ARCHIMEDES BACHELOR BACHELOR- OPLEIDING BIOLOGIE

DEEL 1 INSTITUUT ARCHIMEDES BACHELOR BACHELOROPLEIDING BIOLOGIE

Instituut Archimedes Bacheloropleiding BIOLOGIE

INHOUDSOPGAVE 1 1.1 1.1.1 1.1.2 1.1.3 1.1.4 1.1.5 1.1.6 1.1.7 1.2 1.2.1 1.2.2 1.2.3 1.2.4 1.2.5 1.2.6 1.2.7 1.3 1.3.1 1.3.2 1.3.3 1.3.4 1.3.5 2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9 2.10 2.11 2.12 2.12.1 2.12.2 2.12.3

Algemene informatie Algemene informatie HU Onderwijsprofiel HU Bachelor- en Masterstelsel Hogeschool- en faculteitsregelingen Kwaliteitszorg Ordehandhaving Organogram HU Locaties HU Algemene informatie faculteit Educatie Algemeen Contactgegevens Plattegrond Praktische voorschriften en aanwijzingen Openingstijden gebouwen / nieuwbouw Vakanties en vrije dagen Faciliteiten Algemene informatie opleiding biologie Contactgegevens In- en uitschrijven voor de opleiding Examencommissie Onderwijsbalie Studievereniging Studentenvoorzieningen Studie(loopbaan)begeleiding Studentendecaan Vertrouwenspersoon Studentenarts Bureau Studentenpsychologen Mediation Financiële steun Studeren met een functiebeperking Keuzevakken taal- en studievaardigheden Mentorproject Mediatheek ICT-faciliteiten Algemeen Studentenmail Sharepoint


5 5 5 6 8 10 10 11 12 14 14 15 16 16 17 18 18 21 23 23 26 27 28 29 29 30 32 33 33 34 34 35 35 36 36 37 37 38 38

2.12.4 OSIRIS Student 2.12.5 Wachtwoord 2.12.6 Informatiebeveiliging en privacy 2.13 International Office 2.13.1 Study abroad 2.13.2 Stage in het buitenland 2.14 Wettelijke aansprakelijkheid en ongevallen 2.15 Medezeggenschap 2.15.1 Inspraakorganen 2.15.2 Ondersteuning bestuurlijk actieve studenten 2.16 Studium Generale 2.17 Studentenvereniging 2.17.1 Algemeen 2.17.2 Bestuursbeurs en stimuleringsfonds 2.18 Werken naast je studie 2.19 Topsport 2.20 Trajectum 2.21 Sport en Cultuur 2.22 Huisvesting 2.23 GOC Instituut Archimedes 3 Opleiding en beroep 3.1 Beroepsprofiel 3.1.1 Beroep 3.1.2 Vaardigheden afgestudeerde 3.1.3 Werkveld en functies 3.2 Opleidingsprofiel 3.2.1 Doelstelling opleiding 3.2.2 Uitwerking van beroepsprofiel in het opleidingsprofiel , Het leerlijnenmodel 4 Inrichting en organisatie opleiding 4.1 Algemeen 4.1.1 Opleidingsvarianten 4.1.2 Opleidingsstructuur algemeen 4.1.3 Overzicht curriculum (per studiejaar) 4.1.4 Lesdagen en –tijden 4.1.5 Uitval van lessen 4.1.6 Studieloopbaanbegeleiding 4.1.7 Registratie studievoortgang 4.1.8 Introductie- en begeleidingsdagen, excursies, werkweken en trainingen 4.1.9 Studiekosten en eigen bijdragen 4.2 Inrichting propedeuse 4.2.1 Algemeen

38 39 39 40 40 41 42 42 42 43 44 44 44 45 45 46 46 47 47 48 49 49 49 49 51 52 52 56 62 62 64 64 65 71 72 73 75 76 77 78 78


4.2.2 4.2.3 4.2.4 4.3 4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4 5 5.1 5.2 5.3 5.4 6 6.1 6.2 6.3 6.3.1 6.3.2 6.3.3 6.3.4 6.3.5 6.3.6 6.3.7 6.3.8 6.3.9 6.4 6.4.1 6.4.2 6.4.3 6.4.4 7 7.1 7.2 7.3 7.4 8 8.1 8.2 8.3 9

Studieprogramma propedeuse Instroom en toelating propedeuse Studieadvies Inrichting hoofdfase Algemeen Studieprogramma hoofdfase Toegang hoofdfase en studierichtingen Profileringsruimte Cursusdeelname Algemeen Inschrijving voor cursussen Aanwezigheidsplicht Beginvereisten Tentamens en examens (assessments) Algemeen Vrijstellingen Organisatie tentamens Tentamenvorm en –duur Inschrijving en deelname (her)tentamens Voorzieningen wegens functiebeperking Legitimatieplicht bij schriftelijke tentamens Gang van zaken tijdens tentamens Beoordeling en inzage tentamenwerk Onregelmatigheden / fraude/STIVAWOJEN Bewaring en teruggave tentamen- en examenwerk Geldigheidsduur studieresultaten Getuigschriften en titulatuur Algemeen Graden en titulatuur Aantekening “cum laude” of “met genoegen” Procedure afgifte getuigschrift Klachten, bezwaar en beroep Inleiding Bezwaar Beroep Algemeen klachtrecht Roosters Jaarrooster Weekrooster Tentamenrooster Cursusbeschrijvingen


78 78 78 83 83 83 84 84 86 86 86 86 86 87 87 88 89 89 90 91 93 93 94 95 98 99 99 99 100 100 101 102 102 102 103 105 107 107 109 110 111

1. ALGEMENE INFORMATIE 1.1 Algemene informatie HU Hogeschool Utrecht (HU) is met zo’n 30.000 studenten en 2.600 medewerkers een van de grootste en meest veelzijdige HBOinstellingen in Nederland. De 6 faculteiten bieden samen meer dan 70 bacheloropleidingen op het gebied van communicatie en journalistiek, economie en management, natuur en techniek, gezondheidszorg, onderwijs en sociaal agogisch werk. Na het behalen van je bachelordiploma, kun je bij de HU ook nog in diverse richtingen een mastergraad behalen. Het onderwijs is per opleiding georganiseerd en is daardoor overzichtelijk en persoonlijk. Is je interesse breder dan je eigen opleiding? Je kunt deelnemen aan onderwijsactiviteiten van andere HU-opleidingen of aan andere onderwijsinstellingen in Nederland of het buitenland. HU heeft onderwijslocaties in de Utrechtse binnenstad, in De Uithof en in Amersfoort. 1.1.1 Onderwijsprofiel HU Hoger beroepsonderwijs in de (kennis)samenleving Hogeschool Utrecht geeft zichzelf de opdracht hoogwaardige professionals op te leiden die een actieve bijdrage leveren aan de innovatie van de beroepspraktijk en aan de verdere ontwikkeling van de kennissamenleving. Daarbij zijn wij erop gericht iedere student optimale ontplooiingsmogelijkheden te bieden en het beste uit studenten te halen. Het onderwijsprofiel van HU In 2005 heeft Hogeschool Utrecht haar onderwijsprofiel vastgesteld. Het onderwijsprofiel geeft het kader aan waarbinnen het onderwijs van Hogeschool Utrecht in 2005-2007 wordt (door)ontwikkeld en uitgevoerd en geeft richting aan lopende en komende onderwijsinnnovaties. Het uitgangspunt van het profiel luidt: Hogeschool Utrecht geeft haar ambities vorm door opleidingen competentie- en vraaggericht in te richten en studenten te laten studeren binnen sterke leeromgevingen.


Competentiegericht onderwijs Ons onderwijs is erop gericht dat studenten op samenhangende wijze hun competenties verwerven, zodat ze in staat zijn professioneel te handelen in kenmerkende beroepssituaties van toenemende complexiteit. De opleidingen formuleren, valideren en actualiseren de competenties in nauw overleg met het werkveld. Competentiegericht opleiden betekent ook dat we voor de student maatwerk leveren. We sluiten aan op eerder verworven competenties, we stimuleren de student om in toenemende mate regisseur te worden van zijn eigen leerproces, keuzes te maken en deze te verantwoorden. Tevens dagen we studenten uit te werken aan hun onderzoeksvaardigheid en hun competenties te ontwikkelen in een internationale/multiculturele context. Vraaggestuurd onderwijs Het onderwijs richt zich zowel op de vraag van de beroepspraktijk als op de vraag van de student. Wij matchen de kennis en leervragen van studenten met die van de beroepspraktijk op een manier die past binnen de kwaliteitseisen van de opleiding. Een sterke leeromgeving Een competentiegerichte en vraaggerichte opleiding veronderstelt een sterke leeromgeving. Een leeromgeving die studenten inspireert, uitdaagt en waarin ze zich steeds op de grens van hun kunnen begeven. Een leeromgeving die het leren vanuit het werken in de praktijk vormgeeft: leren is werken en werken is leren. Vanaf het eerste jaar staat het verwerven van kennis centraal vanuit realistische beroepstaken binnen in toenemende mate authentieke beroepssituaties. 1.1.2 Bachelor- en Masterstelsel Bachelor-masterstructuur In september 2002 is de bachelor-masterstructuur in het hoger onderwijs (in Nederland) ingevoerd. Doel hiervan is om in Europa tot één stelsel van hoger onderwijs te komen, zodat herkenning en erkenning van opleidingen gemakkelijker wordt. Het onderwijs aan universiteiten en hogescholen wordt opgedeeld in twee fasen: de bachelorfase en de masterfase. Een vierjarige hboopleiding heet voortaan een bacheloropleiding. Na afronding van Instituut Archimedes Bacheloropleiding BIOLOGIE

de opleiding krijg je een bachelorgraad. Op de universiteit kun je in drie jaar een bachelordiploma behalen. Hierna kun je doorstuderen voor een masterdiploma. Zowel hogescholen als universiteiten bieden masteropleidingen aan. Studeer je aan een hogeschool, dan heb je recht op studiefinanciering voor de duur van je bacheloropleiding: vier jaar. Op de universiteit heb je recht op studiefinanciering voor de duur van je bachelor- én je masteropleiding. Voordelen bachelor-masterstructuur Je bachelordiploma levert je een internationaal (h)erkenbaar diploma op. Daarmee kun je beter aan de slag in het buitenland. Gedurende je opleiding kun je ook makkelijker tijdelijk in het buitenland studeren. De bacheloropleidingen aan de HU bieden veel vrije keuzeruimte, de zogenaamde profileringsruimte. Je kunt deze profileringsruimte vullen met een minor (= een samenhangend pakket van keuzecursussen) óf met een pakket van keuzecursussen dat je zelf samenstelt. Zie verder par. 4.3.4 (profileringsruimte). De profileringsruimte maakt het eenvoudiger om studieonderdelen te volgen aan andere hogescholen of universiteiten. Hiermee verruim je je blik. Masteropleidingen Na afronding van je bacheloropleiding kun je nog een masteropleiding volgen aan een hogeschool of universiteit. De HU heeft een groeiend aantal masteropleidingen. Ook voor mensen die al een aantal jaren werkervaring hebben. Kijk voor meer informatie op www.hu.nl – professionals – masters]. Wil je een master volgen aan een universiteit, dan kan dat ook. Een hbo-opleiding sluit echter niet altijd naadloos aan op een universitaire master. Om jouw kennis en vaardigheden op het vereiste niveau te brengen zijn voor een aantal masters speciale trajecten ontwikkeld, zogenaamde pre-masters die je voorafgaand aan de master volgt en die je direct toegang geven. Kijk voor meer informatie op www.premasters.hu.nl of haal de folder Doorstuderen na je bachelor aan de UU.


1.1.3 Hogeschool- en faculteitsregelingen De wet op het hoger onderwijs en het wetenschappelijk onderzoek (WHW) legt instellingen een aantal verplichtingen op. De Hogeschool Utrecht heeft deze in een aantal reglementen verwerkt. Een aantal hiervan is uitgewerkt op faculteitsniveau. De reglementen zijn te vinden op www.hu-sharepoint.nl/sites/reglementen. Iedere student wordt geacht op de hoogte te zijn van de inhoud van deze reglementen. Hieronder volgt een opsomming van de meest relevante reglementen met een korte toelichting op de inhoud. Studentenstatuut HU In het Studentenstatuut zijn de rechten en verplichtingen van studenten vastgelegd op hoofdlijnen. Veel onderwerpen worden nader uitgewerkt in specifieke reglementen zoals hieronder vermeld. Onderwijs- en Examenregeling van de faculteit De Onderwijs- en Examenregeling van de faculteit (faculteits-OER) moet worden gezien als onderdeel van deze studiegids. In dit document zijn de rechten en plichten van studenten ten aanzien van het onderwijs, tentamens, examens en verwante zaken vastgelegd. Dit wordt op een aantal punten nader uitgewerkt in de studiegids. Inschrijvingsregeling HU In de Inschrijvingsregeling worden de procedurele (niet: inhoudelijke) aspecten rond inschrijving, collegegeld en uitschrijving beschreven. Zie ook par. 1.3.2 Reglement College van Beroep HU Het kan voorkomen dat een student het niet eens is met een beslissing van de examencommissie of faculteitsdirectie. In de meeste gevallen kan de student dan in beroep gaan bij het College van Beroep. In het reglement College van Beroep zijn de samenstelling en de bevoegdheid van het College van Beroep, alsmede de beroepsgronden, de beroepsprocedures en het tot stand komen van de uitspraak nader geregeld. Zie ook par. 7.3. Steunfondsregeling HU Tijdens de opleiding kan een student te maken krijgen met persoonlijke omstandigheden die tot studievertraging leiden en problemen (kunnen) gaan geven met de studiefinanciering. Ook kan sprake zijn van bestuurlijke activiteiten naast de studie. Onder bepaalde voorwaarden kan een student een beroep doen op financiële ondersteuning. Instituut Archimedes Bacheloropleiding BIOLOGIE

Een en ander staat beschreven in deze regeling. Zie ook par. 2.7 en 2.17.2. Noodfondsregeling HU De Noodfondsregeling is vastgelegd in het studentenstatuut. De HU biedt door middel van het Noodfonds hulp bij onvoorziene uitgaven van studenten die hun draagkracht te boven gaan maar waar ze zich redelijkerwijs niet tegen kunnen verzekeren. Zie ook par. 2.7. Privacyreglement persoonsgegevens studenten HU In dit reglement is de verzameling, opslag, correctie en verstrekking van persoonsgegevens van de student geregeld. Reglement Studentendecanen HU Hierin zijn onder meer taken, bevoegdheden en functioneren van de decanen geregeld. Regeling tegen seksuele en verbale intimidatie HU Elke faculteit heeft een of meer vertrouwenspersonen. In deze regeling zijn onder andere de taken en bevoegdheden van de vertrouwenspersoon geregeld en de waarborging van een onafhankelijk functioneren van de vertrouwenspersoon. Reglement voor de Opleidingscommissies De (gezamenlijke) opleidingscommissies ((G)OC’s) zijn medezeggenschapsorganen op afdelingsniveau. De samenstelling en verkiezingen, bevoegdheden, facilitering en geschillenoplossing zijn geregeld in het door de faculteitsdirectie vastgestelde OCreglement. Zie ook par. 2.15.1. Reglement voor de Faculteitsmedezeggenschapsraad De faculteitsmedezeggenschapsraad is een medezeggenschapsorgaan op faculteitsniveau. De samenstelling en verkiezingen, bevoegdheden, facilitering en geschillenoplossing zijn geregeld in het door de faculteitsdirectie vastgestelde FMRreglement. Zie ook par. 2.15.1. Reglement Centrale Medezeggenschapsraad De centrale medezeggenschapsraad (CMR) is een medezeggenschapsorgaan op hogeschoolniveau. De samenstelling en verkiezingen, bevoegdheden, facilitering en geschillenoplossing zijn geregeld in het door het College van Bestuur vastgestelde CMR-reglement. Zie ook par. 2.15.1. Instituut Archimedes Bacheloropleiding BIOLOGIE

1.1.4 Kwaliteitszorg Hogeschool Utrecht besteedt veel zorg en aandacht aan kwaliteit. Kwaliteitszorg heeft betrekking op alle onderdelen van het onderwijs, het curriculum, de studievoortgang, de begeleiding, de onderwijsorganisatie, de relatie opleiding-arbeidsmarkt, etc. Een precieze uitwerking van het systeem van kwaliteitszorg dat de opleiding hanteert, vindt plaats in het kwaliteitsplan. Hierin staat beschreven op welke wijze en met welke middelen inzicht wordt verkregen in de kwaliteit van de opleiding, hoe aan eventuele verbetering gewerkt kan worden, hoe studenten zijn betrokken bij de evaluatie en op welke wijze verslag wordt gedaan van de resultaten van deze evaluaties. Opleidingscommissies spelen een belangrijke rol in het systeem voor kwaliteitszorg en hebben in het verleden belangrijke verbeteringen in gang gezet. De kwaliteit van het onderwijs kan natuurlijk prima beoordeeld worden door degenen die het onderwijs genieten: de studenten. Van jullie wordt daarom regelmatig gevraagd schriftelijk te evalueren. De vragenlijsten zijn anoniem. Je loopt dus geen risico dat negatieve oordelen tegen je gebruikt worden. Natuurlijk kun je ook altijd zonder dat daar rechtstreeks om gevraagd wordt bij de desbetreffende docent of je studieloopbaanbegeleider je opmerkingen kwijt over het onderwijs. Met hem of haar kun je dan bespreken wat er eventueel verder zou kunnen gebeuren. Op basis van de resultaten van de evaluatie en de suggesties ter verbetering die door jullie zijn genoemd, wordt bekeken op welke punten er aanpassingen plaats zullen vinden. Voor informatie over de kwaliteitszorg binnen jouw opleiding kun je kijken in de opleidingsspecifieke studiegids. 1.1.5 Ordehandhaving Artikel 48 van het Studentenstatuut (zie www.hu-sharepoint.nl/ sites/reglementen) regelt de ordehandhaving binnen de HU. Deze regeling luidt – enigszins samengevat - als volgt: Voorschriften en aanwijzingen Ter handhaving van de goede gang van zaken binnen de hogeschool gelden, behalve de wet, de nadere voorschriften en aanwijzingen zoals vastgesteld door of namens het College van Bestuur of de faculteitsdirectie.

10 Instituut Archimedes Bacheloropleiding BIOLOGIE

Deze voorschriften en aanwijzingen kunnen betrekking hebben op, maar zijn niet beperkt tot de volgende onderwerpen: • verbale en seksuele intimidatie • het gebruik van de gebouwen en terreinen met de daarin of daarop aanwezige voorzieningen • afmelding van de student bij ziekte of verhindering anderszins; • roosterwijzigingen en tussenuren; • bijzondere omstandigheden. Binnen de hogeschool geldt een algemeen verbod op het dragen van gezichtsbedekkende kleding. De opleiding kan aanvullende kledingvoorschriften stellen, indien dit uit het oogpunt van praktische uitvoering van het onderwijs noodzakelijk is. Plichten student Op basis van de Arbeidsomstandighedenwet gelden voor de studenten de volgende plichten: • de plicht om in werk en studie zorgvuldig en voorzichtig te handelen; • de plicht om zich op de hoogte stellen van (veiligheids)voor schriften die betrekking hebben op het werk en de studie; • de plicht om aangebrachte veiligheidsvoorzieningen op de juiste wijze te gebruiken en de verplichte beschermingsmiddelen te dragen of toe te passen; • de plicht om onveilige en/of ongezonde werksituaties te melden aan de desbetreffende faculteitsdirectie. Maatregelen Bij overtreding van de voorschriften/aanwijzingen of niet nakoming van de plichten zoals hierboven genoemd, kunnen door de faculteitsdirectie de volgende maatregelen worden getroffen: • het geven van een waarschuwing of berisping; • het ontzeggen van de toegang tot gebouwen en terreinen van de hogeschool voor de tijd van ten hoogste een jaar. 1.1.6 Organogram HU Een organogram van de HU is te vinden in het jaarverslag, dat is gepubliceerd op www.organogram.hu.nl. Per 1 september 2005 heeft Hogeschool Utrecht het onderwijsaanbod als volgt georganiseerd:

Instituut Archimedes Bacheloropleiding BIOLOGIE 11

• Instituten Hier zijn verwante voltijd bacheloropleidingen naar interessegebied geclusterd • Centra Voor deeltijd en duale opleidingen, cursussen en workshops. En voor (incompany) trainingen, consultancy en coaching voor professionals. • Academies Met het aanbod van masteropleidingen voor afgestudeerden. Een overzicht van alle instituten, centra en academies vind je op www.hu.nl/overhu. Organisatorisch is Hogeschool Utrecht ingedeeld in faculteiten (zie ook par. 1.1.7). 1.1.7 Locaties HU Locaties HU in Utrecht College van Bestuur, Centrale Organisatie, Faculteit Natuur & Techniek Oudenoord 330 en 340 3513 EX Utrecht Telefoon (030) 238 88 98 Faculteit Natuur & Techniek Oudenoord 700 3513 EX Utrecht Telefoon (030) 230 82 08 Faculteit Natuur & Techniek Nijenoord 1 3552 AS Utrecht Telefoon (030) 230 81 08 Faculteit Natuur & Techniek, International Office F.C. Dondersstraat 65 3572 JE Utrecht Telefoon (030) 275 88 88


Faculteit Educatie Archimedeslaan 16 3584 BA Utrecht Telefoon (030) 254 71 00 Faculteit Communicatie & Journalistiek Padualaan 99 3584 CH Utrecht Telefoon (030) 219 30 00 Faculteit Economie & Management Padualaan 101 3584 CH Utrecht Telefoon (030) 258 62 00 Faculteit Maatschappij & Recht Heidelberglaan 7 3584 CS Utrecht Telefoon (030) 252 96 00 Faculteit Gezondheidszorg Bolognalaan 101 3584 CJ Utrecht Telefoon (030) 258 51 00 Locaties HU in Amersfoort HU Amersfoort Berkenweg 11 3818 LA Amersfoort Telefoon (033) 421 21 00 FMR, Instituut for Social Work, Creatieve Therapie Hooglandseweg-Noord 140 3813 VE Amersfoort Telefoon (033) 479 13 00 Routebechrijvingen naar alle locaties vind je op www.hu.nl. Kijk voor de bereikbaarheid per openbaar vervoer op www.gvu.nl.


1.2.

Algemene informatie faculteit Educatie

1.2.1. Algemeen De Faculteit Educatie (FE) van de Hogeschool Utrecht is met ruim 8.000 studenten en circa 800 medewerkers de grootste educatieve faculteit van Nederland. De FE is een belangrijke speler in landelijke - , regionale - en lokale educatieve netwerken. Door de te verwachten groei van het aantal studenten en van de omvang van de contractactiviteiten zal de positie van de faculteit de komende jaren verder worden versterkt. De faculteit verzorgt 16 bachelor en 14 master opleidingen voor primair, voortgezet en speciaal onderwijs. Deze opleidingen zijn ondergebracht bij vijf instituten (waarvan één in oprichting), die elk toonaangevend zijn op hun terrein. Daarnaast worden door de faculteit op een breed terrein nascholings- en contractactiviteiten uitgevoerd. Binnen de faculteit wordt onder de naam Utrechtse Academie voor Educatieve Innovatie een nieuwe kennisinfrastructuur ontwikkeld. In de Utrechtse Academie opereren drie kenniscentra: I. specifieke zorg en opvoeding, II. vernieuwend leren en werken III. diversiteit en onderwijs. Binnen deze kenniscentra functioneert een aantal expertisecentra en een zevental lectoraten, waarin wordt geparticipeerd door experts van binnen en buiten de faculteit. 1. lesgeven in de multiculturele school 2. gedragsproblemen in de onderwijspraktijk 3. vernieuwende onderwijsdidactiek - en methodiek 4. leerproblemen, in het bijzonder de preventie van leesproblemen 5. beroepsonderwijs 6. dovenstudies 7. spel Door middel van onderzoek en advisering leveren de lectoraten belangrijke bijdragen aan de ontwikkeling van het onderwijs. Zij doen dat in nauwe samenwerking met de onderwijsinstituten en andere experts.


In het kader van de continue kennisontwikkeling van de faculteit zal het assortiment aan opleidingen en het aantal lectoraten, waar mogelijk en wenselijk, de komende tijd verder worden uitgebreid en zal de kenniscirculatie binnen de faculteit én daarbuiten worden gestimuleerd. De faculteit staat onder leiding van de faculteitsdirectie. De directeuren van de onderwijsinstituten maken deel uit van het directieteam. Binnen de facultaire organisatie zijn zes ondersteunende diensten actief: Planning& Control, Personeel&Organisatie, Onderwijs&Studentzaken, het Faculteitsbureau, Marketing&Communicatie en Facilities. Belangrijke cultuurelementen van de FE zijn: creativiteit (ondernemerschap), openheid en verantwoordelijkheid. Medewerkers worden gestimuleerd vanuit hun specifieke taken een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van de gehele organisatie. De Faculteit Educatie is gecertificeerd ‘Investors In People’. 1.2.2. Contactgegevens Faculteit Educatie (FE) Bezoekadres: Archimedeslaan 16, 3584 BA Utrecht Postadres: postbus 14007, 3508 SB Utrecht telefoon: 030 - 254 7100 (receptie) Algemeen faxnummer: 030 - 251 7851 Internet: www.fe.hu.nl Directie Faculteit Educatie: Directiesecretariaat, kamer 2.074, 030 - 254 7101 1 Dhr. J.G. Brandsma (Algemeen directeur) Instituut Theo Thijssen Directie: Dhr. M. El Filali, via secretariaat, kamer 0.129, tel. 030 254 71 77 7 Seminarium voor Orthopedagogiek Directie: Mw. G. Durkstra, via secretariaat, kamer 3.021, tel. 030 - 254 7393 Instituut Archimedes Directie: dhr. S.A.N. Heinsman, via secretariaat, kamer 1.018, 030 – 254 7259

tel.


Instituut voor Gebaren, Taal en Dovenstudies Directie: dhr. R.J.M. van Dijk, via secretariaat, kamer 3.022, tel . 030- 2547373 Voor studenten relevante onderdelen van de facultaire organisatie Kamer

telefoon

Bureau Onderwijs en Studentzaken

2.084

030-254 7155 /151

Studentendecanaat

2.052, 2.054, 2.056

030-254 7344 /107/108

Studentenpsychologen

2.048

030-254 7147

Mediatheek

1.066

030-254 7125

AVA leermiddelencentrum

1.077

030-254 7135

Drukkerij

0.093

030-254 7109

Servicecentrum

0.070

(intern) 7777

Loket Archimedes

2.242

030-254 7366

1.2.3. Plattegrond Bewegwijzering Het eerste cijfer van de kamer- en lokaalnummers verwijst naar de verdieping: 0 = begane grond. In de gangen zijn de kamers en lokalen opeenvolgend aan de ene kant ONEVEN en aan de andere kant EVEN genummerd. De even en oneven nummers corresponderen niet altijd met elkaar. 1.2.4. Praktische voorschriften en aanwijzingen Binnen de faculteit gelden de volgende regels van praktische aard: 1. Indien gevraagd, moet men zich kunnen legitimeren met een geldig legitimatiebewijs. 2. Mobiele telefoons dienen tijdens de lessen uitgeschakeld te worden. 3. Studenten die te laat komen, kunnen geweigerd worden in de lessen. 4. Roken in het gebouw is verboden. Met uitzondering van het rookgedeelte in de kantine. 5. In het gebouw is het niet toegestaan te fietsen, te rolschaatsen, te skaten of om huisdieren mee te nemen. 6. Afval moet worden gedeponeerd in de daarvoor bestemde containers en prullenbakken. 7. Eigendommen van de faculteit mogen niet zonder schriftelijke toestemming meegenomen worden uit het pand.


8. Het aanplakken van affiches is alleen toegestaan op de daarvoor bestemde prikborden in de lifthallen van het gebouw. 9. In geval van calamiteit moet men het alarmnummer van het pand bellen: 030 - 2547666 1.2.5. Openingstijden gebouwen Openings-/sluitingstijden faculteitsgebouw. Openingstijden: In de lesweken, (zelfstudieweken), herkansingsweken en afsluitingsweken is het gebouw op de normale tijden geopend: • 08.00 - 22.30 uur (maandag t/m donderdag) • 08.00 - 18.00 uur (vrijdag) ) In de roostervrije weken is het gebouw geopend van 08.00 uur tot 22.00 uur, tenzij een afdeling minimaal 14 dagen van te voren bij het servicecentrum aanvraagt of de openingstijd verlengd kan worden. In de vakantieweken is het gebouw geopend van 08.00 uur tot 18.00 uur (maandag t/m vrijdag). . NB! Uitzondering vormt de vakantieweek na kerstmis (27 dec. t/m 31 dec.): in deze week is het gebouw gesloten. Sluitingstijden: Het gebouw is door de week alleen gesloten op de officiële vrije dagen (feestdagen) en de verplichte vrije dagen. Nieuwbouw en verhuizing Vanaf januari 2008 zitten de lerarenopleidingen van Hogeschool Utrecht in een nieuw gebouw aan de Padualaan. Deze locatie is op de Uithof, waar ook de meeste andere opleidingen van Hogeschool Utrecht en de Universiteit Utrecht gehuisvest zijn. De cultuur- en sportfaciliteiten voor studenten zijn ook vlakbij. In het nieuwe gebouw is aandacht voor de veelkleurigheid van het onderwijs en de diversiteit van onze studenten en medewerkers.

Een moderne leeromgeving, voor de student van nu. Door het hele pand is wireless internet en op centrale plaatsen in het gebouw zijn de faciliteiten voor studenten. De nieuwe mediatheek, inclusief moderne onderwijswerkplaats, is gelegen in het hart van het gebouw.


Tijdens het studiejaar word je goed geinformeerd over de verhuizing en de veranderingen. Houd daarom je studentenmail en Sharepoint goed in de gaten, om op de hoogte te blijven van alles.

1.2.6. Vakanties en vrije dagen Vakantieperiodes 2007-2008: Vakantie

Data

Herfstvakantie

22 oktober t/m 28 oktober 2007

Kerstvakantie

24 december 2007 t/m 6 januari 2008

Voorjaarsvakantie

25 februari t/m 2 maart 2008

Meivakantie

28 april t/m 4 mei 2008

Zomervakantie

21 juli t/m 17 augustus 2008

Officiële vrije dagen (feestdagen) 2007-2008: officiële vrije dagen

Data

1e en 2e Kerstdag

dinsdag 25 en woensdag 26 december 2007

Nieuwjaarsdag

dinsdag 1 januari 2008

Goede vrijdag

vrijdag 21 maart 2008

Pasen

zondag 23 en maandag 24 maart 2008

Koninginnedag

woensdag 30 april 2008

Hemelvaartsdag

donderdag 1 mei 2008

Bevrijdingsdag

maandag 5 mei 2008

1e en 2e Pinksterdag

zondag 11 en maandag 12 mei 2008

Verplichte vrije dagen 2007-2008: verplichte vrije dagen

Data

tussen Kerst en Oud en Nieuw

maandag 24, donderdag 27 en vrijdag 28 december 2007

dag na Hemelvaart

vrijdag 2 mei 2008

1.2.7. Faciliteiten Mediacentrum Het Mediacentrum bevindt zich op de eerste etage in het centrum van het gebouw. Bij het Mediacentrum zijn ondergebracht: de AudioVisuele Afdeling (AVA), het LeermiddelenCentrum en de Mediatheek. (zie par. 2.11 voor mediatheek) a. AudioVisuele Afdeling (AVA) De AudioVisuele Afdeling (AVA) coördineert aankoop, uitleen en onderhoud van AV-apparatuur, biedt ondersteuning aan gebruikers


van apparatuur. Bij de AudioVisuele Afdeling kunnen studenten op vertoon van hun pas audiovisuele apparatuur lenen. Voor de uitleen van beamers en laptops is goedkeuring van een docent vereist. Reserveren is gewenst (bij de AVA-balie telefoon 030 25 47135 of even langslopen). Door middel van zelfinstructiecursussen kunnen studenten bij de AudioVisuele Afdeling (AVA) de nodige audiovisuele technieken leren beheersen die tijdens en na de studie van nut kunnen zijn. Studenten die zo’n zelfinstructiecursus willen volgen, dienen van tevoren in te tekenen. Bij AVA kunnen studenten ook eigen lesmateriaal vervaardigen. Openingstijden (kamer 1.075.): • maandag 8.30 - 17.00 uur • dinsdag 8.30 - 19.00 uur • woensdag 8.30 - 18.00 uur • donderdag 8.30 - 18.00 uur • vrijdag 8.30 - 15.00.uur b. LeermiddelenCentrum Het LeermiddelenCentrum verzorgt alleen de uitgifte van syllabi en readers voor studenten en de verkoop van kantoorartikelen. Openingstijden (kamer 1.077 en 1.079): • maandag 12.00 - 17.00 uur • dinsdag 12.00 - 19.00 uur • woensdag 12.00 - 18.00 uur • donderdag 12.00 - 19.00 uur • vrijdag 12.00 - 15.00 uur. Loket Archimedes Bij Loket Archimedes kunnen studenten terecht met vragen over vakoverstijgende leerlijnen en maatwerk trajecten binnen Archimedes. Daarnaast vindt resultaat gerichte doorverwijzing naar clustersecretariaten, onderwijsteams of diensten plaats. Loket Archimedes is erop gericht om als vraagbaak voor de student een optimale service te verlenen. Je kunt bij Loket Archimedes terecht met vragen over: • Werkplekleren • Integrale Projecten • Minoren • Assessment • Examencommissie • Organisatorische zaken als fcc-accounts, Osiris en roosters


Loket Archimedes is in de lesweken geopend van maandag t/m donderdag van 11.00-13.00 uur en van 15.30-17.30 uur en op vrijdag van 11.00-13.00 uur in kamer 2.042. OnderwijsWerkPlaats Primair Onderwijs (OWP) Binnen de Instituut Theo Thijssen, de Lerarenopleiding primair onderwijs, is een onderwijswerkplaats waar leer- en hulpmiddelen voor het basisonderwijs kunnen worden geraadpleegd. Hier worden regelmatig tentoonstellingen ingericht. Studenten kunnen zich in de OWP voorbereiden op de stage. Openingstijden (kamer 0.106): • maandag, woensdag en vrijdag: 8.30 – 17.00 uur • dinsdag en donderdag 8.30 – 21.15 uur. N.B. De OWP is toegankelijk voor studenten van alle afdelingen. Test- en Researchruimte (T&R) Het Seminarium voor Orthopedagogiek beschikt over een collectie diagnostische- en didactische materialen en vakspecifieke boeken, tijdschriften, videobanden en naslagwerken. Deze materialen worden alleen uitgeleend aan docenten van het Seminarium en aan studenten van de opleiding NGT en het Mastersprogramma. Alle andere studenten en belangstellenden kunnen tijdens de openingsuren ter plaatse gebruik maken van de aanwezige materialen. Openingstijden (kamer 3.040): ma t/m vrijdag 9.00-17.30 uur N.B. De afdeling T&R is toegankelijk voor studenten van alle afdelingen. Betaalfaciliteiten Betalingen binnen de Faculteit Educatie kunnen uitsluitend met de chipknip plaats vinden. DUS GEEN CONTANT GELD! Dit betreft alle goederen en/of diensten die binnen de faculteit tegen contante betaling worden aangeboden, zoals van de Readerwinkel, de mediatheek, studentencopiers, de kantine en automaten. N.B. De chipkaarten kunnen op het instituut opgeladen worden in de hal voor de receptie. Servicecentrum Voor kwesties en klachten van huishoudelijke, dus niet onderwijsorganisatorische aard, een onvindbaar lokaal, defect fotokopieerapparaat, klachten over lokalen, toiletten - kunnen studenten terecht bij het meldpunt van het servicecentrum, kamer


0069, telefoon 7777. Het servicecentrum is van maandag tot en met donderdag bereikbaar tussen 08.30-20.00 uur en vrijdag tussen 8.30-15.00 uur en is ook per e-mail bereikbaar: servicecentrum@ fe.hu.nl l Kantine In de lesweken, herkansingsweken en afsluitingsweken is de kantine geopend van: • 08.00 – 20.15 uur (maandag t/m donderdag) ) • 08.00 – 15.00 uur (vrijdag) ) • In de weken waarin de schoolvakanties vallen is de kantine gesloten. In de zomervakantie is de kantine vier weken gesloten. • In de roostervrije weken is de kantine geopend van 10.00 tot 17.00 uur, tenzij door de kantine anders is aangegeven. . • Betalen in de kantine is alleen mogelijk met de chipknip. N.B. Het is verboden te roken in het gebouw van de faculteit. Alleen in de kantine is een gedeelte voor rokers gereserveerd. Telefoneren Naast de hoofdingang bevindt zich een telefooncel voor algemeen gebruik. Het toestel werkt op de chipknip. Parkeren / fietsenstalling Parkeren is uitsluitend toegestaan op de parkeerplaats achter het gebouw. De parkeerplaats is tot 22.00 uur geopend. Je fiets kun je in de fietsenstalling plaatsen. Deze ligt eveneens achter het faculteitsgebouw. Bij de E-achteringang is een fietspomp. Fietsen mogen nergens anders dan in de fietsenstalling worden geplaatst. Fietsen die bij de vooringang zijn geplaatst, worden verwijderd en vastgezet. Voor het losmaken moet € 2,50 boete betaald worden. 1.3

Algemene informatie opleiding biologie

Het opleidingsteam biologie Instituut Archimedes kent opleidingsteams. De docenten van een opleidingsteam zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de taken die rechtstreeks te maken hebben met de opleiding die je volgt. Voorbeelden van deze taken zijn: de organisatie van de studie, het regelen van de introductie van eerstejaarsstudenten, de organisatie van studieloopbaanbegeleiding etc. Per opleiding is er een opleidingscoördinator die zich bezighoudt met de organisatie rondom de opleiding.


1.3.1 Contactgegevens Het opleidingsteam van de vakgroep Biologie bestaat uit: Het opleidingsteam biologie Instituut Archimedes kent opleidingsteams. Elk opleidingsteam heeft een teamleider. De docenten van een opleidingsteam zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de taken die rechtstreeks te maken hebben met de opleiding die je volgt. Voorbeelden van deze taken zijn: de organisatie van de studie, het regelen van de introductie van eerstejaarsstudenten, de organisatie van studieloopbaanbegeleiding etc. Per opleiding is er een opleidingscoördinator die zich bezighoudt met de organisatie rondom de opleiding. Teamleider: Naam

Opleiding

Cees Visser a.i.

Kamer

Telefoon

Email

0.007

030-2547203

[email protected]

Opleidingscoördinatoren: Naam

Opleiding

Kamer

Telefoon

Email

Jeff Gradener

Duaal/Voltijd

0.012

030-2547207

[email protected]

Jeroen den Hertog

Deeltijd tweedegraad

0.010

030-2547204

[email protected]

Docenten: Naam

Kamer

Telefoon

Email

Henriëtte de Bruijn

0.009

030-2547210

Henrië[email protected]

Jeff Gradener

0.012

030-2547207

[email protected]

Jeroen den Hertog

0.010

030-2547204

[email protected]

Ada Herwig

0.020

030-2547196

[email protected]

Bep van den Heuvel

0.014

030-2547206

[email protected]

Henk Kers

0.016

030-2547208

[email protected]


Addy Kooman

0.020

030-2547205

[email protected]

Martha van Schaik

0.016

030-2547208

[email protected]

Cees Visser

0.007

030-2547203

[email protected]

Suzan van der Wielen

0.012

030-2547 207

[email protected]

Frank Zeiss

0.009

030-2547210

[email protected]

Naam

Kamer

Telefoon

Email

Anneke de Bresser

0.026

030-2547219

[email protected]

Ilona Calbo

0.026

030-2547219

[email protected]

Secretariaat:

Binnen Instituut Archimedes wordt veel door opleidingsteams samengewerkt. De 14 opleidingsteams zijn samengevoegd in vier clusters, te weten exact, welzijn en zorg, talen en maatschappijvakken. Biologie behoort tot het cluster exact. Dat betekent bijvoorbeeld dat bepaalde cursussen gezamenlijk voor studenten van twee of meer verschillende opleidingen worden verzorgd. Je zal dus ook geregeld onderwijs krijgen en/of begeleid worden door docenten uit andere opleidingsteams. Verder wordt bij het verzorgen van de opleiding samengewerkt met (opleiding)scholen. 1.3.2 In- en uitschrijven voor de opleiding Bureau Inschrijving Studeren aan Hogeschool Utrecht begint bij Bureau Inschrijving. Bureau Inschrijving verzorgt de inschrijving, herinschrijving en uitschrijving van studenten voor Hogeschool Utrecht en is verantwoordelijk voor de wettelijke toelating. Inschrijving (art. 21 lid 3 OER-HU) De student wordt ingeschreven voor de opleiding onder de volgende voorwaarden: • er is voldaan aan de toelatingseisen (zie ook par. 4.2.3 en 4.3.3); • het collegegeld is betaald (of betaling ervan is verzekerd door een machtiging of garantieverklaring)


• er is voldaan aan de overige vereisten zoals genoemd in de Inschrijvingsregeling HU (zie www.hu-sharepoint.nl/sites/ reglementen). Pas na rechtsgeldige inschrijving heeft de student recht op gebruik van de onderwijsfaciliteiten. De student die zich voor de propedeuse wil inschrijven moet zich eerst aanmelden bij de Informatie Beheer Groep. De IB-groep geeft je aanmeldingsgegevens door aan Hogeschool Utrecht. Zodra we de gegevens van de IB-Groep hebben ontvangen sturen we je de benodigde informatie om je bij ons in te schrijven. Vervolginschrijving Als je al student bent van Hogeschool Utrecht ontvang je medio mei een herinschrijfformulier. Het is noodzakelijk dat je dit naar ons terugstuurt; ook als je volgend jaar niet meer verder wilt studeren, of als je afstudeert dit jaar. Je wordt pas opnieuw ingeschreven wanneer is voldaan aan de financiële verplichtingen en eventuele overige eisen. Onder voorwaarden kan een student zich direct voor de hoofdfase van een opleiding inschrijven, met vrijstelling van het propedeutisch examen van deze opleiding. De student die toelaatbaar wordt geacht tot de hoofdfase ontvangt een inschrijfformulier van Bureau Inschrijving. Mogelijkheid tot februari-instroom van Bachelor studenten In het inschrijvingsreglement van de HU (artikel 5.5) is vastgelegd dat studenten zich onder bepaalde voorwaarden na 1 oktober kunnen schrijven en tijdens het cursusjaar de opleiding kunnen starten. Concreet betekent dit: Er is onder voorwaarden een tussentijdse instroom mogelijk met ingang van de derde onderwijsperiode van een studiejaar (februari). Hiertoe moet de opleidingscoördinator van het opleidingsteam waar jij je opleiding wilt gaan volgen een positief advies geven. De opleidingscoördinator voert een intakegesprek met je en bepaalt op grond daarvan zijn/haar advies. De kernvraag hierbij is of het mogelijk is om vanaf periode 3 aan jou een samenhangend programma te kunnen bieden. Op basis van dit advies besluit de faculteitsdirecteur of je met ingang van de derde onderwijsperiode kunt starten met de opleiding.


Als je van deze mogelijkheid gebruik wilt maken, kun je je wenden tot de opleidingscoördinator van jouw opleiding. Collegekaart en bewijs van inschrijving Iedere student krijgt tegelijk met de collegekaart een schriftelijk bewijs van inschrijving toegestuurd. De collegekaart dient echter ook als inschrijvingsbewijs. Beëindiging inschrijving Als een student zich niet opnieuw inschrijft voor het nieuwe studiejaar (zie onder ”vervolginschrijving” hierboven) eindigt de inschrijving op 1 september. Ook kan de inschrijving tussentijds op verzoek van de student worden beëindigd. Daarbij kan de student aanspraak maken op gedeeltelijke teruggave van het collegegeld, indien sprake is van: • Beëindiging wegens afstuderen (met ingang van de maand volgens op de maand van afstuderen; daarmee eindigt ook het recht op studiefinanciering en OV-kaart) • Beëindiging in het eerste jaar van inschrijving in de propedeuse (met ingang van de tweede maand volgend op de maand waarin het verzoek is ingediend) • Beëindiging wegens niet aansluiten van praktijkperiodes (met ingang van de maand volgend op de maand waarin het verzoek is ingediend) • Beëindiging wegens ziekte of bijzondere familieomstandigheden (met ingang van de maand volgend op de tweede hele maand waarin de student niet aan het onderwijs heeft kunnen deelnemen) • Beëindiging vanwege andere, zwaarwegende omstandigheden, ter beoordeling door de faculteitsdirectie (met ingang van de tweede maand na de maand waarin het verzoek is ingediend) Verder kan de inschrijving worden beëindigd als gevolg van een negatief bindend studieadvies. Hierbij bestaat ook recht op teruggave van collegegeld, met uitzondering van de maanden juli en augustus. Het is raadzaam om bij bijzondere omstandigheden direct contact op te nemen met de studentendecaan. Bij tussentijdse beëindiging van de studie om andere redenen blijft de student ingeschreven tot het einde van het studiejaar. Er wordt dan ook geen collegegeld terugbetaald.


Bovenstaande informatie is slechts een samenvatting. De procedures zijn nader geregeld in de Inschrijvingsregeling HU (zie www.hu-sharepoint.nl/sites/reglementen). Kijk voor meer informatie over in- en uitschrijven op de website van Bureau Inschrijving: www. hu.nl/LosseSites/Bureau+Inschrijving. 1.3.3 Examencommissie Taken en bevoegdheden De opleiding kent een examencommissie, die onder meer de volgende taken en bevoegdheden heeft: • het toezicht op het afnemen van tentamens en examens • vaststellen en bekendmaken van de uitslag van tentamens en examens • toepassen van het bindend studieadvies • toekennen van voorzieningen bij tentamens • verlenen van vrijstellingen • uitreiken van getuigschriften De examencommissie is bevoegd om bepaalde taken door een of meer leden van die commissie of door examinatoren (docenten of externe deskundigen) te laten uitvoeren. De examencommissie blijft echter altijd eindverantwoordelijk. Samenstelling en besluitvorming De faculteitsdirectie benoemt de examencommissie uit het onderwijsgevend personeel van de desbetreffende opleiding (of groep van opleidingen). Aan de examencommissie kan een ambtelijk secretaris zijn verbonden; deze is geen lid van de commissie. De examencommissie neemt besluiten bij gewone meerderheid van stemmen. Bij staken van stemmen beslist de voorzitter omtrent het te nemen besluit. De besluiten worden in notulen vastgelegd, en de vergaderingen zijn niet openbaar. Afhankelijk van de situatie kan de examencommissie studenten en/ of docenten horen alvorens een beslissing te nemen. De taken en bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van de examencommissie zijn uitgebreid beschreven in de Onderwijs- en examenregeling HU (www.hu-sharepoint.nl/sites/reglementen).


Verzoeken aan de examencommissie De student die in aanmerking denkt te komen voor een vrijstelling, voorziening of andere beslissing waartoe de examencommissie bevoegd is, kan een verzoekschrift bij de examencommissie indienen. Een verzoek moet schriftelijk en gemotiveerd worden ingediend, en eventueel voorzien zijn van bewijsstukken. Ook moeten de naam en het adres van de student erop staan, en moet het zijn ondertekend. De examencommissie maakt tijdig, doch uiterlijk binnen 3 weken na ontvangst van het verzoek haar beslissing schriftelijk aan de aanvrager bekend. Tegen de beslissing op het verzoek staat bezwaar en beroep open (zie hoofdstuk 7). Het verzoekschrift kan gericht worden aan de ambtelijk secretaris van de examencommissie De examencommissie bestaat uit: Annette Wind Voorzitter Vacature Ambtelijk secretaris Gery Gorter Commissielid Exacte vakken Rachel Collins Commissielid Talen Cees Visser Commissielid Maatschappijvakken\ Gery Gorter/Cees Visser Commissieleden Welzijn en Zorg Cathy Ben el Hocine Secretariaat

1.3.4 Onderwijsbalie Bureau Onderwijs- en studentzaken Voor de volgende zaken moet je bij bureau onderwijsen studentzaken zijn: • vragen met betrekking tot de inschrijving • aanvragen van het propedeutisch getuigschrift of het getuigschrift behorend bij het afsluitend examen (diploma). De formulieren hiervoor zijn verkrijgbaar bij de opleiding • financiële onduidelijkheden of onjuistheden • informatie over administratieve studentenzaken. De studentenbalie van het bureau onderwijsen studentzaken bevindt zich op de tweede verdieping van het faculteitsgebouw, kamer 2.084. De balie is geopend van:


• 12.00 – 18.00 uur (maandag t/m donderdag) ) • 12.00 – 16.00 uur (vrijdag). Het bureau onderwijsen studentzaken is op werkdagen van 9.00 – 17.30 uur telefonisch bereikbaar op 030 - 25 47 151/25 47 155. Mailen kan ook: [email protected]. Correspondentie en formulieren kun je na sluitingstijd deponeren in de brievenbus bij de studentenbalie. (kamer 2084) 1.3.5 Studievereniging Studieverenigingen hebben als doel jouw studententijd zo leuk mogelijk te maken. Je vindt hier activiteiten die voor veel gezelligheid zorgen, maar ook voor betrokkenheid bij je studie en je toekomstige vak. De studieverenigingen binnen Hogeschool Utrecht zijn verenigd in de koepelorganisatie OSHU, die hogeschoolbreed de belangen van de diverse verenigingen behartigt.


