CONCEPTVERSLAG Openbare informatieavond van de gemeente Heusden op dinsdag 25 maart 2008 van 19.30 tot 22.40 uur in het stadhuis Cluster bestuur
Voorzitter: Commissiegriffier: Aanwezige leden:
C.A.M. van Bokhoven (plv. voorzitter) M. Lamberigts L.A.J. van der Heijden (Heusden Een), J.E.P. Pijnenburg (Heusden Een), A.C.A. Couwenberg (VVD), R. Boersma (VVD), J.J.G. Levink (CDA), T.M. de Laat (DMP), A.J.M.C. Pulles (DMP), E. van Warmerdam (GroenLinks), E.W.H.M. van Spaandonk (DDE 2002), A.P.M. van de Hoven (Gemeentebelangen), M. Mulder (PvdA), C.G.C. Knuvers (DDE 2002) Burgemeester/Wethouders H.P.T.M. Willems, A.A.G. van Mierlo Overige aanwezigen: O. van Limburg P. Schouten (ARCADIS) H. Claassen (Notuleerservice Nederland) vertegenwoordigers van de pers, publiek _________________________________________________________________________________ 1.
Opening
De voorzitter opent de vergadering om 19.30 uur en heet de aanwezigen welkom. Hij vervangt de vaste voorzitter, mevrouw Dekkers. 2.
Vaststelling van de agenda
De voorzitter stelt de agenda overeenkomstig het voorstel vast. 3. Spreekrecht De voorzitter meldt dat er geen insprekers zijn. 4.
Vaststelling van de besluitenlijst van de op 8 januari gehouden openbare informatievergadering (voor zover betrekking hebbend op het cluster Bestuur) De besluitenlijst wordt ongewijzigd vastgesteld. 5.
Samenvoegen backoffices gemeentehuizen
De heer Schouten houdt een presentatie over het uitgevoerde haalbaarheidsonderzoek naar het samenvoegen van de backoffices. Doel van het onderzoek was het analyseren en evalueren van een aantal mogelijke locaties voor het realiseren van een centrale backoffice. Het college heeft vijf locaties meegegeven om te onderzoeken. Dit is gebeurd middels een quick scan. Uitgangspunten bij het onderzoek waren dat de huisvesting een symboolfunctie zou moeten hebben, dat er sprake zou moeten zijn van een goede bereikbaarheid voor diverse vervoersmiddelen, dat de bestaande frontoffices gehandhaafd zouden blijven, dat de bestaande trouwlocaties gehandhaafd zouden blijven en dat het bestaande kantoorconcept gecontinueerd zou worden. Zaken die aanpassing zouden behoeven waren de frontoffice, de raadszaal, de facilitering van de fracties en het archief. Er diende rekening te worden gehouden met een groei van de formatie en het daarbij benodigde aantal flexplekken, voldoende parkeergelegenheid en zo mogelijk met het combineren van functies. Dit laatste bleek nogal moeilijk. De ruimtebehoefte werd vastgesteld op 3340 m² functioneel netto oppervlak, oftewel 5000 m² bruto vloeroppervlak. Vergelijking van de huidige met de gewenste huisvesting leidt tot de conclusie dat er nu sprake is van een royaal oppervlak per werkplek. Deze extra ruimte wordt geëxploiteerd en kost dus geld.
