dit is een uitgave van cultuurnetwerk nederland, landelijk expertisecentrum voor cultuureducatie
V Cultuureducatie op Lerarenopleidingen Voortgezet Onderwijs
Colofon
Cultuureducatie op lerarenopleidingen Voortgezet Onderwijs Deze publicatie is tot stand gekomen onder verantwoordelijkheid van Cultuurnetwerk Nederland in het kader van het project ‘Cultuuronderwijs Lerarenopleidingen VO‘, gefinancierd door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Samenstelling Antoine Gerrits en Sanne van den Hoek Productiebegeleiding Miriam Schout Interviews Paul Postema en Ricci Scheldwacht, Loft 238 Amsterdam Tekstredactie Tekst/Support, Amsterdam Fotografie Willem Mes: portretten, GoDutch Design: foto pag. 32 De overige foto’s met dank aan de lerarenopleidingen ontwerp www.taluut.nl Drukwerk Drukkerij Libertas Bunnik Het is toegestaan om in het kader van educatieve doelstellingen (delen van) teksten uit deze publicatie te gebruiken, te verveelvoudigen, op te slaan in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar te maken in enige vorm zodanig dat de intentie en de aard van het werk niet worden aangetast. Bronvermelding is in alle gevallen vereist. Cultuurnetwerk Nederland Ganzenmarkt 6 Postbus 61 3500 AB Utrecht Telefoon 030–236 12 00 Fax 030-236 12 90 E-mail
[email protected] Internet www.cultuurnetwerk.nl © 2012, Cultuurnetwerk Nederland, Utrecht
Cultuurnetwerk Nederland bedankt alle opleidingen voor hun bijdrage aan deze publicatie.
Anoek Huisman
voorwoord
p. 2
p. 8
Anoek Huisman
p. 10
Maeve O’Brien Braun
Edwin van Meerkerk
p. 12
Wendy den Teuling Willem Maurits
p. 18
Elsbeth Veldpape Saskia van der Linden
p. 16
p. 30
actuele schets
p. 3
Paul Pos
Simona Boersma
Loes Mulders
Douwe van der Kooi
p. 20
p. 22 p. 24
p. 14
Marinus Verkuil Jaap Bakkelo
p. 28
Tuur de Beer Bert Boumans
3
p. 26
LKCA
p. 32 cultuureducatie_lerarenopleidingen voortgezet onderwijs_1
Voor woord
Eind 2002 maakte ik als rector in het voortgezet onderwijs de overstap naar directeur van een hbo- instituut voor lerarenopleidingen. Het viel me toen meteen op dat noch bij de tweedegraads- (bachelors), noch bij de eerstegraadsopleidingen (masters) cultuureducatie was opgenomen in het curriculum. Dat verbaasde me, omdat ckv jaren daarvoor, bij de invoering van de basisvorming en de tweede fase, zowel in de bovenbouw als in de onderbouw van het voortgezet onderwijs tot mijn grote vreugde een structurele plek op het lesrooster had weten te bemachtigen. Ik vroeg Jan Jaap Knol, toen nog directeur cultuur bij het departement, of hij er tenminste voor kon zorgen dat ook studenten van lerarenopleidingen vouchers konden krijgen, zodat zij net als de leerlingen in het vo gestimuleerd zouden worden om bijvoorbeeld naar musea en theater te gaan. Die vouchers kwamen er niet, maar wel kwam er een budget waarmee, onder leiding van Cultuurnetwerk Nederland, lerarenopleidingen gestimuleerd werden om werk te maken van cultuureducatie. Deze publicatie laat zien hoe we dat gedaan hebben en met welk resultaat. De laatste jaren hebben de lerarenopleidingen met vereende krachten veel aandacht besteed aan het actualiseren en verdiepen van de kennisbases, zowel binnen de vakken als generiek. Natuurlijk is die kennisvermeerdering belangrijk, maar goede
2_cultuureducatie_lerarenopleidingen voortgezet onderwijs
docenten moeten niet alleen expert zijn in hun vak maar ook meesterlijk als beroepsuitoefenaar. Dat betekent onder meer dat ze verbindingen zien tussen de inhoud van hun vak, kunstzinnige uitingen en actuele culturele gebeurtenissen. Leraren zijn immers cultuurdrager en cultuuroverdrager, en als wij hun dat op de opleiding niet leren wordt het een kwestie van toeval of ze in hun latere lespraktijk die relatie leggen. Alle toekomstige leraren, en dan maakt het niet uit in welk vak, dienen daarom tijdens hun opleiding te ervaren hoe kunst en cultuur de inhoud van het schoolvak kunnen verrijken. Ze moeten ontdekken hoe inspirerend het in dat verband kan zijn om samen te werken met collega’s van andere vakken en met instellingen van buiten de school die eveneens als doel voor ogen hebben bij jonge mensen culturele en kunstzinnige belangstelling te wekken. Leraren-in-opleiding leren dat het beste werkenderwijs, samen met ervaren collega’s op de scholen. Cultuurprofielscholen vormen een mooie broedplaats voor dergelijke initiatieven van opleidingen, maar deze publicatie illustreert dat het inrichten van cultuurwerkplaatsen samen met kunstenaars, vertegenwoordigers van instellingen voor kunst en cultuur, lerarenopleiders en hun studenten ook heel inspirerend kan werken. De verschillende cultuurwerkplaatsen die met het extra OCW-budget ingericht konden worden, laten zien dat cultuureducatie binnen de lerarenopleidingen op tal van manieren vorm kan krijgen. Dat de bereidheid van in- en externe partners om daaraan een bijdrage te leveren groot is, maar ook dat je er als instituut wel voor moet gaan. Kunst- en cultuureducatie vergt niet alleen keuzes van de politiek, maar ook van scholen én van lerarenopleidingen. De onlangs landelijk vastgestelde generieke en vakinhoudelijke kennisbases bieden ruimte, maar opleiders kunnen die pas echt invullen als het instituut waar ze werkzaam zijn die profileringskans ook met beide handen aangrijpt. Dát het kan, laten de opleidingen zien die een bijdrage leverden aan deze bundel. Ik hoop dat velen erdoor geïnspireerd raken! Ans Buys voorzitter stuurgroep
In 2005 startten de eerste vier lerarenopleidingen in het pilotproject Cultuur & School - Lerarenopleidingen VO met projecten om cultuureducatie in de opleiding te verankeren en om studenten op te leiden tot cultuuroverdragers. Nu, zeven jaar later, hebben in totaal 28 projecten plaatsgevonden op lerarenopleidingen vo, waarvan twaalf in de afgelopen projectperiode. Wat is er gedaan en hoe?
Samenwerken aan cultuuroverdragerschap Voorgeschiedenis
Vanaf het schooljaar 2001-2002 investeerde het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap al in lerarenopleidingen basisonderwijs. De ervaringen waren zo positief dat het ministerie eind 2004 besloot een vergelijkbaar traject voor lerarenopleidingen voortgezet onderwijs uit te voeren. In het schooljaar 2005-2006 startte een pilotfase. Daarin werd niet begonnen bij de lerarenopleidingen in de kunstvakken, maar juist bij andere lerarenopleidingen vo vanuit de gedachte dat elk vakgebied een bijdrage aan cultuureducatie kan leveren. Dat zou de betrokkenheid bij het vak ckv vergroten en de aanzet geven tot een nog beter gebruik van de vouchers in onderbouw én bovenbouw. Vier opleidingen namen deel aan deze pilot. De centrale doelstellingen van de pilot waren ‘om op instellingsniveau structurele inbedding en verankering van cultuureducatie in de lerarenopleidingen te bewerkstelligen en op studentniveau via het onderwijs studenten aan lerarenopleidingen voor het voortgezet onderwijs meer dan voorheen in aanraking te brengen met kunst en erfgoed en hen door middel van de kennis en vaardigheden die
ze daarbij opdoen voor te bereiden op hun taak als cultuurdrager en cultuuroverdrager in het voortgezet onderwijs’. Het project was een succes. De pilotscholen hadden niet alleen vooruitgang geboekt, maar ook gezamenlijk knelpunten geformuleerd. Aan de hand van de opgedane ervaringen is het project van 2006-2008 op grotere schaal uitgezet, waarbij de centrale doelstellingen overeind bleven. Bovendien richtte het project zich op verbreding naar meer lerarenopleidingen, waarop nog eens twaalf opleidingen met projecten inhaakten.
Aansluiting bij actueel onderwijsbeleid
Het vervolg op dit project is van 2010 tot en met 2012 uitgevoerd, vormgegeven op basis van de
cultuureducatie_lerarenopleidingen voortgezet onderwijs_3
ervaringen uit 2005-2008, de uitwisseling tijdens netwerkbijeenkomsten en expertmeetings op 6 december 2007 en 10 december 2008. Want hoewel er al veel resultaten behaald waren, waren er nog de nodige wensen. In twee ronden hebben nog eens twaalf lerarenopleidingen projecten uitgevoerd, die in de interviews in deze publicatie zijn uitgelicht. De deelnemers en doelgroepen waren nog breder verspreid dan in eerdere fasen en vallen in drie categorieën: • kunstvakopleidingen, • tweedegraads- en eerstegraadsleraren opleidingen in het hbo en • universitaire lerarenopleidingen. De doelstellingen van het vervolgproject lagen in het verlengde van de eerdere doelstellingen, met nadruk op de kwaliteit en verankering van cultuureducatie in de lerarenopleidingen en op het cultuuroverdragerschap van de studenten. Wat bleef was de kennismaking met kunst en cultuur, het ontwikkelen van een visie hierop en het gebruikmaken van de culturele omgeving. Nieuw was de aansluiting bij het actuele onderwijsbeleid, vooral bij de ontwikkeling van de kennisbasis in het kunstvakonderwijs. Ook kreeg de ontwikkeling van studenten een zwaarder accent. Voorbeelden daarvan zijn aandacht voor de vaardigheid om
Antoine Gerrits, projectleider
een methodische lijn voor cultuuronderwijs te ontwikkelen en voor het gebruik van multimediale informatiedragers.
