BUNDEL COMMISSIE BESTUUR 13 JANUARI 2011
GRIFFIE HENGELO
RAADSCOMMISSIE BESTUUR Aan de leden van de raadscommissie Bestuur
Onderwerp Uitnodiging commissievergadering
Datum 23 december 2010
Geachte leden, Hierbij nodig ik u uit voor de vergadering van de commissie Bestuur op donderdag 13 januari 2011 om 19.30 uur in de Burgerzaal van het Stadhuis.
Agenda:
Portef.h.
1
Opening en mededelingen van de voorzitter
2
Regionale Samenwerking
Kerckhaert
Bezoek Dagelijks Bestuur van Regio Twente. De delegatie bestaat uit de heren Den Oudsten en Schouten en de secretaris, mevrouw Traag. Nadere informatie volgt over de te bespreken onderwerpen.
Bijgevoegd treft u als achtergrondinformatie aan de samenvatting van de zogeheten Twente Index 2010.
3
Vaststellen van de agenda
4
Stukken ter informatie
(ca ½ uur)
Zie voor de lijst met ‘stukken ter informatie’ onderaan deze agenda. De betreffende stukken liggen ter inzage in de leeskamer.
5
Verslag vergadering 21 oktober 2010 en bijbehorende actielijst Let op: Tekstuele opmerkingen over het verslag uiterlijk 24 uur voor de vergadering mailen naar
[email protected]
6
Mededelingen van het college
7
Actualiteiten en vragen van de commissie Svp vragen op de dag van de vergadering voor 9.00 uur aanleveren bij de commissiegriffier via
[email protected]
8
Strategisch aandeelhouderschap Twence (10G201958)
Mulder
De commissie wordt gevraagd het stuk te bespreken en daarmee de regioraadsleden input te geven voor het Hengelose standpunt in de regioraadsvergadering van 16 februari a.s. over de overdracht van aandelen Bezoekadres Hazenweg 121 E-mail adres
[email protected]
Behandeld door H. Boerrigter Tel. 074-2459348
Bladnummer:2 door Regio Twente. Tegelijkertijd wordt de commissie gevraagd haar wensen en bedenkingen kenbaar te maken t.a.v. het te nemen definitieve collegebesluit in het vervolg van dit traject, nl. het verwerven van het Hengelose pakket aandelen in Twence, als uitvloeisel van het door de regioraad te nemen besluit op 16 februari. 9
Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2011 (10G201714)
Lievers/Griffie
De commissie wordt gevraagd te adviseren voor raadsbehandeling om in te stemmen met de gewijzigde verordening. 10
Financiering streeklab Hengelo (10G201756)
Mulder
De commissie wordt gevraagd te adviseren voor raadsbehandeling om:
11
uit te spreken de inspanningen om het streeklab zich te laten vestigen op het Gezondheidspark te ondersteunen;
wensen en bedenkingen kenbaar te maken t.a.v. het voorgenomen besluit van het college om een lening van € 25 miljoen te verstrekken of te garanderen aan het ZGT voor de vestiging van het streeklab in Hengelo.
Grondslagen herzieningen grondexploitaties 01-01-2011 (10G201949)
Mulder
De commissie wordt gevraagd te adviseren voor raadsbehandeling om in te stemmen met de toe te passen grondslagen bij herziening van grondexploitaties. 12
Hoofdlijnen nieuwe begrotingsopzet (10G201984)
Mulder
De commissie wordt gevraagd te adviseren voor raadsbehandeling om in te stemmen met de hoofdlijnen van de nieuwe begrotingsopzet.
13
Rondvraag
Voor u liggen de volgende stukken ter informatie in de leeskamer:
a.) KVO (Keurmerk Veilig Ondernemen) Oosterveld (10G201970)
Voor alle agendapunten geldt dat technische en feitelijke vragen vóóraf via de mail (
[email protected]), of rechtstreeks aan de behandelend ambtenaar, gesteld dienen te worden. De antwoorden worden dan zo spoedig mogelijk gegeven en aan allen beschikbaar gesteld.
De voorzitter van de commissie, namens deze,
H. Boerrigter, Commissiegriffier
Concept Notulen van de commissievergadering Bestuur van de gemeente Hengelo d.d. 2 december 2010 Voorzitter Griffier Aanwezig
Portefeuillehouders Adviseurs Verslag
De heer K. Mulder De heer J. Cozijnsen De heer E. Alkema (CU), de heer B. Carlak (CDA), de heer I. Çetinkaya (D66), mevrouw J.M.J. Doornbos-Geerdink (BB), de heer M. Elferink (CDA), de heer R. Fens (VVD), de heer G. Genc (PvdA), de heer W.L.M. van den Heuvel (SP), mevrouw E.Y. Prent (PvdA) De heer F.A.M. Kerkhaert (burgemeester) en de heer W. Mulder (wethouder, BB) De heer Wolsink, de heer Meyvis en de heer Kosters De heer W. Krant (voor Kantoorprofs)
1.
Opening en mededelingen van de voorzitter De voorzitter opent de vergadering om 19.30 uur en doet daarna de volgende mededelingen: De heer Knegt is afwezig wegens familieomstandigheden. De geplande eindtijd voor de vergadering is 21.00 uur
2.
Vaststellen van de agenda De vergadering gaat akkoord met de voorgestelde agenda.
3.
Stukken ter informatie De volgende stukken zijn ter informatie gelegd: a. Notitie grondbedrijf (10G2101619) b. Septembercirculaire gemeentefonds 2010 (10G201687) c. Invoeren burgernet (10G201647) d. Meerjarenplan Brandweer Cluster Midden (10G201567) e. Vastgestelde verslagen regionaal college Politie Twente f. Ontwikkeling Crematoria Twente g. Memo inzake kennisname leaflet en brochure Innovatiedriehoek (390986) De voorzitter constateert dat er geen opmerkingen over de stukken zijn.
4.
Verslag vergadering d.d. 21 oktober 2010 en bijbehorende actielijst Verslag - Tekstueel en inhoudelijk Pagina 1: Mevrouw Doornbos (BB) merkt op dat onder punt 4 ‘klachtencommissie’ wordt genoemd. Dit moet ‘bezwarencommissie’ zijn. Er zijn geen verdere opmerkingen op het verslag. Actielijst 1. Bedrijfsplan stadstoezicht. Dit wordt aanstaande dinsdag in het college behandeld. De nieuwe datum voor behandeling in de commissie wordt februari 2011. 2. Industrievoorstel ProHengelo i.s.m. D66. Recht van onderzoek. Dit is nog niet klaar. Het komt in voorjaar 2011 in de raad. 3. Brief aan eigenaren met voorstel voor baatbelasting. Deze brief is op de post. Het punt wordt afgevoerd. 4. Verordening commissie bezwaarschriften. Het punt kan worden afgevoerd. 5. Bezoek Regio Twente op 13 januari 2011. Het punt kan worden afgevoerd. 6. Benchmark. Inhuur derden. Het punt blijft staan. 7. Evaluatie cameratoezicht. Het punt blijft staan. 8. Tussenevaluatie raad. Het punt blijft staan. 9. Bezoek lobbykamer Brussel. Burgemeester Kerckhaert merkt op dat dit bezoek wordt vervangen door een bezoek van de raad aan het Ruhrgebied waar hergebruik van
Gemeente Hengelo, Commissie Bestuur, d.d. 2 december 2010
1/8
bijzondere gebouwen op de agenda staat. Het bezoek lijkt op een eerder gebracht bezoek aan Oberhausen. In een ander jaar vindt het bezoek aan Brussel plaats. 10. Terugkoppeling binnenstad gerelateerde problematiek. Burgemeester Kerckhaert merkt op dat Burgernet (zie agenda, punt 5) mogelijk een betere oplossing biedt. Punt 10 kan worden afgevoerd. 11. Uitnodiging IPT. Burgemeester Kerckhaert verklaart dat op suggestie van de heer Winter de voorzitter van de Innovatieroute zal worden uitgenodigd. Dit wordt gepland in overleg met de griffie. 12. Toezending najaarsnotitie grondbedrijf. Het punt kan worden afgevoerd. 13. Het punt kan worden afgevoerd. 14. Het punt kan worden afgevoerd. 15. Het punt kan worden afgevoerd. 16. Het punt kan worden afgevoerd. 17. Het punt kan worden afgevoerd. 18. Het punt kan worden afgevoerd. 19. Mevrouw Doornbos (BB) vraagt of de visie op adviesraden n.a.v. het onderzoek van Arkon in een memo wordt toegelicht. Het punt wordt aangehouden. Met deze wijzigingen wordt de actielijst goedgekeurd. 5.
Mededelingen van het college Burgemeester Keckhaert heeft drie mededelingen: 1. Invoering Burgernet. Burgernet is een systeem waarbij burgers zich kunnen aanmelden. Via sms of email ontvangen zij dan soms een verzoek mee uit te kijken naar vermiste personen of gezochte daders. Het systeem werkt al goed in meerdere gemeenten. Hengelo wil meedoen. Morgen gaat een persbericht hierover uit. De werving start volgende week. Volgend jaar is het programma dan actief. Er wordt onderzocht of het programma ook kan worden gebruikt voor het bestrijden van uitgaansoverlast. 2. Cameratoezicht. Alles is gereed en getest. Aanstaande zaterdag wordt live uitgekeken vanaf 23.00 uur tot de volgende ochtend 7.00 uur. Op andere momenten werkt de camera ook, maar er wordt dan niet live meegekeken. Het beeld kan wel gebruikt worden voor een onderzoek. Dit alles gebeurt onder regie en verantwoordelijkheid van de politie. Er is bekendheid aan gegeven en de bordjes die dit toezicht vermelden hangen in de binnenstad. 3. Het cameratoezicht zal op 7 december ook worden gebruikt bij de voetbalwedstrijd Twente-Tottenham Hotspurs. De binnenstad, het station en het gebied bij het Van der Valkhotel worden als risicogebied beschouwd. De heer Carlak (CDA) vraagt of men bij Burgernet ook goed de grenzen kent. – De burgemeester antwoordt bevestigend. In Almelo en veel andere plaatsen heeft men er al ervaring mee. De risico’s zijn eruit gehaald. Burgernet wordt daar gebruikt voor een aantal zaken, zoals een zoekgeraakte demente persoon of een kind, een gezochte inbreker, enzovoort. De heer Van den Heuvel (SP) vraagt of er op andere plaatsen al van Burgernet gebruik wordt gemaakt voor vandalismebestrijding. - Dat blijkt niet het geval. Hengelo zou daarmee voorop lopen.
6.
Actualiteiten en vragen van de commissie Er zijn geen vragen ontvangen.
7.
Regionale samenwerking De heer Kerckhaert deelt mee dat op 1 december een vergadering is geweest waarop voorlichting werd gegeven over het individueel aandeelhouderschap van Twence. Enkele raadsleden waren daarbij aanwezig. In januari zal dit worden besproken in deze commissie.
Gemeente Hengelo, Commissie Bestuur, d.d. 2 december 2010
2/8
8.
Verordening baatbelasting riolering Buitengebied (10G201426) De heer Fens (VVD) memoreert dat er al eerder, in 2007, baatbelasting is ingesteld voor de binnenstad. Dat is op een debacle uitgelopen. Is er een nieuwe situatie waardoor het deze keer wel goed zou kunnen gaan? De heer Çetinkaya (D66) vraagt of de gemeente via privaatrechtelijke weg de kosten voor aanleg op de eigenaren mag verhalen. En waarom is er zonder indexering gekozen voor het bedrag van 2002? Mevrouw Prent (PvdA) constateert dat men zich keurig houdt aan de uitgangspunten die de raad heeft gesteld. Zij sluit zich aan bij de vragen van de heer Çetinkaya. De uitgaven zijn duidelijk gestegen. Waarom is een deel van de kosten niet verhaalbaar? De heer Elferink (CDA) vindt het voorstel een consistente uitwerking van eerdere besluiten. Ook de heer Elferink vraagt waarom er geen indexering is toegepast. En wat is de juridische grondslag voor het voorstel? Wethouder Mulder antwoordt dat in tegenstelling tot wat geldt voor de binnenstad, baatbelasting bij riool in het buitengebied onomstreden is. De aangeslotenen hebben er direct en als enigen baat bij. Er vindt geen indexering plaats omdat de raad daartoe in het verleden besloten heeft. De PvdA-fractie heeft daartoe nog op 12-12-2004 een amendement ingediend. Over het verschil tussen de privaatrechtelijke en publiekrechtelijke grondslag zal de heer Mulder via een memo antwoorden. Twee fracties (VVD en D’66) geven aan het memo af te wachten. Indien dit helderheid geeft, kan het voorstel daarna als hamerstuk naar de raad.
9.
Aanpassing/vaststelling erfpachtcanons (10G201530) De heer Alkema (CU) vraagt of er al erfpachtcanons tegen lage rente zijn uitgeven. Hoe worden daardoor ontstane tekorten opgevangen? Mevrouw Doornbos (BB) vraagt of de uitgifte altijd voor 25 jaar is of dat ook korter kan. Wordt de rente tussentijds aangepast? Wethouder Mulder antwoordt dat bij Norma de hier vermelde rente is gehanteerd. Hij probeert via de raadsgriffier een ambtelijk antwoord te laten geven op de vraag van de heer Alkema of er ook tegen lagere rente grond is uitgegeven. Er is in het verleden niet veel grond in erfpacht uitgegeven. Dit is gebeurd bij Westermaat 3, tijdens de bouwfase. Daarna werd de grond in eigendom overgedragen. Dit voorstel is gedaan om waardeverlies te vermijden tussen de boekwaarderente en de werkelijke rente. Renten worden vastgesteld aan de hand van de rente die de Bank voor Nederlandse Gemeenten hanteert en niet tussentijds aangepast. Erfpachtcanons kunnen voor heel verschillende termijnen, ook eeuwigdurend, worden afgesloten. De rente waaraan wordt gerefereerd is die van de 25-jarige lening van BNG. De voorzitter constateert, na raadpleging van de heer Alkema, dat dit stuk als hamerstuk naar de raad gaat.
10.
Toetreding gemeente Losser tot GBT per 1 januari 2011 (10G201545) De heer Fens (VVD) gaat akkoord met toetreding van Losser tot GBT. Hoe meer zielen, hoe meer vreugd en hoe minder kosten per deelnemende gemeenten. Echter niets voor niets: gaat Losser meebetalen in de aanloopkosten? Mevrouw Prent (PvdA) gaat eveneens akkoord met toetreding van Losser. De ervaring leert dat de kosten dan lager worden. Heeft de toetreding ook risico’s? De heer Çetinkaya (D66) vraagt of er al bekend is hoe de andere gemeenten hierover
Gemeente Hengelo, Commissie Bestuur, d.d. 2 december 2010
3/8
hebben gestemd. De heer Carlak (CDA) vindt het een goed plan maar vraagt naar de financiële consequenties. Wordt er getracht er meer gemeenten bij te betrekken? Wordt de ontwikkeling naar de raad teruggekoppeld? Mevrouw Doornbos (BB) merkt op dat bij de overwegingen A, het ‘vierde’ lid moet zijn en niet ‘derde’. Er dient bij toetreding van steeds meer gemeenten gewaakt te worden tegen toenemende overhead. Wethouder Mulder stelt dat het GWT kosteneffectiever wordt naarmate meer gemeenten toetreden. Men gaat uit van het jaarlijks toetreden van twee gemeenten. Er wordt ook onderzocht of er kan worden samengewerkt met de organisatie die hetzelfde doet voor de Waterschappen. De waarschuwing voor uitbreiding van de overhead, ontwikkeling van marketingactiviteiten, enzovoort is terecht. De aanloopkosten zijn gedragen door drie partijen die een efficiencyvoordeel hebben van uitbreiding van het draagvlak. Een nieuwe partij draagt niet bij in de aanloopkosten, maar heeft eigen onkosten door afstoting van een deel van de bestaande eigen organisatie. GWT is puur een uitvoeringsorganisatie die weinig of geen risico’s met zich brengt. De stemming van Enschede en Borne is nog niet bekend. Wel staat vast dat men er daar positief over is. De voorzitter concludeert dat het voorstel als hamerstuk naar de raad kan. 11.
Herziening grondexploitatie Campus (10G201704) Mevrouw Prent (PvdA) meent dat het goed is om te anticiperen op de financiële situatie van de Westermaat Campus. Eerder is besloten de bestemmingen van het terrein te wijzigen zodat er meer vestigingsmogelijkheden zijn. Heeft dat ook geleid tot de vestiging van meer bedrijven? Spreker pleit ervoor de kwaliteit van de locatie hoog te houden. Het is in meerdere opzichten een A1-locatie. Ooit is er weer vraag naar bedrijventerreinen met hoge kwaliteit en Hengelo heeft dat hier. De heer Çetinkaya (D66) vraagt waarom het college de bestemmingsreserve beperkt tot 1 miljoen. Is dat uit voorzichtigheid? Is het reëel dat alle kavels ook worden uitgegeven? Is het reëel de bestemmingsreserve te verlagen van 1,4 miljoen naar 1 miljoen? De heer Elferink (CDA) stemt in met het heldere en informatieve voorstel. In hoeverre echter is daarbij rekening gehouden met de kwalitatieve uitgangspunten? Wethouder Mulder dankt voor de waarderende woorden. Men tracht te anticiperen op de financiële situatie. Een reserve wordt aangehouden omdat de grondexploitatie in deze tijd lastig blijkt. Er is gekeken naar het ambitieniveau van het park. Er wordt voorzichtig ingeleverd op onderhoud van nog braakliggende percelen, zonder veel in te leveren op kwaliteit. In dat laatste gaat men geen tandje terug. Uiteindelijk wordt alles eens verkocht maar de omzetsnelheid is laag. Naarmate het langer vertraagd wordt moet men langer reserveren. De grond blijft langer in portefeuille. Vertraging betekent een slechtere exploitatie. Voor alle bedrijventerreinen heeft men de schatting zo reëel mogelijk gemaakt. Er wordt een strak risicobeleid gevoerd. Door jaarlijkse rentebijschrijving neemt de boekwaarde toe. Dat kost eerst winst en geeft vervolgens verliezen. Door uitfasering is er al enkele keren fors afgewaardeerd. De voorzitter concludeert dat het onderwerp als hamerstuk naar de raad kan.
12.
Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Twente (10G210737) Mevrouw Doornbos (BB) merkt op de raad een controlerende taak heeft. Wanneer komen de besluiten en voorstellen naar de raad toe? Gaat dat net als bij de stukken van Regio Twente? Wat is op tijd?
Gemeente Hengelo, Commissie Bestuur, d.d. 2 december 2010
4/8
De heer Alkema (CU) vraagt zich af of met de instellingen van allerlei regio’s niet alle bestuur uit handen wordt gegeven. Wat volgt hierna? De heer Carlak (CDA) heeft sympathie voor bundeling van krachten waardoor kosten gedrukt worden. De gemeente dient echter betrokken te worden bij het opstellen van een risicoprofiel, beleidsplan, crisisplan. De lokale relevantie moet gewaarborgd worden. Hoe ziet het proces er straks uit? Zijn er bij de schaalvergroting parallellen met de landelijke politiekorpsen? Wat zijn de risico’s daarbij? Hoe wordt de risicokaart bekend gemaakt aan de burgers? Hoe wordt bepaald of gemeenten hun brandweer overdragen of een eigen korps in stand houden? De heer Çetinkaya (D66) vraagt of de gemeente bij het instellen van de veiligheidsregio ook gaat meebetalen aan bijvoorbeeld risicowedstrijden van FC Twente of Heracles? Wordt de gemeentelijke bijdrage lager door het instellen van de VRT? De heer Genc (PvdA) beschouwt de VRT als een verlengd lokaal bestuur, waarbij de burgemeester deel uitmaakt van het bestuur. Hoe gaat de onderlinge afstemming bij rampen en crisisbeheersing? Burgemeester Kerckhaert stelt dat de vraag voorligt of men wil instemmen met het aangaan van deze nieuwe gemeenschappelijke regeling. De commissie lijkt in te stemmen. Wanneer de raad geen bezwaar heeft, dan neemt het college een definitief besluit. Op dit moment kent men in Regio Twente een unieke samenwerking van veertien gemeenten voor GGD, brandweer, recreatieplassen, enzovoort. De nieuwe wet bepaalt dat de brandweer uit deze regeling gaat en als een aparte Veiligheidsregio zal opereren. Daardoor wordt Regio Twente smaller en goedkoper. De vrijvallende bedragen worden gebruikt om de VRT te laten werken. Voor Regio Twente was deze verandering niet nodig, maar voor Nederland in het algemeen is het wel een goede zaak. De raad kan nog steeds invloed uitoefenen. Bij plannen met duidelijke financiële consequenties geldt de 10-wekentermijn. Voor het overige gelden 3 weken. De bedoeling is de splitsing tussen Regio Twente en VRT kostenneutraal te laten zijn. Mogelijk is er zelfs een bezuiniging. De VRT zal als crisisorganisatie sneller en beter kunnen werken. De gemeente betaalt niet mee aan risicowedstrijden elders. Aan de politiekant wordt niets betaald. Alleen aan de brandweerkant. Er wordt tijdens risicowedstrijden natuurlijk wel capaciteit aan Hengelo onttrokken. Het crisisplan bouwt voort op de praktijk die nu al bestaat in Twente. De verantwoordelijkheid wordt geregeld door vijf coördinerende burgemeesters, waaronder die van Hengelo, die bij toerbeurt piketdienst hebben. Hoe de aansluiting zal zijn met de politiekorpsen is nog onduidelijk. De Rijksoverheid wil de politiekorpsen tot tien terugbrengen. Het zal echter nog wel enkele jaren duren voor dit geregeld wordt. Op korte termijn zal er niet veel van te merken zijn. Het idee om de risicokaart aan de burgers bekend te maken zal worden overlegd met de heer Albert Gielink, de clustercommandant. De risicokaart wordt al geruime tijd beheerd door de provincie op basis van informatie die de gemeenten aanleveren. Het risicoprofiel is nieuw. Daar wordt nu aan gewerkt en het ontwerp zal langs de gemeenteraden gaan. De uitkomst daarvan zal worden verwerkt in het beleidsplan van de VRT. De heer Alkema (CU) dankt voor de duidelijkheid die de burgemeester heeft verschaft. Is de VRT groter of kleiner dan de huidige Regio Twente? De burgemeester antwoordt dat het om precies hetzelfde gebied gaat. De voorzitter concludeert dat het onderwerp als hamerstuk naar de raad kan. 13.
Wijziging Verordening commissie bezwaarschriften (10G201013) De heer Genc (PvdA) gaat akkoord met de verordening. Het is goed dat bezwaren niet puur juridisch maar ook informeel opgelost kunnen worden. Hierbij kan zo goed mogelijk tegemoet gekomen worden aan de individuele gevallen.
Gemeente Hengelo, Commissie Bestuur, d.d. 2 december 2010
5/8
De heer Van den Heuvel (SP) is eveneens ingenomen met het voorstel. Door het jaarverslag wordt de raad geïnformeerd over wat er in de commissie gebeurt. Ook de schijn van belangenverstrengeling wordt in dit voorstel beter bestreden. Mevrouw Doornbos (BB) sluit zich aan bij het commentaar van de SP. Ook de informele afdoening dient in het jaarverslag benoemd te worden. De heer Carlak (CDA) vraagt of de lijnen hierdoor korter worden en of de burgers hier wat van zullen merken. Heeft het gevolgen voor de kosten? Hoe wordt de wijziging aan de burgers bekend gemaakt? De heer Çetinkaya (D66) vraagt waarom gekozen is om de secretaris van de commissie een rol te geven in de bemiddelingspoging. Het is een ambtenaar die mogelijk door bezwaarmakers niet als onafhankelijk wordt beschouwd. Zou die rol niet beter passen bij de onafhankelijke voorzitter van de commissie of bij de behandelende kamer? Bij artikel 5 klopt de nummering van lid 6 niet. De heer Fens (VVD) verklaart zich akkoord. Burgemeester Kerckhaert dankt voor de steun. Het jaarverslag gaat inderdaad naar commissie Bestuur. Er zal getracht worden daarin te vermelden wat er informeel is afgedaan. De kosten zullen niet afnemen. Het informeel afwerken zou kunnen lukken. Verordeningen worden altijd bekend gemaakt. De heer Wolsink geeft aan dat na artikel 5, lid 2 a,b,c,d, nummer 6 inderdaad geheel moet vervallen. Wanneer bij ontvangst van een bezwaarschrift blijkt dat er een vergissing of fout is gemaakt, kan via een korte klap geprobeerd worden het geschil op te lossen. Dat is remediation. Wanneer dat geformaliseerd wordt, veranderen de rollen van partijen. Het gaat dan weer lijken op een behandeling door een commissie. Daarmee verdwijnt het informele karakter. Wanneer de burger tevreden is, wordt het bezwaarschrift ingetrokken en daarmee is de procedure afgerond. Dit kan leiden tot afname van het aantal bezwaarschriften en kan ook leiden tot een grotere tevredenheid bij de bezwaarmakers. De heer Fens (VVD) vermoed dat hiermee ook de kosten worden gedrukt. De behandeling van een bezwaarschrift is immers een kostbare zaak. De heer Çetinkaya (D66) vraagt of er wel eens de beschuldiging van partijdigheid is uitgesproken. De heer Wolsink geeft aan dat de kosten blijven, maar naar een andere afdeling worden verlegd. De winst zit hem vooral in grotere tevredenheid bij de bezwaarmakers. Van partijdigheid of de beschuldiging daarvan is nooit iets gebleken. De voorzitter concludeert dat het voorstel wordt aangepast en daarna als hamerstuk naar de raad kan.
14.
Restauratie/renovatie van de buitenschil van het stadhuis (10G201744) De heer Alkema (CU) merkt op er bij vervanging van de dakbedekking wordt gesproken over een levensduur van veertig jaar. In hoeverre is dat reëel? Grote offertes moeten voldoen aan Europese regels. Is daar rekening mee gehouden? De heer Elferink (CDA) vindt het een goed voorstel dat ook goed aansluit bij de vertraagde besluitvorming rond het plan Lange Wemen. Er wordt goed gewerkt aan duurzaamheid. 7% energiebesparing levert € 10.000 per jaar. Het is goed voor de voorbeeldfunctie van de gemeente. Voor, tijdens en na de werkzaamheden moeten de burgers goed geïnformeerd zijn over de plaats van diverse diensten en loketten.
Gemeente Hengelo, Commissie Bestuur, d.d. 2 december 2010
6/8
De heer Fens gaat akkoord met de renovatie. € 20.000 voor bouwleges is toch vestzakbroekzak? De heer Çetinkaya (D66) vraagt of er een subsidie voor de renovatie kan worden verkregen daar het stadhuis vermoedelijk wordt aangewezen als rijksmonument. Is de renovatie onderdeel van het binnenstadsprogramma waarvoor de gemeenten een subsidie heeft ontvangen? De heer Van den Heuvel (SP) vraagt wat de meerkosten zijn van de zonnecellen. Mevrouw Doornbos (BB) vraagt of voor zonnecellen en zonnepanelen geen subsidie in het kader van duurzaamheid kan worden verkregen. De heer Genc gaat akkoord met een renovatie die vooruit loopt op de bouw van de Lange Wemen. Spreker veronderstelt dat men de kosten goed zal bewaken. Zonnecellen en – panelen passen goed bij het voornemen om duurzaam te willen zijn. Burgemeester Kerckhaert meldt dat er goed is gekeken naar de wijze van aanbesteding. Dit behoeft niet langs Europese normen te gaan. er zijn vier offertes verkregen op basis van een meervoudige onderhandse aanbesteding. De levensduur van het nieuwe rubberen dak, dat het huidige koperen dak vervangt, is inderdaad veertig jaar. De opmerking over communicatie met de burgers in verband met de gewijzigde opening is terecht en nuttig. Ook als het gaat om bouwleges heeft de gemeente een voorbeeldfunctie. De heer Meyvis toont EPDM, de nieuwe dakbedekking, waarmee al tientallen jaren ervaring bestaat. De vermelde levensduur is realistisch. Tevens toont de heer Meyvis de andere zijde van het EPDM waar de zonnecellen zijn aangebracht. Bij de huidige energieprijzen is het amper rendabel zonnecellen en zonnepanelen te plaatsen. In feite gaat het alleen om het prijsverschil tussen het getoonde materiaal en materiaal zonder zonnecellen. De terugverdientijd is omstreeks de helft van de levensduur. De prijzen die indertijd geraamd zijn, zullen met grote waarschijnlijkheid niet worden overschreden. Sinds juni is er een zeer nauwkeurige inventarisatie van werkzaamheden geweest. De kostenbepaling is gedaan aan de hand van een bouwkostendeskundige. Daarbij is 10% onvoorzien ingecalculeerd. Er was nog geen tijd om offertes te vragen. De verwachting is dat de offertes lager zullen uitvallen dan de berekening aan de hand van kengetallen. Provincie Overijssel verleent geen subsidie omdat het product al lang bestaat en dus niet innovatief is. Burgemeester Kerckhaert vult aan dat de heer Meyvis de zonnecellen heeft getoond. Op de verhoogde kapjes op het dak zullen bovendien zonnepanelen worden geplaatst. De heer Çetinkaya (D66) vraagt of de teveel opgewekte energie wordt opgeslagen of doorverkocht. – De heer Meyvis zegt dat dit niet het geval is. Het gaat om de besparing op de elektriciteitsrekening. De heer Fens (VVD) vraagt of het terugverdienen berekend is op basis van de huidige energieprijzen of dat daar een indexering bij is toegepast. - De heer Meyvis antwoordt dat de berekening is gemaakt op basis van de huidige energieprijs. Burgemeester Kerckhaert geeft aan dat het stadhuis is ontworpen door architect Berghoef, die ook het ANWB-kantoor in Den Haag en het gebouw van de Heidemij in Arnhem heeft ontworpen. Berghoef staat zeer in de belangstelling. Het stadhuis is al een gemeentelijk monument. De rijksdienst voor monumenten wil een aantal voorbeelden van naoorlogse architectuur verheffen tot rijksmonument. De ambitie is om in 2013 of 2014 bij heropening van het gebouw en de nieuwbouw aan de Lange Wemen het gebouw te doen Gemeente Hengelo, Commissie Bestuur, d.d. 2 december 2010
7/8
bevorderen tot rijksmonument en bij die gelegenheid subsidie daarvoor te vragen. De voorzitter concludeert dat het onderwerp als hamerstuk naar de raad kan. 15.
