ZITTING VAN DE GEMEENTERAAD VAN 19 JANUARI 2015 ---------------------------------------------------------------Aanwezig: Michaël Vannieuwenhuyze: Voorzitter; Alain Top: Burgemeester; Annick Vandebuerie, David Vandekerckhove, Jacques Maelfait, Filip Kets, Eddy Glorieux, Inge Bossuyt: Schepenen; Dominique Windels: Schepen van rechtswege, Voorzitter van het OCMW (niet stemgerechtigd); Rita Beyaert, Willy Vandemeulebroucke, Rik Pattyn, Francis Pattyn, Rik Vandenabeele, Rosanne Mestdagh, Kathleen Duchi, Marleen Rogiers, Eric Kerckhof, Donald Langedock, Olivier Vanryckeghem, Sofie Decavele, Tijs Naert, Stijn Soetaert, Marijke Ostyn, Eveline Lahousse, Lynn Callewaert, Patrick Claerhout, Alexander De Waele, Hilde De Bruyne, Stijn Derammelaere: Raadsleden; Carlo Daelman: Secretaris Verontschuldigd: Afwezig: Filip Kets: Schepen afwezig voor 13; Dominique Windels: Schepen van rechtswege, Voorzitter van het OCMW (niet stemgerechtigd) afwezig voor 12, 13; Olivier Vanryckeghem: Raadslid afwezig voor 1, 12, 13
De zitting begint om 19.36 uur
DAGORDE Openbare zitting DEPARTEMENT GRONDGEBIEDSZAKEN 1
Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP) ‘Bourgondisch Kruis’. Voorlopige vaststelling ontwerp.
2
Woonwijs. Goedkeuren jaarverslag, rekening en jaarlijkse evaluatie.
3
Samenwerkingsovereenkomst sociaal verhuurkantoor (SVK) De Poort vzw. Goedkeuring.
DEPARTEMENT BURGER EN WELZIJN 4
Opzeg lidmaatschap Welzijnsconsortium Zuid-West-Vlaanderen vzw.
DEPARTEMENT GRONDGEBIEDSZAKEN 5
FRGE (Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost). Samenwerkingsovereenkomst met nieuwe lokale entiteit. Goedkeuring.
6
Onderhoud en heraanleg wegen 2015 - Deel 1 : Kapelstraat, Klein Harelbekestraat en heraanleg parking Tieltsestraat. Goedkeuren bestek, raming (32.644,63 euro excl. 21 % btw) en gunningswijze.
7
Buffergracht Klein Harelbekestraat. Goedkeuren bestek, raming (16.341,50 euro excl. 21 % btw) en gunningswijze.
8
Publiek Private Samenwerking Marktcentrum. Goedkeuren Bestek.
9
Herinrichten Marktplein. Archeologisch vooronderzoek (inventariserend veldonderzoek). Goedkeuren bestek, raming (68.165,15 euro excl. 21 % btw) en gunningswijze.
10
Revitalisatie industriezone Stasegem - Acacialaan, Kollegelaan (tussen Gaverbeek en Acacialaan), Berkenlaan (tussen Venetiëlaan en Acacialaan), Platanenlaan en Kastanjelaan (tussen Kollegelaan en nr. 15). Goedkeuren samenwerkingsovereenkomst met CVBA Infrax.
DEPARTEMENT FACILITY 11
Vervangen buitenschrijnwerk sporthal Vlasschaard Bavikhove. Goedkeuren bestek, raming (46.006 euro excl. 21 % btw) en gunningswijze.
12
Gezamenlijke aankoop poetsmateriaal. Goedkeuren bestek, gunningswijze en raming (12.603,31 euro excl. 21 % btw).
13
Aankoop voertuigen Facility. Goedkeuren bestek, gunningswijze en raming (50.413,22 euro excl. 21 % btw).
DEPARTEMENT MANAGEMENT EN PERSONEEL 14
GAS (Gemeentelijke Administratieve Sancties). Protocolakkoord met het parket. Bekrachtiging.
15
Terbeschikkingstelling brandweerkazerne aan brandweerzone Fluvia. Goedkeuren contract.
16
Vraag tot motie ingediend door raadslid Rita Beyaert.
17
Aanstelling stadsvertegenwoordiging in de bovengemeentelijke instellingen NV Elk Zijn Huis en De Lijn naar aanleiding van neerleggen van het mandaat van mevrouw Martine Simoens.
DEPARTEMENT FINANCIËN 18
Opheffing van de parochie OLV-Koningin Harelbeke. Advies.
DEPARTEMENT VRIJE TIJD 19
Aanpassing subsidiereglement Harelbeekse Jeugd.
DEPARTEMENT MANAGEMENT EN PERSONEEL 20
Vragenkwartiertje.
*** Openbare zitting DEPARTEMENT GRONDGEBIEDSZAKEN 1. Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP) ‘Bourgondisch Kruis’. Voorlopige vaststelling ontwerp. De gemeenteraad, Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch: Op 15.10.2013 werd door het college van burgemeester en schepenen een positief planologisch attest afgeleverd voor NV Bourgondisch Kruis, zowel voor de bestendiging van het bedrijf op de huidige locatie, als voor de uitbreidingsvraag op korte en lange termijn. In het college van burgemeester en schepenen van 14 januari 2014 werd beslist tot de opmaak van het ruimtelijk uitvoeringsplan ‘Bourgondisch Kruis’. De gemeenteraad nam in zitting van 17 maart 2014 kennis van de beslissing tot opmaak en heeft de contractuele voorwaarden en raming goedgekeurd. Het college van burgemeester en schepenen belastte in zitting van 25 maart 2014 de Intercommunale Leiedal, President Kennedypark 10 te 8500 Kortrijk, met de opmaak van het RUP. Het college van burgemeester en schepenen nam kennis van het voorontwerp in zitting van 14 oktober 2014. Uit het verslag van de plenaire vergadering d.d. 14 november 2014 , blijkt dat, mits te voldoen aan de gemaakte opmerkingen, het plan gunstig geadviseerd wordt. Artikel 4.2.3. van het decreet van 27 april 2007 (plan MER-decreet) maakt in bepaalde gevallen de opmaak van een plan-MER verplicht bij de opmaak van een RUP. Overeenkomstig artikel 4.2.5. van hetzelfde decreet werd het plan onderworpen aan een onderzoek tot milieueffectrapportering. Het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie heeft op 14 november 2014, op basis van het screendossier en de uitgebrachte adviezen terzake, geconcludeerd dat het voorgenomen plan geen aanleiding gaf tot aanzienlijke milieugevolgen en dat de opmaak van een plan-MER niet nodig is. Het college oordeelde in zitting van 16.12.2014 dat ze gaat akkoord met de voorgestelde aanpassingen tijdens de plenaire vergadering behoudens verwerken opmerking provincie inzake nabestemming. Het college stelde in zitting van 23.12.2014 dat ze een variante oplossing verkiest uit de plenaire vergadering met een vastgelegde termijn voor een ontsluiting langs de verbrede Grensstraat, voorafgaand aan fase 2 en ten laatste tegen 1/1/2018. De raadscommissie grondgebiedszaken gaf op 6 november 2014 volgend advies: ‘het ontwerp wordt gunstig geadviseerd voor voorlopige vaststelling’. Op basis van voormelde adviezen werd het ontwerp van het gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan en de daarbij horende stukken opgemaakt door de Intercommunale Leiedal, stedenbouwkundig ontwerper.
De watertoets toont aan dat er voldoende maatregelen worden genomen bij het gemeentelijk RUP (voorschriften) om de schadelijke effecten te vermijden, te beperken, te herstellen of te compenseren. De gemeenteraad heeft van alle voormelde stukken in verband met het RUP ‘Bourgondisch Kruis’ kennis genomen. Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen: - de artikelen 2.2.13. en 2.2.14. van de Vlaamse Codex ruimtelijke ordening; - het artikel 4.6.5 van de Vlaamse Codex ruimtelijke ordening; - decreet van 27 april 2007 tot wijziging van titel IV van het decreet van 05 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid; - artikel 8 van het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18.03.2003 en latere wijzigingsdecreten - Het gemeentedecreet en in het bijzonder en zonder zich daartoe te willen beperken de artikels 42 en 43 §2.12. Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen: Om deze redenen; Na beraadslaging in openbare zitting; Met unanimiteit; BESLUIT: Artikel 1: Artikel 1: Het ontwerp van het gemeentelijke Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP) ‘Bourgondisch Kruis’ wordt voorlopig vastgesteld. Artikel 2: De plannen worden onderworpen aan de formaliteiten voorgeschreven door artikel 2.2.14 § 2, 3 en 4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
2. Woonwijs. Goedkeuren jaarverslag, rekening en jaarlijkse evaluatie. De gemeenteraad, Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch: Bij de gemeenteraadsbeslissing van 10 mei 2010 werd beslist tot participatie in de Interlokale Vereniging Wonen Deerlijk-Harelbeke-Kuurne-Lendelede. Later werd de naam van deze vereniging omgevormd tot IGS Woonwijs. De overeenkomst met statutaire draagkracht bepaalt het volgende: “ De rekening van de interlokale vereniging wordt jaarlijks ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten en ter kennisname aan de andere deelnemers. Dit moet gebeuren uiterlijk binnen de zes maanden na de afsluiting van het werkjaar … … Samen met de rekening wordt aan de deelnemers ook een jaarverslag ter beschikking gesteld. Dit jaarverslag wordt samen met de rekening aan de gemeenteraden ter goedkeuring voorgelegd. Ter gelegenheid van de behandeling van het jaarverslag geven
de vertegenwoordigers van de gemeente in de interlokale vereniging toelichting aan de raad. Het jaarverslag wordt gelijktijdig met de jaarrekening ter beschikking gesteld van de andere deelnemers, ter bespreking. De jaarlijkse evaluatie door de gemeenteraden gebeurt ter gelegenheid van de bespreking van het jaarverslag.” Aan de gemeenteraad wordt thans het jaarverslag en de jaarrekening van werkingsjaar 3 (1 oktober 2013 tot en met 30 september 2014) voorgelegd. Uit het jaarverslag blijkt dat de beoogde resultaten grotendeels zijn behaald. De ontwikkeling van een premie toegespitst op de verbetering van private huurwoningen werd goedgekeurd en opgestart. De BBC, met daarin een geactualiseerd woonplan, werd goedgekeurd. De opmaak van een woonactieplan werd uitgesteld naar werkingsjaar 4, net als de evaluatie van de woonloketten. Verder werd er volop ingezet op het uitvoeren van woningonderzoeken en conformiteitsonderzoeken, werd er een subsidiedossier opgemaakt en goedgekeurd voor de komende 3 jaar en werd er actief meegewerkt aan het regionale project ‘Warmer Wonen’. Tenslotte werd er een analyse uitgevoerd van de wachtlijsten voor een sociale woning om de nood aan een lokaal toewijzingsreglement na te gaan en werd de leegstandsheffing voor het eerst geïnd. Het jaarverslag en de jaarrekening werden besproken op het beheerscomité van 3 november 2014. Zoals overeengekomen in de samenwerkingsovereenkomst gebeurt de jaarlijkse evaluatie door de gemeenteraad ter gelegenheid van de bespreking van het jaarverslag. Na goedkeuring door de gemeenteraad, wordt de jaarrekening opgestuurd naar de subsidiërende overheden. De raadscommissie financiën, management, personeel, communicatie en intercommunales besprak op 14.01.2015 het jaarverslag en de jaarrekening van werkingsjaar 3 en formuleerde een positief advies. Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen: - Vlaams decreet van 06 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking en latere wijzigingen; - Besluit van de Vlaamse regering van 21 september 2007 houdende de subsidiëring van projecten ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid; - Provinciaal reglement betreffende de subsidiëring van West-Vlaamse intergemeentelijke samenwerkingsinitiatieven voor woonbeleid en dienstverlening; Om deze redenen; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Na beraadslaging in openbare zitting; Met unanimiteit; BESLUIT: Artikel 1: Het jaarverslag en de jaarrekening worden goedgekeurd.
Artikel 2: Het jaarverslag en de jaarrekening worden ter goedkeuring overgemaakt aan de subsidiërende overheden. Artikel 3: De werking van Woonwijs wordt positief geëvalueerd.
3. Samenwerkingsovereenkomst sociaal verhuurkantoor (SVK) De Poort vzw. Goedkeuring. De gemeenteraad, Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch: De Poort vzw is een sociaal verhuurkantoor (SVK), die woningen inhuurt bij private eigenaars om ze aan kwetsbare huurders te verhuren. Deze woningen worden meegeteld in het sociaal woonaanbod van de stad. Daarnaast biedt De Poort vzw ook renovatiebegeleiding aan. Eigenaars die hun woning aan De Poort vzw wensen te verhuren, maar waarvan de woning niet voldoet aan alle eisen zoals vermeld in de Vlaamse Wooncode, kunnen bij De Poort vzw begeleiding krijgen bij de renovatie van hun woning. Woningen die door De Poort vzw in huur worden genomen, moeten immers voldoen aan een woningkwaliteitscharter. De Poort vzw heeft samenwerkingsovereenkomsten met de OCMW’s binnen hun werkingsgebied, waaronder ook het OCMW Harelbeke. De overeenkomst vermeldt hoe de bijdrage van de OCMW’s aan De Poort wordt berekend. Deze berekening is echter niet uniform voor de verschillende OCMW’s. Hierdoor waren de OCMW’s vragende partij voor een nieuwe samenwerkingsovereenkomst met een uniforme berekeningswijze voor de bijdrage. Het lokaal woonbeleid, waaronder het voorzien van een sociaal woonaanbod, is vooral een bevoegdheid van de gemeenten, maar de gemeenten zijn niet mee opgenomen in de samenwerkingsovereenkomsten en dragen financieel niet bij. Er werd, rekening houdend met bovenstaande aanleidingen, een nieuwe samenwerkingsovereenkomst uitgewerkt door De Poort vzw, de stad Harelbeke en het OCMW Harelbeke. De samenwerkingsovereenkomst werd besproken door het college in zittingen van 25 november 2014 en 2 december 2014 en op de raadscommissie grondgebiedszaken op 14 januari 2015. De raadscommissie formuleerde een positief advies betreffende het dossier. Het komt thans de gemeenteraad toe om de samenwerkingsovereenkomst met De Poort vzw goed te keuren, volgens art. 42 van het gemeentedecreet. Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen: Het gemeentedecreet, in het bijzonder en zonder zich daartoe te willen beperken, artikel 43 § 2. Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen: Om deze redenen; Na beraadslaging in openbare zitting;
Met unanimiteit; BESLUIT: Artikel 1: De Stad Harelbeke keurt de samenwerkingsovereenkomst met De Poort vzw goed als volgt: Samenwerkingsovereenkomst tussen Het stadbestuur van Harelbeke , het OCMW van Harelbeke en De Poort vzw voor wonen en werk Deze overeenkomst regelt de ondersteuning van het Sociaal Verhuurkantoor (SVK) binnen De Poort vzw door het stadsbestuur en OCMW van Harelbeke met het oog op samenwerking rond welbepaalde doelstellingen, gekaderd in de doelstellingen van het lokaal woonbeleid van de stad Harelbeke. Artikel 1: Wie Deze samenwerkingsovereenkomst wordt afgesloten tussen: - enerzijds het stadsbestuur van Harelbeke vertegenwoordigd door voorzitter Michaël Vannieuwenhuyze en secretaris Carlo Daelman en het OCMW van Harelbeke vertegenwoordigd door voorzitter Dominique Windels en secretaris Hans Piepers - anderzijds De Poort vzw voor wonen en werk met zetel te Damastweversstraat 3, 8500 Kortrijk rechtsgeldig vertegenwoordigd door Rik Desmet, voorzitter raad van bestuur hierna genoemd “De Poort vzw” Artikel 2: Doel van de samenwerkingsovereenkomst De samenwerkingsovereenkomst omschrijft op welke manier de organisatie met de stad en het OCMW samenwerkt om de doelstellingen uit het lokaal woonbeleid van de stad te realiseren. De overeenkomst bepaalt wat verwacht wordt van de organisatie en hoe dit aangetoond wordt (artikel 3). Daarnaast wordt de ondersteuning vanuit de lokale overheid duidelijk omschreven (artikel 4). Algemene doelstelling (cf. meerjarenplan lokale besturen) De stad Harelbeke heeft binnen haar lokaal woonbeleid de volgende doelstelling: voldoende aanbod aan kwaliteitsvolle en duurzame woningen voor diverse doelgroepen door in te zetten op: - Voldoende woningen - Veilige en gezonde woningen - Duurzaamheid woningen Vanuit de stad worden de volgende acties hiervoor opgezet: verhogen woonkwaliteit door verbeteren van woningen
uitbouwen van een stedelijke woondienst in functie van de woondoelstellingen verhogen aanbod sociale woningen verhogen aanbod private huurmarkt verruimen aanbod voor senioren bevordering duurzaam (ver)bouwen via financiële stimulansen
Vanuit het OCMW worden deze aangevuld met de volgende acties: Actieve participatie aan het woonbeleid voor de meest kwetsbaren: °meewerken aan de opmaak van een toewijzingsreglement voor de doelgroep kwetsbaren °Meewerken aan het regionaal project ‘warmer wonen’. Realisatie van tijdelijke huisvesting: °aankoop van een grote gezinswoning geschikt voor 6 tot 8 personen °meewerken aan het regionaal project tijdelijke woonvormen en thuisloosheid Meer specifiek voor het SVK betekent dit inzetten op een kwaliteitsvolle en beheerbare groei van nieuw patrimonium in de stad. Groei van SVK-patrimonium betekent voor de stad inzetten op: -
-
het op peil houden van de lokale particuliere huurmarkt het verbeteren van de leefbaarheid van de stad via het wegwerken van verkrotting en leegstand door middel van gerichte renovatieprojecten en ondersteuning van eigenaar-verhuurders. betaalbaar wonen voor haar inwoners door extra in te zetten op een voldoende groot sociaal huuraanbod voldoende groot sociaal huuraanbod voor de realisatie van het bindend sociaal objectief
Concrete doelstellingen 1. De inspanningen op het vlak van actieve prospectie en inhuurname van extra SVK-patrimonium in de stad worden versterkt en gecoördineerd. De stad en het OCMW geven het SVK de overeengekomen middelen om in te zetten op actieve prospectie en inhuurname van extra SVK-woningen in de stad. Het SVK waarborgt tijdens de duur van de samenwerkingsovereenkomst minimaal het op peil houden van het aantal woningen dat ze in portefeuille heeft op het moment van het afsluiten van deze overeenkomst. Het aantal woningen in de portefeuille van het SVK op het grondgebied van de stad tijdens de duur van deze samenwerkingsovereenkomst groeit netto met minimaal 6 woningen ten opzichte van het aantal woningen dat ze in portefeuille heeft op het moment van het afsluiten van deze overeenkomst. De betoelaging bedraagt maximaal 12 woningen ten opzichte van het aantal woningen dat ze in portefeuille heeft op het moment van het afsluiten van deze overeenkomst, waarvan 6 woningen voor gezinnen en 6 woningen voor alleenstaanden/ koppels met maximum 1 kind. (groei over zes jaar ipv jaarlijks deadlines te stellen: renovatieprojecten kunnen over meerdere jaren lopen) De evolutie van het aantal woningen wordt jaarlijks geëvalueerd in overleg tussen de stad, het OCMW en De Poort vzw. 2. De inspanningen op het vlak van kwaliteit van het SVK-patrimonium in de stad worden versterkt en gecoördineerd.
De stad en het OCMW geven het SVK de overeengekomen middelen om in te zetten op kwaliteitsbewaking en renovatiebegeleiding t.a.v. eigenaar-
verhuurders (i.c. verbeteren patrimonium private huurmarkt) Woningen die het SVK in portefeuille neemt, zijn – na eventuele renovatiewerken voldoende kwalitatief. Met voldoende kwalitatief wordt bedoeld dat de woningen voldoen aan de criteria van het Woningkwaliteitscharter 2014 voor sociale verhuurkantoren Vooraleer woningen uit de portefeuille van het SVK worden genomen, onderzoeken de stad en De Poort vzw in overleg met de betrokken eigenaars op welke manier deze woningen te huur of te koop op de particuliere woningmarkt kunnen worden aangeboden. Dit om te vermijden dat woningen die niet conform zijn aan de Vlaamse Wooncode opnieuw worden aangeboden op de private huurmarkt. De stad en De Poort vzw ontwikkelen hiervoor een gezamenlijke strategie en plan van aanpak.
3. De inspanningen op het vlak van huurderbegeleiding en afstemming met de sociale dienst van het OCMW worden versterkt en gecoördineerd
De cliënten van het OCMW Harelbeke kunnen zich inschrijven op de wachtlijst van het SVK via de woonbegeleider het OCMW Harelbeke In functie van een duidelijk werkkader en duidelijke verwachtingen tussen de partijen betrokken bij de verhuur, werkt het SVK in samenwerking met de OCMW’s procedures uit rond communicatie, aanpak van problematieken, … 1. Aanpak en communicatie rond inschrijvingen 2. Aanpak en communicatie rond ingebruikname nieuwe woning 3. Aanpak en communicatie rond technische meldingen van huurders 4. Aanpak en communicatie rond leefbaarheidsproblemen 5. Aanpak en communicatie rond achterstallige huur 6. Samenwerking en communicatie rond actualisatie wachtlijsten 7. … De opmaak, realisatie en evaluatie van deze procedures start bij het begin van het eerste werkjaar van deze samenwerkingsovereenkomst. Het SVK is aanwezig op periodiek overleg van de sociale dienst indien hier vanuit het SVK of vanuit het OCMW behoefte aan is Het SVK organiseert jaarlijks een regionaal overleg- en/of netwerkmoment voor maatschappelijk werkers van OCMW’s uit haar werkingsgebied Het SVK informeert haar huurders over het aanbod van de Energiesnoeiers, waaronder de energiescans Het SVK zet actief in op het doorstromen van haar huurders naar de sociale of private huurmarkt
Artikel 3: Criteria voor beoordeling van de realisatie van de doelstelling Aan de hand van volgende criteria zal beoordeeld worden of de afspraken in functie van de realisatie van de doelstellingen in artikel 2, nagekomen worden. Jaarlijks worden er indicatoren bepaald die deze 13 criteria concreter maken en die de basis zullen zijn voor het evaluatieverslag.
Aantal nieuwe inhuurnames (en evolutie) De Poort vzw zet actief in op renovatiebegeleiding voor SVK-panden. Evolutie van de doorstroming van de SVK-huurders naar andere segmenten van de woningmarkt. Evaluatie van de periodieke overlegmomenten en afstemming met de stad en OCMW
Evaluatie van de opgemaakte procedures Permanente evaluatie door vertegenwoordiging van het OCMW in Raad van Bestuur vzw en vertegenwoordiging van de gemeente in de Algemene Vergadering miv 2015.
