BUNDEL COMMISSIE SOCIAAL 29 MEI 2013
GRIFFIE HENGELO
AGENDA RAADSCOMMISSIE
SOCIAAL Aan de leden van de raadscommissie Sociaal Onderwerp Uitnodiging commissievergadering
Datum 15 mei 2013
Geachte leden, Hierbij nodig ik u uit voor de vergadering van de commissie Sociaal op WOENSDAG 29 mei 2013 om 19.30 uur in de Burgerzaal van het stadhuis. (attentie: de vergaderingen van de reguliere commissie en de uitloop van 30 mei zijn samengevoegd)
Agenda:
Portefeuillehouder
1.
Opening en mededelingen van de voorzitter
2.
Vaststellen van de agenda
3.
Stukken ter informatie Onderaan deze agenda is aangegeven welk “stukken ter informatie” in de leeskamer ter inzage liggen.
4.
Actielijst 10 april 2013
5.
Mededelingen van het college
6.
Actualiteiten en vragen van de commissie Vragen graag uiterlijk op de dag van de vergadering vóór 9.00 melden bij de commissiegriffier(
[email protected])
7.
Jaarverslag en Jaarrekening 2012 (1000565) De commissie wordt gevraagd te adviseren voor raadsbehandeling inzake de voor de commissie relevante onderdelen: Programma 1 Werk verbindt, Programma 2 Zorg voor de mens, Programma 3 Een nieuwe vorm van ontmoeting & betrokkenheid, Hoofdfunctie 3-6
College
8.
Bedrijfsplan Samenwerken maakt sterker (1001278)
Ten Heuw
De commissie wordt gevraagd om te adviseren voor raadsbehandeling om het college van burgemeester en wethouders toestemming te geven om per 3 juli 2013 toe te treden tot de gemeenschappelijke regeling Samenwerken Sociale zaken Borne en Hengelo. 9.
Primitieve Begroting 2014 en meerjarenraming 2015-2017 Stadsbank Oost Nederland (1001567)
Ten Heuw
De commissie wordt gevraagd te adviseren voor raadsbehandeling om in te stemmen met de concept primitieve begroting 2014 van de Stadsbank Oost Nederland, de meerjarenraming 2015-2017 en de concept antwoordbrief 10.
Initiatiefvoorstel Pvda-fractie m.b.t. het aanvragen van subsidie voor een kunstobject in de Europatunnel De commissie word gevraagd om te adviseren voor raadsbehandeling om het college op te dragen onderzoek te doen naar de mogelijkheden en indien mogelijk een aanvraag in te dienen voor een kunstwerk in de Europatunnel en het ontwerp van het kunstwerk aan te bieden aan de gemeenteraad.
Bezoekadres Burg. Jansensplein 1 E-mail adres
[email protected]
PvdA-fractie
Behandeld door Mevr. A. Haarhuis Tel. 074-2459978 Fax. 074-2459233
11.
Agendapunten in het kader van de Transities
Portefeuillehouder
Tijd
Kamerbrief Hervorming langdurige zorg en ondersteuning
Oude Alink
45 min
Scheiding wonen en zorg en veranderingen in zorgzwaar- Oude Alink tepakketten (ZZP’s)
45 min
De commissie wordt geïnformeerd over de maatregelen in de beleidsbrief en wat deze mogelijk voor Hengelo kunnen betekenen. 12.
De commissie wordt geïnformeerd over de consequenties van de maatregel scheiding wonen en zorg en de veranderingen in de zorgzwaartepakketten. 13.
Rondvraag
Voor u zijn de volgende stukken ter informatie gelegd: A. Samen Sterk! Eindrapportage project “Samen werken door Samenwerken”. (1001316) B. Subsidie onderhoud AED’s, Collegebesluit en antwoordbrief College aan stichting Hart Safe (12G200122)
Voor alle agendapunten geldt dat, volgens afspraak, de technische en feitelijke vragen vóóraf via de mail (
[email protected]), of rechtstreeks aan de behandelend ambtenaar, gesteld dienen te worden. De antwoorden worden dan zo spoedig mogelijk gegeven en aan allen beschikbaar gesteld.
De voorzitter van de commissie, Namens deze,
Anke Haarhuis Commissiegriffier
Nummer + corsanr. 1 A(501552)
Streef datum 29-5-2013
1 B(501551)
16-10-2013
2 (492937)
mei/juni 2013
3 (508568)
19-6-2013
4
1-9-2013
5 (404890)
01-7-2013
6 (501553)
1-3-2014
Actiepunten afgevoerd : 482279 6-2-2013
504504
16-4-2013
Actielijst Raadscommissie Sociaal 10 april Datum Opvoer Onderwerp/aanleiding Actie Stand van zaken 16-1-2013 Evaluatie VVE Samenleving In mei is er meer bekend over de evaluatie van de VVE en de voortgang, o.a. de effecten in Hengelo van de landelijke ontwikkelingen.
wethouder Oude Alink
16-1-2013 Samenwerking in Hengelo Samenleving tussen kinderopvang/ peuterspeelzaalwerk en onderwijs
De diverse organisaties en scholen in Hengelo zijn in gesprek met elkaar en in oktober zal er meer duidelijkheid zijn over mogelijke samenwerking.
26-9-2012 Evaluatie FBK Games
De schriftelijke evaluatie van de FBK- games wordt aan de Lievers commissie sociaal toegezonden. Relatie leggen met brede discussie over financiën FBK-games en FBKstadion.
Samenleving
Oude Alink en Lievers
13-3-2013 procesbrief Vrijwilligers en Samenleving Mantelzorgers
Er komt in mei/juni meer duidelijkheid over het proces mbt inzet, rol, positie vrijwilligers en mantelzorgers in het licht van de transities
10-4-2013 Ponystal Hengelo Zuid
Samenleving
12-1-2011 Nadere analyse RBT
Ruimte
16-1-2013 Maatschappelijke stages
Samenleving
de wethouder zal de commissie informeren over de stand van Lievers zaken De analyse die het RBT maakt van bedrijven met ruimtebehoefte > Ten Heuw 2 ha bespreken in de cie Sociaal. De wethouder gaat in overleg met de scholen of en zo ja hoe Lievers maatsschappelijke stages na 1 januari 2015 kunnen worden ingevuld.
