de Vliegende Hollander Maandblad voor de Koninklijke Luchtmacht 65e jaargang - nummer 11 - november 2009
MOBILE AIR OPERATIONS TEAM Cruciaal bij luchtmobiel optreden
EERBETOON GESNEUVELDEN MEIDAGEN 1940 VIJF DECENNIA GELEIDE WAPENS 313 KIJKT VOORUIT NAAR ‘EIGEN’ TIGER MEET
COLOFON UITGAVE Commando Luchtstrijdkrachten Bureau Luchtmachtcommunicatie
4
HOOFDREDACTEUR Luitenant-kolonel Willem Bogaard EINDREDACTEUR Arno Marchand REDACTEUR / ARTDIRECTOR June Smit REDACTEUR Ingmar Kooman
Foto: archief MAOT
VORMGEVING EN LITHOGRAFIE OBT bv, Den Haag DRUK en OPLAGE OBT bv, Den Haag - 28.500 ex. REDACTIE Telefoon 076-544 71 30 Fax 076-544 71 31
10
INTERNET www.luchtmacht.nl E-MAIL
[email protected]
‘Je kunt niet vliegen zonder grondpersoneel’
BEZOEKADRES Luchtmachttoren, Luchtmachtplein 1 4822 ZB Breda Foto: Frank van Biemen POSTADRES Postbus 8762, 4820 BB Breda OMSLAGFOTO Militairen van het Mobile Air Operations Team ondersteunen de inzet van helikopters ‘in het veld’, in zowel het binnen- als buitenland. Foto: Arnoud Schoor, AVDD
ADRESWIJZIGINGEN Actief dienende militairen, reservisten en burgermedewerkers van de Koninklijke Luchtmacht wordt verzocht de adreswijziging te laten muteren in PeopleSoft. Postactieven, reservisten, veteranen, betalende abonnees en alle overige lezers wordt verzocht de adresdrager met vermelding van het juiste adres op te sturen naar het retouradres: Staf Commando Luchtstrijdkrachten CLSK/Kabinet/Bureau Postactieven Abonnementenadministratie Vliegende Hollander Postbus 8762, 4820 BB Breda Telefoon 076-544 7133 of 544 7136 BOT-militairen en burgermedewerkers die hun contract met Defensie voortijdig beëindigen en BBT-militairen die de dienst verlaten, hebben geen recht op een gratis abonnement horend bij de status van postactieve. Een abonnement op de Vliegende Hollander kost €17,02 per jaar (buitenland €21,55) en kan worden aangevraagd bij: Abonnementenland Postbus 20, 1910 AA Uitgeest Telefoon: 0900-22 65 263 (10 ct per min.) Fax: 0251-31 04 05 www.aboland.nl Opzegtermijn bedraagt zes weken. Aanhaling uit en overname van (delen van artikelen in dit blad is toegestaan, met toestemming van de redactie en mits de bron wordt vermeld. ISSN 0024-0389
‘De oefening van dit jaar was een evolutie; écht interessant’
18 Foto: Joris van Boven
4 | MAOT Voertuigen, netlading, mortieren, bambibuckets, wat kan er eigenlijk niet onder een transportheli? De MAOT zorgt ervoor dat alles veilig verloopt. 7 | Eerste ervaringen met NH90 Een selecte club vloog en werkte afgelopen maanden al dagelijks met een NH90 op De Kooy. Zij delen hun ervaringen. 10 | Nieuw gedenkteken Soesterberg De 75 gesneuvelden uit de meidagen van 1940 kregen begin oktober een eigen monument, dat werd onthuld op voormalige vliegbasis Soesterberg. 14 | Vijftig jaar geleide wapens Op 1 november vielen de geleide wapens precies vijftig jaar onder de KLu. Twee
DE VLIEGENDE HOLLANDER
2
(oud-)GW’ers vertellen over herinneringen aan de Duitse sites. 18 | Tiger Meet Het 313 Squadron reisde naar België om krachten te meten en te bundelen met Europese tijgersquadrons. Een voorproef van de meet van volgend jaar op Volkel. 20 | Woelige werkzaamheden In een serie over functies rond de Lynx vertellen heliredders over hun werk, onder andere over omgaan met drenkelingen en ongelukken op zee. 22 | Combined Endeavor Tijdens een grootschalige internationale verbindingsoefening koppelen zo’n 1200 militairen uit 39 landen hun systemen aan elkaar.
Column
‘Een MAOT’er staat soms bijna neus aan neus met de transportheli’
Foto: Leonie Voets-Van Helmond, AVDD
Fokker 50 en Geleide Wapens
14
Enkele maanden geleden heeft de Commandant der Strijdkrachten het personeel van de krijgsmacht ingelicht over de bezuinigingen bij Defensie. Hij maakte voor het CLSK twee maatregelen bekend: het afstoten van de Fokker 50’s en het onder één commando brengen van de Groep Geleide Wapens en het Commando Luchtdoelartillerie. Waar het commando onder moest gaan vallen was toen nog niet duidelijk. Dat wilde de generaal van Uhm eerst nog verder bestuderen. Op 23 september heeft de CDS zijn besluit toegelicht en het personeel van de GGW en het CoLua gezamenlijk toegesproken op luchtmachtbasis de Peel. Tijdens zijn rede maakte hij bekend dat de Groep Geleide Wapens bij het Commando Landstrijdkrachten wordt ondergebracht. Foto: Collectie NIMH
‘Tijdens verjaardagen kwam de crew op visite’
24 | Market Garden September 1944 werd een nachtmerrie voor de geallieerde bevrijders van Nederland. De operatie van 65 jaar geleden wordt nog steeds volop herdacht. Vaste rubrieken 12 | Een dag op stap met… Hoewel het AOCS NM geen actieve brandweer heeft, leunt adjudant John Naber niet achterover. Brandveiligheid is voor het Hoofd Brandweer een dagtaak. 27 | Leeswijzer 28 | Journaal 34 | Mensen en Mutaties
Ik was bij de toespraak aanwezig en heb kunnen zien dat veel luchtmachtmilitairen verrast waren door het besluit van de CDS. Er waren immers ook argumenten om de eenheid bij het CLSK onder te brengen. Nadat de CDS was uitgesproken heb ik het personeel toegesproken. Ik sprak mijn waardering uit voor de goede onderlinge sfeer die ondanks de onzekerheid over de toekomst niet tot discussie heeft geleid. Een goede eenheid is een belangrijke basis om samen verder te bouwen aan de nieuwe organisatie. Ik heb begrip voor de teleurstelling maar er is geen reden om bij de pakken neer te zitten. We zijn een militaire organisatie en loyaliteit staat hoog in ons vaandel. Wat nu rest, is zorgen dat de nieuwe, geïntegreerde eenheid net zo goed of zo mogelijk nog beter draait als de beide eenheden in het verleden afzonderlijk. Ik zal zelf de ontwikkelingen tijdens het integratieproces goed volgen en bewaken dat dit met zorg voor het personeel gebeurt. Hoe de eenheid er uiteindelijk uit gaat zien, is nu nog niet bekend. Een studie moet uitwijzen hoe de nieuwe organisatie wordt ingericht. Een aantal zaken is al wel duidelijk. De eenheid wordt groen/blauw van samenstelling en de wijze waarop het Defensie Helikopter Commando is vormgegeven, zal ook bij deze samenvoeging maatgevend zijn. Er zal afwisselend een luchtmachter en een landmachter commandant van de eenheid zijn. Ik twijfel er niet aan, dat de operationele samenwerking goed zal verlopen; de afgelopen vijftig jaar heeft het personeel van de geleide wapens heel veel uitdagingen opgenomen en tot een uitstekend einde gebracht. Ik ben trots op de eenheid en blijf dat ook. Verder ben ik ervan overtuigd dat de nieuwe eenheid zich na de integratie in vier woorden laat omschrijven: ‘Eén team, één taak.’ Wilt u reageren op de column? Dat kan via
[email protected]. De toespraak van CDS, C-LSK en C-LAS zijn op de intranetsite van COLUa onder de volgende link te vinden: http://intranet.mindef.nl/kl/oocl/organisatie/eenheden_directies/ colua/nieuwsberichten_colua.aspx •
3
DE V VLIEGENDE HOLLANDER
R E P O R TA G E
Mobile Air Operations Team: schakel tussen grond en lucht Tekst: Ingmar Kooman
Orde in de chaos Het Mobile Air Operations Team, kortweg MAOT, is een relatief onbekend onderdeel van het Defensie Helikopter Commando. Toch zijn de MAOT’ers van cruciaal belang in het luchtmobiel optreden van de Nederlandse krijgsmacht. Voertuigen, mortieren, netladingen en bambi buckets, alles gaat snel en op een veilige manier mee onder de helikopter. De kortstondige storm die opsteekt wanneer een Chinook laag overvliegt, laat maar weinig mensen onberoerd – al is het maar dat je moeite moet doen om op je benen te blijven staan. Des te imposanter is het wanneer de tweerotorige krachtpatser behangen met een grote netlading en een voertuig vlak over de boomtoppen scheert. Slechts een enkeling waagt zich in de buurt wanneer de helikolos zijn vracht neerzet. Maar juist daar, in het midden van de lokale rotorwervelwind, doen de beladers/ verkenners van het Mobile Air Operations Team (MAOT) hun werk. Deze luchtmachtspecialisten op het gebied van belading
DE VLIEGENDE HOLLANDER
4
Een Chinook stijgt op met een dubbele slingload. Twee beladers/verkenners blijven in de stofwolk achter. Foto: Maartje Roos, AVDD
zijn een vitale schakel voor het veilig transporteren van personen en goederen door de helikoptervloot van het Defensie Helikopter Commando (DHC). Polsdik Flexibiliteit en snelheid, dat zijn de kernwoorden van het moderne luchtmobiel optreden. Transporthelikopters verplaatsen niet alleen troepen, maar brengen ook hun materieel snel naar de plaats van inzet. Die lading kan in de heli, maar grote of extra lading kan ook onder het toestel worden gehangen:
R E P O R TA G E
Functies MAOT Idealiter bestaat een MAOT-groep uit vier personen, elk met eigen taken en verantwoordelijkheden. Een MAOT-groep valt uiteen in twee duo’s: een team dat direct onder de helikopter werkt en een die toezicht houdt op de landingszone. In de praktijk opereren collega’s van de Luchtmobiele Brigade en de luchtmacht op de externe landingzones gezamenlijk, vaak aangestuurd door de routiniers van de ‘blauwe’ MAOT.
Sergeant-majoor Hulscher: ‘Ons werk omvat meer dan zo nu en dan een lading onder een kist haken.’ Foto: Dave de Vaal, AVDD
het zogenoemde slingloaden. Pallets met losse ladingen, terreinwagens en zware stukken geschut, bijna niets zo gek of de Chinook of de Cougar kan het aan een polsdikke strop meenemen. ‘Toch zijn we het stadium van “ladinkje eronder hangen” inmiddels wel gepasseerd’, vertelt sergeant-majoor Paul Hulscher. Hij is MAOT’er van het eerste uur en commandant van de zestienkoppige eenheid.
Voor ijslandingen moet de ijsvloer wel dik genoeg zijn. Daarom nemen de MAOT’ers steekproeven met een ijsboor. Foto: archief MAOT
‘We ondersteunen de transportheli’s, zijn adviseur op het gebied van landingszones en leveren onze expertise bij grote troepenverplaatsingen.’ Daarbij is er een onderscheid tussen de ‘groene’ en de ‘blauwe’ MAOT. In vijandelijk gebied verrichten de luchtmobiele verkenners van de landmacht de MAOTtaken. Hulscher: ‘Die “groene” MAOT regelt alles aan de ontvangende kant, wij luchtmachters staan aan de verzendende kant en zorgen ervoor dat zowel de infanterie als de ladingen in één keer naar hen toe kan.’
inspelen, geeft de sergeant-majoor aan. ‘Juist Gespreid bedje door die dagelijkse samenwerking kennen wij Is de functie van belader/verkenner voor de de aircrews en hun werkwijze en zij die van KL vooral een neventaak, de ‘blauwe’ MAOT ons. Het is allemaal heel vertrouwd. Zodra de heeft het uitgebouwd tot een waar specialisme. ‘Op vliegbasis Gilze-Rijen werken we immers dagelijks met die kisten’, verklaart Hulscher. Bovenop het prepareren van de externe lading dragen de luchtmachters namelijk ook de verantwoordelijkheid voor het verkennen en inrichten van landingssites. De MAOT bepaalt de invliegroute van de heli’s, de landingsplaatsen, de aanvoerroutes en stuurt de grondeenheden aan. ‘Eigenlijk richt de MAOT een tijdelijk vliegveldje in’, schetst kapitein Robert-Jan Elout, die op de DHC-staf Tijdens de civiel-militaire overstromingsoefening Floodex eind september verantwoordelijk is voor de inzet van in Noord-Holland richt de MAOT een tijdelijke landingszone in waar politiede MAOT. ‘Of het nu in een stad, in en traumahelikopters brandstof kunnen innemen en evacués kunnen een bos of in een operatiegebied is, afleveren. Foto: archief MAOT ze zorgen ervoor dat de heli’s in een kisten aankomen, klimmen wij in de comms gespreid bedje terechtkomen.’ en leiden we ze naar de landingszone. Als ze De MAOT fungeert als schakel tussen de horen dat er een “Mike” op de grond is, weten eenheden op de grond en die in de lucht. Die ze: het is in de hand.’ afstemming is van cruciaal belang, legt Hulscher uit. ‘Een landingszone kan een grote chaos zijn. Er zijn zoveel factoren waar je Rugzakje rekening mee moet houden. Meerdere heli’s, ‘Eigenlijk kun je zeggen dat we overal zijn elk met een eigen landingslocatie, aparte zowaar transporthelikopters ondersteuning nes om ladingen af te werpen of op te pikken, leveren, in alle omstandigheden’, zegt Elout. grondtroepen en logistieke eenheden. Als er Die situaties lopen uiteen van een civiele inzet iets mis gaat, een fout bevestigde lading of een bij het blussen van de duinbranden in Schoorl kist met problemen, gooit dat je hele planning met de speciale bambi bucket, tot ijslandinom. Dan moet je snel en veilig improviseren.’ gen in de arctische omgeving van NoordHoe complex ook, vanwege hun routine Noorwegen of grootschalige air assaults in de kunnen de MAOT’ers goed op alle incidenten hitte en het stof van Afghanistan (zie kader). ‘Een MAOT’er moet dus aardig Korporaal 1 Dave: ‘Als MAOT’er moet je wat in zijn rugzakje hebben zitten’, wel kaas hebben gegeten van het stelt Hulscher. ‘Bij verkenningen landmachtvak.’ Foto: Dave de Vaal, AVDD van landingszones maken we niet alleen gebruik van kaartstudies en luchtfoto’s, we gaan ook ter plekke kijken of het terrein daadwerkelijk geschikt is. Opleidingen voor koud- en warm weer zijn dan ook essentieel, want het kan weleens voorkomen dat je jezelf een tijdje moet zien te redden in the middle of nowhere. Inderdaad, bij de MAOT moet je wel een avontuurlijke insteek hebben.’ •
5
DE VLIEGENDE HOLLANDER
R E P O R TA G E
Ook met ruim 14 ton helikoptergeweld boven je moet je het hoofd koel zien te houden. Zeker wanneer je je bij het prepareren van een slingload, zoals hier op Tarinkowt, tussen Chinook en lading moet begeven. Foto: archief MAOT
Rock ’n roll-taal Is het werk in Nederland heel praktisch, in Afghanistan gebruikt een MAOT’er zijn expertise vooral als coördinator. De teamleden worden steeds individueel uitgezonden en moeten ter plekke zogeheten heli handling teams aansturen. ‘Alle helikopters die op Tarin Kowt binnenkomen, daar ben je de man van’, zegt sergeant 1 Rob van Mierlo. ‘Je hebt hoofdzakelijk een rol in de aansturing van het geheel. Jij bent verantwoordelijk voor het correct en snel aanbieden van de lading. Dat betekent dat je vooraf een plan opstelt: wat gaat er mee, en wanneer moet het waar zijn? De klant regelt dat de lading daadwerkelijk klaargemaakt en aangehaakt wordt. Jij doet alle voorbereidingen op de grond en controleert dat de anderen hun werk goed doen. De loadmaster hoeft zich dan alleen te concentreren op wat er in de lucht gebeurt.’ Een flinke verantwoordelijkheid, maakt collega korporaal 1 Dave duidelijk. ‘Daar moet je op de grond echt je mannetje staan: krachtdadig optreden. Lopen ze op slippers en in korte broek over de landingsite? Praten de buitenlandse aircrews over de comms in niet in het geijkte jargon, maar in hun rock ‘n roll-taal? Dan spreek je ze aan, ongeacht hun rang. Jij moet die mannen vertellen hoe het hoort, vanwege de veiligheid.’ De teugels vanaf het begin strak houden, dat is de enige manier waarop je veilig kunt werken, onderstreept ook Van Mierlo. ‘Toch maakte ik het op mijn laatste werkdag nog mee dat er over de hele lengte van de load area pallets, vrachtwagens, auto’s en drie pelotons van het Afghaanse leger verspreid stonden. Die complete chaos moet je dan zo zien te sturen dat je weer snel orde schept.’
