De agrologistieke kracht van Nederland
2009
Postbus 660 2700 AR Zoetermeer T: 079 – 343 81 10 F: 079 – 347 92 17
[email protected] www.ndl.nl
De agrologistieke kracht van Nederland
Agrlogistiek 2009
De agrologistieke kracht van Nederland 2009 Platform Agrologistiek
Nederland Distributieland (NDL/HIDC) TNO Business Unit Mobiliteit en Logistiek Zoetermeer, mei 2009 ISBN: 978-90-810838-5-0
Overname van gegevens uit deze publicatie is toegestaan, mits als bron wordt vermeld: Nederland Distributieland (NDL/HIDC), Platform Agrologistiek, TNO, ‘De agrologistieke kracht van Nederland’, mei 2009
Colofon Auteurs: drs. C.A. Verweij MTL, Ir. B.J. van der Moolen Redactie voorwoord: R. Broekmeulen Eindredactie: drs. M.M. den Dulk, MCC Uitgever: Nederland Distributieland (NDL/HIDC) Vormgevers: VormVijf, Hoogteyling BNO Drukkerij: RS Drukkerij BV - Den Haag Dit is een uitgave in opdracht van het Platform Agrologistiek
Inhoudsopgave
Voorwoord
5
Hoofdstuk 1 Belang van logistiek voor de Nederlandse economie 1.1 Agrologistiek levert jaarlijks bijna € 10 miljard aan toegevoegde waarde BNP op 1.2 Werkgelegenheid agrologistiek in Nederland ligt rond de 150.000 arbeidsjaren 1.3 Import van geselecteerde agroproducten naar Nederland in 2007 en 2008 toont diversiteit 1.4 Export van geselecteerde agroproducten vanuit Nederland in 2007 en 2008 is eveneens divers 1.5 Agrologistiek maakt ruim 28% uit van het Nederlands en 20% van het EU-wegvervoer 1.6 Filekosten agrologistiek bedragen tenminste € 0,3 miljard per jaar
7 8 9
11 12 14
Hoofdstuk 2 Nederland: De agrologistieke Gateway to Europe 2.1 Nederlandse mainports slaan ruim 27 miljoen ton agribulk over in 2007 2.2 Containerisatiegraad van agroproducten bedraagt 29% in 2007 2.3 Overslag biobrandstoffen in Nederlandse havens groeit snel 2.4 Import goederen Schiphol bestaat voor 50% uit agrologistieke producten 2.5 Agrarische producten scoren hoog in top-15 Nederlandse exportproducten 2.6 Greenports leveren ruim € 5 miljard aan toegevoegde waarde
17 18 20 21 22 23 24
Hoofdstuk 3 Belang van agrologistiek voor de Nederlandse samenleving 3.1 Dagelijkse agrologistiek is essentieel voor ontbijttafel 3.2 Volume dagelijkse agrologistiek bedraagt tenminste 25.000 ton 3.3 Logistieke kosten in food-sector zijn relatief hoog 3.4 Logistieke kosten: een voorbeeld van dagverse producten 3.5 Bijna 15% van het wegtransport in Nederland bestaat uit geconditioneerd transport 3.6 Pilotprojecten Platform Agrologistiek behalen afname in CO2-uitstoot
27 28 29 30 31 32 33
Overzicht gebruikte bronnen
34
10
Voorwoord
Aardbeien en aardappels, boter en bloemen, kippen en eieren, peper en zout. Allemaal agrarische producten en voedingsmiddelen die ergens vandaan komen en ergens naartoe moeten. Naar een vaas of in een dopje, in de yoghurt of in de puree, in karton of achter glas, op de ontbijttafel of in de pan. Zorgen dat al die producten, iedere dag, op tijd en op de juiste plek aankomen, dat is de uitdaging van de agrologistiek. In dit boekje zijn, voor het eerst, alle feiten en cijfers gebundeld die laten zien hoe belangrijk agrologistiek is voor de primaire landbouw, voor de logistieke sector én voor de Nederlandse economie: dagelijks ongeveer 25 ton volume naar de supermarkten, 28 procent van het Nederlandse wegvervoer, jaarlijks bijna 10 miljard euro aan toegevoegde waarde en 150.000 arbeidsplaatsen. Dat zijn interessante cijfers. Maar het is nóg interessanter om op basis van deze cijfers, op basis van de huidige situatie, te kijken naar hoe het beter kan: efficiënter en duurzamer. Om dat voor elkaar te krijgen werkt het Platform Agrologistiek aan innovatieve en duurzame logistieke concepten, gebaseerd op drie pijlers: clusteren, verbinden en regisseren. Het bundelen van transportstromen zorgt ervoor dat het aantal kilometers afneemt. 'Dikkere' transportstromen maken het bovendien mogelijk om naast het wegverkeer andere modaliteiten in te zetten, zoals de binnenvaart, het spoor en pijpleidingen. In de agrologistiek is ‘op tijd’ immers belangrijker dan ‘snel’. Ook werken we aan betere informatie en communicatie zodat we de goederenstromen slimmer kunnen sturen en beter kunnen beheersen; niet alleen in Nederland en Europa, maar in de hele wereld.
