DE KRACHT VAN VERANDERING

N-VA Turnhout

Verkiezingsprogramma 14 oktober 2012

DE KRACHT VAN VERANDERING.

Nieuwe perspectieven voor een bruisende en veilige centrumstad.

Inhoudstafel Voorwoord: nieuwe perspectieven voor een bruisende en veilige centrumstad 1. Een ondernemersvriendelijke stad 2. Een bereikbare stad 3. Een veilige stad 4. Een woonstad 5. Een slimme stad 6. Een warme stad 7. Een belevenisstad 8. Een duurzame stad 9. Een spaarzame stad

1

Voorwoord: Nieuwe perspectieven voor een bruisende en veilige centrumstad Beste Turnhoutenaar

Het Turnhoutse stadsbestuur heeft haar kerntaken de afgelopen zes jaar ernstig verwaarloosd. Als centrumstad kampt Turnhout met grote uitdagingen, onder meer op vlak van mobiliteit, lokale economie, vergrijzing en veiligheid. Krachtdadige antwoorden bleven echter uit. De getroffen maatregelen — als die al werden genomen — bleken veelal ontoereikend, dan wel ondoordacht. Met de beschikbare financiële middelen werd bovendien niet oordeelkundig omgesprongen. Investeringen in prestigeprojecten kregen al te vaak voorrang op de uitvoering van kerntaken zoals het onderhoud van het openbare domein. Als het Turnhoutse stadsbestuur zich al liet opvallen, was het doorgaans niet omwille van haar doortastend beleid, maar wel omwille van interne verdeeldheid en conflicten. Al te vaak bracht de interne keuken van bepaalde partijen de bestuurbaarheid van onze stad in gevaar. De N-VA staat voor de kracht van verandering. En wat ons betreft, begint die verandering in Turnhout. Met de N-VA willen we de Turnhoutenaren een positief alternatief bieden. Niet met holle slogans, maar met concrete en realiseerbare voorstellen voor een bruisend en veilig Turnhout. Om van Turnhout terug de stad te maken waar we met z’n allen fier op kunnen zijn. Hoe wil de N-VA dit aanpakken?     

We kiezen voor een andere manier van politiek voeren, waarbij respect en eerlijkheid centraal staan. Communicatie met inwoners dient steeds op een duidelijke en open manier te verlopen. Inwoners moeten inspraak krijgen in het beleid, maar moeten evenzeer actief betrokken worden bij de uitvoering ervan. Het stadsbestuur mag engagement en ondernemerschap niet betuttelen, maar moet het integendeel bevorderen. Turnhoutenaren moeten zelf de kans krijgen om verantwoordelijkheid te nemen en actie te ondernemen. Want wat de burger zelf kan, kan de overheid niet noodzakelijk altijd beter.

Daar willen wij, samen met u, de komende zes jaar voor gaan. Vandaag doen we de Turnhoutenaar een aanbod. Aan u de keuze op 14 oktober.

N-VA Turnhout

2

1. Een ondernemersvriendelijke stad De

intenties

van

het

stadsbestuur

klonken

aanvankelijk

mooi:

ondersteuning

voor

startende ondernemers, nieuwe impulsen voor middenstand en horeca, een verdere ontwikkeling van het winkelkerngebied,… Maar van al dat moois zien we bitter weinig in de praktijk, wel integendeel. Steeds meer handelszaken sluiten de deuren of gaan over kop, het winkelende publiek zoekt zijn heil elders. Er ontstaat een vicieuze cirkel van leegstand, verloedering en overlast. Ondertussen kijkt het stadsbestuur toe hoe aan de stadsrand grote winkelcentra worden geopend, zonder oog te hebben voor hun inbedding in het lokale economische weefsel en de impact op mobiliteit. Door de betere parkeermogelijkheden en hun ruime aanbod komen zij rechtstreeks in concurrentie met de binnenstad. Dit veroorzaakt een leegzuigeffect op de stedelijke handelskern. De leefbaarheid van een stad hangt samen met een fijnmazig netwerk van kleinere en middelgrote handelszaken en horecaondernemingen in het stadscentrum. Voor de N-VA ligt de klemtoon dan ook op het aantrekken van meer handelaars én bezoekers naar het stadscentrum. Via deze kernversterking zorgen we ook voor een bloei van toerisme en horeca, en werpen we een dam op tegen leegstand en verloedering van de binnenstad, en tegen de stadsvlucht van de middenklasse en van jonge gezinnen.

1. Turnhout moet zichzelf terug een positief imago aanmeten. Zet acties op touw zoals

2.

3.

4.

5.

braderijen, themamarkten en culinaire routes in samenwerking met de lokale handelaars en horecazaken. Door een gerichte aanpak op het profileren van onze stad naar een belevenisstad met goede economische vooruitzichten trekken we automatisch meer investeerders aan. Promoot onze eigen handelaars omwille van hun persoonlijke aanpak en service, draag het vakmanschap van onze kunstenaars en andere innovatievelingen uit buiten de regio. Stadsvernieuwingsprojecten, zowel in het centrum als aan de rand, mogen de functie van de stadskern niet ondergraven. De N-VA wil dat het stadsbestuur, binnen haar bevoegdheden, al het mogelijke doet om rechtstreekse concurrentie tussen baanwinkels en winkels in de binnenstad te vermijden, om zo een betere afstemming tussen hun commerciële aanbod te bekomen. We zorgen voor een transparant en doordacht parkeerbeleid. Randparkings met centrumpendels zijn cruciaal. Daarnaast moet men voorzien in voldoende parkeergelegenheid in de stadskern, zodat nabijgelegen winkels aantrekkelijk blijven voor de klanten. Een dergelijk parkeerbeleid vereist wel heldere tariefafspraken en een duidelijke bewegwijzering. We rollen de rode loper uit voor startende ondernemers en potentiële investeerders door middel van een onthaalmap of starterspakket. Daarnaast creëren we een uniek en toegankelijk loket lokale economie dat alle nuttige informatie voor ondernemers bundelt. De ambtenaar lokale economie begeleidt de lokale ondernemer met zijn vragen, dossiers en vergunningen, en verwijst hem of haar door indien nodig. Maatwerk en klantgerichtheid vormen het uitgangspunt. We zetten ook verder in op een digitalisering van de dienstverlening. We geven de centrummanager voldoende autonomie. Deze kan via actieve prospectie van potentiële private partners (bv. winkelketens) werk maken van de herwaardering van het winkelcentrum. De centrummanager dient de lijm te zijn tussen alle winkelverenigingen. Acties zijn bedoeld om het ganse winkelcentrum hierin te betrekken, niet één of andere

3

bepaalde doelgroep of straat. Door middel van zijn of haar contacten met het stadsbestuur moeten vergunningen en afspraken vlotter en sneller verlopen.

6. De N-VA pleit voor een fiscale vereenvoudiging van de lokale belastingen op bedrijven

7.

en middenstandszaken tot één enkele belasting. Dit bevordert de transparantie en vermindert de administratieve rompslomp. De N-VA wil komaf maken met pestmaatregelen ten aanzien van handelaars. Handelszaken moeten op een vlotte manier toelating kunnen aanvragen om borden en ander promotiemateriaal voor hun gevel te plaatsen, zolang men de doorgang van voetgangers, kinderwagens en rolstoelgebruikers niet hindert. Duidelijke afspraken met handelaars en bevoegde instanties zijn in dit verband cruciaal.

