De Kracht van Verandering De verandering begint bij jou! Verkiezingsprogramma van de N-‐VA voor de Dilbeekse Gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2012.
1
2
Inhoudsopgave Op ons kan u rekenen! Een nieuw bestuur in dialoog
6
Communicatie en Dienstverlening
10
Financiën
13
Veiligheid
18
Lokale economie
22
Wij spreken uw taal! Sociaal Weefsel
26
Vlaams Beleid
30
Inburgering en integratie
36
Wij doen met u mee! Jeugd
41
Cultuur
44
Sport
48
Toerisme
52
Wij reiken u de hand! Sociaal beleid
56
Onderwijs
64
Wonen
68
Wij banen voor u de weg! Mobiliteit en openbare werken
73
Ruimtelijk beleid
78
Leefmilieu en energie
82
Landbouw en platteland
86
Roerend en onroerend erfgoed
89
3
4
Op ons kan u rekenen
5
Een nieuw bestuur in dialoog
Analyse & visie Dilbeek is vandaag de grootste gemeente van Halle-Vilvoorde en, na Leuven, de tweede grootste van de provincie Vlaams-Brabant. De N-VA wil dat Dilbeek vanuit die positie een toonaangevende rol gaat spelen, in tegenstelling tot de plaats in de schaduw die onze gemeente vandaag inneemt. Dat vraagt een bestuur met daadkracht, ambitie, creativiteit en goede planning. Inspraak en participatie vanwege de bevolking – via verenigingen of individueel – zijn voor ons essentiële pijlers van een democratische lokale besluitvorming. Uiteraard moet het politieke niveau de eindbeslissing (durven) nemen. Maar frisse of vernieuwende ideeën in overleg met de bevolking moeten zeker kunnen. In ieder geval wil N-VA af van de oude politieke cultuur van louter dienstbetoon. Betreffende de gemeentelijke dienstverlening en het gemeentelijk ambtenarenapparaat streeft N-VA naar een concrete uitvoering van een personeelsbehoeftenplan.Dit veronderstelt echter vooraf een concreet (kern)takendebat: welke kerntaken neemt de gemeente tot zich? Welke taken moeten we niet of in mindere mate doen? Welke taken besteden we uit aan derden? De gemeentelijke financiën zijn in Dilbeek al veel te lang dogmatisch behandeld als een doel op zich maar werden nooit beschouwd als een middel om aan de essentiële noden en verwachtingen te voldoen. N-VA wil deze bladzijde definitief omslaan en pleit voor een transparante financiële meerjarenplanning die het basiskader vormt waarbinnen nauwkeurig geplande en becijferde investeringen hun plaats krijgen. De belangrijkste financiële uitgaven zijn het personeel (pensioenlasten), de politie, het OCMW, Westrand, openbare werken en het gemeentelijk patrimonium. In plaats van een jaarlijks terugkerend getouwtrek over elk van deze uitgavenposten, pleit N-VA voor een doordachte meerjarenvisie met strikte opvolging van de betoelagingdossiers van de hogere overheid maar waarbij ook de inkomstenzijde niet uit het oog wordt verloren. Daar tegenover staan ook klare en duidelijke afspraken rond uitvoering naar de bevolking toe. Zo heeft de Dilbekenaar een duidelijk zicht op wat met zijn/haar belastingsgeld gebeurt. Grenzend aan het tweetalige Brussels-Hoofdstedelijk Gewest kent het gemeentelijk beleid in Dilbeek heel wat uitdagingen. Stadsvlucht, ontnederlandsing, sociale cohesie, veiligheid, armoede, mobiliteit en ruimtelijke ordening kreunen als beleidsdomeinen onder de impact van de grootstad.
6
Dit alles adequaat aanpakken vraagt eerst en vooral het uittekenen van een duidelijke gemeentelijke beleidsvisie die nadien krachtdadig en zeer stipt in alle beleidsdomeinen moet worden gerespecteerd en uitgevoerd. In tegenstelling tot het huidige beleid moet het algemeen belang rond de toekomst van Dilbeek hierbij centraal staan. De verschillende onderdelen uit ons programma tonen aan hoe N-VA dit wenst aan te pakken. Voor N-VA vormt een bloeiend gemeenschaps- en verenigingsleven een essentiële en effectieve dijk tegen de negatieve gevolgen van de stadsvlucht. Het gemeentelijk beleid moet hier oog voor hebben en op creatieve en proactieve wijze waar mogelijk materiële, logistieke of financiële ondersteuning bieden. De N-VA is dan ook voorstander om de specifieke taak en rol van het gemeenschaps- en verenigingsleven hierin beter te omschrijven en op te nemen in de missieverklaring en vernieuwde werking van de respectievelijke adviesraden. Enkel op die manier kan deze efficiënte wisselwerking tot stand worden gebracht. Verder is N-VA ervan overtuigd dat een degelijk en kwalitatief sociaal beleid – met een goed draaiend OCMW daarin als draaischijf - een tweede belangrijke buffer vormt tegen de mogelijke verpaupering die de stadsvlucht kan veroorzaken. N-VA pleit er dan ook voor dat de volgende OCMW-voorzitter (nu al lid van het college maar zonder andere bevoegdheden) tegelijk schepen van sociale zaken wordt.
Concreet Oor hebben voor alle inwoners en groeperingen: [1]
N-VA pleit voor een nauwere betrokkenheid van alle inwoners bij het beleid, zodat iedere Dilbekenaar, in welke deelgemeente hij ook woont en tot welke groep hij ook behoort, zich gewaardeerd en thuis voelt in onze gemeente;
[2]
Inwonersvergaderingen zijn nuttige communicatievormen die de stem van de inwoners beter kunnen laten doorklinken. Het nieuwe gemeentebestuur moet de oprichting en organisatie ervan stimuleren en er ook optimaal gebruik van maken;
[3]
Conform het nieuwe Gemeentedecreet vindt de N-VA dat de gemeente- en OCMWraadsleden (en in de toekomst wellicht ook de politieraadsleden) hun rol volwaardig moeten kunnen spelen. Zoals nu al is voorzien via de recente organisatie van een intranetplatform, moeten ze in de toekomst op eenvoudige wijze inzage kunnen hebben in alle nuttige verslagen en documenten. Ook inhoudelijk moet hun taak worden gevaloriseerd via hun werk en inbreng in de gemeenteraadscommissies;
[4]
Voor alle grote projecten dient een vast traject te worden gevolgd waarbij de burger vanaf de conceptfase inzage en inspraak heeft in de finaliteit en de evolutie van de werken. Op die manier zullen projecten minder weerstand oproepen bij de burgers en wordt een groter draagvlak gecreëerd. “Besturen doen we samen”, mag geen loze belofte zijn;
7
Een transparant bestuur zodat iedereen kan meebouwen aan de toekomst: [5]
Dilbeek moet nog meer inzetten op het gebruik van alle mogelijke communicatiemiddelen zodat burgers alle noodzakelijke informatie snel kunnen vinden (zie ook thema ‘dienstverlening en communicatie’);
[6]
Zo snel mogelijk wordt een communicatieteam aangesteld (verantwoordelijke met ambtelijke ondersteuning) dat het interne èn externe communicatiebeleid van het gemeentebestuur op professionele wijze op poten zet;
Meer mogelijkheden voor elektronische samenwerking met de gemeente: [7]
Dilbeek moet actief werk maken van e-governmenttoepassingen, elektronische informatie-uitwisseling en investeren in nieuwe elektronische toepassingen waarlangs de gemeente, burgers, ondernemingen en organisaties administratie kunnen afhandelen. Fysiek naar het loket gaan, moet tot een absoluut minimum worden beperkt;
[8]
Bewoners en ondernemers moeten de evolutie en planning van uitgevoerde werken kunnen volgen via de gemeentelijke webstek. Aannemers en nutsmaatschappijen moeten hun vorderingen en/of planwijzigingen op regelmatige basis op de gemeentelijke webstek aangeven;
[9]
Dilbeek moet op actieve wijze de sociale media inschakelen voor informatieuitwisseling, promotie en gemeenschapsvorming;
Een gemeentelijke administratie op moderne leest leidt tot efficiëntiewinsten: [10]
Het stimuleren van de administratie tot klantvriendelijk, proactief en probleemoplossend werken moet worden voortgezet en uitgebreid;
[11]
Waar mogelijk wordt de samenwerking van de gemeentelijke administratie vergemakkelijkt: het afstemmen van aankopen, informatica, onderhoud,… kunnen beter georganiseerd worden. Er zijn zeker ook mogelijkheden tot samenwerking tussen de gemeentelijke diensten en die van het OCMW, politie, de verzelfstandigde agentschappen en de gemeentelijke vzw’s;
[12]
Stimuleren van innovatie en efficiëntietrajecten op alle niveaus binnen de administratie;
[13]
Zo snel mogelijk opnieuw de functie van kwaliteitscoördinator invullen; hierdoor kan een interne controle of audit uitgebouwd worden die continu zoekt naar verbeteringen van de processen en een verlaging van de risico’s op fouten zodat middelen beter worden ingezet. Ook het opstellen van een klachtenprocedure hoort hierbij;
8
[14]
Het inrichten van een juridische cel binnen de gemeentelijke administratie. Deze werkt horizontaal en behartigt dus in overleg met de diensthoofden alle juridische zaken: advies, opmaak van aanbestedingen, opvolging van juridische geschillen, enz.;
[15]
Screening van alle processen en leveranciers met het oog op het voorkomen van een te grote afhankelijkheid van bepaalde everanciers en de juiste keuze van de beste leverancier;
[16]
Dilbeek moet een meer prominente rol spelen in de regio en in Vlaanderen. Hiervoor moeten het verwerven van subsidies en de financiering door andere overheden worden geactiveerd. Ook deze taak kan worden toevertrouwd aan de juridische cel in samenwerking met de betrokken diensten;
[17]
Bij complexere dossiers moet een betere afstemming gebeuren tussen de verschillende eigen diensten en diensten van andere overheden zodat meer geïntegreerde adviezen en oplossingen kunnen geboden worden.
Samengevat: nieuwe maatregelen ‘bestuur in dialoog’ ●
N-VA wil oor hebben voor alle inwoners en groeperingen. Inspraak maar ook uitspraak. We willen de burger ook betrekken bij het resultaat van het beleid;
●
N-VA wenst een transparant bestuur en een open communicatie naar de burger. Vandaag is er dienstverlening waar de burger niets van weet en zijn er behoeften waar de gemeente nies van weet. Dit moet veranderen;
●
We willen werk maken van meer elektronische samenwerking met de gemeente;
●
N-VA wil een gemeentelijke administratie op moderne leest. Dit leidt tot efficiëntiewinsten, ook op financieel vlak.
9
Communicatie en dienstverlening Analyse Dilbeek heeft een grote achterstand op vlak van (moderne) communicatie naar de burger. Dit is niet verwonderlijk aangezien er geen communicatieverantwoordelijke is binnen de gemeentelijke diensten. Nochtans is het bestaan van een communicatiedienst onontbeerlijk binnen een organisatie die werkt tal van extern betrokken organisaties en tientallen interne diensten voor 40.000 inwoners. Voor N-VA is het aanstellen van een communicatieverantwoordelijke dus een topprioriteit inzake behoorlijk bestuur. Bestaande communicatiemiddelen zijn enkel het tweemaandelijks infoblad en een webstek die qua toegankelijkheid en aantrekkelijkheid dringend aan vernieuwing toe zijn. Er werd een deeltijdse persverantwoordelijke in dienst genomen die wekelijks verslag uitbrengt over beslissingen van het schepencollege en voornamelijk rapporteert aan de lokale pers. Dit is een stapje in de goede richting maar er is nog een hele weg te gaan. Het resultaat van dit alles is dat mensen slecht of zelfs helemaal niet geïnformeerd zijn over het reilen en zeilen binnen de gemeente. Oordeelkundige communicatie maakt het mogelijk dat mensen gepast geïnformeerd worden over het gemeentelijk beleid. Hierdoor verhoogt hun betrokkenheid bij dienstverlening, activiteiten, initiatieven,...
Visie Voor N-VA is een goede en moderne communicatie onlosmakelijk verbonden met goed bestuur en een goede dienstverlening. Informatie verstrekken aan mensen via verschillende kanalen is één van de basistaken van een gemeente. Deze informatie moet gaan over thema’s van uiteenlopende aard: aankondigingen rond premies, nieuwe procedures, belangrijke beslissingen, werken aan wegen, de laatste voorstellingen in de Westrand, aankondigingen van openbare onderzoeken en inspraakmomenten, reclame voor gemeentelijke feestelijkheden, eventueel nieuwe openingsuren enz... Een goede communicatie is niet enkel nodig naar de bevolking maar ook binnen de gemeentediensten omdat het gemeentepersoneel zelf van veel zaken op de hoogte moet zijn, gezien zij zelf ook een belangrijke communicatieve taak heeft naar de burger.
10
Communicatie is wat N-VA betreft een voltijdse job en dient overkoepelend over de verschillende gemeentelijke instanties te gebeuren: gemeente, OCMW, politie, cultuurcentrum Dilbeek (CCD). Deze instanties staan namelijk allemaal in voor dienstverlening naar de bevolking. Eén overkoepelende communicatiedienst maakt het voor de burger gemakkelijk.
Concreet [1]
Een nieuwe, moderne en toegankelijke gemeentelijke webstek moet de poort worden naar alle gemeentelijke diensten. www.dilbeek.be moet een modern portaal worden naar alle diensten van de gemeente, politie, OCMW en Cultuurcentra. De gemeentelijke deelwebstekken (cultuur, jeugd, toerisme, OCMW, ...) moeten zoveel mogelijk afgestemd worden op dit centrale gemeentelijke portaal;
[2]
Op de webstek moeten alle relevante beleidsdocumenten terug te vinden zijn: N-VA is voor een transparant bestuur. Beleidsplannen (en de voortgang ervan) moeten snel door iedereen terug te vinden zijn;
[3]
Gemeenteraden zijn publiek en moeten via het internet te volgen zijn;
[4]
Alle akten, formulieren, documenten met betrekking tot de gemeentelijke dienstverlening moeten via het internet raadpleegbaar en in te vullen zijn. Een e-ID kaartlezer moet voor een kleine prijs ter beschikking gesteld worden van de burger;
[5]
Communicatie dient ook te gebeuren via sociale media: een Dilbeekse facebookpagina met de laatste aankondigingen, een twitter-account en andere dergelijke media;
[6]
Het plaatsen van elektronische communicatieborden op belangrijke plaatsen in het straatbeeld. Ook via deze weg kunnen snel en efficiënt aankondigingen gedaan worden;
[7]
Ook verenigingen moeten over voldoende aankondigingsborden voor hun activiteiten beschikken op zichtbare plaatsen. Zo moeten er geen aankondigingen meer aan elektriciteitspalen en dergelijke worden opgehangen;
[8]
Introductie van een gemeentelijke elektronische nieuwsbrief die maandelijks wordt gestuurd naar de burgers die hiervoor hun e-mail adres hebben opgegeven;
[9]
Een modern digitaal meldpunt naar het voorbeeld van de gemeente Bonheiden (http://www.bonheiden.be/Meldkaart/101580/default.aspx?_vs=0_N) wordt geïntegreerd in de webstek van de gemeente. Men kan er terecht met allerhande meldingen: losliggende tegels op voetpaden, hinderlijke zaken zoals sluikstorten, lawaai, enz... Het meldpunt is gelinkt aan een modern dossieropvolgingssysteem. Klachten kunnen hier eveneens worden gemeld.
[10]
N-VA is voorstander van een degelijke dienstverlening waarbij de burger snel weet wanneer hij of zij een antwoord kan verwachten. Een ontvangstmelding met
11
streefdatum voor antwoord (indien het antwoord niet onmiddellijk kan gegeven worden) is een evidentie. [11]
Een uitgebouwde communicatiedienst zal instaan voor al de gemeentelijke communicatie (inclusief OCMW, politie, brandweer) en dit zowel voor de interne (gemeentepersoneel) als de externe klant (burger).
Samengevat: nieuwe beleidsmaatregelen communicatie en dienstverlening ●
Een overkoepelende communicatiedienst (OCMW, politie, brandweer, gemeente) maakt werk van een modern communicatiebeleid geënt op het principe dat “de communicatie naar u komt en u niet op zoek moet gaan naar communicatie”
●
Dienstverlening via het internet wordt mogelijk gemaakt. Een verplaatsing naar het gemeentehuis is niet meer noodzakelijk
●
Een modern digitaal meldpunt voor meldingen en klachten gekoppeld aan een dossieropvolgingssysteem. De burger wordt op de hoogte gehouden van het stadium waarin de melding zich bevindt
●
Communicatie gebeurt via een brede waaier aan kanalen: elektronische communicatieborden, sociale media, moderne en gebruiksvriendelijke webstek, enieuwsbrief, gemeentelijk infoblad, ...
12
Financiën: efficiënt en doordacht beheer Analyse
Inkomsten en uitgaven
In 2011 werden de ontvangsten in Dilbeek geraamd op 39,5 miljoen euro. 10 miljoen euro zijn afkomstig uit 920 opcentiemen op de onroerende voorheffing. De aanvullende belasting op de personenbelasting van 5,5% brengt jaarlijks 12 miljoen euro op. De Vlaamse overheid stort via het gemeentefonds jaarlijks eveneens 12 miljoen euro in de Dilbeekse gemeentekas. Meer dan 3/4de van de inkomsten zijn hiermee gedekt. Daarnaast zijn er inkomsten uit de werking (1,5 miljoen euro) en inkomsten uit belastingen en boetes, goed voor een klein miljoen euro. Verder halen we nog 1,5 miljoen euro jaarlijks uit financiële ontvangsten. De grootste uitgavenposten (16 miljoen euro) zijn bezoldigingen, lasten en pensioenen van personeel. 10 miljoen euro operationele uitgaven gaan naar goederen en diensten. Een andere grote brok zijn de werkingssubsidies voor de politie (4,2 miljoen), OCMW (4,1 miljoen), brandweer (1,2 miljoen) en het cultuurcentrum Dilbeek (2,15 miljoen). Ook de vzw’s en de kerkfabrieken krijgen hun inkomsten via werkingssubsidies. Overige uitgaven zijn financiële uitgaven ofwel afbetalingen van leningen (1 miljoen in 2011). Deze leningen worden gebruikt voor investeringen. Hoe meer investeringen, hoe meer leningen af te lossen zijn.
De financiële toestand vandaag Er wordt gezegd dat de financiële toestand van Dilbeek gedeeltelijk.
goed is. Dat klopt slechts
Dilbeek heeft de afgelopen jaren voor investeringen gebruik kunnen maken van een opgebouwde reserve die er vooral is gekomen omdat er voordien niet veel werd uitgevoerd. Hierdoor konden de inkomsten (belastingen) op een laag niveau blijven. De laatste jaren zijn er echter veel investeringen gebeurd, voornamelijk op vlak van gebouwen (gemeentehuis, renovatie Westrand, lokalen voor de jeugd, containerpark, muziekacademie). Het aanspreken van een reserve (of overschotten door leningen die niet werden opgenomen) is op zich een goede zaak. Een gemeente is namelijk geen bank, hoorden we veel raadsleden zeggen de afgelopen jaren. En gelijk hebben ze. De gemeente moet echter wel investeren en kunnen blijven investeren. Een blik op dit programma laat immers zien dat er nog veel noden zijn op vlak van openbare werken, brandweer, voorzieningen voor senioren, sport,.... Vermits de reserves stilaan opgesoupeerd raken, laat de huidige staat van de financiën dit echter minder en minder toe.
13
Staat van het financieel evenwicht Uit de toelichting bij het budget (begroting) van 2012 blijkt het volgende: “indien we een projectie maken van de financiën voor de komende 6 jaar (nieuwe bestuursperiode) dan moeten we vaststellen dat een gelijkaardig niveau van uitgaven en ontvangsten niet meer houdbaar is. Bovendien krijgen de gemeentebesturen bijkomende financiële lasten zoals bijvoorbeeld de toename van de pensioensbijdragen en andere bijkomende taken in het kader van de interne staatshervorming van Vlaanderen.” Er zal dus moeten ingegrepen worden. Er is echter ook een tweede element dat een grote invloed heeft op de financiële meerjarenplanning: het nauwkeuriger en realistisch ramen en plannen. In het verleden is gebleken dat de uitvoeringspercentages sterk afweken van hetgeen gebudgetteerd werd. Ongeveer 40% van wat gepland werd in een bepaald jaar werd meestal niet uitgevoerd (in datzelfde jaar). Er werden dus leningen afgesloten die niet werden opgenomen en zo bouwde Dilbeek dan ook zijn fameuze overschotten op.
Visie en concreet In de komende bestuursperiode zullen de ontvangsten te laag zijn en de uitgaven te hoog om een evenwicht te kunnen behouden. Op een financiële reserve en éénmalige meevallers (een schuldverlichting, verkoop van het waternet, ...) zullen we de komende jaren niet meer kunnen rekenen. Ook de financiële crisis heeft haar impact op Dilbeekse financiën. Voor N-VA is het verhogen van de ontvangsten geen taboe maar we vinden wel dat eerst een oefening in goed bestuur en efficiëntie moet gemaakt worden. Concreet zien we hier verschillende mogelijkheden:
Met betrekking tot financieel beheer: [1]
Elke dienst moet een analyse vooropgestelde doelstellingen. overgebudgetteerd wordt;
maken van hetgeen bereikt werd van de Op die manier wordt duidelijk wat
[2]
Wat betreft investeringen kan er pas gebudgetteerd worden als er een quasi zekerheid is dat het project ook daadwerkelijk kan uitgevoerd worden. Hiervoor is het noodzakelijk dat er een duidelijk goedgekeurd projectplan is. Het plannen met de natte vinger kan voor ons niet meer. Begrotingen en budgetten worden dus realistisch opgesteld. Een projectmanagementbenadering moet garanderen dat de uitvoeringsgraad van deze budgetteringen drastisch verhoogd;
[3]
Vandaag is het schepencollege verantwoordelijk voor het budget. De laatste budgetopmaak 2012 gebeurde reeds in samenwerking tussen managementteam (diensthoofden + gemeentesecretaris en financieel beheerder) en schepencollege. Wij vinden dit een prima evolutie die er voor zorgt dat de betrokkenheid en verantwoordelijkheid van de diensthoofden en sectorverantwoordelijken in
14
de toekomst vergroot. Waar mogelijk is N-VA dan ook voorstander van het toekennen van het budgethouderschap waarbij elke sectorverantwoordelijke ook verantwoordelijk wordt voor zijn/haar budget; [4]
Een ontwerp van begroting moet door elke dienst toegelicht worden op het schepencollege. Dit geldt uiteraard ook voor investeringsprojecten;
[5]
Er moet bijzondere aandacht besteed worden aan de opvolging van het krijgen van subsidies, het tijdig betalen van facturen om verwijlintresten te vermijden, en de tijdige inning van retributies en gemeentelijke belastingen;
[6]
N-VA wil een grondige financiële evaluatie van de belangrijkste kostendrijvers in Dilbeek (personeel, politie, cultuurcentrum, OCMW, openbare werken, …). Die evaluatie moet, in samenspraak met de verschillende sectoren, leiden naar geschikte financieringsmethoden die het gemeentelijk budget beheersbaar houden;
Met betrekking tot efficiënt beheer: [7]
Een aantal ondersteunende dienstverleningen moeten horizontaal georganiseerd worden binnen de gehele gemeentelijke administratie, OCMW, scholen, vzw’s en politie (indien mogelijk). We denken hierbij aan informatica, financiën, onderhoud van gebouwen, communicatie, juridische ondersteuning, aankoop...;
[8]
We evalueren wat we nog zelf gaan doen of uitbesteden. In het vakjargon noemt men dit “maak of koop”-beslissingen (make or buy decisions). Voorbeelden kunnen zijn: studies voor heraanleg van straten nemen we zoveel mogelijk in eigen beheer (maak), ICT besteden we zoveel als mogelijk uit (koop);
[9]
Een kerntakendebat moet duidelijkheid brengen waar de gemeente zich de komende jaren moet op concentreren. We durven taken die hogere overheden voldoende op zich nemen af te stoten;
[10]
Grote investeringen kunnen opgenomen worden in autonome gemeentelijke structuren die belastingvoordeel en efficiëntie- en tijdswinst kunnen opleveren;
Met betrekking tot de ontvangsten: [11]
Aan de inkomstenzijde moet transparantie troef zijn. Kleine belastingen die de gemeente bijna evenveel geld kosten (om ze te innen) dan dat ze opbrengen, worden afgeschaft. Uitzonderingen hierop zijn belastingen die een sturend effect hebben zoals bvb de leegstandsheffing, heffing op verspreiden van reclamebladen,...
