College Onderwerp:
V20100254 Beslissing op de bezwaren ten aanzien van de verleende vrijstelling en bouwvergunning en vastgestelde hogere grenswaarde Wgh voor het project op de hoek Grotestraat/Jac. van de Meijdenstraat te Drunen
Collegevoorstel Inleiding: Op 12 maart 2008 is besloten vrijstelling op grond van artikel 19, lid 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en bouwvergunning te verlenen voor het bouwen van 8 appartementen, 3 maisonnettes, 3 woningen en 2 commerciële ruimten op de hoek Grotestraat/Jacobus van der Meijdenstraat te Drunen. Tevens is daarbij ontheffing als bedoeld in artikel 83 Wet geluidhinder ten behoeve van een hogere grenswaarde van 63 dB vastgesteld. Tegen dit besluit is een viertal bezwaarschriften ontvangen. Op 8 juli 2008 heeft reeds een hoorzitting bij de commissie bezwaarschriften plaatsgevonden ten aanzien van deze bezwaren. Hierop heeft de commissie aan uw college advies uitgebracht. Het advies van de commissie bezwaarschriften is om de bezwaarschriften gegrond te verklaren wegens onvoldoende motivering en het bestreden besluit te herroepen. Tot op heden is dit advies niet gevolgd door een beslissing op bezwaar, in afwachting van het resultaat van overleg over een eventuele andere ontwikkeling op deze lokatie. Dit overleg is beëindigd en heeft niet geresulteerd in een andere ontwikkeling, zodat thans alsnog tot beslissing op de bezwaren dient te worden gekomen. Hiertoe is dit voorstel.
Afweging: De commissie bezwaarschriften heeft aangegeven dat er onvoldoende motivering is op de volgende punten: - in de ruimtelijke onderbouwing is de passendheid binnen de historische karakteristiek van de Grotestraat/Kleinestraat onvoldoende vormgegeven; - het welstandsadvies (commissie spreekt over een ‘stempel’advies); - waarom is ontheffing hogere grenswaarde geluid vastgesteld; - geen blijk gegeven van belangenafweging met betrekking tot verlies van privacy en woongenot; - de berekening van de parkeerplaatsen is onvoldoende gemotiveerd en niet is ingegaan op vermeende overlast. Wij onderkennen het oordeel van de commissie dat sprake is van onvoldoende motivering op deze onderdelen. Maar gelijktijdig zijn wij van oordeel dat nadere motivering/onderbouwing op deze punten mogelijk is. Hiertoe is onder andere een aanvulling van de ruimtelijke onderbouwing opgesteld. Verder is aan de welstandscommissie een nader advies/reactie gevraagd over hun advies. Voor de overige punten was voldoende informatie voor handen om de motivering te kunnen aanvullen. In heroverweging met betrekking tot parkeren concluderen wij wel dat nog een vrijstelling als bedoeld in artikel 2.5.30, lid 4 van de bouwverordening moet worden verleend. De concrete aanvulling van de motivering is in bijgevoegd concept-besluit (brief mbt beslissing op bezwaar) opgenomen en wij volstaan in deze met een verwijzing daarnaar. In afwijking van het advies van de bezwarencommissie zijn wij van oordeel dat onder aanvulling van de motivering zoals opgenomen in bijgevoegd concept-besluit het bestreden besluit in stand kan blijven.
1/3
College Onderwerp:
V20100254 Beslissing op de bezwaren ten aanzien van de verleende vrijstelling en bouwvergunning en vastgestelde hogere grenswaarde Wgh voor het project op de hoek Grotestraat/Jac. van de Meijdenstraat te Drunen
Inzet van middelen: Er zijn geen financiële en/of personele consequenties verbonden aan dit voorstel
Procedure: Na bekendmaking van de beslissing op bezwaar bestaat voor belanghebbenden gedurende zes weken de mogelijkheid hiertegen beroep in te stellen bij de rechtbank ’s-Hertogenbosch. Gelijktijdig met het instellen of na het instellen van beroep kan men een verzoek om voorlopige voorziening indienen bij voornoemde rechtbank.
