DE KRACHT VAN NEDERLAND
Trefwoorden Innovatie Creativiteit Nederland Concurrentievermogen
Auteur Sigma-redactie
De kracht van Nederland De visie van zeven creatieve professionals en ondernemers In februari van dit jaar vond de jaarlijkse Bilderberg-conferentie plaats. Het thema van deze tweedaagse conferentie, georganiseerd door VNO-NCW, was ‘De kracht van Nederland’. Het onderwerp leidde tot discussie binnen de Sigma-redactie: waaruit bestaat de kracht van Nederland, wat kunnen kwaliteitskundigen hieraan bijdragen en wat zijn de consequenties voor organisaties in Nederland? Wij vroegen zeven professionals met zeer diverse achtergronden hun visie te geven op ‘De kracht van Nederland’.
SIGMA Nummer 3, juni 2014 12
Foto: Hollandse Hoogte
www.sigmaonline.nl
SIGMA Nummer 3, juni 2014
DE KRACHT VAN NEDERLAND
Uit het VNO-NCW-rapport ‘De kracht van Nederland (2013) blijkt dat Nederland een uitstekende economische basis heeft. Dankzij een omvangrijke export heeft ons land een hoog concurrentievermogen en ook het bedrijfsleven dat voor de binnenlandse markt produceert, is gezond. Het MKB en familiebedrijven leveren daar in sterke mate aan bij. In contrast daarmee staat dat het vertrouwen van burgers en consumenten lager is dan ooit. Dit is voor een groot deel het gevolg van de economische malaise, maar Nederland lijkt chronisch ontevreden en kampt met een dalend vertrouwen in de diverse instituties. Het politieke landschap is meer dan ooit versnipperd en volatiel. Hoe kunnen we uit deze beklemming komen? Op welke wijze kan het vertrouwen worden hersteld? Heeft het bedrijfsleven voldoende oog voor de belevingswereld van burgers? Hoe hervindt Nederland zijn stabiliteit? Zijn daarvoor bepaalde doorbraken nodig? Wat kan het bedrijfsleven daaraan bijdragen? We onderzoeken deze vragen aan de hand van een aantal stellingen. 1. Nederland heeft al een aantal jaren te maken met geen of zelfs negatieve economische groei. Het consumentenvertrouwen blijft laag. De oorzaken liggen binnenslands: de dalende waarde van de huizen, beperkingen in de hypotheekverstrekking aan starters, onzekerheid over het toekomstig pensioen en wijzigingen in collectieve voorzieningen. Een aantal zekerheden van burgers is aangetast en de consument houdt de hand op de knip. De bankensector moet zich nog herstellen en zijn balansen versterken waardoor de kredietverlening, met name aan het MKB, hapert. Er wordt gezocht naar innovatieve oplossingen zoals een grotere rol voor de pensioenfondsen, die een enorm spaarvermogen beheren, en alternatieve financieringsopties. Opvallend is dat Duitsland en de Verenigde Staten beter presteren. Het lijkt Nederland te ontbreken aan zelfvertrouwen en trots. Pessimisme overheerst. 2. Hoe komt Nederland weer in zijn kracht? Sleutelwoorden zijn innovatie en het talent om te vernieuwen. Centraal in het huidige innovatie- en industriebeleid staat het topsectorenbeleid. Duurzaamheid is daarin een dwarsdimensie en een terrein waar nog tal van innovaties mogelijk zijn. Een voorbeeld is de DSGC (Dutch Sustainable Growth Coalition), een initiatief van zeven CEO’s van Nederlandse multinationals, dat de ambitie heeft om van Nederland een ‘Sustainable Valley te maken. De uitdaging aan Nederland is om toegevoegde waarde te leveren in de aanpak van de grote duurzaamheidsvraagstukken in de wereld. 3. Innovatie omvat ook sociale innovatie. Innovaties hebben direct te maken met de inzet, de kwaliteiten en de organisatie van mensen. Sociale innovatie raakt de Nederlandse arbeidsverhoudingen, die internationaal nog steeds hoog worden gewaardeerd. Het tripartite Sociaal
SIGMA Nummer 3, juni 2014
In minder dan 50 woorden − In dit artikel onderzoeken we ‘De kracht van Nederland’. − Aanleiding hiervoor was de Bilderberg-conferentie (februari 2014) waarin dit thema werd uitgediept. Dit resulteerde in een rapport, waarvan een korte samenvatting op pag. 13. − De Sigma-redactie vroeg zeven professionals met uiteenlopende achtergronden naar hun visie op ‘De kracht van Nederland’.
