1-1-2012
STEDELIJKE MUSEA DENDERMONDE
DENDERMONDE IN DE MEROVINGISCHE PERIODE (5DE TOT EN MET DE 8STE EEUW) LEERKRACHTENBUNDEL
Een kijk op de geschiedenis door de ogen van een museum |
Inhoud 1
Inleiding .........................................................................................................2
2
Algemeen beeld van de geschiedenis ............................................................3
3
2.1
De koningslijn...........................................................................................3
2.2
Het rijk van Clovis ....................................................................................4
2.3
Verandering van spijs… ............................................................................5
2.4
De dynastie na Clovis ...............................................................................6
Het land van Dendermonde ...........................................................................7 3.1
De Zwijvekekouter ...................................................................................7
3.2
De grafvondsten ......................................................................................8
3.3
Wonen in de Merovingische periode .....................................................10
3.4
Een unieke vondst ..................................................................................11
........................................................................................................................12 3.5 4
Verdere ontwikkeling van de site ..........................................................13
Bibliografie ...................................................................................................14
1
1 Inleiding Dendermonde; een stad gelegen op de kruising van de Schelde en de Dender. Een stad waar legendes echt tot leven komen. Maar het is meer dan dat, veel meer, dan alleen het Ros Beiaard en de drie gildereuzen. Het is een stad met een rijke geschiedenis. Een geschiedenis met sporen die terug lopen tot in de prehistorie… Deze bundel zal dieper ingaan op de plaatsing van de Merovingische dynastie in de geschiedenis. Vervolgens meer specifiek een licht werpen op de plaats van Dendermonde die het had binnen dit Merovingisch rijk. Zowel voor, tijdens, als na een bezoek aan het museum in Dendermonde zal deze bundel u als leerkracht helpen uw weg te vinden en meer informatie verschaffen over dit onderwerp. Voor we dieper kunnen ingaan op de geschiedenis van Dendermonde zelf, moet er natuurlijk eerst een algemeen beeld geschetst worden van wat er in die tijd aan de hand was in Europa op politiek vlak.
2
2 Algemeen beeld van de geschiedenis 2.1 De koningslijn
De tijd waarin we ons bevinden is de periode na het uiteenvallen van het Romeinse Rijk. Rond het jaar 476 valt het Romeinse Rijk ten prooi aan een grote crisis. Deze crisis zal, samen met invallen van Germaanse stammen, ervoor zorgen dat het grote West-Romeinse Rijk uiteen zal vallen in een westelijk deel en een oostelijk deel onder leiding van Germaanse stammen. Deze gebeurtenis staat beter bekend als het einde van het West Romeinse Rijk.
Binnen deze Germaanse stammen zaten enkele legendarische Clovis I, de koning der Franken, stamhoofden. Eén van deze geschilderd door Dejuinne. koningen was Merovech. Hij was heerser van de Salische Franken, waarschijnlijk van 447 tot 458. De Salische Franken waren één van de eerste groepen Germanen die zich over de Romeinse grens durfden begeven. Zijn zoon, Childeric, is een meer bekende naam binnen de geschiedenis. Zijn vaste verblijfplaats lag hier in Vlaanderen, in Doornik, de hoofdstad van zijn rijk. Na zijn dood in 481 werd hij op zijn beurt opgevolgd door zijn zoon Clovis of Chlodovech. Door deze overgang van vader op zoon ontstond de familielijn die vandaag de dag bekend staat in de geschiedenis als de Merovingische dynastie.
3
2.2 Het rijk van Clovis
Clovis zou de grootste vorst worden in deze koningslijn die liep tot het jaar 751. Na enkele succesvolle veldtochten tegen onder andere de Alamannen en de Bourgondiërs, beschikte hij over een groot rijk. Zijn rijk ging zich gaan uitstrekken van de Pyreneeën tot over de Rijn. Aangezien dit rijk van een bijna ongekende grootte was, zocht het naar een andere manier van besturen. Tot die tijd waren de Germaanse vorsten ‘Heerköninge’. Deze vorsten stonden tijdelijk aan het hoofd van een leger en verkregen op die manier hun macht en hun aanzien. Ten tijde van Clovis was dit systeem voorbijgestreefd of was het zeker niet meer toepasbaar. De oplossing was dat Clovis een soeverein vorst werd, zoals het ook was binnen het vergane Romeinse Rijk. Dit wil dus zeggen dat de vorst de macht ging hebben over een rijk met ‘vaste’ grenzen en een ‘vaste’ bevolking.
