A VUmc-compas toetsing
Toets
CAT B 3.2 14-15 / Cursus-afhankelijke toets
Cursus
B CAT Leren dokteren 5 14-15
Cursuscoördinator (vice-)
prof. dr. C.M.P.M. Hertogh / dr. O.J. de Vries
Gelegenheid
2
Toetsdatum
Dinsdag 7 juli 2015
Tijd
15.15 – 17.45 uur (15.15 – 18.15 uur voor extra-tijd studenten)
Plaats
TenT-hal VU campus
Aantal en type vragen
57 meerkeuzevragen: 6 tweekeuzevragen, 14 driekeuzevragen,
e
36 vierkeuzevragen, 1 vijfkeuzevraag Druk
tweezijdig bedrukt, kleurendruk
Toegestane hulpmiddelen
geen
Studentinstructie: Dit tentamen mag niet door studenten worden meegenomen MC-toets: kies het beste (volledig juiste en meest complete) antwoord • • • • • • • • • • •
mobiele telefoons uit en in de tas onder de stoel alléén toetsbenodigdheden op tafel vul je studentnummer en naam duidelijk in op het formulier kras NIET in de barcode rechtsonder; ook GEEN doorhalingen zo nodig foutieve hokjes corrigeren door zeer goed te gummen vragen over de inhoud van de toets worden NIET beantwoord commentaren na afloop naar de JVC van je cursus drinken is toegestaan, eten NIET (opbergen in tas) toiletbezoek is toegestaan anderhalf uur na aanvang van de toets gedurende het laatste half uur van de toets mag de toetsruimte niet worden verlaten fraude wordt bestraft
Succes!
herCAT Leren dokteren 5 / afname 7 juli 2015
Pagina 1 van 19
herCAT Leren dokteren 5 / afname 7 juli 2015
Pagina 2 van 19
1
Enkele dagen geleden werd een 82-jarige vrouw opgenomen op de psychogeriatrische verpleegafdeling van het verpleeghuis. Reden van opname was een vorderende dementie waarbij zij niet meer zelfstandig thuis kon blijven wonen. Mevrouw loopt zonder problemen met haar rollator over de afdeling en ondergaat de opname goed. Ze vraagt nog wel geregeld aan de verzorging waar haar slaapkamer is en ze mist haar hond. Ze geeft geen lichamelijke klachten aan, behalve dat haar rechter heup pijnlijk is. Haar medische (voor)geschiedenis vermeldt verder: hypertensie, COPD, mild myocardinfarct 4 jaar geleden, totale heupprothese links 2 jaar geleden, artrose rechter heup. De specialist ouderengeneeskunde stelt een probleemlijst op voor deze patiënte. In deze probleemlijst neemt ze in ieder geval de dementie en de artrose van de rechter heup mee. Moeten het myocardinfarct en de totale heupprothese ook worden opgenomen in de probleemlijst? a. ja, beide diagnosen moeten worden opgenomen in de probleemlijst b. alleen het myocardinfarct moet worden opgenomen in de probleemlijst c.
alleen de totale heupprothese moet worden opgenomen in de probleemlijst
d. nee, beide diagnosen hoeven niet opgenomen te worden in de probleemlijst 2
Een 90-jarige vrouw heeft de ziekte van Alzheimer en woont nog thuis. Zij kan niet zelfstandig naar het toilet en is hiervoor afhankelijk van de thuiszorg. De thuiszorg geeft aan dat mevrouw toenemend incontinent is voor urine en dat daarbij ook vaker sprake is van faecale incontinentie. Er worden vaste toilettijden gehanteerd maar toch blijft het incontinentiemateriaal niet droog. Wat is de meest waarschijnlijke oorzaak van de incontinentie bij deze patiënte? a. cognitieve stoornis b. mobiliteitsstoornis c.
urge incontinentie
d. stress incontinentie 3
Welke farmacokinetische verandering bij ouderen maakt dat de afname van de bèta -adrenerge gevoeligheid irrelevant wordt bij het doseren van bèta-blokkers? a. het first pass effect neemt af b. het verdelingsvolume neemt toe c.
het fase-1-metabolisme neemt af
d. de eiwitbinding neemt af 4
Benzodiazepines (slaappillen en angstremmers) worden veel gebruikt door ouderen. Er zijn verschillende soorten benzodiazepines, waarvan de werking en de halfwaardetijd onderling verschillen. Gebruik van benzodiazepines vergoot het risico op vallen bij ouderen. Wat is het risico op vallen bij een halfwaardetijd van 2 uur ten opzichte van een halfwaardetijd van 10 uur of meer? a. het risico op vallen is hoger bij een hogere halfwaardetijd b. het risico op vallen is lager bij een hogere halfwaardetijd c.
het risico op vallen is bij beide halfwaardetijden even groot
herCAT Leren dokteren 5 / afname 7 juli 2015
Pagina 3 van 19
5
Een 86-jarige man woont in een verzorgingshuis. Hij valt minstens 1 keer per week. Bij analyse op de polikliniek oogt hij kwetsbaar en bij lichamelijk onderzoek blijkt er gegeneraliseerde artrose te bestaan. De bloeddruk is liggend 150/85 en staand na een minuut 135/80 mmHg. Hij wordt hierbij wat duizelig. Wat is de meest waarschijnlijke oorzaak van de verhoogde valneiging bij deze patiënt? a. orthostatische hypotensie b. systolische hypertensie c.
benigne positionele draaiduizeligheid
d. drop attack 6
Een 92-jarige vrouw is in het afgelopen jaar snel afhankelijker geworden. Zij loopt nog maar korte stukjes en is in 3 jaar 10 kg afgevallen. Bij lichamelijk onderzoek wordt een zeer magere en kwetsbare vrouw van 51 kg bij een lengte van 1,67 m gezien. Ze geeft een krachteloze hand en loopt zeer langzaam. Er wordt na aanvullend onderzoek sarcopenie vastgesteld. Er bestaan diverse definities van sarcopenie. Welk kenmerk van sarcopenie dat in alle definities centraal staat is aanwezig bij deze patiënte? a. verlaagde spiermassa b. gewichtsverlies c.