Controleprotocol 2010 (392536) Mevrouw Doornbos (BB) vraagt waar het bedrag van € 250.000 voor fouten en onzekerheden vandaan komt. Wethouder Mulder antwoordt dat de rapportagetolerantie een bedrag is dat de raad met de accountant afspreekt. Bedragen die dit te boven gaan worden onderzocht. Bedragen die hier onder blijven niet. Het is aan de raad om dit bedrag vast te stellen. Bovendien bepaalt de raad welke extra onderwerpen door de accountant diepgaand onderzocht dienen te worden. De voorzitter die tevens lid is van de auditcommissie geeft aan dat deze marge inderdaad met de accountant is besproken. Overigens worden alle aangetroffen fouten gerapporteerd. Indien men echter tot de korrel wil weten wat er gebeurt, dan stijgt het bedrag voor de accountancy explosief. De heer Çetinkaya (D66) vraagt of er ook aandacht wordt besteed aan de post Inhuur derden. Hoe gaat de gemeente om met het BTW-compensatiefonds? Wethouder Mulder stelt een onjuistheid vast bij Communicatie en Inspraak. Er heeft daar, in tegenstelling tot wat vermeld is, geen schriftelijk overleg plaatsgehad. De auditcommissie gaat over wat men met de accountant afspreekt. De raad kan aangeven wat men meer gerapporteerd wil zien. Dan zal het college die rapportage verzorgen en de accountant controleert of dat goed wordt gedaan. De vraag over het BTWcompensatiefonds zal op andere wijze worden beantwoord. De voorzitter concludeert dat het onderwerp als hamerstuk naar de raad kan.
16.
Rondvraag en sluiting Er zijn geen verdere vragen. De voorzitter sluit de vergadering om 21.35 uur.
Gemeente Hengelo, Commissie Bestuur, d.d. 2 december 2010
8/8
1-5-2011
3
Benchmark inhuur derden en P-samenstelling
Initiatiefvoorstel PH over recht van onderzoek
Onderwerp/Aanleiding Bedrijfsplan stadstoezicht
Visie op gebied van adviesraden n.a.v. onderzoek Arcon
2-11-2010
Bezoek lobbykantoor Brussel door delegatie raad
8
15-5-2008
21-10-2010 Uitnodiging IPT (dir./vz.) voor geven toelichting over Twentse Innovatieroute
PM
7
6 (260843)
Griffie/Sec N.a.v. de terugkoppeling van regioraadslid Winter over de tor BP regioraadsvergadering van 13 oktober jl. is deze suggestie (afd. REO) gedaan.
Kerckhaert
Afspraak was deze bij volgende berap paraat te hebben. Lievers Volgende berap is feitelijk het jaarverslag/jaarrekening 2010 (mei 2011). (Motie 9/10 nov.?)
Iniatiefnemer stemt af met fractie van D66 over aanpassingen. Opnieuw agenderen in raad van december 2010
Stand van zaken Wethouder Bespreken van nieuw bedrijfsplan met daarbij aandacht voor Kerckhaert het aantal toezichthouders en een financiële paragraaf.
Sector VL N.a.v. uitwerking pilot cameratoezicht Griffie De uitwerking van het politiek testament halverwege de raadsperiode evalueren. Griffie Uitbreiden met raadsleden Netwerkstad. Het bezoek wordt verplaatst naar de nieuwe raadsperiode. Presidium 29/3: e.e.a. wordt besproken in het Politiek Beraad.
Raad/ griffie
Actie STZ
Actielijst Raadscommissie Bestuur na vergadering 21 oktober 2010
4 29-9-2011 21-10-2010 Evaluatie cameratoezicht 5. (366820) 1-1-2012 20-5-2010 Tussenevaluatie raad
9-9-2010
1-12-2010 24-6-2010
Datum Opvoer 20-5-2010
2.
Nummer + Streef corsanr. datum 1. (366818) 1-2-2010
12 13
10 11
7 8 9
5 6
4
3
2
Actiepunten afgevoerd: 1
Brief aan eigenaren over baatbelasting alsnog versturen Verordening cie bezwaarschriften incl. besproken wijzigingen DB Regio Twente bezoekt de raad van Hengelo in cie bestuur Terugkoppeling bijeenkomst buurten met binnenstadgerelateerde problematiek. Toezending najaarsnotitie Grondbedrijf Toelichting op bijsturingsmaatregelen van 1,6 mln (nav de Berap) Overzicht ziekteverzuim Memo in relatie tot december-circulaire Toelichting op bijsturingsmaatregelen van 1,6 mln (nav de Berap) Toezending najaarsnotitie Grondbedrijf Memo met daarin tariefsvergelijking van aanlegvergunningen Memo mbt het ICT fonds Benchmarkgegevens betrekken bij akendiscussie
Ag.punt 2
Geleideformulier voor behandeling in commissie en/of raad
CASENUMMER
10G201958
PORT.HOUD:
Mulder
ONDERWERP:
Herziening aandeelhouderschap Twence.
RAADSGRIFFIE GRIFFIER: DHR. G.J. EEFTINK ADJUNCT-GRIFFIER: MW. A. HAARHUIS ADJUNCT-GRIFFIER: DHR. L.F. NIJLAND
paraaf griffier
Griffie-advies voor behandeling in commissie en/of raad Behandelen Commissie Fysiek Commissie Sociaal Commissie Bestuur Trefpunt (uitgebreide commissie) Raadsvergadering
Informeren
B
Datum
22/12 LN
13-01-2011
Opmerkingen griffier:
Behandeling in de raadscommissie
x Bestuur
Fysiek
Datum:
Sociaal
13-01
Agendapunt:
8
Besluit: Geïnformeerd Akkoord voor raadsbehandeling Hamerstuk Niet-akkoord paraaf griffier
Opmerkingen commissiegriffier:
Stuknummer: 396103
BESLISSINGSFORMULIER COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS CASENUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
10G201958 396252 / 396252
E. van Bree
PF
Mu
ONDERWERP
AGENDANUMMER
Herziening aandeelhouderschap Twence.
AFGESTEMD MET PORTEFEUILLEHOUDER?
GERAADPLEEGDE ADVIESORGANEN
Ja
Regio Twente
INTERACTIE
/ PARTICIPATIE
BELEIDSPROGRAMMA
/ BELEIDSLIJN
10 - Middelen
COMMUNICATIE
Openbaar Publiceren op openbare besluitenlijst. OPMERKINGEN VAN DE SECRETARIS
ONTWERPBESLUIT
Het college besluit: 1.
In te stemmen met de concepten van: a. De raamovereenkomst; b. Akte van statutenwijziging; c. aandeelhoudersovereenkomst met Attero NV; d. Akte van levering aandelen door Twence Beheer BV aan Regio Twente; e. Akte van levering aandelen door Regio Twente aan gemeenten; f. Aandeelhoudersovereenkomst gemeenten.
2.
Dit met inachtneming van de gemaakte en door de Regio Twente becommentarieerde opmerkingen.Deze concepten aan de raad te zenden, met het verzoek aan het presidium dit ter bespreking te agenderen in de commissie bestuur van 13 januari 2011, ten einde in die vergadering aan onze regioraadsleden input mee te geven voor hun opstelling in de regioraadsvergadering van 16 februari 2011; Als ontwerpbesluit (op grond van art. 160, lid 1 en 2 GW) – onder voorwaarde van conforme besluitvorming in de regioraad van 16 februari 2011 tot het verwerven van het Hengelose pakket aandelen in Twence en daarmee deel te nemen in deze besloten vennootschap; De gemeenteraad (via de commissie bestuur van 13 januari a.s.) te vragen zijn wensen en bedenkingen kenbaar te maken ten aanzien van dit ontwerpbesluit tot het verwerven van het Hengelose pakket aandelen in Twence en daarmee van het deelnemen in deze besloten vennootschap.
3.
4.
BESLUIT
BEGROTINGSASPECTEN
Niet van toepassing (eventueel binnen een product)
FORMATIEASPECTEN
DATUM
Dit voorstel heeft geen gevolgen voor de formatie.
ONTWERPTOELICHTING T.B.V. OPENBARE BESLUITENLIJST
Dit voorstel betreft de overname van een deel van de aandelen van Regio Twente in Twence BV. Regio Twente is tot dusver via Twence Beheer BV meerderheidsaandeelhouder in Twence BV. In oktober 2008 heeft de regioraad besloten om niet over te gaan tot verkoop van de aandelen en in plaats daarvan te kiezen voor een actieve invulling van het aandeelhouderschap. Daarvoor is het Strategisch Plan Herziening Aandeelhouderschap Twence opgesteld. Na een uitvoerige procedure heeft de regioraad dit plan op 14 oktober 2009 vastgesteld. Kernpunten hierin zijn onder andere dat Twence primair een nutsbedrijf is voor afval en energie en dat het collectief aandeelhouderschap van de Regio Twente wordt omgezet in een individueel aandeelhouderschap van de deelnemende gemeenten. Individueel aandeelhouderschap heeft als voordeel dat de gemeenten meer directe zeggenschap in Twence krijgen. Ook ontstaat er tussen de gemeenten en Twence een eenvoudiger en meer transparant informatie- en besluitvormingsproces. Door notariskantoor Kienhuis Hoving zijn diverse stukken opgesteld die de overdracht van aandelen van Regio naar Twentse gemeenten regelen. TOELICHTING/AANDACHTSPUNTEN T.B.V. COLLEGE
In 2000 is reeds goedkeuring verleend aan het besluit van de Regio Twente om Twence BV en Twence Beheer BV op te richten. De toetsing van het publieke belang alsmede aan de wetgeving heeft toen plaatsgevonden. De overdracht van de aandelen aan de gemeenten brengt in dit opzicht geen verandering. Het publiek belang wordt binnenkort versterkt. Ter uitvoering van het Strategisch Plan wordt via een statutenwijziging vastgelegd dat er een strategisch meerjarenbeleidsplan moet komen, dat door de algemene vergadering van aandeelhouders (AVA) wordt vastgesteld. Ook zeer grote investeringsbeslissingen moeten door de AVA worden goedgekeurd. Hierdoor wordt de invloed van de aandeelhouders versterkt. Risico’s Ten opzichte van de huidige situatie zijn er voor de gemeenten door de aandelenoverdracht geen nieuwe financiële risico’s. Weliswaar worden ook de reeds verstrekte garanties overgedragen aan de gemeenten, maar de bestaande verplichtingen jegens de Regio Twente zijn verplichte uitgaven. Verdeling Twence beheer heeft thans 819.000 gewone aandelen in Twence BV, die aldus worden overgedragen: 818.181 gewone aandelen aan de gemeenten en 819 tijdelijk winstdelende preferente aandelen aan de Regio Twente. Dat betekent dat de Regio Twente 0,1% van de aandelen behoudt. Overigens houdt de Regio Twente niet rechtstreeks aandelen in Twence, maar via Twence Beheer BV, waarvan de Regio Twente 100% aandeelhouder is. Voordat de Regio Twente de aandelen aan de gemeenten kan overdragen moeten deze eerst van Twence Beheer BV zijn verkregen. Statutair wordt bepaald dat uit de winst eerst het reguliere dividend wordt uitbetaald (2,5 mln aan de gemeenten) en dat daarna de Regio Twente het dividend (beoogd is 8 miljoen per jaar) voor de Agenda van Twente ontvangt. Vastgelegd wordt dat deze regeling geldt totdat de benodigde 80 miljoen is uitgekeerd. In verband daarmee wordt een statutenwijziging onderworpen aan goedkeuring door de Regio Twente. Verdeling van de aandelen vindt plaats aan de hand van het inwonertal per 1 januari 2010. Hoe zal na verdeling het aandelenbezit eruit zien? Gemeente Almelo Gemeente Borne Gemeente Dinkelland Gemeente Enschede Gemeente Hof van Twente Gemeente Haaksbergen Gemeente Hellendoorn Gemeente Hengelo Gemeente Losser Gemeente Oldenzaal Gemeente Rijssen-Holten Gemeente Tubbergen Gemeente Twenterand
95.000 aandelen 27.897 aandelen 34.056 aandelen 205.467 aandelen 46.359 aandelen 32.021 aandelen 46.795 aandelen 105.681 aandelen 29.607 aandelen 41.804 aandelen 36.992 aandelen 27.643 aandelen 43.909 aandelen
Gemeente Wierden 30.668 aandelen Gemeente Berkelland 14.282 aandelen Regio Twente 819 tijdelijk winstdelende preferente aandelen Attero NV 150.000 aandelen Vuilverwerkingsbedrijf N-Gron 30.969 aandelen Vuilverwerkingsbedrijf N-Gron 31 tijdelijk winstdelende preferente aandelen Totaal
1.000.000 aandelen
Essent NV had tot de overname door RWE 15% cumulatief preferente aandelen in Twence BV. Deze zijn overgedragen aan Attero NV, waarvan de gemeente Hengelo mede-aandeelhouder is. In het kader van deze overdracht hebben Twence BV en Twence beheer BV een aandeelhoudersovereenkomst met Attero NV gesloten, waarbij de rechten en plichten bij een aandelenoverdracht overgaan op de gemeenten. Materieel wordt de bestaande overeenkomst niet gewijzigd. De Regio Twente heeft onze vraag nog beantwoord waarom het geplaast kapitaal € 1.000.000,- is en het maatschappelijk kapitaal € 4.010.000,“Het geplaatst kapitaal beloopt inderdaad op het moment van de herstructurering in totaal € 1.000.000,= en het maatschappelijk kapitaal is groter. Dit verschil komt in de praktijk veelvuldig voor om de mogelijkheid te creëren dat een BV aandelen uitgeeft zonder dat de statuten moeten worden aangepast. Een BV kan niet meer aandelen uitgeven dan er volgens het maatschappelijk kapitaal zijn. De waarborg dat de belangen van aandeelhouders worden geëerbiedigd zijn terug te lezen in de bepaling die de uitgifte van aandelen en het voorkeursrecht van aandeelhouders regelt (artikel 5 statuten).” De Regio Twente heeft een financiële garantstelling afgegeven voor de bouw van de eerste en tweede verbrandingslijn, en een afvalleverings- en verwerkingscontract dat nog tot 1 juli 2022 geldt. In afwijking van het Strategisch Plan wordt om juridische redenen ervoor gekozen de bestaande contracten te handhaven en in de aandeelhoudersovereenkomst een verplichting van de gemeenten jegens de Regio Twente op te nemen. BIJLAGE(N)
---
Voorstel regioraad Auteur Datum Code Reg.nr.
: H.M. Bolhaar : 16 februari 2011
: :
Agendapunt:
Onderwerp : Overdracht aandelen Twence B.V. aan gemeenten.
Samenvatting Voorgesteld wordt in te stemmen met de tekst van 6 overdrachtsdocumenten, die vervolgens aan de gemeenten worden voorgelegd, en met de overdracht van de aandelen in Twence aan de gemeenten overeenkomstig deze documenten. Aan de regioraad, 1 Inleiding Op 14 oktober 2009 heeft uw raad vastgesteld het Strategisch plan herziening aandeelhouderschap Twence. Kernpunten hierin zijn o.a. dat Twence primair een nutsbedrijf is voor afval en energie en dat het collectief aandeelhouderschap van Regio Twente wordt omgezet in een individueel aandeelhouderschap van de deelnemende gemeenten (inclusief de gemeente Berkelland waarmee een specifieke regeling is getroffen bij de opheffing van de voormalige gemeente Neede). De huidige aandeelhouders in Twence B.V. zijn Twence Beheer B.V. (81,9% in de vorm van gewone aandelen), Vuilverwerkingsbedrijf Noord-Groningen (3,1% in de vorm van gewone aandelen; het gaat hier om een samenwerkingsverband van 4 gemeenten) en Attero B.V. (15% in de vorm van cumulatief preferente aandelen; Attero is de nieuwe naam voor Essent Milieu B.V.). De aandelen van Twence Beheer B.V. zijn voor 100% in handen van Regio Twente. Bij de verdeling van de aandelen over de gemeenten gaat het derhalve om de aandelen die Twence Beheer B.V. in Twence B.V. heeft. In het Strategisch plan is de overdracht van de aandelen gekoppeld aan enkele verplichtingen die de gemeenten blijven behouden. Het gaat om: 1. de levering van alle huishoudelijk afval en gft aan Twence, in het bijzonder het afvalleveringscontract voor de levering van 220.000 ton brandbaar huishoudelijk afval dat nog tot 1 juli 2022 loopt; 2. de financiële garantstelling die voor de bouw van de eerste en tweede verbrandingslijn van Twence is afgegeven; 3. het voortzetten van de transportkostenegalisatieregeling; 4. de bijdrage uit het dividend voor de Agenda van Twente; Voor meer gedetailleerde informatie over het in dit voorstel vermelde onderwerpen verwijzen wij u naar het Strategisch plan dat u op de website van Regio Twente kunt raadplegen. 2 Uitwerking In opdracht van Regio Twente zijn door het advocaten- en notarissenkantoor KienhuisHoving diverse documenten gemaakt die de overdracht van de aandelen regelen dan wel daarmee annex zijn. Deze documenten zijn op ambtelijk en bestuurlijk niveau (portefeuillehouders afval en financiën) met de gemeenten besproken. De volgende documenten liggen te besluitvorming voor: 1. Raamovereenkomst (bijlage 1); 2. Akte van statutenwijziging (bijlage 2); 3. Aandeelhoudersovereenkomst met Attero (bijlage 3); 4. Akte van levering aandelen door Twence Beheer B.V. aan Regio Twente (bijlage 4); 5. Akte van levering aandelen door Regio Twente aan gemeenten (bijlage 5) ; 6. Aandeelhoudersovereenkomst gemeenten (bijlage 6); Pagina 1 van 5
Als bijlage 7 treft u aan een overzicht van vragen/opmerkingen en antwoorden die naar aanleiding van deze besprekingen is opgesteld. 2.1 Raamovereenkomst In deze overeenkomst leggen de gemeenten, Regio Twente, Twence Beheer B.V. en Twence B.V. nadrukkelijk alle stappen vast die moeten leiden tot de beoogde wijziging van het aandeelhouderschap. Deze stappen zijn: 1. de aandeelhoudersvergadering van Twence neemt een besluit tot onder meer een statutenwijziging m.b.t. de doelstelling en de kwaliteitseis voor de aandeelhouders; 2. alle partijen bij de Raamovereenkomst gaan een nieuwe aandeelhoudersovereenkomst met Attero aan; 3. Twence Beheer B.V. draagt haar aandelen over aan Regio Twente; 4. Twence B.V. wijzigt haar statuten waarbij onder meer het aandelenkapitaal wordt gesplitst; 5. Regio Twente draagt haar gewone aandelen in Twence over aan de Twentse gemeenten; 6. de partijen bij de Raamovereenkomst gaan een aandeelhoudersovereenkomst aan waarin een aantal specifieke aangelegenheden (zie 2.6) worden geregeld; 7. Regio Twente gaat over tot ontbinding van Twence Beheer B.V. Middels ondertekening van de Raamovereenkomst geven de gemeenten onherroepelijk volmacht om de in deze overeenkomst opgenomen rechtshandelingen aan te gaan en de daartoe benodigde documenten te ondertekenen overeenkomstig de aan de gemeenten voorgelegde concepten. 2.2 Akte van statutenwijziging Hierin zijn, voor zover relevant, opgenomen de beslispunten uit het Strategisch plan. Het gaat hierbij o.a. om de doelstelling (nutsbedrijf), de kwaliteitseisen die aan een aandeelhouder worden gesteld (verplichte levering afval), de overdracht van aandelen (zie bijlage 8), de uitgifte van nieuwe aandelen (zie bijlage 9), het strategisch meerjarenbeleidsplan, investeringsbeslissingen en volgorde in de winstverdeling (zie bijlage 10). De wijzigingsakte voorziet voorts in een juridische waarborg dat Regio Twente uit de winst van Twence B.V. het nog resterende bedrag voor de Agenda van Twente ontvangt. In het voorstel aan de regioraad d.d. 29 juni 2009 hebben wij aangegeven dat wij in elk geval zekerheid willen over de juridische waarborgen als het gaat om de uitkering van het dividend van € 80 miljoen (thans nog ongeveer € 64 miljoen) voor de Agenda van Twente. Bij brief van 14 september 2009 hebben wij de mogelijkheden daarvoor aangegeven: contractuele regeling of bijzonder aandeel. In het kader van de besluitvorming over het Strategisch plan is afgesproken bij de uitwerking tot een keuze te komen. Wij kiezen voor de invoering van tijdelijk-winstdelende-preferente aandelen (ook wel gouden aandeel genoemd) om een ingewikkelde contractuele rechtsverhouding te voorkomen. Voorts betekent dit een duidelijke regeling bij de toetreding van nieuwe aandeelhouders. Door het dividend voor de Agenda van Twente te verbinden aan Regio Twente worden nieuwe aandeelhouders hiermee niet belast. Bovendien is Regio Twente op deze wijze betrokken bij de afwegingen in de aandeelhoudersvergadering worden gemaakt over de jaarlijkse winstuitkeringen omdat de uitkeringen aan voorwaarden gebonden zijn. Twence Beheer B.V. heeft thans 819.000 gewone aandelen in Twence B.V. Deze worden gesplitst in 818.181 gewone aandelen, die aan de gemeenten worden overgedragen, en 819 tijdelijkwinstdelende-preferente aandelen, die aan Regio Twente worden overgedragen. Statutair wordt bepaald dat uit de winst eerst het reguliere dividend van € 2,5 miljoen aan de gemeenten wordt uitgekeerd en dat daarna Regio Twente het dividend (beoogd is € 8 miljoen per jaar) voor de Agenda van Twente ontvangt (zie bijlage 10). Vastgelegd wordt deze regeling geldt totdat de € 80 miljoen is uitgekeerd. In verband daarmee wordt een statutenwijziging onderworpen aan goedkeuring door Regio Twente. Omdat Vuilverwerkingsbedrijf Noord-Groningen ook over gewone aandelen beschikt wordt aan dit samenwerkingsverband met betrekking tot de uitkering van het extra dividend naar verhouding eenzelfde positie als Regio Twente toegekend. De voormalige gemeente Neede was tot 1 januari 2005 deelnemer in Regio Twente. In het kader van de uittredingsregeling is met deze gemeente een overeenkomst gesloten waarin is vastgelegd dat de tussen Neede en Regio Twente op 31 december 2004 geldende rechten en plichten m.b.t. afvalverwerking na het opgaan van Neede in de gemeente Berkelland onverkort van kracht blijven en dat Neede op dit gebied wordt geschouwd als ware zij deelnemer in Regio Twente. Expliciet is daarbij Pagina 2 van 5
geregeld dat Berkelland naar verhouding een bijdrage uit het dividend van Twence ontvangt. Dit heeft dus ook betrekking op het extra dividend dat voor de Agenda van Twente wordt uitgekeerd. 2.3 Aandeelhoudersovereenkomst met Attero Essent N.V. had 15% cumulatief preferente aandelen in Twence B.V. Deze zijn buiten de overdracht van de aandelen van Essent N.V. aan RWE gebleven en met goedkeuring van de aandeelhoudersvergadering van Twence B.V. overgedragen aan Essent Milieu B.V. (thans genaamd Attero) waarvan de aandelen voor 100% bij publiekrechtelijke lichamen berusten. In het kader van deze overdracht hebben Twence B.V. en Twence Beheer B.V. een aandeelhoudersovereenkomst met Attero gesloten waarin de verplichting is opgenomen dat de hierin opgenomen rechten en plichten bij een aandelenoverdracht overgaan op de gemeenten. Materieel wordt de bestaande overeenkomst niet gewijzigd. Aspecten van formele aard maken dat de eenvoudigste route is een nieuwe overeenkomst vast te stellen. 2.4 Akte van levering aandelen door Twence Beheer B.V. aan Regio Twente Zoals hiervoor al is aangegeven heeft Regio Twente niet rechtstreeks aandelen in Twence B.V. Deze aandelen berusten bij Twence Beheer B.V. waarvan Regio Twente voor 100% aandeelhouder is. Voordat Regio Twente derhalve de aandelen aan de gemeenten kan overdragen moeten deze eerst van Twence Beheer B.V. zijn verkregen. Deze overdracht wordt aangemerkt als een dividenduitkering. 2.5 Akte van levering aandelen door Regio Twente aan gemeenten De volgende stap in de overdracht van aandelen is die tussen Regio Twente en de gemeenten. Dit vindt plaats in de vorm van een uitkering in natura. De verdeling van de aandelen vindt, conform uw besluit over het strategisch plan, plaats op basis van het inwoneraantal op 1 januari 2010. Daarbij geldt voor de gemeente Rijssen-Holten dat het inwoneraantal van de voormalige gemeente Holten niet wordt meegerekend omdat het afval uit Holten op basis van lopende verplichtingen elders wordt verwerkt. Voor de gemeente Berkelland wordt op basis van een met deze gemeente gesloten overeenkomst het inwoneraantal van de voormalige gemeente Neede per 31 december 2004 aangehouden. Het vorenstaande leidt tot een aandelenverdeling die op bijlage 5 is weergegeven. Door de aandelenoverdracht worden de gemeenten individueel aandeelhouder in Twence B.V. 2.6 Aandeelhoudersovereenkomst gemeenten Overdracht van aandelen aan de gemeenten betekent dat er afspraken moeten worden gemaakt over verplichtingen die nu bij Regio Twente berusten en over enkele andere aangelegenheden. Voor wat betreft de verplichtingen gaat het om de financiële garantstelling die Regio Twente in het kader van de bouw van de eerste en tweede verbrandingslijn heeft afgegeven en het afvalaanleveren verwerkingscontract dat nog tot 1 juli 2022 geldt. In afwijking van het Strategisch plan wordt er om juridische redenen voor gekozen de bestaande contracten te handhaven en in de aandeelhoudersovereenkomst een verplichting van de gemeenten jegens Regio Twente op te nemen. Daarnaast wordt vastgelegd de wijze waarop de middelen voor de Agenda van Twente aan Regio Twente worden uitgekeerd en dat de huidige transportkostenegalisatieregeling die tussen de gemeenten van kracht is, wordt gecontinueerd. Tenslotte bevat de overeenkomst een meeverkoopplicht. Voor het geval gemeenten die tezamen houder zijn van 85% van de gewone aandelen overeenkomen dat zij alle aandelen in Twence wensen te vervreemden aan een derde partij, dan zijn ook de gemeenten die niet wensen te verkopen verplicht hun aandelen mee te verkopen. 3 Overige beslispunten Strategisch plan De besluitvorming beperkt zich in dit stadium tot de acties die moeten worden ondernomen m.b.t. de overdracht van de aandelen. In het Strategisch plan zijn ook diverse beslispunten opgenomen die betrekking hebben op de uitwerking van aanbevelingen op het gebied van afval, klimaatbeleid en duurzaamheid. Deze aspecten zullen, zodra ze zijn uitgewerkt, aan de colleges van burgemeester en wethouders (i.c. de betreffende portefeuillehoudersoverleggen) worden voorgelegd. Daarnaast zijn er beslispunten die zich richten op de organisatie en/of bedrijfsvoering van Twence. Die worden door het bedrijf opgepakt, waar nodig in samenspraak met de colleges.
Pagina 3 van 5
Een belangrijke reden voor het in 2008 genomen besluit om de aandelen van Twence niet aan een marktpartij te verkopen is de maatschappelijke meerwaarde van het aandeelhouderschap. In bijgaande, door Twence opgestelde, notitie wordt ingegaan op die meerwaarde (bijlage 11). 4 Besluitvorming met betrekking tot overdracht aandelen De besluitvorming over de overdracht van de aandelen wordt in twee stappen genomen. Allereerst dient binnen Regio Twente worden besloten de aandelen (die formeel bij Twence Beheer berusten) aan de gemeenten over te dragen en daarna moet elke gemeente een besluit nemen om de aandelen te verwerven. Feitelijk besluiten de gemeenten tot het deelnemen in een besloten vennootschap. De besluitvorming binnen de gemeenten dient plaats te vinden op basis van gelijkluidende documenten. Daarom is het gewenst de besluitvormingprocedure binnen Regio Twente tevens te gebruiken om overeenstemming over de inhoud van deze documenten te verkrijgen. 4.1 •
• • • •
Procedure tot behandeling in regioraad van 16 februari 2011 Op dit regioraadsvoorstel is de zogenaamde 10-wekenprocedure van toepassing. Het is daarom begin november 2010 aan de gemeenteraden en colleges van burgemeester en wethouders toegezonden ten behoeve van het bepalen van het gemeentelijk standpunt voor de behandeling in de regioraad van 16 februari 2011. Op 1 december 2010 is dit voorstel onderwerp van bespreking in een radenconferentie. Tot 15 januari 2011 kunnen vragen over de overdrachtsdocumenten worden ingediend bij het dagelijks bestuur. Deze worden uiterlijk 22 januari 2011 beantwoord. Op 2 februari 2011 wordt dit voorstel voor advies voorgelegd aan het gezamenlijke portefeuillehoudersoverleg afval en financiën. Indien vorenstaande leidt tot aanpassing van dit voorstel en/of de overdrachtdocumenten zal dat zo spoedig mogelijk na 2 februari 2011 worden meegedeeld.
4.2 Procedure bij gemeenten na behandeling in regioraad Zo spoedig mogelijk na 16 februari 2011 worden de overdrachtsdocumenten met een modelvoorstel en –besluit toegezonden aan de colleges van burgemeester en wethouders t.b.v. het besluit om de aandelen te verwerven en daarmee de deelname in Twence B.V. Op grond van artikel 160, lid 1 van de Gemeentewet is het college bevoegd hiertoe te besluiten. In lid 2 is bepaald dat het college pas kan besluiten nadat de gemeenteraad een ontwerp-besluit is toegezonden en in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen. Indien een gemeente dat effectief vindt kan de 10-wekenprocedure t.b.v. besluitvorming in de regioraad hiervoor benut worden. Het besluit van het college behoeft de goedkeuring van gedeputeerde staten. Vanuit Regio Twente is hierover op ambtelijk niveau vooroverleg met de provincie gevoerd. Een model-brief aan gedeputeerde staten wordt aan de gemeenten verstrekt. Na de goedkeuring door gedeputeerde vinden de nodige aktepasseringen plaats waarmee de overdracht van de aandelen en de daaraan verbonden afspraken formeel worden geregeld. De beoogde datum van de aandelenoverdracht is 1 juni 2011. 4.3 Ondersteuning bij bespreking overdrachtdocumenten Indien gemeenten bij de bespreking van dit regioraadsvoorstel en de daarbij behorende documenten behoefte hebben aan een toelichting of ondersteuning vanuit Regio Twente dan kan hiervoor contact worden opgenomen met de auteur van dit voorstel.
