VERSLAG
Vergadering Commissie ECONOMIE EN BESTUUR 19 maart 2015 in de Raadzaal
1
Index verslag vergadering commissie Economie en Bestuur 19 maart 2015 Portefeuille P&O 11.
Mededelingen van en vragen aan wethouder Voorink
3
12.
Vooruit- en terugblik regionale aangelegenheden
4
Portefeuilles Openbare orde en veiligheid, Bestuurlijke aangelegenheden, communicatie 13.
Mededelingen van en vragen aan burgemeester Broertjes
4
14.
Vooruit- en terugblik regionale aangelegenheden
4
15.
Beëindiging cameratoezicht Ooievaarsplein
4
16.
Benoeming voorzitter CB
7
17.
Venten van snacks bij scholen
8
2
COMMISSIE ECONOMIE EN BESTUUR Aanwezig bij aanvang: Voorzitter: P.H.J.R. van Rooden. Griffier: F. Zwertbroek. fracties: D66: F. Demirkan, H.R. Jaarsma en J. Veltman; Hart voor Hilversum: H. Koҫ en mw. K.J. Walters; VVD: .A.R.C. Scheepers, R. Verkuijlen en M.F. Vogel; SP: --; PvdA: S. Akrouh; CDA: D.E.O. Streutker en R.W. Winkel; GroenLinks: E. Meijer; ChristenUnie: J. de Wit; Hilversum1: R.A. van den Akker; Leefbaar Hilversum: H.P. Blok. College: P.I. Broertjes, burgemeester en F.G.J. Voorink, wethouder. De voorzitter opent de vergadering. De fractie van de SP is vanwege ziekte afwezig. Hart voor Hilversum stelt voor de vraag over HOV-schetsen, niet te behandelen bij de portefeuille P en O, maar bij Verkeer en Beheer. D66, het CDA, de ChristenUnie, GroenLinks, de PvdA, Leefbaar Hilversum en de VVD stemmen daartegen. Hilversum1 stemt daarvoor. 11. Mededelingen van en vragen aan wethouder Voorink Vragen van het CDA over HOV-schetsen Naar aanleiding van de wethoudersbrief HOV-schetsen d.d. 10 maart 2015 alsmede signalen dat het in algemene zin regelmatig voorkomt dat de afhandeling van ingezonden brieven te wensen overlaat, heeft het CDA de volgende vragen aan wethouder Voorink: 1. Kan de wethouder aangeven hoe het mogelijk is dat de HOV schetsen wel degelijk eerder zijn ontvangen en nu alsnog boven water zijn gekomen? 2. Kan de wethouder u aangeven welke maatregelen hij denkt te nemen om dit soort situaties in de toekomst te voorkomen? 3. Kan de wethouder aangeven in hoeverre het postregistratievolgsysteem naar behoren functioneert, waardoor adequate dossiervorming gegarandeerd wordt en hij te allen tijde de beschikking heeft over de meest recente informatie? 4. Kan de wethouder aangeven in hoeverre er een onderscheid wordt gemaakt tussen behandeling en bewaking van fysieke post (brieven op papier) en digitale post (brieven per e-mail)? Wethouder Voorink lijkt het goed om in de raadsvergadering van 1 april dan wel in een vergadering van de commissie Verkeer en Beheer op het HOV in te gaan, wat hem recht lijkt te doen aan de situatie Raadsleden bleven terecht aan vragen vasthouden, waarop hij stelde geen schetsen te hebben. Een ambtenaar vertelde hem de volgende dag dat ze er wel waren. De geleerde les is meer tijd te nemen om goed door te vragen bij zijn ambtenaren. Het gaat in essentie om een communicatiestoornis. Het postregistratievolgsysteem functioneert naar behoren. Post betreft e-mail en brieven en die worden op dezelfde manier ingeboekt. Dat werkt doorgaans heel goed en ruim een half jaar terug was er nog een aanscherping. Er gaan namelijk wel eens dingen mis. De gemeente onderhoudt op veel manieren contact met de buitenwereld, onder meer door sms’jes, whatsappjes etc. Het is ondoenlijk om die allemaal in te boeken. Het gebeurt wel eens dat brieven te lang blijven liggen of niet terug te vinden zijn. Daarop wordt steekproefsgewijs getoetst. Als er dingen misgaan vindt altijd evaluatie plaats. Het CDA neemt op dit moment genoegen met het antwoord van de wethouder, maar dringt erop aan een gerichte actie te doen om fouten tot een echt minimum te beperken. Bij postafhandeling behoort een beantwoording in eerste en tweede instantie. Als dergelijke voorbeelden haar ter ore komen zal zij de wethouder daarvan in kennis stellen.
3
Wethouder Voorink houdt zich daarvoor aanbevolen en streeft altijd naar verbetering. Een ontvangstbevestiging behoort tot de spelregels. Hij zal zich met de gemeentesecretaris verstaan om nog een slag te kunnen maken. Hart voor Hilversum komt op een ander moment op het onderwerp terug. 12. Vooruit- en terugblik regionale aangelegenheden Geen opmerkingen. 13. Mededelingen van en vragen aan burgemeester Broertjes Er zijn geen vragen en opmerkingen. 14. Vooruit- en terugblik regionale aangelegenheden Geen opmerkingen. 15. Beëindiging cameratoezicht Ooievaarsplein Woordvoerders: D66: F. Demirkan; Hart voor Hilversum: H. Koç; VVD: R. Verkuylen; SP: --; PvdA: S. Akrouh; CDA: R.W. Winkel; GroenLinks: E. Meijer; ChristenUnie: J. de Wit; Hilversum1: R.A. van den Akker; Leefbaar Hilversum: H.P. Blok. College: P.I. Broertjes, burgemeester. In december is geadviseerd om het cameratoezicht tot 1 april 2015 te verlengen. Nu wordt gevraagd om te adviseren over de beëindiging van cameratoezicht per 1 april 2015, het inzetten van de integrale aanpak en de burgemeester toe te staan om bij ernstige verstoring van de openbare orde het cameratoezicht terug te brengen en zich daarover later aan de raad te verantwoorden. De ChristenUnie is best blij met de agendering van het onderwerp en was kritisch over het instellen van cameratoezicht. De fractie heeft vooral op de integrale aanpak gehamerd, met als onderdeel tijdelijk cameratoezicht. Het weghalen van de camera lijkt de ChristenUnie prima, evenals door te gaan met de integrale aanpak. De fractie vindt het prettig iets te mogen roepen om camera’s ergens al dan niet in te zetten, maar in dezen is het goed om de burgemeester een mandaat te geven, ook richting de bewoners. De fractie adviseert het college het te doen zoals het opgeschreven is: de camera uitzetten. Als het de komende tijd nodig is gaat die weer aan, maar dan wil de ChristenUnie daarvan wel op de hoogte gesteld worden. De ambitie is niet om alle wijken van Hilversum met bewakingscamera’s vol te hangen. De woonwijken moeten namelijk woonwijken blijven. GroenLinks kan zich grotendeels aansluiten bij de ChristenUnie, met name wat betreft de punten 1 en 2. Wel wil de fractie weten wat een machtiging bij ernstige verstoring van openbare orde, overlast en/of hinder inhoudt. Dan is het volgens de fractie goed dat de raad kan evalueren. Over het derde punt is de fractie dus kritisch. D66 is blij met cameratoezicht te kunnen stoppen en feliciteert de burgemeester met zijn handelen. Cameratoezicht moet ook tijdelijk zijn. Er moet niet langer dan nodig inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van burgers zijn. De fractie ondersteunt de contacten tussen buurtbewoners en jongeren van harte en wil de integrale aanpak laten voortzetten, ook gezien de komst van de zomer. Gevraagd wordt of de bewonersparkeerplaats voor het publiek aan beide kanten ontoegankelijk is gemaakt. De fractie informeert verder naar de kosten van cameratoezicht en of die € 150,- per maand zijn. Het is mogelijk om cameratoezicht aan de burgemeester over te laten. Een instemming na plaatsing kan de goedkeuring van D66 echter niet dragen. Cameratoezicht moet namelijk noodzakelijk zijn en de toetsing daarvan wil D66 niet aan het dagelijks bestuur overlaten. Ernstige verstoring van de
4
openbare orde moet nader gedefinieerd worden en mag geen argument zijn om na een paar incidenten cameratoezicht toe te passen. De ChristenUnie vindt dat een mooi verhaal, maar dat is richting de bewoners van het Ooievaarplein niet handig. Terugkomen naar de raad kan in een vakantieperiode twee maanden na een eerste incident zijn. Daarom verzoekt de fractie praktisch aan de bewoners van het Ooievaarplein te denken. GroenLinks begrijpt niet te veel rompslomp te creëren, maar het aanzetten van de camera is niet de oplossing. Het is dus verstandig om de raad op dat moment te informeren. De ChristenUnie is het daarmee helemaal eens. D66 komt straks op de vraag van de ChristenUnie terug. Cameratoezicht is een inbreuk op de privacy en moet dus zorgvuldig en alleen als uiterste middel toegepast worden, proportioneel en subsidiair. Cameratoezicht kan niet opeens dringend nodig zijn. De situatie moet al langer duren en moet niet op te lossen zijn zonder cameratoezicht omdat alle andere middelen al zijn toegepast om de veiligheid te handhaven. Mocht cameratoezicht toch nodig of dringend zijn, dan stelt D66 voor om een spoedvergadering bijeen te roepen. De VVD verbaast zich over het betoog van D66 en het gestelde over de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer. De meeste bewoners van het Ooievaarplein waren namelijk voorstanders van cameratoezicht. De vraag is of D66 de gemeente een moraliserende overheid wil laten zijn die meekijkt of wil laten luisteren naar de bewoners van het Ooievaarplein die een camera zien als een middel dat de rust op een plein kan terugbrengen. D66 stelt dat in Nederland de meeste camera’s per persoon hangen en er toch misdrijven voor komen. Ook anderen dan bewoners hebben last van camera’s. Het CDA is blij nu te kunnen concluderen dat de camera’s weg kunnen en hoopt dat ze weg kunnen blijven. De fractie is blij met het voortzetten van de integrale aanpak. Over punt 3 zijn er wel vragen en opmerkingen. De raad wordt gevraagd de burgemeester te machtigen de inzet van cameratoezicht op grond van artikel 151c van de Gemeentewet toe te passen. In dat artikel staat dat de burgemeester overeenkomstig artikel 1 van de Gemeentewet na instemming van de gemeenteraad besluiten tot het plaatsen van vaste camera’s. Achteraf instemming laten geven door de raad is dan bij toestemming niet nodig. Als het weer nodig is om camera’s op het Ooievaarplein te plaatsen is het kennelijk weer goed mis. In dat geval wil het CDA door de burgemeester zo snel mogelijk geïnformeerd worden over wat er aan de hand is. Daarom stelt zij voor om gelijktijdig aan het traject van het plaatsen van de camera’s de raad op de hoogte te brengen van de problemen die er op dat moment zijn. Het CDA machtigt dus de burgemeester op grond van de Gemeentewet en de verordening om weer camera’s te plaatsen, maar op hetzelfde moment moet er ook informatie naar de raad gaan. De VVD stelt vast dat de camera de rust op het Ooievaarplein heeft teruggebracht. Ook is met bewoners en belangengroeperingen gesproken. Zij complimenteert het college met de nota en de veelzijdige aanpak die daarin staat. De insteek was namelijk op een integrale manier aan rust en veiligheid te werken, zodat met een goed gevoel de camera weg te halen is. Bewoners hebben geen behoefte aan herinrichting van het plein, maar wellicht kan het college daaraan nog iets doen, zodat veiligheid en het leefgenot op termijn zullen toenemen. Bewoners gaan zelf over de persoonlijke levenssfeer. Als zij vragen om een camera is dat een legitimatie om dat makkelijker te doen. Het blijft echter wel een middel dat met de nodige zorg in te zetten is. De door het CDA aangegeven rapportage ondersteunt de VVD van harte. De VVD is voor handelen en daarna met elkaar kijken of het op een goede manier is gebeurd. Sinds 2008 staan de leefbaarheid en de veiligheid op het Ooievaarplein ernstig onder druk. De vraag is of het gaat over ernstige openbare ordeproblemen. Vasthouden aan ernstige openbare ordeproblemen gaat voorbij aan pesterijtjes, zoals het weghalen van plantjes, in brievenbussen plassen en het uitschelden van ouderen. Wat de VVD betreft moet de burgemeester ook een inschatting kunnen maken over wat passend is, ook gezien de historie. Leefbaar Hilversum is van opvatting dat een heel goede nota voorligt en is positief over het voorstel. Er is gekeken naar de inrichting en de vraag is wat dat betekent en wat er concreet is bereikt. Ook vraagt zij wat de plannen zijn en wat bewoners daarvan vinden.