DE VLIEGENDE HOLLANDER
6
Rigger/Marshaller (R/M) Maakt de ladingen gereed voor extern of intern transport door de lucht. Prepareert de vracht met behulp van kabels, netten en duct tape en haakt deze in aan de sling van de heli. Ook leidt deze persoon het inkomende toestel naar de landingslocatie. Deze taak wordt doorgaans uitgevoerd door infanteristen. Landing Point Commander Met netten, touwen en duct tape maakt de MAOT van iedere (LPC) lading, dus ook deze MB, een net pakketje. Draagt verantwoordelijkheid voor Foto: Maartje Roos, AVDD een enkele landingslocatie en ziet toe op het werk van de R/M. Verkent en richt landingszones in die overdag gebruikt worden. Bevindt zich bij handmatige aan- en afhaakprocedures altijd onder de helikopter, samen met een Heli Handling Instructor. Heli Handling Instructor (HHI) Verkent en richt landingszones in die overdag en bij nacht gebruikt kunnen worden. Stelt een vrachtbeladingstabel op voor de heli’s. Adviseert de commandant van de grondeenheid op het gebied van luchtmobiel optreden. Stuurt de afzonderlijke LPC’s aan en heeft de supervisie over een gecombineerde landingslocatie. Heli Handling Instructor Specialist Is bevoegd om alle HHI-werkzaamheden bij nacht te doen. Voert ook het commando over bijzondere landingszones, zoals een zogeheten Forward Arming and Refueling Point, waar veel toestellen in formatie op een zeer beperkte ruimte landen voor brandstof en munitie. •
M AT E R I E E L
Eerste ervaringen met NH90
Nieuwe heli ruikt lekker Het liep de afgelopen maanden storm op Maritiem Vliegkamp De Kooy. Na jaren praten, filosoferen en plannen stond er van juli tot en met oktober een NH90 op het kamp. Pers en andere nieuwsgierigen, iedereen wilde een glimp opvangen van de ultramoderne helikopter. Over het ‘geleende’ Italiaanse toestel werd vervolgens druk gespeculeerd. Het transitieteam NH90 spreekt echter uit eigen ervaring: ‘We worden ontzettend blij van de eerste ervaringen’, zegt kapitein ter zee Rik Janssen, hoofd van het transitieteam. ‘Binnen de beperkingen (de bruikleen NH90 vliegt voor de huidige praktijkopleiding zonder operationele systemen, red.) zijn deze echt fantastisch. We vliegen er ontzettend veel mee. Het transitietraject kost tijd, maar we weten nu al dat we over een paar jaar een kist hebben die vele malen capabeler en beter inzetbaar is dan de Lynx en de AB-412.’ Het transitieteam van de NH90: (v.l.n.r.) luitenant ter zee tweede klasse oudste categorie Willem Baanen, kapitein luitenant ter zee Ruud Petterson, luitenant-kolonel Rob Gouders en kapitein ter zee Rik Janssen.
Een exemplaar van de NH90 stond de afgelopen maanden daadwerkelijk voor langere periode op Maritiem Vliegkamp De Kooy. Tijdens de praktijkopleidingen voor de kernbemanning die op de Italiaanse bruikleen plaatsvonden, werd voorzichtig aan het toestel geroken. En dat rook niet verkeerd.
Anders opereren Ruud Petterson, vanuit DMO betrokken bij de introductie van de helikopter, benadrukt wel dat het tijd kost voordat alle mogelijkheden van de opvolger van de Lynx en AB-412 volledig ingezet kunnen worden. ‘Je kunt niet meteen alle capaciteiten van het vliegtuig benutten. Het eerste jaar beginnen we dan ook alleen met de overname van de maritieme waltaken van de Lynx. Daarna gaan we door met het opleiden van boordbemanningen.’ ‘Een drenkeling uit zee oppikken met een NH90 is heel anders dan met een AB-412 of een Lynx’, gaat luitenant-kolonel Rob Gouders van het transitieteam verder. ‘De belangrijkste reden is de veel krachtigere
Tekst: June Smit, Foto’s: Simone van Es
De Italiaanse NH90 die van juli tot en met oktober op Maritiem Vliegkamp De Kooy stond, wordt na de overdracht een Nederlandse kist. Foto: AVDD
7
DE VLIEGENDE HOLLANDER
M AT E R I E E L
downwash van de NH90. Daarmee maken we ons eerst vertrouwd, voordat we vanaf boord een tactisch ingewikkeld scenario uitvoeren. We beginnen daarom met een kernbemanning van instructeurs en evaluators van de opleidingsprogramma’s. Daarna kunnen we pas doorgaan met het opleiden van personeel. Bij alles wat we doen gaat bovendien de meetlat van de Militaire Luchtvaart Autoriteit langs. Al die stapjes kosten tijd.’ Volle gang Toch is het transitietraject al in volle gang. Op dit moment zit een kleine veertig man - uiteenlopend van monteurs, onderwijsplanners, instructeurs en vliegende bemanning - in een opleidingstraject, bestaande uit de fabrieksopleiding bij Augusta in Italië en de praktijkopleiding op de ‘lease’ NH90 op De Kooy. Dit laatste gebeurt onder leiding van Italiaanse monteurs en een Italiaanse vliegende bemanning. Een deel van de club die nu in opleiding zit, schrijft de opleidingen voor nieuw op te leiden bemanning en onderhoudspersoneel. Een ander deel begint in maart 2010 - als de eerste ‘eigen’ NH90 operationeel is - met het evaluatietraject om te komen tot operating manuals. Vanaf midden volgend jaar worden instructeurs opgeleid, die een jaar later de eigenlijke bemanning en het technisch personeel voor de NH90 gaan opleiden. Echte werk ‘Begin 2012 begint het echte werk’, zegt Janssen, ‘Dan neemt de NH90 de SAR- en waltaken van de Lynx over. Tot midden 2012 houden we de Lynx vliegend, die dan nog vanaf de schepen opereert. Naarmate we meer op de NH90 gaan vliegen, doen we minder op de Lynx en dat moet ook, want vlieguren van de Lynx zitten erop.’ Hoewel de komst van de NH90 er volgens hem nu rooskleurig ziet, is de transitie een complexe operatie. ‘De transitie moet worden uitgevoerd met het huidige personeelsbestand’, zegt Jansen. ‘Dat betekent operaties uitvoeren, het team van de NH90 uitbreiden en opleidingen volgen. Het is een behoorlijke uitdaging waar we dagelijks mee bezig zijn.’
DE VLIEGENDE HOLLANDER
8
Zij werken al met de NH90 Onderwijsontwikkelaar Henri Zuiderduin: ‘Nieuwe vakken en lesmethodes’ Met vier collega’s schrijft Zuiderduin het onderwijsprogramma voor de NH90-grondschool die techneuten geheel doorlopen en vliegende bemanningen in modules. ‘De NH90 is een heel ander toestel dan de Lynx. Ik vind het persoonlijk gemakkelijker. Het grootste verschil voor onderhoudsmonteurs zit hem in het materiaal van de kist. Bij de NH90 is dat composiet, in plaats van aluminium. De corrosie waar je bij een Lynx dus steeds naar op zoek bent, heb je bij kunststof niet. Een ander verschil is de fly-by-wire besturing van de NH90, waarbij je vliegt met joysticks. Hierbij werkt alles digitaal en hoef je daarvoor dus geen lagers te smeren en te controleren op speling. Ook werkt de NH90 met databustechnologie, waardoor er in plaats van één wel twintig signalen over één draadje gaan. Doordat alles vierdubbel is uitgevoerd, vlieg je nog steeds veilig wanneer iets kapot mocht gaan. Omdat het een nieuw toestel is, krijgt de grondopleiding ook nieuwe vakken. Zo gaan we veel doen met computer aided instruction, oftewel lesgeven aan de hand van computers. Cursisten hebben hiervoor drie beeldschermen, met bijvoorbeeld op de één een opdracht en op de andere twee de uitvoering. Ook nieuw is het light training device, waarbij je eveneens op drie schermen de gehele cockpit van een NH90 ziet.’
Vlieger Rob Duran: ‘De tijd nemen voor manoeuvres’ Duran krijgt als één van de vier vliegers op dit moment zijn praktijkopleiding op de NH90. Als voormalig vlieger op de AB-412 en de Lynx vindt hij de NH90 toch even wennen. ‘Door de afmetingen en gewicht van de NH90 is het vliegen ermee heel anders dan ik gewend ben. Je kunt niet net zoals bij de Lynx snelle reducties – veranderingen van vliegsnelheid – en lage manoeuvres uitvoeren, want je krijgt nog een deel van de kist achter je aan. Je moet echt tijd nemen voor de landing, de take-off en manoeuvres dicht bij de grond. Daarnaast is de NH90 ontworpen voor het vliegen op de autopilot. Het
M AT E R I E E L
handmatig sturen doe je alleen als dat tactisch of vliegtechnisch nodig is. Het wordt ook een uitdaging om de systemen en data te managen. Je kunt nu veel meer, zoals in de vluchtvoorbereiding. Daar kun je nu de communicatie en de het tactische plan van tevoren op een diskette laden. Voor bijvoorbeeld de Apache is dat niets nieuws, maar voor de Lynx wel. We moeten nog experimenteren en evalueren wat het beste gaat. We hebben er nu pas aan geroken. Uiteindelijk denk ik dat er geen vlootverband meer weg wil zonder NH90, want met alle systemen en mogelijkheden ben je een heel waardevol middel.’
evalueren hoe de heli optimaal vanaf een schip kan worden ingezet. Als we weten hoe we alle systemen kunnen inzetten, starten we direct met het schrijven van de opleidingen voor tacco’s, vliegers en sensoroperators.’
Technisch officier Peter Toet: ‘Je houdt nog steeds het doe-werk’
Tacco Bart Hoogendoorn: ‘Je kunt je werk veel beter doen’
Hoogendoorn is een van de tacco’s die zijn opleiding krijgt op de NH90. Hij verheugt zich over de hoeveelheid informatie die de missiesystemen van de NH90 geven. ‘Het verschil tussen de Lynx en NH90 is niet alleen de veel langere opleidingsduur, maar vooral dat de helikopter drie generaties verder is. Alles is digitaal en geïntegreerd waardoor je heel veel uit handen genomen wordt. Door de maritieme datalink, verbeterde FLIR (Forward Looking Infra Red, red.), groter radarbereik en ESM-systeem (Electronic Support Measures, een systeem voor elektronische oorlogsvoering, om onder meer geleide luchtdoelraketten te of vijandelijke radar te misleiden, red.) krijg je veel meer informatie, waardoor je veel beter je werk kunt doen. Dat maakt het ook veel interessanter, omdat je veel meer mogelijkheden hebt. Voor de tacco zal het een andere manier van werken zijn. Je ziet door de techniek en sensoren veel meer dan je op de Lynx gewend bent. De machine is zodanig anders dat we eerst moeten
Toet volgde als senior technisch officier NH90 de B2-variant van de fabrieksopleiding. De nieuwe technologie van de NH90 boeit hem enorm. ‘Als techneut wil je weten hoe alles werkt. De fabrieksopleiding in Italië was voor de hoeveelheid systemen aanvankelijk dan ook te kort en te theoretisch. In ons vakgebied moet je iets in praktijk zien, dat haal je niet uit een stukje tekst. Pas bij de on the jobtraining, waarbij we terplekke een Italiaanse NH90 uit elkaar mochten halen en weer in elkaar zetten, konden we alles uitproberen. De Lynx is veel meer een mechanisch vliegtuig, waardoor het onderhoud door slechtere bereikbaarheid van bepaalde onderdelen moeilijk uit te voeren is. Bij de NH90 is daar veel beter over nagedacht, maar de hoeveelheid handelingen blijft. Ik vind de NH90 een heel interessante kist voor onderhoud. Als je het heel basaal bekijkt, hebben we nog steeds een rotor, een motor en sensoren. Er moet nog steeds vet tussen de lagers en de filters moeten geïnspecteerd worden. In die zin houd je het doe-werk. De te controleren onderdelen zijn gemakkelijk bereikbaar, waardoor het over het algemeen geen moeilijke inspecties zijn. Het wordt ingewikkelder door de hoeveelheid inspecties naarmate het toestel meer uren heeft gevlogen. Voor basemaintenance of faseonderhoud gaat het echter naar vliegbasis Gilze-Rijen. Tot 600-uursinspecties blijven we hier op De Kooy doen, waar we als poot Gereedstelling en Onderhoud onder het 860 Squadron gaan vallen.’ •
De NH90 is bedoeld als wapensysteem van een fregat, dat het toestel onder andere gebruikt om een beeld van zijn omgeving op te bouwen. De sensoren van de NH90 zijn vele malen verbeterd ten opzichte van de Lynx en de AB-412, waardoor het afstandbereik voor het opsporen van onderzeeboten bijvoorbeeld vijf maal zo groot is. Ook kan de radar 360 graden rond kijken, in plaats van 180 graden zoals bij Lynx. Bovendien kan de nieuwe FLIR niet alleen worden gebruikt voor zicht in het donker, maar ook om ’s nachts taken uit te voeren. Verder maakt de NH90 naast spraakverbinding ook gebruik van een maritieme datalink, Link 11. Ook heeft de nieuwe helikopter zonder extra tanks een vliegbereik van vier uur, anderhalf uur langer dan van de types die het vervangt.
9
DE VLIEGENDE HOLLANDER
R E P O R TA G E
Monument gesneuvelden meidagen 1940
‘Eindelijk thuis’ Tekst: June Smit | Foto’s: Frank van Biemen, AVDD
Oud-waarnemer/boordschutter van de Fokker C.V eerste luitenant bd Hellendoorn (l.) onthult samen met luitenant-generaal Jac Janssen het monument door er een parachute vanaf te trekken. Het Britse valscherm is gebruikt tijdens de Slag om Arnhem in 1944.
Een monument met 75 namen van omgekomen personeel tijdens de meidagen 1940 werd donderdag 8 oktober onthuld op de voormalige vliegbasis Soesterberg. Het gedenkteken maakt deel uit van een reeks monumenten, waarmee de luchtmacht tegemoetkomt aan een wens van nabestaanden en oud-collega’s.
DE VLIEGENDE HOLLANDER
10
Een restje frustratie, een laatste greintje boosheid, maar vooral heel veel vreugde. De onthulling op 8 oktober van het monument voor de gesneuvelden in de meidagen van 1940, is omgeven door emotie. Het gedenkteken is namelijk het resultaat van een lange discussie rond de wijze waarop omgekomen medewerkers van het Wapen der Militaire Luchtvaart het beste herdacht kunnen worden. Tot voor kort voldeed namelijk het ‘monument voor gevallenen’ op de voormalige vliegbasis Soesterberg Soesterberg aan deze behoefte. Ruim twee jaar geleden ontstond echter de wens om verschillende groepen gesneuvelden specifiek te benoemen, zodat nabestaanden een aparte gedenkplaats krijgen om hun omgekomen geliefden of naasten te herdenken. ‘De wijze waarop de Nederlandse samenleving concreet invulling geeft aan herdenkingen heeft de laatste decennia andere accenten gekregen’, zegt Commandant Luchtstrijdkrachten luitenant-generaal Jac Janssen in zijn speech tijdens de onthullingsceremonie. ‘Een andere ontwikkeling die een aantal jaren geleden inzette, is de wens om slachtoffers van bijvoorbeeld vredesoperaties te eren door oprichting van afzonderlijke gedenktekens met daarop hun namen.’
Hellendoorn leest één voor één de 75 namen op van de tijdens de meidagen van 1940 gesneuvelde collega’s.