Pagina 4 van 5
Voorstel Wij stellen u voor in te stemmen met: 1. de concepten van: 1. Raamovereenkomst (bijlage 1); 2. Akte van statutenwijziging (bijlage 2; de wijzigingen t.o.v. de huidige tekst zijn zichtbaar gemaakt middels onderstreping c.q. doorhaling); 3. Aandeelhoudersovereenkomst met Attero (bijlage 3); 4. Akte van levering aandelen door Twence Beheer B.V. aan Regio Twente (bijlage 4); 5. Akte van levering aandelen door Regio Twente aan gemeenten (bijlage 5) ; 6. Aandeelhoudersovereenkomst gemeenten (bijlage 6); 2. de overdracht van de aandelen in Twence aan de gemeenten overeenkomstig de onder 1 ad 1 t/m ad 6 vermelde documenten. 3. de gemeenten te verzoeken de aandelen in Twence te verwerven en daarmee in deze besloten vennootschap deel te nemen overeenkomstig de onder 1 ad 1 t/m ad 6 vermelde documenten. Enschede, 1 november 2010 Dagelijks bestuur, secretaris,
voorzitter,
dr. J.M.E. Traag
P.E.J. den Oudsten
Bijlagen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
Raamovereenkomst; Akte van statutenwijziging; Aandeelhoudersovereenkomst met Attero; Akte van levering aandelen door Twence Beheer B.V. aan Regio Twente; Akte van levering aandelen door Regio Twente aan gemeenten; Aandeelhoudersovereenkomst gemeenten; Overzicht vragen en antwoorden; Schema overdracht aandelen; Schema uitgifte nieuwe aandelen; Schema winstverdeling; Notitie maatschappelijke meerwaarde aandeelhouderschap Twence.
Pagina 5 van 5
Geleideformulier voor behandeling in commissie en/of raad
CASENUMMER
10G201714
PORT.HOUD:
Lievers
ONDERWERP:
Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2011
RAADSGRIFFIE GRIFFIER: DHR. G.J. EEFTINK ADJUNCT-GRIFFIER: MW. A. HAARHUIS ADJUNCT-GRIFFIER: DHR. L.F. NIJLAND
paraaf griffier
Griffie-advies voor behandeling in commissie en/of raad Behandelen Commissie Fysiek Commissie Sociaal Commissie Bestuur Trefpunt (uitgebreide commissie) Raadsvergadering
Informeren
2/12 LN
Datum
B
13-01-2011
B
25-01-2011
Opmerkingen griffier:
Behandeling in de raadscommissie
x
Bestuur
Fysiek
Datum:
Sociaal
13-01-2011
Agendapunt:
9
Besluit: Geïnformeerd Akkoord voor raadsbehandeling Hamerstuk Niet-akkoord paraaf griffier
Opmerkingen commissiegriffier:
Stuknummer: 389209
SAMENVATTING RAADSVOORSTEL CASENUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
10G201714 389922 / 389922
A. Akman
PF
Ke
ONDERWERP
AGENDANUMMER
Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2011
BELEIDSPROGRAMMA/BELEIDSLIJN
10 - Middelen
REDEN VAN AANBIEDING
Initiatief voorstel verordening De huidige Verordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden 2002 dient geactualiseerd te worden. De huidige verordening maakt plaats voor een nieuwe Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2011. SAMENVATTING VAN HET RAADSVOORSTEL EN HET VERVOLGTRAJECT
Bij actualisering van de verordening dient de raad een aantal keuzes te maken over de inhoud van de verordening. In de voorliggende verordening zijn keuzes gemaakt, waar de raad van kan afwijken. Ter vergadering kan dus een andere keuze worden gemaakt. Belangrijke wijzigingen, keuzemogelijkheden en gemaakte keuzes worden bij de ‘overwegingen’ toegelicht. De keuzemogelijkheden liggen op het gebied van: - cafetariamodel - aanvullende vergoeding voor bijzondere raadscommissies; - ziektekostenvoorziening voor raadsleden; - collectieve verzekeringen en uitkeringsvoorziening raadsleden; - vergoeding voor werkzaamheden raadslid; - vaste onkostenvergoeding raadsleden en wethouders; - tijdelijk ontslag wegens zwangerschap en bevalling of ziekte; - salderingsregeling reiskosten wethouders; - uitvoeringsregeling verblijfkosten; - kosten cursussen e.d. wethouders en raadsleden; - vergoeding aanleg- en abonnementskosten internetverbinding wethouders en raadsleden; - verlaging raadsvergoeding bij arbeidongeschiktheid; - compensatie korting werkloosheidsuitkering raadslid; - reis-, pension- en verhuiskosten wethouder; - inwerkingtreding verordening. Na vaststelling van de verordening zal deze worden geïmplementeerd door de afdeling P&O, in samenspraak met de andere betrokken afdelingen. PLAATSGEVONDEN COMMUNICATIE, DE RESULTATEN DAARVAN EN HET COMMUNICATIEPLAN VOOR HET VERVOLGTRAJECT
x
VOORSTEL AAN DE RAAD
Aan de raad wordt voorgesteld: vast te stellen de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2011.
OPSOMMING VAN BIJLAGEN
-
concept Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2011 concept toelichting op Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2011
RAADSVOORSTEL REGISTRATIENR.
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
10G201714
A. Akman
PF
Ke
ONDERWERP
Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2011
AANLEIDING EN DOEL
De huidige Verordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden 2002 dient geactualiseerd te worden. De huidige verordening maakt plaats voor een nieuwe Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2011. De nieuwe verordening gaat gepaard met een toelichting. Bij actualisering dient de raad een aantal keuzes te maken. Deze worden hieronder toegelicht. OVERWEGINGEN
1. Inleiding Voor u ligt de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2011 met een toelichting daarop. Deze verordening treedt in de plaats van de Verordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden 2002. Bij de totstandkoming van de verordening is de voorbeeldverordening van de VNG als uitgangspunt genomen. De voorbeeldverordening is aan gemeenten toegezonden als bijlage bij de VNGledenbrief van 29 maart 2007 (kenmerk ECCVA/U200700476). NB: de verordening heeft geen invloed op het amendement betreffende korting van de fractievergoeding met 15% (€ 20.000), welk amendement op 9 november 2010 door de raad is aangenomen.
2. Achtergrond verordening De rechtspositie van raads- en commissieleden is neergelegd in de Gemeentewet en het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden. De rechtspositie van wethouders is neergelegd in de Gemeentewet, het Rechtspositiebesluit wethouders en de (ministeriële) Regeling rechtspositie wethouders. Daarnaast is voor wethouders in de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa) de uitkering na aftreden en het pensioen geregeld. In zowel het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden als in het Rechtspositiebesluit wethouders is bepaald dat voor een aantal voorzieningen de raad een verordening dient vast te stellen. Deze voorzieningen liggen voornamelijk in de secundaire sfeer. Op grond van de artikelen 44 en 99 van de Gemeentewet moet aan elke vergoeding en tegemoetkoming een wettelijke bepaling ten grondslag liggen. NB: De onderhavige Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2011 geldt niet voor de burgemeester. Voor deze politieke ambtsdrager zijn de voorzieningen uit de verordening al geregeld in de voor burgemeesters geldende rechtspositieregelingen. Voor burgemeesters is de rechtspositie neergelegd in de Gemeentewet, het Rechtspositiebesluit burgemeesters en de (ministeriële) Regeling rechtspositie burgemeesters. De uitkering na ontslag is in de Appa geregeld. Voor hun pensioen zijn burgemeesters deelnemer aan de pensioenregeling van de Stichting Pensioenfonds ABP. Het is de bedoeling dat burgemeesters in de toekomst voor hun pensioen ook onder de Appa komen te vallen.
3. Herziening verordening De gemeente Hengelo heeft voornoemde voorzieningen momenteel neergelegd in de Verordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden 2002. Deze verordening is gedateerd. Door vaststelling van de nieuwe Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2011 wordt de huidige verordening volledig geactualiseerd. Bij de nieuwe verordening is een toelichting geschreven. De toelichting maakt de verordening voor de gebruikers toegankelijker. Bij de totstandkoming ervan is gebruik gemaakt van de toelichtingen op de voorbeeldverordening van de VNG en voornoemde rechtspositiebesluiten. Werkkostenregeling Vanaf 1 januari 2011 wordt in Nederland de zogenoemde werkkostenregeling van kracht. Deze regeling vervangt het huidige systeem van onbelaste vergoedingen en verstrekkingen. Tot 2014 geldt een keuzeregime en hebben organisaties de mogelijkheid om jaarlijks te kiezen voor de nieuwe werkkostenregeling of voortzetting van het huidige stelsel van vergoedingen en verstrekkingen. Vanaf 2014 geldt voor alle organisaties de werkkostenregeling.
De invoering van de werkkostenregeling zal ook consequenties hebben voor de onbelaste vergoedingen van politieke ambtdragers. Landelijke partijen (w.o. ministerie BZK en VNG) buigen zich over deze problematiek. Wijzigingen in de landelijke regelingen voor politieke ambtsdragers kunnen leiden tot herziening van de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2011. Deze wijzigingen zullen naar verwachting merendeels van technische en niet van inhoudelijke aard zijn. De onkostenvergoedingen van de politieke ambtsdragers dienen onderdeel te worden van de werkkostenregeling die de gemeente Hengelo uiterlijk per 2014 voor alle medewerkers invoert. Op het moment dat de werkkostenregeling in de gemeente Hengelo wordt ingevoerd, worden de gewijzigde landelijke regelingen voor politieke ambtsdragers in Hengelo van kracht en dient de verordening zo nodig te worden aangepast. Cafetariamodel Voor gemeentelijk personeel is in 2008 een uitgebreidere cafetariaregeling ingevoerd. Met het cafetariamodel kunnen medewerkers salarisonderdelen (bronnen) ruilen tegen andere arbeidsvoorwaarden (doelen), die fiscaal onbelast zijn. Het ruilen van geld voor fiscaal onbelaste doelen levert een belastingvoordeel op. Het belastingvoordeel is afhankelijk van het belastingtarief waarin men zit. Dat ligt tussen 37% en 52%. Over salarisonderdelen die een medewerker in het cafetariamodel gebruikt voor fiscaal onbelaste doelen betaalt men geen loonbelasting en sociale verzekeringspremies. Dit is voor de gemeente evenzo aantrekkelijk, want de gemeente betaalt minder werkgeverslasten. Uiteraard brengt de regeling wel uitvoeringskosten voor de afdeling P&O mee. Daarom wordt de cafetariaregeling voor de gemeente als budgetneutraal aangemerkt. Op grond van de huidige verordening kunnen raadsleden en wethouder al meedoen aan het fietsplan, dat in 2008 onderdeel is geworden van de cafetariaregeling. In de nieuwe verordening zijn de bepalingen over het fietsplan zodanig bijgesteld, dat nu wordt verwezen naar de fiets woon-werkverkeer uit de cafetariaregeling (artikelen 10 en 23). De rest van het cafetariamodel is voor raadsleden en wethouders slechts voor een deel passend. De meeste andere onderdelen van het cafetariamodel worden namelijk al aan raadsleden en wethouders vergoed, zoals beroepskosten (vaste onkostenvergoeding) en scholingskosten. Maar het belangrijkste onderdeel van het cafetariamodel is ook voor raadsleden en wethouders relevant, namelijk de vergoeding van reiskosten woon-werkverkeer. Deze vergoedingsregeling is nu in de verordening opgenomen (in artikel 5 voor raadsleden en artikel 15 voor wethouders). In de toelichting bij artikel 5 van de verordening staat een uitleg over deze vergoedingsregeling. Nogmaals: de vergoedingsregeling is voor de gemeente budgetneutraal, net als de fiets woon-werkverkeer, de spaarloonregeling en de levensloopregeling die al ook onderdeel uitmaken van de verordening. Er is geen verplichting om mee te doen aan het cafetariamodel. Iedereen maakt zijn eigen keuze. De gemeente Hengelo zal het cafetariamodel arbeidsvoorwaarden aanpassen in verband met invoering van de werkkostenregeling, uiterlijk per 2014. Dit zal waarschijnlijk gevolgen hebben voor de wijze waarop van de fiets woon-werkverkeer gebruik kan worden gemaakt (het fietsplan). De huidige fiscale faciliteit voor de reiskostenvergoeding woon-werkverkeer kan onder de werkkostenregeling ongewijzigd worden gehandhaafd. 4. Te maken keuzes in de verordening De raad dient een aantal keuzes te maken over de inhoud van de verordening. In de voorliggende verordening zijn keuzes gemaakt, waar de raad van kan afwijken. Ter vergadering kan dus een andere keuze worden gemaakt. Wijzigingen, keuzemogelijkheden en gemaakte keuzes worden hieronder toegelicht. 4.1
Algemeen
Vergoeding voor commissieleden Het is mogelijk om een vergoeding toe te kennen aan commissieleden. Daaronder wordt verstaan een lid van een commissie als bedoeld in de artikelen 82, 83 en 84 van de Gemeentewet (hoofdstuk V), dat niet tevens raadslid of wethouder is of ambtenaar die als zodanig tot lid van een commissie is benoemd. Het gaat om de betreffende leden van: 1. een raadscommissie die besluitvorming van de raad kan voorbereiden en met het college of de burgemeester kan overleggen (artikel 82); 2. een bestuurscommissie belast met bepaalde bevoegdheden (artikel 83); 3. een andere commissie (artikel 84), zoals een bezwarenadviescommissie en een klachtencommissie.
In de huidige verordening is voor commissieleden geen vergoeding opgenomen. Gemaakte keuzes vergoeding voor commissieleden Ad. 1 (artikel 82 Gemeentewet) Het betreft hier feitelijk fractievertegenwoordigers. Veel fracties bij de gemeente Hengelo geven hun fractievertegenwoordigers een vergoeding uit het fractiebudget. Om deze reden en om extra administratieve lasten te voorkomen, is in de nieuwe verordening geen vergoeding opgenomen voor de fractievertegenwoordigers. Ad. 2 (artikel 82 Gemeentewet) De gemeente Hengelo kent geen bestuurscommissies. Hiervoor is dus geen vergoeding in de verordening opgenomen. Ad. 3 (artikel 84 Gemeentewet) Aan leden van bezwarenadviescommissies en de rekenkamercommissie wordt voor hun werkzaamheden een vaste vergoeding toegekend. Deze vergoeding is momenteel niet bij verordening geregeld. Dat zou op grond van de Gemeentewet wel moeten. Daarom is de vergoeding nu in de nieuwe verordening opgenomen, alsmede de indexatie van die vergoeding (artikel 25, lid 2). De indexatie wordt in de praktijk al lange tijd gehanteerd en is dezelfde indexatie als de Minister van BZK op grond van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden toepast op de vergoeding van de raadsleden. Voor de betreffende commissieleden geldt ook een vergoeding van reis- en verblijfkosten. Die is nu in de verordening van een juridische grondslag voorzien. Aanvullende vergoeding voor bijzondere raadscommissies De gemeenteraad is op grond van artikel 4a van het Rechtspositiebesluit bevoegd om raadsleden die lid zijn van bijzondere raadscommissies een aanvullende vergoeding toe te kennen van maximaal 5% van de vergoeding voor de werkzaamheden die raadsleden krijgen, dus exclusief de onkostenvergoeding. Het betreft commissies waarvoor werkzaamheden worden verricht die vallen buiten de reguliere raadswerkzaamheden. Dergelijke extra activiteiten voor een beperkt deel van de raadsleden hebben vaak een incidenteel karakter met een aanzienlijk tijdsbeslag. Daarom worden dergelijke commissies ook benoemd. Het gaat om vertrouwenscommissies, belast met de beoordeling van burgemeesterskandidaten (artikel 61, derde lid Gemeentewet), rekenkamercommissies belast met de rekenkamerfunctie (artikel 81a Gemeentewet) en onderzoekscommissies belast met onderzoek naar het door het college of de burgemeester gevoerde bestuur (artikel 155a, derde lid Gemeentewet). Reguliere commissies die zijn ingesteld ter voorbereiding van de besluitvorming in de gemeenteraad op grond van artikel 82 van de Gemeentewet vormen geen grond om deze vergoeding toe te kennen. Gemaakte keuze aanvullende vergoeding bijzondere raadscommissies Een aanvullende vergoeding voor bijzondere raadscommissies is in de verordening niet mogelijk gemaakt. Het deelnemen aan deze commissies is een uitzondering en leidt in voorkomende gevallen tijdelijk tot extra belasting voor een raadslid. Vervallen bepaling kinderopvang In de nieuwe verordening is de bepaling over de kinderopvangvergoeding voor raadsleden en wethouders vervallen. Voor kinderopvang is in de huidige verordening aangesloten bij de vergoeding die het personeel van de gemeente krijgt op grond van de Regeling kinderopvang gemeente Hengelo. Deze regeling bestaat echter niet meer. Op grond van de Wet Kinderopvang wordt de werkgeversbijdrage nu verstrekt door de Belastingdienst. Ook raadsleden en wethouders vallen onder de Wet Kinderopvang en kunnen een kinderopvangtoeslag aanvragen als ze voldoen aan de criteria van die wet. Ziektekostenvoorziening In 2006 is de Zorgverzekeringswet (Zvw) van kracht geworden en dientengevolge de basisverzekering ingevoerd. Ambtenaren, wethouders en burgemeesters betalen een inkomensafhankelijke bijdrage in de kosten van de basisverzekering (in 2010 het normale tarief 7,05%), maar krijgen dit zelfde bedrag op grond van de Zvw van de gemeente vergoed. Over die vergoeding is loonheffing verschuldigd. De gemeente betaalt dus de inkomensafhankelijke bijdrage en de ambtenaar, wethouder en burgemeester de belasting daarover. Bij meerdere werkgevers betaalt elke werkgever de bijdrage en vergoeding. De Belastingdienst betaalt eventueel te veel ingehouden bijdrage na afloop van het kalenderjaar terug aan de werkgevers
Ongeacht of een raadslid gekozen heeft voor het fictieve werknemerschap of de status van fiscaal zelfstandige, moet over de raads- en onkostenvergoeding ook een inkomensafhankelijke bijdrage in de kosten van de basisverzekering worden betaald (het verlaagde tarief, dat is in 2010 4,95%). Bij degenen die hebben gekozen voor het fictieve werknemerschap (opting-in) wordt deze premie door de gemeente ingehouden. Zelfstandigen betalen de premie via de inkomstenbelasting. Na afloop van het belastingjaar zal aan de hand van de vaststelling van het maximum inkomen waarover de bijdrage wordt geheven (dus alle belastbare inkomsten die in welke hoedanigheid dan ook door het raadslid zijn ontvangen) worden vastgesteld of te veel is ingehouden respectievelijk betaald. In dat geval zal een deel door de Belastingdienst worden terugbetaald. In 2010 bedraagt genoemd maximum inkomen € 33.189. Anders dan ambtenaren, wethouders en burgemeesters hebben raadsleden geen wettelijk recht op vergoeding door de gemeente van de inkomensafhankelijke bijdrage die zij betalen. Met terugwerkende kracht tot 1 januari 2006, de invoeringsdatum van de Zvw, kan de raad op grond van artikel 11 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden besluiten dat raadsleden hiervoor wel een tegemoetkoming krijgen. Dit moet bij verordening worden bepaald. De tegemoetkoming bedraagt sinds 1 april 2009 € 203,21 bruto per jaar en wordt naar evenredigheid bijgesteld als de nominale eindejaarsuitkering van het rijkspersoneel een wijziging ondergaat. De tegemoetkoming is door tussenkomst van de VNG tot stand gekomen op verzoek van een groot aantal gemeenten als reactie op de inhouding van de inkomensafhankelijke bijdrage waardoor de netto raadsvergoeding vermindert. De tegemoetkoming kan worden gezien als een compensatie hiervoor. De raad kan er voor kiezen de tegemoetkoming in te voeren. De kosten zouden voor de gemeente Hengelo ruim € 7.500 per jaar bedragen. Daarbij kan de terugwerkende kracht achterwege worden gelaten. Gemaakte keuze ziektekostenvoorziening De tegemoetkoming voor de inkomensafhankelijke Zvw bijdrage is niet in de verordening opgenomen omdat deze in de meeste gevallen niet passend dan wel relevant is. Ter toelichting daarop het volgende. Naast hun raadslidmaatschapvergoeding hebben de meeste raadsleden bij de gemeente Hengelo een ander inkomen uit arbeid of vroegere arbeid. Een tegemoetkoming voor de inkomensafhankelijke Zvw als raadslid is in principe alleen opportuun voor raadsleden van wie dat andere inkomen lager is dan het maximum van € 33.189 (2010), waarover de inkomensafhankelijke Zvw moet worden betaald. In verband met dat andere inkomen ontvangen raadsleden meestal al een vergoeding voor de inkomensafhankelijke bijdrage. Als dat niet zo is (zelfstandigen zijn bijvoorbeeld uitgezonderd), dan zou de gemeente die consequentie niet voor haar rekening hoeven nemen. Collectieve verzekeringen en uitkeringsvoorziening Voor raadsleden kunnen door het college collectieve verzekeringen worden afgesloten waarbij wordt voorzien in de opbouw van een ouderdomspensioen en in geldelijke voorzieningen bij invaliditeit en overlijden. De te betalen premie voor deze verzekeringen komen dan niet ten laste van de raadsleden maar ten laste van de gemeente. Als gevolg van de dualisering is de bevoegdheid tot het afsluiten van een collectieve verzekering neergelegd bij het college van burgemeester en wethouders. en geldelijke voorziening bij overlijden kan bijvoorbeeld ook bestaan uit het uitkeren van een bedrag ineens. Een bedrag dat gelijk is aan de feitelijke vergoeding voor de werkzaamheden van het raadslid, die hij laatstelijk genoot, over een tijdvak van drie maanden (vergelijkbaar met de voor wethouders geldende regeling). Tevens kan voorzien worden in een (werkloosheids)uitkering bij aftreden. Gemaakte keuze collectieve verzekeringen en uitkeringsvoorziening Bovenstaande voorzieningen zijn niet in de verordening opgenomen. Deze voorzieningen zijn niet passend in een middelgrote gemeente, waar het raadslidmaatschap doorgaans niet de ‘hoofdfunctie’ van betrokkene is.
4.2
Artikelsgewijs
Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden van het raadslid In het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden is geregeld dat raadsleden voor hun werkzaamheden een vergoeding ontvangen. De hoogte van de vergoeding wordt bij gemeentelijke verordening bepaald. In het Rechtspositiebesluit is het maximale bedrag van de vergoeding voor de werkzaamheden aangegeven, waar tot ten hoogste 20% van kan worden afgeweken. In artikel 2 is de hoogte van de vergoeding bepaald op het maximale bedrag. De raad kan besluiten naar beneden af te wijken van het door de minister vastgestelde maximum. De afwijking naar beneden kan op verschillende manieren: -
de raad stelt de raadsvergoeding in algemene zin lager vast op een percentage tussen 80 en 100 van het door de minister vastgestelde maximum;
-
de raad stelt vast dat een deel van de raadsvergoeding wordt uitbetaald als presentiegeld, berekend naar het aantal gehouden vergaderingen. Dat deel mag maximaal 20% van de raadsvergoeding zijn.
-
de raad stelt een combinatie van bovenstaande mogelijkheden vast, bijvoorbeeld 90% raadsvergoeding, 10% presentiegeld.
Er mag geen onderscheid worden gemaakt tussen raadsleden, dus een presentievergoeding of een lagere raadsvergoeding geldt voor alle raadsleden. NB: Er wordt wel een onderscheid gemaakt tussen reguliere raadsleden en raadsleden die fractievoorzitter zijn. Fractievoorzitters ontvangen sinds 2009 naast hun vergoeding voor de werkzaamheden op grond van artikel 8b van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden een toelage. Van deze toelage kan niet in de eigen gemeentelijke verordening worden afgeweken.
Gemaakte keuze raadsvergoeding In de huidige verordening wordt het maximale bedrag van de raadsvergoeding gehanteerd. Dat is in 2010 € 1.327,96 bruto / ca. € 811 netto per maand. Er is in de nieuwe verordening voor gekozen om de vergoeding te handhaven op het maximale bedrag. Gelet op de forse tijdsinvestering die het raadswerk vergt is er geen reden dit bedrag naar beneden bij te stellen. Het werken met presentiegeld lijkt in de gemeente Hengelo eveneens niet opportuun. Artikelen 3 en 14 Vaste onkostenvergoeding De hoogte van de onkostenvergoeding wordt bij gemeentelijke verordening bepaald. In de rechtspositiebesluiten voor wethouders en raadsleden is het maximale bedrag van de onkostenvergoeding aangegeven. In de artikelen 3 en 14 is de hoogte van de onkostenvergoeding bepaald op het maximale bedrag. De onkostenvergoeding kan door de raad op een lager bedrag worden bepaald, dat echter niet lager mag zijn dan 80% van het door de minister vastgestelde maximum. Gemaakte keuze onkostenvergoeding In de huidige verordening wordt het maximale bedrag van de onkostenvergoeding gehanteerd. Dat is voor raadsleden in 2010 € 308,06 bruto / ca. € 148 netto per maand. En voor wethouders in 2010 € 614,45 bruto / ca. € 295 netto per maand. - Er is in de nieuwe verordening voor gekozen om de onkostenvergoeding van raadsleden te handhaven op het maximale bedrag. - De maandelijkse onkostenvergoeding voor wethouders wordt met € 25,-- bruto naar beneden bijgesteld. In de vergoeding zit namelijk ook een component telefoonkosten privételefoon. In de praktijk wordt bij de gemeente Hengelo vanuit de bedrijfsvoering op aanvraag een mobiele telefoon in bruikleen verstrekt, die de wethouder ook gebruikt als hij thuis is. De vermindering van de onkostenvergoeding bewerkstelligt dat een dubbele vergoeding van telefoonkosten wordt voorkomen. Het advies van de VNG is opgevolgd om de vaste onkostenvergoeding te verminderen met € 25,- bruto per maand. Dit bedrag is afgeleid van de telefoonkostenvergoeding van burgemeesters, die recht hebben op een vergoeding van € 25,- bruto per maand voor het gebruik van de vaste privé telefoon (telefoonkosten maken geen deel uit van de vaste onkostenvergoeding/ambtstoelage van burgemeesters).
Artikel 13
Voorzieningen bij tijdelijk ontslag wegens zwangerschap en bevalling of ziekte Artikel 95, lid 1 van de Gemeentewet schrijft voor dat de gemeente aan raadsleden aan wie ingevolge artikel X 10 van de Kieswet ontslag is verleend wegens zwangerschap en bevalling of ziekte een bij verordening van de raad vast te stellen vergoeding voor hun werkzaamheden en een tegemoetkoming in de kosten ontvangen. Deze voorziening is nu geregeld in het nieuwe artikel 12. Ook de tijdelijke vervangers krijgen een vergoeding voor hun werkzaamheden en een tegemoetkoming in de kosten. Gemaakte keuze voorzieningen bij tijdelijk ontslag wegens zwangerschap en bevalling of ziekte Er is geen keuze om voor deze situatie wel of niet een vergoeding voor de werkzaamheden en een tegemoetkoming in de kosten op te nemen. Voor de hoogte van de vergoeding is in deze verordening aangesloten bij de desbetreffende bepaling uit de voorbeeldverordening van de VNG. Het is niet aan te bevelen hiervan af te wijken. Artikelen 15 en 16 Reiskosten woon-werkverkeer en zakelijke reis- en verblijfkosten wethouders Wethouders hebben recht op een vergoeding van reiskosten woon-werkverkeer. Zij hebben recht op vergoeding van reiskosten openbaar vervoer of, bij gebruik van de eigen personenauto, vergoeding van € 0,15 per kilometer. Voor zakelijke reiskosten hebben zij recht op vergoeding van de (in redelijkheid gemaakte noodzakelijke) reiskosten van het gebruik van het openbaar vervoer en van een taxi. Bij gebruik van een eigen vervoermiddel hebben zij recht op een vergoeding van € 0,37 bruto per kilometer (= € 0,28 netto per kilometer). Tot 2004 werd in de rechtspositiebesluiten voor de reiskostenvergoeding verwezen naar de reisregelingen van de sector Rijk. Sinds 1 januari 2004 is voor wethouders de ‘Regeling rechtspositie wethouders’ ingevoerd (en voor burgemeesters de ‘Regeling rechtspositie burgemeesters’). De vergoedingen in deze regelingen zijn in principe dezelfde als in de genoemde reisregelingen zijn opgenomen. Maar de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft door deze specifieke regelingen voor politieke ambtsdragers de mogelijkheid meer op het ambt toegespitste vergoedingen vast te stellen. De huidige regeling voor wethouders kent in beginsel dezelfde bedragen als de rijksregeling. Er is een verschil in de kilometervergoeding woon-werkverkeer: voor wethouders (en burgemeesters) € 0,15 per kilometer en voor rijkspersoneel € 0,16 per kilometer. Nieuw is dat wethouders op aanvraag hun inkomen als ambtsdrager kunnen inzetten voor een reiskostenvergoeding woon-werkverkeer, overeenkomstig de voor het gemeentelijk personeel geldende cafetariaregeling (zie ook hierna bij raadsleden). Gemaakte keuze: geen salderingsregeling In de praktijk vindt bij de gemeenten door wethouders doorgaans geen declaratie van reiskosten woonwerkverkeer plaats. Vandaar dat in artikel 16 niet de toepassing van de salderingsregeling is opgenomen. De fiscaal onbelaste vergoeding voor reizen bedraagt € 0,19 per kilometer. De salderingsregeling houdt in dat de fiscaal bovenmatige reiskostenvergoeding voor zakelijke reizen (€ 0,37 per kilometer, waarvan € 0,18 fiscaal bovenmatig) in mindering kan worden gebracht op de fiscaal ondermatige reiskostenvergoeding voor woon-werkverkeer (€ 0,15 per kilometer). Op die wijze kan een deel van de bovenmatige reiskostenvergoeding toch onbelast worden verstrekt: van de reiskostenvergoeding woonwerkverkeer blijft immers € 0,04 per kilometer over om onbelast te verstrekken. Omdat er wethouders in Hengelo doorgaans geen reiskosten woon-werkverkeer declareren, heeft een salderingsregeling geen zin. Artikelen 5 Reiskosten raadsleden Gemaakte keuze reiskosten raadsleden Omdat in het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden geen eigen vergoedingsregeling is opgenomen, is aansluiting gezocht bij de vergoedingsregeling voor wethouders en niet langer bij de vergoedingsregeling uit de Reisregeling binnenland. Deze modernisering is direct overgenomen uit de voorbeeldverordening van de VNG. Nieuw is dat raadsleden die hebben gekozen voor de opting-in-regeling op aanvraag hun inkomen als ambtsdrager kunnen inzetten voor een reiskostenvergoeding woon-werkverkeer, overeenkomstig de voor het gemeentelijk personeel geldende cafetariaregeling.