Advies: Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen.
2/3
College Onderwerp:
V20100254 Beslissing op de bezwaren ten aanzien van de verleende vrijstelling en bouwvergunning en vastgestelde hogere grenswaarde Wgh voor het project op de hoek Grotestraat/Jac. van de Meijdenstraat te Drunen
BESLUIT Het college van Heusden heeft in de vergadering van 02 maart 2010;
gelet op: Algemene wet bestuursrecht; besloten: 1.
conform het advies van de bezwaarschriftencommissie de bezwaarschriften gegrond te verklaren wegens onvoldoende motivering;
2.
in afwijking van het advies van de bezwaarschriftencommissie het bestreden besluit in stand te laten onder aanvulling van de motivering zoals in bijgevoegd concept-besluit (brief) is opgenomen (incl. bijlage 1 ‘aanvulling ruimtelijke onderbouwing’) en met alsnog verlening van vrijstelling als bedoeld in artikel 2.5.30, lid 4 van de bouwverordening;
3.
voornoemd besluit middels bijgevoegde concept-brief aan betrokkenen bekend te maken.
namens het college van Heusden, de secretaris,
mr. J.T.A.J. van der Ven
3/3
Aanvulling ruimtelijke onderbouwing Cervix complex In haar advies van 8 juli 2008 heeft de Commissie Bezwaarschriften van de gemeente Heusden de bezwaren tegen het besluit ex artikel 19 lid 2 van de WRO voor de bouw van 8 appartementen, 3 maisonnettes, 3 woningen en 2 commerciële ruimtes Op de hoek van Grotestraat / Jacobus van der Meijdenstraat in Drunen (voortaan aan te duiden als Cervix complex) als gegrond beoordeeld. Daarbij werd met name de onderbouwing van de ruimtelijke inpasbaarheid van het complex in de omgeving als onvoldoende gekwalificeerd. Meer in het bijzonder werd gewezen op het feit dat in de ruimtelijke onderbouwing niet is gewezen hoe het bouwplan past in de historische karakteristiek van Kleine- en Grotestraat. In deze notitie zal daarom nader worden ingegaan op de aansluiting van het bouwplan op de bestaande omgeving. De notitie kan daarom worden beschouwd als een aanvulling op de ruimtelijke onderbouwing die ten grondslag lag aan het vrijstellingsbesluit van 12 maart 2008. Het complex is geprojecteerd aan het begin van het historische bouwlint van Grote- en Kleinestraat. Doordat de percelen de Grotestraat aan oostelijke zijde begrenzen vormt de locatie tevens de aansluiting met het Raadhuisplein.
figuur 1: locatie en omgeving
De locatie markeert dan ook de overgang van het historische bouwlint naar het Centrumgebied van Drunen, dat zich als zodanig stedenbouwkundig presenteert door bouwmassa, -hoogte en –volume.
Een overgang die weliswaar een afwijking oplevert van het bestaande aangezicht en karakteristiek op perceelsniveau, maar die niet kan worden beschouwd als een onaanvaardbare inbreuk op het historische lint. Indien het plan in de context wordt geplaatst van zowel het Raadhuisplein als de Grotestraat, wordt duidelijk dat er inderdaad sprake is van een overgang in hoogte en massa van centrum gebied naar kleinschalige lintbebouwing.
