Adviezen/Conclusies Vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d. 19 maart 2013
CONCEPT 1.
Onderwerp
Advies / conclusie
Opening en vaststelling agenda
Aanwezig: de heer P.M. Terpstra (W@I) de heer J.P. Verweij (ChristenUnie) mevrouw W.A. Bodewitz (PVDD) de heer N.J.M. Ypma (Bedrijven) de heer H. Schalkwijk (Agrariërs) mevrouw G.H. van der Nat (PvdA) de heer W.H. de Beaufort (Bos- en Natuureigenaren) de heer G.J.P. Jansen (WN) de heer B. de Jong (CDA) de heer J. Verheul (CDA) de heer J.J.H.G.D. Karelse (WN) de heer G. van Leeuwen (SGP) de heer R.D. Woittiez (VVD) de heer P.J.M. Poelmann (dijkgraaf) mevrouw E. van der Vorm, de heren J.G.M. Kromwijk, H.A.P. van der Maat en G.P. Beugelink (hoogheemraden) de heer J. Miedema (secretaris a.i.) mevrouw K. Verhoef (notulist, Notuleerservice Nederland) Afwezig: De dames A. Hiemstra (AWP), T. van der Stroom (VVD) en A.J. de Kruijf (Bos- en Natuureigenaren) De voorzitter, de heer Poelmann, opent de vergadering om 19.30 uur en heet iedereen welkom. Er zijn berichten van verhindering ontvangen van mevrouw Hiemstra (AWP) en mevrouw Van der Stroom (VVD). Agenda De heer De Beaufort (Bos- en Natuureigenaren) mist als vast agendapunt het veranderingsproces. De voorzitter geeft aan dat dit punt bij de mededelingen wordt toegelicht. De heer Ypma (Bedrijven) zegt dat het toesturen van de vergaderstukken te veel in stukjes gebeurt. Hij vraagt om ordelijkheid bij het verzenden van de documenten. De heer Van Leeuwen (SGP) stelt voor om agendapunt 5 vóór agendapunt 4 te behandelen, omdat hij om 20.45 uur weg moet. De voorzitter vindt dit geen logische volgorde, maar constateert dat de overige commissieleden hier geen bezwaar tegen hebben. De agenda wordt vervolgens vastgesteld.
2.
Adviezen/ conclusies en actiepuntenlijst
Bestuurszaken / DM 628356
a) Adviezen en conclusies vergadering 29 januari 2013 Redactioneel Er zijn geen opmerkingen en het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld. Naar aanleiding van Pagina 2, Hollandse IJssel: de heer Verweij (CU) merkt op dat het algemeen bestuur het overdrachtsakkoord nog niet heeft bekrachtigd. Uit de geheime notulen van 31 oktober 2012 blijkt dat er kennis is genomen van de stand van zaken, maar het akkoord is niet in een openbare vergadering bekrachtigd. Spreker vraagt hier aandacht voor. De voorzitter heeft het gevoel dat dit vooral een formaliteit is, maar het is wellicht goed de overeenkomst met RWS alsnog te agenderen voor de algemeen bestuurvergadering van 17 april a.s. (actiepunt nr. 198) Pagina 10, aanbesteding: de heer Verweij (CU) wijst erop dat een concurrentiegerichte dialoog onderdeel is van een aanbestedingsprocedure. Het zou goed zijn om nog eens goed te kijken naar de procedure en naar de Pagina 1 van 11
Adviezen/Conclusies Vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d. 19 maart 2013
CONCEPT
momenten waarop binnen het algemeen bestuur gesproken wordt over kredietverstrekking. Er was in dit verband wel degelijk sprake van boeteclausules. Mevrouw Van der Vorm antwoordt dat er inderdaad een concurrentiegerichte dialoog is opgezet met drie aanbieders, omdat het algemeen bestuur een beter inzicht wilde krijgen in de kosten van de TDH. Er zijn geen bindende afspraken gemaakt. Er is wel een geringe rekenvergoeding afgesproken als het voor een bepaalde aanbieder niet doorgaat. In de commissievergadering van 23 april zal het college een aangepast voorstel voorleggen, omdat het geen van de aanbieders gelukt is om binnen de gestelde financiële kaders te blijven. Pagina 7, nota muskusrattenbeheer: de heer Verweij (CU) zegt dat er voldoende draagvlak voor deze nota was en dat deze kon worden doorgeleid naar het algemeen bestuur. Wat is er misgegaan? Vanavond staat de nota immers weer op de agenda. De voorzitter antwoordt dat er gekozen is voor deze praktische oplossing, omdat er in het algemeen bestuur op een erg laat tijdstip nog te veel punten naar voren kwamen. Er is door de ambtenaren en mevrouw Bodewitz erg hard aan alle punten gewerkt, zodat het op de algemeenbestuurvergadering van volgende week een kort behandelpunt kan zijn. De heer Ypma (Bedrijven) had over de TDH een aantal vragen gesteld, met name over alle dilemma’s rond de functionele inpassing in de installatie. Hij heeft hier nauwelijks antwoord op gehad. Hij adviseert om hier in het nieuwe voorstel voor de TDH voldoende aandacht aan te besteden, omdat het een behoorlijke risicofactor vormt. Mevrouw Van der Vorm neemt deze opmerkingen ter harte.