verlaagde loopsnelheid
d. verlaagd vetpercentage 7
Een 78-jarige mevrouw komt revalideren in het verpleeghuis na een CVA in de linker hemisfeer met restverschijnselen: hemiparese rechts, woordvindstoornissen (afasie) en slikproblemen (verslikken en traag eten). Voor het CVA woonde zij alleen thuis. Tien jaar geleden is zij gescheiden, haar enige zoon woont in Canada. Ze is al twee jaar somber en krijgt hiervoor citalopram (ze is onder behandeling van de ouderenpsychiater), sinds de start van citalopram voelt zij zich iets beter. De laatste maanden is zij 12 kg afgevallen, in het ziekenhuis ook nog 5 kg. De internist heeft haar volledig onderzocht maar kan geen lichamelijke oorzaak van het afvallen vinden. Haar voorgeschiedenis: navelbreuk, status na appendectomie, rheumatoïde artritis, atriumfibrilleren. Medicatie: citalopram (SSRI), acenocoumarol (coumarinederivaat), pantoprazol (protonpompremmer), prednison (indicatie: rheumatoïde artritis) en metoprolol (β-blokker). Noem de 3 risicofactoren voor ongewenst gewichtsverlies die spelen bij bovenstaande patiënt. a. gebruik citalopram, slikstoornissen en somberheid b. gebruik acenocoumarol, atriumfibrilleren en alleen wonen c.
8
gebruik metoprolol, afasie en rheumatoïde artritis
Welke medicijnen veroorzaken vaak een droge mond? a. ascal, diuretica en antidepressiva b. nortrilen, diuretica en antihistaminica c.
paracetamol, diuretica en antihistaminica
d. sintrom, diuretica en antidepressiva
herCAT Leren dokteren 5 / afname 7 juli 2015
Pagina 4 van 19
9
Een 78-jarige patiënt woont sinds 2 weken op de psychogeriatrische verpleegafdeling van het verpleeghuis in verband met het syndroom van Korsakov. Door deze aandoening is zijn korte termijn geheugen ernstig gestoord. Hij was altijd een kettingroker en rookt graag een sigaret op zijn kamer. De afgelopen week is het meerdere malen gebeurd dat hij zijn brandende sigaret op het bed heeft gelegd en vervolgens weg is gelopen. Twee maal ontstond er een kleine brand, welke gelukkig snel te blussen was door de verzorging. In het multidisciplinair overleg met de specialist ouderengeneeskunde, verzorging en psycholoog wordt besloten dat deze patiënt alleen nog onder toezicht zijn sigaret mag roken. Zijn sigaretten en aansteker worden ingenomen. Er wordt afgesproken dat 8 keer per dag aan de patiënt een sigaret wordt aangeboden en dat hij deze rookt in het bijzijn van een verzorgende. Een week later wordt deze vrijheidsbeperkende maatregel geëvalueerd: er hebben zich geen nieuwe incidenten voorgedaan. De patiënt rookt 8 keer per dag zijn sigaret en praat dan gezellig met de aanwezige verzorgende. Tussendoor vraagt hij niet naar een sigaret. Is in deze casus voldaan aan de criteria subsidiariteit, proportionaliteit en doelmatigheid? Waarom wel/niet? a. nee, hij mag nu veel minder sigaretten roken dan voorheen en heeft deze ook niet meer in eigen beheer b. nee, de vrijheidsbeperkende maatregel is niet overlegd met de patiënt en/of diens wettelijk vertegenwoordiger c.
ja, deze afspraak blijkt een weinig ingrijpende maatregel voor de patiënt. Er zijn geen nieuwe brandjes ontstaan
d. ja, hij kan zijn sigaret roken ondanks zijn beperkte wilsbekwaamheid 10
Een 88-jarige vrouw woont sinds enkele weken op de psychogeriatrische verpleegafdeling van het verpleeghuis. Ze is bekend met een Alzheimer dementie, artrose van de knieën en een afgenomen mobiliteit. Ze gaat elke nacht een paar maal uit bed om te plassen. Ze loopt moeilijk, ondanks haar rollator en meerdere malen wordt ze ’s nachts op de grond aangetroffen door de nachtdienst. In een overleg tussen de specialist ouderengeneeskunde, verzorging en de wettelijk vertegenwoordiger wordt besloten om een sensor naast het bed van de patiënte te plaatsen. Als zij ’s nachts uit bed stapt, gaat er een signaal af op de pieper van de nachtdienst. Deze komt dan naar de patiënte toe om haar te begeleiden naar het toilet en weer terug naar bed. Is het gebruik van de sensor naast het bed in deze casus een vorm van vrijheidsbeperking? a. ja b. nee
herCAT Leren dokteren 5 / afname 7 juli 2015
Pagina 5 van 19
11
Een 58-jarige patiënt is sinds een half jaar somber. Op zijn werk (treinmachinist) is hij een jaar eerder afgekeurd vanwege “psychische klachten”. Hij eet minder, zit veel stil op de bank, onderneemt geen activiteiten meer. Ook heeft hij moeite met de gesproken taal. Als je hem iets vraagt, volgt er een antwoord welke niet passend is bij de vraag. Hij is altijd goed gezond geweest en heeft een blanco voorgeschiedenis. Zijn echtgenote komt met hem bij de huisarts om bovenstaande te bespreken. Wat nog het meest opvalt in haar verhaal: hij maakt elke dag een lange wandeling waarbij hij precies hetzelfde rondje loopt. Bij elke boom staat hij enkele seconden stil, waarna hij de boom aantikt en weer verder loopt. Echtgenote maakt zich ernstig zorgen en vraagt aan de huisarts wat er aan de hand kan zijn. Wat is de meest waarschijnlijke diagnose bij deze patiënt? a. frontotemporale dementie b. Lewy body dementie c.