Artikel 4: Omschrijving van de ondersteuning door de lokale overheid Onder voorbehoud van de beschikbare kredieten in het budget zal het stadbestuur en/of het OCMW van Harelbeke in de periode 2015-2020 een jaarlijkse toelage voorzien voor het SVK van €580 per private woongelegenheid met twee slaapkamers en meer, en van €450 voor private woongelegenheden met maximum 1 slaapkamer, dat het SVK in beheer heeft op haar grondgebied om de samenwerking met de lokale overheid (verder) uit te bouwen. Deze afspraken gelden enkel voor woningen die ingehuurd worden vanop de private huurmarkt. Het aantal woningen dat als basis dient voor de berekening is het aantal woningen in portefeuille op 31 december van dat jaar. Over een periode van 6 jaar kunnen maximaal 12 bijkomende woningen betoelaagd worden ten opzichte van het aantal woningen dat ze in portefeuille heeft op het moment van het afsluiten van deze overeenkomst. Volgend schema wordt gehanteerd, waarbij de voorwaarde geldt dat dit maximumtoelagen zijn, rekening houdend met het aantal woningen in portefeuille. Het aantal gerealiseerde woningen is overdraagbaar naar een volgend jaar. 31/12/2014: x woningen Toelage 2015: x + 2 woningen Toelage 2016: x + 4 woningen Toelage 2017: x + 6 woningen Toelage 2018: x + 8 woningen Toelage 2019: x + 10 woningen Toelage 2020: x + 12 woningen. Indien de betoelaging vanuit Vlaanderen en/of andere overheden herzien wordt kunnen de vastgelegde bedragen per woning herbekeken worden. Hiervoor zal een nieuwe overeenkomst afgesloten worden waarin het aangepaste bedrag opgenomen wordt. Artikel 5: Rapportering De Poort vzw zal jaarlijks aan het stadbestuur en OCMW rapporteren over de gerealiseerde werking van het SVK in het voorbije jaar en daarvoor de hiernavolgende documenten op eigen initiatief voorleggen aan het stadbestuur tegen ten laatste 1 april van het jaar na het werkingsjaar: - een evaluatieverslag over de gerealiseerde werking en waaruit blijkt dat de doelstelling gerealiseerd werd volgens de in artikel 2 en artikel 3 gestelde voorwaarden - De Poort vzw zal eventueel bijkomende verantwoordingsstukken die het stadbestuur kan vragen binnen een afgesproken termijn bezorgen. Artikel 6: Uitbetalingsmodaliteiten Het Stadsbestuur en/of het OCMW zullen elk de helft van de voorziene toelage als volgt uitbetalen: De stad Harelbeke betaalt uiterlijk op 1 mei van jaar x een voorschot voor jaar x, gebaseerd op het aantal woningen in portefeuille op 31 december van jaar x-1. Daarnaast betaalt de stad Harelbeke, eveneens uiterlijk op 1 mei van het jaar x, de afrekening van jaar x-1, gebaseerd op het aantal woningen in portefeuille op 31 december van jaar x -1, zoals vermeld in het jaarverslag. In 2015 wordt een voorschot
betaald, dat gebaseerd is op het aantal woningen in portefeuille op 21 oktober 2014 (27 woningen). Het OCMW Harelbeke betaalt uiterlijk op 1 mei van jaar x een voorschot voor jaar x, gebaseerd op het aantal woningen in portefeuille op 31 december van jaar x-1. Daarnaast betaalt het OCMW Harelbeke, eveneens uiterlijk op 1 mei van het jaar x, de afrekening van jaar x-1, gebaseerd op het aantal woningen in portefeuille op 31 december van jaar x -1, zoals vermeld in het jaarverslag. In 2015 wordt een voorschot betaald, dat gebaseerd is op het aantal woningen in portefeuille op 21 oktober 2014 (=27 woningen). De toelage zal gestort worden op volgend rekeningnummer BE82001199683468 op naam van: De Poort vzw. Bij wijziging van het rekeningnummer meldt De Poort vzw dit onmiddellijk schriftelijk aan het stadsbestuur. Dit schrijven maakt dan onlosmakelijk deel uit van huidige overeenkomst. Artikel 7: Contactpersonen ivm deze samenwerkingsovereenkomst Voor het stadbestuur: Delphine Mailliard, Projectcoördinator Woonwijs Voor het OCMW : Micheline Decuypere, Directeur Sociaal Beleid Voor De Poort vzw: Thomas Raes, Algemeen Coördinator Elke wijziging van de contactpersoon wordt onmiddellijk schriftelijk aan de andere partij gemeld. Dit schrijven maakt dan onlosmakelijk deel uit van huidige overeenkomst. Artikel 8: Evaluatie De stad, OCMW en De Poort vzw evalueren (minstens) driejaarlijks de uitvoering van het convenant. In onderling akkoord kunnen de beide partijen de samenwerkingsovereenkomst bijsturen. Artikel 9: Conflicten Bij conflicten overleggen de stad en de partners. Als geen overeenkomst bereikt wordt, leggen ze het probleem voor aan een arbitragegroep: elke partij stelt hiervoor een bemiddelaar aan en ze kiezen samen een derde lid. Artikel 9: Duur van de samenwerkingsovereenkomst
De convenant gaat in op 1 januari 2015 en eindigt op 31 december 2020. De samenwerking geldt voor 6 jaar. Indien één van de partijen de overeenkomst wenst te verbreken gebeurt dit na overleg en middels een aangetekend schrijven uiterlijk drie maanden voor het einde van het kalenderjaar. De overeenkomst eindigt dan op 31 december van het betreffende jaar. Het stadsbestuur en het OCMW van Harelbeke kan evenwel met een aangetekend schrijven de overeenkomst met onmiddellijke ingang beëindigen als de contractvoorwaarden niet worden nageleefd. In dit geval moet een evenredig deel van de toelage door De Poort vzw terugbetaald worden. Het stadsbestuur en het OCMW van Harelbeke zal de samenwerking in de loop van het laatste contractjaar beoordelen op basis van een evaluatieverslag opgemaakt door de bevoegde dienst (in overleg met De Poort vzw). Deze evaluatie vormt de basis voor de opmaak van een eventueel nieuwe overeenkomst.
Opgemaakt te Harelbeke, in drie exemplaren op … Namens het stadbestuur van Harelbeke
Carlo Daelman Stadsecretaris
Michaël Vannieuwenhuyze Voorzitter
Namens het OCMW van Harelbeke Hans Piepers Secretaris
Dominique Windels Voorzitter
Namens De Poort vzw, voor wonen en werk Rik Desmet Voorzitter Artikel 2: Deze samenwerkingsovereenkomst wordt van de stad Harelbeke gesloten onder de ontbindende voorwaarde van goedkeuring van deze samenwerkingsovereenkomst door alle partners, zijnde OCMW Harelbeke en De Poort vzw.
DEPARTEMENT BURGER EN WELZIJN 4. Opzeg lidmaatschap Welzijnsconsortium Zuid-West-Vlaanderen vzw. De gemeenteraad, Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch: Het Welzijnsconsortium Zuid-West-Vlaanderen, actief sinds 1992, is een samenwerkingsinitiatief van 13 OCMW's, 13 gemeentebesturen, de Provincie WestVlaanderen en een 15-tal regionaal werkende organisaties die actief zijn op vlak van welzijn, sociaal beleid en sociale dienstverlening in de regio Zuid-West-Vlaanderen. Het stadsbestuur is partner in de VZW welzijnsconsortium Zuid-West-Vlaanderen. Deze VZW brengt mensen, besturen en diensten samen rond sociale thema’s. Ze helpen noden en ideeën bespreekbaar te maken en bieden ondersteuning bij de concretisering van sociaal beleid en de ontwikkeling van streekprojecten. Ze leveren voorbereidend werk in de regio door in te spelen op wat leeft in die regio en op de actuele sociale beleidsontwikkelingen. Het welzijnsconsortium zal gezien de gewijzigde context ophouden te bestaan ten laatste op 31.01.2015. Het welzijnsconsortium neemt de voorbereidingen voor de ontbinding van de vzw. Daarom zegt de stad Harelbeke haar lidmaatschap in het welzijnsconsortium op. Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen: De statuten van het Welzijnsconsortium Zuid-West-Vlaanderen vzw, zoals neergelegd ter griffie van de rechtbank van koophandel te Kortrijk op 9 februari 2006 (statutenwijziging: neergelegd op 19 november 2010). Artikel 9 van voormelde statuten bepaalt dat elk lid ten allen tijde uit de vereniging kan treden en ontslag bij aangetekend schrijven aan de raad van bestuur ter kennis wordt gebracht.
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen: Om deze redenen; Na beraadslaging in openbare zitting; Met unanimiteit; BESLUIT: Artikel 1: De stad Harelbeke zegt haar lidmaatschap in Welzijnsconsortium vzw op met ingang van 20 januari 2015 – overeenkomstig artikel 9 van de statuten van de vzw, gezien het stopzetten van hun activiteiten. Artikel 2: Een voor eensluidend verklaard afschrift van deze beslissing wordt zowel aangetekend als per gewone post overgemaakt aan de raad van bestuur van het Welzijnsconsortium Zuid-West-Vlaanderen vzw.
DEPARTEMENT GRONDGEBIEDSZAKEN 5. FRGE (Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost). Samenwerkingsovereenkomst met nieuwe lokale entiteit. Goedkeuring. De gemeenteraad, Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch: FRGE (Fonds ter reductie van de globale energiekost) Brussel en het Welzijnsconsortium, aangeduid door het FRGE als lokale entiteit van het FRGE voor onze regio, sloten een samenwerkingsovereenkomst af die eindigde op 30.09.2014 inzake het toekennen van leningen aan 2% aan particulieren voor energiebesparende investeringen. Het Welzijnsconsortium sloot op zijn beurt afzonderlijke samenwerkingsovereenkomsten af met de gemeenten uit de Zuid-West-Vlaamse regio. De gemeenteraad heeft in zitting van 10.11.2008 de overeenkomst tussen het Welzijnsconsortium en de Stad Harelbeke betreffende het pilootproject van het fonds ter reductie van de globale energiekost (FRGE) goedgekeurd. De overeenkomst werd ondertekend op 23.06.2009. De overeenkomst loopt voor een periode van 10 jaar en 3 maanden tot eind september 2019. In het kader van de 6de staatshervorming werd beslist tot de regionalisering van het FRGE. Sinds 1.07.2014 zijn de gewesten bevoegd voor de materie, op 31.12.2014 wordt FRGE Brussel ontbonden en op 1.01.2015 neemt het VEA (Vlaams Energieagentschap) de coördinatie over. Naar aanleiding van deze regionalisering worden ook de modaliteiten herbekeken. Pas in het voorjaar 2015 krijgen we hierover uitsluitsel. Op heden werden de lopende samenwerkingsovereenkomsten met de lokale entiteiten onder de huidige voorwaarden verlengd tot eind 2015. Het Welzijnsconsortium, die in 2008 werd aangeduid als lokale entiteit voor Zuid-WestVlaanderen, kan echter, als gevolg van de evoluties inzake een interlokale vereniging voor sociaal beleid, deze taak niet langer behartigen. Hierdoor dreigt de continuering van het fonds in het gedrang te komen. Het OCMW Kortrijk stelt zich kandidaat om als lokale
entiteit voor de regio op te treden tot eind 2015. Dit als overgangsmaatregel en in afwachting van de interlokale vereniging voor sociaal beleid. Het OCMW Kortrijk voldoet aan de juridische vereisten om op te treden als lokale entiteit voor de regio. Het OCMW Kortrijk stelt voor om tot nader order de huidige voorwaarden te behouden en de samenwerkingsovereenkomst in die zin op te stellen. Het Welzijnsconsortium zou de continuering verzekeren tot eind januari 2015. Het OCMW Kortrijk kan een aanvraag richten tot het FRGE om vanaf 1 februari 2015 op te treden als lokale entiteit. Van zodra de interlokale vereniging voor sociaal beleid een feit is, zal dit orgaan de toekomstige inbedding van het FRGE worden en optreden als lokale entiteit. Gezien de overdracht juridische vereisten en budgettaire en administratieve implicaties teweeg brengt, stelt het OCMW Kortrijk voor een engagement aan te gaan tot eind 2015. Op die manier kan de overdracht naar de interlokale vereniging op een goede manier voorbereid worden. Het OCWM Kortrijk vraagt het akkoord van de stad om zich als kandidaat voor de lokale entiteit voor te stellen en de samenwerkingsovereenkomst te ondertekenen. Het college ging hiermee in zitting van 16 december 2014 principieel akkoord en besliste om de algemeen adviseur van Woonwijs als contactpersoon voor FRGE aan te stellen en schepen Dominique Windels af te vaardigen in de beleidsgroep van de lokale entiteit. De samenwerkingsovereenkomst werd besproken in de raadscommissie van 14 januari 2015. Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen: Het gemeentedecreet, in het bijzonder en zonder zich daartoe te willen beperken, artikel 43 § 2. Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen: Om deze redenen; Na beraadslaging in openbare zitting; Met unanimiteit; BESLUIT: Artikel 1: De gemeenteraad neemt kennis van de kandidaatstelling van het OCMW Kortrijk als nieuwe, tijdelijke lokale entiteit voor het aanbieden van FRGE-leningen voor de stad Harelbeke. Artikel 2: De Stad Harelbeke keurt de samenwerkingsovereenkomst met OCMW Kortrijk en OCMW Harelbeke goed als volgt: Overeenkomst tussen OCMW Kortrijk en Stad Harelbeke en OCMW Harelbeke betreffende het Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost. Heden, ENERZIJDS, OCMW Kortrijk, met maatschappelijke zetel te 8500 Kortrijk, Budastraat 27, geldig vertegenwoordigd door de heer Philippe De Coene, voorzitter en mevrouw An Spriet, secretaris
en ANDERZIJDS, Het lokaal bestuur van de stad Harelbeke; voor de stad vertegenwoordigd door de gemeenteraad, waarvoor optreden de heer Michaël Vannieuwenhuyze, voorzitter en de heer Carlo Daelman, secretaris, handelend krachtens de beslissing van de gemeenteraad, genomen in zitting van 19 januari 2015 en voor het OCMW vertegenwoordigd door de OCMW-raad, waarvoor optreden de heer Dominique Windels, OCMW-voorzitter, en de heer Hans Piepers, OCMW-secretaris, handelend krachtens de beslissing van de OCMW-raad, genomen in de zitting van 22 januari 2015. GELET op de opdracht van het FRGE om de reducties van de globale energiekost te bevorderen door, in overleg met de Gewesten: tussenbeide te komen in de financiering van structurele maatregelen voor de doelgroep, in privé-woningen die dienen als hoofdverblijfplaats en het verstrekken van goedkope leningen aan de particulier, voor structurele maatregelen in privé-woningen die dienen als hoofdverblijfplaats, en hiervoor een samenwerking aangaat met Lokale Entiteiten die door het FRGE worden erkend. GELET op de voordracht van het OCMW Kortrijk als Lokale Entiteit van het FRGE door gemeente en OCMW en overwegende dat het totaal van de aantal inwoners van de gemeenten die hun goedkeuring geven aan de voordracht van het OCMW Kortrijk als Lokale Entiteit meer bedraagt dan 50.000 inwoners en aldus voldaan is aan de territoriumvereiste gesteld vanuit het FRGE. GELET op het feit dat het OCMW Kortrijk zich, bij het voldoen aan alle bovengenoemde voorwaarden, als kandidaat stelt als Lokale Entiteit bij het Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost (FRGE) en dit voor het grondgebied van alle gemeenten die deze overeenkomst onderschrijven, en gelet op het feit dat hiervoor een samenwerkingsovereenkomst zal worden afgesloten met het Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost (vanaf januari 2015 via het VEA). GELET op het voldoen aan de andere vereisten gesteld door het FRGE aan de kandidaten Lokale Entiteit van het FRGE, met name de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 8 van annex 1 bij deze overeenkomst. GELET op het feit dat het OCMW Kortrijk zich, bij het voldoen aan alle bovengenoemde voorwaarden, als kandidaat stelt als Lokale Entiteit bij het Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost en dit voor het grondgebied van alle gemeenten die deze overeenkomst onderschrijven, en gelet op het feit dat hiervoor een samenwerkingsovereenkomst zal worden afgesloten met het Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost. IS OVEREENGEKOMEN WAT VOLGT: Artikel 1. Omschrijving van de algemene opdracht van het FRGE De Lokale Entiteit werkt met doel reducties van de globale energiekost te bevorderen door tussenbeide te komen in de financiering van structurele maatregelen voor de doelgroep, in privé-woningen die dienen als hoofdverblijfplaats en het verstrekken van goedkope leningen aan de particulier, voor structurele maatregelen in privé-woningen die dienen als hoofdverblijfplaats, dit voor de doelgroep en particulier wonende op het grondgebied van de gemeenten die deze overeenkomst onderschrijven. De Lokale Entiteit kan ook middelen ontlenen aan rechtspersonen met een sociale doelstelling in het kader van de tussenkomst in de financiering van structurele maatregelen voor de
doelgroep wonende op het grondgebied van de gemeenten die deze overeenkomst onderschrijven. Artikel 2. Geldigheidsduur Deze overeenkomst wordt gesloten met ingang van de datum van de ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst tussen het OCMW Kortrijk en het Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost (vanaf januari met het VEA) en geldt tot eind 2015. Bij het vervallen van de samenwerkingsovereenkomst tussen de Lokale Entiteit in de regio en het FRGE (het VEA) vervalt de opdracht en dus het voorwerp van deze overeenkomst. Artikel 3. Werkingsgebied Lokale Entiteit Het werkingsgebied van de Lokale Entiteit strekt zich uit over het grondgebied van de gemeenten die deze overeenkomst ondertekenen. Artikel 4. Kredietnemers Lokale Entiteit Gedurende de duurtijd van de overeenkomst tussen de Lokale Entiteit en het FRGE (het VEA), biedt de Lokale Entiteit aan particulieren de mogelijkheid een lening af te sluiten met een looptijd van maximum 5 jaar, voor een maximumbedrag van 10.000€ en aan een in de samenwerkingsovereenkomst tussen de Lokale Entiteit en het FRGE vastgestelde rentevoet. Gedurende de duurtijd van de overeenkomst tussen de Lokale Entiteit en het FRGE, biedt de Lokale Entiteit aan particulieren uit de doelgroep de mogelijkheid een lening af te sluiten met een looptijd van maximum 5 jaar, voor een maximumbedrag van 10.000€ en aan een in de samenwerkingsovereenkomst tussen de Lokale Entiteit en het FRGE vastgestelde rentevoet. Gedurende de duurtijd van de overeenkomst tussen de Lokale Entiteit en het FRGE, biedt de Lokale Entiteit aan rechtspersonen met een sociale doelstelling de mogelijkheid een lening af te sluiten voor tussenkomst in de financiering van structurele, energiebesparende maatregelen voor de doelgroep wonende in de betrokken gemeenten, met de looptijd van maximum 5 jaar en aan een in de samenwerkingsovereenkomst tussen de Lokale Entiteit en het FRGE vastgestelde rentevoet. De maximale duurtijd van 5 jaar en het maximum te ontlenen bedrag van 10000€ kunnen wijzigen indien dit mogelijk is binnen het kader bepaald door het FRGE en indien alle betrokken actoren hun goedkeuring hierover geven. Het ontleende bedrag en de terugbetalingstermijn staan vermeld in de kredietovereenkomst tussen de kredietnemer en de kredietgever. De kredietnemer wendt het ontleende bedrag aan voor de uitvoering van structurele, energiebesparende maatregelen in een privé-woning, die dient als hoofdverblijfplaats en gesitueerd is op het grondgebied van één der deelnemende gemeenten. De kredietovereenkomst die wordt afgesloten met de kredietnemer bevat een clausule waarin de kredietnemer zich bij wanbetaling akkoord verklaart met loonsafstand. De kredietovereenkomst die wordt afgesloten met de kredietnemer bepaalt dat de particulier budgetbegeleiding of -beheer aanvaardt vanwege het OCMW van de gemeente waar de particulier zijn woonplaats heeft, of vanwege een andere erkende schuldbemiddelingsdienst, indien zich een probleem van terugbetaling stelt. Artikel 5. Inspanningen naar de doelgroep van de meest behoeftigen van het FRGE Er moet vanuit het FRGE een minimaal percentage doelgroepdossiers gehaald worden door de Lokale Entiteit. Dit percentage wordt bepaald door het percentage inwoners van het werkingsgebied van de Lokale Entiteit dat binnen de doelgroep valt. Het Koninklijk Besluit van 2 juni 2006 houdende de definitie van de
doelgroep van de meest behoeftigen van het Fonds ter reductie van de globale energiekost, bepaalt de inwoners die onder de doelgroep vallen. Het percentage doelgroepdossiers is dus afhankelijk van het aantal deelnemende gemeenten en zal worden opgenomen in de overeenkomst tussen de Lokale Entiteit en het FRGE en jaarlijks worden geëvalueerd. Een lening of tussenkomst aan een particulier, behorende tot de doelgroep, wordt enkel toegestaan na positief advies van het OCMW van de gemeente waar de particulier zijn woonplaats heeft, of van een erkende schuldbemiddelingsdienst. De Lokale Entiteit en de lokale besturen engageren zich om het aantal doelgroepdossiers te maximaliseren en meer dan het minimaal jaarlijks percentage doelgroepdossiers te behalen. De Lokale Entiteit voorziet inzake doelgroepdossiers een uitgebreidere dienstverlening naar de kredietnemers die dit wensen, dit in goede samenwerking met het lokaal bestuur. Deze uitgebreidere dienstverlening houdt minimaal in de beoordeling van de situatie op het vlak van energieverbruik, renovatiebegeleiding en sociale begeleiding van de doelgroep. Artikel 6. Medewerking van het lokaal bestuur Het lokaal bestuur heeft de Lokale Entiteit de opdracht om de werking van het FRGE in de regio te optimaliseren, gekaderd binnen het gemeentelijk woon-, duurzaamheids- en sociaal beleid. Het lokaal bestuur geeft hiervoor de medewerking aan de Lokale Entiteit om volgens de afspraken gemaakt met de Lokale Entiteit en volgens de richtlijnen bepaald door de beleidsgroep; - Bij zowel OCMW en gemeente een contactpersoon aan te duiden die het project operationeel mee kan opvolgen; - De mogelijkheden van het FRGE intern bekend te maken; - De particulier en doelgroep-particulier bij te staan in de opmaak van de aanvraag tot een kredietafname bij de Lokale Entiteit; - De Lokale Entiteit te adviseren over de bij de Lokale Entiteit aangevraagde kredietafname ingeval van kredietaanvraag door doelgroep; - De kredietaanvrager-particulier een overzicht te bieden over de mogelijke subsidies, premies, toelages,... op zowel lokaal als provinciaal, Vlaams en Federaal niveau, die voor de kredietaanvrager van toepassing zijn en hem, in samenwerking met de Lokale Entiteit, op weg helpen om hier optimaal gebruik van te maken; - Structurele afspraken te maken rond behandeling van administratieve vragen, handelingen in het kader van renovatiebegeleiding bij de doelgroep; - De sociale begeleiding t.a.v. de doelgroepdossiers op te nemen in samenwerking met de Lokale Entiteit; - Budgetbegeleiding of -beheer op te nemen in geval van terugbetalingsproblemen. Artikel 7. Prestaties van de Lokale Entiteit De Lokale Entiteit staat in voor alle taken zoals opgenomen in de samenwerkingsovereenkomst tussen de Lokale Entiteit en het Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost, en doet voor bepaalde taken beroep op een goede samenwerking met de lokale besturen, zoals beschreven in artikel 6 van deze overeenkomst. De Lokale Entiteit staat, binnen de voor haar opdracht beschikbare budgetten, in voor; - het goed beheer van de middelen van het FRGE; - de nodige passieve en actieve communicatie over de mogelijkheden van het FRGE en de werking van de Lokale Entiteit; - het vervolledigen van de kredietaanvraag en het ter goedkeuring overbrengen aan de kredietcommissie en het FRGE;
-
-
de communicatie omtrent de goedkeuring/weigering van de kredietaanvrager; het beheer van het kredietdossier en het opvolgen van de terugbetalingen van de kredietaanvrager; de sociale begeleiding t.a.v. de doelgroepdossiers in samenwerking met het OCMW van de gemeente of de erkende schuldbemiddelingsdienst (ook beschreven in artikel 6 van deze overeenkomst); het voorzien van ondersteuning aan de lokale besturen, bijvoorbeeld onder de vorm van opleiding van het personeel en expertise op het vlak van energie; de renovatiebegeleiding t.a.v. de doelgroepdossiers, wat inhoudt dat de Lokale Entiteit instaat voor het opvragen van offertes, het contracteren en controleren van de werken,...; de Lokale Entiteit stelt aan de installaties dezelfde voorwaarden als geldend om in aanmerking te komen voor fiscale voordelen; het optimaal gebruiken van alle subsidies, premies, toelages,... waar de kredietaanvrager uit de doelgroep recht op heeft; het voorzien in een jaarlijkse rapportering aan de deelnemende lokale besturen, waarin m.b.t. de gemeente info wordt gegeven over het totaal aan aanvragen bij de Lokale Entiteit, het aantal lopende, goedgekeurde kredietdossiers die een woning op het grondgebied van de gemeente tot voorwerp hebben en de kenmerken van de kredietnemer, de woning en de maatregelen, het aantal geweigerde aanvragen en de kenmerken van de kredietnemer, de woning en de maatregelen en de reden van weigering, de vordering van de terugbetaling van de kredietnemers, het overzicht van de door de kredietnemers niet terugbetaalde bedragen, het aantal doelgroepdossiers en de evolutie van het bedrag van de garantstelling van de gemeente; het voorzien in een continue evaluatie en bijsturing van de werking van de Lokale Entiteit; het opnemen van een signaalfunctie t.o.v. het lokaal bestuur en eventueel hogere overheden.
Artikel 8. Beslissingsorganen Lokale Entiteit De Lokale Entiteit zal voor een goede operationalisering van de werking van de Lokale Entiteit een beleidsgroep oprichten. Deze beleidsgroep is samengesteld uit twee afgevaardigden per deelnemend lokaal bestuur, waarvan een afvaardiging vanuit de gemeente en een afvaardiging vanuit het OCMW, een vertegenwoordiger van de werkgevende instantie van de Lokale Entiteit, aangevuld met experts ter zake. Aan de gemeente wordt gevraagd om een effectief en plaatsvervangend lid voor deze beleidsgroep aan te duiden, bij voorkeur een lid van het Schepencollege bevoegd over de materie(s) wonen, leefmilieu, energie of welzijn. Aan het OCMW wordt gevraagd om een effectief en plaatsvervangend lid aan te duiden, bij voorkeur de OCMW-voorzitter. De Lokale Entiteit zal voor een goede behandeling van de kredietaanvragen een kredietcommissie oprichten, die de door de beleidsgroep van de Lokale Entiteit bepaalde criteria omtrent de behandeling van de kredietaanvragen zal bewaken en zal toezien op het goed beheer van de kredieten. De kredietcommissie is samengesteld uit een afvaardiging vanuit de beleidsgroep, een vertegenwoordiger van de werkgevende instantie van de Lokale Entiteit, eventueel aangevuld met experts ter zaken. Uit de leden van de beleidsgroep zullen de effectieve leden en plaatsvervangers van de op te richten Kredietcommissie worden gekozen. De werkgever van de Lokale Entiteit staat in voor een goede omkadering en begeleiding van het team van de Lokale Entiteit en is verantwoordelijk voor de dagdagelijkse aansturing en de personeelszaken van de Lokale Entiteit.
