A VUmc-compas toetsing
Toets
CAT B 3.2 13-14 / Cursus-afhankelijke toets
Cursus
B Neurologie 13-14
Cursuscoördinator (vice-)
dr. B.W. van Oosten / mw. prof. dr. H.E. de Vries
Gelegenheid
2
Toetsdatum
4 juli 2014
Tijd
8:45 - 10:45 uur (8:45 - 11:15 uur voor extra-tijd studenten)
Plaats
IN-0B60 (Initium Gebouw)
Aantal en type vragen
60 meerkeuzevragen: 15 tweekeuzevragen, 5 driekeuzevragen,
e
38 vierkeuzevragen, 2 vijfkeuzevragen Druk
tweezijdig bedrukt
Toegestane hulpmiddelen
geen
Studentinstructie: Dit tentamen mag niet door studenten worden meegenomen MC-toets: kies het beste (volledig juiste en meest complete) antwoord • • • • • • • • •
mobiele telefoons uit en in de tas onder de stoel alléén toetsbenodigdheden op tafel vul je studentnummer en naam duidelijk in op het formulier kras NIET in de barcode rechtsonder; ook GEEN doorhalingen zo nodig foutieve hokjes corrigeren door zeer goed te gummen vragen over de inhoud van de toets worden NIET beantwoord commentaren na afloop naar de JVC van je cursus toiletbezoek NIET toegestaan fraude wordt bestraft
Succes!
herCAT Neurologie / afname 4 juli 2014
Pagina 1 van 16
herCAT Neurologie / afname 4 juli 2014
Pagina 2 van 16
1
De meeste oorzaken van duizeligheid die gezien worden in de huisartspraktijk zijn onschuldig. Belangrijk is wel te letten op alarmsignalen. Bij welke van de onderstaande situaties is er sprake van een dergelijk alarmsignaal? a. Duizeligheid die gepaard gaat met eenzijdig gehoorverlies b. Duizeligheid in aanvallen bij omdraaien in bed c.
Duizeligheid na staken SSRI (selective serotonin re-uptake inhibitor)
d. Duizeligheid tijdens de mictie bij bejaarde man 2
Een voorheen gezond jongetje van 9 jaar oud is drie dagen ziek thuis met koorts (39,8 ºC) als hij twee gegeneraliseerde epileptische aanvallen krijgt, elk met een duur van ongeveer vijf minuten. Stelling: Dit beeld is karakteristiek voor koortsconvulsies. a. Ja b. Nee
3
Op een doorsnede van het ruggenmerg ziet u gebied ‘A’.
Welke vezels bevinden zich in dit gebied? a. Afdalende vezels van de piramidebaan b. Intersegmentale vezels c.
Opstijgende vezels van de vitale sensibiliteit
d. Opstijgende vezels van de gnostische sensibiliteit 4
Op de spoedeisende hulp wordt een comateuze man binnengebracht. Hij heeft geen koorts en geen zichtbaar uitwendig letsel. Glasgow Coma Scale: E=1; M=3; V=2. Circulatoir en respiratoir zijn er geen problemen. Welke volgorde van handelen is de beste? a. Bloedafname → i.v. thiamine en glucose → CT-hersenen → lumbaalpunctie b. CT-hersenen → bloedafname → lumbaalpunctie → i.v. thiamine en glucose c.
I.v. thiamine en glucose → bloedafname → lumbaalpunctie → CT-hersenen
d. Lumbaalpunctie → CT-hersenen → i.v. thiamine en glucose → bloedafname
herCAT Neurologie / afname 4 juli 2014
Pagina 3 van 16
5
Een vrouw krijgt een week na de geboorte van haar eerste kindje in de loop van een dag toenemende hoofdpijn en moet enkele keren braken. Bij onderzoek is er geen neurologische uitval. Een standaard CT-hersenen zonder contrast laat geen afwijkingen zien. Bij lumbaalpunctie blijkt de liquordruk verhoogd (38 cm. H2O). Welke diagnose is het meest waarschijnlijk? a. Carotisdissectie b. Cerebrale veneuze sinustrombose c.