Artikel 6 en 16 Verblijfkosten raadsleden en wethouders De vergoeding voor noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte verblijfkosten aan wethouders en raadsleden is niet nader ingevuld. Daarmee is dit een lokale aangelegenheid. Daarover zouden regels kunnen worden vastgelegd in een door de raad vast te stellen uitvoeringsregeling, waarbij eventueel aansluiting gezocht kan worden bij de rijksregelingen. Gemaakte keuze verblijfkosten raadsleden en wethouders Er is niet voor gekozen een uitvoeringsregeling voor verblijfkosten te maken. De aanduiding ‘noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte verblijfkosten’ geeft al aan dat hier terughoudend mee dient te worden omgegaan. Vergoeding vindt op declaratiebasis plaats. Artikelen 7 en 19 Cursus, congres, seminar of symposium Deze voorziening maakt sinds 2001 niet langer onderdeel uit van de vaste onkostenvergoeding maar is in de bedrijfsvoering gebracht. De kosten van cursussen, congressen, seminars en symposia komen sindsdien rechtstreeks voor rekening van de gemeente. Een onderscheid is gemaakt tussen: - cursussen e.d. die door of vanwege de gemeente in het gemeentelijk belang zijn georganiseerd; en - cursussen e.d. waaraan de individuele politieke ambtsdrager in verband met de vervulling van het raadslidmaatschap/wethoudersambt op eigen initiatief deelneemt. In het laatste geval zijn er aanvullende voorwaarden gesteld: inhoudelijke informatie over de cursus e.d. en een kostenspecificatie. Gemaakte keuze voor raadsleden Aan de door het raadslid bij de fractie aan te vragen cursussen is toegevoegd: - het vereiste dat de aanvraag vergezeld gaat van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie (vergelijk artikel 19 m.b.t. wethouders); - dat zo nodig een eigen bijdrage van het raadslid wordt gevraagd. Artikelen 8 en 20 Computer en internetverbinding De bepalingen uit de huidige verordening over de computer en internetaansluiting zijn niet meer actueel. Zo staat er nog steeds in dat gebruik kan worden gemaakt van de gemeentelijke PC privé regeling. Maar die is voor gemeenteambtenaren afgeschaft. Sinds 2005 is belastingvrije vergoeding van een computer nagenoeg niet meer mogelijk: alleen bij zakelijk gebruik van 90% of meer. In de rechtspositiebesluiten is geregeld dat politieke ambtsdragers recht hebben op beschikbaarstelling of vergoeding van een computer, bijbehorende apparatuur en software en vergoeding van de aanleg- en abonnementskosten voor de internetverbinding. De rechtspositiebesluiten kennen het systeem om deze kosten niet automatisch te vergoeden, maar alleen op aanvraag. Daarbij kan maatwerk worden geleverd: - een computer in bruikleen; - een tegemoetkoming in de aanschaf; - een tegemoetkoming in gebruik eigen computer. Politieke ambtsdragers hebben op aanvraag recht op een tegemoetkoming, ook in de kosten van fiscale bijtelling en een internetverbinding. Dit systeem van de rechtspositiebesluiten staat ook in de nieuwe verordening. De bepalingen in de nieuwe verordening zijn geactualiseerd (geen pc-privéregeling, wel tegemoetkoming fiscale bijtelling). Deze aanvraagsystematiek staat voor de computer ook in de huidige verordening, maar niet voor de vergoeding van de aanleg- en abonnementskosten voor de internetverbinding. De huidige verordening schrijft een automatische vergoeding van laatstgenoemde kosten voor. Dit automatisme is aangepast: er is alleen nog recht op een vergoeding als de ambtsdrager daarom vraagt. In 2010 is de vaste ADSLvergoeding voor raadsleden en wethouders in Hengelo al afgeschaft. Gemaakte keuze computer en internetverbinding Heden ten dage is het hebben van een computer en internetverbinding zeer gebruikelijk. Mensen gebruiken deze voor allerhande privéaangelegenheden. Een computer wordt dikwijls ook door gezinsleden gebruikt, een internetverbinding bijna altijd. Er is daarom geen reden om een nog langer een automatische vergoeding van de aanleg- en abonnementskosten voor de internetverbinding te geven, maar alleen op aanvraag. Deze werkwijze is in overeenstemming met de aanvraagsystematiek van de rechtspositiebesluiten. Artikelen 10 en 23 Fiets woon-werkverkeer In de huidige verordening staat de mogelijkheid tot het deelnemen aan het fietsplan. De fiscale fietsfaciliteit staat nu in het cafetariamodel arbeidsvoorwaarden. Het artikel is dienovereenkomstig aangepast.
Artikel 11 Verlaging vergoeding werkzaamheden bij arbeidsongeschiktheid In de motie Slob (Kamerstukken II, 2004-2005, 29 800 VII, nr. 21) is aangegeven dat de gemeenteraad een brede afspiegeling van de bevolking dient te vormen. Om deze reden moeten drempels om raadslid te worden of te blijven worden weggenomen. In de WAO en WIA geldt het algemene principe dat indien een persoon inkomen uit arbeid geniet, dit in de regel zal leiden tot verlaging of intrekking van de wettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering. Een dergelijke uitkering is immers bedoeld om het als gevolg van arbeidsongeschiktheid ontstane verlies aan verdienvermogen te vergoeden. Voor raadsleden kan dit ertoe leiden dat een geringe verhoging van het inkomen door een raadsvergoeding een grote teruggang betekent voor de hoogte van de wettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering als gevolg van de anticumulatieregeling. Op grond van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden kunnen gemeenten hiervoor een voorziening treffen. Een dergelijke voorziening in opgenomen in artikel 12. Daarin is geregeld dat op aanvraag een raadslid een lagere vergoeding voor de werkzaamheden wordt gegeven om te voorkomen dat de anticumulatieregeling zal leiden tot een verlaging van de wettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering van het raadslid. Gemaakte keuze verlaging vergoeding De mogelijkheid om de vergoeding te verlagen om te voorkomen dat de WAO- of WIA-uitkering van een raadslid wordt verlaagd of ingetrokken is in de huidige verordening niet geregeld. Het is zinvol deze mogelijkheid wel in de verordening op te nemen, voor het geval een raadslid hiervan gebruik wil maken. Dit vanuit de gedachte dat de gemeenteraad een brede afspiegeling van de bevolking dient te vormen. Artikel 12 Compensatie korting werkloosheidsuitkering Artikel 20 van de Werkloosheidswet (WW) komt erop neer dat op het moment dat iemand een werkloosheidsuitkering op grond van die wet ontvangt, nieuwe werkzaamheden aanvangt, de WWuitkering wordt gekort met het aantal uren dat in de nieuwe functie wordt gewerkt. Het Besluit werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel (BWOO) kent een soortgelijke bepaling. De hoogte van het inkomen uit de nieuwe betrekking is daarbij niet relevant. Als iemand tot raadslid wordt gekozen, zal de WW-uitkering worden verlaagd met het aantal uren dat het UWV voor het raadslidmaatschap in aanmerking neemt. Indien deze verlaging van de WW-uitkering groter is dan de vergoeding voor de werkzaamheden zal er een negatief inkomenseffect optreden. Het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden biedt gemeenten de mogelijkheid dit nadeel te compenseren. Dat is geregeld in artikel 11 van de verordening Gemaakte keuze compensatie korting werkloosheidsuitkering De mogelijkheid compensatie te verlenen, om negatieve inkomenseffecten voor WW- en BWNUgerechtigden te voorkomen is in de huidige verordening niet geregeld. Het is zinvol deze mogelijkheid wel in de verordening op te nemen, voor het geval een raadslid hiervan gebruik wil maken. Eveneens vanuit de gedachte dat de gemeenteraad een brede afspiegeling van de bevolking dient te vormen. Artikelen 18 en 27 Buitenlandse dienstreis De bepaling uit de voorbeeldverordening van de VNG over buitenlandse dienstreizen voor raads- en commissieleden is nu ook in de nieuwe Hengelose verordening opgenomen. In de huidige verordening staat hierover niets. Als hierover niets is bepaald, ontbreekt bij het in voorkomende gevallen vergoeden van dergelijke reizen de wettelijke grondslag. Dit is niet wenselijk, nu de artikel 99 van Gemeentewet een dergelijke wettelijke grondslag wel vereist. Artikel 21 Mobiele telefoon Aan wethouders wordt momenteel een mobiele telefoon ter beschikking gesteld. Dit is echter nog niet vastgelegd in de verordening. In de nieuwe verordening is wel een bepaling opgenomen, teneinde de wettelijke grondslag vast te leggen (vergelijk buitenlandse dienstreis). NB: In de vaste onkostenvergoeding van wethouders zit ook een component telefoonkosten. Er is voor gekozen om de maandelijkse onkostenvergoeding voor wethouders met € 25,-- naar beneden bij te stellen om een dubbele vergoeding te voorkomen (zie hierboven).
Artikel 24 Reis- en pensionkosten en verhuiskosten Tot nu toe maakte de gemeente geen gebruik van de mogelijkheid om wethouders die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikken, een vergoeding voor reis- en pensionkosten en verhuiskosten te geven. In de nieuwe verordening is deze mogelijkheid wel opgenomen. Gemaakte keuze reis- en pensionkosten en verhuiskosten Sinds de dualisering van het gemeentebestuur kunnen personen van buiten de gemeenteraad tot wethouder worden benoemd. Dat kunnen ook personen zijn die niet in de gemeente zelf wonen. Die zijn op
grond van de Gemeentewet verplicht om te gaan wonen in de gemeente waar zij wethouder zijn geworden. In de nieuwe verordening is geregeld dat zij bij verhuizing naar de gemeente in aanmerking komen voor een verhuiskostenvergoeding en eventueel voor vergoeding van reis- en pensionkosten in afwachting van de verhuizing. Artikel 25 Vergoeding voor leden bezwarencommissie en rekenkamercommissie In dit artikel zijn de vergoedingen voor de leden van een bezwarencommissie en de rekenkamercommissie geregeld. Zie hiervoor voor de toelichting.
Hoofdstuk V De procedure van declaratie (artikelen 26 t/m 29) In hoofdstuk V van de nieuwe verordening is, in aanvulling op de in de beheers- en controleverordening vastgestelde regels, een aantal belangrijke procedures vastgelegd over rechtstreekse facturering van functionele uitgaven, declaratie van vooruit betaalde kosten en het gebruik van creditcards. Deze staan ook in de huidige verordening en zijn niet gewijzigd. In artikel 27, lid 2 is een aanvulling opgenomen t.b.v. declaraties van commissieleden. Deze dienen te worden ingediend bij de gemeentesecretaris (bezwarencommissie) of de griffier (rekenkamercommissie). In de bruikleenovereenkomsten zijn heldere afspraken vastgelegd over het gebruik van computer- en communicatieapparatuur die beschikbaar wordt gesteld voor de uitoefening van de politieke functie. In aanvulling hierop zijn bij de gemeente integriteitscodes voor bestuurders en raadsleden ontwikkeld waarin nadere gedragsregels zijn vastgelegd. Daarbij gaat het onder meer om afspraken over de bestuurlijke uitgaven die in aanmerking komen voor bespreking en zo nodig besluitvorming in het college. In die integriteitscodes is ook het beleid rond buitenlandse reizen en de bekostiging van zakendiners met derden opgenomen. Verder zijn er aanvullende administratieve procedures beschreven over de afwikkeling van declaraties en facturen. Alsmede de daarbij te hanteren verdeling van verantwoordelijkheden en hoe bijvoorbeeld om wordt gegaan met interpretatie- of meningsverschillen. Artikelen 30 en 31 Citeertitel en inwerkingtreding Gemaakte keuze inwerkingtreding De nieuwe verordening treedt in werking op een in de toekomst gelegen datum: 1 februari 2011, teneinde administratieve lasten te beperken. Bij de inwerkingtreding kan er voor worden gekozen bepalingen terugwerkende kracht te verlenen tot het moment dat de nieuwe gemeenteraad werd beëdigd respectievelijk de nieuwe wethouders zijn benoemd en beëdigd. Terugwerkende kracht is alleen toegestaan voor zover de nieuwe aanspraken geen verslechtering inhouden van de op dat moment geldende verordening.
FINANCIËLE EN PERSONELE ASPECTEN
x
COMMUNICATIE EN INSPRAAK
x
VERVOLGTRAJECT EN -PRODUCTEN
x
VOORSTEL AAN DE RAAD
Aan de raad wordt voorgesteld: vast te stellen de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2011.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN HENGELO,
De secretaris
De burgemeester
RAADSBESLUIT REGISTRATIENR.
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
10G201714
A. Akman
PF
Ke
ONDERWERP
Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2011
DE RAAD VAN DE GEMEENTE HENGELO, GELEZEN HET VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS, BESLUIT:
Tot vaststelling van de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2011. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 februari 2011. Deze verordening vervangt de Verordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden 2002.
DE GEMEENTERAAD VAN HENGELO,
De griffier
DATUM
De voorzitter
concept 24 november 2010
VERORDENING RECHTPOSITIE WETHOUDERS, RAADS- EN COMMISSIELEDEN 2011
De raad van de gemeente Hengelo gelet op de artikelen 44, tweede en derde lid, 95 tot en met 99 en 147 van de Gemeentewet, gelet op het Rechtspositiebesluit wethouders en het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, besluit vast te stellen de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2011
Hoofdstuk I
Begripsomschrijvingen
Artikel 1 In deze verordening wordt verstaan onder: a.
commissie: een commissie als bedoeld in hoofdstuk V van de Gemeentewet;
b.
Rechtspositiebesluit wethouders: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 243;
c.
Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden: het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Stb. 244;
d.
Regeling rechtspositie wethouders: de ministeriële regeling van 20 februari 2004, Stcrt. 41 als bedoeld in artikel 23 van het Rechtspositiebesluit wethouders;
e.
raadslid: lid van de gemeenteraad, niet zijnde wethouder;
f.
griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet;
g.
gemeentesecretaris: de secretaris, bedoeld in artikel 102 van de Gemeentewet.
Hoofdstuk II Artikel 2
Voorzieningen voor raadsleden
Vergoeding voor de werkzaamheden
De vergoeding voor de werkzaamheden bedoeld in artikel 2, eerste lid van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, is gelijk aan het voor gemeenteklasse 6 geldende maximum. Het bedrag is opgenomen in tabel I van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden en wordt per januari van elk jaar door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties herzien.
Artikel 3
Onkostenvergoeding
1. De onkostenvergoeding voor de aan de uitoefening van het raadslidmaatschap verbonden kosten bedoeld in artikel 2, derde en vierde lid van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden is gelijk aan het voor gemeenteklasse 6 geldende maximum. Het bedrag is opgenomen in tabel II van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden. 2. Ten aanzien van een raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, is het in het eerste lid bedoelde bedrag opgenomen in tabel III van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden. 1
concept 24 november 2010
Artikel 4
Berekening en betaling vaste vergoedingen
1. Hij die gedurende een gedeelte van het kalenderjaar raadslid is geweest ontvangt de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest. 2. De betaling van de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, geschiedt in maandelijkse termijnen.
Artikel 5
Reiskosten
1. Aan het raadslid worden de ten behoeve van de gemeente gemaakte kosten in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur vergoed. 2. De in het eerste lid bedoelde vergoeding betreft: a.
bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten;
b.
bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel b van de Regeling rechtspositie wethouders.
3. Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan op aanvraag zijn vergoeding voor de werkzaamheden als bedoeld in artikel 2 inzetten voor een voor een vergoeding van de reiskosten woon-werkverkeer, overeenkomstig de voor het gemeentelijk personeel geldende cafetariaregeling.
Artikel 6
Verblijfkosten
De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfskosten ter zake van reizen buiten het grondgebied van de gemeente worden aan het raadslid vergoed.
Artikel 7
Cursus, congres, seminar of symposium
1. De kosten van deelname van een raadslid aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente. 2. Het raadslid dat wil deelnemen aan een algemene cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in bij de fractie. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. Bij de vaststelling van de hoogte van de fractievergoeding is rekening gehouden met eventuele kosten van scholing. Zo nodig wordt een eigen bijdrage van het raadslid gevraagd.
2
concept 24 november 2010
Artikel 8
Computer en internetverbinding
1. Op aanvraag stelt het college het raadslid ten laste van de gemeente voor de uitoefening van het raadslidmaatschap een computer, bijbehorende apparatuur en software in bruikleen ter beschikking. 2. Indien geen computer, bijbehorende apparatuur en software ter beschikking is gesteld, verleent het college een raadslid op aanvraag voor de uitoefening van het raadslidmaatschap een tegemoetkoming voor: a.
aanschaf van een computer, bijbehorende apparatuur en software, of
b.
gebruik van een eigen computer, bijbehorende apparatuur en software.
3. Voor zover er sprake is van: a.
een belastingheffing in verband met een ten laste van de gemeente ter beschikking gestelde computer, bijbehorende apparatuur en software als bedoeld in het eerste lid;
b.
een tegemoetkoming voor de aanschaf of het gebruik van de eigen computer, bijbehorende apparatuur en software als bedoeld in het tweede lid,
ontvangt het raadslid ten laste van de gemeente op aanvraag per jaar een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde daarvan voor een periode van maximaal drie jaar. Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software welke het college aan raadsleden in bruikleen ter beschikking stelt. 4. Op aanvraag vergoedt het college het raadslid de aanleg- en abonnementskosten voor de internetverbinding voor de in het eerste of tweede lid genoemde computerapparatuur. 5. Het raadslid ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met de gemeente. 6. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.
Artikel 9 1.
Spaarloonregeling/levensloopregeling
Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan op aanvraag deelnemen aan de voor het gemeentelijk personeel geldende spaarloonregeling.
2. Deelname aan de spaarloonregeling is niet mogelijk indien het raadslid gebruik maakt van de wettelijke levensloopregeling als bedoeld in artikel 19g van de Wet op de loonbelasting 1964.
Artikel 10
Fiets woon-werkverkeer
Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan op aanvraag zijn vergoeding voor de werkzaamheden als bedoeld in artikel 2 inzetten voor een fiets woon-werkverkeer en met de fiets samenhangende zaken, overeenkomstig de voor het gemeentelijk personeel geldende cafetariaregeling. 3
concept 24 november 2010
Artikel 11
Verlaging vergoeding werkzaamheden bij arbeidsongeschiktheid
Op aanvraag verlaagt het college de vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 2, in het geval een raadslid een uitkering ontvangt in verband met gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid.
Artikel 12 1.
Compensatie korting werkloosheidsuitkering
In het geval een raadslid een uitkering op grond van de Werkloosheidswet ontvangt en de na toepassing van artikel 20 van die wet ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.
2.
In het geval dat een raadslid een uitkering op grond van het Besluit Werkloosheid onderwijsen onderzoekspersoneel ontvangt en de na toepassing van artikel 6, vierde lid, van dat besluit ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.
Artikel 13
Voorzieningen bij tijdelijk ontslag wegens zwangerschap en bevalling of ziekte
1. De artikelen 2 tot en met 4, 8 en 9 tot en met 12 blijven van toepassing op het raadslid aan wie ingevolge artikel X 10 van de Kieswet tijdelijk ontslag is verleend wegens zwangerschap en bevalling of ziekte, met dien verstande dat de onkostenvergoeding die dit raadslid op grond van artikel 3, eerste of tweede lid, ontvangt de helft bedraagt van het bedrag dat op grond van die bepalingen van toepassing is. 2. De artikelen 1 tot en met 7, 8 , eerste, tweede, vierde en vijfde lid, 11 en 12 zijn van toepassing op raadsleden die tijdelijk worden benoemd ter vervanging van een raadslid dat ingevolge artikel X 10 van de Kieswet tijdelijk ontslag heeft verkregen wegens zwangerschap en bevalling of ziekte.
4
concept 24 november 2010
Hoofdstuk III Artikel 14
Voorzieningen voor wethouders
Onkostenvergoeding
De onkostenvergoeding voor de aan het wethoudersambt verbonden kosten is gelijk aan het voor gemeenten met meer dan 18.000 inwoners geldende maximum, vermeld in artikel 25, eerste lid van het Rechtspositiebesluit wethouders, verminderd met € 25,-- bruto per maand.
Artikel 15
Reiskosten woon-werkverkeer
1. De wethouder wordt voor het reizen tussen zijn woning en zijn plaats van tewerkstelling een tegemoetkoming in de kosten van het reizen verleend overeenkomstig het bepaalde in artikel 3 van de Regeling rechtspositiebesluit wethouders. 2. De wethouder kan op aanvraag zijn bezoldiging, vakantie-uitkering en eindejaarsuitkering als bedoeld in artikel 3 van het Rechtspositiebesluit wethouders inzetten voor een vergoeding van de reiskosten woon-werkverkeer, overeenkomstig de voor het gemeentelijk personeel geldende cafetariaregeling. Indien de wethouder een tegemoetkoming geniet als bedoeld in het eerste lid, wordt die tegemoetkoming op de vergoeding van de reiskosten woon-werkverkeer in mindering gebracht.
Artikel 16
Zakelijke reis- en verblijfkosten
1. Aan de wethouder wordt naast de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 15 vergoeding verleend voor reiskosten ter zake van andere dan de in artikel 15 bedoelde reizen ten behoeve van de gemeente gemaakt. De vergoeding betreft: a. bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten; b. bij gebruik van een eigen personenauto: de vergoeding als bedoeld in artikel 4, onderdeel b, van de Regeling rechtspositie wethouders; c. een vergoeding van de noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte verblijfkosten;
Artikel 17
Dienstauto
1. De wethouder kan voor reizen ten behoeve van de gemeente gebruik maken van een dienstauto met of zonder chauffeur. Onder dienstauto wordt voor de toepassing van dit artikel mede verstaan een door de gemeente gehuurde auto. 2. De dienstauto met of zonder chauffeur kan door de wethouder ook worden gebruikt voor het reizen tussen de woning en de plaats van tewerkstelling en voor reizen ten behoeve van nevenfuncties die de wethouder vervult uit hoofde van zijn ambt.
5
concept 24 november 2010
3. Indien de wethouder op grond van artikel 14 een tegemoetkoming ontvangt in de reiskosten tussen de woning en de plaats van tewerkstelling wordt een korting op die tegemoetkoming toegepast ter grootte van a.
1/20 deel van de tegemoetkoming in de betreffende maand voor elke dag waarop zowel van de woning naar de plaats van tewerkstelling als omgekeerd van de plaats van tewerkstelling naar de woning gebruik is gemaakt van de dienstauto;
b.
1/40 deel van de tegemoetkoming in de betreffende maand voor elke dag waarop alleen hetzij van de woning naar de plaats van tewerkstelling hetzij omgekeerd van de plaats van tewerkstelling naar de woning gebruik is gemaakt van de dienstauto;
4. Indien de wethouder voor reizen ten behoeve van in het tweede lid bedoelde nevenfuncties gebruik maakt van de gemeentelijke dienstauto en daarvoor van een derde ook een vergoeding van reiskosten ontvangt wordt die vergoeding in de gemeentelijke kas gestort.
Artikel 18
Buitenlandse dienstreis
1. Indien de wethouder in het gemeentelijk belang een reis buiten Nederland maakt worden de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reis- en verblijfkosten vergoed. 2. Voor een reis in het gemeentelijk belang buiten Nederland, niet zijnde een reis naar een Europese instelling, is vooraf toestemming van het college vereist.
Artikel 19
Cursus, congres, seminar of symposium
1. De kosten van deelname van een wethouder aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente. 2. De wethouder die wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in bij de gemeentesecretaris. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van belang is in verband met de uitoefening van het ambt van wethouder.
Artikel 20 1.
Computer en internetverbinding
Op aanvraag worden de wethouder ten laste van de gemeente voor de uitoefening van het ambt een computer, bijbehorende apparatuur en software in bruikleen ter beschikking gesteld.
2.
Indien geen computer, bijbehorende apparatuur en software ter beschikking is gesteld, wordt de wethouder op aanvraag voor de uitoefening van het ambt een tegemoetkoming verleend voor: a.
aanschaf van een computer, bijbehorende apparatuur en software, of
b.
gebruik van een eigen computer, bijbehorende apparatuur en software.
6
concept 24 november 2010
3.
Voor zover er sprake is van: a.
een belastingheffing in verband met een ten laste van de gemeente ter beschikking gestelde computer, bijbehorende apparatuur en software als bedoeld in het eerste lid;
b.
een tegemoetkoming voor de aanschaf of het gebruik van de eigen computer, bijbehorende apparatuur en software als bedoeld in het tweede lid,
ontvangt de wethouder ten laste van de gemeente op aanvraag per jaar een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde daarvan voor een periode van maximaal drie jaar. Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software welke aan de wethouders in bruikleen ter beschikking worden gesteld. 4.
Op aanvraag worden de wethouder de aanleg- en abonnementskosten voor de internetverbinding voor de in het eerste of tweede lid genoemde computerapparatuur vergoed.
5.
De wethouder ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met de gemeente.
6.
Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.
Artikel 21
Mobiele telefoon
1. Op aanvraag wordt de wethouder voor uitsluitend de uitoefening van zijn ambt een mobiele telefoon in bruikleen ter beschikking gesteld. 2. De wethouder ondertekent daartoe een bruikleenovereenkomst met de gemeente. 3. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.
Artikel 22 1.
Spaarloonregeling/levensloopregeling
De wethouder kan op aanvraag deelnemen aan de voor het gemeentelijk personeel geldende spaarloonregeling.
2.
Deelname aan de spaarloonregeling is niet mogelijk indien de wethouder gebruik maakt van de wettelijke levensloopregeling als bedoeld in artikel 19g van de Wet op de loonbelasting 1964.
Artikel 23
Fiets woon-werkverkeer
De wethouder kan op aanvraag zijn bezoldiging, vakantie-uitkering en eindejaarsuitkering als bedoeld in artikel 3 van het Rechtspositiebesluit wethouders inzetten voor een fiets woonwerkverkeer en met de fiets samenhangende zaken, overeenkomstig de voor het gemeentelijk personeel geldende cafetariaregeling.
7
concept 24 november 2010
Artikel 24
Reis- en pensionkosten en verhuiskosten
De wethouder die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikt heeft ten laste van de gemeente aanspraak op vergoeding van: a.
reis- en pensionkosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van de Regeling rechtspositie wethouders;
b.
verhuiskosten in verband met de benoeming als wethouder overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 van de Regeling rechtspositie wethouders.
Hoofdstuk IV Artikel 25
Voorzieningen voor commissieleden
Vergoeding voor leden bezwarencommissie en rekenkamercommissie
1. De volgende commissieleden ontvangen een vaste vergoeding voor de werkzaamheden als bedoeld in artikel 96 van de Gemeentewet: a. een lid van een bezwarenadviescommissie ontvangt € 167,00 per dagdeel; b. een voorzitter van een bezwarenadviescommissie ontvangt € 202,00 per dagdeel; c. een lid van de rekenkamercommissie ontvangt € 334,00 per maand; d. de voorzitter van de rekenkamercommissie ontvangt € 404,00 per maand. Genoemde vergoedingen gelden voor 2010. De bedragen worden elk jaar herzien aan de hand van het door het Centraal Bureau voor de Statistiek voor de maand september van het voorafgaande kalenderjaar vastgestelde indexcijfer CAO lonen overheid inclusief bijzondere beloningen. 2. De raad kan in afwijking van het bepaalde in het eerste lid een hogere vergoeding vaststellen, zulks tot ten hoogste 200% van het in het eerste en tweede lid bedoelde bedrag van de vergoeding, ten aanzien van a.
een commissielid dat op grond van zijn bijzondere beroepsmatige deskundigheid op het taakgebied van de commissie voor deelname aan haar werkzaamheden is aangetrokken, en
b.
een commissielid ten aanzien waarvan de vergoeding niet geacht kan worden in een redelijke verhouding te staan tot de zwaarte van zijn taak en de omvang van de door hem te verrichten arbeid.
3. De in het eerste lid bedoelde commissieleden ontvangen de volgende vergoeding voor de reisen verblijfkosten die verband houden met het bijwonen van de vergaderingen van de commissie: a. bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten; b. bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel b van de Regeling rechtspositie wethouders; c. de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfskosten. 4. Geen vergoeding als bedoeld in het eerste tot en met derde lid ontvangt degene die zitting heeft in een commissie a.
als raadslid of wethouder;
8
concept 24 november 2010
b.
uit hoofde van dan wel als rechtstreeks uitvloeisel van een ambtelijke of bestuurlijke hoedanigheid dan wel van een functie bij een instelling die grotendeels van overheidswege wordt gesubsidieerd;
c.
als vertegenwoordiger van een belanghebbende instelling, organisatie of groepering, tenzij zijn lidmaatschap van de commissie tevens in belangrijke mate het gemeentelijk belang dient.
Hoofdstuk V Artikel 26
De procedure van declaratie Betaling van kosten
Betaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats door a.
betaling uit eigen middelen; of
b.
rechtstreekse toezending van de factuur aan de gemeente; of
c.
een gemeentelijke creditcard.
Artikel 27
Declaratie van vooruit betaalde kosten
1. Voor de vergoeding van de kosten, bedoeld in de artikelen 5, 6, 16, 18, 24 en 25, derde lid wordt gebruik gemaakt van een declaratieformulier, waarvan het model door het college is vastgesteld, indien deze kosten uit eigen middelen vooruit zijn betaald. 2. Het declaratieformulier wordt volledig ingevuld en ondertekend en binnen 3 maanden ingediend - door de wethouder bij de gemeentesecretaris en - door het raadslid bij de griffier - door het commissielid bij de gemeentesecretaris (bezwarencommissie) of de griffier (rekenkamercommissie) of een door hem aangewezen ambtenaar, onder bijvoeging van de originele bewijsstukken.
Artikel 28
Rechtstreekse facturering bij de gemeente
1. De vergoeding van kosten, bedoeld in de artikelen 7, 16, 18, 19 en 24 kan plaatsvinden door rechtstreekse toezending van de door het raadslid, onderscheidenlijk de wethouder voor akkoord ondertekende factuur aan de gemeente. 2. Verantwoording van deze wijze van vergoeding vindt plaats door het begeleidingsformulier, waarvan het model door het college is vastgesteld, volledig in te vullen en te ondertekenen. Het begeleidingsformulier en de factuur worden binnen 3 maanden ingediend - door de wethouder bij de gemeentesecretaris en - door het raads- of commissielid bij de griffier of een door hem aangewezen ambtenaar.