13-6-2012 Maatschappelijke opvang, WVL (n.a.v. raad bemoeizorg/begeleiding en 22-05-2012) preventie 16-1-2013 Bestuurlijke boete bij recidive
PZS
De omstandigheden zijn veranderd als gevolg van de bezuinigingen. De commissie heeft een brief ontvangen.
Oude Alink/Lievers
Oude Alink
In een IBR zal het College, tezamen met betrokken medewerkers, Ten Heuw het nieuwe boete- en maatregelenbeleid van de gemeente Hengelo toelichten. Kan van de lijst worden afgevoerd.
Geleideformulier voor behandeling in commissie en/of raad ZAAKNUMMER
1000565
PORT.HOUD:
ONDERWERP:
Jaarverslag en jaarrekening 2012
College
RAADSGRIFFIE GRIFFIER: DHR. G.J. EEFTINK ADJUNCT-GRIFFIER: MW. A. HAARHUIS ADJUNCT-GRIFFIER: DHR. L.F. NIJLAND
Griffie-advies voor behandeling in commissie en/of raad Behandelen B B B
Commissie Fysiek Commissie Sociaal Commissie Bestuur Trefpunt (uitgebreide commissie) Raadsvergadering
Informeren
paraaf griffier 15-05 AH
Datum 30-05 29-05 28-05
B
Opmerkingen griffier:
Voor het complete jaarverslag, jaarrekening en burgerjaarverslag verwijzen wij naar de stukken op het internet en het inzage-exemplaar in de Leeskamer van de Raad. De commissie Sociaal behandelt alleen devoor de commissie relevante onderdelen: Programma 1 Werk verbindt, Programma 2 Zorg voor de mens, Programma 3 Een nieuwe vorm van ontmoeting & betrokkenheid, Hoofdfunctie 3-6
Behandeling in de raadscommissie Bestuur
Fysiek
Datum:
X
29-05-2013
Sociaal
Agendapunt:
7
Besluit: Geïnformeerd Akkoord voor raadsbehandeling Hamerstuk Niet-akkoord paraaf griffier
Opmerkingen commissiegriffier:
SAMENVATTING RAADSVOORSTEL ZAAKNUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
1000565
Tiebot, Gijs
PF-FB
Wieger Mulder
ONDERWERP
AGENDANUMMER
Jaarverslag en jaarrekening 2012
SAMENVATTING
In het jaarverslag 2012 brengen we verslag uit over hetgeen we in 2012 hebben gerealiseerd. Inhoudelijk wordt per programma verslag gedaan over de realisatie van de doelstellingen zoals deze in de beleidsbegroting waren geformuleerd. De jaarrekening, die vergezeld gaat van een goedkeurende accountantsverklaring, geeft het financiële beeld over 2012 weer. In financieel opzicht sluit de jaarrekening 2012 met een negatief saldo van afgerond € 268.000.
RAADSVOORSTEL ZAAKNUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
1000565
Tiebot, Gijs
PF-FB
Wieger Mulder
ONDERWERP
Jaarverslag en jaarrekening 2012
PROGRAMMA/FACET-AGENDA
Overige
AANLEIDING, DOEL EN WAT GING ER AAN VOORAF
Op grond van art 197 van de Gemeentewet legt het college jaarlijks verantwoording af over het gevoerde bestuur d.m.v. het jaarverslag en de jaarrekening (samen de jaarstukken). Hierbij bieden wij u de jaarrekening en het jaarverslag over het dienstjaar 2012 aan. De accountantscontrole over de jaarrekening 2012 heeft inmiddels plaatsgehad en ook over het dienstjaar 2012 hebben wij een goedkeurende verklaring voor zowel de getrouwheid als de rechtmatigheid ontvangen. Met ingang van dit jaar bieden wij u de jaarrekening enkel digitaal aan. Er zal standaard geen gedrukt exemplaar van de jaarrekening meer verschijnen. Mocht u hier toch behoefte aan hebben dan kunt u dit bij de griffie kenbaar maken. Er zal dan een exemplaar voor u worden afgedrukt. INHOUD VAN HET VOORSTEL
Hierbij het jaarverslag 2012 van de gemeente Hengelo. Het jaarverslag dient als basis voor de verantwoording door het college aan de raad over het gevoerde beleid en beheer. De inhoudelijke verantwoording is gebaseerd op de begroting 2012. Voor de hierbij gevolgde werkwijze en opzet wordt verwezen naar hoofdstuk 2 van het jaarverslag. Voor de financiële verantwoording is eveneens de programmatische invalshoek gevolgd. Naast de presentatie van de cijfers op dit hogere aggregatieniveau, zijn de lasten en de baten, de dotaties en onttrekkingen aan de reserves, alsmede het resultaat vóór en ná bestemming opgesteld conform de voorschriften voor het gemeentelijke financiële beheer. De structurele effecten van dit jaarverslag - zowel inhoudelijk als financieel -, zullen wij betrekken bij het opstelling van de 1 e beleidsrapportage 2012 en de beleidsbegroting 2014-2017. P
P
De jaarrekening 2012 is door de aangestelde accountant voorzien van een goedkeurende verklaring voor de getrouwheid en de rechtmatigheid.
BESPREEK- EN BESLISPUNTEN
Aan de raad wordt voorgesteld: 1. In te stemmen met de herziene vaststelling van de kredieten conform de ter inzage gelegde staat van kredieten 2012; 2. Het jaarverslag 2012 van de gemeente Hengelo vast te stellen en de daarin opgenomen toelichting, analyses, conclusies en aanbevelingen, alsmede het burgerjaarverslag en het sociale jaarverslag, te aanvaarden als verantwoording van het college over het gevoerde beleid en beheer in 2012; 3. De lasten over het jaar 2012 vast te stellen op afgerond € 275.904.000, de baten op € 276.658.000 en daarmee het resultaat vóór bestemming te bepalen op € 754.000 voordelig; 4. Het resultaat ná bestemming te bepalen op € 268.000 nadelig, en dit te onttrekken aan de algemene reserve, waarbij dit resultaat tot stand is gekomen door het doen van dotaties aan reserves van afgerond € 19.881.000 en onttrekkingen aan reserves van € 18.589.000; 5. Het balanstotaal ultimo 2012 vast te stellen op afgerond € 813.795.000 en het eigen vermogen na bestemming op afgerond € 42.704.000.
