boekjepdf
28-05-2003
13:51
Pagina 1
Cultuurnetwerk Nederland Verslag van een jaar
2002
boekjepdf
28-05-2003
13:51
Pagina 2
Cultuurnetwerk Nederland is het landelijk expertisecentrum voor de cultuureducatie. Cultuureducatie is de verzamelnaam voor alle vormen van educatie waarbij kunst en cultuur als doel of als middel worden ingezet. De medewerkers van Cultuurnetwerk Nederland verzamelen en verspreiden informatie en kennis over theorie, beleid en praktijk van cultuureducatie in Nederland en het buitenland. Zij maken deze informatie en kennis toegankelijk en toepasbaar voor iedereen die werkt in of voor de cultuureducatie in instellingen voor kunst en cultuur, de amateurkunst, het onderwijs, de centra voor de kunsten en bij de verschillende overheden. Cultuurnetwerk Nederland heeft een studiecentrum met een gespecialiseerde bibliotheek, organiseert studiedagen, debatten, trainingen en congressen, geeft publicaties uit en onderhoudt een uitgebreide internetsite.
boekjepdf
28-05-2003
13:51
Pagina 3
Cultuurnetwerk Nederland Verslag van een jaar
2002
Cultuurnetwerk Nederland, Utrecht 2003
boekjepdf
28-05-2003
13:51
Pagina 4
Inhoud Vooraf (3) Activiteiten, producten en diensten (4) - Werkzaamheden (4) - Exploitatie (5) Organisatie en samenwerking (8) - Werkwijze (8) - Raad van Toezicht en Directie (8) - Communicatie en marketing (9) - Samenwerking (9) Productgroep informatie en documentatie (11) - Reguliere activiteiten (11) - Producten en diensten voor (specifieke) doelgroepen (14) Productgroep studies en onderzoek (17) - Bijzonder hoogleraar Cultuureducatie en Cultuurparticipatie (17) - Reguliere activiteiten (18) - Basisactiviteit en bijdrage opdrachtgevers (19) - Studies in opdracht/voor derden (20) Productgroep advies en professionalisering (21) - Reguliere activiteiten (21) - Basisactiviteit en bijdrage opdrachtgevers (21) - Externe opdrachten/werkzaamheden voor derden (22) Bijlagen (26) - Publicaties Cultuurnetwerk Nederland (26) - Medewerkers (27) - Externe activiteiten medewerkers (29)
boekjepdf
28-05-2003
13:51
Pagina 5
Vooraf
Het Gemeentearchief Amsterdam organiseerde in 2002 een overzichtstentoonstelling van oude en nieuwe kaarten van Amsterdam. Kunstenares Esther Polak sprong daar op in en liet Amsterdammers de kaart van hun stad ‘tekenen’, al lopend, fietsend of autorijdend. Ze kregen daarbij een week lang een elektronische zender mee die communiceerde met satellieten. De verschillende routes die zij namen werden op die manier rechtstreeks zichtbaar op een groot zwart scherm in het Gemeentearchief. Omdat de meesten van hen zich niet kriskras door de stad bleken te bewegen, maar zich keurig verplaatsten langs hetzij de concentrische cirkels van het grachtenpatroon, hetzij langs de radialen die daar dwars op staan, werd de typische Amsterdamse stadsplattegrond na verloop van tijd vanzelf herkenbaar. Wat Polak ermee betoogde, was dat de tentoonstellingsbezoeker de weg die hij na afloop naar huis nam zou beleven als het maken van een tekening. Hij moest ‘in gedachten de lucht in vliegen en zichzelf in een ander perspectief zien: als een getekend spoor’.* Het beeld dat Polak creëerde fascineert en roept associaties op met de wijze waarop Cultuurnetwerk Nederland informatie en kennis over cultuureducatie in kaart brengt. Werken we daarbij vanuit een alomvattend en uitgelijnd programma, alsof alle kennis – voordat die is verzameld – al voorbeschouwd en ingetekend is? Of handelen we meer als nijvere kenniswerkers, als reizigers in cultuureducatie die methodisch en systematisch, denkend en doend hun kennissporen trekken? Het antwoord luidt dat het eigenlijk gebeurt op beide manieren. Op de kaart, een matrix van de kennisverzameling, lichten af en toe grote lijnen op, maar veel vaker nog kleine krasjes die - schijnbaar willekeurig - het vaste patroon van de kennisverzameling vullen. De veelheid aan grote thema’s en kleine onderwerpen waaraan gewerkt wordt, lijkt zo op het oog een ongeordende kenniskluwen te vormen. Maar door na enkele jaren de tekening van de kennisdraden, als ware het transparante films, op elkaar te leggen, wordt een ander, groter verband zichtbaar. Een relatiestelsel dat zich voor de gebruiker ontvouwt als een dynamisch wisselend patroon van de kennisverzameling. Piet Hagenaars Directeur
* ‘ Waar zijn die vogels dan? Esther Polak en de kunst van het kijken ’ door Cornel Bierens. In: Cultureel Supplement NRC Handelsblad, 21 februari 2003.
Cultuurnetwerk Nederland 2002
•
5
boekjepdf
28-05-2003
13:51
Pagina 6
Activiteiten, producten en diensten
Cultuurnetwerk Nederland is het landelijk expertisecentrum voor cultuureducatie en werkt voor iedereen die in werk of studie te maken heeft met cultuureducatie. Het verzamelt en verspreidt informatie en kennis over theorie, beleid en praktijk van cultuureducatie in Nederland en het buitenland. Als geen ander weet Cultuurnetwerk de weg in cultuureducatie: van CKVbonnen tot gemeentelijk onderwijsbeleid, van culturele infrastructuur tot goede praktijkvoorbeelden, van Brede School tot doorlopende leerlijn. Cultuurnetwerk Nederland beschikt over een uitgebreid relatienetwerk, bezit een unieke collectie met publicaties en heeft veel kennis en praktijkervaring in huis. Vanuit deze expertise informeert, adviseert en begeleidt Cultuurnetwerk Nederland mensen en organisaties die vragen hebben over cultuureducatie. Werkzaamheden • In 2002 zijn de werkzaamheden van Cultuurnetwerk Nederland ingedeeld in
de productgroepen informatie en documentatie, onderzoek en studies en advies en professionalisering. Productgroepen omvatten activiteiten, producten en diensten die hetzij als basisactiviteit en uit de basissubsidie, hetzij in gedeelde kosten met derden, of helemaal als werk voor derden worden uitgevoerd. Ze worden – op grond van wensen en behoeften – toegankelijk en gebruiksklaar gemaakt voor het onderwijs, de vrije tijd, professionele kunst- en cultuurinstellingen en overheden. Daarnaast kent Cultuurnetwerk Nederland intern faciliterende diensten, zoals financiën, automatisering, personeel & organisatie, communicatie & marketing en een bescheiden formatie voor overhead. Aantal, aard, productgroep en soort projecten voor verschillende doelgroepen in 2002 zijn in het schema overzichtelijk gerangschikt.
Schema - Aantal, aard, productgroep en soort projecten voor verschillende doelgroepen in 2002 Projecten
4
3
2
7
30
Totaal projecten in gedeelde kosten
5
7
5
7
3
5
5
15
Totaal projecten als werk voor derden
1
1
5
1
1
2
58
Totaalaantal projecten
9 12
6 11
digitaal product
2
mondeling product
4
grafisch product
4
productgroep S&O
centra voor de kunsten
4
3
6
6
3
4
6
3 14
3 16
10
1
1 10
1 12
3
9
6 31
7 34
Producten
productgroep A&P
sociaal-cultureel werk
productgroep I&D
wetenschappelijk onderwijs
rijksoverheid
hoger (kunst)vakonderwijs
provinciale overheden
volwasseneneducatie
gemeentelijke overheden
vmbo
2e fase voortgezet onderwijs
3
Verslag van een jaar
prof. culturele instellingen
basisvorming
13 Totaal projecten als basisactiviteit
14 12
amateurkunst
primair onderwijs
•
Productgroep
Projectaantallen
6
Doelgroepen
1
6
10
2
2
6 10
8 11 11
25
8
9
1
2 10
11
6
9
4
19 10 18
3
16 22 20
46 16 20
boekjepdf
28-05-2003
13:51
Pagina 7
In 2002 is in totaal aan 58 projecten gewerkt. Het betreft dertien projecten die als basisactiviteit werden uitgevoerd en dertig projecten in gedeelde kosten. Als werk voor derden zijn vijftien projecten gerealiseerd. Van de 58 projecten startten er elf in 2001; 27 vonden enkel in het jaar 2002 plaats; twintig projecten zijn in 2002 begonnen en worden in 2003 voortgezet. Naast deze 58 projecten werden activiteiten op reguliere basis (uit de basissubsidie) uitgevoerd. Deze activiteiten worden beschreven bij de werkzaamheden van de drie productgroepen. De veelsoortige producten die voortkomen uit de projecten – bijvoorbeeld publicaties, websites, studiedagen of adviezen – beogen antwoord te geven op vragen, wensen en behoeften van gevarieerde doelgroepen. Vaak zijn het productcombinaties die op een schakering van doelgroepen gericht zijn en dus ook door meerdere doelgroepen afgenomen worden. Ook voor de productgroepen geldt dat projecten vaak meervoudige vragen, diensten of activiteiten op het gebied van kennisontwikkeling inhielden. Bij zestien van de 58 projecten ging het voornamelijk om informatie, 22 projecten lagen in het bijzonder op het gebied van advies of professionalisering en twintig projecten behelsden vooral studies of onderzoek. De projecten resulteerden in 82 producten in de vorm van publicaties, rapporten, studies en andere grafische uitgaven (46), debatten, expertmeetings en symposia (16) en websites, satellietsites en andere digitale opbrengsten (20).