Artikel 29
Gebruik creditcard
1. De vergoeding van kosten als bedoeld in de artikelen 16, 18 en 24 kan plaatsvinden door gebruikmaking van de gemeentelijke creditcard. 9
concept 24 november 2010
2. Een gemeentelijke creditcard wordt de wethouder op aanvraag in bruikleen ter beschikking gesteld voor het doen van uitgaven die voor vergoeding of tegemoetkoming ten laste van de gemeente in aanmerking komen. Aan de verstrekking van de creditcard kunnen voorwaarden worden verbonden. 3. De gemeentesecretaris draagt zorg voor de aanvraag, verstrekking en intrekking van gemeentelijke creditcards. Bij de aanvraag wordt aangegeven of een persoonlijke pincode voor het opnemen van contant geld gewenst wordt. 4. Verantwoording van deze wijze van vergoeding vindt plaats door middel van indiening van een daartoe door het college vastgesteld formulier. Het formulier wordt volledig – inclusief de functionaliteit van de uitgave – ingevuld en ondertekend en onder bijvoeging van een betalingsbewijs, met de originele nota, binnen 3 maanden na de betaling ingediend bij de gemeentesecretaris of een door hem aangewezen ambtenaar. 5. Het gebruik van de creditcard kan uitsluitend betrekking hebben op uitgaven die volgens geldende regelingen voor vergoeding in aanmerking komen. 6. In geval van twijfel over een correct gebruik van de creditcard wordt dit aan het college gemeld en zo nodig ter besluitvorming aan het college voorgelegd. 7. Bij beëindiging van het ambt van wethouder wordt de creditcard onverwijld bij de gemeentesecretaris of een door hem aangewezen ambtenaar ingeleverd. 8. Verlies of diefstal van de creditcard wordt direct gemeld bij de betreffende creditcardmaatschappij en zo spoedig mogelijk ook bij de gemeentesecretaris of een door hem aangewezen ambtenaar. Het eigen risico bij verlies en diefstal komt mits is voldaan aan de daarvoor geldende regels, voor rekening van de gemeente.
Hoofdstuk VI
Citeertitel en inwerkingtreding
Artikel 30 Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2011”. Artikel 31 Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op 1 februari 2011, onder gelijktijdige intrekking van de “Verordening voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden 2002”, zoals vastgesteld op 24 juni 2003. Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 25 januari 2011. De griffier,
De voorzitter,
10
concept 24 november 2010
TOELICHTING Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2011
ALGEMENE TOELICHTING Achtergrond verordening De rechtspositie van raads- en commissieleden is neergelegd in de Gemeentewet en het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden. De rechtspositie van wethouders is neergelegd in de Gemeentewet, het Rechtspositiebesluit wethouders en de (ministeriële) Regeling rechtspositie wethouders. Daarnaast is voor wethouders in de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa) de uitkering na aftreden en het pensioen geregeld. In zowel het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden als in het Rechtspositiebesluit wethouders is bepaald dat voor een aantal voorzieningen de raad een verordening dient vast te stellen. Deze voorzieningen liggen voornamelijk in de secundaire sfeer. Geen andere inkomsten dan bij of krachtens wet geregeld Buiten hetgeen hun bij of krachtens de wet is toegekend genieten de wethouders als zodanig geen inkomsten, in welke vorm dan ook, ten laste van de gemeente (artikel 44 van de Gemeentewet). Een soortgelijke bepaling is in artikel 99 van de Gemeentewet opgenomen voor raads- en commissieleden. Het tweede lid van die bepaling voegt daaraan toe dat bij gemeentelijke verordening aan raads- en commissieleden voordelen, anders dan in de vorm van vergoedingen en tegemoetkomingen, mogen worden toegekend. Daarvoor is wel de goedkeuring van gedeputeerde staten vereist. De arbeidsverhouding van het raadslid Raadsleden zijn niet in dienstbetrekking bij de gemeente. De gemeente is dus niet de werkgever. Dat betekent bijvoorbeeld dat zij niet vallen onder de werknemersverzekeringen, zoals de Werkloosheidswet, Ziektewet en Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WW, ZW en WIA). Raadsleden worden ook niet aangemerkt als werknemer in de zin van de Zorgverzekeringswet en hebben derhalve op grond van die wet geen recht op vergoeding door de gemeente van de over de raadsvergoeding verschuldigde inkomensafhankelijke bijdrage in de kosten van de basisverzekering. Omdat er geen dienstbetrekking met de gemeente is vallen raadsleden niet onder de Wet op de loonbelasting 1964 maar worden hun inkomsten getoetst aan de Wet inkomstenbelasting 2001. Een raadslid kan wel opteren voor de loonbelasting door te kiezen voor het fictief werknemerschap (zie hieronder). De arbeidsverhouding van de wethouder Wethouders zijn sinds de dualisering van het gemeentebestuur ingevolge de Ambtenarenwet als benoemde bestuurders in openbare dienst aangesteld en vallen onder de werking van die wet. Echter de bepalingen over het materiële ambtenarenrecht uit de Ambtenarenwet zijn niet van toepassing op wethouders. Hun rechtspositie wordt, zoals hiervoor is aangegeven, beheerst door specifieke wet- en regelgeving. De aanstelling in openbare dienst houdt voor de toepassing van de fiscale wetgeving in dat sprake is van een arbeidsverhouding die als dienstbetrekking wordt aangemerkt. Dit betekent dat wethouders direct onder de werking van de Wet op de loonbelasting 1964 vallen. Er is sinds de dualisering van het gemeentebestuur voor wethouders dus geen mogelijkheid meer om wel of niet voor de loonbelasting te opteren. Wethouders vallen niet onder de werking van de werknemersverzekeringen (WW, ZW en WIA). Evenmin geldt voor hen de pensioenvoorziening bij het ABP. Een uitkering na aftreden en ouderdoms- en 1
concept 24 november 2010
nabestaandenpensioen zijn voor wethouders geregeld in de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa). Wethouders zijn werknemers in de zin van de Zorgverzekeringswet en hebben op grond van die wet recht op vergoeding door de gemeente van de over hun bezoldiging verschuldigde inkomensafhankelijke bijdrage in de kosten van de basisverzekering. De loon- en inkomstenbelasting Opting- in-regeling Raadsleden kunnen opteren voor de loonbelasting. De meeste raadsleden kiezen hiervoor. Het raadslid komt dan met de gemeente overeen dat de gemeente loonheffing inhoudt. Dit wordt de “opting-in-regeling” genoemd. In een gezamenlijke verklaring melden de gemeente en het raadslid aan de Belastingdienst dat wordt geopteerd voor de loonbelasting. Als gezamenlijk wordt gekozen voor het loonbelastingsysteem draagt de gemeente de ingehouden loonheffing af aan de Belastingdienst. Omdat een raadslid geen werknemer in de formele zin van het woord is, valt hij vanwege het raadslidmaatschap niet onder de werknemersverzekeringen. Om die reden worden over de raadsvergoeding ook geen premies werknemersverzekeringen ingehouden. De inkomsten worden als loon belast in box 1. Het raadslid hoeft in dat geval geen administratie bij te houden. Kosten die worden gemaakt kunnen niet worden afgetrokken. Wel kan de gemeente onder voorwaarden bepaalde vergoedingen onbelast verstrekken en bepaalde faciliteiten onbelast in bruikleen beschikbaar stellen. Genoemd kunnen worden de vergoeding van reis- en verblijfkosten en de zakelijke deelname aan cursussen en congressen. Er zijn ook vergoedingen die niet belastingvrij kunnen worden verstrekt. Deze vergoedingen worden gebruteerd toegekend waardoor na inhouding van de loonheffing de netto bedoelde vergoeding resteert. Een raadslid dat kiest voor de opting-in-regeling heeft geen bijzondere administratieve verplichtingen, zoals het raadslid dat kiest voor de fiscale standaardpositie (zie hierna). Fiscale standaardpositie Als niet voor de loonbelasting wordt geopteerd geniet het raadslid voor de Wet inkomstenbelasting 2001 resultaat uit een werkzaamheid. In dat geval is het winstsysteem van toepassing. Het raadslid moet dan alle ontvangsten verantwoorden als winst en kan de gemaakte kosten daarop in mindering brengen. Het raadslid kan bij de aangifte inkomstenbelasting zijn werkelijke beroepskosten, met inachtneming van een aantal wettelijke beperkingen en normeringen, in mindering brengen op zijn belastbaar inkomen (belastbare resultaat). De gemeente dient jaarlijks alle betalingen en verstrekkingen op grond van deze verordening aan de Belastingdienst te melden door middel van een opgave IB47. Verstrekkingen moeten naar de waarde in het economische verkeer worden opgegeven. Het daadwerkelijk zakelijk gebruik leidt dan tot aftrek. Ook voor de hoogte van de vaste onkostenvergoeding maakt het verschil of het raadslid wel of niet heeft geopteerd voor de loonbelasting (zie hieronder de toelichting op artikel 3). Zoals hierboven naar voren is gekomen kan de keuze om al of niet te opteren voor de loonbelasting voor het raadslid ingrijpende gevolgen hebben. De beslissing om voor de loonbelasting te opteren kan eenmaal per zittingsperiode worden gemaakt en geldt in beginsel voor de (resterende) zittingsperiode. Wel kan betrokkene als spijtoptant terugkomen op deze beslissing voor de resterende periode. Opteren voor de loonbelasting hoeft niet bij aanvang van de
2
concept 24 november 2010
zittingsperiode te gebeuren maar kan ook gedurende de zittingsperiode voor de resterende periode. De vergoedingssystematiek Voor de uitoefening van het politieke ambt moeten bestuurders niet het eigen inkomen hoeven aan te spreken. Een adequate vergoedingssystematiek is daarom van belang. Waar er functionele uitgaven zijn, verdient het aanbeveling terughoudend te zijn met een financieringswijze waarin de bestuurder deze uit eigen middelen vooruit betaalt en de gemeente de uitgaven terugbetaalt. Eigen middelen en publieke middelen moeten zoveel mogelijk gescheiden worden gehouden. Vanuit die overweging heeft het de voorkeur de kosten direct in rekening te brengen bij de gemeente. Aan de mogelijkheid om zo nodig declaraties in te dienen zal echter behoefte blijven bestaan. Als vergoedingssystematiek is gekozen voor de volgende wijze van redeneren: -
welke voorzieningen worden aangeboden door de organisatie (bedrijfsvoering en
bestuurskosten); -
welke voorzieningen zijn noodzakelijk voor de uitoefening van het ambt, maar zijn niet
rechtstreeks aan te bieden door de organisatie; -
kan voor deze voorzieningen nog een onbelaste vergoeding worden aangeboden (indien de
loonbelasting geldt); -
voor voorzieningen die niet onbelast aangeboden kunnen worden, kan een (bruto) vergoeding
worden verstrekt. Concreet betekent deze vergoedingssystematiek het volgende. Voorzieningen die zijn ondergebracht in de bedrijfsvoering -
bruikleen van computer- en communicatieapparatuur;
-
zakelijk gebruik van dienstauto’s;
-
deelname aan cursussen en congressen e.d.
De zakelijke uitgaven hoeven niet te worden voorgeschoten door de wethouder of het raadslid maar worden direct door de gemeente voldaan en de voorzieningen worden om niet in bruikleen gegeven. Deze voorzieningen vallen derhalve buiten de vergoedingssfeer. Voorzieningen die niet in de bedrijfsvoering zitten maar onbelast kunnen worden vergoed Voor een aantal zakelijke uitgaven, zoals reis- en verblijfkosten, blijft het systeem overeind dat de gedane zakelijke uitgaven aan de wethouder of het raadslid op basis van declaratie worden vergoed. Deze kunnen, als is voldaan aan de gestelde voorwaarden, onbelast worden vergoed. Voorzieningen die niet in de bedrijfsvoering zitten en niet onbelast kunnen worden vergoed Voor een aantal andere beroepskosten wordt een vaste (bruto) onkostenvergoeding verstrekt. In de toelichting op de artikelen 3 en 14 is aangegeven om welke beroepskosten het gaat. Voor raadsleden die niet voor de loonbelasting hebben geopteerd geldt dezelfde systematiek maar zijn de fiscale gevolgen anders. Zij dienen alle vergoedingen en verstrekkingen naar de waarde in het economische verkeer als opbrengst te verantwoorden. Omdat zij hun werkelijk gemaakte kosten fiscaal kunnen verrekenen worden hun vergoedingen niet gebruteerd toegekend.
3
concept 24 november 2010
Controle en verantwoording Voor de bestuurlijke uitgaven is - net als voor de besteding van alle andere publieke middelen transparantie van groot belang. Daartoe dienen enerzijds inzichtelijke regels en richtlijnen die voor het vergoedingen- en voorzieningenstelsel gelden en anderzijds een duidelijke verantwoording van het daadwerkelijk gebruik. Op deze wijze kan worden voorkomen dat er onnodige discussies plaatsvinden omtrent het gebruik van onkostenregelingen of voorzieningen door gemeentebestuurders en over de eventueel verschuldigde belasting. Dat is ook in hun belang omdat zij hun functie moeten kunnen uitoefenen zonder te worden gehinderd door onzekerheden omtrent de financiering van de functionele uitgaven. Daartoe is vereist dat er een zodanig sluitende financiële en administratieve organisatie is ingericht dat er vertrouwen kan bestaan omtrent de juistheid en rechtmatigheid van de uitgaven. In hoofdstuk V is in verband hiermee, in aanvulling op de in de beheers- en controleverordening vastgestelde regels, een aantal belangrijke procedures vastgelegd over rechtstreekse facturering van functionele uitgaven, declaratie van vooruit betaalde kosten en het gebruik van creditcards. Daarnaast zijn er in de bruikleenovereenkomsten heldere afspraken vastgelegd over het gebruik van computer- en communicatieapparatuur die beschikbaar wordt gesteld voor de uitoefening van de politieke functie. In aanvulling hierop zijn bij de gemeente integriteitscodes voor bestuurders en raadsleden ontwikkeld waarin nadere gedragsregels zijn vastgelegd. Daarbij gaat het onder meer om afspraken over de bestuurlijke uitgaven die in aanmerking komen voor bespreking en zo nodig besluitvorming in het college. In die integriteitscodes is ook het beleid rond buitenlandse reizen en de bekostiging van zakendiners met derden opgenomen. Verder zijn er aanvullende administratieve procedures beschreven over de afwikkeling van declaraties en facturen. Alsmede de daarbij te hanteren verdeling van verantwoordelijkheden en hoe bijvoorbeeld om wordt gegaan met interpretatie- of meningsverschillen.
4
concept 24 november 2010
ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING Artikel 2
Vergoeding voor de werkzaamheden van het raadslid
In het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden is geregeld dat raadsleden voor hun werkzaamheden een vergoeding ontvangen. De hoogte van de vergoeding wordt bij gemeentelijke verordening bepaald. In artikel 2 is de hoogte van de vergoeding bepaald op het maximale bedrag uit het Rechtspositiebesluit. Het bedrag van de vergoeding voor de werkzaamheden is geïndexeerd. Het wordt jaarlijks per 1 januari herzien aan de hand van het indexcijfer CAO lonen overheid. Hiervoor is in de gemeente geen nadere besluitvorming nodig omdat in de verordening in algemene zin is aangegeven of de raadsvergoeding gelijk is aan het door de minister te bepalen maximum of een percentage daarvan. Het bedrag van de raadsvergoeding wordt jaarlijks per 1 januari geïndexeerd aan de hand van de consumentenprijsindex. Hiervoor is in de gemeente geen nadere besluitvorming nodig. In de verordening wordt namelijk verwezen naar de bedragen uit het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden. In het rechtspositiebesluit is de indexering geregeld. Artikelen 3 en 14
Vaste onkostenvergoeding
Hierin is de vaste vergoeding geregeld voor aan het raadslidmaatschap c.q. aan de uitoefening van het wethouderschap verbonden kosten. De vergoeding is opgebouwd op basis van de volgende kostencomponenten: a.
representatie
Denk aan koffie, thee, hapjes, drankjes, etentjes met zakelijke relaties, attenties e.d. Voorbeelden zijn uitgaven voor (reis)kosten verbonden aan bezoeken van zieken, bejaarden, 100-jarigen en het bijwonen van georganiseerde activiteiten, bijeenkomsten en recepties. Tevens worden onder representatiekosten begrepen de noodzakelijke kosten voor representatie die door de partner worden gemaakt in verband met de functie-uitoefening van de politieke ambtsdrager. Werklunches en -diners die worden georganiseerd vanuit het bestuurssecretariaat behoren tot de bedrijfsvoering. De factuur wordt na afloop door de horecagelegenheid rechtstreeks naar het gemeentehuis gestuurd. b.
vakliteratuur
Hiermee worden bedoeld uitgaven voor (abonnementen op) vakliteratuur, losbladige uitgaven en naslagwerken. Dagbladen vallen niet onder vakliteratuur. Het is aan de gemeente om te bepalen of verstrekking van een dagblad vanuit de bedrijfsvoering een functioneel belang dient. c.
contributies, lidmaatschappen
Bijvoorbeeld het lidmaatschap van een vakbond, belangenvereniging, beroepsvereniging of bestuurdersvereniging. d.
telefoonkosten privételefoon
De kosten van privé gevoerde zakelijke gesprekken, waaronder ook van de mobiele telefoon. De kosten van telefoonabonnementen vallen niet onder de vaste onkostenvergoeding.
5
concept 24 november 2010
e.
bureaukosten, portokosten
Denk aan pennen, potloden, papier, zakelijke agenda, de kosten voor het verzenden van post en het kopiëren van stukken. Het gebruik van deze voorzieningen op het gemeentehuis komt ten laste van de bedrijfsvoering. f.
zakelijke giften
Het gaat om zakelijke giften die de politieke ambtsdrager vanuit zijn ambt (als zodanig) doet en die hij als privépersoon niet zou hebben gedaan. Bijvoorbeeld aan inzamelingsacties of collectes, in de regel voor plaatselijke/regionale doeleinden. Giften aan een politieke partij of verkiezingscampagne vallen hier niet onder. g.
bijdrage aan fractiekosten (alleen raadsleden)
Bijdragen in de kosten van fractieassistenten en secretariaat, fractieweekend. h.
representatieve ontvangsten aan thuis
Hieronder vallen de kosten verbonden aan kleine ontvangsten in de eigen woning die direct verband houden met de uitoefening van het ambt. Het gaat om consumptieve verstrekkingen e.d. i.
excursies
Bedoeld worden excursies die gevolgd worden ten behoeve van de uitoefening van het ambt, inclusief reis- en verblijfkosten. Sinds 1 januari 2001 zitten in de vaste onkostenvergoeding niet langer de kostensoorten fax/pc en cursussen en congressen. Daarvoor zijn vanaf dat tijdstip specifieke voorzieningen getroffen (zie de artikelen 7, 8, 19 en 20). De onkostenvergoeding is in verband hiermee vanaf die datum neerwaarts bijgesteld. Vermindering vergoeding wethouders De maandelijkse onkostenvergoeding voor wethouders is met € 25,-- bruto naar beneden bijgesteld. In de vergoeding zit immers ook een component telefoonkosten privételefoon. In de praktijk wordt bij de gemeente Hengelo vanuit de bedrijfsvoering op aanvraag een mobiele telefoon in bruikleen verstrekt, die de wethouder ook gebruikt als hij thuis is. De vermindering van de onkostenvergoeding bewerkstelligt dat een dubbele vergoeding van telefoonkosten wordt voorkomen. Het advies van de VNG is opgevolgd om de vaste onkostenvergoeding te verminderen met € 25,bruto per maand. Dit bedrag is afgeleid van de telefoonkostenvergoeding van burgemeesters, die recht hebben op een vergoeding van € 25,- bruto per maand voor het gebruik van de vaste privé telefoon (telefoonkosten maken geen deel uit van de vaste onkostenvergoeding/ambtstoelage van burgemeesters). Bruto vergoeding De vaste onkostenvergoeding kan sinds 1 januari 2001 niet meer onbelast worden verstrekt. Om netto het bedrag van de vaste onkostenvergoeding gelijk te houden is het bedrag gebruteerd tegen het belastingtarief van 52%. Deze brutering heeft echter geen betrekking op raadsleden die niet hebben geopteerd voor het loonbelastingregime (opting-in-regeling). Zij vallen onder de fiscale standaardregeling. Voor hen blijven de aftrekmogelijkheden van de werkelijk gemaakte kosten op het resultaat uit onderneming bestaan. Zij ontvangen de vaste onkostenvergoeding zonder de brutering. Voor zover zij de uitgaven daaruit kunnen onderbouwen, blijft de onkostenvergoeding onbelast. Voor zover zij de 6
concept 24 november 2010
uitgaven daaruit niet kunnen onderbouwen, wordt de onkostenvergoeding alsnog belast bij de aangifte inkomstenbelasting. Hoogte vergoeding De hoogte van de onkostenvergoeding wordt bij gemeentelijke verordening bepaald. Wel is in de rechtspositiebesluiten voor wethouders en raadsleden het maximale bedrag van de onkostenvergoeding aangegeven. In de artikelen 3 en 14 is de hoogte van de onkostenvergoeding bepaald op het maximale bedrag. Het bedrag van de onkostenvergoeding wordt jaarlijks per 1 januari geïndexeerd aan de hand van de consumentenprijsindex. Hiervoor is in de gemeente geen nadere besluitvorming nodig. In de verordening wordt namelijk verwezen naar de bedragen uit het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden en het Rechtspositiebesluit wethouders. In de rechtspositiebesluiten is de indexering geregeld. Artikelen 5 en 6
Reis- en verblijfkosten raadsleden
De Gemeentewet voorziet niet in een vergoeding voor ‘woon-werkverkeer’ voor raadsleden. Het is dan ook in strijd met artikel 99 van de Gemeentewet als raadsleden van de gemeente een vergoeding ontvangen voor reizen binnen het grondgebied van de gemeente. Artikel 97 van de Gemeentewet voorziet voor raadsleden wel in een vergoeding van de reis- en verblijfkosten voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur. In de verordening is voor wat de hoogte van de vergoedingen betreft aansluiting gezocht bij de vergoedingen uit de Regeling rechtspositie wethouders. Vergoed kunnen worden de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten van het gebruik van het openbaar vervoer en van een taxi. Bij gebruik van een eigen vervoermiddel kan een bedrag van € 0,37 per kilometer worden vergoed. Daarvan is € 0,19 onbelast en € 0,18 belast, waar € 0,09 netto van overblijft. Dit komt neer op € 0,28 netto. De noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte werkelijke verblijfkosten kunnen eveneens worden vergoed. Voor raadsleden die niet hebben geopteerd voor de loonbelasting geldt dat de verstrekte vergoedingen bij de aangifte inkomstenbelasting als opbrengst moeten worden verantwoord. De reiskosten kunnen binnen de geldende randvoorwaarden als aftrekbare beroepskosten worden opgevoerd. Cafetariaregeling reiskosten Raadsleden die hebben gekozen voor de opting-in-regeling en wethouders kunnen op aanvraag hun inkomen als ambtsdrager inzetten voor een reiskostenvergoeding woon-werkverkeer, overeenkomstig de voor het gemeentelijk personeel geldende cafetariaregeling. De maximale belastingvrije vergoeding die men door inzet van inkomen voor reiskosten woonwerkverkeer kan krijgen bedraagt € 0,19 per kilometer. Men berekent zijn maximale reiskostenvergoeding per jaar door de enkele reisafstand woon-werkverkeer te vermenigvuldigen met het aantal werkdagen per week waarop men naar de werkplek reist. De uitkomst vermenigvuldigt men met € 16,26*. De uitkomst van deze vermenigvuldiging is het bedrag dat 7
concept 24 november 2010
men per jaar maximaal kan ontvangen. (Dit bedrag moet de wethouder nog wel verminderen met de eventuele reiskostenvergoeding woon-werkverkeer die hij van de gemeente krijgt.) * De Belastingdienst gaat uit van 214 werkdagen per jaar als op 5 dagen per week naar de werkplek wordt gereisd. Dit leidt tot de volgende formule: op voltijd basis 214 x 2 (heen- en terugweg) x € 0,19 = € 81,32. Gedeeld door 5 komt de formule per werkdag voor 1 kilometer retour uit op € 16,26 (afgerond).
Voor het bepalen van de enkele reisafstand woon-werkverkeer maakt men gebruik van de ANWBrouteplanner: www.anwb.nl. Men kiest de kortste route. Voor het stadhuis aan de Burgemeester Jansenplein 1 geldt als postcode 7551 EC. Voorbeeld Stel: er wordt op 3 dagen per week van huis naar het stadhuis gereisd en de enkele reisafstand woon-werkverkeer bedraagt 5 kilometer. De berekening is dan als volgt: 5 x 3 = 15 15 x € 16,26 = € 243,90 Loonheffingstarief 42%: belastingvoordeel op jaarbasis € 102,44 Loonheffingstarief 52%: belastingvoordeel op jaarbasis € 126,83 Voor de aanvraagprocedure zij verwezen naar de informatie hierover op de P&O pagina’s van het intranet. Ook kan hierover contact worden opgenomen met de salarisadministratie. Artikelen 7 en 19
Cursus, congres, seminar of symposium
Deze voorziening maakt sinds 2001 niet langer onderdeel uit van de vaste onkostenvergoeding maar is in de bedrijfsvoering gebracht. De kosten van cursussen, congressen, seminars en symposia komen sindsdien rechtstreeks voor rekening van de gemeente. Een onderscheid is gemaakt tussen - cursussen e.d. die door of vanwege de gemeente in het gemeentelijk belang zijn georganiseerd; en - cursussen e.d. waaraan de individuele politieke ambtsdrager in verband met de vervulling van het raadslidmaatschap/wethoudersambt op eigen initiatief deelneemt. In het laatste geval zijn er aanvullende voorwaarden gesteld: inhoudelijke informatie over de cursus e.d. en een kostenspecificatie Voor raadsleden die niet hebben geopteerd voor de loonbelasting geldt dat de vergoedingen en verstrekkingen naar de waarde in het economische verkeer bij de aangifte inkomstenbelasting als opbrengst moeten worden verantwoord en dat de gemaakte kosten binnen de geldende randvoorwaarden als aftrekbare beroepskosten kunnen worden opgevoerd. Artikelen 8 en 20
Computer en internetverbinding
In de Rechtspositiebesluiten voor raads- en commissieleden en voor wethouders is een voorziening voor computer en internetverbinding opgenomen. Op aanvraag wordt ten laste van de gemeente aan raadsleden en wethouders voor de uitoefening van het raadslidmaatschap/wethoudersambt een computer, bijbehorende apparatuur en software in bruikleen ter beschikking gesteld. ‘Bijbehorende apparatuur’ is apparatuur die bestemd is om aan de computer te worden gekoppeld om informatie uit te wisselen. Voorbeelden hiervan zijn een modem, een printer, een fax en een docking station. De raad verstrekt aan raadsleden op aanvraag een tegemoetkoming voor de belastingheffing als gevolg hiervan. Het college verstrekt een dergelijke vergoeding op aanvraag van wethouders. Zie hierna voor uitleg over de belastingwetgeving.
8
concept 24 november 2010
Als geen computer, bijbehorende apparatuur en software in bruikleen ter beschikking is gesteld wordt op aanvraag een tegemoetkoming verleend voor de aanschaf ervan of het gebruik van een eigen computer, bijbehorende apparatuur en software. De gemeente bepaalt zelf de hoogte van de vergoeding. Als norm kan daarvoor worden uitgegaan van de aanschafwaarde van de computer die de gemeente ter beschikking stelt. Op aanvraag wordt tevens een vergoeding verleend voor de aanleg- en abonnementskosten voor de internetverbinding van voornoemde computer. Ook hierbij kan de gemeente zelf een normbedrag vaststellen uitgaande van bijvoorbeeld de laagste of de gemiddelde kosten. Volgens de rechtspositiebesluiten kan de raad nadere regels stellen over het beschikbaar stellen en vergoeden van bovengenoemde kosten. Dat wordt in onderhavige verordening gedaan: er zijn regels gesteld omtrent de tegemoetkoming voor de belastingheffing en de bruikleenovereenkomst. Fiscale behandeling computer en internetverbinding Sinds 2005 kan een computer met bijbehorende apparatuur en software alleen onbelast worden vergoed, verstrekt of ter beschikking gesteld als deze voor 90% of meer voor de uitoefening van het politieke ambt, dus zakelijk wordt gebruikt. Omwille van het creëren van een compensatie voor de belastingheffing, wordt er in de rechtspositiebesluiten en de verordening van uitgegaan dat betrokkenen de computer niet voor 90% of meer zakelijk gebruiken. Dat betekent dat zowel de vergoeding, de verstrekking als de terbeschikkingstelling van computerapparatuur en de daaraan gekoppelde tegemoetkoming zal worden belast. In verband hiermee vindt er gedurende de afschrijvingsperiode van drie jaar voor de door de gemeente beschikbaar gestelde computer een fiscale bijtelling plaats van 30% van de waarde in het economisch verkeer op het moment van eerste ingebruikneming. Na het derde jaar wordt de waarde op nihil gesteld. Geregeld is dat de gemeente op aanvraag 30% van de aanschafprijs vergoedt gedurende de drie jaar dat i.v.m. het beschikbaar stellen van de computer belasting is verschuldigd. Deze vergoeding is overigens belast. Indien een computer tijdens het kalenderjaar wordt verstrekt geldt in het eerste en vierde kalenderjaar een vergoeding naar evenredigheid van het aantal kalendermaanden waarin de computer beschikbaar is gesteld. Als een vergoeding wordt gegeven voor de aanschaf of het gebruik van een eigen computer, is een compensatie voor belastingheffing niet toegestaan. De verstrekte vergoeding voor de aanleg- en abonnementskosten van de internetverbinding is onbelast als de internetverbinding voor meer dan 10% wordt gebruikt voor de uitoefening van het politieke ambt (zakelijk gebruik). Dit zal doorgaans het geval zijn. Voor raadsleden die niet hebben geopteerd voor de loonbelasting geldt dat de vergoedingen en verstrekkingen naar de waarde in het economisch verkeer bij de aangifte inkomstenbelasting als opbrengst moeten worden verantwoord en dat de gemaakte kosten binnen de geldende randvoorwaarden als aftrekbare beroepskosten kunnen worden opgevoerd. Artikelen 9 en 22
Spaarloonregeling/levensloopregeling
Een raadslid dat gekozen heeft voor de fiscale status van werknemer (opting-in-regeling) mag deelnemen aan de spaarloonregeling van het gemeentepersoneel, die is opgenomen in hoofdstuk 29 van de Hengelose arbeidsvoorwaardenregeling (HAR). De spaarloonregeling is namelijk verbonden aan de het fiscale werknemerschap. Een wethouder kan ook meedoen aan de spaarloonregeling van het gemeentelijk personeel. 9
concept 24 november 2010
Voornoemd raadslid en de wethouder kunnen ook gebruik maken van de wettelijke levensloopregeling. Het is niet toegestaan een levensloopbijdrage ten laste van de gemeente te verstrekken, zoals ambtenaren die krijgen op grond van de gemeentelijke levensloopregeling (hoofdstuk 6a HAR). De opbouw van de levensloopvoorziening mag uitsluitend ten laste van de raadsvergoeding of wethoudersbezoldiging plaatsvinden. Aangezien raadsleden en wethouders geen verlof kennen, is het slechts mogelijk dat de opgebouwde voorziening bij de beëindiging van het politiek ambtsdragerschap wordt meegenomen naar een volgende werkgever of dat uitbetaling ineens plaatsvindt. Het is wettelijk niet mogelijk van de spaarloonregeling en de levensloopregeling gezamenlijk gebruik te maken. Artikelen 10 en 23 Fiets woon-werkverkeer Raadsleden die hebben gekozen voor de opting-in-regeling en wethouders kunnen op aanvraag hun inkomen als ambtsdrager inzetten voor een fiets woon-werkverkeer en met de fiets samenhangende zaken, overeenkomstig de voor het gemeentelijk personeel geldende cafetariaregeling. Voor de aanvraagprocedure zij verwezen naar de informatie hierover op de P&O pagina’s van het intranet. Ook kan hierover contact worden opgenomen met de salarisadministratie. Artikel 11 Verlaging vergoeding werkzaamheden bij arbeidsongeschiktheid In de motie Slob (Kamerstukken II, 2004-2005, 29 800 VII, nr. 21) is aangegeven dat de gemeenteraad een brede afspiegeling van de bevolking dient te vormen. Om deze reden moeten drempels om raadslid te worden of te blijven, worden weggenomen. In de WAO en WIA geldt het algemene principe dat indien een persoon inkomen uit arbeid geniet, dit in de regel zal leiden tot verlaging of intrekking van de wettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering. Een dergelijke uitkering is immers bedoeld om het als gevolg van arbeidsongeschiktheid ontstane verlies aan verdienvermogen te vergoeden. Voor raads- en commissieleden kan dit ertoe leiden dat een geringe verhoging van het inkomen door een raads- of commissievergoeding een grote teruggang betekent voor de hoogte van de wettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering als gevolg van de anticumulatieregeling. Dit kan zich bijvoorbeeld voordoen bij aanvaarding van een raads- of commissiezetel of bij verhoging van de vergoeding voor de werkzaamheden. Op grond van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden kunnen gemeenten hiervoor een voorziening treffen. Een dergelijke voorziening in opgenomen in artikel 11. Daarin is geregeld dat op aanvraag een raadslid een lagere vergoeding voor de werkzaamheden wordt gegeven om te voorkomen dat de anticumulatieregeling zal leiden tot een verlaging van de wettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering van het raadslid. Artikel 12
Compensatie korting werkloosheidsuitkering
Artikel 20 van de Werkloosheidswet (WW) komt erop neer dat op het moment dat iemand een werkloosheidsuitkering op grond van die wet ontvangt, nieuwe werkzaamheden aanvangt, de WWuitkering wordt gekort met het aantal uren dat in de nieuwe functie wordt gewerkt. Het Besluit werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel (BWOO) kent een soortgelijke bepaling. De hoogte van het inkomen uit de nieuwe betrekking is daarbij niet relevant. Als iemand tot raadslid wordt gekozen, zal de WW-uitkering worden verlaagd met het aantal uren dat het UWV voor het raadslidmaatschap in aanmerking neemt. Indien deze verlaging van de WW-uitkering groter is dan de vergoeding voor de werkzaamheden zal er een negatief inkomenseffect optreden. Het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden biedt gemeenten de mogelijkheid dit nadeel te compenseren. Dat is geregeld in artikel 12.