Om dit voor elkaar te krijgen moet de sector innovatie stimuleren. Er is zeker geen gebrek aan goede ideeën en initiatieven. Maar die verzanden nu vaak in de dagelijkse werkelijkheid. Dat moet anders. Daarom stuurt het Platform Agrologistiek het komende jaar teams van deskundigen het land in om ondernemers te helpen met het uitwerken van hun ideeën. Aan het einde van het jaar kijken we welke initiatieven sectorbreed kunnen bijdragen aan de innovatie van de logistieke keten. Een keten die efficiënt en duurzaam is, een keten die door onnodig transport te voorkomen, ruimte maakt voor onontbeerlijk transport!
Frans Tielrooij Voorzitter Platform Agrologistiek
6
De agrologistieke kracht van Nederland 2009
1.2 1 xxx Belang van agrologistiek voor de Nederlandse economie
7
1.1 Agrologistiek levert jaarlijks bijna 10 miljard euro aan toegevoegde waarde op
Bruto toegevoegde waarde agrocomplex in Nederland miljard euro 40
9,4 8,6
30
20
5,5 8,8
12,3
13,9 Groei van 1995 tot 2006
8,6
10,4
10,4
9,4
9
10,2
1995
2002
2006
10
0
Distributie +71% Toeleverende industrie +58% Verwerkende industrie +21% Land- en tuinbouw +9%
Bron: LEI 2009, bewerking TNO
TOELICHTING ➝ De primaire land- en tuinbouw, de toeleverende en verwerkende industrieën én de handel en distributie van agroproducten, het zogenoemde ‘agrocomplex’, is in Nederland goed voor bijna € 44 miljard aan toegevoegde waarde van het Bruto Nationaal Product (BNP) in 2006. Dit was circa 9,3% van de totaal gecreëerde toegevoegde waarde binnen het Nederlandse BNP in dit jaar. ➝ De ‘pure’ agrologistiek, oftewel de distributie van agroproducten, is goed voor € 9,4 miljard aan toegevoegde waarde van het BNP in 2006. Dit is 2 % van de jaarlijks in Nederland totale gegenereerde toegevoegde waarde. ➝ Binnen het Nederlandse agrocomplex is de distributiesector de afgelopen 10 jaar het hardst gegroeid. De distributie zorgde in 1995 nog voor € 5,5 miljard aan toegevoegde waarde, terwijl dit in 2006 al € 9,3 miljard was. De groei bedraagt dus 71% in 10 jaar voor de agrologistiek, terwijl dit voor de toeleverende industrie 58% was, voor de verwerkende industrie 21% en de land- en tuinbouw zelf 9%.
8
De agrologistieke kracht van Nederland 2009
1.2 Werkgelegenheid agrologistiek in Nederland ligt rond de 150.000 arbeidsjaren
Werkgelegenheid agrocomplex in Nederland in 1.000 arbeidsjaren 700 600 500 400 300
125
150
177
197
131
122
146 194 Groei van 1995 tot 2006 107
200 100
226
229
207
1995
2002
2006
0
Distributie +17% Toeleverende industrie +10% Verwerkende industrie -18% Land- en tuinbouw -8%
Bron: LEI, 2009
TOELICHTING ➝ Het agrocomplex van primaire land- en tuinbouw, toeleverende en verwerkende industrieën én de handel en distributie van agroproducten in Nederland is goed voor 655.000 arbeidsjaren in Nederland in 2006. Dit was circa 9,9% van de totale werkgelegenheid in Nederland in dit jaar. ➝ De ‘pure’ agrologistiek, oftewel de distributie, is goed voor 146.000 arbeidsjaren in 2006. Dit is 2,2% van de jaarlijks in Nederland gegenereerde werkgelegenheid. Het jaarlijks aantal werkzame personen in de agrologistiek is zelfs hoger, omdat er omdat er relatief veel deeltijdbanen zijn. ➝ De distributiesector is de afgelopen 10 jaar binnen het Nederlandse agrocomplex ook in werk gelegenheid het hardst gegroeid. Deze groei was in 10 jaar 17% voor de agrologistiek, terwijl dit voor de toeleverende industrie 10% was, voor de verwerkende industrie -18% en voor de land- en tuinbouw -8%.
9
1.3 Import van geselecteerde agroproducten naar Nederland in 2007 en 2008 toont diversiteit
Import van geselecteerde agroproducten in volume 2007 8% 4% 5%
53%
15%
7%
8%
2008 16%
8% 4% 4%
51%
7%
9%
Granen, zaden, peulvruchten, aardappels, etc. Sierteeltproducten, planten Fruit, noten, specerijen Zuivel Graanbereidingen, zetmeel Groenten Vlees
Import van geselecteerde agroproducten in euro’s 2007 15%
10%
8%
7%
21%
20%
18%
23%
20%
16%
2008 17%
10%
8%
6%
Bron: LEI, 2009
TOELICHTING ➝ De importwaarde van alle agroproducten in 2007 bedroeg iets meer dan € 22 miljard. Hiervan bestond ruim tweederde, oftewel ruim € 15,5 miljard, uit de productgroepen granen, zaden, peulvruchten, aardappels, zetmeel, sierteeltproducten, planten, groenten, fruit, noten, specerijen, vlees en zuivel. ➝ In volumes waren de granen met 51% de belangrijkste productgroep in 2008, maar uitgedrukt in euro's was de waarde van import van granen maar 17%. De import van de meeste andere productgroepen, zoals fruit (23% vs. 16%), vlees (20% vs. 7%) en zuivel (16% vs. 9%) had daarentegen in 2008 meer waarde in euro's dan in volume. ➝ Uit de vergelijking tussen volume en waarde van de import valt tevens af te leiden dat de importprijzen van fruit en tarwe stegen, en die van zuivel daalden in 2008 ten opzichte van 2007.