2. STUDENTENVOORZIENINGEN 2.1

Studie(loopbaan)begeleiding

2.1.1 Inleiding Een afgestudeerd hbo-student wordt geacht zelfstandig te kunnen handelen. Gedurende de opleiding word je daarom ook gestimuleerd tot zelfstandig en initiatiefrijk optreden. Voor het onderwijs betekent dit dat de opleiding die typen onderwijs kiest die zelfstandig en kritisch leren stimuleren, namelijk probleemgestuurd- en project-onderwijs. Als student word je verantwoordelijk gesteld voor je eigen leerproces en studieloopbaan; de opleiding dient daarbij voor randvoorwaarden en voor ondersteuning te zorgen. De wijze waarop de opleiding je in je studie begeleidt sluit aan op onze opvattingen over HBO-niveau, over leren en over onderwijs. ‘Begeleiding geven bij de studie’ vat de opleiding dus op als ‘de student zodanig ondersteunen dat de studievoortgang gefaciliteerd wordt en de ontwikkeling tot zelfstandigheid bevorderd wordt’. De opleiding verzorgt studiebegeleiding op diverse facetten van het studie- en leerproces. We onderscheiden vier typen begeleiding: inhoudelijke begeleiding, begeleiding bij studievaardigheden, studieloopbaanbegeleiding en begeleiding bij persoonlijke (studie)problemen. Er wordt van je verwacht dat je op eigen initiatief gebruik maakt van gepresenteerde vormen van begeleiding. Inhoudelijke begeleiding De begeleiding bij de studie-inhoud wordt op verschillende manieren gegeven. De opleiding zorgt voor een studeerbare opbouw en spreiding van leersituaties. Hiermee verzorgt zij de randvoorwaarden voor het studieproces. De studiehandleidingen geven vervolgens duidelijke informatie over te bereiken kennisen vaardigheidsdoelen. Vakdeskundige docenten ontwerpen studieprogramma’s en verzorgen practica, colleges en spreekuren en begeleiden de studenten op inhoudelijk en competentiegebied. Studieloopbaanbegeleiding Elke student heeft een (vaste) studieloopbaanbegeleider, bij wie de student terecht kan met vragen en problemen die rechtstreeks Instituut Archimedes Bacheloropleiding BIOLOGIE 29

verband houden met de studie. De studieloopbaanbegeleider heeft met name de volgende taken: • gevraagd en ongevraagd informatie verstrekken over de inhoud en organisatie van het onderwijs • bewaking en bespreking van studieresultaten • adviseren van studenten bij het maken van keuzes, die in het kader van de opleiding van belang zijn • verwijzen naar studentendecaan in kwesties die niet direct met de studie te maken hebben (persoonlijke omstandigheden, studiefinanciering, bezwaar en beroep, etc.). Begeleiding bij studieproblemen Bij problemen van persoonlijke aard, die belemmerend zijn voor het studeren, en bij problemen met het studeren zelf, kan de student al dan niet in overleg met de studie(loopbaan)begeleider een beroep doen op de studentendecaan. Deze kan de student eventueel doorverwijzen naar bijvoorbeeld een studentenpsycholoog, assertiviteitscursus, faalangsttraining, multiculturele begeleiding of voorzieningen bij handicap. Docenten die problemen signaleren kunnen de student adviseren contact op te nemen met de studie(loopbaan)begeleider of studentendecaan, maar de student neemt zelf het initiatief tot dit contact. 2.2 Studentendecaan De studentendecanen behartigen studentenbelangen in de ruimste zin. Ze zijn er voor alle studenten van HU, dus ook voor jou. Ze geven hulp, informatie, advies en begeleiding aan studenten over studie en onderwijs, onderwijszaken en studentenvoorzieningen. De decanen hebben een onafhankelijke positie binnen de faculteit. Ze hebben een geheimhoudingsplicht. Zonder jouw toestemming wordt geen mededeling aan anderen gedaan (zoals ouders en docenten) over de inhoud van de gesprekken. Veel studenten worden door hun slb-er naar het decanaat verwezen, maar je kunt ook op eigen initiatief komen. Je kunt bij de decanen terecht onder andere de volgende zaken bespreken: • financiele steunaanvragen bij het Noodfonds of het Steunfonds van HU (zie ook regelingen 1.1.4.) toelatingseisen, uitschrijving, inschrijving elders;


• vervolgopleidingen, twijfel over studie of beroepskeuze; • studiestaking of onderbreking; • een (dreigend) bindend negatief studieadvies; • studievertraging; • studiebelemmerende persoonlijke omstandigheden; • verwijzing naar het Bureau Studentpyschologen; • studeren met een functiebeperking en het zo nodig aanvragen van een extra jaar beurs; • andere kwesties op het gebied van studiefinanciering, uitkeringen, fondsen; • bezwaar en beroep tegen b.v. een beslissing van de examencommissie; • conflictsituaties op de opleiding. Via de decanen kun je je ook opgeven voor trainingen in bij voorbeeld assertiviteit, studieplanning en de omgang met faalangst. Het is van belang je tijdig bij het decanaat te melden. Voor bepaalde voorzieningen, zoals bij voorbeeld het steunfonds, gelden termijnen waarbinnen je je moet melden. Daarnaast geldt uiteraard: hoe eerder je een probleem aanpakt, hoe sneller het in het algemeen is opgelost en hoe langer je plezier hebt van de oplossing. Het studentendecanaat bevindt zich op de tweede verdieping, kamers 2.052, 2.054 en 2.056. Er is een inloop- en telefonisch spreekuur tussen 13.00 en 14.00 uur. Het is ook mogelijk buiten die tijden langs te komen of te bellen voor het maken van een afspraak. Avondstudenten kunnen bellen voor een afspraak wanneer een bezoek overdag niet goed mogelijk is. De studentendecanen zijn ook via e-mail te bereiken. Zie ook artikel 40 Studentenstatuut en Reglement Studentendecanen HU (www.reglementen.hu.nl) Vanaf 1 januari 2007 is er een Centrum voor Studiekeuze , een gezamenlijk initiatief van Hogeschool Utrecht en de Universiteit Utrecht. Twijfel je over je opleiding, ben je vastgelopen of wil je doorstuderen na je bachelor-diploma, dan kun je hier terecht voor advies en ondersteuning met betrekking tot je studiekeuze. Ga naar je studentendecaan voor meer informatie of kijk op www. studiekeuze.hu.nl


De studentendecanen zijn: Jos Nijsen tel. 030 - 254 73 44, km. 2.052, e-mail [email protected] Ton van den Berg tel. 030 - 254 71 08, km. 2.056, e-mail [email protected] Barber van Manen tel. 030 - 254 71 07, km. 2.054,e-mail [email protected] Irene Lansdaal tel. 030 – 254 73 44, km. 2.052, e-mail [email protected] 2.3 Vertrouwenspersoon Hogeschool Utrecht heeft een regeling tegen seksuele en verbale intimidatie. Seksuele en verbale intimidatie worden op onze hogeschool absoluut niet getolereerd. Dit om te voorkomen dat medewerkers of studenten door intimidatie belemmerd worden in hun werk, studie of stage. Seksuele intimidatie loopt uiteen van ongewenste dubbelzinnige opmerkingen en handtastelijkheden tot zelfs pogingen tot aanranding en verkrachting. Verbale intimidatie is het ernstig lastigvallen, beledigen, bedreigen, aanvallen of discrimineren van iemand door woord, geschrift of houding. Heb je last van intimiderend en/of ongewenst gedrag of signaleer je dit in je omgeving, meldt het dan bij de vertrouwenspersoon van jouw faculteit, of bij één van de andere faculteiten. De vertrouwenspersoon bedenkt dan samen met jou een strategie om de intimidatie te doen stoppen. De vertrouwenspersoon is onafhankelijk, praat met niemand over wat je vertelt en onderneemt geen actie zonder jouw toestemming. De brochure “Vertrouwenspersoon voor studenten en medewerkers” is verkrijgbaar bij de vertrouwenspersoon. Meer informatie vind je ook op www.studentzaken.hu.nl. Wanneer studenten over deze onderwerpen liever iemand van buiten de hogeschool raadplegen, kan contact worden opgenomen met de Vertrouwensinspecteur Hoger Onderwijs, telefoon (030) 666 57 04. Zie ook artikel 51 Studentenstatuut en Reglement tegen sexuele en verbale intimidatie (www.hu-sharepoint.nl/sites/reglementen). 32 Instituut Archimedes Bacheloropleiding BIOLOGIE

De Faculteit Educatie heeft twee vertrouwenspersonen: • Maryam Mildenberg, telefoon 020 - 6442822, e-mail: [email protected] • Hettie Siemons, kamer 3055, tel. 06 52662531, e-mail: [email protected] 2.4 Studentenarts In geval van door ziekte gemiste toetsen, studiestaking door ziekte of bij het aanvragen voor ondersteuning uit het studentensteunfonds, is het overleggen van een doktersverklaring soms noodzakelijk. Niet iedere huisarts wil dergelijke verklaringen ten behoeve van derden afgeven. Bovendien heeft de KNMG (Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot Bevordering der Geneeskunst) een richtlijn uitgegeven dat de behandelende arts niet de aangewezen persoon is om zo’n verklaring af te geven. Wanneer je een verklaring over je gezondheid nodig hebt en je eigen huisarts kan of wil deze niet geven, kun je naar een studentenarts gaan. Vraag aan je decaan om een verwijzing. De studentenarts van de Hogeschool Utrecht is: de heer C.J. Post Uiterweer, telefoonnummer (030) 275 95 00, Dekhuyzenstraat 60, 3572 WN Utrecht. 2.5 Bureau Studentenpsychologen Bureau Studentenpsychologen biedt op verzoek kortdurende psychologische hulp aan alle studenten van de HU. Dat kan een kortdurende therapie zijn (van maximaal acht gesprekken) of een groepstraining, zoals faalangsttraining, sociale vaardigheidstraining, omgaan met depressieve klachten en omgaan met angstklachten. Als het maximum aantal gesprekken te weinig blijkt te zijn of de hulp niet aansluit bij jouw problemen en/of hulpverwachting, kan Bureau Studentenspychologen je helpen de weg te vinden naar andere hulpverlenende instanties binnen of buiten Utrecht. Voor aanmelding bij het Bureau is een verwijzing nodig van een studentendecaan. Neem dus eerst contact op met de decaan voor een verwijzing. Vervolgens kun je langskomen of je telefonisch aanmelden tijdens de spreekuren. Vertrouwelijkheid staat voorop. Niemand anders dan jij en het Bureau Studentenpsychologen kent de inhoud van de gesprekken. En alleen als jij dat wilt, kunnen er anderen bij betrokken worden. Bureau Studentenspychologen is een voorziening van Hogeschool Utrecht. Er zijn voor jou dus geen onkosten aan verbonden.


Zie voor meer informatie www.studentzaken.hu.nl. De studentenpsychologen - Mariëtte Koenraadt, Annelies Weener en Herman Wilms - zijn bereikbaar op kamer 2.048, tel. 030 - 254 71 47, in het gebouw van de FE, Archimedeslaan 16. Spreekuur: maandag en woensdag van 13.30 tot 14.30 uur. Aanmelding bij voorkeur op het spreekuur, indien nodig ook op andere tijden. 2.6 Mediation Als je als student een conflict hebt met een medestudent of met een docent, en het lukt niet om dit onderling op te lossen, dan kun je een gesprek aangaan met een mediator. Een mediator is een competente, onafhankelijke bemiddelaar die probeert met beide partijen tot een oplossing te komen. Meer informatie vind je op www.studentzaken.hu.nl 2.7 Financiële steun Hogeschool Utrecht biedt financiële ondersteuning aan studenten die om speciale redenen studievertraging oplopen. De afstudeersteun is hogeschoolbreed geregeld in de Steunfondsregeling HU. Ook is er het Noodfonds dat financiële hulp biedt bij onvoorziene omstandigheden, geregeld in de Noodfondsregeling HU. Beide regelingen zijn te vinden op www. reglementen.hu.nl In deze regelingen zijn voorwaarden opgenomen voor het in aanmerking komen van de steun en welke procedure daarbij geldt. Afstudeersteun Deze ondersteuning is bedoeld voor studenten die door bijzondere omstandigheden studievertraging hebben opgelopen tijdens de periode waarin ze recht op een WSF-beurs hebben. Dit is nader geregeld in hoofdstuk D van de Steunfondsregeling. Noodfonds Voor studenten die door onvoorziene omstandigheden in acute financiële nood verkeren heeft de HU een voorziening in de vorm van een Noodfonds voor studenten. Een bijdrage uit het Noodfonds is in principe een lening, maar in voorkomende gevallen kan er een gift verstrekt worden. Je kunt een aanvraag uit het Noodfonds voor studenten alleen doen via de studentendecaan. Dit is nader geregeld in artikel 47a van het Studentenstatuut HU en in de Noodfondsregeling HU. 34 Instituut Archimedes Bacheloropleiding BIOLOGIE

Zie voor financiële ondersteuning van bestuurlijk actieve studenten par. 2.17.2. 2.8 Studeren met een functiebeperking Als je een functiebeperking hebt, vraagt studeren, net als veel andere dingen, méér inzet. De Hogeschool Utrecht geeft daarom gerichte ondersteuning aan studenten met een functiebeperking. Je studentendecaan van je faculteit kan je met raad en daad ter zijde staan bij het organiseren van je studie. Er is veel mogelijk: • aangepaste studieplanning • speciale studiefaciliteiten (zoals extra tijd om iets af te ronden) • toegankelijkheid van onderwijslocaties • voorzieningen voor de deelname aan het onderwijs (bv. speciaal materiaal) • aangepaste huisvesting • hulp bij het indienen van aanvragen bij instanties zoals de examencommissie (voor bv. verlenging van tentamentijd) • het in bruikleen krijgen van noodzakelijke hulpmiddelen of het verkrijgen van (financiële) hulp voor de aanschaf daarvan • ondersteuning van verzoeken aangaande studiefinanciering bij de Informatie Beheer Groep Een verzoek voor aanpassingen in het studieprogramma of examentijdverlenging dient schriftelijk, met redenen omkleed en zo mogelijk van bewijsstukken voorzien, bij de examencommissie te worden ingediend. Het besluit van de examencommissie wordt schriftelijk meegedeeld aan de student. Dit besluit is in principe ook geldig wanneer je onderwijs volgt aan een andere opleiding binnen de HU (overdraagbaarheid). Je hebt zelf de verantwoordelijkheid dit tijdig te melden. De volledige procedure is opgenomen in de Onderwijs- en Examenregeling HU (www.reglementen.hu.nl) en/of die van de faculteit. Zie ook par. 1.3.4 en 6.3.3. Neem contact op met je decaan voor meer informatie. Heb je moeite de juiste persoon te vinden, dan kun je terecht bij de HUcoördinator Studie en handicap, Jacqueline de Ruiter, tel. 030-230 8293. Zie verder www.studentzaken.hu.nl en www.handicap-studie. nl. 2.9 Keuzevakken taal- en studievaardigheden Om je taal- en studievaardigheden te vergroten kun je gebruik maken van het aanbod van interfacultaire keuzevakken voor allochtone studenten. Instituut Archimedes Bacheloropleiding BIOLOGIE 35

De folder Succesvol studeren, ook als Nederlands niet je moedertaal is is te verkrijgen bij je studentendecaan. Je vindt de cursussen in OSIRIS (www.osiris.hu.nl). Na het inloggen ga je naar onderwijs. Vul bij cursussoort ‘interfacultair keuzeaanbod’ in en bij faculteit ‘centrale organisatie’. Kun je niet inschrijven? Neem dan contact op met Christine Spijkerman, telefoon (030) 230 83 84 of e-mail christine.spijkerman@ hu.nl. 2.10 Mentorproject Als beginnend student kan het lastig zijn om je weg te vinden binnen de studie. Hoe pak je het studeren aan, wat doe je bij misverstanden met je ouders, je docenten of medestudenten? Als Nederlands niet je eerste taal is, is er voor jou een ouderejaars student als mentor beschikbaar. De mentor put uit zijn of haar ervaring en kan daarmee van grote steun zijn in het moeilijke eerste jaar. Is Nederlands niet je moedertaal en heb je belangstelling voor een ouderejaars als mentor, of ben je ouderejaars student en wil je graag mentor worden? Neem dan contact op met Christine Spijkerman voor meer informatie: telefoon (030) 230 83 84 of e-mail christine. [email protected] 2.11 Mediatheek De mediatheken van Hogeschool Utrecht kun je van achter je computer bezoeken. Via de gezamenlijke website www.mediatheek. hu.nl heb je toegang tot de catalogus van Hogeschool Utrecht, waarin je in alle HU mediatheekcollecties kunt zoeken, en heb je toegang tot de catalogus van de Universiteit Utrecht. Verder vind je hier relevante internetlinks over de verschillende vakgebieden en heb je via diverse databanken toegang tot het laatste nieuws, juridische informatie, marktinformatie, vakspecifieke informatie en nog veel meer. Je kunt via de gezamenlijke website ook doorklikken naar de afzonderlijke sites van de faculteitsmediatheken met hun specifiekere aanbod aan digitale informatie. Naast digitale informatie kun je uiteraard op de verschillende locaties ook terecht voor boeken, tijdschriften en andere materialen. Als HU student kun je in elke HU mediatheek en bij de bibliotheek van de Universiteit Utrecht gratis lenen op vertoon van je collegekaart.


Zie ook artikel 41 Studentenstatuut (www.reglementen.hu.nl). Openingstijden (wijzigingen voorbehouden): • maandag 8.30 – 21.00 uur • dinsdag 8.30 – 20.00 uur • woensdag 8.30 – 20.00 uur • donderdag 8.30 – 21.00 uur • vrijdag 8.30 - 17.00 uur. Tijdens vakanties geopend tot 17.00 uur. N.B. De mediatheek is onderdeel van Instituut Archimedes, maar is vrij toegankelijk voor studenten van alle afdelingen. 2.12 ICT-faciliteiten 2.12.1 Algemeen Hogeschool Utrecht biedt haar studenten een aantal standaard ICT-faciliteiten aan. Je hebt toegang tot (de meeste van) deze faciliteiten via je eigen HU inlognaam en wachtwoord. Je HU inlognaam en wachtwoord krijg je vlak voor aanvang van je studie per brief thuisgestuurd. Zodra je deze hebt ontvangen kun je (onder andere) inloggen op: • je eigen mailadres (webmail.hu.nl); • de computers aanwezig op de hogeschool; • de online catalogus van de mediatheek (www.catalogus.hu.nl); • het intranet van de hogeschool (www.sharepoint.hu.nl ); • je eigen ruimte om bestanden op te slaan (zie intranet, My Site); • OSIRIS Student (www.osiris.hu.nl); • indien aanwezig toegang tot het draadloze netwerk. Daarnaast zijn er nog een aantal openbare sites waarop je kunt inloggen met je HU wachtwoord, zoals Surfspot (www.surfspot.nl). Hier kun je tegen gereduceerde prijs software kopen. Medelingen voor studenten over lessen en tentamens worden via mededelingenborden, het intranet en de studentenmail bekend gemaakt. Ook correcties en aanvullingen op de studiegids worden zo bekend gemaakt. Studenten worden geacht zich actief te informeren via de voor hen bestemde post en mededelingen, te zorgen dat hun postadres bij de studentenadministratie klopt, en regelmatig het door de Hogeschool verleende e-mail adres te lezen.


2.12.2 Studentenmail Elke student aan Hogeschool Utrecht heeft een eigen HU e-mailadres. Deze studentenmail is een belangrijk communicatiemiddel om je over actuele informatie van je opleiding te informeren. De mailbox is toegankelijk via de webversie van Microsoft Outlook (webmail.hu.nl). Inloggen kan met je standaard HU wachtwoord. Het HU e-mail adres is als volgt opgebouwd: [email protected] . De studentenmail is zeer gebruiksvriendelijk en heeft veel mogelijkheden. Behalve e-mail heb je ook de beschikking over een agenda en een taken- en contactpersonenlijst. Verder kun je makkelijk met medestudenten en docenten mailen. Via het adresboek kun je namelijk alle mailadressen opzoeken. De capaciteit van je mailbox is 100Mb. Er worden geen berichten aan privé e-mail adressen (zoals hotmail. com) gestuurd. Het is wel mogelijk om mail naar je privé mailadres door te sturen. Je blijft er echter zelf verantwoordelijk voor dat de e-mail aankomt en door jou gelezen wordt. 2.12.3 Sharepoint Hogeschool Utrecht gebruikt sinds 1 september 2005 Sharepoint als interne webomgeving. Hierop kun je veel informatie vinden van je opleiding, maar ook van de hogeschool. Tevens kun je op Sharepoint een eigen My Site maken, waarop je bestanden kunt plaatsen die je zowel thuis als op school kan openen en wijzigen. Je kunt hierop ook werkruimten creëren om gezamenlijk met andere studenten aan een project of werkstuk te werken. Toegang tot je eigen My Site verkrijg je door in te loggen op Sharepoint (www.sharepoint.hu.nl) en te klikken op de link My Site, die je rechts bovenin het scherm vindt. Steeds meer cursussen maken ook gebruik van Sharepoint om informatie over de cursus te verspreiden. 2.12.4 OSIRIS Student OSIRIS staat voor Onderwijs en Studenten Informatie, Registratie en Inschrijf Systeem. Hogeschool Utrecht gebruikt dit systeem voor de registratie van studenten. Hierin worden alle gegevens, cijfers en ook toetsinschrijvingen van studenten bijgehouden. Elke student heeft zelf toegang tot OSIRIS via www.osiris.hu.nl. Eenmaal ingelogd kun je gebruik maken van de volgende basis functionaliteiten: 38 Instituut Archimedes Bacheloropleiding BIOLOGIE

• Cijfers inzien Via het tabblad Resultaten zie je welke cijfers je voor de laatste 10 toetsen of cursussen hebt behaald. Wil je alle resultaten in het huidige studiejaar zien, kijk dan bij het tabblad Voortgang. Onder Dossier vind je een overzicht van de resultaten die je gedurende je hele studie hebt behaald. Je kunt zelf bepalen of je alles wil zien of bijvoorbeeld alleen de resultaten uit de hoofdfase. • Studievoortgang Wil je weten welke vakken je nog moet volgen voor je kunt afstuderen, ga dan weer naar het tabblad Voortgang. Onder het kopje Studievoortgang selecteer je de opleiding die je volgt en geeft aan dat je ‘nog te volgen onderwijs’ wilt zien. OSIRIS vergelijkt jouw resultaten dan met het curriculum dat je volgt en geeft aan wat je gehaald hebt en wat je nog moet doen. Wanneer dit overzicht niet werkt, dan is jouw curriculum (examenprogramma) mogelijk nog niet vastgelegd. Meld dit bij de administratie. • Toets- en Cursusinformatie Alle informatie over toetsen, cursussen, minors en keuzecursussen, en over de wijze van inschrijven is te vinden in OSIRIS. • Adres wijzigen Op het tabblad Personalia kun je zelf je adres wijzigen. 2.12.5 Wachtwoord Je HU wachtwoord verloopt 14 maanden na de laatste keer dat je wachtwoord is gewijzigd (in de meeste gevallen dus in september of oktober). Je krijgt dan vanzelf het verzoek om een nieuw wachtwoord in te voeren. Dit kan vanaf elke werkplek op de hogeschool. Vanuit thuis je wachtwoord wijzigen kan via de website www.wachtwoord.hu.nl. Het nieuwe wachtwoord dat je kiest moet uit acht posities bestaan en zowel letters als cijfers bevatten. Voor vragen en ondersteuning m.b.t. je wachtwoord kun je je wenden tot de balie van de mediatheek (zie par. 2.11). 2.12.6 Informatiebeveiliging en privacy Hogeschool Utrecht hecht veel waarde aan informatiebeveiliging. Dit betekent dat we op infrastructureel gebied maatregelen hebben genomen om alle gegevens binnen de hogeschool zo goed mogelijk tegen misbruik te beschermen. Daarnaast bestaan er regels ten aanzien van het gebruik van de computers en het netwerk op de Instituut Archimedes Bacheloropleiding BIOLOGIE 39

Hogeschool, de ICT-gedragsregels. Hieraan dienen alle gebruikers van de ICT-voorzieningen binnen de hogeschool zich te houden. Als gebruiker kun je ook zelf e.e.a. doen om de veiligheid te vergroten, zoals: • laat de pc waarop je bent aangemeld niet onbeheerd achter; • geef je wachtwoord niet aan anderen; • haal brieven en lijsten met vertrouwelijke gegevens direct bij de printer op; • Mail vragen en/of missers op het gebied van vertrouwelijkheid van gegevens aan [email protected]. Hogeschool Utrecht kent tevens een privacy reglement op grond van de Wet Persoonsregistraties. Hierin is de bescherming van persoonsgegevens geregeld. In dit reglement staat onder meer welke informatie geldt als vertrouwelijk en welke regels gelden ten aanzien van het gebruik van deze gegevens. Een speciale medewerker houdt toezicht op de naleving hiervan: de Functionaris voor de Gegevensbescherming privacy (FG-p). Op de site www. informatiebeveiliging.hu.nl lees je meer hierover. Zie ook Gedragsregels ICT en Privacyreglement persoonsgegevens studenten HU (www.reglementen.hu.nl) 2.13 International Office Alle studenten van Hogeschool Utrecht hebben de mogelijkheid om voor studie of stage naar het buitenland te gaan. Voor sommige studenten (IBMS en IBL) is dit zelfs een verplicht onderdeel van het bachelor programma. Alle andere studenten kunnen in hun eigen profileringsruimte hiervoor kiezen. Heb je interesse in een (half) jaar Canada, de Verenigde Staten, Thailand, Nieuw Zeeland of Europa? Dan kan het International Office je wellicht helpen. 2.13.1 Study abroad Hogeschool Utrecht heeft een groot aantal uitwisselingspartners zowel in Europa als daarbuiten. Het International Office onderhoudt de contracten met partneruniversiteiten, doet de selectie en plaatsing, helpt je bij de introductie en verzamelt de evaluatierapporten. Elk jaar verzorgt het International Office speciale informatiebijeenkomsten (meestal in oktober/november) over een studie in het buitenland.


Wil je je aanmelden voor een uitwisselingsprogramma of internationale Minor van Hogeschool Utrecht? Kijk dan eerst op www.sharepoint.hu.nl/sites/international onder Study abroad voor de mogelijkheden, voorwaarden en formulieren. Je vindt er bovendien informatie over beschikbare beurzen. LET OP: de deadline om je aan te melden voor Study abroad is doorgaans rond januari. De exacte datum wordt bekend gemaakt via Sharepoint. Op de FEM, FCJ, FNT en FMR is er een International Office desk waar je terecht kunt voor algemene vragen, meer informatie of formulieren. De locaties en openingstijden vind je op www. sharepoint.hu.nl/sites/international. Studenten van de FG en FE kunnen ook bij één van deze desks terecht. Voor meer specifieke vragen kun je het beste een afspraak maken via (030) 275 89 28 of [email protected]. 2.13.2 Stage in het buitenland Wil je stage lopen buiten Nederland? De eerste stappen die je hierbij kunt nemen, zijn het inschakelen van de leerwerkplekcoördinator of het bureau leerwerkplekken van je opleiding. Zij hebben informatie over de te volgen procedure en zijn degenen die hun goedkeuring aan je stageplaats moeten geven. Dan begint het actief zoeken naar een stageplaats. Soms kunnen stagecoördinator of stagebureau je ook hierbij op weg helpen. Begin vooral vroeg, een jaar van tevoren is meestal wel aan te raden. Zeker als je buiten Europa op stage wilt gaan, want het regelen van een visum kan soms minstens zo lang duren. Tip: Kijk voor informatie over beurzen voor je stage op www. sharepoint.hu.nl/sites/international bij Internships. Daarnaast is de www.wilweg.nl een goede informatiebron, met o.a. handige stagesites en een checklist. Contactinformatie International Office Heb je een specifieke vraag? Kom langs bij de International Office desks! De locaties en openingstijden vind je op www.sharepoint. hu.nl/sites/international. Of mail naar [email protected]. Het is de bedoeling dat een front office van het International Office vanaf september 2006 ook op de Faculteit Educatie van start gaat. Ook kun je terecht bij coordinatoren internationalisering van je afdeling. Die kunnen je ook voorlichten over de specieke beurzen voor docenten-in-opleiding, zoals Plato+ en Comenius beurzen. Instituut Archimedes Bacheloropleiding BIOLOGIE 41

Hieronder vind je de namen van de coordinatoren per afdeling. Instituut Archimedes(cluster Talen): mw. Sandra Collins, tel. 0302547326, ([email protected]) Instituut Archimedes(overige clusters): mw. Annette Wind , tel. 0302547268 ([email protected]) 2.14 Wettelijke aansprakelijkheid en ongevallen In beginsel is de student zelf aansprakelijk voor schade veroorzaakt aan derden en gevolgen van ongevallen. Een aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren kan bij verzekeringsmaatschappijen worden afgesloten. Voor ongevallen/overlijden en voor wettelijke aansprakelijkheid tijdens het verblijf in of op weg naar gebouwen van de faculteit, heeft Hogeschool Utrecht een beperkte verzekering. Activiteiten in het kader van de studie buiten de HU-locaties (in Nederland) vallen hier ook onder, evenals activiteiten in het kader van het HU-onderwijs in het buitenland. Studenten die in het kader van HU-onderwijs naar het buitenland gaan wordt echter ten sterkste geadviseerd een aanvullende verzekering af te sluiten. Bij schade toegebracht door een student tijdens de stage, wordt eerst de WA-verzekering van de stagebiedende instelling aangesproken. Daarna de WA-verzekeraar van de student; is deze er niet of weigert de verzekeraar de schade te vergoeden, dan biedt de HU-verzekering in beginsel dekking. 2.15 Medezeggenschap Instemming van studenten met het beleid van de hogeschool is erg belangrijk. Hierdoor blijft het onderwijs en de regelgeving studentvriendelijk. We besteden daarom veel aandacht aan inspraak. 2.15.1 Inspraakorganen Je treft medezeggenschap op onze hogeschool op drie niveaus aan: • Opleidingscommissies (OC’s) controleren en adviseren de afdelingsdirecties. Het gaat hier bijvoorbeeld om de inhoud van het curriculum, de studiebegeleiding die aangeboden wordt en de praktijkcomponent van een opleiding. Alles wat met jóuw opleiding te maken heeft. Elke opleiding binnen de hogeschool heeft zo’n opleidingscommissie. 42 Instituut Archimedes Bacheloropleiding BIOLOGIE

• De faculteitsdirectie wordt gecontroleerd door de Facultaire Medezeggenschapsraad (FMR). Ze spreken met elkaar over alle opleidingsoverstijgende zaken binnen een faculteit. Hierbij moet je denken aan randvoorwaarden, zoals ICT-voorzieningen, de catering en het facultaire praktijkbureau. Maar ook de begroting van de faculteit komt langs. Elke faculteit kent een FMR; er zijn er dus zes in totaal. • De Centrale Medezeggenschapsraad (CMR) tot slot controleert de allerhoogste directie van de hogeschool: het College van Bestuur (CvB). Hier gaat het om hogeschoolbrede onderwerpen, zoals de onlangs nieuw ingevoerde merkenstructuur, de hogeschoolbrede begroting, en samenwerkingsverbanden met andere hogescholen. Er is één CvB, dus ook één CMR. De inspraakorganen hebben tal van mogelijkheden om hun invloed uit te oefenen, met als uiteindelijke doel het verhogen van de kwaliteit van het onderwijs. Kijk voor meer informatie over medezeggenschap en de inspraakorganen op www.studentzaken. hu.nl. Zie ook de reglementen voor de Centrale Medezeggenschapsraad, Faculteitsmedezeggenschapsraad en Opleidingscommissies, hoofdstuk 6 van het Studentenstatuut HU, en het Kiesreglement CMR-FMR-personeelsraden (www.reglementen.hu.nl). 2.15.2 Ondersteuning bestuurlijk actieve studenten Hogeschool Utrecht stimuleert studenten om bestuurlijk actief te zijn, zodat je bestuurlijke en organisatorische vaardigheden in de praktijk kunt opdoen. Daarnaast zien we graag dat zoveel mogelijk studenten betrokken worden bij de beleidsontwikkeling van de hogeschool. Daarom zijn er tal van voorzieningen in het leven geroepen: • Als studentlid van een inspraakorgaan kun je je gratis en onbeperkt laten trainen in bepaalde competenties. • Er is een handboek voor studentleden die zitting nemen in opleidingscommissies. • Via het speciaal voor alle bestuurlijk actieve studenten opgezette intranet (www.bps.hu.nl) kun je vliegensvlug kennis en informatie delen met studentleden uit andere inspraakorganen. • Uiteraard doe je het niet voor niets, behalve een flinke hoeveelheid bestuurlijke ervaring krijg je per vergadering € 40,-.


Wil je graag lid worden van een (of meerdere) inspraakorga(a)n(en), dan kan dat door je kandidaat te stellen bij de eerstkomende verkiezingen. Raadpleeg met vragen over de OC het secretariaat van je opleiding of stuur een email naar [email protected]. Zie voor meer informatie ook www.studentzaken.hu.nl. 2.16 Studium Generale Studium Generale organiseert cursussen, trainingen, workshops, ontmoetingen en debatten voor studenten, docenten en medewerkers van Hogeschool Utrecht. De activiteiten van Studium Generale zijn gericht op kleinschalige, inspirerende en interdisciplinaire ontmoetingen tussen mensen die verbonden zijn aan HU. Deelname is in principe vrij en kosteloos. Zijn er wel kosten aan verbonden, dan is dat altijd aangegeven bij de desbetreffende activiteit. Het actuele aanbod vind je in OSIRIS en op www.studiumgenerale. hu.nl. Het aanbod wordt iedere vier maanden vernieuwd. De cursussen voor studenten kunnen – ter beoordeling door de examencommissie - ingepast worden in de profileringsruimte en zijn te volgen tegen studiepunten. Meer informatie over het aanbod en aanmelding vind je op www. studiumgenerale.hu.nl. 2.17 Studentenvereniging 2.17.1 Algemeen Utrecht heeft een bruisend studentenleven. De verenigingen en studentenorganisaties in allerlei soorten en maten dragen daar hun steentje aan bij. Het bekendst zijn de gezelligheidsverenigingen. Er zijn ook verenigingen die een andere inslag hebben, zoals de levensbeschouwelijke studentenverenigingen, internationale en interculturele verenigingen. En natuurlijk hebben studenten ook allerlei eigen sportverenigingen en culturele verenigingen. Een overzicht van verenigingen vind je op www.utrecht.studiestad.nl HU geeft financiële steun aan studentenverenigingen. De subsidie kan gegeven worden voor structurele en voor incidentele activiteiten. Wil je meer weten over het aanvragen van subsidie? Kijk dan op www.utrecht.studiestad.nl Ter verduidelijking nog even het volgende. Naast studentenverenigingen zijn er ook studieverenigingen. 44 Instituut Archimedes Bacheloropleiding BIOLOGIE

Studieverenigingen zijn gekoppeld aan je opleiding. Zie hiervoor par. 1.3.6. 2.17.2

Bestuursbeurs en stimuleringsfonds

Bestuursbeurs Zit je in het bestuur of in een commissie van een studentenvereniging (Utrechtbreed of hogeschoolbreed), dan kun je in aanmerking komen voor een bestuursbeurs. Een bestuursbeurs is een toelage die dient als compensatie voor de studievertraging die je door je bestuursactiviteiten oploopt en die je buiten je prestatiebeurs ontvangt. Welke studentenorganisaties en bestuurlijke functies in aanmerking komen voor een bestuursbeurs kun je vinden in de Bijlage bij de Regeling bestuursbeurzen voor studentbestuurders in studentenorganisaties UU/HU .Zie ook hoofdstuk F van de Steunfondsregeling HU (www.reglementen.hu.nl). Kijk voor meer informatie over de procedure of voor het aanvragen van een bestuursbeurs op www.studentzaken.hu.nl. Stimuleringsfonds HU-studenten zijn ondervertegenwoordigd in de besturen van studentenverenigingen. Daarom heeft Hogeschool Utrecht buiten de hierboven genoemde vergoeding een stimuleringsfonds in het leven geroepen. Kijk voor meer informatie op www.studentzaken. hu.nl onder het kopje bestuursbeurs. Heb je nog vragen, neem dan contact op met Noortje de Bondt ([email protected]). 2.18 Werken naast je studie De studiefinanciering is geen vetpot, dus veel studenten hebben een bijbaantje. Naast je studiefinanciering mag je in niet te veel bijverdienen, anders heeft dat gevolgen voor de hoogte van je studiefinanciering. Kijk voor meer informatie op de site van de Informatie Beheer Groep (www.ib-groep.nl). Wil je een bijbaan die goed betaalt en die ook een beroep doet op de kennis en vaardigheden die jij in je studie hebt opgedaan? Via de website http://kennislatenwerken.nl vind je bedrijven uit de regio die stages, projecten of een bijbaan op niveau aanbieden. Je kunt ook in contact komen met kenniscentra waar studenten gezamenlijk onder leiding van een lector toepassingsgericht onderzoek of productinnovatie doen. Instituut Archimedes Bacheloropleiding BIOLOGIE 45

Interval Student is een uitzendbureau dat parttime studiegericht werk aanbiedt, passend bij je vooropleiding en je wensen. Voor meer informatie of een passende baan kun je terecht op www. intervalstudent.nl. Werk je echter zo veel dat je er studievertraging door oploopt, dan is het vaak verstandiger om extra geld te lenen bij de IB-groep. Overleg zonodig met je studentendecaan (zie par. 2.2). 2.19 Topsport Hogeschool Utrecht heeft een breed scala aan faciliteiten voor studenten die hun studie willen combineren met een carrière in de topsport. Deze voorzieningen worden verstrekt op basis van de individuele omstandigheden en het niveau waarop je de sport beoefent. Je kunt een beroep doen op de volgende faciliteiten: • begeleiding in het plannen van je studie; • indien noodzakelijk: uitstel of verplaatsing van tentamens; • samenwerking met coaches, trainers, sportbonden, Olympische steunpunten en de afdeling Individuele Begeleiding van NOC*NSF; • mogelijkheid gebruik te maken van sportaccommodaties - bemiddeling bij huisvesting en sportmedische begeleiding; • vergoeding van (een deel van de) extra kosten die het beoefenen van topsport voor de student met zich meebrengt; • financiële ondersteuning als je studievertraging oploopt ten gevolge van sporten op topniveau. Voor meer informatie neem je contact op met topsportcoördinator HU, Mieke Wikkerman ([email protected] of 030 - 2585 126) of met je studentendecaan (zie 2 2.). 2.20 Trajectum Trajectum is de redactioneel onafhankelijke krant van Hogeschool Utrecht die tweewekelijks verschijnt. Naast actuele informatie over HU zelf, vind je er ook artikelen over studeren en het studentenleven en over het hoger onderwijs in het algemeen. Trajectum wordt verspreid via displays op alle locaties van de hogeschool. Meer informatie en het laatste nieuws vind je op www.trajectum.hu.nl.


2.21 Sport en Cultuur Als student kun je tegen aantrekkelijke tarieven sporten bij Olympos op de Uithof, het sportcentrum van Hogeschool Utrecht en de Universiteit Utrecht. Je kunt er deelnemen aan allerlei cursussen, instuiven, maar ook lid worden van een studentensportvereniging. Meer informatie vind je op www.olympos.nl. Wil je iets cultureels doen in Utrecht? Wil je bekwamen in muziek, theater of dans? Speel je piano en wil je oefenen of zoek je een orkest of een theatergroep? Ga dan naar Parnassos, het Internationaal & Cultureel centrum van de Universiteit Utrecht. Studenten van HU zijn er welkom tegen studentenprijzen. Parnassos is er aan de Kruisstraat en op De Uithof (www.parnassos.nl). Ben je eerstejaarsstudent? Dan ontvang je in januari gratis de Pas in Utrecht. Met deze cultuurpas kun je een jaar lang gratis naar voorstellingen van meer dan achttien culturele instellingen. Kijk voor meer info en de cultuuragenda op www.pasinutrecht.nl. Kijk voor meer informatie op www.studentzaken.hu.nl. Zie ook artikel 42 Studentenstatuut (www.reglementen.hu.nl). 2.22 Huisvesting Voor een leuke betaalbare kamer in Utrecht zul je zelf actie moeten ondernemen. De kamernood in Utrecht is hoog. Vraag bij het studieinformatiecentrum (030-236 80 40 of [email protected]) van Hogeschool Utrecht de informatieve brochure Op kamers in Utrecht aan voor de beste tips. Zie hieronder enkele adressen waar je terecht kunt als je een kamer zoekt. SSH Utrecht en SJHU ( www.sshu.nl of www.kamersinutrecht.nl) Ina Boudier–Bakkerlaan155 3582 ZA Utrecht (030) 252 57 25 Woningnet (www.woningnet.nl) In de regio Utrecht publiceert WoningNet elke twee weken de vrijkomende huurwoningen van woningcorporaties op deze site. Heb je woonruimte gevonden en ben je verhuisd, schrijf je dan in bij de gemeente. Onder andere om voor je studiefinanciering aan te tonen dat je uitwonend bent. Instituut Archimedes Bacheloropleiding BIOLOGIE 47

Inschrijven kan (binnen 5 dagen na je verhuizing) bij de Dienst Burgerzaken. Neem een geldig legitimatiebewijs mee. 2.23 GOC Instituut Archimedes Wat is de GOC Instituut Archimedes? De Gemeenschappelijke Opleidings Commissie (GOC) is een adviesorgaan van Instituut Archimedes binnen Faculteit Educatie. De GOC bestaat uit studenten en (adviserende) docenten en is de officiële gesprekspartner van het managementteam. De GOC brengt gevraagd en ongevraagd advies uit over alle beleidsterreinen van het Instituut. Bij een aantal vooraf bepaalde gevallen gaat het zelfs om een bindend advies. Studenten kunnen zich kandidaat stellen voor de GOC en kunnen via democratische verkiezingen verkozen worden. Wat kan de GOC voor jou betekenen? De GOC is een belangrijk aanspreekpunt voor medestudenten. Alle studenten van de bacheloropleidingen binnen Archimedes kunnen bij de GOC terecht voor klachten, opmerkingen of tips over de vakoverstijgende leerlijnen. De GOC spant zich in om alle studenten te vertegenwoordigen en probeert met alle beschikbare middelen het onderwijs binnen het instituut op een kwalitatief hoogstaand niveau te houden. Wat heeft de GOC al voor de studenten bereikt? De afgelopen jaren heeft de GOC ondermeer gezorgd voor een uitbreiding van het aantal computerwerkplekken, een verbetering van de stagevoorlichting, een centraal loket voor alle vragen (loket Archimedes) en een versterking van de studieloopbaanbegeleiding. Bereikbaarheid Internet: www.goc.archimedes.hu.nl E-mail: [email protected] Postvak: in de gang naar de parkeerplaats bevinden zich de postvakken van alle medewerkers en ook van de GOC Loket: in kamer 2.042 is het loket Archimedes gevestigd waarbij alle studenten terechtkunnen voor vragen en opmerkingen


3. OPLEIDING EN BEROEP 3.1

Beroepsprofiel

3.1.1 Beroep De opleiding is een bacheloropleiding, een internationaal erkende opleiding die voldoet aan het niveau dat internationaal hiervoor is vastgelegd in de Dublin-descriptoren (http://www.minocw. nl/documenten/dublin-descriptoren-beschrijving-20060608. pdf).Daarnaast zijn voor het beroep van leraar in de wet BIO (Beroepen in het onderwijs) zeven competenties vastgelegd met een aantal bekwaamheidseisen (zie www.lerarenweb.nl), waaraan alle leraren moeten voldoen. Deze liggen ten grondslag aan alle bacheloropleidingen van Instituut Archimedes. 3.1.2 Vaardigheden afgestudeerde Behalve aan de algemene eindkwalificaties voor een HBObacheloropleiding en de beroepskwalificaties, moet de student voor het behalen van het diploma ook voldoen aan de specifieke eindkwalificaties van het vak. Deze zijn vastgelegd in de kennisbasis van het vak. Deze zijn te vinden op www.kennisbasis.nl. Deze zijn: Vakinhoudelijk Studenten: • Hebben kennis van te onderscheiden theorieën over het onderwijzen van leerdoelen en kunnen op grond van die kennis binnen de kaders van de algemene onderwijsdoelen, het vakleerplan en de vakleerdoelen de voor klassesituaties geëigende aardrijkskundige leerstof selecteren, herformuleren en in regionale en thematische kaders herstructureren. • Kennen de meest gangbare theorieën over onderwijsmethoden en kunnen op grond van die kennis aardrijkskundige leerboeken en dergelijke beoordelen met name ten aanzien van de aardrijkskundige denken werkwijzen, de doelgerichtheid van de leerstofselectie, de transferwaarde van de kennis en van de denkvaardigheden en ten aanzien van de gewenste leerstofleerlinginteracties. Kunnen voorts op grond van die kennis ook de eigen rol bepalen in gewenste docent-leerling interacties, in het bijzonder ten aanzien van motivatie, keuzebegeleiding, Instituut Archimedes Bacheloropleiding BIOLOGIE 49

faalangstproblemen, remediërend en differentiërend handelen en leerproblemen die specifiek zijn voor het vak biologie. • Kennen de structuur van het onderwijs in Nederland en de ontwikkelingen daarin. • Kennen de functie van het onderwijs in de samenleving, kennen de maatschappelijke krachtenvelden die op het onderwijs inwerken en kunnen een gefundeerd oordeel geven over waarden en normen met betrekking tot onderwijs en zijn functie alsmede over de bijdrage van de schoolbiologie aan de functie van het onderwijs. Didactisch handelen Studenten: • Kennen relevante theorieën en inzichten uit de filosofie van onderwijs en opvoeding, uit de onderwijspsychologie, de ontwikkelingspsychologie, de jeugdkunde en de onderwijstechnologie alsmede uit de onderwijsgeografie en de vakdidactiek. Kunnen, op basis van deze kennis alsmede op basis van de vraagzijde van de samenleving naar aardrijkskundige kennis, op mesoniveau (in samenwerking met anderen) de inhoudskeuzen van aardrijkskundige leerstof legitimeren. Kunnen voorts gekozen aardrijkskundige kennisinhouden en vaardigheden binnen deelschoolwerkplannen ontwikkelen, bijstellen en structureren. • Kunnen op mesoniveau deelschoolwerkplannen voor biologie afstemmen, coördineren c.q. via projectonderwijs integreren binnen deelschoolwerkplannen van andere vakken. • Kennen uit de leerpsychologie, didaxologie en vakdidactiek de theorieën en inzichten die betrekking hebben op het verloop van leerprocessen en op het analyseren van leertaken en leerstrategieën. Kunnen deze verworvenheden toepassen onderscheiden leervormen als aardrijkskundige kennisverwerving, aardrijkskundige begripsvorming, aardrijkskundig regelleren en problemen oplossen, zowel ten aanzien van bestaand (deficiënt) onderwijsmateriaal als ten aanzien van zelf (in multidisciplinaire samenwerking met anderen) te ontwikkelen al dan niet gedifferentieerde aardrijkskundige en vakoverstijgende onderwijs pakketten. • Kunnen zodanig gedifferentieerde instructiedoelen voor aardrijkskundige leerstof formuleren dat daaruit ondergeschikte 50 Instituut Archimedes Bacheloropleiding BIOLOGIE

doelen kunnen worden afgeleid. Kunnen voorts doelen zo concreet verwoorden dat evaluatie en een valide toetsing ervan mogelijk is. Kunnen ten behoeve van het bereiken van aardrijkskundige onderwijsdoelen gebruik maken van modellen van didactische analyse, van groeperingsvormen en van onderscheiden werkvormen en strategieën als onderwijsleergesprek, veldwerk, leerspelen en geprogrammeerde instructie. Kunnen tenslotte doelgericht gebruik maken van kaartmateriaal, statistische databestanden, audiovisuele media en computersoftware. • Kunnen leerlingen begeleiden, motiveren en stimuleren bij resp. tot adequaat onderwijsgedrag door aan te sluiten bij het ontwikkelingsniveau van de leerlingen en bij hun eigen leefen belevingswereld, alsmede door rekening te houden met sociaal-culturele achtergronden, in het bijzonder bij leerlingen uit anderstalige- en achterstandsmilieus, en ondermeer door diagnosticerend en remediëren te handelen. Kunnen omgaan met interactieprocessen tussen leerlingen onderling en tussen leerlingen en leraar. Ten behoeve van toeristisch-recreatief onderwijs als beroepsvoorbereiding van het MBO • Kunnen de eisen van de beroepsvoorbereiding tot leraar in het voortgezet onderwijs transponeren en aanvullen ten behoeve van het functioneren op macro-, meso- en micro-niveau van het Middelbaar Beroepsonderwijs. Hierbij kan voor het microniveau gedacht worden aan: het gebruik kunnen maken van praktijkervaringen van de leerlingen, aan het inspelen op de aanwezige leeftijdscategorie en aan het kunnen aansluiten bij toekomstige beroepsvelden. 3.1.3 Werkveld en functies Het Bachelordiploma geeft de bevoegdheid om les te geven in het vak op het tweedegraads niveau in het voortgezet onderwijs (VO) en beroeps en volwasseneneducatie (BVE). Naast een carrière in het onderwijs zijn er andere educatieve banen waar afgestudeerden op kunnen solliciteren. Veel bedrijven (industrie en uitgeverijen) en gemeentelijke instellingen (o.a. musea) hebben behoefte aan voorlichters of hebben een educatieve dienst binnen hun organisatie. Tijdens de biologie studie kan een student zich door het volgen van een minor in het vierde jaar profileren als deskundige op het terrein van natuur en milieu educatie (NME).