Exploitatie • In 2002 was de jaaromzet afgerond 2,7 miljoen euro, waarvan 59 procent gefinan-
cierd werd door subsidie van het ministerie van OCenW (circa 1,6 miljoen euro) en 41 procent door marktactiviteiten (circa 1,1 miljoen euro). Cultuurnetwerk Nederland streeft ernaar, als extern georiënteerde instelling, de verhouding van basissubsidie (60%) en marktactiviteiten (40%) voort te zetten. Een minder subsidieafhankelijke relatie met de rijksoverheid wordt zo gehandhaafd. Cultuurnetwerk tracht werk voor derden – in gedeelde kosten of geheel betaald – blijvend te realiseren. Een investering in nieuwe klantgroepen in 2003 en een groei daarvan in 2004 is daarom bedrijfseconomisch wenselijk. Bovendien zijn nieuwe klantgroepen evenzeer van belang vanwege de brede maatschappelijke opdracht van het instituut. Het vraaggestuurd leveren van betrouwbare en actuele kwaliteitsproducten op het gebied van cultuureducatie blijft daarbij echter de eerste zorg. Vandaar dat een gematigde – maar gestage – uitbreiding van klantgroepen voor ogen staat om de nu geleverde kwaliteit van diensten en producten ook in de toekomst te kunnen blijven leveren. De voorgestane uitbreiding van klantgroepen betreft vooral gemeenten en provincies, het onderwijs en professionele culturele instellingen.
Cultuurnetwerk Nederland 2002
•
7
boekjepdf
28-05-2003
13:51
Pagina 8
“Zwarte en gemengde scholen bezoeken aanzienlijk meer voorstellingen en tentoonstellingen dan witte.“ [
De rol van cultuureducatie bij het bevorderen
van culturele diversiteit in het primair onderwijs
]
boekjepdf
28-05-2003
13:51
Pagina 9
“Leerlingen die CKV het meest waarderen zijn meisjes, leerlingen uit cultureel actieve gezinnen en leerlingen die een cultureel profiel hebben gekozen.“ [
Momentopname 2001 CKV1-Volgproject - Cultuur + Educatie 3
]
boekjepdf
28-05-2003
13:51
Pagina 10
Organisatie en samenwerking
Cultuurnetwerk Nederland bestaat uit vijf flexibele onderdelen. Naast het Servicebureau - met de taken financiën, personeel & organisatie, automatisering en corporate affairs - zijn er vier bureaus, die binnen de beleidskaders van het expertisecentrum aan producten werken. Het betreft de bureaus Informatie & documentatie, Studies & onderzoek, Advies & professionalisering en Productspreiding. Werkwijze • De ontwikkeling van producten en diensten vraagt om samenwerking tussen de ver-
schillende bureaus of projectteams. De ene partij is daarbij bijvoorbeeld verantwoordelijk voor de inhoud, de selectie en productie van gegevens en andere partijen bewerken deze gegevens en bieden deze als kennis aan. Bij voorkeur wordt geselecteerde, op thema of onderwerp gebundelde, informatie of kennis aangeboden. Dat is noodzakelijk omdat er de afgelopen jaren een steeds complexer en omvangrijker vraag naar en aanbod aan informatie en kennis over cultuureducatie is ontstaan. De dienstverlening wordt ook verrijkt door in opdracht van externen informatie te zoeken, kennis te genereren of adviezen te ontwikkelen. Deze immateriële en materiële samenwerking levert informatie op, die vervolgens weer breed toegankelijk wordt gemaakt. Raad van Toezicht en Directie
Raad van Toezicht • De Raad van Toezicht stelt de kaders vast van de programmering van de kennisverzameling van Cultuurnetwerk Nederland. Hij gebruikt daarbij als richtsnoer het vastgestelde beleidsplan 2001-2004 en het businessplan. De Raad van Toezicht stelt bovendien – voorafgaand aan elk kalenderjaar – een hiervan afgeleid werkplan vast met een daarbij behorende begroting. Deze worden ter beoordeling gezonden aan het ministerie van OCenW en in afschrift aan de Raad voor Cultuur. De Raad van Toezicht stelt elk jaar een inhoudelijk en financieel jaarverslag vast van producten en diensten die dat jaar geleverd zijn. Dit wordt eveneens ter beoordeling aan het ministerie van OCenW gestuurd en in afschrift aan de Raad voor Cultuur.
Samenstelling Raad van Toezicht 2002
10
•
Ubbo Hylkema
voorzitter
Rients Slippens
vice-voorzitter
Dirk Noordman
penningmeester
Henk Kraima
algemeen lid
Els Slagboom
algemeen lid
Cor Wijn
algemeen lid
Verslag van een jaar
boekjepdf
28-05-2003
13:51
Pagina 11
Directie • Na vaststelling door de Raad van Toezicht is de statutair directeur eindverantwoordelijk voor de uitvoering van de programmering. Ook in 2002 was Piet Hagenaars statutair directeur van Cultuurnetwerk Nederland. Communicatie en marketing • De kaart met daarop de doelgroepen van Cultuurnetwerk Nederland
en hun behoeften heeft in 2002 steeds duidelijker contouren gekregen. En ook hier blijken twee wegen gevolgd. Enerzijds het gebaande pad van bestaande ervaringen en gedegen onderzoek dat leidt tot duidelijke inkleuring van afnemers en opdrachtgevers. Anderzijds via terloopse gesprekken en ontmoetingen, duidelijke aanwezigheid in het veld en regelmatig onderhoud van alle relaties en netwerken waardoor ook andersoortige afnemers en meer specifieke informatievragen helder in beeld zijn gekomen. Bekendheid en imago • Het beeld van Cultuurnetwerk Nederland zelf – bekendheid en imago – heeft in 2002 steviger vorm gekregen. Voor een jonge organisatie als Cultuurnetwerk is het imago van essentieel belang en dus heeft corporate communicatie een hoge prioriteit. Het instituut definieert corporate communicatie als het scheppen van samenhang en eenheid in zijn communicatieve uitingen en het bereiken van een evenwicht tussen de identiteit (hoe zien wij ons zelf) en het imago (hoe zien anderen ons) van de organisatie. Het doel daarvan is het creëren van een bestendig, positief imago met als kernbegrippen: Cultuurnetwerk Nederland wordt gezien als hét kenniscentrum op het gebied van cultuureducatie, is actief, alert, eigentijds, toegankelijk en verbindend. Organisaties, instituten en personen met vragen over cultuureducatie moeten als vanzelfsprekend terechtkomen bij Cultuurnetwerk Nederland. Naast heldere informatiefolders en de inzet van andere promotiemiddelen is in 2002 ook besloten om het instituut via persoonlijk relatiebeheer te profileren bij belanghebbenden. Cultuurnetwerk Nederland wil een werkelijk vraag- en klantgerichte organisatie zijn en dat betekent dat het instituut zich laat leiden door wensen en behoeften van potentiële klanten. Naast onderzoek in het kader van productontwikkeling doet Cultuurnetwerk evaluatieonderzoek naar de waardering en effecten van zijn producten. Samenwerking • Om zijn taken goed te kunnen uitvoeren moet Cultuurnetwerk Nederland stevig zijn
verankerd in het cultuureducatieve veld, het moet hiervan daadwerkelijk deel uitmaken. Niet alleen voor een goede kennisvergaring en kennisverspreiding, maar ook voor naamsbekendheid en imago. Samenwerking van Cultuurnetwerk met verschillende partijen in het cultuureducatieve veld is dan ook zeer belangrijk. In 2001 werkte het instituut al samen met SLO, KPC Groep, De Kunstconnectie, Cultureel Jongeren Paspoort, Inspectie voor het Onderwijs, Kunstbende, Stichting Lezen, Bureau Erfgoed Actueel, Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn, Brabants Instituut voor School en Kunst, Samenwerkingsberaad Kunstvakken, Erasmus Universiteit Rotterdam, Hogeschool Gent (Vlaanderen), Universiteit Utrecht, Max Goote Kenniscentrum voor de beroeps- en volwasseneneducatie, verschillende gemeenten en provincies en met het ministerie van OCenW. Deze samenwerking is in 2002 gecontinueerd. Cultuurnetwerk Nederland 2002
•
11
boekjepdf
28-05-2003
13:51
Pagina 12
Nieuwe samenwerkingsrelaties zijn onder meer aangegaan met de Rijksuniversiteit Groningen, het Directoraat-Generaal Administratie Permanente Vorming Vlaanderen, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, het Interprovinciaal Overleg, het CITO, de Nederlandse Museumvereniging, het VSB Fonds, Vereniging van Schouwburg- en Concertgebouwdirecties, Fonds Promotie Podiumkunsten en de Federatie Kunstuitleen. Deze samenwerking heeft geleid tot projecten die in 2002 zijn begonnen en in 2003 worden voortgezet en uitgebreid.
12
•
Verslag van een jaar
boekjepdf
28-05-2003
13:51
Pagina 13
Productgroep informatie en documentatie
Tot de productgroep informatie en documentatie behoren grafische, digitale en mondelinge producten in brede zin. Het studiecentrum is onderdeel van deze productgroep. Het biedt professionele informatievoorziening en faciliteiten. Reguliere activiteiten • De reguliere activiteiten op het gebied van informatie en documentatie
bestaan uit het verzamelen, bewerken en beschikbaar stellen van grafische en digitale kennisverzamelingen. In januari 2002 is de bibliotheek intern verhuisd en omgevormd tot een studiecentrum voor externe en interne bezoekers. Resultaat is een gemoderniseerde inrichting, een betere opstelling van de collectie en grotere mogelijkheden voor raadpleging.
Informatiedesk: (informatievoorziening en -bemiddeling)
Collectie:
Collectie tijdschriften:
Uitleningen:
circa 4.750 informatieverzoeken (persoonlijk van bezoekers, telefonisch, schriftelijk, per e-mail). Alle vragen met minder dan vier klokuren antwoordtijd worden gratis beantwoord. 21.650 titels en beschrijvingen, 16.000 boeken, rapporten en andere geschriften, circa 1.000 audiovisuele materialen en cd-roms en 4.650 materialen in de instellingendocumentatie (beleidsplannen, jaarverslagen en andere institutionele publicaties). circa 135 lopende Nederlandse en buitenlandse tijdschriften (71 strekkende meter tijdschriften, waarvan 3.300 artikelen beschreven zijn). 1.303, waarvan 780 aan externen.
