de Vliegende Hollander Jaargang 70 | nummer 1 | januari 2014
Vliegende brigade van operatie Atalanta
Cougars voor Somalische Kust C-LSK spreekt verandervermogen van luchtmachter aan Laatste luchtmachthond terug van uitzending Internationale status van ambitieus Centrum voor Mens en Luchtvaart
INDEX
INTERVIEW
6
Omslagfoto: Voor een oefening laat een Cougar van het 300 Squadron het Maltese boardingteam neer op de boeg van Zr. Ms. Johan de Witt. Foto: sergeant-majoor Gerben van Es
C-LSK Schnitger binnen luchtmacht op zoek naar pioniersgeest
3 | Verandervermogen van de nieuwe luchtmacht Foto: sergeant-majoor Gerben van Es
‘Somalië is een land gevuld met wapens. Dat houd je altijd in je achterhoofd’
10
C-LSK luitenant-generaal Sander Schnitger maakt duidelijk waar hij naartoe wil met CLSK 3.0 en AIR, een innovatiecentrum geleid door luitenant Elanor Boekholt-O’sullivan.
6 | Op zee bij Somalië Eind vorig jaar ondersteunde een luchtmacht-detachement met twee Cougars het 300 Squadron antipiratenrijmissie Atalanta in de wateren rond Somalië. Een foto verslag van deze uitzending.
10 | Centrum voor Mens en luchtvaart Door expertises te bundelen ontwikkelt het CML zich nóg verder tot toonaangevend internationaal kennisinstituut. Meer dan twintig landen kopen trainingen en/of expertise in bij het Soesterbergse kennisinstituut.
16 | Je trouwste maat Foto: Herman Zonderland
‘Je vliegmedische keuring – ja, maar dit instituut doet nog zó ontzettend veel meer’
16
De speur- en bewakingshonden van de Object Grondverdediging-pelotons van de luchtmacht bewezen grote waarde voor de ISAF-missie. De laatste drie en hun geleiders vertrokken onlangs van Mazar-e-Sharif.
20 | Schakel tussen werkvloer en management Squadronsergeant-majoors en -adjudanten geven leiding aan duizenden onderofficieren. Voor een goede rolvervulling volgen ze dit jaar een cursus en ontvangen na slagen een functiekoord voor betere herkenbaarheid.
22 | EMVO 25 jaar Uit pure noodzaak ontstond een kwart eeuw geleden de Elementaire Militaire Vliegeropleiding. Een succesformule, ook voor andere NAVOpartners, die tot de dag van vandaag voortduurt.
26 | SAP vraagt inspanning en geeft eenheid Foto: sergeant 1 Eva Klijn
‘Als er op het kamp iets gebeurt, doen wij de eerste verkenning’
22
Het Defensiebrede informatiesysteem SAP verving de afgelopen jaren langzaamaan al diverse verouderde bedrijfsvoeringen binnen de luchtmacht. In januari ging ‘luchttransport’ live. In de loop van dit jaar volgen de overige grote wapensystemen.
VASTE RUBRIEKEN 30 | Vervlogen Tijden Ruim zeventig jaar geleden leverde de Militaire Luchtvaart van het KNIL de laatste verbeten strijd tegen de Japanse aanvallers. Ook Brewster-vlieger Ton van Kempen riskeerde daarin zijn leven. Het blijkt duidelijk dat Java niet zomaar werd opgegeven.
Foto: uit collectie Nederlands Instituut voor Militaire Historie
‘De uitval van vliegers in Amerika was gewoon te groot – de luchtmacht moest iets verzinnen’ DE VLIEGENDE HOLLANDER 2
35 | Leeswijzer 36 | Journaal
Het kan en móet anders Anders denken, anders doen. Met durf de toekomst tegemoet treden. Veranderen omdat de wereld om ons heen verandert en wij alleen effectief zijn als wij mee bewegen met die veranderingen. ‘Ik geloof oprecht dat het anders kan, dat het anders móet,’ benadrukt luitenant-generaal Sander Schnitger zijn woorden. Dat wil de Commandant Luchtstrijdkrachten doen met ‘CLSK 3.0’ en ‘AIR’ (Ambitie, Innovatie, Resultaten). Twee nieuwe begrippen die staan voor een tien jaar durende transitie, het startpunt, de route en het eindpunt ervan. ‘Ik heb de rotsvaste overtuiging dat het anders kan, omdat luchtmachters alles kunnen als ze erin geloven.’ Tekst: Arno Marchand | Foto’s: Evert-Jan Daniëls
39 | Colofon
3 DE VLIEGENDE HOLLANDER
INTERVIEW
‘Luchtmachters kunnen alles als ze erin geloven’ Nu het omklapmoment van de reorganisatie van het Commando Luchtstrijdkrachten achter ons ligt, moet de luchtmacht zich richten op de toekomst, op nieuwe kansen en ontwikkelingen. Niet alleen intern, maar ook extern. ‘De wereld is tenslotte voortdurend in beweging, verduidelijkt een enthousiaste C-LSK. ‘Ik kijk uit naar die reis vol innovatie en participatie van iedereen. Eén waarbij we veel minder last hebben van regels en wij de bureaucratie voor ons laten werken. Een reis naar nog veel meer plezier in ons werk.’ Met het zogenoemde Masterplan CLSK en het transitieplan dat daaruit volgde, geeft de luchtmacht invulling aan ‘In het belang van Nederland’. Schnitger: ‘Invulling geven aan de maatregelen die voor de luchtmacht gepland staan, doen we samen door er eerst over te praten en dan naar te handelen. Maar er is meer, veel meer. Vervanging van de Chinooks, de Midlife Update van de Apache, de invoering van de F-35 en de MQ-9 Reaper en een groot Europees project voor de vervanging van onze tankvliegtuigen. Alles bij elkaar staan we voor één groot transitieproces waar de luchtmacht de komende jaren doorheen gaat. Niet alleen wapensystemen, maar ook de werelden van de materieellogistiek, opleiding en training, personeel en bedrijfsvoering moeten mee in een forse doorontwikkeling. De matlogketen van de F-35 is compleet anders dan die van de F-16 en met het onbemande vliegtuig voegen we echt een hele nieuwe tak van sport aan de luchtmacht toe.’ Dat heeft consequenties voor de wijze waarop we de luchtmacht aansturen en
DE VLIEGENDE HOLLANDER 4
INTERVIEW
‘Als wij ons apart van de samenleving
‘Het vertrouwen dat we ze tijdens een uitzending
blijven opstellen komen we er niet’
schenken, moeten we ze ook in Nederland bieden’
het luchtwapen inzetten. ‘We zullen moeten aanpassen en vernieuwen, maar op een andere manier dan in het verleden’, vult luitenant-kolonel Elanor Boekholt-O’Sullivan aan. ‘Wat we vooral níet willen, is de komende tien jaar non-stop reorganiseren.’ ‘Ik ben op zoek naar een andere manier om door deze transitie heen te komen,’ zegt Schnitger. ‘Daarbij heb ik hulp nodig, van de medezeggenschap, vakcentrales en van mijn luchtmachters.’
overbruggen. We vinden ons binnen de luchtmacht al snel vernieuwend. We zijn iedere dag druk bezig, altijd in beweging, maar de vraag is of dat echt innovatie is of dat het flexibiliteit is. Échte innovatie roept soms weerstand op, want het staat synoniem voor verandering. En dat leidt in onze organisatie vaak tot reorganisatie. Échte innovatie trekt mensen uit hun comfortzone, laat mensen in de spiegel kijken, fundamenteel nadenken. Waar kan het beter, slimmer?’ Schnitger beseft dat hij dan zelf het goede voorbeeld moet geven. Wat hij gaat hij anders doen dan gisteren? Een deel van het antwoord is ‘AIR’ inrichten. Een innovatiecentrum dat vanuit ambitie (A) aan de gang gaat met innovatie (I) om tot nieuwe inzichten en resultaten (R) te komen. ‘De doelstelling van AIR is het mobiliseren van mensen met een goed idee en de juiste pioniersgeest. En daar barst het van’, geeft Boekholt-O’Sullivan aan. ‘Wij hebben zoveel talent in onze organisatie, we moeten het alleen aanspreken en inzetten. Voor hen maken we tijd en ruimte vrij. Zo kunnen zij nadenken over wat de toekomst ons gaat brengen en hoe wij als luchtmacht daarop willen en kunnen inspelen.’
‘Society 3.0’ De luchtmacht moet zichzelf opnieuw uitvinden. Samen op zoek naar nieuwe, andere manieren. ‘Dát is de essentie van CLSK 3.0 Een andere manier van denken en doen, waarin veel meer ruimte is voor innovatie en participatie. ‘Ik refereer graag aan de gebroeders Wright’, zegt de C-LSK. ‘Zij hadden namelijk niet het meeste geld, maar kregen wel als eerste een vliegtuig in de lucht. Die pioniersgeest zoek ik. De passie, wil en geloof om iets werkend te krijgen met minder regels en bureaucratie. En daar mogen we geen tien jaar over doen. We beginnen nu, we beginnen hier en we gaan er morgen weer mee verder. Het gaat om ons verandervermogen en om iets dat verwant is met de ontwikkeling in de maatschappij, namelijk “Society 3.0” – bekend van het gelijknamige boek van Ronald van den Hoff. De samenleving van de toekomst is gericht op effecten, meer dan op producten. In die gemeenschap is samenwerking een kracht, een partnerschap in plaats van een afhankelijkheid die zwakte creëert. Wij willen optimaal deel uitmaken ván de samenleving. Dan moet je daarmee wel verbinding hebben, dezelfde taal spreken.’ Minder controle, meer vertrouwen Schnitger wil de verandering op een rustig tempo inzetten en uitbouwen naar een continu vooruitgangproces. Maar eerst investeren in mensen. ‘Geef ze ruimte om te ontwikkelen, betrek ze en laat ze meedenken. Vertrouw op hun initiatief en de professionele verantwoordelijkheid. Hoe vaak stellen we niet vast dat tijdens uitzendingen het wel anders kan, maar dat het niet lukt op de zelfde manier als we weer thuis zijn? Het vertrouwen dat we onze mensen tijdens een uitzending schenken, moeten we ook in Nederland geven. Dat kunnen we als we bereid zijn te kijken naar hoe onze organisatie is ingericht en opgebouwd. Ik wil de organisatie platter: een uitvoerende laag, een supervisie laag die heel dicht bij die uitvoerders zit en een managementlaag. Dat scheelt veel werk en levert meer handen op daar waar het nodig is. Ik pleit overigens niet voor het afschaffen van rangen en standen, wel voor een transparantere manier van communiceren en afspraken maken.’ AIR De organisatie verbouwen, kan alleen als we bereid zijn het echt anders te doen. Belangrijke kern daarin is zaken op een innovatieve manier aanpakken. ‘Open staan voor een compleet andere manier van werken’, zegt Schnitger. ‘Doen zoals je het altijd hebt gedaan is toch wel heel comfortabel, daar betrap ik mezelf ook op hoor. Ik steek mijn hand wat dat betreft dan ook echt in eigen boezem. Je moet bepaalde weerstand
dere. Maar niet alles wat je doet, is even belangrijk of relevant. Ga bijvoorbeeld vier dagen in de maand gestructureerd bezig met verbeteren, iets oplossen dat je dwars zit. Doe het niet alleen, creëer een coalitie die gezamenlijk iets oppakt, najaagt en oplost. Ik verwacht er heel veel van. Natuurlijk niet allemaal gelijk morgen, maar we moeten er wel vandaag aan beginnen. Het duurt wel even voordat de eerste zaken concreet van de grond komen. Je kunt niet verwachten dat we binnen drie maanden baanbrekende zaken voor elkaar krijgen. Daarvoor moeten we echt de tijd nemen. Ik ga dat ook niet filteren. De ideeën en plannen moeten zichzelf bewijzen.’
‘Er is ongelofelijk veel enthousiasme om mee te denken waar het CLSK naartoe wil’
Stroomversnelling Maar hoe en waar vindt een gemiddelde luchtmachter tijd en ruimte? Iedereen heeft een volle agenda. Boekholt-O’Sullivan: ‘We hebben binnen AIR plek voor zeven VTE’en. Als mensen bij AIR binnenkomen, hebben ze zelf een innovatief idee. Ik heb namelijk geen bakje goede ideeën die ik uitdeel. Zelf gemotiveerd zijn een uitdaging vast te pakken, met een oplossing te komen en na te denken over de implementatie. Daar gaat het om. Het moet een stroomversnelling op gang brengen in de hele organisatie. Tegelijkertijd richten we denktanks in,
‘Échte innovatie trekt mensen uit hun comfortzone – laat mensen in de spiegel kijken’ gericht op onderwerpen die personeel zelf de moeite waard acht. We sluiten niemand en geen enkel onderwerp op voorhand uit. Ondersteuning vanuit de onderdelen is er zeker ook. Zo wil de C-KMSL vliegbasis Woensdrecht een aantal mensen een paar uur per week vrijstellen om met goede ideeën over onderwijsinnovatie aan de slag te gaan. “Ja, dat gaat ten koste van andere werkzaamheden, maar dat heb ik er voor over”, redeneert hij. Er is ongelofelijk veel enthousiasme om na te denken over waar de luchtmacht naartoe moet.’ Geen filter Kan het luchtmachtpersoneel met deze tijd en ruimte dan ‘eindelijk hun ei kwijt’? ‘AIR is onderdeel van die insteek op participatie’, reageert Schnitger. ‘Maar er is meer. Mensen moeten meer tijd nemen voor het oplossen van structurele problemen in plaats van iedere dag brandjes blussen. Binnen de luchtmacht verspreiden we dat idee al een tijdje. Maak daarvoor elke week ruimte vrij. Praat met je baas en kijk waar die ruimte zit. Ik geloof van niemand, nadrukkelijk ook niet van mijzelf, dat er geen ruimte is. De ene week is het vast makkelijker dan de an-
5 DE VLIEGENDE HOLLANDER
REPORTAGE
REPORTAGE
Terugblik op antipiraterijmissie Cougars
Praaien in de nacht, steppen bij 35 graden en gescheiden eten. Nieuw is het maritiem opereren voor de Somalische kust niet voor de Cougar-bemanningen. Maar het blijft wennen, vertellen sergeant-majoor Guido de Jongh en eerste luitenant Tom Masseling. De Vliegende Hollander sprak de loadmaster/wapeninstructeur en gezagvoerder nog tijdens hun missie aan boord van het amfibisch transportschip Zr.Ms. Johan de Witt. Een gesprek over fotograferen, vriendelijk vliegen en Somalische SUV’s.
De totale boordvliegploeg bestaat uit dertig man en vrouw. Twee aircrews (twaalf man), technici, een flight surgeon en een flight nurse.
Tekst: Ingmar Kooman | Foto’s: sergeant-majoor Gerben van Es
Katten versus kapers En Cougar hangt boven het vliegdek van de Johan de Witt. Tom: ‘Het schip en de boordvliegploeg moesten in het begin aan elkaar wennen. Crewrest, de verplichte rust voor de bemanning is een gegeven in de vliegwereld. Maar aanvankelijk werden we midden in de nacht uit ons bed gepraaid (scheepsomroep, red.). Dat hebben we snel opgelost. Sommige cultuurverschillen blijven, zoals dat officieren en onderofficieren aan boord gescheiden eten. Dat is binnen de luchtmacht duidelijk anders. Maar uiteindelijk zitten we hier voor Somalië allemaal met hetzelfde doel.’ Johan de Witt is het tactische zenuwcentrum van operatie Atalanta. Vanaf het Nederlandse schip stuurt een multinationale staf onder leiding van commandeur Peter Lensink de EU Naval Force bij Somalië aan.
DE VLIEGENDE HOLLANDER 6
Guido: ‘Als aircrew zijn we een belangrijke asset van het schip. De foto’s die we tijdens onze patrouilles maken, analyseren we zoveel mogelijk al te plekke. Hebben we meer beelden nodig? Desnoods vliegen we zes rondjes om alle foto’s te maken.’
Tom: ’95 procent van ons werk bestaat uit het bekijken van de kuststrook. De inlichtingensectie aan boord geeft ons aan welke piratenkampen ze geïnspecteerd willen hebben. Die kampen zijn inmiddels wel bekend. Wij krijgen dan te horen wat we specifiek moeten bekijken.’
Kapitein-arts Geertje van Ruiten (l.) en algemeen militair verpleegkundige sergeant-1 Hanka Pronk (r.) houden samen met collega’s hun medische vaardigheden scherp. Het Role 2 hospitaal aan boord kan een breed pakket aan geneeskundige zorg leveren.
7 DE VLIEGENDE HOLLANDER
REPORTAGE
REPORTAGE
Maltese militairen vormden in het eerste deel van de reis het boardingteam van de Johan de Witt.
Guido: ‘Het grootste feest van de hele dag is steppen bij 35 graden. Voor je goed en wel alles omgehangen hebt, ben je doorweekt van het zweet.’
Guido: ‘Warlords, clans, Al Shabaab: Somalië is een land gevuld met wapens. Dat houd je altijd in je achterhoofd.’