Een overgang die vanuit dit perspectief als geleidelijk gekwalificeerd kan worden. Daarnaast is in dit verband ook de inrichting en begrenzing van de openbare ruimte van belang. De Grotestraat is tot aan de Joost van den Vondellaan op dezelfde wijze ingericht en bestraat als het Raadhuisplein. Dus vanuit de beleving en inrichting van de openbare ruimte ligt de begrenzing van het centrumgebied ten westen van het bouwplan. Deze profilering draagt bij aan status van overgangszone waarbij het bouwplan een extra accent geeft aan de entree van het centrumgebied. Het onderhavige bouwplan is weliswaar geen voorzetting van het bestaande historische bouwlint, maar door zijn situering en de aangebrachte hoogte-accenten wordt het historische lint van de Grotestraat (dat zich in westelijke richting over een lengte van ruim een kilometer uitstrekt) voldoende gerespecteerd.
AANTEKENEN xxxx xxx XXX Drunen
Ons kenmerk: Behandeld door: Doorkiesnummer: Onderwerp: Aantal bijlagen: Datum:
XXXXXXXBZWR0001 mw. J. van Baardwijk ((073) 513 17 89 Beslissing op bezwaar 2 2 maart 2010
Vermeld bij uw correspondentie altijd ons kenmerk!
Verz.
Geachte heer, mevrouw XXXXXX,
Postadres Gemeente Heusden Postbus 41
Op 12 maart 2008 hebben wij besloten vrijstelling op grond van artikel 19, lid 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en bouwvergunning te verlenen voor het bouwen van 8 appartementen, 3 maisonnettes, 3 woningen en 2 commerciële ruimten op de hoek Grotestraat/Jacobus van der Meijdenstraat te Drunen en ontheffing te verlenen van artikel 83 Wet geluidhinder ten behoeve een hogere grenswaarde van 63 dB. Tegen dit besluit is een viertal bezwaarschriften ontvangen. U bent één van de reclamanten. Ten behoeve van de voorbereiding van een beslissing op het bezwaar is een onafhankelijke Commissie bezwaarschriften ingesteld.
5250 AA Vlijmen
Bezoekadressen Julianastraat 34
Hoorzitting Tijdens een op 08 juli 2008 gehouden hoorzitting heeft de commissie partijen in de gelegenheid gesteld de standpunten over en weer mondeling toe te lichten. Van deze gelegenheid hebben partijen gebruik gemaakt.
Vlijmen Raadhuisplein 16 Drunen
Telefoon (073) 513 17 89 Fax (073) 513 17 99
Advies commissie In aansluiting op deze hoorzitting heeft de commissie op 8 juli 2008, door ons ontvangen 18 augustus 2008, advies uitgebracht. De commissie acht de bezwaarschriften ontvankelijk. Dit betekent dat de bezwaren inhoudelijk getoetst zijn. De commissie heeft vervolgens geadviseerd de bezwaarschriften wegens onvoldoende motivering gegrond te verklaren en het bestreden besluit te herroepen. Een afschrift van het advies van de commissie alsmede een verslag van de hoorzitting zijn als bijlagen toegevoegd. Er wordt verwezen naar de inhoud van de betreffende stukken.