Werkwijze
Voor het vervolgproject stelde het ministerie van OCW opnieuw een stuurgroep van externe experts aan, die het projectplan, het activiteitenplan en de begroting van het project vaststelde. Ook was de stuurgroep verantwoordelijk voor de selectie en honorering van de aanvragen door lerarenopleidingen en zag ze toe op de monitoring en evaluatie van het project. De dagelijkse uitvoering van het project was wederom in handen van Cultuurnetwerk Nederland, met als projectleider Antoine Gerrits.
Cultuurwerkplaatsen
Nieuw in dit vervolgproject waren de ‘cultuurwerkplaatsen’. In nauwe samenwerking met het vergelijkbare project voor de lerarenopleidingen basisonderwijs is gekeken naar projecten die beide groepen lerarenopleidingen konden uitvoeren. Ze moesten ruimte bieden voor innovatie en experiment op basis van een praktijkvraagstuk uit de lerarenopleiding, maar ook verankerd kunnen worden binnen de lerarenopleiding; daarnaast moesten de resultaten en ervaringen gedeeld worden met andere lerarenopleidingen. Deze projecten vonden voor beide groepen lerarenopleidingen, vo en po, plaats onder de noemer ‘cultuurwerkplaatsen’, met voor beide groepen vergelijkbare doelen en richtlijnen. De aandacht voor een praktijkvraagstuk uit de lerarenopleidingen vo was niet nieuw, maar de nadruk lag nu wel veel sterker dan voorheen op de overdracht van de opgedane kennis. Alle deelnemende opleidingen werden geacht hun eigen projecten te monitoren en evalueren, moesten een logboek bijhouden en werden actiever begeleid door Cultuurnetwerk, en er was meer aandacht voor concrete opbrengsten uit iedere cultuurwerkplaats.
Bijstelling
De eerste drie opleidingen in deze laatste fase startten met hun cultuurwerkplaats in 2010. En hoewel er mooie projecten uit ontstonden,
4_cultuureducatie_lerarenopleidingen voortgezet onderwijs
merkten Cultuurnetwerk en de stuurgroep al snel dat er bij een tweede ronde aanpassingen nodig waren, met name bij de aanvraagprocedure en de begeleiding. De aanvragen waren tot dan toe altijd alleen ingediend via aanvraagformulieren die vragen opriepen bij de stuurgroep die ze moest beoordelen; de aangeleverde informatie was veelal niet duidelijk of onvolledig. Pas toen de meeste aanvragers hun aanvraag hadden aangepast, konden de drie uiteindelijke cultuurwerkplaatsen worden uitgekozen. Een van de problemen was dat de stuurgroep vaak moeilijk kon beoordelen hoe de cultuurwerkplaats zich zou gaan verhouden tot het reguliere beleid en curriculum van de lerarenopleiding. Ook hadden ervaringen in dit project en bij de lerarenopleidingen basisonderwijs al uitgewezen dat een aanvraag die er op papier goed uitzag, niet noodzakelijkerwijs een goede cultuurwerkplaats opleverde. En andersom bleken aanvragen die op papier nog twijfels opriepen, soms in de praktijk erg sterke cultuurwerkplaatsen op te leveren. Soms leek dit te komen doordat de projectleider of manager die het formulier invulde niet per se ook degene was die de cultuurwerkplaats uitvoerde. Het is de bevinding van Cultuurnetwerk dat de docenten van lerarenopleidingen eerder doeners zijn, dan planschrijvers.
Andere aanpak
Om dit op te lossen werd bij de tweede ronde aanvragen in deze laatste fase voor een andere aanpak gekozen. Cultuurnetwerk bood al bij het schrijven van de aanvraag begeleiding en belegde daartoe drie regionale werkbijeenkomsten in september 2011. Op deze bijeenkomsten stelden de opleidingen samen met vo-scholen en met de begeleiders van Cultuurnetwerk en andere betrokkenen een conceptaanvraag op. De opleidingen kregen vervolgens de gelegenheid om in hun eigen tijd het plan af te ronden, mede in overleg met de betrokken vo-school/-scholen en andere partners, en als definitief plan ter beoordeling in te dienen. Alle negen projectgroepen (opleidingen en vo-scholen) die aan deze bijeenkomsten deelnamen, meldden deze bijzonder vruchtbaar te hebben gevonden, zeker nu er een sterke bodem lag voor een nadere
projectteam Cultuurnetwerk
Sanne van den Hoek
Vera Meewis
Anneloes Vermeulen
Désirée Rozestraten
cultuureducatie_lerarenopleidingen voortgezet onderwijs_5
uitwerking. De stuurgroep heeft in november 2011 de elf ontvangen aanvragen besproken en heeft er negen als goed beoordeeld.
Begeleiding door Cultuurnetwerk
Ook de begeleiding door Cultuurnetwerk Nederland is versterkt, met als doel meer zicht te krijgen op wat er daadwerkelijk in de cultuurwerkplaatsen gebeurde, beter te kunnen ondersteunen waar nodig en opbrengsten zodanig vast te leggen dat deze later overgedragen kunnen worden aan andere lerarenopleidingen vo en vo-scholen. Op 1 februari 2012 is er een werkbijeenkomst georganiseerd voor alle projectleiders van de laatste ronde van cultuurwerkplaatsen, met als doel de eerste ervaringen te bespreken en voortgangsadviezen te geven. Zo leerden de cultuurwerkplaatsen elkaar ook kennen en konden ze met elkaar meedenken. Iedere cultuurwerkplaats kreeg een eigen begeleider toegewezen die door middel van verschillende bezoeken de voortgang monitorde, meedacht en adviseerde.
‘De nadruk lag nu veel sterker op de overdracht van de opgedane kennis’ Daarnaast zijn in de periode april tot juni 2012 alle cultuurwerkplaatsen uitgebreider bezocht en bevraagd op de voortgangservaringen door een afvaardiging van Cultuurnetwerk die telkens bestond uit de begeleider van de cultuurwerkplaats, de algehele projectleider Antoine Gerrits en een lid van de stuurgroep. Daarbij werd niet alleen gesproken met de projectleider van de cultuurwerkplaats, maar ook met projectbetrokkenen als studenten en vo-scholen. Deze intensievere begeleiding en de voortgangsbezoeken zijn alle betrokkenen goed bevallen. De lerarenopleidingen voelden zich meer gesteund
6_cultuureducatie_lerarenopleidingen voortgezet onderwijs
door Cultuurnetwerk en hebben de advisering vaak als zeer waardevol ervaren. De begeleiders van Cultuurnetwerk hadden veel meer contact met de cultuurwerkplaatsen, waren beter op de hoogte en konden daardoor ook beter meedenken en adviseren. En de stuurgroep had meer feeling met de cultuurwerkplaatsen nu zij de projectleiders ook daadwerkelijk te spreken kreeg en niet alleen de aanvragen en resultaten op papier beoordeelde.
Logboek
Het monitoren van de voortgang gebeurde ook in het verplicht gestelde logboek. Maar meer nog dan dat was het logboek het geheugen van iedere cultuurwerkplaats. Doordat alles werd bijgehouden, werden de ervaringen, het proces en de behaalde resultaten duurzaam vastgelegd. Successen en leermomenten werden daarmee herhaalbaar binnen de eigen opleiding en beter overdraagbaar aan andere opleidingen. Bovendien bood het een vorm van ‘bewijslast’ voor de behaalde successen, wat goed van pas komt bij opleidingen waar geen draagvlak bestaat voor een vervolg als de subsidie stopt. Uit eerdere ervaringen van projecten bij lerarenopleidingen vo en po was al gebleken dat in dergelijke gevallen de overdracht van successen juist ook binnen de eigen opleiding van belang is. Hier bleek ook dat ervaringen uit het begin van een project of een cultuurwerkplaats, aan het einde vaak vergeten waren. Men wist nog wel wat er was bereikt, maar kon lang niet altijd meer navertellen waarom bepaalde keuzes gemaakt waren en welke alternatieve opties verkend waren. En juist dat is voor andere lerarenopleidingen vaak leerzaam. Voor de logboeken werkten alle cultuurwerkplaatsen met een vast format. De ingevulde logboeken waren oorspronkelijk alleen bestemd voor intern gebruik, voor de projectleiders van de cultuurwerkplaatsen en de begeleiders van Cultuurnetwerk. Maar bij de afronding bleken ze belangrijke bronnen te zijn voor de eindverslagen en concrete opbrengsten en voor de bijdragen van cultuurwerkplaatsen aan de slotconferentie.
Opbrengsten en overdracht
Alle cultuurwerkplaatsen uit deze laatste fase hebben naast het logboek dan ook concrete opbrengsten gerealiseerd en hebben meegewerkt aan de overdracht van die opbrengsten aan andere lerarenopleidingen vo. Deze publicatie, waarin van iedere cultuurwerkplaats een portret staat, vormt daar mede de neerslag van. Alle concrete opbrengsten zoals lesmaterialen en verslagen van de cultuurwerkplaatsen zijn op de website www.cultuurplein.nl geplaatst en alle cultuurwerkplaatsen presenteerden hun ervaringen (proces en resultaat) tijdens de conferentie Cultuur Leert Anders op 4 december 2012. Deze conferentie werd al enkele jaren georganiseerd door de Vereniging CultuurProfielScholen voor vo-scholen die actief zijn met cultuuronderwijs. In 2012 hebben de vereniging en Cultuurnetwerk Nederland besloten de conferentie samen te organiseren voor vo-scholen én lerarenopleidingen vo om de kennis en good practices uit beide groepen met elkaar te kunnen verbinden.
projectteam Cultuurnetwerk
Jan Ensink
Josefiene Poll
Een vervolg?
In 2013 zal het Landelijk Kenniscentrum Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA) als opvolger van Cultuurnetwerk Nederland doorgaan met de ontwikkeling van de kwaliteit van cultuureducatie op de lerarenopleidingen. In de voorlopige plannen wordt aandacht geschonken aan de deskundigheidsbevordering van het onderwijs en de professionalisering van de educatiefunctie in de cultuursector. Het inrichten van cultuurwerkplaatsen met aandacht voor de vakinhoud en didactiek van cultuureducatie wordt hierbij expliciet genoemd. Voor de vormgeving en materiële inrichting hiervan zal het nieuwe kennisinstituut nauw gaan samenwerken met het Fonds voor Cultuurparticipatie.