Spreker licht vervolgens de vijf locaties toe. Het gemeentehuis in Drunen biedt weinig mogelijkheden tot uitbreiding en vervalt daarmee. Wel zal naar de mogelijkheid van herbestemming worden gekeken. Het gemeentehuis in Vlijmen biedt wel uitbreidingsmogelijkheden en beschikt over een goede bereikbaarheid. Daarom is deze locatie een mogelijke optie. Mommersteeg is uit te breiden via een toekomstige woningbouwlocatie, maar het bestaande gebouw is minder efficiënt in gebruik. De Prins Hendrikstraat in Drunen kent het probleem van het nabijgelegen tankstation en de locatie mist uitstraling. De heer Knuvers vraagt waarom deze locatie minder aantrekkelijk is en wie de gehanteerde uitgangspunten heeft bepaald. Volgens hem is de Prins Hendrikstraat een goede locatie. De heer Schouten geeft aan dat deze locatie stedenbouwkundig gezien weinig uitstraling biedt. De uitgangspunten, waaronder de gewenste symboolfunctie, zijn door het college meegegeven. Spreker vervolgt zijn toelichting. De locatie ’t Hoog is een goede locatie. De verschillende locaties zijn vervolgens op een aantal factoren vergeleken. De heer Levink vraagt waarom een centrale ligging meer gewenst is. Hij mist bij de vergeleken factoren de beleving bij de burger dat een gemeentehuis bij de samenleving hoort. De heer Schouten stelt dat een centrale ligging wenselijk is om alle kernen evenveel zwaarte te geven. De beleving hangt samen met de scheiding tussen frontoffice en backoffice. Uitgangspunt was dat de bestaande frontoffices zouden worden gehandhaafd. In de toekomst kunnen deze functies mogelijk wel gecombineerd worden. Bij de locatie ’t Hoog is geen sprake van een frontoffice. De heer Levink merkt op dat het afwegingsoverzicht volgens hem niet compleet is. De heer De Laat vraagt om te verduidelijken wat de meerwaarde is van de centrale backoffice. Volgens hem is vestiging van een dergelijke functie ook op een bedrijventerrein mogelijk. De heer Schouten geeft aan dat er bepaalde keuzes aan het onderzoek ten grondslag liggen, die wellicht in de toekomst aangepast kunnen wordt. De heer Van Spaandonk merkt op dat in het rapport staat aangegeven dat op de locatie ’t Hoog zowel frontoffice als backoffice gevestigd worden. De heer Van Limburg geeft aan dat dit fout in het rapport is vermeld. In de quick scan is het wel juist vermeld. Als de backoffices worden samengevoegd in Vlijmen zal op dezelfde locatie ook een frontoffice worden gemaakt. Daarnaast zouden de frontoffices in Drunen en Heusden blijven bestaan. De heer Schouten geeft een toelichting op de scores op de kwalitatieve aspecten, zoals weergegeven in de tabel. Daarna licht hij de financiële aspecten toe. De heer De Laat merkt op dat de parkeerkosten bij het gemeentehuis in Vlijmen eigenlijk bij het Centrumplan thuishoren. De heer Schouten geeft aan dat dit later nog wordt toegelicht. Hij vervolgt dat er geen groot verschil in investeringen en exploitatiekosten zit tussen de variant van een gecombineerde front- en backoffice en de variant met twee frontoffices. De concentratie van de backoffices op één locatie levert een besparing op van 340.000 euro per jaar, vooral door een besparing op de organisatiekosten. Een totale concentratie leidt tot een besparing van circa 365.000 euro per jaar. ARCADIS adviseert om naar Vlijmen en ’t Hoog te kijken als voorkeurslocaties en deze verder uit te werken. Over de dienstverlening wordt geadviseerd om toch eens te bekijken om fronten backoffices samen te voegen. De heer Van Spaandonk vraagt of ARCADIS de beschikking had over de rapporten uit