5
Met de opmerking van het CDA over het informeren van de raad is de fractie het helemaal eens. De fractie vraagt ten slotte op welke termijn de camera weer aan kan en op welke termijn die weer weg kan. Hilversum1 lijkt het wel alsof het alleen gaat om een camera, terwijl het gaat om een probleem waarbij de integrale aanpak gebruikt wordt. De fractie is blij dat de integrale aanpak tot nu zijn doel heeft bereikt en tot rust heeft geleid. Ook is zij blij dat de integrale aanpak voortgezet wordt, omdat er waarschijnlijk nog nazorg nodig is. Bewoners vroegen in het begin om veranderingen aan te brengen in de inrichting van het plein. Het betreffen woningen voor de doelgroep ouderen en zij moeten in de voor hun geschikte woningen kunnen blijven wonen. In het begin werd gevraagd om het plein aan te passen, omdat het zou uitnodigen tot het spelen en hangen van jongeren. Nu staat in het stuk dat daaraan geen behoefte meer is en daarop wil Hilversum1 een toelichting in hoeverre dat zo is of dat volledig zo is. Wat betreft de camera is het voorstel niet goed ingestoken. De bevoegdheid om over camera’s te beslissen ligt namelijk bij de raad. Nu vraagt de burgemeester de commissie wat hij kan doen. De burgemeester zou procedureel het zuiverst handelen door de raad om een volmacht voor bijvoorbeeld zes of twaalf maanden te vragen om opnieuw camera’s op te hangen, daarbij een melding aan de raad te doen en daarover de eerstvolgende raadsvergadering te rapporteren aan de raad. Hart voor Hilversum sluit zich aan bij de gemaakte nuttige opmerkingen en vraagt of er een bord hangt met de mededeling dat op het plein een beveiligingscamera aanwezig is, zodat mensen zich daarvan bewust zijn. Het CDA valt Hilversum1 bij en erkent dat een raadsbesluit ten grondslag moet liggen aan de machtiging aan de burgemeester om weer camera’s te plaatsen. Dan wordt voldaan aan bepalingen van de Apv. Burgemeester Broertjes vindt het fijn dat iedereen heeft gezegd de integrale aanpak te waarderen en dat die het afgelopen jaar heeft gewerkt. Daarmee gaat hij ook door. Hij houdt zich aan de afspraak om de camera weg te halen als dat mogelijk wordt. De bewoners hebben liever dat de camera blijft staan. Dat is het belangrijkste motief om zo flexibel en pragmatisch mogelijk te handelen conform punt 3 van het voorstel. Als er weer redenen zijn om de camera te herplaatsen, dan is het fijn om mensen snel comfort terug te geven en niet een procedurele weg met de raad te moeten inslaan, die weken of maanden kan duren. Een volmacht is mogelijk. Het gaat om een advies aan het college. Het is een pragmatisch voorstel. Hij heeft er vertrouwen in dat het lek boven water is. Dat komt vanwege flankerend beleid en contact met jongeren en bewoners. Nu wil hij in de buurt bouwen aan een beter leefklimaat. Als het onverhoopt misgaat moet hij snel kunnen handelen. Het gaat ook om een kwestie van vertrouwen. Als hij van mening is dat de camera moet terugkomen informeert hij de raad meteen. Achteraf kan hij verantwoording afleggen waarom hij dat heeft gedaan. Hilversum1 noemt de raad achteraf informeren niet zorgvuldig. De raad heeft besloten dat de burgemeester geen bevoegdheid toekomt om een camera te plaatsen. Het meest pragmatisch is dat de burgmeester desnoods zonder tussenkomst van de commissie in de raadsvergadering een volmacht inbrengt om voor zes of twaalf maanden een camera te plaatsen. Dan is het bestuurlijk zuiver geregeld. De ChristenUnie valt Hilversum1 bij en wil voorkomen dat camera’s er niet rechtmatig hangen. Wellicht kan er toch een machtiging komen voor camera’s. Daarin kan komen te staan dat die niet onbeperkt geldig is en voor het Ooievaarplein bedoeld is. De voorzitter vat samen dat wordt voorgesteld punt 3 door te leiden naar de raad met een beperkte machtiging met een einddatum aan de burgemeester. Burgemeester Broertjes heeft daaraan geen behoefte en vraagt hoe de commissie daarover denkt. De PvdA stelt voor de machtiging zonder debat te agenderen voor de raad. De VVD ondersteunt dat voorstel en wil in de machtiging de tekst ‘openbare orde, overlast en/of hinder’ overnemen. Burgemeester Broertjes verklaart zich daartoe bereid en maakt een voorstel voor de raadsvergadering van 1 april a.s. Het gaat dan om een voorstel inclusief termijnen.
6
De bewoners zijn niet ambitieus wat betreft de inrichting van het plein. Wel is er een bankje weggehaald. Met een landschapsarchitect wordt bekeken hoe het plein verfraaid kan worden. Het weghalen van het plein en er een kruispunt van maken wil hij niet. Wel zal het plein mooier worden, daarvoor heeft de landschapsarchitect suggesties gedaan en dat wordt voor de zomer praktisch geregeld, inclusief de door D66 gevraagde parkeerplaats. De kosten van een camera zijn heel laag. Het gaat steeds weer om het handhaven van door de bewoners gevraagde rust en leefbaarheid. Een bord met de mededeling dat er een camera is hangt er. Er is ook een vlag ontworpen voor het Ooievaarplein. Hilversum1 vindt het opmerkelijk dat de burgemeester zegt dat sommige bewoners het plein weg willen hebben. In het stuk staat iets anders. Burgemeester Broertjes stelt dat het gaat om een of twee bewoners. De meerderheid zegt het fraaier en leefbaarder te maken en daaraan wordt gewerkt. Hilversum1 vindt het gezien de transities in het sociale domein handig om woningen te behouden voor de doelgroep ouderen. De volmacht moet volgens haar voorzien zijn van een termijn van zes of twaalf maanden of een redelijke andere termijn. Ook moet de locatie van het plein helder zijn, met een agendering voor de raad. Advisering Hart voor Hilversum is voor het voorstel, inclusief een volmacht. D66 adviseert positief over de eerste twee punten. Het CDA, de ChristenUnie, GroenLinks, de PvdA¸ Leefbaar Hilversum en de VVD doen dat ook en wachten het raadsvoorstel af. 16. Benoeming voorzitter Commissie bezwaarschriften Woordvoerders: D66: H.R. Jaarsma; Hart voor Hilversum: H. Koҫ; VVD: R. Verkuijlen; SP: --; PvdA: S. Akrouh; CDA: D.E.O. Streutker; GroenLinks: E. Meijer; ChristenUnie: J. de Wit; Hilversum1: R.A. van den Akker; Leefbaar Hilversum: H.P. Blok. College: P.I. Broertjes, burgemeester. GroenLinks las de brief van de nieuwe voorzitter waarin staat de oude voorzitter van de Commissie bezwaarschriften hem heeft voorgedragen. Dat vindt de fractie een raar proces. De voorzitter stelt dat de nieuwe voorzitter op de vacature is gewezen door de oude voorzitter. De ChristenUnie kan zich in het voorstel vinden en vraagt de burgemeester of hij de heer Boersma namens de gemeenteraad expliciet wil bedanken voor diens inzet. Burgemeester Broertjes stelt dat dat al is gebeurd door middel van een handgeschreven brief. Op het afscheid van de heer Boersma ontbraken overigens alle raadsleden. Hilversum1 merkt de opmerkelijke staat van dienst van de aftredende voorzitter van de Commissie bezwaarschriften op. De functie werd heel lang vervuld. Nu spreekt een selectiecommissie meerdere kandidaten. Die selectiecommissie bestaat uit de voorzitters van de klachten- en bezwaarschriftencommissie en iemand van Juridische zaken. De raad stelt de commissieleden aan en heeft verder daarin geen rol. Wellicht kunnen in de toekomst een of twee afgevaardigden uit de raad deelnemen aan de selectiecommissie. D66 lijkt het een goede suggestie om dat eens te onderzoeken. Leefbaar Hilversum suggereert voor dergelijke hoge functies kandidaten zichzelf voor de commissie te laten presenteren.