Perimesencefale bloeding
d. Subarachnoïdale bloeding 6
Welke bevinding bij het neurologische onderzoek is als normaal te beschouwen bij een gezonde oudere? a. Dubbelzijdig afwezige achillespeesreflex b. Dubbelzijdig afwezige kniepeesreflex c.
Fasciculaties van de kauwspieren
d. Fasciculaties van de m. trapezius 7
Een bejaarde patiënt valt van de trap. Nadien is er sprake van een parese van alle ledematen, waarbij opvalt dat deze aan de armen veel ernstiger is dan aan de benen. Wat is de meest waarschijnlijke verklaring van deze klinische presentatie? a. Schade aan de centrale grijze stof in het cervicale myelum b. Schade aan de cervicale motorische wortels c.
Schade aan de piramidebaan in het cervicale myelum
d. Schade bilateraal in het arm-gebied van de primaire motore cortex
herCAT Neurologie / afname 4 juli 2014
Pagina 4 van 16
8
Op dit voor-achterwaartse angiogram van de bloedvaten in de hersenen wordt met pijltjes een groot bloedvat aangegeven. Welk bloedvat is dit? a. a. basilaris b. a. cerebri anterior c.
a. cerebri media
d. a. vertebralis 9
Bij het testen van spierrekkingsreflexen wordt de handgreep van Jendrassik toegepast. Wat is het doel hiervan? a. De aandacht van de proefpersoon wordt afgeleid b. De reciproke activatie wordt verminderd c.
De spierlatentie wordt verkort
d. De spierspoeltjes worden geactiveerd 10
Profylactische behandeling van migraine is te overwegen wanneer de aanvallen twee keer of vaker per maand optreden. Welke van de onderstaande geneesmiddelen is als eerste keus geïndiceerd als profylactische behandeling bij migraine? a. Ergotamine b. Metoprolol c.
Natriumvalproaat (valproïnezuur)
d. Sumatriptan
herCAT Neurologie / afname 4 juli 2014
Pagina 5 van 16
11
Bij een bilaterale laesie van welke anatomische structuur kan coma het gevolg zijn? a. Capsula interna b. Cerebellum c.
Fasciculus longitudinalis medialis
d. Thalamus 12
Een bekende bijwerking van de behandeling van de ziekte van Parkinson met l-dopa is het optreden van misselijkheid en braken. Wat is de oorzaak van het optreden van deze bijwerking? a. Er is een verlaagde omzetting van l-dopa in dopamine en daardoor een verminderde activatie van D2 dopaminereceptoren in de chemoreceptor trigger zone b. L-dopa activeert direct D2 dopaminereceptoren in de chemoreceptor trigger zone c.
L-dopa werkt als een antagonist op D2 dopaminereceptoren in de chemoreceptor trigger zone
d. L-dopa wordt omgezet in dopamine en dat activeert D2 dopaminereceptoren in de chemoreceptor trigger zone 13
Op een CT-opname ziet u een hersenbloeding als een gebied met hogere signaalwaarde ten opzichte van de signaalwaarde van de liquor. Wat zegt dit over de fysische eigenschappen van de bloeding ten opzichte van de liquor? a. De absorptie van Röntgenstraling is hoger b. De absorptie van Röntgenstraling is lager c.
De longitudinale relaxatietijd T1 is kleiner
d. De transversale relaxatietijd T2 is groter 14
Bij multiple sclerose (MS) brengt het hersenendotheel adhesiemoleculen op het oppervlak tot expressie, welke herkend worden door leukocyten die over het endotheel rollen en blijven plakken (stap I en II). De leukocyten hechten zich vast (stap III) en kruipen over het endotheel op zoek naar een plek waar ze er doorheen kunnen (stap IV). Door celsignaleringsprocessen in het endotheel opent de barrière zich en kunnen de leukocyten de hersenen binnendringen, de diapedese (stap V). Behandeling van MS met natalizumab (Tysabri), een antilichaam gericht tegen het integrine VLA-4, gaat dit proces tegen. Welke stap of welke stappen in bovengenoemde volgorde van gebeurtenissen remt natalizumab? a. Stap I en II b. Stap III c.