1997/1998 met de overwegingen van destijds voor de keuze voor een of twee gemeentehuizen. De heer Schouten zegt niet de beschikking te hebben over de betreffende rapporten, maar wel over de relevante informatie. De heer Levink vraagt of onderzocht is of het concept van de flexplekken goed bevalt. Ook vraagt hij naar de mening van de heer Schouten dat het college de adviezen niet heeft overgenomen. De heer Schouten geeft aan dat de informatie over de flexplekken van de gemeente afkomstig is. Hij spreekt geen oordeel uit over het niet overnemen van de adviezen. Wel wijst hij erop dat het verstandig is een alternatief voor de locatie Vlijmen achter de hand te houden. De heer Aarts merkt op dat de verkoop van beide bestaande gemeentehuizen veel geld kan opleveren. Mevrouw Mulder vraagt of de frequentie van het gebruik van de frontoffices is meegenomen in het onderzoek. De heer Schouten antwoordt dat is uitgegaan van de aanwezigheid van de frontoffices in de verschillende kernen. De heer Van Limburg geeft aan dat het advies van ARCADIS aan het college is voorgelegd. Het college heeft vervolgens de opdracht gegeven geen wijzigingen in het dienstverleningsconcept te doen. Het college wilde graag meer inzicht in de kosten en de gevolgen voor de gemeentebegroting. Daarom is er door de gemeente een aanvullende financiële onderbouwing op de quick scan opgesteld. Er zitten enige verschillen in met de berekeningen van ARCADIS. Dit betreft bijvoorbeeld de gedeeltelijke toerekening van de kosten van het parkeren aan het centrumplan. De heer Levink vraagt naar de verschillen in aantallen parkeerplaatsen. De heer Van Limburg antwoordt dat in het centrumplan rekening is gehouden met 80 parkeerplaatsen voor het personeel van het gemeentehuis. Er hoeven 15 parkeerplaatsen minder te worden aangelegd vanwege dubbelgebruik. Als er meer functies naar het stadhuis in Vlijmen worden toegehaald, zijn er 65 extra parkeerplaatsen nodig. In de financiële onderbouwing zijn de investeringen nog eens aangegeven. Het gemeentehuis Vlijmen komt daar globaal het laagste uit. Wat extra exploitatielasten betreft, scoort Vlijmen het beste. Mevrouw Van der Heijden vraagt naar de verschillen met de exploitatielastenberekening van ARCADIS. De heer Van Limburg stelt dat dit onder andere te maken heeft met de toerekening van de parkeerplaatsen, het meenemen van het Wmo-loket en met de huuropbrengsten. Hij geeft aan dat het college op basis van de financiële onderbouwing ervoor heeft gekozen nader onderzoek te doen naar het gemeentehuis van Vlijmen. Deze keus is niet puur op financiële gronden gemaakt. De conclusie van ARCADIS dat het gemeentehuis van Vlijmen en ’t Hoog op kwaliteit het beste scoorden, ligt eraan ten grondslag. De heer De Laat merkt op dat de financiële verschillen tussen beide locaties minimaal zijn. De heer Van Limburg wil de raad voorstellen een principebesluit te nemen voor samenvoeging van de backoffices op de locatie Vlijmen. Daarnaast zal een voorbereidingskrediet aangevraagd worden en zal nader onderzoek gedaan worden naar de bestemming van het gemeentehuis in Drunen. Als de raad met het voorstel instemt zal een programma van eisen worden opgesteld, evenals een kredietraming en een voorstel voor de architectenkeuze. De heer Pulles vraagt of bij de kredietraming ook meubilair en dergelijke worden
meegenomen. De heer Van Limburg stelt dat het goede meubilair uit Drunen wordt meegenomen en dat het geraamde verbouwingsbedrag voor Vlijmen nader onderzocht moet worden. Als voornoemde zaken zijn uitgezocht wordt een nieuw voorstel aan de raad voorgelegd met programma van eisen, een ontwerp, herbestemming van het gemeentehuis van Drunen, een kredietraming en een planning. Er is al een grove planning opgesteld. Volgens deze planning wordt in januari 2009 de definitiefase afgesloten. Het handhaven van de flexplekken is uitgangspunt geweest voor dit project en is niet nader onderzocht. De heer