FINANCIËLE ASPECTEN
De jaarrekening, die vergezeld gaat van een goedkeurende accountantsverklaring, geeft het financiële beeld over 2012 weer. Voorgesteld wordt het negatieve jaarrekeningsaldo 2012 van € 268.000 te onttrekken aan de algemene reserve.
BIJLAGE(N)
- Jaarstukken 2012 - Staat van Kredieten 2012
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN HENGELO,
De secretaris
De burgemeester
RAADSBESLUIT ZAAKNUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
1000565
Tiebot, Gijs
PF-FB
Wieger Mulder
ONDERWERP
Jaarverslag en jaarrekening 2012
DE RAAD VAN DE GEMEENTE HENGELO BESLUIT:
aan de raad voor te stellen: 1. In te stemmen met de herziene vaststelling van de kredieten conform de ter inzage gelegde staat van kredieten 2012; 2. Het jaarverslag 2012 van de gemeente Hengelo vast te stellen en de daarin opgenomen toelichting, analyses, conclusies en aanbevelingen, alsmede het burgerjaarverslag en het sociale jaarverslag, te aanvaarden als verantwoording van het college over het gevoerde beleid en beheer in 2012; 3. De lasten over het jaar 2012 vast te stellen op afgerond € 275.904.000, de baten op € 276.658.000 en daarmee het resultaat vóór bestemming te bepalen op € 754.000 voordelig; 4. Het resultaat ná bestemming te bepalen op € 268.000 nadelig, en dit te onttrekken aan de algemene reserve, waarbij dit resultaat tot stand is gekomen door het doen van dotaties aan reserves van afgerond € 19.881.000 en onttrekkingen aan reserves van € 18.589.000; 5. Het balanstotaal ultimo 2012 vast te stellen op afgerond € 813.795.000 en het eigen vermogen na bestemming op afgerond € 42.704.000.
DE GEMEENTERAAD VAN HENGELO,
De griffier
DATUM
De voorzitter
Gemeente Hengelo Verslag van bevindingen Controle jaarrekening 2012
Lees meer
Terug Ernst & Young Accountants LLP Meander 861 6825 MH Arnhem Postbus 30116 6803 AC Arnhem Tel.: +31 88 407 9414 Fax: +31 88 407 6005 www.ey.com
De raad van de gemeente Hengelo T.a.v. de heer G.J. Eeftink, raadsgriffier Postbus 18 7550 AA HENGELO
Arnhem, 2 mei 2013
Betreft:
TSCN-974HRK/JD/TS/mb
verslag van bevindingen jaarrekening 2012 gemeente Hengelo
Geachte leden van de raad, Naar aanleiding van onze controle van de jaarrekening 2012 van de gemeente Hengelo, hebben wij het genoegen u hierbij de uitkomsten van onze werkzaamheden te presenteren. De onderwerpen die in dit verslag aan de orde komen, hebben onderdeel uitgemaakt van onze overwegingen bij de bepaling van de aard, het tijdstip van uitvoering en de diepgang van de controlemaatregelen die zijn toegepast in het kader van de controle van de jaarrekening 2012 van de gemeente Hengelo. De in dit verslag van bevindingen opgenomen bevindingen doen geen afbreuk aan ons oordeel omtrent de getrouwheid en rechtmatigheid van de jaarrekening 2012. Daarnaast geven wij, vanuit onze natuurlijke adviesfunctie, een aantal aanbevelingen waarmee wij beogen u als raad te ondersteunen in uw kaderstellende en controlerende taak. Het concept van dit verslag is d.d. 19 april 2013 bestuurlijk besproken met de portefeuillehouder financiën. Een afschrift van dit verslag is toegezonden aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hengelo. Wij stellen het op prijs een en ander persoonlijk toe te lichten of eventuele vragen omtrent deze of andere met de controle verband houdende zaken te beantwoorden. Hoogachtend, Ernst & Young Accountants LLP
drs. J.M.A. Drost RA
Ernst & Young Accountants LLP is een limited liability partnership opgericht naar het recht van Engeland en Wales en geregistreerd bij Companies House onder registratienummer OC335594. In relatie tot Ernst & Young Accountants LLP wordt de term partner gebruikt voor een (vertegenwoordiger van een) vennoot van Ernst & Young Accountants LLP. Ernst & Young Accountants LLP is statutair gevestigd te Lambeth Palace Road 1, London SE1 7EU, Verenigd Koninkrijk, heeft haar hoofdvestiging aan Boompjes 258, 3011 XZ Rotterdam, Nederland en is geregistreerd bij de Kamer van Koophandel Rotterdam onder nummer 24432944. Op onze werkzaamheden zijn algemene voorwaarden van toepassing, waarin een beperking van de aansprakelijkheid is opgenomen.
Lees meer
Gemeente Hengelo Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Inhoudsopgave 1
Wat zijn de uitkomsten van onze controle? Onze verklaring is goedkeurend Welke fouten en onzekerheden resteren nog? Toelichting op fouten en onzekerheden Bestuurlijke aandachtspunten voor 2013
2
Onze analyse van het resultaat 2012 Voordelig/nadelig resultaat nader geanalyseerd Analyse van de financiële positie Solvabiliteit Paragraaf weerstandsvermogen Schattingsprocessen binnen de jaarrekening
3
Onze bevindingen naar aanleiding van de controle Grondbeleid en grondexploitaties Risico’s ten aanzien van verbonden partijen Overige controlebevindingen Onze bevindingen in het kader van rechtmatigheid Bevindingen controle verantwoording in het kader van SiSa
Pagina 3
4
Uw specifieke wensen en aandachtspunten Aandachtspunten van de raad
5
Hoe hebben wij de controle uitgevoerd? Wat is de reikwijdte van onze opdracht Onze controleaanpak in het kort De met u afgesproken goedkeurings- en rapporteringstoleranties Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (Wopt) Onze onafhankelijkheid is gewaarborgd Begrotingsbeheer Rechtmatigheid Verplichtingen inzake Single information en Single audit (SiSa)
Bijlagen 1 2 3
SiSa-bijlage IMG-bijlage Actuele ontwikkelingen
Lees meer
Gemeente Hengelo Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
1 Wat zijn de uitkomsten van onze controle Onze verklaring is goedkeurend De jaarrekening is getrouw
Wij zijn voornemens bij de jaarrekening van de gemeente Hengelo een goedkeurende controleverklaring af te gegeven met betrekking tot de getrouwheid. Dit betekent dat het jaarverslag en de jaarrekening 2012 zijn ingericht in overeenstemming met het BBV en de in de programmarekening opgenomen balans en toelichting en rekening van baten en lasten een getrouwe weergave zijn van de financiële positie en baten en lasten van de gemeente Hengelo.