Overwinning De wens resulteert in 2007 aanvankelijk in plannen voor een reeks monumenten waarmee omgekomen luchtvarenden verbonden aan de militaire luchtvaart vanaf 1913 worden herdacht. Op verzoek van Mei-vliegers eerste luitenant bd Hans Hellendoorn en commodore bd John Vermeulen wordt dit aangevuld met een gedenkteken voor de slachtoffers van de roerige dagen die voor Nederland het begin van WOII inluidden. De veteranen dringen erop aan dat hierop ook het omgekomen
R E P O R TA G E
grondpersoneel een eervolle plaats krijgt. Het resultaat is het monument gesneuvelden meidagen 1940, met daarop de namen van 75 personen die tijdens de strijd in de lucht of tijdens krijgshandelingen op de grond omkwamen. Tevreden blikt Vermeulen terug. ‘Het voelt als een overwinning dat het monument er is’, zegt
hij. ‘Grondpersoneel is net zo belangrijk als vliegers. Je kunt niet vliegen zonder hen.’ Mei-vlieger Henk Sitter woont de onthulling ook bij. Hij is blij met het monument. ‘Ik heb het kantje boord overleefd, maar 75 mannen redden het niet. Ik vind dat zij tot nu toe genegeerd zijn, terwijl ze de volle aandacht verdienen. Dit monument is dus zeker op zijn plaats.’
Het herdachte personeel maakt in de meidagen van 1940 nog deel uit van de landstrijdkrachten. Daarom was naast de luitenantgeneraals Freek Meulman (P-CDS, r.) en Jac Janssen (C-LSK, l.) ook de Commandant Landstrijdkrachten Rob Bertholee aanwezig.
Inspiratiebron De meningen zijn dus verdeeld of het monument op tijd is. Commandant Luchtstrijdkrachten luitenant-generaal Jac Janssen is vooral blij dat het monument er nu staat. ‘Het is vaak zo dat waardering later komt en dat voelt altijd te laat. Nu de laatste overlevenden van mei 1940 nog in leven zijn, zit er bijna zeventig jaar later ook echt druk achter. Ik ben in ieder geval blij dat ik dit verzoek kan inlossen.’ Hij is trots dat Hellendoorn en Vermeulen aandrongen dat niet alleen vliegers, maar ook het grondpersoneel moet worden herdacht. ‘Het motto “één team één taak” dat wij nu bezigen, droegen zij toen al uit en dat is een inspiratiebron voor de hedendaagse uitzendingen. Ik vind het geweldig en onwaarschijnlijk wat ze toen hebben bereikt met zo weinig middelen.’ Kameraadschap Tijdens de onthullingceremonie die werd bijgewoond
Meidagen 1940 Duitse troepen en vliegtuigen vallen op 10 mei 1940 Nederland binnen. Hoewel ons land met gebalde vuist terugslaat, capituleert het na vier dagen als de overmacht te groot blijkt. In die korte periode wordt de Duitse Wehrmacht een grote slag toegebracht. Luchtdoelartillerie en 125 vliegtuigen van het Wapen der Militaire Luchtvaart maken maar liefst 350 vijandige vliegtuigen onschadelijk. Hiervoor ontvangt het de hoogste militaire onderscheiding, de Militaire Willemsorde.
door een twintigtal oud-collega’s uit de meidagen en tientallen nabestaanden, blikt Hellendoorn terug op de inval van Duitse troepen in Nederland. ‘Die verraderlijke overval riep bij onze mensen zoveel boosheid en verontwaardiging op, dat er geen moment is geaarzeld om die indringer met alle middelen te bestrijden. Er zijn toen bijzondere staaltjes van grote kameraadschap en opofferingsgezindheid getoond.’ Hij is blij met het monument zodat dit deel van de geschiedenis onder de aandacht komt, en alle gesneuvelde maten uit mei 1940 herdacht worden. ‘De meeste gesneuvelden waarvan de namen met ere op dit monument zijn vermeld, hebben een eigen rustplaats gevonden. Dit monument symboliseert de gedachte dat de dappere kerels bovendien ook thuisgekomen zijn op de bakermat van de Nederlandse Militaire Luchtvaart op Soesterberg.’ •
Behalve strijdmakkers uit die tijd, woonden ook nabestaanden van de omgekomen vliegers en grondpersoneel de bijeenkomst bij.
Oud-waarnemer/boordschutter van de Fokker C.X commodore bd Herman John Vermeulen (r.) was naast Hellendoorn een van de voortrekkers van het monument. Uiterst links Henk Sitter, midden achterin Guus Kiel, beiden Mei-vliegers op de Fokker D.XXI.
11
DE VLIEGENDE HOLLANDER
INTERVIEW
Een dag op stap met ……………… ‘Brandveiligheid zit tussen de oren’ Binnen de Koninklijke Luchtmacht zijn veel verschillende banen te vinden. De één meer voor de hand liggend, de ander vrijwel onbekend. Waar houdt bijvoorbeeld een hoofd brandveiligheid zich zoal mee bezig? De Vliegende Hollander keek op het Air Operations Control Station Nieuw Milligen een dagje mee over de schouder van adjudant John Naber.
Naber: ‘Brandbestrijding is niet mijn hoofdtaak, ik wil de mensen een stukje veiligheidsbewustzijn bijbrengen.’
‘Jullie zien allemaal pyromanen in ons!’ De gespeelde verontwaardiging van adjudant John Naber doet zijn cursisten grinniken. Een gasbrander, een bus brandbare stof en een weerloze oefenpop die keer op keer in brand gaat: tja, je kunt ze niet helemaal ongelijk geven. Het Hoofd Brandweer van het AOCS NM gooit nog wat olie op het waakvlammetje van vooroordelen. ‘Sommigen mogen in de tijd van de baas vliegen, wij mogen in de tijd van de baas fikkie steken’, lacht hij. Wat voor de meeste militairen slechts een klein onderdeel is van hun Militaire Basis Vaardigheden (MBV), is voor Naber en zijn collega, sergeant-majoor Brian de Graaf, dagelijkse kost. Desondanks geeft het duo van het 970 Squadron elke cursus brandveiligheid weer vol gas. Siamese tweeling Dat ervaren de cursisten bij de demonstratie van de brandoefencontainer. Vliegensvlug betast De Graaf de buitendeur, bedoeld om de locatie
van de brandhaard te bepalen. Naber heeft zijn collega ondertussen in de kraag vast, klaar om hem weg te trekken bij onraad. De Graaf opent de deur. Eerst op een kiertje en na een paar seconden wat verder. ‘Ik ga naar binnen!’ roept de adjudant. Ze wisselen van positie en Naber verdwijnt in de rokerige ruimte, op de voet gevolgd door zijn buddy. In een mum van tijd hebben ze de hele procedure afgehandeld. Een complex en voor de buitenstaander ietwat komisch geheel, maar de ‘Siamese-tweeling-aanpak’ is wel degelijk belangrijk, benadrukt Naber even later. ‘Degene die aan het blussen slaat, is zo gefixeerd op het vuur, die ziet alleen nog maar de vlammen. En let vervolgens niet meer op de eigen veiligheid. Daar heb je dan die tweede man voor.’ Verschrikt Vurig enthousiasme en humor werken aanstekelijk bij de cursisten, daar is Naber van overtuigd. ‘Je moet ze warm houden. Anders verlies je hun aandacht.’ Vandaar dat hij tijdens het oefenen met de branddeken met alle liefde ook nog even wat toevoegt aan het scenario. ‘Als je in de fik staat, blijf je natuurlijk niet liggen. Dan ga je rennen!’ Hij pakt de brandende oefenpop op sleurt het ‘slachtoffer’ dwars door de groep toekijkende luchtmachters. Een majoor holt er ietwat verschrikt achteraan met zijn blusdeken. ‘Doe dan wat!’ roept Naber, die vrolijk doorsleept, tot grote hilariteit van de andere cursisten. Met een plof duikt de officier bovenop het smeulende slachtoffer. Blusdeken eerst, dat wel. ‘Je eigen veiligheid staat altijd voorop’, knikt de adjudant instemmend. ‘Bescherm altijd jezelf en de bovenkant van je slachtoffer. Je moet snel handelen, maar je moet Vlam in de pan, een brandende matras, of kortsluiting in een televisie, reële brandsituaties die nagebootst kunnen worden in de brandoefencontainer. Scenario’s die Naber en De Graaf maar al te goed kennen uit hun nevenfunctie bij de vrijwillige brandweer.
DE VLIEGENDE HOLLANDER
12
INTERVIEW
……………………………………………… Hoofd Brandweer John Naber Tekst: Ingmar Kooman | Foto’s: Wim Salis, AVDD
De ‘brandweerrode’ brandoefencontainer is het troetelkindje van Naber en De Graaf (rechts)
ook blijven nadenken. Dus niet die brandblusser op een brandend slachtoffer zetten, want dat is in één keer -80° Celsius op je lichaam. Dat is evenmin prettig. Maar je kunt het ze nog zo vaak zeggen; als mensen eenmaal vuur zien, willen ze eerst die brandslang of die blusser gebruiken. We streven in onze trainingen vooral naar bewustwording: waarom doe je iets op deze of op die manier? Uiteindelijk zit brandveiligheid tussen de oren.’ Hoekjes Hoe spectaculair de brandoefeningen er ook uit zien, het duo van Bureau Brandveiligheid hoeft in de praktijk zelden uit te rukken op het AOCS NM. ‘“Hoofd Brandweer” is wat dat betreft een beetje een misleidende functiebenaming’, geeft Naber aan. ‘In tegenstelling tot de actieve vliegbases hebben wij geen fulltime brandweer op het veld. Onze dagelijkse taak is brandpreventie, in de breedste zin van het woord.’ Buiten de MBVsessies trainen ze ook de bedrijfshulpverleners en de collega’s van de wacht. Maar het grootste deel van hun werkweek zijn ze toch wel bezig met controles en het gevraagd en ongevraagd verstrekken van advies op hun expertisegebied, legt de adjudant uit. ‘We komen in elk gebouw, in alle hoekjes. Blusapparatuur, brandalarminstallaties, vluchtwegen, de inrichting, maar ook de regelgeving: alles inspecteren we met het oog op brandveiligheid.’ Een militair complex is wat dat betreft een bijzondere uitdaging, want militaire veiligheid en brandveiligheid hebben elk hun eigen belangen, vertelt Naber. ‘Vanuit het oogpunt van beveiliging wil je zoveel mogelijk afsluiten en dichtgooien, maar wij van de brandweer willen juist het liefst alles toegankelijk hebben.’ Filosofie Die afweging is terug te zien in het ondergrondse bunkercomplex Dutch Mil. Dikke compartimentswanden en -deuren, brandsluizen en een vernuftig systeem van brandmelders en blusapparatuur garanderen dat de daar werkzame luchtverkeersleiders continue oog kunnen houden op het vliegverkeer. ‘In totaal hebben we hier achttien verschillende blusinstallaties. Er zijn niet veel gebouwen in Nederland waar je dat ziet’, meldt Naber met enige trots. De toekomst van brandveiligheid is te zien bij BandBox, in de nieuwe bunker van de luchtgevechtsleiding. Bij de bouw is gewerkt vanuit een totaal andere filosofie. Personeel en apparatuur zijn in belangrijke mate van elkaar gescheiden. De servers staan in een andere ruimte, zodat de werkplekken niet meer zijn dan een fikse verzameling bureau’s, stoelen en TFT-monitors. Vanuit brandveiligheidsoogpunt ideaal, verklaart Naber. ‘Hier ís simpelweg niets aanwezig waardoor een grote brand kan ontstaan.’ De strenge regelgeving, brandveiligheidsinstallaties en trainingen betalen zich dubbeldik uit, vindt Naber. ‘We zijn hier zo preventief bezig met brandveiligheid, dat er nauwelijks nog iets gebeurt. En zolang wij ons voorbereidende en preventieve werk goed blijven doen, dan kunnen de collega’s het af met een simpele brandblusser of met een maatje 43.’ •
Nabers enthousiasme werkt aanstekelijk op zijn cursisten.
Naber: ‘Het maakt niet uit waar je verbrandt, alles doet evenveel pijn. Maar probeer met een blusdeken het hoofd als eerste te beschermen.’
13
DE VLIEGENDE HOLLANDER
ACHTERGROND
‘Werken bij de GGW? Je bent hartstikke gek of je liegt dat je barst’
Tekst: June Smit, Foto’s: Collectie de Vliegende Hollander
Vijftig jaar Geleide Wapens KLu Ze hadden elkaar nog nooit gezien, maar delen al jaren een gezamenlijke passie: geleide wapens. Kolonel bd Rinus Nederlof schreef er ooit het historische naslagwerk ‘Blazing skies’ over en sergeant-majoor Frans Schepers was mede-auteur van het boek ‘Het 500 Squadron in vogelvlucht’ en werkte onlangs mee aan het jubileumboek 50 jaar GGW. Ze blikken terug op een bijzondere tijd, waarin zowel geleide wapens als mensen dagelijks in Duitsland op scherp stonden.
Kolonel bd Rinus Nederlof en sergeant-majoor Frans Schepers
Een verplaatsing van een HAWK of in dit geval een PATRIOTbatterij, gebeurde tijdens alle weertypen en omstandigheden. Ook sneeuw houdt de geleide wapenmannen niet tegen.
DE VLIEGENDE HOLLANDER
14
ACHTERGROND
‘Daar gebeurt enorm goed werk, daar wil ik deel van uitmaken’, vertelt Rinus Nederlof over zijn motivatie om als vaandrig te solliciteren op een functie in Duitsland. ‘De operationele instelling, waarbij je altijd klaar moet zijn om wapens in te zetten, sprak me het meest aan bij de geleide wapens. Je was echt nodig.’ Sergeant-majoor Frans Schepers beaamt dat: ‘Voor mij geldt hetzelfde. Ik ging aanvankelijk na mijn dienstplicht naar Duitsland omdat ik graag bij Intel wilde en Duitsland daarvoor een handige achtergrond was. Toen ik daar echter als vuurleider terecht kwam, was de sfeer zo goed dat ik geen moment twijfelde om terug te gaan. Vooral het 24 uur per dag, 365 dagen per week paraat staan met je eigen crew sprak me aan. Dat ging altijd door, of het nou je trouwdag was of kerst of oud en nieuw.’ Siedlung ‘Mijn echtgenote en ik woonde in een dienstwoning in een Nederlandse woonwijk tegenover de ingang van het kamp’, vertelt Schepers. ‘Die was neergezet in de tijd dat de geleide wapens naar Duitsland gingen. Er waren mensen die altijd bij elkaar in huis zaten. Wij hadden daar geen behoefte aan, maar ik heb er ook nooit problemen mee gehad dat we tussen collega’s woonden. Aan de andere kant had je op een gegeven moment zo’n hechte band, dat tijdens verjaardagen de crew op visite kwam in plaats van familie.’ ‘De grens tussen privé en dienst vervaagde in die Siedlung’, zegt Nederlof. ‘Omdat de scholen, dokters, winkels, sportclubs en hobbyclubs ook allemaal in de Siedlung of op de kazerne waren, was alles overgoten met een militair sausje. Daar was niet iedereen blij mee. Ik zat overigens bij een Duitse huisbaas aangezien de woonwijk vol was. De twaalfhonderd dienstwoningen die verspreid over de locaties in Duitsland waren, bleken namelijk al snel te weinig voor de vijfduizend geplaatsten. Er is dan ook fors bijgebouwd.’
‘Ze maakten er een competitie van’, zegt onderscheppen’, vult Nederlof aan. ‘Tijdens Nederlof, die als Hoofd Operational de weekend- en avonddiensten was het vaak Readyness Evaluation (ORE) de operationele rustiger en hielden we sportcompetities status van squadrons evalueerde. ‘Het was of culinaire festijnen. Op gezette tijden stekkers eruit, kabels oprollen, poten deden we de drill om zo snel mogelijk op indraaien, antennes afbreken, aankoppelen status te staan om raket af te vuren. ‘Blazing skies’ was een oefening, ‘battle stations’ was real. Dat laatste heb ik nog nooit meegemaakt.’ ‘Ik wel’, gaat Nederlof verder. ‘Bij de inval van de Warschaupactlanden in Tsjechoslowakije in 1968 hebben wij op battle stations gestaan. Men was bang dat het op een conflict met de NAVO zou uitlopen en wij stonden in de voorste linie. Voor sommigen was dat even slikken, die waren zenuwachtig dat er echt iets ging gebeuren. Het 40 mm Bofors 40L70 luchtverdedigingsysteem was gekoppeld aan flycatcher Ik werd er als squadroncomen bedoeld voor het onderscheppen van luchtdoelen en grond-luchtraketten op mandant niet echt opgekorte afstand. Het stond een korte periode bij de NIKE-squadrons in Duitsland. wonden van, maar het was Daarna deden ze dienst op de vliegbases in Nederland. natuurlijk wel spannend. Dat was ook later zo, bij onze inzet in Turkije en Israel’. Onverwachts ‘Een grote verandering was de overgang van de NIKE naar de HAWK’, herinnert Schepers zich. ‘Het eerste is een statisch systeem dat op één plek staat, terwijl je de HAWK kunt verplaatsen. We waren tijdens zo’n move altijd met twee batteries en we probeerden altijd als eerste gereed te zijn.’
