BUNDEL COMMISSIE BESTUUR 14 APRIL 2011
GRIFFIE HENGELO
RAADSCOMMISSIE BESTUUR Aan de leden van de raadscommissie Bestuur
Onderwerp Uitnodiging commissievergadering
Datum 30 maart 2011
Geachte leden, Hierbij nodig ik u uit voor de vergadering van de commissie Bestuur op donderdag 14 april 2011 om 19.30 uur in de Burgerzaal van het Stadhuis.
Agenda:
Portef.h.
1
Opening en mededelingen van de voorzitter
2
Rapport “Beleefd aanbevolen; en dan?”, Rekenkamercommissie (415942)
Griffie
Het rapport “Beleefd aanbevolen; en dan?” bevat het onderzoek naar de effectiviteit van rapporten van derden in de gemeente Hengelo. 3
Vaststellen van de agenda
4
Stukken ter informatie Zie voor de lijst met ‘stukken ter informatie’ onderaan deze agenda. De betreffende stukken liggen ter inzage in de leeskamer.
5
Verslag vergadering 10 februari 2011 en bijbehorende actielijst Eventuele tekstuele opmerkingen s.v.p. uiterlijk 24 uur voor de vergadering mailen naar
[email protected]
6
Mededelingen van het college
7
Actualiteiten en vragen van de commissie S.v.p. vragen op de dag van de vergadering voor 9.00 uur aanleveren bij de commissiegriffier via
[email protected]
8
Regionale Samenwerking
Kerckhaert
Voorbereiding regioraadsvergadering 11 mei 2011, onder voorbehoud van beschikbaarheid agenda en stukken van deze regioraadsvergadering. 9
Gewijzigde programmaplan beleidsbegroting 2011-2014 (11G200269)
Mulder
De commissie wordt gevraagd voor raadsadvisering, om het gewijzigd programmaplan van de “functionele” begroting vast te stellen. N.B. de politieke programma’s worden in een afzonderlijk voorstel uitgewerkt voor de raadsvergadering van 31 mei 2011.
Bezoekadres Hazenweg 121 E-mail adres
[email protected]
Behandeld door G.J. van den Berg Tel. 074-2459525
Bladnummer:2 10
Europese aanbesteding accountantsdiensten (417788)
Griffie
De commissie wordt gevraagd voor raadsadvisering, om van gedachten te wisselen over de mogelijkheid tot het gezamenlijk – europees- aanbesteden van de accountantsdiensten met diverse gemeenten en de regio Twente. 11
Algemene Subsidieverordening (11G200340)
Mulder
De commissie wordt gevraagd voor raadsadvisering, om in te stemmen met de Algemene Subsidieverordening. 12
Rondvraag
Voor u liggen de volgende stukken ter informatie in de leeskamer:
a.) Budget Integrale Veiligheid (11G200218) b.) Toekomst Provinciaal Stedenbeleid (11G200333)
Voor alle agendapunten geldt dat technische en feitelijke vragen vóóraf via de mail (
[email protected]), of rechtstreeks aan de behandelend ambtenaar, gesteld dienen te worden. De antwoorden worden dan zo spoedig mogelijk gegeven en aan allen beschikbaar gesteld.
De voorzitter van de commissie, namens deze,
Josien van den Berg Commissiegriffier
Notulen van de commissievergadering Bestuur van de gemeente Hengelo d.d. 17 maart 2011 Voorzitter Griffier Aanwezig
Portefeuillehouders Verslag
De heer K. Mulder De heer G.J. Eeftink De heer G. Genc (PvdA), de heer E. Alkema (ChristenUnie), de heer I. Çetinkaya (D66), mevrouw J.M.J. Doornbos-Geerdink (BurgerBelangen), de heer W. L. M. van den Heuvel (SP), de heer S.M.A. Horsthuis (VVD), de heer W. Jager (GroenLinks), de heer G. Knegt (Pro Hengelo), de heer J. Kruiskamp (CDA) De heer F. A. M. Kerckhaert (burgemeester) De heer W. Mulder (wethouder, Burgerbelangen) De heer F. P. van den Muijsenberg, Kantoorprofs
1.
Opening en mededelingen van de voorzitter De voorzitter opent de vergadering om 19.30 uur en heet allen welkom.
2.
Vaststellen van de agenda De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.
3.
Stukken ter informatie Er zijn geen vragen of opmerkingen over de stukken die ter informatie in de leeskamer hebben gelegen.
4.
Verslag vergadering d.d. 10 februari 2011 en bijbehorende actielijst De heer Horsthuis roept in herinnering excuses te verwachten van de Provincie voor het feit dat Hengelo ten onrechte in het rijtje Preventief Toezicht terechtgekomen is en de opmerking van wethouder Mulder eerst de notulen af te wachten van het gesprek met de Provincie alvorens zulke excuses te eisen. Hij informeert naar de voortgang. Wethouder Mulder antwoordt dat het commentaar door de Provincie is verwerkt en het verslag snel te verwachten is. Tot dat moment wordt dus geen nadere actie ondernomen. Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld. Er zijn geen vragen en / of opmerkingen naar aanleiding van het verslag. De actielijst wordt doorgenomen en geactualiseerd: de punten 4 (bezoek Emscherpark) en 6 (Uitnodiging IPT) zijn afgedaan.
5.
Mededelingen van het college De heer Kerckhaert heeft twee mededelingen: Het eerste betreft het zogenaamde Overhedenoverleg tussen kabinet en gemeenten, dat op 28 maart aanstaande had moeten leiden tot een akkoord met nadere financiële afspraken. Een aantal wethouders heeft zitting in commissies van het Overhedenoverleg, zodat Hengelo goed vertegenwoordigd is bij de besprekingen. De streefdatum van 28 maart wordt niet gehaald, omdat er tussen de verschillende partijen grote verschillen van inzicht zijn. Het zal waarschijnlijk een maand later worden. Men kan vanaf eind april via de media nadere berichten over de uitkomsten van dit overleg verwachten. Het tweede punt betreft de aanstaande tijdelijke verhuizing van de gemeentelijke diensten
Commissie Bestuur
1/3
naar de Hazenweg vanwege de geplande renovatie van het stadhuis. Met een beperkt budget en veel creativiteit is gezorgd dat representatieve faciliteiten zoals bijvoorbeeld de trouwzaal goed verzorgd blijven. 6.
Actualiteiten en vragen van de commissie De heer Van den Heuvel zegt dat omwonenden van het Achillesplein klagen over overlast. Ze hebben de indruk dat er niets aan hun klachten wordt gedaan, terwijl de gemeente dat via Wijkbeheer ongetwijfeld doet. Blijkbaar is er een groot probleem met de communicatie. Men zou vanuit de gemeente de mensen aanzienlijk beter dienen te informeren over hetgeen met hun klachten wordt gedaan. Mevrouw Doornbos-Geerdink informeert in aansluiting op het bovenstaande naar de aanpak van de drugsproblematiek, dit naar aanleiding van de berichten over een tas vol drugs die bij het Achillesplein zou zijn gevonden. De heer Kerckhaert antwoordt dat de tas die bij het parkeerterrein van Achilles '29 is gevonden uiteindelijk geen drugs bleken te bevatten. Dat het een uur duurde voor de politie ter plaatse arriveerde lag aan spoedeisende zaken elders in de stad: een reanimatie en een inbraak die eerst afgehandeld diende te worden. De overlast bij het parkeerterrein is bij alle gemeentelijke instanties bekend. Volgens de burgemeester kan het niet voorkomen worden dat jongelui die de overlast veroorzaken zich daar ophouden. Het maakt wel de vraag van belang wanneer het sportpark wel en wanneer niet betreden mag worden. Hij antwoordt ook dat het aantal meldingen van overlast niet zorgwekkend hoog is. In 2010 waren er geen drugsgerelateerde meldingen, dit jaar twee. Van de zestien meldingen over de buurt in 2010 hadden er tien betrekking op overlast door jeugd. Er wordt door de politie en wijkagent ook actie ondernomen, maar blijkbaar is inderdaad de communicatie naar de burgers voor verbetering vatbaar. De heer Van den Heuvel zegt inhoudelijk geen problemen te hebben met deze uitleg, maar toch wel te vinden dat de perceptie bij de buurtbewoners aanzienlijk anders is. Mevrouw Doornbos-Geerdink mist de rol van de jongerenwerker. Ze vraagt deze bij het overleg met buurtbewoners en jeugd te betrekken. De heer Kerckhaert zegt toe de opmerkingen over de communicatie vanuit de gemeente en de rol van de jongerenwerker in de verdere afhandeling mee te nemen.
7.
Regionale samenwerking Er zijn geen mededelingen rond de regio en ook geen vragen vanuit de commissie.
8.
Begroting 2011-2014 en provinciaal toezichtskader (11G200231) De heer Kruiskamp merkt op dat na lezing van het stuk bij hem toch wel erg bleef hangen dat het zeer goed uitkwam dat de meevallers uit de septembercirculaire de tegenvallers compenseerden. Het roept wel de vraag op of de meevallers van toevallige en tijdelijke aard zijn of juist structureel. De heer Knegt meldt dat de wethouder indertijd mordicus tegen aanpassing van de cijfers was en dit nu afgedwongen door de provincie alsnog moeten doen. Gelukkig is het dan plezierig dat bij de negatieve cijfers van deze bijstelling de septembercirculaire zo gunstig uitviel. En verder is het plezierig dat de aanpassing van de begroting het gelijk van zijn partij bij de laatste raadsvergadering aantoonde. Wethouder Mulder antwoordt dat het wel vaker voorkomt dat vanuit de rijksoverheid maatregelen komen die dwingen op korte termijn de cijfers aan te passen. Hij stelt dat men er vanuit mag gaan dat de komende tijd een spannende tijd zal zijn, en dat in de loop van het jaar nog wel enige aanvullende zaken meegenomen moeten worden in de uiteindelijke begroting 2011-2014. De voorzitter concludeert dat het stuk als hamerstuk aan de raad kan worden voorgelegd.
Commissie Bestuur
2/3
9.
Verkoop van het pand Bartelinkslaantje 17-19 (11G200174) De heer Horsthuis merkt op dat het stuk in wezen een hamerstuk zou kunnen zijn indien de leesbaarheid van de financiële opmerkingen niet zo onduidelijk was. Het is nu onduidelijk hoeveel boekverlies er op de verkoop wordt geleden. De heer Çetinkaya informeert naar de uitkomsten van het overleg met de wijkraad. De heer Kruiskamp meldt eveneens vragen te hebben over de verkoopprijs en tevens wil weten hoe het nu zit met het beleid van het Grondbedrijf. Er ontstaat nu de indruk dat gewerkt wordt met verschillende prijzen bij de grondverkoop, waarmee zaken die een bepaald maatschappelijk doel dienen kunnen rekenen op lagere verkoopprijzen. Hij laat weten graag meer transparantie te zien door de prijzen over de hele linie dichter bij de marktconforme prijs te brengen. Wethouder Mulder antwoordt dat drie prijzen van belang zijn. De prijs van 700.000 euro als waarde van het pand, de verkoopprijs van 500.000 euro en dus het verlies op de verkoop van 200.000 euro. Binnen de totale exploitatie van grondverkopen bestaat een reserve van 900.000 euro, zodat dat verlies daaruit kan worden opgebracht. In antwoord op de vraag van de heer Çetinkaya laat hij weten dat overleg met de wijkraad heeft plaatsgevonden en dat deze akkoord zijn met de herbouw van de boerderij en schuur op dezelfde plaats en met dezelfde bouwvorm. Op de opmerking van de heer Kruiskamp laat hij weten dat, als het college hiermee ook kan instemmen, er binnen de commissie binnenkort eens gesproken kan worden over de verschillende grondprijzen. De heer Horsthuis laat weten dat naar zijn oordeel een wijziging in het raadsvoorstel dient te worden doorgevoerd, namelijk (1) dat de verkoop van de grond een bevoegdheid van het college is en (2) dat de opbrengst van 500.000 euro uit de verkoop dient teneinde het grondexploitatiecomplex "Verspreide gronden binnen de bebouwde kom" zo financieel gezond mogelijk te houden. De wethouder en de commissie stemmen hiermee in. De heer Knegt informeert naar de soort instelling die straks gebruik zal gaan maken van de herbouwde boerderij. De wethouder antwoordt hierover op dit moment geen nadere mededeling te kunnen doen, maar op zo kort mogelijke termijn deze informatie te zullen verstrekken. De heer Çetinkaya informeert wat met de resterende 668 m² grond gaat gebeuren. De wethouder antwoordt dat hier op dit moment nog geen concrete bestemming voor is en dat er binnen de bebouwde kom nog meerdere terreinen zijn die de gemeente in eigendom heeft. Al deze gronden komen in aanmerking voor verkoop en te verwachten is dat nog meerdere verkopen gerealiseerd kunnen worden. De voorzitter concludeert dat het stuk, na aanpassing conform de opmerking van de heer Horsthuis, als hamerstuk aan de raad kan worden voorgelegd. De commissie stemt hiermee in.
10. Rondvraag en sluiting Er zijn geen vragen De voorzitter sluit de vergadering om 20.00 uur.
Commissie Bestuur
3/3
Nummer + Streef corsanr. datum 1. (366818) 01-02-2011
Actielijst Raadscommissie Bestuur na vergadering 17 maart 2011 Datum Opvoer Onderwerp/Aanleiding Actie 20-05-2010 Bedrijfsplan stadstoezicht WZ
2. (402492) 29-09-2011 3. (366820) 01-01-2012
21-10-2010 Evaluatie cameratoezicht 20-05-2010 Tussenevaluatie raad
BVL Griffie
4. (406317) 01-09-2011
13-01-2011 Hengelose invulling actief aandeelhouderschap Twence
PF
5. (417410) 01-06-2011
01-03-2011 Actualiseren raadsdelegatiebesluit 2001
Staf
Actiepunten afgevoerd: 1. Bezoek Emscherpark 2. Uitnodiging IPT (toelichting innovatieroute)
Stand van zaken Wethouder Bespreken van nieuw bedrijfsplan met daarbij aandacht voor Kerckhaert het aantal toezichthouders en een financiële paragraaf. Het plan ligt voor advies bij de OR, daarna komt het via het college bij de raad. Dit wordt in april verwacht. N.a.v. uitwerking pilot cameratoezicht De uitwerking van het politiek testament halverwege de raadsperiode evalueren. N.a.v. stuk over overdracht aandelen Twence naar gemeenten volgt de vraag wat voor Hengelo "actief aandeelhouderschap" inhoudt. Ook in relatie tot de duurzaamheidsdiscussie. College gaat hierover met raad in gesprek, via een IBR/Technisch Beraad met een extern deskundige.
Kerckhaert
Kerckhaert
Geleideformulier voor behandeling in commissie en/of raad
CASENUMMER
415942
PORT.HOUD:
Griffie
ONDERWERP:
Rapport “Beleefd aanbevolen; en dan?”, Rekenkamercommissie
RAADSGRIFFIE GRIFFIER: DHR. G.J. EEFTINK ADJUNCT-GRIFFIER: MW. A. HAARHUIS ADJUNCT-GRIFFIER: DHR. L.F. NIJLAND
paraaf griffier
Griffie-advies voor behandeling in commissie en/of raad Behandelen Commissie Fysiek Commissie Sociaal Commissie Bestuur Trefpunt (uitgebreide commissie) Raadsvergadering
Informeren
30/3 GJ
Datum
B
14-04-2011
B
26-04-2011
Opmerkingen griffier:
Behandeling in de raadscommissie x
Bestuur
Fysiek
Datum:
Sociaal
14 april 2011
Agendapunt:
2
Besluit: Geïnformeerd Akkoord voor raadsbehandeling Hamerstuk Niet-akkoord paraaf griffier
Opmerkingen commissiegriffier:
Stuknummer: 412346
SAMENVATTING RAADSVOORSTEL EN -BESLUIT REGISTRATIENR.
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORTEFEUILLEHOUDER
415942
GJ Eeftink
Gri
--
ONDERWERP
AGENDANUMMER
Onderzoeksrapport Rekenkamercommissie Hengelo: ‘Beleefd aanbevolen en dan?’. BELEIDSPROGRAMMA/BELEIDSLIJN
Niet van toepassing REDEN VAN AANBIEDING
De Rekenkamercommissie Hengelo heeft het onderzoeksrapport ‘Beleefd aanbevolen en dan?’ aangeboden aan de gemeenteraad. De Rekenkamercommissie rapporteert hierin over het onderzoek naar de effectiviteit van rapporten van derden in de gemeente Hengelo en doet een aantal aanbevelingen. De raad wordt voorgesteld om de conclusies en aanbevelingen (gedeeltelijk) over te nemen, rekening houdend met de constateringen gedaan in de brief van het college. SAMENVATTING VAN HET RAADSVOORSTEL EN HET VERVOLGTRAJECT
Over de rapporten van derden in de gemeente Hengelo wordt in de rapportage gesteld dat het gebruik, nut en effectiviteit van de 20 onderzochte rapporten (nog) gering is. Het merendeel van de rapporten van ingehuurde derden was ten tijde van het onderzoek nog niet afgerond en vastgesteld en nog niet tot uitvoering gebracht. De lange doorlooptijd is van grote invloed op de uiteindelijke effectiviteit van de rapporten en aanbevelingen geweest. In het rapport zijn de conclusies en aanbevelingen (zie hoofdstuk 2, pagina’s 7 t/m 10) opgenomen die door de Rekenkamercommissie Hengelo worden onderschreven. Er wordt een achttal aanbevelingen gedaan, die betrekking hebben op: de doelstelling van inhuur (3 aanbevelingen) de financiën (een aanbeveling) de inzet van ambtenaren (2 aanbevelingen) de selectie van derden (een aanbeveling) de monitoring van de effectiviteit van de aanbevelingen (een aanbeveling) Het college heeft blijkens deze brief alle conclusies van het onderzoeksrapport overgenomen en deelt de aanbevelingen grotendeels. Het rapport geeft het college ruim voldoende aanleiding om er direct mee aan de slag te gaan en verbeteringen te realiseren. De belangrijke vraag bij deze constatering blijft naar het oordeel van de Rekenkamercommissie wel hoe het college dit proces van verbetering denkt te monitoren en wanneer gezegd kan worden dat de (c.q. welke) verbeteringen zijn gerealiseerd. PLAATSGEVONDEN COMMUNICATIE, DE RESULTATEN DAARVAN EN HET COMMUNICATIEPLAN VOOR HET VERVOLGTRAJECT
Overeenkomstig het onderzoeksprotocol is het college van burgemeester en wethouders in de gelegenheid gesteld om commentaar op dit onderzoek te geven. Het onderzoeksrapport inclusief de conclusies en aanbevelingen is voor hoor en wederhoor aan het college voorgelegd. Het college heeft in de vorm van een brief van 30 november 2010 een reactie op het rapport opgesteld. De notitie maakt samen met het onderzoeksrapport en de aanbiedingsbrief deel uit van de stukken die aan de raad zijn aangeboden. In de reactie van het college geeft zij aan dat zij alle conclusies van het onderzoeksrapport overneemt en de aanbevelingen grotendeels deelt.
VOORSTEL AAN DE RAAD
Aan de raad wordt voorgesteld: 1. Kennis te nemen van het onderzoeksrapport van de Rekenkamercommissie Hengelo: ‘Beleefd aanbevolen en dan?’: 2. In te stemmen met de conclusies en aanbevelingen zoals verwoord in de aanbiedingsbrief van de Rekenkamercommissie van 28 februari 2011, kenm. 410564, en de reactie van het college daarop over het (op sommige punten gedeeltelijk) overnemen van de aanbevelingen, zoals verwoord in de brief van 30 november 2010, kenm. 10G201803): 3. kennis te nemen van de vastgestelde nota “Inkoopbeleid 2011’’ , collegebesluit dd. 15 maart 2011, (kenmerk 11G200176), dat invulling geeft aan de gesignaleerde verbeteringen die zijn verwoord in de aanbevelingen 1 tot en met 4 rond het inkoopproces: 4. het college op te dragen de raad jaarlijks te informeren over het Onderzoeksprogramma.
OPSOMMING VAN BIJLAGEN
-
Rapport rekenkamercommissie dd. september 2010 Aanbiedingsbrief Rekenkamercommissie dd. 28 februari 2011, kenm. 410564: Bestuurlijke reactie van het college dd. 30 november 2010, kenm: 10G201803/392293 inkoopbeleid (collegebesluit dd. 15 maart 2011, kenmerk 11G200176
RAADSVOORSTEL REGISTRATIENR.
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORTEFEUILLEHOUDER
415942
GJ Eeftink
Gri
--
ONDERWERP
Onderzoeksrapport Rekenkamercommissie Hengelo: ‘Beleefd aanbevolen en dan?’. AANLEIDING EN DOEL
De Rekenkamercommissie Hengelo heeft het onderzoeksrapport ‘Beleefd aanbevolen en dan?’ aangeboden aan de gemeenteraad. De Rekenkamercommissie rapporteert hierin over het onderzoek naar de effectiviteit van rapporten van derden in de gemeente Hengelo en doet een aantal aanbevelingen. De raad wordt voorgesteld om de conclusies en aanbevelingen (gedeeltelijk) over te nemen, rekening houdend met de constateringen gedaan in de brief van het college. OVERWEGINGEN
Het voorliggende rapport is het resultaat van een samenwerkingsproject van de Rekenkamercommissies uit Haaksbergen, Hengelo en Twenterand. Het onderzoek is uitgevoerd door twee onderzoekers van de drie genoemde rekenkamercommissies. Het onderzoek in de gemeente Hengelo is uitgevoerd in de periode december 2009 tot juli 2010. Het rapport “Beleefd aanbevolen; en dan?” bevat het onderzoek naar de effectiviteit van rapporten van derden in de gemeente Hengelo. In het rapport “Drie op een rij”, (bijlage) zijn de onderzoeken naar de effectiviteit van de rapporten van incidenteel ingehuurde derden in de drie gemeenten Haaksbergen, Hengelo en Twenterand met elkaar vergeleken. Over de rapporten van derden in de gemeente Hengelo wordt gesteld dat het gebruik, nut en effectiviteit van de 20 onderzochte rapporten (nog) gering is. Het merendeel van de rapporten van ingehuurde derden was ten tijde van het onderzoek nog niet afgerond en vastgesteld en nog niet tot uitvoering gebracht. De lange doorlooptijd is van grote invloed op de uiteindelijke effectiviteit van de rapporten en aanbevelingen geweest. In het rapport zijn de conclusies en aanbevelingen (zie hoofdstuk 2, pagina’s 7 t/m 10) opgenomen die door de Rekenkamercommissie Hengelo worden onderschreven. Er wordt een achttal aanbevelingen gedaan, die betrekking hebben op: de doelstelling van inhuur (3 aanbevelingen) de financiën ( een aanbeveling) de inzet van ambtenaren ( 2 aanbevelingen) de selectie van derden (een aanbeveling) de monitoring van de effectiviteit van de aanbevelingen (een aanbeveling) Het college heeft blijkens deze brief alle conclusies van het onderzoeksrapport overgenomen en deelt de aanbevelingen grotendeels. Het rapport geeft het college ruim voldoende aanleiding om er direct mee aan de slag te gaan en verbeteringen te realiseren. De belangrijke vraag bij deze constatering blijft naar het oordeel van de Rekenkamercommissie wel hoe het college dit proces van verbetering denkt te monitoren en wanneer gezegd kan worden dat de (c.q. welke) verbeteringen zijn gerealiseerd. Het college is tevreden over de genuanceerde insteek van de rekenkamercommissie die bijdraagt aan een genuanceerde kijk op het vraagstuk van de externe inhuur. Deze insteek voorkomt dat onvergelijkbare zaken met elkaar worden vergeleken. Onderscheid is er in: - inhuur gericht op continuïteit van de reguliere bedrijfsprestaties, inclusief het opvangen van piekbelasting; - uitbestedingcontracten; - tijdelijke specialistische expertise in de vorm van een gedetacheerde op reguliere arbeidsplaatsen en ten slotte: - inhuur van tijdelijke specialistische expertise voor adviezen op basis van een onderzoek. Het voorliggende onderzoek en de aanbevelingen gaan over de laatstgenoemde vorm van inhuur.
In de aanbiedingsbrief van de Rekenkamercommissie wordt ook geconcludeerd dat het college de conclusies over heeft genomen en de aanbevelingen grotendeels. De Rekenkamercommissie heeft als majeure vraag bij deze constatering hoe het college dit proces van verbetering denkt te monitoren en wanneer gezegd kan worden dat de (c.q. welke) verbeteringen zijn gerealiseerd. Daartoe overwegen wij dat: De aanbevelingen 1 tot en met 4 die gaan over inspanningen die moeten leiden tot professionaliseren van de inkoop adequaat zijn opgepakt door het college. In die zin stellen wij de raad voor om kennis te nemen van de vastgestelde nota “Inkoopbeleid 2011’’ , collegebesluit dd. 15 maart 2011, kenmerk 11G200176, dat invulling geeft aan de gesignaleerde verbeteringen die zijn verwoord in de aanbevelingen 1 tot en met 4 rond het inkoopproces De inspanningen rond het versterken van de onderzoeksdeskundigheid kunnen blijken door het aanbieden van cursussen door de Hengelo Academie of andere cursussen op dit gebied Het werken aan een beter onderzoeksklimaat (aanbeveling 6) waarmee een stevig onderzoeksprogramma verband houdt aan de gemeenteraad kenbaar te maken, door het college op te dragen om de raad jaarlijks te informeren over het Onderzoeksprogramma
Alles overwegend adviseren wij de raad: 1. Kennis te nemen van het onderzoeksrapport van de Rekenkamercommissie Hengelo: ‘Beleefd aanbevolen en dan?’: 2. In te stemmen met de conclusies en aanbevelingen zoals verwoord in de aanbiedingsbrief van de Rekenkamercommissie van 28 februari 2011, kenm. 410564, en de reactie van het college daarop over het (op sommige punten gedeeltelijk) overnemen van de aanbevelingen, zoals verwoord in de brief van 30 november 2010, kenm. 10G201803): 3. kennis te nemen van de vastgestelde nota “Inkoopbeleid 2011’’ , collegebesluit dd. 15 maart 2011, (kenmerk 11G200176), dat invulling geeft aan de gesignaleerde verbeteringen die zijn verwoord in de aanbevelingen 1 tot en met 4 rond het inkoopproces: 4. het college op te dragen de raad jaarlijks te informeren over het Onderzoeksprogramma.
FINANCIËLE EN PERSONELE ASPECTEN
Nvt
COMMUNICATIE EN INSPRAAK
Overeenkomstig het onderzoeksprotocol is het college van burgemeester en wethouders in de gelegenheid gesteld om commentaar op dit onderzoek te geven. In oktober 2010 is het onderzoeksrapport inclusief de conclusies en aanbevelingen voor bestuurlijk hoor en wederhoor aan het college voorgelegd. Het college heeft in de vorm van een brief verzonde 2 december 2010, een reactie op het rapport opgesteld. De notitie maakt samen met het onderzoeksrapport en de aanbiedingsbrief deel uit van de stukken welke aan de raad zijn aangeboden. Vervolgens is het onderzoek inclusief de reactie van het college in de raadscommissie Bestuur van 14 april 2011 toegelicht. Resultaat behandeling: PM.
VERVOLGTRAJECT EN
Nvt
–PRODUCTEN
VOORSTEL AAN DE RAAD
Aan de raad wordt voorgesteld: 1. Kennis te nemen van het onderzoeksrapport van de Rekenkamercommissie Hengelo: ‘Beleefd aanbevolen en dan?’: 2. In te stemmen met de conclusies en aanbevelingen zoals verwoord in de aanbiedingsbrief van de Rekenkamercommissie van 28 februari 2011, kenm. 410564, en de reactie van het college daarop over het (op sommige punten gedeeltelijk) overnemen van de aanbevelingen, zoals verwoord in de brief van 30 november 2010, kenm. 10G201803.): 3. kennis te nemen van de vastgestelde nota “Inkoopbeleid 2011’’ , collegebesluit dd. 15 maart 2011, kenmerk 11G200176, dat invulling geeft aan de gesignaleerde verbeteringen die zijn verwoord in de aanbevelingen 1 tot en met 4 rond het inkoopproces: 4. het college op te dragen de raad jaarlijks te informeren over het Onderzoeksprogramma.
DE RAAD VAN DE GEMEENTE HENGELO,
De griffier,
De vice- voorzitter,
Gerrit-Jan Eeftink
Johan Harink
RAADSBESLUIT REGISTRATIENR.
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORTEFEUILLEHOUDER
415942
Eeftink
Gri
--
ONDERWERP
Onderzoeksrapport Rekenkamercommissie Hengelo: ‘Beleefd aanbevolen en dan?’. DE RAAD VAN DE GEMEENTE HENGELO, GELEZEN HET VOORSTEL VAN DE KASCOMMISSIE VAN DE RAAD, BESLUIT:
1. Kennis te nemen van het onderzoeksrapport van de Rekenkamercommissie Hengelo: ‘Beleefd aanbevolen en dan?’: 2. In te stemmen met de conclusies en aanbevelingen zoals verwoord in de aanbiedingsbrief van de Rekenkamercommissie van 28 februari 2011, kenm. 410564, en de reactie van het college daarop over het (op sommige punten gedeeltelijk) overnemen van de aanbevelingen, zoals verwoord in de brief van 30 november 2010, kenm. 10G201803.): 3. kennis te nemen van de vastgestelde nota “Inkoopbeleid 2011’’ , collegebesluit dd. 15 maart 2011, (kenm. 11G200176), dat invulling geeft aan de gesignaleerde verbeteringen die zijn verwoord in de aanbevelingen 1 tot en met 4 rond het inkoopproces: 4. het college op te dragen de raad jaarlijks te informeren over het Onderzoeksprogramma.
DE GEMEENTERAAD VAN HENGELO,
De griffier
26 APRIL 2011
De voorzitter
Kopie: College (C. Lange)/ IF- BGI (W. de Jong)/ IF- DIV (archief).
REKENKAMERCOMMISSIE HENGELO
Aan de raad van de gemeente Hengelo Raadsgriffie Postbus 18 7550 AA Hengelo.
Onderwerp Kenmerk Aanbieding rapport "Beleefd aanbevolen; en dan?" 410564
Datum 28 februari 2011.
Geachte leden van de raad, De Rekenkamercommissie Hengelo biedt u hierbij het onderzoeksrapport “Beleefd aanbevolen; en dan?” aan. Het rapport is het resultaat van een samenwerkingsproject van de Rekenkamercommissies uit Haaksbergen, Hengelo en Twenterand. Het onderzoek is uitgevoerd door twee onderzoekers van de drie genoemde rekenkamercommissies. Het onderzoek in de gemeente Hengelo is uitgevoerd in de periode december 2009 tot juli 2010. Het rapport “Beleefd aanbevolen; en dan?” bevat het onderzoek naar de effectiviteit van rapporten van derden in de gemeente Hengelo. In het rapport “Drie op een rij”, dat u in de bijlage bij deze brief ter kennisgeving aantreft, zijn de onderzoeken naar de effectiviteit van de rapporten van incidenteel ingehuurde derden in de drie gemeenten Haaksbergen, Hengelo en Twenterand met elkaar vergeleken.
Aanleiding en doelstelling onderzoek Het inhuren van externen is voor de gemeenten de afgelopen decennia een niet te verwaarlozen post op de jaarrekening. Capaciteitsproblemen, qua deskundigheid en/of menskracht, worden wel als een belangrijke oorzaak voor de toename gezien. Gemeenten huren dan externen in voor het verrichten van diverse werkzaamheden. Externe bureaus worden ingehuurd voor het geven van adviezen om een bijdrage te leveren aan een oplossing van een probleem. De kwaliteit van rapporten van externe adviseurs kan aanzienlijk verschillen en de doorwerking van de in de rapporten opgenomen adviezen is niet altijd even goed te traceren. De Rekenkamercommissie Hengelo heeft daarom besloten een onderzoek in te laten stellen met als doel meer inzicht te krijgen in de kwaliteit van externe rapporten en adviezen en in de wijze waarop de gemeente Hengelo met externe rapporten en adviezen omgaat. De centrale vraag hierbij luidt: “Hoe effectief zijn de rapporten van incidenteel ingehuurde derden?”. Voor het onderzoek heeft de Rekenkamercommissie zich beperkt tot de inhuur van individuele experts dan wel bureaus die in hun rapport de gemeente van concrete adviezen voorzien voor het oplossen van lokale overheidsproblemen. Onderzoeksvragen In het onderzoek hebben vier onderzoeksvragen centraal gestaan. De eerste drie gaan over de mate van het gebruik, het nut en de effectiviteit. De vierde vraagt naar het waarom. 1. 2. 3. 4.
Gebruik: In hoeverre zijn de gedane aanbevelingen overgenomen? Nut: In hoeverre hebben de aanbevelingen bijgedragen aan de probleemoplossing? Effectiviteit: Hoe effectief zijn de rapporten van incidenteel ingehuurde derden? Waarom: Wat bepaalt de effectiviteit van het rapport?
Bezoekadres
Behandeld door
Burg. Jansenplein 1
Mr. R.H. Plomp
E-mail adres
Tel. 074-2459239
[email protected]
Fax. 074-2459233
Bladnummer: 2
Kenmerk: 392293
Datum:
Conclusies en aanbevelingen In het rapport zijn de conclusies en aanbevelingen (zie hoofdstuk 2, pagina’s 7 t/m 10) opgenomen die door de Rekenkamercommissie Hengelo worden onderschreven. Over de rapporten van derden in de gemeente Hengelo kan gesteld worden dat het gebruik, nut en effectiviteit van de 20 onderzochte rapporten (nog) gering is. Het merendeel van de rapporten van ingehuurde derden was ten tijde van het onderzoek nog niet afgerond en vastgesteld en nog niet tot uitvoering gebracht. De lange doorlooptijd is van grote invloed op de uiteindelijke effectiviteit van de rapporten en aanbevelingen geweest. Er wordt een achttal aanbevelingen gedaan, die betrekking hebben op: (a) de doelstelling van de inhuur 1. Ga eerst na of incidentele inhuur van derden wel noodzakelijk is gezien de beschikbare tijd en/of de aanwezige kennis binnen het ambtenarencorps. 2. Verwerk in de opdracht aan de derde dat deze door haar werk het kennisniveau van de betrokken ambtenaren verhoogt. 3. Maak daarbij duidelijk onderscheid in inhuur om vast te stellen of (en in hoeverre) er een probleem is of om oplossingen voor een probleem aan te dragen en formuleer zelf doel, opdracht, probleemstelling en onderzoeksvragen. (b) de financiën 4. Houd rekening met de kosten van de te betrekken ambtenaren bij het werk van de derde. (c) de inzet van ambtenaren 5. Bij de aansturing en uitvoering van de opdracht dienen twee ambtenaren te zijn betrokken: - één met kennis van ‘onderzoek’ om potentiële derden te kunnen selecteren, onderzoek te begeleiden en rapporten te kwalificeren, - één ambtenaar met voldoende kennis op het betreffende terrein, voor inhoudelijke begeleiding. 6. Inherent aan de incidentele inhuur van derden dient te zijn dat binnen het ambtenarencorps een op samenwerking gericht draagvlak wordt gecreëerd voor de inhuur. (d) de selectie van derden 7. Houd centraal een dossier ‘ingehuurde derden’ bij waarin de incidenteel ingehuurde derden staan opgenomen naar kenmerken als kwaliteit rapport, gebruik, nut en effectiviteit. Belangrijk daarbij is zeker dat aangetekend wordt in hoeverre het ambtenarencorps haar kennis heeft vergroot met de ingehuurde derde. (e) de monitoring van de effectiviteit van de aanbevelingen 8. Maak inzichtelijk op welke wijze aanbevelingen uit een rapport naar gebruik, uitvoering, nut en effectiviteit kunnen worden gevolgd.
Bestuurlijke reactie Voordat dit rapport aan u wordt aangeboden is, conform ons onderzoeksprotocol, het College van B&W in de gelegenheid gesteld om commentaar op dit onderzoek kenbaar te maken. De schriftelijke reactie van het college van 30 november 2010 is evenals de opmerkingen daarover van de Rekenkamercommissie als bijlage opgenomen in de definitieve versie van het rapport. Het doorlopen proces van hoor en wederhoor heeft ons geen aanleiding gegeven veranderingen in het onderzoeksrapport aan te brengen. Het college heeft blijkens deze brief alle conclusies van het onderzoeksrapport overgenomen en deelt de aanbevelingen grotendeels. Het rapport geeft het college ruim voldoende aanleiding om er direct mee aan de slag te gaan en verbeteringen te realiseren. Majeure vraag bij deze constatering blijft naar het oordeel van de Rekenkamercommissie wel HOE het college dit proces van verbetering denkt te monitoren en WANNEER gezegd kan worden dat de (c.q. welke) verbeteringen zijn gerealiseerd. Niet alleen bij het onderhavige onderzoek, maar meer in zijn algemeenheid houden dergelijke “follow upprocessen” de gemoederen van bestuurskundigen en onderzoekers in Nederland en daarbuiten bezig. Wij zouden graag met u van gedachten wisselen of en zo ja hoe de gemeenteraad op de hoogte kan blijven van door het college gerealiseerde (management-)trajecten. Aanbeveling C6 appelleert binnen het ambtenarenkorps aan een op samenwerking gericht draagvlak voor de inhuur. Het college vertaalt deze aanbeveling naar een cultuurveranderproces, in die zin dat gewerkt wordt aan een klimaat binnen de Hengelose organisatie waarbij onderzoek – ook als de 2
Bladnummer: 3
Kenmerk: 392293
Datum:
uitkomsten daarvan kritisch zijn- op te vatten is als een kans tot verbeteren. Ontvankelijkheid voor nieuwe kennis en die benutten voor innovaties hoort daarbij. Een dergelijk uitgesproken intentie doet uiteraard deugd. Voorzitter, secretaris en onderzoeker zijn uiteraard bereid om tijdens de behandeling in raadscommissieverband tekst en uitleg te geven.
Hoogachtend, Rekenkamercommissie gemeente Hengelo, De secretaris,
de voorzitter,
R.H. Plomp
N.S. Groenendijk
3
WflWFH"Wf(T
|W
m f ^ w e ^
jnr ii i nun IIIIII Beleidsonderzoek en geo informatie De voorzitter van de Rekenkamercommissie Gemeente Hengelo, de heer N.S. Groenendijk Postbus 18 7550 AA HENGELO OV
Onderwerp bestuurlijke reactie op rapport 'Beleefd aanbevolen; en dan?'
Kenmerk 10G201803/ 392293
Postbus 18 7550 AA Hengelo
Datum
3 0 NOV. 2010 VERZONDEN - 2 DEC. 2010
Geachte heer Groenendijk, Hierbij bieden onze bestuurlijke reactie aan op net rapport van uw commissie. De rekenkamercommissie heeft een onderzoek gedaan naar de effectiviteit van rapporten van incidenteel ingehuurde derden "Beleefd aanbevolen, en dan?". Wij nemen de conclusies van het onderzoek over en de aanbevelingen grotendeels. Waar we dat niet of gedeeltelijk doen geven we daarvoor argumenten. Blij met genuanceerde benadering van externe inhuur We zijn er in de eerste plaats tevreden mee dat uw commissie een insteek heeft gekozen die bijdraagt aan een genuanceerde kijk op het vraagstuk van de externe inhuur. De discussie daarover werd in het verleden nogal eens scheef getrokken door het op een hoop gooien van volstrekt onvergelijkbare zaken. Wij maken hierbij het volgende onderscheid in: inhuur gericht op continu'iteit van de reguliere bedrijfsprestaties, inclusief het opvangen van piekbelasting; uitbestedingcontracten; tijdelijke specialistische expertise in de vorm van een gedetacheerde op reguliere arbeidsplaatsen en ten slotte inhuur van tijdelijke specialistische expertise voor adviezen op basis van een onderzoek. Uw onderzoek gaat alleen over het vierde onderdeel. Dat is de beperking, maar tevens de kracht van de gekozen scope van dit onderzoek. Follow up niet afhankelijk maken van nader onderzoek Met het rapport kunnen wij zeker onze winst doen. Enkele conclusies zijn opmerkelijk te noemen. Wei zijn wij met u van mening dat om zekerheid te verkrijgen over de oorzaken van sommige verschijnselen genoemd in de conclusies strikt genomen nieuw onderzoek nodig is. In conclusie 6 staat dat uit het onderzoek komt dat goed onderzoek (duidelijke probleemstelling en hoogwaardige methodiek van dataverzameling) eerder een nadeel is voor effectiviteit dan een voordeel. Extra onderzoek bepleiten wij overigens niet. Het rapport geeft nu al ruim voldoende aanleiding om er direct mee aan de slag te gaan en verbeteringen te realiseren.
Bezoekadres E-mail adres
[email protected]
Behandeld door w. de jong Tel. Fax
Bladnummer: 2
Kenmerk: 392293
Datum:
3 0NCV. 2010
Effectiviteit van onderzoek moet omhoog Wij zijn van mening dat de effectiviteit van de rapporten omhoog moet. Voorkomen moet worden dat middelen verspild worden aan duur extern onderzoek dat geen effect heeft. Enerzijds willen we de effectiviteit verhogen door alleen die onderzoeken te starten waarvan de kans op uitvoering van aanbevelingen groot is. Anderzijds door in de totstandkoming van rapporten strakker te sturen op nuttige aanbevelingen die haalbaar zijn en aansluiten bij de praktijk. Ook willen we meer gaan sturen op korte doorlooptijden van onderzoek. Die aanbeveling hebben we overigens gemist, terwijl die wel rechtstreeks is af te leiden uit de conclusies van het onderzoek. Kansen door samenloop met professionalisering van inkoop. De grootste verbeteringen zien wij ontstaan door meer aandacht voor de "voorkant" van het onderzoek- en inhuurproces. De maatregelen die daarvoor nodig zijn maken wij concreet door professionalisering van het inkoopproces. Een nota daarover is bijna gereed en zal u in de komende maanden worden aangeboden. Ons management moet in dat kader aan de slag met de aanbevelingen 1 tot en met 4: nagaan of extra inhuur wel echt noodzakelijk is (1), zorgen dat het uitbestede werk bijdraagt aan het kennisniveau van eigen ambtenaren (2), onderscheid maken tussen onderzoek voor het vaststellen van een probleem en onderzoek voor het zoeken van oplossingen (3) en rekening houden met de kosten van de interne ambtelijke begeleiding van onderzoek (4). Versterken van de onderzoeksdeskundigheid Aanbeveling 5 opvolgen betekent de plicht om bij ieder onderzoek en voor het hele onderzoeksproces verplicht een ambtenaar te betrekken die expertise heeft van op het gebied van onderzoek. Dat gaat ons iets te ver. Dat vraagt teveel capaciteit en leidt mogelijk tot verlies aan slagkracht. Een versterking van de positie van de afdeling Beleidsonderzoek en Geo-informatie als adviseur bij onderzoek vinden wij wel wenselijk. Deze afdeling kan bijdragen aan een goede onderzoeksopzet met een goede probleemstelling en aan de vertaling van onderzoeksrapporten in aanbevelingen. (Overigens bestaat er voor beleidsonderzoek al een beleidskader waarin die betrokkenheid van BGI is vastgelegd.) Verder vinden wij het nodig de kennis en kunde in de organisatie over het aansturen en begeleiden van onderzoek te versterken. Een cursus om dat aan te leren past uitstekend in het lespakket van de Hengelo Academie. Werken aan een beter onderzoeksklimaat Verder willen wij - als uitwerking van aanbeveling 6 - werken aan een klimaat in de organisatie waarbij onderzoek, ook als dat kritisch is, wordt opgevat als een kans tot verbeteren. Dat past bij ons streven naar een lerende organisatie die gericht is op constant verbeteren. Ontvankelijkheid voor nieuwe kennis en die benutten voor innovaties hoort daarbij. We denken dat ook deze positiefkritische reactie en het actieve vervolg dat wij aan dit onderzoek gaan geven bij zal dragen aan dat klimaat. Een stevig onderzoeksprogramma gericht op de actuele uitdagingen waar de organisatie en het bestuur voor staan bevestigt dat we daaraan werken. Ook noemen we de groei in bruikbaarheid van onderzoek dat gedaan wordt door de onderzoeker doelmatigheid en doeltreffendheid (213a-onderzoek). Voor leveranciersmanagement is het nog te vroeg Aanbeveling 7 is gericht op het centraal en systematisch bijhouden van ervaringen met ingehuurde derden in termen van gebruik en nut van hun onderzoeksrapporten. Dit komt neer op een vorm van leveranciersmanagement en zou - breder toegepast - goed passen in een verbeterd inkoopbeleid. Het past niet in de prioriteiten die wij nu stellen in de professionalisering van ons inkoopbeleid. Daarbij ligt de nadruk op de voorkant van de processen. Dat moet eerst. Daarom nemen we deze aanbeveling nu niet over. Kwaliteitsbenadering heeft de voorkeur
Bladnummer:
Kenmerk:
Datum:
3 392293 3 0 flflt/ Aanbeveling 8 vraagt bij ieder onderzoek monitoring van aanbevelingen naar gebruik, uifvo'dHng, nut. We zien weinig in een dergelijke honderd-procentsbenadering. Die is te zwaar. Wij zien meer in een steeksproefgewijze controle waarbij de follow up van onderzoek door derden onderwerp is van een kwaliteitsbenadering. Deze moet dan onderdeel worden van het interne controleprogramma van de gemeente. Met vriendelijke groet, Burgemeester en wethouders van Hengelo, de/secretaris, de burgemeester,
mjOOSt Llcht
Dre. Frank AM. Kerckhaert
Inkoopbeleid Gemeente Hengelo - januari 2011 Hengelo bewust op KOERS naar meerwaarde Aanleiding. Waarom (een herzien) inkoopbeleid? Het doel van het inkoopbeleid is een kader te scheppen, waarbinnen de inkopen van de gemeente Hengelo moeten plaatsvinden. Op deze wijze kan inkoop optimaal bijdragen aan realisatie van de doelen van de Gemeente Hengelo. Hiervoor hanteert de gemeente bij haar inkoop een aantal uitgangspunten. Die uitgangspunten zijn Kostenbewust, Objectief, Efficiënt en Effectief, Rationeel, Respectvol en Samenwerken. Kortom: bewust op KOERS naar meerwaarde. Het huidige beleid blijkt in de praktijk niet goed aan te sluiten bij de doelstellingen van onze gemeente. Dat is de reden om dit beleid te evalueren en bij te stellen. Belangrijke pijlers onder dit beleid zijn: 1. Objectiviteit, transparantie, non-discriminatie en proportionaliteit; 2. Beargumentering van keuzes belangrijk op basis van 8 criteria; 3. Prijs is niet per definitie leidend; 4. Inkoopbesparingen niet slechts in euro; 5. Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) met als speerpunten “Social Return on Investment” (SROI) en duurzaamheid; 6. Naleving van nationale en internationale (Europese) wetgeving; 7. Naleving van ons zelf opgelegde regels; a. (De Gemeente Hengelo legt zich zelf zo min mogelijk regels op, b. Maar die komen we dan wel na!); 8. Stimuleren (lokaal) ondernemerschap; 9. Samenwerking (over de eigen sector heen); 10. Hantering inkoopvoorwaarden; 11. Contractmanagement, wie betaalt bepaalt; 12. Correcte dossieropbouw; 13. Faire kansen voor regionale ondernemingen. Het nieuwe inkoopbeleid biedt een betere en meer aan de tijd aangepaste basis voor de inzet van het inkoopvolume bij de realisatie van de gemeentelijke doelstellingen. Het inkoopbeleid is geen statisch beleidsstuk. Het staat open voor continue aanscherping en wordt voortaan jaarlijks geëvalueerd.
1. Objectiviteit, transparantie, non-discriminatie en proportionaliteit. De gemeente handelt volgens de basisregels van rechtmatige inkoop. Dat wil zeggen dat binnen de juiste (eventueel Europese) procedure keuzes worden gemaakt. Deze keuzes zijn transparant, op basis van objectieve criteria gemaakt en sluiten niemand op voorhand uit. De eisen die aan de leverancier worden gesteld moeten evenredig zijn met de aard en waarde van de opdracht. De relatie met de opdrachtnemer moet te allen tijde integer zijn. Alle medewerkers dienen zich daarom te houden aan de ‘Gedragscode ambtelijke integriteit gemeente Hengelo 2004’. Hierin staan onder meer regels met betrekking tot integriteit. Hierover mag naar buiten toe geen enkel misverstand ontstaan. Wel dient het puur procedureel ‘afvinken’ van de eisen zoals gesteld in deze gedragscode geen doel: integriteit moet een normaal onderdeel worden van al het dagelijkse handelen.
2. Argumenteren belangrijker dan (eigen) regels. Mede als gevolg van de laatste organisatieontwikkelingen is nu het moment daar om de oude regels (onder de drempel voor Europees aanbesteden) aan te passen en te laten aansluiten bij de gekozen organisatievorm.
Inkoopbeleid 2010 en verder
gemeente Hengelo
blz. 1 van 6 januari 2011
Inkopers hebben hun eigen verantwoordelijkheid en moeten inkoopbeslissingen op inhoudelijke argumenten nemen. Dat is niet hetzelfde als inkopen voor de laagste prijs. Het uiteindelijke inkoopresultaat moet op de gehele contractperiode of levenscyclus worden beoordeeld. Een inkoper krijgt een goed beeld van de toegevoegde waarde van zijn inkoop wanneer hij zijn keuzes in het inkoopproces beargumenteerd. De volgende 8 criteria zijn bedoeld als ondersteuning daarbij. 1. Beeld waarde: weet ik voldoende wat ik wil, heb ik voldoende beeld bij de waarde die de inkoop moet toevoegen voor de uiteindelijke gebruiker? Deze waarde is niet per definitie een financiële, maar wordt ook gevonden op de vlakken van SROI en duurzaamheid. 2. Marktkennis: ken ik de betreffende markt voldoende om mijn (toch wel stevige) positie als overheidsorganisatie optimaal te benutten? 3. Spanning doelstellingen: de met de inkoop te realiseren doelstellingen worden niet altijd evenredig nagestreefd in het inkooptraject. Ben ik als inkoper in staat de ‘extra kwaliteit’ te beargumenteren? Ben ik bereid daarvoor te betalen en waarom? En andersom, wanneer ik als inkoper ‘minder kwaliteit’ accepteer/nastreef, wentel ik het gemis aan kwaliteit dan niet af op de (toekomstige) eindgebruiker? 4. Wet- en regelgeving: passen mijn keuzes als inkoper binnen landelijke en Europese weten regelgeving (onder andere op het gebied van aanbestedingswetgeving). 5. Risico’s: gedurende het aanbestedingstraject en uiteindelijk in de realisatiefase ontstaan risico’s. Deze risico’s worden veelal door de manier van aanbesteden of de inrichting van een organisatie ondervangen. Welke maatregelen ter beperking van de risico’s worden opgenomen in het inkoopproces? 6. Rol: welke rol moet de gemeentelijke overheid spelen in het aanbestedingstraject, een ontwikkelende rol (op detail) of regisserende rol (op hoofdlijnen). 7. Grensoverschrijdend belang: brengt de (technische) aard van de opdracht, en de locatie waar de opdracht uitgevoerd moet worden, met zich mee dat de opdracht opengesteld moet worden voor zowel nationale als internationale leveranciers? 8. Reikwijdte aanbesteding: hebben we voldoende in beeld welke consequenties de uitkomst van de betreffende aanbesteding heeft op andere beleidsterreinen dan wel politieke vraagstukken? 9. Regionaal ondernemerschap faire kansen? Zoals punt 13 van de pijlers onder dit inkoopbeleid aangeeft, houdt de gemeente Hengelo zich aan de basisbeginselen van het aanbestedingsrecht. Bovendien is dit ook wettelijk verankerd. Deze basisbeginselen zorgen er voor dat regionale ondernemers ook buiten de stads- en regiogrenzen voldoende kansen hebben om overheidsopdrachten te bemachtigen. Binnen de ruimte die deze basisbeginselen bieden zijn er voldoende mogelijkheden om faire kansen voor deze ondernemingen te waarborgen. Deze mogelijkheden moeten bij de bepaling van de aanbestedingsstrategie een belangrijke rol spelen. Regionale ondernemingen moeten zich verzekerd weten van in ieder geval gelijke kansen binnen de stads- en regiogrenzen. Er moet zich geen situatie voordoen waarbij een onderneming onbewust geen kans krijgt op een Hengelose opdracht. Ook het zodanig clusteren van inkoopvolumes dat nog slechts landelijke ondernemingen in aanmerking komen,is een situatie die in een professioneel uitgevoerde Hengelose aanbestedingsprocedure vermeden moet worden. Bij iedere meervoudig onderhandse procedure moet minimaal 1 regionale ondernemer worden uitgenodigd om een offerte uit te brengen. Beantwoording van bovenstaande set criteria in een besluitvormend document borgt in voldoende mate de in de aanbestedingsstrategie gemaakte keuzes. Evaluatie daarvan draagt bij aan de verdere professionalisering van de inkoop. Mede op deze wijze ontstaat een cultuur van intern ondernemerschap.