10
concept 24 november 2010
Artikel 13
Voorzieningen bij tijdelijk ontslag wegens zwangerschap en bevalling of ziekte
Raadsleden kunnen tijdelijk worden vervangen wegens zwangerschap en bevalling dan wel wegens langdurige ziekte. De regeling daarvan is opgenomen in de Kieswet, omdat het te vervangen raadslid tijdelijk ontslagen wordt. In de vacature wordt voorzien door de tijdelijke benoeming van de vervanger. Er is steeds sprake van een vaste periode van 16 weken. Door zowel het tijdelijk ontslag, de tijdelijke benoeming en de vaste periode van vervanging is het niet nodig dat tussen beide raadsleden een afspraak wordt gemaakt over de duur van de vervanging. Het is hierdoor ook niet mogelijk weer binnen de termijn van 16 weken het raadslidmaatschap te hervatten. Evenmin is het mogelijk de vervanging nog even voort te laten duren, tenzij opnieuw een verzoek wordt gedaan voor een tijdelijk ontslag. Bij inwilliging van dat verzoek, is opnieuw sprake van een periode van 16 weken. In de artikelen X 10, X 11 en X 12 van de Kieswet zijn de voorwaarden opgenomen waaraan moet worden voldaan voor een vervanging, de datum van ingang en beëindiging van de vervanging. De verklaring van een verloskundige dan wel behandelend arts is bepalend voor de aanvang van de vervanging. De benoeming van de vervanger kan later plaatsvinden, maar wijzigt het tijdstip van het einde van het tijdelijk ontslag niet. De feitelijke vervanging kan daardoor korter zijn dan 16 weken. Na afloop van de termijn van 16 weken wordt zonder enig verzoek of besluit de oude situatie hersteld. Dat geldt zowel voor de hervatting van het raadslidmaatschap, het einde van het tijdelijk raadslidmaatschap als de rechtspositionele aspecten daarvan. Artikelen 15 en 16
Reiskosten woon-werkverkeer en zakelijke reis- en verblijfkosten
Voor wethouders is in artikel 15 een belastingvrije vergoeding voor het woon-werkverkeer geregeld overeenkomstig de bepalingen bij en krachtens het Rechtspositiebesluit wethouders en de Regeling rechtspositie wethouders. Zij hebben recht op vergoeding van reiskosten openbaar vervoer of, bij gebruik van de eigen personenauto, vergoeding van € 0,15 per kilometer (2010). Wethouders kunnen op aanvraag hun inkomen als ambtsdrager inzetten voor een reiskostenvergoeding woon-werkverkeer, overeenkomstig de voor het gemeentelijk personeel geldende cafetariaregeling. Zie voor meer informatie hierover de toelichting bij artikel 5. Bij zakelijke reizen kunnen vergoed worden de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten van het gebruik van het openbaar vervoer en van een taxi. Bij gebruik van een eigen vervoermiddel kan een bedrag van € 0,37 per kilometer worden vergoed. Daarvan is € 0,19 onbelast en € 0,18 belast, waar € 0,09 netto van overblijft. Dit komt neer op € 0,28 netto per kilometer. Voor wethouders is nog van belang dat een vergoeding of verstrekking van maximaal 80 maaltijden per kalenderjaar onbelast is als de vergoeding of verstrekking een meer dan bijkomstig zakelijk karakter heeft. Daarvan is niet zonder meer sprake bij deelname aan raads- en commissievergaderingen, maar wel bij tot in de avond doorlopende vergaderingen waardoor men niet op de gewone tijd kan eten, alsmede tijdens dienstreizen. Voor zover het aantal maaltijden per kalenderjaar meer dan 80 is (vergoedingen en verstrekkingen samen), moet een normbedrag bij het loon worden geteld. Als de vergoeding of verstrekking gedeeltelijk tot het loon moet worden gerekend kan eindheffing plaatsvinden op basis van het tabeltarief. Als het zakelijk karakter van niet meer dan bijkomstig belang is moet de vergoeding of de waarde in het economisch verkeer van de verstrekking tot het loon worden gerekend. Bij verstrekkingen in de vorm van maaltijden in bedrijfskantines met een privé-karakter wordt de waarde van een kantinemaaltijd vastgesteld op een forfaitair bedrag. Als de maaltijd in de bedrijfskantine een meer 11
concept 24 november 2010
dan bijkomstig zakelijk karakter heeft geldt de hoofdregel. De vergoeding of verstrekking van maximaal 80 maaltijden per kalenderjaar is dan onbelast. Artikel 17
Dienstauto
Als onderdeel van de bedrijfsvoering kan de gemeente een dienstauto met of zonder chauffeur voor zakelijk gebruik beschikbaar stellen aan wethouders. De dienstauto kan ook voor het woonwerkverkeer worden gebruikt. In dat geval vindt wel een korting plaats op de tegemoetkoming in de reiskosten woon/werk, als de wethouder die ontvangt. De dienstauto kan ook worden gebruikt voor de vervulling van een q.q.-nevenfunctie. De eventueel uit hoofde van die nevenfunctie ontvangen vergoeding van reiskosten ter zake wordt in dat geval in de gemeentelijke kas gestort. De dienstauto is niet beschikbaar voor privé-gebruik. Artikelen 18 Buitenlandse dienstreis Bij buitenlandse dienstreizen in het gemeentelijk belang kunnen aan de wethouder de in redelijkheid gemaakte werkelijke reis- en verblijfkosten worden vergoed. De tarieven in het voor het rijkspersoneel geldende Reisbesluit buitenland zijn daarbij richtsnoer. In de eerder genoemde integriteitscode voor bestuurders zijn nadere gedragsregels vastgesteld. Daarbij gaat het om expliciete besluitvorming in het college over buitenlandse reizen en over uitnodigingen daartoe op kosten van derden. Maar ook om bijvoorbeeld de rekening en verantwoording achteraf (zowel inhoudelijk als financieel), het meereizen van de partner en het combineren van een dienstreis met een (direct voorafgaande of aansluitende) privéreis. Artikel 21
Mobiele telefoon
Sinds 2007 is zijn de vergoedingen of verstrekkingen van een mobiele telefoon geheel onbelast als het zakelijk gebruik meer dan 10% bedraagt. Dit geldt ook voor mobiele apparaten met een telefoon- en computerfunctie, waarvan de computerfunctie ondergeschikt is, zoals een smartphone en een BlackBerry. Artikel 24
Reis- en pensionkosten en verhuiskosten
Sinds de dualisering van het gemeentebestuur kunnen personen van buiten de gemeenteraad tot wethouder worden benoemd. Dat kunnen ook personen zijn die niet in de gemeente zelf wonen. Die zijn op grond van de Gemeentewet verplicht om te gaan wonen in de gemeente waar zij wethouder zijn geworden. In artikel 24 is geregeld dat zij bij verhuizing naar de gemeente in aanmerking komen voor een verhuiskostenvergoeding en eventueel voor vergoeding van reis- en pensionkosten in afwachting van de verhuizing. De vergoedingen zijn onbelast. Artikel 25
Vergoeding voor leden bezwarencommissie en rekenkamercommissie
In dit artikel zijn de vergoedingen voor de leden van een bezwarencommissie en de rekenkamercommissie geregeld.
12
concept 24 november 2010
Artikelen
26 t/m 29 De procedure van declaratie
In artikel 26 zijn de drie wijzen van betaling aangegeven. In de artikelen 27 t/m 29 is vervolgens aangegeven in welke gevallen welke betalingswijze aan de orde is en welke procedurevoorschriften in achtgenomen moeten worden. Declaratie van vooruitbetaalde kosten Daarbij gaat het om vergoeding van de volgende kosten: -
reis- en verblijfkosten van raadsleden;
-
zakelijke reis- en verblijfkosten van wethouders
-
reis- en verblijfkosten bij buitenlandse dienstreizen van wethouders
-
reis- en pensionkosten en verhuiskosten;
-
reis- en verblijfkosten van leden van gemeentelijke commissies
Rechtstreekse facturering bij de gemeente Rekeningen kunnen rechtstreeks bij de gemeente in rekening worden gebracht in de volgende gevallen: -
deelname aan cursussen, congressen, seminars en symposia door raadsleden en wethouders;
-
zakelijke reis- en verblijfkosten van wethouders;
-
reis- en pensionkosten en verhuiskosten
-
reis- en verblijfkosten bij buitenlandse dienstreizen van wethouders.
Gebruik creditcard Aan wethouders kan onder voorwaarden een creditcard beschikbaar worden gesteld voor functionele uitgaven ten laste van de gemeente. Gebruik van creditcards is mogelijk in de volgende gevallen: -
zakelijke reis- en verblijfkosten van wethouders;
-
reis- en verblijfkosten bij buitenlandse dienstreizen van wethouders;
-
reis- en pensionkosten en verhuiskosten.
13
Geleideformulier voor behandeling in commissie en/of raad
CASENUMMER
10G201756
PORT.HOUD:
ONDERWERP:
Financiering streeklab Hengelo.
Mulder
RAADSGRIFFIE GRIFFIER: DHR. G.J. EEFTINK ADJUNCT-GRIFFIER: MW. A. HAARHUIS ADJUNCT-GRIFFIER: DHR. L.F. NIJLAND
paraaf griffier
Griffie-advies voor behandeling in commissie en/of raad Behandelen Commissie Fysiek Commissie Sociaal Commissie Bestuur Trefpunt (uitgebreide commissie) Raadsvergadering
Informeren
2/12 LN
Datum
B
13-01-2011
B
25-01-2011
Opmerkingen griffier:
Behandeling in de raadscommissie
x Bestuur
Fysiek
Datum:
Sociaal
13-01-11
Agendapunt:
10
Besluit: Geïnformeerd Akkoord voor raadsbehandeling Hamerstuk Niet-akkoord paraaf griffier
Opmerkingen commissiegriffier:
Stuknummer: 390498
SAMENVATTING RAADSVOORSTEL CASENUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
10G201756 391966 / 391966
E. van Bree
PF
Mu
ONDERWERP
AGENDANUMMER
Financiering streeklab Hengelo.
BELEIDSPROGRAMMA/BELEIDSLIJN
10 – Middelen
REDEN VAN AANBIEDING
Bestuurlijke bereidheidsverklaring om aanvragen tot (garantie van) financiering welwillend te beschouwen
SAMENVATTING VAN HET RAADSVOORSTEL EN HET VERVOLGTRAJECT
Aan de raad wordt voorgesteld uit te spreken dat de gemeenteraad de inspanningen van het college om het streeklab zich te laten vestigen op het gezondheidspark in Hengelo ondersteunt. In dat verband vraag het college de raad zijn wensen en bedenkingen kenbaar te maken ten aanzien van het door het college voorgenomen besluit om in te stemmen met het verstrekken, of anders, het garanderen van een annuïtaire geldlening van maximaal 25 miljoen euro met een maximale looptijd van 30 jaar. Daarbij zullen de gebruikelijke voorwaarden worden gesteld. Daarnaast is sprake van een risicoopslag, dan wel risciovergoeding. Na instemming door de raad zal het college een definitief besluit nemen.
PLAATSGEVONDEN COMMUNICATIE, DE RESULTATEN DAARVAN EN HET COMMUNICATIEPLAN VOOR HET VERVOLGTRAJECT
Diverse overleggen met financieel verantwoordelijken ZGT. Dit heeft geleid tot overeenstemming over de toegepaste voorwaarden.
VOORSTEL AAN DE RAAD
Aan de raad voor te stellen: 1. uit te spreken dat de gemeenteraad de inspanningen van het college om het streeklab zich te laten vestigen op het gezondheidspark in Hengelo ondersteunt; 2. in dat verband zijn wensen en bedenkingen kenbaar te maken ten aanzien van het volgende door het college voorgenomen besluit: A. In te stemmen met het verstrekken, of anders, het garanderen van een annuïtaire geldlening van maximaal 25 miljoen euro met een maximale looptijd van 30 jaar; B. Hierbij de voorwaarde te stellen van een recht van eerste hypotheek alsmede overige benodigde zakelijke rechten ten laste van de ZGT; C. Een risico-opslag, dan wel vergoeding, te hanteren van 25 punten per jaar
OPSOMMING VAN BIJLAGEN
memo beslissingsformulier en advies
RAADSVOORSTEL REGISTRATIENR.
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
10G201756
E. van Bree
PF
Mu
ONDERWERP
Financiering streeklab Hengelo.
AANLEIDING EN DOEL
De Ziekenhuisgroep Twente (ZGT) heeft het college benaderd met een verzoek om garant te staan voor c.q. een geldlening te verstrekken aan ZGT Vastgoed voor een nieuw streeklab, dat gevestigd zal worden op het voormalige ROC terrein.
OVERWEGINGEN
ZGT Vastgoed heeft een aantal jaren geleden het voormalige ROC gekocht, met de bedoeling om het gezondheidspark Hengelo uit te kunnen breiden. Toen het streeklaboratorium op zoek ging naar nieuwbouw, heeft ZGT Vastgoed deze locatie dan ook aangeboden als potentiële vestigingsplaats. Hiermee was ZGT Vastgoed in concurrentie met een aantal andere plaatsen waaronder Enschede. Tijdens dit proces is hierover overleg met de gemeente geweest. Om de kosten voor ZGT Vastgoed laag te kunnen houden heeft het college in beginsel de bereidheid uitgesproken dat de gemeente Hengelo ZGT Vastgoed een lening dan wel een garantstelling hiervoor zal verstrekken. Hierdoor blijft de risico opslag op de rente laag en heeft ZGT Vastgoed een goed aanbod bij het streeklaboratorium kunnen doen. Het streeklaboratorium heeft mede hierdoor voor Hengelo als vestigingsplaats gekozen. ZGT Vastgoed maakt onderdeel uit van Stichting Bestuur Ziekenhuisgroep Twente. Deze Stichting is verantwoordelijk voor de ziekenhuizen in Hengelo en Almelo. Vestiging van een streeklab is van groot belang voor een betere invulling van het gezondheidspark in Hengelo en daarmee voor de werkgelegenheid in de zorgsector.
FINANCIËLE EN PERSONELE ASPECTEN
De balans van de geconsolideerde jaarrekening van de Stichting Bestuur Ziekenhuisgroep Twente laat over de periode 2007 – 2009 een toename van 50 miljoen euro zien. Dit is vooral een gevolg van investeringen om de ziekenhuizen weer up-to-date te maken. In dezelfde periode is de omzet met gemiddelde 10% per jaar gegroeid. Het resultaat is in deze periode gedaald en 2009 is met een verlies van 3,5 miljoen afgesloten. Naar aanleiding hiervan is een omvangrijke bezuinigingsoperatie uitgevoerd. Hierdoor is de verwachting dat 2010 weer met een positief resultaat zal worden afgesloten. De solvabiliteit van de ZGT is met ongeveer 10% zeker niet buitensporig hoog, maar wel in lijn met het gemiddelde in de branche. De tot dusver aangetrokken geldleningen met langere lootpijd zijn door de staat gegarandeerd. Het nieuwe streeklab vergt een investering van in totaal 25 miljoen euro. Om de exploitatie van de nieuwbouw en de daarmee samenhangende huur te kunnen beoordelen is er een financiële doorrekening gemaakt. Uitgangspunt is een verwachte levensduur/gebruiksduur van het gebouw van 30 jaar. De berekening laat zien dat de investering en de daarmee samenhangende financieringslasten op basis van de huurafspraken bedrijfseconomisch acceptabel zijn. Daarnaast is de financiële positie van het streeklaboratorium beoordeeld. Uit dit onderzoek zijn geen bijzondere risico’s gebleken. Om exploitatierisico’s verder te verkleinen is met het streeklaboratorium een huurovereenkomst voor 20 jaar overeengekomen.
COMMUNICATIE EN INSPRAAK
Diverse overleggen met financieel verantwoordelijken ZGT. Dit heeft geleid tot overeenstemming over de toegepaste voorwaarden
VERVOLGTRAJECT EN
–PRODUCTEN
Aan de hand van de inbreng van de raad neemt het college een definitief besluit. Vervolgens wordt in overleg met de Stichting Bestuur Ziekenhuisgroep Twente een opzet gemaakt over vorm en looptijd van de geldlening. Er zal worden gevraagd om een groepsgarantie van de Stg Bestuur Ziekenhuisgroep Twente, alsmede om een recht van eerste hypotheek op het te bouwen pand. VOORSTEL AAN DE RAAD
Aan de raad voor te stellen: 1. uit te spreken dat de gemeenteraad de inspanningen van het college om het streeklab zich te laten vestigen op het gezondheidspark in Hengelo ondersteunt; 2. in dat verband zijn wensen en bedenkingen kenbaar te maken ten aanzien van het volgende door het college voorgenomen besluit: A. In te stemmen met het verstrekken, of anders, het garanderen van een annuïtaire geldlening van maximaal 25 miljoen euro met een maximale looptijd van 30 jaar; B. Hierbij de voorwaarde te stellen van een recht van eerste hypotheek alsmede overige benodigde zakelijke rechten ten laste van de ZGT; C. Een risico-opslag, dan wel vergoeding, te hanteren van 25 punten per jaar
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN HENGELO,
De secretaris
De burgemeester
RAADSBESLUIT REGISTRATIENR.
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
10G201756
E. van Bree
PF
Mu
ONDERWERP
Financiering streeklab Hengelo.
DE RAAD VAN DE GEMEENTE HENGELO, GELEZEN HET VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS, BESLUIT:
1. uit te spreken dat de gemeenteraad de inspanningen van het college om het streeklab zich te laten vestigen op het gezondheidspark in Hengelo ondersteunt; 2. in dat verband zijn wensen en bedenkingen kenbaar te maken ten aanzien van het volgende door het college voorgenomen besluit: A. In te stemmen met het verstrekken, of anders, het garanderen van een annuïtaire geldlening van maximaal 25 miljoen euro met een maximale looptijd van 30 jaar; B. Hierbij de voorwaarde te stellen van een recht van eerste hypotheek alsmede overige benodigde zakelijke rechten ten laste van de ZGT; C. Een risico-opslag, dan wel vergoeding, te hanteren van 25 punten per jaar
DE GEMEENTERAAD VAN HENGELO,
De griffier
DATUM
De voorzitter
Geleideformulier voor behandeling in commissie en/of raad
CASENUMMER
10G201949
PORT.HOUD:
Mulder
ONDERWERP:
Grondslagen herzieningen grondexploitaties 1-1-2011.
RAADSGRIFFIE GRIFFIER: DHR. G.J. EEFTINK ADJUNCT-GRIFFIER: MW. A. HAARHUIS ADJUNCT-GRIFFIER: DHR. L.F. NIJLAND
paraaf griffier
Griffie-advies voor behandeling in commissie en/of raad Behandelen Commissie Fysiek Commissie Sociaal Commissie Bestuur Trefpunt (uitgebreide commissie) Raadsvergadering
Informeren
Datum
B
13-01-2011
B
25-01-2011
15/12 LN
Opmerkingen griffier:
Behandeling in de raadscommissie
x Bestuur
Fysiek
Datum:
Sociaal
13-01-11
Agendapunt:
11
Besluit: Geïnformeerd Akkoord voor raadsbehandeling Hamerstuk Niet-akkoord paraaf griffier
Opmerkingen commissiegriffier:
Stuknummer: 395715
SAMENVATTING RAADSVOORSTEL CASENUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
10G201949 395930 / 395930
g. knegt
PF
Mu
ONDERWERP
AGENDANUMMER
Grondslagen herzieningen grondexploitaties 1-1-2011.
BELEIDSPROGRAMMA/BELEIDSLIJN
09 - Stad in ontwikkeling
REDEN VAN AANBIEDING
Anders, nl: Vaststellen van de toe te passen grondslagen bij herziening van de grondexploitaties
SAMENVATTING VAN HET RAADSVOORSTEL EN HET VERVOLGTRAJECT
a) ermee in te stemmen dat bij de herzieningen van de grondexploitaties per 01.01.2011 de volgende grondslagen worden gehanteerd: § Rente: 5,5%, met uitzondering van de projecten Hart van Zuid, De Veldkamp, XL Businesspark Twente (RBT) en Westermaat Campus, waarvoor andere renteafspraken zijn gemaakt; § Indexering van de kosten: in de jaren 2011 en 2012 0% per jaar en na 2012 2% per jaar; § Indexering van de grondopbrengsten: o Voor Woningbouw: in de jaren 2011 en 2012 0% en na 2012 2% per jaar; o Voor Bedrijvigheid en overige : in de jaren 2011 en 2012 0% en na 2012 2%. b) kennis te nemen van: § De werkwijze van het ramen van de plankosten; § De werkwijze van het ramen van de civiele kosten. c)
ermee in te stemmen dat bij de herzieningen van de grondexploitaties de volgende gedragslijnen worden gehanteerd: ≠ Gewijzigde, nieuwe en vervallen stelposten in de aan het grondbedrijf gelieerde reserves en voorzieningen worden expliciet als beslispunt aan de gemeenteraad voorgelegd; ≠ Eventuele afwaarderingen van gronden worden specifiek aan de gemeenteraad voorgelegd.
PLAATSGEVONDEN COMMUNICATIE, DE RESULTATEN DAARVAN EN HET COMMUNICATIEPLAN VOOR HET VERVOLGTRAJECT
NVT
VOORSTEL AAN DE RAAD
Aan de raad wordt voorgesteld: a) ermee in te stemmen dat bij de herzieningen van de grondexploitaties per 01.01.2011 de volgende grondslagen worden gehanteerd: § Rente: 5,5%, met uitzondering van de projecten Hart van Zuid, De Veldkamp, XL Businesspark Twente (RBT) en Westermaat Campus, waarvoor andere renteafspraken zijn gemaakt; § Indexering van de kosten: in de jaren 2011 en 2012 0% per jaar en na 2012 2% per jaar; § Indexering van de grondopbrengsten: o Voor Woningbouw: in de jaren 2011 en 2012 0% en na 2012 2% per jaar; o Voor Bedrijvigheid en overige : in de jaren 2011 en 2012 0% en na 2012 2%. b) kennis te nemen van: § De werkwijze van het ramen van de plankosten; § De werkwijze van het ramen van de civiele kosten. c) ≠ ≠
ermee in te stemmen dat bij de herzieningen van de grondexploitaties de volgende gedragslijnen worden gehanteerd: Gewijzigde, nieuwe en vervallen stelposten in de aan het grondbedrijf gelieerde reserves en voorzieningen worden expliciet als beslispunt aan de gemeenteraad voorgelegd; Eventuele afwaarderingen van gronden worden specifiek aan de gemeenteraad voorgelegd.
OPSOMMING VAN BIJLAGEN
Notitie : “Herziening grondexploitaties per 1 januari 2011: toe te passen grondslagen”
RAADSVOORSTEL REGISTRATIENR.
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
10G201949
g. knegt
PF
Mu
ONDERWERP
Grondslagen herzieningen grondexploitaties 1-1-2011.
AANLEIDING EN DOEL
Net als vorig jaar worden ook dit jaar de uitgangspunten die zullen worden toegepast bij de herziening van de grondexploitaties per 1 januari 2011, voor de te hanteren percentages voor de omslagrente, stijging van de kosten en opbrengsten op voorhand aan de Raad ter vaststelling aangeboden.
OVERWEGINGEN
In lijn met de herziening per 1 januari 2010 wordt voorgesteld in de jaren 2011 en 2012 voor de kosten geen prijsstijgingen toe te passen en vanaf 2013 te calculeren met een prijsstijgingspercentage van 2% per jaar. Voor wat betreft de grondverkopen wordt voorgesteld tot en met 2012 geen prijsstijging te calculeren en vanaf 2013 te rekenen met een prijstijging van 2% per jaar. Voor de bedrijfsterreinen betekent dit een wijziging ten opzichte van vorig jaar: in de herzieningen per 1 januari 2010 is nog gerekend met een opbrengstenstijging van 2% over de jaren 2010 tot en met 2012 FINANCIËLE EN PERSONELE ASPECTEN
NVT
COMMUNICATIE EN INSPRAAK
NVT
VERVOLGTRAJECT EN
–PRODUCTEN
Bij vaststelling zullen de grondslagen worden toegepast bij de herziening van de grondexploitaties per 1 januari 2011
VOORSTEL AAN DE RAAD
a) ermee in te stemmen dat bij de herzieningen van de grondexploitaties per 01.01.2011 de volgende grondslagen worden gehanteerd: § Rente: 5,5%, met uitzondering van de projecten Hart van Zuid, De Veldkamp, XL Businesspark Twente (RBT) en Westermaat Campus, waarvoor andere renteafspraken zijn gemaakt; § Indexering van de kosten: in de jaren 2011 en 2012 0% per jaar en na 2012 2% per jaar; § Indexering van de grondopbrengsten: o Voor Woningbouw: in de jaren 2011 en 2012 0% en na 2012 2% per jaar; o Voor Bedrijvigheid en overige : in de jaren 2011 en 2012 0% en na 2012 2%. b) kennis te nemen van: § De werkwijze van het ramen van de plankosten; § De werkwijze van het ramen van de civiele kosten. c) ≠ ≠
ermee in te stemmen dat bij de herzieningen van de grondexploitaties de volgende gedragslijnen worden gehanteerd: Gewijzigde, nieuwe en vervallen stelposten in de aan het grondbedrijf gelieerde reserves en voorzieningen worden expliciet als beslispunt aan de gemeenteraad voorgelegd; Eventuele afwaarderingen van gronden worden specifiek aan de gemeenteraad voorgelegd.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN HENGELO,
De secretaris
De burgemeester
RAADSBESLUIT REGISTRATIENR.
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
10G201949
g. knegt
PF
Mu
ONDERWERP
Grondslagen herzieningen grondexploitaties 1-1-2011.
DE RAAD VAN DE GEMEENTE HENGELO, GELEZEN HET VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS, BESLUIT:
a) ermee in te stemmen dat bij de herzieningen van de grondexploitaties per 01.01.2011 de volgende grondslagen worden gehanteerd: § Rente: 5,5%, met uitzondering van de projecten Hart van Zuid, De Veldkamp, XL Businesspark Twente (RBT) en Westermaat Campus, waarvoor andere renteafspraken zijn gemaakt; § Indexering van de kosten: in de jaren 2011 en 2012 0% per jaar en na 2012 2% per jaar; § Indexering van de grondopbrengsten: o Voor Woningbouw: in de jaren 2011 en 2012 0% en na 2012 2% per jaar; o Voor Bedrijvigheid en overige : in de jaren 2011 en 2012 0% en na 2012 2%. b) kennis te nemen van: § De werkwijze van het ramen van de plankosten; § De werkwijze van het ramen van de civiele kosten. c)
ermee in te stemmen dat bij de herzieningen van de grondexploitaties de volgende gedragslijnen worden gehanteerd: ≠ Gewijzigde, nieuwe en vervallen stelposten in de aan het grondbedrijf gelieerde reserves en voorzieningen worden expliciet als beslispunt aan de gemeenteraad voorgelegd; ≠ Eventuele afwaarderingen van gronden worden specifiek aan de gemeenteraad voorgelegd.
DE GEMEENTERAAD VAN HENGELO,
De griffier
DATUM
De voorzitter
Casenummer
10G201949
Registratienr.
