Juli 2013
Column Kennisnet blijft zich hard maken voor het onderwijs van de toekomst Meer doen in minder tijd en met
namelijk het allerbeste onderwijs geven aan iedere leerling.
minder middelen. Het onderwijsveld
Onderwijsinstellingen profiteren van de mogelijkheden die ict
hoort deze boodschap al jaren.
hen biedt om het rendement van het onderwijs te verbeteren.
Schoolleiders, managers en leraren
Ict werkt – voor leerling én leraar – motiverend, het verbetert
hebben weinig tijd. En in die
de leerprestaties en kan het leerproces versnellen. Bovendien
schaarse tijd wordt er steeds meer van hen gevraagd. Want
ondersteunt ict instellingen bij het verhogen van de doelmatig-
leerprestaties moeten omhoog. Leerlingen moeten onderwijs op
heid van de organisatie. Het levert schoolleiders en leraren
maat krijgen. Passend onderwijs vraagt meer van leraren en ook
tijdsbesparing op. Meer kunnen doen in minder tijd.
innovatie vergt extra tijd. Het is slechts een greep uit de reeks opdrachten die het onderwijs anno 2013 krijgt.
In deze inDruk komt tijdsbesparing met ict in het onderwijs in het merendeel van de artikelen aan bod, belicht vanuit diverse
De komende jaren willen we kwalitatief toponderwijs realiseren.
actuele ontwikkelingen. Bijvoorbeeld in een artikel over passend
De ambitie? Van goed naar excellent onderwijs, dat het beste uit
onderwijs, de uitdaging waar veel leraren voor staan. Hoeveel
leerlingen haalt, talent uitdaagt en achterstanden verkleint.
zorgleerlingen kunnen we aan binnen één groep?
Terwijl tegelijkertijd in deze tijden van begrotingstekorten
En hoe kan ict bijdragen om de effectiviteit te verhogen in
overal op wordt bezuinigd, ook op het onderwijs.
minder tijd? En het artikel over digitaal toetsen beantwoordt de vraag of die toetsmethodiek tijdwinst oplevert. In een artikel
Ook Kennisnet moet inleveren. Onlangs werd bekend dat we te
over de Overstapservice Onderwijs gaat het over hoeveel tijd een
maken krijgen met een forse bezuiniging. Voor Kennisnet is dit
school kan winnen door bij de overgang van groep 8 naar de
natuurlijk een pijnlijke boodschap, die onze dienstverlening en
brugklas gebruik te maken van deze nieuwe service.
onze medewerkers raakt. We moeten daarom onze plannen voor de komende jaren opnieuw tegen het licht houden. Hierover zijn we
Kortom: Kennisnet legt de basis voor effectief en efficiënt ict gebruik
in gesprek met het onderwijsveld om samen met hen de ambities
in het onderwijs.
en prioriteiten voor de toekomst te bepalen. Voorop staat dat Kennisnet zich ook in de komende jaren hard blijft maken om ict te laten werken voor het onderwijs. Ict is en blijft noodzakelijk om
Toine Maes
de kwaliteit en doelmatigheid van het onderwijs te verbeteren. PS Op onze nieuwe themasite tijdsbesparing met ict staat Want ict kan scholen ontzorgen, zodat de schaarse tijd van
nóg meer informatie en inspiratie over dit onderwerp.
leraren en schoolleiders gebruikt wordt waar het nodig is,
Kijk op: Kennisnet.nl/tijdsbesparing
Volg ons op: Twitter.com/kennisnet
Kn.nu/8d51x
Facebook.com/kennisnet
Youtube.com/kennisnet
2 - inDruk juli 2013
Inhoudsopgave 4
Leerlinggegevens overtikken anno 2013? –
22 Regie in het speelveld van leermateriaal
Dat kan beter! 26 Papier of digitaal toetsen? De afwegingen op een rij 6
Meer met minder? Maak je school krimpproof met behulp van ict
30 Opbrengstgericht werken versterken met leerlingvolgsysteem
10 Passend onderwijs: waar haal ik de tijd vandaan? 34 Probleemloos ict-gebruik: 12 Begaafde kinderen uitdagen
neem de infrastructuur onder de loep
met pittige digitale opdrachten 36 Het waartoe als houvast bij succesvolle innovatie 14 Hoe verder met mediawijsheid? 40 Nieuws 18 Scholen maken echte stappen om leren persoonlijk te maken
Colofon
Hoofdredactie: Claire Verhage
Kennisnet inDruk is een gratis blad voor docenten, managers en schoolleiders in het
Eveleens, Frank Evers, Sandra ter Horst, Jan-Kees Meindersma, Remco Pijpers,
basisonderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs. Het blad is
Tonny Plas, Frans Schouwenburg, Margreet Vermeer, Marius van Zandwijk.
ook digitaal beschikbaar op Indruk.kennisnet.nl
Fotografie: Agnes Swart
Uit deze uitgave mag niks worden verveelvoudigd (waaronder het opslaan in een
Vormgeving: Tappan Communicatie, Den Haag
geautomatiseerd gegevensbestand) of openbaar gemaakt, op welke wijze dan ook,
Druk: Zijlstra Drukwerk, Woerden
behoudens in geval de verveelvoudiging van de inhoud plaatsvindt onder de licentie
Issn: 1571-2427
‘naamsvermelding, niet-commercieel, geen afgeleide werken’ als gehanteerd door
Reacties:
[email protected]
Creative Commons.
Op reportages en interviews, foto’s en illustraties berusten auteursrechten.
Eindredactie: Annemiek Nederpel, Evita Nort, Claire Verhage Tekstbijdragen: Leo Bakker, Erwin Bomas, Carla Desain, Willem-Jan van Elk, Yvette
inDruk juli 2013 - 3
Overstapservice Onderwijs zorgt voor digitale overdracht
Leerlinggegevens overtikken Van achtstegroeper naar brugpieper, elk jaar maken zo’n 175.000 leerlingen die overstap. Niet alleen die leerlingen, ook hun gegevens verhuizen van de oude naar de nieuwe school. Vanuit de digitale administratie van de basisschool wordt van elke leerling een papieren dossier samengesteld en naar de vervolgschool gestuurd, waar het weer wordt ingevoerd in het administratiesysteem. Dat kost veel werk, veel tijd, veel papier en veel geld; en de kans op fouten of incomplete gegevens is groot. Dat moet toch beter kunnen?! “Die vraag stelde ik mezelf elk jaar opnieuw”, vertelt Berend Cornel,
(fictief) leerlingdossier van mijn basisschool met een middelbare
directeur van de St. Alexanderschool in Bennekom. “De leerkracht van
school hier in de regio. We kwamen een paar dingen tegen die nog
groep 8 heeft er een flinke klus aan om van ieder kind het onderwijs-
wat finetuning kunnen gebruiken, maar verder liep het soepel.
kundig rapport uit te draaien en te zorgen dat alle leerlingdossiers
Binnenkort kunnen we echt van start.”
op de goede vervolgschool terechtkomen. En op de vervolgscholen typen mensen van de leerlingenadministratie zich wekenlang blauwe
Regionale samenwerking
vingers bij het overnemen van de gegevens. Bij een schoolwisseling
Berend wordt wel ‘OSO-ambassadeur’ genoemd, hij heeft hard ge-
(bijvoorbeeld bij verhuizing) tijdens de basisschooltijd of tijdens de
werkt om partijen bij elkaar te brengen. “In mijn eigen regio kwam
middelbareschooltijd gebeurt hetzelfde. Onzinnig werk in deze mo-
de samenwerking vrij vlot van de grond, alle scholen hier doen mee
derne tijd. Die gegevens zouden simpelweg in digitale vorm van de
met OSO, zowel basis- als voortgezet onderwijs. We zijn nu zover dat
ene computer naar de andere verstuurd moeten kunnen worden. Toen ik hoorde dat de Overstapservice Onderwijs (OSO) werd ontwikkeld, heb ik me dan ook meteen gemeld om samen te werken.” Uitwisseling vereist afstemming
we volgend schooljaar de gege-
Onzinnig werk in deze moderne tijd. Die gegevens zouden simpelweg in digitale vorm van de ene computer naar de andere verstuurd moeten kunnen worden.”
vens van alle leerlingen uit groep 8 digitaal kunnen overdragen naar vervolgscholen – behalve als kinderen een nietdeelnemende
vervolgschool
buiten de regio kiezen. Je kunt je voorstellen dat Overstapservice
Het doel van OSO is om de leerling- en begeleidingsgegevens recht-
Onderwijs het meeste profijt oplevert als alle scholen in een regio
streeks en digitaal uit te wisselen tussen twee scholen – uiteraard op
meedoen. Ik hoop dat scholen in het hele land zich snel aansluiten.”
een veilige manier. “Dat klinkt simpeler dan het is”, legt Berend Cornel uit, die behalve schooldirecteur ook bovenschools ict’er is bij
Standaardgegevens in het overstapdossier
de Stichting Katholiek Onderwijs Veluwe-Valei. “Om te beginnen be-
æ *HJHYHQVYDQGHKXLGLJHVFKRRO
staan er verschillende administratiesystemen, die allemaal de
æ *HJHYHQVYDQGHOHHUOLQJHQ]LMQRXGHUV
gegevens net even wat anders opslaan. Of je een geboortedatum no-
æ 2YHUVWDSDGYLHV
teert als 19 april 2001, of als 19-4-2001, of als 19.04.2001, maakt
æ 9HU]XLP
voor een mens niet uit, maar voor uitwisseling tussen computers wel.
æ 7RHWVUHVXOWDWHQ
Dat moet dus gelijkgetrokken worden. Op een enkel bedrijf na doen
æ &LMIHUOLMVW
alle leveranciers van schooladministratiesystemen mee aan OSO.
æ *HJHYHQVRYHUVFKRROORRSEDDQHQ]RUJ
Ze hebben hard gewerkt om een en ander op elkaar af te stemmen.
æ +DQGHOLQJVSODQ
Afgelopen week heb ik een proefuitwisseling gedaan met een
4 - inDruk juli 2013
anno 2013? – Dat kan beter! En de privacy?
gogische aanpak is gewenst? Dergelijke informatie past niet in
Het is in het belang van alle partijen, zeker ook van de leerling,
OSO, die moet persoonlijk doorgegeven worden van de huidige
dat relevante gegevens zo compleet mogelijk overgedragen wor-
school naar de nieuwe, in wat zo mooi ‘de warme overdracht’ heet.
den. Het gaat daarbij om naam, adres, geboortedatum, cijfers en
Dat gebeurt nu al en dat zullen scholen zeker blijven doen.”
resultaten, overstapadvies, toetsuitslagen, handelingsplannen,
Deelname aan OSO is voor scholen kosteloos. Het is ingebouwd in
eventuele dyslexieverklaringen, uitslagen van intelligentietests,
de software van vele leerlingadministratiesystemen. Voor deel-
rugzakgegevens en dergelijke.
name is certficering van de school vereist. Dat is een vrij een-
Deze leerling- en begeleidingsgegevens zijn persoonsgevens. De Wet
voudige procedure.
bescherming persoonsgegevens (Wbp) is dan ook van toepassing op het digitale uitwisselingsproces. OSO volgt de wettelijke bepalingen
Meer informatie:
en voorschriften. De overdracht gebeurt via een beveiligde verbin-
Wilt u meedoen of eerst meer weten?
ding tussen de nieuwe en de huidige school. Tijdens dat proces
Kijk dan op Overstapserviceonderwijs.nl. Daar is ook een bro-
wordt op verschillende momenten gecheckt of alles klopt en volgens
chure te downloaden. Overstapservice Onderwijs is een project
de afgesproken procedure verloopt.
van PO-Raad en VO-raad en wordt bekostigd door het ministerie
Er is géén sprake van centrale opslag van gegevens. Voor een school
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en uitgevoerd door
echt aan de slag mag met OSO, vindt een (korte) scholing en kwali-
Stichting Schoolinfo in samenwerking met Kennisnet.
ficering plaats van in totaal één dagdeel. Warme overdracht
Contactpersoon
Berend Cornel besluit: “Alle ‘harde’ gegevens worden straks digitaal
Naam: Yvette Eveleens
uitgewisseld. Maar een basisschool waar een kind acht jaar leerling
Email:
[email protected]
geweest is, weet nog veel meer: wat voor kind is dit, wat zijn z’n sterke kanten, op welke manier leert dit kind het best, welke peda-
Meer met minder? Maak je school krimpproof In Nederland is sprake van bevolkingsdaling. In 2025 heeft 60% van de gemeenten minder inwoners dan nu. Maar ook nu al krijgen steeds meer scholen te maken met teruglopende leerlingaantallen. Hierdoor staat de kwaliteit van het onderwijs onder druk, omdat met minder middelen de school toch draaiende gehouden moet worden.
In het basisonderwijs laaien discussies op over opheffingsnormen
over welke maatregelen zij kunnen nemen in krimpsituaties. Een
voor kleine scholen, in het voortgezet onderwijs is het soms lastig om
voorbeeld hiervan is de Denkhulp Krimp van de PO-raad. Maar ook
bepaalde vakken aan te bieden omdat er te weinig leerlingen voor
Kennisnet heeft veel expertise in huis. Onder het motto ‘ict als kans
zijn. Ook in het middelbaar beroepsonderwijs speelt krimp steeds
bij krimp’ laat Kennisnet zien dat het inzetten van ict mogelijk-
vaker een rol, met name in het noorden en het zuiden van het land.
heden biedt voor scholen die te maken hebben met krimp.