3. Prijs belangrijk, maar niet per definitie leidend. In een inkoopproces wordt vaak een lage prijs bedongen. Een lage prijs kan over de volle levenscyclus een lagere kwaliteit betekenen, welke extra kosten met zich meebrengt. In dat geval verschilt het uiteindelijke inkoopresultaat van het aanvankelijk bedoelde aanbestedingsresultaat. Het is belangrijk vast te stellen wat een lagere prijs aan kwaliteit mag kosten. Ligt dit vooraf vast is het zaak hierop te sturen in de aanbestedingsfase. Daarnaast zijn er aspecten bijvoorbeeld vanuit MVO die van invloed kunnen zijn op de prijs, maar op dat terrein kwaliteit toevoegen. Laat leveranciers meedenken in oplossingen. Maak gebruik van het innovatieve vermogen van marktpartijen. Dat levert vaak meer op dan een lage prijs.
Inkoopbeleid 2010 en verder
gemeente Hengelo
blz. 2 van 6 januari 2011
4. Inkoopbesparingen niet slechts in euro. Prijs is niet per definitie leidend in het streven naar de Economisch Meest Voordelige Inschrijving (EMVI). Inkoopbesparingen worden niet alleen in geld uitgedrukt. Een optimale balans tussen prijs, kwaliteit en realisatie van gemeentelijke doelstellingen wordt nagestreefd. Economisch voordeel kan ook worden behaald door de realisatie van doelstellingen die niet direct annex zijn met het in te kopen product. De levensduur van een ingekocht product (dienst levering of werk) is ook een belangrijk aspect. Niet alleen de eenmalige aanschafkosten maar ook de kosten voor de exploitatie gedurende de gebruiksperiode, zijn van belang. Een hoge “aanschaf” kan leiden tot een besparing op termijn. In dat geval ligt het voor de hand voor de hogere aanschafprijs te kiezen. Wanneer een hogere prijs leidt tot werkgelegenheid kan hetzelfde gelden. Het is van belang in de aanbestedingsfase hieraan uitgebreid aandacht te schenken.
5. Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Wat is Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen? (MVO?) MVO betekent dat je als ondernemer streeft naar zowel winst als positieve effecten voor het milieu en de mens binnen en buiten de onderneming. MVO is op veel manieren in te vullen. De gemeente Hengelo hanteert er twee. ‘Social Return on Investment’ en ‘duurzaamheid’. * Social Return on Investment * De gemeente Hengelo wil haar inkooppotentieel inzetten ten behoeve van maatschappelijke doeleinden. In het kader daarvan wordt door de gemeente van opdrachtnemers verlangd een deel (5%) van de opbrengst van het contract hiervoor in te zetten. Naast het bieden van arbeid- , leerwerk- en stageplaatsen aan gemeentelijke doelgroepen moet hierbij worden gedacht aan het ondersteunen van initiatieven op de terreinen van welzijn, sport, inburgering en cultuur. SROI is dus een koppeling van fysieke en sociale investeringen. Samen met de uiteindelijke contractpartner kan hier op veel manieren invulling aan worden gegeven. * Duurzaamheid * De gemeente Hengelo is millennium gemeente en houdt zich aan het door het ministerie van VROM opgezette en door Agentschap NL uitgevoerde ‘Programma Duurzaam Inkopen’. Op 2 juli 2009 heeft de Tweede Kamer ingestemd met een lijst van 40 productgroepen, waarop milieucriteria van toepassing zijn. Agentschap NL heeft deze criteria ontwikkeld. De gemeente Hengelo stelt deze criteria als minimale eis in een inkoopproces binnen de betreffende productgroep. Voor een aantal productgroepen zijn (nog) geen criteria ontwikkeld. Dat neemt niet weg dat ook in die aanbestedingsprocedures duurzaamheidcriteria een belangrijke rol in de afweging moeten spelen. Creativiteit, ondernemerschap en deskundigheid op het gebied van duurzaamheid van de gemeente Hengelo als opdrachtgever zijn dan belangrijk. Een professioneel inkoopproces doorloopt op het aspect duurzaamheid in ieder geval de volgende stappen: 1. Bij aanvang van elk inkooptraject worden de mogelijkheden tot duurzaam inkopen verkend. Wanneer de betreffende inkoop binnen de gedefinieerde productgroepenlijst valt , gelden de SenterNovem-criteria als minimale eis; 2. in het programma’s van eisen worden duurzaamheidaspecten zoveel mogelijk opgenomen. Dat geldt ook voor inkopen die niet in de productenlijst gedefinieerd zijn; 3. duurzaamheid wordt expliciet meegenomen bij de beoordeling van leveranciers en aanbiedingen. Dit wordt standaard opgenomen in de selectie- en gunningcriteria. De Senter-Novem criteria zijn dan veelal knock-out-criteria waaraan de leverancier cq. aanbieding moet voldoen; 4. duurzaamheidafspraken worden zoveel mogelijk expliciet opgenomen in het contract. Monitoring MVO Zowel SROI als Duurzaamheid zijn volwaardige contractvoorwaarden. Een aanbestedingsprocedure is pas professioneel uitgevoerd wanneer de genoemde kaders prominent zijn meegenomen. Een contract zonder MVO-voorwaarden mag in Hengelo dan ook niet meer voorkomen. De contractmanager ziet toe op de naleving van die voorwaarden. Het toezicht van de contractmanager draagt eraan bij dat het gros van de facturen het stempel “Duurzaam” krijgt. Afwijken mag alleen gemotiveerd plaatsvinden (comply or explain).
Inkoopbeleid 2010 en verder
gemeente Hengelo
blz. 3 van 6 januari 2011
In de periode 2010-2015 komen op basis van dit inkoopbeleid, meer en meer professionele contracten tot stand. Rechtmatig tot stand gekomen contracten zijn dan als vanzelf “MVOproof” contracten. Hengelo wil zich sterk maken voor het “cradle to cradle” principe. Dat betekent dat niet alleen wordt gekeken naar het product tijdens de ontwerp- gebruiksfase, maar ook naar dat wat er nadien mee moet gebeuren. Zo ontstaat een cyclisch systeem. In zo’n systeem worden grondstoffen en materialen oneindig gebruikt. Er is geen verlies aan kwaliteit. Mensen zijn in dit systeem beter af. Hun leefomgeving wordt niet vernietigd en de economie( dus ook de werkgelegenheid) blijft zonder problemen overeind.
6. Naleving van nationale en internationale (Europese) wetgeving. De gemeente is verplicht tot naleving van nationale en internationale (Europese) wet- en regelgeving. De regels vanuit Europa staan niet ter discussie. Onder de drempelbedragen is er veel grijs gebied, maar gedurende de looptijd van dit inkoopbeleid wordt op dit terrein nationale wetgeving verwacht. Het nieuwe beleid dat nu voorligt, sorteert hierop voor. Het naleven van nationale regelingen, zoals het UAR of ARW is voor gemeenten niet verplicht. Hengelo streeft er naar om als dat zinvol is ook deze regelingen te hanteren. Begin 2010 is de Wira (Wet Implementatie Rechtsbeschermingrichtlijnen Aanbesteden) van kracht geworden. Voorts is het wetsvoorstel Aanbestedingswet bekend gemaakt. Het nieuwe inkoopbeleid heeft hier voor zover mogelijk al op voorgesorteerd, en uiteraard houdt de Gemeente Hengelo zich aan wetgeving.
7. Naleving van de door gemeente aan haar zelf opgelegde regels. Het nieuwe inkoopbeleid onderscheidt onder de Europese Drempels nog slechts 1 eigen regel. Alle inkopen met een waarde hoger dan € 50.000,- worden met behulp van een ‘reflectieformulier’ kenbaar gemaakt bij de afdeling bedrijfsondersteuning. De vastlegging van de motivering van de gekozen aanbestedingsmethode, de wijze van afweging en eventueel de keuze van uitgenodigde onderhandelingspartijen ondersteunt de inkopers bij de reflectie over de gevolgen en achterliggende gedachten bij hun keuzes. Ook worden de gevolgen van deze keuzes inzichtelijk gemaakt. Deze resultaten zijn inzichtelijk voor andere inkopers die er hun voordeel mee kunnen doen. Het staat de inkoper vrij om het cluster inkoopoplossingen om ondersteuning te vragen. Op verzoek kan de inkoper worden ondersteund bij de naleving van landelijke en internationale (Europese) wetgeving. Het meldingsformulier bevat de 8 keuzecriteria die de inkoper ondersteunen bij de beargumentering van zijn keuze. Die beargumentering is voor hemzelf een hulpmiddel bij de optimale inzet van middelen voor het bereiken van doelen. Daarnaast heeft de gemeente in een eerder stadium bepaald: • •
Elke uitgave die het bedrag van 5.000 euro te boven gaat wordt vastgelegd in de verplichtingenadministratie. Elke opdracht die wordt verstrekt aan een leverancier wordt schriftelijk vastgelegd ongeacht het bedrag van de aanschaf. Hiervoor moet een bestelformulier in Enterprise-One worden ingevuld. Voor kleine bestellingen staat het “Opdrachtbevestiging/inkooporder” formulier in SmartDocuments ter beschikking.
8. Stimuleren innovatie in ondernemerschap. Binnen Hengelo wordt in een aanbestedingsprocedure inschrijvers vaak exact voorgeschreven wat van ze wordt gevraagd. Het indienen van alternatieven wordt daarbij vaak ook nog uitgesloten. In een aantal gevallen is dat een gemiste kans. De markt heeft in meer te bieden. Wanneer bedrijven worden uitgedaagd ook in de ontwerpfase met innovatieve ideeën te komen en daar verantwoordelijkheid voor te nemen heeft dat bij de (op)levering vaak grote voordelen. Een stap verder is leveranciers ook verantwoordelijk te maken voor het beheer en de onderhoudsfase. Eventueel zelfs voor de complete financiering.
9. Samenwerking (over de eigen sector heen). De gemeente Hengelo is één entiteit. Ze voert een inkoopbeleid dat gericht is op bundeling van gelijksoortige inkoopbehoeften binnen die entiteit. Belangrijk bij inkoop is niet het individuele resultaat van de sector of afdeling maar het resultaat van de gemeente.
Inkoopbeleid 2010 en verder
gemeente Hengelo
blz. 4 van 6 januari 2011
Het financiële systeem voorziet in informatie waar interne samenwerking mogelijkheden biedt tot waardevermeerdering of kostenbesparing. Datzelfde geldt voor de samenwerking tussen de gemeenten van de Netwerkstad al dan niet in een Shared Service Center verenigd.
10. Hanteer inkoopvoorwaarden. Op iedere inkoop zijn de algemene inkoopvoorwaarden van de gemeente Hengelo van toepassing. Diezelfde inkoopvoorwaarden gelden ook in de andere gemeenten van de Netwerkstad. Het conceptcontract wordt door de gemeente Hengelo opgesteld en maakt onderdeel uit van de aanbesteding. Onder de drempel voor Europees aanbesteden dient dit in een zo vroeg mogelijk stadium te gebeuren, bij voorkeur bij de offerteaanvraag. In bijzondere omstandigheden is het mogelijk met de wederpartij overeen te komen één of meerdere bepalingen toe te spitsen op de specifieke situatie. Voor inkopen waarvoor in de branche gebruikelijke algemene voorwaarden correct zijn gedeponeerd en waarmee de Gemeente goede ervaring heeft, is het mogelijk in te stemmen met de toepasselijkheid daarvan. Hiervan wordt melding gemaakt bij het cluster Inkoopoplossingen zodat hiervan een lijst kan worden bijgehouden. Organisaties die voorwaarden hanteren waarmee de gemeente niet kan leven worden in het inkooptraject uitgesloten.
11. Contractmanagement, wie betaalt bepaalt. Wanneer het aanbestedingstraject is afgesloten wordt pas het echte resultaat bepaald. Op “papier” is het voor contractpartijen vaak eenvoudig om aan het geëiste kwaliteitsniveau te voldoen. Dat geldt ook voor de prijs. Een inschrijver wil de lage prijs die hij in de aanbesteding heeft geboden op de een of andere manier toch gecompenseerd zien. Vaak door meerwerk, maar soms ook door minder kwaliteit te leveren. In andere gevallen door een prijsverhoging te hanteren die hoger is dan afgesproken. Wanneer het contract ingaat, is het zaak het contract te managen. Krijgen we wat we hebben ingekocht tegen de afgesproken prijs en condities?
Let wel: Contractbeheer heeft als doel de interne organisatie te voorzien van voldoende inzicht in lopende contracten en de juiste contractuele afspraken en informatie. Hiertoe legt de gemeente Hengelo al haar contracten vast in het systeem Enterprise One. De contractmanager zorgt dat de afdeling Bedrijfsondersteuning die het systeem bijhoudt wordt voorzien van informatie over de contracten. Contractmanagement is het proces waarmee zo systematisch en efficiënt mogelijk contracten worden aangemaakt, uitgevoerd en geanalyseerd met als doel de financiële en operationele prestaties te optimaliseren en tegelijkertijd de risico's zo veel mogelijk te beperken. Contractmanagement wordt uitgevoerd door of namens degene die het contract betaalt. Aan het begin van het aanbestedingsproces wordt vastgelegd wie het contract gaat managen.
12. Correcte dossieropbouw. Aan elk inkooptraject, inkoop of bestelling liggen 1 of meerdere documenten ten grondslag. Vooral bij inkooptrajecten van een product met een waarde boven de € 50.000,00 is het van belang om de inkoopdocumenten en beslissingen die hebben geleid tot de aanschaf centraal te beheren. Voor Europese Aanbestedingen is het document ‘dossieropbouw’ beschikbaar, waaruit na afloop van het traject het gehele dossier (minimaal) dient te bestaan. Achteraf niet alleen een prima hulpmiddel bij de toetsing op rechtmatigheid, maar ook nutiig ter evaluatie voor toekomstige trajecten.
13. Faire kansen voor regionale ondernemingen. Deze laatste pijler kan in veel gevallen op gespannen voet staan met de eerstgenoemde. In openbare en/of Europese aanbestedingsprocedures mag een regionale onderneming niet op basis van dat uitgangpunt meer kansen op het verwerven van overheidsopdrachten krijgen dan de concurrentie. Maar het is een kwestie van professioneel inkopen dat ze ook zeker niet minder kansen hebben. Het (misschien) onbewust en ondoelmatig uitsluiten van "onze" ondernemingen moet worden voorkomen. Het onnodig clusteren van opdrachten, bijvoorbeeld in Netwerkstad-inkopen, moet ook worden voorkomen wanneer dit als (misschien onbedoeld) neveneffect met zich meebrengt dat lokale ondernemingen geen kansen meer maken. In meervoudig onderhandse aanbestedingen heeft de Gemeente als opdrachtgever meer mogelijkheden om rechtstreeks ondernemingen te benaderen.
Inkoopbeleid 2010 en verder
gemeente Hengelo
blz. 5 van 6 januari 2011
Binnen dit type procedures moeten de kansen voor regionale ondernemingen in ieder geval worden gewaarborgd. In het voornoemde criterium 9 dit aangegeven. Daarnaast wil de Gemeente een rol spelen om het professioneel inschrijven op aanbestedingen door regionale ondernemingen te bevorderen. De basisbeginselen van het aanbestedingsrecht zorgen ervoor dat er een enorme markt in de regio toegankelijk is voor onze lokale ondernemingen. Wanneer deze open-marktprincipes in Nederland en Europa worden gerespecteerd, dan ontstaan daar ook enorme mogelijkheden. Hengelo moet over aanbestedingsprocedures die ze zelf opstart of die in het kader van de Netwerkstad of de regio Twente worden opgestart goed communiceren met de regionale ondernemingen.
Rol cluster Inkoopoplossingen. Voor de decentrale inkopers wordt het credo: minder regels ↔ maximaal professionaliteit. Dwingend voorschrijven van de te hanteren aanbestedingswijze, contractvorm of bouworganisatievorm verdwijnt. De functie van de cluster Inkoopoplossingen verschuift daardoor naar kritisch ondersteuning geven aan de decentrale inkopers. De budgethouder kiest de passende vorm die de meeste meerwaarde creëert binnen de eisen en wensen en het gestelde budget. Het cluster Inkoopoplossingen faciliteert het inkoopproces. Dit uit zich in het bieden van handvatten, hulpmiddelen en ondersteuning aan alle organisatieonderdelen om het beleid ten uitvoer te kunnen brengen. Daarnaast heeft het cluster een coördinerende en signalerende taak en leidt het inkopers op via de Hengelo Academie. Onder de signalerende taak valt bijvoorbeeld een eventuele constatering van een grote variëteit aan verschillende contracten voor een bepaald product of een bepaalde productgroep. Een advies is dan aan te sturen op het aangaan van een raamcontract. Op deze wijze worden allerhande inefficiënte, kleine contracten vervangen door een groter contract. De melding van contracten met een waarde boven de €50.000 bij het cluster inkoopoplossingen is hiervoor een belangrijke basis. Het cluster kan synergievoordelen signaleren. De gemeentelijke doelstellingen op het gebied van duurzaamheid worden geborgd door de beleidsmedewerkers Duurzaamheid en de cluster Inkoopoplossingen. Bij elke inkoop is een duurzaamheidparagraaf verplicht. In deze paragraaf worden de mogelijkheden tot duurzame inkoop verkend. Het SROI-beleid wordt geborgd door de melding van inkooptrajecten >€50.000 bij het cluster Inkoopoplossingen. Het cluster Inkoopoplossingen helpt met het contacten leggen met de doelgroep. Analoog aan het duurzaamheidbeleid kan SROI niet enkel een selectiecriterium zijn, maar ook een gunningcriterium waarbij een grotere SROI-component zal leiden tot een grotere kans op uitvoer van het werk Nadat de aanbesteding is bezegeld met een contract is het cluster voor evaluatie inkoopproces beschikbaar.
Inkoopbeleid 2010 en verder
gemeente Hengelo
blz. 6 van 6 januari 2011
Geleideformulier voor behandeling in commissie en/of raad
CASENUMMER
11G200269
PORT.HOUD:
Mulder
ONDERWERP:
Gewijzigd programmaplan beleidsbegroting 2011-2014.
RAADSGRIFFIE GRIFFIER: DHR. G.J. EEFTINK ADJUNCT-GRIFFIER: MW. A. HAARHUIS ADJUNCT-GRIFFIER: DHR. L.F. NIJLAND
paraaf griffier
Griffie-advies voor behandeling in commissie en/of raad Behandelen Commissie Fysiek Commissie Sociaal Commissie Bestuur Trefpunt (uitgebreide commissie) Raadsvergadering
Informeren
23/3 LN
Datum
B
14-04-2011
B
26-04-2011
Opmerkingen griffier:
Behandeling in de raadscommissie x
Bestuur
Fysiek
Datum:
Sociaal
14 april 2011
Agendapunt:
9
Besluit: Geïnformeerd Akkoord voor raadsbehandeling Hamerstuk Niet-akkoord paraaf griffier
Opmerkingen commissiegriffier:
Stuknummer: 410281
SAMENVATTING RAADSVOORSTEL CASENUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
11G200269 410304 / 410304
M.W.G. Horck
PF
Mu
ONDERWERP
AGENDANUMMER
Gewijzigd programmaplan beleidsbegroting 2011-2014.
BELEIDSPROGRAMMA/BELEIDSLIJN
10 – Middelen
REDEN VAN AANBIEDING
Begroting/kadernota. Eind 2010 is met de gemeenteraad een traject ingegaan om te komen tot een programma-/beleidsbegroting die meer recht doet aan de kaderstellende en controlerende rol van de gemeenteraad.
SAMENVATTING VAN HET RAADSVOORSTEL EN HET VERVOLGTRAJECT
Het programmaplan van de beleidsbegroting zal enerzijds worden onderscheiden in echte politieke programma’s (bestuurlijke programma’s) en anderzijds een meer op uitvoering en beheer gerichte (functionele) begroting. De verschillende aard van de activiteiten vraagt uiteraard ook om een andere politieke aansturing, monitoring en verantwoordings-/controlesystematiek. Het gewijzigd programmaplan van de “functionele” begroting wordt hierbij ter vaststelling aan de raad voorgelegd. De politieke programma’s worden in een afzonderlijk voorstel uitgewerkt. PLAATSGEVONDEN COMMUNICATIE, DE RESULTATEN DAARVAN EN HET COMMUNICATIEPLAN VOOR HET VERVOLGTRAJECT
N.v.t.
VOORSTEL AAN DE RAAD
Aan de raad wordt voorgesteld: 1. het gewijzigd programmaplan (onderdeel hoofdfuncties) van de beleidsbegroting 2011-2014 vast te stellen; 2. het college van B & W voor het jaar 2011 te machtigen tot het uitvoeren van het qua opzet gewijzigd programmaplan; 3. voor het jaar 2011 de lasten en baten per hoofdfunctie, inclusief de geraamde mutaties van de reserves binnen de hoofdfuncties, als financieel kader vast te stellen; OPSOMMING VAN BIJLAGEN
Gewijzigd programmaplan 2011-2014
RAADSVOORSTEL REGISTRATIENR.
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
11G200269
M.W.G. Horck
PF
Mu
ONDERWERP
Gewijzigd programmaplan beleidsbegroting 2011-2014.
AANLEIDING EN DOEL
Eind 2010 is met de gemeenteraad een traject ingegaan om te komen tot een programma-/ beleidsbegroting die meer recht doet aan de kaderstellende en controlerende rol van de gemeenteraad.
OVERWEGINGEN
Het programmaplan van de beleidsgroting zal enerzijds worden onderscheiden in echte politieke programma’s (thema’s) en anderzijds een meer op uitvoering en beheer gerichte “functionele” begroting (going-concern-taken). Het gewijzigd programmaplan van de “functionele” begroting wordt hierbij ter vaststelling voorgelegd. Tekstuele aanpassingen hebben niet plaatsgevonden. Beleidsinhoudelijk hebben er geen mutaties plaatsgevonden ten opzichte van de beleidsbegroting 2011-2014. Hooguit kan een oordeel worden geveld over de nieuwe opzet. De indeling is gewijzigd in de hoofdfunctie-indeling conform het Besluit Begroting en Verantwoording. Dit kan betekenen dat bij een aantal productcombinaties weinig inhoudelijke toelichting wordt gegeven. Dit zal bij het opstellen van de beleidsbegroting 2012-2015 verder worden uitgewerkt. De missies voor diverse programma’s kunnen worden aangescherpt. De begroting zal dan ook verder verfraaid worden met diverse foto’s en grafieken. FINANCIËLE EN PERSONELE ASPECTEN
Cijfermatig zijn de bedragen uit de beleidsbegroting 2011-2014 en de versoberingsvoorstellen (1e wijziging van de beleidsbegroting 2011-2014) samengevoegd en ondergebracht in de nieuwe programma-indeling.
COMMUNICATIE EN INSPRAAK
N.v.t.
VERVOLGTRAJECT EN -PRODUCTEN
De politieke programma’s (bestuurlijke programma’s) worden in een afzonderlijk voorstel uitgewerkt.
VOORSTEL AAN DE RAAD
Aan de raad wordt voorgesteld: 1. het gewijzigd programmaplan (onderdeel hoofdfuncties) van de beleidsbegroting 2011-2014 vast te stellen; 2. het college van B & W voor het jaar 2011 te machtigen tot het uitvoeren van het qua opzet gewijzigd programmaplan; 3. voor het jaar 2011 de lasten en baten per hoofdfunctie, inclusief de geraamde mutaties van de reserves binnen de hoofdfuncties, als financieel kader vast te stellen;
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN HENGELO,
De secretaris
De burgemeester
RAADSBESLUIT REGISTRATIENR.
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
11G200269
M.W.G. Horck
PF
Mu
ONDERWERP
Gewijzigd programmaplan beleidsbegroting 2011-2014.
DE RAAD VAN DE GEMEENTE HENGELO, GELEZEN HET VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS, BESLUIT:
1. het gewijzigd programmaplan (onderdeel hoofdfuncties) van de beleidsbegroting 2011-2014 vast te stellen; 2. het college van B & W voor het jaar 2011 te machtigen tot het uitvoeren van het qua opzet gewijzigd programmaplan; 3. voor het jaar 2011 de lasten en baten per hoofdfunctie, inclusief de geraamde mutaties van de reserves binnen de hoofdfuncties, als financieel kader vast te stellen;
DE GEMEENTERAAD VAN HENGELO,
De griffier
DATUM
De voorzitter
7 Programmaplan
1
╗ ║
Beleidsbegroting 2011 – 2014
versie 07-03-2011
Hoofdfunctie 0 Algemeen bestuur Commissie(s) Portefeuillehouder(s) Sector
Bestuur, Sociaal, Fysiek Kerckhaert, Mulder, Lievers, Bron Beleid en Projecten, Personeel en Financiën, Publieksdiensten en Sociale Zaken, Informatie en Faciliteiten, Veiligheid en Leefomgeving, Stedelijk Beheer, Wijkzaken
Missie De gemeente Hengelo wil dat inwoners, bedrijven, organisaties en overige partners de gemeente ervaren als: § betrouwbaar, transparant en helder; § makkelijk te benaderen en responsief; § relatief veilig; § uitnodigend en op participatie gericht; § dienstverlenend en burgergericht. Meer dan in andere hoofdfuncties staat in deze hoofdfunctie de actieve, participerende burger centraal. De hoofddoelstellingen voor deze hoofdfunctie zijn ontleend aan de Stadsvisie 2010, het coalitieakkoord Investeren in verbinding en worden onderschreven in De staat van de stad. Hengelo streeft naar: ‘een toegankelijke maatschappelijke structuur die leidt tot een volwaardige deelname aan de samenleving van alle lagen van de Hengelose bevolking’. De afgelopen decennia heeft burgerparticipatie vooral in het teken gestaan van het betrekken van bewoners bij gemeentelijke beleidsvoornemens. In eerste aanleg ging dit via inspraak. Dit noemen we wel de 1e generatie bewonersparticipatie. Daarna kwam de interactieve beleidsvorming. Burgers worden vroegtijdig in de gelegenheid gesteld beleid mede vorm te krijgen. Deze twee vormen van participatie kenmerken zich door de overheid die het initiatief neemt en de bewoner die reageert. Dit is wat wij reactieve participatie noemen. In Hengelo hebben we hier ondermeer de participatieladder ontwikkeld. Sinds het begin van deze eeuw is een nieuwe trend zichtbaar. Burgers nemen zelf het heft in handen (‘de burger als doener’). Ze komen zelf met ideeën en voeren deze uit. De rol van de overheid is een faciliterende: deskundigheid en geld. Een voorbeeld van deze vorm van bewonersparticipatie is de buurtbonnen-regeling. Deze wordt vanaf 2008 succesvol toegepast in Hengelo. PARTICIPATIE Participatie is een belangrijk speerpunt van ons coalitieakkoord. Wij vinden het belangrijk om burgers en instellingen zo vroeg mogelijk te betrekken bij zowel beleidsvorming als beleidsuitvoering. In de afweging rond nieuw te vormen programma’s wordt daarom bekeken of participatie één van deze programma’s kan vormen. De gemeente Hengelo wil haar burgers, bedrijven, instellingen en organisaties actief betrekken bij het vormgeven en onderhouden van de stad. We zetten in op het gebruiken van een zo hoog mogelijke trede op de participatieladder. Initiatieven van en door burgers willen we, waar dat mogelijk is, graag ondersteunen en faciliteren. COMMUNICATIE Gemeenteraad en college hebben het goed communiceren met en het goed betrekken van de inwoners van Hengelo bij het gemeentelijk beleid hoge prioriteit gegeven. Gemeentelijke communicatie heeft zich ontwikkeld tot een beleidsinstrument om houding en gedrag te beïnvloeden en tot een instrument dat bestuurders en ambtenaren inzetten om samen met partijen te werken aan de toekomst van de stad Hengelo. PROFILERING HENGELO We willen Hengelo eenduidig, herkenbaar en onderscheidend profiel op de kaart zetten richting bewoners, bedrijven en bezoekers. Doel is een economisch krachtige stad te blijven met voldoende voorzieningen voor onze bewoners. De kernwaarden van Hengelo zijn daarvoor de basis: trots maar ook nuchter, innovatief, verbindend. DEREGULERING Wij vinden het belangrijk om geen overbodige regels te hebben voor burgers en bedrijven. Daarom maakt deregulering deel uit van het programma voor het verbeteren van de dienstverlening.
2
╗ ║
Beleidsbegroting 2011 – 2014
versie 07-03-2011
DIENSTVERLENING We richten onze dienstverlening vraaggericht in. Dit betekent dat we de dienstverlening afstemmen op de wensen van de burger. We gaan door met de invoering van het concept ‘Antwoord’ dat in 2015 moet zijn ingevoerd in alle Nederlandse gemeenten. Antwoord houdt in dat de gemeente voor de burger, bedrijf of instelling het eerste aanspreekpunt is voor de gehele overheid. BESTUUR Hengelo houdt als ambitie een gemeente te zijn met een grote bestuurskracht. Daarvoor is het ondermeer zaak de verschillende rollen van de bestuursorganen (gemeenteraad, college van b&w en burgemeester) in samenhang vorm te geven. Ook vraagt een goed functioneren als gemeente om interactie met de omgeving (burgers, bedrijven, instellingen, Netwerkstad/Regio Twente, provincie, Rijk, Euregio, EU, etc.). Daarom is het van belang om te blijven investeren in interactie en netwerken. We zetten onverkort in op de samenwerking in (eu)regionaal en internationaal verband en een gecoördineerde lobby (ondermeer voor externe subsidieverwerving). Speerpunten 2011 ≠ Participatie: in ieder geval uitvoering geven aan een experiment met betrekking tot de inrichting van speelplaatsen en met het betrekken van onafhankelijke burgers/deskundigen. Dit wordt gedaan bij de detailhandelvisie. Gereed medio 2011. ≠ Gerichtheid van de organisatie op participatie vergroten. ≠ Invoering 14+netnummer ≠ Kwaliteit dienstverlening op peil houden tijdens tijdelijke verhuizing naar het oude stadskantoor. ≠ Deregulering: uitvoering actieprogramma deregulering
Hoofdfunctie 0: Algemeen bestuur Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-11.332.130
1.961.820
-9.370.310
Kaderstellende beleidsnota’s: • • • • • • •
Gemeentelijke notitie internationalisering (2009); Verordening op de ambtelijke bijstand (2006); Notitie actieve (en passieve) informatieplicht (2005); Nota "Geboeid door verbonden partijen" (2007). Burgerjaarverslag 2010; Dienstverleningsconcept Publieksplein Hengelo (2007) (geactualiseerde visie verwacht eind 2010); Samenspel in communicatie en participatie (2008);
3
╗ ║
Beleidsbegroting 2011 – 2014
versie 07-03-2011
Productcombinaties:
001: Bestuursorganen Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-2.247.950
0
-2.247.950
Doen ?
Bereiken ? Het versterken van de kaderstellende en controlerende rol van de gemeenteraad
Een bestuurskrachtige gemeente
≠
Burgers en bestuur dichter bij elkaar brengen
≠
Samen met uw raad zijn we een traject ingegaan om te komen tot een programma/beleidsbegroting die meer recht doet aan de kaderstellende en controlerende rol van de gemeenteraad. Een belangrijke notie daarbij is het aanbrengen van onderscheid tussen ontwikkeldoelen van de raad en college aan de ene kant. Deze kunnen worden geduid in échte politieke beleidsprogramma’s. En aan de andere kant de meer op uitvoering en beheer gerichte ‘going-concern’-taken: Deze komen tot uitdrukking in de functionele beleidsbegroting. De verschillende aard van de activiteiten vraagt uiteraard ook om een andere politieke aansturing, monitoring en verantwoordings/controle systematiek. Dit traject bewandelen we vanaf eind 2010 met u waarbij we zijn gericht op een ombouw van de begroting 2011 naar de nieuwe systematiek in het begin van het jaar. Op die manier kunnen ook beraps en het jaarverslag in de nieuwe stijl worden opgemaakt. De begroting 2012 is dan de eerste begroting die vanaf het begin via de nieuwe systematiek met u wordt vormgegeven. Op de rijksagenda staat nadrukkelijk de bestuurlijke organisatie van Nederland. De economische crisis en de noodzakelijke bezuinigingen als gevolg daarvan lijken een belangrijke oorzaak voor die aandacht. Argument dat bij deze discussie ook vaak wordt gebruikt is het vergroten van de bestuurskracht van gemeenten. Wij willen, samen met uw raad, de discussie over de gewenste bestuurlijke organisatie proactief aan. Voor ons blijven bestuurskracht, democratische legitimatie, maatwerk, draagvlak en oog voor sociale en lokale samenhang belangrijke toetsstenen. Het organiseren van bijvoorbeeld werkbezoeken van het college en het ondersteunen van trefpuntbijeenkomsten.
Indicatoren programma 0 (productcombinatie 001) historisch E/P bron Percentage inwoners dat zich (gedeeltelijk) kan vinden in de stelling "Hengelose politici luisteren genoeg naar de mening van Hengeloërs"
E Omnibus
doc. historisch BB2010 BB2011
2005
2006
2007
2008
2009
2010
n.b.
68%
n.b.
60%
n.b
n.b. 70%
streefwaarden 2011 2012 2013
2014
70% 70%
70%
70% 70%
70% 70%
Ontwikkelingen BESTUUR De bestuurlijke organisatie van Nederland met de huidige drie bestuurslagen en hulpconstructies (zoals de WGR (+) komt naar verwachting in 2011 volop in discussie, mede als uitvloeisel van gedachten die daarover op rijksniveau worden ontwikkeld. Welke kant deze discussie opgaat, valt nog niet te zeggen. Voor ons blijven bestuurskracht, democratische legitimatie, maatwerk, draagvlak en oog voor sociale en lokale samenhang belangrijke toetsstenen.
4
╗ ║
Beleidsbegroting 2011 – 2014
versie 07-03-2011
002: Bestuursondersteuning B & W Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-4.459.620
552.610
-3.907.010
Doen ?
Bereiken ? Voorbereiding nieuwe collegeen raadsperiode
≠ ≠
Gemeente weet wat burger vindt van informatie en participatie
≠ ≠
≠ Burger en ondernemer voelen zich betrokken bij beleid
≠ ≠ ≠ ≠
Kernwaarden Hengelo staan lokaal en regionaal op de kaart.
≠
Gemeentelijke beleidsdoelen realiseren met externe subsidies
≠
≠
Nieuw college begeleiden naar effectief optreden in de media Verbeteren raadscommunicatie, maandelijkse pagina in gemeenteadvertentie Doorontwikkelen evaluatie bewonersbijeenkomsten Voortdurend toetsen en onderzoeken van communicatiemiddelen die in informatievoorziening gebruikt worden De inrichting van speelplaatsen in coproductie met de buurtbewoners (voorbeeld ir. M. Schefferlaan) Evaluatie, ontwikkeling en realisatie van passende vormen van burgerparticipatie (maatwerk) Bewustwordingstraject houding en gedrag medewerkers bij participatie. Bewoners richten een speelgelegenheid in hun buurt in Wij betrekken een groepje ongebonden burgers/deskundigen (zonder enig persoonlijk belang) bij het opstellen van een gemeentelijk beleidsstuk. Inrichten nieuwe structuur voor promotie van Hengelo en evenementen Uitvoering geven aan nieuw en integraal plan voor Hengelo promotie Het actief verwerven van externe subsidies
Indicatoren programma 0 (productcombinatie 002) historisch E/P bron % van de inwoners dat vindt dat de gemeente de burgers redelijk tot (zeer) goed betrekt bij het OPSTELLEN van gemeentelijke plannen.
E Omnibus
% van de inwoners dat vindt dat de gemeente de burgers redelijk tot (zeer) goed betrekt bij het UITVOEREN van gemeentelijke plannen.
E Omnibus
doc
2005
2006
2007
2008
2009
2010
historisch BB2010 BB2011
n.b.
78%
n.b.
76%
n.b.
n.n.b. 80%
historisch BB2010 BB2011
n.b.
71%
n.b.
67%
n.b.
n.n.b. 75%
streefwaarden 2011 2012 2013
2014
80% 80%
80% 80%
80% 80%
80%
75% 75%
75% 75%
75% 75%
75%
Ontwikkelingen PARTICIPATIE Het vergroten van de betrokkenheid en participatie van burgers, bedrijven en instellingen bij gemeentelijk beleid is iets wat continu aandacht behoeft. Dat betekent dat de inwoners van Hengelo goed en tijdig geïnformeerd worden over plannen en ontwikkelingen en de kans krijgen daarop te reageren. Maar ook dat ze regelmatig worden geïnformeerd over de voortgang. We willen de inwoners steeds meer in een vroeg stadium betrekken. Niet alleen informeren over plannen, maar waar dat kan ook steeds meer samen plannen maken. We evalueren de bewonersbijeenkomsten, zodat we informatie hebben over wat goed gaat en wat beter kan. Deze informatie wordt gebruikt voor het bijsturen in proces en procedures en het trainen van medewerkers. Ook komt deze informatie terug bij de Berap en de jaarrekening. De gemeente Hengelo wil haar burgers, bedrijven en instellingen actief betrekken bij het vormgeven en onderhouden van de stad. Het betrekken van deze verschillende groepen heet in deze visie burgerparticipatie. De sociale participatie, het meedoen aan de samenleving wordt uitgewerkt in de Sociale Visie. Het motto van het college 'investeren in verbinding' onderstreept het belang dat het college hecht aan het samen oppakken van de uitdagingen in Hengelo. In 2011 worden 2 experimenten met burgerparticipatie gerealiseerd: 1. bewoners richten een speelgelegenheid in hun buurt in 2. wij betrekken een groepje ongebonden burgers/deskundigen (zonder enig persoonlijk belang) bij het opstellen van een gemeentelijk beleidsstuk.
5
╗ ║
Beleidsbegroting 2011 – 2014
versie 07-03-2011
Voor het overige is de wijkaandacht belangrijk voor de betrokkenheid van bewoners bij vragen van beheer of beleid. Daarbij gaat het met name om de projecten die vanuit de sector Wijkzaken worden geïnitieerd zoals de evaluatie van het wijkperspectief Wilderinkshoek en de nieuw op te stellen perspectieven voor Hasseler Es en Hengelose es. COMMUNICATIE De moderne samenleving met haar mondige en kritische burgers vraagt om een communicatieve opstelling van bestuur en ambtenaren. Communicatie komt daarmee in het hart van het beleidsproces. Het is onze ambitie om partijen en inwoners in de stad eerder te betrekken in het beleidsproces. Randvoorwaarde hierbij is een goed communicatiebewustzijn in onze organisatie. Onze organisatie communiceert op tal van manieren met haar doelgroepen. Elementen als betrouwbaarheid, duidelijkheid, daadkracht, aandacht voor wat de mensen vinden en zeggen bepalen mede het beeld van en over onze organisatie. PROFILERING HENGELO We willen Hengelo met een herkenbaar en onderscheidend profiel op de kaart zetten. Dat doen we richting bewoners, bedrijven en bezoekers. We kiezen ervoor deze promotie van Hengelo vorm te geven in nauwe samenwerking met VVV & Stadspromotie. Daarbij betrekken we tevens de doorontwikkelingsopdracht citymarketing en kiezen ervoor om promotie van Hengelo alsmede het organiseren van evenementen in handen te geven van een externe partij. De gemeentelijke organisatie concentreert zich op de rol van opdrachtgever/regisseur. Ons streven is erop gericht om de externe en interne structuur daarvoor begin 2011 in kaart te hebben en uiterlijk 1 juli 2011 operationeel.
003: Burgerzaken Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-3.324.990
1.409.210
-1.915.780
Doen ?
Bereiken ? Deregulering
≠
Uitvoering geven aan het actieprogramma deregulering
Vermindering van de administratieve lasten voor burgers en bedrijven
≠ ≠
Het doorlichten en saneren van gemeentelijke regelgeving Kritisch beoordelen van processen, procedures en nieuw op te stellen regelgeving op administratieve lasten voor burgers en bedrijven Actieplan deregulering uitvoeren (moet nog worden vastgesteld in raad november 2010) Digitalisering dienstverlening Uitvoeren Wabo
≠ Verbeteren dienstverlening bij vergunningverlening
≠ ≠
Uitvoeren van gecoördineerd toezicht en handhaving
≠ ≠ ≠ ≠ ≠
Gemeente als dienstverlener
≠ ≠ ≠
Inspectie planningen op elkaar afstemmen Uitvoeren van multidisciplinaire projecten Daar waar mogelijk taken van elkaar overnemen Oog –en oorfunctie voor elkaar De gemeentelijke dienstverlening blijft tijdens de renovatie van het stadhuis op peil Verder verbreden en verdiepen van digitale dienstverlening Invoering 14+netnummer Werken op afspraak intensiveren
Indicatoren programma 0 (productcombinatie 003) historisch E/P bron rapportcijfer dienstverlening balie Burgerzaken / Publiekszaken
E BGI
doc
2005
2006
2007
2008
2009
2010
7,6
7,6
7,6
7,6
7,6
n.n.b. 7,6
historisch BB2010 BB2011
streefwaarden 2011 2012 2013
7,6 7,6
7,6 7,6
7,6 7,6
Ontwikkelingen DEREGULERING Deregulering is bedoeld om het werken met de gemeente voor burgers en bedrijven gemakkelijker te maken. Veelal ligt bij deregulering de nadruk op bedrijven; wij kiezen ervoor ook richting burger zwaar in te zetten op deregulering. Uw raad nam hierover medio 2010 een motie aan om te bekijken waar Hengelo zich nog kan verbeteren. Dit paste uitstekend bij onze inzet om via een actieprogramma hierop gericht resultaten te halen, hoewel Hengelo overigens in het algemeen op dit punt niet slecht scoort. Over dit actieprogramma hebben wij u
6
╗ ║
Beleidsbegroting 2011 – 2014
versie 07-03-2011
2014
7,6
in oktober 2010 geïnformeerd. Daarbij richten we ons op kortere doorlooptijden en lagere kosten voor burger of bedrijf. Deregulering maakt deel uit van het programma om de gemeentelijke dienstverlening te verbeteren. Deregulering is ook gericht op de (externe) wet- en regelgeving. In 2010 is onderzocht in hoeverre er nog overbodige of tegenstrijdige regels zijn die kunnen worden afgeschaft of kunnen worden vervangen waardoor onze interne processen nog efficiënter gemaakt kunnen worden. Ook op dit punt ontwikkelen we in 2011 een gericht actieprogramma. Met de invoering van de Wabo worden de mogelijkheden voor vergunningvrij bouwen fors uitgebreid. Naar verwachting zal het aantal vergunningaanvragen met c.a. de helft afnemen. Dit betekent een forse deregulering. Aan de andere kant brengt dit het risico op onveilige of onwenselijke situaties met zich mee. Daarnaast bestaat het risico dat er door vergunningvrij bouwen meer gedoe tussen burgers zal ontstaan waar de gemeente bij betrokken zal worden, ondanks dat zij formeel geen partij is. DIENSTVERLENING Kerncompetentie is om de burger tijdig en tegen een acceptabele prijs het gevraagde product te leveren. Ook wil de gemeente zoveel mogelijk producten vanaf één plek aanbieden. Door digitalisering en slimmer organiseren van processen kunnen we producten aanbieden via meer kanalen (beter toegankelijk), maar kunnen we aanvragen ook eenvoudiger maken omdat er bijv. minder indieningsvereisten zijn. Voor de burger een groter gemak en minder kosten! Om de telefonische bereikbaarheid te verbeteren wordt een zgn. 14+netnummer ingevoerd. De ‘zoekende’ burger die niet direct het telefoonnummer van zijn/haar gemeente beschikbaar heeft, kiest 14 gevolgd door het netnummer van zijn gemeente. Goede dienstverlening aan de Hengelose burgers is een speerpunt van het college. Veel zaken gaan goed. Een aantal kan nog beter. De aspecten waar we het komende jaar op inzetten zijn: 1. bewustwording van het belang van goede dienstverlening bij medewerkers. 2. het zichtbaar maken van de resultaten. Van een aantal zaken kunnen we al heel goed en actueel de prestatiecijfers weergeven (denk aan afhandeling meldingen en burgerbrieven). Andere categorieën zijn nog minder goed in beeld (bijvoorbeeld bezwaarschriften). In 2010 is hierin een goede slag gemaakt. 2011 staat in het teken van het consolideren en van daaruit verder verbeteren van deze prestaties door het meetbaar maken ervan. 3. Het behoud van kwaliteit van dienstverlening met het oog op de tijdelijke verhuizing van april 2011november 2011 naar het oude stadskantoor. Door de renovatiewerkzaamheden aan het stadhuis verhuizen de publieksfuncties tijdelijk naar het oude stadskantoor. De gemeente Hengelo kent een kwaliteitshandvest waarin staat omschreven wat de burger van de gemeente mag verwachten op het gebied van dienstverlening. Wij willen de burger er meer bewust maken dat hij bij het zaken doen met de gemeente mag rekenen op onze servicegarantie. Binnen Hengelo lopen verschillende projecten (zoals WABO, digitaal werken, deregulering, et cetera), die gezamenlijk en in samenhang bijdragen aan een betere dienstverlening door de gemeente Hengelo. De samenhang tussen deze projecten wordt bewaakt binnen het domein “Dienstverlening”. VERGUNNINGVERLENING EN HANDHAVING Binnen vergunningen en handhaving spelen een aantal ontwikkelingen die erop gericht zijn de dienstverlening te verbeteren. De belangrijkste zijn: De Wabo en de omgevingsvergunning De Wet algemene bepalingen omgevingsvergunning (Wabo) is per 1 oktober 2010 van kracht geworden. De invoering van de WABO betekent dat verschillende vergunningen zijn samengevoegd en als 1 integrale vergunning kunnen worden afgegeven. Belangrijke gevolgen van de invoering van de Wabo voor de dienstverlening zijn: 1 loket voor de aanvrager. 1 aanspreekpunt voor de aanvrager. de mogelijkheid tot vooroverleg. digitaal aanvragen en een volledige digitale dienstverlening. 1 beschikking voor meerdere vergunningactiviteiten. 1 procedure bezwaar en beroep. de wettelijke afhandeltermijn is verkort van maximaal 12 weken tot maximaal 8 weken. geen tegenstrijdige vergunningen meer. De omgevingsvergunning leidt tot een betere dienstverlening en een beter administratief proces echter niet tot minder regels of inhoudelijke wijziging dan wel versoepeling van regels. Doordat naast de Wabo de Wet dwangsom van toepassing is, brengt de kortere wettelijke termijn wel het risico op meer beslissingen tot het weigeren of buiten behandeling laten van vergunningaanvragen met zich mee. Dit risico willen we zo veel mogelijk minimaliseren door veel aandacht te besteden aan het vooroverleg en het vergunningmanagement.
7
╗ ║
Beleidsbegroting 2011 – 2014
versie 07-03-2011
Gecoördineerd toezicht en handhaving Mede als gevolg van de invoering van de WABO zal toezicht en handhaving sterk gecoördineerd uitgevoerd gaan worden. Planningen van inspecties worden op elkaar afgestemd. Ook zal meer gewerkt worden met teams waarin verschillende disciplines samen optrekken. Daar waar mogelijk worden taken van elkaar overgenomen en vervullen de inspecteurs voor elkaar een oog- en oor functie. Het aantal afzonderlijke bezoeken/controles wordt op deze manier zo veel mogelijk beperkt.
005: Bestuurlijke samenwerking Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-887.420
0
-887.420
Doen ?
Bereiken ? Een stevige internationale positie en een hoogwaardiger voorzieningenniveau door samenwerking in Twente
≠
≠
(interbestuurlijke) samenwerking in Twente kan de bestuurskracht van Hengelo en Twente vergroten. Wij hebben de ambitie die potentiële meerwaarde van samenwerking meer naar voren te laten komen. Wij gaan voor daadkracht in de samenwerking. Uitvoering van de in 2009 vastgestelde notitie internationalisering.
006: Bestuursondersteuning raad en rekenkamer
8
Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-412.150
0
-412.150
╗ ║
Beleidsbegroting 2011 – 2014
versie 07-03-2011
Hoofdfunctie 1 Openbare orde en veiligheid Commissie(s) Portefeuillehouder(s) Sector
Bestuur, Sociaal, Fysiek Kerckhaert, Mulder, Oude Alink Brandweer, Wijkzaken, Publieksdiensten en Sociale Zaken, Veiligheid en Leefomgeving, Wijkzaken, Personeel en Financiën
Missie INTEGRALE VEILIGHEID De centrale doelstelling is het bevorderen van de samenwerking met interne en externe partners m.b.t. de uitvoering van het veiligheidsbeleid in de gemeente Hengelo. Door het verankeren van bestaande processen en nieuwe ontwikkelingen zoals het veiligheidshuis, wordt gepoogd om Hengelo als een van de veiligste en meest leefbare grotere steden van Nederland te behouden waarin burgers het prettig vinden te wonen, werken en recreëren en waar ondernemers zich graag willen vestigen en gevestigd willen blijven vanwege het veilige ondernemersklimaat. BRANDWEERZORG (On)veilligheid heeft niet alleen betrekking op wat er werkelijk mis gaat, maar evenzeer op wat er mis kan gaan (risico’s) en op wat mensen als veilig of onveilig ervaren. Hoewel de brandweer een partner is voor bijna alle aspecten en dimensies van ‘veiligheid’, richt de brandweer zich vooral op fysieke veiligheid en hulpverlening. De bijdrage vanuit de brandweer aan de ‘veiligheid’ is dan ook: Zorg dragen voor de fysieke veiligheid van de Hengelose samenleving en zorg dragen voor toereikende en tijdige hulpverlening aan deze samenleving.
