Adviezen/Conclusies Vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d.2 september 2014
1
/ conclusie
Onderwerp
Advies
Opening en vaststelling agenda
Aanweziq: de heer J.P. Verweij (ChristenUnie) de heer W. van der Zaag (AWP) mevrouw W.A. Bodewitz (PVDD) de heer J.G.M. Reerink (PvdA) de heer J.L.J. Boot (WN) mevrouw A.J. de Kruijf (Bos- en Natuureigenaren) de heer B. de Jong (CDA) de heer G. van Leeuwen (SGP) de heer H. Schalkwijk (Agrariërs) mevrouw T. van der Stroom (WD) de heer R.D. Woittiez, voorzitter (VVD) de heer N.J.M. Ypma (Bedrijven) de heer P.J.M. Poelmann (dijkgraaf) de heer J.G.M. Kromwijk en mevrouw E. van der Vorm (hoogheemraden) de heer G.G.J. Rouhof (secretaris) de heer P.R.F. Verhoeven (notulist) Van de Rekenkamercommissie aanweziq bii ount 3: de heer C.A. de Vries mevrouw C. Schuil de heer G. Kamperman
Gasten bii punt 6.2: de heer C. Rond (TAUW) de heer P. van den Berg (Van den Bosch & partners) Aflüeziq: de heer G.P. Beugelink, de heer G.J.P. Jansen, de heer H.A.P. van der Maat, mevrouw G.H. van der Nat, de heer P.M. Terpstra
Opening De voorzitter opent de vergadering om 19.30 uur. Hij meldt dat de dijkgraaf vanwege een bespreking in Het Groene Hart later aanwezig zal zijn. Het kan daarom nodig zijn om de agendapunten waarbij hij aanwezig moet zijn te verschuiven. De digitale aanlevering van t er kennisname stukken is moeizaam verlopen, waarvoor hij zich, ook namens directie en college, verontschuldigt. De heer Reerink (PvdA) heeft bij Ter kennisneming stukken nog stukken gemist die na de
laatstecommissievergaderingzijntoegestuurd.VolgensmeVrouW@'staan alle verspreide stukken op extranet vermeld. De voorzitter vraagt het college om op reguliere momenten te zorgen voor een overzicht van de ter kennis gegeven stukken. Hoe dat wordt ingericht, laat hij over aan het college.
Agenda De
enda wordt
2. Notulen
2.1
Adviezen/ conclusies en actiepuntenlijst
Bestuurszaken / DIV 861465
a) Adviezen en conclusies besloten vergadering BMZ 28 mei 2014 Redactioneel en naar aanleiding van: Pagina 4, 3" bullet, 4" en 5" regel: "Zware metalen moeten uiteraard worden verwijderd, maar deze hechten zich aan de zwevende stof." wijzigen in'. "Zware metalen worden verwijderd, doordat deze zich hechten aan de zwevende stof."
Pagina 1 van
11
Adviezen/Gonclusies Vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d.2 september 2014
b) Actiepuntenlijst met leeswijzer
Actiepunt 251: Periodieke rapportage over het proces aangaande de beleidsvisie Keur: Mevrouw Van der Vorm merkt op dat de actie gepland staat voor 29 oktober, maar dat de afspraak is dat de rapportages aan het eind van het kwartaal gegeven worden. De actie wordt daarom verplaatst naar 25 november. De heer Van der Zaas (AWP) zegt dat het college op 3 december 2013 heeft toegezegd een antwoord te geven op een vraag over het lozen van grondwateronttrekking. ln de eerste helft van 2014 zou het met een rapport komen. Deze actie staat niet op de lijst. Mevrouw Van der Vorm antwoordt dat het rapport na vertraging inmiddels naar het college gaat. Binnenkort verschijnt dan ook de toegezegde notitie. De heer Reerink (PvdA) venrvachtte een rapportage over Social Return. Het algemeen bestuur was in mei niet akkoord gegaan met een opname in de begroting, maar wilde na een half jaar een rapportage. Daarom moet dit punt alsnog in de actiepuntenlijst worden opgenomen. Actiepunt 272'. mevrouw Bodewitz (PVDD) vraagt of de muskusratfuiken die in voor de vismigratie belangrijke wateren zijn toegepast, die migratie juist niet belemmeren . Zijwil daar meer informatie over van het college. Daarvoor zal ze de vraag nogmaals via e-mail naar het college sturen. Verder heeft ze begrepen dat in het RBO Rijn-West besloten is een workshop te houden over de belemmering van vismigratie door muskusratfuiken. Ze hoopt dat de heer Beugelink haar daarover meer kan vertellen. Het college zal deze aan hem doors