vasculaire dementie
d. ziekte van Alzheimer 12
Een 71-jarige patiënte woont zelfstandig, haar man overleed twee jaar eerder. Op verzoek van dochter komt de huisarts langs. Dochter: “Moeder gaat de laatste tijd achteruit. Ik denk dat ze al meer dan een jaar vergeetachtig is. Zij vergeet afspraken die we samen maken, zoals koffie drinken of de maandagochtendwandeling die we al 3 jaar doen. Als ik bij haar op de koffie kom, vertelt ze over de katten die in haar huis rond lopen, maar ze heeft helemaal geen katten! Als ze koffie inschenkt, schenkt ze ook in voor de buurman, maar de buurman is er helemaal niet. Het is zo gek, ze is dan overtuigd dat de buurman naast haar zit. De laatste paar weken valt ze voortdurend. Elke keer valt ze heel plotseling zonder duidelijke aanleiding. Wat is er toch met mijn moeder aan de hand dokter?” vraagt ze aan de huisarts. In de voorgeschiedenis is patiënte bekend met diabetes mellitus en astma. Wat is de meest waarschijnlijke diagnose bij deze patiënt? a. frontotemporale dementie b. Lewy body dementie c.
vasculaire dementie
d. ziekte van Alzheimer 13
Een 81-jarige patiënte lijdt aan terminaal hartfalen en heeft daarnaast COPD. Ondanks behandeling met zuurstoftherapie, diuretica en inhalatiemedicatie blijft zij benauwdheidsklachten aangeven. De huisarts stelt voor om met morfine te starten. Mevrouw schrikt hiervan, en vraagt of ze nu snel komt te overlijden. Welke informatie moet de huisarts geven aan mevrouw over het gebruik van morfine? a. morfine verkort het leven niet b. morfine wordt alleen in de stervensfase gegeven c.
morfine wordt alleen kortdurend gegeven
herCAT Leren dokteren 5 / afname 7 juli 2015
Pagina 6 van 19
14
Het traject chronische ziekten in de laatste jaren tot aan het overlijden van de patiënt kan grafisch op 3 verschillende manieren worden weergegeven:
Welk traject past het beste bij de laatste jaren van het leven van een patiënt met een dementie type Alzheimer? a. traject A b. traject B c. 15
traject C
Welke symptomen worden het meest gerapporteerd door patiënten met COPD of hartfalen in de terminale fase? Kortademigheid en a. slaapproblemen b. hoesten c.
angst
d. vermoeidheid
herCAT Leren dokteren 5 / afname 7 juli 2015
Pagina 7 van 19
16
Een patiënte van 88 jaar woont alleen en wordt in de ochtend door een thuiszorgmedewerker dood aangetroffen in bed. Vermoedelijk is zij al enkele uren dood, ze is al helemaal koud. De avond ervoor was de thuiszorgmedewerker ook bij mevrouw om haar in bed te helpen. Er waren toen geen bijzonderheden met mevrouw. Het lijkt alsof ze midden in de nacht plotseling is overleden. De thuiszorgmedewerker belt de huisarts met het bericht dat zijn patiënte is overleden. Hoe moet de huisarts vervolgens handelen? a. de huisarts belt direct de gemeentelijk lijkschouwer om te komen schouwen, omdat er sprake is van een plotselinge dood b. de huisarts vermoedt dat er sprake is van een niet-natuurlijk overlijden en gaat niet zelf langs bij de overleden patiënte. De huisarts vraagt de gemeentelijk lijkschouwer om te komen schouwen en de verklaring van overlijden op te stellen c.
de huisarts komt zelf langs om te schouwen en te verifiëren of er daadwerkelijk sprake is van een natuurlijk overlijden
17
Een 82-jarige vrouw fietste 3 maanden geleden in de stad en werd door een vrachtwagen aangereden. Hierbij liep zij een heupfractuur, ribfractuur en subduraal hematoom op. Voor het ongeval was patiënte, behoudens osteoporose, helemaal gezond. Het herstel in het ziekenhuis gaat erg traag. Ze heeft slikproblemen door het hersentrauma. Vervolgens gaat zij revalideren in het verpleeghuis. Als zij twee weken in het verpleeghuis is, overlijdt zij plotseling. De specialist ouderengeneeskunde vermoedt een massale longembolie. Er is sprake van: a. een natuurlijk overlijden b. een niet-natuurlijk overlijden
18
Een 78-jarige patiënt is al bijna 15 jaar bekend met diabetes mellitus. Sinds een aantal weken heeft hij last van pijnlijke tintelingen in de beide voeten. Geregeld voelt hij brandende pijnscheuten in de beide onderbenen. Al langer had hij het gevoel op watten te lopen. De pijnklachten houden hem regelmatig uit zijn slaap. Welke groep medicijnen is het meest geschikt om de pijn van de bovenstaande patiënt te behandelen? a. opioïden b. antidepressiva c.