Speerpunten 2011 ≠ Actieve gemeentelijke betrokkenheid bij voorbereiding besluitvorming over invoering Veiligheidsregio en regionalisering brandweer.
Hoofdfunctie 1: Openbare orde en veiligheid Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-9.507.440
342.520
-9.164.920
Kaderstellende beleidsnota’s: • • ≠ ≠
Integraal veiligheidsbeleid Hengelo 2005 t/m 2008 (december 2004); Herijking Integraal veiligheidsbeleid 2008 tot medio 2010 (september 2008); Raadsbesluit “Veiligheidsregio Twente, onderdeel brandweer” (december 2009) Collegebesluit “Voortgang regionalisering in het kader van de veiligheidsregio Twente” (februari 2010).
9
╗ ║
Beleidsbegroting 2011 – 2014
versie 07-03-2011
Productcombinaties:
120: Brandweer en rampenbestrijding Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-7.138.980
297.060
-6.841.920
Doen ?
Bereiken ? Sterke gemeentelijke kolom binnen veiligheidsregio
≠
≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠
Risicobeheersing: Adviseren over het voorkomen, beperken en het bestrijden van de effecten van brand (en ongevallen) om de fysieke veiligheid in Twente te borgen. Verhogen van het veiligheidsbewustzijn bij brandweer, burgers, instellingen en bedrijven Operationele voorbereiding:
≠ ≠
Zorgen dat er voldoende voorbereidingen zijn getroffen voor het daadwerkelijk optreden van de brandweer
≠
Brandweerzorg:
≠
Hulp verlenen in noodsituaties en daadwerkelijk bestrijden van onveiligheid
≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠
Bedrijfsvoering en ondersteuning
Uitvoering geven aan de wet op de veiligheidsregio waaronder o.a. het in 2009 vastgestelde opleidings- en oefenplan (20102012) Intensiveren clustersamenwerking Controle gebruiksvergunningen Controle gebruiksmeldingen Controle brandpreparatieve voorzieningen Opstellen aanvalsplannen en bereikbaarheidskaarten Advies bij evenementen Advies op verkeersmaatregelen In goede staat houden van de bluswatervoorziening
Zorg dragen voor gegevensbeheer ten behoeve van de uitrukdienst en de gemeentelijke rampenstaf Opleiden en oefenen van het brandweerpersoneel door het opstellen van een jaarlijks oefen- en opleidingsplan Onderhoud en beheer materiaal, materiaal en huisvesting
In minimaal 80% binnen de vastgestelde norm ter plaatse zijn. (deze norm verandert wanneer het Besluit Veiligheidsregio’s van kracht wordt) Redden van mens en dier, blussen van branden en het voorkomen En/of beperken van schade en slachtoffers bij incidenten Zorgen voor opvang van slachtoffers en eigen personeel Evalueren en leren van eigen optreden Sturing op personeelsbezetting Monitoring ziekteverzuim Houden van functionerings- en beoordelingsgesprekken Monitoring Periodiek Preventief Medisch Onderzoek Ongevallenregistratie Budgetbewaking
Indicatoren programma 1 (productcombinatie 120) historisch
Percentage binnen norm opkomsttijd
E/P Bron
doc.
2005
2006
2007
2008
2009
2010
P
historisch BB2010 BB2011
93%
93%
91%
86%
84%
n.n.b. >90%
BHV
streefwaarden 2011 2012 2013
>90% >90%
>90% >90%
>90% >90%
2014
>90%
Ontwikkelingen BRANDWEER Invoering wet Veiligheidsregio's In februari 2010 is de Wet veiligheidsregio's vastgesteld en op 1 oktober 2010 zal deze wet van kracht worden. Op basis van deze wet wordt per 1 januari 2011 de Veiligheidsregio Twente opgericht. In de tweede helft van 2010 zal het hiervoor benodigde bestuurlijke besluitvormingstraject worden doorlopen.
10
╗ ║
Beleidsbegroting 2011 – 2014
versie 07-03-2011
Regionalisering en clustervorming brandweer Over de inrichting van de brandweer binnen de Veiligheidsregio Twente is bestuurlijk gekozen voor de variant 'regionaal wat regionaal moet en lokaal wat lokaal kan'. Dit betekent dat een aantal taken (wettelijk verplicht) over gaan naar de veiligheidsregio, de basisbrandweerzorg lokaal georganiseerd blijft en de gemeenten binnen clusters intensiever gaan samenwerken onder leiding van een clustercommandant. Deze bestuurlijke keuze wordt in 2012 geëvalueerd. De intensivering van de samenwerking binnen brandweercluster Midden (Hengelo, Borne en Hof van Twente) wordt vormgegeven volgens een geleid proces van 'verbinden-verbeelden-vergroeien'. Door het college zijn hiervoor in februari 2010 kaders aangegeven. Deze zijn uitgewerkt in een meerjarenplan Cluster Midden. Dit plan wordt na de zomer van 2010 voorgelegd aan de besturen van Hengelo, Borne en Hof van Twente. De toekomst van de brandweer: de brandweer over morgen / strategische reis In 2008 startte de Raad van Regionale Commandanten (NVBR) het project Strategische Reis, met als doel het ontwikkelen van een visie en meerjarenprogramma voor de komende vijf jaar. Hierin zijn ook onderwerpen als zelfredzaamheid en brandveilig leven opgenomen. De urgentie voor de vernieuwing van de brandweer blijkt uit de volgende twee feiten: 1. De brandweer wordt zienderogen ingehaald door allerlei -veelal technologische- ontwikkelingen. De samenleving wordt complexer en de risico's die brandweermensen lopen ook en daarmee de oplossingen die verzonnen worden om die risico's te beperken; 2. De kosten voor de brandweer zijn tussen 1990 en 2009 bijna vier keer zo hoog geworden voor, in de perceptie van de maatschappij, vrijwel dezelfde dienst. Investeringen in de professionalisering en arbeidsvoorwaarden blijven voor de maatschappij grotendeels onzichtbaar. De Strategische Reis is in het voorjaar van 2010 afgerond. De resultaten zijn opgenomen in het boek 'De brandweer over morgen: strategische reis als basis voor vernieuwing'. Het meerjarenprogramma komt nu in een uitvoeringstadium en zal ook invloed hebben op de brandweer in Twente. Samen met bestuur en partners zal worden nagegaan op welke wijze in Twente invulling wordt gegeven aan het meerjarenprogramma Strategische Reis. In het najaar van 2010 zal dit onderwerp worden behandeld in de bestuurscommissie Veiligheid van de Regio Twente. Opkomsttijden brandweer De opkomsttijden van de brandweer staan onder druk. Hoewel de brandweer in de dagsituatie goed kan voldoen aan de genormeerde opkomsttijden, zien we in de avond- en nachtsituatie steeds vaker een overschrijding van de landelijke norm van 80%. Deze landelijke norm, die is vastgelegd in de Handleiding Brandweerzorg van het ministerie van BZK, houdt in dat de brandweer in 80% van de gevallen op tijd en met voldoende mensen en middelen ter plaatse moet zijn. De tijd waarbinnen de brandweer ter plaatse moet zijn is afhankelijk van de risico’s van het object. In de gevallen waarin de opkomstnormen zijn overschreden is nagegaan of dit heeft geresulteerd in extra materiële en persoonlijke schade. Dit is niet het geval geweest. De overschrijdingen van de norm hebben drie oorzaken: 1. De meldkamer heeft vanwege de complexiteit van het incident veel tijd nodig voordat de brandweer wordt gealarmeerd; 2. De tijd die nodig is om uit te rukken loopt op omdat de opkomst van de vrijwilligers op de post wordt vertraagd door verkeersdrukte; 3. Het incidentadres ligt dusdanig ver van de post dat het nooit binnen de normtijd kan worden bereikt. In 2011 wordt voor de regio Twente een nieuw dekkingsplan opgesteld met het doel te voldoen aan de nieuwe kwaliteitseisen van het besluit Veiligheidsregio’s. De brandweer Hengelo boekt resultaat met de strengere aanpak van de loze brandmeldingen. Door verschillende maatregelen uit het TOOM-beleid (Terugdringen Onechte en Ongewenste Meldingen) is het aantal 'uitrukken voor niets' met twintig procent gedaald.
140: Openbare orde en veiligheid Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-2.023.460
45.460
-1.978.000
Doen ?
Bereiken ? Nieuw veiligheidsbeleid
≠
Uitvoering geven aan het nieuwe veiligheidsbeleid
Vermindering overlast en verloedering (2010-2011)
≠ ≠
Aanpak veelplegers/ nazorg ex-gedetineerden Inzetten verplaatsbaar cameratoezicht (voorziene start voorjaar 2010) Uitbreiding projecten veilig ondernemen en veilig uitgaan Uitbreiding Bibob en ontwikkeling Riec Integrale handhaving, waaronder pensions en kamerverhuur Intensieve samenwerking binnen veiligheidshuis
≠ ≠ ≠ ≠ 11
╗ ║
Beleidsbegroting 2011 – 2014
versie 07-03-2011
Indicatoren programma 1 (productcombinatie 140) historisch
17. Percentage veelplegers dat een traject aangeboden heeft gekregen (GSB)
E/P Bron
doc.
2005
2006
2007
2008
2009
2010
P
historisch BB2010 BB2011
11%
n.b.
n.b.
55%
n.n.b.
n.n.b. 100%
historisch BB2010 BB2011
100%
historisch BB2010 BB2011
10%
historisch BB2010 BB2011
n.b.
historisch BB2010 BB2011
n.b.
historisch BB2010 BB2011
n.b.
historisch BB2010 BB2011
4%
historisch BB2010 BB2011
4,1
historisch BB2010 BB2011
308
historisch BB2010 BB2011
24%
jonge veelplegers
volwassen veelplegers
18. Percentage veelplegers dat een traject heeft afgerond (GSB)
P
jonge veelplegers
volwassen veelplegers
23a. Percentage inwoners dat slachtoffer is geweest van een geweldsdelict (GSB)
E
L&V/IVM
100%
n.b.
n.b.
n.b.
n.b.
n.b.
n.b
n.b.
n.b.
n.b.
n.b.
5%
100%
55%
n.b.
n.b.
n.b.
n.b.
n.n.b.
n.n.b.
n.n.b.
n.n.b.
n.n.b.
4%
n.n.b. 100%
n.n.b. 100%
n.n.b. 100%
n.n.b. 100%
n.n.b. 100%
n.b. <5%
E 23b. Kengetal vermogensdelicten Binnenstad (wijk 0) (GSB) (0=komt bijna niet voor, 10=komt veel voor)
L&V/IVM
23c. Aantal meldingen met een relatie tot uitgaansoverlast in de nachtelijke uren in de binnenstad (GSB)
E
BPS/BVH
Percentage inwoners dat zich wel eens onveilig voelt
E
Aantal diefstallen uit woning
E
BPS/BVH
historisch BB2010 BB2011
313
232
220 (h) 249 (h)
331
n.n.b.
Diefstallen van, uit/vanaf motorvoertuigen
E
BPS/BVH
historisch BB2010 BB2011
717 517 (h)
392 (h) 234 (h)
286
n.n.b.
historisch BB2010 BB2011
991 934 (h) 1.154 (h)
historisch BB2010 BB2011
n.b.
historisch historisch BB2010 BB2011
0 0
Diefstal van (brom)fietsen/snorfietsen
Aantal toezichthouders openbare ruimte per 1 januari
Aantal afgesloten convenanten KVU / KVO idem, cumulatief (betreft Veilig Ondernemen / Uitgaan)
E
L&V/IVM
BPS/BVH
n.b.
274
n.b.
n.b.
2 2
4,5
293
23%
15
0 2
n.b.
302
n.b.
3,7
n.n.b.
24%
n.b. <5
n.n.b. <300
n.b. 22%
1.046
1.063
n.n.b.
31
25
n.n.b. 31
2 4
0 4
streefwaarden 2011 2012 2013
100% 100% 100% Indicator vervalt m.i.v. BB2011.
100% 100% 100% Indicator vervalt m.i.v. BB2011.
100% 100% 100% Indicator vervalt m.i.v. BB2011.
100% 100% 100% Indicator vervalt m.i.v. BB2011.
100% 100% 100% Indicator vervalt m.i.v. BB2011.
100% 100% 100% Indicator vervalt m.i.v. BB2011.
<5% <5%
<5% <5%
<5% <5%
<5%
<5 <5
<5 <5
<5 <5
<5
<300 <300
<300 <300
<300 <300
<300
21% 21%
20% 20%
20% 20%
20%
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
31 20
31 20
31 20
20
n.n.b. n.n.b. Indicator vervalt m.i.v. BB2011.
Toelichting op bovenstaande indicatoren: ≠ Voor de indicator veelplegers zijn geen streefwaarden opgenomen, omdat de indicator tijdens de aanstaande ombouwronde zal verdwijnen. De gegevens die momenteel beschikbaar zijn, zijn onvoldoende bruikbaar om een betrouwbaar beeld te generen t.a.v. veelplegers. Er zal een nieuwe indicator komen die kwalitatieve informatie weer moet geven voor zowel de veelplegers als de nazorg detentie. ≠ De politiecijfers t.a.v. 2009 en 2010 zijn nog onvoldoende betrouwbaar wanneer een vergelijking wordt gemaakt met cijfers van voor 2009. In 2009 is de politie overgegaan op het BVH (basis voorziening handhaving) systeem, voorheen het BPS (bedrijfs processen systeem). ≠ De indicator 'aantal afgesloten convenanten' zegt alleen iets over het aantal afgesloten convenanten en geeft onvoldoende kwalitatieve informatie.
Ontwikkelingen Integrale veiligheid Voor de periode 2010-2014 wordt nieuw integraal veiligheidsbeleid opgesteld. Hierbij is aandacht voor bestaande speerpunten en nieuwe ontwikkelingen. Op basis van nieuwe gegevens zoals de veiligheidsmonitor en wijkscans van politie worden indien nodig nieuwe prioriteiten gesteld of oude prioriteiten bijgesteld.
12
╗ ║
Beleidsbegroting 2011 – 2014
2014
versie 07-03-2011
Actuele ontwikkelingen waar zeker aandacht voor zal zijn, zijn de veiligheidsregio, inclusief de versterking van de gemeentelijke crisisbeheersingsorganisatie, de doorontwikkeling van het Veiligheidshuis Midden Twente waar nauw wordt samengewerkt met de gemeenten Borne en de Hof van Twente en de verdere uitrol daarvan naar Noordoost Twente. Ook zal er aandacht zijn voor thema’s op het gebied van het tegengaan van overlast en verloedering. Deze thema’s, die met het Rijk zijn afgesproken, zijn: Aanpak veelplegers/ nazorg detentie Cameratoezicht (in het voorjaar van 2011 zal een eerste evaluatie met de raad worden besproken). Veilig ondernemen en veilig uitgaan Uitbreiding Bibob en ontwikkeling Riec Integrale handhaving Gemeentelijke crisisbeheersing De ontwikkeling van de veiligheidsregio heeft gevolgen voor zowel de gemeentelijke kolom als ook voor de brandweer en de relatie tussen de brandweer en de gemeente. Dit zal nauwgezet worden gevolgd en ook onderdeel uitmaken van het lokale veiligheidsbeleid
160: Opsporing en ruiming conventionele explosieven (bommenregeling)
13
Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-345.000
0
-345.000
╗ ║
Beleidsbegroting 2011 – 2014
versie 07-03-2011
Hoofdfunctie 2 Verkeer, vervoer en waterstaat Commissie(s) Portefeuillehouder(s) Sector
Fysiek Oude Alink, Bron, Ten Heuw Stedelijk Beheer, Wijkzaken, Beleid en Projecten
Missie Het in stand houden en waar mogelijk verbeteren van de kwaliteit van de openbare ruimte.
Speerpunten 2011 ≠ Verdere inzet op toename fietsgebruik en gebruik openbaar vervoer ≠ Start realisatie F35 tracé Enschede/Hengelo ≠ Realisatie F35 deeltracé Veldkamp ≠ Kritisch volgen en inspelen op ontwikkelingen PHS ≠ Herinrichting Boekeloseweg/Boortorenweg
Hoofdfunctie 2: Verkeer, vervoer en waterstaat Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-11.981.950
3.328.180
-8.653.770
Kaderstellende beleidsnota’s: ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠
14
Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (GVVP, 2003) Waterplan (2006) Actualisatie Nota autoparkeren binnenstad Hengelo 2008 Uitvoeringsnota Fietsen 2003-2006 (2003) Fietsparkeernota (2005) Nota wegbeheer (2001) Nota Duurzaam Veilig (2001- verkeersveilige infra en educatie en voorlichting)
╗ ║
Beleidsbegroting 2011 – 2014
versie 07-03-2011
Productcombinaties:
210: Wegen, straten en pleinen Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-8.309.450
727.210
-7.582.240
Doen ?
Bereiken ? Verbeteren (inter)nationale bereikbaarheid
Doorstroming autoverkeer verbeteren
Toename fietsgebruik
Participeren in de vervolgonderzoeken uit de “gebiedsgerichte MIRT-verkenning A1 zone” ≠ Meewerken aan de uit de Twentse wegenvisie voortkomende vervolgonderzoeken. ≠ Meewerken aan het project Twente bereikbaar, samen slim werken. ≠ Deelnemen in het mobility forum namens de netwerkstad ≠ Verbeteren bereikbaarheid havengebied. ≠ Herinrichting Boekeloseweg en Boortorenweg, realisatie 2010/2011. ≠ Definitief ontwerp spoortunnel Kuipersdijk en kruispunt Kuipersdijk-Enschedesestraat gereed. ≠ Definitief ontwerp herinrichting Weideweg/Geerdinksweg/Oelerweg gereed. ≠ Voorbereiding ontwerp en uitvoering 2e fase Laan Hart van Zuid in noordelijke richting. Realiseren van diverse maatregelen uit de geüpdate Uitvoeringsnota Fietsen waaronder Stadsfietsroute Driene. ≠ Herinrichting Weideweg, Geerdinksweg, Oelerweg met fietsvoorzieningen. ≠ Aanleggen fietssnelweg F35 Hengelo–Enschede en start eerste fase F35. Hengelo – Borne. ≠ Instellen leen-OV fiets op Hengelo CS en Hengelo Oost. ≠ I.h.k.v. ketenmobiliteit start bouw overdekt (en bewaakt) fietsparkeren stationsomgeving. ≠ Opstellen van het Meerjaren onderhoudsprogramma (MJOP) 2012-2015. ≠ Uitvoeren van het Meerjaren onderhoudsprogramma (MJOP) 2011-2014, en onderliggende onderhoudsprogramma’s. ≠ Uitvoering wet Informatie-uitwisseling Ondergrondse netten. ≠
≠
Heel en veilig houden van infrastructuur, straatmeubilair en verlichting
Indicatoren programma 2 (productcombinatie 210)
historisch indicator
E/P bron
doc.
Percentage Hengeloërs op de fiets naar het werk in Hengelo
E
BGI, Omnibus
historisch BB2010 BB2011
62%
Percentage Hengeloërs met de auto naar het werk in Hengelo
E
BGI, Omnibus
historisch BB2010 BB2011
30%
% inwoners (zeer) tevreden over onderhoud wegen en fietspaden 1)
E
L&V/ IVM
historisch BB2010 BB2011
75%
Percentage (zeer) tevreden over de straatverlichting 2)
E
L&V
historisch BB2010 BB2011
87,6%
1) 2)
2005
2006
2007
2008
2009
2010
streefwaarden 2011 2012 2013
70% 70%
70% 70%
70% 70%
70% 70%
70%
30% 30%
30% 30%
30% 30%
30%
75% 70%
75% 70%
75% 75%
75%
25% 30%
68%
64% 75%
84,9%
n.b. 85% 85% indicator vervallen m.i.v. BB2011
Sinds 2009: % (helemaal) eens met de stelling: In de buurt zijn de wegen, paden en pleintjes goed onderhouden. M.i.v. 2009 doet Hengelo mee aan de Integrale Veiligheidsmonitor in plaats van de L&V-enquête. Hierdoor wordt deze vraag niet meer gesteld.
Ontwikkelingen De Nota Mobiliteit (het nationale verkeers- en vervoersplan tot 2020) geeft de hoofdlijnen van het nationale verkeers- en vervoersbeleid voor de komende decennia. Centraal staan: mobiliteit, een noodzakelijke voorwaarde voor economische en sociale ontwikkeling en een goed functionerend systeem voor personen- en goederenvervoer en een betrouwbare bereikbaarheid om de economie en de internationale concurrentiepositie van Nederland te versterken. Het Gemeentelijk Verkeers- en vervoersplan (GVVP) fungeert als beleidskader
15
╗ ║
Beleidsbegroting 2011 – 2014
2013
versie 07-03-2011
voor het totale verkeers- en vervoersbeleid. De nota is als beleidskader nog goed bruikbaar maar is wel toe aan een actualisatie. Een optimale interne en externe ontsluiting van de Netwerkstad is een essentiële randvoorwaarde voor de economische structuurversterking van de regio. Niet alleen de A1 en A35 maar ook de bereikbaarheid per spoor en water zijn van groot belang. Het Kabinetsbesluit Programma Hoogfrequent Spoor (PHS) heeft tot doel het frequenter laten rijden van personentreinen op drukbereden routes in de Randstad en naar Eindhoven en Arnhem. Om hiervoor capaciteit vrij te maken, moet goederenvervoer worden omgeleid naar minder drukbereden routes. Voor het transport naar Noordoost Europa is dat de route Elst - Oldenzaal. Verwacht wordt een sterke groei van het goederenvervoer; tot ca. 80 goederentreinen per etmaal in 2020. De capaciteit die wordt gereserveerd is nog groter (6 goederentreinen per uur). Onduidelijk is in hoeverre deze verdere groei van het personenvervoer en daarmee de functie van het Centraal Station Twente in Hengelo zal belemmeren. De Regio laat dit onderzoeken. Samen met de Regio, met regiogemeenten en met de provincie worden de ontwikkelingen nauwlettend gevolgd en wordt invloed uitgeoefend op de besluitvorming. Het PHS heeft ook consequenties voor de leefbaarheid (geluid/trillingen) en de aanvragen voor de MIRT (zie programma 7 en 8) Een duurzame oplossing voor het kruispunt Kuipersdijk/Enschedesestraat en de aanleg van het tracé EnschedeHengelo van de fietssnelweg F35 verbeteren de verbinding tussen het Kennispark en Hart van Zuid/CST. Richting het noorden is de verbinding met Borne een aandachtspunt. Met de verdere ontwikkeling van Westermaat (Plein, Expo) zal de afrit A1 zwaarder belast worden. Ten behoeve van de fietsverbinding tussen Borne en Hengelo zal dit tracé van de F35 versneld worden aangelegd, indien nodig gefaseerd. Hengelo heeft daarom voor het Uitvoeringsprogramma 2010 – 2011 aanvullende projecten ingediend voor een subsidiebedrag van ruim 20 miljoen euro, voor onder meer:
≠ ≠ ≠ ≠ ≠
Het Busstation CS De Laan Hart van Zuid (noordelijk deel) HOV Midden, kruispunt Enschedesestraat Westtangent (Oelerweg – Geerdinksweg – Weideweg)
Fietssnelweg F35 Kuipersdijk – grens Enschede Aanvullend zijn ingediend de projecten: ≠ P&R Centraal Station ≠ Fietsstalling Centraal Station ≠ Busdoorsteek Pasteurstraat In regionaal verband is het project Twente Mobiel opgestart. Hoofddoel is een betere benutting van het beschikbare (hoofd-)wegennet in Twente. Hengelo doet mee met zes projecten om met name de doorstroming op onze hoofdwegen en op de aansluitingen met de rijksweg A1 en A35 te verbeteren. Het betreft onder meer: ≠ De vervanging van VRI op de Kuipersdijk / Enschedesestraat ≠ De coördinatie van VRI’s rondom de aansluiting A1 en de dubbele “linksaffer” richting Plein ≠ Rerouten DRIP op de A1 / A35 ≠ Rerouten vanaf beide zijden via Europalaan Om een betere benutting van het wegennet niet alleen van de fysieke kant te benaderen en te stimuleren, is er door de Regio Twente samen met de Kamer van Koophandel en ANWB aansluiting gezocht bij het landelijke Taskforce Mobiliteit Management (TFMM). Gelijktijdig met het TFMM heeft de gemeente Hengelo in 2009, samen met Regio Twente en het lokale bedrijfsleven op Westermaat, een uitvoeringsconvenant ondertekend. Welke bijdrage de partijen (gemeente en bedrijven) gaan leveren om het gebied bereikbaar te houden zal in het op te stellen mobiliteitsplan worden opgenomen. Voor een duurzame ontwikkeling van de stad is de huidige goede bereikbaarheid van grote waarde. Behoud en versterking ervan naar de toekomst is van fundamenteel belang om de sociale en economische motorfunctie van de netwerkstad Twente te kunnen vervullen. Met de centrale positie van Hengelo in de regio en de aansluiting die de stad vervult op regionale en (inter)nationale infrastructuurnet is een blijvende bereikbaarheid niet alleen van lokale betekenis maar ook van groot belang voor de gehele regio.
16
╗ ║
Beleidsbegroting 2011 – 2014
versie 07-03-2011
211: Verkeersmaatregelen te land Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-1.588.490
133.410
-1.455.080
Doen ?
Bereiken ? Minder verkeersslachtoffers
≠
≠
Veilige schoolroutes (o.a. vrijliggende fietspaden) op de hoofdroutes naar het voortgezet onderwijs door mee te liften met andere fysieke projecten. Continueren van de inzet op educatie en voorlichting op scholen en doelgroepenbeleid.
Indicatoren programma 2 (productcombinatie 211) historisch indicator
E/P bron
doc.
aantal verkeersslachtoffers 1) idem, index 2006=100
E
aantal verkeersongevallen 1) idem, index 2006=100
1)
E
Politie Twente
Politie Twente
2005
2006
2007
2008
2009
historisch historisch BB2010 BB2011
58
60 100
64 107
54 90
67 112
historisch historisch BB2009 BB2010
1.464
2010
92
1.592 100
1.633 103
1.388 87
861 54 93
92
streefwaarden 2011 2012
91 100
90 95
2013
2014
90 90
90
91 90 indicator vervallen m.i.v. BB2011
- Op alle wegen binnen de gemeentegrens (inclusief A1 en A35). - Doden en ziekenhuisgewonden - De politie registreert sinds 1-1-2009 niet meer alle ongevallen
212: Openbaar vervoer Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-175.280
0
-175.280
Doen ?
Bereiken ? Toename OV-gebruik
≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠
Realisatie kwaliteitsnet goederen vervoer Realisatie Agglolijn
≠ ≠ ≠
Planvorming HOV doorstroomas Hengelo-Enschede via de Enschedesestraat, start realisatie 2011-2012. Voortzetting experiment gratis OV. Start aanleg voorstadhalte gezondheidspark. Herinrichting busstation Hengelo. Start bouw overdekt (en bewaakt) fietsparkeren stationsomgeving. Integraal toegankelijk maken van bushaltes Deelnemen in projectgroep kwaliteitsnet goederenvervoer Regionaal onderzoek naar consequenties van het Programma Hoogfrequent Spoor en de gevolgen voor de MIRT-agenda Realiseren voorstadshalte gezondheidspark Voorbereiden HOV-midden, Enschedesestraat Hov-lijn Hengelo zuid
Indicatoren programma 2 (productcombinatie 212)
historisch indicator
E/P bron
doc.
Gemiddeld aantal busreizigers lijnen 10, 11,12, 13 per jaar binnen Hengelo (index 2005=100) 1)
E
historisch BB2010 BB2011
1)
Connexxion
2005
2006
2007
2008
2009
2010
100
144
n.n.b
n.n.b
n.n.b
n.n.b 175
streefwaarden 2011 2012 2013
200 225 225 indicator vervallen m.i.v. BB2011
Laten vervallen i.v.m. het niet aanleveren gegevens door Connexxion.
17
╗ ║
Beleidsbegroting 2011 – 2014
versie 07-03-2011
2013
Ontwikkelingen Voor het openbaar busvervoer in Hengelo is de Regio Twente verantwoordelijk. De Regio is concessieverlener voor de vervoerders Syntus en Connexxion en stelt onder andere regionale tarieven vast. De vervoerders stellen de dienstregeling vast. De gemeente heeft als wegbeheerder de zorg voor een goede infrastructuur. De realisatie van de HOV-doorstroomassen is hier een voorbeeld van.
214: Parkeren Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-1.730.990
2.195.200
464.210
Ontwikkelingen De nota autoparkeren wordt geëvalueerd waarbij ook betrokken wordt het betaald parkeren in de woonwijken, het draagvlak onder de bewoners, de tarieven in andere steden en de mogelijkheden van digitalisering. Het uitgangspunt blijft het stimuleren van het gebruik van parkeergarages.
221: Binnenhavens en waterwegen Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-177.740
272.360
94.620
Doen ?
Bereiken ? Vergroten van de binnenvaart en inzetten op goedfunctionerende binnenhavens
18
╗ ║
≠ ≠
Participeren in het binnenhavenoverleg van de regio Uitvoering havenvisie
Beleidsbegroting 2011 – 2014
versie 07-03-2011
Hoofdfunctie 3 Economische zaken Commissie(s) Portefeuillehouder(s) Sector
Fysiek, Sociaal Ten Heuw, Oude Alink Wijkzaken, Publieksdiensten en Sociale Zaken, Beleid en Projecten, Stedelijk Beheer
Missie Het realiseren van een flexibele en gevarieerde economische structuur die leidt tot duurzaam werk voor alle lagen van de bevolking van Hengelo (en de regio);
Speerpunten 2011 ≠ Vaststellen van een bedrijventerreinenvisie in Netwerkstadverband en op stedelijk niveau vaststellen van de programmering van bedrijventerreinen en kantorenlocaties ≠ Herstructurering bedrijventerreinen incl. actualisatie economische profielen ≠ Versterken van de kracht van de binnenstad als economisch gebied, ondermeer door stimulering en facilitering van de inzet van het instrument BIZ ≠ Innovatie markt ≠ Actualiseren detailhandels (en actieprogramma detailhandel) en –horecavisie
Hoofdfunctie 3: Economische zaken Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-2.928.460
421.450
-2.507.010
Kaderstellende beleidsnota’s: ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠
Structuurvisie Hengelo 2030 Nota Economisch beleid (2004) Actualisatie masterplan ‘Verbetering Bedrijventerrein Twentekanaal’ (2010) Convenant ‘Verbetering dienstverlening en vermindering regeldruk voor ondernemers (2009) ondertekend met het ministerie van Economische Zaken en MKB Nederland. Horecavisie (2005) Detailhandelsvisie (2006)
Indicatoren programma 3 (algemeen) historisch
aantal arbeidsplaatsen (per 1 april)
E/P Bron
doc
E
historisch BB2010 BB2011
BIRO
2005
2006
2007
2008
2009
2010
42.341
42.621
43.884
45.473
45.480
n.n.b. 46.250
streefwaarden 2011 2012 2013
46.500 46.500
46.750 46.750
47.000 47.000
2014
47.250
Bron: Bedrijven- en instellingenregister Overijssel (BIRO), bewerking afdeling BGI.
19
╗ ║
Beleidsbegroting 2011 – 2014
versie 07-03-2011
Productcombinaties:
310: Handel en ambacht Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-2.336.490
201.450
-2.135.440
Doen ?
Bereiken ? Vernieuwing en versterking stedelijke economie
≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠
Versterken voorwaarden voor bedrijvigheid Versterking van de speerpuntsectoren zakelijke dienstverlening, (detail)handel, gezondheidszorg en toerisme.
Versterking binnenstad
≠ ≠ ≠ ≠
≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠
Meer creatief ondernemerschap in Hengelo
≠
Schuldbemiddeling:
≠ ≠ ≠
voorkomen en oplossen van schuldensituaties
≠ ≠ ≠
20
╗ ║
Programmering van de werklocaties (kantoren- en bedrijvenlocaties). Herontwikkelen bedrijventerreinen Twentekanaal (zie ook hoofdfunctie 8), Timmersveld en Westermaat Expo Profilering binnenhaven Twentekanaal Onderzoek naar mogelijkheden actualisatie gezamenlijke Twentse Havenvisie Uitvoeren maatregelen startersbeleid Wijkeconomie i.s.m. ROZ Organisatie en vastgoedontwikkeling World Trade Center Twente Verbeteren dienstverlening aan ondernemers Verlaging regeldruk Verbeteren innovatief vermogen (innovatieroute) Uitgifte van bedrijventerreinen voor de zakelijke dienstverlening, industrie en handel (Westermaat-Campus, Buren/Veldkamp en Oosterveld) Uitgifte van terreinen aan zorggerelateerde bedrijven en instellingen (Gezondheidspark) Actualiseren nota detailhandel + opstellen actieprogramma Actualiseren horecavisie Vaststellen Nota Vrijetijdseconomie Faciliteren BIZ Binnenstad Actualisatie en uitvoering actieprogramma Horecaontwikkeling Hengelo Actualisatie en uitvoering actieprogramma detailhandel binnenstad Participatie in projecten en acties gericht op het bevorderen van creatieve economie Bestendigen inzet casemanagement schuldhulpverlening Uitbouw en verdere vernieuwing informatie- en adviesfunctie Meer wijkgericht inzetten van dienstverlening op gebied van sociale zaken Stadsbank Oost Nederland: opvangen gevolgen toenemend beroep op dienstverlening Betere afstemming tussen Budget Alert en Stadsbank Oost Nederland Implementeren nieuwe wet Schuldhulpverlening
Beleidsbegroting 2011 – 2014
versie 07-03-2011
Indicatoren programma 3 (productcombinatie 310) historisch E/P Bron 9d. Aantal budgetbeheerrekeningen (GSB) P
40a. Aantal ha. geherstructureerd (GSB) idem, cumulatief
P
JZB
Mon. EZ
doc.
2005
2006
2007
2008
2009
2010
985
1.116
991
758
805 854
n.n.b.
n.b. n.b.
20 20
historisch BB2010 BB2011
Indicator vervalt m.i.v. BB2011.
historisch historisch BB2010 BB2011
n.b. n.b.
n.b. n.b.
n.b. n.b.
Indicator vervalt m.i.v. BB2011.
P
REW
historisch BB2010 BB2011
ja
ja
ja
ja
ja
-
45. Vraagbundelingstraject afgerond P met een aanbestedingsronde (cum.) (GSB)
REW
historisch BB2010 BB2011
0
0
0
2
3 2
-
47. Aansluiting bij nationaal bedrijvenloket (GSB)
Rijk
historisch BB2010 BB2011
n.b.
n.b.
ja
ja
ja
-
40b. Parkmanagement (GSB)
P
Indicator vervalt m.i.v. BB2011.
Indicator vervalt m.i.v. BB2011.
Indicator vervalt m.i.v. BB2011.
48. Tevredenheid ondernemers over lokale dienstverlening (GSB)
E
BGO
historisch BB2010 BB2011
5,4
n.b.
6,2
n.b.
6,0
-
52a. Nieuwe kennisgeörienteerde bedr. idem, cumulatief 2005-2009 (GSB)
E
BGI / BIRO historisch historisch BB2010 BB2011
22 22
28 50
28 78
42 120
29 149
-
52b. Nieuwe samenwerkingsprojecten idem, cumulatief 2005-2009 (GSB)
P
REW
historisch historisch BB2010 BB2011
streefwaarden 2011 2012 2013
Indicator vervalt m.i.v. BB2011.
Indicator vervalt m.i.v. BB2011. n.b. n.b.
n.b. n.b.
20 20
>= 20 >= 20
>= 20 >= 20
Indicator vervalt m.i.v. BB2011.
Ontwikkelingen De programmering van werklocaties (kantoren- en bedrijvenlocaties) wordt op het niveau van de Netwerkstad Twente nader vormgegeven. Aandachtspunt daarbij is de herstructurering van bestaande locaties naast de (door)ontwikkeling van nieuwe locaties. De ontsluiting via water is een vestigingskwaliteit die beter benut moet worden. Versterking van de binnenhavenfunctie zal daaraan bijdragen. Tevens worden de detailhandelsvisie en horecavisie geactualiseerd.
320: Industrie Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-371.970
0
-371.970
Doen ?
Bereiken ? Versterking samenwerking binnen de Netwerkstad en Regio Twente
≠ ≠ ≠
Promotie en acquisitie Netwerkstad Opstellen en uitvoering Ruimtelijk Economische Ontwikkelingsagenda Netwerkstad en Agenda van Twente Vaststellen bedrijventerreinen- en kantorenvisie
Zie ook 310: Handel en ambacht.
330: Nutsbedrijven Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-220.000
220.000
0
Ontwikkelingen Met instemming van de marktbond wordt het innovatievoorstel voor het verzelfstandigen van de markt verkend en uitgewerkt.
21
╗ ║
Beleidsbegroting 2011 – 2014
versie 07-03-2011
2014
Hoofdfunctie 4 Onderwijs Commissie(s) Portefeuillehouder(s) Sector
Sociaal Lievers Beleid en Projecten
Missie Het stimuleren en steunen van optimale ontwikkelingskansen voor iedereen van 0 tot 23 jaar in de thuissituatie, in de opvang-, onderwijs-, en arbeidssituatie en in de vrije tijd. Een situatie creëren waarbij volwassenen in staat worden gesteld zich te verbeteren in hun sociaal economische situatie (SES).
Speerpunten 2011 § Criteria opstellen voor Brede Scholen (samenwerkingsclusters van onderwijs, kinderopvang, peuterspeelzaal) § Uitsluitsel over nieuwbouw VMBO school § Verkenning Brede School werkwijze voor 12+ § Invoering en gebruik onderwijsmonitor in samenhang met de jeugdmonitor § Toeleiding naar startkwalificatie: sterk profiel, een goede start § Inzetten op laaggeletterdheid: een leven lang leren stimuleren § Integraal Huisvestingsplan voortgezet en speciaal onderwijs
Hoofdfunctie 4: Onderwijs Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-19.468.200
7.967.400
-11.500.800
Kaderstellende beleidsnota’s: § § § § § § §
Zorgadviesteams in het voortgezet onderwijs (2005) Nota Spelen (2008) Startnotitie Centrum voor Jeugd en Gezin Hengelo (2008) Notitie Bureau Leerlingzaken (2008) Sterk profiel, een goede start (2009) Notitie Visie op de Brede School (2010) IHP PO (2010)
Productcombinaties:
420: Openbaar basisonderwijs, exclusief onderwijshuisvesting
22
Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-488.060
234.050
-254.010
╗ ║
Beleidsbegroting 2011 – 2014
versie 07-03-2011
421: Onderwijshuisvesting Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-15.097.850
6.973.850
-8.124.000
Doen ?
Bereiken ? Adequate huisvesting voor alle onderwijsinstellingen voor primair, speciaal en voortgezet onderwijs
≠
≠
≠ Alle VMBO leerlingen die woonachtig zijn in Hengelo volgen in de stad een breed aanbod aan opleidingen
≠ ≠
Uitvoering geven aan het in 2010 vastgestelde Integraal Huisvestingplan primair onderwijs, waarin het beleidskader en een meerjarenplan voor het primair onderwijs zijn opgenomen. Het jaarlijks opstellen en uitvoeren van het programma onderwijshuisvesting, waarin voorzieningen met betrekking tot nieuwbouw, uitbreiding en onderhoud zijn opgenomen. Opstellen van een Integraal Huisvestingplan voor het speciaal en voortgezet onderwijs. Uitsluitsel over de mogelijkheden tot nieuwbouw van een VMBO school Intensievere samenwerking tussen de onderwijsinstellingen.
Indicatoren programma 4 (productcombinatie 421) historische waarden indicator
E/P bron
doc.
2005
2006
2007
2008
2009
2010
streefwaarden 2011 2012 2013
2014
geen indicatoren vastgesteld
432: Bijzonder speciaal onderwijs exclusief onderwijshuisvesting Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-21.350
0
-21.350
480: Gemeenschappelijke baten en lasten Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-3.640.590
759.500
-2.881.090
Doen ?
Bereiken ? We streven in 2014 naar 100% aanbod van VVE voor de doelgroep peuters in leeftijd 24 jaar
≠
≠ ≠ ≠
23
Alle geregistreerde kinderopvanginstellingen betrekken bij het lokaal onderwijs- en jeugdbeleid
≠
In 2011 is in elk stadsdeel een voorziening die extra ondersteuning biedt aan kleuters die niet tot nauwelijks aanspreekbaar zijn in het Nederlands
≠
╗ ║
≠
Alle peuterspeelzalen en kinderdagverblijven gebruiken het VVE programma Piramide of Uk en Puk/Puk en Ko en bieden in de basis 2 dagdelen VVE aan De peuters uit de doelgroep kunnen op elke peuterspeelzaal 2 extra dagdelen VVE krijgen Afspraken maken met de JGZ over de toeleiding van alle doelgroep peuters naar een peuterspeelzaal of kinderdagverblijf Uitbrengen van een VVE folder is samenwerking met peuterspeelzaal en kinderopvang In de stuurgroep kinderopvang / peuterspeelzaalwerk zijn alle 16 instellingen voor kinderopvang en het peuterspeelzaalwerk vertegenwoordigd In de programmaraad bredeschool wordt de kinderopvang vertegenwoordigd door twee afgevaardigde uit de stuurgroep kinderopvang / peuterspeelzaalwerk Minimaal inrichten van 3 schakelklassen die 3 dagdelen extra ondersteuning bieden aan kleuters
Beleidsbegroting 2011 – 2014
versie 07-03-2011
De visie op de brede school wordt verder uitgewerkt
≠ ≠ ≠
≠ In 2011 draaien in de drie stadsdelen wijknetwerken 012
≠ ≠
≠ ≠
Er wordt ingezet op combinatiefuncties brede school, sport en cultuur
≠ ≠ ≠ ≠ ≠
Jongeren 12-18 in Hengelo voelen zich maatschappelijk betrokken
≠ ≠
Het aantal voortijdig schoolverlaters daalt
≠ ≠ ≠
≠ Ouder en jeugdparticipatie standaard onderdeel laten uitmaken van de beleidsontwikkeling op het gebied van jeugd
≠
In 2014 voelt 90% van de jongeren van 12-18 zich veilig in Hengelo
≠
In 2014 is de Berflo Es een lerende wijk, met brede schoolactiviteiten, een ouderkamer, een taalgame en een aantrekkelijke brede school Berflo Es
≠
In 2014 is de Berflo Es een sportieve wijk waar bewoners bewegen, recreëren en waar aandacht is voor een gezonde leefstijl (zie hoofdfunctie 5)
≠ ≠
In 2011 wordt gestart met een pilot op het thema integratie segregatie
≠
≠ ≠
≠
≠ ≠ ≠
Op basis van de visie opstellen van criteria voor Brede Scholen Onderzoeken hoe een brede school 12+ vorm zou kunnen krijgen Inzetten op intensievere samenwerking tussen voorschoolse instellingen, onderwijsinstellingen PO/VO sport en culturele instellingen Doorontwikkeling van het activiteitenaanbod van de Brede School Elk wijknetwerk voert een programma uit Binnen het Wijknetwerk worden kleinere samenwerkingsverbanden van scholen, kinderopvang en peuterspeelzaal gevormd. Elk programma beslaat activiteiten uit minimaal 4 programmalijnen De weekendschool wordt in relatie gebracht met de Brede School ontwikkelingen De koppeling met smaaklessen wordt gemaakt De koppeling met Hengelo Sport wordt gemaakt Er worden in samenhang met sport en cultuur (hoofdfunctie 5) in 2011 minimaal 8 formatieplaatsen ingevuld Het aanbod voor sport en cultuur in en om de school voor de 412 jarigen en 12+ wordt uitgebreid Inzetten op intensievere samenwerking tussen, onderwijs, sport en culturele instellingen Alle VO-scholen beginnen met maatschappelijke stages. In elke wijk is een jeugdactiviteitencommissie actief. Het convenant Rijk, gemeenten en onderwijsinstellingen in Twente wordt uitgevoerd en gemonitord Rond alle scholen VO en het ROC van Twente functioneren Zorgadviesteams Het beleidsplan Sterk profiel, een goede start II wordt uitgevoerd, waarbij specifieke aandacht gegeven wordt aan lees/taal onderwijs, sociaal emotionele ontwikkeling van jongeren, de relatie onderwijsarbeidsmarkt en ouderbetrokkenheid Het mentoringproject wordt door alle betrokken instellingen voortvarend uitgevoerd. Raadplegen van ouders en kinderen bij de ontwikkeling van de programma’s van de brede school – wijknetwerken 0-12 Betrekken van jongen bij de ontwikkeling van de wijkplannen Doorontwikkeling van de jeugdmonitor Uitvoeren van afspraken die voortvloeien uit het geactualiseerde protocol de veilige school Voorlichting geven aan jongeren op het basis- en voortgezet onderwijs Ontwikkelen van activiteiten vanuit de brede school en CJG Loes Inzet van coördinator brede school voor deze wijk Samen met de partners van de brede school activiteiten ontwikkelen om ouderbetrokkenheid te vergroten Doorontwikkelen van de taalgame en koppelen met lezen en taalbeleid in de voorschoolse periode en de basisscholen Inrichten van een sport- en leercentrum Sport wordt speerpunt in de brede school
Samen met de partners kinderopvang, peuterspeelzaalwerk en onderwijs wordt een pilot uitgevoerd in Groot Driene.
Via de onderwijsmonitor worden ontwikkelingen binnen onderwijs en andere ontwikkelingsactiviteiten voor kinderen gevolgd en gekoppeld aan het beleid voor onderwijs en jeugd. ≠ De monitor wordt met het onderwijs en andere samenwerkingspartners ontwikkeld. Zie ook 650: Kinderopvang, 630 Sociaal cultureel werk (jeugd- en jongerenwerk) en 530 sport. In 2011 werkt Hengelo met de onderwijsmonitor
24
╗ ║
≠
Beleidsbegroting 2011 – 2014
versie 07-03-2011
Indicatoren programma 4 (productcombinatie 480) historisch streefwaarden E/P bron
doc.
03. % doelgroeppeuters dat deelneemt aan VVE programma's (GSBIII)
E
onderwijs & jeugd
historisch BB2010 BB2011
-
04a. Aantal schakelklassen (GSBIII)
P
onderwijs & jeugd
historisch BB2010 BB2011
3
onderwijs & jeugd
historisch BB2010 BB2011
-
04b. Aantal leerlingen dat deelneemt aan schakelklassen (GSBIII)
E
2004/2005 2005/2006 2006/2007 2007/2008 2008/2009 2009/2010 2010/2011 2011/2012 2012/2013 2013/2014
3
-
47%
3
45
47%
4
53
56%
5
n.n.b. 70%
6 3
onderwijs & jeugd
historisch BB2010 BB2011
364
05b. % herplaatste nieuwe voortijdige schoolverlaters (RMC-regio Hengelo) (GSBIII)
onderwijs & jeugd
historisch BB2010 BB2011
74%
272
288
297
91%
81%
100%
100%
100%
indicator laten vervallen m.i.v. BB2011
45
45
45
45
180
170
160
150
80%
-
-
-
238 180
68%
100%
68 45
05a. Aantal nieuwe voortijdige schoolverlaters E van het mbo (RMC-regio Hengelo) (GSBIII)
E
46%
79% 80%
Ontwikkelingen In 2011 wordt op basis van een evaluatie de nota jeugdbeleid geactualiseerd. Het Hengelose Jeugdbeleid is gebaseerd op 2 belangrijke pijlers: de Brede School en het Centrum voor Jeugd en Gezin. De Brede school richt zich op het opgroeien en de ontwikkeling van onze jeugd. Het Centrum voor Jeugd en Gezin richt zich op het opvoeden en de zorg voor onze jeugd. Voor beide pijlers wordt een programma ontwikkeld. Om op een goede manier uitvoering te geven aan beide programma’s, is er en nieuwe overlegstructuur, die bestaat uit een Jeugdberaad en twee programmaraden: Programmaraad CJG en Programmaraad Brede School. Het Centrum voor Jeugd en Gezin wordt toegelicht in hoofdfunctie 7. Uitgangspunten voor het CJG-Hengelo zijn: bundeling van krachten, één gezin, één plan, versterken eigen kracht van ouders, een positieve benadering, outreachend werken en out of the box-denken. Met de ontwikkeling van het CJG wordt ook concreet invulling gegeven aan prestatieveld 2 uit de WMO: 'op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden'. Hengelo werkt samen met alle Twentse gemeenten en de Provincie in het kader van de regionale CJG-ontwikkeling. Vooruitlopend op een mogelijke decentralisatie van de jeugdzorg wordt gewerkt aan de ontwikkeling van een Regionaal Pedagogisch Service Centrum. Ook speelt Hengelo een trekkersrol binnen de G-32 op het dossier Jeugd. Belangrijke onderwerpen in dit dossier zijn: Toekomst Jeugdzorg (mogelijke decentralisatie) en Harmonisatie Kinderopvang en Peuterspeelzaalwerk (zie ook hoofdfunctie 6). De in 2010 vastgestelde visie op de Brede School wordt in de komende periode nader vorm gegeven. Het accent ligt op de concrete invulling in de wijken met daadwerkelijk doorgaande lijnen tussen kinderopvang, peuterwerk en onderwijs. De samenwerking tussen kinderopvang en peuterwerk krijgt verder vorm in het kader van de Harmonisatie. Verbindingen tussen school, sport, cultuur en welzijn worden verder geïntensiveerd. De combinatiefuncties zijn daarbij een belangrijk middel. Daarnaast wordt verkend hoe de Brede School voor 12+ kan worden ingevuld. Passend onderwijs is een aandachtspunt in de relatie tussen CJG en Brede School. De talentontwikkeling van de gehele jeugd in Hengelo staat voorop. De verdere ontwikkeling van de Brede School speelt hierbij een belangrijke rol. Talentontwikkeling voor alle kinderen ongeacht de leeftijd zal een steeds grote rol gaan spelen. Dit begint al in de leeftijd van 0-4 jaar. Samenwerking tussen kinderdagverblijven en peuterspeelzalen is hierbij van belang. Dit is ook opgenomen in de wet OKE. Onderdeel van het preventiebudget Berflo Es is de Lerende Wijk. Inzet is dat alle kinderen en hun ouders een goede start en optimale ontwikkelingskansen krijgen. Streven is een samenhangend aanbod van activiteiten. De positie van de gemeente en de uitvoerende organisaties in het lokaal onderwijs- en jeugdbeleid is veranderd en zal de komende jaren nog verder veranderen. Terecht vragen onderwijs- en zorginstellingen aan de gemeente een regisserende en faciliterende rol. Voor een deel wordt dit beantwoord door het Integraal Huisvestings Plan (IHP) voor het primair, voortgezet en speciaal onderwijs, waarin een actieve rol van de partners gevraagd wordt. Belangrijk onderdeel binnen het Onderwijshuisvestingsbeleid is de nieuwbouw VMBO. Die regisserende rol wordt ook gevraagd als het gaat om de Buitenschoolse Opvang en dagarrangementen. Van de gemeente wordt een initiërende en regisserende rol verwacht bij de ontwikkeling van concepten die naar dagindeling kijken, andere tijden. Het tegengaan van voortijdig schoolverlaten heeft veel aandacht van het Rijk. 2 wetswijzigingen noemen we in dit verband. Een wijziging is de vervanging van de kwalificatieplicht in de partiële leerplicht. Iedere jongere die niet minstens een mbo2, havo of vwo-diploma heeft op zijn zestiende, blijft onderwijsplichtig tot 18 jaar of tot het moment van het halen van een startkwalificatie. 25
╗ ║
Beleidsbegroting 2011 – 2014
versie 07-03-2011
De leerplichtambtenaren hebben door deze wetswijziging een uitbreiding van hun taakstelling gekregen. Daarnaast is de nieuwe leerwerkplicht tot 27 jaar ingevoerd. Voor gemeenten betekent dit dat aan jongeren die zich melden voor een uitkering een scholingstraject dan wel werk moet worden aangeboden. Een ander punt van aandacht is het feit dat onze samenleving, die zich moet gaan ontwikkelen tot een kenniseconomie nog steeds laaggeletterden telt. In Hengelo gaat het naar schatting om 7000 mensen vanaf 15 jaar. De rijksoverheid en ook de provincie vinden het belangrijk dat gemeenten actie ondernemen om laaggeletterdheid terug te dringen.