3. Presentatie rappo¡t Rekenkamercommissie en biilase rapport De heer De Vries presenteert het rapport Digitale dienstverlening gepeild, waarin de commissie heeft onderzocht wat de huidige stand van zaken is van de digitale dienstverlening en welke lessen er te trekken zijn voor de toekomst. Bij dat onderzoek zijn de gebruikers van de digitale dienstverlening nadrukkelijk betrokken, evenals de leden van het algemeen bestuur. De conclusie luidt dat het waterschap voortvarend van start is gegaan en producten heeft ontwikkeld, maar dat er ook stagnatie is opgetreden. Het waterschap voldoet niet aan het Nationaal uitvoeringsprogramma E-overheid (NUP). Verder heeft het bestuur niet kunnen aangeven welke wensen er waren op het gebied van digitale dienstverlening. Ten slotte concludeert de commissie dat de doelstellingen niet gehaald zullen worden als de stagnatie niet wordt opgeheven. Ze vindt het daarom raadzaam: 1) dat het algemeen bestuur zorgt voor een gedeelde visie op de digitale dienstverlening van het waterschap; 2) dat het algemeen bestuur aan het college opdraagt om binnen een half jaar met een visienotitie digitale dienstverlening te komen. Wat nog is opgevallen: het college is uitgegaan van de techniek en minder van de behoeften van burgers, bedrijven en overheden; het zwaartepunt van digitalisering ligt bij Vergunningverlening en Handhaving; een digitale aanvraag krijgt vaak een nietdigitaal vervolg; de digitale formulieren veronderstellen veel kennis bij de aanvrager, soms te veel. Het college ziet in zijn reactie geen reden voor een koerswijziging; er is wel voldaan aan het NUP. Het algemeen bestuur heeft nog weinig aandacht besteed aan de digitalisering en weet ook niet of en hoe het college sturing geeft. Er is vooruitgang geboekt, maar er is meer mogelijk; binnen de organisatie heeft men nog ideeën genoeg. Een visienotitie zou het bestuur kunnen helpen bij het nemen van een beslissing op 24 september. De heer Reerink (PvdA): Vraagt of de reactie van het college op aanbeveling 1 strookt met wat de Rekenkamercommissie bedoeld heeft. . Wil weten in hoeverre het waterschap niet voldoet aan de doelen van het NUP. . Op pagina 32 zegt de commissie dat het algemeen bestuur moet bijsturen en niet het colleqe. Moet het colleqe de visienotitie dan niet ter besluitvorminq aanbieden?
.
Bestuurszaken / DM 861465
Pagina 2 van
11
Adviezen/Gonclusies Vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d.2 september 2014
F,
,
r ;llt t {ll":,', \l-:i¡ lll ,l
DE STICHTSE RUNTANDEN
De heer De Jonq (CDA): Wil graag voorbeelden waaruit blijkt dat het waterschap niet voldoet aan de NUPnormen. De heer Ypma (Bedrijven): o Heeft niet de ervaring dat de medewerkers van De Stichtse Rijnlanden makkelijk benaderbaar zijn. Voor ingewijden kan dat anders liggen.
o
De heer De Vries antwoordt de heer Reerink dat het college denkt de visie op het niveau van de begroting te bespreken, maar hijvindt dat digitale dienstverlening dan te veel beperkt blijft tot de website. Het is veel breder. Tegen de NUP-doelen in gaan de combinatie van digitaal werken met een vervolg op papier, het aan cliënten vragen van informatie die al bij het waterschap bekend is en het centraal staan van de techniek in plaats van de burgers en bedrijven. Dat alles werkt sterk vertragend. De visienotitie moet ter besluitvorming worden aangeboden: digitale dienstverlening is het visitekaartje van De Stichtse Rijnlanden. Mevrouw Schuil weet dat tijdens sessies de ingewijden snel contact konden maken en oplossingen konden bedenken. Uiteraard is dat voor anderen moeilijker en is de noodzaak om een goede digitale omgeving te bouwen groter.
4. Stukken ter advisering 4.1
Rekenkamercommissie commissievoorstel en bijlage rapport
De voorzitter stelt de vergadering in de gelegenheid vragen over het rapport te stellen aan het college.