7
De ChristenUnie wijst erop dat de Commissie bezwaarschriften niet direct voor de raad werkt en vindt dat niet nodig. Advisering aan de raad. Alle fracties adviseren positief. 17. Venten van snacks bij scholen Woordvoerders: D66: H.R. Jaarsma en J.L.R. Veltman; Hart voor Hilversum: H. Koҫ; VVD: R. Verkuijlen; SP: --; PvdA: S. Akrouh; CDA: D.E.O. Streutker; GroenLinks: E. Meijer; ChristenUnie: J. de Wit; Hilversum1: R.A. van den Akker; Leefbaar Hilversum: H.P. Blok. College: P.I. Broertjes, burgemeester en F.G.J. Voorink, wethouder. Ambtelijke ondersteuning: mw. M. van der Meer De voorzitter verwijst naar motie M 15/03 van D66 waarin het college is opgedragen om de mogelijkheid te bezien om de verkoop van ongezonde waren tijdens schooluren te verbieden of te beperken. Het college heeft daarop toegezegd een voorstel te maken en dat voorstel is door de Agendacommissie geagendeerd. Het voorliggende raadsvoorstel geeft aan dat het onderwerp een maatschappelijk debat rechtvaardigt. De commissie Economie en Bestuur is echter niet direct de plek om een maatschappelijk debat te voeren. Dat zal er dan ook vanavond niet zijn. Wel is er een groot aantal insprekers die hun mening/input over het voorstel naar voren brengen. Het gaat niet om een voorstel vanuit het college aan de raad. Het college heeft zelf geen standpunt over het voorstel ingenomen. Het gaat om een voorstel van de raad aan de raad, via het college. De bedoeling is dat commissieleden vooral met elkaar in debat gaan. Insprekers De heer Boughlala is in september 2014 begonnen met venten en had te maken met leraren die zijn eten vernederen. Hij verkoopt echter gezondere waren dan de scholen. Zijn assortiment bevat 80% gezond eten en 20% ongezond eten. Ouders en leerlingen steunen hem en weten wat er in schoolkantines wordt verkocht. Op het Comenius College worden bijvoorbeeld broodjes hamburger, frikadellen en frisdrank verkocht. Cola kost aldaar 80 cent en water 90 cent. De heer Veenstra kwam hij vandaag tegen en hij heeft vandaag voor de eerste maal met hem gesproken. De producten van het Comenius College zijn al in de fabriek in heel slecht vet gefrituurd. De producten op school bestaan uit 75% gezonde waren en 25% gezonde producten. Ongezonde producten worden echter het meest verkocht. Hij moet volgens het voorstel met zijn kraam 250 meter van een school staan. Bij het Aloysiuscollege is er een coffeeshop 50 meter van de school vandaan. Hij vindt zelf dat er geen bepaling van 250 meter afstand moet zijn. Zijn kinderen zitten op voetbal en elke ouder gaat met zijn kind na het voetbal een patatje halen. Vervolgens laat hij foto’s zien van producten die op scholen te koop zijn en die kinderen van huis uit mee krijgen. Het gaat om ongezonde producten. De zoon van de heer Boughlala bezoekt het Gemeentelijk gymnasium in Hilversum. In een tussenuur bezoeken hij en zijn klasgenoten de McDonalds of halen zij friet of een pizza. Zijn vader heeft acht jaar in de horeca gezeten en hij wil niet dat zijn vader niet de mogelijkheid meer wordt geboden om zijn beroep uit te oefenen. De heer Violet van het ombudsteam van de PvdA, stelt dat de onenigheid over de aanwezigheid van een snackkar bij een school niet over ondernemersvrijheid of de gezondheid van leerlingen gaat, maar om de concurrentie van eigen kantines te weren. In het belang van de leerlingen willen het A. Roland Holst college en het Comenius College dat de snackkar verdwijnt. Zijn stellige overtuiging is dat dat niet de werkelijke reden is. De scholen willen geen concurrentie. Hij is van mening dat de schoolleiding op een oneigenlijke manier druk uitoefent op onderwijswethouder Van der Want. Toen de heer Boughlala met de verkoop startte heeft hij in gesprek met de directie van het A. Roland Holst College onder begeleiding van het ombudsteam voorgesteld om samen een gezonde menukaart samen te stellen. De schoolleiding was hierin totaal niet geïnteresseerd. Het enige wat de schoolleiding
8
belangrijk vindt is dat de snackkar weggaat. Toen telde de gezondheid van de leerlingen nog niet. Zijn stelling is dat de scholen gewoon geen concurrentie willen. Het blijft vreemd dat de school bij een gezond beleid wel ongezonde snacks mag verkopen en de snackkar niet. De schoolleiding stelt geen gefrituurde snacks te verkopen, maar wel hamburgers, mayonaise, broodjes worst, cola, chips, Mars etc. Een glas cola is gelijk aan 7 klontjes suiker. Ondanks het prijsbeleid om gezond eten te promoten blijven de zogenaamde broodjes gezond veelal onaangeroerd liggen, zoals dat ook het geval is bij de snackkar. De automaten op school zitten bomvol met ongezonde snacks. Bedrijven die automaten verhuren hebben er geen baat bij als er in hun automaten geen fris en snoep zitten. Met frisdrankautomaten kan de school tot € 10.000,- per jaar verdienen. De raad gaat volgens hem de automaten niet uit scholen weghalen. D66-fractievoorzitter Jaarsma zei in het programma ‘1 op straat’ dat de overheid niet over het beleid binnen de scholen gaat. De vraag blijft dan wel of het wel de taak van de overheid is om een verbod aan de ondernemer op te leggen die gewoon zijn werk buiten de scholen doet. Zijn antwoord daarop is nee. De twee scholen zouden een gezond beleid voeren. Als de school het predicaat ‘gezonde school’ wil voeren moet ze aan voorwaarden voldoen die in het schoolbeleid terug te vinden zijn. Op de website van het Comenius College is alleen een uiting over roken alcohol en drugs terug te vinden. Hoever reikt dat protocol? Binnen het gebouw en op het schoolplein wordt niet gerookt en wordt er geen alcohol genuttigd. Er is echter niets over eten te vinden. De vraag is overigens waarom het protocol zich tot het schoolplein beperkt en niet tot uit het zicht van de school, bijvoorbeeld de nu gevraagde 250 meter. Waarom geeft de raad hier niet het goede voorbeeld door een grens van 250 meter in te voeren? Het wantwoord is omdat de schoolleiding van deze scholen hier geen druk op de wethouder Onderwijs legt. Zijn stelling blijft dat deze scholen geen concurrentie willen. Het invoeren van een 250 metergrens heeft alleen effect bij enkele scholen. Vele scholen hebben een snackbar, cafés, supermarkten, vismarkten en andere winkels binnen een straal van 250 meter. Eén patatkraan weg is naar zijn mening symboolpolitiek. Ook in schoolkantines van het Comenius College en het A. Roland Holst college zijn volop ongezonde snacks te verkrijgen. Als gezondheid echt een kwestie voor de scholen was, dan hadden zij deze producten direct uit het assortiment verwijderd. Zij doen dit volgens hem niet omdat anders scholen hun exploitatie niet rond kunnen krijgen. Dus wel ongezonde snacks binnen deze twee scholen maar niet daarbuiten? Er is bijna geen school in de stad zonder winkels of snackbar in de buurt. Het lijkt toch een eenzijdige en oneigenlijke concurrentiebeperking te worden die juridisch moeilijk te verdedigen is. Het adagium zou moeten zijn gelijke monniken gelijke kappen. Een gemeente kan geen Apv aannemen die is gericht op een paar scholen. Deze scholen willen naar zijn oordeel gewoon geen concurrentie. De snackbar binnen een straal van 250 meter verbieden is discriminerend en een sterk staaltje van gelegenheidspolitiek. Hij vraagt de raad om geen instemming te verlenen aan het verbod. Ook hij heeft bij zijn verhaal wat foto’s bijgevoegd die voor zichzelf spreken. De heer Van Rooij, directeur van de Vereniging professionele frituurders, kwam naar Hilversum vanwege de volgens de media in Hilversum uitgebroken patatoorlog. Hij komt op voor het frietje, kroketten en andere gefrituurde lekkernijen. Daarmee komt hij ook op voor de belangen van ondernemer Boughlala. Misvattingen over voeding, feiten en fabels over vetten plaatsen friet en gefrituurde snacks telkens in een verkeerd daglicht, zo ook in deze casus. Friet wordt gemaakt van aardappelen die tal van belangrijke voedingsstoffen bevatten die het lichaam nodig heeft. Aardappelen zijn onderdeel van de schijf van vijf, waarmee iedereen groot is geworden. Aardappelen worden volgens hem niet ineens ongezond als ze worden gefrituurd. Hetzelfde geldt voor de snacks. Frituren is wereldwijd een van de meest toegepaste bereidingsmethoden van voedsel, ook in landen waar obesitas nog moet worden uitgevonden. Als frituren goed gebeurt is er nauwelijks sprake van vetopname in het gefrituurde product. Bij slechte toepassing komt er onnodig veel vet in het product terecht. Zelfs dan hoeft het nog niet verkeerd te zijn, want het lichaam heeft namelijk vet nodig. Tot circa twintig jaar terug aten de meeste Nederlanders tenminste een keer per week friet en een paar snacks en werd de pot mayonaise op tafel gezet terwijl vader met een van de kinderen de frietjes ging halen. Als je zondags niet wilde koken of uit eten wilde gaan kon je in het verleden alleen maar terecht
9