482: Volwasseneneducatie Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-220.350
0
-220.350
Doen ?
Bereiken ? Het aantal laaggeletterden in de stad Hengelo daalt
≠ ≠
Continuering van de programma’s voor laaggeletterden. Uitvoering door de programma’s in samenwerking met het ROC
In 2011 wordt de integrale aanpak voor re-integratie (WWB-werkdeel), inburgering en volwasseneneducatie verder vorm gegeven
≠ ≠
Ontwikkelen integrale beleidsnota Participatiebudget Vanuit Educatie inzet op VAVO, NT2 en Basiseducatie
Indicatoren programma 4 (productcombinatie 482) historisch E/P bron 06 t/m 09 aantal gestarte deelnemers aan trajecten (GSBIII) VAVO P MO Basiseducatie NT2 Staatsexamen NT2 totaal
doc.
2005
historisch historisch historisch historisch BB2010 BB2011
2006
2007
2008
2009
58 295 325 24 702
55 239 29 0 323
49 409 75 0 533
74 300 48 13 435
2010
streefwaarden 2011 2012 2013
355 250
250
250
Ontwikkelingen In 2011 maken de educatiemiddelen die de gemeente van het Rijk ontvangt deel uit van het Participatiebudget, samen met de onderdelen Inburgering en Wet Werk en Bijstand (WWB). Wel geldt voor de educatiemiddelen nog een verplichte inkoop bij het ROC. Subsidieparagraaf bij Hoofdfunctie 4 Onderwijs De volgende onderdelen worden binnen deze hoofdfunctie gesubsidieerd. ≠ Leerlingenvervoer: is gebaseerd op wettelijk kader vervat in art. 4 van de Wet op de expertisecentra, artikel 4 van de Wet op het primair onderwijs en art. 127 van de Wet op het voortgezet onderwijs. Voor dit onderdeel is een bedrag van € 860.730 opgenomen in de begroting 2011. Overigens betreft het een open einde regeling. ≠ Onderwijsbegeleiding: gebaseerd op convenant tussen schoolbesturen en gemeente, voorheen wettelijk kader vervat in artikelen 113 van de Wet op het basisonderwijs en 108a van de Interimwet op het speciaal onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs en de Wet regeling schoolbegeleiding. Plafond 2011 € 350.000. ≠ Subsidie Voorschool en school (VVE vanaf 2011 een geoormerkte uitkering). Doelstelling is: voorkomen dat kinderen achterstanden in hun ontwikkeling oplopen. Middelen vloeien voort uit de wet OKE € 716.000. ≠ Subsidieprogramma Brede School Netwerk. Doelstelling is: het stimuleren van optimale ontwikkelingskansen voor iedereen van 0 tot 23 jaar in de thuissituatie, opvang-, onderwijs en in de vrije tijd. Plafond 2011 € 261.180. ≠ Subsidieprogramma Jongerenwerk. Ambitie voor het jongerenwerk is het verbeteren van de ontwikkelingskansen voor jongeren in de vrije tijd. Plafond 2011 € 1.316.680. ≠ Educatie: is gebaseerd op het wettelijk kader vervat in de Wet educatie en Beroepsonderwijs. Plafond 2011 € 650.000. ≠ Onderwijshuisvesting: is gebaseerd op het wettelijk kader vervat in art. 102 van de Wet op het primair onderwijs, art. 100 van de Wet op de expertisecentra en de artikelen 76m en 217 van de Wet op het voortgezet onderwijs. Voor dit onderdeel is een bedrag van € 7.600.000 opgenomen in de begroting 2011.
26
╗ ║
Beleidsbegroting 2011 – 2014
2014
versie 07-03-2011
250
Hoofdfunctie 5 Cultuur en recreatie Commissie(s) Portefeuillehouder(s) Sector
Sociaal, Fysiek Mulder, Lievers, Oude Alink, Ten Heuw Beleid en Projecten, Stedelijk Beheer, Publieksdiensten en Sociale Zaken, Wijkzaken
Missie Hengelo streeft naar een sociaal-maatschappelijke structuur die voldoende waarborgen kent voor een volwaardige deelname van alle burgers aan de Hengelose samenleving. Het in stand houden en waar mogelijk verbeteren van de kwaliteit van de openbare ruimte.
Speerpunten 2011 § Ontvlechting van de gemeentelijke organisatie met de Muziekschool § Aanleg kunstgrasveld op sportpark de Bijenkorf § Actualisatie sportnota / sportvisie § Inzet van combinatiefunctionarissen op samenhang sport, cultuur en onderwijs (zie ook hoofdfunctie 4) § Herontwikkeling tussengebied Enschede – Hengelo in samenhang met de sportvisie § Sport: de mogelijkheden tot het opstellen van het integraal gebiedsprogramma voor het tussengebied worden onderzocht § Handhaven kwaliteit bomen in de openbare ruimte § Opstellen van een Meerjaren Onderhoudsplan 2012 -2015 § Professionalisering Stadstoezicht § Opstellen Stedelijke Groenagenda § Realisatie Stadsfietsroute Driene
Hoofdfunctie 5: Cultuur en recreatie Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-26.831.110
3.040.090
-23.791.020
Kaderstellende beleidsnota’s: § § § § § § § § § § §
27
Sportnota 2004-2010 Herstructurering Sportvelden (juni 2007) Vrij spel voor de verbeelding, kunst- en cultuurvisie 2010 (2007) Kwartiermaken voor de Collectie Hengelo (2008) Notitie Diversiteit Nota tijdbeleid Veiligheid met extra aandacht voor herkennen, opsporen en voorkomen/stoppen van huiselijk geweld Gemeentelijk groenplan (GGP, 2004) Stedelijk Niveau – Instrument Beheer Openbare Ruimte (IBOR) (2005) Nota Terugdringen overlast hondenpoep (2000) Kadernota Spelen (2008)
╗ ║
Beleidsbegroting 2011 – 2014
versie 07-03-2011
Productcombinaties:
510: Openbaar bibliotheekwerk Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-2.734.150
44.140
-2.690.010
Doen ?
Bereiken ? In 2014 is inzicht verkregen in de effecten van de structurele subsidies aan de culturele kernvoorzieningen
≠
Periodieke evaluatie van de Bibliotheek, het Rabotheater, Metropool, Muziekschool, CREA, AkkuH en Techniekmuseum HEIM
511: Vormings- en ontwikkelingswerk Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-2.224.890
147.870
-2.077.020
Doen ?
Bereiken ? In 2014 is inzicht verkregen in de effecten van de structurele subsidies aan de culturele kernvoorzieningen
≠
Periodieke evaluatie van de Bibliotheek, het Rabotheater, Metropool, Muziekschool, CREA, AkkuH en Techniekmuseum HEIM
In 2014 is de structurele subsidierelatie met de 7 culturele kernvoorzieningen ingevuld in relatie tot de Algemene subsidieverordening, de Algemene wet bestuursrecht en de code Cultural Governance
≠ ≠
Uitvoering van het subsidieprogramma Culturele Instellingen Ontvlechting van de gemeentelijke organisatie met de Muziekschool
Ontwikkelingen Aan gemeenten de taak te waarborgen dat iedere burger gelijke kansen krijgt zodat iedereen zijn of haar eigen emancipatie optimaal kan realiseren. Eigen kracht van de burgers speelt hierbij een belangrijke rol. Tegen deze achtergrond krijgt onder meer het diversiteitbeleid van de gemeenten gestalte, met als ambitie dat meer Hengeloërs mee doen in de samenleving, zich er thuis voelen en zich gehoord weten. Participatie staat voor (meer) deelname aan de maatschappij met als doel het tegengaan van sociale uitsluiting en vereenzaming. Wij willen meer samenhang in het participatiebeleid en de uitvoering daarvan. Vanuit het diversiteitsbeleid hebben we ook een aantal ambities geformuleerd voor tijdbeleid.
530: Sport Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-5.375.300
1.592.590
-3.782.710
Doen ?
Bereiken ? In 2014 zijn 15 Hengelose sportverenigingen te kwalificeren als “vitale sportvereniging” volgens de norm van het ministerie van VWS
≠
Er is een ondersteunend subsidiesysteem voor sportverenigingen
≠
≠ ≠
≠
28
╗ ║
Verenigingsondersteuning traject d.m.v. subsidie aan Service punt vrijwilligers Hengelo Verenigingondersteuning traject met de KNVB voor alle Hengelose voetbalverenigingen Afsluiten van een convenant met sportservice Overijssel De gemeente subsidieert sportverenigingen (subsidieprogramma sport en bewegen en incidenteel voor evenementen etc.) Er is een nieuwe subsidieregeling voor sporttechnisch kader binnen een vereniging
Beleidsbegroting 2011 – 2014
versie 07-03-2011
Het percentage jongeren (1218 jaar) dat 7 uur of meer per week beweegt laten stijgen
≠
≠ ≠ ≠ Het percentage jongeren (1218 jaar) dat lid is van een sportvereniging laten stijgen
≠
Op jaarbasis 6.000 kinderen (4-12 jaar) bereiken met preventieve interventies op sportgebied
≠
Specifieke groepen, die niet of minder vanzelfsprekend sporten of bewegen, hiertoe aanzetten
≠
Het realiseren van een kwalitatief goed sportbeleid
≠
≠
≠ ≠
≠
≠ ≠ ≠
Kwalitatief en kwantitatief hoogwaardige (multifunctionele)
Organisatie van sportactiviteiten in samenwerking met het jeugd- en jongerenwerk en de v.o. scholen (inzet sportconsulenten) Organisatie Verlengde Schooldag activiteiten Inzet van combinatiefunctionarissen op samenhang sport en onderwijs (zie hoofdfunctie 4) Organisatie sportactiviteiten op het Cruijffcourt in samenwerking met combinatiefunctionarissen Scoren in de Wijk Organisatie Sportmarkt in samenwerking met de Hengelose sportverenigingen Sportverenigingen worden zo mogelijk ingeschakeld voor de uitvoering van onder- en naschoolse sportactiviteiten. Hierbij wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van de sportaccommodaties van de verenigingen. Inzet van combinatiefunctionarissen op samenhang sport en onderwijs (zie hoofdfunctie 4) Organisatie schoolsporttoernooien Inzet sportconsulenten van Hengelo Sport. Zij initiëren, coördineren en organiseren sportactiviteiten voor alle Hengelose jeugd, passend binnen de wijknetwerken. Sport als middel inzetten bij gezondheidsthema’s als overgewicht etc. (zie hoofdfunctie 3) Uitvoering geven aan de activiteiten in het kader van Nationaal Actieplan Sport en Bewegen In 2011 wordt de verbeterde structuur van de sportraad geïmplementeerd. Actualisatie van de sportnota. Het onderhouden van vijf sporthallen Beheren, onderhouden en exploiteren van het Twentebad voor nu en in de toekomst
sportaccommodaties
Indicatoren programma 5 (productcombinatie 530) historisch
% Hengeloërs dat minimaal één keer per week sport
E/P bron
doc
E
historisch BB2010 BB2011
Omnibusenquête
2005
2006 37%
2007
2008 36%
2009
2010 n.b. 37%
streefwaarden 2011 2012 2013 38% 38%
39% 39%
40% 40%
2014
40%
Ontwikkelingen Gezondheid en vrije tijd worden steeds belangrijker. Een goede sportinfrastructuur is essentieel om burgers aan te zetten tot een gezonde leefstijl. Om dit te bereiken ondersteunen we verenigingen en bieden we voldoende laagdrempelige voorzieningen en activiteiten. Extra aandacht gaat uit naar het stimuleren van sporten en bewegen onder de jeugd.
531: Groene sportvelden en terreinen Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-3.091.040
318.190
-2.772.850
Doen ?
Bereiken ?
29
Extra laagdrempelige mogelijkheden om sporten en bewegen te stimuleren
≠ ≠
Aanleg kunstgrasvelden op sportpark de Bijenkorf Plaatsen 3 interactieve voetbalmuren verspreid over Hengelo
De Berflo Es een sportieve wijk waar bewoners bewegen, recreëren en waar aandacht is voor een gezonde leefstijl
≠
Gebruik van sportpark Veldwijk aantrekkelijker maken voor de wijk (uitvoering preventieaanvraag Berflo Es Kansen scheppen, stappen maken) Herontwikkeling tussengebied Hengelo – Enschede in samenhang met de sportvisie, met onder meer een onderzoek naar de mogelijkheden van een voetbalveld en de realisatie van een sport- en leercentrum in het FBK-stadion.
╗ ║
≠
Beleidsbegroting 2011 – 2014
versie 07-03-2011
Kwalitatief en kwantitatief hoogwaardige (multifunctionele) sportaccommodaties
≠ ≠ ≠ ≠
≠ ≠
Aanleg kunstgrasveld op sportpark de Bijenkorf Behoud van topsportaccommodaties, o.a. FBK stadion en trainingsaccommodatie FC Twente Onderhouden alle velden (kunstgras en natuurgras) van FC Twente op het trainingscomplex in Hengelo Het onderhouden en beheren van negen sportparken. Hierbinnen worden de minimale grenzen van de ISA normen opgezocht i.v.m. versoberen i.h.k.v. de bezuinigingen Renoveren van natuurgrasvelden volgens ISA normering. Vervanging beregeningsinstallaties en pompen op de sportparken
540: Kunst Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-4.603.900
694.550
-3.909.350
Doen ?
Bereiken ? In 2014 is inzicht verkregen in de effecten van de structurele subsidies aan de culturele kernvoorzieningen
≠
Periodieke evaluatie van de Bibliotheek, het Rabotheater, Metropool, Muziekschool, CREA, AkkuH en Techniekmuseum HEIM
In 2011 zijn de uitgangspunten van het kunst- en cultuurbeleid voor de periode 2011-2014 vastgesteld
≠
Actualisering van de kunst- en cultuurvisie 2007-2010 (Vrij spel voor de verbeelding)
In 2014 is de structurele subsidierelatie met de 7 culturele kernvoorzieningen ingevuld in relatie tot de Algemene subsidieverordening, de Algemene wet bestuursrecht en de code Cultural Governance
≠
Uitvoering van het subsidieprogramma Culturele Instellingen
In 2014 beoefent 35% van de Hengeloërs zelf kunstzinnige activiteiten
≠ ≠ ≠
Uitvoering van het subsidieprogramma Amateurkunst Uitvoering van het subsidieprogramma CultuurLokaal Uitvoering van projecten Cultuur in de wijken
In 2014 komt 80% van de leerlingen in het primair onderwijs in aanraking met culturele activiteiten
≠ ≠
Uitvoering van het programma Kunst op School Inzet van combinatiefunctionarissen op samenhang cultuur en onderwijs (zie hoofdfunctie 4)
In 2014 zijn de collecties die behoren tot categorie 1 van de Collectie Hengelo gehuisvest in een gemeenschappelijk depot
≠
Uitvoering van het Deltaplan Collectie Hengelo in samenwerking met de Hengelose erfgoedinstellingen
In 2014 zijn er kunstopdrachten in de openbare ruimte gerealiseerd
≠
Uitvoering van het plan voor kunst op het marktplein (naar aanleiding van het Binnenstadsdebat) Uitvoering van het plan cultuurellips Uitvoering van het plan Huys Hengelo Uitvoering van het plan Cultuurportaal Netwerkstad Digitalisering van de collecties Planontwikkeling Geheugen van Hengelo
In 2014 is 80% van de Collectie Hengelo digitaal toegankelijk gemaakt voor een breed publiek
30
≠ ≠ ≠ ≠ ≠
In 2014 heeft 80% van de Hengelose kunstenaars een passende en betaalbare werkplek
≠
Vastleggen bestaande afspraken in het kader van het atelierbeleid
In 2014 is de gemeentelijke kunstcollectie uitgebreid met kunstwerken van Hengelose kunstenaars
≠
Inzet van het aankoopbudget
╗ ║
Beleidsbegroting 2011 – 2014
versie 07-03-2011
Indicatoren programma 5 (productcombinatie 540) historisch E/P bron
doc
2005
% Hengeloërs dat in voorgaande 12 maanden een culturele voorstelling e.d. heeft bezocht
E
Omnibus
historisch BB2010 BB2011
% Hengeloërs dat in voorgaande 12 maanden kunstzinnige activiteiten heeft gedaan
E
Omnibus
historisch BB2010 BB2011
2006
2007
73%
n.b.
39%
n.b.
2008
2009
2010
76%
n.n.b. 75%
40%
n.n.b. 40%
streefwaarden 2011 2012 2013
2014
75%
75%
75%
75%
40%
40%
40%
40%
N.B.: GSBIII-indicatoren over cultuureducatie zijn vervallen.
Ontwikkelingen Kunst en cultuur dragen bij aan de individuele vorming en ontwikkeling van mensen, aan maatschappelijke deelname, aan de economie in de stad en aan de kwaliteit van de openbare ruimte. Onze ambitie is om de culturele identiteit van Hengelo verder vorm te geven. We willen zorg dragen voor een kwalitatief sterke, duurzame en diverse culturele infrastructuur die past bij de aard en omvang van onze stad. Ook willen wij het cultureel bewustzijn van de inwoners stimuleren, zodat zij weten wat Hengelo aan kunst en cultuur te bieden heeft, daar in geschoold kunnen worden en er volop aan deel kunnen nemen. En wij willen kansen geven aan kunstenaars om in Hengelo te werken of hun werk te presenteren. Om dat te bereiken investeren wij enerzijds in de culturele basisinfrastructuur (in voorzieningen als de schouwburg, Metropool, de bibliotheek) en anderzijds in de deelname aan kunst en cultuur (in amateurkunstverenigingen, binnen- en buitenschoolse kunsteducatie en cultuur in de wijken). Daarnaast investeren we in de productie en presentatie van kunst.
541: Oudheidkunde en musea Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-583.600
43.750
-539.850
Doen ?
Bereiken ? In 2014 is inzicht verkregen in de effecten van de structurele subsidies aan de culturele kernvoorzieningen
≠
Periodieke evaluatie van de Bibliotheek, het Rabotheater, Metropool, Muziekschool, CREA, AkkuH en Techniekmuseum HEIM
550: Natuurbescherming Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-60.000
14.710
-45.290
Doen ?
Bereiken ? Duurzame ontwikkeling als algemeen gedachtegoed in de gemeentelijke organisatie verspreiden
≠
Nakomen van de afspraken voortvloeiend uit subsidie voor klimaatbeleid.
≠ ≠
≠
≠ Ambities van de raad op gebied van duurzaamheid en millennium integreren.
≠
≠
≠
31
╗ ║
Gedachtegoed Cradle tot Cradle (C2C) via interne scholing implementeren in de organisatie. Gestart wordt met een workshop C2C aanbesteden. Interne communicatie activiteiten opzetten en uitvoeren Uitvoeren projecten binnen de Sloksubsidie. Verduurzaming van eigen bedrijfsvoering en dan met name Duurzame Inkoop hebben hierbij prioriteit. Uitvoeren projecten Energiepact Provincie Overijssel. Voorbeeld: ondersteunen oprichting Energieloket Twentekanaal In het nieuwe collegeprogramma wordt een sterke ambitie neergezet op het gebied van duurzame ontwikkeling. Niet alleen op gebied van CO2 reductie maar over de hele breedte van de gemeentelijke organisatie. Al in het laatste kwartaal van 2010 wordt een inventarisatie gemaakt van alle bestaande initiatieven en mogelijkheden. Ook wordt er een algemene visie op het onderwerp ontwikkeld en hieruit voortvloeiend wordt een gemeentebreed uitvoeringsprogramma ontwikkeld. Met dit programma maken we in 2011 een flinke slag met de integratie van de ambities voor duurzaamheid en millennium.
Beleidsbegroting 2011 – 2014
versie 07-03-2011
Een basis leggen voor duurzaam handelen, door ervaren, herkennen en leren, of wel ecologische basisvorming.
Voortzetten en verder ontwikkelen van (educatieve) activiteiten voor jongeren. In Netwerkstadverband is subsidie toegekend om twee programma’s te ontwikkelen op gebied van water en energie met als uitgangspunt het gemeentelijke beleid. Dit moet voor 2011 leiden tot twee uitvoeringsprojecten. Aanhaken bij een landelijk te ontwikkelen bijv. C2C; frisse scholen ect. Uitvoeren millennium projecten voor het onderwijs i.s.m. het COS Voortzetten en verder ontwikkelen van (educatieve) activiteiten voor de (volwassen) inwoners van Hengelo. Voorbeeld: Nacht van de Nacht. Voortzetting uitvoering van communicatie waterplan. Bijzonderheden 2011 Watereducatie Groot Driene bij de herstructurering van de beek. Een gemeentelijke waterdag; één of meerder gezamenlijke acties met het Waterschap (link met Millennium) Aanpassing van het bezoekerscentrum aan de Van Alphenstraat, zodat het beter geschikt is om informatie aan de burger beschikbaar te stellen op het gebied van het gemeentelijk Duurzaamheidsbeleid. Ontwikkelen van een boek over water/ ecologie in Hengelo i.s.m. de afdeling WGW en het Waterschap
≠ ≠
≠ ≠ Stimuleren en informeren van de Hengelose burger op het gebied van duurzame ontwikkeling
≠
≠
≠
≠
Indicatoren programma 5 (productcombinatie 550) historisch indicator
E/P bron
geen indicatoren vastgesteld
doc. historisch BB2010 BB2011
2005
2006
2007
2008
2009
2010
-
-
-
-
-
-
streefwaarden 2011 2012 2013
-
-
-
2014
-
560: Openbaar groen en openluchtrecreatie Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-8.099.190
184.290
-7.914.900
Doen ?
Bereiken ? Duurzaam beheerde openbare groenvoorzieningen in de gemeente Hengelo
§ § § § § § § § §
Schone straten, plantsoenen en waterlopen in de gemeente Hengelo
≠ ≠ ≠ ≠
≠ ≠ ≠
32
╗ ║
Opstellen Stedelijke Groenagenda, en concrete acties voortkomend uit de agenda uitvoeren Uitvoeren beheer openbare ruimte volgens de IBOR systematiek (Instrument Beheer Openbare Ruimte). De kwaliteit van de bomen in de openbare ruimte tenminste handhaven op huidig niveau. Implementeren Boombeheerplan Intensivering groene structuren in de Hasseler Es, winkelcentra en invalswegen. Op niveau brengen en houden van het openbaar groen Op niveau brengen en houden van speelvoorzieningen. Nader uitwerken locatie en inrichting stedelijke skatevoorziening. Weusthag (strategische groenagenda) Het schoonhouden van de stad door te vegen en ledigen prullenbakken. Terugdringen Zwerfafval en Illegale dumpingen Uitvoeren bladcampagne Uitvoeren en ondersteunen diverse netheids- en opschoonacties, vaak geïnitieerd door bewoners en bedrijven zoals de zakgeldprojecten in Groot Driene, Hengelose Es en Hasseler Es, en BIT Twentekanaal. Deelname landelijke campagne Week van Nederland Schoon Evaluatie hondenvoorzieningen en toezicht houden op de regels Extra handhaven op afvaldump (zie hoofdfunctie 7/diftar)
Beleidsbegroting 2011 – 2014
versie 07-03-2011
Een gezond leefklimaat voor inwoners, bedrijven en bezoekers van de gemeente Hengelo
≠
≠
≠
≠
60% van de Hengelose bevolking is tevreden over de speelmogelijkheden in Hengelo
≠
Ondersteunen van initiatieven van Hengelose organisaties bij het uitvoeren van hun millenniuminitiatieven d.m.v. millenniumwebsite/netwerk
≠ ≠
Financieel ondersteunen van initiatieven van Hengelose organisaties bij het uitvoeren van hun millenniuminitiatieven
≠
≠ ≠ ≠
≠ ≠ Speciale aandacht voor jongeren en de millenniumdoelen
≠
De bedrijfsvoering van de gemeentelijke organisatie millenniumdoelen ”proof” maken
≠
≠ ≠
≠ ≠
Draagvlak creëren voor de 8 millenniumdoelen
≠
≠
33
╗ ║
Versterking van voorlichting, regulering, toezicht houden op en handhaven van de juiste naleving van de regels op zaken als hondenpoep, parkeeroverlast, zwerfvuil en afvaldump, veilige evenementen, terrassen en uitstallingen Er wordt zoveel mogelijk projectmatig gehandhaafd. Stadstoezicht doet dit in samenwerking met interne en externe partners. Een positieve leefbaarheid zorgt voor een veilige Stad. Er wordt steeds meer een beroep gedaan op de burgers zelf, bijv. door eerst in gesprek te gaan met de buren of degene die de overlast veroorzaakt. Daarmee wordt de capaciteit van Stadstoezicht beter ingezet voor de zwaardere meldingen als illegale dumpingen, handhaven tijdens evenementen, en het innen van precario, haven en marktgelden. In 2011 wordt gestart met de professionalisering van Stadstoezicht, met als speerpunt de kwalitatief hoogwaardige handhaving door BOA’s. De besluitvorming over het bedrijfsplan (eind 2010) voorziet in dit traject. Uitvoering van activiteiten uit het programma spelen 20082012 Er wordt onderzoek gedaan naar een skateplaza Website promoten bij organisaties Minimaal 2 themabijeenkomsten organiseren naast de bijeenkomsten door het Platform Hengelo Mondiaal Waar mogelijk samenwerking opzetten met deelnemende organisaties / initiatieven Website inzetten t.b.v. de communicatie met organisaties Initiatieven vanuit de samenleving worden met een “waarderingssubsidie” ondersteund. (Hiervoor is een subsidieregeling vastgesteld die snel verstrekt kan worden binnen uiteraard de millenniumrandvoorwaarden) Meer bekendheid geven aan het bestaan van deze subsidiemogelijkheid De gemeente ondersteunt daarnaast per jaar ook een groter project of initiatief Aanbieden educatieve programma’s en/of projecten aan het onderwijs Specifiek aandacht geven aan initiatieven van en door jongeren In samenwerking met o.a. het COS wordt nieuw aanbod voor jongeren ontwikkelt of voor Hengelose jongeren bereikbaar gemaakt. Bewustwording ambtenaren vergroten d.m.v. communicatie en activiteiten (Fairtradeweek) Inventariseren van initiatieven eigen medewerkers en zoeken naar ondersteuningsmogelijkheden door de organisatie. Stimuleren/uitbreiden fairtrade producten in inkoop, ook Sodexo Losstaande publieksactiviteiten/evenement uitvoeren, eventueel aansluitend op lokale of landelijke agenda (bijv. Afrika mon Amour 2011) Terugkerende aandacht besteden aan de doelen
Beleidsbegroting 2011 – 2014
versie 07-03-2011
Indicatoren programma 5 (productcombinatie 560) historisch indicator
E/P bron
doc.
% (zeer) tevreden over groenvoorzieningen (in de eigen buurt) 1)
E
historisch BB2010 BB2011
70%
historisch BB2010 BB2011
62%
historisch BB2010 BB2011
2,9
historisch BB2010 BB2011
7,4
historisch BB2010 BB2011
70%
% (zeer) tevreden over speelmogelijkheden
score voor verloedering 1)
L&V/IVM
E L&V/IVM
Rapportcijfer woonomgeving
E L&V/IVM
% meldingen binnen 5 werkdagen afgehandeld 2)
1) 2)
E
L&V/IVM
P WS
2005
2006
2007
2008
68%
2009
2010
54%
2014
73% 65%
75% 65%
75% 70%
70%
≥62% 55%
≥62% 55%
≥62% 65%
65%
2,8 2,8
2,8 2,8
2,8 2,8
2,8
7,5 7,4
7,5 7,4
7,5 7,5
7,5
80% 85%
80% 85%
80% 85%
85%
50% ≥62%
3,1
3,1 2,9
7,3
7,3 7,5
70%
2013
60% 72%
70%
streefwaarden 2011 2012
77%
86% 80%
De score loopt van 0 (geen verloedering) tot 10 (veel verloedering). Gevraagd is naar hondenpoep, zwerfafval, bekladde gebouwen en vernield straatmeubilair. Meldingen die bij Melddesk binnenkomen.
Ontwikkelingen Deze hoofdfunctie richt zich op de directe leefomgeving van de Hengelose inwoner. Hierbij streven we naar gezonde, veilige en leefbare wijken. Het is de taak van de gemeente om een wijk leefbaar te maken én te houden, maar daarbij kan ze niet zonder de (ideeën van) wijkbewoners. Interactieve beleidsvorming - tussen de gemeente en de Hengelose inwoner - staat hoog op de agenda. Vaak gaat het hierbij om informeren, maar ook meedenken en meebeslissen (bijvoorbeeld over de inzet van wijkbeheerbudgetten en de buurtbonnen (zie ook hoofdfunctie 6)) behoort tot de mogelijkheden. Om de betrokkenheid van de inwoners bij hun dagelijkse leefomgeving te vergroten en de afstand tussen inwoners en bestuur te verkleinen is in Hengelo wijkgericht werken ingevoerd. Wijkgericht werken richt zich op het verbinden van ‘sociaal’ en ‘fysiek’. Vier jaar geleden is gestart met de invoering van beeldbestekken (Instrument Beheer Openbare Ruimte). Hierdoor is het aan bewoners - aan de hand van beelden - duidelijk te maken wat het beoogde onderhoudsniveau is. De bewoners kunnen zo beoordelen of het beeld in de praktijk voldoet aan de afgesproken norm (schouwen). En met de inzet van wijkbeheerbudgetten en buurtbonnen beslissen inwoners mee met wat er in hun wijk, straat of buurt beter kan. Bewoners zijn opgeleid om te schouwen in de eigen wijk en geven hun signalen door. In 2010 is deze werkwijze geëvalueerd. De schouwers zijn nog steeds even betrokken bij hun leefomgeving. Zij geven hun signalen door. Om hieraan blijvend aandacht te geven worden in 2011 initiatieven genomen om de verbinding tussen schouwer, bewoner en gemeente blijvend in stand te houden. In 2011 zal het Meerjaren Onderhouds Programma 2012-2015 (MJOP) ter besluitvorming worden aangeboden. Het MJOP integreert de planning van afzonderlijke onderhoudsprogramma’s in zogenaamde clusters. Denk aan programma’s voor riool, openbare verlichting, wegen, kunstwerken. Een dergelijke clustering leidt niet alleen tot efficiencyvoordelen, maar is tevens een belangrijk instrument voor de communicatie van onderhoudswerkzaamheden naar wijk- en buurtbewoners. Het MJOP wordt ook gebruikt als input bij het opstellen van wijkprogramma’s. Het MJOP is een voortschrijdend meerjarenplan met een looptijd van vier jaren, dat jaarlijks wordt geactualiseerd. Om de aandacht voor groen in de stad te bundelen, zal een Stedelijke Groenagenda worden opgesteld. Mede naar aanleiding van de stormschade in 2010 is er behoefte aan een meer integrale benadering van het groen in de stad, waarbij strategische afwegingen over de noodzakelijke investeringen en de relatie met duurzaamheid een belangrijke rol spelen. Ook de binnenstedelijke – groene – functie van Weusthaggebied (c.q. stadspark Weusthag) en de stadsranden wordt hierin meegenomen. De Kadernota Spelen is in 2008 vastgesteld. Om voldoende speel- en ontmoetingsruimte te creëren, streeft de gemeente ernaar dat 3% van het grondgebied met een woonfunctie moet worden ingericht als speelruimte, óf geschikt moet zijn als informele speelruimte, conform de landelijke richtlijn. De visie en plannen voor aanleg en beheer van speelvoorzieningen zijn verwoord in het Speelprogramma 2008-2012.
34
╗ ║
Beleidsbegroting 2011 – 2014
versie 07-03-2011
Hondeneigenaren zijn verplicht de hondenpoep op te ruimen en in hondenpoepbakken te deponeren. In 2011 wordt het beleid voor de renvelden en uitlaatterreinen geëvalueerd. Bij de terreinen worden bordjes geplaatst, waarop bondig de regels worden vermeld. Stadstoezicht handhaaft projectmatig op basis van de hoeveelheid meldingen. Er wordt elke twee weken in een andere wijk/buurt actief gehandhaafd. Professionalisering Stadstoezicht Er vindt op landelijk niveau een verschuiving plaats van algemeen toezicht naar steeds meer handhavingstaken in de openbare ruimte. Veelal taken die door de politie ter zijde zijn gelegd. De afdeling Stadstoezicht is kwalitatief onvoldoende toegerust voor deze ontwikkeling. In het bedrijfsplan voor 2011 worden de noodzakelijke maatregelen voor professionalisering beschreven (besluitvorming eind 2010). De inzet is om dit budgetneutraal te realiseren en in 2011 te starten met het verbetertraject (zie ook de hoofdfuncties 7 en 8).
580: Overige recreatieve voorzieningen Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-59.040
0
-59.040
Subsidieparagraaf bij Hoofdfunctie 5 Cultuur en recreatie Eén van de instrumenten die de gemeente ter beschikking staat ter uitvoering van het voorgenomen beleid is het subsidie-instrument. In deze paragraaf staan de subsidieprogramma's benoemd die de gemeente hanteert. De beschreven doelstelling per subsidieprogramma of onderdeel ervan (subsidieregeling) geeft de juridische grondslag voor de verstrekking van subsidie door het college. In een bijlage bij de algemene subsidieverordening staat een limitatieve opsomming van de doelstellingen/ juridische grondslagen van subsidieverlening Subsidieprogramma Sport en bewegen 2010-2014 Hierin zijn opgenomen de volgende regelingen: § jeugdsportsubsidie en mindervalide sport; § velden in eigen beheer; § investeringssubsidie; § promotionele activiteiten op het gebied van sport en recreatie; § onbebouwde terreinen; § uitwisselingsactiviteiten Emsdetten; § opleiding technisch kader. Jeugdsportsubsidie: doel is de sportbeoefening door jongeren te stimuleren door de toegankelijkheid van sportverenigingen en door het organiseren van nevenactiviteiten voor jongeren te bevorderen. Het aan een sportvereniging jaarlijks toe te kennen subsidiebedrag wordt berekend naar het aantal contributie betalende jeugdleden. Minder validen: doel is de toegankelijkheid te bevorderen voor minder validen van invalidensportverenigingen en afdelingen voor mindervaliden binnen sportverenigingen. Het aan een sportvereniging jaarlijks toe te kennen subsidiebedrag wordt berekend naar het aantal actief sportende minder valide leden, woonachtig in de gemeente Hengelo. Subsidieplafond voor subsidie jeugdsport en mindervalide samen: € 63.710. Velden in eigen beheer: doel is de sportverenigingen met basissportvoorzieningen in eigen beheer in een ongeveer gelijke situatie te brengen met sportverenigingen die een soortgelijke gemeentelijke accommodatie huren. Het moet daarbij gaan om accommodaties die een functie vervullen passend in het gemeentelijk sportbeleid; subsidieplafond € 44.010. Investeringssubsidie: doel is het voor sportverenigingen mogelijk maken om investeringen te doen ten behoeve van de stichting of verwerving, uitbreiding, inrichting en verbetering van sportvoorzieningen of onderdelen ervan. Het gaat hier om sportvoorzieningen primair gericht op de directe sportbeoefening. Nieuwe verlichting, aanleg/ombouw van een veld of baan, aanpassing sportaccommodatie, kleed en wasruimte en materiaalberging. Subsidieplafond € 64.740. Promotionele activiteiten op het gebied van sport en recreatie: doel is het bevorderen van het organiseren van promotionele activiteiten op het gebied van sport en recreatie. Het evenement moet een extra dimensie toevoegen aan het activiteitenpakket binnen de gemeente; subsidieplafond € 5.000. Onbebouwde terreinen: doel is de sportverenigingen te compenseren voor de met ingang van 1997 opgelegde verhoogde aanslagen onroerende zaakbelastingen in verband met het mee taxeren van de ongebouwde sportterreinen, sportverenigingen of -instellingen die eigenaar of gebruiker zijn van accommodaties, welke een functie vervullen passend in het gemeentelijk sportbeleid. Subsidieplafond € 26.600.
35
╗ ║
Beleidsbegroting 2011 – 2014
versie 07-03-2011
Uitwisseling Partnerstad Emsdetten: onderhouden en verstevigen van de onderlinge contacten tussen de gemeente Hengelo en partnerstad Emsdetten op het gebied van sport, onderwijs en cultuur. Subsidieplafond € 9.744. Opleiding technisch kader: stimuleren dat de kwaliteit van het technisch kader (trainers, hulptrainers, instructeurs) van de Hengelose sportverenigingen wordt verhoogd zodat op een zinvolle en meer verantwoorde wijze opleiding en begeleiding van de (jeugdige) sporters plaatsvindt. Subsidieplafond € 6.420.
SUBSIDIEPROGRAMMA CULTUURLOKAAL 2011 Daaronder vallen de volgende subsidieregelingen: § culturele initiatieven § podiumbudget § productiebudget § volkscultuur § wijkcultuur § cultuureducatie PO § cultuureducatie VO Het doel van subsidiëring is: het scheppen van mogelijkheden voor, en het stimuleren van, de Hengelose bevolking om kennis te nemen van, deel te kunnen nemen aan en geschoold en gevormd te worden in de diverse kunst- en cultuurdisciplines. Plafond 2011: € 215.670. PROGRAMMA SUBSIDIËRING CULTURELE INSTELLINGEN 2011 Dit programma geeft een overzicht van de structurele subsidies die worden verstrekt aan de culturele instellingen. Grondslag voor subsidiëring van beeldende kunst en vormgeving, podiumkunsten, cultureel erfgoed, lokale omroep, buitenschoolse kunst- en cultuureducatie en overige is: ≠ het scheppen van mogelijkheden voor, en het stimuleren van, de Hengelose bevolking om kennis te nemen van, deel te nemen aan en geschoold en gevormd te worden in de diverse kunst- en cultuurdisciplines. Plafond 2011: € 4.756.490. In aanvulling daarop geldt als grondslag voor het bibliotheekwerk: ≠ zorg dragen voor een vindplaats voor Hengelose burgers van algemeen toegankelijke informatie in de meest brede zin. Plafond 2011: € 2.621.070. en voor het gemeentelijk musea: ≠ het conserveren, exposeren en onderzoeken van de (industriële) cultuurhistorische geschiedenis van Hengelo. Plafond 2011: € 307.380. en voor de lokale omroep: ≠ zorg dragen voor lokale radio en televisie. Plafond 2011: € 40.050.
SUBSIDIEPROGRAMMA CULTURELE AMATEURVERENIGINGEN 2011 Grondslag voor subsidiëring van culturele amateurverenigingen is: het scheppen van mogelijkheden voor, en het stimuleren van, de Hengelose bevolking om deel te nemen aan en geschoold en gevormd te worden in de diverse kunst- en cultuurdisciplines. Plafond 2011 € 139.000.
PROGRAMMA DIVERSITEIT Het Subsidieprogramma Diversiteit (voorheen subsidie programma allochtonenorganisaties) heeft een plafond van € 240.580,--. Voor dit subsidieprogramma geldt de volgende doelstelling: bevorderen dat toegang tot volwaardige deelname aan de samenleving voor alle burgers van Hengelo in gelijke mate aanwezig is. Buiten het subsidieprogramma Diversiteit verlenen wij ook subsidie aan Art. 1 Overijssel (Anti Discriminatie Bureau) en het SVH (Servicepunt Vrijwilligers Hengelo). Ook wordt subsidie gegeven aan mondiaal beleid (geen apart subsidieprogramma). De doelstelling daarvan is: ondersteuning van particuliere initiatieven op het terrein van ontwikkelingssamenwerking.
36
╗ ║
Beleidsbegroting 2011 – 2014
versie 07-03-2011
Hoofdfunctie 6 Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening Commissie(s) Portefeuillehouder(s) Sector
Sociaal Ten Heuw, Mulder, Oude Alink, Lievers Publieksdiensten en Sociale Zaken, Beleid en Projecten, Wijkzaken,
Missie Hoofddoelstelling van deze hoofdfunctie is zoveel mogelijk burgers werkgelegenheid te bieden door enerzijds het scheppen van voorwaarden voor de vestiging van bedrijven, anderzijds individuele begeleiding te bieden voor mensen bij de toeleiding naar werk en/of participatie.
Speerpunten 2011 ≠ Vormgeven wijkeconomie ≠ Verder stroomlijnen van de dienstverlening naar ondernemers ≠ Extra aandacht jeugdwerkloosheid ≠ Doorontwikkelen ROZ ≠ Implementeren van de nieuwe wet Schuldhulpverlening ≠ Uitvoering participatiebevorderende maatregelen ≠ Innovatie in de combinatie WMO-WWB ≠ Mogelijkheden voor samenwerking Sociale Zaken onderzoeken met nabuurgemeenten (ketenversterking) ≠ Extra aandacht jeugdwerkloosheid, in regionaal verband via jongerenloket op Werkplein ≠ Opvangen gevolgen krimp Participatiebudget door beperking instroom, bevordering uitstroom, externe financiële middelen ≠ Beperking toename aantal WWB-klanten door o.m. inzet sociale ondernemingen ≠ De sociale visie van Hengelo is vertaald naar sociale programma’s § Samenwerking peuterspeelzalen kinderdagverblijven (harmonisatie) § Wijkperspectieven en wijkprogramma’s Hengelose Es en Hasseler Es § Ontmoeting en vrije tijd: er zijn oplossingsrichtingen aangedragen voor het beheer en de exploitatie van wijkwelzijnsvoorzieningen § Borging lokale preventieve aanpak eergerelateerd geweld en scholenaanpak preventie eergerelateerd geweld § We investeren in de zelfredzaamheid en eigen kracht van burgers § Adequate oplossingen zoeken binnen de WMO als gevolg van de wijzigingen in de AWBZ; het is nog steeds niet duidelijk wat de gevolgen van de wijzigingen zijn en wie buiten de boot valt of dreigt te vallen § Kanteling en het nieuwe welzijn krijgen vorm § Handhaven van het preventiebeleid (en zo mogelijk versterken) en afspraken maken met partners in de zorg § We gaan onderzoeken welke mogelijkheden er zijn door de vraag vanuit de WMO te combineren met het mogelijke aanbod vanuit de WWB
Hoofdfunctie 6: Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-96.984.860
59.457.080
-37.527.780
Kaderstellende beleidsnota’s: ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ § § § § 37
Sterk Werk. Notitie over de intensivering van de re-integratieaanpak en de besteding van het werkdeel WWB (2007) Nota startersbeleid (2007) Bestuursakkoord Rijk en Gemeenten (2007) Notitie ontwikkelingen schuldhulpverlening (2006) Nota Koers op kansen. Armoedebeleid 2008-2011 (2008) Aanvalsplan Jeugdwerkloosheid (2009) Nota jeugdbeleid (2007) Notitie professioneel jongerenwerk (2010) Jeugdmonitor Nota peuterspeelzaalwerk (2007) ╗ ║
Beleidsbegroting 2011 – 2014
versie 07-03-2011
§ § § § § § § § § § § § § § §
Voortgangsnotitie CJG (2009) Er zit muziek in het Hengelose Jeugdbeleid (2009) Nota Integraal wijkgericht werken Nota herstructurering Wijkwelzijnswerk 1999 Nota integraal vrijwilligersbeleid 2008-2011 Nota Aanpak tegen Huiselijk Geweld 2008-2011 Inburgering maa(k)t werk. Notitie over het Inburgeringsbeleid (2007) Inburgeringsagenda Hengelo. Voortgang en nieuwe initiatieven (2008) Nota ruimte voor ouderen (2004-2008) wordt in 2011 herzien via notitie Thuis in de buurt Gehandicaptenbeleid 2003-2007 wordt in 2011 herzien via notitie Thuis in de buurt Nota Een wijk voor iedereen Hoofdnota WMO Mee kunnen doen in Hengelo 2006 WMO meerjarenbeleid 2008-2012 Mantelzorgers doen mee! Beleidsnotitie Verleiden, Verplichten en Voorthelpen inzake toegankelijkheid
Indicatoren programma 6 (algemeen) historisch
aantal arbeidsplaatsen (per 1 april)
aantal niet-werkende werkzoekenden (per 1 januari)
E/P Bron
doc
E
E
BIRO
CWI
2005
2006
2007
2008
2009
2010
historisch BB2010 BB2011
42.341
42.621
43.884
45.473
45.480
n.n.b. 46.250
historisch BB2010 BB2011
4.572
4.240
3.561
2.823
2.688
3.289 2.950
streefwaarden 2011 2012 2013
2014
46.500 46.500
46.750 46.750
47.000 47.000
47.250
2.900 2.900
2.850 2.850
2.800 2.800
2.750
Bron: - Bedrijven- en instellingenregister Overijssel (BIRO), bewerking afdeling BGI. - Centrum voor Werk en Inkomen (CWI), bewerking afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie.
Productcombinaties:
610: Bijstandsverlening Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-37.269.250
27.965.490
-9.303.760
Doen ?
Bereiken ? Inkomensondersteuning: Nieuw dienstverleningsconcept verder uitbouwen: ontbureaucratisering en klantgerichtheid
≠ ≠
≠ ≠
Evaluatie toetsing achteraf Vanuit klantgericht dienstverleningsconcept waar mogelijk blijven uitgegaan van een zo beperkt mogelijke uitvraag. Uitgangspunt is vertrouwen Verder terugbrengen doorlooptijden aanvraag uitkering WWB en uitkering bijzondere bijstand Pilot gericht op integrale klantbenadering
Ontwikkelingen (heeft betrekking op meerdere onderdelen in hoofdfunctie 6) Het aantal niet-werkende werkzoekenden in Hengelo is medio 2010 lager dan een jaar geleden. De jeugdwerkloosheid is gedaald. De extra inspanning die op dit terrein is gepleegd is succesvol. In 2011 blijven we hierop onverminderd inzetten. Het aantal WWB-klanten is daarentegen ten opzichte van medio 2009 gestegen met bijna 10%, we verwachten dat die tendens zich het komende jaar doorzet. Dit aantal loopt altijd wat achter bij de economische ontwikkeling. Dit vraagt in 2011 om extra inzet. En dat op een moment dat kortingen op de sociale zekerheid in het verschiet lijken te liggen. Dit vraagt om creatieve en innovatieve oplossingen in samenwerking met alle betrokken partners in de stad. Hierbij kan onder andere het uitbouwen van het concept van het stadservicebedrijf tot een stadscoöperatie een belangrijke rol spelen. Daarnaast gaan wij de mogelijkheden naar het combineren van vraag en aanbod vanuit WMO en WWB onderzoeken. Bij een verder dalende werkloosheid daalt naar verwachting ook het aantal WWB-klanten in de komende jaren. Wij richten ons in het bijzonder op: 1. behoud van werk en voorkomen dat mensen werkloos worden (o.a. via overheidsinvesteringen) 2. investeren in mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt 3. stimulering van ondernemerschap Wij blijven inzetten op het voorkomen van schooluitval en Sociale activering, waarbij mensen die verstoken zijn van (betaalde) werkrelaties en andere maatschappelijke verbanden in sociaal opzicht niet tussen wal en schip 38
╗ ║
Beleidsbegroting 2011 – 2014
versie 07-03-2011
vallen. Daarbij vragen de teruglopende budgetten om andere oplossingen. Het aanbod in het kader van Sociale activering verschuift dan ook van een individueel aanbod naar een meer collectief gericht aanbod. Positief is dat de economische structuur van de stad zich de afgelopen decennia gunstig heeft ontwikkeld. Het hoge aandeel van industrie met stuwende werkgelegenheidseffecten naar de andere sectoren is een sterk punt. Ook de strategische ligging aan de A1, de doorgaande internationale spoorlijn en de aansluiting via het Twentekanaal op het landelijke vaarwegennet, het relatief hoge opleidingsniveau, de uitgebreide kennisinfrastructuur in Twente en de begeleiding van potentiële starters zijn sterke punten voor het ondernemingsklimaat in Hengelo. De laatste jaren zijn de bedrijventerreinen in het reguliere segment zowel kwantitatief als kwalitatief op peil gebracht. Kansen doen zich vooral voor op het vlak van verbreding en vernieuwing van de kennisintensieve industrie. Ook de versterking van speerpuntsectoren als zakelijke dienstverlening, (detail)handel, gezondheidszorg en toerisme biedt kansen. De herontwikkeling van het binnenstedelijke voormalige Stork-terrein (Hart van Zuid) tot een multifunctioneel stadsdeel met ruimte voor wonen, werken en (onderwijs)voorzieningen biedt prima kansen voor versterking en diversificatie van de stedelijke economie. Hengelo profileert zich als sociale stad sterk door innovatieve werkwijzen voor specifieke doelgroepen, zoals sociale ondernemingen, aandacht voor inburgeraars en vluchtelingen en een fullservice-organisatie voor ondernemers (ROZ Twente). Bovendien is de wisselwerking tussen het maatschappelijk middenveld, werkgevers en de overheid goed. Hier kan een verdere kwalitatieve uitbouw (bij en door de partners) van het Pact MVO een belangrijke rol spelen. Wij zien het als een uitdaging de sterke economische punten te koppelen aan de profilering van Hengelo als sociale stad. Daarvoor zien wij mogelijkheden in het intensiveren van regionale samenwerking met bedrijfsleven en onderwijsinstellingen. De toenemende vergrijzing biedt mogelijkheden voor onze werkzoekenden. Vooral in de sectoren detailhandel, toerisme en zorg zien wij kansen voor lageropgeleiden en mensen die in deeltijd willen werken. Toch zien we nog te weinig uitstroomkansen voor laaggeschoolden. Vacatures komen vooral vrij voor hoger opgeleiden in de technische sector. Vandaar dat wij onze regierol in het Werkplein versterken. In het zgn. ketenjaarplan zullen wij sterk inzetten op bijv. deelname aan instroomprojecten techniek, servicepunt techniek, leren en werken en re-integratie richting direct werk. Daarnaast richten wij ons op beperking van de instroom door speciale aandacht te geven aan de doelgroep WW-ers van wie de uitkeringstermijn afloopt en dreigen in de WWB te komen. In beide gevallen stimuleren wij mogelijkheden voor de groep 45-plussers. Werk staat daarbij voorop. Bedreigingen vormen zoals vermeld de afnemende budgetten voor de uitvoering van de Wet Werk en Bijstand. Zowel het inkomensdeel als het werkdeel als onderdeel van het participatiebudget staan onder druk. Door strakke monitoring per kwartaal, beperking instroom en bevordering uitstroom willen wij het tekort op het Ideel beperken. Wij nemen actief deel in VNG- en G32-verband in het pleidooi om de noodzakelijke middelen vanuit het Rijk overeind te houden. Voor wat betreft het W-deel in het Participatiebudget zien wij ons geconfronteerd met een dalende bijdrage van het Rijk met plm. € 2 miljoen. Dat betekent dat wij nog meer gaan inzetten op uitstroom en doorstroom en in sommige gevallen een verschuiving van individuele trajecten richting collectieve aanpak. Daarnaast doen wij een beroep op externe subsidiestromen, om zo de noodzakelijke participatie- en re-integratie-inspanningen binnen het (rijks)budget uit te voeren. Positief is dat wij zelf grotendeels invulling kunnen geven aan het beleid rond werk en inkomen. Dat vraagt om innovatieve en creatieve oplossingen op terreinen als gesubsidieerde arbeid, sociale economie, modernisering Wet Sociale Werkvoorziening en bij de bevordering van ondernemerschap. Zeker in het licht van de komende, deels onbekende, veranderingen die vanuit het Rijk aangekondigd of te verwachten zijn. Wij spelen tijdig in op de plannen om te komen tot één regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt (o.a. WWB, Wajong, WSW). In dat kader versterken we onze rol in het Werkplein. Wij stimuleren de tendens van intensievere samenwerking tussen Twentse gemeenten op het gebied van Werk en Inkomen door een actieve rol te spelen in o.m. Platform Werk en Inkomen Regio Twente. We onderzoeken de mogelijkheden voor verdere samenwerking met de nabuurgemeenten.