Eerste termijn De heer Reerink (PvdA): ¡ Mist het overleg met en de kennisverzameling bij andere waterschappen. o Vraagt waarom het informatiebeleidsplan niet aan het bestuur is voorgelegd of op zijn minst gemeld. o Waarom is het stoppen van het project niet gemeld? o Een zo groot onderwerp moet niet tijdens de begrotingsbesprekingen behandeld worden. o Vraagt waarom het college geen visienotitie wil: die is nodig voor bestuur én college; dan zijn doelstellingen duidelijk en toetsbaar. o Vraagt om een overzicht van de werkzaamheden, met name die de veiligheid betreffen. ¡ Gaat het college voortaan strakker sturen? De heer De Jono (CDA): . ls geschrokken van het beeld dat in het rapport geschetst wordt. Het CDA dacht dat het project er beter voor stond. Natuurlijk moet de digitale stroom geen papier meer bevatten. Hij vraagt aan het college of het met het geschetste beeld instemt of niet. o Het CDA heeft wel behoefte aan een duidelijke visie, zeker wat beveiliging betreft. De heer Van der Zaaq (AWP): . Vraagt zich af of bezuinigingen hier toch hun tol hebben geëist. o Kan de aanbevelingen onderschrijven en wil ook binnen een half jaar een visie op tafel zien. Mevrouw Bodewitz (PVDD): o Vraagt of de visie van het college zich wat digitale dienstverlening betreft inderdaad beperkt tot de website. o Wilweten waarom die beperking nodig is, als dat zo mocht zijn. De heer Verweii(CU): . Heeft de indruk dat het onderzoek van de Rekenkamercommissie college én algemeen bestuur een spiegel voorhoudt. ls er genoeg aandacht geweest voor digitalisering? . ls het standpunt van het college dat het waterschap voldoet aan de NUP-normen niet in strijd met de bevindingen in het toezichtverslag over de archieven, waarin qesproken wordt van moqeliike verwaarlozing van taken?
Bestuurszaken / DM 861465
Pagina3vanll
Adviezen/Conclusies Vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d.2 september 2014
.
Hij betwijfelt of de digitale dienstverlening tijdens de begrotingsbehandeling voldoende inhoudelijk besproken kan worden. Mevrouw Van der Stroom (WD): . Prijst het onderzoek en vindt het opzienbarend dat er later niet systematisch gewerkt is aan de communicatie. De aanbevelingen neemt de fractie over. . Omdat er tussen college en commissie verschil van inzicht bestaat over de mate waarin het waterschap voldoet aan de NUP-doelstellingen, vraagt zij om een quickscan op dat punt. ¡ Misschien is het beter om de plannen over een langere termijn uit te smeren, gezien het gebrek aan geld. De heer Yoma (Bedrijven): o Wil ook de hele context betrekken bij het onderzoek en legt de nadruk op het proces van buiten naar binnen: wat zijn de behoeften van burgers en bedrijven? Hij vindt het nu al moeilijk om basisdocumenten of inlichtingen te krijgen; voor anderen zal dat waarschijnlijk nog moeilijker zijn.
Beantwoording De heer Kromwiik: o Stelt dat de digitale dienstverlening door het waterschap grotendeels twee gebieden bestrijkt: website en belastinginning. De belastinginning geschiedt digitaal door de BghU en verloopt voorspoedig. De website bevat ook een webshop waar een burger kan opzoeken wat hij wil vragen Dit deel wordt nu verder ingericht. Voor de webshop komen andere waterschappen kijken bij De Stichtse Rijnlanden. Het beeld van de Rekenkamercommissie is, wat dat betreft, te somber. . lnhoudelijke behandeling bij de begrotingsbesprekingen kan heel goed, omdat de digitalisering een doorlopend proces is waarin de techniek snel verandert en de visie steeds aangepast kan worden. Behandeling bij de begroting is goedkoper dan het produceren van een visienotitie en brengt het hele proces onder bij planníng en controle. . Over de beveiligingsrisico's zal de heer Beugelink binnenkort al met een notitie komen. Dit punt kan hij dan tegelijk meenemen. Mevrouw Van der Vorm: o Weet dat het archief van het waterschap analoog is. Wel is er nu een omschakeling van analoog naar digitaal. Wat daarnaast uit het verleden bewaard moet blijven, gaat naar het historisch archief in Woerden, waar alles digitaal wordt opgeslagen.
.
Tweede termijn De voorzitter vraagt de vergadering een advies aan het algemeen bestuur te formuleren. De heer Reerink (PvdA): o Meent dat men in een visiedocument de doelen vaststelt en in de jaarrekening vertelt wat daarvan al dan niet gerealiseerd is. Hij geeft het college in overuveging toch een visienotitie op te stellen over digitale dienstverlening in de brede zin van het woord (waaronder beveiliging). . Vraagt aan het college of het al gebruik heeft gemaakt van de expertise die de minister van Binnenlandse Zaken heeft aangeboden aan de lagere overheden, of dat alsnog wenst te doen. De heer Ypma (Bedrijven): . Wil bij het visiedocument een plan van aanpak dat regelmatig bijgesteld kan worden. De heer Boot (WN): . Denkt dat bij de vaststelling van prioriteiten een kosten-batenanalyse nuttig kan zijn: soms is een handmatige afhandeling goedkoper. De heer Verweii (CU): . Wijst erop dat het algemeen bestuur nu actie moet ondernemen om een koers uit te zetten voor de toekomst. Het moet het college vragen daarbij te helpen met een visienotitie. Bestuurszaken / DM 861465
Pagina 4 van
11
Adviezen/Conclusies Vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d.2 september 2014
De heer De Jonq (CDA): Legt er de nadruk op dat het algemeen bestuur via begroting en bestuursrapportages de vinger aan de pols kan houden. Dat is te weinig gebeurd, maar nu is een herijking van het beleid nodig en dus de bespreking van een visienotitie in het algemeen bestuur.