De hoge luchtvochtigheid, maar vooral het zoute klimaat vergt voortdurende waakzaamheid van het onderhoudspersoneel.
DE VLIEGENDE HOLLANDER 8
Tom: ‘Van de piratenkampen en gewone kustdorpen brengen we zogeheten patterns of life in kaart. Samenscholingen, brandstoftonnen of de plotselinge aanwezigheid van mooie nieuwe SUV’s in een arm dorp zijn interessante constateringen voor onze intel-jongens.’
9 DE VLIEGENDE HOLLANDER
REPORTAGE
REPORTAGE
Exclusieve tools en expertise binnen Centrum voor Mens & Luchtvaart van onschatbare waarde voor krijgsmacht
‘De mens is primair niet gebouwd om te vliegen’ ‘Als ik vertel dat ik bij het Centrum voor Mens en Luchtvaart (CML, red.) werk, zijn de reacties standaard: “Oh ja, daar moet je zijn voor je vliegmedische keuring”.’ Kolonel Gerald Rots schudt meewarig zijn hoofd. ‘Dat klopt, maar we doen zó ontzettend veel meer’, vervolgt de commandant van het CML op weg naar een van zijn labs. ‘Slechts zes van de honderdtachtig medewerkers houden zich bezig met die keuring. Selectie, opleiding, training, fysiologie, vliegveiligheidsuitrusting, onderzoek, advisering, innovatie, ontwikkeling, vliegmedische expertise, vliegerpsychologie; we hebben het allemaal in huis. Ik illustreer die veelzijdigheid vaak met een operationeel voorbeeld. Toen de bemanning van die marinehelikopter in Libië was gegijzeld (het incident vond plaats in 2011, red.), stond er al iemand van het CML in de buurt paraat voor het moment van hun vrijlating.’ Bundeling van expertises Het CML maakt en houdt militaire luchtvarenden inzetgereed. De eenheid is automatisch georiënteerd op de airframes die binnen de luchtmacht dienst doen. Zo staat het momenteel vooraan om de ‘F-35 landen’ te voorzien van training. Begin januari kreeg het CML een nieuwe loot aan de stam; het Vliegveiligheid Oefen- en Test Centrum. Door expertises te bundelen ontwikkelt het CML zich nóg verder tot toonaangevend internationaal kennisinstituut. Ten grondslag aan het succes ligt een sluitende ‘gouden driehoek’ die optimaal in balans is. Ten eerste beschikt het CML over fantastisch gereedschap. Er is geen plek op aarde waar zoveel unieke tools op één locatie bij elkaar staan. Twee kamers waar personeel door verlaging van luchtdruk vliegen op grote hoogte nabootst, een nachtzichtlaboratorium, een mensencentrifuge, vluchtsimulators, et cetera. Neem nu de multi-inzetbare Desdemona. Dit bewegingsplatform is de enige in zijn soort en maakt het simuleren van de meeste complexe vliegbewegingen mogelijk. Helikopter, gevechts- of transportvliegtuig; een ‘ritje’ met de Desdemona is een droom voor elke vlieger.
Gouden driehoek Naast uitrusting heb je vaklui nodig. Het kennisinstituut drijft op specialisten die binnen het militaire en civiele domein internationaal toonaangevend zijn. Rots: ‘We hebben expertise op vele gebieden variërend van fysiologie tot psychologie, en we blijven investeren. Bovendien zijn we diepgeworteld in nationale en internationale kennisnetwerken met onder andere NAVO, NASA, European Space Agency, European Defence Agency, universiteiten, TNO, het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium en industrie op het gebied van vliegveiligheidsuitrusting. Wat de gouden driehoek sluit, is dat wij ‘24/7 in contact zijn’ met operators, klanten en gebruikers, vertelt de commandant. ‘Input van de luchtvarende is essentieel. Dat is de ultieme voedingsbodem voor innovatie en we hebben de drive om te verbeteren.’ (zie kader 1) De balans in bovengenoemde driehoek is volgens Rots van onschatbare waarde. Hij geeft aan dat het geen vanzelfsprekendheid is. ‘Een internationale partner kreeg vorig jaar de allernieuwste – maar kleine – hypobare kamer’, vertelt hij. ‘Zó mooi dat wij er bijna jaloers op waren. Echter, niemand kon de machine aan of uit zetten. Wij hebben ze opgeleid. Toen zeiden ze: “Als wij twaalf klassen draaien, hebben we onze jaarproductie gehad.” Nou, dan is de gouden driehoek dus niet echt in balans. Die prachtkamer staat daar maanden in de mottenballen. Niet bepaald de Champions League.' ‘Eigen’ Hercules Het ambitieuze CML is er niet alleen voor de luchtmacht. Landmacht, marine en marechaussee pikken allemaal hun graantje mee. Sinds kort beschikt het CML over een C-130 transportvliegtuig. Dat wil zeggen; één van de kamers (vergelijkbaar met een omgevallen graansilo) om luchtdruk van grote hoogtes te bereiken, is omgebouwd tot Hercules. Een ‘ramp’ en een static line dwars door de tank maken het plaatje compleet. ‘In die onderdrukkamer trainen we ploegen van het Korps Commando Troepen en buitenlandse Special Forces op operaties op hoogte, waar
Gevechtshelikopter, jacht- of transportvliegtuig; een ‘ritje’ met de Desdemona is een droom voor elke vlieger.
Het Vliegveiligheid Oefen- en Test Centrum van de luchtmacht is in januari ingebed bij het Centrum voor Mens en Luchtvaart. Door deze uitbreiding groeien de mogelijkheden van het ambitieuze kennisinstituut. Aan de Kampweg in Soesterberg huist een schat aan kennis voor de complete krijgsmacht. Tekst: kapitein Jaap Wolting | Foto’s: Herman Zonderland
DE VLIEGENDE HOLLANDER 10
Oud-commandant majoor Bart Holewijn (l.) gaf op 8 januari de vlag van het VOTC terug aan PC-LSK, generaal-majoor Ton Tieland. De taken zijn ondergebracht in de Afdeling Operationele Training en Toepassing van het CML. Het VOTC telde ongeveer twintig man en was het kleinste zelfstanding onderdeel van de KLu. Foto: sergeant 1 Dave de Vaal
De eigen ‘C-130’ van het CML; één van de kamers om luchtdruk van grote hoogtes te bereiken is omgebouwd tot de binnenkant van een Hercules. Het Nederlandse luchtruim is vol en het is heel moeilijk om een lege bubble te vinden waarin je veilig kunt en mag oefenen. Dit is de ideale oplossing. 11 DE VLIEGENDE HOLLANDER
REPORTAGE
REPORTAGE
Testleider van Bureau Flight Simulator adjudant Jan Verhoeven begeleidt een selectiekandidaat in een vluchtsimulator. Het bureau verzorgt diverse testen voor aspirant-vliegers van luchtmacht en marine, maar ook voor luchtvaarttoezichthouders, waarnemers en vliegers voor de Nationale Politie. Vliegerpsycholoog majoor Leonie Boskeljon-Horst (r.) geeft een Crew Resource Management-training. Daarin krijgen vliegers en bemanningsleden les in het omgaan met human factors in hun functie zoals samenwerking en leiderschap.
Homo Sapiens versie 1.1 Dat het CML er zo goed voor staat, geeft volgens de gedreven commandant aan dat reorganisatie ook kansen biedt. Rots: ‘Kijk nu eens naar de inbedding van het VOTC. Dankzij die overdracht biedt het CML het complete pakket van land, air & see survival. Het is allemaal onlosmakelijk met elkaar verbonden en nu bij elkaar gekomen. Weet je, de mens is primair helemaal niet gebouwd om te vliegen. Wij zijn de Homo Sapiens versie 1.1, terwijl de techniek al veel verder is. Gaat het als vlieger op een slechte dag mis, kom je toch echt terug bij Moeder Aarde. Daar moet je overleven met de kit die je hebt meegekregen en de beperkingen van die Homo Sapiens versie 1.1. Voor een integrale benadering van de menselijke factor binnen lucht- en ruimtevaart is het fijn dat we nu onder één dak zitten. En dat je naast de luchtmacht ook andere militaire, civiele, nationale en internationale klanten bedient, is natuurlijk perfect.’
In 1986 startten Japan, Amerika en Nederland een samenwerkingsverband voor de mensencentrifuge. Voor die tijd werd het apparaat wereldwijd alleen gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek en niet voor vliegertraining. Foto: Frank van Biemen
Meeuwsen (m.) en eerste luitenant Johan Wittenberg geven in de hypobare kamer instructie aan cursisten van de Elementaire Militaire Vliegeropleiding. Daarin ervaren hoe het is als de druk wegvalt in het vliegtuig en leren daarnaar te handelen.
Commandant kolonel Gerald Rots, ‘aan boord’ van de mensencentrifuge: ‘Dat je naast de luchtmacht ook andere militaire, civiele, nationale en internationale klanten bedient, is natuurlijk perfect.’
Hoofd Operationele Training & Toepassing Ted Meeuwsen in de onderdrukkamer: ‘Hier trainen we Special Forces op operaties op hoogte, waar je met zuurstof moet werken.’
je met zuurstof moet werken’, legt luitenant-kolonel Ted Meeuwsen enthousiast uit. ‘Het Nederlandse luchtruim is vol en het is heel moeilijk om een lege bubble te vinden waar je veilig kunt en mag oefenen. Dit is de ideale oplossing. Het enige verschil met “voor het echie”, is dat de crew geen millimeter van de grond komt. Trouwens’, zegt het Hoofd Operationele Training & Toepassing, ‘als er operaties zijn waar militairen boven de 18.000 voet springen, zijn wij fysiek aanwezig en fysiologisch verantwoordelijk voor crew en pax. Wij zitten voortdurend in de “loop” van die operaties. Dus ook toen in 2009 negen commando’s boven Zuid-Afghanistan sprongen.’
slag.’ Cijfers liegen niet. Meer dan twintig landen kopen trainingen en/ of expertise in bij het Soesterbergse kennisinstituut. Rots: ‘We maken geen reclame. Eerder het tegenovergestelde. De klanten komen toch wel.’ Zo heeft het CML al tientallen jaren een nauwe onderzoeksband met Japan. In 1986 startten het Aziatische land, Amerika en Nederland een samenwerkingsverband voor de mensencentrifuge. Voor die tijd werd dat apparaat wereldwijd nota bene alleen gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek en niet voor vliegertraining. Soms zijn trainingen ook gekoppeld aan de verkoop van Defensiematerieel. Verkoopt Nederland F-16’s aan Chili, brengen Zuid-Amerikaanse vliegers wellicht een bezoek aan Soesterberg. Meeuwsen: ‘Heel bijzonder was het trainen van vrouwelijke Arabische vliegers, compleet met hoofddoeken. En neem nou de Verenigde Arabische Emiraten. Hun Defensieattaché woont niet in Nederland, maar in Duitsland. Onze oosterburen beschikken over een soortgelijk instituut, dat overigens Eurofighter georiënteerd is. Toch blijft dit land hun mensen in Nederland trainen.’
Internationale samenwerking ‘Klanten zijn tevreden over onze benaderingswijze’, vervolgt Meeuwsen op weg naar de Desdemona. ‘We spreken onze talen. Als het moet, staan we je zelfs in het Spaans te woord. En natuurlijk houden we de militaire hiërarchie in de gaten, maar dan wel met de Nederlandse
DE VLIEGENDE HOLLANDER 12
Drive to improve Het zuurstofmasker van de F-16 vlieger is jaren geleden ontworpen op basis van relatief korte inzet. Met het in de lucht bijtanken van vliegtuigen duren missies tegenwoordig veel langer. Omdat het CML nauw contact heeft met de gebruiker zag het instituut een stijgend aantal klachten van de neusrug. Daar drukt het masker, wat leidt tot hinder en soms zelfs botvergroeiing. Mede dankzij CML-onderzoek zit het vernieuwde masker nu in de final fase. Het kennisinstituut werkt echter ook aan de voorkant van innovatie. Voorbeeld is de belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van de G-broek voor de F-35. Rots: ‘Bedrijven operationaliseren daadwerkelijk onze kennis. Door ondernemerschap verander je van klant van grote bedrijven naar partner. Dit is dé manier om met de juiste combinatie van mensen, middelen en partners naar een Centre of Excellence te groeien. Je krijgt een regierol waarin de toverwoorden innovatie en partnerschap zijn. Ik kan me zelfs voorstellen dat we collega’s krijgen met een niet-Nederlands paspoort.’
Algemeen Militair Verpleegkundige-instructeur sergeant-majoor Marc Arp (tweede van rechts) geeft op het Geneeskundig Oefen- en Trainingscentrum instructie aan cursisten over de medische apparatuur die gebruikt wordt binnen het CLSK.
Civiel en militair De recente samenwerking met Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) is uniek. Sinds vorig jaar worden alle civiele en militaire Nederlandse luchtverkeersleiders met gezamenlijke krachtsinspanning tussen het CML en LVNL geselecteerd. ‘De selectie is een integraal proces dat we samen van A tot Z uitvoeren’, zegt Rots. ‘We hebben het hele proces uitgerafeld. Bepaalde elementen doet het LVNL, andere elementen doen wij. Een bijzondere coöperatie waarbij we elkaars expertise optimaal gebruiken.’