bij de Chinees of de frietboer. Nu is er een breed aanbod van aanbieders van gemaksvoeding en zijn zelfs de supermarkten op zondag tot laat in de avond geopend. Nu worden mensen van alle gemakken voorzien rondom hun maaltijden en tussendoortjes. Friet zag men in die tijd niet als ongezond. Twintig jaar later is dat wel het geval. Telkens als over obesitas of overgewicht wordt gesproken of wordt gepubliceerd wordt het frietje in Nederland in beeld gebracht of iemand die een kroket of een andere snack eet. In Nederland is men ontzettend goed in stigmatiseren en dat blijkt ook hier weer het geval. Een bord boerenkool met rookworst bevat namelijk meer vet dan een frietje met. Een gevulde koek bevat meer vet dan twee frikadellen. Een broodje kaas bevat meer vet dan een broodje kroket. Hij adviseert daarom tijdens de lunch een broodje kroket te eten. Ook de Marsen en Twixen in de automaten op school bevatten meer vet dan een gemiddeld frietje. Dat wist men waarschijnlijk niet, want anders zou men niet tot het verbannen van het frietje willen overgaan. Dat is waarom het in de patatoorlog in Hilversum gaat. Als de raad besluit geen frietkramen in de buurt van scholen toe te laten omdat friet ongezond zou zijn, dan zouden de scholen ook verplicht moeten worden de frisdrank- en snoepautomaten te verwijderen en dienen ook de warme bakker en de supermarkten in de buurt van de scholen hun deuren van 11.00 uur tot 16.00 uur te sluiten. Het raadsvoorstel om een aanvullende maatregel in de Apv van een ventverbod op te nemen in het kader van gezondheid van leerlingen is naar zijn mening gebaseerd op volkomen onjuistheden. Friet, kroketten en andere gefrituurde lekkernijen hebben naar zijn mening niets met vet en ongezond voedsel te maken. Het eten van friet brengt de gezondheid van kinderen naar zijn opvatting helemaal niet in gevaar. Onlangs waarschuwde het Juliana Kinderziekenhuis in Den Haag voor een toenemend aantal ondervoede kinderen in ons land. Vooral hoger opgeleide ouders willen te gezond eten en leggen dat ook hun kinderen op. Kinderarts Schrama vindt dat kinderen op zijn tijd van friet moeten blijven genieten. Friet is een feest en kinderen moet vooral worden geleerd dat het niet iedere dag feest kan zijn. Hart voor Hilversum vraagt de heer Boughlala een paar gezonde dingen te noemen die hij verkoopt. D66 vraagt wat de heer Boughlala verder dan het aanbieden van 80% gezonden producten doet aan beleid om gezonde producten aan te bieden. Leefbaar Hilversum vraagt hoe het met het financiële welzijn de heer Boughlala zou verlopen zonder omzet bij de twee scholen en of hij zonder frituur kan leven. De PvdA wil weten in hoeverre de heer Boughlala heeft geprobeerd er samen met de scholen uit te komen. De heer Boughlala verkoopt aan gezonde producten patat, broodjes tonijn, broodjes gezond, Turkse pizza’s met heel veel salade en knoflooksaus gemaakt van frietsaus. Frietsaus is gemaakt van 95% water. Hij verkoopt ook water en bruin brood met kaas. Hij weet de laatste tijd niet zo goed wat gezond en ongezond is en hanteert geen calorieënmeter. Zijn snackkraam is zijn enige inkomen. Hij staat ook bij de Savornin Lohmanschool in de kantine. Aldaar heeft hij met de directeur gesproken over te verkopen producten, zoals broodjes gezond en tonijn, salades, Turkse pizza’s en tosti’s. Met die directeur is afgesproken niet alleen maar ongezonde producten te verkopen. Bij het A. Roland Holst college bevindt hij zich met zijn snackkraam tussen twee gebouwen in. Als hij de snackkraam niet heeft, heeft hij geen inkomen en zou hij een uitkering moeten aanvragen. De heer Van Kaam, rector van het A. Roland Holst College, deelt mee dat een school een maatschappelijke opdracht heeft. Als ouders hun kinderen bij hem afleveren vindt hij het heel belangrijk dat de verantwoordelijkheid voor het kind op een goede manier gedragen kan worden. Dat heeft te maken met de opvoeding. Opvoeding is integraal en alles hangt daarmee samen, ook voeding. De ontwikkeling van voeding op het A. Roland Holst College is stap voor stap gegaan. Zes jaar geleden is het A. Roland Holst College begonnen met de gezonde school en drie jaar geleden zijn de contracten met Coca Cola opgezegd. Dat was een ingrijpende beslissing. De pachter betaalt aan de school een minimale vergoeding om de prijzen voor leerlingen zo laag mogelijk te houden.
10
Hij stond raar te kijken toen er een patatkraam voor de school stond en de school kreeg daarover reacties uit te buurt. Het heeft niet alleen met beeldvorming te maken, maar ook met de producten die werden aangeboden. De heer Boughlala is toen uitgenodigd en het standpunt van de school was dat er geen gefrituurde zaken in de omgeving van de school zouden moeten worden verkocht. Hij is heel erg blij met het voornemen op voorstel van de burgemeester om binnen 250 meter afstand van de school een ventverbod tijdens schooltijden in te voeren. Het gaat niet om het verbieden, maar om de verleidingen zo ver mogelijk uit de buurt van de school te houden. Daarvoor is hij als rector verantwoordelijk. De gemeente Hilversum staat in de persoon van wethouder Van der Want verbinding met burgers voor. Daarmee heeft de school op een heel prettige manier kennisgemaakt. Er zijn bijvoorbeeld maatschappelijke stages die in goede harmonie gebeuren. Er zijn bijvoorbeeld profielwerkstukken die ook samen gebeuren. Hij hoopt van harte dat de gemeenteraad medewerking wil verlenen om de scholen in het ventverbod binnen 250 meter van de school te steunen. De voorzitter corrigeert dat het voorstel door het college is opgesteld, op aandringen van de raad. Mevrouw Logtenberg, ouder van kinderen op het A. Roland Holst College en het Comenius College, stelt dat de gemeente een verantwoordelijkheid heeft met betrekking tot de pubers en tegelijkertijd een vergunning heeft verleend aan een ondernemer met een frietkar. Er is beleid dat er soms moeilijk te handhaven is. Pubers en jongeren eten te veel ongezond en bewegen te weinig. Daardoor ontstaat een steeds grotere groep met overgewicht. Er is een nog grotere groep pubers die zo dun zijn als een sprietje. Ze eten veel en groeien maar door. Soms is het als ouder moeilijk om ze een goed voedingspatroon aan te leren. Pubers zitten in een levensfase waarin er veel verandert. Er verandert van alles in hun lichaam en geest, ze krijgen een eigen wil en beschikken over geld. Dat is ook het gat in de markt voor bijvoorbeeld een ondernemer met een frietkar. Pubers zijn in deze levensfase bovengemiddeld gevoelig voor de peergroep, ofwel hun sociale omgeving. Ze zijn het liefst met leeftijdsgenoten, ze spiegelen zich vooral aan elkaar en willen vooral niet opvallen. Niet voor niets lijken pubers op elkaar in uiterlijk en uitlatingen. Volwassenen, waaronder zeker ouders, zijn voor pubers minder van belang. Het liefst staat de puber dag en nacht in contact met leeftijdsgenoten. Pubers worden beïnvloed door reclame, media en leeftijdgenoten om bepaald voedsel wel of niet te eten. Snacks, koeken en broodjes ongezond liggen op sommige scholen binnen handbereik en omdat de jongeren allemaal hun eigen geld hebben gekregen of verdiend en groente en fruit niet cool zijn is het geld daardoor snel uitgegeven aan bijvoorbeeld een frietje. Dat is volgens de mening van de jongeren redelijk prijzig. De Nederlandse regering wil al jaren dat schoolkantines de snacks uit het assortiment halen. Met steeds meer succes. Scholen worden uitgedaagd tot het vignet ‘gezonde school’ Er zijn er inmiddels 217. Voor ouders is de logische conclusie dat verleiding van een frietkar vermeden moet worden. De gemeente moet erkennen dat ze deze vergunning niet had moeten afgeven. De gemeente is nu aan zet om dit foutje recht te zetten. Wat haar betreft mag de frietkar op 500 meter van de school komen te staan. Dan hebben leerlingen tenminste een kilometer gelopen nadat ze het frietje hebben genuttigd. De heer Hofman, lid van het PvdA ombudsteam, stelt dat de scholen de aandacht van de media eigenlijk richten op een ander onderwerp dan wat hen eigenlijk bezighoudt. Iedereen is voor de gezondheid van kinderen en dat is ook niet de discussie. De school probeert een tegenstelling te maken tussen de hoeders van eer en goede zeden versus de boze ondernemer die slechte dingen aan kinderen aanbiedt. Verbieden is een pedagogisch domme maatregel en in dat verband verwijst hij naar het verhaal van de zondeval uit de Bijbel. Hij stelt dat wordt uitgegaan van een heel oud beeld inzake voedingsleer. De meeste mannen hebben last van een bierbuik. Niet de hoeveelheid eten, maar hetgeen men eet is van belang. Kinderen groeien in een snoepwinkel op en hen moet worden geleerd daarmee om te gaan door alternatieven te bieden die veel beter zijn. De wijze waarop de scholen de heer Boughlala tegemoet zijn getreden vindt hij beschamend. Drie keer is aangeboden een gezonde en niet met de kantine concurrerende menulijst samen te stellen en dat is alle keren afgewezen. De heer Boughlala heeft alles wat hij had geïnvesteerd in een snackkar en heeft
11
aangeboden om samen te werken, wat is geweigerd, hetgeen hij kwalijk vindt. Hij complimenteert de schoolleiding van de Savornin Lohmanschool die is gaan samenwerken en het belang van de kinderen dient. Leefbaar Hilversum informeert bij mevrouw Logtenberg naar de verantwoordelijkheid van ouders ten opzichte van hun kinderen, de verantwoordelijkheid van de schoolleiding en de verantwoordelijkheid van kinderen. De heer Van Kaam vraagt zij of leerlingen geen afstand van 250 meter zullen lopen, wat de school zelf aan voorlichting doet en of hij vindt dat er vanavond scholieren als insprekers aanwezig hadden moeten zijn. De ChristenUnie vraagt of op het A. Roland Holst College geen suikerhoudende dranken en repen meer te krijgen zijn vanwege het predicaat ‘gezonde school’. D66 vraagt of de heer Van Kaam bereid is om met nog meer gezonde producten aan te komen. Gevaagd wordt verder of is geprobeerd om er met de heer Boughlala uit te komen en hoe gesprekken met hem zijn verlopen. De school verpacht de kantine en gevraagd wordt hoe in dat kader de opmerkingen van de heer Violet te plaatsen zijn. GroenLinks vraagt hoe de opmerkingen van de heer Van Kaam zich verhouden tot de producten die in de school zelf worden verkocht en hoe hij de verhouding ziet tussen de opvoeding van de school en de opvoeding van de ouders. Haar eerste ingeving is dat ouders verantwoordelijk zijn voor opvoeding en de school daarop niet hoeft te worden aangesproken. Pubers zijn gevoelig voor bepaalde sentimenten, maar het is hun eigen taak om die ontwikkeling