.
Beantwoording De heer Kromwijk meldt dat het college de wens van het algemeen bestuur zal vervullen. Als start van een dergelijke notitie ziet hij een beschrijving van wat het waterschap nu aan dienstverlening doet. Datzal hij meegeven aan de portefeuillehouder. De voorzitter concludeert dat de commissie de aanbevelingen van het rapport ter besluitvorming kan doorgeleiden naar het algemeen bestuur. Hij denkt dat het college in de visienotitie ook aandacht kan schenken aan de vragen die mevrouw Van der Stroom en de heer Reerink in eerste termijn gesteld hadden, maar die nog niet beantwoord zijn. De heer Poelmann voegt zich bijde vergadering; mevrouw Schuil en de heren De Vries en Kamperman verlaten de vergadering. 4.2
Schrappen beleidsregel openbare inschrijving
De heer Ypma (Bedrijven): Vraagt zich af waarom de beleidsregel geschrapt zou moeten worden. Er is één dienstwoning verkocht, blijkbaar zonder onregelmatigheden. o Waarom particulieren voortaan uitsluiten? o Het college kan besluiten tot een verkoop, maar moet de afdeling lnformatiecentrum en Automatisering, als opsteller, dan een voorstel doen? Mevrouw Van der Stroom (WD): o Stelt dat schrapping van de beleidsregel ingaat tegen het vrijemarktprincipe. o Vraagt of dan een maximale opbrengst wordt nagestreefd en hoe deals worden uitgesloten. o Hoeveel dienstwoningen zijn er nog? De heer Verweii (CU): o Vraagt wat er is misgegaan waardoor schrappen nodig is. o De beleidsregel is er niet voor niets: bij schrappen moet er een nieuwe beleidsregel voor in de plaats komen. Mevrouw De Kruiiff (Bos- en Natuureigenaren): o Vindt het vreemd als schrapping van de beleidsregel het gevolg is van één casus. . Vraagt hoe na schrapping de controle op openheid bij verkoop mogelijk is. De heer Van der Zaas (AWP): . Vindt dat transparantie bij welk soort verkoop dan ook voorop moet staan. De heer De Jono (CDA): o Ziet één casus niet als genoeg reden om een beleidsregel te schrappen. o Mocht het menselijk handelen rondom de regels verkeerd zijn gegaan, dan moet het handelen gewijzigd worden, niet de regel. o Transparantie is noodzakelijk. . Mocht het college bij een verkoop af willen wijken van de beleidsregel, dan kan het altijd overleg plegen met het bestuur. De heer Van Leeuwen (SGP): . Sluit zich aan bij mevrouw De Kruijff en de heer Verweij. . Vindt afwijking van de beleidsregel, zoals de heer De Jong voorstelde, verwerpelijk.
o
Beantwoording De heer Poelmann:
. . Bestuurszaken / DM 861465
Reden voor schrapping was het feit dat openbare verkoping bij inschrijving te weinig heeft opgeleverd. Het ging inderdaad maar om één dienstwoning. Er zijn nog minder dan tien woningen over. Pagina 5 van l'1
Adviezen/Conclusies Vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d.2 september 2014
a a a
4.3
Gunning
accountantscontrole
De beleidsregel is ooit ingesteld omdat het beeld bestond dat gelet op de toen heersende woningmarkt woningen wel eens goedkoop van eigenaar wisselden. Mocht het voorkomen dat een woning op een andere manier verkocht gaat worden, dan legt het college een voorstel neer bijde commissievergadering. Daarmee trekt het college het voorstel voor schrapping in.
De heer Verweii (CU): Heeft samen met de heer Jansen en de portefeuillehouder deel uitgemaakt van de selectiecommissie. Hij kan zeggen dat de aanbestedingsprocedure zorgvuldig gevolgd is en geleid heeft tot een eenduidig voorstel. De heer Boot (WN): . Brengt de dank over van het WN-lid van de selectiecommissie: die vond de ambtelijke ondersteuning heel goed. De heer Yoma (Bedrijven): . ls benieuwd wat de topics waren waarop tot deze keuze gekomen is. De heer Kromwiik: . Wil als voorzitter van de selectiecommissie kwijt dat de commissie zich na aandrang vanuit het algemeen bestuur ook georiënteerd heeft op andere bureaus, naast de drie grote. Ook heeft de commissie, naast financiële overwegingen, kwalitatieve normen zwaar meegewogen. Desondanks bleek Ernst&Young de beste keuze.
o
De voorzitter concludeert dat het voorstel doorgeleid kan worden naar het algemeen
bestuur, en wel als hamerstuk. Met dank aan de leden van de selectiecommissie en de am btelijke ondersteuning.