b) Adviezen en conclusies extra vergadering 13 februari 2013 Redactioneel en naar aanleiding van Er zijn geen opmerkingen en het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld. c) Actiepuntenlijst Ad 131: Er is reeds toegezegd de notitie te agenderen voor de vergadering van 23 april. Ad 146: Mevrouw Bodewitz (PVDD) stelt voor om actiepunt 146.1 niet af te voeren, om te waarborgen dat dit punt nog terugkomt in de commissie. De voorzitter concludeert dat dit punt zal worden behandeld bij het verslag van de veldproef. De termijn van dit actiepunt schuift hiermee door naar een later tijdstip. Ad 150: Actiepunt is afgedaan. Ad 183: Actiepunt is afgedaan. Informerend deel 3.
Mededelingen/ ingekomen stukken
Bestuurszaken / DM 628356
Mededelingen De voorzitter: Naar aanleiding van de motie De Beaufort heeft de nieuwe secretaris, de heer Miedema, een veranderagenda voorgesteld, om uitvoering te geven aan het BMC-rapport en alles wat er besproken is in de vergadering van 16 januari jl. Dit behelst ook de verwerking van de twaalf gesprekken met alle fracties. Volgende week wordt dit onderwerp in het algemeen bestuur besproken. De heer Miedema: Spreker is na zijn aanstelling gelijk met de motie De Beaufort en het BMCrapport aan de slag gegaan en heeft daarvoor de veranderagenda geïntroduceerd. Procedureel gezien is het juist dat het algemeen bestuur de veranderagenda eerst formeel vaststelt. Daarna kan het onderwerp als vast agendapunt in de commissie terugkomen, waarbij de heer Miedema elke keer de stand van zaken zal toelichten. De heer De Beaufort (Bos- en Natuureigenaren) bedankt voor deze informatie. Pagina 2 van 11
Adviezen/Conclusies Vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d. 19 maart 2013
CONCEPT De heer Kromwijk: Inzake de gemeenschappelijke regeling BghU worden nu voorbereidingen getroffen om per 1 januari 2014 de belastinginning te kunnen gaan doen. Hiervoor moet een automatiseringspakket voorgefinancierd worden. Volgende week komt er in het algemeen bestuur een voorstel voor tijdelijke financiering vanuit de HIJ-gelden. Het voorstel gaat vanwege de tijdsdruk gelijk naar het algemeen bestuur. Mevrouw Van der Vorm: Morgen start de projectdirecteur voor RWZI Utrecht, de heer Willem de Jager. Hopelijk kan hij zich volgende week voorstellen in het algemeen bestuur. Toegezegd wordt om vooraf zijn cv beschikbaar te stellen. De Nereda-proefinstallatie is gereed en gestart. Er is slib uit Epe aangevoerd om hier een start te maken. Alleen in de aanloop wordt slib uit Epe gebruikt om de installatie te enten. Daarna zal slib uit Utrecht aangevoerd worden. De heer Woittiez (VVD): Het is geen probleem als stukken vanwege de haast direct naar het algemeen bestuur gaan, maar de discussie moet dan wel op algemeen bestuurlijk niveau gevoerd worden. Er moet voor gewaakt worden dat het geen verkapte commissievergadering wordt. Ingekomen stukken/ter kennisneming toegestuurd De heer Jansen (WN): Spreker stelt voor om de Managementletter 2012 en het besprekingsverslag met de accountant te agenderen. De heer Kromwijk antwoordt dat er reeds een toezegging is gedaan om voor de junivergadering van de commissie BMZ de accountant uit te nodigen. Deze documenten kunnen dan in de discussie worden meegenomen. (actiepunt nr. 199) Mevrouw Bodewitz (PVDD): Het werkplan Bureau Brussel is eveneens ter kennisneming toegezonden. Naar aanleiding hiervan vraagt spreekster om een notitie waarin de lobbyuitgangspunten van De Stichtse Rijnlanden zijn opgenomen. Als voorbeeld noemt zij het onderwerp effectiviteit van verdrinkingsvallen, waarvoor nog een onderzoek loopt. De voorzitter zegt toe dat dit een actiepunt wordt. (actiepunt nr. 200) De heer De Beaufort (Bos- en Natuureigenaren): Spreker wil graag stuk c ‘Wijze van toezicht gemeenschappelijke regelingen’ een keer in de commissie bespreken. De voorzitter zegt toe dat dit in de volgende commissievergadering aan de orde zal komen. (zie ook actiepunt nr. 131) Stukken ter consultering 5.