door te gaan. Waarom zou de gemeente pubers moeten helpen met hun opvoeding als het een proces is waar zij zelf doorheen moeten gaan? Hilversum1 stelt dat het gaat om Hilversumbreed beleid en vraag hoe andere basisscholen en scholen voor het middelbaar onderwijs erin staan. Ook vraagt de fractie wat er bij het A. Roland Holst College in de prullenbakken zoal kan worden aangetroffen. De VVD vraagt of de heer Van Kaam snoepautomaten binnen zijn school herkent en hoe die passen binnen het concept van de gezonde school. Mevrouw Logtenberg gaat in op de vraag over de verhouding tussen ouders, leerlingen en school ten aanzien van eten. Haar eigen ervaring als moeder van twee pubers is dat zij weet dat haar kinderen eerst iets gezonds eten en daarna iets ongezonds. Als het toezicht verandert, verandert ook hun houding. Scholen hebben naast ouders ook een verantwoordelijkheid. Bij pubers is het geen sinecure om niet alleen maar verbiedend te zijn, maar tegelijkertijd niet alle deuren wagenwijd open te zetten. Het is een zoektocht. De landelijke overheid stimuleert om gezondheid een plek te geven, zodat de gemeente niet kan zeggen maar even niets te doen. De heer Van Kaam gaat in op de vraag over 250 meter waarover is voorgesteld binnen die afstand tot de school geen ventvergunning te verlenen. Hij merkt op dat leerlingen in de gelegenheid zijn om een benzinepomp te bezoeken, maar gezien de vette producten wil hij het liefst geen snackkar voor zijn deur. Toen die toch verscheen is hij met de heer Boughlala in gesprek gegaan en wilde hij dat de situatie zou ophouden. Hij wilde dat de heer Boughlala zou weggaan met eventueel als gevolg een andere baan. Het was geen beschamend gesprek, maar hij merkt dat dat hem wel nu zo in de mond wordt gelegd. Leerlingen op zijn school krijgen voorlichting over calorieën en transvettten, die het gevaarlijkst zijn. Scholieren zijn expres niet gevraagd als insprekers naar de commissievergadering te komen, omdat hij vindt dat de schoolleiding een eigen verantwoordelijkheid heeft. Gesprekken met leerlingen horen binnen de school thuis. Als hij met leerlingen komt die een mening hebben die binnen zijn straatje past zou hij geen recht doen aan de rest. Weloverwogen is dus besloten geen leerlingen in te zetten.
12
Er waren geluiden om de school nog gezonder te maken. De pachter wilde daaraan medewerking verlenen en die heeft zelf het contract met Coca Cola op opgezegd. De school is niet helemaal suikervrij en er is wel snoep. Er zijn ook cola en sinas verkrijgbaar, waaronder lightversies. Minder gezonde producten zijn kaassoufflés en worstenbroodjes. Verder is het allemaal gezond. De verhouding gezond ongezond is 95%-5%. Het primaat van de opvoeding is tijdens schooltijd de tijd dat de leerlingen binnen zijn, omdat hij daarop aanspreekbaar is. D66 vraagt of de school zich beconcurreerd voelt. De heer Van Kaam vindt van niet. De pachter voelt zich dat wel. De heer Hofman wil partijen samen brengen, maar verwondert zich over de automaten met ongezonde producten op school, waaronder lightproducten. Een broodje gezond vindt hij een contradictie in terminus. Er is een beeld geschapen van een gezonde school versus de slechte ondernemer. Hij heeft aangeboden om een pakket samen te stellen dat een goed alternatief is voor lekker eten, maar dat wel gezond is. De heer Van Kaam wilde daarvan niets weten en stelde dat men moest opzouten met de hele handel. Hilversum1 vraagt of de mening van de heren Hofman en Van Kaam Hilversumbreed wordt gedeeld. Leefbaar Hilversum worstelt met de verantwoordelijkheden en waarom die uiteindelijk bij de gemeente terecht komt. De heer Van Kaam weet niet in hoeverre de andere voortgezet onderwijsinstellingen met een maatregel te maken hebben gehad. Het Gemeentelijk Gymnasium zou volgens hem het prettig vinden dat er geen snackkar in de omgeving staat. Het punt is verder niet onderzocht, ook niet in het primair onderwijs. Mevrouw Logtenberg begrijpt de worsteling van Leefbaar Hilversum over verantwoordelijkheid. Allen hebben een verantwoordelijkheid. Het is belangrijk dat volwassenen kijken dat kinderen zodanig met eten omgaan dat ze niet continu aan ongezond eten worden blootgesteld. De VVD vraagt of de snackautomaat volgens mevrouw Logtenberg ook uit de school weg moet. Mevrouw Logtenberg heeft die voorkeur wel, maar scholen beslissen in dezen anders. Namens alle ouders zegt zij dat de snackkar niet zo dicht bij de school geparkeerd moet worden. De heer Veenstra, rector van het Comenius College, deelt mee dat zijn school aan de westkant van Hilversum ongeveer 3 km af ligt van benzinestations en andere verleidingen. Zijn school was vier jaar terug de eerste rookvrije school van Nederland. Dat ging niet vanzelf. Lessen en projecten hadden niet gewerkt. In het belang van de volksgezondheid heeft de school toch doorgezet, ook al maakte die zich niet bij iedereen populair. De omgeving is beïnvloed door het schoolplein volledig rookvrij te verklaren voor leerlingen en leraren. Psychologen noemen dat een sterke situatie. Inmiddels is het rookvrije schoolplein volledig geaccepteerd. 50% van de Nederlandse scholen is nu rookvrij. Zo is het ook gegaan met alcohol. Op schoolfeesten en gala’s wordt geen alcohol meer geschonken. Ook hier heeft de school zich eerst verdiept in het probleem. Er is een visie ontwikkeld en er is verantwoordelijkheid genomen. De omgeving is veranderd en inmiddels is dat geaccepteerd. Waar voorlichting niet voldoende was hielp beïnvloeding van de omgeving. Er is ook weer een sterke situatie gecreëerd. Kinderen begrijpen namelijk niet altijd wat je zegt, maar zien altijd wat je doet. Waarom maakt hij zich zo druk over een patatkraam voor de deur? Obesitas is in de westerse samenleving een steeds groter probleem. In Nederland heeft circa een op de zes tot zeven kinderen te maken met ernstig overgewicht. De komende jaren zal dat nog erger worden. Het is een noodzaak om ernstig overgewicht tegen te gaan. Het enige dat helpt is het opnieuw vormgeven van de omgeving, zodat een gezonde keuze weer een vanzelfsprekende zaak is. Paul Rosenmöller, sprekend namens ‘Jongeren op gezond gewicht’ en de VO-raad, heeft gezegd: ‘De verantwoordelijkheid voor een gezonde jeugd ligt niet alleen bij ouders of opvoeders, maar ook bij scholen, sportclubs en zeker bij gemeenten. Om het tij te keren moeten alle publieke, private en
13
maatschappelijke krachten samenwerken om een gezond aanbod en een gezonde omgeving te creëren.’ Ouders bepalen thuis wat er gegeten wordt. Terecht! Kinderen zitten een groot deel van de dag in een andere omgeving. Daarin gelden andere regels. Als hij die kinderen bij een patatkaam voor zijn hoofdingang ziet zitten en hij loopt na de pauze langs die plek ziet hij daar de boterhammen die hun ouders met liefde die ochtend hebben gesmeerd in de prullenbak liggen, als ze er al in liggen. De school heeft de opdracht en de verantwoordelijkheid om het gedrag van leerlingen te beïnvloeden. Niet alleen door voorlichting, maar ook door het beïnvloeden van de omgeving. Daar past een frituurkar aan de voordeur niet bij. Hij steunt daarom het voorstel dat nu ter tafel ligt. Niet om een ondernemer dwars te zitten, maar om de dagelijkse verleiding tegen te gaan en de drempel voor leerlingen te verhogen. Hij hoopt van harte dat de raad daarin meegaat. Wel zijn inzicht, visie, durf en daadkracht nodig. Er is inzicht nodig in het probleem. Een visie is nodig op de rol van ouders, scholen, gemeenten en de politiek. Durf en daadkracht zijn eveneens nodig, evenals het creëren van sterke situaties die tot gedragsverandering leiden. De urgentie blijkt uit een brief van staatssecretaris Van Rijn van vorige week aan de scholen. ‘De aanpak van overgewicht en de beschikbaarheid van een gezond voedingsaanbod is alleen mogelijk met een multidisciplinaire aanpak. Het vraagt inzet van alle betrokken, zowel op nationaal als op lokaal niveau. Uiteraard is het een gemeentelijke verantwoordelijkheid om hierop beleid te hebben, maar vanuit een gezondheidsbevorderend perspectief hoop ik van harte dat dit voorstel wordt aangenomen en wordt vastgelegd in het gemeentebeleid. Wij wensen u veel succes.’ En dat succes wenst hij de gemeenteraad evenzeer. De heer De Vries, oud-directeur van GGD Nederland, was betrokken c.q. initiatiefnemer van Jongeren op Gezond gewicht, initiatiefnemer van het gezonde schoolvignet en initiatiefnemer van de gezonde schoolkantine. Dat omdat obesitas een groot gezondheidsprobleem is. Nu is hij voorzitter van de raad van bestuur van een verpleeghuis en hij ziet daarbij de gevolgen na veertig tot vijftig jaar van ongezonde leefstijl. Obesitas heeft een directe relatie met hartziekten, kankersoorten en dementie en Alzheimer. Het gaat niet tussen twee scholen en een patatondernemer. Het gaat veel verder. De scholen hebben een streep getrokken. Heel veel Nederlandse gemeente kijken nu naar dit debat en of een Nederlandse gemeente de streep trekt. Het gaat erom of ook de gemeente de scholen steunt in hun gezondheidsbeleid. Het is dus van belang dat het zich nu niet toespitst tussen twee scholen en een ondernemer. De gemeente zal daadkracht en durf tonen. Hij is ervan overtuigd dat vele gemeenten zullen volgen voor de volksgezondheid van Nederland. De bestuurlijke vraag is of de raad daarover gaat. Hij vindt van wel. Sinds 1851 staat in de Gemeentewet dat de gemeente een taak heeft voor het beschermen van de gezondheid van inwoners. In de huidige Gemeentewet is dat artikel 149. De raad is in staat verordeningen in het leven te roepen ter bevordering en bescherming van de volksgezondheid. Ook de Wet publieke gezondheid bevat tientallen artikelen waarin de gemeente wordt gewezen op haar taak inzake de gezondheid van de bevolking. Het gaat om het moeilijke onderwerp van gedragsverandering om te komen tot een gezonde levensstijl. Tientallen jaren wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat er maar drie maatregelen werken: Dat zijn 1. wettelijke maatregelen, verboden en leeftijdsgrenzen; 2. het verminderen van baanbod; 3. prijsstelling. Alle overige interventies hebben weinig of geen effect. Als men een patatzaak toelaat stelt men geen verbod in, verhoogt men het aanbod en is de prijsstelling dusdanig dat het aantrekkelijk wordt. Het is juist de bedoeling om de drie maatregelen te nemen ten gunste van de volksgezondheid. Is de gemeente niet ontzettend betuttelend bezig en ontzegt men geen patatje? Die vraagstelling wordt geframed door de voedings- en snoepindustrie. De vraag is ook niet of het betuttelend is om een valhelm of autogordel verplicht te stellen. Een ongeluk in het verkeer heeft à la minute effect. Bij obesitas komt er een ambulance na 40 jaar. De vergelijking met een andere gezondheidsschade is de volgende. Schoon of vervuild drinkwater was eind 19e eeuw een grote gezondheidsbedreiging. De overheid heeft destijds gekozen voor schoon drinkwater, terwijl men ook zou kunnen zeggen dat het een eigen verantwoordelijkheid is om water te