Akkoord biedt een sociale agenda voor de komende jaren met veel aandacht voor inzetbaarheid van mensen. Soortgelijke akkoorden zijn in de SER gesloten op het gebied van energie, techniek en zorg. 4. Burgers tonen een ‘onbehagen in de instituties’. Van oudsher was het vertrouwen in instituties hoog. Het huidige politieke landschap is versnipperd en volatiel. Gemiddeld om de twee jaar waren er sinds 2002 verkiezingen en het politieke draagvlak van regeringen is brozer dan ooit. Steun van de Eerste Kamer is nodig, maar onzeker. Het vorige kabinet kon alleen regeren dankzij een ‘gedoogconstructie’ die geen lang leven beschoren was. De nodige systeemveranderingen en aanpassingen voltrekken zich daardoor langzaam. 5. Een sterk Europa is essentieel voor de welvaart van Nederland. In de aanloop naar de Europese verkiezingen in mei 2014, leefde het debat over de betekenis van Europa op. In dat debat heeft ook het bedrijfsleven een belang. Europese markten waren en zijn cruciaal voor het Nederlandse bedrijfsleven. De interne discussies over de euro, de overheidstekorten en de gezondmaking van de bankensector verg(d)en veel aandacht en energie. De werkloosheid – en met name de jeugdwerkloosheid – is in een aantal Europese landen tot recordhoogte gestegen. Het vertrouwen van de burgers in het project Europa is fors gedaald. 6. Een sterk punt van Nederland is zijn relatie met het buitenland. We doelen hier op de internationale oriëntatie, grote efficiëntie, hoge kwaliteit, sterke positie in veel waardeketens, de traditionele handelsgeest en talenkennis. Juist Nederland ondervindt de gevolgen van de geo-economische en geo-politieke verschuivingen. Kansen moeten vooral worden gezocht in de opkomende markten (BRIC), maar ook in Turkijke en in nieuwe landen in Afrika. De nieuwe opkomende landen hanteren soms andere spelregels dan wij gewend zijn (zoals staatskapitalistische landen als China en Rusland, waar de ‘vrije’ markt een veel kleinere rol speelt dan in het Westen). Daardoor is er een grotere rol voor overheden en economische diplomatie. Nederland moet dat nieuwe spel meespelen. Bron: VNO-NCW-rapport ‘De kracht van Nederland’, 2013.
www.sigmaonline.nl
SIGMA Nummer 3, juni 2014 13
DE KRACHT VAN NEDERLAND
Annemieke Roobeek is hoogleraar Strategie en Transformatiemanagement bij Nyenrode Business Universiteit. Zij is commissaris bij o.a. ABN AMRO, KLM en Abbott Healthcare Products en lid van de adviesraad van CPI Governance en Koninklijke Horeca Nederland. ‘Vanuit mijn bedrijf MeetingMoreMinds zijn wij de webbers die met kennisdragers uit private en publieke organisaties vernieuwing invulling geven. Wat mij drijft is om met de jonge mensen uit MeetingMoreMinds complexe vraagstukken voor opdrachtgevers om te zetten in innovatieve, gedurfde en betekenisvolle projecten met maatschappelijke impact. Vraag 1: Wat is de kracht van Nederland? De kracht van Nederland is dat we op een gezonde manier eigenwijs zijn, vrij zijn in ons denken en durven zaken anders aan te pakken. Ondanks de vergrijzing is onze bevolking relatief jong en goed opgeleid. Nederlanders houden ervan de wereld als hun achtertuin te zien. We zijn goed in netwerken en we hebben niet veel met onnodige hiërarchie. Vooral de jongere generaties zijn daar wars van – en terecht, want vaak hebben ze zelf meer parate kennis dan hun meerderen. Eigenlijk dus alle ingrediënten om een innovatief land te zijn. Vraag 2: Wat is onze grootste barrière? De barrières om met onze innovatieve kracht door te
Huub Vinkenburg is wiskundig ingenieur en gepromoveerd bedrijfskundige. Zijn drijfveer: ‘De zoektocht naar de vraag: kwaliteit, een mooi onderwerp, maar waarom komt er in de praktijk zo weinig van terecht?’ Vraag 1: Wat is de kracht van Nederland? Die ligt in de historie van het polderen, zowel fysiek, psychologisch als sociaal. Vraag 2: Wat is onze grootste barrière? De neiging om de koopman (centen) te laten prevaleren boven de dominee (deugden). Vraag 3: Wat vind jij dat we (Nederland) moet(en) doen? Meer hoogopgeleide docenten in alle lagen van het onderwijs (à la Finland), meer vaklieden in de top (à la Duitsland) en meer accent op het Rijnlands, dan op het Angelsaksisch model. Vraag 4: Wat betekent dit voor organisaties? Een paradigmashift. Van beheersing naar betrokkenheid. Minder uitgaan van het abstracte, algemeen geldende en tijdloze, meer uitgaan van het concrete, specifieke en actuele.