Het de-cannen van een HAWK-wapen bij het 503 Squadron op 5GGW.
Even slikken ‘We werkten in dag-, avond en nachtdiensten, roulerend per week’, vertelt Schepers. ‘Daarbij stond je op een bepaalde status, variërend van vijf minuten, drie, zes of twaalf uur, afhankelijk van het roulatieschema dat hiervoor was gemaakt.’ ‘Binnen die tijd moest men klaar zijn om luchtdoelen te De Stingers waren ingedeeld bij het 650 squadron en werden ingezet als squadron op move ging. Dit infraroodgeleide wapen kon vijandelijke vliegtuigen op korte afstand vernietigen.
15
DE VLIEGENDE HOLLANDER
ACHTERGROND
en rijden. Het verkenningsteam dat vooruit ging, gaf vervolgens aan waar je moest staan en dan gebeurde alles weer in omgekeerde volgorde. ORE viel op de meest onverwachtse momenten binnen, zowel overdag als ’s nachts, daar deed iedereen het voor in zijn broek.’ ‘Dat viel ook wel weer mee’, haakt Schepers in. ‘Als je je werk gewoon kende, hoefde je niet bang te zijn.’ Vooral het feit dat de moves vaak ’s nachts en ook bij slecht weer plaatsvonden, werd volgens Schepers door veel luchtmachtcollega’s op de velden in Nederland niet begrepen. ‘Die zeiden: of je bent hartstikke gek, of je liegt dat je barst. Dan zeg je toch gewoon: ik doe het niet.’ Nederlof herkent de reactie: ‘In het begin werkte je als Battery Commandant 72 uur per week. Daar waren dan wel slaap/ waakdiensten bij en er bestond nog geen overwerkvergoeding. Toch was het mooi in die begintijd’. Offer brengen Een van de hoogtepunten in hun carrière waren voor zowel Nederlof als Schepers het afvuren van raketten. ‘Dat was altijd heel spannend, want je wist nooit zeker of hij weg zou gaan of niet’, vertelt Schepers, ‘Als de raket weg was, viel de spanning van je af. Daarnaast werkte je bij een tactical firing wel eens met een systeem van een ander land, dat we daarom eerst grondig checkten.’ Nederlof herkent de spanning: ‘Ik vind persoonlijk de twee seconden nadat je het commando tot vuren geeft het spannends. Als een raket niet weg gaat is dat het meest vervelende voor de lanceercrew, die moeten de raket om de pluggen weer los te maken. Dat is riskant omdat de raket dan alsnog kan afgaan. Sommige raketten gedragen zich als voetzoekers.’ Schepers herinnert zich een oud gebruik bij de NIKE en
de HAWK. ‘Mensen die op werkbezoek kwamen, noemden wij candytrippers, die een offer moesten brengen. We deden dan hun jas of als er een generaal kwam hun pet in de staart van de raket en boden die na de firing aan.’ ‘Als je als stafvertegenwoordiger meereisde, moest je ook erg op je pet letten’, zegt Nederlof. ‘Het is mij gelukkig nooit gebeurd.’ Belastingvrij ‘Het gevoel dat uit die tijd is blijven hangen, is het pionieren’, zegt Nederlof. ‘Alles was nieuw, veel moest nog worden uitgevonden of verbeterd. Omdat ik niet alleen bij de invoering van de HAWK, maar ook bij de improved HAWK en later ook bij de PATRIOT was betrokken, bleef dat gevoel. Ik vond het leuk om steeds iets nieuws aan te pakken, want daar kon ik creativiteit in kwijt.’ ‘Bij mij was dat anders, want overal waar ik kwam was het pionierswerk al gedaan’, zegt Schepers over zijn tijd in Duitsland. ‘We kwamen in een gespreid bedje en moesten voornamelijk status leveren.’ ‘Een van de voordelen van werken in Duitsland was dat veel dingen belastingvrij waren’, zegt Nederlof. ‘Bovendien
Het eerste expeditionaire optreden van de KLu sinds Nieuw Guinea betrof de PATRIOT die tijdens de Eerste Golfoorlog naar Diyarbarkir in Turkije werd uitgezonden en naar Jeruzalem in Israël. De PATRIOTS werden hiervoor vervoerd via lucht en via de zee.
Eerste detachement 1991 Turkije.
Tijdens de Tweede Golfoorlog werden PATRIOT-eenheden uitgezonden naar Diyarbarkir en Batman in Turkije.
Diensttijd Nederlof en Schepers Frans Schepers, sergeant-majoor: 1980 Duitsland Borgholzhausen 120 Squadron NIKE, 1983 Duitsland Schöpingen 220 Squadron NIKE, 1987 Duitsland Borstel 500 Squadron HAWK, 1994 Nederland GGW 801 Squadron HAWK en van 2004 tot heden Nederland 802 Squadron PATRIOT. Rinus Nederlof, kolonel bd: 1963 opleiding HAWK in de VS, BCO 326 Squadron, OREteam, 1970 commandant 327 Squadron, 1975 hoofd instructie improved HAWK, 1986 idem PATRIOT, 1988 commandant 3GGW, 1991 Hoofd Afd. Geleide Wapens Luchtmachtstaf. Plaatsingen buiten de GGW: Luchtmachtstafschool en SHAPE.
Een launch, in dit geval van een HAWK, was altijd een spannend moment. Soms gebeurde het namelijk dat de raket niet wegging.
DE VLIEGENDE HOLLANDER
16
ACHTERGROND
kreeg je een buitenlandtoelage en kon je bonnen kopen voor de benzine. Dat waren leuke dingen. Aan de andere kant reed je voor een familiebezoek in Nederland zo duizend kilometer weg, maar op een gegeven moment gingen je collega’s je familie vervangen.’ Rivaliteit De val van de muur in 1989 betekende een grote verandering voor de geleide wapens KLu. ‘Het kwam niet als een verrassing, maar was wel een complete verandering’, zegt Schepers. ‘Vroeger kwam met honderd procent zekerheid de vijand uit het Oostblok, waardoor we vooral bij de NIKE 24 uur met elkaar op de site paraat waren. In Nederland gingen we van dertig minuten naar twaalf uur paraatheid en verdwenen de avond-, nacht- en weekenddiensten, waardoor ook de crewbinding minder werd. Daarnaast werkten we in Duitsland met twee HAWK-units samen, het DUAD-systeem (DUal Air Defense, red.), terwijl in Nederland één Patriot en twee HAWKunits samengevoegd, wat TRIAD (TRIple Air Defense, red.) wordt genoemd. Dat gaf in het begin nog wel eens wat ‘gezonde’ rivaliteit tussen de systemen.’ ‘We gingen van paraatheid om te schieten naar paraatheid om uit te rukken’, vult Nederlof aan. ‘Met de eerste uitzending naar Turkije begon ook het expeditionaire optreden van de KLu. Het werd een totaal andere situatie.’ ‘Voor sommige mensen met Duitse echtgenotes betekende de verhuizing een weekendhuwelijk, hetgeen sommigen tot op de dag van vandaag volhouden’, gaat Schepers verder. ‘Wij waren toch al van plan om naar Nederland te gaan als onze oudste vier was, en waren vrij snel weer gewend in Nederland.’
maar ik ben daarna gevraagd om te blijven Schrikken en ben er nog steeds’, zegt Schepers. ‘En ik Vijftig jaar na de invoering van geleide wadoe het nog met veel plezier.’ • pens bij de KLu, kwam onlangs het nieuws dat de grond-luchtwapens binnen afzienbare tijd onder het commando van de KL gaan vallen. ‘We waren met stomheid geslagen, zowel KL als KLu op het veld’, zegt Schepers. ‘Ik heb er een dubbele gedachte bij. In Amerika zijn de geleide wapens altijd bij de KL geweest, maar je gooit nu vijftig jaar historie weg. Ik had liever gezien dat ze bij de KLu waren gebleven.’ ‘Ik wist het niet, hoor het nu’, zegt Nederlof. ‘Het doet me niet veel, want ik ben al twaalf jaar NIKE-raketten op de launching aerea. De NIKE was ontwikkeld voor het de dienst uit’, antwoordt hij op onderscheppen van vliegtuigen op grote en middelbare hoogte. de vraag wat hij ervan vindt. ‘Het argument dat destijds gold, namelijk dat de KLu verantwoordelijk is voor de totale luchtverdediging, geldt nog steeds, lijkt mij.’ Later: ‘Je hebt me wel laten schrikken hoor, tuurlijk doet het me wat na zoveel jaar. Maar ik schreef destijds al in mijn boek dat de discussie KLu versus KL nog steeds voortduurt en dat blijkt.’ ‘Ik heb wel eens gekscherend gezegd: de HAWK en Frans Anders dan de NIKE, was de HAWK een verplaatsbaar systeem. Hier werd gaan samen met pensioen, veelvuldig mee geoefend door de squadrons.
Vijftig jaar geleide wapens KLu Omdat na de Tweede Wereldoorlog een eventuele aanval met zekerheid vanuit het Oostblok zou komen, richtte de NAVO een verdedigingslinie op om de luchtverdediging te garanderen. Deze geleide wapengordel liep van de Oostzee tot Zwitserland en werd ingedeeld in vakken, waar NAVO-landen plaats in namen. Nederland nam deel met de lange afstandsraketten Nike Ajax, later de Nike Hercules, de HAWK en de PATRIOT. Deze werden verdeeld over vijf vakken, die op 1 november 1959 werden ingevuld met 1 Groep Geleide Wapens (1GGW) te Handorf. Achtereenvolgens werden opgericht 2GGW op 8 april 1963 (Schöppingen), 3GGW op 15 augustus 1963 (Blomberg), Groep Techniek en Materieel Geleide Wapens 1 februari 1964 (Hesepe), 4GGW op 1 oktober 1964 (Hessisch Oldendorf) en 5GGW op 1 september 1966 (Stolzenau). Er kwamen legeringskampen voorzien van alle behoeften, waaronder scholen en winkels. In de Golfoorlog van 1991 vond het eerste expeditionaire optreden van de KLu plaats, toen PATRIOT-eenheden de basis Diyarbakir in Turkije en Jeruzalem gingen beschermen tegen Irakese scud-aanvallen. Na vele reorganisaties bleven alleen 3GGW en 5GGW over, die in 1994-95 werden samengevoegd op toenmalige Vliegbasis De Peel. Hiermee werd een bijzondere periode afgesloten. Op dit moment telt de KLu nog 4 PATRIOT-systemen, verdeeld over twee squadrons met in totaal 500 man.
Een van de vele Siedlungs in Duistland, waar het luchtmachtpersoneel woonde en vlakbij werkte. Deze is in Blomberg.
17
DE VLIEGENDE HOLLANDER
R E P O R TA G E
Sociaal evenement evolueert in waardevolle internationale oefening
Aan de Tiger Meet deden nu Franse Rafales (hier in tijgerkleuren), Hongaarse en Tsjechische Gripens en Zwitserse Hornets mee. Die zie je niet zo vaak, volgens Hendriksma commandant 313 Squadron. Foto: Joris van Boven
Tiger Meet komt naar Het begin van de NATO Tiger Association (NTA) en de Tiger Meet komt voort uit een verzoek van de Franse minister van Defensie in 1961. Hij wil de onderlinge band tussen Europese NAVO-eenheden versterkt zien. Het Amerikaanse 79th Tactical Fighter Squadron neemt het initiatief door het No.74 Squadron van de RAF en EC 1/12 van de Franse luchtmacht uit te nodigen op RAF Woodbridge in Engeland. Overeenkomst is dat alle eenheden een tijger als embleem hebben, en zo ontstaat op 19 juli 1961 de eerste NATO Tiger Meet (NTM). Tijdens de tweede ontmoeting worden de doelen van de NTM vastgelegd: verbeteren van solidariteit tussen de NAVO-leden, het ontwikkelen en behoud van teamgeest en kameraadschap tussen de deelnemende leden, en de uitwisseling van ervaringen in lijn met de militaire doelen van de NAVO. Al snel voegen andere squadrons zich bij het verband, mits ze voldoen aan de verbindende factor; het squadronembleem moet een tijger of andere katachtige zijn. Op dit moment zijn er negentien officiële tijgerleden. Ieder jaar organiseert één van hen de NTM. Dit jaar is de beurt aan het 31 Smaldeel dat sinds 1961 lid is van de NTA. Op thuisbasis Kleine Brogel verzamelen zestien tijgersquadrons uit elf landen plus de NAVO, die strijden om de Silver Tiger Award; de prijs voor de eenheid die het best scoort op zowel operationeel als sociaal vlak. Tekst met medewerking van Martin Scharenborg en Ramon Wenink/Global Aviation Review Press
DE VLIEGENDE HOLLANDER
18
Ontstaan in de jaren zestig als een uitwisselingsevenement tussen een Frans, Brits en Amerikaans squadron, is de NATO Tiger Meet (NTM) een begrip dat al bijna vijftig jaar staat. Maar daar waar echte tijgers solitair leven, zoeken de squadrons met een tijgerembleem elkaar juist op. Ieder jaar komen ze op de thuisbasis van één van de eenheden bij elkaar. Behalve de onderlinge kennisuitwisseling staat de Tiger Meet bovenal bekend als een sociaal evenement. Dat aspect maakt nog steeds deel uit van de bijeenkomst, maar tegenwoordig staat een waardevolle oefening met stip op de eerste plaats. Tekst: Arno Marchand
Bij zijn aantreden als Commandant 313 Squadron is luitenant-kolonel Martin Hendriksma redelijk onbekend met het ‘tijgergebeuren’. ‘Binnen het squadron stond de “tigerspirit” al langere tijd op een laag pitje’, erkent hij. ‘Niet door onwil of desinteresse, maar vooral door de vele andere verplichtingen. Daarnaast werd er naar de Tiger Meet niet gekeken als een oefening met een hoge trainingswaarde. Maar toen we dit jaar tóch weer een keer zijn gaan kijken, waren we verrast. Écht interessant. Je vliegt er comao’s (Combined Air Operations, red.) met een groot aantal vliegtuigen, veel verschillende types, én
in geschikt luchtruim. Je ziet dat niet bij veel oefeningen, alleen bijvoorbeeld Frisian Flag. Maar nu, bij de NTM op Kleine Brogel, hadden we liefst zestig toestellen. Dan rijst de vraag, waarom kan dit hier wel, en is er bij andere oefeningen gebrek aan deelnemers? Het voordeel is de bindende tijgerfactor. Het lijkt misschien een soort verplichting, maar het resultaat is een zeer waardevolle oefening. Daarnaast is het niet alleen een programma voor fast jets, maar ook voor slow movers en helikopters. Bovendien is de Tiger Meet niet meer een feestje voor drinkebroeders zoals het wel ooit bekend
R E P O R TA G E
stond. In tegendeel. Hier ontmoet je je toekomstige partners.’ Flag-niveau De NTM in België was de eerste tweeweekse editie. ‘Een oefening op dit formaat neerzetten, is een evolutie’, vindt Hendriksma. ‘Alle deelnemers waren volledig onder de indruk. Het was goed en veel, van scenario’s tot huisvesting; waanzinnig. Petje af voor de Belgen. Het komt bijna niet voor dat je je twee weken zo kan focussen op je operaties. Dat is knap gedaan, want ook de Belgische personele capaciteit en financiën zijn beperkt.’ Het organiserende 31 Smaldeel werkte dan ook volledig samen met de lokale 10 Tactische Wing van vliegbasis Kleine
Volkel Brogel. En met buurlanden. Het vlieggebied betrof namelijk de cross border-area, een combinatie van de oefengebieden ten noorden van Nederland en de Schleswigarea in Noord-Duitsland. Hij vervolgt: ‘Die grootte heb je voor een oefening als deze ook echt nodig. Ik kan ook een volmondig “ja” geven op de vraag of de NTM valt te vergelijken met het niveau een flag-oefening. Het zou zonde zijn om een dergelijke trainingswaarde alleen voor de tijgereenheden te reserveren. Dat zag je nu al door de aanwezigheid van opposing forces die geen tijger-eenheid zijn.’