Vernieuwing geautomatiseerde catalogus • De toegenomen behoefte om on line het studiecentrum te raadplegen en meer informatie over de collectie te verkrijgen was reden om de internetmogelijkheden van de catalogus te verbeteren. In 2002 is hiermee gestart.
Collectie buitenland • Een internationaal netwerk is aangelegd. Bronnenoverzichten zijn samengesteld.
Collectie beleidsonderzoek cultuureducatie • Onderzoeksrapporten bij externen (overheden en andere kennisinstituten) zijn geïnventariseerd, aangeschaft en opgenomen in de collectie.
Aanwinsten per e-mail • De maandelijkse aanwinsten van het studiecentrum worden vanaf juli 2002 per e-mail aan externen verzonden op hun verzoek.
Cultuurnetwerk Nederland 2002
•
13
boekjepdf
28-05-2003
13:51
Pagina 14
“De conclusie is dat de topzware structuur die in de jaren zeventig was bedacht voor onderzoek naar kunstzinnige vorming niet levensvatbaar is gebleken.“ [
Een kwarteeuw onderzoek naar kunst- en cultuureducatie in Nederland - Cultuur + Educatie 4
]
boekjepdf
28-05-2003
13:51
Pagina 15
“Een zeer krachtige financiële prikkel tot samenwerking gaat uit van de introductie van CKV-vouchers. Daar zijn letterlijk vele miljoenen euro’s mee gemoeid.“ [
Zicht op… samenwerking in de cultuureducatie
]
boekjepdf
28-05-2003
13:51
Pagina 16
Literatuuroverzichten op maat • Er zijn veertien literatuuroverzichten op maat gemaakt. In het kader van het onderzoek naar een kwarteeuw kunst- en cultuureducatie is een uitgebreide literatuurlijst samengesteld voor de onderzoekers. De collectie was dermate uitgebreid en compleet dat zij deze vrijwel geheel als bron hebben gebruikt.
Deskresearch • In het kader van de vier klokuren gratis dienstverlening aan instellingen en organisaties is zes keer deskresearch uitgevoerd op verzoek. In projecten van Cultuurnetwerk Nederland is vaak gebruikgemaakt van deskresearch. Producten en diensten voor (specifieke) doelgroepen • Naast de reguliere activiteiten op het
gebied van informatie en documentatie worden andere producten en diensten op dit terrein geleverd: grafische en digitale informatiedragers voor (specifieke) doelgroepen.
Grafische producten
• Bulletin Cultuur & School Het Bulletin wordt vijf keer per jaar uitgegeven door Cultuurnetwerk Nederland in opdracht van het ministerie van OCenW in het kader van het project Cultuur en School. Het blad richt zich op het onderwijs en de culturele sector. Het doel is om alle belangstellenden en belanghebbenden in deze sectoren te informeren over ontwikkelingen en activiteiten in de cultuureducatie. Abonnees: 9.000.
• Handboek Cultuurbeleid De herziening van het hoofdstuk over amateurkunst is in juli 2002 verschenen in het Handboek Cultuurbeleid, uitgegeven door Elsevier bedrijfsinformatie bv.
• Zicht op… Uitgave over een specifiek thema met onder andere een inleidend artikel, literatuuroverzicht, en een geannoteerde bibliografie. De publicatie wordt gratis toegestuurd aan de leden van het studiecentrum (230 leden) en, afhankelijk van het thema, ook ter promotie verstuurd naar geïnteresseerden.
• Cultuur + Educatie Thematische reeks met duurzame, adequate en kwalitatief hoogstaande informatie over cultuureducatie en cultuureducatiebeleid in Nederland en daarbuiten. Dit periodiek in boekvorm verschijnt drie keer per jaar en heeft circa 200 abonnees. Cultuur + Educatie is bedoeld voor beleidsmedewerkers en beslissers in het onderwijs en bij de overheid en professionele cultuurinstellingen en voor medewerkers van wetenschappelijke instituten en universiteiten.
• Nieuwsbrief Pabo + Cultuur Jaarlijks verschijnende nieuwsbrief in het kader van het pilot-project Cultuur en School – Pabo’s. Doelgroep: management, beslissers, docenten en studenten van opleidingen voor leraren basisonderwijs. Verspreide oplage: 15.000.
16
•
Verslag van een jaar
boekjepdf
28-05-2003
13:51
Pagina 17
boekjepdf
28-05-2003
13:51
Pagina 18
boekjepdf
28-05-2003
13:51
Pagina 19
Kwaliteit - Innovatie - Samenwerking - Synergie
De meerwaarde van netwerken Het netwerk in cultuureducatie. Zo presenteert Cultuurnetwerk Nederland zich op zijn website. Dat is behalve een beschrijving van de eigen, extern gerichte organisatie, vooral ook een streven. Wil de cultuureducatie in Nederland groeien en vernieuwen, dan is samenwerking tussen alle betrokken partijen broodnodig. Door samen te werken kunnen mensen en instellingen elkaar voeden en inspireren. Samenwerken staat centraal in de missie die Cultuurnetwerk Nederland zich gesteld heeft, zegt directeur Piet Hagenaars. ‘We zijn per se niet Tolkiens oog van Mordor dat alles ziet en alles beschouwt, maar niets geeft. We zitten niet in een ivoren toren, we willen tussen de mensen staan, met beide benen in de hedendaagse praktijk van cultuureducatie, met als doel deze te voeden en te vernieuwen.’ In de samenwerking tussen partijen in de cultuureducatie neemt Cultuurnetwerk Nederland een duidelijke taak op zich. Het verwerft en verspreidt kennis en informatie over theorie, beleid en praktijk van cultuureducatie. Het instituut is voor iedereen die hierover iets wil weten een onmisbare vraagbaak. Kennismakelaar Cultuurnetwerk Nederland is veel meer dan alleen een documentatie- en informatiecentrum. Het begeeft zich als een kennismakelaar actief in het veld. ‘Kennis halen en brengen’, heet dat in Reizigers in Cultuureducatie, het beleidsplan 2001-2004. Cultuurnetwerk kijkt wat er op het terrein van cultuureducatie op de markt is en wat er borrelt en broeit. Deze kennis sluist het vervolgens door naar partijen die deze input en informatie nodig hebben. Cultuurnetwerk probeert niet alleen een goed overzicht te hebben van wat er allemaal gebeurt, maar ook van wat er staat te gebeuren en van wat in de lucht hangt. Als trendwatcher kan het zo bijdragen aan nieuwe impulsen voor en innovatie van cultuureducatie. Cultuurnetwerk fungeert als belangrijke verbindende schakel tussen alle terreinen waar cultuureducatie een rol speelt: het onderwijs, cultuurbeleid van overheden, het professionele kunstcircuit en de vrijetijdssector. Iedere sector kent zijn eigen specifieke drijfveren, vragen en problemen. Maar soms blijkt de oplossing van de een heel goed bruikbaar voor de ander. Of kan er door samenwerking iets nieuws ontstaan. Dankzij het brede perspectief van Cultuurnetwerk Nederland kunnen partijen en oplossingen bij elkaar komen. Diepgaand contact Als Cultuurnetwerk Nederland zijn netwerkfunctie waar wil maken, dan moet het goede, structurele contacten hebben met op zijn minst de belangrijkste actoren in de cultuureducatie. Daarbij moet het geheel meer zijn dan de som der delen. ‘Wat kunnen we samen voor elkaar betekenen en wat betekent onze samenwerking voor de praktijk van de cultuureducatie?’ vat Piet Hagenaars de opdracht samen. Zijn ideaal voor goed netwerken is het zogenoemde KISS-model: Kwaliteit, Innovatie, Samenwerking & Synergie. Dit acroniem, ooit bedacht door het Museum Jan Cunen in Oss, drukt wat
hem betreft mooi uit waar het bij netwerkvorming eigenlijk om gaat. ‘Het geeft aan dat het om een diepgaand contact gaat, niet om vluchtige ontmoetingen. Bovendien om een contact met een meerwaarde, namelijk vernieuwing en synergie.’ De organisatiestructuur van Cultuurnetwerk Nederland biedt een goede randvoorwaarde voor het waarmaken van de netwerkfunctie. Er is geen structuur naar doelgroepen of sectoren, maar naar soorten producten en diensten. De werkzaamheden zijn ingedeeld in drie productgroepen: informatie en documentatie, studies en onderzoek en advies en professionalisering. Elke productgroep heeft, zoals Hagenaars stelt, haar eigen KISS-waarde. Breed en betrouwbaar De productgroep informatie en documentatie heeft de breedste, maar ook de minst intensieve KISS. De informatiedesk en het studiecentrum met de uitgebreide literatuurcollectie staan open voor iedereen. De in 2002 tot volle wasdom gekomen eigen website (www.cultuurnetwerk.nl) is laagdrempelig. Iedere belangstellende, van scholier tot hoogleraar, kan er heel veel over cultuureducatie vinden. Dat de informatie op de website breed en betrouwbaar is, is te danken aan de goede contacten met tal van instellingen en organisaties. Zij zien de website van Cultuurnetwerk Nederland klaarblijkelijk ook als goede plek om hun eigen informatie te verspreiden. Dat vertrouwen blijkt ook uit het toenemend aantal websites dat Cultuurnetwerk voor anderen in beheer heeft, zoals die van de projectgroep Cultuur en School, het Cultuurplein op Kennisnet en de sites voor cultuur in de beroeps- en volwasseneneducatie, de pabo en het vmbo. Uit de cijfers kan geconcludeerd worden dat Cultuurnetwerk steeds bekender raakt. Zo steeg het aantal bezoekers van de eigen website van honderd per dag in 2001 tot ruim tweehonderdvijftig in 2002. Bovendien hebben we het dan niet over bezoekers die louter zappend langskomen, maar er langer dan vijf minuten vertoeven. In internet-jargon mogen dat serieuze klanten heten. Ook het aantal abonnees van (papieren) periodieken en reeksen van Cultuurnetwerk Nederland groeit. Effect op afstand De productgroep studies en onderzoek kan zowel een intensieve KISS als juist meer een effect op afstand teweegbrengen. Dat heeft alles te maken met het beslissingsgeoriënteerde karakter van de kennisverzameling (meer toegepast onderzoek) of het conclusiegeoriënteerde karakter ervan (meer fundamenteel onderzoek). Een voorbeeld van het eerste is de monitorstudie voor de Nederlandse Museumvereniging en vier musea in Nederland die Cultuurnetwerk Nederland in 2002 startte. Daarbij gaat het om de vraag op welke manier musea nieuwe doelgroepen aan kunnen spreken en intensief bij hun werk betrekken. Met de uitkomsten kunnen andere musea straks direct aan de slag. Cultuurnetwerk Nederland initieert en begeleidt daarnaast ook fundamentelere studies, zoals het in 2002 gehouden