Knelpunten
Ict als kans bij krimp
Welke knelpunten ontstaan voor scholen in krimpregio’s? In een
Welke mogelijkheden zijn er dan om ict aan dit vraagstuk te verbin-
krimpende school worden leerjaren samengevoegd. Leerkrachten
den? Het digitaliseren van onderwijs levert docenten tijdswinst op,
krijgen meer diversiteit in hun klas doordat zij aan 2, 3 of soms wel
zonder dat de kwaliteit van het onderwijs in het geding komt. De
4 leerjaren moeten lesgeven. Dit niveauverschil binnen het klaslo-
sleutel ligt in flexibel onderwijs en maatwerk. Enkele voorbeelden:
kaal is complex en vergt een topprestatie van leerkrachten en do-
met digitaal adaptief leermateriaal kunnen leerlingen in hun eigen
centen. Daar komt bij dat juist in krimpsituaties minder geld is om te investeren in professionalisering en kwaliteitsimpulsen. In het mbo is er nog een ander aandachtspunt rondom krimp. Omdat er relatief veel kleine mbo-opleidingen in Nederland zijn, kampen ook die opleidingen met problemen rond betaalbaarheid en organiseerbaarheid.
tempo en op hun eigen niveau
Leerkrachten krijgen meer diversiteit in hun klas doordat zij aan 2, 3 of soms wel 4 leerjaren moeten lesgeven. Dit niveauverschil binnen het klaslokaal is complex en vergt een topprestatie van leerkrachten en docenten”
werken. De leraar die meer diversiteit in de klas heeft, kan zo toch voldoende zorg en aandacht voor zijn leerlingen waarborgen. Ook kunnen klassikale instructies via video’s veel tijd besparen. Denk aan flipping the classroom, maar ook skype en videoconferen-
cing. Ook digitaal toetsen en een persoonlijke leeromgeving behoren Oplossingsrichtingen
tot de mogelijkheden om het onderwijs flexibeler te organiseren
Scholen kunnen knelpunten rondom krimp oplossen op het gebied
meer te doen met minder middelen.
van bedrijfsvoering, personeel delen, fusies aangaan en het verbeteren van de kwaliteit. Daarnaast maakt bestuurlijke schaalvergro-
Kosten en verantwoording
ting het mogelijk om kennis en middelen te bundelen. Voor onder-
Natuurlijk zijn met het inzetten van ict kosten gemoeid. Investerin-
wijsinstellingen en besturen is er al veel informatie beschikbaar
gen in ict vragen om visie en leiderschap. Meer informatie hierover
6 - inDruk juli 2013
met behulp ict Ict biedt kansen bij krimp in het basisonderwijs Onderwijsgroep FIER gaat terug van 20 naar 12 scholen. Student en netwerk draagt bij
Fier had de wens om te komen tot groepsdoorbrekende instructies en meer samenwerking op groepsniveau. Wel met behoud van uitdagend en kwalitatief goed onderwijs. Bij FIER wordt op één van de scholen gewerkt met de adap-
Begeleiding (online) optimaal
Studenten leren online in combinatie met werkplekleren en beroeps praktijk vorming
tieve leerlijn Math. De leerlingen werken zelfstandig aan Onderwijs catalogus werkt
opdrachten op hun eigen niveau. Het is voor de leerkrachten mogelijk om de resultaten van de kinderen digitaal te monitoren, bij te houden en te vergelijken. De leraar stuurt incidenteel bij. Dit levert tijdwinst op voor de leerkrachten en biedt de mogelijkheid om te differentiëren op
Leermateriaal bestaat
niveau. FIER heeft ook besloten om scholingsgelden te bundelen als het gaat om professionalisering en ict. Ook op dat vlak ontstaan veel samenwerkingskansen. Dit vergt een goede online communicatie en mogelijkheid tot delen van
Figuur 1. Online Leren in Balans
agenda’s, bestanden en expertise. FIER bereidt zich voor op een gedegen en lange termijn
is te vinden in de jaarlijkse Vier in Balansmonitor van Kennisnet.
uitrol en inbedding van ict, beschreven in een programma
Voor het mbo-onderwijs is een specifiek model ontwikkeld rond de
van eisen.
problematiek van krimp en/of kleine opleidingen. Het model, ‘Online leren in balans’, waarborgt de betaalbaarheid en de organiseerbaarheid en geldt als een concept waarbij ict in
æ/HHUPDWHULDDOLVRSRUGHHQLVGLJLWDDOZHEEDVHGEHUHLNEDDU
alle aspecten van het primaire proces een cruciale rol speelt. Door
æ2QOLQHEHJHOHLGLQJLVRSWLPDDOJHUHJHOG
een andere inzet van docenten en het creëren van een rijke digi-
æ'HVWXGHQWLVRQGHUGHHOYDQHHQQHWZHUNYDQH[SHUWVGRFHQWHQ
tale leeromgeving kan een efficiencyslag gemaakt worden. Hierdoor
medestudenten, alumni die allemaal een bijdrage leveren aan de
nemen flexibiliteit en effectiviteit toe en komen en betaalbaarheid
contextrijke omgeving van de student.
en organiseerbaarheid weer in zicht. Om goed in beeld te krijgen welke opbrengsten het toepassen van dit Het model gaat ervan uit dat een viertal randvoorwaarden mbo-
model concreet opleveren, ontwikkelt Kennisnet dit jaar een aantal
studenten zich kunnen focussen op online leren.
business cases voor instellingen. Deze leveren een belangrijk rapport
æ(ULVHHQPHHUĶH[LEHOHLQULFKWLQJYDQGHFXUULFXOXPRQGHUGHOHQ
op dat als basis en ter verantwoording kan dienen. Dit jaar worden
mogelijk door de aanwezigheid van een onderwijscatalogus
op diverse instellingen (ROC de Leijgraaf, het Hout en Meubilerings-
waaruit docent en student kunnen putten om het gewenste leer-
college) opleidingen ingericht aan de hand van dit model.
traject vorm te geven;
inDruk juli 2013 - 7
Een rekenvoorbeeld: hoeveel tablets kun je aanschaffen als je een lesuur bespaart? Wel of geen tablet voor in de klas aanschaffen? Levert het ons iets op, of kost dit alleen maar extra geld? Met de aanschaf van ict-hulpmiddelen voor in de klas, worden de kosten van het onderwijs hoger. Tenzij er tegenover deze investering staat, als een besparing op een andere plek plaatsvindt. Het grootste deel van de kosten van een school zitten het primaire proces; in de klas, in een lesuur. Hoeveel tablets kun je aanschaffen als je een lesuur bespaart? Om dit te illustreren het volgende versimpelde rekenvoorbeeld. Stel: een school besluit om twee groepen een middag in de week (4 uur) gecombineerd les te geven met één leerkracht voor de klas. Dit betekent een vermindering van 4 lesuren per week. Hoeveel kosten bespaart de school hiermee? En hoeveel tablets kan de school van deze besparing aanschaffen? Voor het berekenen van de kosten van een lesuur, nemen we als uitgangspunt de totale personele lasten (belangrijkste kostenpost) en het aantal lesuur per jaar (ca. 1000). De kosten van een lesuur bedragen daarmee ca. €86. In het bovenstaand voorbeeld wordt door 2 groepen samen te voegen, 4 uur bespaard op weekbasis. Op jaarbasis (40 weken) betekent dit een besparing van €13.760. Hoeveel kost een tablet? Voor het gemak rekenen we een bedrag van €1.000, hiermee dekken we zowel kosten voor de aanschaf als het onderhoud. Met een afschrijvingsperiode van 4 jaar is dit € 250 per jaar. De besparing die is behaald met het combineren van 2 groepen, geeft dus ruimte voor de aanschaf van (€13.760 / € 250=) 55 tablets. Deze aanschaf stelt je in staat om die grotere groep in die gecombineerde middag via tablet op maat opdrachten aan te bieden of samen aan opdrachten te werken. En natuurlijk de rest van de week ook de mogelijkheid om het onderwijs te verrijken met de inzet van ict omdat de leerlingen beschikken over een eigen device. Een handig rekensjabloon met meer benchmarkgegevens is te vinden op Kennisnet.nl/kansenbijkrimp
8 - inDruk juli 2013
Ict biedt kansen bij krimp in het mbo Edudelta Onderwijsgroep heeft te maken met teruglopende leerlingen aantallen. Dat zorgt voor steeds meer versnippering van het opleidingsaanbod wat zich uit in opleidingen waar slechts een paar studenten ingeschreven zijn. Maar die opleidingen hebben wél waarde voor de student, het bedrijfsleven en de onderwijsorganisatie. Hoe hou je dat in stand? Edudelta heeft het volgende gedaan: Stap één was om alle mbo-opleidingen te ontleden (met behulp van Kwalificatiesmbo.nl) en goed onder de loep te nemen. Waar zit de overlap in lesmateriaal? Alle opdrachten werden in beeld gebracht, er is een ‘blauwdruk’ van iedere opleiding gemaakt. Edudelta koos de Elektronische Leeromgeving Moodle als werkplatform als gezamenlijk platform voor contentuitwisseling. Per werkproces maakten de docenten een leerarrangement en al snel werd de overlap duidelijk. Bijvoorbeeld: een goed leerarrangement voor het werkproces ‘handelt klachten af’ is bruikbaar in meerdere opleidingen. De rol van ict in dit traject: het opzetten van een betrouwbare en snelle infrastructuur, werken in de cloud en BYOD. Het devies: laat mensen zelf kiezen waar ze mee werken, maak wel een keuze om te werken met één gezamenlijk platform voor contentuitwisseling.
Meer informatie: Kennisnet.nl/kansenbijkrimp
Contactpersoon Naam: Sandra ter Horst Email:
[email protected]
Contactpersoon Naam: Leo Bakker Email:
[email protected]
inDruk juli 2013 - 9
Passend onderwijs: waar haal ik de tijd vandaan? Elk kind heeft recht op goed onderwijs. Ook kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. Passend onderwijs beoogt dat zo veel mogelijk leerlingen regulier onderwijs kunnen volgen. Een idee dat veel leraren aanspreekt. Iedere docent en leerkracht wil een kind in staat stellen om het maximale uit zijn of haar talent te halen. Maar het is niet eenvoudig. Het kost tijd, die er eigenlijk al niet was. In het kader van passend onderwijs hebben veel scholen een onder-
om leerlingen met leer-en gedragsproblemen verder te helpen?
steuningsprofiel opgesteld. Het profiel is gebaseerd op de huidige
Hoeveel zorgleerlingen kunnen we aan binnen een groep?
situatie, veelal een beschrijving op welke manier de school op dit
Hoewel de gedachte om meer leerlingen op de reguliere basis- of
moment omgaat met leerlingen die leer- en gedragsproblemen
middelbare school passend onderwijs te bieden veel leraren aan-
hebben. Het is echter de vraag of deze wijze van ondersteuning
spreekt, zijn leraren tegelijkertijd realistisch. Het ondersteunen
voldoende aansluit bij de gewenste situatie.
van een leerling met leer- of gedragsproblematiek binnen een
De invoering van passend onderwijs lijkt immers een uitgelezen kans
grotere groep van leerlingen is geen eenvoudige opgave. Daarbij
om als school te bepalen welk type van ondersteuning in de toekomst
zijn er vaak meerdere leerlingen met verschillende problematieken.
geboden kan worden voor leerlingen die iets extra’s nodig hebben.
Van dyslexie tot autisme en ADHD. Maar ook allerlei andere proble-
Het aantal vragen die automatisch opkomen als dit op de vergader-
matieken die vragen om een persoonlijke aanpak. En dat kost alle-
tafel belandt zijn legio. Zijn nieuwe vormen van ondersteuning wel
maal extra tijd. Die er eigenlijk al niet was.
haalbaar? Hebben wij de juiste expertise in huis? Hebben we wel tijd
10 - inDruk juli 2013
De invoering van passend onderwijs vraagt nog meer van een
Outlookagenda, kunnen dit bieden. Deze zijn specifiek gericht op
leerkracht om te differentiëren. Om kinderen die het nodig
leerlingen die behoefte aan structuur. Maar alleen met een agenda
hebben een meer gepersonaliseerde aanpak te geven, binnen het-
is niet genoeg. Het leren plannen is belangrijk. Er zijn verschil-
zelfde aantal uren.
lende apps die hierbij helpen, zoals iStudiez Pro, Classes, inClass,
Ict kan helpen om de consequenties van leerproblematiek te com-
myHomework en iTeacherBook. En dat scheelt je als leerkracht of
penseren. Het kan de effecten van gedragsproblematiek vermin-
docent uiteindelijk weer tijd.
deren door meer op het individuele kind een toegespitste structuur
Het inzetten van het werken aan de computer, biedt leerlingen met een
te bieden. Iedere leerkracht weet dat dyslexie niet weg te nemen is
lichte vorm van een gedrags- of ontwikkelingsstoornis meer rust en
door te remediëren. En ook dat gedragsproblemen niet afhangen
concentratie. Onderzoek op het Merlet College, een middelbare school,
van het intelligentieniveau van een kind. Maar nog niet iedere leer-
laat zien dat juist bij zorgleerlingen motivatie en studiehouding voor-
kracht en docent weet dat ict kan helpen om binnen dezelfde hoe-
uit gaan en de leerresultaten verbeteren. En dit biedt de leraar weer
veelheid tijd deze leerlingen toch maximaal te laten leren.
de mogelijkheid om zijn of haar persoonlijke aandacht te verdelen. Leerlingen met een lichte vorm van een gedrags- of ontwikkelings-
Compenseren van leerproblemen met ict
stoornis hebben vaak moeite met opdrachten waarin zij met andere
Leerproblemen zijn te compenseren met de inzet van ict. Voor dys-
leerlingen moeten samenwerken. Onderzoek laat zien dat samen-
lexie bijvoorbeeld zijn veel verschillende softwarepakketten
werken via sociale media, of apps als Lino of ZigZagBoard hen enorm
beschikbaar, die elk op hun eigen wijze de dyslectische leerling
helpen: wel samenwerken maar niet de drukte en de afleiding van het
ondersteunen. Het gaat om het ondersteunen van het lezen, het
echt bij elkaar zitten.
spellen en het strategisch schrijven. Ict biedt een combinatie van visuele en auditieve ondersteuning die met papieren hulpmiddelen
Aan de slag
niet mogelijk is. Eenvoudige voorleessoftware of een Daisy speler
Er zijn steeds meer ict-toepassingen voor ondersteuning in het
kan al helpen voor lichtere gevallen van dyslexie. Een belangrijke
onderwijs. En er komen steeds meer laagdrempelige toepassingen.
eis aan deze compenserende hulpmiddelen voor dyslexie is dat de
De leraar blijft hierin de bepalende factor. Creativiteit en passie
leerling wel meeleest. Uit onderzoek van onder andere Kennisnet
van de leraar, om het beste uit iedere leerling te halen, zorgen voor
blijkt dat de inzet van de juiste ict-toepassingen voor dys-
verandering en innovatie. In het kader van passend onderwijs
lexie leidt tot taakmotivatie, zelfvertrouwen en plezier in
kunnen scholen en leraren de kans benutten om met nieuwe mid-
het leren. De werkhouding van de leerling verbetert en het
delen aan de slag te gaan. In het begin kost het tijd, maar het duurt
tempo van leren gaat omhoog.
niet lang voordat deze investering kwaliteit en besparing oplevert.
Naast het positief effect voor de leerling, heeft ook de leraar baat bij de inzet van deze compenserende ict-hulpmiddelen. In het begin zal de leraar zich moeten verdiepen in de wer-
Meer informatie:
king van de ict en de leerling op weg helpen om een dergelijk
Een goed startpunt is het dossier op
hulpmiddel goed in te zetten. Maar dan kan de leerling met
Kennisnet.nl/passendonderwijs en de brochure Passend
dyslexie zichzelf zonder direct hulp van de leraar beter red-
onderwijs werkt met ict. Of mail naar
[email protected]
den. De tijdsinvestering betaalt zich uit in tijdswinst. Structureren van het onderwijs met behulp van ict
Contactpersoon
Kinderen met een lichte vorm van een gedrags- of ontwik-
Naam: Sabine Peterink
kelingsstoornis zijn vaak prima in staat om op een gewone
Email:
[email protected]
school mee te komen. Deze leerlingen hebben structuur nodig: een rustig, overzichtelijk en voorspelbaar verloop van de dag. Ict-hulpmiddelen, zoals een simpele, persoonlijke
inDruk juli 2013 - 11
Begaafde kinderen uitdagen met pittige digitale opdrachten Alle kinderen in een groep aanspreken op hun talenten, op hun eigen niveau, dat is wat elke leerkracht graag wil. Maar echt goed differentiëren valt nog niet mee. Digitaal leermateriaal kan hierbij helpen, mits goed geordend en goed gecategoriseerd. De Sint Bavoschool in Harmelen was al jaren op zoek naar een goede
Wegwijs
mogelijkheid om te differentiëren in de klas. ”We zochten uitdaging
Opdrachten zijn te filteren op leerjaar, vak, moeilijkheidsgraad of
en verdieping voor alle kinderen op hun eigen niveau, vooral voor de
soort intelligentie die aangesproken wordt. Ricky: “Wij werken niet
meer begaafde leerlingen, zonder dat dat de leerkracht enorm zou
echt met die meervoudige intelligenties; we hebben vooral vak-
belasten”, vertelt adjunct-directeur Lonneke Steens. “We kwamen uit
overstijgende opdrachten gebruikt. Voor groep 7/8 zijn er dan een
bij de digitale leermiddelenbank Acadin, waarmee we in het najaar
kleine 80 opdrachten om uit te kiezen, dat is nog te overzien voor
van 2012 zijn gestart in groep 4 en in groep 8. Dat bevalt ons goed,
leerlingen en leerkracht. Als je het systeem voor jouw groep een-
om verschillende redenen: de kinderen kunnen zelf aansprekende
maal goed hebt ingericht is het heel simpel te gebruiken. Maar je
opdrachten uitkiezen – uiteraard in overleg met de leerkracht. We
moet er wel tijd insteken om wegwijs te worden en om alle accounts
vinden het een groot voordeel dat er niet alleen opdrachten voorhan-
goed aan te maken.
den zijn waarbij leerlingen cognitief en talig aan het werk moeten.