10
4
De agrologistieke kracht van Nederland 2009
1.4 Export van geselecteerde agroproducten vanuit Nederland in 2007 en 2008 is eveneens divers
Export van geselecteerde agroproducten in volume 2007 15%
13%
16%
16%
14%
14%
20%
12%
13%
10%
13%
13%
10%
2008 22%
Granen, zaden, peulvruchten, aardappels, etc. Sierteeltproducten, planten Fruit, noten, specerijen Zuivel Graanbereidingen, zetmeel Groenten Vlees
Export van geselecteerde agroproducten in euro’s 2007 3%
9%
27%
4%
9%
25%
14%
10%
21%
15%
2008 14%
11%
21%
16%
Bron: LEI, 2009
TOELICHTING ➝ De exportwaarde van alle agroproducten in 2007 bedroeg iets minder dan € 32 miljard. Hiervan bestond wederom ruim tweederde, oftewel ruim € 22 miljard, uit de productgroepen granen, zaden, peulvruchten, aardappels, zetmeel, sierteeltproducten, planten, groenten, fruit, noten, specerijen, vlees en zuivel. Nederland heeft op het gebied van agroproducten dus een fors overschot op de handelsbalans van bijna € 10 miljard. ➝ In volumes waren de groenten met 22% de belangrijkste productgroep in 2008, maar uitgedrukt in euro's was de waarde van deze export maar 14%. De export van productgroepen zoals vooral sierteelt (25% vs. 14%), maar ook vlees (21% vs. 13%) en zuivel (16% vs. 10%) daarentegen had in 2008 meer waarde in euro's dan in volume. ➝ Uit de vergelijking tussen volume en waarde van de export valt af te leiden dat de exportprijzen in 2008 nauwelijks verschilden van die in 2007. Alleen de gemiddelde exportprijs van groenten daalde enigszins.
11
1.5 Agrologistiek maakt ruim 28% uit van het Nederlands en 20% van het EU-wegvervoer 1.5 Agrologistiek 28% NL en 20% EU wegvervoer Aandeel agrologistiek in Nederlands en EU-beroepswegvervoer in tonnen en tonkilometers Landbouwproducten en levende dieren Voedingsproducten en veevoeders Meststoffen Tonnen in Nederland en EU NL binnenlands
28% 19%
EU binnenlands
27%
NL internationaal EU internationaal
25%
NL totaal
28% 20%
EU totaal
Tonkilometers in EU EU binnenlands
29% 27%
EU internationaal
28%
EU totaal 0
5
10
15
20
Bron: TLN, Transport in cijfers 2007,2008 EUROSTAT, Road freight transport by type of goods - 2006, 2008
12
25
30
De agrologistieke kracht van Nederland 2009
TOELICHTING ➝ Agrologistiek maakt, uitgedrukt in tonnen, ruim 28% uit van het wegvervoer in, van en naar Nederland in 2006. Dit wegtransport bestaat voornamelijk uit het vervoer van voedingsmiddelen en landbouwproducten. Binnen de Europese Unie (EU) is het aandeel van agrologistiek 19% in het nationaal transport en 25% in internationaal transport (uitgedrukt in tonnen). In Nederland is het aandeel van de agrologistiek in het wegvervoer met 28% behoorlijk groter dan in de EU, waar dit aandeel 20% bedraagt. ➝ In tonkilometers gemeten is het aandeel van agrologistiek in zowel Nederland als in de EU groter dan in tonnen. Het aandeel van agrologistiek in het wegvervoer in Nederland in tonkilometers is namelijk 29% (in tegenstelling tot 28% in tonnen) en in de hele EU is dit 28% (in tegenstelling tot 20% in tonnen). Dit betekent dat agroproducten in de EU gemiddeld over grotere afstanden worden vervoerd dan het gemiddelde van alle producten samen.