Karin Laarakker
Melissa de Vreede
cultuureducatie_lerarenopleidingen voortgezet onderwijs_7
Een mooie overstijgende rol
Hoewel cultuureducatie is verweven in vele curricula van hbolerarenopleidingen, is de concrete inbedding ervan in de opleidingen nog geen gemeengoed. Anoek Huisman, consultant/docent bij Fontys Lerarenopleiding in Tilburg, deed onderzoek naar het profiel van een cultuurcoördinator binnen haar instituut en bracht kansen en hobbels in kaart. “Je hebt iemand nodig die mogelijkheden signaleert en aanzwengelt.”
Anoek Huisman
[email protected] Duw in de rug
Cultuurwerkplaats Fontys Lerarenopleiding Tilburg Anoek Huisman, projectleider ‘Profiel cultuurcoördinator’
Anoek Huisman was eerder zelf actief als cultuurcoördinator binnen Fontys. Haar inzet was studenten van de verschillende opleidingen te interesseren voor deelname aan een aantal vakoverstijgende cultuurprojecten. “Anders dan op de pabo is cultuureducatie geen vast onderdeel van het curriculum,” vertelt ze, “ik had dus geen studiepunten te vergeven en moest het hebben van de goodwill van studenten.” De bestaande structuur van expertisegroepen gaf haar een duw in de rug. “Ethiek en cultuureducatie kregen een plek in de expertisegroep ‘Identiteit en profilering’, waarin docenten uit alle opleidingen zitting hadden. Ik kon projectvoorstellen neerleggen bij collega’s en hun vragen er studenten voor warm te maken. Dat hielp enorm en maakte iets los binnen de instelling.”
Pilot
5
partners
Museum De Pont, Van Abbemuseum, Noord-Brabants Museum, Fontys Hogeschool voor de Kunsten, Graphic Design Museum (thans Museum of The Image, MOTI)
“Onze uitdaging is naar openingen te zoeken, we zijn niet voor één gat te vangen”
Waar ging de cultuurwerkplaats over? Het opstellen van een profiel voor een cultuurcoördinator, met aandacht voor taken, competenties en participatie in regionale netwerken. Vanuit de cultuurwerkplaats is ook gewerkt aan draagvlak hiervoor op scholen en instellingen en aan het enthousiasmeren van andere hbo-lerarenopleidingen, zodat ook zij hiervoor ruimte creëren in hun generieke curriculum. Wat heeft het opgeleverd? Profielbeschrijving van een cultuurcoördinator met bijbehorende competenties voor alle opleidingen van Fontys Lerarenopleiding Tilburg, advisering aan het MT over cultuureducatiebeleid.
8_cultuureducatie_lerarenopleidingen voortgezet onderwijs
Met het opheffen van de expertisegroepen als gevolg van bezuinigingen raakte Huisman dit zinvolle contactplatform tussen de docenten en de studenten kwijt. “Ik moest op zoek naar een nieuw aanknopingspunt in een instituut met zeventien verschillende opleidingen, verspreid over voltijd-, deeltijd- en masterstudenten.” De gewenste aansluiting vond ze bij de sectie Nederlands die een pilot uitvoerde waarbij studenten voor studiepunten culturele activiteiten ontwikkelden waar andere studenten op konden inschrijven. “Denk aan een poëziewandeling door de stad, een bezoek aan een atelier, dat soort activiteiten. Ik was benieuwd of dat makkelijker, laagdrempeliger zou werken,” aldus Anoek Huisman. “De pilot kwam langzaam op gang, maar is uiteindelijk goed geland.” Uit de
contacten met de culturele instellingen leerde ze dat door gebrek aan tijd en mankracht de initiatieven aan de opleidingen worden gelaten.
Openingen
De oplossing moet dus worden gevonden binnen de muren van het instituut, concludeert Anoek Huisman. “Er is behoefte aan de figuur van een cultuurcoördinator die contact houdt met de hele opleiding, het mt en alle vakgroepen, dát heb ik willen duiden. Je hebt iemand nodig die mogelijkheden signaleert en aanzwengelt. Deze figuur weet ook wat zich in de culturele wereld afspeelt, houdt die kennis bij en bouwt een netwerk op. Dat alles kan hij of zij vervolgens naar binnen brengen en uitdragen bij de vakgroepen.” Ze betreurt het dat de planontwikkeling vanuit de overheid in beperkte mate op het vo en mbo is gericht. “Onze uitdaging is naar openingen te zoeken, we zijn niet voor één gat te vangen. Cultuureducatie binnen de opleidingen verankeren, dat is het meest kansrijk.” Inmiddels droeg zij haar taak over aan twee collega’s, een docent Nederlands en een docent Engels. “Het contact met vakdocenten is zo belangrijk. Bij Nederlands kennen ze een cultuurportfolio dat prima werkt. Dat kun je verbreden naar het hele instituut. Dan heb je als cultuurcoördinator een hele mooie overstijgende rol in de organisatie. Op dit moment komt dit bij de vijf talen van de grond. Dat is een prima begin.”
cultuureducatie_lerarenopleidingen voortgezet onderwijs_9
De imponerende Sint-Janskathedraal in Den Bosch is een niet missen ‘marker’ voor de inwoners van de stad en de wijde omgeving. “Iedereen ziet dat ding elke dag, wat je er ook van vindt of mee hebt, welke waarde je er ook aan hecht,” vertelt Anoek Huisman, consultant/docent Onderwijskunde/Flankerend Onderwijs aan Fontys Lerarenopleiding. In de cultuurwerkplaats nodigde ze leerlingen van de onderbouw vmbo uit om aan de slag te gaan met thema’s rond religie.
Een weidse blik op religie Anoek Huisman
[email protected] Veel tijd
“De Sint-Jan vormde slechts de ‘kapstok’ om na te denken over religieuze tradities en waarden,” vertelt Anoek Huisman. “Het mocht uitdrukkelijk breder zijn dan ‘de kerk’ alleen. Van tevoren hebben we daar met de scholen veel tijd ingestoken. Een van de scholen telt 80% allochtone leerlingen, onze insteek was dat iedereen zich erin zou kunnen vinden. We hebben de ouders extra goed geïnformeerd, en veel opdrachten ook buiten de kerk gepland, zodat we mogelijke weerstand een kerk te betreden, konden ondervangen.” Het kerkbestuur was blij met de aandacht, maar was ook enigszins aarzelend bij deze groep jonge bezoekers. “Het was soms even schakelen om tussen de dagelijkse diensten door de kerk te kunnen betreden.”
En in de hal trok het glas-in-loodraam waar 9/11 in staat, uiteraard veel aandacht.” Een onvoorziene uitbreiding van het project was het aanbod van Theater aan de Parade naast de kerk, dat zonder kosten enkele ruimtes beschikbaar stelde. “Zij konden het waarderen dat we dit soort activiteiten met leerlingen ondernemen, en zagen ook het voordeel ze eens over de drempel van een theater te brengen.” Studenten van de opleiding Media Art and Performance voerden de opdracht ‘Maak je eigen reliekendoosje’ uit en fotografeerden elkaar met hun product. “De fototentoonstelling daarvan is in het theater gepresenteerd, dat was natuurlijk uiterst ‘cool’. Dankzij vele lagen in het project konden we schuiven en spelen, dat zorgde voor meer inbedding.”
Dynamiek
Blogspot
De bezoeken aan de kerk brachten een dynamiek op gang die Huisman niet had kunnen voorzien.
“Dankzij vele lagen konden we schuiven en spelen, dat zorgde voor meer inbedding” “Een leerling van wie je het niet verwachtte, bleek al eens in de kerk te zijn geweest bij een uitvaart. Die stak met z’n vrienden een kaarsje aan. Dat was echt mooi om te zien.” Alle leerlingen bezochten de kerk en beklommen de toren. “Het prachtige uitzicht, de klokken en het oude orgel maakten indruk.
10_cultuureducatie_lerarenopleidingen voortgezet onderwijs
Het interactieve aspect van het project pakte verrassend uit. In overleg met de scholen werd een blog ontwikkeld. “Aanvankelijk werd er veel te veel opgezet, maar dat hebben we bewust laten gebeuren om het enthousiasme niet af te remmen,” vertelt Anoek. Het project vroeg de nodige creativiteit van leerlingen. “Sommige opdrachten werden anders uitgevoerd dan ik had verwacht, maar je realiseert je dan dat het ook voor de leerlingen zoeken is om zo te werken. Dat verdient onze waardering.” De leerlingen maakten zelf een selectie uit de opdrachten die op het blog stonden. Op www. sintjan2011.blogspot.nl is een indruk te zien van de opbrengsten. “De samenwerking tussen alle lagen en allerlei kruisbestuivingen maakten het project
zo bijzonder,” aldus Anoek. Uitbreiding naar havo/ vwo-niveau behoort volgens haar zeker tot de mogelijkheden. “Dit stramien kun je op elk monument in elke stad loslaten. Je kunt er zo veel mee doen.” Zijn er verbeterpunten? “We hebben het meteen groot aangepakt. Dat had misschien anders gemoeten: klein beginnen en dan uitbouwen. Ook kunnen we nog verbeteren in de begeleiding van het keuzeproces van de leerlingen. Maar dat is het inzicht van nu. Het bereik is significant.”
Wat heeft het opgeleverd? Weblog met inhoud, eindpresentaties van leerlingen, educatief lesmateriaal en excursies.
Waar ging de cultuurwerkplaats over? De Sint-Janskathedraal in Den Bosch als uitgangspunt voor het (her)ontdekken van de rol die religie in een stad heeft, de kunst van het bouwen van een kathedraal en de invloed van een kathedraal op de directe omgeving van de stad. De leerlingen van de onderbouw van het vmbo onderzochten met interactief lesmateriaal bovenstaande thema’s. De uitkomsten worden op school gepresenteerd.
ds Pierson College, Duhamel College, Maurick College, Koning Willem I College, in totaal ca. 300 vmbo-leerlingen
125
studenten
8 studenten van de lerarenopleiding, 100 studenten in de begeleiding, 17 mbo-studenten
4
VO - scholen
1
partner
Kerkbestuur Sint-Jan
Cultuurwerkplaats Fontys Lerarenopleiding Tilburg Anoek Huisman, projectleider ‘De Sint-Jan’
cultuureducatie_lerarenopleidingen voortgezet onderwijs_11
In de cultuurwerkplaats Kunst van Bèta hebben studenten Algemene Cultuurwetenschappen van de Radboud Universiteit Nijmegen een aantal lespakketten ontworpen waarin kunsten bètavakken met elkaar verbonden zijn. De centrale vraag daarbij luidde: hoe kunnen de onderlinge verbanden tussen kunst en bèta zichtbaar worden gemaakt in de klas? En hoe kunnen deze verbanden worden omgezet naar lessen, zowel binnen de vakken als in gezamenlijke projecten?