De jaarrekening is rechtmatig
Wij zijn voornemens bij de jaarrekening van de gemeente Hengelo een goedkeurende verklaring af te gegeven met betrekking tot de rechtmatigheid. Dit betekent dat de baten en lasten en balansmutaties in de jaarrekening 2012 in overeenstemming zijn met de door de raad vastgestelde wet- en regelgeving.
Geen bevindingen ten aanzien van de SiSa-bijlage en IMG-bijlage
Wij hebben de in de SiSa-bijlage en IMG-bijlage van de jaarrekening genoemde specifieke uitkeringen gecontroleerd met inachtneming van de Nota verwachtingen accountantscontrole 2012. Op grond van ons onderzoek hebben wij bij uw specifieke uitkeringen geen fouten en/of onzekerheden geconstateerd die de voor SiSa geldende rapporteringstolerantie overschrijden.
Jaarverslag niet strijdig met de jaarrekening
De jaarrekening en het jaarverslag dienen te worden opgemaakt in overeenstemming met het BBV. Wij hebben vastgesteld dat de jaarrekening 2012 van uw gemeente geen materiële afwijkingen vertoont ten opzichte van de voorschriften van het BBV. Daarnaast is door ons nagegaan of het jaarverslag de minimale wettelijk voorgeschreven informatie bevat en of de inhoud van dit verslag geen tegenstrijdigheden bevat met de door ons gecontroleerde jaarrekening. Wij hebben vastgesteld dat de inhoud van het jaarverslag niet strijdig is met de jaarrekening.
Belangrijke voorwaarde: ongewijzigde vaststelling
Wij zijn er bij ons oordeel van uitgegaan dat de raad de nu overlegde jaarrekening ongewijzigd vaststelt. Indien er nog wijzigingen worden aangebracht in de definitieve vorm van de jaarrekening dienen wij deze te beoordelen alvorens onze controleverklaring hierbij mag worden opgenomen.
Pagina 4
Lees meer
Gemeente Hengelo Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Welke fouten en onzekerheden hebben wij geconstateerd? Onze rapportering van fouten en onzekerheden
In de onderstaande tabel is een overzicht gegeven van de belangrijkste bevindingen naar aanleiding van de uitgevoerde controles. In onderstaande tabel zijn de ongecorrigeerde controleverschillen opgenomen.
Geen ongecorrigeerde controleverschillen in de definitieve gemeenterekening 2012
Ongecorrigeerde controleverschillen
Getrouwheid
Onzekerheden
€
€
0
0
Rechtmatigheid -Fout in Europese aanbestedingen
442.000
Totaal
442.000
0
2.957.800
8.873.400
Tolerantie
Pagina 5
Fouten
0
Verwijzing
Pagina 6
Lees meer
Gemeente Hengelo Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
De geconstateerde fouten ad € 422.000 zijn kleiner dan de door u vastgestelde controletolerantie van respectievelijk € 2.957.800 miljoen en € 8.873.400 miljoen.
Op basis daarvan kunnen wij bij de jaarrekening 2012 zowel betreffende de getrouwheid als de rechtmatigheid een goedkeurende verklaring verstrekken.
Toelichting op fouten en onzekerheden Onderstaand vindt u een toelichting op fouten en onzekerheden met betrekking tot getrouwheid en rechtmatigheid. Fout Europese aanbesteden
Pagina 6
De fout in de Europese aanbestedingen betreft een rechtmatigheidsfout doordat een Europese aanbesteding niet in overeenstemming met de richtlijnen heeft plaatsgevonden. De grootste onrechtmatigheden hebben betrekking op personele inhuur waarbij de aanbesteding niet in overeenstemming met de richtlijnen heeft plaatsgevonden.
Lees meer
Gemeente Hengelo Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Bestuurlijke aandachtspunten voor 2013 Onze controle heeft geresulteerd in een goedkeurende controleverklaring bij de jaarrekening 2012. Naast onze certificerende functie hebben wij, vanuit onze natuurlijke adviesfunctie, de gemeente Hengelo het afgelopen jaar over tal van onderwerpen geadviseerd. Voor het komende jaar vinden wij het, gelet op het voorgaande, belangrijk dat de gemeente Hengelo prioriteit geeft aan de volgende onderwerpen/bevindingen/adviezen: 1 (Rijks)bezuinigingen
Niet alleen de gemeentelijke bezuinigingen die al vorm hebben gekregen, moeten de komende jaren worden gerealiseerd, ook ziet het er naar uit dat door de verdergaande rijksbezuinigingen nieuwe bezuinigingen op de gemeenten af gaan komen. Wij adviseren u nauwgezet de realisatie van de huidige bezuinigingen door te zetten en vooruitlopend op komende bezuinigingen nieuwe opties te overwegen, een stringent begrotingsbeheer is daarbij een must. 2 Nieuwe taken De komende jaren komen er een groot aantal nieuwe taken op uw gemeente af. Enerzijds moet aan deze taken organisatorisch vorm gegeven worden, anderzijds moet hier een initiële begroting voor worden opgesteld. Iets wat zeker in de eerste jaren vorm moet krijgen en waarmee risico’s samenhangen. Wij adviseren u hier in een zo vroeg mogelijk stadium vorm aan te geven. In bijlage 3 van dit verslag gaan wij nader in op de ontwikkelingen ten aanzien van de decentralisaties vanuit het rijk. 3 Grondexploitaties Uw gemeente heeft een groot aantal grondexploitaties die gezamenlijk een significant deel van het balanstotaal vertegenwoordigen. Onder de exploitaties bevinden zich zowel exploitaties die naar verwachting een positief resultaat zullen opleveren als exploitaties waarvoor een verlies wordt verwacht. Voor de meeste exploitaties geldt echter dat er sprake is van een positieve (de kosten zijn groter dan de opbrengsten op balansdatum) boekwaarde. Dit betekent dat in de toekomst deze boekwaarde nog gecompenseerd dient te worden door grondverkopen, zodat aan het einde van de looptijd deze complexen winstgevend dan wel neutraal kunnen worden afgesloten. Gezien de positieve boekwaarde van deze grondexploitaties blijft het noodzakelijk om de waardering van de complexen en het afzetpotentieel van de exploitaties nauwgezet te blijven volgen. Pagina 7
Lees meer
Gemeente Hengelo Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
2 Onze analyse van het resultaat 2012 Voordelig/nadelig resultaat nader geanalyseerd Het resultaat nader besproken
Het saldo van baten en lasten (na bestemming) over het jaar 2012 bedraagt € 268.000 nadelig ten opzichte van een begroot sluitend saldo van € 77.000 nadelig. In hoofdstuk 4 van het jaarverslag is een uitgebreide analyse opgenomen.