Artikel 9. Garantstelling De borgstelling door de lokale besturen voor de leningen die hun inwoners afsluiten bij de lokale entiteit is niet van toepassing voor zover de lokale entiteit een positieve beslissing van het gewest ontvangt om te voorzien in een gewestelijke waarborg. Artikel 12 van de bijlage bij het K.B. van 1 juli 2006 tot vaststelling van het beheerscontract van het FRGE (zie annex 1), bepaalt dat het FRGE een zo laag mogelijk percentage van wanbetalingen beoogt en ernaar streeft de 3% wanbetalingen niet te overschrijden en in geen geval het percentage wanbetalingen meer dan 5% mag bedragen. Ingeval van kwijtschelding door het Fonds aan de Lokale Entiteit, mag deze nooit meer bedragen dan 5% van het totale door de Lokale Entiteit ontleende bedrag. In de loop van de uitvoering van deze overeenkomst kunnen de bepalingen van dit artikel wijzigen of vervallen. Artikel 10. Financiële bepalingen Alle betalingen tussen de partijen gebeuren met de vermelding FRGE. Artikel 11. Slotbepalingen Beide partijen verbinden zich ertoe de bepalingen van deze overeenkomst te goeder trouw uit te voeren. Zo deze uitvoering ernstig verstoord wordt door een nieuw en belangrijk element, dan zal dit dadelijk tussen de beide partijen besproken worden ten einde de bepalingen van deze overeenkomst eventueel aan te passen. Beide partijen zullen alles in het werk stellen om de betwisting en geschillen voortspruitend uit deze overeenkomst in der minne te regelen. Zo dit niet mogelijk is, zijn de rechtbanken van het arrondissement Kortrijk bevoegd uitspraak te doen. Deze overeenkomst werd ondertekend te Harelbeke op …………………… in drie exemplaren. Elk der partijen verklaart er minstens één te hebben ontvangen. Voor de Lokale Entiteit, Philippe De Coene, Voorzitter OCMW Kortrijk Voor het OCMW en de Stad Harelbeke; Hans Piepers Secretaris OCMW Harelbeke
Dominique Windels, Voorzitter OCMW Harelbeke
Carlo Daelman, Secretaris stad Harelbeke
Michaël Vannieuwenhuyze, Voorzitter gemeenteraad Harelbeke
Artikel 3: Deze samenwerkingsovereenkomst wordt van de stad Harelbeke gesloten onder de ontbindende voorwaarde van goedkeuring van deze samenwerkingsovereenkomst door alle partners, zijnde OCMW Harelbeke en OCMW Kortrijk.
6. Onderhoud en heraanleg wegen 2015 - Deel 1 : Kapelstraat, Klein Harelbekestraat en heraanleg parking Tieltsestraat. Goedkeuren bestek, raming (32.644,63 euro excl. 21 % btw) en gunningswijze. De gemeenteraad, Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch:
De parking van sport Hulste in de Tieltsestraat is momenteel in slechte staat : er vormen zich continu putten in de steenslagverharding. Deze verharding wordt gefreesd en gestabiliseerd met cement zodat er geen putten meer ontstaan. Waar de auto’s zelf parkeren blijft een deel niet gebonden met cement om waterdoorlatend te blijven (anders bestaat het risico op teveel afwatering richting begraafplaats). De kapelstraat is in slechte staat : heel regelmatig worden met koudasfalt herstellingen uitgevoerd. De huidige toplaag is volledig verouderd en wordt opgebroken en gefreesd. Daarna wordt er steenslag bijgevoerd en gestabiliseerd met cement. Het wordt een betonweg met landelijk karakter : hiermee wordt nog duidelijker gemaakt dat het voor plaatselijk verkeer is en voor de zwakke weggebruiker. Aan de Klein Harelbekestraat worden de buffergrachten aangelegd. Daar waar de grachten komen, wordt de weg slechts 2 meter breed en wordt deze opgebroken en aangevuld met steenslag. Daarna stabiliseren met cement om een betonweg/trage weg te verkrijgen met landelijk karakter. In het kader van de opdracht “Onderhoud en heraanleg wegen 2015 - Deel 1 : Kapelstraat, Klein Harelbekestraat en heraanleg parking Tieltsestraat ” werd een bestek met nr. 15_1 opgesteld door het Departement Facility. De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 32.644,63 excl. btw of € 39.500,00 incl. 21% btw. Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking gezien de aard van de bestelling (raming lager dan € 85.000,00) en gezien deze gunningswijze aan de stad de meeste waarborgen biedt betreffende prijsvorming en service. Door het vooraf selecteren speelt de concurrentie maar anderzijds blijft de zekerheid dat de aangeschreven aannemers over de nodige vakkennis en deskundigheid beschikken. De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget 2015 op budgetcode VT / VT 68 / AR 224000 / BI 074010 en budgetcode GGZ / GGZ 28 / AR 224007 / BI 020000. Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen: - De wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, meer bepaald en zonder zich daartoe te willen beperken artikel 26, § 1, 1° a (limiet van € 85.000,00 excl. btw niet overschreden). - De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten. - Het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald en zonder zich daartoe te willen beperken artikel 105. - Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, meer bepaald en zonder zich daartoe te willen beperken artikel 5, § 2. - Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald en zonder zich daartoe te willen beperken artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad. - De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen. - Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur.
- Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald en zonder zich daartoe te willen beperken artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht. Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen: Om deze redenen; Na beraadslaging in openbare zitting; Met 16 stemmen voor, 13 stemmen tegen BESLUIT: Artikel 1: Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. Artikel 2: Het bestek met nr. 15_1 en de raming voor de opdracht “Onderhoud en heraanleg wegen 2015 - Deel 1 : Kapelstraat, Klein Harelbekestraat en heraanleg parking Tieltsestraat ”, opgesteld door het Departement Facility worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 32.644,63 excl. btw of € 39.500,00 incl. 21% btw. Artikel 3: De uitgave voor deze opdracht is voorzien in investeringsbudget 2015 op budgetcode VT / VT 68 / AR 224000 / BI 074010 en budgetcode GGZ / GGZ 28 / AR 224007 / BI 020000.
7. Buffergracht Klein Harelbekestraat. Goedkeuren bestek, raming (16.341,50 euro excl. 21 % btw) en gunningswijze. De gemeenteraad, Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch: Om wateroverlast te vermijden in de Blauwhuisstraat wordt in de Klein Harelbekestraat het regenwater tijdelijk gebufferd in grachten. Aan huisnummer 41 wordt een bestaande gracht voorzien van tussenschotten als damwerking en wordt een nieuwe gracht gegraven aan de andere zijde van de weg, eveneens met tussenschotten. In het kader van de opdracht “Buffergracht Klein Harelbekestraat” werd een bestek met nr. 15_2 opgesteld door het Departement Facility. De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 16.341,50 excl. btw of € 19.773,22 incl. 21% btw. Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking gezien de aard van de bestelling (raming lager dan € 85.000,00) en gezien deze gunningswijze aan de stad de meeste waarborgen biedt betreffende prijsvorming en service. Door het vooraf selecteren speelt de concurrentie maar anderzijds blijft de zekerheid dat de aangeschreven aannemers over de nodige vakkennis en deskundigheid beschikken.
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget 2015 op budgetcode GGZ / GGZ 42 / AR 226000 / BI 031900. Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen: - De wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, meer bepaald en zonder zich daartoe te willen beperken artikel 26, § 1, 1° a (limiet van € 85.000,00 excl. btw niet overschreden). - De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten. - Het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald en zonder zich daartoe te willen beperken artikel 105. - Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, meer bepaald en zonder zich daartoe te willen beperken artikel 5, § 3. - Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald en zonder zich daartoe te willen beperken artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad. - De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen. - Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur. - Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald en zonder zich daartoe te willen beperken artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht. Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen: Om deze redenen; Na beraadslaging in openbare zitting; Met unanimiteit; BESLUIT: Artikel 1: Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. Artikel 2: Het bestek met nr. 15_2 en de raming voor de opdracht “Buffergracht Klein Harelbekestraat”, opgesteld door het Departement Facility worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 16.341,50 excl. btw of € 19.773,22 incl. 21% btw. Artikel 3: De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget 2015 op budgetcode GGZ / GGZ 42 / AR 226000 / BI 031900.
8. Publiek Private Samenwerking Marktcentrum. Goedkeuren Bestek. De gemeenteraad, De leden van de raadscommissie Grondgebiedszaken dienen vanuit hun expertise en hierin bijgestaan in de commissiezitting van 14 januari 2015 door raadsman Wim Rasschaert volgend amendement in. De in het bestek voorgestelde gunningscriteria en dan vooral de onderlinge weging van de punten toegekend per criterium, worden aangepast teneinde het financieel criterium meer gewicht te geven in de globale weging. Vandaar dat er tijdens de raadszitting een amendement wordt voorgelegd dat volgende bestekaanpassing (nieuw totaal 300 punten i.p.v. 250 punten) impliceert. 1. Landschapsarchitectuur van de bovengrondse parkeerplaatsen en het binnenplein met bijzondere aandacht voor de belevingswaarde = 35 punten (ongewijzigd). 2. Architectuur, kwaliteit, duurzaamheid en belevingswaarde van het Project = 90 punten (ongewijzigd) 3. Financieel criterium = 95 punten (via amendement te verhogen met 50 punten) 4. Plan van aanpak = 30 punten (ongewijzigd) 5. Vermarkting van het private gedeelte van het Project = 50 punten (ongewijzigd). De motivering om het financieel criterium te verhogen met 50 punten (en dus ook de totale puntensom tot 300 punten) is ingegeven om verhoudingsgewijs het financiële aspect – zijnde o.a.de residuele grondwaarde voor deelgebied 1 en 2- niet tot slechts 1/3 te herleiden van het architecturale (1. + 2. = 125 punten). Het definitieve bestek wordt op die wijze aangepast. Daarop gaat de meerderheid in aanwezigheid van voormelde leden over tot een stemming over het amendement. Alle aanwezig raadsleden stemmen voor het amendement. Om deze redenen; Na beraadslaging in openbare zitting; BESLUIT De meerderheid van de aanwezige leden gaat akkoord met het ingediende amendement. *** Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch: In zitting van de gemeenteraad van 15 september 2014 werd de selectieleidraad en de gunningswijze goedgekeurd betreffende dossier in voorwerp. In deze zitting werd beslist dat de procedure om tot een geschikte kandidaat te komen in 2 fasen zou verlopen. In de eerste fase werd gezocht naar vallabele kandidaten via de selectieleidraad. Op basis hiervan dienden op 5 november 2014 vier consortia hun respectievelijke kandidatuur in bij het stadsbestuur. De beoordelingscommissie evalueerde op 20.11.2014 die vier kandidaturen en legde haar verslag ter goedkeuring voor aan het schepencollege op 2 december 2014. In die zitting keurde het college dit verslag goed en besloot om de vier kwalitatief geselecteerde kandidaten (Service & Development Group Belgium NV, Alheembouw NV, Hecta NV en Groep Van Roey NV) uit te nodigen om een offerte (=uitvoeringsbestek) in te dienen.
Huidig dossier betreft de start van de tweede fase. In eerste instantie wordt huidig bestek aan de raad ter goedkeuring voorgelegd waarin een concrete invulling van het PPS-project is omschreven. Vervolgens zal na de goedkeuring van het bestek door de raad, dit bestek aan de vier weerhouden kandidaten worden overgemaakt met het verzoek hun offerte terzake in te dienen tegen 21 mei 2015. In het voorliggend dossier werd een oplossing gevonden om het project in zijn totaliteit aan te pakken, met inbegrip van achterbouw Mijn Huis, waarvoor een aankoopclausule ingelast werd met een minimum te betalen prijs en waardoor het project in zijn geheel op de markt kan worden gezet. Voor de beoordeling van deze offertes zullen volgende gunningscriteria (in detail in het bestek omschreven en gewogen) gehanteerd worden : 1. Landschapsarchitectuur van de bovengrondse parkeerplaatsen en het binnenplein met bijzondere aandacht de belevingswaarde. 2. Architectuur, kwaliteit, duurzaamheid en belevingswaarde van het Project. 3. Financieel criterium. 4. Plan van aanpak. 5. Vermarkting van het private gedeelte van het Project De gemeenteraad is bevoegd nu het gaat om een bestek horend bij een overheidsopdracht die niet opgenomen werd in het begrip dagelijks bestuur (toepassing art. 43 par 2.11° van het gemeentedecreet) en omdat er in het bestek verwezen wordt naar daden van beschikking met betrekking tot onroerende goederen (toepassing art. 43 par 2.12° van het gemeentedecreet). Enerzijds zijn er middelen voor deze opdracht voorzien in het exploitatiebudget 2014 (AR 616300 BI 060000) én hervoorzien op het exploitatiebudget 2015 (AR 616300 BI 061000); dit betreft de uitbetaling van de juryleden van de beoordelingscommissie. Anderzijds zijn er middelen voor deze opdracht voorzien in het investeringsbudget 2015 (AR 214000 BI 061000); dit betreft de ‘vergoeding voor de offerte’ –zoals voorzien in het bestek onder pt7.12- waarbij de stad aan de inschrijvers ‘die een volledige, regelmatige offerte indienen én die de opdracht niet toegewezen krijgen’ elk €5.000 inclBTW als tegemoetkoming zal betalen. Het bestek werd opgemaakt met tussenkomst van de door het schepencollege op 10 september 2013 aangestelde externe juridisch adviseur W. Rasschaert. Het bestek werd besproken in de zitting van de raadscommissie grondgebiedszaken van 14.01.2015 . Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen: -De wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 26, § 2, 1° b (de aard van de werken/leveringen/diensten of de onzekere omstandigheden maken een vaststelling vooraf van een globale prijs niet mogelijk). -De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten. -Het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen. -Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen. -Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad.
-De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen. -Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur. -Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht. Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen: Om deze redenen; Na beraadslaging in openbare zitting; Met unanimiteit; BESLUIT: Artikel 1: Het bestek 865.1-A.14/44 voor de opdracht “Publiek Private Samenwerking Marktcentrum” wordt goedgekeurd.
9. Herinrichten Marktplein. Archeologisch vooronderzoek (inventariserend veldonderzoek). Goedkeuren bestek, raming (68.165,15 euro excl. 21 % btw) en gunningswijze. De gemeenteraad, Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch: Vanaf 2015 starten de werkzaamheden voor de centrumvernieuwing van de Stad Harelbeke. De her in te richten site situeert zich tussen de Marktstraat, Leiestraat, Marktplein en Hospitaalstraat. Deze werken kaderen in een stedenbouwkundig ontwerp opgemaakt door NV Palmbout uit Rotterdam. Na afbraak van het handelscentrum II en de gebouwen tussen de Hospitaalstraat en het gebouw van de sociale bouwmaatschappij wordt een nieuw plein aangelegd tussen de Marktstraat en de Leie. Een stadsbouwblok zal gerealiseerd worden aansluitend aan het gebouw van de sociale bouwmaatschappij tot aan het Handelscentrum I ter hoogte van de Marktstraat. Onder het te realiseren gebouw en het ontstane binnengebied worden ondergrondse parkeerplaatsen voorzien. De uitvoering van deze werken zullen gepaard gaan met belangrijke reliëfwijzigingen en uitgraving van bodem. Voor deze opdracht werden bijzonder voorwaarden opgesteld bij de vergunning voor de voorafgaande archeologische prospectie met ingreep in de bodem. De archeologische erfgoedzorg is een actueel thema geworden. De materie wordt in het Vlaamse Gewest geregeld door het onroerend erfgoeddecreet van 12 juli 2013 (= vervanging monumentendecreet van 1976, archeologiedecreet van 1993 en landschapsdecreet van 1996 en wet uit 1931 op het behoud van monumenten en landschappen). Zo worden het behoud en het beheer van de waarden van onze landschappen, monumenten en archeologie verzekerd. Het verdrag van Valletta (1992) komt volledig tot zijn recht in het decreet. Archeologie wordt beter geïntegreerd in projecten en wordt vroeg betrokken in het bouwproces. In het voorjaar van 2014 werd een bureaustudie uitgevoerd door BVBA BAAC. Bij dit onderzoek werden alle beschikbare archeologische gegevens verzameld en aangevuld met cartografische in historische data. Het onderzoek kadert in de geplande herinrichting van het actuele Marktplein, waarbij een kwalitatieve open ruimte wordt gecombineerd met nieuwbouw.
Doel van de prospectie met ingreep in de bodem is een archeologische evaluatie van het terrein. Dit houdt in dat het archeologisch erfgoed opgespoord, geregistreerd, gedetermineerd en gewaardeerd wordt en dat de potentiële impact van de geplande werken op de archeologische resten wordt bepaald. Onderdeel van de evaluatie is dat er mogelijkheden gezocht worden om in situbehoud te bewerkstelligen en – indien dit niet kan – er aanbevelingen worden geformuleerd voor vervolgonderzoek (ruimtelijke afbakening, diepteligging, strategie, doorlooptijd, te voorzien natuurwetenschappelijke onderzoeken en conservatie-technieken, voorstel onderzoeksvragen). Er worden 7 gerichte sleuven/putten aangelegd, waarbij zo maximaal mogelijk archeologische informatie wordt verzameld en waarbij de hinder voor de marktfunctie tot een minimum wordt beperkt. Het concrete plan gaat uit van een aantal proefsleuven en –putten met een omvang die enerzijds tegemoet komt aan de archeologische vraag, maar anderzijds dermate is dat deze door een team van 2 à 3 archeologen kan onderzocht worden binnen een termijn van zo’n 4 werkdagen. Er wordt slechts één put tegelijkertijd onderzocht. Gezien de wekelijkse markt plaats vindt op donderdagmorgen, wordt op donderdagmiddag per locatie de verharding verwijderd en wordt de onderzoekslocatie afgesloten met een veilig hekwerk (type werfhekkens). De omheinde locatie is minstens 2x zo groot als de oppervlakte van de proefput/-sleuf, zodat de uitgegraven grond binnen het hekwerk kan gestapeld worden. Op vrijdag kan gestart worden met het effectieve archeologische onderzoek, dat doorloopt tot woensdagmiddag de week erna. In principe wordt op woensdagmiddag de put terug gedicht, wordt de verharding hersteld en wordt de werfomheining weggenomen. Indien dit door omstandigheden niet mogelijk zou blijken (complexe stratigrafie, ongunstige weersomstandigheden, grondwater, …) dan kan het voorkomen dat een put langer blijft openliggen en er derhalve een beperkte hinder is voor de markt. De voorwaarde blijft echter dat het maximaal één locatie betreft. Het plan van aanpak, is in overleg met erfgoed, beperkt tot zeven proefputten, goed voor een totale oppervlakte van 550m² waar in eerste instantie 1.250 m² werd vooropgesteld. In het kader van de opdracht “Herinrichten Marktplein : archeologisch vooronderzoek (inventariserend veldonderzoek)” werd een bestek opgesteld door studiebureau NV Snoeck & Partners, gevestigd Engelse Wandeling 70 te 8510 Marke. De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 68.165,15 excl. btw of € 82.479,83 incl. 21% btw. Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking (art. 26 § 1,1° a) gezien de aard van de bestelling (limiet van € 85.000,00 excl. btw niet bereikt) en gezien meerdere aannemers volgens keuze van het bestuur worden geraadpleegd waarbij onderhandeld kan worden over de voorwaarden met één of meer van hen. Deze gunningswijze biedt aan de Stad de meeste waarborgen betreffende prijsvorming en service. De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2014, op budgetcode 214007/061000-PBD 1-PBD1.2.2A (actieplan AP1.2) (Actie 1.2.2) en de financiering gebeurt zoals voorzien. Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen: - De wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, meer bepaald en zonder zich daartoe te willen beperken artikel 26, § 1, 1° a (limiet van € 85.000,00 excl. btw niet overschreden). - De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten. - Het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald en zonder zich daartoe te willen beperken artikel 105.
- Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, meer bepaald en zonder zich daartoe te willen beperken artikel 5, § 2. - Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald en zonder zich daartoe te willen beperken artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad. - De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen. - Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur. - Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald en zonder zich daartoe te willen beperken artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht. Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Om deze redenen; Na beraadslaging in openbare zitting; Met unanimiteit; BESLUIT: Artikel 1: Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. Artikel 2: Het bestek en de raming voor de opdracht “Herinrichten Marktplein : archeologisch vooronderzoek (inventariserend veldonderzoek)”, opgesteld door studiebureau NV Snoeck & Partners, gevestigd Engelse Wandeling 70 te 8510 Marke worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 68.165,15 excl. btw of € 82.479,83 incl. 21% btw. Artikel 3: De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2014, op budgetcode 214007/061000-PBD 1-PBD1.2.2A (actieplan AP1.2) (Actie 1.2.2).
10. Revitalisatie industriezone Stasegem - Acacialaan, Kollegelaan (tussen Gaverbeek en Acacialaan), Berkenlaan (tussen Venetiëlaan en Acacialaan), Platanenlaan en Kastanjelaan (tussen Kollegelaan en nr. 15). Goedkeuren samenwerkingsovereenkomst met CVBA Infrax. De gemeenteraad, Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch: Op 14 april 2014 werd het eerste kwartaalprogramma voor de aanleg en verbetering van gemeentelijke rioleringen en KWZI’s door de Vlaamse Minister van Leefmilieu, Joke Schauvlieghe, goedgekeurd.
De projecten opgenomen op dit eerste kwartaalprogramma 2015 worden definitief vastgesteld. Dit wil zeggen dat de voorontwerpdossiers dienen te worden ingediend binnen de 9 maanden na de bekendmaking van het programma. In de huidige programmering is een project van de stad opgenomen : - W215124 – Acacialaan, Kollegelaan (tss Gaverbeek en Acacialaan), Berkenlaan (tss Venetiëlaan en Acacialaan), Platanenlaan en Kastanjelaan (tss Kollegelaan en nr. 15). Dit is een dossier gelinkt aan het dossier “Revitalisatie industriezone Stasegem”. Door het ontbreken van buffercapaciteit op het industrieterrein wordt er een doorsteek naar de Gaverbeek gerealiseerd. De riolering in de Collegewijk is in slechte staat en dienen vervangen te worden. De studieopdracht voor deze werken wordt uitgeschreven door CVBA Infrax. Stad Harelbeke zal participeren voor haar aandeel. Naar aanleiding van en gelijktijdig met deze stadswerken is het aangewezen dat CVBA Infrax de rioleringswerken laat uitvoeren die er technisch en geografisch zo mee verweven zijn dat ze – bij afzonderlijke uitvoering – tot tijds- en geldverspilling zouden leiden. De gemeenteraad hechtte in zitting van 10 maart 2008 haar goedkeuring aan de overdracht van de stedelijke rioleringsinfrastructuur en het beheer ervan aan de opdracht houdende vereniging WVEM (= CVBA Infrax). Deze beslissing impliceert de samenwerking tussen de Stad en de CVBA Infrax betreffende het exploiteren, onderhouden en ontwikkelen van de rioleringsnetten. De overdracht gebeurde om tegen 2015 te voldoen aan de wettelijke en Europese verplichting om een goede kwaliteit te bekomen van oppervlakte-, kust- en grondwater. De startdatum van de exploitatie door CVBA Infrax werd bepaald op 1 januari 2009. Voor lopende en nieuwe wegenis- en rioleringsprojecten dienen de Stad en CVBA Infrax bijgevolg samen te werken. Concreet betekent dit dat CVBA Infrax en de Stad een samenwerkingsovereenkomst ondertekenen. Het algemeen principe is dat CVBA Infrax instaat voor de (her)aanleg van de rioleringsinfrastructuur terwijl de Stad instaat voor de constructies buiten de sleuf- en werkbreedte van de rioleringswerken. Dit is een dossier met VMM bijdrage waardoor Infrax 100 % betaalt van de rioleringskosten. Bij opmaak van het werkendossier wordt later nog een kostenverdeling tussen de Stad en Infrax opgemaakt inzake de theoretische sleufherstelling. Het groeperen van deze werken, vereist het afsluiten van een samenwerkingsovereenkomst met CVBA Infrax waarbij de rechten en plichten van beide partijen worden vastgelegd. Belangrijk hierbij is dat CVBA Infrax – wegens haar verhoudingsgewijze groter aandeel in de globale kost – als opdrachtgevend bestuur optreedt. Het is aangewezen de rechten en plichten van beide partijen in een overeenkomst vast te leggen. Het basisprincipe van deze overeenkomst is dat beide partijen – verhoudingsgewijs hun aandeel in de werken – instaan voor de rechtstreekse betaling van de studiekosten, de werken en toezicht kosten aan respectievelijk het studiebureau en de aannemer. Aan de Raad wordt deze samenwerkingsovereenkomst ter goedkeuring voorgelegd. Het is aangewezen dat de Stad en CVBA Infrax – naast het afsluiten van deze samenwerkingsovereenkomst – gezamenlijk een ontwerper aanstellen voor het opstellen van een ontwerp met inbegrip van de opvolging der werken en veiligheidscoördinatieontwerp en –verwezenlijking, bodemsanering voor het hogervermelde dossier. Dit studiecontract wordt in een latere fase ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad. Aan de raad wordt voorgesteld principieel tot deze werken te beslissen en de samenwerkingsovereenkomst goed te keuren. Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen:
- het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald en zonder zich daartoe te willen beperken artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad. - de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen. - het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur. - het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald en zonder zich daartoe te willen beperken artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht. - de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen. - het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen. - het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen. Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen: Om deze redenen; Na beraadslaging in openbare zitting; Met unanimiteit; BESLUIT: Artikel 1: Goedkeuring wordt gehecht aan de tussen CVBA Infrax en Stad afgesloten samenwerkingsovereenkomsten luidende als volgt : TUSSEN:
Infrax CVBA, met maatschappelijke zetel gevestigd te Koningsstraat 55 bus 15, 1000 Brussel, die optreedt in naam en voor rekening van Inter-aqua o.v., Infrax Limburg o.v., Inter-energa o.v., Inter-media o.v., Iveg o.v., Infrax West o.v. , PBE cvba en Riobra o.v.hierna genoemd “INFRAX”, en hierbij vertegenwoordigd door de heer Herwig Vandormael, Manager Aankoop en Logistiek.
EN:
Het stadsbestuur van de Stad HARELBEKE vertegenwoordigd door het college van Burgemeester en Schepenen, voor wie optreedt de heer Alain Top, burgemeester, en de heer Carlo Daelman, secretaris, handelend in uitvoering van het besluit van de gemeenteraad / het College van Burgemeester en Schepenen van ……………… en hierna genoemd “de Stad HARELBEKE”.
