Jaarverslag 2009 Cultuurnetwerk Nederland De kracht en kwaliteit van cultuureducatie
Cultuurnetwerk Nederland, Utrecht 2010
2
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND
Inhoud Inleiding 1
2
3
4
5
6
3
5
Organisatie en financiën
7
1.1
Organisatiestructuur
7
1.2
Raad van toezicht
8
1.3
Personeel
8
1.4
Financiën
10
1.5
Statistisch overzicht begrote en bestede uren 2009
10
Informatie en documentatie
15
2.1
Algemeen
15
2.2
Websites en databases
15
2.3
Periodieken
18
2.4
Bibliotheek
20
2.5
Overig
21
Interview Anite Haverkamp
22
Kennisnetwerken
23
3.1
Algemeen
23
3.2
Kennisnetwerk culturele instellingen
24
3.3
Kennisnetwerken onderwijs
25
3.4
Kennisnetwerken onderzoekers
29
3.5
Kennisnetwerk overheden
29
Interview Karin Kotte
31
Verdieping en vernieuwing
33
4.1
Algemeen
33
4.2
Theoretische kaders
33
4.3
Raakvlakken tussen vakgebieden
36
4.4
Onderwijs- of overdrachtsconcepten
36
4.5
Maatschappelijke ontwikkelingen
37
Interview Koen van Eijck
39
Cultuureducatie en het overheids- en instellingsbeleid
41
5.1
Algemeen
41
5.2
Basisgegevens ontsluiten
41
5.3
Advisering overheden en instellingen
42
5.4
Verkennende studies
43
Interview Olga Smit
45
Internationale activiteiten
47
6.1
Algemeen
47
6.2
Kennisverzameling
47
6.3
Europese samenwerking
48
Interview Piet Elenbaas
51
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND
7
Reflectie en vooruitblik
53
7.1
Prestaties 2009
53
7.2
Van gelegenheidsnetwerken naar kennisketens
53
Bijlage I Externe contacten medewerkers
4
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND
57
Inleiding Cultuurnetwerk Nederland is het landelijke expertisecentrum voor cultuureducatie. Onze rol in de landelijke basisinfrastructuur is bijzonder en uniek. Er is geen andere landelijke instelling met cultuureducatie als kerntaak. Cultuurnetwerk is een transsectoraal instituut: we leggen voor cultuureducatie verbindingen tussen de activiteiten in de afzonderlijke sectoren. Wat sectorspecifiek is, regelen de sectorinstituten. Alles wat dat doorsnijdt, coördineert en initieert Cultuurnetwerk Nederland. Onze instelling heeft dan ook met de meeste sectorinstituten afspraken over samenwerking en afstemming gemaakt. Als landelijk kenniscentrum voor cultuureducatie rekenen we informeren, documenteren, adviseren en reflecteren tot onze taken. Iedereen die in werk, studie dan wel vrije tijd te maken heeft met kunsten cultuureducatie kan een beroep doen op onze diensten. Onze relaties bestaan uit gebruikers, partners, kennisgemeenschappen en kenniskringen, variërend van museumeducator tot schouwburgdirecteur, van gemeentelijke instelling tot internationale brancheorganisatie en van pabostudent tot hoogleraar. Op alle niveaus van dienstverlening zijn kennis delen en samenwerken de sleutelwoorden. In dit verslag verantwoorden wij onze activiteiten, producten en diensten van het jaar 2009. Wij hielden in ons werk nadrukkelijk rekening met de aandachtspunten van de minister in het subsidiebesluit 2009-2012. Zo verzocht hij Cultuurnetwerk zich meer te richten op zijn ondersteunende rol voor de cultuursector. Hij stelde bovendien voor meer informatiekanalen te ontwikkelen voor het delen en toegankelijk maken van onze deskundigheid en informatie. De minister waardeert verder onze inspanningen om de sector voor (wetenschappelijk) onderzoek te interesseren en hierover te informeren; het zelf uitvoeren van onderzoeksactiviteiten doen we enkel in opdracht van derden. Dit verslag is gerangschikt naar onze vijf aandachtsgebieden: Informatie & Documentatie (hoofdstuk 2), Kennisnetwerken (hoofdstuk 3), Verdieping & Vernieuwing (hoofdstuk 4), Beleid van overheden & instellingen (hoofdstuk 5) en Internationale activiteiten (hoofdstuk 6). Daaraan voorafgaand geven we inzicht in de organisatie en de financiële positie van onze instelling (hoofdstuk 1). We besluiten met een reflectie op onze activiteiten en een vooruitblik (hoofdstuk 7). Door te werken met digitale en fysieke kennisnetwerken onderzoeken we manieren om – met anderen - kennis te produceren en te spreiden. Heel gericht maken we kennis over cultuureducatieve processen bruikbaar en geven die betekenis. Het overzicht van publicaties en externe contacten van onze medewerkers (bijlage I) laat zien hoe we bezig zijn met kennisverwerving, -deling en -spreiding. Voor de nabije toekomst denken wij aan de vorming van kennisketens voor specifieke sectoren en groepen van kennisnetwerkers, bestaande uit algemene informatie over én verdieping en vernieuwing van cultuureducatieve processen. Daarover hopen we u in het verslag van volgend jaar meer te kunnen vertellen.
Piet Hagenaars Raad van
5
Bestuur
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND
6
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND
1
Organisatie en financiën
1.1
ORGANISATIESTRUCTUUR Cultuurnetwerk Nederland kent sinds mei 2005 drie bureaus - Informatie & Documentatie, Advies & Onderzoek en Middelen – waarvan de medewerkers efficiënt en hecht samenwerkend in projectteams producten en diensten realiseren. Deze producten en diensten komen vaak in wisselwerking met kennispartners en kenniskringen tot stand en zijn bedoeld voor de sectoren onderwijs, culturele instellingen, onderzoek, vrije tijd en overheden. We hebben bewust voor deze bureaustructuur gekozen, omdat deze medewerkers houvast biedt. Medewerkers werken in variabele teams aan wisselende projecten met wisselende (senior-)projectleiders en enige structuur is dan wel noodzakelijk. Met de bureaumanager wordt het algemeen functioneren van de medewerker besproken, zijn scholingswensen, het functionerings- en beoordelingsgesprek, het verlof, het persoonlijk ontwikkelingsplan (pop) enzovoort. Bureau Informatie & Documentatie, met als hoofd Max Lebouille, is verantwoordelijk voor de bibliotheek, websites, de uitgave van periodieken, vraagbeantwoording en – sinds 2008 – de productcommunicatie. Bureau Advies & Onderzoek, met als manager Piet Hagenaars, heeft de functies advies, procesbegeleiding, studie en onderzoek. Bureau Middelen, met als manager Peter van den Esschert, heeft faciliterende functies, zoals de financiële administratie, controlling, adresbeheer, automatisering en personeel & organisatie. De directeur en de bureaumanagers vormen samen het managementteam (MT) en overleggen over personeel, materiële en ruimtelijke voorzieningen en financiële middelen. De seniors voeren overleg in het Senior Team (ST) over beleidsadvisering op instituutsniveau. Daarnaast wisselen ze samen met de projectleiders kennis uit in een van de drie kenniskringen: Informatie & Documentatie, Kennisnetwerken en Verdieping & Vernieuwing. Voor een optimale kennis- en informatieuitwisseling is er een digitaal Infoplein voor alle medewerkers. Directeur Piet Hagenaars vertegenwoordigt de raad van bestuur van de stichting. Na vaststelling van de hoofdlijnen van beleid door de raad van toezicht is de de raad van bestuur eindverantwoordelijk voor de uitvoering van beleid en programmering. Hij is bovendien inhoudelijk, financieel en personeel eindverantwoordelijk voor de organisatie. De raad van bestuur wordt bijgestaan door medewerkers met staftaken zoals de voorbereiding van het inhoudelijk en financieel beleid, het kwaliteitsmanagement, internationalisering, corporate communicatie en public relations en het bestuurssecretariaat.
FIGUUR 1 _ ORGANOGRAM ORGANISATIESTRUCTUUR CULTUURNETWERK NEDERLAND
7
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND
1.2
RAAD VAN TOEZICHT De raad van toezicht stelt de kaders van de programmering van de werkzaamheden vast. Hij gebruikt daarbij als richtsnoer het vastgestelde Activiteitenplan 2009-2012. De raad van toezicht stelt voorts – voorafgaand aan elk kalenderjaar – een hiervan afgeleid werkplan vast met prestatiecijfers en daarbij behorende begroting. Elk jaar wordt door de directeur een Jaarverantwoording opgesteld - met daarin een bestuursverslag, een kwalitatieve beschrijving van producten, diensten en prestatiegegevens en een financieel jaarverslag - die door de raad van toezicht wordt vastgesteld en goedgekeurd. Deze wordt ter beoordeling aan het ministerie van OCW gestuurd en in afschrift aan de Raad voor Cultuur. SAMENSTELLING RAAD VAN TOEZICHT 2009 De raad van toezicht kende in het jaar 2009 een wisseling van leden. Op 31 december 2009 bestond de raad uit de volgende leden. Sadik Harchaoui
voorzitter
Ans Buys
vicevoorzitter
Jos Darmanata
algemeen lid (commissie financiën)
Linde Gispen
algemeen lid (vanaf juni 2009)
Wilbert van Herwijnen
algemeen lid
Marion Schiffers
algemeen lid (tot juli 2009)
Diederik Schönau
algemeen lid
Annemieke Vervoort
algemeen lid (vanaf juni 2009)
Sadik Harchaoui is sinds 2008 voorzitter van de raad van toezicht van Cultuurnetwerk Nederland. In zijn dagelijks leven is hij voorzitter van de Raad van Bestuur van FORUM, Instituut voor Multiculturele Ontwikkeling. Ans Buys, lid en vicevoorzitter sinds 2005, is directeur van de lerarenopleidingen van Fontys Hogescholen in Tilburg, Jos Darmanata (2006) is managing partner bij SD&S, verantwoordelijk voor financiën en verkoop, Linde Gispen (vanaf juni 2009) is waarnemend senior projectleider cultuurparticipatie bij de provincie Zuid-Holland, Wilbert van Herwijnen (2006) is regiobestuurder van FNV Bouw & Infra, Marion Schiffers (tot juli 2009) is directeur van Jongerentheater 020, Diederik Schönau (2007) is als lector kunsteducatie verbonden aan het expertisecentrum kunsteducatie van ArtEZ hogeschool voor de kunsten in Zwolle - daarnaast is hij als internationaal consultant werkzaam bij Cito in Arnhem – en Annemieke Vervoort is werkzaam als algemeen manager van Introdans Interactie, de educatie afdeling van het dansgezelschap Introdans. Alle leden van de raad van toezicht vervullen ook andere bestuursfuncties op het terrein van kunst en cultuur. Meer informatie over de achtergrond en de voor Cultuurnetwerk Nederland relevante nevenfuncties van de leden van de Raad van Toezicht staat op de website cultuurnetwerk.nl.
1.3
PERSONEEL OPBOUW MEDEWERKERSBESTAND Eind 2009 telde Cultuurnetwerk 43 medewerkers waarvan 34 in vaste dienst, zes op tijdelijke basis en drie op basis van deeltijddetachering vanuit Stichting Ganzenmarkt 6. In de loop van 2009 hebben drie medewerkers afscheid genomen en verwelkomden we zes nieuwe collega's. Een vervult de functie van een vertrokken collega, bij drie gaat het om nieuwe plaatsen ontstaan door uitbreiding van werkzaamheden en voor twee betreft het tijdelijk extra werk. Het medewerkersbestand bestond eind 2009 uit 31 vrouwen en 12 mannen. Om werk en zorgtaken goed te kunnen combineren, biedt Cultuurnetwerk zijn medewerkers de mogelijkheid om daar waar
8
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND
mogelijk parttime te werken. Acht medewerkers hadden op 31 december een fulltime aanstelling. Iets meer dan tachtig procent van de medewerkers heeft een parttime aanstelling, waarvan het aantal vrouwen de overhand heeft (zie tabel 1). Deeltijdfactor
Man
Vrouw
Totaal
tot 0,5
3
3
6
van 0,5 tot 0,6
1
4
5
van 0,6 tot 0,7
0
4
4
van 0,7 tot 0,8
1
7
8
van 0,8 tot 0,99
4
8
12
TABEL 1 _ AANTAL PARTTIMERS PER 31 DECEMBER 2009
De gemiddelde leeftijd van de medewerkers was eind 2009 46 jaar. Zestig procent was 45 jaar of ouder. De aandacht voor verjonging bij werving van nieuwe medewerkers blijft dus belangrijk. Figuur 2 geeft een vergelijkend beeld van de leeftijdsopbouw in de jaren 2006-2009.
FIGUUR 2 _ LEEFTIJDSOPBOUW MEDEWERKERS 2006-2009 (PEILDATUM 31 DECEMBER)
Uitgaand van de formatieomvang per leeftijdsgroep ziet het beeld er wat anders uit. In figuur 3 is per leeftijdsgroep in blauw het percentage van het totaal aantal medewerkers te zien en in rood het percentage van de totale formatieomvang. Uitgaande van de aanwezige formatie per leeftijdsgroep is het beeld van verjonging van de organisatie gunstiger. De aandacht voor verjonging blijft overigens ook de komende jaren aandacht vragen.
9
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND
FIGUUR 3 _ VERGELIJKING VAN FEITELIJKE AANTALLEN MEDEWERKERS (BLAUW) EN FORMATIEOMVANG (ROOD) PER LEEFTIJDSGROEP (2009)
SCHOLING EN DESKUNDIGHEIDSBEVORDERING In 2009 zijn de volgende scholingen en trainingen gevolgd: specifieke ICT-bijscholingscursussen, cursus taxonomieën, cursus schrijven voor het web, training assertief sensitief optreden, cursus kwalitatieve analyse. Ook woonden medewerkers in dit kader congressen en studiemiddagen bij, zoals web 2.0 en speciale bibliotheken. In totaal dertien medewerkers namen in twee groepen deel aan een in company eendaagse training 'presenteren'. De leden van het MT volgden een tweedaagse training 'voeren van POP-gesprekken'.
1.4
FINANCIËN Onze jaaromzet was in 2009 circa 4,09 miljoen euro, waarvan circa 1,79 miljoen euro aan projectsubsidies. Dat is ongeveer 0,63 miljoen euro meer dan in 2008. Rekening houdend met een afname van het onderhanden werk met ongeveer 0,32 miljoen is zo'n 48 procent van de omzet gefinancierd met subsidie voor besteltaken van het Ministerie van OCW en 52 procent door subsidies, donaties van derden, projectsubsidies van het Ministerie van OCW en overige inkomsten. Het jaar 2009 sluit met een positief exploitatieresultaat van € 313.269 (inclusief in voorgaande jaren ontvangen en nog te besteden projectsubsidies OCW). Onze raad van toezicht heeft de jaarrekening 2009 op 15 april 2010 goedgekeurd.
1.5
STATISTISCH OVERZICHT BEGROTE EN BESTEDE UREN 2009 In onze begroting voor 2009 gingen we uit van ongeveer 47.650 te besteden uren, waarvan 78,1% productief werd ingezet voor kennisontwikkeling, -productie en –circulatie en 21,9% indirect productief voor de interne en externe communicatie, management, personeelszaken, automatisering en financiële administratie. Eind 2009 bleken onze medewerkers meer uren gemaakt te hebben dan begroot (48.221), waarvan 82,8% productieve en 17,2% indirect productieve uren. We hebben dus meer werk geleverd dan begin 2009 werd voorzien. ACTIVITEITEN (BEGROOT EN BESTEED) Onderstaande figuren laten de verdeling van direct en indirect productieve uren over de taken en werkzaamheden van Cultuurnetwerk zien (begroting en besteding 2009). Grote afwijkingen tussen
10
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND
begrote en bestede uren zijn er niet, behoudens het onderdeel productspreiding, waarvan alle activiteiten in 2009 ten goede kwamen aan de producten en diensten van Cultuurnetwerk Nederland.
FIGUUR 4A EN 4B _ BEGROTING EN BESTEDING 2009: KOSTENTYPERING EN TAKEN IN UREN CULTUURNETWERK NEDERLAND (CIS)
BEKOSTIGING VAN DE UREN (BEGROOT EN BESTEED) De bestede werkuren werden op verschillende manieren bekostigd. Gelden uit de basisinfrastructuur – de basissubsidie – zorgden voor een urendekking van 53,6%. De OCW-subsidie voor extra diensten en producten vormde 28,3% van de bestede uren, onder meer voor het Bulletin Cultuur & School, de website Cultuurplein.nl en landelijke projecten, zoals de lerarenopleidingen primair en voortgezet onderwijs, cultuureducatie in de brede school en het ICC-traject. De resterende uren (circa 18,1%) zijn bekostigd door derden, zoals gemeenten, provincies en culturele instellingen (4,6%) en door samenwerkingspartners, waaronder het Fonds voor Cultuurparticipatie en het Sociaal Cultureel Planbureau (13,5%). In de begroting is uitgegaan is van een lager aantal uren voor besteltaken. Uiteindelijk is een hoger percentage voor besteltaken ingezet dan begroot. Rekening houdend met het totaal aan gemaakte uren – dat hoger was dan begroot – zijn er ook feitelijk meer uren aan besteltaken besteed.
11
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND
Procentueel gezien wijken al met al begroting en besteding voor wat betreft de bekostigingswijze niet veel van elkaar af, zoals onderstaande figuren laten zien.
FIGUUR 5A EN 5B _ BEGROTING EN BESTEDING 2009: BEKOSTIGINGSWIJZE DIRECT EN INDIRECT PRODUCTIEVE UREN CULTUURNETWERK NEDERLAND (CIS)
UREN VOOR WERKSECTOREN EN KENNISRELATIES (BEGROOT EN BESTEED) De direct productieve uren werden in 2009 besteed aan informatie en advies algemeen (38,9%), beleid overheden en instellingen (11,7%), culturele instellingen 'sec' (7,0%), onderwijs en culturele instellingen (32,6%), de onderzoeksector (7,9%) en kunstbeoefening in de vrije tijd (1,9%). Relatief de grootste verschuiving ten opzichte van de begrote uren is de inzet van uren op kunstbeoefening in de vrije tijd (-/-0,73%).
12
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND
FIGUUR 6A EN 6B _ BEGROTING EN BESTEDING 2009: INZET DIRECT PRODUCTIEVE UREN CULTUURNETWERK NEDERLAND IN WERKSECTOREN (CIS)
De ureninzet voor het onderwijs en culturele instellingen (cultuur & school) is vergeleken met de andere werksectoren groot. Dit heeft te maken met extra subsidies van het Ministerie van OCW. Figuur 8 toont de ureninzet zonder deze extra subsidies. Deze extra – vaak meerjarige - subsidies zijn nadrukkelijk bedoeld om kunst- en cultuureducatie in het onderwijs te verankeren, de brug tussen onderwijs en culturele instellingen te versterken en om de structurele samenwerking tussen beide partijen te bevorderen. Zoals uit de beschrijving van de in 2009 ondernomen activiteiten in de volgende hoofdstukken blijkt, worden deze doelstellingen over het algemeen ook bereikt.
FIGUUR 7 _ BESTEDING UREN WERKSECTOREN 2009 – NU ZONDER EXTRA SUBSIDIE MINISTERIE VAN OCW
De Raad voor Cultuur heeft in zijn advies over Cultuurnetwerk Nederland uit 2005 kanttekeningen geplaatst bij de focus op de schoolgebonden cultuureducatie. Hij constateerde in 2008 dat ons beleid op dit punt niet of nauwelijks is gewijzigd. In zijn instellingsadvies zegt de raad vervolgens dat 'de deskundigheid van de instelling op het gebied van schoolgebonden cultuureducatie groot is, waardoor zij in de onderwijssector een rol van betekenis speelt. […] De Raad meent echter dat de instelling haar positie in de cultuursector dient te verstevigen en haar aandacht evenwichtiger zou moeten verdelen tussen het onderwijs en de cultuursector' (Raad voor Cultuur 2008) 1. Uitgaand van onze inzet van uren vanuit de besteltaken blijken de uren specifiek voor onderwijs (9,7%) meer evenredig met die voor de andere werksectoren: beleid 12,7%, culturele instellingen
1
Raad voor Cultuur (2008). Advies Basisinfrastructuur 1.0. Den Haag: Raad voor Cultuur
13
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND
10,1% en onderzoek 11,4%. Informatie en advies blijft overigens de grootste, op kennisgebruikers gerichte, activiteit (53,3%). UREN VOOR AANDACHTSGEBIEDEN (BEGROOT EN BESTEED) Ten slotte kijken we naar de urenbesteding voor onze vijf aandachtsgebieden. Voor het aandachtsgebied Beleid overheden en instellingen werd in 2009 2,0% van de productieve uren ingezet. Voor Informatie & Documentatie ging het om 47,1% van de productieve uren, 6,6% werd besteed aan Internationale activiteiten, 30,7% aan Kennisnetwerken en 13,7% aan Verdieping & Vernieuwing. Vergeleken met de begroting 2009 is er een opvallende verschuiving te zien voor de inzet van uren voor Verdieping & Vernieuwing: 10,4% meer uren dan begroot. Dit is naar onze mening een goede zaak vanwege het belang van reflectie en het creëren van nieuwe inzichten en theorieën die kunnen leiden tot aanpassingen, verbeteringen en veranderingen van het vakgebied. In de hierna volgende hoofdstukken gaan we op elk van de aandachtsgebieden nader in.
FIGUUR 8A EN 8B _ BEGROTING EN BESTEDING 2009: PRODUCTIEVE UREN EN AANDACHTSGEBIEDEN CULTUURNETWERK NEDERLAND (CIS)
14
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND
2
Informatie en documentatie
2.1
ALGEMEEN Om actuele en betrouwbare informatie en documentatie over cultuureducatie zo toegankelijk mogelijk te maken voor onze kennisrelaties bouwde Cultuurnetwerk Nederland ook in 2009 aan zijn informatie- en documentatievoorzieningen. Met onze bibliotheek, desk- en internetresearch, het volgen van activiteiten van diverse instellingen en sectoren verzamelden we actuele informatie. Deze is vervolgens ontsloten via diverse, op kennisgebruikers toegesneden vormen, zoals een online catalogus, websites, databanken, literatuursearches, publicaties, periodieken, studiedagen, debatten, vraagbeantwoording en helpdesk (telefonisch en per e-mail). Figuur 9 toont de urenbesteding voor dit aandachtsgebied (18.393 uur totaal).