SIGMA Nummer 3, juni 2014 14
stoten liggen op verschillende fronten. Nederlandse jongeren gaan niet altijd tot het uiterste om hun talenten te ontplooien. Slechts een kleine minderheid laat zich uitdagen – en vertrekt vervolgens naar het buitenland. De top van bedrijven rekent zich te vaak rijk door te veel op Excel-sheets te kijken in plaats van gezamenlijk met medewerkers vernieuwing vorm te geven. Vraag 3: Wat vind jij dat we (Nederland) moet(en) doen? In Nederland zouden we minder belasting op arbeid moeten heffen om veel meer mensen aan het werk te krijgen. Dat geldt voor jongeren die nu met diploma’s in de hand werkloos moeten toekijken, maar evenzeer voor ervaren mensen van middelbare leeftijd die weinig kansen hebben ondanks hun vaardigheden en expertise. Daarentegen zouden we de belasting op grondstoffen en op fossiele energie moeten opschroeven. Vraag 4: Wat betekent dit voor organisaties? Voor organisaties betekent het dat heel wat krimpscenario’s en kostenbesparingsplannen herzien moeten worden. Denk vanuit innovatie en kracht in plaats van kosten en macht. Er zijn genoeg mensen die mee willen werken aan de opbouw van een schoon, sterk en vernieuwend Nederland. We hebben het in ons om ondernemend en energiek de vernieuwing tegemoet te gaan.
Ruud Stassen is directeur INK. Zijn drijfveer is mensen ervan overtuigen dat ze heel veel kunnen als ze dat echt met elkaar willen. Vraag 1: Wat is de kracht van Nederland? De kracht van Nederland is dat we eigenwijs zijn en blijven zoeken naar wegen om te vernieuwen. Onze overzichtelijke en flexibele economie maakt het mogelijk om te experimenteren met nieuwe vormen van ondernemen en nieuwe inrichting van instituties. We zijn (relatief) solidair met elkaar. Vraag 2: Wat is onze grootste barrière? We lijken te zijn vergeten dat onze beste prestaties vaak teamprestaties zijn. Dat verscheidenheid verrijkt. Dat ons (maatschappelijk) vermogen met geduld is opgebouwd, rekening houdend met alle betrokken belanghebbenden. Vraag 3: Wat vind jij dat we (Nederland) moet(en) doen? Ons realiseren dat excelleren een werkwoord is. Vraag 4: Wat betekent dit voor organisaties? Organisaties moeten een cultuur opbouwen waarin iedereen kan leren van feedback zonder zijn gezicht te verliezen.
www.sigmaonline.nl
SIGMA Nummer 3, juni 2014
DE KRACHT VAN NEDERLAND
Max von Kreyfelt is cultureel ondernemer en voorzitter van het multidisciplinair platform ‘Coöperatie Weltschmerz’. Zijn drijfveer: ‘Op zoek naar een cultuurgedreven samenleving’. Vraag 1: Wat is de kracht van Nederland? De kracht van Nederland is een combinatie van innovatiekracht met handelsgeest. Enerzijds weten we technologische ontwikkelingen smaakvol te vertalen naar goederen en diensten, anderzijds zijn we een doorvoerhaven voor geld en goederen. We zijn ondernemend, intelligent, inventief en voldoende gedreven om de wereld te willen veroveren. Vraag 2: Wat is onze grootste barrière? Dankzij de bijzondere bevolkingsdichtheid hebben we ooit
Karen Maas is wetenschappenlijk Directeur Executive CSR programma. Haar drijfveer: ‘Organisaties helpen hun ambities om te zetten in positieve maatschappelijke waarde’. Vraag 1: Wat is de kracht van Nederland? Wij hebben een aantal hele duidelijke koplopers op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). Waar MVO geen extraatje is, maar de basis van de bedrijfsstrategie. Deze bedrijven creëren waarde voor het bedrijf én de maatschappij. Vraag 2: Wat is onze grootste barrière? Veel mensen in Nederland hebben last van het calimerosyndroom, ‘zij zijn groot en wij zijn klein’. Durf groot te denken, anders te kijken en vooruitstrevend te zijn. Vraag 3: Wat vind jij dat we (Nederland) moet(en) doen? Nederland moet investeerders, bedrijven en consumenten stimuleren om na te denken over andere vormen van waardecreatie. Geld is een middel en geen doel op zich. Als wij andere vormen van waarde creëren, is geld als middel wellicht minder noodzakelijk. Vraag 4: Wat betekent dit voor organisaties? Organisaties zullen strategieën moeten bijstellen, andere indicatoren moeten gaan meten, hun accounting- en controlesystemen moeten aanpassen, over andere informatie moeten rapporteren. Deze trend is al in volle gang, maar we staan nog maar aan het begin van een mooie, maar uitdagende reis.