Levink vraagt of wijzigingen in het centrumplan gevolgen hebben voor de plannen voor het gemeentehuis van Vlijmen. De heer Van Limburg stelt dat de plannen voor het gemeentehuis binnen de huidige versie van het centrumplan passen. Eventuele wijzigingen in het centrumplan hebben enig risico voor de plannen voor het stadhuis. De heer De Laat wil graag meer helderheid over het centrumplan omdat beide plannen toch nauw met elkaar verweven zijn. In de totale afweging tussen beide locaties is het centrumplan een belangrijke factor omdat de verschillen tussen beide locaties niet zo groot zijn. De heer Van Limburg stelt dat zelfs als het centrumplan niet doorgaat, de samenvoeging van de backoffices in het gemeentehuis van Vlijmen toch mogelijk is. De oriëntatie van de frontoffice is wel afhankelijk van het centrumplan. De heer Aarts is van mening dat het op de locatie ’t Hoog mogelijk is naar de laatste eisen van duurzaamheid te bouwen. Ook zijn daar geen tegenvallers te verwachten zoals waarschijnlijk het geval is bij verbouwing van het gemeentehuis. Hij is ervan overtuigd dat ’t Hoog er door zijn centrale ligging veel voordeliger uitkomt omdat dan in het stadhuis geen frontoffice meer gehandhaafd hoeft te worden. De gemeente heeft volgens hem een voortrekkersrol op milieugebied. De heer Schouten wijst erop dat de verbouwingskosten bij hergebruik lager zijn, maar dat er in dat geval niet aan de hoogste eisen van duurzaamheid kan worden voldaan. Hergebruik van gebouwen is overigens ook een vorm van duurzaamheid. De heer Pulles vraagt of erover is nagedacht om vanuit efficiency clusters van activiteiten bij elkaar te plaatsen. De heer Van Limburg geeft aan dat dit niet is onderzocht. De voorzitter bedankt beide heren voor hun toelichting. Mevrouw Mulder vindt de samenvoeging van de backoffices zeer belangrijk vanuit effiency-overwegingen. Zij kan nu nog geen definitief oordeel uitspreken gezien de veelheid aan verkregen informatie. Uitwerking van de variant Vlijmen lijkt een goede zaak. Mevrouw Van der Heijden vindt eveneens de samenvoeging van de backoffices een goede zaak. De frontoffices in de kernen moeten openblijven. Vanwege de hoge kosten voor parkeren vraagt zij of er is bekeken om de werknemers te stimuleren van een ander vervoersmiddel dan de auto gebruik te maken. Mevrouw Couwenberg is ook voor het samenvoegen van de backoffices. De frontoffices in Drunen en Vlijmen moeten in ieder geval open blijven. Het openblijven van de frontoffice in Heusden moet nader bekeken worden. De heer Van de Hoven is verbaasd over het voorstel. Het voorstel is niet nodig en ook eenzijdig. Ook is hij verbaasd dat het college de aanbevelingen uit het rapport niet opvolgt. Volgens hem kan het gemeentehuis van Vlijmen niet de gewenste symboolfunctie vervullen. Het huidige voorstel biedt weer een halve oplossing. Hij vraagt waarom het advies niet is
overgenomen, waarom de locatie van het Land van Ooit niet is meegenomen in het onderzoek en waarom een pas op de plaats niet is meegenomen. Wanneer er een aantal jaren wordt gewacht komt een centrale locatie veel gunstiger naar voren. Spreker wijst op een aantal punten uit het rapport, die niet hard zijn. Ook zet hij vraagtekens bij de bereikbaarheid van Vlijmen. Hij stelt voor een aantal jaren te wachten zodat een en ander in een ander perspectief komt te staan. De heer Pulles vindt het vreemd dat niet naar andere oplossingen voor de efficiencyslag van drie ton is gekeken. Volgens hem moet daar intern onderzoek naar worden gedaan. Hij noemt de mogelijkheid van het clusteren van activiteiten en daarop aansluitend een goede werkplanning en gebruik maken van digitale werken. Spreker mist detailinformatie waarom het college de varianten Vlijmen en t Hoog niet