NSAID’s
d. anti-epileptica 19
Een 82-jarige man heeft een ischemisch CVA in de rechter hemisfeer doorgemaakt. Bij het aankleden valt op dat deze man eerst zijn broek aan doet en dan hierover een onderbroek aantrekt. Van welke neuropsychologische functiestoornis is hier zeer waarschijnlijk sprake? a. ideatorische apraxie b. neglect van de aangedane lichaamshelft c.
ideomotorische apraxie
d. noso-agnosie
herCAT Leren dokteren 5 / afname 7 juli 2015
Pagina 8 van 19
20
Een 73-jarige vrouw vraagt om hulp bij de verzorging van haar dementerende man. Ze kan het niet meer goed aan. De huisarts besluit om zorgdiagnostiek uit te voeren. Welk aspect moet de huisarts inventariseren in het kader van de zorgdiagnostiek? a. draagkracht/draaglast dementerende partner b. sociale contacten dementerende partner c.
draagkracht/draaglast 73-jarige vrouw
d. sociale contacten 73-jarige vrouw 21
Een 60-jarige vrouw is bekend met diabetes en hartfalen. Onlangs is bij haar ook nog Multiple Sclerose ontdekt. Hiervoor werd ze opgenomen op de afdeling Neurologie van een ziekenhuis. Na de ziekenhuisopname moet zij revalideren. De behandelend neurologe vindt dat dit beter op een revalidatieafdeling van een verpleeghuis dan in een revalidatiecentrum kan plaatsvinden. Wat is het belangrijkste voordeel van revalidatie in het verpleeghuis voor deze patiënte? a. in het verpleeghuis wordt meer multidisciplinair gewerkt dan in het revalidatiecentrum b. de specialist ouderengeneeskunde in het verpleeghuis heeft meer ervaring met de revalidatie van patiënten met Multiple Sclerose c.
het tempo van de revalidatie ligt in het verpleeghuis lager dan in het revalidatiecentrum
d. in het verpleeghuis verblijven meer patiënten van ongeveer dezelfde leeftijd als deze patiënte dan in het revalidatiecentrum 22
Een 78-jarige patiënte, bekend met COPD (GOLD III), matige hypertensie en osteoporose werd gisteravond plotseling opgenomen in verband met een acute appendicitis. De operatie is vanochtend voorspoedig verlopen. Welke interventie moet, gezien haar medische voorgeschiedenis, in ieder geval afgesproken worden voor deze patiënte? a. vermijden tachycardie b. voorschrijven van maagzuurremmers c.
zo snel mogelijk starten met mobiliseren
d. glucosecontroles 23
Stelling: Bij oudere patiënten met multimorbiditeit is men terughoudend met mammachirurgie bij een mammacarcinoom, omdat de morbiditeit en mortaliteit na deze ingreep verhoogd is bij deze groep. a. juist b. onjuist
herCAT Leren dokteren 5 / afname 7 juli 2015
Pagina 9 van 19
24
Een 85-jarige vrouw is opgenomen in een verpleeghuis met M. Alzheimer en zij gaat de laatste maanden steeds verder achteruit in haar functioneren. Sinds enkele weken is er ook sprake van rigiditeit aan de armen, waardoor het geven van de zorg steeds moeilijker wordt. Waaruit bestaat de behandeling om patiënte op een meer comfortabele wijze te kunnen verzorgen? a. benaderings- en verzorgingsadviezen b. activering met fysiotherapie c.
25
spierverslappende medicatie (bijvoorbeeld diazepam)
Wat is de functie van het enzym superoxide dismutase? a. het repareert DNA-breuken b. het vangt vrije radicalen weg c.
26
het breekt ouderdomspigmenten af
De systolische bloeddruk is bij ouderen vaak verhoogd. Waar wordt dit door veroorzaakt? Een afname van de compliantie van de a. grote arteriën b. grote venen c.
arteriolen
d. capillairen 27
Wat wordt in onderzoek naar mechanismen van veroudering verstaan onder “selectieschaduw”? a. eigenschappen die gunstig zijn in de vrije natuur, en daardoor evolutionair zijn uitgeselecteerd, zijn vrij onbelangrijk in het beschermde leven van de moderne mens b. gunstige eigenschappen vroeg in het leven, hebben weinig voorspellende waarde voor de uiteindelijke levensduur c.
nadelige eigenschappen die zich pas laat in het leven manifesteren, hebben weinig invloed op het aantal nakomelingen
d. gunstige eigenschappen hebben weinig invloed op de kans op voortijdige extrinsieke sterfte (zoals sterfte door roofdieren) 28
Calorische restrictie verhoogt de levensverwachting, zoals in diverse diersoorten is aangetoond. Wat speelt hierbij mechanistisch een rol? a. inactivatie van telomerase b. activatie van IL-1 en TNF c.
activatie van arachidonzuurmetabolieten
d. activatie van sirtuïnen
herCAT Leren dokteren 5 / afname 7 juli 2015
Pagina 10 van 19
29
Een 38-jarige patiënte vraagt aan haar huisarts om haar volledige medische dossier in te zien. De huisarts kijkt in het dossier en ziet vermeldingen staan als hooikoorts, knieklachten en terugkerende bronchitis. Een waarnemend huisarts heeft vorige week ook in het medisch dossier van deze patiënte vermeld dat haar echtgenoot positief is getest voor Chlamydia en dit niet heeft verteld aan zijn vrouw. Mag de huisarts deze patiënte haar volledige medische dossier in laten zien? a. ja b. nee
30
Een 84-jarige, thuiswonende man bekend met een gevorderde dementie wordt verzorgd door zijn echtgenote. Hij is cognitief behoorlijk achteruitgegaan. Zij heeft de financiële administratie helemaal overgenomen. Hij heeft last van achterdocht en volgt haar voortdurend. Welke van de hierboven genoemde factoren is het meest bepalend in de belasting van deze mantelzorger? a. de ernst van de cognitieve achteruitgang b. de achterdocht c.
31
het overnemen van de financiële zorg
Een 82-jarige vrouw komt op het spreekuur bij de klinisch geriater vanwege sinds 2 maanden bestaande slaapproblemen, verminderd initiatief en bij vlagen wat verward zijn. Als de arts vraagt naar de gebeurtenissen van de afgelopen week, valt het op dat de patiënte goed kan vertellen wat er 3 dagen geleden is gebeurd, maar niet meer wat er 4 dagen geleden en gisteren gebeurde. Tijdens het afnemen van de Minimal Mental State Examination (MMSE) geeft patiënte het snel op en zegt geregeld: “Ik weet het niet”. Wat is de meest waarschijnlijke diagnose bij deze patiënte? a. delier b. beginnende dementie c.