Het Bachelordiploma geeft recht om een studie te beginnen aan de Masteropleiding biologie. Afhankelijk van de opleiding worden er eisen aan het Bachelortraject gesteld. Instituut Archimedes biedt een aantal opleidingen tot Master of Education aan. De Masteropleiding biologie is een verdiepende master. Deze opleiding biedt de bevoegdheid om les te geven in het eerstegraads gebied. Dit beslaat de hogere jaren van het HAVO en VWO, alsmede het hoger beroepsonderwijs. Studenten die ambities hebben om na hun Bachelor door te studeren voor de Mastertitel, worden sterk aangeraden om tijdens de tweedegraads studie de minor ‘Sterk de master in’ te volgen. 3.2

Opleidingsprofiel

3.2.1 Doelstelling opleiding Instituut Archimedes De afdeling voor Lerarenopleidingen Voortgezet Onderwijs, Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie’ aan Faculteit Educatie (FE) van Hogeschool Utrecht heet sinds september 2005 Instituut Archimedes. Met de naam Archimedes voelen wij ons niet alleen verbonden omdat wij aan de Archimedeslaan in Utrecht huizen. Kenmerkend voor de wetenschapper en leermeester Archimedes (287-212 voor Christus) waren zijn liefde voor kennis, innovatie en inspirerend onderricht. Instituut Archimedes wil met deze naam haar ambitie uitdrukken om voor studenten en het scholenveld een inspirerende partner te zijn. Instituut Archimedes verzorgt de tweedegraads opleidingen voor Voortgezet Onderwijs en Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie. In totaal zijn dit veertien opleidingen in duaalvoltijd en deeltijd. Behalve deze tweedegraads opleidingen heeft Instituut Archimedes ook negen masters of education opleidingen. Onderwijsvisie De opleiding is competentiegericht. Kennis is noodzakelijk om een goede leraar te kunnen worden, maar kennis alleen is niet genoeg. In een competentiegerichte opleiding laat je in de praktijk ook zien dat je er wat mee kunt, dat je competent bent. De praktijk is daarom een belangrijk onderdeel van de opleiding vanaf het eerste jaar. De scholen spelen een belangrijke rol in de opleiding. We zien de opleiding als een samenwerkingsverband tussen drie partners: de student, de scholen en Instituut Archimedes. De intensieve samenwerking die we opgebouwd hebben met de scholen is door 52 Instituut Archimedes Bacheloropleiding BIOLOGIE

de visitatiecommissie zeer positief beoordeeld. We spreken van “Het Utrechts Model”. Samenwerking met de scholen, het Utrechts model Het Utrechts model staat voor de krachtige samenwerking die we opgebouwd hebben met de scholen om samen goede leraren op te leiden. Vanaf het eerste jaar werk en leer je één dag per week op de school als LIDO (lerende in duale opleiding). Samen met de scholen ontwikkelen we leerwerktaken voor studenten die aansluiten bij de fase van de opleiding waarin je zit en de leervragen die je hebt. LIDO’s worden inmiddels in de scholen gewaardeerd als taakverlichter en om hun inbreng bij innovatie in de school. Bij deze betrokkenheid van de scholen past ook een betrokkenheid bij de beoordelingen die in de vorm van assessments plaatsvinden. Voor alle studenten is er aan het eind van de opleiding een assessment en voor de duale studenten is er ook aan het eind van de propedeuse en het eind van de hoofdfase een assessment. Er zijn bij de assessments steeds twee beoordelaars, één van een school en één van Archimedes. Om te zorgen voor kwaliteit in het opleiden samen met de scholen heeft Archimedes met de scholen een keurmerk ontwikkeld. In september 2005 hebben de eerste scholen dit keurmerk behaald. Voor studenten is gebleken dat de betrokkenheid bij de praktijk motiveert en stimuleert. Studenten krijgen veel beter zicht op de verschillen tussen scholen en bij welk schooltype ze zich thuisvoelen en waarop zij zich willen specialiseren in hun minor. Opleidingsmodel: het leerlijnenmodel De opleiding is vormgegeven in het leerlijnenmodel, een opleidingsmodel met vier leerlijnen: • De conceptuele- en vaardigheden leerlijn, gericht op kennisverwerving en het hanteren ervan; • De integrale leerlijn, gericht op beroepstaken; • De werkervaringsreflectielijn, het praktijkleren; • De studieloopbaanlijn


propedeusefase

hoofdfase

Werkervarings

Werkervarings

Werkervarings

afstudeerfase Werkervarings

reflectielijn

reflectielijn

reflectielijn

reflectielijn

14

14

+

+

integrale lijn:

integrale lijn:

integrale lijn:

integrale lijn:

geïntegreerde

geïntegreerde

geïntegreerde

geïntegreerde

opdrachten in een

opdrachten in een

opdrachten in de

opdrachten in de

gesimuleerde situatie

gesimuleerde situatie

(school)praktijk

(school)praktijk

16

16 30

26 minor

conceptuele leerlijn



&

&

&

vaardigheden leerlijn



24

24

24

studieloopbaan

studieloopbaan

studieloopbaan

studieloopbaan

begeleiding

begeleiding

begeleiding

begeleiding

6

6

6

4

30

Leerlijnenmodel in schema (met de omvang in EC’s) De grijze onderdelen worden samen met de school uitgevoerd. In de minor kan ook gekozen worden voor een opdracht op de school. In de opleiding is er een opbouw met toenemende verantwoordelijkheid van de student en de grotere rol van de werkgever bij het opleiden en beoordelen bij het opleiden en beoordelen van de student zijn belangrijke kenmerken van dit leerlijnenmodel. Een ander belangrijk kenmerk is de flexibiliteit. We werken toe naar een situatie waarin voor alle studenten een opleidingstraject op maat vastgesteld is. De studie kent drie fasen; de propedeusefase, de hoofdfase en de afstudeerfase. Het standaardprogramma is ingedeeld in 4 leerjaren. In het begin van de studie bepaalt de opleiding en deels de werkgever de opzet en de invulling van het programma, de inhoud van de opdrachten en de beoordelingscriteria. Tijdens de hoofdfase en de afstudeerfase krijgen jij en je werkgever meer invloed en meer verantwoordelijkheid bij het bepalen van de competenties 54 Instituut Archimedes Bacheloropleiding BIOLOGIE

die je wilt ontwikkelen, de opdrachten die daarbij passen en de wijze waarop die beoordeeld worden. Anders gezegd, de opleiding is in het begin aanbod-gestuurd en later meer vraag-gestuurd en tijdens de opleiding neem je zelf steeds meer het stuur in handen bij het inrichten van je eigen leerproces. Instituut Archimedes blijft gedurende het hele opleidingstraject verantwoordelijk voor het bewaken van de kwaliteit van je leerproces, het realiseren van het gewenste niveau en het faciliteren ervan. Beroepsperspectief Na het behalen van je diploma heb je de startbekwaamheid bereikt om les te kunnen geven in het tweedegraads onderwijsgebied. Het tweedegraads getuigschrift geeft toegang tot verschillende onderwijstypen: hiermee kun je met name lesgeven in de onderbouw HAVO/VWO, het VMBO (Voorbereidend Middelbaar Beroeps Onderwijs) en de BVE-sector (Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie). In de regio Utrecht gaat het merendeel van de leerlingen en cursisten naar het beroepsonderwijs (70%). Je zult dus niet alleen op HAVO/VWO- scholen maar met name ook op scholen voor VMBO en op MBO-units als werknemer een duaal traject volgen. Overigens komen niet alle afgestudeerden in het onderwijs terecht, omdat het diploma ook daarbuiten beschouwd wordt als een waardevol document. Doelstellingen De competenties waaraan deze opleiding een bijdrage levert behoren tot de context van het vakinhoudelijk en het vakdidactisch handelen en het samenwerken met collega’s. De opleiding richt zich in het bijzonder op het in samenwerking met medestudenten ontwikkelen van bekwaamheden, die het mogelijk maken om in het onderwijs te zorgen voor een krachtig leeromgeving bij de lessen Door uitdagende opdracht en materialen voor leerlingen te maken en deze toe te passen rondom een in het leergebied mens en maatschappij relevant thema, tijdens het werkplekleren ontwikkelen de studenten de genoemde competenties. Het verkrijgen van een vakinhoudelijke bagage blijft een belangrijke doelstelling. Vakinhoudelijke kennis en inzicht maakt het de student mogelijk snel en adequaat lesmateriaal te zoeken, te maken en toe te passen in voorkomende situaties.


3.2.2 Uitwerking van beroepsprofiel in het opleidingsprofiel. Het leerlijnenmodel In de onderstaande paragrafen lichten we eerst de verschillende leerlijnen toe. Daarna geven we informatie over toetsing en beoordeling in het leerlijnenmodel en de rol van portfolio en assessment daarbij. In de laatste paragrafen gaan we in op het vaststellen van (flexibele) opleidingstrajecten, op de verschillende uitstroomprofielen en internationalisering.. De opleiding bestaat uit de volgende leerlijnen: • De werkervaringsreflectielijn; • De integrale lijn; • De conceptuele- en vaardighedenlijn; • De studieloopbaanlijn. In de eerste fase van de studie (propedeusefase en eerste deel van de hoofdfase) zijn de leerlijnen van elkaar gescheiden. In de laatste fase verdwijnen die scheidingen. Werk-ervaringsreflectie leerlijn Het onderwijs is duaal. Een substantieel gedeelte van je opleiding werk je in een school. Daar word je begeleid door een werkplekbegeleider (WB’er). Aan het begin van de propedeusefase is een inwerkperiode opgenomen om de school te leren kennen en vast te stellen aan welke opdrachten gewerkt gaat worden. In het eerste jaar zal je met name assisterende werkzaamheden verrichten in de school. Na verloop van tijd zul je steeds zelfstandiger taken uitvoeren en meer verantwoordelijkheid krijgen. Aan het einde van de opleiding functioneer je als startbekwame leraar en kun je aantonen dat je over de benodigde competenties beschikt. Ten behoeve van dit duale opleidingssysteem is een website ontwikkeld om de communicatie tussen opleidingsscholen, studenten en Instituut Archimedes te stimuleren en te faciliteren. De ambitie is om van deze website een heus digitaal schoolplein te maken waar alle betrokkenen veel praktische informatie aantreffen, waar contacten kunnen worden gelegd en best-practices kunnen worden uitgewisseld. Op de website www.samenopleiden.nl is o.a. de volgende informatie te vinden: • Jobcentre: een digitale vacaturebank met leerwerkplekken, stages en reguliere vacatures bij opleidingsscholen in de regio Midden- Nederland.


• CV-bank: in deze CV-bank presenteren studenten, afgestudeerden, zij- instromers en andere baanzoekers zich m.b.v. hun curriculum vitae aan scholen en ROC’s. • Portfolio: deze rubriek geeft begeleiders toegang tot het digitaal portfolio van de student. De student verstrekt de autorisaties. • Nieuws: een rubriek met actuele nieuwsitems voor scholen en studenten. • Informatie: algemene informatie voor studenten en scholen over Het Utrechts Model, de begeleidingsstructuur, begrippenlijst, allerlei praktische informatie. Tijdens het werk krijg je de mogelijkheid om ervaringen op te doen in echte onderwijssituaties en om daarop te reflecteren. De werkomgeving biedt praktijksituaties waarin jij kunt oefenen en experimenteren. Welke manier van handelen leidt tot het gewenste resultaat, wat heb je nodig om adequaat te handelen (competent gedrag te vertonen)? Reflecteren op je werkervaringen is dus van groot belang. Dit reflecteren doe je individueel door middel van reflectieverslagen, met je werkplekbegeleider (begeleidingsgesprekken) of met andere studenten die ook in die betreffende instelling werken (intervisie). De instituutsbegeleider ondersteunt het leren reflecteren en het leren van de ervaringen op de werkplek. Het ligt voor de hand dat de ervaringen die je opdoet op de werkplek tot vragen en leerbehoeften leiden. Naarmate je meer werkervaring opdoet, zal je meer specifieke eigen vragen hebben. Het onderwijsprogramma biedt je daarom steeds meer ruimte om zelf invulling te geven aan je opleiding. Bij de beoordeling spelen de werkgever en de algemeen praktijkbegeleider (APB’er) ook een rol. De instituutsbegeleider is verantwoordelijk voor de totaalbeoordeling. Integrale leerlijn Binnen deze leerlijn werk je aan integrale opdrachten; complexe opdrachten die betrekking hebben op een probleem/vraag uit de beroepspraktijk. Het uitvoeren van die opdracht stelt je in staat om allerlei relevante competenties te ontwikkelen (en om reeds Instituut Archimedes Bacheloropleiding BIOLOGIE 57

aanwezige competenties, kennis en vaardigheden te benutten). Je ontwikkelt producten voor de beroepspraktijk (bijvoorbeeld een studiedag met workshops voor docenten van een multiculturele school, lesmateriaal voor taalgericht vakonderwijs, een zorgplan voor een brede school. Het beroepsproduct moet voldoen aan vooraf opgestelde criteria. Het werken aan het beroepsproduct gebeurt projectmatig en in het begin van de opleiding in groepsverband. Samen met je medestudenten analyseer je het probleem, maak je een plan van aanpak (met afspraken over samenwerking, tijdsbesteding, uit te voeren werkzaamheden, planning), ontwikkel je het product en bereid je een presentatie voor. Met een persoonlijk verslag geef je inzicht in jouw individuele bijdrage aan het product, de samenwerking en het realiseren van je persoonlijke leerdoelen. Aanvankelijk stelt de opleiding de integrale opdracht vast en de eisen waaraan je moet voldoen bij de vervulling van de opdracht. In het begin van de opleiding wordt er ook meer hulp en begeleiding geboden bij het maken van deze opdrachten (vooral ook bij stellen van adequate vragen en het verstrekken van informatie om problemen te analyseren en op te lossen). Het gaat dan nog om opdrachten binnen een gesimuleerde leeromgeving. Tijdens de opleiding werk je in toenemende mate zelfstandig aan integrale opdrachten, doordat je dan weet hoe je duidelijke werkafspraken maakt, een plan van aanpak opstelt, hoe je informatie verzamelt, hoe je zelf kritisch reflecteert op je leeractiviteiten en het eindproduct. In de tweede helft van de studie is er dan ook alleen sprake van echte projecten op de werkplek. In het tweede deel van de hoofdfase en tijdens de afstudeerfase hebben jij en je werkgever veel invloed op het schoolproject dat je gaat uitvoeren, het product dat het moet opleveren en de criteria waaraan het product moet voldoen. Je bent in de laatste fase ook in grote mate zelf verantwoordelijk voor het kiezen van de specifieke competenties, concepten of vaardigheden die je wilt ontwikkelen én voor het aandragen van bewijsmateriaal waarmee je kunt aantonen dat je een competente startbekwame leraar bent. In het eerste deel van de opleiding beoordeelt de begeleider het groepsproduct en de persoonlijke verslagen. Aan het einde van de hoofdfase en in de afstudeerfase spelen de werkgever en/of APB’er ook een rol bij de beoordeling. Begeleiding en beoordeling zijn dan gescheiden. 58 Instituut Archimedes Bacheloropleiding BIOLOGIE

Conceptuele en vaardighedenleerlijn Bij competentiegericht leren en opleiden ligt de nadruk op de beroepspraktijk en het adequaat leren handelen als professional. De professional, de competente leraar kan in uiteenlopende situaties en in verschillende rollen gewenste resultaten boeken. Het is natuurlijk zonneklaar dat je daarvoor ook kennis (concepten) nodig hebt, veel vaardigheden en een passende houding. De derde leerlijn, de conceptuele en vaardighedenlijn, bied je de mogelijkheid om kennis te vergaren met betrekking tot vakinhoud, leerlingen en leren. Je ontwikkelt de vaardigheden om die kennis in de praktijk te benutten, om zogenaamde werkmodellen te hanteren en op het effect daarvan te reflecteren. Het onderwijs in deze leerlijn kan verschillende vormen hebben, zoals bijvoorbeeld: hoorcolleges, werkcolleges, workshops, presentaties door experts, literatuurstudie, onderzoek, etc.. De functie van de conceptuele leerlijn is de student te stimuleren om als beroepsbeoefenaar te denken. Daartoe worden concepten en theorieën aangereikt. Het leren van vaardigheden komt globaal gesproken neer op: • Verwerven van een werkmodel (wat ga ik zo meteen op welke wijze oefenen); • Gericht oefenen (experimenteren) op basis van een werkmodel; • Reflecteren (feedback) op de resultaten van het oefenen op grond van het werkmodel; • Verwerken van de conclusies van de reflectie in het werkmodel en zo nodig opnieuw oefenen. Het onderwijs bij het aanleren van vaardigheden heeft een ‘doe’karakter; doen met verstand. Voorbeelden zijn: het gebruiken van relevante software, het presenteren voor een groep, het uitvoeren van een praktijkproef, het oefenen van gesprekstechnieken, etc.. Door het te doen wordt het geleerd. Studieloopbaanlijn Tijdens het gehele opleidingstraject word je begeleid bij het plannen van je studie. In de studieloopbaanlijn (SLB) reflecteer je met de studieloopbaanbegeleider en medestudenten op de studievoortgang, op de relatie tussen leeractiviteiten, leerdoelen en competenties en op de keuzes die je maakt voor de invulling van je opleidingstraject. Zoals hierboven beschreven is, kent elke leerlijn in de eerste fase van de opleiding een eigen afsluiting. In de SLB-lijn bekijk je ook hoe je ontwikkelingsplan op de andere leerlijnen ‘werkt’. Je formuleert concrete leervragen of leerdoelen waar je de Instituut Archimedes Bacheloropleiding BIOLOGIE 59

andere leerlijnen voor wilt benutten. En daarnaast besteed je veel aandacht aan het plannen, volgen, bijsturen en controleren van de eigen denken leerprocessen en de competentie-ontwikkeling. Op de SLB-lijn vindt als het ware de verknoping plaats tussen alle activiteiten en leerervaringen, je reflecteert daar op en verbindt er conclusies aan. De instrumenten voor een systematische studieloopbaanbegeleiding zijn het persoonlijk ontwikkelingsplan (POP), het studieplan en het portfolio. Je houdt in een portfolio relevante documenten bij die als bewijsstukken voor je ontwikkeling kunnen dienen. Gekoppeld aan het portfolio schrijf je een POP, reflecteer je daarop en stel je halfjaarlijks een studieplan op en bereid je de assessments voor. De beoordeling op deze lijn is in hoge mate gericht op het vermogen tot zelfsturing: je moet laten zien in hoeverre je richting kan geven aan je eigen persoonlijke en professionele ontwikkeling en aan de competenties die je daarvoor nodig hebt. De studieloopbaanbegeleider is verantwoordelijk voor de beoordeling. Portfolio: Tijdens het opleidingstraject werk je, leer je en reflecteer je. Je ontwikkelt je eigen manier van werken en je formuleert daarbij passende leervragen. Het portfolio is een instrument dat past bij deze visie op leren en opleiden. In het portfolio kun je materialen verzamelen om je eigen ontwikkeling mee aan te tonen. Het kan daarbij gaan om concrete producten (lessenseries, video’s), om reflectieverslagen, feedback van mede-studenten en begeleiders en beoordelingen van werkgevers en opleiders. Het portfolio is dus een persoonsafhankelijk instrument dat veel ruimte biedt voor reflectie en eigen overwegingen. We spreken in dit geval van een ontwikkelingsportfolio. Onderdelen van het portfolio kun je inzetten als bewijsmateriaal waarmee je kan aantonen dat je in staat bent tot competent handelen. In dit geval spreken we van een beoordelingsportfolio. Het beoordelingsportfolio wordt ingezet bij de assessments.


Assessment: De toetsomgeving waarin de aankomende docent laat zien dat hij competent is en waarin zijn competenties beoordeeld worden, wordt een assessment genoemd. Tijdens een assessment gaat het om het beoordelen van het vermogen om in complexe situaties creatief, flexibel en effectief om te gaan met de praktijkkennis.

Ben je in staat de gewenste resultaten te boeken, je keuzes te verantwoorden en te reflecteren op het resultaat en je leerproces? Bij een assessment word je dus integraal beoordeeld en niet alleen op deelaspecten. Een assessment bestaat uit 3 onderdelen: • een portfoliopresentatie • een criteriumgericht interview • een proeve van bekwaamheid Voor alle studenten is er aan het eind van de opleiding een assessment en voor de duale studenten is er ook aan het eind van de propedeuse en het eind van de hoofdfase een assessment.


4. INRICHTING EN ORGANISATIE OPLEIDING 4.1

Algemeen

Gang In de gang hangen prikborden bij kamer 0.016 en het aquarium. Ook daar zul je informatie vinden van de vakgroep; bijvoorbeeld over ziekte van docenten, ontwikkelingen in de vakgroep, enzovoort. Het is dus van belang dat je regelmatig op de prikborden kijkt. Zie ook www.roosters.hu.nl. Verder heeft elke student een eigen postmapje in de centrale hal bij lokaal 0.018. Als docenten werk aan jou willen retourneren, of mededelingen voor jou persoonlijk hebben, dan zullen ze dat materiaal in je postmapje doen. Het is dus zaak om jouw postvak regelmatig -zeker eenmaal per week- te controleren! In een beperkt aantal gevallen zal informatie per post worden verzonden. Je wordt daarom dringend verzocht een adreswijziging niet alleen door te geven aan de studentenadministratie maar ook aan je opleidingscoördinator en aan je SLB-er. De docenten zijn bereikbaar via hun E-mail of via hun postvakken bij de opleiding in de hal tegenover lokaal 0.018. Bijvoorbeeld voor het inleveren van schriftelijk werk kun je gebruik maken van dit communicatiekanaal. Ook bij de C-(achter-)ingang, in de postkamer (0.101), heeft iedere docent een postvak. Docenten van de opleiding zijn ook telefonisch bereikbaar. Omdat docenten om tal van reden (lesgeven, vergaderingen, werk op een andere werkplek of thuis) vaak niet op hun kamer aanwezig zijn, verdient het aanbeveling om je boodschap op de telefoonbeantwoorder in te spreken: de docent zal dan zo spoedig mogelijk contact met je opnemen. In een aantal gevallen zijn docenten ook thuis onder normale werktijden telefonisch bereikbaar. Je kunt je vraag ook altijd stellen aan het secretariaat op kamer 0.026. Het adres http://www.studentmail.hu.nl geeft toegang tot studentenmail van de HU. Je kunt gebruik maken van een computer in de mediatheek of van een computer thuis. Thuis betaal je alleen de telefoontikken tegen lokaal tarief. Via het genoemde adres kun je ook software krijgen om het e-mailprogramma thuis te installeren.


Dit adres maakt deel uit van het project ‘Grootschalige studentenmail HU’. Daarin werken alle faculteiten van de Hogeschool Utrecht samen met het Facilitair Bedrijf HU aan het bevorderen van het gebruik van e-mail in het onderwijs, de onderwijsorganisatie enlogistiek. Door de nieuwe media wordt de informatievoorziening steeds aangepast en zullen steeds meer de nieuwe digitale communicatiekanalen de oude gaan vervangen. Websites zullen als informatiebronnen voor jou steeds belangrijker worden in je studie, maar ook voor je planning, organisatie en administratie. Het http:// www.hu.nl, HU-web omvat een groeiend aantal van dit soort sites. Naast het beschikbaar en toegankelijk maken van voor de studenten relevante informatie, is er voor iedere student ruimte gereserveerd waarin specifiek aan hem/haar geadresseerde berichten kunnen worden opgeslagen. Deze mailboxen, die voor alle ca. 30.000 studenten van de HU inmiddels zijn ingericht, vervullen een speciale functie in de informatievoorziening. Ze kunnen gebruikt worden voor direct berichtenverkeer met medestudenten, docenten en administratiemaar ook om de studenten te attenderen op (of te verwijzen naar) nieuwe of geactualiseerde informatie op het HUweb. De informatiesystemen en de studentenmail zullen elkaar dus aanvullen. Nadere informatie over de beschikbaarheid en toegankelijkheid van informatiesystemen wordt aan het begin van het studiejaar bekend gemaakt. Opleidingscommissie De vakgroep heeft een vakadviescommissie (VAC). Dit is een medezeggenschapsorgaan dat inspraak heeft en advies geeft over het onderwijs van de voltijdopleiding biologie. De leden voelen zich spreekbuis van hun jaargenoten, willen kritisch evalueren en constructief meedenken over nieuwe ontwikkelingen. Verder willen ze graag ideeën aandragen en uitwerken om de binding binnen de opleiding te versterken. De VAC heeft een postvak in het rijtje van de docenten op de hangmappenkast in de hal bij lokaal 0.018. De samenstelling van de opleidingscommissie verschilt elk jaar. Tijdens de 1e periode van het cursusjaar zal de VAC zich presenteren en nieuwe leden werven. Wil je lid worden, dan kun je je aanmelden bij een van de leden van de VAC of bij Jeff Gradener of Jeroen den Hertog.


4.1.1 Opleidingsvarianten Duaal, voltijd, en deeltijd Voor de tweedegraads opleidingen kunnen studenten zich inschrijven als duale-, of als deeltijdstudent. Voor de opleidingen Engels en geschiedenis is er in het eerste jaar ook een voltijd traject. In het deeltijdtraject is alle contacttijd op het instituut geconcentreerd op één dag, tussen 12.00 en 21.45 uur. Daarnaast zijn er activiteiten die in de praktijk op de scholen uitgevoerd worden. De inrichting daarvan wordt in overleg met de student bepaald. In het duale traject is de contacttijd op het instituut over meerdere dagen verspreid. Daarnaast is het leren in de praktijk op de scholen op een vaste dag in de week en vanaf het derde jaar is dat twee dagen per week. In het voltijd traject is het onderwijs op het instituut ook over meerdere dagen verspreid. De oriëntatie op het beroep is minder intensief aan de schoolpraktijk gekoppeld. 4.1.2 Opleidingsstructuur algemeen Opbouw Onderwijsprogramma Het examenprogramma dat de bacheloropleiding aanbiedt bestaat uit een aantal afzonderlijke onderdelen (onderwijseenheden). De term ‘onderwijseenheden’ wordt gebruikt in de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek (WHW). Zo’n onderwijseenheid is een duidelijk omschreven leeractiviteit die wordt afgesloten met een of andere vorm van toetsing, bijvoorbeeld een presentatie, een persoonlijk verslag of een assessment. Woorden als ‘module’, ‘cursus’, project verwijzen naar dergelijke onderwijseenheden. Als je alle onderdelen hebt afgesloten, heb je voldaan aan de exameneisen (kwalificaties) die voor de opleiding gelden en kan het getuigschrift (diploma) aan jou worden overhandigd. Voor sommige onderdelen van het examenprogramma geldt dat ze met een voldoende moeten zijn afgesloten voordat je een volgend onderdeel kan starten (zie hiervoor de modulebeschrijvingen in het opleidingsspecifieke deel van deze studiegids). Na het behalen van het diploma ben je startbekwaam om onderwijs te verzorgen in het tweedegraads gebied.


4.1.3 Overzicht curriculum (per studiejaar) Jaarrooster Bij alle HBO-studenten wordt er uitgegaan van een jaarlijkse studiebelasting van 1680 uur oftewel 60 studiepunten van elk 28 uur. Wat studietijd betreft is de belasting verdeeld over 4 perioden van 10 of 11 weken (totaal 42 weken). Hoe die perioden geplaatst zijn in het cursusjaar en hoe ze zijn ingericht kun je zien op het jaarrooster in het algemene deel van deze studiegids. Dit rooster geldt voor alle opleidingen van Instituut Archimedes. In iedere periode zijn zeven onderwijsweken ingeroosterd, daarin is een hertoetsweek (behalve in periode 1) en een toetsweek. Verder zijn er organisatieweken in het jaarrooster opgenomen waarin onbegeleide onderwijsactiviteiten gepland kunnen worden voor bepaalde cursussen. Houd er rekening mee - vooral in de weken aan het einde van het cursusjaar en aan het begin van het volgend cursusjaar - dat deze toets-, hertoetsen organisatieweken geen vakantieweken zijn. Als je in die periode je vakantie plant, loop je de kans (her)toetsen te missen die mogelijk niet meer gedurende het cursusjaar kunnen worden afgelegd! Voor het werken op de leerwerkplek op een school volg je voor de te werken dagen altijd het werkrooster van de betreffende school. Tijdens het werkplekleren gaat het schoolrooster dus boven het rooster van de opleiding. Tijdens organisatie weken, hertoetsweken en toetsweken moet je dus op de met de school afgesproken dag(en) wel op de school zijn voor je werkzaamheden. Vooral aan het begin van het studiejaar moet je hier alert op zijn. De scholen beginnen in het algemeen eerder dan Instituut Archimedes. Jaarprogramma In onderstaand jaarprogramma van de opleiding wordt aangegeven hoe de cursussen over de verschillende perioden van het studiejaar zijn verdeeld. Je kunt daarin zien welke cursussen in welke perioden worden gegeven en hoeveel studiebelasting dat per cursus van jou vraagt. We zijn hierbij uitgegaan van een zo gelijk mogelijke verdeling van de studiebelasting over de verschillende perioden. Sommige cursussen lopen over meer dan één periode.


Programma duaal/voltijd 2e graad 2007-2008 Jaar

Periode 1

Periode 2

Periode 3

Periode 4

1

Planten

Dieren

Marathon van

Ecologie in de

OABI-PLANT-07

OABI-DIEREN-07

Rotterdam

praktijk

OABI-MARATH-

OABI-ECOLOGI-

07

07 6 EC’s

6 EC’s

6 EC’s

6 EC’s

Kijk op Leerlingen

Zorgverbreding

Kicken voor de

Rondje NL

en leren

OAR-ZORVB-04

klas

OAR-RONDNED-

OAR-KIJKKL-07

07

4 EC’s

4 EC’s

WER 1C duaal

WER 1D duaal

OAR-KIJKOPLL-

Hele jaar

07 4 EC’s

4 EC’s

WER 1A duaal

WER 1B duaal

OAR-WERVT1A-

OAR-WERVT1B-

OAR-WERVT1C-

OAR-WERVT1D-

04

04

04

04

3 EC’s

4 EC’s

3 EC’s

4 EC’s

SLB 1A

SLB 1B/

OAR-SLBV1A-05

inclusief assessment hoofdfasebek-

60 EC’s

waam OAR-SLBV1B-05 3 EC’s 2

3 EC’s

NME

De Cel, funda-

Kind van bere-

Gedrag

OABI-HNME-07

ment van het

kening

OABI-HGEDRAG-

leven

OABI-HKIBER-07

07

6 EC’s

6 EC’s

OABI-HDECEL-07 6 EC’s 6 EC’s Actief leren

Multiculturele

Begeleiden van

Taal in alle vakken

OAR-ACTIEF-04

school

leerlingen

OAR-TAALIN-

OAR-MULTCSCH-

OAR-BEGLEERL-

VAK-04

04

04

60 EC’s

4 EC’s

4 EC’s WER 2D duaal

4 EC’s

4 EC’s

WER 2A duaal

WER 2B duaal

WER 2C duaal

OAR-WERVT2A-

OAR-WERVT2B-

OAR-WERVT2C-

OAR-WERVT2D-

04

04

04

04

3 EC’s

4 EC’s

3 EC’s

4 EC’s

SLB 2A

SLB 2B

OAR-H1SLBV2A-05

OAR-H1SLBV2B-05

3 EC’s

3 EC’s


3

Waterbiologie

Geregeld leven

Evolutie

Biologie in het

OABI-HWATBIO-

OABI-HGELE-

OABI-HEVOLUTI-

nieuws

07

VEN-07

07

OABI-HNIEUWS-

6 EC’s

6 EC’s

07 6 EC’s

6 EC’s Werkplekleren

Werkplekleren

WER 3A duaal

WER 3B duaal

OAR-WERVT3A-05

OAR-WERVT3B-05

9 EC’s

9 EC’s

Werkplekleren

Werkplekleren

Werkplekleren

Schoolproject 3A

Schoolproject 3B

Schoolproject 3C

OAR-H2SCPR3AD-05

OAR-H2SCPR3BD-05

OAR-H2SCPR3CD-05

4 EC’s

4 EC’s

4 EC’s

60 EC’s

SLB 3A OAR-H2SLBV3A-05 3 EC’s SLB 3B/ inclusief assessment afstudeerbekwaam OAR-H2SLBVAAB-05 3 EC’s 4

Werkplekleren WER 4A duaal OAR-WERVT4A-05 9 EC’s Werkplekleren WER 4B duaal OAR-WERVT4B-05 9 EC’s Werkplekleren Schoolproject 4A OAR-H3SCPR4AL-05 4 EC’s Werkplekleren Schoolproject 4B OAR-H3SCPR4BL-05 4 EC’s Minor in lint 30 EC’s SLB 4/ inclusief assessment startbekwaam OAR-H3SLBASB-05 4 EC’s Totale studiebelasting


4

Werkplekleren

Minor in blok

Werkplekleren

30 EC’s

WER 4A duaal

WER 4B duaal

OAR-WERVT4A-

OAR-WERVT4B-

05

05

9 EC’s

9 EC’s

Werkplekleren

Werkplekleren

Schoolproject 4A

Schoolproject 4B

OAR-H3SCPR4AL- OAR-H3SCPR4BL05

05

4 EC’s

4 EC’s

SLB 4/ inclusief assessment startbekwaam OAR-H3SLBASB-05 4 EC’s

Keuzeprojecten Studenten kunnen in jaar 1 en 2 een keuzeproject kiezen in plaats van één van de onderdelen: Veilige school, Zorgverbreding, Multiculturele school, Taal in alle vakken, Internationalisering. Zie veder de modulebeschrijvingen van ‘keuzeproject jaar 1’ en ‘keuzeproject jaar 2’. Hier is weergegeven de verdeling van studieonderdelen in een lintmodel. De student kiest een minor in lint of in blok. In een blokmodel wordt de minor in het ene half jaar en de LIO in het andere geplaatst.


60 EC’s

Programma deeltijd 2e graad 2007-2008 Jaar

Periode 1

Periode 2

Periode 3

Periode 4

1

Planten

Dieren

Marathon

Ecologie in de

OABI-PLANT-07

OABI-DIEREN-07

OABI-MARATH-

praktijk

6 EC’s

6 EC’s

07 6 EC’s

OABI-ECOLOGI-

Hele jaar

07 6 EC’s Didactiek biologie

Kijk op leerlingen

Zorgverbreding

Rondje Nederland

OABI-DIDBIO-07

en leren

OAR-ZORGVB-04

OAR-RONDNED-

OAR-KIJKOPLL-

60 EC’s

07

07 4 EC’s

4 EC’s

4 EC’s

WER intro 1A

WER 1B deeltijd

deeltijd

OAR-WERDT1B-04

OAR-WERDT1A-

7 EC’s

4 EC’s

04 7 EC’s SLB 1A

SLB 1B

OAR-SLBD1A-05

OAR-SLBD1B-05 3 EC’s

3 EC’s 2

Natuur- en Milieu-

De Cel, funda-

Kind van bere-

Gedrag

educatie

ment van het

kening

OABI-GEDRAG-

OABI-HNME-07

leven

OABI-HKIBER-07

07

OABI-HDECEL-07 6 EC’s

6 EC’s 60 EC’s

6 EC’s 6 EC’s Multiculturele

Actief leren

Begeleiden van

Taal in alle vakken

school

OAR-ACTIEF-04

leerlingen

OAR-TAALIN-

OAR-MULTC-

OAR-BEGLEERL-

VAK-04

SCH-04

04 4 EC’s

4 EC’s

4 EC’s

4 EC’s

WER 2A deeltijd

WER 2B deeltijd

OAR-WERDT2A-04

OAR-WERDT2B-04

7 EC’s

7 EC’s

SLB 2A

SLB 2B

OAR-SLBD2A-05

OAR-SLBD2B-05

3 EC’s

3 EC’s


3

Waterbiologie

Evolutie

Geregeld leven

Biologie in het

OABI-HWATBIO-

OABI-HEVOLUTI-

OABI-HGELE-

nieuws

07

07

VEN-07

OABI-HNIEUWS-

6 EC’s

6 EC’s

6 EC’s

07 6 EC’s

Werkplekleren

Werkplekleren

WER 3A deeltijd

WER 3B deeltijd

OAR-WERDT3A-04

OAR-WERDT3B-04

9 EC’s

9 EC’s

Werkplekleren

Werkplekleren

Werkplekleren

Schoolproject 3A

Schoolproject 3B

Schoolproject 3C

OAR-H2SCPR3AD-05

OAR-H2SCPR3BD-05

OAR-H2SCPR3CD-05

4 EC’s

4 EC’s

4 EC’s

60 EC’s

SLB 3A OAR-SLBD3A-05 3 EC’s SLB 3B OAR-SLBD3B-05 3 EC’s 4

Werkplekleren WER 4A deeltijd OAR-WERDT4A-06 9 EC’s Werkplekleren WER 4B deeltijd OAR-WERDT4B-06 9 EC’s Werkplekleren Schoolproject 4A OAR-H3SCPR4AL-05 4 EC’s Werkplekleren Schoolproject 4B OAR-H3SCPR4BL-05 4 EC’s SLB 4/ inclusief assessment startbekwaam OAR-H3SLBASB-05 4 EC’s Minor 30 EC’s Totale studiebelasting


240 EC’s

Keuzeprojecten Studenten kunnen in jaar 1 en 2 een keuzeproject kiezen in plaats van één van de onderdelen: Veilige school, Zorgverbreding, Multiculturele school, Taal in alle vakken, Internationalisering. Zie veder de modulebeschrijvingen van ‘keuzeproject jaar 1’ en ‘keuzeproject jaar 2’. Hier is weergegeven de verdeling van studieonderdelen in een lintmodel. De student kiest een minor in lint of in blok. In een blokmodel wordt de minor in het ene half jaar en de LIO in het andere geplaatst.

4.1.4 Lesdagen en –tijden Weekrooster Per periode wordt er een weekrooster vastgesteld. Op dat rooster staat vermeld welke cursussen op welk moment worden gegeven, door welke docent, in welk lokaal en voor welke groep. Het weekrooster vind je op www.roosters.hu.nl en op de publicatieborden van de opleiding. Het weekrooster wisselt per periode. Het nieuwe rooster is uiterlijk een week voordat het ingaat bekend. Voor de duale/voltijdopleidingen worden de (plenaire) bijeenkomsten in principe geroosterd van maandag t/m vrijdag van 09.00 - 17.00 uur. Het zal waarschijnlijk niet altijd lukken om alle lessen tussen 09.00 en 17.00 uur in te roosteren. Het kan daarom voorkomen dat je wel eens les hebt tussen 17.00 en 19.00 uur en soms zelf tot 21.45 uur. Het aantal lessen op de opleiding en uren op de werkplek in een (opleidings)school kan van periode tot periode verschillend zijn, maar een week is niet geheel vol gepland met ingeroosterde leeractiviteiten. Wij gaan er van uit dat de niet-ingeroosterde tijd besteed wordt aan opdrachten, practicumvoorbereiding, huiswerk etc. Voor de deeltijdopleiding is de vaste cursusdag maandag. De modules worden geroosterd tussen 12.00 en 21.45 uur. Daarnaast besteedt een student zelfstandig tijd aan opdrachten, practicumvoorbereiding, huiswerk etc.


Deeltijdrooster 2007-2008 Jaar 1 12.00-14.00

Alle diensten open

12.00-13.45

Conceptuele cursus

13.45-15.45

Jaar 2

Jaar 3

ICT-

Conceptuele

basisvaardigheden

cursus*

Integrale leerlijn

15.45-16.00

koffiepauze

16.00-17.30

SLB/WER

17.30-18.00

eetpauze

18.00-20.00

Integrale leerlijn

SLB/WER

SLB/WER

Conceptuele cursus

Conceptuele cursus*

20.00-21.45

ICTbasisvaardigheden

*Tijdens de conceptuele cursus kan de docent zelf een pauze plannen. *De Conceptuele cursussen voor jaar 3 kunnen op de middag (12.00-15.45 uur) of op de avond (18.00-21.45 uur) geroosterd worden. Dit kiezen de teams en clusters zelf. 4.1.5 Uitval van lessen De opleiding streeft ernaar in geval van ziekte of afwezigheid om een andere reden van een docent, ervoor te zorgen dat lessen zoveel mogelijk doorgang kunnen vinden. Indien een college uitvalt, worden studenten hiervan op de hoogte gesteld via de publicatieborden en via intranet. De docent overlegt met de groep hoe de stof van de uitgevallen lessen wordt ingehaald. Indien een student langdurig afwezig is geldt de volgende regel: alleen bij cursussen met een aanwezigheidsplicht ziek melden bij de desbetreffende docent en bij ziekte langer dan een week geeft de student zijn ziekmelding door aan zijn studieloopbaanbegeleider. Wanneer studievertraging dreigt, dient de student tevens contact op te nemen met de decaan. 72 Instituut Archimedes Bacheloropleiding BIOLOGIE

4.1.6 Studieloopbaanbegeleiding De studieloopbaanbegeleiding vindt gedurende de gehele opleiding plaats en bestaat uit groepsbijeenkomsten en individuele gesprekken Afhankelijk van de fase waarin de student verkeert, kan de studieloopbaanbegeleiding verschillende accenten hebben. In de propedeuse: De student oriënteert zich op de eisen die studie en beroep stellen om in een zo vroeg mogelijk stadium verkeerde verwachtingen te corrigeren. De student geeft antwoord op de vraag: is dit de opleiding die ik kan en wil doen? (Is dit het beroepenveld waarvoor ik opgeleid wil worden, welke competenties vragen ze, wat houden deze in, wat kan ik, hoe leren we hier op deze opleiding?) Er is een duidelijke aansluiting bij modules gericht op beroepsoriëntatie. Een goede en tijdige selectie is van belang voor de student en voor de opleiding. Het gaat dan vooral om de vragen: hoe bevorderen we zelfselectie van de student en waarop willen we als opleiding met name selecteren? Er wordt een start gemaakt met competentieontwikkeling: het reflecteren op eigen competentieontwikkeling n.a.v. assessments, studieresultaten en studie-ervaringen. Een portfolioassessment en het maken van een POP (Persoonlijk Ontwikkel Plan) horen hier ook bij. De competentieontwikkeling wordt vastgelegd in een digitaal portfolio. De rol van de studieloopbaanbegeleider is intensiever dan de jaren daarop: informatiegevend, adviserend, sturend en stimulerend; contactmomenten zijn gestructureerd. Voor de duale/voltijd studenten is er een assessment aan het eind van het propedeusejaar. In de hoofdfase: Studieloopbaanbegeleiding is hier gericht op het zichtbaar maken van de competentieontwikkeling van de student en dit te koppelen aan diens keuzes voor type projecten (of rollen binnen een project), WER, schoolprojecten, profilering, bepaalde minors, volgorde van modules en de snelheid waarmee het curriculum doorlopen wordt (dit alles in het licht van een te verwachten loopbaankeuze). De rol van studieloopbaanbegeleider is minder intensief dan in de propedeuse. De student laat minimaal 2 maal per jaar aan de studieloopbaanbegeleider zien hoe zijn competentieontwikkeling vordert in het POPgesprek. De student geeft binnen bepaalde grenzen zelf invulling aan hoe hij zijn portfolio inricht, hoe hij zijn competentieontwikkeling Instituut Archimedes Bacheloropleiding BIOLOGIE 73

laat zien. Bij de afsluiting van deze fase vindt het assessment afstudeerbekwaam plaats (dit geldt alleen voor voltijd-duale studenten). De student maakt daarvoor een presentatieportfolio. Bij buitenschoolse studieonderdelen zoals de WER en de minor gaat de studieloopbaanbegeleiding door zodat de student in overleg met de studieloopbaanbegeleider gericht kan werken aan bepaalde competenties en de doorgaande lijn in de begeleiding behouden blijft. De student maakt een profileringsplan voor de afstudeerfase. In de afstudeerfase In de eindfase van de studie is -naast het bovenstaandestudieloopbaanbegeleiding gericht op het realiseren van het profileringsplan, het completeren van het vakdidactisch dossier, de voorbereiding op een eerste baan en de voorbereiding van het assessment startbekwaam (voltijd-duale en deeltijd studenten. Inrichting van de studieloopbaanbegeleiding De student volgt SLB in groepen van ca. 16 studenten met een vaste begeleider uit de vakgroep. De groep houdt deze begeleider tot aan het assessment afstudeerbekwaam (voor voltijd-duaal). In de afstudeerfase kan de voltijd-duale student een nieuwe begeleider krijgen. Deeltijd studenten hebben dezelfde SLB-er gedurende de gehele studie. De student werkt tijdens de studie aan zijn ontwikkelingsportfolio. Per fase moet vastgesteld worden: • Welke opdrachten de student verricht en welke keuzes hij daarin heeft; • Hoe de begeleiding en beoordeling vorm wordt gegeven (voortgangsgesprekken, het POP en portfolio assessments); • Waar het portfolio aan het einde van de betreffende fase moet voldoen. Studieloopbaanbegeleider

groep

kamer

telefoon

Email

Jeroen den Hertog

4e jaars duaal/voltijd

0.010

030-2547204

[email protected]

0.012

030-2547207

[email protected]

0.024

030-2547242

[email protected]

2e jaars deeltijd 4e jaars deeltijd Jeff Gradener Colinda Burger

3e jaars duaal/voltijd


Opleidingscoördinator Bij de opleidingscoördinator kun je terecht voor algemene informatie over de opleidingen en problemen van praktisch organisatorische aard, bijvoorbeeld onduidelijkheid met betrekking tot rooster(wijzigingen). Verdere begeleiding Bij docenten kun je om informatie vragen over modulen die zij verzorgen of om individuele (studie)begeleiding vragen, als het met een module of tentamen niet wil vlotten. Als het enigszins kan, zullen docenten een dergelijk verzoek altijd honoreren. Naast algemene begeleiding binnen de opleiding door de opleidingscoördinator en bijzondere begeleiding bij programmaonderdelen door de opleidingsdocenten is er bijzondere begeleiding bij werkplekleren/stage. De (opleiding)school zorgt hiertoe voor een werkplekbegeleider (WB) en de lerarenopleiding voor een instituutsbegeleider (IB) (zie verder hiervoor de Handleidingen Werkplekleren/stage). Exitgesprek Als je de opleiding hebt voltooid en ook indien je de studie voortijdig staakt, wordt er een exitgesprek gehouden. Onderwerpen van dit exitgesprek zijn o.a. de inhoud van het opleidingsprogramma en de studeerbaarheid ervan, de organisatie van de opleiding, de studieloopbaanbegeleiding en de sfeer binnen de opleiding. Wanneer je voortijdig de studie staakt wordt nagevraagd wat hiervan de oorzaak is. 4.1.7 Registratie studievoortgang Van iedere ingeschreven student worden de behaalde studieresultaten geregistreerd in het digitale studievoortgangsysteem van de HU: OSIRIS. Zie ook par. 2.12.4. De studievoortgang wordt uitgedrukt in studiepunten. Voor elke cursus waarvan de eindbeoordeling voldoende is, worden de bijbehorende studiepunten toegekend. Zie ook par. 6.3.6. Via OSIRIS kunnen studenten te allen tijde zelf hun studievoortgang bekijken. Aan het einde van elk studiejaar wordt de studievoortgang van iedere student door de examencommissie vastgesteld.


4.1.8 Introductie- en begeleidingsdagen, excursies, werkweken en trainingen Introductiedagen, excursies of werkweken (al of niet in het buitenland) zijn verplicht als ze deel uitmaken van een (of meer) onderwijseenheden/cursussen. Dit is te vinden in de modulebe schrijving (zie hoofdstuk 2 van deze gids) net als de kosten die daarbij voor rekening van de student komen (zie ook artikel 19 OER). In het programma is ruimte ingebouwd voor bezoeken aan en contacten met het buitenland. Als dit binnen een cursus/module verplicht gebeurt, is dat te vinden in de modulebeschrijvingen verderop in deze studiegids. Soms zijn er ook mogelijkheden om een groter deel van de studie in het buitenland te volgen. Meer informatie over een verblijf in het buitenland verstrekt je opleidingscoördinator. De kosten voor onderwijsbenodigdheden voor eigen gebruik (zie artikel 21 OER) zijn voor rekening van de student. In de uitgebreide beschrijving die je ontvangt bij elke cursus die je volgt, staat zo nauwkeurig mogelijk aangegeven wat de desbetreffende kosten zijn. Gemiddeld moet je jaarlijks voor leermiddelen e.d. (niet excursies) op ± € 300,-, in het eerste jaar op circa € 450 rekenen. De volgende week-excursies zijn in het programma opgenomen: Eerste jaar: Excursie Zuid-Limburg; kosten circa € 100. Tweede jaar: Excursie Zeeland (deeltijd) en excursie Terschelling (voltijd); kosten circa € 150. Een deel van deze kosten wordt vergoed door een bijdrage uit het vakgroepsbudget. Verdere kosten Naast excursiekosten worden er jaarlijks ook kosten gemaakt voor boeken en daarnaast voor zogenaamd klein drukwerk. Het klein drukwerk betreft schriftelijk materiaal dat in cursussen naast syllabi wordt gebruikt en ander informatief materiaal dat tussentijds wordt uitgereikt. De kosten hiervoor bedragen jaarlijks circa € 20. Je zult aan het begin van het studiejaar gevraagd worden deze kosten contant te betalen. Hiernaast zijn eerstejaars verplicht een snijset aan te schaffen. Deze kun je aanschaffen via de opleiding en kost circa € 20. 76 Instituut Archimedes Bacheloropleiding BIOLOGIE

Voor studenten is het mogelijk in de hal bij biologie een kluisje te huren; dit kost € 10 per jaar en we vragen € 10 borg. Bij de chemie- en fysiologiecursussen is men verplicht een laboratoriumjas te dragen. De reiskosten die gemaakt moeten worden voor schoolstages en afstudeerstages komen geheel ten laste van de student. 4.1.9 Voor het studiejaar 2007-2008 gelden de volgende collegegelden: Het wettelijk collegegeld bedraagt € 1.538,- voor duale- en voltijdstudenten die daadwerkelijk studiefinanciering ontvangen en aan het begin van het studiejaar nog minstens 12 maanden studiefinanciering over hebben. Het door Hogeschool Utrecht vastgestelde collegegeld bedraagt: • € 1.538,- voor voltijdstudenten die geen studiefinanciering ontvangen of aan het begin van het studiejaar minder dan 12 maanden studiefinanciering over hebben; • € 1.538,- voor duale studenten; • € 1.033,- voor deeltijdstudenten. Voor niet-EER studenten (behalve studenten met een erkende vluchtelingenstatus / UAF) bedraagt het collegegeld bij elke inschrijving voor een voltijdse of duale opleiding € 3.500,- en voor een deeltijdse opleiding € 2.350,- . Het door Hogeschool Utrecht vastgestelde examengeld voor extraneï bedraagt € 1.538,-. Deze inschrijvingsvorm is mogelijk voor studenten die alleen tentamens afleggen en geen begeleiding of ondersteuning nodig hebben. Kosten voor boeken en leermiddelen De kosten voor onderwijsbenodigdheden voor eigen gebruik (zie artikel 21 OER) zijn voor rekening van de student. Gemiddeld moet je jaarlijks voor leermiddelen e.d. (niet excursies) op ongeveer € 400 rekenen. Financiële tegemoetkoming Studenten die wegens aantoonbare financiële redenen de kosten van bepaalde onderwijsvoorzieningen niet kunnen dragen, kunnen in aanmerking komen voor een financiële tegemoetkoming. Daarvoor moet een verzoek worden ingediend bij de faculteitsdirectie.


4.2

Inrichting propedeuse

4.2.1 Algemeen De propedeuse is representatief voor de hele opleiding. Ze heeft een oriënterende en selecterende functie. Zie voor korte informatie over het studieprogramma van de hoofdfase paragraaf 4.1.3. 4.2.2 Studieprogramma propedeuse Een gedetailleerd overzicht en beschrijvingen van de cursussen vind je in OSIRIS (www.osiris.hu.nl)

4.2.3 Instroom en toelating propedeuse Zie onderwijsen examenregeling van het OER-FE 2006-2007. 4.2.4 Studieadvies De propedeuse heeft onder meer een selectieve functie (zie ook par. 4.2.1). Daarom krijgt iedere student tijdens het eerste jaar van inschrijving voor de propedeuse twee maal een schriftelijk studieadvies over de voortzetting van de studie. Aan het einde van de propedeuse (uiterlijk in het tweede jaar van inschrijving) ontvangt de student een bindend studieadvies. Hieronder wordt de procedure uitgelegd. Tussentijds studieadvies Uiterlijk halverwege het eerste studiejaar (in februari) ontvangt elke student van de examencommissie een schriftelijk tussentijds studieadvies over de voortzetting van de studie. Dit tussentijds advies bestaat uit een toelichting op de behaalde studieresultaten en de studievoortgang. Het betreft een: • positief tussentijdsadvies: 20 of meer studiepunten; • waarschuwend tussentijds advies: 19 of minder studiepunten. Aan het tussentijdse advies wordt een waarschuwing verbonden wanneer op grond van de geregistreerde studieresultaten moet worden geconstateerd dat niet is voldaan aan de studievoortgangsnorm voor het desbetreffende deel van het eerste studiejaar. De waarschuwing bevat tevens het advies om in overleg met de studieloopbaanbegeleider en zonodig met de studentendecaan een studieplan op te stellen voor de tweede helft van het studiejaar, dat erop is gericht om binnen een redelijke termijn aan de norm voor studievoortgang te kunnen voldoen. 78 Instituut Archimedes Bacheloropleiding BIOLOGIE

Positief of negatief studieadvies Aan het einde van het eerste propedeusejaar (omstreeks juli) krijgt elke student van de examencommissie van de opleiding een (bindend) studieadvies over de voortzetting van de opleiding. Dit studieadvies kan positief of negatief zijn. Een positief advies wordt gegeven als: • studenten aan het einde van het eerste studiejaar het propedeutisch getuigschrift hebben behaald; • studenten aan het einde van het eerste studiejaar in de propedeuse minimaal 40 studiepunten van het propedeuseprogramma hebben behaald.