verder uitzoekt. Ook hij vindt het nu nog te vroeg om voor een centrale locatie te kiezen. Hij stelt voor om eerst intern naar bezuinigingen te zoeken. De heer Van Spaandonk is van mening dat de opdracht voor het centraliseren van de backoffices te snel is gegeven. Ook hij is verbaasd dat de locatie van het Land van Ooit niet is meegenomen. De aangegeven bezuinigingen op personeelskosten, zoals reizen en catering, zijn volgens hem niet hard. Hij vindt het een gemiste kans dat niet met nieuwbouw verder is gegaan. Hij verzoekt om voor de volgende raadsvergadering alle relevante onderzoeksrapporten en kostenoverzichten ter beschikking te hebben. Tot slot betreurt hij het dat er zoveel cijfermatige fouten in het voorliggende rapport zitten. De heer De Laat wijst op de diverse discussies uit het verleden over (de)centralisatie en op de gedane investeringen. De afgelopen jaren is geïnvesteerd in extra werkplekken en digitale oplossingen. Daar wordt echter onvoldoende gebruik van gemaakt. In het huidige voorstel is nog maar sprake van een bezuiniging van 95.000 euro terwijl een aantal kosten niet is meegenomen. De Heusdense Manier van Werken wordt terzijde geschoven en voldoet blijkbaar niet. Uiteindelijk zal er van de besparingen niets meer overblijven. Spreker is tegen de voorgestelde kapitaalsvernietiging en ziet meer heil in interne oplossingen. Er is nog veel nader onderzoek nodig. De heer Levink stelt dat de symboolfunctie van groot belang is. Het rapport van ARCADIS biedt voldoende onderbouwing voor een principebesluit op tactisch niveau, maar niet op strategisch niveau. De vraag hoe het gemeentehuis het beste kan bijdragen aan de eenwording van de gemeente wordt in het rapport namelijk niet voldoende beantwoord. De burger identificeert zich nu niet erg met de gemeente. Het college heeft de variant ’t Hoog te makkelijk terzijde geschoven. Spreker vindt het onverstandig dat het college de strategische discussie niet aangaat. Bovendien heeft de locatie Vlijmen een aantal nadelen, zoals bereikbaarheid, ondoelmatige inrichting van het gemeentehuis en inbreuk op de doelstellingen van het centrumplan. Ook pleit hij voor een onderzoek naar het concept van flexplekken. De keuze voor Vlijmen blijft een compromis. Daarom wil hij de volgende onderzoeksvragen beantwoord zien: moet het concept van flexplekken gehandhaafd blijven en welke locatie met systeem van front- en backoffices past het best bij de eenwording van de gemeente. De optie voor vestiging in één van de drie grootste kernen moet hierin worden meegenomen. Er kan pas een besluit worden genomen over het gemeentehuis als de raad goed geïnformeerd is over het centrumplan. De heer Aarts geeft aan dat pas een aantal jaren geleden een aantal keuzes zijn gemaakt over huisvesting en werkwijzen. Om de een of andere reden werkt dit niet goed. Daarom vindt hij het kapitaalsvernietiging om in een oud gebouw te investeren. Het concept van flexplekken is volgens hem wel goed. Met de huidige manier van werken zal het ‘Heusden-gevoel’ nooit ontstaan bij de burgers. Daarom is een nieuwe start nodig. Investeren in het bestaande gebouw is weggegooid geld omdat over een aantal jaren toch nieuwbouw nodig is. Hij zet vraagtekens bij een aantal berekeningen uit het rapport. Er kan veel efficiënter gewerkt worden. Ook zet spreker vraagtekens bij het openhouden van meerdere frontoffices. Door centralisatie is veel meer service richting burger mogelijk. Front- en backoffices moeten dan ook tegelijk aangepakt worden. Daarbij moet de keuze gemaakt worden om óf nog een aantal jaren op de huidige locaties verder te gaan óf verder te gaan op een centrale locatie. Voor dit laatste komen drie locaties in aanmerking: ’t Hoog, de prins Hendrikstraat en het Land