32
depressie
De dochter van een 81-jarige patiënte belt de huisarts omdat zij zich zorgen maakt over haar moeder. Sinds 2 weken komt zij nauwelijks meer de deur uit. Zij was altijd erg actief met vriendinnen in de buurt. Ze hield altijd het nieuws bij en sprak daarover met haar dochter, nu niet meer. Vorige week is haar lievelingsbroer overleden. De dochter was geschokt door de reactie van haar moeder, ze haalde haar schouders op en staarde uit het raam. De huisarts kijkt in het dossier van deze patiënte. Zij is bekend met artrose, hypertensie en COPD. Drie weken geleden kwam zij op het spreekuur vanwege pijn, uitstralend in haar rechter been. De huisarts verwees haar naar de neuroloog. De neuroloog constateerde dat er sprake was van een hernia nuclei pulposi L5-S1 rechts. Hij schreef pijnstilling voor (morfine) en adviseerde fysiotherapie. Is er bij deze patiënte sprake van een apathie-syndroom? a. ja b. nee
herCAT Leren dokteren 5 / afname 7 juli 2015
Pagina 11 van 19
33
De huisarts wordt gevraagd om een lijkschouwing te verrichten bij een 74-jarige man, die onverwacht is overleden. De huisarts denkt aan een hartstilstand. Er zijn geen aanwijzingen voor een niet-natuurlijke dood. Met de nabestaanden wordt de mogelijkheid voor obductie besproken, maar zij willen dit absoluut niet. De overledene heeft bij leven geen schriftelijke toestemming gegeven voor obductie. Kan de huisarts in dit geval toch een medische obductie afdwingen om meer zekerheid over de doodsoorzaak te krijgen? a. ja, omdat deze beslissing bij de behandelend arts ligt b. ja, omdat de doodsoorzaak onduidelijk is c.
nee, want er is geen indicatie voor obductie
d. nee, er moet altijd toestemming zijn van nabestaanden 34
Een 79-jarige pre-terminale patiënt hoest naar eigen zeggen zijn longen uit zijn lijf en vraagt zijn huisarts om een hoestdempend middel. De oorzaak van het hoesten is onbekend omdat patiënt heeft aangegeven geen onderzoek te willen ondergaan. Het betreft een droge hoest en er is geen sprake van een infectie. De patiënt is niet bekend met COPD en heeft geen andere klachten. Wat is het beste medicijn dat de huisarts voor deze klachten kan voorschrijven? a. oxazepam (benzodiazepine) b. morfine (opioïd) c.
haloperidol (off-label, antipsychoticum)
d. acetylcysteïne (mucolyticum) 35
In de stervensfase is er een toenemende achteruitgang van één of meerdere orgaansystemen. Dit geeft lichamelijke verschijnselen, waarmee de stervensfase vast te stellen is. Wat is een lichamelijk verschijnsel dat past bij de stervensfase? a. een stijgende bloeddruk b. levendige reflexen c.
koude extremiteiten
d. een trage pols 36
Wie is de hoofdbehandelaar van patiënten die zijn opgenomen op de revalidatieafdeling in het verpleeghuis? a. huisarts b. revalidatiearts c.
37
specialist ouderengeneeskunde
Stelling: Het geld voor de zorg vanuit zowel de Wet Langdurige Zorg als uit de Wet Maatschappelijke Ondersteuning kan door de patiënt ontvangen worden middels een persoonsgebonden budget. a. juist b. onjuist
herCAT Leren dokteren 5 / afname 7 juli 2015
Pagina 12 van 19
38
In de laatste fase van dementie komen spiercontracturen en gewrichtscontracturen voor. Uit onderzoek blijkt dat bij patiënten in het eindstadium van dementie contracturen frequent voorkomen. Bij welk percentage patiënten die in het eindstadium van dementie zijn, is er sprake van contracturen? a. 10% b. 25% c.
60%
d. 90% 39
Voordat een 82-jarige patiënte na herstel van een heupfractuur ontslagen kan worden uit het verpleeghuis, zijn er een aantal aanpassingen nodig in haar huis. Zo moeten er in de douche wandbeugels worden bevestigd en dienen beide aanwezige toiletpotten verhoogd te worden. Welke paramedische discipline schakelt de arts-assistent chirurgie in om deze aanpassingen door te voeren? a. de fysiotherapeut b. de ergotherapeut c.
de huisarts
d. de thuiszorg 40
Een 79-jarige vrouw wordt binnengebracht op de spoedeisende hulp nadat zij 5 tabletten slaapmedicatie (benzodiazepines met een halfwaardetijd van 10 uur) heeft ingenomen. Zij is buiten bewustzijn, maar hemodynamisch stabiel. Ze wordt ter observatie opgenomen. Twee uur later is zij weer goed aanspreekbaar en de zaalarts bespreekt met haar wat er is gebeurd en maakt afspraken met haar ten aanzien van deze suïcidepoging. De volgende dag mag de patiënte weer met ontslag, de verpleegkundige vraagt haar welke afspraken zij heeft gemaakt met de zaalarts. De patiënte kan zich het bezoek aan de spoedeisende hulp, de overplaatsing naar de afdeling en het gesprek met de zaalarts niet herinneren. Voorgeschiedenis: depressie, waarvoor antidepressiva, gegeneraliseerde artrose waarvoor pijnstilling. Ze woont zelfstandig en is niet bekend met cognitieve problemen. Wat is de meest waarschijnlijke oorzaak van deze anterograde amnesie bij deze patiënt? a. de intoxicatie met de benzodiazepines b. een onopgemerkt insult met daarna een postictaal beeld c.