Kunst van Bèta
Website
Edwin van Meerkerk
[email protected] Elkaar aanvullen
“Het doel was om nieuw lesmateriaal te ontwikkelen, dat zowel voor kunst- als voor bètadocenten
niet te zijn, maar kunnen elkaar juist heel goed aanvullen.” Als voorbeeld noemt Van Meerkerk een lespakket dat studenten ontwierpen voor leerlingen uit 2 havo, waarbij biologie en kunst aan elkaar worden gekoppeld. Daarbij moeten ze voor het ontwerpen van een woonruimte kijken naar allerlei biologische aspecten van een cel. “De bedoeling is dat de leerlingen op een andere manier naar woonruimten leren kijken, waardoor ze bijvoorbeeld op een zeer efficiënte manier leren gebruik te maken van de ruimte.”
inspirerend is,” zegt Edwin van Meerkerk, universitair docent aan de Radboud Universiteit Nijmegen. “Kunst- en bètavakken hoeven elkaars tegenpolen
Via Edu-Art werden de scholen benaderd om mee te doen. “We hebben de docenten er al in een vroeg stadium bij betrokken door ze een opdracht aan de studenten te laten formuleren. De docenten konden zelf aangeven of het lespakket geschikt moest zijn voor de reguliere lessen of voor aparte projectdagen, die scholen in toenemende mate houden.” Gedurende de cultuurwerkplaats was er voor de docenten tijd ingeruimd om een aantal keer tussentijds te evalueren. Ook hebben 18 masterstudenten van de ArtEZ hogeschool de lespakketten beoordeeld. Dat resulteerde in vijf lespakketten, die inmiddels beschikbaar zijn via de website www. ru.nl./kunstvanbeta. Nog niet alle lessen zijn met de leerlingen in de klas uitgeprobeerd, maar dat gaat dit schooljaar gebeuren.
Liefde voor kunst
Van Meerkerk: “In grote lijnen vind ik de samenwerking geslaagd, al is het vanwege de tijdsdruk voor veel docenten lastig om zo’n cultuurwerkplaats in het gewone lesprogramma in te passen. Tegelijk merk je dat ze zoiets heel graag willen. Daarom zijn
zeer geïnteresseerd waren. Daar zaten veel bètadocenten bij. De meesten van hen bleken in hun vrije tijd kunstliefhebber of zelfs actief kunstbeoefenaar. Daar zit dus veel potentieel. Andersom zul je niet snel een kunstdocent met een chemielabje op zolder aantreffen.” Waar ging de cultuurwerkplaats over? Deze cultuurwerkplaats onderzoekt de relatie tussen kunst en techniek in het kader van cultuureducatie. Wat betekent dit in theorie en wat leren leerlingen hiervan in de praktijk? Hoe wordt cultuureducatie in relatie tot techniek aangeboden (methodisch en pedagogisch/ didactisch) en wat vraagt dit van de (toekomstige) docent? Wat heeft het opgeleverd? Lespakketten ontwikkeld door studenten in opdracht van scholen, met als doel de onderlinge verbanden tussen kunst en bèta zichtbaar te maken in de klas. Creativiteit en onderzoek zijn hierbij kerncompetenties. De lespakketten zijn in te zien op: www.ru.nl/kunstvanbeta
27
studenten
9 studenten (Radboud), 18 masterstudenten Kunsteducatie (ArtEZ hogeschool voor de kunsten, Zwolle)
4
VO - scholen
1
partner Edu-Art
“Kunst en bèta hoeven niet elkaars tegenpolen te zijn” Cultuurwerkplaats Radboud Universiteit (afdeling ACW), Nijmegen Edwin van Meerkerk, projectleider ‘Kunst van Bèta’
12_cultuureducatie_lerarenopleidingen voortgezet onderwijs
die projectdagen uitermate geschikt.” Wat Van Meerkerk vooral opviel was het enthousiasme onder de bètadocenten. “Op de afsluitende bijeenkomst waren er uiteindelijk zo’n zeventig docenten aanwezig, die nog niet allemaal hadden meegedaan aan de cultuurwerkplaats, maar wel
cultuureducatie_lerarenopleidingen voortgezet onderwijs_13
Bij interdisciplinair werken draait alles om samenwerking, zegt Maeve O’Brien Braun, coördinator Masteropleiding Kunsteducatie ArtEZ. “Binnen onze opleiding is interdisciplinariteit echt een begrip. Wij stimuleren onze studenten in alle opzichten om met elkaar samen te werken. Dat is hier wel de norm.” De studenten die de masteropleiding aan de ArtEZ hogeschool voor de kunsten volgen, hebben veelal een baan als kunstdocent in het onderwijs of bij een culturele instelling. “Onze masterstudenten werken als professionals in de kunsteducatie. Ze vormen een goede afspiegeling van het werkveld en brengen daarnaast een schat aan ervaringen met zich mee.”
Maeve O’Brien Braun
[email protected] Verbinden
Cultuurwerkplaats ArtEZ, Expertisecentrum Kunsteducatie, Zwolle Maeve O’Brien Braun, projectleider ‘Interdisciplinaire werkvormen’
Over grenzen heen kijken 39 10
studenten VO - scholen
3 hbo-scholen en 4 culturele instellingen, allen instellingen waar de masterstudenten werkzaam zijn.
Waar ging de cultuurwerkplaats over? De masterstudenten van ArtEZ doen praktijkgericht onderzoek naar de onderwijseffecten van interdisciplinaire werkvormen. In het kader van de cultuurwerkplaats wordt verder onderzoek gedaan binnen de netwerken van de masterstudenten zelf (op de school of instelling waar ze werken). Wat heeft het opgeleverd? Een publicatie met begrippen, achtergronden en praktische handreikingen voor interdisciplinair werken en een website www.idkunsteducatie.nl.
14_cultuureducatie_lerarenopleidingen voortgezet onderwijs
Leren van elkaars ervaringen en inzichten, dat is het doel van interdisciplinair werken. Door studenten te leren over grenzen heen te kijken, kunnen ze hun blik op het eigen vak verruimen. Of zoals ze bij ArtEZ zeggen: interdisciplinariteit verbindt werelden en laat nieuwe werelden ontstaan. “Binnen de opleiding moeten onze studenten naast een eigen afstudeeropdracht ook altijd een collectieve afstudeeropdracht doen,” zegt Maeve O’Brien Braun. “Deze cultuurwerkplaats paste daar perfect in.”
Bundel
De studenten kregen de opdracht om met elkaar ervaringen uit te wisselen, waarbij ze moesten uitgaan van hun eigen werkveld. Voor de cultuurwerkplaats schreven de studenten gezamenlijk aan een bundel met artikelen die de stand van zaken geven van interdisciplinair werken binnen het kunstonderwijs. Als voorbeeld noemt O’Brien Braun een artikel van de hand van een student die lesgeeft op een school voor kinderen met leerproblemen en een student die werkt als docent aan een hbo-opleiding ‘Maatschappelijk werk en dienstverlening’. “Die twee zijn actief in werkvelden die best dicht bij elkaar liggen, maar normaal gesproken zouden ze niet zo snel met elkaar in contact komen. Wij hebben ze bij elkaar gezet en ze de opdracht gegeven om samen een artikel te schrijven.” Sommige bijdragen in de bundel zijn daarom heel concreet geworden, vult O’Brien Braun aan. “Dan
is het meer een ervaringsverslag geworden: we hebben dit gedaan en dat was het resultaat. Soms zijn de artikelen wat theoretischer van aard en is er meer gekeken naar de achtergronden en het begrippenkader van interdisciplinair werken.”
Website
Naast deze bundel artikelen is er een begin gemaakt met het ontwikkelen van een interactieve website www.idkunsteducatie.nl. Deze site moet een ontmoetingsplek worden voor professionals in kunst en educatie die bezig zijn met interdisciplinariteit. De groep studenten die is begonnen aan het ontwerp voor de website is inmiddels afgestudeerd. Hun werk is overgenomen door een nieuwe lichting studenten. De cultuurwerkplaats is daarmee uitgegroeid tot een terugkomend onderdeel van de opleiding. “Die website is echt bedoeld voor de lange termijn. De studenten krijgen er een mooie kans om hun werk te presenteren en als opleiding zien we er een unieke gelegenheid in om met onze studenten een nalatenschap voor het werkveld te creëren. Als je vanuit de kunsten echt interdisciplinair wilt werken, wat houdt dat dan in? Hoe moet je dat aanpakken? Heeft iemand een praktische methode? Het werkveld is zo divers. Op een website kun je al die verschillende methoden presenteren. We nodigen andere mensen uit om te ontdekken wat het best bij hen past of om hun best practices met ons te delen.”
cultuureducatie_lerarenopleidingen voortgezet onderwijs_15
Wat betekent het om kunstdocent op een middelbare school te zijn? En hoe kun je studenten dat het best zelf laten ontdekken? Dat was de achterliggende gedachte van deze cultuurwerkplaats voor studenten van de Docentenopleiding BKV van ArtEZ in Arnhem. Om ze vanuit een breder perspectief te laten nadenken over het docentschap kregen de studenten opdracht om onderzoek te doen op de school waar ze stage liepen. “Wij trainen onze studenten om een eigen vakvisie te ontwikkelen en die tijdens hun verdere loopbaan up to date te houden,” zegt Elsbeth Veldpape, hoofd opleiding Docent BKV van ArtEZ. “Alleen met een onderzoekende houding en door life long learning kan een docent werkelijk functioneren als cultuurdrager.”