Financieel kader voorjaarsnota 2013 (2014-2017)
De presentatie wordt verzorgd door de heren Kromwijk en Dankaart. De sheets van de presentatie worden bij het verslag gevoegd. De heer Kromwijk geeft een korte toelichting op het tijdpad. Vanavond moet er duidelijkheid komen over de geïndexeerde nullijn en overeenstemming over het proces. In de gecombineerde vergadering van 12 juni zal vervolgens de inhoudelijke discussie worden gevoerd. De voorjaarsnota wordt in de abvergadering van 10 juli vastgesteld, waarna in september/oktober een evaluatie kan plaatsvinden. Eerste termijn De heer Woittiez (VVD): Het idee van kaarten c.q. herprioriteringsvoorstellen spreekt erg aan. Hoe scherp kijkt het college naar de nullijn? De MEV-cijfers geven voor 2013
Bestuurszaken / DM 628356
Pagina 3 van 11
Adviezen/Conclusies Vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d. 19 maart 2013
CONCEPT een inflatiecijfer aan van 2%, dus waar berust de 2,6% op? Als men alles juist doorrekent, komt men voor 2017 uit op 111 miljoen euro, maar niet 120,4 of zelfs 126,7 miljoen. Er zou eerst een goede discussie gevoerd moeten worden over wat er nu precies wordt verstaan onder de geïndexeerde nullijn. De heer Ypma (Bedrijven): Het is niet ongebruikelijk om bij de voorjaarsnota een beschouwing van de omgeving te doen. Iedereen moet behoorlijk inleveren, dus moet De Stichtse Rijnlanden niet op dezelfde manier acteren? De Stichtse Rijnlanden is immers onderdeel van de maatschappij. Het zou goed zijn een evaluatie te maken en te bekijken waar De Stichtse Rijnlanden nu staat. Spreker stelt voor om in plaats van naar de begroting naar de lijn te kijken, die misschien wel naar beneden moet. Het is jammer dat dit besef er binnen de organisatie niet is. De afgelopen jaren is er veel geïnvesteerd, maar het is nog niet bekend wat de effecten zijn. De investeringen moeten daarom voorlopig on hold, opdat eerst een evaluatie kan plaatsvinden. Voor RWZI Utrecht zou De Stichtse Rijnlanden moeten aankoersen op renovatie. Dit scheelt enorm veel geld. De heer Van Leeuwen (SGP): In een eerdere ab-vergadering wilde spreker door middel van een motie helderheid krijgen over wat er valt onder de geïndexeerde nullijn. Destijds was hier geen meerderheid voor te vinden. De uitleg die gegeven werd, was dat een aantal dingen nog konden worden opgevoerd buiten de geïndexeerde nullijn. Het verbaast spreker dat er nu een extra opsomming van zaken die buiten de nullijn vallen wordt gegeven. Het wordt op deze manier wel heel erg ruim. De voorbereiding en de aanpak met het kaartensysteem zijn prima. De heer De Beaufort (Bos- en Natuureigenaren): Spreker is zeer content over de presentatie en de aanpak. Het is wel zorgelijk dat 50% van de begroting vastligt. Het zou goed zijn om bij elke prioritering te meten wat het effect is op de verhouding van de 50%, 30% en 20%. Daarmee kan geprobeerd worden om de 50% naar beneden te krijgen, zodat er geleidelijk meer ruimte in de begroting komt. Ook moet er bekeken worden wat het effect is op het EMU-saldo. Mevrouw Bodewitz (PVDD): Spreekster maakt een compliment voor de gekozen systematiek. De geïndexeerde nullijn is een goed streven, maar het mag niet ten koste gaan van belangrijke zaken als veiligheid, milieu en natuur. Het moet wel haalbaar zijn. Bij het eventueel achterwege laten van investeringen ontstaat het risico van meer onderhoudskosten. De gevolgen hiervan op langere termijn moeten goed bekeken worden. De heer Jansen (WN): Spreker sluit zich aan bij de complimenten van de vorige twee fracties. Hij wil benadrukken dat de financiële situatie van HDSR heel gezond is. Desondanks is het belangrijk om met gezond verstand naar de begroting te kijken. De discussie over de geïndexeerde nullijn komt elke keer weer terug. Het is belangrijk dat er nu helderheid komt over wat er wel en niet onder valt. Spreker is benieuwd of het college bij de presentatie van de kaarten een bepaalde filosofie en/of strategie gekozen heeft. Of is het puur een opsomming totdat het benodigde bedrag is bereikt? Mevrouw Van der Nat (PvdA): Spreekster sluit zich eveneens aan bij de tevreden woorden van de andere fracties. Zij denkt dat de gekozen methodiek goed werkbaar is. Het is ook netjes om hiermee aan de slag te gaan voor de nieuwe bestuursperiode. Het is belangrijk om goed te kijken naar de effecten op de lange termijn. Voor het algemeen bestuur biedt dit kader voldoende kansen voor een goede samenwerking. De heer De Jong (CDA): Bestuurszaken / DM 628356