Bij ons op school begonnen we met invoering in één groep. Dat was
Ook de kinderen die liever creatief bezig zijn en al doende leren,
een beetje noodgedwongen door het plotselinge wegvallen van de
komen aan hun trekken bij de opdrachten waar juist deze talenten
leerkracht, maar dat blijkt eigenlijk een heel goede strategie. Dat kan
aangesproken worden. En met Acadin kunnen kinderen oefenen met
ik andere scholen ook aanraden: begin klein, leer het systeem kennen,
het maken van een planning en deze ook uitvoeren. Voor de 8e
en breidt dan verder uit.” Acadin bevalt zo goed, dat steeds meer
groepers is dat – in aanloop naar de brugklas – extra relevant.
groepen van de Sint Bavoschool ermee aan de slag gaan. Aan het eind
Bijkomend voordeel: Acadin is vrij te gebruiken.”
van dit schooljaar zullen alle leerlingen (vanaf groep 4) die meer aankunnen dan de gewone leerstof, ermee werken.
Overzichtelijk Ricky Vermaas is op de Sint Bavoschool leerkracht in groep 4 en
Begeleiden en differentiëren
daarnaast ook de coördinator meerbegaafden. Zij heeft het account
Acadin is een digitale leermiddelenbank. Maar wie verwacht om
ingericht, Acadin-profielen aangemaakt en de leerlingen van groep
heel groep 8 van de Sint Bavoschool tijdens Acadin-tijd achter een
8 in het begin geïnstrueerd en begeleid. “Het systeem is zo opgezet
computer aan te treffen, komt voor verrassingen te staan:
dat de leerkracht alles overzichtelijk bij elkaar heeft: in één oog-
Robbie en Ivan zijn bezig met een drijfproef met behulp van een bak
opslag is te zien aan welke opdrachten een kind werkt en gewerkt
water, een blikje gewone cola en een blikje cola-light. Er wentelen
heeft, met welk resultaat. Dat is een goede basis voor individuele
verschillende papieren ‘helikoptertjes’ naar omlaag. De wc-ruimte is
begeleidingsgesprekken over de diversiteit en de moeilijkheids-
door Nina en haar vriendinnen omgetoverd tot zuiveringsinstallatie,
graad van de gekozen opdrachten en over hoe het staat met de
waar met zeven, koffiefilters en zand aquariumwater omgezet wordt
planning. Er zitten opdrachten in Acadin met verschillende moeilijk-
in schoon water. Jelle ontwerpt een waterraket, die hij op het school-
heidsgraden, aangeduid met één, twee of drie handjes. Bij kin-
plein gaat testen.
deren die meer aankunnen, kun je de lat hoger leggen; je kunt van
En de kinderen die wel achter een scherm zitten, zijn met totaal
ze verlangen dat ze moeilijkere opdrachten kiezen of afspreken dat
verschillende dingen bezig: Floor maakt een verslag in tekst en foto’s
je hogere eisen aan de verwerking van een opdracht stelt.” 12 - inDruk juli 2013
YDQGHEUXJGLH]HRYHUGHVORRWDFKWHUGHVFKRROERXZGH*LMVVSHHOW
‘Duikgedrag’ bij hoogbegaafde leerlingen
een game over kinderrechten. Ewan bekijkt filmpjes over de Tweede
De worsteling van Paul Lancee met het uitdagen van onder-
Wereldoorlog. En Stan maakt een animatiefilm over een pinguïn die
presterende slimme leerlingen is niet uniek. Onderwijsadviseur
na een botsing met een auto de ruimte in wordt geslingerd.
Jelle Berens begeleidt scholen bij het verantwoord inzetten van
Paul Lancee, die pas een maand leerkracht van deze groep 8 is:
Acadin: “Acadin laat ruimte aan kinderen om hun eigen keuzes te
“Ieder kind zoekt zelf opdrachten die aanspreken en maakt een
maken. Hoogbegaafde kinderen kiezen vaak niet voor opdrachten
lijstje met favorieten. Ik neem dat lijstje door en als ik opdrachten
waarmee hun leervermogen goed uitgedaagd wordt, maar ver-
geschikt vind voor die leerling, ken ik ze toe. Dat is een kwestie van
tonen juist ‘duikgedrag’. Ze kiezen opdrachten met één handje.
een vinkje zetten en een inleverdatum vaststellen, dan kan dat kind
Met zulke leerlingen moet je de lat hoog leggen, duidelijk je
zelfstandig aan de slag. Acadin heeft een vast plek in ons lesrooster.
verwachtingen bespreken en geregeld checken of ze hun doelen
Zelf besteed ik elke woensdagmiddag aan het beoordelen van inge-
wel halen. Als ze zich vastbijten in een pittige opdracht, komen
leverde opdrachten. En daarna neus ik rond in de beschikbare op-
ze soms hun eigen grenzen tegen. Dat is een prima ervaring, daar
drachten. Ik wil zelf snel zicht krijgen op de mogelijkheden, zodat
leren ze van. Als leerkracht creëer je de veiligheid die ze nodig
ik mijn leerlingen beter kan begeleiden en kan differentiëren in
hebben om fouten te durven maken en geef je ze feedback op
hoe hoog we de lat leggen. Zo is er die leuke doe-opdracht met het
niveau. Zo leren slimme kinderen om zelf verdere denkvragen te
knippen en vouwen van een ‘helikoptertje’ van papier. Voor het ene
formuleren en hun eigen gedachtestructuur te onderzoeken.”
kind is het genoeg om zo’n ding te maken en kort te beschrijven wat
Jelle raadt leerkrachten altijd aan om de online lesmodule over
er gebeurt. Maar van een ander kind verwacht ik dat het meer de
Acadin van Slo en Kennisnet door te nemen. “Daar zit veel
diepte ingaat en in de onderliggende natuurkunde duikt, of be-
achtergrondinformatie in over hoe meer- en hoogbegaafde
denkt waar in de biologie dit principe voorkomt.”
kinderen leren, over de inhoud en opzet van Acadin en over hoe je dat digitale leermateriaal op school kunt implementeren.”
Onderpresteren Acadin zit vol uitdagende opdrachten die ook meerbegaafde kinderen kunnen aanspreken op hun eigen potentie. Paul merkt wel dat
Meer informatie:
de leerlingen die tot aan groep 8 veelal onder hun niveau aan het
Acadin.nl en
werk geweest zijn, nogal eens geneigd zijn om onder te presteren.
Kennisnet.nl/onlineworkshops/acadin
“Ik vind het nog een hele uitdaging om zulke onderpresterende meerbegaafde kinderen echt aan het werk te krijgen. Ik hoop dat dat met behulp van de pittige opdrachten in Acadin zal lukken. Daar
Contactpersoon
ga ik me de komende tijd nog verder in verdiepen.”
Naam: Yvette Eveleens Email:
[email protected]
inDruk juli 2013 - 13
De projecten van Kennisnet en Mijn Kind Online
Hoe verder met mediawijsheid? Er is volop aandacht voor mediawijsheid in het onderwijs. Kinderen moeten leren om veilig om te gaan met de mogelijkheden in dit digitale tijdperk. Maar hoe word je een mediawijze school? Waar begin je? Kennisnet en Mijn Kind Online hebben de handen ineen geslagen om scholen goed op weg te helpen om mediawijs te worden. Remco Pijpers (Mijn Kind Online) en Frank Evers (Kennisnet) bespreken de ingeslagen weg. Mediawijsheid blijft een actueel onderwerp. Denk aan cyberpesten
Bovendien benadert een docent van een Atheneumklas mediawijs-
en het Project X-feest in Haren. Steeds opnieuw zijn er ontwikke-
heid anders dan een basisschoolleerkracht van groep 3.
lingen of incidenten waar scholen op willen inspelen. En elk jaar
Bij de aanpak van mediawijsheid speelt ook een rol dat leraren en
komen er nieuwe toepassingen op het gebied van sociale media. Om
bestuurders de behoefte voelen om aan te sluiten bij dat wat leeft in
goed mee te kunnen komen in deze maatschappij heb je kennis van
de samenleving en in de beleving van de leerlingen. Daarom kijken ze
en vaardigheden nodig over internet en sociale media. Scholen zijn
vaak naar de mogelijkheden om verschillende sociale media te gebrui-
genoodzaakt om een goede en doordachte aanpak te kiezen.
ken voor onderwijsdoeleinden. Maar voordat die stap wordt gezet, is essentieel om kinderen te leren om goed met sociale media om te gaan.
Welke aanpak?
Remco Pijpers van Mijn Kind Online heeft daar verschillende aan-
Een school die leerlingen vaardigheden bijbrengt op het gebied van
pakken voor. “Een actuele gebeurtenis, zoals het Project X-feest in
mediawijsheid, kan zich een mediawijze school noemen. Maar dat is
Haren, kan een manier zijn om leerlingen goed om te leren gaan met
makkelijker gezegd dan gedaan. Er zijn scholen die leerlingen vooral
sociale media. Het kan ook vanuit een positief vertrekpunt: kinderen
bewust maken voor de gevolgen van digitaal pesten. Maar er zijn ook
leren samenwerken en ondernemen met behulp van sociale media.
scholen die vooral leren slim te zoeken op internet. Of die leerlingen
Ook daar heb je mediawijsheid voor nodig. Dan leid je leerlingen op
leren het tv- en online nieuws en reclames op waarde te schatten.
tot ‘socialemedianetwerkers’ die weten hoe je invloed uitoefent via
Begrip
Gebruik
Inzicht hebben in de
Begrijpen hoe
Zien hoe media
Apparaten, software
Oriënteren binnen
medialisering van
media gemaakt
de werkelijkheid
en toepassingen
mediaomgevingen
de samenleving
worden
kleuren
gebruiken
Media Figuur 2. Competentiemodel Mediawijsheid. Bron: Mediawijzer.net, het expertisecentrum voor mediawijsheid, 2013.
14 - inDruk juli 2013
Wat is mediawijsheid?
sociale media en die kennis en inzicht hebben in het functioneren
Mediawijsheid is een breed begrip. Het vertrekpunt van Ken-
van netwerken en nieuwe media.”
nisnet en Mijn Kind Online is de definitie van de Raad voor Aan de slag
Cultuur (2005): “Mediawijsheid is het geheel van kennis,
Kennisnet en Mijn Kind Online ontwikkelen dit jaar een aantal
vaardigheden en mentaliteit waarmee burgers zich bewust,
projecten en producten om scholen met mediawijze ambities te
kritisch en actief kunnen bewegen in een complexe, verander-
ondersteunen, in samenwerking met Mediawijzer.net, het expertise-
lijke en fundamenteel gemedialiseerde wereld.” Oftewel: ‘De
centrum mediawijsheid.
verzameling competenties die je nodig hebt om actief en bewust deel te kunnen nemen aan de mediasamenleving.”
Gebruik het basiscompetentiemodel Mediawijsheid
De aanpak van mediawijsheid in het onderwijs begint vaak bij
Als een school zich oriënteert op mediawijsheid, dan stuiten zij al
de discussie of het een apart vak is of dat mediawijsheid moet
snel op veel en verschillend aanbod van partijen die hen op weg kun-
worden geïntegreerd in andere vakken. “Daar is niet snel een
nen helpen. School TV, Nieuws in de Klas, Cinekid en Bibliotheek op
eenduidig antwoord op te geven”, aldus Frank Evers, mediawijs-
School. Het zijn slechts een aantal initiatieven die zich bezighouden
heidexpert van Kennisnet. “Het is vooral belangrijk om eerst
met dit onderwerp. Er is veel te vinden, maar hoe zie je door de
goed bewust te zijn van de verschillende onderdelen van media-
bomen het bos? Frank: “Kennisnet is kernpartner van Mediawijzer.
wijsheid. Informatievaardigheden zijn bijvoorbeeld uitstekend
net, waar vrijwel alle aanbieders op gebied van mediawijsheid zijn
in te bedden in taalonderwijs of bij zaakvakken. Maar gaat het
verenigd. Een van de belangrijkste doelen van Mediawijzer.net is om
om digitaal pesten of het omgaan met privacy of security, dan is
mediawijsheid stevig te verankeren in het onderwijs.”
het juist heel zinvol om deze apart te behandelen.
“Om helderheid te krijgen in de diverse onderdelen van mediawijsheid, hebben we gezamenlijk het competentiemodel ontwikkeld. Dit model is verdeeld in vier hoofdcategorieën waarin alle aspecten
Hoe hoger je niveau, des te mediawijzer de leerling of de docent
van mediawijsheid terugkomen. Het kan worden gebruikt om met je
is. Het helpt scholen dus ook om ambities te formuleren op het
schoolteam of vaksectie te bespreken welke onderdelen goed bij
gebied van mediawijsheid.
jouw school en jouw lessen passen,” legt Frank uit.
Remco: “Samen hebben we jarenlange ervaring met het bespreekbaar
Het competentiemodel beschrijft per competenties vijf niveaus.
maken van verschillende onderdelen die in dit model terugkomen.
Communicatie
Informatie vinden en verwerken
Content creëren
Strategie
Participeren in
Reflecteren op het
Doelen realiseren
sociale netwerken
eigen mediagebruik
met media
Media
inDruk juli 2013 - 15
Daarin is participatie belangrijk. Mijn Kind Online betrekt ook de
programma? Vervolgens moet je samen verkennen welke vaardig-
wereld buiten de school, zoals de ouders. Een positief gebruik van
heden leraren nodig hebben om dit te kunnen doen. En bedenk je
sociale media kan een verrijking zijn voor de manier waarop leer-
welke toepassingen daarvoor nodig zijn en of de infrastructuur
lingen, school en ouders samenwerken.”
op school het wel mogelijk maakt. Als deze aspecten met elkaar ‘in
Frank voegt toe dat Kennisnet momenteel werkt aan een verbinding
balans’ zijn, dan heb je een goede basis om jezelf een mediawijze
met de dagelijkse praktijk in de school. “Deze competenties staan
school te noemen.”
niet op zich, maar kunnen worden gelinkt aan kerndoelen en eindtermen. Op dit moment wordt gewerkt aan leerlijnen die mediawijsheid
verbinden
met
het
bestaande curriculum. Zo komt de
Op dit moment wordt gewerkt aan leerlijnen die mediawijsheid verbinden met het bestaande curriculum.”
praktische ervaring en de kennis
Laat je inspireren door het Handboek Goed Doen 2.0 Een ander startpunt om ervaring op te doen met mediawijsheid is om er op projectbasis mee aan de slag te gaan. Remco legt uit: “ Je kunt bijvoorbeeld als school je inzetten
over sociale media van Mijn Kind Online en de kennis over onder-
voor een goed doel, en daarbij sociale media gebruiken. Dat is ook de
wijs van Kennisnet mooi samen.”