4.4
Flex kantoorconcept
De voorzitter stelt aan de orde het voorstel voor het vrijmaken van een krediet voor een flexibel kantoorconcept. Daarbij gaat het hem vooral om het vrijmaken van het krediet, niet zozeer om de inrichting van het kantoor.
Mevrouw De Kruiiff (Bos- en Natuureigenaren): Bij herhuisvesting gaat het vaak om drie dingen: de |CT-ondersteuning, de huisvesting en het gedrag. Die moeten alle drie aan bod komen. Ze ziet vooral het communicatiedeel en betwijfelt of het geld goed besteed wordt. De heer Verweii (CU): . Vraagt of verbouwen de oplossing is voor verbetering van de interne communicatie. Het gaat niet alleen over flexwerken, maar ook over het afstoten van een ander pand, over airco, de vergaderzaal.Waar zegt hij nu ja tegen? En wat zijn de financiële consequenties? Het is hem nog te onduidelijk. Mevrouw Van der Stroom (WD): . Sluit zich aan bij de vorige sprekers en meent dat Bouwen aan vertrouwen meer inhoudt dan hier veruvoord wordt. Wat betekent een flexibel kantoorconcept voor de beoogde veranderingen? De toelichting op het nieuwe werken is te beperkt en er ligt te veel op een hoop. Wat is nu het kantoorconcept en wat zijn de daaruit voortvloeiende consequenties? De heer Ypma (Bedrijven): . ls het eens met de vorige sprekers. Hijweet niet wat het concept allemaal inhoudt. Flexwerk kost minder ruimte, dus Poldermolen 3 kan worden verkocht? Social return is als selectiecriterium meegenomen. Er is van alles bij elkaar gesleept. Een duidelijke onderbouwing ontbreekt. De heer Van Leeuwen (SGP): o Vindt het afstoten van Poldermolen uitstekend. Het wordt hem niet duidelijk waaraan de 3 miljoen euro wordt uitgegeven. Hij begrijpt dat er wat aan het klimaat van de zaal gaat gebeuren, maar uitbreiding van de zaal hoeft niet voor hem. Hijwil zeker weten dat het geld van de burgers goed besteed wordt. Duidelijkheid voorkomt later gezeur. Hij keek wel vreemd op van de mededeling dat de OR een gematigd positief advies heeft afgegeven.
.
Bestuurszaken / Dl\4 861465
Pagina 6 van
'1
1
Adviezen/Conclusies Vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d.2 september 2014
ts,,i¡:! :flrt lll,.,r It;¡:H,¡,f
DE STICHTSE
RUNTANDEN
De heer De Jono (CDA): Kan zich geheel bij de vorige sprekers aansluiten. De heer Reerink (PvdA): ¡ Had verwacht het OR-advies te kunnen lezen. Hij vraagt of het waterschap over enkele jaren tot de ontdekking zal komen dat het pand eigenlijk niet geschikt is. De heer Yan der Zaao (AWP): o Wil ook graag een specificatie van de kosten. Dat de cellenstructuur verdwijnt en er meer openheid komt, noemt hij positief. Hij kan zich goed vinden in de plannen. De heer Schalkwiik: . Merkt op dat het instellen van flexwerkplekken misschien wel tien jaar te laat gebeurt Daar gaat ook niet al het geld in zitten. Verbouwing van de zaal kost waarschijnlijk meer. Daarom is specificatie van de kosten nodig.
.
Beantwoording De heer Poelmann: . De titel van het project is niet goed: alles is bijelkaar geschraapt. Het gebouw moet worden aangepakt. Het is niet ingericht als een op flexibel werken toegespitste organisatie. leder heeft zijn eigen celletje. Hij hoopt de werkomgeving zo in te richten dat die tegemoetkomt aan wat met Bouwen aan vertrouwen beoogd wordt. . Hij had meer cijfers kunnen geven en ook het OR-advies, maar die zijn niet direct nodig voor de besluitvorming en vormen gevoelige informatie bij aanbesteding. De onderliggende rapporten liggen wel ter inzage. o Afstoting van het naar de huidige maatstaven destijds duur gekochte Poldermolen 3 zal in elk geval de kosten drukken. . De vergaderzaal is niet zo geschikt. De opstelling is goed, maar bezoekers zitten boven niet goed. Die kunnen beter in de zaal terechtkomen. . De OR is gematigd positief, maar positief. Ook de nieuwe directeur ziet de aanpassingen aansluiten bij de doelen. . Het voorstel is dat wat de commissie hier te berde heeft gebracht, te verzamelen in een novelle, het onderliggende rapport ter inzage neer te leggen en over drie weken in de algemene bestuursvergadering tot een besluit te komen.
