VERKIEZINGSPROGRAMMA GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN
DENDERMONDE 2012
DE KRACHT VAN VERANDERING IN DENDERMONDE
Inleiding Gemeenteraadsverkiezingen gaan over het te voeren het beleid en over de aanpak van de uitdagingen die zich stellen. N-VA Dendermonde wil hierin alvast haar verantwoordelijkheid opnemen. N-VA heeft een duidelijke visie op de toekomst van Dendermonde. We willen de stad verder uitbouwen tot een centrum van de regio. Dit willen we realiseren via praktische projecten met een duidelijk nut voor alle bewoners. N-VA brengt een positieve boodschap, gedragen door het enthousiasme en de inzet van onze kandidaten. Hun bijdrage, hun engagement weerspiegelt de “ kracht van verandering ”. Onze speerpunten zijn: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Versterking van het sociale weefsel Gezinnen Senioren Lokale economie en milieu Efficiënte overheid Veiligheid en mobiliteit Onderwijs
Bovendien zijn er drie domeinen die de komende jaren in Dendermonde de aandacht verdienen: - Jeugd - Sport - Forten en Hollandse Kazerne
www.nvadendermonde.be
2
Speerpunt 1: Versterking van het sociale weefsel N-VA respecteert de eigenheid van personen. Tegelijk wil N-VA in Dendermonde werken aan een samenleving waarin mensen met elkaar in contact komen en elkaar respecteren. NVA wil de ‘gemeente’ ook tot een (h)echte ‘gemeenschap’ omvormen en gaat hiervoor in Dendermonde volop voor een versterking van het sociale weefsel. Hoe willen we dit realiseren? De buurt- en wijkwerking stimuleren Buurt- en wijkwerking kunnen een perfect middel te zijn om de sociale cohesie te versterken daar waar nodig. Samenhang in een buurt of een wijk zorgt voor een dynamiek om samen vooruit te gaan en samen projecten te organiseren. Buren spreken elkaar aan bij problemen - zoals wanneer ze overlast ervaren - in plaats van meteen juridische stappen te ondernemen. Een sterk sociaal weefsel zorgt ook voor de nodige sociale controle en vergroot het veiligheidsgevoel. Integratie van nieuwkomers verloopt makkelijker in wijken waar buren elkaar kennen. De leefbaarheid vergroten De leefbaarheid van een wijk is een belangrijke voorwaarde om tot een echte gemeenschap te komen. Overlast (door nachtlawaai, sluikstorten, hangjongeren, …) voedt de ontevredenheid van de bewoners en geeft vaak aanleiding tot frustraties. Het behouden en versterken van de leefbaarheid van wijken is echter niet enkel een opdracht van het lokale bestuur, maar in de eerste plaats ook van de bewoners zelf, hierin ondersteunt door het lokale bestuur. Bij voortdurende of ernstige overlast komt de politie snel en kordaat tussen. Het verenigingsleven ondersteunen Ook het verenigingsleven speelt een belangrijke rol in het versterken van het sociale weefsel. Heel veel mensen zijn actief in een vereniging en/of betrokken bij een of andere vorm van vrijwilligerswerk. Ook Dendermonde kent een rijk en gevarieerd verenigingsleven. De N-VA wil dit verenigingsleven alle kansen geven om zich maximaal te ontwikkelen. Financiële en logistieke ondersteuning kunnen daar belangrijke elementen in zijn, net als het inperken van de administratieve lasten. Voor de werking van vele organisaties en verenigingen zijn vrijwilligers onmisbaar. De mogelijkheden om als vrijwilliger aan de slag te gaan zijn in een gemeente zijn dan ook bijzonder talrijk: binnen socio-culturele verenigingen, bij het onthaal van nieuwkomers, in de buurtwerking, … N-VA wil ten volle inzetten op het bevorderen van het vrijwilligerswerk. De creatie van een zone waarin mensen van alle leeftijden elkaar kunnen ontmoeten en ontspannen kan eveneens een uitgangspunt vormen voor vrije participatie in verenigingen. De Vliet in Baasrode is hiervan een mooi voorbeeld.
www.nvadendermonde.be
3
Ruimte voor de jeugd De voorbije bestuursperiode is er veel aandacht besteed aan jeugd en voor N-VA moet dit zo blijven. We vinden het belangrijk dat kinderen en jongeren in onze maatschappij ook volop de kans krijgen om kind en jongere te zijn. Zij moeten de tijd en ruimte krijgen om op te groeien tot volwaardige en verantwoordelijke volwassenen. Het recht om fouten te maken hoort daar bij - niet zonder jongeren op hun fouten aan te spreken, echter. Een sterke jeugdraad is de spil voor de inspraakmogelijkheden die jongeren in het lokale beleid kunnen hebben. Ook al eist de Vlaamse overheid niet langer een jeugdbeleidsplan, het 'meeschrijven van een beleid voor jeugd' moet aanwezig zijn in het gemeentelijke meerjarenplan. De investeringen en subsidies voor jeugd moeten blijven. N-VA wil nagaan of renteloze leningen kunnen verleend worden aan jeugdverenigingen. De herwaardering en renovatie van de forten kan een gedeeltelijk antwoord bieden op de vraag naar meer ruimte voor jeugd en cultuur (zoals een repetitieruimte). De fuifenquête die in 2008 bij jongeren werd uitgevoerd vraagt om een actualisering. Bijkomende fuifmogelijkheden kunnen, maar tegelijk willen we er wel op toezien dat deze fuiven met respect voor de omwonenden plaatsvinden. N-VA vraagt bijkomende aandacht voor de jongeren in onze stad die het moeilijker hebben. Gerichte activiteiten om de doelgroep van kwetsbare jongeren te betrekken bij het jeugdwerk, blijven dus belangrijk. Jeugdverenigingen die de ledendiversiteit willen versterken, krijgen daarvoor extra ondersteuning. Deelname aan het verenigingsleven is een belangrijke voorwaarde voor integratie. De speelpleinwerking wordt best stedelijk georganiseerd – met inspraak en inhoudelijke medewerking van het bestuur van de Speelplaneet. De stad kan ook meer cursussen en workshops aanbieden aan jongeren, bijvoorbeeld binnen het kader van nieuwe jeugdcentrum. Er moet tevens over gewaakt worden dat het nieuwe jeugdcentrum een voldoende aantal jeugdactiviteiten voorziet. De stedelijke jeugddienst kan dit opvolgen. Voor kinderen is het tevens belangrijk dat zij naar school, naar de sportclub, naar de jeugdbeweging kunnen gaan in hun buurt. Dat is niet enkel veiliger en beter in het licht van de mobiliteitsproblematiek, maar versterkt op zijn beurt ook het sociale weefsel en de ontmoetingen tussen ouders. Een gerichte wijkwerking in bepaalde buurten, bijvoorbeeld met kansarme jongeren, verhoogt niet enkel de leefbaarheid in de buurt, maar ook hun competenties en hun netwerk, en daardoor hun verdere kansen in het leven. De uitbouw van een speel- en recreatiegebied in elke deelgemeente blijft een doelstelling. Daarnaast blijven heel wat Dendermondenaars vragende partij voor een grote buitenspeeltuin. Deze wordt best gerealiseerd op de terreinen aan de sporthal te Sint-Gillis. N-VA zal ook blijven hameren op het belang van preventie: sensibiliseren rond alcohol en drugs blijft noodzakelijk.
www.nvadendermonde.be
4
Aandacht voor andersvaliden De stad is er voor al haar inwoners. Gemeentelijke diensten moeten ook bereikbaar zijn voor de minder mobielen, en voor mensen die gebruik maken van een rolstoel. Dit is van belang bij zowel de inrichting van nieuwe infrastructuur, als bij werken aan de bestaande gebouwen. Evenzeer mag de stad de andersvalide kinderen niet uit het oog verliezen. Aandacht voor deze groepen bij stedelijke evenementen is een aandachtspunt.