4
2.3 Verandering van spijs…
Op cultureel vlak ging de heerschappij van Clovis ook vele zaken gaan veranderen. De Germaanse stammen hadden een polytheïstische godsdienst. Ze geloofden in meerdere goden en elke god had zijn eigen functies. Hier ging bij Clovis verandering in komen. Rond het jaar 500 ging de grootste Germaanse vorst zich laten bekeren tot het christendom. Of beter gezegd: hij ging zich laten dopen. Waarom hij dit ging doen is voor velen historici nog steeds een groot vraagteken, maar het meest bekende verhaal komt van de hand van Gregorius van Tours. “Nadat Clovis vele volkeren onder zich had, vond hij een vrouw die hem paste. Ze was ook Germaanse, zelfs een koningsdochter van een andere Germaanse koning. Haar naam was Clotilde. Het enige verschil was dat zij al katholiek was, terwijl haar man de traditionele godsdienst aanhield. Clotilde wou dat haar man zich ging bekeren, maar hij weigerde. Door een onverklaarbare gebeurtenis zou hij toch buigen. Tijdens een gevecht tegen de Alemannen kwam Clovis zwaar in de problemen. Hij vroeg hulp van de Germaanse goden, maar dit had niet veel effect en hij bleef aan de verliezende kant. Hij ging zich dan gaan beroepen op die ene god van zij vrouw, met de belofte dat hij zich ging bekeren wanneer deze slag toch tot een goede einde kwam. Bij deze woorden zouden de Alemannen allen tezamen gevlucht zijn. Door zijn belofte aan God liet Clovis zich dopen door Remigius, op dat moment de bisschop van Reims…” Dit verhaal is echter naar alle waarschijnlijkheid van begin tot einde verzonnen door Gregorius. Een detail dat hierbij hoort, is dat Gregorius zijn verhaal zo’n 70 jaar na de dood van Clovis schreef. Een andere, meer geloofwaardigere uitleg, is dat hij door zijn doop de christelijke Romeinse elite aan zijn kant wou. Wanneer hij ook deze groep aan zijn kant had, stond hij nog sterker als koning. Door de doop van Clovis werd er een belangrijke traditie in het leven geblazen: de samenhang tussen het koning zijn en de katholieke kerk. De verbintenis tussen de wereldlijke en de religieuze macht zou in de latere geschiedenis een zeer grote rol gaan spelen.
5
2.4 De dynastie na Clovis
Hoe groot de macht van Clovis ook was tijdens zijn leven, na zijn dood in 511 ging het zijn verdere stamboom zeker niet voor de wind. De Merovingen zagen hun rijk als privébezit van de troon en volgens de Salische wet, moest het rijk verdeeld worden onder de zonen van de koning. Dit gebeurde dan ook na de dood van de koning en zorgde voor vele conflicten tussen de zonen onderling. De macht glipte geleidelijk tussen de vingers van de koning en ging meer en meer naar de grootgrondbezitters. Onder Clovis was er dus maar één vorst, na hem zou dit veranderen. Gedurende de rest van de zesde eeuw en de zevende eeuw was het rijk verdeeld in twee grote delen. Een deel in het noorden, genaamd Neustrië, en ander deel in het zuiden of Austrasië. Het einde van de Merovingische dynastie vond plaats in 751. Dat jaar namen de Karolingers onder leiding van Pepijn de Korte, de macht over van Childerik III. De Karolingers waren een familie van de eerder vermelde grootgrondbezitters, die zichzelf groot hadden gemaakt tijdens de familiale conflicten van de Merovingers. Met deze overname van de macht begon een nieuw en zo mogelijk nog grootser hoofdstuk in de Europese geschiedenis.