611: Werkgelegenheid Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-14.998.220
14.875.000
-123.220
Doen ?
Bereiken ? Zoveel mogelijk mensen aan het werk: een extra uitstroom van 440 uitkeringsgerechtigden in de periode 2008-2011
39
╗ ║
≠
≠
Toepassen pakket van maatregelen zoals verwoord in de notitie Sterk Werk en het Aanvalsplan Jeugdwerkloosheid, zoals een ondernemingslab en een flinke toename van het aantal te creëren stage- en leerwerkplaatsen, zoals in de techniek Verdere uitbouw van sociale ondernemingen, en uitbouw van het flexbedrijf, het administratief dienstverleningsbedrijf en de was- en strijkservice
Beleidsbegroting 2011 – 2014
versie 07-03-2011
Optimaliseren van de integrale dienstverlening op het Werkplein Nieuwe aanpak niet-uitkeringsgerechtigden en Sociale activering (o.a.) in de vorm van een collectief aanbod Intensiveren wijkgerichte aanpak Toepassen pakket van maatregelen zoals verwoord in de nota Startersbeleid en het Actieprogramma Ondernemerschap, waarin ook verschillende onderdelen uit de sociale economie terug komen. Verder uitbouwen van het concept H164 Doorontwikkelen ROZ Inzetten microfinanciering voor alle doelgroepen Mogelijkheden samenwerking met participatiemaatschappijen bezien Ondersteuningsprogramma gericht op creatieve ondernemers Monitoring per kwartaal, selectievere inzet middelen gericht op uitstroom, en werkgerelateerde doorstroom. Herijking nota “Sterk Werk”, mede op basis van “participatieladder”. Inzet op binnenhalen externe (subsidie)middelen Actieve lobby via G32 en VNG
≠ ≠ ≠ ≠
Stimulering van ondernemerschap met in het bijzonder aandacht voor dienstverlening aan bedrijven in moeilijkheden en toename van het aantal startende ondernemers
≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠
Opvangen gevolgen krimpende budgetten in zowel het I(nkomens)deel als het W(erk)deel als onderdeel van het P(articipatie)budget.
≠ ≠ ≠
Zie ook 623 Participatiebudget Indicatoren programma 6 (beleidslijn 611) historisch E/P Bron 9c. Bruto arbeidsparticipatie (= driejaarsgemiddelde) (GSB)
E
doc.
CBS / EBB historisch BB2010 BB2011
2005
2006
2007
2008
2009
2010
69,0%
68,9%
70,4%
73,1%
n.n.b.
n.n.b. 70,4%
Gesubsidieerde arbeid E -aantal personen dat uitstroomt naar reguliere baan
P&S / Fitis
historisch BB2010 BB2011
62
85
73
63
64
Groeipercentage van het aantal startende E ondernemingen in Hengelo ten opzichte van het voorgaande jaar
KvK
historisch BB2010 BB2011
12%
10%
21%
-4%
n.n.b.
Aantal startende ondernemingen dat na drie jaar nog actief is
E
BGI
historisch BB2010 BB2011
205
Aantal ingezette nieuwe trajecten
P
GWS
historisch BB2010 BB2011
391
Aantal personen dat uit de WWB stroomt naar werk als % van het totale bestand
P
GWS
historisch BB2010 BB2011
Aantal cliënten WWB per 1 januari
E
ICT
historisch BB2010 BB2011
-
2.109
203
275
321
2014
71,0% 71,0%
71,5% 71,5%
72,0% 72,0%
72,5%
10% 10%
10% 10%
10% 10%
10%
250 300
275 325
300 350
400
1.750 1.805
1.725 1.900
1.700 1.805
1.805
n.n.b.
10%
216
streefwaarden 2011 2012 2013
n.n.b. 225
155
122
175
188
n.n.b.
8,6%
8,4%
15,1%
16,5%
n.n.b.
2.033
1.990
1.823
1.818
1.728 1.775
612: Inkomensvoorzieningen Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-756.000
780.000
24.000
Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-3.841.060
250.000
-3.591.060
614: Gemeentelijk minimabeleid
Doen ?
Bereiken ? Armoedebeleid heeft een drieledige doelstelling: Het verbeteren van de financiële positie van mensen met een laag inkomen Het bestrijden en voorkomen
40
╗ ║
≠ ≠
≠ ≠
Collectieve ziektekostenverzekering: vergroting deelname Bestrijding niet-gebruik: optimaliseren Geldzoeker, opsporen doelgroep d.m.v. bestandsvergelijkingen, uitbreiding ambtshalve toekenning van voorzieningen; BudgetAlert de wijk in Jeugdsportfonds: bevorderen gebruik Wijkgericht werken; wijkinitiatieven ondersteunen en
Beleidsbegroting 2011 – 2014
versie 07-03-2011
van maatschappelijk isolement Het bestrijden van niet-gebruik van voorzieningen
≠
deelnemen aan opzet en uitvoering wijkperspectieven Specifieke actie gericht op kleine ondernemers en werkende armen via o.a. deelname aan Stedenestafette
620: Maatschappelijke begeleiding en advies Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-3.202.130
0
-3.202.130
Doen ?
Bereiken ? In 2011 hebben we een goed toegankelijk, breed aanbod aan informatie en advies op het terrein van welzijn en zorg.
≠
Er is een nauwe samenwerking en afstemming tussen de verschillende informatie en adviesfuncties op het terrein van welzijn en zorg (zoals bijvoorbeeld wijkservicepunten, zorgloket, CJG, Budget Alert, bibliotheek, e.a.)
Om de effecten van de bezuinigingen op de AWBZ op te kunnen vangen binnen de gemeentelijke voorzieningen voor zorg en welzijn hebben we in 2011 een passend en samenhangend aanbod van collectieve en individuele voorzieningen binnen zorg en welzijn ontwikkeld.
≠
We zetten in op vraagverheldering en cliëntondersteuning om de burger te helpen bij het vinden van oplossingen in eigen kring. We investeren in overleg met lokale aanbieders van zorg en welzijn om het aanbod passender te maken voor de nieuwe, uitgebreidere doelgroep. We zoeken, waar nodig, in individuele gevallen en op individueel niveau naar oplossingen. We zorgen voor overleg, samenwerking en afstemming (ook doel van de zorgstructuur 0-100) teneneinde een sluitende keten te realiseren. We hebben aandacht voor de belasting van mantelzorgers. We hebben een meld-,advies- en schakelpunt waar zorgwekkende zorgmijders met hun problematiek kunnen worden gemeld. De meldpuntcoördinator registreert en draagt zorg voor overdracht aan de meest passende instelling (Mediant, MEE, Tactus, AMW, GGD). De effectiviteit van deze werkwijze wordt geëvalueerd. De rol van bemoeizorg in de zorgstructuur 0-100 wordt nader beschreven en geformaliseerd. Met de komst van de Wmo hebben gemeenten de plicht om burgers met een beperking zodanig te compenseren dat ze kunnen (blijven) deelnemen aan de samenleving. In het kader van de Kanteling wordt nog meer ingezet op maatwerk en het per situatie zoeken naar een combinatie van de inzet van het eigen netwerk waarnodig aangevuld met welzijn en zorgvoorzieningen.
Sluitende zorg aan zorgwekkende zorgmijders (bemoeizorg)
≠
≠ ≠
≠ ≠
≠ ≠ We investeren in de zelfredzaamheid en eigen kracht van burgers
41
╗ ║
≠
Beleidsbegroting 2011 – 2014
versie 07-03-2011
De Kanteling
≠
Persoonsgebonden budget
≠
Sociale kaart
≠
Een sluitende aanpak van daken thuislozen en chronisch verslaafden.
≠ ≠ ≠ ≠ ≠
Voorkomen en verminderen van huiselijk geweld.
≠
≠
≠
≠
≠
≠
≠
≠
≠
42
╗ ║
De consulenten doorlopen scholingsprogramma’s in gespreksvoering en ook de rest van de afdeling start in het najaar 2010 een intensief scholingsprogramma. De claim wordt niet langer beoordeeld, maar er wordt gekeken hoe de beperkingen het best gecompenseerd kunnen worden. Deze omslag geeft een grote verandering in hoe professionals te werk gaan en welke maatschappelijke vraag we als gemeente stellen bij bijvoorbeeld gesubsidieerde welzijn- en zorgorganisaties. Wij zullen ook deze organisaties en de burgers meenemen in de kanteling. Wij zullen ons in 2010 richten op de interne organisatie en in 2011 op de partners en de burgers in Hengelo. Het is niet alleen een kwestie van cultuur en gedrag, maar ook een organisatieprobleem. De uitvoering van het Pgb is uitbesteed aan het Zorgkantoor (Menzis). De kosten voor deze uitbesteding zijn hoog. Het streven is om de uitvoering zelf te gaan doen. Er zal een projectopdracht worden gemaakt en het is de bedoeling om ingaande 1 januari 2011 de Pgb-regeling zelf uit te voeren. Planning: januari 2011 De gezamenlijke Twentse gemeenten zetten in op een doorontwikkeling van de digitale sociale kaart. Hierdoor moet het een bruikbaar instrument worden voor professional en burger. De ketenaanpak in de huidge hulpverlening, zoals geformuleerd in het Twents Kompas, uitvoeren. In samenwerking met de centrumgemeenten Almelo en Enschede het Twents Kompas actualiseren. Waarnodig de ketenaanpak verfijnen en verstevigen. Voorbereiden van de nieuwe huisvesting van AC de Toren in Lange Wemen. Het realiseren van tijdelijke huisvesting AC de Toren in afwachting van de nieuwe huisvesting. Evalueren, aanscherpen en aanvullen van het aanbod van ketenpartners om huiselijk geweld te herkennen, opsporen, voorkomen en stoppen. Uitvoeren van de Wet Huisverbod. Per jaar zullen naar verwachting ongeveer 20 huisverboden worden uitgevaardigd. In 2009 zijn er van maart tot en met december 13 huisverboden opgelegd. In 2010 tot en met 31 juli 18 huisverboden. In het najaar van 2010 wordt gestart met een evaluatie met betrekking tot de uitvoering van de huisverboden in Hengelo. Eind 2010 is er een lokale preventieve aanpak eergerelateerd geweld gerealiseerd. Hierin wordt nader in gegaan op bewustwording, preventie en deskundigheidsbevordering van professionals in de keten en op scholen. Deze wordt in 2011 verder verdiept en ontwikkeld. Doorontwikkeling versterking professionals en betrokkenen werkzaam op overige “vindplaatsen”, als het gaat om vroegsignalering huiselijk geweld. Scholing en coaching van ketenpartners en andere personen die een verantwoordelijkheid hebben in deze, in verband met de landelijke inwerkingtreding van de “Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling”, naar verwachting in maart 2011. Voortzetting en verdieping extra aandacht voor “kwetsbare groepen”, onder andere ouderen, kinderen, homo’s en lesbiennes, slachtoffers van loverboys en het verder helpen doorbreken van heersende taboes. Laten uitvoeren van een preventief hulpprogramma (En Nu Ik), voor kinderen in gezinnen waar HG speelt, in samenwerking met experts van de Vrije Universiteit. Dit in samenwerking met Enschede en Almelo. Verder ondersteunen van netwerken en deskundigheidsbevordering in brede zin (4 keer per jaar netwerklunches HG) Nazorg huisverbod en behandeling complexe casussen in het casuïstiek overleg HG. Hiervan zal eind 2010 een evaluatie plaatsvinden. Hierin worden aanbevelingen gedaan over de status en de plaats van dit overleg binnen de zorgstructuur 1100 en de verbinding met het Veiligheidshuis.
Beleidsbegroting 2011 – 2014
versie 07-03-2011
≠ ≠
Structureel inbedden van
≠
beleid en uitvoering van activiteiten als het gaat om huiselijk geweld. Bieden van een goede aansluitende zorg en hulpverlening bij multiproblem situaties
≠
≠
≠
Onderhouden en blijven stimuleren van ketensamenwerking. Creëren van gewenst hulpaanbod voor alle kinderen die geconfronteerd worden met huiselijk geweld van 0-18 jaar. Deze kinderen hebben recht op hulp. De gemeente heeft een regierol als het gaat om het bestrijden, het voorkomen en het stoppen van huiselijk geweld. In 2011 zal gekeken worden naar structurele inbedding van beleid en uitvoering om de huidige succesvolle aanpak tegen Huiselijk Geweld te kunnen voortzetten. Regie voeren op de samenwerking op beleidsmatig en uitvoerend niveau van vele organisaties: onderwijs, hulpverlening, zorg, welzijn, werk en inkomen, politie, justitie en woningbouwcorporaties. In 2010 zijn de zorgadviesteams 0-23 jaar gerealiseerd en geïmplementeerd. Voor 2011 is het van belang de zorgstructuur 23+ verder te ontwikkelen en in te bedden, conform de werkwijze voor 0 – 23 jaar. Koppeling tussen de zorgstructuur en het Veiligheidshuis.
Indicatoren programma 6 (productcombinatie 620) historische waarden indicator
E/P bron
doc.
2005
2006
2007
2008
2009
2010
streefwaarden 2011 2012 2013
2014
geen indicatoren vastgesteld
N.B. De GSBIII indicatoren t.av. Maatschappelijke ondersteuning zijn komen te vervallen
Ontwikkelingen Gezien de vele ontwikkelingen binnen de beleidskaders rondom Wonen, Zorg en Welzijn wordt gewerkt aan een integrale notitie “Thuis in de buurt”. Deze zal eind 2010/begin 2011 aan de raad worden voorgelegd, inclusief een aantal programma’s die gezamenlijk leiden tot de vorming van woonservicegebieden. Deze nota vervangt onder andere de huidige nota’s voor het ouderen- en het gehandicaptenbeleid. ≠
In 2011 is het noodzakelijk de zorgstructuur 23+ verder te ontwikkelen en in te bedden om zo ook voor deze groep een goede aansluitende zorg en hulpverlening bij multiproblem situaties te kunnen bieden. Daarbij is het van belang hierin een koppeling te leggen met huiselijk geweld en de ontwikkelingen rond het Veiligheidshuis.
We kunnen stellen dat hoofdfunctie 6, onder meer door de WMO, sterk samen hangt met de hoofdfunctie’s 5, cultuur en recreatie en 7, volksgezondheid en milieu. Maar dit geldt even zo goed voor hoofdfunctie 6, werk en inkomen, en levert de sociale bouwstenen voor hoofdfunctie 8, ruimtelijke ordening en volkshuisvesting. In de sociale structuurvisie zal deze samenhang ook nadrukkelijk tot uiting komen.
621: Vreemdelingen Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-335.070
0
-335.070
Doen ?
Bereiken ?
43
In 2011 neemt het aantal meldingen van signalen van (dreigend) eergerelateerd (huiselijk) geweld toe.
≠
Organisaties weten wat te doen bij (dreigend) eergerelateerd (huiselijk) geweld
≠
Eind 2011 is het aantal allochtone vrijwilligers toegenomen
≠
Eind 2011 is het aantal gezamenlijke activiteiten van migrantenorganisaties met 25% toegenomen
≠
╗ ║
≠
≠
Borging van een lokale aanpak op samenwerking tussen gemeente, professionele organisaties en migranten(organisaties) om eergerelateerd geweld te voorkomen en te signaleren. Borging van een lokale scholenaanpak in het voortgezet onderwijs om eergerelateerd geweld te voorkomen en te signaleren. Conferentie (januari 2011) om gemaakte afspraken te bekrachtigen. Uitvoering van het project “Duizend-en-één-kracht” is geëvalueerd Met het subsidieprogramma 2011 (zelf)organisaties stimuleren dat zij gezamenlijke activiteiten ontplooien. Zelforganisaties ontwikkelen zelf een of meer oplossingen voor gezamenlijke huisvesting.
Beleidsbegroting 2011 – 2014
versie 07-03-2011
Eind 2011 wordt discriminatie vaker gemeld (op dit moment worden veel gevallen niet gemeld).
≠
Maken van meerjarige prestatieafspraken met en over de inzet van Art. 1 Overijssel in Hengelo.
In 2014 zijn de doelstellingen zoals die geformuleerd zijn in de nota tijdbeleid voor 70% gerealiseerd.
≠
Concretisering en uitvoering van de in de nota voorgestelde acties.
622: Huishoudelijke verzorging Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-9.322.200
1.300.000
-8.022.200
Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-12.489.950
12.493.950
4.000
623: Participatiebudget
Doen ?
Bereiken ? Eind 2011 is een nieuwe groep nieuw- en oudkomers in Hengelo voldoende zelfredzaam zijn om zorg te dragen voor hun eigen ontwikkeling. Deze inwoners nemen op hun eigen niveau op economisch, sociaal en cultureel terrein deel aan de Hengelose samenleving
≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠
Het Promoteam van inburgeraars inzetten voor de werving van nieuwe kandidaten voor inburgering Inzetten en aanbieden van inburgeringtrajecten De deelnemers aan de voortrajecten inburgering doorleiden naar inburgeringtrajecten Taalcoaches inzetten voor de doelgroep ter ondersteuning van het leerproces in de praktijk Taalaanbod nog meer afstemmen op de behoefte vanuit de doelgroep Project taal op de werkvloer evalueren en afhankelijk van uitkomsten al dan niet voortzetten
Indicatoren programma 6 (productcombinatie 623) E/P bron Aantal inburgeringsvoorzieningen inburgeringsplichtigen vrijwillige inburgeraars totaal
historisch doc
2005
BB2011
2006
2007
2008
2009
36 1 37
103 13 116
255 79 334
streefwaarden 2010 2011 2012
-
2013
2014
-
-
-
Ontwikkelingen Met betrekking tot het Inburgeringsbeleid komen er ingrijpende wijzigingen in het rijksbeleid. Herbezinning over onze gemeentelijke inzet is noodzakelijk.
44
╗ ║
Beleidsbegroting 2011 – 2014
versie 07-03-2011
630: Sociaal cultureel werk Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-6.713.170
626.140
-6.087.030
Doen ?
Bereiken ? Jaarlijks biedt het jeugd- en jongerenwerk een breed activiteitenaanbod aan kinderen en jongeren in de leeftijd van 6-23 jaar
≠
≠
≠ Burgers zijn betrokken bij hun directe leefomgeving.
≠ ≠
De samenwerking met maatschappelijke partners is versterkt
≠
Het wijkgericht werken is versterkt en heeft een centrale positie binnen de gemeentelijke organisatie
≠
In 2011 is een flexibel aanbod van vrijwilligersactiviteiten en vrijwilligersvormen gerealiseerd, waardoor het vrijwilligerswerk wordt versterkt
≠
≠ ≠ ≠
≠ ≠ ≠
45
In 2011 worden specifieke doelgroepen gestimuleerd vrijwilligerswerk te verrichten (jongeren, allochtonen, 55+ en mensen met beperkingen)
≠
In 2011 stimuleren van een adequaat scholingsaanbod voor vrijwilligers (deskundigheidsbevordering)
≠
De wijkwelzijnsvoorzieningen zijn versterkt op accommodatieniveau en in hun aanbod
≠
Er zijn oplossingsrichtingen aangedragen voor het beheer en de exploitatie van wijkwelzijnsvoorzieningen
≠
De Sociale Visie van Hengelo is vertaald naar sociale programma’s
≠
╗ ║
≠
≠
Uitvoering van de prestaties door het professioneel Jeugd en jongerenwerk van Scala op basis van de nieuwe notitie professioneel jongerenwerk (2010) Uitvoering van de door de gemeente goedgekeurde werkplannen door Innocent en Cerberus en een nader onderzoek naar de toekomstmogelijkheden Stimuleren van het vrijwillig jeugd- en jongerenwerk (via subsidieregeling) De bewonersbudgetten worden in 2011 geëvalueerd en de inzet wordt geactualiseerd. Doelstelling is sociaal sterkere wijken, door zoveel mogelijk bewoners te betrekken bij hun dagelijkse leefomgeving. Speciale aandacht gaat uit naar het bereiken van allochtonen en jongeren. Versterken van het wijkgericht werken extern door verdere intensivering van samenwerking met partners. Samen met de partners verantwoordelijk voor wijkperspectieven en wijkprogramma’s Voor de Hengelose Es en de Hasseler Es worden wijkperspectieven en wijkprogramma's gemaakt. Borging van het wijkgericht werken via interne procesafspraken en inbedding in de planning en control-cyclus; Verbinden wijkgericht- en stedelijk beleid Vrijwilligersorganisaties helpen nieuwe vormen te ontwikkelen met als doel het werven en behouden van vrijwilligers en het meer flexibel organiseren van taken binnen de organisaties. Vormgeven van de makelaarsfunctie van vraag en aanbod op wijkniveau vorm te geven. Stimuleren van maatschappelijk ondernemerschap (zie ook hoofdfunctie 4) Eind 2011 vindt de evaluatie plaats van het aflopende 3 jarige project buurtbemiddeling In kaart brengen van het aanbod aan stageplekken voor maatschappelijke stages en de daarvoor benodigde ondersteuning leveren. Voorstellen ontwikkelen om jongeren te interesseren voor vrijwilligerswerk en het verrichten van maatschappelijke stages. Ontwikkeling van een adequaat scholingsaanbod om de nieuwe vrijwilligers te werven en te behouden. Centraal staat het werken vanuit competenties van vrijwilligers. Het Meerjaren onderhoudsplan voor de wijkwelzijnsvoorzieningen wordt uitgevoerd De Multifunctionele Accommodatie in de Berflo Es wordt verder uitgewerkt in samenhang met Brede school en woonzorgzone (ontwerp en programmatische afstemming) In 2011 wordt verder uitvoering gegeven aan het plan van aanpak voor het beheer en de exploitatie van de wijkwelzijnsvoorzieningen, in relatie tot maatschappelijk vastgoed (effectief en efficiënt inzetten van het accommodatiebeleid om de sociale doelen te bereiken). Dit vloeit voort uit het KPMG-rapport ‘Netwerk gemeente en wijkwelzijnsinstellingen bij beheer & exploitatie en maatschappelijk vastgoed’. In het voorjaar van 2011 verwachten we met oplossingsrichtingen te kunnen komen. We vertalen de prioritaire thema’s en concrete kernopgaven naar sociale (uitvoerings-)programma’s, die integraal zijn en die laten zien dat doelstellingen bereikt kunnen worden door vernieuwende dwarsverbanden te creëren. De uitgangspunten van de sociale visie zullen hierin terugkomen
Beleidsbegroting 2011 – 2014
versie 07-03-2011
≠
Vanuit de in de visie benoemde rol van de gemeente gaan we door met de doorontwikkeling van onze subsidierelaties in het algemeen en die van beleidsgestuurde contractfinanciering in het bijzonder. We beogen daarmee het instrument subsidies effectiever en efficiënter in te zetten om de gezamenlijke ambities en het daarop gestoelde beleid te realiseren
Indicatoren programma 6 (productcombinatie 630)
historisch
E/P bron
doc.
09open2a. Sociale kwaliteit woonomgeving (score cohesie) (GSBIII)
E
09open2b. % bevolking dat zich in afgelopen jaar heeft ingezet voor de buurt (GSBIII)
E
L&V
L&V
2005
2006
2007
2008
2009
historisch BB2010 BB2011
6,6
n.b.
6,5
n.b.
6,2
historisch BB2010 BB2011
24%
n.b.
19%
n.b.
2010
streefwaarden 2011 2012 2013
2014
6,7
6,7
-
-
-
23%
23%
-
-
-
18%
Ontwikkelingen De tendens in de huidige maatschappij is er een van zelfredzaamheid en zelfverantwoordelijkheid. Steeds meer verantwoordelijkheid wordt neergelegd bij individuen zelf, jong en oud, man en vrouw, autochtoon en allochtoon. Vanuit die optiek zijn we content met de nieuwe nota “Integraal vrijwilligersbeleid”, waarin de ambities worden uitgesproken dat de gemeente gaat voor: het versterken en uitbreiden van vrijwilligerswerk door het ontwikkelen van nieuwe vormen en door het enthousiasmeren van nieuwe doelgroepen; het realiseren/ versterken van één herkenbaar, centraal punt voor het vrijwilligerswerk en het centraal coördineren van vrijwilligerswerk van gemeentezijde en van het veld; het creëren van een goed kader en ondersteuningsaanbod en daarmee het stimuleren en behouden van vrijwilligers. In deze hoofdfunctie wordt ook invulling gegeven aan prestatieveld 1 uit de WMO, namelijk het bevorderen van de sociale samenhang in en leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten. Wijkgericht werken is een subtiel samenspel met stedelijk beleid en is door alle hoofdfuncties verweven. Het is een manier van werken voor alle medewerkers en betekent vooral dat er oog is voor de rol van bewoners en zichtbaar is hoe we met participatie van bewoners wordt omgegaan. Het wijkgericht werken speelt hierbij een centrale positie met als vertrekpunt bewonersparticipatie, samenlevingsopbouw en wijkwelzijn. Het WRR rapport Vertrouwen in de buurt benadrukt de rol van de gemeente om de samenwerking en kansen in wijken en buurten concreet op te pakken. De recentelijk verschenen rapporten “Stad en wijk verweven” van de VROM-raad en “de wijk nemen” van RMO en de VROM-raad bieden interessante aanknopingspunten, daar waar het gaat om het verbinden van wijkgericht en stedelijk beleid. Deze verbinding is een noodzakelijke voorwaarde om de potentie van het wijkgericht werken optimaal te benutten. Een belangrijke rol hierbij hebben onze wijkwelzijnsvoorzieningen. De uitwerking van het Plan van Aanpak Beheer en exploitatie wijkwelzijnsvoorzieningen is daarvoor een middel.
650: Kinderdagopvang Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-2.532.450
808.500
-1.723.950
Doen ?
Bereiken ? In de komende jaren wordt er verder gewerkt aan harmonisatie peuterspeelzaalwerk en kinderopvang
≠ ≠ ≠
Uitwerken van vijf pilots waarin samenwerkingsvormen voor peuterspeelzaalwerk en kinderopvang worden ontwikkeld De samenwerking en partners (harmonisatie) in beeld brengen Ontwikkelingen lokaal en landelijk vertalen in een startnotitie over harmonisatie.
652: Voorzieningen WMO
46
Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-5.525.360
358.000
-5.167.360
╗ ║
Beleidsbegroting 2011 – 2014
versie 07-03-2011
Ontwikkelingen De Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) gaat uit van een zekere eigen verantwoordelijkheid, zelfredzaamheid en keuzevrijheid van burgers. De basisgedachte is: iedereen moet kunnen meedoen. De gemeente voelt zich verantwoordelijk voor de maatschappelijke ondersteuning en wil burgers, van welke leeftijd dan ook, gehandicapt en niet gehandicapt, met en zonder problemen, volwaardig aan de samenleving laten deelnemen. Aandachtspunt blijft ook de komende jaren nog de opvang van de effecten van de bezuinigingen in de AWBZ zorg. Er wordt een toenemend beroep op de gemeentelijke voorzieningen gedaan. Kansen zijn er wanneer de gemeente daadwerkelijk de spil kan worden in de extramurale zorg en er ingezet kan worden op preventie. In het collegeakkoord geven we ook aan dat we het preventiebeleid willen handhaven (en zo mogelijk versterken) en dat we vanuit onze regierol in willen zetten op het maken van afspraken met het veld.
Subsidieparagraaf Hoofdfunctie 6 Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening Eén van de instrumenten die de gemeente ter beschikking staat ter uitvoering van het voorgenomen beleid, zoals beschreven in de bovenstaande beleidslijnen, is het subsidie-instrument. In deze paragraaf staan de subsidies benoemd binnen hoofdfunctie 6. De beschreven doelstelling per subsidieprogramma of onderdeel ervan (subsidieregeling) geeft de juridische grondslag voor de verstrekking van subsidie door het college. In een bijlage bij de algemene subsidieverordening staat een limitatieve opsomming van de doelstellingen/ juridische grondslagen van subsidieverlening.
MAATSCHAPPELIJKE BEGELEIDING EN ADVIES In het Programma Subsidiëring WMO is voorzien dat er activiteiten plaatsvinden in het kader van de prestatievelden van de WMO. Binnen dit programma vallen onder meer de subsidies die worden verleend aan Mediant voor collectieve GGZ-preventie/collectieve GGZ-voorlichting en Stichting Informele Zorg Twente. Het subsidieplafond 2011 voor de WO subsidieregeling bedraagt € 473.380 en voor de WO AWBZ pakketmaatregel en psychosociaal € 397.861. In het Programma Subsidiëring Maatschappelijke Dienstverlening, Maatschappelijke Opvang en Verslavingszorg is een overzicht te vinden van de enkelvoudige subsidierelaties op dit beleidsterrein. Binnen dit programma vallen onder meer de subsidies die worden verleend aan Carint-MD voor algemeen maatschappelijk werk, aan TACTUS voor verslavingszorg en aan Stichting Humanitas Onder Dak Twente voor het sociaal pension en het activiteitencentrum Bij de Toren. Het subsidieplafond bedraagt € 1.178.100. Het Programma Subsidies Volksgezondheid, Ouderen en Gehandicapten geeft een overzicht van de enkelvoudige subsidierelaties én van de subsidieregelingen op deze terreinen. Hieronder vallen de subsidiëring van de SWOH, MEE Twente, Seniorenplatform, Gehandicaptenraad en Stichting Welzijn Doven. Het subsidieprogramma Ouderenbeleid is bestemd voor het subsidiëren van eenmalige activiteiten en kortlopende projecten. Structurele subsidies kunnen niet uit deze post worden betaald. De activiteiten of projecten worden beoordeeld op de bijdrage aan ‘ouderen in staat te stellen zo lang mogelijk zelfstandig te blijven functioneren’. Lopende het begrotingsjaar kunnen aanvragen worden ingediend. Het subsidieplafond voor dit subsidieprogramma bedraagt in 2011 € 29.690. Het subsidieplafond voor dit programma Volksgezondheid, Ouderen en Gehandicapten bedraagt € 859.079. Door de vele ontwikkelingen binnen het zorgterrein en de totstandkoming van de notitie Thuis in de buurt zijn wij voornemens de subsidieprogramma’s te actualiseren. Dit zal in 2011 worden afgerond en gepubliceerd. WIJKWELZIJN § Subsidieprogramma bewonersparticipatie § Subsidieprogramma wijkwelzijnsvoorzieningen. Plafond 2011 € 2.102.050 Voor deze subsidieprogramma's geldt de volgende doelstelling: stimuleren en bevorderen dat bewoners verantwoordelijkheid nemen voor leefbaarheid en veiligheid, integratie en sociale cohesie in hun eigen leefomgeving.
47
╗ ║
Beleidsbegroting 2011 – 2014
versie 07-03-2011
Hoofdfunctie 7 Volksgezondheid en milieu Commissie(s) Portefeuillehouder(s) Sector
Sociaal, Fysiek Oude Alink, Lievers Beleid en Projecten, Veiligheid en Leefomgeving, Stedelijk Beheer, Wijkzaken
Missie Hengelo streeft naar volwaardig burgerschap voor al haar inwoners. Hengelo heeft daarbij oog voor de verscheidenheid van de samenleving. Hengelo brengt de sociaal economische gezondheidsverschillen terug door specifieke inzet bij groepen die in een achterstandssituatie verkeren. De stad versterkt de toegankelijkheid van het zorgaanbod om een volwaardige maatschappelijke participatie te waarborgen. Bij het onderdeel milieu gaat het om het realiseren van een duurzaam evenwicht tussen milieubelastende activiteiten en milieugevoelige functies, zoals wonen, flora en fauna.
Speerpunten 2011 § Handhaven van het preventiebeleid (en zo mogelijk versterken) en afspraken maken met partners in de zorg § Doorontwikkeling van het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG), zowel lokaal als regionaal in relatie tot verwachte veranderingen in de organisatie van de jeugdzorg (mogelijke decentralisatie naar gemeenten) § Jeugdcluster Gezondheidspark § De sociale visie van Hengelo is vertaald naar sociale programma’s § Adequate oplossingen zoeken binnen de WMO als gevolg van de wijzigingen in de AWBZ; het is nog steeds niet duidelijk wat de gevolgen van de wijzigingen zijn en wie buiten de boot valt of dreigt te vallen ≠ Ontwikkeling van het zorgconcept van het gezondheidspark start bij het jeugdcluster: zorgaanbieders op het park bieden samen een breed spectrum aan activiteiten op het vlak van preventie, laagdrempelige ondersteuning, onderwijs maar ook intensieve vormen van zorg en ondersteuning ≠ Alcoholmatiging, antirook maatregelen, bestrijding overgewicht blijven speerpunten van gezondheidsbeleid ≠ Invoering Diftar per 2011/2012 ≠ Uitvoering WABO ≠ Beleidsontwikkeling gebiedsgericht grondwaterbeheer ≠ Geluidbelastingskaart Hengelo ≠ Uitvoeringsprogramma duurzaamheid ≠ Gevolgen Programma Hoogfrequent Spoor ≠ Professionalisering Stadstoezicht
Hoofdfunctie 7: Volksgezondheid en milieu Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-26.214.450
21.246.080
-4.968.370
Kaderstellende beleidsnota’s: § § ≠ § ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠
Startnotitie Centrum voor Jeugd en Gezin Hengelo (2008) Voortgangsnotitie CJG (2009) Visiedocument Naar één gezonde lijn in Hengelo Nota Gezond leven in Hengelo, lokaal gezondheidsbeleid 2009-2012 Afvalbeheer(st) Contourennota Afvalbeheer 2006- 2008 (2006) Landelijk Afvalbeheerplan 2 (2009 - 2021) Gemeentelijk Rioleringsplan 2009-2013 (2009) Gemeentelijk Waterplan (2006) Grondwaterkwaliteitsplan (2007) Handhavingsplan Milieubeheer 2005-2008 (2005) Handhavingsplan Bodem 2005 – 2008 (2005) Bodembeleidsplan (2003) Bodembeheersplan en bodemkwaliteitskaart 2006) Visie op de grondwaterkwaliteit (2006) Uitvoeringsprogramma Bodemsanering ISV 2005-2009 (2004) Verdeelbesluit bodemsaneringsmiddelen incl. subsidieprogramma bodemsanering (2005 t/m 2009) Verdeling ISV-bodem-middelen jaarschijf 2009 48
╗ ║
Beleidsbegroting 2011 – 2014
versie 07-03-2011
≠ ≠ ≠ ≠ ≠ In ≠ ≠ ≠ ≠
Beleidsplan Duurzame Ontwikkeling 2006-2010 (2006) Nota Beleid Externe Veiligheid gemeente Hengelo (2006) Plan Uitvoeringsbeleid Bouwregelgeving (PUB) (integraal beleidsplan bouw, brandweer en handhaving) Nota geluid (2009) Nota Duurzaam Bouwen voorbereiding zijnde beleidsnota’s: Gecoördineerd handhavingsbeleid Gebiedsgericht grondwaterbeheer Bodembeheerplan en bodemkwaliteitskaart 2010-2014 Diftar: ‘Op weg naar duurzaamheid en rechtmatigheid in afvalbeheer’
Productcombinaties:
714: Openbare gezondheidszorg Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-775.460
0
-775.460
Doen ?
Bereiken ? Er wordt in de periode tot en met 2012 meer aandacht geschonken aan het verkleinen van gezondheidsverschillen.
≠
≠ ≠ In 2012 is het aantal jongeren onder de 12 jaar dat alcohol drinkt met 50% teruggebracht en dat van jongeren tussen de 12 en 16 jaar met 25%.
≠ ≠
In 2012 is het aantal rokers in Hengelo afgenomen met 10%.
≠
In 2012 is het aantal volwassenen met overgewicht gelijk gebleven ten opzichte van de gezondheidsgegevens uit 2008 en is dat van jongeren tot 18 jaar gedaald met 4%.
≠
≠
≠ ≠ ≠ ≠
Er is in 2012 meer bekendheid over depressie en eenzaamheid bij Hengelose burgers. In 2010 / 2011 wordt de haalbaarheid van een gezondheidscentrum in Hart van Zuid opnieuw in kaart gebracht
≠ ≠ ≠ ≠
≠ ≠
De GGD geeft uitvoering aan preventieprogramma’s specifiek gericht op mensen met een lage sociaaleconomische status en zal daarin ook nieuwe interventies ontwikkelen en implementeren. Er vindt samenwerking en afstemming plaats met de eerste lijn in de gezondheidszorg en het ziekenhuis. In de bibliotheek is voor iedereen gezondheidsinformatie beschikbaar. De activiteiten genoemd in Happy Fris worden uitgevoerd. De bestaande preventieactiviteiten richting algemeen publiek en jongeren worden gecontinueerd (basisaanbod GGD). De activiteiten genoemd in plan van aanpak “Alcoholmatiging en Jeugd” 2008-2011 worden uitgevoerd (relatie hoofdfunctie 6). We zetten in op een toename van het aantal “Rookvrije scholen” van vier naar zes en we stimuleren scholen mee te doen aan de “actie tegengif” (leerlingen stimuleren elkaar om niet te gaan roken). De GGD geeft uitvoering aan het signaleringsprotocol (vaststelling kinderen met overgewicht) en overbruggingsplan JGZ (o.a. samen met ouders kijken hoe leefstijl van kinderen verbeterd kunnen worden) JGZ. De JGZ geeft groepsvoorlichting over opvoedingsthema’s. Er wordt uitvoering gegeven aan het programma “Control XL”. “Scoren in de wijk” wordt gecontinueerd, evenals het project “Ambassadeurschap gezond leven”. De interventies “De gezonde schoolkantine” en “Smaaklessen”worden uitgevoerd De bewegingsactiviteiten van de SWOH worden voortgezet. Het aanbod aan GGZ-preventie wordt gecontinueerd. Het plan “De kracht van je leven” wordt uitgevoerd. Er hebben de afgelopen jaren diverse gesprekken tussen huisartsen, gemeente en Menzis plaatsgevonden met als doel participatie van Hengelose huisartsen in het gezondheidscentrum. Dit heeft tot op heden niet geleid tot deelname van huisartsen. Er is voor hen geen meerwaarde tot participatie. De (on)mogelijkheden van een gezondheidscentrum worden opnieuw in kaart gebracht.
Ontwikkelingen Gezondheid Op het terrein van Zorg en Gezondheid zijn er vele ontwikkelingen. We zien een verschuiving van zorg naar preventie. Er wordt meer en meer beroep gedaan op de eigen verantwoordelijkheid voor de eigen gezondheid.
49
╗ ║
Beleidsbegroting 2011 – 2014
versie 07-03-2011
De gemeente wil graag de burgers zelf stimuleren verantwoordelijkheid te nemen voor de eigen woon- en leefsituatie In 2009 is de nota “Gezond leven in Hengelo, lokaal gezondheidsbeleid 2009-2012” vastgesteld waarin de ambitie is uitgesproken dat de gemeente streeft naar een betere handhaving en/of bevordering van een optimale gezondheid van de bewoners van de gemeente Hengelo, waarbij extra aandacht aan specifieke doelgroepen wordt gegeven. ≠
Bij de ontwikkelingen op het brede terrein van Zorg en gezondheid willen wij aandacht blijven houden voor de meest kwetsbaren in de samenleving. Hiervoor zullen wij een vangnet blijven bieden.
715: Centrum voor jeugd en gezin (jeugdgezondheidszorg) Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-1.701.070
1.054.190
-646.880
Doen ?
Bereiken ? Alle ouders, opvoeders en jeugdigen in Hengelo gebruik maken van de informatie en adviesfunctie van het CJG
≠ ≠ ≠ ≠
Er is een programmatisch aanbod van licht pedagogische hulp voor alle ouders, opvoeders en jeugdigen vanuit het CJG
Hengelo kent een sluitende zorgstructuur waarin de functies signaleren, toeleiden naar zorg en coördinatie van zorg zijn geborgd
≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠
≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠
≠ 95% van de 0-19 jarigen wordt door de JGZ jaarlijks gezien ter bevordering en of bescherming van hun gezondheid, groei en ontwikkeling
50
╗ ║
≠
Telefonische, digitale & fysieke bereikbaarheid van het Loesloket Inzet van een outreachend werkend Loes-team vanuit het CJG Opzetten jaarlijks communicatieplan, inclusief mediacampagne Loes/Triple P Betrekken van de ouders en jongeren bij de ontwikkeling van het CJG Implementeren van een CJG-website voor jongeren Uitvoeren programma Kortdurende Pedagogische Gezinsbegeleiding en MIM/Homestart Plan over groepsvoorlichting rond opvoeding vanuit het CJG Ondersteuning van het Jonge Moedercentrum Donna Inzet van het Thuislozen team Aanbod van het programma Begeleide Omgangs Regeling Voorlichting geven op scholen Uitvoeren plan alcoholmatiging Scholing Triple P Jaarlijks programma licht pedagogische hulp Ontwikkeling van het jeugdcluster op het gezondheidspark, waarbij zorgaanbieders op het park samen een breed spectrum aan activiteiten bieden op het vlak van preventie, laagdrempelige ondersteuning, onderwijs maar ook intensieve vormen van zorg en ondersteuning Het handboek met beschrijvingen en werkwijze zorgstructuur wordt vastgesteld en geïmplementeerd. Alle samenwerkingspartners in Hengelo zijn aangesloten op het verwijs en informatiesysteem VIS2. Het convenant zorgstructuur Hengelo wordt door betrokkenen ondertekend Twee keer per jaar is er een overzicht van de shortlist m.b.t. jeugdgroepen Casemanagement voor Multi Problem Gezinnen door AMW Uitwerking van mogelijkheden voor passend onderwijs, waarbij aandacht voor de koppeling tussen CJG en zorg in en om het onderwijs is. Er worden goede samenwerkingsafspraken tussen de gemeentelijke zorgstructuur en het veiligheidshuis gemaakt. Uitvoeren van het basistakenpakket JGZ 0-19
Beleidsbegroting 2011 – 2014
versie 07-03-2011
Vanuit het startdocument zorgconcept gezondheidspark worden inhoudelijke ontwikkelingen en samenwerkingsverbanden gestimuleerd.
≠
≠
Ontwikkeling van het zorgconcept start bij het jeugdcluster (zorgaanbieders op het park die samen een breed spectrum aan activiteiten op het vlak van preventie, laagdrempelige ondersteuning, onderwijs maar ook intensieve vormen van zorg en ondersteuning bieden). Deze partijen hebben aangegeven dat zij hun samenwerking willen verbeteren c.q. uitbreiden. Zij gaan dit doen middels een drietal projecten, die in 2011 van start gaan. Hiervoor is een plan van aanpak ontwikkeld. De lijnen die nu worden gelegd voor samenwerking rondom jeugdzorg, kunnen als vliegwiel fungeren voor samenwerking op andere onderdelen.
Indicatoren programma 7 (productcombinatie 715) historische waarden indicator
E/P bron
doc.
2005
2006
2007
2008
2009
2010
streefwaarden 2011 2012 2013
2014
Nog vast te stellen indicator over Centrum voor Jeugd en Gezin
GSB-indicatoren 15(1) en 15(2) inzake overgewichtspreventie zijn vervallen.
Ontwikkelingen In 2011 wordt op basis van een evaluatie de nota jeugdbeleid geactualiseerd. Het Hengelose Jeugdbeleid is gebaseerd op 2 belangrijke pijlers: de Brede School en het Centrum voor Jeugd en Gezin. De Brede school richt zich op het opgroeien en de ontwikkeling van onze jeugd. Het Centrum voor Jeugd en Gezin richt zich op het opvoeden en de zorg voor onze jeugd. Voor beide pijlers wordt een programma ontwikkeld. Om op een goede manier uitvoering te geven aan beide programma’s, is er en nieuwe overlegstructuur, die bestaat uit een Jeugdberaad en twee programmaraden: Programmaraad CJG en Programmaraad Brede School. Uitgangspunten voor het CJG-Hengelo zijn: bundeling van krachten, één gezin, één plan, versterken eigen kracht van ouders, een positieve benadering, outreachend werken en out of the box-denken. Met de ontwikkeling van het CJG wordt ook concreet invulling gegeven aan prestatieveld 2 uit de WMO: 'op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden'. Hengelo werkt samen met alle Twentse gemeenten en de Provincie in het kader van de regionale CJG-ontwikkeling. Vooruitlopend op een mogelijke decentralisatie van de jeugdzorg wordt gewerkt aan de ontwikkeling van een Regionaal Pedagogisch Service Centrum. Ook speelt Hengelo een trekkersrol binnen de G-32 op het dossier Jeugd. Belangrijke onderwerpen in dit dossier zijn: Toekomst Jeugdzorg (mogelijke decentralisatie) en Harmonisatie Kinderopvang en Peuterspeelzaalwerk.
716: Centra voor jeugd en gezin (onderdeel WMO) Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-1.199.370
713.450
-485.920
Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-10.269.810
10.937.510
667.700
721: Afvalverwijdering en –verwerking
Doen ?
Bereiken ? Realiseren LAP-2 taakstelling voor nuttige toepassing (60% in 2015).
≠
Verkeerd aanbieden en dumpen van afval terugdringen.
≠ ≠ ≠
Verlagen gemiddelde kosten per aansluiting.
≠
≠
≠ 51
╗ ║
Realiseren nieuw afvalbrengpunt met pasjessysteem (planning: opleveren najaar 2011) Invoeren diftar in 2011 (uitvoerend) of 2012 (fiscaal). Kunststoffen gescheiden inzamelen Capaciteit handhaving op orde brengen Projectmatig handhaven op illegale dump en verkeerd aanbiedgedrag Vervangen blokcontainer door ondergrondse containers met pasjessysteem. Uitvoeren communicatieplan
Beleidsbegroting 2011 – 2014
versie 07-03-2011
De afvalinzamelstructuur functioneert als een stelsel van communicerende vaten. Er is sprake van meerdimensionale en samenhangende doelstellingen. Dit houdt in dat de uit te voeren projecten in onderlinge samenhang leiden tot het realiseren van de doelstellingen.
Indicatoren programma 7 (productcombinatie 721) historisch indicator
E/P bron
% nuttige toepassing huishoudelijk afval
P beleid & advies
doc
2005
2006
2007
2008
2009
2010
historisch BB2010 BB2011
46%
47%
48%
48%
50%
n.n.b. 50%
streefwaarden 2011 2012 2013
2014
51% 51%
54%
52% 52%
53% 53%
Ontwikkelingen Afvalinzameling Volgens de doelstellingen van LAP2 (Landelijk Afvalbeheerplan 2, periode 2009 -2021) dient in 2015 60% van al het vrijgekomen huishoudelijk afval nuttig te worden toegepast. De voorkeursvolgorde voor nuttige toepassing in afvalbeheer is: 1) producthergebruik; 2) materiaalhergebruik; 3) hoofdgebruik als brandstof of voor een andere wijze van energieopwekking. Met de besluitvorming over Diftar in mei 2009 en de start van de gescheiden inzameling van plastic verpakkingen, wordt deze taakstelling al in 2011/2012 gehaald. Professionalisering Stadstoezicht Zie ook hoofdfunctie 5. De professionalisering en de mogelijkheid om BOA’s na 1 oktober 2010 breder in te zetten (andere domeinindeling), moet leiden tot meer kwaliteit bij de handhaving in de openbare ruimte en een meer flexibele inzet van medewerkers. De nadruk zal o.a. liggen op het bestrijden van afvaldump bij de ondergrondse containers die zijn geplaatst in het kader van diftar, waar mogelijk met extra capaciteit.
722: Riolering Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-7.631.410
7.743.010
111.600
Doen ?