13 DE VLIEGENDE HOLLANDER
Mensen & Mutaties Bevorderingen militairen Kolonel Wal H van der - LSK:AFD GEZONDHEIDSZORG OPER. Luitenant-kolonel Ligtenberg W - LSK:SIE INLICHTINGEN&VEILIGH. Nieuwburg CM van - TOS Plankman SJ - LSK:SIE LUCHTMACHTCOMMUNICATIE Jobse G - Auditprofessionals prim proces Stumpf HACM - Regiokantoor Oirschot
Bevorderingen Burgerambtenaren Schaal 12 Haijer SHW - LSK:SIE BUSINESS DEVELOPMENT Kok MJCM de - LSK:SIE BUDGETCNTRL&MNGMNTINFO Schaal 11 Gasteren JR van - LSK:BUR NATUUR Eggermont JF - LSK:SIE BEGROTINGSZAKEN Schaal 9 Lier CMJ van - LSK:SIE ANALYSE & BEHEER Verresen PGM - LSK:SIE BUDGETCNTRL&MNGMNTINFO
Majoor Mohammadi AR - Kwaliteit Berg WAH van den - BV-IV Dieën S van - Beleidsimpl Vugt JC van - LSK:SIE KWAL.BORG.GEZONDH.ZORG Zuijdam MH van - LSK:SIE OPERATIES & PLANNEN Klinkenberg JC - LSK:SIE ISTAR & SPACE Buma A - LSK:SIE BEGROTINGSZAKEN Hereijgers AM - LSK:SIE ANALYSE & BEHEER Kapitein Grimberg MR - LSK:SIE DED. CONTROL CLSK-OND. Steenbergen M - LSK:700 TEST EN EVALUATIE SQN Hendriks MHP - LSK:SIE CIS BEHEER & BESTUUR Beeloo DDM - LSK:SIE OPERAT. GEZONDHEIDSZ. Laat RCM de - LSK:SIE DED. CONTROL CLSK-OND. Eerste luitenant Ottenheijm JJW - LSK:SIE GRONDVEILIGHEID Schouten P - LSK:BUR COMMANDANT LSK Thoolen RHM - KMSL:PVE GEREEDST. & ONDERHOUD Hoetmer EGM - VKL:KANTOOR OPERATIONELE INL Adjudant-onderofficier Üzgü M - Afdeling Sripal RK - LSK:SIE INLICHTINGEN&VEILIGH. Os M van - RESSORT PROJN AFSTO BET EXTN
Schaal 8 Overveld VHJ van - LSK:AFD FINANCIEN & CONTROL LSK:AFD FINANCIEN & CONTROL
Majoor Borgman P - LSK:EXCH EN TESTVLIEGERS VS Kapitein Kommer MH van - LSK:P&O ADVIES Schatte Olivier RH van der - DHC:931 PVE GZHC DHC GILZE
Steers AJAM - LSK:AFD P-PLAN & KETENBEHEER Wenker MJ - AOCS:P&O ADVIES Vaandrig
Adjudant-onderofficier Bovenkamp RT van de - LW:323 SQN MDF Buis JJ - AOCS:P&O ADVIES Uitewaal JB - DHC:PH O&L Verboom J - LCW:INFRA_KWAL_LW_ARBO&MIL Sergeant-majoor Grobben MJ - Bewaking Eindhoven Kok C - DHC:931 PVE GZHC DHC GILZE Pastoor HA - LSK:P&O ADVIES Spenrath WT - AOCS:COMMANDANT Stoelwinder HW - LW:PVE OPER. LOGISTIEK Verploegen HPJ - Bewaking Nieuw Milligen
Logt JHJ van der - LW:SIE WAPENTECHN Sergeant der eerste klasse Korporaal der eerste klasse Saitaj A - LW:SIE BRANDSTOFFEN Bolt R - LW:CIS OPERATIONS
Boer I de - LW:GZHC VLIEGBASIS LEEUWARDEN Westra RA - LW:PVE LINE MAINTENANCE 920 Woensel FA van - DHC:299 SQN Sergeant Beerens DWCJ - DHC:303 VLUCHT 2
DE VLIEGENDE HOLLANDER 14
Soldaat der derde klasse Bannisseht RR von - LSK:OPL NLDA LANG MODEL MWO Drooger LN - KMSL:RESSORT LEERLINGEN Haasnoot K - LSK:OPL NLDA LANG MODEL MWO Visch MGJJ - KMSL:RESSORT LEERLINGEN
Schaal 10 Verhoeven JACA - DHC:STAF Schaal 6 Swieten J van - LCW:PE GSM CL LVB Schaal 5 Henzen J - CML:LUCHTVAART GEZONDHEIDSZORG Schaal 4 Sans M - DHC:931 PVE GZHC DHC GILZE
Bevorderingen militairen Luitenant-kolonel Weerd FJ van de - Sectie Operationele Logistiek Wiel SJ van de - Afdeling F&C Allocatie Looper LM de - Afd Integrale Plannen & Coord. Linschooten CM - JIVC BO Bok OW - Afdeling Luchtoptreden Klip AWT - Afdeling Managementinformatie Heuvel RPD van den - Afdeling Luchtoptreden Eijk JF van - DMUNB SIE GELEIDE MUN Hoeben BA - Afdeling Luchtoptreden Berg R - Afdeling Financieel beheer Majoor Maanen JGW van - LWC/JTASKFORCE COUNTER-IED Heijs SJ - Afdeling Luchtoptreden Lauret LD - LSK:SIE P&O SPECIALISMEN Horst WJH ter - Directie Communicatie Horst WJH ter - Directie Communicatie Koenraadt JJM - Kabinet Defensiestaf Noya van Delzen EC - CL VEILIGH KWAL ARBO&MIL Kapitein Veldkamp REJ - AOCS:P&O ADVIES Jousma LY - JIVC C4I&I PLOEGEN STROE Robbers FA - Communicatie Arts RJ - LSK:SPEER BESTURING & PROCESS Veer JJ van der - LSK:AFD MATLOG REGELGEV&ONTWIK Meijboom B - LSK:AFD MATLOG REGELGEV&ONTWIK Vernhout FG - LSK:SPEER DATA Steutel M - Defensie Cyber Expertise Centr Ree B van der - BUR TYPEMGMT APACHE Canrinus JD - JIVC C4I&I PLOEGEN STROE Eerste luitenant
Eerste luitenant
Sergeant der eerste klasse
Sergeant
Cikis E - EHV:SHIFT A VRACHTAFHANDELING Claassen MCJ - Lokale Beveiliging Soesterberg Heerens JAML - EHV:WC MECH GRNDSYSTN Lainsamputty JPM KPL1 DHC:932 WE LOG OPSLAG POLCA Lam JMA - Bewaking LCW Rhenen Martherus MA - VKL:BEWAKINGS-SPEC OPS 640 VL4 Nanninga R - VKL:BEWAKINGS-SPEC OPS 640 VL4 Nieuwland PS - Bewaking Leeuwarden Simons MAW - DHC:931 PVE BRANDWEER Smetsers B - LW:WE VLIEGT. ONDERHOUD Sterenborg NP - KMSL:RESSORT LEERLINGEN
Ontslag burgerambtenaren
Aartman HCD - LSKBOE:OPL NLDA KRT MODEL KOO
Dun N van - RVS Gebouw 150 Vries R de - LW:WEC GROUND SUPP EQ Vries H de - LW:WEC GROUND SUPP EQ Merkx ENA - DHC:300 G&O VLUCHT 3 Serrarens S - DHC:301 G&O VLUCHT 1 Weekhout MHL - DHC:300 G&O VLUCHT 1 Oomsen A - DHC:301 G&O VLUCHT 4 Jansens ELA - Patrouillegeb Woensdr/Roosend Swart J - DHC:930 WE VVU Mulder N - EHV:PVE LUCHTVERKBEVEIL. Erkens NWM - DHC:930 WE NDSTRM LCHTBEH MEGU Luijcks RAM - DHC:932 MAT CAMS
Korporaal der eerste klasse
Schaal 7 Bya B - LSK:BUR COMMANDANT LSK
Ontslag militairen
NOVEMBER
OKTOBER
Schaal 3 Hommen AHCM - LCW:AFD LOG
Overplaatsingen Louwsma MA - naar Commando Diensten Centra Borneman S - naar Commando Landstrijdkrachten Sommeren BM van - naar Commando Diensten Centra Heimans H - naar Commando Landstrijdkrachten Bosch FAH - naar Commando Diensten Centra Geurts RTG - naar Commando Diensten Centra Drost JB - naar Commando Diensten Centra Krist JM - naar Commando Diensten Centra Geen IJtsma RH - naar Commando Diensten Centra Meenhuis JHBL - naar Koninklijke Marechaussee Eussen JW - naar Commando Diensten Centra
Smans T - Regio Kantoor Zuid Hendriks J - LCW:LM BUR DV_ANL&LOG GEGBEH Hodes HGL - LW:WE AVIONICATECHNIEK Hesse B - Regio Kantoor Oost Baars A - EHV:SQN STAFBUR PLATFORM Janssen RGJ - LCW:LOG FD BUR FRNT_BCKOFFICE Jong CP de - Regio Kantoor Zuid Ploeg JB - EHV:ME OPSLAG EN DISTRIBUTIE Oldenkamp JA - Regio Kantoor Zuid Tweede luitenant Berge M ten - LSK:LOOPBAANBEGELEIDERS Adjudant-onderofficier Deelstra E - MP Lucht Sergeant der eerste klasse
Militair naar burger Jansen-de Jong HTA de Krol T
Hovers MJGM - DHC:930 WE VVU Leemburg M - EHV:DOCK 3 C-130 Klijn EW - Sectie Foto Golen J van - EHV:SMV OPS Lustig JS - IFB NCS AIRCC HQ RAMSTEIN Tienhoven MA van - LCW:LOG FD BUR ONTV_ OPSL&DISTR Cox PA - EHV:WC VLIEGVEIL. UITRUSTING Rikkert DM - EHV:WC VLIEGVEIL. UITRUSTING Smetsers WMH - EHV:PVE BRANDWEER Dijk RSM van - VKL:OPER. MATERIEELVOORZ. Oprins RJWM - VOTC:WE VLIEGVEILIGHUITRUST. Drunen FR van - 107ASBT/TARC/4GP Tiggelers BBJ - 800OSTSQN/CISELM/CC/CHANCEMGMT Oude Kamphuis J - O&TBT/OPL FP/OPL BRANDWEER Simsek B - DHC:932 MVZ ONDERSTEUNING Huisken J - Patrouillegeb Gilze/Breda CLSK Wichman MH - 802SQN/1PATRIOTFU/2CREW Wijnen LW - DHC:298 COGP
Sergeant Ruhl BAH - DHC:930 WE VVU Quik S - LCW:PE ON EQMT CL HELIKOPTERS Compier LH - LCW:PE ON EQMT CL HELIKOPTERS Korporaal der eerste klasse Ham RM van den - 802SQN/3PATRIOTFU/3CREW Hemken MP - VKL:BEWAKINGS-SPEC OPS 640 HS Huysmans D - VKL:BEWAKINGS-SPEC OPS 640 VL4 Oosthoek BEB - DHC:298 G&O VLUCHT 4 Kokelaar J - DHC:301 G&O VLUCHT 3 Hiemstra L - LW:REGIO MATERIEEL VOORZ TNOO Stolk JB - DHC:298 G&O VLUCHT 3 Bell DJ - DHC:930 WE BASE APACHE Korporaal Thiel N van - VKL:PVE MATERIAL MANAGEMENT Run B van - EHV:P&O ADVIES Bezemer PJ - DHC:932 WE LOG OPSLAG POLCA Jonkers D - DHC:932 MAT OPSLAGMAGAZIJN ALG Soldaat der eerste klasse
Korporaal der eerste klasse Akker WJHL van den - VKL:PVE BRANDWEER Dommelen I van - Patrouillegeb Eindh/De Peel Dongen JPB van - KMSL:BRANDWEERPELOTON 3 Eekelen JMC van - CML:GOTC Gillesse R - VKL:SIE MUN ASSEMBLAGE&TRANSP Goossens EE - VKL:GZHC VLIEGBASIS VOLKEL Groen M - KMSL:RESSORT LEERLINGEN Groenendaal DJA - DHC:930 WE VVU Koch DGGC - 800OSTSQN/CISELM/C2OST/MAINT Koek M - LSK:VERZAMELARBPL TBV GGW Ludwig HH - LW:SIE VOERTUIGONDERHOUD Semler MMR - 802SQN/3PATRIOTFU/1CREW Staudt F - EHV:PVE BRANDWEER Stellaart FS - DHC:931 CIS OPERATIONS Velgersdijk W - DHC:930 WE NDSTRM LCHTBEH MEGU Verhulst M - LSK:BUR COMMANDANT LSK Weening FR - LSK:VERZAMELARBPL PAARS Zuiderveld FP - LW:SIE VLIEGVEILIGHEIDSUITR.
Ontslag burgerambtenaren Schaal 3 Rooze CJM - KMSL:BRANDWEERPELOTON 2
Wijnands MA - VKL:BEWAKINGS-SPEC OPS 640 VL1 Overplaatsingen Bevorderingen Burgerambtenaren Schaal 10 Herwaarden FA van - LCW:AFD TECH Schaal 9 Vorst PCM van der - LCW:AFD TECH
Ontslag militairen Majoor Derks CCAJ - LSK:P&O ADVIES Korte LJ de - LSK:P&O ADVIES Ruyken ILJ - LSK:P&O ADVIES Kapitein Geerts HG - LSK:P&O ADVIES Smit RC - LSK:VERZAMELARBPL PAARS
Verdonk R - naar Defensie Materieel Organisatie Weerman J - naar Defensie Materieel Organisatie Vogel JM - naar Defensie Materieel Organisatie Abath RG - naar Defensie Materieel Organisatie Rambaran ER - naar Defensie Materieel Organisatie Muste JG - naar Defensie Materieel Organisatie Boekel MPA - naar Commando Landstrijdkrachten Burg AJWP - naar Defensie Materieel Organisatie Voermans PJW - naar Defensie Materieel Organisatie Inghels S - naar Commando Diensten Centra Gijn DA van - naar Defensie Materieel Organisatie Somers MJTF - naar Defensie Materieel Organisatie Erk AWB van - naar Defensie Materieel Organisatie Coolen MAPM - naar Defensie Materieel Organisatie Gorree M - naar Defensie Materieel Organisatie Groenhof MJ - naar Defensie Materieel Organisatie Geen Molema GJ - naar Commando Landstrijdkrachten Bruggeman AGA - naar Defensie Materieel Organisatie Bos HJA - naar Defensie Materieel Organisatie Sadhoe MS - naar Defensie Materieel Organisatie Teeven MA - naar Commando Landstrijdkrachten Schoonderwoerd P - naar Defensie Materieel Org Cromberge HE - naar Defensie Materieel Organisatie Overdevest LG - naar Defensie Materieel Organisatie Prak J - naar Commando Landstrijdkrachten
Adjudant-onderofficier Zijlstra RT - EHV:STAF PLANNING & CONTROL Sergeant-majoor Ernest M - 802SQN/1PATRIOTFU/TR&EVAL Moonen MHH - 800OSTSQN/SQNST Sergeant der eerste klasse Loonstra A - LW:WEC GROUND SUPP EQ Rothof CGL - LSK:VERZAMELARBPL TBV GGW Sleegers PFCWM - DHC:P&O ADVIES Sergeant Driel JHM van - VKL:PVE BRANDWEER Tans SJA - LSK:VERZAMELARBPL PAARS Zwambag PA - DHC:931 PVE OGRV
15 DE VLIEGENDE HOLLANDER
REPORTAGE
REPORTAGE
Laatste speur- en bewakingshonden weg uit Afghanistan
‘Een hond is een krachtig wapen’ Ze bewezen onafgebroken hun trouwe dienst in Afghanistan. In hitte, kou en onder verschillende operationele omstandigheden waren de speur- en bewakingshonden van de Object Grondverdediging (OGRV)-pelotons van grote waarde voor de International Security Assistance Force (ISAF)-missie. Met het vertrek van de laatste drie bewakingshonden en hun geleiders van Mazar-e-Sharif kwam aan deze bijdrage half januari een einde. Tekst: kapitein Marlous de Ridder | Foto’s: sergeant 1 Eva Klijn
In de kennel begroet de Mechelse herder Galco sergeant Youri Fok met luid geblaf. Het duo, afkomstig van de vliegbasis Gilze-Rijen, heeft nog een paar patrouilles te gaan voor ze huiswaarts keren. Zodra Fok de lijn tevoorschijn haalt, weet Galco dat hij aan de bak mag voor zijn baas. Enthousiast trippelt hij richting de Mercedes-Benz om richting het patrouillegebied te gaan. Op Camp Marmal bewaken de viervoeters alle Nederlandse eigendommen zoals de hier gestationeerde F-16’s en de infrastructuur. ‘Dit doen we zowel vanuit een statische post als met patrouilles’, vertelt Fok. ‘We letten op allerlei verdachte zaken. Van opvallende personen tot geforceerde sloten of openstaande containers.
Daarnaast worden we ingezet als Initieel Reactieteam. Als er op het kamp iets gebeurt, doen wij de eerste verkenning.’ Krachtig wapen Hoe aaibaar en lief Galco er ook uitziet, op z’n ronde wil je het dier liever niet tegenkomen. De bijtgrage hond heeft een afschrikkende werking en dat is precies de reden waarom de Koninklijke Luchtmacht voor het bewaken en beveiligen van haar wapensystemen voor honden kiest. Zowel binnen de Air Task Force (ATF) als in Nederland. ‘Een hond is een krachtig wapen’, weet Fok. ‘Als ik alleen met mijn Glock
‘Als ik alleen met mijn Glock tegenover een indringer sta, maakt dat toch minder indruk.’
DE VLIEGENDE HOLLANDER 16
17 DE VLIEGENDE HOLLANDER
REPORTAGE
REPORTAGE
'De jarenlange inzet in Afghanistan bewijst dat de luchtmacht de beste honden in huis heeft' tegenover een indringer sta, maakt dat toch minder indruk.’ Een ander voordeel van de hond is zijn reuk en gehoor. Ongenodigde gasten worden meteen onderkend. In de vier maanden dat hondengeleider Fok op ‘Marmal’ rondloopt, hoefde hij nooit in actie te komen. Met shifts van twaalf uur, bij nacht en ontij, zou je denken dat de uitzending gauw gaat vervelen. Maar saai noemt Fok zijn werk allerminst. ‘Met een hond is geen dag hetzelfde. Daarnaast is hij mijn maatje. Juist omdat je met je hond bent, is het werk allesbehalve eenzaam.’ Gedegen opleiding Het expeditionair optreden van honden beperkt zich niet alleen tot de bewaking. In 2003 worden explosievenspeurhonden van de luchtmacht voor het eerst in Kabul ingezet in de strijd tegen geïmproviseerde explosieven. Eind 2008 vertrekken de honden naar de Afghaanse provincie Uruzgan. Getraind in het herkennen van tientallen gevaarlijke stoffen, blijken ze een welkome aanvulling voor de Explosieven Opruimingsdienst en de landmachtgenisten. Volgens Fok bewijst onder meer de jarenlange inzet in Afghanistan dat de luchtmacht zonder twijfel ‘de beste honden in huis heeft’. De veelal Duitse en Mechelse herders voor de bewaking krijgen eerst een gedegen opleiding binnen
de hondensport zoals bij de Koninklijke Nederlandse Politiehond Vereniging. Eenmaal in bezit van de benodigde certificaten koopt de KLu ze. In dienst worden ze verder klaargestoomd voor het militaire werk. De speurhonden leidt de Vakgroep Hondengeleiding van Koninklijke Militaire School Vliegbasis Woensdrecht zelf op. Veteranenstatus Met het overnemen van de Force Protection taken van het OGRVpeloton door de landmacht, komt er een eind aan de inzet van honden op MeS en dus in Afghanistan. De dieren worden erkend voor het zware werk dat ze in het land verrichten, getuige hun veteranenstatus en deelname aan het defilé tijdens de afgelopen Veteranendag. En met een nieuwe missie naar Mali zal de uitzenddruk niet afnemen. De daar opererende Apaches moeten immers ook worden beveiligd. Voor Galco wacht echter pensioen. De vijfjarige hond is nog lang niet te oud maar kan vanwege een beginnende hernia het strenge trainingsprogramma niet langer meer volgen. Fok: ‘Hij krijgt een goed thuis bij mij en mijn vriendin. Mijn band met hem is door uitzending alleen maar hechter geworden, dus ik krijg het niet over mijn hart om hem weg te doen.’