Stap IV
d. Stap V 15
Wat is ongeveer de prevalentie van het Restless Legs Syndrome in Nederland? a. 6% b. 3% c.
0,5%
d. 0,1%
herCAT Neurologie / afname 4 juli 2014
Pagina 6 van 16
16
Gesteld dat patiënt A een glioblastoom heeft en patiënt B een even grote en solitaire metastase van een kleincellig longcarcinoom op dezelfde locatie, bij wie is de kans op een radicale operatieve verwijdering van de intracraniële tumor dan het grootst? a. Patiënt A b. Patiënt B
17
Witte stof heeft een korte T2 relaxatietijd (92 ms.) en de cerebrospinale vloeistof een lange T2 relaxatietijd (160 ms.). Met welke signaalintensiteit zijn witte stof en cerebrospinale vloeistof afgebeeld op een T2 gewogen MRI opname, dus een opname met een lange echotijd van 45 ms. of langer? (hoge intensiteit is ''licht'' en lage intensiteit is ''donker'') a. Beide donker b. Beide licht c.
Witte stof donker, cerebrospinale vloeistof licht
d. Witte stof licht, cerebrospinale vloeistof donker 18
Een patiënt die tot dan toe steeds voldaan heeft aan de criteria voor episodische spanningshoofdpijn meldt dat er de laatste tijd bij aanvallen van hoofdpijn soms ook sprake is van fotofobie, maar geen fonofobie. De behandelend arts begint nu te twijfelen aan de eerder gestelde diagnose en overweegt migraine. Stelling: het optreden van fotofobie bij aanvallen van spanningshoofdpijn moet deze diagnose doen verwerpen. a. Juist b. Onjuist
19
Bij een lumbaal radiculair syndroom kan conservatief of operatief behandeld worden. Wat is het belangrijkste voordeel van een operatieve behandeling? a. Snellere pijnreductie b. Beter langetermijnresultaat
20
Een patiënt met relapsing-remitting MS wordt sinds een jaar behandeld met interferonbèta, maar blijft exacerbaties houden. Bij MRI-onderzoek is er een toename van het aantal laesies te zien, waarvan er enkele aankleuren na contrasttoediening. Bij bloedonderzoek heeft de patiënt geen aanwijzingen voor dragerschap van het JC-virus. U wilt de patiënt een effectievere behandeling adviseren. Welk middel heeft in deze omstandigheden de grootste kans op succes? a. Glatirameeracetaat (Copaxone) b. Natalizumab (Tysabri)
21
Bij de behandeling van de ziekte van Parkinson kan in een gevorderd stadium gekozen worden voor continue toediening van medicatie via een subcutane of intraduodenale toediening. Welk verschijnsel vormt voor een dergelijke behandeling een goede indicatie? a. Cognitieve achteruitgang b. Motorische responsfluctuaties c.
Stoornissen van de impulsregulatie
d. Visuele hallucinaties herCAT Neurologie / afname 4 juli 2014
Pagina 7 van 16
22
Een patiënt met ernstig schedel-hersenletsel en een bekkenfractuur wordt op de spoedeisende hulp gepresenteerd. De GCS bedraagt 6. De bloeddruk is 60/30 mm. Hg, de pols 136/min. en de zuurstofsaturatie 81%. Bij CT-onderzoek van de hersenen zijn er geen operabele afwijkingen. Welke behandeling verkleint de kans op secundaire hersenschade het meest? a. Behandeling van de hypoxie met zuurstof b. Herstel adequaat circulerend volume met i.v. vocht c.