Gelet op het decreet van 24 december 2004, houdende de algemene bepalingen tot begeleiding van de begroting 2005. Aangezien Infrax optreedt als werkmaatschappij in naam en voor rekening van oa volgende netbeheerders: Inter-aqua o.v., Iveg o.v., Infrax West o.v. en Riobra o.v. op wiens naam de zakelijke rechten aangaande de gemeentelijke rioleringsinfrastructuur worden gevestigd, Aangezien INFRAX de volgende werken wenst uit te voeren: Rioleringswerken in de Acacialaan, Kollegelaan (tss Gaverbeek en Acacialaan),
Berkenlaan (tss Venetiëlaan en Acacialaan), Platanenlaan en Kastanjelaan (tss Kollegelaan en nr. 15) Aangezien de Stad HARELBEKE de volgende werken wenst uit te voeren: Wegeniswerken in de Acacialaan, Kollegelaan (tss Gaverbeek en Acacialaan), Berkenlaan (tss Venetiëlaan en Acacialaan), Platanenlaan en Kastanjelaan (tss Kollegelaan en nr. 15) Aangezien partijen van oordeel zijn dat de uitvoering van de werken voor rekening van de verschillende overheden in het algemeen belang worden samengevoegd. WORDT OVEREENGEKOMEN HETGEEN VOLGT: ARTIKEL 1. Partijen beslissen, in uitvoering van artikel 38 van de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten, de hoger beschreven werken in het algemeen belang samen te voegen en INFRAX aan te duiden om in gezamenlijke naam bij de gunning en de uitvoering van de hierna vermelde opdrachten van werken en diensten als opdrachtgevend bestuur (bouwheer) op te treden. HOOFDSTUK 1 (De hierna volgende artikelen zijn van toepassing indien de gemeente/stad buiten de sleuf- en werkbreedte van de aan te leggen rioleringsinfrastructuur werken wenst uit te voeren en/of een meerwaarde wenst te creëren.) ARTIKEL 2. Conform de wetgeving inzake de overheidsopdrachten schrijft INFRAX als opdrachtgevend bestuur voor de hierna volgende opdrachten van diensten de gunningprocedure uit, maakt het gunningverslag op en wijst de opdracht toe. INFRAX zal als opdrachtgevend bestuur de kennisgeving van de goedkeuring van de gunning van de opdrachten van diensten van de gezamenlijke werken slechts betekenen nadat de Stad HARELBEKE heeft ingestemd met het gunningvoorstel en een document heeft overgemaakt waaruit blijkt dat zij zonder voorbehoud akkoord gaat met de gunning van haar deel van de opdracht en dat zij voor de betaling ervan de nodige financiële middelen heeft voorzien. In elk geval zal de Stad HARELBEKE dit akkoord geven binnen de maand nadat zij hierom werd verzocht. §1.INFRAX organiseert als opdrachtgevend bestuur de opdracht voor de studie van de gezamenlijke werken aan de hand van een typeovereenkomst en wijst de opdracht toe. Partijen staan in voor de studie en de goedkeuring van het ontwerp voor het deel van de opdracht dat te hunnen laste is. Beide partijen nemen tegenover INFRAX als opdrachtgevend bestuur de volledige verantwoordelijkheid voor dit ontwerp, voor de technische bepalingen die zij ter zake in het bestek laten inlassen en voor alle wijzigingen of bijwerken die tijdens de uitvoering van de gezamenlijke werken noodzakelijk blijken en verband houden met de uitvoering van de werken te hunnen laste. De kost van de opdracht voor de studie van de gezamenlijke werken wordt evenredig verdeeld tussen de partijen overeenkomstig het aandeel van elk der partijen op basis van de ramingen of de eindafrekening van de gezamenlijke werken. §2. In uitvoering van de wetgeving en de reglementering met betrekking tot de veiligheid op tijdelijke of mobiele bouwplaatsen (K.B. 25.01.2001) stelt INFRAX als opdrachtgevend bestuur één gemeenschappelijke veiligheidscoördinator–ontwerp aan die tijdens de fase van het ontwerp van de gezamenlijke werken de veiligheidscoördinatie zal uitvoeren.
Partijen zien er op toe dat de veiligheidscoördinator–ontwerp zijn opdracht, samenhangend met hun aandeel in de gezamenlijke opdracht, te allen tijde volledig en adequaat vervult, dat hij betrokken wordt bij alle etappes van de werkzaamheden betreffende de uitwerking, wijzigingen en aanpassingen van het ontwerp van de gezamenlijke werken en dat hij alle informatie krijgt die nodig is voor de uitvoering van zijn opdracht. De dienstverlener aan wie de studieopdracht is toegewezen, zal hiertoe eveneens door INFRAX als opdrachtgevend bestuur contractueel worden verplicht. De partijen nemen met betrekking tot de praktische uitvoering van deze opdracht de volledige verantwoordelijkheid op ten aanzien van INFRAX als opdrachtgevend bestuur. INFRAX ziet er als opdrachtgevend bestuur op toe dat bij het einde van de opdracht een exemplaar van het veiligheids- en gezondheidsplan (VPG), het aangepaste coördinatiedagboek en postinterventiedossier met betrekking tot de gezamenlijke werken door de veiligheidscoördinator–ontwerp wordt overgemaakt aan alle partijen. De kost van de opdracht veiligheidscoördinator–ontwerp wordt evenredig verdeeld tussen de partijen op basis van het geraamde aandeel van elk der partijen in de gezamenlijke werken. §3. In uitvoering van de wetgeving en de reglementering met betrekking tot de codes van goede praktijk voor het werken met uitgegraven bodem (het Decreet van 27.10.2006, het VLAREBO besluit van 14.12.2007 en de codes van goede praktijk van 01.04.2008) stelt INFRAX als opdrachtgevend bestuur de bodemsaneringdeskundige aan voor het opstellen van het technisch verslag. INFRAX staat als opdrachtgevend bestuur in voor het conform verklaren van het technisch verslag. Het opdrachtgevend bestuur voegt het door een erkende bodembeheersorganisatie conform verklaarde Technisch verslag toe aan het aanbestedingsdossier. De kost van de opdracht van de bodemsaneringdeskundige, het conform verklaren, de extra gerelateerde prestaties door het studiebureau, … wordt evenredig verdeeld tussen de partijen op basis van het geraamde aandeel grondverzet van elk der partijen in de gezamenlijke werken. §4. In uitvoering van de wetgeving en de reglementering met betrekking tot de veiligheid op tijdelijke of mobiele bouwplaatsen (K.B. 25.01.2001) stelt INFRAX als opdrachtgevend bestuur één gemeenschappelijke veiligheidscoördinator–verwezenlijking aan die tijdens de fase van de uitvoering van de gezamenlijke werken de veiligheidscoördinatie zal uitvoeren. Alle partijen zien er op toe dat de veiligheidscoördinator-verwezenlijking zijn opdracht te allen tijde volledig en adequaat vervult, dat hij betrokken wordt bij alle etappes van de werkzaamheden betreffende de verwezenlijking van de gezamenlijke werken en dat hij alle informatie krijgt die nodig is voor de uitvoering van zijn opdracht. Ook de aannemer aan wie de opdracht tot uitvoering zal gegund worden, zal hiertoe door INFRAX als opdrachtgevend bestuur worden verplicht. Alle partijen nemen met betrekking tot de praktische uitvoering van deze opdracht de volledige verantwoordelijkheid op ten aanzien van INFRAX als opdrachtgevend bestuur. INFRAX ziet er als opdrachtgevend bestuur op toe dat bij het einde van de opdracht een exemplaar van het aangepaste VGP, coördinatiedagboek en postinterventiedossier met betrekking tot de gezamenlijke werken door de veiligheidscoördinator-verwezenlijking aan alle partijen wordt overgemaakt.
De kost van de opdracht veiligheidscoördinator–verwezenlijking wordt evenredig verdeeld tussen de partijen op basis van de eindafrekening van elk der partijen in de gezamenlijke werken. §5. Elke partij staat in voor het verwerven van de vergunningen en onteigeningen die nodig zijn voor de uitvoering van de werken te haren laste. Desgevallend worden de vergunningsaanvragen gebundeld. ARTIKEL 3. De werken ten laste van INFRAX en deze ten laste van de Stad HARELBEKE worden in de, bij het bestek horende, opmeting onder afzonderlijke delen vermeld en maken het voorwerp uit van afzonderlijke, door de aannemer op te stellen, vorderingsstaten. In artikel 95 van het K.B.14.01.2013 van de administratieve bepalingen van het bijzonder bestek, zal de speciale aandacht van de aannemer hierop gevestigd worden. ARTIKEL 4. Conform de wetgeving inzake de overheidsopdrachten schrijft INFRAX als opdrachtgevend bestuur voor de opdracht van werken de gunningprocedure uit, staat in voor de opening der inschrijvingen, maakt het gunningverslag op en wijst de opdracht van werken toe. Aangezien de opdracht van werken één ondeelbaar geheel vormt worden de gezamenlijke werken toevertrouwd aan de laagste regelmatige bieder voor de totale opdracht van werken. INFRAX als opdrachtgevend bestuur zal de kennisgeving van de goedkeuring van de gezamenlijke werken slechts betekenen nadat de Stad HARELBEKE heeft ingestemd met het gunningvoorstel en een document heeft overgemaakt waaruit blijkt dat zij zonder voorbehoud akkoord gaat met de gunning van het gedeelte der werken te haren laste en dat zij voor de betaling ervan de nodige financiële middelen heeft voorzien. Desnoods verzoekt INFRAX als opdrachtgevend bestuur de aannemers om een verlenging van de geldigheidsduur der inschrijvingen in afwachting van het akkoord van de Stad HARELBEKE. In elk geval zal de Stad HARELBEKE dit akkoord geven binnen de twee maanden nadat zij hierom werd verzocht. Zo niet kan, in geval van zware nalatigheid, de partij die verantwoordelijk is voor de vertraging de financiële gevolgen ervan ten laste worden gelegd. ARTIKEL 5. – Borgtocht. Als opdrachtgevend bestuur verzoekt INFRAX de aannemer de borgtocht te stellen. Deze heeft betrekking op de totaliteit der werken. INFRAX kan als opdrachtgevend bestuur beslag leggen op de ganse borgtocht, maar zal deze geheel of gedeeltelijk aanwenden ten voordele van deze partij ten aanzien van wie de aannemer tekort is geschoten en dit in verhouding tot de werkelijke kostprijs van de werken. ARTIKEL 6. – Leiding der werken. Als opdrachtgevend bestuur duidt INFRAX de leidend ambtenaar aan. De leidend ambtenaar neemt de leiding der werken waar. Dit betekent dat hij alleen gemachtigd is om – voor alle werken, wie ze ook ten laste neemt – opdrachten te geven aan de aannemer, proces-verbaal van ingebrekestelling op te maken, proces-verbaal van voorlopige en definitieve oplevering der werken op te maken, de werken te schorsen, vorderingsstaten goed te keuren, verrekeningen op te maken en voor te stellen, eventuele maatregelen van ambtswege voor te stellen, enz. Voorafgaandelijk aan zijn beslissing zal de leidend ambtenaar advies vragen aan de belanghebbende partij(en). Indien er geen tegenstrijdigheden kunnen uit voortvloeien zijn deze adviezen bindend.
De gevraagde adviezen moeten worden gegeven binnen een termijn die de vlotte vooruitgang der werken waarborgt. Alle partijen dragen de volledige verantwoordelijkheid, ook het financiële aangaande hun verleende adviezen. ARTIKEL 7. – Toezicht der werken. Alle partijen duiden bij gunning der werken een toezichter aan voor het toezicht op hun deel der werken. ARTIKEL 8. Indien INFRAX als opdrachtgevend bestuur tijdens de uitvoering een belangrijke wijziging van de opdracht of de plans voor het gedeelte ten laste van de Stad HARELBEKE noodzakelijk acht, wordt vóór de betekening aan de aannemer de goedkeuring van de Stad HARELBEKE bekomen met de vooropgestelde wijzigingen en verrekeningen. ARTIKEL 9. Behoudens ingeval een zware fout of nalatigheid vanwege INFRAX als opdrachtgevend bestuur, verbindt de Stad HARELBEKE zich ertoe om, met betrekking tot de werken te haren laste, INFRAX als opdrachtgevend bestuur volledig te vrijwaren en in alle geschillen vrijwillig tussen te komen. INFRAX verstrekt als opdrachtgevend bestuur alle inlichtingen ten behoeve van de gerechtelijke procedure. Voor zover niet kan worden uitgemaakt of geschillen betrekking hebben op de werken ten laste van de ene of andere partij, zullen de partijen de gebeurlijke aansprakelijkheid op zich nemen op basis van het aandeel van elk van der partijen in de samengevoegde opdracht en instaan voor de financiële gevolgen van deze aansprakelijkheid. ARTIKEL 10. De opdrachten van werken en diensten worden uitgevoerd, deels voor rekening van INFRAX en deels voor rekening van de Stad HARELBEKE. Alle partijen beschikken over 10 kalenderdagen om de betalingsvoorstellen/facturen na te zien en/of eventueel te verbeteren. In geval van laattijdige betaling door één van de partijen staat deze alleen in voor de daaruit voortvloeiende verwijlintresten of andere schadevergoedingen en zal de in gebreke gebleven partij de andere partij volledig vrijwaren. §1. Per partij maakt het studiebureau afzonderlijke facturen op. §2. Per partij maakt de veiligheidscoördinator-ontwerp en -verwezenlijking afzonderlijke facturen op. §3 Per partij maakt de bodemsaneringdeskundige afzonderlijke facturen op. §4. Per partij maakt de aannemer afzonderlijke betalingsaanvragen, vorderingsstaten en facturen op. De betalingsaanvragen en vorderingsstaten worden ingediend bij het opdrachtgevend bestuur met kopie aan de leidend ambtenaar. Per afzonderlijk deel in de meetstaat worden eveneens afzonderlijke betalingsaanvragen en kopieën van de vorderingsstaat ingediend bij de betalende partijen, t.t.z. voor het deel ten laste van INFRAX bij INFRAX het deel ten laste van de Stad HARELBEKE bij de Stad HARELBEKE Voor de opdracht van werken beschikken alle partijen over een termijn van 15 kalenderdagen om de vorderingsstaten na te zien en/of eventueel te verbeteren. De al dan niet verbeterde betalingsaanvragen en vorderingsstaten worden ter goedkeuring voorgelegd aan de leidend ambtenaar. Na ontvangst van de door de leidend ambtenaar verbeterde en goedgekeurde betalingsaanvragen en vorderingsstaten doen de partijen voor het aandeel te hunnen laste een verzoek tot facturatie.
INFRAX en de Stad HARELBEKE zullen instaan voor de betaling van de aannemer binnen de termijn voorzien in artikel 95 van het K.B. 14.01.2013 ARTIKEL 11. – Boetes en kortingen wegens minwaarde. De boetes en/of kortingen wegens minwaarde die duidelijk overeenstemmen met een bepaald aandeel van de opdrachten van werken of diensten komen ten goede aan de betrokken partij. De andere boetes (van algemene aard) en/of kortingen wegens minwaarde, die niet onmiddellijk toewijsbaar zijn aan een bepaald deel van de desbetreffende opdracht worden pro rata van de inschrijvingsbedragen voor de verschillende partijen verdeeld over de partijen. ARTIKEL 12. – Voorlopige en definitieve oplevering – Vrijgave borgtocht. Aangezien het één globale aanneming betreft, worden de voorlopige en definitieve oplevering verleend voor de gehele aanneming. Voor het plaatsbezoek voorafgaandelijk aan de voorlopige en definitieve oplevering worden alle partijen tijdig en reglementair uitgenodigd door de leidend ambtenaar zodat aan allen de mogelijkheid wordt geboden tegensprekelijk hun opmerkingen te formuleren en desnoods te laten opnemen in het proces-verbaal van oplevering. Indien de partijen oordelen dat de werken niet opgeleverd kunnen worden, geven zij hierover een duidelijke motivatie. De leidend ambtenaar beslist, zoals beschreven in artikel 6. De voorlopige en definitieve oplevering worden door de leidend ambtenaar gegeven. De processen-verbaal van de voorlopige en de definitieve oplevering worden door de leidend ambtenaar opgesteld en aan alle partijen overgemaakt. De vrijgave van de borg heeft betrekking op de gehele aanneming. ARTIKEL 13. – Waarborgperiode. Tijdens de waarborgperiode zal de Stad HARELBEKE aan INFRAX als opdrachtgevend bestuur elke eventuele gebrekkige uitvoering aan de weg- en rioleringsinfrastructuur rapporteren. INFRAX zal als opdrachtgevend bestuur vervolgens met de aannemer contact opnemen in verband met de nodige herstellingswerken. HOOFDSTUK 2 (De hierna volgende artikelen zijn van toepassing indien in uitvoering van de beslissing van de gemeente/stad geen beroep kan worden gedaan op toelage, in uitvoering van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 februari 2002 met betrekking tot de subsidiëring van de aanleg van openbare rioleringen, andere dan prioritaire rioleringen, de bouw van kleinschalige rioolwaterzuiveringsinstallaties met inbegrip van de aanleg van individuele waterzuiveringsinstallaties door de gemeenten, gemeentebedrijven, intercommunales of intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en latere wijzigingen.) ARTIKEL 14. De Stad HARELBEKE komt financieel tussen in de kosten verbonden aan de aanleg en verbetering van openbare riolen a rato van 75 % van de kosten (exclusief BTW) bepaald in uitvoering van artikel 1, 5° van het hierboven vernoemde besluit van de Vlaamse regering van 1 februari 2002. De rioleringswerken worden in de bij het bestek horende opmeting onder een afzonderlijk deel vermeld. ARTIKEL 15. INFRAX zal als opdrachtgevend bestuur de kennisgeving van de goedkeuring van de werken slechts betekenen nadat de Stad HARELBEKE heeft ingestemd met het gunningvoorstel en een document heeft overgemaakt waaruit blijkt dat zij zonder
voorbehoud tussenkomt in de kosten verbonden aan de aanleg van de openbare riolering en hiervoor de nodige financiële middelen heeft voorzien. Desnoods verzoekt INFRAX als opdrachtgevend bestuur de aannemers om een verlenging van de geldigheidsduur der inschrijvingen in afwachting van het akkoord van de Stad HARELBEKE. In elk geval zal de Stad HARELBEKE dit akkoord geven binnen de twee maanden nadat zij hierom werd verzocht. Zo niet kan de partij die verantwoordelijk is voor de vertraging, de financiële gevolgen ervan ten laste gelegd worden. ARTIKEL 16. De Stad HARELBEKE wordt uitgenodigd op de voorlopige oplevering van de werken. Na aanvaarding van deze oplevering maakt INFRAX op basis van de eindafrekening een debetnota voor betaling over aan de Stad HARELBEKE. Binnen een termijn van 50 kalenderdagen, te rekenen vanaf datum ontvangst debetnota, betaalt de Stad HARELBEKE het verschuldigde bedrag. Bij laattijdige betaling kan de wettelijke verwijlintrest worden aangerekend. Opgemaakt in tweevoud te Torhout op 30 mei 2014. Voor de Stad HARELBEKE, Carlo Daelman Secretaris
Alain Top Burgemeester
Voor Infrax cvba, Herwig Vandormael Manager Aankoop & Logistiek
DEPARTEMENT FACILITY 11. Vervangen buitenschrijnwerk sporthal Vlasschaard Bavikhove. Goedkeuren bestek, raming (46.006 euro excl. 21 % btw) en gunningswijze. De gemeenteraad, Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch: Het buitenschrijnwerk van gangen en inkomsas van sporthal de Vlasschaard, is aan vervanging toe. Bij vernieuwen wordt ditmaal rekening gehouden met hoogrendementsglas en lijnventilatie met zelfsluitende kleppen. Dit in overeenstemming met de werken die worden voorzien aan de kleedruimtes. ook wordt een tijdelijke toegangsdeur (tijdens werken kleedruimtes) aan sportzaal voorzien die later dienst zal doen als vluchtdeur. In het kader van de opdracht “Vervangen buitenschrijnwerk sporthal Vlasschaard bavikhove” werd een bestek met nr. 861.61-A.15/03 opgesteld door de heer Frederik Ost, Departement Facility. De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 46.006,00 excl. btw of € 55.667,26 incl. 21% btw. Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking, gezien de aard van de bestelling (raming lager dan € 85.000) en gezien deze gunningswijze aan de stad de meeste waarborgen biedt betreffende prijsvorming en service. Door het vooraf selecteren van minimum drie aannnemers speelt de concurrentie maar anderzijds blijft de zekerheid dat de aangeschreven aannemers over de nodige vakkennis en deskundigheid beschikken.
De gemeenteraad is bevoegd nu het gaat om een bestek inzake een overheidsopdracht die niet opgenomen werd in het begrip dagelijks bestuur, gezien het ramingsbedrag op het investeringsbudget hoger is dan € 8.500 en het project niet nominatief in het budget is voorzien (toepassing art. 43 par 2.11° van het gemeentedecreet). De uitgave voor deze opdracht is voorzien in budget 2015 op budgetsleutel VT8 221000/074010 AP 9.6 Actie 9.6.3. Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen: -De wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 26, § 1, 1° a (limiet van € 85.000,00 excl. btw niet overschreden). -De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten. -Het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 105. -Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 5, § 2. -Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad. -De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen. -Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur. -Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht. Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen: Om deze redenen; Na beraadslaging in openbare zitting; Met unanimiteit; BESLUIT: Artikel 1: Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. Artikel 2: Het bestek met nr. 861.61-A.15/03 en de raming voor de opdracht “Vervangen buitenschrijnwerk sporthal Vlasschaard Bavikhove”, opgesteld door de heer Frederik Ost, Departement Facility worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 46.006,00 excl. btw of € 55.667,26 incl. 21% btw. Artikel 3: De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het budget 2015 op budgetsleutel VT8 221000/074010 AP 9.6 Actie 9.6.3.
12. Gezamenlijke aankoop poetsmateriaal. Goedkeuren bestek, gunningswijze en raming (12.603,31 euro excl. 21 % btw). De gemeenteraad, Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch: In het kader van de opdracht “Gezamenlijke aankoop poetsmateriaal” werd een bestek met nr. NH-257 opgesteld door mevrouw Naira Harutjunjan, Departement Facility Aankoop. De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 12.603,31 excl. btw of € 15.250,01 incl. 21% btw. Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. Stad Harelbeke beschikt overwegend over de schrobzuigtoestellen en poetskarren van de firma Floorpul en het schoonmaakpersoneel is overal inzetbaar. Om duurzaamheid van de machines te kunnen garanderen is het zeer belangrijk dat de machines correct onderhouden en gebruikt worden (volgens de opleiding van de leverancier). De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2015 met het budgetcode AR 230000 en het volgende BI: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
Jeugddienst Poetskar Schrobzuigmachine Stofzuiger Centrumschool Poetskar School Zuid Poetskar Uitbreiding materiaal Bibliotheek Poetskar SAMW Poetskar Stofzuiger SABV Poetskar Uitbreiding materiaal Totaal excl. btw : Btw 21 % : Totaal incl. btw :
075010 VH VH VH
stuk stuk stuk
2,00 1,00 1,00
€ 619,83 € 4.338,85 € 165,29
VH
stuk
2,00
€ 619,83
VH VH
stuk stuk
3,00 1,00
€ 619,83 € 206,61
VH
stuk
2,00
€ 619,83
VH VH
stuk stuk
2,00 1,00
€ 619,83 € 165,29
VH VH
stuk stuk
1,00 1,00
€ 619,83 € 289,26
080021 080031
070310 082011
082021
€ 5.743,81 € 1.239,67 € 4.338,85 € 165,29 € 1.239,67 € 1.239,67 € 2.066,11 € 1.859,50 € 206,61 € 1.239,67 € 1.239,67 € 1.404,96 € 1.239,67 € 165,29 € 909,09 € 619,83 € 289,26
21% 21% 21% 21% 21% 21% 21% 21% 21% 21% 21%
€ 12.603,31 € 2.646,70 € 15.250,01
Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen: - het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald artikel 42 betreffende de bevoegdheden van de Gemeenteraad; - de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; - het gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald de artikels 248 tot 260 betreffende het algemeen administratief toezicht op de gemeenten; - de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 26, § 1, 3° b (aanvullende leveringen voor gedeeltelijke vernieuwing/uitbreiding); - koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren.
- koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen. - wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten. Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Om deze redenen; Na beraadslaging in openbare zitting; Met unanimiteit; BESLUIT: Artikel 1: De technische beschrijving nr. NH-257 met de raming voor de opdracht met als voorwerp “Aankoop poetsmaterieel School Noord en Sport”, opgemaakt door de mevrouw Naira Harutjunjan, Stad Harelbeke en de lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten en de opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking.
13. Aankoop voertuigen Facility. Goedkeuren bestek, gunningswijze en raming (50.413,22 euro excl. 21 % btw). De gemeenteraad, Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch: In het kader van vervanging van een Ford Mondeo break bouwjaar 1995 en een vrachtwagen Iveco (totaal verlies ingevolge een recent ongeval) werd een bestek opdracht “Aankoop Voertuigen Facility” opgemaakt met de nr. NH-258. De Ford Mondeo wordt ter overname in het bestek aangeboden. De opdracht is opgedeeld in volgende percelen: * Perceel 1 (4x4 pick-up dubbele cabine voor de begraafplaats), raming: 25 413,22 euro excl. btw of 30 750,00 euro incl. 21% btw; * Perceel 2 (Recente tweedehandse bestelwagen met kippende laadbak en zonder materiaalbak), raming: 25 000,00 euro excl. btw of 30 250,00 euro incl. 21% btw. De totale uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 50 413,22 euro excl. btw of 61.000,00 euro incl. 21% btw. Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. De uitgave voor deze opdracht is voorzien in investeringsbudget 2015 met de budgetcodes AR242000/BI 099000 B&W-B&W10 en AR242000 /BI011920 BOD-BOD10. Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen: -de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 26, § 1, 1° a (limiet van € 85.000,00 excl. btw niet overschreden);
- de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; - het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 105; - het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 5, § 2; - het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad; - de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; - het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; - het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht. Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen: Om deze redenen; Na beraadslaging in openbare zitting; Met unanimiteit; BESLUIT: Artikel 1: Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. Het bestek met nr. NH-258 en de raming voor de opdracht “Aankoop Voertuigen Facility”, opgesteld door mevrouw Naira Harutjunjan, Departement Facility - Aankoop worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 50.413,22 excl. btw of € 61.000,00 incl. 21% btw.