Totaaloverzicht
Het resultaat over 2012 ten opzichte van de gewijzigde begroting kan als volgt worden weergegeven. Bedragen x € 1.000
Gewijzigde begroting
Rekening 2012
Afwijking
€
€
€
245.600 244.390
275.904 276.658
-30.304 32.268
Resultaat vóór bestemming
-1.210
754
1.964
Mutaties in reserves
1.133
-1.022
-2.155
-77
-268
-191
Totale lasten Totale baten
Resultaat na bestemming Uw begrotingsbeheer is op orde
Pagina 8
De begrotingsoverschrijdingen worden in de toelichting op de programmarekening nader toegelicht. Overigens merken wij op dat de kwaliteit van de financiële analyse en de begrotingsafwijkingen in de jaarrekening van een goed niveau is.
Lees meer
Gemeente Hengelo Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Analyse van de financiële positie Eigen vermogen neemt toe
Het eigen vermogen, inclusief het resultaat na bestemming, bedraagt per jaareinde 2012 volgens de jaarrekening € 42,7 miljoen. Van de totale reserves ter hoogte van € 42,7 miljoen is € 8,3 miljoen opgenomen als algemene vrije reserve. Het saldo van deze reserve is ten opzichte van 2011 gedaald met € 0,06 miljoen. Per saldo is gedurende 2012 € 1.022.000 toegevoegd aan de reserves. Deze toevoeging (ten laste van het resultaat) vormt samen met het resultaat voor bestemming (€ 754.000) het resultaat na bestemming van € -268.000.
Solvabiliteit Uw vermogenspositie
De totale vermogenspositie wordt onder andere tot uitdrukking gebracht door middel van het solvabiliteitspercentage. Dit percentage wordt bepaald door het eigen vermogen te delen door het balanstotaal. Het huidige solvabiliteitspercentage voor uw gemeente bedraagt 5,2% (2011: 5,4%). Dit betekent dat het belangrijkste deel van de activa is gefinancierd met vreemd vermogen. Een stijging van de rente heeft hiermee belangrijke gevolgen voor de meerjarenbegroting. Ten opzichte van het landelijk gemiddelde en vergelijkbare gemeenten is deze solvabiliteit laag.
Vreemd vermogen in 2012
In 2012 heeft uw gemeente zes langlopende leningen afgesloten met een waarde van € 57 miljoen. Twee leningen voor eigen financiering en vier leningen zijn aangetrokken en doorgezet aan woningbouwvereniging Welbions. Voor een nadere beschouwing ten aanzien van uw financieringspositie verwijzen wij u naar de paragraaf financiering van de jaarrekening 2012. Het kasgeldlimiet en de renterisiconorm zijn in 2012 niet overschreden. Gezien de toekomstige ontwikkelingen zoals de verdere bezuinigingen vragen wij uw aandacht voor een adequaat liquiditeitsbeheer. Wij benadrukken het belang van het verder vormen geven aan het werkkapitaalbeheer zoals het frequent opstellen van een liquiditeitsoverzicht (inclusief analyse).
Pagina 9
Lees meer
Gemeente Hengelo Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Paragraaf weerstandsvermogen
De risico’s die uw gemeente loopt
In het jaarverslag is onder andere de paragraaf weerstandsvermogen opgenomen, welke informatie bevat over de weerstandscapaciteit, de risico’s en het beleid dat hieromtrent gedurende 2012 is gevoerd. Ten aanzien van deze paragraaf constateren wij het volgende. De beschikbare weerstandscapaciteit bedraagt € 31,3 miljoen en bestaat uit de algemene reserves ad € 8,3 miljoen, het rekeningresultaat 2012 ad € -0,3 miljoen en de vrij aanwendbare bestemmingsreserves ad 23,3 miljoen. Eind 2012 is de benodigde netto weerstandscapaciteit (risico’s) berekend op € 27,6 miljoen. Hierbij merken wij op dat de bruto benodigde weerstandscapaciteit (risico’s) berekend is op € 30,6 miljoen. Hiervan komt 3 miljoen ten last van de afdelingsbudgetten. Conform het vastgestelde beleid worden risico’s met een laag risicoprofiel binnen de huidige eigen budgetten van de afdelinge n te worden opgevangen. Dit risicobedrag bestaat voor € 9,3 miljoen uit risico’s inzake het grondbedrijf en voor € 18,3 miljoen uit overige risico’s. De overige risico’s bestaan uit risico’s inzake incidentele gebeurtenissen die niet of zeer moeilijk zijn te beïnvl oeden met beleid. Gemeente Hengelo gebruikt het NARIS pakket voor de registratie van de geïnventariseerde risico’s. Jaarlijks worden de risico’s geactualiseerd en ingevoerd in NARIS. Tevens zijn aan de diverse risico’s beheersingsmaatregelen gekoppeld die de bruto risico’s gedeeltelijk afdekken. Op basis hiervan wordt de benodigde weerstandscapaciteit berekend.