Pagina 4 van 11
Adviezen/Conclusies Vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d. 19 maart 2013
CONCEPT
Het CDA kan zich vinden in de benaderingswijze. Het belangrijkste is dat men het eens wordt over de financiële kaders en dat er duidelijkheid komt over de geïndexeerde nullijn. Als het waterschap kwalitatief goed werk wil blijven leveren, dan is het realistisch om met een indexering rekening te houden. Bezuinigingen zijn dan vooral inhoudelijk en daarvoor zijn de kaarten een goed middel. Het is belangrijk om alles in het perspectief van de langere termijn te bezien. Grote investeringen, zoals RWZI Utrecht, moeten in dit perspectief worden meegenomen. De heer Schalkwijk (Agrariërs): Het is nog niet helemaal duidelijk hoe de geïndexeerde nullijn tot stand gekomen is. Spreker maakt zich zorgen om de financiële positie van het waterschap als 50% van de begroting vastligt. Door grote investeringen wordt dit percentage hoger en daarmee de marge om iets te doen kleiner. Het zou goed zijn om pas op de plaats te maken met niet direct noodzakelijke investeringen. Wat zijn de gevolgen van de begroting voor de tariefontwikkeling? De heer Van Leeuwen verlaat om 20.48 uur de vergadering. De heer Verweij (CU): Het is fraai hoe dit voorstel wordt gepresenteerd en het is fijn dat de commissie in een vroeg stadium geconsulteerd wordt. Er is veel discussie over de nullijn. Misschien is de constatering juist dat er een kostenplafond in de begroting is. Alles daarboven moet worden bezuinigd. De prioriteit zou moeten liggen bij bezuinigingen in de bedrijfsvoering. Dit houdt in hetzelfde werk doen tegen minder kosten. Dit zijn de quick wins. Het is vreemd dat het ambtelijk apparaat nadenkt over bestuurlijke bezuinigingen. Dit is een discussie die met de portefeuillehouders gevoerd moet worden. Bij de bestuurlijke keuzes moet onderscheid worden gemaakt tussen verschillende categorieën: hetzelfde doel bereiken tegen minder kosten, zaken faseren en als laatste taken schrappen. Het is goed om aan de hand van kaarten te discussiëren over bezuinigingen, maar uiteindelijk moet er wel een pakket uit komen waar iedereen tevreden mee is. Beantwoording De heer Kromwijk: Inzake de geïndexeerde nullijn legt spreker uit dat er in het voorstel een groene lijn is. De geïndexeerde nullijn bestaat uit de berekeningen boven de groene lijn. Alle toevoegingen eronder hebben geen gevolgen voor de geïndexeerde nullijn. Dit zijn extra bezuinigingen voor de komende jaren. Over de indexering moet een beslissing worden genomen. Spreker vindt de genoemde 2,6% niet abnormaal. In de indexering zit ook de 2% btw-verhoging. De heer Woittiez (VVD): Het college hoeft niets van een indexering te vinden. Het CPB is hier de aangewezen instantie voor. Het indexcijfer kan gekozen worden met referte aan het CPB. De heer Kromwijk: Natuurlijk wordt er bij het indexeringscijfer goed gekeken naar de CPB-norm. Het refertecijfer is doorgetrokken, omdat het CPB geen cijfers afgeeft voor meerdere jaren. In opdracht van het algemeen bestuur heeft het college de begroting 2014 voorbereid op basis van de geïndexeerde nullijn. In de tariefstelling zitten reserves. Tijdens de begrotingsbehandeling kan het algemeen bestuur aangeven of de indexering wel of niet doorbelast moet worden. De heer Ypma (Bedrijven): Bestuurszaken / DM 628356
Pagina 5 van 11
Adviezen/Conclusies Vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d. 19 maart 2013
CONCEPT Het dagelijks bestuur kan ook zelf met goede voorstellen komen. De voorzitter: Op 21 november 2012 is bij de behandeling van de begroting invulling gegeven aan de nullijn. Hier is onverwacht extra de pensioenpremieverplichting voor het waterschap bijgekomen. Het bedrag van 104,1 miljoen euro is dus volstrekt in lijn met wat het algemeen bestuur in november 2012 heeft bepaald, behoudens die extra 2 ton. De heer Kromwijk: De investering voor RWZI Utrecht zal opnieuw tegen het licht worden gehouden. Renovatie zal daarbij zeker ook bekeken worden. Hopelijk lukt het om dit voor de begroting van dit jaar rond te krijgen. Er komt echter hoe dan ook een investering aan. De bestemmingsreserve die hiermee gemoeid is, komt in april aan de orde. De afgelopen periode zijn er veel investeringen gedaan, waarvan