[12]
Inkomsten moeten hoofdzakelijk verworven worden via de personenbelasting en de onroerende voorheffing. N-VA beschouwt deze inkomstenbronnen als een
15
middel om een degelijk, realistisch en uitvoeringsgericht beleid mee te voeren. Het vast houden aan een bepaalde belastingvoet is geen doel op zich; [13]
De verkoop van gemeentelijk patrimonium mag geenszins dienen om financiële putten te vullen. Een verkoop wordt goed overwogen en dient om andere noodzakelijke investeringen mee te financieren;
[14]
Subsidies van andere overheden (provinciaal, Vlaams, Europees) moeten optimaal benut worden;
Met betrekking tot personeel: [15]
N-VA wil niet voor elke specifieke taak een ambtenaar inschakelen. Medewerkers, zeker in een administratieve rol, moeten multi-functioneel inzetbaar zijn. We voorzien hiervoor de nodige opleiding;
[16]
Personeel met een contactfunctie naar de burger toe, moeten in staat zijn om te weten waar men welke informatie kan terug vinden;
[17]
N-VA streeft ernaar om het aantal personeelsleden niet meer te doen stijgen als voorzien in de personeelsformatie. Een aantal cruciale en nu vacante functies moeten wel ingevuld worden. We denken hierbij aan een communicatieverantwoordelijke, een ingenieur voor openbare werken, een kwaliteitsverantwoordelijke,…;
[18]
Door het horizontaal organiseren van een aantal ondersteunende diensten (bvb onderhoud van gebouwen) kan er eveneens efficiënter omgesprongen worden met personeel;
[19]
Het digitaliseren van bepaalde dienstverlening moet ertoe leiden dat personeel op andere vlakken kan ingezet worden (bvb invoering digitale bouwaanvraag moet mogelijkheid scheppen om meer in te zetten op handhaving en controle op bouwovertredingen);
Met betrekking tot uitgaven en investeringen: [20]
De komende 2 jaren wil N-VA alles in het werk stellen om de financiën terug een gezonde basis te geven. Dit kan door werk te maken van de bovenbeschreven oefeningen met betrekking tot financieel en efficiënt beheer, personeelszaken en ontvangsten;
[21]
Om de begroting de komende 2 jaar wat zuurstof te geven, wil N-VA de uitgaven op vlak van goederen en diensten voor alle gemeentelijke entiteiten (gemeente, OCMW, politie, vzw’s) bevriezen (niet-indexeren), dit met uitzondering van de ondersteuning voor adviesraden en verenigingen;
16
[22]
Investeringen de komende 2 jaren blijven beperkt tot de reeds geplande projecten (heraanleg Bodegemstraat/Dorpsplein, Molenbergstraat, Spanjebergstraat, Sociale Campus, derde fase administratief centrum,…) en deze waar eventueel subsidies kunnen voor verkregen worden (bvb fietspaden) of die we samen met andere gemeenten kunnen opstarten;
[23]
De eerste 2 toekomstige schakelen we echter dat een
jaren van de komende bestuursperiode worden gebruikt om investeringen tot in de puntjes voor te bereiden. Vanaf dan een versnelling hoger wat betreft investeringen. Ook hier geldt duidelijke prioriteitenlijst moet aangehouden worden;
Samengevat: nieuwe maatregelen voor financieel beheer •
Efficiëntiewinsten worden nagestreefd (projectmanagement, budgethouderschap, enkel budgetteren wat kan worden uitgevoerd;
•
Ondersteunende dienstverlening (ICT, aankoop, onderhoud,… ) wordt horizontaal georganiseerd over alle gemeentelijke diensten heen;
•
Het kerntakendebat wordt oordeelkundig gevoerd: welke taken blijft de gemeente doen, welke niet?
•
Inkomsten via personenbelastingen en onroerende voorheffing worden gestuurd in functie van realistisch en uitvoeringsgericht beleid;
•
Verkoop van gemeentelijk patrimonium is de uitzondering en gebeurt alleen planmatig overwogen en voor noodzakelijke investeringen.
17
Veiligheid Analyse In Dilbeek hebben we jaarlijks te kampen met 1200 diefstallen. Meteen het grootste pakket aan strafbare feiten waar de politie dagdagelijks mee te maken krijgt. We doen het met net geen 30 feiten per 1000 inwoners minder goed dan de meeste van de ons omliggende gemeenten. Op het vlak van verkeersveiligheid stellen we de laatste jaren een daling vast van het aantal verkeersongevallen, behalve voor verkeersongevallen met fietsers en zwakke weggebruikers. Niet verwonderlijk als je merkt dat in de infrastructuur voor deze doelgroep al jaren niet meer wordt geïnvesteerd in Dilbeek. Maar de bevolking ergert zich nog het meest aan overlast en kleine criminaliteit. Ergernis die nu bij gebrek aan middelen en tijd van onze politiediensten niet of onvoldoende kan worden bestreden. Met een totale oppervlakte van meer dan 4000 ha en meer dan 40.000 inwoners staat Dilbeek de komende jaren een zware taak op het vlak van veiligheid te wachten. De nabijheid van Brussel en de aanwezigheid van belangrijke verkeersaders zorgen voor een extra criminaliteitsdruk op ons politiekorps. Ook de aanwezigheid van brandweer en andere hulpdiensten in de gemeente is van cruciaal belang. (*) cijfers: Security.aspx?commune589=Dilbeek
Visie Veiligheid behoort tot de kwaliteit van het leven. Voor de N-VA heeft de overheid de plicht de veiligheid van alle burgers te verzekeren en onveiligheid integraal en – zo nodig – radicaal aan te pakken. Veiligheid is meer dan een goed werkende politie en justitie. Veiligheid vraagt een integrale aanpak. Deze aanpak vertrekt van een doeltreffend preventiebeleid op alle vlakken en op alle niveaus. Indien preventie niet slaagt, moeten hulpdiensten, politie en justitie hun werk kunnen doen. Bij de uitvoering van haar kerntaken zoekt de politie naar partnerschappen. Ook elke burger dient zelf bij te dragen aan een meer veilige samenleving. Veiligheid is immers een collectieve verantwoordelijkheid. Voor N-VA moet Dilbeek werk maken van de strijd tegen overlast. Een doordacht lik-opstukbeleid kan bijdragen tot een beter samenleven in onze gemeente. Veiligheid is een legitieme basisbehoefte voor alle burgers. Het welzijn is onlosmakelijk verbonden met een gevoel van veiligheid. Een veilige omgeving is een voorwaarde om andere activiteiten (werken, spelen, sporten, …) te kunnen ontwikkelen.
18
De verschillende vormen van criminaliteit spelen uiteraard een belangrijke rol in het debat over veiligheid. Diefstal in al zijn vormen maakt de meeste slachtoffers. (in 2010 meer dan 60% van de strafrechtelijke inbreuken) De angst om slachtoffer te worden van agressie (verbale agressie, achtervolging, geweld, seksuele misdrijven) is wellicht de grootste bron van onveiligheidsgevoelens. De steeds drukker wordende wegen, overdreven snelheid, het rijgedrag van bepaalde chauffeurs,… dragen bij aan het gevoel van verkeersonveiligheid. Overlast zorgt voor grote ergernis. Het gaat daarbij over de vele vormen van storend gedrag die het samenleven kunnen bederven en het onveiligheidsgevoel kunnen voeden. Dat gaat van eenvoudige dingen, onaangenaam maar op zichzelf niet strafbaar, zoals het samendrommen van mensen op openbare plaatsen, tot kleine overtredingen, zoals vandalisme, sluikstorten of nachtrumoer. De grens tussen overlast en criminaliteit is niet altijd scherp te trekken. Recht op veiligheid heeft ten slotte ook betrekking op een afdoende bescherming tegen brand, rampen en onheil (de civiele veiligheid). De aanpak van onveiligheid is niet alleen een kwestie van meer blauw op straat. De recente budgettaire beperkingen en de, als gevolg daarvan, vertraagde rekrutering laten hiervoor weinig ruimte. Het verder snoeien in de middelen van politie en brandweer zou echter de bereikbaarheid van deze diensten in het gedrang brengen en bijgevolg de veiligheid van de burgers zichtbaar verminderen. Dit is zeker niet de bedoeling van NVA Dilbeek. De politiehervorming leidde tot een reflectie over de basisprincipes van de werking van de politiediensten. Een centraal begrip daarbij, in het bijzonder voor wat de werking van de lokale politie betreft, is de gemeenschapsgerichte politiezorg. De politie hoort niet tegenover of naast maar middenin de maatschappij te staan en aandacht te hebben voor de bezorgdheden die bij de bevolking leven. De wijkagenten moeten hiervoor zo efficiënt mogelijk worden ingezet in functie van het aantal inwoners én de oppervlakte van hun wijk of sector. N-VA pleit er echter voor een deel van deze taakinvulling op de straat te laten invullen door uitbreiding van de gemachtigde opzichters. Dit kunnen werkzoekenden zijn die met een beperkte opleiding bepaalde toezichthoudende functies kunnen opnemen of bepaalde administratieve taken uitvoeren. De aanwezigheid van ‘opzichters’ zal plegers van overlast en kleine criminaliteit ontraden. Een integraal veiligheids- en preventiebeleid betekent dat alle mogelijke oorzaken en gevolgen in kaart moeten worden gebracht en dat naar oplossingen wordt gezocht met alle betrokken partners. De politie vormt een belangrijke schakel van het veiligheidsnetwerk, maar ook andere hulpdiensten, gemeentelijke diensten, verenigingen en inwoners hebben een rol te spelen. Burgemeester en Procureur des Konings zijn wettelijk de eindverantwoordelijken van het lokaal politiebeleid. In Dilbeek wordt het gehele lokale veiligheidsbeleid al jaren voor het grootste deel toevertrouwd aan de lokale politie.Wanneer de resultaten op sommige vlakken uitblijven stort men zich vaak onterecht op de politie. Het komt echter de gemeenteraad toe de prioriteiten van het veiligheidsbeleid vast te stellen en zijn verantwoordelijkheid op te nemen voor de totstandkoming van een integrale aanpak. N-VA wil die verantwoordelijkheid nemen samen met alle partners in de gemeente.
19
De politie zoekt ook naar synergie met andere politiekorpsen met het oog op een meer efficiënte inzet van de beschikbare middelen. Voor N-VA dringt een verdere schaalvergroting met andere korpsen zich op. Maar te grote politiezones kampen ook met hun eigen efficiëntieproblemen. Voor N-VA mag budgettaire efficiëntie van een grote politiezone niet leiden tot functionele inefficiëntie. Ook na de vorming van de hulpverleningszones in het raam van de brandweerhervorming blijft Dilbeek een belangrijke rol spelen in de organisatie van performante civiele veiligheidsdiensten (brandweer en dringende medische hulpverlening) die overal snel en doeltreffend kunnen optreden. Hiertoe voorziet N-VA in voldoende logistieke ondersteuning voor de voorpost van de brandweer van Asse. Toch moet de kosten en batenanalyse opnieuw worden gemaakt, zeker voor wat betreft opdrachten ver buiten de gemeentelijke grenzen. Ook voor medische teams die komen van de verschillende ziekenhuizen wil N-VA een bijkomend overleg zodat snelle Nederlandstalige hulp gewaarborgd blijft. Voor N-VA is de uitvoering van dit hele pakket voorstellen enkel mogelijk door het aanstellen van een bevoegde schepen voor zowel veiligheidsbeleid in al zijn aspecten (politioneel, hulpverlening, externe partners,…), als het voorafgaande preventiebeleid. Een gecoördineerde aanpak van veiligheid met een duidelijke visie en eenvormige toepassing binnen alle diensten. Dan kan men komen tot een gestructureerd en coherent beleid inzake veiligheid en kan Dilbeek zich opnieuw veilig noemen.
Concreet [1]
De politie moet zich op haar kerntaken concentreren: de efficiënte bestrijding van de criminaliteit en overlast en de handhaving van de openbare orde;
[2]
Uitbreiding van de groep ‘gemeentelijke opzichters’ die de oneigenlijke politietaken overnemen maar gelinkt worden aan de huidige bestaande wijkagenten;
[3]
Synergie realiseren met andere politiekorpsen met het oog op een meer efficiënte inzet van de beschikbare middelen;
[4]
Actievere aanpak van de voedingsbodem van onveiligheid: een doeltreffend preventiebeleid op alle vlakken en op alle niveaus: onderwijs, werkgelegenheid, armoedebestrijding, huisvesting en inburgering;
[5]
Preventieve acties (bvb. tegen woningbrand, diefstalpreventie, verkeersveiligheid in dorpskernen en rond scholen, druggebruik…) moeten op korte termijn gevolgd worden door gerichte controles (verhoging van de pakkans) en repressief optreden om een zo efficiënt mogelijk beleid te kunnen voeren;
[6]
Ook burgers kunnen hun verantwoordelijkheid opnemen inzake veiligheid via preventienetwerken of buurtinformatienetwerken; bestaande wijken buurtwerkingen zullen hierop aangesproken worden als proefproject;
20
[7]
De strijd tegen alle vormen van overlast wordt opgevoerd: de gemeentelijke administratieve sancties (GAS-reglementen) worden daarbij de instrumenten van het lokaal handhavingsbeleid;
[8]
Een doeltreffende en correcte verkeershandhaving (verkeerscontroles) maakt wezenlijk onderdeel uit van het veiliger maken van ons wegennet;
[9]
Voldoende logistieke ondersteuning voor de voorpost van de brandweer van Asse maar kosten-batenanalyse voor opdrachten die ver buiten de gemeentelijke grenzen plaatsvinden;
[10]
Blijvend overleg met de federale overheid over medische teams die van de verschillende ziekenhuizen in Dilbeek interveniëren zodat snelle Nederlandstalige hulp gewaarborgd blijft;
[11]
Eén schepen bevoegd maken voor een geïntegreerd veiligheids- en preventiebeleid.
Samengevat: nieuwe maatregelen voor Veiligheidsbeleid: ●
Eén schepen wordt bevoegd voor een geïntegreerd veiligheids- en preventiebeleid;
●
Fusie met andere politiezones realiseren maar oog houden op functionele efficiëntie;
●
Doeltreffend preventiebeleid gesteund door repressieve opvolging zowel door politiek als justitie;
●
Burgers worden betrokken door uitbreiden van buurtinformatienetwerken;
●
Uitbreiding van overnemen;
●
Striktere toepassing van de GAS-reglementen;
●
Blijven investeren in efficiënte Nederlandstalige hulpverlening.
het
pakket
gemachtigde
opzichters
die
oneigenlijke
politietaken
21
Lokale economie
Analyse In Dilbeek zijn meer dan 2.600 ondernemingen actief, waarvan meer dan de helft rechtspersonen. Naast de grote bedrijven die zich voor het grootste deel situeren op de verschillende bedrijventerreinen, bestaat het overgrote deel uit KMO’s en lokale zelfstandigen. Het is belangrijk dat voor bedrijven de ruimte gecreëerd wordt en een duidelijk beeld geschetst wordt van de vestigingsmogelijkheden. Onze ondernemingen zorgen voor een groot aantal banen binnen de gemeente Dilbeek. De grotere bedrijven zorgen voor aantrekking van kleinere ondernemingen in de diensten en horecasector. Deze laatste sectoren zijn cruciaal voor jobcreatie bij de laaggeschoolden. Het zijn net die jobs die nodig zijn om de werkloosheid in te dijken. De gemeente kan hierbij een belangrijke rol spelen door bedrijven en lokale diensten voor tewerkstelling bij elkaar te brengen. Een aanzienlijk deel van de Dilbeekse ondernemingen zijn restaurants en cafés. Door een andere beleving van vrijetijdsbesteding en bijkomende wettelijke verplichtingen (hygiëne, rookverbod, …) heeft de horeca een dalende trend ingezet. Nochtans is dit de sector bij uitstek om andere sectoren (toerisme, sport, recreatie, evenementen) te bevorderen of te versterken. De gemeente die al deze sectoren respecteert, zorgt voor een aangepast beleid. Daarom is het noodzakelijk de nodige aandacht te hebben voor zowel de kruidenier of café om de hoek, als voor het grote bedrijf op een lokaal bedrijventerrein. Een stevig economisch draagvlak vormt een cruciale pijler voor de welvaart en leefbaarheid van de gemeente.
Visie Voor N-VA moet Dilbeek een ondernemersvriendelijke gemeente worden in nauw contact met de ondernemers. Voor economische initiatieven kiest N-VA voor een samenwerking met privé partners. Lusten en lasten van bedrijventerreinen en lokale diensten moeten correct verdeeld worden. Het gunnen van openbare aanbestedingen gebeurt steeds vanuit een maximale transparantie, objectiviteit en kwaliteit. Inhoudelijke kwaliteitsgaranties en kostprijs moeten evenwaardige criteria worden bij aanbestedingen. Voor N-VA is transparantie en voorspelbaarheid in de beleidsbeslissingen ondernemingsgezinde toekomstgerichte houding noodzakelijk.
en
een
De N-VA pleit voor de versterking van de bestaande dorpskernen. De uitstraling van de kern is immers hét uithangbord voor Dilbeek en vormt zo de basis voor een bloeiende lokale economie, toerisme en horeca.
22
Voor de N-VA is het van belang dat bedrijven voldoende ruimte hebben om zich te ontwikkelen. Er mag echter niet kwistig omgesprongen worden met de beperkte beschikbare ruimte. Daarom is het van belang om allereerst na te gaan of het mogelijk is om de benutting van bestaande bedrijventerreinen op korte termijn te optimaliseren en saneren. Bij de ontwikkeling van bedrijfslocaties is er volgens de N-VA vooral nood aan het vooraf vastleggen welke soort bedrijven we willen aantrekken en hierover inspraak en communicatie organiseren met de buurt en lokale ondernemers Werk is voor de N-VA een cruciale factor voor een sterke sociale cohesie en economische welvaart in Dilbeek.
Concreet [1]
Er komt in Dilbeek een uniek aanspreekpunt voor lokale economie. Op regelmatige basis zullen ondernemers, klein en groot, door de overheid samengebracht worden om een sterker en efficiënter economisch beleid op gemeentelijk niveau te verwezenlijken;
[2]
De communicatie van de gemeentelijke overheid met de lokale bedrijfswereld wordt geoptimaliseerd. Bv. naar aanleiding van wegenwerken, termijn voor aanvraagdossiers, gedigitaliseerde aanvraagformulieren en attesten en eenvormige beslissingen,...
[3]
Waar mogelijk moet voor een vruchtbare Publiek-private Samenwerking (PPS) worden gekozen, zoals bvb. voor de bouw en uitbating van sportterreinen en centra, zwembad, vrije tijdsinfrastructuur;
[4]
Er wordt een horecabeleidsplan opgemaakt met concrete doelstellingen voor de ontwikkeling van de horeca in Dilbeek. De voorbereiding en uitvoering van dit plan verloopt in nauwe samenspraak met de bestaande lokale horeca. De horeca wordt actief betrokken bij acties en promoties van de lokale overheid;
[5]
Er komt een duidelijke analyse van de bestaande bedrijfsinplantingen in Dilbeek en de nood aan nieuwe invullingen in de bestaande bedrijventerreinen. Een belangrijke vereiste bij de locatie van nieuwe terreinen is dat het (landelijke) karakter, afgetoetst per deelgemeente, niet wordt aangetast (zie ook thema: Ruimtelijk Beleid). Zonevreemde bedrijven die te veel overlast veroorzaken voor de omgeving dienen (op termijn) geherlokaliseerd te worden;
[6]
Het herwaarderen van de dorpskernen als winkelzone, horecalocatie ontmoetingsplaats, met de noodzakelijk aangepaste verkeersinfrastructuur;
en
[7]
Via een versterking van het activerend arbeidsmarktbeleid helpen we werkzoekenden uit Dilbeek hun weg te vinden naar het bemiddelings- en opleidingsaanbod en de openstaande vacatures binnen en buiten onze gemeente.
23
Samengevat: nieuwe beleidsmaatregelen Lokale Economie: •
Zorgen voor permanent contact tussen de overheid en de ondernemingen;
•
Een horecabeleid uitzetten als motor voor andere activiteiten en vrijetijdsbesteding;
•
Dorpskernen herwaarderen als winkelomgeving;
•
De bestaande bedrijfslocaties correct invullen en nieuwe bedrijfsruimte efficiënt inplanten.
24
Wij spreken uw taal
25
Het Kostbare Sociaal weefsel Analyse Onze samenleving evolueert voortdurend en Dilbeek, aan de rand van de grootstad, ontsnapt hier niet aan. Vooral de bevolkingsaangroei (met o.m. de uitstroom vanuit de grootstad alsook een hoger geboortecijfer), immigratie (wegvallen van staatsgrenzen) en de vergrijzing van de bevolking spelen een cruciale rol in deze evolutie. Al deze uitdagingen vragen naar meer kinderopvang, onderwijsvoorzieningen, rust- en verzorgingscentra, ontspanningscentra, enz. Ook de gezinsvormen zijn meer divers geworden: eenoudergezinnen, nieuwe samengestelde gezinnen, kansarme gezinnen, enz. Met die verscheidenheid moet rekening worden gehouden. Een doeltreffend gezinsbeleid, het geven van ruimte aan de jeugd om zich te ontplooien en het versterken van het sociaal weefsel moeten ervoor zorgen dat Dilbeek opnieuw een hechte gemeenschap wordt. Het aantal 65-plussers groeit gestaag. In de toekomst wordt Dilbeek dan ook geconfronteerd met bijkomende vraag naar capaciteit van seniorenhuisvesting. Dit vraagt een proactieve houding van het gemeentebestuur en afstemming van de financiële meerjarenplanning.
Visie Algemeen Onze gemeente is zeer kwetsbaar gelegen wat maakt dat het gemeentebestuur bijzonder oog moet hebben voor de uitdagingen die daarmee gepaard gaan. Voor N-VA staat hiertoe de ondersteuning en uitbouw van het sociaal weefsel van de gemeente centraal. Dit is voor ons immers de onderbouw waarop alles steunt of valt. Het sociaal weefsel is voor ons een kringloop die vertrekt van de individuele burger (als alleenstaande of gezin), zijn wijk, zijn vereniging, … naar het ruimere gemeenschapsleven, de ganse bevolking, alle instellingen en organisaties die op het grondgebied van de gemeente actief zijn. Gezien de specifieke omgevingsanalyse is die verwevenheid van de eigen leefwereld met het grotere geheel in Dilbeek heel fragiel. Het beleid moet hier dan ook proactief mee omgaan: ondersteunen waar initiatief aanwezig is, stimuleren en sensibiliseren waar het moet geactiveerd worden.