Steun F-16’s blijft broodnodig Tijdens Air Task Force (ATF) 24 vliegen de vier Nederlandse F-16’s voor het laatst met het fotoverkenningssysteem RecceLite boven Afghanistan. Met de afbouw van de ISAF-veiligheidstroepen vervalt namelijk de behoefte aan luchtverkenning. Daarmee verschuift de focus voor de 24ste rotatie naar close air support. Wat dat in de praktijk inhoudt, legt detachementscommandant luitenant-kolonel Arnoud Stallmann uit. Met 384 vluchten binnen een totaal van 864 uur zit ATF-24 allesbehalve stil. Stallmann klokt daarbij de helft van de vlieguren die de andere vliegers maken. ‘Natuurlijk brengt dat extra belasting mee voor een commandant. Naast de planning en briefings rond een missie, stuur je ook honderd man aan. Maar voor een goede situational awareness vind ik het essentieel zelf te vliegen.’ De vluchten die de F-16’s tegenwoordig uitvoeren, vallen onder Non Traditional Intelligence Surveillance and Reconaissance-missies. ‘Het zowel zichtbaar en hoorbaar aanwezig zijn’, zegt Stallmann. ‘We vliegen bijvoorbeeld boven een Forward Operating Base (FOB, red.) van coalitietroepen of helpen hen uit de brand tijdens patrouilles. “Kinetisch” ingrijpen is vaak niet nodig. Meestal is het voldoende om opstandelingen te verdrijven door hard en laag over te vliegen.’
Doelwit In de afgelopen vier maanden komt het één keer tot inzet van het boordwapen. In de provincie Ghazni schieten twee toestellen eind
De Koninklijke Luchtmacht heeft voor de bewaking van diverse objecten en wapensystemen in het land zo’n 170 honden in dienst. Op Defensielocaties ligt die taak bij de Defensie Bewakings- en Beveiligingsorganisatie, kortweg DBBO. Op missies en tijdens oefeningen in binnen- en buitenland ligt de verantwoordelijkheid bij de hondengeleiders van de OGRV pelotons van de vliegbases Leeuwarden en Gilze-Rijen. Ook de Explosieven Speurhonden Geleider Teams maken deel uit van deze pelotons.
DE VLIEGENDE HOLLANDER 18
december een Amerikaanse eenheid te hulp nadat zij strijders in de heuvels signaleren. De Nederlandse bescherming vanuit de lucht noemt Stallmann nog steeds broodnodig. ‘De naderende afbouw van de ISAF-troepen is merkbaar door diverse verplaatsingen op FOB’s. We merken dat deze konvooien regelmatig doelwit zijn van vijandelijke activiteiten. Door er alleen al te zíjn, kun je op zo’n moment als vlieger het verschil maken, dat geeft voldoening.’ De jachtvliegtuigen zijn al zo'n twintig jaar – vrijwel – onafgebroken op uitzending, waarvan twaalf jaar als ATF in Afghanistan. Met de komst van de nieuwe lichting is de ATF-25 een feit. Stallmann gaf hiertoe 19 januari op Camp Marmal het stokje over aan rangenoot Coen Deering. De eenheid voert tot medio 2014 de taken uit onder het huidige mandaat.
Vlak voor zijn commando-overdracht wordt de vertrekkende detco verrast met een bijzondere onderscheiding. Uit handen van de Amerikaanse Deputy Commander Regional Command North, brigadegeneraal Craig Timberlake, ontvangt Stallmann de Meritorious Service Medal. Hij krijgt deze onderscheiding voor zijn prestaties binnen het F-35 Lightning II Joint Program Office als Assistant National Deputy. In deze functie volgde Stallmann van 2009 tot en met 2012 de ontwikkelingen van het nieuwe jachtvliegtuig vanuit Nederlands operationeel perspectief. Foto: Bryan Mitchell
19 DE VLIEGENDE HOLLANDER
ACHTERGROND
ACHTERGROND
Foto links: Tussen DMLO-trainers sergeant-majoor Berry Dalderop (l.) en eerste luitenant Martin Castel (r.) de eerste lichting Squadronsergeantmajoors (v.l.n.r.): Eddy Klein 802 Squadron, Sander van der Gulik 970 Squadron, Wolfgang Busch 990 Squadron, Elly Kampman 312 Squadron, Carmen Hover 941 Squadron, Robert Michilsen 299 Squadron, Jor Pisarahu 932 Squadron, Eddy Blom 322 Squadron. De volgende klas start in het tweede kwartaal van 2014. Foto: Cees van der Poel
Squadronsergeant-majoor Elly Kampman van het 312 Squadron vliegbasis Volkel maakte, na de pilotklas eind 2012, deel uit van de eerste lichting SVAO-cursisten:
‘Squadronspirit versterken’ Functiekoord Om de herkenbaarheid van de squadronsergeant-majoors en -adjudanten te vergroten, krijgen ze allemaal een functiekoord. Dit is het koord dat de stafadjudanten voorheen droegen. Die krijgen op hun beurt een nieuw ontwerp dat beter aansluit op de nestel van de luchtmachtadjudant. ‘Daarmee kloppen nu ook de uiterlijke kenmerken in de organisatielijn’, licht Bruins toe. ‘De krijgsmachtadjudant, luchtmachtadjudant en stafadjudant dragen al jaren een dergelijk koord. Het is dus niet meer dan logisch dat de hoogste squadrononderofficieren er nu ook één krijgen.’
Van hoofd huishoudelijke dienst naar adviserend onderofficier
‘Als moeder waak ik over het wel Zo’n dertig squadronsergeant-majoors en tien squadronadjudanten geven vandaag de dag leiding aan vijfà zesduizend onderofficieren. Ook staan ze hun commandant bij met gevraagd en ongevraagd advies over ondermeer beleid en werkwijzen binnen het squadron. Kortom, ze vormen een belangrijke schakel tussen de werkvloer en het management. Om deze rol goed te vervullen, volgen alle squadronsergeant-majoors en -adjudanten dit jaar een cursus en ontvangen zij na slagen een functiekoord dat hun herkenbaarheid binnen de organisatie vergroot. Tekst: Jopke Rozenberg-van Lisdonk
‘De rol van de squadronsergeant-majoor en -adjudant werd de afgelopen tijd door velen ondergewaardeerd of in elk geval niet goed benut’, begint Luchtmachtadjudant Fred Bruins. In navolging van zijn voorganger krijgt hij van de Commandant Luchtstrijdkrachten de opdracht een krachtig onderofficieren korps te bouwen. Daarvoor begint Bruins met het aansterken van de bovenlaag. ‘Niet iedereen had helder op het netvlies wat de taken en verantwoordelijkheden van deze hoogste onderofficieren waren. Ze wisten het soms zelf niet eens.’ Anderhalf jaar geleden kregen de squadronsergeant-majoors en adjudanten er een flink takenpakket bij: van hoofd huishoudelijke dienst naar uitvoeringsverantwoordelijke van het squadron en adviserend onderofficier van de commandant. De zeven kerntaken (zie kader) die ook voor stafadjudanten gelden, zijn daarbij voor hen leidend. Ommezwaai Voor de meeste leidinggevende onderofficieren is hun nieuwe taakstelling nogal een ommezwaai. Enige scholing daarvoor is wel op zijn plaats, vindt de Luchtmachtadjudant. Hij ontwikkelt daarom een fulltime cursus van twee weken: de Staf Vorming Adviserend Onderofficier (SVAO). Dat doet hij in samenwerking met het 132 Didactiek Militair Leiderschap en Opleidingen (DMLO)-Squadron en een aantal
DE VLIEGENDE HOLLANDER 20
squadronsergeant-majoors. Om de inhoud ervan te bepalen, laat hij zich leiden door squadroncommandanten en de squadronsergeantmajoors en -adjudanten zelf. Wat mist de commandant in zijn naaste onderofficier en wat denkt die op zijn beurt nodig te hebben voor het vervullen van zijn nieuwe taak? Die twee lijstjes voegen de werkgroep samen en zo ontstaat een bomvol cursusprogramma, waaraan 22 in- en externe gastdocenten hun steentje bijdragen. Sparren De tiendaagse cursus bevat lessen gericht op coaching, groepsdynamica, advieskunde, lean management en de algemene luchtmachtbedrijfsvoering. Om zo dicht mogelijk bij de praktijk te blijven, oefenen de cursisten hun vaardigheden met behulp van actuele casussen onder leiding van echte squadroncommandanten. Ze trainen hiermee niet alleen hun adviesvaardigheden, maar ook de intervisie met andere squadronsergeant-majoors en -adjudanten, stafadjudanten en de werkvloer. ‘Een vraagstuk hoef je natuurlijk niet op je eigen eilandje op te lossen’, legt Bruins uit. ‘Dat sparren met collega’s en de werkvloer is juist heel belangrijk om een gedragen advies te kunnen geven. Dat is ook hun rol: de werkvloer vertegenwoordigen.’
Bekijk voor meer onderofficiersgerelateerde onderwerpen, zoals de beleidsvisie onderofficieren, opleidingen en werkervaringen de onderofficierspagina op intranet. Deze is te bereiken via een link in de rechterkolom van het luchtmachtportaal.
‘Als squadronsergeant-majoor waak ik als een soort moeder over het wel en wee van mijn squadron. Het is er soms vrij hectisch en er leeft veel onder het personeel. We moeten de getraindheid van onze jachtvliegers waarborgen, vliegtuigen operationeel houden, sorties genereren en missies plannen. Ik ondersteun de onderofficieren hierin zo breed mogelijk. Tijdens de SVAO-cursus leerde ik om zowel het gesprek aan te gaan met de werkvloer als ook op beleidsniveau met de commandant. Het was een waardevolle spoedcursus waarin ik echt naar het niveau van onderofficier naast de commandant getild ben. Velen op het squadron moeten nog wennen aan mijn nieuwe takenpakket. Ik vervul deze functie pas sinds afgelopen december en heb het doel een goede fundering op te bouwen. Ik wil de squadronspirit nog meer versterken.’
en wee van mijn squadron’ Zeven kerntaken van de stafadjudant, squadronadjudant en squadronsergeant-majoor: 1. het domein van de onderofficier bewaken 2. de onderofficier en de jonge officier begeleiden en coachen 3. de opleiding en training van de man en de groep bewaken 4. detecteren en selecteren 5. de commandant gevraagd en ongevraagd adviseren 6. het beleid van de commandant uitdragen (top down en bottum up) 7. een relatienetwerk opbouwen en onderhouden
PC-LSK generaal-majoor Ton Tieland over de rol van de leidinggevende onderofficieren binnen de organisatie:
‘Blind vertrouwen in mijn adjudant’ ‘Zonder Luchtmachtadjudant mis ik de signalen van de werkvloer. En die zijn uiterst belangrijk aangezien de onderofficieren voor een groot deel zorgen voor een goed functionerende luchtmacht. Ik stel het gevraagd en ongevraagd advies van Bruins dan ook erg op prijs. Sterker nog, ik heb het nodig om mijn werk goed te kunnen doen. De Luchtmachtadjudant en ik hebben een goede band. Ik vertrouw hem blindelings. We zien elkaar vrijwel dagelijks en bespreken dan in informele setting de bijzonderheden. Je moet bij elkaar kunnen binnenlopen. En zo werkt dat ook voor de squadroncommandant en hun sergeant-majoor of -adjudant.’
Bruins (r.) is één van de ontwikkelaars van de SVAO-cursus. Als adviserend onderofficier naast de (P)C-LSK is hij de schakel tussen de werkvloer en het management. PC-LSK Tieland (foto) is blij met zijn (on)gevraagde advies over onderofficiersgerelateerde onderwerpen. Foto : Berry Dalderop
21 DE VLIEGENDE HOLLANDER
REPORTAGE
REPORTAGE
Uit nood geboren EMVO na 25 jaar nog steeds zelfde succesformule
Dé basis voor onze militaire luchtvaart Wanneer gaandeweg de jaren tachtig het uitvalpercentage van Nederlandse leerling-vliegers in de Verenigde Staten op wel veertig procent komt, moet er iets gebeuren. De luchtmacht start een onderzoek naar de oorzaak voor de hoge uitval die andere landen veel minder hebben. Wat blijkt; een betere selectie van en voorbereiding voor toekomstige jachtvliegers en bovendien een separatie helikopteropleiding moeten de oplossing bieden. In 1988 resulteert dat tot de oprichting van – wederom – een elementaire vliegeropleiding. Tekst: Arno Marchand | Foto’s: uit collectie Nederlands Instituut voor Militaire Historie
Al eerder kent de luchtmacht een basisvliegopleiding genaamd EVO, Elementaire Vliegopleiding. Deze komt na de Tweede Wereldoorlog van de grond als Nederland de opleiding van vliegend luchtmacht- en marinepersoneel weer in eigen beheer neemt. Als eerste vliegtuigtype krijgen leerlingen op Woensdrecht te maken met de Tiger Moth, vanaf 1950 vervangen door de Fokker S.11. Na de EVO volgt op Gilze-Rijen de Voortgezette Vliegopleiding (VVO) met de Harvard. Later gaan de twee opleidingen samen en ontstaat er ook nog een Lichte Vliegtuigenopleiding. In 1961 start de Nederlandse luchtmacht een samenwerking met de Belgische die tien jaar duurt. In die periode ontstaan ook de Heli-
DE VLIEGENDE HOLLANDER 22
kopter Vliegopleiding en tenslotte de Transitie Vliegopleiding. In 1968 krijgt Woensdrecht de status van reservevliegbasis en in 1971 stopt de EVO op Gilze-Rijen. Behalve de samenwerking met de Belgen stopt dan ook die met de marine. De volledige KLu-vliegeropleiding verhuist naar diverse bases in Canada. Capaciteit is daar echter onvoldoende om de uitstroom van vliegers in Nederland naar de burgerluchtvaart op te vangen. Om het afvalpercentage in Canada terug te dringen, roept de luchtmacht in 1977 weer een Selectie Vliegeropleiding (SVO) in het leven. De Rijksluchtvaartschool, een civiele instantie maar gevlogen door luchtmachtvliegers, voert deze uit vanaf Eelde.
De ‘Lima-02’ is voor het jubileum voorzien van een speciale beschildering. Het vliegt in formatie met de Lima-11 die samen met de L-12 en L-13 de aanvullende bestelling PC-7's uit 1997 vormde. Deze werden betaald door de marine omdat de EMVO vanaf 1996 ook opleiding van die vliegers op zich nam.
Ter gelegenheid van het 90.000ste vlieguur poseert een groot deel van het EMVO-personeel bij de Lima-05. Kleine ongelukken zijn er wel geweest, meestal veroorzaakt door vogelaanvaringen.
Militaire mindset Ook in die tijd gaan de eerste leerlingen naar de Duitse jachtvliegopleiding op de Amerikaanse vliegbasis Sheppard in Texas. Enkele aspirant-helikoptervliegers in opleiding gaan naar Ft. Rucker in Alabama. In 1981 start op Sheppard de Euro Nato Joint Jet Pilot Training, een samenwerking van twaalf NAVO-landen. Hier gaan voortaan alle Nederlandse jachtvliegers in spe naartoe en stopt het Canadese opleidingstraject volledig. Ondanks alle veranderingen levert de opleiding niet op wat de luchtmachtstaf er van verwacht; het afvalpercentage blijft hoog. Te hoog, tot wel veertig procent, en daarmee het slechtste van alle NAVO-partners. En te kostbaar. De vooraf betaalde opleidingsplaatsen kosten veel en restitutie bij het uitstappen van een leerling is er niet. Bovendien sluit de Amerikaanse helikopteropleiding onvoldoende aan bij de Nederlandse operaties met de Alouette III en Bölkow. Extra ingekochte capaciteit bij de Belgische luchtmacht helpt niet voldoende. De SVO op Eelde die voor alle opleidingen leerlingen moet aanleveren kan het niet aan. Er start een tweede SVO op Seppe. De luchtmacht moet actie ondernemen: een betere selectie van, en eigen opleiding voor aspirant-vliegers, zo blijkt uit een studie. Ook de helikopteropleiding moet in eigen beheer. Dat betekent in 1988 de geboorte van het Elementair Militair-Vlieger Opleidingssquadron, zoals het officieel te boek staat. Een geïntegreerde opleiding van veertig weken, waarvan de helft een militaire vorming met alles wat daarbij hoort. ‘Wat in die tijd vooral ontbrak, was een militaire mindset’, zegt de huidige commandant majoor Martin Hogervorst. ‘Leerlingen kwamen koud van school en kenden geen teamgeest, incasserings-, aanpassings- en doorzettingsvermogen.’
Zeer bijzonder moment in 2005; voor het eerst vliegen de drie KLu Solo Display Teams in formatie. Vanaf dat jaar was deze formatie ook te zien te zien tijdens de Open Dagen en daarna Luchtmachtdagen.