Het weerstandsvermogen is toereikend voor de risico’s die de gemeente loopt
De beschikbare weerstandscapaciteit ad € 31,3 miljoen dekt ultimo 2012 de risico’s ad € 27,6 miljoen. De weerstandsratio bedraagt 1,2. Gemeente Hengelo streeft naar een ratio tussen de 1 en de 1.4. Op basis hiervan concluderen wij dat het weerstandsvermogen van de gemeente Hengelo voldoet aan de streefratio. In de paragraaf weerstandsvermogen is tevens aangegeven dat de huidige omvang van de algemene reserve als beperkt wordt ervaren. De doelstellig is ook om in de komende jaren de algemene reserve te laten groeien tot minimaal 15 miljoen. Dit gegeven, gecombineerd met de aangekondigde bezuinigingen vanuit het Rijk en de decentralisaties met diverse efficiency kortingen, vormt een belangrijk aandachtspunt en leidt tot forse aanvullende bezuinigingen. Door uw organisatie zijn in 2012 adequate acties ondernomen. In de begroting 2013 is de versterking van de eigen vermogenspositie als belangrijk aandachtspunt opgenomen en is besloten om de komende jaren geld toe te voegen aan de algemene reserve van ruim 3,6 miljoen tot en met 2016.
Pagina 10
Lees meer
Gemeente Hengelo Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Schattingsprocessen binnen de jaarrekening Wij kunnen instemmen met de schattingen van het college
Het college van burgemeester en wethouders is verantwoordelijk voor het maken van schattingen bij het opmaken van de jaarrekening. Als accountant van de raad beoordelen wij deze door het college gemaakte schattingen. Wij kunnen instemmen met de door het college gemaakte inschattingen en waarderingsgrondslagen. Onderstaand hebben wij een beschouwing ten aanzien van de belangrijkste schattingen opgenomen.
Belangrijke schattingen
Pagina 11
Sensitiviteit schattingen
Toelichting
Waardering grond en gebouwen inclusief afschrijvingen
Gemiddeld
De schatting betreft het inschatten van de levensduur wat de basis vormt voor de afschrijvingen.
Waardering van uw deelnemingen en langlopende verstrekte geldleningen
Gemiddeld
De deelnemingen zijn gewaardeerd tegen aanschafwaarde. Het risico hiervoor is beperkt. De verstrekte geldleningen aan met name maatschappelijke instellingen geven een hoger risico’s.
Waardering van de bouwgrondexploitaties en de niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG)
Gemiddeld
Grondexploitaties met een negatieve eindwaarde worden voorzien. Voorziening wordt op contante waarde bepaald. De uitgangspunten die worden gehanteerd zijn in niet alle gevallen behoudend. Het risico bestaat dat deze te optimistisch zijn, met name wat betreft de geplande verkopen in het complex Hart van Zuid.
Lees meer
Gemeente Hengelo Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Belangrijke schattingen
Beoordeling 2012
Uitvoering
Gemiddeld
De voorzieningen bevatten relatief weinig schattingselementen.
Waardering van de debiteuren
Gemiddeld
Geen bijzonderheden.
Laag
Bijlagen
Toelichting
Beoordeling toereikendheid van uw voorzieningen
Beoordeling van de risico’s ten aanzien van de niet uit de balans blijkende verplichtingen
Pagina 12
Aandachtspunten
Geen verdere bijzonderheden.
Lees meer
Gemeente Hengelo Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
3 Onze bevindingen naar aanleiding van de controle Grondbeleid en grondexploitaties Opbouw voorraadpositie
In het kader van de controle van de jaarrekening van de gemeente Hengelo hebben wij de grondexploitaties gecontroleerd. De post voorraad van de gemeente Hengelo zijn als volgt te specificeren. Bedragen x € 1.000
Overige grond- en hulpstoffen Niet in exploitatie genomen gronden Onderhanden werk Gereed product en handelsgoederen Totaal
31 december 2012
31 december 2011
€
€
€0
€0
€ 1.450
€ 3.333
€ 85.364
€ 68.224
€ 93
€ 118
€ 86.907
€ 71.675
Zoals uit het bovenstaande overzicht blijkt zijn de grondexploitaties nader onder te verdelen naar overige grond- en hulpstoffen, nog niet in exploitatie genomen bouwgronden en het zogenaamde onderhanden werk. Deze onderverdeling is afhankelijk van de formele status van de grondexploitatie: ► Met ingang van het boekjaar 2012 heeft de Commissie BBV gesteld dat die gronden waar de raad geen stellig voornemen heeft deze te ontwikkelen geclassificeerd dienen te worden als overige grond en hulpstoffen. Wij hebben vastgesteld dat uw gemeente op een juiste wijze invulling heeft gegeven aan deze wijziging in de regelgeving. ► Er is sprake van onderhanden werk op het moment dat er een vastgesteld exploitatieplan aanwezig is, waarbij de bestemming van de gronden definitief is vastgelegd. Als er nog geen vastgesteld exploitatieplan is, maar de raad heeft wel het stellige voornemen de gronden op afzienbare termijn te ontwikkelen, dan dienen de betreffende gronden te worden gepresenteerd als bouwgronden die nog niet in exploitatie zijn genomen. Hierbij is er dus nog geen zekerheid over de wijze waarop de bouwgrond in eigendom van de gemeente geëxploiteerd gaat worden. Pagina 13
Lees meer
Gemeente Hengelo Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug Inhoudsopgave
In exploitatie genomen projecten
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
De in exploitatie genomen gronden bestaan uit een 27 tal complexen. Begin 2013 zijn alle exploitaties financieel herzien waarbij de te verwachten contante waarde op einddatum opnieuw is bepaald. Op basis hiervan is de verliesvoorziening bijgesteld. Deze bijstelling heeft geleid tot een extra verliesvoorziening ultimo 2012 van € 5,5 miljoen op de in exploitatie genomen complexen. In de in exploitatie genomen complexen wordt een rekenrente gehanteerd van 5,5%. Ons inziens is deze rekenrente hoog gezien de daadwerkelijke financieringsrente en de verwachte langlopende renteontwikkeling. Wij hebben het college geadviseerd het percentage van de rekenrente in de grondexploitaties in 2013 te herzien en nader te onderbouwen. Vanuit de in exploitatie genomen complexen wordt een afdracht gedaan aan de reserve bovenwijkse voorzieningen. In de in 2012 uitgebrachte notitie grondexploitatie van de commissie BBV zijn de regels voor de afdracht aan de reserve bovenwijkse voorzieningen aangescherpt. Wanneer er sprake is van gewenste - maar niet causaal noodzakelijke - bovenwijkse voorzieningen, behore deze lasten niet thuis in de grondexploitatie. Het is uiteraard wel mogelijk hiervoor een reserve bovenwijkse “voorzieningen” aan te leggen, maar deze zal dan uit de (tussentijdse) winstbestemming van de grondexploitaties of uit de winstbestemming van de programmarekening gevormd moeten worden. Wij hebben het college geadviseerd de systematiek in 2013 te herzien en na te gaan of deze aansluit bij de notitie grondexploitatie van de commissie BBV.