8. Leegstand, verloedering en verkrotting pakken we krachtdadig aan door middel van een pandper-pand beoordeling en een drastische verhoging van de leegstandsheffing voor de betrokken panden. We pleiten ook voor een herinvoering van het handelspandenfonds, waaruit subsidies kunnen worden toegekend aan nieuwe handelszaken in leegstaande panden in het winkelcentrum. Door het uitbreiden van het winkelkerngebied geven we meer handelaars de mogelijkheid om beroep te kunnen doen op steunmaatregelen onder de vorm van subsidies. Daarnaast moet het vergunnen van het ombouwen van winkelpanden tot woonhuizen in de handelskern beperkt worden.

9. We verscherpen de controle op nachtwinkels en telefoonwinkels. Dit kan onder meer 10.

11.

door mogelijke sociale en fiscale fraude actief te laten controleren. Om de aantrekkelijkheid en sociale controle in het centrum te verhogen, moedigen we het wonen boven winkels aan. Bewoners geven de dikwijls verlaten winkelstraten ook ’s avonds en ’s nachts terug wat leven. Dit kan door het toekennen van verbouwingspremies en/of het opleggen van stedenbouwkundige normen (bv. bij een verbouwing een aparte toegang naar de bovenverdiepingen verplicht maken). Via lokale tewerkstellingsprojecten bieden we in het bijzonder de meest kwetsbare werkzoekenden (laaggeschoolden en langdurig werklozen) een nieuwe kans om via een tijdelijke (gesubsidieerde) werkervaring de nodige kwalificaties te verwerven (zowel technische kwalificaties als arbeidsritme, sociale vaardigheden, …), zodat ze na afloop aan de slag kunnen in de reguliere economie. Deze initiatieven van gesubsidieerde tewerkstelling op

12.

13.

lokaal niveau mogen volgens de N-VA echter geen parallel circuit vormen, noch kunnen ze een structurele oplossing bieden voor de hoge werkloosheid bij deze kwetsbare groepen. De landbouwsector neemt in de Kempen nog steeds een belangrijke plaats in. De N-VA vindt het belangrijk dat de landbouwsector voldoende ondersteund wordt bij de omschakeling naar een meer duurzame bedrijfsvoering. Dit is de enige manier waarop de leefbaarheid van de landbouw in de toekomst gegarandeerd blijft. We organiseren een plaatselijke groenten- en fruitverkoop (de ‘boerenmarkt’) in samenwerking met de lokale landbouwers en artisanale bedrijven. Dat stimuleert de lokale economie én versterkt het sociaal weefsel.

4

2. Een bereikbare stad Het aanpakken van de Turnhoutse mobiliteitsknoop kan enkel slagen wanneer er vertrokken wordt vanuit een duidelijke visie. Het huidige stadsbestuur heeft altijd gesteld voorstander te zijn van de ‘Parkstad’-visie. Maar het bleef bij lippendienst. Het mobiliteitsplatform dat werd ingericht om het draagvlak te vergroten, bleek een maat voor niets. Voor deze non-mobiliteit betalen we met z’n allen een hoge prijs. Niet alleen economisch, maar ook sociaal en ecologisch. De Turnhoutse mobiliteitsproblemen zijn momenteel ook het voorwerp van verschillende onderzoeken op verschillende bestuursniveaus. Het stadsbestuur neemt hierin echter een vrij passieve houding aan. Van enige pro-actieve visievorming is ook hier geen sprake. De N-VA wil Turnhout terug mobieler, maar ook leefbaarder maken. We scharen ons daarom achter de principes van de ‘Parkstad’-visie. De N-VA streeft naar een optimale mix tussen vervoersmiddelen, waarbij elk vervoermiddel op zijn sterke punten wordt uitgespeeld. Daarbij moet onder meer worden ingezet op een performant openbaar vervoer, een weloverwogen parkeerbeleid, meer ruimte voor voetgangers en fietsers en een betere doorstroming van het autoverkeer. Dit kunnen we enkel realiseren in constructief overleg met de andere gemeenten uit de stadsregio. Om de mobilititeitsknoop te ontwarren, zijn zowel maatregelen op langere termijn, als ‘quick wins’ noodzakelijk. 1. Parkeerbeleid: We zorgen voor een transparant en doordacht parkeerbeleid. Randparkings met centrumpendels zijn cruciaal. Daarnaast moet men voorzien in voldoende parkeergelegenheid in de stadskern, zodat nabijgelegen winkels aantrekkelijk blijven voor de klanten. Het Turnhouts halfuurtje gratis parkeren moet ingevoerd worden in de ganse betaalzone. Een dergelijk parkeerbeleid vereist wel een duidelijke bewegwijzering en eenduidige en logische tariefafspraken, die duidelijke gecommuniceerd worden met inwoners en bezoekers. Zo kan het niet dat de tarieven in de straten goedkoper zijn dan op de parkings waardoor bezoekers eerder de neiging hebben te parkeren in de straten dan op de voorziene parkings. 2. Doorstroming van verkeer: Zonder bijkomende capaciteit op het hoofdwegennet wil de N-VA een stop op het doelbewust doorsnijden, knippen of versmallen van wegen met een doorstromingsfunctie. 3. Openbaar vervoer: Turnhout moet het centrum zijn van een pendelvriendelijke stadsregio. Alle streekverbindingen verlopen vandaag via het stadscentrum van Turnhout. Dat zorgt voor heel wat overlast. Een regionaal busstation, gekoppeld aan een nieuw treinstation Turnhout-Zuid, zou volgens de N-VA heel wat problemen kunnen oplossen. We ontlasten het stadscentrum, het levert een tijdswinst op voor de busverbindingen en het maakt de combinatie trein-bus voor pendelaars en bezoekers veel aantrekkelijker. Op die manier zou Turnhout-Zuid zich dus kunnen ontwikkelen als trein- en busstation voor alle inwoners van de stadsregio. De N-VA zal er bij de betrokken partners en overheden op aandringen om deze piste grondig te bestuderen. 4. Ruimte voor voetgangers en fietsers: De N-VA wil veilige en rolstoelvriendelijke voetpaden in gans de stad, met veilige en verlichte oversteekplaatsen. De kracht van de fiets als snelle en goedkope weg naar school, werk en buurt moet herontdekt worden. Fietsers verdienen goede, veilige fietsenstallingen met bewegwijzerde voorkeurfietsroutes naar het centrum en langs de verschillende fietsenstallingen. Fietsverhuur moet ook mogelijk zijn voor korte en functionele verplaatsingen binnen de stad. De N-VA pleit in dat verband voor de installatie van verschillende fietsstations, waar gehuurde fietsen kunnen worden achtergelaten. Daarnaast

5

werken we in samenwerking met de lokale politie en alle scholen actief mee aan een verkeersveilige schoolomgeving, bv. door het uitwerken van schoolfietsroutes. 5. Oog voor het milieu en de toekomst: We onderzoeken de haalbaarheid van oplaadpunten voor elektrische wagens. De N-VA wil ook verder inzetten op het Cambio-autodelen. 6. Ringweg: De N-VA wil dat het debat over de sluiting van de ringweg, alsook de wijze waarop dit eventueel kan gerealiseerd worden, opnieuw gevoerd wordt, zeker met het oog op de bijkomende woningen die zijn gepland in het noorden van Turnhout. Op de ringweg moet er aandacht besteed worden aan de synchronisatie van de lichten. Op die manier kan men het verkeer vlotter laten verlopen via de zgn. ‘groene golf’. Bij de hogere overheden dringen we aan op een herziening van de plannen voor het ‘Stedelijk Plateau’ ter hoogte van het Stadspark, waarbij een deel van die ring aan drie zwarte kruispunten half ondertunneld wordt. Ook de N-VA wil de zwarte kruispunten wegwerken, maar het Stedelijk Plateau vormt geen fundamentele oplossing. Bovendien vormt het huidige ontwerp ervan een fysieke barrière van 4 meter hoog tussen de stad en het Stadspark. Tot slot moet ook aan fietsers en voetgangers de mogelijkheid geboden worden om de ringweg veilig over te steken. 7. Een gedragen mobiliteitsbeleid: Relevante actoren worden bij mobiliteit(splanning) betrokken. Participatie van dergelijke actoren (politie, scholen, adviesraden, geïnteresseerde burgers, lokale ondernemers,…) vergroten het draagvlak voor soms niet-populaire maatregelen. Een kritische evaluatie van het huidige mobiliteitsplatfotm dringt zich op. 8. Bij de start van de bestuursperiode worden duidelijke prioriteiten en faseringen vastgelegd in de meerjarenplanning voor wegen, openbaar vervoer en andere mobiliteitsprojecten. De nadruk moet daarbij liggen op het wegwerken van knelpunten. Investeren in het vlot in elkaar passen van infrastructuur en vervoermiddelen moet in de plaats komen van het overal willen voorzien van netwerken voor elke vervoerswijze. 9. De opbrengsten van het parkeren moeten integraal geïnvesteerd worden in het lokale mobiliteitsbeleid: de uitbouw van goede parkeervoorzieningen voor bewoners en bezoekers is daarbij essentieel. 10. ‘Minder Hinder’ bij werken: Bij werken wordt een ‘Minder Hinder’-overeenkomst afgesloten met de rechtstreeks belanghebbende partijen. De lokale overheid is verantwoordelijk voor de‘Minder Hinder’-strategie als onderdeel van haar taak als mobiliteitsmanager. Problemen op het gebied van toegankelijkheid van het openbaar domein moeten ook door burgers worden gesignaleerd bij een ‘Minder Hinder’-meldpunt. Senioren en minder mobiele mensen kunnen zelf de praktische obstakels op wijkniveau in beeld brengen. 11. Een duurzame aanpak van de mobiliteit beperkt zich niet tot de gemeentegrenzen. Binnen de stadsregio werken we constructief mee aan een bereikbare regio. Als centrumstad moet Turnhout hier een motorfunctie vervullen.

6

3. Een veilige stad Onveiligheid beperkt mensen in vrijheid, omdat ze zich bijvoorbeeld niet meer in bepaalde wijken durven te begeven of omdat ze effectief het slachtoffer zijn van een bepaalde vorm van criminaliteit. Onderzoek van de Vlaamse overheid leert ons dat in geen enkele Vlaamse centrumstad, na Antwerpen en Oostende, het onveiligheidsgevoel zo groot is als in Turnhout. Meer nog, een vijfde van de Turnhoutenaren geeft aan vaak bepaalde plekken in de stad te mijden omwille van de risico‘s op onveiligheid. Ook veel jongeren passen omwille van die reden voor een avondje uitgaan in Turnhout. Wanneer we naar de cijfers kijken, stellen we inderdaad vast dat het aantal diefstallen en geweldplegingen in Turnhout de afgelopen tien jaar fors is toegenomen. Voor de N-VA is veiligheid een basisrecht. Een radicale aanpak van onveiligheid in Turnhout is wat ons betreft dan ook een absolute prioriteit. De N-VA zet zich echter af tegen een al te simpele voorstelling ervan en pleit voor een integrale aanpak. Deze aanpak vertrekt van een doeltreffend preventiebeleid. Indien preventie niet slaagt, moeten politie en justitie hun werk kunnen doen. Voor de N-VA moet de politie zich op haar kerntaken kunnen concentreren: de efficiënte bestrijding van de criminaliteit en overlast en de handhaving van de openbare orde. Bijkomende capaciteit wil de N-VA bij voorkeur aanwenden voor een versterking van de wijkwerking. De politie moet zichtbaar en aanspreekbaar zijn: ‘blauw meer op straat’. Ook elke burger dient zelf bij te dragen aan een meer veilige samenleving. Veiligheid is immers een collectieve verantwoordelijkheid. De N-VA wil ook werk maken van de strijd tegen overlast aan de hand van een doordacht lik-op-stukbeleid.

1. De politie moet zich toeleggen op haar kerntaken: de efficiënte bestrijding van de criminaliteit

2.

3.

4.

5.

en overlast en de handhaving van de openbare orde. Het beschikbare aantal politieagenten moet efficiënter ingezet worden door hen verder te ontlasten van administratieve taken. Deze taken worden zo veel mogelijk overgenomen door burgerpersoneel. Bepaalde oneigenlijke politietaken worden zo nodig doorgeschoven of uitbesteed aan externe publieke of privé-partners. Kleine criminaliteit en overlast zorgen voor veel ergernis bij de burger. De lokale besturen en de lokale politie nemen deze ergernis ernstig en pakken de overlastproblemen gericht en kordaat aan. Via de gemeentelijke administratieve sancties (GAS) ondersteunen we een lokaal lik-op-stukbeleid. Voor geweld hanteren we een absolute nultolerantie. De N-VA wil vorm geven aan een ontradingsstrategie in de strijd tegen drugsgebruik. Die volgt drie sporen: preventie, hulpverlening en repressie. De drugsproblematiek wordt door middel van het GAS-reglement ook via de vraagzijde aangepakt. De inzet van gemeenschapswachten (voor alle niet-politionele, publieke veiligheidsfuncties) is uitgegroeid tot een vaste waarde in het preventieve veiligheidsbeleid. Eerste doelstelling blijft echter het verhogen van de veiligheid, niet het creëren van bijkomende tewerkstelling. Via de inzet van gemeenschapswachten willen we de sociale controle bevorderen en het veiligheidsgevoel van inwoners en bezoekers verhogen. Gemeenschapswachten hebben de taak te informeren, te signaleren en toezicht te houden. Daarnaast hebben zij een belangrijke aanspreekfunctie en kunnen sommigen van hen kleine GAS-overtredingen vaststellen. De wijkagent dient bij uitstek de antenne te zijn die de ergernis over overlast oppikt en signaleert aan de lokale overheden. De politie moet zichtbaar aanwezig zijn in de wijken en aanspreekbaar zijn voor de bevolking. Het stadsbestuur en de politie streven ernaar dat elke burger de wijkagent kent.

7

6. De inzet van maatschappelijke overlastteams leveren een duurzame bijdrage in de strijd tegen overlast door klassiek interventiewerk te combineren met wijkwerking. De strijd tegen overlast

7.

8.

is binnen de politie uiteraard geen taak van specifieke overlastteams alleen. Hoe meer capaciteit wordt gewonnen door het verhogen van de efficiëntie, hoe meer men als politieorganisatie in zijn geheel in deze problematiek kan investeren. Bijkomende bewakingscamera’s in het stadscentrum (bv. aan de Zeshoek en in de stationsomgeving) kunnen de veiligheid verhogen, de overlast terugdringen of de identificatie van daders vergemakkelijken. ‘s Avonds en ‘s nachts maken we de Gasthuisstraat toegankelijk voor autoverkeer. Hiermee vergroten we de sociale controle.

9. Goede openbare verlichting, vooral op de Grote Markt en op parkings, aangepaste beplanting en een degelijk onderhoud van het openbaar domein dragen bij tot meer veiligheid. ‘Bovenwinkelwonen’ wordt gestimuleerd. Dit verhoogt de sociale controle in anders verlaten winkelstraten.

10. Onverschilligheid voor wat gebeurt in straat of buurt moet plaats ruimen voor betrokkenheid en verantwoordelijkheidszin. Buurtinformatienetwerken (BIN) met bewoners of winkeliers moeten alle kansen krijgen en moeten worden ondersteund. De N-VA ziet hierin ook een belangrijke rol weggelegd voor de wijkagent. De BIN’s kunnen betrokken worden bij de opmaak van de veiligheidsplannen.

8

4. Een woonstad Turnhout mag met zijn 41.000 inwoners dan wel de kleinste centrumstad zijn, als woonstad is die kleinschaligheid net een van haar sterkste troeven. Bovendien kent Turnhout een unieke ligging, centraal in de stedengordel Antwerpen, Tilburg, Eindhoven, Breda en Leuven, maar tegelijk omringd door landelijk natuurgebied. Het stadsbestuur heeft dus gelijk wanneer het die woonfunctie nog verder wil versterken. Toch mag dit niet ten koste gaan van de sterktes van het Turnhoutse model, namelijk de kleinschaligheid, de nabijheid en de groene omgeving. Ook de N-VA wil Turnhout verder op de kaart zetten als ‘woonstad op mensenmaat’. Een degelijke, kwaliteitsvolle én betaalbare huisvesting is een belangrijke voorwaarde voor wie goed wil leven in de stad. We streven naar meer verscheidenheid in het woningbestand als antwoord op de specifieke woonbehoeften van starters, éénpersoonsgezinnen en senioren. Ook een aantal omgevingsfactoren zoals veiligheid, voldoende open en groene ruimte, mobiliteit, aanwezigheid van scholen en kinderopvang… spelen een belangrijke rol. Wonen is meer dan het hebben van een woning. Betrokken bewoners hebben respect voor buur en buurt. Asociaal gedrag en overlast worden snel en kordaat aangepakt. Samen-leven mag geen hol begrip zijn.

1. Inbreiding moet voorrang krijgen op ongebreideld aansnijden van woonreservatiegebieden. Het behalen van 50.000 inwoners mag geen fetisj zijn. Kwaliteit primeert op kwantiteit.

2. Er moet in de eerste plaats aandacht besteed worden aan het verhogen van de kwaliteit van

3.

4.

5.

6.

het woningenbestand. Renovatie en verhogen van het wooncomfort met aandacht voor isolatie en energievriendelijkheid zijn een prioriteit. Een evenwichtige sociale mix van jonge en oudere gezinnen met of zonder kinderen zorgt voor een gezond sociaal weefsel dat bijdraagt tot een positieve dynamiek in de buurt, wijk en stad. Om de leefbaarheid in sociale huisvesting te garanderen is een evenwichtige spreiding noodzakelijk. Het lokaal woonbeleid moet zorgen voor de nodige randvoorwaarden en stimulansen om tot de sociale mix te komen om te voorkomen dat zich getto’s vormen. Turnhout doet het met 7,26% (1305 woningen) sociale woningbouw beter dan het Vlaamse gemiddelde. Als centrumstad is de behoefte echter ook groter. We moeten streven naar 10% sociale woningen. Er moet rekening gehouden worden met het toenemend aantal alleenstaanden en senioren. De N-VA legt de nadruk op betaalbaar wonen en streeft naar een goede mix van sociale huur- en koopwoningen. De inburgeringsen taalbereidheidsvoorwaarde bij sociale huisvesting wordt consequent toegepast en nageleefd. Inburgering is immers de belangrijkste opstap naar succesvolle integratie. Kennis van het Nederlands blijft een noodzakelijke voorwaarde om actief te kunnen deelnemen aan de samenleving. Vele ouderen wensen nog zelfstandig, maar in een aangepaste en veilige omgeving, waar facultatief op diensten beroep kan gedaan worden te wonen. Private, maar voor velen onbetaalbare, serviceflats zijn er voldoende in Turnhout. De wachtperiode voor betaalbare serviceflats en assistentiewoningen van het OCMW is echter meer dan vijf jaar. Een inhaaloperatie in samenwerking met De Ark of via woonrechtobligaties is een prioriteit.

7. De openbare ruimte is van iedereen. Speelpleintjes en parken mogen geen bron van ergernis zijn. De openbare ruimte is toegankelijk voor jong en oud, meisjes en jongens. Wijkoverlast, vandalisme en straatterreur wordt actief bestreden. Verschillende instrumenten kunnen worden ingezet: van wooncoaches, buurtconvenanten, opvoedingsondersteuning, tot straatverbod. Politie pakt amokmakers die de boel verzieken kordaat aan.

9

5. Een slimme stad Met 12.891 scholieren, 1.511 hogeschoolstudenten, 3.043 cursisten in de kunstacademies en 4.879 cursisten in het volwassenenonderwijs, vervult Turnhout een echte centrumfunctie op onderwijsvlak. Op het grondgebied van onze stad bevinden zich 17 scholen voor basisonderwijs en 13 middelbare scholen. Ook op vlak van hoger onderwijs hebben we met de hogescholen KHK en Artesis een sterk aanbod. Uit cijfers blijkt bovendien dat 86,32% van de leerlingen secundair onderwijs die in Turnhout wonen, ook in Turnhout naar school gaan. Langs de andere kant is 71,4% van de leerlingen die middelbare school lopen in Turnhout, niet afkomstig van onze stad. Als centrumstad wordt Turnhout ook geconfronteerd met enkele uitdagingen op vlak van onderwijs, zoals schoolverzuim, ongekwalificeerde uitstroom en een toenemend aandeel anderstalige leerlingen. Turnhout profileert zich ook sterk als woonstad, waardoor de vraag naar onderwijscapaciteit (en leerkrachten) zal toenemen. Ook het aanbod van technische en beroepsopleidingen is een aandachtspunt. De Kempen vormen immers vruchtbare grond voor tal van industriële sectoren. De N-VA ziet voor Turnhout een belangrijke rol weggelegd als onderwijsstad en regionaal kenniscentrum. Het stadsbestuur heeft daarbij zowel een belangrijke coördinatie-opdracht, als een taak als inrichtende macht. De N-VA vindt ook dat de stad het flankerend onderwijsbeleid, waarbij ze een sector- en netoverschrijdende regierol op zich nemen, verder moet uitbouwen. De NVA zet volop in op de ‘brede school’ en geeft dit concept een ruimere invulling als kloppend hart van de gemeenschap. Het optimaal benutten van de schoolinfrastructuur is hierbij het vertrekpunt. Voorts moet het stadsbestuur actief meehelpen aan de coördinatie van inschrijvingen en het in kaart brengen van infrastructuurnoden. 1. In de eerste plaats treedt de stad op als inrichtende macht en bieden ze eigen kwaliteitsvol onderwijs aan nl. leerplichtonderwijs, deeltijds kunstonderwijs en avondonderwijs. Ze kunnen ook onderwijsinitiatieven van derden steunen. 2. De N-VA gaat voor een onderwijsraad en een onderwijsregisseur om onderwijsmateries in onze stad te coördineren. Het Lokaal Overlegplatform kan worden geïntegreerd in de onderwijsraad. 3. Het lokale bestuur heeft als goede huisvader een belangrijke taak inzake onderwijscapaciteit en schoolinfrastructuur. Een lokale taskforce dient de capaciteitsvraag nauwlettend in het oog te houden en er sterk over te waken dat er voldoende onderwijsaanbod is rekening houdende met de stedelijke ontwikkeling en lokale knelpunten. Hierbij dient gestreefd te worden naar duurzame oplossingen in consensus over de netten heen. De visie van het lokale bestuur dient steeds in al deze materies neutraliteit te beogen. Tevens stelt N-VA uitdrukkelijk dat het principe van de buurtschool en een vrije schoolkeuze moeten gegarandeerd blijven in Turnhout. 4. Met de gemeenten uit de regio zitten we samen om een plan uit te werken voor een betere regionale spreiding van anderstalige leerlingen, en dit zowel in het basisonderwijs, als in het secundair en in het volwassenenonderwijs. 5. We nemen het initiatief in een vernieuwende ‘brede school’-visie. Volgens de N-VA is de brede school immers het kloppend hart van de lokale gemeenschap en versterkt ze de sociale cohesie. We pleiten ervoor om de beschikbare schoolinfrastructuur optimaal te benutten en ook buiten de schooluren en tijdens de vakanties open te stellen, bijvoorbeeld voor speelpleinwerking. Ook het verenigingsleven, hobby-, amateur- en sportclubs moeten er terecht kunnen. Uiteraard staan we erop dat er goede, praktische afspraken met de scholen

10

en de burgers gemaakt worden, onder meer over kostprijs, toegang, verzekering, reglement, toezicht en onderhoud. Door de nabijheid van de school hoeven ouders niet langer rond te rijden om hun kinderen van de ene activiteit naar de andere te brengen. 6. De N-VA wil dat het lokale bestuur een taalbeleid Nederlands voert voor al haar inwoners. In dat kader kan het zelf een (laagdrempelig) onderwijsinitiatief nemen of leesbevorderingsprogramma’s ondersteunen. 7. De N-VA pleit voor een doortastende aanpak van spijbelaars. Preventie vormt natuurlijk een eerste stap in de aanpak van spijbelen, maar een doorgedreven responsabilisering van leerlingen én ouders is onontbeerlijk. Samen met verschillende partners (scholen CLB’s, politie, parket, jeugdzorg, ...) werken we verder aan een krachtdadig spijbelactieplan. Ook de gemeentelijke administratieve sancties kunnen hierbij een instrument zijn. 8. We versterken de samenwerking tussen de bedrijven, KMO’s en onderwijsinstellingen. Concreet kan dit via het aanbieden van stageplaatsen door bedrijven of via de organisatie van bedrijfsbezoeken voor scholieren of studenten. De N-VA pleit verder voor een actief vormingsbeleid. Als lokaal bestuur kunnen we lacunes in het vormingsaanbod opsporen, nieuwe vormingsinitiatieven aanmoedigen (bv. bij VDAB, SYNTRA, CVO, ARKTOS, …) of zelf een vormingsinitiatief nemen. 9. De stad vormt samen met de hogescholen een denktank om nieuwe inzichten inzake onderwijs te promoten en wetenschappelijk onderzoek te ondersteunen. 10. In overleg met de onderwijspartners, zoekt het stadsbestuur naar een duurzame oplossing voor de Stedelijke Handelsschool.

11

6. Een warme stad Onze samenleving evolueert. Nieuwe uitdagingen steken steeds prominenter de kop op, vaak sterker en sneller dan gedacht. Drie evoluties zijn onbetwistbaar. Ten eerste is er bevolkingsaangroei, vooral in de steden. Deze is deels het gevolg van interne aangroei, maar ook van immigratie en gaat dus samen met een verkleuring van de bevolking. Het aandeel Vlamingen met wortels in een ander land of continent en/of met een andere cultuur neemt toe. Tegelijk is er ook de dubbele vergrijzing van onze bevolking: het aantal 65-plussers neemt toe, maar ook het aandeel 80-plussers onder de ouderen neemt toe. Een hele generatie babyboomers wordt steeds ouder. Die evoluties hebben ook onmiskenbare gevolgen op de steden, onder meer op vlak van wonen, onderwijs, zorgvoorzieningen en wijkwerking. Als lokaal bestuur dient Turnhout dan ook antwoorden te formuleren op deze maatschappelijke uitdagingen. Van Turnhout een hechte gemeenschap maken, daar gaan we met de N-VA voor. Als dè gemeenschaps- en gezinspartij van Vlaanderen zet de N-VA sterk in op het sociaal weefsel en onze gezinnen. Een bloeiend verenigingsleven, voldoende kinderopvang, goede scholen, een aangename buurt om in te wonen: het is allemaal van cruciaal belang voor onze levenskwaliteit. Sociale insluiting is voor de N-VA het doel. Dit vraagt een informatie- en dienstverlening op maat van iedereen die er nood aan heeft: gelijke toegang tot een menswaardig bestaan is voor de N-VA een recht. Het stadsbestuur moet optimale omstandigheden creëren waarin dit gemeenschapsleven kan bloeien en groeien. Maar het is ook de verantwoordelijkheid van elke burger om mee te willen bouwen aan deze hechte gemeenschap. Voor de N-VA is samenleven een verhaal van rechten en plichten. Inburgeringscoaches die nieuwkomers vrijwillig helpen met hun integratie, jeugdverenigingen die zwerfvuil opruimen, buurtcomités die de parkjes en speelpleinen in de buurt onderhouden, ... Inwoners verantwoordelijkheid geven om zélf actie te ondernemen, daar gaat het ook om. Wij willen ruimte geven aan de gemeenschap. Want wat de burger zelf kan, kan de overheid niet noodzakelijk altijd beter.

OCMW en zorgverlening 1. De

manier

waarop

cliënten

worden

ondersteund

wordt

zo

transparant

mogelijk

georganiseerd. Tegenover bepaalde rechten (bv. het ontvangen van een leefloon) staan ook bepaalde plichten (bv. het zoeken van een job, het volgen van opleidingen en stages, …). 2. Er moet een nauwe samenwerking zijn met bestaande initiatieven: de overeenkomst OCMWCAW is goed voorbeeld. Het OCMW moet een complementaire, zuiloverschrijdende en coördinerende rol vervullen en mag niet in de plaats treden van bestaande en goed draaiende initiatieven. 3. Dienstverlening moet zoveel mogelijk op wijkniveau georganiseerd worden. De aandacht gaat vooral naar de kansarme medeburgers (ouderen, gehandicapten en zieken, nieuwkomers, ….). 4. Elke vorm van fraude en misbruiken (schijnhuwelijken, domicilie- en tewerkstellingsfraude, …) moet zwaar bestraft worden. De burgers moeten geresponsabiliseerd worden. Achterpoortjes moeten gesloten worden, er moet maximaal gebruik gemaakt worden van de kruispuntbank en andere databanken en een stedelijke anti-fraudecel moet opgericht worden.

12

De stad moet intens samenwerken met politie, federale en regionale inspectiediensten, en arbeidsauditeurs. 5. Vanuit haar eigen bevoegdheden doet het lokale bestuur al het mogelijke om armoede de wereld uit te helpen. De kansengroepen moeten geactiveerd en gere-integreerd worden. Arbeidsparticipatie is immers de snelste weg om uit de armoede te geraken. Schuldbemiddeling en budgetbegeleiding moeten uitgebreid en maximaal ondersteund worden. Bestaande armoede-initiatieven worden verder ondersteund. 6. Ook in het stadscentrum moet er een sociaal restaurant en een sociale kruidenier komen. Klanten kunnen er, na inschrijving en op afspraak, winkelen aan een sterk gereduceerde prijs. 7. We moeten het sociaal weefsel bevorderen: steun (vooral logistiek) aan wijkwerkingen en jeugdverenigingen (bv. speelkoffers, kampen, ... ), via de vrijetijdspas voor kansengroepen moet op een voor hen betaalbare wijze de culturele en sociale participatie bevorderd worden. Een minimum aan activiteiten voor kansengroepen moet gratis zijn, vaak is de vrijetijdspas nog te duur voor deze mensen. Deel uitmaken van het culturele weefsel is ook een basisrecht wat deze mensen vaak ontnomen wordt. 8. We streven naar een decentralisatie van de dienstencentra (Turnhout heeft recht op drie volwaardige dienstencentra) met antennepunten in de wijken. De nadruk ligt op preventie, bestrijding van eenzaamheid, vergroten van de zelfredzaamheid en stimuleren van beweging. 9. De N-VA streeft naar een dementievriendelijke stad, onder meer door het uitwerken van wegloopprocedure i.s.m. de politie, middenstand (vb. zone Hekla), ondersteuning via praatcafés, informatieverlening in scholen en verenigingen. 10. Turnhout moet uitgroeien tot het zorgcentrum van de regio. Een dynamisch ziekenhuis met regionale uitstraling moet een kwaliteitsvolle en betaalbare gezondheidszorg en spitstechnologische innovaties garanderen. Gezinsbeleid 1. Bij

de toewijzing van plaatsen verlenen

we voorrang

aan

alleenstaande

werkende

ouders, tweeverdieners en werkzoekenden die een arbeidsmarktgerichte opleiding volgen. 2. Een lokaal loket kinderopvang (bij voorkeur binnen het sociaal huis) moet ouders die een opvangplaats zoeken informeren en een overzicht bieden van alle beschikbare plaatsen. 3. Kinderen van gescheiden ouders, die ingeschreven zijn in een andere gemeente maar tijdelijk in Turnhout verblijven, moeten van hetzelfde tarief kunnen genieten als eigen inwoners. 4. Vooraleer een beleidsbeslissing te nemen, voert het stadsbestuur telkens de gezinstoets uit. Dit betekent dat ze nagaat welke gevolgen de voorgenomen maatregel zal hebben voor gezinnen met kinderen. Verenigingsleven en wijkwerking 1. Het stadsbestuur stimuleert en ondersteunt wijk-, buurt- en straatfeesten. Het verenigingsleven wordt ondersteund met infrastructuur, logistieke steun, informatiedoorstroming via stedelijke kanalen, een gepaste subsidiëring en advies over administratieve verplichtingen. 2. Elke wijk krijgt via wijkoverleg zijn eigen wijkplan. Het wijkoverleg is een plaats en moment waar burgers met elkaar en met de stad in contact komen. Bewoners en stadsbestuur delen

13

een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Het wijkplan omvat wederzijdse verbintenissen tussen overheid en bewoners. Jeugd 1. Kinderen en jongeren hebben ruimte nodig om te leven. Daarom wordt geïnvesteerd in ruimte: jeugdhuizen, speelpleinen, sportterreinen, groene ruimte, … Indien eigen huisvesting financieel niet haalbaar is, kan een multifunctioneel gebruik van bestaande gebouwen oplossing bieden. 2. Voor de N-VA zijn jeugdverenigingen een zinvolle en toekomstgerichte aanvulling in de opvoeding van jongeren tot verantwoordelijke burgers. Zij verdienen dan ook een uitgebreide ondersteuning. Die kan zich situeren op financieel of op logistiek vlak. 3. Het lokaal bestuur neemt de nodige initiatieven opdat ook jongeren van allochtone afkomst meer te weten komen over de verschillende jeugdverenigingen en daardoor makkelijker toetreden. Dat kan integratiebevorderend werken. 4. Jongeren worden gestimuleerd om zelf initiatieven te nemen en allerlei activiteiten te organiseren (waarbij de formaliteiten tot een strikt minimum worden beperkt). Daaruit kunnen ze lessen trekken en ervaring opdoen. 5. De stad organiseert jaarlijks een ‘Roefeldag’ waarop kinderen bij de lokale middenstand kunnen leren over de beroepen. 6. In samenwerking met buurten, wijken en jeugdverenigingen wordt de inrichting van speelstraten en speelpleinwerking tijdens de vakantieperioden ondersteund. 7. De stedelijke jeugddienst zet verder in op een uitgebreid en gevarieerd Grabbelpasprogramma tijdens iedere schoolvakantie. 8. De N-VA ziet een sterke jeugdraad als spil voor de inspraakmogelijkheden die jongeren in het lokale beleid kunnen hebben. Ook politieke jongerenverenigingen moeten zoveel mogelijk opgenomen worden in de jeugdraad. De jeugdraad moet samenwerking tussen de verschillende verenigingen bevorderen, ze moet ook de niet-georganiseerde jongeren aanspreken en moet onderbouwde standpunten en beleidsvoorstellen formuleren. Inburgering 1. De N-VA pleit voor een inclusief lokaal integratiebeleid ingebed in de gemeentelijke meerjarenplanning waarbij er intensief wordt samengewerkt tussen alle diensten die betrokken zijn bij dit beleid (zowel interne gemeentediensten, als scholen, CAW, VDAB, verenigingen,…). 2. De N-VA erkent de voorbeeldfunctie van het gemeentebestuur en zal een doorgedreven diversiteitsbeleid voeren. Bij selectie, aanwerving, vorming en training van gemeentepersoneel wordt rekening gehouden met de diversiteit van de bevolking. De N-VA is tegen elke vorm van discriminatie, dus ook positieve discriminatie, maar neemt wel maatregelen om mensen aan te werven op basis van functiespecifieke competenties en neemt maatregelen om onnodige drempels voor de tewerkstelling van kansengroepen af te bouwen. 3. De N-VA werkt actief aan gemeenschapsvorming. De stad kan een actieve rol opnemen door initiatieven te ondersteunen die het samenleven bevorderen. Zo wordt het gebruik van inburgeringscoaches gestimuleerd: het biedt Vlamingen de kans om de nieuwkomers beter te leren kennen en geeft nieuwkomers de kans om Nederlands te oefenen in een informele context en om een netwerk uit te bouwen.

14

4. De N-VA zal prioritair het gebruik van het Nederlands op alle terreinen stimuleren. We werken een taalbeleidsplan uit met aandacht voor laagdrempelig taalgebruik en oefenkansen Nederlands, maar ook met stimulerende maatregelen om Nederlands leren te promoten. De NVA aanvaardt dat Nederlands leren tijd kost, maar ziet een goede kennis van het Nederlands als middel tot meer kansen in de samenleving. De N-VA pleit sterk voor het organiseren van taallessen Nederlands voor anderstalige ouders op de school zelf. 5. De N-VA staat voor een intensieve toeleiding van alle nieuwkomers naar het onthaalbureau. Meer specifiek is een sterk partnerschap nodig tussen OCMW en onthaalbureau zodat nieuwkomers zo snel als mogelijk Nederlands leren en werk kunnen vinden. Inburgering is een sleutelelement van activering. Met de N-VA zal de toekenning van een leefloon voor Nederlandsonkundige vreemdelingen afhankelijk worden gesteld van het verplicht volgen van taallessen Nederlands. 6. Nieuwe Vlamingen die inspanningen doen om zich in te burgeren, moeten hiervoor de nodige waardering krijgen. De stad kan een inburgeringsdag organiseren, waarbij nieuwkomers ceremonieel worden ontvangen en officiële inburgeringscertifcaten worden uitgereikt aan nieuwkomers die succesvol het inburgeringstraject hebben doorlopen. Op die manier wordt het civiele belang van de inburgering benadrukt. 7. Een subsidiebeleid exclusief gericht op etnische of religieuze doelgroepen brengt ons geen stap verder. Enkel een werkelijk inclusieve samenleving, gebaseerd op rechten en plichten, vrijheid en verantwoordelijkheid, en sociale cohesie kan een antwoord bieden op de uitdagingen waar we voor staan. Subsidiereglementen moeten daarom gebaseerd zijn op objectieve criteria waaraan verenigingen of projecten moeten voldoen. 8. Het een van een

sociale beleid van de OCMW’s is een belangrijk hulpmiddel voor de stad om op positieve manier met migratie om te gaan. OCMW’s hebben via hun grote autonomie een de sleutels in handen om van migratie een succesverhaal te maken. De N-VA staat voor sociaal beleid waarbij het OCMW nieuwkomers daadwerkelijk op weg helpt naar

participatie in de maatschappij. Dit kan door het koppelen van sociale bijstand en leefloon aan verbintenissen op het gebied van taalkennis, integratie en werkbereidheid.

15

7. Een belevenisstad Turnhout heeft in het verleden altijd een pioniersrol gespeeld als ‘belevenisstad’. Onze stad biedt dan ook heel wat troeven. Met De Warande beschikken we over een van de meest toonaangevende cultuurhuizen in Vlaanderen, en ook het Turnhoutse museale landschap mag gezien worden. Toch blijkt uit een bevraging van de Vlaamse overheid dat heel wat Turnhoutenaren ontevreden zijn over het aanbod aan sport- en recreatievoorzieningen. Dat valt allicht grotendeels te verklaren door de aanhoudende perikelen met het zwembad. Bovendien geeft slechts vier op de tien Turnhoutenaren aan fier te zijn over hun stad. Nochtans draagt de culturele identiteit en uitstraling bij tot een sterkere verbondenheid van de stad met haar inwoners. De N-VA wil van Turnhout terug een bruisende stad maken, waar inwoners fier op kunnen zijn. Door middel van een geïntegreerd vrijetijdsbeleid creëren we een aanbod waarin jong en oud hun gading kunnen vinden. We gaan daarbij uit van de kracht van de inwoners en willen hun initiatieven op een praktische manier ondersteunen. De stad moet zich in de eerste plaats als facilitator opstellen. Initiatieven vanuit de stad dienen bij voorkeur om echte lacunes op te vullen, maar wel steeds met de bedoeling om andere initiatiefnemers zo snel mogelijk te laten overnemen. We moeten niet alleen inzetten op grootschalige evenementen (die voornamelijk toeristen lokken maar waar de inwoners van de stad minder genot van hebben), maar juist stimuleren dat kleine festivals en individuele vormen van kunst en cultuur in de openbare ruimte plaatsvinden. 1. Het hert is het Turnhouts symbool bij uitstek. Daarom kreeg het hert een prominente plaats in de campagne ‘Turnhout, cultuurstad van Vlaanderen 2012’. De N-VA wil dat het hert ook duurzaam verankerd wordt in de huisstijl en communicatie vanuit de stad. Dit versterkt de culturele identiteit van onze stad. 2. Wat betreft de lokale culturele dynamiek vraagt de N-VA aandacht voor zowel het klassieke georganiseerde culturele verenigingsleven, als voor nieuwe vormen van gemeenschapsinitiatieven, zoals buurt- en straatfeesten die eerder buiten het formele kader tot stand komen. Wij willen hierbij het gemeenschapsvormende effect sterk benadrukken. 3. Het stedelijk cultuuraanbod is voor de N-VA zo gevarieerd mogelijk en moet de ambitie hebben om het algemene te overstijgen en zo een ruimere kijk op cultuur en kunsten aan te bieden. Dat kan, want er is heel wat kwaliteitsvol cultuuraanbod aanwezig in Vlaanderen. De N-VA wijst verder ook op het belang van schoolvoorstellingen en van de culturele invulling van de ‘brede school’ als middel om cultuur en kunst begeleid te introduceren bij kinderen en hen ervan te laten proeven. Voor de N-VA maakt dit dan ook deel uit van het lokale cultuurbeleid. 4. De N-VA benadrukt het belang van de Vlaamse amateurkunsten (fanfares, harmonieën, lokale pop- en rockgroepen, koren, dansgroepen, amateurtoneel, allerhande creatieve ateliers, e.d.) en vraagt dat het stadsbestuur hiervoor een specifiek ondersteunend en stimulerend beleid ontwikkelt. De samenwerking met het lokale deeltijdse kunstonderwijs is daarbij een bijzonder aandachtspunt, evenals de ‘week van de amateurkunsten’ (WAK) als jaarlijks hoogtepunt en uithangbord voor de lokale creativiteit. 5. De bibliotheek is voor de N-VA zowel een volwaardig en laagdrempelig lokaal kennisen informatiecentrum, als een actieve partner met betrekking tot leesbevordering, (cultuur)informatieverspreiding en cultuurparticipatie, onder meer voor scholen, lokale cultuurorganisaties en volwassenenonderwijs. De N-VA wil daarom dat de

16

bibliotheek zo snel mogelijk terug verhuist naar haar centrale en toegankelijke locatie in De Warande. 6. Cultuurbeleid is ook een onderdeel van citymarketing. De N-VA erkent dan ook het belang van culturele evenementen om Turnhout bovenlokaal en zelfs internationaal op de kaart te plaatsen. De N-VA denkt in dat verband aan filmfestival ‘Open Doek’ en ‘Turnhout stripstad’. 7. Om sportverenigingen te stimuleren om maximaal in te zetten op kwaliteit, is de NVA voorstander van een doordacht subsidiereglement. De N-VA legt de klemtoon op sportverenigingen die investeren in een kwaliteitsvolle jeugdopleiding en professionele omkadering. Het tegengaan van versnippering en het stimuleren van samenwerking tussen ofsamengaan van clubs zijn eveneens aandachtspunten. 8. De N-VA wil dat er een geactualiseerde en overzichtelijke inventaris van het lokale sportaanbod wordt gemaakt. Als men daarbij zicht heeft op de vraag en behoefte naar sport van de eigen inwoners, kan men inspelen op de blinde vlekken. Het is dan ook belangrijk dat er een communicatiebeleid wordt uitgewerkt met gebruik van moderne media om de inwoners actief te informeren. 9. Turnhout dient actief mee te werken aan het sport-voor-allen-beleid van de Vlaamse overheid. Zo is de N-VA voorstander van de organisatie van sportdagen tijdens de vakantieperiodes. Deze sportdagen worden georganiseerd in samenwerking met de lokale sportverenigingen en moeten jongeren op een laagdrempelige manier goesting geven om te sporten. Daarnaast besteden we specifieke aandacht aan de toegankelijkheid van sportinfrastructuur voor personen met een handicap. 10. Om de sportbeoefening in en de sportieve uitstraling van de stad te bevorderen, belonen we een verdienstelijke vereniging en/of sporter met de trofee ‘Turnhoutse sportambassadeur en/of ambassadrice’. 11. Sinds 2009 was het zwembad veelal gesloten omwille van waterlekken en elektriciteitspannes Onlangs besliste het stadsbestuur om drie miljoen euro extra te investeren om het zwembad Stadspark nogmaals te herstellen. De opening is pas voorzien tegen 2014. Niemand garandeert echter dat de aanpassingen het zwembad definitief zullen herstellen. De N-VA eist volledige transparantie over het zwembaddossier. Geconfronteerd met de beslissingen van de vorige bestuursploeg, zal de N-VA nauwgezet toezien op de kosteneffectiviteit van toekomstige investeringen. Mochten er geen duurzame garanties geboden kunnen worden, moet het huidige zwembadcomplex een nieuwe bestemming krijgen. Zwemmen is ook opgenomen in de eindtermen van het lager onderwijs. Daarom moet samen met de scholen gezocht worden naar (tijdelijke) alternatieve locaties in de nabije omgeving. 12. De N-VA wil de eigen toeristisch-recreatieve troeven sterker uitspelen bij de eigen burgers. We denken hierbij onder meer aan de rijke eet- en tafelcultuur, de groene gordel om Turnhout, het fietsknooppuntennetwerk en de erfgoedsites in Turnhout, …

17

8. Een duurzame stad De constante vergroting van onze materiële welvaart legt een grote druk op onze omgeving. Daarnaast blijft de bevolking toenemen, waardoor we in de eenentwintigste eeuw nog meer geconfronteerd zullen worden met uitdagingen op het vlak van het leefmilieu en de natuur. Veel van deze milieu-uitdagingen hebben een grensoverschrijdend karakter, denken we maar aan de uitstoot van broeikasgassen en vervuilende stoffen zoals zware metalen, stikstofdioxide, vluchtige organische stoffen (VOS) en fijn stof. De verhoogde uitstoot van broeikasgassen door onder andere de verbranding van fossiele brandstoffen voor onze energieproductie verandert langzaam ons klimaat. De gevolgen van die klimaatverandering zullen niet alleen voelbaar zijn voor de burgers. Ook de inheemse fauna en flora zullen het moeilijk hebben om zich aan te passen aan het veranderende klimaat. De N-VA pleit daarom voor een stedelijke energie- en milieubeleid dat gebaseerd is op duurzaamheid. Duurzaamheid staat voor een efficiënt beleid aan de hand van rationele keuzes in samenwerking met de gemeenschap en voor een duidelijk handhavingsbeleid waar de vervuiler betaalt. De stad stuurt haar gemeenschap niet alleen in de goede richting, ze geeft ook het goede voorbeeld zonder echter te betuttelen. De stad staat het dichtst bij de burgers en vormt dus het niveau bij uitstek om de mensen op een verstaanbare wijze in te lichten en te sensibiliseren voor de komende uitdagingen. 1. We scharen ons achter de doelstellingen van het charter "Turnhout - klimaatneutrale stad in 2050". 2. De stad geeft zelf het goede voorbeeld op het gebied van rationeel energiegebruik en energieefficiëntie: via energiebesparende maatregelen een vermindering van het eigen energieverbruik van 1% per jaar. 3. Risicozones voor sluikstorten worden in kaart gebracht en worden strikt opgevolgd door depolitie, eventueel met behulp van mobiele camera’s. 4. Er komt een strenger toezicht op het correct gebruik van glasbollen en containerparken. Ook hier wordt sluikstorten kordaat aangepakt. De stad verhoogt de frequentie voor het ledigen van openbare vuilnisbakken op basis van het gebruik en verhoogt het aanbod. Het onterecht gebruik maken van openbare vuilnisbakken voor huishoudelijk afval moet worden gesanctioneerd. 5. Net zoals het de taak van de lokale overheid is om in te staan voor het onderhoud van het openbare domein, is het een taak van de burger om gevels en het voetpad voor de eigen woning net en rein te houden. De wijkagent is de persoon die hierin kan participeren. Desnoods moet het niet onderhouden van gevel en voetpad bestraft worden met een gemeentelijke administratieve sanctie. 6. We pakken de lichtvervuiling in de stad aan. Zelf geven we het goede voorbeeld door de binnenverlichting van eigen gebouwen ’s nachts te doven en openbare gebouwen rationeel te verlichten. We opteren zoveel mogelijk voor energiezuinige LED-verlichting. 7. De stad werkt samen met lokale milieu- en natuurverenigingen en buurtverenigingen om zo de participatie van de gemeenschap aan het milieubeleid te bevorderen. 8. Via de milieuraad krijgen burgers en verenigingen een echte stem in het milieubeleid. Geen inspraak voor de vorm, maar echte betrokkenheid.

18

9. Een spaarzame stad Tien

jaar

geleden

was

Turnhout,

met

een

lage

schuld,

een

voorbeeld

voor

de

andere

kleine centrumsteden. Vandaag oogt de financiële balans van onze stad minder fraai. De schulden van de stad stegen met meer dan 70% ten opzichte van een tiental jaar geleden. De schuldenlast per Turnhoutenaar bedraagt nu 1.421,13 euro. Onze bestuurders beheerden de centen allerminst als een goede huisvader. Willen we dat de stadskas niet nog verder leegloopt, dringen maatregelen zich op. Met de N-VA gaan we voor een voorzichtig en spaarzaam financieel beleid. Het is duidelijk dat net als alle andere overheden ook de lokale besturen de tering naar de nering moeten zetten. Enkel zo bereiken we een budget in evenwicht en kunnen we op termijn weer werken aan het creëren van overschotten om de broodnodige investeringen te doen die eigen zijn aan een centrumstad als Turnhout. Beter doen met minder is hierbij het uitgangspunt. Dat willen we doen met een modern en efficiënt ambtenarenapparaat dat doeltreffend en snel inspeelt op de verwachtingen van de inwoners. 1. De prioriteit van bestedingen wordt gelegd bij de basisbehoeften van de Turnhoutenaar. De investeringsspeerpunten voor de komende zes jaar zijn voor de N-VA dan ook het onderhoud van het openbare domein, veiligheidsvoorzieningen en sociale voorzieningen. 2. Projecten worden getoetst aan hun noodzaak, rendement en optimale uitwerking. Investeringen in dure prestigeprojecten of reclamecampagnes zijn niet aan de orde. 3. Gezien de sterk toegenomen kost van het lokale overheidsapparaat, zullen ook hier efficiëntieoefeningen noodzakelijk zijn. De stad moet het goede voorbeeld geven door niet systematisch al haar afvloeiend personeel te vervangen en de personeelsbezetting te laten afhangen van een correcte werklastmeting. 4. Het stadsbestuur en het OCMW moeten maximaal samenwerken op het vlak van logistiek en ondersteunende diensten (gezamenlijk inzetten van personeel), wat door het nieuwe decreet wordt mogelijk gemaakt. Diensten zoals ICT, personeelsdienst, technische dienst en groendienst moeten maximaal geïntegreerd worden. Dit levert efficiëntiewinsten op en werkt kostenbesparend. 5. De overheid moet zich in financieel moeilijke tijden op haar kerntaken concentreren. Ze kan niet alles oplossen. Een grondig debat hierover is onvermijdelijk. Op die manier krijgen burgers opnieuw kansen om hun verantwoordelijkheid op te nemen. 6. De schuldenlast mag in geen geval nog verder drastisch stijgen. Eenmalige inkomsten worden maximaal voor schuldafbouw aangewend.

19