LQVWHHNYDQKHWÞ+DQGERHN*RHG'RHQ6RFLDOHPHGLDLQKHWYRRUW-
De Mediawijze school heeft vooral een doordachte aanpak nodigt.
gezet onderwijs’. Dit boek maakte Kennisnet recent samen met Mijn
“Als het gaat om ict toepassen in het onderwijs, is het Vier in
Kind Online.” Het boek geeft een plan van aanpak voor hoe je sociale
Balans-model waardevol,” benadrukt Frank. “Het begint met het
media kunt koppelen aan goede doelen. Ook vind je veel voorbeelden
formuleren van een visie, wat vindt jouw school belangijk en hoe
van succesprojecten terug in het boek. Remco: “Basisschoolleerlingen
wil jij mediawijsheid een plek geven binnen het onderwijs-
in Heemstede zetten zich bijvoorbeeld in voor een school in Kenia,
16 - inDruk juli 2013
Instagram. Hoe hou je dat bij als school? De vraag is of je de techniek wil bijhouden of de leerling?” Zijn tip is om met leerlingen in gesprek te gaan. “Neem de beleving van leerlingen serieus. Op die manier krijg je een evenwichtige benadering. Deze aanpak willen wij ook volgen in het project Internet in 2025, dat we dit najaar organiseren. Daarin gaan leerlingen in gesprek met directeuren YDQEHGULMYHQ]RDOV*RRJOH3KLOLSVHQ6,'1&HQWUDDOVWDDWGHYUDDJ Hoe denken jongeren dat we het internet gebruiken in 2025? En wat betekenen zij in dat jaar voor bedrijven?” Er komt een speciale digibordles beschikbaar over dit project. En verder: inspiratieboek Mediawijsheid op de Basisschool Binnenkort brengen Kennisnet en stichting Mijn Kind Online het inspiratieboek Mediawijsheid op de Basisschool uit. Het boek is een vervolg op het populaire Sociale Media op de Basisschool en bevat portretten van inspirerende juffen en meesters die met succes hun leerlingen mediawijs maken. Weet u een inspirerende leerkracht die een portret verdient in het boek? Stuur een mail naar
[email protected] en misschien nemen we hem of haar op in het boek.
Meer informatie: æ0LMQNLQGRQOLQHQO æ0HGLDZLM]HUQHW waar kinderen hun huiswerk ‘s avonds niet kunnen maken omdat er
æ.HQQLVQHWQOPHGLDZLMVKHLG
geen verlichting is. Via sociale media zamelden ze geld in waarmee
æ0HGLDOHVVHQQO
150 led-lampen konden worden aangeschaft. De les die ze leerden:
æ2QGHUZLMVWRROVNHQQLVQHWQOYLHULQEDODQV
probeer niet meteen de hele wereld te bereiken via Twitter, maar
æ.QQXPHGLDZLMVKHLGLQEHGGHQ
begin bij je eigen netwerk.” Download het Competentiemodel Mediawijsheid: Project ‘Internet in 2025’
æ.QQXPHGLDZLMVKHLGFRPSHWHQWLHPRGHO
In de gedigitaliseerde samenleving gaan ontwikkelingen snel. Vaak zijn het de jongeren die voorop lopen. Frank: “Facebook is nog maar
Download het gratis het boek Goed Doen 2.0:
nauwelijks ingeburgerd of jongeren vertrekken alweer richting
æ.HQQLVQHWQOVRFLDOHPHGLD
Video: Goed Doen 2.0
Of bestel het boek voor €18,95 via Mijn Kind Online: æ0LMQNLQGRQOLQHQOSXEOLFDWLHVERHNHQ
Leerlingen zetten sociale media in voor het goede doel.
Contactpersoon Naam: Remco Pijpers Email:
[email protected]
inDruk juli 2013 - 17
Het net sluit zich om het leermiddelenvraagstuk
Scholen maken echte stappen om leren persoonlijk te maken *HSHUVRQDOLVHHUGOHUHQOHHIWRSVFKROHQ2YHUGLWRQGHUZHUSEHVWDDQYHHOYUDJHQ1DDUPDWHSROLWLHNHQPHGLDPHHU aandringen op landelijke toetsen en het verhogen van onderwijskwaliteit door de focus op taal en rekenen, lijkt de beweging in de school tegengesteld. Terugblik: de eerste golf vernieuwers
kelde en frustrerende zoektocht naar geschikt materiaal. Aan dat
Welke methodiek volgen scholen bij een gepersonaliseerde onder-
materiaal worden hoge eisen gesteld. Het moet uitdagend genoeg
wijsaanpak? En op welke manier vervult ict hierbij een rol? Frans
zijn, in precies de juiste onderdelen worden aangeboden en flexi-
Schouwenburg, adviseur bij Kennisnet, blikt terug en vooruit.
bel te combineren zijn met ander materiaal. Ook moet digitaal leer-
Frans: “Zo’n acht jaar geleden konden we spreken van een trend:
PDWHULDDOKHWOLHIVWDGDSWLHI]LMQHQRRNQRJEHWDDOEDDU*HHQZRQ-
vernieuwende scholen die als paddenstoelen uit de grond schoten.
der dat al deze vernieuwende scholen meemaakten dat sommige
Denk aan: Slash24, Amadeus, Unic, Impuls!, De Nieuwste School,
docenten weer naar hun ‘oude’ methode grepen. Soms liet een
Niekée, Zuiderzee College, De Wittering. Stuk voor stuk scholen die
school zelfs het digitale leren weer los, zoals eerder dit jaar nog
vanuit een nieuwe situatie een totaal ander onderwijsconcept gingen
Het Zuiderzee College. In dit soort situaties spelen natuurlijk ook
aanbieden.
andere factoren een rol, maar de haperende productie helpt niet.”
De meeste van deze scholen bestaan nog steeds, maar hebben gaandeweg hier en daar zaken bijgesteld. Ze hebben groei gekend
Nieuwe beweging: naar gepersonaliseerd leren
en het moeilijk gehad. Aanvankelijk kenden sommige scholen mis-
“Na een periode waarin het leek alsof veel scholen pas op de plaats
schien tegenvallende examenresultaten. Dat is logisch, wanneer een
maakten, lijkt er een nieuwe beweging zichtbaar. Opvallend veel
nieuw concept moet gedijen in een onderwijssysteem dat niet meebeweegt. Sterker nog: in de laatste jaren is het onderwijsklimaat zakelijker
en
meer
prestatiegericht
geworden, waarbij de landelijke
scholen zoeken naar manieren
Alles is zoveel gebruiksvriendelijker en makkelijker voorhanden dan toen de eerste groep scholen ging vernieuwen”
aandacht en de zorg van ouders zich
om dichter bij de leerling te komen. Zij worden gesterkt door het feit dat technologie steeds beter in staat is die processen te ondersteunen. Alles is zoveel gebruiksvriendelijker en makkelij-
op een beperkt deel richt. Denk aan taal, rekenen, Cito, Pisa. In de
ker voorhanden dan toen de eerste groep scholen ging vernieuwen.
ogen van velen is het te kort door de bocht om scholen alleen langs
Bij alle scholen staan in de visie- en missiedocumenten kreten als:
díé meetlat te leggen.
leren doe je samen, efficiënt onderwijs, onderwijs moet passend
Een tweede reden waarom de eerste golf vernieuwende scholen van
zijn, competentie, betrokkenheid, relatie, persoonlijke aandacht, het
deze eeuw het moeilijk heeft, is dat de verwachtingen rondom de
ontplooien en ontwikkelen van talent. Algemener gesteld willen
productie van digitale leermaterialen niet waargemaakt worden.
scholen onderwijs aanbieden dat adaptief is, op maat, activerend en
Wanneer je het besluit neemt om de dure boeken overboord te
de leerling centraal stelt. Het gebeurt echter bijna nergens.
gooien en alles via de laptop aan te bieden, begint een ingewik-
Ik merk in mijn gesprekken met scholen dat het realiseren van deze
18 - inDruk juli 2013
visie en missie niet eenvoudig is. Het huidige schoolprogramma voelt
Waarom nu juist anders?
als een knellende jas. Financiën zijn krap, nieuwe bezuinigingen die-
Frans: “Het denkproces dat ik bij veel scholen tegenkom
nen zich aan en scholen hebben te maken met krimp, lerarentekort en
ZRUGWWUHIIHQGRQGHUZRRUGHQJHEUDFKWGRRU-RV*LM]HQ
stijgende kosten. Ook is het moeilijk de leraren mee te krijgen in
campusdirecteur van Den Hulster in Venlo: We kunnen nog
veranderingen. Dit zijn slechts enkele van de vele ontwikkelingen die
een poosje doorgaan met de kaasschaaf. Hier iets snoeien,
een rol spelen. Toch verandert er nu iets. Directeuren vinden de situ-
daar wat fte’s eraf, de klassengrootte laten toenemen,
atie nijpend genoeg om echt werk te maken van onderwijs dat begint
minder ruimte bezetten, minder investeren in hardware
bij de behoefte van de leerling: gepersonaliseerd leren.”
en ontwikkeling. Bezuinigingen brengen ons alleen maar in een fuik van maatregel op maatregel. We legden onze
Geen revolutie maar evolutie
teams en medezeggenschapsraad de volgende keuze voor:
“Waar scholen het hardst mee worstelen, is de vraag hoe je de
Scenario A is ouderwets bezuinigen, scenario B is dezelfde
ideeën implementeert die je als school ontwikkelt. Ruwweg deel ik
bezuiniging, maar ook je onderwijs echt veranderen. Op
ze in in twee varianten. Scholen die vanuit de bestaande situatie
die manier willen we onszelf en de docenten, maar vooral
naar een nieuwe situatie toewerken en scholen die radicaal kan-
de leerlingen een nieuw perspectief bieden.
telen. Scholen die met vaak nieuwe medewerkers in een nieuw
Ook andere scholen kijken op deze manier naar de situatie,
gebouw gaan werken, horen bij deze laatste groep. Deze hebben
maar ook zonder het argument ‘geld’ is er voldoende ge-
zich in het voortgezet onderwijs verenigd in
voelde urgentie om dingen te veranderen.”
Pleion (www.pleion.nl). In het basisonderwijs heb je de scholen die in één keer met een Sterrenschool beginnen, in het mbo zijn er de
inDruk juli 2013 - 19
Netwerkscholen (www.netwerkschool.nl) en er zijn scholen die voor
æ 'HPHHVWHVFKROHQNLH]HQYRRUHHQLQWHQVLHYHSHUVRRQOLMNHEHJH-
een eigen variant kozen, zoals Laterna Magica en De School in Zand-
leiding van de leerling, met wekelijkse of zelfs dagelijkse coa-
voort.
chingsgesprekken, waarin de ontwikkeling van de leerling wordt
Wat we vooral zien, is een groeiende groep scholen die op zoek is
besproken, alsmede zijn planning voor de komende week (dag).
naar manieren om het onderwijs persoonlijker te maken vanuit een
æ 6FKROHQZLOOHQHHQPL[YDQOHHUYRUPHQ'RRUOHVXUHQWHYHUDQ-
bestaande situatie. Ze hebben opvallende overeenkomsten in hun
deren in blokken ontstaat ruimte om anders te roosteren. Zo
uitgangspunten:
ontstaan gescheiden tijdvakken voor instructiemomenten, work-
æ +HWOHUHQYDQGHOHHUOLQJVWDDWFHQWUDDOGHRUJDQLVDWLHYDQGH
shops, labs, groepsleersituaties, samen leren, zelf werken, enzo-
school is gericht op het ondersteunen van het leren van de
voorts. In sommige landen zie je dat dit zelfs kan leiden tot
leerling.
differentiatie in de rol van de leraar/coach. Er ontstaan specia-
æ 'HLPSOHPHQWDWLHPRHWJHIDVHHUGJHEHXUHQ
listen in instructie, in remediale hulp in opdrachtontwikkeling,
æ 6FKROHQYRRUDOLQKHWYRRUWJH]HWRQGHUZLMVHQPER ]LMQJH-
enzovoorts.
charmeerd van organisatievormen waarbij de leerling wel zijn
æ 6FKROHQZLOOHQĶH[LEHORQGHUZLMVJHULFKWRSGHDFWXHOHOHHU
eigen doel kan kiezen en op eigen tempo kan werken, maar niet
behoefte van de leerling en dus ontstaat er behoefte aan mate-
vrijblijvend! Ouders, leraren, mentoren en coaches stimuleren
riaal dat inspringt op het associatieve en integratieve leren.
doorlopend.
Waarom onderwijs personaliseren? Tien redenen van scholen om deze stap te zetten: Onderwijskundig:
dag kent zóveel tijdverlies, door roosters die steeds aange-
1.
We activeren onze leerlingen niet. We grijpen te veel naar
past moeten worden, lesuitval, de vele leswisselingen met
de bekende didactische middelen omdat we weten dat
de bijbehorende onrust, de korte les van 50 minuten waar-
daarmee het programma in ieder geval gehaald wordt.
in je zo weinig kunt doen. Als we dat anders kunnen orga-
We zien de verschillen tussen leerlingen, maar kunnen te
niseren zouden we meer uit de schooldag kunnen halen.
2.
weinig op maat bedienen. Zeker met Passend Onderwijs 3.
4.
5.
7.
op komst, wordt dit een groter probleem.
fessioneel omgaan met deze brede taak en enorme diver-
We leiden niet op met de toekomst voor ogen. We doen
siteit, veelal zonder extra middelen. Om dit mogelijk te
wat we altijd deden en verliezen uit het oog dat tijden
maken wordt veel ontwikkeld op het gebied van leermid-
snel veranderen, dat de maatschappij nieuwe eisen stelt
delen, leerinhouden, didactiek en zorg. Echter, de grens
aan mensen.
van de mogelijkheden is min of meer bereikt. Meer van het
Leerlingen groeien op met technologie en ict om zich
een, betekent meestal eenvoudigweg minder van het an-
heen. Op school doen we alsof dit allemaal niet bestaat.
der. De vraag die opkomt is: kunnen we de systeemgrenzen
Vakken veranderen niet. Dit kunnen we niet volhouden.
verschuiven zodat er meer mogelijk wordt?”
Ict verandert de beroepspraktijk, maar het onderwijs past zich hier onvoldoende op aan. We nemen daardoor risico’s
Economisch:
in onze plicht leerlingen te kwalificeren voor de arbeids-
8.
markt; een van de kerntaken van de school. Organisatorisch:
Er gaat enorm tijd en geld veel verloren door schoolgebouwen zo vaak ongebruikt te laten staan.
9. 6.
Van ons en onze leerkrachten wordt verwacht dat ze pro-
Er is geen match tussen de schooltijden van de leerling en de werktijden van ouders.
We schrijven wel dat we het beste uit onze leerlingen wil-
10. Er is een onlogische scheiding tussen onderwijs en voor-,
len halen, maar we doen het te weinig. Een gewone school-
tussen- en naschoolse opvang. Het zijn aparte geldstromen.