DEPARTEMENT MANAGEMENT EN PERSONEEL 14. GAS (Gemeentelijke Administratieve Sancties). Protocolakkoord met het parket. Bekrachtiging. De gemeenteraad, Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch: Na de volledige herwerking van de algemene politieverordening werden de gemeentelijke administratieve sancties op 01.07.2010 in de stad Harelbeke ingevoerd. De politieverordening voorziet ook een aantal gemengde inbreuken die door het parket uit handen kunnen worden gegeven om dan door de sanctionerend ambtenaar verder administratief te worden vervolgd en beoordeeld. De wet van 24.06.2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voorziet in zijn artikel 23 de afsluiting van een protocol met het parket. Het protocol moet worden
goedgekeurd door het college en bekrachtigd door de gemeenteraad. Het protocol moet voldoen aan een model vastgesteld bij een in ministerraad overlegd K.B.. Het protocol is verplicht voor gedepenaliseerde inbreuken op het wegverkeersreglement (K.B. van 01.12.1975). Deze inbreuken zijn echter niet voorzien in de algemene politieverordening. Het protocol wordt dan ook niet om die reden afgesloten. Het protocol is facultatief voor de lichte en zware gemengde inbreuken. Een aantal dergelijke inbreuken (zoals nachtlawaai, zijnde een lichte gemengde inbreuk) kunnen door het afsluiten van het protocol sneller door de sanctionerend ambtenaar worden behandeld, omdat er dan voor de lichte gemengde inbreuken niet langer een termijn van twee maanden geldt waarbinnen het parket de zaak tot zich kan trekken of voor zware gemengde inbreuken een identieke termijn geldt waarbinnen het parket expliciet de zaak uit handen moet geven. Deze tijdswinst van twee maanden is belangrijk, gezien de vervaltermijn voor het behandelen van een GAS-dossier buiten bemiddeling slechts zes maanden bedraagt, hetgeen een korte termijn is. Volgende gemengde inbreuken zijn thans voorzien in de algemene politieverordening. grafschennis (art.526 al.1 Sw) monumentenschennis(art.526 al.2+3 Sw) graffiti (art.534bis Sw) beschadigen onroerende eigendom (art. 534ter Sw) vernielen bomen (art.537 Sw) beschadigen roerende eigendom (art.559 1° Sw) nachtlawaai (art.561 1° Sw) beschadigen afsluitingen (art.563 2° Sw) boerkaverbod (art.563bis Sw) Voor deze feiten kan een protocol worden afgesloten. Het politiecollege verzocht op 31.10.2014 tot voorlegging van het protocol aan de gemeenteraden van Harelbeke en Deerlijk. Het punt wordt eveneens toegevoegd aan de dagorde van de zonale veiligheidsraad van 14.11.2014 alwaar het werd besproken. Het project van protocol werd daarna verder overlegd met het parket. Het protocol werd door het college van burgemeester en schepenen van 23.12.2014 aanvaard en wordt thans aan de gemeenteraad van 19.01.2015 ter bekrachtiging voorgelegd. Het college ging op 13.01.2015 eveneens akkoord met een wijziging op vraag van het parket (mail van vrijdagnamiddag 09.01.2015). Het betreft een beperkte en een voor zichzelf sprekende aanpassing (de uitsluiting uit GAS van dossiers waar de GAS procedure niet langer wettelijk mogelijk zou zijn), zodat niets zich tegen deze aanpassing verzet. Deze wijziging wordt bij wijze van amendement aan de gemeenteraad voorgelegd en is al ingewerkt in de aan de gemeenteraad voorgelegde tekst. Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen:
-
het gemeentedecreet, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken art. 57 par. 1; de wet van 2406.2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken art. 23; het K.B. van 21.12.2013 tot vaststelling van de nadere voorwaarden en het model van het protocolakkoord in uitvoering van artikel 23 van de wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.
Om deze redenen; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Na beraadslaging in openbare zitting; Met unanimiteit; BESLUIT: Het voormelde protocolakkoord, goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen op 23.12.2014 en op 13.01.2015 wat een beperkte wijziging betreft, wordt bekrachtigd luidend als volgt: PROTOCOLAKKOORD BETREFFENDE DE GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES IN GEVAL VAN GEMENGDE INBREUKEN TUSSEN: De stad Harelbeke, namens wie handelen de heer Alain Top, burgemeester en de heer Carlo Daelman, stadssecretaris, handelend in uitvoering van een beslissing van het college van burgemeester en schepenen van …(datum)… en van de gemeenteraad van de stad Harelbeke van …(datum)… onder ontbindende voorwaarde van iedere maatregel van bestuurlijk toezicht; EN De gemeente Deerlijk namens wie handelen de heer Claude Croes, burgemeester, en mevr. Trees Lonqueville, gemeentesecretaris handelend in uitvoering van een beslissing van het college van burgemeester en schepenen van …(datum)… en de gemeenteraad van de gemeente Deerlijk van …(datum)… onder ontbindende voorwaarde van iedere maatregel van bestuurlijk toezicht; EN De procureur des Konings van het gerechtelijk arrondissement West-Vlaanderen, vertegenwoordigd door de heer/mevr. …(naam)…, verklarend voormelde ontbindende voorwaarde te kennen en te aanvaarden; WORDT UITEENGEZET HETGEEN VOLGT: Gelet op de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, inzonderheid op artikel 23, § 1, eerste lid, voor wat de gemengde inbreuken betreft, Gelet op de artikelen 119bis, 123 en 135, § 2, van de Nieuwe Gemeentewet; Gelet op de politieverordening ... van de stad/gemeente ... van ...; Gelet op de politieverordening ... van de stad/gemeente ... van ....
WORDT HETGEEN VOLGT OVEREENGEKOMEN: A. Toepassingsgebied Overeenkomstig de richtlijnen inzake het strafrechtelijk beleid opgenomen in de op 30.01.2014 herziene versie van de Col 1/2006 van het College van Procureurs-Generaal wordt, gelet op de onzekerheid die er bestaat ten aanzien van de grondwettelijkheid van de bepalingen inzake de toepassing van de administratieve sancties ten aanzien van minderjarigen, besloten om, minstens tot tegenbericht, minderjarigen uit te sluiten van huidig protocolakkoord. Inbreuken van de tweede en derde soort begaan door minderjarigen zullen uitsluitend op het niveau van het parket worden behandeld. Conform de hierboven vermelde richtlijnen en de Col3/2006 zullen alle misdrijven in het kader van intrafamiliaal geweld (IFG) op het niveau van het parket worden behandeld. Overeenkomstig de COL3/06 is IFG iedere vorm van fysiek, seksueel, psychisch of economisch geweld tussen leden van een zelfde familie, ongeacht hun leeftijd. Iedere vorm van geweld: fysiek geweld: slagen en verwondingen seksueel geweld: aanranding, verkrachting psychisch geweld: bedreigingen, belaging, laster, eerroof, beledigingen economisch geweld: indien gepleegd om schade te berokkenen (vb. familieverlating, bep. gevallen van bedrieglijk onvermogen) Leden van dezelfde familie: verwanten in opgaande/neergaande lijn verwanten in zijlijn tot de tweede graad (broers en zussen, halfbroers en-zussen) (ex)echtgenoten, (ex)samenwonenden, (ex)partner of bijzit verwanten in opgaande/neergaande lijn van de echtgenoot/samenwonende Gezien de constitutieve bestanddelen van het misdrijf beledigingen, veel gelijkenis kunnen vertonen met deze van smaad, laster of belaging, en derhalve de kans groot is dat deze dossiers dienen te worden geherkwalificeerd, worden ook dergelijke dossiers uitgesloten van huidig protocolakkoord. Ten vierde worden ook uitgesloten de dossiers waarbij de feiten niet vaststaan, de GAS-procedure wettelijk niet meer mogelijk is en de uitvoering van de gemeentelijke administratieve sanctie niet mogelijk is gelet op de vigerende Europese regelgeving (richtlijn 2011/82/EU van 25 oktober 2011 ter facilitering van de grensoverschrijdende uitwisseling van informatie over verkeersveiligheidsgerelateerde verkeersovertredingen; kaderbesluit 2005/214/JBZ van de Raad van 24 februari 2005 inzake de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op geldelijke sancties) of verdachte geen gekende woon- of verblijfplaats heeft. B. Wettelijk kader 1. Artikel 3, 1° en 2°, van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties (B.S. 1 juli 2013), hierna de "GAS-wet" genoemd, bepaalt dat de gemeenteraad in zijn reglementen of verordeningen kan voorzien in een administratieve sanctie voor volgende inbreuken op het Strafwetboek: Artikel 398 Artikel 448 Artikel 521, derde lid Artikel 461
Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel
463 526 534bis 534ter 537 545 559, 1° 561, 1° 563, 2° 563, 3° 563bis
Voor de bovenvermelde inbreuken kan een protocolakkoord worden afgesloten tussen de bevoegde procureur des Konings en het college van burgemeester en schepenen of het gemeentecollege betreffende de gemengde inbreuken. Dit protocol respecteert alle wettelijke bepalingen betreffende inzonderheid de voorziene procedures voor de overtreders en mag niet afwijken van hun rechten. 2. Artikel 3, 3°, van de GAS-wet bepaalt dat de gemeenteraad in zijn reglementen of verordeningen kan voorzien in een administratieve sanctie voor de inbreuken die worden bepaald door de Koning bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, op basis van de algemene reglementen bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer. In het onderhavige geval maakt het artikel 23, § 1, vijfde lid van de GAS-wet daarentegen de opstelling van een protocolakkoord voor de verwerking van de bovenvermelde inbreuken verplicht. C. Gemengde inbreuken Artikel 1 - Uitwisseling van informatie a. Alle partijen verbinden zich ertoe samen te werken en elkaar te informeren binnen de grenzen van hun bevoegdheden en zij verzekeren de vertrouwelijkheid van deze uitwisseling. Daartoe duidt de procureur des Konings een of meer magistraten van zijn arrondissement aan, hierna "referentiemagistraat GAS" genoemd. De referentiemagistraten kunnen door de door dit akkoord verbonden steden/gemeenten gecontacteerd worden in geval van moeilijkheden bij het toepassen van de wet of onderhavig akkoord of om informatie te verkrijgen over het gevolg gegeven aan bepaalde processen-verbaal. b. De contactgegevens van de referentiemagistraten en van de referentiepersonen binnen de steden/gemeenten zijn vermeld in een bijgevoegd document. De briefwisseling en/of telefoongesprekken en/of mailberichten met betrekking tot de administratieve sancties worden aan hen gericht. c. De partijen verbinden zich ertoe om iedere wijziging van de contactgegevens van voornoemde personen onverwijld te melden. d. De gemeenten bezorgen de procureur des Konings alle noodzakelijke informatie, o.a. de naam en het adres van de sanctionerend ambtenaar waarnaar de briefwisseling aangaande de administratieve sancties moet worden verstuurd. Indien de gemeente beslist om een verordening of een besluit op te stellen of bestaande besluiten of verordeningen te wijzigen en aan hun schending de mogelijkheid van een administratieve sanctie te koppelen, verbinden zij zich ertoe om binnen de termijn van één maand na publicatie een exemplaar van deze verordeningen of besluiten over te maken aan de
procureur des Konings, referentiemagistraat.
evenals
een
elektronische
versie
ervan
aan
de
Artikel 2 - Behandeling van de gemengde inbreuken I. Opties betreffende de behandeling van de gemengde inbreuken De procureur des Konings verbindt zich ertoe voor de hierna opgesomde gemengde inbreuken geen vervolging in te stellen, en de betrokken gemeenten verbinden zich ertoe de naar behoren vastgestelde inbreuken af te handelen: 1. artikel 526 grafsteden, ...
Strafwetboek
–vernieling
of
beschadiging
monumenten,
Voor zover het materieel nadeel kleiner is dan of gelijk is aan een richtwaarde van 500 euro, zoals blijkt uit de aanvankelijke aangifte. 2. artikel 534bis Strafwetboek – graffiti Voor zover het materieel nadeel kleiner is dan of gelijk is aan een richtwaarde van 500 euro, zoals blijkt uit de aanvankelijke aangifte; 3. artikel 534ter Strafwetboek – beschadiging onroerende goederen Voor zover het materieel nadeel kleiner is dan of gelijk is aan een richtwaarde van 500 euro, zoals blijkt uit de aanvankelijke aangifte. 4. artikel 537 Strafwetboek – vernielen bomen en enten 5. artikel 545 Strafwetboek – vernieling verwijdering van grenspalen en hoek-bomen
afsluitingen,
verplaatsing
of
Voor zover het materieel nadeel kleiner is dan of gelijk is aan een richtwaarde van 500 euro, zoals blijkt uit de aanvankelijk aangifte. Artikel 545 Strafwetboek wordt, voor de toepassing van dit protocol, beperkt tot het dempen van grachten. 6. artikel 559, 1° Strafwetboek – opzettelijk beschadigen of vernielen van roerende goederen Voor zover het materieel nadeel kleiner is dan of gelijk is aan een richtwaarde van 500 euro, zoals blijkt uit de aanvankelijke aangifte. 7. artikel 561, 1° Strafwetboek – nachtlawaai 8. artikel 563, 2° Strafwetboek - opzettelijke beschadiging landelijke of stedelijke afsluitingen Voor zover het materieel nadeel kleiner is dan of gelijk is aan een richtwaarde van 500 euro, zoals blijkt uit de aanvankelijke aangifte. 9. artikel 563bis Strafwetboek – zij die zich, behoudens andersluidende bepalingen, in de voor het publiek toegankelijke plaatsen begeven met het gezicht geheel of gedeeltelijk bedekt of verborgen, zodat zij niet herkenbaar zijn II Bijzondere modaliteiten
1. Indien de feiten bedoeld in dit protocol samenhangen met andere feiten die niet in aanmerking komen voor de administratieve sancties of tot een gerechtelijke vrijheidsberoving hebben geleid, wordt de toepassing van de procedure van de GAS uitgesloten. 2. Indien de bevoegde sanctionerende ambtenaar vaststelt dat de verdachte zich kennelijk ook schuldig heeft gemaakt aan andere misdrijven (eventueel herkwalificatie), geeft hij de feiten aan bij de referentiemagistraat GAS, overeenkomstig artikel 29 van het Wetboek van Strafvordering. Rekening houdend met de aard van de aangegeven feiten beslist de referentiemagistraat GAS of hij zich verbindt tot het geven van een gevolg voor het geheel van deze feiten. Hij brengt de sanctionerende ambtenaar daarvan op de hoogte binnen een termijn van 2 maanden vanaf aangifte aan de referentiemagistraat, die vervolgens de procedure afsluit. Lopende de voormelde termijn mag de sanctionerende ambtenaar geen initiatief nemen. 3. Als het gaat om vaststellingen met een onbekende verdachte, zal geen kopie van het proces-verbaal worden overgemaakt aan de sanctionerende ambtenaar. Indien de aanvankelijk onbekende verdachte later wordt geïdentificeerd, kan de procureur des Konings beslissen geen vervolging in te stellen en de zaak overmaken aan de bevoegde sanctionerende ambtenaar. 4. Voor alle gemengde inbreuken zoals bepaald in art. 3, 1°, 2° en 3° GAS-Wet en voor zover de daarin opgenomen feiten overeenstemmen met de bepalingen die vermeld worden in artikel 2 van onderhavig protocolakkoord, geldt dat er toelating wordt gegeven om een GAS-procedure op te starten. De sanctionerend ambtenaar kan in dat geval vanaf ontvangst van de vaststellingen, de GAS-procedure opstarten. Hij zal dus geen mededeling van de procureur des Konings dienen af te wachten. Uitzondering De procureur des Konings behoudt zich het recht voor, omwille van specifieke omstandigheden eigen aan het dossier, een bepaald dossier naar zich toe te trekken om zelf tot strafrechtelijke vervolging over te gaan. Deze omstandigheden kunnen betrekking hebben op: - de omvang van de schade - recidive - de hoedanigheid van de verdachte - de leeftijd van de verdachte - veelheid van de feiten - publieke beroering - andere bijzondere omstandigheden - samenhang met correctionele misdrijven die in het geheel niet voor administratieve sancties in aanmerking komen In geval er geen overeenstemming zou zijn met de bepalingen van artikel 2 in onderhavig protocolakkoord, worden de desbetreffende processen-verbaal door de sanctionerend ambtenaar terug overgemaakt aan de procureur des Konings. Indien de procureur des Konings een onderzoek heeft ingesteld, doch naderhand blijkt dat de sanctionerende ambtenaar bevoegd is, blijven de processen-verbaal bij het parket die verder zijn onderzoek zal voeren. 5. De sanctionerend ambtenaar beschikt over de mogelijkheid om bijkomende informatie op te vragen bij de vaststellers indien hij dit noodzakelijk acht na lezing van het procesverbaal of na verweer van de overtreder.
6. In uitvoering van artikel 12§2 GAS-Wet, verklaren partijen zich akkoord dat er in het kader van de afhandeling van de GAS-dossiers, in het bijzonder bij bemiddeling, in alle gevallen zal worden gestreefd naar volledig herstel van de geleden schade. 7. Overeenkomstig art. 27 van de GAS-wet, brengt de sanctionerend ambtenaar zijn beslissing m.b.t. de in artikel 3, 2° van de GAS-wet bedoelde inbreuken, per aangetekende brief ter kennis te brengen van de overtreder. De kennisgeving aan de procureur des Konings gebeurt maandelijks door op uniforme wijze digitaal een lijst te bezorgen aan de bevoegde afdeling van het parket van de procureur des Konings, met vermelding van de proces-verbaalnummers, namen en voornamen van de overtreders, de geboorteplaats en -datum, de aard van de inbreuken en de genomen beslissingen. De sanctionerend ambtenaar zal hiertoe een sjabloon aanwenden dat voorafgaandelijk door de procureur des Konings is goedgekeurd. 8. Om te voldoen aan artikel 22 §3 GAS-Wet (overmaken aan de procureur des Konings van een kopie van de vaststellingen van niet gemengde GAS-inbreuken lastens minderjarigen) zal maandelijks op uniforme digitale wijze aan de bevoegde afdeling van het parket van de procureur des Konings een lijst worden overgemaakt houdende de niet gemengde GAS-inbreuken begaan door minderjarigen, met vermelding van de procesverbaalnummers, de naam en voornamen, de geboorteplaats en -datum en de aard van de inbreuken. De sanctionerend ambtenaar zal hiertoe een sjabloon aanwenden dat voorafgaandelijk door de procureur des Konings is goedgekeurd. 9. De bijlagen maken integraal deel uit van het onderhavig protocolakkoord om er samen mee te worden uitgevoerd, en worden door de partijen bijkomend ondertekend. 10. Elke wijziging aan huidig protocolakkoord kan worden voltrokken bij wijze van addendum, behoorlijk te dagtekenen en te ondertekenen door alle partijen vermeld in de aanhef van huidig protocolakkoord. D. Inwerkingtreding Onderhavig protocolakkoord treedt in werking op 01.03.2015 Opgemaakt te .................................................................., op ............................................................., in zo veel exemplaren als er partijen zijn. Parket van de procureur des Konings te West-Vlaanderen Voor de stad Harelbeke Alain Top, burgemeester Carlo Daelman, stadssecretaris Voor de gemeente Deerlijk
Claude Croes, burgemeester, Trees Longueville gemeentesecretaris Bijlage 1 Contactgegevens Parket West-Vlaanderen Afdeling Kortrijk, referentiemagistraat GAS, 8500 Kortrijk, Burgemeester Nolfstraat 10A 056 269 311 Stad/gemeente* , sanctionerend ambtenaren voor Harelbeke en Deerlijk eerste sanctionerend ambtenaar: Frank Detremmerie, rechtskundig adviseur van de stad Harelbeke Tweede sanctionerend ambtenaar Paulien Santens, beleidsmedewerker van de gemeente Deerlijk Adres: Stadhuis Harelbeke, Marktstraat 29, 8530 Harelbeke algemeen telefoonnummer: 056.733.33.23 (nummer juridische dienst) Bijlage 2 Art. 526 Strafwetboek Met gevangenisstraf van acht dagen tot een jaar en met geldboete van zesentwintig euro tot vijfhonderd euro wordt gestraft hij die vernielt, neerhaalt, verminkt of beschadigt: Grafsteden, gedenktekens of grafstenen; Monumenten, standbeelden of andere voorwerpen die tot algemeen nut of tot openbare versiering bestemd zijn en door de bevoegde overheid of met haar machtiging zijn opgericht; Monumenten, standbeelden, schilderijen of welke kunstvoorwerpen ook, die in kerken, tempels of andere openbare gebouwen zijn geplaatst. Art. 534bis Strafwetboek Met gevangenisstraf van één maand tot zes maanden en met geldboete van zesentwintig euro tot tweehonderd euro of met een van die straffen alleen wordt gestraft hij die zonder toestemming graffiti aanbrengt op roerende of onroerende goederen. Art. 534ter Strafwetboek Met gevangenisstraf van een maand tot zes maanden en met geldboete van zesentwintig euro tot tweehonderd euro of met een van die straffen alleen wordt gestraft hij die opzettelijk andermans onroerende eigendommen beschadigt. Art. 537 Strafwetboek Hij die kwaadwillig een of meer bomen omhakt of zodanig snijdt, verminkt of ontschorst dat zij vergaan, of een of meer enten vernielt, wordt gestraft: Voor elke boom, met gevangenisstraf van acht dagen tot drie maanden en met geldboete van zesentwintig euro tot honderd euro; Voor elke ent, met gevangenisstraf van acht dagen tot vijftien dagen en met geldboete van zesentwintig euro tot vijftig euro of met een van die straffen alleen. Art. 545 Strafwetboek
Met gevangenisstraf van acht dagen tot zes maanden en met geldboete van zesentwintig euro tot tweehonderd euro of met een van die straffen alleen wordt gestraft hij die geheel of ten dele grachten dempt, levende of dode hagen afhakt of uitrukt, landelijke of stedelijke afsluitingen, uit welke materialen ook gemaakt, vernielt; grenspalen, hoekbomen of andere bomen, geplant of erkend om de grenzen tussen verschillende erven te bepalen, verplaatst of verwijdert. Art. 559,1° Strafwetboek Met geldboete van tien euro tot twintig euro worden gestraft: 1° Zij die, buiten de gevallen omschreven in boek II, titel IX, hoofdstuk III, van dit wetboek, andermans roerende eigendommen opzettelijk beschadigen of vernielen; Art. 561,1° Strafwetboek Met geldboete van tien euro tot twintig euro en met gevangenisstraf van een dag tot vijf dagen of met een van die straffen alleen worden gestraft: 1° Zij die zich schuldig maken aan nachtgerucht of nachtrumoer waardoor de rust van de inwoners kan worden verstoord; Art. 563, 2° Strafwetboek Met geldboete van vijftien euro tot vijfentwintig euro en met gevangenisstraf van een dag tot zeven dagen of met een van die straffen alleen worden gestraft: 2° Zij die stedelijke of landelijke afsluitingen, uit welke materialen ook gemaakt, opzettelijk beschadigen; Art. 563bis Strafwetboek Met geldboete van vijftien euro tot vijfentwintig euro en met gevangenisstraf van een dag tot zeven dagen of met een van deze straffen alleen worden gestraft, zij die zich, behoudens andersluidende wetsbepalingen, in de voor het publiek toegankelijke plaatsen begeven met het gezicht geheel of gedeeltelijk bedekt of verborgen, zodat zij niet herkenbaar zijn. Het eerste lid geldt echter niet voor hen die zich in de voor het publiek toegankelijke plaatsen begeven met het gezicht geheel of gedeeltelijk bedekt of verborgen, zodat zij niet herkenbaar zijn, en wel krachtens arbeidsreglementen of een politieverordening naar aanleiding van feestactiviteiten. Art. 448 Strafwetboek Hij die hetzij door daden, hetzij door geschriften, prenten of zinnebeelden iemand beledigt in een van de omstandigheden in artikel 444 bepaald, wordt gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot twee maanden en met geldboete van zesentwintig euro tot vijfhonderd euro of met een van die straffen alleen. Met dezelfde straffen wordt gestraft hij die, in een van de omstandigheden in artikel 444 bepaald, iemand die drager is van het openbaar gezag of van de openbare macht of die met een openbare hoedanigheid is bekleed, door woorden beledigt in zijn hoedanigheid of wegens zijn bediening.
15. Terbeschikkingstelling brandweerkazerne aan brandweerzone Fluvia. Goedkeuren contract. De gemeenteraad, Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch. In gevolge de start van de hulpverleningszone Fluvia op 01.01.2015 moet ook de problematiek van de brandweerkazernes worden geregeld.