De Veldkamp
Pagina 14
Het complex “De Veldkamp” betreft een gezamenlijke grondexploitatie met de gemeente Borne. Ultimo 2012 is voor rekening van gemeente Hengelo een verliesvoorziening getroffen van € 12,6 miljoen. De herziening van de exploitatieopzet heeft geleid tot een extra verliesvoorziening ten opzichte van 2011 van € 0,5 miljoen. Voor het complex “De Veldkamp” heeft u met de gemeente Borne geen afspraken gemaakt ten aanzien van de controle door een onafhankelijke derde van de grex en de daarin opgenomen parameters, afname tempo en overige schattingen. Wij hebben ten aanzien van de verwachte toekomstige verkopen vragen gesteld over het afnametempo in relatie tot de reeds gerealiseerde verkopen. Naar aanleiding van deze vragen en de gevoerde spreken is de grondexploitatie van het complex “De Veldkamp” herzien waarbij het afnametempo in lijn is gebracht met de huidige en verwachte markt. Deze herziening heeft geleid tot een extra dotatie van de verliesvoorziening voor dit project. Wij hebben het college geadviseerd de projectorganisatie en de daarmee gepaard gaande beheersing van het complex aan te scherpen in 2013.
Lees meer
Gemeente Hengelo Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug Inhoudsopgave
Uitkomsten
Niet in exploitatie genomen gronden
Resultaat 2012
Bevindingen
Uitvoering
Bijlagen
De boekwaarde van de niet in exploitatie genomen gronden zijn als volgt te specificeren.
Bedragen x € 1.000 Niet in exploitatie genomen gronden
Overige (overige gronden)
Totaal niet in exploitatie genomen bouwgronden
Niet in exploitatie genomen complexen
Aandachtspunten
31 december 2012
31 december 2011
€1.450
€ 3.333
€0
€0
€ 1.450
€ 3.333
Bij de controle van de balansposten inzake de lopende grondexploitaties is de cruciale vraag: worden de geactiveerde kosten in de toekomst terugverdiend? Waardering vindt hierbij in beginsel plaats tegen de kostprijs. Indien echter blijkt dat een aankoop of projectontwikkeling verliesgevend is, dient een afwaardering voor het tekort te worden genomen. Bij de beoordeling van de waardering van de bouwgrondexploitaties vormen de herziene exploitatieopzetten een essentieel toetsingsinstrument.
In 2012 is de rubricering van de niet in exploitatie genomen gronden aangepast. De niet in exploitatie genomen gronden zijn in 2012 getaxeerd en indien nodig afgewaardeerd naar lagere marktwaarde.
Pagina 15
Lees meer
Gemeente Hengelo Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Verbonden partijen Verbonden partijen
Als gemeente bent u verbonden met een aantal partijen die gedeeltelijk een maatschappelijk of bestuurlijk belang uitoefenen namens de gemeente. Wij noemen hiertoe bijvoorbeeld de uitbesteding van belastingen bij Gemeentelijk Belastingkantoor Twente (hierna; GBT), de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) bij Sociaal Werkleerbedrijf Midden Twente en de uitvoering van de gemeentelijke reinigingsdienst aan Twente Milieu. Een belangrijk kenmerk bij deze partijen is dat de financiële stroom die met deze activiteiten is gemoeid, wel in de begroting en jaarrekening van uw gemeente is opgenomen. De gemeente Hengelo blijft om die reden verantwoordelijk voor de rechtmatige uitvoering. Het gemeentelijk beleid ten aanzien van het beheer en de verantwoording van relaties met verbonden partijen binnen uw gemeente is vastgelegd in een Nota Verbonden Partijen. Wij onderschrijven het belang van deze nota aangezien op deze wijze binnen uw gemeente handvatten bestaan met betrekking tot de wijze waarop de informatie van de verbonden partijen dient te worden beoordeeld. Wij hebben bij onze tussentijdse controle vastgesteld dat de gemeente Hengelo vooraf tijdig met de uitvoeringsorganisatie adequate afspraken maakt over de wijze van verantwoorden en over de eisen die aan zowel de tussentijdse informatievoorziening als de rechtmatige uitvoering van de regeling worden gesteld. Op basis van onze gesprekken en aan ons getoonde documentatie constateren wij – met uw ambtelijke organisatie – dat in 2012 de aangeleverde tussentijdse informatievoorziening tijdig heeft plaatsgevonden. Een en ander wordt ook als zodanig toegelicht in de jaarstukken. Wij benadrukken dat in de jaarrekening de financiële resultaten van de samenwerking c.q. uitbestede taken op adequate wijze zijn toegelicht. Wij vragen u aandacht om voldoende waarborgen te treffen ten einde vast te kunnen stellen dat de informatie van derden juist en betrouwbaar is. Ten aanzien van bijvoorbeeld GBT zijn er geen afspraken gemaakt over een ten behoeve van de gemeente Hengelo aan te leveren gecontroleerde verantwoording. De gemeente heeft dit nu ondervangen door zelf bij GBT een beperkte controle ui t te voeren. Wij adviseren u na te gaan of deze aanpak enerzijds de meest efficiënte is als anderzijds of deze werkwijze de zekerheid geeft die u wenst.