Tweede termijn De heer Verweii(CU): Vraagt waarom er zoveel haast is. Hij wil een helder voorstel zien waarover hij een afgewogen oordeel kan geven. Mevrouw Van der Stroom (WD): Heeft in de eerste termijn vergeten te zeggen dat het nieuwe werken niet vanzelf gaat. Er is begeleiding bij nodig, maar daarover leest ze niets. Ze verwacht nu een antwoord of ziet dat graag terug in een nieuw voorstel.
.
o
De heer Yoma (Bedrijven):
. Heeft als ervaring dat bijdragen van onderaf een flinke besparing kunnen opleveren. Mevrouw De Kruiiff (Bos- en Natuureigenaren): . Zou een rapport liever niet "bij elkaar geschraapt" willen noemen. Ze vindt een novelle niet precies het beeld dat past als onderbouwing van een investering van ruim 3 miljoen euro.
Beantwoording De heer Poelmann: Bedoelde met "bij elkaar geschraapt" te zeggen dat in het voorstel veel doelen waren samengebracht die tot een verbetering over de hele linie zouden leiden. . Het waterschap heeft onlangs voor een laag bedrag veel nieuw kantoormeubilair kunnen kopen, waarmee nu op de afdelingen geëxperimenteerd wordt. o De haast komt voort uit de behoefte flink door te werken aan het project, maar als een besluit later zou vallen, is dat geen ramp. ¡Hi vóór de van het al meen bestuur een notitie o
.
Bestuurszaken / DM 861465
Pagina 7 van
11
Adviezen/Gonclusies Vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d.2 september 2014
tafel te leggen die voldoet aan wat deze avond naar voren is gekomen. De heer Rouhof: . Meldt dat er extra begeleiding is voor het nieuwe werken door AOS. De voorzitter meent dat de signalen duidelijk zijn: als het college het flexibele kantoorconcept wil doorzetten naar de volgende bestuursvergadering, zal het eerst alle vragen moeten beantwoorden en met een zware novelle komen. De heer Verweií (CU): Wil liever eerst nog een bespreking van een goed uitgewerkt voorstel in de BMZcommissie. Daar kan het voorstel inhoudelijk afgehecht worden, zodat er voor de bestuursvergadering en hamerstuk overblijft. De heer Poelmann: . Neemt deze suggestie mee. De heer Van Leeuwen (SGP): . Ziet liever dat het voorstel naar de bestuursvergadering gaat en eventueel weer teruggaat naar de commissie.
o
De voorzitter laat het aan het college over wanneer het een voorstel in de bestuursvergadering brengt.
5. Stukken ter consultering 5.1
Beheersen en bewaken van kredieten van investeringsprojecten/onderdelen inzetten van subsidies
De voorzitter vraagt of de commissieleden het eens zijn met de voorgestelde tekstuele aanpassingen in de regelgevrng. De heer Ypma (Bedrijven): Beseft dat aan subsidie altijd voorwaarden verbonden zijn. Er is een risico dat de subsidie niet gegeven wordt. Het is daarom gevaarlijk deze post automatisch als onderdeel van de investering te beschouwen. De heer Van Leeuwen (SGP): . Vindt dat het college deze consultering niet hoeft voor te leggen aan de BMZcommissie. Dat voert hem te ver. Hij heeft het vertrouwen dat na toezeggingen van het college de aanpassingen voldoende zullen zijn. Hetzelfde geldt voor agendapunt 5.2. De heer Verweii (CU): o ls het daar niet mee eens. Hij noemt het een belangrijk algemeen uitgangspunt dat het bestuur aan het college een kader wil meegeven als het gaat over kredieten en omgaan met subsidies. Zoals verwoord is: subsidie is niet extra geld om uit te geven, maar is onderdeel van de dekking van een verstrekt krediet. . Ook in het verleden heeft het algemeen bestuur aangegeven waartoe een subsidie bedoeld was. Wat vroeger per individueel krediet werd bepaald, wordt nu een algemene beleidsregel: een goede zaak. o ln de omschrijving van krediet moet "voor de uitvoer van een specifiek project" vervangen worden door "voor het uitvoeren van een specifiek project". Mevrouw De Kruiiff (Bos- en Natuureigenaren): o Vindt het een prima voorstel. De heer Van der Zaaq (AWP): o ls het daarmee eens.
.
De heer Kromwiik: ls blij met de positieve reactie. Voor de accountant is dit een nieuwe opdracht. Als de investering is afgerond, wordt de subsidie ingeboekt nadat de definitieve beschikking binnen is. De heren Rond en Van den Berg voegen zich bijde vergadering.