14
koken. Hetzelfde geldt voor riolering. Er waren destijds economische redenen om rioleringen af te wijzen, want er was goedkope mest. Het is dus geen betutteling, maar zorgen voor een goed gezondheidsbeleid. Men zit op dit moment in een obesitas-samenleving. Dagelijks worden mensen verleid tot ongezond gedrag. Als op dit moment bitterballen langsgaan weet men wat men gaat doen. Men heeft de keuze tussen gezondheidswinst of winst van een particuliere ondernemer. De heer Haenen, directeur-bestuurder van CVO ’t Gooi, heeft vier vestigingen in Hilversum, met het Comenius College als hoofdvestiging. Hij spreekt ook namens het college van bestuur van de GSF, het bevoegde gezag van het A. Roland Holst College. In de afgelopen periode was er gedurende 20 jaar een goede samenwerking met de gemeente, welke samenwerking steeds intensiever is geworden. Beide hebben elkaar nodig en zetten zich in voor partnerschap in de regio. Het gaat om onderwijshuisvesting, het beleid rondom brede scholen, voortijdig schoolverlaten, thuiszitters en maatschappelijke stage. Die thema’s zijn onderdeel van de Lokaal Educatieve Agenda, die wordt besproken in het Lokaal Educatief Beraad of andere gremia. Dat gebeurt op een constructieve manier en elk met zijn eigen verantwoordelijkheid. Er is een vierkolommenmodel, met een regionale kolom, een lokale kolom, een kolom met een gedeelde verantwoordelijkheid en een kolom waar de school bepalend is en de gemeente ondersteunt. Die laatste kolom betreft maatschappelijke stages, duurzaamheid en gezonde voeding en een gezonde leefstijl. Met dit voorstel heeft de raad de mogelijkheid het schoolbeleid op het gebied van gezonde voeding en een gezonde leefstijl te ondersteunen. Hij kan zich niet voorstellen dat de raad dat niet wil en dat die daarvoor geen rol ziet. Als voorbeeld noemt hij de gemeente Haarlemmermeer waar een soortgelijk ventverbod geldt. Hij verwacht van de raad het voorstel te omarmen. Hij is eindverantwoordelijke voor de Savornin Lohmanschool en het Comenius College. De heer Boughlala en het ombudsteam van de PvdA prijzen de directeur van de Savornin Lohmanschool, maar daar is de situatie anders dan bij het Comenius College. De heer Boughlala bemant daar de kantine, maar er zijn daar geen friet en vette snacks. Daarmee is de heer Boughlala akkoord gegaan. Het grootste probleem is dat er bij het Comenius College en het A. Roland Holstcollege wel friet en vette snacks worden verkocht. Waar scholen de mogelijkheden zien zijn ze welwillend, maar als dat niet zo is, is er daar een grens. GroenLinks vraagt waarom de streep niet is getrokken binnen de schoolkantines van de heer Haenen. Men zou binnen de redenering over valhelmen ook geen snacks meer in supermarkten mogen verkopen aan mensen onder een bepaalde leeftijd. De PvdA ziet de heer Veenstra met grote woorden spreken: visie, durf, lef en de omgeving beïnvloeden. Men zou binnen de school moeten beginnen en zij is benieuwd hoe de heer Veenstra daartegenaan kijkt. De heer Veenstra heeft een brief aan het ministerie van volksgezondheid gestuurd. Daarin is gesteld dat gezondheidsbeleid wordt gesubsidieerd door gezonde producten aantrekkelijker te maken dan ongezonde producten. Er is echter een foto van een frisdrankautomaat waarin water duurder is dan cola. Leefbaar Hilversum mist in dezen de visie van scholieren. De vraag is hoe de leerlingen van het Comenius College zouden zeggen als ze vanavond bij de commissievergadering zouden zijn. Hart voor Hilversum vraagt de heer Veenstra hoeveel kilocalorieën een roze koek bevat. D66 vraagt de heer Haenen in hoeverre andere scholen worden gedemotiveerd als de commissie een negatief advies geeft. Verder is het de vraag aan de heer Veenstra of een grens van 250 meter en de tijd van 11.00 uur voldoende zijn. De ChristenUnie weet dat zich bij De Opmaat aan de Larenseweg binnen 250 meter ook een heel grote Jumbo supermarkt is gevestigd. De heer De Vries wordt gevraagd wat men in een straal van 250 kan verbieden. Wellicht kan men ook de richting van educatie en voorlichting op gaan.
15
Hilversum1 vraagt de heer Veenstra of een algemeen verbod ook gesteund wordt door andere VO- en basisscholen. Gevraagd wordt aan de heren De Vries en Haenen of gezonde voeding binnen of buiten de school moet beginnen. Te stringente regelgeving werkt juist averechts en dan gaat zich een cultuur vormen tegen de regels in. De fractie vraagt hoe beide heren daar tegenaan kijken. De heer Veenstra veronderstelt dat achter de vraag van de verhouding van zijn betoog tot het aanbod van snacks een vermoeden van tegenstrijdigheid zit. Dat wil hij uit de wereld helpen. Hij houdt het betoog in het belang van de gezondheid van kinderen. Dat doet hij omdat de tijd daarvoor rijp is. Dat gebeurde eerder bij het roken. Men moet bij snacks de verleiding kleiner maken en een situatie creëren. Dat gebeurt ook door niet te accepteren dat er voor de deur van een school een snackkar komt die gefrituurde snacks verkoopt en waar leerlingen elke pauze een keer langs komen. Hij is ook bezig met het gezonder maken van zijn kantine. De streep heeft de school getrokken bij roken en alcohol en daarvoor heeft de school het vignet ‘gezonde school’ van de GGD en het Trimbosinstituut ontvangen. Ook bij voeding is hij daartoe op weg. Ook een gezonde schoolkantine gaat om 75% gezond aanbod en 25% ongezond aanbod. Nu is er circa 60% gezond aanbod. Hij beïnvloedt de omgeving van de school, bijvoorbeeld door aan te geven dat men niet dronken of stoned in de schoolbanken mag zitten. Naast cola staan ook cola zero, cola light, evenals water en vruchtensappen in de automaten. De school geeft de voedingswaarde aan en biedt voortdurend alternatieven, ook voor chips, zoals in een oven bereide chips. Dat gebeurt met alle producten en dat is ook de omgeving beïnvloeden. Hij weet niet waarom de staatssecretaris geen contact met de gemeente heeft opgenomen. Wel heeft de staatssecretaris een brief aan de gemeente gestuurd vanuit het volle besef dat die brief overal elders in Nederland zorgvuldig bestudeerd zal worden. In dat opzicht heeft die zich wel degelijk tot de gemeente en alle ketenpartners gericht. Hij heeft scholieren gesproken. De laatste was een meisje dat oorspronkelijk niet in Hilversum woonde. Zij woont nu in Heideheuvel en neemt deel aan een obesitas-programma. Zij zegt dat elke keer dat zij langs die frietkraam loopt voor haar een bezoeking is. Zij is gevraagd om in te spreken, maar durft dat niet. Hij weet niet het aantal calorieën dat een roze koek bevat. 250 meter is een behoorlijke afstand die men heel bewust moet afleggen. Zijn ervaring met het roken is dat leerlingen helemaal niet de wijk intrekken. Leerlingen die dolgraag patat willen hebben trekken de wijk in, maar anderen niet. Hij wil niemand het recht op een onderneming en een inkomen ontzeggen, maar in dat geval is de keuze anders. 250 meter is een goed begin. Met de tijden heeft hij meer moeite, omdat schoolpauzes plaatsvinden tussen 09.00 uur en 13.30 uur. Daarom geeft hij de raad in overweging de tijden aan te passen tussen 09.00 uur en 14.00 uur. Hij weet niet of het verbod wordt gesteund door andere instellingen in Hilversum. Van het basisonderwijs hoort hij positieve geluiden. Hij weet dat er in Amsterdam ook een soortgelijke discussie gevoerd wordt, evenals in Breda, Oosterhout en Haarlemmermeer. Het is dus een issue van deze tijd, gezien de kennis over de toename en de gevolgen van obesitas. De heer De Vries herinnert aan eenzelfde traject bij het roken, waarbij het not done meer is om daarvoor reclame te maken. Ook voor alcohol is beleid gemaakt ten behoeve van de gezondheidsveiligheid van de jeugd. Het grote verschil met obesitas is dat de gevolgen daarvan pas na 30, 40 jaar aan de oppervlakte komen in de vorm van hart- en herseninfarcten. Er moet dus een streep worden getrokken en hij wil heel ver gaan met het beschermen van de jeugd. 250 meter vindt hij een heel mooie richtlijn. De discussie gaat over gezondheidsveiligheid versus economisch gewin. De industrie was tegen het alcohol- en rookverbod. Groningers weten wat het is om te kiezen voor economisch gewin of veiligheid. Het gaat om een zeer ernstig gezondheidsrisico en dat wil hij de raadsleden in hun oren laten knopen. Het gaat om giga gezondheidsgraden op basis van levensstijl. Tientallen procenten van de kosten van gezondheidszorg hebben te maken met een ongezonde leefstijl.