Bovendien zijn wij ervan overtuigd dat uitgerekend een sterk sociaal weefsel ook oplossingen biedt voor heel wat maatschappelijke uitdagingen als migratie,
26
verstedelijking, ontnederlandsing, armoede, sociale vervreemding, ... Een win-win situatie dus voor de gemeente als geheel, haar inwoners en het beleid.
In het bijzonder Gezin Hoewel het klassieke gezinspatroon vervaagt, blijft het gezin voor N-VA één van de hoekstenen van onze maatschappij. Het is bij uitstek het vertrekpunt voor betrokkenheid bij diverse beleidsdomeinen: onderwijs, jeugd, verenigingsleven, … Gezin en werk zijn echter vaak moeilijk te combineren en verplicht gezinnen tot het maken van belangrijke keuzes. Voor N-VA moet een lokaal beleid ter ondersteuning van de gezinnen oog hebben voor een voldoende, betaalbare en flexibele kinderopvang, opvoedingsondersteuning, een aangepast woonbeleid, … Buurt- en wijkwerking N-VA beschouwt het als een ware uitdaging om van de Dilbeekse wijken en buurten opnieuw bruisende gemeenschappen te maken. Buurt- en wijkfeesten zitten alvast in de lift. Maar ook het betrekken van wijken en buurten bij de totstandkoming van het beleid is essentieel voor een doorleefde samenhorigheid. Voor N-VA is dit een pijler van de basisdemocratie die in de toekomst meer aandacht moet krijgen. Het leidt in positief geval tot responsabilisering van de burger en zijn buurt maar ook tot kwalitatief betere beleidsbeslissingen. En het vermijdt de zure situaties van tegendraadse actiegroepen of anti-comités. Verenigingsleven Het Dilbeekse verenigingsleven (sport, sociaal, jeugd, cultuur, ...) heeft een sterke traditie. Voor N-VA moet dat in de toekomst nog meer uitgespeeld worden als buffer tegen de verstedelijking en sociale vervreemding. Voor het georganiseerde verenigingsleven aangesloten bij erkende adviesraden is N-VA voorstander van een hernieuwd engagement vanwege het bestuur: de wederzijdse adviesfunctie kan versterkend bijdragen tot kwalitatieve beleidsvoering indien ze consequent wordt toegepast. De gemeente kan hiertoe ook concrete ondersteuning bieden. Bv het draaiboek ‘Help, ik organiseer’ binnen de cultuurverenigingen kan uitgebreid worden naar andere sectoren. Ook de financiële ondersteuning voor de ganse sector van het verenigingsleven is essentieel. Inhoudelijk zijn de subsidiereglementen binnen cultuur, jeugd en sport de voorbije bestuursperiode aangepast. Maar de subsidiebedragen zijn de voorbije 10 jaren niet meer gewijzigd, noch geïndexeerd terwijl ook verenigingen te kampen hebben met stijgende levensduurte, energieprijzen, enz. Voor N-VA mag dit debat zeker gevoerd worden.
27
Vrijwilligerswerk Alle vrijwilligers, zowel actief in het ruimere verenigingsleven als individueel bij bepaalde dienstverlening (bv de vervoerdienst en andere), verdienen onze uiterste waardering. Ze vormen het cement van het sociale weefsel dat ons zo dierbaar is en dat we willen versterken. Bijzondere aandacht is dan ook vereist vanwege de gemeente om de vrijwilligers waar mogelijk te ondersteunen (financieel en/of logistiek) en te waarderen (regelmatig bedankingsevenement). Daarbij hoort ook het oproepen, werven of aanmoedigen door de gemeente van nieuwe vrijwilligers via zeer gerichte communicatie.
Concreet Gezinsbeleid [1]
[2]
Oprichting van een opvoedingswinkel waar ouders op een laagdrempelige wijze terecht kunnen met al hun kleine en grote vragen over de opvoeding van hun kinderen (eet- en slaapproblemen, beveiligde toegang tot het internet, alcohol en drugs, ADHD, ...); Permanente aandacht vanwege het gemeentelijk beleid voor alle aspecten waar gezinnen bij betrokken zijn: mobiliteit, huisvesting (o.m. samenwerking met Vlabinvest versterken), kinderopvang, … (Zie ook onderluik 'Sociaal Beleid');
Buurt- en Wijkwerking [3]
De logistieke en financiële ondersteuning van wijk-, straat- en buurtfeesten wordt verdergezet;
[4]
Georganiseerd wijkoverleg tussen bewoners en gemeentebestuur responsabilisering en betere kwalitatieve besluitvorming mogelijk
[5]
Wijkoverlast en vandalisme worden actief bestreden. Verschillende instrumenten kunnen daarbij worden ingezet: van opvoedingsondersteuning, welzijnswerk tot straatverbod….
moeten maken;
Verenigingsleven
[6]
Hernieuwd engagement vanwege de gemeente rond de adviesfunctie van de erkende raden;
[7]
Verdere ondersteuning van het verenigingsleven door middel van het evenementenloket, ter beschikking stellen van infrastructuur, logistieke steun, informatiedoorstroming via gemeentelijke kanalen, een gepaste subsidiëring,...
28
Vrijwilligerswerk
[8]
Via gerichte communicatie gaan gemeente en OCMW actief op zoek vrijwilligers in het kader van de dienstverlening in alle betrokken geledingen;
naar
[9]
De gemeente vrijwilligers.
haar
organiseert
een
tweejaarlijks
bedankingsfeest
voor
al
Samengevat: nieuwe beleidsmaatregelen sociaal weefsel ●
Oprichting van een opvoedingswinkel;
●
Betaalbaar wonen in eigen streek mogelijk maken (zie Woonbeleid);
●
Band tussen bestuur, administratie en wijk- en buurtwerking stimuleren;
●
Evaluatie en bijsturing van het pas opgerichte evenementenloket;
●
Organisatie van een tweejaarlijks bedankingsevenement voor alle vrijwilligers;
29
Vlaams beleid Analyse Sinds de fusies van de gemeenten in 1976 werd in Dilbeek over alle partijpolitieke grenzen heen, zorgvuldig gewaakt over het behoud van het Vlaams karakter van de gemeente. In die periode werd Dilbeek extern lange tijd geassocieerd met een kordaat Vlaams bewustzijn aan de rand van de grootstad. Hoewel het ééntalig Vlaamse karakter van onze gemeente grondwettelijk is vastgelegd, zijn er nog altijd partijen en politici die dit in twijfel trekken. Aan deze overbodige discussie komt bovendien maar geen einde: zolang het kiesarrondissement Brussel-HalleVilvoorde niet ordentelijk wordt gesplitst, blijft anderstalige politieke inmenging in een eentalige politieke kieskring voor problemen zorgen. Het geeft het anderstalige deel van de Dilbeekse bevolking alleszins weinig motivatie om zich te gaan integreren. N-VA is er bovendien van overtuigd dat het huidige voorstel in het ‘Vlinderakkoord’ tot splitsing van de kieskring en het gerechtelijk arrondissement deze anderstalige politieke inmenging niet zal oplossen! Een bijkomende golf van ontnederlandsing gebeurde in de loop van de jaren negentig en leidde tot de problematiek die iedereen vandaag aan de lijve kan ondervinden. In kleuter- en basisscholen, in sportkringen, in winkels, op de markten…: overal kan je de ontnederlandsing van Dilbeek dagelijks vaststellen. Waar de ontnederlandsing van Dilbeek in de jaren 1980-1990 eerder mocht toegeschreven worden aan een groeiende aanwezigheid van louter Franstaligen, is de huidige ontnederlandsing eerder het gevolg van toenemende mondialisering en groeiende aanwezigheid van ‘internationale anderstaligen’. Het spreekt voor zich dat het gemeentelijk beleid zich terdege moet wapenen tegen deze gewijzigde tendensen.
Visie Voor N-VA dringen zich dan ook drie noodzakelijke beleidsmaatregelen op:
De gemeente Dilbeek -‐ het gemeentebestuur en het voltallig gemeentelijk personeel -‐ moeten opnieuw een prioritaire rol spelen om van Dilbeek terug een zelfbewuste Vlaamse gemeente te maken Een consequente en zelfbewuste houding vanuit het ganse gemeentebestuur is voor N-VA primordiaal om de ontnederlandsing van de gemeente tegen te gaan. De taalwetgeving is hierin een strikte richtlijn en het gemeentebestuur en -personeel vertolken hierin een cruciale voorbeeldrol naar bevolking, diensten, organisaties, verenigingen, ...
30
De gemeente Dilbeek begeleidt zelf op actieve wijze de anderstalige inwijkelingen en biedt hen kansen tot integratie en aanpassing. Een meer kordate en zelfbewuste houding vanwege het totale gemeentebestuur betreffende het Vlaams Beleid moet gekoppeld worden aan een vernieuwde aanpak om de integratie- bereidheid van anderstaligen te bevorderen. De missietekst van het Vlaams Manifest dient daarbij de leidraad te zijn: “Welkom in Dilbeek is immers hij of zij, van welke taal-, cultuur- of volksgemeenschap ook afkomstig, die bereid is de eigenheid van de plaatselijke bevolking en de streek te respecteren en te aanvaarden en zich in te schakelen in de Vlaamse gemeenschap van Dilbeek.” Het is deze noodzakelijke basisvorm van wederzijds respect die het mogelijk moet maken de gemeente leefbaar en bestuurbaar te houden aan de rand van de grootstad.
Het Vlaams karakter van de gemeente kan onrechtstreeks via diverse beleidsdomeinen versterkt worden: ruimtelijke ordening, lokaal grond-‐ en woonbeleid, sport, middenstand, toerisme, ... Een belangrijke rol is weggelegd voor Ruimtelijke Ordening, met daarin het Vlaams Strategisch Gebied rond Brussel (VSGB). Het gemeentebestuur krijgt hiermee een belangrijke opdracht tot het maximaal behoud van de open ruimte, de fysieke begrenzing van Brussel en een halt toe te roepen aan de verstedelijking. Ook het voeren van een lokaal gemeentelijk woon- en grondbeleid draagt bij tot recht op wonen in de eigen streek en het tegengaan van sociale verdringing. De actieve Dilbeekse medewerking aan het Toeristisch actieplan Groene Gordel moet de specifieke identiteit van de Vlaamse Rand extra verankeren. En het spreekt voor zich dat in de beleidsdomeinen Sport, Middenstand, Onderwijs, ... ook voldoende aandacht moet besteed worden aan het bestendigen van het Vlaams karakter van onze gemeente.
Concreet Een prioritaire rol voor gemeente, gemeentebestuur en gemeentelijk personeel: [1]
De uitvoering van de geplande splitsing van B-H-V wordt op de voet gevolgd en alle mogelijke nadelen via de Staten-Generaal van burgemeesters en schepenen van Halle-Vilvoorde aangevochten;
[2]
De samenwerking met het Platform van Vlaamse Randgemeenten wordt bestendigd en constructief onderhouden;
31
[3]
De gemeente geeft zelf het goede voorbeeld en voert de bestuurstaalwet naar de letter uit; het voltallige gemeente- en OCMW-personeel (van loketdiensten tot onderwijs- en politiepersoneel) wordt d.m.v. een dienstnota regelmatig op de hoogte gebracht van de wetgeving en naleving in de praktijk ervan;
[4]
Er wordt een Vlaams Manifest opgesteld waarbij een standvastige communautaire politiek in Dilbeek wordt vastgelegd tussen gemeentebestuur, inwoners, verenigingen, handelaars, organisaties …. Het taalbeleidsplan, opgesteld in samenwerking met het Huis van het Nederlands, krijgt hierin zijn plaats;
[5]
Binnen de gemeentelijke diensten wordt een cel ‘Vlaams Beleid’ opgericht met als doel alle aspecten van het Vlaams Beleid nauwkeurig op te volgen en waar mogelijk proactief of sensibiliserend op te treden;
[6]
Oprichting van een specifieke gemeentelijke adviesraad waarin alle actoren betrokken worden die op gemeentelijk niveau met anderstaligheid te maken hebben (verenigingsleven, sport, middenstand, onderwijs, …);
[7]
Met aannemers of nutsbedrijven worden vooraf klare afspraken gemaakt over het plaatsen van eentalig Nederlandstalige wegwijzers en signalisatieborden bij openbare werken;
[8]
Nauwkeurig toezicht of de overheidsbedrijven die op ons grondgebied gevestigd of actief zijn (Belgacom, De Post, Spoorwegen, de Lijn, …) de bestuurstaalwet stipt naleven en op consequente wijze optreden als er overtredingen worden vastgesteld;
[9]
Als concessieverlenende overheid en uitgaande van het eigendomsrecht legt de gemeente voorwaarden op met betrekking tot het taalgebruik door de concessiehouder (voor bijvoorbeeld reclame op informatiezuilen en wachthokjes) en bij overtredingen wordt het contract opgezegd;
[10]
Via een reeks modelbrieven worden permanent bedrijven, particulieren of instanties aangeschreven die het Vlaams manifest overtreden en wordt hen gewezen op de nadelige gevolgen ervan voor hun eigen werking;
Voor mogelijke concrete uitwerkingsmaatregelen: zie hiertoe reeds klaargestoomde teksten: ‘steun aan de Conferentie van de Vlaamse Burgemeesters en schepenen’, ‘goedkeuren van het Vlaams Manifest’, ‘Dienstnota voor het personeel’, ‘allerlei modelbrieven’, …/
Begeleiding van anderstalige inwijkelingen en kansen bieden tot integratie en aanpassing: [11]
Alle nieuwe inwoners, in het bijzonder anderstaligen, worden onthaald via een vernieuwde onthaalprocedure waarbij hen er correct op gewezen wordt dat ze zich in het Nederlandse taalgebied bevinden en dat de kennis van de taal van hun nieuwe leefgemeenschap onontbeerlijk is voor een vlotte integratie;
32
[12]
Alle nieuwe inwoners wordt een ‘integratiecharter’ voorgelegd als wederzijds engagement (vanwege de gemeente: om alles te doen wat in haar mogelijkheden ligt opdat nieuwe inwoners zich snel thuis voelen / vanwege de nieuwe inwoners: dat ze zich inspannen om snel de eigenheid en de taal van hun nieuwe leefgemeenschap te verwerven); met de ondertekening van dit charter wordt een krachtig signaal gegeven dat we er samen werk van willen maken om van Dilbeek een gezellige en gastvrije Vlaamse gemeente te maken;
[13]
Introductie van een ‘verenigingscheque’ die nieuwe gezinnen of inwoners automatisch betrekt bij het lokale verenigingsleven: de cheque kan gebruikt worden om het eerste lidgeld te betalen bij één van de erkende verenigingen;
[14]
Het voeren van een specifieke inburgeringactie naar nieuwkomers van vreemde afkomst: het Vlaamse inburgeringdecreet vat nieuw- én oudkomers door de inburgeringplicht; ze worden verplicht om binnen het jaar een inburgeringtraject te doorlopen; naast een Nederlandse taalcursus en een cursus Maatschappelijke Oriëntatie, wordt er aan elke inburgeraar een cursus toeleiding naar de arbeidsmarkt (loopbaanoriëntatie) aangeboden; het succesvol beëindigen van dit primaire inburgeringtraject leidt tot het bekomen van een inburgeringattest;
[15]
Er wordt aan actieve taalpromotie gedaan in samenwerking met het Huis van het Nederlands, vzw De Rand en de provincie Vlaams-Brabant; op die wijze kunnen alle anderstaligen (ook Belgen) worden bereikt en kan voor hen de drempel naar de Nederlandse taalverwerving worden verlaagd;
[16]
De gemeente neemt betreffende het gemeentelijk onderwijs ook zelf initiatieven om kinderen met taalachterstand bij te werken; de keuze van de ouders voor ons Nederlandstalig onderwijs moet een bewuste keuze zijn; we vragen de ouders dan ook een engagementsverklaring te tekenen waarin zij het Nederlands als onderwijs- èn omgevingstaal erkennen en zich ertoe verbinden dit te respecteren en te bevorderen;
Voor mogelijke concrete uitwerkingsmaatregelen: zie hiertoe reeds klaargestoomde teksten: betreffende Onthaaldagen, Integratiecharter, Verenigingencheque, Inburgeringdag, NT2, gemeentelijk basisonderwijs, …
Bijzondere aandacht voor enkele specifieke beleidsdomeinen…: [17]
Betreffende Ruimtelijke Ordening wordt alles in het werk gesteld opdat de gemeente Dilbeek in al haar beslissingen over ruimtelijke ordening de strategie hanteert om de open ruimte maximaal te behouden, Brussel fysiek te begrenzen en de verstedelijking tegen te gaan;
[18]
Strikte toepassing van de nieuwe Vlaamse Wooncode: de bereidheidclausule voor huurders en kandidaat-huurders om Nederlands te leren wordt
33
daadwerkelijk toegepast; de vertegenwoordigers van de gemeente bepleiten de toepassing van dit instrument in de sociale huisvestingsmaatschappijen; de mogelijkheden van het decreet ‘wonen in eigen streek’ maximaal benutten (zie ook: Woonbeleid); [19]
Er wordt meer belang gehecht aan het toepassen van een lokaal grondbeleid; met de oprichting van een grondfonds wordt een strategisch grondbeleid gevoerd (o.a. ruil ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening); de jaarlijkse kredieten die de gemeente voorziet, zullen aangevuld worden met de opbrengst van de verkoop (beperkt);
[20]
bij doorverkoop van gemeentelijke gronden wordt rekening gehouden met bepaalde criteria die in een toewijzingsreglement worden voorzien; zo geven we de voorkeur aan inwoners van de gemeente of personen die nauw betrokken zijn met de lokale leefgemeenschap; ook een eerste eigendom, inkomensgrenzen of andere sociale randvoorwaarden kunnen een rol spelen; een belangrijke doelgroep zijn vooral de mensen die te veel verdienen voor een sociale woning maar onvoldoende om een eigen woning aan te schaffen;
[21]
de gemeente Dilbeek neemt voldoende initiatieven - in samenwerking met de provincie Vlaams-Brabant en de Vlaamse minister bevoegd voor de Rand en Toerisme - om het toeristisch onthaal te versterken, de subregionale hefboomprojecten en kleinere attractiepunten in de regio’s Pajottenland en Zennevallei te ondersteunen, het fiets- en wandelroutenetwerk Groene Gordel uit te breiden, logiesmogelijkheden en een verdere uitbouw van het verblijfstoerisme te faciliteren en te promoten;
Voor mogelijke concrete uitwerkingsmaatregelen: zie hiertoe reeds klaargestoomde teksten over het behoud van de groene gordel, lokaal grondbeleid, toerisme en Vlaamse verankering, …
34
Samengevat: nieuwe beleidsmaatregelen Vlaams Beleid ●
Vlaams Beleid is voortaan een kerntaak van het ganse gemeentebestuur en personeel; regelmatige dienstnota’s en opleidingen (loketfuncties) zijn daarbij het instrument;
●
invoering inburgeringsactie vanwege het gemeentebestuur;
●
integratiecharter en engagementsverklaring responsabiliseren de nieuwkomers;
●
de verenigingscheque betrekt de nieuwkomer sneller bij het lokaal verenigingsleven;
●
laagdrempelige taallessen, ook voor anderstalige ouders van leerlingen in gemeentelijke scholen;
●
versterkt invoeren van principe ‘Wonen in eigen streek’, inclusief een eigen grondbeleid;
●
sensibiliseringsacties rond gebruik van het Nederlands via Sport, Middenstand, Jeugd;
●
toerisme als hefboom tot versterking van eigen identiteit van onze gemeente in de Vlaamse Rand.
35
Inburgering en migratie Analyse Toenemend aantal vreemdelingen Onze samenleving evolueert. En Dilbeek - aan de rand van de grootstad - ontsnapt daar niet aan. Met het wegvallen van de Europese staatsgrenzen en de toenemende internationalisering, komen ook meer vreemdelingen in Dilbeek terecht. In 2011 had één op vier Dilbeekse inwoners een vreemde nationaliteit (2.857 of 7,1%) of was van vreemde afkomst (7.307 of 18,2%). Samen betekent dat: 11.164 of 25,3% van de Dilbeekse bevolking. Ter vergelijking: in het totale Vlaamse Gewest is dat 21,4 %! Het intern migratiesaldo voor 2009 was +109 (meer in- dan uitwijkingen binnen Vlaamse gemeenten en Dilbeek). Het extern migratiesaldo was in 2009 +137 (meer in- dan uitwijkingen van en naar het buitenland). Beide saldi bedroegen in 2001 nog +81 en +58. De evolutie is dus duidelijk stijgend en zal de komende jaren nog toenemen.
Inburgeringscontracten en uitval In 2011 telde Dilbeek 128 nieuwkomers (personen die zich voor het eerst voor langer dan 3 maanden in ons land vestigen, waarvan de meesten door gezinshereniging). Hiervan behoren er 62 tot de verplichte en 62 tot de rechthebbende doelgroep van inburgering (4 onbepaald). Van deze 124 personen meldden zich slechts 76 bij een onthaalbureau (w.o. 54 verplichte en 22 rechthebbende). Daarvan tekenden slechts 58 onder hen een inburgeringscontract (w.o. 54 verplichte en 4 rechthebbende). In totaal behaalden 32 personen het inburgeringattest (w.o. 31 verplichte en 1 rechthebbende). Dat betekent een totale uitval van 92 personen (31 verplichte en 61 rechthebbende inburgeraars) of 72% (!) van de totale nieuwkomers.
Toekomst Met de cijfers van de nakende bevolkingsexplosie voor ogen (zeker in Brussel, maar ongetwijfeld ook met gevolgen voor de omliggende Vlaamse Rand), zal deze toename de komende jaren niet afnemen.
Visie Met een veelheid aan nationaliteiten en een jaarlijks stijgend migratiesaldo, moet Dilbeek zeker strikter werk maken van Inburgering. Goede afspraken maken daarbij goede vrienden. Vanuit het nieuwe Vlaamse inburgeringdecreet krijgen gemeenten in de toekomst een belangrijke sleutel in handen
36
om het samenleven in goede banen te leiden. Hierdoor krijgen zij ook de bevoegdheid om de migratie naar hun gemeente beter te omkaderen. N-VA Dilbeek pleit er dan ook voor dat het toekomstig gemeentebestuur deze nieuwe bevoegdheden strikter opvolgt, daarbij de stelregel van ‘rechten èn plichten’ hanterend. In de Dilbeekse context mag hierbij ook zeker het taalaspect niet achterwege blijven. Niet enkel voor de steeds maar groeiende groep van vreemdelingen of personen van vreemde afkomst maar ook voor de toenemende aanwezigheid van (autochtone) anderstaligen moet dit aspect voor N-VA door de bril van Inburgering worden bekeken. Kennis van het Nederlands is immers bij uitstek de hefboom om actief en volwaardig te kunnen participeren aan de samenleving. Het is de sleutel die de poort opent naar onderwijs en arbeidsmarkt, naar verenigingen en sportclubs, naar participatie aan de gemeenschap en openbaar bestuur. Inburgering gebeurt immers niet alleen in het leslokaal, maar ook op de werkvloer, in de straat, de wijk, de voetbalclub, de wekelijkse markt... N-VA wil anderstalige, nieuwe Dilbekenaren, dan ook verbinden met hun nieuwe gemeente met onze taal als basis. Momenteel is de hele aanpak van het inburgeringverhaal te zeer verweven met gespecialiseerde ambtenaren, diensten of organisaties. Daarom pleit N-VA voor een vernieuwde aanpak van het inburgeringbeleid op lokaal niveau. Het welslagen hiervan ligt in een grotere betrokkenheid èn gedeelde verantwoordelijkheid van zowel de nieuwkomer, de lokale bevolking als het gemeentebestuur.