6
3 Het land van Dendermonde 3.1 De Zwijvekekouter
Voor onze streken telt grotendeels dezelfde materie als degene die hierboven reeds aangeraakt wordt. Veel schriftelijke bronnen zijn nog niet aanwezig, daarom zijn geschiedkundige nog steeds aangewezen op materiele vondsten. Deze vondsten treft men vooral aan op begraafplaatsen. De grootste begraafplaatsen gaat men necropolen noemen. In de Scheldevallei zijn, rond het jaar 450 worden in Doornik, Denderwindeke, Semmerzake en in Dendermonde zo’n begraafplaatsen aangetroffen. In Dendermonde is deze plaats gesitueerd rond de Zwijvekekouter.
De Zwijvekekouter vanuit de lucht gezien.
De Zwijvekekouter is voor de streek van Dendermonde de grootste en belangrijkste vindplaats voor de Merovingische periode. De Zwijvekekouter is 7
een negen meter hoge zandrug, gelegen tussen een meander1 van de Schelde. Zwijveke of vroeger ‘Suiviacum/ Sueviacum”, is afkomstig van de Keltische benaming voor de woonplaats van een persoon met de naam Suevus de Zwaaf2. De kouter is gelegen tussen de Galeidestraat en de huidige loop van de Dender. Vanaf 1932 werden hier al ontdekkingen gedaan die wijzen op de aanwezigheid van bewoning tijdens de regeerperiode van de Merovingers. 3.2 De grafvondsten
De vondsten in de begraafplaatsen zijn vooral verschillende kruiken en kookpotten. Ook glazen (laat-Romeinse) kruikjes, zilveren fibulae en Saksisch aarden vaatwerk kan je hier aantreffen. Wanneer je dan verder gaat in de tijd richting de zesde en zevende eeuw is er een grotere sociale differentiatie te zien. Er komt een duidelijk verdeling met aan de ene kant rijke graven en aan de andere kant de ‘gewone’ graven. Deze rijke graven laten zich kenmerken door een Zilveren vogelfibula (550-600) houten grafkamer, de meer waardevolle grafgiften en vooral door het gebruik van grafheuvels.
Glazen kruikje uit de 5de eeuw
1 2
Jammer genoeg was er in de vroege middeleeuwen een trend van grafplundering. Omdat de graven uit de Merovingische periode zo rijk aan grafgiften waren, komt het vaak voor dat ze leeggehaald werden. Dit is dus ook zeker het geval voor de Zwijvekekouter. Zo goed als alle graven zijn open gemaakt en al dan niet geplunderd. De
Een lus in een rivier. De Zwaven waren een volk der Germanen, afkomstig van de streek rond de Oder en de Elbe.
8
trend was echter niet zo vanzelfsprekend. Op grafplundering en de daarbij horende grafschennis stonden zware geldstraffen3. Alsof dat nog niet genoeg was, werd men ook uitgestoten uit de gemeenschap en was het helpen van deze grafschenners ook strafbaar.
3
Bij deze geldstraffen sprak men over 8000 denarii of 200 solidi.
9
3.3 Wonen in de Merovingische periode
Woonresten zijn eerder een uitzondering voor deze periode in onze streken. Toch merkt men hier een evolutie van kleinschalige woningen naar grotere woonstalhuizen, tot zelfs grote landbouwbedrijven vanaf de 7de eeuw. De huizen verschillen met vroegere perioden. Tijdens de heerschappij van de Romeinen Saksisch aardewerk, 450-500 werden huizen vooral uit steen opgetrokken. In de Merovingische periode zullen dit opnieuw vooral huizen uit hout en leem worden. Eerst zijn het vooral hutkommen. De woonstalhuizen waar het hierboven over ging zijn huizen die bestaan uit drie delen: een woongedeelte, een opslagruimte en een stal voor het vee. Uit de indeling van de huizen kan men ook grotendeels afleiden waar de mensen zich mee bezig hielden. Het merendeel van de tijd ging naar de landbouw en de veeteelt. Het vee stond binnen in het huis, net als de goederen die voort kwamen uit de landbouw. Andere economische vaardigheden van de toenmalige bevolking waren spinnen en weven. In mindere mate kwam Smeedijzeren lanspunt, 7de-8ste eeuw metaalbewerking naar boven. De metaalbewerking laat zich dan vooral blijken uit de vondst van ijzeren zwaarden in de graven van mannen.