Sedatie met pentothal
d. Therapeutische hypothermie 23
Een mogelijke aanwijzing voor de oorzaak van migraine komt uit onderzoek naar familiaire hemiplegische migraine. Deze ziekte blijkt te worden veroorzaakt door een genmutatie, die leidt tot een afwijkend eiwit. Voor welke type eiwit codeert het gemuteerde gen? a. Calcitonin gene-related peptides b. Hydroxytryptaminereceptoren c.
Neuronale ionkanalen
d. Substance-p eiwitten 24
Welke van de volgende medicijnen grijpt niet aan op een 5-hydroxytryptaminereceptor (5-HT receptor)? a. Domperidom b. Ergotamine c.
Pizotifeen
d. Sumatriptan 25
De prognose van patiënten met een hooggradig glioom is slecht. Aan welke van de hier genoemde mogelijkheden overlijden patiënten met een hooggradig glioom vaker? a. Lokale uitbreiding van de tumor met intracraniële drukverhoging b. Metastasering naar myelum, wervelkolom en lever
26
Welke klacht of bevinding is kenmerkend voor het carpaletunnelsyndroom? a. Parese van de vingerextensoren b. Doof gevoel in de pink c.
Wakker worden van tintelingen in de hand ’s nachts
d. Verlaagde bicepspeesreflex
herCAT Neurologie / afname 4 juli 2014
Pagina 8 van 16
27
Een 43-jarige man bezoekt het spreekuur van zijn huisarts in verband met beven van zijn handen. Het beven is al enkele jaren aanwezig en neemt geleidelijk in ernst toe. Hij ondervindt in toenemende mate hinder bij het schrijven en kan bij sociale gelegenheden een kop en schotel niet goed meer hanteren. Wanneer hij ontspannen is na enkele glazen alcoholhoudende drank heeft hij minder last van het beven. Zijn grootvader leed aan de ziekte van Parkinson; zijn vader had ook altijd bevende handen. Bij onderzoek valt een asymmetrische, regelmatige tremor van beide handen op, rechts meer dan links. De tremor is afwezig wanneer de handen in zijn schoot liggen en treedt op wanneer hij op verzoek de handen voor zich uitstrekt of een bekertje water hanteert. Bij passief bewegen van de armen is er beiderzijds een licht tandradfenomeen. Het onderzoek levert verder geen afwijkingen op. Wat is de meest waarschijnlijke diagnose? a. Cerebellaire tremor b. Dystone tremor c.
Essentiële tremor
d. Ziekte van Parkinson 28
Een vrouw met myotone dystrofie type 1 (ziekte van Curschmann-Steinert) is zwanger. Stelling: Er is een medische indicatie om in het ziekenhuis te bevallen. a. Juist b. Onjuist
29
Bij een patiënt met zwakte van tong en keelspieren wordt de diagnose amyotrofische laterale sclerose (ALS) overwogen. Welk van onderstaande symptomen zou deze diagnose het sterkst ondersteunen? a. Dwanglachen/dwanghuilen b. Ptosis bovenoogleden c.
Zwakte van de blaassfincter
d. Zwakte van de extra-oculaire spieren 30
Welk symptoom past niet bij een infarct in het stroomgebied van de a. cerebri posterior in de dominante hemisfeer? a. Afasie b. Geheugen- en gedragsstoornissen c.
Hemianopsie
d. Visuele hallucinaties 31
Welke middel is de eerste keus als men chronische spanningshoofdpijn medicamenteus wil behandelen? a. Amitriptyline b. Carbamazepine c.
Mirtazapine
d. Paracetamol
herCAT Neurologie / afname 4 juli 2014
Pagina 9 van 16
32
Een bejaarde patiënt die u al jaren behandelt voor de ziekte van Parkinson wordt in toenemende mate psychotisch. Stelling: het voorschrijven van haloperidol is hier een goede keus. a. Juist b. Onjuist
33
Veel anti-epileptica werken voornamelijk via blokkade van natriumkanalen. Welk anti-epilepticum heeft een ander werkingsmechanisme? a. Carbamazepine b. Fenytoine c.