Studenten krijgen een negatief studieadvies (afwijzing) als zij: • aan het einde van het eerste studiejaar in de propedeuse 39 studiepunten of minder hebben behaald; De examencommissie kan bij het afgeven van een studieadvies rekening houden met bijzondere omstandigheden, zie onder Uitstel advies wegens bijzondere omstandigheden. Een negatief studieadvies bevat tenminste de gronden waarop de afwijzing is gebaseerd, de eventuele duur van de afwijzing, een verwijzingsadvies en de mogelijkheden van beroep voor de student. Het studieadvies wordt ondertekend door of namens de examencommissie, en wordt binnen een week na ondertekening aangetekend aan de student verzonden of persoonlijk uitgereikt. Een negatief advies is bindend. Een student aan wie een dergelijk advies is gegeven kan niet meer bij deze opleiding als student of extraneus worden ingeschreven. De examencommissie kan aan de afwijzing wel een termijn verbinden en/of besluiten dat de afwijzing zich ook uitstrekt tot opleidingen met hetzelfde propedeutisch examen. De examencommissie stelt de student in de gelegenheid te worden gehoord voordat wordt besloten om een negatief studieadvies af te geven. Tegen een negatief advies kan de student bezwaar aantekenen bij de examencommissie en/of beroep aantekenen bij het College van Beroep HU (zie hoofdstuk 7).


Uitstel advies wegens bijzondere omstandigheden De examencommissie kan bij het uitbrengen van het studieadvies rekening houden met studievertraging die het gevolg is van persoonlijke omstandigheden van de student. Het betreft uitsluitend de volgende omstandigheden: • ziekte; • lichamelijke, zintuiglijke of andere functiestoornis; • zwangerschap; • bijzondere familieomstandigheden, waaronder tevens die van degene met wie de student samenwoont of een LAT-relatie onderhoudt; • het lidmaatschap van een medezeggenschapsraad of een opleidingscommissie; • andere omstandigheden waarin de aanvrager activiteiten ontplooit in het kader van de organisatie en het bestuur van (een onderdeel van) Hogeschool Utrecht, ter beoordeling door de faculteitsdirectie; • het lidmaatschap van het bestuur van een door het College van Bestuur krachtens de Steunfondsregeling HU erkende studentenorganisatie of een daarmee vergelijkbare organisatie van enige omvang; • andere situaties waarin de student door overmacht niet heeft kunnen deelnemen aan tentamens dan wel het onderwijs, ter beoordeling door de examencommissie. De student dient een studievertraging die is ontstaan door een van bovengenoemde persoonlijke omstandigheden zo spoedig mogelijk schriftelijk te melden bij de examencommissie met het verzoek om deze omstandigheden te betrekken bij de totstandkoming van het studieadvies. Zie ook par. 1.3.4. De student moet tevens zo snel mogelijk de studentendecaan en de studieloopbaanbegeleider benaderen. Deze adviseren de examencommissie over de te nemen beslissing.


Toelichtend schema studieadvies Na periode 2 : voorlopig advies

Per 31 augustus : studieadvies

Voortgangsnorm

Voorlopig

Voldaan aan criteria

(20 studiepunten)

positief advies

(40 studiepunten)

gehaald

Positief Advies

Niet voldaan aan criteria

Negatief Bindend

Geen Bijzondere

Advies

Omstandigheden. Ingeschreven Niet voldaan aan criteria

Beargumenteerd Positief Advies of

Bijzondere. Omstandigheden UItgesteld Positief Advies Ingeschreven

of beargumenteerd Negatief Bindend Resultaat afspraken voorkomend studiejaar Studieadvies


UItgesteld Positief Advies (resultaatafspraken bij

Uitgeschreven

hernieuwde inschrijv.) of Negatief Bindend Resultaat afspraken voorkomend studiejaar Studieadvies


Voortgangsnorm

Waarschuwing +

Niet gehaald;

Studievoortgangsgesprek

Voldaan aan criteria

Positief Advies


Negatief Bindend

Geen bijzondere

Studieadvies

Geen Bijzondere Omstandigheden

Omstandigheden tot dit ijkmoment.

Ingeschreven Niet voldaan aan criteria

Negatief Bindend

Geen bijzondere

Studieadvies

Omstandigheden Uitgeschreven Niet voldaan aan criteria

Voorwaardelijk Positief

Bijzondere Omstandigheden.

Advies of Beargumen-teerd Negatief BindendStudieadvies

Ingeschreven of uitgeschreven Voortgangsnorm

Voorwaardelijk

Voldaan aan

Niet gehaald; wel

Positief Advies:

Resultaatafspraken

Bijzondere

Resultaatafspraken

Omstandigh.

voor 2e helft van het

Positief Advies

Niet voldaan aan

Negatief Bindend

Resultaatafspraken;

Studieadvies

studieOf late inschrijving

Geen bijzondere jaar

Omstandigheden Niet voldaan aan

(opnieuw) Voorwaarde-

Resultaatafspraken;

lijk Positief Advies of

Bijzondere Omstandigh.

Beargumenteerd Negatief Bindend Studieadvies

Uitgeschreven,

Voorwaardelijk Positief

al dan Advies. Niet Bijzondere Resultaatafspraken bij Omstandigheden Hernieuwde inschrijv.


4.3 Inrichting hoofdfase 4.3.1 Algemeen De hoofdfase is gericht op beginnend lesgeven. Je krijgt de gelegenheid om onder begeleiding diverse docenttaken uit te voeren, o.a. het verzorgen van (deel)lessen. Daarnaast verleen je assistentie aan leraren bij hun diverse taken. In deze fase ga je geleidelijk zelfstandiger functioneren in de klas en daarbuiten. Je geeft onder supervisie zelfstandig vorm aan het onderwijsleerproces van klassen of groepen leerlingen. Je werkt binnen een team en binnen de schoolorganisatie. De school IB’er is je belangrijkste begeleider. Per week zijn op de lerarenopleiding vaste, dat wil zeggen aan tijd en ruimte gebonden, reflectiemomenten ingebouwd, de zogenaamde WERbijeenkomsten De opleiding die je volgt is je major. Je major bestaat uit een propedeuse en een hoofdfase. Daarnaast heb je een profileringsruimte van tenminste 30 studiepunten wat overeenkomt met een half jaar fulltime studeren. Deze profileringsruimte kun je vullen met een ‘minor’: een samenhangend pakket van keuzecursussen met een omvang van 30 studiepunten. Je kunt ook zelf een pakket van losse cursussen samenstellen, een zogenaamde samegestelde minor. De examencommissie moet deze samengestelde minor goedkeuren. De major-minor structuur geeft je meer ruimte je studie zelf in te vullen. Door een minor te volgen bij een andere faculteit, verbreed je jouw beroepsperspectieven. Andere minors zijn juist specialistisch, of maken de doorstroom naar een masteropleiding gemakkelijker. Of je nu kiest voor verbreding of verdieping, de keuze is, eventueel in overleg met je studieloopbaanbegeleider, aan jou. Een kort overzicht van de HUminor vind je op de HU-website. De HU onderwijscatalogus en de mogeljkheden voor individuele studieplanning en inschrijving vind je in OSIRIS Online. (alleen voor studenten van de HU) 4.3.2 Studieprogramma hoofdfase Zie voor korte informatie over het studieprogramma van de hoofdfase paragraaf 4.1.3. Een gedetailleerd overzicht en beschrijvingen van de cursussen vind je in OSIRIS (www.osiris.hu.nl).


4.3.3 Toegang hoofdfase en studierichtingen Studenten die de propedeuse van de opleiding hebben afgerond (en dus het propedeutisch getuigschrift hebben behaald) worden toegelaten tot de hoofdfase van de opleiding. Indien een student op grond van een elders behaald propedeutisch getuigschrift vrijstelling heeft gekregen van het afleggen van het propedeutisch examen van de opleiding, wordt het bewijs van vrijstelling gelijkgesteld aan het getuigschrift. Een propedeutisch getuigschrift wordt in dat geval niet verstrekt. Zie ook par. 6.2 (vrijstellingen 4.3.4 Profileringsruimte De opleiding kent naast het hoofdprogramma (major) ook een vrije keuzeruimte van 30 studiepunten, de zogenaamde profileringsruimte. Deze profileringsruimte is bedoeld om een eigen accent aan de studie te geven en kan ingevuld worden met: • een minor (= een samenhangend pakket van keuzecursussen); • een pre-master (= een schakeltraject ter voorbereiding op een masteropleiding); • een pakket van keuzecursussen dat je zelf samenstelt. Hogeschool Utrecht heeft een uitgebreid aanbod van minors en losse keuzecursussen dat door alle faculteiten van HU gezamenlijk is ontwikkeld. Maar je kunt ook gebruik maken van het aanbod van andere hogescholen en universiteiten (ook in het buitenland, zie par. 2.13.1). Daarnaast is het mogelijk om zelf - in samenspraak met je studieloopbaanbegeleider - een minor samen te stellen. Voor advisering en begeleiding bij de invulling van de profileringsruimte kun je terecht bij de studieloopbaanbegeleider (zie ook par.2.1). In samenspraak stel je een profileringsplan op waarin jouw keuze uit het profileringsaanbod van de HU-Onderwijscatalogus en eventuele externe minors en/of keuzecursussen wordt vastgelegd. Uit het profileringsplan moet blijken op welke wijze de gekozen onderdelen bijdragen aan de voorbereiding op de beoogde beroepsuitoefening of verdere studie. De invulling van de profileringsruimte is formeel gebonden aan voorafgaande goedkeuring door de examencommissie van de opleiding waarvoor je bent ingeschreven. Op advies van de studieloopbaanbegeleider kan het profileringsplan nader gemotiveerd worden met het oog op goedkeuring door de 84 Instituut Archimedes Bacheloropleiding BIOLOGIE

examencommissie. De examencommissie kan goedkeuring weigeren als de keuzecursus of minor niet van hbo-niveau is, of als er sprake is van substantiële overlap tussen de keuzecursus of minor enerzijds en het hoofdprogramma anderzijds. Kijk voor meer informatie over de profileringsruimte en minors op www.minors.hu.nl. Voor inzage in het aanbod van HU-minors, keuzecursussen en premasters, en voor inschrijving kun je terecht op www.osiris.hu.nl. Ook kun je een bezoek brengen aan de jaarlijkse HU-minormarkt, die in het voorjaar wordt gehouden en waarbij alle HU-faculteiten hun profileringsaanbod presenteren. Meer informatie over pre-master trajecten vind je in de folder Doorstuderen na je bachelor aan de UU en op www.premasters. hu.nl. Major en minors De hierboven genoemde profileringsruimte kun je invullen met keuzecursussen en/of een ‘minor’ (een samenhangend pakket van keuzecursussen met een omvang van 30 Studiepunten) uit het aanbod van de HU-Onderwijscatalogus dan wel uit het aanbod van hogescholen en universiteiten buiten de HU. Het is ook mogelijk een voorstel te doen naar eigen keuze. Het minor aanbod is voor voltijd- duale- en deeltijdstudenten. Voor veel deeltijdstudenten zal de vastgestelde contacttijd van de aangeboden minors moeilijk te realiseren zijn omdat die buiten de standaarddag van de opleiding valt. Een zelf samengestelde minor biedt ruimte aan een eigen voorstel van de student. Zo’ n invulling kan bijvoorbeeld een oriëntatie zijn op een masteropleiding of een tweede bevoegdheid.


5. CURSUSDEELNAME 5.1 Algemeen Het onderwijsprogramma van de opleiding is samengesteld uit onderwijseenheden, de zgn. cursussen. Een cursus is een samenhangend geheel van te verwerven kennis, inzicht en (beroeps)vaardigheden, met een studielast uitgedrukt in een geheel aantal studiepunten. Een cursus wordt afgerond door middel van een tentamen (zie ook par. 6.1). Alle cursussen worden aan het begin van het studiejaar gepubliceerd via Osiris (www.osiris.hu.nl). Zie voor een curriculumoverzicht par. 4.1.3, en voor meer informatie over de specifieke cursussen hoofdstuk 9. 5.2 Inschrijving voor cursussen Om deel te kunnen nemen aan een cursus of een toets moet je je digitaal inschrijven. In periode 1 wordt hierover nadere informatie gegeven. Bij vragen over of problemen met het inschrijven voor cursussen of toetsen kun je bij je studieloopbaanbegeleider terecht. Inschrijving voor een minor houdt tevens inschrijving in voor alle cursussen die deel uitmaken van de minor. 5.3 Aanwezigheidsplicht De vorm en/of inhoud van een cursus kan met zich meebrengen dat studenten een aanwezigheidsplicht wordt opgelegd. Per cursus wordt in Osiris aangegeven of de aanwezigheidsverplichting van toepassing is. ZIe ook de cursusbeschrijvingen in hoofdstuk 9. Dit is bijvoorbeeld het geval bij cursussen waarin (practicum) vaardigheden tijdens de lessen worden beoordeeld. In uitzonderlijke gevallen kan de examencommissie vrijstelling verlenen van de aanwezigheidsplicht, eventueel onder bepaalde voorwaarden. De student moet daartoe een verzoek indienen (zie ook par. 1.3.4). 5.4 Beginvereisten Aan een cursus kunnen begin- of toegangsvereisten zijn verbonden. Zie daarvoor de cursusbeschrijvingen (hoofdstuk 9). Een student die niet voldoet aan deze vereisten kan in beginsel niet deelnemen aan de cursus, tenzij de examencommissie daarvoor toestemming verleent. Zie ook par. 1.3.4. 86 Instituut Archimedes Bacheloropleiding BIOLOGIE

6. TENTAMENS EN EXAMENS (ASSESSMENTS) 6.1

Algemeen

Tentamens Een cursus wordt afgerond door middel van een tentamen (zie par. 5.1). Elk tentamen (of: toets) omvat een onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de individuele student, alsmede de beoordeling van de uitkomsten van dat onderzoek. Een tentamen kan ook een onderzoek naar de beroepshouding van een student betreffen. Tentamens (ook die in groepsverband worden gemaakt) dienen dus primair om de leerresultaten van individuele studenten te toetsen aan de beoogde doelstellingen. Het onderzoek wordt verricht door of namens de examencommissie van de opleiding die de cursus verzorgt. Inhoud en vorm van het tentamen worden bepaald door de desbetreffende docent onder verantwoordelijkheid van de examencommissie. Een tentamen kan onderverdeeld zijn in deeltentamens (of: deeltoetsen). Bij cursussen waarvan de afsluiting uit verschillende onderdelen bestaat (bijvoorbeeld practicum, productie, aanwezigheid en toets/ verslag, assessment) moeten alle onderdelen voldoende zijn. Het is dus niet mogelijk om het een met het ander te compenseren. Een examencommissie kan onder te stellen voorwaarden bepalen dat niet ieder tentamen met goed gevolg hoeft te worden afgelegd. Verder bepaalt de examencommissie de volgorde waarin in de propedeutische fase en in de hoofdfase tentamens kunnen of moeten worden afgelegd en waar nodig dat het met goed gevolg afgelegd hebben van tentamens voorwaarde is voor toelating tot andere tentamens. Examens/Assessments Iedere opleiding kent twee examens: de propedeuse en het eindexamen (eindassessment). Deze examens vormen de afsluiting van respectievelijk de propedeutische fase en hoofdfase. De student slaagt voor het propedeutisch examen of eindexamen als voor dat deel voldaan is aan de beschreven normen.


Daarvoor moeten de tentamens van de betrokken studiefase als voldoende zijn beoordeeld, en daarmee alle benodigde studiepunten (60 voor de propedeuse en 180 voor de hoofdfase) zijn behaald. Het eindassessment kan slechts worden afgelegd als de propedeuse is behaald. Het tijdstip waarop het laatste onderdeel is afgesloten, wordt aangemerkt als het tijdstip waarop het afsluitend assessment is afgelegd. 6.2 Vrijstellingen De examencommissie kan een student vrijstellen van (deelt)tentamens en/of het propedeutisch examen, op grond van: • een eerder behaald tentamen of examen; • elders opgedane kennis of vaardigheden waaruit blijkt dat de student reeds aan de vereisten van het (deel)tentamen heeft voldaan. Vrijstellingen worden onder vermelding van de geldigheidsduur schriftelijk verstrekt en ondertekend door de examencommissie. Zie par. 1.3.4 voor algemene informatie over de verzoekprocedure bij de examencommissie. Vrijstelling van een tentamen of examen betekent dat de student niet hoeft deel te nemen aan de desbetreffende cursus(sen). Vrijstellingen van studieonderdelen: Het kan zijn dat je bijvoorbeeld via eerdere studie, (werk)ervaringen al over een aantal relevante competenties, over specifieke kennis en vaardigheden beschikt. Je zult dit moeten kunnen aantonen. Bij het opstellen van je POP en je studieplan in de studieloopbaanlijn wordt daar dan rekening mee gehouden. Het wordt dan dus mogelijk om de studieduur te verkorten doordat je vrijgesteld wordt voor het uitvoeren van bepaalde projecten, het volgen van cursussen. Een andere mogelijkheid is om in de vrijgekomen tijd extra projecten te doen of cursussen te volgen. De studieloopbaanbegeleider begeleidt je bij het opstellen van je studieplan. Zo nodig krijg je ondersteuning bij het opstellen van een onderbouwd schriftelijk verzoek tot ‘vrijstellingen’ aan de examencommissie.


Bij zo’n verzoek moeten de volgende regels in acht genomen worden: • je geeft aan waarvoor je vrijstelling aanvraagt • je onderbouwt dit verzoek met vermelding van gevolgde opleidingen • je geeft informatie over inhoud en omvang van de gevolgde opleidingen en/of cursussen • je geeft de relevantie aan van deze reeds gevolgde opleidingen c.q. cursussen voor je huidige opleiding • je voegt een copie van je behaalde diploma’s en/of certificaten bij. Na behandeling van jouw verzoek krijg je schriftelijk bericht van de ambtelijk secretaris van de examencommissie. In dit bericht staat aangegeven voor welke onderdelen (met het bijbehorend aantal Studiepunten) uit het studieprogramma je vrijstelling hebt gekregen. Gelijktijdig worden deze toegekende vrijstellingen door de ambtelijk secretaris doorgegeven aan de studievoortgangsadministratie. In het studievoortgangsoverzicht worden de vrijgestelde onderdelen als dusdanig geadministreerd. Bewaar het schriftelijk bericht van de examencommissie zorgvuldig. 6.3

Organisatie tentamens

6.3.1 Tentamenvorm en –duur Tentamens zijn instrumenten om de studieresultaten van studenten te toetsen en beoordelen. Dit kan op verschillende manieren. De meest gebruikte tentamenvormen zijn: • tentamens met gesloten vragen; • tentamens met open vragen; • tentamens met meerkeuzevragen; • werkstukken of andere vormen van schriftelijke opdrachten; • reflectieverslagen; • het vervaardigen en/of uitvoeren van een presentatie en/of taak; • een mondeling tentamen. De examinatoren stellen de benodigde opdrachten, opgaven en beoordelingsnormen vast en zorgen ervoor (samen met andere bij een tentamen betrokkenen) dat de vereiste geheimhouding in acht wordt genomen totdat de opgaven zijn uitgereikt aan de kandidaten.


De beschikbare tijdsduur voor tentamens is in de faculteits-OER bepaald. Bij uitzondering kunnen tentamens langer of korter duren. 6.3.2 Inschrijving en deelname cursussen en (her)tentamens Inschrijving cursussen en tentamens Deelname aan cursussen is slechts mogelijk na tijdige inschrijving via Osiris (www.osiris.hu.nl). Als student ben je hier zelf verantwoordelijk voor. Inschrijven voor deelname aan een, aan de desbetreffende cursus verbonden tentamen is daar automatisch aan gekoppeld. Voor deelname aan tentamens los van het volgen van een cursus en aan hertentamens is inschrijving voor het tentamen via Osiris noodzakelijk. Zie verder de handleiding “Inschrijven in Osiris bij Archimedes” op de Osiris service site: https://www.hu-sharepoint. nl/sites/feosiris/default.aspx . Tentamenmogelijkheden / herkansingen Herkansing van een afgelegd tentamen is slechts mogelijk als de beoordeling van het tentamen onvoldoende is. Bij deelname aan een herkansing vervallen alle eerdere beoordelingen voor het tentamen. Als je staat ingeschreven voor een tentamen maar daaraan niet deelneemt, verlies je een tentamenmogelijkheid in dat studiejaar. Je wordt dan verwezen naar de volgende reguliere tentamenmogelijkheid. De student die door overmacht niet aan een tentamen heeft kunnen deelnemen, kan de examencommissie verzoeken om een extra tentamenmogelijkheid. Van overmacht is sprake als zich een of meer van de volgende omstandigheden voordoen: • ziekte; • lichamelijk of andere functiestoornis; • zwangerschap; • bijzondere familieomstandigheden; • andere situaties van overmacht, zulks ter beoordeling van de examencommissie. Zie par. 1.3.4 voor algemene informatie over de verzoekprocedure bij de examencommissie. Herkansingen vinden veelal plaats aan het eind van het volgend blok dat volgt op de periode waarin de cursus regulier afgesloten had kunnen worden. De opleiding maakt uiterlijk in de vijfde week van de periode waarin de toets of hertoets zal plaatsvinden op www. roosters.hu.nl bekend voor welke cursus op welke dag op welk 90 Instituut Archimedes Bacheloropleiding BIOLOGIE

tijdstip en in welk lokaal de afsluiting is gepland. Houd er echter rekening mee, dat op het laatste moment (lokaal)wijzigingen kunnen optreden. Onvoldoende bij toetsing / toetsen ‘missen’ Als regel geldt dat je voor elke vorm van afsluiting (dus niet alleen schriftelijke toetsen) binnen het cursusjaar 1 herkansingsmogelijkheid krijgt. Indien je dan nog niet aan de eisen van de afsluiting hebt voldaan heb je in het volgende jaar van inschrijving weer twee mogelijkheden: de reguliere en de herkansing. Ga dan wel tijdig na of er eventuele veranderingen zijn in de stof en de afsluitingseisen. Als de inhoud van een module gewijzigd wordt, zoals moet blijken uit de cursusbeschrijving, dan heb je in het eerste jaar waarin de module gewijzigd wordt aangeboden recht op 1 herkansing over de tentamenstof volgens de oude (niet gewijzigde) versie. Realiseer je, dat, indien je een (her)toetsgelegenheid voorbij laat gaan, dit tot vertraging in de studievoortgang kan leiden. Als je door ziekte of een andere vorm van overmacht een toets mist, moet je dit melden bij de docent die de afsluiting verzorgt. Het ‘gewoon’ ziek zijn geeft je overigens geen automatisch recht op een extra kans. Heb je redenen om aan te nemen dat je een uitzonderingsgeval bent, voor wie binnen het desbetreffende cursusjaar wel een extra toetsmogelijkheid moet worden geschapen, dan kun je daartoe een beredeneerd verzoek indienen bij de Examencommissie. 6.3.3 Voorzieningen wegens functiebeperking Algemeen Een student met functiebeperking kan de examencommissie verzoeken om een examen of tentamen op aangepaste wijze af te leggen. Een verzoek hiertoe moet schriftelijk met bijbehorende deskundigenverklaring aan het begin van het semester tot uiterlijk aan het einde van de tweede lesweek (of aan het begin van het studiejaar in september) ingediend worden bij de examencommissie.


Onder functiebeperking kan onder meer worden verstaan: astma, auditieve handicap, chronische vermoeidheid, dyslexie, epilepsie, meervoudig lichamelijke handicap, motorische aandoeningen, nierproblemen, psychische stoornissen, rugklachten, reumatische klachten, spierziekten, spraakaandoeningen, visuele handicap, RSI en whiplash. Zie par. 2.7 voor algemene informatie over studeren met een functiebeperking, en par. 1.3.4 voor algemene informatie over de verzoekprocedure bij de examencommissie. Extra tentamentijd wegens dyslexie e.d. Studenten die menen recht te hebben op extra tijd (bijv. bij dyslexie) kunnen dit aan het begin van het studiejaar (in september) aangeven bij de examencommissie. Als de examencommissie de aanvraag honoreert, kunnen studenten bij alle tentamens in het betreffende studiejaar een kwartier extra tijd krijgen. Hiervoor moeten zij, naast de reguliere inschrijving, een speciaal formulier bij de onderwijsbalie ophalen. Daarop moet per tentamenperiode worden aangegeven voor welke tentamens extra tijd wordt aangevraagd. Dit formulier moet binnen de inschrijfperiode worden ingeleverd op de onderwijsbalie. Algemene geldigheid van voorzieningen Een voorziening wegens een functiebeperking geldt na toekenning voor elk volgend tentamen of examen, tenzij uit het besluit van de examencommissie anders blijkt. Ook heeft de student recht op dezelfde voorziening ten aanzien van een tentamen of examen aan een andere opleiding, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan: • de toegekende voorziening is uiterlijk bij inschrijving voor het tentamen of examen gemeld bij de examencommissie van de andere opleiding; • de student op verzoek het schriftelijk besluit kan tonen waaruit blijkt dat de voorziening is toegekend; • de examencommissie van de andere opleiding de gemelde voorziening niet heeft geweigerd (een weigering moet schriftelijk en gemotiveerd voor het tentamen of examen aan de student worden bekendgemaakt).


6.3.4 Legitimatieplicht bij schriftelijke tentamens Voor deelname aan schriftelijke tentamens geldt dat een student zich moet legitimeren door middel van een geldige collegekaart van de HU. Indien een student geen geldige collegekaart kan tonen, is deelname aan tentamens alleen mogelijk door het tonen van een geldige tentamenpas in combinatie met een geldig legitimatiebewijs (geldig paspoort, geldige Europese identiteitskaart, een geldig Nederlands of internationaal rijbewijs of een geldig vluchtelingendocument). De student die nog geen collegekaart heeft ontvangen, kan in de week direct voorafgaande aan de tentamenperiode kosteloos een tentamenpas (periodepas) aanvragen. Deze tentamenpas is geldig gedurende de daarop aangegeven periode. De student die wel een collegekaart heeft ontvangen, maar deze door verlies, diefstal of anderszins is kwijtgeraakt, kan tijdens de tentamenperiode een tentamenpas (dagpas) aanvragen. Deze tentamenpas is uitsluitend geldig op de dag van afgifte. Voor de afgifte zijn administratiekosten verschuldigd van € 25,- per tentamenpas tot een maximum van € 100,- per tentamenperiode. Studenten die door aantoonbare overmacht hun collegekaart verloren, zijn per tentamenperiode slechts € 25,- (tarief 1e tentamenpas) verschuldigd. Deze tentamenpas wordt slechts afgegeven indien de student: • rechtsgeldig staat ingeschreven als student aan de HU; • bij de aanvraag een geldig legitimatiebewijs toont; • staat ingeschreven voor het desbetreffende tentamen. Overigens dient een student die de collegekaart is kwijtgeraakt dit direct te melden en een nieuwe collegekaart aan te vragen (tegen betaling van vervangingskosten). Een tentamenpas of nieuwe collegekaart kun je aanvragen bij de studentenbalie van Bureau Onderwijs en Studentzaken, kamer 2084. 6.3.5 Gang van zaken tijdens tentamens Zie par. 6.3.1 en 6.3.2


6.3.6 Beoordeling en inzage tentamenwerk Beoordelingen Als je een studieonderdeel met een voldoende/zes (of hoger) hebt afgerond krijg je de bijbehorende studiepunten (European Credits; ofwel EC’s). Beoordelingen kunnen op twee manieren worden uitgedrukt: • Hetzij in woorden: ‘onvoldoende’, ‘voldoende’, ‘ruim voldoende’, ‘goed’, ‘zeer goed’, ‘uitmuntend’; • Hetzij in cijfers uitgedrukt op een tienpuntsschaal ( 1 tot en met 10), waarbij de beoordeling wordt uitgedrukt in gehele getallen. Daartoe worden cijfers die op het cijfer 5 (of hoger) achter de komma eindigen naar boven afgerond, en cijfers lager dan een 5 achter de komma naar beneden. Zie ook de onderwijsen examenregeling, artikel 23. Binnen Instituut Archimedes worden beoordelingen uitgedrukt in woorden. Uitzondering vormen de opleidingen aardrijkskunde en geschiedenis; zij gebruiken voor beoordelingen in de conceptuele leerlijn cijfers. Bekendmaking tentamenresultaten Ten bewijze dat een tentamen met goed gevolg is afgelegd, wordt de uitslag door de desbetreffende examinator of examinatoren bekend gemaakt via Osiris (http://www.osiris. hu.nl). Tentamenresultaten worden altijd bekend gemaakt onder voorbehoud van type- en overschrijffouten. Studenten kunnen zelf uit Osiris een resultatenlijst uitprinten en deze controleren. Voor vragen met betrekking tot Osiris kun je terecht bij loket Archimedes (kamer 2042) Voor de bekendmaking van tentamenresultaten gelden de volgende termijnen: • uiterlijk drie weken na afname van het schriftelijke tentamen • op de dag van afname van het mondelinge tentamen Voor de verwerking van de resultaten in Osiris geldt een termijn binnen drie weken, na het afleggen van het tentamen De beoordelingstermijn wordt opgeschort gedurende ingeroosterde vakantieperioden, met uitzondering van de zomervakantie. Indien sprake is van een eindbeoordeling op basis van meerdere deeltentamens, begint de termijn zoals hierboven genoemd te lopen vanaf het laatste deeltentamen.


De examencommissie kan in bijzondere gevallen afwijken van de genoemde beoordelingstermijnen, mits het belang van de student hierdoor niet onevenredig wordt geschaad. Inzage tentamenwerk De student heeft recht op inzage van het gemaakte en beoordeelde tentamenwerk. De inzage, al dan niet gekoppeld aan een nabespreking, vindt plaats binnen drie weken na het bekendmaken van de tentamenuitslag. De examencommissie kan in bijzondere gevallen afwijken van deze termijn, mits het belang van de student hierdoor niet onevenredig wordt geschaad 6.3.7 Onregelmatigheden / fraude Bij onregelmatigheden ten aanzien van een tentamen of examen (waaronder ook begrepen fraude), kan de examencommissie de volgende maatregelen nemen tegen de desbetreffende student(en): • ontzeggen van de deelneming aan een of meer tentamens of het examen voor een termijn van ten hoogste een jaar; • onthouden van het getuigschrift of certificaat • afnemen van een hernieuwd examen op door de examen commissie aan te wijzen onderdelen en op een door haar te bepalen wijze. Alvorens een besluit te nemen wordt de student door de examencommissie gehoord. De examencommissie stelt de student direct op de hoogte van de beslissing. Zie voor de volledige procedure art. 38 van de Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen HU 2006-2007. STIVAWOJEN STIVAWOJEN is een Statement Tegen Inleveren Van Andermans Werk Onder Je Eigen Naam. Door verschillende vrijheidsgraden die ons onderwijs kent, is het gebruik van een enkele bron (schoolmethode) vaak niet meer mogelijk. Het gebruik van meerdere bronnen wordt gestimuleerd. Het is zeer leerzaam om samen in een subgroep gevonden bronmateriaal uit te wisselen en te verwerken (sociaal constructivisme). Materiaal dat ter beoordeling aangeboden wordt om een bepaald studieonderdeel af te ronden, moet “eigen werk” zijn. Formeel heeft dat materiaal de status van een tentamen. Het overnemen van bronnen in dat materiaal is alleen onder strikte voorwaarden toegestaan. Instituut Archimedes Bacheloropleiding BIOLOGIE 95

Het OER (Onderwijs Examen Reglement) spreekt bij onregelmatigheden over de volgende sancties: De voorzitter van de examencommissie kan verdere deelneming aan én of meer tentamens of het examen voor een termijn van hoogstens één jaar ontzeggen. Het is zelfs mogelijk om de desbetreffende student het getuigschrift of de verklaring te onthouden. (vrij naar artikel 25 van het OER). Archimedes heeft een interne procedure afgesproken in het geval dat er materiaal van bijvoorbeeld internet, boeken of van andere studenten ingeleverd wordt als zijnde eigen materiaal. Ook het zogenaamde “meeliften” valt daaronder. Afhankelijk van het formaat van de onregelmatigheid zullen er passende maatregelen getroffen worden. Bij iets kleins als bijvoorbeeld een zin overnemen zonder vermelding kan mogelijk een berisping volstaan. Bij grotere onregelmatigheden wordt het voorgelegd aan de examencommissie die een sanctie zal treffen. In alle gevallen wordt een aantekening in het studentdossier gedaan. In geval van herhaling zal straffer opgetreden worden. Mag dan helemaal niks meer? Natuurlijk wel! Je mag bronnen gebruiken zoals dat bedoeld is. Je mag zelfs bronnen overnemen in je producten. Het kan soms waardevol zijn om bijvoorbeeld letterlijk te citeren. Als je maar duidelijk maakt wat eigen werk is en wat van derden is. Je wordt uiteraard beoordeeld op het surplus dat je toebrengt. Hoe dan wel? Door heldere duidelijke bronvermelding. Bij het schrijven van een werkstuk of een verslag maak je vaak gebruik van het werk van anderen. Dat doe je bijvoorbeeld om je werk te onderbouwen met bestaande theoretische inzichten. Door een duidelijke literatuurverwijzing geef je de oorspronkelijke schrijver(s) wel de eer die hen toekomt en geef je aan waar de informatie gevonden is. Overal in de tekst waar je gegevens uit de literatuur of internet gebruikt vermeld je de auteur en het jaartal. Aan het einde van je tekst neem je in een literatuurlijst de volledige gegevens van de gebruikte bronnen op. Er zijn twee manieren om gegevens uit bestaande bronnen zoals boeken en internetbestanden te verwerken: parafraseren en citeren. Parafraseren (in eigen woorden zeggen) Hierbij vermeld je in ieder geval de auteur en het jaartal. Voorbeelden:


Ploegmakers en Bekker (1994) onderstrepen het belang van korte inleidende opdrachten met technische bouwdozen omdat vooral meisjes vaak weinig ervaring hebben met zulk speelgoed.

We weten dat mensen al in een ver verleden belangstelling hadden voor wiskunde. Zo is er bijvoorbeeld in Swaziland een 35000 jaar oud kuitbeen van een baviaan gevonden met 29 inkepingen. (Klukhuhn, 2003) Citeren (letterlijk overnemen) Een citaat is in je tekst in één oogopslag te herkennen. Het citaat springt in en is schuin gedrukt. Aan het einde van het citaat vermeld je de auteur en het jaartal. Voor de leesbaarheid is het van belang dat je de citaten op een natuurlijke manier in je tekst opneemt. Veelvuldig gebruik van erg lange citaten raden we af, maar enkele kortere citaten (tot enkele zinnen) op een pagina zijn geen enkel probleem. Integendeel, je laat op die manier zien dat je gebruik maakt van de kennis van collega’s of deskundigen. Voorbeeld: Samenwerkend leren is iets anders dan het tegen elkaar schuiven van de tafeltjes en de leerlingen vertellen dat ze de opdrachten voortaan samen moeten doen. Het plaatsen van de leerlingen in groepen met de opdracht om samen te werken maakt van deze groepen nog geen coöperatieve leergroepen. In dergelijke groepen verloopt de interactie tussen de groepsleden ongestructureerd, kunnen de groepsleden met elkaar wedijveren over de vraag wie het beste is of zich beperken tot individualistisch of alleen leren. Veenman S. (2001) Het leek me daarom verstandig enige literatuurstudie te doen en pas daarna in mijn klas te gaan experimenteren met deze nieuwe werkvormen. Literatuurlijst Alle gebruikte bronnen worden na de laatste pagina van je schrijfwerk in een lijst geplaatst, in alfabetische volgorde. Hanteer daarbij de volgende indeling:


Auteur(s) met initialen (Jaar van publicatie), Titel, Uitgever Als het een artikel uit een vakblad of krant betreft, vermeld je daarvan de naam en eventueel het nummer. Internetbronnen worden met volledige URL vermeld. Als dat niet mogelijk is, bijvoorbeeld bij een erg groot adres, geef je de URL van de hoofdpagina en de menukeuze. Als voorbeeld van de juiste samenstelling van een zo’n lijst, volgt hieronder een literatuurlijst van deze paragraaf: Klukhuhn A. (2003), De Geschiedenis van het Denken, Uitgeverij Bert Bakker Oosterbaan R. (2004), De school kan dikke kinderen niet dun maken, Het Onderwijsblad (2004 nr12) Ploegmakers B, Bekker A. Smits J. (1994), Techniek in de Basisvorming, Didactische handreiking voor een nieuw vak, Stichting Leerplan Ontwikkeling Veenman S. (2001), Coöperatief leren, http://www.socsci.kun.nl/ped/ owk/ onderwijs/cursussen/io325/teksten/CoopLeren.htm VMBO-loket (2004), Het aantal deelnemers aan leerwerktrajecten zal toenemen, www.vmbo.nl dossier leerwerktrajecten 6.3.8 Bewaring en teruggave tentamen- en examenwerk Alle schriftelijk examen- en tentamenwerk wordt bewaard in elk geval tot zes maanden na bekendmaking van de uitslag, of –wanneer dat langer duurt – tot de beslissing in een eventuele beroepsprocedure met betrekking tot die uitslag. Alle documenten met betrekking tot: • (voldoende) tentamen- of examenuitslagen; • vrijstellingen; • de inschrijving van de student; • de afgifte van getuigschriften of verklaringen, worden door de instituutsdirectie bewaard gedurende een periode van 30 jaar, een en ander conform het Privacyreglement studenten HU. De student kan pas na afloop van de bewaartermijn op verzoek tentamen- of examenwerk terugkrijgen. Wel is het mogelijk om tussentijds voor eigen rekening een fotokopie ervan te verkrijgen.


6.3.9 Geldigheidsduur studieresultaten Resultaten van tentamens en examens zijn, zolang de student onafgebroken voor de desbetreffende opleiding is ingeschreven, onbeperkt geldig, tenzij in de studiegids anders is bepaald. Indien sprake is van onderbreking van de inschrijving blijven met goed gevolg afgelegde tentamens over onderwijseenheden tot zeven jaar na de onderbreking van de inschrijving geldig tenzij in de studiegids van een opleiding de geldigheidsduur voor daarin aangewezen onderwijseenheden op een andere manier is geregeld. Indien de geldigheidsduur van met goed gevolg afgelegde tenta mens is beperkt, is de examencommissie van de desbetreffende opleiding bevoegd die geldigheidsduur te verlengen. 6.4

Getuigschriften en titulatuur

6.4.1 Algemeen Ten bewijze dat een examen met goed gevolg is afgelegd, wordt door de examencommissie een getuigschrift uitgereikt: • het propedeutisch getuigschrift na het behalen van het propedeutisch examen; • het (eind)diploma na het behalen van het afsluitend examen. Propedeutisch getuigschrift en diploma worden ondertekend door de voorzitter en een lid van de examencommissie van de opleiding. Aan beide getuigschriften wordt een supplement toegevoegd, met als doel inzicht te geven in de aard en de inhoud van de opleiding en de behaalde studieresultaten. Elke student die afstudeert ontvangt tevens een (Engelstalige) HU-brochure, The education system in the Netherlands, over de structuur van het Nederlandse Hoger Onderwijs. Dit bevordert de internationale herkenbaarheid van de opleiding en het getuigschrift of diploma Getuigschrift en supplement worden in principe in het Nederlands uitgereikt. Daarnaast of in plaats daarvan kan de examencommissie een Engelstalige versie verstrekken. De student die meer dan één tentamen met goed gevolg heeft afgelegd, maar aan wie geen propedeutisch getuigschrift of diploma kan worden uitgereikt, kan bij de examencommissie een verklaring (certificaat) verkrijgen. Daarin zijn in elk geval de behaalde tentamens vermeld. De verklaring wordt ondertekend door de voorzitter en een lid van de examencommissie van de opleiding.


Artikel 42 van de Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen HU 2006-2007 (www.reglementen.hu.nl) regelt welke gegevens het getuigschrift en supplement moeten bevatten. Zie ook bijlage 3 bij deze regeling (diplomaformats HU). 6.4.2 Graden en titulatuur De examencommissie verleent de graad Bachelor aan degene die met goed gevolg het afsluitend examen van de opleiding heeft afgelegd. Aan de graad kan een vermelding van het vakgebied of het beroepenveld waarop de graad betrekking heeft, worden toegevoegd. Het verlenen van de graad Bachelor (of Education) geeft het recht om deze als titel te voeren, afgekort tot B (Ed) achter de eigen naam. 6.4.3 Aantekening “cum laude” of “met genoegen” Vermelding cum laude of met genoegen Hogeschool Utrecht heeft een regeling rond het vermelden van ‘cum laude’ of ‘met genoegen’ op het getuigschrift. Kortweg komt de regeling op het volgende neer. Als je de vermelding ‘cum laude’ of ‘met genoegen’ op je getuigschrift wilt hebben, moet je dat zelf aanvragen. Neem hiervoor contact op met je studieloopbaanbegeleider. Je komt in aanmerking voor de vermelding ‘cum laude’ als: • Aan alle gevolgde cursussen (vrijstellingen uitgezonderd) een (eind-)beoordeling is verbonden van tenminste 6.0. • Het gewogen rekenkundig gemiddelde van alle (eind-) beoordelingen (vrijstellingen uitgezonderd) minimaal 8.0 is. • De (eind-)beoordeling van het startbekwaamheidsassessment (afstudeeropdracht, eindscriptie) minimaal 8.0 is. • Je maximaal 4 studiejaren bent ingeschreven voor de desbetreffende opleiding. Je komt in aanmerking voor de vermelding ‘met genoegen’ als: • Aan alle gevolgde cursussen (vrijstellingen uitgezonderd) een (eind-)beoordeling is verbonden van tenminste 6.0. • Het gewogen rekenkundig gemiddelde van alle (eind-) beoordelingen (vrijstellingen uitgezonderd) minimaal 7.0 is. • De (eind-)beoordeling van het startbekwaamheidsassessment (afstudeeropdracht, eindscriptie) minimaal 7.0 is.


• Je maximaal 4 studiejaren bent ingeschreven voor de desbetreffende opleiding. Er is een maximum gesteld aan de hoeveelheid vrijstellingen die je mag hebben om in aanmerking te komen voor bovenstaande vermeldingen op het getuigschrift. Bij het bepalen van het rekenkundig gemiddelde van de beoordelingen wordt de volgende conversie indien nodig toegepast: onvoldoende = 5; voldoende = 6; ruim voldoende = 7; goed = 8; zeer goed = 9; uitmuntend = 10. De volledige regeling kun je vinden in de onderwijsen examenregeling, artikel 30a. 6.4.4 Procedure afgifte getuigschrift De examencommissie geeft pas een getuigschrift af nadat de faculteitsdirectie heeft verklaard dat dit kan worden afgegeven. Daarvoor wordt eerst onderzocht of de student aan alle verplichtingen jegens de opleiding heeft voldaan (onder meer moeten alle tentamens zijn behaald, en dient de student rechtsgeldig te zijn ingeschreven). Propedeuse verklaring en diploma aanvragen Na het afronden van de propedeuse kun je een propedeuse verklaring aanvragen. Na het afronden van de opleiding kun je een diploma aanvragen. Voor het aanvragen van beide getuigschriften geldt eenzelfde procedure. Na het behalen van het laatste resultaat (van de propedeuse of opleiding) ga je naar de studieloopbaanbegeleider. Met hem/ haar vul je het aanvraagformulier voor het getuigschrift in. Dit aanvraagformulier plus een resultatenoverzicht uit OSIRIS wordt ingeleverd bij de studentenbalie. Zij zorgen voor het aanmaken van het getuigschrift. Let hierbij op de volgende deadlines: Het aanvragen van het getuigschrift moet binnen 4 weken na het behalen van het laatste resultaat worden gedaan. Om voor de eerstvolgende diploma-uitreiking in aanmerking te komen moet de aanvraag uiterlijk 3 weken voor de desbetreffende diploma-uitreiking bij de studentenbalie binnen zijn. Als je deel wilt nemen aan de diploma-uitreiking in augustus/september dan moet je dit voor 15 juli aanvragen, in verband met de tussenliggende zomervakantie. Je krijgt ongeveer 2 weken voor de diploma-uitreiking een uitnodiging.


7. KLACHTEN, BEZWAAR EN BEROEP 7.1 Inleiding Als je het niet eens bent met een beslissing en je komt er samen met je opleiding niet uit, dan kun je verschillende stappen ondernemen. Is het een besluit dat jou rechtstreeks aangaat, dan kun je beroep instellen bij het College van Beroep. Zie verder par. 7.3. Daarnaast kun je een bezwaarschrift indienen bij de instantie door of namens wie het besluit is genomen (examencommissie of directie). Deze moet het besluit dan heroverwegen en een nieuwe beslissing nemen. Zie verder par. 7.2. Tegen bepaalde beslissingen is echter geen bezwaar of beroep mogelijk. Het gaat dan om beslissingen van algemene strekking; deze betreffen niet een individuele student, maar een algemene regel of algemeen beleid. Tegen die beslissingen kan soms wel een klacht worden ingediend, zie par. 7.4. De studentendecaan kan adviseren over bezwaar en beroep. Daarnaast kun je uiteraard het conflict bespreken met degene die het besluit heeft genomen (examencommissie, docent, directie). Je kunt daarbij de studentendecaan inschakelen en eventueel een mediator benaderen. Zie par. 2.2 en 2.6. Hieronder volgt een toelichting op de verschillende procedures. 7.2 Bezwaar Bezwaar is mogelijk tegen besluiten die zijn genomen op grond van de onderwijsen examenregeling. Dit zijn besluiten die rechtstreeks met onderwijs, tentamens en examens te maken hebben (zoals tentamenbeoordelingen, voorzieningen en het bindend studieadvies). Het betreft alleen besluiten die zijn gericht op een individuele student (dus niet van algemene strekking, zie ook par. 7.4). De student dient binnen twee weken na bekendmaking van het besluit een schriftelijk bezwaarschrift in te dienen bij de examencommissie. Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend, en bevat tenminste naam en adresgegevens van de student, de redenen van het bezwaar en een duidelijke omschrijving van het 102 Instituut Archimedes Bacheloropleiding BIOLOGIE

besluit waartegen het bezwaar gericht is. De examencommissie kan de student in de gelegenheid stellen om de bezwaren mondeling toe te lichten. In dat geval wordt de student tijdig uitgenodigd voor een hoorzitting. De examencommissie neemt in principe binnen twee weken na ontvangst van het bezwaarschrift een beslissing en maakt deze schriftelijk bekend aan de student. De beslissing is gebaseerd op een hernieuwde beoordeling en moet gemotiveerd zijn. Bij toewijzing van het bezwaar neemt de examencommissie tevens een nieuw (inhoudelijk) besluit. Als het bezwaar wordt afgewezen, blijft het oorspronkelijke besluit in stand. In het laatste geval kan de student nog beroep instellen bij het College van Beroep (zie par. 7.3). Dat moet wel gebeuren binnen 4 weken na bekendmaking van het oorspronkelijke besluit. De volledige bezwaarprocedure staat beschreven in art. 45 van de Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen HU 20062007 (www.sharepoint.hu.nl/sites/reglementen). In dit artikel is ook opgenomen dat de examencommissie ten gunste van de student kan afwijken van deze procedure. Het bezwaarschrift kan gericht worden aan de ambtelijk secretaris van de examencommissie De examencommissie bestaat uit: Annette Wind Voorzitter Vacature Ambtelijk secretaris Gery Gorter Commissielid Exacte vakken Rachel Collins Commissielid Talen Cees Visser Commissielid Maatschappijvakken\ Gery Gorter/Cees Visser Commissieleden Welzijn en Zorg Cathy Ben el Hocine Secretariaat 7.3 Beroep Beroep staat open tegen besluiten die op grond van de onderwijsen examenregeling zijn genomen (zoals tentamenbeoordelingen, voorzieningen en het bindend studieadvies). en besluiten van financiële aard (zoals steunfonds en restitutie collegegeld). Het betreft alleen besluiten die gericht zijn op een individuele student (dus niet van algemene strekking, zie ook par. 7.4). De student kan binnen 4 weken vanaf de bekendmaking van het besluit schriftelijk beroep aantekenen bij het College van Beroep. Instituut Archimedes Bacheloropleiding BIOLOGIE 103

Het College van Beroep is de onafhankelijke, hogeschoolbrede beroepsinstantie voor studenten en extraneï van Hogeschool Utrecht. Het is dus niet verbonden aan een faculteit of opleiding. Het beroepschrift wordt ondertekend en bevat tenminste: • de naam, het huisadres, de woonplaats en het telefoonnummer van de student; • vermelding van de faculteit en de afdeling/opleiding waar de student is ingeschreven; • de dagtekening; • een duidelijke omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht, onder vermelding van de persoon die, of het orgaan dat het besluit heeft genomen; • één of meer gronden, waarop het beroep berust; • een zo nauwkeurig mogelijk omschreven vordering. Daarnaast moet een kopie van het bestreden besluit worden bijgevoegd. Het beroepschrift moet worden gericht aan het College van Beroep HU, postbus 573, 3500 AN Utrecht. Let op: voor het instellen van beroep geldt een termijn van 4 weken. Deze termijn wordt niet opgeschort door het eventueel indienen van een bezwaarschrift. Zorg er dus voor dat je tijdig beroep instelt, ook als je daarnaast een bezwaarschrift indient. Mocht de beslissing op het bezwaarschrift voor jou gunstig uitvallen, dan kun je het beroep altijd weer intrekken. Het College van Beroep kan het beroep gegrond of ongegrond verklaren. Als het beroep gegrond wordt verklaard, betekent dat vaak dat de examencommissie of directie die het oorspronkelijke besluit heeft genomen, een nieuw besluit moet nemen. Het College van Beroep doet dat dus niet zelf. Als het beroep ongegrond wordt verklaard, blijft het oorspronkelijke besluit in stand. In art. 54-57 van het Studentenstatuut HU en in het reglement College van Beroep HU (www.sharepoint.hu.nl/sites/reglementen) wordt nader beschreven wanneer beroep mogelijk is en welke procedure daarbij geldt. Zie voor meer informatie www.collegevanberoep.hu.nl en de folder Het College van Beroep, informatie over de beroepsprocedure. Je kunt je voor informatie en advies ook wenden tot de studentendecaan (zie par. 2.2) of het secretariaat van het College 104 Instituut Archimedes Bacheloropleiding BIOLOGIE

van Beroep, tel. 030-2308352 en e-mail [email protected] (let op: een beroepschrift kan niet per mail worden ingediend). 7.4 Algemeen klachtrecht Zoals gezegd kun je bij onenigheid over besluiten of handelingen van algemene strekking (niet gericht op een individuele student) geen beroep of bezwaar aantekenen. In dat geval heb je wel het recht een klacht in te dienen bij de faculteitsdirectie en om een voorziening te vragen. Het gaat dan vaak om de dagelijkse gang van zaken zoals bijvoorbeeld de vaststelling van roosters en niet om formele beslissingen. Een klacht moet schriftelijk worden ingediend binnen 4 weken nadat de handeling is verricht of het besluit is genomen. De klacht wordt ondertekend en bevat tenminste: • naam, adres, woonplaats en opleiding van de student; • een vermelding van degene die de bestreden handeling heeft verricht dan wel het bestreden besluit heeft genomen; • een duidelijke omschrijving van de handeling of het besluit waarop de klacht betrekking heeft; • de datum waarop de handeling plaatsvond of het besluit werd genomen dan wel ter kennis van de student werd gebracht; • de voorziening die naar het oordeel van de student behoort te worden getroffen. U richt u klacht schriftelijk aan de voorzitter van de klachtencommissie van de FE, A. Smit, Postbus 14007, 3508 SB Utrecht Alvorens een beslissing te nemen hoort de faculteitsdirectie alle betrokkenen bij het besluit of de handeling waartegen de klacht is gericht. Ook kunnen getuigen en deskundigen worden geraadpleegd. De faculteitsdirectie neemt in principe binnen vier weken na ontvangst van de klacht een (gemotiveerde) beslissing en maakt deze schriftelijk bekend aan de student. Tegen de beslissing van de faculteitsdirectie op de ingediende klacht kan de student beroep instellen bij het College van Beroep HU (zie par. 7.3). Het algemeen klachtrecht is nader geregeld in art. 53 van het Studentenstatuut HU (www.sharepoint.hu.nl/sites/reglementen). Instituut Archimedes Bacheloropleiding BIOLOGIE 105

Zie voor specifieke informatie over klachten wegens seksuele of verbale intimidatie par. 2.3. Zie voor meer informatie www.studentzaken.hu.nl. Je kunt je voor informatie en advies ook wenden tot de studentendecaan.