Het 313 Squadron nam voor het laatst in 2003 deel aan een Tiger Meet. ‘Dan komt er vanuit de NTA wel druk om te participeren, en eventueel te hosten’, gaat de commandant 313 verder. ‘Juist ook vanwege het hoge Nederlandse kennisniveau en de beschikbaarheid van airspace. Wij hebben inmiddels goedkeuring ontvangen vanuit Breda om in 2010 de Tiger Meet op Volkel te houden. Het is ook mijn insteek om andere eenheden te laten profiteren. Je stopt veel effort in de organisatie en dan wil je ook het maximale eruit halen.’ Trots Gele afdrukken van tijgerpoten voor het squadrongebouw, een mini-tijgermotor en een tijger squadronvlag aan de kapstok in het kantoor van de commandant; de tigerspirit verkeerde bij het 313 Squadron misschien even in een winterslaap, maar het squadron lijkt klaar om weer op jacht te gaan. Hendriksma: ‘Wij kunnen ons als squadron niet voor de organisatie van een Tiger Meet vrijmaken, en net als het 31 Smaldeel lukt het 313 zeker niet alleen. Behalve vliegbasis Volkel hebben we dus zeker ondersteuning van andere partijen nodig. We zorgen ervoor dat zij op hun beurt dan weer meeprofiteren van deze oefening. Gelukkig kregen we veel positieve reacties van iedereen die er dit jaar bij was, maar ook die er niet bij waren. Het brengt een zekere trots met zich mee om aan een groot evenement als dit mee te werken. Je ziet dat ook bij de Luchtmachtdagen. We weten waarvoor we het doen, want van de Belgen kregen we een heel goed voorbeeld.’ •
Formatie van de in tijgerkleuren beschilderde toestellen. NTM viel voor 313 samen met een oefening in het Franse Cazeaux, en Hill Air Force Base in Amerika. Het squadron had derhalve niet alle gewenste vliegtuigen op tijd beschikbaar, waaronder de eigen tigertail. Foto: Gert Kromhout
De KLu heeft sinds 1991 een tijgersquadron als 313 de opleidingstaak afstoot en een operationele eenheid wordt. De ‘jonge adelaar op de startbaan’ maakt als embleem plaats voor een tijgerkop. Foto: Gert Kromhout
Bij de NTM zijn tradities zoals de vlaggenceremonie belangrijk. Daarbij worden de vlaggen van de aanwezige squadrons gehesen en de bijbehorende volkslieden gespeeld. Acht- tot negenhonderd man personeel staat dan in de houding, en het geheel wordt afgesloten met de NAVO-hymne. Foto: John Simons
Volgens Hendriksma moet je normaliter bij zo’n grote oefening even aan elkaar wennen, terwijl je nu een gedeelde cultuur ervaart. Uitwisseling van ervaringen hoort daarbij, zoals het meevliegen in elkaars toestellen. Hier een Franse vlieger achter in een F-16 van 313. Foto: Kees van der Mark
19
DE VLIEGENDE HOLLANDER
MINISERIE
Tijdens een Search and Rescue-melding rukt de Lynx uit met aan boord een boordwerktuigkundige, heliredder, arts, vlieger en tacco of waarnemer. De redder gaat ter plaatse als eerste naar beneden, in het water of aan boord van een schip.
Tekst: June Smit | Foto’s: René Ketting, AVDD
‘Soms klopt het hart me Heliredder: rechterhand van de arts Functie: Heliredder Aantal: 7 Eenheid: 860 Squadron
Niet bang zijn voor wat avontuur, is voor een redder niet genoeg. Als rechterhand van de arts moet een heliredder namelijk ook een medische achtergrond hebben, zodat hij indien nodig kan assisteren.
Nu de Lynx onder het Defensie Helikopter Commando (DHC) valt, maakt ook het maritiem opereren al
‘Het is bij ons hollen of stilstaan’, vertelt heliredder marinier der eerste klasse Evert Sijm. ‘Als de pieper gaat, heb je maximale actie. Bij het 860 Squadron komen dan de heliredder en de dienstdoende arts samen. Dat kan een vliegerarts zijn, maar ook een reguliere marinearts. Die laatste hebben meestal weinig ervaring met vliegen en hijsen en zijn soms best zenuwachtig. Wij vangen de dokter dan ook niet alleen op, maar kleden hem met vliegondergoed, dompelpak en helm en stellen hem indien nodig gerust. Als rechterhand van de arts, overleggen we ondertussen wat nodig is voor deze specifieke melding. Zo hebben we onder meer de beschikking over een brandwondenkoffer, een zuurstofkoffer, een defibrillator en een triagekoffer, waarbij je bij een ongeluk met meerdere slachtoffers naar ernst kunt indelen.’
meer dan een jaar deel uit van het CLSK. Niet alleen de werkzaamheden maar ook de functies zijn daarbij anders dan de KLu gewend was. In deze serie komen deze functies rond de Lynx aan bod. Deze maand vertellen heliredders of kikkers, zoals ze op Maritiem Vliegkamp De Kooy worden genoemd, over hun werkzaamheden en omgaan met ongelukken op zee. DE VLIEGENDE HOLLANDER
20
Te water raken ‘Het assisteren van de arts is één van onze hoofdtaken’, legt matroos 1 Dennis Kradolfer uit. ‘De andere twee zijn het transporteren van patiënten en het redden van drenkelingen. Als we geen melding hebben, voeren we neventaken uit zoals administratie of het inspecteren van reddings- en overlevingsmiddelen. Bij een Search and Rescue (SAR)-opdracht probeert de kikker aan boord van een schip de rust te herstellen, waarna hij met de arts naar de patiënt toegaat om hem
MINISERIE
of haar te stabiliseren. Net als in een ambulance krijgt deze negen van de tien keer zuurstof en een infuus, en indien nodig medicatie. De kikker pakt de patiënt vervolgens in op de brancard. Een zorgvuldig klusje, omdat hij of zij stevig vast moet zitten mocht de brancard tijdens het hijsen te water raken. Een drijfsysteem in de brancard zou dan direct activeren. Ik heb het nog nooit meegemaakt, maar je moet er rekening mee houden.’ Nacht en ontij ‘Onze meldingen lopen uiteen van ongevallen op de Noordzee, het Wad of binnenwater, maar ook voor een parachutist in een
er mensen in het water die ik kende. Dan komt ineens je gevoel boven.’ Hij zegt echter nooit bang te zijn geweest. ‘In ons vak blijf je leren, maar het is vooral gezond nadenken. Als je overlegt met collega’s in de helikopter, kom je vaak al tot een oplossing.’ Sijm beaamt dat. ‘Je bent niet bang maar alert. Je moet je namelijk heel erg bewust zijn van wat je doet. Als iemand van de crew niet happy is om een actie uit te voeren, wordt deze dan ook gestaakt. Toch ga je het eigenlijk altijd proberen.’ Volgens matroos 1 Linda Mettes berust het vooral op vertrouwen. ‘Ik ben als redder heel erg afhankelijk van de hoistoperator en de vlieger als ik eronder hang. Als het slecht weer is en ik
in de keel’ boom waar niemand bij kan, een zelfdoding vanaf de sluizen en een medische evacuatie vanaf schepen en boordeilanden’, vertelt Sijm. ‘We maken van alles mee, uiteenlopend van abrupte amputaties, ontploffingen, mensen die in een laadruim vallen tot bootjes die zinken. En het vindt plaats bij nacht en ontij.’ ‘Maar het is niet altijd heftig’, nuanceert Kradolfer. ‘We lachen ook veel. Als een patiënt bijvoorbeeld een kleine breuk heeft, maken we vaak een lolletje met hem. Dat hoort er ook bij. Het kan ook gebeuren dat we zoeken naar een drenkeling op de Noordzee. Dan zit je urenlang met je hoofd voor het raam en daar is weer niets spannends aan.’ Toch staan sommige SAR-acties de heliredders nog helder voor ogen. ‘Mijn heftigste was toen collega’s van de SAR-heli te water waren geraakt’, vertelt eerste matroos Daniël Beerens. ‘Het was maandag 21 november 2006, pikkedonker en er stonden flinke golven van vier tot vijf meter hoog. Seastate 5, zoals wij dat noemen. Onze collega’s hadden net een booreiland geëvacueerd en moesten door motorproblemen met zeventien man aan boord een voorzorgslanding in het water maken. Hoewel dat goed ging, lagen de meesten verspreid in het water. Met twee heli’s en meerdere reddingsteams probeerden we iedereen zo snel mogelijk uit het ijskoude water te krijgen, wat uiteindelijk lukte.’ Bang ‘Normaal gesproken als je een melding krijgt, doe je gewoon waar je voor getraind bent’, gaat Beerens verder. ‘Maar nu lagen
Tijdens het hijsen geeft de redder signalen aan de boordwerktuigkundige die in de Lynx de lier bedient.
zie het schip waarop ik moet landen onder me heen en weer gaan, klopt mijn hart wel eens in mijn keel. Maar ik ga toch, want het kan zijn dat er iemand dood ligt te gaan.’ Spanning Ondanks het niet ongevaarlijke karakter, is de functie van kikker erg gewild. Toch is deze niet voor iedereen weggelegd. ‘Je moet in ieder geval tussen de 23 en 26 jaar zijn en een medische achtergrond hebben’, zegt Kradolfer. ‘Van de vijftig man die meestal op een vacature reageren, valt een groot deel af door de vliegmedische keuring. Uiteindelijk gaat er vaak maar één iemand per jaar de opleiding in en zelfs die komt er niet altijd doorheen. Het combineren van hijsen, zwemmen en het medische aspect is gewoon best lastig.’ ‘Er komt tijdens een SAR ook veel op je af’, vult Mettes aan. ‘Als je iemand probeert te redden die in het water ligt, ga je door het spartelen voor je het weet kopje onder. Op het schip kan er bemanning aan je trekken en zijn vaak mensen in paniek. Het gaat erom dat de mensen aan boord het gevoel moeten krijgen dat het goed komt omdat jij er nu bent.’ Redders staan 24 uur per dag klaar, 365 dagen per jaar. ‘En als we geen SAR hebben, oefenen we veel’, zegt Sijm. ‘Dat is best intensief, daarom is het ook goed om de paar jaar van functie verwisselen.’ Mettes beaamt dat: ‘Je moet niet continu hetzelfde trucje doen; dan wordt het vervelend. Maar het zal hierna nog best lastig worden om iets te vinden wat zoveel spanning geeft.’ •
De heliredder heeft geen ongevaarlijk werk. Het uit het water halen van drenkelingen gebeurt bijvoorbeeld zowel bij goed als slecht weer. En een drenkeling kan behoorlijk in paniek zijn.
Behalve personen kan er ook een brancard voor een patiënt aan de lier worden bevestigd. Deze wordt vervolgens met de Lynx naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis gevlogen.
21
DE VLIEGENDE HOLLANDER
R E P O R TA G E
Combined Overste Peter van Onzenoort: ‘Voor volgend jaar hopen we op de deelname van meer KLu-onderdelen. Niet alleen bereik je dan sneller je leerdoelen, je kunt ook andere doelen nastreven.’
Computers, servers, tenten, containers en vooral kabels, kilometer kabels. Toch is dat nog maar het topje van de ijsberg die Combined Endeavor heet. De Willem Lodewijk van Nassaukazerne is van 4 tot en met 17 september een van de drie locaties voor deze grootschalige internationale verbindingsoefening. In de schaduw van de grote satellietschotels bij het Groningse Zoutkamp laten de verbindingsteams zien dat digitale samenwerking meer is dan kabels trekken en stekkertjes prikken. Tekst: Ingmar Kooman | Foto’s: René Ketting, AVDD
DE VLIEGENDE HOLLANDER
Drie verschillende systemen, drie verschillende kaartjes. Aan de deelnemers van Combined Endeavor de taak om de diverse communicatie- en datasystemen ‘on speaking terms’ te krijgen. 22
Interoperabiliteit, een aardige tongbreker, maar dat is wel het sleutelwoord bij Combined Endeavor. Kort door de bocht betekent het: zorgen dat verschillende communicatiesystemen met elkaar kunnen ‘praten’. Verspreid over drie locaties – Zoutkamp, Fredericia in Denemarken en Banja Luka in Bosnië-Herzegovina – zijn zo’n twaalfhonderd man uit 24 NAVO- en vijftien Partnership for Peace-landen betrokken bij het koppelen van de diverse commando- en communicatiesystemen. De vijftiende editie van Combined Endeavor is in goed Nederlands ‘joint’ en ‘combined’, wat wil zeggen dat niet alleen verschillende krijgsmachtdelen nauw samenwerken, maar dat ook de krijgsmachten elkaar onderling inzage geven in (delen van) hun data. Videoconferentie Tien jaar terug stond het koppelen van digitale systemen nog in de kinderschoenen. Hoogfrequente en line-of-sight radioverbindingen, daarmee begon Combined Endeavor. Nu is de ervaring in het aanleggen en beheren van netwerken, het instellen van firewalls en versleutelen van data vergevorderd. Dusdanig ver dat de deelnemers zich vooral kunnen richten op het verbreden van het dienstenpakket en het snel uitwisselen van gegevens over beveiligde netwerken. Bovendien kunnen partners in toenemende mate ook van elkaars netwerk en transmissiemiddelen gebruik maken. Dat betekent ook weer een efficiëntieslag. Combined Endeavor zoekt zo de grenzen van interoperabiliteit op. De luchtmacht is dit jaar voor het eerst vertegenwoordigd op Combined Endeavor, met in totaal tien man. Binnen de Nederlandse delegatie werken de luchtmachters nauw samen met collega’s van de Koninklijke Landmacht en het Korps Mariniers. Om de oefening goed op elkaar af te stemmen, spreken de veertig betrokken projectofficieren elke ochtend de oefendag door met een videoconferentie. ‘Dat dit überhaupt mogelijk is, zegt iets over de geboekte voortgang’, geeft luitenant-kolonel Peter van Onzenoort aan. De Nederlandse delegatieleider toont een beeldscherm dat bijna de hele
Multi-tasken lijkt voor sergeant-majoor Bart Bruinsma en zijn collega’s een tweede natuur. ‘Normaal lever je diensten die gevraagd worden en onderhoud je ze. Nu kun je ook andere dingen testen. En dat werkt geweldig.’
R E P O R TA G E
Endeavor 2009 Alles mogelijk ‘Internet, e-mail, telefonie met beeld, dat is allemaal geen punt meer. Of je het nu nodig hebt op een vliegbasis, op oefening of in het uitzendgebied, dat maakt feitelijk geen verschil’, vertelt de landmachtoverste, werkzaam op de Afdeling Informatie Voorziening van de luchtmachtstaf. ‘“Kan dat?” is niet langer de vraag. Alles is in principe mogelijk. Wat wil de commandant hebben, daar gaat het om.’ Zowel land- als luchtmacht maakt sinds 2005 gebruik van het spraak- en datanetwerk TITAAN. Mobiele commando- en bedrijfsvoering is hierdoor niet alleen veilig, maar ook snel te realiseren. In navolging van de KL zet de KLu haar verplaatsbare basismodules op steeds meer plaatsen in, ondermeer in Afghanistan. Eenvoud en snelheid, dat is de kracht van de ICT-modules, stelt Van Onzenoort. ‘Met twee man kun je al een kleine mailserver laten draaien. Met een man of twaalf kun je een hele eenheid voorzien van allerlei data- en communicatiemiddelen.’
houden. Zelf wat pionieren is er dan niet bij. Maar tijdens deze dagen is er een complex crisisscenario waarmee de digifielen zich kunnen uitleven. Een natuurramp, binnenlandse terreurdreiging, criminele activiteiten en een denkbeeldige missie van de Verenigde Naties in de Hoorn van Afrika; het houdt het internationale gezelschap aardig bezig. Opererend in VN-verband is het uiteraard van belang dat de deelnemende partijen van elkaars acties op de hoogte zijn. Het verzorgen van deze zogenoemde ‘situational awareness’ voor de virtuele coalitie is één van de uitdagingen voor de lucht- en landmachters. Het klassieke beeld van de door stafofficieren omringde grote eikenhouten tafel met stafkaarten is in de eenentwintigste eeuw vervangen door een handzame laptop met een stuk geavanceerde software en een netwerkbeheerder. Zoals sergeant-majoor Bart Bruinsma, normaal gesproken werkzaam op vliegbasis Leeuwarden, die laat zien hoe hij gegevens en bewegingen van de eigen eenheden op een landkaart van het missiegebied tovert. Ook gebeurtenissen als wegblokkades en hinderlagen zijn met een paar muisklikken gecreëerd. Dankzij de deelname van de luchtmacht is er in deze editie, behalve een overzicht van de grondeenheden, voor het eerst ook een luchtbeeld.
Digifielen Het bijzondere van Combined Endeavor is dat de techneuten nu eens helemaal los kunnen gaan. Tijdens een reguliere oefening zijn de CIS-mensen mee ter ondersteuning en moeten ze vooral zorgen dat ze de zaak draaiende
Babylonische spraakverwarring ‘De kunst is dat iedereen hetzelfde plaatje ziet’, legt Bruinsma uit. En dat gaat nog niet altijd vlekkeloos. ‘Hé, er ligt een brigade in zee’, merkt een van de landmachters op, wijzend op zijn scherm. Een icoontje van
breedte van een container beslaat. Hij toetst een nummer in op een fors uitgevallen telefoon en een paar seconden later kijk je via een haarscherpe digitale beeldverbinding in de vergaderzaal in Banja Luka.