SIGMA Nummer 3, juni 2014
gemeend ons stelsel in meer wetten en regels te moeten structureren dan in de omringende landen het geval was. Uiteindelijk heeft dat onze samenleving een waterhoofd vol belemmerende beperkingen opgeleverd. Vraag 3: Wat vind jij dat we (Nederland) moet(en) doen? Geef ruimte aan speerpuntontwikkelingen die de nieuwe industriële toekomst van Nederland kunnen bepalen. Stimuleer deze niet alleen met financiële middelen, maar leg vooral synergetische verbindingen tussen de oude industrieën en nieuwe innovators. Vraag 4: Wat betekent dit voor organisaties? Jonge organisaties zullen met meer zelfvertrouwen en vanuit een steviger basis ontwikkelen. Oude organisaties zullen zich verfrissen en innovatieprocessen makkelijker toe-eigenen.
Nadine Bongaerts is voorzitter van Kairos Society Nederland en onderneemster bij Biotecture. Met de Kairos Society ondersteunt zij jonge ondernemers die wereldwijd actief zijn op het gebied van onderwijs, gezondheidzorg en duurzame technologie. Haar drijfveer: ‘Ik ben geboren met een grote portie nieuwsgierigheid in hoe de wereld werkt. Ik wil mijn kennis en ervaring inzetten voor maatschappelijke vooruitgang.’ Vraag 1: Wat is de kracht van Nederland? Onze open cultuur en aanpassingsvermogen, korte lijntjes (ons kent ons), creativiteit en brutaliteit. Vraag 2: Wat is onze grootste barrière? We mogen best wat trotser zijn op onze prestaties en minder bang zijn om te falen. Vraag 3: Wat vind jij dat we (Nederland) moet(en) doen? We moeten in Nederland groter denken en (sneller) over de landsgrenzen heen. Resultaatgericht boven geldgericht te werk gaan. En investeren in het creëren van een interessant vestigingsklimaat voor kennis en talent. Vraag 4: Wat betekent dit voor organisaties? Organisaties moeten bereid zijn om kennis en kunde uit te wisselen. De wereld verandert zo snel, dat kennisdeling een belangrijk aspect is om in voorop te lopen.
www.sigmaonline.nl
SIGMA Nummer 3, juni 2014 15
DE KRACHT VAN NEDERLAND
Jennifer Chan kwam op negenjarige leeftijd vanuit Hong Kong naar Nederland. 17 jaar later keerde ze terug naar haar geboorteplaats waar ze de eerste tien jaar bij diverse Nederlandse banken werkte. Daarna zette Jennifer een eigen China consultancybedrijf op. Sinds twee jaar is zij bezig om o.a. het North Sea Jazz festival te exporteren naar Azië, met de eerste editie in Hong Kong in november 2014. Haar drijfveer: ‘De veelzijdige uitdaging van het ondernemerschap’. Vraag 1: Wat is de kracht van Nederland? De kracht van Nederland is de flexibiliteit in mindset, het vermogen om snel te schakelen en aan te passen, en het out-of-the-box-denken. Het is een combinatie van cultuur & opvoeding en van geschiedenis & geografische ligging, wat uiteindelijk leidt naar handelsgeest. Vraag 2: Wat is onze grootste barrière? De grootste barrière is zelfgenoegzaamheid, hoewel er
De kracht van Nederland Uit de bijdragen van de diverse auteurs blijkt optimisme: Nederland heeft de ingrediënten in huis om bij de wereldtop te horen. Vrijdenken, handelsgeest, samenwerken zonder hiërarchie en zelfs ons opgeheven vingertje bieden een sterke basis om te innoveren en de wereld te veroveren. De welvaart en de crisis lijken ons vertrouwen en onze durf te hebben weggenomen. We zijn ons te veel op onszelf gaan richten. Willen wij nog wel tot het uiterste gaan om te excelleren? Hebben we de moed om verder te kijken dan spreadsheets? En zijn we in staat om onze innovatieve ideeën ook echt om te zetten in het doen? Machtsverschuivingen in de wereld, maatschappelijke