Onthaal van nieuwkomers Alle (nieuwe) inwoners ontvangen een deelgemeentengids, met een overzicht van het volledige aanbod aan sociale voorzieningen, verenigingen en werkingen per deelgemeente. Nieuwe inwoners die zich in de stad komen vestigen, krijgen zo een handig overzicht van de faciliteiten en mogelijkheden op vlak van gemeentelijke diensten, jeugdbewegingen, sportwerkingen, enzovoort. Ook voor huidige inwoners kan een deelgemeentengids een nuttige opfrissing zijn. N-VA is ook voorstander van de aanwijzing van een schepen van inburgering, die bestaande initiatieven omtrent integratie zal integreren en coördineren, en daarvoor de verantwoordelijkheid zal dragen.
www.nvadendermonde.be
5
Speerpunt 2: Gezinnen Het gezin is de hoeksteen van de hechte gemeenschap die de N-VA voor ogen heeft. Het klassieke gezinspatroon is echter steeds minder de norm: eenoudergezinnen, nieuw samengestelde gezinnen of holebigezinnen zijn al lang geen uitzondering meer. Met die verscheidenheid moeten we rekening houden. Gezinnen met kinderen met een handicap, gezinnen met ouders met een handicap, gezinnen met tweeverdieners, kansarme gezinnen, … allemaal hebben ze andere noden. Met gepaste maatregelen kunnen steden en gemeenten de gezinnen, in al hun verscheidenheid, ondersteunen. Een woonbeleid met oog voor de gezinnen Een gezin moet een plaats hebben om te wonen. En net dat wordt steeds moeilijker betaalbaar. De toename van de vraag naar woningen is groter dan de toename in het aanbod van woningen. Vooral de vraag naar starterwoningen, woningen voor eenpersoonshuishoudens en specifieke woningen groeit. De N-VA gaat daarom voor voldoende differentiatie in het woningaanbod, zodat kan tegemoet gekomen worden aan de wensen van de verschillende groepen in de bevolking. Dit is des te meer het geval in Dendermonde, waar de vergrijzing zich aan hoog tempo inzet. Het voorzien van voldoende betaalbare woningen is voor Dendermonde prioritair. De focus van de N-VA ligt ook op eigendomsverwerving, eerder dan op het huren van woningen. Het verwerven van een woning is niet enkel een meer duurzame oplossing en een verzekering voor de toekomst, maar werpt tevens een dam op tegen armoede en kan helpen om meer betrokken te geraken in de buurt of wijk. Uiteraard beseffen we maar al te goed dat niet iedereen de financiële draagkracht heeft om zich een huis aan te schaffen op de reguliere woningmarkt. Daarom blijven we ook veel belang hechten aan sociale huisvesting. Als een belangrijke de aanvulling op de sociale woningbouw wil N-VA dat het stadsbestuur het initiatief neemt om, in samenwerking met externe partners, oude, slecht onderhouden panden over te nemen, te renoveren en door te verkopen aan particulieren. Zo ontstaan er meer woonmogelijkheden en wordt ook leegstand en verval vermeden en de leefbaarheid van een wijk vergroot. Kinderopvang Voor ouders is het steeds moeilijker om gezin en werk te combineren. Jonge gezinnen zijn vandaag haast verplicht om met twee te gaan werken om rond te komen en de aankoop van een bescheiden woning te financieren. De zorg voor de kinderen is net daarom geen evidentie, zeker niet omdat die vaker dan ooit buitenschoolse activiteiten hebben. De mogelijkheid om gezin en arbeid te combineren moet geoptimaliseerd worden. Binnen de wettelijke en decretale marges willen we dat Dendermonde in de eerste plaats focust op werkende gezinnen. De N-VA gaat daarom voor voldoende, betaalbare en
www.nvadendermonde.be
6
flexibele kinderopvang, zowel voorschools als buitenschools en met een zo optimaal mogelijk gewaarborgde toegang. Het recente Vlaamse kaderdecreet kinderopvang voorziet onder meer in de oprichting van een ‘lokaal loket kinderopvang’. Dat loket moet ervoor zorgen dat ouders die een opvangplaats zoeken een overzicht krijgen van alle beschikbare plaatsen in de gemeente. De N-VA vindt dat hier een mooie kans ligt voor Dendermonde, zonder daarbij te wachten op de implementatie van het kaderdecreet. Niets staat de gemeente in de weg om nu al over te gaan tot de oprichting van een dergelijk infopunt (bij voorkeur in het Sociaal Huis). Deze vorm van dienstverlening is voor de N-VA een kerntaak van de gemeente. Een actieve kennis van de Nederlandse taal is belangrijk. Het strekt dan ook tot aanbeveling dat kinderen daar al op heel jonge leeftijd - wanneer ze zich het makkelijkst een taal eigen maken - mee geconfronteerd worden. N-VA wil daarom het gebruik van het Nederlands in de sector promoten. Tot slot mag niet vergeten worden dat het opvangen van kinderen niet alleen een zaak is van professionele kinderopvang. Vrijwillige kinderopvang door grootouders, andere familieleden, soms zelfs buren, verdient aanmoediging. Gezinstoets Ook binnen andere beleidsdomeinen moet men oog hebben voor de situatie van de gezinnen. De N-VA wil daarom dat aan elke beleidsbeslissing in Dendermonde een gezinstoets voorafgaat. Dit betekent dat men evalueert welke de gevolgen zijn van een voorliggende maatregel voor gezinnen met kinderen. Dienstverlening De stedelijke administratie is er voor de inwoners. Bereikbaarheid en toegankelijkheid van deze dienstverlening is dan ook van groot belang. Net daarom wil N-VA de gemeentelijke dienstverlening zoals die bestaat in de verschillende gemeentehuizen en centra ten minste behouden en waar mogelijk versterken. Zo blijft de gemeente dicht bij de bevolking staan.
www.nvadendermonde.be
7
Speerpunt 3: Senioren We leven met zijn allen langer en doen dat steeds vaker in goede gezondheid en dat is fantastisch! N-VA percipieert de vergrijzing van de samenleving dan ook niet als ‘een probleem’, integendeel. De vergrijzing stelt ons wel voor tal van interessante uitdagingen, waarbij we niet eenzijdig mogen stilstaan bij de zorgvraag, maar evengoed oog en oor moeten hebben voor de mogelijkheden en de ideeën van onze senioren. Een aangepast huisvestingsbeleid en een kwalitatieve zorg- en dienstverlening Verbeterde arbeidsomstandigheden en een adequater gezondheidsbeleid hebben er toe geleid dat we over het algemeen langer en gezonder leven. Toch komt er een tijd dat we een beroep moeten doen op zorg- en dienstverlening. Het uitgangspunt van N-VA is de kans op menswaardig oud worden in de eigen gemeente. Een kwalitatieve zorg- en dienstverlening op maat van senioren is voor de N-VA een recht. Lokale besturen hebben een heel arsenaal aan maatregelen ter beschikking om ervoor te zorgen dat senioren zo lang mogelijk zelfredzaam kunnen zijn in de voor hen vertrouwde omgeving. Een aangepast huisvestingsbeleid en toegankelijke dienstverlening zijn de hoekstenen voor een aangename en zinvolle oude dag. In Dendermonde willen wij het aantal zorgplaatsen voor ouderen dan ook behouden, door middel van de bouw van een nieuw rusthuis in Baasrode. Daarnaast moet de stad een regisserende rol opnemen in het aanbod van aangepaste woningen in het centrum en de deelgemeenten. Idealiter zou er eveneens een dienstencentrum voorzien worden in elke gemeente, in functie van de minder mobiele mensen uit onze gemeenschap. Zo wil N-VA verzekeren dat er in de gemeente plaats is voor iedereen, ook wanneer mensen ouder worden. Volwaardige participatie Senioren nemen een steeds groter aandeel in onze gemeenschap in. Deze groep volwaardig laten participeren aan de gemeenschap is voor de N-VA van essentieel belang. Het is essentieel dat we uitgaan van datgene wat ouderen zélf willen. De N-VA rekent ook op hen. Lokale besturen zijn uitstekend geplaatst om via arbeidsparticipatie, sociale participatie en beleidsparticipatie mee te werken aan het volwaardig burgerschap voor alle senioren.