de oudere leeftijd
d. een beginstadium van dementie 41
Een 78-jarige man heeft een gevorderde Lewy Body dementie en gegeneraliseerde artrose. Hij mobiliseert alleen onder begeleiding van bed naar stoel en weer terug. Hij is regelmatig wat onrustig aan het eind van de middag en is daarbij gisteren uit zijn stoel gevallen. Op de SEH blijkt er sprake te zijn van een Garden 4 collumfractuur. Welke chirurgische behandeling heeft de voorkeur bij deze patiënt? a. kop-halsprothese b. totale heupprothese c.
cerclage
d. dynamische heupschroef herCAT Leren dokteren 5 / afname 7 juli 2015
Pagina 13 van 19
42
Een 86-jarige vrouw heeft al jaren hypertensie, diabetes mellitus, diabetische retino- en nefropathie (stadium 2 nierfunctiestoornis; GFR 65 ml/min, urine-microalbumine 90 mg/l) en gegeneraliseerde artrose (m.n. heupen, knieën en handen). Zij gebruikt hiervoor paracetamol 3dd 1000mg (analgeticum voor gewrichtspijn), metformine 3dd 500mg (biguanide voor diabetes mellitus), hydrochloorthiazide 1dd 12,5mg (thiazide-diureticum voor hypertensie) en captopril 3dd 10mg (ACE-remmer voor hypertensie en microalbuminurie). Bij de laatste controle door de huisarts blijken zowel haar bloeddruk als de nuchtere bloedsuikerwaarde gestegen te zijn. Welke interventie zou zowel de hypertensie- als de diabetesregulatie van deze patiënte het sterkst verbeteren? a. verlagen van de doseerfrequentie van ACE-remmer en biguanide b. verhogen van de dosis van de ACE-remmer c.
43
starten met subcutane insulinetherapie en een lisdiureticum
Een 93-jarige man blijkt regelmatig te vallen en heeft daarbij gelukkig nog nooit wat gebroken. Hij kan zich van de valpartijen niets anders herinneren dan dat “het licht plotseling uitgaat”. Hij raakt blijkbaar na een poosje lopen buiten bewustzijn en komt op de grond liggend weer bij. Er is geen prodroom. Hij heeft al jaren hoge bloeddruk waarvoor een thiazidediureticum en vroeger af en toe jicht. Bij lichamelijk onderzoek oogt hij vitaal, zijn bloeddruk is 110/70 en deze daalt 5 mmHg bij opstaan. Over het hart is een systolische souffle gr 2 rechts parasternaal te horen en er is een spoor oedeem aan beide enkels. Welk vervolgonderzoek is bij deze patiënt geïndiceerd? a. 24-uurs bloeddrukmeting b. Holter-ECG-registratie c.
kanteltafeltest
d. echocardiografie 44
Een 93-jarige vrouw, bekend met een beginnende dementie, komt op de afdeling Interne Geneeskunde terecht met een pneumonie. De eerste nacht na opname roept ze de hele nacht om haar moeder en wil ze uit haar bed klimmen om naar huis te gaan. Ze is weduwe, heeft een betrokken dochter en woont zelfstandig en zonder hulp in een serviceflat. Op de afdeling wordt ze voor de pneumonie intraveneus behandeld met breedspectrum antibiotica. Wat moet de eerstvolgende stap zijn in de behandeling van de nachtelijke onrust? a. een laag gedoseerd antipsychoticum b. haar dochter in een bed naast haar laten slapen c.
een slaappil (benzodiazepine)
d. overdag laten bijkomen van de nachtelijke onrust
herCAT Leren dokteren 5 / afname 7 juli 2015
Pagina 14 van 19
45
Een 80-jarige patiënt is sinds 15 jaar bekend met hartfalen. De laatste weken is patiënt erg moe, is de gehele dag kortademig (ook in rust), is misselijk ten gevolge van leverstuwing en hij kan nauwelijks meer slapen door de kortademigheid. Hij gebruikt hoge doses diuretica (furosemide), een bètablokker en 2 liter zuurstof per minuut. De huisarts heeft al vele malen de diuretica aangepast maar deze verhoging heeft nu geen enkel effect op de klachten meer. De cardioloog had eerder al spironolacton en digoxine gestaakt omdat dit geen enkel effect meer had. Patiënt vertelt: “Voor mij hoeft het leven niet meer.” Hij wil geen euthanasie, maar wel dat de symptomen zo goed mogelijk worden behandeld. De huisarts steunt zijn verzoek en zal een behandeling starten om de symptomen zo goed mogelijk te verminderen. Wat is nu de meest aangewezen behandeling bij deze patiënt? a. starten met ACE-remmer b. starten met dormicum c.
starten met morfine
d. verhogen bètablokker 46
Een 81-jarige patiënte komt bij de huisarts met sinds 2 maanden moeite om ‘s ochtends de trap op te lopen, haar haren te kammen en ochtendstijfheid. Hierbij heeft zij geen koorts, vermoeidheidsklachten of gewichtsverlies. Bij lichamelijk onderzoek blijkt er geen sprake te zijn van pijn of roodheid van de schoudergewrichten. Bloedonderzoek laat normale waarden van de spierenzymen zien. Wat is de meest waarschijnlijke diagnose? a. polymyalgia rheumatica b. reumatoïde artritis c.
systemische lupus erythematosus
d. polymyositis 47
Een 83-jarige patiënt meldt zich bij de huisarts met klachten van een progressieve visusvermindering die geleidelijk is ontstaan. Met name scherp zien in het donker lukt niet meer goed. Hierbij heeft hij geen pijnklachten aan zijn ogen. Oogonderzoek laat een ernstig gestoorde visus zien (20/40). Moet de huisarts deze patiënt nu verwijzen? Zo ja, naar wie? a. ja, naar de oogarts met de vraag of een operatie nodig is b. ja, naar de opticien om een bril aan te meten c.