Digitaal loket www.heusden.nl e-mail
[email protected]
Overwegingen naar aanleiding van het advies van de bezwarencommissie De commissie spitst haar overwegingen toe op een aantal aan de bezwaarschriften ontleende punten. Per overweging volgt hierbij onze reactie daarop. Gemeente Heusden gebruikt uw persoonsgegevens uitsluitend voor het doel waartoe zij zijn verstrekt. Indien u daarover
Bankrelatie BNG 28.50.03.909
inhoudelijk meer wilt weten kunt u contact opnemen met de behandelend ambtenaar van onze gemeente (Wet Bescherming Persoonsgegevens, artikel 33 en 34)
Ons kenmerk Onderwerp Datum Pagina
XXXXXXXBZWR0001 Beslissing op bezwaar 2 maart 2010 2 van 5
Motivering in ruimtelijke onderbouwing De commissie overweegt dat de afwijking van het bestemmingsplan in de ruimtelijke onderbouwing onvoldoende is gemotiveerd: ‘Een enkele verwijzing naar ontwikkelingen in het centrum is onvoldoende. Niet aangegeven is hoe het bouwplan in de historische karakteristiek van de Kleine- en Grotestraat past.’ Wij onderschrijven het oordeel van de commissie dat sprake is van onvoldoende motivering op dit onderdeel. Hierin hebben wij aanleiding gezien om te komen tot een aanvulling van de ruimtelijke onderbouwing wat betreft de ruimtelijke-stedenbouwkundige aanvaardbaarheid van de massa op deze lokatie. De betreffende aanvulling is in bijgevoegde bijlage 1 opgenomen. Welstand Het welstandsadvies dient gemotiveerd te zijn. In dit licht is de commissie van oordeel dat het welstandsadvies in haar vorm (commissie spreekt over een zogenaamd ‘stempeladvies’) onvoldoende is om ten grondslag te kunnen liggen aan de eis van artikel 44 sub d van de Woningwet. Wij hebben Welstandszorg Noord-Brabant om een reactie hierop gevraagd. De reactie is gegeven bij brief van 10 december 2008. Hieruit moge blijken dat het advies op zorgvuldige wijze via diverse vergaderingen tot stand is gekomen. De commissie heeft geadviseerd binnen de ruimtelijke-stedenbouwkundige kaders die haar zijn aangereikt en heeft positief geoordeeld ten aanzien van het hieruit voortgekomen laatste, uiteindelijk vergunde, plan. Uit het gevolgde adviestraject blijkt al dat van een zogenaamd stempeladvies geen sprake is en de commissie zich terdege rekenschap heeft gegeven van diverse deel- en detailaspecten van het bouwplan. De commissie is thans ook niet tot een andersluidend oordeel gekomen. Met inachtname van de voornoemde ontvangen reactie van Welstandszorg Noord-Brabant zijn wij van oordeel dat sprake is van een voldoende gemotiveerd welstandsadvies en daarmede van een bouwplan dat voldoet aan redelijke eisen van welstand. Ontheffing hogere grenswaarden geluid De commissie overweegt dat uit de stukken niet blijkt van enige motivering voor de ontheffing hogere grenswaarden geluid. In navolging van dit oordeel van de commissie constateren wij dat de ontheffing wel in het dictum van het besluit is opgenomen, maar hieromtrent in de overwegingen niets is terug te vinden. Omdat sprake is van te projecteren geluidsgevoelige bebouwing in de onderzoekszone van de Grotestraat is akoestisch onderzoek verricht. De hieruit voortkomende rapportage (d.d. augustus 2007) is als bijlage aan de ruimtelijke onderbouwing van onderhavig project toegevoegd. Geconcludeerd is dat een deel van de appartementen en een zestal woningen binnen de zonering van de Grotestraat wordt geconfronteerd met een overschrijding van de voorkeursgrenswaarde verkeerslawaai. De uiterste grenswaarde voor binnenstedelijk gebied (63dB) wordt niet overschreden. Voor de betreffende woningen/appartementen is verzocht een hogere grenswaarde vast te stellen. De hiervoor benodigde procedure is doorlopen en terinzagelegging heeft gelijktijdig met het voornemen tot toepassing van artikel 19, lid 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening plaatsgevonden. Er zijn geen specifieke reacties ontvangen ten aanzien van het voornemen tot vaststelling van een hogere grenswaarde, zodat de vaststelling kon plaatsvinden.