13
1.6 Filekosten agrologistiek bedragen 1.6 tenminste 0,3 miljard euro per jaar
A9
3 9 2 A10
A4
A2
4 A20
6
A20
7
A15
1
A12
10
8
5 5
A50 A2
Ruimtelijke spreiding tuinbouwactiviteiten File top 10, 2008 Plaats 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Weg A2 A4 A10 A12 A2 A20 A15 A50 A9 A12
Hoofdrichting Utrecht – 's-Hertogenbosch Amsterdam – Delft De Nieuwe Meer – Coenplein Utrecht – Den Haag Utrecht – 's-Hertogenbosch Hoek van Holland – Gouda Rozenburg – Ridderkerk Arnhem – Oss Amstelveen – Alkmaar Utrecht – Arnhem
Koplocatie Culemborg Brug over de Oude Rijn Coenplein Nieuwerbrug Kerkdriel Terbregseplein Vaanplein Ewijk Brug o.h.Zijkanaal C Driebergen
Bron: Verkeersinformatiedienst 2008: TNO, 2009
14
De agrologistieke kracht van Nederland 2009
TOELICHTING ➝ De totale filekosten op de snelwegen als gevolg van logistieke activiteiten in Nederland worden geschat op € 2,7 á 3,6 miljard in 2007. De helft van deze kosten wordt gedragen door het bedrijfsleven, waarvan naar schatting € 0,8 miljard door het vrachtverkeer. Op basis van de geografische ligging van agroclusters en congestiegevoelige gebieden schat TNO de filekosten op de snelwegen voor het bedrijfsleven in de agrologistieke sector in op tenminste € 0,3 miljard. ➝ De knelpunten op de snelwegen liggen vooral op de wegen in de Randstad, namelijk de A2, A4, A10 en A12. Naast de knelpunten op de snelwegen leveren knelpunten op het regionale wegennet rondom de greenports een aanzienlijke bijdrage aan de totale filekosten, die nog niet in het totaal is meegenomen. Belangrijke regionale knelpunten rond de greenports zijn bijvoorbeeld te vinden in de regio’s Westland, Bollenstreek, Aalsmeer en Boskoop.
15
16
De agrologistieke kracht van Nederland 2009
1.2 2 xxx Nederland: De agrologistieke Gateway to Europe
17
2.1 Nederlandse mainports slaan ruim 27 miljoen ton agribulk over in 2007
Overslag agribulk havens Amsterdam en Rotterdam 2007 Miljoen ton 18,0 16,0
1,1
14,0
2,4
12,0 10,0
0,5 1,1
8,0
9,5
1,0
6,0 4,0
7,2 3,4
2,0 0,0
Amsterdam
Rotterdam
Overslag cacao 15% groei in 2007
80% EU marktaandeel in plantaardige oliën/zaden
AGRIBULK: Amsterdam
11,4% van overslag
Rotterdam
4,2% van overslag
miljoen ton Amsterdam Veevoeder 7,2 Olie/zaden 1,0 Granen 0,1 Kunstmest 1,1 Fruit/groenten (vers/bereid) 0,0 Cacao 0,5 Overig 0,1
Bron: Havenbedrijven Rotterdam en Amsterdam, 2008
18
Rotterdam 3,4 9,5 2,4 0,3 1,1 0,0 0,2
De agrologistieke kracht van Nederland 2009
TOELICHTING ➝ Onder ‘agribulk’ verstaan we de overslag van granen, zaden, oliën, veevoeders, kunstmest en overige agrarische producten in vaste of vloeibare bulk.
➝ Rotterdam is in volume de grootste agribulkhaven van Nederland (16,7 miljoen ton), maar Amsterdam staat vanwege het relatief grote aandeel van agribulk in de totale overslag (11,1%) bekend als ‘agribulkhaven’. In Rotterdam was het aandeel van agribulk 4,2% in 2007. ➝ In Rotterdam worden vooral oliën (palmolie, raapolie en sojaolie) overgeslagen. Rotterdam is in dit segment de grootste haven van Europa. In Amsterdam worden meer veevoerders overgeslagen, evenals cacao. Cacao is een belangrijke niche-markt. ➝ De groei van de overslag van agribulk in de Nederlandse havens wordt beïnvloed door het feit dat steeds meer agroproducten in containers worden aan- en afgevoerd.
19
2.2 Containerisatiegraad van agroproducten bedraagt 29% in 2007
Containerisatiegraad agroproducten 29% in Nederland april 2007 66%
Vers fruit; groenten 94%
Vlees, vis en zuivel; spijsvetten 71%
Graan-,fruit-,groentebereidingen
Ton in containers Ton niet in containers % = containerisatiegraad
80%
Genotmiddelen en specerijen
100%
Dranken
45%
Hout en kurk
22%
Granen
4%
Oliehoudende zaden; oliën,vetten 100%
Textielstoffen en -afval Veevoeder; voedingsmiddelenafval
2%
Aardappelen
13%
Suiker
6%
Kunstmeststoffen
2%
Natuurlijke meststoffen Bron: CBS, 2009
0% 0
Gewicht in tonnen
100.000 200.000 300.000 400.000 500.000 600.000 700.000 800.000 900.000
TOELICHTING ➝ Steeds meer agroproducten worden over zee in containers aan- en afgevoerd van en naar de Nederlandse mainports. ➝ In april 2007 is van meer dan 200.000 containers die in Nederland op de kade zijn gezet onderzocht wat er precies in zat. Voor ruim 20% waren de containers gevuld met voedingsmiddelen zoals fruit, groente, vlees, vis, zuivel en graan. ➝ De containerisatiegraad van alle agroproducten bedraagt 29% in 2007. Van agroproducten uit de geselecteerde productgroepen suiker, vlees, vis, zuivel, fruit, groente en aardappelen wordt in totaal 659.000 ton in containers aangevoerd en 359.000 ton in bulk. Met andere woorden, voor deze productgroepen geldt een containerisatiegraad van 65%. Vooral voor vlees, vis, zuivel, groenten en fruit worden containers gebruikt, terwijl suiker en aardappelen nog vooral in bulk worden aangevoerd.