Voor de nieuwkomer: Inburgering is de vraag aan mensen om een actief burgerschap op te nemen. Voor N-VA betekent integratie de bereidheid van mensen - die hier hun toekomst willen uitbouwen - zich in te schakelen in en actief deel te nemen aan onze gemeenschap.
Voor de lokale bevolking: De inwoners kunnen bijdragen om inburgeraars en anderstaligen de kans te geven om Nederlands te (leren) spreken, wegwijs te worden in de Vlaamse samenleving, toe te treden tot het verenigingsleven, ...
Voor de gemeente: Meer dan in het verleden moet het gemeentebestuur op proactieve wijze de inburgering van nieuwkomers zelf vormgeven. Stelregel daarbij moet zijn dat enkel een werkelijk inclusieve samenleving – die gebaseerd is op rechten èn plichten, vrijheid èn verantwoordelijkheid, èn op sociale cohesie - een antwoord kan bieden op de uitdagingen waar we voor staan.
37
Concreet Rol van de nieuwkomer [1]
Instrumenten: vernieuwde onthaalprocedure, integratiecharter, verenigingscheque, inburgeringtraject en -contract, actieve taalpromotie, engagementsverklaring,…(zie ook luik ‘Vlaams Beleid’) Van de nieuwkomer verwachten we dat hij/zij van de aangeboden instrumenten ten volle gebruik maakt;
Rol van de lokale bevolking [2]
De ‘conversatietafels’ of ‘babbelcafés’ worden gestimuleerd; nieuwkomers moeten ook op een laagdrempelige en vrijblijvende manier het Nederlands kunnen oefenen;
[3]
De betrokkenheid van handelaars en zelfstandigen in Dilbeek moet aangezwengeld worden om op een eenvoudige manier anderstaligen Nederlands bij te brengen in het alledaagse leven. Dit kan door zoveel mogelijk zelf Nederlands te spreken en de Nederlandstalige vertaling te geven bij een gesprek in een andere taal;
[4]
Inburgeringcoaches brengen nieuwe en ‘oude’ Vlamingen met elkaar in contact en samen kunnen ze allerlei activiteiten doen;
[5]
Een belangrijke rol in de integratie van nieuwkomers is weggelegd voor sport- en socio-culturele verenigingen, het sociaal-cultureel werk, wijkorganisaties,… N-VA wil de verenigingen motiveren en ondersteunen in deze secundaire inburgeringtrajecten;
[6]
Ook werkgevers van Dilbeekse bedrijven en KMO’s worden mee gemotiveerd in deze secundaire inburgeringtrajecten voor de nieuwkomers onder hun personeel;
Rol van de gemeente [7]
De bevoegdheden Integratie en Vlaams Beleid worden vanaf volgende legislatuur onder één schepenbevoegdheid gebracht;
[8]
Het contract van de de gemeentelijke integratieambtenaar, sinds begin 2012 ondersteund vanuit een project van de Vlaamse Gemeenschap, moet worden omgezet in een vast dienstverband;
[9]
N-VA staat voor een sociaal beleid waarbij zowel het OCMW als de andere sociale actoren de nieuwkomers daadwerkelijk op weg helpen naar participatie in de maatschappij. Dit kan door het koppelen van sociale bijstand aan duidelijke engagementen betreffende taalkennis en werkbereidheid;
38
[10]
Betreffende asiel en migratie moet de gemeente een proactieve rol spelen voor een duurzaam maatschappelijk evenwicht: een correcte toepassing van de wet (slechts als de aanvrager aan alle criteria voldoet en de woonplaatscontrole effectief was, kunnen nieuwkomers ingeschreven worden als nieuwe inwoners) èn waakzaamheid na de inschrijving (het is de plicht van de gemeente contact op te nemen met de overheid en parketten indien ze domicilie-, identiteits-, fiscale of sociale fraude vaststellen);
[11]
Hoewel dit soms menselijk moeilijk is, hebben de gemeente en de politie hun rol te vervullen bij het federale terugkeerbeleid. Indien zij illegaliteit op hun grondgebied gedogen, maken zij elk geloofwaardig terugkeerbeleid onmogelijk;
[12]
Nieuwe Vlamingen die inspanningen doen om zich in te burgeren, moeten hiervoor de nodige waardering krijgen. De organisatie van een inburgeringdag (waarbij nieuwkomers ceremonieel worden ontvangen en officiële inburgeringcertificaten worden uitgereikt aan nieuwkomers die succesvol het Inburgeringtraject hebben doorlopen) en een jaarlijkse Feestdag van de Inburgeraar (waarbij telkens een bepaalde nationaliteit centraal staat) zijn ook voor de lokale bevolking ideale gelegenheden om kennis te maken met hun cultuur, identiteit, verleden).
Samengevat: nieuwe beleidsmaatregelen Inburgering ●
Integratie en inburgering betekenen voor N-VA niet dat nieuwkomers hun eigenheid achterlaten, maar wel dat ze zich positief inschakelen en actief deelnemen aan onze gemeenschap;
●
“De Nederlandse taal verbindt ons allemaal”, wordt de werkslogan rond allerlei taalprojecten voor nieuwkomers en anderstaligen;
●
Burgers, verenigingen, bedrijven, … worden ingeschakeld en gemotiveerd in het begeleiden van nieuwkomers bij de secundaire inburgeringtrajecten;
●
Bevoegdheid schepen van Integratie en Vlaams Beleid wordt samengevoegd;
●
Een integratieambtenaar in vast dienstverband na beëindiging project Vlaamse Gemeenschap;
●
Inrichten van een inburgeringsdag en een Feestdag van de Inburgeraar.
39
Wij doen met u mee
40
Jeugd Analyse De jeugd vormt een belangrijk deel van onze gemeenschap waarin ze moet opgroeien tot de toekomstige verantwoordelijke burgers. In een steeds evoluerende samenleving met telkens nieuwe uitdagingen is dat niet evident. Voor N-VA spelen echter alle beleidsniveaus - dus ook het lokale - een essentiële rol om jongeren klaar te stomen voor deze uitdagingen en evoluties. Hedendaagse jongeren hebben niet meer het uitsluitende voordeel van ‘een onbezonnen en onbevangen jeugd’. Naast de schoolprestaties komt de druk voortaan ook uit andere hoeken: de bijkomende activiteiten in sport of academie, een wijziging van het klassieke gezinspatroon, soms ook van eigen geldgewin om op eigen benen te kunnen staan, ... Uiteraard hoeft een gemeente niet aan elke particuliere situatie tegemoet te komen. Maar voor N-VA moet een gemeentebestuur wel garant staan om de jeugdjaren van haar jongere generatie zo creatief, stimulerend en leerrijk mogelijk te maken. In Dilbeek zijn een 30-tal jongerenorganisaties erkend door de gemeente. Op basis van de bevolkingsaantallen van 2010 zijn er in Dilbeek 11.414 jongeren tussen 0 en 24 jaar. Een consistent jeugdbeleid is de sleutel waarmee jong Dilbeek volop de kans krijgt om kind en jongere te zijn in de eigen gemeente. De jeugddienst en de jeugdraad zijn daarbij de aangewezen medespelers. Voor N-VA moeten ook zij, meer dan in het verleden, oog hebben voor de belangen van de niet-georganiseerde jeugd. In het proces van opgroeien tot volwaardige burgers moeten jongeren gaandeweg ook op hun fouten kunnen aangesproken worden. Responsabilisering is voor de N-VA een bestuurscultuur die best van jongsaf wordt bijgebracht.
Visie De N-VA ziet een sterke jeugdraad als spil voor de inspraakmogelijkheden van jongeren in het lokale beleid. Ook het ondersteunen van jeugdverenigingen, met oog voor taal- en andere diversiteit als opstap tot integratie, is voor N-VA belangrijk. Wij vinden het tevens essentieel dat jongeren naar school, naar de sportclub, naar de jeugdbeweging, ... kunnen gaan in hun buurt. Dat is niet enkel veiliger en beter voor het beperken van mobiliteitsproblemen, maar versterkt op zijn beurt ook het sociale weefsel en de ontmoetingen tussen ouders, de sociale controle enz.
Kinderen en jongeren hebben ruimte nodig om te leven. Daarom vindt N-VA het belangrijk
41
dat het gemeentebestuur investeert in voldoende jeugdruimte: jeugdhuizen, speelpleinen, sportterreinen, groene ruimte, … Daartegenover stelt N-VA ook onmiddellijk de responsabilisering betreffende zorg en onderhoud van de jongeren die er gebruik kunnen van maken. De gemeentelijke speelpleinwerking is kwalitatief verbeterd: de omkadering met speelpleinmonitoren werd de voorbije legislatuur positief aangepast. Toch moet er een blijvende zorg zijn voor kwaliteitsbewaking, tariefstructuur, instroom van deelnemers van buiten de gemeente, ... Verder is het essentieel dat de gemeente blijvend oog heeft voor de veiligheid in het algemeen en de brandveiligheid in het bijzonder van de jeugdlokalen. Daarom vindt NVA dat de huidige basisprincipes van de werking (met o.m. de betrokkenheid van de jongeren zelf) van de huidige gemeentelijke vzw Jeugdinfra verder moet ondersteund en aangemoedigd blijven. Ook al wordt die vzw in het kader van de verzelfstandiging wellicht beter in een Autonoom Gemeentebedrijf Patrimonium ondergebracht. De jeugddienst en jeugdraad moeten zich richten op de belangen van de aangesloten verenigingen. Regelmatig overleg, aanbrengen van pijnpunten, aanreiken en evalueren van nieuwe initiatieven, … moeten hier de rode draad vormen. Gerichte doelgroepcommunicatie is daarbij aangewezen. De jeugdsector maakt voldoende gebruik van de nieuwe media (o.m. regelmatige berichten via de Flash-E en de pas vernieuwde jeugdwebstek JIN.be). Anderzijds moeten zij zich ook richten op de niet-georganiseerde jeugd. In Dilbeek doen ze dat al op geslaagde wijze via de speelpleinwerking, de workshops, de jeugdevenementen (zoals ‘Paas je Rot’, ‘Gonzende zondagen’, ‘Pepernoot’, ‘Catsjoe’, ‘Pierced’ – vaak in samenwerking met het cultuurcentrum of de provincie). Toch blijft het opletten niet te vervallen in routine: daartoe moeten nieuwe initiatieven uitgeprobeerd worden en bestaande in vraag durven gesteld of bijgestuurd.
Concreet [1]
Jeugdverenigingen zijn een zinvolle en toekomstgerichte aanvulling in de opvoeding van jongeren tot verantwoordelijke burgers en verdienen dan ook een uitgebreide ondersteuning: een goed uitgebouwde jeugddienst, degelijke en veilige lokalenzorg en financiële of logistieke steun;
[2]
Meer dan in het verleden moeten kinderen en jongeren geresponsabiliseerd worden om in te staan voor gebruik, onderhoud en netheid van hun lokalen;
[3]
De gemeente moet meer oog hebben voor onbenutte ruimtes (bvb. wijk Fluwijn) die als avontuurlijke speelruimte kunnen dienen;
[4]
Jeugdbewegingen, jeugdverenigingen en individuele jongeren moeten gestimuleerd worden tot deelname of mee organiseren van workshops, sportieve, culturele of volkse manifestaties;
42
[5]
Blijvende zorg bij speelpleinwerking voor kwaliteitsbewaking, tariefstructuur, instroom van deelnemers van buiten de gemeente, ...;
[6]
Invoering van een alternatief voor anderstalige kinderen (woonachtig en schoolgaand in Dilbeek) als opstap naar de gewone speelpleinwerking;
[7]
Bijkomende aandacht voor een gerichte jeugdwijkwerking in moeilijkere buurten verhoogt niet enkel de leefbaarheid in de wijk, maar kan ook de competenties van die jongeren aanwakkeren;
[8]
Jongeren moeten zich vrij en veilig kunnen bewegen. Zij doen dit voornamelijk met de fiets. Veilige fietsroutes zijn dus zeker voor hen van uitermate belang;
[9]
Gespreide fuiflocaties in heel de gemeente (overleg en fuivencharter met zaaluitbaters zijn hierbij het instrument) moeten kleinschalige fuiven verzoenen met verdeelde overlast; het jeugdcentrum Castelhof en RCI moeten voorbehouden worden voor grotere evenementen;
[10]
Naast de jeugdcentrumfunctie wordt voor het Castelhof ook werk gemaakt van de verblijfs- en overnachtingsmogelijkheden. Dit kan in samenwerking met Centrum voor Jeugdtoerisme (CJT) en Toerisme voor Allen (zie ook luik Toerisme);
Samengevat: nieuwe beleidsmaatregelen Jeugd ●
Blijvende ondersteuning van het jeugdverenigingsleven;
●
Responsabiliseren van jeugdverenigingen betreffende gebruik en onderhoud van de gemeentelijke lokalen; dit gebeurt in combinatie met de bestaande subsidieregeling;
●
Inzetten op veilige fietsroutes in functie van bereikbaarheid van school- en jeugdlocaties;
●
Gerichte jeugdwijkwerking in moeilijkere wijken;
●
Gespreid fuivenbeleid d.m.v. fuifcharter met zaaluitbaters en spilfunctie voor Castelhof en RCI;
●
Werk maken van de verblijfs- en overnachtingfunctie van jeugdcentrum Castelhof.
43
Cultuur Analyse Voor de N-VA zijn de steden en gemeenten de bestuursniveaus die zich het dichtst bij de gemeenschap bevinden en dus het best geplaatst zijn om lokale culturele dynamiek en creativiteit op te pikken en deze te stimuleren en te ondersteunen. Potentiële kwaliteit moet men daarbij ook de nodige ruimte en groeikansen bieden. Daarnaast hebben steden en gemeenten een belangrijke eerstelijnsopdracht met betrekking tot brede informatie, educatie en communicatie. Vanuit cultuur beschikt het Dilbeeks gemeentebestuur daarvoor over twee sterke instrumenten, namelijk het cultureel centrum Dilbeek en de gemeentelijke bibliotheek De Wolfsput. En tot slot hebben steden en gemeenten volgens de N-VA ook de taak om zelf cultuur- en kunstinitiatieven te ontwikkelen en deze met duiding aan te bieden. Zo dragen ze bij tot een breed en divers kwalitatief cultuuraanbod dat zowel mikt op amusement, als op confrontatie en uitdaging en dat publiekstrekkers durft te combineren met onbekend werk. De algemene participatiegraad aan culturele activiteiten is in de voorbije jaren vrij stabiel gebleven. Ongeveer een vijfde van de bevolking neemt niet deel aan culturele activiteiten. Het beleid wil niet alleen een toename van de regelmatige cultuur- participatie, maar wil brede lagen van de bevolking bereiken. Een steeds terugkerende vaststelling is dat laagopgeleiden weinig buitenshuis aan cultuur deelnemen. Bij de hoogopgeleiden is er slechts een klein percentage dat niet participeert. Er dient echter opgemerkt te worden dat cultuurparticipatie slechts heel traag verandert. Een effect van maatregelen is dus niet meteen zichtbaar, wat uiteraard niet wil zeggen dat er geen blijvende inspanningen moeten gedaan worden.
Visie De N-VA visie rond Cultuur is gestoeld op 3 principes:
●
Gemeenschapsvorming: Cultuur brengt mensen samen en draagt bij tot hun verbondenheid, participatie, sociale competentie en ontwikkeling.
●
Complementariteit: het lokaal cultuurbeleid moet ook oog hebben voor wat in de ruimere regio gebeurt en daar mee overleggen.
●
Participatie: de mensen niet alleen naar cultuur brengen, maar ook cultuur naar de mensen brengen.
Wat betreft de lokale culturele dynamiek vraagt de N-VA aandacht voor zowel het klassieke, georganiseerde, culturele verenigingsleven, als voor nieuwe vormen van gemeenschapsinitiatieven - zoals bijvoorbeeld buurt- en straatfeesten die eerder buiten
44
het formele kader tot stand komen, maar ook evenementen georganiseerd door verenigingen. Wij willen hierbij het gemeenschapsvormende effect sterk benadrukken. Wat dat betreft werd de voorbije beleidsperiode al bewezen tot wat initiatieven als ‘Stoep & Drempel’ of ‘Ontmoet elkaar op de trottoir’ kunnen leiden. In Dilbeek zijn 4 actoren actief in de culturele sector, elk met hun eigen invalshoek: cultuurcentrum Dilbeek, de gemeentelijke cultuurdienst, de culturele adviesraad en de gemeentelijke bibliotheek De Wolfsput. N-VA ziet de huidige voortreffelijke samenwerking in de toekomst nog verder verfijnd: er zijn zeker nog efficiëntiewinsten te organiseren. Cultuurcentrum Dilbeek - CCD (Westrand, La Motte, Solleveld en RCI Keperenberg): De huidige vzw CCD zorgt uiteraard zelf voor het eigen programmatie-, communicatie- en infrastructuurbeleid. N-VA ziet in het kader van de aankomende verzelfstandiging deze drie elementen best vanuit een EVA georganiseerd. Alle aspecten van gebouwenzorg en ruimere infrastructuur worden daarentegen best overgeheveld naar een AGB Patrimonium. Ook ondersteunende diensten zoals ICT dienen door de gemeente te worden geleverd en niet in eigen beheer gedaan te worden. Zo kan het CCD zich richten op haar culturele kerntaak. Tevens pleit N-VA ervoor dat de werking van RCI – Keperenberg wordt overgeheveld naar de sportsector. De gemeentelijke cultuurdienst Deze ondersteunt en coördineert het totale culturele beleid van de gemeente en de betrokken actoren. Waar nodig stimuleert hij blinde vlekken in het cultuuraanbod. Hij is eveneens het aanspreekpunt voor verenigingen of particulieren betreffende het organiseren van activiteiten. De dienst werkt daarbij ondersteunend (bv de gids ‘Help ik organiseer’). Voor N-VA kan de Cultuurdienst op korte termijn ondergebracht worden in Westrand, zodat ook dienstverlening mogelijk wordt onder de ruimere waaier van Vrije Tijd (cultuur, toerisme, erfgoed) zonder dat dit extrapersoneel vereist. De gemeentelijke culturele adviesraad Vanuit de decretaal bepaalde adviesfunctie wordt deze raad door het gemeentebestuur betrokken bij alle aspecten van het gemeentelijk cultureel beleid. De cultuurraad verdedigt ook de belangen van de aangesloten en erkende verenigingen en zorgt voor de oordeelkundige verdeling van de subsidies. Waar mogelijk (en nodig) neemt de raad het initiatief tot vernieuwende projecten en heeft ook oog voor culturele invalshoeken die nog niet gedekt worden (bv kunst in de straat of openbare gebouwen, de lokale amateurkunsten, enz.). De gemeentelijke bibliotheek De Wolfsput Naast de eigen en decretaal opgelegde taken is de bibliotheek ook een belangrijke schakel in de het cultureel aanbod binnen de gemeente. Zij treedt daarbij ondersteunend en faciliterend op. De dienstverlening wordt klantgericht georganiseerd en zorgt voor een optimale toegankelijkheid en deskundige ondersteuning. Bibliotheekpersoneel wordt zoveel mogelijk ontlast van puur administratieve taken, onder meer via zelfuitleen. De bibliotheek wordt dus ook een actieve partner met betrekking tot leesbevordering,
45
(cultuur)informatie- verspreiding en cultuurparticipatie, onder meer voor scholen, lokale cultuurorganisaties en volwassenenonderwijs.
Concreet [1]
Een zo ruim mogelijke kijk op cultuur en kunsten realiseren via een zo gevarieerd mogelijk eigen cultuuraanbod; met de ambitie om het algemene te overstijgen en toch niet vanuit een ivoren toren te handelen;
[2]
Schoolvoorstellingen en de culturele invulling van de ‘brede school’ als middel om cultuur en kunst te introduceren bij kinderen is een essentieel deel van het lokale cultuurbeleid;
[3]
Ondersteuning van lokale initiatieven kan financieel (zie de al bestaande subsidiereglementen), maar ook via professionele logistieke en administratieve hulp;
[4]
Het evenementenloket werd geïntroduceerd en levert goede diensten, maar toch moet het geëvalueerd en eventueel bijgestuurd worden;
[5]
Specifieke ondersteuning en stimulering van de amateurkunsten (fanfares, harmonieën, lokale pop- en rockgroepen, koren, dansgroepen, amateurtoneel, allerhande creatieve ateliers, …);
[6]
Nauwere samenwerking met het lokale deeltijdse kunstonderwijs, deelname aan de ‘week van de amateurkunsten’ (WAK) als jaarlijks hoogtepunt en uithangbord voor de lokale creativiteit;
[7]
De bibliotheek laten evolueren naar een volwaardig lokaal kennis- en informatiecentrum, waar ook laagdrempelige toegang wordt aangeboden tot online informatie;
[8]
Kunst in de openbare ruimte laagdrempelig kunstenbeleid;
[9]
Culturele beleidsplanning is een oefening in reflectie, inspraak en afstemming; bij de opmaak van het nieuw cultuurbeleidsplan moet hier opnieuw van vertrokken worden;
[10]
Het cultuuraanbod moet waar mogelijk nog meer verspreid worden naar de deelgemeenten;
[11]
Een bruisend gemeenschaps- en verenigingsleven vormt in een gemeente als Dilbeek een positieve dam tegen verstedelijking; daarom blijven we dit zowel materieel, logistiek en financieel ondersteunen.
als
belangrijk
onderdeel
van
een
lokaal
46
Samengevat: nieuwe beleidsmaatregelen Cultuur ●
De lokale bibliotheek evolueert naar een lokaal kennis- en informatiecentrum;
●
De werking van het evenementenloket wordt verder verfijnd;
●
Het cultureel aanbod wordt zo gediversifieerd mogelijk aangebracht om de laagdrempeligheid te verhogen: zowel in Westrand of bijhuizen als in wijken en buurten;
●
Specifiekere aandacht aan de Dilbeekse amateurkunsten;
●
Kunst wordt in het straatbeeld gebracht;
●
Ondersteuning van het bruisend verenigingsleven als positieve dam tegen verstedelijking;
47
Sport
Analyse Dilbeek telt in 2012 58 erkende sportverenigingen. Samen is dat goed voor 9.604 aangesloten leden waarvan 6.042 (62,91%) Dilbekenaren en 3.562 (37,09%) buiten de gemeente wonen. Deze maken gebruik van de volgende sportinfrastructuur: ●
1 zwembad voor competitie – en recreatiedoeleinden
●
2 sporthallen, met elk een grote zaal en diverse annexen
●
1 sporthal en (cultuurcentrum)
●
2 gemeentelijke turnzalen voor naschools gebruik
●
1 volledig uitgeruste atletiekaccommodatie
●
8 voetbalcomplexen met totaal 18 terreinen
●
3 tenniscomplexen met totaal 18 velden
●
diverse openluchtsportterreintjes, skatepark en petanquebanen
●
bewegwijzerde fiets-, wandel- en ruiterpaden
●
2 visvijvers
balletzaal
beschikbaar
in
het
Recreatiecentrum
Itterbeek
Daarnaast gebruiken de lokale sportverenigingen diverse schoolsportzalen, zowel via rechtstreekse huur van de scholen, als via de sportdienst (overeenkomst gemeenteschool). Het - toegankelijk - privé aanbod van sportinfrastructuur omvat onder meer: multifunctionele zalen, tennisterreinen, voetbalterreinen, hockey, golf, squash, karting, fitness- en dansstudio's, petanque, snooker, maneges, visvijvers, ... Individuele sportbeoefening wordt niet geregistreerd. De aanwezigheid van privésportcentra en fitnessclubs, de bezoekcijfers van zwembad Dilkom, het grote aantal deelnemers aan de sport-voor-allen-activiteiten, ... tonen echter aan dat ook individueel veel aan sport wordt gedaan. Ook nemen tal van recreanten wekelijks, individueel of in groep, deel aan een of andere wandeltocht, mountainbiketocht, fietstocht, jogging... De belangstelling voor bewegwijzerde trajecten allerhande toont aan dat deze ongebonden sportbeoefening het laatste decennium sterk in opmars is.