Ons kenmerk Onderwerp Datum Pagina
XXXXXXXBZWR0001 Beslissing op bezwaar 2 maart 2010 3 van 5
Verlies van privacy en woongenot De commissie is niet gebleken dat een belangenafweging is gemaakt op dit onderdeel en acht het besluit ook op dit punt onvoldoende gemotiveerd. Een dergelijke belangenafweging heeft echter wel plaatsgevonden, maar is wellicht onvoldoende in het besluit tot uitdrukking gebracht. De locatie is gelegen in het centrumgebied, alwaar een invulling met commerciële ruimten en appartementen op zijn plaats is. Met de realisering van het voorliggende plan zijn diverse belangen gediend, waaronder het voorzien in huisvestingsbehoefte. Naar ons oordeel is het vermeende verlies van privacy en woongenot ondergeschikt aan die behoefte. Dit temeer daar een invulling als gevraagd niet op een andere locatie met een vergelijkbaar resultaat en aanzienlijk minder bezwaren kan worden bereikt. Overigens heeft de bestaande horecavoorziening, die bij realisering van onderhavig plan wordt gesaneerd, een negatief effect op de omgeving en het woongenot ter plaatse. Wat dat betreft gaat een positieve invloed uit van onderhavig plan op de omgeving. Parkeerplaatsen De commissie overweegt dat de berekening van de benodigde parkeerplaatsen onvoldoende is gemotiveerd. In dat verband merken wij het volgende op: Het bouwplan voorziet in de volgende voorzieningen: 14 appartementen, 310 m² detailhandel, 179 m² kantoorfunctie en 2 garageboxen. Voor woningen houden wij hier rekening met een parkeerbehoefte van 1,5 parkeerplaats per woning. De normen voor de overige voorzieningen zijn op basis van de parkeerkencijfers van het CROW bepaald op 2,5 parkeerplaats per 100 m² voor detailhandel en 1,7 parkeerplaats per 100 m² voor kantoren. Dit resulteert in een parkeerbehoefte van 8 + 3 parkeerplaatsen voor de laatste twee voorzieningen. Omdat in het bouwplan verschillende functies zijn voorzien is gerekend met zogenaamd ‘dubbelgebruik’. Dat wil zeggen dat parkeerplaatsen door meerderen dienen te worden gebruikt. (Overdag bijvoorbeeld door bezoekers en personeel van het kantoor, in de avonduren door bewoners en bezoekers van de appartementen.) Uitgaande van het dubbelgebruik kan bij het bouwplan volstaan worden met een 27 tot 31-tal parkeerplaatsen. Omdat een gedeelte van de parkeerplaatsen bedoeld is voor bezoekers van de woningen en de kantoren, dienen de parkeerplaatsen op het terrein behorend bij het complex openbaar toegankelijk te zijn c.q. te worden. De (toekomstige) openbare toegankelijkheid van de parkeerplaatsen is geregeld in de met de ontwikkelaar gesloten bouwexploitatieovereenkomst. De ontwikkelaar heeft zich verplicht om de toekomstige Vereniging van Eigenaren op te leggen, dat de openbaarheid ook voor de toekomst blijft behouden. De in de ruimtelijke onderbouwing gespecificeerde 33 parkeerplaatsen (31 parkeerplaatsen + 2 garageboxen) kunnen niet allemaal volledig in aanmerking worden genomen. De 2 garageboxen dienen voor één parkeerplaats te worden geteld, van de 19 parkeerplaatsen op het achterterrein dient er één in mindering te worden gebracht in verband met de schuine situering van één parkeerplaats. Er zijn 3 parkeerplaatsen achter elkaar gesitueerd, waardoor er in de praktijk vaak maar één voertuig op is te plaatsen. In feite voorziet het bouwplan dus in 29 parkeerplaatsen. In principe voldoende volgens het berekende benodigde aantal parkeerplaatsen.