Sergeant Theun de Bruin: ‘Je hebt maar weinig situaties waarin je systemen zo uitgebreid kunt testen. Kinderziektes haal je er zo snel uit.’
een buitenlandse infanterie-eenheid ‘zweeft’ inderdaad een eindje voor de kust. Een gevolg van de digitale Babylonische spraakverwarring die kan ontstaan wanneer je data over enkele tientallen verschillende netwerksystemen met elkaar wilt delen. Voor de hoofdlijnen draaien de netwerkbeheerders hun hand niet meer om, maar het perfect op elkaar afstemmen vergt wel de nodige inspanning. ‘Dit zijn een soort digitale punaises die we in die kaart prikken’, zegt Bruinsma. ‘Maar ieders kaartje ziet er wel net weer wat anders uit, dus dat moeten we goed op elkaar afstemmen.’ ‘Heel leerzaam,’ vindt zijn Leeuwarder collega, sergeant Theun de Bruin. ‘Zo diep als we hier in het netwerkbeheer duiken, doen we normaal gesproken niet. Het is niet gewoon “plug & play”, een stekkertje erin en alles doet het.’ De nauwe internationale samenwerking tijdens de oefening bevalt hem goed. ‘Het is fijn om in de keuken van andere landen te kijken. Fransen, Spanjaarden, Canadezen, we streven allemaal hetzelfde doel na: onze systemen gegevens laten uitwisselen. Je bekijkt met je buitenlandse collega’s hoe je elkaars netwerkprotocollen werkend krijgt. Samen kom je eruit.’ •
Containers, tenten en communicatieapparatuur, Combined Endeavor oogt bijna als een festivalterrein, maar dan voor techneuten.
23
DE VLIEGENDE HOLLANDER
ACHTERGROND
Publieke belangstelling bij 65ste herdenking
Market Garden Het was een van de grootste grond- en luchtlandingsoperaties uit de Tweede Wereldoorlog, maar Market Garden bracht niet de snelle beëindiging van de strijd met de Duitse bezetter. Amerikanen, Britten, Canadezen, Polen en Nederlanders probeerden de Duitsers de pas af te snijden door achter hun linies te landen. Daarbij moesten ze belangrijke bruggen bij Arnhem en Nijmegen veiligstellen. Het pakte anders uit. Vijfenzestig jaar geleden was de Slag om Arnhem net een brug te ver.
Op 17 september 1944 gaan dertigduizend geallieerde militairen de strijd aan met het op dat moment verzwakt geachte Duitse leger. Market betreft de luchtlanding vanuit hoofdzakelijk Groot Brittannië en Garden het grondoffensief vanuit België. De weerstand is echter veel sterker dan waarmee rekening wordt gehouden. Op 25 september blazen de Geallieerden de operatie af, en Op 25 september blazen de Geallieerden de operatie af, en trekken nog diezelfde avond zoveel mogelijk militairen terug naar het zuiden. Voor duizenden is dat te laat, want zij laten het leven op de Nederlandse slagvelden. Op diverse plaatsen in Nederland staat tussen 17 en 20 september de herdenking van Market Garden centraal. Spil in dat geheel is luitenant-kolonel Gerrit Pijpers. In 1974 wordt hij benaderd door een Britse veteraan die zijn tentoonstelling over de Slag om Arnhem ziet. ‘Mijn moeder maakte de oorlog bewust mee’, zegt Pijpers. ‘Ze had mooie en slechte ervaringen aan die tijd en sprak daar toen ik kind was openlijk over. Later ben ik materiaal gaan verzamelen en daar kwam een expositie van.’ Hij gaat helpen op de Airborne Begraafplaats, ‘maar dat is later wel iets uitgebreider geworden’, zegt de Plaatsvervangend Chef-Kabinet van de Staf CLSK. Tot dit
Gerrit Pijpers (l.) ontvangt uit handen van de commandant van het 4de Parachutisten Bataljon, luitenantkolonel Alistair Rogers een beeld van Pegasus, het divisie-embleem van de 1st Airborne Division, waarvan het 4de parachutisten bataljon deel uitmaakt. Foto: Roger Beets
Behalve vier Amerikaanse C-130’s en drie Britse Herculessen bood Eindhoven ook nog onderdak aan een Poolse C-295 en twee Dakota’s. De toestellen vlogen boven de Ginkelse Heide, Oosterbeek en Groesbeek. Foto: Peter Laarakker, AVDD
DE VLIEGENDE HOLLANDER
24
ACHTERGROND
nog steeds groeiende jaar was Pijpers namelijk op militair gebied het belangrijkste aanspreekpunt voor de luchtlandingen op de Ginkelse Heide bij Ede, en dé organisator van de jaarlijkse herdenkingen op de ArnhemOosterbeek War Cemetery, zoals de Airborne-begraafplaats officieel te boek staat. ‘Het kost heel veel uren, maar ik doe het met veel plezier. Het is vreselijk dankbaar werk.’ Rode baret Zo dankbaar, dat Pijpers dit jaar uit handen van de commandant van het 4de Parachutisten Bataljon, luitenant-kolonel Alistair Rogers, een eerbetoon krijgt in de vorm van een beeld van Pegasus, het embleem van de 1ste Britse Airborne Divisie. Hij neemt afscheid als eindverantwoordelijke. ‘Met pijn in het hart, letterlijk, want als hartpatiënt kan ik niet langer de kar trekken. Aan de ene kant is er de wil om dit nog heel lang te doen, maar aan de andere kant moet je reëel zijn. Ik kan het werk nu nog overdragen aan een collega.’ Die kan voorlopig nog even vooruit, want de plannen zijn er om tot de zeventigste herdenking van Market Garden door te gaan. Pijpers: ‘De jongste veteraan is dan 89 jaar. Daarna gaan de herdenkingen misschien in een andere vorm verder. Maar we doen het niet alleen voor de veteranen. Er komt steeds meer belangstelling van nabestaanden, en vanuit de Britse strijdkrachten. Maar bijvoorbeeld ook vanuit de 11de Luchtmobiele Brigade uit Schaarsbergen. Net als de Britse parachutisten, dragen ook zij een rode baret.
Tekst: Arno Marchand | Foto’s: Joris van Boven
Dat schept een band. Ze oefenen en trainen met de 16th Air Assault Brigade, de eenheid die de tradities van het eerste Britse pararegiment heeft overgenomen. Op de nacht voor de uitreiking van hun rode baret staan de landmachtmilitairen op de Airborne-begraafplaats stil bij de link tussen hun eigen toekomst en de geallieerde collega’s die daar liggen.’
Eindhoven Behalve de grote herdenking in Oosterbeek is ook de dropping van parachutisten op de Ginkelse Heide bij Ede een publiekstrekker. Na eerst Deelen, en de laatste jaren Soesterberg, is vanaf dit jaar vliegbasis Eindhoven gastheer voor de paratoestellen. De cross-servicing had de handen vol aan onder andere vier C-130’s van de Amerikaanse luchtmacht en drie Herculessen van de Britten. Daarnaast bood de vliegbasis onderdak aan vijfhonderd Britse en Amerikaanse parachutisten. De luchtlanding werd aangevuld door honderd parachutisten van het Korps Commandotroepen en 11 Luchtmobiel, zestig Belgische paracommando’s en honderd burgerparachutisten. Een aantal historische toestellen maakte het gezelschap compleet. •
Terwijl een B-25 Mitchell opstijgt vanaf Eindhoven, stappen para’s in een Amerikaanse C-130J.
Parachutisten maken zich klaar voor een vlucht in een van de vier Amerikaanse C-130J’s van Ramstein Air Base in Duitsland.
25
DE VLIEGENDE HOLLANDER
ACHTERGROND
Een Britse Hercules stijgt op vanaf Eindhoven…
...net als een Amerikaanse C-130J … (Foto: Pol de Soeten) …en een Dakota van Battle of Britain Memorial Flight.
DE VLIEGENDE HOLLANDER
26
(Grote foto) Paradropping boven de Ginkelse Heide vanuit een Britse Hercules en een Dakota (foto onder) van de Battle of Britain Memorial Flight. Foto’s: Jan Pijpers
LEESWIJZER
Redskins in gijzeling
‘Redskins in gijzeling’, ISBN 978 90 331 2214 9, geschreven door Adri Burghout en uitgegeven door uitgeverij Den Hertog in Houten. Het boek met formaat 14,5 x 21,5 centimeter telt 148 pagina’s en is voorzien van vijf illustraties, eveneens van Adri Burghout. Prijs: €8,90. Het is in de boekhandel te koop, of te bestellen via Den Hertog. Kijk voor meer informatie op www.adriburghout.nl.
‘Er klopt iets niet. Waarom zijn ze allemaal vertrokken zonder hem in te lichten? Dat is tegen de regels. Ze wisten toch waar hij was! Niemand verlaat de QRF container zonder melding.’ Al snel wordt het Apachevlieger Erik duidelijk waarmee hij te maken heeft. Zijn collega’s zijn ontvoerd door de Taliban. Snel handelen is van levensbelang, dus besluit Erik zelf op zoek te gaan naar de vermiste ‘Redskins’. Het is het begin van een spannende zoektocht in Uruzgan, beschreven vanuit het perspectief van de fictieve Apachevliegers Erik en Henk. ‘Redskins in gijzeling’ is het vervolg op het in 2008 verschenen jeugdboek ‘Redskins in de knel’. De schrijver, Adri Burghout, heeft zich ook voor dit tweede deel laten inspireren en informeren door een actief dienende Apachevlieger. Hij geeft de lezer een aardig inkijkje in de operationele praktijk van luchtmachters in Afghanistan. Daarbij schuwt hij ook het bij de krijgsmacht ingebakken gebruik van afkortingen en Engelse termen niet. QRF, PIC, J-tac’er, zeker in
het begin komt er aardig wat over de (jonge) lezer heen. Toch is ‘Redskins in gijzeling’ geen militaire mini-encyclopedie, maar eerst en vooral een meeslepend verhaal over vriendschap en plichtsbesef. Erik gaat met zijn ‘eenmansexcursie’ buiten Kamp Holland natuurlijk zijn boekje te buiten, maar hij zet alles op het spel om zijn vrienden te redden. Al met al heeft Burghout opnieuw een boeiend jeugdboek afgeleverd waarin de Apachevliegers de heldenrol vervullen. Dat is meteen ook een kleine kanttekening die te maken is bij het boek. De overige militairen zijn meer figurant in het verhaal, de ‘één team, één taak’-gedachte komt wat minder uit de verf. Desondanks leest het boek vlot en zet Burghout door de levendige beschrijvingen van materieel en de harde Afghaanse omstandigheden een reëel beeld neer. De lezers zullen aan dit avontuur van de Redskins weer heel wat leesplezier beleven – ook wanneer de adviesleeftijd van 11 jaar alweer even achter hen ligt. (I.K.) •
27
DE VLIEGENDE HOLLANDER
JOURNAAL Pilot Defensie Conditie Proef van start
Toekomstvisie CLSK uitgereikt Commandant der Strijdkrachten, generaal Peter van Uhm, nam op 19 oktober het eerste exemplaar van de Toekomstvisie Commando Luchtstrijdkrachten 2020-2030 in ontvangst. Hierin staan de hoofdlijnen van de ontwikkelingen van de Nederlandse luchtstrijdkrachten in de komende decennia. ‘Er is gekeken naar taakspecialisatie binnen de NAVO. Dat betekent gehele afhankelijkheid en je moet je op grond van de geschiedenis afvragen of je dat wilt’, aldus de Commandant Luchtstrijdkrachten luitenant-generaal Jac Jansen, die de visie overhandigde. Doel is een maximale synergie van de capaciteiten en het ondersteunen van de politiekmilitaire besluitvorming op alle niveaus. Bemande gevechtsvliegtuigen, geleide wapens en transporttoestellen blijven dus nodig. Daarnaast dient volgens Jansen nadrukkelijk te worden gekeken naar onbemande vliegtuigen. Foto: Peter Wiezoreck, AVDD
Convenant voor veiliger luchtruim en UAV’s Defensie en de Technische Universiteit Delft gaan nauw samenwerken op het gebied van Unmanned Aerial Vehicles (UAV) en luchtruimintegratie. Dat staat in een convenant dat ze kolonel Ton van ´t Hof en de professoren Daan Lenstra en Joan van Aken op 22 oktober ondertekenden bij het Air Operations Control Station Nieuw Milligen. De samenwerking betreft het ontwikkelen en evalueren van concepten voor toekomstige operaties van onbemande vliegtuigen in een gecontroleerd en veiliger luchtruim. Daarnaast moet deze samenwerking leiden tot een verdere ontwikkeling en meer internationale bekendheid van de Nederlandse wetenschappelijke positie in deze bijzondere discipline. Defensie gebruikt in operatiegebieden bemande en onbemande systemen in hetzelfde luchtruim, de integratie van alle systemen hierin is van
DE VLIEGENDE HOLLANDER
28
De aangekondigde pilot van de Defensie Conditie Proef (DCP) is op 1 november van start gegaan bij het Commando Luchtstrijdkrachten. Iedere luchtmachtmilitair is verplicht om door deelname kennis te maken met de nieuwe proef. Tijdens de pilot zijn er geen rechtspositionele consequenties verbonden aan de DCP. Bij succesvolle deelname hoeft de militair echter niet meer deel te nemen aan de Fysieke Functie Eisen (FFE) toets. Wel kunnen militairen die de DCP niet halen alsnog gebruik maken van de FFE-toets. Dit geldt alleen gedurende de pilotperiode. Voor het CLSK loopt de pilot in principe van 1 november 2009 tot 1 oktober 2010. Voor vragen, advies of begeleiding kunt u terecht bij Bureau Militaire Sport op uw eigen onderdeel. Voor meer inhoudelijke informatie kunt u ook terecht op de Defensie Conditie Proef site op intranet.
VOOR ADRESWIJZIGINGEN: ZIE COLOFON OP PAGINA 2. VRAGEN AAN – BEHALVE OVER ADRESWIJZIGINGEN – OF BIJDRAGEN VOOR DE VLIEGENDE HOLLANDER? Mail naar
[email protected] Deadline: iedere eerste maandag van de maand.
Betaaldata salarissen 2009
belang voor de operationele effectiviteit en de veiligheid. Ook in Nederland zijn beide systemen afzonderlijk of samen in te zetten ter ondersteuning van civiele autoriteiten. Foto: Martin Tennekes
In 2009 wordt het salaris uiterlijk de volgende werkdag na de onderstaande betaaldatum op uw rekening bijgeschreven: 24 november en 22 december. Meer informatie is verkrijgbaar bij het Dienstencentrum Human Resources (DCHR) op *06-733 of 0800 – 2255733
JOURNAAL
Laatste nieuwe MLE-opleiding van start
Vlieger-infodagen op vliegbasis Leeuwarden
De opleiding tot B2-Technician F-16 is op 1 oktober gestart. Na de MLE (Militaire Luchtvaart Eisen) 147-gecertificeerde opleidingen voor Apache, Cougar en Chinook is dit de laatste van een serie nieuwe opleidingen. De afgelopen jaren kenmerken zich door intensieve opleidingsontwikkeling om de diverse specialistische opleidingen aan de MLE-147 te laten voldoen. MLE-147 draait vooral om waarborging van vliegveiligheid(sdenken) binnen onderhoudsopleidingsorganisaties. Ruim 550 belangstellenden lieten zich op 8 en 9 oktober bijpraten over het beroep van militair vlieger tijdens de Vlieger-infodagen op vliegbasis Leeuwarden. Jongeren tussen de 17 en 25 jaar kunnen hier alles te weten komen over de keuring- en selectieprocedure, opleidingen en in Nederland en de Verenigde Staten en het werk als militair vlieger. Op vliegbasis Leeuwarden waren
verschillende vliegtuigtypes van de luchtmacht opgesteld en deelden vliegers ervaringen met de jongeren. Daarnaast verstrekten beroepenvoorlichters informatie over opleidingsmogelijkheden en contracten binnen de luchtmacht en het huidige aanbod aan vacatures. Het F-16 solo display team verzorgde op beide dagen een demonstratie. Foto: Cristian Schrik
‘Paniek’ bij calamiteitenoefening Leeuwarden
Cateringactiviteiten Paresto gebundeld
Vliegbasis Woensdrecht nam op 3 oktober deel aan een multidisciplinaire rampenoefening van de Veiligheidsregio Midden-en West-Brabant. Behalve de vliegbasis deden ook de gemeente Woensdrecht, het Nederlandse Rode Kruis en partijen als de Koninklijke Marechaussee, politie en brandweer mee. De oefening stond vooral in het teken van opvang, verzorging en registratie van evacués na een calamiteit. Zowel in het gemeentehuis als in de Schuttershof op de vliegbasis was een opvanglocatie ingericht. Medewerkers van P&O van OKLu en LCW coördineerden de eerste opvang en het invullen van de registratieformulieren. Ook zorgden zij voor de opvang van ‘gewonde’ evacues of evacues die bijvoorbeeld iemand kwijt en daarom in paniek waren. Foto: Albert Hondeveld
Cougar lost Chinook af
Mensen die de services van Paresto willen aanvragen, kunnen sinds kort de Banquetinemap raadplegen. Hierin staan alle activiteiten en services die Paresto biedt met prijs beschreven. In ‘proef de passie 2009/2010’ staan diverse nieuwe producten en arrangementen, zoals onder het thema ´biologisch´ diverse biologische lunches, hapjes, diners en wijnen. Vanaf heden is deze map in te zien bij elke cateringmanager of het facilitair management op elke defensielocatie. Zij adviseren graag bij het plannen en invullen van de cateringactiviteit. De digitale versie van de brochure staat ook op CDC-Direct.
