen op het vakgebied, ontwikkelen van planningsinstrumenten (zoals studiewijzers), toetsen, toepassen en uitvoeren van didactische werkvormen op eerstegraads gebied, zich verdiepen in aspecten van de schoolorganisatie op eerstegraads niveau, werken in de eerstegraads sectie. Studenten hebben zichzelf leer- en ontwikkelingsdoelen gesteld in hun POP en werken hieraan tijdens hun beroepspraktijk. Studenten verzorgen minimaal 50 lesuren in het eerstegraads gebied. Nadere invulling van deze onderwijsactiviteiten vindt plaats in overleg met de instituutsbegeleider. Het POP van de student is daarbij het uitgangspunt. Indien mogelijk worden deze lesuren verspreid over 2 of 3 studiejaren. Studenten geven de ontwikkeling die ze in de schoolpraktijk doormaken een plaats in hun portfolio. Studenten bespreken hun ervaringen met hun portfolio leerteam in de vorm van intervisie en met de begeleiders (de docent van de stageschool en de instituutsbegeleider). (Digitale) video opnames vormen een belangrijk middel om vaardigheden en competenties te bespreken en hier feedback op te vragen. Bij aanvang van de schoolpraktijk wordt afgesproken op welke wijze en hoe vaak er een begeleidingsgesprek zal zijn. Indien mogelijk voor wat betreft de afstand brengt de coach een lesbezoek. Ook kunnen leerteamgenoten lesbezoeken brengen. Sommige studenten voeren een sectiegebonden project uit op de stageschool, gericht op functioneren binnen de sectie en nemen dit ook in hun portfolio op. Toetsing en beoordelingscriteria De student heeft tijdens de schoolpraktijk gesprekken over opgedane ervaringen met zijn leerteam in de vorm van intervisiegesprekken. Daarnaast vindt minimaal één voortgangsgesprek met de coach plaats. Deze docent zal ook minimaal één les van de student bezoeken (of op video bekijken) en nabespreken
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
153
De schoolpraktijk is een integraal onderdeel van het werken aan competenties en wordt dus afgerond in het eindassessment als onderdeel van het portfolio (zie ook modulebeschrijving Portfolio 3). Korte omschrijving Binnen de schoolpraktijk, die integraal onderdeel is van de module portfolio, ontwikkelt de student zijn pedagogisch-didactische en organisatorische competenties. De in het kader van de schoolpraktijk uit te voeren activiteiten zullen in overleg met de coach vastgesteld worden op basis van het persoonlijke ontwikkelingsplan (POP) uit het portfolio van de student. In elk geval zullen hierbij de voorbereiding, uitvoering, verantwoording van en reflectie op eigen onderwijsuitvoering (met daarbij behorende lesoverstijgende activiteiten) binnen het eerstegraads gebied aan bod komen. Voor de student die al aantoonbare ervaring in het geven van eerstegraads onderwijs heeft bestaat daarnaast de mogelijkheid van een sectiegebonden project, waarin hij een onderzoek van beperkte omvang uitvoert in het kader van werkzaamheden van een vaksectie in het eerstegraads gebied. Het onderwerp van een dergelijk project wordt vastgesteld in overleg met de begeleidende docent van de vakgroep, is relevant voor een vaksectie (bijvoorbeeld van de school waar de student zijn schoolpraktijk uitvoert) en sluit aan bij de competentieontwikkeling van de student. Een sectiegebonden project kan gebruikt worden als aanzet voor het afstudeeronderzoek van de student. De schoolpraktijk kan worden uitgevoerd op de eigen school, bij voorkeur in eigen klassen, maar ook op een andere school (eventueel ook HBO of commerciële instelling zoals een taleninstituut in het eerstegraads gebied). De leerervaringen uit de schoolpraktijk worden opgenomen in het portfolio van de student. Doelstellingen / competenties Doelstellingen: -- de student kan systematisch en planmatig te werk gaan bij de ontwikkeling van zijn pedagogisch-didactische competenties in het eerstegraads gebied; -- de student is in staat te reflecteren op zijn eigen docentvaardigheden en daarbij gebruik te maken van feedback van collega`s en leerlingen; -- de student is in staat zelfstandig onderwijs- en begeleidingsactiviteiten uit te voeren en daarbij inhoud, didactiek en pedagogiek af stemmen op de doelgroepen uit het eerstegraads gebied; -- de student heeft geëxperimenteerd met werk- en toetsvormen die passen in de didactiek van de tweede fase en heeft gedemonstreerd vakgerichte begeleidingstaken voor leerlingen te kunnen vervullen (op zijn vakgebied op eerstegraads niveau); -- de student heeft een duidelijke rol vervuld in de taken en verantwoordelijkheden binnen een vaksectie en binnen een onderwijsorganisatie op eerstegraads niveau; -- de student is in staat om zijn onderwijsgedrag in het eerstegraads gebied te verantwoorden en waar nodig te veranderen.