Werken aan een visie
Elsbeth Veldpape / Saskia van der Linden (projectleider)
[email protected] |
[email protected] Onderzoek
Aan de hand van een uitvoerige vragenlijst werden de docenten ondervraagd over hun ervaringen met het kunstonderwijs op hun eigen school. Werkten ze vanuit een gedeelde visie? Was er sprake van een doorlopende leerlijn voor de kunst- en cultuurvakken en sloten de kunstvakken in de onderbouw goed aan bij de kunstlessen in de bovenbouw? “Onze verwachting was dat er een grote kloof bestaat tussen de lessen in de onderbouw en in de bovenbouw,” zegt Elsbeth Veldpape. “En dat klopte, al werd dat door de docenten zelf niet direct als zodanig ervaren. In eerste instantie antwoordden ze dat het best meeviel. Maar als de studenten doorvroegen, werd duidelijk dat ze daar eigenlijk nauwelijks zicht op hadden, omdat ze in de praktijk helemaal niet zo bezig zijn met het bewerkstelligen van een doorlopende leerlijn.”
Visie
Het onderzoek toont vooral aan dat docenten doorgaans te weinig tijd hebben om zich te verdiepen in een visie. “Tijdens docentenvergaderingen gaat het vaak om praktische zaken en is er nauwelijks ruimte voor vakinhoudelijk overleg,” vertelt Saskia van der Linden van Studio Eironeia, die de ArtEZstudenten tijdens het project begeleidde. “Als er al vanuit een visie wordt gewerkt, gebeurt dat meestal impliciet. Daarover wordt amper nagedacht.”
16_cultuureducatie_lerarenopleidingen voortgezet onderwijs
Je merkt door die interviews dat studenten echt respect krijgen voor wat docenten allemaal moeten doen. Eerst waren ze verbaasd dat er zo veel niet gebeurde, maar na het onderzoek snappen ze ook heel goed waarom.”
8
3
studenten
4 deeltijdstudenten (deel 1: onderzoeksfase), 3 voltijdstudenten, 1 deeltijdstudent (deel 2: ontwikkelopdracht)
VO - scholen
De Quadraamscholen (Liemers College, Beekdal Lyceum, Olympus College)
Waar ging de cultuurwerkplaats over? De studenten doen onderzoek op hun stagescholen. De studenten interviewen in deel 1 docenten in de kunstvakken en management over de doorlopende leerlijn en de inhoud van de lessen. In deel 2 ontwerpen de studenten instrumenten om de aansluiting tussen onderbouw en bovenbouw te verbeteren. Wat heeft het opgeleverd? Een onderzoeksverslag waarin de uitkomsten van de interviews zijn vermeld. Hierin zijn de aanbevelingen opgenomen voor de drie vo-scholen en de aanbevelingen voor de te ontwikkelen instrumenten om de aansluiting tussen onder- en bovenbouw te verbeteren. Het verslag en de instrumenten komen op een website te staan zodat anderen deze kunnen bekijken en gebruiken: www.onderbouw-bovenbouw.artez.nl
Na grondig doorvragen blijkt dat docenten best kunnen uitleggen waarom de lessen in de onderbouw en bovenbouw van elkaar moeten verschillen, zegt Van der Linden. “Maar uiteindelijk vinden ze toch ook dat de lesprogramma’s beter op elkaar moeten aansluiten.”
Instrumenten
Na de eerste fase van het onderzoek zijn de studenten inmiddels aan de tweede fase begonnen, waarin ze instrumenten ontwerpen die kunnen helpen bij het overbruggen van de kloof. Het eerste instrument is een soort kieswijzer waarmee docenten kunnen inventariseren hoe het kunstonderwijs in de onder- en bovenbouw op hun school is ingericht. Een tweede, vergelijkbaar instrument helpt docenten om tot een gezamenlijke visie te komen en nodigt ze uit na te denken hoe ze daarvoor zoveel mogelijk draagvlak kunnen creëren. De resultaten zijn te zien op de website www.onderbouw-bovenbouw.artez.nl
Realiteit
Voor de studenten heeft het onderzoek zijn meerwaarde al bewezen, zegt Saskia van der Linden. “Als ze alleen maar stage hadden gelopen, zouden ze vooral bezig zijn geweest met de lesvoorbereidingen. Nu worden ze meteen geconfronteerd met de realiteit waarmee docenten te maken hebben.
Cultuurwerkplaats ArtEZ, opleiding Docent Beeldende Kunst en Vormgeving, Arnhem Elsbeth Veldpape (namens ArtEZ) en Saskia van der Linde (Studio Eironeia), projectleider ‘QuArtEZ’
cultuureducatie_lerarenopleidingen voortgezet onderwijs_17
De kunst als aanleiding om over bèta-onderwerpen te praten. Dat sluit naadloos aan bij de concept-contextbenadering in de binask-vakken? “Klopt,” zegt Willem Maurits, opleidingsdocent in Tilburg, “aan elke kunstuiting zijn immers natuurof scheikundige aspecten of biologische principes verbonden. Wij wilden die verbinding maken.” Samen met collega Wendy den Teuling ging hij aan de slag met deze opmerkelijke cultuurwerkplaats die zich specifiek richtte op het vmbo.
The Science of Art
Wendy den Teuling / Willem Maurits
[email protected] |
[email protected] Mooie dynamiek
Voor de invulling van het traject zochten de projectleiders in eigen kring contact met een
aantal kunstenaars. Daarnaast werd één kunstenaar benaderd via Bureau CiST, Cultuur in School Tilburg, intermediair tussen het culturele veld en
het onderwijs. “Met een keramisch kunstenaar, een architect en twee beeldend kunstenaars betrokken we vier sterk verschillende uitingsvormen,” vertelt Maurits. “Hun toegevoegde waarde was dat waar studenten, docenten en ook de vo-leraren geneigd
“Juist ook bètamensen ervaren verwondering en schoonheid in kunst” zijn het accent op het onderwijs te leggen, zij aan de rem trokken en ruimte en aandacht vroegen voor eigen verwondering, verbeelding. Bovendien had iedere kunstenaar zijn eigen insteek. Dat zorgde voor een mooie, heel diverse dynamiek in de groepen. In onze sturing lieten we dat ook heel vrij en open. Dat spanningsveld tussen sturen en loslaten bleek voor ons telkens weer fascinerend.”
Waardevolle verbinding
“We zijn gestart met een eerste bijeenkomst in Museum De Pont, waarbij ook de betrokken kunstenaars werk toonden,” vervolgt Den Teuling. “Dat bracht al veel enthousiasme op gang. Iedereen kreeg er zin in. We hebben weinig weerstand gezien. Als die er al was, betrof het onderwijskundige inzichten, niet de beleving van kunst. Dat zorgde voor een waardevolle verbinding.” Een belangrijke asset van het project was de inbedding in het curriculum. “De kracht van ons project is dat we de studenten die in het kader van vakdidactiek een onderwijsmodule voor het leergebied ‘mens en natuur’ in het vmbo moeten ontwikkelen, het aanbod konden doen om in plaats van dat reguliere vak, in dit project te stappen. De investering die ze toch al moesten doen, het maken van een module, konden ze op deze bijzondere wijze invulling geven.”
Meer tijd
Cultuurwerkplaats Fontys Lerarenopleiding Tilburg Wendy den Teuling en Willem Maurits, projectleiders ‘The Science of Art’
18_cultuureducatie_lerarenopleidingen voortgezet onderwijs
Het feit dat alle betrokkenen meer tijd investeerden, zegt veel over de inzet. Het rekenaspect in het project sluit aan bij de speerpunten voor taal en rekenen in het vmbo. “Aanvankelijk sloegen de studenten door in het rekenen,” vertelt Wendy den Teuling. “Bij de architect lag dat uiteraard voor de hand, maar we hebben vrij snel aangegeven dat
dat niet de overhand hoefde te krijgen. De inzet was juist een module te maken waar je niet alleen sommetjes zit te maken.” De rol van de vo-leraren? “Er waren veel leraren enthousiast,” vervolgt ze, “de leeftijdsrange was heel divers, van net afgestudeerd tot bijna-met-pensioen. Vooral de ouderen haalden er veel energie uit.” Een verbeterpunt betreft de toepasbaarheid van de ontwikkelde modules. Willem Maurits: “Idealiter zou je de modules aan de stagescholen van de studenten willen verbinden, dat was nu niet het geval. Opname in het curriculum is natuurlijk helemaal mooi. De lesmodules zijn in principe overdraagbaar en uit te breiden naar onder- en bovenbouw havo/vwo, uiteraard met bijpassende verdieping. V0-scholen zoeken ook invulling buiten het reguliere onderwijs, in de vorm van modules. Ook daar liggen mogelijkheden.” Waar ging de cultuurwerkplaats over? In de cultuurwerkplaats zijn vier modules ontwikkeld (3 voor het vmbo en 1 voor het vwo) waarin kunst en wetenschap met elkaar zijn verbonden, met nadruk op rekenen. De modules passen binnen de concept-contextbenadering van de bètavakken. De modules zijn ontwikkeld in vier werkgroepen, bestaande uit een kunstenaar, docenten vo, studenten en lerarenopleiders. Wat heeft het opgeleverd? Het project heeft vier modules opgeleverd. Daarnaast is het proces in een video met interviews vastgelegd.
12 4 6
studenten
10-12, per werkgroep 2 à 3 studenten
VO - scholen partners
4 kunstenaars, Bureau CiST, Museum De Pont als gastheer van de eerste bijeenkomst
cultuureducatie_lerarenopleidingen voortgezet onderwijs_19
Helemaal nieuw is de verbinding tussen wiskunde en kunst niet. “Vanuit de oudheid zijn er al bruggen tussen wiskunde en kunst te vinden en in de renaissance werkten kunstenaars met de gulden snede,” zegt Douwe van der Kooi, opleidingsmanager aan de Hogeschool van Amsterdam. “Maar het gebruiken van kunst als element in de wiskundige vorming van scholieren is wel een nieuwe manier om kunst met wiskunde te verbinden.”