boekjepdf
28-05-2003
13:51
Pagina 20
onderzoek naar de bijdrage van cultuureducatie aan sociale cohesie. Zo’n studie wordt meestal uitgevoerd met een universiteit en levert belangrijke inzichten op voor de rol en de betekenis van cultuureducatie. En die kunnen weer vertaald worden naar de praktijk. Een-op-een-relatie De derde productgroep, advies en professionalisering, heeft een intensieve KISS-waarde. Medewerkers van Cultuurnetwerk Nederland ondersteunen organisaties bij het beleid en de praktijk van cultuureducatie. Het betreft onder meer beleidsadviezen, begeleiding van pilot-projecten en het organiseren van en/of deelnemen aan debatten. Het gaat om concrete doelgroepen met concrete vragen. Dat wil niet zeggen dat er altijd sprake is van een een-op-een-relatie. Zo voerde Cultuurnetwerk Nederland vorig jaar voor de gemeente Den Haag een evaluatie uit van haar pilot-project Culturele Diversiteit in het kader van het Actieplan Cultuurbereik. Natuurlijk zijn die uitkomsten niet alleen interessant voor deze ene gemeente. Daarom organiseerde Den Haag samen met Cultuurnetwerk Nederland een symposium over de uitvoering van het beleid culturele diversiteit. Beleidsmedewerkers van grote steden, van kunstinstellingen en intermediaire instellingen ontmoetten elkaar en wisselden kennis en ervaringen uit. Vaak ook bestaat de rol van Cultuurnetwerk uit het samenbrengen van partijen. Een mooi voorbeeld hiervan is de pabo-pilot die Cultuurnetwerk samen met Bureau Erfgoed Actueel begeleidt. De opleidingen voor leraren basisonderwijs gaan in hun curriculum aandacht besteden aan de rol van de docent als cultuuroverdrager om op deze manier kunst- en erfgoededucatie een vaste plaats in het basisonderwijs te geven. Mede dankzij de expertise en contacten van Cultuurnetwerk Nederland ontmoeten pabo’s, basisscholen en kunstinstellingen elkaar en ontdekken ze wat ze over en weer voor elkaar kunnen betekenen. Zowel de pabo-pilot als het Haagse symposium zijn aantrekkelijke voorbeelden van de meerwaarde van netwerken: uit een specifiek contact volgen andere contacten. Beweging Dankzij samenwerking ontstaat er beweging in het veld van cultuureducatie. Opdat, en dat is het uiteindelijke gemeenschappelijke doel van alle partijen, steeds meer mensen in Nederland de gelegenheid krijgen in aanraking te komen met kunst en cultuur. Er zit dynamiek in de zich steeds uitbreidende kringen van instellingen waarmee Cultuurnetwerk samenwerkt. In 2002 groeide het aantal samenwerkingsverbanden niet alleen, ze werden ook gevarieerder. ‘Maar, eerlijk is eerlijk, het is nog niet zoals we het hebben willen,’ zegt Hagenaars. Vooral op microniveau zijn er nog witte vlekken. Neem bijvoorbeeld het onderwijs. Vanaf de start heeft Cultuurnetwerk Nederland een goede samenwerking met het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. In 2001 kwamen daar belangrijke partners als de SLO en de KPC Groep bij. ‘Maar daar-
naast zouden we graag werken met landelijk opererende onderwijsorganisaties, met schoolbesturen, schoolvakverenigingen en dergelijke. Want dan komen er ook vragen uit de praktijk over de praktijk zelf.’ In 2002 ontstonden samenwerkingsverbanden met de Nederlandse Museumvereniging, met de Vereniging van Schouwburg- en Concertgebouwdirecties, Kunstgebouw (Zuid-Hollandse steunfunctie-instelling) en met De Kunstconnectie (branchevereniging voor educatie en participatie in de kunsten). Als belangrijke te werven klantgroep noemt Hagenaars gemeenten en provincies. Op dit moment werkt Cultuurnetwerk met zo’n vijftien gemeenten samen of heeft er mee samengewerkt, zoals Den Haag, Culemborg, Deventer, Weert, Ede en Woerden, en de provincies Noord-Brabant, Noord-Holland en Limburg. ‘Maar als je bedenkt dat er 496 gemeenten zijn en twaalf provincies, dan is er nog heel wat te winnen. Te meer daar juist op lokaal niveau cultuureducatie gestalte krijgt.’ Het in 2002 in opdracht van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten gestarte onderzoek naar het gemeentelijk beleid op het gebied van culturele activiteiten in het onderwijs kan wellicht een springplank zijn naar meer samenwerking met gemeenten. Overigens hoeft zijn organisatie niet koste wat kost met iedereen en alles samen te werken, benadrukt Hagenaars. Zo lijken instellingen voor amateurkunst Cultuurnetwerk Nederland niet direct nodig te hebben. Daarom wordt in 2003 een behoefteonderzoek in deze sector gehouden. ‘Als blijkt dat de landelijke en provinciale instellingen voor amateurkunst zeggen: we hebben geen behoefte aan jullie diensten, we kunnen het zelf wel, dan is dat ook duidelijk. We hoeven niet alles in netwerken te gieten.’ De markt Hagenaars vindt het belangrijk dat Cultuurnetwerk Nederland zich richt naar de wensen en behoeften van de praktijk. Niet voor niets stelde de organisatie zichzelf ten doel veertig procent van zijn omzet uit de markt te halen. Van de 58 projecten uit 2002 waren er dertig met gedeelde kosten (dus door opdrachtgever en Cultuurnetwerk), vijftien totaal betaald door de opdrachtgever en dertien volledig bekostigd door Cultuurnetwerk Nederland. Ook die laatste soort projecten – en dan gaat het bijvoorbeeld om het studiecentrum en zijn collectie, de eigen website of onderzoek naar trends en informatiebehoefte – zijn belangrijk. Ze leveren informatie op die nodig is om goed in te kunnen spelen op wat er leeft in het veld. Maar deze eigen projecten mogen nooit de overhand krijgen. Dat Cultuurnetwerk in 2002 zevenenzeventig procent van zijn activiteiten deels of geheel bekostigd kreeg door externe opdrachtgevers, vindt Hagenaars dan ook een goed teken. ‘Het betekent dat Cultuurnetwerk Nederland nodig is. We spelen niet alleen maar een rol omdat we subsidie krijgen, nee, de markt heeft duidelijk geld over voor onze producten en diensten.’ Bea Ros
boekjepdf
28-05-2003
13:51
Pagina 21
boekjepdf
28-05-2003
13:51
Pagina 22
boekjepdf
28-05-2003
13:51
Pagina 23
• Nieuwsbrief Cultuur[net]werk Nieuwsbrief met informatie over beleid, activiteiten, producten en diensten van Cultuurnetwerk Nederland. Verschijnt drie keer per jaar. Abonnees: 1.750.
Digitale producten
• Websites Cultuurnetwerk Nederland www.cultuurnetwerk.nl is de meest uitgebreide digitale informatiebron voor cultuureducatie. en is in 2002 een drukbezochte en veel geciteerde site. De site is in 2002 verder uitgebreid en aangevuld. Bijna 150.000 bezoekers bekeken 360.000 keer een pagina. Nadere analyse leert dat elke dag gemiddeld tweehonderdvijftig bezoekers serieus gebruikmaken van de site. •
www.amoam.com Naar aanleiding van de internationale conferentie A Must or a-Muse in 2001 ingerichte site voor internationaal netwerk van cultuureducatiespecialisten. In 2002 opnieuw ingericht.
•
www.kennisnet.nl/thema/cultuurplein/ De culturele ruimte op Kennisnet die wordt verzorgd door Cultuurnetwerk.
•
www.podiumopschool.nl In 2002 gelanceerde site met informatie over op school uit te voeren voorstellingen en concerten voor leerlingen in het primair en voortgezet onderwijs.
• Websites Cultuur en School www.cultuurenschool.net is een site met alle informatie van en over het project Cultuur en School. Ongeveer 170 bezoekers per dag. Satellietsites Cultuur en School met gemiddeld 75 bezoekers per dag: •
pabo.cultuurenschool.net Gerealiseerd in 2002 ter ondersteuning van het het pilot-project Cultuur en School – Pabo’s.
•
basisvorming.cultuurenschool.net Informatie over cultuurvouchers in de basisvorming.
•
bve.cultuurenschool.net In 2002 ontwikkeld als informatiebron over de subsidieregeling voor cultuurprojecten in de beroeps- en volwasseneneducatie.
•
vmbo.cultuurenschool.net In 2002 gerealiseerde site met informatie over de invoering van het vak CKV in het vmbo.
• Cultuureducatie Actua In 2002 succesvol uitgebrachte digitale nieuwsbrief over actuele ontwikkelingen op het gebied van cultuureducatie en cultuureducatiebeleid op nationaal, provinciaal en lokaal niveau. Actua is bedoeld voor beleidsmedewerkers en beslissers op het gebied van cultuureducatie in het onder wijs en bij de overheid en culturele instellingen. De nieuwsbrief verschijnt tweewekelijks. Abonnees: 225.