154
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
Bij een schoolgebonden project: de student kan een vraag formuleren die gericht is op actuele onderwerpen van onderwijskundige of vakdidactische aard en die van belang is voor een vaksectie; kan zelfstandig een onderzoek van kleine omvang uitvoeren en is in staat hiervan schriftelijk verslag te doen dat bestemd is voor sectiegenoten. Competenties: De schoolpraktijk draagt bij aan de eindkwalificaties I. Pedagoog (1, 4, 5); II. Vakdidacticus (1, 2, 4, 6, 7, 8); V. Professional binnen een schoolorganisatie (1, 2, 5, 6); VI. Doorgroeibekwaamheid (1-4). Als de student kiest voor een schoolgebonden project wordt er ook gewerkt aan IV (1, 3). Afhankelijk van de keuze die studenten tijdens het projectwerk maken, kunnen ook andere eindkwalificaties aan bod komen. Legitimering In de masteropleidingis de beroepscomponent een wezenlijk onderdeel van de opleiding. Inherent aan iedere beroepsopleiding is dat de student zijn competenties in de praktijk ontwikkelt. De didactiek, pedagogiek en organisatie van vakken op eerstegraads niveau verschillen op belangrijke punten van die van het tweedegraads niveau: voorbeelden zijn de interactie tussen docent en leerling, de plaats die de vakinhoud inneemt, het niveau en de omvang van de vakinhoud en de gehanteerde werkvormen. Ook op het gebied van functioneren in de sectie en schoolorganisatie worden aan een master andere eisen gesteld dan aan een tweedegraads docent. Te denken valt aan overleg over de inrichting van het schoolexamen, het ontwikkelen van lesmateriaal en samenwerken met docenten van andere vakken op eerstegraads niveau. Aan het einde van zijn opleiding moet de student kunnen bewijzen dat hij een voldoende professioneel competentieniveau voor het gehele eerstegraads gebied heeft ontwikkeld. Veronderstelde voorkennis
Beginsituatie: de beginsituatie is per student verschillend in die zin dat de studentetn verschillen in de mate warin zij leservaring hebben en het niveau waarop zij die ervaring hebben opgedaan (en werkzaam zijn op het moment van de studie).Beginsituatie: De beginsituatie is per student verschillend in die zin dat de studenten verschillen in de mate waarin zij leservaring hebben en het niveau waarop zij die ervaring hebben opgedaan (en werkzaam zijn op het moment van de studie).
Materialen:
Reader: Handleiding Portfolio 1, 2 en 3
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
155
Titel
OAMNA-STAGE-04 Onderzoekstage
Organisatorische gegevens Studierichting
Natuurkunde
Studiefase/categorie
Master
Cursuscode
OAMNA-STAGE-04
Studiebelasting
11 studiepunten
Voertaal
Nederlands
Aanvangsblok
1, CONTINUE
Werkvormen
Stage (blok: CONTINUE)
Toetsen:
Verslag / Rapport / Portfolio (blok: CONTINUE)
Ingangseisen:
Geen
Contact persoon
CPM Vergouwen
Inhoudelijke gegevens Inhoud
Korte omschrijving: Tijdens de onderzoeksstage wordt ontwikkelwerk gedaan, gesteund door literatuuronderzoek. Het hoeft geen fundamenteel onderzoek te zijn, maar het onderzoek moet wel nieuwswaarde hebben. -- Bij de onderzoeksstage onderscheiden we drie varianten:1. Een stage in een onderzoekslaboratorium van universiteit of concern, onder begeleiding van een laboratorium medewerker. -- Een stage bij een andere instelling waar (toegepast) fysisch onderzoek loopt onder begeleiding van een medewerker van die instelling. -- Een stage onder begeleiding van een docent(e) van de HU. Leerstof, werkvormen en activiteiten: A. Onderzoeksstage in een onderzoekslaboratorium van universiteit of concern: Studenten die van deze mogelijkheid gebruik willen maken dienen in het algemeen minstens drie dagen per week gedurende een aaneengesloten periode beschikbaar te zijn of evt. 1 dag per week gedurende een langere periode. In die tijd maken de studenten kennis met zoveel mogelijk aspecten van het wetenschappelijk onderzoek. Dit houdt onder meer in dat colloquia worden bijgewoond en dat in de bibliotheek vakliteratuur wordt opgezocht. Gedurende de zomer nemen ook de medewerkers van het laboratorium hun vakantie op en bezoeken congressen, hierdoor is het slechts beperkt mogelijk de zomervakantie voor de onderzoeksstage te gebruiken. Voor de onderzoeksstage wordt de student ingeschakeld bij een lopend onderzoek. -- Hieronder volgen de criteria waaraan de stageplaats dient te voldoen. -- Het stageonderzoek staat onder leiding van en wordt begeleid door een medewerker van het laboratorium. -- Er moeten voldoende faciliteiten aanwezig zijn om het probleem aan te pakken. -- Het is niet mogelijk het stageonderzoek in meerdere deelonderzoeken op te splitsen.