Succes Een toegesneden opleiding als de EMVO behoeft tevens een geschikt lesvliegtuig. Niet meer een civiel type maar één toestel dat past bij de luchtmachttoestellen waarop de vliegers in de toekomst terechtkomen. De keuze valt op de Pilatus PC-7 Turbo Trainer: tien stuks voor de totaalprijs van zo’n dertig miljoen gulden. Die vinden vanaf begin 1989, samen met de hele opleiding onderdak op Woensdrecht. Daar is ruimte omdat de Amerikanen de voorgenomen plaatsing van kruisvluchtwapens afblazen door het einde van de Koude Oorlog. Eind augustus komt de eerste klas op, 24 leerlingen sterk. Na twintig weken begint de grondschool voor het vliegen. De lat ligt hoog. Zesjes worden niet geaccepteerd, dus veel studeren. En al na een paar klassen blijkt
dat de opzet voldoet. Hogervorst: ‘Sterker nog. We gingen van één van de slechtst presterende landen naar één van de beste. Tegenwoordig leren wij ze in dertig uur vliegen. Aan de hand van hun progressie kunnen wij met 99 procent zekerheid inschatten of ze de rest van het opleidingstraject ook halen. Op de EMVO valt eerst nog zo’n 35 procent van de leerlingen af, later bijna niets meer. En precies daarvoor ís de EMVO er dan ook. Want op Sheppard is dat nu nog minder dan twee procent.’ En dat viel meteen op! Zowel op Sheppard maar ook bij de Nederlandse helikoptereenheden waar leerlingen naartoe gaan na het volgen van de VVO, eveneens op Woensdrecht. In het begin van de EMVO kwam dan ook de ene na de andere buitenlandse delegatie op bezoek.
Formatie van tien PC-7’s die hier nog het oude maar nooit officiële squadronembleem dragen. Het toont een jonge adelaar die onder de vleugels van volwassen exemplaar leert vliegen. Het motto was en is nog steeds Mea doctrina volantes, Door mijn lessen leren ze vliegen.
23 DE VLIEGENDE HOLLANDER
REPORTAGE
REPORTAGE
Upgrade in plaats van afwachten
Hogervorst is de eerste commandant die ook bij zijn opleiding bij de EMVO deed, zoals deze foto uit 1992 van een jonge aspirant-vlieger in een PC-7 Cockpit Procedure Trainer toont. BDL Heinz Manderfeld leidt ondertussen één van de vele buitenlandse delegaties rond.
Opname uit tijd van de Elementaire Vliegopleiding met Fokker S.11’s die van 1950 tot 1973 dienst deden.
Karaktereigenschappen Tegenwoordig volgen de leerlingen na selectie bij de SVO op Seppe, eerst een jaar Koninklijke Militaire Academie. Hogervorst: ‘We krijgen ze daardoor met die militaire mindset binnen, met dat doorzettingsvermogen dat vroeger zo ontbrak. Na de EMVO kun je naar alle vliegtuigen binnen de KLu toe, tegenwoordig ook transport. Vroeger ging degene met het beste “vliegerhandje” naar de F-16. Met de behoefte vanuit de Staf CLSK in het hoofd, kijken we tegenwoordig verder, naar de karaktereigenschappen van een leerling zoals leiderschap. Het is een heel andere manier van selecteren. Voor transportvliegtuigen heb je bijvoorbeeld echt een teamspeler nodig, voor een gevechtsvlieger weer hele andere eigenschappen. Ondanks dat het "slechts" een deel van de gehele vliegopleiding is, vormt de EMVO dé basis voor onze Nederlandse militaire luchtvaart. Met die bagage kun je ze rustig een paar jaar uit handen gegeven voor een opleiding in het buitenland. Daarna gaan we met de Nederlandse instelling verder.’ Hogervorst met zelf ruimt duizend uur PC-7, is sinds 13 september 2012 commandant van het 131 EMVO-Squadron, één van de eenheden van de Koninklijke Militaire School Luchtmacht. Foto: Arno Marchand
Een van de succesvolste westerse militaire lesvliegtuigen is de PC-7, op de foto in aanbouw bij Pilatus in Zwitserland. Op Sheppard komen leerlingen terecht op de T-6, een doorontwikkeling van de PC-9, de grotere broer van de PC-7.
Leuk en interessant Hogervorst is de eerste commandant die zelf zijn opleiding bij de EMVO volgde. Hij werd Apache-vlieger, was al (wapen-)instructeur daarop en werd in 2009 detachementscommandant in Tarin Kowt. ‘Na een eerste tour als Instructor Pilot bij de EMVO kwam de vraag of ik in 2012, commandant wilde worden en met dat aanbod was en ben ik zeer gelukkig. Het is hartstikke leuk en heel erg interessant. Bij een les of opleidingseenheid heerst veel meer rust in de tent ten opzichte van een operationele eenheid. Onze kalender staat al jaren vooruit vast. Dat geeft zekerheid. Geen oefeningen of uitzendingen, behalve dan – in principe – op vrijwillige basis. Op een operationeel squadron gebeurt altijd wat. Dát leven ken ik ook. Ik zou zo weer gaan, maar dit is óók goed.’ Dezelfde beoordeling geldt volgens Hoger-
vorst voor de EMVO, maar hij merkt wel dat de tijd verandert met de opkomst van social media, en digitalisering. ‘Vroeger had je stapels boeken. Nu gaan we naar een meer digitale lesomgeving. Het toestel hoeft daarvoor niet te worden aangepast. Een glass
Bevelhebber der Luchtstrijdkrachten Fred de Jong neemt in bijzijn van staatssecretaris van Defensie Jan van Houwelingen op 8 februari 1989 de eerste vier PC-7’s in ontvangst.
‘Flexibel zijn om het beste uit je leerling te halen’ Kapitein Guido ging na een operationele tijd bij het 311 Squadron op eigen verzoek naar de EMVO. ‘Ik wilde altijd al lesgeven, maakte me niet uit waar. Ik weet van mijzelf nog heel goed wat ik als leerling wel en niet goed vond van mijn instructeurs. Inmiddels heb ik vijftienhonderd uur ervaring op de F-16 met diverse uitzendingen en missies boven Bosnië, Kosovo en Afghanistan. Die kennis en ervaring neem ik mee in het lesgeven. Als Instructor Pilot benader ik iedere student anders. Je moet flexibel zijn om het beste uit je leerling te halen. Soms ook keihard werken om iemand door de opleiding heen te slepen. De opleiding is in al die jaren niet veranderd – de luchtmacht wel. Vroeger ging je óf naar de F-16, óf naar lichte helikopters die we toen hadden. Nu is de keus veel groter met Apache, Chinook, Cougar en NH90. Een enorm verschil. Ook de cultuur is veranderd. Nu is er veel betere begeleiding, bijvoorbeeld psychologisch. Ik zou zeggen, menselijker. Veel meer open, maar respect moet er nog steeds zijn. Dat heeft op de EMVO een duidelijke functie. Ook daarmee bereiden we leerlingen voor op de opleiding in Amerika. Want daar is alles nóg een stuk formeler.’
DE VLIEGENDE HOLLANDER 24
Zonder het technisch personeel vliegt er niets. Zo’n twintig man zorgen voor de gereedstelling en onderhoud van de PC-7’s. ‘De dertien toestellen vliegen 3400 uur per jaar’, zegt kapitein Frank Schreurs, Hoofd Gereedstelling en Onderhoud. ‘De jongste drie toestellen die in 1997 zijn afgeleverd, vliegen meer om ze op hetzelfde aantal totaaluren te krijgen. Het onderhoud aan de toestellen is nu nog goed te doen, maar we komen met onderdelen in aanraking die niet meer nieuw te krijgen zijn. Je merkt dat de doorlooptijden bij het Logistiek Centrum Woensdrecht langer worden.’ ‘Het is dan ook goed dat de luchtmacht nu kijkt naar mogelijkheden tot upgrade in plaats van af te wachten tot een onderdeel er niet meer is’, geeft eerste luitenant Ruud Thoolen aan. ‘Met de plannen voor cockpitmodificatie en een versteviging van de vleugel, praat je eigenlijk over een Midlife Update. De PC-7’s kunnen dan nog tot – naar schatting – 2025 mee. Dan zitten ze naar verwachting aan het maximum aantal vlieguren.’
Schreiner Military Training zorgde van 1988 tot 1994 voor de training van de EMVO-leerlingen.
cockpit is voor wat we hier doen niet per sé noodzakelijk. Maar de industrie ondersteunt bepaalde instrumenten zoals die van de motor niet meer. Dan moet je wel wat anders.’ Momenteel loopt het verwervingstraject voor de gedeeltelijke digitalisering van de cockpit. Ook landen als Chili en Oostenrijk zitten met deze kwestie. Aanwas Het EMVO-Squadron telt nu vijftig personen verdeeld in operaties – vijftien vlieginstructeurs – en twintig man gereedstelling en onderhoud. ‘Voor de huidige behoeftestelling vanuit de staf is dat voldoende. We zouden elke klas zo’n twintig leerlingen moeten hebben, maar het zijn er maar negen à tien. Er zit wel een wat stijgende lijn in, maar blijft dit zo, dan gaat de geringe aanwas binnen nu en een paar jaar pijn doen op de operationele squadrons. Dat is zéker een zorg. Ben ik erover verbaasd? Eh, “jeen”. Defensie was niet altijd even positief in het nieuws en heel lang was er geen zekere toekomst met de discussie over de F-35. Aan de andere kant, ík wilde vroeger graag vlieger worden en wist toen niet hoe de KLu ervoor stond. Zo onbevangen of gedreven – het is maar hoe je het wilt uitdrukken – zie je tegenwoordig minder. Ze proberen het. De jeugd is meer berekend voor wat betreft de toekomst.'
In 1995 start het PC-7 Solo Display Team. Het vliegprogramma dat vlieger, coach en technici twaalf jaar lang in binnen- en buitenland verzorgen, traint het team onder andere boven Woensdrecht. Foto: Jan-Kees de Meester
Alle dertien PC-7’s op de flightline. Vanaf augustus 2005 verruilen de toestellen hun rood-wit-gele kleuren voor zwart met gele strepen dat in het Nederlandse luchtruim beter zichtbaar is. Foto: Johan Havelaar
25 DE VLIEGENDE HOLLANDER
BEDRIJFSVOERING
BEDRIJFSVOERING
Countdown voor grootste migratiemissie in luchtmachtgeschiedenis
‘De implementatie van SAP is een zware belasting
Van verzuiling naar eenheid
voor de organisatie en vraagt om extra inzet en capaciteit van onze luchtmachtcollega’s’
Controle van data in SAP op vliegbasis Eindhoven door (v.l.n.r.) kapitein René Kolijn (DMO) en adjudanten Frits Pelkman en Rik Pijnenburg van de Staf Onderhoud en Logistiek.
SMILE: vallen, opstaan en zo goed mogelijk ondersteunen
Sergeant 1 Migiel Leemburg van het 942 Squadron smeert het neuslandingsgestel van de C-130 door.
Begin jaren negentig neemt Defensie een besluit: er komt een Defensiebreed informatiesysteem om een paarse krijgsmacht te ondersteunen. De tientallen verouderde bedrijfsvoeringsystemen van de zeven Defensieonderdelen verdwijnen en de gegevens migreren op termijn naar één systeem: SAP. De materieellogistiek van de luchtmacht stapt per wapensysteem van de oude bedrijfsvoering over naar de nieuwe. Zo gingen de NH90, Alouette III en PC-7 al eerder ‘live’ in SAP. Op 7 februari volgde de live-gang van het luchttransport op de vliegbasis Eindhoven. Tekst: eerste luitenant Henk-Jan van Vulpen | Foto’s: Herman Zonderland
Het optreden van Defensie is veranderd van solistisch in Koude Oorlogssituaties, naar het gezamenlijk optreden van eenheden in wisselende samenstellingen en decors. Landmacht, luchtmacht, marechaussee en marine moeten samenwerken, of beter gezegd integreren. Alle gegevens uit de tientallen verouderde bedrijfsvoeringsystemen moeten migreren naar één zogeheten Enterprise Resource Planning of kortweg ERP-systeem. In dit geval dus SAP. Een product ontwikkeld door een Duitse producent waarvan de bedrijfsnaam inmiddels synoniem is voor de productnaam. SAP is een softwareprogramma dat alle bedrijfsprocessen, zowel administratief als bestuurlijk, ondersteunt. De migratie van de materieellogistiek van de luchtmacht – de luchtketen genoemd – omvat niet alleen nieuwe hard- en software, maar ook nieuwe werkbeschrijvingen en procedures.
‘SMILE ondersteunt de voorbereiding en inrichting van processen en SAP voor de materieellogistieke ondersteuning. Dit geldt voor zowel luchtwapensystemen als overige systemen en artikelen in de luchtketen. De implementatie van SAP is heel ingrijpend en een zware belasting voor de organisatie. Het vraagt om extra inzet en capaciteit van onder meer onze luchtmachtcolkolonel Arie Blokland, projectleider SMILE lega’s, met name door de vertragingen en reorganisaties. Het is dan ook een grote verandering: een nieuwe bedrijfsvoering waarin alles, middels SAP, aan elkaar gekoppeld is. SMILE heeft inmiddels, met vallen en opstaan, veel ervaring opgedaan en kennis vergaard om zo efficiënt mogelijk te migreren en zo goed mogelijk te ondersteunen. Daarbij is een goede samenwerking tussen alle betrokken partijen in de keten cruciaal.’ Foto: Hille Hillinga
Ondersteuning met een SMILE In 2001 start de Nederlandse Defensie als eerste ter wereld met de invoering van een ERP-systeem voor al haar activiteiten. Dat varieert van medicijnen voor geneeskundige troepen en personele planning tot het bevoorraden van marineschepen en onderhoud aan vliegtuigen, zowel bij nationaal als internationaal optreden. De lijnorganisatie is vanaf het begin verantwoordelijk voor de invoering van de nieuwe bedrijfsvoering. Ieder Defensieonderdeel krijgt daarbij ondersteuning van een projectgroep. Voor de luchtketen is dit tot en met 31 december 2014 SMILE, dat staat voor SAP Migratie Luchtketen Eerste fase (zie kader). Dan moet het gehele luchtmachtbedrijf over zijn op de nieuwe bedrijfsvoering. Sergeant Dieneke van Maanen van het 942 Squadron inspecteert de Avionics Bay van de C-130.
DE VLIEGENDE HOLLANDER 26
27 DE VLIEGENDE HOLLANDER
BEDRIJFSVOERING
BEDRIJFSVOERING
2013
‘SAP maakt het functioneren van onze bedrijfsvoering genadeloos inzichtelijk en dwingt ons om dit te blijven verbeteren’
Rechts: Schema van de migratieplanning van de luchtsystemen. De rode ruitjes markeren de Go Live-momenten waarop een wapensysteem overgaat in SAP. Kijk voor meer informatie op de SMILE Intranetpagina en de Kennisbank Luchtketen.
Migratie Planning
Reorganisatie
Wat is SAP?
SAP is een geïntegreerd Enterprise Resource Planning-softwareprogramma dat alle bedrijfsprocessen (administratief en bestuurlijk) ondersteunt, ontworpen door de firma SAP uit Duitsland. De software van SAP is ‘op maat’. Bedrijven die gaan werken met SAP kiezen uit kleine deelprogramma's (modules) die allemaal een specifieke taak ondersteunen. Ook zijn pakketten beschikbaar, speciaal toegespitst op branches. Zo maakt Defensie gebruik van Defense Forces & Public Security (of kortweg DFPS), speciaal ontworpen om operationele activiteiten in vredestijd, bij vredeshandhaving en in gevechtssituaties te ondersteunen. De oude bedrijfsvoeringsystemen waren registerend – SAP is sturend: wanneer de bedrijfsvoering niet werkt, wordt dat in SAP direct zichtbaar.
O
N
D
J
incl. Mali & Fort Hood
F
M
DE VLIEGENDE HOLLANDER 28
M
J
J
A
S
O
N
D
J
F
M
Fase 5 Fase 4
Fase 5
F-16
F2 in
incl. Tucson (USA)
Fase 2
Fase 3
Fase 4
Fase 5
Fase 4
Fase 5
Overige systemen OS tranche-1 & Cougar
Migratie Tr-1
OS tranche-2
Fase 3 Migratie Tr-2
Fase 4
Fase 5 Fase 3
Primeurs dataconv. & MT
Vraagvoorspelling obv ECC & SLIM-4 Componentenonderhoud
nazorg
FMS
dataconv. & MT
LCW magazijn op SAP
nazorg
nazorg Fase 1 & 2
Fase 3 & 4
Fase 5 Verhuizen
GGO/DGLC (Patriot)
‘SAP geeft meer mogelijkheden om logistieke processen in te regelen’
Adjudant Dirk Robben, Flight Chief C-130 en ‘super-user SAP’ ‘Voor de werkvloer is het behoorlijk schakelen. In de nieuwe bedrijfsvoering worden financiën, materieel en techniek direct aan elkaar gekoppeld. We gaan nu van een registrerend naar een besturend systeem. Dat vraagt om andere en soms meer handelingen en ook het begrijpen van processen. Niet alleen je eigen specifieke rol, maar ook wat er vóór en na jou in het proces gebeurd. Het is een heel andere manier van denken. Als iets in het proces niet klopt, wordt meteen duidelijk waar dat is, en hoe en door wie dat komt. De bedrijfsvoering rondom SAP moet werken, want SAP brengt ‘m genadeloos aan het licht. De gebruikers zien de handelingen in SAP nu nog als omslachtig. De oude systemen en manieren van werken waren vertrouwd. Het is dus wennen. Geef het tijd! Wat de hele migratie wel heeft verzwaard: SAP implementeren in een periode van reorganisaties. Dat moet je niet willen. Het heeft heel wat vertragingen en problemen opgeleverd Het opwerken naar de nieuwe bedrijfsvoering en SAP kwam voor velen boven op de reguliere functietaken. Er is veel van mensen gevraagd. Alleen door de loyaliteit van de mensen zijn alle problemen opgelost. Mijn tip voor de systemen die dit jaar live gaan met SAP: gebruik je voorbereidingstijd maximaal. Daar staat en valt alles mee. De centrale aansturing moet snel op gang komen. Wijs de juiste mensen aan voor rollen in SAP – user, super-user, key-user – en geef ze de tijd om zich voor te bereiden. Zij kunnen dan ook sneller anderen ondersteunen. Leidt tijdig op, train op maat en richt de lokale bedrijfsvoering zo goed mogelijk in. En loop gerust eens bij ons binnen om ervaringen en kennis te delen. Het hoogste doel is dat onze kisten blijven vliegen en dat gaan we halen ook.’