Bereiken ? Voorkomen van wateroverlast
≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠
Beperking van de milieubelasting
Effectief beheren van het rioolstelsel
Zichtbaar maken en herinrichten van de beken
≠
afkoppelen van verhard oppervlak (cf. GRP) oplossen van structurele grondwateroverlast vergroten van de afvoercapaciteit van het rioolstelsel afkoppelen van verhard oppervlak (conform GRP) vervanging van lekke rioolbuizen inrichten van stuwgebieden opheffen van foutieve rioolaansluitingen reinigen en inspecteren van het rioolstelsel reinigen van trottoirs- en straatkolken reinigen en inspecteren van rioolgemalen en bergbezinkbassins up to date houden van het geautomatiseerd rioolbeheersysteem uitvoeren van diverse beekherstelprojecten zoals benoemd in Het gemeentelijk waterplan
Indicatoren programma 7 (productcombinatie 722) historisch indicator
E/P bron
geen indicatoren vastgesteld
52
doc
2005
2006
2007
2008
2009
2010
-
-
-
-
-
-
historisch BB2010 BB2011
╗ ║
Beleidsbegroting 2011 – 2014
streefwaarden 2011 2012
2013
versie 07-03-2011
2014
Ontwikkelingen Riolering De Wet Gemeentelijke Watertaken die per 1 januari 2008 van kracht is geworden stelt gemeenten in staat een betere bijdrage te leveren aan de aanpak van watervraagstukken in bebouwd gebied. Voor de invoering van de wet had de gemeente uitsluitend de zorgplicht voor een doelmatige inzameling en transport van afvalwater. De gemeente krijgt nu via twee nieuwe zorgplichten het instrumentarium in handen om stedelijke grondwaterproblemen en de afvoer van (afgekoppeld) hemelwater te regelen. Maatregelen die uit deze zorgplichten volgen kunnen worden bekostigd met de nieuwe verbrede rioolheffing. Het gemeentelijk beleid hiervoor is verwoord in het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2009 – 2013. Dit GRP is in oktober 2009 door de gemeenteraad vastgesteld. Het KNMI heeft recentelijk het klimaat in Nederland geëvalueerd en in de nota “Klimaat in de 21-ste eeuw, vier klimaatscenario’s voor Nederland” gepubliceerd. Voor alle vier de scenario’s is vastgesteld dat de gemiddelde neerslaghoeveelheid op dagen met veel regen toeneemt door intensievere regenbuien. Voor gemeenten is het dus belangrijk te weten wat er gebeurt wanneer rioolstelsels zwaarder worden belast dan de zogenaamde ontwerpbui. In het kader van het GRP is een eerste indicatieve klimaatberekening uitgevoerd en zijn aanvullende maatregelen benoemd teneinde wateroverlast te voorkomen of te beperken. Op basis hiervan zijn in het GRP drie doelstellingen geformuleerd: - het voorkomen van wateroverlast, - het beperken van de milieubelasting en – het effectief beheren van het rioolstelsel. Waterhuishouding Het Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen hebben woensdag 25 juni 2008 het Nationaal Bestuursakkoord Water-Actueel (NBW) ondertekend. Het NBW heeft tot doel om in de periode tot 2015 de waterhuishouding in Nederland op orde te brengen en te houden. Een ander doel is te anticiperen op veranderende omstandigheden. Het gaat daarbij om de verwachte zeespiegelstijging, bodemdaling en klimaatverandering. Nederland krijgt hierdoor steeds meer te maken met extreem natte en extreem droge periodes. In het Gemeentelijk Waterplan (2006) is beschreven hoe de gemeente de komende 25 jaar samen met het waterschap haar verantwoordelijkheid neemt in het regionale watersysteem en richting geeft aan de ontwikkeling van stedelijk water in Hengelo. Het waterplan onderscheidt 3 sporen: 1. Het herstel van de Hengelose beken; 2. Het gescheiden houden van vuile en schone waterstromen (afkoppelen); 3. Het oplossen van grondwateroverlast.
723: Milieubeheer Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-3.606.200
243.300
-3.362.900
Doen ?
Bereiken ? Vergunningverlening
≠
Naleving milieuregelgeving door bedrijven.
≠ ≠ ≠
Toezicht en handhaving Waarborgen van de rechtszekerheid en rechtsgelijkheid in de leefomgeving.
≠ ≠ ≠
≠
V.w.b. geluidhinder een zo goed mogelijk evenwicht tussen enerzijds woon- en leefklimaat en anderzijds nodige (geluid)ruimte voor sociale, culturele en economische activiteiten 53
╗ ║
≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠
Afhandeling vergunningaanvragen binnen de wettelijke termijnen. Kwalitatief goede vergunningen (conform landelijk vastgestelde kwaliteitscriteria). Invoeren vooroverleg en vergunningmanagement om bedrijven goed over regelgeving te informeren. Voorbereidingen treffen met het oog op de totstandkoming van een (virtuele) regionale uitvoeringsdienst (RUD) Uitvoeren van toezicht en handhaving middels inspecties. Uitvoeren van multidisciplinaire projecten gericht op beperking van risico’s en knelpunten in de leefomgeving. Geven van voorlichting en informatie aan burgers en bedrijven over het doel van regelgeving, wijzigende regelgeving en het belang van handhaving en toezicht. Tijdige en burgergerichte afhandeling van milieuklachten en handhavingverzoeken. Vaststellen van een gecoördineerd handhavingbeleid. Vaststellen van een gecoördineerd handhavingprogramma. Start met opstellen van geluidsbelastingskaart Uitvoer geven aan en zonodig actualiseren van Nota Geluid Actualiseren verkeersmilieukaart Saneren woningen A-lijst Start realisatie geluidscherm langs spoortraject naar Oldenzaal Volgen ontwikkelingen hoogfrequent spoor
Beleidsbegroting 2011 – 2014
versie 07-03-2011
Ter plaatse van gevoelige bestemmingen geen overschrijdingen van wettelijke luchtkwaliteitsnormen.
≠ ≠
Het mogelijk maken van het gebiedsgericht grondwaterbeheer
≠
≠
≠
Het in beeld brengen van verspreidingsrisico’s en ecologische risico’s.
≠
Nieuw gemeentelijk bodembeleid
≠
Het mogelijk maken van het gebiedsgericht grondwaterbeheer
≠
≠
Het externe veiligheidsrisico (het groepsrisico) in woongebieden in Hengelo zo beperkt mogelijk houden
≠ ≠
Aanleveren data voor rapportage luchtkwaliteit in 2010. Motiveren van effecten van en/of gevolgen voor de luchtkwaliteit in ruimtelijke plannen. Actualiseren verkeersmilieukaart Het uitwerken van een strategie en instrumentarium voor afkoop van (diepe) grondwaterverontreiniging inclusief de daarbij behorende randvoorwaarden. Het opstellen van een gebiedsplan waarin de uitvoering (technisch, organisatorisch en financieel) van de gebiedsgerichte aanpak wordt uitgewerkt. Het uitvoeren van bodemonderzoeken op spoedlocaties tot aan het niveau dat beschikking ernst en spoedeisendheid verleend kan worden. Dit zal volgens het bodemconvenant voor 31-122015 moeten gebeuren. Opstellen nieuw bodembeleidsplan Het uitwerken van een strategie en instrumentarium voor afkoop van (diepe) grondwaterverontreiniging inclusief de daarbij behorende randvoorwaarden. Het opstellen van een gebiedsplan waarin de uitvoering (technisch, organisatorisch en financieel) van de gebiedsgerichte aanpak wordt uitgewerkt. Uitvoeren uitvoeringsplan externe veiligheid 2011 Ruimtelijke plannen toetsen aan het externe veiligheidsbeleid
Indicatoren programma 7 (productcombinatie 723) historisch indicator
E/P bron
doc
2005
2006
2007
2008
2009
2010
historisch BB2010 BB2011
44%
57%
61%
66%
75%
n.n.b. 70%
% bedrijven dat de milieuvoorschriften volledig naleeft
E beleid & advies
% aandachtsbedrijven dat de voorschriften volledig naleeft
E beleid & advies
historisch BB2010 BB2011
41%
% risicobedrijven dat de voorschriften volledig naleeft
E beleid & advies
historisch BB2010 BB2011
40%
35. aantal bodemprestatie-eenheden idem, cumulatief (GSB)
P ISV
historisch historisch BB2010 BB2011
percentage afgehandelde locaties van de werkvoorraad (cumulatief)
P ISV
historisch BB2010 BB2011
n.b.
8%
9%
58%
84%
n.n.b.
36a. aantal gesaneerde woningen A-lijst idem, cumulatief (GSB)
P DGM
historisch historisch BB2010 BB2011
0 34
0 34
0 34
0 40
112 152
n.n.b. n.n.b. 160
aantal overschrijdingen van luchtkwaliteitsnormen (plandrempel)
E VMK
historisch BB2010 BB2011
0
0
0
0
0
n.n.b. 0
mate van uitvoering beleidsplan duurzame ontwikkeling (in %)
P
historisch BB2010 BB2011
n.v.t.
47%
33%
47%
39%
47%
44%
51%
69%
60.559 145.709 124.083 85.446 192.155 60.559 206.268 330.351 415.797 607.952
n.n.b. 65%
n.n.b. 75%
streefwaarden 2011 2012 2013
2014
75% 75%
80% 80%
80% 80%
80%
70% 70%
75% 75%
75% 75%
75%
75% 75%
75% 75%
75% 75%
75%
n.n.b. n.n.b. Indicator vervalt m.i.v. BB2011.
Indicator vervalt m.i.v. BB2011.
n.v.t.
15%
40%
70%
n.n.b. 80%
171
183
-
0 0 0 Indicator vervalt m.i.v. BB2011.
Indicator vervalt m.i.v. BB2011.
Ontwikkelingen Vergunningverlening Op 1 oktober 2010 is de omgevingsvergunning, onderdeel van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in werking getreden. De milieuvergunning bestaat niet meer en heet voortaan omgevingsvergunning milieu. Door de invoering van de omgevingsvergunning dienen milieuaspecten die vergunningplichtig zijn in samenhang met andere vergunningplichtige activiteiten worden behandeld. De milieuwetgeving blijft verder ongewijzigd van kracht. Regionale Uitvoering Diensten (RUD) Gemeenten krijgen tot 1 januari 2012 de kans om via een ‘bottom up’ proces de samenwerking te organiseren voor de uitvoering van de VROM-taken (handhaving milieu). Dat is de uitkomst van de besluitvorming in de Eerste en Tweede Kamer (motie Boelhouwer) in het voorjaar van 2010.
54
╗ ║
Beleidsbegroting 2011 – 2014
versie 07-03-2011
-
In Overijssel zijn gemeenten in overleg en gestart met het toetsen van de eigen uitvoering aan kwaliteitscriteria. In Twente is het gewenste ‘bottom up’ proces gestart. De netwerkstad gemeenten, Losser, Hof van Twente en Haaksbergen starten samen met het waterschap Regge en Dinkel een pilot voor een virtuele RUD. Deze voorziet in optimale samenwerking, overnemen van (specialistische) taken van elkaar en borging van kwaliteit en achtervang. De deelnemende gemeenten werken in 2011 met een gezamenlijk handhaving uitvoering programma. Bodem In het convenant bodemontwikkelingsbeleid en aanpak spoedlocaties is afgesproken dat de bevoegde overheden de locaties waar bodemverontreiniging leidt tot onaanvaardbare risico’s voor mens, milieu en verspreiding (de zogenoemde spoedlocaties) met voorrang aanpakken. In 2010 zijn de locaties waar sprake is van humane risico’s in kaart gebracht. In de periode 2011-2015 moeten de locaties waar zich vanwege bodemverontreiniging verspreidingsrisico’s of ecologische risico’s voordoen inzichtelijk worden gemaakt. Het grondwater onder het centrumgebied van Hengelo is op grote schaal verontreinigd. Deze verontreinigingen zorgen ervoor dat gewenste ontwikkelingen geen doorgang vinden, vertraagd worden en/of duurder uitvallen. Om dit te op te lossen wordt er gebiedsgericht grondwaterbeheer gerealiseerd. Hierbij kan ook gekeken worden naar andere vakgebieden zoals bodemenergie en grondwaterkwantiteit. Vooruitlopend op dit integrale beleid wordt er een voorstel en instrumentarium uitgewerkt voor afkoop van (diepe) grondwaterverontreiniging inclusief de daarbij behorende randvoorwaarden. Na vaststelling van het afkoopbeleid is het van belang dat een gebiedsbeheersplan wordt opgesteld waarin de aanpak van de (afgekochte ) grondwaterverontreinigingen zal worden beschreven en uitgewerkt. Door deze manier van afkoop neemt de gemeente een deel van de verantwoordelijkheid en de risico’s over. Daartegenover staat dat ruimtelijke ontwikkeling verder doorgang kunnen vinden, verantwoordelijkheden helderder zijn waardoor minder juridisch getouwtrek zal plaatsvinden. Het gebiedsgerichte beleid wordt alleen voor de grondwaterkwaliteit opgesteld. Op een later moment wordt aangesloten door de andere vakgebieden. In 2011 wordt een nieuw bodembeleidsplan opgesteld. Dit nieuwe plan zal het bodembeleidsplan dat in september 2003 is opgesteld vervangen. Hierin zal ondermeer worden beschreven hoe om te gaan met HCH en voormalige stortplaatsen. Klimaatverandering en duurzaamheid Het beleidsplan Duurzame ontwikkeling 2006-2010 (2006) kent een groot aantal projecten, maar is vooral gericht op de klimaatdoelstellingen van de gemeente. Dit plan loopt tegen haar grenzen aan en zal vervangen worden door een gemeentebrede visie op duurzaamheid met een daaraan gekoppeld duurzaamheidprogramma. De basis hiervoor vloeit voort uit de ambitie in het collegeprogramma, dat duurzaamheid als uitgangspunt van handelen definieert. Het is de bedoeling dat het uitvoeringsprogramma in het begin van 2011 operationeel zal zijn. In dit programma zal het beleid op gebied van duurzaamheid; klimaat; sociale economie; millennium; ecologie; water; lichthinder ect. opgenomen worden zodat één integraal uitvoeringsplan ontstaat. Externe veiligheid Externe veiligheid omvat het beheersen van de risico's voor de omgeving door de productie, de opslag en het gebruik van gevaarlijke stoffen (binnen bedrijven) en door het transport van gevaarlijke stoffen (via wegen, waterwegen, spoorwegen en buisleidingen). In 2006 heeft de Raad het Externe veiligheidsbeleid vastgesteld. Jaarlijks wordt door het college een uitvoeringsplan externe veiligheid vastgesteld. Hengelo heeft zich verbonden aan het zgn. Meerjaren Uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid Overijssel 2006-2010 van de provincie Overijssel. Uit dit uitvoeringsprogramma vloeien gelden voort ter bevordering en ondersteuning van de gemeentelijke externe veiligheidstaken. Dit uitvoeringsprogramma krijgt in ieder geval een vervolg in de periode 2011 – 2014, de exacte vorm waarin is nog niet bekend. De verwachting is dat de middelen die beschikbaar komen en de wijze waarop begroot en gerapporteerd moet worden vergelijkbaar zijn met de periode 2006 – 2010. Gevolgen Programma Hoogfrequent Spoor Het Kabinetsbesluit Programma Hoogfrequent Spoor (PHS) heeft tot doel het frequenter laten rijden van personentreinen op drukbereden routes in de Randstad en naar Eindhoven en Arnhem. Om hiervoor capaciteit vrij te maken, moet goederenvervoer worden omgeleid naar minder drukbereden routes. Voor het transport naar Noordoost Europa is dat de route Elst - Oldenzaal. Verwacht wordt een sterke groei van het goederenvervoer; tot ca. 80 goederentreinen per etmaal in 2020. De capaciteit die wordt gereserveerd is nog groter (6 goederentreinen per uur). De vrees bestaat dat deze groei negatieve gevolgen zal hebben voor de leefbaarheid langs het spoor, vooral door geluid en trillingen. Nu al zijn er veel klachten over trillingshinder. Samen met Regio, regiogemeenten en provincie wordt invloed uitgeoefend op de besluitvorming en wordt onderzoek gedaan naar de gevolgen en mogelijke oplossingen. Milieukwaliteit De huidige generatie moet kunnen voorzien in de huidige maatschappelijke behoeften, zonder de toekomstige milieukwaliteit en mogelijkheden voor de volgende generaties te schaden. Hiervoor staan ons vier strategieën ter beschikking: ≠ vergunningverlening en handhaving; ≠ beleidsformulering en stimulering; ≠ afstemming en coördinatie met andere beleidsvelden; ≠ zorgplicht (afvalinzameling en riolering). 55
╗ ║
Beleidsbegroting 2011 – 2014
versie 07-03-2011
Geluid In 2010 is Hengelo, als onderdeel van de agglomeratie Enschede, Hengelo, Almelo met meer dan 100.000 inwoners, aangewezen als gemeente die een geluidsbelastingskaart moet opstellen (een verplichting die voortvloeit uit EU-regelgeving). Een geluidbelastingskaart moet de geluidbelasting weergeven door wegen, spoorwegen, luchthavens en bedrijven en bedrijfsterreinen. De vaststelling moet geschieden voor 30 juni 2012 en daarna elke vijf jaar. De meeste werkzaamheden zullen daarom in 2011 moeten plaatsvinden. Dit zal gebeuren in overleg met Enschede en Almelo. Het ministerie stelt financiën beschikbaar voor de eerste vaststelling. De volgende vaststellingen elke vijf jaar daarna zijn voor rekening van de gemeente. Op grond van de geluidbelastingkaart moet de gemeente het actieplan opstellen vóór 18 juli 2013.
724: Lijkbezorging Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-1.031.130
554.620
-476.510
Subsidieparagraaf bij Hoofdfunctie 7 Volksgezondheid en milieu Binnen dit hoofdfunctie worden de volgende onderdelen gesubsidieerd. ≠ Subsidieprogramma CJG. Doelstelling is: voorkomen dat kinderen en jongeren uitvallen en stimuleren dat ze volwaardig kunnen deelnemen aan de samenleving. Plafond 2011 Jeugdgezondheidszorg € 2.619.700. ≠ Subsidieprogramma Voorzieningen specifieke doelgroepen. Doelstelling is: het bieden van ondersteuning aan jonge moeders en thuisloze jongeren. Plafond 2011 jonge moeders € 256.400 / thuisloze jongeren € 39.640.
56
╗ ║
Beleidsbegroting 2011 – 2014
versie 07-03-2011
Hoofdfunctie 8 Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting Commissie(s) Portefeuillehouder(s) Sector
Fysiek Bron, Mulder Beleid en Projecten, Personeel en Financiën, Veiligheid en Leefomgeving
Missie Hoofddoelstelling: “Zorgen voor complete wijken met voldoende kwalitatief goede woningen in een ruime keuze voor iedereen die met betrokkenheid in Hengelo wil wonen.” Het realiseren van een duurzame ruimtelijke ontwikkeling van de stad en het buitengebied binnen de Netwerkstad Twente gezien vanuit (inter)nationaal perspectief. Speerpunten 2011 ≠ Bouw kantoor Siemens ≠ Opening verbreding onderdoorgang station ≠ Oplevering Stationsplein inclusief nieuw busstation ≠ Binnenstad ≠ Vaststellen woonvisie 2011-2016 ≠ Uitvoeren stimuleringsmaatregelen ≠ Actualiseren convenant gemeente-Welbions ≠ Het bevorderen van bovenlokale samenwerking en afstemming (Netwerkstad/Regio Twente) ≠ Kwetsbare groepen met wonen faciliteren ≠ Wonen met zorg ≠ De transformatie van de wijk Berflo Es in combinatie met Hart van Zuid
Hoofdfunctie 8: Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-40.995.990
36.551.180
-4.444.810
Kaderstellende beleidsnota’s: • Nota Ruimte, ruimte voor ontwikkeling (april 2004) • Nota ruimte, ruimte voor ontwikkeling deel 4 (februari 2006) • Uitvoeringsnota ruimte (november 2006) • Pieken in de Delta, gebiedsgericht economisch beleid • Nota Mobiliteit, naar een betrouwbare en voorspelbare bereikbaarheid (september 2004) • Aanvullende PKB deel IV Nota mobiliteit (februari 2006) • Omgevingsvisie Overijssel (2009) • Bestuurlijk manifest: Wij zijn Twente (mei 2005) • MER/VER voor de Kanaalzone (2002) • Koers middengebied Enschede-Hengelo (juli 2002) • Ecologische verbindingszone Twekkelo-Driene (2005) • Studie naar de verbetering van de bereikbaarheid van het Tussengebied Hengelo/Enschede • Gemeentelijk verkeers- en vervoersplan (oktober 2003) • Regionaal mobiliteitsplan (2007) • Structuurvisie Hengelo 2030, van groei naar kwaliteit (2007) • Structuurvisie Beckum/Oele (2007) • PUB • Welstandnota • Nota duurzaam bouwen • Ontheffingenbeleid artikel 3.23 WRO ≠ Structuurvisie Hengelo 2030 ≠ De Nota Wonen 2004 ≠ Notitie Woningbouw april 2008 ≠ Nota thuis in de buurt ≠ Taskforce Kredietcrisis 14 april 2009 ≠ Notitie behorende bij de prioriteitenlijst voor woningbouwlocaties 2010-2011
57
╗ ║
Beleidsbegroting 2011 – 2014
versie 07-03-2011
Productcombinaties:
810: Ruimtelijke ordening Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-2.056.240
144.500
-1.911.740
Doen ?
Bereiken ? Versterken van de regionale samenwerking/ afstemming
≠ ≠ ≠
Perspectief volle landbouw, behoud en versterking van de kwaliteit van natuur (cultuur) landschap, economische-, sociale vitaliteit en leefbaarheid van het landelijk gebied en veerkrachtige watersystemen
≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠
Concretiseren afspraken ruimtelijk economische ontwikkelingsagenda netwerkstad Inzetten op realisering innovatiedriehoek, opstellen masterplan Uitvoeren eerste modules inrichtingsplan Enschede noord, module Kristalbad Uitvoering landinrichtingsplan Enschede Zuid Uitvoering landinrichtingsplan Saasveld Gammelke Uitvoering geven aan ontwikkelingsvisie Twickel Uitvoering regeling Boeren voor natuur op Twickel Uitvoering subsidieregeling Leader Uitvoering Europese subsidie Surf Uitvoering geven aan de regeling ILG en de met de provincie gemaakte prestatieafspraken Implementeren en uitvoering geven aan de regeling groeneblauwe diensten Onderzoek naar de mogelijkheden van gebiedsontwikkeling in de driehoek Hengelo-Haaksbergen-Enschede
Ontwikkelingen Op bovenlokaal niveau zijn rijk, provincie en regio belangrijke spelers voor de ruimtelijk fysieke ontwikkeling van de stad. Het beleid van deze medeoverheden werkt door op lokaal niveau. Daarnaast maakt Hengelo deel uit van de Netwerkstad Twente. Op het niveau van de Netwerkstad zijn afspraken gemaakt. Deze zijn vastgelegd in de Ruimtelijk economische ontwikkelingsagenda van de Netwerkstad Twente. Het is de ambitie van Netwerkstad Twente om de positie van hoogwaardige internationale kennisregio verder uit te bouwen door de ontwikkeling van de innovatiedriehoek. Deze bestaat uit de gebiedsontwikkeling Kennispark, Hart van Zuid/CST en de gebiedsontwikkeling luchthaven Twente. Van belang hierbij is de onderlinge complementariteit en synergie in de Innovatiedriehoek. In het kader van het verkenningrapport A1 zone is het belang van de innovatiedriehoek voor de regio beschreven. Het verkenningrapport A1 zone is inzet voor het bestuurlijk MIRT overleg met de ministeries Vrom en V&W. De gewenste ruimtelijke ontwikkelingsrichting voor de stad Hengelo is vastgelegd in de structuurvisie Hengelo 2030. De structuurvisie is in 2007 vastgesteld en is het kader voor de verdere ruimtelijke ontwikkeling van Hengelo. In de structuurvisie Hengelo 2030 is een samenhangende en integrale uitwerking van de koers naar 2030 neergezet. De keuzes die daarbij zijn gemaakt zijn het inzetten op de sterke punten van de stad en te gaan van groei naar kwaliteit. In Hengelo 2030 zijn 4 prioritaire ontwikkelingsgebieden benoemd: Hart van Zuid/Centraal Station Twente, de herstructurering in de Berflo Es, het Twentekanaal en de Binnenstad. De aanpak van deze gebieden dienen als belangrijkste impuls voor de ontwikkeling van Hengelo. De komende jaren zullen onze inspanningen vooral in deze gebieden plaatsvinden waarbij naast de fysieke ingrepen de sociale en maatschappelijke programma’s een belangrijke rol spelen. Naast de projecten binnen het bestaand stedelijk gebied wordt geïnvesteerd in de stadsranden om het omringende landschap te versterken en voor de toekomst te behouden. De projecten worden integraal, gebiedsgericht en in overleg met belanghebbenden aangepakt. Veelal vindt de uitvoering van projecten in samenwerking met (semi-) private partijen plaats. Een goede relatie met deze partijen is dan ook van groot belang. De rol van de gemeente in deze samenwerking varieert naar gelang het project, die van (mede-)opdrachtgever, die van regisseur of alleen faciliterend.
820: Woningexploitatie/woningbouw Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-113.680
929.660
815.980
Doen ?
Bereiken ? Extra aanbod voor de koopstarter
58
╗ ║
≠
Beschikbaar stellen van kleine locaties ca. 10-20 woningen voor duurzame, betaalbare en grondgebonden woningen max. €208.000 die tevens binnen de Startersregeling kunnen vallen.
Beleidsbegroting 2011 – 2014
versie 07-03-2011
821: Stads- en dorpsvernieuwing Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-602.700
0
-602.700
Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-3.729.930
2.124.890
-1.605.040
822: Overige volkshuisvesting
Doen ?
Bereiken ?
Herstructurering van (naoorlogse) wijken
≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠
Lijst Geprioriteerde projecten Woningbouwlocaties 2011 Realisatie woningbouwprogramma in geprioriteerde projecten. Benutten Platform Woningbouw Hengelo en woningmarkt monitor om in te spelen op actuele marktontwikkelingen Vaststellen Woonvisie Hengelo 2011-2016 Overig: wijkgericht programmeren van de nieuwbouwprojecten Woningbouwregie Maatregelen Grondbeleid Beperken bouwregels Inzetten provinciale subsidies woonservicegebieden Uitvoeren en uitbreiden startersregeling Wijkperspectief Hengelose Es opstellen Realisatie Projecten i.h.k.v. Archipunctuur Aandacht besteden aan experimentele woonvormen Uitvoering van de herstructurering in de Berflo Es Herstructurering Klein Driene
Meer wonen in de binnenstad
≠
Uitvoeren projecten i.h.k.v. Wonen boven Winkels
Voldoende aanbod vrije kavels
≠
Zorgen voor voldoende en gespreid aanbod van vrije-kavels (Dalmeden); Collectief particulier opdrachtgeverschap Berflo Es en Dalmeden SIR 55+ in Hart van Zuid Realiseren energiebesparende maatregelen in woningen door Welbions (prestatieafspraak) en particulieren. Toepassing geven aan duurzaamheidsleningen met provinciale bijdrage Handhaven van de kernvoorraad betaalbare huurwoningen door afronden prestatieafspraak inclusief monitoring op wijkniveau
Betere balans vraag en aanbod
Versnelling Woningbouw
Identiteit en kwaliteit woongebieden
Vergroten duurzaamheid woningvoorraad
≠ ≠ ≠
≠ ≠ ≠ ≠
Betaalbare huurwoningen in de voorraad voor de lagere inkomens
≠
Voldoende betaalbare huurwoningen
≠ ≠
Eerlijke, rechtszekere en transparante verdeling van de beschikbare voorraad (sociale)huurwoningen
≠
Realisatie huisvesting urgenten
≠
Omvang lijst en wachttijd verkorten
Doorontwikkelen Woonservicegebieden
≠ ≠ ≠ ≠ ≠
Inzetten provinciale subsidie voor woonservice gebieden Realisatie Woonservicegebied Berflo Es Realisatie Woonservicegebied Groot Driene Vaststellen basis eisen toegankelijkheid Meer integraal toegankelijke woningen met “Goedgekeurd Wonen” Afgestemd woningaanbod op vergrijzing met aanpak “Wonen en Leven op Leeftijd” Faciliteren voldoende aanbod in begeleid wonen (geprioriteerde projecten) Realisatie Lange Termijn Huisvestingsplan (LTHP) Carint
≠ Voldoende woningen in beschermde woonvormen gebouwd 59
In de woningbouwprojecten voldoende betaalbaar programma opnemen. Prioriteit geven aan herstructureringsopgave waarbij prioriteit gegeven wordt aan terugbouwen voordat er nieuwe gebieden worden gesloopt. Implementatie stelselwijziging woonruimteverdeling met prestatieovereenkomst Welbions
╗ ║
≠ ≠
Beleidsbegroting 2011 – 2014
versie 07-03-2011
Integrale toegankelijkheid
≠
In 2015 woont 50% van de Hengelose burgers in een woonservicegebied waarin vraag en aanbod op het terrein van wonen, zorg en welzijn in de wijk en buurt op elkaar worden afgestemd.
≠
≠
≠ ≠ ≠ ≠
≠ ≠
In 2011 is in Hengelo naast Berflo Es een start gemaakt met de realisatie een tweede woonservicegebied
≠
Om daadwerkelijk invulling te gaan geven aan de uitvoering van het integraal toegankelijkheidbeleid is er een gemeentelijke toegankelijkheidscommissie samengesteld in mei 2010. De leden van deze commissie voldoen aan een aantal competenties en geven adviezen geven in de verschillende fasen van het realiseren van projecten in de gemeente Hengelo en in het bijzonder in het woonservicegebied Berflo Es. Het doel van de toegankelijkheidscommissie is: de ingediende plannen worden getoetst en naar aanleiding daarvan wordt een advies uitgebracht aan de betrokken bouwer/ontwikkelaar. Eind 2010 / begin 2011 wordt de notitie Thuis in de Buurt aan de raad voorgelegd. De notitie zal een aantal programma’s bevatten die gezamenlijk leiden tot de vorming van woonservicegebieden. De programma’s richten zich op de volgende onderdelen: Het creëren van voldoende woonvormen wonen met zorg voor de kwetsbare burgers. Dit maakt tevens onderdeel uit van de woningbouwprioritering en de woonvisie Hengelo. Er worden afspraken gemaakt met de diverse organisaties over de te realiseren opgave op het gebied van wonen met zorg Het ontwikkelen van gezondheidscentra op strategische plekken in de stad. De doorontwikkeling van de informatie en advies functie in wijken en buurten. Het doorontwikkelen van welzijnsdiensten gericht op de eigen kracht en zelfstandigheid van kwetsbare burgers. Het inzetten op integrale toegankelijkheid in Hengelo. Integrale toegankelijkheid betekent dat de buiten ruimten, (semi)openbare gebouwen, wooncomplexen en woningen zonder hindernissen bereikbaar, toegankelijk en bruikbaar zijn. In het geval van integraal toegankelijke woonhuizen spreken we van nultreden woningen. Gewone woningen zullen bereikbaar en bezoek zijn voor mensen met een beperking. Hiervoor is een plan van aanpak ontwikkeld. De realisatie van het woonservicegebied Berflo Es krijgt verder gestalte middels een uitvoeringsprogramma. Er wordt een start gemaakt met de ontwikkeling en realisatie van een woonservicegebied in Groot Driene.
Indicatoren programma 8 (productcombinatie 822) historisch indicator
E/P bron
Aantal gereedgekomen woningen
E BGI
29. Vernietigde woningen idem, cumulatief 2005-2009 (GSBIII)
Percentage gerealiseerde sociale huurwoningen
P BGI
E BGI/REO
Aantal goedkope / bereikbare huurwoningen 1)
E Welbions
Aantal toegewezen huurwoningen door corporaties 3)
E Corp.
Aantal gehuisveste statushouders idem, cumulatief sinds 1995 Taakstelling , cum. sinds 1995
P afd. REO
doc.
2005
2006
2007
2008
2009
historisch BB2010 BB2011
472
357
280
229
236
historisch historisch BB2010 BB2011
40 40
historisch BB2010 BB2010
21%
360
109 149
106 255
148 403
19%
21%
29%
1.605
1.671
1.473
1.364
historisch
12 568 574
48 616 599
20 636 623
1)
E
BGI
historisch BB2010 BB2011
360
80 80
80 80
80 80
80
25% 25%
25% 25%
25% 25%
25%
>8.500 >8.500
>8.500 >8.500
>8.500 >8.500
>8.500
>1.500 >1.500
>1.500 >1.500
>1.500 >1.500
>1.500
725 725
750 750
775 775
800
93,2% ≥ 93,3% ≥ 93,3% ≥ 93,3% ≥ 93,4% ≥ 93,5%
≥ 93,6%
197 600
45%
12.352
12.245 >8.500
n.n.b
n.n.b. 641 664
BB2010 BB2011 % zelfstandig wonende ouderen (75+)
700
90,7%
91,2%
91,6%
93,5%
2014
360 360
>1.500
556 556 534
2013
360 360
25%
12.351
streefwaarden 2011 2012
360 360
80
historisch BB2010 BB2011 historisch BB2010 BB2011
2010
93,3%
Let op: geen streefwaarde, maar ondergrens.
60
╗ ║
Beleidsbegroting 2011 – 2014
versie 07-03-2011
Ontwikkelingen Plan Uitvoeringsbeleid Bouwregelgeving In 2008 is het Plan Uitvoeringsbeleid Bouwregelgeving (PUB) vastgesteld. Dit plan beoogt een kader te stellen waarbinnen het bouwtoezicht (vergunningverlening, handhaving en toezicht) uitgevoerd wordt. Het PUB geeft een toetsingsmatrix en richtlijnen voor prioritering. De gekozen intensiteit van toetsing en de gekozen prioritering bepalen het ambitieniveau. Het plan koppelt de benodigde capaciteit aan het gekozen ambitieniveau. Er is budget beschikbaar gesteld om de benodigde uitbreiding te realiseren waarmee het gekozen ambitieniveau uitgevoerd kan worden. Ontwikkelingen in de markt (de kredietcrisis die zorgt voor een verminderd aantal vergunningaanvragen en bouwprojecten) en in de regelgeving (de komst van de WABO en het Gebruiksbesluit gecombineerd met de ontwikkelingen rondom de regionale uitvoeringsdiensten (hoofdfunctie 7)) rechtvaardigen een gefaseerde invoering. Een eerste uitbreiding is inmiddels gerealiseerd. In de periode 2010 tot en met 2012 zal worden bekeken in hoeverre verdere uitbreiding noodzakelijk is om het vastgestelde ambitieniveau te (blijven) realiseren. Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (Wabo) Per 1 oktober 2010 is de Wabo in werking getreden. Het vergunningenstelsel voor bouw en ruimtelijke ordening zijn komen te vervallen en vallen vanaf 1 oktober 2010 allemaal onder de Wabo. De inhoudelijke wetgeving is ongewijzigd gebleven. De Wabo beoogt een betere dienstverlening voor de VROM regelgeving. Daarnaast is het vergunningvrij bouwen onder de Wabo fors uitgebreid. Digitalisering van de dienstverlening heeft tot doel meer efficiency en het terugdringen van de administratieve lasten voor vergunningverlening. Taak en rol van de gemeente in het woonbeleid bestaat uit stimuleren, faciliteren en committeren. Sturen kan de gemeente enkel op een paar min of meer repressieve taken (bouwregelgeving, huisvestingswet). Overeenkomstig de inhoud van de Kadernota 2009-2012 ligt in het woonbeleid het accent op realiseren. Met de beperking van de gevolgen van de kredietcrisis is de versnelling van de woningbouw een complexe opgave. Daartoe zijn een aantal belangrijke stappen gezet door de invoering van de woningbouwregie in combinatie met jaarlijks een prioriteitenlijst voor woningbouwlocaties. De gemeente zet met deze lijst in op het realiseren van woningen in verschillende soorten woonmilieus. Er blijft aandacht nodig voor de ontwikkeling en realisatie van deze locaties. In de nieuwe werkwijze zijn met de betreffende marktpartijen afspraken gemaakt over de planning, voortgang en oplevering van de projecten. De geactualiseerde woonvisie 2011 - 2016 zal begin 2011 ter vaststelling worden aangeboden aan de raad. Met de woningcorporatie Welbions is in 2008 de basis gelegd voor een nieuw lokaal elan in het oppakken van het woonbeleid als gelijkwaardige partners volgens het klaverbladmodel, d.w.z. dat ook zorg, leren en werken deel uitmaken van geslaagd wonen in wijken. Vanuit het Convenant 2008-2013 zijn vele uitwerkingslijnen uitgezet die in een bestuurlijk overleg tussen beide partijen door middel van een uitvoeringsschema nauwkeurig worden gevolgd. Het accent van het Hengelose bouw- en woonbeleid verschuift van een discussie over aantallen naar een discussie over realiseren en kwaliteit voor Hengelose burgers. De gemeente betrekt het marktplatform bij het ontwikkelen van stimuleringsmaatregelen voor de woningbouw. De gemeente zal de lopende starterslening voor nieuwbouw gaan uitbreiden met een starterslening voor woningen in de bestaande woningvoorraad. De gemeente ontwikkelt een subsidieregeling voor meer energiebesparing in de bestaande woningvoorraad. In de Structuurvisie Hengelo 2030 is gevarieerd wonen als een kernkwaliteit van Hengelo benoemd. Als gevolg daarvan wordt ingezet op een verdere intensivering van woningbouw binnen bestaand bebouwd gebied, rekening houdend met de omvorming van naoorlogse wijken naar moderne groenstedelijke woonmilieus, maar ook het wonen in de binnenstad. In de nieuwe woonvisie geeft de gemeente haar visie op het stimuleren van meer kwaliteit in de woningvoorraad en de nieuwbouw. De gemeente geeft haar visie op het bereiken van duurzaamheid in de woningvoorraad/ nieuwbouw, innovaties in de bouw en burgers die zelf of samen willen bouwen (collectief particulier opdrachtgeverschap). In de woonvisie wordt het beleid voor de realisatie van woonservice gebieden betrokken bij het nieuwbouwprogramma en het aanpasbaar maken van de bestaande woningvoorraad. De gemeente spant zich in voor een eerlijke en rechtszekere verdeling van de beschikbare voorraad (sociale) huurwoningen en voor voldoende kavels voor de uitgifte aan particulieren. De rol van de gemeente wordt ingevuld op drie niveaus, te weten regionaal, stedelijk en wijk: regionale afstemming van woonbeleid (bijvoorbeeld in de Netwerkstad en de Regio); stedelijk beleid, stedelijke vernieuwing, stedelijke programmering, herstructurering en andere interventies; wijkgerichte programmering van projecten en maatregelen binnen beleidskaders en visies op de wijk.
61
╗ ║
Beleidsbegroting 2011 – 2014
versie 07-03-2011
830: Bouwgrondexploitatie Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-34.493.440
33.352.130
-1.141.310
Doen ?
Bereiken ? Realisatie kernopgave structuurvisie Hengelo 2030 Hart van Zuid/CST
≠ ≠
≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠
Realisatie kernopgave structuurvisie Hengelo 2030 Berflo Es
≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠ ≠
Realisatie kernopgave structuurvisie Hengelo 2030 Binnenstad
≠ ≠
≠
≠ ≠
Realisatie kernopgave structuurvisie Hengelo 2030 Twentekanaal
≠ ≠ ≠
≠ ≠
62
╗ ║
Hijschcomplex onderzoek naar toekomstig programma. Op basis van deze verkenning verdere planontwikkeling Afronding tijdelijke (5 jaar) inrichting Industrieplein De tijdelijke inrichting van het Industrieplein zal begin 2011 na bouw van de luifel van het station worden afgerond Planontwikkeling Stationsplein incl. nieuw busstation. Start uitvoering begin 2011. Aanleg verbreding onderdoorgang: start bouw januari 2009, oplevering eind 2010. De officiële opening is in maart 2011. WTC: conceptontwikkeling voor bouwplan WTC MAB is toegetreden in de gebiedsontwikkeling van het WTCBusinessdistrict. Start Planontwikkeling WTC Businessdistrict Kantoor Siemens: bouw P+R garage: planontwikkeling Uitwerkingsplan Langeler Erve is gereed, realisatie woningbouw Stelplaats. (15 starterswoningen, 8 2 ^1 kappers), Smederij. Uitwerking 2e fase Laan Hart van Zuid; Opstellen overeenkomst met Stork over aankoop grond en verplaatsing bedrijven naar de kanaalzone. Kanaalzone: opstellen stedenbouwkundig plan EMGA Zuid: Begeleiding bouwplan winkelcentrum Esrein; Opstellen uitwerking bestemmingsplan. Realisatie woningbouwprogramma in EMGA Zuid i.s.m. Manna en Welbions Uitwerking fase 2 (gebiedsgrens nader te bepalen) Veldwijk Noord, fase 1 (middengebied): opstellen/procedure bestemmingsplan Multifunctionele Accommodatie, Brede School: aanbesteding en start bouw. Uitwerking PvA Woonzorgzone in relatie tot stedenbouwkundig plan. Waterpark: onteigeningsprocedure verwerving gronden Opstellen do inrichtingsplan, bestek en aanbesteding Fase 1 Berflo Es Zuid: afronding woonrijp maken. Fase 2 Berflo Es Zuid: bouw Fase 1 Veldwijk Zuid: afronding bouwrijp maken, evt. ook woonrijp maken Fase 2 Veldwijk Zuid: uitvoering fase 2 Uitwerking FBK-gebied: vo stedenbouwkundig-/verkeersplan nieuwe verbindingsweg naar Veldwijk-Zuid Brouwerijterrein: begeleiding bouw fase 1; afspraken maken over fase 2 Monitoring binnenstadsprogramma Uitvoeren maatregelen die voortkomen uit het stadsdebat en op basis van de integrale visie (functionele en ruimtelijke structuur) Lange Wemen (te herontwikkelen gebied tussen Wemenstraat en Langestraat): doorstart: aangaan nieuwe realisatieovereenkomsten Lange Wemen: procedure (ontwerp) bestemmingsplan Begeleiding ontwerp en realisatie nieuwbouw Lambertushof/ Smutsstraat; alsmede juridisch planologische procedure Begeleiding haalbaarheidstudies door NV Wonen boven Winkels Begeleiding particuliere initiatieven van Thales, Norma, Container Terminal etc. Uitvoering maatregelen diverse subsidies waaronder Topper I (nieuw plan), II (o.a. herprofilering Boekeloseweg Boortorenweg) Kanaalzone: uitvoering Quick Win subsidie Uitvoering geven aan regeling Bedrijvigheid Investeringszone (BIZ) Twentekanaal
Beleidsbegroting 2011 – 2014
versie 07-03-2011
Hoofdfunctie 9 Financiering en algemene dekkingsmiddelen Commissie(s) Portefeuillehouder(s) Sector
Bestuur , Fysiek Mulder Personeel en Financiën, Wijkzaken
Hoofdfunctie 9: Financiering en algemene dekkingsmiddelen Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-6.610.650
118.539.440
111.928.790
Algemeen In de beleidsbegroting neemt hoofdfunctie 9 een bijzondere plaats in. Enerzijds vanwege de overlap met een aantal paragrafen (belastingen met paragraaf 1 lokale heffingen; rente met paragraaf 5 financiering, gemeentefonds met Hoofdstuk 6 Financiën), anderzijds omdat er nauwelijks in termen van prestatie-indicatoren kan worden gewerkt. Productcombinaties:
913: Overige financiële middelen Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-42.280
998.000
955.720
Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
0
9.353.480
9.353.480
914: Geldleningen en uitzettingen
63
╗ ║
Beleidsbegroting 2011 – 2014
versie 07-03-2011
921: Algemene uitkering gemeentefonds Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-1.598.420
87.746.700
86.148.280
Doen ?
Bereiken ? Een doeltreffende en doelmatige coördinatie van het GSB
≠
Met ingang van 2010 is het Grotestedenbeleid (GSB I-III) geëindigd en het nieuwe stedenbeleid van start gegaan. Met dit nieuwe stedenbeleid worden de decentralisatie uitkeringen geïntroduceerd voor de pijlers sociaal en fysiek, de pijler economie is opgehouden te bestaan. Aan het nieuwe kabinet is de opdracht om dit nieuwe stedenbeleid vorm en inhoud te geven.
Het nieuwe kabinet zal het stedenbeleid als opvolger van het GSB beleid vorm en inhoud gaan gegeven. Met name de financiering van dit nieuwe stedenbeleid middels decentralisatie-uitkeringen zal gezien de te verwachten bezuinigingen onder druk komen te staan.
922: Algemene baten en lasten Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-157.540
478.850
321.310
Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-1.080.000
0
-1.080.000
Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
0
16.261.360
16.261.360
Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
0
73.810
73.810
Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-20.850
473.790
452.940
930: Uitvoering Wet WOZ
931: Onroerende-zaakbelastingen
936: Toeristenbelasting
937: Hondenbelasting
64
╗ ║
Beleidsbegroting 2011 – 2014
versie 07-03-2011
939: Precariobelasting Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
0
385.380
385.380
940: Lasten heffing en invordering gemeentelijke belastingen Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-1.034.360
-156.710
-1.191.070
Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
0
0
0
Lasten 2011
Baten 2011
Saldo 2011
-2.677.500
2.924.780
247.280
960: Saldo van kostenplaatsen
980: Mutaties reserves
65
╗ ║
Beleidsbegroting 2011 – 2014
versie 07-03-2011
Geleideformulier voor behandeling in commissie en/of raad
CASENUMMER
417788
ONDERWERP:
Europese aanbesteding accountants diensten
PORT.HOUD:
Griffie
RAADSGRIFFIE GRIFFIER: DHR. G.J. EEFTINK ADJUNCT-GRIFFIER: MW. A. HAARHUIS ADJUNCT-GRIFFIER: DHR. L.F. NIJLAND
paraaf griffier
Griffie-advies voor behandeling in commissie en/of raad Behandelen Commissie Fysiek Commissie Sociaal Commissie Bestuur Trefpunt (uitgebreide commissie) Raadsvergadering
Informeren
30/3 GJ
Datum
B
14-04-2011
B
26-04-2011
Opmerkingen griffier:
Behandeling in de raadscommissie x
Bestuur
Fysiek
Datum:
Sociaal
14 april 2011
Agendapunt:
10
Besluit: Geïnformeerd Akkoord voor raadsbehandeling Hamerstuk Niet-akkoord paraaf griffier
Opmerkingen commissiegriffier:
Stuknummer: 412346
SAMENVATTING RAADSVOORSTEL EN -BESLUIT REGISTRATIENR.
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORTEFEUILLEHOUDER
417788
GJ Eeftink
Gri
--
ONDERWERP
AGENDANUMMER
Europese aanbesteding accountants diensten
BELEIDSPROGRAMMA/BELEIDSLIJN
Niet van toepassing REDEN VAN AANBIEDING
Volgens artikel 213, lid 2 Gemeentewet wijst de raad een of meer accountants aan als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. De accountant is belast met de controle van de in artikel 197 Gemeentewet bedoelde jaarrekening en het daarbij verstrekken van een accountantsverklaring en het uitbrengen van een verslag van bevindingen. Aangezien de overeenkomst met de huidige accountant loopt tot en met het boekjaar 2011, dient een nieuwe aanbestedingsprocedure te worden opgestart die leidt tot de aanstelling van een accountant voor volgende boekjaren. SAMENVATTING VAN HET RAADSVOORSTEL EN HET VERVOLGTRAJECT
In de afweging van argumenten voor het gezamenlijk aanbesteden pleit voor het gezamenlijk aanbesteden het belang van samen optrekken in Netwerkstadverband en samen met de Regio Twente en Losser en zo ook voldoende “volume” te kunnen maken als gemeenteraden gezamenlijk in het aanbestedingstraject. Daarnaast vindt de stuurgroep het van groot belang dat de ervaringen gedeeld kunnen worden (zowel ambtelijk als bestuurlijk). Een gezamenlijke aanbestedingsprocedure voor de accountant moet tevens leiden tot hogere kwaliteit en financiële voordelen. Het samen opstellen van de offerteaanvraag versterkt het opdrachtgeverschap van de gemeenteraden. Er kan dan gebruik worden gemaakt van elkaars kennis en kunde, maar ook van de ervaringen die in de afgelopen periode zijn opgedaan met de aanbestedingsprocedure en het contract. De stuurgroep adviseert uw raad om in te stemmen met een gezamenlijke aanbesteding van de accountantsopdracht voor de gemeenten: Almelo, Borne, Hengelo, Losser, Oldenzaal en de Regio Twente voor de jaren 2012, 2013, 2014 en 2015. PLAATSGEVONDEN COMMUNICATIE, DE RESULTATEN DAARVAN EN HET COMMUNICATIEPLAN VOOR HET VERVOLGTRAJECT
Onlangs is gestart met de voorbereiding voor de Europese openbare aanbesteding van de accountantsfunctie. De deelnemers aan deze voorbereiding van de aanbesteding zijn de gemeenten: Almelo, Borne, Enschede, Hengelo, Losser, Oldenzaal en de Regio Twente. Op verzoek van de Netwerkstadgriffiers is er een stuurgroep en een stuurgroep+ accountancy geformeerd. In de Stuurgroep is namens elke gemeente een vertegenwoordiger (raadslid) aanwezig. De Stuurgroep + wordt aangevuld met de griffier en de financieel expert (bv concerncontroller) van de verschillende gemeenten. Binnen de aanbesteding is rekening gehouden met vier goedkeuringsmomenten: plan van aanpak, offerteaanvraag, beoordeling offertes, eventueel presentaties en score bepaling. Nadat de Stuurgroep en Stuurgroep+ akkoord hebben gegeven op de bovenstaande documenten wordt de aanbesteding vervolgd. Dit leidt tot een voorgenomen gunning aan de best beoordeelde leverancier en in principe, enkele weken later, tot de definitieve gunning aan deze leverancier. Vervolgens worden de afzonderlijke overeenkomsten gesloten tussen de verschillende deelnemende organisaties met de leverancier aan wie definitief gegund is. Nadat het gunningadvies door de Stuurgroep en de Stuurgroep+ in het GriffiersOverleg is goedgekeurd wordt overgegaan tot het voornemen tot gunning. Vervolgens wordt de uitslag aan de verschillende gemeenteraden door middel van een raadsvoorstel aan de gemeenteraad bekend gemaakt.
VOORSTEL AAN DE RAAD
1. In te stemmen met een gezamenlijke Europese aanbesteding, die moet leiden tot een nieuw contract voor de controle van de boekjaren 2012, 2013, 2014 en 2015 voor de gemeenten Almelo, Borne, Hengelo, Losser, Oldenzaal en de Regio Twente: 2. De stuurgroep en de stuurgroep+ te machtigen de Europese aanbesteding voor te bereiden en uit te voeren conform het plan van aanpak: 3. Het raadslid de heer W. Dragt te mandateren door middel van de mandaatbrief om namens de gemeente in het kader van de Europese aanbesteding accountantsfunctie beslissingen te nemen over het houden van de aanbesteding, de beoordeling van de inschrijvingen, de gunning en het ondertekenen van de relevante aanbestedingsdocumenten.
OPSOMMING VAN BIJLAGEN
Plan van aanpak dd. 24 februari 2011 Mandaatbrief
RAADSVOORSTEL REGISTRATIENR.
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORTEFEUILLEHOUDER
417788
GJ Eeftink
Gri
--
ONDERWERP
Europese aanbesteding accountants diensten
AANLEIDING EN DOEL
Volgens artikel 213, lid 2 Gemeentewet wijst de raad een of meer accountants aan als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. De accountant is belast met de controle van de in artikel 197 Gemeentewet bedoelde jaarrekening en het daarbij verstrekken van een accountantsverklaring en het uitbrengen van een verslag van bevindingen. In juli 2007 heeft de gemeenteraad ingestemd met een gezamenlijke aanbesteding van de accountantsopdracht voor de Jaarrekening voor de periode 1 januari 2008 – 1 januari 2012 in Netwerkstadverband. Die periode eindigt dus binnenkort. Thans wordt uw raad voorgesteld om een nieuwe, gezamenlijke aanbestedingsprocedure op te starten die leidt tot de aanstelling van een accountant voor de boekjaren 2012 t/m 2015.