8. ROOSTERS 8.1

Jaarrooster

Archimedes-onderwijsjaarrooster 2007-2008 34

20-aug

hertoetsweek

Hertoetsen hoofdfase periode D 2006/2007

35

27-aug

organisatieweek

Introductie, Diploma uitreiking vrijdag 31 augustus

Periode A wk.nr

datum

HU

Archimedes

Beschrijving

36

03-sep

A1

lesweek 1

start studiejaar 2007-2008

37

10-sep

A2

lesweek 2

38

17-sep

A3

lesweek 3

39

24-sep

A4

lesweek 4

Leergebieddag 1 “Samen op Scholen” donderdag 27 september, Diploma uitreiking vrijdag 28 september

40

01-okt

A5

lesweek 5

41

08-okt

A6

lesweek 6

42

15-okt

A7

lesweek 7

43

22-okt

A8

onderwijsvrij

44

29-okt

A9

organisatieweek

45

05-nov

A10

Toetsen periode A

10 oktober banenmarkt 1e jaars vt en deeltijders Herfstvakantie Leergebieddag 2 “Samen op Scholen” donderdag 8 november

Periode B wk.nr

datum

HU

Archimedes

46

12-nov

B1

lesweek 1

Beschrijving

47

19-nov

B2

lesweek 2

48

26-nov

B3

lesweek 3

49

03-dec

B4

lesweek 4

Diploma uitreiking vrijdag 7 december

50

10-dec

B5

lesweek 5

Leergebieddag 3 “Samen op Scholen” donderdag 13

51

17-dec

B6

lesweek 6

52

24-dec

B7

onderwijsvrij

01

31-dec

B8

onderwijsvrij

02

07-jan

B9

organisatieweek

03

14-jan

B10

lesweek 7

04

21-jan

B11

Hertoetsen periode A

05

28-jan

B12

Toetsen periode B

december kerstvakantie; 25- en 26-dec Kerstmis; 24-, 27- en 28- dec verplichte verlofdagen kerstvakantie; 01-jan Nieuwjaarsdag

Leergebieddag 4 “Samen op Scholen” donderdag 31 januari


Periode C wk.nr

datum

HU

Archimedes

06

04-feb

C1

lesweek 1

Beschrijving

07

11-feb

C2

lesweek 2

08

18-feb

C3

lesweek 3

09

25-feb

C4

Onderwijsvrij

Voorjaarsvakantie

10

03-mrt

C5

lesweek 4

Leergebieddag 5 “Samen op Scholen” donderdag 6 maart,

11

10-mrt

C6

lesweek 5

12

17-mrt

C7

lesweek 6

21-maart Goede Vrijdag; 23-maart Pasen

13

24-mrt

C8

lesweek 7

24-maart Pasen

14

31-mrt

C9

Inhaalweek

Compensatie voor uitgevallen lesdagen dt en vt op vrijdag

Diploma uitreiking vrijdag 7 maart

21 maart en maandag 24 maart. Lezingendag Archimedes 3 april. 15

07-apr

C10

Toetsen periode C

16

14-apr

C11

Hertoetsen periode B

Maandag lesweek 1 periode D voor dt en vt Exact als compensatie voor 5 mei, Leergebieddag 6 “Samen op Scholen” donderdag 17 april

Periode D wk.nr

datum

HU

Archimedes

17

21-apr

D1

lesweek 1

Beschrijving

18

28-apr

D2

Onderwijsvrij

mei-vakantie; 30-apr Koninginnedag; 01-mei Hemelvaart;

19

05-mei

D3

lesweek 2

05-mei Bevrijdingsdag; 11-mei Pinksteren

02-mei verplichte verlofdag 20

12-mei

D4

lesweek 3

12-mei Pinksteren 14 mei Lio/Lido banenmarkt

21

19-mei

D5

lesweek 4

Leergebieddag 7 “Samen op Scholen” donderdag 22 mei,

22

26-mei

D6

lesweek 5

23

02-jun

D7

lesweek 6

24

09-jun

D8

lesweek 7

25

16-jun

D9

Inhaalweek

Maandag lesweek 7 voor dt en vt Exact als compensatie

26

23-jun

D10

Toetsen periode D

Leergebieddag 8 “Samen op Scholen” donderdag 26 juni

Diploma uitreiking vrijdag 23 mei

voor 12 mei. 27

30-jun

D11

Hertoetsen periode C

28

07-jul

D12

Hertoetsen periode D

29

14-jul

Organisatieweek

30

21-jul

onderwijsvrij

Zomervakantie

31

28-jul

onderwijsvrij

Zomervakantie

32

04-aug

onderwijsvrij

Zomervakantie

33

11-aug

onderwijsvrij

Zomervakantie

Alleen hertoetsen propedeuse!


34

18-aug

Hertoetsweek

35

25-aug

Organisatieweek

Introductie Diploma uitreiking vrijdag 29 augustus

36

01-sep

lesweek 1

start studiejaar 2008-2009

A1

Alleen hertoetsen hoofdfase periode D 2007/2008!

vet = officiële feestdag italic = verplichte verlofdagen Diploma uitreiking vrijdag 26 september 2008. Data assessments 2007/2008 Assessments Startbekwaam op aanvraag. Assessments Afstudeerbekwaam: • week van 05/11/07 • week van 21/01/08 • week van 14/04/08 • week van 30/06/08 • week van 25/08/08 (zie handleiding) Planning HU-voorlichtingsactiviteiten 2007/2008 Dag

Datum

Tijd

Type

Zaterdag

24 november 2007

10.00 – 15.00uur

Open Dag

Zaterdag

9 februari 2008

10.00 – 15.00uur

Open Dag

Woensdag

5 maart 2008

09.00 – 16.00uur

Oriëntatiedag

Woensdag

12 maart 2008

12.00 – 16.00uur

Mbo-dag

Zaterdag

29 maart 2008

10.00 – 15.00uur

Open Dag

Donderdag

24 april 2008

12.00 – 16.00uur

Dub-Event (centrale

Donderdag

5 juni 2008

16.00 – 20.00uur

Donderdag

21 augustus 2008

17.00 – 21.00uur

Opmerking

N.B. Pasen is 23/24 maart. Toetsweken vanaf 31 maart.

locatie) Info-avond Info-avond

HU-breed (niet meer optioneel)

(alleen dt/du)

8.2

Weekrooster

Weekrooster Per periode wordt er een weekrooster vastgesteld. Op dat rooster staat vermeld welke cursussen op welk moment worden gegeven, door welke docent, in welk lokaal en voor welke groep. Het weekrooster vind je op www.roosters.hu.nl en op de publicatieborden van de opleiding. Het weekrooster wisselt per periode. Het nieuwe rooster is uiterlijk een week voordat het ingaat bekend.


Voor de duale/voltijdopleidingen worden de (plenaire) bijeenkomsten in principe geroosterd van maandag t/m vrijdag van 09.00 - 17.00 uur. Het zal waarschijnlijk niet altijd lukken om alle lessen tussen 09.00 en 17.00 uur in te roosteren. Het kan daarom voorkomen dat je wel eens les hebt tussen 17.00 en 19.00 uur en soms zelf tot 21.45 uur. Het aantal lessen op de opleiding en uren op de werkplek in een (opleidings)school kan van periode tot periode verschillend zijn, maar een week is niet geheel vol gepland met ingeroosterde leeractiviteiten. Wij gaan er van uit dat de niet-ingeroosterde tijd besteed wordt aan opdrachten, practicumvoorbereiding, huiswerk etc. Voor de deeltijdopleiding is de vaste cursusdag maandag. De modules worden geroosterd tussen 12.00 en 21.45 uur. Daarnaast besteedt een student zelfstandig tijd aan opdrachten, practicumvoorbereiding, huiswerk etc. 8.3 Tentamenrooster De tentamens van de meeste cursussen worden gedurende de tentamenweken aan het einde van elke lesperiode (elk blok) afgenomen. Via de opleiding wordt hiervoor een tentamenrooster bekend gemaakt (al dan niet als onderdeel van het semesterrooster). Dit rooster wordt uiterlijk 2 weken voor aanvang van de tentamenperiode gepubliceerd (http://www.roosters.hu.nl). Aan de hand van het jaarrooster kunnen studenten zien in welke periode bepaalde cursussen worden afgesloten.


9. CURSUSBESCHRIJVINGEN In het hoofdstuk staan de cursusbeschrijvingen zoals die in Osiris zijn opgenomen. Deze zijn per jaar ingedeeld, de volgorde per jaar is: Eerst de conceptuele cursussen, daarna de integrale cursussen en de projecten. Dan de WER- en de SLB-cursussen en tenslotte, indien van toepassing, keuzecursussen en specifieke deeltijdcursussen. Propedeuse (studiejaar 1) Titel

Planten

OABI-PLANT-07 Organisatorische gegevens

Studierichting

Biologie

Studiefase/categorie

Propedeuse

Cursuscode

OABI-PLANT-07

Studiebelasting

6 studiepunten

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok

1 (V, D)

Werkvormen

Practicum (blok: 1 (D, V)) Project (blok: 1 (D, V)) Werkcollege (blok: 1 (D, V)) Zelfstudie (blok: 1 (D, V))

Toetsen:

Dossier (blok: 1 (D, V), 2 (D, V))

Ingangseisen:

Geen

Contact persoon

J den Hertog (030 2547204)

Inhoudelijke gegevens Inhoud

Leerstof, werkvormen en activiteiten In deze cursus verkennen studenten de anatomie, morfologie, levenscyclus en levensomstandigheden van planten zoals die in Nederland voorkomen. Ze doen dit d.m.v. theoretische en praktische opdrachten op basis van `Biology van Campbell, `Zelf de natuur in` en schoolmethoden. De verworven kennis wordt toegepast in de afsluitende opdracht waarin een groep van 4-6 studenten een scenario voor een korte film over een of meer aspecten van het leven van planten behandelen. In een vakdidactische opdracht houden studenten zich bezig met practicum als belangrijke werkvorm in het biologieonderwijs.


Toetsing en beoordelingscriteria De cursus wordt afgesloten met een dossier. In het dossier zijn verschillende onderdelen opgenomen. De exacte samenstelling en de gestelde eisen zijn terug te vinden in de studiehandleiding behorende bij deze cursus. Korte omschrijving In practicumopdrachten en theoretische opgaven verkennen de studenten fysiologie, anatomie, morfologie, levenscyclus en levensomstandigheden van planten in Nederland. In de practica wordt veel gewerkt met vers materiaal, microscopische preparaten, anatomische afbeeldingen en digitale informatiebronnen. De resultaten worden vastgelegd in tekeningen en verslagen. In de afsluitende groepsopdracht wordt de verworven kennis verwerkt tot een scenario voor een onderwijsfilm. Doelstellingen/Competenties De student: -

heeft kennis van anatomie, morfologie, fysiologie, levenscyclus en levenswijze van algen, sporenplanten en zaadplanten

-

is in staat een microscoop adequaat te gebruiken, eenvoudige fysiologische practica uit te voeren en een plan te maken

voor een biologiepracticum -

kan complexe kennis over planten op HBO-niveau vertalen naar het onderwijsniveau in het 2e graadsgebied.

Legitimering: SBL 3 en 4 Veronderstelde voorkennis

HAVO met biologie

Materialen:

Boek: Zelf de natuur in, Boom, KNNV, IVN, 2002 Boek: Campell Reece; Biology int. edition (7th ed.), 2005 Addison-Wesley, Pearson Education publishing as Benjamin Cummings Reader: Biologie voor jou, basisvorming Boek: Heukels’ Flora van Nederland (1996) Reader: Studiehandleiding Planten


Titel

Dieren

OABI-DIEREN-07 Organisatorische gegevens

Studierichting

Biologie


Propedeuse

Cursuscode

OABI-DIEREN-07

Studiebelasting

6 studiepunten

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok

2 (V, D)

Werkvormen

Groepswerk (blok: 2 (D, V)) Hoorcollege (blok: 2 (D, V)) Practicum (blok: 2 (D, V)) Werkcollege (blok: 2 (D, V)) Zelfstudie (blok: 2 (D, V))

Toetsen:


Ingangseisen:

Geen

Contact persoon

HC de Vries-de Bruijn (030 2547210)


Leerstof, werkvormen en activiteiten Werkvormen: -

zelfstudie

-

practicum en instructie + verslaglegging

-

(werk)college

-

als groepje van vier opdrachten ontwikkelen voor de Biologie Olympiade VMBO en deze presenteren

posterpresentaties Toetsing en beoordelingscriteria De cursus wordt afgesloten met een dossier waarin een tweetal toetsen en verslagen zijn opgenomen van alle onderdelen die voor het afronden van de cursus van toepassing zijn. Korte omschrijving In deze cursus wordt gewerkt aan allerlei aspecten rondom dieren, van pantoffeldiertje tot walvis. Door middel van verschillende opdrachten wordt ontdekt waarom dieren functioneren zoals ze functioneren en waarom ze eruit zien zoals ze eruit zien. De inhoudelijke leerstof wordt geheel gehaald uit Campbell, Biology en de syllabus Ongewervelde Dieren. De practicumvoorschriften en opdrachten staan in een studiehandleiding. Er wordt een aantal practica aangeboden om de vaardigheden te verwerven. Als eindproduct maken kleine groepen opdrachten voor de voorronde en voor de nationale Biologie Olympiade VMBO. Deze opdrachten worden aan elkaar gepresenteerd.


Doelstellingen/Competenties Kennis: -

Basisweefsels herkennen en functie kunnen aangeven

-

Phyla dierenrijk herkennen.

-

Omschrijven problematiek leefomgeving en aanpassingen verschillende

-

Orgaanstelsels herkennen en vergelijken

-

Ordening

-

Didactiek Eindtermen kennen/kunnen vinden

diergroepen

Vaardigheden: -

Tekenen volgens tekenregels met blote oog en met microscoop

-

Prepareermicroscoop en gewone microscoop juist hanteren

-

Correct kunnen ontleden van een dier mbv handleiding

-

Onbekende diersoort determineren tot op phylumniveau

-

Met de eindtermen VMBO prikkelende vragen kunnen formuleren en de keuzes

-

Een geïntegreerde opdracht biologie kunnen maken voor leerlingen in het

verantwoorden VMBO Attitude: -

Zorg dragen voor practicummaterialen en deze zorg over kunnen dragen aan leerlingen.

Legitimering SBL 3 en 4 Veronderstelde voorkennis

HAVO met Biologie

Materialen:

Boek: Studiehandleiding Biologie Olympiade- Campbell Reece; Biology int. edition (7th ed.), 2005 Addison-Wesley, Pearson Education publishing as Benjamin Cummings


Titel

De Marathon van Rotterdam

OABI-MARATH-07 Organisatorische gegevens

Studierichting

Biologie


Propedeuse

Cursuscode

OABI-MARATH-07

Studiebelasting

6 studiepunten

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok

3 (V, D)

Werkvormen

Hoorcollege (blok: 3 (D, V)) Practicum (blok: 3 (D, V)) Project (blok: 3 (D, V)) Werkcollege (blok: 3 (D, V)) Zelfstudie (blok: 3 (D, V))

Toetsen:


Ingangseisen:

Geen

Contact persoon

J Gradener (030 2547207)


Leerstof, werkvormen en activiteiten Binnen een context wordt de anatomie en fysiologie van het bewegingsapparaat van de mens bestudeerd. Het vakdidactische deel van de cursus gaat over presenteren. Elke student houdt een korte presentatie over een onderwerp, die bij de leerstof aansluit. Het doel van de presentatie is het oefenen in gestructureerd voorbereiden van een `les` en oefenen met het omgaan met verschillende hulpmiddelen (modellen, OHP, bord). De verschillende werkvormen die gehanteerd worden zijn: -

instructie gevolgd door werkcolleges

-

instructie gevolgd door practica

-

verslaglegging van (practicum) opdrachten

-

in 4 persoonsgroepen werken aan een grote complexe opdracht

-

presentatie van een eindproduct

Toetsing en beoordelingscriteria De cursus is gevuld met individuele opdrachten en een grote groepsopdracht. Alles wordt aan het eind van de cursus in een dossier ter beoordeling aan de docent aangeboden. De individuele opdrachten moeten naar behoren uitgevoerd en uitgewerkt worden. De groepsopdracht wordt beoordeeld in termen van matig tot en met uitmuntend. Hierbij wordt ook rekening gehouden met het leerproces van een ieder groepslid dat moet blijken uit het logboek dat gedurende de cursus bijgehouden is.


Korte omschrijving Binnen een context worden aspecten van de fysiologie en anatomie bestudeerd. De cursus wordt voor een groot deel gevuld met een complexe opdracht waarin de studenten in groepsverband de zojuist genoemde aspecten bestuderen. Doelstellingen/Competenties De cursus heeft het doel om het functioneren van het bewegingsapparaat beter Legitimering: SBL 3, 4 en Veronderstelde voorkennis

HAVO met Biologie

Materialen:

Boek: Campbell Reece; Biology int. edition (7th ed.), 2005 Addison-Wesley, Pearson Education publishing as Benjamin Cummings. Reader: Studiehandleiding ‘De Marathon’ - Cd-rom ‘Overlopen naar rennen’.


Titel

Ecologie in de praktijk

OABI-ECOLOGI-07 Organisatorische gegevens

Studierichting

Biologie


Propedeuse

Cursuscode

OABI-ECOLOGI-07

Studiebelasting

6 studiepunten

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok

3 (V, D)

Werkvormen

Groepswerk (blok: 3 (D, V)) Practicum (blok: 3 (D, V)) Zelfstudie (blok: 3 (D, V))

Toetsen:


Ingangseisen:

Geen

Contact persoon

J den Hertog (030 2547204)


Leerstof, werkvormen en activiteiten De theorie wordt voor het grootste deel zelfstandig bestudeerd aan de hand van opdrachten. De koppeling wordt gelegd tussen de inhouden en aanpak in schoolmethoden, de theorie in Campbell en het veldwerk. Veldwerk, waarbij zowel biotische als abiotische componenten van het bos worden geïnventariseerd. Verslaglegging van de resultaten van het onderzoek. Met de groep een totaal eindverslag maken. Toetsing en beoordelingscriteria Een theorietoets, een toets over soortenkennis van planten en dieren en een verslag. De cursus wordt afgesloten met een dossier waarin een tweetal toetsen en verslagen zijn opgenomen van alle onderdelen die voor het afronden van de cursus van toepassing zijn. Korte omschrijving Bij ecologie hoort veldwerk. In deze cursus leert de student zelfstandig buiten lessen te kunnen geven. Het Vogelenbos in de omgeving van Utrecht is het studieobject voor deze cursus: verkennen wat er voorkomt aan flora en fauna, maar ook onderzoek aan de bodem en het microklimaat en het functioneren van dit ecosysteem met kringlopen en voedselrelaties. Om de nodige theoretische kennis over ecologie te vergaren, wordt literatuur bestudeerd. Als vakdidactische onderdelen komen aan bod: het verkennen van schoolmethodes, in het bijzonder hoe de ecologie hierin aan bod komt, het thema ordening en omgaan met verschillende determineermethoden.


Doelstellingen/competenties Vakinhoudelijke en vakdidactische kennis van de ecologie en de praktijk van het ecologisch onderzoek vormt een onmisbaar onderdeel van de vorming tot biologiedocent, waarbij vooral het kunnen opzetten en uitvoeren van veldwerk in de buurt van de school, essentieel is. Legitimering SBL 1, 2, 3, 4 en 7. Veronderstelde voorkennis

geen

Materialen:

Boek: Campbell Reece; Biology int. edition (7th ed.), 2005 Addison-Wesley, Pearson Education publishing as Benjamin Cummings. Boek: Heukels’ Flora van Nederland, R. van der Meijden, Wolters-Noordhoff, 22e editie, 1996. Boek: Veldwerk in de 2e fase. Thieme Meulenhof, 2001 Boek: Zelf de natuur in. Boom, KNNV, IVN, 2002.


Titel

Kijk op leerlingen en leren

OAR-KIJKOPLL-07 Organisatorische gegevens

Studierichting

Archimedes breed


Propedeuse

Cursuscode

OAR-KIJKOPLL-07

Studiebelasting

4 studiepunten

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok

CONTINUE (V, D)

Werkvormen

Werkcollege (blok: CONTINUE (D, V))

Toetsen:

Diverse toetsvormen (blok: CONTINUE (D, V))

Ingangseisen:

Geen

Contact persoon

GT van Dijk (030 2547238)


Leerstof, werkvormen en activiteiten: Thema puberteit: Ontwikkeling van de identiteit van jongeren. Het begeleiden van pubers en de psychologische kaders (oa Freud, Dasberg, Erikson, Piaget, Kohlberg). Thema leerpsychologie: Oude en nieuwe inzichten in het verschijnsel `leren`. Toepassingen van die inzichten op verschillende soorten scholen. Toetsing en beoordelingscriteria: Er zijn groepsopdrachten en individuele opdrachten die worden beoordeeld. Je moet aanwezig zijn bij de begeleide bijeenkomsten. Korte omschrijving: Omdat je als docent veel met pubers werkt, ga je je verdiepen in de manier waarop zij zich ontwikkelen. Je krijgt begrip van de ontwikkeling van de identiteit en de ontwikkeling van het vermogen om te leren. Doelstellingen/Competenties: Interpersoonlijk: Begeleiden van pubers en de manier van omgaan met hen kunnen verantwoorden. Pedagogisch: Begeleidende en opvoedkundige taken uitvoeren en kunnen verantwoorden. Didactisch: Didactisch handelen kunnen legitimeren vanuit inzichten over leren. Samenwerking met de omgeving: Gezinssituatie en opvoedingsstijlen betrekken bij het maken van verantwoorde keuzes in de leerlingbegeleiding. Reflectie en ontwikkeling: Geven en ontvangen van feedback. Werkvormen: Plenaire bijeenkomsten, groepsbijeenkomsten. Uitleg en oefeningen voor verwerking van theorie. Legitimering: Kennisbasis, kennis van de leerling en kennis van het leren

Veronderstelde voorkennis

Geen bijzondere ingangseisen. Om de cursus te kunnen volgen, is het belangrijk om toegang te hebben tot een persoon die beroepshalve met jongeren werkt.

Materialen:

Boek: J. van de Wal, I. de Mooij, J. de Wilde. Identiteitsontwikkeling en leerlingbegeleiding, Coutinho, Bussum 2006, 3e druk. ISBN 9046900169 Instituut Archimedes Bacheloropleiding BIOLOGIE 119

Titel

Archimedesbreed Integraal project: Zorgverbreding

OAR-ZORVB-04 Organisatorische gegevens

Studierichting

Archimedes breed


Propedeuse

Cursuscode

OAR-ZORVB-04

Studiebelasting

4 studiepunten

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok

CONTINUE (V, D)

Werkvormen

Project (blok: CONTINUE (D, V))

Toetsen:

Verslag / Rapport / Portfolio (blok: CONTINUE (D, V))

Ingangseisen:

Geen

Contact persoon

MJTE Mol (06-51030560)


Leerstof, werkvormen en activiteiten: Integraal project waarin projectgroepen op basis van een gezamenlijk startdocument werken aan een complexe, beroepsgerelateerde opdracht. De groep vergadert regelmatig aan de hand van een agenda en notulen, waarbij de taken van voorzitter en notulist rouleren. Om deze opdracht uit te kunnen voeren moet een student zich bepaalde kennis en vaardigheden eigen maken. Dat kan door zelfstudie, door collega`s op school te raadplegen, workshops te volgen, te zoeken op internet, colleges volgen enz. Bij de begeleiding en samenwerking wordt gebruik gemaakt van een elektronische leeromgeving. Toetsing en beoordelingscriteria: Het project wordt afgesloten met: - het groepsproduct - een individueel procesverslag Beide moeten voldoende zijn. Er is eenmaal een gelegenheid om te herkansen door het inleveren van een aanvulling. Korte omschrijving: In de rol van ontwikkelgroep voor een nieuw op te richten school ontwerpt de projectgroep een zorgplan waarin het zorgbeleid van de school wordt vormgegeven. Het gaat hierbij met name om het begeleiden van leerlingen met leer- of gedragsstoornissen. Ook worden handreikingen gevraagd om rekening te houden en om te gaan met deze leerlingen binnen de groep. Het plan wordt uitgewerkt in (documentatie)materiaal voor leerlingen, ouders, docenten, opleidingscoördinatoren en schoolleiding. Doelstellingen/competenties: Met dit project wordt in elk geval gewerkt aan de bekwaamheidseisen 1, 2, 3, 5 en 7. Afhankelijk van de invulling van het project kunnen ook aspecten van andere

bekwaamheidseisen aan de orde komen. 120 Instituut Archimedes Bacheloropleiding BIOLOGIE

Legitimering: In de integrale leerlijn krijgen studenten de mogelijkheid om werkmodellen toe te passen, ervaringen op te doen en te reflecteren in een gesimuleerde beroepsomgeving. De studenten krijgen een beroepsrelevante opdracht: het maken van een ICT-rijk beroepsproduct, dat afgeleid is van een situatie waar een leraar tweedegraad mee te maken krijgt in de onderwijspraktijk. Aanwezigheidsplicht: Gezien het feit dat er bij bijeenkomsten vaardigheden opgedaan worden, geldt er een aanwezigheids verplichting. Veronderstelde voorkennis

geen

Materialen:

Reader: Integrale Projecten Zorgverbreding Boek: Ebbens, S. e.a., Samenwerkend Leren praktijkboek, Wolters-Noordhoff, Groningen 2005. ISBN 9001307493. Boek: Baard, M. e.a. (2006). Ongewild lastig in de puberteit en adolescentie. Uitgeverij Pica. ISBN 9789077671115.


Titel

Kicken voor de klas

OAR-KICKKL-07 Organisatorische gegevens

Studierichting

Biologie


Propedeuse

Cursuscode

OAR-KICKKL-07

Studiebelasting

4 studiepunten

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok

3 (V, D)

Werkvormen

Project (blok: 3 (D, V))

Toetsen:


Ingangseisen:

Geen

Contact persoon

CS Brusse (030 2547241)


Leerstof, werkvormen en activiteiten: Bij de start van de cursus zullen de vragen en leerwensen van de deelnemers geïnventariseerd worden. Op basis hiervan zullen verschillende thema`s aan bod komen. Te denken valt aan: het Nederlandse onderwijssysteem, de plek van Verzorging en Zorg en Welzijn hierin, didactische en groepsdynamische aspecten van lesgeven, de schoolmethodes voor Verzorging en Zorg en Welzijn. Daarnaast zal er elke bijeenkomst aandacht geschonken worden aan actuele berichten over het onderwijs. Korte omschrijving: agen van de deelnemers rond het werken in onderwijs centraal staan. Bij nummer 6 staan mogelijke inhouden genoemd, maar deze kunnen door andere onderwerpen aangevuld, dan wel vervangen worden. De werkvormen zullen zich hierbij aanpassen: hoorcolleges, video`s, werken in subgroepen aan opdrachten, presentaties, enzovoorts. Doelstellingen/Competenties: Waarschijnlijk zal de nadruk liggen op competentie 1, 2, 3 en 7. Legitimering: Dit project is bedoeld als voorbereiding voor het lopen van de stage in het eerste jaar.


Eerstejaars studenten DT van de vakgroep Gezondheidszorg en Welzijn die niet in het onderwijs werkzaam zijn.

Materialen:


Titel

Rondje Nederland

OAR-RONDNED-07 Organisatorische gegevens

Studierichting

Biologie


Propedeuse

Cursuscode

OAR-RONDNED-07

Studiebelasting

4 studiepunten

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok

4 (V, D)

Werkvormen

Excursie (blok: 4 (V)) Project (blok: 4 (D, V))

Toetsen:


Ingangseisen:

Geen

Contact persoon

O Kooij (030 2547279)


Leerstof, werkvormen en activiteiten: In kleine groepen ontwikkelen van buitenpractica. Toetsing en beoordelingscriteria: Het ontwikkelen van excursies met vakoverstijgend karakter in het gebied rondom Utrecht en Zuid-Limburg. Korte omschrijving: De casus vormt het uitgangspunt van deze cursus waarin het opzetten en uitvoeren van Utrecht centraal staat. De school hecht veel waarde aan de samenwerking tussen de nieuwe clusters en deze samenwerking zal o.a. gestalte krijgen in de vorm van projectweken waarin integratieve thema`s centraal staan. Voor de klassen in de basisvorming is een van de projectthema`s `Rondje Utrecht`. Voor de bovenbouw van het VMBO staat een projectweek naar Zuid-Limburg op stapel. Het idee is dat voor vier hele dagen dagprogramma`s worden ontwikkeld die met elkaar een goed beeld geven van de ontstaansgeschiedenis van dit stukje buitenland in Nederland en de daaraan gekoppelde gebruiksgeschiedenis en de ordening van landschapseenheden en ecosystemen.


Doelstellingen/Competenties: De competenties waaraan deze cursus een bijdrage levert behoren tot de context van het vakdidactisch handelen. De cursus richt zich specifiek op het ontwikkelen van de bekwaamheid van: - het selecteren van geschikte veldpractica vormen - het maken van een draaiboek voor het uitvoeren van (veld)practica in de directe schoolomgeving en in Zuid-Limburg. Legitimering: SLB 3 en 4 Veronderstelde voorkennis

geen

Materialen:

Boek: (alleen geo studenten) Geosystem, An Introduction to Physical Geography R.W. Christopherson ISBN 0-13-066824-9 Boek: Landschappelijk Nederland. H.J.A. Berendsen, Koninklijke Van Gorcum 2005; ISBN 90-232-32127 Boek: (alleen bio studenten) Zelf de natuur in, Boom, KNNV, IVNm 2002 Boek: Veldwerk in de 2e fase, Claessen, Griethuizen, Thieme/Meulenhof, 2001


Titel

Werkplekleren voltijd-duaal 1A

OAR-WERVT1A-04 Organisatorische gegevens

Studierichting

Archimedes breed


Propedeuse

Cursuscode

OAR-WERVT1A-04

Studiebelasting

3 studiepunten

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok

1

Werkvormen

Leerwerkplan gestuurd (blok: 1)

Toetsen:

Verslag / Rapport / Portfolio (blok: 1)

Ingangseisen:

Geen

Contact persoon

AJ Bekker-Holtland (030 2547100)


Leerstof, werkvormen en activiteiten: Omschrijving inhoud: Leren en werken op school, door het uitvoeren van onderwijs ondersteunende taken. Werkvorm: leerwerkplangestuurd leren. Omschrijving activiteiten: In periode 1 (WER 1A) bereidt de student zich op de opleiding voor op het werkplekleren onder begeleiding van een instituutsbegeleider (IB). Vanaf periode 2 solliciteert de student naar een leerwerkplek als onderwijsassistent op een van de scholen via de website www.samenopleiden. nl. Daar voert de student werkzaamheden uit, die nuttig zijn voor de school en leerzaam voor zichzelf onder begeleiding van de werkplekbegeleider (WB), waarmee hij deze werkzaamheden regelmatig nabespreekt. De student leert aan de hand van leervragen, die voortkomen uit het werk op de school en die tijdens de bijeenkomsten met de IB gethematiseerd worden. In periode 2, 3 en 4 leert de student ook zelfstandig met medestudenten incidenten uit het werk te bespreken. Bovendien bestaat de mogelijkheid om een persoonlijk gesprek aan te vragen met de IB of daarvoor uitgenodigd te worden door de IB. Tijdens dit gesprek kan de student op het eigen functioneren reflecteren.


Korte omschrijving: Het werkplekleren is een manier van `leren van werken in de beroepspraktijk, die je kunt toepassen om je competenties voor het beroep van leraar te ontwikkelen. Een van de basisvaardigheden hiervoor is het leren door middel van leervragen. Bij het zoeken naar antwoorden op deze leervragen doe je kennis op over omgaan met leerlingen, het houden van orde etc. Nieuwe leervragen komen naar voren uit de reflectie op uitgevoerde activiteiten. Deze activiteiten worden vastgelegd in een leerwerkplan dat de basis vormt van het werk op de school. Vanuit de leervragen worden de WER-begeleidingsbijeenkomsten ingevuld. De begeleider zal bij aanvang van het werkplekleren hierin een sturende rol vervullen, later gaat de student dit zelfstandig doen. Aan het einde van elke periode schrijft de student een periodeverslag, waaruit blijkt wat de resultaten zijn van eigen werk met betrekking tot de voorbereiding en uitvoering van het werkplekleren. Toetsen: Wer 1A is afgerond als je product 1 t/m 6 volgens de specificaties is gerealiseerd en je een actieve bijdrage hebt geleverd in de bijeenkomsten. Doelstellingen/competenties: De student leert zich in jaar 1 aan de hand van voorbeelden die studenten elkaar geven, in te zetten en te verantwoorden over de ontwikkeling van eigen competenties. De aandacht wordt gericht op competentie 1 t/m 4. Vaardigheden die je hierbij al doende leert zijn: plannen, verslaglegging, reflecteren, verantwoordelijkheid dragen, initiatief nemen, verantwoording afleggen over je ontwikkeling, helder communiceren, feedback vragen en ontvangen, presenteren, tijdig hulp vragen etc. Legitimering: Uitgangspunten zijn de Bekwaamheidseisen voor Leraren Voortgezet Onderwijs. Veronderstelde voorkennis

De student heeft zich ingeschreven voor een tweedegraad duale voltijd-opleiding

Materialen:

Werkboek: Gids voor Werkplekleren jaar 1 Voltijd

van Instituut Archimedes. Boek: Schellekens, Resultaatgericht doceren. Wolters-Noordhof, 2001. ISBN 0991795455 Diversen: Lijst met aanbevolen literatuur uit de Gids voor Werkplekleren vt-1. Informatie voor studenten in de digitale leeromgeving. Informatie voor studenten, begeleiders en scholen op www.samenopleiden.nl.


Titel

Werkplekleren voltijd-duaal 1B

OAR-WERVT1B-04 Organisatorische gegevens

Studierichting

Archimedes breed


Propedeuse

Cursuscode

OAR-WERVT1B-04

Studiebelasting

4 studiepunten

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok

2

Werkvormen


Toetsen:


Ingangseisen:

1. Werkplekleren VT1A (OAR-WERVT1A-04)

Contact persoon



Leerstof, werkvormen en activiteiten: Omschrijving inhoud: Leren en werken op school, door het uitvoeren van onderwijs ondersteunende taken. Werkvorm: leerwerkplangestuurd leren. Omschrijving activiteiten: In WER 1a heeft de student zich voorbereid op het werkplekleren. In WER 1B periode 2 solliciteert de student naar een leerwerkplek op een van de scholen via de website www.samenopleiden.nl. Daar voert de student werkzaamheden uit, die nuttig zijn voor de school en leerzaam voor zichzelf onder begeleiding van de werkplekbegeleider (WB), waarmee hij deze werkzaamheden regelmatig nabespreekt. De student leert aan de hand van leervragen, die voortkomen uit het werk op de school en die tijdens de bijeenkomsten met de IB gethematiseerd worden. In periode 2, 3 en 4 leert de student ook zelfstandig met medestudenten incidenten uit het werk te bespreken. Bovendien bestaat de mogelijkheid om een persoonlijk gesprek aan te vragen met de IB of daarvoor uitgenodigd te worden door de IB. Tijdens dit gesprek kan de student op het eigen functioneren reflecteren. Korte omschrijving: Het werkplekleren is een manier van `leren van werken in de beroepspraktijk, die je kunt toepassen om je competenties voor het beroep van leraar te ontwikkelen. Een van de basisvaardigheden hiervoor is het leren door middel van leervragen. Bij het zoeken naar antwoorden op deze leervragen doe je kennis op over omgaan met leerlingen, het houden van orde etc. Nieuwe leervragen komen naar voren uit de reflectie op uitgevoerde activiteiten. Deze activiteiten worden vastgelegd in een leerwerkplan dat de basis vormt van het werk op de school. Vanuit de leervragen worden de WER-begeleidingsbijeenkomsten ingevuld. De begeleider zal bij aanvang van het werkplekleren hierin een sturende rol vervullen, later gaat de student dit zelfstandig doen. Aan het einde van elke periode schrijft de student een periodeverslag, waaruit blijkt wat de resultaten zijn van eigen werk met betrekking tot de voorbereiding en uitvoering van het werkplekleren.


Toetsen: WER 1B is afgerond als 1) de producten 7 t/m 9 volgende specificaties zijn gerealiseerd 2) er een digitaal WER-dossier is ingericht 3) er een leerwerkplek is geregeld (door de student) 4) het bevestigingsformulier is ingeleverd bij Bureau Werkplekleren 5) er een leerwerkplan is Doelstellingen/competenties: De student leert zich in jaar 1 aan de hand van voorbeelden die studenten elkaar geven, in te zetten en te verantwoorden over de ontwikkeling van eigen competenties. De aandacht wordt gericht op competenties 1 t/m 4. Vaardigheden die je hierbij al doende leert zijn: Plannen, verslaglegging, reflecteren, verantwoordelijkheid dragen, initiatief nemen, verantwoording afleggen over je ontwikkeling, helder communiceren, feedback vragen en ontvangen, presenteren, tijdig hulp vragen etc. Legitimering: Uitgangspunten zijn de Bekwaamheidseisen voor Leraren Voortgezet Onderwijs. Veronderstelde voorkennis

Inhouden uit WER 1A.

Materialen:

Werkboek: Gids voor Werkplekleren jaar 1 Voltijd Boek: Schellekens, Resultaatgericht doceren. Wolters-Noordhof, 2001. ISBN 0991795455 Diversen: *Lijst met aanbevolen literatuur uit de Gids voor Werkplekleren vt-1. *Informatie voor studenten in de digitale leeromgeving. *Informatie voor studenten, begeleiders en scholen op www.samenopleiden.nl.


Titel

Werkplekleren voltijd-duaal 1C

OAR-WERVT1C-04 Organisatorische gegevens

Studierichting

Archimedes breed


Propedeuse

Cursuscode

OAR-WERVT1C-04

Studiebelasting

3 studiepunten

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok

3

Werkvormen


Toetsen:


Ingangseisen:

1. Werkplekleren VT1B (OAR-WERVT1B-04)

Contact persoon



Leerstof, werkvormen en activiteiten: Omschrijving inhoud: Leren en werken als onderwijsassistent op school. Werkvorm: leerwerkplangestuurd leren. Omschrijving activiteiten: In periode 1 bereid de student zich op de opleiding voor op het werkplekleren onder begeleiding van een instituutsbegeleider (IB). Vanaf periode 2 solliciteert de student naar een leerwerkplek als onderwijsassistent op een van de scholen via de website www.samenopleiden.nl. Daar voert de student werkzaamheden uit, die nuttig zijn voor de school en leerzaam voor zichzelf onder begeleiding van de werkplekbegeleider (WB), waarmee hij deze werkzaamheden regelmatig nabespreekt. De student leert aan de hand van leervragen, die voortkomen uit het werk op de school en die tijdens de bijeenkomsten met de IB gethematiseerd worden. In periode 2, 3 en 4 leert de student ook zelfstandig met medestudenten incidenten uit het werk te bespreken. Bovendien bestaat de mogelijkheid om een persoonlijk gesprek aan te vragen met de IB of daarvoor uitgenodigd te worden door de IB. Tijdens dit gesprek kan de student op het eigen functioneren reflecteren.


Korte omschrijving: Het werkplekleren is een manier van `leren van werken in de beroepspraktijk, die je kunt toepassen om je competenties voor het beroep van leraar te ontwikkelen. Een van de basisvaardigheden hiervoor is het leren door middel van leervragen. Bij het zoeken naar antwoorden op deze leervragen doe je kennis op over omgaan met leerlingen, het houden van orde etc. Nieuwe leervragen komen naar voren uit de reflectie op uitgevoerde activiteiten. Deze activiteiten worden vastgelegd in een leerwerkplan dat de basis vormt van het werk op de school. Vanuit de leervragen worden de WER-begeleidingsbijeenkomsten ingevuld. De begeleider zal bij aanvang van het werkplekleren hierin een sturende rol vervullen, later gaat de student dit zelfstandig doen. Toetsen: WER 1C is afgerond - als de student een periodeverslag heeft geschreven, waaruit blijkt wat de resultaten zijn van eigen werk met betrekking tot de voorbereiding en uitvoering van het werkplekleren zijn. - als de student actief heeft deelgenomen aan de WER begeleidingsbijeenkomsten - als zijn voortgang heeft beschreven in het WER-dossier met feedback van derden waaronder WB. Doelstellingen/competenties: De student leert zich in jaar 1 aan de hand van voorbeelden die studenten elkaar geven, in te zetten en te verantwoorden over de ontwikkeling van eigen competenties. De aandacht wordt gericht op competenties 1 t/m 4. Vaardigheden die je hierbij al doende leert zijn: Plannen, verslaglegging, reflecteren, verantwoordelijkheid dragen, initiatief nemen, verantwoording afleggen over je ontwikkeling, helder communiceren, feedback vragen en ontvangen, presenteren, tijdig hulp vragen etc. Legitimering: Uitgangspunten zijn de Bekwaamheidseisen voor Leraren Voortgezet Onderwijs. Veronderstelde voorkennis

Inhouden uit WER 1A en 1B

Materialen:

Werkboek: Gids voor Werkplekleren jaar 1 Voltijd Boek: Schellekens, Resultaatgericht doceren. Wolters-Noordhof, 2001. ISBN 0991795455 Diversen: * Lijst met aanbevolen literatuur uit de Gids voor Werkplekleren vt1.*Informatie voor studenten in de digitale leeromgeving.*Informatie voor studenten, begeleiders en scholen op www.samenopleiden.nl.


Titel

Werkplekleren voltijd-duaal 1D

OAR-WERVT1D-04 Organisatorische gegevens

Studierichting

Archimedes breed


Propedeuse

Cursuscode

OAR-WERVT1D-04

Studiebelasting

4 studiepunten

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok

4

Werkvormen


Toetsen:


Ingangseisen:

1. Werkplekleren VT1C (OAR-WERVT1C-04)

Contact persoon



Leerstof, werkvormen en activiteiten: Omschrijving inhoud: Leren en werken op school, door het uitvoeren van ondersteunende onderwijstaken. Werkvorm: leerwerkplangestuurd leren. Omschrijving activiteiten: In WER 1D leert en werkt de student op een school. Daar voert de student werkzaamheden uit, die nuttig zijn voor de school en leerzaam voor zichzelf onder begeleiding van de werkplekbegeleider (WB), waarmee hij deze werkzaamheden regelmatig nabespreekt. De student leert aan de hand van leervragen, die voortkomen uit het werk op de school en die tijdens de bijeenkomsten met de IB gethematiseerd worden. De student leert ook zelfstandig met medestudenten incidenten uit het werk te bespreken. Bovendien bestaat de mogelijkheid om een persoonlijk gesprek aan te vragen met de IB of daarvoor uitgenodigd te worden door de IB. Tijdens dit gesprek kan de student op het eigen functioneren reflecteren.


Korte omschrijving: Het werkplekleren is een manier van `leren van werken in de beroepspraktijk, die je kunt toepassen om je competenties voor het beroep van leraar te ontwikkelen. Een van de basisvaardigheden hiervoor is het leren door middel van leervragen. Bij het zoeken naar antwoorden op deze leervragen doe je kennis op over omgaan met leerlingen, het houden van orde etc. Nieuwe leervragen komen naar voren uit de reflectie op uitgevoerde activiteiten. Deze activiteiten worden vastgelegd in een leerwerkplan dat de basis vormt van het werk op de school. Vanuit de leervragen worden de WER begeleidingsbijeenkomsten ingevuld. De begeleider zal bij aanvang van het werkplekleren hierin een sturende rol vervullen, later gaat de student dit zelfstandig doen. Aan het einde van elke periode schrijft de student een periodeverslag, waaruit blijkt wat de resultaten zijn van eigen werk met betrekking tot de voorbereiding en uitvoering van het werkplekleren. Toetsen: WER 1D is afgerond als - de student actief heeft deelgenomen aan de WER bijeenkomsten - het leerwerkverslag volgens de specificaties in de WER-gids is gerealiseerd - de vereiste producten in het digitale WER-dossier zijn opgenomen - het eindgesprek met de IB heeft plaatsgevonden. Doelstellingen/competenties: De student leert zich in jaar 1 aan de hand van voorbeelden die studenten elkaar geven, in te zetten en te verantwoorden over de ontwikkeling van eigen competenties. De aandacht wordt gericht op competenties 1 t/m 4. Vaardigheden die je hierbij al doende leert zijn: Plannen, verslaglegging, reflecteren, verantwoordelijkheid dragen, initiatief nemen, verantwoording afleggen over je ontwikkeling, helder communiceren, feedback vragen en ontvangen, presenteren, tijdig hulp vragen etc. Legitimering: Uitgangspunten zijn de Bekwaamheidseisen voor Leraren Voortgezet Onderwijs. Veronderstelde voorkennis Materialen:

Inhouden uit WER 1A, 1B en 1C. Werkboek: Gids voor Werkplekleren jaar 1 Voltijd Boek: Schellekens, Resultaatgericht doceren. Wolters-Noordhof, 2001. ISBN 0991795455 Diversen: *Lijst met aanbevolen literatuur uit de Gids voor Werkplekleren vt-1. *Informatie voor studenten in de digitale leeromgeving. *Informatie voor studenten, begeleiders en scholen op www.samenopleiden.nl.


Titel

SLB Herkenning en verkenning 1A

OAR-SLBV1A-05 Organisatorische gegevens

Studierichting

Archimedes breed


Propedeuse

Cursuscode

OAR-SLBV1A-05

Studiebelasting

3 studiepunten

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok

1

Werkvormen

Groepswerk (blok: 1/2) Intervisie (blok: 1/2) Zelfstudie (blok: 1/2)

Toetsen:

Verslag / Rapport / Portfolio (blok: 1/2)

Ingangseisen:

Geen

Contact persoon

CD Burger (030-2547242)


Leerstof, werkvormen en activiteiten: Groepsopdrachten, individuele opdrachten, gesprekken met medestudenten en studieloopbaanbegeleiders. De leeractiviteiten binnen de SLB-lijn zijn individueel en groepsgewijs: - Er zijn opdrachten en er is een uitwisseling in groepsverband. - Studenten werken in tweetallen (studiemaatjes) - Er zijn individuele gesprekken tussen student en SLB, al dan niet in aanwezigheid van het studiemaatje. Korte omschrijving: In de propedeuse ga je je voornamelijk bezighouden met de vraag: hoe ben ik als persoon en als student, wat voor keuzes maak ik en op grond waarvan? De belangrijkste vraag is: Wil ik leraar worden, wil ik met deze studie doorgaan? Onderdeel van SLB 1A is Basisvaardigheden ICT. In de propedeuse gebruik je ICT voor je eigen leren: - Je leert werken met een digitaal portfolio en elektronische leeromgeving - Je leert hoe je ICT gebruikt bij het samenwerken in een projectgroep bij bijvoorbeeld de integrale projecten - Je leert werken met de gangbare programma’s uit het Office-pakketJe maakt kennis met de recente ontwikkelingen op ICT-gebied relevant voor het onderwijs. Doelstellingen/competenties: Reflecteren over mijn studie en mijn eigen aandeel erin;- plannen- samenwerkend leren- samenwerken aan problemen op te lossen. Legitimering: In een competentiegerichte opleiding is betekenis geven aan je studie van wezenlijk belang. De student doet dit in de SLB-lijn.

Veronderstelde voorkennis Materialen:

n.v.t. Boek: Studiehandleiding: ‘Herkenning en verkenning voor voltijd/duaal’ via de readerwinkel Instituut Archimedes Bacheloropleiding BIOLOGIE 133

Titel

SLB Herkenning en verkenning VT 1B

OAR-SLBV1B-05 Organisatorische gegevens

Studierichting

Archimedes breed


Propedeuse

Cursuscode

OAR-SLBV1B-05

Studiebelasting

3 studiepunten

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok

3

Werkvormen


Toetsen:


Ingangseisen:

1. SLB Herkenning en verkenning 1A (OAR-SLBV1A-05)

Contact persoon

CD Burger (030-2547242)


Leerstof, werkvormen en activiteiten: Groepsopdrachten, individuele opdrachten, gesprekken met medestudenten en studieloopbaanbegeleiders. De leeractiviteiten binnen de SLB-lijn zijn individueel en groepsgewijs: - Er zijn opdrachten en er is een uitwisseling in groepsverband - Studenten werken in tweetallen (studiemaatjes) Er zijn individuele gesprekken tussen student en SLB, al dan niet in aanwezigheid van het studiemaatje. Korte omschrijving: In de propedeuse ga je je voornamelijk bezig gehouden met de vraag: hoe ben ik als persoon en als student, wat voor keuzes maak ik en op grond waarvan? De belangrijkste vraag is: Wil ik leraar worden, wil ik met deze studie doorgaan? Doelstellingen/competenties: Reflecteren over mijn studie en mijn eigen aandeel erin; - plannen - samenwerkend leren - samenwerken aan problemen op te lossen. Legitimering: In een competentiegerichte opleiding is betekenis geven aan je studie van wezenlijk belang. De student doet dit in de SLB-lijn.