10
3.4 Een unieke vondst
Eén van de grootste en wonderbaarlijkste ontdekkingen uit onze streek is een houten boegbeeld. Het beeld is gemaakt uit eikenhout, met bovenaan een dierenkop. De dierenkop heeft een opengesperde bek en tanden in de bovenkaak. Dit afschrikwekkend beeld zou niet alleen als versiering dienen, maar ook als bescherming tegen de duistere krachten op zee. Het beeld kan u op de volgende pagina meer in detail terug vinden. Omdat het zo’n uniek exemplaar is, ligt in Dendermonde jammer genoeg alleen een replica. Het origineel wordt bewaard in het British Museum te Londen. Het boegbeeld is na zijn ontdekking meermaals onderzocht. Eerst dachten de onderzoekers dat het ging over het boegbeeld van een vikingschip en was het een voorbeeld voor de komst van de Noormannen in onze streken. Nader onderzoek met de C14-methode4, wees uit dat beeld afkomstig was uit de 4de- 5de eeuw. Recht uit de tijd van de grote invalsgolf van de Germaanse stammen in het vroegere Romeinse rijk. Wat ons terug brengt tot het begin van deze bundel.
4
De C14-datering kijkt naar het aantal C14-isotopen die nog aanwezig zijn in een organisch materiaal. In dit geval is dat het hout van het boegbeeld. Naargelang het aantal isotopen men kan terugvinden, kan men gaan bepalen hoe oud het materiaal reeds is.
11
Het bovenste gedeelte van het boegbeeld in detail. Op deze afbeelding kan u duidelijk de bovenkaak met scherpe tanden van het dier zien.
12
3.5 Verdere ontwikkeling van de site
Het christendom kreeg door de doop van Clovis voet aan wal in de Germaanse gebieden, maar dit was in de eerste eeuwen vooral het geval bij de elite. Wanneer het christelijke geloof tot bij de gewone bevolking geraakte is niet bekend, maar het staat vast dat het zeker tot de late 7de eeuw of zelfs vroege 8ste eeuw duurde. Dit ziet men door een kleine vondst van een beslagplaatje. Dit bronzen plaatje toont een vogel naast een kruisje, wat wijst op een vermenging tussen de heidense en de christelijke culturen. Het begraven op de Zwijvekekouter stopte dan ook rond deze periode. Volgens bronnen zou er rond die tijd een kerkje gebouwd zijn, dat later zou uitgroeien tot een deel van de Zwijvekeabdij. Beslagplaatje, 7de eeuw
13
4 Bibliografie Berings, G. (e.a.)(2007). Historia 3 [handboek]. Kapellen: Pelckmans. Berings, G. (2009). Geschiedenis Vakstudie 3. Gent: Arteveldehogeschool. Blockmans, W. & Hoppenbrouwers, P. (2006). Eeuwen des Onderscheids: een geschiedenis van middeleeuws Europa. Amsterdam: Bert Bakker. Delrue, J. (2006). Het glas afkomstig van de Merovingisch begraafplaats op de Zwijvekekouter te Sint-Gillis-bij-Dendermonde. Gedenkschriften van de Oudheidkundige Kring van het Land van Dendermonde,reeks IV, jaarboek 2006. Dendermonde: De Hauwere-Huau. The British Museum (sd). Ships figurehead. Opgeroepen om mei 23, 2012, van http://www.britishmuseum.org/explore/highlights/highlight_objects/pe _mla/s/ships_figurehead.aspx. Verlaeckt, K., Vandecatsye, S. (e.a.)(2010). Dendermonde van Metaaltijden tot vroege Middeleeuwen. Dendermonde: De HauwereHua. Van Doorselaer, A. (1958). De Merovingische begraafplaats te Sint-Gillisbij-Dendermonde. Dendermonde: A. De Cuyper-Robberecht.
14