Binnen de zone werd ervoor geopteerd om de eigendomsrechten bij de gemeenten te laten en aan de brandweerzone enkel een gebruiksrecht toe te kennen. Het voorliggende project van overeenkomst, uitgaande van de brandweerzone, is een overeenkomst voor onbepaalde duur met een opzeggingstermijn van 3 maanden. Dit leidt ertoe dat deze overeenkomst zou moeten worden goedgekeurd door de gemeenteraad, gezien enkel overeenkomsten voor ten langste 9 jaar als een daad van beheer door het college kunnen worden goedgekeurd (zie artikel 57 § 3,1 ° van het Gemeentedecreet). Naar verzekeringen toe kon bij de verzekeraar gebouwen van de stad (Ethias) worden vernomen dat – gelet op het niet-commercieel gebruik door de brandweerzone – er een afstand van verhaal is zodoende dat de brandweerzone voor haar gebruikersaansprakelijkheid in de huidige stand van zaken vanaf 01.01.2015 zou zijn gedekt. De stad heeft wel een concessieovereenkomst afgesloten met de NV Mobistar met betrekking tot een verbindingsstation voor radiocommunicatie op de droogtoren van de brandweerkazerne. Deze overeenkomst loopt tot 31.12.2024 en moet uiteraard aan de brandweerzone kunnen worden tegengesteld. Dit wil zeggen dat de brandweerzone de bedingen ervan moet aanvaarden en er zich moet toe verbinden deze na te leven. Bovendien is het evident dat de opbrengst (6 000 euro op jaarbasis vanaf 01.01.2015 en gekoppeld aan de index) de stad Harelbeke moet toekomen. Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen: - Het gemeentedecreet , in zonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken de artikelen 57 § 3, 1° en 43, par. 2, 12°; - De wet op de Civiele Veiligheid van 15.05.2007 in zonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken artikel 210; Om deze redenen; Na beraadslaging in openbare zitting; Met unanimiteit; BESLUIT : De gebruiksovereenkomst voor de brandweerkazerne eigendom van de stad Harelbeke gelegen in de Twee Bruggenstraat 2 wordt goedgekeurd luidend als volgt. Gebruiksovereenkomst brandweerkazernes Ondergetekenden 1 Gemeentebestuur………………………… gevestigd te…………………………, optredend als eigenaar, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de voorzitter van de gemeenteraad de heer Michaël Vannieuwenhuyze en de secretaris de heer Carlo Daelman, hierna te noemen: partij 1 – de eigenaar en 2 Hulpverleningszone Fluvia, Doorniksesteenweg 214a, 8500 Kortrijk, rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar voorzitter Claude Croes hierna te noemen: partij 2 – de gebruiker Komen het volgende overeen: Algemene voorwaarden: art. 1. Het onroerend goed gelegen Twee Bruggenstraat 2 te 8530 Harelbeke, eigendom van partij 1, momenteel gebruikt als kazerne voor de gemeentelijke
brandweer, wordt ter beschikking gesteld aan partij 2, voor onbepaalde duur, voor de verdere operationele werking van de zonale brandweer; art. 2. Deze ter beschikkingstelling gebeurt principieel om niet tot en met 2019 (cfr. akkoord verdeelsleutel okt. 2014); art. 3. Het is partij 2 niet toegestaan het goed te gebruiken voor enige andere bestemming dan voor de hulpverlening; art. 4. Door ondertekening van deze overeenkomst wordt erkend dat het onroerend goed in goede staat van onderhoud ter beschikking werd gesteld; Rechten en plichten eigenaar-gebruiker: art. 5. Gebruiker is verplicht om als een goede huisvader voor het goed zorg te dragen. Gebruiker dient zich als een goede, flexibele en representatieve gebruiker op te stellen en te gedragen. Gebruiker is verplicht het ter beschikking gestelde goed op een zodanige wijze te gebruiken dat niet in strijd wordt gehandeld met de wet, enige verordening of andere overheidsvoorschriften, in het bijzonder maar niet beperkt tot veiligheids- en geluidshindervoorschriften, en het goed netjes te onderhouden o.a. door het tijdig en regelmatig afvoeren van afval; art. 6. Beschadiging van (een gedeelte van) het goed is voor rekening van gebruiker, tenzij deze bewijst dat de schade niet kan worden toegerekend aan zijn handelen/zijn gebruik; de onderhoudsherstellingen die normaal binnen de sfeer van de huurderverantwoordelijkheid liggen, zijn ten laste van de gebruiker (= ‘huurdersonderhoud burgerlijk wetboek’; art. 7. Gebruiker verplicht zich iedere schade, respectievelijk ieder gebrek onmiddellijk na ontstaan, respectievelijk vaststelling daarvan eerst mondeling en vervolgens ook schriftelijk of per e-mail aan eigenaar te melden. art. 8. De kosten van energie, water en telecommunicatie van het onroerend goed zijn ten laste van de gebruiker; hiertoe dienen de nodige overdrachtscontracten tussen eigenaar en gebruiker ondertekend te worden; in gebouwen met gemengd gebruik dient in onderlinge overeenstemming een verdeelsleutel afgesproken te worden; art. 9. Door vertegenwoordiger van partij1 en de vertegenwoordiger van partij 2 kan aan deze overeenkomst een annexe toegevoegd worden die regelingen i.v.m. verdeelsleutels of andere bijzonderheden specifiek vastlegt; Deze annexe dient dan samen met deze overeenkomst gelezen te worden; art. 10. Gebruiker verklaart door ondertekening van deze overeenkomst dat hij een toegangssleutel van het goed heeft ontvangen; art. 11. Gebruiker is niet aansprakelijk voor de eventuele schadelijke gevolgen van enig gebrek, hetzij verborgen, hetzij openlijk, die binnen de eigenaarsverantwoordelijkheid ligt; art. 12. De eigenaar is verantwoordelijk voor alle noodzakelijke onderhouds- en herstellingswerken binnen de sfeer van het eigenaarsonderhoud; art. 13. De eigenaar en alle anderen die deze daartoe aanwijst zijn te allen tijde gerechtigd om het goed te betreden en zal/zullen door gebruiker te allen tijde op eerste verzoek worden toegelaten; art. 14. Alle belastingen of taksen in hoofde van het onroerend goed zijn ten laste van de eigenaar. art. 15. De gebruiker verklaart kennis te hebben van een concessieovereenkomst afgesloten met de NV Mobistar met betrekking tot een verbindingsstation voor radiocommunicatie op de droogtoren van de brandweerkazerne. Deze overeenkomst loopt tot 31.12.2024. De brandweerzone aanvaardt de bedingen ervan en er zich moet toe verbindt er zich toe deze na te leven. De opbrengst van deze concessie blijft aan de stad Harelbeke toekomen. Verzekering: art. 16. De eigenaar is verantwoordelijk verzekeringen als eigenaar;
voor
het
afsluiten
van
de
nodige
art. 17.
De gebruiker dient zich te voorzien van de nodige verzekeringen op zijn kosten en voor dezelfde verzekerde waarde als de eigenaarsverzekering voorziet; de gebruiker dient ten allen tijde in te staan voor de verzekering van de inboedel en zijn eigen burgerlijke aansprakelijkheid; Einde van de overeenkomst: art. 18. Deze overeenkomst kan te allen tijde en door elk van partijen zonder opgave van redenen schriftelijk worden opgezegd met inachtneming van een opzegtermijn van tenminste 3 maanden. Een opzegging door eigenaar moet worden gericht aan het correspondentie-adres van gebruiker; een opzegging door gebruiker moet worden gericht aan het correspondentie-adres van eigenaar; art. 19. Ingeval van niet- of niet behoorlijke nakoming van enige verplichting voortvloeiend uit deze overeenkomst, door één van de partijen zal deze door de andere partij met onmiddellijke ingang kunnen worden opgezegd, onverminderd diens rechten volgens de wet, mits in de – aangetekendeopzeggingsbrief de dringende reden voor zodanige onmiddellijke opzegging naar behoren tot uitdrukking wordt gebracht. Ingeval gebruiker zijn verplichtingen bij herhaling of in ernstige mate niet nakomt, is de eigenaar gerechtigd tot ontbinding van de overeenkomst over te gaan. art. 20. Op de dag waarop het gebruik krachtens deze overeenkomst eindigt, door welke oorzaak en om welke reden dan ook, zal gebruiker het goed ontruimen en in goede staat opleveren aan de eigenaar. Alle op het slot passende sleutels welke in het bezit zijn van gebruiker dienen op die dag te worden ingeleverd. Aldus gedaan en in tweevoud getekend te … op … datum ____________ ____________ Partij 1 - De Eigenaar, Partij 2 - De Gebruiker, Deze overeenkomst vormt een bijlage aan de gemeenteraadsbeslissing dd. …… van de gemeente/stad ……
16. Vraag tot motie ingediend door raadslid Rita Beyaert. De gemeenteraad, Raadslid Rita Beyaert, fractieleider van de CD&V, legt aan de gemeenteraad een motie voor betreffende de werking van de Harelbeekse brandweer in de nieuwe zone. Na overleg met de voltallige gemeenteraad wordt de motie als volgt geformuleerd: “De Harelbeekse burger moet dezelfde dienstverlening krijgen als alle burgers in Fluvia. Minstens dezelfde snelste adequate hulp als vóór de brandweerhervorming. Zowel voor medische hulpverlening als voor andere tussenkomsten van de brandweer (brandbestrijding, dringende interventies…). Er wordt hierbij verwezen naar de Wet van 15.05.2007 betreffende de Civiele Veiligheid. Deze wet strekt er o.a. toe: aan de burger het recht op de snelste en meest adequate hulp te verlenen; aan de burger het recht op dezelfde basisbescherming voor een gelijkwaardige bijdrage te verlenen.” De gemeenteraad verleent met unanimiteit zijn goedkeuring voor deze motie.
17. Aanstelling stadsvertegenwoordiging in de bovengemeentelijke instellingen NV Elk Zijn Huis en De Lijn naar aanleiding van neerleggen van het mandaat van mevrouw Martine Simoens. De gemeenteraad, Op grond van volgende overwegingen: Ingevolge de algehele vernieuwing van de gemeenteraad per 2 januari 2013 werd in de gemeenteraad van 18 februari 2013 overgegaan tot aanduiding van de stadsvertegenwoordiging in de diverse bovengemeentelijke instellingen. Ingevolge de neerlegging van het mandaat van mevrouw Martine Simoens dient opnieuw overgegaan te worden tot het voordragen van een vertegenwoordiger in de algemene vergadering van NV Elk Zijn Huis en een plaatsvervangend vertegenwoordiger in De Lijn. Het komt de gemeenteraad toe hierover te beslissen. Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen: -
Het gemeentedecreet, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken art. 43 par. 2, 5°;
Verwijzend naar de vorige beslissing: -
Gemeenteraadsbesluit van 18.02.2013
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen ; NV ELK ZIJN HUIS Gaat in openbare zitting over tot de geheime stemming betreffende de voordracht van een vertegenwoordiger op de algemene vergadering bij NV Elk Zijn Huis ; 29 leden nemen aan de stemming deel ; De uitslag van de stemming is als volgt : Mevrouw Carla Adams bekomt 17 ja-stemmen, 0 neen-stemmen, 1 onthouding. De heer Eric Kerckhof bekomt 11 ja-stemmen. Gaat in openbare zitting over tot de geheime stemming betreffende de voordracht van een plaatsvervangend vertegenwoordiger op de algemene vergadering bij NV Elk Zijn Huis ; 29 leden nemen aan de stemming deel ; De uitslag van de stemming is als volgt : De heer Jan Van Coile bekomt 20 ja-stemmen, 2 neen-stemmen, 5 onthoudingen. De heer Eric Kerckhof bekomt 2 ja-stemmen. DE LIJN Gaat in openbare zitting over tot de geheime stemming betreffende de voordracht van een plaatsvervangend vertegenwoordiger op de algemene vergadering bij De Lijn ; 29 leden nemen aan de stemming deel ; De uitslag van de stemming is als volgt : De heer Filip Vandeputte bekomt 22 ja-stemmen, 0 neen-stemmen, 1 onthouding. De heer Eric Kerckhof bekomt 6 ja-stemmen.
BESLUIT Artikel 1 NV ELK ZIJN HUIS Mevrouw Carla Adams, die de volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen heeft bekomen, wordt voorgedragen als vertegenwoordiger op de algemene vergadering bij NV Elk Zijn Huis. De heer Jan Van Coile, die de volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen heeft bekomen, wordt voorgedragen als plaatsvervangend vertegenwoordiger op de algemene vergadering bij NV Elk Zijn Huis. DE LIJN De Filip Vandeputte die de volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen heeft bekomen, wordt voorgedragen als plaatsvervangend vertegenwoordiger op de algemene vergadering bij De Lijn. Afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan de betreffende instellingen.
DEPARTEMENT FINANCIËN 18. Opheffing van de parochie OLV-Koningin Harelbeke. Advies. De gemeenteraad, Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch: In zijn brief van 19 november 2014 vraagt de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding het advies van de gemeenteraad van de stad Harelbeke betreffende de opheffing van de parochie OLVKoningin Harelbeke en samenvoeging van deze parochie met de parochie Sint-Jozef te Harelbeke met onttrekking van het kerkgebouw OLV-Koningin aan de eredienst. Het Agentschap Binnenlands Bestuur heeft van het bisdom een gemotiveerde aanvraag ontvangen betreffende voormeld onderwerp. De gemeenteraad wordt geacht een gunstig advies te hebben uitgebracht wanneer de gemeenteraad zijn advies niet binnen een termijn van vier maanden na dit verzoek heeft bezorgd aan de Vlaamse Regering. Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen: - Artikel 7/5 §2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 september 2005 houdende vaststelling van de criteria voor de erkenning van de plaatselijke kerken geloofsgemeenschappen van de erkende erediensten. Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen: Om deze redenen; Na beraadslaging in openbare zitting; Met unanimiteit;
BESLUIT: Artikel 1: De gemeenteraad van de stad Harelbeke verleent gunstig advies aan de opheffing van de parochie OLV-Koningin Harelbeke en samenvoeging van deze parochie met de parochie Sint-Jozef te Harelbeke met onttrekking van het kerkgebouw OLV-Koningin aan de eredienst.
DEPARTEMENT VRIJE TIJD 19. Aanpassing subsidiereglement Harelbeekse Jeugd. De gemeenteraad, Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch: Vanuit de Jeugdraad worden een aantal aanpassingen voorgesteld aan het ‘Subsidiereglement Harelbeekse Jeugd’, vastgesteld door de gemeenteraad op 15.07.2013. Concreet gaat het om volgende wijzigingen: 1. Bouw- en Renovatiefonds jeugdlokalen: Binnen het Bouw- en Renovatiefonds worden er twee wijzigingen voorgesteld om in te spelen op vragen die leven bij jeugdwerkinitiatieven. Een eerste aanpassing is om Jeugdhuis De Salamander toegang te geven tot het Bouwen Renovatiefonds. Op die manier kan men vanuit het Jeugdhuis zelf meer initiatief nemen om kleine aanpassingen aan hun gebouw te doen en kunnen de aanpassingen veel sneller worden uitgevoerd. Een tweede aanpassing is om aan jeugdwerkinitiatieven de mogelijkheid te bieden om de facturen voor het verzekeren van vrijwilligers in functie van verbouwingswerken in te dienen om een toelage te krijgen in het kader van het Bouw- en Renovatiefonds. Op die manier kunnen de jeugdwerkinitiatieven de kosten drukken door de werken met vrijwilligers uit te voeren maar kunnen ze deze vrijwilligers toch goed verzekeren, zodat ze in het geval van een ongeluk goed beschermd zijn. 2. Energiesubsidies jeugdlokalen: Het huidige systeem van de energiesubsidies is volgens de jeugdraad niet meer toereikend: het is niet stimulerend om minder energie te verbruiken en aanpassingen aan de gebouwen te doen op vlak van energiebesparende maatregelen. Daarom werkte de Jeugdraad een systeem uit waarbij de energiesubsidies als volgt worden verdeeld: - 20% van het voorziene krediet wordt als basisenergiesubsidies verdeeld onder alle in aanmerking komende jeugdwerkinitiatieven. - De overige 80% van het voorziene krediet wordt als variabele energiesubsidie verdeeld. o 65% daarvan wordt verdeeld op basis van het aantal activiteiten die een jeugdwerkinitiatief organiseert. Het aantal activiteiten wordt beperkt tot één activiteit per week.
o
35% van de variabele energiesubsidie wordt verdeeld op basis van de verwarmde oppervlakte van het jeugdlokaal.
Via dit systeem worden de energiesubsidies verdeeld op basis van een aantal parameters die losstaan van daadwerkelijk energieverbruik, waardoor jeugdwerkinitiatieven die op hun energieverbruik letten of investeren in energiebesparende maatregelen beloond worden. De aanpassingen in het subsidiereglement werden besproken tijdens de bijeenkomsten van de Jeugdraad van 15.10.2014, 29.11.2014 en 17.12.2014. De aanpassingen werden door de Jeugdraad positief geadviseerd. Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen: - Het nieuwe gemeentedecreet, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken art. 42 en art. 186; Verwijzend naar volgende eerdere beslissingen: - Gemeenteraadsbeslissing van 15.07.2013: Subsidiereglement Harelbeekse Jeugd. Vaststelling. Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Om deze redenen; Na beraadslaging in openbare zitting; Met unanimiteit; BESLUIT: Artikel 1: Het subsidiereglement Harelbeekse Jeugd – 3.1 Bouw- en Renovatiefonds wordt hervastgesteld als volgt: 3. Jeugdinfrastructuur 3.1 Bouw- en Renovatiefonds jeugdlokalen Artikel 3.1.1 Doel van het reglement Het Bouw- en Renovatiefonds behelst het systeem waarbij financiële ondersteuning gegeven wordt voor het bouwen, herstellen en renoveren van drie soorten jeugdlokalen in Harelbeke:
Jeugdlokalen die gebouwd worden / werden op grond van het stadsbestuur en die eigendom zijn van de jeugdinitiatieven of waarvoor een gebruiksovereenkomst of concessieovereenkomst afgesloten is tussen de eigenaar-stad en de jeugdvereniging. Jeugdlokalen in Harelbeke gelegen die eigendom zijn van een erkend jeugdinitiatief en gehouden worden op grond van een derde, maar waarbij aangetoond is dat het jeugdinitiatief – op het ogenblik van de aanvraag – nog minstens 10 jaar het eigendomsrecht op het gebouw heeft. Laatstvermelde termijn geldt, mits besluit van het College van Burgemeester en Schepenen, niet voor vervangings- en onderhoudswerken die maximaal aanleiding geven tot een subsidie van € 1250 per jaar.
Jeugdlokalen die eigendom zijn van de stad waarvoor een huurovereenkomst is afgesloten tussen de eigenaar-stad en de jeugdwerkorganisatie in kwestie. Onderhouds-, inrichtings- en verfraaiingswerken die uitgevoerd worden aan gronden, eigendom van de stad of van een derde, die een functionele band vertonen met het gebruik van het jeugdlokaal en waarop het jeugdinitiatief gebruiksrechten kan laten gelden, komen eveneens voor subsidiëring in aanmerking. In het geval het gaat om gronden eigendom van een derde, moet het jeugdinitiatief nog minstens 10 jaar het eigendomsrecht op het gebouw hebben op het ogenblik van de aanvraag. Kosten die afkomstig zijn van de opkuis van de jeugdlokalen of het afvoeren van afval komen niet in aanmerking voor een tussenkomst van het Bouw- en Renovatiefonds. Kosten voor de verzekering van vrijwilligers kunnen gesubsidieerd worden, op voorwaarde dat deze verzekering uitsluitend afgesloten werd voor de werken aan de jeugdlokalen en voor de duur van de werken aan de jeugdlokalen. Artikel 3.1.2 Voorwaarden Enkel jeugdinitiatieven die genieten van de basistoelage jeugdwerkinitiatieven of de basissubsidie jeugdhuissubsidies komen in aanmerking voor betoelaging via het bouw- en renovatiefonds. Het bouwwerk moet hoofdzakelijk aangewend worden ten bate van de jeugdwerking van het begunstigde jeugdinitiatief. Artikel 3.1.3 Toelage Indien het jeugdinitiatief eigenaar is van het gebouw, wordt de tussenkomst vastgelegd op 50% van de bewezen kosten. Wanneer het jeugdlokaal op grond van het stadsbestuur staat, dient een ‘overeenkomst tot het bouwen van jeugdlokalen op grond eigendom van de stad’ te zijn afgesloten. Indien het jeugdlokaal op grond van derden staat, dient het eigendomsrecht van nog minstens 10 jaar bewezen te worden. Voor investeringen in energiebesparende maatregelen, bij het gebruik van ecologisch gelabelde materialen en bij werken in functie van veiligheid of toegankelijkheid van het lokaal kan het College van Burgemeester en schepenen – na advies van de jeugdraad en de bevoegde stadsdiensten – de tussenkomst verhogen tot 75%. Indien het stadsbestuur eigenaar is van de jeugdlokalen en op voorwaarde dat er een ‘concessieovereenkomst voor jeugdlokalen eigendom van de stad’ of een huurovereenkomst is afgesloten, wordt de tussenkomst vastgelegd op 75% van de bewezen kosten. Artikel 3.1.4 Procedure bij werken met een kostprijs lager dan € 5000 De aanvraag om betoelaging wordt bij de jeugddienst schriftelijk ingediend op het daarvoor bestemde aanvraagformulier – ten laatste 6 maanden na de datum van de bewijsstukken. Op het aanvraagformulier worden de werken uitgebreid beschreven. Bij de aanvraag wordt een gedetailleerde afrekening met alle bewijsstukken toegevoegd. Vanuit het stadsbestuur kan een controle ter plaatse gebeuren om na te gaan of de werken degelijk werden uitgevoerd en of de bewezen kosten effectief voor de werken gebruikt werden.
Na het inwinnen van het advies van de stedelijke jeugdraad zal de definitieve toelage bepaald worden door het College van Burgemeester en Schepenen. Artikel 3.1.5 Procedure bij werken met een kostprijs hoger dan € 5000 De principiële aanvraag om betoelaging wordt bij de jeugddienst schriftelijk ingediend op het daarvoor bestemde aanvraagformulier en dit vooraleer de werken een aanvang nemen. Bij de aanvraag zal een raming van de kosten worden gevoegd, alsmede de vermoedelijke datum voor de aanvang van de werken. Vanuit het stadbestuur zal eerst voorafgaand een technisch advies worden opgemaakt. Hiertoe kan extra uitleg of informatie opgevraagd worden bij het jeugdinitiatief en/of wordt de situatie ter plaatse onderzocht. Daarnaast wordt ook advies ingewonnen van de stedelijke jeugdraad. De aanvraag wordt samen met dit advies voorgelegd aan het College van Burgemeester en Schepenen dat uiteindelijk haar principiële goedkeuring moet geven vooraleer de werken kunnen starten. Het jeugdinitiatief wordt op de hoogte gebracht van de principiële goedkeuring waarna met de werken gestart kan worden. Na afloop van de werken wordt een gedetailleerde afrekening bezorgd met de bewijsstukken van de gemaakte kosten. De bewijsstukken dienen een gedetailleerd overzicht weer te geven van de hoeveelheden en kostprijs van de gebruikte materialen alsook van de eventueel aangerekende werkuren. Gratis verwerkte materialen, alsook gratis gepresteerde werkuren of diensten komen niet in aanmerking. Na advies ingewonnen te hebben van de stedelijke jeugdraad zal de definitieve toelage bepaald worden door het College van Burgemeester en Schepenen. Artikel 3.1.6 Voorschot Jeugdverenigingen die dit wensen, kunnen een voorschot van 30% van de voor de uit te voeren werken geraamde kosten bekomen op voorwaarde dat:
Voor het starten van de werken hiertoe een principiële aanvraag ingediend werd en deze na advies door de stedelijke jeugdraad goedgekeurd werd door het College van Burgemeester en schepenen. De aanvraag vergezeld wordt van een gedetailleerde raming van de kosten en een schriftelijke overeenkomst tussen het jeugdinitiatief en de aannemer. Het totale bedrag van de uit te voeren werken minimaal € 10.000 bedraagt. Het jeugdinitiatief expliciet verklaart de ter beschikking gestelde middelen te zullen aanwenden voor de opgegeven werken. De werken binnen het jaar na het ontvangen van het voorschot beëindigd zijn en de nodige bewijsstukken binnengebracht worden op de jeugddienst. Zich twee door het College van Burgemeester en Schepenen solvabel geachte natuurlijke personen of één door het College van Burgemeester en Schepenen te aanvaarden financiële instelling hoofdelijk, ondeelbaar en met afstand van het recht van uitwinning borg stellen/stelt tot terugbetaling van het voorschot in geval van misbruiken (zie artikel 3.1.7) Het voorschot wordt gestort op een daartoe speciaal geopende rekening waarvan enkel kan worden betaald met medeondertekening van de borg/borgen. Het behoort de aanvrager van het voorschot dit te bewijzen. Bij de definitieve afrekening en bepaling van de toelage, zal het reeds verkregen voorschot in mindering gebracht worden.
Artikel 3.1.7 Misbruiken Misbruiken van de subsidie geeft het College van Burgemeester en Schepenen de mogelijkheid, na advies van de stedelijke jeugdraad en ongehoord het jeugdinitiatief, het recht van verval van de subsidie uit te spreken. Alle in het kader van het bouw- en renovatiefonds en bij het betrokken project bekomen bedragen dienen in dat geval aan de stad te worden terugbetaald. Ze kunnen onder meer worden gerecupereerd op andere door de stad aan het jeugdinitiatief verschuldigde bedragen. Artikel 3.1.7 Toezicht en controle De begunstigde zal zowel tijdens als na de uitvoering van de werken toezicht en controle door het stadsbestuur toelaten. Artikel 3.1.8 Kredieten De subsidie zal slechts uitbetaald worden binnen de perken van de respectievelijke kredieten hiertoe in de lijst met toegestane werkingssubsidies voorzien.