20
De agrologistieke kracht van Nederland 2009
Snelle groei overslag biobrandstoffen in Nederlandse havens
2.3 Overslag biobrandstoffen in Nederlandse havens groeit snel
Biobrandstoffen via de Rotterdamse haven Overslag x 1000 ton 3000 2500
Import Export
Groei 2007 - 2008 Ethanol +160% Biodiesel +202% Totaal +180%
880
2000 1500 1000 500 0
480
400
330 160 300
800
2007 2008 Ethanol
170 260
820
2007 2008 Biodiesel
1620
560
2007 2008 Totaal
Bron: CBS, 2009
TOELICHTING ➝ De overslag van biobrandstoffen in de Rotterdamse haven is in 2008 toegenomen van 1,0 tot 2,5 miljoen ton. Dit is een toename van maar liefst 150%. De verhouding in overslag van ethanol en biodiesel is bijna 50/50%. ➝ Het grootste gedeelte van de ethanol is afkomstig uit Brazilië en Frankrijk en de belangrijkste bestemmingen zijn Zweden en het Verenigd Koninkrijk. De meeste biodiesel komt uit de Verenigde Staten en heeft als belangrijkste bestemmingen het Verenigd Koninkrijk, Spanje, Frankrijk en Letland. ➝ In Nederland geproduceerde biobrandstoffen worden voornamelijk aangevoerd via de binnenvaart. Doorvoer van biobrandstoffen vindt voornamelijk plaats via kleinere zeeschepen. ➝ In 2009 komt een totale productiecapaciteit van 600.000 ton biodiesel beschikbaar in het Rotterdamse havengebied.
21
2-4.
2.4 Import goederen Schiphol bestaat voor 50% uit agrologistieke Agro-producten: 50% van import via producten Schiphol 2004
Import luchtvracht door Nederlandse bedrijven (2004) waarde in euro’s
in volume
6%
9% 4%
4%
7%
1%
5% 5%
18% 52%
45% 7% 1% 10% 2%
24% Gebaseerd op Districon/Cargonaut 2004
Sierteelt Machines/elektronica Textielstoffen Kunststoffen/chemie Dieren/dierlijke prod. Optiek Vervoermaterieel Overige producten
TOELICHTING ➝ Agrologistieke producten en dieren maken een fors deel uit van het volume in luchtvracht via Schiphol. Sierteelt (45%) en dieren en/of dierproducten maken bijna de helft uit van het volume aan import. ➝ Wat betreft hun waarde in euro’s vertegenwoordigen agrologistieke producten en dieren binnen de luchtvracht een relatief klein belang van 5%. Machines/elektronica (52%), optiek (18%) en kunststoffen/chemie (10%) vertegenwoordigen een hogere waarde. De waarde van sierteeltproducten die worden vervoerd door de lucht, ligt rond de € 5 per kilo, terwijl de gemiddelde waarde van luchtvracht van andere producten rond de € 70 per kilo ligt.
22
grarische producten hoog in top-15 NL exportproducten
De agrologistieke kracht van Nederland 2009
2.5 Agrarische producten scoren hoog in top-15 Nederlandse exportproducten
Agroproducten scoren hoog in top-15 producten waarin Nederland hoogste aandeel op wereldexportmarkt heeft, inclusief export in euro’s (2004)
1
Snijbloemen
2815 miljoen euro
84%
2
Bloembollen
800 miljoen euro
83%
3
Kokosolie
93 miljoen euro
5
Cashewnoten
65 miljoen euro
11
Cacaoboter
68% 64%
568 miljoen euro
55%
13 Cacaopoeder
2534 miljoen euro
15
121 miljoen euro
Mosselen
0%
10%
20%
54% 51%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
Bron: Jacobs en Lankhuizen 2005
TOELICHTING ➝ Op basis van de concurrentietheorie van managementgoeroe Michael Porter is een ranglijst opgesteld van Nederlandse exportproducten met het grootste aandeel op de wereldmarkt. Dit zijn de sectoren waarin Nederland in internationaal opzicht echt onderscheidend is. ➝ De agrarische producten presteren op dit gebied veruit het beste, mede door de kwaliteit van de Nederlandse agrologistiek. Snijbloemen, bloembollen en kokosolie bezetten de top-3 van de lijst, terwijl er nog 4 andere agroproducten in de top-15 staan. ➝ De nummer 1 sector uit de top-3, snijbloemen, heeft een aandeel van 84% op de wereldmarkt en een exportwaarde van bijna € 3 miljard in 2004. Nederland is hiermee de mondiale draaischijf voor sierteeltproducten. Daarnaast heeft de bloembollensector een mondiaal marktaandeel van 83%, dit betekent nog eens € 800 miljoen aan export per jaar.