De Cougars namen op 30 september de transporttaak over van de Chinooks in Afghanistan. De in totaal vijf Cougars arriveerden met verschillende vluchten van de Antonov AN-124 op Kandahar Airfield (KAF). Sindsdien is er hard gewerkt om de transporthelikopters zo snel mogelijk inzetgereed te krijgen om de transporttaak voor ISAF te vervullen. Op 1 mei 2010 zullen de Chinooks weer op het Afghaanse toneel verschijnen. De drie Chinooks vlogen vanaf eind april zo’n 625 uren voor missies in het zuiden van Afghanistan en vervoerden bijna zesduizend personen en ruim driehonderd ton aan vracht. Ook ondersteunden de Chinooks operaties van speciale eenheden, waaronder Taskforce 55 met Nederlandse commando’s en mariniers. Foto: Rob de Bokx
29
DE VLIEGENDE HOLLANDER
JOURNAAL
Hoge Amerikaanse onderscheiding voor luchtmachtkolonel Kolonel Jaap Reijling, onderdeelscommandant van de Staf CLSK te Breda, ontving op 28 oktober de Legion of Merit in de graad van officier. De uitreiking van deze hoge Amerikaanse onderscheiding vond plaats op de Amerikaanse ambassade in Den Haag in het bijzijn van plaatsvervangend CDS, luitenant-generaal Freek Meulman, de Amerikaanse defensieattaché en familieleden. De Legion of Merit is een onderscheiding die ook kan worden toegekend aan buitenlandse militaire officieren wegens bijzondere verdiensten bewezen voor de samenwerking tussen Nederland en Amerika. De toekenning houdt verband met zijn functie als luchtmachtattaché op de Nederlandse Ambassade in Washington D.C. van juli 2004 tot en met juni 2008, waar hij een belangrijke bijdrage leverde aan de verbetering van de Amerikaans-Nederlandse relatie op luchtmachtgebied. Hij werkte onder meer mee aan de totstandkoming van de samenwerking in het Joint Strike Fighter project en de huidige ISAF missie in Afghanistan. Ook organiseerde Reijling de eerste luchtmacht stafbesprekingen tussen de twee landen op generaalsniveau en voerde hij overleg met leden van de Senaat en Huis van Afgevaardigden over de verplaatsing van de F-16 opleidingseenheid van vliegbasis Volkel naar Springfield, Ohio. Foto: United States Embassy
Commando-overdrachten X
Luitenant-kolonel Pier Schipmolder gaf op 11 oktober op Tarin Kowt het commando over aan luitenant-kolonel Jan Koedijk, die daarmee het bevel krijgt over Apache detachement IV. Het detachement is met vijf Apaches gestationeerd op de basis Kamp Holland nabij Tarin Kowt. Het 301 Squadron van de vliegbasis GilzeRijen is sinds maart 2004 ononderbroken in het ISAF theater aanwezig geweest om toe te zien op de orde en veiligheid van de bevolking en eigen troepen. Foto: Jan-Kees de Meester, AVDD Y Op Kandahar Airfield (KAF) droeg het elfde detachement van de Air Task Force (ATF) op 4 oktober de werkzaamheden over aan zijn opvolgers. Kolonel Peter Tankink wordt hierbij commandant ATF12. De afgelopen vier maanden leverde het detachement onder bevel van kolonel Frank Rombouts een belangrijke bijdrage aan de ISAF-missie in Afghanistan. F-16’s en Apaches leverden luchtsteun aan grondtroepen en de Chinooks verrichtten veel werk met het vervoer van personeel en middelen. Foto: 1(NLD) ATF Z Majoor Charles Dalloyaux droeg op 24 september het commando over het 131 EMVO-squadron (Elementaire Militaire Vliegopleiding) over aan majoor Rinus van Antwerpen. De beide majoors wisselden letterlijk van functie. Met de komst van Van
X
Y
Z DE VLIEGENDE HOLLANDER
30
Correctie
In het artikel over de Veteranendagen KLu is per ongeluk de verkeerde tekst bij een geïnterviewde veteraan geplaatst. Hierbij alsnog het juiste citaat bij de juiste naam. Soldaat 1 Alex Luitzen Reinders (Villafranca, 1993) ‘Het stukje erkenning dat je hier krijgt, vind ik wel belangrijk. De jonge garde komt nog niet naar dit soort dagen. Misschien is het voor hen nu nog niet interessant genoeg, maar hebben ze er later wel opeens behoefte aan. Tegen die oude mannen hier wordt echt opgekeken, ook door mij. Dat zijn natuurlijk “de bevrijders.”’ Foto: Maartje Roos, AVDD Antwerpen als Commandant 131 Squadron zal Dalloyaux diens functie bij de P&O Sectie Luchtvarenden op de staf CLSK in Breda overnemen. Foto: Jan Schram, AVDD [ Luitenant-kolonel Bas Bokma heeft op 15 september het commando over de Koninklijke Militaire School Luchtmacht overgedragen aan luitenant-kolonel Marco Kathmann. Foto: Jan Schram, AVDD
[
JOURNAAL
‘Jarige’ Joop Mulder maakt tienduizend vlieguren
Historische verzameling op De Peel Belangstellenden voor de geschiedenis van de grondgebonden luchtverdediging van de landen luchtmacht kunnen sinds 21 oktober hun hart ophalen op luchtmachtbasis De Peel. De opening van de historische verzameling grondgebonden luchtverdediging vond plaats in het bijzijn van Commandant Groep Geleide Wapens, kolonel Peter Wijninga, Commandant Commando Luchtdoelartillerie, kolonel Laurens Jobse en diverse oudcommandanten van beide eenheden. Een collectie aan wapensystemen, voertuigen, radarinstallaties en simulatoren geven een goed beeld van de geschiedenis van de grondgebonden luchtverdediging. Verschillende informatiezuilen en fotowanden maken de historische verzameling compleet. Ook is er een winkel met een klein assortiment aan luchtverdediginggerelateerde zaken. De historische verzameling van zowel het Commando Luchtdoelartillerie (CoLua) als de Groep Geleide Wapens (GGW) zijn samengevoegd in deze collectie. De verzameling is elke woensdag en donderdag van 10.00 uur tot 15.00 uur geopend voor publiek. Entree is gratis. Bezoekers kunnen zich melden bij het Basis Informatie Centrum op luchtmachtbasis De Peel. Foto: Wouter Visser
Nieuw gevechtsleidingsysteem AOCS NM
Tijdens de vlucht van Kandahar Airfield naar Tarin Kowt op dinsdag 29 september bereikte de Hercules G-275 ‘Joop Mulder’ de mijlpaal van tienduizend vlieguren. Hierbij was de Commandant der Strijdkrachten, generaal Peter van Uhm, aan boord. Vijf dagen later vierde het toestel ook nog eens zijn vijftiende dienstjaar bij de KLu. De G-275 is de tweede verlengde C-130 Hercules van de Koninklijke Luchtmacht en vliegt sinds 1994. Het tactische transportvliegtuig wordt afwisselend met de andere C-130 van de KLu de G-273 ‘Ben Swagerman’ die sinds 3 januari 2009 wordt ingezet door 1(NLD) FSE Mirage in de Verenigde Arabische Emiraten voor shuttlevluchten naar Afghanistan. Foto: Peter Grotens
Luchtmacht Juristendag
De gevechtsleiding van het Air Operations Control Station Nieuw Milligen nam op 16 september afscheid van het verouderde Nieuw Miligen Improved Communication System. Het NIMICSsysteem is de afgelopen 23 jaar gebruikt voor vrijwel alle radio- en telefoonverbindingen voor de operationele dienst van het Control and Reporting Centre (CRC). Inmiddels is het CRC overgegaan op een nieuw communicatieplatform; het Voice
Communicatie Systeem (VCS), waarmee onder andere met communicatienetwerken van civiele instanties kan worden samengewerkt. Dit is een deel van het Air Command and Control System, dat op termijn de huidige systemen vervangt waar de gevechtsleiding nu mee werkt. Een deel van NIMICS wordt geprepareerd voor een nieuwe locatie in het Luchtvaartmuseum in Soesterberg. Foto: Martin Tennekes
Juristen van de luchtmacht zijn op 8 oktober bij elkaar gekomen op Bronbeek bij Arnhem voor de jaarlijkse luchtmacht Juristendag. De dag bestaat enerzijds uit een militair (operationeel) juridisch educatief programma (JOPlegal) voor actief dienende militair juristen en anderzijds uit de traditionele juristenborrel met maaltijd. Het JOP-legal betreft de uitwisseling van operationele kennis en ervaringen opgedaan in het afgelopen jaar. Dit jaar was het centrale thema ‘vliegende jurist’. Dit zijn juristen die buiten de Stafgroep Juridische Zaken en andere juridische afdelingen binnen de defensiestaf op operationele (buitenlandse) onderdelen werkzaam zijn.
31
DE VLIEGENDE HOLLANDER
JOURNAAL
Eeuw luchtvaarthistorie gevat in postzegels
Commodore b.d. John Herman Vermeulen op heeft op 1 oktober de eerste postzegels in ontvangst genomen die zijn gewijd aan 100 jaar gemotoriseerde luchtvaart in Nederland. Vermeulen, de oudst nog in leven zijnde vlieger uit de meidagen van 1940, kreeg de zegels overhandigd tijdens een feestelijke presentatie in het Militaire Luchtvaart Museum. Op iedere postzegel staat één beeld dat representatief is voor een onderdeel van de geschiede-
Bevordering Bart Hoitink tot commodore Met ingang van 1 oktober is Ing. Bart Hoitink, MSc. tegelijkertijd bevorderd tot commodore en benoemd tot Souschef Integratie Aansturen Operationele Gereedstelling. Na zijn helikopteropleiding vervulde Hoitink tot 1986 verschillende operationele functies, waarna hij lid werd van het Nederlandse helikopterdemonstratieteam The Grasshoppers. In 1989 werd hij vlieginstructeur. Tijdens de verwerving van een nieuwe helikoptervloot vier jaar later ontwikkelde Hoitink hiervoor het beleid en de procedures met betrekking tot elektronische oorlogsvoering. Hierna aanvaardde hij de functie van Officier Operatiën. In 2000 voerde hij het bevel over de eerste Cougarmissie voor SFOR in Bosnië. Twee jaar later begon hij aan een opleiding aan de Air University op de luchtmachtbasis Maxwell in de Verenigde Staten, waar hij in 2003 zijn Master Degree in Strategic Studies behaalde. Foto: Peter Wiezoreck, AVDD
nis van de luchtvaart in Nederland. Het postzegelvel (oplage van 365.000) met tien zegels kost €4,40 en zijn – zolang de voorraad strekt – verkrijgbaar bij alle postkantoren. Ook zijn postzegelmapjes, eerstedagenveloppen, een themaboek en een prestigeboekje verkrijgbaar. Op de website van Mijksenaar staat een filmpje over het creatieve proces bij de totstandkoming van het postzegelvel: www.mijksenaar.com/ postzegels_100jaarluchtvaart. Foto: TNT
Oude schuld ingelost
Samenvoeging opruimingsdiensten definitief Plaatsvervangend commandant, luitenant-kolonel Frans Kappen, overhandigde op 1 september al het personeel van de Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EOD) het nieuwe mouwembleem. De uitreiking symboliseert de definitieve omslag naar één EOD, waarin alle krijgsmachtdelen samenwerken. ‘Na een jarenlang voortraject starten we met een nieuwe manier van werken, die voor iedereen hetzelfde is’, aldus Kappen. ‘De EOD heeft nu een volwaardige staf, een Kenniscentrum, een Grondgebonden en een Maritieme EOD-compagnie, een geïntegreerde school en een Logistiek Peloton. De school werkt aan één opleiding. De staf ontwikkelt een personeelsplan waarin in-, door- en uitstroom in samenhang met het behoud van personeel bekeken worden. Zo zetten we met elkaar een nieuwe EOD neer die professioneler is, meer carrièreperspectief biedt en internationaal meer betekenis kan krijgen. Huidige EOD-locaties zijn Gilze-Rijen, Culemborg en Den Helder.’ Foto: Dave de Vaal, AVDD
DE VLIEGENDE HOLLANDER
32
Het Vliegveiligheid Oefen en Test Centrum (VOTC) heeft na 25 jaar een geleend boek met rente teruggekregen. Toenmalig adjudant Henk van Jaarsveld, Hoofd inwendige Dienst, leende het boek ‘Wonderen zijn schaars’ in 1984 vanwege zijn grote interesse in overlevingstechnieken. Een kwart eeuw later maakte Van Jaarsveld, inmiddels buiten dienst, een afspraak om het boek officieel terug te komen brengen. Naast het boek overhandigde hij nog andere boeken met als onderwerp overleven, waar hij geen gebruik meer van maakte, als rente. Foto: VOTC
JOURNAAL
Wenskind Dave reddingswerker voor één dag Uitnodiging viering De wens van de tienjarige Dave uit het Westland ging op 21 september in vervulling. Vanaf de vliegbasis Leeuwarden vloog de jongen, met levensbedreigende ziekte, samen met een speciaal reddingsteam van de Koninklijke Luchtmacht uit voor de kust van Harlingen. Boven zee daalde hij als een echte reddingsmedewerker aan de 75 meter lange hoistkabel van de helikopter af naar een reddingsboot van de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij, waar zijn trotse vader Eric hem “opving”. De actie was afkomstig van Doe Een Wens Stichting, een stichting die de liefste wens vervult van kinderen met een levensbedreigende ziekte. Foto: Stichting Doe Een Wens
Handen uit de mouwen tijdens AAP-uitje De Directie Planning en Control stak dit jaar tijdens een uitje op 7 oktober de handen uit de mouwen bij Stichting AAP in Almere. Deze organisatie is een Europees opvangcentrum voor uitheemse dieren, die afkomstig zijn van de illegale handel, proefdierlaboratoria, circussen, louche dierentuinen of rechtstreeks van particulieren. Tijdens de saamhorigheidsdag gingen de medewerkers aan de slag met het maken van speeltoestellen voor de dieren, zoals hangmatten van oude brandweerslangen en kruipbuizen. Ook moesten sommige dierenverblijven verschoond of opnieuw ingericht worden. Dankzij de enthousiaste steun van de DPC-personeel zijn grote stappen voorwaarts gemaakt. Foto: DP&C
65 jaar vrouwen bij Defensie Met de formele oprichting van de verschillende vrouwenkorpsen in 1944, traden de eerste vrouwen officieel toe tot de krijgsmacht. Omdat 65 jaar later vrouwen nog steeds van groot belang voor Defensie zijn, is op woensdag 2 december een bijeenkomst om dit jubileum te vieren. In een avondvullend programma wordt een reis door de tijd gemaakt van 1944 naar nu en de toekomst. De viering is bedoeld voor al het actief dienend en voormalig vrouwelijk defensiepersoneel en wordt muzikaal begeleid door de luchtmachtkapel en met medewerking van Karin Bloemen. Locatie: Beatrixtheater in Utrecht, tijd: van 19.00 tot 23.00 uur. Voor opgave kunt u een email sturen naar:
[email protected]. Ruim voor de datum van de feestavond ontvangt u de toegangskaarten en het officiële programma via de post op het huisadres.