Cultuurnetwerk Nederland 2002
•
23
boekjepdf
28-05-2003
13:51
Pagina 24
Symposia
• Culturele Diversiteit Organisatie van het symposium Culturele Diversiteit (14 november 2002) in opdracht van de gemeente Den Haag. Bijeenkomst waarop het door de gemeente Den Haag ontwikkelde beleid op het gebied van culturele diversiteit centraal stond en werd vergeleken met ervaringen met culturele diversiteit in andere grote gemeenten. Cultuurnetwerk was verantwoordelijk voor de organisatie van het gehele symposium – organisatorisch en inhoudelijk. Aantal deelnemers: 170.
• Dubbelklik op CKV vmbo Conferentie over de invoering van het vak Culturele en Kunstzinnige Vorming in het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (21 november 2002). Georganiseerd in samenwerking met de SLO en De Kunstconnectie. Aantal deelnemers: 350.
24
•
Verslag van een jaar
boekjepdf
28-05-2003
13:51
Pagina 25
Productgroep studies en onderzoek
Cultuurnetwerk Nederland verricht studies en onderzoek en werkt op dat terrein graag samen met externe partners zoals faculteiten en vakgroepen van universiteiten, het hoger kunstvakonderwijs en landelijke perifere onderwijsinstellingen. Het gaat om studies voor de kennisverzameling van het instituut zelf, zowel in gedeelde kosten als geheel in opdracht van derden. Daarbij beoogt Cultuurnetwerk Nederland kennis te genereren en aanwezige nationale en internationale (wetenschappelijke) kennis op het gebied van cultuureducatie toegankelijk te maken. Het instituut wil voorts de wetenschappelijke belangstelling voor cultuureducatie bevorderen door middel van de ontwikkeling van onderzoeksprogrammering op dit terrein. Bijzonder hoogleraar Cultuureducatie en Cultuurparticipatie • Het jaar 2002 was het twee-
de jaar dat Folkert Haanstra de leerstoel Cultuureducatie en Cultuurparticipatie bekleedde als opvolger van Wim Knulst. De leerstoel is gevestigd door Cultuurnetwerk Nederland bij de faculteit Sociale Wetenschappen van de Universiteit Utrecht en bestaat mede ten behoeve van de faculteit Letteren. Het curatorium van de leerstoel bestaat uit Ton Bevers (Erasmus Universiteit), Harry Ganzeboom (Vrije Universiteit), Hendrik Henrichs (Universiteit Utrecht), Frits van Wieringen (Universiteit van Amsterdam), Vladimir Bína (ministerie van OCenW), Rients Slippens en Piet Hagenaars (Cultuurnetwerk Nederland). Het ambtelijk secretariaat is in handen van Marjo van Hoorn en Camiel Vingerhoets. Onderwijs • Het keuzevak Cultuurparticipatie en Cultuureducatie is gegeven in het derde trimester van het studiejaar 2001-2002. Het had een mengvorm van hoorcollege en werkcollege. Haanstra begeleidde twee literatuurscripties van studenten Sociologie over ‘jongeren en lokale culturele participatie’ en ‘het complexiteitsbegrip in cultuurdeelnametheorieën’. Samen met professor Harry Ganzeboom begeleidde hij het promotieonderzoek van Marie-Louise Damen (Aio Sociologie/ICS). Dit onderzoek vindt plaats in het kader van het CKV1-Volgproject en betreft een panelstudie naar ervaringen van leerlingen en het handelen van docenten in het vak CKV1. Onderzoek • In het in 2001 door het curatorium gefiatteerde onderzoeksprogramma is voorrang gegeven aan een analyse van onderzoek naar kunsteducatie/kunstzinnige vorming dat vanaf 1975 in Nederland is uitgevoerd. Uitgangspunt daarbij was het uitgebreide onderzoeksprogramma Kunstzinnige vorming in Nederland (1973). De algemene vraagstelling was kortweg: wat is er van dit onderzoeksprogramma gerealiseerd? Cultuurnetwerk Nederland stelde een budget beschikbaar om Marie-Louise Damen aan dit onderzoek te laten meewerken. Hendrik Henrichs (Universiteit Utrecht, Letteren) heeft de analyse van historisch onderzoek verricht. Het rapport Een kwarteeuw onderzoek naar kunst- en cultuureducatie in Nederland is in 2002 verschenen als deel 4 in de reeks Cultuur + Educatie. De geannoteerde bibliografie van de circa 400 sociaal-wetenschappelijke studies is ver-
Cultuurnetwerk Nederland 2002
•
25
boekjepdf
28-05-2003
13:51
Pagina 26
schenen in de serie Zicht op… Op 13 december 2002 is een studiemiddag gewijd aan de resultaten van het onderzoek. De dertig onderzoekers discussieerden er ook over wenselijk toekomstig onderzoek. In 2002 is besloten dat in 2003 onderzoek wordt uitgevoerd naar culturele invloeden op de beoordeling van beeldende producten (tekeningen, schilderijen) van leerlingen. Na een korte literatuurstudie worden empirische gegevens verzameld over het maken en beoordelen van tekeningen door autochtone en allochtone Nederlanders. Het theoretisch model van de zogeheten U-vormige ontwikkeling dient daarbij als uitgangspunt. Volgens dat – bekritiseerde – model is er na het zevende of achtste levensjaar van leerlingen sprake van een algemene daling in kwaliteit van beeldende producten. De critici menen dat deze daling berust op cultureel bepaalde oordelen, namelijk die het modernisme in de westerse kunst als uitgangspunt nemen. Oordelen vanuit een andere culturele achtergrond of vanuit postmoderne opvattingen zouden tot andere conclusies over de (ontwikkeling van) beeldende producten van leerlingen leiden. Reguliere activiteiten • Reguliere activiteiten betreffen bescheiden onderzoek voor of de beant-
woording van eenvoudige of meer complexe vragen van individuen, instellingen of collegaonderzoekers. In 2002 is een begin gemaakt met een database van (cultuureducatie)gegevens van en kennis over lokale instellingen, relaties tussen deze instellingen en de afstemming en samenhang daarvan. De verzamelde gegevens worden op termijn toegankelijk gemaakt voor belangstellenden en belanghebbenden in het onderwijs, de vrije tijd, kunst- en cultuurinstellingen en overheden via een voor iedereen toegankelijke database met data, kennis en informatie, via analyses en via publicatie(s) of ontsluiting door expertmeetings of studiedagen.
Voorbeelden van andere reguliere studie- en onderzoeksactiviteiten • Studie naar samenwerking op het gebied van cultuureducatie in gemeenten. In 2002 is in twee gemeenten een pilot uitgevoerd. • Analyse van trends in de amateurkunst, de cultuureducatie en de professionele kunst. • Analyse en rapportage van provinciale en stedelijke Actieplannen Cultuurbereik. • Studie naar vijf gemeentelijke beleidsplannen Culturele Diversiteit (Den Haag, Groningen, Almere, Eindhoven en Rotterdam). Gepubliceerd in de reeks Cultuur + Educatie. • Verkennende studie naar de bijdrage van cultuureducatie aan sociale cohesie. In samenwerking met de Rijksuniversiteit Groningen. Gepubliceerd in de reeks Cultuur + Educatie. In 2003: publicaties in (inter)nationale tijdschriften en, in samenwerking met Unesco, een studiedag. • Studie naar ICT en de kunstvakken. In samenwerking met De Waag Society Amsterdam.
26
•
Verslag van een jaar
boekjepdf
28-05-2003
13:51
Pagina 27
Basisactiviteit en bijdrage opdrachtgevers
Site www.amoam.com • In september 2001 vond in Rotterdam de internationale conferentie A Must or a-Muse plaats. De speciaal ontwikkelde site www.amoam.com toont de actualiteit van beleid, praktijk en onderzoek in Europa op het terrein van cultuureducatie. Deze site is in 2002 verder aangevuld en uitgebreid. Resultaten van de conferentie A Must or a-Muse zijn verder onder meer: •
de inrichting (begin 2002 door het ministerie van OCenW) van een secretariaat voor een intergouvernementeel netwerk van EU-ambtenaren voor cultuureducatie. Het secretariaat wordt door Cultuurnetwerk Nederland in opdracht van OCenW uitgevoerd;
•
op initiatief van het Hoger Onderwijs in Gent werd een vervolgconferentie georganiseerd in Brugge (mei 2002) onder de titel ‘The right to culture; Teacher training & the arts’. Cultuurnetwerk Nederland trad op als adviseur en voerde een casestudie uit naar de kunsteducatiepraktijk in Nederland en Vlaanderen. De resultaten mondden uit in een lezing en een publicatie;
•
de Arts Council England, ondersteund door het Department of Culture, Media and Sport, organiseert in het najaar van 2004 in Liverpool een vervolgconferentie aan de hand van de uitgangspunten van A Must or a-Muse. De site www.amoam.com wordt door de Arts Council als informatiemedium gebruikt en de resultaten van deze conferentie worden op deze site geplaatst. Cultuurnetwerk Nederland treedt bovendien op als adviseur.