Geen

Materialen:

Werkboek: Studiehandleiding: “Herkenning en verkenning” via de readerwinkel


Titel

Keuzeproject jaar 1

OAR-KEUZE1-07 Organisatorische gegevens

Studierichting

Archimedes breed


Propedeuse

Cursuscode

OAR-KEUZE1-07

Studiebelasting

4 studiepunten

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok

1 (V, D)

Werkvormen

Project (blok: CONTINUE (D, V)) Zelfstudie (blok: CONTINUE (D, V))

Toetsen:


Ingangseisen:

Geen

Contact persoon

MJTE Mol (06-51030560)


Leerstof, werkvormen en activiteiten: Integraal project uit het keuzeaanbod op de site www.hu-sharepoint.nl/sites/Loket Archimedes. Projectgroepen werken op basis van een eigen startdocument aan een complexe beroepsgerelateerde opdracht. Om de opdracht uit te kunnen voeren moet een student zich projectvaardigheden eigen maken. Dat gebeurt door zelfstudie, samenwerkend leren, door collega¿s op school te raadplegen, workshops te volgen, te zoeken op internet, colleges te volgen enz. Korte omschrijving: Het thema en de invulling van dit project is afhankelijk van de keuze van het project. Aanbod van keuzeprojecten staan op bovengenoemde website. Hier vind je ook de contactpersonen (van de verschillende keuzeprojecten), bij wie je meer informatie kunt vragen. Verder kun je er lezen hoe je je kunt aanmelden voor het desbetreffende keuzeproject. Je mag in jaar 1 (en in jaar 2) één Archimedesproject vervangen door een keuzeproject. Archimedesprojecten zijn: de Veilige School, Zorgverbreding, Multiculturele School, Internationalisering en Taal in alle vakken. Doelstellingen/competenties: Met dit project wordt in elk geval gewerkt aan de bekwaamheidseisen 5 en 7. Afhankelijk van de invulling van het project kunnen ook aspecten van andere bekwaamheidseisen aan de orde komen. Toetsen: Het project wordt afgesloten met: - een groepsproduct - een individueel procesverslag Beide moeten voldoende zijn. Er is eenmaal een gelegenheid om te herkansen door het inleveren van een aanvulling binnen hetzelfde blok. Bij onvoldoende aanwezigheid kan de cursus niet worden afgerond.


Legitimering: In de integrale leerlijn krijgen studenten de mogelijkheid om werkmodellen toe te passen, ervaringen op te doen en te reflecteren in een gesimuleerde beroepsomgeving. De studenten krijgen een beroepsrelevante opdracht: het maken van een beroepsproduct, die afgeleid is van een situatie waar een leraar tweedegraads mee te maken krijgt in de onderwijspraktijk. Veronderstelde voorkennis

geen

Materialen:

Diversen: Informatie over de keuzeprojecten staan op www.hu-sharepoint.nl/sites/ Loket Archimedes


Titel

Archimedesbreed Integraal project: De Veilige School

OAR-VEILIGSCH-04 Organisatorische gegevens

Studierichting

Archimedes breed


Propedeuse

Cursuscode

OAR-VEILIGSCH-04

Studiebelasting

4 studiepunten

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok

CONTINUE (V, D)

Werkvormen


Toetsen:


Ingangseisen:

Geen

Contact persoon

MJTE Mol (06-51030560)


Leerstof, werkvormen en activiteiten: Integraal project waarin projectgroepen op basis van een gezamenlijk startdocument werken aan een complexe, beroepsgerelateerde opdracht. Om de opdrachten uit te kunnen voeren moet de student achtergrondliteratuur lezen en zich projectvaardigheden eigen maken. Dat gebeurt door zelfstudie, samenwerkend leren, door collega`s op school te raadplegen, workshops te volgen, te zoeken op internet, colleges te volgen enz. Bij de begeleiding en samenwerking wordt gebruik gemaakt van een elektronische leeromgeving. Toetsing en beoordelingscriteria: Het project wordt afgesloten met: - een groepsproduct - een individueel procesverslag Beide moeten voldoende zijn. Er is eenmaal een gelegenheid om te herkansen door het inleveren van een aanvulling binnen hetzelfde blok. Bij onvoldoende aanwezigheid kan de cursus niet worden afgerond. Korte omschrijving: In de rol van ontwikkelgroep voor een nieuw op te richten school maakt de projectgroep een plan waarmee de sociaal-emotionele veiligheid van alle betrokkenen op de school zoveel mogelijk bevorderd en gewaarborgd wordt. Hierbij wordt o.a. gekeken naar: groepsvorming, pesten en omgaan met agressie, maar ook naar zaken als klassenmanagement, het inzetten van leerlingmentoren, etc. Het plan wordt uitgewerkt in (documentatie)materiaal voor leerlingen, ouders, docenten, opleidingscoördinatoren en schoolleiding. Doelstellingen/competenties: Met dit project wordt in elk geval gewerkt aan de bekwaamheidseisen 1, 2, 3, 5 en 7. Afhankelijk van de invulling van het project kunnen ook aspecten van andere bekwaamheidseisen aan de orde komen.



geen

Materialen:

Reader: Integrale projecten De Veilige School Boek: Ebbens, S. e.a., Samenwerkend Leren praktijkboek, Wolters-Noordhoff, Groningen 2005. ISBN 9001307493. Boek: Weusten, V.: De Geliefde Leraar, hoe u het blijft of hoe u het wordt. Weusten en Hoornstra, Nijmegen 2003. ISBN 9090140913 Boek: Bob van der Meer; School en geweld, oorzaken en aanpak. van Gorcum & Comp. B.V., Assen 2000. ISBN 9023235037


Titel

Werkplekleren DT1A intro

OAR-WERDT1A-04 Organisatorische gegevens

Studierichting

Archimedes breed


Propedeuse

Cursuscode

OAR-WERDT1A-04

Studiebelasting

7 studiepunten

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok

2 en 4

Werkvormen

Leerwerkplan gestuurd (blok: 2 en 4)

Toetsen:

Verslag / Rapport / Portfolio (blok: 2 en 4)

Ingangseisen:

Geen

Contact persoon

D Lindenaar (06 516 83 266)


Leerstof, werkvormen en activiteiten: Omschrijving inhoud: Voorbereiden van het leren en werken als docentassistent op school. Werkvorm: leerwerkplangestuurd leren. Omschrijving activiteiten: De student leert samen met medestudenten doelgericht gebruik te maken van feedback, reflecteren en collegiale consultatie bij de WER. Dit past de student toe op eigen ervaringen bij het regelen van een leerwerkplek en het formuleren van leervragen, samenhangend met competenties. Daarnaast kan de student een persoonlijk gesprek aanvragen met de IB of daarvoor uitgenodigd te worden door de IB. Tijdens dit gesprek kan de student op eigen functioneren reflecteren. In de ICT-werkplaats richt de student een digitaal WER-dossier in. Eventueel ontbrekende ICT-basisvaardigheden vult de student zelfstandig aan. Korte omschrijving: Deze cursus is een voorbereiding op het werkplekleren, ofwel het leren van werken in de beroepspraktijk. Deze manier van leren is erop gericht, om de competenties voor het beroep van leraar zo realistisch mogelijk aan te leren en verder te ontwikkelen. Individueel maakt de student een quick scan van zijn startcompetenties, stelt zich op de hoogte van het Nederlandse onderwijssysteem in het algemeen en de beoogde opleidingsschool in het bijzonder, schrijft een sollicitatiebrief met CV en solliciteert naar een leerwerkplek als docentassistent via de website www.samenopleiden.nl. De student stelt een leerwerkplan op met eigen leervragen voor de eerstkomende periode op school en maakt een begin met het inrichten van een persoonlijk WERdossier.


Doelstellingen en competenties: De student bereidt zich in deze cursus voor om in de praktijk doelgericht te kunnen gaan werken aan de ontwikkeling van de competenties voor het beroep van leraar. De focus van de module Introductie Werkplekleren ligt op vaardigheden om je eigen ontwikkeling te sturen: plannen, verslaglegging en reflecteren. In de daaropvolgende modules Werkplekleren ga je meer verantwoordelijkheid dragen, initiatief nemen, verantwoording afleggen over je ontwikkeling, feedback vragen en ontvangen, presenteren, tijdig hulp vragen etc. Toetsing en beoordelingscriteria: Toetsing: de student wordt beoordeeld op het verslag van de opdrachten van de cursus met daarin de resultaten met betrekking tot de voorbereiding van het werkplekleren in de komende periode. Beoordelingscriteria: de student heeft een digitaal WER-dossier ingericht en een periodeverslag gemaakt en daarin de resultaten van alle opdrachten opgenomen. De student heeft leerwerkplek geregeld, een bevestigingsformulier ingeleverd bij Bureau Werkplekleren en een inwerkplan opgesteld voor de eerste periode van werken op de leerwerkplek. Legitimering: Uitgangspunt is: Bekwaamheidseisen voor Leraren Voortgezet Onderwijs, wet BiO. Veronderstelde voorkennis

De student heeft zich ingeschreven voor een tweedegraad deeltijdopleiding van

Materialen:

Boek: Ko Melief, Leren van Lesgeven. 3e druk. Uitgeverij H. Nelissen, 2002. ISBN

Instituut Archimedes. 9024416213 Reader: gids voor werkplekleren en schoolprojecten voor de tweedegraads opleiding Deeltijd, 2007-2008 Diversen: Lijst aanbevolen literatuur in de gids voor werkplekleren, informatie voor studenten op de ELO en op www.samenopleiden.nl.


Titel

Werkplekleren DT1B

OAR-WERDT1B-04 Organisatorische gegevens

Studierichting

Archimedes breed


Propedeuse

Cursuscode

OAR-WERDT1B-04

Studiebelasting

7 studiepunten

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok

3 en 1

Werkvormen


Toetsen:


Ingangseisen:

1. Werkplekleren DT1A intro (OAR-WERDT1A-04)

Contact persoon

D Lindenaar (06 516 83 266)


Leerstof, werkvormen en activiteiten: Omschrijving inhoud: Leren en werken als docentassistent op school. Werkvorm: leerwerkplangestuurd leren. Omschrijving activiteiten: Werkervaringen en systematische reflectie daarop vormen het uitgangspunt van het werken en leren op school. Dit werkervaringsreflectieleren is gericht op de ontwikkeling van competenties die het beroep van leraar vereist. Door middel van het leerwerkplan stuurt de student, in overleg met begeleiders, in toenemende mate zelfstandig het eigen leerproces. De resultaten van het leren en werken verantwoordt de student periodiek door middel van het leerwerkverslag en het bijbehorende persoonlijke WER-dossier. Korte omschrijving: Het werkplekleren is een manier van leren van werken in de beroepspraktijk die je kunt toepassen om je competenties voor het beroep van leraar te ontwikkelen. Een van de basisvaardigheden hiervoor is het leren door middel van leervragen. Bij het zoeken naar antwoorden op deze leervragen doe je kennis op over omgaan met leerlingen, het houden van orde etc. Nieuwe leervragen genereer je uit de reflectie die je doet op activiteiten die je uitgevoerd hebt. Deze activiteiten worden vastgelegd in een leerwerkplan dat de basis vormt van je werk op de school. Vanuit de leervragen worden de WER-begeleidingsbijeenkomsten ingevuld. De begeleider zal bij aanvang van het werkplekleren hierin een sturende rol vervullen, later wordt dit meer losgelaten. Aan het einde van elke periode schrijf je een leerwerkverslag waaruit blijkt welke stappen je hebt gezet om competenter te worden als docent. Uit dit verslag blijken ook de resultaten van je activiteiten.


Doelstellingen en competenties: De student leert zich aan de hand van voorbeelden in te zetten en te verantwoorden over de ontwikkeling van eigen competenties. De aandacht wordt gericht op competentie 1 t/m 4. De student leert vaardigheden in te zetten, zoals: plannen, verslaglegging, reflecteren, verantwoordelijkheid dragen, initiatief nemen, verantwoording afleggen over je ontwikkeling, helder communiceren, feedback vragen en ontvangen, presenteren, tijdig hulp vragen etc. Toetsing en beoordelingscriteria: Instituut Archimedes is wettelijk verplicht om voor alle studenten die leerwerkzaamheden op een school uitvoeren (in het kader van de studie bij Instituut Archimedes) een leerarbeidsovereenkomst af te sluiten en te archiveren. De overeenkomst moet door drie partijen worden ondertekend: door de school, de student en vanuit Instituut Archimedes door de studieloopbaanbegeleider. Dus, zodra de student een leerwerkplek heeft, moet de student het voorblad van de ondertekende Leerwerkovereenkomst zo spoedig mogelijk inleveren bij Bureau Werkplekleren. Toetsing: De student wordt beoordeeld op actieve inbreng met betrekking tot de begeleiding van het werkplekleren, het leerwerkplan en het leerwerkverslag met daarin opgenomen verwijzigen naar de in het WER-dossier opgenomen resultaten van eigen werk. Beoordelingscriteria: Door actieve deelname aan de WER-begeleidingsbijeenkomsten heeft de student optimaal bijgedragen aan het eigen leerresultaat en dat van de medestudenten. Het leerwerkplan bevat leervragen en activiteiten die passen bij de beoogde competentieontwikkeling. Het leerwerkverslag maakt duidelijk, hoe de student aan de genoemde activiteiten uit het leerwerkplan heeft gewerkt, tot welke resultaten dit heeft geleid, welke beoordeling en feedback hierop is verkregen en wat de eigen conclusies zijn, zowel terugkijkend als vooruitkijkend. De student licht de eigen conclusies in het leerwerkverslag toe met diverse in het WER-dossier opgenomen resultaten, zoals 360˚ evaluatie (feedback van medestudenten, feedback van leerlingen, feedback van collega’s, beoordeling door de schoolleiding, feedback van begeleiders) en overige producten. Legitimering: Uitgangspunt zijn de Bekwaamheidseisen voor Leraren Voortgezet Onderwijs, wet BiO. Veronderstelde voorkennis

WER-Intro-deeltijd afgerond

Materialen:

Boek: Ko Melief, Leren van Lesgeven. 3e druk. Uitgeverij H. Nelissen, 2002. ISBN 9024416213 Boek: Schellekens, Resultaatgericht doceren. Wolters Noordhoff, 2001. ISBN 9001795455 Diversen: Lijst aanbevolen literatuur in de gids voor werkplekleren, informatie voor studenten op de ELO en op www.samenopleiden.nl Reader: Gids voor werkplekleren en schoolprojecten voor de tweedegraads opleiding Deeltijd, 2007-2008.


Titel

SLB Kiezen voor Leerkracht 1A

OAR-SLBD1A-05 Organisatorische gegevens

Studierichting

Archimedes breed


Propedeuse

Cursuscode

OAR-SLBD1A-05

Studiebelasting

3 studiepunten

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok

1, 2

Werkvormen

Groepswerk (blok: 1, 2) Intervisie (blok: 1, 2) Zelfstudie (blok: 1, 2)

Toetsen:

Verslag / Rapport / Portfolio (blok: 2, 3, 4, CONTINUE)

Ingangseisen:

Geen

Contact persoon

BCC Bastiaanssen (030 2547156)


Leerstof, werkvormen en activiteiten: Groepsopdrachten, individuele opdrachten, gesprekken met medestudenten en studieloopbaanbegeleiders. De leeractiviteiten binnen de SLB-lijn zijn individueel en groepsgewijs: - Er zijn opdrachten en er is een uitwisseling in groepsverband - Studenten werken in tweetallen (studiemaatjes). Er zijn individuele gesprekken tussen student en SLB, al dan niet in aanwezigheid van het studiemaatje. Korte omschrijving: De opdrachten in deze fase zijn gericht op betekenis geven aan studie en persoonlijke ontwikkeling. Je doet dit door verder te werken aan je portfolio en je POP. Doelstellingen/competenties: De vaardigheden die ik nodig heb om betekenis te geven aan mijn studie en persoonlijke ontwikkeling, zijn: -zelfstandig reflecteren -zelfplannen -zelfmanagement -samenwerkend leren -samenwerken aan problemen op te lossen Legitimering: In een competentiegerichte opleiding is betekenis geven aan je studie van wezenlijk belang. De student doet dit in de SLB-lijn.


geen Werkboek: Studiehandleiding SLB: ‘Kiezen voor Leerkracht’ via de readerwinkel Boek: Intervisie bij werkproblemen van Jeroen Hendriksenuitgeverij: H. Nelissen, Baarn 2003, ISBN 90 244 1458 X


Titel

SLB Kiezen voor Leerkracht 1B

OAR-SLBD1B-05 Organisatorische gegevens

Studierichting

Archimedes breed


Propedeuse

Cursuscode

OAR-SLBD1B-05

Studiebelasting

3 studiepunten

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok

3

Werkvormen


Toetsen:


Ingangseisen:

1. SLB Kiezen voor Leerkracht 1A (OAR-SLBD1A-05)

Contact persoon

CD Burger (030-2547242)




geen

Materialen:

Werkboek: Studiehandleiding SLB voor deeltijd.


Titel

Didactiek Biologie

OABI-DIDBIO-07 Organisatorische gegevens

Studierichting

Biologie


Propedeuse

Cursuscode

OABI-DIDBIO-07

Studiebelasting

4 studiepunten

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok

1

Werkvormen

Praktijk opdracht (blok: 1)

Toetsen:

Dossier (blok: 1, 2)

Ingangseisen:

Geen

Contact persoon

AJ van den Heuvel (030 2547206)

Werkcollege (blok: 1)


Leerstof, werkvormen en activiteiten Naast een aantal inleidende colleges wordt in kleine groepen gewerkt aan opdrachten. Toetsing en beoordelingscriteria Opdrachten uitgevoerd, prestaties gemaakt, feedback gegeven en gevraagd voor het ontwikkelde materiaal voor het portfolio. Korte omschrijving Deze cursus kent zowel een meer algemeen onderwijskundig invulling, als een specifiek didactische invulling voor het vak Biologie. Onderwijskundige concepten die aan de orde komen zijn de componenten van het model Didactische Analyse. De vakdidactische component zal betrekking hebben op de invulling voor het vak of leergebied zoals die zich nu afspelen voor de nieuwe onderbouw in het voortgezet onderwijs. Doelstellingen/Competenties Centraal staat competentie 3. Legitimering SBL 3.


geen

Materialen:

Diversen: Syllabus; Didactiek Biologie Diversen: Literatuur; in nader overleg.


Hoofdfase jaar 1 ( studiejaar 2) Titel

Natuur- en milieueducatie (NME)

OABI-HNME-07 Organisatorische gegevens

Studierichting

Biologie


Hoofdfase 1

Cursuscode

OABI-HNME-07

Studiebelasting

6 studiepunten

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok

1 (V, D)

Werkvormen

Praktijk opdracht (blok: 1 (D, V)) Werkcollege (blok: 1 (D, V))

Toetsen:


Ingangseisen:

Geen

Contact persoon

J den Hertog (030 2547204)


Leerstof, werkvormen en activiteiten: In de cursus staan natuurbeleving, gebruik van het milieu en de schoolomgeving centraal. Na een inhoudelijke oriëntatie werken de studenten aan het ontwikkelen van een leerlijn voor scholen gebaseerd op de uitgangspunten van NME. De didactiek van NME komt hierbij nadrukkelijk aan de orde. Toetsing en beoordelingscriteria: -

opdrachten worden voldoende uitgevoerd

-

leerlijn wordt schriftelijk en mondeling gepresenteerd

De cursus wordt met een dossier afgesloten. In het dossier zijn de uitgewerkte opdrachten en een verslag van de leerlijn en de mondelinge presentatie opgenomen. De exacte samenstelling en de gestelde eisen zijn terug te vinden in de studiehandleiding behorende bij deze cursus. Korte omschrijving De cursus streeft vooral naar een vertaling van complexe biologische en geografische thema`s op het gebied van natuur en milieu naar het niveau van educatieve activiteiten voor leerlingen in het 2e graadsgebied en bezoekers van NME-instellingen. Het gebruik van de school- of leefomgeving is daarbij een belangrijk gereedschap. Het verdiepen van de kennis van belangrijke thema`s en het ontwikkelen van ondersteunend educatief materiaal zijn de twee pijlers waarop de cursus rust.


Doelstellingen/competenties De studenten -

hebben kennis van belangrijke thema`s op het gebied van natuur en milieu,

-

kunnen deze vertalen naar educatief materiaal op het niveau van de doelgroep

-

hebben kennis van het werkveld van NME

Legitimering: SBL 2, 3 en 4. Veronderstelde voorkennis

Kennis van de biologische en geografische begrippen op het terrein van ecologie en landschap.

Materialen:

Boek: Claessen en Griethuyzen, Veldwerk in de basisvorming Boek: Claessen en Griethuyzen, Veldwerk in de 2e fase Reader: Studiehandleiding NME


Titel

De Cel, fundament van het leven

OABI-HDECEL-07 Organisatorische gegevens

Studierichting

Biologie


Hoofdfase 1

Cursuscode

OABI-HDECEL-07

Studiebelasting

6 studiepunten

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok

2 (V, D)

Werkvormen

Practicum (blok: 2 (D, V)) Werkcollege (blok: 2 (D, V))

Toetsen:


Ingangseisen:

Geen

Contact persoon

J Gradener (030 2547207)


Leerstof, werkvormen en activiteiten In deze cursus staat de cel als bouweenheid centraal. De leerstof, Unit 2 uit Campbell Biology, wordt in colleges aangeboden. Deze colleges worden gevolgd door practica en werkcolleges waarin de student in een kleinere groep opdrachten uitwerken. In de cursus wordt aandacht besteedt aan de vakdidactiek van de organisatie en het uitvoeren van een practicumles. Toetsing en beoordelingscriteria De cursus wordt met een schriftelijke toets afgesloten. Daarnaast moet een dossier met daarin de uitgewerkte werkcolleges en practicum opdrachten ingeleverd worden. De cursus wordt afgesloten met een dossier. Hierin zijn een toets en verslagen van de uitgewerkte werkcolleges en practicumopdrachten opgenomen. De exacte samenstelling van het dossier en de gestelde eisen zijn terug te vinden in de studiehandleiding behorende bij deze cursus


Korte omschrijving Tijdens de cursus zal Unit 2 (the Cell) en een deel van Unit 1 (the chemistry of life) van Campbell BIOLOGY bestudeerd worden. De cel is de basis van het leven. Tijdens de cursus wordt vooral aandacht besteed aan de samenhang tussen structuur en functie. Chemie als taal is zeer belangrijk voor een beter begrip van zojuist genoemde thema`s binnen de (cel)biologie. Er is kennis van een aantal basisprincipes van de chemienodig om antwoorden te kunnen geven op vragen hoe de basis van het leven in de cel en in elk levend organisme georganiseerd is. Het is sterk de bedoeling om vanuit biologische vragen en verhalen de leerstof te benaderen. Vragen die beantwoord zullen worden zijn o.a. : -

Hoe is de cel opgebouwd?

-

Welke reacties spelen zich in een cel af?

-

Hoe vermeerdert de cel zich?

-

Hoe voorziet het zich van energie?

Doelstellingen/competenties De student heeft kennis over de organisatie van de cel. Hij is in staat om deze kennis te gebruiken om complexere opdrachten uit te werken waarin relaties tussen de plaats, structuur en functies van de verschillende onderdelen van de cel gelegd moeten worden. Legitimering SBL 3 en 4 Veronderstelde voorkennis

HAVO Chemie

Materialen:

Boek: Campbell Reece; Biology int. edition (7th ed.) 2005 Addison-Wesley, Pearson Education publishing as Benjamin Cummings. Reader: Studiehandleiding ‘De Cel’


Titel

Kind van berekening

OABI-HKIBER-07 Organisatorische gegevens

Studierichting

Biologie


Hoofdfase 1

Cursuscode

OABI-HKIBER-07

Studiebelasting

6 studiepunten

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok

3 (V, D)

Werkvormen

Praktijk opdracht (blok: 3 (D, V)) Practicum (blok: 3 (D, V)) Werkcollege (blok: 3 (D, V))

Toetsen:


Ingangseisen:

Geen

Contact persoon

F Zeiss (030 2547210)


Leerstof, werkvormen en activiteiten - Theoretische opdrachten waarbij `Biology` van Campbell actief gebruikt wordt - Practica waarin gewerkt wordt met levend materiaal - Een opdracht waarmee op een systematische manier achtergrondinformatie wordt verzameld over een bepaalde erfelijke eigenschap - Karyogrammen maken - Analyse van een case met een medisch-ethisch probleem - Presentatie over zwangerschap en geboorte, nu en in de toekomst Toetsing en beoordelingscriteria De cursus wordt afgesloten met een dossier. Hierin zijn een toets en de uitgewerkte opdrachten opgenomen. De exacte samenstelling van het dossier en de gestelde eisen zijn terug te vinden in de studiehandleiding behorende bij deze cursus. Korte omschrijving De module bestaat uit vier delen: - Verschillen tussen mensen; een eerste oriëntatie op oorzaken voor opvallende menselijke eigenschappen - Mitose, meiose en Mendelse genetica; wat gebeurt er met chromosomen wanneer cellen gaan delen en voortplantingscellen gevormd worden, welke kans is er op een aangeboren aandoening - DNA - RNA - eiwit - eigenschap; de vertaling van informatie in het DNA naar eigenschappen Zwangerschap en geboorte nu en in de toekomst; een gezonde levensstijl, prenatale diagnostiek en biotechnologischetechnieken


Doelstellingen/competenties Vakinhoudelijke en vakdidactische kennis van de erfelijkheidsleer met relevante maatschappelijke uitwerkingen is een onmisbaar onderdeel van het curriculum Legitimering. SBL 3 en 4 Veronderstelde voorkennis Materialen:

geen Boek: Campbell Reece: Biology int. edition (6e of 7e druk) Addison-Wesley Diversen: CD Rom bij Campbells Biology Reader: Studiewijzer Kind van Berekening


Titel

Gedrag

OABI-HGEDRAG-07 Organisatorische gegevens

Studierichting

Biologie


Hoofdfase 1

Cursuscode

OABI-HGEDRAG-07

Studiebelasting

6 studiepunten

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok

4 (V, D)

Werkvormen

Hoorcollege (blok: 4 (D, V)) Practicum (blok: 4 (D, V)) Werkcollege (blok: 4 (D, V))

Toetsen:


Ingangseisen:

Geen

Contact persoon

F Zeiss (030 2547210)


Leerstof, werkvormen en activiteiten Cursorisch met zelfstudie en eigen onderzoek. Hoorcollege, werkcollege, practicum, groepswerk. Voltijdstudenten nemen deel aan een dierentuinexcursie. Toetsing en beoordelingscriteria De cursus wordt afgesloten met een dossier. Hierin zijn een toets en de uitgewerkte opdrachten opgenomen. Dit zijn o.a. een schriftelijk verslag van het eigen onderzoek, een reflectieverslag over de mondelinge presentatie en een leerlingenwerkblad. De exacte samenstelling van het dossier en de gestelde eisen zijn terug te vinden in de studiehandleiding behorende bij deze cursus. Korte omschrijving Hoofdopdracht is een methodologisch verantwoord gedragsonderzoek uit te voeren aan een zelf te kiezen diersoort. Gedragsbiologische kennis en inzichten (theorie) worden verworven door zelfstudie ondersteund door hoor- en werkcollege en film. Voorafgaand aan het eigen onderzoek wordt ervaring opgedaan met het observeren en registreren van gedrag. Op basis van een kort onderzoek (voor voltijdstudenten in een dierentuin) wordt een leerlingenwerkblad over gedrag ontworpen, aangevuld met een docentenhandleiding en een opzet voor een voorbereidende korte lessenreeks.


Doelstellingen/competenties De student -

verwerft een breed overzicht van moderne gedragsbiologische concepten en van vragen, methoden en resultaten van gedragsbiologisch onderzoek

-

is in staat gedrag methodologisch verantwoord te observeren, registreren en

-

is in staat een eigen onderzoek op te zetten en uit te voeren en daarover een

interpreteren verslag te schrijven dat voldoet aan algemeen geldende richtlijnen -

is in staat een werkblad voor leerlingen te schrijven met betrekking tot observatie, registratie en interpretatie van gedrag, en is in staat een opzet voor een adequate voorbereidende lessenreeks te ontwerpen

-

heeft een onderzoekende houding en nieuwsgierigheid met betrekking tot de levende wereld (verder) ontwikkeld.

Legitimering SBL 3, 4, 5 en 7. Veronderstelde voorkennis

Kennis van gedrag (ethologie), ecologie, evolutie en zenuwstelsel op HAVO-niveau

Materialen:

Boek: Slater, P.J.B. (1999). Essentials of animal behaviour. Cambridge University Press ISBN 0-521-62996-9 (prijsindicatie 33 euro) Boek: Campbell & Reece; Biology int. edition, 7e druk, Addison-Wesley Reader: Studiewijzer Gedrag (prijsindicatie 7,50 euro)


Titel

Actief leren (vakproject)

OAR-ACTIEF-04 Organisatorische gegevens

Studierichting

Natuurkunde / Scheikunde / Techniek


Hoofdfase 1

Cursuscode

OAR-ACTIEF-04

Studiebelasting

4 studiepunten

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok

1 (V), 2 (D)

Werkvormen

Groepswerk (blok: 1 (V), 2 (D))

Toetsen:

toets (blok: 1 (V), 2 (D, V), 3 (D, V))

Ingangseisen:

Geen

Contact persoon

JJM Poorthuis (06 53738293)


Leerstof, werkvormen en activiteiten: Groepswerk, workshops, Elektronische Leer Omgeving. Korte omschrijving: In een groep ontwerp je een lessenserie die voldoet aan een aantal kenmerken van Actief Leren. Doelstellingen/competenties: Kunnen ontwerpen van een lessenserie volgens de principes van Actief Leren. Legitimering: SBL 3, 4 en 5


Beheersing van enkele didactische vaardigheden uit voorgaande beroepsgerichte

Materialen:

Werkboek: Actief leren

opdrachten. Boek: Sebo Ebbens ea, Effectief leren in de les (ca 20 euro) Boek: Natuurkundestudenten: NOVA- Handboek 4 vmbo KGT (nask 1), ISBN 90 208 8497 2. ca 42 euro.- Werkboek 4 vmbo KGT (nask 1) deel A (+cd-rom) ISBN 90 208 0040. ca 10 euro. - Werkboek 4 vmbo KGT (nask 1) deel B. ISBN 90 208 0100 7. ca 10 euro. Boek: Scheikundestudenten: NOVA- Handboek 4 vmbo GT (nask 2) ISBN 90 208 8508 1. ca 43 euro- Werkboek 4 vmbo GT (nask 2) deel A (+ cd-rom) ISBN 90 208 0090 6. ca 10 euro- Werkboek 4 vmbo GT (nask 2) deel B. ISBN 90 208 0100 7. ca 10 euro Boek: Techniekstudenten: - Technologisch leerboek 2 vmbo-T/havo/vwo, ISBN 90 11 0811 7. ca 37 euro- Technologisch werkboek 2 vmbo-T/havo/A+B+cd, ISBN 90 11 0815 95. ca 17 euro Boek: Een ander schoolboek, in overleg met de docent


Titel

Archimedesbreed Integraal project: Multiculturele School

OAR-MULTCSCH-04 Organisatorische gegevens

Studierichting

Archimedes breed


Hoofdfase 1

Cursuscode

OAR-MULTCSCH-04

Studiebelasting

4 studiepunten

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok

CONTINUE (V, D)

Werkvormen


Toetsen:


Ingangseisen:

Geen

Contact persoon

MJTE Mol (06-51030560)


Leerstof, werkvormen en activiteiten: Integraal project waarin projectgroepen op basis van een gezamenlijk startdocument werken aan een complexe, beroepsgerelateerde opdracht. Om de opdrachten uit te kunnen voeren moet de student achtergrondliteratuur lezen en zich projectvaardigheden eigen maken. Dat gebeurt door zelfstudie, samenwerkend leren, door collega`s op school te raadplegen, workshops te volgen, te zoeken op Internet, colleges te volgen enz. Bij de begeleiding en samenwerking wordt gebruik gemaakt van een elektronische leeromgeving. Toetsing en beoordelingscriteria: Het project wordt afgesloten met: - een groepsproduct - een individueel procesverslag Beide moeten voldoende zijn. Er is eenmaal een gelegenheid om te herkansen door het inleveren van een aanvulling binnen hetzelfde blok. Bij onvoldoende aanwezigheid kan de cursus niet worden afgerond.


Korte omschrijving: In de rol van ontwikkelgroep voor een nieuw op te richten school geeft de projectgroep vorm aan een studiemiddag voor docenten aan de toekomstige multiculturele school. Op deze studiemiddag is, in de vorm van workshops, aandacht voor leerlingen met verschillende culturele achtergronden, schoolbeleid met betrekking tot interculturele vraagstukken en communicatie met allochtone ouders. Doelstellingen/competenties: Met dit project wordt in elk geval gewerkt aan de bekwaamheidseisen 1, 2, 3, 5 en 7. Afhankelijk van de invulling van het project kunnen ook aspecten van andere bekwaamheidseisen aan de orde komen. Legitimering: In de integrale leerlijn krijgen studenten de mogelijkheid om werkmodellen toe te passen, ervaringen op te doen en te reflecteren in een gesimuleerde beroepsomgeving. De studenten krijgen een beroepsrelevante opdracht: het maken van een ICT-rijk beroepsproduct, dat afgeleid is van een situatie waar een leraar tweedegraad mee te maken krijgt in de onderwijspraktijk. Aanwezigheidsplicht: Gezien het feit dat er bij bijeenkomsten vaardigheden opgedaan worden, geldt er een aanwezigheids verplichting. Veronderstelde voorkennis Materialen:

geen Reader: Integrale projecten Multiculturele School Boek: Ebbens, S. e.a., Samenwerkend Leren praktijkboek, Wolters-Noordhoff, Groningen 2005. ISBN 9001307493. Boek: Perry den Brok e.a. Leraar in een kleurrijke school; Keuzes en overwegingen van docenten rond het lesgeven in een multiculturele school. Coutinho, Bussum 2004. ISBN 9062834361.


Titel

Begeleiden van leerlingen (clusterproject)

OAR-BEGLEERL-04 Organisatorische gegevens

Studierichting

Exact


Hoofdfase 1

Cursuscode

OAR-BEGLEERL-04

Studiebelasting

4 studiepunten

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok

1 (V, D)

Werkvormen

Groepswerk (blok: 1 (D), 3 (V)) Werkcollege (blok: 1 (D), 3 (V))

Toetsen:

toets (blok: 1 (D), 2 (D), 3 (V), 4 (V))

Ingangseisen:

Geen

Contact persoon

GT van Dijk (030 2547238)


Leerstof, werkvormen en activiteiten: De belangrijkste onderwerpen van het project zijn het begeleiden van de groep en van de individuele leerling. Naast een aantal inleidende colleges en toepassingsopdrachten o.a. met behulp van videobanden zijn er vooral individueleen groepsopdrachten. Ook zijn er oefeningen om je gespreksvaardigheid te verbeteren. Toetsing en beoordelingscriteria: Er is een schriftelijke toets en er zijn opdrachten. Beide onderdelen tellen even zwaar voor het eindoordeel. Daarnaast moet je aanwezig zijn geweest op de begeleide bijeenkomsten. Bij de herkansing is er alleen een uitgebreide toets, d.w.z. de onderdelen uit de opdrachten worden in de toets opgenomen Korte omschrijving: In deze cursus staat het mentoraat centraal. We zullen zowel aandacht besteden aan de conceptuele aspecten van het mentoraat als aan gespreksvaardigheden. Daarnaast zal steeds een verbinding met het mentoraat op jouw school worden gemaakt. Doelstellingen/competenties: In dit studieonderdeel komen met name het pedagogisch handelen (competentie 2) en het inter-persoonlijk handelen (competentie 1) aan bod en in mindere mate de competentie 4 en 5: de organisatorische competentie en de competentie in het samenwerken met collega`s, competentie 6 alleen wat betreft de 10-minutengesprekken met de ouders en competentie 7 met name wat betreft de gespreksvaardigheden. Legitimering: Kennisbasis: kennis van de leerling.


Deelname aan de WER of toegang tot een school om opdrachten uit te kunnen voeren.

Materialen:

Boek: In gesprek met de leerling; André Konig; EPN; ISBN 9040200327 Boek: Begeleiden van de groep; Piet Gieles e.; EPN; ISBN 9040200319


Titel

Archimedesbreed Integraal project: Taal in alle vakken

OAR-TAALINVAK-04 Organisatorische gegevens

Studierichting

Archimedes breed


Hoofdfase 1

Cursuscode

OAR-TAALINVAK-04

Studiebelasting

4 studiepunten

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok

CONTINUE (V, D)

Werkvormen


Toetsen:


Ingangseisen:

Geen

Contact persoon

MJTE Mol (06-51030560)


Leerstof, werkvormen en activiteiten: Integraal project waarin projectgroepen op basis van een gezamenlijk startdocument werken aan een complexe, beroepsgerelateerde opdracht. Om de opdrachten uit te kunnen voeren moet de student achtergrondliteratuur lezen en zich projectvaardigheden eigen maken. Dat gebeurt door zelfstudie, samenwerkend leren, door collega`s op school te raadplegen, workshops te volgen, te zoeken op internet, colleges te volgen enz. Bij de begeleiding en samenwerking wordt gebruik gemaakt van een elektronische leeromgeving. Toetsing en beoordelingscriteria: Het project wordt afgesloten met: - een groepsproduct - een individueel procesverslag Beide moeten voldoende zijn. Er is eenmaal een gelegenheid om te herkansen door het inleveren van een aanvulling binnen hetzelfde blok. Bij onvoldoende aanwezigheid kan de cursus niet worden afgerond. Korte omschrijving: In de rol van ontwikkelgroep voor een nieuw op te richten school maakt de projectgroep een inventarisatie van problemen die leerlingen kunnen ondervinden door een achterstand in taalontwikkeling. Ook worden handreikingen gevraagd om aandacht te kunnen geven aan taalaspecten, schoolbreed en binnen het eigen vak/ leergebied. Doelstellingen/competenties: Met dit project wordt in elk geval gewerkt aan de bekwaamheidseisen 1, 2, 3, 5 en 7. Afhankelijk van de invulling van het project kunnen ook aspecten van andere bekwaamheidseisen aan de orde komen.


Legitimering: In de integrale leerlijn krijgen studenten de mogelijkheid om werkmodellen toe te passen, ervaringen op te doen en te reflecteren in een gesimuleerde beroepsomgeving. De studenten krijgen een beroepsrelevante opdracht: het maken van een ICT-rijk beroepsproduct, dat afgeleid is van een situatie waar een leraar tweedegraad mee te maken krijgt in de onderwijspraktijk. Aanwezigheidsplicht: Gezien het feit dat er bij bijeenkomsten vaardigheden opgedaan worden, geldt er een aanwezigheids verplichting. Veronderstelde voorkennis Materialen:

geen Reader: Integrale projecten Taal in alle vakken Boek: Ebbens, S. e.a., Samenwerkend Leren praktijkboek, Wolters-Noordhoff, Groningen 2005. ISBN 9001307493. Boek: Hajer, M. & T. Meestringa: Handboek Taalgericht vakonderwijs, Coutinho, Bussum 2004. ISBN 9062834205.


Titel

Werkplekleren 2A voltijd-duaal


Studierichting

Archimedes breed


Hoofdfase 1

Cursuscode

OAR-WERVT2A-04

Studiebelasting

3 studiepunten

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok

1

Werkvormen


Toetsen:


Ingangseisen:

1. Werkplekleren VT1D (OAR-WERVT1D-04)

Contact persoon

A Wijnands (030 2547308)


Leerstof, werkvormen en activiteiten: Omschrijving inhoud: Leren en werken als docentassistent op school. Werkvorm: leerwerkplangestuurd leren. Omschrijving activiteiten: Werkervaringen en systematische reflectie daarop vormen het uitgangspunt van het werken en leren op school. Dit werkervaringsreflectieleren is gericht op de ontwikkeling van competenties die het beroep van leraar vereist. Door middel van het leerwerkplan stuurt de student, in overleg met begeleiders, in toenemende mate zelfstandig het eigen leerproces. De resultaten van het leren en werken verantwoordt de student periodiek door middel van het leerwerkverslag en het bijbehorende persoonlijke WER-dossier. Korte omschrijving: In het eerste hoofdfasejaar (jaar 2) gaat de student 40 dagen naar school. Daar werkt de student als docentassistent. De student verzorgt daarbij minimaal 20 lessen of lesmomenten onder directe begeleiding van de werkplekbegeleider, waarbij vooral een beroep wordt gedaan op de interpersoonlijke, de pedagogische, de vak en vakdidactische en de organisatorische competentie. De student leert verantwoordelijkheid te nemen voor het eigen leerproces door middel van het leerwerkplan. Daarin komen per periode afspraken te staan over: uit te voeren activiteiten voor de school, bijbehorende leervragen, aanpak van de leervraag en relatie met de eigen competentie-ontwikkeling. Aan het eind van elke periode schrijft de student een leerwerkverslag over wat en hoe er geleerd is en tot welk resultaat (bewijs) dat heeft geleid. Door te reflecteren op de vraag `wat heb ik voor elkaar gekregen en hoe heb ik dat gedaan` leert de student om een volgende keer sneller en doelgerichter aan een leervraag te werken. Daarnaast schrijft de student in de loop van het jaar minimaal twee maal een persoonlijke of professionele casus. Een dergelijke casus gaat dieper in op het leerproces ten aanzien van een concrete leervraag.


Toetsing en beoordelingscriteria: Instituut Archimedes is wettelijk verplicht om voor alle studenten die leerwerkzaamheden op een school uitvoeren (in het kader van de studie bij Instituut Archimedes) een leerarbeidsovereenkomst af te sluiten en te archiveren. De overeenkomst moet door drie partijen worden ondertekend: door de school, de student en vanuit Instituut Archimedes door de studieloopbaanbegeleder. Dus, zodra de student een leerwerkplek heeft, moet de student het voorblad van de ondertekende Leerwerkovereenkomst zo spoedig mogelijk inleveren bij Bureau Werkplekleren. Toetsing: De student wordt beoordeeld op actieve inbreng m.b.t. de begeleiding van het werkplekleren, het leerwerkplan en het leerwerkverslag met de daarin opgenomen verwijzingen naar de in het WER-dossier opgenomen resultaten van eigen werk. Beoordelingscriteria: Door actieve deelname aan de WER-begeleidingsbijeenkomsten heeft de student optimaal bijgedragen aan het eigen leerresultaat en dat van de medestudenten. Het leerwerkplan bevat leervragen en activiteiten die passen bij de beoogde competentieontwikkeling. Het leerwerkverslag maakt duidelijk, hoe de student aan de genoemde activiteiten uit het leerwerkplan heeft gewerkt, tot welke resultaten dit heeft geleid, welke beoordeling en feedback hierop is verkregen en wat de eigen conclusies zijn, zowel terugkijkend als vooruitkijkend. De student licht de eigen conclusies in het leerwerkverslag toe met diverse in het WER-dossier opgenomen resultaten, zoals 360˚-evaluatie (feedback van medestudenten, feedback van leerlingen, feedback van collega`s, beoordeling door de schoolleiding, feedback van begeleiders) en overige producten. Doelstellingen/competenties: De student werkt in jaar 2 verder aan de ontwikkeling van 4 van de 7 competenties, maar ook de overige 3 competenties kunnen aan de orde komen. Het accent ligt op de ontwikkeling van: - de interpersoonlijke competentie - de pedagogische competentie - de didactische competentie - de organisatorische competentie.


De student leert vaardigheden in te zetten, zoals: plannen, verslaglegging, reflecteren, verantwoordelijkheid dragen, initiatief nemen, verantwoording afleggen over je ontwikkeling, helder communiceren, feedback vragen en ontvangen, presenteren, tijdig hulp vragen. Door steeds meer zelf verantwoordelijkheid te dragen voor een leerwerkplan en een periodiek leerwerkverslag over resultaten van eigen werk stuurt en evalueert de student in toenemende mate het eigen leerproces. Legitimering: Uitgangspunt zijn de Bekwaamheidseisen voor Leraren Voortgezet Onderwijs. Veronderstelde voorkennis

WER1 volledig afgerond of WER1-afrondingsplan opgesteld met instituutsbegeleider van WER1

Materialen:

Boek: Schellekens, Resultaatgericht doceren. Wolters-Noordhoff, 2001. ISBN 9001795455 Reader: Gids voor werkplekleren en schoolprojecten. Jaar 2, 3 en 4 voor de tweedegraads opleiding, Voltijd, 2007-2008 Diversen: *lijst aanbevolen literatuur (waaronder vakdidactische literatuur), die zal worden opgenomen in de Gids voor werkplekleren.*Informatie voor studenten op de ELO.* Informatie voor scholen, begeleiders en studenten op de www.samenopleiden. nl


Titel

Werkplekleren 2B voltijd-duaal


Studierichting

Archimedes breed


Hoofdfase 1

Cursuscode

OAR-WERVT2B-04

Studiebelasting

4 studiepunten

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok

2

Werkvormen


Toetsen:


Ingangseisen:

1. Werkplekleren VT2A (OAR-WERVT2A-04)

Contact persoon

A Wijnands (030 2547308)


Leerstof, werkvormen en activiteiten: Omschrijving inhoud: Leren en werken als docentassistent op school. Werkvorm: leerwerkplangestuurd leren. Omschrijving activiteiten: Werkervaringen en systematische reflectie daarop vormen het uitgangspunt van het werken en leren op school. Dit werkervaringsreflectielerenis gericht op de ontwikkeling van competenties die het beroep van leraar vereist. Door middel van het leerwerkplan stuurt de student, in overleg met begeleiders, in toenemende mate zelfstandig het eigen leerproces. De resultaten van het leren en werken verantwoordt de student periodiek door middel van het leerwerkverslag en het bijbehorende persoonlijke WER-dossier. Korte omschrijving: In het eerste hoofdfasejaar (jaar 2) gaat de student 40 dagen naar de school. Daar werkt de student als docentassistent. De student verzorgt daarbij minimaal 20 lessen of lesmomenten onder directe begeleiding van de werkplekbegeleider, waarbij vooral een beroep wordt gedaan op de interpersoonlijke, de pedagogische, de vak en vakdidactische en de organisatorische competentie. De student leert verantwoordelijkheid te nemen voor het eigen leerproces door middel van het leerwerkplan. Daarin komen per periode afspraken te staan over: uit te voeren activiteiten voor de school, bijbehorende leervragen, aanpak van de leervraag en relatie met de eigen competentie-ontwikkeling. Aan het eind van elke periode schrijft de student een leerwerkverslag over wat en hoe er geleerd is en tot welk resultaat (bewijs) dat heeft geleid. Door te reflecteren op de vraag `wat heb ik voor elkaar gekregen en hoe heb ik dat gedaan` leert de student om een volgende keer sneller en doelgerichter aan een leervraag te werken. Daarnaast schrijft de student in de loop van het jaar minimaal twee maal een persoonlijke of professionele casus. Een dergelijke casus gaat dieper in op het leerproces ten aanzien van een concrete leervraag.





WERVT-1 volledig afgerond.

Materialen:

Reader: Gids voor werkplekleren en schoolprojecten. Jaar 2, 3 en 4 voor de tweedegraads opleiding Voltijd, 2007-2008 Boek: Schellekens, Resultaatgericht doceren. Wolters-Noordhoff, 2001. ISBN 9001795455 Diversen: Lijst aanbevolen literatuur (waaronder vakdidactische literatuur), die zal worden opgenomen in de Gids voor werkplekleren. Informatie voor studenten op de ELO. Informatie voor scholen, begeleiders en studenten op de website www. samenopleiden.nl.


Titel

Werkplekleren 2C voltijd-duaal

OAR-WERVT2C-04 Organisatorische gegevens

Studierichting

Archimedes breed


Hoofdfase 1

Cursuscode

OAR-WERVT2C-04

Studiebelasting

3 studiepunten

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok

3

Werkvormen


Toetsen:


Ingangseisen:

1. Werkplekleren VT2B (OAR-WERVT2B-04)

Contact persoon

A Wijnands (030 2547308)


Leerstof, werkvormen en activiteiten: Omschrijving inhoud: Leren en werken als docentassistent op school. Werkvorm: leerwerkplangestuurd leren. Omschrijving activiteiten: Werkervaringen en systematische reflectie daarop vormen het uitgangspunt van het werken en leren op school. Dit werkervaringsreflectieleren is gericht op de ontwikkeling van competenties die het beroep van leraar vereist. Door middel van het leerwerkplan stuurt de student, in overleg met begeleiders, in toenemende mate zelfstandig het eigen leerproces. De resultaten van het leren en werken verantwoordt de student periodiek door middel van het leerwerkverslag en het bijbehorende persoonlijke WER-dossier Korte omschrijving: In het eerste hoofdfasejaar (jaar 2) gaat de student 40 dagen naar de school. Daar werkt de student als docentassistent. De student verzorgt daarbij minimaal 20 lessen of lesmomenten onder directe begeleiding van de werkplekbegeleider, waarbij vooral een beroep wordt gedaan op de interpersoonlijke, de pedagogische, de vak en vakdidactische en de organisatorische competentie. De student leert verantwoordelijkheid te nemen voor het eigen leerproces door middel van het leerwerkplan. Daarin komen per periode afspraken te staan over: uit te voeren activiteiten voor de school, bijbehorende leervragen, aanpak van de leervraag en relatie met de eigen competentie-ontwikkeling. Aan het eind van elke periode schrijft de student een leerwerkverslag over wat en hoe er geleerd is en tot welk resultaat (bewijs) dat heeft geleid. Door te reflecteren op de vraag `wat heb ik voor elkaar gekregen en hoe heb ik dat gedaan` leert de student om een volgende keer sneller en doelgerichter aan een leervraag te werken. Daarnaast schrijft de student in de loop van het jaar minimaal twee maal een persoonlijke of professionele casus. Een dergelijke casus gaat dieper in op het leerproces ten aanzien van een concrete leervraag.