20 - inDruk juli 2013
Dit materiaal moet geordend zijn op kindkenmerken en niet
duidelijk hun verwachtingen van producenten uitspreken. (zie ook
alleen op kerndoel.
het artikel ‘Regie in het speelveld van leermateriaal’, p.22) Dit leidt
æ *HYROJYDQGH]HĶH[LEHOHDDQSDNLVGDWHUEHKRHIWHLVDDQHHQ
tot betere deals, waarbij iedere partij doet waar hij goed in is.
grote voorraad leermaterialen, rijke opdrachten, toetsvormen
Producenten in het ontwikkelen van producten waar behoefte aan
en liefst ook digitale adaptieve programma’s zoals Rekentuin of
is, scholen in het verzorgen van prikkelend en aantrekkelijk onder-
Studyflow Rekenen (www.studyflow.nl).
wijs. We gaan een boeiende fase tegemoet!”
Het verschil met de eerste golf van vernieuwing is dat scholen bewuster en meer realistisch naar de functie van ict kijken. Ook zien
Contactpersoon
we dat scholen niet zo snel meer bereid zijn om zelf de productie
Naam: Frans Schouwenburg
van digitaal materiaal ter hand te nemen, maar dat ze zich organi-
Email:
[email protected]
seren om zich als uitgesproken consumenten te profileren en
inDruk juni 2013 - 21
Regie in het speelveld van leermateriaal De muziekindustrie is de afgelopen jaren radicaal veranderd door de opkomst van internet. Vroeger kochten we platen en daarna cd’s. Je kon een specifiek nummer alleen aanschaffen als deze op een single uitgebracht was. Door het digitaliseren van muziek kunnen we nu via internet muziek downloaden en afspelen. Hele albums, losse nummers en zelfs een playlist van een ander. Waarom zouden vergelijkbare veranderingen ook niet gaan plaatsvinden voor lesmateriaal en methoden? De wereld van lesmateriaal is volop in beweging. Het gaat misschien
Technologie heeft grote invloed op het lesmateriaal van de toekomst,
niet zo snel als in de muziekindustrie maar de verandering is on-
en kan helpen het leerrendement te vergroten. Het leermateriaal
omkeerbaar. Veel lesmateriaal is al in digitale vorm beschikbaar en
wordt slim en past zich aan op het niveau, de leerstijl of de leervraag
er ontstaan ook nieuwe vormen. Vaak zijn deze materialen alleen te
van de leerling. Daarmee verandert het speelveld van leermateriaal.
koop als gehele methode, terwijl het tegelijkertijd de wens van
De uitgevers, distributeurs, leveranciers van elektronische leer-
leraren en scholen is om het onderwijs meer aan te laten sluiten op
omgevingen en leerlingvolgsystemen en nieuwe leveranciers vragen
de individuele leerling. Want opbrengstgericht werken vraagt om
zich af waar hun toegevoegde waarde zit. Welk aanbod moeten zij
een aanpak waarin leraren kunnen variëren met leermateriaal. De
gaan ontwikkelen en neerzetten? Er is maar één partij die dat be-
leerling die het nodig heeft krijgt passend leermateriaal. De leerling
paalt, namelijk degenen die de materialen selecteren en aanschaffen.
die het al weet wordt extra uitgedaagd met verdiepingsmateriaal.
Juist in deze tijd van verandering is het belangrijk dat leraren en
schoolleiders hun vraag expliciteren. Zij moeten duidelijk maken wat
maken hoe leermaterialen bij kunnen dragen aan het realiseren
zij verwachten van het aanbod en hoe zij willen dat de leermiddelen-
van hun onderwijsvisie en welke kaders daarvoor nodig zijn. Dit
keten voor hen gaat werken. Dat vergt van de scholen een visie op
is met name gebeurd in het voortgezet onderwijs als gevolg van
onderwijs, een scherp inzicht in de rol van leermiddelen, een
de “gratisboekenmaatregel”.
helder beeld van de gewenste werkwijze (van selectie tot gebruik
Op sectorniveau was er geen gemeenschappelijke vraag en geen
van het lesmateriaal), en daadkracht om te komen tot sectorale
gezamenlijk leermiddelenbeleid geformuleerd. Terwijl uitgeverijen
samenwerking.
en andere leveranciers wel een sectorbreed aanbod ontwikkelden en op de markt brachten. Dat is ook begrijpelijk omdat deze markt-
Visie en Programma van Eisen
partijen de investeringen in leermateriaal moeten kunnen terug-
In zowel basis-, voortgezet als middelbaar beroeps onderwijs is, of
verdienen. En dat kan niet bij één school. De huidige leermiddelen-
wordt, met ondersteuning van Kennisnet een visie en een gemeen-
keten blijkt daardoor sterk aanbodgestuurd te zijn.
schappelijk Programma van Eisen voor leermiddelen opgesteld. Deze
Hoe vaak verzuchten leraren of schoolleiders niet dat zij graag ander
visie en eisen hebben betrekking op allerlei soorten leermateriaal.
lesmateriaal zouden willen hebben, maar dat zij het gevoel hebben
Van papier tot digitaal en van open en gratis materiaal tot gesloten
dat zij geen enkele invloed hebben op de uitgeverijen. Dat klopt
en te betalen leermateriaal. Het Programma van Eisen richt zich
waarschijnlijk ook als individu. Maar niet als collectief. En zeker niet
vooral op de processen die nodig zijn om leerlingen tijdig te kunnen
op sectorniveau.
laten beschikken over het juiste leermateriaal. Het gaat om het selec-
De leermiddelenketen verandert als gevolg van ict en internet. Dat
teren van leermateriaal, het contracteren van de uitgever of leveran-
roept om regie van scholen op deze keten. Dat zorgt ervoor dat alle
cier, het inrichten van het proces en eventuele (ict-) voorzieningen, het leveren, ontvangen en gebruiken van het leermateriaal. Het Programma van Eisen spreekt zich niet uit over het soort leermateriaal of de inhoud daarvan. In het mbo is het Programma van
partijen in de keten het lesmateriaal
Hoe vaak verzuchten leraren of schoolleiders niet dat zij graag ander lesmateriaal zouden willen hebben, maar dat zij het gevoel hebben dat zij geen enkele invloed hebben op de uitgeverijen”
Eisen al in 2012 gepubliceerd. De
van de toekomst leveren, op zo’n manier dat scholen hun gewenste onderwijs kunnen realiseren. De sectorraden kunnen regie nemen op de vraag, de keten en/of het aanbod. In het voortgezet onderwijs hebben schoolbestuurders eerder met de oprichting van VO-content regie ge-
PO- en VO-Raad werken samen met Kennisnet hard aan het afronden
voerd op het aanbod. Zij hebben met VO-content een alternatief neer
van hun eigen visiedocument en Programma van Eisen en zal nog vóór
gezet voor leermiddelen dan de traditionele uitgeverijen doen. Nu
de zomer beschikbaar zijn.
kijken zij ook naar regie op de vraag. Wat zouden zij als scholen gezamenlijk willen zien dat de onderwijsmarkt hen levert qua leer-
De veranderende leermiddelenketen
middelen? Ook in de andere twee sectoren willen de bestuurders voor-
Om te komen tot een goed Programma van Eisen is het belangrijk om
al sturen op de vraag om het juiste aanbod beschikbaar te krijgen.
te kijken hoe de huidige leermiddelenketen aan het veranderen is.
Zodat op basis van de vraag het juiste aanbod beschikbaar komt.
Denk daarbij aan hoe het bedrijfsmodel van uitgevers eruit ziet als
Bij digitaal leermateriaal blijkt het daarnaast belangrijk te zijn om
het materiaal digitaal wordt? En in hoeverre leidt digitalisering er-
ook regie op de keten te voeren, om te zorgen dat er goede (met name
toe dat er nieuwe partijen komen die voor niches lesmateriaal gaan
technische) afspraken worden gemaakt. Als scholen niet in samen-
maken? Welke waarde denken distributeurs te leveren als boeken niet
spraak met leveranciers van digitale leer- en toetsomgevingen en
meer fysiek ingekocht, opgeslagen en gedistribueerd worden?
uitgeverijen standaarden afspreken, is het mogelijk dat leraren en
Sommige scholen en schoolbesturen hebben een expliciet leer-
leerlingen in de klas tegen niet-werkend lesmateriaal aanlopen.
middelenbeleid opgesteld. Dit helpt de school om duidelijk te
inDruk juli 2013 - 23
Of dat toets- en voorgangsresultaten niet beschikbaar zijn in het leer-
leraren bij het leveren van “massamaatwerk”. Ze realiseren zich
lingvolgsysteem van de school. Of dat scholen worden geconfronteerd
maar al te goed dat het organisatorisch en financieel ingewikkeld is
met een vendor lock-in, als ze van leverancier willen veranderen.
om elke leerling een individuele leerroute te bieden. Schoolleiders en bestuurders vinden elkaar ook in de wil om meer innovatie te
Sectorale regie op de vraag naar leermiddelen
krijgen in de leermiddelenketen en begrijpen dat zij daarbij zelf aan
Uit een rondgang langs bestuurders en schoolleiders in de sectoren
zet zijn. Zodat ze kunnen aangeven wat zij nodig hebben.
bleek dat zij veel gemeen hebben als het gaat om de onderwijsambities en de rol van leermateriaal daarbij. Scholen willen meer
Ideaalmodel leermiddelen
eigentijds, modern onderwijs, en zien dat digitaal leermateriaal
Op basis van prioriteiten formuleren bestuurders en schoolleiders
dit mogelijk maakt. Scholen willen flexibeler zijn en meer variëren,
een ideaalmodel voor leermiddelen, dat een basis vormt voor het
en daarom meer invloed hebben op wat ze voor welke groep leer-
Programma van Eisen. In dat ideaalmodel zijn er per vak of domein
lingen aan leermateriaal gebruiken. Scholen willen opbrengst-
meerdere “slanke kernmethoden” beschikbaar. Dit is een volledige
gericht werken en de talenten van hun leerlingen ontwikkelen.
leerlijn met basislessen en toetsen, maar ontdaan van alle extra’s.
Scholen willen daarom leermateriaal inzetten dat past bij de leer-
Dit maakt de slanke kernmethode betaalbaar waarbij er financiële
stijl, niveau en leerkenmerken van de student. Scholen willen in-
ruimte overblijft voor de door de leerkracht te kiezen extra´s.
zicht in de voortgang van de leerling.
Om met de slanke kernmethoden te kunnen variëren is er een
Tegelijkertijd ervaren scholen knelpunten in het huidige aanbod
sectorbrede afspraak nodig die het mogelijk maakt de inhoud van
van leermiddelen en in de werking van de keten en vinden dat het
leermateriaal te benoemen. Afgeleid van de kerndoelen in het
huidige aanbod onvoldoende mogelijkheden geeft tot gevarieerd
basisonderwijs, de eindtermen in het voortgezet onderwijs en de
onderwijs. Ze zien dat het huidige leermateriaal door aanbieders
kwalificatiedossiers in het mbo is met elkaar afgesproken welke
niet snel genoeg aangepast wordt aan hun wensen. En ervaren dat
leerdoelen in een bepaald vak of domein bereikt moeten worden.
het steeds moeilijker wordt om de financiering van de leermiddelen
Deze leerdoelen zijn vrij van didactiek, en beschrijven alleen de
rond te krijgen.
inhoud van de leerstof.
Er is tussen de sectoren gemeenschappelijkheid in de prioriteiten.
In de slanke kernmethode is per onderdeel duidelijk aangegeven
Schoolleiders en bestuurders willen meer ondersteuning voor
welk leerdoel bereikt zou moeten worden. De leraar heeft nu de
24 - inDruk juli 2013
mogelijkheid om te gaan variëren. Aan de hand van het leerdoel kan
Niet zonder goede regie. Daar ligt de uitdaging de komende jaren.
hij of zij in een rijke collectie aanvullend materiaal onderdelen
In iedere sector.
vinden die recht doen aan specifieke groepen leerlingen in zijn klas. Dit materiaal – al dan niet betaald – kan hij of zij inzetten als variatie op de basisinhoud van de slanke kernmethode. Hiermee kan
Belangrijkste kenmerken van de sectorale aanpak
de leraar differentiëren. Op leerniveau, op leerstijl of op leerken-
æ 'HVHFWRUQHHPWHHQJH]DPHQOLMNLQLWLDWLHIRPOHHUPLG-
merk. De leraar kan bijvoorbeeld kiezen om extra oefenmateriaal
delen beter aan te laten sluiten bij de wensen van het
rond breuken in te zetten voor leerlingen die met herhaling betere
onderwijs.
leerresultaten behalen. De leraar kan tegelijkertijd kiezen om een meer begaafde leerling die het leerdoel met weinig inspanning al behaald heeft een extra, uitdagende opdracht te geven.
æ 'HVHFWRURQWZLNNHOWGDDUWRHHHQYLVLHRSOHHUPLGGHOHQ om sturing te geven aan de markt. æ 'H VHFWRU IRUPXOHHUW HHQ JH]DPHQOLMNH YUDDJ DDQ GH
Om het bovenstaande mogelijk te maken zijn ict-voorzieningen
markt, en maakt afspraken met marktpartijen over de
nodig die de leraar helpen aanvullend leermateriaal te vinden en
condities die daarvoor nodig zijn.
daarmee voor bepaalde leerlinggroepen te variëren. Dit kan vaak
æ 'H]HZRUGHQYDVWJHOHJGLQHHQ3URJUDPPDYDQ(LVHQGDW
gerealiseerd worden in de huidige digitale leer- en werkomgevingen
scholen kunnen gebruiken als basis voor de verwerving
die binnen het basisonderwijs en voortgezet onderwijs en mbo ge-
(sectorale ‘inkoopvoorwaarden’).
bruikt worden. Kennisnet kan zorgen voor een omgeving waarmee
æ .HUQ YDQ GH YUDDJ LV HHQ LQYXOOLQJ PHW VODQNH NHUQ
docenten aanvullend materiaal kunnen vinden in het brede aanbod.
methoden en een grote collectie aanvullend materiaal.
Volgende stap De muziekindustrie is sterk veranderd. De leermiddelenmarkt gaat
Contactpersoon
ook veranderen. Dit keer onder regie van de onderwijsinstellingen.
Naam: Willem-Jan van Elk
De sectoren formuleren hun vragen aan de markt, de realisatiefase
Email:
[email protected]
is aangebroken. De samenwerking in de keten bepaalt het succes.
inDruk juli 2013 - 25
Papier of digitaal toetsen? De afwegingen op een rij Een ict-bekwame leraar is in staat te beoordelen wanneer ict meerwaarde heeft in zijn of haar onderwijs en kan dit uitleggen. Maar mag je een leraar ook om uitleg vragen waarom hij of zij bepaalde vormen van ict niet inzet als deze aantoonbare meerwaarde hebben? Toen Kennisnet deze vraag in een prikkelende, publieke vorm stelde rond de inzet van digitaal toetsen ontstond er veel discussie. Hieronder de afwegingen op een rij om digitaal te toetsen.
Digitaal toetsen: stand van zaken
halve week. Dat is relatief laag ten opzichte van andere vormen van
Uit onderzoek blijkt dat 2% van de leraren in het basis- en voortgezet
ict-gebruik door leerkrachten, zoals het inzetten van een elektroni-
onderwijs wekelijks gebruik maakt van digitaal toetsen. In het mbo
sche leeromgeving of methodegebonden software.