Project Blauwdruk • Musea worden zich meer bewust van hun maatschappelijke rol en hun opdracht om ook buiten de gebruikelijke omgeving van het museum iets te betekenen. In Engeland heeft een groot aantal musea inmiddels ervaringen met zogeheten outreach- en social inclusionprojecten waarbij sociale groepen, die museumbezoek beschouwen als niet behorend tot hun levenspatroon, op nieuwe wijzen bij het museum worden betrokken. In Nederland heeft het onderwerp de aandacht onder andere door het beleid van OCenW en door kennismaking van museummensen met de Engelse ervaringen. Gezien de goede en inspirerende ervaringen in Engeland hebben vier musea besloten om ook in Nederland dergelijke projecten te starten: het Volksbuurtmuseum in Den Haag, het Natuurmuseum Brabant in Tilburg, Museum Jan Cunen in Oss en het Amsterdams Historisch Museum. De Nederlandse Museumvereniging heeft Cultuurnetwerk Nederland gevraagd het gehele proces van samenwerking in en tussen deze musea – gericht op voorbereiding en uitvoering van een museaal product – te monitoren om zo alle resultaten, ervaringen en informatie vast te leggen en een analyse uit te voeren. Tevens is een blauwdruk onderdeel van het eindrapport. Onder blauwdruk wordt hier verstaan een duidelijk op de praktijk gericht verslag van het verloop en alle lessen en ervaringen van het project. Deze blauwdruk kan dienen als voorbeeld en inspiratie voor de organisatie van social inclusion-projecten en kunst- en cultuureducatieprojecten. Cultuurnetwerk Nederland is de uiteindelijke resultaathouder van het project en daarmee verantwoordelijk voor een optimale verspreiding van de resultaten. Het VSB Fonds draagt samen met Cultuurnetwerk Nederland de kosten van dit onderdeel van het project. Cultuurnetwerk Nederland 2002
•
27
boekjepdf
28-05-2003
13:51
Pagina 28
Voorbeelden van andere in gedeelde kosten uitgevoerde studies • Het CKV1-Volgproject. In samenwerking met de Universiteit Utrecht en in opdracht van het ministerie van OCenW. In 2002 is het tweede deel van het onderzoek gepubliceerd in de reeks Cultuur + Educatie. In september is een CKV1-conferentie gehouden. • Een onderzoeksvoorstel en een enquête over gemeentelijk beleid op het gebied van cultuur en onderwijs. In opdracht van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. • Een secundaire analyse CKV1-Volgproject. In samenwerking met de Universiteit Utrecht en in opdracht van het ministerie van OCenW. • Een inventarisatie van cultuureducatieve netwerken in Noord-Brabant. In opdracht van het Brabants Instituut voor School en Kunst in Helmond. • Een evaluatie van het beleid culturele diversiteit van de gemeente Den Haag in opdracht van dezelfde gemeente. Organisatie van een symposium hierover in november 2002. • Een studie naar de rol van kunstmenu’s bij het bevorderen van culturele diversiteit in het primair onderwijs. In opdracht van het ministerie van OCenW. • Een inventarisatie van het cultuurbeleid van Regionale Opleidingen Centra (ROC’s). Een samenwerkingsproject met zes ROC’s in opdracht van het ministerie van OCenW.
Studies in opdracht/voor derden
Studie cultuurvouchers in de pabo 2002-2003 • De basis voor ‘instructie-effecten’ voor leerlingen in het primair onderwijs zal in de pabo moeten worden gelegd. Vanuit de gedachte dat de leraar cultuurdrager bij uitstek is, heeft het ministerie van OCenW in het kader van het brede programma Cultuur en School besloten een extra impuls te geven aan cultuur in de opleidingen voor leraar basisonderwijs. Om studenten aan deze opleidingen daadwerkelijk in staat te stellen in het kader van hun opleiding cultuuruitingen te bezoeken krijgen zij met ingang van het studiejaar 2002-2003 vouchers ter waarde van 1 22,50 (in een van de jaren van hun studie) die zij in het kader van hun opleiding mogen besteden aan cultuur. In opdracht van het ministerie voert Cultuurnetwerk Nederland, in samenwerking met de Universiteit Utrecht, gedurende 2002-2003 een studie uit naar de effecten van de vouchers op de plaats van cultuur en cultuureducatie in de lerarenopleiding basisonderwijs en op de culturele activiteiten van studenten. Bovendien moet de studie gegevens verschaffen over de achterliggende gedachte van de leraar als ‘cultuurdrager’. Verder is in opdracht van het ministerie van OCenW een studie uitgevoerd naar cultuurvouchers voor de basisvorming 2001-2002 en een vervolgstudie naar cultuurvouchers voor de basisvorming 2002-2003.
28
•
Verslag van een jaar
boekjepdf
28-05-2003
13:51
Pagina 29
Productgroep advies en professionalisering
De onderwerpen waarbij advisering en professionalisering in enigerlei vorm plaatsvinden, zijn bijzonder veelzijdig. Er is sprake van conceptuele modellen of meer praktijkgerichte toepassingen, veelal interdisciplinair, maar soms ook disciplinegeoriënteerd. Reguliere activiteiten • De reguliere activiteiten op het gebied van advies en professionalisering
omvatten onder meer het uitbrengen van beleidsadviezen, procesmanagement bij projectuitvoering, inhoudelijke voorbereiding en organisatie van opiniërende en informerende lezingen, studiedagen, trainingen, workshops, expertmeetings en intervisie. Gebleken is dat de klantgroepen advies willen over actuele thema’s en het cultuureducatiedebat als adviesvorm zeer waarderen. Basisactiviteit en bijdrage opdrachtgevers
Praktijkvoorbeelden cultuurvouchers voor de basisvorming • In mei/juni 2001 zijn de cultuurvouchers voor de basisvorming geïntroduceerd. Kern van de regeling is dat scholen een cultuurbeleid formuleren en daarbij meedelen wat de plaats en functie is van de activiteiten die met de cultuurvouchers voor de basisvorming gefinancierd worden. Doel van de nieuwe bonnen is om cultuureducatie in het onderwijs verder te bevorderen en een doorlopende leerlijn cultuureducatie nader in te vullen. Voor de basisvorming betekent dit dat enerzijds de culturele activiteiten breed – in alle vakken – kunnen worden ingepast en anderzijds dat de culturele activiteiten voorbereiden op de vakken in de bovenbouw, waar Culturele en Kunstzinnige Vorming bij uitstek het vak is waar cultuureducatie een plek krijgt. In de praktijk blijkt dat er weinig scholen zijn die hun culturele activiteiten op een samenhangende of geïntegreerde wijze aanbieden. Om scholen voorbeelden te geven van de manier waarop cultuureducatie ingebed kan worden in het reguliere basisvormingsprogramma, in relatie met de bovenbouw van het voortgezet onderwijs, zijn op een aantal scholen proefprojecten gestart. Bij deze projecten ging het er ook om de culturele activiteiten (ook) geschikt te maken voor vmbo-leerlingen, een vakoverstijgende benadering te stimuleren, te zoeken naar mogelijkheden voor cultureel erfgoed en/of een multiculturele benadering en te zoeken naar mogelijkheden voor ICT-toepassingen. De projecten zijn opgezet in overleg met Edu-Art, de Gelderse steunfunctie-instelling voor kunsteducatie, zodat ook de rol van consulenten bij het ontwikkelen en uitvoeren van cultuurbeleid verhelderd wordt. Op deze manier kunnen ook instellingen voor kunsteducatie profiteren van de opgedane ervaringen. Cultuurnetwerk Nederland beschrijft de proefprojecten en verspreidt de resultaten via Kennisnet. Dit project is een opdracht van de projectgroep Cultuur en School van het ministerie van OCenW. De projectleiding is in handen van de SLO.
Cultuurnetwerk Nederland 2002
•
29
boekjepdf
28-05-2003
13:51
Pagina 30
Voorbeelden van andere in gedeelde kosten uitgevoerde basisactiviteiten • Advies gemeente Culemborg: als vervolg op het advies voor een cultureel jongerenprogramma (2001) in opdracht van de gemeente Culemborg is een tweede adviestraject uitgevoerd met als doel de verwezenlijking van zo’n programma. Het in april 2002 verschenen advies bestaat uit een uitwerking, fasering en prioritering van de kritische succesfactoren. • Dans in samenhang: het schrijven van een publicatie over een brede dansmethodiek. In opdracht van De Kunstconnectie. • Congres Muziekeducatie 2daagse in opdracht van De Kunstconnectie: ontwikkeling van inhoudelijk deel van zes lezingen en een debat. • Werkconferenties Cultuur en School: voorbereiding organisatie van circa zestien werkconferenties ter stimulering van concrete samenwerking en afstemming tussen scholen voor primair onderwijs, culturele instellingen en overheden in het kader van Cultuur en School. Opdrachtgevers: ministerie van OCenW, IPO en VNG. • Visiedocument Veldhovense Muziekschool: beleidsadvies voor positionering in lokale en regionale omgeving. Opdrachtgever: Muziekschool Veldhoven. • Advisering provincies en gemeenten: onder andere Woerden, Deventer, Ede, Texel, Den Haag, Noord-Holland en Noord-Brabant. Onderwerpen: culturele diversiteit, educatie, lokale cultuureducatieve projecten, gemeentelijk en provinciaal cultuurbeleid, provinciale infrastructuur cultuureducatie.
Externe opdrachten/werkzaamheden voor derden
Pilot Cultuur en School – Pabo’s • Jong geleerd is oud gedaan. Dat is simpel gezegd de filosofie achter de pilot Cultuur en School – Pabo’s in opdracht van het ministerie van OCenW. Als pabo’s in hun curriculum structureel aandacht schenken aan de rol van de docent als cultuurdrager, zullen afgestudeerden deze rol ook op zich gaan nemen. Zo ontstaat een kettingreactie: pabo’s maken docenten in spe warm voor de educatieve mogelijkheden van cultuur, waarna deze op hun beurt basisschoolleerlingen er kennis mee laten maken. De vijf pabo’s uit de eerste projectronde hebben hun uitvoeringsplan 2001-2003 verfijnd en aanpassingen voor het curriculum geschreven. Ze hebben strategische samenwerking gezocht met culturele instellingen, individuele kunstenaars en het interne draagvlak voor cultuureducatie vergroot. Er is wederzijds gebruikgemaakt van de expertise in de erfgoedstroom en de kunstenstroom. De samenwerking met Bureau Erfgoed Actueel is constructief en inspirerend. Bij de start van het nieuwe schooljaar hebben de pabo’s de uitvoering van het aangepaste curriculum ter hand genomen. De eerste resultaten van het werk van studenten zijn veelbelovend.