vraagstukken en nieuwe technologieën bieden veel onzekerheid, maar ook grote kansen om onze innovatiekracht te benutten. In de afgelopen jaren hebben we in Nederland veel geëxperimenteerd met thema’s als nieuwe vormen van organiseren, participatie, duurzaamheid, waardecreatie, sociale innovatie, maatschappelijk verantwoord ondernemen en niet te vergeten de cross-overs tussen creatieve geesten en multinationals. Zijn we in staat om deze experimenten om te zetten in een waardevolle en langdurige waarde op de wereldmarkt? En zijn wij hiermee in staat in te spelen op de tijd van continue verandering en onzekerheid? Het antwoord ligt bij ons zelf. Creativiteit, ondernemerschap en maatschappij vragen immers om een sterke innerlijke balans tussen buik, hart en hoofd. Alleen vanuit innerlijke balans is het mogelijk om oprecht betrokken te zijn, jezelf
SIGMA Nummer 3, juni 2014 16
verbetering optreedt sinds een paar jaar. We zijn slachtoffer geworden van ons eigen succes. Als klein land hebben we op zakelijk gebied veel grote, internationale namen op de lijst mogen schrijven, maar door de vette jaren van de jaren ‘90 tot midden 2000 zijn veel bedrijven minder innovatief geworden en nog meer inward looking. Vraag 3: Wat vind jij dat we (Nederland) moet(en) doen? We moeten gaan ondernemen op een manier die past bij de tijdsgeest: met visie, durf en actie. Nederland heeft veel te bieden op internationaal vlak. Als ik alleen naar ChinaNederland kijk, zie ik talloze mogelijkheden: op het gebied van agricultuur, tuinbouw, voedselverwerking, zuivelproducten, milieutechnologie, marine engineering, etc. Vraag 4: Wat betekent dit voor organisaties? Organisaties moeten hun blik weer op de wereld richten in plaats van de problematiek thuis. Niet langer teren op de oude glorie, maar focussen op de huidige kracht en weer ouderwets gaan ondernemen. Want dat kunnen we als Nederlanders heel goed.
open te stellen en tot het uiterste te gaan om te excelleren. Passie en betekenis geven aan werk zijn dan kernbegrippen. Niet geheel toevallig durven CEO’s – zoals Mark Stoffels, General Manager Philips Healthcare Mexico en Peter Tetrium van het Duitse energieconcern RWE – zich in het openbaar uit te spreken over het belang van spiritualiteit voor de prestaties van hun organisaties. Als de kwaliteit van de mens, de kwaliteit van de organisatie bepaalt, dan ligt de vraag voor ons als kwaliteitskundigen op tafel over de organisatievorm. In een Vakmedianet Masterclass gaf Jacob Bøtter (auteur van ‘Unboss’) een krachtige voorzet. ‘De organisatie van de 21ste eeuw is geen structuur, maar een oneindige beweging.’ Deze uitspraak lijkt op het oog weinig consequenties te hebben, maar in de praktijk heeft het grote gevolgen. De maatschappelijke bedoeling (‘purpose’) van de organisatie komt dan centraal te staan als een uitnodiging om mee te doen. De opening ontstaat voor mensen binnen en buiten de organisatie om vanuit hun persoonlijke drive mee te werken aan een hoger doel. Een relatief kleine organisatie van gepassioneerde mensen blijkt opeens in staat zeer effectief te zijn. Het bekendste voorbeeld is wellicht Wikipedia, dat met slechts dertig mensen een einde maakte aan de markt van de encyclopedie. De ogenschijnlijke paradox van de koopman en dominee blijken dan ook niet tegenstrijdig, maar een kans om samen te werken. De paradgimashift van beheersing naar betrokkenheid, zoals Huub Vinkenburg het prachtig verwoordt. Guus Balkema Hoofdredacteur Sigma en Directeur CSR Academy
www.sigmaonline.nl
SIGMA Nummer 3, juni 2014