JDDWKHWRPYDQGHOHUDUHQ*HPLGGHOGNRPWKHWHURSQHHUGDW««Q keer in de drie weken een leraar in het basis- en voortgezet onder-
Formatief, adaptief en summatief
wijs een digitale toets inzet. In het mbo is dat één keer in de ander-
Toetsen kunnen digitaal afgenomen worden om te kijken wat een
26 - inDruk juli 2013
leerling tussentijds geleerd heeft zonder dat de leerling hier een cijfer voor krijgt. Dit wordt formatief toetsen genoemd. Uiteraard krijgt een leerling ook direct zelf inzicht door het beantwoorden van de digitale toetsvragen. Hij kan dan zelf zien wat hij geleerd heeft, en wat nog aandacht behoeft. Dit kan de leerling helpen om beter zicht te krijgen op zijn eigen leerproces. En dat bevordert ook de motivatie en inzicht in zijn voortgang. Een volgende stap is dat het digitale leermateriaal en de methode op basis van de toetsresultaten zo intelligent wordt dat het zich aanpast aan het individuele niveau van de leerling. Dat noemen we adaptief leermateriaal. De leerling krijgt op zijn beeldscherm nu alleen nog maar die oefeningen aangeboden die hij nog niet of slecht beheerst. De technologie die hierbij gebruikt wordt valt onder een bredere ontwikkeling learning analytics. Hoewel deze ontwikkelingen nog in
Digitale toetsen: de mogelijkheden
de kinderschoenen staan, komen er in Nederland steeds meer leer-
De mogelijkheid om digitaal te toetsen zitten verwerkt in het leer-
materiaal en methodes met deze nieuwe mogelijkheden.
materiaal of in de methode zelf. Voor de leraar is het voordeel
Ook toetsen waar een cijfer, oordeel of zelfs diploma van afhangt
hiervan dat hij niet zelf de toetsen hoeft te ontwikkelen. Bovendien
kunnen digitaal afgenomen worden. Dit zijn vormen van summatieve
sluit de toets goed aan op leerinhoud van het lesmateriaal en kan de
toetsing. Het bekendste voorbeeld zijn de digitale centrale examens.
uitgever de eerder genoemde intelligentie gemakkelijker inbouwen
Ook de digitale Eindtoets Basisonderwijs (voorheen Cito) heeft een
om zodat het leermateriaal adaptief wordt. Een belangrijk aandachts-
summatief karakter. In 2012 maakte hier nog maar 1% van de leer-
punt hierbij is om goede afspraken te maken over het eigenaarschap van de resultaten van de toets. Is
lingen gebruik van. Bij summatieve toetsen zijn logischerwijs de betrouwbaarheid, de veiligheid en de validiteit van groter belang dan bij formatieve toetsen. Digitaal toetsen is meer dan mutiple choice De eerste digitale toetsen waren
Natuurlijk kan niet elke type toets gedigitaliseerd worden. Het is zelfs onzinnig om dat te doen. Ook hier geldt dat een ict-bekwame leraar weet wanneer het zinvol is en wanneer niet”
dat de school of de uitgever? En hoe worden de resultaten opgenomen in het leerlingvolgsysteem? Vrijwel alle elektronische leeromgevingen beschikken over een toetsmodule. Daarnaast zijn er al jaren softwareleveranciers die gespecialiseerde
toetssoftware
beperkt in de toetsvorm. Mutiple choice was de meest gebruikte
leveren met een uitgebreide set aan mogelijkheden. Met deze mo-
vorm. De huidige meer uitgebreide toetssoftware biedt tussen
dules en software hebben zowel de leraar als de school de vrijheid
150 en 300 soorten toetsvragen. Bijvoorbeeld:
zelf toetsen te maken, toe te voegen en te delen, en kan dat methode
æNRUWHRSHQYUDJHQPHWHHQGXLGLJHDQWZRRUGHQ
onafhankelijk. Bovendien kunnen de gemaakte vragen geëxporteerd
æNHX]HYUDJHQYDQVWDQGDDUGPXWLSOHFKRLFHWRWUDQNLQJYUDJHQ
worden naar een andere applicatie. Zodat leraren in verschillende
æRSHQYUDJHQPHWFRPSOH[HRQJHVWUXFWXUHHUGHDQWZRRUGHQ
programma’s vragen kunnen maken en toetsen kunnen afnemen. Natuurlijk kan niet elke type toets gedigitaliseerd worden. Het is
De eerste twee categorieën laten zich makkelijk automatiseren. De
zelfs onzinnig om dat te doen. Ook hier geldt dat een ict-bekwame
toetssoftware doet het corrigeerwerk. Ict gaat in de nabije toekomst
leraar weet wanneer het zinvol is en wanneer niet. Als de leraar wil
ook een belangrijkere rol spelen bij het nakijken van open vragen
toetsen of de leerling logisch redeneert, is er meer nodig dan het
door de inzet van taaltechnologie. Zeker bij stelopdrachten kan dit de
beantwoorden van de vraag alleen. Dat geldt voor de papieren en dus
leerkracht helpen.
inDruk juli 2013 - 27
ook voor de digitale toets. De redenatie moet in het antwoord van de
voorbeeld multimedia in toetsing levert nieuwe vormen op die in
leerling terugkomen. Dit beperkt de automatische correctie. Leraren
sommige gevallen beter aansluiten op leerstijlen van leerlingen
zijn veel beter in staat vrije, alternatieve redeneringen te toetsen
en specifieke vakken.
dan een computer.
Digitaal toetsen leidt tot verbeterde toetsen omdat de leraar een
Tegelijkertijd kunnen sommige toetsen op papier slecht gegeven
schat aan extra informatie krijgt. Met deze data en de analyse hier-
worden. Bijvoorbeeld als een toetsvraag ingeleid wordt door een
over kan een leraar meteen zien hoe leerlingen de toets gemaakt
video of een animatie. Leerlingen, die meer beeldend en auditief
hebben en met welke vraag ze moeite hadden. Maar ook of er pa-
ingesteld zijn, worden in de regel door de papieren, sterk op tekst
tronen zitten in de goed gegeven antwoorden.
gerichte toets benadeeld. En ook leerlingen met dyslexie hebben baat bij digitale toetsen.
Belemmeringen voor digitaal toetsen Zoveel voordelen zouden toch direct moeten leiden tot een groot
Meerwaarde van digitaal toetsen
gebruik? Toch blijft dat achter. Sterker nog, scholen die een aan-
Papieren toetsen kosten leraren veel tijd. Denk aan het maken,
tal jaren geleden als de voorhoede golden, zijn gestopt of minder
samenstellen en het corrigeren. Dat is wellicht ook de reden waarom
enthousiast geworden. Waar ligt dat aan?
in Nederland formatieve toetsing nog zo weinig voorkomt.
æ -XLVWHLQIUDVWUXFWXXUYRRUGLJLWDDOWRHWVHQ
Digitaal toetsen levert tijdsbesparing op. Het automatiseert taken
Om summatief te toetsen zijn “digitale toetslokalen” nodig die vol-
van een leraar die net zo goed door een machine gedaan kunnen
doen aan alle veiligheids- en betrouwbaarheidseisen. Want als er
worden. Het gaat hierbij dan wel over “standaard” toetsen waar het
getoetst wordt, moet de techniek wel werken en veilig zijn. Dit
eigen oordeel van de leerkracht op de antwoorden weinig tot geen
vergt een forse investering. Zeker als de eisen bij landelijke digi-
meerwaarde heeft.
tale examens en toetsen zwaar en niet eenduidig zijn. De komst van
Digitaal toetsen geeft inzicht. Het geeft inzicht in de voortgang
een nieuw landelijk computerexamensysteem Facet is een stap
van de individuele leerling. Door vaker formatief te toetsen weet
voorwaarts, maar neemt het probleem niet weg dat de hoeveelheid
de leraar en de leerling zelf wat nog geleerd moet worden, waar
tijd voor summatieve toetsing in een school veel te kort is om
extra ondersteuning nodig is en waar meer diepgang gewenst is.
toetslokalen in te richten die rendabel zijn.
Formatief digitaal toetsen is een van de middelen die nodig zijn
Als een leraar formatief wil toetsen, moet hij snel en eenvoudig
om het onderwijs meer gepersonaliseerd aan te bieden.
een 1-op-1 situatie creëren. Dat betekent: één device per ge-
Digitaal toetsen maakt nieuwe toetsvormen mogelijk. Niet alle
toetste leerling. Hierdoor kan een leerkracht in een deel van de
huidige toetsvormen zijn te digitaliseren, het gebruik van bij-
les leerlingen digitaal toetsvragen laten beantwoorden. Zonder
28 - inDruk juli 2013
school én schooloverstijgend cruciaal. Landelijke toetsbanken Kennisnet start een project om de belemmeringen rond
opzetten en onderhouden lijkt de oplossing te zijn. Uitgevers en
digitaal toetsen in beeld te brengen en een aanpak te ont-
leveranciers van toetssoftware hebben al
wikkelen hoe leraren en scholen zelf digitaal toetsen meer
gebouwd en zijn bereid deze (tegen vergoeding) te delen. Ook
en beter kunnen inzetten. Tegelijkertijd pakt Kennisnet in
in het open domein zouden leraren hun toetsen moeten kunnen
dit project de vraagstukken op die alleen landelijk opgelost
delen. Wikiwijs kijkt hoe zij dit zouden kunnen ondersteunen.
kunnen worden.
itembanken op-
æ /HLGHUVFKDSHQYLVLH Bij de afweging om digitaal toetsen wordt een beroep gedaan op leiderschap en visie. Iedere school zou een (impliciet) toets- en ict
dat hij een computerlokaal weken van te voren moet reserveren. æ -XLVWHGHVNXQGLJKHLGYRRUGLJLWDDOWRHWVHQ
beleid moeten hebben dat uitvoering ondersteunt en versterkt. In hoeverre is in de school het ict-beleid afgestemd op het toets-
Het maken van goede toetsen stelt hoge eisen aan de leraar. De
beleid? En in hoeverre zijn schoolleiders in staat om initiatief te
vraag is of elke leraar over deze kennis en vaardigheid moet be-
nemen om dit vraagstuk op te lossen? Doorslaggevende vragen bij
schikken. Het samenstellen van digitale toetsen vergt dat de leraar
de afweging om digitaal toetsen in te zetten in het onderwijs.
ook voldoende ict-bekwaam is en staat is om met technologie de beoogde leerdoelen toetsbaar te maken op een manier dat het hem
Meer informatie:
op termijn tijd bespaart. Om dit te kunnen moeten veel leer-
Kennisnet.nl/digitaaltoetsen
krachten eerst tijd investeren. En die tijd hebben ze niet, nemen ze niet of krijgen ze niet. Hier ligt een handschoen die iedere leerkracht en schoolleider zou kunnen oppakken. æ -XLVWHKRHYHHOKHLGGLJLWDOHWRHWVYUDJHQ Digitale toetsvragen maken kost tijd. Die tijd hebben leraren
Contactpersoon Naam: Jan-Kees Meindersma Email:
[email protected]
onvoldoende. Hierbij is samenwerking tussen leraren binnen de
inDruk juli 2013 - 29
Opbrengstgericht werken versterken met leerlingvolgsysteem Opbrengstgericht werken in het basis- en voortgezet onderwijs veronderstelt dat docenten en managers beschikken over steeds meer informatie over hun leerlingen. Het leerlingvolgsysteem is een belangrijk instrument hierbij. Tegelijkertijd blijkt uit onderzoek dat het leerlingvolgsysteem nu wordt onderbenut. Hoe kunnen scholen dit instrument slimmer inzetten? In het basis- en voortgezet onderwijs staat opbrengstgericht werken
aan het maximaliseren van prestaties van haar leerlingen door een
momenteel hoog op de agenda, omdat het helpt het onderwijs te
school. Daarbij wordt een evaluatiecyclus gehanteerd: analyseren
verbeteren en individuele leerresultaten van leerlingen te verhogen.
van resultaten, diagnose van oorzaken, bepalen van doelen, keuze
Deze belofte blijkt onder meer uit onderzoek van Onderwijsinspectie
van onderwijsaanpak, monitoren van proces.
in het basisonderwijs voor rekenen. En in het voortgezet onderwijs zijn resultaten zichtbaar van opbrengstgericht werken via het project
Verschillende niveaus
Zeer Zwakke Scholen. Ook in het OCW-beleid ligt de focus op
Op schoolniveau betekent opbrengstgericht werken het continu
opbrengstgericht werken: in de bestuursakkoorden met de sector-
verbeteren van het onderwijs: kwaliteitszorg. Op leerling- en
raden zijn afspraken gemaakt over het werken aan een cultuur van
groepsniveau gaat het om het afstemmen van het leeraanbod op de
opbrengstgericht werken. En wetgeving over het gebruik van het
capaciteiten van de leerling en het geven leerlingzorg: gepersona-
leerlingvolgsysteem en verplichte toetsen is in voorbereiding.
liseerd leren. Op bovenschoolsniveau kan opbrengstgericht werken JRHGEHVWXXUIDFLOLWHUHQ*RHGEHVWXXUYHURQGHUVWHOWGDWEHVWXUHQ
Wat is opbrengstgericht werken?
zich interesseren voor de opbrengsten van hun scholen en dat zij
Opbrengstgericht werken is het systematisch en doelgericht werken
het niveau daarvan actief bewaken.
1. Analyseren van de resultaten
5. Monitoren van proces
4. Keuze van onderwijsaanpak
Figuur 3. cyclus voor opbrengstgericht werken
30 - inDruk juli 2013
Cyclus voor opbrengstgericht werken
2. Diagnose van oorzaken
3. Bepalen van doelen
Scholen werken opbrengstgericht als:
werken op schoolniveau. Alleen op beperkte schaal is zichtbaar dat
æ =HGXLGHOLMNHGRHOHQVWHOOHQ
het leerlingvolgsysteem wordt ingezet voor opbrengstgericht werken
æ =H]RUJHQGDWOHUDUHQZHWHQZDW]HKXQOHHUOLQJHQ
op groeps- en leerling niveau.
moeten leren æ =HKHWRQGHUZLMVDIVWHPPHQRSZDWOHHUOLQJHQQRGLJ hebben om te presenteren æ =HSUREOHPHQYDQOHHUOLQJHQDQDO\VHUHQGLHGHGRHOHQ niet halen
Verschillende factoren Die onderbenutting kan komen door een mix van factoren. De beschikbare toetsgegevens bieden niet altijd de mogelijkheid voor betekenisvolle analyses. Voor gepersonaliseerd leren heb je bij-
æ =HSUREOHPHQYHUKHOSHQGRRUHHQJRHGHOHHUOLQJHQ]RUJ
voorbeeld inzicht nodig in welke onderdelen van het onderwijs-
æ =HMDDUOLMNVQDJDDQKRHJURHSHQOHHUOLQJHQHQGH
aanbod een leerling niet begrijpt. Dit betekent dat toetsinformatie
school als geheel presteren æ =HVQHOYHUEHWHUHQDOVSUHVWDWLHVWHJHQYDOOHQ
op itemniveau beschikbaar moet zijn. Ten tweede kan het gaan om de administratieve lasten die komen kijken bij het invoeren van toetsresultaten als geen koppeling ge-
Bron: Inspectie van het Onderwijs 2012
maakt kan worden. De onderbenutting kan daarnaast ook voortkomen uit het niet gebruiken van de analysemogelijkheden door een school. Zo maken scholen
Welke rol heeft een leerlingvolgsysteem
bijvoorbeeld wel analyses op het niveau van de leerling en groep,
bij opbrengstgericht werken?
terwijl analyses op het schoolniveau niet vanzelfsprekend zijn.