395792 / 395792
Herziening grondexploitaties per 1 januari 2011 Toe te passen grondslagen
3 december 2010 Sector Personeel en Financiën Afdeling Grondzaken
Inleiding
Net als vorig jaar worden ook dit jaar de uitgangspunten die zullen worden toegepast bij de herziening van de grondexploitaties per 1 januari 2011, voor de te hanteren percentages voor de omslagrente, stijging van de kosten en opbrengsten op
voorhand aan de Raad
ter vaststelling
1
aangeboden . Hieronder staan de grondslagen genoemd, waarvan toepassing wordt voorgesteld bij het opstellen van de grondexploitaties per 01.01.2011. Hierbij worden onderscheiden:
§
Vast te stellen grondslagen;
§
Overige grondslagen;
§
Vast te stellen gedragslijnen.
In bijlage I staat vervolgens een overzicht van de wijzigingen welke bij de herzieningen van de grondexploitaties per 01.01.2011 worden doorgevoerd, waarover reeds bestuurlijke besluitvorming heeft plaatsgevonden.
Vast te stellen grondslagen
Omslagrente Op 10 november 2010 heeft de raad besloten om de omslagrente, waarmee wordt gerekend in de beleidsbegroting 2011-2014, vast te stellen op 5,5%. In de grondexploitaties wordt eveneens gerekend met de gemeentelijke omslagrente. In enkele grondexploitaties wordt een ander rentepercentage toegepast. Dit betreffen: §
Hart van Zuid 1e fase: De gehanteerde rente in de grondexploitatie van Hart van Zuid bedraagt 4,5% conform de op 24 januari 2006 door de gemeenteraad vastgestelde grondexploitatie;
§
De Veldkamp: in de herziening per 1 januari 2010 is de gehanteerde rente 5,0% conform de omslagrente van de gemeente Borne. In de herziening per 1 januari 2011 kan de rente nog wijzingen;
§
XL Businesspark Twente (RBT): De gehanteerde rente in de grondexploitatie van het XL Businesspark Twente bedraagt 3,64% voor de jaren 2010 tot en met 2014 en daarna 4,25%;
§
Westermaat Campus: De gehanteerde rente in de grondexploitatie van Westermaat Campus bedraagt 5,1% conform de op 28 februari 2006 door de gemeenteraad vastgestelde gewijzigde geldlening.
1 Bij de behandeling van de herziening van de grondexploitaties per 01.01.2007, op 25 juni 2007 in de commissie Bestuur, kwam aan de orde dat de raadsleden het op prijs zouden stellen wanneer de grondslagen – zoals deze worden toegepast in de grondexploitaties, reserves en voorzieningen – op voorhand door de gemeenteraad worden vastgesteld.
Indexpercentages Kostenstijging Sinds een aantal jaren hanteert de gemeente Hengelo geïndexeerde exploitatieberekeningen voor de grondexploitaties. De stijging van de kosten en opbrengsten worden apart in de berekeningen verwerkt. In de afgelopen jaren is het inflatiepercentage in Nederland relatief laag geweest. Vanaf 2001 heeft het inflatiepercentage op basis van het Prijsindexcijfer GWW (Grond-, Weg- en Waterbouw) zich als volgt ontwikkeld. (NB bij de bepaling van deze reeks is de prijsontwikkeling van het element Spoorwegen buiten beschouwing gelaten)
Overzicht prijsstijgingen GWW exclusief Spoorwegen van 2001-2010
jaar 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
prijsstijging 5,0% 2,4% 3,8% 0,5% 1,5% 5,0% 3,7% 6,9% 1,3% 0,0%
De gemiddelde prijsstijging in de boven weergegeven periode is 3% per jaar. Deze cijfers zijn gebaseerd op de maandindexcijfers van de maand januari van elk jaar. De laatste jaren is in de gemeentelijke grondexplotaties een gemiddeld kostenstijgingspercentage aangehouden van 3%. Gelet op de trend in voorgaande jaren was dit ook een redelijk perecentage. De economische teruggang die vorig jaar al is verwerkt in de toe te passen indexeringen, gaat nog steeds voort. Dit is ook te zien in de prijsontwikkeling in de weg- en waterbouw. In januari 2009 zijn de prijzen slechts 1,3% hoger dan januari 2008. In januari 2010 zet de prijsstabisatie door. Gelet op bovenstaande ontwikkeling lijkt het aannemelijk dat de kostenstijging op korte termijn lager zal zijn dan langjarig gemiddelde. Op basis hiervan wordt voorgesteld om voor kostenindexering voor de kortere termijn voort te gaan op de voet die in de vorige herzieningen al is toegepast en de kostenindexering voor 2011 en 2012 op 0% te stellen. Langjarig kan worden uitgegaan van een vaste verhouding tussen de rente en de inflatie. Als de rente wijzigt, wijzigt ook de gemiddelde prijsstijging. Dit geldt voor zowel de kosten als de opbrengsten in de grondexploitaties. De andere gemeenten in de Netwerkstad denken er ook over om een vaste verhouding aan te houden. Daarom wordt nu voorgesteld om voor de langere termijn de kostenindexering en de opbrengst indexering aan elkaar gelijk te stellen, en vanaf 1 januari 2013 een kostenindex toe te passen van 2% per jaar.
Opbrengstenstijging In de exploitatieberekeningen wordt ook een opbrengstenindexering toegepast. Bij de laatste herziening van de grondexploitaties is hiervoor langjarig 2% per jaar aangehouden. Alleen voor de woningbouw is gerekend met een indexpercentage van 0% van 2010 tot en met 2012. Gelet op de huidige economische situatie wordt voorgesteld om voor de woningbouw de gedragslijn uit de herzieningen per 1 januari 2010 voort te zetten en voor de jaren 2011 en 2012 geen opbrengstindexering toe te passen. Voor de bedrijventerreinen is in de herzieningen per 1 januari 2010 nog uitgegaan van een opbrengstindexering van 2% gedurende de gehele looptijd van de grondexploitaties. Inmiddels is de inschatting dat de ruimte op prijsindexering toe te passen op de korte termijn niet meer zo groot is als vorig jaar nog aangenomen. Daarom wordt voorgesteld voor de bedrijventerreinen aansluiting te zoeken bij de gedragslijn voor woningbouw en ook bij de bedrijventerreinen geen opbrengstindexering toe te passen voor de jaren 2011 en 2012. Conclusie Met betrekking tot de indexeringen wordt het volgende voorgesteld: 1. Bij de kostenindexering in de jaren 2011 en 2012 uit te gaan van 0% en na 2012 van 2% 2. Bij de opbrengstindexering als volgt te rekenen: 2.a. In geval van grondverkoop voor woningbouw in de jaren 2011 en 2012 uit te gaan van 0% en na 2012 van 2% 2.b. In geval van grondverkoop voor bedrijvigheid en overige grondverkopen in de jaren 2011 en 2012 uit te gaan van 0% en na 2012 van 2%. Overige grondslagen Plankosten In de herzieningen van de grondexploitaties per 01.01.2011 zullen de plankosten – waar mogelijk worden gespecificeerd naar producten (nota van uitgangspunten, stedenbouwkundig plan, bestemmingsplan en dergelijke). Dit komt overeen met de verbetervoorstellen 2.1 en 2.2 uit het onderzoek naar de plankosten van grondexploitaties en projectmatig werken bij de gemeente Hengelo “who’s afraid of red, yellow en blue” (B&W besluit 27-02-2007). Aangezien er geen standaardproducten zijn, is het niet mogelijk om per product een standaard kostenraming op te nemen. Per project zal met de projectleider worden overlegd welke producten er worden gerealiseerd en wat elk product inhoudt. Op basis hiervan zal per product een kostenraming worden opgenomen in de grondexploitatie. Vanaf het moment dat er door de gemeenteraad een krediet is vastgesteld voor het realiseren van een product, zal het krediet worden opgenomen in de grondexploitatie, zodat er altijd aansluiting is met de kredietstaat, zoals opgenomen in de jaarrekening.
Daarnaast zal naar aanleiding van de uitkomsten van de Perspectiefnota in de herzieningen per 1 januari 2011 pas een grondexploitatie worden opengesteld als is komen vast te staan dat het project ook werkelijk doorgaat. Personeelslasten en overige kosten van het gemeentelijk apparaat die moeten worden toegerekend aan haalbaarheidsonderzoeken worden in het vervolg ten laste van de Algemene Dienst gebracht.
Civiele kosten Het is van belang om in het beginstadium van een plan inzicht te verkrijgen in de orde van grootte van de benodigde investeringen in de infrastructuur en de openbare ruimte. Dit wordt gedaan door het ruimtegebruik te koppelen aan kengetallen. Tot twee jaar geleden betrof dit kengetallen per m² verharding, groen en water, waarbij geen onderscheid werd gemaakt naar verschillende kwaliteitsniveaus. In de herzieningen van de grondexploitaties per 01.01.2011 zullen in de grondexploitaties meer specifieke kengetallen gehanteerd worden. Zo zal bij de verharding een onderscheid gemaakt worden
naar
verschillende
wegprofielen
(woonstraat,
buurtontsluitingsweg,
ontsluitingsweg
bedrijventerrein ed.), alsmede naar verschillende kwaliteitsniveaus. Dit komt overeen met het verbetervoorstel 2.1 uit het onderzoek naar de plankosten van grondexploitaties en projectmatig werken bij de gemeente Hengelo “who’s afraid of red, yellow en blue”.
Vast te stellen gedragslijnen
Stelposten in reserves en voorzieningen In de aan het grondbedrijf gelieerde reserves en voorzieningen zijn veelal stelposten omgenomen. In het verleden kwam het voor dat bij de herziening van een reserves of voorziening stelposten werden gewijzigd, toegevoegd of kwamen te vervallen, zonder dat hierover expliciet een raadsbesluit ten grondslag lag. In het raadsbesluit inzake de herzieningen van de grondexploitaties per 01.01.2011 zullen dergelijke wijzigingen expliciet als beslispunt worden opgenomen.
Afwaardering van gronden Conform artikel 65 van het Besluit Begroting en Verantwoording dienen niet in exploitatie genomen gronden tegen marktwaarde te worden gewaardeerd, indien de marktwaarde lager is dan de boekwaarde. Dit betekent dat voor het verschil een voorziening dient te worden getroffen. Wanneer binnen een complex een dergelijke situatie ontstaat, zal hierover een specifiek voorstel aan de gemeenteraad worden voorgelegd.
Resumé
De gemeenteraad wordt gevraagd: a) ermee in te stemmen dat bij de herzieningen van de grondexploitaties per 01.01.2011 de volgende grondslagen worden gehanteerd: §
Rente: 5,5%, met uitzondering van de projecten Hart van Zuid, De Veldkamp, XL Businesspark Twente (RBT) en Westermaat Campus, waarvoor andere renteafspraken zijn gemaakt;
§
Indexering van de kosten: 2011 en 2012 0% per jaar en na 2012 2% per jaar;
§
Indexering van de grondopbrengsten: o
Voor Woningbouw: 2011 en 2012 0% en na 2012 2% per jaar;
o
Voor Bedrijvigheid en overige grondopbrengsten: 2011 en 2012 0% per jaar en na 2012 % per jaar.
b) kennis te nemen van:
c)
§
De werkwijze van het ramen van de plankosten;
§
De werkwijze van het ramen van de civiele kosten.
ermee in te stemmen dat bij de herzieningen van de grondexploitaties de volgende gedragslijnen worden gehanteerd: §
Gewijzigde, nieuwe en vervallen stelposten in de aan het grondbedrijf gelieerde reserves en voorzieningen worden expliciet als beslispunt aan de gemeenteraad voorgelegd;
§
Eventuele afwaarderingen van gronden worden specifiek aan de gemeenteraad voorgelegd.
Bijlage I Wijzigingen bij de herziening van de grondexploitaties waarover reeds bestuurlijke besluitvorming heeft plaatsgevonden
Bijlage I:
Wijzigingen bij de herziening van de grondexploitaties waarover reeds bestuurlijke besluitvorming heeft plaatsgevonden
Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste wijzigingen, welke worden doorgevoerd bij de herzieningen van de grondexploitaties per 01.01.2009, als een gevolg van eerder genomen bestuurlijke besluiten.
Verwerking van: §
de rekeningcijfers van de voorgaande jaren (aansluiting met de boekwaarde in de jaarrekening);
§
de gegevens uit de staat van kredieten;
§
gevoteerde kredieten in het lopende jaar;
§
Aan- en verkoopbesluiten;
§
subsidiebeschikkingen en de afwikkeling van subsidies in het lopende jaar;
§
vastgestelde overeenkomsten in het lopende jaar;
§
de
financiële gevolgen van door
de
gemeenteraad
vastgestelde plannen (Nota van
Uitgangspunten, bestemmingsplan ed.); §
de gevolgen van gewijzigde wetgeving (zoals het Besluit Begroting en Verantwoording);
§
de gevolgen van gewijzigde fiscale regelgeving (zoals het BTW-compensatiefonds).
Daarnaast vindt er een actualisatie plaats van: §
de algemene plan- en beheerskosten waarvoor (nog) geen krediet is vastgesteld;
§
de saneringskosten waarvoor nog geen krediet is vastgesteld;
§
de civiele kosten waarvoor nog geen krediet is vastgesteld;
§
de fasering;
§
de gevolgen van een zelfrealisatie.
""
Geleideformulier voor behandeling in commissie en/of raad
CASENUMMER
10G202046
PORT.HOUD:
ONDERWERP:
Hoofdlijnen nieuwe begrotingsopzet.
Mulder
RAADSGRIFFIE GRIFFIER: DHR. G.J. EEFTINK ADJUNCT-GRIFFIER: MW. A. HAARHUIS ADJUNCT-GRIFFIER: DHR. L.F. NIJLAND
paraaf griffier
Griffie-advies voor behandeling in commissie en/of raad Behandelen Commissie Fysiek Commissie Sociaal Commissie Bestuur Trefpunt (uitgebreide commissie) Raadsvergadering
Informeren
Datum
B
13-01-2011
B
25-01-2011
22/12 LN
Opmerkingen griffier:
Behandeling in de raadscommissie
x Bestuur
Fysiek
Datum:
Sociaal
13-01
Agendapunt:
12
Besluit: Geïnformeerd Akkoord voor raadsbehandeling Hamerstuk Niet-akkoord paraaf griffier
Opmerkingen commissiegriffier:
Stuknummer: 398412
SAMENVATTING RAADSVOORSTEL CASENUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
10G202046 398425 / 398425
H.A.J. Bosveld/C. Lange
PF/Staf
Mu
ONDERWERP
AGENDANUMMER
Hoofdlijnen nieuwe begrotingsopzet
BELEIDSPROGRAMMA/BELEIDSLIJN
10 – Middelen
REDEN VAN AANBIEDING
Instemming raad
SAMENVATTING VAN HET RAADSVOORSTEL EN HET VERVOLGTRAJECT
Om te komen tot een vernieuwde begrotingsopzet is instemming van de raad vereist. Na dit besluit zullen een aantal onderdelen nader worden uitgewerkt, zoals indeling en opzet van de nieuwe - politieke begrotingsprogramma's, evaluatie van de planning & controlcyclus, monitoring en programmasturing. Al deze aspecten zullen de komende periode, in samenhang met het proces herontwerp en kerntaken aan de orde komen.
PLAATSGEVONDEN COMMUNICATIE, DE RESULTATEN DAARVAN EN HET COMMUNICATIEPLAN VOOR HET VERVOLGTRAJECT
De werkgroep beleidsbegroting uit de raad is geraadpleegd.
VOORSTEL AAN DE RAAD
Aan de raad wordt voorgesteld: 1. In te stemmen met een nieuwe begrotingsopzet die gebaseerd is op een reguliere beleidsbegroting volgens een hoofdfunctiegewijze indeling en een programmaplan dat is opgebouwd uit politieke programma's; 2. Het autorisatieniveau raad-college te bepalen op de begrotingstotalen per hoofdfunctie; 3. De werkgroep beleidsbegroting te betrekken bij de verdere invulling van deze nieuwe opzet. OPSOMMING VAN BIJLAGEN
- voorzet format nieuwe programma's; - voorbeelduitwerking programma binnenstad - format productbladen.
RAADSVOORSTEL REGISTRATIENR.
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
H.A.J. Bosveld/C. Lange
PF/Staf
Mu
ONDERWERP
Hoofdlijnen nieuwe begrotingsopzet
AANLEIDING EN DOEL
Het aantreden van de nieuwe gemeenteraad, dit voorjaar, bleek een prima moment stil te staan bij de begrotingsopzet, zoals die na de dualisering in 2002 werd ingevoerd. Met de dualisering werden ook de nieuwe regels voor de gemeentelijke planning & controlinstrumenten van kracht: het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten (kortweg: BBV). De eerste Hengelose begroting die gebaseerd was op deze nieuwe regelgeving was de begroting 2004-2007. Het programmaplan bevatte elf programma’s, waarin het totaal aan gemeentelijke lasten en baten werd ondergebracht en afgedekt. De programmaindeling is in de zeven daarop volgende begrotingsedities niet noemenswaardig gewijzigd. Wel is het programma “Strategische projecten” vanwege zijn doorwerking in andere programma’s geschrapt en zijn de inhoudelijke aspecten van het programma Middelen verwerkt in de diverse voorgeschreven paragrafen. Bovendien is in 2007 na een intensief traject met uw raad de programmabegroting verrijkt met een set prestatie- en effectindicatoren. Zeven jaar werken met de programmabegroting heeft geleerd dat de destijds gekozen programma-indeling niet overal even evenwichtig was. Ook werd duidelijk dat het financiële inzicht voor raadsleden niet erg groot was, doordat zowel autorisatie- als informatieniveau lag bij programmatotalen. In samenhang daarmee bleek echte politiek-bestuurlijke sturing lastig.
OVERWEGINGEN
Wettelijk kader Het opstellen van een begroting is geen vrijblijvende zaak van raad of college. De gemeentewet (art. 189) verplicht de raad jaarlijks “voor alle taken en activiteiten op de begroting de bedragen die hij daarvoor beschikbaar stelt te brengen, alsmede de financiële middelen die hij naar verwachting kan aanwenden”. Deze verplichting wordt nader uitgewerkt in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) (art. 7-21). De begroting moet volgens dit besluit een bepaald stramien hebben. Ze bestaat uit een beleidsbegroting en een financiële begroting. De beleidsbegroting is op haar beurt opgebouwd uit programma’s (het programmaplan) en zeven paragrafen. De financiële begroting bevat een overzicht van baten en lasten en geeft een “uiteenzetting van de financiële positie”. Gemeenten zijn vrij in de indeling van het programmaplan. BBV definieert een programma als een samenhangend geheel van activiteiten. Welke samenhang bepalend is voor de indeling hangt af van lokale voorkeuren. Naast de programmabenadering schrijft het BBV ook een functionele indeling voor, die voor alle gemeenten gelijk is. Deze functionele indeling is de insteek voor de productenraming. Deze productenraming is het autorisatie-instrument en –niveau tussen het college van b&w en de ambtelijke organisatie. De gemeentelijke taken zijn onderverdeeld in zo’n honderd functies, die op hun beurt weer zijn ondergebracht in tien hoofdfuncties. Deze hoofdfunctie-indeling bestaat al sinds 1984 en wordt gebruikt t.b.v. het CBS en de toezichthouder. Tevens maakt deze hoofdfunctie-indeling benchmarking van gemeenten relatief eenvoudig. De functionele indeling is dan ook al sinds jaar en dag leidend voor de inrichting van de financiële administratie.
Bestuurlijke context De afgelopen tijd voelen wij vanuit politiek-bestuurlijke motieven meer en meer de behoefte om de manier waarop we omgaan met onze begroting te veranderen. De begroting is immers niet alleen een bedrijfseconomisch beheersinstrument. Hoe belangrijk die functie ook is, er is een andere die wat ons betreft nog veel wezenlijker is: De begroting is bij uitstek een kans om de wijze waarop je als raad en college met elkaar wilt omgaan, vorm te geven. Daarmee kan de begroting uiting geven aan de gewenste bestuurscultuur. Die bestuurscultuur kenmerkt zich volgens ons door twee begrippen: openheid/transparantie en politieke focus op de essentiële ontwikkelingsrichting van de stad. Aan de ontwikkeling van beide kernbegrippen kan de begroting, nog meer dan tot nu toe het geval is , een bijdrage leveren: §
Openheid & transparantie Vanuit de overtuiging dat het bestuur van onze stad gebaat is bij optimale openheid en transparantie is ons uitgangspunt voor de begroting dat er optimaal inzicht is voor raad en college in de: § gewenste maatschappelijke effecten; § onderliggende doelstellingen, prestaties en taken; § bijbehorende allocatie van budgetten; § wijze van monitoring en verantwoording; § relevante aspecten, nodig voor innovatie/herontwerp/heroverweging (bv. het onderscheid tussen autonome taken en medebewind, mate van beïnvloedbaarheid e.d.)
Het vergroten van het inzicht in bovenstaande aspecten kan volgens ons worden bevorderd door een andere opzet en indeling van de begroting. Autorisatie van budgetten op beter herkenbare thema’s (de klassieke hoofdfuncties in plaats van de 9 huidige programma’s) en informatievoorziening op het diepere niveau van de functies. Hoe wij ons dat precies voorstellen, vindt u toegelicht in paragraaf IV en de bijbehorende voorbeeldformats. Ook het idee om in de begroting een onderscheid te maken tussen een beperkt aantal echt politieke programma’s en de reguliere beleidsbegroting, draagt volgens ons bij aan een verbeterd inzicht en daarmee aan meer openheid en transparantie. Daarover hieronder meer. §
1
Politieke focus op essentiële ontwikkelingsrichting "In der Beschränkung zeigt sich erst der Meister“ 1 Het aanbrengen van focus op de politieke-bestuurlijke essentie in de relatie tussen gemeenteraad en college, is een opgave voor de lokale democratie in het algemeen. Ook in Hengelo willen wij nog wel eens ‘alle ballen in de lucht houden’ en verhoudingsgewijs veel tijd
uit een gelegenheidssonnet van Goethe (26 juni 1802)
en energie steken in uitvoeringszaken en details. Wij hebben de ambitie om de komende jaren samen met uw raad die focus aan te brengen. Vanuit die ambitie stellen we voor onderscheid te maken tussen een beperkt aantal echte politieke programma’s en de reguliere beleidsbegroting. De programma’s worden nadrukkelijker dan tot nu toe worden bestuurd en maken structureel onderdeel uit van de politieke agenda. Bij de politieke programma’s staat iedere keer de vraag centraal wat we echt willen veranderen in de komende periode. Dit vraagt om terughoudendheid, zowel wat betreft het aantal programma’s als wat betreft de omvang of reikwijdte van de programma’s. We moeten, met andere woorden, de neiging weerstaan om alle relevante beleid in het programma’s te willen stoppen. Immers, ook de reguliere begroting blijft een belangrijk beleidsinstrument. Daarin wordt het reguliere beleid begroot via de traditionele hoofdfuncties, functies en subfuncties. Daarbij blijft uiteraard zoals ook nu gebruikelijk is de periodieke verantwoording op afwijkingen.
Voorgestelde begrotingsopzet Voor de nieuwe begrotingsopzet is een duidelijke afweging gemaakt tussen wettelijke eisen en onze eigen ambities, zoals we hierboven hebben geformuleerd. Die afweging leidt tot het voorstel de begroting op te splitsen in twee elementen: de reguliere beleidsbegroting en daarbovenop een programmaplan waarin enkele op verandering gerichte politieke programma’s zijn opgenomen. We merken met nadruk op dat ook de reguliere begroting zich nog steeds kenmerkt door een rijke beleidsinhoud, maar wel met het kenmerk of karakter van een zekere mate van continuïteit. De wezenlijke kenmerken van de politieke programma’s zijn juist de focus op verandering en de daarbij horende flexibiliteit. De continuïteit voor de reguliere begroting kan worden bereikt door te kiezen voor de (al een kwart eeuw) bestaande functionele indeling. Deze indeling doet, zoals hiervoor al aangegeven – het meest recht aan de macro-economische functie van de (gemeente)begroting. Diverse toegankelijke bronnen –CBS en Ministerie van Binnenlandse Zaken – maken het mogelijk eenvoudig de eigen gemeente te vergelijken met andere gemeenten met vergelijkbare kenmerken. De functionele indeling doet ook recht aan de allocatiefunctie van de begroting (herkenbare toewijzing van de middelen aan de gemeentelijke taken en activiteiten en is ook goed bruikbaar voor de autorisatiefunctie (bevoegdheidstoewijzing). In de huidige begrotingsopzet is er destijds voor gekozen begrotingswijzigingen alleen aan de raad voor te leggen als nieuwe voorstellen zouden leiden tot wijzigingen tussen de vastgestelde programma’s. Het programmatotaal werd destijds dus het autorisatieniveau. Het ligt voor de hand in de nieuwe opzet te kiezen voor de hoofdfunctie als autorisatieniveau. Dit laatste is ook enigszins evenwichtiger dan het programmatotaal, zoals blijkt uit de bijlage(..). In het belang van de transparantie zal binnen de nieuwe programma’s inzicht in baten en lasten worden geboden op het niveau van de voorgeschreven functie. Daarnaast zal detailinformatie op productniveau (zie het bijgevoegde format) beschikbaar zijn voor de raad. Het programmaplan is de verzameling van gekozen politieke programma’s. Voor die programma’s geldt: ≠ Inhoud van programma’s zorgen voor de verandering/maken het verschil ≠ Programma’s stellen het behalen van resultaat voorop (“voor elkaar krijgen”) ≠ Programma’s zijn dominant t.o.v. het onderliggende beleid ≠ Programma’s versterken samenhang in beleid ≠ Programma is kaderstellend; de raad stelt vast ≠ Programma’s zijn tijdelijk, samenhangend, dynamisch ≠ Programma’s mogen verschillen in zwaarte, breedte én looptijd ≠ Programmeren is een strategisch proces; opbouwen met inbreng van raad ≠ Programmeren is omgevingssensitief; met mogelijkheid tot inbreng uit de samenleving (wanneer/hoe?) ≠ Programma’s gaan dwars door de projecten, wijkperspectieven en producten ≠ Programma’s zijn transparant en geschikt voor monitoring De programma’s kunnen zeer divers zijn naar aard en termijn. Een éénduidig programmaformat is daardoor moeilijker te geven. In het bijgevoegde (concept)format is een aantal minimale vereisten geformuleerd en nader uitgewerkt. Om hierbij wat meer “gevoel”te krijgen is de binnenstad als voorbeeld uitgewerkt. Voor de duidelijkheid tekenen we daarbij aan dat en in deze fase nog niet gaat om de inhoudens van het programma binnenstad, maar “slechts” om een illustratie van de voorgestelde systematiek. Aspecten die in ieder geval aan de orde moeten komen in het programma zijn: de doelomschrijving, een
toelichting op inhoud en ontwikkelrichting, de wijze van monitoring van de geformuleerde effecten, de relatie met lopende projecten en activiteiten, de samenwerking met partnerrelaties en een indicatie van de budgettaire aspecten.
FINANCIËLE EN PERSONELE ASPECTEN
Geen
COMMUNICATIE EN INSPRAAK
Dit voorstel heeft vooralsnog alleen interne werking; de werkgroep beleidsbegroting uit de raad is vooraf geraadpleegd.
VERVOLGTRAJECT EN -PRODUCTEN
Vervolgproces Dit voorstel beperkt zich instemming van de raad met de begrotingsopzet. Invoering daarvan heeft echter wel verdere consequenties. Een andere begrotingsopzet heeft uiteraard ook betekenis voor de tussentijdse verslaggeving en mogelijke inrichting van de planning & controlcyclus. Programmasturing en monitoring van de programmadoelen zullen op basis van deze keuze ook nader moeten uitgewerkt. Het zal hierbij gaan om maatwerk per programma. Een voorstel daarvoor wordt dan ook verwerkt in elk uitgewerkt programma dat u de komende maanden ter vaststelling wordt voorgelegd. De verdere uitwerking van de nieuwe begrotingsopzet vindt de komende maanden plaats in samenhang met herontwerp en kerntakendiscussie. Na een besluit van uw raad op 25 januari 2011 over dit voorstel voor een nieuwe begrotingsopzet is in ieder geval voorzien in de volgende stappen: 1. In uw vergadering van 29 maart krijgt u een voorstel voorgelegd over welke programma’s er volgens ons zouden moeten komen, vergezeld van een korte omschrijving van de essentie van ieder programma. 2. Tevens stelt u in die vergadering de in november 2010 vastgestelde begroting 2011 – 2014 in de conform dit voorstel gewijzigde opzet opnieuw vast (exclusief de nieuwe programma’s). Op die manier kunnen wij vanaf dat moment ook de verantwoordingsdocumenten (Beraps/jaarverslag) volgens de nieuwe opzet aan u voorleggen. 3. Daarna, in de periode van april tot en met juli, krijgt u de diverse ingevulde programma’s voorgelegd. Dit betreft dus de uitwerking van het voorstel onder punt 1. Het gaat dus niet noodzakelijkerwijs om één allesomvattend voorstel met alle programma’s. Programma’s worden aan u voorgelegd zodra ze gereed zijn. 4. Op basis van de nieuwe begrotingsopzet moet ook een aantal (financiële) verordeningen worden aangepast. Ook deze krijgt u uiterlijk vóór het zomerreces ter vaststelling aangeboden. 5. Bij alle vervolgstappen hierboven betrekken wij nadrukkelijk de vanuit uw raad ingestelde werkgroep beleidsbegroting.
VOORSTEL AAN DE RAAD
Aan de raad wordt voorgesteld: 1. In te stemmen met een nieuwe begrotingsopzet die gebaseerd is op een reguliere beleidsbegroting volgens een hoofdfunctiegewijze indeling en een programmaplan dat is opgebouwd uit politieke programma's; 2. Het autorisatieniveau raad-college te bepalen op de begrotingstotalen per hoofdfunctie; 3. De werkgroep beleidsbegroting te betrekken bij de verdere invulling van deze nieuwe opzet. BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN HENGELO,
De secretaris
De burgemeester
RAADSBESLUIT REGISTRATIENR.
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
398425
H.A.J. Bosveld/C. Lange
PF/Staf
Mu
ONDERWERP
Hoofdlijnen nieuwe begrotingsopzet
DE RAAD VAN DE GEMEENTE HENGELO, GELEZEN HET VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS, BESLUIT:
1. In te stemmen met een nieuwe begrotingsopzet die gebaseerd is op een reguliere beleidsbegroting volgens een hoofdfunctiegewijze indeling en een programmaplan dat is opgebouwd uit politieke programma's; 2. Het autorisatieniveau raad-college te bepalen op de begrotingstotalen per hoofdfunctie; 3. De werkgroep beleidsbegroting te betrekken bij de verdere invulling van deze nieuwe opzet.