Ons kenmerk Onderwerp Datum Pagina
XXXXXXXBZWR0001 Beslissing op bezwaar 2 maart 2010 4 van 5
Aanvullend merken wij hierbij ook nog op, dat bij de realisering van een ander project in het centrum van Drunen voorzien wordt in 50 extra parkeerplaatsen ten behoeve van het centrumgericht parkeren. Daarnaast zijn ‘tijdelijk’ 50 extra parkeerplaatsen op de hoek Wilhelminastraat/Stationstraat gerealiseerd ten behoeve van het centrumgericht parkeren. Met inachtname van deze parkeerplaatsen behoeft sowieso niet gevreesd te worden voor het ontstaan van parkeerdruk als gevolg van de uitvoering van dit project op de hoek Grotestraat/Jacob van der Meijdenstraat. De 29 parkeerplaatsen waar het bouwplan in voorziet zijn niet alle op eigen terrein opgenomen (3 in openbare ruimte). Mitsdien wordt niet voldaan aan het bepaalde in artikel 2.5.30, lid 1 van de bouwverordening. Omdat op andere wijze wordt voorzien in de nodige parkeerruimte achten wij verlening van vrijstelling als bedoeld in artikel 2.5.30, lid 4 van de bouwverordening in deze op zijn plaats. Deze vrijstelling zal alsnog worden verleend. Ten aanzien van de vermeende overlast op het aangrenzende perceel als gevolg van het parkeren op het ‘achterterrein’ merken wij het volgende op: De lokatie is gelegen in het centrumgebied alwaar dit soort ‘grotere’ bouwprojecten geen uitzondering zijn. Omdat ons gemeentelijk uitgangspunt is dat van de 1,5 parkeerplaats/woning maximaal 0,5 plaats in de openbare ruimte gerealiseerd mag worden, is het onontkoombaar dat bij dit soort ‘grotere’ projecten meerdere parkeerplaatsen op eigen terrein worden gerealiseerd. De vermeende overlast als gevolg hiervan achten wij inherent aan het wonen in een centrumgebied. Wij wijzen er in dit verband op, dat voorzover een belanghebbende tengevolge van het besluit omtrent vrijstelling als bedoeld in artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, voor zijn rekening blijvende schade ondervindt, aan hem/haar op daartoe strekkend verzoek een daarin naar billijkheid te bepalen schadevergoeding wordt toegekend. Beslissing op bezwaar Hierop heeft het college van Heusden op 2 maart 2010 besloten: 1. conform het advies van de bezwaarschriftencommissie de bezwaarschriften gegrond te verklaren wegens onvoldoende motivering; 2. in afwijking van het advies van de bezwarencommissie het bestreden besluit in stand te laten onder aanvulling van de motivering zoals in het bovenstaande is opgenomen (incl. bijlage 1 ‘aanvulling ruimtelijke onderbouwing’) en met alsnog verlening van vrijstelling als bedoeld in artikel 2.5.30, lid 4 van de bouwverordening. Beroep U kunt tegen dit besluit op grond van artikel 8.1 van de Algemene wet bestuursrecht binnen 6 weken na het verzenden van deze brief, beroep instellen bij de Rechtbank 's-Hertogenbosch, Sector Bestuursrecht, postbus 90125, 5200 MA ’s-Hertogenbosch. Het beroepschrift moet worden ondertekend en bevat tenminste: naam en adres van de eiser, de dagtekening, een omschrijving van de beslissing waartegen het beroep is gericht (kopie bijvoegen) en de gronden van het beroep.
Ons kenmerk Onderwerp Datum Pagina
XXXXXXXBZWR0001 Beslissing op bezwaar 2 maart 2010 5 van 5
Tevens kunt u op grond van artikel 8:81 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht tegelijk met, of na het instellen van beroep, een voorlopige voorziening (onder meer schorsing van ons besluit) vragen bij de Voorzieningenrechter van die rechtbank. Uw belang moet dan wel zo groot zijn dat de uitspraak op het beroep niet kan worden afgewacht. Vragen Mocht u nog vragen hebben, dan kunt u contact opnemen via telefoonnummer (073) 513 17 89. Met vriendelijke groet, het college van Heusden, de secretaris,
de burgemeester,
mr. J.T.A.J. van der Ven
drs. H.P.T.M. Willems
Bijlage(n): -
Verslag hoorzitting Advies Commissie bezwaarschriften