Voor opbrengstgericht werken zijn op hoofdlijnen de volgende
Tot slot kan er sprake zijn van verkeerde interpretatie van de infor-
gegevens nodig: resultaten van leerlingen (cognitief en ook sociaal-
matie uit het leerlingvolgsysteem, beperkte tijd om in teamverband
emotionele ontwikkeling), achtergrondkenmerken van leerlingen,
de resultaten te bespreken en maatregelen te nemen om te komen
zorggegevens en verzuimgegevens. De detaillering van deze infor-
tot betere prestaties.
matie verschilt tussen opbrengstgericht werken op de verschillende niveaus: school-, leerling- en groepsniveau en het bovenschoolse
Hoe bevorderen scholen opbrengstgericht
niveau.
werken met een leerlingvolgsysteem?
Het is noodzakelijk om deze gegevens op één punt deze te gebundeld
Uit ervaringen van verschillende projecten die de Universiteit
hebben en beschikbaar te stellen. Het leerlingvolgsysteem is binnen
Twente heeft uitgevoerd, zijn verschillende aanbevelingen voor het
de school hier bij uitstek geschikt voor. Het kan de spil zijn waaruit
verbeteren van opbrengstgericht werken op schoolniveau en
docenten en managers de informatie kunnen halen voor opbrengst-
groepsniveau met een leerlingvolgsysteem gehaald:
gericht werken.
æ1HHPDOVVFKRROOHLGHUGHURODOVJDQJPDNHUHQSURFHVEHZDNHU+HW
Uiteraard is het leerlingvolgsysteem niet de enige applicatie die een
systematisch opbrengstgericht werken kan een ingrijpend
rol speelt bij opbrengstgericht werken. Voor het diagnosticeren van
veranderingsproces zijn. De schoolleider heeft een belangrijke rol
leerlingen zijn ook methodeafhankelijke en -onafhankelijke toetsen
in het enthousiasmeren van teams om hiermee aan de slag te gaan
van belang, net als leermateriaal dat betekenisvol differentiëren
en ook ervoor zorgen dat het werken met informatie in de school
mogelijk maakt.
adequaat is ingericht. Benadruk de relevantie van opbrengstgericht werken in relatie tot de kwaliteit van het onderwijs.
Wat valt op in het huidig gebruik voor het leerlingvolgsysteem?
æ =RUJHUYRRUGDWRSEUHQJVWJHULFKWZHUNHQLVLQJHULFKWLQMHVFKRRO
Recent zijn diverse onderzoeken uitgevoerd naar het gebruik van het
Dit betekent dat de activiteiten, de mensen die de activiteiten
leerlingvolgsysteem. De rode draad daarin is dat scholen het systeem
ondernemen en bijhorende voorzieningen en opleiding zijn be-
onderbenutten voor opbrengstgericht werken. Het wordt vaak ge-
paald. Meer concreet kan het bijvoorbeeld gaan om afspraken die
bruikt om (toets)gegevens te verzamelen om tegemoet te komen aan
in gesprek met teams zijn gemaakt over de inrichting van de cyclus:
de eisen van de inspectie en zelden gebruikt voor opbrengstgericht
inDruk juli 2013 - 31
vast afname momenten voor toetsen, momenten van dialoog over
ook onderdeel van het hrm-beleid van de school worden en uit-
de informatie en op basis daarvan bepalen van de instructie-
werking krijgen in de bekwaamheid van docenten.
strategie. Onder inrichten valt ook dat er afspraken zijn gemaakt
æ:HUNGDDUQDDVWDDQHHQYHLOLJHFXOWXXULQGHVFKRRO2SEUHQJVW-
over de te gebruiken informatie en ondersteunende applicaties:
gericht werken werkt in een cultuur waarin docenten en teams
leerlingvolgsysteem als bronsysteem, eventuele dashboard om
gezamenlijk willen leren. Het werken met concrete informatie kan
informatie beschikbaar te stellen, werkwijzen om informatie uit
echter ook een ander reflex in de organisatie teweeg brengen:
toetssystemen in het leerlingvolgsysteem beschikbaar te maken.
het afrekenen van elkaar op basis van de prestatie-informatie.
Daarnaast kunnen er afspraken gemaakt worden om docenten te
De onveiligheid die hierdoor ontstaat zal opbrengstgericht
trainen in vaardigheden die noodzakelijk zijn: uitleg van leerling-
werken in negatieve zin beïnvloeden. Het is zaak om hier in de
volgsysteem en analyse mogelijkheden, leren analyseren in teams,
begeleiding van teams en scholen oog voor te hebben.
leren doelen formuleren. Hierdoor kan opbrengstgericht werken
32 - inDruk juli 2013
Veel scholen zullen deze punten herkennen uit hun werken aan
Conclusie
onderwijsvernieuwing.
De verwevenheid tussen opbrengstgericht werken, het leerlingvolg-
Als men opbrengstgericht werken op bovenschools niveau wil stimu-
systeem en interventies om het opbrengstgericht werken met dit
leren gelden de volgende aanbevelingen:
systeem te bevorderen is evident. Met aandacht voor deze verweven-
æ 1HHPDOVEHVWXXUKHWLQLWLDWLHIRPHHQDFWLHYHJHVSUHNVSDUWQHU
heid kunnen scholen relatief eenvoudig en met gezond verstand
voor de school te zijn met betrekking tot de opbrengsten. Daar-
stappen zetten richting opbrengstgericht werken. Veel scholen
toe dient het bestuur op de hoogte te zijn van de leerresultaten
hebben immers al instrumenten in de steigers staan, zoals een
van de school en deze te kunnen vergelijken met andere scholen.
leerlingvolgsysteem, maar benutten die nog niet in de breedte.
æ )DFLOLWHHUDOVEHYRHJGJH]DJGHVFKRRORPGHSUHVWDWLHVYDQGH leerlingen te verbeteren. Deze algemene uitspraak kan worden
Dat hangt samen met een mix van organisatieculturele, informatiekundige en technische factoren. Nog niet altijd is de juiste
geconcretiseerd in relatie met de activiteiten die in de vorige alinea onder “inrichten” zijn benoemd: strategisch onderwijsbeleid, beschikbaar stellen IT, hrm-beleid. Verliezen we de menselijke maat uit het oog?
informatie voorhanden , wordt de
Als een school daadwerkelijk stappen wil zetten, moeten zij investeren in samenwerking binnen teams, kennis en vaardigheden van docenten en de inrichting van de cyclus van opbrengstgericht werken”
informatie op een voor docenten toegankelijke manier gepresenteerd of worden beschikbare analyse mogelijkheden gebruikt. Informatie is slechts één component van het opbrengstgericht werken. Als een school daadwerkelijk stappen wil zetten, moeten zij investeren in
Onderwijs geven en leerlingen begeleiden is mensenwerk. Docenten
samenwerking binnen teams, kennis en vaardigheden van docenten
zijn professionals en hebben ruimte nodig om hun activiteiten naar
en de inrichting van de cyclus van opbrengstgericht werken. De
eigen professionele inzicht uit te voeren. Dit kleurt het opbrengst-
kennis die het afgelopen jaar over dit alles is ontwikkeld, biedt
gericht werken op schoolniveau. Onderdeel van de professionele
scholen met ambitie op het vlak van opbrengstgericht werken de
houding is dat de professional de ambitie heeft om gezamenlijk te
mogelijkheid zichzelf te verbeteren. Daarbij is het belangrijk de
leren het onderwijsgeven en het begeleiden van leerlingen zo goed
menselijke maat in het oog te houden.
mogelijk uit te voeren. In het verleden is veel gehandeld op subjectieve informatie en intuïtie. Opbrengstgericht werken op schoolniveau is de uitnodiging om dit ook te doen op basis van objectieve
Contactpersoon
informatie.
Naam: Marius van Zandwijk
Wat betreft opbrengstgericht werken op het niveau van de groep en
Email:
[email protected]
de leerling worden op verschillende plekken ook vragen gesteld over de eenzijdigheid van de focus op leerprestaties. Monique Volman, hoogleraar onderwijskunde aan de Universiteit van Amsterdam, betoogt dat een eenzijdige nadruk op niveau en scores de aandacht weg trekt bij wat niet direct in toetsen tot uitdrukking komt, maar wel belangrijk is, zoals betrokkenheid bij het leerproces. Ook signaleert zij dat een sterke focus op prestatiemeting strategisch gedrag kan oproepen bij scholen, docenten en leerlingen: veel training voor toetsen en examens, leerlingen voor de zekerheid in een lager schooltype plaatsen. Dat zijn reële risico’s voor het opbrengstgericht werken op groepsniveau en leerling niveau.
inDruk juli 2013 - 33
In vier stappen naar de juiste ict-infrastructuur op school
Probleemloos ict-gebruik: neem de infrastructuur onder Digiborden, tablets, apps… Nieuwe mogelijkheden van ict in het onderwijs volgen elkaar in snel tempo op. Wat nu volstaat, is over een tijdje achterhaald. Maar een ding hebben alle ict-oplossingen gemeen: zonder de juiste ict-infrastructuur werkt het niet. Schooldirecties staan daarom voor de vraag: past de huidige ict-infrastructuur nog wel bij onze toekomstige eisen en gebruik? Met hulp van Kennisnet is dit eenvoudig in kaart te brengen. *DDWLHGHUHOHHUOLQJVWUDNVPHWHHQL3DGDDQGHVODJ"'DQLVZLĵ
lokale server of een server in de cloud en de snelheid van de inter-
onmisbaar. Of zijn een paar pc’s in een lokaal voldoende? Dan is
netverbinding. Maar ook of het digitaal leermateriaal alleen lokaal
een duur glasvezelabonnement weggegooid geld. Of gaan we meer
(dus op de pc zelf) of online beschikbaar is. Deze kenmerken kunnen
doen met apps en minder met papieren methodes? Het antwoord
natuurlijk ook als voorbeeldscenario dienen voor de toekomstige
op deze vragen bepaalt de keuze voor de ict-infrastructuur. Nieuwe
manier waarop de school met ict wil gaan werken.
ontwikkelingen en mogelijkheden maken het noodzakelijk de ictinfrastructuur op scholen voortdurend te verbeteren, uit te breiden
Stap 2 Selecteer
of te vernieuwen.
Waar moeten de ict-voorzieningen aan voldoen?
Tegelijkertijd is er ook veel op de markt. Er zijn talloze
Als duidelijk is op welke manier ict-voorzieningen binnen de
leveranciers van ict-voorzieningen. Scholen die nadenken over
school (gaan) worden gebruikt, dan is de volgende stap om hel-
het veranderen of vernieuwen van hun infrastructuur zien al snel
der te krijgen aan welke eisen de voorzieningen aan moeten
door de bomen het bos niet meer. Hoe maak je de juiste keuze?
voldoen. Bijvoorbeeld: is het raadzaam om over te stappen op
Om een “toekomstproof” en gerichte keuze te maken, kun je
glasvezel bijvoorbeeld? Of: aan welke eisen moet de bekabeling
met onderstaand stappenplan een duidelijk beeld krijgen van
en modems voldoen en hoeveel wifi access points zijn nodig?
de huidige en gewenste situatie, de wensen, mogelijkheden en eisen aan de ict-infrastructuur.
Stap 3 Bepaal Op welke manier moet het beheer ingericht worden?
Stap 1 Inventariseer
Zelf doen of uitbesteden? Daar draait het om in de manier van
Wat is het huidige of gewenste gebruik?
beheer van de voorzieningen. Aan de verschillende beheer-
Ict-toepassingen in het onderwijs hebben ict-infrastructurele voor-
scenario’s zitten voor- en nadelen als het gaat om kosten voor
zieningen nodig die werken en die toegesneden zijn op de wensen
serviceniveaus. Op Kennisnet.nl is een checklist te vinden die
van de gebruikers. Op welke manier worden apparaten of software
helpt een afweging te maken.
LQGHVFKRROJHEUXLNW"*URIZHJRQGHUVFKHLGW.HQQLVQHWGULHJHbruikersscenario’s met specifieke eigenschappen van het huidige
Stap 4 Formuleer
type infrastructuur. Denk daarbij aan wel of geen wifi-dekking, een
Stel een programma van eisen op
34 - inDruk juli 2013
de loep Op basis van de doorlopen stappen kan een programma van eisen
Wat is ict-infrastructuur?
eenvoudig ingevuld worden. Daarmee kun je gerichte gesprek-
Onder ict-infrastructuur vallen de voorzieningen die nodig zijn
ken voeren worden met interne systeembeheerders of externe
voor het transport van digitale gegevens: denk aan bekabeling,
ict-leveranciers en een heldere vraag neerleggen voor eventuele
routers, switches, modems en servers. Het gaat dus niet om
nieuwe ict-voorzieningen. Het programma van eisen is te down-
hardware zoals laptops, tablets, pc’s, digiboarden en printers.
loaden op Kennisnet.nl/ict-infrastructuur. Daar vind je ook het stappenplan. Welke problemen ondervinden scholen? Een top 3 Meer informatie: Kennisnet.nl/ict-infrastructuur
1. Capaciteit van het wifi-netwerk. Er zijn te veel apparaten (pc’s, laptops, tablets en mobiele devices) die gebruik PRHWHQPDNHQYDQWHZHLQLJZLĵDFFHVVSRLQWV*HYROJ slecht of geen bereik.
Contactpersoon
2. Oude verbindingen zorgen voor traag internet.
Naam: Tonny Plas
3. Bestanden en programma’s die alleen vanuit school te
Email:
[email protected]
Figuur 4. Stappenplan ict-infrastructuur
benaderen zijn.
Het waartoe als houvast bij succesvolle innovatie Innoveren is spannend. Je probeert een stukje van de toekomst vorm te geven waarin nog een hoop onbekend is. Inherent aan innoveren is de onzekerheid dat van tevoren onbekend is wat de uitkomst wordt. Bij de start van het innovatieproces is het zelfs onzeker of de innovatie iets nuttigs gaat opleveren. En stel dat het lukt om iets nuttigs op te leveren, dan is er nog de onzekerheid of dit ook daadwerkelijk benut gaat worden. Deze onzekerheden roepen bij innovatietrajecten begrijpelijker-
De verspreiding van innovatie: van innovators naar early adopters
wijs weerstand op. Maar heel vaak meer dan nodig is. Want succes-
Een valkuil bij innovatie met ict is om het middel centraal te zetten in
vol innoveren bevat ook zekerheid. Die zekerheid zit in het doel van
plaats van het doel. Door tablets in de klas te halen creëer je nog geen
innoveren. Het expliciet maken van dat doel – ‘waartoe innoveer
eigentijds onderwijs. Oppervlakkig gezien zou je een casus als die
je?’ - is essentieel om weerstand te overwinnen. Dit kan het verschil
van het digitaal portfolio (zie kader) als volgt kunnen aanpakken: “De
maken tussen slagen of falen van innovatie.
elo voldoet niet als platform om studenten een portfolio naar eigen
Dit artikel bevat hiervan een kleine illustratie aan de hand van
hand te laten zetten. We gaan de elo zo aanpassen dat het makkelijker
een casus uit het project Het Leren van de Toekomst. Meer over dit
wordt voor studenten om dit te doen (bijvoorbeeld aantal kliks ver-
project, zie het kader.
minderen, zelf achtergrondplaatje laten kiezen,etc.).” Oftewel: Je ziet wat er anders moet en kijkt direct hoe je dit kunt aanpakken op basis van soortgelijke ervaringen uit het verleden.