A
Omklapperiode
LuTra Apache, Chinook
‘Geef het tijd!’
S
2014
Majoor Eric Pothoven, Hoofd SAP-team Eindhoven
Korporaal 1 Maxim Musumeci van het 941 Squadron voert met het oog op de invoering SAP een extra controle uit in het magazijn.
Sergeant-majoors Frank Jansen (l.) en Peter Brouwer van het 942 Squadron controleren geladen KDC-10 data in SAP.
‘Voor de live-gang naar SAP heeft iedereen hard gewerkt’, zegt kolonel Arie Blokland, projectleider SMILE. ‘Complimenten, maar daarmee we zijn er nog niet’, benadrukt hij. ‘In periode van nazorg en daarna verhelpen we kinderziekten en begint de lijnorganisatie pas écht te leren werken met het systeem.’ Lutra is totnogtoe het grootste migratieproject binnen de luchtketen. In de loop van 2014 volgen nog grotere: Chinook en Apache, Cougar, F-16 en Overige Systemen. Blokland: ‘Wanneer een wapensysteem live gaat in SAP zetten we letterlijk de oude bedrijfsvoeringsystemen zoals IMDS en VA uit, en gaat het nieuwe draaien, met ondersteuning van SAP.’
oude systemen. Hebben onze wapensystemen de juiste configuratie en zijn ze tijdig onderhouden? ‘In SAP controleren we dit, maar ook of de juiste materialen zijn gebruikt en het onderhoud door de bevoegde personen is uitgevoerd’, zegt Plaatsvervangend Commandant Luchtstrijdkrachten generaal-majoor Ton Tieland. ‘SAP zit nu in ons dominante denken: paarse processen, procedures en informatiesystemen. Van een verzuilde bedrijfsvoering en een gefragmenteerde informatievoorziening, naar een integrale aanpak en paarse eenheid. In de toekomst kunnen we operaties beter plannen en aansturen.’ Om dat te bereiken, is er toewijding tot op het hoogste niveau. Het is dan ook niet zomaar een project, maar een blijvende verandering van bedrijfsvoering van de luchtmacht. Tieland: ‘We zullen er nog wel veel tijd en energie in moeten steken, maar het gaat werken, daarvan ben ik overtuigd. Het succes ligt in handen van de lijn en vrijwel iedereen binnen de luchtmacht krijgt ermee te maken. SAP zal zich verder blijven ontwikkelen. Het maakt het functioneren van onze bedrijfsvoering genadeloos inzichtelijk en dwingt ons om dit te blijven verbeteren.’
Waar gaan we naar toe? De luchtketen is volgens planning in 2015 volledig operationeel in de nieuwe bedrijfsvoering. De inzetgereedheid van luchtmachtwapensystemen is dan inzichtelijker en mensen en middelen zijn optimaal inzetbaar. Bovendien geeft SAP aan in welke mate is voldaan aan de eisen van de luchtwaardigheidsborging, dit in tegenstelling tot de
‘SAP koppelt techniek, logistiek en financiën direct aan elkaar. De LuTra-keten kent een eigen bedrijfsvoering en is bijna geheel afhankelijk van contracten. Vrijwel al het componentenonderhoud, de maintenance engineering en het hoger onderhoud zijn bijvoorbeeld uitbesteed. Om aan te sluiten op de nieuwe bedrijfsvoering moesten ook specifieke keuzes in SAP worden gemaakt. Voor de logistiek en techniek verandert er het nodige met de invoering van SAP. Voor het onderhoud van de KDC-10 gaat de KLu nu zelf de gegevens invoeren in het geautomatiseerd systeem. Hiervoor deed de KLM dat. Het systeem is op logistiek gebied veel meer sturend, maar biedt ook meer mogelijkheden om de diverse logistieke processen beter in te regelen. Alle artikelen zijn nu in SAP opgenomen. Daardoor hoeven we niet meer gebruik te maken van losse lijstjes en is er betere inzage in de voorraad. Het is uniek dat we bij deze invoering van SAP bij Lutra gewoon blijven doorvliegen. Weliswaar beperkter dan normaal, maar bij eerdere overgangen stonden de wapensystemen geheel stil. Het is namelijk essentieel dat we de klanten blijven voorzien van luchttransport. Dat zal met de invoering van SAP op de langere termijn alleen nog maar verbeteren.’
29 DE VLIEGENDE HOLLANDER
VERVLOGEN TIJDEN
VERVLOGEN TIJDEN
Ton van Kempen bestreed met Brewster Buffalo Japanse invasie van Java
‘Een korte stompafgesneden sigaar’ ‘Over de eindstrijd om Java bestaat bij velen een eigenaardig, maar foutief beeld. Nederlanders waren na de val van Singapore niet geïnteresseerd in verder vechten en deden dat na de Japanse invasie van Java dan ook nauwelijks meer. Alleen de slag in de Javazee van 27 februari 1942 is bekend. Daarna trok het Koninklijke Nederlands Indisch Leger (KNIL) terug om al na een week te capituleren. Dat is een simpel, maar foutief beeld’, zo stelt historicus Peter Boer in zijn boek ‘Het verlies van Java – Een kwestie van airpower’ uit 2006. Een bewijs daarvan vormen de ervaringen van Ton van Kempen uit eind 1941, begin 1942. Tekst: Arno Marchand
Brewster B-339 B-3103 bij een beëdiging van ML-KNIL officieren. Nederland bestelde 24 B-339C en 48 B-339D Brewsters. De twintig bestelde B-339-23’s voor training en één B-339D haalde Nederlands-Indië niet en gingen rechtstreeks naar Australië. Foto: uit collectie Nederlands Instituut voor Militaire Historie
DE VLIEGENDE HOLLANDER 30
Sergeant-vlieger Van Kempen in september 1945 in Singapore. Hij overleefde honger, ziektes, luchtaanvallen en de – wrede – Japanse overheersing in (werk-)kampen in Bandung, Tjilatjap, Tjimahi, Timor, Flores, Batavia en Singapore. Foto: uit collectie Van Kempen
Ton van Kempen, op het moment van interview 96 jaar, hangt als kind aan de lippen van zijn vader als hij vertelt over de noodlanding van een vliegtuig in Wissenkerke. Ton, geboren op 29 november 1916, maakt daarop in zijn jeugd zelf vliegtuigen van kisten, planken en spijkers. Voor zijn gevoel zó echt, dat hij bang is dat hij daadwerkelijk de lucht ingaat. Hij gaat na zijn dienstplicht en door tekort aan werk in Nederland naar Afrika waar hij in april 1937 aankomt. Hij werkt er bij de Holland-Afrikalijn. Tot 10 mei 1940: ‘German invasion in Low Countries’ leest hij in de kranten. Van Kempen wíl wat doen, voor zijn land en zijn familie. Via het Nederlands consulaat hoort hij dat hij – onder andere – in dienst kan treden van het KNIL. Het motorschip Tegelberg vaart hem en nog vele Nederlanders in twee weken van Durban naar Sumatra. Het eerste stuk zigzaggend, merkt Van Kempen. ‘Zeg maar niets tegen de andere passagiers’ zegt de stuurman tegen hem. ‘Ten zuiden van ons zijn onderzeeërs gesignaleerd.’ Daarna naar Singapore en uiteindelijk Batavia, het huidige Jakarta. Nederlands-Indië; ‘zwoele warmte en geur van vochtige planten. Ik heb die kennismaking nooit vergeten.’ Tegenwerking In Bandung vindt de verdeling van de manschappen plaats. ‘Of naar je eigen dienstvak uit de Nederlandse dienstplicht, of je kon een ander wapen aanvragen. Ik vroeg onmiddellijk luchtmacht aan. Maar artillerie, mijn eigenlijke dienstvak, had mensen nodig. Ik werd overgeplaatst naar Tjimahi. Daar aangekomen hoorde ik: “wat kom je hier doen?” Ik sprak geen Maleis en kende de kanonnen niet. Voor mijn vaderlandsliefde was geen begrip. Na drie maanden volgde overplaatsing naar de bergartillerie; met paardjes – kanonnen in delen op de rug, wielen langs de flanken – ’s ochtends berg op, kanonnen in en weer uit elkaar, en weer terug. Ook hier geen overplaatsing mogelijk. Toen bedacht ik een plan: via de lokale sportvliegclub overplaatsing naar de luchtmacht afdwingen. En dat lukte. Per 1 januari 1941 mocht ik naar de vliegschool.’ Een dag later
komt Van kempen aan op de vliegschool van Kalidjati. In bruin uniform dat de Militaire Luchtvaart van het KNIL (ML-KNIL) onderscheidde van alle andere legeronderdelen. ‘Een soort statussymbool waarop ik ook erg trots was.’ Het eerste toestel was de geheel open Ryan STM-2. Na het klein militair brevet volgt de Koolhoven FK.51, de Curtiss-Wright CW-22 Falcon en de Lockheed 12.
Foto van B-339C B-396 bij de Brewsterfabriek in New York. Het toestel heeft een gun camera die in de praktijk zelden gebruikt werd. Onder de vleugel twee bommen van vijftig kilo. Foto: uit collectie Gerard Casius via Lanasta
Oorlog is oorlog Op Van Kempens verjaardag, 29 november 1941, wordt de hele vliegschool bijeengeroepen. Een grote Japanse vloot is gesignaleerd. Voor iedereen geldt een uitgaansverbod en 24-uurs paraatheid. Op 8 december wordt bekend dat de Japanse vloot Pearl Harbour ‘volkomen onverwacht’ heeft aangevallen. ‘Hoe dít nog een verrassing kon zijn, was ons geheel onduidelijk. Heel Indië werd gemobiliseerd; ik met nog vijftien anderen naar vliegveld Madioen, per trein. Een grote chaos.
31 DE VLIEGENDE HOLLANDER
VERVLOGEN TIJDEN
Ondanks een dag reizen moesten we daar direct vliegen, op een nieuw toestel, “want weten jullie niet dat het oorlog is?” We kregen de handboeken van de Brewster Buffalo, ons jachtvliegtuig. Alles moest je leren uit grondinstructie, want er bestonden geen tweezitters. Maar oorlog of niet, meteen vliegen was onverantwoord. De volgende dag wel. Ik was al doorweekt van de spanning voordat ik naar de baan taxiede. De gashendel en stuurknuppel naar voren, de krachtige motor bulderde, ik tegen mijn stoel gedrukt. Je hebt had gevoel dat het ding met je wegliep. Wielen intrekken, kap dicht, gas terug. Ik vloog, alleen. Eindelijk in een jager. Na drie vluchten raakte ik vertrouwd met de Buffalo, een korte stompafgesneden sigaar. Een cabine omringd door pantserplaten, voor je gezicht een vizier waarop je hoofd zou verbrijzelen bij een crashlanding. De lompuitziende Buffalo had vier zware mitrailleurs in de vleugels
De Brewster van eerste luitenant vlieger-waarnemer P.A.C. Benjamins nadat hij net een Mitsubishi G4M ‘Betty’ bommenwerper heeft aangevallen. De ML-KNIL was niet alleen in de luchtverdediging van Java. Ook luchtdoelartillerie van het KNIL, de Royal Air Force, Royal Australian Air Force en het Britse leger vochten mee. Schilderij: Serge Stone
DE VLIEGENDE HOLLANDER 32
VERVLOGEN TIJDEN
en kon twee vijftig kilobommen meenemen. Vele oefenvluchten volgden waarin we leerden schieten en vechten.’ Stippen Na de uitreiking van het groot militair brevet verplaatst Van Kempens afdeling ter verdediging van West-Java naar Andir bij Bandoeng als I Vliegtuiggroep V. ‘Zie hielden ons zo lang mogelijk achter om ervaring op te doen.’ De eerste slachtoffers vallen al voor de strijd met de Japanners. ‘In iets meer dan een week hadden wij vier begrafenissen. Na het vijfde dodelijke ongeval werd besloten dat je alleen nog uit eigen wens naar een uitvaart ging; met de hele afdeling was een te grote belasting voor het moreel en de strijd moest nog beginnen.’ Alle vliegtuigen staan iedere ochtend klaar om te vertrekken, warmgedraaid om geen tijd te verliezen. Bij elk luchtalarm iedereen direct de lucht in. Op 19 februari de eerste confrontatie: negen Kawasaki Ki-48 ‘Lily’ bommenwerpers begeleid door 28 Nakajima Ki-43 ‘Oscar’ jagers die worden aangezien voor de beruchte Mitsubishi Zero’s. ‘Koers oost, hoogte vierduizend meter.’ ‘Wij met twaalf jagers de lucht in, naar zesduizend meter in gespreide formatie in westelijke richting. “Blijf rustig”, geeft commandant eerste luitenant Tideman aan. “Zet ruim zuurstof bij, dan blijf je helder.” Plotseling een groot aantal stippen op de horizon “Probeer de bommenwerpers aan te vallen als je de kans krijgt. Succes. Tally ho!” Na een paar seconden was op ieder vliegtuig de rode bal te zien. Jagers vielen ons aan. Een kluwen van schietende en om-elkaar-heen-draaiende vogels. Angstige momenten voor elke man. Kreten door de koptelefoon: “kijk uit, achter je.” Lichtsporen van kogels flitsen om je toestel. Verslap geen moment, het is leven of dood. Ineens is het stil. Weg Jappen. Wij met een kleine groep terug naar Andir waar inmiddels het signaal “All Clear” was gegeven. Uiteindelijk met negen man geland, twee van wie één zwaar verbrand met parachute in veiligheid en een derde komt om.’ Deze dag verliest de ML nog een vlieger in totaal negen Brewsters. Leven! De eerste bombardementsvlucht bleek voor Andir bestemd, maar de schade daar was snel hersteld. ‘21 februari, weer luchtalarm: mijn monteur startte mijn machine. Hij zei: “je staat vlak bij de baan. Wegwezen, ze komen eraan. Tijdens de start gespte ik me vast – in de verte zag ik de Jappen al aankomen. In de lucht waren we met zeven. Snel naar het oosten om hoogte te winnen. En Japanse bommenwerper bestookte ons veld.’ Op zesduizend meter hoogte vliegen ze terug naar hun veld dat wordt aangevallen door vijftien lichte bommenwerpers. Zeven Brewsters en drie CW-21B Interceptors krijgen het aan de stok met 29 Ki-43’s. ‘Door mijn eerste bochten had ik wat hoogte verloren. Als je hoogte verloor kon je wel dag zeggen met je handje. Ik moest dus weer klimmen. Tot mijn grote verbazing deed een Jap naast mij hetzelfde. Hij klom harder – dertien meter per seconde en wij maar
zeven. Ik wist wat hij wilde doen: mij passeren, boven mij omdraaien en mij beschieten. Het enige wat ik kon doen was direct schieten. Hij schoot ook. Ik moest mijn kist iets optrekken maar dat kon de motor niet meer aan. Ik overtrok ‘m en hij klapte meteen weg. In een spin viel ik loodrecht naar beneden. Na drie slagen kon ik mijn kist eruit halen, maar ik had wel drieduizend meter verloren. Weer op de grond bleek dat hij mijn vleugel had geraakt, net naast een brandstoftank. Eén kist kwam niet terug, maar de vlieger en alle andere wel. Daarop dronken we ’s avonds champagne, maar bij iedereen sluimerde de gedachte “wanneer is het mijn beurt?” Ik wilde daaraan niet toegeven, ik wilde leven! Ik zou en moest eruit komen. Maar wat ging er in de anderen om? Wij hoorden van een instructeur van de vliegschool die weigerde om een gevaarlijke opdracht met een bommenwerper uit te voeren. “Ik durf niet” had hij aangeven. Zou hij daarvoor de kogel krijgen of was het juist heel moedig dat te durven zeggen?’ Brand In deze periode dagelijkse patrouilles. Een keer in de landing op Andir wordt Van Kempen verrast door het luchtalarm. ‘Vier Japanse jagers doken uit de stapelwolken rond de bergen op ons. Twee bommen vielen op het vliegveld. De antenne van mijn Brewster brak af waardoor ik geen communicatie meer had. Een Zero zat achter me aan. Door de geringe hoogte moest ik vluchten naar de wolken om hem kwijt te raken. Dat lukte. In de landing crashte Tideman doordat hij met zijn landingsgestel in een bomkrater kwam. Hij overleefde gelukkig. Volgende dag weer luchtalarm, maar we zagen niets. Plotseling veel rook in mijn cabine. Ik gooide mijn kap open om lucht te krijgen. Ik sta in brand, dacht ik, maar ik zag geen vlammen. Ik ging al op mijn stoel staan om een schop tegen de knuppel te geven, zodat ik op de veiligste manier uit de kist kon springen. Ik seinde SOS om aandacht op de grond te trekken. Ik brulde door de microfoon dat ik klaar was om te springen. De verkeerstoren zei: “zie je vlammen?” Nee! “Loopt je motor goed?” Ja! “Verlies je hoogte?” Nee! Blijf in je toestel zolang alles functioneert. Neem geen risico’s. Ik zag dat de rook wegtrok en zette wat extra zuurstof bij. Iets later hoorde ik: “kom maar landen, alles is veilig”. Ik landde zonder problemen. Mijn hoofdmonteur ontdekte een kogelgat in de romp. Ik was dus blijkbaar geraakt zonder dat ik het doorhad.’ Oog in oog In de nacht van 28 februari op 1 maart, direct nadat de Koninklijke Marine samen met de Amerikaanse, Australische en Britse in de (eerste) Slag in de Javazee is verslagen, begint Japan met de invasie van Java. Om vier uur ’s ochtends worden de jachtvliegers gewekt. ‘We hadden nog zes vliegklare Brewsters. We kregen twee scherfbommen en volle mitrailleurs. “Om zes uur als de zon opkomt, gaan we naar Eretran waar zeven transport- en vijf oorlogsschepen liggen”, gaf de commandant aan. “Daar gooien we eerst de bommen af. Het schip mag je zelf uitkiezen. Daarna je vier mitrailleurs bijna leegschieten op de landende troepen. Houd iets over voor als op de terugvlucht zelf wordt aangevallen.” Ik viel onder de vijf die met hem meegingen. Met kloppend hart vlogen we richting zee. De eerst zonnestralen glinsterden op het water. Het zag er zo vredig uit. Vanaf grote hoogte waren de schepen al zichtbaar. Boven Eretan brak van alle schepen het vuur los. Van bovenaf zag je vlammen en rook uit de vuurmonden van de kanonnen op de schepen . Rondom ons kleine witte wolkjes van ontploffende granaten die in tweeën barsten. Het lawaai van het grote aantal kanonnen klonk als aanhoudend