www.nvadendermonde.be
8
Speerpunt 4: Lokale economie en milieu De welvaart en leefbaarheid van een gemeente hebben een stevig economisch draagvlak nodig. Dit betekent de nodige aandacht voor zowel de kruidenier om de hoek, de KMO op het Hoogveld als het grote bedrijf elders. Ook ondernemers maken deel uit van onze lokale gemeenschap en moeten betrokken worden bij de totstandkoming en bij de uitvoering van het beleid. Vandaag is dit niet onverkort het geval. De perceptie rond ondernemen is niet eenduidig positief en ondernemers ervaren soms dat zij beschouwd worden als een last in plaats van als scheppers van werkgelegenheid. De N-VA wil dit beeld veranderen. Creëren van een positief ondernemersklimaat Een positief ondernemersklimaat is cruciaal voor het verzekeren van ondernemerschap en werkgelegenheid op lange termijn. N-VA wil van Dendermonde een ondernemingsvriendelijke gemeente maken. De gemeentelijke dienstverlening wordt meer afgestemd op de noden van ondernemers, niet op wat administratief het makkelijkst ter beschikking gesteld kan worden. Continu overleg met ondernemers en middenstandsorganisaties is daarvoor van structureel belang. N-VA wil daartoe een centrummanager aanstellen. Deze persoon wordt het aanspreekpunt voor alle dossiers die ondernemers aanbelangen, zowel direct (middenstand) als indirect (openbare werken, mobiliteit). Aantrekkelijke stads- en dorpskernen De N-VA streeft naar aantrekkelijke stads- en dorpskernen, die op hun beurt zorgen voor een bloei van toerisme, winkels en horeca. Via deze kernversterking werpen we een dam op tegen leegstand en verloedering van de binnenstad, en tegen de stadsvlucht van de middenklasse en van jonge gezinnen. Een verstandige en duurzame omgang met de beperkte beschikbare ruimte is een belangrijke maatstaf voor het beleid. Onze concrete voorstellen voor de herwaardering van de gordel van historische vestingmonumenten zijn daarvan een mooi voorbeeld. Werk in eigen streek Meer werk in eigen streek is het streefdoel. Tewerkstelling van Dendermondenaars in Dendermonde brengt minder tijdverlies met zich mee voor de werknemers zelf. Daarnaast kan het een bijdrage leveren aan lokale gemeenschapsvorming. Ten derde draagt het bij aan een vermindering van de verkeersstromen die de mobiliteit verzwaren in heel Vlaanderen. De mogelijkheden om in Dendermonde voldoende werkgelegenheid te creëren zijn echter beperkt. Gebieden voor industrie en ondernemen raken stilaan vol. De geringe omvang van vrije industriegronden in Groot-Dendermonde vormen een belangrijke uitdaging voor verdere groei. N-VA ziet een gedeeltelijke oplossing in het poolen van de verplichte bufferzones rond ondernemingen. Gesegmenteerde stroken groen rond individuele bedrijven worden best vervangen door gemeenschappelijke buffers rond de zone als geheel. Structurele uitbreidingsmogelijkheden blijven aanwezig voor de tertiaire sector. Nieuwe projecten zoals
www.nvadendermonde.be
9
de ontwikkeling van de stationsbuurt en in ’t Hemelken in Sint-Gillis scheppen nieuwe uitbreidingsmogelijkheden. N-VA wil deze projecten dan ook ten volle steunen. De N-VA kiest voor een evenwicht tussen rechten én plichten voor werkzoekenden. We garanderen werkzoekenden het recht op een intensieve begeleiding en opleiding, en op tijdelijke werkervaring in lokale tewerkstellingsprojecten. Tegelijk houdt dit ook de plicht in om positief te reageren op een passend jobaanbod. We zien hierin een belangrijke rol weggelegd voor de sociale economie in Dendermonde (bv. groendienst, klusjesdienst OCMW, kringwinkels,…). Deze lokale projecten bieden immers een belangrijke kans op werk voor de meest kwetsbare groep van laaggeschoolde en langdurig werkzoekenden. NVA kiest in dit verband ook voor een versterkte activering van het leefloon (via artikel 60 van de OCMW-wetgeving). We kiezen echter niet voor extra gesubsidieerde jobs bij de lokale overheid of voor een verdringing van de private markt. Qua inhoud zijn deze sociale economie-projecten voor de N-VA dan ook beperkt tot de kerntaken van de lokale overheid. De prioritaire doelstelling van deze sociale economie-projecten is volgens N-VA het aanbieden van tijdelijke werkervaring voor kwetsbare werkzoekenden, met als doel om hen idealiter (voor zover als mogelijk) een opstap te bieden naar een reguliere job. De N-VA pleit tot slot ook voor een lokaal actieplan om sociale fraude aan te pakken. Dit is mogelijk in samenwerking tussen OCMW, VDAB (voor de controle van de werkbereidheid) en de lokale politie (voor de controle van domicilie en gezinstoestand). Duurzaamheid is een economische evidentie De kwaliteit van onze leefomgeving is bepalend voor een gezonde gemeenschap waarbinnen het individu zich goed voelt. De milieu- en klimaatveranderingen ten gevolge van menselijke activiteit moeten daarom zoveel mogelijk beperkt worden. Aandacht voor een gezonde leefomgeving is niet alleen vanuit ethisch standpunt verdedigbaar. De beperking van de negatieve milieu-impact heeft ook rechtstreekse economische voordelen, denken we in de eerste plaats maar aan een daling van gezondheidsproblemen en de daarbij horende ziektekosten. Door ons gebruikspatroon aan te passen en rationeler om te gaan met grondstoffen en producten die men dagelijks gebruikt, zoals energie of water, maken we al een grote sprong voorwaarts. Bovendien levert het een financieel voordeel op lange termijn. De omschakeling naar een duurzame gemeenschap met aandacht voor het milieu mag natuurlijk niet ten koste gaan van de lokale economie. Voor de N-VA is een gezond evenwicht tussen enerzijds milieu en anderzijds economie noodzakelijk. Energie-efficiëntie eerste prioriteit Voor de N-VA is energie-efficiëntie de eerste prioriteit. Pas daarna kan ten volle op een rationele wijze worden ingezet op hernieuwbare energie. Isoleer eerst je woning alvorens te investeren in zonnepanelen of een windmolen. Door zijn kleine oppervlakte heeft Vlaanderen namelijk maar weinig mogelijkheden voor de uitbouw van hernieuwbare energieinstallaties. Doordat de zon niet altijd schijnt, zijn zonnepanelen de duurste, minst efficiënte vorm van hernieuwbare energie. De N-VA pleit dan ook voor een coherent project waar de nadruk ligt op (kosten)efficiënte investeringen op basis van de laatste technologische ontwikkelingen en onderzoek. Zo zijn warmtepompen en zonneboilers een vorm van
www.nvadendermonde.be
10
hernieuwbare energie, ook wel groene warmte genoemd, die vele malen meer rendement oplevert en kostenefficiënter is. Het is daarom logischer dat de gemeente vooral voor die investeringen een duwtje in de rug geeft. Op het vlak van energie-efficiëntie streven lokale besturen naar samenwerking met het Vlaamse Energiebedrijf in oprichting. Duurzaam beleid is geïntegreerd beleid Duurzaam beleid is voor de N-VA in de eerste plaats geïntegreerd beleid dat zich afspeelt op alle beleidsniveaus en binnen alle domeinen. De gemeentelijke en provinciale milieudiensten vormen een belangrijke schakel in de uitbouw van het lokale milieu- en energiebeleid. Enerzijds leveren ze de milieuvergunningen af waarbij de vergunningsvoorwaarden worden afgestemd op de geldende wettelijke bepalingen. Anderzijds hebben ze ook een taakstelling met betrekking tot de aanleg en het onderhoud van natuurelementen en staan ze in voor de vertaling van de Vlaamse beleidslijnen op lokaal niveau. Bovendien is er niet alleen de milieudienst maar kunnen ook andere gemeentelijke en provinciale diensten hun steentje bijdragen aan duurzame ontwikkeling met oog voor het milieu. Hierdoor is het van belang dat de principes van het milieu- en energiebeleid ook meegenomen worden bij het beheer van wegen en gebouwen, het aankoopbeleid, de openbare reiniging, … De gemeente geeft het voorbeeld De gemeenten bevinden zich in de ideale positie om mee te bouwen aan een duurzame gemeenschap. Al veel gemeenten hebben onder het milieuconvenant een duurzaamheidsambtenaar in dienst genomen om acties rond duurzame ontwikkeling en energie-efficiëntie op te zetten binnen de verschillende beleidsdomeinen. Zo ook in Dendermonde. In de praktijk bereiken deze acties echter zelden de burger. De gemeente dient haar voorbeeldfunctie op een efficiëntere en transparantere wijze uit te voeren waarbij de burger daadwerkelijk betrokken wordt. Het milieuconvenant heeft de gemeenten de afgelopen jaren bijgestaan in de uitbouw van een duurzaam lokaal milieubeleid. Naast het milieuconvenant kunnen de gemeenten ook op andere vormen van steun rekenen, zowel vanuit de Vlaamse overheid als vanuit de provincies. De samenwerking met de Vlaamse overheid zal na 2013 echter niet worden verlengd. De gemeenten krijgen nu de kans hun duurzaam beleid autonoom verder uit te werken zonder het waakzame oog van het Vlaams Gewest. De gemeente heeft eveneens een belangrijke voorbeeldfunctie te vervullen. Zo kan ze in haar dagelijkse werking kiezen voor milieuverantwoorde aankopen en voor het zuinig omspringen met energie en water. Bij het beheer van haar gebouwenpark investeert de gemeente in energie-efficiëntie door onder andere beter te isoleren, te investeren in spaarlampen of LED-verlichting. Bij nieuwbouw kiest de gemeente zoveel mogelijk voor passief- of lage-energiegebouwen. Communicatie hierover om aan te tonen hoe milieubewust en duurzaam gedrag in de praktijk kan vertaald worden, kan de burgers van de gemeenschap stimuleren om hun gedrag op een positieve manier te wijzigen. De gemeente mag natuurlijk niet betuttelen.