Lamotrigine
d. Levetiracetam 34
Bij een patiënt is de diagnose dermatomyositis gesteld. Het is bekend dat dit vaak gepaard gaat met andere aandoeningen, waarop dus gescreend moet worden. Op welke type aandoening moet deze patiënt gescreend worden? a. Cardiovasculair b. Cataract c.
Maligniteit
d. Scoliose 35
Bij kinderen ziet men periodieke syndromen, die uiteindelijk vaak overgaan in gebruikelijke migraine. Welk periodiek syndroom behoort niet tot deze categorie? a. Benigne paroxysmale vertigo b. Cyclisch braken c.
Episodische buikpijnaanvallen
d. ‘Reflex anoxic seizures’ 36
Bij welke diagnose komt de combinatie van areflexie aan de benen en het optreden van een voetzoolreflex volgens Babinski normaalgesproken niet voor? a. Ataxie van Friedreich b. Gecombineerde strengziekte door vitamine B12 deficiëntie c.
37
Traumatische dwarslaesie (chronische stadium)
Een student wordt tijdens de introductietijd ziek. Zijn huisgenoten vinden hem suf en dachten eerst dat hij teveel had gedronken. Toen ze constateerden dat hij hoge koorts had hebben zijn hem naar de spoedeisende hulp gebracht. Daar heeft hij een temperatuur van 39,5ºC, een normale bloeddruk, de Glasgow Coma Score is E3M5V3. Als de arts zijn hoofd naar voren buigt, lukt dat maar een aantal centimeters en trekt hij spontaan beide benen op. Welk handeling moet er nu het eerst gebeuren? a. CT-hersenen b. i.v. antibiotica c.
Liquoronderzoek
herCAT Neurologie / afname 4 juli 2014
Pagina 10 van 16
38
Welk bewering over medicatie die wordt gebruikt bij de behandeling van de ziekte van Parkinson is correct? a. Deze medicatie heeft geen effect op de progressie van het neurodegeneratieve ziekteproces b. Deze medicatie werkt doorgaans via stimulatie van de dopamine-aanmaak in het neuron c.
Dopamine-agonisten werken voornamelijk door stimulatie van het D1-type dopaminereceptor
d. Monoamineoxidase B-remmers remmen de omzetting van l-dopa in dopamine buiten het zenuwstelsel 39
Door patiënten met een TIA of ‘minor stroke’ direct te behandelen en niet pas na een afspraak op een polikliniek, daalt de recidief kans in de eerste drie maanden. Hoe groot is deze daling? a. Van 50 naar 10% b. Van 20 naar 10% c.
Van 20 naar 5%
d. Van 10 naar 2% 40
Een patiënt klaagt over duizelingen die ongeveer 10 seconden duren na omdraaien in bed of na het oprapen van een voorwerp dat op de grond gevallen is. Welke test zal bij deze anamnese het meest waarschijnlijk tot een definitieve diagnose lijden? a. Unterberger b. Romberg c.
Ménière
d. Frenzel e. Dix-Hallpike 41
Van een patiënt die korter dan een minuut buiten kennis is geraakt heeft u alleen metingen van de hartfrequentie tot uw beschikking. Er blijkt sprake van een uitgesproken bradycardie tijdens de bewustzijnsdaling. Welke diagnose is het meest waarschijnlijk? a. Epilepsie b. Orthostatische hypotensie c.
Transient ischemic attack (TIA)
d. Vasovagale syncope
herCAT Neurologie / afname 4 juli 2014
Pagina 11 van 16
42
Een patiënt klaagt over dubbelzien. Bij het kijken naar een horizontaal voorwerp ziet hij dit dubbel, waarbij het onderste beeld enigszins gekanteld staat zoals in de figuur.
links
rechts
Welke hersenzenuw functioneert niet goed? a. n. abducens b. n. opticus c.
n. trigeminus
d. n. trochlearis 43
Polyneuropathie kan ontstaan bij zowel een te lage als een te hoge spiegel van één bepaald vitamine. Welk vitamine is dit? a. Vitamine B1 b. Vitamine B6 c.