de afschrijvingen drukken op de begroting. De 50% vaste lasten zullen daarom nog wel even doorlopen. Het is een utopie dat dit percentage de komende jaren zal zakken. Het zal eerder stijgen. De ruimte bij andere posten is er wel, maar deze is niet spectaculair groot. Als actiepunt wordt toegezegd de financiering in het algemeen t.a.v. investeringen en grote projecten nog eens tegen het licht te houden. (actiepunt nr. 201) De voorzitter: RWZI Utrecht is in de gesprekken met alle fracties aan de orde geweest. De behoefte om goed te kijken naar de investering, zowel voor nieuwbouw als renovatie, is groot. Nieuwbouw is duur, dit kost 30 euro per huishouden. Deze discussie moet een keer apart gevoerd worden. Tweede termijn De heer De Beaufort (Bos- en Natuureigenaren): Spreker realiseert zich dat de 50% de neiging zal hebben om te stijgen. Het zou goed zijn een criterium te ontwikkelen waaraan men het effect van een bepaalde maatregel op het vaste percentage van 50% kan toetsen. De heer Woittiez (VVD): Het zou goed zijn als er een aantal variabelen wordt meegegeven hoe men tegen de nullijn kan aankijken. Aan de voorkant moet goed bepaald worden welke zaken in de geïndexeerde nullijn meegenomen worden. Nu wordt er te veel ‘naar binnen gefietst’. Tegenvallers zoals de pensioenpremie moeten op een andere manier gecompenseerd worden, niet door steeds de geïndexeerde nullijn aan te passen. De heer De Jong (CDA): De bezuinigingstaakstelling wordt hoger als de extra’s uit de nullijn gehaald worden. Daarbij moet dan goed bekeken worden welke bezuinigingen haalbaar zijn, gesteld dat een bepaald kwaliteitsniveau gehandhaafd moet blijven. De meerjarige indexering is een voorlopig cijfer. Het CDA kan met dit uitgangspunt leven. De plussen zijn benoemd in de zin van extra lasten die onder de geïndexeerde nullijn worden gebracht. Het algemeen bestuur moet hier een duidelijke uitspraak over doen en een objectief criterium voor de indexering bepalen. Zodra dit kader is vastgesteld, kan het vervolgens gebruikt worden voor ‘het spel met de kaarten’. Het is altijd zinvol om te kijken of bestuurlijk dingen slimmer kunnen worden gedaan. Een incidentele investering kan nodig zijn om op termijn de kosten terug te verdienen c.q. omlaag te brengen. Het weerstandsvermogen van het waterschap kan dit prima aan. De heer Ypma (Bedrijven): Het is goed om ook naar personeelsreductie te kijken. Spreker wijst op de ontwikkelingen bij Rijkswaterstaat: ‘prestatiegericht presteren in concurrentie’. Beheer en onderhoud worden steeds minder zelf gedaan en steeds meer overgedragen aan de markt. Bestuurszaken / DM 628356
Pagina 6 van 11
Adviezen/Conclusies Vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d. 19 maart 2013
CONCEPT De heer Jansen (WN): Spreker stelt voor om vast te houden aan datgene wat in november is afgesproken. Nu is het onzeker waar de nullijn ophoudt: er wordt telkens iets aan toegevoegd. Dit betekent logischerwijs een extra taakstelling. De heer Verweij (CU): Spreker stelt voor om te kijken naar de methode KR8 van Rijkswaterstaat, inzake acht bezuinigingsterreinen. Spreker kan zich vinden in de woorden van de heer Jansen. Er moet sprake zijn van een kostenplafond. Verder vraagt hij aandacht voor het investeringsplafond. Het kan niet zo zijn dat zaken uit de reguliere begroting worden verschoven naar de investeringsbegroting, waardoor de rentelasten uiteindelijk toch op de begroting gaan drukken. Ontwikkelingskaarten zijn een goed idee. Bij gewenste ontwikkelingen moeten wel verschillende alternatieven met duidelijke kostenplaatjes worden genoemd. Beantwoording De heer Kromwijk: De bezuinigingen zijn voor het college een continu proces. Kort na de voorjaarsnota moet het college al aan de slag met de begroting 2015. De voorjaarsnota wordt op 10 juli vastgesteld. De uitgangspunten zal het college verder uitwerken in de begroting. Spreker stelt voor om voor het werkgeversdeel pensioenpremie een kaart te maken. De voorzitter concludeert dat de meerderheid van de fracties de geïndexeerde nullijn van november 2012 als uitgangspunt wil nemen. Het college zal nog kijken naar het bedrag van 200.000 euro voor de pensioenpremies. Binnenkort wordt er een discussie gevoerd over RWZI Utrecht, waarbij de optie nieuwbouw en de optie renovatie besproken zullen worden. Het college zal verder alle suggesties van vanavond meenemen. 4.