23
2.6 Greenports leveren ruim 5 miljard euro aan toegevoegde waarde
Ruimtelijke spreiding glastuinbouw, 2003-2004
greenport
Toegevoegde waarde en werkgelegenheid greenports en mainports Nederland (schatting) x miljard euro 8 7
arbeidsjaren 140.000
130.000
120.000
105.600
6
100.000
5
80.000
4
60.000
3 26.400
2 1 0
33.300
7,4 Haven Rotterdam
5,2
1,3
1,5
Vijf Greenports Luchtvracht Schiphol Haven Amsterdam
Bron: TNO o.b.v. data individuele greenports, havens en Schiphol
24
40.000 20.000 0
Toegevoegde waarde Werkgelegenheid
De agrologistieke kracht van Nederland 2009
TOELICHTING ➝ De vijf in Nederland aangewezen greenports vormen de spil van de Nederlandse agrologistiek. Deze greenports zijn Westland-Ooststreek, Aalsmeer, de Duin- en Bollenstreek, Boskoop en Venlo. ➝ Deze vijf greenports leveren tezamen tenminste € 5 miljard aan toegevoegde waarde en 130.000 arbeidsplaatsen. Dit is circa de helft van alle toegevoegde waarde en werkgelegenheid in het Nederlandse tuinbouwcluster. De overige tuinbouwgebieden zijn te vinden in de andere regio’s van Nederland. ➝ De greenports Westland-Ooststreek en Aalsmeer zijn het grootst met ieder ruim € 2 miljard aan toegevoegde waarde en 50.000 arbeidsplaatsen. Daarna volgt Venlo met ruim € 600 miljoen toegevoegde waarde en 24.000 arbeidsplaatsen, en tenslotte de twee gespecialiseerde greenports Duin- en Bollenstreek (bloembollen) en Boskoop (boomkwekerij). ➝ De directe werkgelegenheid in de greenports is met 130.000 arbeidsjaren vergelijkbaar met die van de Nederlandse mainports Rotterdam en Schiphol (op vrachtgebied), namelijk met 132.000 arbeidsjaren. In toegevoegde waarde is er wel een verschil tussen de mainports (bijna 9 miljard euro aan toegevoegde waarde) en greenports (ruim 5 miljard euro aan toegevoegde waarde).
25
26
De agrologistieke kracht van Nederland 2009
1.2 3 xxx Belang van agrologistiek voor de Nederlandse samenleving
27
3.1 agrologistiek isontbijttafel essentieel voor 3.1 Dagelijkse Dagelijkse agrologistiek essentieel voor ontbijttafel
Dagelijks gebruik producten bij Nederlands ontbijt in miljoenen stuks 5,7
3,8 3,3
1,4
Melk (liters)
Kranten
Broden
Eieren (doos 6 stuks)
0,8
0,8
0,6
Kaas (kilo)
Koffie (pak 250 g)
Roomboter (pak 250 g)
Bron: TNO 2006
TOELICHTING ➝ Elke dag worden minstens 16 miljoen liters melk, broden, kranten, dozen eieren, kilo kaas, pakken koffie en pakjes roomboter vervoerd voor de ontbijttafels van 16,5 miljoen Nederlanders. De verpakkingen van deze producten nemen steeds meer ruimte in beslag tijdens het transport. ➝ De Nederlandse supermarkten worden tegenwoordig gemiddeld 1 x per dag beleverd, terwijl dit 10 jaar geleden gemiddeld slechts 2 tot 3 maal per week was. Het belang van een goede agrologistiek neemt dus alleen maar toe. De toename in leverfrequentie wordt onder andere veroorzaakt door de groeiende vraag van klanten naar versproducten en een groei van het assortiment per m2 winkeloppervlakte. ➝ Tenslotte zien we meer agrologistieke activiteiten ontstaan als gevolg van de toename van belevering van kant-en–klaarmaaltijden en ook supermarktproducten aan huis.
28
3.2 Volume dagelijkse agrologistiek bedraagt tenminste 25.000 ton25 ton Volume dagelijkse agrologistiek tenminste
Dagelijks gebruik producten bij Nederlands ontbijt in miljoenen stuks Eenheid in ton of 1000 liter
In totaal gaat het om 25.000 ton aan agrologistieke goederen voor consumptie per dag. Dit zijn tenminste 2500 grotere vrachtwagens met ieder 10 ton lading, alleen al voor de rit naar de supermarkt. Aan intermediaire leveringen komt hier nog een veelvoud bij.
7787
3222
3358
3093
3287
461
480
402
222
164
82
Vis
Smeervetten
Kaas
Eieren
Bereidingsvet
Olie
Vlees en vleeswaren
Aardappelen, rijst, pasta
Bron: TNO o.b.v. CBS-gegevens 2009
Groente
Brood
Fruit
1469
Melkproducten
3-2.