Vitamine B11
d. Vitamine B12 44
Een patiënt heeft uitstralende pijn vanuit de rug via de heup naar de voorzijde van het linker bovenbeen, en vandaar nog tot iets onder de knie. Bij het neurologische onderzoek zijn er geen sensibele en motorische uitvalsverschijnselen, maar is de kniepeesreflex links verlaagd. Gesteld dat deze klachten veroorzaakt worden door een hernia nuclei pulposi, op welk niveau zal deze zich het meest waarschijnlijk bevinden? a. L1-L2 b. L2-L3 c.
L3-L4
d. L4-L5 e. L5-S1 45
Een bekende valkuil in het diagnostische proces is dat de arts sneller denkt aan bijzondere diagnoses die hij of zij korte tijd daarvoor bij een andere patiënt heeft gesteld, en daardoor meer gewone diagnoses over het hoofd dreigt te zien. Hoe noemt men deze valkuil in het Engels? a. Anchoring heuristic b. Availability heuristic c.
Representativeness heuristic
herCAT Neurologie / afname 4 juli 2014
Pagina 12 van 16
46
Met elektromyografie (EMG) kan men de functie van neuromusculaire structuren onderzoeken. Welke condities kan een EMG goed onderscheiden? a. Neuropathie en myopathie b. Congenitale en verworven myopathie
47
Een patiënt met een verlaagd bewustzijn opent de ogen niet op aanspreken en pijnprikkels, strekt de rechterarm en vertoont een normaal uitziende buigbeweging van de linkerarm op een pijnprikkel en kreunt daarbij iets onverstaanbaars. Wat is de uitkomst van de Glasgow Coma Score? a. 7 b. 8 c.
9
d. 10 48
Een vrouw van 31 jaar heeft last van tintelingen in de linker lichaamshelft, vanaf de clavicula naar distaal. Deze zijn in de loop van enkele dagen vanuit het been naar proximaal opgekropen. Zij heeft geen spierzwakte bemerkt. Twee jaar geleden maakte zij een neuritis optica door, die goed herstelde. MRI-onderzoek van de hersenen is normaal, in het cervicale myelum is een enkele mm grote laesie zichtbaar. Serologisch onderzoek naar Borrelia en lues is negatief. Stelling: op basis van deze gegevens kan de diagnose MS worden gesteld. a. Juist b. Onjuist
herCAT Neurologie / afname 4 juli 2014
Pagina 13 van 16
49
Welk snijvlak dient u te kiezen om in een frontale doorsnede van de hersenen de grootste kans te hebben om de lenskern aan te treffen? a. A b. B c.
C
d. D 50
Bij een comateuze traumapatiënt op de intensive care vermoedt de behandelend arts een traumatische cervicale dwarslaesie. Het is niet mogelijk de hemodynamisch instabiele patiënt te vervoeren naar CT- of MRI-scan. Het is wel mogelijk aanwijzingen te verkrijgen over de aanwezigheid van een dwarslaesie door het verrichten van ‘evoked potentials’ onderzoek. Welk ‘evoked potentials’ onderzoek kan hier behulpzaam zijn? a. Brainstem auditory evoked potentials (BAEP) b. Somato-sensory evoked potentials (SSEP) c.
51
Visual evoked potentials (VEP)
Een patiënt heeft meningitis met als verwekker cryptococcus neoformans. Welke onderliggende oorzaak moet nu ernstig overwogen worden? a. Coeliakie b. Immuundeficiëntie c.