48
Visie De N-VA wil een aangenaam sportklimaat creëren binnen de gemeente waarbij sport zijn sociale en gezondheidsbevorderende rol kan spelen. Wij benadrukken daarbij de gemeenschapsvormende rol die sport heeft als sociaal bindweefsel in deze maatschappij.
N-‐VA staat voor een echt ‘Sport Voor Allen’-‐beleid Het Vlaamse sportbeleid wil via een hechte samenwerking met de gemeentebesturen zoveel mogelijk mensen in Vlaanderen stimuleren, activeren en begeleiden tot een kwaliteitsvolle, duurzame sportbeoefening in hun directe omgeving. Hierbij is het belangrijk dat de gemeente een regierol opneemt.
Investeren in een breed gedragen, kwalitatief sportbeleid N-VA streeft naar een breed gedragen, kwalitatief sportbeleid. Om dit te realiseren is het noodzakelijk dat er een geoliede samenwerking is tussen de lokale sportactoren binnen de gemeente. De sportdienst neemt de regierol op om via de sportraad een netwerk van lokale sportactoren te creëren vanuit een goed uitgewerkte visie en doelstellingen. Kernideeën als innovatie, ondernemerschap en professionalisme nemen hierbij een prominente plaats in. Deze samenwerking moet er voor zorgen dat de blinde vlekken in het aanbod worden weggewerkt en een aanbod op maat wordt gecreëerd, waarin iedereen kan terugvinden wat bij hem past. Dit zowel in een georganiseerde als lichtgeorganiseerde context.
Optimale omgevingsfactoren en een aangenaam sportklimaat N-VA wil dat de gemeente over een geactualiseerde en overzichtelijke inventaris beschikt van het lokale sportaanbod. Dit geeft een zicht op de vraag en behoefte naar sport van de eigen inwoners, waardoor men kan inspelen op de blinde vlekken. Tevens is dit een geactualiseerde basis voor het gemeentelijke communicatiebeleid om met gebruik van moderne media de inwoners actief te informeren.
Infrastructuur Zonder de juiste infrastructuur kan men niet op een kwalitatieve manier aan sport doen. De N-VA is er dan ook van overtuigd dat men dient te investeren in een gemeentelijk sportinfrastructuurbeleid waarbij men aandacht heeft voor het ondersteunen van, of het zelf ontwikkelen en onderhouden van de nodige sportfaciliteiten in de eigen gemeente. Op die wijze kan elke inwoner in de directe omgeving gebruik maken van zowel in- als outdoorinfrastructuur.
49
Concreet [1]
Voor N-VA vertrekt het gemeentelijke sportbeleid van een coherente visie op het lokale sportgebeuren; de Sportdienst en Sportraad spelen hierin een belangrijke regisseursrol;
[2]
Het belang van goede en aangepaste infrastructuur kan niet genoeg onderstreept worden en Dilbeek deed de voorbije legislatuur al heel wat inspanningen; voor N-VA komt het er nu op aan dit op een doordachte en planmatige wijze verder uit te werken, zodat Dilbeek zich als een beweegvriendelijke leefomgeving profileert:
○ het huidige debat rond een tweede zwembad kan enkel indien in overleg en samenwerking met een naburige gemeente en subsidiëring vanuit de Vlaamse overheid;
○ bijkomende kunstgrasvelden kunnen enkel mits extraondersteuning vanwege de Vlaamse overheid;
○ de nood aan een bijkomende sporthal bleek al bij de opmaak van het sportbeleidsplan 2007-2013; N-VA is er voorstander van om in functie van beschikbare inplantingplaats deze doelstelling te hernemen;
○ N-VA is voor een billijke verspreiding van sportinfrastructuur over heel de gemeente, dus ook de deelgemeenten; [3]
N-VA pleit ervoor om niet enkel de klassiek georganiseerde sportvormen in sporthallen, zwembaden of grasvelden te betrekken; de lichtgeorganiseerde sport is de laatste jaren in sterke groei (de al geplande aanleg van een verlichte Finse piste is hiervan een voorbeeld); N-VA ziet dus ook uitbreiding naar het sport- en beweegvriendelijk inrichten van parken en pleintjes;
[4]
De uitbouw en bewegwijzering van een functioneel fietsroutenetwerk maakt hier eveneens deel vanuit (zie luik mobiliteit). N-VA hertekent - in samenspraak met BLOSO - de Dilbeekse mountainbikeroutes. Het percentage aan passages langs onverharde wegen, bezienswaardigheden en erfgoed zal gevoelig opgekrikt worden;
[5]
Verder moet de gemeente zeker ook een regisseursrol vervullen in het maximaal toegankelijk maken van de aanwezige sportinfrastructuur van bv scholen voor een ruimer publiek (zie ook ‘brede school’-concept onder Onderwijs);
[6]
Dilbeek hanteert al een doordacht subsidiereglement om sportclubs aan te zetten tot kwaliteit; voor N-VA is daarbij een kwaliteitsvolle jeugdopleiding en professionele omkadering primordiaal;
[7]
Sportbeoefening is bovendien een handige opstap naar integratie van anderstaligen in de Dilbeekse leefgemeenschap. N-VA is dan ook voorstander van gerichte taalprojecten binnen de sportclubs waarbij de uitvoering van subsidie-
50
reglementen - zeker van sportclubs die infrastructuur – moet gehanteerd worden; [8]
gebruik
maken
van
gemeentelijke
Toegankelijkheid van de gemeentelijke sportfaciliteiten en sociaal aanvaardbare tarieven voor zelf georganiseerde activiteiten zijn belangrijke aandachtspunten in een Sport voor Allen beleid. N-VA is voorstander om hier meer aandacht aan te besteden in de toekomst: gebruik van gemeentelijke sportinfrastructuur kan niet exclusief voor bepaalde clubs zijn.
Samengevat: vernieuwende beleidsmaatregelen Sport ●
Dilbeek ontwikkelt een ‘Sport voor allen’-beleid en promoot de gemeente als beweegvriendelijke omgeving;
●
Meer aandacht voor lichtgeorganiseerde sportvormen in daartoe geschikte ruimten als parken en pleintjes;
●
Gerichte taalprojecten in de sportsector, gekoppeld aan de bestaande subsidiereglementen;
●
Functioneel fietsroutenetwerk en mountainbikeroutes verder uitbreiden;
51
Toerisme Analyse Toerisme wordt steevast gelinkt aan vrije tijd, maar heeft uiteraard ook een groot economisch belang. De omzet van de toeristisch-recreatieve sector in het Vlaams Gewest was in 2009 goed voor 13,3 miljard euro. De directe werkgelegenheid bedroeg in 2008 ruim 114.000 werknemers en ruim 27.000 zelfstandigen. Dilbeek telde in 2010 25.862 toeristische aankomsten en 41.752 toeristische overnachtingen. Wat zeker geen slecht resultaat is als we dit vergelijken met de meeste andere gemeenten of steden in Vlaams-Brabant. Het spreekt voor zich dat het opgezette Toerismebeleid 2006-2012 op positieve wijze heeft bijgedragen tot deze cijfers, maar Dilbeek mag niet op zijn lauweren gaan rusten. Integendeel: wat N-VA betreft mag gerust een versnelling hoger geschakeld worden betreffende toerismebeleid. Dit vraagt om daadwerkelijke invulling van het voorziene personeelslid binnen de dienst Cultuur & Toerisme (momenteel 1 gesubsidieerde arbeidskracht vanwege Toerisme Vlaanderen), gekoppeld aan de nodige financiële budgetten. De vernieuwde Toerismebrochure en geactualiseerde webstekversie bieden de toeristen en recreanten alvast een mooi overzicht van wat onze gemeente te bieden heeft. N-VA wil dat de gemeente verder gaat op die ingeslagen weg en nog meer partnerschappen uitbouwt tussen publieke en private actoren (horeca, toeristische attracties, logiesuitbaters,…)
Visie De N-VA is er van overtuigd dat de steden en gemeenten in Vlaanderen een kwalitatief hoogstaand toeristisch aanbod hebben. Het is essentieel om dit optimaal te promoten en bekend te maken bij de relevante doelgroepen. N-VA ziet lokaal toerisme als hefboom voor lokale economie (kleinhandel, horeca) en mits de nodige creativiteit kan zonder al te veel financiële inbreng een grotere efficiëntie bereikt worden. De N-VA is voor een goede samenwerking tussen cultuur, media, lokale economie (horeca), onderwijs, toerisme en monumentenzorg. De zorg en het behoud van ons onroerend erfgoed voor de komende generaties is een maatschappelijke plicht en een investering in de toeristische aantrekkingskracht van onze gemeente en regio. De N-VA vindt dat Dilbeek de eigen toeristisch-recreatieve troeven nog sterker kan uitspelen bij de eigen inwoners en die uit de regio. We denken hierbij aan: de rijke eet- en tafelcultuur, het fietsknooppuntennetwerk, onze monumenten en erfgoedsites, de vernieuwde Tramsite, …
52
Ook een aangename en creatieve inkleding van de Dilbeekse dorpskernen (zowel qua mobiliteit, ruimtelijke ordening of inplanting van geschikte lokale economie) kunnen hier ongetwijfeld toe bijdragen (zie ook luiken mobiliteit, openbare werken en ruimtelijk beleid) Verder blijft N-VA ervan overtuigd dat het toerismebeleid van onze gemeente niet los kan gezien worden van het ruimere regioverhaal: het Pajottenland en de Zennevallei. Daarom moet verder blijven ingezet worden op die bestaande toeristische samenwerkingsverbanden waarbij overleg, afstemming en samenwerking essentieel zijn. In die context wil N-VA een nieuwe afspraak rond het provinciale toerismeconvenant: Dilbeek betaalt hiervoor vandaag een grote som (20.000 euro op jaarbasis) waarmee de provincie o.m. heel wat brochuremateriaal verzorgt en deels de regionale toerismekantoren ondersteunt. De vraag kan echter gesteld worden of die regionale bekendmaking via brochures niet eerder een taak van Toerisme Vlaanderen is. Wij zijn er dan ook voorstander van om de huidige som van het toerismeconvenant te herzien: de bijdrage aan de regionale toerismekantoren kan blijven bestaan (vanuit de hoger vermelde regiowerking). De rest van de bijdrage kan beter in eigen gemeentelijk beheer rechtstreeks aan toerisme-initiatieven worden besteed.
Concreet [1]
De daadwerkelijke invulling van een personeelslid toerisme binnen de dienst Cultuur & Toerisme en het voorzien van de nodige financiële middelen;
[2]
Bekendmaken en promoten van het Dilbeeks patrimonium met doeltreffende propaganda via folders, brochures, gemeentelijke webstek, persartikels, …
[3]
Bevorderen van het onthaal, de begeleiding en het rondgidsen van groepen voor dagprogramma’s in Dilbeek;
[4]
Het promoten van typische Dilbeekse producten (paté, streekbieren, Dilbeeks konijntje, ...) en eventueel nieuwe producten lanceren;
[5]
Ontwikkelen van didactische dagprogramma’s voor scholen en andere organisaties in functie van Dilbeeks erfgoed (bv. waterbeheersing, maalbedrijvigheid en nevenactiviteiten rond de nieuwe landschapsinrichting aan de watermolen; de hoppecultuur en de bierproducten in Huisje Mostinckx; Brueghel en het openluchtmuseum);
[6]
Omvorming van de huidige vzw Dilbeeks Erfgoed & Toerisme tot een Erfgoedcommissie (zie ook luik Erfgoed) met het oog op een nog betere toeristische ontsluiting van het patrimonium (Alenatoren, Watermolen Pede, Huisje Mostinckx, …);
[7]
Het promoten van het fiets- en wandelknooppuntennetwerk;
[8]
Uitbouwen, promoten, onderhouden Wegen-netwerk in Dilbeek;
en
maximaal
vrijwaren
van
het
Trage
53
[9]
De uitwerking van het concept ‘verblijfscentrum Castelhof’ i.s.m. Centrum voor Jeugdtoerisme (CJT) en Toerisme voor Allen (zie ook luik Jeugd; dit ziet N-VA binnen kader van EFRO (Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling) en met klemtoon op sociale economie betreffende de uitbating en onderhoud ervan;
[10]
Het bestendigen en bevorderen van de samenwerking met bestaande toeristische structuren (Toerisme Vlaanderen, Toerisme Vlaams-Brabant, Toerisme Pajottenland en Zennevallei...).
Samengevat: nieuwe beleidsmaatregelen Toerisme ●
Invullen van al voorzien personeelslid binnen dienst Cultuur & Toerisme met specifiek toeristisch takenpakket;
●
Doorgedreven samenwerking met lokale economie (horeca) en Trage Wegen;
●
Herbekijken van financiering provinciale toerismeconvenant;
●
Omvorming huidige vzw Dilbeeks Erfgoed & Toerisme tot Erfgoedcommissie of Raad;
●
Uitwerking concept ‘verblijfsfunctie Castelhof’;
54
Wij reiken u de hand
55
Sociaal beleid Analyse Inleiding Dilbeek telt 40.000 inwoners en de prognoses voorspellen nog bijkomende groei. Het aantal gezinnen neemt toe en die kennen vaak een andere dan de klassieke samenstelling. Bovendien kent Dilbeek een grotere vergrijzing dan het gemiddelde in Vlaanderen. We zijn dus geen stad, maar ook geen dorp meer. Betreffende het totale sociaal beleid van de gemeente levert dit alvast belangrijke uitdagingen op op het gebied van huisvesting en woonbeleid voor gezinnen, jonge Dilbekenaren en senioren (zie ook luik Woonbeleid), maar ook verzorging, dienstverlening, sociale hulp en bijstand, ...
Wat cijfers Momenteel zijn er 575 erkende plaatsen in rusthuizen, maar volgens prognoses loopt dit in 2020 op tot 671. Zeker betreffende serviceflats zal een tandje moeten bijgestoken worden: momenteel zijn er 95 (en het zouden er al 220 moeten zijn), maar tegen 2014 lopen de prognoses al op tot 230! Ook voor dagverzorgingscentra zal moeten uitgekeken worden naar bijkomende capaciteit. Dilbeek telde in 2009 16.145 gezinnen (was 14.951 in 2000) en volgens de prognoses worden er dat 17.166 in 2020. Betreffende werkloosheid doet Dilbeek het redelijk goed : in 2009 was die 13,80% voor de 18-24 jarigen (15.71% in Vlaanderen) en 5,59% voor de 20-64 jarigen (6,65% in Vlaanderen). Met een gemiddeld inkomen per belastingsaangifte van 32.465€ (cijfers 2008) is Dilbeek een rijke gemeente. Toch was in 2008 ook 16% van het totaal aantal aangiften kleiner dan 10.000€ (18% was groter dan 50.000€). Het aantal leefloners per 1.000 inwoners bedroeg voor Dilbeek 2,8 in 2010 (in Vlaanderen: 4,1). Het percentage kansarme gezinnen volgens Kind & Gezin bedroeg 5% in 2009 voor Dilbeek (in Vlaanderen 7,8%).
Werking Gemeente en OCMW zorgen in Dilbeek al voor heel wat sociaal beleid en er zijn tal van voorzieningen. De algemene bedenking - ook binnen de sector zelf - is echter een gebrek aan juiste communicatieknooppunten. Voor N-VA heeft dit echter ook te maken met het gebrekkige algemene communicatiebeleid van de gemeente (zie ook luik ‘Communicatie’). Belangrijke stap voorwaarts is dat sinds maart 2012 iedereen terecht kan bij het Welzijnsloket (de Heetveldelaan) voor rechtstreekse vragen i.v.m. sociale dienstverlening. Het totale aanbod van sociale dienst- en hulpverlening wordt op klare wijze voorgesteld via de nieuwe catalogus ‘Wijzer in Welzijn’ alsook de webstek www.digitaalsociaalhuis.be/dilbeek. Zowel bij de gemeentelijke dienst Welzijn en Preventie als de OCMW-afdeling Sociale Bijstand kan men steeds rechtstreeks te rade gaan.
56
Verder ondersteunen ook de sociale raad en de seniorenraad het sociaal beleid. Voor senioren wordt al veel gedaan in de gemeente maar ze geven zelf aan dat er nog werk te verrichten is op gebied van veiligheid, mobiliteit (tussen de verschillende deelgemeenten en naar Dilbeek centrum) en de aanpak van vereenzaamde senioren.
Visie ALGEMEEN Je hoort wel eens “De N-VA heeft geen sociale visie en voert geen sociaal beleid”. Laat je niets wijsmaken! Vanuit volksnationale basisprincipes staat N-VA Dilbeek voor een creatieve, concrete samenwerking die leidt tot een mensgerichte en kwaliteitsvolle informatie en dienstverlening. Daarbij wordt het welzijn van de hele bevolking nagestreefd zonder onderscheid van geslacht, leeftijd, geaardheid, handicap, inkomen, levensbeschouwing of afkomst. N-VA wil op dat vlak een duidelijke stempel zetten op het beleid in onze gemeente. We huiveren echter voor het doen van loze beloftes. We kiezen resoluut voor een onderbouwd beleid, met een langetermijnvisie, met concrete doelstellingen en een correcte besteding van middelen. Opdat het morgen maar ook overmorgen fijn leven is in Dilbeek. Dat is echter niet evident in een beleidsdomein waarin zovele (externe) actoren een rol spelen en die historisch ook door zuilenorganisaties wordt gedomineerd. Voor N-VA vertrekt het totale beleid - en bij uitstek het sociaal beleid - vanuit een stevige onderbouw: het sociaal weefsel van Dilbeek. Dat bestaat uit diverse basisgroepen (van alleenstaanden, gezinnen, jongeren, senioren, ... tot verenigingen, organisaties, …). Allen worden zij geconfronteerd met specifieke uitdagingen als immigratie, gezondheid, onderwijs, mobiliteit, huisvesting, … N-VA is hierbij voorstander van gedeelde verantwoordelijkheid (rechten maar ook plichten) tussen bestuur en burger, zeker ook binnen het sociaal beleid. Voor ons speelt de gemeente hierin voornamelijk een regisseursrol en moet ze enkel zelf tussen komen waar de behoeften het best vanuit het lokale bestuursniveau kunnen opgelost worden. Analyseren van wat er is, (wat goed is moeten we niet opnieuw uitvinden), maar ook durven kijken naar wat er niet is. En waar het beleid de laatste jaren tekort is geschoten moet hard aan de weg getimmerd worden, al dan niet in samenwerking met anderen. De realisatie van het Welzijnsloket (maart 2012) is alvast een duidelijke stap in de goede richting. N-VA ondersteunt dit initiatief maar wil er op toezien dat zeer snel zal worden geëvalueerd en desnoods bijgestuurd indien de noden dat vereisen. Aangezien, volgens een nieuw decreet van de Vlaamse Overheid, de samenwerking tussen gemeente en OCMW in de toekomst kan verfijnd worden, is N-VA voorstander van een efficiënte en maximale integratie die ook voor de gebruiker tijdsbesparing, transparantie en performante dienstverlening moeten opleveren.
57
IN HET BIJZONDER Informatie-Communicatie: Voor N-VA maakt een goede en moderne doelgroepencommunicatie deel uit van goed bestuur, een goede sociale dienstverlening en ondersteuning. Dit blijkt nog al te vaak een pijnpunt te zijn zoals ook aangegeven wordt binnen de sociale sector zelf. Voor ons moet dit opgelost worden binnen een vernieuwd algemeen communicatiebeleid voor de ganse gemeente (zie ook algemeen luik ‘Communicatie’). Gezondheidszorg: Gemeente en OCMW blijven structureel samenwerken aan gezondheidspromotie enbevordering in overleg met de plaatselijke gezondheidswerkers (werkgroep gezondheidspromotie, vzw Sit en vzw Lokaal Gezondheidsoverleg Pajottenland en Zennevallei). Bijkomende aandacht moet zeker ook gaan naar nachtzorg en palliatieve zorg. Armoede: Voor N-VA moet de gemeente een proactief beleid voeren om verborgen armoede te detecteren. Een goed werkend zorgnetwerk is daarbij essentieel. De gemeente moet nog meer inzetten op het ondersteunen van (sociale) tewerkstellingsinitiatieven van langdurige werklozen en personen met een arbeidshandicap, ook in de eigen arbeidsorganisatie. Senioren: N-VA Dilbeek is er van overtuigd dat vrijwilligerswerk door senioren hun welzijn bevordert en de kans op bv. vereenzaming aanzienlijk vermindert. Daarom willen wij hen zowel in het samenlevingsgebeuren als in het beleid nauw betrekken. Zo moeten de seniorenraad en de al bestaande initiatieven voor senioren blijvend ondersteund worden. Betreffende specifieke beleidsbeslissingen (bv. mobiliteit) moeten zij in de toekomst meer betrokken worden. Wat betreft het groeiende probleem van seniorenhuisvesting pleit N-VA ervoor om in de eerste plaats de ondersteuning te bevorderen om senioren zo lang mogelijk in de vertrouwde leefomgeving te houden. Op het vlak van bijkomende capaciteit in rusthuizen, serviceflats, dagverzorgings- en revalidatiecentra moet Dilbeek een inspanning leveren om de norm te behalen. Voor N-VA moet de gemeente hierin een regisseursrol vertolken en de samenwerking met de privésector faciliteren. Er moet ook meer oog zijn om hierbij alle deelkernen van de gemeente te betrekken. Betreffende seniorenhuisvesting moet voor N-VA ook meer gebruik gemaakt worden van innovatieve woontypes als starters-, kangoeroe-, lancelotwoningen,… Andersvalidenbeleid: Betreffende toegankelijkheid, inclusie in het bestaande verenigingsleven, vervoer, ... worden al verdienstelijke inspanningen geleverd. Maar het kan en moet nog beter. Voor
58
opvang en huisvesting moet zeker een inhaalbeweging gebeuren (momenteel zijn er bv. geen sociale huurwoningen op maat van andersvaliden voorzien, er bestaan ook lange wachtlijsten, …). Betreffende een specifieke doelgroepencommunicatie kan ook de gemeente zelf bijkomende inspanningen leveren naar blinden en slechtzienden. Gezinsbeleid Voor N-VA is het gezin één van de hoekstenen van onze maatschappij. Zoals al gezegd vervaagt het klassieke gezinspatroon. Bovendien zijn gezin en werk vaak moeilijk te combineren. Voor ons moet de gemeente hierin faciliteren en informeren waar zij kan. Alle inspanningen die zij kan doen om deze oefening makkelijker te maken, moet zij opnemen. De uitdagingen zijn voldoende gekend: ●
voldoende, betaalbare en flexibele kinderopvang (zie ook verder);
●
opvoedingsondersteuning;
●
een woonbeleid met oog voor de gezinnen (zie luik woonbeleid);
Kinderopvang is een dienstverlening die toegankelijk moet zijn voor alle gezinnen, ook die met lage inkomens. Elk kind, waar het ook wordt opgevangen, moet garanties hebben op een kwaliteitsvolle opvang... Er is in Dilbeek minder dagopvang via gezinsopvangdiensten dan elders. De vraag of dit zal gecompenseerd kunnen worden door groepsopvang (kinderdagverblijven, crèches, …) is niet evident en vraagt nauwkeurige monitoring vanwege het beleid. De geplande uitbreiding van het gemeentelijk kinderdagverblijf ‘t Bijgaardje is dan ook een stap in de goede richting. Voor eventuele uitbreiding van de kinderopvangcapaciteit ziet N-VA de gemeente vnl. een regisseursrol vervullen om samenwerking met privépartners te faciliteren. De uitbouw van de pas opgestarte buitenschoolse kinderopvang i.s.m. Breugelkind is voor N-VA een positieve zaak. Wel dringen we aan op regelmatige evaluatie, bijsturing en uitbreiding indien nodig. Ook de bestaande speelpleinwerking (zie ook luik ‘Jeugd’) moet hierbij betrokken worden. Ontwikkelingssamenwerking: De lokale initiatieven van de Raad voor Internationale Samenwerking moeten blijvend ondersteund worden, alsook de lokale verenigingen die activiteiten organiseren rond ontwikkelingsamenwerking (werkgroepen 11.11.11, …). Waar mogelijk kan de gemeente ook sensibiliserend optreden in overleg met de onderwijsinstellingen op haar grondgebied. En op het vlak van het promoten en gebruiken van eerlijke handelsproducten moet de gemeente het voortouw nemen.