DE GEMEENTERAAD VAN HENGELO,
De griffier
DATUM
De voorzitter
Voorzet voor het Format Programma’s Nieuwe Stijl Programma’s ‘nieuwe stijl’ Programmatisch werken betekent het volgende. Ø Inhoud van programma’s zorgen voor de verandering/maken het verschil ( is niet ‘going concern’) Ø Programma’s stellen het behalen van resultaat voorop (voor elkaar krijgen) Ø Programma’s zijn dominant t.o.v. onderliggend beleid Ø Programma’s versterken samenhang in beleid Ø Programma is kaderstellend; de raad stelt vast Ø Programma’s zijn tijdelijk, samenhangend, dynamisch Ø Programma’s mogen verschillen in zwaarte, breedte én looptijd Ø Programmeren is een strategisch proces; opbouwen met inbreng van raad Ø Programmeren is omgevingssensitief; mogelijkheid inbreng uit de samenleving (wanneer/hoe?) Ø Programma’s gaan dwars door de projecten, wijkplannen en producten Ø Programma’s zijn gekoppeld aan investeringen en overige uitgaven Ø Programma’s zijn transparant en verantwoordingsgeschikt Verantwoording en sturing Momenteel wordt nog gewerkt aan de beschrijving van de wijze waarop de programma’s organisatorisch worden aangestuurd. Dit geldt ook voor de governance structuur. De nieuwe programma’s staan door hun karakter verder af van de producten van de normale P&C-cyclus. Programmaverantwoording gaat niet over indicatoren maar over het behalen van eindresultaat en op tussenliggende mijlpalen (linksom of rechtsom, meer of minder). Dat de inhoud van programma’s bijdraagt aan het globale doel spreekt eigenlijk voor zichzelf. Maar de mate waarin dit tot meetbare effecten leid moet blijken uit een adequate monitoring. Per programma zal de monitoring worden bepaald. Daarvoor staan verschillende bronnen ter beschikking zoals een omnibusenquete, passantentellingen, koopstromen onderzoek, speciale panels en diverse reeds bekende onderzoeken/statistieken. In het opbouwen van een programma wordt rekening gehouden met de te behalen resultaten. Je zou kunnen spreken van weloverwogen effectbejag (voorbeeld: investeren in stenen of in evenementen en het aantal binnenstadsbezoekers). Programma’s veranderen ook in de tijd: van ontwikkelen via realiseren naar beheer en dus afbouw. Overeenkomstig veranderd ook de betrokkenheid van externe partijen. Programma’s zijn niet direct perfect. Onder invloed van politiek, management en omgeving groeit een programma -liefst snel- naar volle wasdom. De tijdelijkheid van programma’s vraagt van betrokkenen ook de wil om tijdig te beginnen met de afbouw. Het programma is nadrukkelijk niet bedoeld om beleid te onderbouwen. Een programma is wel bedoeld om uit te leggen wat we voorelkaar willen krijgen en de weg waarlangs dat mogelijk is (pakken van kansen en opruimen hindernissen). Verantwoording van programma’s gaat over dus over de voortgang: de successen en het benoemen van hindernissen met hun aanpak. Programmeren Programmeren bestaat vooral uit het zwaluwstaarten van beleid en de veranderingen in het beleid. Hierin schuilt ook een belangrijk deel van de dynamiek. De programmering wordt ‘aangedreven’ door een globale doelomschrijving. De keuze van wat een programma maakt is dus gelegen in een omschrijving gericht op een in de toekomst te bereiken stand der dingen: een wensbeeld en/of maatschappelijke gewenst effect. Dit laat zich vaak dan ook vangen in de naam van het programma. Programmeren betekent ook dat één project in verschillende programma’s kan voorkomen omdat het tegelijkertijd bijdraagt aan meerdere doelen. Een globale doelomschrijving wordt naast het door de raad vastgestelde beleid mede ontleend aan het coalitieakkoord. Door het proces van zwaluwstaarten wordt de doelomschrijving opgebouwd. Er kan een spraakverwarring ontstaan wanneer er sprake is van een programma binnen een programma. Zo’n ingesloten programma kan alleen bestaan bij een zeer specifiek doel maar wel één met veel maatregelen (voor beeld: Gemaakt door BoerJ 6-12-2010 1 D:\appl\bct\3party\neevia.com\Document Converter\temp\DSPDF_6D51_31303333323636303836.DOC
Programma Brede Scholen). Programma’s doorsnijden beleid in gebiedsontwikkeling, projecten , beleidsmaatregelen en wijkplannen. Door hun dominantie vraagt programmeren hier nog een extra inspanning in het zwaluwstaarten. We moeten rekening houden dat dit vraagt om knopen door te hakken. Hierdoor zal beleid niet overal hetzelfde eruit hoeven te zien. Sterker, het kan voorkomen dat programma’s elkaar tegenspreken. Dit kan en mag wanneer dit duidelijk is als bijdrage aan het doel van een programma. Misschien zijn dit soort strijdigheden wellicht de mooiste plekken om innovatief beleid te maken. (Wel een autorally op de kalender, maar dan wel met een zuinigheidsproef met lokale uitvinders om de CO² cup).
Gemaakt door BoerJ 6-12-2010 2 D:\appl\bct\3party\neevia.com\Document Converter\temp\DSPDF_6D51_31303333323636303836.DOC
Format voor een programma Onderwerp globale doelomschrijving
toelichting inhoud
toelichting ontwikkelingsrichti ng verantwoording monitoring
overzicht projecten en maatregelen
specificatie samenwerking partnerrelaties financiën
samenhang hoofdfuncties en productbladen
Criteria en Toelichting ≠ Een programma wordt ‘aangedreven’ door een globale doelomschrijving ≠ Nadere omschrijving gericht op een in de toekomst te bereiken stand der dingen: wensbeeld en/of maatschappelijke gewenst effect ≠ Een globale doelomschrijving wordt naast het door de raad vastgestelde beleid mede ontleend aan het coalitieakkoord en andere beleidsdocumenten (zie proces van zwaluwstaarten) ≠ Korte toelichting ≠ Aanleiding om dit programma te kiezen: waarin schuilt de urgentie en het maatschappelijk belang ≠ Hoe verhoudt het programma zich t.o.v. ander programma’s? ≠ Verwijzen naar de Analyse, Diagnose , Interventie ≠ Clustering in herkenbare beleidslijnen ≠ Specifieke resultaatgebieden ≠ Interne samenhang en consistentie ≠ Waar staan we nu en waar gaan we het komend jaar naar toe? ≠ Wat zijn specifieke knelpunten en opgaven die het kritisch pad voor dat jaar markeren? ≠ Welke taak en rol heeft de gemeente in dit programma? ≠ Verantwoordingsopzet ≠ Onderzoeksvragen effectmeting ≠ Monitoring op specifieke resultaatgebieden ≠ Monitor :opzet & gegevens (o.a. waarderingscijfers uit panels/omnibusenquête) ≠ Samenvatting vanuit het overzicht van relevante projecten en maatregelen ≠ Vooral gericht op de einddatum (oplevering) ≠ Verantwoording binnen het programma /verantwoording in ander programma ≠ Relevante stedelijke beleidskaders: - Sociale Visie Hengelo 2010 (uitgangspunten/kernopgaven) - Structuurvisie Hengelo 2030 (idem) - Specifieke visies of nota’s samenhangende beleidsterreinen ≠ Beschrijving van het belang van partnerrelaties en stakeholders ≠ Betrokkenheid burgers, bedrijven en instellingen ≠ Participatieafspraken /Co-productieafspraken ≠ Afsluiten Contracten ≠ Opgave van relevante investeringen, kredieten en overige uitgaven ≠ Toelichting op de dekkingsgraad van het programma ≠ Voorbeschouwing op komende financiële besluiten ≠ ≠ ≠ ≠
Welke punten uit de regulier functies kunnen worden meegenomen? Door een check op de productbladen en overig beleid Bijzondere doelbijdrage of toch ‘going concern’? Bijlage met verwijsindex hoofdfuncties en producten
Gemaakt door BoerJ 6-12-2010 3 D:\appl\bct\3party\neevia.com\Document Converter\temp\DSPDF_6D51_31303333323636303836.DOC
Proces van zwaluwstaarten in beeld
Herontwerp van beleid
Omgeving & Actualiteit
Sociale Visie & Structuurvisie Programma’s ‘nieuwe stijl’
Bestaand beleid Producten Projecten Wijken
Gemaakt door BoerJ 6-12-2010 4 D:\appl\bct\3party\neevia.com\Document Converter\temp\DSPDF_6D51_31303333323636303836.DOC
Speerpunten Coalitieakkoo rd & Regeerakkoor d
Voorbeeld- programma: De Attractieve Binnenstad Globale doelomschrijving van dit programma. Hengelo beschikt over een binnenstad met voldoende kwaliteiten om te functioneren als huiskamer van de stad, waar inwoners en bezoekers de ontmoeting vinden en die economisch en cultureel vitaal is.
Toelichting De Binnenstad in het Coalitieakkoord 2010 zegt, dat het college wil voortbouwen op wat reeds in gang is gezet met de Structuurvisie Hengelo 2030, de integrale ontwikkelingsvisie en de Burgervisie “Hengelo, we zitten op goud” als belangrijke kaders. Het college wil, vanwege de veelheid aan elkaar beïnvloedende activiteiten, functies en belangen in de Binnenstad, voor dat gebied een eigenstandig gebiedsprogramma opstellen. Het gebiedsprogramma Binnenstad beoogt de binnenstad transformeren in termen van vergroten van aantrekkelijkheid van voorzieningenaanbod , evenementen, openbare ruimte, winkelaanbod en nog veel meer. Er zijn flankerende beleidsmaatregelen nodig voor het functioneren van de binnenstad, te denken aan een terrassenbeleid of afspraken over koopzondagen. We gaan tevens samen met onze burgers en partners in de binnenstad zorgen dat de afstemming van wensen en belangen wordt verbeterd. Wij investeren in het gesprek met en over de binnenstad. Etc. bqecnhqicnhqifnhqienhc1nciqnciqncipqnnqqkigbvhy. Nb. Aanleiding om dit programma te kiezen: waarin schuilt de urgentie en het maatschappelijk belang. Hoe verhoudt het programma zich t.o.v. ander programma’s? Toelichting op inhoud. A = korte weergave van problematieken D = diagnose, urgentie, maatschappelijk belang I = beeld van de gewenste interventies De task force binnenstad geeft aan dat er behoefte bestaat aan een verbijzonderd binnenstadsperspectief. Nb. Nog verder aan te vullen, is niet helder, wat is is/werd bedoeld. Een binnenstadsperspectief kan/zal antwoord moeten geven op vragen die in toelichting hierboven nog open zijn gebleven. De huidige binnenstad beschikt over onvoldoende kwaliteit. Hengelo investeert in de breedte van de binnenstad. Het gaat om meerdere functies, die naast elkaar functioneren. Soms zitten ze elkaar in weg, maar vaker is het juist de mix die een binnenstad zo aantrekkelijk maakt als centrum van ontmoeting. Een attractieve, gewaardeerde, bruisende, veilige binnenstad is uiteindelijk ook een optelsom van maatschappelijke behoeften. Soms is een bezoekje noodzakelijk, soms bedoeld voor een feestje. Het verbeteren van de binnenstad door de herinrichting van de markt, nieuwe winkels of het nieuwe stadskantoor staat niet op zich. Wat de binnenstad een bijzondere opgave maakt, zijn de mensen die de binnenstad gebruiken. De mensen, die er wonen, werken, ondernemen of wat ook. Met deze mensen maken we de binnenstad. Soms lopen de belangen daarbij gelijk op met de gemeente, soms zijn ze tegengesteld. Daarom is de kwaliteit van de samenwerking en de partnerrelaties ook een factor in de waardering van onze binnenstad. Voor de binnenstad kunnen we niet zonder spelregels, maar deze moeten wel werkbaar en handhaafbaar zijn. Beleidslijnen of Subdoelen (nb huidige nog zeer voorlopige clustering): Vergroten kwaliteit openbare ruimte Attractief winkelaanbod 1 Gemaakt door biemold 6-12-10 D:\appl\bct\3party\neevia.com\Document Converter\temp\DSPDF_AD0A_31303333313138393234.doc
-
Goede bereikbaarheid en parkeren Geslaagde evenementen en promotie Gewaardeerd voorzieningenaanbod Werkbaar regelkader voor de binnenstad Een binnenstad om in te wonen
Nb. Specifieke resultaatgebieden en interne samenhang en consistentie.
2 Gemaakt door biemold 6-12-10 D:\appl\bct\3party\neevia.com\Document Converter\temp\DSPDF_AD0A_31303333313138393234.doc
Ontwikkelingsrichting De grootse opgaven en knelpunten in de binnenstad liggen vooral in het publieke domein van de ruimtelijke kwaliteit: kort gezegd de inrichting van de binnenstad kan beter. Maar dat kan ook weer niet zonder passend onderhoud. Er zijn plannen en er is geld. Wij zien mogelijkheden om afspraken te maken over beheer en gebruik van ruimte in de binnenstad. Met het ‘puienfonds’ worden de winkelstraten opgeknapt. Wij zien ook mogelijkheden om de promotie van Hengelo en daarmee ook de evenementen in de binnenstad van een nieuw impuls te voorzien. Niet in de laatste plaats maken we werk van het herstellen van het vertrouwen. We gaan het overleg met de stakeholders van de binnenstad in 2011 opnieuw vormgegeven. Begin 2011 wordt de binnenstadsregie herzien en daarmee worden de adviezen van de task force omgezet in daden. Speerpunt in 2011 is het voornemen tot het oprichten van een Bedrijven Investerings Zone. Deze beslissing is nodig om ook voor bedrijven een helder kader te hebben en het over het investeren in de binnenstad te kunnen hebben. Nadat de raad de bijgestelde ontwikkelvoorstellen voor Lange Wemen heeft goedgekeurd, worden in 2011 de eerste ontwerpen voor het Stadhuis (renovatie) Stadskantoor (Nieuwbouw) en het Horecaplein (B.Jansenplein) gepresenteerd. Wij verwachten ook voorstellen van de projectontwikkelaars voor de verbouw van de Thiemsbrug (Winkels en Parkeergarage). Voor de ontwikkelrichting zijn in 2011 de volgende te vernieuwen beleidskaders relevant: - Horecavisie - Parkeerbeleid - Detailhandelsvisie. Alles overziende kunnen we stellen, dat in dit programma plannen, middelen en organisatie aanwezig zijn om nu ‘meters te gaan maken’. Enkele stroef lopende zaken zullen we vlot proberen te trekken (Wonen Boven Winkels). Etc. ojqoq3joejfocjovfnivggdppkiitdewaxwsdrftdrdcrdrdgvhb Toelichting op het overzicht projecten en maatregelen. De Structuurvisie Hengelo 2030 wijst de Binnenstad aan als één van de vijf stedelijke opgaven van Hengelo. Het “Parelsnoer” is het kernproject van deze opgave. Die drie parels zijn: het Stationsplein het Marktplein Lange Wemen. Integrale ontwikkelingsvisie : ‘Een Binnenstad voor ontmoetingen’ is als beleidsdocument in het verlengde van de Structuurvisie Hengelo 2030 opgesteld. De Raad heeft in januari 2010 de integrale ontwikkelingsvisie als toetsingskader voor verdere plannen en ontwikkelingen vastgesteld. Door middel van ruimtelijke, functionele en projectkaarten zijn de beleidsuitgangspunten zichtbaar gemaakt, op basis waarvan de Hengelose binnenstad zich ontwikkeld heeft en de komende jaren zich verder ontwikkelt. De Burgervisie “Hengelo, we zitten op goud” is het resultaat van het in 2008 gevoerde Binnenstadsdebat. De centrale aanbevelingen betreffen concrete maatregelen op het gebied van “sfeer, groen en markt(plein)” en het opstellen van een samenhangende lange termijn visie voor de binnenstad (gerealiseerd en vastgesteld in de Raad van januari 2010). Relevante stedelijke beleidskaders
Horecavisie Autoparkeren 2008-2012 Detailhandelsvisie Sociale Visie Hengelo 2020 Evaluatie Structuurvisie Hengelo 2020 Burgervisie “Hengelo
Hyperlink
Vastgesteld
Opmerking
Beleidsnotities Gemeente Hengelo
2005 2008 2006 2010 2007
Wordt herzien Wordt herzien Wordt herzien
2008
3 Gemaakt door biemold 6-12-10 D:\appl\bct\3party\neevia.com\Document Converter\temp\DSPDF_AD0A_31303333313138393234.doc
Wordt geëvalueerd
Nota wonen
2004
Wordt herzien
Stationsplein Noord en Zuid: Het betreft de vernieuwing van het busstation in relatie met het NS-station, fietsvoorzieningen en inrichting openbare ruimte voor voetgangers. Het plein krijgt een groen karakter in relatie met het nabij gelegen Prins Bernhardplantsoen. Het Stationsplein maakt samen met het Industrieplein aan de zuidkant van het station onderdeel uit van het centraal station Twente, hét knooppunt van openbaar vervoer in de regio. Najaar 2010 zal het definitief ontwerp gereed zijn. Start uitvoering naar verwachting eind 2010 dan wel begin 2011. Marktplein: Hierbij gaat het om verschillende uitvoeringsmaatregelen, waaronder aanbrengen bomen, opknappen marktkiosk en toren, realisatie van een kunstobject, gevelverbetering en aanpassing openbare ruimte. Het marktplein is het centrum van het kernwinkelapparaat in wording. Het plein is van belang voor de attractiewaarde die het kernwinkelapparaat van Hengelo heeft. De inrichting van het marktplein is centraal onderdeel van het interactief gevoerde binnenstadsdebat in 2008/2009. De onderdelen marktkiosk en toren, en deels gevelverbetering zijn in 2010 uitgevoerd. In de loop van 2011 worden de andere maatregelen uitgevoerd, mits de Raad daarmee akkoord gaat. Lange Wemen/Burgemeester Jansenplein: Het plan Lange Wemen is ontwikkeld om de binnenstad een forse kwaliteitsimpuls te geven. Belangrijke onderdelen van het plan zijn realisatie van een horeca-/ ontmoetingsplein (voor burgers, politiek en ambtenaren), een vernieuwd en uitgebreid winkelcentrum, nieuwe woonmilieus, een nieuwe plek voor activiteitencentrum Bij de Toren (o.a. methadonpost) en versterking van de kwaliteit van de openbare ruimte o.a. door het verwijderen van parkeerplaatsen op maaiveld. Binnen dit project wordt ook het stadhuis vernieuwd en ruimtelijk transparanter naar de samenleving gemaakt in combinatie met een nieuw stadskantoor. De gemeenteraad spreekt zich op 14 december 2010 uit over een (aangepast) plan. Lambertushof : Direct aangrenzend aan het project Lange Wemen en in samenhang daarmee is het noodzakelijk om de ruimtelijk-functionele kwaliteit van het winkelcentrum Lambertushof in relatie met het rijksmonument de basiliek Lambertuskerk aan te pakken. Dit plan is belangrijk onderdeel van de detailhandelstructuurvisie van de binnenstad en zal de Lambertuskerk in volle glorie tot zijn recht doen komen. Uitvoering 2011-2012. Specificatie samenwerking en partnerrelaties. De ontwikkeling van afspraken over dit onderwerp is hét eigenlijke speerpunt van de Task Force Binnenstad. Er zijn stappen gezet. Er moet nog veel gebeuren om het relatienetwerk intern en extern goed op orde te krijgen. Begin 2011 krijgt samenwerking en partnerrelaties concreet een vorm en inhoud in een advies van het nieuw aan te wijzen programmamanagement. Nb Nog aan te vullen met: ≠ Betrokkenheid burgers, bedrijven en instellingen ≠ Participatieafspraken ≠ Co-productieafspraken ≠ Contracten Financiën Binnenstad financieel Budgetindicaties
schoonhouden onderhoud promotie Enx, enz.
functie
bedrag 2011
210 310
275.000 80.000
4 Gemaakt door biemold 6-12-10 D:\appl\bct\3party\neevia.com\Document Converter\temp\DSPDF_AD0A_31303333313138393234.doc
Kredieten
raadsbesluit
Stationsplein Noord en Zuid Marktplein Lange Wemen/Burg. Jansenplein Lambertushof
div 14-12-2010
bedrag
450.000 13.500.000
fasering
2011 2011-2014
??
Nog aan te vullen met - Opgave van relevante investeringen, kredieten en overige uitgaven - Toelichting op de dekkingsgraad van het programma - Voorbeschouwing op komende financiële besluiten Samenhang met hoofdfuncties en productbladen. Veel beleid raakt de Binnenstad zoals het alle andere wijk ook raakt. Er zijn een paar voorstellen/projecten die wel bijzonder zijn voor de Binnenstad: - Relevante Woningprojecten: Broodje Top, Smutsstraat - Verkeersmaatregelen: Ontsluitingsplan en Fietsenstalling centrum - Cultuurbeleid: Plan voor een Cultuurellips - Economisch beleid: Herziening Detailhandelsstructuurvisie en Nota Vrijetijdseconomie - Maatschappelijke ontwikkeling : Alcoholmatigingsbeleid; Evenementen en samenloop maatschappelijke doelen (bijvoorbeeld sport of cultuur) Bla, bla et erum quad demonstrandum; cave canum! NB. ≠ Welke punten uit de regulier functies kunnen worden meegenomen? ≠ Door een check op de productbladen en overig beleid ≠ Bijzondere doelbijdrage of toch ‘going concern’? Zie bijlage I: Verwijsindex naar hoofdfunctie en producten.
5 Gemaakt door biemold 6-12-10 D:\appl\bct\3party\neevia.com\Document Converter\temp\DSPDF_AD0A_31303333313138393234.doc
Bijlage: Verwijzing naar Hoofdfuncties en Producten functie 002 003 120 140 210 211 212 214 215 310 510 511 540 541 560 722 723 822 939
002.4 003.3 120.1 120.2 140.1 140.3 140.5 210.2 210.3 210.4 211.2 212.1 214.1 214.1 310.1 310.3 310.1 510.1 511.1 540.1 541.2 560.1 560.3 560.4 560.5 722.1 723.1 723.2 723.3 723.4 723.5 822.4 939.1
Relevante functies Programma Binnenstad BESTUURSONDERSTEUNING COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS BURGERZAKEN BRANDWEER EN RAMPENBESTRIJDING OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID WEGEN, STRATEN EN PLEINEN VERKEERSMAATREGELEN TE LAND OPENBAAR VERVOER PARKEREN BATEN PARKEERBELASTING HANDEL EN AMBACHT OPENBAAR BIBLIOTHEEKWERK VORMINGS- EN ONTWIKKELINGSWERK KUNST OUDHEIDKUNDE EN MUSEA OPENBAAR GROEN EN OPENLUCHTRECREATIE RIOLERING EN WATERZUIVERING MILIEUBEHEER OVERIGE VOLKSHUISVESTING BATEN PRECARIOBELASTING
relevante producten programma binnenstad communicatie kadaster preventieve taken repressieve taken opvang zwerfdieren integrale veiligheid handhaving openbare ruimte schoonhouden wegen wijkniveau onderhoud wegen wijkniveau openbare verlichting verkeersmaatregelen uitvoering openbaar vervoer parkeren baten parkeerbelasting markt economische aangelegenheden markt gelden openbaar bibliotheekwerk muziekschool schouwburg monumenten en monumentenzorg openbaar groen wijkniveau kermis bevordering toerisme vvv rioolbeheerssystemen milieubeheer geluidhinder bodemsanering vergunningverlening bodem openbare toiletten volkshuisvesting baten precariobelasting
6 Gemaakt door biemold 6-12-10 D:\appl\bct\3party\neevia.com\Document Converter\temp\DSPDF_AD0A_31303333313138393234.doc
Omschrijving mijlpaal
Gemaakt door biemold 6-12-10 7 D:\appl\bct\3party\neevia.com\Document Converter\temp\DSPDF_AD0A_31303333313138393234.doc
Wonen in de Binnenstad Woningbouw Beekstraat ‘Broodje Top Uitvoeren Wonen Boven Winkels Woningbouw Lange Wemen Woningbouw Smutsstraat Woningbouw Lambertushof
Goede bereikbaarheid en parkeren Nieuwbouw parkeergarage Stadskantoor Renovatie parkeergarage Thiemsbrug Aanbrengen nieuwe afsluitingspalen Fietsenstalling Centrum
Attractief Winkelaanbod & Voorzieningenaanbod Oprichten van een BIZ Bouwplan Lambertushof Uitvoering Winkelpuien-aanpak Opstellen plan de Cultuurellips
Vergroten Kwaliteit Openbare Ruimte Herinrichting Noordelijk Stationsplein Herinrichting Zuidelijk Stationsplein Ontwikkelplan Lange Wemen Horecaplein Burgermeester Jansen Plein Herinrichting Marktplein Aanbrengen Sfeerverlichting Herinrichting Drienerstraat Voorstel Industrieel erfgoed/erfgoedroute
Beleidslijnen of Subdoelen
Programma: De Attractieve Binnenstad
Verantwoordelijkheid
Datum
Gemaakt door biemold 6-12-10 8 D:\appl\bct\3party\neevia.com\Document Converter\temp\DSPDF_AD0A_31303333313138393234.doc
Programma Binnenstad (ontwikkeling van het programma) Organisatie programmamanagement Opstellen Binnenstadsperspectief Vormgegeven partnerrelaties/stakeholders Vormgeven Verantwoording en monitoring
Relevant stedelijk Beleid Opstellen Horecavisie Aanpassing parkeerbeleid Herziening Detailhandelsvisie Sociale Visie Hengelo 2020 Evaluatie Structuurvisie Hengelo 2020 Nota Vrijetijdseconomie
Werkzaam regelkader Regelkader Horeca & Gesubsidieerde Instellingen Bestemmingplan binnenstad Herziening Apv Nota Terrassenbeleid Prioriteiten Handhaving 2011-2012 Toekennen keurmerk veilig ondernemen Voorstel reguleren toegankelijkheid Opstellen Evenementenhandboek Invoering camera toezicht Alcoholmatigingsbeleid (Happy Fris)
Geslaagde evenementen en promotie Voorstel Taken Citymarketing & stadspromotie Afstemmen evenementen Uitvoeren kwaliteitsmeter veilig uitgaan
Gemaakt door biemold 6-12-10 9 D:\appl\bct\3party\neevia.com\Document Converter\temp\DSPDF_AD0A_31303333313138393234.doc
PRODUCT: Productnummer Productnaam Portefeuillehouder: Achternaam Sector/afdeling: Naam sector/naam afdeling Sectormanager/afdelingshoofd: Achternamen
Doelstelling Het te bereiken doel
Inhoudelijke beschrijving Korte toelichting op de inhoud van het betreffend product
Wettelijke taak De wettelijke grondslag. Indien dit niet het geval is n.v.t. invullen.
Bestuurlijke prioriteit Wat is verwoord in Coalitieakkoord /Sociale visie/geactualiseerde Structuurvisie Hengelo 2030/ speerpunten beleidsbegroting 2011-2014 m.b.t. betreffend product
Beleidsnota’s Relevante nota´s
Uitvoering van activiteiten Wie voert de activiteiten uit (gemeente/externen)
Indicatoren Alleen indicatoren vermelden die sturingsinformatie bevatten Rekening 2009
Begroting 2010
Begroting 2011
Financieel overzicht (* 1.000) Kostensoort
Omschrijving
Lasten 2010
2011
Baten 2010
Totaal
Financiële toelichting Verschillenverklaring
Beïnvloedbare lasten en baten Welke zijn beïnvloedbaar
Bezuinigingstaakstelling De taakstellingen o.a. uit de versoberingsvoorstellen toelichten
2011
Saldo 2010
2011
Het uitvoeringsniveau, verhouding prijs/kwaliteit in relatie tot de output Het niveau van de uitvoering in relatie tot kwaliteit en prijs van het gerealiseerd product
Marges taakbeëindiging Binnen welke marges is de gemeente vrij om de taak te beëindigen
Effecten/consequenties bij taakbeëindiging Gevolgen weergeven
Mogelijkheid uitvoering taak door anderen (externen) en rolneming In welke mate kunnen externen de taak uitvoeren en welke gewenste rol speelt de gemeente hierin
Mogelijke innovatievoorstellen Welke product - innovatieve voorstellen zijn voorhanden
4 (Alles) (Alles) (Alles)
8 (Alles) (Alles) (Alles)
Som van TOTAAL BA N Hfdfunctie HfdNaam 0 Alg. Bestuur 1 Openb. orde & veiligheid 2 Verkeer Vervoer Waterstaat 3 Econ. Zaken 4 Onderwijs 5 Cultuur en Recreatie 6 Soc. Voorzieningen & maatsch. Dienstverlening 7 Volksgezondheid & Milieu 8 Ruimtelijke ordening & volkshuisvesting 9 Financiering & Alg. dekkingsmiddelen Eindtotaal
B/L IV3 afd BE/KPL
Som van TOTAAL BA N Eindtotaal Hfdfunctie HfdNaam 0 Alg. Bestuur 11.800.690 1 Openb. orde & veiligheid 9.533.440 2 Verkeer Vervoer Waterstaat 13.007.200 3 Econ. Zaken 2.984.460 4 Onderwijs 11.973.550 5 Cultuur en Recreatie 26.937.010 6 Soc. Voorzieningen & maatsch. Dienstverlening 99.260.200 7 Volksgezondheid & Milieu 24.772.050 8 Ruimtelijke ordening & volkshuisvesting 39.456.560 9 Financiering & Alg. dekkingsmiddelen 12.135.070 Eindtotaal 251.860.230
B/L IV3 afd BE/KPL
Programma 1 Mens in ontwikkeling 2 Mens in de samenleving 3 Zorg voor de mens 4 Werk en inkomen 5 Woonconsumenten 6 Gebruikers openbare ruimte 7 Mens en Milieu 8 Inwoner en bestuur 9 stad in ontw 10 middelen Eindtotaal
Eindtotaal 25.965.080 23.902.350 19.323.000 75.732.270 737.730 22.922.950 21.220.240 17.888.800 43.066.730 1.101.080 251.860.230
Hoofdfunctie 0 Alg. Bestuur 11.800.690 1 Openb. orde & veiligheid 9.533.440 2 Verkeer Vervoer Waterstaat 13.007.200 3 Econ. Zaken 2.984.460 4 Onderwijs 11.973.550 5 Cultuur en Recreatie 26.937.010 6 Soc. Voorzieningen & maatsch. Dienstverlening 99.260.200 7 Volksgezondheid & Milieu 24.772.050 8 Ruimtelijke ordening & volkshuisvesting 39.456.560 9 Financiering & Alg. dekkingsmiddelen 12.135.070 Eindtotaal 251.860.230