30
•
Verslag van een jaar
boekjepdf
28-05-2003
13:51
Pagina 31
In vier regionale bijeenkomsten zijn alle pabo’s van Nederland bereikt om hen uit te nodigen deel te nemen aan de tweede projectronde. Dertien pabo’s (zeven in de kunstenstroom en zes in de erfgoedstroom) zijn op basis van vooraf opgestelde criteria geselecteerd voor deelname. Eind december hebben deze pabo’s hun uitvoeringsplan 2002-2004 ter goedkeuring voorgelegd. Daarbij is duidelijk zichtbaar dat zij gebruik hebben kunnen maken van de inhoud van de in de eerste ronde opgestelde uitvoeringsplannen. Ook deze pabo’s werken inmiddels aan structurele samenwerking met culturele instellingen en voeren reeds verschillende activiteiten uit in het kader van de pilot. In totaal zijn in 2002 met de deelnemende pabo’s vijf landelijke bijeenkomsten gehouden. Elke pabo is meerdere malen op locatie bezocht. Ontwikkelde producten worden op pabo.cultuurenschool.net geplaatst, een site die druk bezocht wordt. Inmiddels hebben de pabo’s uit de eerste ronde ook hun eigen (uitgebreide) site over de pilot ingericht. Op die manier zijn ook de door de individuele pabo ontwikkelde producten – van module tot praktijkvoorbeelden van studenten – landelijk beschikbaar.
Voorbeelden van andere door derden bekostigde advies- en professionaliseringsactiviteiten • CKV vmbo – culturele instellingen (2001–2002): 28 voorbeelden van concrete samenwerking, inclusief praktische gegevens; conferentie Dubbelklik op CKV in november 2002; voorbereiding zes regionale bijeenkomsten in april 2003. In opdracht van project Cultuur en School van het ministerie van OCenW. • Pilot cultuurvouchers basisvorming SVO (2001–2002): ontwikkeling modules in verschillende kunstdisciplines; studiedag. In opdracht van project Cultuur en School van het ministerie van OCenW. Projectleiding: SLO. • Regeling Cultuureducatie en de beroeps- en volwasseneneducatie 2001-2002 en vervolg 2002-2003: secretariaat en advisering over kwaliteit aanvragen. In opdracht van het project Cultuur en School en Directie BVE van ministerie van OCenW.
Cultuurnetwerk Nederland 2002
•
31
boekjepdf
28-05-2003
13:51
Pagina 32
“Uit een enquête van de Inspectie van het Onderwijs (1999) onder circa 8000 leerlingen van de basisvorming blijkt dat de kunstvakken in de ogen van de leerlingen tot de leukste vakken behoren.“ [
Een kwarteeuw onderzoek naar kunst- en cultuureducatie in Nederland - Cultuur + Educatie 4
]
boekjepdf
28-05-2003
13:51
Pagina 33
“Problematisch bij veel inventariserend onderzoek van gemeenten, provincies en instellingen tot nu toe is dat de gegevens onderling niet vergelijkbaar zijn.“ [
Een kwarteeuw onderzoek naar kunst- en cultuureducatie in Nederland - Cultuur + Educatie 4
]
boekjepdf
28-05-2003
13:51
Pagina 34
Bijlagen
Publicaties Cultuurnetwerk Nederland • Bulletin Cultuur & School (nummers 21, 22, 23, 24 en 25) [in opdracht van projectgroep Cultuur en School van ministerie van OCenW] • Cultuur + Educatie 3: Momentopname 2001 CKV1-Volgproject • Cultuur + Educatie 4: Een kwarteeuw onderzoek naar kunst- en cultuureducatie in Nederland • Cultuur + Educatie 5: Contrast in cultuurbereik. Een onderzoek naar vijf gemeentelijke beleidsplannen Culturele Diversiteit • Cultuureducatieve netwerken in Noord-Brabant. Een inventarisatie van samenwerkingsvormen • Cultuur in de Bve-sector. Verslag studiemiddag 7 december 2001 [in samenwerking met de Kunstbende] • Jaarverslag 2001 • A Must or a-Muse – Conference Results. Arts and Culture in Education: Policy and Practice in Europe • Nieuwsbrief Cultuur[net]werk (drie nummers) • Nieuwsbrief Pabo’s + Cultuur (een nummer) [in samenwerking met Bureau Erfgoed Actueel] • De rol van cultuureducatie bij het bevorderen van culturele diversiteit in het primair onderwijs • Studie cultuurbonnen in de basisvorming. Rapportage deel A: formatieve evaluatie eerste uitvoeringsjaar • Zicht op… cultuureducatie in het voortgezet onderwijs. Achtergronden, literatuur, lesmethoden en websites • Zicht op… een kwarteeuw onderzoek naar kunsteducatie. Een geannoteerde bibliografie • Zicht op… museumeducatie. Literatuur, projecten, websites • Zicht op… samenwerking in de cultuureducatie. Achtergronden en literatuur
34
•
Verslag van een jaar
boekjepdf
28-05-2003
13:51
Pagina 35
Medewerkers 2002 • Eind 2002 telde Cultuurnetwerk Nederland 38 medewerkers: dertig in
vaste dienst en acht op tijdelijke basis. Daarnaast werkten vier medewerkers bij het instituut via deeltijddetachering vanuit Stichting Ganzenmarkt 6. Twee studenten van de Universiteit Groningen respectievelijk Utrecht liepen stage bij het bureau Studies & onderzoek. Het totale medewerkersbestand op 31 december 2002 bestond uit 27 vrouwen en elf mannen. Van de 38 medewerkers hadden er op 31 december 2002 vijftien een fulltime-aanstelling. Circa zestig procent heeft een parttime-aanstelling, waarbij het aantal vrouwen de overhand heeft. Directie Piet Hagenaars: directeur
Bureau Informatie & documentatie Guy Miellet: bureaumanager
Petra Faber: bureauassistent Leontine Herschoe: infospecialist Simonet Knoppers: infospecialist Marie-José Kommers: medewerker deskresearch Lenie de Kruif: bureauassistent Pia Plas: medewerker infodesk Petra de Regt: infospecialist Laura Stoové: infospecialist Melissa de Vreede: medewerker deskresearch
Bureau Studies & onderzoek Piet Hagenaars: bureaumanager
Geneviève van Dijk: medewerker studies & onderzoek Claudia de Graauw: projectmedewerker Folkert Haanstra: buitengewoon hoogleraar Marjo van Hoorn: senior medewerker onderzoek & beleid Judith Lieftink: medewerker studies & onderzoek Josefiene Poll: projectmedewerker Camiel Vingerhoets: medewerker studies & onderzoek
Cultuurnetwerk Nederland 2002
•
35
boekjepdf
28-05-2003
13:51
Pagina 36
Bureau Advies & professionalisering Jan Taat: bureaumanager
Vera Bergman: stafmedewerker cultuureducatie Irma Hilhorst: bureauassistent Jonaske de Ruiter: stafmedewerker cultuureducatie Marja van der Sluis: bureauassistent Paul Vogelezang: senior stafmedewerker cultuureducatie
Bureau Productspreiding David Jonckheer: bureaumanager
Marthe Bauwens: hoofdredacteur Bulletin Cultuur & School Rinske Brand: productmanager Jan Ensink: senior webmaster Milou Hopmans: eindredacteur Joanet van Hulzen: webmaster Miriam Schout: medewerker productiebegeleiding Sabien Tegelaers: bureauassistent Peter Zonderland: productmanager
Servicebureau Peter van den Esschert: controller tevens bureaumanager
Joke Bik: medewerker financiële administratie Zeljana Bura: senior medewerker automatisering Ton Dijst: medewerker financiële administratie Rixt Eijer: medewerker financiële administratie Lida Graver: bureauassistent Jan Visscher: medewerker financiële administratie Athy de With: staffunctionaris personeel & organisatie
36
•
Verslag van een jaar
boekjepdf
28-05-2003
13:51
Pagina 37
Externe activiteiten medewerkers
Presentaties - internationale activiteiten – adviseurschappen – publicaties Vera Bergman: deed verslag van het onderzoek naar cultuureducatieve netwerken in Noord-Brabant tijdens het bezoek van de visitatiecommissie Actieplan Cultuurbereik aan de provincie Noord-Brabant; nam deel aan ‘The Star Conference, Schools, Teacher training and the arts’ in Birmingham (GB); was lid van de begeleidingsgroep van een promovenda van de Universiteit Utrecht; publiceerde het artikel ‘Dans in de tweede fase van het Voortgezet Onderwijs, CKV 1, 2 en 3' in Danswetenschap in Nederland (uitgave Vereniging voor Dansonderzoek).
Geneviève van Dijk: verzorgde lezing conferentie ‘The right to culture: teacher training & the arts’ in Brugge; bezocht wereldcongres INSEA in New York en ‘The Star Conference, Schools, Teacher training and the arts’ in Birmingham (GB); is bestuurslid INSEA-Nederland (vanaf 2002).
Jan Ensink: adviseerde over websites en andere digitale ontsluitingsvormen van cultuureducatieve onderwerpen (adviseur bij onder andere Reality@school, een media-educatieproject van Mira Media waarbij een website wordt opgezet als centraal uitwisselingsplatform voor scholen); nam deel aan diverse expertmeetings waaronder Meeting expertisecentra ICT (Waag Society), De toekomst van cultuuronderwijs en digitale media (Waag Society) en Toekomst cultuur en Kennisnet (Kennisnet).
Folkert Haanstra: verzorgde lezingen en papers wereldcongres INSEA New York; Hogeschool van de Kunsten Utrecht; Hanzehogeschool Groningen; Stichting Kunstzinnige Vorming Rotterdam; studiedag Max Goote Kenniscentrum; afscheidssymposium Harry Ganzeboom. Zijn adviseringsactiviteiten betroffen: NVTO didactiekcommissie; expertmeeting gemeente Amsterdam over cultuurbeleid en cultuureducatiebeleid; adviescommissie van een project van Forum en de Universiteit Utrecht in het kader van het Europese project Children in Communication about Migration waarin jonge migranten en vluchtelingenkinderen in Europa met elkaar en met mensen in het land van herkomst communiceren via de nieuwe media; Evidence for Policy and Practice Information (EPPI) van de University of London. EPPI is gericht op systematische reviews van onderzoek op het gebied van onderwijs; de reviewgroep op het gebied van de beeldende vorming start in 2003 met een eerste review die betrekking heeft op ‘formal assessment’ in de beeldende vakken. Haanstra is lid van de internationale begeleidingsgroep. Interviews met Haanstra verschenen in januari 2002 in Didactief & School en in december 2002 in Impact (uitgave van Ecabo over mbo-kunstonderwijs).