59
Concreet Beleid [1]
Maximale samenwerking en integratie van het gemeentelijke en OCMW-beleid op het gebied van sociale beleidsplanning en -uitvoering. Synergieën ontwikkelen waarbij loketfuncties maar ook ondersteunende diensten (als ICT, Communicatie, Onderhoud, …) tot meer efficiëntie en transparantie leiden, zowel voor de betrokken diensten als voor de eindgebruiker;
[2]
De uitbouw van de Sociale Campus in Groot-Bijgaarden realiseren waardoor zoveel mogelijk betrokken actoren vanuit één fysieke locatie actief zijn;
Informatie-‐Communicatie: [3]
De nieuwe ‘Wijzer in Welzijn’ en de webstek ‘Digitaal Sociaal Huis’ zijn een prima verbetering, maar N-VA pleit voor snelle tussentijdse evaluatie en bijsturing indien de noden dit uitwijzen;
[4]
Een specifieke doelgroepencommunicatie, ondersteund vanuit algemene communicatiebeleid van de gemeente, is dringend gewenst;
het
nieuwe
Gezondheidszorg: [5]
Uitbouwen van eigen preventiecampagnes in samenwerking met lokale partners die via netwerkvorming zorgen voor een meer efficiënte en effectieve preventieve gezondheidszorg (welzijnsdiensten, gemeentelijke diensten, senioren, scholen, huisartsen(kringen, CLB’s, mutualiteiten, paramedici, thuiszorgdiensten, arbeidsgeneeskundige diensten, …);
[6]
Samenwerking versterken;
[7]
Verdere samenwerking en overleg met de verpleegkundigen van Kind en Gezin;
[8]
Werving en sensibilisering van geschikte artsen en gespecialiseerde verzorgers voor campagnes. Opvolging en bijsturen waar nodig;
[9]
In samenwerking met jeugdraad 2-jaarlijkse informatie en vormingssessie organiseren;
met
het
LOGO
(Lokaal
GezondheidsOverleg)
behouden
en
[10] De gemeente volgt zeer strikt de situatie rond de werking van de MUG-diensten op haar grondgebied op; de gebrekkige kennis van het Nederlands blijft een pijnpunt dat op federaal niveau bij de bevoegde ministeries moet aangekaart blijven;
60
Armoede: [11]
Een nieuwe invulling van het takenpakket van de ‘wijkagent’ (zie ook luik ‘Veiligheid’) moet mogelijk maken dat sociale isolatie gereduceerd wordt en probleemsituaties sneller gedetecteerd worden;
[12] Dilbeek doet mee aan de projectoproep van Zoro (dorpsnetwerken voor zorg in een landelijke omgeving); [13] Het gemeentebestuur stimuleert sociale tewerkstelling: waar mogelijk in eigen projecten maar ook door privéwerkgevers te informeren en sensibiliseren met betrekking tot de verschillende mogelijkheden van soepele tewerkstelling en doorstromingsprogramma’s;
Senioren: [14] Samen en met inspraak van alle seniorenorganisaties wordt een ‘seniorenbeleidsplan op maat’ uitgewerkt; [15] Opstellen en uitvoeren van een actieplan ‘seniorenhuisvesting’, aangegeven in het GRS (Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan);
zoals
[16] Bij grote verkavelingen worden een verplicht aantal kavels voor starters-, kangoeroe- en lancelotwoningen ingepland via de mogelijkheden van het grond- en pandenbeleid; [17] Het OCMW dient een project in bij CADO (Collectief Autonome Dagopvang) waarbij kleinschalige lokale dagopvang mogelijk wordt; dit in het kader van senioren die geen intensief medische behandeling nodig hebben, zolang mogelijk in het eigen huis te laten verblijven maar toch steun, gezelschap, toezicht of verzorging te bieden; [18] Introductie en activering van multimedia in Breugheldal (internet, telefonie, digitale TV, …); [19] Telefooninitiatief naar alleenstaande, geïsoleerde senioren; [20] Voorzien van lichte sportaccommodatie voor senioren in de deelkernen (bvb petanquebanen) zodat voor deze doelgroep niet alles in het centrum van Dilbeek verloopt (zie ook probleem verbindingen met openbaar vervoer tussen de deelgemeenten); [21] Parkjes, pleinen, groene zones, … meer voorzien van rustbanken.;
Andersvalidenbeleid: [22] Opstellen van een geïntegreerd andersvalidenbeleidsplan met alle betrokken raden, verenigingen en organisaties;
in
samenwerking
61
[23] Gemeente en OCMW duiden een ambtenaar aan die verantwoordelijk is voor de armoede- en andersvalidentoets van het gemeentelijke beleid; [24] Werk maken van een gezinsvervangend andersvaliden i.s.m. privé-actoren;
tehuis
voor
licht
mentaal
[25] Via de mogelijkheden van het grond- en pandenbeleid wordt bij grote verkavelingen verplicht om koop- of huurwoningen te voorzien die zijn afgestemd op de noden van andersvaliden; [26] Aanbrengen van hand- en voetsensoren in alle Dilbeekse openbare centra, functionele gebouwen en administraties; spraaktechnologie en ondertiteling bij voorstellingen onderzoeken en opstarten; aangepaste lift in Dilkom voor rolstoelgebruikers; [27] Gemeentelijke publicaties ook aanbieden in aangepaste vorm voor blinden en slechtzienden (cfr. audiovorm van Randkrant en Assetablieft); uitbreiding van de collectie grote letterboeken in de bibliotheek; [28] Blijvende aandacht voor integratie van personen met een beperking via het gemeentelijk tewerkstellingsbeleid met oog op hun verdere publieke professionele integratie; [29] Creatieve sportfaciliteiten voor deze doelgroep onderzoeken en uitvoeren; [30] Toekennen van een ‘toegankelijkheidsprijs’ aan handelaars, lokale middenstand en horeca-uitbaters, die extra-inspanningen doen om hun zaak toegankelijk maken;
Gezinsbeleid en kinderopvang [31]
Opmaken van een kinderopvangactieplan opvangcapaciteit te creëren;
met
als
hoofdbedoeling
[32]
Regelmatige evaluatie van de nieuwe Buitenschoolse Breughelkind en bijsturing of uitbreiding ervan waar mogelijk;
[33]
Aanbod van alternatieven voor de gemeentelijke speelpleinwerking (zoals bv. de boerderijweken op het Neerhof) meer bekend maken en soortgelijke initiatieven stimuleren; zo kunnen ook ‘muzikale weken of kampen’ overwogen worden i.s.m. de nieuwe muziekacademie;
[34]
N-VA pleit voor het stimuleren van opvoedingsondersteuning met als doel het uitbreiden van opvoedingsmogelijkheden en kansen van gezinnen;
Kinderopvang
meer
i.s.m.
62
Ontwikkelingssamenwerking: [35]
Alle scholen op Dilbeeks grondgebied betrekken bij medewerking rond projecten ontwikkelingssamenwerking;
[36]
Promoten en gebruiken van eerlijke handelsproducten.
sensibilisering
en
Samengevat: beleidsmaatregelen voor Sociaal Beleid ●
Het optimaliseren van de samenwerking tussen alle bestuursniveaus en betrokken actoren;
●
Het aanbieden van totaalpakket betreffende communicatie;
●
Uitbreiding van de werking van het Welzijnsloket;
●
Uitwerking van een respectvol seniorenbeleidsplan;
●
Creatie van een actieplan voor personen met diverse beperkingen;
●
Een verbreding en verruiming van de kinderopvang;
63
Onderwijs
Analyse Basisonderwijs In 2011 telde Dilbeek 18 verschillende onderwijsinstellingen voor basisonderwijs (zowel van het gemeentelijke, vrije als gemeenschapsnet), samen goed voor 3.926 leerlingen. Daarmee staat Dilbeek op de 7de plaats in Vlaams-Brabant.
Secundair onderwijs In 2011 waren er in Dilbeek 4 scholen voor secundair onderwijs (allen van het vrije net) met 2.209 leerlingen. Daarmee staat Dilbeek op de 8ste plaats voor Vlaams-Brabant.
Deeltijds Kunstonderwijs De gemeentelijke academie voor muziek, woord en dans telde 729 leerlingen in 2011.
Inrichtende macht De gemeente Dilbeek is zelf inrichtende macht in 4 gemeentelijke basisscholen: Jongslag (Dilbeek), ’t Keperke (Itterbeek), De Klimop (Schepdaal) en De Kriebel (St-Ulr-Kapelle) alsook in de Academie voor muziek, woord en dans.
Uitdagingen De uitdagingen voor het Dilbeekse gemeentelijke onderwijs zijn niet min. Enerzijds is er de stijgende toename van het aantal kinderen waardoor de capaciteitsuitbreiding een permanente zorg voor nieuwe infrastructuur oplevert. Anderzijds is er ook een toename van het aantal leerlingen van buiten de gemeente, alsook een groeiende groep anderstalige leerlingen voor wie het Nederlands niet de thuistaal is.
●
Op een totaal van 3.926 leerlingen uit het Dilbeeks basisonderwijs (alle netten) zijn 565 leerlingen woonachtig in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (=14,5%)
●
Thuistaal Niet Nederlands: voor de 4 gemeentelijke scholen bedroeg dat aantal in 2011 145 leerlingen op een totaal van 835 (=17,5%). Voor het geheel van de Dilbeekse basisscholen (alle netten) bedraagt dat aantal 1.028 anderstalige leerlingen op 3.926 (=26,18%)
Het spreekt voor zich dat deze beide uitdagingen een specifieke zorg en aandacht vragen, zodat een kwalitatief onderwijs kan gegarandeerd blijven.
64
Visie Steden en gemeenten hebben enerzijds een belangrijke, lokale coördinatieopdracht wat betreft onderwijs en vorming, zowel in het leerplichtonderwijs als op het vlak van levenslang leren. Dat geldt evenzeer in Dilbeek waar 22 scholen gevestigd zijn: 18 basisscholen (waarvan 4 gemeentelijke) en 4 secundaire scholen (allen van het vrije net). Anderzijds speelt ons gemeentebestuur zeker een belangrijke rol in die instellingen waarin ze zelf onderwijs aanbiedt en optreedt als inrichtende macht.
Betreffende de lokale coördinatieopdracht: ● pleit N-VA voor het voeren van een flankerend onderwijsbeleid waarbij de gemeente een sector- en netoverschrijdende regierol op zich neemt; dit flankerend beleid komt immers de hele lokale (school)gemeenschap ten goede; het veronderstelt een constructieve samenwerking met andere, lokale actoren zoals andere scholen en onderwijsverstrekkers, ouders, politiediensten, sociale diensten en huisartsen, kinderopvang, gemeentelijke diensten, horeca, gemeentediensten, enz.; het opgestarte initiatief rond buitenschoolse kinderopvang is hiervan een mooi voorbeeld;
●
zet N-VA volop in op het “brede school”-concept; hierbij is een brede school kloppend hart van de lokale gemeenschap; het optimaal benutten van schoolinfrastructuur is hierbij het vertrekpunt en draagt bij tot het versterken het sociaal weefsel van de ganse gemeente; bovendien is het ook een kwestie efficiëntie;
het de van van
●
voorziet de N-VA een regisseursrol voor het gemeentebestuur betreffende het voeren van een taalbeleid Nederlands; de huidige gekende cijfers van het groeiend aantal anderstalige kinderen in ons Nederlandstalig onderwijs verantwoorden deze beleidskeuze.
Op het gebied van de eigen onderwijsopdracht als inrichtende macht: ● pleit de N-VA voor het bestendigen van het aanbod van een kwaliteitsvol onderwijs in de gemeentelijke basisscholen en de academie voor muziek, woord en dans;
●
vraagt de N-VA betreffende capaciteit en infrastructuur een doorgedreven cijfermatig onderzoek; de toegenomen aanwezigheid van leerlingen van buiten de gemeente rechtvaardigt een grondige evaluatie om in de toekomst een mogelijke capaciteits- of infrastructuuruitbreiding oordeelkundig te beoordelen.
●
stelt N-VA voor om alle instrumenten te gebruiken die het nieuwe inschrijvingsdecreet aanreikt zodat de toename van leerlingen van buiten de gemeente niet in het nadeel van eigen inwoners speelt (bv het afstandscriterium en andere...).
65
Concreet Op het gebied van coördinatie [1]
Nieuwe initiatieven op het vlak van een brede school-beleid, verkeersveilige schoolomgevingen, groepsaankopen, een taalbeleid, kinderopvang en kleuterparticipatie, sport en cultuur, een spijbelbeleid en leerplichtcontrole, huiswerkbegeleiding, opvoedingsondersteuning, aanpak van alcoholen drugsproblematiek;
[2]
De mogelijkheid om ochtend- en avondtoezicht te voorzien in alle scholen op haar grondgebied, werd recent in Dilbeek ingevoerd; de N-VA pleit ervoor dat dit op korte termijn maximaal wordt geëvalueerd en verfijnd om werkende ouders wat meer tijdsruimte en flexibiliteit te gunnen; bovendien kan dit toezicht “creatief” ingevuld worden bijv. met huiswerk-, taal- , lees- en bewegingsprojecten;
[3]
Oprichting van een netwerkoverschrijdende onderwijsraad en een onderwijsregie om onderwijsmateries in de gemeente te coördineren; de werking van de Lokale Overleg Platforms (LOP’s) en lokale schoolraden worden in de onderwijsraad ondergebracht; de onderwijsregisseur is de voorzitter van de onderwijsraad en deze laatste kan ook de schepen van onderwijs zijn;
[4]
Doelgerichte informatie aan de inwoners over het totale scholenaanbod in de gemeente, de start van de inschrijvingen en de manier van inschrijven;
[5]
Optimale benutting van de beschikbare schoolinfrastructuur in het kader van een vernieuwende “brede school”-visie: openstellen van schoolgebouwen ook buiten de schooluren en tijdens de vakanties voor sport- en speelpleinwerking, het verenigingsleven, hobby-, amateur- en sportclubs,...
[6]
In samenwerking met de lokale politie en alle scholen actief meewerken aan een verkeersveilige schoolomgeving bvb. schoolfietsroutes; ook betreffende het spijbelactieplan is een samenwerking met de lokale politie vereist;
[7]
Een versterkte samenwerking tussen de bedrijven, KMO’s en onderwijsinstellingen in Dilbeek; concreet kan dit bvb. via het aanbieden van stageplaatsen door bedrijven of via de organisatie van bedrijfsbezoeken;
[8]
In het kader van levenslang leren wil N-VA dat onze burgers zich optimaal kunnen ontplooien zowel professioneel als persoonlijk; in Dilbeek is al een ruim aanbod aanwezig vanuit het verenigingsleven (Academie La Motte, Bijgaards Ateljee, het Atelier Beeldende Kunsten, e.a.); het gemeentebestuur kan haar rol als lokaal regisseur hierin nog verder verfijnen;
66
Betreffende de eigen onderwijsopdracht als inrichtende macht: [9]
De gemeente zorgt ervoor dat haar directies (met of zonder ervaring) op een geschikt nascholingsaanbod kunnen ingaan zodat ze hun job met kennis van zaken kunnen invullen; bovendien zetten ze het lestijdenpakket maximaal in om het aantal leerlingen per klas te beperken;
[10]
Op proactieve wijze monitort de gemeente de eigen schoolinfrastructuur, dient tijdig een dossier in bij Agion en voorziet tevens in de nodige, eigen budgetten; ze dient ook te investeren in toegankelijke gebouwen en ICT, al dan niet via PPS (publiek private samenwerking);
[11]
Het lokale bestuur voert een taalbeleid Nederlands voor al haar inwoners; in dat kader kan het zelf een (laagdrempelig) onderwijsinitiatief nemen of leesbevorderingprogramma’s ondersteunen;
[12]
Dilbeek hanteert voortaan het afstandscriterium bij de inschrijvingsregels (zoals decretaal voorzien), zodat leerlingen van binnen de gemeente voorrang krijgen.
Samengevat: nieuwe beleidsmaatregelen Onderwijs ●
Diepgaander flankerend onderwijsbeleid met de gemeente als onderwijsregisseur;
●
Invoeren van ‘brede school’-concept in Dilbeek;
●
Ontwikkelen van een specifiek taalbeleid Nederlands voor anderstalige leerlingen;
●
Verfijnen van de pas opgestarte naschoolse opvang;
●
Veiliger schoolomgevingen en fietsvriendelijke toegangswegen;
●
Het afstandscriterium wordt ingevoerd in de inschrijvingsprocedure;
67
Woonbeleid
Analyse De voorbije 10 jaren zijn er in Dilbeek meer dan 2.000 inwoners bijgekomen. Een stijging van 6% op 10 jaar tijd. Het aantal huishoudens steeg in dezelfde periode nog iets sterker met 8% wat er op wijst dat de huishoudens kleiner worden en er dus ook meer vraag is naar kleinere wooneenheden. Als randgemeente van Brussel telt Dilbeek een hoge bevolkingsdichtheid van 971 inwoners per vierkante km. Iedereen heeft gemerkt dat de grondprijzen in onze gemeente op 10 jaar tijd bijna verdriedubbeld zijn. Als je in 2000 nog 100 euro per m2 zou betalen dan is dit in 2010 al 267,1 euro. We blijven hiermee net onder het Vlaamse gemiddelde van 282,2 euro. De stijging is vooral zeer uitgesproken bij de prijzen voor appartementen en gewone woonhuizen. Villa’s, bungalows en grotere huizen zijn beduidend minder in prijs gestegen. Het aantal sociale woningen is de laatste 10 jaar stabiel gebleven (+/- 600) en dit ondanks de groeiende noodzaak aan goedkopere woongelegenheden. De Morgen van 29 maart 2012 meldde dat het aantal beschikbare bouwgronden in Dilbeek op 2.081 ligt. Dilbeek steekt hiermee de kroon in Vlaams-Brabant (Halle bekleedt de 2de plaats met 1.845 percelen). De gemiddelde prijs voor een lapje grond in Dilbeek bedraagt intussen 267,1 euro per vierkante meter, eveneens één van de hoogste prijzen in Vlaams-Brabant en in Vlaanderen De nood naar bijkomende woningen blijft vrij groot. Bevolkingsprognoses wijzen uit dat Vlaanderen de komende 30 jaar 1 miljoen Vlamingen zal bij krijgen. Het is dus zaak om met deze informatie een degelijk woonbeleid uit te tekenen waarin ook de Dilbekenaar aan de bak kan komen.
Visie In Dilbeek is er de laatste 10 jaar maar weinig sprake van een actief gemeentelijk woonbeleid. De regie is voornamelijk in handen van huisvestingsmaatschappijen zoals Haviland, de Gewestelijke Maatschappij voor Volkshuisvesting en Providentia. Er is eveneens een regionaal samenwerkingsverband ‘Noord-West Brabant’ dat vooral een informatieve taak heeft. N-VA wil hier verandering in brengen en een actief gemeentelijk woonbeleid voeren met als voornaamste doelstelling, het wonen in eigen streek voor de Dilbekenaar mogelijk te maken en te houden. Voor heel wat gezinnen is het niet langer betaalbaar om in Dilbeek te blijven wonen vanwege te hoge vastgoedprijzen. Betaalbaar wonen moet voor
68
iedereen mogelijk zijn en dus niet enkel voor de lage en hoge inkomens maar ook voor personen en gezinnen uit de middenklasse. De groeiende vergrijzing, individualisering en gezinsverdunning hebben een grote impact op de manier van wonen. N-VA wenst dus meer verscheidenheid in het woningbestand als antwoord op specifieke woonbehoeften van starters, éénpersoonsgezinnen en senioren. Een degelijk woonbeleid dient zich eveneens te vertalen via een goede dienstverlening. Het regionaal woonloket Noord-West Brabant is een stap in de goede richting maar moet beter bekend gemaakt worden. Mensen die een huis willen kopen dienen degelijk ingelicht te worden over de verschillende aspecten van hun pand of bouwgrond. Zo worden deze kandidaat-inwoners goed ingelicht over mogelijke overstromingsrisico’s van de grond die ze wensen te kopen en over de erfgoedwaarde van hun pand. Dit gebeurt bij voorkeur voor de aankoop. Leegstand van gebouwen wordt aangepakt. Tijdelijke bewoning moet hier gestimuleerd worden om o.a. kraken en onveiligheid te voorkomen. Sociale huisvestingsmaatschappijen (SHM’s) kunnen leegstaande panden opkopen en renoveren met als doel een herbestemming voor sociale woningen te realiseren. Steeds meer senioren kiezen er voor om langer thuis te blijven wonen. Het gemeentelijk woonbeleid staat open voor andere woonvormen die levenslang wonen mogelijk en gemakkelijker maken. Vormen van zorgwonen (kangoeroewonen) moeten door de gemeente aangemoedigd worden. Ook toegankelijkheid krijgt de nodige aandacht. Wat betreft sociale huisvesting moeten SHM’s inzetten op renovatie van hun huidige woningbestand en bij voorkeur investeren in sociale koopwoningen. Voor wat huurwoningen betreft moeten we streven naar het maximaal inzetten van sociale verhuurkantoren (SVK) die actief zijn op de private huurmarkt. Dit kan een deel van de druk op de sociale huisvestingsmaatschappijen verminderen. De wisselwerking tussen de sociale actoren (OCMW, SHM, SVK) en de gemeente moet uitstekend functioneren. Een evenwichtige sociale mix van jonge en oudere gezinnen met of zonder kinderen zorgt voor een gezond sociaal weefsel dat bijdraagt tot een positieve dynamiek van de buurt, wijk, dorp of stad. Het lokaal woonbeleid zorgt voor de nodige randvoorwaarden en stimulansen om tot die sociale mix te komen.