Burap 2012 no. 2
Bestuurszaken / DM 628356
Eerste termijn De heer Karelse (WN): WN is op hoofdlijnen tevreden over de Burap, maar is wel benieuwd hoe het college omgaat met bijsturingsmaatregelen. Het algemeen bestuur is immers vooral geïnteresseerd in afwijkingen, de oorzaken daarvan en de maatregelen die worden genomen om bij te sturen. Er volgen nog aparte rapportages over HWGP en RWZI’s. Spreker stelt voor om een prioriteitstelling aan te brengen met conclusies en aanbevelingen, waaruit dan een aantal speerpunten naar voren komt. Punt 17 en 19: wat gebeurt er verder met het verdrogingsgebeuren/TOPgebieden? Punt 34, 41, 43 en 47-50: welke maatregelen worden hier genomen? De heer Woittiez (VVD): De VVD is eveneens tevreden over de Burap. In het licht van ‘bouwen aan vertrouwen’ heeft men er echter niet veel behoefte aan om hier verder op in te gaan. Het is spannender om vooruit te kijken. De heer Ypma (Bedrijven): Een groot aandeel is niet op tijd: 45% is goed, 15% is onvoldoende, 37,5% gedeeltelijk. De rapportage is op zich goed, behoudens één belangrijk onderwerp, namelijk het sturingsmechanisme. Dit wordt steeds doorgeschoven. Omdat dit als kader gaat dienen voor de voorjaarsnota, moet er nog goed naar de onderdelen van het besluit gekeken worden. Dit is bij het vorige agendapunt nauwelijks besproken. De opmerkingen bij het vorige agendapunt hadden eigenlijk niet gemaakt hoeven worden, omdat uit de Burap blijkt dat het waterschap nog scherper op de nullijn moet gaan zitten. Pagina 7 van 11
Adviezen/Conclusies Vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d. 19 maart 2013
CONCEPT
Een aantal doelstellingen wordt in cijfers uitgedrukt. Soms gebeurt dit cumulatief, maar het is niet altijd duidelijk wat er echt gebeurd is. Hoe is het compartimenteringsplan van het boezemstelsel in het geheel meegenomen? Sommige zaken zijn niet goed opgeteld (pagina 12). Wat is er specifiek dit jaar in de TOP-gebieden gedaan? Voor de renovatie van de cultuurhistorische oevers bestaat nog steeds de mogelijkheid om een bijdrage van de gemeente Utrecht te vragen, om het veiligheidsprobleem aan te pakken. De NBW-maatregelen moeten een hogere prioriteit krijgen dan EKRW (pagina 18). Bij de aanbestedingssommen wordt een bedrag van 14,1 miljoen euro genoemd. Zijn dit beheers- en onderhoudskosten? Mevrouw Van der Nat (PvdA): PvdA is tevreden over de rapportage en over de bereikte resultaten. Het nieuwe beleid begint zijn vruchten af te werpen. Op pagina 12 staat iets over beleid dat wordt vastgesteld door het college. Mag het algemeen bestuur hier ook nog iets van vinden? Pagina 16, indicator 16: er wordt genoemd dat er onvoorziene grote weerstand is voor één maatregel. Welke maatregel is dit? Pagina 21, indicator 34: de visplannen zijn niet toetsbaar gebleken. En nu? Pagina 34: de cijfers kloppen niet helemaal. De heer Terpstra (W@I): Spreker is tevreden over de bestuursrapportage en over de resultaten. Hij plaatst wel kritische kanttekeningen bij het investeringsniveau. De kosten zullen toenemen door alle investeringen. Pagina 15, nr. 21: er staat dat de uitvoering van de WGP’s gereed is in 2020. Met de huidige snelheid is dit illusoir. Pagina 15, nr. 22: in hoeverre kan men nog steeds rekenen op gelden van het Rijk in relatie tot de Nota Ruimte? Pagina 16, nr. 13 en 16: de toelichtingen zijn hier niet duidelijk. Waaruit bestaat de weerstand die bij punt 16 wordt genoemd? Pagina 17 en 22: hier wordt een behoorlijke toename van de rentekosten genoemd. Dit kan toch geen verrassing zijn? Pagina 21, nr. 27: waarom moet er een alternatieve locatie worden gezocht voor het synergieproject? Pagina 21, nr. 31: als het zo moeilijk is om 4 km natuurvriendelijke oevers te vinden, kan men er beter mee stoppen. Kennelijk zit niemand er dan op te wachten. Pagina 29: brengt het waterschap te hoge incassokosten