De agrologistieke kracht van Nederland 2009
TOELICHTING ➝ We staan er niet vaak bij stil in de supermarkt, maar de dagelijkse behoefte aan voedsel in een klein en dichtbevolkt land is enorm. Uitgaande van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid per product, leeftijd, geslacht en aantal inwoners is er bijvoorbeeld dagelijks behoefte aan ruim 4 miljoen broden in Nederland. Dit betekent voor een dagvers product als brood een aanzienlijke logistieke operatie. De broden moeten van bakkerijen naar winkels worden vervoerd en ingrediënten weer naar de bakkerijen. De bakkers moeten ook de volgende dag weer 4,2 miljoen broden kunnen bakken. ➝ Om deze agrologistieke producten op het juiste tijdstip op de juiste plek te krijgen, zijn voor de bevoorrading van supermarkten alleen al tenminste 2.500 vrachtwagenritten nodig waarbij 10 ton producten in elke vrachtwagen zit. Meestal zijn de vervoerde hoeveelheden lager en worden bijvoorbeeld ook kleinere wagens ingezet. Daarnaast is er een veelvoud aan intermediaire leveringen in de agrologistiek tussen producent en industrie, industrie en supermarkt en/of handelaar, handelaar naar horeca, etc.
29
3.3 Logistieke kosten ogistieke kosten in foodsector relatief hoog
in foodsector zijn relatief
hoog
Logistieke kosten als % omzet in verschillende Europse sectoren (2003)
Detailhandel
4,3%
2,0%
Automotive
4,4%
2,5%
Consumenten goederen
6,3%
3,2%
Proces (food/chemie)
6,8%
4,2%
Machines
7,6%
3,1%
2,0%
Gemiddeld
6,2%
3,1%
1,5%
totaal 0%
0,8%
0,8%
Transport Handling Voorraad Administratie
0,7%
0,5% 0,7%
0,7%
1,6%
0,8% 1,0%
1%
2%
3%
0,7%
0,7% 1,1%
0,8% 4%
5%
0,9% 1,4%
0,8% 6%
7%
8%
Bron: ELA/AT Kearney 2004
TOELICHTING ➝ De logistieke kosten van producten in de foodsector in Europa liggen iets onder de 7%, zoals onderzoek van brancheorganisatie ELA en onderzoeksbureau AT Kearney laat zien. Dit is iets hoger dan de gemiddelde logistieke kosten in Europa, die iets boven de 6% liggen. De belangrijkste reden voor de relatief hoge logistieke kosten voor food-producten is dat deze vaak op een vaste (lage) temperatuur (geconditioneerd) worden beleverd. Dit is noodzakelijk vanwege de beperkte houdbaarheid van de producten. ➝ De logistieke kosten in de detailhandel liggen relatief lager, namelijk rond de 4,5%. Dit komt mede omdat de omzet in de detailhandel gemiddeld hoger ligt (consumentenprijzen) dan in de industrie. De verslogistiek kent binnen de detailhandelsector weer hogere logistieke kosten, vooral vanwege de beperkte houdbaarheid van de producten. ➝ De kosten van agrologistiek zijn vaak relatief hoog vanwege de versheid van de producten en de eisen van geconditioneerd vervoer. De logistieke kosten van dagverse producten kunnen oplopen tot 18% van de prijs die de consument in de winkel betaalt voor het product.
30
De agrologistieke kracht van Nederland 2009
3.4 Logistieke kosten: een voorbeeld van dagverse producten 3-4. Logistieke kosten – voorbeeld dagverse producten
Telersprijs
Marge/kosten veiling
Marge/kosten groothandel
Marge/kosten supermarkt
Transport en verpakkingskosten
0,286
0,095
0,075
0,235
0,148
Consumentenprijs paprika 2007 (excl. BTW)
Agrologistieke kosten van een Nederlandse paprika in supermarkt (2007) agrologistieke kosten totaal: 18%
Kosten in euro
0
0,1
0,2
0,3
0,4
0,5
0,6
0,7
0,8
0,9
1
Bron: LEI, 2009
TOELICHTING ➝ De logistieke kosten van versproducten liggen gemiddeld aanmerkelijk hoger dan de logistieke kosten van droge kruidenierswaren, maar zijn sterk afhankelijk van het type product. ➝ Onderzoek van onderzoeksinstituut LEI uit 2009 laat zien dat ca. 18% van de gemiddelde consumenten prijs (excl. BTW) van een paprika in 2007 te herleiden is op agrologistieke activiteiten. Dit is ca. 2,5 x zo veel als de agrologistieke kosten voor droge kruidenierswaren. ➝ De logistieke kosten van sierteeltproducten liggen ook relatief hoog, zeker als ze per vliegtuig vanuit Afrika worden ingevlogen. De totale logistieke kosten liggen in dat geval boven de 15%.