16
Hij wil zich ook richten op voorlichting, maar uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat dat heel weinig effect heeft. Verbieden, het terugdringen van aanbod en prijsstelling zijn de enige effectieve maatregelen om tot een gezond Nederland te komen. Verbieden heeft geen averechts effect. Uit tientallen jaren wetenschappelijk onderzoek blijkt dat al na 3 tot 4 jaar de negatieve averechtse effecten teniet zijn gedaan. De heer Haenen gaat in op De Opmaat met een Jumbo binnen 250 meter. Het gaat echter op wat de gemeenteraad kan beïnvloeden. In zijn vier vestigingen is een beweging van ongezond naar gezond te zien. Als de gemeente rijdende frietkramen bij scholen accepteert betekent het dat het beleid van scholen niet wordt ondersteund. Dat wil niet zeggen dat scholen het opgeven. Men moet binnen de school beginnen. In de kantine worden gezonde producten prominent neergezet en kost fruit heel weinig. Buiten is wel nodig om het beleid te ondersteunen. Daarom doet hij een beroep op de raad. Het CDA stelt voor fracties hun bijdrage te laten leveren en het daarbij te laten. De fractie ziet namelijk dat het een brede maatschappelijke discussie wordt. De ChristenUnie kan zich daarin vinden. De VVD is voor het voorstel van het CDA en sluit af met een advies aan de raad. Hilversum1, Hart voor Hilversum en D66, GroenLinks de PvdA en Leefbaar Hilversum zijn eveneens daarvoor. Eerste termijn Het CDA heeft veel respect en waardering voor de schoolleidingen om hun leerlingen op verschillende manieren een gezond eetpatroon en een gezonde levenswijze aan te bieden. Ook begrijpt zij de insprekende ouder. Het is nu eenmaal geen prettig idee dat boterhammen in de prullenbak verdwijnen en in plaats daarvan friet en andere snacks worden gegeten. De fractie vraagt zich af waar de grens ligt aan het verantwoordelijkheidsgevoel en de pogingen van de scholen om een gezonde levensstijl te propageren. Het onderwerp vraagt een bredere maatschappelijke discussie en een bredere discussie in de raad, met ouders, scholen en leerlingen. Het voorstel voor de Apv-wijziging geldt voor heel Hilversum en is te beperkt om nu in stemming te brengen. De fractie wil dat de raad dieper op het onderwerp ingaat en daarover praat met scholen, ouders en leerlingen. Zij geeft dus nu geen advies en laat het hierbij. De ChristenUnie heeft behoefte aan een goede discussie en vindt gezondheid van kinderen belangrijk. De vraag is om het voorstel om de Apv aan te passen op het juiste moment komt en de juiste inhoud heeft. De voorlichting op scholen waardeert de fractie zeer, maar voorlichting moet ook thuis gebeuren. Ouders en scholen hebben beide verantwoordelijkheid. Het thema gezond eten is volop ontwikkeling, maar dat is het dan ook. Scholen zijn bezig met het gezond maken van de kantines. De fractie is overtuigd van de goede intenties, maar gezien de plaatjes is het de vraag hoe ver men daarmee is. De vraag is ook welke etenswaren al dan niet gezond zijn. Enkele jaren geleden was de kroket in de ban, maar later werd bekend dat een broodje kroket gezonder is dan een broodje kaas. De ChristenUnie wil met verstand handelen en kijken wat echt nodig is. Als eerste een verbod aan een snackkarhouder opleggen gaat nu veel te ver. Het ventverbod houdt ook in dat men niet met een fruitkraampje bij een school mag gaan staan. Het voorstel is daarom onvoldragen en misschien ook voorbarig voor deze tijd. Wel moet de maatschappelijke discussie worden voortgezet. Niet alles wat de jeugd doet is verkeerd en de ChristenUnie wil blijven werken aan een gezonde toekomst van de kinderen. Het voorstel hoeft echter in deze vorm niet naar de raad. D66 heeft in februari 2015 een eerste motie over het onderwerp ingediend en was zich toen niet bewust van de terughoudende houding van een groot deel van de raad. Het werd al snel een politieke discussie die in kranten uitgevochten werd, met als kop ‘patatoorlog’ Het gaat echter om de gezondheid en veiligheid van jongeren. De gemeente heeft samen met ouders, scholen en organisaties
17
een zorgplicht. Nu sneeuwt de discussie onder in een discussie over één frietkraam. De heer Boughlala gaat met zijn frietkraam letterlijk voor de ingang van scholen staan en racet tussen pauzes van de ene naar de oudere school. Dat speelt in op de beperkte weerbaarheid van jongeren. De heer Boughlala biedt frietuur voor bodemrijzen aan en soms op de pof. Die drempel is veel te laag. Scholen spannen zich in om hun leerlingen gezonder te laten eten en hebben een veel breder beleid dan alleen geen kroketten meer. Zij gaan samen met landelijke organisaties, ouders, leraren en de gemeente het gevecht tegen obesitas eindelijk aan. Een frietkar voor de deur is dan het laatste wat men wil. De klacht is dan volgens D66 ook meer dan gegrond. De PvdA wijst op de bijdragen van de insprekers. Foto’s laten ongezonde snacks in schoolkantines zien. Zij stelt D66 voor haar bijdrage kort te houden. D66 wijst op brieven van Paul Rosenmöller en staatssecretaris Van Rijn welke laatste zegt dat deze situatie verre van ideaal is. De fractie is blij dat er in elk geval twee scholen zijn die een gezond beleid voeren en de scholen en ouders nemen daar zelf de verantwoordelijkheid. De gemeente Hilversum zou dat moeten steunen. De fractie vraagt zich af of een snackkar bij scholen de goede plek is om het vrije ondernemerschap de ruimte te geven. Vrijheid houdt vaak in dat een andere vrijheid beperkt wordt. Leerplicht is een goed voorbeeld hiervan. Ongeacht de wil van een jongere moet die toch naar school om later in vrijheid keuzen te kunnen maken. Jongeren verdienen een vrije en veilige leeromgeving waar gezonde gewoonten gestimuleerd worden en jongeren kunnen niet alle verleidingen weerstaan. Als jongeren elke dag worden geconfronteerd met een dampende patatkraam, dan matcht dat niet. Men zet ook geen mobiele slijterij voor de ingang van een afkickkliniek. De ventvergunning van de heer Boughlala beperkt hem om in de buurt van rusthuizen, ziekenhuizen, begraafplaatsen, winkelgebieden en het Stationsplein te venten. Scholen vragen om hen te helpen in de strijd tegen obesitas en aan de ventvergunning kan ook het verbod tegen venten in de nabijheid van scholen worden toegevoegd. Hart voor Hilversum vraagt zich af wat gezonde en ongezonde voeding is en wie daarvoor verantwoordelijk is. Het kinderen leren over gezonde voeding is primair een taak van de ouders, evenals hen te leren om verleidingen te weerstaan. De school heeft daarin ook een belangrijke taak en dat moet terug te zien zijn in het assortiment in de school zelf. In de brief van Rosenmöller werden ouders overigens niet een keer genoemd. Lightproducten zijn heel erg ongezond voor de mens, omdat aspartaam juist heel erg dikmakend is en 92 bijwerkingen kent. Lightproducten kan men dus beter niet aan kinderen geven. Patat valt qua ongezondheid wel mee, mits het op de juiste temperatuur wordt gefrituurd. Het is juist de mayonaise die het ongezond maakt, maar die is ook in de schoolkantine aanwezig. Een roze glacékoek bevat 440 calorieën en een zak patat met zout 462 calorieën De vergelijking tussen eten, roken en alcohol vindt de fractie niet op zijn plaats, omdat de laatste twee verslavend zijn. Het afstandscriterium van 250 meter gaat over een afstand waarbinnen geen etenswaren mogen worden verkocht. Dat betekent dat er ook geen fruit en smoothies mogen worden verkocht. Smoothies zijn echter helemaal cool en trendy en supergezond. De rechtsongelijkheid is daarmee erg groot, omdat snackbars en benzinepompen heel erg dichtbij de scholen zijn. Wellicht is er met de heer Boughlala een andere oplossing te bedenken. Hij heeft geprobeerd om overleg te plegen en zijn assortiment aan te passen. Wellicht kan hem een andere standplaats worden aangeboden. Als scholen zich voor gezonde voeding van kinderen inzetten moeten zij ook iets aan het ongezonde assortiment binnen hun eigen school doen. De fractie vindt dat het voorstel niet naar de raad toe moet. De VVD stelt vast dat de discussie niet eenvoudig is en vindt gezond leven en eten in algemene zin buitengewoon belangrijk en helemaal als het om jongeren gaan. Bewegen en gezond eten moeten vanuit de jongeren zelf komen. Verbieden kan namelijk bij pubers nog wel eens een averechts effect hebben. De fractie wil niet de discussie aangaan over wat al dan niet gezond is. Het is goed dat scholen hun eigen verantwoordelijkheid nemen, maar ook ouders en pubers zelf moeten dat doen.