OVERWEGINGEN
De dienstverlening door de accountant is een van de instrumenten die de raad ten dienste staan bij het uitoefenen van zijn controlerende rol in het duale bestel Bij de afweging van argumenten voor het al dan niet gezamenlijk aanbesteden pleit voor het gezamenlijk aanbesteden het belang van samen optrekken in Netwerkstadverband en samen met de Regio Twente en zo ook voldoende “volume” te kunnen maken als gemeenteraden gezamenlijk in het aanbestedingstraject. Daarnaast vindt de stuurgroep het van groot belang dat de ervaringen gedeeld kunnen worden (zowel ambtelijk als bestuurlijk). Een gezamenlijke aanbestedingsprocedure voor de accountant moet tevens leiden tot hogere kwaliteit en financiële voordelen. Het samen opstellen van de offerteaanvraag versterkt het opdrachtgeverschap van de gemeenteraden. Er kan dan gebruik worden gemaakt van elkaars kennis en kunde, maar ook van de ervaringen die in de afgelopen periode zijn opgedaan met de aanbestedingsprocedure en het contract. De stuurgroep adviseert uw raad om in te stemmen met een gezamenlijke aanbesteding van de accountantsopdracht voor de gemeenten: Almelo, Borne, Hengelo, Losser, Oldenzaal en de Regio Twente voor de jaren 2012, 2013, 2014 en 2015. Voor meer informatie inzake de Europese aanbesteding van de accountantsfunctie functie verwijzen wij u naar de in de bijlage toegevoegde plan van aanpak. Door middel van de bijgevoegde mandaatbrief wordt het lid van de Stuurgroep aanbesteding accountantsfunctie gemachtigd om in het kader van de Europese aanbesteding accountantsfunctie beslissingen te nemen over het houden van de aanbesteding, de beoordeling van de inschrijvingen, de gunning en het ondertekenen van de relevante aanbestedingsdocumenten. Deze machtiging geldt ook voor correspondentie die wordt gevoerd na het sluiten van de overeenkomsten die direct verband houdt met de aanbestedingsprocedure.
FINANCIËLE EN PERSONELE ASPECTEN
Voor de aanbesteding accountant en de kosten accountant zijn middelen opgenomen in de begroting.
COMMUNICATIE EN INSPRAAK
Onlangs is gestart met de voorbereiding voor de Europese openbare aanbesteding van de accountantsfunctie. De deelnemers aan deze voorbereiding van de aanbesteding zijn de gemeenten: Almelo, Borne, Enschede, Hengelo, Losser, Oldenzaal en de Regio Twente. Op verzoek van de Netwerkstadgriffiers is er een stuurgroep en een stuurgroep+ accountancy geformeerd. De stuurgroep en de stuurgroep+ hebben een ambtelijk opdrachtgever: de heer H. Brokers (griffier Oldenzaal), een voorzitter: de heer L. van Lier (fractievoorzitter PvdA Enschede), een projectleider/secretaris mevrouw M. Lutjann (raadsgriffie Enschede) en zal bijgestaan worden door mevrouw W. ten Brinke (inkoopadviseur gemeente Enschede). Deze personen zijn belast met de voorbereiding en uitvoering van de Europese openbare aanbesteding van de accountantsfunctie. In de Stuurgroep is namens elke gemeente een vertegenwoordiger (raadslid) aanwezig. De Stuurgroep + wordt aangevuld met de griffier en de financieel expert (bv concerncontroller) van de verschillende gemeenten.
VERVOLGTRAJECT EN
–PRODUCTEN
Binnen de aanbesteding is rekening gehouden met vier goedkeuringsmomenten: plan van aanpak, offerteaanvraag, beoordeling offertes, eventueel presentaties en score bepaling. Nadat de Stuurgroep en Stuurgroep+ akkoord hebben gegeven op de bovenstaande documenten wordt de aanbesteding vervolgd. Dit leidt tot een voorgenomen gunning aan de best beoordeelde leverancier en in principe, enkele weken later, tot de definitieve gunning aan deze leverancier. Vervolgens worden de afzonderlijke overeenkomsten gesloten tussen de verschillende deelnemende organisaties met de leverancier aan wie definitief gegund is. Nadat het gunningadvies door de Stuurgroep en de Stuurgroep+ in het GriffiersOverleg is goedgekeurd wordt overgegaan tot het voornemen tot gunning. Vervolgens wordt de uitslag aan de verschillende gemeenteraden door middel van een raadsvoorstel aan de gemeenteraad bekend gemaakt. VOORSTEL AAN DE RAAD
Aan de raad wordt voorgesteld: 1. In te stemmen met een gezamenlijke Europese aanbesteding, die moet leiden tot een nieuw contract voor de controle van de boekjaren 2012, 2013, 2014 en 2015 voor de gemeenten Almelo, Borne, Hengelo, Losser, Oldenzaal en de Regio Twente: 2. De stuurgroep en de stuurgroep+ te machtigen de Europese aanbesteding voor te bereiden en uit te voeren conform het plan van aanpak: 3. Het raadslid de heer W. Dragt te mandateren door middel van de mandaatbrief om namens de gemeente in het kader van de Europese aanbesteding accountantsfunctie beslissingen te nemen over het houden van de aanbesteding, de beoordeling van de inschrijvingen, de gunning en het ondertekenen van de relevante aanbestedingsdocumenten.
DE RAAD VAN DE GEMEENTE HENGELO,
De griffier,
De voorzitter van het presidium,
Gerrit-Jan Eeftink
Johan Harink
RAADSBESLUIT REGISTRATIENR.
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORTEFEUILLEHOUDER
417788
Eeftink
Gri
--
ONDERWERP
Europese aanbesteding accountants diensten
DE RAAD VAN DE GEMEENTE HENGELO, GELEZEN HET VOORSTEL VAN DE KASCOMMISSIE VAN DE RAAD, BESLUIT:
1. In te stemmen met een gezamenlijke Europese aanbesteding, die moet leiden tot een nieuw contract voor de controle van de boekjaren 2012, 2013, 2014 en 2015 voor de gemeenten Almelo, Borne, Hengelo, Losser, Oldenzaal en de Regio Twente: 2. De stuurgroep en de stuurgroep+ te machtigen de Europese aanbesteding voor te bereiden en uit te voeren conform het plan van aanpak: 3. Het raadslid de heer W. Dragt te mandateren door middel van de mandaatbrief om namens de gemeente in het kader van de Europese aanbesteding accountantsfunctie beslissingen te nemen over het houden van de aanbesteding, de beoordeling van de inschrijvingen, de gunning en het ondertekenen van de relevante aanbestedingsdocumenten.
DE GEMEENTERAAD VAN HENGELO,
De griffier
26 APRIL 2011
De voorzitter
Netwerkstad Twente
P L A N
V A N
A A N P A K
A C C O U N T A N T S F U N C T I E S T A T U S
C O N C E P T
Februari 2011, Gemeente Enschede Colofon Titel Ondertitel Versie, datum Projectnummer Samengesteld door Commodity Bestandsnaam Contactadres voor publicatie
Plan van Aanpak Europese Aanbesteding accountantsfunctie Concept 24 februari 2011 20110001 Meriam Lutjann / Wilma ten Brinke accountantsfunctie Plan van Aanpak accountantsfunctie Netwerkstad Twente Gemeente Enschede/Wilma ten Brinke
Document historie Versie 0.1 0.2 0.3 0.4
Datum 24-02-2011
Gewijzigd door Wilma ten Brinke
Versie 0.1
Datum 10-03-2011
Verzonden aan Griffiers
0.2 0.4 def.
10-03-2011
Stuurgroep
def
Status Concept Concept Concept Definitief concept Definitief
Opmerking(en) opgesteld aanpassing aanpassing aanpassing
Verzendlijst
Inkoopplan accountantsfunctie, versie 0.1. – 24 februari 2011
Opmerking(en) Bespreken concept d.d 242-2011 Bespreken concept d.d….. Voor akkoord besturen Definitief (naar Opdrachtgever)
2
INHOUDSOPGAVE
1.
2.
3.
4.
INLEIDING ................................................................................................................ 3 1.1. Achtergrond ...................................................................................................... 3 1.2. Doelstelling en randvoorwaarde .................................................................... 3 1.3. Definitie segment -scope ................................................................................ 3 1.4. Kernspelers....................................................................................................... 3 ANALYSE .................................................................................................................. 3 2.1. Kwantitatieve analyse...................................................................................... 3 2.1.1. Inkoopvolumes.................................................................................... 3 2.1.2. Aantallen facturen .............................................................................. 3 2.1.3. Gegevens opdrachtgever ................................................................. 3 2.2. Kwalitatieve analyse ........................................................................................ 3 2.3. Contractanalyse ............................................................................................... 3 2.4. Marktanalyse .................................................................................................... 3 2.5. Behoefteanalyse .............................................................................................. 3 INKOOPSTRATEGIE .............................................................................................. 3 3.1. Keuze verwervingsprocedure......................................................................... 3 3.2. Keuze aanbestedingsstrategie ...................................................................... 3 3.3. Keuze gunningcriteria...................................................................................... 3 3.3.1. Beoordelen offertes ........................................................................... 3 3.4. Beleidsmatige uitgangspunten....................................................................... 3 3.4.1. Overige aspecten................................................................................ 3 PLANNING, CALCULATIE EN COMMUNICATIE .............................................. 3 4.1. Uitgangspunten planning: ............................................................................... 3 4.2. Planning............................................................................................................. 3 4.3. Calculatie........................................................................................................... 3 4.4. Communicatie................................................................................................... 3
Inkoopplan accountantsfunctie, versie 0.1. – 24 februari 2011
3
1.
INLEIDING
1.1.
Achtergrond
Initiatie In 2007 heeft Netwerkstad Twente een Europese Aanbesteding voor de accountantsfunctie doorlopen. Deelnemende organisaties zijn: Gemeente Almelo, Borne, Hengelo en Enschede en Oldenzaal. Deloitte is geselecteerd als Leverancier. Het contract met Deloitte wordt, na verlenging van 1 jaar, op 31 december 2011 van rechtswege beëindigd. Daarom wordt een nieuwe Europese Aanbesteding gestart voor de accountantsfunctie. De ingangsdatum van het nieuwe contract is 1 januari 2012. De gemeente Losser en Regio Twente zijn geen deelnemer geweest aan de eerdere aanbesteding, maar sluiten zich bij de nieuwe aanbesteding aan bij de gemeenteraden binnen de Netwerkstad Twente.
1.2.
Doelstelling en randvoorwaarde
Doelstelling Deze Europese Aanbesteding moet leiden tot (een) nieuw(e) contract(en) voor de controle van de boekjaren 2012, 2013 en 2014 met een mogelijke optie voor 2015 voor Netwerkstad Twente en de gemeente Losser waarbij: 1. Er een financieel voordeel te behalen valt, 2. De belangen van Netwerkstad Twente en dus de individuele gemeenten en organisaties gewaarborgd blijven, 3. Het contractmanagement ten behoeve van de accountantsfunctie wordt geprofessionaliseerd. Randvoorwaarde Duurzaamheid geldt zowel voor product als de sociale paragraaf. Dit met behulp van de AgentschapNL criteria.
1.3.
Definitie segment -scope
De aanbesteding betreft het aanbesteden van de accountantsfunctie voor de gemeenten Almelo, Borne, Enschede, Hengelo, Oldenzaal en Losser en Regio Twente. De CPV codes bij deze aanbesteding is 79211000, boekhoudingsdienst en 79211200 opstellen van financiële verslagen.
Inkoopplan accountantsfunctie, versie 0.1. – 24 februari 2011
4
1.4.
Kernspelers
Onderstaand zijn de kernspelers in relatie tot dit project weergegeven. Organisatie Gemeente Oldenzaal Gemeente Enschede Gemeente Enschede
Contactpersoon Hans Brokers
E-mailadres
[email protected]
telefoon 0541 588129
Laurens van Lier
[email protected]
053 4818021
Meriam Lutjann
[email protected]
053 4818725
Gemeente Enschede
Wilma ten Brinke
wilma.ten.brinke@ensched e.nl Tabel 1: ATA (Aanbestedingsteam Accountantsfunctie)
053 4818258
Inkoop van: Ambtelijk Opdrachtgever Voorzitter Projectleider/ secretaris stuurgroep inkoopadviseur
Organisatie Gemeente Oldenzaal Gemeente Enschede Gemeente Enschede
Contactpersoon Hans Brokers
E-mailadres
[email protected]
telefoon 0541 588129
Laurens van Lier
[email protected]
053 4818021
Meriam Lutjann
[email protected]
053 4818725
Gemeente Enschede
Wilma ten Brinke
wilma.ten.brinke@ensched e.nl
053 4818258
projectleider/ secretaris stuurgroep inkoopadviseur
Gemeente Almelo Gemeente Borne Gemeente Hengelo Gemeente Oldenzaal Gemeente Losser
Jan Brand Ton Geerdink Wibout Dragt Johan Meijer
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
06 21881030 06 52057453 ??? 06 51432039
Raadslid Raadslid Raadslid Raadslid
Ellen Visschedijk-ten Veldhuis dhr. Mr. R.S. Cazemier
[email protected]
0541 552231
Raadslid
[email protected]
0541 854108 (via secretaresse Simone Hoping)
portefeuillehouder financiën
Regio Twente
Ambtelijk Opdrachtgever Voorzitter /Raadslid
Tabel 2: (SG) Stuurgroep accountantsfunctie
Inkoopplan accountantsfunctie, versie 0.1. – 24 februari 2011
5
Naast de Stuurgroep is er een Stuurgoep +, waar aanvullend onderstaande personen aan deelnemen. Organisatie Contactpersoon E-mailadres telefoon Gemeente Almelo C?? Steenbergen
[email protected] ??? Griffier teamleider financiën en Gemeente Almelo Christa Arkink/
[email protected] 0546 541307 / Simone te Riet
[email protected] 0546 835709 documentaire informatievoorziening Gemeente Borne Saskia Morsink
[email protected] 074 26 58 675 Griffier 06 30 43 78 28 Gemeente Borne ??? ??? ??? concerncontroller Gemeente Hengelo Gerrit-Jan Eeftink
[email protected] 074 2459950 Griffier Gemeente Hengelo Rob Hofman
[email protected] 074 2459252 Financieel medewerker Gemeente Enschede Rolf Jongedijk
[email protected] 053 481 8120 Griffier Gemeente Enschede Gerald Oude g.oudenijhuis@enschede 053 481 8078 concerncontroller Nijhuis .nl Gemeente Oldenzaal ------Griffier Gemeente Oldenzaal Albert Lageweg
[email protected] 0541 58 82 86 financieel expert Gemeente Losser Ben Pikula
[email protected] ??? Griffier Gemeente Losser ??? ??? ??? concerncontroller Regio Twente Jan Olthof
[email protected] 053 4876627 senior beleidsadviseur financiën Tabel 3: (SG+) Stuurgroep accountantsfunctie+
2.
ANALYSE
2.1.
Kwantitatieve analyse
De kwantitatieve analyse heeft tot doel inzichtelijk te maken hoe het inkoopvolume ten aanzien van de accountantsfunctie is opgebouwd.
2.1.1.
Inkoopvolumes
In onderstaande tabellen wordt het inkoopvolume per organisatie inzichtelijk gemaakt. De contractbedragen gedurende de controle jaarrekening over 2008, 2009 en 2010 waren in euro’s:
Almelo Borne Enschede
1e voorschot 2e voorschot afrekening
2008 61.900
2009 61.900
2010 61.900
57.000 28.500 28.400 113.900 contract + 14.900
57.000 28.500 28.400 113.900 contract + 11.500
56.950 28.475
Inkoopplan accountantsfunctie, versie 0.1. – 24 februari 2011
6
Hengelo
meerwerk
meerwerk
EXCL BTW 67.000 52.000
EXCL BTW
meerwerk
67.000 6.000 meerwerk
67.000 6.000 meerwerk
Losser Oldenzaal Regio Twente Totaal Tabel 4: Segmentscope
2.1.2.
Aantallen facturen
Er worden alleen maandfacturen verstuurd op afdeling/dienstniveau. In 2008, 2009 en 2010 heeft Deloitte …….facturen aan Netwerkstad Twente verstuurd.
Almelo Borne Enschede Hengelo Losser Oldenzaal Regio Twente
2008 1*
2009 10
2010 10
5
5
3 tot heden
Totaal Tabel 5: Aantal facturen * In 2008 één voorschotfactuur jaarrekeningcontrole 2008
2.1.3.
Gegevens opdrachtgever
Algemene gegevens zijn te vinden op: Gemeente Almelo: www.almelo.nl Gemeente Borne: www.borne.nl Gemeente Enschede: www.enschede.nl Gemeente Hengelo: www.hengelo.nl Gemeente Losser: www.losser.nl Gemeente Oldenzaal: www.oldenzaal.nl Regio Twente: www.regiotwente.nl
Inkoopplan accountantsfunctie, versie 0.1. – 24 februari 2011
7
2.2.
Kwalitatieve analyse
De deelnemers in deze aanbesteding moeten in het eerste kwartaal van 2011 noodzakelijke informatie aanleveren om volgens planning de aanbesteding tijdig af te kunnen ronden. De eerste stap in de procedure is het opstellen van een plan van aanpak en het verzamelen en analyseren van informatie. Direct na het accorderen van dit plan van aanpak dient door de vertegenwoordigers van de ambtelijke organisatie, naast de kwantitatieve gegevens zoveel mogelijk relevante (kwalitatieve) informatie verzameld te worden. Relevant in dit verband wil zeggen alle informatie die nodig is om een goed oordeel te kunnen geven over de huidige werkzaamheden van de accountant en de verwachtingen / behoeften voor de toekomst. Uitgangspunt voor het verzamelen van relevante informatie is de onderstaande lijst: - Jaarrekening (laatste jaar); - Managementletters en rapporten van bevindingen (laatste 2 jaren); - Sociaal jaarverslag (laatste jaar, indien aanwezig); - Begroting (lopend jaar); - Interne management rapportage (meest recente); - Controleprotocol (meest recente); - Overzicht SISA regelingen en deelverantwoordingen (2010); - Meerjarenprognose; - Opzet planning & control cyclus; - Overzicht van de huidige sterke en zwakke onderdelen van de AO/IB; - Beschrijving van de plannen voor de komende maanden / jaren om de AO/IB op het vereiste niveau te krijgen (gesplitst naar de korte en langere termijn); - Standaard inkoopvoorwaarden; - Organogram; - Gegevens van de vertegenwoordigers vanuit de ambtelijke organisatie, de griffie en / of de stuurgroep; - Alle andere stukken die interessant kunnen zijn voor de geïnteresseerde accountants. 2.3.
Contractanalyse
Het contract met Deloitte is tot stand gekomen middels een EU-aanbesteding. De contractcompliance is goed te noemen. Voor de accountantsfunctie wordt alleen Deloitte ingezet. Het contract eindigt op 31 december 2011. 2.4.
Marktanalyse
Bij vijf accountantskantoren in Enschede is nagevraagd in hoeverre zij ervaring hebben met de accountantscontrole bij gemeenten. Om bij gemeenten de jaarrekeningen te mogen controleren moeten de accountantskantoren een Wta vergunning (Wet toezicht accountantsorganisaties) hebben van AFM (Autoriteit Financiële Markten) én ervaring met controle op de jaarrekening etc. van gemeenten. Er zijn zeven kantoren in Twente die deze vergunning hebben, maar geen van alleen heeft ervaring. Kroese Wevers geeft aan dat zij dit in samenwerking met andere kantoren wel kunnen omdat zij wel de vergunning hebben maar niet de ervaring. Alle overigen geven aan dat zij vanwege geen ervaring dan ook niet in gaan schrijven op deze aanbesteding. Op aanbestedingen bij gemeenten schrijven normaal gesproken alleen ‘the Big Four’ in. Te weten Deloitte, KPMG, Price Waterhouse Coopers en Ernst & Jong in. Zij hebben als enige vier kantoren zowel de vergunning als de ervaring. Inkoopplan accountantsfunctie, versie 0.1. – 24 februari 2011
8
2.5.
Behoefteanalyse
Naar aanleiding van deze aanbesteding wordt een raamcontract afgesloten met één geselecteerde partij voor een periode van drie jaar met een optie tot één keer één jaar verlenging.
Inkoopplan accountantsfunctie, versie 0.1. – 24 februari 2011
9
3.
INKOOPSTRATEGIE
3.1.
Keuze verwervingsprocedure
Netwerkstad Twente maakt gebruik van één scenario voor wat betreft de inkoop van de accountantsfunctie. Ten aanzien van de accountantsfunctie wordt één leverancier gecontracteerd. Er wordt per deelnemer een contract afgesloten. 3.2.
Keuze aanbestedingsstrategie
In het kader van samenwerking in Netwerkstad Twente worden voordelen nagestreefd in kwalitatieve en financiële zin. Voor de accountantsfunctie geldt dat de omzet van Netwerkstad Twente, de gemeenten Almelo, Borne, Enschede, Hengelo, Losser, Oldenzaal en Regio Twente gezamenlijk, het Europese drempelbedrag voor leveringen overschrijdt. Deze financiële waarde verplicht daarom tot het volgen van een Europese aanbesteding. Met het oog op het aantal potentiële leveranciers en het feit dat de markt voor accountants voor deze omvang niet wordt gekenmerkt door overcapaciteit is gekozen voor de openbare procedure: Openbare procedure: Bij de openbare procedure mogen alle belangstellenden reageren op de oproep tot mededinging om een offerte uit te brengen. De in acht te nemen minimumtermijn voor het indienen van offertes bedraagt 52 kalenderdagen, te rekenen vanaf de datum van verzending naar het Bureau der officiële publicaties van de Europese Gemeenschappen. De termijn wordt met 12 dagen verkort omdat we het aanbestedingsdocument en overige documenten via www.aanbestedingskalender.nl plaatsen. Dit is exclusief besluitvorming organisaties.
1. Aanvraag
2.Insturen
3.Nota van
offerte
vragen
Inlichtingen
6.Controle
5. Opening
4. Offerte
offertes
indienen
8.Toekennen
9.Bepalen
scores criteria
EMVI
Ingediende offertes
7.Kwalitatieve Beoordeling aanbiedingen
12.Contract
11.Bezwaarperiode
10.Voorlopige
tekenen
en afstemmen
gunning
timent
Inkoopplan accountantsfunctie, versie 0.1. – 24 februari 2011
10
3.3.
Keuze gunningcriteria
Ten behoeve van een Europese aanbesteding dient onderscheid te worden gemaakt tussen selectiecriteria en gunningcriteria. De aanbestedende partij kan met betrekking tot de gunningcriteria kiezen tussen: • Laagste prijs en • Economisch meest voordelige aanbieding. Bij economisch meest voordelige aanbieding moeten de subcriteria (bv. kwaliteit van product/service en prijs) in volgorde van belangrijkheid in de offerteaanvraag worden vermeld. Omdat het onmogelijk is om het inkoopsegment accountantsfunctie tot in alle details te specificeren (kwalitatieve variatie kan niet worden uitgesloten), wordt gekozen voor het gunningcriterium ‘economisch meest voordelige aanbieding’. De gunningscriteria worden nog nader bepaald.
3.3.1.
Beoordelen offertes
Nadat de accountantskantoren hun offerte hebben ingediend is het van belang om het beoordelen van de offertes op correcte en consistente wijze te laten plaatsvinden. Het beoordelen vindt plaats in vijf stappen: 1. Na het inleveren van de offertes worden de offertes gecontroleerd op de eerste vereisten en de selectiecriteria. 2. Uitvoering van de beoordeling per deelnemende organisatie v.w.b. gunningcriteria. 3. Samenvoeging van de beoordelingen per deelnemende organisatie tot een uiteindelijke beoordeling. a. Stap 2 en 3 worden op dezelfde dag aansluitend uitgevoerd 4. Aanvullende vragenronde met inschrijvers die als hoogste kunnen eindigen waarna scores bijgesteld kunnen worden. 5. Bespreking ter afsluiting van de offertebeoordeling en voornemen tot gunning. De Stuurgroep wordt samengesteld uit vertegenwoordigers van de vijf gemeentes en Regio Twente, waarbij iedere gemeente één vertegenwoordiger van de gemeenteraad en Regio Twente een lid van het dagelijks bestuur aanwijst. Daarnaast wordt een Stuurgroep+ gevormd waarin de griffier en de concerncontroller (of diens vervanger) (Regio Twente, senior beleidsadviseur financiën) van de desbetreffende deelnemende organisaties zitting nemen. Stap 1: De ambtelijk opdrachtgever, de voorzitter, projectleider en de inkoopadviseur van de gemeente Enschede (ATA) zullen direct na het openen van de offertes de eerste stap uitvoeren. Zij overhandigen alleen de geldige inschrijvingen aan de Stuurgroep zodat de volgende stappen niet onnodig uitgevoerd worden. Stap 2: De beoordeling van de offertes wordt uitgevoerd door alle leden van de Stuurgroep+ afzonderlijk. Inkoopplan accountantsfunctie, versie 0.1. – 24 februari 2011
11
Na de individuele beoordelingen worden de beoordelingen gezamenlijk besproken. Tekstueel zal dit leiden tot een samenvatting van de door de Stuurgroep+ opgestelde kwalitatieve beoordelingen. Cijfermatig wordt het gewogen gemiddelde genomen van de door de Stuurgroep+ toegekende punten (afgerond op hele punten). Stap 3: Op basis van de vragen vanuit de individuele beoordelingen, stelt de Inkoopadviseur van de gemeente Enschede een korte vragenlijst op en verstuurt deze naar elk uit te nodigen kantoor. Deze vragen zullen door de kantoren (minimaal) beantwoord moeten worden tijdens de vragenronde. Daarnaast staat het de Stuurgroep vrij om aanvullende vragen te bedenken, die tijdens de vragenronde beantwoord moeten worden. Gelijk met het versturen van de uitnodigingen draagt de Inkoopadviseur van de gemeente Enschede eveneens zorg voor het versturen van voorlopige afwijzingen aan kantoren die niet zullen worden uitgenodigd voor een vragenronde. Stap 4: Op basis van de beoordeling worden accountantskantoren uitgenodigd voor een vragenronde, waarbij de opgestelde vragenlijsten als input dienen. Voor deze vragenronde worden alleen de kantoren uitgenodigd die na bijstelling van punten kans maken op de eerste plaats. In de uitnodiging zal nadrukkelijk worden gevraagd om de aanwezigheid van de manager en / of controleleider, omdat deze bij de controle de directe aanspreekpunten van de ambtelijke organisatie zijn. Elk kantoor krijgt afzonderlijk een half uur om de gestelde vragen te beantwoorden. De Stuurgroep+ zal aanwezig zijn bij deze vragenronde. De voorzitter zal de voorzittersrol vervullen, de inkoopadviseur maakt aantekeningen van punten die van belang kunnen zijn voor de definitieve beoordeling en het gunningadvies richting het GriffiersOverleg. Tijdens elke vragenronde wordt de Stuurgroep+ in de gelegenheid gesteld om aanvullende vragen te stellen waar de accountant direct op kan reageren. Stap 5: Na de vragenrondes kunnen indien nodig scores bijgesteld worden waarmee de definitieve keuze wordt gemaakt. Na het verwerken van de score en de daaruit voortkomende accountantskeuze zal de inkoopadviseur een gunningadvies voor het GriffiersOverleg voorbereiden. Direct na het GriffiersOverleg zullen eveneens de brieven van afwijzing of gunning worden verzonden aan de accountantskantoren, daarbij zal worden vermeld dat formele goedkeuring in de gemeenteraden nog plaats moet vinden.
Inkoopplan accountantsfunctie, versie 0.1. – 24 februari 2011
12
3.4.
Beleidsmatige uitgangspunten
De Algemene Inkoopvoorwaarden Netwerkstad Twente zijn van toepassing op deze opdracht. Gemeente Enschede heeft de duurzaamheidsambitie 100% duurzame inkoop vanaf 2010. De overige organisaties hebben de duurzaamheidsambitie 75% duurzame inkoop vanaf 2010. De gemeente participeert in het door het ministerie van VROM opgezette Programma Duurzaam Inkopen. In het kader van deze duurzaamheidsambities maakt de gemeente bij deze aanbesteding gebruik van de duurzaamheidscriteria van AgentschapNL. Er zijn geen specifieke criteria voor de accountantsfunctie. Er kan gebruik worden gemaakt van onderdelen van andere criteria. Daarnaast wordt in de aanbesteding gevraagd naar de visie van Inschrijvers ten aanzien van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Netwerkstad Twente stimuleert werkgelegenheid voor mensen met een afstand tot de reguliere arbeidsmarkt zoals bijvoorbeeld SW-medewerkers, langdurig werklozen en participatiebanen. De inzet dient minimaal 5% van haar medewerkers te zijn. Inschrijvers dienen aan te geven wat hun bijdrage is. Deze eis wordt binnen de markt getoetst en op basis daarvan wordt een definitieve eis geformuleerd. Gezien de omvang van de aanbesteding kan hierbij onder andere worden gedacht aan stagiares of bijvoorbeeld het geven van trainingen aan zogenaamde doelgroepers van het Werkplein.
3.4.1. • • •
Overige aspecten De proceskosten (logistiek en administratief) dienen zo laag mogelijk zijn. Waar het mogelijk is zal reductie van de (indirecte, operationele) inkoopkosten verder doorgevoerd worden (o.a. leveranciersmanagement). Conractmanagement dient actief uitgevoerd te worden. Hiervoor wordt een communicatiematrix opgenomen in het aanbestedingsdocument.
Inkoopplan accountantsfunctie, versie 0.1. – 24 februari 2011
13
4.
PLANNING, CALCULATIE EN COMMUNICATIE
4.1.
Uitgangspunten planning: • •
•
Definitieve gunning voor 23 december 2011 Uitgaande van de openbare procedure bedraagt de doorlooptijd van de aanbesteding 41 kalenderdagen. Dit is exclusief voorbereiding, beoordeling en besluitvorming organisaties. Tijdige besluitvorming/goedkeuring
Inkoopplan accountantsfunctie, versie 0.1. – 24 februari 2011
14
4.2.
Planning
AO=Ambtelijk Opdrachtgever V=Voorzitter SG=Stuurgroep SG+=Stuurgroep+ GO=GriffiersOverleg AS=Ambtelijk secretaris INK=Inkoop ATA=Aanbestedingsteam Accountantsfunctie Activiteit
Planning Aanbesteding Accountant
Datum
Tijdstip
Locatie
Wie
Status
Start project
dinsdag 6 december 2011
AS/INK
√
Bijeenkomst GriffiersOoverleg
donderdag 6 januari 2011
GO
√
AS/INK
√
Plan van Aanpak Voorstel planning + plan van aanpak aan voorzitter en AO Tenderboard gemeente Enschede Bijeenkomst ATA voorbereiding 1e stuurgroep bijeenkomst Bijeenkomst GriffiersOverleg bespreken concept plan van aanpak Oplevering benodigde gegevens Bijeenkomst stuurgroep bespreking Plan van Aanpak Communicatie Raad aanbesteding NWS via RVS (raadsvoorstel)
dinsdag 1 februari 2011 vrijdag 4 februari 2011 maandag 14 februari 2011 donderdag 10 maart 2011 dinsdag 8 maart 2011 donderdag 10 maart 2011 17.00 - 19.00 u uiterlijk 31 maart 2011
√
Enschede
ATA GO SG SG AS
Offerteaanvraag Bijeenkomst GriffiersOverleg bespreken concept offerteaanvraag Concept offerteaanvraag aan stuurgroep bijeenkomst Bijeenkomst stuurgroep bespreking Offerteaanvraag
donderdag 7 juli 2011 donderdag 14 juli 2011 donderdag 21 juli 2011 17.00 - 19.00 u
Enschede
GO SG SG
Publicatiefase Publicatie aanbesteding¹
donderdag 1 september 2011
INK
√
Vragen inschrijvers n.a.v. offerteaanvraag Bijeenkomst ATA tbv centrale informatiebijeenkomst (optioneel) (prebid) Verzending verslag + aanv.stukken n.a.v. informatiebijeenkomst Offerte ingediend bij (uiterlijk 11.00 uur) Bijeenkomst ATA tbv controle op eerste vereisten
woensdag 28 september 2011
Inschrijver
maandag 3 oktober 2011 woensdag 5 oktober 2011 woensdag 12 oktober 2011 woensdag 12 oktober 2011
Bijeenkomst stuurgroep+ beoordeling offertes v.b.w. gunningcriteria
donderdag 20 oktober 2011
Presentaties Vragen voor presentatie versturen en uitnodigen aan inschrijvers n.a.v. offertebeoordelingen Bijeenkomst stuurgroep+ eventueel presentaties en def scores bepalen
donderdag 27 oktober 2011
ATA INK Inschrijvers/INK ATA ovb hele dag
donderdag 3 november 2011 ovb hele dag
Enschede
SG+
INK Enschede
SG+
Gunningsfase Bijeenkomst GriffiersOverkeg bespreken concept gunningadvies Communicatie Raad benoeming accountantNWS RVS Bekendmaking voorlopige gunningsbeslissing aan inschrijvers² Bekendmaking def gunningsbeslissing aan inschrijvers² Ondertekening contract (onder voorbehoud) Definitief contract met geselecteerde inschrijver Publicatie gunning
donderdag 24 november 2011 uiterlijk 31 dec 2011 woensdag 7 december 2011 donderdag 22 december 2011
GO AS INK INK
maandag 2 januari 2012 donderdag 5 januari 2012
INK
¹ Na deze datum gaat een wettelijk verplichte termijn in van 41 dagen die de inschrijvers krijgen om hun offerte in te dienen. ² Na deze datum gaan twee wettelijke termijnen in; 1 van 15 dagen waarbinnen de inschrijvers een civiel of kort geding kunnen beginnen tegen het verloop van de procedure en 1 verplichte termijn van 48 waarbinnen de gunning gepubliceerd moet worden. De publicatie zal derhalve tussen de 15de en de 48ste dag plaats moeten vinden. ³ Geel gearceerde data zijn opgenomen in de offerteaanvraag -> in principe niet te wijzigen.
Inkoopplan accountantsfunctie, versie 0.1. – 24 februari 2011
16
4.3.
Calculatie
De verwachte aantal in te zetten uren van de inkoopadviseur worden geraamd op 125 uur. Het uurtarief bedraagt € 70,-
4.4.
Communicatie
Communicatie over de procedure dient op verschillende niveaus plaats te vinden. De inkoopadviseur van de gemeente Enschede zal deze communicatie verzorgen naar Inschrijvers en stelt de bijbehorende stukken op. De Ambtelijk Secretaris zal de communicatie verzorgen naar de diverse GriffiersOverleggen, Stuurgroep, Stuurgroep+ en Gemeenteraden en stelt de bijbehorende stukken op. Onderstaand volgt een korte toelichting op de communicatie die de Ambtelijk secretaris en Inkoop richting de Stuurgroep en de accountantskantoren verzorgen. De Stuurgroep zal formeel goedkeuring verlenen aan de volgende documenten:
Plan van Aanpak: Offerteaanvraag; Gunningadvies.
De inkoopadviseur zal deze communicatiestroom voorbereiden, maar de communicatie zal feitelijk door de Ambtelijk Secretaris verzorgd worden. Accountantskantoren Communicatie tussen aanbieders (accountantskantoren) en opdrachtgever (gemeentes) is heel belangrijk. Daarbij dienen de volgende zaken in acht te worden genomen:
De accountantskantoren kunnen trachten de procedure te beïnvloeden, bijvoorbeeld door contact op te nemen met functionarissen en/of bestuurders binnen de gemeentes. Vooral voor de huidige accountant geldt natuurlijk dat er eenvoudige ingangen zijn. Daarom moet elk direct contact tussen accountants en gemeentes gedurende de procedure vermeden worden. Inkoop gemeente Enschede treedt op als contactpersoon en er mag alleen direct contact zijn wanneer hier schriftelijk toestemming voor verleend wordt. Overtreding van deze regel zou moeten leiden tot uitsluiting van de procedure. Deze uitsluiting is vastgelegd in het Besluit Aanbestedingsregels voor Overheidsopdrachten (BAO). Uiteraard is contact tussen de huidige accountant en de gemeentes met betrekking tot de accountantscontrole over het lopende boekjaar wel toegestaan.
Gedurende de procedure zullen er vragen komen van de accountantskantoren. In het kader van een eerlijk proces is het van groot belang dat alle inschrijvers dezelfde antwoorden ontvangen via de Nota van Inlichtingen. Zo wordt voorkomen dat het ene
Pagina 17 van 18
accountantskantoor een betere uitgangspositie verkrijgt ten opzichte van de andere kantoren. De inkoopadviseur neemt deze communicatie geheel op zich. Zowel de voorbereiding als de feitelijke communicatie vindt door de inkoopadviseur plaats, natuurlijk alleen na goedkeuring van de Stuurgroep.
Pagina 18 van 18
Concept- brief Gemeente Hengelo T.a.v. de heer W. Dragt Postbus 20 7500 AA Enschede
onderwerp Machtiging van de gemeente Hengelo voor Europese openbare aanbesteding Accountantsfunctie
Geachte heer Dragt, Volgens de Gemeentewet, artikel 213, lid 2 wijst de raad een of meer accountants aan als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. De accountant is belast met de controle van de in artikel 197 bedoelde jaarrekening en het daarbij verstrekken van een accountantsverklaring en het uitbrengen van een verslag van bevindingen. Hierbij delen wij u mee dat u namens in uw hoedanigheid als lid van de Stuurgroep aanbesteding accountantsfunctie, gemachtigd wordt om in het kader van de Europese aanbesteding accountantsfunctie beslissingen te nemen over het houden van de aanbesteding, de beoordeling van de inschrijvingen, de gunning en het ondertekenen van de relevante aanbestedingsdocumenten. Deze machtiging geldt ook voor correspondentie die wordt gevoerd na het sluiten van de overeenkomsten die direct verband houdt met de aanbestedingsprocedure. Als plaatsvervanger in deze treedt op de heer GJ Eeftink, Griffier van de gemeente Hengelo Onlangs is gestart met de voorbereidingen voor de Europese openbare aanbesteding accountantsfunctie. De deelnemers aan deze aanbesteding zijn de gemeenten Almelo, Borne, Enschede, Hengelo, Losser en Oldenzaal. De voorbereiding en de uitvoering van de aanbesteding en de beoordeling van de inschrijvingen wordt uitgevoerd door de Stuurgroep en de Stuurgroep+. In de Stuurgroep is namens elke gemeente een vertegenwoordiger (raadslid) aanwezig. De Stuurgroep+ wordt aangevuld met de griffier en de concerncontroller van de verschillende gemeenten. Dit leidt tot een voorgenomen gunning aan de best beoordeelde leverancier en in principe, enkele weken later, tot de definitieve gunning aan deze leverancier. Binnen de aanbesteding is rekening gehouden met drie goedkeuringsmomenten: - Plan van aanpak - Offerteaanvraag - Beoordeling Nadat de Stuurgroep en Stuurgroep+ akkoord heeft gegeven op bovenstaande documenten, wordt de aanbesteding vervolgd. Vervolgens worden afzonderlijke overeenkomsten gesloten tussen de verschillende deelnemende organisaties met de leverancier aan wie definitief gegund is. Nadat het gunningsadvies door de Stuurgroep, Stuurgroep+ en het GriffiersOverleg is goedgekeurd wordt overgegaan tot het voornemen tot gunning. Vervolgens wordt de uitslag aan de verschillende gemeenteraden door middel van een raadsvoorstel aan de gemeenteraad bekend gemaakt. Hoogachtend, De gemeenteraad van de gemeente Hengelo
De griffier,
De voorzitter,
Geleideformulier voor behandeling in commissie en/of raad
CASENUMMER
11G200340
PORT.HOUD:
ONDERWERP:
Algemene Subsidieverordening.
Mulder
RAADSGRIFFIE GRIFFIER: DHR. G.J. EEFTINK ADJUNCT-GRIFFIER: MW. A. HAARHUIS ADJUNCT-GRIFFIER: DHR. L.F. NIJLAND
paraaf griffier
Griffie-advies voor behandeling in commissie en/of raad Behandelen Commissie Fysiek Commissie Sociaal Commissie Bestuur Trefpunt (uitgebreide commissie) Raadsvergadering
Informeren
16/3 LN
Datum
B
14-04-2011
B
26-04-2011
Opmerkingen griffier:
Behandeling in de raadscommissie x
Bestuur
Fysiek
Datum:
Sociaal
14 april 2011
Agendapunt:
11
Besluit: Geïnformeerd Akkoord voor raadsbehandeling Hamerstuk Niet-akkoord paraaf griffier
Opmerkingen commissiegriffier:
Stuknummer: 412346
SAMENVATTING RAADSVOORSTEL CASENUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
11G200340 412398 / 412398
K. Fiselier
BP
Mu
ONDERWERP
AGENDANUMMER
Algemene Subsidieverordening.
BELEIDSPROGRAMMA/BELEIDSLIJN
10 - Middelen
REDEN VAN AANBIEDING
Combinatie van voorgaande redenen, te weten: Actie vanuit eerder besluit, bestuurlijke toezegging, begroting/kadernota, initiatief voorstel verordening en externe wet- en regelgeving.
SAMENVATTING VAN HET RAADSVOORSTEL EN HET VERVOLGTRAJECT
De Algemene subsidieverordening (Asv) gemeente Hengelo 2006 is gewijzigd. Dit doen we mede in het kader van het raadsbesluit over het traject Good Governance (17 december 2008, kenmerk 257116) en dan in het bijzonder het deeltraject ‘optimalisering van de subsidiesystematiek’. De nieuwe Asv is veréénvoudigd (deregulering), de administratieve lasten voor zowel de subsidieontvanger al de subsidieverstrekker is verminderd, toetsingskader is verduidelijkt en de verantwoordelijkheden van zowel de subsidieontvanger als de subsidieverstrekker is verscherpt en er wordt meer eigen verantwoordelijk van de subsidieontvanger verwacht. In dit voorstel wordt gevraagd om in te stemmen met de nieuwe Algemene subsidieverordening, welke bij publicatiedatum in zal gaan (verwachting begin mei 2011).
PLAATSGEVONDEN COMMUNICATIE, DE RESULTATEN DAARVAN EN HET COMMUNICATIEPLAN VOOR HET VERVOLGTRAJECT
De Asv heeft van 20 januari 2011 tot 3 maart 2011 ter inspraak gelegen. Daarnaast is op 26 januari jl. een inspraakavond georganiseerd voor verenigingen en organisaties, waarbij een uitleg is gegeven over de nieuwe Asv en de verenigingen en organisaties in de gelegenheid zijn gesteld voor het stellen van vragen of geven van zienswijzen. Dit alles is samengevat in het ‘Inspraakverslag Algemene subsidieverordening, maart 2011’ (zie bijlage 2). VOORSTEL AAN DE RAAD
Aan de 1. 2. 3.
raad wordt voorgesteld: De Algemene subsidieverordening vast te stellen. De Algemene subsidieverordening 2006 in te trekken. In te stemmen met de behandeling van inspraakreacties zoals in het ‘Inspraakverslag Algemene subsidieverordening, maart 2011’ staat beschreven.
OPSOMMING VAN BIJLAGEN
1. Algemene subsidieverordening. 2. Inspraakverslag Algemene subsidieverordening, maart 2011.
RAADSVOORSTEL REGISTRATIENR.
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
11G200340
K. Fiselier
BP
Mu
ONDERWERP
Algemene Subsidieverordening.
AANLEIDING EN DOEL
De Algemene subsidieverordening (Asv) gemeente Hengelo 2006 is op 11 april 2006 door de gemeenteraad vastgesteld en is op 1 mei 2006 inwerking getreden. Na bijna vijf jaar met deze subsidieverordening gewerkt te hebben is het tijd om de werking ervan tegen het licht te houden. Dit doen we mede in het kader van het raadsbesluit over het traject Good Governance (17 december 2008, kenmerk 257116) en dan in het bijzonder het deeltraject ‘optimalisering van de subsidiesystematiek’. Bij het opstellen van de nieuwe Asv zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: a. Deregulering, oftewel de veréénvoudiging, versoepeling of afschaffing van regelingen of beperkingen waaraan subsidieontvangers gebonden zijn. b. Vermindering van de administratieve lasten voor zowel de subsidieontvanger als subsidieverstrekker. c. Verduidelijking van het toetsingskader en het verscherpen van de verantwoordelijkheden van zowel de subsidieontvanger als de subsidieverstrekker en het in toenemende mate sturen op resultaat. d. Verwerken van recente wetswijzigingen, waaronder de vierde tranche Algemene wet bestuursrecht. e. Eigen verantwoordelijkheid van de subsidieontvanger. OVERWEGINGEN
Het optimaliseren van het subsidietraject heeft geleid tot het opstellen van een nieuwe subsidieverordening, waarbij u in de bijlage de tekst aantreft. In deze nieuwe Asv is voor een groot deel aangesloten bij de modelverordening van de VNG, die als werktitel ‘Subsidie zonder moeite’ heeft. Deze modelverordening heeft als basis gediend voor de Hengelose versie. De belangrijkste wijzigingen in de nieuwe Asv zijn: ≠ Reductie van het aantal artikelen van 38 naar 23 artikelen. ≠ Toevoeging van een meer uitgeschreven toelichting op de verschillende artikelen. ≠ De Asv bevat minder overbodige verwijzingen en dubbelingen met de Algemene wet bestuursrecht. ≠ Enkele overbodige bepalingen zijn geschrapt. ≠ Er wordt alleen nog onderscheid gemaakt tussen éénmalige en jaarlijkse subsidies. ≠ Evenredigheid tussen subsidiebedrag en lasten. Hoe lager het subsidiebedrag per ontvanger is, hoe minder of eenvoudiger voorwaarden worden gesteld en hoe efficiënter de verantwoording wordt ingericht. ≠ Er worden twee data gehanteerd voor het aanvragen van jaarlijkse subsidie. Tot € 50.000 dient de aanvraag voor 1 september ingediend te zijn. Boven de € 50.000 geld de aanvraagtermijn tot 1 juni. FINANCIËLE EN PERSONELE ASPECTEN
Er zijn geen financiële en personele aspecten aan dit voorstel.
COMMUNICATIE EN INSPRAAK
De concepttekst van de Asv is door het college vrijgegeven voor inspraak. De inspraakperiode liep van 20 januari tot en met 3 maart 2011. Tijdens deze periode is een inspraakavond georganiseerd waarvoor ruim 240 verenigingen en instellingen zijn uitgenodigd. Van de inspraakperiode en de inspraakavond is het inspraakverslag opgesteld (zie bijlage ‘Inspraakverslag Algemene subsidieverordening, maart 2011’). Aangezien het met name om wijzigingen gaat in het proces rondom de subsidie verlening en verantwoording en niet over hoogte van subsidies, was de verwachting dat de concept in zijn algemeenheid op draagvlak bij de subsidieontvanger kon rekenen. Dit bleek ook na de inspraakavond.
Inhoudelijk zijn er weinig op-/aanmerkingen gegeven op de concept Asv. De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de concept Asv naar aanleiding van de inspraak is de toevoeging van een meer uitgebreide begripsomschrijving. Verder zijn een aantal tekstuele wijzigingen doorgevoerd. VERVOLGTRAJECT EN -PRODUCTEN
Na instemming door de gemeenteraad, wordt de nieuwe Asv begin mei gepubliceerd. De Asv zal vanaf die datum ook inwerking treden. Dit betekent dat alle subsidieaanvragen voor 2012 conform de nieuwe Asv worden afgehandeld. Subsidie met betrekking tot het jaar 2011 worden conform de oude Asv afgehandeld. Naast het optimaliseren van de Asv, worden ook de subsidieprogramma’s geoptimaliseerd. Waarbij we dezelfde uitgangspunten hanteren als bij de Asv van toepassing waren. Het doel is om alle uitvoeringsregelingen (voorheen dus subsidieprogramma’s) Asv-proof te maken en in eenzelfde format te verwoorden. Hiermee wordt de leesbaarheid vergroot. Het gaat hier wederom in procedures die veranderd kunnen zijn. De uitvoeringsregelingen worden na vaststelling van de Asv door de gemeenteraad, ter besluitvorming aan het college aangeboden. Tegelijk met het publiceren van de nieuwe Asv, worden ook de uitvoeringsregelingen (en voorgenomen subsidieplafonds) gepubliceerd. VOORSTEL AAN DE RAAD
Aan de 1. 2. 3.
raad wordt voorgesteld: De Algemene subsidieverordening vast te stellen. De Algemene subsidieverordening 2006 in te trekken. In te stemmen met de behandeling van inspraakreacties zoals in het ‘Inspraakverslag Algemene subsidieverordening, maart 2011’ staat beschreven.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN HENGELO,
De secretaris
De burgemeester
RAADSBESLUIT REGISTRATIENR.
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
11G200340
K. Fiselier
BP
Mu
ONDERWERP
Algemene Subsidieverordening.
DE RAAD VAN DE GEMEENTE HENGELO, GELEZEN HET VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS, BESLUIT:
1. De Algemene subsidieverordening vast te stellen. 2. De Algemene subsidieverordening 2006 in te trekken. 3. In te stemmen met de behandeling van inspraakreacties zoals in het ‘Inspraakverslag Algemene subsidieverordening, maart 2011’ staat beschreven.
DE GEMEENTERAAD VAN HENGELO,
De griffier
DATUM
De voorzitter
26ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen In deze verordening wordt verstaan onder: 1. aanvrager: een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid, dan wel één of meer natuurlijke personen die een aanvraag heeft of hebben ingediend om subsidie te verkrijgen; 2. bijlage: hierin staan financiële regels beschreven over de reserves en voorzieningen; 3. college: college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Hengelo; 4. dekkingsplan: het dekkingsplan bevat een opgave van bij andere bestuursorganen of private organisaties of personen aangevraagde subsidies of vergoedingen ten behoeve van dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan. 5. eenmalige subsidie: subsidie ten behoeve van bijzondere incidentele projecten of activiteiten die niet behoren tot de reguliere bezigheden van de aanvrager en waarvoor het college slechts voor een van tevoren bepaalde tijd van maximaal vier jaar subsidie wil verstrekken of een éénmalige subsidie als waardering zonder deze naar aard en omvang te willen beïnvloeden; 6. jaarlijkse subsidie: subsidie die per (boek)jaar of voor een bepaald aantal boekjaren aan een instelling voor een periode van maximaal vier jaar wordt verstrekt; 7. raad: raad van de Gemeente Hengelo; 8. subsidie: de aanspraak op financiële middelen, door en bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen en diensten; 9. subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor verstrekking van subsidies krachtens een bepaald wettelijk voorschrift; 10. uitvoeringsregelingen: in een uitvoeringsregeling wordt op onderdelen nadere regels gesteld aan de subsidie; 11. wet: Algemene wet bestuursrecht. Artikel 2 Reikwijdte verordening 1. De raad stelt vast dat voor de volgende beleidsterreinen subsidie kan worden verstrekt: a. algemeen bestuur; b. openbare orde en veiligheid; c. verkeer, vervoer en waterstaat; d. economische zaken; e. onderwijs; f. cultuur en recreatie; g. sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening; h. volksgezondheid en milieu; i. ruimtelijke ordening en volkshuisvesting; en j. financiering en algemene dekkingsmiddelen. 2. Het college kan uitvoeringsregelingen vaststellen over de te subsidiëren activiteiten, de doelgroepen en de verdeling van de subsidie. Artikel 3 Bevoegdheid college 1. Het college is bevoegd te besluiten over het verstrekken van subsidies met in achtneming van de in de gemeentebegroting opgenomen financiële middelen of het subsidieplafond en – indien de begroting nog niet is vastgesteld, dan wel goedgekeurd – onder de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld. 2. Het college is bevoegd om voorwaarden en verplichtingen aan de beschikking tot subsidieverlening te verbinden. 3. Afdeling 4.2.8 van de wet is van toepassing op subsidies die per boekjaar worden verleend en meer bedragen dan € 50.000, tenzij het college anders besluit.