Over het project Het Leren van de Toekomst
Déze aanpak leidt echter zelden tot vernieuwing, maar eerder tot
Het onderwijs heeft als taak onze toekomstige beroeps-
meer van hetzelfde. In Theorie U, een innovatiemethodiek van MIT
bevolking voor te bereiden op de samenleving van morgen.
hoogleraar Otto Scharmer die als inspiratiebron dient voor het
Maar niemand weet hoe die er precies uit ziet. Daarom is het
project Het Leren van de Toekomst, wordt dit ook wel aangeduid met
onderwijs gebaat bij het versterken van de eigen innovatie-
‘downloaden’. Je wil een nieuw resultaat en gaat direct processen
kracht, zodat het in staat is tijdig in te spelen op mogelijkheden die zich vanuit het heden aandienen om de toekomst actief vorm te geven.
De casus: het digitaal ontwikkelportfolio Op Iselinge Hogeschool in Doetinchem werken studenten aan een digitaal ontwikkelportfolio in de elektronische leer-
In het project Het Leren van de Toekomst experimenteren
omgeving (elo). Het doel van het portfolio is dat studenten
pabodocenten en -studenten van Iselinge Hogeschool in
bewust sturing leren geven aan de eigen ontwikkeling (met
Doetinchem op basis van door henzelf vooraf gestelde
feedback van begeleiders en medestudenten) en werken aan
onderwijsvraagstukken met innovatieve ict-toepassingen
persoonlijke en professionele ontwikkeling.
als onderdeel van het lopende curriculum. De doelstelling van het project is: het versterken van de innovatiekracht van
Als leeromgeving voor het portfolio blijkt de elo hiervoor
pabo’s voor toekomstgericht(er) onderwijs.
minder geschikt. Het downloaden en uploaden van documenten is omslachtig en de ruimte om een eigen look
Meer informatie:
and feel te creëren is beperkt, terwijl studenten zich als
Hetlerenvandetoekomst.nl
leerkracht met een portfolio kunnen presenteren.
36 - inDruk juli 2013
ontwerpen om dat nieuwe resultaat te bereiken. Je steekt zo snel
Waarom innovatie vaak mislukt
over van het wat naar het hoe. Ten grondslag aan het wat ligt echter een reden waarom of waartoe je dat wat wil bereiken. Dit ligt dieper onder de oppervlakte ver-
downloaden
lapmiddelen
Wat?
Hoe?
scholen en wordt vaak over het hoofd gezien (in Theorie U wordt dit de ‘blinde vlek’ genoemd). Het zijn mensen die processen uitvoeren om de (nieuwe) resultaten te bereiken, en ten grondslag aan de processen liggen de drijfveren of overtuigingen van waaruit deze mensen handelen, al of niet bewust. En deze drijfveren, dit ‘waarom’ of ‘waartoe’ zijn precies de zekerheden die bij innovatie houvast kunnen bieden. Het expliciet maken van deze zekerheden speelt een essentiële rol in het laten slagen van innovatie, zoals we aan de hand van de case verder zullen illustreren. In de betreffende casus was het waartoe te formuleren als ‘het acti-
Waarom/waartoe? Figuur 6. Versimpelde weergave van Theorie U van Scharmer
De innovatie: blogs, online community en badges
veren van het zelfsturend vermogen van studenten’, vanuit een ge-
Om het zelfsturend vermogen van studenten te vergroten is
deelde overtuiging van de betrokken docenten dat dit de sleutel is
een Wordpressomgeving ingezet. Studenten creëren hier-
tot beter onderwijs.
mee een eigen website waar ze ontwikkeldocumenten kwijt
Het ontwikkelen van de Simulise-omgeving was een klassiek
kunnen, maar ook kunnen bloggen, een eigen look and feel
innovatietraject. Het werd in korte tijd opgezet en cyclisch verder
kunnen creëren en feedback kunnen geven op elkaar via
ontwikkeld, terwijl het al na enkele weken werd ingezet. Dit leverde
reacties. Ook is er een community opgezet waarin alle blog-
veel onzekerheid op, maar de betrokken docent kon hier goed mee
bijdragen van een klas verzameld worden en studenten en
overweg. Zij was zich steeds bewust van het waartoe van het ont-
begeleiders van pabo en opleidingsscholen op elkaar kunnen
wikkelen van dit systeem. De wetenschap dat ze bezig was te werken
reageren. De blogs en de community nodigen uit tot meer
aan het activeren van het zelfsturend vermogen van de studenten
informele uitwisseling en verkleinen de afstand tussen
gaf haar vaste grond. Ze wist dat grondige vernieuwing nodig was,
pabostudenten, -docenten en opleiders in de school.
dacht continu mee over verbeteringen en had het vertrouwen dat
Om de ontwikkeling van het portfolio te stimuleren worden
kinderziektes overwonnen kunnen worden. In termen van Rogers
badges (digitale stickers) ingezet, die toegekend kunnen
curve is deze docent duidelijk de ‘innovator’.
worden door studieloopbaanbegeleiders van de pabo en
*HGXUHQGH GH WHVWSHULRGH EOHHN GDW HHQ DDQWDO VWXGLHORRSEDDQ
die op de portfoliowebsites van de studenten verschijnen.
begeleiders ondanks een uitgebreide training geen badges toe-
Studenten kunnen bronzen, zilveren of gouden badges verdienen door (deel)opdrachten in hun portfolio te plaatsen. Dit systeem van blogs, community en badges heet Simulise,
Technology Adoption Life Cycle
afkomstig van het gelijknamige bedrijf dat dit met Iselinge Hogeschool ontwikkeld heeft. De reacties van studenten uit de experimentgroep zijn enthousiast. Er worden uitgebreide portfolio’s gecreëerd
Chasm
34%
2.5% 13.5% Innovators
Early Adopters
door studenten en de badges zijn een snelle eerste feedback
34%
en werken zo als goede stimulans.
16% Early Majority
Late Majority
Laggards
Meer informatie: Kn.nu/m5i1b
Figuur 7. Adoptiecurve van Rogers
inDruk inDruk zomer juli 2012 2013 - 37
kenden aan de studenten. De vraag was waarom. De eerste aanname
docenten onterecht het idee zou hebben dat hij met de innovatie
was dat deze begeleiders geen tijd namen om zich hiervoor in te
een belangrijke zekerheid – de overtuiging van een bepaalde
zetten. In een gesprek hierover gaf een van de begeleiders aan dat
onderwijsvisie – zou moeten inleveren, zou zijn weerstand aan-
hij eveneens geen badges had toegekend. Deze docent partici-
houden. Door weer vanuit hetzelfde vertrekpunt te redeneren kon
peerde ook in Het Leren van de Toekomst en is in het project te
er snel over verbetering gesproken worden.
kenmerken als innovator of early adopter. Ook deelde deze docent Van introductie naar acceptatie
zelfsturend vermogen van studenten. Dat hij geen badges toekende
Het slagen van innovatie is volgens het model van Rogers en Moore
kwam echter niet door tijdgebrek of luiheid. In zijn ogen waren
afhankelijk van het overbruggen van de 16% gebruikers van het
badges te ‘behaviouristisch’, oftewel teveel gericht op het principe
eerste uur, de innovators en early adopters naar een grotere groep
van belonen of straffen, wat niet paste in zijn onderwijsvisie.
gebruikers, de early majority. Ook bij dit kantelpunt is een groot
Door de nauwe samenwerking die de docenten hadden en de weten-
risico voor adoptie van innovatie het te snel voorbijgaan aan ‘het
schap dat ze hetzelfde doel nastreefden ging de discussie niet over
waartoe’. De groep innovators en early adopters hebben inspiratie
het al of niet inzetten van een middel, maar over het doel dat men
opgedaan voor vernieuwing en hebben de innovatie vervolgens
wilde bereiken en welk middel daar op welke wijze het beste voor
(mede) gecreëerd, ze hebben het zien werken en de eerste positieve
ingezet kon worden. Was dit ‘waartoe’ niet expliciet, dan had dit
geluiden ontvangen. Hun ideaal is al werkelijkheid geworden, dus
het einde van de innovatie kunnen betekenen. Want als een van de
nu willen ze het zo snel mogelijk breed ingezet zien. Zo ontstaat de
ins pir ati e
exi ste nti e
pe rce pti e
evi de nti e
de visie waartoe badges werden ingezet: het activeren van het
Figuur 8. Kennispiramide
38 - inDruk juli 2013
Gemeten opbrengsten Lezen met het voorleesprogramma is motiverender en geeft meer zelfvertrouwen dan zonder
Ervaren opbrengsten Leraren en leerlingen zijn enthousiast; leerlingen zijn meer gemotiveerd om te lezen en voelen zich zekerder
Uitvoering Leerlingen uit groep 4-8 gebruiken het programma Kurzweil wanneer ze willen, als een soort leesbril
Idee Zwaklezende kinderen laten de computer teksten voorlezen (compenserend)
neiging te concentreren op de implementatie, terwijl de nieuwe
Daarbij moet ‘het waartoe’ steeds weer expliciet gemaakt worden
gebruikers eerst nog de relatie moeten zien tussen de visie of het
om te kijken of de innovatie nog steeds voldoet aan het oorspron-
ideaal achter de vernieuwing, als die visie al gedeeld is. Wordt
kelijk gestelde doel.
deze stap overgeslagen dan is weerstand bijna gegarandeerd. ‘Waarom een nieuw systeem? Het huidige werkt toch prima?’, is dan
Conclusie
een veelgehoorde reactie. Mensen zien niet graag een zekerheid
Innoveren is geen doel op zich. Er is een reden om met innovatie te
(van het werken met een bepaald systeem) verdwijnen zonder dat
starten en dit achterliggende doel biedt houvast bij de vele onzeker-
duidelijk is wat daarvoor in de plaats komt (de zekerheid van het
heden in het proces van innoveren. Bij de verspreiding van innovatie
werken aan een bepaalde visie).
is het expliciet maken van de achterliggende visie essentieel: maak
Maar alleen het duidelijk maken van ‘het waartoe’ is voor het over-
het waartoe duidelijk. Daarnaast is kleinschalige implementatie
tuigen van de ‘early majority’ niet voldoende. Pragmatisme is het
raadzaam om ook nieuwe betrokkenen verbinding te laten maken met
kenmerk van deze groep gebruikers. In termen van de kennis-
het achterliggende doel en geleidelijk te laten ervaren dat de inno-
piramide (Ten Brummelhuis, 2011) verschuift de nadruk van idee,
vatie werkt.
uitvoering en ervaren opbrengsten naar daadwerkelijk gemeten opbrengsten (zie figuur 1). In deze fase is het raadzaam om niet te grote stappen te willen
Contactpersoon
nemen. De innovatie kan zich pas in de praktijk bewijzen als deze
Naam: Erwin Bomas
ook wordt ingezet. Maar een grootschalige implementatie zonder
Email:
[email protected]
bewijs is uiteraard ook niet raadzaam. Kleinschalige implementatie met korte cycli van inzet, kritisch onderzoek en verbetering zorgt voor een geleidelijke overgang waarin de nieuwe groep gebruikers kan oefenen en waar nodig het resultaat nog kan bijsturen. De innovatie is niet af na introductie, maar wordt blijvend verbeterd.
Altijd op de hoogte! InDruk is een gratis uitgave van Kennisnet voor docenten en managers uit het po, vo en mbo en verschijnt 2 keer per jaar. InDruk houdt je op de hoogte van de trends, ontwikkelingen en vraagstukken op het gebied van ict in het onderwijs.
Meld je aan en ontvang inDruk!
November
Zomer 2012
2012
*DQDDU,QGUXNNHQQLVQHWQORPMHGLUHFW online aan te melden. Meer informatie?
[email protected]
Bent u klaa r om te gaan differentiëre n?
Opbrengstge rich optimale talen t onderwijs voor tontwikkeling
In- en uitsc hrijv mbo kan makk en in het elijker
inDruk juli 2013 - 39
Nieuws Inschrijving voor Dé onderwijsdagen 2013 geopend Op 12 en 13 november vinden Dé Onderwijsdagen 2013 plaats in het
trends en ontwikkelingen over ict in het onderwijs. Woensdag 13
WTC in Rotterdam. Dé Onderwijsdagen bieden inzicht in trends en
november is speciaal voor basisonderwijs, voortgezet onderwijs en
ontwikkelingen op het gebied van ict. Dit jaarlijkse congres is een
middelbaarberoepsonderwijs.Schrijfjenuin viaDeonderwijsdagen.nl/
ontmoetingsplek voor beleidsmakers en professionals uit het gehele
inschrijven/. We houden je verder op de hoogte via Deonderwijsdagen.nl
onderwijsveld op het gebied van ict-innovatie. Ook dit jaar bieden wij
en Twitter (#OWD13).
een kwalitatief hoogstaand programma met interessante keynotes en een ruim aanbod van parallelsessies die aansluiten bij actuele
Wikiwijs materiaal voor (digitaal) toetsen In Wikiwijs zijn verschillende materialen samengebracht die gebruikt
informatie over verschillende vraagtypes. Ook vind je er tips voor het
kunnen worden voor het leren afnemen van toetsten en examens. Denk
formuleren van goede toetsvragen. Meer informatie op Wikiwijs.nl.
daarbij aan onderwerpen zoals het beoordelen van toetsen, de toets analyse, de taken en bevoegdheden van de examencommissie en
Nieuwe wetenschappelijke inzichten over onderwijs en ict Wetenschappelijk onderzoek levert veel nieuwe inzichten op over hoe
door het jaar heen publiceert Kennisnet relevante wetenschappelijke
de inzet van ict bijdraagt aan de kwaliteit en de doelmatigheid van
kennis voor de onderwijspraktijk in het tijdschrift en online platform
het onderwijs. De jaarlijkse onderzoeksconferentie van Kennisnet
4W: Weten Wat Werkt en Waarom. De nieuwste editie is in juni ver-
heeft in vogelvlucht een overzicht gegeven van de onderzoeksoogst
schenen. Abonneren kan via Kennisnet.nl/4W.
YDQKHWDIJHORSHQMDDU*HPLVW"+HWYHUVODJHQGHSUHVHQWDWLHV]LMQ online terug te zien op Kennisnet.nl/onderzoeksconferentie. En ook
104 leerzame apps en sites Welke apps en websites zijn geschikt voor jonge leerlingen? En waar
ingegaan op het mediagebruik, het type media en vaardigheden.
worden ze nou echt wijzer van? De nieuwe gids 104 leerzame apps
Ook krijgt de lezer een aantal tips waarmee je als leerkracht of
en sites van Mijn Kind Online en Kennisnet zet de beste leerzame
ouder websites en apps kunt beoordelen op kwaliteit. Kijk voor de
apps en sites voor leerlingen van 2 tot 8 jaar op een rij. Naast de
publicatie of meer informatie op Mediawijsheid.kennisnet.nl.
apps en sites geeft het een overzicht van de manier waarop kinderen in verschillende leeftijdscategorieën media gebruiken. Hier wordt
Passend onderwijs werkt met ict Elke leerkracht heeft te maken met passend onderwijs. Ongeveer 1 op
veel voorbeelden van ict-toepassingen en tips hoe deze kunnen
de 5 basisschoolkinderen heeft extra persoonlijke aandacht en bege-
helpen. Kijk voor meer informatie en de publicatie Ict en de
leiding nodig. Als school of leerkracht kun je hulpmiddelen gebruiken
informatiehuishouding rond passend onderwijs voor school-
om deze leerlingen te ondersteunen. Ict biedt daartoe veel mogelijk-
leiders op Kennisnet.nl/passendonderwijs.
heden. Op de vernieuwde website over passend onderwijs vind je