in rekening? Pagina 32: voor wie zijn de leaseauto’s? De jaarlijkse toename van de personeelskosten is zorgwekkend. Wat kan hieraan worden gedaan? Pagina 41: er staat dat de subsidieaanvraag nog niet concreet genoeg is. Wat is dan precies de vraagstelling? Hoe zit dit in elkaar? De heer Verweij (CU): Spreker geeft een compliment voor de Burap. Het is goed dat het college ook zelf aangeeft wat men ervan vindt. Het is jammer dat financiële meevallers worden weggestreept tegen tegenvallers. Spreker pleit ervoor om dit gescheiden te houden. Er wordt positief gedaan over de inhaalslag van projecten, maar spreker heeft de indruk dat veel interne kosten ten laste van de kredieten komen. De begroting wordt hiermee ontlast, maar de kredieten zijn snel op. Het is goed om een keer de discussie te voeren hoe het waterschap omgaat met kredieten. De tabel bij de samenvatting financieel beleid geeft een heldere verantwoording van de verschillende ontwikkelingen. Spreker pleit ervoor om ook bij de jaarrekening het verschil aan te geven tussen de oorspronkelijke begroting en het uiteindelijke resultaat. Begrotingswijzigingen vertroebelen immers het beeld. Bestuurszaken / DM 628356
Pagina 8 van 11
Adviezen/Conclusies Vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d. 19 maart 2013
CONCEPT
Bij de prestatie-indicatoren wordt met de kleuren oranje, rood en groen gewerkt. Hoeveel indicatoren zijn er volledig groen? Pagina 33: hier wordt gesproken over mutaties en invorderingen over eerdere jaren. Hoe staat het met het plan van aanpak om achterstanden weg te werken? Pagina 34: de investeringen geven een vertekend beeld door de toevoeging van grondaankopen. In de tabellen met kredieten ontbreekt een belangrijk getal. Het is niet duidelijk of de geprognosticeerde uitgaven binnen het kredietvolume blijven. De heer Ypma (Bedrijven) stelt voor om hiervoor een kolom met ‘percentage gereed’ toe te voegen. Pagina 54: in de Burap-periode is een aanvullend krediet beschikbaar gesteld voor de WGP’s. Dit wordt in de tabel niet genoemd, waardoor het beeld te positief is. Het gat is groter dan het genoemde tekort van 12 miljoen euro. De heer De Beaufort (Bos- en Natuureigenaren): Spreker bedankt voor deze Burap en is blij met de ingeslagen weg. Hij maakt zich wel zorgen over de kostenbeheersing, maar het uitvoeringsniveau van 100% stemt positief. Pagina 43: het is goed dat het financiële kader wordt genoemd, maar het behoeft nog iets meer structuur. Tot slot maakt spreker zich zorgen over het ambitieniveau van de TOPgebieden/verdrogingsgebieden. Mevrouw Bodewitz (PVDD): Spreekster bedankt voor de overzichtelijke rapportage. Prestatie-indicator nr. 31: het is niet gelukt om 4 km natuurvriendelijke oevers te realiseren. Waarom niet? Prestatie-indicator nr. 32: spreekster pleit voor het onderscheid tussen visvriendelijk en vispasseerbaar. Beantwoording De heer Kromwijk: De Burap 2 is bijna het jaarverslag. Vorig jaar is een andere planning en controlcyclus vastgesteld, waarin geprobeerd wordt zaken meer te clusteren. De Burap gaat ook meedraaien in deze cyclus. Dit houdt in dat Burap 1 de eerste vier maanden van het jaar bestrijkt (t/m april) en Burap 2 de eerste acht maanden. Daarna volgt het jaarverslag, waarin het college verantwoording aflegt. Spreker is van mening dat de Burap vooral een rapportage van afwijkingen moet worden. Voor de projecten in uitvoering kan onderscheid gemaakt worden tussen financieel belangrijk en bestuurlijk politiek gevoelig. Het zou goed zijn om met elkaar vast te stellen welke projecten een plaats moeten krijgen in de Burap. Mevrouw Van der Nat (PvdA): Spreekster stelt voor om de beantwoording van alle detailvragen schriftelijk te doen. De commissieleden gaan hiermee akkoord. De heren Ypma, De Beaufort, Woittiez en De Jong verlaten de vergadering. Stukken ter advisering 6.