Diabetes mellitus
d. Ziekte van Addison
herCAT Neurologie / afname 4 juli 2014
Pagina 14 van 16
52
Patiënt A heeft een afspraak bij een arts gemaakt omdat hij zich zorgen maakt over een slechter wordend geheugen. De even oude patiënt B heeft ook een afspraak, die is gemaakt door zijn partner, die zich zorgen maakt over diens slechter wordende geheugen. Bij welke patiënt is de kans dat er sprake is van dementie het grootste? a. Patiënt A b. Patiënt B
53
Bij een verder gezonde 44-jarige vrouw stelt u de diagnose ‘radiculair syndroom C7 rechts, zonder uitval’. Stelling: bij deze patiënte is er een indicatie tot het verrichten van een blanco röntgenfoto van de cervicale wervelkolom. a. Juist b. Onjuist
54
Een 63-jarige vrouw met hypertensie bemerkt een acute, pijnloze visusdaling van het linkeroog. Bij gezichtsveldonderzoek is het centrale zien relatief gespaard en vooral het onderste deel van het gezichtsveld aangedaan. De oogarts ziet papiloedeem. In de loop van de dag neemt de gezichtsvelduitval nog toe. Bij bloedonderzoek is de bezinking normaal. Welke diagnose is het meest waarschijnlijk? a. Amaurosis fugax b. ‘Anterior ischemic optic neuropathy’ c.
Hypofysebloeding
d. Neuritis optica 55
Een 24-jarige vrouw bemerkt een vreemde elektrische sensatie, die vanuit de nek via de ruggengraat naar de onderrug en billen loopt, als zij de nek buigt. Aan welke neurologische aandoening moet deze klacht doen denken? a. Amyotrofe laterale sclerose (ALS) b. Cervicaal radiculair syndroom c.
Guillain-Barrésyndroom
d. Multipele sclerose (MS) 56
Hoewel de effecten beperkt zijn, kunnen bij de ziekte van Alzheimer middelen als memantine en rivastigmine een tijdelijke symptomatische verbetering geven. Wat is een belangrijk verschil tussen beide middelen? a. Memantine heeft naast symptomatische effecten ook een remmend effect op de neurodegeneratie, rivastigmine niet b. Memantine is een NMDA-receptorantagonist, rivastigmine een acetylcholinesteraseremmer c.
Memantine kan oraal gegeven worden, rivastigmine alleen parenteraal
Let op: de vragen 57 t/m 60 staan op de volgende bladzijde!
herCAT Neurologie / afname 4 juli 2014
Pagina 15 van 16
57
Een patiënt heeft gemerkt dat er rond het inslapen korte spierschokjes optreden. Hoe moet dit verschijnsel geduid worden? a. Epilepsie b. Fysiologisch c.
Hypoxie
d. Kataplexie 58
Een rechtshandige 59-jarige man bezoekt op 28 juni de polikliniek neurologie wegens een passage spraakstoornis en hemiparese rechts op 2 juni en nog eens op 4 juni. Op 29 juni wordt een ECHO-duplex van de halsvaten gemaakt, waarbij links een stenose van 60% en rechts een stenose van 40% wordt gevonden. Stelling: bij deze patiënt hoeft op 29 juni een carotisendarterectomie niet overwogen te worden. a. Juist b. Onjuist
59
Een 50-jarige man heeft al 35 jaar diabetes mellitus, sinds vijf jaar is er ook sprake van polyneuropathie. Het laatste jaar is er sprake van impotentie. Stelling: impotentie is ongebruikelijk in het kader van een polyneuropathie en behoeft in dit geval verder onderzoek. a. Juist b. Onjuist
60
Een gezonde 20-jarige man is uit een auto geslingerd, toen deze met 80 km/uur uit de bocht vloog. Hij is niet buiten kennis geweest, heeft geen posttraumatische amnesie en geen uitwendig letsel van het hoofd. Hij gebruikt geen medicijnen. Stelling: volgens de geldende richtlijnen is er een indicatie voor een CT-hersenen. a. Ja b. Nee
herCAT Neurologie / afname 4 juli 2014
Pagina 16 van 16