31
3.5 Bijna 15% van het wegtransport in Nederland bestaat uit geconditioneerd transport
Aandeel geconditioneerd vervoer bijna 15% van het totaal en meer dan 50% van de agro Aantal transportmiddelen 140000
14,9%
126000 120000 100000 80000
75000
60000
53,5%
40000
35000
20000 0
21500
21000 8500 Totaal
Agro
Geconditioneerd
Vrachtwagens >3,5 ton Opleggers
Bron: cijfers CBS, RDW en RDC, 2008
TOELICHTING ➝ Als gevolg van onder andere een combinatie van toegenomen welvaart, kleinere gezinnen en een stijgend aantal ouderen en alleenstaanden in Europa, groeit de markt voor gemaksproducten snel. Door de snelle groei van het assortiment van dagverse gemaksproducten in combinatie met een hoge frequentie van leveringen aan de detailhandel is de vraag naar geconditioneerd transport de laatste jaren gestegen. ➝ Voor supermarkten is de productgroep ‘vers’ zeer belangrijk. Naar schatting is ongeveer 50% van de omzet gerelateerd aan versproducten en is de behaalde marge aanzienlijk hoger dan die op overige kruidenierswaren. ➝ Traditioneel was de markt voor versproducten vooral nationaal georiënteerd. Met de komst van koelen vriescontainers, trailers en bakwagens is de keten al lang niet meer nationaal. Hollandse garnalen worden gepeld in lage-lonenlanden, bloemen en fruit worden geïmporteerd uit Afrika en vlees en fruit uit Zuid-Amerika. De mondialisering stimuleert de vraag naar uitheemse producten en ook de oer-Hollandse coöperaties krijgen steeds meer een internationaal karakter.
32
De agrologistieke kracht van Nederland 2009
3.6 Pilotprojecten Platform Agrologistiek 3-6. Behaaldeafname afname in CO2-uitstoot in Pilotprojecten Platform Agrologistiek behalen in CO2-uitstoot Kilometerreductie en CO2-besparing door voorbeeldprojecten Platform Agrologistiek 780
471
Bron: Buck Consultants International 2008
75 A1 Eiwitcorridor
Nieuw Gemengd Bedrijf
96
49
80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
Gezinsbedrijf Plus
134
Flora Holland Eelde
Agriport A7
Kuijpers Kip
222
Bedrijvencluster Zuid-Groningen
800 700 600 500 400 300 200 100 0
Besparing in ton CO2 per jaar % minder afgelegde km door logistieke optimalisatie
TOELICHTING ➝ Het Platform Agrologistiek voert activiteiten uit om de Visie Agrologistiek uit 2003, opgebouwd rond de 3 pijlers clusteren, verbinden en regisseren, in de praktijk te brengen. Het Platform heeft in de afgelopen jaren verschillende pilotprojecten ondersteund. ➝ In 7 pilotprojecten is door bundeling van transportstromen en door andere maatregelen getracht de CO2-uitstoot van het wegtransport te reduceren. Hierbij zijn besparingen berekend tussen de 780 kiloton CO2 per jaar in het kader van het project Bedrijvencluster Zuid-Groningen en 49 kiloton CO2 per jaar voor het project Gezinsbedrijf Plus. In totaal zal de uitstoot met bijna 2.000 kiloton CO2 per jaar gereduceerd kunnen worden met de 7 pilotprojecten. De te realiseren afname in CO2-uitstoot bij de diverse projecten varieert tussen de 10% (project Nieuw Gemengd Bedrijf) en 70% (project Kuijpers Kip). ➝ Het Platform Agrologistiek heeft nog tenminste 7 andere pilotprojecten opgezet waarbij de afname van CO2-uitstoot een belangrijk beleidsdoel is. De te behalen besparingen op het gebied van CO2 in het kader van deze pilotprojecten worden in 2009 bekend.
33
Gebruikte bronnen Paragraaf
Bron
1.1
LEI, Het Nederlands agrocomplex 2008 (2009).
1.2
LEI, Het Nederlands agrocomplex 2008 (2009).
1.3
LEI, statistieken op basis van CBS-gegevens (2008).
1.4
LEI, statistieken op basis van CBS-gegevens (2008).
1.5
Transport en Logistiek Nederland (TLN), Transport in cijfers 2007 (2008.)
1.6
EUROSTAT, Road freight transport by type of goods – 2006 (2008). TNO, schatting op basis gegevens van EVO en TLN, Economische wegwijzer 2007 en Verkeersinformatiedienst (2008).
2.1
Havenbedrijven Amsterdam en Rotterdam, overslagcijfers uit 2007 (2008).
2.2
CBS, Steeds meer goederen vervoerd in containers (2009).
2.3
Havenbedrijf Rotterdam, overslagcijfers 2008 (2008).
2.4
Districon/Cargonaut, Ketenrelatie Schiphol en achterland (2004).
2.5
Jacobs en Lankhuizen, De sterke Nederlandse clusters volgens de Porter-methodiek anno 2003 (2005).
2.6
TNO, schatting op basis van gegevens individuele greenports, havens en Schiphol uit de periode 2004-2007.
3.1
TNO, De logistieke kracht van Nederland (2007).
3.2
TNO, schatting op basis van gegevens van LEI uit 2006.
3.3
ELA & AT Kearney, Excellence in Logistics 2004: Differentiation for Performance (2004).
3.4
LEI, Prijsvorming glastuinbouw (2009).
3.5
TNO, op basis van CBS- en RDC-gegevens (2008).
3.6
Buck Consultants International (BCI), Monitoring pilotprojecten Platform Agrologistiek 2008 (2009).
De agrologistieke kracht van Nederland
2009
Postbus 660 2700 AR Zoetermeer T: 079 – 343 81 10 F: 079 – 347 92 17
[email protected] www.ndl.nl
De agrologistieke kracht van Nederland
Agrlogistiek 2009