18
De VVD is als liberale partij is niet voor verbieden en vindt dat neigen naar betuttelen. Het wegdoen van een snackkar is ook inconsistent, omdat scholen zelf wel kaassoufflés en frisdrank verkopen, welke inconsistentie D66 totaal niet adresseert. Men kan zich afvragen of het afstandscriterium van 250 meter zin heeft, omdat jongeren die zin in friet hebben die afstand gewoon afleggen om dat frietje te halen. Het is ook vrij oneerlijk om een ondernemer het venten te verbieden en andere ondernemers niet te verbieden om waren te verkopen. De fractie wil de discussie breder voeren en die niet beperken tot één snackkar. Gewenst wordt dus een brede maatschappelijke discussie over gezondheid. De fractie wil scholen helpen in hun beleid om jongeren te stimuleren gezond te eten en gezond te leven, maar wil de discussie niet verengen tot een verbod van één ondernemer. Het voorstel is dus onvoldragen om aan de raad voor te leggen. GroenLinks kan zich zeer goed vinden in de woorden van de ChristenUnie. Gezondheid voor kinderen is voor de fractie een belangrijk punt, maar het is de vraag in hoeverre de gemeente daarin moet bewegen en tot maatregelen moet komen. De fractie is voorstander van een bredere discussie en van daaruit beleid uit te zetten, in plaats van het aanpakken van één situatie. Leefbaar Hilversum vindt dat sprake is van een grote willekeurigheid. De aanpassing van de Apv geldt voor alle middelbare scholen en andere scholen is niets gevraagd en hebben ook niet geklaagd. Waarom geldt het verbod ook niet voor buurthuizen en sportvelden? Het ventverbod is opgeheven bij de deregulering van 2010, omdat het allemaal liberaler en vrijer moest, waarvan de fractie ook voorstander is. Wat leerlingen zelf vinden is niet bekend en Leefbaar Hilversum wil dat wel weten. Zij gaat ervan uit dat leerlingen zelf moeten leren omgaan met ongezonde snacks en ouders hebben daarin een taak als opvoeders. Leerlingen moeten zelf leren kiezen. Er is volgens Leefbaar Hilversum ook sprake van gelegenheidsregelgeving gericht tegen één onderneming. De fractie vindt het voorstel daardoor niet rijp voor behandeling door de raad. Hilversum1 vindt gezond eten belangrijk en de vraag is wat gezond en fout is en hoe ver men moet gaan. De commissie heeft onvoldoende informatie gekregen om een verordening te kunnen vaststellen. De school moet ook eigen verantwoordelijkheid nemen. Ook andere scholen moeten een bijdrage leveren. In scholen zelf moet er iets veranderen en een maatschappelijk debat kan daaraan heel goed bijdragen. Het college kan een voortouw nemen tot een maatschappelijk debat. Gezien de winkels, snackbars en coffeeshops in de nabijheid van scholen moet men niet één venter verbieden om binnen 250 meter van scholen waren te verkopen. Zaken behoeven dus een verdere uitdieping middels een maatschappelijk debat. Het college kan daartoe het voortouw nemen om te komen tot een stroomversnelling. De PvdA stelt dat niemand tegen gezond beleid is. De vraag is hoe de overheid daarmee moet omgaan. Zij stimuleert gezond beleid, maar wil niets verbieden. Dat laatste moet goed gebeuren en wat dat betreft vindt zij het voorstel slecht, getuigen van willekeur en gelegenheidspolitiek. In een straal van 250 meter rondom scholen staan 19 friettenten. De heer Boughlala mag op basis van een vergunning friet verkopen en de PvdA hoopt dat kinderen en ouders een individuele afweging maken of zij al dan niet patat of een broodje tonijn kopen. De voorzitter concludeert dat het advies van de commissie is om het voorstel niet naar de raad door te geleiden. De SP maakte een voorbehoud. Het college heeft in dezen geen eenduidig standpunt. De raad heeft verzocht om het voorstel samen te stellen en een maatschappelijke discussie te laten voeren. Gevraagd kan worden of het college denkt die maatschappelijke discussie te organiseren. Burgemeester Broertjes merkt op dat het college het onderwerp een vrije kwestie vindt. Dinsdag 24 maart zal het college op de behandeling van de commissie terugkijken en bezien of er voldoende handreikingen zijn om een debat te organiseren. Wethouder Voorink brengt naar voren dat het de vraag is of men nadere spelregels wil over het venten van snacks bij middelbare scholen. Daarvoor is een oplossing geboden.
19
Tweede termijn insprekers De heer Boughlala is van opvatting dat de heer Veenstra onzin heeft gesproken. Als men zich zorgen maakt over bepaalde ziekten moet men snacks en cola ook in scholen weghalen, maar dat gebeurt niet. Men begint echter met een verbod voor kleine ondernemer. De heer Veenstra zegt dus dingen die niet waar zijn. Hij beschikt over filmpjes op zijn telefoon waaruit blijkt dat op schoolpleinen wel gerookt wordt, ondanks hetgeen daarover is gezegd. De heer Violet was in eerste instantie bang dat de raad zich schuldig zou maken aan discriminatie en het onrechtmatig onderscheid maken tussen mensen en groepen, maar dat is gelukkig niet het geval. Teleurgesteld is hij dat een school niet het gesprek is aangegaan en hij hoopt dat de school dat nu wel wil doen om te komen tot een normale werkrelatie en communicatie met een ondernemer. De heer Van Rooijen vindt het goed om te horen dat ook in Zeist een aantal mensen in de gemeenteraad zit met gezond verstand. Stellen dat friet of andere snacks per definitie ongezond zijn is volgens hem onjuist. Wel zijn er mensen met een ongezonde leefstijl. Het is goed dat er over gesproken gaat worden. De heer Van Kaam vindt het jammer dat de commissie zich niet volledig geïnformeerd weet en dat had voorkomen kunnen worden door commissieleden op school te ontvangen. Scholen moeten zich gaan bezinnen op hun rol. De PvdA is bij het A. Roland Holstcollege op school geweest. Mevrouw Logtenberg vindt het prettig dat de raad aandacht besteedt aan gezondheid van puberjongeren en wil de aandacht laten richten op vo-scholen. Voor het primair onderwijs geldt een ander verhaal. Zij raadt de commissieleden aan zichzelf te oriënteren en dan pas conclusies te trekken. De heer Hofman stelt dat als mensen elkaar hoger achten dan zichzelf en er niet van uitgaan de wijsheid in pacht te hebben, maar elkaar willen dienen en een brug naar elkaar willen slaan, zij er gezamenlijk uitkomen waardoor leerlingen de winnaars zullen zijn. De heer Veenstra brengt naar voren dat roken en drinken aanvankelijk ook niet als problemen werden gezien. Als die ter sprake kwamen verwees men naar de opvoeders. Leerlingen doen het echter niet uit zichzelf. Er zijn sterke situaties gecreëerd, ook op scholen. In een paar jaar tijd zijn roken en drinken niet meer zo gewoon. Hetzelfde geldt voor vet en suiker. Daarvan zijn de slechte effecten voldoende aangetoond. Ouders hebben hierin zeker een verantwoordelijkheid, maar ook de school. Dat vragen ouders ook van de school. Ouders accepteren ook dat de school die verantwoordelijkheid heeft. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor de situatie als leerlingen te laat komen. Hilversum staat nu in de picture van het onderwijs en de gezondheidszorg. Hij hoopt dat het onderwijsveld, ouders, gemeenten en gezondheidsinstellingen inzien dat voorlichting alleen niet voldoende is en de kans oppakken om een sterke situatie te creëren in het belang van de gezondheid van de jeugd is. Dat vraagt inzicht, visie, durf en daadkracht. De discussie heeft iets bijgedragen aan het ontwikkelen van inzicht en visie. Nu de durf en de daadkracht nog. Kinderen en volwassenen begrijpen namelijk niet altijd wat je zegt, maar zien wel altijd wat je doet. De heer De Vries vindt het grote winst dat er 2,5 uur is gesproken over de gezondheid van de inwoners van de gemeente Hilversum. De uitkomst van de avond is dat meerderheid pleit voor een groot maatschappelijk debat. Dat lijkt hem een goede zaak en dat vraagt om een goede voorbereiding waar feiten en fabels naast elkaar worden gezet en waar persoonlijke opvattingen als waarheden of als onwaarheden naar voren worden gebracht, bijvoorbeeld of suiker verslavend is. Er is een eigen gemeentelijke gezondheidsdienst die uitstekend in staat is om het maatschappelijke debat te organiseren.
20
De heer Haenen verbaast zich hoe het kan dat de gemeente hier ontwijkend is, terwijl andere gemeenten het wel doen en hoe het kan dat het wel verboden is om te venten bij een ziekenhuis en niet bij een school. Hij voelt het partnerschap en het gedeelde eigenaarschap nog niet zo erg, wat hij jammer vindt. De voorzitter raadt aan de input meenemen in het maatschappelijke debat. De VVD zal een voorzet doen om met de commissie een werkbezoek te brengen aan de scholen. Hart voor Hilversum is blij met de doorgang van de brede maatschappelijke discussie en vraagt of de situatie met de snackkar op een andere menselijke manier op te lossen is. Wethouder Voorink is wethouder, dient de regels toe te passen en constateert dat de snackkar op basis van de huidige regels mag. De gemeente heeft een standplaatsbeleid. Op dit moment is er een wachtlijst voor standplaatsen. De heer Boughlala mag venten en hij constateert dat hij na de afloop daarvan op 31 maart 2015 in aanmerking komt voor een verlenging van die vergunning. Er zijn in Hilversum geen beperkingen waar men wel en niet mag venten. De voorzitter sluit de vergadering om 23.35 uur. Aldus vastgesteld in de vergadering van de commissie Economie en Bestuur van De griffier, De voorzitter,
F. Zwertbroek.
P.H.J. R. van Rooden.
21