Concreet [1]
Een gedetailleerde woonbehoeftestudie die rekening houdt met de financiële mogelijkheden en woonbehoeften van de verschillende doelgroepen moet de basis vormen voor het lokale woonbeleid;
[2]
Duidelijke keuzes maken en bepalen welk type woning waar in de gemeente kan bijkomen, welke woonnoden prioritair zijn en welke wijken of buurten het meest aan vernieuwing toe zijn;
69
[3]
De gemaakte keuzes worden omgezet in concrete en realistische doelstellingen die we vertalen naar concrete maatregelen en acties waarbij de focus op de uitvoering van de plannen ligt, eerder dan op het plannen op zich;
[4]
Opmaak van een gemeentelijk reglement ‘wonen in eigen streek’ conform de bepalingen van het decreet grond- en pandenbeleid waarbij het voor nieuwe planningsinitiatieven (RUP’s) mogelijk wordt om voorrang te geven aan inwoners van of die een band hebben met Dilbeek;
[5]
In het kader van de uitvoering van het gemeentelijk structuurplan trachten we het woonaanbod op peil te houden: nieuwe woongebieden zijn hierbij onvermijdelijk maar ook reconversie, kleinschalige inbreidingsprojecten (kernversterkend) en de mogelijkheid tot een selectieve verhoging van woonlagen moeten bijdragen aan de instandhouding van het woonaanbod;
[6]
Nieuwe woonprojecten gebeuren steeds op een doordachte manier met de nodige aandacht voor een efficiënte verkeersafwikkeling, voldoende parkeerplaatsen, groene en open ruimte, enz. Bij verkavelingprojecten streven we naar een evenwichtige spreiding van verschillende perceelgroottes om tot een optimale sociale mix te komen;
[7]
Bestendigen en versterken van de samenwerking met Vlabinvest zodat ook minder kapitaalkrachtige gezinnen en alleenstaanden in hun buurt zouden kunnen blijven wonen;
[8]
De inburgering- en taalbereidheidsvoorwaarde bij sociale huisvesting wordt consequent toegepast en nageleefd. Inburgering is immers een belangrijke opstap naar succesvolle integratie;
[9]
Het woonloket wordt via verschillende kanalen bekend gemaakt en streeft een optimale wisselwerking na met de betrokken actoren - zowel gemeentelijke diensten (RO, Bevolking, OCMW...) als niet-gemeentelijke (SHM’s, SVK, immobiliën,…);
[10]
Sociale verhuurkantoren (SVK) zijn een efficiënte manier om op een snelle en goedkope manier in goede, betaalbare woningen te voorzien. Het gemeentebestuur maakt werk van een versterking van de samenwerking met het Sociaal Verhuurkantoor (SVK). Eigenaars worden aangemoedigd om aan een SVK te verhuren;
[11]
Gemeentelijke gronden worden niet zomaar aan de meest biedende verkocht. Een dergelijke verkoop moet steeds in het teken staan van wonen in eigen streek. Indien geen dergelijke bepalingen kunnen opgelegd worden, neemt de gemeente een belangrijke grondpositie in zodat de privé-investeerder wordt verplicht samen te werken met de gemeente;
[12]
De gemeente oefent haar recht van voorkoop uit en verwerft zo de woningen en terreinen die zij nodig acht voor het voeren van een woonbeleid. Om dit recht van voorkoop te kunnen uitvoeren, richten we een grondfonds op dat voldoende middelen bevat om een woonbeleid te kunnen voeren. Dit fonds kan bijvoorbeeld gevoed worden door de verkoop van o.a. gemeentelijke gronden.
70
Samengevat: nieuwe beleidsmaatregelen woonbeleid ●
Een doorgedreven doordacht woonbeleid draagt volgens ons bij aan het behoud van het Nederlandstalig karakter van onze gemeente;
●
We zetten verschillende instrumenten in om dit te realiseren: een gemeentelijk reglement ‘wonen in eigen streek’, inburgering- en taalbereidheidsvoorwaarde bij sociale huisvesting, de oprichting van een grondfonds, het innemen van grondposities, het opleggen van voorwaarden aan verkavelaars;
●
We springen zuinig om met de nog resterende bouwgronden. We nemen hiervoor de nodige planningsinitiatieven om bvb bouwkavels kleiner te maken, bouwlagen beperkt te verhogen waar toegelaten;
●
Een goedwerkend en gepromoot woonloket staat de (jonge) bouwer bij met raad en daad.
71
Wij banen voor u de weg
72
Mobiliteit en openbare werken: een KNIK in het beleid Analyse Mobiliteit en openbare werken zijn al meer dan 20 jaar een oud zeer in onze gemeente. Straten liggen er verwaarloosd bij, er wordt vooral aan oplapwerk gedaan, er is weinig sprake van een consequente visie op mobiliteit, vooral de fietser wordt aan zijn/haar lot overgelaten, ingrijpende herinrichtingen zijn meer de uitzondering dan de regel. Verkeer is er nu eenmaal en het ziet er naar uit dat de behoefte aan mobiliteit zal blijven toenemen. Het autoverkeer stijgt jaarlijks, er is nood aan meer en degelijk openbaar vervoer en steeds meer mensen nemen de fiets. De fiets zit als transport- en recreatief middel de laatste jaren duidelijk in de lift. Dit is te merken aan de verkoopcijfers van fietsen: tussen 2007 en 2009 is de verkoop van fietsen verdubbeld. De elektrische fiets deed eveneens zijn intrede waardoor een grotere groep van mensen van dit vervoersmiddel gebruik kan maken in onze heuvelachtige gemeente. Als je dan nog weet dat meer dan de helft van al de verplaatsingen kleiner dan 5 km is, dan kunnen we gemakkelijk concluderen dat hier een enorm potentieel schuilt. Wat betreft verkeersveiligheid hinkt onze regio achterop in het Europese peloton. Het gros van de wegen in onze gemeente valt onder de bevoegdheid van de gemeente (met uitzondering van de N8, E40 en R0). De gemeente draagt dus een grote verantwoordelijkheid in het verhogen van de verkeersveiligheid.
Visie N-VA heeft een duidelijke visie op mobiliteit. Het is tijd voor verandering, er moet een KNIK komen in het beleid. K.N.I.K. staat voor Kwaliteit, Netwerken, Iedereen, Knooppunten.
Kwaliteit Of zich betrouwbaar en veilig verplaatsen, binnen een aanvaardbare tijd. Kwaliteit heeft ook te maken met de leefomgeving. Kwaliteit van wijken, dorpskernen, dichtbebouwde buurten, schoolbuurten. Kwaliteit in mobiliteit is op verschillende vlakken toe te passen:
●
vlotte doorstroming, zowel voor personen als openbaar vervoer. Belangrijke routes moeten vlot doorstroombaar zijn: voorrangswegen, geen remming door middel van verkeersplateaus, snelheid moet leesbaar zijn, straatprofiel aangepast aan snelheid, indien er ook andere gebruikers zijn (zoals fietsers en voetgangers) moet
73
aangepaste infrastructuur aanwezig zijn (aanliggende of verhoogde fietspaden) of dient bij gebrek aan alternatief, volledig gescheiden te worden (inschakelen trage wegennetwerk, alternatieve routes, tunnels/bruggen voor trage weggebruikers over drukke assen (veelal gewestwegen);
●
Deze vlotte doorstroming impliceert ook een bescherming van het onderliggend lokaal wegennetwerk van doorgaand verkeer, autoluw maken van wijken, dorpskernen (trachten) te ontzien van doorgaand verkeer;
●
Kwaliteitsvolle bushokjes, fietsstallingen;
●
Rustbanken/vuilnisbakken langs wandelwegen/voetwegen en kleine straatjes;
●
Comfortabele fiets- en voetpaden: fietspaden niet in klinkers maar asfalt, voldoende brede voetpaden met verlaagde borduren voor koetsen, rolstoelen, …
●
Kwaliteit betekent ook aandacht voor publieke ruimte: aangename inrichting met aandacht voor groen, rustmogelijkheden, netheid, …
●
Ook m.b.t. verlichting kan nog voor heel kwaliteit gezorgd worden. Anders verlichte dorpskernen kunnen bijvoorbeeld een snelheidsremmend effect hebben.
Netwerken Netwerken moeten de leidraad vormen voor de uitbouw van een mobiliteitsbeleid. Verschillende types netwerken:
●
Een netwerk waar het autoverkeer vlot gaat, aanbevolen ‘snelle’ routes;
●
Fietsroutenetwerken, recreatief en functioneel;
●
Schoolroutenetwerken, veilige fietsroutes om naar school te gaan;
●
Openbaar vervoernetwerk, een degelijk vraaggestuurd busaanbod;
●
Wandelroutes via rustige wegen, voetwegen en buurtwegen.
Belangrijk in deze is de bewegwijzering. Een mooi bestaand voorbeeld is het recreatieve fietsknooppunten netwerk. Ook voetwegen zouden beter aangeduid moeten worden teneinde ze ‘zichtbaar’ te maken en hun functie voluit te gebruiken voor korte lokale verplaatsingen. Ook fietsroutes kunnen bewegwijzerd worden gezien zij niet steeds over leesbare infrastructuur lopen (er ligt en er hoeft ook niet altijd een fietspad te liggen). Gemeenten zijn geen eiland. Voor de uitbouw van bepaalde netwerken is in een aantal gevallen overleg nodig. Zo is het belangrijk dat bij het opstellen van een meerjarenplanning gekeken wordt over de gemeentegrenzen heen. Indien gemeente X plannen heeft om een bepaalde weg uit te rusten met fietspaden, is het aangewezen dit ook in aangrenzende gemeente Y te doen. Overleg in deze is noodzakelijk. Het is steeds pijnlijk een fietspad te zien stoppen aan de gemeentegrens.
74
Iedere weggebruiker Bij iedere ingreep, een integrale aanpak die rekening houdt met iedere weggebruiker. In Dilbeek wordt dit te vaak vergeten. Bij heraanleg van straten vertrekt men van de bestaande toestand zonder rekening te houden met fietsers, parkeernood enz. Het is gemakkelijker (en sneller) over te gaan naar herstel van de bestaande toestand. Resultaat is dat er soms brede straten zijn waar je maar 30 km/u mag rijden. De rijweg is dus niet aangepast aan het gewenste verkeersgedrag. Gezien de focus hier ligt op iedere weggebruiker hebben we het ook over verkeersveiligheid. Dit brengt ons bij de politiewerking. Ook de politie heeft een belangrijke rol in het analyseren van verkeersonveilige situaties waardoor ze bepaalde suggesties kunnen doen naar infrastructurele ingrepen om onveilige situaties te voorkomen. ‘Iedere weggebruiker’ staat ook voor betrokkenheid: bepaalde wantoestanden moeten snel meldbaar zijn (digitaal meldpunt). Bij de meer ingrijpende heraanleg van straten en pleinen zou in een vroeg traject inspraak mogelijk moeten zijn (via dorpsraden, wijkcomités, gemeenschapsraden maar ook bepaalde adviesraden zoals verkeerscommissie, sportraad, jeugdraad, …)
Knooppunten Door na te denken over knooppunten, wordt men gedwongen na te denken over waar het best parkings worden aangelegd, fietsstallingen, schuilhokjes, … Kortom, op plaatsen waar verschillende vervoersmiddelen elkaar ontmoeten. Dit niet enkel bij de voor de hand liggende plaatsen zoals stations, busstopplaatsen e.d. maar ook in functie van de activiteit: culturele centra, belangrijke openbare gebouwen, sportaccommodatie, … Zo subsidieert De Lijn vuilnisbakken, zitbanken.
bijvoorbeeld
halteaccommodatie:
schuilhokjes,
fietsbeugels,
Parkings bij treinstations zijn soms een moeilijk punt: grond is niet in handen van de gemeente maar van NMBS (holding of Infrabel). In veel gevallen ben je dan aangewezen op de goede wil en budgetten van de NMBS. Hier moet naar samenwerking en overleg gestreefd worden.
Concreet [1]
De N-VA wil prioriteit geven aan de uitbouw van een veilig fietsroutenetwerk. We leggen het accent in eerste instantie op die straten waar veel autoverkeer is en er dus verkeersonveilige situaties zijn (Bodegemstraat, Brusselstraat, Itterbeeksebaan, Jan De Trochstraat - Ijsbergstraat - Doylijkstraat, Dansaertlaan, Stationsstraat - Hoogveld/Molenberg, Rolle/Roomstraat, Baron de Vironlaan, Wijngaardstraat). De aanleg van fietspaden op die plaatsen is in de meeste gevallen tot 80% gesubsidieerd. Er wordt werk gemaakt van een actieplan fietspaden met aandacht
75
voor nieuwe infrastructuur, bewegwijzering, fietsenstallingen, onderhoud (ook in winterperiode), fietssuggestiestroken; [2]
N-VA is voor een duidelijk leesbaar openbaar domein. De zone 30 dient duidelijker te worden aangegeven en ook de infrastructuur binnen de zones dient te worden aangepast. Het profiel van straten moet leesbaar zijn. Een bestuurder moet uit de inrichting van de straat de snelheid kunnen aflezen. Bij heraanleg van straten gaat hier verhoogde aandacht naar;
[3]
N-VA wil zorgen voor voldoende uitrusting aan belangrijke knooppunten:
● Voldoende en degelijke parking aan de NMBS stations, ● Fietsstallingen aan drukke opstapplaatsen voor bussen, ● We herdenken het parkeerbeleid in Dilbeek centrum (Westrand, Verheydenstraat); [4]
N-VA wil het trage wegennetwerk opwaarderen en een meer functionele inkleding geven. We stellen in samenwerking met de vzw Trage Wegen een actieplan op om trage wegen terug tot hun recht te laten komen;
[5]
N-VA hecht veel belang aan inspraak. We bouwen de uitgebreide verkeerscommissie dan ook uit tot een volwaardige adviesraad en betrekken deze bij belangrijke projecten. De bevolking wordt geraadpleegd in de opstartfase van een project zodanig dat er rekening kan gehouden worden met haar bekommernissen;
[6]
N-VA wil actief werk maken van een goede doorstroming op de belangrijkste verkeersassen in onze gemeente. Obstakels zoals drempels worden verwijderd, we voeren systematisch voorrangswegen in op de 3 grote assen en maken op deze wegen versneld werk van de aanleg van veilige fietspaden. Waar mogelijk wordt het snelheidsregime op deze assen herbekeken;
[7]
N-VA pleit voor het opstellen van een algemeen circulatieplan in Dilbeek om het vele verkeer beter te kanaliseren. We analyseren welke wijken en kleine straten overbelast worden met verkeer en nemen de nodige maatregelen om het verkeer in die gevallen in te dijken;
[8]
N-VA is voorstander van een tonnageverbod (+3,5 ton) net zoals in onze buurgemeenten werd ingevoerd;
[9]
Met vervoersmaatschappij De Lijn worden oplossingen gezocht voor ontbrekende verbindingen in onze gemeente. In sommige gevallen worden een aantal lijnen in dichtbevolkte gebieden omgeleid teneinde de overlast te beperken (bvb. Spanjebergstraat - Centrum Dilbeek);
[10]
N-VA wil een project- en planningteam installeren dat zich uitsluitend bezig houdt met grote projecten. Het team betrekt politie, nutsmaatschappijen, buurgemeenten en andere relevante actoren in de planningsfase zodat verschillende werken op elkaar afgestemd kunnen worden;
76
[11]
De eerste jaren van de bestuursperiode plannen we, de volgende 4 jaar voeren we uit. We trekken mensen aan met kennis van zaken teneinde niet elk project volledig aan studiebureaus te moeten uitbesteden. We halen kennis in huis;
[12]
N-VA wil dat de gemeente actief betrokken is bij plannen van het Vlaams Gewest op haar grondgebied. We volgen plannen met betrekking tot de N8 en de Ring actief op en zorgen ervoor dat met de wensen van de gemeente rekening wordt gehouden;
[13]
N-VA wenst optimaal gebruik te maken van subsidies die ter beschikking gesteld worden door hogere overheden (Vlaanderen, Europa);
[14]
N-VA maakt werk van een logisch snelheidsregime maar zal ook een doorgedreven handhavingsbeleid voeren ten opzichte van overdreven snelheid;
[15]
Meten is weten. N-VA wenst discussies rond mobiliteit te objectiveren door middel van cijfers, metingen en andere. Dit moet het draagvlak voor bepaalde maatregelen vergroten;
[16]
N-VA wenst verder werk te maken van de herinrichting van de dorpskernen van Sint-Martens-Bodegem (Dorpsplein) en Sint-Ulriks-Kapelle;
[17]
N-VA wil een gemeentelijk reglement opstellen dat nutsbedrijven verplicht opengebroken straten, fietspaden, stoepen te herstellen in de staat waarin ze zich bevonden. Openbreken moet de uitzondering worden i.p.v. de regel.
Samengevat: nieuwe beleidsmaatregelen mobiliteit en openbare werken ●
Beleidsprioriteit voor het uitbouwen van fietsroutenetwerk en het opstellen van een actieplan fietspaden;
●
Gerichte acties om de doorstroming op de voornaamste verkeersassen te bevorderen en zo de kleine wegen te ontlasten;
●
Het trage wegennetwerk herwaarderen, onderhouden en aanduiden;
●
Oprichting van een project- en planningsteam dat zich uitsluitend bezig houdt met grote projecten en afstemming met andere actoren;
●
We halen kennis maximaal in huis en besteden enkel uit wat nodig is;
●
Opstellen gemeentelijk reglement dat nutsmaatschappijen verplicht, openbreken van straten/voetpaden/fietspaden te vermijden en indien dit toch moet gebeuren, perfecte herstelling in de staat waarin ze zich bevonden;
77
Ruimtelijke Beleid -‐ Durven kiezen
Analyse De essentie van ruimtelijk beleid is het verzoenen van groei en de veranderingen die daarmee gepaard gaan, met het behoud en verbeteren van de leefomgeving. Dat realiseren is geen gemakkelijke opdracht en de lokale besturen spelen daar een cruciale rol in. Vlaanderen creëert daarvoor het kader, maar het is op het lokale niveau en dicht bij de burger dat de gevolgen van de gemaakte keuzes zichtbaar worden. De uitdaging waar we de komende jaren voor staan is om de burger een stem te geven in die veranderingen en om gezamenlijk vorm te geven aan positieve maatschappelijke projecten. Het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (GRS) geeft de visie weer op het beheer van de ruimte in Dilbeek. Het plan is er, nu moet de uitvoering volgen. N-VA vindt dan ook dat het meer dan ooit tijd is om te kiezen: welke projecten maken echt het verschil voor de ontwikkeling van onze gemeente?
Visie De uitdaging voor de komende jaren bestaat erin om wat gepland is, ook op het terrein te realiseren en dat zo goed mogelijk te doen. Volgens N-VA zijn er vier toetsstenen voor elke beslissing:
●
Tijd voor positieve keuzes: beleid voeren is in de eerste plaats uitgesproken en gedragen keuzes durven maken
●
we willen focussen op de uitvoering van plannen, met oog op realiteitszin en uitvoerbaarheid, eerder dan op het maken van plannen op zich
●
N-VA wil zich onderscheiden door in elke beslissing een objectieve en zakelijke lijn aan te houden
●
Helder, open en in overleg: we investeren in overleg en open communicatie. We zeggen geen A zonder B te zeggen. Als een bepaald project op een bepaalde plaats echt maatschappelijk nodig is, dan gaan we daar ook voor.
Onze visie op ruimtelijke ontwikkeling: ● Nieuwe woonwijken moeten voor
N-VA
een
weerspiegeling
zijn
van
de
maatschappij;
●
Ontwikkelingen moeten iets toevoegen aan de omgeving en dus een meerwaarde vormen voor de bewoners, bezoekers en gebruikers van het gebied in kwestie;
78
●
Het algemeen belang staat voor N-VA voorop: we gaan niet blind achter elk actiecomité staan omwille van de politieke opportuniteit. We oordelen op basis van objectieve gegevens. Leegstaande gebouwen en onderbenutte terreinen bieden kansen. Hieraan prioriteit geven is de beste bescherming voor de resterende open ruimte;
●
De uitgangspunten van het structuurplan Dilbeek zijn de onze: we beschermen de open ruimten en het groene karakter van onze gemeente;
●
Extra woongelegenheid zoeken we in de woonkernen door middel van inbreiding en verdichting. Lintbebouwing buiten de kernen wordt in de mate van het mogelijke tegen gegaan;
●
N-VA wil de rol opwaarderen van de Gemeentelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening (GECORO) door de onafhankelijkheid van de commissie te maximaliseren. De GECORO moet met eigen beleidsvoorstellen kunnen komen en we stimuleren samenwerking met andere adviesraden;
●
N-VA wil dat er wordt opgetreden tegen zaken die onterecht zonder vergunning worden uitgevoerd, of tegen werken die niet conform de verkregen vergunning wordt uitgevoerd. Wie buiten de lijntjes kleurt, moet eerst een waarschuwing krijgen en de kans krijgen om de gemaakte fout vrijwillig recht te zetten;
●
Wateroverlast moet vermeden worden en de watertoets bij een nieuwe vergunning moet correct uitgevoerd worden. Waterdoorlatende materialen moeten zoveel mogelijk gestimuleerd worden bij bouwprojecten;
●
Woonbeleid en ruimtelijk beleid moeten op elkaar afgestemd worden;
●
Ruimtelijke ontwikkeling en mobiliteitsbeleid zijn één en ondeelbaar. N-VA is dan ook van oordeel dat dit onder de bevoegdheid van eenzelfde schepen moet komen;
Concreet [1]
Volgende planningsinitiatieven zijn voor N-VA van belang:
●
Een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) voor de realisatie van de gewenste natuurlijke structuur zoals aangegeven in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan (GRS);
●
Opwaardering van de stationsomgevingen. Daarom maken we werk van het opstellen van een RUP voor de stationsomgevingen van Dilbeek en Sint-MartensBodegem;
●
Een RUP voor de reconversie van de ‘Spanuit’ in Schepdaal;
79
●
Voor ons moeten bijkomende plaatsen voor seniorenhuisvesting niet enkel via bijkomende rusthuizen. Daarom stellen we een actieplan ‘seniorenhuisvesting’ op zoals ook aangegeven in het GRS;
●
Wij wensen de lokale bedrijvigheid zoveel mogelijk te concentreren op daartoe geschikte terreinen. We nemen hiervoor een planningsinitiatief;
●
Rechtszekerheid is van groot belang. We wensen dan ook werk te maken van een RUP zonevreemdheid m.b.t. wonen, bedrijvigheid en sport en recreati;
[2]
Woonuitbreidingsgebieden en reservegebieden voor woonwijken worden beperkt aangesneden. ‘Wonen in eigen streek’ moet een belangrijke leidraad vormen. We stellen hiervoor een gemeentelijk reglement op (conform de bepalingen van het grond- en pandendecreet);
[3]
Via ruimtelijk beleid willen we wonen betaalbaar houden. N-VA wil zuinig omspringen met de beschikbare grond en wil kleine kavels stimuleren. In dit kader onderzoeken we eveneens in welke mate de beperkte verhoging van woonlagen betaalbaar wonen in de kernen kan stimuleren;
[4]
Oude verkavelingen die nog niet zijn uitgevoerd zijn, worden opgespoord en beoordeeld op hun verenigbaarheid met onze visie op het behoud van de open ruimte en van het zuinig omspringen met beschikbare grond;
[5]
Voor N-VA is één van de prioriteiten een degelijk handhavingsbeleid. We stellen dan ook een gemeentelijk handhavingplan op. Toekomstige initiatieven zoals de invoering van de digitale bouwaanvraag moet ruimte scheppen om deze extra taken m.b.t. handhaving op te nemen;
[6]
Via stedenbouwkundige verordeningen willen wij ingrijpen op bepaalde problemen. Zo denken we bijvoorbeeld aan een verordening rond parkeren bij nieuwbouw;
[7]
N-VA wil een fonds aanleggen om planologische ruil daadwerkelijk mogelijk te maken. Op deze manier wensen we kernen en open ruimten te versterken en een halt toe te roepen aan lintbebouwing. We denken daarbij aan het instrumentarium van planbaten/planschaden, ruilverkaveling, ...