In memoriam
Reumapatiëntjes maken droomrit op vliegbasis Volkel werking tussen het Reumafonds, Ferrari Nederland, Forza Service en de vliegbasis leidde ertoe dat de reumapatiëntjes even hun gedachten konden richten op deze droomrit. Een demonstratie met bewakingshonden en een demo van de brandweer, waarbij een vlieger uit een F-16 werd Honderd kinderen met een chronische ziekte gehaald en de komst van het F-16 Solo maakten op zaterdag 19 september een puzzelrit Display team, maakten de dag compleet. met Ferrari’s op vliegbasis Volkel. Een samenFoto: Carel Ruigrok, Ferrari Club Nederland
Geheel onverwachts overleed op maandag 12 oktober op 49-jarige leeftijd eerste luitenant Henk Verrijdt. Verrijdt was werkzaam bij de Stafgroep VKAM van de Staf CLSK. Hij laat een echtgenote, zoon en dochter achter. Op donderdag 3 september overleed op 52-jarige leeftijd plotseling kapitein Harry van der Heijden. Hij was werkzaam bij het 941 Squadron als Officier Toegevoegd bij Bureau Logistiek Beleid en Plannen van de Vliegbasis Eindhoven. Van der Heijden laat een echtgenote en twee zoons achter.
Agenda Militaire Luchtvaartmuseum Museumtour Gratis rondleidingen door het museum. Iedere tweede zondag van de maand. Het Flying Center is tot het einde van het jaar wegens herinrichting gesloten. De F-16 en de zweefvliegsimulators zijn tijdelijk verplaatst naar de Vreeburghal. Hierin kunt u iedere woensdag- en vrijdagmiddag en zondag plaatsnemen.
Tentoonstellingen Aerocartoons II is een luchtige kijk op het vliegbedrijf. Twintig tekenaars, onder wie Ton van Andel, bekend van de luchtvaartkalender hebben zich uitgeleefd op het thema (militaire) luchtvaart. Dagelijks, tot voorjaar 2010.
Meer informatie en aanmeldingen op www.militaireluchtvaartmuseum.nl. Openingstijden: dinsdag tot en met vrijdag van 10.00 tot 16.30 uur, zondag van 12.00 tot 16.30 uur. Op pinksterzondag en Koninginnedag is het MLM gesloten. De exposities en het museum zijn gratis te bezoeken. Adres: Kampweg 120, 3769 DJ Soesterberg, telefoon 0346-356000. E-mail:
[email protected].
33
DE VLIEGENDE HOLLANDER
Mensen
Mutaties
Bevorderingen militairen L Luitenant-kolonel Ammerlaan KC (Sectie Strategische A Plannen) M Majoor Bruchem J van (LSK:SIE B GEVECHTS&UTIL. HELI’S, Hoek JA (Afd. Mngmnt Control Exploitatie), Morsink MWH (LSK:SIE GEZONDHEIDSZORG BEHEER), Nazli I (DIR WPSN NAVO C2COE STGP), Quax ELCW (DHC:PH OPS BUR OEF&;INZ VOORB), Roerade D (DHC:299 BUR SCEN BEGELEIDING), Ruiter JD de (OKLU:BUR OPLEIDINGSZAKEN), Tel JC (LW:OPERATIECENTRUM LOG), Terlouw LM (AFD GWPNS SIE ME PATRIOT), Visser J (Afdeling J8 (Financiën, Wintjes MAT (OTCMAN/SGLS/INSTRGP FW/FAC) K Kapitein Berg WAH van den (DC HR: Cluster B 5), Bosch JA (AFD GWPNS SIE TYPEMGMTPATRIOT), Lorraine SJ (AOCS:VLUCHT A2), Pol JF (LSK:BUR OVERIGE MIDDELEN), Roelofsen WA (AOCS:RADAR OPLEIDINGENSIE), Roelofsen WA (AOCS:RADAR OPLEIDINGENSIE), Slik HGG van der (EODD/SCHOOL), Suykerbuyk JCCW (GGW:GEZONDHEIDSCENTRUM650) E Eerste luitenant Geelen PPC (VKL:BUR G INFRASTRUCTUURBEH.), Martinus RM (NLDA: Tp, Beh & Bev) Tweede luitenant T Clabbers J (GGW:KANT INZET & C OEFENVOORBER) Adjudant-onderofficier A Aerle LFGM van (GGW:ONDERDEELS A COORD CENTR LOG), Biersteker P (LW:KANTOOR VEILIGHEID), Boogaard DJW (CAT: MRC), Hagen JC (VKL:OPERATIECENTRUM LOG), Her L (GGW:ME MATERIEELVOORZIENNG 951), Voor den Dag JJ (DHC:932 MAT OPSLAG), Klooster RWD van (GGW:CIS COORDINATIONCENTRE 800), Patings EWG (VKL:OPERATIECENTRUM LOG), Rongen HAJM (VKL:STAF OPERATIONELE ONDERST), Schuurman JBJ (OKLU:132 DMLO SQN), Wolf JPAM (LCW LOGMGMT J&LVTGN), Zwartscholten HJ (OKLU:KANT KWALBORGING&OPLONTW.)
DE VLIEGENDE HOLLANDER
34
Sergeant-majoor S Aalbers EAJ (OKLU:AG SOCIAAL A COMM/DIDACTIEK), Brand ER (LW:WE VLIEGT. ONDERHOUD (VO)), Brand WP van den (VKL:WBE LINE MAINTENANCE), Brik I (OKLU:VG VLIEGTUIGMECHANICA), Cooman RR (DHC:932 PVE MATERIEEL), Fernandez EE (LW:WE AVIONICATECHNIEK(AVT)), Jumarali RA (LW:CIS MAINTENANCE), Kok C (DHC:931 PVE GZC), Koolen BCN (DHC:930 WE VOERTUIGONDERHOUD), Lakerveld AMF van (CAT: Vlb Gilze Rijen), Leereveld PP (DHC:930 MECH COGP), Lodewijk R (OKLU:VG GRONDTECHNIEK), Mijnheer CG (LW:WEAPONS TRAINING CENTER), Nuij V (OKLU:VG VLIEGTUIGMECHANICA), Seuren LW (VKL:PVE LINEMAINTENANCE 313), Snijder CP (AOCS:VLUCHT B4), Swieten R van (AOCS:BEWAKING SIE), Verhoeven JA (NLDA: Spec Pel Opl SQN), Vorsteveld HL (LW:WE AVIONICATECHNIEK(AVT)), Zweden MN van (LSK:BUR PERS. BEHEER&PLAATSING) Sergeant 1 S Cuppen JPH (AOCS:FLIGHT C DATA / NOTAM SIE), Cuppen JPH (AOCS:FLIGHT DATA / NOTAM SIE), Ilbrink H (LW:KANT OPL VAARD&TRAINING), Toorn D van den (VKL:PVE OPS 312) Sergeant S Alkema C (LCW COMPO A MOT&MODULES), Beurden TPC van (DHC:930 WE BASE CHINOOK), Boer D (CAT: Opleidingen Woensdrecht), Collignon WG (VKL:SIE VLIEGVEIL. UITRUSTING), Derks JF (LSKBOE:DRUMFANFARE), Godefrooij CJW (CAT: IDL), Ham ALT van (EHV:P&O ADVISEURS SPECIALISTEN), Hoefnagels LHT (DHC:931 CIS COORDINATIE CENTRE), Jacobs RJM (EHV:MAGAZIJN), Lauwerijssen ACM (DHC:932 WE LOG OPSLAG POLCA), Ligt R (DHC:932 WE LOG OPSLAG POLCA), Rooks MI (LSK:WC GENEESK LOGISTIEK (WGL)), Samandu Y (EHV:CABIN ATTENDANT SIE), Welten D (GGW:BASISARCHIEF) K Korporaal 1 Arnts FJG (VKL:BEWAKINGSA SPEC OPSVL 640), Çetin S
(AOCS:BEWAKING SIE), Gunnewijk HA (VKL:SIE WEGTRANSPORT), Jong NR de (LW:HONDEN SIE), Keijzer A (VKL:BEWAKINGS-SPEC OPSVL 640), Leeflang MJ (VKL:BEWAKINGS-SPEC OPSVL 640), Snoek RA (GGW:CIS OPERATIONS 800), Vrancken DJJ (EHV:SHIFT B VRACHTAFHANDELING), Wal F van der (LW:SIE VOERTUIGONDERHOUD) Korporaal K Sterenborg NP (DHC:931 SIE S BEWAKING) Soldaat 2 S JJansen SAJP (DHC:931 SIE BEWAKING)
Bevorderingen burgerambtenaren Schaal 09 Berge S van den (IBBAD OKLU:BUR OPLEIDINGSZAKEN), Pinxteren MAAM van (IBBAD LSK:SIE LOOPBAANMANAGEMENT)
M E N S E N & M U TAT I E S
Dienst verlaten militairen K Kolonel Arnoldussen WRM ( LSK:AFD A INFORMATIEVOORZIENING) L Luitenant-kolonel LLafort EMM (DC IOD: JWC), Roo JW de (DC IOD: CAOC DLD Kalkar), Rooij HGC van (DC IO: JALLC), Vosters APG (OKLU:VLB. WDT) M Majoor Aalders JJE (DC IOD: Locatie Lissabon), A Schipper SJ (ZEESYSN SIE WPNSYSN), Stadlander MC (DVD: Z Afd. Lok. Vastgoeddnst) K Kapitein JJager FL (OST: GPZ: GCDH: GHCKLU), Orsouw AMJ van (DIR P&V TDL VESTIGING EINDHVN), Stolk JL (DHC:299 KNT OPERATIES) A Adjudant-onderofficier Bollerman E (GGW:ME B MATERIEELVOORZIENNG 951), Kerkman A (GGW:BUR ONDERZ INT BEHEERSING), Linden J van der (OKLU), Wanningen R (DPD: Afdeling Planningen Cont) S Sergeant-majoor Bouwhuis BAG (AOCS:P&O ADVIES), B Hennink DAH (LCW COMPO CL AVIONICA), Krommenhoek W (VKL:PVE LINEMAINTENANCE 313), Moolenkamp W (DVVO: Cluster VV-DET), Viveen EAT (EHV:PLANNING VIP) S Sergeant 1 Cuppens JHH (DC IOD: Sector C Brunssum), Maas J van der (VKL:PVE BRANDWEER), Mulder G (AOCS:P&O ADVIES), Santvoort HMA van (VKL:WE BASE MAINTENANCE F16), Veenstra AP (LW:REGIO MATERIEEL VOORZ TNOO) Korporaal 1 K Bröker PMG (OKLU:PVE BRANDWEER), B Cordova Middelbrink JRJ (VKL:PVE LINEMAINTENANCE 311), Cuijpers MG (VKL:SIE BRANDSTOFFEN), Elshout AW van den (VKL:PVE LINEMAINTENANCE 313), Ghielen RJC (DHC:931 PVE BRANDWEER), Jager DS de (DHC:931 PVE BRANDWEER), Jansen EJ (EHV:AFDELING TRANSPORT), Lubberts M (LW:CIS MAINTENANCE), Meij EE van der (CAT: Vlb Leeuwarden), Sietsma D (DVVO: Transprtgrp5 WE Den Haag),
Overplaatsing militairen Maarleveld S (LSKBOE:OPL NLDA KRT MODEL KOO) Soldaat 1 S Siegersma MG (OKLU:RESSORT S LEERLINGEN) Soldaat 3 S Punt YB (OKLU:RESSORT LEERLINGEN), P Reints D (OKLU:RESSORT LEERLINGEN), Wevers A (OKLU:RESSORT LEERLINGEN)
K Korporaal 1 Buffart MRA (naar Koninklijke B Landmacht) Hooff JA van (naar Koninklijke Landmacht) Maturbongs EJC (naar Koninklijke Landmacht) Sergeant S EElburg W van (naar Koninklijke Landmacht) Soldaat 3 S Pauptit Y (naar Koninklijke Landmacht) P
Dienst verlaten burgerambtenaren Schaal 10 Spruit AJM (IBBAD LSK:EVENEMENTENBUREAU KLU) Schaal 08 Herkendaal RP (IBBAD LSK:SIE ELECTR OORLOGSVOERING) Schaal 07 Rond R de (IBBAD OKLU:BUR MANAGEMENT CONTROL) Schaal 06 Koning MPJM (IBBAD DHC:932 MAT VERW ADMINOST), Vlaminckx RA (IBBAD OKLU:BUR MILITAIRE SPORT) Schaal 05 Hesselink FC (IBBAD DHC:301 OPS COGP) Schaal 04 Boogaard TG van den (IBBAD VKL:P&O ADVISEURS SPECIALISTEN), Lorist P (LW:GEZONDHEIDSCENTRUM), Ossel DA (IBBAD LW:P&O ADVISEURS SPECIALISTEN), Jong EA de (IBBAD OKLU:GENEESKUNDIGE ONDERST.), Smans T (IBBAD OKLU:WE GEREEDSTELLING), Steen NAJA van der (IBBAD VKL:P&O ADVISEURS&ONDERST P&O), Stofregen HSWB (IBBAD LSK:P&O ADVIES), Toonstra S (IBBAD LW:BUR DOCUMENTATIE ENINFO) Deze gegevens zijn afkomstig uit PeopleSoft en zijn aangeleverd door het DienstenCentrum Human Resources (DCHR). Indien gegevens niet correct in deze rubriek staan vermeld, wendt u zich dan tot het DCHR, telefoon *06-733 of 0800-2255733. Deze kan mutaties verwerken in PeopleSoft.
35
DE VLIEGENDE HOLLANDER
W W W.WE R KE N B IJ DE LUCHTMACHT.N L
Lotte Rongen, korporaal-chauffeur bij de Koninklijke Luchtmacht:
‘Als vrouw bij de luchtmacht moet je je woordje klaar hebben’ ‘Via een vriendin die er al werkte, kwam ik bij de Koninklijke Luchtmacht terecht. Bij mijn sollicitatie kon ik, met mijn vooropleiding, kiezen uit drie functies. Ik koos voor chauffeur. Op vliegbasis Volkel vervoer ik mensen en goederen van A naar B. Binnen de basis, maar ook daarbuiten. Zo rijd ik bijvoorbeeld vliegers van en naar hun toestel, breng ik collega’s naar het ziekenhuis of zet ik mensen af op Schiphol of vliegbasis Eindhoven. Met de vrachtwagen vervoer ik bijvoorbeeld spullen voor transport naar Kandahar of onderdelen voor reparatie.’ Vrijwilligerswerk ‘Je werkt met zoveel verschillende mensen, dat maakt het werk zo leuk! Naast je werk kun je ook als vrijwilliger naar het buitenland. Zo heb ik al eens ingezamelde spullen naar een opvanghuis in Kroatië gebracht. Maar je kunt bijvoorbeeld ook naar een dierenasiel in Bosnië worden gestuurd. Dat zijn dan projecten van collega’s hier op de basis, waarvoor chauffeurs gevraagd worden. Ik vind het leuk om te doen en mooi om te zien waar de spullen die ik wegbreng, daadwerkelijk terechtkomen.’ Op uitzending ‘Ik ben net terug van een uitzending naar Kandahar in Afghanistan. Daar heb ik een goede tijd gehad. Het is bijzonder om te merken dat je op uitzending een geheel eigen leven hebt. Op dat moment is het uitzendgebied even jouw hele wereld, hoewel je natuurlijk wel regelmatig contact hebt met het thuisfront. Misschien voelt dat zo doordat je toch een bepaalde routine ontwikkelt in je dagelijkse werkzaamheden.’
Collega’s gezocht! De luchtmacht is op zoek naar nieuwe collega’s voor onder meer de functie van korporaal chauffeur. • Instromen met een VMBO kadergerichte opleiding • Start met militaire opleiding aan de Koninklijke Militaire School Luchtmacht in Woensdrecht • In 2010 nog meerdere opleidingsplaatsen beschikbaar Ben jij (of ken je) iemand met interesse voor een baan bij de luchtmacht? Kijk dan op www.werkenbijdeluchtmacht.nl voor meer informatie over deze en al onze andere vacatures.
Veel opleidingsmogelijkheden ‘Bij de luchtmacht heb je de mogelijkheid om allerlei opleidingen volgen, die ook nog geheel of gedeeltelijk betaald worden. Zo heb ik mijn vrachtwagen- en aanhangerrijbewijs gehaald en de opleiding Container Packing gedaan. In december start ik met de opleiding Sociaal Pedagogisch Werk. Dat wil ik in de toekomst graag gaan doen, maatschappelijk werk bij Defensie.’ Goede sfeer ‘Het werken bij de luchtmacht bevalt me goed. We doen veel leuke dingen en er wordt veel georganiseerd. Als vrouw bij de luchtmacht moet je wel je woordje klaar hebben, maar ik voel me op m’n plek tussen de mannen. Ik werk er inmiddels alweer zeven jaar!’
WERKENBIJDELUCHTMACHT.NL
DE LUCHTMACHT. ÉÉN TEAM. ÉÉN TAAK