Douwe van der Kooi
[email protected] Wiskunde C
Cultuurwerkplaats Hogeschool Amsterdam/Interfaculteit Lerarenopleiding Universiteit Amsterdam Douwe van der Kooi, projectleider ‘Wiskunde en Kunst’
Kunst als eyeopener “Je kunt kunst gebruiken om te laten zien hoe wiskunde is verweven met de werkelijkheid om ons heen. Als je die blik bij leerlingen opent, wordt het ook manifest” 5 5
studenten
Alumninetwerk en 5 studenten HvA en ILO
Waar ging de cultuurwerkplaats over? De HvA en de ILO werken samen om didactisch materiaal te ontwerpen en uit te proberen over de wiskunde in en achter de kunst binnen het vak Wiskunde C, dat in zijn vernieuwde vorm vanaf 2015 gaat behoren tot het vakkenpakket van havo en vwo. Alumni van het vaknetwerk worden betrokken bij de begeleiding van studenten in opleiding, zodat de ontworpen producten kunnen worden getest en geëvalueerd in de gemeenschappelijke context. Wat heeft het opgeleverd? Didactische producten ten behoeve van de ontwikkeling van het vak wiskunde C. Dit lesmateriaal komt beschikbaar voor het vo en de lerarenopleidingen.
VO - scholen
Vijf scholen waarop alumni werkzaam zijn,� in het bijzonder de Open Schoolgemeenschap Bijlmer, Amsterdam
20_cultuureducatie_lerarenopleidingen voortgezet onderwijs
Het verzoek om zelf lesmateriaal te ontwikkelen kwam uit het alumninetwerk van de deelnemende opleidingen. Aanleiding is de invoering van het verplichte vak wiskunde C voor leerlingen met het profiel Cultuur en Maatschappij op havo en vwo. “Dat was voor ons een reden om de handen ineen te slaan en te kijken of we zelf al invulling daaraan konden geven,” zegt Douwe van der Kooi. “We hadden ook kunnen afwachten en kijken waar de uitgeverijen mee zullen aankomen, maar je kunt er alvast een voorschot op nemen.”
Leren kijken
De studenten die deelnamen aan de cultuurwerkplaats ontwierpen een aantal didactische producten die tijdens de wiskundeles werden gebruikt. “Zo heeft een student zich beziggehouden met geometrische patronen uit de Arabische cultuur. In de Arabische wereld vind je prachtige mozaïeken op wanden, vloeren en aardewerk. Zo’n mozaïek bestaat uit tegels met daarop steeds terugkerende patronen, waarin één element het hele patroon bepaalt. Je kunt leerlingen laten ontdekken hoe het sjabloon eruitziet, waar alle informatie al in zit. Daarmee leer je ze heel goed kijken. Of ze moeten zelf een patroon ontwerpen, waar ze bijvoorbeeld alleen maar gebruik mogen maken van regelmatige meetkundige figuren, zoals gelijkzijdige driehoeken, cirkels en combinaties daarvan. In een andere groep hebben leerlingen van 4 vwo gewerkt met polydron, een kunststof clicksysteem, waarmee ze ruimtelijke beelden moesten bouwen. Dit is puur met de handen bezig zijn en vervolgens
vanuit wiskundig of kunstzinnig perspectief vragen leren stellen.”
Op onderzoek gaan
De cultuurwerkplaats was in de eerste plaats een didactische oefening voor de studenten. Het materiaal werd door de studenten ontworpen en in de klas uitgeprobeerd onder begeleiding van de docenten, die weer alumni waren van de deelnemende opleidingen. “Ook voor de docenten was het heel inspirerend om samen met onze studenten aan de slag te gaan. Het is een leuke manier om op onderzoek te gaan en jezelf als docent te professionaliseren,” zegt Van der Kooi.
Werkelijkheid
Zelf heeft hij de hoop dat leerlingen zo op een andere manier naar de werkelijkheid leren kijken. “Je kunt kunst gebruiken om te laten zien hoe wiskunde is verweven met de werkelijkheid om ons heen. Als je die blik bij leerlingen opent, wordt het ook manifest.” In dat verband wil hij nog een studente noemen die haar scriptie schreef over wiskunde en ballet. “Dat onderzoek was niet in het kader van de cultuurwerkplaats, maar paste er heel goed in. Tijdens haar presentatie liet zij zien hoe je het menselijk lichaam kunt gebruiken om op een andere manier naar hoeken te kijken. Dat illustreerde ze aan de hand van dansbewegingen. Prachtig. Als je kijkt naar de instructies die dansers krijgen is dat soms puur wiskunde.”
cultuureducatie_lerarenopleidingen voortgezet onderwijs_21
“De praktijk laat zien dat leerkrachten op basisscholen er hard aan werken om kinderen beeldende ontwikkeling bij te brengen. Het wordt echter maar zelden overgedragen naar de middelbare school,” vertelt Paul Pos, opleidingsdocent aan de Willem de Kooning Academie in Rotterdam. “De vo-scholen beginnen eigenlijk weer van voren af aan.” Een cultuurwerkplaats op het snijvlak van de overgang van het primair naar het voortgezet onderwijs, toegespitst op de beeldende vakken.
Meer dan een mooi plaatje Paul Pos
Juist daar waar de focus heel sterk op taal en rekenen ligt en minder op kunst en cultuur, zijn we erg benieuwd wat het daar oplevert. Ook in dat opzicht is de cultuurwerkplaats een prima aanjager. Er komt meer uit dan een mooi plaatje.”
58
De gesignaleerde overgangsproblematiek tussen primair en voortgezet onderwijs heeft alles te maken met de selectie ‘aan de poort’ op rekenen, taal en studievaardigheden. “Het advies van de leerkracht luidt maar zelden: ‘deze leerling is ontzettend creatief en beeldend sterk’,” vertelt Pos. “Er vindt dus maar heel weinig overdracht plaats van specifieke creatieve kwaliteiten van kinderen.” Pos betreurt de vrijblijvendheid die nu nog vaak aan kunstzinnig talent wordt gekoppeld. “Kinderen zijn leuk bezig en nemen hun werkstukjes braaf mee naar huis, waarna hun ouders ze een mooi plekje op de vensterbank geven. De meerwaarde van de kunstvakken voor de leerontwikkeling wordt maar zelden onderkend of gekapitaliseerd.” In de context van het project werd samenwerking gezocht met Villa Zebra, een Rotterdamse organisatie die actief is in buitenschoolse educatie en op basisscholen. “Dat zorgde voor een interessante ontwikkeling.”
Krachtige katalysator
De cultuurwerkplaats bleek een krachtige katalysator om over de invulling van kunsteducatie na te denken. Pos: “Er ontstond een prachtig gesprek over wat Villa Zebra voor ogen heeft en hoe een middelbare school als het Lyceum voor Beeldende Kunst dat ziet. In de praktijk bleek dat soms heel iets anders te zijn. Dat was bij vlagen confronterend.” Er kwam een discussie op gang over de vraag of het om talentontwikkeling gaat of om een algemeen vormend ideaal bij kunst en kunsteducatie.
22_cultuureducatie_lerarenopleidingen voortgezet onderwijs
In dialoogsessies konden alle betrokkenen, inclusief de studenten, hun zegje doen. Zij maakten vervolgens een koppeling tussen de doelen van Villa Zebra en de vertaling in de praktijk.
1 masterstudent, 11 zij-instromers, 46 voltijd/deeltijdstudenten
1
VO - scholen
2
partners
[email protected]
Weinig overdracht
studenten
Lyceum voor Beeldende Vormgeving (LvBV) in Rotterdam
Villa Zebra en I-Lab
Waar ging de cultuurwerkplaats over? Studenten onderzoeken de doorstroomproblematiek in de beeldende vakken bij de overgang van het primair naar het voortgezet onderwijs. Zij nemen deel aan de toelatingsgesprekken voor het LvBV om het gewenste startpunt op havo/vwo-niveau te bepalen. Met workshopdocenten van Villa Zebra onderzoeken zij hoe Rotterdamse basisscholen omgaan met kunsteducatie. Met als resultaat: kennis en vaardigheden om feedback, beoordelingen en waarderingen van kunstuitingen te kunnen geven en ontwikkeling vast te leggen. Wat heeft het opgeleverd? Een leerlingvolgsysteem voor het po om resultaten en ontwikkeling zichtbaar te maken en overdrachtsdossiers/ portfolio’s om leerlingresultaten vast te leggen.
Extrapoleren
Ook andere partijen tonen interesse in het project. “Samen met het Kenniscentrum Cultuureducatie Rotterdam gaan we de opbrengsten na een half jaar testen op andere scholen. Voor onze studenten is het leuk dat ze alles wat ze nu hebben bedacht, op werkbaarheid kunnen testen. Dat is ook altijd het achterliggende doel geweest,” stelt Paul Pos. “Hoe kunnen we de beschermde context van een opleidingsinstituut als de Academie met succes extrapoleren? We moeten nóg meer naar buiten, in contact komen met basis- en middelbare scholen. De beeldende vakken zijn complexe materie, afgezet tegen bijvoorbeeld wiskunde of taal, waarbij landelijke organisaties gedeelde kerndoelen hanteren. We lieten onze studenten zelf de kerndoelen voor beeldende vakken analyseren, en toen bleek dat iedereen dat anders interpreteerde.”
Opbrengsten
De output van de cultuurwerkplaats is een zestal potentiële leerlingvolgsystemen, die in de vorm van afstudeerprojecten van studenten worden getest. Een masterstudent studeerde af op een theoretisch onderzoek naar het zichtbaar maken van creativiteitsontwikkeling. Pos besluit: “Rotterdam kent een grote verscheidenheid aan culturen. We willen gaan kijken hoe onze aannames elders uitpakken.
Cultuurwerkplaats Willem de Kooning Academie, Rotterdam Paul Pos, projectleider ‘Verbinden in ruimte’
cultuureducatie_lerarenopleidingen voortgezet onderwijs_23
In het cluster Talen van Fontys Lerarenopleiding vergaren studenten via lesmodules, een cultuurportfolio en een examen kennis over het land, het volk en de cultuur van hun studietaal. Hoe kunnen zij deze kennis effectief in hun eigen lespraktijk inzetten? Lerarenopleider Simona Boersma ontwierp samen met collega’s een cultuurwerkplaats voor studenten ENgels en NEderlands rond de ontwikkeling van nieuwe didactische werkvormen en het gebruik van sociale media.
Cultuur is overal! Simona Boersma
[email protected] ‘Hoezo humor?’