156
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
-- Naast de onder 1 genoemde begeleider krijgt de student een begeleider uit het team Natuurkunde van de HU. -- Bij het inleidende gesprek, een tussenevaluatie en het eindgesprek zijn de student, de stagebegeleider en de HU-begeleider aanwezig. -- De resultaten van het stageonderzoek worden in een verslag vastgelegd. De HU krijgt twee exemplaren van dit verslag. -- De student presenteert zijn resultaten aan de medestudenten van de HU. -- De stagebegeleider adviseert de HU-begeleider over de eindbeoordeling. De HUbegeleider is verantwoordelijk voor de eindbeoordeling. B. Een onderzoeksstage bij een andere instelling waar (toegepast) fysisch onderzoek loopt: Een student kan zelf met een voorstel komen voor een stageplaats. Hieronder volgen de criteria waaraan de stageplaats dient te voldoen. -- Het stageonderzoek staat onder leiding van en wordt begeleid door een drs., dr. of ir. (technische) natuurkunde. -- Het stageonderzoek wordt gedaan in een instelling waar experimenteel, theoretisch of didactisch onderzoek tot de normale werkzaamheden behoort. -- Er moeten voldoende faciliteiten aanwezig zijn om het probleem aan te pakken. -- Het is niet mogelijk het stageonderzoek in meerdere deelonderzoeken op te split sen. -- Naast de onder 2 genoemde begeleider krijgt de student een begeleider uit het team natuurkunde van de HU. -- Bij het inleidende gesprek en het eindgesprek zijn de student, de stagebegeleider en de HU-begeleider aanwezig. -- Gedurende de stage vinden regelmatig voortgangsgesprekken plaats met de HUbegeleider. Tijdens het inleidende gesprek wordt de frequentie hiervan vastgelegd. -- De resultaten van het stageonderzoek worden in een verslag vastgelegd. De HU krijgt twee exemplaren van dit verslag. -- De student presenteert zijn resultaten aan de medestudenten van de HU. -- De stagebegeleider adviseert de HU-begeleider over de eindbeoordeling. de HUbegeleideris verantwoordelijk voor de eindbeoordeling. C. Onderzoeksstage bij de HU: Masterstudenten kunnen hun onderzoek doen onder leiding van één van de docenten van de HU. Studenten die van deze mogelijkheid gebruik willen maken komen zelf met een voorstel. Door de aard van deze onderzoeken is het mogelijk het onderzoek gedurende het derde studiejaar ten dele op de eigen school uit te voeren. Hieronder volgen de criteria waaraan deze onderzoeksstage dient te voldoen. -- Het stageonderzoek staat onder leiding van en wordt begeleid door een docent(e) van de HU.
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
157
-- Er moeten voldoende faciliteiten aanwezig zijn om het probleem aan te pakken. -- Gedurende de stage vinden regelmatig voortgangsgesprekken plaats met de begeleider. Tijdens het inleidende gesprek wordt de frequentie hiervan vastgelegd. -- De studenten werken bij voorkeur in tweetallen, met duidelijk afgebakende werkterreinen. -- Het onderzoek moet een duidelijke (didactische) toepassing hebben binnen de tweede fase of het HBO. Toetsing en beoordelingscriteria: Het stageonderzoek wordt met een onderzoeksverslag en een procesverslag afgerond. Onderzoeksverslag: De resultaten van het stageonderzoek worden in een intern verslag vastgelegd met een kopie voor de HU begeleider. Procesverslag: Een kort procesverslag over de onderzoeksstage met een evaluatieve terugblik op de onderzoeksstage. De onderzoeksstage dient te worden afgerond binnen één kalenderjaar na de startdatum. Indien studenten in tweetallen werken, werkt iedere student aan een duidelijk afgebakend deelaspect van het onderzoek en maakt een eigen verslag. Doelstellingen: De doelen van de onderzoeksstage zijn: -- deelname aan een onderzoek in een fysisch laboratorium of een ander werkgebied van natuurkundigen; (kennis en inzicht) -- leren om te werken in een onderzoeksteam; (toepassen) -- ervaring opdoen met experimenteel open onderzoek en de resultaten presenteren. (leervaardigheden) Competenties: II
Vakdidacticus (8)
III Vakspecialist (3, 4, 5, 6) IV Educatief onderzoeker/ontwikkelaar (2) VI Doorgroeibekwaamheid (2, 4) Als de student kiest voor een onderzoek dat een (didactische) toepassing heeft binnen de tweede fase, dan wordt er ook bijgedragen aan: II
Vakdidacticus (6)
Legitimering: De student ervaart het werk van een natuurkundige; deze ervaring kan hij benutten in lessen en in voorlichting bij studiekeuze. Veronderstelde voorkennis
De student die een onderzoeksstage wil beginnen:- heeft een door de vakgroep te bepalen hoeveelheid vakgebonden onderdelen met een voldoende afgesloten;- dient een schriftelijk voorstel in volgens voorgeschreven onderdelen.
Materialen:
158
Diversen: n.v.t.
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
NOTITIES
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE
159
NOTITIES
160
Instituut Archimedes Masteropleiding NATUURKUNDE