www.nvadendermonde.be
11
De burger maakt mee het beleid Ook het individu hoort zijn verantwoordelijkheid op te nemen binnen de gemeenschap. Het kan niet de bedoeling zijn dat de inspanningen eenzijdig vanuit de gemeente gebeuren. Vanuit deze optiek is het eveneens van belang om de burgers van de gemeente meer te laten participeren zowel bij de vorming als de uitwerking van het milieubeleid. Voor de N-VA zijn alle burgers actieve actoren in duurzaam beleid. Deze betrokkenheid creëert een breder draagvlak. Het voorgenomen beleid wordt daardoor ook beter afgesteld op de lokale behoeften. De participatie van de gemeenschap bij de beleidsontwikkeling betekent echter niet dat de burgers hun goedkeuring moeten geven voor iedere beslissing die de gemeente neemt. De eindbeslissing ligt nog steeds bij de gemeente zelf. De vervuiler betaalt … desnoods een boete ‘De vervuiler betaalt’ is voor de N-VA het uitgangspunt voor een billijk duurzaam beleid! Dat gaat van afvalverwerking tot het aanpakken van hinder. Naast het vergroten van de bewustwording binnen de gemeenschap blijft een duidelijk handhavingsbeleid binnen de gemeente noodzakelijk. Zwerfvuil, licht-, geluid- en geurhinder zijn veel gehoorde klachten. Die kunnen vermeden worden door een correct en fair politiereglement uit te werken waarin duidelijk de rechten en plichten van de burgers en de bedrijven staan uiteengezet. In dat kader heeft ook het gemeentelijk administratief sanctierecht zijn plaats.
www.nvadendermonde.be
12
Speerpunt 5: Efficiënte overheid Globaal genomen zijn de gemeentefinanciën de laatste jaren onder controle. Maar er is reden tot ongerustheid. Aan de inkomstenzijde zijn er de gevolgen van de financieeleconomische crisis: een afname van de economische groei heeft ook zijn weerslag op de inkomsten uit personenbelastingen. Aan de uitgavenzijde wegen de kosten door van onder andere de hervormingsrondes van politie en brandweer. Daarbij stellen ook de oplopende kosten van de financiering van de pensioenen van de gemeentelijke ambtenaren, investeringen en de welzijnskosten verbonden aan een vergrijzende bevolking de stad voor een financiële uitdaging. Daarom is het weinig waarschijnlijk dat de huidige gemeentelijke budgetteringen ook in de toekomst zullen volstaan. De N-VA wil hier in Dendermonde op anticiperen zodat we ook in de toekomst de gemeentebelastingen constant kunnen houden. De tering naar de nering zetten is een wezenskenmerk van goed bestuur - ook voor lokale besturen. In makkelijke besparingen die de dienstverlening aan de bevolking treffen, zoals het afschaffen van de gemeentehuizen, ziet N-VA geen oplossing. In de plaats daarvan zijn enkele structurele ingrepen vereist, zoals de integratie van nutsvoorzieningen en intergemeentelijke samenwerkingen. Dit moeten ertoe leiden dat het belastinggeld efficiënter ingezet wordt. Voor N-VA is het van belang dat de gemeente zich richt op haar kerntaken. Een slanke, slagkrachtige overheid is het uitgangspunt. Integratie van gemeentelijke diensten Op het vlak van beheer zijn er grote efficiëntiewinsten te boeken door het integreren van de ondersteunende diensten. Waarom moet zowel de gemeente en het OCMW een aparte ICTdienst, een personeelsdienst of een financiële dienst hebben? Het samenvoegen van deze diensten zorgt niet enkel voor meer efficiëntie, maar biedt eveneens mogelijkheden tot een sterkere professionalisering van deze diensten. Eén lokaal sociaal beleid Het streven naar meer synergie tussen gemeentelijke diensten geldt in het bijzonder voor het sociale beleid. Stad en OCMW zijn, zoals elders in Vlaanderen, historisch gegroeid als twee aparte organisaties, elk met hun eigen bestuur en ondersteunende diensten. Op het terrein moeten we echter streven naar samenwerking tussen en zelfs integratie van gemeente en OCMW. Samenwerking tussen gemeente en OCMW versterkt het lokaal sociaal beleid, de sociale dienstverlening en het beheer. In een gemeente moet er één duidelijk lokaal sociaal beleid zijn. Het strategisch sociaal beleid moet beslist worden in de gemeenteraad. De uitvoering van dat beleid is een zaak voor het OCMW. Op het vlak van dienstverlening hebben de inwoners van Dendermonde geen boodschap aan twee aparte besturen. Sterker door intergemeentelijke samenwerking Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden bieden een antwoord op de toenemende complexiteit van beleidsvraagstukken. Tegelijk leveren zij via schaalvergroting een grotere bestuurskracht op. Intergemeentelijke afvalverwerking, politiezones, intercommunales voor
www.nvadendermonde.be
13
streekontwikkeling of intergemeentelijke archeologische erfgoeddiensten duiken ook elders steeds vaker op. Het voordeel van deze samenwerkingsverbanden is dat ze een zekere schaalgrootte creëren voor de technische en operationele uitvoering van beleid. Deze samenwerkingsverbanden zijn ook steeds meer actief op het terrein van de beleidsvoorbereiding- en ontwikkeling. Dit zorgt ervoor dat belangrijke keuzes over bijvoorbeeld milieu en veiligheid in de praktijk gedeeltelijk verschuiven van de gemeenteraad naar de samenwerkingsverbanden. Om het democratisch draagvlak van de uitvoering en voorbereiding van het beleid te garanderen, is het essentieel om vanuit de gemeenteraad de diverse samenwerkingsverbanden goed op te volgen en de bestaande instrumenten van informatieverstrekking en controle te gebruiken. Voor beleidsdomeinen die niet gedelegeerd worden, stelt N-VA voor om een tweemaandelijks overleg te organiseren met het bestuur van omliggende gemeenten. Zo kunnen dossiers die de gemeentegrenzen overtreffen effectiever aangepakt worden (bijvoorbeeld rond de doortrekking van de N41 of de bouw van windmolens). Behoud van dienstverlening in deelgemeenten De dienstverlening in de deelgemeenten moet blijven. Zowel de gemeentehuizen als de kleine bibliotheken zijn erg nuttig. Ze brengen de gemeente dichter bij de bevolking. Vooral voor minder mobiele mensen is dienstverlening in het eigen dorp belangrijk. Voor jonge gezinnen is de spreiding van kleine, lokale bibliotheken op wandel- of fietsafstand een groot pluspunt. De gebouwen waarin gemeentelijke diensten ondergebracht zijn, worden echter niet steeds volledig gebruikt. Veel ruimte blijft onbenut, met onnodige kosten als gevolg. In sommige gemeentehuizen of kleine bibliotheken wordt bijvoorbeeld slechts van een enkele verdieping gebruik gemaakt. N-VA wil bekijken waar dienstverlening samengevoegd kan worden in hetzelfde gebouw. Participatie van gemeentepersoneel De kwaliteit van de gemeentelijke dienstverlening hangt in grote mate samen met de sterkte van het gemeentelijke ambtenarenkorps. Dit is idealiter een onafhankelijke en verregaand geresponsabiliseerde gemeentelijke administratie. De gemeentesecretaris en de financieel beheerder nemen de sleutelposities in en worden bijgestaan door een managementteam. Het toekennen van budgethouderschap aan personeelsleden wordt gezien als een nuttig instrument om personeelsleden te responsabiliseren. De steden en gemeenten moeten klaar zijn om de evolutie richting meer autonomie en bevoegdheden te kunnen waarmaken. Een goed samenspel tussen gemeenteraad, college en gemeentelijke administratie is hiervoor essentieel. N-VA wil ook de dagdagelijkse ervaring en nauwe betrokkenheid van het gemeentepersoneel meenemen in het streven naar verbetering van het stedelijk functioneren. N-VA wil in Dendermonde een vrijblijvende oproep doen naar deze mensen waar middelen volgens hen efficiënter en/of effectiever gebruikt kunnen worden. Transparant beleid
www.nvadendermonde.be
14
De gemeenteraad is het hart van de lokale democratie: de raad is de weerspiegeling van de vele visies en bekommernissen die leven bij de bevolking. Hij heeft de opdracht het welzijn van de bevolking te bevorderen. Door het democratische proces ontwikkelt de gemeenteraad daartoe een globaal en samenhangend beleid. De versterking van de steden en gemeenten gaat dan ook gepaard met een versterking van de rol van de gemeenteraad. De raad biedt in de eerste plaats een tegenwicht voor het college van burgemeester en schepenen. Daarnaast neemt de raad die rol ook op ten aanzien van andere organisaties die bijdragen tot het realiseren van het gemeentelijke beleid zoals verzelfstandigde agentschappen (IVA’s, EVA’s, AGB’s) en intergemeentelijke samenwerkingsverbanden. Het is van belang dat gemeenteraadsleden de bestaande instrumenten kennen en gebruiken om hun rol volwaardig te kunnen opnemen. Ook de voorzitter van de gemeenteraad speelt hier een belangrijke rol.
www.nvadendermonde.be
15
Speerpunt 6: Veiligheid en mobiliteit Veiligheid behoort tot de kwaliteit van het leven. Voor de N-VA heeft de overheid de plicht de veiligheid van alle burgers te verzekeren en onveiligheid aan te pakken. De N-VA zet zich echter af tegen een al te simpele voorstelling ervan. Veiligheid is meer dan een goed werkende politie en justitie. Veiligheid vraagt een integrale aanpak. Een collectieve verantwoordelijkheid Veiligheid is zeker een kwestie van ‘meer blauw op straat’, maar ook van burgers die hun verantwoordelijkheid opnemen, voor zichzelf, voor elkaar en samen met anderen. Slechts als gemeenschap kunnen we er in slagen de risico’s op onveiligheid zo veel mogelijk te beperken. Veiligheid is dus meer dan een goed werkende politie en justitie. De remedie tegen onveiligheid ligt in de eerste plaats in de aanpak van de voedingsbodem ervan. De N-VA wil dan ook een doeltreffend preventiebeleid op alle vlakken en op alle niveaus: onderwijs, werkgelegenheid, armoedebestrijding, huisvesting en inburgering. Indien preventie niet slaagt, moeten politie en justitie hun werk kunnen doen. Veiligheid vraagt dan ook een integrale aanpak. De stad speelt daarin een belangrijke rol. Voor de N-VA moet de politie zich op haar kerntaken kunnen concentreren: de efficiënte bestrijding van de criminaliteit en overlast en de handhaving van de openbare orde. Dit houdt in dat de politie ontlast wordt van overbodige administratieve formaliteiten. Oneigenlijke politietaken worden zo nodig doorgeschoven of uitbesteed aan externe (publieke of private) partners. Gewonnen capaciteit wil de N-VA bij voorkeur aanwenden voor een versterking van de wijkwerking. De politie moet zichtbaar en aanspreekbaar zijn: ‘blauw meer op straat’. Aanpak van overlast Dendermonde moet de diverse vormen van overlast aanpakken. Een weloverwogen beleid kan bijdragen tot een beter samenleven op lokaal niveau. Administratieve sancties kunnen tot de mogelijkheden behoren bij het wegwerken van overlast, zoals bij sluikstorten. Veilig verkeer Verkeersveiligheid blijft een belangrijke zorg van de burger. Een doeltreffende en correcte verkeershandhaving (verkeerscontroles) maakt daarvan een wezenlijk onderdeel uit. Veiligheid op de weg is van groot belang in alle wijken, maar schoolomgevingen zijn hiervoor bijzonder kwetsbaar. Veilige schoolroutes zijn prioritair, vooral voor fietsers langs de invalswegen, zoals de Gentse Steenweg en de Mechelse Steenweg. Aan scholen is ook een vlotte doorstroming van wagens van belang. Waar mogelijk kunnen ‘kiss and ride’ – zones aangelegd worden. Veilig wonen Ook na de vorming van de hulpverleningszones in het raam van de brandweerhervorming blijft Dendermonde een belangrijke rol spelen in de organisatie van een performante brandweer die overal snel en doeltreffend kan optreden. De N-VA wil Dendermonde als hoofdplaats van de brandweerzone Oost behouden. Minstens zo belangrijk echter is dat de schaalvergroting niet ten koste gaat van een snelle hulpverlening voor alle deelgemeenten.
www.nvadendermonde.be
16
Veiligheid betekent voor N-VA ook de instelling van een toegankelijkheidstoets voor andersvaliden bij elk nieuw bouwproject. We geven het goede voorbeeld en starten hiervoor alvast met de eigen stadsgebouwen. Behoud van een gevangenis in Dendermonde De aanwezigheid van gerechtelijke instellingen in Dendermonde (rechtbanken en parket) creëert een ruime directe en indirecte werkgelegenheid en geeft zo een belangrijke impuls aan de stad. De blijvende aanwezigheid van deze rechtbanken, in het bijzonder in het licht van de komende justitiehervorming, kan echter niet los gezien worden van de vestiging van een nieuwe gevangenis. De bouw van een nieuw en modern penitentiair centrum, waar 440 rechtstreekse arbeidsplaatsen voorzien worden, werd al enkele keren geschorst door procedures bij de Raad van State. N-VA maakt een duidelijke keuze voor een snelle bouw van de gevangenis - op de geplande locatie. Mobiliteit in goede en veilige banen Mensen willen zich ontplooien en daar hoort mobiliteit bij. Elke gewenste verplaatsing kunnen maken op elk gewenst moment, dat is het theoretisch mobiliteitsideaal. We moeten rekening houden met een groei van mobiliteit. Maar meer mobiliteit leidt tot minder bereikbaarheid en leefbaarheid, tot een verhoogde kans op ongevallen en negatieve milieueffecten. Het komt er dus op aan de mobiliteit in goede en veilige banen te leiden. De N-VA vertrekt hierbij het principe van comodaliteit als uitgangspunt voor een duurzame mobiliteitsstrategie. Daarbij streven we naar de organisatie van een optimale mix tussen vervoersmiddelen waarbij elk vervoermiddel op zijn sterke punten wordt uitgespeeld. Niet het vervoermiddel, wel de sterkte van het verkeers- en vervoersnetwerk moet de basis worden voor een duurzame mobiliteitsstrategie. Concreet betekent dit voor de N-VA dat (basis)mobiliteit niet langer uitsluitend synoniem is voor openbaar vervoer. Dit betekent dat het openbaar vervoer niet langer ‘in de plaats van’ maar ‘naast’ de voetganger en de fiets staat. Dit betekent ook dat de auto zijn plaats heeft en capaciteit en doorstroming verbeteren niet noodzakelijk een inbreuk betekent op duurzaamheid. In een model van comodaliteit geven we meer aandacht aan allerlei mengvormen van vervoersmodi: elektrische fietsen, stadsfietsen, autodelen, belbussen, taxi’s enzovoort. De N-VA streeft naar een duurzame mobiliteit op basis van vier concrete bouwstenen: (1) kwaliteit (2) netwerken, (3) iedereen en (4) knooppunten. Met deze KNIK-norm willen we streven naar betrouwbare en voorspelbare verplaatsingen voor alle weggebruikers. Een KNIK naar betrouwbare, veilige en voorspelbare mobiliteit in een aanvaardbare reistijd Kwaliteit in mobiliteit is geen hol begrip, maar wordt afgemeten aan reistijd, comfort en prijs. Mobiliteit is de belangrijkste bijzaak van mensen geworden. Mobiliteit is immers geen doel op zich, het is en blijft een middel om andere dingen te realiseren: werken, sociale contacten, vakantie, winkelen. Meer dan voor die andere activiteiten meten we onze verplaatsing af in tijd. Welnu, bereikbaarheid is als mobiliteitsdoelstelling toe aan opwaardering.
www.nvadendermonde.be
17
Netwerken brengen ons naadloos van deur tot deur. Mobiliteit verbindt mensen met elkaar en geeft mee vorm aan onze identiteit. Sterke netwerken worden gevormd door een optimale mix van vervoersmiddelen en houden rekening met de ruimtelijke context. Daarom denken we beter in termen van een gebiedsgerichte aanpak en niet langer vanuit afzonderlijke projecten. De plek in het netwerk bepaalt de keuzes die we maken voor de plaats die we geven aan de verschillende vervoermiddelen. M.a.w. we leggen het verband met ruimtelijke ordening en publieke ruimte. Zo zetten we in op de leesbaarheid van het openbaar domein voor de weggebruiker. Maar ook breder zetten we in op het creëren van een samenhorigheidsgevoel door de vormgeving van onze publieke ruimte. Netwerken moeten tot cohesie leiden, moeten mensen bij elkaar brengen en geven op die manier mee vorm aan onze gemeenschap. Iedereen mobiel betekent dat elke gewenste verplaatsing gemaakt moet kunnen worden wanneer men er behoefte aan heeft, en dus niet gebonden aan tijdstip of plaats. Iedereen mobiel bereiken we door te werken op integrale en intermodale netwerken, op innovatie, op informatie, interactie met de burger en imagoverbetering, op individuele noden en inclusief beleid, op intergemeentelijke samenwerking en tot slot op het internationaal aspect van onze mobiliteit. Knooppunten vormen de sluitstenen van het mobiliteitsnetwerk en zijn plaatsen waar vervoerswijzen elkaar vinden en uitgroeien tot communicerende vaten. Mobiliteitsambities worden er verbonden met ruimtelijke ordening. Vervoermiddelen staan vaker stil dan ze bewegen. Daarom is een parkeerbeleid een essentieel onderdeel van een mobiliteitsbeleid en knopen we dit vast aan goede overstappunten. Een KNIK in het mobiliteitsplan Recent werd het mobiliteitsplan vernieuwd door het stadsbestuur. Aan het einde van een besluitvormingsproces dat door vele ondernemers en bewoners met grote aandacht gevolgd werd, werden de algemene principes vastgelegd. Deze zijn gebouwd rond bereikbaarheid van het centrum enerzijds, en een vlotte doorstroming van doorgaand verkeer anderzijds. De uitdaging voor de komende jaren bestaat uit de concrete uitwerking van deze uitgangspunten en de uitvoering ervan. N-VA schuift in Dendermonde enkele uitgangspunten naar voor die in het verlengde liggen van het KNIK-concept en die als richtlijn dienen bij de uitwerking van het mobiliteitsplan. Het is in het belang van zowel bewoners als ondernemers dat er voldoende, betaalbare parkeermogelijkheden voorzien worden op wandelafstand van het winkelcentrum. Dit is van groot belang voor de verdere commerciële ontwikkeling van de stadskern. In de lijn hiervan dreigt het openleggen van de gedempte Dender een capaciteitsprobleem te veroorzaken inzake parkeermogelijkheden. De parkeerplaatsen die door deze ingreep verdwijnen, dienen voor N-VA gecompenseerd te worden. Ook in het centrum zijn er nog onderbenutte parkeermogelijkheden aanwezig. Mogelijke pistes moeten onderzocht worden om het verdwijnen van de gedempte Dender of andere parkeerplaatsen op te vangen. De ervaring heeft aangetoond dat doorlopend overleg met zowel weggebruikers als de middenstand, van groot belang is. N-VA acht consultatie, overleg en betrokkenheid belangrijke elementen in een democratisch besluitvormingsproces. In de uitvoering van een
www.nvadendermonde.be
18
mobiliteitsplan is dat niet anders. De bedenkingen, suggesties terughoudendheid van betrokkenen moet in rekening genomen worden.
en
eventuele
Doortrekking N41 N-VA is in Dendermonde geen voorstander is van een verkeersvrije binnenstad. Het doorgaand verkeer moet omgeleid worden, maar het centrum dient effectief toegankelijk te blijven voor bestemmend autoverkeer. Om het zwaar verkeer om te leiden, om Dendermonde integraal te verbinden met de voornaamste Vlaamse verkeersassen en om de deelgemeenten te ontlasten, pleit N-VA resoluut voor de snelle realisatie van de doortrekking van de N41. De doortrekking is van doorslaggevend belang voor de ontwikkeling van de werkgelegenheid in de streek en voor de bredere economische ontwikkeling van onze regio. Dit zal in grote mate bijdragen aan de ontlasting van de kernen van Oudegem en Sint-Gillis, die door steenwegen en bijhorend vrachtverkeer doorsneden worden, met alle gevolgen van dien voor leefmilieu en veiligheid. Voor de leefbaarheid van deze deelgemeenten is de doortrekking van de N41 cruciaal. N-VA stelt voor N41 door te trekken volgens het tracé dat nu bij de provincie op tafel ligt. Dit tracé creëert het minste hinder voor de gezamenlijke bevolking van Dendermonde en haar buurgemeenten.
www.nvadendermonde.be
19
Speerpunt 7: Onderwijs Dendermonde is een scholenstad. Bijna 9.000 leerlingen lopen hier dagelijks school. Daarnaast zijn er ook nog honderden leerkrachten. Ook heel wat ouders zijn elke dag weer op weg om hun kinderen naar school te brengen of er weer op te halen. Een belangrijke groep mensen die onze aandacht verdient. Aandacht voor leerlingenmobiliteit N-VA vraagt specifieke aandacht voor (de veiligheid van) de verkeerstromen van en naar de scholen. Het ruime onderwijsaanbod in de deelgemeenten (vooral kleuter- en lager onderwijs) en het centrum zorgt elke schooldag voor een behoorlijke verkeersdrukte tussen 8.00 uur en 8.45 uur, tussen 11.30 uur en 13.30 uur (in twee pieken) en tussen 15.30 uur en 16.00 uur. De drukte is dan uiteraard sterk geconcentreerd rond de vestigingsplaatsen van de scholen. Een kleine minderheid van de leerlingen komt te voet naar school. Een grote groep leerlingen komt met de fiets, al dan niet begeleid door de ouders, of met het openbaar vervoer. Een laatste – niet onbelangrijke - groep wordt met de wagen gebracht en afgehaald. In het mobiliteitsplan van de stad Dendermonde moet daarom ook meer rekening worden gehouden met deze specifieke verkeersstromen. Er blijven nog knooppunten in de buurt van scholen waar de situatie veiliger en vlotter kan. (Voor een deel ook omdat chauffeurs zich niet altijd even gedisciplineerd gedragen, nutteloze verplaatsingen maken en de weg versperren in de buurt van scholen. Indien sensibiliseren niet helpt, dient de politie hiertegen kordaat op te treden.) Prioritair zijn veilige fietspaden op de invalswegen – in het bijzonder langs de Gentse Steenweg en de Mechelse Steenweg. Ook de zoektocht naar een veilige en reglementaire parkeerplaats is vaak een heksentoer. Als Dendermonde zich verder wil profileren als scholenstad moet ze daar ook rekening mee houden. Bijkomend kunnen ook afspraken worden gemaakt om de toegang van vrachtwagens (bijvoorbeeld voor huisvuilophaling) tot schoolomgevingen te beperken tijdens de spitsuren. In basis- en secundair onderwijs verplaatsen zich dagelijks ook meer dan 2800 leerlingen naar Dendermonde en verlaten er bijna 1500 de stad (van en naar Aalst, Buggenhout, Gent, Sint-Niklaas, Wetteren …). Voor N-VA is het dan ook vanzelfsprekend dat er op dit vlak gewerkt wordt aan een sterke intergemeentelijke samenwerking. Dagelijks een intergemeentelijke stroom van meer dan 4000 leerlingen opvangen en verwerken kan enkel vlot verlopen als de betrokken gemeenten daar afspraken over maken. Ondersteuning van leerlingen In termen van schoolvordering gaapt een enorme kloof tussen Belgen en niet-Belgen. In het Vlaamse onderwijs zit 71 % van de Belgen in het secundair onderwijs op leeftijd, 22 % heeft één jaar achterstand, 4 % heeft twee jaar achterstand en 1 % meer dan twee jaar. Voor nietBelgische leerlingen zijn deze cijfers respectievelijk 34 %, 38 %, 20 % en 7 %. Voor Dendermonde liggen deze cijfers voor niet-Belgen nog aanzienlijk slechter dan het Vlaamse gemiddelde: respectievelijk 18 %, 39 %, 36 % en 7 %. De ondersteuning van anderstalige leerlingen is dan ook een bijzondere opdracht.
www.nvadendermonde.be
20
Circa 55 % van de leerlingen secundair onderwijs (tweede en derde graad) volgt les in tso of bso. Veel van deze leerlingen bevinden zich thuis in een relatief moeilijke socio-financiële situatie. Internationalisering in het onderwijs is voor hen dan ook vaak een probleem. Scholen leveren op dit ogenblik al veel inspanningen om hun leerlingen Europese contacten aan te bieden. Daarvoor kunnen subsidies worden aangevraagd via de Vlaamse overheid (Europese middelen en Vlaamse middelen) maar heel veel valabele projecten kunnen door de overheid niet goedgekeurd worden omwille van de ingebouwde financiële limieten en dreigen te verzanden in de goede bedoelingen. De subsidies die de stad nu aan projecten toekent, kunnen deels verschoven worden naar een subsidiëring per leerling. Projecten waarbij veel leerlingen betrokken zijn krijgen zo een iets ruimere ondersteuning dan projecten die voor minder leerlingen toegankelijk zijn. Zo helpen we de drempel voor gezinnen, om hun kinderen aan een internationaal project te laten deelnemen, te verlagen. Samenwerking met stadsdiensten In het raam van ons pleidooi voor een efficiënte overheid heeft N-VA al voorgesteld verschillende (technische) stadsdiensten te clusteren. N-VA ziet daarnaast ook kansen om samen te werken met specifieke opleidingen uit het secundair onderwijs, bijvoorbeeld door het aanbieden van stages voor leerlingen en leerkrachten. De uitdaging voor de stad is ook hier immers om meer te doen met minder financiële middelen. Leerlingen uit de studierichtingen Personenzorg tso, Verzorging bso en Kinderzorg bso kunnen stage lopen in kindercrèches en in het basisonderwijs. De realiteit leert dat deze leerlingen heel goed presteren in een echte werksituatie. (Het was een stagiaire uit een 5de jaar Verzorging bso die op 23 januari 2009 de politiediensten waarschuwde bij de raid van Kim De Gelder in Fabeltjesland.) De stages van de leerlingen uit de opleidingen Haarzorg bso en Personenzorg bso kunnen dan weer voor een deel worden uitgevoerd in rusthuizen in de stad. De stad kan deze samenwerking verder faciliteren en uitbreiding ervan stimuleren. Ook binnen de culturele of sportsector, twee sectoren bij uitstek gericht op een versterking van het sociale weefsel, zijn ongetwijfeld opportuniteiten te vinden. Cultuur op school De stad zorgt, in samenwerking met de scholen, voor een verscheiden cultureel aanbod dat ook jongeren aanspreekt. CC Belgica steunt zich bij het vastleggen van dit aanbod op de pedagogisch-didactische inbreng van de scholen. Samenwerking tussen stad en LOP (Lokaal Overleg Platform) De waardevolle samenwerking tussen stad en LOP (Lokaal Overleg Platform) op het gebied van gelijkeonderwijskansen wordt bestendigd. Op het niveau van het basisonderwijs zijn 50 % van de leerlingen GOK-leerlingen; op het niveau van het secundair onderwijs gaat het zelfs over 55 %. Samenwerking tussen stad en LOP is dus bijzonder belangrijk. In dat licht is ook de stedelijke betrokkenheid bij het time-out project “Cool Down”, een initiatief van het LOP secundair onderwijs, bijzonder waardevol.
www.nvadendermonde.be
21
Spijbelpreventie als motor voor een sociaal jongerenbeleid In het verleden werden, onder impuls van de stad, al initiatieven genomen in het kader van een drugconvenant. Ook in verband met verkeersveiligheid werden afspraken gemaakt. Er is geregeld overleg tussen stad, scholen, parket en politie. Deze initiatieven kunnen, mits een regelmatige evaluatie en bijsturing, zeker verder worden gezet. Maar er is nog meer mogelijk, bijvoorbeeld op het vlak van spijbelpreventie De aanpak van de spijbelproblematiek vraagt om een integraal beleid, waarbij verschillende actoren betrokken worden. Ook de stad kan een belangrijke rol spelen bij het beperken van desinteresse en problematisch gedrag van jongeren. Een stedelijke “onderwijsregisseur” kan de spijbelpreventie coördineren. Scholen ontvangen een lijst met de namen van leerplichtige jongeren die in Dendermonde wonen maar die nergens in een school zijn ingeschreven. Als eerste stap kan de stedelijke onderwijsdienst navraag doen bij de ouders en de lijst verder verduidelijken. Alvorens verdere concrete acties te ondernemen moet een grondige analyse duidelijkheid brengen over de spijbeltendensen en de motivatie van de spijbelaars – de ene spijbelaar is de andere niet. Essentieel is het samenbrengen van de verschillende betrokken partners om in gezamenlijk overleg een visie op spijbelpreventie, van onder uit, te ontwikkelen, om lacunes in de spijbelpreventie te ontdekken en om spijbelprojecten in de scholen of met verschillende scholen samen te steunen. Samen met vertegenwoordigers van de scholen, het welzijnsveld, het LOP en de CLB’s kan de problematiek besproken worden en kunnen er goede afspraken gemaakt worden met de politie. Op die manier kunnen de verschillende deelnemers elkaar versterken. Binnen het overleg kan ook afgesproken worden wanneer spijbelaars worden doorgestuurd naar het “Cool Downproject”, wanneer de politie wordt ingeschakeld, wie de spijbelaars opvolgt … De stad kan de scholen helpen met het realiseren van een spijbelproject. De stedelijke onderwijsdienst kan verschillende subsidiekanalen aanspreken. De onderwijsdienst kan ook een stuk van de planlast bij de scholen wegnemen door het aanbieden van administratieve ondersteuning. De stad kan ook bijdragen aan het vormingsbudget voor leerkrachten wanneer zij zich willen bijscholen over vormen van probleemgedrag. De stad moet dan ook aandacht besteden aan een integraal beleid rond jeugd, vrije tijd, sport en cultuur. Dit betekent ook het bijeenbrengen van de verantwoordelijken van de verschillende diensten. Uit onderzoek blijkt duidelijk dat jongeren die actief zijn in het verenigingsleven minder spijbelen. Het is dus belangrijk om die maatschappelijke betrokkenheid te stimuleren – de versterking van het ‘sociaal weefsel’. Het lidgeld van een (sport)club mag dus geen drempel vormen om zich aan te sluiten. Binnen dit kader kan de stad in samenwerking met sportclubs of de stedelijke academies projecten opstarten als “Sportkans” of “Kunstkans” waarbij aan jongeren tegemoetkomingen gegeven worden.
www.nvadendermonde.be
22
Dossier: Sport en Cultuur Dendermonde kent heel wat sportclubs. N-VA hecht veel belang aan de ondersteuning van deze clubs. Evenzeer heeft onze stad een ruime sportinfrastructuur. De vernieuwing van de oudere sporthallen moet gefaseerd verdergaan. Bovendien moet er duidelijkheid komen over de invulling van de resterende gronden aan de sporthal van St-Gillis. Er zijn veel vragen vanuit sportmiddens naar bijkomende infrastructuur. In de meeste gevallen laat de budgettaire toestand dit niet toe, ook al bieden de subsidies vanuit het sportbeleidsplan soelaas voor kleinere projecten. We moeten dus prioriteiten opstellen. Deze moeten kunnen rekenen op een breed draagvlak vanuit de sportmiddens zelf. Gelden vanuit de stad moeten gaan naar infrastructuur maar zeker ook naar jeugdopleidingen, waarbij clubs die inspanningen leveren om jongeren te betrekken of om bepaalde doelgroepen te bereiken, daarvoor beloond worden. Subsidies kunnen niet dienen om lonen of premies van spelers te betalen. Verder willen we naast de clubs ook ons blijven inzetten voor 'sport voor allen' waarbij het de bedoeling is om zoveel mogelijk Dendermondenaren aan het bewegen te krijgen. Zo moeten onze sportinfrastructuur ook recreatie aanbieden die laagdrempelig is en vlot toegankelijk voor jong en oud.
Materieel erfgoed en patrimonium De voorbije legislatuur hebben we eindelijk erkende musea gekregen maar dit impliceert ook blijvende investeringen in hun vernieuwing. De plannen voor het Begijnhof gaan gestaag vooruit. Nu kunnen de plannen voor de heraanleg van de wegenis en de restauratie van de huisjes eindelijk concreet worden. Er moet een duidelijk kader komen voor woningen die waardevol patrimonium zijn, maar geen beschermde monumenten. Op dit moment bestaat hierover te veel onduidelijkheid. Hoe dan ook streeft N-VA naar behoud van het erfgoed. Een effectief gebruik van Vlaamse en Europese subsidies moet restauraties toelaten – zoals voor het Huis Van Winckel. Immaterieel erfgoed Door de oprichting van de erfgoedcel 'Land van Dendermonde' is het voortbestaan van onze sagen, legenden, recepten, sporten en sporthelden en dergelijke gewaarborgd. Voor de toekomst pleit N-VA voor een Ros Beiaardcentrum waar met diverse media de Ommegangen en hun attributen worden gepromoot. Hoewel het budget van Dendermonde relatief beperkt is in vergelijking met andere steden, kunnen we ook met minder middelen heel wat verwezenlijken. De Heemkringen in onze stad en alle verenigingen die betrokken zijn bij het behoud van erfgoed worden uiteraard ondersteund door de erfgoedcel. CC Belgica Ons cultuurcentrum is erg in trek. Er is een recordaantal abonnementen en er is een enorme variatie in het aanbod. De vooropgestelde doelgroepen worden bereikt. Deze verwezenlijkingen moeten bestendigd worden door de verdere ondersteuning vanuit de stad, met een vastgesteld budget dat aan het begin van de nieuwe legislatuur bepaald moet worden. Voor N-VA blijft de doelgroep van jongeren en jonge gezinnen prioritair voor het
www.nvadendermonde.be
23
cultuurbeleid. Ook moeten er knopen doorgehakt worden inzake de toekomst van het Huis Van Winckel. Een gefaseerde restauratie met moet gefundeerd zijn op een heldere visie. Bibliotheek Onze bibliotheek draait op volle toeren. Ze vervult nu volop de rol die ze als laagdrempelige informatie- en cultuurbrenger hoort te zijn. N-VA blijft volop de kaart trekken van de digitale ontsluiting van de bibliotheek, die een belangrijke partner is in het algemeen cultuurbeleid. N-VA is het niet eens met degenen die pleiten voor een afbouw van de filialen in de deelgemeenten. N-VA pleit voor een bibliotheekfiliaal in elke deelgemeente. Verenigingen De Dendermondse verenigingen hebben via de cultuurraad het vernieuwde subsidiereglement goedgekeurd. Voor heel blijft het echter moeilijk draaien in een periode van prijsstijgingen. N-VA is bereid de subsidie te verhogen en is onverkort voorstander van het behoud van de gunstige regeling van lokalenverhuur en logistieke ondersteuning voor onze verenigingen. Naar het voorbeeld van de gids voor verenigingen actief in podiumkunsten, wil N-VA een verenigingengids opstellen voor elke deelgemeente.
www.nvadendermonde.be
24
Dossier: Forten en Kazerne Uitdaging Dendermonde is ontstaan als vestingstad, en is dat gebleven doorheen het grootste deel van haar geschiedenis. Daardoor bevinden zich in Dendermonde en in deelgemeenten als Sint-Gillis en Grembergen, verschillende restanten van militaire versterkingen, opslagplaatsen en dergelijke meer. De meeste daarvan zijn als monument geklasseerd. Voor N-VA leidt het geen twijfel dat deze monumenten een grote culturele waarde hebben, en een enorm potentieel bevatten voor toeristische of socio-economische ontwikkeling van de stad. Verscheidene relicten, beschermd en onbeschermd, bevinden zich echter in staat van verval. Overheden en particulieren worstelen met de toekomstperspectieven van deze bouwwerken die al eeuwenlang het stedelijke aanzicht van Dendermonde bepalen. Vaak wordt geen adequaat antwoord gevonden. De afbraak van het kruitmagazijn in Bastion IV in 2002 is een betreurenswaardig voorbeeld dat de nood onderstreept aan een toekomstvisie op de vestingwerken. Visie N-VA wil het grote potentieel van de vestingmonumenten valoriseren op een manier die een positieve bijdrage levert aan de uitbouw van stedelijke functies zoals voorgeschreven in het ruimtelijk structuurplan, en die de monumenten zelf behoudt voor de toekomst. Daarvoor wordt het concept van restauratie als herstel van de (vermeende) oorspronkelijke toestand excentrisch geplaatst in een ruimer kader van herwaardering. Deze visie van herwaardering bestaat uit drie elementen van gelijk belang, als volgt:
Oogmerk 1: Behoud van het monument
Oogmerk 2: Vervullen van stedelijke nutsbehoeften
Oogmerk 3: Verfraaiing van buurten
Een dergelijke drievoudige ingreep zal als directe respectieve gevolgen hebben:
Impact 1: Culturele versterking van de gemeente
Impact 2: Socio-economische versterking van de gemeente
Impact 3: Opwaardering van de leefomgeving in de gemeente
Een herwaarderingsproject van een enkel monument wordt door middel van deze drievoudige benadering verheven tot een pool van stadsvernieuwing. Restauratie wordt gevat in een multifunctionele aanpak die een meerwaarde betekent op diverse
www.nvadendermonde.be
25
maatschappelijke domeinen, zonder de restauratie zelf in het gedrang te brengen. Restauratiewerken worden op die manier niet langer uitgevoerd enkel en alleen ter wille van het herstel zelf, maar staan ook ten dienste van andere maatschappelijke noden en dit zonder dat tekortgedaan wordt aan de historisch-culturele waarde van het monument. Zo krijgen monumenten een tweede leven. De infrastructuur wordt hersteld, de functionaliteit versterkt en de omgeving vernieuwd. Door combinaties te maken met andere belangen die rond de stad spelen, kunnen innovatieve oplossingen gevonden worden voor bestaande problemen die tegelijk het erfgoed opwaarderen. Oude militaire installaties aan de rand van de stad die dreigen uit te groeien tot haarden van verval, overlast en ruïnevorming, worden door deze herwaardering veranderd in nieuwe zwaartepunten van het stadsleven. Ze worden vanuit de stedelijke marge het centrum ingezogen. Een innovatieve kruisbestuiving van een combinatie van nutsfuncties en een uniek historisch kader kan een bijkomende uitstraling en toeristisch rendement genereren. Bovendien kan de vermenging met andere maatschappelijke functies de mogelijkheid creëren tot het aanspreken van subsidies uit even talrijke beleidsdomeinen. Financiering De visie van N-VA vertrekt van twee kostenbesparende uitgangspunten. Ten eerste wordt vertrokken vanuit praktische problemen die een ingreep van het stadsbestuur vereisen. In heel diverse problemen kunnen de forten betrokken worden. De stad kan dit gebruiken in plaats van nieuwe infrastructuur te bouwen. In een fictief voorbeeld hoeft de stad niet én een nieuwe fuifzaal te bouwen, én een bastion te restaureren. Het stadsbestuur kan evengoed een bastion restaureren en herbestemmen tot fuifzaal. De kost moet toch gemaakt worden. Daarnaast wordt de omkaderende werklast gehalveerd, want een geïntegreerd project vereist minder budgetteringen, plannen, fondsenwerving, aanbestedingen, werkgroepen enzovoort. De uitgespaarde administratiekosten, én de uitgespaarde kosten voor een nieuwbouw kunnen gebruikt worden voor de financiering van de restauratiewerken. Ten tweede kan dit principe voortgezet worden bij subsidieaanvragen. Naar buitenlands voorbeeld kan een parking onder een te restaureren bastion aan een groengebied subsidies krijgen voor mobiliteit, cultuur én milieu. Door kleinere projecten samen te voegen krijgen subsidies een grotere toepassing, waardoor in sommige gevallen grotere toelagen verkregen kunnen worden dan bij kleinere, gescheiden projecten. Ook zo kan belastinggeld efficiënter gebruikt worden. Daarnaast zijn, zowel voor ontwikkeling van plannen, als voor de totstandkoming ervan, verscheidene Vlaamse en Europese subsidiekanalen voorhanden waarop de stad een beroep kan doen, zoals URBACT, verscheidene pijlers van Interreg, en de restauratiepremies. Buitenlandse voorbeelden tonen aan dat zelfs private financiering soelaas kan brengen. Verscheidene scenario’s zijn denkbaar waarbij de stad immateriële voordelen biedt aan ondernemingen of sectorverenigingen in ruil voor hun financiële steun. Voor een uitvoerigere bespreking van de financieringsmogelijkheden en de technische pistes die N-VA voorstelt, verwijzen we graag naar het plan ‘Dendermonde Versterkt’ dat op de website van N-VA te vinden is onder nieuws -> documenten.
www.nvadendermonde.be
26
Dat verscheidene Europese subsidiekanalen vernieuwd worden in 2014, biedt het perspectief op de ontwikkeling van ambitieuze maar realistische herwaarderingsplannen binnen de komende bestuursperiode. N-VA stelt voor dat het stadsbestuur zo kort mogelijk na de verkiezingen van oktober 2012 aanvangt met twee parallelle initiatieven die cruciaal zijn voor het verzekeren van enige slaagkans van Europese projectaanvragen: 1. Het versterken van thematische expertise op het gebied van erfgoedmanagement, Vlaams erfgoedbeleid en Europees regionaal beleid binnen het stedelijke personeelskader. 2. Het uitbouwen van persoonlijke en institutionele netwerken bij betrokken fondsen, en verantwoordelijke financierende overheden en Europese vestingsteden.
Dit kan concrete uiting krijgen onder verscheidene vormen. Het aanstellen van een projectmanager met het oog op Europese subsidieprojecten is een optie. Zo kan de stad de nodige middelen verkrijgen om de intrinsieke waarde van de monumenten te ontginnen. Daarnaast pleit N-VA voor het overwegen van de vestingmonumenten bij infrastructurele werken van diverse aard. Door de monumenten op een praktische manier te benutten, krijgen ze een nieuwe toekomst en versterken ze de ruimtelijke structuur van Dendermonde.
www.nvadendermonde.be
27