Toetsing en beoordelingscriteria: Instituut Archimedes is wettelijk verplicht om voor alle studenten die leerwerkzaamheden op een school uitvoeren (in het kader van de studie bij Instituut Archimedes) een leerarbeidsovereenkomst af te sluiten en te archiveren. De overeenkomst moet door drie partijen worden ondertekend: door de school, de student en vanuit Instituut Archimedes door de studieloopbaanbegeleider. Dus, zodra de student een leerwerkplek heeft, moet de student het voorblad van de ondertekende Leerwerkovereenkomst zo spoedig mogelijk inleveren bij Bureau Werkplekleren. Toetsing: De student wordt beoordeeld op actieve inbreng m.b.t. de begeleiding van het werkplekleren, het leerwerkplan en het leerwerkverslag met de daarin opgenomen verwijzingen naar de in het WER-dossier opgenomen resultaten van eigen werk. Beoordelingscriteria: Door actieve deelname aan de WER-begeleidingsbijeenkomsten heeft de student optimaal bijgedragen aan het eigen leerresultaat en dat van de medestudenten. Het leerwerkplan bevat leervragen en activiteiten die passen bij de beoogde competentieontwikkeling. Het leerwerkverslag maakt duidelijk, hoe de student aan de genoemde activiteiten uit het leerwerkplan heeft gewerkt, tot welke resultaten dit heeft geleid, welke beoordeling en feedback hierop is verkregen en wat de eigen conclusies zijn, zowel terugkijkend als vooruitkijkend. De student licht de eigen conclusies in het leerwerkverslag toe met diverse in het WER-dossier opgenomen resultaten, zoals 360˚-evaluatie (feedback van medestudenten, feedback van leerlingen, feedback van collega`s, beoordeling door de schoolleiding, feedback van begeleiders) en overige producten. Doelstellingen/competenties: De student werkt in jaar 2 verder aan de ontwikkeling van 4 van de 7 competenties, maar ook de overige 3 competenties kunnen aan de orde komen. Het accent ligt op de ontwikkeling van: - de interpersoonlijke competentie - de pedagogische competentie - de didactische competentie - de organisatorische competentie.



WERVT-2A volledig afgerond.

Materialen:

Reader: Gids voor werkplekleren en schoolprojecten. Jaar 2, 3 en 4 voor de tweedegraads opleiding Voltijd, 2007-2008 Boek: Schellekens, Resultaatgericht doceren. Wolters-Noordhoff, 2001. ISBN 9001795455 Diversen: Lijst aanbevolen literatuur (waaronder vakdidactische literauur), die zal worden opgenomen in de Gids voor werkplekleren. Informatie voor studenten op de ELO. Informatie voor scholen, begeleiders en studenten op de website www. samenopleiden.nl.


Titel

Werkplekleren 2D voltijd-duaal

OAR-WERVT2D-04 Organisatorische gegevens

Studierichting

Archimedes breed


Hoofdfase 1

Cursuscode

OAR-WERVT2D-04

Studiebelasting

4 studiepunten

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok

4

Werkvormen


Toetsen:


Ingangseisen:

1. Werkplekleren VT2C (OAR-WERVT2C-04)

Contact persoon

A Wijnands (030 2547308)


Leerstof, werkvormen en activiteiten: Omschrijving inhoud: Leren en werken als docentassistent op school. Werkvorm: leerwerkplangestuurd leren. Omschrijving activiteiten: Werkervaringen en systematische reflectie daarop vormen het uitgangspunt van het werken en leren op school. Dit werkervaringsreflectieleren is gericht op de ontwikkeling van competenties die het beroep van leraar vereist. Door middel van het leerwerkplan stuurt de student, in overleg met begeleiders, in toenemende mate zelfstandig het eigen leerproces. De resultaten van het leren en werken verantwoordt de student periodiek door middel van het leerwerkverslag en het bijbehorende persoonlijke WER-dossier. Korte omschrijving: In het eerste hoofdfasejaar (jaar 2) gaat de student 40 dagen naar de school. Daar werkt de student als docentassistent. De student verzorgt daarbij minimaal 20 lessen of lesmomenten onder directe begeleiding van de werkplekbegeleider, waarbij vooral een beroep wordt gedaan op de interpersoonlijke, de pedagogische, de vak en vakdidactische en de organisatorische competentie. De student leert verantwoordelijkheid te nemen voor het eigen leerproces door middel van het leerwerkplan. Daarin komen per periode afspraken te staan over: uit te voeren activiteiten voor de school, bijbehorende leervragen, aanpak van de leervraag en relatie met de eigen competentie-ontwikkeling. Aan het eind van elke periode schrijft de student een leerwerkverslag over wat en hoe er geleerd is en tot welk resultaat (bewijs) dat heeft geleid. Door te reflecteren op de vraag `wat heb ik voor elkaar gekregen en hoe heb ik dat gedaan` leert de student om een volgende keer sneller en doelgerichter aan een leervraag te werken. Daarnaast schrijft de student in de loop van het jaar minimaal twee maal een persoonlijke of professionele casus. Een dergelijke casus gaat dieper in op het leerproces ten aanzien van een concrete leervraag.





WERVT-2B volledig afgerond.

Materialen:

Reader: Gids voor werkplekleren en schoolprojecten. Jaar 2, 3 en 4 voor de tweedegraads opleiding Voltijd, 2007-2008 Boek: Schellekens, Resultaatgericht doceren. Wolters-Noordhoff, 2001. ISBN 9001795455 Diversen: Lijst aanbevolen literatuur (waaronder vakdidactische literauur), die zal worden opgenomen in de Gids voor werkplekleren. Informatie voor studenten op de ELO. Informatie voor scholen, begeleiders en studenten op de website www. samenopleiden.nl.


Titel

SLB Bouwen aan betekenis 2A

OAR-H1SLBV2A-05 Organisatorische gegevens

Studierichting

Archimedes breed


Hoofdfase 1 voltijd

Cursuscode

OAR-H1SLBV2A-05

Studiebelasting

3 studiepunten

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok

1

Werkvormen

Groepswerk (blok: 1/2) Intervisie (blok: 1/2) Zelfstudie (blok: ½)

Toetsen:


Ingangseisen:

1. SLB Herkenning en verkenning 1B (OAR-SLBV1B-05)

Contact persoon

CD Burger (030-2547242)


Leerstof, werkvormen en activiteiten: Groepsopdrachten, individuele opdrachten, individuele voortgangsgesprekken, begeleide en onbegeleide intervisie bijeenkomsten, werken aan je portfolio, opstellen van je POP. Korte omschrijving: `De opdrachten in deze fase zijn gericht op betekenis geven aan studie en persoon-lijke ontwikkeling¿. Je doet dit door verder te werken aan je portfolio en je POP. Doelstellingen/competenties: De vaardigheden die ik nodig heb om betekenis te geven aan mijn studie en persoonlijke ontwikkeling, zijn: - zelfstandig reflecteren; - zelfplannen - zelfmanagement - samenwerkend leren - samenwerken aan problemen op te lossen. Legitimering: In een competentiegerichte opleiding is betekenis geven aan je studie van wezenlijk belang. De student doet dit in de SLB-lijn.


n.v.t.

Materialen:

Werkboek: Studiehandleiding: “Bouwen aan betekenis”


Titel

SLB Bouwen aan betekenis 2B

OAR-H1SLBV2B-05 Organisatorische gegevens

Studierichting

Archimedes breed


Hoofdfase 1

Cursuscode

OAR-H1SLBV2B-05

Studiebelasting

3 studiepunten

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok

3

Werkvormen


Toetsen:


Ingangseisen:

1. SLB Bouwen aan betekenis 2A (OAR-H1SLBV2A-05)

Contact persoon

CD Burger (030-2547242)


Leerstof, werkvormen en activiteiten: Groepsopdrachten, individuele opdrachten, individuele voortgangsgesprekken, begeleide en onbegeleide intervisie bijeenkomsten, werken aan je portfolio, opstellen van je POP. Korte omschrijving: `De opdrachten in deze fase zijn gericht op betekenis geven aan studie en persoon-lijke ontwikkeling¿. Je doet dit door verder te werken aan je portfolio en je POP. Doelstellingen/competenties: De vaardigheden die ik nodig heb om betekenis te geven aan mijn studie en persoonlijke ontwikkeling, zijn: - zelfstandig reflecteren; - zelfplannen - zelfmanagement - samenwerkend leren - samenwerken aan problemen op te lossen. Legitimering: In een competentiegerichte opleiding is betekenis geven aan je studie van wezenlijk belang. De student doet dit in de SLB-lijn.


n.v.t.

Materialen:

Boek: Studiehandleiding SLB: Bouwen aan betekenis


Titel

Keuzeproject jaar 2

OAR-H1KEUZE1-05 Organisatorische gegevens

Studierichting

Archimedes breed


Hoofdfase 1

Cursuscode

OAR-H1KEUZE1-05

Studiebelasting

4 studiepunten

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok

CONTINUE

Werkvormen

Project (blok: CONTINUE) Zelfstudie (blok: CONTINUE)

Toetsen:

Verslag / Rapport / Portfolio (blok: CONTINUE)

Ingangseisen:

Geen

Contact persoon

MJTE Mol (06-51030560)


Leerstof, werkvormen en activiteiten: Integraal project uit het keuzeaanbod op de site www.hu-sharepoint.nl/sites/Loket Archimedes. Projectgroepen werken op basis van een eigen startdocument aan een complexe beroepsgerelateerde opdracht. Om de opdracht uit te kunnen voeren moet een student zich projectvaardigheden eigen maken. Dat gebeurt door zelfstudie, samenwerkend leren, door collega’s op school te raadplegen, workshops te volgen, te zoeken op internet, colleges te volgen enz. Korte omschrijving: Het thema en de invulling van dit project is afhankelijk van de keuze van het project. Aanbod van keuzeprojecten staan op bovengenoemde website. Hier vind je ook de contactpersonen (van de verschillende keuzeprojecten), bij wie je meer informatie kunt vragen. Verder kun je er lezen hoe je je kunt aanmelden voor het desbetreffende keuzeproject. Je mag in jaar 1 (en in jaar 2) één Archimedesproject vervangen door een keuzeproject. Archimedesprojecten zijn: de Veilige School, Zorgverbreding, Multiculturele School, Internationalisering en Taal in alle vakken.


Doelstellingen/competenties: Met dit project wordt in elk geval gewerkt aan de bekwaamheidseisen 5 en 7. Afhankelijk van de invulling van het project kunnen ook aspecten van andere bekwaamheidseisen aan de orde komen. Toetsen Het project wordt afgesloten met: - een groepsproduct - een individueel procesverslag Beide moeten voldoende zijn. Er is eenmaal een gelegenheid om te herkansen door het inleveren van een aanvulling binnen hetzelfde blok. Bij onvoldoende aanwezigheid kan de cursus niet worden afgerond. Legitimering: In de integrale leerlijn krijgen studenten de mogelijkheid om werkmodellen toe te passen, ervaringen op te doen en te reflecteren in een gesimuleerde beroepsomgeving. De studenten krijgen een beroepsrelevante opdracht: het maken van een beroepsproduct, die afgeleid is van een situatie waar een leraar tweedegraads mee te maken krijgt in de onderwijspraktijk. Veronderstelde voorkennis

geen

Materialen:

Diversen: Informatie over de keuzeprojecten staan op www.hu-sharepoint.nl/sites/ Loket Archimedes


Titel

Archimedesbreed Integraal project: Internationalisering

OAR-INTERNAT-04 Organisatorische gegevens

Studierichting

Archimedes breed


Hoofdfase 1

Cursuscode

OAR-INTERNAT-04

Studiebelasting

4 studiepunten

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok

CONTINUE (V, D)

Werkvormen


Toetsen:


Ingangseisen:

Geen

Contact persoon

MJTE Mol (06-51030560)


Leerstof, werkvormen en activiteiten: Integraal project waarin projectgroepen op basis van een gezamenlijk startdocument werken aan een complexe, beroepsgerelateerde opdracht. Om de opdrachten uit te kunnen voeren moet de student achtergrondliteratuur lezen en zich projectvaardigheden eigen maken. Dat gebeurt door zelfstudie, samenwerkend leren, door collega`s op school te raadplegen, workshops te volgen, te zoeken op internet, colleges te volgen enz. Bij de begeleiding en samenwerking wordt gebruik gemaakt van een elektronische leeromgeving. Toetsing en beoordelingscriteria: Het project wordt afgesloten met: - een groepsproduct - een individueel procesverslag Beide moeten voldoende zijn. Er is eenmaal een gelegenheid om te herkansen door het inleveren van een aanvulling binnen hetzelfde blok. Bij onvoldoende aanwezigheid kan de cursus niet worden afgerond. Korte omschrijving: In de rol van ontwikkelgroep voor een nieuw op te richten school maakt de student een digitale reiswijzer waarmee delen van het onderwijs letterlijk over de grens heen getild worden. Aan de reiswijzer zal een visiedocument over internationalisering van het onderwijs ten grondslag liggen. Doelstellingen/competenties: Met dit project wordt in elk geval gewerkt aan de bekwaamheidseisen 1, 2, 3, 5 en 7. Afhankelijk van de invulling van het project kunnen ook aspecten van andere bekwaamheidseisen aan de orde komen.



geen

Materialen:

Reader: Integrale projecten Internationalisering Boek: Ebbens, S. e.a., Samenwerkend Leren praktijkboek, Wolters-Noordhoff, Groningen 2005. ISBN 9001307493. Boek: Oonk, H., Internationalisering in het basis- en voortgezet onderwijs (Europees Platform, Alkmaar 2006).


Titel

Werkplekleren 2A deeltijd


Studierichting

Archimedes breed


Hoofdfase 1

Cursuscode

OAR-WERDT2A-04

Studiebelasting

7 studiepunten

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok

1 en 3

Werkvormen


Toetsen:


Ingangseisen:

1. Werkplekleren DT1B (OAR-WERDT1B-04)

Contact persoon

D Lindenaar (06 516 83 266)


Leerstof, werkvormen en activiteiten: Omschrijving inhoud: Leren en werken als docentassistent op school. Werkvorm: leerwerkplangestuurd leren. Omschrijving activiteiten: Werkervaringen en systematische reflectie daarop vormen het uitgangspunt van het werken en leren op school. Dit werkervaringsreflectieleren is gericht op de ontwikkeling van competenties die het beroep van leraar vereist. Door middel van het leerwerkplan stuurt de student, in overleg met begeleiders, in toenemende mate zelfstandig het eigen leerproces. De resultaten van het leren en werken verantwoordt de student door middel van het leerwerkverslag en het bijbehorende persoonlijke WER-dossier. Korte omschrijving: In het eerste jaar van de hoofdfase (jaar 2) verzorgt de deeltijdstudent, als docentassistent 20 lessen of lesmomenten (10 lessen in WER 2A en 10 lessen in WER 2B) en draagt daarbij in toenemende medeverantwoordelijkheid voor taken van de leraar. Ook stuurt de student in overleg met begeleiders door middel van het leerwerkplan in toenemende mate zelfstandig het eigen leerproces aan. Doelstellingen/competenties: De student werkt in WER 2A verder aan de ontwikkeling van competenties 1 t/m 4 en 7, maar ook de overige 2 competenties kunnen aan de orde komen. De student leert vaardigheden in te zetten, zoals: plannen, verslaglegging, reflecteren, verantwoordelijkheid dragen, initiatief nemen, verantwoording afleggen over je ontwikkeling, helder communiceren, feedback vragen en ontvangen, presenteren, tijdig hulp vragen etc.. Door steeds meer zelf verantwoordelijkheid te dragen voor een leerwerkplan en een periodiek leerwerkverslag over resultaten van eigen werk stuurt en evalueert de student in toenemende mate het eigen leerproces.


Toetsing en beoordelingscriteria: Instituut Archimedes is wettelijk verplicht om voor alle studenten die leerwerkzaamheden op een school uitvoeren (in het kader van de studie bij Instituut Archimedes) een leerarbeidsovereenkomst af te sluiten en te archiveren. De overeenkomst moet door drie partijen worden ondertekend: door de school, de student en vanuit Instituut Archimedes door de studieloopbaanbegeleider. Dus, zodra de student een leerwerkplek heeft, moet de student het voorblad van de ondertekende Leerwerkovereenkomst zo spoedig mogelijk inleveren bij Bureau Werkplekleren. Toetsing: De student wordt beoordeeld op actieve inbreng m.b.t. de begeleiding van het werkplekleren, het leerwerkplan en het leerwerkverslag met de daarin opgenomen verwijzingen naar de in het WER-dossier opgenomen resultaten van eigen werk. Beoordelingscriteria: Door actieve deelname aan der WER-begeleidingsbijeenkomsten heeft de student optimaal bijgedragen aan het eigen leerresultaat en dat van de medestudenten. Het leerwerkplan bevat leervragen en activiteiten die passen bij e beoogde competentieontwikkeling. Het leerwerkverslag maakt duidelijk, hoe de student aan de genoemde activiteiten uit het leerwerkplan heeft gewerkt, tot welke resultaten dit heet geleid, welke beoordeling en feedback hierop is verkregen en wat de eigen conclusies zij, zowel terugkijkend als vooruitkijkend. De student licht de eigen conclusies in het leerwerkverslag toe met diverse in het WER-dossier opgenomen resultaten, zoals 360˚-evaluatie (feedback van medestudenten, feedback van leerlingen, feedback van collega¿s, beoordeling door de schoolleiding, feedback van begeleiders) en overige producten. Legitimering: Uitgangspunt is: Bekwaamheidseisen voor Leraren Voortgezet Onderwijs, wet BiO. Veronderstelde voorkennis

WER1 volledig afgerond of WER1 afrondingsplan opgesteld met instituutsbegeleider

Materialen:

Reader: - gids voor werkplekleren en schoolprojecten voor de tweedegraadsopleiding

van WER2 Deeltijd, 2007-2008 Boek: - Ko Melief, leren van Lesgeven. 3e druk. Uitgeverij H. Nelissen, 2002. ISBN 9024416213 Boek: - Schellekens, Resultaatgericht doceren. Wolters-Noordhoff, 2001. ISBN 9001795455 Diversen: - lijst aanbevolen literatuur in de gids voor werkplekleren, informatie voor sutdenten op de ELO en op www.samenopleiden.nl


Titel

Werkplekleren 2B deeltijd


Studierichting

Archimedes breed


Hoofdfase 1

Cursuscode

OAR-WERDT2B-04

Studiebelasting

7 studiepunten

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok

1 en 3

Werkvormen


Toetsen:


Ingangseisen:

1. Werkplekleren DT2A (OAR-WERDT2A-04)

Contact persoon

D Lindenaar (06 516 83 266)


Leerstof, werkvormen en activiteiten: Omschrijving inhoud: Leren en werken als docentassistent op school. Werkvorm: leerwerkplangestuurd leren. Omschrijving activiteiten: Werkervaringen en systematische reflectie daarop vormen het uitgangspunt van het werken en leren op school. Dit werkervaringsreflectieleren is gericht op de ontwikkeling van competenties die het beroep van leraar vereist. Door middel van het leerwerkplan stuurt de student, in overleg met begeleiders, in toenemende mate zelfstandig het eigen leerproces. De resultaten van het leren en werken verantwoordt de student door middel van het leerwerkverslag en het bijbehorende persoonlijke WER-dossier. Korte omschrijving: In het eerste jaar van de hoofdfase binnen Werkplekleren 2A en 2B verzorgt de deeltijdstudent, als docent-assistent 20 lessen of lesmomenten (10 lessen in WER 2A en 10 lessen in WER 2B) en draagt daarbij in toenemende medeverantwoordelijkheid voor taken van de leraar. Ook stuurt de student in overleg met begeleiders door middel van het leerwerkplan in toenemende mate zelfstandig het eigen leerproces aan. Op deze manier bereidt de student zich voor op het volgende jaar van de opleiding: het tweede hoofdfasejaar. Doelstellingen/competenties: De student werkt in WER 2B verder aan de ontwikkeling van competenties 1 t/m 4 en 7, maar ook de overige 2 competenties kunnen aan de orde komen. De student leert vaardigheden in te zetten, zoals: plannen, verslaglegging, reflecteren, verantwoordelijkheid dragen, initiatief nemen, verantwoording afleggen over je ontwikkeling, helder communiceren, feedback vragen en ontvangen, presenteren, tijdig hulp vragen etc. Door steeds meer zelf verantwoordelijkheid te dragen voor een leerwerkplan en een periodiek leerwerkverslag over resultaten van eigen werk stuurt en evalueert de student in toenemende mate het eigen leerproces. Legitimering: Uitgangspunt zijn de Bekwaamheidseisen voor Leraren Voortgezet Onderwijs, wet BiO.


Toetsing en beoordelingscriteria: Instituut Archimedes is wettelijk verplicht om voor alle studenten die leerwerkzaamheden op een school uitvoeren (in het kader van de studie bij Instituut Archimedes) een leerarbeidsovereenkomst af te sluiten en te archiveren. De overeenkomst moet door drie partijen worden ondertekend: door de school, de student en vanuit Instituut Archimedes door de studieloopbaanbegeleider. Dus, zodra de student een leerwerkplek heeft, moet de student het voorblad van de ondertekende Leerwerkovereenkomst zo spoedig mogelijk inleveren bij Bureau Werkplekleren. Toetsing: De student wordt beoordeeld op actieve inbreng m.b.t. de begeleiding van het werkplekleren, het leerwerkplan en het leerwerkverslag met de daarin opgenomen verwijzingen naar de in het WER-dossier opgenomen resultaten van eigen werk. Beoordelingscriteria: Door actieve deelname aan der WER-begeleidingsbijeenkomsten heeft de student optimaal bijgedragen aan het eigen leerresultaat en dat van de medestudenten. Het leerwerkplan bevat leervragen en activiteiten die passen bij e beoogde competentieontwikkeling. Het leerwerkverslag maakt duidelijk, hoe de student aan de genoemde activiteiten uit het leerwerkplan heeft gewerkt, tot welke resultaten dit heet geleid, welke beoordeling en feedback hierop is verkregen en wat de eigen conclusies zij, zowel terugkijkend als vooruitkijkend. De student licht de eigen conclusies in het leerwerkverslag toe met diverse in het WER-dossier opgenomen resultaten, zoals 360˚-evaluatie (feedback van medestudenten, feedback van leerlingen, feedback van collega’s, beoordeling door de schoolleiding, feedback van begeleiders) en overige producten. Veronderstelde voorkennis

WER 2A afgerond

Materialen:

Reader: Gids voor werkplekleren en schoolprojecten voor de tweedegraads opleiding Deeltijd, 2007-2008. Boek: Ko Melief, Leren van Lesgeven. 3e druik. Uitgeverij H. Nelissen, 2002. ISBN 9024416213 Boek: Schellekens, Resultatgericht doceren. Wolters-Noordhoff, 2001. ISBN 9001795455 Diversen: lijst aanbevolen literatuur in de gids voor werkplekleren, informatie voor studenten op de ELO en op www.samenopleiden.nl


Titel



Studierichting

Archimedes breed


Hoofdfase 1 deeltijd

Cursuscode

OAR-SLBD2A-05

Studiebelasting

3 studiepunten

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok

1

Werkvormen

Groepswerk (blok: 1/2) Intervisie (blok: 1/2) Zelfstudie (blok: ½)

Toetsen:


Ingangseisen:

1. SLB Kiezen voor Leerkracht 1B (OAR-SLBD1B-05)

Contact persoon

BCC Bastiaanssen (030 2547156)




n.v.t.

Materialen:

Werkboek: Studiehandleiding SLB: ‘Kiezen voor Leerkracht’, via de readerwinkel


Titel



Studierichting

Archimedes breed


Hoofdfase 1

Cursuscode

OAR-SLBD2B-05

Studiebelasting

3 studiepunten

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok

3

Werkvormen

Groepswerk (blok: 3) Intervisie (blok: 3) Zelfstudie (blok: 3)

Toetsen:


Ingangseisen:


Contact persoon

CD Burger (030-2547242)




n.v.t.

Materialen:

Werkboek: Studiehandleiding SLB: ‘Kiezen voor Leerkracht’ via de readerwinkel



Waterbiologie

OABI-HWATBIO-07 Organisatorische gegevens

Studierichting

Biologie


Hoofdfase 2

Cursuscode

OABI-HWATBIO-07

Studiebelasting

6 studiepunten

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok

1 (V, D)

Werkvormen

Practicum (blok: 1 (D, V)) Werkcollege (blok: 1 (D, V))

Toetsen:


Ingangseisen:

Geen

Contact persoon

CJ Visser (030 2547203)


Leerstof, werkvormen en activiteiten Alle biologisch relevante aspecten van natuurlijke wateren komen aan de orde. De cursus zal daarom ruim tijd bieden voor een zelfstandige verdieping in een van de vele facetten van de waterbiologie. Toetsing- en beoordelingscriteria De cursus wordt afgesloten met een dossier. Hierin zijn een toets en de uitgewerkte opdrachten opgenomen. Dit zijn o.a. uitgewerkte opdrachten, verslagen van practica en de excursie. De exacte samenstelling van het dossier en de gestelde eisen zijn terug te vinden in de studiehandleiding behorende bij deze cursus. Korte omschrijving In deze cursus Waterbiologie volgt de student een virtuele zalm op weg naar zijn geboorte beek, hoog in de bergen. Vanuit de zwarte diepzee tot aan de bruisende bergbeek zwem je door het ècosysteem water` langs vragen en opdrachten. Samen met enkele practica en colleges levert dit een mooi overzicht op van het leven in en langs het water. Doelstellingen/competenties Deze cursus sluit aan bij de door de tweedegraads lerarenopleidingen vastgestelde startcompetenties. Een overzicht en een uitleg daarvan staat in de bijlage. Legitimering SBL 1, 2, 3, 4 en 7.


Bekend met de inhouden van de ecologie cursussen die eerder in het curriculum een plaats hebben.

Materialen:

Boek: Campbell & Reece; Biology int. edition, 7e druk, Addison-Wesley Boek: Gids van kust en strand. ISBN 90-5210-327-5


Titel

Geregeld leven

OABI-HGELEVEN-07 Organisatorische gegevens

Studierichting

Biologie


Hoofdfase 2

Cursuscode

OABI-HGELEVEN-07

Studiebelasting

6 studiepunten

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok

3 (V, D)

Werkvormen

Hoorcollege (blok: 3 (D, V)) Praktijk opdracht (blok: 3 (D, V)) Practicum (blok: 3 (D, V)) Werkcollege (blok: 3 (D, V))

Toetsen:


Ingangseisen:

Geen

Contact persoon

J Gradener (030 2547207)


Leerstof, werkvormen en activiteiten De fysiologie van mens en dier staat centraal. Er worden verschillende werkvormen gehanteerd. De leerstof wordt aangeboden in de vorm van colleges met aansluitend werkgroepen en of practica. Parallel hieraan wordt er gewerkt aan een complexe opdracht waarin verschillende biologische niveaus bij elkaar komen. Tijdens de cursus wordt tijd gereserveerd voor de didactiek van de biologie. Toetsing en beoordelingscriteria De cursus wordt afgesloten met een dossier. Hierin zijn een toets, de uitgewerkte opdrachten en een uitgewerkte complexe opdracht opgenomen. De exacte samenstelling van het dossier en de gestelde eisen zijn terug te vinden in de studiehandleiding behorende bij deze cursus. Korte omschrijving De rode draad van de cursus is hoe de verschillende biologische niveaus met elkaar uiteindelijk zorgen voor het optimaal functioneren van het organisme. Hoe de anatomie van organen staat in relatie tot de functie voor het handhaven van homeostase en hoe het totaal van processen gereguleerd wordt. De volgende onderwerpen komen aan bod: -

Gaswisseling en transport

-

Uitscheiding

-

Het immuunsysteem

-

Vertering: regulatie en opslag

-

Zintuigen

-

Morfologie van het zenuwstelsel


Doelstellingen/Competenties Leerdoelen van de cursus. De student is in staat om kennis te verwerven uit Campbell en digitale bronnen en deze te gebruiken om een grote schriftelijke/digitale opdracht uit te voeren. De complexiteit van de opdracht vraagt de student de kennis van de hierboven genoemde onderwerpen met elkaar in relatie te brengen en in werkgroepen met elkaar uit te wisselen. Legitimering SBL 3, 4 en 5 Veronderstelde voorkennis

Cursus ‘Dieren’ voldoende afgerond. de conceptuele onderdelen van eerdere

Materialen:

Boek: Campbell Reece; Biology int. edition (6e of 7e druk), 2005 Addison-Wesley,

studiejaren worden als startniveau gezien. Pearson Education publishing as Benjamin Cummings. Boek: Studiehandleiding ‘Geregeld Leven’


Titel

Evolutie

OABI-HEVOLUTI-07 Organisatorische gegevens

Studierichting

Biologie


Hoofdfase 2

Cursuscode

OABI-HEVOLUTI-07

Studiebelasting

6 studiepunten

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok

2 (V, D)

Werkvormen

Groepswerk (blok: 2 (D, V)) Hoorcollege (blok: 2 (D, V)) Werkcollege (blok: 2 (D, V)) Zelfstudie (blok: 2 (D, V))

Toetsen:


Ingangseisen:

Geen

Contact persoon

F Zeiss (030 2547210)


Leerstof, werkvormen en activiteiten Cursorisch met zelfstudie en literatuuronderzoek. Hoorcollege, werkcollege, practicum, groepswerk. Toetsing en beoordelingscriteria De cursus wordt afgesloten met een dossier. Hierin zijn een toets, de uitgewerkte opdrachten, een artikel en zelf ontworpen leerling-materiaal opgenomen. De exacte samenstelling van het dossier en de gestelde eisen zijn terug te vinden in de studiehandleiding behorende bij deze cursus. Alle drie zijn verplicht en moeten met een voldoende worden afgerond. Korte omschrijving Met ondersteuning door inleidingen tijdens plenaire bijeenkomsten bestudeert de student het cursusboek zelfstandig . Op basis van literatuurstudie schrijft de student individueel een artikel over een evolutiebiologisch thema. Daarnaast zet de student in een kortere tekst de eigen positie ten aanzien van de relatie tussen religie en natuurwetenschap uiteen. Als vakdidactisch cursusonderdeel ontwerpt de student een handleiding met opdrachten waarmee leerlingen kennis en inzicht in evolutieprocessen verwerven aan de hand van spellen en/of ICT-materiaal.


Doelstellingen/Competenties De student -

verwerft een overzicht van moderne evolutiebiologische concepten en van vragen, methoden, problemen en resultaten van evolutiebiologisch onderzoek met betrekking tot evolutiemechanismen, afstammingsgeschiedenis en het ontstaan van leven

-

kent enkele historische denkbeelden op dit gebied

-

kent verschillende opvattingen over de relatie tussen natuurwetenschap en religie, in het bijzonder èvolutie en schepping` en bepaalt de eigen positie

-

is in staat efficiënt een kort literatuuronderzoek te doen en over de resultaten

-

is in staat opdrachten te ontwerpen door middel waarvan leerlingen kennis en

daarvan een verantwoord artikel te schrijven inzicht verwerven in evolutieprocessen aan de hand van spellen en/of ICT-materiaal. Legitimering SBL 2, 3 en 7. Veronderstelde voorkennis

Kennis van evolutie en het thema eenheid en verscheidenheid op HAVO-niveau.

Materialen:

Boek: Campbell Reece; Biology int. edition (6e of 7e druk) Addison-Wesley. Boek: Studiewijzer Evolutie (prijsindicatie 10 euro)


Titel

Biologie in het nieuws

OABI-HNIEUWS-07 Organisatorische gegevens

Studierichting

Biologie


Hoofdfase 2

Cursuscode

OABI-HNIEUWS-07

Studiebelasting

6 studiepunten

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok

4 (V, D)

Werkvormen

Praktijk opdracht (blok: 4 (D, V)) Werkcollege (blok: 4 (D, V))

Toetsen:


Ingangseisen:

Geen

Contact persoon

J den Hertog (030 2547204)


Leerstof, werkvormen en activiteiten Voorbereiden, uitvoeren en evalueren van een presentatie over een actueel thema naar keuze in de biologie. Toetsing en beoordelingscriteria De cursus wordt afgesloten met een artikel en een presentatie. Het artikel en de voorbereiding van de presentatie worden ongenomen in het dossier dat ingeleverd wordt. Dit dossier beoordeeld op inhoudelijke diepgang en kwaliteit, met Campbell, Biology als referentieniveau. De presentatie vormt de afsluiting van de cursus. In de herkansingsweek van de daaropvolgende periode is een volgende gelegenheid tot afsluiting. Korte omschrijving Studenten schrijven een artikel en bereiden individueel een presentatie voor over een actueel biologisch thema. Voor deze presentatie verdiepen ze zich in een thema naar keuze en werken dit uit op het niveau van Campbell, Biology. In leergroepen geven studenten elkaar feedback op het thema en de opzet van het artikel en de presentatie. In een afsluitende dag worden de thema`s gepresenteerd aan 1e, 2e en 3e jaars studenten biologie.


Doelstellingen/Competenties De studenten zijn: - Op de hoogte van actuele thema`s in de biologie. - In staat zich zelfstandig in een nieuw onderwerp in te werken en daarvoor de relevante bronnen aan te boren en kritisch te verwerken tot een artikel. - In staat om met gebruik van passende media een presentatie te houden die informatief en duidelijk is voor een publiek van 1e, 2e en 3e jaars studenten 2e graads biologie. - In staat om inhoud en vorm van de presentatie af te stemmen op het beschreven publiek. Legitimering SBL 3 Veronderstelde voorkennis

Studenten zijn vertrouwd met inhoud en niveau van Campbell Biology. Studenten hebben ervaring met diverse presentatie vormen en kennen hun eigen sterke en zwakke kanten daarbij.

Materialen:

Diversen: Studiehandleiding ‘Biologie in het nieuws’.


Titel

Werkplekleren voltijd-duaal 3A


Studierichting

Archimedes breed


Hoofdfase 2

Cursuscode

OAR-WERVT3A-05

Studiebelasting

9 studiepunten

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok

1

Werkvormen


Toetsen:


Ingangseisen:

1. Werkplekleren VT2D (OAR-WERVT2D-04)

Contact persoon

A Wijnands (030 2547308)


Leerstof, werkvormen en activiteiten: Omschrijving inhoud: Leren en werken als docentassistent op school. Werkvorm: leerwerkplangestuurd leren. Omschrijving activiteiten: Werkervaringen en systematische reflectie daarop vormen het uitgangspunt van het werken en leren op school. Dit werkervaringsreflectieleren is gericht op de ontwikkeling van competenties die het beroep van leraar vereist. Door middel van het leerwerkplan stuurt de student, in overleg met begeleiders, in toenemende mate zelfstandig het eigen leerproces. De resultaten van het leren en werken verantwoordt de student periodiek door middel van het leerwerkverslag en het bijbehorende persoonlijke WER-dossier. Korte omschrijving: In het laatste jaar van de hoofdfase (jaar 3) gaat de student 80 dagen naar de school. Daar verzorgt de student, als docentassistent, 80 - 100 lessen of lesmomenten. De student draagt daarbij in toenemende medeverantwoordelijkheid voor alle taken van de leraar. Ook stuurt de student in overleg met begeleiders door middel van het leerwerkplan in toenemende mate zelfstandig het eigen leerproces aan. Op deze manier bereidt de student zich voor op het laatste deel van de opleiding: het afstudeerjaar. Toetsing en beoordelingscriteria: Instituut Archimedes is wettelijk verplicht om voor alle studenten die leerwerkzaamheden op een school uitvoeren (in het kader van de studie bij Instituut Archimedes) een leerarbeidsovereenkomst af te sluiten en te archiveren. De overeenkomst moet door drie partijen worden ondertekend: door de school, de student en vanuit Instituut Archimedes door de studieloopbaanbegeleider. Dus, zodra de student een leerwerkplek heeft, moet de student het voorblad van de ondertekende Leerwerkovereenkomst zo spoedig mogelijk inleveren bij Bureau Werkplekleren.


Toetsing: De student wordt beoordeeld op actieve inbreng m.b.t. de begeleiding van het werkplekleren, het leerwerkplan en het leerwerkverslag met de daarin opgenomen verwijzingen naar de in het WER-dossier opgenomen resultaten van eigen werk. Beoordelingscriteria: Door actieve deelname aan de WER-begeleidingsbijeenkomsten heeft de student optimaal bijgedragen aan het eigen leerresultaat en dat van de medestudenten. Het leerwerkplan, dat binnen drie weken na start van het werkplekleren door de IB-er wordt geaccordeerd, bevat leervragen en activiteiten die passen bij de beoogde competentieontwikkeling. Het leerwerkverslag geeft inzicht in hoe de student aan de genoemde activiteiten uit het leerwerkplan heeft gewerkt, tot welke resultaten dit heeft geleid, welke beoordeling en feedback hierop is verkregen en wat de eigen conclusies zijn, zowel terugkijkend als vooruitkijkend. De student licht de eigen conclusies in het leerwerkverslag toe met diverse in het WER-dossier opgenomen resultaten, en bewijsmaterialen ter onderbouwing van eigen conclusies. Conclusies van een lesbezoek verwerkt de student in een vernieuwde versie van het leerwerkplan. Doelstellingen/competenties: De student ontwikkelt zich ten aanzien van de SBL-bekwaamheden 1 t/m 7 tot het niveau Lio-bekwaam. Dit houdt in dat de student in beroepssituaties analyserend, professioneel plannend, uitvoerend en (zelf)evaluerend kan handelen. Legitimering: Uitgangspunt zijn de Bekwaamheidseisen voor Leraren Voortgezet Onderwijs. Veronderstelde voorkennis

WER1 en WER2 volledig afgerond of WER2 afrondingsplan opgesteld met instituutsbegeleider van WER2

Materialen:

Diversen: Bijbehorende digitale documenten zullen gepubliceerd worden op de ELO. Ook is de gids met aanvullende informatie voor scholen, begeleiders en studenten te vinden op de website www.samenopleiden.nl. Boek: Hendriksen, Begeleid intervisiemodel. 4e druk. Uitgeverij H. Nelissen, 2001. ISBN 902441475X Boek: Geerligs, T. en v/d Veen,T., Lesgeven en zelfstandig leren. 10e druk, Koninklijke van Gorcum, Assen, 2002. ISBN 9023231295 Boek: Ebbens,S. en Ettekoven, S., Effectief leren. Basisboek. Tweede druk, WoltersNoordhoff, Groningen/Houten, 2005. ISBN 9001307523 Diversen: Zie de lijst vakdidactische literatuur, die zal worden opgenomen in de Gids voor werkplekleren en schoolprojecten op aanwijzing van de vakgroep. Boek: Ebbens, Samenwerkend leren. Wolters-Nordhoff. ISBN 9789001307493. Reader: Gids voor werkplekleren en schoolprojecten. Jaar 2, 3 en 4 voor de tweedegraads opleiding Voltijd, 2007-2008.


Titel

Werkplekleren voltijd-duaal 3B


Studierichting

Archimedes breed


Hoofdfase 2

Cursuscode

OAR-WERVT3B-05

Studiebelasting

9 studiepunten

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok

1 (L), 3 (V, L)

Werkvormen


Toetsen:

Verslag / Rapport / Portfolio (blok: 1 (L), 3 (L, V))

Ingangseisen:

1. Werkplekleren voltijd-duaal 3A (OAR-WERVT3A-05)

Contact persoon

A Wijnands (030 2547308)


Leerstof, werkvormen en activiteiten: Omschrijving inhoud: Leren en werken als docentassistent op school. Werkvorm: leerwerkplangestuurd leren. Omschrijving activiteiten: Werkervaringen en systematische reflectie daarop vormen het uitgangspunt van het werken en leren op school. Dit werkervaringsreflectieleren is gericht op de ontwikkeling van competenties die het beroep van leraar vereist. Door middel van het leerwerkplan stuurt de student, in overleg met begeleiders, in toenemende mate zelfstandig het eigen leerproces. De resultaten van het leren en werken verantwoordt de student periodiek door middel van het leerwerkverslag en het bijbehorende persoonlijke WER-dossier. Korte omschrijving: In het laatste jaar van de hoofdfase (jaar 3) gaat de student 80 dagen naar de school. Daar verzorgt de student, als docentassistent, 80 - 100 lessen of lesmomenten. De student draagt daarbij in toenemende medeverantwoordelijkheid voor alle taken van de leraar. Ook stuurt de student in overleg met begeleiders door middel van het leerwerkplan in toenemende mate zelfstandig het eigen leerproces aan. Op deze manier bereidt de student zich voor op het laatste deel van de opleiding: het afstudeerjaar.


Toetsing en beoordelingscriteria: Instituut Archimedes is wettelijk verplicht om voor alle studenten die leerwerkzaamheden op een school uitvoeren (in het kader van de studie bij Instituut Archimedes) een leerarbeidsovereenkomst af te sluiten en te archiveren. De overeenkomst moet door drie partijen worden ondertekend: door de school, de student en vanuit Instituut Archimedes door de studieloopbaanbegeleider. Dus, zodra de student een leerwerkplek heeft, moet de student het voorblad van de ondertekende Leerwerkovereenkomst zo spoedig mogelijk inleveren bij Bureau Werkplekleren. Toetsing: De student wordt beoordeeld op actieve inbreng m.b.t. de begeleiding van het werkplekleren, het leerwerkplan en het leerwerkverslag met de daarin opgenomen verwijzingen naar de in het WER-dossier opgenomen resultaten van eigen werk. Beoordelingscriteria: Door actieve deelname aan de WER-begeleidingsbijeenkomsten heeft de student optimaal bijgedragen aan het eigen leerresultaat en dat van de medestudenten. Het leerwerkplan, dat binnen drie weken na start van het werkplekleren door de IB-er wordt geaccordeerd, bevat leervragen en activiteiten die passen bij de beoogde competentieontwikkeling. Het leerwerkverslag geeft inzicht in hoe de student aan de genoemde activiteiten uit het leerwerkplan heeft gewerkt, tot welke resultaten dit heeft geleid, welke beoordeling en feedback hierop is verkregen en wat de eigen conclusies zij, zowel terugkijkend als vooruitkijkend. De student licht de eigen conclusies in het leerwerkverslag toe met diverse in het WER-dossier opgenomen resultaten, en bewijsmaterialen ter onderbouwing van eigen conclusies. Conclusies van een lesbezoek verwerkt de student in een vernieuwde versie van het leerwerkplan. Doelstellingen/competenties: De student ontwikkelt zich ten aanzien van de SBL-bekwaamheden 1 t/m 7 tot het niveau Lio-bekwaam. Dit houdt in dat de student in beroepssituaties analyserend, professioneel plannend, uitvoerend en (zelf)evaluerend kan handelen. Legitimering: Uitgangspunt zijn de Bekwaamheidseisen voor Leraren Voortgezet Onderwijs. Veronderstelde voorkennis

WERVT 1 en 2 volledig afgerond.


Materialen:

Werkboek: Gids voor werkplekleren en schoolprojecten. Jaar 2, 3 en 4 voor de tweedegraads opleiding Voltijd, 2007-2008. Boek: Hendriksen, Begeleid intervisiemodel. 4e druk. Uitgeverij H. Nelissen, 2001. ISBN 902441475X Boek: Geerligs, T. en v/d Veen,T., Lesgeven en zelfstandig leren. 10e druk, Koninklijke van Gorcum, Assen, 2002. ISBN 9023231295 Boek: Ebbens,S. en Ettekoven, S., Effectief leren. Basisboek. Tweede druk, WoltersNoordhoff, Groningen/Houten, 2005. ISBN 9001307523 Diversen: Zie de lijst vakdidactische literatuur, die zal worden opgenomen in de Gids voor werkplekleren en schoolprojecten op aanwijzing van de vakgroep. Boek: Ebbens, Samenwerkend leren. Wolters-Noordhoff. ISBN 9789001307493. Diversen: Bijbehorende digitale documenten zullen gepubliceerd worden op de ELO. Ook is de gids met aanvullende informatie voor scholen, begeleiders en studenten te vinden op de website www.samenopleiden.nl.


Titel

Schoolprojecten 3A Voltijd/Duaal Deeltijd

OAR-H2SCPR3AD-05 Organisatorische gegevens

Studierichting

Archimedes breed


Hoofdfase 2

Cursuscode

OAR-H2SCPR3AD-05

Studiebelasting

4 studiepunten

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok

CONTINUE (V, D)

Werkvormen

Leerwerkplan gestuurd (blok: CONTINUE (D, V))

Toetsen:

Opdracht (blok: CONTINUE (D, V))

Ingangseisen:

Aan een van de volgende groepen ingangseisen moet zijn voldaan: 1. Werkplekleren voltijd-duaal 3A (OAR-WERVT3A-05) en Werkplekleren voltijdduaal 3B (OAR-WERVT3B-05) 2. Werkplekleren DT3A (OAR-WERDT3A-04) en Werkplekleren DT3B (OARWERDT3B-04)

Contact persoon

A Wijnands (030 2547308)


Leerstof, werkvormen en activiteiten: Omschrijving inhoud: De student verwerft zelf voor elk schoolproject een opdracht van de school. De student kan ook een voorstel doen om twee of drie schoolprojecten te combineren in een grotere projectopdracht. Deze opdrachten moeten een vakoverstijgend element in zich hebben. De opdracht resulteert in het maken van een product en een procesverslag. Omschrijving activiteiten: Door middel van het leerwerkplan plant de student in overleg met de begeleiders het werken aan de schoolprojecten in de loop van het jaar. Door middel van een procesverslag geeft de student inzicht in de totstandkoming van het beoogde product, de verantwoording van gemaakte keuzes, reflectie op leerdoelen, ontwikkeling en resultaten enzovoort. In het derde jaar mag de student één schoolproject vervangen door een alternatief. De mogelijke alternatieven staan op de projectenbank op www.samenopleiden. nl. Daar staat wie de opdrachtgever en wie de begeleider is. Ook staat er wie er verantwoordelijk is voor de aftekening. De derdejaars VT-studenten Frans en Spaans die het verplichte studieonderdeel “buitenlandverblijf” van twee periodes doen, kunnen daarmee de schoolprojecten 3A, 3B en 3C vervangen. In dat geval tekent de vakgroep de schoolprojecten 3A, 3B en 3C af.


Korte omschrijving: Het werken aan de opdracht resulteert in het maken van en product en een procesverslag. Het product moet oplossing vormen voor een probleem of vraag/ behoefte in de school, antwoord bieden op een vraag van de directie, specialisten of docenten, en dus van waarde zijn voor de school. Het werken aan de schoolprojecten is gericht op de ontwikkeling van competenties of bekwaamheden die het beroep van leraar vereist. Door het verwerven van een opdracht op de school, maakt de student zelf afspraken over de eisen die aan het product worden gesteld en de wijze van overdracht naar de school en stuurt op deze wijze zelfstandig het eigen leerproces. Het resulterende product en de beoordeling daarvan door de opdrachtgever neemt de student op in het persoonlijk WER-dossier en in het procesverslag legt de student verantwoording af over het eigen leerproces. Toetsen: Toetsing: De student wordt beoordeeld op het product dat de student heeft opgenomen in het WER-dossier, de beoordeling daarvan door de school of opdrachtgever en het bijbehorende procesverslag. Beoordelingscriteria: In het leerwerkplan neemt de student de planning op voor de verschillende activiteiten inherent aan de verwerving en uitvoering van schoolprojecten met de bijbehorende leervragen, passen bij de beoogde competentieontwikkeling. Vervolgens maakt de student in een procesverslag duidelijk hoe aan de opdracht is gewerkt en tot welke resultaten dit heeft geleid; welke beoordeling en feedback hierop is verkregen en wat de eigen conclusies zijn, zowel terugkijkend als vooruitziend. Doelstellingen/competenties: De student ontwikkelt zich ten aanzien van de SBL-bekwaamheden 1 t/m 7 tot het niveau LIO-bekwaam. Dit houdt in dat de student in beroepssituaties analyserend, professioneel plannend, uitvoerend en (zelf)evaluerend kan handelen. Legitimering: Uitgangspunt zijn de Bekwaamheidseisen voor Leraren Voortgezet Onderwijs van het SBL, wet BiO. Veronderstelde voorkennis

De student is bekend met het doel en de werkwijze van integrale projecten. Deelname aan de schoolprojecten 3A, 3B, 3C is mogelijk voor studenten die zich hebben ingeschreven voor de module Werkplekleren 3A en/of 3B.

Materialen:

Werkboek: Gids voor werkplekleren en schoolprojecten 2007-2008, voor voltijd/duaal of deeltijd. Diversen: Informatie voor studenten op de ELO. Informatie voor scholen, begeleiders en studenten op de website www.samenopleiden.nl


Titel

Schoolprojecten 3B Voltijd/Duaal Deeltijd

OAR-H2SCPR3BD-05 Organisatorische gegevens

Studierichting

Archimedes breed


Hoofdfase 2

Cursuscode

OAR-H2SCPR3BD-05

Studiebelasting

4 studiepunten

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok

CONTINUE (V, D)

Werkvormen


Toetsen:


Ingangseisen:


Contact persoon

A Wijnands (030 2547308)


Leerstof, werkvormen en activiteiten: Omschrijving inhoud: De student verwerft zelf voor elk schoolproject een opdracht van de school. De student kan ook een voorstel doen om twee of drie schoolprojecten te combineren in een grotere projectopdracht. Deze opdrachten moeten een vakoverstijgend element in zich hebben. De opdracht resulteert in het maken van een product en een procesverslag. Omschrijving activiteiten: Door middel van het leerwerkplan plant de student in overleg met de begeleiders het werken aan de schoolprojecten in de loop van het jaar. Door middel van een procesverslag geeft de student inzicht in de totstandkoming van het beoogde product, de verantwoording van gemaakte keuzes, reflectie op leerdoelen, ontwikkeling en resultaten enzovoort. In het derde jaar mag de student één schoolproject vervangen door een alternatief. De mogelijke alternatieven staan op de projectenbank op www.samenopleiden. nl. Daar staat wie de opdrachtgever en wie de begeleider is. Ook staat er wie er verantwoordelijk is voor de aftekening. De derdejaars VT-studenten Frans en Spaans die het verplichte studieonderdeel “buitenlandverblijf” van twee periodes doen, kunnen daarmee de schoolprojecten 3A, 3B en 3C vervangen. In dat geval tekent de vakgroep de schoolprojecten 3A, 3B en 3C af.



De student is bekend met het doel en de werkwijze van integrale projecten. Deelname aan de schoolprojecten 3A, 3B, 3C is mogelijk voor studenten die zich hebben ingeschreven voor de module Werkplekleren 3A en/of 3B.