80
Samengevat: nieuwe beleidsmaatregelen ruimtelijk beleid ●
Extra woongelegenheid moet bij voorrang naar Dilbekenaren gaan;
●
We springen zuinig om met ruimte door kavels te verkleinen en een beleid te voeren gericht op inbreiding en verdichting in de kernen;
●
Oude nog aan te snijden verkavelingen niet verenigbaar met visie op open ruimte worden herbestemd;
●
We leggen een grondfonds aan om planologische ruil daadwerkelijk mogelijk te maken;
●
Verloederde en verwaarloosde gebieden worden gericht aangepakt door ze een passende bestemming te geven.
81
Leefmilieu en energie
Analyse Onze gemeente heeft de afgelopen bestuursperiode belangrijke stappen gezet in de richting van een degelijk milieu- en energiebeleid, rekening houdend met de laatste ontwikkelingen op dat vlak. De meest in het oog springende zijn het isoleren van het energieverslindende Westrand gebouw, de invoering van het systeem van gemeentelijke administratieve sancties (GAS) om onder andere het sluikstorten en het gebruik van pesticiden tegen te gaan en de optimalisering van het recyclagepark tot een plaats waar men gemakkelijk en met alle vormen van afval terecht kan. De tarieven voor recycleerbaar vuil werden onlangs gehalveerd om het gebruik van dit gebruiksvriendelijk park te stimuleren. Betreffende afvalbeleid, afvalstromen en beheersing van de kosten, zit Dilbeek redelijk goed. De laatste bekende cijfers (2010) van de provincie leren ons dat we met 384,7 kg/inwoner voor onze totale afvalhoeveelheid op de 7de plaats staan van 36 gemeenten. Ook betreffende selectief afval doet Dilbeek het goed met 243,3 kg/inwoner (of 63,3% van het totaal afval). Het restafval bedraagt voor onze gemeente 141,3 kg/inwoner (of 36,7% van het totale afval). De gemeentelijke dienst ‘openbare reinheid’ werd onlangs opgericht. De bedoeling is dat deze dienst zich uitsluitend zal bezig houden met het proper houden van onze gemeente. In 2012 wordt volop geïnvesteerd om deze dienst uit te rusten zodat hij daadwerkelijk werk kan maken van een propere gemeente. Verschillende premies zijn in het leven geroepen of in stand gehouden om de bevolking te stimuleren zuinig om te gaan met energie en water. Een zichtbaar pijnpunt blijft het zwerfvuil en de hondenpoep die het uitzicht van onze gemeente vertroebelen. Er is eveneens blijvende onvrede met betrekking tot de vuilniszakken en het systeem voor het ophalen van grofvuil.
Visie De N-VA pleit voor een gemeentelijk energie- en milieubeleid dat gebaseerd is op duurzaamheid. Duurzaamheid staat voor een efficiënt beleid aan de hand van rationele keuzes en een duidelijk huisvuilbeleid waarbij de vervuiler betaalt. De gemeente stuurt haar burgers niet alleen in de goede richting, ze geeft ook zelf het goede voorbeeld. N-VA hecht eveneens belang aan een zichtbaar propere gemeente: aanpak van zwerfvuil is hier van groot belang maar eveneens van landschappelijk visueel storende elementen. We denken hierbij aan koterij in weiden en op andere plaatsen.
82
De totale uitgaven rond afvalbeleid vormen voor elke gemeente of stad een belangrijke uitgavenpost. Voor Dilbeek is dat niet anders. Daarom is N-VA voorstander om alle mogelijke pistes die momenteel onderzocht worden rond samenwerkingsverbanden betreffende afval, nauwkeurig te analyseren. De keuzes die zich uiteindelijk opdringen moeten voor ons zeker en vast beoordeeld worden op een meer efficiënte kostenbeheersing, gemeenschappelijke reglementen en/of tarieven en een vlotte dienstverlening. Ze mogen zeker geen afbreuk doen aan de principes van het Dilbeekse afvalvoorkomingsbeleid. Betreffende beheersing van de huidige afvalstromen zal bijkomende sensibilisering nodig zijn om de totale hoeveelheid restafval nòg te reduceren in het voordeel van geselecteerd afval. Dit zal trouwens een positief effect hebben op de afvalkosten. Met 141,3 kg restafval per inwoner doen we het dan wel licht beter dan de norm van het Vlaamse gemiddelde (150 kg), maar het kan altijd beter. We blijven verder investeren in het bestrijden van wateroverlast, vervuiling van waterlopen, erosie en overmatig (drink)watergebruik. Natuurlijke entiteiten trachten we te versterken door concrete planningsinitiatieven ook daadwerkelijk uit te voeren teneinde het groene karakter van onze gemeente te versterken. Op vlak van energie wensen we de klemtoon te leggen op een rationeel energieverbruik door initiatieven te stimuleren die het energieverbruik van huishoudens beperken. Het stimuleren van het degelijk isoleren van huizen en gebouwen is hier een concrete uiting van. We subsidiëren geen hernieuwbare energie meer die op zich niet rendabel kan zijn. Voorkomen is beter dan genezen!
Concreet [1]
Verdere uitbouw van de dienst Openbare Reinheid die instaat voor het proper houden van het openbaar domein (straten, voetpaden, parken) en de aanpak van zwerfvuil;
[2]
Digitalisering van onze dienstverlening en de gemeentelijke werking om het overmatig gebruik van papier bij de gemeentediensten te beperken;
[3]
Opdrijven van controles en sanctionering van sluikstorten;
[4]
Betere communicatie, toegankelijkheid en gebruiksvriendelijkheid van ophalen van grofvuil;
[5]
Nagaan of het systeem van gedifferentieerd tarief (diftar) voor het ophalen van huisvuil kan ingezet worden. Hierdoor worden de vele problemen met vuilniszakken opgelost;
[6]
N-VA is niet gekant tegen een samenwerkingsverband betreffende afvalbeleid. Wel moet voor Dilbeek goed nagezien worden dat eerdere verworvenheden en inspanningen van afvalvoorkoming niet teniet gaan;
83
[7]
Verderzetten van de uitbouw van een (gescheiden) rioleringsnetwerk. Een nauwe samenwerking en afstemming met openbare werken is hiervoor noodzakelijk;
[8]
Beperking van wateroverlast door afkoppeling, het vasthouden en/of vertraagd afvoeren van regenwater wordt gestimuleerd; infiltreren en hergebruik van regenwater wordt eveneens gestimuleerd door middel van premies;
[9]
Een handhavingsbeleid hanteren waarbij nieuw- en verbouwers gecontroleerd worden om te zien of zij voldaan hebben aan de stedenbouwkundige verplichtingen ter zake; zelf heeft de gemeente hierin een voorbeeldfunctie door bijvoorbeeld straten en pleinen zo aan te leggen dat infiltratie mogelijk is;
[10]
Het erosiebestrijdingplan wordt integraal uitgevoerd om het dichtslibben van onze waterwegen te voorkomen;
[11]
De verdere versnippering van open ruimte voorkomen door de nodige planningsinitiatieven ihkv de uitwerking van het gemeentelijk structuurplan;
[12]
Trage wegen en wandelwegen dienen natuurgericht beheerd te worden;
[13]
Elke vorm van zichtvervuiling (onbehoorlijke stallingen, schuilhokken...) in open ruimte tegengaan en hiervoor een stedenbouwkundige verordening opstellen. Bestaande mistoestanden dienen verwijderd, vervangen of gebufferd te worden;
[14]
Invoeren van een groentoets bij de (her)inrichting van wegeninfrastructuur: het aanplanten van bomen en ander groen langs wegen waar mogelijk;
[15]
Om de milieu en geluidshinder te beperken, wenst N-VA:
[16]
●
de weginfrastructuur aan te passen waar deze het meest overlast geeft: betonplaten zijn lawaaierig en veroorzaken veel trillingen;
●
overmatige verlichting van straten en gebouwen aan te pakken;
●
potentieel verontreinigde gemeentelijke gronden op te sporen en te saneren;
●
een meldpunt in te richten zodat mensen hinder kunnen melden (zie communicatie en dienstverlening)
Op vlak van energie wenst N-VA verder werk te maken van:
●
het energiezuinig maken van gebouwen en de resultaten van de energieaudit uit te voeren;
●
het openbare verlichtingsnet door te lichten (lichtscan Eandis aan de gang) en resultaten ervan in acties om te zetten;
●
het energiebewust (ver)bouwen verder te stimuleren door sensibilisering en premies te richten op degelijk isoleren. Premies voor zonnepanelen worden afgebouwd;
84
●
onderzoek naar mogelijkheden op Dilbeeks grondgebied voor windenergieprojecten. We streven hiervoor naar participatie van de bevolking om het draagvlak te vergroten.
Samengevat: nieuwe beleidsmaatregelen milieu en energie ●
Beleidsprioriteit voor het aanpakken van zwerfvuil en sluikstorten;
●
Gebruiksvriendelijk meldpunt voor het melden van hinder;
●
Aanpak probleem vuilniszakken eventueel via Diftar systeem;
●
Aanpak zichtvervuiling (storende hindernissen in open landschap);
●
Zuinigheid met energie en water stimuleren via gericht premiestelsel;
●
Actief beleid om verdere versnippering van open ruimte te voorkomen;
●
Groentoets bij herinrichting wegeninfrastructuur;
●
Prioriteit aan herstellen straten die geluids- of trillingshinder geven;
85
Landbouw en Platteland
Analyse Landbouw: Landbouwers zijn in Dilbeek een rariteit geworden, laat staan dat er aan diversiteit wordt gedaan. Het aantal landbouwbedrijven gaat mede door de verstedelijking fors achteruit. In deelgemeente Groot-Bijgaarden vind je er nog amper. De kleine bedrijfjes worden voor prangende keuzes gesteld, grote investeringen doen of ermee stoppen. Vandaag is er van een echt landbouwbeleid weinig merkbaar. De Dilbeekse landbouwraad voelt zich vooral op zichzelf aangewezen.
Platteland: Groot-Dilbeek vertoont vele gezichten en karakters. In het centrum vind je de meeste administratieve functies. Sommige deelgemeenten bezitten echter ook nog heel wat landelijke gebieden. Nagenoeg in heel Dilbeek en zeker in de deelgemeenten kan men door het heuvelachtig karakter van de streek o.a. prachtige vergezichten, erfgoed, patrimonium, bio-cultuur en ongeschonden natuurpunten waarnemen. Dilbeek staat onder grote druk als gevolg van de toenemende verstedelijking. De grote vraag naar bouwgrond in combinatie met de gunstige ligging van Dilbeek naar de belangrijke verkeersknooppunten toe, noopt het gemeentebestuur tot aansnijden van kostbare open ruimte. Spijtig genoeg moet N-VA Dilbeek, constateren dat een structureel beleid van en in functie van het Dilbeekse platteland nagenoeg onbestaande is. De plattelandsvergezichten worden verstoord door allerlei constructies. Dit leidt in landelijke gebieden vaak tot gezichtsvervuiling. Zeker als daar nog sluikstorten bijkomt.
Visie Landbouw: Onze landbouwers en tuinders verdienen ons respect. De herwaardering van deze nietonbelangrijke economische sector is voor N-VA dan ook een belangrijk programmapunt. De landbouwsector staat onder druk: enerzijds moeten landbouwers belangrijke milieuinspanningen leveren, anderzijds worden hen kwaliteitsnormen opgelegd. Om in leven te kunnen blijven, dringt individuele schaalvergroting zich dan ook op. De enige manier om de leefbaarheid van de landbouw in de toekomst te kunnen blijven garanderen is door de kaart te trekken van de omschakeling naar duurzame bedrijfsvoering.
Platteland: Voor N-VA is het belangrijk om te kunnen blijven investeren in de aantrekkelijkheid, in de kwaliteit van de leefomgeving van de landelijke Dilbeekse gebieden. De aanwezigheid van basisfaciliteiten: dorpschooltjes, kruidenierswinkels, ontmoetingsplaatsen, een
86
kwaliteitsvol uitgebouwde wegeninfrastructuur en mobiliteitsnetwerk, ... zijn primordiaal om de leefbaarheid en het dorpsgevoel te behouden én nog te verbeteren. Voor N-VA Dilbeek biedt een goed plattelandsbeleid bijkomende opportuniteiten. Er moet niet enkel gedacht worden aan (bio)-landbouwactiviteit, woongelegenheid, duurzaam te beschermen erfgoed en landschappen, maar ook aan marketing op het platteland. Door een herinvulling van dit alles kan er een meerwaarde gerealiseerd worden. Verdere ondersteuning van de landbouw, een vermarkting dus, kan via de promotie van artisanale streek- en hoeveproducten en lokale korte-ketenverkoop bijdragen tot verbetering van de lokale dorpseconomie. Plattelands- en hoevetoerisme, ‘Bed & Breakfast’-initiatieven zullen door N-VA Dilbeek verder ondersteund en mee gestimuleerd worden. Buiten de ‘Honsemhoeve’ en het ‘Waerboomhof’ is er zeker nog potentieel. N-VA pleit tevens voor een ordening in de wildgroei van schuilhokjes, houtmijten, enz. Dreven en trage wegen zullen natuurgericht beheerd worden. Sluikstorten hoort niet thuis in Groot-Dilbeek. N-VA is voor een consequente en harde aanpak van deze kwaal.
Concreet Landbouw: [1]
Een heractivering van de Dibeekse landbouwraad;
[2]
Uitbouw van een landbouwactieplan in overleg met alle betrokken actoren rond erosiebestrijding, onderzoek naar het potentieel voor de productie van biobrandstoffen, (her)opwaardering van diverse boerenmarkten, stimulering naar de diversiteit van het aanbod van hoeveproducten, ...;
[3]
In overleg met de beroepsorganisatie van land- en tuinbouwers wordt betreffende gemeentelijke formaliteiten en administratie gewerkt aan een aangepaste informatisering;
Platteland: [4]
Opmaak van een plattelandsactieplan met een breed gamma aan diversiteit;
[5]
Opwaardering van de lokale dorpseconomie, het herinrichten van de groene, verharde alsook onverharde wandel- fiets- en plattelandswegennetwerk;
[6]
Herinvulling van het takenpakket van de ‘wijkagent’ en deelname aan het ‘Zoroproject’ pikken in op mogelijke problemen in landelijke gebieden. Zie ook luik ‘Veiligheid’ en ‘Sociaal beleid’;
[7]
Waar mogelijk wordt intergemeentelijke samenwerking aangegaan met de bedoeling om via samenwerking, kennis en overdracht een verdere ontwikkeling van het Vlaams platteland te kunnen blijven garanderen;
87
[8]
Overleg tussen landbouwers en organisatie voor Trage Wegen moet ervoor zorgen dat goede wederzijdse afspraken worden gemaakt en nageleefd;
Samengevat: maatregelen voor Landbouw en Platteland ●
Een actieplan om de Dilbeekse land- en tuinbouwers te ruggensteunen;
●
Promotie en sensibilisering van hoeveproducten;
●
Landbouwer en wandelaar ‘hand in hand’ op de Trage Weg;
●
Versterken en bewaren van de Dilbeekse plattelandsgebieden;
88
Roerend en onroerend erfgoed
Analyse Momenteel vervult de Vlaamse overheid een centrale rol bij het inventariseren, onderzoeken, beschermen, beheren, handhaven en ontsluiten van het onroerend erfgoed. Het nieuwe onroerenderfgoeddecreet, waarschijnlijk operationeel vanaf 2013, vormt een uitgelezen kans om binnen het beleidsveld onroerend erfgoed, het subsidiariteitsbeginsel ruimer in te vullen en een erfgoedreflex op het niveau van de steden en gemeenten te creëren.
Onroerend erfgoed Dilbeek telt niet minder dan 40 beschermde monumenten of landschappen. Dat erfgoed is een collectief bezit, dat wij hebben gekregen van de generaties van gisteren en eergisteren. Wij zijn er vandaag rentmeester van en het is onze plicht het aan de generaties van morgen en overmorgen door te geven. In het kader van de conceptnota van minister Bourgeois ‘Een toekomst voor de Vlaamse parochiekerk’ (24/6/11), is in Dilbeek al een werkgroep opgericht. Deze heeft op zich genomen om op basis van zo volledig mogelijke selectiecriteria, een inventaris op te maken van de kerken en aanverwante op het grondgebied van de gemeente Dilbeek en met verbeelding de mogelijke alternatieve invullingen te onderzoeken.
Roerend erfgoed Sinds 2010 is Dilbeek lid van de Erfgoedconvenant Zennevallei en Pajottenland. De Erfgoedcel heeft haar hoofdzetel in Dilbeek en coördineert alle lokale initiatieven binnen haar werkingsgebied: het inventariseren en in kaart brengen van het plaatselijke erfgoed, het erfgoed van gemeente of regio toegankelijk helpen maken voor een zo breed mogelijk publiek, de samenwerking tussen de verschillende erfgoedzorgers stimuleren, ...
Visie Het is van het grootste belang onze erfgoedwaarden duurzaam te behouden, te beheren en te restaureren. Een modern roerend en onroerend erfgoedbeleid moet ervoor zorgen dat de kwaliteit, identiteit en herkenbaarheid van onze leefomgeving gewaarborgd is en verder wordt uitgebouwd. N-VA vindt het essentieel dat de gemeente een beleidsvisie of een beleidsplan uitwerkt over het lokaal roerend en onroerend erfgoed. Hierbij moet maximaal gebruik worden gemaakt van gekwalificeerd personeel en van de expertise bij het lokale middenveld. N-VA wil dat Dilbeek een actief beleid ontwikkelt met betrekking tot ontsluiting en publiekswerking van haar erfgoed.
89
Onroerend erfgoed N-VA wil dat Dilbeek een actief beleid ontwikkelt met betrekking tot ontsluiting en publiekswerking van haar onroerend erfgoed. Dat gebeurt al door deelname aan de Open Monumentendag, die blijvend moet ondersteund worden. Het ontwikkelen van een erfgoedreflex op gemeentelijk niveau – dicht bij de burger - zal bovendien het draagvlak voor het onroerenderfgoedbeleid verbreden. Het nieuwe onroerenderfgoeddecreet (vermoedelijk 2013) zal uitgesproken ruimte creëren voor het voeren van een lokaal erfgoedbeleid. Een door de Vlaamse Overheid erkende onroerenderfgoedgemeente zal een verregaande bevoegdheid krijgen voor wat betreft het beheer van beschermd en geïnventariseerd erfgoed. Een erkende onroerenderfgoedgemeente zal bijvoorbeeld adviezen en toelatingen betreffende al dan niet beschermd onroerend erfgoed kunnen verlenen.
Roerend erfgoed Los van de werking en de belangstellingsthema’s die de Erfgoedcel al beklemtoont, heeft Dilbeek absoluut nood aan een opwaardering van haar archieffunctie. Het huidige gemeentelijke archief heeft bijna geen publiekswerking, waardoor ongetwijfeld een schat aan informatie aan ons voorbij gaat. N-VA is er dan ook voorstander van dat het komende gemeentebestuur absolute aandacht schenkt aan deze thematiek. Op termijn moet Dilbeek zeker kunnen beschikken over een ontsloten archief met publiekswerking. Hiertoe kunnen in de komende periode alvast samenwerkingsprojecten worden opgezet met de bestaande verenigingen voor heem- en familiekunde, de gemeentelijke bibliotheek, de Erfgoedcel en geïnteresseerde particulieren.
Concreet Betreffende onroerend erfgoed [1]
Alles moet in het werk gesteld worden om Dilbeek als onroerenderfgoedgemeente te laten erkennen;
[2]
Eén gekwalificeerd personeelslid moet het lokaal erfgoedbeleid mee vorm geven en de beslissingen over stedenbouwkundige vergunningsaanvragen van het schepencollege voorbereiden. Dit moet prioritair gebeuren binnen het huidige contingent van beschikbare personeelsleden (bv een ambtenaar RO die zich in de materie van onroerend erfgoed heeft ingewerkt);
[3]
De bestaande vzw Dilbeeks Erfgoed & Toerisme wordt omgevormd tot Erfgoedcommissie of Erfgoedraad, samengesteld uit vertegenwoordigers van gemeentebestuur en administratie, deskundigen, vertegenwoordigers uit het middenveld en persoonlijk geïnteresseerden; deze stuurt en adviseert het erfgoedbeleid van de gemeente (naar analogie met bv. Borgloon, Deinze, Merelbeke, Oostende, Ronse, Londerzeel, …
90
[4]
De initiatieven van de Dilbeekse werkgroep ‘Toekomst voor de Vlaamse parochiekerk’ worden ondersteund; één van de ideeën bestaat momenteel uit het integreren van de kerk en kerkhof in de omliggende site en in een wandelparcours, aansluitend bij het invullen van de nieuwe functies;
Betreffende roerend erfgoed [5]
In afwachting van een volwaardig gemeentelijk archief met publiekswerking, pleit N-VA voor het zetten van alle nodige tussenstappen die hiertoe nodig zijn. Daarbij is samenwerking met de Erfgoedcel, de gemeentelijke administratie en bibliotheek, de lokale verenigingen voor heemen familiekunde en geïnteresseerde particulieren aangewezen;
[6]
Erfgoedplus, de digitale beeldbank vanuit de provincie Vlaams-Brabant, biedt in eerste instantie een handige aanzet om het inventariseren op te starten. Voor N-VA moet de gemeente hierin een belangrijke ondersteunende en motiverende rol spelen;
[7]
Het nieuwe gemeentebestuur moet de volwaardig archiefwerking uittekenen en voorbereiden;
[8]
De gemeente werkt proactief mee aan projecten van de Erfgoedcel en reikt ook zelf ideeën aan; hierbij kan de communicatie met de bevolking, verenigingen en organisaties een belangrijke schakel vormen waarin de gemeente een stimulerende rol speelt.
ontsloten
gemeentelijke
Samengevat: enkele vernieuwende maatregelen rond Erfgoed : ●
Een actief gemeentelijk beleid met betrekking tot ontsluiting en publiekswerking van haar archief en erfgoed;
●
Dilbeek moet een erkende onroerenderfgoedgemeente worden;
●
Omvorming van de bestaande vzw Dilbeeks Erfgoed & Toerisme tot Erfgoedcommissie of Erfgoedraad met specifieke bevoegdheden;
●
Dilbeekse uitwerking van conceptnota minister Bourgeois over ‘De toekomst van de Vlaamse parochiekerk’;
●
Samenwerking stimuleren van bestaande heemkundige kringen, verenigingen voor familiekunde, privé archiefwerking;
●
Uitbouw van digitale beeldbank via Erfgoedplus.
91
92