Artikel 2: Het subsidiereglement Harelbeekse Jeugd – 3.2 Energiesubsidies Jeugdlokalen wordt hervastgesteld als volgt: 3.2 Energiesubsidies jeugdlokalen Artikel 3.2.1 Doel van het reglement De energiesubsidie is een toelage voor de energiekosten van de eigen jeugdlokalen van jeugdinitiatieven die aanspraak maken op de basistoelage jeugdwerkinitiatieven. Per jeugdlokaal kan slechts één jeugdwerkinitiatief aanspraak maken op energiesubsidies. Jeugdwerkinitiatieven die voor hun activiteiten meerdere jeugdlokalen gebruiken, kunnen slechts éénmaal een aanvraag voor energiesubsidies indienen. De verwarmde oppervlakte wordt wel samengeteld voor de verschillende jeugdlokalen. Artikel 3.2.2 Tussenkomst 20% van het voorziene krediet hiertoe voorzien in de lijst met de toegestane werkingssubsidies wordt als basisenergiesubsidies evenredig verdeeld over alle in aanmerking komende jeugdinitiatieven. Daartoe wordt het bedrag gedeeld door het aantal jeugdinitiatieven die de aanvraagformulieren correct en volledig indiende binnen de gestelde termijn. Elk jeugdinitiatief krijgt dit bedrag als basisenergiesubsidies. De basisenergiesubsidie wordt volledig uitbetaald, op voorwaarde dat het jeugdinitiatief voldoet aan de voorwaarden zoals gesteld in artikel 3.2.3. De overige 80% van het voorziene krediet hiertoe voorzien in de lijst met toegestane werkingssubsidies wordt als variabele energiesubsidie verdeeld over alle in aanmerking komende jeugdinitiatieven.
65% van de variabele energiesubsidie wordt verdeeld volgens een puntensysteem op basis van aantal activiteiten. Per activiteit die georganiseerd wordt door het jeugdinitiatief, verdient het jeugdinitiatief 1 punt. Het aantal activiteiten wordt beperkt tot 1 activiteit per week. (maandag tot zondag) Het bedrag wordt gedeeld door de som van het aantal punten van alle jeugdwerkinitiatieven. Dit quotiënt drukt de waarde uit van één punt. Door de waarde van één punt te vermenigvuldigen met het aantal punten bekomen per jeugdwerkinitiatief, bekomt men het bedrag dat het jeugdwerkinitiatief krijgt voor activiteiten. 35% van de variabele energiesubsidie wordt verdeeld op basis van de verwarmde oppervlakte van het jeugdlokaal. Deze oppervlakte wordt door de jeugddienst berekend en uitgedrukt in m². (met verwarmde oppervlakte wordt de som van de oppervlakte van de ruimtes bedoeld die door het jeugdwerkinitiatief verwarmd worden; ruimtes die niet kunnen verwarmd worden, worden niet meegerekend) Het bedrag wordt gedeeld door de som van alle verwarmde oppervlaktes. Dit quotiënt drukt de waarde uit van 1m² verwarmde oppervlakte. Door de waarde van 1m² verwarmde oppervlakte te vermenigvuldigen met het aantal m² verwarmde oppervlakte per jeugdwerkinitiatief, bekomt men het bedrag dat het jeugdwerkinitiatief krijgt voor verwarmde oppervlakte.
Artikel 3.2.3 Voorwaarden Het stadsbestuur wenst de jeugdinitiatieven te ondersteunen in de uitbating van het jeugdlokaal via de energiesubsidies, op voorwaarde dat het jeugdlokaal voldoet aan minimum normen qua hygiëne en veiligheid. Daartoe worden de jeugdlokalen maximum 4 keer per jaar door de jeugddienst gecontroleerd. Deze controles worden aangekondigd bij de verantwoordelijken. Wanneer er inbreuken vastgesteld worden op vlak van hygiëne of veiligheid, wordt het desbetreffende jeugdinitiatief verwittigd. Daarna krijgen deze 1 week om de inbreuken in orde te brengen, waarna het jeugdlokaal opnieuw wordt gecontroleerd. In samenspraak met de jeugddienst kan er een andere timing worden afgesproken voor zaken die moeilijk binnen de week kunnen opgelost worden. Deze timing dient dan strikt opgevolgd te worden. Wanneer in een jeugdlokaal na de hercontrole nog steeds inbreuken worden vastgesteld, verliest het desbetreffende jeugdinitiatief 25% van de basisenergiesubsidies zoals berekend in artikel 3.2.2. Om deze controles vlot te laten verlopen, zorgt het jeugdinitiatief er voor dat de jeugddienst ten allen tijde sleutels heeft van het jeugdlokaal, zodat zij overal binnen kunnen. Artikel 3.2.4 Procedure Het jeugdwerkinitiatief moet de aanvraag voor de energiesubsidies bij de jeugddienst indienen via de daartoe bestemde aanvraagformulieren uiterlijk op 30 september. Bij het volledig ingevulde aanvraagformulier dienen de nodige bewijsstukken ingediend te worden: overzicht van de activiteiten en activiteitenkalender. Met aanvragen die na 30 september binnen komen, mag geen rekening gehouden worden.
Het College van Burgemeester en Schepenen kan bijkomende bewijsstukken opvragen. Wanneer de door het College van Burgemeester en Schepenen gevraagde bijkomende bewijsstukken niet geleverd worden, krijgt de vereniging evenmin de energietoelage voor het betrokken jaar. De definitieve subsidie wordt – na advies van de stedelijke jeugdraad - bepaald door het College van Burgemeester en Schepenen. Artikel 3.2.5 Misbruik Wanneer misbruik vastgesteld wordt, dan wordt – na advies van de stedelijke jeugdraad – geen toelage verleend voor het betrokken werkjaar. Het jeugdinitiatief in kwestie wordt hiervan op de hoogte gebracht en krijgt de kans zich te verdedigen. Artikel 3: Deze beslissing zal worden bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet. Ze treedt in werking op datum van bekendmaking.
DEPARTEMENT MANAGEMENT EN PERSONEEL 20. Vragenkwartiertje. 1.Raadslid Olivier Vanryckeghem Op de raadscommissie vroeg ik waarom de 285 werkende dagen op het bord voor de brug overplakt werd. Ik heb daar nog geen antwoord op gekregen. 2.Raadslid Rita Beyaert Ik wil even tussenkomen over de foute communicatie rond de “Dag van het Woord” en rond de poëziewedstrijd die verspreid werd. Het is namelijk zo dat heel wat dichters die geen laureaat werden per vergissing een verkeerde mail hebben gekregen waardoor ze dachten dat ze wel laureaat waren. Dit was een echte vaudeville. Er werd onvoldoende gecommuniceerd over de fout. Er was slechte communicatie en het heeft te lang geduurd. Het heeft één week geduurd voordat er een officiële verontschuldiging kwam en een rechtzetting, dan nog verstuurd door de directeur van Het Spoor. 3.Raadslid Rik Pattyn Binnenkort gaat de hoge brug dicht. Hoe is de mobiliteitsaanpak georganiseerd over de drie bruggen waarover men nog beschikking heeft om te vermijden dat niet alles stropt op de N36 die nu al druk is tijdens de spitsuren? 4.Raadslid Rosanne Mestdagh 4.1. In verband met de heraanleg van de Stasegemsesteenweg. Hand in Hand heeft voor die heraanleg gezorgd, dit was geen probleem. De stad zou zorgen voor wegneembare stukken die het verkeer zouden geleiden. Ik stel vast er nu New Jerseys staan, ik heb het gevoel dat het ook nieuwe zijn. Is dat de definitieve oplossing. Ik merk ook op dat er sneller gereden wordt, moeten we daar niets aan doen? 4.2. In verband met het bezoek van de kerstmannen aan het rusthuis. Dit bezoek is nu ingepland tijdens de week. We werden daar niet voor uitgenodigd. Ik zou graag in de toekomst een uitnodiging krijgen zodat ik die bezoeken kan bijwonen.
5.Raadslid Hilde De Bruyne Ik wil een opmerking maken over het boek dat verschenen is over “Ondernemen in Harelbeke”. Hulste wordt daarin niet vernoemd. En de Hulsterse bedrijven die daar toch in staan, staan onder 8531 Bavikhove. Antwoorden vanuit het college Schepen Dominique Windels Het bezoek aan de rusthuizen met de kerstmannen was vorig jaar ook al gepland tijdens de week. We hebben dit bewust gedaan op een latere datum omdat er tegenwoordig zoveel 90-jarigen thuis moeten bezocht worden dat de combinatie van thuisbezoek en rusthuisbezoek op één dag niet meer haalbaar is. We doen bewust het kerstmanbezoek kort nà de huisbezoeken. De mensen in de rusthuizen appreciëren dit ten zeerste. Het is zo ook dat er tijdens de week meer personeel ter beschikking is om die ganse ploeg te begeleiden. Als ik me niet vergis, was er één OCMW-raadslid aanwezig. Reactie raadslid Rita Beyaert Is het geen beter idee om dit te plannen vóór nieuwjaar? Reactie raadslid Rosanne Mestdagh Ik zou graag hebben dat dit opgenomen wordt in de activiteitenkalender zodat we weet hebben van wanneer er een bezoek gebracht wordt aan het rusthuis. Schepen Eddy Glorieux De opmerking in verband met het boek “Ondernemen in Harelbeke” is een terechte opmerking. Ik was erbij toen de persoon in kwestie die het boek maakte een eerste contact had met de stad Harelbeke. Ik wil er de nadruk opleggen dat er een aantal zaken instaan omtrent Harelbeke die we aangeleverd hebben, maar dat dit geen uitgave is waar Harelbeke verantwoordelijk voor is. Dit is een puur privé-initiatief. De lijst van ondernemingen werd gevormd op basis van de gegevens in de Kruispuntbank voor Ondernemingen. Het betreft een momentopname van medio 2014 en we hebben geen drukproef gezien zodat we die fouten eventueel konden ontdekken. We hebben wel een mail verstuurd naar de uitgeverij om de problemen te melden en om aandacht te vragen voor correctie bij een volgende editie. Schepen Annick Vandebuerie In verband met de foutieve uitnodiging voor de “Dag van het Woord”. Ik moet inderdaad bevestigen dat een aantal deelnemers aan de “Dag van het Woord” een verkeerde mail hebben ontvangen. Een klein halfuur later werd dit bericht onmiddellijk rechtgezet weliswaar een beetje kort en zakelijk. Er werd een tweede brief verstuurd en er werd ook telefonisch contact gelegd met de gedupeerden. Jammer genoeg kwam de ganse heisa terecht op Facebook en Radio 2. De meesten maakten daar echter geen probleem van. Het is wel zo dat we dit jaar heel veel meer deelnemers hebben dan de vorige jaren. Dus in die zin heeft de nieuwe ploeg zeker en vast zijn verdienste. Schepen David Vandekerckhove In verband met de vraag van raadslid Rosanne Mestdagh omtrent de Stasegemsesteenweg en E3 Harelbeke. Beste Rosanne,
Dacht je nu echt dat die Jerseys de definitieve oplossing waren? We hebben ze voorlopig geplaatst om de verkeersgeleiding te doen omdat het ons zinloos leek om nu definitieve zaken te plaatsen nog voor de E3 die we dan nog moesten wegnemen. In verband met de snelheid. Die meldingen zijn reeds binnengekomen en er wordt momenteel objectief gemeten en als het zo is dat mensen te snel rijden, dan zullen we daar iets aan doen via snelheidscontroles. Reactie raadslid Patrick Claerhout Op de vraag van raadslid Hilde De Bruyne. Ik heb ook diezelfde opmerkingen als de uwe onmiddellijk geformuleerd aan het departement WOL. Wat mij bijkomend stoort, en wat u nog niet hebt aangehaald, is het feit dat er enkel industriezones belicht worden en dat grote bedrijven van Hulste er zelfs niet in staan. Aanvullend antwoord schepen Jacques Maelfait na de zitting via mail. Op de vraag van raadslid Rosanne Mestdagh. Er is op het budget van 2015 een bedrag voorzien voor wegneembare signalisatie. Het bestek dient hiervoor nog opgemaakt. In eerste instantie wordt gedacht aan dezelfde wegneembare eilanden zoals voorzien voor de Spinnerijstraat. In de maand januari wordt dit eiland als proef op de Stasegemsesteenweg geplaatst. Indien dit door het college wordt goedgekeurd kan het bestek worden opgemaakt. VARIA BIJ DE DAGORDEPUNTEN 2
Woonwijs. Goedkeuren jaarverslag, rekening en jaarlijkse evaluatie.
Tussenkomst raadsleden Rita Beyaert en Donald Langedock Wij lezen dat het toewijzingsreglement zou herbekeken worden. Heeft Woonwijs of de stad daar eigenlijk macht over? Is dit niet de verantwoordelijkheid van de sociale bouwmaatschappij? Antwoord schepen Filip Kets Men kan als stad wel degelijk ingrijpen binnen de toewijzing van sociale woningen binnen de stadsgrenzen door in samenspraak met de sociale bouwmaatschappijen hun toewijzingsreglement te gaan opstellen voor bepaalde doelgroepen. We hebben dit reeds in het recente verleden gedaan voor bvb. seniorenhuisjes in een bepaald gebied en dat was in samenspraak met Mijn Huis. Op vandaag hebben we een analyse gemaakt maar nog geen beslissing genomen over welke richting een eventuele wijziging van het toewijzingsreglement zou kunnen uitgaan. De analyses worden binnenkort behandeld op het Lokaal Woonoverleg. Reactie raadslid Rita Beyaert Zijn er nu al doelgroepen in het vizier? Antwoord schepen Filip Kets Neen, zoals gezegd we hebben de analyse en zullen daar nu verder aan werken binnen het Lokaal Woonoverleg. 3
Samenwerkingsovereenkomst sociaal verhuurkantoor (SVK) De Poort vzw. Goedkeuring.
Tussenkomst raadslid Kathleen Duchi Vroeger was de subsidie en de overeenkomst met De Poort een item van het OCMW. Nu wordt dit blijkbaar gedeeld. En de reden die opgegeven wordt is dat lokaal woonbeleid
eigenlijk de bevoegdheid van de gemeenten is. Is dit een tendens die enkel in Harelbeke wordt ingezet, of ook voor andere aangesloten gemeenten? Antwoord schepen-voorzitter OCMW Dominique Windels Het is een initiatief van De Poort zelf. De vraag werd gesteld op het Lokaal Woonoverleg. De vraagprijs van De Poort was hoger, maar na een discussie zijn we tot dit voorstel gekomen. De stijging van het patrimonium en de subsidie wordt beperkt tot één à twee per jaar tijdens deze legislatuur. Reactie raadslid Kathleen Duchi Graag had ik een overzicht van hoe men er in andere gemeenten van ons arrondissement mee omgaat. 5
FRGE (Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost). Samenwerkingsovereenkomst met nieuwe lokale entiteit. Goedkeuring.
Tussenkomst raadslid Tijs Naert In een nota rond “W13” lees ik dat de Raad van Beheer bestaat uit alle partners, dus alle OCMW’s, en dat het middenveld er slechts vertegenwoordigd wordt met raadgevende stem. Maar de vraag is: is dat één raadgevende stem voor àlle middenveldorganisaties, of wordt dit uitgebreid? En concreet wil ik mijn bezorgdheid uiten, ik denk dat het heel belangrijk is dat in “W13” het middenveld goed betrokken wordt want anders komen we misschien tot een minder goede werking. Tussenkomst raadslid Eric Kerckhof Ik heb een praktische vraag. Waar komt de aanvraag voor de FRGE-subsidies dan aan? In het OCMW van Kortrijk of in dat van Harelbeke? Antwoord schepen-voorzitter OCMW Dominique Windels De praktische werking blijft dezelfde. Het OCMW van Kortrijk neemt enkel de superstructuur over van wat vroeger het welzijnsconsortium deed. Tussenkomst raadslid Rik Pattyn rond dagordepunt 4 en 5. Hoe zal met het personeel van het welzijnsconsortium omgegaan worden? In verband met de samenwerkingsovereenkomst van FRGE. Ik merk dat van alle aanvragen slechts 1/6 tot de doelgroep behoort. Is dit een trend die zich doorzet bij ons in de tijd en bij andere gemeenten en wat is hiervan een eventueel toekomstige strategie? Antwoord schepen-voorzitter OCMW Dominique Windels Ik begrijp uw bezorgdheid. “W13” wordt een interlokale samenwerking voor sociaal en welzijnsbeleid waarvan enkel OCMW’s en gemeenten kunnen lid zijn. Vandaar dat het middenveld slechts met raadgevende stem betrokken is. Maar tegelijkertijd ook effectief betrokken wordt in de beleidsvorming door deelname aan de werkgroepen. In verband met de vraag omtrent personeel. Van de vier medewerkers van het Welzijnsconsortium stonden er twee op de loonlijst van het CAW. Die zijn ondertussen teruggekeerd naar het CAW en die zullen straks opgenomen worden in de dagelijkse werking van “W13”. De andere twee medewerkers staan in hun vooropzeg. Eén ervan heeft al ander werk gevonden en uiteindelijk wordt iedereen uitgenodigd om te solliciteren voor de nieuwe functies van “W13”. Zij zullen evenveel de kans krijgen als de andere potentiële sollicitanten bij examens. Voor wat de doelgroep betreft, verwijs ik naar artikel 5 uit de bijlage. Waar het minimum percentage van het werkgebied vooropgesteld wordt. Het OCMW zal zijn rol blijven spelen om zoveel mogelijk doelgroepmensen te leiden naar FRGE-leningen en dat doen we in samenwerking met de dienst Woonwijs die de scan van de woningen doet.
6
Onderhoud en heraanleg wegen 2015 - Deel 1 : Kapelstraat, Klein Harelbekestraat en heraanleg parking Tieltsestraat. Goedkeuren bestek, raming (32.644,63 euro excl. 21 % btw) en gunningswijze.
Tussenkomst raadslid Hilde De Bruyne Het raadslid illustreert haar tussenkomst met een aantal foto’s. Als jullie de straten en de parking heraanleggen volgens de beschreven manier, wat is dan de duurzaamheid daarvan ? Bij eerder heraangelegde, of herstelde straten op die manier is de kwaliteit van het wegdek erbarmelijk na een korte tijd. er zit daar ook enorm veel afval in verwerkt zoals oud ijzer, scherpe stenen en glas. De zwakke weggebruiker met de fiets heeft weinig baat bij zo'n wegdek. Het gaat hier over plaatsen waar veel voetgangers en fietsers komen. ik heb foto's bij van een dergelijke weg die vorig jaar in mei "hersteld" werd. Als dat maar zo lang meegaat misschien wat wachten en dan direct goed herstellen. Zal de parking terug verhoogd worden of wordt er weer een laag opgelegd, nu is de parking al niet doorlaatbaar? Met nog een laag kan dit beteren. De parking ligt momenteel een stuk hoger dan de tuinen, sinds een paar jaar staan die regelmatig onder water en vroeger was dit nooit zo. De beek is ook niet van veel nut. veel water kan ze niet opvangen, enkel op het einde. De boord van die beek ligt hoger, begrijp de logica, dan de parking, buiten een kleine opening van enkele centimeters. Momenteel dient ze enkel om vuilnis in te gooien en er zitten daar zelfs ratten. Wat met de opgegeven oppervlakte is dit helemaal tot aan de poort van het kerkhof en tot aan de jeugdlokalen ? Zo niet, worden die boorden dan toch weer direct kapot gereden. Antwoord van schepen Jacques Maelfait De ene kant was goed gedaan, de andere kant was minder goed gedaan. Er werd daar per vergissing een boordsteen niet geplaatst en die moet er nog geplaatst worden. De verzakkingen komen er door een auto die te vroeg op de weg reed. Ook dat zal verder aangepast worden. De medewerkers van de technische dienst zijn het parcours afgelopen en hebben al wat opborrelde opgeraapt en uitgekuist. De uitvoering zal nauw opgevolgd worden. We hebben nu een eerste ervaring in de Muizelstraat en we zullen extra waakzaam zijn voor de volgende uitvoering. Voor wat uw volgende opmerkingen betreft. De beek is inderdaad vuil, maar dat is niet van vandaag op morgen en we zullen die ongetwijfeld zo snel mogelijk uitkuisen. Uw mededeling dat er ratten in de beek zitten, ik zorg voor verdere opvolging. Wat de afwatering van de parking betreft. Net door de parking opnieuw aan te leggen en voldoende recht te trekken zal er een betere afwatering zijn richting beek. Uw vraag omtrent de doorlaatbaarheid van de materialen. Een deel wordt met cement verhard en een ander deel niet, waardoor waterinsijpeling mogelijk is. Aanvullend antwoord schepen Jacques Maelfait na de zitting via mail. Betreft uw opmerking in de gemeenteraad over het onderhoud en her aanleg van landelijke (trage)wegen & parking(s), laat ik u onderstaande geworden. Ook ik heb het bewuste artikel gelezen (trouwens uw volste recht) maar volgens mij is het er toch wat over, (ofwel heeft de persvrijheid gesproken ?) gezien er in de vorige legislatuur weinig of niets aan dergelijke trajecten is gesleuteld geweest, en de hoogdringendheid dan ook meer dan nodig was. Nu Hilde, bij deze het stuk uit het nieuwe bestek waarin vermeden wordt al teveel vreemde materialen te hebben in het nieuw aangevoerde materiaal. Let op: de ondergrond wordt opgefreesd en deels gebroken waar nodig. Als men vroeger vreemde materialen heeft toegevoerd, dan komt dit mogelijks naar boven.
Wil men een asfaltparking, dan betaal je drie tot viermaal meer! En… niet te vergeten … zouden we extra regenwaterafvoer moeten voorzien (riolering) zoals greppels, slokkers etc. Nu we een alternatief hebben die past in het budget van onze Stad wordt er volop negatieve commentaar gegeven door onze oppositie partners en enkele omwonenden, die ook graag hun weg hadden zien meenemen in het project. Gelukkig heb ikzelf en de Facility diensten en Grondgebiedszaken al heel veel positieve reacties ontvangen van onze medeburgers over de reeds uitgevoerde realisaties op ons grondgebied. Antwoord van de diensten III. Technische bepalingen. Bestaande parking en wegen worden ‘gebroken’ en heraangelegd waarbij in eerste instantie de aanwezige materialen herbruikt worden door te frezen en te malen en deels nieuwe materialen aangevoerd samen met cement als bindmiddel. Huidige parking bestaat uit diverse steenslag. Huidige wegen bestaan uit een dunne toplaag in asfalt (max 4cm dik) met oude fundering. Inbegrepen in de werken is het verwijderen van grote brokstukken uit de fundering, mochten deze aanwezig zijn en die niet kunnen gebruikt worden in de nieuwe verharding (maximum van 2m³ puin inbegrepen in het werk en dit per straat, dus totaal 6m³ over de ganse opdracht). De wegen zijn alleszins geen kasseiwegen van vroeger. Het bestaande materiaal wordt ter plaatse herbruikt en wordt tot op een diepte van 20 cm bewerkt. Het eindresultaat heeft volgende kenmerken: opbouw volledig gebonden met cement 42,5 (met uitzondering van de parkeerstroken op de parking die waterdoorlatend blijven) afwatering voorzien door afstromen naar naast gelegen onverharde berm verdichte, gesloten bovenlaag de bovenlaag van de gebonden verharding bevat geen losse materialen langs effenheid van 10mm op een lat van 2m geen onzuiverheden toegelaten in de aangevoerde materialen (kunststof, ijzerdeeltjes, hout, porselein…). tot 0,25% niet-vlottende materialen (waaronder 0% metaal) aanwezig, tot maximaal 0,25% glas, tot 0,5cm³/kg vlottende verontreinigingen (hout, plastiek,…),... Inclusief alle werken om de opdracht tot een goed einde te brengen. Ondere andere ook toegang tot de werfzone en tijdelijke opslag van materialen. Uit een publicatie van Febelcem: In oplossing zie je dat je NA het in situ recycleren, nog steeds een asfaltlaag kan plaatsen. Dus mocht dit wenselijk worden, is het GEEN verloren werk geweest in de Muizelstraat aan nrs 158-160… en andere trage wegen. Er staat zelfs levensduur > N (dus langer dan oplossing 1 waarbij je alles opbreekt en opnieuw aanlegt ! En oplossing 1 is veel duurder).
Om nog een beter inzicht te hebben hoe dergelijke betonweg/ trage weg te verkrijgen is met landelijk karakter, zie onderstaande link(s). Beste Hilde, ik denk dat na het bekijken van de link(s) en de bijhorende informatie, dit uw zienswijze kan bijsturen. www.roadroller.be - www.greenroad.be Tussenkomst raadslid Eric Kerckhof Dit dossier slaat dit op de Kapelstraat vanaf de Hazebeekstraat (aan de fruitboer)? Of is het de volledige straat? Antwoord van schepen Jacques Maelfait Het is enkel het smal stukje tussen de voetweg en de Hazebeekstraat. Het ander deel van de straat wordt ook opnieuw aangepakt, maar wordt geasfalteerd. 8
Publiek Private Samenwerking Marktcentrum. Goedkeuren Bestek.