Materialen:



Titel

Schoolprojecten 3C Voltijd/Duaal Deeltijd

OAR-H2SCPR3CD-05 Organisatorische gegevens

Studierichting

Archimedes breed


Hoofdfase 2

Cursuscode

OAR-H2SCPR3CD-05

Studiebelasting

4 studiepunten

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok

CONTINUE (V, D)

Werkvormen


Toetsen:


Ingangseisen:


Contact persoon

A Wijnands (030 2547308)


Leerstof, werkvormen en activiteiten: Omschrijving inhoud: De student verwerft zelf voor elk schoolproject een opdracht van de school. De student kan ook een voorstel doen om twee of drie schoolprojecten te combineren in een grotere projectopdracht. Deze opdrachten moeten een vakoverstijgend element in zich hebben. De opdracht resulteert in het maken van een product en een procesverslag. Omschrijving activiteiten: Door middel van het leerwerkplan plant de student in overleg met de begeleiders het werken aan de schoolprojecten in de loop van het jaar. Door middel van een procesverslag geeft de student inzicht in de totstandkoming van het beoogde product, de verantwoording van gemaakte keuzes, reflectie op leerdoelen, ontwikkeling en resultaten enzovoort. In het derde jaar mag de student één schoolproject vervangen door een alternatief. De mogelijke alternatieven staan op de projectenbank op www.samenopleiden. nl. Daar staat wie de opdrachtgever en wie de begeleider is. Ook staat er wie er verantwoordelijk is voor de aftekening. De derdejaars VT-studenten Frans en Spaans die het verplichte studieonderdeel “buitenlandverblijf” van twee periodes doen, kunnen daarmee de schoolprojecten 3B en 3C vervangen. In dat geval tekent de vakgroep de schoolprojecten 3B en 3C af.



De student is bekend met het doel en de werkwijze van de integrale projecten. Deelname aan de schoolprojecten 3A, 3B, 3C is mogelijk voor studenten die zich hebben ingeschreven voor de module Werkplekleren 3A en/of 3B.

Materialen:



Titel

SLB Bouwen aan betekenis 3A

OAR-H2SLBV3A-05 Organisatorische gegevens

Studierichting

Archimedes breed


Hoofdfase 2 voltijd

Cursuscode

OAR-H2SLBV3A-05

Studiebelasting

3 studiepunten

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok

1

Werkvormen


Toetsen:


Ingangseisen:

1. SLB Bouwen aan betekenis 2B (OAR-H1SLBV2B-05)

Contact persoon

CD Burger (030-2547242)


Leerstof, werkvormen en activiteiten: Groepsopdrachten, individuele opdrachten, individuele voortgangsgesprekken, begeleide en onbegeleide intervisie bijeenkomsten, werken aan je portfolio, opstellen van je POP. Korte omschrijving: `De opdrachten in deze fase zijn gericht op betekenis geven aan studie en persoonlijke ontwikkeling. Je doet dit door verder te werken aan je portfolio en je POP. Doelstellingen/competenties: De vaardigheden die ik nodig heb om betekenis te geven aan mijn studie en persoonlijke ontwikkeling, zijn: - zelfstandig reflecteren; - zelfplannen zelfmanagement - samenwerkend leren - samenwerken aan problemen op te lossen. Legitimering: In een competentiegerichte opleiding is betekenis geven aan je studie van wezenlijk belang. De student doet dit in de SLB-lijn.


n.v.t.

Materialen:

Werkboek: Studiehandleiding SLB: Bouwen aan betekenis


Titel

SLB - Assessment Afstudeerbekwaam (AssAB) voltijd duaal

OAR-H2SLBVAAB-05 Organisatorische gegevens

Studierichting

Archimedes breed


Hoofdfase 2

Cursuscode

OAR-H2SLBVAAB-05

Studiebelasting

3 studiepunten

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok

CONTINUE

Werkvormen

Portfolio (blok: CONTINUE)

Toetsen:

Verslag / Rapport / Portfolio (blok: CONTINUE)

Ingangseisen:

1. SLB Bouwen aan betekenis 2A (OAR-H1SLBV2A-05) en SLB Bouwen aan betekenis 2B (OAR-H1SLBV2B-05) en SLB Herkenning en verkenning 1A (OARSLBV1A-05) en SLB Herkenning en verkenning 1B (OAR-SLBV1B-05)

Contact persoon

CD Burger (030-2547242)


Leerstof, werkvormen en activiteiten: Zelfwerkzaamheid, werken aan eigen competentieontwikkeling, verzamelen van bewijzen voor de 7 competentiegebieden, samenstellen van een beoordelingsportfolio voor assessmentafstudeerbekwaam, peer-assessment, intervisie, groepswerk, begeleide bijeenkomsten, assessment. Toetsing en beoordelingscriteria: In het assessment afstudeerbekwaam wordt bekwaamheidseis 1 t/m 4 en 7 beoordeeld en over 5 + 6 wordt een ontwikkelingsadvies gegeven. In elke hertoetsweek is er de mogelijkheid om het AssAB af te leggen. Waardering: onvoldoende / voldoende / ruim voldoende / goed / zeer goed./ uitmuntend. Mocht het beoordelingsportfolio en het assessment onvoldoende bewijzen bevatten, dan krijgt de student de gelegenheid voor aanvulling tot de volgende herkansingsperiode. Beoordelingscriteria: Afstudeer/LiObekwaam: analyserend, professioneel handelend, uitvoerend en (zelf)evaluerend handelen. Het assessment is verplicht.


Korte omschrijving: Dit studieonderdeel bestaat uit twee delen, de voorbereiding op en de uitvoering van het assessment Afstudeerbekwaam. De voorbereiding bestaat uit het samenstellen van het beoordelingsportfolio, het verzamelen van de `bewijzen¿ en het oefenen voor het assessment. Begeleiding door de SLB-er en de SLB-groep.Het assessment afstudeerbekwaam is het officiële afsluitingsmoment van het basisdeel van de hoofdfase en het begin van de afstudeerfase. De student krijgt de gelegenheid te bewijzen Afstudeerbekwaam te zijn. Daarvoor levert de student een beoordelingsportfolio Afstudeerbekwaam in, met bewijsstukken van de competentiegebieden 1 t/m 4 en 7. Het beoordelingsportfolio moet in 1 uur te beoordelen zijn door de assessoren. Tijdens het assessment presenteert de student zijn portfolio en legt een proeve van bekwaamheid af. Tot slot houden de assessoren een criteriumgericht interview met de student om deze in staat te stellen alsnog die competenties te bewijzen, die de assessoren nog niet voldoende bewezen achten in het portfolio en tijdens de proeve van bekwaamheid. Het assessment wordt afgenomen door twee gecertificeerde assessoren, één van Archimedes en één van de school. Eén van deze is zo mogelijk van het vak. De assessoren zijn niet de begeleiders. Doelstellingen/competenties: Bij een competentiegerichte opleiding hoort integratieve toetsing van beroepsvaardigheden door een assessment. De student bewijst dat hij/zij competent is op de 5 competentiegebieden en zich aantoonbaar ontwikkeld heeft op de andere 2. Het gaat om de competentiegebieden die zijn opgenomen in de wet BiO. Deze zijn richtinggevend voor de lerarenopleiding. Voorwaarde voor deelname aan het assesment: - propedeuseverklaring - WER 2 en WER 3A afgerond - 16 ec`s integrale projecten en schoolproject 3A afgerond - 5 conceptuele cursussen uit de hoofdfase afgerond - SLB 2A, 2B, en 3A afgerond Legitimering: De student ontwikkelt zich ten aanzien van de SBL-bekwaamheden 1 t/m 4 en 7 tot het niveau Afstudeer/LIO-bekwaam. Dit houdt in dat de student in beroepssituaties analyserend, professioneel plannend, uitvoerend en (zelf)evaluerend kan handelen en zelfstandig kan lesgeven. Veronderstelde voorkennis

n.v.t.

Materialen:

Werkboek: Studiehandleiding `Bouwen aan betekenis ‘ Werkboek: Handleiding assessment Afstudeerbekwaam


Titel

Werkplekleren 3A deeltijd


Studierichting

Archimedes breed


Hoofdfase 2

Cursuscode

OAR-WERDT3A-04

Studiebelasting

9 studiepunten

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok

1, 2 en 3

Werkvormen

Leerwerkplan gestuurd (blok: 1, 2 en 3)

Toetsen:

Verslag / Rapport / Portfolio (blok: 1, 2 en 3)

Ingangseisen:


Contact persoon

D Lindenaar (06 516 83 266)


Leerstof, werkvormen en activiteiten: Omschrijving inhoud: Leren en werken als docentassistent op school. Werkvorm: leerwerkplangestuurd leren. Omschrijving activiteiten: Werkervaringen en systematische reflectie daarop vormen het uitgangspunt van het werken en leren op school. Dit werkervaringsreflectieleren is gericht op de ontwikkeling van competenties die het beroep van leraar vereist. Door middel van het leerwerkplan stuurt de student, in overleg met begeleiders, in toenemende mate zelfstandig het eigen leerproces. De resultaten van het leren en werken verantwoordt de student periodiek door middel van het leerwerkverslag en het bijbehorende persoonlijke WER-dossier. Korte omschrijving: In WER 3A en 3B verzorgt de deeltijdstudent, als docentassistent 40 lessen of lesmomenten (20 lessen in WER 3A en 20 lessen in WER 3B) en draagt daarbij in toenemende medeverantwoordelijkheid voor alle taken van de leraar. Ook stuurt de student in overleg met begeleiders door middel van het leerwerkplan in toenemende mate zelfstandig het eigen leerproces aan. Op deze manier bereidt de student zich voor op het laatste deel van de opleiding: het afstudeerjaar. Doelstellingen/competenties: De student werkt in WER 3A verder aan de ontwikkeling van zijn/haar competenties. Dit houdt in dat de student in beroepssituaties analyserend, professioneel plannend, uitvoerend en (zelf)evaluerend kan handelen.


Toetsing en beoordelingscriteria: Instituut Archimedes is wettelijk verplicht om voor alle studenten die leerwerkzaamheden op een school uitvoeren (in het kader van de studie bij Instituut Archimedes) een leerarbeidsovereenkomst af te sluiten en te archiveren. De overeenkomst moet door drie partijen worden ondertekend: door de school, de student en vanuit Instituut Archimedes door de studieloopbaanbegeleider. Dus, zodra de student een leerwerkplek heeft, moet de student het voorblad van de ondertekende Leerwerkovereenkomst zo spoedig mogelijk inleveren bij Bureau Werkplekleren. Toetsing: De student wordt beoordeeld op actieve inbreng m.b.t. de begeleiding van het werkplekleren, het leerwerkplan en het leerwerkverslag met de daarin opgenomen verwijzingen naar de in het WER-dossier opgenomen resultaten van eigen werk. Beoordelingscriteria: Door actieve deelname aan der WER-begeleidingsbijeenkomsten heeft de student optimaal bijgedragen aan het eigen leerresultaat en dat van de medestudenten. Het leerwerkplan bevat leervragen en activiteiten die passen bij e beoogde competentieontwikkeling. Het leerwerkverslag maakt duidelijk, hoe de student aan de genoemde activiteiten uit het leerwerkplan heeft gewerkt, tot welke resultaten dit heet geleid, welke beoordeling en feedback hierop is verkregen en wat de eigen conclusies zij, zowel terugkijkend als vooruitkijkend. De student licht de eigen conclusies in het leerwerkverslag toe met diverse in het WER-dossier opgenomen resultaten, zoals 360˚-evaluatie (feedback van medestudenten, feedback van leerlingen, feedback van collega’s, beoordeling door de schoolleiding, feedback van begeleiders) en overige producten. Legitimering: Uitgangspunt is: Bekwaamheidseisen voor Leraren Voortgezet Onderwijs, wet BiO. Veronderstelde voorkennis

WER 2B afgerond.Voor studenten die niet aan voorafgaande WER-modules deelnamen geldt als ingangseis dat zij een aantal voorbereidende opdrachten uitvoeren. (zie WER-dt gids)

Materialen:

Reader: Gids voor werkplekleren en schoolprojecten. voor de tweedgraads opleiding Deeltijd, 2007-2008 Boek: Ebbens, S en Ettekoven S., “Effectief Leren, Basisboek”. Tweede druk, WoltersNoordhoff, Groningen/Houten, 2005. ISBN 90 01 307523 Boek: Ebbens, samenwerkend leren. Wolters-Noordhoff. ISBN 97 89 001307493 Boek: Geerlins, T. en vd Veen, T. “Lesgeven en zelfstandig leren”. 10e druk, Koninklijke van Gorcum, Assen, 2002. ISBN 90 232 31295 Boek: Hendriksen, Begeleid intervisiemodel. 4e druk. Uitgeverij H. Nelissen, 2001. ISBN 90 244 1475X Diversen: Lijst aanbevolen literatuur in de gids voor werkplekleren.


Titel

Werkplekleren 3B deeltijd


Studierichting

Archimedes breed


Hoofdfase 2

Cursuscode

OAR-WERDT3B-04

Studiebelasting

9 studiepunten

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok

1,2 en 3

Werkvormen

Leerwerkplan gestuurd (blok: 1,2 en 3)

Toetsen:

Verslag / Rapport / Portfolio (blok: 1,2 en 3)

Ingangseisen:

1. Werkplekleren DT3A (OAR-WERDT3A-04)

Contact persoon

D Lindenaar (06 516 83 266)


Leerstof, werkvormen en activiteiten: Omschrijving inhoud: Leren en werken als docentassistent op school. Werkvorm: leerwerkplangestuurd leren. Omschrijving activiteiten: Werkervaringen en systematische reflectie daarop vormen het uitgangspunt van het werken en leren op school. Dit werkervaringsreflectieleren is gericht op de ontwikkeling van competenties die het beroep van leraar vereist. Door middel van het leerwerkplan stuurt de student, in overleg met begeleiders, in toenemende mate zelfstandig het eigen leerproces. De resultaten van het leren en werken verantwoordt de student periodiek door middel van het leerwerkverslag en het bijbehorende persoonlijke WER-dossier. Korte omschrijving: In WER 3A en 3B verzorgt de deeltijdstudent, als docentassistent 40 (20 lessen in WER 3A en 20 lessen in WER 3B) lessen of lesmomenten en draagt daarbij in toenemende medeverantwoordelijkheid voor alle taken van de leraar. Ook stuurt de student in overleg met begeleiders door middel van het leerwerkplan in toenemende mate zelfstandig het eigen leerproces aan. Op deze manier bereidt de student zich voor op het laatste deel van de opleiding: het afstudeerjaar. Doelstellingen/competenties.De student werkt in WER 3B verder aan de ontwikkeling van zijn/haar competenties.


Toetsing en beoordelingscriteria: Instituut Archimedes is wettelijk verplicht om voor alle studenten die leerwerkzaamheden op een school uitvoeren (in het kader van de studie bij Instituut Archimedes) een leerarbeidsovereenkomst af te sluiten en te archiveren. De overeenkomst moet door drie partijen worden ondertekend: door de school, de student en vanuit Instituut Archimedes door de studieloopbaanbegeleider. Dus, zodra de student een leerwerkplek heeft, moet de student het voorblad van de ondertekende Leerwerkovereenkomst zo spoedig mogelijk inleveren bij Bureau Werkplekleren. Toetsing: De student wordt beoordeeld op actieve inbreng m.b.t. de begeleiding van het werkplekleren, het leerwerkplan en het leerwerkverslag met de daarin opgenomen verwijzingen naar de in het WER-dossier opgenomen resultaten van eigen werk. Beoordelingscriteria: Door actieve deelname aan der WER-begeleidingsbijeenkomsten heeft de student optimaal bijgedragen aan het eigen leerresultaat en dat van de medestudenten. Het leerwerkplan bevat leervragen en activiteiten die passen bij e beoogde competentieontwikkeling. Het leerwerkverslag maakt duidelijk, hoe de student aan de genoemde activiteiten uit het leerwerkplan heeft gewerkt, tot welke resultaten dit heet geleid, welke beoordeling en feedback hierop is verkregen en wat de eigen conclusies zij, zowel terugkijkend als vooruitkijkend. De student licht de eigen conclusies in het leerwerkverslag toe met diverse in het WER-dossier opgenomen resultaten, zoals 360˚-evaluatie (feedback van medestudenten, feedback van leerlingen, feedback van collega’s, beoordeling door de schoolleiding, feedback van begeleiders) en overige producten. Legitimering: Uitgangspunt is: Bekwaamheidseisen voor Leraren Voortgezet Onderwijs, wet BiO. Veronderstelde voorkennis

WER 3A afgerond.Voor studenten die niet aan de voorafgaande WER-modules deelnamen geldt als ingangseis dat zij een aantal voorbereidende opdrachten uitvoeren (zie WER-dt gids).

Materialen:

Reader: Gids voor werkplekleren en schoolprojecten. voor de tweedegraads opleiding Deeltijd , 2007-2008. Boek: Ebbens, S. en Ettekoven, S. “Effectief leren, basisboek”. Tweede druk, WoltersNoordhoff, Groningen/Houten, 2005. ISBN 90 01 307523 Boek: Ebbens, samenwerkend leren Wolters-Noordhoff. ISBN 98 89 001307493. Boek: Geerlings, T. en vd Veen T. “lesgeven en zelfstandig leren”. 10e druk, Koninklijke van Gorcum, Assen, 2002 ISBN 90 232 31295 Boek: Hendriksen, Begeleid intervisiemodel. 4e druk. Uitgevere H. Nelissen, 2001. ISBN 90 2441475X Diversen: Lijst aanbevolen literatuur in de gids voor werkplekleren.


Titel



Studierichting

Archimedes breed



Cursuscode

OAR-SLBD3A-05

Studiebelasting

3 studiepunten

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok

1

Werkvormen


Toetsen:


Ingangseisen:

1. SLB Kiezen voor Leerkracht 2B (OAR-SLBD2B-05)

Contact persoon

CD Burger (030-2547242)




n.v.t.

Materialen:

Werkboek: Studiehandleiding SLB: ‘Kiezen voor Leerkracht’ via de readerwinkel


Titel



Studierichting

Archimedes breed



Cursuscode

OAR-SLBD3B-05

Studiebelasting

3 studiepunten

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok

3

Werkvormen


Toetsen:


Ingangseisen:


Contact persoon

CD Burger (030-2547242)


Leerstof, werkvormen en activiteiten: Groepsopdrachten, individuele opdrachten, gesprekken met medestudenten en studieloopbaanbegeleiders. De leeractiviteiten binnen de SLB-lijn zijn individueel en groepsgewijs: - Er zijn opdrachten en er is een uitwisseling in groepsverband - Studenten werken in tweetallen (studiemaatjes). Er zijn individuele gesprekken tussen student en SLB, al dan niet in aanwezigheid van het studiemaatje. Korte omschrijving: In de propedeuse houd je je voornamelijk bezig met de vraag: hoe ben ik als persoon en als student, wat voor keuzes maak ik en op grond waarvan? Wil ik leraar worden, wil ik met deze studie doorgaan? In de hoofdfase ga je door met de vragen: - hoe kan ik leraar worden? – aan welke competenties moet ik werken om met succes afstudeerbekwaam te zijn? – kan ik functioneren als leraar in een team? Doelstellingen/competenties: Reflecteren over mijn studie en mijn aandeel erin; - plannen - samenwerkend leren - samenwerken aan problemen op te lossen - metareflectie op competentieontwikkeling Legitimering: In een competentiegerichte opleiding is betekenis geven aan je studie van wezenlijk belang. De student doet dit in de SLB-lijn


n.v.t. Werkboek: Studiehandleiding SLB: “Kiezen voor Leerkracht”via de readerwinkel Boek: “Leren van Lesgeven”van Ko Melief, Anke Tigchelaar, Fred Korthagen en Bob Koster, uitgeverij: H. Nelissen BV Soest, ISBN 90 244 1621 3



Werkplekleren voltijd/duaal 4A - LIO


Studierichting

Archimedes breed


Hoofdfase 3

Cursuscode

OAR-WERVT4A-05

Studiebelasting

9 studiepunten

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok

1, 3

Werkvormen

Leerwerkplan gestuurd (blok: 1, 3)

Toetsen:

Verslag / Rapport / Portfolio (blok: 1, 3)

Ingangseisen:

1. SLB Assessment Afstudeerbekwaam (OAR-H2SLBVAAB-05)

Contact persoon

A Wijnands (030 2547308)


Leerstof, werkvormen en activiteiten: Omschrijving inhoud: Leren en werken als leraar in opleiding op school. Werkvorm: Leerwerkplangestuurd leren en intervisie. Omschrijving activiteiten: Werkervaringen en systematische reflectie daarop vormen het uitgangspunt van het leren op school. Dit werkervaringsreflectieleren is gericht op de ontwikkeling van de competenties die het beroep van leraar vereist. Door middel van het leerwerkplan stuurt de student, in overleg met begeleiders, zelfstandig het eigen leerproces. De resultaten van het werken en leren verantwoordt de student periodiek door middel van het leerwerkverslag en het bijbehorende persoonlijke WER-dossier. Toetsing en beoordelingscriteria: Instituut Archimedes is wettelijk verplicht om voor alle studenten die leerwerkzaamheden op een school uitvoeren (in het kader van de studie bij Instituut Archimedes) een leerarbeidsovereenkomst af te sluiten en te archiveren. De overeenkomst moet door drie partijen worden ondertekend: door de school, de student en vanuit Instituut Archimedes door de studieloopbaanbegeleider. Dus, zodra de student een leerwerkplek heeft, moet de student het voorblad van de ondertekende Leerwerkovereenkomst zo spoedig mogelijk inleveren bij Bureau Werkplekleren. De student wordt beoordeeld op het leer werkplan en het leerwerkverslag met daarin opgenomen verwijzingen naar de in het WER-dossier opgenomen resultaten van eigen werk en bewijsstukken ter onderbouwing van eigen conclusies.


Beoordelingscriteria: Het leerwerkplan, dat binnen drie weken na start van het werkplekleren door de IB-er wordt geacordeerd, bevat leervragen en activiteiten, die passen bij de beoogde competentieontwikkeling. Voor de planning en bewijsvoering van competentie 3, vakdidactisch competent, vraagt de student groen licht aan een vakdocent of vakdidacticus van de opleiding. Het leerwerkverslag geeft inzicht in hoe de student aan de genoemde activiteiten uit het leerwerkplan heeft gewerkt, tot welke resultaten dit heeft geleid, welke beoordeling en feedback hierop is verkregen en wat de conclusies zijn, zowel terugkijkend als vooruitkijkend. De student licht de eigen conclusies in het leerwerkverslag toe met diverse in het WER-dossier opgenomen resultaten en bewijsmaterialen ter onderbouwing van eigen conclusies. Conclusies van een lesbezoek door de deskundige verwerkt de student in een vernieuwde versie van het leerwerkplan. Korte omschrijving: De LIO-fase is de laatste etappe van het werkplekleren. Als LIO (leraar in opleiding) functioneert de student als docent op de school, heeft de verantwoordelijkheid voor een aantal klassen. In die hoedanigheid verzogt de Lio vaklessen/vakbegeleiding (lint: 6-8 per week; blok: 10-12 per week) en daaraan inherente lesoverstijgende taken als oudercontact, toetsing etc. Daarnaast voert de LIO een schoolproject uit (zie modulebeschrijving schoolproject). Doelstellingen/competenties: De student functioneert als een startbekwame docent ten aanzien van de SBLbekwaamheidseisen 1 t/m 7. Legitimering: Bekwaamheidseisen voor Leraren volgens wet BiO. Veronderstelde voorkennis

180 EC is noodzakelijk voor een LIO vacature, conform de LIO-CAO.162 ec + studieplan waarbij aangetoond wordt binnen 2 mnd 180 ec te behalen.142 ec voor een onbetaalde LIO.

Materialen:

Boek: Gids voor werkplekleren en schoolprojecten jaar 2,3 en 4 voor de tweedegraads opleiding voltijd, 2007-2008. Bijbehorende digitale documenten zullen gepubliceerd worden op de ELO. Ook is de gids met aanvullende info te vinden op www.samenopleiden.nl


Titel OAR-WERVT4B-05

Werkplekleren voltijd/duaal 4B - LIO

Organisatorische gegevens

Studierichting

Archimedes breed


Hoofdfase 3

Cursuscode

OAR-WERVT4B-05

Studiebelasting

9 studiepunten

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok

2, 3

Werkvormen

Leerwerkplan gestuurd (blok: 2, 3)

Toetsen:

Verslag / Rapport / Portfolio (blok: 2, 3)

Ingangseisen:

1. Werkplekleren VT 4A LIO (OAR-WERVT4A-05)

Contact persoon

A Wijnands (030 2547308)


Leerstof, werkvormen en activiteiten: Omschrijving inhoud: Leren en werken als leraar in opleiding op school. Werkvorm: Leerwerkplangestuurd leren en intervisie. Omschrijving activiteiten: Werkervaringen en systematische reflectie daarop vormen het uitgangspunt van het leren op school. Dit werkervaringsreflectieleren is gericht op de ontwikkeling van de competenties die het beroep van leraar vereist. Door middel van het leerwerkplan stuurt de student, in overleg met begeleiders, zelfstandig het eigen leerproces. De resultaten van het werken en leren verantwoordt de student periodiek door middel van het leerwerkverslag en het bijbehorende persoonlijke WER-dossier. Toetsing en beoordelingscriteria: Instituut Archimedes is wettelijk verplicht om voor alle studenten die leerwerkzaamheden op een school uitvoeren (in het kader van de studie bij Instituut Archimedes) een leerarbeidsovereenkomst af te sluiten en te archiveren. De overeenkomst moet door drie partijen worden ondertekend: door de school, de student en vanuit Instituut Archimedes door de studieloopbaanbegeleider. Dus, zodra de student een leerwerkplek heeft, moet de student het voorblad van de ondertekende Leerwerkovereenkomst zo spoedig mogelijk inleveren bij Bureau werkplekleren. De student wordt beoordeeld op het leer werkplan en het leerwerkverslag met daarin opgenomen verwijzingen naar de in het WER-dossier opgenomen resultaten van eigen werk en bewijsstukken ter onderbouwing van eigen conclusies.


Beoordelingscriteria: Het leerwerkplan, dat binnen drie weken na start van het werkplekleren door de IB-er wordt geacordeerd, bevat leervragen en activiteiten, die passen bij de beoogde competentieontwikkeling. Voor de planning en bewijsvoering van competentie 3, vakdidactisch competent, vraagt de student groen licht aan een vakdocent of vakdidacticus van de opleiding. Het leerwerkverslag geeft inzicht in hoe de student aan de genoemde activiteiten uit het leerwerkplan heeft gewerkt, tot welke resultaten dit heeft geleid, welke beoordeling en feedback hierop is verkregen en wat de conclusies zijn, zowel terugkijkend als vooruitkijkend. De student licht de eigen conclusies in het leerwerkverslag toe met diverse in het WER-dossier opgenomen resultaten en bewijsmaterialen ter onderbouwing van eigen conclusies. Conclusies van een lesbezoek door de deskundige verwerkt de student in een vernieuwde versie van het leerwerkplan. Korte omschrijving: De LIO-fase is de laatste etappe van het werkplekleren. Als LIO (leraar in opleiding) functioneert de student als docent op de school, heeft de verantwoordelijkheid voor een aantal klassen. In die hoedanigheid verzogt de Lio vaklessen/vakbegeleiding (lint: 6-8 per week; blok 10-12 per week) en daaraan inherente lesoverstijgende taken als oudercontact, toetsing etc. Daarnaast voert de LIO een schoolproject uit (zie modulebeschrijving schoolproject). Doelstellingen/competenties: De student functioneert als een startbekwame docent ten aanzien van de SBLbekwaamheidseisen 1 t/m 7. Legitimering: Bekwaamheidseisen voor Leraren volgens wet BiO Veronderstelde voorkennis

180 EC is noodzakelijk voor een LIO vacature, conform de LIO-CAO.162 ec + studieplan waarbij aangetoond wordt binnen 2 mnd 180 ec te behalen.142 ec voor een onbetaalde LIO.

Materialen:

Boek: Handleiding:-Gids voor werkplekleren en schoolprojecten voor de tweedegraads opleiding deeltijd, 2006-2007- Bijbehorende digitale documenten zullen gepubliceerd worden op FCC. Ook is de gids met aanvullende info te vinden op www.samenopleiden.nl Boek: Ebbens, S. en Ettekoven, S., Effectief leren. Basisboek. 2e druk, WoltersNoordhoff, Groningen/Houten, 2005. ISBN 90-01-30752-3


Titel

Schoolprojecten 4A Voltijd/Duaal Deeltijd

OAR-H3SCPR4AL-05 Organisatorische gegevens

Studierichting

Archimedes breed


Hoofdfase 3

Cursuscode

OAR-H3SCPR4AL-05

Studiebelasting

4 studiepunten

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok

CONTINUE (V, D)

Werkvormen


Toetsen:


Ingangseisen:

Aan een van de volgende groepen ingangseisen moet zijn voldaan: 1. Werkplekleren VT 4A - LIO (OAR-WERVT4A-05) en Werkplekleren VT 4B - LIO (OAR-WERVT4B-05) 2. Werkplekleren DT 4A (OAR-WERDT4A-06) of Werkplekleren DT 4B (OARWERDT4B-06)

Contact persoon

A Wijnands (030 2547308)


Leerstof, werkvormen en activiteiten: Omschrijving inhoud: De student verwerft zelf voor elk schoolproject een opdracht van de school. De student kan ook een voorstel doen om twee schoolprojecten te combineren in een grotere projectopdracht. Deze opdrachten moeten een vakoverstijgend element in zich hebben. De opdracht resulteert in het maken van een product en een procesverslag. Omschrijving activiteiten: Door middel van het leerwerkplan plant de student in overleg met de begeleiders het werken aan de schoolprojecten in de loop van het jaar. Door middel van een procesverslag geeft de student inzicht in de totstandkoming van het beoogde product, de verantwoording van gemaakte keuzes, reflectie op leerdoelen, ontwikkeling en resultaten enzovoort. VT-studenten die een LIO-lint doen, kunnen schoolproject 4B vervangen door de extra lessen die ze in vergelijking tot een LIO-blok geven (wettelijke afspraak voor LIO functies: lint 6-8 lessen per week een jaar lang; blok 10-12 lessen per week een half jaar lang) In dat geval tekent de IB schoolproject 4B af tegelijk met WER 4B. Alléén met toestemming van de opleidingsschool mag een student één van de schoolprojecten 4A of 4B vervangen door een alternatief (zie verder schoolprojecten 3A, 3B, 3C)


Korte omschrijving: Het werken aan de opdracht resulteert in het maken van en product en een procesverslag. Het product moet oplossing vormen voor een probleem of vraag/ behoefte in de school, antwoord bieden op een vraag van de directie, specialisten of docenten, en dus van waarde zijn voor de school. Het werken aan de schoolprojecten is gericht op de ontwikkeling van competenties of bekwaamheden die het beroep van leraar vereist. Door het verwerven van een opdracht op de school, maakt de student zelf afspraken over de eisen die aan het product worden gesteld en de wijze van overdracht naar de school en stuurt op deze wijze zelfstandig het eigen leerproces. Het resulterende product en de beoordeling daarvan door de opdrachtgever neemt de student op in het persoonlijk WER-dossier en in het procesverslag legt de student verantwoording af over het eigen leerproces. Toetsen: Toetsing: De student wordt beoordeeld op het product dat de student heeft opgenomen in het WER-dossier, de beoordeling daarvan door de school of opdrachtgever en het bijbehorende procesverslag (inclusief het startdocument). Beoordelingscriteria: In het leerwerkplan neemt de student de planning op voor de verschillende activiteiten inherent aan de verwerving en uitvoering van schoolprojecten met de bijbehorende leervragen, passen bij de beoogde competentieontwikkeling. Vervolgens maakt de student in een procesverslag duidelijk hoe aan de opdracht is gewerkt en tot welke resultaten dit heeft geleid; welke beoordeling en feedback hierop is verkregen en wat de eigen conclusies zijn, zowel terugkijkend als vooruitziend. Doelstellingen/competenties: De student ontwikkelt zich ten aanzien van de SBL-bekwaamheden 1 t/m 7 tot het niveau LIO-bekwaam. Dit houdt in dat de student in beroepssituaties analyserend, professioneel plannend, uitvoerend en (zelf)evaluerend kan handelen. Legitimering: Uitgangspunt zijn de Bekwaamheidseisen voor Leraren Voortgezet Onderwijs van het SBL, wet BiO. Veronderstelde voorkennis

De student is bekend met het doel en de werkwijze van integrale projecten. Deelname aan de schoolprojecten 4A, 4B is mogelijk voor studenten die zich hebben ingeschreven voor de module Werkplekleren duaal-voltijd 4A en/of 4B.

Materialen:

Werkboek: Gids voor werkplekleren en schoolprojecten 2007-2008, voor voltijd/duaal of deeltijd. Diversen: Informatie voor studenten op de ELO. Informatie voor scholen, begeleiders en studenten op de website www.samenopleiden.nl.


Titel

Schoolproject 4B Voltijd/Duaal Deeltijd

OAR-H3SCPR4BL-05 Organisatorische gegevens

Studierichting

Archimedes breed


Hoofdfase 3

Cursuscode

OAR-H3SCPR4BL-05

Studiebelasting

4 studiepunten

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok

CONTINUE (V, D)

Werkvormen


Toetsen:


Ingangseisen:

Aan een van de volgende groepen ingangseisen moet zijn voldaan: 1. Werkplekleren VT 4A - LIO (OAR-WERVT4A-05) of Werkplekleren VT 4B - LIO (OAR-WERVT4B-05) 2. Werkplekleren DT 4A (OAR-WERDT4A-06) of Werkplekleren DT 4B (OARWERDT4B-06)

Contact persoon

A Wijnands (030 2547308)


Leerstof, werkvormen en activiteiten: Omschrijving inhoud: De student verwerft zelf voor elk schoolproject een opdracht van de school. De student kan ook een voorstel doen om twee schoolprojecten te combineren in een grotere projectopdracht. Deze opdrachten moeten een vakoverstijgend element in zich hebben. De opdracht resulteert in het maken van een product en een procesverslag. Omschrijving activiteiten: Door middel van het leerwerkplan plant de student in overleg met de begeleiders het werken aan de schoolprojecten in de loop van het jaar. Door middel van een procesverslag geeft de student inzicht in de totstandkoming van het beoogde product, de verantwoording van gemaakte keuzes, reflectie op leerdoelen, ontwikkeling en resultaten enzovoort. VT-studenten die een LIO-lint doen, kunnen schoolproject 4B vervangen door de extra lessen die ze in vergelijking tot een LIO-blok geven (wettelijke afspraak voor LIO functies: lint 6-8 lessen per week een jaar lang; blok 10-12 lessen per week een half jaar lang) In dat geval tekent de IB schoolproject 4B af tegelijk met WER 4B. Alléén met toestemming van de opleidingsschool mag een student één van de schoolprojecten 4A of 4B vervangen door een alternatief (zie verdr schoolprojecten 3A, 3B, 3C)


Korte omschrijving: Het werken aan de opdracht resulteert in het maken van en product en een procesverslag. Het product moet oplossing vormen voor een probleem of vraag/ behoefte in de school, antwoord bieden op een vraag van de directie, specialisten of docenten, en dus van waarde zijn voor de school. Het werken aan de schoolprojecten is gericht op de ontwikkeling van competenties of bekwaamheden die het beroep van leraar vereist. Door het verwerven van een opdracht op de school, maakt de student zelf afspraken over de eisen die aan het product worden gesteld en de wijze van overdracht naar de school en stuurt op deze wijze zelfstandig het eigen leerproces. Het resulterende product en de beoordeling daarvan door de opdrachtgever neemt de student op in het persoonlijk WER-dossier en in het procesverslag legt de student verantwoording af over het eigen leerproces. Toetsen: Toetsing:De student wordt beoordeeld op het product dat de student heeft opgenomen in het WER-dossier, de beoordeling daarvan door de school of opdrachtgever en het bijbehorende procesverslag (inclusief het startdocument). Beoordelingscriteria: In het leerwerkplan neemt de student de planning op voor de verschillende activiteiten inherent aan de verwerving en uitvoering van schoolprojecten met de bijbehorende leervragen, passen bij de beoogde competentieontwikkeling. Vervolgens maakt de student in een procesverslag duidelijk hoe aan de opdracht is gewerkt en tot welke resultaten dit heeft geleid; welke beoordeling en feedback hierop is verkregen en wat de eigen conclusies zijn, zowel terugkijkend als vooruitziend. Doelstellingen/competenties: De student ontwikkelt zich ten aanzien van de SBL-bekwaamheden 1 t/m 7 tot het niveau LIO-bekwaam. Dit houdt in dat de student in beroepssituaties analyserend, professioneel plannend, uitvoerend en (zelf)evaluerend kan handelen. Legitimering: Uitgangspunt zijn de Bekwaamheidseisen voor Leraren Voortgezet Onderwijs van het SBL, wet BiO. Veronderstelde voorkennis

De student is bekend met het doel en de werkwijze van integrale projecten. Deelname aan de schoolprojecten 4A, 4B is mogelijk voor studenten die zich hebben ingeschreven voor de module Werplekleren duaal-voltijd 4A, 4B.

Materialen:



Titel

SLB-Assessment Startbekwaam

OAR-H3SLBASB-05 Organisatorische gegevens

Studierichting

Archimedes breed


Hoofdfase 3

Cursuscode

OAR-H3SLBASB-05

Studiebelasting

4 studiepunten

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok

CONTINUE (V, D)

Werkvormen

Intervisie (blok: CONTINUE (D, V))

Toetsen:


Ingangseisen:

Geen

Contact persoon

CD Burger (030-2547242)


Leerstof, werkvormen en activiteiten: Alle 7 competentiegebieden, begeleiding en intervisie bij het samenstellen van het beoordelingsportfolio Startbekwaam en assessment Startbekwaam. Korte omschrijving: Dit studieonderdeel bestaat uit 2 delen, de voorbereiding op en de uitvoering van het assessment Startbekwaam. De voorbereiding bestaat uit het samenstellen van het beoordelingsportfolio, het verzamelen van de `bewijzen` en het oefenen voor het assessment. Begeleiding door de SLB-er en de SLBgroep. Het assessment startbekwaam is het officiële afstudeermoment voor de tweede-graads bevoegdheid. Het assessment neemt 4 uur in beslag. De student krijgt de gelegenheid te bewijzen `Startbekwaam`, te zijn. Daarvoor levert de student een beoordelingsportfolio Startbekwaam in, met bewijsstukken van de 7 competentiegebieden. Het beoordelingsportfolio moet in 1 uur te beoordelen zijn door de assessoren. De student schrijft zich in via Osiris. Het Bureau Assessments voert een quick scan uit om na te gaan of het portfolio formeel compleet is. Tijdens het assessment start de student met de `meesterproef`` en een presentatie van het portfolio. Tot slot houden de assessoren een criteriumgericht interview met de student om deze in staat te stellen alsnog die competenties te bewijzen, die zij nog niet voldoende bewezen achten in het portfolio en tijdens de proeve van bekwaamheid. Het assessment wordt afgenomen door twee gecertificeerde assessoren, één van Archimedes en één van een school. Een van deze is zo mogelijk van het vak. De assessoren zijn niet de begeleiders. Doelstellingen/competenties: Begrippen als standpuntbepalend, professioneel alternatieven overwegend en zowel individueel als in overleg handelend behoren tot de beoordelingscriteria. Zie verder de handleiding voor het assessment.


Uitgangseis: 236 ects afgetekend in OSIRIS (alle verplichten studieonderdelen, behalve assesment) op moment van inleveren van het portfolio voor het assesment. Legitimering: Bij een competentiegerichte opleiding hoort integratieve toetsing van beroepsvaardigheden door een assessment. De student bewijst dat hij/zij competent is op de 7 competentiegebieden en voldoet aan de hbo-kwalificaties. Het gaat om de bekwaamheidseisen opgenomen in de wet BiO en de hbo-kwalificaties die zijn vastgesteld als richtinggevend voor de lerarenopleiding. Veronderstelde voorkennis Materialen:

n.v.t. Werkboek: Handleiding assessment Startbekwaam Deeltijd Werkboek: Handleiding assessment Startbekwaam voltijd


Titel

Werkplekleren deeltijd 4A


Studierichting

Archimedes breed


Hoofdfase 3

Cursuscode

OAR-WERDT4A-06

Studiebelasting

9 studiepunten

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok

1, 2 en 3

Werkvormen


Toetsen:


Ingangseisen:


Contact persoon

D Lindenaar (06 516 83 266)


Leerstof, werkvormen en activiteiten: Omschrijving inhoud: Leren en werken als docent op school. Werkvorm: Leerwerkplangestuurd leren en intervisie. Omschrijving activiteiten: Werkervaringen en systematische reflectie daarop vormen het uitgangspunt van het werken en leren op school. Dit werkervaringsreflectieleren is gericht op de ontwikkeling van de competenties die het beroep van leraar vereist. Door middel van het leerwerkplan stuurt de student, in overleg met begeleiders, in grote mate zelfstandig het eigen leerproces. Intervisie vindt plaats aan de hand van het model van Hendriksen (zie literatuurlijst).De resultaten van het leren en werken verantwoordt de student periodiek door middel van het leerwerkverslag en het bijbehorende persoonlijke WER-dossier. Toetsing en beoordelingscriteria: Instituut Archimedes is wettelijk verplicht om voor alle studenten die leerwerkzaamheden op een school uitvoeren (in het kader van de studie bij Instituut Archimedes) een leerarbeidsovereenkomst af te sluiten en te archiveren. De overeenkomst moet door drie partijen worden ondertekend: door de school, de student en vanuit Instituut Archimedes door de studieloopbaanbegeleider. Dus, zodra de student een leerwerkplek heeft, moet de student het voorblad van de ondertekende Leerwerkovereenkomst zo spoedig mogelijk inleveren bij Bureau Werkplekleren. Toetsing: De student wordt beoordeeld op actieve inbreng m.b.t. de begeleiding van het werkplekleren, het leerwerkplan en het leerwerkverslag met de daarin opgenomen verwijzingen naar de in het WER-dossier opgenomen resultaten van eigen werk.


Beoordelingscriteria: Door actieve deelname aan der WER-begeleidingsbijeenkomsten heeft de student optimaal bijgedragen aan het eigen leerresultaat en dat van de medestudenten. Het leerwerkplan bevat leervragen en activiteiten die passen bij de beoogde competentieontwikkeling. Het leerwerkverslag maakt duidelijk, hoe de student aan de genoemde activiteiten uit het leerwerkplan heeft gewerkt, tot welke resultaten dit heet geleid, welke beoordeling en feedback hierop is verkregen en wat de eigen conclusies zij, zowel terugkijkend als vooruitkijkend. De student licht de eigen conclusies in het leerwerkverslag toe met diverse in het WER-dossier opgenomen resultaten, zoals 360˚-evaluatie (feedback van medestudenten, feedback van leerlingen, feedback van collega’s, beoordeling door de schoolleiding, feedback van begeleiders) en overige producten Korte omschrijving: In de afstudeerfase functioneert de deeltijdstudent als zelfstandig docent. Hij verzorgt zelfstandig lessen en draagt medeverantwoordelijkheid voor alle taken van de leraar. De student verzorgt 40 lessen of lesmomenten. (20 lessen in WER 4A en 20 lessen in WER 4B) Ook stuurt de student in overleg met begeleiders door middel van het leerwerkplan zelfstandig het eigen leerproces aan. Doelstellingen/competenties: De student functioneert als een startbekwame docent ten aanzien van de bekwaamheidseisen 1 t/m 7. Toetsing en beoordelingscriteria: Instituut Archimedes is wettelijk verplicht om voor alle studenten die leerwerkzaamheden op een school uitvoeren (in het kader van de studie bij Instituut Archimedes) een leerarbeidsovereenkomst af te sluiten en te archiveren. De overeenkomst moet door drie partijen worden ondertekend: door de school, de student en vanuit Instituut Archimedes door de studieloopbaanbegeleider. Dus, zodra de student een leerwerkplek heeft, moet de student het voorblad van de ondertekende Leerwerkovereenkomst zo spoedig mogelijk inleveren bij Bureau Werkplekleren. Toetsing: De student wordt beoordeeld op actieve inbreng m.b.t. de begeleiding van het werkplekleren, het leerwerkplan en het leerwerkverslag met de daarin opgenomen verwijzingen naar de in het WER-dossier opgenomen resultaten van eigen werk.


Beoordelingscriteria: Door actieve deelname aan der WER-begeleidingsbijeenkomsten heeft de student optimaal bijgedragen aan het eigen leerresultaat en dat van de medestudenten. Het leerwerkplan bevat leervragen en activiteiten die passen bij e beoogde competentieontwikkeling. Het leerwerkverslag maakt duidelijk, hoe de student aan de genoemde activiteiten uit het leerwerkplan heeft gewerkt, tot welke resultaten dit heet geleid, welke beoordeling en feedback hierop is verkregen en wat de eigen conclusies zij, zowel terugkijkend als vooruitkijkend. De student licht de eigen conclusies in het leerwerkverslag toe met diverse in het WER-dossier opgenomen resultaten, zoals 360˚-evaluatie (feedback van medestudenten, feedback van leerlingen, feedback van collega’s, beoordeling door de schoolleiding, feedback van begeleiders) en overige producten. Legitimering: Uitgangspunt zijn de Bekwaamheidseisen voor Leraren Voortgezet Onderwijs, wet BiO. Veronderstelde voorkennis

WER3 volledig afgerond.Voor studenten die niet aan voorafgaande WER-modules deelnamen geldt als ingangseis dat zij een aantal voorbereidende opdrachten uitvoeren (zie WER-dt gids)

Materialen:

Reader: Gids voor werkplekleren en schoolprojecten. voor de tweedegraads opleiding Deeltijd, 2007/2008. Boek: Ebbens, S en Ettekoven, S. “Effectief leren, Basisboek”. Tweede druk, WoltersNoordhoff, Groningen/Houten, 2005. ISBN 90 01 307523 Boek: Ebbens, samenwerkend leren Wolters-Noordhoff. ISBN 97 8900 1307493 Boek: Geerlings, T en vd Veen, T. “Lesgeven en zelfstandig leren”. 10e druk, Koninklijke van Gorcum, Assen, 2002. ISBN 90 232 31295 Boek: Hendriksen, Begeleid intervisiemodel. 4e druk. Uitgeverij H. Nelissen, 2001. ISBN 90 2441475X Diversen: Lijst aanbevolen literatuur in de gids voor werkplekleren.


Titel

Werkplekleren deeltijd 4B


Studierichting

Archimedes breed


Hoofdfase 3

Cursuscode

OAR-WERDT4B-06

Studiebelasting

9 studiepunten

Voertaal

Nederlands

Aanvangsblok

1, 2 en 3

Werkvormen


Toetsen:


Ingangseisen:

1. Werkplekleren DT 4A (OAR-WERDT4A-06)

Contact persoon

D Lindenaar (06 516 83 266)


Leerstof, werkvormen en activiteiten: Omschrijving inhoud: Leren en werken als docent op school. Werkvorm: Leerwerkplangestuurd leren en intervisie. Omschrijving activiteiten: Werkervaringen en systematische reflectie daarop vormen het uitgangspunt van het werken en leren op school. Dit werkervaringsreflectieleren is gericht op de ontwikkeling van de competenties die het beroep van leraar vereist. Door middel van het leerwerkplan stuurt de student, in overleg met begeleiders, in grote mate zelfstandig het eigen leerproces. Intervisie vindt plaats aan de hand van het model van Hendriksen (zie literatuurlijst).De resultaten van het leren en werken verantwoordt de student periodiek door middel van het leerwerkverslag en het bijbehorende persoonlijke WER-dossier. Toetsing en beoordelingscriteria: Instituut Archimedes is wettelijk verplicht om voor alle studenten die leerwerkzaamheden op een school uitvoeren (in het kader van de studie bij Instituut Archimedes) een leerarbeidsovereenkomst af te sluiten en te archiveren. De overeenkomst moet door drie partijen worden ondertekend: door de school, de student en vanuit Instituut Archimedes door de studieloopbaanbegeleider. Dus, zodra de student een leerwerkplek heeft, moet de student het voorblad van de ondertekende Leerwerkovereenkomst zo spoedig mogelijk inleveren bij Bureau Werkplekleren. Toetsing: De student wordt beoordeeld op actieve inbreng m.b.t. de begeleiding van het werkplekleren, het leerwerkplan en het leerwerkverslag met de daarin opgenomen verwijzingen naar de in het WER-dossier opgenomen resultaten van eigen werk.


Beoordelingscriteria: Door actieve deelname aan der WER-begeleidingsbijeenkomsten heeft de student optimaal bijgedragen aan het eigen leerresultaat en dat van de medestudenten. Het leerwerkplan bevat leervragen en activiteiten die passen bij e beoogde competentieontwikkeling. Het leerwerkverslag maakt duidelijk, hoe de student aan de genoemde activiteiten uit het leerwerkplan heeft gewerkt, tot welke resultaten dit heet geleid, welke beoordeling en feedback hierop is verkregen en wat de eigen conclusies zij, zowel terugkijkend als vooruitkijkend. De student licht de eigen conclusies in het leerwerkverslag toe met diverse in het WER-dossier opgenomen resultaten, zoals 360˚-evaluatie (feedback van medestudenten, feedback van leerlingen, feedback van collega’s, beoordeling door de schoolleiding, feedback van begeleiders) en overige producten. Korte omschrijving: In de afstudeerfase(jaar 4) functioneert de deeltijdstudent als zelfstandig docent. Hij verzorgt zelfstandig lessen en draagt medeverantwoordelijkheid voor alle taken van de leraar. De student verzorgt 40 lessen of lesmomenten. (20 lessen in WER 4A en 20 lessen in WER 4B). Ook stuurt de student in overleg met begeleiders door middel van het leerwerkplan zelfstandig het eigen leerproces aan. Doelstellingen/competenties: De student functioneert als een startbekwame docent ten aanzien van de SBL-bekwaamheidseisen 1 t/m 7. Legitimering: Uitgangspunt zijn de Bekwaamheidseisen voor Leraren Voortgezet Onderwijs, wet BiO. Veronderstelde voorkennis

WER DT 4A afgerond

Materialen:

Reader: Gids voor werkplekleren en schoolprojecten. voor de tweedegraads opleiding Deeltijd 2007-2008. Boek: Ebbens, S. en Ettekoven, S., Èffectief leren. Basisboek`. Tweede druk, Wolters Noordhoff, Groningen/Houten, 2005. ISBN 90 01 307523 Boek: Ebbens, samenwerkend leren Wolters-Noordhoff. ISBN 97 89 001307493 Boek: Geerlings, T. en vd Veen, T. `Lesgeven en zelfstandig leren`. 10e druk, Koninklijke van Gorcum, Assen. 2002. ISBN 90 232 31295 Boek: Hendriksen, Begeleid intervisiemodel. 4e druk. Uitgeverij H. Nelissen, 2001. ISBN 90 244 1475X Diversen: lijst aanbevolen literatuur in de gids voor werkplekleren


NOTITIES


NOTITIES


NOTITIES


NOTITIES


NOTITIES


NOTITIES


NOTITIES


ARCHIMEDES BACHELOR BACHELOR- OPLEIDING BIOLOGIE

Recommend Documents