van Ooit. Deze laatste heeft de voorkeur van spreker gezien de prettige omgeving. Wethouder Van Mierlo stelt dat er is geïnvesteerd in gebouwen en manier van werken. De Heusdense Manier van Werken is nog steeds springlevend en daar worden geen concessies aan gedaan. Met de keuze voor frontoffices in de grootste kernen maakt de gemeente zich zichtbaar naar de burger. De ambities uit 2001 om digitaal te werken zijn niet gehaald. Er wordt nu gewerkt aan een inhaalslag. De wethouder wijst er nadrukkelijk op dat dit niet is ingegeven vanuit bezuinigingen. Er moet efficiënter gewerkt worden. Om dit voor elkaar te krijgen, is door de medewerkers gevraagd om in één gemeentekantoor bij elkaar te werken. Het college wil hieraan tegemoet komen. Uitstel voor een aantal jaren is niet wenselijk. Een tweede punt is dat de huisvesting van het openbaar bestuur nogal mager is. Het college wil snel naar één gemeentekantoor en vraagt nu de ruimte om het gemeentehuis in Vlijmen nader te onderzoeken. Vanuit kostenoverwegingen is voor deze locatie gekozen. Er is sprake van theoretische kapitaalsvernietiging omdat de boekwaarde nul is. De wethouder deelt mee dat Woonveste zeer geïnteresseerd is om het gemeentehuis in Drunen te kopen. Hij wijst erop dat duurzaamheid in de voorstellen zeker aandacht zal krijgen. De voorbereidingstijd voor dit voorstel is nogal lang geweest. Dit is mede veroorzaakt door ontwikkelingen in de directe omgeving van de onderzochte locaties. Dit geldt ook voor de locatie Vlijmen met het centrumplan. De investeringen in het gemeentehuis staan echter los van het centrumplan. De aanbevelingen van ARCADIS zijn overgenomen met uitzondering van het punt om fronten backoffices ter discussie te stellen. Het college wil voorlopig zeker de frontoffices in Vlijmen en Drunen handhaven. Voor Heusden wordt gekeken naar een combinatie met andere functies. Het Land van Ooit is pas kort aangekocht en is daarom niet meegenomen. Het college komt voor de zomer met voorstellen voor het Land van Ooit. De voorzitter geeft gelegenheid voor een tweede ronde. De heer Van de Hoven vindt het een vreemde redenering om investeringen te doen omdat de manier van werken niet werkt. In 2002 is deze keuze gemaakt en deze moet zeker gedurende een periode van tien jaar de kans krijgen om wel goed te werken. Het voorstel mag afgevoerd worden. De heer Pulles constateert dat de wethouder het eigenlijk eens is met de suggestie voor andere bezuinigingsmogelijkheden. Er ligt een prachtige kans om de inhaalslag te maken. Betere sturing op de ambtelijke werkzaamheden is mogelijk. Met het huidige voorstel wordt gestopt met de inhaalslag en dit is geen goede zaak. De heer Van Spaandonk wijst erop dat het Land van Ooit een prima locatie is. Verkoop van ’t Hoog kan veel geld opleveren. Hij vindt het een zwak argument om de samenvoeging van ambtenaren te gebruiken als leidraad voor de plannen voor het gemeentehuis in Vlijmen. Het is van belang om voor de burger over een centrale locatie te beschikken. Nieuwbouw zou een goede zaak zijn en het zou kapitaalvernietiging zijn om nu het gemeentehuis in Vlijmen te gaan verbouwen. Centralisatie is nu nog niet aan de orde. Het is goed om de zaak over een jaar of zes nog eens opnieuw te bekijken. De heer Knuvers is geen voorstander van het samenvoegen van de backoffices. Volgens hem is er sprake van een doelredenering richting gemeentehuis Vlijmen. Het zou een goede zaak zijn om het Land van Ooit toch als locatie mee te nemen. Hij pleit ervoor om nog een aantal jaren te wachten of nu voor een centrale locatie te kiezen, zoals ’t Hoog of het Land van Ooit. De heer De Laat vraagt de wethouder de tekst aan te passen voor wat betreft de verkoop van het stadhuis in Drunen. Hij heeft geen argumenten gehoord om snel tot centralisatie van de backoffices over te gaan. Facilitering van het openbaar bestuur is volgens hem geen goed argument. Hij wil graag snel verdere informatie over het centrumplan. Pas dan kan er eventueel een besluit worden genomen. De heer Levink is van mening dat er zeker raakvlakken zijn met het centrumplan. Aan de locatie Vlijmen kleven een aantal nadelen waardoor er angst ontstaat voor