Tussenkomst raadslid Francis Pattyn Collega's, Dit bestek is een zeer belangrijke bindende stap in de vernieuwing van ons marktcentrum. Het legislatuur overschrijdend project van de komende decennia voor onze stad. Vorig jaar werd het RUP hier goedgekeurd. In het RUP stond er voor Mijn Huis : wonen kan in de huidige Intermarché, alles laten we open (tegen het advies van PALMBOUT, experts van de GECORO en van CD&V). Ons grootste argument was als zo'n project kans op slagen moet hebben zijn er grote winkelruimtes nodig! Spijtig, de meerderheid had daar geen oren naar, o.a. de burgemeester antwoordde: "We laten alles open, bergruimte voor handelszaken kan, wonen kan". Het bestek zegt vandaag, wonen moet in de Intermarché, dus grote winkelpanden hebben daar geen kans meer. Plots kan er langs de Leie op de winkelruimtes nog een deel appartementen komen i.p.v. parkingplaatsen, ik weet niet voor wie van de collega's rond de tafel dit duidelijk was in het RUP, voor mij in ieder geval niet. Maar wat er mij het meeste stoort is het volgende. Moest er ooit een bijbouw komen voor winkels in Centrum I, aan de Leiestraat mogen de winkeliers daar nooit wonen achteraan, terwijl de bouwblokken van Centrum I en Mijn Huis even breed zijn en dit is op zijn minst niet eerlijk! Een voorbeeld van twee maten en twee gewichten. Heer schepen van ruimtelijke ordening, tevens ondervoorzitter van Mijn Huis, ik denk dat het eerste dat zal gerealiseerd zijn in dit ambitieus project de flats van Mijn Huis zullen zijn, die markt is groter dan die van de winkelpanden. In Centrum I zijn er allemaal aparte eigenaars en hun rechten worden in deze geschaad. Op de commissie stelde ik de vraag hoe we dit moeten uitleggen aan de burger: het antwoord van het college via meester Rasschaert:
“die eigenaars moesten ook maar bezwaar ingediend hebben op het RUP!” In theorie is dit correct maar het zou zeker niet de wijze van werken van de CD&V geweest zijn! Ik besluit met te betreuren dat die beperking die we moeten goedkeuren de creativiteit van de ontwerpers beknot. Tussenkomst raadslid Rik Pattyn Ik stel vast dat er stevig onderhandeld werd rond het akkoord dat bereikt werd met Mijn Huis. Ik vraag me af of het voor de stad een goede zaak is, want wat je uiteindelijk aan de ene geeft kan je niet aan de andere geven. Ik stel tevens vast dat het financieel plaatje op vandaag vrij ondoorzichtig is. Wat zal de afbraak kosten? Welke kosten zullen het archeologisch onderzoek met zich meebrengen? Wat zal de aanleg van het openbaar domein kosten? Dus concreet: rond het kostenplaatje voor de stad zelf zijn er toch nog een aantal vragen die oprijzen. Voor wat de baten betreft. Ook die zijn onduidelijk. In het contract staat dat de inkomsten voor de stad het ritme van de verkoop van de appartementen volgt en dat er pas nà vijf jaar definitief afgerekend wordt. Concreet wil dit dus zeggen dat de kosten zich allemaal situeren in de huidige legislatuur bijna, en dat de baten wellicht later zullen komen. Mijn volgende bedenking rond timing. Ik zou ervoor pleiten om de grote werven van de Leie en de markt zo simultaan mogelijk te laten verlopen. De einddatum voor de Leie is voorzien in 2017. In februari begint men aan de afbraak van de brug. De bouw van de markt is voorzien in het begin van de lente 2016. En ik dat het van belang zal zijn als we de offertes beoordelen, dat er extra aandacht besteed wordt aan timing. Het zou jammer zijn moesten er bij 2017 een paar jaar bijkomen. Tussenkomst raadslid Patrick Claerhout Mijn tussenkomst is eerder een vaststelling na de raadscommissie Grondgebiedszaken van vorige week. Zelfs na de uitleg van onze juridisch expert ben ik niet helemaal overtuigd van dit bestek. Voor het deel van Mijn Huis en de ondergrondse parkings zijn er genoeg randvoorwaarden ingeschreven zoals timing en prijs. Ik vind dit echter niet terug voor de andere deelgebieden van dit project, uitgezonderd dan de vermarkting van de stadsgronden na 5 jaar, ongeacht de totale verkoop hiervan. Op onze vraag over : het niet inschrijven van mobiliteitsplannen, globale brandbeveiligingsplannen, criteria voor BEN-gebouwen( bijna energieneutrale gebouwen wat sowieso verplicht wordt tegen 2021), het niet inschrijven van een vooropgestelde timing en de mogelijkheden van het warmtenet, wat mij toch vragen doet stellen, antwoordt onze expert: ‘dit is allemaal de taak van de ontwikkelaar’. Dit schept inderdaad heel wat mogelijkheden voor het project zelf, wat positief is. Maar men zal volgens mij bij de voorstelling voor grote projectverschillen staan en zal het moeilijker worden om te gunnen, laat staan om betwistingen te vermijden bij gunning. Op de complexiteit en de grootte van dit project moet ik waarschijnlijk niet meer wijzen, maar toch zou ik het college nog willen vragen om wat betreft de leidinghebbende ambtenaar van onze stad voor dit project, los van de bekwaamheid, en gelet op de lange termijn van dit project, te voorzien in meer dan 1 ambtenaar (fall out vermijden) en deze de nodige ruimte en tijd te geven om dit project te leiden met een duidelijke doormeldplicht naar het college toe. Verder wil ik het college nog bedanken om de effectieve leden van de raadscommissie Grondgebiedszaken de kans te geven om op de toonmomenten van de kandidaten te mogen aanwezig zijn. Hopelijk krijgen we een zeer goede projectontwikkelaar die de ambities van onze stad kan waarmaken. Antwoord schepen Filip Kets *In antwoord op tussenkomst raadslid Rik Pattyn en het akkoord met Mijn Huis.
Dit is inderdaad een stevig akkoord en ik denk dat we mogen tevreden zijn met het eindresultaat. U hebt gelijk, financieel kunnen we niet geven èn krijgen. Maar ik denk dat het akkoord en het feit dat de bouw van Mijn Huis onmiddellijk meegaat in het grote project ten goede komt van de gemeenschap. En ik denk dat dit een evenwichtig geheel vormt. *Uw vraag rond financiën. Het is inderdaad zo dat we tegen 2018 alle uitgaven zullen gedaan hebben en dat de inkomsten pas later zullen binnenkomen, maar we hebben daar rekening mee gehouden en het past binnen onze budgettaire ruimte. *Uw vraag rond timing. Uw vraag om alles zo goed mogelijk op elkaar te laten aansluiten is duidelijk onze ambitie. We weten allemaal dat voor dergelijke grote projecten de timing moeilijk onder controle te houden is. Kijk maar naar Kortrijk. Maar het is in elk geval onze ambitie om zo nauw mogelijk alles te laten aansluiten. **In antwoord op de vraag van raadslid Patrick Claerhout. *Uw vragen rond ecologie en duurzaamheid zitten in de gunningscriteria. Ze nog harder beschrijven zou de creativiteit van de indieners beknotten. *Uw opmerking over moeilijk kunnen gunnen tussen de verschillende projecten als gevolg daarvan verrast mij een beetje. Ik denk dat het juist goed zou zijn dat de projecten zo ver mogelijk uit elkaar zouden liggen qua visievorming, dan is de keuze die we moeten maken des te duidelijker. Eenheidssoep bij de verschillende projectindieners zou de keuze pas moeilijk maken. ***In antwoord op de tussenkomst van raadslid Francis Pattyn. Ik moet zeggen dat u één en ander door elkaar gehaald hebt. Ik probeer alles even op een rijtje te zetten. Alles begon met de goedkeuring van het beeldkwaliteitsplan dat eigenlijk het toekomstig binnenplein ordende en het beeldkwaliteitsplan gaf toen aan dat er op het binnenplein geen winkels maar ook geen wonen kon aanwezig zijn. Het beeldkwaliteitsplan werd dan vertaald in de opmaak van een Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP) en op dat RUP is er bezwaar gekomen van de bouwmaatschappij Mijn Huis met de vraag om ook de mogelijkheid te laten om in het binnenplein een woonfunctie te voorzien. Dit bezwaar werd door het schepencollege en door de gemeenteraad aanvaard en goedgekeurd. Er kwam geen bezwaar van de eigenaars van Centrum I om ook dat daar te realiseren. Dus dat werd niet meegenomen in de definitieve vaststelling van het RUP. Want bij de definitieve vaststelling kan men enkel dat wijzigen waarop er bezwaren gekomen zijn. U zegt dat het moèt wonen zijn en dit klopt niet. Mijn Huis heeft in het huidige RUP de keuze wat ze onderaan het gebouw doet, wonen of geen wonen. Voor wat betreft de eventuele appartementen boven de winkels langs de kant van de Leie. Ook dit moet niet, maar mag. Het is natuurlijk wel zo dat die mogelijkheid aan de projectontwikkelaar bijkomende kansen biedt om financieel een win-win situatie te maken zoveel voor wat betreft hemzelf als voor de biedprijs van de grondwaarde aan de stad en aan Mijn Huis. Reactie raadslid Francis Pattyn Ik blijf erbij dat het niet duidelijk was in het RUP dat er appartementen konden komen langs de kant van de Leie. Vraag raadslid Olivier Vanryckeghem Zou de promotor achteruit kunnen met zijn appartementen langs de kant van de Leie richting Intermaché?
Antwoord schepen Filip Kets Ik vermoed dat louter technisch die mogelijkheid bestaat. Maar dit is dan eerder een eventuele vraag om op te lossen tussen de promotor en Mijn Huis. 9
Herinrichten Marktplein. Archeologisch vooronderzoek (inventariserend veldonderzoek). Goedkeuren bestek, raming (68.165,15 euro excl. 21 % btw) en gunningswijze.
Tussenkomst raadslid Stijn Derammelaere Hoe gingen wij in het verleden om met archeologische onderzoeken? Werkten we ook met vooronderzoeken? Is dit de eerste keer dat dit gebeurt en wat is hiervan de timing? Tussenkomst raadslid Rik Pattyn Ook ik heb een vraag naar timing toe. ik zou graag die onderzoeken zo snel mogelijk uitgevoerd zien om eventueel tijdsverlies in te halen voor wat het project betreft. Ik stel me ook een beetje vragen bij de sfeer die rond dit dagordepunt hangt. Is het de bedoeling dat wij putjes maken en ze zo snel mogelijk weer dichtdoen om zeker niets te zien en niets te vinden? Bijkomende vraag: stel je voor dat ze wel degelijk iets vinden. Ik denk dat de kans reëel is dat er archeologisch wel degelijk interessant materiaal in die ondergrond zit. Ik zou u toch willen waarschuwen om niet te vrijblijvend in de ‘putjes’ te kijken. Reactie schepen Filip Kets We hebben ervaring met vooronderzoeken bvb. op de mobilhomeparking aan de sporthal De Dageraad. Er is ook al een archeologisch vooronderzoek gebeurd in de omgeving van de Sint-Salvatorkerk bij de werken aan de N43 en de doorsteek naar de Leie. Toen werden er rond het kerkplein proefsleuven getrokken en werd er niets gevonden tenzij de fundamenten van de oude kerk die terugkeren in de tuin rond de kerk. Nu moet er een nieuw onderzoek komen en de focus daarvan ligt op het traject van de Arendsbeek. Daar zouden er misschien wel zaken kunnen gevonden worden omdat de beken in het verleden vooral verzamelaars waren van afval en dat in dat restafval misschien wel één en ander interessants te vinden is. De rest van de markt is al stevig omgewoeld geweest en de kans is klein dat daar nog iets uit de ondergrond komt dat waardevol is. Aanvullend antwoord schepen Jacques Maelfait na de zitting via mail. In antwoord op tussenkomst raadslid Rik Pattyn. Na goedkeuring van het bestek in de gemeenteraad worden de dossier opgestuurd naar de inschrijvers. De offertes dienen binnen te komen op 23 februari. Na controle en gunning in het college kan binnen de wettelijke termijnen (tussen 15 en 45 ste kalenderdag na gunning) de startdatum worden vastgelegd. De stad wenst de aanvang vast te stellen voor eind maart 2015. In het bestek is er opgelegd dat de nodige middelen dienen ingezet om binnen de 4 werkdagen een sleuf te onderzoeken, en dat er een sleuf tussen 2 wekelijkse markten in dient aangepakt. Er zijn 7 sleuven dus normaal 7 weken, afhankelijk van de weersomstandigheden. Ter hoogte van de beek is één proefsleuf voorzien, 6 op andere mogelijk interessante locaties. 10
Revitalisatie industriezone Stasegem - Acacialaan, Kollegelaan (tussen Gaverbeek en Acacialaan), Berkenlaan (tussen Venetiëlaan en Acacialaan), Platanenlaan en Kastanjelaan (tussen Kollegelaan en nr. 15). Goedkeuren samenwerkingsovereenkomst met CVBA Infrax.
Tussenkomst raadslid Rita Beyaert Dit project is toch een onderdeel van een groter geheel. M.a.w. dit project is een deel van de problematiek van de afwatering van de R8.
Mijn vraag is: als er over verdeling van kosten gepraat wordt, moet er dan ook geen overeenkomst gemaakt worden met AWV die uiteindelijk de beheerder is van de R8? Antwoord schepen Jacques Maelfait Ik heb nota genomen van uw vraag en zal dit navragen. Aanvullend antwoord schepen Jacques Maelfait na de zitting via mail. Revitalisering Harelbeke zuid bestaat uit 2 delen. Een deel van Infrax en Stad Harelbeke (de heraanleg van de wegen van de stad met riolering) en een deel van Aquafin (aanleg van een nieuwe collector R8). In dit laatste deel, dat nog in opmaak is, zitten de aanpassingen aan het pompstation en is ook AWV betrokken wegens de afwatering van de R8 en de waarschijnlijke eigendomssituatie van de bestaande leiding langsheen de R8. In het stuk Spoorwegstraat, waar de collector in onze weg loopt, dient de verdeling nog vastgelegd tussen de verschillende partijen. 12
Gezamenlijke aankoop poetsmateriaal. Goedkeuren bestek, gunningswijze en raming (12.603,31 euro excl. 21 % btw).
Tussenkomst raadslid Rosanne Mestdagh Is er nagedacht over samenaankoop met het OCMW voor wat het poetsmateriaal betreft? Kan dit bekeken worden? Antwoord van de diensten Er is permanent overleg inzake de aankopen van de stad en de aankopen van het OCMW. Er wordt op structurele basis samengewerkt. Aanvullend antwoord schepen Jacques Maelfait na de zitting via mail. Betreffende uw vraag gezamenlijke aankoop poetsmateriaal met het OCMW heb Ik dit doorgegeven aan de heer Frederique Christiaens, Diensthoofd Facility. 13
Aankoop voertuigen Facility. Goedkeuren bestek, gunningswijze en raming (50.413,22 euro excl. 21 % btw). Tussenkomst raadslid Olivier Vanryckeghem Van waar deze verandering in visie. Vroeger zei u over een occasie dat dit eigenlijk andermans miserie kopen was. Antwoord schepen Jacques Maelfait Ik heb dit gedaan uit budgettaire overwegingen. Aanvullend antwoord schepen Jacques Maelfait na de zitting via mail. Het is uiteraard zo dat Facility altijd tracht budget vrij te maken voor eventuele aankoop nieuwe voertuigen, maar door het recent verlies ongeval met de bestelwagen , de hoogdringendheid en de budgettering die het niet toelaat een nieuwe bestelwagen te kopen, is de keuze gemaakt geweest een recente tweedehandse bestelwagen met kippende laadbak aan te schaffen. 14
GAS (Gemeentelijke Administratieve Sancties). Protocolakkoord met het parket. Bekrachtiging.
Tussenkomst raadslid Tijs Naert Er loopt momenteel een interessant project in Hemiksem waar er eigenlijk ook gewerkt wordt met beloningen i.p.v. straffen. Kinderen worden gestraft als ze iets fout gedaan hebben, worden beloond als ze iets goeds gedaan hebben. Via GAS worden ze momenteel gestraft omdat ze iets fout gedaan hebben. Zou er met het geld dat binnenkomt via de GASboetes een beloningssysteem kunnen uitgewerkt worden zoals in Hemiksem het geval is?
Antwoord burgemeester Alain Top Ik ken het systeem van Hemiksem en volg het op. Ik denk dat dit een goed voorstel is, maar ik moet budgettair e.e.a. corrigeren. Het is zo dat GAS uiteindelijk niet veel opbrengt. GAS kost vooral geld als je de loonkost mee in rekening neemt van de medewerkers die GAS opvolgen. Dan is het verlieslatend. Dus overschot is er zeker niet. Ik moet er ook bij vermelden dat wij eigenlijk al via een soort beloningssysteem werken. Bvb. meter- en peterschap van glasbollen of onderhoud van groenveldjes in een bepaalde wijk. 15
Terbeschikkingstelling brandweerkazerne aan brandweerzone Fluvia. Goedkeuren contract.
Tussenkomst raadslid Rita Beyaert Over het ter beschikking stellen van het gebouw niet direct opmerkingen. Wel vraag omtrent de overeenkomst tussen Harelbeke en Fluvia in vorige raadszitting. Voor onze fractie dit punt goedkeurde heb ik u, burgemeester, duidelijk gevraagd of de regeling omtrent de dringende medische hulpverlening daarin opgenomen was. U heeft mij toen verzekerd dat dit zo was! ‘s Anderendaags breekt het protest vanuit de Harelbeekse Brandweer los. Op radio en via de geschreven pers vernemen we dat onze Harelbeekse ambulance niet meer 24/24u bemand wordt en dat de uitruktijd van 2 minuten op 5 minuten geplaatst wordt. Er circuleert zelfs een scenario waarbij het aantal ambulances in de Fluvia-zone beperkt wordt, maar ook de locatie van de ambulance in de kazerne van Harelbeke is niet zeker, misschien verhuist die naar de nieuwe kazerne van Deerlijk, langs de Vichtesteenweg. Na vele en lange besprekingen is sinds geruime tijd de twee minutenregeling ingevoerd geweest. Schepen en toenmalig brandweercommandant Eddy Glorieux heeft daar toen een belangrijke stimulerende rol bij gespeeld. Ook zijn collega’s Vandebuerie en Maelfait hebben ervaring bij de brandweer. Alle voorgaande besturen hebben, ondanks de financiële meerkost, ervoor gekozen de meest efficiënte hulp aan te bieden aan onze inwoners. Ondertussen weten we dat dankzij het felle protest van onze ambulanciers, er drie maanden uitstel is... Nota bene door de ambulanciers betaald, zij stellen zich tevreden met een mindere wedde. Burgemeester, ik heb één prangende vraag voor u: waarom is een mensenleven van een inwoner van Harelbeke minder waard dan dat van een Kortrijkzaan, Waregemnaar of Menenaar??? Had de brandweerhervorming niet tot doel eenzelfde snelle adequate dienstverlening te voorzien voor alle burgers? Om ons standpunt kracht bij te zetten leggen wij als CD&V-fractie hier een motie voor waarvan wij hopen dat alle fracties dit willen ondersteunen. Voorstel tekst: ‘de gemeenteraad van Harelbeke, in vergadering bijeen op 19 januari 2015 wenst de ambulancedienst in haar kazerne te behouden en dringt aan op het behoud van de huidige twee minutenregeling voor de inwoners van Harelbeke en Deerlijk. Graag de goedkeuring voor deze motie’. Antwoord burgemeester Alain Top Ik moet uw tussenkomst corrigeren. In de vorige gemeenteraad hebben we niets goedgekeurd. Het was in de gemeenteraad van november 2014 dat we een aantal zaken hebben goedgekeurd. Wat werd toen goedgekeurd? Ten eerste dat de dringende medische hulp in zijn totaliteit overging naar de zone. Ten tweede kort voordien verschenen er KB’s die door een vorige minister voorbereid waren waarin er een aantal zaken geregeld werden. De verloning van de ambulanciers werd gelijk getrokken met de verloning van de brandweerlui. En dit deed de kosten van de ambulance met 30% stijgen. Dit was niet meegerekend in het budget, dus ook niet in het budget van Fluvia en we moesten op zoek naar oplossingen. Deze kunnen erin bestaan om over te gaan tot een rationalisering van het aantal posten van dringende medische hulp. Dus het aantal ambulances verspreid over het werkingsgebied. In die
voorstellen die op tafel kwamen, kwam de kazerne van Deerlijk effectief als mogelijkheid naar voor, maar uiteraard u weet net zo goed als ik, dat die kazerne er nog niet staat. De tussenoplossing werd gecreëerd door de ambulanciers zelf. Nu heeft Fluvia drie maand tijd om met een deftige oplossing naar voor te komen zodat elk mensenleven even belangrijk is, ook in Kuurne, Beveren-Leie en Waregem. Fluvia werkt nu aan scenario’s om zijn kosten beter te kunnen verdelen. Zo ook wat betreft de vraag rond de twee minutenregeling in Harelbeke. Dit is een vraag voor Fluvia, maar we moeten de vraag stellen op de juiste wijze. We moeten de best mogelijke hulp hier in Harelbeke krijgen en uiteraard van waar ze verstrekt wordt is van tweede orde. Kan ze vanuit Harelbeke komen, zoveel te beter. Fluvia maakt nu een aantal scenario’s en het feit dat Harelbeke meer dan 2000 oproepen per jaar te verwerken krijgt, ondersteunt eigenlijk die vraag. Reactie raadslid Rita Beyaert U draait rond de hete brij heen. Mijn vraag handelt vooral over de twee minutenregeling tegenover de vijf minutenregel. In Kortrijk, Waregem en Menen staat de ambulance op twee minuten, in Harelbeke staat ze overdag op twee minuten en s’ nacht op vijf minuten. DAT is de vraag. Doen wij of Fluvia die financiële inspanning? Reactie burgemeester Alain Top Er is momenteel dus, zoals ik reeds gezegd heb, een drie maand stand-still periode en er is een voorstel groeiende om de eerste ambulance over het gehele grondgebied op twee minuten te zetten en dan met een reservegroep te werken zodanig dat bij een tweede uitruk het misschien iets langer kan duren. Ik moet u er wel bij zeggen dat de situatie veranderd is sinds de start van Fluvia. Ik wil daar de motie van Harelbeke verdedigen en zo hard mogelijk aan het touw van Harelbeke trekken. Ik bezit spijtig genoeg maar 16,… % van de stemmen. Aanvulling schepen Eddy Glorieux Toen ik stopte als brandweercommandant hadden we 34 ambulanciers in ons korps. Die ambulanciers zitten nu nog steeds op peil. Dus op vlak van de bemanning staat de Harelbeekse brandweerpost heel sterk. Tussenkomst raadslid Tijs Naert Ik vind het misplaatst dat raadslid Rita Beyaert een vergelijking maakt over mensenlevens tussen de gemeenten. Dat is plat populisme. Tussenkomst raadslid Alexander De Waele Ik stel vast dat zowel de burgemeester, de meerderheid als de CD&V vóór een twee minutenregeling is. Dus niemand is tegen. Daarom denk ik dat we in de zone moeten proberen om vanuit onze minderheidspositie zo zwaar mogelijk te wegen. Reactie raadslid Rita Beyaert Ik heb de discussies genoeg meegemaakt in de vorige legislatuur als burgemeester. Ik eis dit ten alle tijde op. Als we geen druk zetten, zal er niets gebeuren. Suggestie burgemeester Alain Top Laat ons samen de ingediende motie herformuleren, zodanig dat we deze in volle unanimiteit aan de Fluviazone kunnen voorleggen. 17
Opheffing van de parochie OLV-Koningin Harelbeke. Advies.
Tussenkomst raadslid Eric Kerckhof Ik begrijp de ratio van het opheffen van de eredienst in de kapel op de Arendswijk, maar ik moet toch wel meegeven dat sommigen die kapel hard zullen missen. Eigenlijk is er niet alleen 50 jaar eredienst, maar er is ook 50 jaar familiegebeurtenissen waar een eind
aan komt, 50 jaar verenigingsleven die zich concentreerde rond het Labruske dat verdwijnt. Een plaats waar mensen in beweging kwamen, valt helemaal weg. 18
Aanpassing subsidiereglement Harelbeekse Jeugd.
Tussenkomst raadslid Lynn Callewaert Ik ben heel blij met dit dossier en vooral met de manier waarop het tot stand kwam.. Het dossier is er gekomen via constructieve samenwerking tussen Jong CD&V, Jeugdraad en schepen. En het is ook een bewijs dat groene politiek niet alleen via Groen! kan uitgedragen worden, maar ook kan ontspruiten bij de CD&V. Dit was een constructief project, het was tof. Schepen, u krijgt van mij een groene pluim, hopelijk volgen ook de andere schepenen u in deze constructieve manier van samenwerken. Tussenkomst raadslid Stijn Derammelaere Ik ben onder de indruk van de maturiteit van de Jeugdraad dat zij gekozen hebben op basis van principes en niet op basis van centen. Tof beste Jeugdraad, goed gedaan ! Tussenkomst Alexander De Waele Het is zeer positief dat er aanpassingen aan het reglement gebeuren. Heel veel verenigingen kunnen het Bouwfonds goed gebruiken. Voor wat energie betreft, hebben we nu ook responsabilisering. Vroeger kon je ook niet zuiniger verwarming gebruiken zonder dat je ervoor ‘bestraft’ werd. Dit is een hele verbetering. Als ik het goed begrijp, kan je echter nog altijd op elektriciteit verwarmen. Dit is nog een werkpuntje, maar in elk geval dit reglement is veel beter dan het vorige. Reactie schepen David Vandekerckhove Ik ben blij met de vele pluimen en ben vooral blij met dit voorbeelddossier. OPENBARE STEMMINGEN Punt 6: Onthielden zich: de raadsleden Rita Beyaert, Rik Pattyn, Francis Pattyn, Rik Vandenabeele, Rosanne Mestdagh, Kathleen Duchi, Eric Kerckhof, Donald Langedock, Olivier Vanryckeghem, Sofie Decavele, Stijn Soetaert, Lynn Callewaert en Hilde De Bruyne. De overige besluiten in openbare stemming werden genomen met unanimiteit der stemmen van de aanwezige leden. VERSLAG. Er worden geen opmerkingen gemaakt op het verslag van 15 december 2014 dat als goedgekeurd mag worden beschouwd.
De zitting eindigt om 22.45 uur.
Carlo Daelman Secretaris
Michaël Vannieuwenhuyze Voorzitter