Bij start van het Japanse Luchtoffensief op 19 februari staat op Andir 1 Vl.G.V (Eerste Afdeling Vliegtuiggroep Vijf) die vliegt met vijftien Brewster B-339C en D’s. Op Tjisaoek (ten zuidwesten van Batavia) staat 2 Vl.G.V met tien B-339C en D’s. Foto: via Lanasta
onweer. Een korte steile duik. God zegene de greep. Bommen los en weg.’ Met slechts vijftig kilo was het succes niet bijster groot. ‘Steeds zigzaggend. Van alle kanten werd ik beschoten – een heel gekke ervaring. De witte wolkjes bleven om mijn heen dansen. In een schuine snelle duik zette ik mijn machine in de richting van de landingssloepen. De lichtspoormunitie gaf aan waar het insloeg. Ik zag mensen over boord springen uit de volgepakte vierkante bakken. Ik trok op om hoogte te krijgen, dook in een kleine wolk boven de zee, mijn enige bescherming. Dan vanuit een onverwachte hoek weer naar beneden. Nooit duidelijker kon ik zien hoe de vijand het land binnenviel. De vrouwen en kinderen overleveren aan dit tuig? Een razend gevoel bijna moordlust kwam naar boven. Twee, drie runs. Mijn laatste kogels sloegen in. Ik was bijna leeg. Ik móest wat overhouden. Ik zette koers naar mijn basis. Ik was kapot. In de war. Trots en beschaamd. Blij en verdrietig. Mijn God! Waar was ik mee bezig? Ik ben er weer uitgekomen. Heb “Jij” mij beschermd? Waarvoor? Waarom? Omdat ik mijn vaderland verdedigde? Dat ik vocht voor mijn ouders, broers en zusjes? Of voor wat ik net aanrichtte? Ik wist het niet.’ Het waren gevoelens waarvoor hij geen oplossing vond en waarmee hij het na de oorlog nog moeilijk zou krijgen. ‘Teruggekomen was de vreugde dat je alle zes de thuishaven had bereikt, overheersend. Wonder boven wonder slechts één toestel beschadigd.’ ‘Jullie zijn gek’ Drie uur ’s middags met nu nog maar vier kisten een herhaling van de ochtendaanval. ‘je hoefde de vijand toch niet toe te laten op je land? Toch had ik de grootste moeite met mijn opdracht. Ik dook eenmaal. Het vuur barstte weer los van alle kanten. En stuk intensiever dan in de ochtend. Ik drukte lang op de vuurknop op de stuurknuppel. Daarna kon ik het niet meer. We keerden alle vier afzonderlijk naar de basis
33 DE VLIEGENDE HOLLANDER
VERVLOGEN TIJDEN
LEESWIJZER EN KIJKWIJZER Warplane No.05 – Fokker C.X Even in de omgekeerde volgorde: in de vorige de Vliegende Hollander werd deel 6 uit de serie Warplane al behandeld. Deze keer nummer 5. Hierin neemt auteur Edwin Hoogschagen de Fokker C.X onder de loep, één van de minst belichte kisten uit de Fokkerhistorie. ‘Ontworpen in 1933 als vervanger van de C.V, liep de elegant ontworpen Fokker C.X achter vanaf de start’. Hoogschagen is zeer bekend met Fokker materieel, want eerder schreef hij al een dik boekwerk over de Fokker C.V, waarvan het tweede deel binnenkort verschijnt. In dertien ongenummerde en soms zeer korte hoofdstukken (zonder index) laat hij de ontwikkeling van C.X. zien en gaat in op de (on)mogelijkheden van het vliegtuig. Uiteraard vormt de inzet bij de Nederlandse en de Finse luchtmacht een belangrijk deel van het boek. Het beeldmateriaal dat de (Engelse) teksten illustreert is prachtig, met zowel goed (bewerkte) foto’s en mooie nieuwe graphics. Daarmee ziet deze Warplane-uitgave er net als de andere zeer goed verzorgd uit. (A.M.) ‘Warplane No.05 – Fokker C.X’ met ISBN 9789086161652is geschreven door Edwin Hoogschagen en uitgegeven door Violaero, onderdeel van Lanasta in Emmen. De softback op formaat 22x27,5 cm telt 48 pagina’s met Engelse tekst is voorzien van 103 foto’s en tekeningen in zwart-wit en 14 in kleur. Het boekje kost €13,95. Kijk voor meer informatie op www.lanasta.com.
Te wapen! – In het kielzog van een krimpende krijgsmacht De replica van de Brewster B-339C is gebouwd in opdracht van de Stichting vrienden van het Militaire Luchtvaart Museum. Dit toestel draagt de markeringen van het ‘persoonlijke’ toestel van sergeantvlieger Gerard Bruggink. Hij was destijds ingedeeld bij de Tweede afdeling Vliegtuiggroep Vijf. Foto: Arno Marchand
terug. Daar stond een Amerikaanse B-24 Liberator. Eén van de vliegers vroeg waar we met vier Brewsters in godsnaam naartoe waren geweest. Ik antwoordde dat we tweemaal de landingsvloot hadden aangevallen. Hij wees naar zijn hoofd en zei: “You people are mad. This is complete suicide.” Eigenlijk wist ik dat ook wel, maar nu sprak iemand het uit. Maar wat kon ik doen…? De volgende ochtend nog een keer naar de schepen waarbij inmiddels jagerbescherming was gemeld. “We gaan er met z’n vieren even naartoe, laten bommen los en vertrekken onmiddellijk. Niet mitrailleren.” Alles verliep snel. Geen Japans vliegtuig gezien en binnen het uur terug. Maar ’s avonds een verrassingsaanval van één toestel op Andir. Geen luchtalarm. Waar kwam het vandaan? Het vermoeden was Kalidjati. “Ga maar kijken wat daar aan de hand is.” Ik vond het een vreemde en onvolledige opdracht. Wat als we vliegtuigen zien. Zeggen we dan “o leuk” en vertrekken weer? We kregen daarna de opdracht alles wat verdacht was te beschieten. De commandant wist het zelf verder ook niet. Met twee beschikbare vliegtuigen om half zeven op pad, bijna donker. Het tweede vliegtuig kreeg problemen en ik moest alleen door. Met dichtgesnoerde keel bleef ik klimmen. Zo hoog mogelijk zette ik de motor af en in zweefvlucht bereikte ik het vliegveld, zonder dat ze me konden horen. Maar ik zag niets. Het veld was leeg en verlaten. Snel terug naar Andir. Mijn collega wachtte me op met excuses voor zijn technische problemen waaraan hij ook niets kon doen. Het bleek een kogelgat van een niet geziene vijand’ Groeten Op 8 maart, de dag van de capitulatie, zoekt Van Kempen nog naar een mogelijkheid te ontsnappen. Maar het bereik van de Brewster is te klein. Alle hoop is vervlogen en hij wordt met nog vele anderen krijgsgevangene, overleeft diverse kampen en wordt in 1945 bevrijdt in Singapore.
DE VLIEGENDE HOLLANDER 34
‘Een leuke ervaring om het toestel weer eens te zien’, geeft Van Kempen aan bij het zien van de replica van de Brewster. ‘Ergens hecht je aan zo’n vliegtuig.’ Van Kempen vloog zelf onder andere in B-339C met registratie B-3116 tijdens de gevechtsvluchten op 24 februari, 1, 2 en 3 maart. Foto: uit collectie Van Kempen
Tijdens zijn gevangenschap hoort hij een bijzonder verhaal over een Brewster die een verkenning uitvoert over Kalidjati. KNIL-infanteristen zien het veld in de verte liggen vol met Japanse bommenwerpers en jagers. Ze stijgen allemaal op. Kort daarna verschijnt de Brewster die een verkenning uitvoert en weer vertrekt. Van Kempen dus. Vlak daarna landen alle Japanners weer… Via Zuid-Afrika komt Van Kempen half juli 1946 na 10 jaar weer thuis in Nederland. Daar is voor hem en nog honderdduizenden anderen, geen begrip voor de verhalen uit Azië. Hij trouwt, ontvlucht Nederland en vestigt zicht in Zuid-Afrika waar hij ‘bijna volmaakt gelukkig en vrij’ is. Hij blijft daar totdat de ‘narigheid met de apartheid’ begint. ‘Dit is geen land om mijn kinderen op te voeden.’ Hij gaat met vrouw en zeven kinderen weer terug naar Nederland. Ton van Kempen overlijdt op 18 april 2013. Jaren daarvoor spreekt hij met Peter Boer. Hij heeft contact gehad met de Japanner die op 21 februari tegelijk met Van Kempen uitklom en omkeerde. De Japanner had hem als verloren opgegeven, maar Boer vertelde hem dat hij nog leeft. ‘We hebben elkaar de hartelijke groeten gedaan.’
Dit verhaal kwam behalve door interview mede tot stand door citaten uit ‘Mijn verhaal’, het persoonlijk relaas van Ton van Kempen. Lees voor meer over de strijd om Java het boek van dr. P.C. Boer. (ISBN 9789067075992)
Eric Vrijsen schrijft voor het weekblad Elsevier over het Haagse Defensiebeleid. De journalist is naast theorie ook erg geïnteresseerd in de praktische kant van het militaire leven. Op de grond, op zee en in de lucht. Uit de spannende verhalen die Vrijsen de afgelopen tien jaar schreef, zijn de mooiste samengevoegd in deze heerlijke verhalenbundel. Na het voorwoord passeren in vijf hoofstukken 31 verhalen de revue. Hij beschrijft onder meer hoe het luchtwapen beslissend is in de strijd om Zuid-Afghanistan. ‘Dagelijks schreeuwt wel ergens een patrouille om luchtsteun.’ Vrijsen vloog ook eens mee in een F-16. ‘De stuwkracht is enorm en het gevoel zegt dat wij heerszuchtig en onoverwinnelijk zijn.’ Het is een lekker leesbaar boek waarin vele aspecten van de krijgsmacht op een luchtige manier aan bod komen. (J.W.) ‘Te wapen – In het kielzog van een krimpende krijgsmacht’ met ISBN 9789035250680 is geschreven door Eric Vrijsen en uitgegeven door Elsevier Boeken, Amsterdam. De paperback op formaat 15x23 cm telt 213 pagina’s zonder afbeeldingen. De pocket kost €14,95. Kijk voor meer informatie op www. elsevierexclusief.nl.
Missie Natuur - natuur en landschap op defensieterreinen ‘Natuur en Defensie, voor heel veel mensen geen voor de hand liggende combinatie. Sterker nog; velen gaan er nog steeds, onterecht, van uit dat Defensie vooral veel schade aanricht aan de natuur. Het tegendeel is waar, zoals ook uit dit boek blijkt.’ Zo introduceert auteur Niels Gilissen ‘Missie Natuur’. En zijn boek bewijst de stelling. De fauna-ecoloog bij Defensie (sinds 2003) verwonderde zich zo over wat er allemaal groeit en bloeit op Defensieterreinen, dat hij er een boek over schreef. Natuurliefhebbers – met of zonder Defensieachtergrond – kunnen erin hun hart ophalen. Dat doet Gilissen op een originele manier, want hij neemt de lezer mee op een wandeling in de wereld van 25.000 hectare oefenterreinen, vliegbases en schietterreinen, kijkend door de ogen van de natuurfotograaf, de ecoloog en de wandelaar. Niet alle terreinen zijn begaanbaar voor een breed publiek, maar Gilissen beschrijft waar de lezer wél terecht kan. Het boek is prachtig geïllustreerd met honderden natuurfoto’s (voor een groot deel voorzien van technische informatie) waarop militair materieel secundair aanwezig is. ‘Waarom nóg een boek als er per jaar al 15.000 titels van Nederlandse bodem verschijnen’, was de vraag van een collega. Veel van de natuurschoonheid en diversiteit op Defensieterreinen was volgens Gilissen nog onontdekt, verborgen en min of meer onbekend. Defensie, één van de grootste natuurbeheerders in ons land, heeft namelijk een schat aan pareltjes in beheer. En dat blijkt in dit schitterende boek. (A.M.) ‘Missie Natuur – Natuur en landschap op defensieterreinen’ met ISBN 9789050114653 is geschreven door Niels Gilissen en uitgegeven door KNNV Uitgeverij in Zeist. De hardback op formaat 21x28 cm telt 224 pagina’s. Het boek kost €19,95. Kijk voor meer informatie op www. knnvuitgeverij.nl.
35 DE VLIEGENDE HOLLANDER
JO U R NAA L Betaaldata salarissen
In 2014 wordt het salaris bijgeschreven op de volgende data: maandag 24 februari, maandag 24 maart, donderdag 24 april, vrijdag 23 mei (inclusief vakantiegeld), dinsdag 24 juni, donderdag 24 juli, vrijdag 22 augustus, woensdag 24 september, vrijdag 24 oktober, maandag 24 november, (inclusief eindejaarsuitkering) en maandag 22 december. Meer informatie is verkrijgbaar bij het Dienstencentrum Human Resources (DCHR) via de startpagina P&O-selfservice, of telefonisch op *06-733 of 0800-2255733 (vanuit het buitenland (+31-70-414 33 00), bereikbaar op werkdagen van 8.00 tot 12.00 uur.
Journaal
Soedanese weesjes blij met ‘nieuwe’ kleren
Onderhoudscapaciteit Woensdrecht uitgebreid
Luchtmachtadjudant Erik Silvergieter Hoogstad maakte in de ZuidSoedanese hoofdstad Juba meisjes in een weeshuis blij met een kledingpakket. De onderofficier, die in Juba de taken van het National Support Element voor zijn rekening neemt, zamelde de kleren in Nederland in. De nieuwe eigenaresses pasten meteen alles om een keuze te maken. Vol vreugde lieten ze huisgenoten hun nieuwe aanwinsten zien. In het onrustige Zuid-Soedan werken verder veertien marechaussees. Samen met collega’s van de Nederlandse politie leiden zij Zuid-Soedanees personeel op voor de South Sudan Police Service. Voor de staf van de United Nation Mission in South Soedan levert Nederland tevens acht militairen in Juba en twee military liaison officers in Kuajok.
Het Logistiek Centrum Woensdrecht breidt haar onderhoudscapaciteit verder uit. Zoals al in de reorganisatiespecial van de Vliegende Hollander aangegeven, is dit vanaf februari de centrale locatie voor alle basis- en faseonderhoud aan helikopters en F-16’s dat voorheen op zowel de operationele velden als het LCW gebeurde. Het 980 Vliegtuig- en Helikopteronderhoudssquadron is straks volledig verantwoordelijk voor zowel het basis- als faseonderhoud. Materieel en personeel komen over van de operationele velden om het onderhoud in Woensdrecht uit te voeren. Kleine reparaties, het zogenoemde line maintenance, vindt nog wel op de vliegbases plaats. Woensdrecht is daarmee de centrale onderhoudslocatie voor de Apache, Chinook, Cougar, F-16, NH90 en PC-7.