. o
5.2
Tussenrapportage Keur-consultatie
Bestuurszaken / DIV 861465
De voorzitter vraagt of de vergadering de uitgangspunten zoals vastgelegd in de beleidsvisie in voldoende mate herkent in de gekozen structuur en (conceptfiormulerinq Pagina B van l'1
Adviezen/Conclusies Vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d.2 september 2014
BMZ11juni2014
l"'.
r.;l ìHtt ilHÁ¡ Ij:jr:u,ti'
DE STICHTSE
RIINTANDEN
van de zorgplicht. De heer De Jonq (CDA): o De rapportage mag van hem zo de inspraak in. De heer Van der Zaao (AWP): o Sluit zich daarbij aan. De heer Reerink (PvdA): o Denkt daar eveneens zo over, maar wil nog kwijt dat de beleidsregels in het algemeen bestuur moeten worden vastgesteld. De heer Verweii (CU): . De afgesproken beleidsregels zijn helder, maar hij leest over de zorgplicht in artikel 2.1,lid 2 dat men in principe alles mag doen, tenzij men weet of had kunnen weten dat de handelingen leiden tot schade. Daarmee is de zorgplicht afhankelijk van het kennisniveau van de uitvoerder. Mevrouw Van der Stroom (WD): . Geeft een compliment voor de heldere opzet. o Wilweten waar de meldingsplicht nu thuíshoort. De heer Yoma (Bedrijven): . Begrijpt niet wat in artikel 2.1 veranderd is door "ja, mits" in plaats van "nee, tenzij". Mevrouw Van der Vorm: Antwoordt de heer Ypma dat men juridisch gezien met'Ja, mits" precies dezelfde dingen regelt als met "nee, tenzij". Het verschil zit in het uitgangspunt: men kan beginnen met "het mag" of met "het mag niet". ¡ De heer Verweij heeft een lastig punt genoemd; het is de bedoeling in de algemene regel heel duidelijk te omschrijven wat wél mag.
.
6. Informerend deel 6.1
Mededelingen
a. Kockengen: Heeft 120 mm regen over zich heen gekregen. Op 29 juniwas dat nog een probleem. Er is intern geëvalueerd en bestuurlijk overlegd met de gemeente Stichtse Vecht over het vervolg. Twynstra Gudde doet een externe evaluatie. De werkgroep Kockengen Waterproof raadpleegt de mensen in het gebied. Verder bekijkt het waterschap met versnelde energie hoe het probleem opgelost kan worden. Op 22 september zal er een bewonersavond zijn in het zorgcentrum in Kockengen. De heer Reerink (PvdA): Wil een memo van het college ontvangen over het ontstaan en de afhandeling van de schade, met een advies van een natuurgroep die met alternatieven komt en het verhaal dat het college aan de bewoners gaat vertellen. De heer De Jonq (CDA): Heeft de behoefte om de evaluatie te bespreken in het bestuur of de commissie. Hij wil weten wanneer dat kan. De heer Yoma (Bedrijven): Vond de communicatie slecht. De berichtgeving van het waterschap was anders dan de werkelijkheid. De heer Verweii (CU): Wil ook graag vóór 22 september het rapport inzien.
o
.
o o
De heer Poelmann: . Zegt toe dat het college hierover met het algemeen bestuur gaat praten. Het zal echter eerst naar Kockengen gaan, waar de leden van het algemeen bestuur ook welkom zijn. Daarna volgt bespreking in het bestuur of de commissie. b. De heer Poelmann heeft van een lid van het algemeen bestuur het verzoek gekregen om nu al met GS te regelen dat na verkiezingen en coalitieonderhandelingen iemand van buiten het bestuur voor te dragen is als lid van het college, mits daar behoefte aan is bij deelnemende fracties. Hi zal de uitkomst laten weten Bestuurszaken / DM 861465
Pagina 9 van
11
Adviezen/Gonclusies Vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d.2 september 2014
Mevrouw De Kruijff verlaat de vergadering. 6.2
lngekomen stukken
a. Onderzoek kosten watersysteem De voorzitter nodigt de vergadering uit verhelderende vragen te stellen De heer Ven¡veii (CU): Wilweten wat de gevoeligheid is in de uitkomsten van de gegeven percentages die betrekking hebben op de kosten. Mevrouw Bodewitz (PVDD) : o Stelt dat veel uitgaven aan de natuur nodig zijn door vervuiling en vermesting. Ze had op pagina dan ook verwacht te lezen dat de categorie ongebouwd hieraan een bijdrage levert. o Hoe zijn de verdelingen van percentages bij muskusratten op pagina 21 tot stand gekomen? De heer De Jonq (CDA): o Vraagt zich ook af hoe de percentages tot stand zijn gekomen en hoe groot de bandbreedtes zijn. . Vraagt tevens hoe de kosten aan natuurgebieden zijn toegerekend. De heer Ypma (Bedrijven): . Begrijpt niet hoe de wegen komen aan de verschillende percentages belang. De heer Schalkwiik: o Weet ook niet hoe de afweging is geweest voor de toekenning van percentages aan kosten van het watersysteem voor gebouwd, ongebouwd en ingezetenen.