nee, hij kan zelf oogdruppels voorschrijven
d. nee, hij kan de patiënt vertellen dat dit hoort bij de leeftijd
herCAT Leren dokteren 5 / afname 7 juli 2015
Pagina 15 van 19
48
Een 83-jarige patiënte heeft na een draai in bed veel pijn van haar rechter heup, ze kan plotseling het rechter been ook niet meer belasten. Een dag tevoren had zij nog geen klachten. Wel was zij sinds enkele weken sneller moe dan anders. Haar voorgeschiedenis vermeldt: colitis ulcerosa, ziekte van Alzheimer, diabetes mellitus type 2 en een totale heupprothese rechts vijf jaren geleden. De huisarts komt op huisbezoek en stuurt patiënte naar het ziekenhuis (SEH) omdat zij een loslating van de heupprothese vermoedt. De arts van de eerste hulp wil in korte tijd (enkele uren) onderscheid kunnen maken tussen mechanische protheseloslating (slijtage) en protheseloslating door osteomyelitis. Welk onderzoek doet de arts in het ziekenhuis om een onderscheid te maken tussen mechanische protheseloslating (slijtage) en protheseloslating door osteomyelitis? a. asdrukpijn van de rechter heup b. BSE (bezinking) c.
foto (röntgen) van de rechter heup
d. kweek van periprothetisch weefsel 49
Een 72-jarige patiënt lijdt aan eindstadium COPD. Hij gebruikt een combinatie van bètamimetica en anticholinergica. Soms gebruikt hij zuurstof (1 liter/minuut), dit helpt goed. Hij komt bij de huisarts met de volgende klachten: de kortademigheid is toegenomen en er is een toename van ophoesten sputum. Het lukt hem niet om thuis de trap op te lopen, zijn slaapkamer is boven. Hij voelt zich erg moe, maar niet ziek. Er is geen koorts. Wat is nu de meest aangewezen behandeling bij deze patiënt? Starten met a. antibiotica b. codeïne c.
prednisolon
d. theofylline 50
Een 72-jarige patiënte heeft een gemetastaseerd darmcarcinoom en bevindt zich in de laatste levensfase. Zij is sinds 5 jaar bekend met de darmtumor en is driemaal geopereerd, eenmaal heeft ze chemotherapie gehad. Patiënte heeft last van heftige vermoeidheid, buikpijn, pijnlijke loze aandrang en misselijkheid. Ze vertelt de pijn niet meer te kunnen dragen, ook de misselijkheid blijft bestaan ondanks meerdere medicijnen. Ze eet en drinkt vrijwel niets meer. Het lukt de arts niet meer om met medicijnen of andere behandelingen de klachten te verminderen. Patiënte geeft aan dat zij niet meer wil leven: “Het is wel genoeg geweest”. Ze wil “gaan slapen en niet meer wakker worden.” Ze wil wel zelf het drankje innemen om in slaap te vallen. De arts gaat hiermee akkoord. Patiënte neemt zelf de eerste dosis dormicum in en valt in slaap. Hierna wordt een infuus ingebracht en krijgt zij continu dormicum toegediend. Zij overlijdt na 12 uur. Om welke vorm van medisch handelen gaat het hier? a. palliatieve sedatie b. euthanasie c.
hulp bij zelfdoding
d. versterven
herCAT Leren dokteren 5 / afname 7 juli 2015
Pagina 16 van 19
51
Een 82-jarige vrouw komt op het spreekuur van de huisarts omdat zij vindt dat ze minder goed slaapt dan vroeger. Patiënte is volledig gezond. Zij gebruikt paroxetine (specifieke serotonineheropnameremmer, ofwel SSRI) omdat ze sinds het overlijden van haar man enige tijd somber is geweest. Het laatste half jaar voelt zij zich niet meer somber en maakt zij het goed. ’s Avonds drinkt ze (al jaren) een glaasje wijn bij het eten en ook een sherry voor het slapen. Ze wil graag wat langer en dieper slapen en vraagt om een slaappil. De huisarts geeft patiënte uitleg over het slaappatroon bij ouderen: “Ouderen slapen korter en minder diep dan volwassenen, dit is een normaal verouderingsproces.” Welke behandeling adviseert de huisarts? a. hij schrijft een slaaptablet (temazepam) voor en adviseert te stoppen met alcohol b. hij schrijft een slaaptablet voor en verwijst haar voor cognitieve gedragstherapie gericht op het slaappatroon c.
verandering van paroxetine: de huisarts overlegt met de ouderenpsychiater om de paroxetine om te zetten in een ander medicijn; ook adviseert hij te stoppen met alcohol
d. hij start vitamine B-complex voor de nacht en adviseert haar te stoppen met alcohol 52
Een 58-jarige patiënt maakt een CVA door en ligt in het ziekenhuis op de afdeling Neurologie. Drie dagen nadat hij in het ziekenhuis is opgenomen, wordt hij acuut verward en hij wijst naar zijn buik, de arts-assistent neurologie vermoedt dat hij buikpijn heeft. Bij lichamelijk onderzoek heeft hij een goede bloeddruk en pols, geen koorts en een goede saturatie. Er wordt een bolle buik gezien. Het lukt patiënt niet om op verzoek te plassen. Er wordt een bladderscan gemaakt: 780 ml urine in de blaas. Na katheterisatie wordt de buikpijn snel minder. Urine- en bloedonderzoek laten zien: -
Urinestrip: leucocyten: 1+, nitriet –
-
Urinesediment: schoon
-
Bloedonderzoek: CRP 4 (normaalwaarde < 1) en leucocyten 8,5 (normaalwaarde < 10)
Welke behandeling is nu geïndiceerd? a. katheter verwijderen en afwachten b. katheter verwijderen en antibiotica starten c.