Militaire bedevaart naar Lourdes
Aanmelden deelname Bevrijdingsevenement Wageningen Op maandag 5 mei 2014 herdenkt Nederland in Wageningen de capitulaties in WO II. Het Nationaal Vrijheidsdebat, de herdenkingsbijeenkomst in de Johannes de Doperkerk en aansluitend het Bevrijdingsdefilé zijn enkele onderdelen van het uitgebreide programma. Voor deelname aan het Bevrijdingsdefilé zoekt het Nationaal Comité Herdenking Capitulaties 1945 Wageningen veteranen, oud-verzetsstrijders en actief dienende militairen, erfopvolgers van Nederlandse en geallieerde strijdkrachten. Als u wilt deelnemen, neem dan contact op met de veteranenorganisatie of -vereniging waarbij u bent aangesloten. De besturen van deze verenigingen ontvingen inmiddels een uitnodigingsbrief. De ontvangst wederom op evenemententerrein De Dreijen. Naast de catering komt daar een attractief programma voor deelnemers, partners en publiek. De website www.nchc.nl brengt in de loop van 2014 actuele informatie over het programma, zoals tijdschema, aanmelding en vervoersregelingen.
VRAGEN AAN - BEHALVE OVER ADRESWIJZIGINGEN - OF BIJDRAGEN VOOR DE VLIEGENDE HOLLANDER? Mail naar
[email protected]. Grote fotobestanden bij voorkeur naar
[email protected]. Deadline: iedere eerste maandag van de maand.
ADRESWIJZIGINGEN: ZIE COLOFON OP PAGINA 36 DE VLIEGENDE HOLLANDER 36
Heruitgave boek trouwe-dienstmedaille
Website eervol ontslagen officieren vernieuwd De vernieuwde website van de Koninklijke Vereniging van Eervol ontslagen Officieren van de Nederlandse Krijgsmacht (KVEO) is sinds eind vorig jaar operationeel. Ze biedt informatie over onder meer pensioenen, zorg en welzijn, veteranenzaken en toekomstige activiteiten. De KVE) – gerund door vrijwilligers – zet zich al meer dan 135 jaar in voor haar leden. De organisatie richt zich op officieren van alle krijgsmachtdelen die de dienst met eervol ontslag verlieten. De KVEO realiseert de doelstellingen door leden collegiaal en deskundig te informeren en te adviseren over pensioen- en zorgaangelegenheden. Bestuursleden en adviseurs brengen hun deskundigheid in bij onder meer het ABP-pensioenfonds, overkoepelende belangenorganisaties en het Veteranen Platform. Rayonofficieren en hun plaatsvervangers behartigen de belangen van de rayonleden in de 21 rayons in Nederland en organiseren regionale bijeenkomsten. In Spanje en Duitsland zijn KVEO-leden eveneens in verenigingsverband actief.
Joep van Hoofs boek over de trouwe-dienstmedaille is in december 2013 opnieuw uitgegeven. De nieuwe uitgave is een geactualiseerde versie van de gelijknamige publicatie uit 2007. In het rijk geïllustreerde boek komen behalve de geschiedenis van de medaille ook de positie en de betekenis van het beroepskader aan bod. De trouwe-dienstmedaille behoort tot de oudste eretekenen van de Nederlandse krijgsmacht. Op 19 februari 1825 stelde koning Willem I de onderscheiding in. De medaille gold als een extra stimulans voor beroepsmilitairen die als onderofficier en korporaal werkzaam waren. Het ereteken werd al snel gezien als een bijzonder blijk van waardering voor de wijze waarop onderofficieren en korporaals hun uiteenlopende en vaak complexe taken vervulden. ‘Een bewijs van belangstelling en welwillendheid’ – De medaille voor langdurige, eerlijke en trouwe dienst met ISBN: 9789058752093 is uitgegeven door Boom in Amsterdam. De softback op formaat 21x22,5 cm telt 80 pagina’s en kost € 18,50.
Onderscheiding voor Maltezers De leden van het Maltese Special Duties Enhanced Boarding Team (zie artikel pagina 6 -9) kregen voor hun deelname aan de EU-missie Atalanta aan boord van Zr. Ms. Johan de Witt, een onderscheiding. De Nederlandse ambassadeur in Malta reikte de Herinneringsmedaille voor Vredesoperaties uit. Het was de derde keer dat een Maltees team aan boord van een Nederlands schip aan Atalanta bijdroeg.
De Rooms-katholieke Geestelijke Verzorging organiseert ook dit jaar een militaire bedevaart naar Lourdes. Internationale grootse vieringen en intiemere bijeenkomsten op nationaal niveau wisselen elkaar af. Daarnaast is er de gelegenheid om deel te nemen aan een excursie naar de Pyreneeën. Alle (post-)actieve militairen en burgerambtenaren van Defensie tot en met 75 jaar zijn welkom. Iedereen mag één introducé(e) of begeleid(st)er meenemen. Dit jaar zet de Rooms-katholieke Geestelijke Verzorging zich speciaal in voor collega’s die tijdens missies gewond zijn geraakt. Het programma in Lourdes voorziet in lotgenotencontact met internationale collega’s. Voor actief dienende militairen/veteranen in dienst die fysiek letsel hebben opgelopen tijdens een missie, of die als gevolg van een missie psychisch letsel hebben, is er een speciale regeling. Aanmelden kan op 06-1549 2778 of via
[email protected]. Meer informatie, bijvoorbeeld over de vervoersmogelijkheden, vindt u op de website www.militairebedevaart.nl. Hier staat ook een digitaal inschrijfformulier. Uw inschrijving moet voor 1 maart binnen zijn.
Vrachtscanner voor Eindhoven De luchtmacht nam op 7 januari op de vliegbasis Eindhoven een grote röntgenscanner voor vracht in gebruik. Het apparaat zorgt voor een nog veiliger en efficiëntere controle van de luchtvracht. Met de scanner voldoet de luchtmacht aan Europese wet- en regelgeving. Vanaf Eindhoven worden dagelijks vracht en passagiers vervoerd naar uiteenlopende bestemmingen, zoals missiegebieden in Mali en Afghanistan en oefengebieden. De afdeling Handling verzorgt de passagiersafhandeling en het beladen en ontladen van de vliegtuigen. Het personeel voert deze taken niet alleen op vliegbasis Eindhoven uit, maar is hiervoor wereldwijd inzetbaar. Zo gaan binnenkort ook luchtmachters naar Mali om daar vliegtuigen met goederen voor missie MINUSMA te ontladen. 37 DE VLIEGENDE HOLLANDER
journaal
JOURNAAL
COLOFON De Vliegende Hollander is een uitgave van de Koninklijke Luchtmacht, geproduceerd door het Mediacentrum Defensie
In memoriam
HOOFDREDACTIE Luitenant-kolonel Sidney Plankman
Op 6 februari overleed adjudant Frans de Moet. Hij was werkzaam als stafonderofficier militaire veiligheid bij de sectie 2 van het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando. De Moet werd 53 jaar.
EINDREDACTIE Arno Marchand VORMGEVING Mediacentrum Defensie | X-media DRUK en OPLAGE OBT bv, Den Haag - 25.000 ex. INTERNET www.defensie.nl/luchtmacht REDACTIEADRES (niet voor adreswijzigingen en vragen over verzending) Mediacentrum Defensie Redactie de Vliegende Hollander | Kamer B490 Postbus 20701, 2500 ES Den Haag, MPC-58B Telefoon: 070 – 31 86 984 E-mail kopij:
[email protected]
Bedrijfsleven en luchtmacht samen slimmer en sterker Nieuwe squadrons op Woensdrecht Het Logistiek Centrum Woensdrecht telt sinds 7 januari vier nieuwe squadrons. Met de oprichting sluit het LCW aan bij de organisatiestructuur van de rest van de KLu. Voorheen bestond het LCW namelijk uit afdelingen, secties en bureaus. De squadrons vallen onder de Afdeling Onderhoud & Logistiek, verantwoordelijk is voor het onderhoud en de logistieke taken. Het betreft: • 980 Vliegtuig- en Helikopteronderhoud Squadron: verantwoordelijk voor onderhoud-, reparatie-, revisie- en modificatiewerkzaamheden van de vliegende wapensystemen. • 981 Componentenonderhoud Squadron: verantwoordelijk voor het onderhoud aan componenten van vliegtuigen, vliegtuigmotoren, avionica, wapentechnische en andere componenten (zie foto). • 982 Technologie en Missieondersteuning Squadron: verantwoordelijk voor de instandhouding van het elektronische, elektrotechnische en werktuigkundige deel van specifieke CLSK, CLAS en CZSK-systemen. • 983 Logistiek Squadron: verantwoordelijk voor het voorraadbeheer van al het luchtwapensysteem gebonden en overige materieel. Tijdens de oprichtingsceremonie werd ook aandacht besteed aan de sluiting van de locatie in Rhenen. Hiermee kwam na 66 jaar definitief een einde aan het onderhoud vanaf deze locatie.
‘Hoe kunnen we samen innoveren?’ Dat was op 14 januari de centrale vraag tijdens een bijeenkomst van vertegenwoordigers van veertien midden- en kleinbedrijven (MKB) bij het Logistiek Centrum Woensdrecht (LCW). C-LSK luitenant-generaal Sander Schnitger nam het initiatief om de MKB’ers met ‘zijn’ luchtmacht te laten meedenken. Diverse bedrijven en organisaties actief in vliegtuigonderhoud of -modificaties en luchtvaartgerelateerde dienstverlening waren aanwezig. Wat is hun toegevoegde waarde? Welke prestaties leveren ze? Hoe zien ze een mogelijke toekomstige samenwerking met Defensie? De Netherlands Aerospace Group en de stichting Nederlandse Industrie voor Defensie en Veiligheid (NIDV) nodigden de bedrijven en kennisinstituten uit om elkaar te ontmoeten en onderling te discussiëren. Voor Defensie een kans om de betrokkenheid van het MKB bij de krijgsmacht te vergroten. Defensie wil het innovatieve vermogen van de ondernemers aanwenden om haar instandhoudingskosten te verlagen en de inzetbaarheid van haar vliegtuigen te vergroten. ‘Als luchtmacht hebben we verschillende ideeën en voorstellen gehoord die de moeite waard zijn om verder te onderzoeken en stapsgewijs op te pakken’, zei commodore Eric Schevenhoven, Commandant LCW. ‘Hierbij zullen we ook nadrukkelijk de positionering van de BV Nederland in de context van Maintenance Valley en Aviolanda betrekken.’ Met Maintenance Valley wordt de omgeving van vliegbasis Woensdrecht op een duurzame manier omgevormd tot centrum voor het vliegtuigonderhoud. Aviolanda is concrete invulling van dat plan.
Nieuwe module Militair Luchtrecht De Stafgroep Juridische Zaken van het Commando Luchtstrijdkrachten organiseert ook in 2014 de Module Militair Luchtrecht (MLR). Deze is in het verleden ontwikkeld voor de brevetopleiding Militair Juridische Vorming. Inmiddels is hij breder opengesteld. Niet alleen luchtmachters maar ook andere belangstellenden mogen deelnemen. De MLR maakt de cursist vertrouwd met een groot aantal aspecten van het militair luchtrecht. Luchtvaartwet- en regelgeving, onbemande luchtvaartuigen, geluidszonering van luchthavens en aspecten van het militair strafrecht is slechts een greep uit de onderwerpen. In de MLR komen actuele thema’s aan bod, waaronder internationale ontwikkelingen op gebied van militaire luchtvaart. De komende MLR vindt 7 tot 10 april plaats op het AOCS Nieuw Milligen. Bij interesse kunt u zich via PeopleSoft aanmelden onder cursusnummer 034759. Meer informatie kunt u krijgen bij adjudant Maaike de Wit op 076-5447443.
Amerikaanse waardering voor inzet bij F-35 Joint Program Office Kolonel Michel Brevink en luitenant-kolonel Jos van de Moosdijk ontvingen 19 december op vliegbasis Volkel een Meritorious Service Medal. Ze kregen de onderscheiding uit handen van de Amerikaanse luchtmacht-attaché, colonel John McDevitt. In aanwezigheid van C-LSK luitenant-generaal Sander Schnitger en andere in- en externe betrokkenen van het Project Vervanging F-16 ontvingen ze de medaille voor hun uitstekende prestaties binnen het F-35 Joint Program Office. Brevink werd onder andere geprezen voor zijn rol bij het laten ontwikkelen van een trainingssysteem voor drie vliegtuigvarianten voor de negen partnerlanden. Van de Moosdijk maakte zich verdienstelijk op met name het gebied van de F-35 communicatie en datalink-implementatie.
Reünies
Wat: Oud-personeel 2 GGW-220 Squadron Wanneer: zaterdag 24 mei 2014 Waar: Hotel zum alten Post te Schöppingen Informatie en aanmelden: Alle oud-220 Squadronmedewerkers, burgerpersoneel, docenten van de Oranje Nassau School en hun partners en kinderen zijn uitgenodigd. De laatste reünie dateert alweer van vijftien jaar geleden. Vanaf 10:30 uur bent u welkom. De kosten bedragen € 15,00 per persoon. Hiervoor ontvangt u een lunch en een aandenken aan de reünie. Voor meer informatie en opgave, kijk op www.schoppingen.nl. Wat: MFO Sinaï, Identiteitsgroep Steenrode-Baretten Wanneer: 25 april 2014 Waar: Oranjekazerne te Schaarsbergen Informatie en aanmelden: Reünie bedoeld voor iedereen die diende bij de Multinational Force & Observers (MFO) in de Sinaï. Aanmelden voor 17 april 2014 bij E. Jacobsz (
[email protected]) of C.H. van Gelden (
[email protected]). Op de website www.steenrode-baretten. nl vindt u meer informatie over de Identiteitsgroep Steenrode-Baretten.
ADRESWIJZIGINGEN Actief dienende militairen, reservisten en burgermedewerkers van de Koninklijke Luchtmacht dienen de adreswijziging te muteren in PeopleSoft of door te geven bij de P&O-functionaris. Postactieven, veteranen, betalende abonnees en alle overige lezers dienen de adresdrager met gecorrigeerde gegevens op te sturen naar het retouradres: Staf Commando Luchtstrijdkrachten CLSK/Kabinet/Bureau Postactieven, Abonnementenadministratie de Vliegende Hollander, Postbus 8762, 4820 BB Breda. Per mail naar
[email protected] kan uitsluitend indien voorzien van de code boven de naam op de adresdrager. Zonder code wordt mail niet behandeling genomen. BOT-militairen en burgermedewerkers die hun contract met Defensie voortijdig beëindigen en BBT-militairen die de dienst verlaten, hebben geen recht op een gratis abonnement behorend bij de status van postactieve. Een abonnement op de Vliegende Hollander kost € 17,02 per jaar (buitenland € 21,55) en kan worden aangevraagd bij: Abonnementenland, Postbus 20, 1910 AA Uitgeest, telefoon: 0900-22 65 263 (10 cent per minuut), fax: 0251-31 04 05, www.aboland.nl. Opzegtermijn bedraagt zes weken. Sinds 1 december 2011 is de nieuwe Abonnementenwet van kracht. Deze is van invloed op abonnementen van betalende abonnees. Kijk voor meer informatie op de website www. aboland.nl en de specifieke pagina voor dit blad. Aanhaling uit en overname van (delen van) artikelen in dit blad is toegestaan, mits met toestemming van de redactie en bronvermelding. ISSN 0024-0389
DE VLIEGENDE HOLLANDER 38
Van brievenbus naar inbox De personeelsbladen van Defensie gaan in 2014 digitaal. In februari verschijnt de laatste papieren uitgave van De Vliegende Hollander. Het blad gaat vanaf dan verder als online magazine. Abonneer je nu gratis op de digitale nieuwsbrief en dan weet je als eerste wat het laatste defensienieuws is: in woord, beeld en geluid op je computer, tablet en smartphone.
Digitaal tijdschrift ontvangen? Zo doe je dat! Stap 1: Surf
Ga naar www.defensie.nl/abonneren
Stap 2: Kies
Kies de defensiebladen waarop je een abonnement wilt.
Stap 3: Mail
Laat je persoonlijke e-mailadres achter.
Stap 4: Bevestig
Je ontvangt direct een ontvangstbevestiging per e-mail. Klik op het internetlinkje.
Stap 5: Lees
Belangrijk • Meld je aan met je persoonlijke e-mailadres: de video’s van de digitale bladen zijn niet beschikbaar via Mulan of Internet op de werkplek. • Na aanmelding ontvang je een bevestigingsmailtje. Klik op de internetlink. Een welkomstmailtje verschijnt in je inbox. • Geen mail ontvangen? Kijk in je spammail. • De opgegeven e-mailadressen worden alleen gebruikt voor de versturing van nieuwsbrieven van de online magazines.
Maandelijks krijg je een nieuwsbrief met de inhoudsopgave en link naar het nieuwe digitale tijdschrift.