FIGUUR 9 _ URENBESTEDING 2009 VOOR HET AANDACHTSGEBIED INFORMATIE & DOCUMENTATIE (CIS)
2.2
WEBSITES EN DATABASES CULTUURNETWERK.NL In 2009 werkten we verder aan het onderhoud en de uitbouw van onze website www.cultuurnetwerk.nl. In vergelijking met 2008 trok de website per dag gemiddeld 130 bezoekers meer; het totaal aantal bezoekers was in 2009 gemiddeld 1.674 per dag. Op jaarbasis steeg het bezoekersaantal van 555.783 naar 602.677.
FIGUUR 10 _ BEZOEKCIJFERS EN PAGEVIEWS CULTUURNETWERK.NL 2006-2009
15
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND
Het aantal webpagina's dat de bezoeker gemiddeld las, is 3,6 - een lichte daling ten opzichte van 2008 (3,9 webpagina's gemiddeld per bezoeker). Deze bezoekersaantallen overschrijden het streefcijfer van 1.600 bezoekers per dag. Toch houden we in 2010 een tevredenheidsonderzoek over vorm, inhoud en navigatie van de website om specifieke wensen en behoeften van gebruikers te achterhalen. CULTUURPLEIN.NL De website www.cultuurplein.nl heeft een redactie met medewerkers van Cultuurnetwerk Nederland. De eindredacteur is Heleen de Groot. Daarnaast is er een redactieraad, bestaande uit vertegenwoordigers van deelnemende organisaties, van gebruikers uit onderwijs en culturele instellingen en van de redactie. Het betreft in 2009 Cultuurnetwerk Nederland, Kennisnet, SLO, KPC Groep, Stichting Erfgoed Nederland, CJP, Stichting Lezen, Algemene Vereniging van Schoolleiders AVS, Nederlands Instituut voor Filmeducatie, Vereniging Openbare Bibliotheken en het Ministerie van OCW. De redactieraad kwam in 2009 tweemaal bijeen (20 januari en 8 september). Cultuurnetwerk Nederland is als hoofdverantwoordelijke voor de dagelijkse redactie organisator en voorzitter van deze bijeenkomsten. Het aantal bezoekers van de websites www.cultuurplein.nl en www.cultuurcoordinator.nl (zie pag. 28) liep in 2009 op het eerste gezicht flink terug. Telden wij in 2008 nog 283.442 bezoekers, in 2009 waren het er maar 80.500. Dat is voor Cultuurplein.nl een terugloop van 787 naar 224 bezoekers per dag en voor Cultuurcoordinator.nl van 58 naar 25 (ICC'ers) en van 28 naar 12 per dag (ICC-trainers). Dit valt te verklaren uit het feit dat Kennisnet, de 'host' van deze sites, vanaf februari 2009 is overgestapt op een ander statistisch programma, dat anders en nauwkeuriger meet. Daardoor vertonen alle betrokken sites, dus ook die van Kennisnet.nl zelf, een terugval in bezoekcijfers van 50%-66%. Daarnaast is aan het licht gekomen dat in de afgelopen jaren de cijfers voor Cultuurplein.nl enigszins geflatteerd waren, omdat Kennisnet pagina's verkeerd selecteerde en telde. Dit is in 2009 rechtgetrokken, waardoor de feitelijke cijfers nog eens extra gedaald zijn. Al met al is het aantal bezoekers teruggegaan naar een derde van het oorspronkelijke aantal en de pageviews naar ongeveer een vijfde. Door deze technische veranderingen is een goede vergelijking met voorgaande jaren niet zinvol. We beginnen daarom met een schone lei en beschouwen de cijfers van 2009 als nieuw ijkpunt met een hopelijk voortgaande groei. Want als de cijfers van voor 2009 in verhouding met die van 2009 worden gebracht, is bezoekersgroei duidelijk aantoonbaar (zie figuur 11). Er is overigens geen reden om te twijfelen aan bezoekcijfers van Cultuurnetwerk.nl. ABC-media, onze host, gebruikt hiervoor een veel toegepast en betrouwbaar statistisch programma.
FIGUUR 11 _ IN VERHOUDING MET 2009 GEBRACHTE CIJFERS VAN BEZOEKERS EN PAGEVIEWS VOOR CULTUURPLEIN.NL EN CULTUURCOORDINATOR.NL
16
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND
Op basis van de conclusies uit de gebruikersonderzoeken van 2009 hebben we in overleg met het departement de verdere ontwikkeling van de website www.cultuurplein.nl bepaald. In 2010 krijgt de website een nieuwe interface. Daarbij voorzien we een beperkt gebruikersonderzoek om die te toetsen en zo nodig aan te passen. De helpdeskfunctie wordt gerenoveerd en Web 2.0-technieken krijgen meer aandacht om de inbreng van de gebruikers te vergroten. Gezien het toenemende belang van cultuurcoördinatoren - als steunpilaar voor cultuureducatie in het primair onderwijs - wordt de website www.cultuurcoordinator.nl in 2010 verder uitgebouwd. PODIUMOPSCHOOL.NL De website www.podiumopschool.nl krijgt in 2010 een nieuwe interface, zodat het gebruikersgemak en de vormgeving beter aansluiten bij onze overige sites. Deze website had in 2009 gemiddeld 46 bezoekers per dag, die elk 5 pagina's bekeken (in 2008 waren het er gemiddeld 61 die elk 3,8 pagina's raadpleegden). PROJECTLOKET CULTUUR Het Projectloket Cultuur is een belangrijk informatiepunt voor cultuureducatieve activiteiten en praktijkervaringen. Het betreft vier deelverzamelingen die ook integraal te raadplegen zijn: het Projectloket Community Arts, het Projectloket Amateurkunst, het Projectloket Onderwijs en het Projectloket Plus. In 2009 waren er gemiddeld 152 bezoekers per dag met een gemiddeld aantal pagina's van 3,1 (in 2008 ging het om 101 bezoekers en gemiddeld 3,8 pagina's). We zetten de samenwerking voor de invulling van deze site met Erfgoed Nederland, Kunstfactor, Kunstconnectie en Stichting Lezen in 2010 voort. E-ZINES Het aantal abonnees van de e-zines die vanuit Cultuurplein.nl worden verzonden, is toegenomen, zo laat onderstaande tabel zien. E-zines
2008
2009
toename abonnees in %
E-zine PO
1.431
1.496
+ 4,5%
E-zine VO
587
620
+ 5,6%
E-zine BVE
298
319
+ 7,0%
E-zine CI
119
173
+ 45,4%
TABEL 2 _ AANTAL ABONNEES VAN E-ZINES IN 2008 EN 2009
Onderstaande tabellen geven een overzicht van de bezoekersaantallen en pageviews van al onze websites in 2008 en 2009: Site
bezoekers
pageviews
bezoeker
pageview
t.o.v.
/dag
/bezoeker
2007
Cultuurnetwerk.nl
555.783
2.141.853
1.544
3,9
+/-
Cultuurplein.nl
283.442
2.050.682
787
7,2
++
Cultuurcoordinator.nl po
21.323
131.120
58
6,1
+
Cultuurcoordinator.nl trainer
10.503
86.141
28
8,2
+
Projectloket Cultuur
36.730
137.082
101
3,8
++
Podium op School
21.830
81.955
61
3,8
--
TABEL 3 _ OVERZICHT WEBSITES 2008
17
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND
Site
bezoekers
Cultuurnetwerk.nl
pageviews
bezoeker
pageview
t.o.v.
/dag
/bezoeker
2008
602.677
2.191.000
1.674
3,6
+
80.500
404.343
224
4,1
--
Cultuurcoordinator.nl po
9.046
45.565
25
5,0
--
Cultuurcoordinator.nl trainer
4.467
21.523
12
4,8
--
Projectloket Cultuur
54.760
172.552
152
3,1
++
Podium op School
16.542
83.196
46
5,0
--
Cultuurplein.nl
TABEL 4 _ OVERZICHT WEBSITES 2009
2.3
PERIODIEKEN We hebben de uitgave van onze vijf periodieken in 2009 voortgezet. Het betreft Zicht op… , Cultuureducatie Actua, Cultuur+Educatie, de Nieuwsbrief Cultuurnetwerk Nederland en de Aanwinstenlijst Bibliotheek Cultuurnetwerk Nederland. Om deze periodieken nog bekender te maken bij de uiteenlopende gebruiksgroepen – en daarmee meer afname en een ruimere ontvangst te realiseren – pakken we in 2010 de communicatie erover steviger aan. ZICHT OP… Zicht op…, is een vier keer per jaar verschijnende thematische publicatie met een inleidend artikel en geannoteerd literatuuroverzicht. Het aantal abonnees van de gedrukte versie schommelt al enkele jaren rond de tweehonderd (2009: 202); het aantal downloads op de website www.cultuurnetwerk.nl betreft meer dan een honderdvoud ervan (downloads 2009: 29.695 totaal; gemiddeld circa 800 per uitgave). Marie-José Kommers is de hoofdredacteur van deze reeks. In 2009 besteedde Zicht op… aandacht aan de navolgende thema's: •
Speciaal onderwijs en cultuureducatie [1], met een inleidend artikel van Wim Scherpenisse (opleidingsdocent/docent pedagogiek) over verschillende typen kinderen met speciale behoeften;
•
Senioren en cultuureducatie[2], met een inleidend artikel van Karin Laarakker en Josefiene Poll (Cultuurnetwerk Nederland) over cultuurdeelname van senioren en factoren die deelname bepalen;
•
Basisonderwijs en cultuureducatie [3], met een inleidend artikel van Marie-José Kommers en Ralf Steenbeek (Cultuurnetwerk Nederland) over beleid en praktijk van cultuureducatie in het basisonderwijs.
•
Samenwerking en cultuureducatie [4], met een inleidend artikel van Josefiene Poll en Marlies Tal (Cultuurnetwerk Nederland) over onder meer verschillende samenwerkingsvormen en belangrijke fasen in het samenwerkingsproces.
CULTUUREDUCATIE ACTUA Cultuureducatie Actua is een tweewekelijks e-zine over cultuureducatie – beleid, onderzoek, nieuwe uitgaven en bijeenkomsten – voor beleidsmakers, directeuren en bestuurders van overheden, culturele instellingen of onderwijsorganisaties. De redactie bestaat uit Jan Ensink, Petra de Regt en Ralf Steenbeek (Cultuurnetwerk Nederland). Het aantal betaalde abonnementen schommelt al enkele jaren rond de 380 en de respons op de keuze van inhoud en thema's is positief. Het aantal lezers is zeker het tienvoudige (zo'n 4.000 per ezine). Abonnees zijn meestal middelgrote tot grote instellingen, die – zo blijkt - het e-zine naar medewerkers en externe collega's doorzenden.
18
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND
CULTUUR+EDUCATIE Cultuur+Educatie is een reeks theoretische uitgaven over cultuureducatie met drie afleveringen per jaar. In 2009 groeide het aantal abonnees met 33 (+12,0%) tot in totaal 309. Daarnaast worden veel nummers los verkocht (in 2009: 373). De redactie wordt gevormd door Marjo van Hoorn (hoofdredacteur), Folkert Haanstra, Melissa de Vreede en Piet Hagenaars (Cultuurnetwerk Nederland). De reeks besteedde in 2009 aandacht aan de volgende thema's: •
Culturele invloeden op de esthetische beoordeling van beeldend werk [24]: Kunnen kleuters net zo mooi tekenen en schilderen als professionele kunstenaars? Of ligt dat aan het oog van de beoordelaar? Deze publicatie beschrijft de resultaten uit een Nederlands replicatieonderzoek van de U-vormige beeldende ontwikkeling. Het onderzoek werd uitgevoerd door Folkert Haanstra en Marjo van Hoorn met medewerking van Marie-Louise Damen.
•
Nieuwe Amsterdammers leren van Stad en Taal [25]: Kunst en voorwerpen lokken uit tot praten over wat je ziet en herkent. Dat is de gedachte achter speciale museumprogramma's voor inburgeraars. Deze publicatie beschrijft de opbrengsten en ervaringen van het Amsterdamse project Stad en Taal. De auteurs zijn Bea Ros, Halleh Ghorasi, Sandra Trienekens, Niels Vlasman, Folkert Kuiken en Melissa de Vreede (de laatstgenoemde is van Cultuurnetwerk Nederland).
•
Media + Kunst + Educatie Internationale ontwikkelingen in media- en kunsteducatie [26]: Mediaeducatie en kunsteducatie lijken elkaar steeds dichter te naderen. Wat betekent dat voor mediaeducatie in het onderwijs? Vijf deskundigen – Andrew Burn (UK), Carl-Peter Buschkühle (Duitsland), Paul Duncum (USA), Emiel Heijnen (Nederland) en Hans Martens (België) - schetsen een beeld van de ontwikkelingen in verschillende landen die plaatsvinden op het snijvlak van kunst, media en educatie.
NIEUWSBRIEF CULTUURNETWERK NEDERLAND De Nieuwsbrief Cultuurnetwerk Nederland geeft in het kort een overzicht van actuele activiteiten en producten van Cultuurnetwerk (vier maal per jaar). Naast nieuws benadrukt het de netwerkfunctie door in elke uitgave steeds een van de kennispartners het woord te geven. Het afgelopen jaar waren dat het Educatieoverleg van professionele theatergezelschappen, de Dienst Kunst en Cultuur van de gemeente Rotterdam, het tijdschrift Kunstzone én het Fonds voor Cultuurparticipatie. De nieuwsbrief wordt samengesteld door Milou Hopmans en Michiel de Wit. Het aantal abonnees groeide met ongeveer 5% tot een totaal van 2.773 abonnees. AANWINSTENLIJST BIBLIOTHEEK CULTUURNETWERK NEDERLAND De Aanwinstenlijst is een - per e-mail verzonden - maandelijks overzicht van de aanwinsten van onze bibliotheek. Het aantal abonnees bedraagt eind 2009 461, een toename van 10,3% ten opzichte van 2008. BULLETIN CULTUUR & SCHOOL Met de door het Ministerie van OCW gesubsidieerde uitgave van het Bulletin Cultuur & School werkt Cultuurnetwerk samen met de landelijke projectgroep Cultuur en School aan de versterking van de inhoudelijke samenwerking tussen onderwijs en culturele instellingen. Het bulletin komt vijf keer per jaar uit met bij elk nummer het Katern (een uitgebreid portret van hoe een bepaalde school vorm geeft aan cultuureducatie). Marthe Bauwens is hoofdredacteur en Maaike Severijnen eindredacteur. Het blad richt zich sinds zijn ontstaan op een brede groep geïnteresseerden en betrokkenen bij cultuur en school, vooral educatief actieve professionals bij instellingen voor beeldende kunst, muziek, dans, drama, literatuur, audiovisueel/media en erfgoed en leerkrachten in primair en voortgezet onderwijs met aandacht voor cultuur. Streven is elk van deze doelgroepen en disciplines zo gelijkmatig mogelijk van relevante informatie te voorzien.
19
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND
De bladformule wordt regelmatig kritisch tegen het licht gehouden en zo nodig aangescherpt, aan de hand van projectdoelstellingen, eerdere lezersonderzoeken en actuele ontwikkelingen. In 2009 is een aantal aanpassingen in vorm en inhoud gedaan en zijn plannen gemaakt voor verdere vernieuwing. Streven is daarbij de samenhang en wisselwerking met de website Cultuurplein.nl verder te versterken. Beide zijn als beeldbepalende communicatiemiddelen voortgekomen uit het programma Cultuur en School. Op de website is alle informatie over cultuur en school bijeengebracht, met op de homepage een link naar het bulletin. Hier kan men artikelen en katernen nalezen, reageren en mee discussiëren. In 2009 zijn enige aanzetten gedaan om de samenhang tussen site en tijdschrift duidelijker herkenbaar te maken. In 2010 gaan we daarmee verder. Het bereik van het blad onder de doelgroepen is een voortdurend punt van aandacht. Het Bulletin wordt gepromoot op bijeenkomsten voor professionals uit cultuur en onderwijs. Dit jaar ging het om ruim veertig verschillende evenementen. Daarnaast waren er twee grotere direct marketingacties gericht op relevante doelgroepen waar het bereik nog niet optimaal is. In een mailing zijn circa tweeduizend gecertificeerde interne cultuurcoördinatoren (ICC'ers) in het primair onderwijs aangeschreven en circa zeshonderd beroepskunstenaars in de klas (BIK'ers). Beide acties bleken effectief, gezien de opmerkelijke groei van het aantal abonnees in het primair onderwijs (+636 of 23,5%) en in de beeldende kunst (+111 of 64,9%), en muziek (+35 of 17,61%). Eind 2009 bedroeg het aantal individuele abonnees 11.675 (+1.033 of 9,7%). Afgezien van het recordjaar 2006 steeg het aantal abonnees niet eerder zo sterk. Het aantal bulkabonnementen daalde met 62. Het totaal aantal abonnees steeg met 971 naar 12.842, een groei van 8,18%. Daarmee is de doelstelling – groei van 3 à 5 % - ruim gehaald.
2.4
BIBLIOTHEEK Onze vakbibliotheek voor cultuureducatie bevat een unieke collectie vakliteratuur, lesmateriaal en beeldmateriaal en is vrij toegankelijk. We stemmen onze collectievorming af met partners in het veld, zoals Stichting Lezen, Kunstfactor, Erfgoed Nederland, Kunstconnectie en het Nederlands Instituut voor Filmeducatie. In 2010 wil Cultuurnetwerk deze samenwerking uitbreiden met de conservatoria in Nederland. Ook met andere sectorinstellingen willen we afspraken maken over een dergelijke samenwerking. Onze bibliotheekdiensten werden in 2009 breder bekend en gebruikers ervaren de collectie als uitgebreid en volledig. De promotie ervan onder potentiële gebruikers, vooral docenten en studenten van studies op het terrein van cultuureducatie en lerarenopleidingen, leverde in 2009 flink meer aandacht op voor deze unieke collectie. BIBLIOTHEEKPASHOUDERS EN ABONNEMENTHOUDERS Begin 2009 waren er 2.871 leners - bibliotheekpashouders - ingeschreven in ons uitleensysteem. Aan het begin van 2010 zijn dat er 3.090, een toename van 7,7%. Deze toename is voornamelijk toe te schrijven aan het toegenomen aantal studentenleners, van 680 begin 2009 naar 872 begin 2010 (+28,2%). Sinds 2005 heffen we geen leengeld meer voor studenten en is de promotie van de bibliotheek onder hbo- en wo-studenten uitgebreid. We leiden studentengroepen rond en geven uitleg over de collectie en het catalogusgebruik. Vorig jaar ging het om 19 opleidingen. De helft van de deelnemende studenten heeft zich ingeschreven als nieuwe lener. In 2010 bouwen we deze introductiebezoeken inhoudelijk en didactisch verder uit. Het aantal abonnementhouders bleef vrijwel gelijk (van 325 begin 2009 naar 326 begin 2010). Abonnementhouders kunnen gratis lenen, ontvangen Zicht op… en krijgen korting op literatuurselecties.
20
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND
BEZOEKDUUR De gemiddelde bezoekduur is 150 minuten. Dit is een ruwe schatting, gebaseerd op door bibliotheekmedewerkers bijgehouden bezoeklijsten. De bezoekduur varieert van 5 minuten, alleen geleend materiaal inleveren, tot 6,5 uur per bezoeker. In 2009 had de bibliotheek 1.472 bezoekers, een stijging ten opzichte van 2008 van 11,5%. SAMENWERKING Cultuurnetwerk Nederland werkt samen met anderen aan de bereikbaarheid van de bibliotheek. Met de Universiteit van Amsterdam (UvA) zijn concrete afspraken gemaakt om de online catalogus op te nemen in het overzicht van catalogi die deze universiteit haar gebruikers aanbiedt. Zo wordt een bezoeker van de digitale catalogus van de UvA automatisch doorgestuurd naar onze online catalogus. In 2010 werken we verder aan de ontsluiting van de bibliotheek door met meer universiteiten samen te werken. BIBLIOTHEEKDIENSTVERLENING ELDERS Het Brabants Instituut voor School en Kunst (BisK) heeft sinds 2006 een bibliotheek, waarvoor Cultuurnetwerk de selectie, aanschaf en ontsluiting van publicaties via een eigen internetcatalogus verzorgen. Dit wordt in 2010 gecontinueerd met Kunstbalie (de gefuseerde instelling van BisK en het Centrum voor Amateurkunst in Noord-Brabant).
2.5
OVERIG Cultuurnetwerk Nederland werd in 2009 regelmatig gevraagd gastcolleges over beleid, onderzoek en praktijk van cultuureducatie te verzorgen. Het ging om de masters kunsteducatie van de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht (vier gastcolleges), Fontys Hogeschool voor de Kunsten Tilburg (twee gastcolleges), de AHK Amsterdam (een gastcollege), Hogeschool Zuyd Maastricht (een gastcollege) en de Universiteit Utrecht (vier gastcolleges). In 2010 zetten we dit voort. Verder begeleidden we in 2009 drie masterstudenten van hogescholen (1) en universiteiten (2) in stage en scriptie. Cultuurnetwerk Nederland doet dit als de inhoud van stage of scriptie iets toevoegt aan de eigen kennisontwikkeling. Met de master Kunsteducatie van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten is een convenant gesloten om wederzijds diensten voor onderzoekstages uit te wisselen. Met Kunstzone, het maandblad voor docenten kunstonderwijs, is een convenant gesloten voor de periodieke levering van artikelen over de praktijk van kunsteducatie in en buiten het onderwijs. Vorig jaar leverden we twaalf artikelen. Voor Kunstconnected, het tijdschrift van Kunstconnectie, de brancheorganisatie van de centra voor de kunsten in Nederland, leverden we twee artikelen. Andere (digitale) tijdschriften waar medewerkers van Cultuurnetwerk Nederland aan bijdroegen waren het Bulletin Cultuur & School, E-zines voor ICC'er, (P)Art en De kwaliteit van … community art.
21
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND
INTERVIEW ANITE HAVERKAMP Educatief medewerker Catharijneconvent Utrecht LAAGDREMPELIG Anite Haverkamp kent Cultuurnetwerk Nederland al vanaf de tijd dat ze nog als LOKV op de Ganzenmarkt zaten. In 2006 is ze door Cultuurnetwerk na de heropening van het museum uitgebreid geïnterviewd over de nieuwe presentatie 'Feest! Weet wat je viert'.'Vroeger liep ik nog wel eens binnen. Dan had ik behoefte om wat te lezen over actuele ontwikkelingen in bijvoorbeeld een 'Zicht op...'-uitgave en daarvoor kon ik altijd terecht in de leeszaal. Die toegankelijkheid heb ik altijd erg prettig gevonden. Ik weet eigenlijk niet waarom ik dat nu niet meer doe.' Tegenwoordig verlopen haar contacten met Cultuurnetwerk vooral via de Dag van de Cultuureducatie die jaarlijks wordt georganiseerd.'Ik vind dat altijd buitengewoon inspirerende dagen. Je komt in korte tijd via lezingen en workshops veel te weten over een actueel thema. In 2009 ging het over het speciaal onderwijs. Dat is een heel bijzondere groep. Je krijgt bijvoorbeeld te maken met slechthorende kinderen, kinderen met lichamelijke beperkingen, maar ook met kinderen met leer- of gedragsproblemen. Juist voor deze groepen kinderen is cultuureducatie in het algemeen en een bezoek aan een museum, theater of concertgebouw misschien nog wel noodzakelijker dan voor kinderen in het reguliere onderwijs. Het kan echt een verrijkende ervaring zijn. Als instelling betekent het ook dat je meer dan anders maatwerk zult moeten leveren. Je moet je afvragen wat je wilt laten zien en hoe je dat gaat doen. Nu hebben wij bij de inrichting van 'Feest! Weet wat je viert' alle objecten op kinderhoogte opgesteld, dus ook voor groepen in een rolstoel is alles goed te zien.' Behalve inhoudelijk vindt Haverkamp de dagen ook nuttig vanwege de netwerkfunctie.'Je ziet al je collega's uit andere musea weer eens en je hebt de mogelijkheid om even wat bij te praten. Dat is belangrijk, want als je elkaar kent, ga je ook sneller bij elkaar te rade wanneer je tegen bepaalde dingen aanloopt.' Museum Catharijneconvent maakt niet zo vaak gebruik van andere diensten van Cultuurnetwerk.'Een uitzondering is het projectloket. Dat is de website van Cultuurnetwerk waar we onze educatieve projecten onder de aandacht kunnen brengen. Binnenkort zullen we daar aandacht vragen voor ons nieuwe project Moord in de Middeleeuwen, waarbij leerlingen op een interactieve manier kennis maken met het leven in een middeleeuwse stad, waarin kloosters en de kerk een belangrijke rol innemen. Voor de ontwikkeling van dit project hebben we Cultuurnetwerk niet nodig gehad. Toch is het goed dat er zo'n organisatie is en bovendien zo prettig laagdrempelig. Ik ken er een aantal mensen en als ik ergens mee zit, kan ik ze direct bellen.'
22
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND
3
Kennisnetwerken
3.1
ALGEMEEN Het systematisch deelnemen aan en het stimuleren van kennisnetwerken was voor Cultuurnetwerk Nederland ook in 2009 een belangrijke taak. Deze is, net als het verzamelen van informatie en documentatie, essentieel om de kennisopbouw van cultuureducatie te bevorderen en om kennis te delen. Kenmerkend voor dergelijke kennisnetwerken is de regelmatige informatieuitwisseling en samenwerking tussen de leden, waardoor nieuwe kennis wordt gecreëerd, verspreid en toegepast. In 2009 werd 11.973 uur aan het aandachtsgebied kennisnetwerken besteed. Onderstaande figuur toont de urenverdeling over de verschillende sectoren. Zoals eerder opgemerkt is het grote aantal uren voor het onderwijs voor een groot deel bekostigd uit extra subsidie van het Ministerie van OCW.
FIGUUR 12 _ URENBESTEDING 2009 VOOR HET AANDACHTSGEBIED KENNISNETWERKEN (CIS)
Met Kunstfactor, Kunstconnectie, de Raad van twaalf en Erfgoed Nederland hebben we het activiteitenplan 2009 op samenhang besproken, werkzaamheden afgestemd en daar waar mogelijk en zinvol samengewerkt. Dit gebeurde onder meer voor de bibliotheekcollectie en de verzameling documentatie over provinciale en grootstedelijke instellingen voor (amateur)kunst- en cultuureducatie. Daarnaast betrof het de uitvoering van combinatiefuncties, de brede school, het historisch onderzoek museumeducatie (samen met Erfgoed Nederland en Museumvereniging), Gent VI (samen met Kunstconnectie) en de cursus cultuureducatie voor ambtenaren (samen met OCW, VNG, Raad van twaalf en Kunstconnectie). Vertegenwoordigers van Cultuurnetwerk Nederland maken functioneel deel uit van netwerken van anderen in de vorm van advies- of bestuursfuncties. In 2009 ging het daarbij onder meer om de volgende netwerken: •
Coalitie Cultuurparticipatie (Cultuurnetwerk Nederland, Erfgoed Nederland, Fonds voor Cultuurparticipatie, Jeugdcultuurfonds Nederland, Kunstconnectie, Kunstfactor, Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Raad van Twaalf)
•
Adviescommissie Conservatorium Utrecht
•
Adviescommissie Cultuureducatie Provincie Noord-Holland
•
Adviesraad Maatschappelijke Stage 'Over de Vloer'
•
Adviseur NVTO (vereniging beeldende vorming)
•
Adviseur VLBV (vakverenigingen voor beeldend onderwijs)
23
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND
•
Adviseur Vereniging Samenwerkingsberaad Kunstvakken (SBKV)
•
Bestuur SBKV
•
Expertisecentrum Mediawijsheid
•
Adviescommissie AFK Amsterdam
•
Bestuur Kunstzone
•
Bestuur Stichting Netwerk Jeugdtheaterscholen
•
Adviescommissie Museum Jan Cunen Oss
•
Raad van Toezicht UCK Utrecht
•
Lid Landelijk Platform erfgoededucatie
•
Redactieraad www.cultuurcoach.nl
•
Resonansgroep St. Archipel Zutphen
•
Stuurgroep Kunst Inclusief
•
Adviseur ROC Koning WillemI 's-Hertogenbosch
•
Stuurgroep combinatiefuncties
•
Werkveldcommissie ArtEZ - Conservatorium Zwolle
•
Advisering BIK & Kunstvakopleidingen
•
Peer reviewer International Journal for ETA UK
In 2009 organiseerden we diverse kennisnetwerken voor culturele instellingen, voor het onderwijs, voor onderzoekers en voor ambtenaren met cultuureducatie in portefeuille.
3.2
KENNISNETWERK CULTURELE INSTELLINGEN KENNISNETWERK MEDEWERKERS CULTURELE INSTELLINGEN: DAG VAN DE CULTUUREDUCATIE In 2009 vond op 15 juni in Musis Sacrum (Arnhem) de vijfde Nederlandse Dag van de Cultuureducatie plaats. Er waren 333 deelnemers en het thema was 'culturele instellingen en het speciaal onderwijs'. Van deze deelnemers was ongeveer 70% afkomstig van culturele instellingen, zoals musea, bibliotheken, podiumkunstinstellingen, centra voor de kunsten, provinciale intermediaire instellingen en overige culturele instellingen, 30% kwam uit het speciaal basis- en voortgezet onderwijs. Zoals gebruikelijk kregen de deelnemers na afloop een enquête voorgelegd en 194 deelnemers (58,3%) leverden het formulier in. De inhoud van de dag werd gemiddeld gewaardeerd met het rapportcijfer 7,7. Uit alle cijfers is op te maken dat 95,9% de Dag met het cijfer 7 of hoger waardeerde (95,5% = 100%-4,9%). En tevens dat 62,4 % de Dag met het cijfer 8 of hoger waardeerde (62,4%= 100%37,6%). Uit de gegeven antwoorden (194 respondenten) blijkt dat de inhoud van de Dag voldoende aansloot op de eigen werksituatie ('enigszins' en 'ja' samen: 96,9%), dat veel nieuwe en nuttige informatie werd verkregen ('enigszins'en 'ja' samen: 96,9%) en dat er ook nieuwe en bruikbare contacten werden gelegd met andere organisaties ('enigszins' en 'ja': 74,7%). Ook over de organisatie van de Dag van de Cultuureducatie 2009 toonden deelnemers zich positief. De antwoorden schommelen rondom het gemiddelde van acht, met als hoogste cijfer een gemiddelde van 8,3 voor de catering en als laagste een gemiddelde van 7,67 voor de functionaliteit van de zalen.
24
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND
Tijdens deze dag is het onderwerp van de Dag van de Cultuureducatie 2010 aangekondigd en vijfentwintig personen en organisaties uit de sector cultuur deelden mee aan de voorbereiding en uitvoering ervan mee te willen werken. Verder hadden dertig personen en organisaties voorstellen voor thema's voor een volgende Dag, zoals 'het nieuwe leren en cultuureducatie', 'verdieping van binnenschools naar buitenschools aanbod', 'creativiteit als motor', 'culturele diversiteit en buitenschoolse cultuureducatie' en 'dans en muziek als communicatiemiddelen'. CONFERENTIE KUNSTEDUCATIE VOOR MENSEN MET EEN BEPERKING In 2003 sloten de Nederlandse en Vlaamse overheid het GENT VI-akkoord, een overeenkomst over uitwisselingsprogramma's tussen Nederland en Vlaanderen (GENT staat voor Geheel Europees Nederlands Taalgebied). Een onderdeel ervan was een uitwisselingsprogramma van Vlaamse academies voor deeltijd kunstonderwijs (DKO) met Nederlandse centra voor de kunsten. De vele positieve reacties van de deelnemers leidden tot het initiatief om elk anderhalf jaar een symposium alternerend in Nederland en Vlaanderen - voor de gezamenlijke doelgroep te organiseren. De conferentie die op 26 maart 2009 plaatsvond in de Rotterdamse Beeldfabriek van de SKVR was de eerste die in dit kader werd georganiseerd. Het thema van de conferentie was: kunsteducatie voor mensen met een beperking, of, zoals de Vlamingen het zeggen: kunsteducatie voor 'mensen met speciale noden'. Er werden docenten en leden van managementteams uitgenodigd, zowel van Vlaamse instellingen voor deeltijd kunstonderwijs als van Nederlandse centra voor de kunsten. Het Vlaamse Ministerie van Onderwijs en Vorming en het Nederlands Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap waren de initiatiefnemers en Kunstconnectie en Cultuurnetwerk Nederland zorgden voor voorbereiding en uitvoering van de conferentie. Een belangrijk punt in de presentaties en discussies was dat het bij kunsteducatie met mensen met een beperking gaat om kunst: om de artistieke ontwikkeling van cursisten en het vergroten van hun creatief vermogen. De grote diversiteit in deze doelgroep maakt standaardmethoden en een -aanpak onmogelijk: werken met mensen met een beperking, zo was de conclusie, is altijd maatwerk. SAMENWERKING MET INSTELLINGEN VOOR THEATEREDUCATIE In 2009 nam Cultuurnetwerk het initiatief voor samenwerking met instellingen voor theatereducatie (VNT, Platform theatereducatie – later het NAPK – de UvA en het TIN). Onze bibliotheek heeft circa drieduizend publicaties over theater(educatie). Deze collectie is toegankelijk gemaakt voor het NAPK, het TIN en voor studenten theaterwetenschappen. Dit gebeurde met specifieke literatuurlijsten, het plaatsen van een link naar theater(educatie)publicaties en het maken van een apart tabblad 'theater' in de bibliotheekcatalogus van Cultuurnetwerk Nederland. Ook kunnen gebruikers vanuit de universiteitsbibliotheek van de UvA (theaterwetenschappen) direct inloggen in onze catalogus. Verder nemen we waar zinvol deel aan het overleg van het Platform theatereducatie. Inmiddels is met de instellingen voor theatereducatie afgesproken dat Cultuurnetwerk in navolging van het trendonderzoek museumeducatie samen met NAPK, UvA en TIN een eerste trendonderzoek verricht over theatereducatie in Nederland. Het zal een lastig onderzoek worden, aldus het overleg, omdat het theaterveld nog gedifferentieerder is dan het museumveld. Een van de criteria zou moeten zijn dat er aan educatie gedaan wordt. Educatie is breder dan onderwijs en jeugd en er zal dan ook voor gewaakt worden dat er geen eenzijdig beeld over theatereducatie ontstaat. In september 2010 start het trendonderzoek.
3.3
KENNISNETWERKEN ONDERWIJS INTERNE CULTUUR COÖRDINATOR (ICC'ER) In de basisschool en culturele instelling is de cultuurcoördinator eerstverantwoordelijk voor inhoud, coördinatie en uitvoering van cultuureducatie. Interne Cultuurcoördinatoren (ICC'ers) werken samen
25
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND
aan de vorming en uitvoering van cultuurbeleid voor de basisscholen, creëren een draagvlak voor cultuureducatie en organiseren culturele activiteiten. Onze opdracht voor de projectjaren 2009–2012 is te onderzoeken hoe de ICC'er de komende vier jaar verder geprofessionaliseerd kan worden en hoe de activiteiten rond ICC geïntegreerd kunnen worden in de reguliere activiteiten van de verschillende betrokken culturele partners en organisaties. In 2009 richtten we ons enerzijds op kwaliteitsontwikkeling: hoe kan de ICC'er zo goed mogelijk worden toegerust voor zijn taak en daarvoor gefaciliteerd en ondersteund worden? Daarnaast wilden we het aantal ICC'ers stimuleren door de deelname aan ICC-cursussen te bevorderen. Behalve voor het onderwijs zijn er ook activiteiten voor medewerkers van culturele instellingen. Het door ons in 2009 ontwikkelde competentieprofiel van de ICC'er beschrijft de coördinator als een dynamische leerkracht of medewerker van een culturele instelling die zich in relatie tot het veranderende onderwijs en de veranderende (maatschappelijke) culturele omgeving steeds blijft professionaliseren. Gesprekken in de klankbordgroep en onderzoek van Bureau ART leidden tot dit competentieprofiel.
FIGUUR 13 _ COMPETENTIEPROFIEL ICC'ER
In 2009 hebben we aandacht besteed aan verbetering van de ICC-cursus, zowel voor leerkrachten als medewerkers van culturele instellingen. We stelden Dossier ICC samen; dit handboek werd tijdens de Culturele Onderwijstentoonstelling (COT, Bussum 2010) gepresenteerd. Om op zoveel mogelijk scholen een ICC'er te krijgen, is samen met de ICC-klankbordgroep een actieplan opgesteld, dat nu in uitvoering is. Onderdeel van het plan is hoe scholen met een niet geregistreerde en niet gecertificeerde ICC'er, bij het landelijke netwerk betrokken kunnen worden.
26
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND
FIGUUR 14 _ AANTAL GECERTIFICEERDE ICC'ERS PER PROVINCIE IN DECEMBER 2008 (BLAUW) EN MAART 2010 (ROOD)
Het aantal ICC'ers is met 30,7% het laatste jaar flink gegroeid (van 2.387 naar 3.119). Opvallend is de groei in de provincies Zuid-Holland (+67,9%), Noord-Brabant (+64,2%) en Groningen (+57,8%). In Friesland is het aantal ICC'ers in deze periode afgenomen (-/-7,4%). Kijken we naar het aantal ICC'ers per 10.000 leerlingen per provincie, dan blijkt er vooral groei in de provincies Zuid-Holland (+66,7%), Noord-Brabant (+59,7%), Groningen (+58,6%) en Zeeland (+52,5%). In Groningen zijn er 49 ICC'ers per 10.000 leerlingen, dat wil zeggen 1 op de 204 leerlingen (2010), in Flevoland is er maar 1 op de 1.667 leerlingen. Overigens is het aantal ICC'ers in Zeeland en Zuid-Holland relatief ook laag ten opzichte van de andere provincies. Het gemiddelde in Nederland is één ICC'er op de 500 leerlingen. Cultuurnetwerk Nederland zet zich samen met de provinciale instellingen in voor een uitbreiding van het aantal ICC'ers
FIGUUR 15 _ AANTAL GECERTIFICEERDE ICC'ERS PER PROVINCIE PER 10.000 LEERLINGEN IN DECEMBER 2008 (BLAUW) EN MAART 2010 (ROOD)
De pabo's werden in 2009 een belangrijke speler in het veld van ICC. Veel pabo's ontwikkelden een minor cultuureducatie en inmiddels worden op twaalf pabo's ICC-certificaten verstrekt. Er komt daarmee een nieuwe groep aan die deel gaat uitmaken van het reguliere ICC-bestand. Verder inventariseerde Cultuurnetwerk in 2009 de informatie- en/of scholingsbehoefte van de cultuurproducenten. Onderscheid is gemaakt tussen professionele educatief medewerkers van (grotere) culturele instellingen, medewerkers van kleinere instellingen die educatie als onderdeel van hun takenpakket hebben en individuele aanbieders en/of kunstenaars en vrijwilligers. Afhankelijk van
27
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND
hun wensen ontwikkelen we in 2010 voor deze drie groepen een mix van informatiebijeenkomsten, nascholing en netwerkbijeenkomsten. De ICC-trainers zijn belangrijke intermediairs vanwege hun betrokkenheid bij lokale en regionale netwerken. Zij zijn als klankbordgroep en/of denktank betrokken bij bijvoorbeeld de ideeën voor de COT, het Dossier ICC en het competentieprofiel. Op 20 september organiseerden we voor deze groep de jaarlijkse terugkomdag (Fulco Theater, IJsselstein). Zowel voor ICC'ers als voor de ICC-trainers continueerde Cultuurnetwerk de website www.cultuurcoordinator.nl, het schrijven en verzenden van nieuwsbrieven (e-zines) en het adresbeheer. Op basis van en in samenhang met het jaarlijkse activiteitenplan is een communicatieplan ontwikkeld. Per doelgroep zijn doelen en communicatiemiddelen geformuleerd, waarmee alle partijen op een passende manier benaderd en bediend werden. Bestaande doelen als een 'trotse beroepsgroep' blijven onderdeel van de communicatie. VERANKERING CULTUUREDUCATIE IN PABO'S Op dit moment nemen 31 van de 34 hogescholen met pabo's deel aan een meerjarig project cultuureducatie, dat Cultuurnetwerk Nederland met subsidie van OCW uitvoert. In 2009 zijn verschillende producten tot stand gekomen voor de versterking van cultuureducatie in het pabocurriculum. Ontwikkelgroepen, bestaande uit pabodocenten en begeleid door medewerkers van Cultuurnetwerk Nederland, behaalden in 2009 de volgende resultaten. •
Formulering - met gebruikmaking van de zeven competenties van competenties cultuureducatie waaraan alle studenten na afronding van de major moeten voldoen, met beschrijvingen van indicatoren die inzichtelijk maken om welke concrete kennis, inzicht, vaardigheden en attitude het gaat.
•
Ontwikkeling van competenties cultuureducatie waaraan studenten die zich willen specialiseren of verdiepen in cultuureducatie moeten voldoen. Daarbij is gebruikgemaakt van de competenties en indicatoren van het competentieprofiel ICC voor de pabo en een instapniveau cultuureducatie zoals bij bovenstaande basisinhoud beschreven. Er zijn beschrijvingen van indicatoren die inzichtelijk maken om welke concrete kennis, inzicht, vaardigheden en attitude het gaat.
•
Realisering van een instrument voor zelfevaluatie van cultuureducatie in het primair onderwijs. Hiermee kunnen management, interne cultuurcoördinatoren en leerkrachten voor zichzelf een beeld krijgen hoe cultuureducatie op hun school inhoud en vorm krijgt. Het instrument geeft een school zicht op de feitelijke situatie en mogelijke veranderingen en verbeteringen. Het is ook bruikbaar voor studenten die zich willen verdiepen in cultuureducatie.
•
Realisering van een vergelijkbaar instrument voor zelfevaluatie van cultuureducatie in de opleiding leraar basisonderwijs. Hiermee kunnen management en docenten een beeld krijgen hoe cultuureducatie in het pabo-onderwijsprogramma - major en minor - inhoud en vorm krijgt. Het instrument geeft de pabo zicht op de feitelijke situatie en op mogelijke veranderingen en verbeteringen. Het is ook bruikbaar in het zesjaarlijkse accreditatietraject.
•
Omwerking van de cursus Interne Cultuurcoördinator naar modellen voor inzet in de reguliere pabo-opleiding, al dan niet gecombineerd met een post-hbo-traject. Vanaf schooljaar 2009-2010 werd het competentieprofiel in ieder geval in twaalf opleidingen zodanig gebruikt dat hun studenten die aan een specialisatie of minor cultuureducatie deelnemen een ICC-certificaat ontvangen.
De uitgangspunten en producten van de ontwikkelgroepen zijn vastgelegd in de publicatie Handboek en Cultuurmonitor Pabo's (Vogelezang, De Groot & Hagenaars 2009). Tevens is de website Cultuurmonitor gerealiseerd, waar zowel basisscholen als pabo's gebruik van kunnen maken om de stand van zaken van cultuureducatie in beeld te brengen.
28
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND
In 2009 stelden we met de HBO-raad en de pabo's samen een plan op voor de ontwikkeling van een kennisbasis cultuureducatie, naast en in relatie tot de kennisbases van de andere vakken en vakdomeinen. Cultuurnetwerk Nederland heeft met de coördinator van dit traject afgesproken het redactieteam kennisbasis cultuureducatie te adviseren. KENNISNETWERKEN LERARENOPLEIDINGEN VOOR VOORTGEZET ONDERWIJS In 2009 troffen we voorbereidingen voor de voortzetting van het project Verbreding Cultuur en School, Lerarenopleidingen VO 2005–2008. Daarvoor maakten we gebruik van de uitkomsten van enkele bijeenkomsten met eerste- en tweedegraads lerarenopleidingen en van een evaluatie. De voorbereidingen mondden uit in een projectplan – rekening houdend met de evaluatie van het traject 2005-2008 - voor een verdieping van cultuureducatie in deze lerarenopleidingen, dat in 2010, mits ondersteund door het Ministerie van OCW, wordt uitgevoerd.
3.4
KENNISNETWERKEN ONDERZOEKERS 'Een plaats waar onderzoekers naar kunst- en cultuureducatie elkaar leren kennen, elkaars werk bespreken en in alle openheid met elkaar kunnen discussiëren', vanuit die wens organiseert Cultuurnetwerk jaarlijks de conferentie Onderzoek in Cultuureducatie, steeds in samenwerking met een hogeschool, universiteit of onderzoeksinstelling. Op 22 juni 2009 vond in Zwolle de derde conferentie Onderzoek in Cultuureducatie plaats, dit keer georganiseerd samen met het lectoraat kunsteducatie van ArtEZ Hogeschool voor de kunsten. Het deelnemersaantal was boven verwachting; bij het opstellen van het projectplan werd gerekend op ongeveer 175 bezoekers, er waren er 250, waaronder onderzoekers, docenten, medewerkers van culturele instellingen en studenten. Een na afloop verspreide enquête werd door 89 (35,6%) deelnemers ingeleverd en de belangrijkste resultaten zijn te vinden in onderstaande tabel. Onderzoekers
Docenten
Instellingen
Studenten
Totaal
(allerhande) Papersessies
7,5 (20)
7,4 (14)
7,3 (28)
7,2 (24)
7,4 (86)
Postersessie
7,1 (13)
7,3 (14)
7,3 (28)
7,4 (22)
7,3 (79)
Keynotelezing
5,1 (18)
6,0 (13)
6,5 (27)
7,3 (24)
6,2 (84)
Scriptieprijsuitreiking
7,7 (19)
7,7 (13)
7,3 (28)
8,1 (23)
7,7 (83)
Organisatie
8,5 (19)
8,4 (14)
7,9 (27)
8,3 (23)
8,3 (83)
% tevreden over informatie
95
89
98
96
95
(website en congresmap) TABEL 5 _ WAARDERING VAN DEELNEMERS AAN DE CONFERENTIE ONDERZOEK IN CULTUUREDUCATIE
De waardering varieerde van een 6,2 (keynotelezing) tot een 8,3 (organisatie). Tijdens deze conferentie werd ook voor het eerst de tweejaarlijkse Max van der Kamp Scriptieprijs uitgereikt (zie ook paragraaf 4.2). De prijs ging naar Lies van Roessel, voor haar onderzoek over games.
3.5
KENNISNETWERK OVERHEDEN CURSUS CULTUUREDUCATIE VOOR AMBTENAREN VAN MIDDELGROTE GEMEENTEN Rijk, provincies en gemeenten hebben elk eigen verantwoordelijkheden in het beleid voor cultuureducatie en amateurkunst. Sinds enkele jaren stemmen OCW, het IPO en de VNG dit beleid op elkaar af. Een werkgroep cultuureducatie van OCW, IPO en VNG heeft Cultuurnetwerk Nederland
29
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND
gevraagd een cursus cultuureducatie voor ambtenaren te ontwikkelen, met de expliciete opdracht eerst bij ambtenaren te achterhalen wat de inhoud van een dergelijke cursus zou moeten zijn. De intentie is dat deze cursus overal in Nederland aangeboden wordt, in provinciaal of regionaal verband. In 2008 werd het spits afgebeten door de provincie Noord-Holland, in 2009 gevolgd door de drie noordelijke provincies (Groningen, Friesland en Drenthe), Noord-Brabant, Gelderland en Overijssel. De cursus bestaat uit driemaal twee dagdelen en is erop gericht gemeentelijke beleidsmakers in staat te stellen een eigen cultuureducatiebeleid te formuleren. Dat kan alleen als er een onderliggende cultuurvisie is en als er verbindingen worden gelegd tussen onderwijs, sociaal-cultureel werk, stedelijke inrichting en economie. Welke infrastructuur heb je nodig voor cultuureducatiebeleid en met wie kun je samenwerken? De cursus geeft antwoord op dergelijke vragen. Aan het eind van de cursus hebben de deelnemers een eigen tienpuntenplan opgesteld waar zij in hun gemeente verder aan willen werken, veelal onderwerpen die in de eigen gemeente aanvulling of verbetering behoeven. Deelname aan deze cursus verdient zich terug, doordat gemeenteambtenaren het opgestelde plan meteen kunnen gaan uitvoeren, maar ook doordat al tijdens de cursus contact wordt gelegd met relevante uitvoerenden én met collega's uit andere gemeenten. Om het kennisnetwerk van ambtenaren cultuureducatie structureel van dienst te zijn organiseert Cultuurnetwerk Nederland als vervolg op de cursussen in 2010 de CultuureducatieBELEIDdag. KENNISATELIERS VOOR HET FONDS VOOR CULTUURPARTICIPATIE Op verzoek van het Fonds voor Cultuurparticipatie (FCP) brachten we in 2009 een voorstel uit voor werkzaamheden voor het kennisatelier actieve cultuurparticipatie. We hebben na verkennende gesprekken de intentie uitgesproken meerjarig samen te werken aan een dergelijk kennisatelier. De start hiertoe werd in 2009 gemaakt en de werkzaamheden zijn zowel inhoudelijk als organisatorisch. Het kennisatelier bestaat uit een kenniswebsite, het Jaarboek Cultuurparticipatie, landelijke conferenties en expertbijeenkomsten, en de voorbereiding en begeleiding van onderzoek. Afgesproken werd dat deze onderdelen van het kennisatelier in 2009 werden ontwikkeld en voor een deel ook gerealiseerd. In de volgende jaren worden ze voortgezet, bijgesteld en verder ontwikkeld, waarbij continuïteit en samenhang van activiteiten voorop staat. We adviseren en ondersteunen het fonds bij de ontwikkeling, realisatie en organisatie van het kennisatelier en doen een aantal uitvoerende werkzaamheden voor de deelnemende grote gemeenten en provincies. Omdat deze activiteiten bijdragen aan onze kennisontwikkeling en daarmee bruikbaar zijn bij de uitvoering van onze besteltaken, investeren we hier zelf ook in. In 2009 organiseerden we twee conferenties voor de provincies en grote gemeenten (26 maart en 17 september). Voor de eerste conferentie analyseerden we op verzoek van het fonds de ingediende werkplannen van de provincies en gemeenten 2009-2012 (Van den Hoek, Vogelezang en Hagenaars 2009). Verder werd een kennisatelier over bevolkingsonderzoek en cultuurparticipatie voorbereid en uitgevoerd (8 december).
30
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND
INTERVIEW KARIN KOTTE Docent Kunsteducatie op de pabo Iselinge in Doetinchem, daarnaast zelfstandig werkzaam in cultuureducatie (onder meer met trainingen, workshop en als ICC-trainer). OPGELADEN De eerste kennismaking met Cultuurnetwerk Nederland staat Karin Kotte nog helder voor de geest. 'Een collega van de pabo had mij gevraagd om mee te gaan naar een bijeenkomst van het pabo-netwerk. Ik kreeg daar zo veel nieuwe dingen te horen dat ik er bijna een beetje moedeloos van werd. Ik dacht: 'O jé, wat moeten we nog veel doen.' Inmiddels is Kotte aan dergelijke bijeenkomsten gewend geraakt en raakt ze juist opgeladen. 'En als pabo maken we bewuste keuzes. Niet alle input die we krijgen gaan we verwerken. We creëren een eigen profiel.' Vanuit haar rol als ICC-trainer leert Kotte ICC'ers kennen als enorm gepassioneerde mensen. 'Je ziet dat ze op een school vaak alleen de kar moeten trekken en draagvlak onder het team moeten zien te creëren. Dat is best eenzaam. Met CUEKA, het Cultuur Educatie Kapstokken spel, waarvan ik spelleider ben, wordt dat makkelijker. Schoolteams kunnen dan spelenderwijs ontdekken waar ze precies staan en wat ze precies willen. Maar om vervolgens de visie om te zetten in beleid en daadwerkelijk concreet te maken in de groepen valt nog niet mee. Wat willen en kunnen de leerkrachten nu eigenlijk echt? Daarom vind ik de bijeenkomsten van Cultuurnetwerk voor ICC'ers ook zo belangrijk. Daar kunnen ze elkaar ontmoeten en ontdekken dat anderen tegen dezelfde problemen aanlopen als zij zelf. Ook zij komen daar weer opgeladen vandaan.' Een boeiende workshop die Kotte op de door Cultuurnetwerk georganiseerde ICC-bijeenkomst COT volgde, vond zij daarom die van Jeroen Busscher. 'Hij heeft een boek geschreven over het creëren van draagvlak. 'Ga uit van kansen of zoek een andere baan' is een motto. Hij presenteerde op humoristische wijze zes bewezen regels om draagvlak te creëren.' 'Bij Cultuurnetwerk ligt veel kennis. Door onderzoek, productontwikkeling - zoals de cultuurmonitor, een spiegel voor je cultuurbeleid - en in de bibliotheek. Het is mijn taak om deze kennis te verspreiden. Op de pabo onder studenten en in het veld onder ICC'ers en leerkrachten.'
31
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND
32
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND
4
Verdieping en vernieuwing
4.1
ALGEMEEN Cultuureducatie is gebaat bij reflectie; (nieuwe) inzichten of theorieën kunnen het vakgebied stimuleren tot aanpassing en verbetering. Als kenniscentrum vormt Cultuurnetwerk Nederland een schakel tussen theorie en praktijk. Reflecteren op de informatie die we ontsluiten, is dan ook onze taak. In 2009 werden 5.335 uren besteed aan het aandachtsgebied Verdieping & Vernieuwing. De verdeling ervan over de verschillende thema's is in onderstaande figuur terug te vinden.
FIGUUR 16 _ URENBESTEDING 2009 VOOR HET AANDACHTSGEBIED VERDIEPING & VERNIEUWING (CIS)
4.2
THEORETISCHE KADERS LEERSTOEL CULTUUREDUCATIE EN CULTUURPARTICIPATIE Een belangrijke bijdrage aan de reflectie op de praktijk van kunst- en cultuureducatie levert de bijzondere leerstoel Cultuureducatie en cultuurparticipatie. Cultuurnetwerk Nederland heeft deze leerstoel gevestigd binnen de faculteit Geesteswetenschappen (voorheen Letteren) van de Universiteit Utrecht. Tot en met 2010 wordt deze bekleed door Folkert Haanstra, die tevens lector kunst- en cultuureducatie is bij de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten. De leerstoel draagt bij aan de opbouw van een wetenschappelijke body of knowledge voor cultuureducatie en -participatie. Praktijkkennis hierover is bij Cultuurnetwerk Nederland al in ruime mate aanwezig, de leerstoel vult dit aan met een overzicht van de gangbare theorieën over cultuureducatie en van verklaringen van onderzoekers voor verschillen in cultuurparticipatie. Bijzondere aandacht wordt besteed aan de (leer)effecten van cultuureducatie, waaronder de effecten op latere cultuurparticipatie, en aan de relatie tussen culturele socialisatie in het ouderlijk gezin en cultuureducatie in het onderwijs. De leerstoel heeft bovendien de taak een verbinding te leggen tussen de praktijkkennis van Cultuurnetwerk Nederland en de academische kennis en onderzoek op het gebied van cultuureducatie. In het studiejaar 2008-2009 was het vak Cultuurparticipatie en cultuureducatie een van de keuzemogelijkheden voor het verplichte onderzoeksseminar. In dit onderzoeksseminar leren studenten een eenvoudig onderzoek ten dienste van kunstbeleid op te zetten en uit te voeren en onderzoek van anderen op relevantie te beoordelen. Het thema van het seminar was de herleving van de culturele canon en de poging deze te implementeren in het Nederlandse onderwijs en in het
33
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND
aanbod van diverse culturele instellingen. In overleg met de coördinator van de Utrechtse master Kunstbeleid en -management werd besloten om in het studiejaar 2009-2010 een keuzevak Cultuureducatie en cultuurparticipatie te verzorgen in de minor Kunstbeleid en –management. Dit betekent dat het vak toegankelijk is voor een brede groep bachelorstudenten van geesteswetenschappen en tevens van de faculteit Sociale Wetenschappen. Het aantal deelnemende studenten nam hierdoor toe (van 7 naar 44). MAX VAN DER KAMP SCRIPTIEPRIJS Elk jaar verschijnen er goede scripties die aansluiten bij het werkterrein van Cultuurnetwerk Nederland. Met de instelling van de Max van der Kamp Scriptieprijs (vanaf 2009) bevorderen we de aandacht voor deze scripties en voor onderzoek naar cultuureducatie door studenten. Daarnaast is deze prijs een middel om onze bekendheid bij de verschillende onderwijs- en onderzoeksinstellingen te vergroten. De Max van der Kamp Scriptieprijs 2009 is gewonnen door Lies van Roessel met haar onderzoek over games. 'Dit onderzoek zet aan tot debat over de ethiek van het gamen', aldus de jury. De prijs werd uitgereikt op 22 juni 2009 in Zwolle tijdens de derde conferentie Onderzoek in Cultuureducatie. De prijs is vernoemd naar Max van der Kamp (1947-2007), hoogleraar en directeur onderzoek voor pedagogiek en onderwijskunde aan de Universiteit Groningen. Van der Kamp publiceerde een groot aantal boeken en artikelen over kunsteducatie, waaronder zijn proefschrift over doelen en effecten van kunstzinnige vorming. SAMENWERKING MET MASTER KUNSTEDUCATIE AHK Cultuurnetwerk Nederland en de Masteropleiding Kunsteducatie (MA KE) binnen het lectoraat Kunsten cultuureducatie van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten (AHK) gingen per 1 september 2008 een samenwerkingsverband aan. De samenwerking betreft vooral de participatie van masterstudenten in onderzoeksprojecten van Cultuurnetwerk. Het doel is tweeledig: masterstudenten leren de voor hun studie vereiste onderzoeksvaardigheden en doen ervaring op met praktijkgericht onderzoek in de kunsteducatie. Cultuurnetwerk Nederland haalt met de masterstudenten, allen professioneel werkzaam in de kunsteducatie, actuele kennis en expertise uit het beroepsveld binnen haar organisatie. Voor coördinatie en begeleiding stellen we voor enkele uren per week een van onze seniorprojectleiders ter beschikking. De verantwoordelijkheid voor de projecten waaraan masterstudenten deelnemen ligt bij Cultuurnetwerk. EMPIRISCH ONDERZOEK Ons empirisch onderzoek heeft zich vanaf 2003 gericht op het onderzoek 'Culturele invloeden op de esthetische beoordeling van beeldend werk'. Het theoretisch model van de zogeheten U-vormige beeldende ontwikkeling diende daarbij als uitgangspunt. Volgens dat model is er na het zevende of achtste levensjaar van leerlingen sprake van een algemene daling in kwaliteit van beeldende producten (tekeningen, schilderijen). Het in gebreke blijven van kunsteducatie in het onderwijs wordt daarbij in belangrijke mate verantwoordelijk gehouden voor dit kwaliteitsverlies en voor de afnemende motivatie van scholieren om zich beeldend bezig te houden. De vraag was of dit model te repliceren viel in de Nederlandse situatie en of er dan ondersteuning te vinden viel voor kritiek op dit model, namelijk dat het culturele invloeden veronachtzaamt. Culturele invloeden worden zowel in brede als in engere zin opgevat als westerse versus niet-westerse (vooral islamitische) culturele invloeden en als de invloeden van de heersende kunstopvattingen in Nederland. Met ons onderzoek willen we bijdragen aan de internationale discussie over de theorie van de U-vormige beeldende ontwikkeling en aan een nog weinig gevoerde discussie over esthetische beoordeling van beeldende producten in een tijd dat op veel Nederlandse scholen de leerlingpopulatie cultureel zeer divers is geworden.
34
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND
Een van de conclusies uit ons replicatieonderzoek is dat de U-vormige ontwikkeling niet universeel geldig is. Het oog van de beoordelaar speelt wel degelijk een rol. Bij beoordeling door kinderen en volwassen leken doet de U-vormige ontwikkeling zich niet voor. Deze treedt wel aan het licht bij de expertbeoordelaars, maar alleen bij beoordelaars met een Nederlandse en Turkse achtergrond. Een andere conclusie is dat de culturele afkomst van de maker van invloed is op de esthetische beoordeling. Het is van belang in het onderwijs rekening met deze resultaten te houden. De resultaten van het onderzoek zijn gepubliceerd in de reeks Cultuur+Educatie (Haanstra, Van Hoorn met medewerking van Damen 2009) en zijn tevens gepresenteerd op de conferentie Onderzoek in Cultuureducatie 2009. REVIEW INTERNATIONAL JOURNAL FOR EDUCATION THROUGH ART Het International Journal for Education through Art is een Engelstalig tijdschrift (Roehampton University) over de relaties tussen kunst en onderwijs (zowel formeel als informeel leren). Het tijdschrift bestaat uit – door peer review - beoordeelde teksten in de vorm van kritische essays, artikelen, literatuurstudies en onderzoeken. Een van onze seniorprojectleiders is in 2009 uitgenodigd toe te treden tot de redactie. Elk jaar beoordeelt zij als redactielid vier artikelen. HET AUTHENTIEKE IN KUNSTEDUCATIE In 2008 gaf het Brabants Instituut voor School en Kunst (BisK) de publicatie Niets is zeker, op zoek naar het authentieke in kunsteducatie uit, waarin de resultaten van een intern traject over dit onderwerp en van interviews met derden zijn samengebracht. Volgens BisK – vanaf 1 januari 2009 Kunstbalie geheten - is er een landelijk belang gediend met de verdergaande kennisontwikkeling en -circulatie hierover. Kunstbalie heeft Cultuurnetwerk gevraagd hierin het voortouw te nemen en het project een breder draagvlak te geven. We zijn op dit verzoek ingegaan, omdat dit probleemgebied aansluit bij de onderzoeksvoorstellen behorend bij de agenda voor cultuureducatieonderzoek (Cultuurnetwerk 2007). Het doel van het project is gericht op het geven van beschrijvingen van omstandigheden, faciliteiten en leeromgevingen – rekening houdend met vakinhouden, interventies en de persoon van de leraar of kunsteducator – waarin een betekenisvolle en authentieke ontmoeting met kunst mogelijk wordt. Het projecttraject bestaat uit meer fases, met als eerste een verheldering van de begrippen en theorieën door een literatuurstudie (2009-2010). Daarna wordt samen met derden een empirisch onderzoek voorbereid en uitgevoerd naar levensechte en betekenisvolle ontmoetingen in binnen- en buitenschoolse leersituaties (2010). Naar aanleiding van literatuuronderzoek en empirisch onderzoek wordt een analyse gemaakt (2010-2011) en vervolgens een vertaalslag naar de praktijk van de kunsteducatie (2011). De resultaten worden verspreid. In dit project werken we samen met een kennisnetwerk van onderzoekers, experts en praktijkmensen die over een breed netwerk beschikken en inhoudelijk hun sporen verdiend hebben in het domein kunsteducatie of die in andere domeinen met dit thema ervaring hebben opgedaan. Het netwerk wordt in 2010/2011 regelmatig gevraagd om kritisch en constructief te reageren op resultaten van de opeenvolgende projectfases. KENNISATELIER & JAARBOEK CULTUURPARTICIPATIE FCP Op verzoek van het Fonds voor Cultuurparticipatie (FCP) werkte Cultuurnetwerk Nederland in 2009 aan het Kennisatelier voor actieve cultuurparticipatie. We adviseren en ondersteunen het fonds bij de ontwikkeling, realisatie en organisatie van het Kennisatelier en verrichten daarvoor een aantal uitvoerende werkzaamheden. Een ervan is het Jaarboek Cultuurparticipatie (2009-2010), waarvoor we de inhoudelijke redactie voeren – samen met het FCP en het SCP - en het redactiesecretariaat verzorgen. Deze werkzaamheden zijn in 2009 gestart en lopen deels door in 2010.
35
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND
4.3
RAAKVLAKKEN TUSSEN VAKGEBIEDEN MUSEA EN INBURGERING (STAD EN TAAL) In 2006 startte de gemeente Amsterdam het project Stad en Taal voor mensen die Nederlands als tweede taal (NT2) leren. Taalverwerving wordt hierin gekoppeld aan een kennismaking met de cultuur en de geschiedenis van de stad. Het Amsterdams Historisch Museum en het Stedelijk Museum ontwikkelden speciale programma's voor nieuwe Amsterdammers. Later volgden het Verzetsmuseum, het Fotografiemuseum Amsterdam (Foam) en het Tropenmuseum. Cultuurnetwerk adopteerde dit project in 2008-2009 en verzorgde een publicatie hierover (Cultuur+Educatie 25 - 2009) om de aanpak en de effecten ervan breed te verspreiden. Een van de conclusies is dat het museum een rijke visuele omgeving is die uitnodigt tot interactie. Museummedewerkers slagen er bovendien goed in NT2-leerders aan het praten te krijgen. Ook lijken nieuw geleerde woorden goed te blijven hangen (Kuiken 2009). De Dienst maatschappelijke ontwikkeling van de gemeente Amsterdam, de Stichting Volkshogeschoolwerk en het Stedelijk Museum ondersteunden de uitgave financieel. KUNST LOKAAL Het pilotproject Kunst Lokaal: kunsteducatie in, om en buiten de school, moest Kunstbalie inzicht bieden in de rol van centra voor de kunsten in de lokale cultuureducatieve infrastructuur en hun mogelijkheden voor samenwerking met andere partijen, waaronder professionele culturele instellingen, verenigingen voor amateurkunst, (amateur)kunstenaars en de naschoolse opvang. De opdrachtgever, de provincie Noord-Brabant, ging ervan uit dat resultaten uit het project een overdraagbaar format opleverden, waarmee andere regio's in de provincie aan de slag konden. Kunstbalie vroeg Cultuurnetwerk Nederland het proces, dat de centra voor de kunsten en de betrokken partijen in de twee regio's doormaken, te volgen en om een overdraagbaar format op te stellen. In 2009 sloten we deze opdracht naar tevredenheid van Kunstbalie af met de publicatie Kunst Lokaal: kunsteducatie in, om en buiten de school en presenteerden we de bevindingen, inclusief het ontwikkelde format, op een bijeenkomst in Hilvarenbeek (23 maart 2009). SAMENWERKING CENTRA VOOR DE KUNSTEN De centra van de kunsten vormen een belangrijke klantgroep van Cultuurnetwerk Nederland, maar veelal bereiken wij hen vooral indirect, via projecten of conferenties. We onderzoeken nu samen met Kunstconnectie en de centra welke wensen en behoeften leven bij de centra en of (en hoe) wij hen hierin kunnen ondersteunen; de vraag van de centra is daarbij leidend. In 2009 is een begin gemaakt met een bronnenstudie naar mogelijke behoeften. Met aanvullende interviews (2010) brengen we in kaart welke concrete vragen er bij de centra voor de kunsten leven. In overleg met een expertgroep – samengesteld vanuit de centra voor de kunsten - en samen met Kunstconnectie worden wensen en behoeften nader geformuleerd en geven we er antwoord op.
4.4
ONDERWIJS- OF OVERDRACHTSCONCEPTEN BREDE SCHOOL EN CULTUUREDUCATIE (PO) Ondanks experimenten is er nog weinig kennis en informatie en zijn er weinig handreikingen beschikbaar die basisscholen helpen bij het ontwikkelen of versterken van cultuureducatie in de brede school. In 2010 is naar verwachting één op de zes basisscholen een brede school. Gemeenten, sociale instellingen, scholen en culturele organisaties pionieren de laatste jaren volop met het concept. Cultuurnetwerk voert in de periode 2009-2011 met subsidie van OCW een regeling uit voor brede scholen die de rol van cultuur in hun onderwijsprogramma willen ontwikkelen en uitbreiden. Op basis van eerder afgesproken criteria zijn in de eerste ronde (2009) negen brede scholen geselecteerd. Deze werken samen met culturele instellingen aan modellen of ontwikkelen instrumenten met als
36
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND
uitgangspunten: visie en cultuurbeleid; samenwerking tussen school en culturele instellingen; veranderingsprocessen in de school bij ontwikkeling en versterking van cultuureducatie; een keuze voor een scenario en de consequenties daarvan voor de school; en de rol van de gemeente als regievoerder in netwerken van scholen en culturele instellingen. Om elke deelnemende brede school komt een ring van brede scholen, een tweede netwerk, die op specifieke onderwerpen over meer expertise beschikken dan de projectscholen. COMBINATIEFUNCTIES IN BREDE SCHOLEN Het kabinet wil het aantal brede scholen met sport- en cultuuraanbod uitbreiden. Er is daartoe vanaf 2008 subsidie beschikbaar gesteld voor combinatiefuncties: functies waarbij mensen in of voor verschillende sectoren werken, terwijl ze in dienst zijn van één werkgever. Door personen verantwoordelijk te maken voor het actief verbinden van sectoren of door functies te creëren waarbij personen in twee of meer sectoren werkzaam zijn, ontstaan duurzame samenwerkingsrelaties en een samenhangend aanbod. In 2009 adviseerde Cultuurnetwerk de redactieraad van de website Combinatiefuncties (De Cultuurformatie) over de mogelijke vormgeving, inzet en evaluatie van combinatiefuncties. In maart 2009 gaven we een presentatie hierover in Apeldoorn (www.combinatiefuncties.nl/cultuur.html). PROFESSIONALISERING VAN MUSEUMEDUCATIE IN NEDERLAND In samenwerking met Erfgoed Nederland, de Museumvereniging (NMV) en de Universiteit Utrecht doen we sinds 2008 onderzoek naar de geschiedenis van de Nederlandse museumeducatie. Dit gebeurt op initiatief van Annemarie Vels Heijn, voormalig directeur van de NMV. Belangrijkste onderzoeksvragen zijn: hoe is er voortgebouwd op het pionierswerk van de eerste educatieve diensten in de jaren vijftig? En hoe is de professionalisering van de sector van binnenuit ervaren? Een uitgebreide literatuurstudie leverde een eerste ruwe schets. Voor de nadere invulling ervan hebben de onderzoekers gesproken met bijna vijftig betrokkenen, veelal in de vorm van dubbelinterviews (bijvoorbeeld een nog actieve museumeducator met iemand van een oudere generatie of twee vertegenwoordigers van hetzelfde type museum, maar met verschillende ideeën en achtergronden). De bevindingen uit de literatuurstudie en de interviews verwerken we tot een publicatie die naar verwachting najaar 2010 verschijnt. Een aantal fondsen, waaronder de Mondriaan Stichting, SNS Reaal en Stichting Volkshogeschoolwerk, ondersteunt het onderzoek en deze uitgave financieel.
4.5
MAATSCHAPPELIJKE ONTWIKKELINGEN TALENTONTWIKKELING Op onze website hebben we vanwege de grote maatschappelijke belangstelling het thema talentontwikkeling geplaatst. De laatste jaren zijn er diverse talentontwikkelingsorganisaties opgericht. Ook centra voor de kunsten en het kunstvakonderwijs houden zich steeds meer met het onderwerp bezig. Op de website besteden we sinds 2009 uitvoerig aandacht aan de begripsbepaling, de opeenvolgende fases in het talentontwikkelingsproces en het beleid en de organisaties op dit gebied. Daarnaast hielden we vorig jaar twee presentaties over dit onderwerp: op 14 februari voor een netwerkbijeenkomst van brede scholen met als titel Zelf aan de slag met culturele talentontwikkeling en een tweede op 23 april voor het bureau Kunst & Cultuur van PJ Partners in Rotterdam, Jongerenwerk en talentontwikkeling. Talentontwikkeling is het thema van de Dag van de Cultuureducatie 2010.
37
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND
MOGELIJKHEDEN TOT KUNSTBEOEFENING IN DE (VRIJETIJDS)MARKT In opdracht van OCW verrichtte het SCP in 2009 een verkenning van de (amateur)kunstbeoefening, culminerend in scenario's van kunstbeoefening in 2030. Deel van die verkenning is een inventarisatie van de mogelijkheden tot kunstbeoefening (en onderricht daarin). In vier separate projecten komen daarbij aan de orde: onderwijs, verenigingsleven, informele verbanden en de (vrijetijds)markt. Op verzoek van het SCP deed Cultuurnetwerk Nederland een voorstel voor dit laatste onderdeel. Het gaat daarbij om alle mogelijkheden tot het (leren) beoefenen van kunstdisciplines (voorheen vaak als amateurkunstbeoefening aangeduid). We schreven voor een publicatie van het SCP hierover twee hoofdstukken aan de hand van literatuuronderzoek: een inventarisatie van het aanbod op alle plekken waar kunstbeoefening in de vrijetijdsmarkt voorkomt – met veel aandacht voor de centra voor de kunsten - en een verkenning naar institutionele en niet-institutionele aanbieders in een 'gemiddelde' Nederlandse gemeente: Alphen aan de Rijn. Het aanbod in deze gemeente werd zo nauwkeurig en volledig mogelijk geïnventariseerd, op basis van lokaal onderzoek in documentatie van gemeente, culturele instellingen en andere bronnen (zoals gemeentegids en internet) en van gesprekken met sleutelpersonen. Uiteraard kwamen daarbij ook de twee lokale centra voor de kunsten, Parkexpressie en de muziekschool, aan bod evenals de volksuniversiteit. De publicatie verschijnt in de zomer van 2010. CULTUUREDUCATIE VOOR 50+ Een leven lang leren wordt steeds belangrijker gevonden, zowel vanuit economische motieven als vanuit de bevordering van sociale cohesie, burgerschap en duurzame ontwikkeling. Hoewel leren ook op latere leeftijd belangrijk is, blijkt uit onderzoek dat de deelname aan onderwijs, scholing en educatie onder volwassenen ongelijk is verdeeld. Deels is dat te verklaren door gebrek aan motivatie, deels omdat er voor hen weinig attractieve leertrajecten zijn. Op verschillende plaatsen in Nederland is al geëxperimenteerd met manieren om oudere volwassenen meer kansen te geven deel te nemen aan cultuur. In 2009 maakten we de inventariserende notitie Senioren en cultuureducatie met als doel een beeld te geven van wat cultuureducatieve instellingen voor deze groep ondernemen en waarom senioren daaraan wel of niet deelnemen. De notitie mondde uit in een uitgave van Zicht op... Senioren en cultuureducatie (2009, nr. 2) met een inleidend artikel van Karin Laarakker en Josefiene Poll, beiden werkzaam bij Cultuurnetwerk, over cultuurdeelname van senioren en factoren die deelname bepalen. CRISIS EN CULTUUREDUCATIEVE INSTELLINGEN De heersende economische laagconjunctuur werkt veranderende inzichten van lokale en landelijke politieke partijen over het maatschappelijk belang van kunst- en cultuureducatie in de hand. Vandaar dat Cultuurnetwerk Nederland bronnen verzamelde over het belang van de deelname aan kunst en cultuur en ook over de gevolgen van bezuinigingen voor cultuureducatieve instellingen. We houden een pleidooi voor het behoud van de deelname aan kunst en cultuur. Dit resulteerde in 2009 in een samenwerkingsverband van landelijke instellingen op dit terrein - naast Cultuurnetwerk Nederland het Jeugdcultuurfonds, het Fonds voor Cultuurparticipatie, Kunstfactor, Kunstconnectie, Erfgoed Nederland, het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en de Raad van twaalf - om samen een mogelijke teruggang te weerstaan en daar in het publieke debat nadrukkelijk aandacht voor te vragen. In 2009 besteedden we aandacht aan dit onderwerp door in de agenda op onze website en in Cultuureducatie Actua te verwijzen naar opiniërende artikelen en onderzoeken hierover.
38
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND
INTERVIEW KOEN VAN EIJCK Cultuursocioloog bij de capaciteitsgroep Algemene Cultuurwetenschappen van de Erasmus Universiteit Rotterdam RAAKVLAKKEN Aanvankelijk kende Koen van Eijck Cultuurnetwerk Nederland alleen indirect. 'Ik merk dat studenten de laatste jaren cultuureducatie steeds meer gaan ontdekken als een interessante arbeidsmarkt. Zo kwam ik in scripties van studenten steeds vaker verwijzingen tegen naar de website van Cultuurnetwerk Nederland. Zelf verwijs ik ook steeds vaker studenten naar die site. Ik vind het een hele nuttige website, omdat die een mooi beeld geeft van wat er op cultuureducatief gebied allemaal gebeurt in Nederland. Die toenemende belangstelling voor cultuureducatie heeft hier op de universiteit ook geleid tot een aanpassing in het curriculum. Vanaf volgend studiejaar ga ik een nieuw mastervak Kunst en Educatie doceren. Om me daar op voor te bereiden ben ik me meer in cultuureducatie gaan verdiepen. Zo heb ik hier in Rotterdam uiteraard contact gehad met de Stichting Kunstzinnige Vorming Rotterdam (SKVR). Maar cultuureducatie reikt verder dan Rotterdam en daarom heb ik mij onder meer ook aangemeld voor de conferentie Onderzoek in Cultuureducatie die Cultuurnetwerk Nederland jaarlijks organiseert. Toen Marjo van Hoorn van Cultuurnetwerk mijn naam enkele keren tegenkwam mailde ze mij om eens kennis te maken.' Min of meer gelijktijdig werd Van Eijck gevraagd om een bijdrage te leveren aan het Jaarboek van het Fonds voor Cultuurparticipatie. 'Cultuurnetwerk doet mee aan de redactie van dat jaarboek en vroeg mij om decentrale onderzoeken over cultuurdeelname te evalueren. Als de gemeente Tilburg en de gemeente Rotterdam, of de provincie Zeeland en de provincie Groningen allemaal een eigen onderzoek laten doen, zijn die onderzoeken dan vergelijkbaar? Dat bleek uiteindelijk niet zo eenvoudig, omdat ieder zijn eigen manier van enquêteren heeft, met vaak heel verschillende respondenten.' Zelf doet Van Eijck onderzoek naar culturele smaakpatronen. 'Daarbij verdiep ik me bijvoorbeeld in de verschillen tussen wat vaak hoge en lage cultuur wordt genoemd. Waarom kun je als je iets mooi vindt daar in bepaalde kringen goede sier mee maken, terwijl als je een andere smaak hebt, je die beter voor je kunt houden? Uiteindelijk is dat ook interessant voor cultuurbereik. Zo kunnen instellingen erachter komen wie nou eigenlijk hun museum, theater of concertzaal bezoekt. Het is een leefstijlenverhaal waardoor ook zichtbaar wordt voor welke groepen je op cultuureducatief gebied extra inspanningen zou moeten doen. Het is nog niet zover, maar ik sluit niet uit dat dat in de toekomst voor Cultuurnetwerk Nederland ook interessant zal zijn en dat dat zal leiden tot gezamenlijke publicaties.'
39
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND
40
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND
5
Cultuureducatie en het overheids- en instellingsbeleid
5.1
ALGEMEEN Cultuureducatie krijgt mede vorm door het beleid (en de subsidie) van gemeenten, provincies, Rijk en Europese Unie. Reden voor Cultuurnetwerk Nederland om – in informatievoorziening, advies en onderzoek – aandacht te besteden aan overheidsbeleid. Het accent ligt op het gemeentelijk beleid, omdat gemeenten met ruim tweehonderd miljoen euro subsidie voor cultuureducatie, inclusief amateurkunst en kunsteducatie, de grootste subsidiënt zijn. Bovendien zijn de activiteiten veelal lokaal ingericht. In 2009 werden 793 uren besteed aan het aandachtsgebied Beleid overheden en instellingen. De verdeling over de thema's is in onderstaande figuur afleesbaar.
FIGUUR 17 _ URENBESTEDING 2009 VOOR HET AANDACHTSGEBIED BELEID OVERHEDEN EN INSTELLINGEN (CIS)
INZET ABOUTALEB-GELDEN IN GEMEENTEN EN PROVINCIES De Ministeries van VWS, SZW en OCW pakten in het kader van het 'Europees jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting' (2010) een aantal activiteiten gezamenlijk op. Eén daarvan is een benchmarkpublicatie over gemeentelijke beleidmaatregelen voor het stimuleren van sport- en cultuurdeelname, zoals vastgelegd in de convenant 'Kinderen doen mee'. Het Ministerie van VWS vroeg al eerder het Nederlands Instituut voor Sport en Beweging (NISB) hiernaar een onderzoek te starten. Voor de beschrijving van het onderdeel cultuurdeelname vroeg Cultuurnetwerk Nederland in 2009 subsidie aan bij het Ministerie van OCW. Het doel is om gemeenten inzicht te geven in lokale strategieën om deelname van minimajeugd aan sport en cultuur te vergroten. Goede voorbeelden kunnen gemeenten stimuleren en ondersteunen bij een effectief en efficiënt beleid. De aanmoedigende publicatie over dit onderwerp wordt in april 2010 tijdens een bijeenkomst voor gemeenten door de drie ministeries gezamenlijk uitgebracht.
5.2
BASISGEGEVENS ONTSLUITEN DIGITALE KAART VAN NEDERLAND In 2009 onderzochten we of en hoe we op de website beleidsinformatie over lokale en provinciale cultuureducatie konden plaatsen. Een aantal provincies heeft op internet en of als publicatie een overzicht gemaakt van de culturele infrastructuur, aangevuld met informatie en statistische gegevens.
41
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND
Op 3 september 2009 hielden we een expertmeeting om meer inzicht te krijgen in de mogelijkheden en voordelen van de diverse oplossingen. De vraag was onder meer of de provinciale voorbeelden ook geschikt zijn voor andere provincies, gemeenten of derden, en of er mogelijkheden zijn voor afstemming of uitwisseling. Een goede ontsluiting van zulke gegevens is waardevol voor velen in (en buiten) de culturele sector: onderzoekers, adviseurs beleidsmedewerkers en politici, maar ook het brede publiek. We organiseerden deze expertmeeting samen met de provincie Limburg, omdat we over de opzet van het model van Limburg al veel contact hadden. De expertmeeting werd bezocht door vertegenwoordigers van de provincies Drenthe, Overijssel, Limburg en van Mocca, Amsterdam. De conclusie was verder te onderzoeken of een landelijke kaart en een gestandaardiseerde vragenlijst daarbij haalbaar zijn. Hiervoor zal overleg worden gevoerd met het IPO, omdat de provincies voor de uitvoering ervan van groot belang zijn. Daarnaast geldt dit ook voor de VNG en OCW, en de landelijke gegevensspecialisten CBS en SCP. Cultuurnetwerk neemt het voortouw om partijen te informeren en samenhang te creëren.
5.3
ADVISERING OVERHEDEN EN INSTELLINGEN Het adviseren van gemeenten en instellingen blijft een belangrijke taak voor Cultuurnetwerk Nederland. Uit ons in 2006-2007 gehouden klantonderzoek blijkt dat gemeenten, culturele instellingen en ook scholen geïnteresseerd zijn in elkaars kunst- en cultuureducatiebeleid en in het beleid van de overheden. Zowel in onze publicaties als op bijeenkomsten en onze websites besteden we hier veel aandacht aan. ADVIES EN BEGELEIDING GEMEENTE BORGER-ODOORN Op 18 mei 2009 organiseerde de gemeente Borger-Odoorn in samenwerking met Cultuurnetwerk Nederland een Cultuurconferentie, bestaande uit een middagbijeenkomst over cultuureducatie in het onderwijs en een avondbijeenkomst over amateurkunst en cultuureducatie in de vrije tijd. De gemeente wilde input van de betrokkenen in de gemeente voor de nieuw voorziene cultuurnota. Onder onze begeleiding spraken de deelnemers met elkaar over de krachten, zwakten en kansen voor cultuureducatie en amateurkunst in de gemeente Borger-Odoorn. Beide bijeenkomsten zijn afgesloten met een 'herverdelingsspel' waarin de aanwezigen aan de gemeente kenbaar konden maken wat in hun ogen de beleidsprioriteiten zouden moeten zijn. Het advies is aan de gemeente uitgebracht in de publicatie Analyse Cultuurconferentie BorgerOdoorn; cultuureducatie, amateurkunst, kunsteducatie en cultureel erfgoed (Hagenaars, Van den Hoek & Tal 2009). STUDIEDAG DOCENTEN FACTORIUM TILBURG Op verzoek van het Tilburgse Factorium verzorgde Cultuurnetwerk op 3 maart een inhoudelijke studiedag voor alle medewerkers van dit centrum voor de kunsten. Deze studiedag past in een lijn om in komende jaren gezamenlijk aan de verdere ontwikkeling van het centrum te werken, gebaseerd op het interne document van Factorium van 8 december 2008 over identiteit en beleid. ADVIES MEDIAWIJSHEID PROVINCIE NOORD-HOLLAND De provincie Noord-Holland wil in 2009-2010 mediawijsheid uitwerken als een van de speerpunten in het cultuureducatiebeleid. Zij koppelt mediawijsheid aan kunst- en erfgoededucatie. De komende periode ligt het accent op het onderwijs. Ter voorbereiding van een standpuntbepaling vroeg de provincie ons om een inventariserend onderzoek te doen naar de op dit gebied actieve partijen en hun aanbod. In dit onderzoek hebben we provinciale, landelijke en lokale partijen geïnventariseerd en keken we naar beleid in andere provincies en gemeenten en naar enkele behoefteonderzoeken in het onderwijs. Uit deze inventarisaties vloeien enkele aanbevelingen aan de provincie voort. Het advies
42
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND
werd in 2009 voorbereid en is in 2010 in twee delen uitgebracht: Advies provinciaal stimuleringsbeleid media-educatie (Noord-Holland, Deel I en Noord-Holland, Deel II: overheden en aanbieders) (Ensink & Van den Hoek met medewerking van Meewis & Maaijwee 2010). ADVIES NETWERKEN PROVINCIE DRENTHE In 2009 publiceerden we in opdracht van de provincie Drenthe een handreiking voor gemeenten. Een dergelijk netwerk stelt scholen in staat hun cultuuronderwijs samen met de directe culturele omgeving vorm te geven en maakt het omgekeerd voor culturele instellingen makkelijker om vraaggericht te werken. Basis voor deze handreiking vormden een evaluatie van het lokale netwerk in de gemeente Hoogeveen, een werkbijeenkomst met beleidsambtenaren uit Drentse gemeenten en eerdere onderzoeken naar samenwerkingsverbanden door Cultuurnetwerk Nederland. NETWERKEN BINNENSCHOOLSE CULTUUREDUCATIE; EEN HANDREIKING VOOR GEMEENTEN Omdat bovengenoemde handreiking niet alleen voor Drentse gemeenten, maar voor alle (grotere) gemeenten in Nederland nuttig is, hebben we deze vorig jaar vertaald in een algemene handreiking voor gemeenteambtenaren: Netwerken binnenschoolse cultuureducatie. Zo'n lokaal netwerk is voor gemeenten een goed instrument om de verbinding tussen onderwijs en cultuur tot stand te brengen. De publicatie wordt in 2010 tijdens de CultuureducatieBELEIDdag gepresenteerd. ADVISERING GEMEENTE SCHIEDAM Vanaf medio 2008 is de gemeente Schiedam bezig een visie te formuleren op cultuureducatie. Doel van de activiteiten tot nu toe is het kunnen benoemen van de verantwoordelijkheden van de gemeentelijke overheid, de reikwijdte van gemeentelijke bemoeienis met cultuureducatie en de nodige randvoorwaarden voor het onderwijs en het - al dan niet gesubsidieerde - culturele veld om met elkaar interessante activiteiten voor kinderen en jongeren te realiseren. De gemeente verzocht Cultuurnetwerk Nederland in 2009 enkele beleidscenario's te formuleren en te adviseren bij de opstelling van een beleidsnotitie. Na uitvoerig overleg en advies keurde de gemeenteraad op 4 februari 2010 de notitie Visie Cultuureducatie Gemeente Schiedam 2010-2014 goed. STUDIEDAG CENTRA VOOR DE KUNSTEN ZO-BRABANT Vijf centra voor de kunsten in Zuidoost Brabant organiseerden op 10 februari in Eindhoven een studiedag voor ongeveer tweehonderd docenten muziek. Als overkoepelend thema kozen zij de relationele driehoek amateurkunst–onderwijs–instelling. De voorbereidingscommissie van de studiedag vroeg ons al in 2008 inhoudelijk mee te werken aan de voorbereiding en uitvoering van deze dag. Naast een plenair deel werden workshops uitgevoerd door en voor docenten.
5.4
VERKENNENDE STUDIES UPDATES ARGUMENTEN KUNST- EN CULTUUREDUCATIE Regelmatig wordt de vraag gesteld waarom de overheid instellingen voor kunst- en cultuur(educatie) zou moeten subsidiëren. Als antwoord op deze vraag brachten we in 2008 in de serie Zicht op… een uitgave over de meerwaarde van kunst- en cultuureducatie uit, met een groot aantal citaten van politici, beleidsmakers en adviesraden over het maatschappelijk belang van kunst- en cultuureducatie. De citaten zijn voornamelijk afkomstig uit beleidsstukken van de rijksoverheid, provincies en gemeenten. Sinds deze uitgave hielden we dit soort uitspraken en onderzoek bij en in het licht van de verkiezingen bereidden we een nieuwe publicatie voor 2010 voor. Deze wordt uitgebracht tijdens de CultuureducatieBELEIDdag.
43
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND
INVENTARISATIE TAKEN EN ROLLEN LEDEN RAAD VAN TWAALF De Raad van twaalf – het samenwerkingsverband van provinciale instellingen voor kunst en cultuur vroeg ons te onderzoeken hoe deze instellingen werken aan de verbindingen tussen de binnen- en buitenschoolse cultuureducatie, de relaties tussen professionele kunsten en amateurkunsten, de aanpak en uitvoering van het regiobeleid en de mogelijke (productionele) rollen van de instelling als intermediair of als partner in uitvoering. Doel is kennisdeling van opvattingen, taken en werkzaamheden. Vorig jaar is gestart met de formulering van de aanpak; in 2010 voeren we het project samen met de provinciale instellingen uit. SAMENWERKING CULTUUREDUCATIE IN GEMEENTEN Bij samenwerking werken meer partijen aan een gemeenschappelijk geformuleerd doel door een gezamenlijke activiteit, dienst of product te realiseren. De partners stellen hierbij ieder hun eigen expertise en/of faciliteiten ter beschikking. In de culturele sector wordt vanzelfsprekend ook veel samengewerkt. Maar wordt wel alles uit die samenwerking gehaald? Of is er sprake van samenwerken om het samenwerken? Op de website van Cultuurnetwerk is vanaf 2009 een speciaal themadeel over samenwerking (samenwerkingsvormen, het kiezen van een samenwerkingsvorm en het samenwerkingsproces) om gemeenten, culturele instellingen en andere organisaties op het terrein van kunst en cultuur te informeren. Actuele literatuur over dit onderwerp is toegevoegd.
44
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND
INTERVIEW OLGA SMIT Programmamanager Cultuurbereik van de dienst Kunst en Cultuur van de gemeente Rotterdam SPARRINGPARTNER Olga Smit ziet Cultuurnetwerk Nederland als een interessante partner, met de nadruk op een. 'In Rotterdam hebben we natuurlijk met de Stichting Kunstzinnige Vorming Rotterdam (SKVR) een grote organisatie die verantwoordelijk is voor de ondersteuning van cultuureducatie en die zelf onderzoek doet en zorgt voor kennisoverdracht. In feite zijn wij dus in Rotterdam zelfvoorzienend. Maar dat wil niet zeggen dat wij Cultuurnetwerk Nederland niet nodig hebben. Met hen werken we vooral samen als het gaat om processen van de lange adem. Zo hebben we elkaar gevonden in de samenwerking met de pabo om daar cultuureducatie meer en beter te verankeren.' Elke keer als de dienst Kunst en Cultuur behoefte heeft aan samenwerking stelt Smit zich dezelfde vragen: Waar zit de expertise? En waar zit de specifieke kennis? 'En zo kunnen we terechtkomen bij Cultuurnetwerk Nederland. Dat heeft immers een enorm bestand aan materialen. Zo zijn we geabonneerd op de diverse uitgaven van Cultuurnetwerk. Die publicaties zijn voor ons een heel belangrijke bron van kennis. Maar soms vinden we dat Cultuurnetwerk ons niet direct kan helpen, bijvoorbeeld omdat een bepaalde kwestie meer vanuit wetenschappelijke hoek benaderd moet worden. Dan zoeken we samenwerking met een universiteit of hogeschool.' De belangrijkste samenwerking met Cultuurnetwerk zit hem volgens Smit vooral in de informele contacten. 'Wij spreken regelmatig met medewerkers van Cultuurnetwerk in de wandelgangen en achter de schermen. We komen elkaar tegen bij conferenties en in fora en altijd is er wel even een moment om bij te praten. Of we vragen elkaar om workshops te verzorgen. Misschien zie ik Cultuurnetwerk wel vooral als sparringpartner. Wij kunnen onze ideeën bij hen kwijt en zij die van hen bij ons. Door daar in die informele sfeer over te praten kom je er snel achter of een idee levensvatbaar is, of je er tijd en energie in moet steken om het verder te ontwikkelen, maar ook of het praktisch uitvoerbaar is. Dus zonder dat we structureel met elkaar samenwerken in de opdrachtsfeer, weten we elkaar toch altijd te vinden.'
45
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND
46
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND
6
Internationale activiteiten
6.1
ALGEMEEN Cultuurnetwerk Nederland beoogde met zijn internationale activiteiten ook in 2009 bij te dragen aan een gedegen internationale uitwisseling en betere benutting van kennis en ervaring. Daartoe continueerden we de internationale kennisverzameling en de Europese samenwerking daar waar mogelijk en zinvol. In 2009 werden 2.569 uren besteed aan het aandachtsgebied Internationale activiteiten. Figuur 18 toont de thematische verdeling.
FIGUUR 18 _ URENBESTEDING 2009 VOOR HET AANDACHTSGEBIED INTERNATIONALE ACTIVITEITEN (CIS)
6.2
KENNISVERZAMELING We verzamelen en verspreiden kennis over cultuureducatie in het buitenland. Zo geven we een nieuwe impuls aan zowel nationale als internationale deskundigheidsbevordering. De kennisverzameling concentreerde zich in 2009 op enkele omliggende landen en regio's in Europa: Vlaanderen, het Verenigd Koninkrijk, Nordrhein-Westfalen (Duitsland), Oostenrijk, Denemarken, Frankrijk en daarnaast Canada. Deze selectie is ingegeven door het belang voor de Nederlandse cultuureducatie en de kans op wederzijdse, gedeelde belangstelling voor specifieke onderwerpen of thema's. STUDIE NAAR INTERNATIONAAL BELEID CULTUUR EN CULTUUREDUCATIE In verband met te ontwikkelen nationaal cultuureducatiebeleid deden we op verzoek van het Ministerie van OCW literatuuronderzoek naar de cultuurdeelname in Vlaanderen, Denemarken, Nordrhein-Westfalen, Engeland en Canada. Opvallend is dat deze landen cultuurparticipatie, amateurkunst en cultuureducatie - in basis- en voortgezet onderwijs, maar ook daarbuiten beleidsmatig van (groot) belang vinden. Het departement gebruikt deze studie om zijn beleid op dit terrein verder vorm te geven. WEBSITES, DATABASES EN PERIODIEKEN Het onderzoeksdeel van de website www.cultuurnetwerk.nl bevat een overzicht van relevante evenementen in het buitenland (zoals congressen en presentaties) en links naar relevante
47
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND
internationale onderzoeksdatabanken, zoals DAREnet, ERIC (Educational Resources Information Center) en The Music Education Search System. We continueerden in 2009 het beheer van de site voor het Europese Network of Civil Servants (www.culture-school.net), in samenwerking met Frankrijk, de voorzitter van dit netwerk. In ons e-zine Cultuureducatie Actua besteedden we vorig jaar aandacht aan buitenlandse (onderzoeks)publicaties en conferenties. Onze thematische reeks Cultuur+Educatie bevatte bijdragen van buitenlandse onderzoekers naar en experts in media-educatie, zoals als Andrew Burn (UK), CarlPeter Buschkühle (Duitsland), Paul Duncum (USA) en Hans Martens (België).
6.3
EUROPESE SAMENWERKING ACENET EN OMC-WERKGROEP De EU-lidstaten willen steeds meer willen samenwerken en nemen de uitwisseling van beleidsideeën, praktijken en onderzoeken daadwerkelijk serieus. Dat blijkt uit de activiteiten van ACEnet, het netwerk van beleidsambtenaren kunst- en cultuureducatie van de EU-lidstaten. Dit werd bevestigd tijdens de in maart 2009 gehouden Europese conferentie CICY, waar de leden van ACEnet beleidsideeën en best practices uitwisselden (zie hierna). Sinds 2008 werken de leden van ACEnet samen in de OMC-Working Group on developing synergies with education, especially arts education. Deze OMC-werkgroep structureert de beleidsmatige aandacht voor cultuureducatie in de Europese Unie, waarbij programmatisch wordt samengewerkt aan de hand van gemeenschappelijke thema's. In augustus 2009 verscheen een tussentijds rapport met daarin als belangrijkste aanbevelingen: 'The OMC-Group invites the European Union to include artistic and cultural education in a transversal manner in all its programmes and initiatives, especially those addressed to young people for whom cultural offer is less accessible. [...] Several recommendations are addressed to the Member States: to embed cooperation between schools and cultural organisations in a long term strategy, promote its sustainability, invite both parties to actively participate in this cooperation and submit it to a periodic evaluation. [...] It implies the improvement of artists training and the exchange of good practices between Member States. [...] The European Union is also invited to promote the exchange of information and knowledge on cooperation between the education and cultural sectors by facilitating EU-wide networks and the realization of an EU-wide glossary and portal on cultural education. [...] Evaluation is an important dimension of artistic and cultural education policies, not least since it allows checking the divergence between declared intentions and their real implementation. The inclusion of evaluation programmes in the national policies is therefore strongly recommended.' Wij zijn op uitnodiging van het Ministerie van OCW betrokken bij de OMC-Working Group en ACEnet door de coördinatie en realisatie van de EU-wide glossary and portal on cultural education (ComACE). INTERNATIONALE CONFERENTIE CICY, BRUSSEL 2009 De internationale conferentie SEE, I SEE WHY!; Cultural education Innovation, Creativity and Youth (CICY) vond plaats i Brussel van 11 tot 13 maart 2009. Wij verzorgden de inhoudelijke en logistieke uitvoering van de conferentie, samen met CANON Cultuurcel Vlaanderen. Met als motto 'Bedenken. Creëren. Innoveren', riep de Europese Commissie 2009 uit tot het Jaar van Creativiteit, Innovatie en Jeugd. Doel was extra aandacht te geven aan de economische groei, maar vooral ook aan sociaal en individueel welzijn. In deze context vond de Brusselse conferentie CICY plaats, met 130 deelnemers – beleidsmakers en onderwijsspecialisten – afkomstig uit 24 lidstaten van de Europese Unie. Rode draad van de conferentie vormde De culturele ontwikkeling van kinderen en jongeren in een veranderend Europa: Leren met en door cultuur. De thema's van de acht deelsessies sloten aan op de beleidsagenda's van de EU-landen: Jeugdbeleid, jeugdcultuur en cultuureducatie met cases uit
48
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND
Duitsland en Oostenrijk; Onderwijsinnovatie en cultuureducatie met cases uit Vlaanderen en Engeland; Burgerschap en cultuureducatie met cases uit Denemarken en Hongarije en ten slotte De pedagogische rol van docenten en educatoren met cases uit Frankrijk en Nederland. De cases werden vanuit drie invalshoeken (beleid, praktijk en evaluatie) gepresenteerd en bediscussieerd (zie www.cicy.eu). Uit de enquête onder deelnemers bleek dat zij de plenaire presentaties zeer waardeerden en dat deze voor een plezierige dynamiek zorgden. De gemiddelden voor de inhoud van de key notes – op een vijfpuntenschaal – schommelden tussen 3,87 (Caroline Sharp, onderzoeksresultaten Eurydice) en 4,63 (Peter Adriaenssens, talentontwikkeling en hersenfuncties). Deelnemers vonden de aanpak in de deelsessies plezierig, omdat die hen veel informatie verschafte en ook tot inhoudelijke discussies leidde. De gemiddelden voor de inhoud van de deelsessies lagen rond 3,5, op een vijfpuntenschaal. De Brusselse conferentie had een beleidsagenderende functie. De opbrengsten dienden onder meer gebruikt te worden door de al genoemde Europese OMC-werkgroep. In de publicatie voor de conferentie (Ros, IJdens, Van Hoorn & Hagenaars 2009) werden al enige voorzetten voor eventuele thema's gegeven. Bijvoorbeeld onder de noemer Signs of the time: de ontwikkeling van projecten waarin jeugdcultuur wordt gezien als een bron van culturele vernieuwing en waarin jongeren gefaciliteerd en gecoacht worden in hun eigen culturele praktijk. Bij de voorzet Imagining citizenship gaat het om de ontwikkeling van projecten waarin kunst en cultuur worden gezien als verbeelding van diverse vormen van burgerschap (politiek, sociaal, multicultureel en intercultureel) en in The kids are alright ligt het accent op projecten voor kinderen en jongeren die gevaar lopen hun opleiding te beëindigen zonder basale kwalificaties voor welk beroep dan ook. VLAAMS-NEDERLANDSE SAMENWERKING Cultuurnetwerk Nederland en CANON Cultuurcel Vlaanderen delen sinds 2005 een 'podium' voor debat, kennisuitwisseling, presentatie en ontmoeting op het gebied van cultuureducatie. De relatie kende in 2009 hoogtepunten in de jaarlijkse Dag van de Cultuureducatie in Antwerpen en Arnhem en in CICY, de Europese conferentie voor cultuureducatie in Brussel. Vanaf 2007 werken we met Vlaamse universiteiten samen voor onze jaarlijkse conferentie Onderzoek in Cultuureducatie, in 2009 in Zwolle met bijdragen van Vlaamse en Nederlandse onderzoekers. Bovendien was er op 12 november in het kader van het project Verdieping cultuureducatie in pabo's 2006-2009 een uitwisseling tussen pabo's in Nederland en Vlaanderen over kunst- en cultuureducatie in het opleidingscurriculum. Een van de sprekers was Peter Adriaenssens van de KU Leuven (kinderen adolescentenpsychiatrie) over de ontwikkeling van de hersenen en de persoonlijkheid van kinderen. Kunst- en cultuuractiviteiten zijn belangrijke hefbomen om hen, aldus Adriaenssens, positief te betrekken in steeds veranderende wereld. COMACE Cultuurnetwerk Nederland is actief voor het ACEnet, het European Arts and Cultural Education Network van departementale vertegenwoordigers van de EU-lidstaten. Op verzoek van dit netwerk maakten we een voorstel voor een Europese portal Community of Knowledge on Arts and Cultural Education in Europe (ComACE), dat zijn uitwerking krijgt in de periode 2009-2011. Deze portal ComACE beoogt kennis over kunst- en cultuureducatie systematisch tussen Europese landen uit te wisselen en te delen. De portal toont (beleids)informatie over kunst- en cultuureducatiebeleid in een compendium, een glossary en een algemeen deel met voorbeelden van goede praktijken en onderzoek. Sinds 2007 functioneert een Steering Committee voor de portal ComACE. Het netwerk (ACEnet) heeft de coördinatie en redactie van de portal voor de komende jaren aan Cultuurnetwerk uitbesteed. De redactiewerkzaamheden voor Nederland worden betaald uit besteltaken; de algehele coördinatie en
49
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND
redactie van ComACE worden bekostigd door het Ministerie van OCW. In 2009 werkten Nederland, Vlaanderen, Oostenrijk en Frankrijk aan het compendium. INTERNATIONALE VERTEGENWOORDIGING EN SAMENWERKING CECA We waren in 2009 actief aanwezig op een aantal internationale conferenties over kunst- en cultuureducatie. Zo legden medewerkers in verband met het onderzoek naar de beeldende ontwikkeling van kinderen bruikbare contacten met deskundigen en onderzoekers tijdens het congres van de National Art Education Association (NAEA) Visual Arts Education: A landscape for the 21st Century Learning (USA). ICOM/CECA (Committee for Education and Cultural Action van de International Council of Museums) nodigde Cultuurnetwerk uit tijdens haar jaarlijkse conferentie verslag te doen van het trendonderzoek museumeducatie (Museumeducatie in de praktijk, 2008). We gaven de presentatie in oktober in Reykjavik tijdens de conferentie Museum Education in a Global Context - Priorities and Processes. Deze wordt in 2010 in de vorm van een artikel gepubliceerd ter gelegenheid van de CECA-conferentie in Sjanghai (China). Naar aanleiding van deze lezing nodigde ICOM/CECA ons uit deel te nemen aan een wereldwijd onderzoek naar museumeducatie in 2009-2011. Van 8 tot 10 december vond in Rome een eerste overleg plaats om werkafspraken te maken over deze internationale versie van het trendonderzoek museumeducatie. Het onderzoek wordt op verzoek van het CECA uitgevoerd met de Università degli Studi Roma Tre, waar professor Emma Nardi, een van de leden van het CECA-bestuur, werkt. Cultuurnetwerk Nederland stelde samen met CECA voor dit onderzoek vier vragenlijsten samen die in 2010 naar ongeveer duizend CECA-leden wordt verzonden.
50
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND
INTERVIEW PIET ELENBAAS Directeur centrum voor de kunsten Leeuwenkuil in Deventer OPINIEVORMING Piet Elenbaas kent vanuit vorige functies Cultuurnetwerk Nederland 'al een eeuwigheid, ook toen het nog LOKV was'. Van structurele samenwerking met Cultuurnetwerk is vanuit zijn huidige werkplek, Leeuwenkuil, geen sprake. Wel houdt Elenbaas de publicaties van Cultuurnetwerk nauwgezet bij. 'De 'Zicht op…'-uitgaven, Bulletin Cultuur & School, Cultuur+Educatie, ik lees ze allemaal. Zicht op…, met die uitgebreide literatuurlijsten vind ik niet altijd even interessant. Wat mij betreft zou er meer aandacht mogen komen voor opinievorming. Laat vooral zien wat er her en der in het land voor vernieuwende en vooruitstrevende ontwikkelingen zijn. En dat is echt niet altijd in de Randstad. Kijk maar naar de situatie hier in Deventer. Wij hadden hier als een van de eerste gemeenten in Nederland een cultuurmakelaar die zeer bijzondere sociaal-artistieke projecten ontwikkelt en onder de aandacht brengt. Die projecten gaan over de leefbaarheid in de wijken en daarin wordt de participatie door bewoners enorm gestimuleerd door middel van kunst en cultuur. Daarvoor zijn de publicaties Cultuur+Educatie uitermate geschikt.' Elenbaas vindt kennisdeling en kennisbevordering de primaire taak voor Cultuurnetwerk. Zo heeft Cultuurnetwerk in 2007 Amateurkunstverenigingen onder de loep gepubliceerd. 'In dat onderzoek is vooral aandacht voor de traditionele organisatievormen van amateurkunst. en voor verenigingen en instellingen die tanende zijn. Terwijl er juist te weinig aandacht is voor ontwikkelingen rond brassbands, Kaapverdiaanse muziekfeesten of gospel. Ik heb eens iemand horen opmerken dat gospel in Nederland nauwelijks bestaat. Hoe komt het dan dat ik vaak genoeg volle zalen met Antilliaanse families heb gezien waarbij gospel de hoofdrol speelt. Vaak heeft het te maken met de belevingswereld van onderzoekers. Je moet er echt actief naar op zoek gaan en je erin verdiepen. Zo zie ik ook te weinig aandacht voor bijvoorbeeld de hele hiphopwereld. Hier in Deventer gaan wij bewust naar al die groepen op zoek. Er is hier bijvoorbeeld een grote Turkse gemeenschap. Die weten we te bereiken door ons gebouw op zondag voor hen open te stellen. Als ik kijk naar het onderwijs, dan zijn daar ook nog slagen te maken. Op het gebied van competentieprofielen voor kunstvakdocenten en het ontwikkelen van doorlopende leerlijnen kunsteducatie binnen het curriculum. Daarbij moet je wel lokaal maatwerk leveren. Daarin kunnen we nog wel wat meer ondersteuning gebruiken, bijvoorbeeld door koepelorganisaties, maar misschien ook wel door Cultuurnetwerk. Een prima ontwikkeling vindt Elenbaas de deelname aan discussies op internet. 'Ik zie in allerlei LinkedIn-groepen dat mensen van Cultuurnetwerk actief bijdragen. Daar komt die opinievorming wel tot stand, omdat het medium directer is.'
51
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND
52
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND
7
Reflectie en vooruitblik
7.1
PRESTATIES 2009 In ons Activiteitenplan Cultuurnetwerk Nederland 2009-2012 vermelden we voor elk van onze vijf aandachtsgebieden streefcijfers voor het jaar 2009. Behoudens een enkele activiteit hebben we deze over het algemeen meer dan behaald. De enkele uitzondering betreft het aantal publicaties van instellingen voor kunst en cultuur (-/-2,38%), het aantal gescreende websites (-/-7,89%), het gemiddeld aantal bezoekers en bezochte pagina's van Cultuurplein (-/128,57%), digitaal loket Podium op School (-/-192,0%) en het e-zine Cultuureducatie Actua (-/-88,24%). In hoofdstuk 2 legden we al uit dat het gemiddeld aantal bezoekers en pageviews van Cultuurplein.nl te maken heeft met een nieuw statistisch programma. Daartegenover staan zeer positieve afwijkingen van de streefcijfers, zoals het gebruik van onze online bibliotheekcatalogus (372,54%), het aantal pageviews van de website van Cultuurnetwerk Nederland (149,0%) en het aantal abonnees van e-zines Cultuurplein.nl (105,16%). Het valt bovendien op dat netwerkbijeenkomsten zoals de Dag van de Cultuureducatie, de conferentie Onderzoek in Cultuureducatie en andere door ons (inter-)nationaal georganiseerde bijeenkomsten veel deelnemers en hoge tevredenheidscijfers kennen.
7.2
VAN GELEGENHEIDSNETWERKEN NAAR KENNISKETENS Er is een groei van lokale en regionale netwerken van scholen, culturele instellingen (zowel voor het primair als het voortgezet onderwijs) en andere relevante partijen, vaak ondersteund en begeleid door consulenten van gemeentelijke en/of provinciale instellingen (Poll & Tal 2009) 2. Deze netwerken werden vooraleerst ingericht om scholen uit het aanbod van culturele instellingen een keuze te laten maken voor een kunst- of cultuurmenu. Gaandeweg ontwikkelen deze netwerken zich van aanbodnaar vraagnetwerken. Omdat dit enige professionalisering van de vertegenwoordigers van de scholen vraagt, komen in deze netwerken meer onderwerpen aan bod dan enkel vraag en aanbod van culturele activiteiten; zij groeien uit naar kennisnetwerken, geflankeerd door scholing, digitale informatie, kennisproductie en uitwisseling. Gemeenten, provincies en ook de rijksoverheid stimuleren deze professionalisering, bijvoorbeeld door aantal en kwaliteit van ICC'ers en combinatiefunctionarissen, de groei van brede scholen en de deelname aan kunst en cultuur te bevorderen. Naast deze lokaal-regionale onderwijsnetwerken zijn er ook netwerken van instellingen - zoals die van centra voor de kunsten, provinciale intermediaire instellingen voor kunst- en cultuureducatie (Raad van twaalf), podiumkunstinstellingen (theatereducatie), musea, brede scholen, cultuurprofielscholen en van individuen, zoals ICC'ers, onderzoekers, ambtenaren en educatief medewerkers van culturele instellingen. Optimale kenniscirculatie vraagt om een combinatie van 'koude' en 'warme' kennisdeling. Louter digitale kennisverspreiding (koude overdracht) werkt nauwelijks. Kennisbijeenkomsten, expertmeetings, masterclasses en workshops (warme overdracht) zijn succesvoller. Maar het
2
Poll, J & Tal, M. (2009). Samenwerking en cultuureducatie. In: M.J. Kommers. Zicht op… samenwerking en cultuureducatie: achtergronden en literatuur. Utrecht: Cultuurnetwerk Nederland.
53
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND
optimum wordt bereikt door een mix van warme overdracht ondersteund door websites (Kennisnet 2008) 3. HET IS BETER MET SCHERP TE SCHIETEN DAN MET HAGEL Om te voorkomen dat Cultuurnetwerk steeds meer kennis over de verschillende sectoren uitstrooit, zonder dat om die kennis wordt gevraagd of dat die optimaal wordt benut, is valorisatie onontbeerlijk. Dit begrip duidt op de activiteiten om - met partners - geproduceerde kennis niet alleen te verspreiden, maar ook rendabel te maken voor de praktijk in de vorm van bruikbare kennis, inzichten en handreikingen. Cultuurnetwerk wil daarnaast de dynamiek in het veld beter benutten. Kern hiervan is dat wij ons in nieuwe ontwikkelingen sterker willen positioneren op basis van onze kennis en reputatie, zodat wij ons meer in de frontlinie van ontwikkelingen begeven. We willen onze kennisrelaties intensiveren en versterken. Dergelijke relaties blijven ons – zo merken wij - trouw, gaan steeds meer aan ons vragen en bevelen ons aan bij anderen. Dit vraagt om een nog sterker gericht relatiebeheer en ook om keuzes. We moeten bepalen welke - groepen - kennisrelaties wij per se willen binden en behouden en welke kennisgebruikers wij 'gewoon' tevreden willen stellen. Vervolgens moeten we ervoor zorgen op vragen en behoeften van onze kennisrelaties een passend antwoord te geven (diensten en producten). Op grond hiervan zijn wij voornemens onze aandachtsgebieden anders in te richten en zo onze kennisrelatie met de verschillende doelgroepen te intensiveren. Wij blijven daarbij gebruik maken van het onderscheid tussen kennisgebruiker, partner, kenniskring en kennisnetwerk, zoals wij eerder formuleerden in het Kwaliteitsrapport 2007-2008 4 en in de Kenniscyclus Cultuurnetwerk Nederland 5. De gedachten gaan op dit moment uit naar kennisketens – voor kennisproductie en kenniscirculatie met een algemeen kennisdeel, Informatie & Documentatie, en een specifiek kennisdeel, Verdieping & Vernieuwing. De kennisketens zijn bedoeld voor de verschillende groepen kennisrelaties uit beleid, culturele instellingen, onderwijs, onderzoek en vrije tijd. Corporate communicatie begeleidt deze kennisketens. Onderstaande figuur geeft een beeld van het voorgenomen kennisketenmodel, waarin alle in het Activiteitenplan 2009-2012 genoemde aandachtsgebieden zijn opgenomen.
3
Kennisnet (2008). Natuurlijk met ict! Meerjarenplan 2009-2012; Jaarplan 2009. Zoetermeer: Stichting Kennisnet.
4
Hagenaars, P. (2009). Kwaliteitsrapport 2007-2008. Cultuurnetwerk Nederland, landelijk expertisecentrum cultuureducatie. Utrecht: Cultuurnetwerk Nederland.
5
Hagenaars, P., Tal, M. & Hoorn, M. van (2009). Kenniscyclus Cultuurnetwerk Nederland. Intern kwaliteitsrapport 2007-2008. Utrecht: Cultuurnetwerk Nederland.
54
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND
Kennisrelaties Werkzaamheden
Instrumenten
Sector
Sector Culturele
Sector
Sector
Overheden
instellingen
Onderwijs
Onderzoek
VAN INFORMATIE
& DOCUMENTATIE NAAR VERDIEPING & VERNIEUWING
-
-
-
-
studie & (ontsluiting) onderzoek
advies & procesbegeleiding
bewerken & toegankelijk maken
search & research informatie en kennis
Corporate Communicatie Websites E-zines Bijeenkomsten Periodieken Publicaties Themadossiers Kenniskringen Internationaal
FIGUUR 19 _ MODEL VOOR KENNISKETENS GEORDEND OP KENNISRELATIES EN INSTRUMENTEN
Een voorbeeld van een kennisketen – van Informatie & Documentatie naar Verdieping & Vernieuwing – is die voor culturele instellingen (zie figuur 20). Elke kennisketen kent werkzaamheden voor kennisproductie en instrumenten voor kenniscirculatie. Elke groep kennisrelaties heeft toegang tot de specifiek voor haar bedoelde diensten en activiteiten, zodat zij daar in beleid en praktijk meer gebruik van kan maken. Andersom zoekt Cultuurnetwerk naar wensen en behoeften van en naar de dynamiek in dit werkveld.
KENNISRELATIE
Instrumenten Websites
E-zines
Bijeenkomsten
Periodieken
Publicaties
Themadossiers
Kenniskringen
SECTOR
VOORBEELDEN VAN DIENSTEN EN PRODUCTEN
Stand van zaken december 2009
Culturele instellingen Cultuur.cultuureducatie.nl
Nog te ontwikkelen
Cultuurplein.nl (cultuur en school)
Al in gebruik
E-zine culturele instellingen (cultuur en school)
Al in gebruik
Nieuwsbrief culturele instellingen
Nog te ontwikkelen
Dag van de Cultuureducatie
Al in gebruik
Bulletin Cultuur & School
Al in gebruik
Cultuureducatie Actua
Al in gebruik
Trendonderzoek museumeducatie (2008) Trendrapport theatereducatie (2010-2011)
Twee voorbeelden
Themadossier cultuureducatie Cultuur
Nog te ontwikkelen
Studiereizen cultuureducatie
Nog te ontwikkelen (2010)
ICC'ers in culturele instellingen
Nog te ontwikkelen (2010)
FIGUUR 20 _ VOORBEELD VAN EEN KENNISKETEN VOOR CULTURELE INSTELLINGEN [BR: WAAR ZIT IN DEZE FIGUUR INTERNATIONAAL?]
Op grond van deze keuze voor kennisketens willen we nader bezien welke kennisrelaties we willen versterken, welke we willen ontwikkelen en welke we niet meer zullen onderhouden. Die vraag wordt
55
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND
niet beantwoord door op werkzaamheden en specifieke activiteiten, producten en diensten te wijzen, maar door een stofkam door alle bestaande kennisrelaties én activiteiten, producten en diensten te halen. Dit kan alleen vanuit een heldere visie op wat Cultuurnetwerk Nederland moet en wil zijn: Vanuit een gedegen kennis van cultuur en educatie werkt Cultuurnetwerk Nederland samen met netwerken van cultuureducatieve professionals vraaggestuurd en innovatief aan de kracht en kwaliteit van cultuureducatie in Nederland. Hiertoe bevordert Cultuurnetwerk de stelselmatige ontwikkeling en circulatie van bruikbare en actuele kennis en ervaringen tussen alle voor cultuureducatie relevante personen en organisaties met publicaties, digitale middelen, netwerkbijeenkomsten, en verricht tevens taken voor procesbegeleiding, advies en onderzoek - vaak in opdracht van of samenwerking met derden.
56
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND
Bijlage I Externe contacten medewerkers ANNELOES VERMEULEN-TEEBAAL Op 19 januari en 15 juni bezocht zij als mede-organisator de Vlaamse en de Nederlandse Dag van de Cultuureducatie in respectievelijk Antwerpen en Arnhem. Op 23 april nam zij deel aan het Jaarcongres Brede School in Utrecht en op 24 september aan de bijeenkomst van de Redactieraad Brede scholen in Gouda. Publicaties •
Vermeulen-Teebaal, A. (2009). Goed gevormd. Kunstzone, 8(11), 35-37.
•
Vermeulen-Teebaal, A. (2009). Groeiende aandacht voor kunst door mensen met een beperking.
•
Poll, J., Tal, M. & Vermeulen, A. (2009). Kunst lokaal: kunsteducatie in, om en buiten de school.
(P)Art, 3, 26-27. Over de wijze waarop twee Brabantse centra voor kunsten in een pilotproject samenwerken met onderwijs, amateurveld, culturele instellingen, buitenschoolse opvang en welzijnsorganisaties. Utrecht: Cultuurnetwerk Nederland. •
Vogelezang, P., Groot-Reuvekamp, M. de & Hagenaars, P. (Eds.) (2009). Handboek en Cultuurmonitor Pabo. De kwaliteit van cultuureducatie. Utrecht: Cultuurnetwerk Nederland.
ATHY DE WITH Woonde op 23 april 2009 het ledencongres van Kunstconnectie bij in CKB De Maagd in Bergen op Zoom. Het thema van het congres betrof noodzaak, kansen en bedreigingen van cultureel ondernemerschap in de sector kunsteducatie / kunstparticipatie. EEKE WERVERS Bezocht op 21 januari de boekpresentatie van Toeval gezocht, een onderzoek naar de verbinding tussen kinderen en kunst, en op 8 september de gelijknamige landelijke conferentie. Op 10 februari, 14 april en 6 oktober nam zij deel aan de expertgroep van OCW, op 6 oktober als begeleider van een van de deelsessies. Op 26 maart bezocht zij een congres over kunstpedagogiek voor het vmbo. In het kader van het ICC-project was zij betrokken bij de organisatie van diverse (regio-)bijeenkomsten en klankbordgroepen voor ICC'ers in het basisonderwijs en ICC-trainers, verantwoordelijk voor trainingen en netwerken, onder meer over het speciaal onderwijs en over nieuwe media. Op 23 april nam ze deel aan het Jaarcongres Brede School in Utrecht, op 15 juni aan de Dag van de Cultuureducatie, op 22 juni aan de conferentie Onderzoek in Cultuureducatie in Zwolle, op 25 juni aan een workshop van mediamakers in Amsterdam. Ze nam deel aan de kenniskring over de brede school van het NJi (30 september) en ze gaf op 7 oktober een workshop over talentontwikkeling in Castricum. Ze maakt deel uit van de redactieraad van de website voor de cultuurcoach van Cultuurformatie en participeerde op 10 december in de landelijke kennisdag combinatiefuncties. In samenwerking met Canon Cultuurcel organiseerde zij op 12 november een uitwisselingsdag voor Nederlandse en Vlaamse pabo's, de laatste van een serie van vier. Publicaties •
Wervers, E. (2009). Cultuureducatie op de brede school. Kunstzone, 8(4), 18-20.
•
Hoek, S. van den & Wervers, E. (2009). Cultuurcoördinator in het PO, tijd voor een kwaliteitsslag.
•
Diverse artikelen voor de digitale nieuwsbrief en de website cultuurcoordinator.nl
Kunstzone, 8(12), 37-39.
FINN MINKE Bezocht op 27 mei de BIK-presentaties in het UCK, Utrecht en op 5 oktober het Symposium Dans en Educatie in Theater de Vest te Alkmaar, vanwege het JongDansFestival. Op 27 november was zij bij
57
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND
de Expertmeeting: De innovatieve kwaliteit van community-art in relatie tot de werkvelden, amateurkunst, cultuureducatie en volkscultuur, Utrecht, Kunstfactor. Publicaties •
Minke, F. (2009). De grenzeloze ruimte op het scherp van de snede. Over potentie binnen de paradoxen van community art. Utrecht: Kunstfactor.
HELEEN DE GROOT Gaf twee colleges Schrijven voor het web aan studenten English Language and culture en studenten Communicatiewetenschappen van de Vrije Universiteit te Amsterdam. Dit in het kader van een serie colleges waarin oud-studenten van de Vrije Universiteit vertellen over hun werkveld. JAN-PIETER MAAIJWEE Organiseerde twee regiobijeenkomsten voor ICC'ers in Houten (samen met Kunst Centraal) en in Helmond (in samenwerking met Cultuurcontact). Werkte mee aan de internationale conferentie CICY (met CANON Cultuurcel Vlaanderen), de Dag van de Cultuureducatie en de terugkomdag voor ICCtrainers. Daarnaast organiseerde hij een studiereis over cultuureducatie voor een delegatie van het ministerie van Cultuur en Boernekultur van Denemarken. Gaf zeven presentaties over combinatiefuncties aan schoolleiders en gemeenteambtenaren, op verzoek van VBS en de Vereniging sport en gemeenten. Daarnaast gaf hij diverse presentaties over cultuureducatie, tijdens werkbezoeken aan Cultuurnetwerk Nederland en aan studenten van verschillende opleidingen voor hoger onderwijs. Bezocht de lezing 'Media en de Massa' (onderdeel van project MediaCultuur) in Arnhem, een debat over het Nationaal Historisch Museum in Nijmegen, de IPON 2009 in Utrecht (met als belangrijkste onderdeel de teachmeet) - en de eerste teachmeet PO in Amsterdam - en de boekpresentatie van Geen verzegelde lippen meer (over onderwijsvernieuwing) in Tilburg. Publicaties •
Maaijwee, J-P. (2009). Oog in oog met de Matthäus Passion. Kunstzone, 8(9), 25-26.
•
Hagenaars, P., Maaijwee, J-P. & Tal, M. (2009). Conference Programme. Programme, content and biography's CICY. Utrecht/Brussel: Cultuurnetwerk Nederland/CANON Cultuurcel Vlaanderen.
•
Hoorn, M. van, Hagenaars, P. & Maaijwee, J-P. (2009). Cultuureducatie in Europees perspectief. Kunstzone, 8(7/8), 4-5.
•
Bijdragen aan Bulletin Cultuur & School (rubriek ditjes & datjes en opinierubriek) voor nummers 55 tot en met 59.
JAN ENSINK Woonde enkele manifestaties voor nieuwe media bij, waaronder Picnic Young in Amsterdam. Nam als vaste vertegenwoordiger van Cultuurnetwerk Nederland deel aan een aantal bijeenkomsten van de Stuurgroep Kunst Inclusief, het Vakoverleg Consulenten Erfgoededucatie en het landelijk Platform Erfgoededucatie. JOSEFIENE POLL Op 19 januari en op 15 juni als medeorganisator aanwezig bij de Vlaamse en Nederlandse versie van de Dag van de Cultuureducatie. Op 23 maart presenteerde zij de uitkomsten van het monitoren van het project Kunst lokaal van Kunstbalie. Deze bijeenkomst werd georganiseerd door Kunstbalie. Aanwezig waren diverse centra voor de kunsten uit Noord-Brabant. Op 26 maart was zij medeorganisator van de conferentie Kunsteducatie voor mensen met een beperking, in opdracht van OCW en op 22 april van een werkbijeenkomst over netwerken in opdracht van de provincie Drenthe. Op 7 september bezocht zij een gastcollege van Terry Bennet bij de AHK en op 17 september een bijeenkomst voor gemeenten en provincies van het Fonds voor Cultuurparticipatie over evalueren en monitoren van beleid. Zij was op 26 november medeorganisator van een pabonetwerkbijeenkomst.
58
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND
Publicaties •
Poll, J. (2009). Hollandse Waterlinie. Kunstzone, 8(10), 28-30.
•
Laarakker, K. & Poll, J. (2009). Senioren en cultuurdeelname. In M-J. Kommers (Ed.), Zicht op… senioren en cultuureducatie (pp. 7-17). Utrecht: Cultuurnetwerk Nederland.
•
Poll, J., Tal, M. & Vermeulen, A. (2009). Kunst lokaal: kunsteducatie in, om en buiten de school. Over de wijze waarop twee Brabantse centra voor kunsten in een pilotproject samenwerken met onderwijs, amateurveld, culturele instellingen, buitenschoolse opvang en welzijnsorganisaties. Utrecht: Cultuurnetwerk Nederland.
•
Poll, J. & Tal, M. (2009). Samenwerken voor cultuureducatie op lokaal niveau. In M-J. Kommers (Ed.), Zicht op… samenwerking en cultuureducatie (pp. 7-17). Utrecht: Cultuurnetwerk Nederland.
•
Vogelezang, P. & Poll, J. (Eds.) (2009). Cultuurmonitor Primair Onderwijs. De kwaliteit van cultuureducatie. Utrecht: Cultuurnetwerk Nederland.
•
Vogelezang, P., Groot-Reuvekamp, M. de & Hagenaars, P. (Eds.) (2009). Handboek en Cultuurmonitor Pabo. De kwaliteit van cultuureducatie. Utrecht: Cultuurnetwerk Nederland.
KARIN LAARAKKER Organiseerde mede en deed verslag van een expertmeeting over ICC op 2 april. Gaf op 23 april een presentatie over talentontwikkeling op een studiemiddag van PJ Partners in Schiedam. Publicaties •
Laarakker, K. (2009). Drama in het speciaal onderwijs. Dramaproject op vier Leidse scholen. Kunstzone, 8(6), 36-38.
•
Laarakker, K. & Poll, J. (2009). Senioren en cultuurdeelname. In M-J. Kommers (Ed.), Zicht op… senioren en cultuureducatie (pp. 7-17). Utrecht: Cultuurnetwerk Nederland.
LAURA STOOVÉ Werkte mee aan het project ComACE (Community of Knowledge on Arts and Cultural Education in Europe). Woonde de conferentie CICY bij in Brussel 12-13 maart 2009. Verslag gelegd bij de Dag van de cultuureducatie op 15 juni 2009 in Arnhem. Publicaties •
Literatuurlijsten ten behoeve van de conferentie Onderzoek in Cultuureducatie 2009: literatuurlijst publicaties Henk Smeijsters en literatuurlijst over creatieve therapie vanaf 2000; literatuurlijst onderzoek vanaf 2008.
LEONTINE HERSCHOE Woonde op 23 april de bijeenkomst Ugame, Ulearn over nieuwe media, marketing en mediawijsheid bij aan de Technische Universiteit Delft en op 5 november de bijeenkomst Volkscultuur en cultuurparticipatie: ervaringen uit de praktijk in Paushuize te Utrecht. Publicaties •
Leontine werkte mee aan Zicht op… speciaal onderwijs en cultuureducatie en Zicht op… basisonderwijs en cultuureducatie (geannoteerde bibliografie).
LYDIA KAMPMAN Lydia droeg bij aan het SCP-onderzoek naar de toekomst van kunstbeoefening en was aanwezig bij de conferentie Onderzoek in Cultuureducatie op 22 juni 2009. MARIE-JOSÉ KOMMERS Was in 2009 hoofdredacteur van Zicht op…. In 2009 verschenen de titels: Speciaal onderwijs en cultuureducatie, Senioren en cultuureducatie, Basisonderwijs en cultuureducatie en Samenwerking en cultuureducatie.
59
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND
Op 19 januari en op 15 juni was ze als medeorganisator aanwezig bij de Vlaamse en Nederlandse versie van de Dag van de Cultuureducatie. Zij organiseerde mede de conferentie Onderzoek in Cultuureducatie in Zwolle op 22 juni en de tweede bijeenkomst voor provincies en gemeenten van het Fonds voor Cultuurparticipatie in Utrecht op 26 maart. Zij volgde een gastcollege van Terry Barrett aan de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten op 7 september. Publicaties •
Kommers, M-J. (2009). Kleifiguren spelen de hoofdrol: animatieworkshops in de klas. Kunstzone, 8(5), 38-39.
•
Kommers, M-J. & Steenbeek, R. (2009). Cultuureducatie in het basisonderwijs: beleid en praktijk. In Kommers, M-J. (Ed.), Zicht op… basisonderwijs en cultuureducatie (pp. 7-18). Utrecht: Cultuurnetwerk Nederland.
MARIE-LOUISE DAMEN Zat namens Cultuurnetwerk en de Rijksuniversiteit Groningen in de organisatie van de Dag voor Taal, Kunsten en Cultuur in Groningen. Zij bezocht het symposium Grenzen aan samenhang van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten in Amsterdam. Ze was medeorganisator van de conferentie Onderzoek in Cultuureducatie in Zwolle. Bezocht het jubileumcongres van SEO Economisch Onderzoek Kosten en baten van beleid in Amsterdam. Bezocht een kennismarkt van OCW in Den Haag. Nam deel aan een gastcollege van Terry Barret in Amsterdam. Bezocht de oratie Culturele socialisatie: een zegen en een vloek. Verbreding en verdieping in het sociologisch onderzoek naar langetermijneffecten van culturele opvoeding van prof. G. Kraaykamp in Nijmegen. Publicaties •
Haanstra, F. & Hoorn, M. van (2009). Culturele invloeden op de esthetische beoordeling van beeldend werk. Een replicatieonderzoek naar de theorie van de U-vormige beeldende ontwikkeling. (Cultuur+Educatie 24). Utrecht: Cultuurnetwerk Nederland.
MARJO VAN HOORN Vanaf de start hoofdredacteur van de reeks Cultuur+Educatie en secretaris van het Curatorium van de Bijzondere leerstoel cultuureducatie en –participatie aan de Universiteit Utrecht. Zij werkte in 2009 tevens als docent aan de masteropleiding kunsteducatie van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten. Daarnaast verzorgde zij gastcolleges voor andere masteropleidingen kunsteducatie, zoals voor de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht. Zij woonde de National Art Education Association (NAEA) Conventie Visual Arts Education: A landscape for the 21st Century Learning bij, onder meer in verband met onderzoek van Cultuurnetwerk Nederland naar de beeldende ontwikkeling van kinderen. In oktober presenteerde zij de resultaten van het onderzoek Museumeducatie in de praktijk (Cultuurnetwerk 2008) op de ICOM/CECA-conferentie Museum Education in a Global Context Priorities and Processes in Reykjavik. Van 8 tot 10 december verbleef zij in Rome om werkafspraken te maken voor een internationale versie van het trendrapport museumeducatie (CECA). Op de jaarlijkse CIRCLE Research Student Conference te Roehampton University trad zij op als referent. Zij was in 2009 wederom voorzitter van het Samenwerkingsberaad Kunstvakken(SBKV) en peer reviewer voor het het International Journal of Education through Art. Publicaties •
Haanstra, F. & Hoorn, M. van (2009). Culturele invloeden op de esthetische beoordeling van beeldend werk. Een replicatieonderzoek naar de theorie van de U-vormige beeldende ontwikkeling. (Cultuur+Educatie 24). Utrecht: Cultuurnetwerk Nederland.
•
Hagenaars, P., Tal, M. & Hoorn, M. van (2009). Kwaliteitsrapport 2007-2008 Cultuurnetwerk Nederland, landelijk expertisecentrum cultuureducatie. Utrecht: Cultuurnetwerk Nederland.
•
Hagenaars, P., Tal, M. & Hoorn, M. van (2009). Kenniscyclus Cultuurnetwerk Nederland. Intern kwaliteitsrapport 2007-2008. Utrecht: Cultuurnetwerk Nederland.
60
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND
•
Hoorn, M. van, Hagenaars, P. & Maaijwee, J-P. (2009). Cultuureducatie in Europees perspectief.
•
Ros, B., IJdens, T., Hoorn, M. van & Hagenaars, P. (2009). Conference reader CICY. Arts and
Kunstzone, 8(7/8), 4-5. Cultural education, Innovation, Creativity and Youth. Utrecht/Brussel: Cultuurnetwerk Nederland/CANON Cultuurcel Vlaanderen. MARLIES TAL Ze was op 19 januari en op 15 juni als medeorganisator aanwezig bij de Vlaamse en Nederlandse versie van de Dag van de Cultuureducatie. Zij was medeorganisator van de internationale conferentie CICY op 12 en 13 maart in opdracht van OCW en het Vlaamse Ministerie van Onderwijs en Vorming, samen met CANON Cultuurcel Vlaanderen. Droeg bij aan bijeenkomsten van het Fonds voor Cultuurparticipatie op 17 september (landelijke conferentie moneva) en op 8 december (kennisatelier bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie). Nam deel aan de expertmeeting over digitale cultuurkaarten op 3 september. Woonde de vervolgbijeenkomst bij van het project Kunst lokaal van Kunstbalie op 22 september. Woonde het Kunstfactor-debat Kunst dichtbij mensen bij tijdens het amateurkunstfestival in Amsterdam op 24 september. Volgde op 20 november het seminar Scenariodenken in de praktijk van CIBIT. Was in 2009 een aantal maanden bestuurslid van Stichting Jeugdtheaterscholen. Publicaties •
Hagenaars, P., Hoek, S. van den & Tal, M. (2009). Analyse Cultuurconferentie Borger-Odoorn: cultuureducatie, amateurkunst, kunsteducatie en cultureel erfgoed, Utrecht: Cultuurnetwerk Nederland.
•
Hagenaars, P., Maaijwee, J-P. & Tal, M. (2009). Conference Programme. Programme, content and biography's CICY. Utrecht/Brussel: Cultuurnetwerk Nederland/CANON Cultuurcel Vlaanderen.
•
Hagenaars, P., Tal, M. & Hoorn, M. van (2009). Kwaliteitsrapport 2007-2008 Cultuurnetwerk
•
IJdens, T. & Tal, M. (Eds.) (2009). Conferentie monitoring en evaluatie: wat willen we van elkaar
Nederland, landelijk expertisecentrum cultuureducatie. Utrecht: Cultuurnetwerk Nederland. leren? Kort verslag. Utrecht: Fonds voor Cultuurparticipatie. •
IJdens, T. & Tal, M. (2009). Verslag van een kennisatelier over de relatie tussen landelijk en
•
Hagenaars, P., Tal, M. & Hoorn, M. van (2009). Kenniscyclus Cultuurnetwerk Nederland. Intern
decentraal bevolkingsonderzoek naar cultuurparticipatie. Utrecht: Fonds voor Cultuurparticipatie. kwaliteitsrapport 2007-2008. Utrecht: Cultuurnetwerk Nederland. •
Poll, J., Tal, M. & Vermeulen, A. (2009). Kunst lokaal: kunsteducatie in, om en buiten de school; over de wijze waarop twee Brabantse centra voor kunsten in een pilotproject samenwerken met onderwijs, amateurveld, culturele instellingen, buitenschoolse opvang en welzijnsorganisaties, Utrecht: Cultuurnetwerk Nederland.
•
Poll, J. & Tal, M. (2009). Samenwerken voor cultuureducatie op lokaal niveau. In M-J. Kommers (Ed.), Zicht op… samenwerking en cultuureducatie (pp. 7-17). Utrecht: Cultuurnetwerk Nederland.
MARTHE BAUWENS Vanaf de start hoofdredacteur van het Bulletin Cultuur & School. Zij woonde vanuit die functie diverse bijeenkomsten (4 april en 6 oktober) bij van de expertgroep Cultuur & School van OCW en was aanwezig op de heidag van de projectgroep Cultuur & School, gewijd aan de rol van de rijksoverheid en het programma Cultuur & School in 2012. Daarnaast bezocht zij de Dag van de Cultuureducatie op 15 juni over speciaal onderwijs. MAX LEBOUILLE Bezocht als deelnemer diverse conferenties en bijeenkomsten van het Fonds van Cultuurparticipatie, de Nederlandse Vereniging voor Bibliothecarissen, Kunsten '92 en Erfgoed Nederland. Daarnaast bezocht hij de conferentie Onderzoek in Cultuureducatie, de Online Conferentie voor bibliothecarissen,
61
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND
de Dag van de Cultuureducatie te Arnhem, de Vubis-gebruikersdag in Brussel en de door SICA georganiseerde Europadag, Eureka!, als afsluiting van het Europese jaar van creativiteit en innovatie. Hij was voorzitter van de gebruikersgroep van het bibliotheeksysteem VubisSmart, lid van de Werkgroep Speciale en Wetenschappelijke Bibliotheken en als extern deskundige lid van de examencommissie Afdeling Docent Muziek van het Koninklijk Conservatorium Den Haag. MELISSA DE VREEDE Bezocht de presentatiedag van Frontaal Theaterbureau op 6 januari. Op 19 januari en op 15 juni was zij als medeorganisator aanwezig bij de Vlaamse en Nederlandse versie van de Dag van de Cultuureducatie. Op 5 februari woonde zij de tentoonstellingsanalyse van het Dolhuys in Haarlem bij en op 12 februari het congres over volkscultuur. Op 9 oktober presenteerde ze pp het Museumcongres in Middelburg nummer 25 van Cultuur + Educatie, dat was gewijd aan Amsterdamse museumprojecten voor nieuwkomers. Op 3 november nam zij deel aan de masterclass Art, Education and Inclusion in de Hermitage in Amsterdam, op 23 april en 20 november aan de bredeschoolcongressen in respectievelijk Utrecht en Almere. Van 8 tot 10 december verbleef zij in Rome om werkafspraken te maken voor een internationale versie van het trendrapport museumeducatie (CECA). Publicaties •
Vreede, M. de (2009). Ervaringen van vijf Amsterdamse musea. In M. van Hoorn (Ed.), Nieuwe Amsterdammers leren van stad en taal (pp. 74-89). (Cultuur+Educatie 25). Utrecht: Cultuurnetwerk Nederland.
•
Vreede, M. de (2009). Thuis in Rotterdam, een museaal programma voor inburgeraars. Kunstzone, 8(2/3), 40-44.
MILOU HOPMANS Was op 30 januari namens Cultuurnetwerk Nederland met een voorlichtingstand aanwezig op de Dag van Taal, Kunsten & Cultuur van het Universitair Onderwijscentrum Groningen. Zij nam deel aan de informatiemarkt op het ledencongres van Kunstconnectie op 22 april in Bergen op Zoom. PAUL VOGELEZANG Was gespreksleider bij verschillende bijeenkomsten, zoals de Expertmeeting onderwijs en cultuureducatie van de gemeente Schiedam, de Expertmeeting over toekomst MIK, de Expertmeeting Cultuur en School in Vleuten, de Expertmeeting Cultuur en School Pier K Hoofddorp. Hij was tevens dagvoorzitter bij de bijeenkomsten over de Handreiking netwerken provincie Drenthe in Hoogeveen. Hij organiseerde voor het Fonds voor Cultuurparticipatie een expertmeeting over de Plusregeling en de studiedag Kennisatelier in Bussum. Hij organiseerde een studiedag voor medewerkers van KCO over advisering gemeenten. Hij gaf lezingen bij de Werkconferentie Nieuwe Culturele Burgers in Den Haag en over visieontwikkeling cultuureducatie bij de gemeente Schiedam. Hij verzorgde diverse studiedagen: voor Amateurkunst ZO-Brabant in Eindhoven, voor Factorium te Tilburg, voor de gemeente Groningen en voor de provincie Overijssel en KCO voor wethouders en ambtenaren cultuureducatie. Hij gaf een lezing over het Paboproject tijdens de Europese conferentie CICY in Brussel en over amateurkunst op de studiedag voor het jeugdcircus Kunstfactor. Hij gaf een college over het beleid van overheden bij de masters kunsteducatie van Fontys Hogescholen/Hogeschool Zuyd, Maastricht en van de HKU, Utrecht. Hij zat in de Raad van Advies van het HKU Conservatorium, de Adviescommissie culturele educatieve projecten Noord-Holland, de Veldadviescommissie Hogeschool ArtEZ, Conservatorium Enschede en was extern deskundige bij de Master HKA eindpresentaties. Hij was betrokken bij de ondertekening van het convenant BIK met vijf hogescholen, culturele partners en het Ministerie van OCW.
62
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND
Publicaties •
Hagenaars, P. & Vogelezang, P. (2009). Draai! Of alles staat stil! Vier in elkaar grijpende raderen: beleidsinzicht, marktkennis, personeelsbeleid en professionaliteit. In A. Reiss (Ed.), Kunstconnected special: Wie het weet mag het zeggen. Utrecht: Kunstconnectie.
•
Hoek, S. van den, Vogelezang, P. & Hagenaars, P. (2009). Analyse werkplannen provincies en gemeenten 2009-2012 voor de werkconferentie van het Fonds voor Cultuurparticipatie 26 maart 2009. Utrecht: Cultuurnetwerk Nederland.
•
Past uw vak in de huidige culturele setting?. Cultuurbeleid: samenhang creëren. CJP Cultuurkaart Magazine, (1), 16-17.
•
Vogelezang, P., Groot-Reuvekamp, M. de & Hagenaars, P. (Eds.) (2009). Handboek en Cultuurmonitor Pabo: de kwaliteit van cultuureducatie. Utrecht: Cultuurnetwerk Nederland.
•
Vogelezang, P. & Poll, J. (Eds.) (2009). Cultuurmonitor Primair Onderwijs. De kwaliteit van cultuureducatie. Utrecht: Cultuurnetwerk Nederland.
PETRA DE REGT Nam op 12 mei deel aan een studiemiddag over theatereducatie (Toneelgroep Amsterdam & VNTeducatieplatform Amsterdam). Zij droeg bij aan de Dag van de Cultuureducatie 2009 door verslaglegging. Zij was een aantal maanden vervangend bestuurslid Stichting Jeugdtheaterscholen. PETRA FABER Leverde literatuurlijsten voor Zicht op… senioren en cultuureducatie en Zicht op… samenwerking en cultuureducatie. Zij woonde op 23 april de conferentie U-game u-learn: Marketing, Nieuwe Media & Mediawijsheid bij aan de technische Universiteit Delft. PIET HAGENAARS Was in 2009 lid van de Raad van Toezicht van het Utrechts Centrum voor de Kunsten (UCK) en lid van het Steunpunt Cultuurprofielscholen VO. Daarnaast was hij adviseur van de Stichting SBKV (Samenwerkingsberaad Kunstvakken) en Fusieadviseur NVTO-VLBV (Nederlandse Vereniging Beeldend Onderwijs en Vereniging Leraren Beeldende Vorming), een fusie die eind 2009 resulteerde in de oprichting van de Vereniging voor onderwijs in kunst en cultuur (VONKC). In 2009 werd hij voorzitter van de Stichting Kunstzone, het maandelijks tijdschrift voor kunstvakdocenten. Sinds de start redacteur van het tijdschrift Cultuur+Educatie en lid van het Curatorium van de Bijzondere leerstoel cultuureducatie en –participatie aan de Universiteit Utrecht. Hij nam deel aan het landelijk beleidsoverleg van Kunstfactor, Kunstconnectie, Raad van twaalf en Cultuurnetwerk. Op 5 maart hield hij voor LUX een inleiding over de vervaging van de grenzen tussen amateurkunst en professionele kunsten (Posttheater, Arnhem) en op 20 maart nam hij deel aan een internationale expertmeeting van Kunstfactor over amateurkunst. Op 3 april gaf hij een gastcollege internationaal beleid cultuureducatie voor studenten van de Fontys Master Kunsteducatie (Tilburg) en op 20 april hield hij namens OCW een inleiding over cultuureducatie voor kinderen en jongeren in Nederland voor de commissie voor Cultuur, Onderwijs en Volksgezondheid van de Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad (Brussel). Op 12 mei nam hij deel aan een studiemiddag over theatereducatie (Toneelgroep Amsterdam en VNT-educatieplatform Amsterdam). Op 11 juni was hij dagvoorzitter van de studiedag over beeldend onderwijs van VLBV en NVTO (Utrecht), op 12 juni nam hij deel aan een expertmeeting over volkscultuur Vlaanderen-Nederland in de Brakke Grond in Amsterdam, op 15 juni was hij dagvoorzitter van de Dag voor de Cultuureducatie in Arnhem, op 22 juni verwelkomde hij de deelnemers aan de conferentie Onderzoek in Cultuureducatie (Zwolle) en trad hij op als deelsessievoorzitter, op 23 juni reflecteerde hij op presentaties van studenten van de masteropleiding van de AHK in Amsterdam en 25 juni was hij deelsessievoorzitter van een expertbijeenkomst van het Fonds voor Cultuurparticipatie (Utrecht). Aan de adviesgroepbijeenkomst van Unesco Nederland (Den Haag) nam hij op 15 september deel, op 17 september was hij
63
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND
deelsessievoorzitter tijdens de landelijke bijeenkomst van het FCP (Bussum), op 8 oktober gaf hij met Marjo van Hoorn een lezing over het trendonderzoek museumeducatie Nederland tijdens het onderzoeksdeel van de internationale CECA-conferentie (Reykjavik) en in november en december adviseerde hij Fontys Hogeschool der Kunsten Tilburg over mogelijke invalshoeken voor de inrichting van een kenniscentrum. Hij volgde op 20 november het seminar Scenariodenken in de praktijk van CIBIT. Publicaties •
Hagenaars, P. (2009). Museum education in practice: report on trends in museum education 2007 – exposition and conclusions. Utrecht: Cultuurnetwerk Nederland.
•
Hagenaars, P. & Hoek, S. van den & Tal, M. (2009). Analyse Cultuurconferentie Borger-Odoorn: cultuureducatie, amateurkunst, kunsteducatie en cultureel erfgoed. Utrecht: Cultuurnetwerk Nederland.
•
Hagenaars, P., Maaijwee, J-P. & Tal, M. (2009). Conference Programme. Programme, content and biography's CICY. Utrecht/Brussel: Cultuurnetwerk Nederland/CANON Cultuurcel Vlaanderen.
•
Hagenaars, P. & Vogelezang, P. (2009). Draai! Of alles staat stil! Vier in elkaar grijpende raderen: beleidsinzicht, marktkennis, personeelsbeleid en professionaliteit. In A. Reiss (Ed.), Kunstconnected special: Wie het weet mag het zeggen. Utrecht: Kunstconnectie.
•
Hagenaars, P., Tal, M. & Hoorn, M. van (2009). Kwaliteitsrapport 2007-2008 Cultuurnetwerk Nederland, landelijk expertisecentrum cultuureducatie. Utrecht: Cultuurnetwerk Nederland.
•
Hoek, S. van den, Vogelezang, P. & Hagenaars, P. (2009). Analyse werkplannen provincies en gemeenten 2009-2012 voor de werkconferentie van het Fonds voor Cultuurparticipatie 26 maart 2009. Utrecht: Cultuurnetwerk Nederland.
•
Hoorn, M. van, Hagenaars, P. & Maaijwee, J-P. (2009). Cultuureducatie in Europees perspectief. Kunstzone, 8(7/8), 4-5.
•
Hagenaars, P., Tal, M. & Hoorn, M. van (2009). Kenniscyclus Cultuurnetwerk Nederland. Intern kwaliteitsrapport 2007-2008. Utrecht: Cultuurnetwerk Nederland.
•
Ros, B., IJdens, T., Hoorn, M. van & Hagenaars, P. (2009). Conference reader CICY. Arts and Cultural education, Innovation, Creativity and Youth. Utrecht/Brussel: Cultuurnetwerk Nederland/CANON Cultuurcel Vlaanderen.
•
Vogelezang, P., Groot-Reuvekamp, M. de & Hagenaars, P. (Eds.) (2009). Handboek en Cultuurmonitor Pabo: de kwaliteit van cultuureducatie. Utrecht: Cultuurnetwerk Nederland.
RALF STEENBEEK Was als verslaggever aanwezig op de Nederlandse Dag van de Cultuureducatie op 15 juni in Arnhem. Publicaties •
Steenbeek, R. (2009). Scholieren uitgedaagd door combinatie kunst en techniek. Bulletin Cultuur & School, 12(55), 6-8.
•
Steenbeek, R. (2009). IMC weekendschool leert kinderen durven. Bulletin Cultuur & School, 12(57), 4-6.
•
Steenbeek, R. (2009). Belangstelling voor bijscholing groeit. Bulletin Cultuur & School, 12(58), 911.
•
Kommers, M-J. & Steenbeek, R. (2009). Cultuureducatie in het basisonderwijs: beleid en praktijk. In M-J. Kommers (Ed.), Zicht op… basisonderwijs en cultuureducatie (pp. 7-18). Utrecht: Cultuurnetwerk Nederland.
SANNE VAN DEN HOEK Bezocht de volgende bijeenkomsten: LOK-conferentie Het Kunstonderwijs en de creatieve industrie, een kritische relatie, georganiseerd door Hogeschool voor de Kunsten Utrecht; Mediawijsheid in Toekomstig Perspectief, onderdeel van de conferentie Media4Me, georganiseerd door Mira Media en Kennisnet; het seminar Wijs met Media, georganiseerd door de Faculteit Communicatie &
64
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND
Journalistiek van de Hogeschool Utrecht; het zesde Jaarcongres Brede School georganiseerd door Sardes en Oberon; ICT Teachmeetin Amsterdam, georganiseerd door Fons van den Berg; de docentendag Jeugtheaterscholen van stichting JTS. Zij droeg bij en werkte mee aan de Regiobijeenkomst ICC in Noord-Holland, Van Digibeet tot Digifiel op 20 mei, in samenwerking met provinciaal consulent Els Joosten; aan de Regiobijeenkomst ICC in Houten, Utrecht op 21 januari; de Terugkomdag voor ICC-trainers; de derde conferentie Onderzoek in Cultuureducatie op 22 juni 2009; de zesde landelijke Pabo Netwerkbijeenkomst op 26 november; de cultuurconferentie Borger-Odoorn op 18 mei; de Werkbijeenkomst Provincie Drenthe op 22 april; de Werkbijeenkomst Fonds voor Cultuurparticipatie op 26 maart; de conferentie Monitoring en Evaluatie FCP op 17 september; de Werkbijeenkomst/klankbordgroep Plusregeling FCP op 25 juni; en de Expertmeeting op 5 november over Spacesoup, een lesprogramma over architectuur, georganiseerd door LAGroup op verzoek van het NAI. Publicaties •
Hagenaars, P. & Hoek, S. van den & Tal, M. (2009). Analyse Cultuurconferentie Borger-Odoorn: cultuureducatie, amateurkunst, kunsteducatie en cultureel erfgoed. Utrecht: Cultuurnetwerk Nederland.
•
Hoek, S. van den, Vogelezang, P. & Hagenaars, P. (2009). Analyse werkplannen provincies en gemeenten 2009-2012 voor de werkconferentie van het Fonds voor Cultuurparticipatie 26 maart 2009. Utrecht: Cultuurnetwerk Nederland.
•
Hoek, S. van den & Wervers, E. (2009). Cultuurcoördinator in het PO, tijd voor een kwaliteitsslag.
•
IJdens, T. & Hoek, S. van den (2009). Inventarisatie en selectie van thema's voor specifieke
Kunstzone, 8(12), 37–39. kennisactiviteiten. Notitie voor de landelijke conferentie over de monitoring en evaluatie van de Regeling cultuurparticipatie provincies en gemeenten 2009-2012. •
Diverse artikelen in ICC-nieuwsbrieven
TEUNIS IJDENS Was medeorganisator en deelnemer van de conferentie CICY.in Brussel, 12 en 13 maart. Hij was adviseur van de Werkgroep monitoring en evaluatie (Fonds voor Cultuurparticipatie, IPO, VNG en OCW) en redactievoorzitter Jaarboek actieve cultuurparticipatie. Was deelnemer aan en voorzitter van een deelsessie van de conferentie Onderzoek in Cultuureducatie, 22 juni in Zwolle. Gaf een gastcollege over beleid, onderzoek en advies aan de Universiteit van Utrecht op 24 juni. Medeorganisator van en deelnemer aan de landelijke conferentie van het Fonds voor Cultuurparticipatie over Monitoring en evaluatie: wat willen we van elkaar leren? op 17 september in Bussum. Deelnemer van het FCP-kennisatelier Bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie op 8 december in 's-Hertogenbosch. Publicaties •
IJdens, T. (2009). Informatie over de werksessies. Fonds voor Cultuurparticipatie, Conferentie
•
IJdens, T. (2009). Monitoring en evaluatie Fonds voor Cultuurparticipatie. Advies: uitgebreide
monitoring en evaluatie: wat willen we van elkaar leren? versie. •
IJdens, T. (2009). Moving forward. In B. Ros, T. IJdens, M. van Hoorn & P. Hagenaars, Conference reader CICY. Arts and Cultural education, Innovation, Creativity and Youth (pp. 45-58). Utrecht/Brussel: Cultuurnetwerk Nederland/CANON Cultuurcel Vlaanderen.
•
IJdens, T. (2009). Naar een kennisatelier voor actieve cultuurparticipatie. Actiepunten in verband met monitoring en evaluatie van de Regeling cultuurparticipatie voor gemeenten en provincies, zoals besproken in het Afstemmingsoverleg op 14 mei 2009.
•
IJdens, T. (2009). Ontwerp voor het kennisatelier actieve cultuurparticipatie, te realiseren door het Fonds voor Cultuurparticipatie in samenwerking met VNG, IPO en OCW, met gemeenten en
65
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND
provincies die deelnemen aan de regeling cultuurparticipatie, met instellingen die subsidie ontvangen van het fonds en met andere kennispartners. •
IJdens, T. (2009). Verantwoording en monitoring/evaluatie. Aanvulling bij het advies van 31 maart 2009 over de opzet van de monitoring en evaluatie van regelingen van het Fonds voor Cultuurparticipatie.
•
IJdens, T. & Tal, M. (Eds.) (2009). Conferentie monitoring en evaluatie: wat willen we van elkaar leren? Kort verslag. Utrecht: Fonds voor Cultuurparticipatie.
•
IJdens, T. & Tal, M. (2009). Verslag van een kennisatelier over de relatie tussen landelijk en decentraal bevolkingsonderzoek naar cultuurparticipatie. Utrecht: Fonds voor Cultuurparticipatie.
•
IJdens, T. & Hoek, S. van den (2009). Inventarisatie en selectie van thema's voor specifieke kennisactiviteiten. Notitie voor de landelijke conferentie over de monitoring en evaluatie van de Regeling cultuurparticipatie provincies en gemeenten 2009-2012.
•
Ros, B., IJdens, T., Hoorn, M. van & Hagenaars, P. (2009). Conference reader CICY. Arts and Cultural education, Innovation, Creativity and Youth. Utrecht/Brussel: Cultuurnetwerk Nederland/CANON Cultuurcel Vlaanderen.
66
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND
67
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND
COLOFON Het Jaarverslag 2009 Cultuurnetwerk_nl is een uitgave van Cultuurnetwerk Nederland
Teksten en samenstelling Piet Hagenaars, Marlies Tal, Peter van den Esschert en Bea Ros Eindredactie Zunneberg & Ros Tekstproducties Nijmegen Fotografie Wim Hendriks, Co de Kruijf Congreskrant, Katrien Mulder en Ruben Schipper
Cultuurnetwerk Nederland Ganzenmarkt 6 Postbus 61 3500 AB Utrecht Telefoon 030-236 12 00 Fax 030-236 12 90 E-mail
[email protected] Internet www.cultuurnetwerk.nl © Cultuurnetwerk Nederland, Utrecht 2010
68
JAARVERSLAG 2009 CULTUURNETWERK NEDERLAND