kapitaalvernietiging. Hij vraagt de wethouder deze angst voor de raadsvergadering weg te nemen. De heer Aarts zegt geen nieuwe argumenten te hebben gehoord. Hij blijft voor centralisatie op een nieuwe locatie. Het gemeentehuis in Vlijmen kan binnen het kader van het centrumplan een andere bestemming krijgen. Een ondergrondse parkeergarage hoort niet in het centrum van Vlijmen. Het voorstel mag afgevoerd worden. Wethouder Van Mierlo zegt toe de investeringen en kapitaalvernietiging op een rijtje te zetten. Er wordt niet op personeel bezuinigd, maar er wordt wel aan efficiency gewerkt. Er wordt op twee sporen ingezet: de gemeente wil ambities waarmaken en een efficiencyslag maken. Het Land van Ooit is inderdaad een prima locatie, maar er is nu eenmaal geen sprake van een blanco situatie. De wethouder merkt op dat er nog een variant denkbaar is voor een beperkte uitbouw in Vlijmen en dat hij dit in het college aan de orde zal stellen. Hij vraagt om het college opdracht te geven om het huidige voorstel uit te werken en dan pas besluiten te nemen. Er is geen uitstel van enkele jaren mogelijk. Met de facilitering van het openbaar bestuur heeft hij primair de raad bedoeld. Er moet meer informatie over het centrumplan beschikbaar zijn voordat er iets is te zeggen over de aanpassingen van het gemeentehuis. ARCADIS is ingehuurd vanwege de specifieke deskundigheid. De oude rapporten zijn vanwege mogelijk tijdsverlies er niet meer bij betrokken, maar kunnen zeker worden ingezien. De heer Levink vraagt naar de mening van GroenLinks. De heer Warmerdam zegt nu nog geen conclusies te trekken. De voorzitterstelt vast dat het voorstel voor de B-lijst wordt geagendeerd. De agendacommissie bepaalt of het voor de raadsvergadering wordt geagendeerd. De heer Pulles verzoekt de wethouder de kwestie nog eens in het college aan de orde te stellen en de uitkomsten nog eens in een informatieve vergadering te bespreken. De voorzitter stelt dat de wethouder een toezegging heeft gedaan en dat het college het vervolg bepaalt. 6. Krediet voor de aankoop van een aantal panden/gronden in diverse plangebieden in degemeente Heusden De heer Van de Hoven merkt op dat de aankoop in Herpt nogal wat werk met zich meebrengt en dat er al eerder is aangegeven dat er onvoldoende capaciteit is om zaken uit te werken. De heer Levink vraagt waarom ook de woonboerderij moet worden gekocht, omdat daarmee een zeker risico wordt genomen. Wethouder Van Mierlo stelt dat de woonboerderij in de deal zat, maar dat er geen verlies op wordt geleden. Mevrouw Vos geeft aan dat de verkopers alleen grond en boerderij samen wilden verkopen. Wethouder Van Mierlo zegt toe het risico schriftelijk te melden. In Herpt gaat het om een bijzondere situatie. De gemeente heeft de kans om drie stukken grond te verwerven en daardoor het doorzicht ter plekke te waarborgen. Er zit een zeker risico aan deze grondaankoop. In de lijst met bouwplannen wordt prioritering aangebracht en er is zeker geen sprake van een ad-hocaanpak. De wethouder zegt toe de raad in 2008 over de lijst te informeren. De heer De Laat vraagt of naar de haalbaarheid is gekeken. Wethouder Van Mierlo stelt dat dit inderdaad is gebeurd. Hij merkt op dat er wordt gewerkt aan een inbreidingsvisie.
De voorziter stelt vast dat dit voorstel op de A-lijst wordt geplaatst. 7.