Pagina 16
Lees meer
Gemeente Hengelo Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Onze bevindingen in het kader van uw interne beheersing In onze managementletter 2012, uitgebracht aan de directie op 28 november 2012, hebben wij onze bevindingen en aanbevelingen van onze tussentijdse controle 2012 opgenomen. In deze managementletter hebben wij aangegeven welke zaken vóór de jaarrekeningcontrole 2012 opgepakt zouden moeten zijn (prioriteit H). Wij hebben geconstateerd dat de voortgang van de aanbevelingen van zowel uw eigen interne controle als de controle door ons als accountant zichtbaar door uw organisatie worden gevolgd. In het kader van de controle van de jaarrekening brengt de accountant ook verslag uit omtrent zijn bevindingen met betrekking tot de continuïteit en betrouwbaarheid van de geautomatiseerde gegevensverwerking. Onze controle was niet primair gericht op het doen van een uitspraak omtrent de continuïteit en betrouwbaarheid van (delen van) de geautomatiseerde gegevensverwerking en wij hebben daartoe ook geen opdracht van het management ontvangen. De jaarrekeningcontrole heeft geen tekortkomingen in de continuïteit en betrouwbaarheid van de geautomatiseerde gegevensverwerking aan het licht gebracht. Door ITRA is een onderzoek uitgevoerd naar de general IT controls en de application controls, hierover heeft een separate rapportage plaatsgevonden. Hieruit zijn diverse aanbevelingen naar voren gekomen die de komende tijd door de gemeente Hengelo zullen worden geïmplementeerd.
Pagina 17
Lees meer
Gemeente Hengelo Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Onze bevindingen in het kader van rechtmatigheid In hoofdstuk 5 hebben wij de gehanteerde kaders voor onze rechtmatigheidscontrole nader toegelicht. Buiten hetgeen reeds eerder is gemeld, hebben wij geen bijzonderheden geconstateerd in het kader van rechtmatigheid. In het vervolg van deze paragraaf geven wij onze bevindingen bij deze onderwerpen. Het rechtmatigheidsbeheer is op orde
Het controleprotocol, inclusief het normenkader is op 11 december 2012 door uw raad vastgesteld. Het normenkader is intern bij uw gemeente vertaald in interne controleprotocollen, waarna voor de geïdentificeerde risico’s de getroffen beheersingsmaatregelen in kaart zijn gebracht. De werking van deze maatregelen is met voldoende diepgang getoetst en de uitkomsten hiervan zijn voor de processen met een duidelijke audittrail vastgelegd. Zoals reeds aangegeven in de managementletter/bestuursrapportage kan de beheersing voor een aantal processen nog in bepaalde mate verbeterd worden. Wij constateren dat de gemeente Hengelo hiermee aan de slag is en deze verbeteringen veelal de komende jaren wil gaan realiseren. Ondanks deze aanbeveling zijn wij van mening dat de gemeente Hengelo voor het boekjaar 2012 een deugdelijk rechtmatigheidsonderzoek heeft uitgevoerd.
De begrotingsoverschrijdingen zijn goed toegelicht
Met de controle op de juiste toepassing van het begrotingscriterium toetsen wij of het budgetrecht van de gemeenteraad is gerespecteerd. In hoofdstuk 5 van deze rapportage lichten wij de controleaanpak en de verantwoordelijkheden van college, raad en accountant nader toe.
In de tabel op de volgende pagina hebben wij per programma een samenvatting gegeven van de programma’s waarbij sprake is van een overschrijding van de lasten ten opzichte van de begroting (na wijzigingen).
Pagina 18
Lees meer
Gemeente Hengelo Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
(Bedragen x € 1.000) Onderdeel programmarekening
Gewijzigde begroting
Rekening 2012
€ 11.098
€ 11.613
Openbare orde & Veiligheid
€ 8.716
€ 9.055
Economische zaken
€ 4.548
€ 4.614
Onderwijs
€ 13.011
€ 14.705
Sociale voorzieningen & Maatschappelijke ontwikkelingen
€ 93.773
€ 95.850
Ruimtelijke ordening & volkshuisvesting
€ 47.181
€ 75.702
Algemeen bestuur
In hoofdstuk 7.4 van het jaarverslag is een uitgebreide analyse van de begrotingsafwijkingen en begrotingsrechtmatigheid opgenomen. Voor de inhoudelijke analyse verwijzen wij naar dit hoofdstuk. De overschrijdingen ten opzichte van de begrote lasten zijn door het college in de toelichting op de programmarekening toereikend toegelicht. Het college stelt uw gemeenteraad voor genoemde overschrijdingen te autoriseren in het kader van de vaststelling van de jaarrekening 2012. Vooruitlopend hierop zijn wij hiervan reeds uitgegaan bij het vormen van ons oordeel over de (begrotings)rechtmatigheid. Misbruik en oneigenlijk gebruik
In de externe en interne regelgeving zijn diverse bepalingen opgenomen die erop zijn gericht om misbruik en oneigenlijk gebruik te voorkomen. Uw gemeente heeft de toets op het misbruik en oneigenlijk gebruik neergelegd in interne controleplannen. De uitkomst van deze toets heeft niet geleid tot bevindingen die invloed hebben op de rechtmatigheid van baten en lasten en balansmutaties.
Niet-financiële beheershandelingen vallen buiten de scope van rechtmatigheidscontrole
Handelingen en beslissingen van niet-financiële aard vallen buiten de scope van de rechtmatigheidscontrole door de accountant. De accountant toetst deze handelingen en beslissingen niet inhoudelijk door gegevensgericht onderzoek. Volstaan wordt in dit kader met het beoordelen van het interne systeem van risicoafwegingen. Binnen dit systeem moeten voorwaarden zijn geschapen om risico’s goed te kunnen beoordelen en in de tijd te kunnen volgen.
Pagina 19
Lees meer
Gemeente Hengelo Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Wij hebben ons een beeld gevormd over de wijze van totstandkoming van de inventarisatie van de risico’s en de getrouwe weergave van de hieruit mogelijk voortvloeiende financiële gevolgen in de paragraaf weerstandsvermogen van het jaarverslag. Daarnaast hebben wij gericht geïnformeerd naar de lopende procedures waarbij de gemeente betrokken is, teneinde indicaties te verkrijgen over de eventuele risico’s op dit vlak. Op grond hiervan beschikken wij niet over aanwijzingen die een nader onderzoek naar de (financiële) gevolgen noodzakelijk maakt. