beschrijvend Onderzoek naar Motieven van gemeenten om lokaal instellingen en activiteiten voor kunsteducatie te subsidiëren
Benut de waarde van kunsteducatie… de basis voor het lokale cultuurbeleid! INLEIDING 'Kunsteducatie-instellingen vormen in veel gemeenten de spil in de lokale culturele infrastructuur. En geven daarmee vorm aan de samenwerking tussen onderwijs, amateurkunst, welzijn en professionele kunstinstellingen. De uitdaging ligt er om de waarde van kunsteducatie te benutten. Instellingen voor kunsteducatie zijn een partner in het realiseren van gemeentelijke beleidsdoelstellingen. Daarom is het belangrijk dat overheden en kunsteducatie-instellingen met elkaar in gesprek gaan: over doelstellingen en realisatie daarvan; over inzet en omvang van middelen; over meerjarenafspraken. Om zo het kunsteducatiebeleid in de gemeente vorm te geven.'1 Zo verwoorden de partners (Kunstconnectie, Cultuurnetwerk Nederland, Vereniging Nederlandse Gemeenten en het ministerie van OCW) in de brochure Kunsteducatie loont! (2006) de gedachte dat gemeenten en lokale instellingen voor kunsteducatie (centra voor de kunsten, jeugdtheaterscholen, muziek- en dansscholen of circusscholen) een sterk gezamenlijk belang, en een gedeelde verantwoordelijkheid, hebben. De gemeente is de bepalende factor voor het in stand houden van taken en rollen op dit vlak en van het voorzieningenniveau aan lokale culturele instellingen, aan amateurkunst en cultuureducatie. Voor het cultuureducatiebeleid zijn gemeenten verantwoordelijk voor uitvoerende activiteiten op het gebied van cultuureducatie, de provincies verzorgen de ondersteuning hiervan (de directe steunfunctie)2 en het Rijk richt zich op de indirecte steunfunctie, ontwikkeling en experiment. Van de drie overheden is de gemeente de grootste subsidieverstrekker (74%) van de kunstbeoefening in de vrije tijd.3 Maar er zijn steeds meer gemeenten die, meestal wegens structureel minder inkomsten uit het Gemeentefonds, besluiten om te bezuinigen op hun culturele infrastructuur, waaronder instellingen die lessen, cursussen, workshops of andere vormen van buitenschoolse kunsteducatie aanbieden. De subsidierelatie tussen gemeente en gemeentelijke of regionale centra voor de kunsten is al sinds de jaren tachtig, toen een meer marktgerichte benadering zich aandiende, niet meer zo vanzelfsprekend als deze ooit was. Veel van de centra, ontstaan uit particulier initiatief, waren in het verleden onderdeel van de gemeentelijke overheid, en zijn later op afstand geplaatst. Ambtenaren vragen zich af waarom gemeenten lessen en cursussen subsidiëren, en wie door deze lessen bereikt worden? Moet dit niet door de burger zelf bekostigd worden? Welke taken en rollen zijn er op het lokale terrein van kunsteducatie en tot waar reikt de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor een basisvoorziening voor kunsteducatie?
1
Kunstconnectie/VKV, Cultuurnetwerk Nederland, VNG, Ministerie van OCW (2006). Kunsteducatie loont!.
2
De provincies zijn zich aan het herbezinnen op hun profiel. Zij zien voor zichzelf op het terrein van cultuurparticipatie een rol weggelegd in de tweedelijnsondersteuning, in het bevorderen van de kwaliteit (consulenten) en in de regionale spreiding (toegankelijkheid). Bron: IPO. Provincies: een eigentijds profiel. Maart 2010.
3
Konings, Fianne en Vic Veldheer (2010). Het overheidsbeleid voor de kunstbeoefening in de vrije tijd. In: Mogelijkheden tot kunstbeoefening in de vrije tijd. Den Haag: SCP.
1
BENUT DE WAARDE VAN KUNSTEDUCATIE… DE BASIS VOOR HET LOKALE CULTUURBELEID!
Intussen zijn instellingen voor kunsteducatie, naast het cursusaanbod, ook allerlei aanvullende taken gaan uitvoeren; ze ontwikkelen een eigen aanbod voor scholen, en voor de culturele programmering op de Brede school, ze zijn intermediair tussen het onderwijs en andere culturele instellingen met een educatief aanbod, ze zijn actief op het brede terrein van amateurkunst en werken vanuit dislocaties in de wijken. Hiermee dragen ze aan meer bij dan enkel de kunstzinnige beleidsdoelstellingen van een gemeente. De autonomie van gemeenten op het gebied van kunst en cultuur is groot. Een gemeente bepaalt zelf hoe het cultuurbeleid eruit ziet. Wil een instelling voor kunsteducatie voor subsidie in aanmerking blijven komen dan zal die moeten voldoen aan doelstellingen die door de gemeente worden bepaald en opgelegd. Gemeenten doen ook een steeds groter beroep op cultureel ondernemerschap. Er wordt bijvoorbeeld gedacht over activiteiten en alternatieve exploitatievormen voor instellingen voor kunsteducatie, op het snijvlak van publiek-privaat. Door negatieve ontwikkelingen in de sector – gemeenten die flink korten op de cultuureducatieve infrastructuur, of de subsidie van instellingen zelfs helemaal afbouwen – is de vraag urgent geworden waarom gemeenten subsidie geven aan instellingen voor kunsteducatie en hoe ze dit motiveren. Het betreft onder meer centra voor de kunsten, jeugdtheaterscholen, museum- en podiumkunsteducatie, jeugdcircussen, organisaties van community arts, theater- en danswerkplaatsen voor amateurkunst en ook sociaal-cultureel werk, volksuniversiteiten en ateliers voor mensen met een beperking. Wanneer keuzes gemaakt moeten worden over de besteding van middelen aan kunsteducatie is het van belang dat bestuurders en beleidsmakers vanuit een veelheid aan taken en rollen op dit terrein weten wat ze willen en waarom. Er zijn natuurlijk ook ambitieuze gemeenten die juist van plan zijn meer geld te besteden aan cultuur- en kunsteducatie, en gemeenten die ervoor kiezen hun huidige infrastructuur in stand te houden. Ook hier is het interessant om na te gaan voor welke taken en rollen zij gekozen hebben en wat de achterliggende redenen ervan zijn. Om deze gemeentelijke motieven te achterhalen is eerst een kort literatuuronderzoek gedaan naar argumentatie en motivering in verschillende achtergronddocumenten, waaronder de al eerder genoemde publicatie Kunsteducatie loont! (2006), de Handreiking kunsteducatiebeleid (2006) van De Kunstconnectie, het hoofdstuk Cultuureducatie in het Handboek Cultuurbeleid (Elsevier 2003), de uitgave Kunst, heel gewoon… (2010) van de landelijke partners in het cultuurparticipatieveld, het hoofdstuk over Overheidsbeleid voor de kunstbeoefening in de vrije tijd in de SCP publicatie Mogelijkheden tot kunstbeoefening in de vrije tijd (2010) en het proefschrift van Quirijn van den Hoogen over de effecten van cultuurbeleid (2010). Daarna wordt voor vierentwintig gemeenten geïnventariseerd hoe zij in hun beleid invulling geven aan deze doelstellingen. Deze gemeenten zijn geselecteerd uit een in 2009 (in het kader van het SCP onderzoek) door Cultuurnetwerk Nederland opgesteld overzicht van gemeenten waar een centrum voor de kunsten aanwezig is. Er zijn gemeenten van verschillende grootte meegenomen en er is gekeken naar spreiding over het land.
ARGUMENTEN VOOR HET INVESTEREN IN KUNSTEDUCATIE In de publicatie Kunsteducatie Loont!, over de waarde van kunsteducatieve voorzieningen, worden vier algemene doelen genoemd die gemeenten kunnen hebben om kunsteducatie te stimuleren:
Cultureel: kunsteducatie draagt bij aan de vergroting van cultuurdeelname en brengt nieuw publiek naar professionele kunstvoorzieningen.
2
Educatief: educatie in kunsten en cultuur is onderdeel van de algemene ontwikkeling. Oriëntatie,
BENUT DE WAARDE VAN KUNSTEDUCATIE… DE BASIS VOOR HET LOKALE CULTUURBELEID!
talentontwikkeling en scholing van amateurs gebeurt via het reguliere onderwijs en in de vrije tijd.
Sociaal-maatschappelijk: kunsteducatie kan de lokale sociale samenhang versterken. De diversiteit aan amateurs die actief zijn op het gebied van muziek, dans, toneel, schilderen en fotografie vormen een verrijking voor de lokale samenleving en bevorderen sociale verbanden.
Economisch: via kunsteducatie worden kunstzinnige en creatieve talenten gestimuleerd en ontwikkeld. En naar creatief geschoold personeel is steeds meer vraag. Dat geldt voor de creatieve sector (reclame, architectuur, vormgeving) maar ook voor industrie en dienstverlening waar creativiteit aan de basis staat van innovatie. Daarnaast maakt een breed kunst en cultuuraanbod een gemeente aantrekkelijk als woon- en vestigingsplaats voor burgers en het bedrijfsleven.
Naast doelen die onder een van deze vier noemers zijn onder te brengen zijn er ook doelen die het gebruik van kunst en cultuur in het onderwijs en samenwerking van instellingen voor kunsteducatie met het onderwijs nastreven. Deze worden onder de noemer Cultuur & School doelen geschaard. Deze vijf algemeen verwoorde doelen om kunsteducatie laagdrempelig en voor een groot publiek toegankelijk te maken zijn hierna nader gepreciseerd op het resultaat dat een gemeente wil bereiken. CULTUREEL 1 Brede actieve deelname aan kunst en cultuur bevordert de kwaliteit en zingeving van leven. 2
Vergroten van het bereik van de culturele voorzieningen en professionele kunsten in de gemeente.
3
Overgang van binnen- naar buitenschoolse kunsteducatie. Terwijl binnenschools alle kinderen zich kunnen oriënteren op en kennismaken met kunst en cultuur, geldt dat een vervolg op deze aangewakkerde kunstzinnige en creatieve vermogens moet kunnen plaats vinden. Via de buitenschoolse kunsteducatie kunnen zij zich verder verdiepen en specialiseren in de verschillende kunstdisciplines.
4
Bereiken van doelgroepen. Spreiding over dorpskernen en wijken in een gemeente en spreiding over diverse bevolkingsgroepen; jong - oud, allochtoon - autochtoon, hoger en lager opgeleiden. Garanderen dat voorzieningen toegankelijk en betaalbaar zijn voor de lagere inkomensgroepen.
EDUCATIEF 5 Kunsteducatie als waardevolle voorziening voor burgers. Voor persoonlijke ontwikkeling, welzijn, zingeving en vrijetijdsbesteding stimuleren en ontwikkelen van kunstzinnige en creatieve vermogens en vergroten van de culturele competenties van burgers. 6
Levendige amateurkunstsector. Toeleiden, opleiden en ondersteunen van amateurkunstenaars.
7
Stimuleren van jong talent en voorbereiding op het kunstvakonderwijs.
SOCIAAL-MAATSCHAPPELIJK 8 Bevorderen van leefbaarheid en sociale cohesie. Versterken van de lokale sociale samenhang. 9
Het bevorderen van integratie en emancipatie.
ECONOMISCH 10 Versterken van het woon- en vestigingsklimaat voor burgers en bedrijfsleven. Een goed voorzieningenniveau maakt een gemeente aantrekkelijk als woon- en vestigingsklimaat voor burgers en bedrijfsleven. 11 Het bevorderen van de menselijke creativiteit als belangrijkste motor voor de economische ontwikkeling, toename van het potentieel aan creatieve kenniswerkers.
3
BENUT DE WAARDE VAN KUNSTEDUCATIE… DE BASIS VOOR HET LOKALE CULTUURBELEID!
CULTUUR & SCHOOL 12 De lokale culturele omgeving als basis voor kunst- en cultuureducatie in het onderwijs. Samenwerking tussen onderwijs en culturele instellingen bevorderen. 13 Kunsteducatie als onderdeel van het Brede school concept, zowel in het inhoudelijke programma als op het gebied van accommodatie. Kunsteducatie biedt een zinvolle invulling van de naschoolse opvang, door deskundige docenten. Een deel van bovengenoemde doelen kan ook zonder gemeentelijke ondersteuning gerealiseerd worden door particuliere instellingen en docenten die een deel van de kunsteducatiemarkt verzorgen, of door de amateurkunstsector. Voordeel van sturing via subsidies is dat een gemeente zijn beleid kan bepalen en verwezenlijken en relaties kan leggen tussen verschillende beleidsvelden. Voor het cultuureducatiebeleid betreft dit onder meer het algehele cultuurbeleid waar cultuureducatie onderdeel van uitmaakt, het welzijnsbeleid, het jeugd- en jongerenbeleid en het economisch beleid. Volgens de Handreiking kunsteducatiebeleid van De Kunstconnectie biedt het brede aanbod van de gesubsidieerde sector ook andere voordelen boven het losse, meer ad hoc, particuliere- en verenigingsaanbod. Instellingen bieden een doorlopende leerlijn die noodzakelijk is voor een continu en structureel kunsteducatieaanbod. Een aanbod met diversiteit en diepgang, met ook cursussen die wellicht minder gangbaar zijn. Experimenten zoals samenwerking tussen verschillende kunstdisciplines kunnen interessante nieuwe activiteiten opleveren. Het ontwikkelen van didactisch vernieuwende werkvormen en samenspellessen verhoogt de kwaliteit van het kunsteducatieaanbod. Het bieden van openbare presentaties van de cursusresultaten en van amateurkunstenaars in de verschillende disciplines verlevendigt het gemeentelijk (kunsteducatie-)klimaat. Instellingen voor kunsteducatie kunnen functioneren als een 'spin in het cultuurweb' die partijen zoals het onderwijs, culturele instellingen en amateurkunst bij elkaar brengt, adviseert en begeleidt, innovaties stimuleert en activiteiten coördineert4. De instellingen zijn deskundige culturele partners voor het onderwijs en maatschappelijke instellingen. Ze ontwikkelen en organiseren kunsteducatieprojecten en bemiddelen tussen vraag en aanbod op het gebied van kunsteducatie. Ze realiseren zo een overgang tussen binnenschoolse en buitenschoolse kunsteducatie. Ook kunnen deze instellingen functioneren als centraal coördinatiepunt waar alle informatie over cursussen, amateurkunst maar ook het aanbod van professionele kunst overzichtelijk en toegankelijk wordt weergegeven. Er kunnen kleinschalige presentatiemogelijkheden voor cursisten en amateurkunstenaars in de vorm van een podium en tentoonstellingsruimte aanwezig zijn. En de instelling kan een ontmoetingsplek zijn voor amateurs en professionals. Een gemeente kan ook inzetten op de onderlinge samenwerking tussen instellingen die zich bezig houden met kunsteducatie. Meerdere culturele voorzieningen hebben een versterkend effect op elkaar. Door krachten te bundelen verbetert de kwaliteit van kunsteducatie. Door samenwerking ontstaat sneller vernieuwing en kan vlotter ingespeeld worden op veranderende maatschappelijke ontwikkelingen5. Binnen de sector tenslotte vindt externe kwaliteitstoetsing en certificering door de Stichting Certificering Kunsteducatie & Amateurkunst plaats die borg staat voor de kwaliteit van het aanbod.
4
Poll, Josefiene, Marlies Tal & Anneloes Vermeulen (2009). Kunst Lokaal: kunsteducatie in, om en buiten de school. Utrecht: Cultuurnetwerk Nederland in opdracht van BisK/CVA.
5
Hoek, Sanne van den, Josefiene Poll en Paul Vogelezang (2010). Netwerken binnenschoolse cultuureducatie. Een handreiking voor gemeenten. Utrecht: Cultuurnetwerk Nederland.
4
BENUT DE WAARDE VAN KUNSTEDUCATIE… DE BASIS VOOR HET LOKALE CULTUURBELEID!
SELECTIE VAN GEMEENTEN Uit het totale aantal van 430 gemeenten - die Nederland sinds 18 maart 2010 kent - is voor de inventarisatie van beleidsmotieven een selectie gemaakt. Uit elke provincie zijn twee gemeenten geselecteerd. Dit zijn gemeenten die óf afkomstig zijn van de lijst van gemeenten met een centrum voor de kunsten óf van wie vernomen is dat ze besloten hebben te korten op de subsidiëring van hun instelling(en) voor kunsteducatie in de vrije tijd. Om ook een spreiding naar inwonertal te verkrijgen is het ringenmodel over het beleid en de voorzieningen op het gebied van kunsteducatie gebruikt (Handreiking kunsteducatiebeleid 2006). Categorie-1-gemeenten komen in deze inventarisatie nauwelijks aan bod, omdat zij simpelweg vaak geen eigen instelling voor kunsteducatie onderhouden. Categorie 1: Gemeenten met minder dan 30.000 inwoners hebben een kernachtig cultuurbeleid. Zij hebben doorgaans een lespunt voor kunsteducatie als dependance van een grotere, elders gevestigde instelling. Ook komen er kleine muziekscholen of creativiteitscentra voor die samenwerken in een gemeenschappelijke regeling. Categorie 2: Middelgrote gemeenten met een bevolking van tussen de 30.000 en 90.000 inwoners voorzien in een uitgebreid cultuurbeleid. Hier is veelal een compacte muziekschool - als stichting of als gemeentelijke dienst - al dan niet institutioneel gekoppeld aan een creativiteitscentrum. Categorie 3: Grote gemeenten met meer dan 90.000 hebben een alomvattend cultuurbeleid. Zij hebben een rijk aanbod in alle kunstdisciplines verzorgd vanuit een groot gecombineerd instituut voor kunsteducatie. Deze gemeenten doen mee aan de matchingsregeling cultuurparticipatie voor gemeenten en provincies van het Fonds voor Cultuurparticipatie en hebben hiervoor beleid gemaakt. Nr.
Gemeente
Inwonertal
Categorie
Provincie
1
Amersfoort *
143.212
3
Utrecht
2
Veenendaal
62.008
2
Utrecht
3
Lelystad
73.848
2
Flevoland
4
Dronten
39.206
1-2
Flevoland
5
Den Haag *
481.864
3
Zuid-Holland
6
Gouda *
70.828
2
Zuid-Holland
7
Castricum
34.739
1-2
Noord-Holland
8
Purmerend *
78.862
2
Noord-Holland
9
Oss
77.097
2
Noord-Brabant
10
Boxmeer *
28.609
1
Noord-Brabant
11
Heerlen
89.356
2-3
Limburg
12
Maastricht
118.286
3
Limburg
13
Schouwen-Duiveland
33.929
1-2
Zeeland
14
Middelburg
47.559
2
Zeeland
15
Tiel
41.070
2
Gelderland
16
Berkelland *
45.142
2
Gelderland
17
Zwolle
117.703
3
Overijssel
18
Enschede
156.071
3
Overijssel
19
Assen
66.369
2
Drenthe
20
Hoogeveen
54.652
2
Drenthe
21
Stadskanaal
33.430
1-2
Groningen
22
Delfzijl
26.744
1
Groningen
23
Sneek
33.260
1-2
Friesland
24
Leeuwarden *
93.498
3
Friesland
*
Afkomstig van de lijst van gemeenten die korten op de subsidie aan hun instellingen voor kunsteducatie.
5
BENUT DE WAARDE VAN KUNSTEDUCATIE… DE BASIS VOOR HET LOKALE CULTUURBELEID!
SELECTIE VAN BRONNEN Om zicht te krijgen op de motieven van gemeenten om instellingen voor kunsteducatie te subsidiëren zijn verschillende documenten bekeken. In eerste plaats zijn dit de recentelijk - na de gemeenteraadsverkiezingen in maart - opgestelde coalitieakkoorden. Hier staat meestal een paragraaf in over cultuur, het belang van cultuur of over de investeringen in kunst en cultuur. Ook worden hier soms instellingen genoemd die onderdeel moeten blijven uitmaken van de culturele infrastructuur. Uit deze documenten blijkt het politieke draagvlak voor subsidiëring van kunst- en cultuureducatie en de instellingen die daarbij horen. Daarnaast zijn gemeentelijke cultuurnota's bestudeerd. Deze zijn vaak nog opgesteld in de periode voorafgaand aan de economische recessie, toen er nog geen sprake was van de ingrijpende bezuinigingen die nu op stapel staan. Maar hierin staan wel argumenten genoemd om als gemeente in te zetten op cultuureducatie. Opgemerkt moet hierbij worden dat het moeilijk is om motieven te onderscheiden van ambities. Dit loopt daarom enigszins door elkaar heen. Geselecteerde gemeenten kunnen alleen in de inventarisatie betrokken worden als er interessante documenten te vinden zijn waarin zij hun beleid en keuzes verantwoorden. Voor alle gemeenten, behalve Oss (waar in verband met een herindeling geen gemeenteraadsverkiezing is gehouden), is een coalitieakkoord gevonden. Voor Dronten, Schouwen-Duiveland, Middelburg, Hoogeveen, Stadskanaal en Sneek is online uiteindelijk geen informatie over een cultuurnota gevonden. In Castricum wordt nog met inwoners en vertegenwoordigers van instellingen, bedrijven en verenigingen gebrainstormd over de nieuwe cultuurnota. Voor Enschede wordt het programma Cultuurparticipatie gebruikt; voor de gemeente Oss een document over de actualisering van de cultuurnota.
POLITIEKE TRENDS UIT COALITIEAKKOORDEN Alvorens de gemeentelijke motieven om de instellingen voor kunsteducatie financieel te ondersteunen in kaart te brengen wordt een overzicht gegeven van uitspraken in de coalitieakkoorden die de bestuurlijke tendens in het kader van bezuinigingen op de sector weergeven. Nr.
Gemeente
Uitspraken over instelling(en) voor kunsteducatie
1
Amersfoort
Scholen in de Kunst is een culturele basisvoorziening, een van de grote professionele instellingen in de stad. Deze vormen met een breed aanbod voor een breed publiek de ruggengraat van ons bestel.
2
Veenendaal
Instellingen dienen niet louter afhankelijk te zijn van gemeentelijke subsidie.
3
Lelystad
We houden onze voorzieningen in stand. Zo is de bibliotheek is een culturele basisvoorziening, die uitgroeit naar een brede informatiebank, de Agora een laagdrempelig cultuurpaleis, de Underground hét centrum voor popcultuur en de Kubus hét centrum voor de amateurkunst.
4
Dronten
Wat zou onze gemeente zijn zonder De Meerpaal en de dorpshuizen met alle culturele instellingen die hierin een plaats hebben gevonden? Het CKV blijft een belangrijke pijler voor de cultuurontwikkeling in Dronten.
5
Den Haag
6
Gouda
Wij doen een appèl op de cultuurinstellingen om met minder geld hun activiteiten op niveau te houden en te blijven vernieuwen. Gouda is een gemeente met een regiofunctie. De stad heeft veel voorzieningen op het gebied van onderwijs, zorg, cultuur en sport. Dit maakt Gouda aantrekkelijk en dat moet zo blijven. Het Cultuurhuis [als middel om] de Jeugdtheaterschool voor Gouda te kunnen behouden (Nb. wel fikse korting op subsidie).
6
BENUT DE WAARDE VAN KUNSTEDUCATIE… DE BASIS VOOR HET LOKALE CULTUURBELEID!
7
Castricum
Beeldende en muzikale vorming zijn belangrijke onderdelen van het programma cultuur. Deze taken worden onder ander uitgevoerd door Toonbeeld. De gemeente stelt hiervoor een substantieel bedrag aan subsidie beschikbaar. Ook bij dit onderdeel is het college zich terdege bewust van het belang van deze voorziening, toch wordt op dit onderdeel bezuinigd. Een taakstellende bezuiniging van 10% (€ 35.000,-) wordt opgelegd.
8
Purmerend
Instellingen als bijvoorbeeld de bibliotheek en Wherelant dienen een breed maatschappelijk en cultureel doel en moeten ook betaalbaar blijven. (Nb. maar wel korting op subsidies)
9
Oss
In verband met herindeling Oss en Lith pas verkiezingen in november.
10
Boxmeer
Kunst en cultuur […] geeft aan inwoners een waardevolle vrijetijdsbesteding. De gemeente vervult de noodzakelijke randvoorwaarden om die beleving en identiteit te kunnen behouden. […] Wij ontkomen er niet aan om de subsidies aan een kritische blik te onderwerpen en te bezien of een hogere bijdrage door de gebruikers te rechtvaardigen is.
11
Heerlen
Cultuur is een van de speerpunten onder economische stimulering: Cultuur is van groot belang voor de ontwikkeling van de stad. Het wordt zelfs steeds meer een vestigingsvoorwaarde voor niet alleen creatieve mensen maar ook voor bedrijven. De inzet op cultuur wordt dus gecontinueerd.
12
Maastricht
Ook is het van belang een aantrekkelijk woonklimaat te bieden, niet alleen voor de nieuwe creatieve, culturele en kenniswerkers, maar zeker ook voor gezinnen met kinderen die Maastricht als kennisstad en cultuurstad zal moeten gaan aantrekken.
13
Schouwen-Duiveland
14
Middelburg
Momenteel loopt een onderzoek naar de huisvesting van een aantal culturele instellingen in de schoolgebouwen van Pontes Pieter Zeeman. Kunsteducatie blijvend ondersteunen. Dit om kennis en belangstelling voor kunst en cultuur te stimuleren. In samenwerking met onderwijs- en kunstinstellingen. Intensieve samenwerking en herschikking van kunst- en culturele instellingen, instituten voor kunsteducatie, Zeeuwse bibliotheek en het unieke particulier circuit op het gebied van de beeldende Kunst. BackOffice van deze organisaties samenvoegen.
15
Tiel
16
Berkelland
In deze periode wordt […] er een start gemaakt met het cultureel kwartier van de stad. De interne verzelfstandiging van de Plantage is een belangrijk onderdeel hiervan. Voor de muziekschool geldt een nog forsere bezuinigingsopdracht. Namelijk € 750.000. Deze voorziening wordt gebruikt door een beperkt aantal jeugdige inwoners en is per leerling erg duur. Wij beseffen dat dit het einde kan betekenen van het instituut muziekschool in Berkelland. Daarvoor in de plaats kan wellicht met een bijdrage van de gemeente een goedkopere vorm van basismuziekonderwijs aan jeugd tot stand komen (via scholen?).
17
Zwolle
Een veelzijdig cultureel programma wordt als een van de kwaliteiten genoemd die in 2030 fier overeind zullen staan. We zien kansen om de uitgaven op het beleidsterrein Cultuur terug te brengen.
18
Enschede
In de afgelopen jaren heeft de stad veel geïnvesteerd in nieuwe culturele voorzieningen. Wij zetten dit beleid voort en willen het actief gebruiken voor stadspromotie en het aantrekken van bedrijven.
19
Assen
We staan voor een nauwere samenwerking tussen culturele instellingen, bibliotheek en onderwijs. Het ICO zal de komende jaren de wijken en dorpen in moeten en aansluiting moeten zoeken bij het onderwijs. Met het nieuwe cultuurfonds gaan we het cultureel klimaat in de stad stimuleren. Het fonds richt zich zowel op het bevorderen van actieve participatie als ondersteuning voor kwaliteit en innovatie.
7
BENUT DE WAARDE VAN KUNSTEDUCATIE… DE BASIS VOOR HET LOKALE CULTUURBELEID!
20
Hoogeveen
Kinderen en jongeren willen we ook buiten het onderwijs de mogelijkheid bieden hun talenten te ontwikkelen. Daarom blijft investeren in voorzieningen op het gebied van sport en bewegen, cultuur en vrije tijd van belang. Waar mogelijk combineren we deze activiteiten met naschoolse activiteiten en Brede scholen.
21
Stadskanaal
Er is financiële ondersteuning voor kinderen die door gebrek aan geld niet mee kunnen doen aan activiteiten op het gebied van sport en cultuur.
22
Delfzijl
Wij willen dat het college een kosten/batenanalyse laat uitvoeren voor dit type voorzieningen, waarin twee uitgangspunten van belang zijn: 1. variatie in het aanbod blijft en 2. bereikbaarheid voor inwoners van de dorpen. Dat kan in onze ogen gerealiseerd worden door samenwerking in de Eemsdelta, door vervoer anders te organiseren of anderszins.
23
Sneek
De bundeling van een centrum voor de kunsten en een schouwburg met bestaande functies als de bibliotheek, het poppodium Bolwerk en de Martinikerk betekent niet alleen een herschikking, maar nog veel meer een enorme versterking van de culturele infrastructuur van zowel de stad als het achterland ofwel van de gehele zuidwesthoek van Friesland.
24
Leeuwarden
Extra aandacht zal de komende periode uitgaan naar kunst- en cultuureducatie. Ieder kind in Leeuwarden moet hier in de basisschoolperiode mee in aanraking komen. Decentraliseren en tegelijkertijd meer bundelen en vernieuwen maakt omvorming van Parnas en het HCL noodzakelijk. Bij kinderen en volwassenen verwachten wij een nog groter bereik te halen door kunst en cultuureducatie meer op wijkniveau aan te bieden. (nb. Maar afbouw subsidie aan Parnas in 2013).
In veel gevallen is het financiële plaatje niet bijgevoegd bij het coalitieakkoord. Of er is (was toen) nog geen zicht op de korting van inkomsten uit het Gemeentefonds of er moet politiek, met de gemeenteraad, nog afstemming worden bereikt. Gemeenten willen wel een goed voorzieningenniveau handhaven maar het is duidelijk dat er in veel gemeenten bezuinigd gaat worden, en dat er ombuigingen zullen plaatsvinden op de al vastgestelde programmabegrotingen. Gemeenten met een centrumfunctie, waar veel van de culturele voorzieningen worden gebruikt door inwoners uit omringende gemeenten, krijgen een vergoeding via het Gemeentefonds voor het in stand houden van een regionaal voorzieningenniveau.6 Wanneer deze vergoeding terugloopt kunnen gezamenlijk gefinancierde instellingen voor kunsteducatie in de problemen komen, temeer als ook andere deelnemende gemeenten hun bijdrage verlagen of medewerking stopzetten.
GEMEENTELIJKE MOTIEVEN Het volgend overzicht, ingedeeld op type doelstelling, betreft gemeentelijke motieven om cultuureducatie, en daarmee ook expliciet of meer impliciet instellingen voor kunsteducatie, te ondersteunen. Niet alle doelen voor cultuureducatie zijn uit de akkoorden en plannen gehaald; het gaat nu alleen om die doelen die betrekking hebben op taken en rollen van gemeenten op dit terrein en daaraan afgeleid om de taken en rollen voor de instellingen voor kunsteducatie. Uitspraken uit
6
Binnen de vergoeding uit het Gemeentefonds wordt onderscheid gemaakt in een component voor het bedienen van lokaal klantenpotentieel (binnen 20 kilometer rondom de woonkern) en een component voor het bedienen van regionaal klantenpotentieel (binnen 60 kilometer rondom de woonkern) op het gebied van kunst en ontspanning.
8
BENUT DE WAARDE VAN KUNSTEDUCATIE… DE BASIS VOOR HET LOKALE CULTUURBELEID!
gemeentelijke coalitieakkoorden en cultuurnota's dienen ter verdere illustratie van de algemeen onderscheiden doelstellingen. Binnen de kaders staat nogmaals de concretere uitwerking van de algemene doelen vermeld. CULTURELE DOELEN Brede actieve deelname aan kunst en cultuur bevordert de kwaliteit en zingeving van leven.
Vergroten van het cultuurbereik van de culturele voorzieningen en professionele kunsten in de gemeente.
Overgang van binnen- naar buitenschoolse kunsteducatie. Terwijl binnenschools alle kinderen zich kunnen oriënteren op en kennismaken met kunst en cultuur, geldt dat een vervolg op deze aangewakkerde kunstzinnige en creatieve vermogens moet kunnen plaats vinden. Via de buitenschoolse kunsteducatie kunnen zij zich verder verdiepen en specialiseren in de verschillende kunstdisciplines.
Bereiken van doelgroepen. Spreiding over dorpskernen in een gemeente en spreiding over diverse bevolkingsgroepen; jong - oud, allochtoon - autochtoon, hoger en lager opgeleiden. Garanderen dat voorzieningen toegankelijk en betaalbaar zijn voor de lagere inkomensgroepen.
Coalitieakkoorden De coalitie in Veenendaal wil cultuur als gemeengoed voor elke burger mogelijk maken. 'We willen stimuleren dat kunst en cultuur deel wordt van een brede groep burgers binnen de Veenendaalse samenleving. Hier liggen de raakvlakken met het Wmo-beleid: Meedoen! en wijkgericht werken. Gericht beleid op doelgroepen, zoals jongeren, heeft hierbij een belangrijke plaats.' Voor de coalitie in Purmerend is een van de kerndoelen op het gebied van welzijn en sociaal-cultureel werk het ondersteunen van mensen die het op eigen kracht niet redden. Heerlen heeft te maken met krimp, vergrijzing en ontgroening. Ontgroening wil de coalitie aanpakken door de stad aantrekkelijker te maken voor jongeren met een aansprekend cultureel programma en goede voorzieningen. En er wordt bekeken of er extra aandacht nodig en mogelijk is voor de groeiende groep ouderen in de stad. De coalitie in Hoogeveen wil kinderen en jongeren ook buiten het onderwijs de mogelijkheid bieden hun talenten te ontwikkelen. Daarom blijft investeren in voorzieningen op het gebied van sport en bewegen, cultuur en vrije tijd van belang. Cultuurnota's Volgens Lelystad zet cultuureducatie mensen aan om kunst te bezoeken, aan kunst te doen en artistieke vaardigheden (verder) te ontwikkelen. Amersfoort is een stad met een groot aantal jeugdige inwoners. Dat beïnvloedt het cultuurbeleid. De gemeente ziet kansen om binnen cultuureducatie de jeugd meer gericht en structureel te onderwijzen in hun algemene culturele ontwikkeling. 'Alle kinderen moeten de gelegenheid krijgen hun talenten op het vlak van kunst en cultuur te ontdekken en te ontwikkelen en oog krijgen voor de rijke cultuur in hun eigen stad en leefomgeving.' Oss noemt de infrastructuur voor cultuurparticipatie, cultuureducatie en actieve en passieve culturele ontwikkeling van groot belang voor een brede deelname aan cultuur. Uit de nota van de gemeente Oss komt nog een taak voor het daar gevestigde centrum voor de kunsten naar voren. Namelijk het ondersteunen van de lokale cultuurorganisaties door het zijn van advies- en servicepunt. De gemeente verwacht dat hierdoor meer culturele activiteiten en evenementen in de kernen gerealiseerd worden. Volgens de gemeente Boxmeer vergroot kennismaking met verschillende disciplines door kunst- en cultuurbeoefening de kans op blijvende beoefening van één van de kunsten en verlaagt de drempel
9
BENUT DE WAARDE VAN KUNSTEDUCATIE… DE BASIS VOOR HET LOKALE CULTUURBELEID!
voor deelname aan activiteiten van de culturele instellingen zoals bibliotheek en theater. Daarnaast vergroot een samenhangend cultuureducatief aanbod het bereik van de culturele voorzieningen in de gemeente. In Tiel wordt het volgende gezegd over bereik: 'Wij willen dat ons erfgoed, kunst en cultuur bereikbaar zijn voor zoveel mogelijk bevolkingsgroepen in onze stad. Wij willen dit doen door samen met onze culturele partners zorg te dragen voor een breed en toegankelijk aanbod zonder veel concessies te doen aan de kwaliteit. Wij doen dit ook door extra aandacht te schenken aan cultuureducatie in het onderwijs.' Ook heeft de gemeente het specifiek over de participatie van jongeren, mensen met minder inkomen en mensen met een verstandelijke beperking. Berkelland ziet cultuur als vormend element in de samenleving voor álle inwoners. Maar specifieke doelgroepen waarop ingezet wordt zijn jongeren, uitkeringsgerechtigden en ouderen. Den Haag heeft de ambitie om het cultuurbereik te vergroten, het aanbod meer divers te maken en talentontwikkeling de ruimte te geven. Het verbreden en vernieuwen van het aanbod, ook voor cultureel diverse groepen, is een aandachtspunt voor alle cultuuraccommodaties. Gouda wil een hoger cultuurbereik realiseren onder jogneren en allochtonen. Zij wil hiervoor afspraken maken met de culturele basisinfrastructuur, zoals het jeugdtheaterhuis, en andere betrokken partijen. Leeuwarden wil het bereik van kunst- en cultuureducatie, vooral onder de meer wijkgebonden bewoners en jongeren, vergroten. Een van de middelen daarvoor is het naar de wijken toebrengen van deze activiteiten: 'Daarmee maken we cultuur meer laagdrempelig en toegankelijk.' Ook Enschede wil de drempel tot cultuur verlagen. 'Aansluiten bij de leefwereld van de inwoners en het eigene, de kracht en het talent van de stad de ruimte geven. We gaan actief op zoek naar talent in de wijken en bieden het een podium.' EDUCATIEVE DOELEN Kunsteducatie als waardevolle voorziening voor burgers. Voor persoonlijke ontwikkeling en welzijn, voor zingeving en vrijetijdsbesteding, stimuleren en ontwikkelen van kunstzinnige en creatieve vermogens, vergroten van de culturele competenties van burgers.
Levendige amateurkunstsector. Toeleiden, opleiden en ondersteunen van amateurkunstenaars.
Stimuleren van jong talent en voorbereiding op het kunstvakonderwijs.
Coalitieakkoorden De coalitie in Boxmeer vindt dat kunst en cultuur aan inwoners een waardevolle vrijetijdsbesteding geeft. In Dronten ziet de coalitie het centrum voor de kunsten als peiler onder de cultuurontwikkeling van haar inwoners. De coalitie in Castricum vindt het actief mee kunnen doen aan kunst- en cultuuractiviteiten van belang en noemt het ontplooien van creatieve talenten een vorm van zelfontplooiing. Ook de Maastrichtse coalitie ziet de culturele carrière van haar inwoners als middel voor zelfontplooiing. In het collegeprogramma van de gemeente Amersfoort wordt aangegeven dat een goed cultureel klimaat een kernzaak is voor de Amersfoorters: 'Kunst en cultuur moeten laagdrempelig en voor een breed publiek toegankelijk blijven, zowel in de 'passieve beleving' als in de 'actieve beoefening' er van. Zelf muziek, beeldende kunst, of theater maken is voor velen een essentieel onderdeel van hun leven. Een goed cultureel klimaat is een voedingsbodem voor expressie en nieuwsgierigheid.' De coalitie in Middelburg wil kunsteducatie blijvend ondersteunen om kennis en belangstelling voor kunst en cultuur te stimuleren.
10
BENUT DE WAARDE VAN KUNSTEDUCATIE… DE BASIS VOOR HET LOKALE CULTUURBELEID!
Cultuurnota's Lelystad is van mening dat cultuur- en kunsteducatie mensen de competenties geeft die nodig zijn om zelf een gemotiveerd oordeel te vellen over het cultuuraanbod en daarmee een basis biedt om actief en bewust deel te kunnen nemen aan het culturele leven. 'Cultuureducatie heeft vanwege de competentieontwikkeling op het gebied van kunst en cultuur een hechte relatie met amateurkunst, en kan de basis vormen voor een persoonlijke ontwikkeling wat uiteindelijk mogelijk leidt tot een professioneel kunstenaarschap.' In Gouda wordt gezegd dat cultuureducatie (maar ook amateurkunst) ervoor zorgt dat mensen in contact komen met en actief deelnemen aan kunst en cultuur. 'Dat levert een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van mensen. Het draagt bij aan het ontwikkelen van een bredere belangstelling, een andere kijk op de wereld en het vergroot het zelfvertrouwen.' Purmerend vindt 'kunst en cultuur een belangrijk deel van vrijetijdsbesteding, ook binnen de zorgsector en in het kader van jeugdbeleid. Het stimuleert en inspireert in situaties waarin zorg en mens samen voorop staan. Ouderen blijven langer actief door deelname aan culturele activiteiten. Jongeren worden vaardigheden aangeleerd door middel van kunstprojecten.' Volgens Oss maakt de culturele infrastructuur persoonlijke culturele ontplooiing mogelijk maar leidt deze ook tot culturele evenementen, activiteiten en optredens. 'Deze dragen bij aan een levendig cultureel klimaat waardoor de inwoners van Oss op aantrekkelijke en laagdrempelige wijze in contact kunnen komen met cultuur.' Ook Boxmeer noemt educatie een zinvolle vrijetijdsbesteding. 'Mogelijkheid tot verdere persoonlijke ontwikkeling en het kunnen genieten van kunst en cultuur door te kijken, te luisteren of te lezen (receptief), door zelf kunst te maken of te beoefenen (actief) of door te debatteren over kunst en cultuur of naar lezingen te luisteren (reflectief). Door cultuureducatie worden mensen toegerust om zelf een gemotiveerde keuze te kunnen maken uit het kunst- en cultuuraanbod. Daarmee kunnen ze actief deelnemen aan het culturele leven. Door middel van cultuureducatie wordt zo een belangrijke basis gelegd voor het verdere cultuurbeleid.' Met name voor jongeren wil de gemeente een samenhangend aanbod creëren. 'In het onderwijs komen leerlingen bij kunstactiviteiten vaak anders tot hun recht dan bij de cognitieve vakken. Door middel van een gevarieerd aanbod cultuureducatie kunnen jongeren allerlei vormen van kunst en cultuur verkennen en kunnen ze andere talenten en capaciteiten ontdekken en benutten. Cultuureducatie is een goed instrument om aan jongeren culturele bagage mee te geven.' Maastricht heeft het over de competenties die cultuur aanreikt. 'Zowel collectieve als individuele competenties die exact 'passen' op de nieuwe economische en sociale constellatie in de samenleving van vandaag. Competenties die snel aan belang winnen: interpretatievermogen; kritisch vermogen; zeggingskracht; oordeelsvermogen; het kunnen articuleren van gedachten en gevoelens; het vermogen om je zelfbeeld te herzien; lef; productieve speculatie; gevoel voor vorm en inhoud; innovatiekracht. Kunst en cultuur produceren deze vermogens, of zouden dat moeten doen, zeker in het zich ontwikkelende 'innovatie tijdperk' van de kennissamenleving.' Veenendaal wil cultuur meer zichtbaar maken in de Veenendaalse samenleving: 'Het ligt in de lijn van de ontwikkeling van Veenendaal dat er een nieuw centrum met een meer stedelijk klimaat ontstaat, waarin kunst en cultuur zichtbaar aanwezig is. Het gaat hier ook om het presenteren van wat er al aan bijvoorbeeld amateurkunst wordt gedaan in Veenendaal.' De Muziekschool De Muzen wordt gehuisvest aan het Cultuurplein. Boxmeer ziet het levendige amateurkunstklimaat als een sterk punt en wil dit graag in stand houden. 'Cultuureducatie levert een bijdrage aan de opleiding en ondersteuning van amateurkunstenaars.' Amersfoort wil cultureel talentvolle jongeren de gelegenheid bieden om hun talenten te exploreren en te ontwikkelen. Talentontwikkeling is een belangrijk thema. In het jeugdbeleid van Gouda vormt talentontwikkeling één van de belangrijkste speerpunten. De gemeente onderzoekt de mogelijkheden om een zogenaamd centrum voor talentontwikkeling te
11
BENUT DE WAARDE VAN KUNSTEDUCATIE… DE BASIS VOOR HET LOKALE CULTUURBELEID!
realiseren, een plek waar jongeren elkaar ontmoeten en zich kunnen bekwamen in en vermaken met een mix van cultuur, sport en lifestyle. In Enschede wordt gezegd: ' Wie ook ná de schoolperiode blijft participeren in cultuur, heeft alle kansen zijn talent te ontplooien. Vanuit het regulier onderwijs, het amateurcircuit of vanuit de muziekschool wordt talent gemakkelijk verder geleid naar een kunstvakopleiding en van daaruit via broedplaatsen of theaterwerkplaats naar een professionele carrière.' SOCIAAL-MAATSCHAPPELIJKE DOELEN Bevorderen van leefbaarheid en sociale cohesie. Versterken van de lokale sociale samenhang.
Het bevorderen van integratie en emancipatie.
Coalitieakkoorden In Lelystad wil de coalitie de binding tussen mensen versterken door de bewoners meer in de gelegenheid te brengen om elkaar te ontmoeten, vooral op buurtniveau. Zij wil buurtcentra integreren met andere wijkvoorzieningen (sport, welzijn, onderwijs, zorg en cultuur). In Zwolle meent de coalitie dat culturele activiteiten ontmoeting en betrokkenheid van mensen bevorderen. Daarom worden kleinschalige activiteiten op wijkniveau gestimuleerd en ondersteunt. Cultuurnota's Boxmeer vindt dat kunst- en cultuurbeoefening mogelijkheden biedt voor het leggen van sociale verbanden, heeft een samenbindend vermogen en biedt mogelijkheden voor ontmoeting. Tiel geeft aan dat het betrekken van zoveel mogelijk mensen bij kunst en cultuur ook een algemeen maatschappelijk belang heeft aangezien culturele activiteiten de sociale cohesie en de dynamiek van een buurt, wijk of stad versterken. Berkelland zet cultuur bewust in als impuls voor de belevingskwaliteit van de gemeente. 'Daarbij kan het enerzijds gaan om de sociaal culturele kwaliteit van de gemeente voor de inwoners, waarbij te denken valt aan de relatie tussen cultuur, welzijn en educatie, anderzijds kan het gaan om de ruimtelijke culturele kwaliteit en dan gaat het om de relatie cultuur, economie en openbare ruimte (cultuurhistorie, cultuurlandschap, kunst in de openbare ruimte, architectuur). Assen noemt de actieve en receptieve participatie aan kunst en cultuur het cement van een samenleving dat bijdraagt aan de sociale cohesie van de stad. Het draagt bij aan de levendigheid in het stadscentrum en de wijken. De aanwezigheid van cultuur (theater, kunst op straat, muziekuitvoering, film) draagt volgens Delfzijl onmiskenbaar bij aan de kwaliteit van het leven en het wonen. Daarnaast biedt cultuurparticipatie, zowel passief als actief, een ontmoeting tussen gelijkgestemden en versterkt het de betrokkenheid van mensen op elkaar en hun omgeving. 'En cultuur in de vorm van kunst die verrast en uitdaagt, bevordert ons gevoel van tolerantie omdat het ons als het ware traint in het openstaan voor het onbekende en voor andere culturen en ideeën. Voor een havenstad als de gemeente Delfzijl waar vele nationaliteiten voorkomen is dat niet onbelangrijk.' Volgens Enschede zorgt deelname voor zelfontplooiing maar ook voor ontmoeting, uitwisseling en sociale cohesie. En biedt van daaruit kansen voor sociale stijging. Ook Maastricht heeft het over sociale stijging door middel van cultuur: 'steden moeten niet streven naar een vredig en sociaal rechtvaardig evenwicht maar moeten collectieve en individuele competenties activeren zodat bewoners (en daarmee de stad als zodanig) in een stijgend perspectief komen te verkeren' Zwolle is van mening dat cultuurbeleving niet alleen van waarde is voor de individuele ontwikkeling, maar ook als instrument voor sociaal beleid. Cultuur kan de betrokkenheid bij het sociale leven in buurt of wijk vergroten en daarmee bijdragen aan integratie en gemeenschapszin. Met culturele
12
BENUT DE WAARDE VAN KUNSTEDUCATIE… DE BASIS VOOR HET LOKALE CULTUURBELEID!
programma’s kan worden ingespeeld op actuele thema’s en identiteit van de stad, wijk of bevolkingsgroep (community art). Lelystad vindt het in het kader van de sociale samenhang belang dat zoveel mogelijk van haar inwoners kunnen deelnemen aan cursussen en bijeenkomsten op het gebied van kunst en cultuur. Lelystad heeft de ambitie om integratie van de diversiteit in leefstijlen te bevorderen. 'De aanwezigheid van een rijke verscheidenheid aan culturen kan daar kleur en kracht aan geven. Daarom wordt ingezet op het realiseren van wervende ontmoetingsgelegenheden en ontmoetingsmomenten om zo de maatschappelijke participatie van alle Lelystedelingen, van jong tot oud, allochtoon en autochtoon te stimuleren.' ECONOMISCHE DOELEN Versterken van het woon- en vestigingsklimaat voor burgers en bedrijfsleven. Een goed voorzieningenniveau maakt een gemeente aantrekkelijk als woon- en vestigingsklimaat voor burgers en bedrijfsleven.
Het bevorderen van de menselijke creativiteit als belangrijkste motor voor de economische ontwikkeling, toename van het potentieel aan creatieve kenniswerkers.
Coalitieakkoorden Verschillende gemeenten met een regiofunctie hebben het in hun coalitieakkoord over het in stand houden van hun voorzieningenniveau om de stad aantrekkelijk te houden. Cultuur maakt onderdeel uit van een volwaardig voorzieningenniveau. Dit zijn Lelystad, Gouda, Tiel, Stadskanaal en Delfzijl. Voor de coalitie in Schouwen-Duiveland hebben culturele instellingen en activiteiten een belangrijke economische en toeristische meerwaarde voor het product Schouwen-Duiveland en dragen ze bij aan de verrijking van de leefbaarheid. Enschede heeft in de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in nieuwe culturele voorzieningen. De coalitie zet dit beleid voort en wil het actief gebruiken voor stadspromotie en het aantrekken van bedrijven. De coalitie in Amersfoort vindt een goed cultureel klimaat kernzaak voor innovatie en voor de aantrekkelijkheid van een stad. Voorde coalitie in Heerlen is cultuur een van de speerpunten onder economische stimulering: 'Cultuur is van groot belang voor de ontwikkeling van de stad. Het wordt zelfs steeds meer een vestigingsvoorwaarde voor niet alleen creatieve mensen maar ook voor bedrijven. In Zwolle vindt de coalitie dat bedrijvigheid en cultuur in wijken bijdraagt aan de leefbaarheid. Cultuurnota's Maastricht hecht grote waarde aan het economische belang van cultuur. 'Dit kan men lokaliseren als men denkt aan […] aan het feit dat cultuur een grote bijdrage levert aan de creativiteit in de stad; […] als men denkt aan de constante instroom van een gepassioneerde en dynamische populatie kunstvakstudenten; als men bedenkt dat een vitale stedelijke cultuur creatief en hoogopgeleid talent aanzuigt en dat het de waarde van het vastgoed opstuwt; als men bedenkt dat de concurrentie tussen steden in hoge mate bepaald wordt door de al of niet aanwezige culturele dynamiek; als men bedenkt dat het de trots en identificatie van de bewoners met de stad versterkt; als men bedenkt dat een vitaal cultureel klimaat ook de nodige bezoekers trekt; als men bedenkt dat cultuur een uitgesproken imagoversterkend effect heeft; als men bedenkt dat cultuur de mentaliteit van een stad kan behoeden voor isolationistische trekken.' Centrale doelstelling van het cultuurbeleid in Lelystad luidt als volgt: 'het realiseren van een cultureel voorzieningenniveau dat bijdraagt aan een aantrekkelijk woon- en leefklimaat, bewoners en bezoekers van Lelystad stimuleert om kennis te nemen van en deel te nemen aan culturele activiteiten en de ontwikkeling van Lelystad tot een open, dynamische en volwaardige stad ondersteunt.' En verder: 'Cultuur zorgt ervoor dat de inwoners Lelystad niet alleen als een plaats zien
13
BENUT DE WAARDE VAN KUNSTEDUCATIE… DE BASIS VOOR HET LOKALE CULTUURBELEID!
om te wonen en werken, maar Lelystad daadwerkelijk als 'hun stad' gaan beleven. Gezichtsbepalende culturele voorzieningen en activiteiten dragen er aan bij dat Lelystad zich kan onderscheiden en zich kan presenteren als een complete, volwaardige en open stad, aantrekkelijk voor bewoners, bezoekers en bedrijven.' Purmerend meent dat een opwaardering van voorzieningen en verdere professionalisering van het culturele veld het leefklimaat positief kan beïnvloeden. Boxmeer noemt het binden van burgers en bedrijven aan de gemeente. Door middel van onderzoek is aangetoond dat de aanwezigheid van een goede culturele infrastructuur positieve invloed heeft op de aantrekkingskracht van een gemeente. Zwolle noemt cultuur als een afweging voor mensen bij de keuze voor een woonplaats. Hoe aantrekkelijker wij als Zwolle ook op cultuur gebied zijn, hoe meer wij mensen kunnen binden aan onze stad. Assen wil een stad zijn met het culturele klimaat dat past bij zijn ambities, want het culturele voorzieningen niveau en cultuurtoeristische activiteiten zijn een belangrijke factor voor de aantrekkelijkheid van de stad, voor zowel Assenaren, bezoekers, als voor nieuwe inwoners. 'Willen we als potentiële vestigingsplaats voor bedrijven een aantrekkelijk profiel krijgen, dan kan de aanwezigheid van een levendig cultureel leven daar een belangrijke bijdrage aan leveren.' Voor Delfzijl staat het buiten kijf dat investeringen in cultuur een positieve invloed hebben op het vestigingsklimaat van bedrijven en werknemers. 'Cultuur is daarmee van groot belang bij het in stand houden van de voorzieningen in deze regio. Het creëert waarde zowel op economisch terrein als dat van de kwaliteit van wonen en leven.' In Heerlen is cultuur succesvol ingezet om zich te ontworstelen aan het imago van probleemstad. 'De culturele sector wordt gezien als één van de krachtbronnen voor de ontwikkeling van de stad, als motor voor stedelijke ontwikkeling. Cultuur heeft die plek in de Stadsvisie van Heerlen en in het huidige meerjaren bestuurlijk programma. Cultuur is gekoppeld aan ruimte in de integrale CentrumVisie en in de ontwikkelingen van cultuurclusters in de wijken.' Specifiek over kunsteducatie geeft Lelystad nog aan dat dit de creatieve vermogens van mensen stimuleert, een competentie die in onze samenleving steeds belangrijker wordt. CULTUUR & SCHOOL De lokale culturele omgeving als basis voor kunst- en cultuureducatie in het onderwijs. Samenwerking tussen onderwijs en culturele instellingen bevorderen.
Kunsteducatie als onderdeel van het Brede school concept, zowel in het inhoudelijke programma als op het gebied van accommodatie. Kunsteducatie biedt een zinvolle invulling van de naschoolse opvang, door deskundige docenten.
Coalitieakkoorden De coalitie in Den Haag zet massief in op ontwikkeling van de Brede buurtschool: 'Wij willen het onderwijs verknopen met kinderopvang, peuterwerk, jeugdzorg, welzijn, sport, cultuur, bibliotheken en de activiteiten van de Centra voor Jeugd en Gezin. Dat levert inhoudelijke én ook financiële voordelen op'. Cultuurnota's In Amersfoort is het voor het onderwijsveld lang niet altijd duidelijk waar welk aanbod te halen valt. Culturele instellingen hebben op hun beurt vaak onvoldoende zicht op de vraag van scholen. Er is een behoefte gebleken naar een duidelijke intermediaire functie. Daarom wil de gemeente toe naar één tussenpersoon/-instelling die: informatie over cultuureducatie overzichtelijk aanbiedt; vraag en aanbod meer op elkaar afstemt; bemiddelt tussen onderwijs en cultuur; in kan spelen op de behoeften vanuit het onderwijs. Gezien de sterke binding met de stad ziet de gemeente hiervoor een
14
BENUT DE WAARDE VAN KUNSTEDUCATIE… DE BASIS VOOR HET LOKALE CULTUURBELEID!
rol voor Bureau Kunsteducatie van Scholen in de Kunst (centrum voor kunsteducatie en amateurkunst). Het doel daarbij is langlopende leerlijnen te creëren, zodat alle kinderen in Amersfoort in hun schoolcarrière van basis- en voortgezet onderwijs minimaal een keer alle culturele basisinstellingen en belangrijke erfgoedlocaties in Amersfoort bezocht hebben en met alle kunstdisciplines in aanraking zijn geweest. In Veenendaal wordt een programma School en Cultuur ontwikkeld dat de mogelijkheid biedt leerlingen in het basisonderwijs in contact te brengen met diverse vormen van cultuur: beeldende kunst, literatuur, toneel, muziek, dans en cultureel erfgoed. 'Zowel professionele culturele instellingen als amateurkunstorganisaties worden bij het programma betrokken. Belangrijk is dat het aanbod in samenspraak met de scholen wordt geformuleerd en zodoende aansluit bij de identiteit van iedere school. In het kader van talentontwikkeling, dat goed aansluit bij de cultuureducatie, kunnen jongeren bovendien uitgedaagd worden om te excelleren.' Lelystad wil haar inwoners de mogelijkheid bieden hun culturele competenties en vaardigheden te ontwikkelen door deel te kunnen nemen aan cursussen en bijeenkomsten op het gebied van kunst en cultuur. Speciale aandacht gaat daarbij uit naar het aanbod van cultuureducatie in het primair en voortgezet onderwijs. Als steunfunctie en projectbureau organiseert De Kubus tevens diverse projecten en dienstverlening op het gebied van cultuureducatie in het basis- en voortgezet onderwijs. Purmerend noemt het van belang dat een goed educatief aanbod voor het onderwijs gegarandeerd wordt door de lokale culturele instellingen. In Boxmeer gaat centrum voor de Kunsten De Meander nog sterker inzetten op het ontwikkelen van een vraaggestuurd aanbod en het samenbrengen van vraag en aanbod in de cultuureducatiesector. In Tiel wordt gezegd dat cultuureducatie van belang is voor de algemene ontwikkeling en vorming van het individu. Het voedt de verbeelding, verruimt de blik en stimuleert onderzoekend leren. 'Wij stimuleren daarom culturele instellingen en het onderwijs in hun streven om kunst, cultuur en erfgoed deel uit te laten maken van een leerrijke omgeving. Duurzame samenwerking tussen scholen en de culturele instellingen vinden wij van belang om cultuureducatie in het onderwijs te verankeren en leerlingen kennis te laten maken met hun culturele omgeving.' Volgens Delfzijl zorgt cultuureducatie voor variatie in het leerklimaat. 'Het biedt de mogelijkheid tot actief creëren en doet een beroep op meerdere vaardigheden tegelijk. Het spreekt voor zich dat een gevarieerd cultuuraanbod een belangrijke ondersteuning is voor elke vorm van cultuureducatie.' Brede scholen in Lelystad krijgen een schoolgebonden budget, waarmee de scholen een naschoolse cultuurprogramma kunnen ontwikkelen, dat aansluit bij het profiel van de school. De Brede scholen kunnen hierbij gebruik maken van het aanbod van culturele organisaties en instellingen. In Heerlen is cultuur gekoppeld aan onderwijs en maatschappelijke ontwikkeling door haar plek binnen brede maatschappelijke voorzieningen en Brede scholen. Cultuur is gekoppeld aan jeugd en jongeren. De cultuurscouts geven nieuwe impulsen aan de cultuureducatie en zorgen voor inbedding in het onderwijs. In Gouda wordt aan de Federatie brede school wordt gevraagd zich in te spannen voor het invoeren en in stand houden van een doorlopende leerlijn cultuureducatie voor de groepen 1 tot en met 8 op scholen. Hiermee wordt onder meer een versterkt educatief gebruik van cultuur beoogd, zoals dat in de programmabegroting als doelstelling genoemd staat. Aan de federatie en de scholen zal gevraagd worden bij voorkeur gebruik te maken van het aanbod van de in Gouda aanwezige gesubsidieerde culturele instellingen. Ook met de Brede scholen in het voortgezet onderwijs worden afspraken gemaakt over inbedding van cultuureducatie in het onderwijsprogramma en over een doorlopende leerlijn cultuureducatie, aansluitend op de leerlijn van het primair onderwijs, zodat jeugd en jongeren van 4 tot en met 18 jaar receptief, actief en reflectief geconfronteerd worden met cultuureducatie.
15
BENUT DE WAARDE VAN KUNSTEDUCATIE… DE BASIS VOOR HET LOKALE CULTUURBELEID!
CONCLUSIES Gemeenten zijn niet altijd even sterk in het onderbouwen van hun in beleid omschreven ambities. Ze blijven vaak steken in algemeenheden over de bijdrage van cultuureducatie aan de individuele ontwikkeling van kinderen, jongeren en volwassenen. Of het betreft gemeenplaatsen over de bijdrage van cultuur in brede zin aan allerlei andere beleidsterreinen. Ambities en motieven worden met elkaar verbonden en lopen in elkaar over. Zo staat bijvoorbeeld in een gemeentelijke cultuurnota te lezen: 'Cultuureducatie levert een belangrijke bijdrage aan de individuele ontwikkeling, participatie, talentontwikkeling en aan sociale cohesie.' Er vindt geen nadere toelichting plaats en doelstellingen worden niet zo helder - zoals in deze publicatie - van elkaar onderscheiden en uitdrukkelijk gemotiveerd. Alle vijf typen doelstellingen – cultureel, educatief, sociaal-maatschappelijk, economisch en cultuur & school – zijn evenwel terug te vinden in de gemeentelijke coalitieakkoorden en cultuurnota's. In de coalitieakkoorden wordt vooral gebruik gemaakt van het economische motief met als belangrijkste argument dat een volwaardig cultureel voorzieningenniveau de gemeente aantrekkelijk houdt voor inwoners en bedrijvigheid. Educatief wordt de ontwikkeling van inwoners door cultuur van belang geacht en cultureel wordt belangrijk gevonden dat mensen meedoen aan kunst en cultuur. In de cultuurnota's worden alle vijf de doelstellingen ongeveer evenveel genoemd. In het algemeen subsidiëren gemeenten instellingen voor kunsteducatie om te garanderen dat er een voldoende en gevarieerd aanbod is van kunst- en cultuureducatie voor de inwoners. Een tweede belangrijke taak, voornamelijk voor centra voor de kunsten, is het opereren als (regionaal) coördinatiepunt voor cultuureducatie, in het onderwijs en daarbuiten. Gemeenten die een instelling voor kunsteducatie binnen de gemeentegrenzen hebben noemen deze vaak een basisvoorziening in het culturele aanbod van hun gemeente. De culturele en educatieve doelen liggen in de cultuurnota's dicht tegen elkaar aan. Om als burgers culturele competenties te verkrijgen is het noodzakelijk dat kunst en cultuur op een aantrekkelijke manier bereikt kan worden en laagdrempelig toegankelijk is. Door bezoek aan en beoefening van de kunsten worden culturele competenties ontwikkeld, waardoor het meedoen bevorderd wordt. Ook Quirijn van den Hoogen stelt in zijn recent verdedigde proefschrift, waarin hij onder andere gemeentelijke cultuurnota's heeft onderzocht, vast dat kunstbeleving, als specifieke vorm van beleving, in beleid gekoppeld wordt aan persoonlijke ontwikkeling. En dat via de ontwikkeling van de identiteit van de deelnemer een vertaling naar het maatschappelijk niveau gemaakt wordt (Van den Hoogen 2010; 435). Er wordt door de gemeenten in akkoorden en plannen wel in algemene termen gesproken over het vergroten van individuele competenties en ontwikkeling van uniek talent, maar dit wordt weinig betrokken op de kwaliteit en diversiteit van het voorzieningenniveau. Het argument dat een centrum voor de kunsten bijvoorbeeld ook opleidt tot excellentie lijkt tegenwoordig weinig relevant. Centra worden vooral gezien als ontmoetingsplek, centraal of in de wijk, waar het niet alleen gaat over individuele educatie maar ook over samenspel en samenwerking. Vooral de centra voor de kunsten dragen bij aan een brede basis voor cultuur, ook in onderwijs en welzijn. Ook de sociaal-maatschappelijke en economische doelen liggen in de akkoorden en cultuurnota's dicht bij elkaar. Wellicht heeft dit te maken met de duidelijk zichtbare tendens naar integrale ontwikkeling. De relatie tussen kunst en cultuur en andere beleidsterreinen wordt steeds belangrijker. Kunst, cultuur, economie, ruimtelijke ontwikkeling, onderwijs, jeugdbeleid, welzijn, sociale innovatie, recreatie en toerisme grijpen in elkaar en zouden elkaar versterken. De economische dimensie is van
16
BENUT DE WAARDE VAN KUNSTEDUCATIE… DE BASIS VOOR HET LOKALE CULTUURBELEID!
belang voor vestigingsklimaat en creativiteit, de maatschappelijke dimensie voor het verwerven van sociaal-culturele competenties en sociale cohesie. Beide zijn van belang voor een levendige en toekomstbestendige gemeente. Van den Hoogen (2010) constateert dat gemeenten in de vroegere fase van de ontwikkeling van hun cultuurbeleid meer de neiging hebben om hun beleid extrinsiek te legitimeren op basis van de veronderstelde bijdrage aan de economische en sociale ontwikkeling van een gemeente. Pas in latere fasen wordt gemeentelijk beleid meer intrinsiek – meer gericht op deelname aan en beoefening van de kunsten zelf – gelegitimeerd. Ook constateert hij dat gemeenten van mening verschillen over de vraag in hoeverre beleidsdoelen in het sociale domein niet toch afhankelijk zijn van de intrinsieke werking van de kunsten. Wat de cultuur & school doelen betreft vinden gemeenten het erg belangrijk dat het onderwijs en de gesubsidieerde cultuursector met elkaar samenwerken. Het verschilt per gemeente wie hiervoor als eerste verantwoordelijk gesteld – en daarmee beleidsmatig gestimuleerd - wordt: scholen, culturele instellingen of beide. Ditzelfde geldt voor de Brede school ontwikkeling. Voor de cultuurnota's is het de vraag of de daarin genoemde plannen nog steeds uitgevoerd kunnen worden, ook met minder financiële middelen. Er zijn echter nog steeds steden die er duidelijk voor kiezen om te investeren in kunst en cultuur. Dit zijn steden die te maken hebben met groei (Lelystad, Amersfoort, Assen). Maar ook steden als Heerlen en Delfzijl die te maken hebben met krimp willen hun gemeente door middel van kunst en cultuur aantrekkelijk houden. Er blijken verschillende beleidsopties te zijn waar gemeenten nog steeds in willen investeren, zowel wat de fysieke ruimte betreft als de inhoud. Dit zijn de zogenaamde cultuurpleinen (bijvoorbeeld Assen), de Cultuurmijl (Enschede) en de multifunctionele cultuurgebouwen (bijvoorbeeld Tiel). Het gaat hierbij om verdichting van kunst en cultuur op één plek; een cultureel of educatief kwartier. De andere optie is kunst en cultuur(educatie) in de wijk. Dus juist geen centralisatie maar het spreiden van educatieve activiteiten over de stadswijken of dorpskernen (zie Leeuwarden, Zwolle en Den Haag). Twee tegengestelde bewegingen; centraliseren of decentraliseren. Voor beide opties geldt dat het de gemeente vooral te doen is om het bereik van de voorzieningen voor kunsteducatie onder de burger te vergroten. Of door het inzetten op een grote, zichtbare cultuurverzamelplek, met een uitstraling die mensen aantrekt óf door cultuur dicht bij de mensen te brengen, en daardoor de drempel voor deelname te verlagen. Hoofddoel is dat zoveel mogelijk mensen meedoen, want dat is van belang voor de gemeente: het vergroot de kansen en de ontwikkeling van burgers, het versterkt de sociale cohesie en het vergroot de aantrekkelijkheid van de leefomgeving.
LITERATUUR Hagenaars, Piet, Vera Bergman, Guy Miellet en Josefiene Poll (2003). 'Cultuureducatie'. In: Wijn, C.H. (red.) [et al.]. Handboek Cultuurbeleid. Den Haag: Elsevier Overheid, 1989-…. Hoek, Sanne van den, Josefiene Poll en Paul Vogelezang (2010). Netwerken binnenschoolse cultuureducatie. Een handreiking voor gemeenten. Utrecht: Cultuurnetwerk Nederland. Hoogen, Quirijn van den (2010). Performing Arts and the City: municipal performing arts policy in the Brave New World of evidence-based policy. Groningen: Rijksuniversiteit Groningen.
17
BENUT DE WAARDE VAN KUNSTEDUCATIE… DE BASIS VOOR HET LOKALE CULTUURBELEID!
Konings, Fianne en Vic Veldheer (2010). Het overheidsbeleid voor de kunstbeoefening in de vrije tijd. In: Mogelijkheden tot kunstbeoefening in de vrije tijd. Den Haag: SCP. Kunstconnectie/VKV, Cultuurnetwerk Nederland, VNG, Ministerie van OCW (2006). Kunsteducatie loont! Utrecht: Kunstconnectie/VKV. Kunstconnectie/VKV (2006). Handreiking kunsteducatiebeleid. In: Cultuureducatie: de kracht van lokaal en provinciaal beleid. Utrecht: De Kunstconnectie/VKV. Kunstfactor, Nederlands Centrum voor Volkscultuur, Cultuurnetwerk Nederland, Fonds voor Cultuurparticipatie, Raad van Twaalf, Jeugdcultuurfonds, Kunstconnectie, Erfgoed Nederland (2010). Kunst, heel gewoon…. Utrecht: Kunstfactor. Poll, Josefiene, Marlies Tal & Anneloes Vermeulen (2009). Kunst Lokaal: kunsteducatie in, om en buiten de school. Utrecht: Cultuurnetwerk Nederland in opdracht van BisK/CVA.
BELEIDSDOCUMENTEN Gemeente Amersfoort. Nieuw Amersfoorts Peil. Nota voor het cultuurbeleid 2008-2015. Gemeente Assen. Cultuurpalet. Cultuurbeleid 2008-2012. Gemeente Berkelland. Cultuurnota Berkelland. [2008-2009] Gemeente Boxmeer. CultuurRijk Boxmeer. Conceptnota Kunst- en cultuurbeleid 2007-2015. Gemeente Delfzijl. Cultuur aan de Kust. Kadernota kunst & cultuur. 2010 en verder. Gemeente Den Haag. Adviesaanvraag Meerjarenbeleidsplan Kunst en Cultuur 2009-2012. Gemeente Enschede. Cultuurparticipatie in Enschede. Aanvraag Regeling Cultuurparticipatie 20092012. Gemeente Gouda. Cultuur in Gouda. Cultuurnota 2008-2011. Gemeente Heerlen. Heerlen bloeit op: een nieuwe culturele lente is begonnen. De culturele agenda van Heerlen 2009 – 2012. Gemeente Lelystad. Cultuurnota 2009-2012. Gemeente Leeuwarden. Cultuurnota gemeente Leeuwarden 2009 en verder. Gemeente Maastricht. Cultuuragenda 2009-2012. Maastricht stad van culturele carrières. Gemeente Oss. Actualisering van de nota Koers in kunst & cultuur. Versie 2 [2009]. Gemeente Purmerend. Cultuurnota [2007-2015]. Gemeente Tiel. Cultuurnota Tiel 2007-2010. Promotie & Participatie. Gemeente Veenendaal. Visienota Kunst- en cultuurbeleid 2009-2012. Gemeente Zwolle. Cultuurvisie 2020.
18
BENUT DE WAARDE VAN KUNSTEDUCATIE… DE BASIS VOOR HET LOKALE CULTUURBELEID!
COLOFON Benut de waarde van kunsteducatie… de basis van het cultuurbeleid! Een beschrijvend onderzoek naar motieven van gemeenten om lokaal instellingen en activiteiten voor kunsteducatie te subsidiëren
Auteur Vera Meewis In samenwerking met Piet Hagenaars Sanne van den Hoek
augustus 2010
© Cultuurnetwerk Nederland Ganzenmarkt 6 Postbus 61 3500 AB Utrecht Telefoon 030-236 12 00 Fax 030-235 12 90 E-mail
[email protected] Internet www.cultuurnetwerk.nl
19
BENUT DE WAARDE VAN KUNSTEDUCATIE… DE BASIS VOOR HET LOKALE CULTUURBELEID!