katheter verwijderen en medicijnen starten om de detrusor te activeren
d. katheter enkele dagen late zitten, daarnaast antibiotica starten e. katheter enkele dagen laten zitten
herCAT Leren dokteren 5 / afname 7 juli 2015
Pagina 17 van 19
53
Een 76-jarige patiënte is in verwarde toestand op de spoedeisende eerste hulp (SEH) gebracht. Ze vonden haar uitgedroogd en onderkoeld al slapende onder een brug. Na een gesprek met partner met wie zij reeds 15 jaar een relatie heeft (niet gehuwd) en zoon van patiënte, blijkt dat patiënte reeds 5 jaar bekend is met Alzheimer en dat zij de laatste weken regelmatig wegloopt uit huis (verdwaalt). Zij heeft een longontsteking en moet direct worden behandeld met antibiotica. Zij denkt dat het heel goed met haar gaat en wil graag naar huis. Ze wil geen antibiotica innemen of opgenomen worden in het ziekenhuis. Ze is ervan overtuigd dat er spionnen in het ziekenhuis zijn die het op haar gemunt hebben. De arts vindt patiënte niet wilsbekwaam en wil toch behandelen met antibiotica. Wat moet de arts nu doen alvorens de behandeling met antibiotica te mogen starten? De arts a. overlegt met de wettelijk vertegenwoordiger om antibiotica te starten; de zoon is de wettelijk vertegenwoordiger van patiënte b. overlegt met de wettelijk vertegenwoordiger om antibiotica te starten; de partner is de wettelijk vertegenwoordiger van patiënte c.
overlegt niet met patiënt en familie, hij start direct de antibiotica
d. accepteert het weigeren van de medicatie en hoopt op een spontaan herstel (zonder medicijnen) 54
Een 86-jarige patiënte komt op de SEH van het VUmc i.v.m. een delier, hoge koorts en forse obstipatie (ze heeft 8 dagen geen ontlasting meer gehad). Medische voorgeschiedenis: reumatoïde artritis, osteoporose, hartfalen en chronische nierfunctiestoornissen. Patiënte vertelt een onsamenhangend verhaal. Haar dochter vertelt: “De laatste dagen moet ze heel vaak plassen, gisteren had ze ook rode urine. Tot twee maanden geleden ging het eigenlijk best goed. De laatste weken klaagde ze voortdurend over de ontlasting die zo hard was en niet wilde komen. Ze kreeg lactulose van de huisarts, maar daarvan kreeg moeder zoveel buikkrampen dat ze er direct mee is gestopt. Daarnaast is ze zo vergeetachtig aan het worden. Ik twijfel of ze regelmatig haar incontinentiemateriaal wisselt en of ze voldoende vers eet en voldoende vitamines binnenkrijgt. Ook drinkt ze zo weinig, ze vertelt dat ze van de plastabletten zo vaak moet plassen en dat wil ze niet.” Bij lichamelijk onderzoek zijn er geen bijzonderheden. Aanvullend onderzoek: -
Bloedonderzoek CRP 98 (normaalwaarde <1), leucocyten 11,4 (normaalwaarde <10), eGFR van 45 ml/min (normaal >60ml/min).
-
Urinestrip: leucocyten 3+, nitriet +, erytrocyten +.
Patiënte wordt opgenomen en behandeld met antibiotica en haldol. Langzaam knapt zij weer op. Welke preventieve maatregelen zijn er voor deze patiënte nodig om de frequentie van de urineweginfecties te verminderen? a. laxantia, vitamine C starten en het verminderen van de nierfunctiestoornissen (medicamenteus) b. laxantia, meer drinken en regelmatig wisselen van incontinentiemateriaal c.
stoppen met diuretica, meer drinken en grotere inname van vitamines via de voeding
d. stoppen met diuretica, verminderen van de nierfunctiestoornissen (medicamenteus) en regelmatig wisselen van incontinentiemateriaal
herCAT Leren dokteren 5 / afname 7 juli 2015
Pagina 18 van 19
55
Een vrouw van 91 jaar heeft eindstadium COPD en een gevorderde dementie. Er is sinds een half jaar sprake van geleidelijke achteruitgang met een verminderde intake van vocht en voeding. Sinds enkele dagen is mevrouw bedlegerig en neemt geen eten en drinken meer tot zich. De laatste uren lijkt er sprake van toenemende dyspneu. Wat is de meest waarschijnlijke oorzaak van dyspneu bij deze patiënte? a. cachexie b. obstructie bovenste luchtwegen c.
56
overvulling/hartfalen
De specialist ouderengeneeskunde begeleidt een 72-jarige man met terminaal hartfalen. De heer geeft aan zich de laatste dagen meer benauwd te voelen en last te hebben van taai slijm. Hij gebruikt reeds maximale medicatie ter behandeling van zijn hartfalen en wil de optie om met morfine te starten nog uitstellen. Welke niet-medicamenteuze behandeling kan verlichting geven van de dyspneu bij deze patiënt? a. vernevelen met fysiologisch zout b. uitzuigen van mond- en keelholte c.
57
tapotage van de borstkas
Een vrouw van 75 jaar heeft een gemetastaseerde darmtumor. Zij ontwikkelt binnen enkele dagen een ileus en kan geen voedsel en vocht binnen houden als gevolg van braken en misselijkheid. Wat of welke omstandigheid in deze casus is een reden om wel kunstmatig vocht toe te dienen? a. dehydratie leidt tot dorstgevoelens b. het niet toedienen van vocht leidt tot versneld overlijden c.
er is sprake van een mogelijke reversibele oorzaak
herCAT Leren dokteren 5 / afname 7 juli 2015
Pagina 19 van 19