Piet Hagenaars: lid van Adviescommissie Educatie Provincie Noord-Brabant (vanaf 2002; de commissie adviseert over projectaanvragen voor ICT en Brede School); lid visitatiecommissie Theateropleidingen Kunstvakonderwijs Nederland in het kader van de sectorale kwaliteitszorg hbo; trad op als voorzitter van de subcommissie Opleidingen Docent Drama; lid Programmaraad NPS; is adviseur Samenwerkingsberaad Kunstvakken; praktijkstudie en lezing 'Arts in teacher training. Co-operation between artists, arts institutions and education' tijdens de internationale conferentie 'Right to Culture' in Brugge (samen met Camiel Vingerhoets en Geneviève van Dijk); lid landelijke jury Thinquest 2002 (inzendingen educatieve websites van hogescholen kunstvakonderwijs en het wetenschappelijk onderwijs); externe deskundige tijdens studiedag Federatie Kunstuitleen over ‘kunstuitleen en kunsteducatie’; nam deel aan studie en debat in het kader van gemeentelijk beleid en beleidsuitvoering Deeltijdkunstonderwijs in Vlaanderen in Gent; nam deel aan
Cultuurnetwerk Nederland 2002
•
37
boekjepdf
28-05-2003
13:51
Pagina 38
de expertmeeting over deeltijdkunstonderwijs en centra voor de kunsten in het kader van Gent-5-Akkoord, Sint Niklaas (België); externe deskundige search-conferentie over infrastructuur erfgoededucatie en de positie van Bureau Erfgoed Actueel na 2004 (georganiseerd door QRA-Advies en Ontwikkeling); nam deel aan de Cómhar Elia-Conference Dublin 2002. Publicaties (zijnde geen uitgaven van Cultuurnetwerk Nederland): Piet Hagenaars, Geneviève van Dijk en Camiel Vingerhoets. (2003). Arts in teacher training. Co-operation between artists, arts institutions and education. In: Recht op cultuur. Right to culture. Cultuurcahiers van de Hogeschool Gent. pp. 63 – 73. Visitatiecommissie Theater. (2003). Theater.
Eindrapport
van
de
visitatiecommissie
Theater.
Sectorale
kwaliteitszorg
HBO.
HBO-Raad.
’s-Gravenhage, januari 2003.
Marjo van Hoorn: lid Adviescommissie Actieplan Cultuurbereik, onderdeel Cultuur en School, Provincie NoordHolland (cultuureducatie en voortgezet onderwijs); lid Adviescommissie Culturele Diversiteit, OCW Gemeente Den Haag; lid Adviescommissie Culturele Projecten Diversiteit, OCW Gemeente Den Haag; lid begeleidingscommissie Cultuurschool (Volksbuurtmuseum Den Haag); lid Adviescommissie Federatie Kunstuitleen inzake subsidieaanvragen ‘U vraagt, wij draaien’; presentatie onderzoeken Cultuur en School tijdens de landelijke bijeenkomst provinciale ambtenaren cultuureducatie (IPO), samen met Camiel Vingerhoets en Judith Lieftink; presentatie onderzoek Vouchers voor de basisvorming, Vrije Universiteit Amsterdam; presentatie Visitatiecommissie Actieplan Cultuurbereik, gemeente Den Haag.
Joanet van Hulzen: nam deel aan expertmeeting over ICT in de kunstvakken van de Inspectie voor het Onderwijs.
Marie-José Kommers: workshopleider conferentie ‘Dubbelklik op CKV-vmbo’ (SLO en Cultuurnetwerk Nederland).
Judith Lieftink: presentatie onderzoeken Cultuur en School tijdens landelijke bijeenkomst provinciale ambtenaren cultuureducatie (IPO), samen met Marjo van Hoorn en Camiel Vingerhoets.
Guy Miellet: workshopleider conferentie ‘Dubbelklik op CKV-vmbo’ (SLO en Cultuurnetwerk); presentatie kunsteducatie aan studenten centrale interfaculteit Hogeschool voor de Kunsten (Cultuurnetwerk Nederland).
Josefiene Poll: voorzitter Gemeentelijke adviescommissie kwaliteitstoets Actieplan Cultuurbereik (gemeente Ede).
Jonaske de Ruiter: gaf workshop voor het Platform ZMOK-onderwijs over het gebruik van cultuurvouchers en de ontwikkelde module ‘Erfgoed is overal’; verspreidde, samen met Eeke Wervers (SLO), tijdens het consulentenoverleg Voortgezet Onderwijs de resultaten van het onderzoek naar vouchers voor het Speciaal Voortgezet Onderwijs en de ontwikkelde modules; verzorgde, samen met Paul Vogelezang, informatie over de pilot CKV vmbo en de daarin ontwikkelde activiteiten (formats) tijdens het consulentenoverleg Voortgezet Onderwijs.
38
•
Verslag van een jaar
boekjepdf
28-05-2003
13:51
Pagina 39
Camiel Vingerhoets: presentatie onderzoeken Cultuur en School tijdens de landelijke bijeenkomst provinciale ambtenaren cultuureducatie (IPO), samen met Marjo van Hoorn en Judith Lieftink; lezing 'Arts in teacher training, cooperation between artists, arts institutions and education' tijdens de internationale conferentie 'Right to Culture' in Brugge (samen met Piet Hagenaars en Geneviève van Dijk); presentaties over de werkzaamheden van het EU-ambtenarennetwerk cultuureducatie tijdens de bijeenkomsten van dit netwerk in Brussel.
Paul Vogelezang: adviseerde het ministerie van OCenW over de kerndoelen voor het primair onderwijs; adviseerde de steunfunctie-instellingen over taakstelling en werkwijze van cultuurcoördinatoren in het primair onderwijs; adviseerde de Inspectie voor het Onderwijs over ICT en cultuureducatie; gaf een reactie op het advies van de commissie-Wijnen; nam deel aan de werkconferentie Kunst op school te Deventer en schreef over dit onderwerp een artikel; nam deel aan de werkconferentie van Het Kunstgebouw (Zuid-Holland) over kunsteducatie in het primair onderwijs; schreef ter voorbereiding op de werkconferentie Bouwstenen voor cultuurparticipatie in Zutphen het artikel ‘Bouwsteen: jongeren als producent’; nam deel aan de INSEA-wereldconferentie in New York.
Melissa de Vreede: presentator Bijscholing Culturele en Kunstzinnige Vorming in de basisvorming, Vrije Universiteit, Amsterdam. Externe deskundige tijdens studiedag Federatie Kunstuitleen over ‘kunstuitleen en kunsteducatie’.
Medewerkers namen deel aan: debat over het rapport van de commissie-Wijnen (projectgroep Cultuur en School OCenW); expertmeeting cultuurbeleid en cultuureducatie (gemeente Amsterdam); studiedag Onderzoek Actieplan Cultuurbereik (Erasmus Universiteit); studiedag Samenwerking Centra voor de Kunsten (De Kunstconnectie); conferentie ‘Kind en Kunst 4’; landelijke manifestatie bibliotheekvernieuwing; symposium Samenwerking bibliotheken, archieven en musea; symposium Kindermusea (Nederlandse Museumvereniging); landelijke bijeenkomst Dance and the Child International (DACI); studiedag Vlaanderen-Nederland in het kader Gent-5-Akkoord; salonbijeenkomst over authentieke kunsteducatie (De Kunstconnectie); conferentie ‘De kunst van het kiezen, de keuze van de kunst’; symposium ‘Jaren van onderscheid, trends in cultuur en sociale ongelijkheid’ in het kader van het afscheid van Harry Ganzeboom (Universiteit Utrecht); conferentie ‘Dubbelklik op CKV-vmbo’ (SLO en Cultuurnetwerk Nederland); conferentie Cultureel ondernemerschap onder jongeren en culturele diversiteit (Life for live); workshop over cultureel divers maken aanbod (Phenix Foundation); debat over culturele diversiteit en cultureel ondernemerschap (Aanjaagbureau Culturele Diversiteit Den Haag); presentaties Projectloket; symposium ‘Verliest kunst(educatie) de slag om vrije tijd?’ (Markant, centrum voor kunsteducatie Apeldoorn); landelijke discussie Brede School; conferentie ‘Welzijn in de Brede School’ (Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn); conferentie ‘Bouwstenen voor kunstzinnige oriëntatie’(SLO); Etalagedag (impresariaat Uit de Kunst); studiemiddag ‘Een kwarteeuw onderzoek naar kunst- en cultuureducatie in Nederland’ (Cultuurnetwerk Nederland); kunsteducatiebeurs (Kunstweb Amsterdam); tentoonstellingsanalyse Wereldmuseum Rotterdam; presentatie beeldend eindexamen vmbo; tentoonstellingsanalyse Zaans Museum; Vubis-gebruikersgroep hogescholen en speciale bibliotheken; Dag van het Document, symposium voor bibliothecarissen en documentalisten.
Cultuurnetwerk Nederland 2002
•
39
boekjepdf
28-05-2003
13:51
Pagina 40
Colofon Cultuurnetwerk Nederland 2002. Verslag van een jaar is een ingekorte en bewerkte versie van Jaarverslag 2002 Cultuurnetwerk Nederland.
Samenstelling, redactie en productie Cultuurnetwerk Nederland (bureau Productspreiding) Ontwerp en vormgeving ankerxstrijbos grafisch ontwerp bno, Utrecht Foto’s Niels Stomps, Utrecht Drukwerk Libertas Grafische communicatie, Bunnik Uitgave Cultuurnetwerk Nederland Ganzenmarkt 6 Postbus 61 3500 AB Utrecht Telefoon 030-236 12 00 Fax 030-236 12 90 E-mail
[email protected] Internet www.cultuurnetwerk.nl
2003.004
boekjepdf
28-05-2003
13:51
Pagina 41