Hoofdstuk 2 Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud. Artikel 4 Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud 1. De raad kan jaarlijks bij de vaststelling van de begroting besluiten tot het instellen van subsidieplafonds.
1
2. Het college kan, met inachtneming van de ingevolge artikel 2, door de raad vastgestelde beleidsterreinen en regels, uitvoeringsregelingen vaststellen omtrent de verdeling van het beschikbare bedrag. 3. Bij de bekendmaking van de subsidieplafonds wordt gewezen op de mogelijkheid van verlaging en de gevolgen daarvan voor reeds ingediende aanvragen. 4. Een subsidie ten laste van een begroting, die nog niet is vastgesteld, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de begroting beschikbaar zullen worden gesteld.
Hoofdstuk 3 Aanvraag van de subsidie Artikel 5 Bij aanvraag in te dienen gegevens 1. De aanvraag voor een subsidie wordt schriftelijk ingediend bij het college met behulp van een door het college vastgesteld aanvraagformulier. 2. Bij een aanvraag om subsidie overlegt de aanvrager de volgende gegevens: a. een beschrijving van de activiteiten waar subsidie voor wordt aangevraagd; b. de doelstellingen en resultaten, die daarmee worden nagestreefd, en hoe de activiteiten aan dat doel bijdragen en in het bijzonder ook in welk mate de activiteiten gericht zijn op de gemeente of haar ingezetenen en op door de gemeente vastgestelde doelen of beleidsterreinen; c. een begroting en dekkingsplan van de kosten van de activiteiten, waar de subsidie voor wordt aangevraagd; d. indien van toepassing bij een jaarlijkse subsidie, de stand van de egalisatiereserve op het moment van de aanvraag. 3. Indien een aanvrager voor de eerste maal een jaarlijkse subsidie aanvraagt, voegt hij een exemplaar van de oprichtingsakte, de statuten, het jaarverslag, de jaarrekening en de balans van het voorgaande jaar als bijlagen toe aan het aanvraagformulier. 4. Het college is bevoegd ook andere dan, of slechts enkele van, de in het tweede en derde lid genoemde gegevens te verlangen, indien die voor het nemen van een beslissing op de aanvraag noodzakelijk, respectievelijke voldoende zijn. Artikel 6 Aanvraagtermijn 1. Een aanvraag voor een jaarlijkse subsidie onder € 5.000 wordt gedaan uiterlijk 1 september in het jaar voorafgaand aan het jaar, of de jaren waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft, tenzij in de uitvoeringsregelingen ter zake een andere regeling is getroffen. 2. Een aanvraag voor een jaarlijkse subsidie vanaf € 5.000 tot € 50.000 wordt gedaan uiterlijk 1 september in het jaar voorafgaand aan het jaar, of de jaren waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft. 3. Een aanvraag voor een jaarlijkse subsidie vanaf € 50.000 wordt gedaan uiterlijk 1 juni in het jaar voorafgaand aan het jaar, of de jaren waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft. 4. Een aanvraag voor een eenmalige subsidie wordt uiterlijk dertien weken gedaan voordat met de activiteit een begin wordt gemaakt. 5. Het college kan andere termijnen stellen voor het indienen van een aanvraag voor daarbij aan te wijzen subsidies. Artikel 7 Beslistermijn 1. Het college beslist op een aanvraag om een eenmalige subsidie binnen 13 weken na ontvangst van de volledige aanvraag, dan wel, indien het college hiertoe regels heeft opgesteld, 13 weken gerekend vanaf de uiterste indieningtermijn voor het aanvragen van de subsidie. 2. Het college beslist op een aanvraag voor een jaarlijkse subsidie uiterlijk voor 31 december van het jaar waarop de aanvraag is ingediend. 3. Het college kan andere beslistermijnen stellen voor daarbij aan te wijzen subsidies.
Hoofdstuk 4 Weigering van de subsidie Artikel 8 Weigeringgronden Het college kan naast de in de wet genoemde weigeringgronden een aanvraag voor subsidie weigeren indien: a. de nodige gelden niet op de door de gemeenteraad vastgestelde gemeentebegroting beschikbaar zijn gesteld en/of het vastgestelde subsidieplafond bij verlening zou worden overschreden; 2
b. c.
de instelling zelf in de kosten van de activiteiten kan voorzien, hetzij uit eigen middelen hetzij uit middelen van derden; de activiteiten van de aanvrager niet of niet in overwegende mate gericht zijn op de gemeente of haar ingezetenen of niet of nauwelijks ten goede komen aan de gemeente of haar ingezetenen;
Artikel 9 Wet BIBOB Het college kan voor subsidies binnen door de raad vast te stellen beleidsterreinen of onderdelen daarvan bepalen dat de gevraagde subsidie kan worden geweigerd of de verleende subsidie kan worden ingetrokken in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur.
Hoofdstuk 5 Verlening van de subsidie Artikel 10 Verlening subsidie 1. Bij het besluit tot verlenen van de subsidie geeft het college aan op welke wijze de verantwoording van de te ontvangen subsidie plaats vindt. 2. Het college is bevoegd om verplichtingen aan de beschikking tot subsidieverlening te verbinden met betrekking tot het beheer en gebruik van de subsidie. Artikel 11 Betaling en bevoorschotting 1. Indien een beschikking tot subsidieverlening als bedoeld in artikel 15 wordt gegeven, vindt de betaling van de gehele subsidie in één bedrag plaats. 2. Indien een beschikking tot subsidieverlening als bedoeld in artikel 16 en 17 wordt gegeven, kan het college besluiten om een deel van de gehele subsidie te bevoorschotten. 3. Indien besloten wordt tot bevoorschotting van de subsidie wordt in het besluit tot subsidieverlening, de hoogte en de termijnen van de voorschotten bepaald.
Hoofdstuk 6 Verplichtingen van de subsidieontvanger Artikel 12 Tussentijdse rapportage Bij subsidies, vanaf € 50.000, welke verleend worden voor activiteiten die meer dan een jaar in beslag nemen, kan het college de verplichting opleggen tot het tussentijds afleggen van rekening en verantwoording omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten. Een dergelijke tussentijdse verantwoording wordt niet vaker dan één keer per jaar gevraagd. Artikel 13 Meldingsplicht De subsidieontvanger doet onverwijld melding aan het college, zodra aannemelijk is dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, niet of geheel niet zullen worden verricht of dat niet of geheel niet aan de aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden verplichtingen zal worden voldaan. Artikel 14 Overige verplichtingen van de subsidieontvanger 1. De subsidieontvanger verricht de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend. 2. De subsidieontvanger informeert het college zo spoedig mogelijk schriftelijk over: a. besluiten of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten, waarvoor subsidie is verleend, dan wel ontbinding van de rechtspersoon; b. relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhoudingen met derden; c. ontwikkelingen die er toe kunnen leiden dat aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden voorwaarden geheel of gedeeltelijk niet kunnen worden nagekomen; d. wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van de rechtspersoon, de persoon van de bestuurder(s) en het doel van de rechtspersoon. 3. De subsidieontvanger behoeft de toestemming van het college voor handelingen als vermeld in artikel 4:71 Algemene wet bestuursrecht.
3
Hoofdstuk 7 Verantwoording en vaststelling van de subsidie Artikel 15 Verantwoording subsidies tot € 5.000 1. Subsidies tot € 5.000 worden door het college: a. direct vastgesteld of; b. na verlening van subsidie ambtshalve vastgesteld binnen 13 weken, nadat de activiteiten uiterlijk moeten zijn verricht. 2. Bij een ambtshalve vaststelling als bedoeld in eerste lid, onderdeel b, kan het college de aanvrager verplichten om op de door het college aangegeven wijze aan te tonen dat de activiteiten, waarvoor de subsidie wordt verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen. Artikel 16 Verantwoording subsidies vanaf € 5.000 tot € 50.000 1. Indien de subsidieverlening meer bedraagt dan € 5.000, maar minder dan € 50.000, dient de subsidieontvanger uiterlijk 13 weken na het verrichten van de activiteiten een aanvraag tot vaststelling in bij het college 2. De aanvraag tot vaststelling bevat een inhoudelijk en financieel verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht. 3. Het college kan bepalen dat ook andere of minder dan, de in dit artikel bedoelde gegevens en bescheiden die voor de vaststelling van belang zijn, worden overlegd. Artikel 17 Verantwoording subsidies vanaf € 50.000 1. Indien de totale som van de subsidieverlening € 50.000 of meer bedraagt, dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling in bij het college: a. bij een eenmalige subsidie, uiterlijk 13 weken na het verrichtten van de activiteiten; b. bij een jaarlijks verstrekte subsidie, uiterlijk voor 1 mei in het jaar na afloop van het kalenderjaar, respectievelijk 4 maanden na het subsidietijdvak, waarvoor subsidie is verleend. 2. De aanvraag tot vaststelling bevat: a. een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht; b. een overzicht van de activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening); c. een balans van het afgelopen subsidietijdvak met een toelichting daarop; d. een accountantsverklaring. 3. Het college kan bepalen dat ook andere, of minder dan, de in dit artikel bedoelde gegevens en bescheiden die voor de vaststelling van belang zijn, worden overlegd. Artikel 18 Vaststelling subsidie 1. het college stelt binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling de subsidie vast. 2. Indien uit de aard van de subsidie, dan wel de verantwoording daarvan, volgt dat voor de beslissing op de vaststelling van de subsidie een langer termijn nodig is dan de in het eerste lid genoemde termijn, dan bericht het college de subsidieontvanger daarvan zo spoedig mogelijk na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling. Dit kan eenmalig met maximaal 6 weken verlengt worden. 3. Het college kan categorieën van subsidies of subsidieontvangers aanwijzen, waarvoor de subsidie direct wordt vastgesteld zonder dat de subsidieontvanger een aanvraag voor subsidie vaststelling hoeft in te dienen. 4. Indien de aanvraag tot subsidievaststelling niet binnen de in de artikelen 16 en 17 genoemde termijnen is ontvangen, gaat het college zes weken na een eenmalig rappel over tot ambtshalve vaststelling.
Hoofdstuk 8 Overige bepalingen Artikel 19 Hardheidsclausule Het college kan, in bijzondere gevallen, een artikel of artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, met uitzondering van de artikelen 1, 2, 3 en 8 voor zover toepassing op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger leidt tot onbillijkheid van overwegende aard. Het van toepassing verklaren van dit artikel wordt gemotiveerd in het besluit en hiervan wordt periodiek verslag gedaan aan de raad.
4
Artikel 20 Intrekking De Algemene subsidieverordening Hengelo 2006 wordt ingetrokken. Artikel 21 Overgangsbepalingen 1. Deze verordening is niet van toepassing op subsidieaanvragen en subsidieverleningen die voor inwerkingtreding van deze verordening zijn ingediend of genomen. Hierop is de Algemene subsidieverordening Hengelo 2006 van toepassing. 2. Alle aanvragen die betrekking hebben op subsidiejaar 2012 worden afgedaan volgens de deze verordening. Artikel 22 Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgend op haar bekendmaking. Artikel 23 Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als Algemene subsidieverordening.
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Hengelo in zijn vergadering van 26 april 2011
De voorzitter,
De griffier,
5
BIJLAGE: FINANCIËLE REGELS
Artikel 1 Begripsbepaling 1. Algemene reserve: onder algemene reserves vallen de vrije uitkeerbare reserves. Voor deze reserves bestaat dus geen verplichting op grond van wet of statuten om deze aan te houden. Ze worden ook wel de overige reserves genoemd. 2. Bestemmingsreserves: een onderdeel van het eigen vermogen, afgezonderd voor een bepaalde bestemming. 3. Egalisatie reserve: dat deel van het eigen vermogen, dat beschikbaar is voor het opvangen van eventuele nadelige exploitatieresultaten. 4. Voorziening: een passiefpost op de balans die een schatting geeft van voorzienbare last in verband met risico’s en verplichtingen, waarvan de omvang en het tijdstip van optreden per balansdatum min of meer onzeker zijn, en die oorzakelijk samenhangen met de periode voorafgaande aan die datum. Artikel 2 Reserves (algemeen, bestemming en egalisatie) 1. Een instelling die structurele gemeentelijke subsidie ontvangt kan, (mede) met de ontvangen subsidiegelden, onder voorwaarden, reserves vormen of doteren aan bestaande reserves. 2. Een instelling die egalisatieserves en/of bestemmingsreserves wil gaan vormen of hieraan wil gaan doteren, dient voorafgaand hieraan een schriftelijk verzoek in te dienen bij het college en kan deze reserves pas gaan vormen of er aan doteren nadat het college hiervoor schriftelijke toestemming heeft verleend. 3. De maximale toevoeging aan algemene reserves en egalisatiereserves is 10% van de structurele subsidiegelden die de betreffende instelling in het betreffende boekjaar van de gemeente heeft ontvangen. 4. Met gemeentelijke subsidiegelden een reserve vormen, dan wel toevoegingen doen aan een bestaande reserve is slechts mogelijk, wanneer er bij de subsidie ontvangende instelling sprake is van een positief jaarresultaat, voor zover dit niet wordt veroorzaakt door het niet of slechts gedeeltelijk uitvoeren van activiteiten waarvoor de subsidie is verleend. 5. Het college kan met betrekking tot de maximale hoogte van reserves, voor zover opgebouwd uit subsidiegelden, nadere regels vaststellen. 6. Over het aangaan van structurele verplichtingen, die zich uitstrekken over een langere periode dan het begrotingsjaar en die gedekt worden uit opgebouwde reserves, zal subsidieontvanger met subsidieverstrekker in overleg treden. Als minimale voorwaarde voor het aangaan van dat soort verplichtingen geldt dat geen ongedekte structurele lasten mogen ontstaan nadat de reserve is uitgeput. 7. Het verzoek om toestemming voor het vormen van een in lid 1 genoemde reserve bevat in ieder geval de volgende gegevens: a. Het doel van de reserve. b. Een onderbouwing van de noodzakelijke maximale hoogte van de reserve. c. Een motivatie van het tijdstip waarop de organisatie de middelen nodig heeft. d. Het college kan daarnaast aanvullende gegevens verlangen. 8. Voor het toevoegen van subsidiegelden aan reserves of de onttrekking van subsidiegelden uit reserves, anders dan voor het doel waarvoor de reserve is bestemd, is voorafgaande schriftelijk toestemming nodig van het college. 9. Indien en voor zover de jaarlijkse subsidie over een periode van drie jaren gemiddeld niet hoger is dan € 5.000 is dit artikel niet van toepassing. 10. Het college kan toestaan, dat van het bepaalde in de vorige leden wordt afgeweken. Artikel 3 Voorziening 1. Een instelling die in structurele zin subsidie ontvangt kan, wanneer het college daarvoor voorafgaande schriftelijke toestemming heeft verleend, onder voorwaarden een voorziening vormen die (mede) is opgebouwd uit gemeentelijke subsidiegelden. 2. Een voorziening kan gevormd worden voor toekomstige kosten die een periode van tenminste twee boekjaren omvatten en: a. niet binnen de jaarlijkse exploitatie of via de egalisatiereserve opgevangen kunnen worden, en b. nu reeds te voorzien zijn, en c. onvermijdelijk zijn, en d. hun oorzaak in het verleden hebben, en e. kwantificeerbaar/berekenbaar zijn. 3. Een voorziening kan in ieder geval niet worden gevormd door: a. de kosten samenhangend met vervanging van inventaris; 6
b. de kosten samenhangend met ziekte van werknemers. 4. Het verzoek om toestemming voor het vormen van een voorziening bevat een plan waarin in ieder geval de volgende gegevens zijn opgenomen: a. het doel van de voorziening; b. een onderbouwing van de noodzakelijke maximale hoogte van de voorziening; c. een planmatige onderbouwing van de meerjarige opbouw van en onttrekkingen uit de voorziening. Het college kan daarnaast aanvullende gegevens verlangen. 5. Het toestaan van het vormen van een voorziening, die (mede) is opgebouwd uit gemeentelijke subsidiemiddelen, gebeurt onder de voorwaarde dat het onderliggende plan, zoals bedoeld in lid 4, is goedgekeurd. 6. Voor het in afwijking van het goedgekeurde plan toevoegen van subsidiegelden of in afwijking van het goedgekeurde plan onttrekken van subsidiegelden aan de voorziening, is voorafgaande schriftelijke toestemming nodig van het college.
7
TOELICHTING ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING
Algemene toelichting In de Algemene wet bestuursrecht (Awb) staat dat de subsidieverstrekking moet zijn gebaseerd op een wettelijk voorschrift. Deze eis komt voort uit de wens van de wetgever, dat de rechtszekerheid van de subsidieaanvrager en subsidieontvanger voldoende is gewaarborgd. Hiermee wordt tevens een doelmatige besteding van overheidsuitgaven nagestreefd. Mogelijk onzorgvuldig of willekeurig handelen van het overheidsorgaan of nalatigheid van de subsidieontvanger is immers beter te toetsen aan de hand van een wettelijke regeling dan aan de hand van een op zichzelf staand besluit van een bestuursorgaan. Voor gemeenten betekent dit, dat de subsidieverstrekking moet zijn gebaseerd op een verordening van de raad (artikel 4:23, lid 1 Awb). Deze verordening moet de essentiële elementen van het proces van subsidieverstrekking bevatten, zoals een omschrijving of aanduiding van de te subsidiëren activiteiten, de bevoegdheid voor het vaststellen van een subsidieplafond en de bijbehorende verdelingsmaatstaf Deze Algemene subsidieverordening vervangt de Algemene subsidieverordening Hengelo 2006. Bij de ontwikkeling van deze nieuwe verordening is rekening gehouden met de volgende uitgangspunten: a. b. c. d.
e.
Deregulering, oftewel de vereenvoudiging, versoepeling of afschaffing van regelingen of restricties waaraan subsidieontvangers gebonden zijn. Vermindering van de administratieve lasten voor zowel de subsidieontvanger als het bestuur. Uitgaan van vertrouwen, hetgeen betekent dat er meer nadruk komt te liggen op de eigen verantwoordelijkheid van de subsidieontvanger. Verduidelijken van het toetsingskader en het verscherpen van de verantwoordelijkheden van zowel de subsidieontvanger als de subsidieverstrekker en het in toenemende mate sturen op resultaat. Verwerken van recente wetswijzigingen, waaronder de vierde tranche Algemene wet bestuursrecht.
In de afgelopen jaren heeft deregulering en het daardoor verminderen van de administratieve en bestuurlijke lastendruk hoog in het vaandel gestaan, zowel op rijks- als op decentraal niveau. Bij de ontwikkeling van de onderhavige, nieuwe verordening is nadrukkelijk ook gekeken naar deze dereguleringsaspecten. Met name is gekeken naar het verminderen van de indieningsvereisten, maar ook naar de mogelijkheden van een andere verantwoordingswijze en beter financieel beheer van subsidies. De Awb kent in titel 4.2 een uitgebreide regeling voor subsidieverstrekking door bestuursorganen. Bij het opstellen van de nieuwe verordening is nadrukkelijk gekeken wat al in de Awb is geregeld en is getracht dubbelingen zoveel mogelijk te voorkomen.
8
Artikelgewijze toelichting
Artikel 1. Begripsomschrijvingen In dit artikel wordt een aantal begrippen verduidelijkt, dat in de verordening wordt gehanteerd. Er is in de definities een onderscheid gemaakt tussen verschillende vormen van subsidie. De jaarlijkse subsidie, die bij voorkeur voor meerdere jaren wordt verleend en veelal op voortdurende activiteiten van een instelling betrekking heeft. In de verordening is bepaald dat deze voor een periode van ten hoogste vier jaren worden verstrekt. Na het verstrijken van die periode kan uiteraard opnieuw worden besloten een jaarlijkse subsidie te verstrekken. Eenmalige subsidies zijn subsidies die voor een eenmalige activiteit of een activiteit, waarvoor het college slechts voor een van te voren bepaalde tijd van maximaal 4 jaar subsidie wil verlenen. Eenmalige subsidies hebben een looptijd, afhankelijk van de duur van het project en kunnen onder omstandigheden dus een looptijd hebben van langer dan een jaar. Artikel 2. Reikwijdte verordening In het eerste lid wordt aangegeven voor welke beleidsterreinen subsidies kunnen worden verstrekt. De opsomming van de beleidsterreinen sluit aan bij de productbegroting. Door de veelheid en verscheidenheid van subsidiemogelijkheden is uiteraard niet te vermijden, dat op onderdelen uitvoeringsregelingen noodzakelijk zullen blijken. Die verscheidenheid onderbrengen in een algemene verordening is mogelijk, maar komt de met een algemene verordening nagestreefde overzichtelijkheid niet ten goede. Daarbij komt dat beleidsdoelen en prioriteiten wijzigen en dit, naar aangenomen mag worden, in een hoger tempo zullen doen dan de Algemene subsidieverordening aan wijziging toe is. Wijziging van een alsdan complexe en uitgebreide verordening, die veel beleidsterreinen bestrijkt, gaat gepaard met aanzienlijke bestuurlijke en administratieve lasten. Met deze algemene verordening, die de kaders geeft voor uitvoeringsregelingen, worden deze lasten beperkt in aantal en kwaliteit. Artikel 3. Bevoegdheid college Het college besluit ingevolge het eerste lid binnen de daarvoor door de raad vastgestelde kaders, zoals neergelegd in de gemeentebegroting en deze Algemene subsidieverordening. Dit betekent dat het college geen subsidies kan verlenen, die niet stroken met de door de raad vastgestelde algemene regels. Met besluiten over het verstrekken van subsidies in plaats van verlenen van subsidies wordt beoogd de bevoegdheid te besluiten over het gehele subsidieproces, dus ook het bevoorschotten, lager vaststellen, terugvorderen en dergelijke. In het eerste lid is bepaald dat het college daarbij de gemeentebegroting en subsidieplafonds in acht neemt. Als de gemeentebegroting nog niet is vastgesteld en er formeel dus nog geen financiële ruimte door de raad beschikbaar is gesteld, wordt subsidie slechts verleend onder de voorwaarde dat de raad daarvoor geld beschikbaar zal stellen, het zogenoemde begrotingsvoorbehoud. In het tweede lid is de bevoegdheid van het college geregeld om voorwaarden aan de subsidie te verbinden. In het derde lid is de bevoegdheid van het college geregeld om afdeling 4.2.8 van de Awb van toepassing te kunnen verklaren op de jaarlijkse subsidie van 50.000 euro of meer. Afdeling 4.2.8 biedt een regeling voor subsidies waarbij het bestuursorgaan financieel en beleidsmatig sterk betrokken is, hetgeen zeker niet bij iedere door gemeenten verstrekte jaarlijkse subsidie het geval is. Bij per jaarlijks verstrekte subsidies is de aard en grote van de instelling en de hoogte van de subsidie bepalend voor de omvang van aanvullende afspraken. Artikel 4. Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud In de Awb zijn in de artikelen 4:25 tot en met 4:28 de belangrijkste bepalingen rondom het werken met een ‘subsidieplafond’ gegeven. Ingevolge het eerste lid van artikel 4 kan de raad subsidieplafonds per beleidsterrein vaststellen. In de regel valt dit qua tijdstip samen met de 9
vaststelling van de begroting. De raad stelt subsidieplafonds vast en maakt daarbij de wijze van verdeling van de beschikbare middelen bekend. Eventueel kan het college nadere regels opstellen omtrent de wijze van verdeling van de beschikbare middelen. Met het oog op de rechtszekerheid verlangt de Awb, dat het subsidieplafond bekend wordt gemaakt, vóórdat de periode waarop het betrekking heeft, ingaat. Zo kunnen potentiële aanvragers tijdig weten hoeveel geld beschikbaar is. Maar vooral van belang is, dat subsidieaanvragen zonder nadere motivering worden afgewezen op het moment dat het subsidieplafond bereikt is. Artikel 5. Bij aanvraag in te dienen gegevens In het eerste lid is bepaald dat een aanvraag voor subsidie schriftelijk dient te worden gedaan met behulp van een door het college vastgesteld aanvraagformulier. Met ‘schriftelijk’ is meer bedoeld dan ‘op papier geschreven’. Zo kan een aanvraag ook digitaal worden gedaan, mits het college het door hem vastgestelde formulier ook in digitale vorm beschikbaar heeft gesteld. Ingevolge artikel 4:29 Awb begint het subsidieproces met een aanvraag. Wat een aanvraag is en aan welke eisen deze moet voldoen staat in afdeling 4.1.1. van de Awb. In het tweede lid is bepaald welke gegevens de aanvrager dient te overleggen bij zijn subsidieaanvraag. De bevoegdheid van het college ter zake nadere regels te stellen, is geregeld in lid 4. Het college kan zo desnoods per geval regelen welke gegevens dienen te worden verstrekt, waarbij het uitgangspunt is dat het college dit doet om de administratieve en bestuurlijke lasten voor alle betrokkenen zo beperkt mogelijk te houden. In artikel 5, lid 2, sub d, wordt verwezen naar de systematiek van subsidieverlening en verrekening bij jaarlijks (per boekjaar) verstrekte subsidies conform artikel 4:72 Awb. Een dergelijke verplichting dient in de beschikking tot subsidieverlening te worden opgenomen. Inzage in de financiële reserve van een instelling is slechts aan de orde voor de beoordeling van een jaarlijkse subsidieaanvraag van een grote instelling met overeenkomstige subsidiebehoefte. In artikel 5, lid 3, worden meer formele eisen gesteld aan instellingen, die voor de eerste maal subsidie aanvragen. Artikel 6. Aanvraagtermijn Hier worden de termijnen genoemd, waarbinnen aanvragen voor subsidie dienen te zijn ingediend bij het college. In dit artikel wordt slechts een uiterste indiendatum genoemd voor (meer)jaarlijkse subsidies. Overigens worden aan grote instellingen bij voorkeur meerjarige subsidies verleend. Artikel 7. Beslistermijn Hier worden de termijnen gegeven, waarbinnen het college gehouden is te beslissen op een aanvraag voor subsidie. In de Awb staan geen strikte beslistermijnen op een aanvraag om subsidie. In de verordening is ervoor gekozen termijnen op te nemen, waarbij onderscheid gemaakt wordt tussen de eenmalige en jaarlijkse subsidie. De termijnen lijken redelijk royaal. Uitgangspunt is dat de aanvraag zo servicegericht en dus zo snel mogelijk afgehandeld wordt. Artikel 8. Weigeringsgronden De algemeen geldende weigeringsgronden, opgenomen in artikel 4:35 Awb, worden hier met een nadere, op de gemeentelijke praktijk toegesneden grond aangevuld. In dit artikel worden enkele aanvullende weigeringsgronden vermeld om het college meer handvatten te bieden om de subsidieaanvraag te kunnen weigeren. Artikel 9. Wet Bibob De Wet Bibob is bedoeld als aanvulling op bestaande instrumenten, die het college reeds ter beschikking heeft. Het college zal bij ieder beleidsdoel, dat het wil subsidiëren, zich de vraag moeten stellen of er enig risico is van het faciliteren van strafbare feiten en of die risico’s niet voldoende worden ondervangen met de bestaande toetsing van aanvragen. Het college heeft hier de bevoegdheid gekregen die goedkeuring te vragen. De bepaling strekt ertoe inzichtelijk te maken voor zowel bestuur als aanvrager van een subsidie in welke gevallen en voor welke (onderdelen van) beleidsdoelen een toetsing aan de Wet Bibob kan plaatsvinden.
10
Artikel 10. Verlening van de subsidie Ingevolge het eerste lid geeft het college al in het besluit tot verlening van de subsidie aan op welke wijze de verantwoording van de ontvangen subsidies dient plaats te vinden. Hiermee wordt bereikt dat degene, aan wie de subsidie is toegekend, van meet af aan duidelijk is aan welke voorwaarden en administratieve eisen hij dient te voldoen. In het tweede lid is geregeld dat het college de ontvanger verplichtingen kan opleggen. In artikel 4:37 Awb staan de standaardverplichtingen vermeld welke het college bij de beschikking tot subsidieverlening aan de subsidieontvanger kan opleggen. Er kan maatwerk worden gevonden door een differentiatie te maken tussen verplichtingen, die worden gesteld aan eenmalige subsidies, en jaarlijkse (boekjaar)subsidies. Artikel 11. Betaling en bevoorschotting Voorschotten worden automatisch (ambtshalve) verstrekt volgens het in de subsidieregeling of de verleningsbeschikking opgenomen bevoorschottingsritme. De bevoorschottingsbeschikking wordt ambtshalve gegeven op het moment van de verleningsbeschikking. Omdat de bevoorschotting mede afhankelijk is van de aard van de te subsidiëren activiteit is er voor gekozen om de termijnen, waarop de (automatische) bevoorschotting plaats vindt, niet in de verordening te noemen. Het bevoorschottingsritme en de hoogte van de voorschotten worden in verleningsbeschikking vermeld. Artikel 12. Tussentijdse rapportage In het kader van het terugdringen van de administratieve lasten is ervoor gekozen aan meerjarig verstrekte subsidies, hoger dan 50.000 euro, de mogelijkheid te verbinden om jaarlijks een tussentijdse verantwoording te vragen. Het college moet vooraf bepalen welke vereisten worden gesteld aan de tussentijdse, inhoudelijke en financiële verantwoording. Artikel 13. Meldingsplicht De meldingsplicht is bedoeld als tegenhanger van het geven van meer vertrouwen in de vorm van onder andere: het niet standaard verantwoording afleggen bij subsidies tot 5.000 euro, het vragen van minder tussenrapportages en automatische bevoorschotting. De subsidieontvanger is verplicht tijdig (zonder nodeloos tijdsverloop) te melden bij de gemeente als het aannemelijk is dat de gesubsidieerde activiteit niet, niet tijdig, niet geheel of niet volgens alle daaraan verbonden verplichtingen zal worden verricht. In dat geval zal de subsidie lager of op nihil worden vastgesteld of zullen nadere afspraken worden gemaakt over het aanpassen van de verplichtingen, bijvoorbeeld het geven van meer tijd voor de uitvoering van de activiteiten. Bij het niet voldoen aan deze meldingsplicht kan, indien dat achteraf mocht blijken, met toepassing van artikel 4:49 Awb alsnog de subsidievaststelling worden ingetrokken, omdat de ontvanger wist en behoorde te weten dat de vaststelling onjuist was. Terugvordering van de subsidie, inclusief wettelijke rente van het hele subsidiebedrag, kan in zo'n geval proportioneel worden geacht, omdat de ontvanger dan misbruik maakte van het gegeven vertrouwen, dat ten grondslag ligt aan de onderhavige subsidieverordening. Artikel 14. Overige verplichtingen van de subsidieontvanger In artikel 14 zijn de overige verplichtingen van de ontvanger van de subsidie opgenomen, als ook de plicht belangrijke wijzigingen te melden aan het college. Overigens moet “schriftelijk” hier niet al te letterlijk worden opgevat; een melding per e-mail kan ook voldoende zijn. Niets belet de gemeente om bij twijfel direct contact op te nemen met de subsidieontvanger en om nadere stukken te vragen. Artikel 15. Verantwoording subsidies tot 5.000 euro Kenmerkend voor subsidies tot 5.000 euro is dat een vast bedrag (lump sum) wordt verstrekt en dat de subsidieontvanger achteraf niet standaard verantwoording hoeft af te leggen aan de subsidieverstrekker. De subsidieontvanger hoeft geen aanvraag voor subsidievaststelling (verantwoording) in te dienen. Hierdoor kunnen de lasten voor zowel de subsidieaanvrager als de subsidieverstrekker worden bespaard.
11
In het geval van directe vaststelling (eerste lid, onderdeel a) worden de bewijsstukken van de prestatie direct met de aanvraag meegestuurd. Ook indien de activiteiten nog niet hebben plaatsgevonden, kan onderdeel a worden toegepast. De toepassing is dan onder meer afhankelijk van de aard van de subsidie en risicoafweging van de subsidieverstrekker. Steekproefsgewijze controle na de vaststelling is mogelijk, maar leidt alleen in bijzondere gevallen, zoals fraude, tot terugvordering. In het geval van verlening, gevolgd door ambtshalve vaststelling (eerste lid, onderdeel b), wordt in de subsidiebeschikking vermeld wanneer de gesubsidieerde activiteiten moeten zijn verricht. De subsidie wordt vervolgens, binnen 13 weken na de datum waarop de activiteiten uiterlijk moeten zijn verricht, ambtshalve vastgesteld door de subsidieverstrekker. De ambtshalve vaststelling zal in de praktijk veelal al vóór het verstrijken van de termijn gebeuren, namelijk als het vanuit oogpunt van een efficiënte werkwijze wenselijk wordt geacht, dat dergelijke vaststellingsbeschikkingen op een vaste datum worden genomen. Wel dient de gemeente binnen een beperkte termijn, hier is gekozen voor 13 weken na afloop van de activiteit, te reageren. Door te kiezen voor het systeem van ambtshalve vaststelling is er juridisch meer mogelijkheid om op te treden, indien de gemeente bemerkt dat de activiteit niet (geheel) is gerealiseerd. De subsidie is immers niet bij verstrekking reeds vastgesteld. De subsidieontvanger dient, desgevraagd, op een door het college in de beschikking aangegeven wijze, aan te tonen dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen. De subsidieverstrekker zal steekproefsgewijs van deze bevoegdheid gebruik maken. Artikel 16. Verantwoording subsidies vanaf 5.000 tot 50.000 euro In dit artikel is aangegeven op welke wijze de subsidiënt de aan hem verleende subsidie aan het college dient te verantwoorden. Ingevolge artikel 10, eerste lid, wordt de wijze van verantwoording al bij het besluit tot verlening van de subsidie aan de ontvanger bekend gemaakt. Het tweede lid bepaalt, dat de subsidieontvanger moet aantonen dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn uitgevoerd. Daarbij zal vooraf door de subsidieverstrekker al moeten zijn aangegeven op welke manieren het aantonen kan plaatsvinden. Ingevolge het derde lid kan het college bepalen dat het voor de verantwoording daarvan andere stukken en bewijzen verlangt dan gebruikelijk en uit hoofde van de gewone bedrijfsvoering van de subsidieontvanger al worden opgesteld. Voor kleinere subsidies is de mogelijkheid geopend in het derde lid voor het college om andere bewijsmiddelen te verlangen dan de gebruikelijke. Artikel 17. Verantwoording subsidies vanaf 50.000 euro Bij subsidies van 50.000 euro of meer wordt uitgegaan van de traditionele afrekening van subsidies, namelijk op basis van gerealiseerde kosten en baten. De vaststelling van de subsidie vindt plaats op basis van uitgevoerde activiteiten en gerealiseerde kosten. Bij de financiële verantwoording wordt een accountantverklaring gevraagd. De term "accountantverklaring" wordt vaak gebruikt zonder dat men zich ervan bewust is dat deze term slechts één van de soorten verklaringen betreft die accountants en accountantadministratieconsulent kunnen verstrekken bij jaarrekeningen en financiële verantwoordingen. De 1. 2. 3.
volgende soorten verklaringen worden onderkend: Accountantsverklaring Beoordelingsverklaring Samenstellingverklaring
ad. 1 Accountantsverklaring Dit betreft een verklaring waaraan een diepgaand onderzoek naar juistheid van de samenstelling van het vermogen en het jaarresultaat ten grondslag ligt en een stellige uitspraak wordt gedaan omtrent de getrouwheid van de jaarrekening. Accountantsverklaringen kennen 5 mogelijke uitkomsten: goedkeurende accountantsverklaring, accountantsverklaring met toelichtende paragraaf, accountantsverklaring met beperking, accountantsverklaring van oordeelonthouding, afkeurende accountantsverklaring.
12
ad 2. Beoordelingsverklaring Deze verklaring is gebaseerd op een beperkt onderzoek en op de resultaten van cijferanalyses op gegevens die gepresenteerd worden in de jaarrekening. Op basis van deze werkzaamheden wordt een uitspraak gedaan over het feit of er aanwijzingen zijn dat de door de onderneming geleverde informatie niet getrouw is. Beoordelingsverklaringen kennen 4 mogelijke uitkomsten: goedkeurende beoordelingsverklaring, beoordelingsverklaring met toelichtende paragraaf, beoordelingsverklaring met beperking, afkeurende beoordelingsverklaring. ad 3. Samenstellingsverklaring De accountant stelt op basis van de aan hem aangeleverde gegevens een jaarrekening samen die voldoet aan de wettelijke voorschiften. Er wordt slechts een beperkt aantal toetsende werkzaamheden verricht. In een Samenstellingverklaring wordt geen uitspraak gedaan over de getrouwheid van de jaarrekening. In het geval van subsidies van 50.000 euro of meer wordt dus een accountsverklaring gevraagd zoals onder ad. 1 beschreven staat. Vanuit het oogpunt van lastenverlichting wordt in lid 3 van de artikelen 16 en 17 geregeld dat ook alternatieve verantwoordingsbewijzen kunnen worden gevraagd. Daarmee geven wij invulling aan het uitgangspunt, dat de verantwoordingslasten in verhouding moeten zijn met de hoogte van het subsidiebedrag. Artikel 18. Vaststelling subsidie In dit artikel is geregeld binnen welke termijn het college besluit ter zake van de vaststelling van de subsidie. Ingevolge het derde lid kan het college, naast deze Algemene subsidieregeling, categorieën van subsidies of subsidieontvangers aanwijzen voor wie de subsidie wordt vastgesteld zonder dat hiervoor door de subsidieontvanger een aanvraag moet worden ingediend. Hierdoor kunnen de lasten voor zowel de subsidieaanvrager als de subsidieverstrekker worden bespaard. Artikel 19 tot en met 23. Slotbepalingen Deze artikelen behoeven geen nadere toelichting.
13
INSPRAAKVERSLAG ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING Maart 2011
Op 11 januari 2011 heeft het college van B&W het concept van de gewijzigde Algemene subsidieverordening (Asv) vrijgegeven voor inspraak. De inspraaktermijn liep van 20 januari 2011 tot en met 3 maart 2011. In deze periode is op 26 januari een inspraakavond georganiseerd voor alle verenigingen en organisaties die subsidie van de gemeente ontvangen. Tijdens deze avond is een toelichting gegeven op de gewijzigde Asv en werden de verenigingen en organisaties in de gelegenheid gesteld tot het stellen van vragen. Na afloop konden alle aanwezigen hun eventuele zienswijze op een inspraakformulier invullen. In dit inspraakverslag wordt een samenvatting gegeven van de inspraakavond van 26 januari jl. Vervolgens worden de zienswijzen die deze avond op de inspraakformulieren zijn ingediend beschreven en beantwoord. Als laatste worden de twee zienswijzen die per post zijn binnengekomen behandeld.
Inspraakavond 26 januari 2011 Voor de inspraakavond waren ruim 240 verenigingen en organisaties uitgenodigd. Tijdens de avond waren ongeveer 65 personen aanwezig. Wethouder Mulder heeft een toelichting gegeven en benoemd wat de grootste veranderingen zijn in de gewijzigde Asv. Hieronder worden de algemene opmerkingen beschreven en specifieke vragen/opmerkingen die niet op de inspraakformulieren zijn ingevuld. 1. Leesbaarheid Asv Tijdens deze avond werden voornamelijk verduidelijkingsvragen gesteld over de terminologie (leesbaarheid van de Asv). Voorgesteld werd om een meer uitgebreide begripsomschrijving op te nemen in de Asv. Antwoord à Naar aanleiding van deze opmerking is een meer uitgebreide begripsomschrijving toegevoegd aan de Asv onder artikel 1. Bovendien zijn er procedure beschrijvingen opgesteld om de transparantie te verhogen. 2. Asv ten opzichte van uitvoeringsregelingen Bij sommige aanwezigen bestond onduidelijkheid over de status van de Asv ten opzichte van uitvoeringsregelingen (voorheen subsidieprogramma’s). Bijvoorbeeld of de wijzigingen in de Asv ook gevolgen hebben voor de uitvoeringsregelingen. Antwoord à Alle huidige subsidieprogramma’s worden op dit moment omgebouwd tot subsidieregelingen. Hiervoor gelden dezelfde uitgangspunten als voor de nieuwe Asv, oftewel vereenvoudiging, vertrouwen, verminderen administratieve lasten, verscherpen verantwoordelijkheden en verbeteren van de leesbaarheid. Na vaststelling van de Asv door de gemeenteraad, wordt aan iedereen de nieuwe Asv inclusief de nieuwe uitvoeringsregelingen toegezonden. 3. Format voor verantwoording Scouting St. Patrick heeft gevraagd om naast een algemeen aanvraagformulier, ook een algemeen format te ontwikkelen voor de verantwoording van de subsidie. Antwoord à We gaan deze mogelijkheid bekijken of dit uitvoerbaar is. Dit geldt voor subsidies boven de € 5.000. 4. Jaarlijks aanvragen van subsidie Er bestond met name bij verenigingen met een kleine jaarlijkse subsidie (onder de € 5.000) de vraag of zij nog wel elk jaar een aanvraag moeten indienen. Mede omdat subsidies voor meerdere jaren kunnen worden toegekend en onder de € 5.000 niet meer apart verantwoord hoeft te worden? Antwoord à In de verordening is geregeld dat subsidie jaarlijks moet worden aangevraagd. In de uitvoeringsregelingen kan hiervan worden afgeweken.
1
5. Direct vaststellen – ambtshalve vaststellen Als laatste bestond bij de aanwezigen onduidelijkheid over artikel 15 met betrekking tot ‘direct vaststellen’ en ‘ambtshalve vaststellen’. Antwoord à Een subsidie lager dan € 5.000 kan ook eerst worden verleend, voorafgaand aan de activiteit, en na afloop daarvan ambtshalve worden vastgesteld. Ambtshalve wil in dit verband zeggen: zonder dat er een aanvraag voor nodig is. In dat geval wordt in de beschikking waarbij de subsidie wordt verleend, vermeld wanneer de gesubsidieerde activiteit uiterlijk moet zijn verricht. De subsidie wordt vervolgens, binnen 13 weken na de datum waarop de activiteiten uiterlijk moeten zijn verricht, ambtshalve vastgesteld door de subsidieverstrekker. De ambtshalve vaststelling zal in de praktijk vaak al voor het verstrijken van de termijn gebeuren. In de beschikking tot subsidieverlening staat hoe de subsidieontvanger moet aantonen dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen. De subsidieverstrekker zal dat steekproefsgewijs kunnen controleren. De toelichting staat ook beschreven op bladzijde 12, onder artikel 15.
Zienswijzen n.a.v. inspraakavond 26 januari 2011 6. Het had makkelijker leesbaar kunnen zijn. Het was me ook niet duidelijk in hoeverre dit van invloed is op de wijkbudgetten. Nu weet ik dat dat valt onder de uitvoeringsregelingen. (Bewonersorganisatie Hengelo Midden – C. Kouwenberg) Antwoord à We hebben de leesbaarheid vergroot door een meer uitgebreide begripsomschrijving toe te voegen aan de Asv onder artikel 1. Bovendien zijn er procedure beschrijvingen opgesteld om de transparantie te verhogen. 7. Graag een éénduidig gebruik van benamingen zoals verleningsbeschikking = toekenningsbeschikking (Bewonersoverleg Klein Driene / De Noork – R.L. van der Linde) Antwoord à In de Asv wordt alleen gesproken over subsidieverlening en niet over toekenning. In de procedure beschrijvingen die zijn opgesteld worden de verschillende begrippen uitgelegd. 8. We nemen aan dat er een begripsomschrijving alsnog wordt toegevoegd. Hartelijk dank voor de duidelijke toelichting. (Koninklijk Hengelo’s Mannenkoor – G. Lammertink) Antwoord à Zie antwoord 6. 9. We missen de beargumentering wanneer besloten wordt een bestaande subsidie te stoppen. We missen een beschrijving op welke gronden een bestaande subsidie kan worden gestopt. We missen een beschrijving hoe een dergelijke subsidie-stop wordt uitgevoerd. (St. VAC Hengelo – R. Hilbrink / H. Rotgans) Antwoord à De Algemene wet bestuursrecht verplicht ons om in het besluit tot stopzetten van de subsidie, het besluit te motiveren. 10. Verantwoording afleggen voor ontvangen subsidies (beneden € 5.000) is wenselijk vanwege het zorgvuldig omgaan c.q. besteden van deze gelden. Controle is gewoon nodig c.q. wenselijk. Vertrouwen is goed, controle is beter ondanks de verplichting om te melden. (Stichting ‘De Schole’ Oele – A. Bunte) Antwoord à Minder regels en meer service is essentieel voor inwoners, instellingen en bedrijven. We willen de administratieve lasten verminderen voor zowel de subsidieontvanger als voor de gemeente. Dit doen we door proportionaliteit aan te brengen tussen subsidiebedrag en lasten. Hoe lager het subsidiebedrag per ontvanger, hoe minder of eenvoudiger de verplichtingen zijn en hoe efficiënter de verantwoording wordt ingericht. Dit vraagt eigen verantwoordelijkheid van de vereniging of instelling, door de omstandigheden te melden die van invloed zijn op de hoogte van het subsidiebedrag. Maar het vraagt ook verantwoordelijkheid van de gemeente. Het college kan vastgestelde subsidies steekproefsgewijs controleren. Artikel 4.49 van de Algemene wet bestuursrecht geeft aan
2
dat het gemeentebestuur een vastgestelde subsidie met terugwerkende kracht kan wijzigen als blijkt dat de subsidie onterecht is verstrekt. Er kan dus ook bij onrechtmatigheden onder de € 5.000 terug gekomen worden op de subsidievaststelling. 11. Moeten we nu voor dit jaar weer opnieuw aanvragen of blijft het zoals vorige jaren en wordt het gewoon weer overgemaakt en afgerond? De nieuwe regeling gaat dus 2012 in? (Bewonersorganisatie Hengelo Midden – G.J. Prinsen) Antwoord à De verwachting is dat deze nieuwe Asv begin mei 2011 inwerking treedt (nadat de gemeenteraad hier een positief besluit over heeft genomen). Dit betekent dat alle subsidie aanvragen die betrekking hebben op het jaar 2012 worden behandeld conform deze Asv. Deze Asv is niet van toepassing op subsidieaanvragen en subsidieverleningen die voor inwerkingtreding van deze verordening zijn ingediend of genomen. Hierop is de Asv Hengelo 2006 van toepassing. 12. Graag voor de sluiting van de aanvraagtermijn 15 september of 1 oktober aanhouden. (Symfonieorkest ELAD – J.W. Stenvers) Antwoord à Voor jaarlijkse subsidie worden twee uiterste indiendata genoemd, namelijk 1 juni voor subsidie boven de € 50.000 en 1 september voor subsidies onder de € 50.000. Deze data worden zoveel mogelijk aangehouden in alle uitvoeringsregelingen, tenzij gegronde redenen zijn om hiervan af te wijken. 13. De concept(verordening) op zich is versimpeld, maar een paar administratie begrippen maakt het ingewikkeld. (Afrikaanse Solidariteitsvereniging – H. Luzolo Diambote) Antwoord à Zie antwoord 6.
Klub Srbija Hengelo, St. Historie Brandweer Hengelo, Stichting Hengelo Yozgat, Toneelvereniging Big Tyms Tuindorp en de Hengelose Algemene Gehandicapten Organisatie hebben via de inspraakformulieren aangegeven geen op- of aanmerkingen te hebben op de concept Asv.
Zienswijzen die per post zijn ingediend 14. Samenvatting brief: Ik verzoek u om artikel 6.2 uit de oude Asv (essentie van dit artikel luidt dat een instelling zich dient te onthouden van handelingen die in strijd zijn met de wet) in stand te houden, hoe weinig het ook moge helpen. Uitgaan van vertrouwen is mooi, maar helaas wordt vertrouwen nog wel eens misbruikt door organisaties die te zwak zijn om integer te kunnen handelen. Het volledig schrappen van het ouder artikel 6 houdt zwakke bestuurders niet bij de les. Natuurlijk wordt iedereen geacht de wet te kennen en na te leven, maar bij het uitdelen van gemeenschapsgeld aan maatschappelijke organisaties kan het toch geen kwaad om bestuurders van instellingen er aan te herinneren dat zij de wet dienen na te leven. Het kan worden gezien als een extra stok achter de deur. Hoe gering de invloed daarvan wellicht ook zal zijn, de gemeente geeft er wel mee aan dat er een ongewenste situatie ontstaat als gesubsidieerde instelling zich niet aan de wet houdt. Indien u toch artikel 6.2 verwijdert, dan zou een krachtiger bestrijding van corruptie in de gesubsidieerde sector gewenst zijn. (dhr. R.G.H. Bloemendaal) Antwoord à De bepalingen in artikel 6 uit de oude Asv hebben geen meerwaarde. Eventuele sancties bij het overtreden van de wet volgen uit de betreffende wet die overtreden wordt. Tevens gaan wij in de nieuwe Asv uit van vertrouwen in de subsidieontvanger dat zij de subsidie op rechtmatige en doelmatige wijze inzetten. Het college kan vastgestelde subsidies steekproefsgewijs controleren. Artikel 4.49 van de Algemene wet bestuursrecht geeft aan dat het gemeentebestuur een vastgestelde subsidie met terugwerkende kracht kan wijzigen als blijkt dat de subsidie onterecht is verstrekt.
3
15. Samenvatting brief: In het kader van de inspraak wil het bestuur van de Vereniging voor Wijkwelzijnsvoorzieningen het volgende onder de aandacht brengen: a) Artikel 17, lid 1b: In het verleden is deze termijn in het subsidieprogramma en de beschikkingen verruimd naar 1 juli, gezien het feit dat 1 mei praktisch gezien niet haalbaar is vanwege accountantscontrole. De vereniging verzoekt daarom deze ruimere termijn van uiterlijk 1 juli in de subsidieverordening vast te leggen. b) Artikel 17, lid 2d: De verplichting van een accountantsverklaring in plaats van een accountantsbeoordeling levert voor de Vereniging en voor de afzonderlijke wijkwelzijnsvoorzieningen 3 tot 4 keer hogere accountantskosten op. De Vereniging verzoekt daarom, dat het college artikel 17 lid 3 expliciet aanwendt met betrekking tot artikel 17 lid 2d. c) Bijlage: financiële regels, artikel 3 lid 3b: de Vereniging heeft in het verleden ontheffing aangevraagd en ontheffing verkregen voor het vormen van een voorziening voor ziektekosten van werknemers. De Vereniging voor Wijkwelzijnsvoorzieningen verzoekt bij deze om ontheffing van artikel 3 lid 3b. Antwoord à In de Asv staan de basisregels voor subsidies beschreven. In de uitvoeringsregeling (voorheen subsidieprogramma) kan op onderdelen hiervan afgeweken worden. De uitvoeringsregeling ligt nu niet ter besluitvorming voor, maar wordt later aan het college van B&W aangeboden. De opmerkingen a en b worden dan ook meegenomen in de uitvoeringsregeling ‘wijkwelzijnsvoorziening’. Ten aanzien van opmerking c is het wettelijk niet toegestaan om een voorziening te vormen voor ziektekosten van werknemers. Dit kan wel in een bestemmingsreserve en dit is zo ook geregeld met de Vereniging. Er hoeft daarom geen ontheffing te worden verleend.
4