Wijziging van de koopzondagenregeling
De heer Levink is op zich bereid het mandaat aan het college te verlenen. Om niet voor verrassingen te komen staan stelt hij voor dat het college eerst een beleidsvoorstel aan de raad voorlegt. Als de raad akkoord gaat, krijgt het college het mandaat. De heer Van Spaandonk is bereid het college het gevraagde mandaat te verlenen. Hij vraagt wel om bij de uitwerking de landelijke discussie over dit onderwerp te betrekken. De heer Van de Hoven vraagt om meer helderheid, met name over de mogelijke overlappingen tussen branches en centra. De verordening is te algemeen. Burgemeester Willems geeft aan dat het college binnen de wettelijke mogelijkheden wil blijven. De ingeslagen weg wordt in feite vervolgd. Alleen wil het college een betere onderlinge afstemming bereiken. Er blijft een maximum van twaalf koopzondagen, bij voorkeur aangedragen door de branches of ondernemersverenigingen zelf. Een aantal zaken zal zich hier waarschijnlijk niets aan gelegen laten liggen. Geprobeerd wordt om bij de branche- en ondernemersverenigingen een reactie te ontlokken en daarop, binnen de wettelijke kaders, het beleid te maken. De heer Levink merkt op dat een winkel als EM-TÉ dus twaalf zondagen per jaar open kan zijn. Hij is hier geen voorstander van. Burgemeester Willems kan nog geen inhoudelijke duidelijkheid verschaffen. Mevrouw Mulder vindt het een goede aanpassing. De heer Van de Hoven stelt vast dat het gaat om een afbakening van zowel branche als gebied. De heer Aarts spreekt zijn vertrouwen in het college uit. Wel vraagt hij aandacht voor de kleine ondernemers. De heer Van Spaandonk merkt op dat het niet de bedoeling is om aan concurrentievervalsing te doen. Burgemeester Willems stelt dat de basis voor de wijziging ligt in de slechte regulering van de openingtijden voor de autobranche. Dit wordt nu gelijkgeschakeld met de regio. De rest van de regeling blijft gelijk. De heer Levink vraagt om het voorstel op de B-lijst te plaatsen. De voorzitter stelt voor om het op de A-lijst te plaatsen en bij het vaststellen van de agenda er eventueel een B-stuk van te maken. 8. Verzoek om bespreking fractie Gemeentebelangen van het onderwerp: raamwerk communicatiebeleid 2007-2010 gemeente Heusden De heer Van de Hoven vindt het communicatieraamwerk te vrijblijvend en niet SMART genoeg. Hij ziet graag een aantal zaken helderder geformuleerd. Verder mist hij de communicatie met de gemeenteraad en van de raad zelf. Tot slot merkt hij op niets terug te zien van de gesprekken met de heer Dekkers. Burgemeester Willems zegt dat de heer Dekkers over het mediabeleid heeft gesproken. Dit staat los van het communicatiebeleid. Het raamwerk is opgesteld voor de communicatieaanpak voor en door het college. Het college wil naar buiten en naar binnen professioneler communiceren. Het is een intern stuk dat ter informatie aan de raad is voorgelegd. De communicatie vanuit de raad ligt primair bij de
griffier. Hier wordt momenteel aan gewerkt. De heer Van de Hoven ziet het stuk breder dan een intern stuk. Hij vindt het een omissie dat in het stuk geen aandacht is besteed aan de communicatie van het college met de raad. De scheiding tussen college en raad is te groot. Mevrouw Couwenberg is het eens met de intentie van het stuk, maar vindt het moeilijk hiermee de controlerende taak van de raad uit te oefenen. Zij ziet graag dat er meetbare doelstellingen worden opgenomen in de deelplannen. Zij heeft moeite met bepaalde uitgaven. De heer De Laat vindt dat er afstemming dient plaats te vinden tussen het college en de raad over de communicatie. Het college is namelijk het uitvoerend orgaan van het gemeentebestuur. Burgemeester Willems geeft aan dat het raamwerk bedoeld is om tot een professionelere aanpak te komen. Hij zegt toe in het college te overleggen of de raad op een aantal punten betrokken kan worden. In het communicatieplan van de raad moeten deze raakvlakken dan ook worden aangegeven en benoemd. De heer Van de Hoven gaat ervan uit dat de bespreking in het college naar de raad wordt teruggekoppeld. 9.
Rondvraag
Er wordt geen gebruik gemaakt van de rondvraag. 10.
Sluiting
De voorzitter sluit de vergadering om 22.40 uur.