.
De heer Rond: Ziet dat de meeste vragen gaan over gevoeligheid en de manier waarop de percentages zijn berekend. Verandering van de getallen bracht niet veel teweeg in de einduitkomsten; dat betekent dat de gevoeligheid meevalt. Daarnaast werd expert judgement toegepast. De grootste gevonden gevoeligheid betrof de vraag welk deel van het water in landelijk gebied een functie heeft ten behoeve van stedelijk gebied. . Moet Natuur bekeken worden vanuit ingezetenen of vanuit ongebouwd? ln de begrotingen is bekeken ten behoeve van door wie kosten gemaakt werden. Dan blijkt natuur toe te rekenen aan ingezetenen, niet aan eigenaren van de grond. . Muskusratten worden bestreden om veiligheidsredenen, dus voornamelijk ten behoeve van ingezetenen.
o
De heer Yoma (Bedrijven): Vraagt welk deel van het water in landelijk gebied nu functioneert voor het stedelijk gebied. Hoe is die inschatting tot stand gekomen? De heer De Jonq (CDA): o Wil meer weten over hoe de percentages zijn berekend.
o
De heer Rond: zegt dat de verhouding stedelijk gebied/landelijk gebied is gebaseerd op gispercentages. Analyse gaf aan dat ongeveer 20% van het landelijke gebied een bijdrage gaf aan het stedelijke gebied. o De vraag over de wegen vergt een te lang antwoord. De heer Van den Berq: . Constateert dat de vergadering vooral behoefte heeft aan duidelijkheid rond de percentages. Hij zegt toe verder te zullen onderbouwen hoe zij aan die percentages zijn gekomen en dat ze de brongegevens en gisbestanden ter inzage zullen geven.
¡
De heer Verweii (CU): Merkt op dat dit rapport al consequenties kan hebben voor toekomstige kostentoedelingen en de komende begroting. Wat betekent dat voor de belastingaanslagen in 2015? Het rapport moet dan behandeld worden vóór de komende
o
Bestuurszaken / DM 861465
Pagina 10 van
11
Adviezen/Gonclusies Vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d.2 september 2014
ts,:
:'i ;flf I \ll.:,r,r f 5¡
11.?,f
DE STICHTSE RUNTANDEN
De heer Kromwiik: Noemt het rapport definitief, maar begrijpt uit de toezeggingen dat de onderzoekers nog komen met een verdere onderbouwing. Voor het college is dit een bouwsteen voor de nieuwe kostentoedeling in 2016. Het nieuwe college zal daarmee verdergaan Fysiek is het voor het huidige college onmogelijk het rapport zo snel te behandelen, zeker ook vanwege de grote politieke lading van het rapport, dat ook nog een rol kan spelen bij de komende coalitieonderhandelingen.
.
De voorzitter belooft dat het college alle technische vragen zal meenemen. Hij nodigt het college uit te overwegen hoe het met dit rapport en zijn grote impact om zal gaan. 7
De heer Van Leeuwen (SGP): Heeft het balkon boven de vergaderzaal bezocht. Hij is nu van mening dat er echt iets aan de zaal moet gebeuren. De heer Reerink (PvdA): o Verzoekt om de ter kennis te nemen stukken Cl en D te agenderen (ter informatie). . Leest in de brief van de Deltacommissaris over de vergoeding van de oevererosie Klaphek. Betekent het dat er toch een financiering komt? De heer Schalkwiik (Agrariërs): o Vraagt of de dijkgraaf al nieuws heeft over de waterinlaat bij Haastrecht. Mevrouw Bodewitz (PVDD): . Vraagt of de gepresenteerde koekjes biologisch waren. De heer Boot (WN): o Meldt dat hij van de ter kennis te nemen stukken ook B op de agenda wil hebben (ter informatie).
o
De heer Poelmann: Antwoordt de heer Reerink dat die zaak ís opgelost, maar nog niet betaald. Het wordt dus wel vergoed. . Antwoordt de heer Schalkwijk dat op 25 september de Commissaris van de Koning van Zuid-Holland naar Haastrecht komt. Dan is het water weg. De informatie die gedeeld wordt, zal ook naar het algemeen bestuur komen. . Meldt dat op vrijdag 7 november 2014 het algemeen bestuur uitgenodigd wordt voor de jaarlijkse bestuurlijke schouw van de Lekdijk.
.
De
8.
sluit de
om 22.35 uur
Voor akkoord, Vergadering commissie BMZ 30 septembe¡ 2014
J. Goedhart
Bestuurszaken / DM
86'1
465
Pagina 11 van
11