Beleidsnota Muskusrattenbeheer 2012-2015
De heer Beugelink fungeert voor dit agendapunt als voorzitter. De behandeling vindt plaats in het bijzijn van mevrouw Van Meelis. Er wordt een memo uitgereikt waarin schriftelijk wordt gereageerd op alle punten van de PVDD. Eerste termijn Mevrouw Bodewitz (PVDD): Spreekster bedankt voor de uitgebreide beantwoording van alle vragen. De toezeggingen uit de memo kunnen worden opgenomen in de actiepuntenlijst. Als dit gebeurt, heeft spreekster hierover verder geen opmerkingen. De
Bestuurszaken / DM 628356
Pagina 9 van 11
Adviezen/Conclusies Vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d. 19 maart 2013
CONCEPT voorzitter zegt dit toe. (actiepunt nr. 202) De PVDD vraag nogmaals aandacht voor de vraag hoe andere waterschappen omgaan met het invoeren van preventieve maatregelen. Registratie van schade is nu nog niet mogelijk. Spreekster stelt voor om hier een duidelijke deadline voor af te spreken. De voorzitter zegt dit toe. Afgesproken wordt beide onderwerpen te betrekken in eerder genoemd actiepunt. De heer Karelse (WN): De nota is akkoord. Spreker steunt het voorstel om nader aandacht te besteden aan objectbestrijding en schaderegistratie. In het veld moet goed onderzocht worden wat de mogelijkheden zijn om de aanpak te verbreden. De heer Terpstra (W@I): Wordt er bij alle voorstellen ook gekeken naar een kosten-batenanalyse? Mevrouw Bodewitz (PVDD): Juist door schaderegistratie kan men beter sturen op de kosten. Het zou bijvoorbeeld kunnen blijken dat de kosten door schade lager zijn dan de kosten van bestrijding. De heer Verweij (CU): ChristenUnie wil graag onderscheid maken tussen beleidslijnen en uitvoeringsafspraken. De beleidsnota is rijp voor besluitvorming en dit kan wat de ChristenUnie betreft een hamerstuk zijn. Daarnaast moeten er heldere afspraken komen over hoe het waterschap een vinger aan de pols gaat houden in de uitvoering. Dit kan bijvoorbeeld met een uitvoeringsnota. De heer Schalkwijk (Agrariërs): Spreker gaat akkoord met de beleidsnota. Hij is er geen voorstander van als er op onderdelen uitzonderingen worden gemaakt voor De Stichtse Rijnlanden. Dit moet ook gelden voor de andere waterschappen. Veiligheid is voor spreker het belangrijkste uitgangspunt. Mevrouw Van der Nat (PvdA): PvdA stemt in met de nota. Waar staat de PVDD nu? Zijn alle antwoorden via de memo voldoende beantwoord? Mevrouw Bodewitz (PVDD): De essentiële zaken zijn afdoende beantwoord, ook al stemmen niet alle uitkomsten tot tevredenheid. Het zou echter kunnen dat de PVDD nog een motie gaat indienen. De heer Verheul (CDA): Het CDA gaat eveneens akkoord met de nota. Is er wel voldoende aandacht voor het aspect veiligheid? Mevrouw Bodewitz (PVDD): De PVDD gaat ook voor veiligheid. Daarom pleit zij juist voor preventieve maatregelen. Beantwoording De heer Poelmann: Er is geprobeerd om proactief te handelen. Spreker is blij dat dit goed heeft uitgepakt. Het onderwerp van de preventieve maatregelen komt permanent op de agenda van het bestuurlijk overleg met de andere waterschappen. Wellicht kan er van het algemeen bestuur een krachtig signaal uitgaan richting de andere waterschappen over het belang van preventieve maatregelen. Objectbestrijding is onderdeel van de veldproef. MKBA geldt naar beide kanten, zowel voor de bestrijding zelf als voor efficiencymaatregelen. Hoe beter de monitoring en registratie, hoe beter het beleid gestuurd kan worden. Uiteindelijk moet dit tot lagere kosten leiden. Een uitvoeringsnota is een goede suggestie. Het college zal hierover Bestuurszaken / DM 628356
Pagina 10 van 11
Adviezen/Conclusies Vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d. 19 maart 2013
CONCEPT nadenken. Bij alles staat veiligheid voorop. Daar waar problemen optreden bij de veldproef, kan direct worden ingegrepen. Mevrouw Van Meelis: Er is een ontwikkeltraject met GPS ingezet voor de uitwisseling van gegevens tussen keringbeheerders en muskusrattenbestrijders. Door de veldproef wordt er meer haast mee gemaakt, omdat in de veldproef een onderdeel kadermonitoring zit. Daarvoor zijn uitwisselingsprocedures ontwikkeld. Er lopen nu twee pilots. In januari 2014 gaat dit van start. Tot die tijd blijkt informatieuitwisseling met stipjes op de kaart ook nog heel goed te werken. De informatiestroom is dus al goed op gang gekomen. Tweede termijn Mevrouw Bodewitz (PVDD): Kan in januari 2014 dan ook de prestatie-indicator worden vastgesteld voor schaderegistratie? De heer Poelmann antwoordt dat dit nog niet kan worden toegezegd. Het heeft echter wel de aandacht. Advies De commissie oordeelt positief over het voorstel en adviseert het voorstel als hamerstuk door te geleiden naar het algemeen bestuur. Na behandeling van agendapunt 6 wordt het voorzitterschap weer overgedragen aan de heer Poelmann. Stukken ter consultering 7.
Bedrijfsvergelijking Waterschapsspiegel 2012
De heer Verweij (CU) stelt voor om dit punt voor kennisgeving aan te nemen. De commissieleden gaan hiermee akkoord.
8.
Rondvraag
Van de rondvraag wordt geen gebruik gemaakt.
9.
Sluiting
De voorzitter sluit de vergadering om 22.35 uur.
Voor akkoord, Vergadering commissie BMZ 23 april 2013
De secretaris,
Bestuurszaken / DM 628356
drs. J. Miedema (a.i.)
Pagina 11 van 11