Loes Verberne, studente Nederlands, heeft haar 3 havo-klas (Christiaan Huygens College in Eindho-
ven) verblijd met een lessenreeks over humor. Door te werken met een zestiende-eeuwse klucht (De klucht van de Schuyfman) hebben de leerlingen
inzicht gekregen in wat humor is (onschuldige afwijking van het verwachtingspatroon) en wat er in ons culturele verleden humoristisch werd gevonden. De eerste reactie van de leerlingen op die oude tekst was terughoudend, maar toen ze doorhadden dat je humor kunt analyseren, gingen ze enthousiast aan de slag. Grappig (!) is dat de leerlingen de klucht niet humoristisch vonden, maar dat ze de analytische manier van naar humor kijken wel zeer konden waarderen. Uit de evaluatie bleek dat de leerlingen vonden dat ze veel geleerd hadden. Eén meisje zei zelfs dat er op de televisie iets voorbijkwam over kluchten en dat ze haar ouders toen had uitgelegd wat een klucht was.
Eigen leefwereld
Op basis van een aantal inleidende hoorcolleges werkten de studenten in overleg met hun begeleiders een concrete lessenreeks uit, die ze vervolgens op de stagescholen hebben getest en geëvalueerd. Pakte dat goed uit? “Er zijn erg mooie dingen uit voortgekomen, variërend van webpresentaties tot prachtig beeldmateriaal, waaruit blijkt dat de studenten hun leerlingen uit de onderbouw van het vo hebben weten te enthousiasmeren. Ze zijn erin geslaagd hen te verleiden naar kunst te kijken die aansluit bij hun eigen leefwereld.” Dat brengt het gesprek op de ‘tweede laag’ van het project. “We wilden de leerlingen via de studenten laten ervaren dat cultuur overal om je heen is. Uitingen als bodyart, graffiti of tatoeages zijn net zo goed cultuurdragers als de schilderijen of kunstwerken in een museum. De vraag wat het met je doet, is in wezen dezelfde. Dát gesprek te voeren op het niveau van jonge leerlingen in het vo en mbo is ook een opdracht van cultuureducatie,” stelt Simona Boersma.
Opbrengsten
Cultuurwerkplaats Fontys Lerarenopleiding Tilburg Simona Boersma, projectleider ‘ENNE... CULTUUR?’
24_cultuureducatie_lerarenopleidingen voortgezet onderwijs
Bezig zijn met cultuur in multiculturele groepen roept altijd vragen op. “Neem bodyart. Wat mag wel en wat niet? Wat vinden de ouders ervan? Wanneer worden grenzen overschreden?” Die evaluatie wordt de komende tijd nog gemaakt, het projectteam is benieuwd wat de scholen terugmelden op het project. “Natuurlijk krijgen studenten Engels en Nederlands een pakket culturele bagage mee,” vervolgt Boersma, “maar dat is binnen hun
curriculum. In dit project vroegen we ze de didactische vertaalslag naar een ander niveau te maken. Ze hebben hierdoor ook zelf anders leren kijken naar kunst.”
Spin-off
Hoewel de evaluatie nog in volle gang is, durft Simona Boersma al vooruit te blikken. “We verwachten er zelf zeker iets mee te kunnen gaan doen binnen de kaders van vakdidactiek of onderwijskunde. Die spin-off is al een beetje zichtbaar. Dit soort processen zijn zo leerzaam, ook voor je eigen opvattingen over cultuur of CULTUUR. Als leraar ben je een cultuurdrager én -overdrager.
“Een leraar talen wordt op school overal bij betrokken” Een leraar talen wordt op school overal bij betrokken. Als hogeschool hechten we eraan onze studenten ook daarop voor te bereiden. Opgroeien tot volwassen burgers draait niet zozeer om winst en economie, als wel om vorming als mens. Cultuur toegankelijk te laten zijn voor iedereen hoort daarbij.” Waar ging de cultuurwerkplaats over? De ontwikkeling van lessenseries waarin studenten Nederlands en Engels leren om diverse didactische werkvormen en nieuwe media toe te passen bij de overdracht van kennis over land, volk en cultuur van de taal die ze studeren. Wat heeft het opgeleverd? Tien tot vijftien lessenreeksen, ontwikkeld door tweedeen derdejaars (deeltijd)studenten, uit te voeren op vo- en mbo-scholen. Overdracht van ervaringen via publicaties en presentaties.
12 12
studenten VO - scholen
meestal de stagescholen
cultuureducatie_lerarenopleidingen voortgezet onderwijs_25
Op welke manier kun je verbeelding koppelen aan levensbeschouwing? Deze vraag hield twee docenten Levensbeschouwing in Tilburg al langer bezig. “Van oudsher is er in de curricula wel aandacht voor religie en esthetiek, maar heel beschouwelijk. We wilden er meer mee, een ander accent leggen, de verbeelding centraal stellen,” vertelt Tuur de Beer. Samen met zijn collega Bert Boumans nam hij de uitdaging aan. Dat maakte heel wat los.
Tuur de Beer / Bert Boumans
[email protected] |
[email protected] Waaien
Cultuurwerkplaats Fontys Lerarenopleiding Tilburg Tuur de Beer en Bert Boumans, projectleiders ‘Levensbeschouwing is verbeelding’
Gekende tradities ontstollen 21
studenten
3
VO - scholen
1
partner
13 + 8 studenten
Museum De Pont
Waar ging de cultuurwerkplaats over? De relatie tussen levensbeschouwing en kunst staat centraal in deze cultuurwerkplaats. Er zijn twee lesmodules ontwikkeld waarin de studenten deze relatie leren verkennen. In het bijzonder was er aandacht voor levensbeschouwing en verbeelding en de Bijbel in kunst en cultuur.
Wat heeft het opgeleverd? Twee lesmodules voor de lerarenopleiding, een lessenserie met lesmateriaal over de thematiek uit de twee modules plus producten daaruit. Een tentoonstelling in De Pont, een artikel in het vaktijdschrift Narthex.
26_cultuureducatie_lerarenopleidingen voortgezet onderwijs
Als vertrekpunt gaven de bevlogen docenten zich rekenschap van de veranderende betekenis van religie in onze samenleving. Tuur de Beer: “In de traditionalistische samenleving die we tot voor kort, zeker ook in het onderwijs, kenden, lagen percepties over religie min of meer verankerd. We noemen dat wel gestolde waarheden. De samenleving is echter veranderd, er is een waaier van visies ontstaan. Dat vraagt dat je zelf ook gaat waaien, zogezegd, en bereid bent die gekende tradities te ontstollen.” Bert Boumans: “Het is een continu proces, zoeken naar een vorm. Hoe geven we religie anno nu, in de context van een hbo-opleiding, gestalte? Voorbij gestolde waarheden vraagt dat een activiteit, op zoek naar het ware, het schone, het goede. De verbeelding nodigt uit tot nadenken daarover.”
Beeldcultuur
Pakken studenten dit makkelijk op? “Met learning about religion kom je een heel eind, maar learning from religion is veel interessanter,” stelt De Beer. “In dat ‘leren van religie’ zit een dubbelgenitief: het kan beide kanten op: het komt op je af, maar werkt ook de andere kant op. Die wisselwerking, dat ontstollen, is essentieel in ons verhaal over leren van religie. Je moet het meemaken, willen zien.” De opleiders realiseren zich dat ze voor de troepen uit lopen. “Er is geen andere opleiding die dit zo aanpakt, het is echt nieuw en experimenteel.” De relatie met de beeldcultuur die zo kenmerkend is voor het van oudsher katholieke zuiden, draagt hieraan bij. “We denken niet alleen in beeld, we zíjn
beeld,” stelt Boumans. In deze culturele context proberen de opleiders nieuwe vitaliteit in religie te brengen. “Onze eigen bevlogenheid daarin brengen we graag over op de studenten. We zijn ook zelf in het diepe gedoken.”
Zinvinding
Terug naar het project. Een masterstudent liet als aanjager zaken op hun plek vallen. In zijn masterscriptie ging hij met Bijbel en verbeelding aan de slag. “Hij was daadwerkelijk aan het verbeelden met zijn leerlingen,” vervolgt De Beer. “Toen we dat zagen, waren we verrukt. We zijn niet op zoek naar een reflectie over de ramen van Chagall, we willen het anders. Hij liet dit zien.” Het besef onder studenten dat uitingen die echt waardevol zijn, vaak verzonnen zijn, bleek een eyeopener. “Zonder verzinnen gaat het niet, en het woord verzinnen brengt je bij zingeving, zinvinding,” aldus Boumans.
“Er is geen andere opleiding die dit zo aanpakt, het is echt nieuw en experimenteel” “Dan raak je de kern: de student zelf in de verbeelding de zin laten vinden. Bereid zijn je ogen te openen en het te zien.” Door verbeelding actief te maken, kom je los van je eigen kader, vindt Bert Boumans. “We willen mensen dat grotere perspectief aanreiken. Dat is onzekerder, maar leidt tot ervaren, genade. Dat bezorgt religie in deze tijd nieuwe vitaliteit.”
cultuureducatie_lerarenopleidingen voortgezet onderwijs_27
Voor deze cultuurwerkplaats hebben studenten van het Prins Claus Conservatorium samen met docenten van het Zernike Montessori Junior College een vakoverstijgende lessenserie ontworpen met muziek als thema. Doel van het programma was om samen met de docenten een reeks lessen te ontwerpen die een verbinding leggen tussen het thema muziek en hun eigen vakgebied. “Onze studenten hadden daarbij de rol van coach,” zegt Marinus Verkuil, hoofd van de afdeling Docent muziek aan het Prins Claus Conservatorium in Groningen. “We vinden het belangrijk dat onze studenten niet alleen leren hoe ze moeten lesgeven, maar ook hoe ze collega’s kunnen begeleiden en verder helpen. Dat lijkt misschien vanzelfsprekend, maar eigenlijk is dat best lastig. Als coach moet je niet zelf voor de klas willen gaan staan, maar ervoor zorgen dat anderen les kunnen geven.” In dit coachingstraject werden de studenten begeleid door een hoofdvakdocent van het conservatorium.
Leren in samenhang Marinus Verkuil / Jaap Bakkelo
en het eigen vakgebied. Bij de totstandkoming van het lesmateriaal zag Bakkelo mooie discussies ontstaan tussen zijn docenten en de studenten van het Prins Claus Conservatorium. Ook Marinus Verkuil is enthousiast: “Voor onze studenten was het heel interessant om de praktijk van het montessorionderwijs van zo nabij mee te maken.” Voor scholen die geïnteresseerd zijn in de lessen en de methodiek van de totstandkoming ervan is er een handreiking beschikbaar, zegt Verkuil. “Het is een soort stappenplan met alle do’s and don’ts erbij.” Ook Jaap Bakkelo hoopt dat dit project navolging krijgt op andere scholen. “Wij zijn ervan overtuigd dat dit de beste manier van lesgeven is. En dat willen we aan de rest van Nederland laten zien. Ook als je geen montessorischool bent of geen Ateliers hebt, ligt dit binnen je bereik. Elke school heeft themadagen of projectdagen. Iedere school kan dit doen.”
Waar ging de cultuurwerkplaats over? In de Ateliers van het Zernike College werken aankomende muziekdocenten van het Prins Claus Conservatorium en docenten van het Zernike College verbindend samen in multidisciplinaire teams. Studenten en docenten ontwerpen een vakoverstijgende lessenserie rond een gezamenlijk thema. Wat heeft het opgeleverd? Een vakoverstijgende lessenserie en een beschrijving van de coachingstrajecten.
6
studenten
1
VO - school
Zernike Montessori Junior College
[email protected] |
[email protected] Jarenlange samenwerking
Het besluit om samen deel te nemen aan de cultuurwerkplaats was het logische gevolg van een jarenlange samenwerking, zegt Jaap Bakkelo, vestigingsdirecteur van het Zernike Montessori Junior College. “Studenten van het Prins Claus Conservatorium lopen vaak bij ons stage en elk jaar organiseren we The night of the classics. Dan treden onze leerlingen op en dat doen we samen met het Prins Claus Conservatorium.” Het Zernike College in Groningen is een erkende CultuurProfielSchool, waar montessorionderwijs wordt gegeven. “Het kostte dus geen enkele moeite om docenten te vinden die mee wilden doen aan dit project,” zegt Bakkelo.
Vakoverstijgend onderwijs
Met trots vertelt hij dat zijn docenten door de jaren heen de nodige ervaring met vakoverstijgend onderwijs hebben opgebouwd. De vakken natuurkunde, scheikunde, biologie, verzorging en techniek zijn geïntegreerd tot Science. Aardrijkskunde, geschiedenis en maatschappijleer vallen nu samen onder de noemer Mens en maatschappij. “Leerlin-
28_cultuureducatie_lerarenopleidingen voortgezet onderwijs
gen moeten leren in samenhang,” zegt Bakkelo. “Vakoverstijgend onderwijs leidt tot beter geïnspireerde leerlingen. Het sluit aan bij hun denk-, leef- en ervaringswereld.” Om niet alleen de leerlingen, maar ook de docenten te inspireren om ‘boven hun eigen vak uit te stijgen’, heeft het Zernike College de zogeheten Ateliers in het leven geroepen. De cultuurwerkplaats past uitstekend binnen de opzet van deze Ateliers.
“Vakoverstijgend onderwijs leidt tot beter geïnspireerde leerlingen” Handreiking
Het resultaat is een serie van vijf lessen voor de tweede klas van elk twee uur rond het thema muziek. Eén van de lesopzetten legt een verbinding tussen muziek, wiskunde en drama. Een ander lesontwerp brengt muziek, lichamelijke opvoeding en geschiedenis bij elkaar. Daarbij hebben de docenten naar verbanden gezocht tussen muziek
Cultuurwerkplaats Prins Claus Conservatorium, Groningen Marinus Verkuil en Jaap Bakkelo, projectleiders ‘Er zit muziek in’
cultuureducatie_lerarenopleidingen voortgezet onderwijs_29
De meerwaarde van multiculturaliteit
Het samenbrengen van cultuur en multiculturaliteit is een belangrijke opdracht en niet altijd eenvoudig. Een interessant aspect van deze cultuurwerkplaats is dan ook het zoeken naar de beste inhoud. “Studenten zeggen ‘het hoort niet bij mijn vak’, ‘wat moet ik ermee?’”, vertelt projectleider Loes Mulders. “Dat heeft alles te maken met je visie op docent zijn, op je vak en op de functie die je aan onderwijs toekent.”
Loes Mulders
[email protected]
Cultuurwerkplaats ULO-Onderwijscentrum VU, Amsterdam Loes Mulders, projectleider ‘Reflecteren op multiculturaliteit’ Comfortzone
200
studenten
1
VO - school
Christelijke Scholengemeenschap Buitenveldert (CSB) als sparringpartner en de stagescholen van de studenten
“Cultuureducatie nodigt bij uitstek uit om anders naar zaken te kijken, om leerlingen vanuit een andere invalshoek bewust te maken van wie ze zijn en hoe ze hun talenten kunnen aanspreken en ontwikkelen. Voor sommige studenten werpt dat een grote hobbel op. Voornamelijk omdat we ze uitnodigen uit hun comfort zone van vakdocent te treden. Ze moeten iets nieuws bedenken en ze hebben het al zo druk met hun opleiding, ze moeten al zo veel. Begrijpelijk, toch is het de moeite waard om hierin te investeren.”
Enthousiasme
De inleidende colleges van het project worden in hoorcollegevorm aangeboden. “Dat is minder geschikt voor deze thematiek,” zegt Loes Mulders.
30_cultuureducatie_lerarenopleidingen voortgezet onderwijs
In de aansluitende werkcolleges ontwikkelden de studenten werkvormen. “Dat werkte beter,” vervolgt ze, “toen gebeurde er iets en zag ik studenten in groepjes overleggen en reflecteren op elkaar.” Studenten werden enthousiast en zagen de meerwaarde van het project. “Het draait om waarneming, verbeelding, conceptualisering en analyse. Ik nodig studenten uit waar te nemen, en vervolgens zélf aan te geven wat voor beelden ze daarbij hebben en welke rol de omgeving daarin speelt.” Dat zelf laten ontdekken sluit volgens Loes Mulders aan bij de identiteitsontwikkeling van kinderen. “Als jij als docent Engels graag ziet dat je leerlingen zich jouw grammaticaregels eigen maken, moet je ook willen dat ze er iets mee kunnen in hun eigen context of wereld. Dat maatschappelijk bewustzijn hoort erbij, moet er altijd zijn. Cultuureducatie is een prachtig handvat om dat te realiseren.”
Stigma
Voor Loes Mulders diende het project ook een onderliggend doel. “Multiculturaliteit draagt nog altijd een soort stigma van de problematiek in Amsterdam-West of Zuid-Oost. Dat beeld wil ik doorbreken, de term is zo negatief beladen. Er is zo veel schoonheid in andere culturen. Ik wil de studenten laten inzien dat multiculturaliteit een enorme positieve meerwaarde heeft, die je kunt gebruiken in je lessen, welke dan ook en waar dan ook. Want diversiteit bestaat ook in een witte gymnasiumklas in Hilversum. Elke leerling is anders, elk kind heeft andere interesses, helemaal los van etniciteit. Dát te zien, is vaak een probleem voor studenten. Je ziet dat ook terug in hun verslagen.”
Voertuig
Het project loopt nog. De theoretische achtergrond is gehandhaafd, de werkvormen blijven belangrijk. Gastcolleges zorgen voor verdieping. Loes Mulders vond een politiefunctionaris bereid iets te komen vertellen over ‘radicalisering en gewelddadige eenlingen’, een pedagoge sprak over talentontwikkeling en een cultuurcommunicatieadviseur belichtte het thema vooroordelen en cultuur. “Bedenk dat de studenten ook zelf in een lerende fase zijn. Eenmaal werkzaam op een school, pakken ze die andere rol op,” stelt ze. Voor haar is cultuureducatie in deze context geen doel op zich, maar een voertuig om iets te bereiken. “Ik zie graag dat aankomende docenten nieuwsgierig zijn naar wie er voor hen zitten. Zodat ze niet alleen hun eigen vak brengen, maar ook openstaan voor de inbreng van leerlingen. De cultuurinsteek is daarvoor een heel goed middel, omdat het deel uitmaakt van je identiteit, van hoe je in de wereld staat. Als docent moet je daar gebruik van maken.” Waar ging de cultuurwerkplaats over? Alle studenten van de lerarenopleidingen van de VU volgen sinds kort de module Multiculturaliteit. De cultuurwerkplaats is ingezet om in deze module ook cultuur te betrekken door te reflecteren op culturele uitingen en hoe zij beeldvorming en cultureel (zelf)bewustzijn beïnvloeden. De studenten hebben een les ontwikkeld waarin zij multiculturaliteit en cultuur behandelen, vaak in combinatie met hun eigen vakgebied. Wat heeft het opgeleverd? Een selectie van de lessen van studenten en een onderzoek naar de relatie tussen cultuur(educatie), cultureel (zelf)bewustzijn en multiculturaliteit.
cultuureducatie_lerarenopleidingen voortgezet onderwijs_31
Van Cultuurnetwerk naar LKCA Cultuurnetwerk Nederland voerde dit project uit in opdracht van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Van 2001 tot en met 2012 heeft Cultuurnetwerk als landelijk expertisecentrum cultuureducatie gewerkt aan de kennisontwikkeling en kennisdeling over cultuureducatie. Op 1 januari 2013 gaat Cultuurnetwerk samen met Kunstfactor op in het nieuwe Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA). Hoofdtaken van het LKCA zijn: • professionalisering van de educatiefunctie in de cultuursector en deskundigheidsbevordering binnen de amateurkunst, zowel bestuurlijk als artistiek inhoudelijk; • deskundigheidsbevordering van leerkrachten op het terrein van cultuureducatie; • landelijke informatie- & netwerkfunctie; • onderzoek & monitoring, waaronder een onderzoeksagenda voor de beleidsontwikkeling. De belangrijkste prioriteiten hierbij zijn: • ontwikkeling van de infrastructuur cultuureducatie en amateurkunst; • borging van de kwaliteit en samenhang in de amateurkunst; • cultuureducatie brengen naar het hart van het onderwijs; • het stimuleren van de culturele levensloop.
32_cultuureducatie_lerarenopleidingen voortgezet onderwijs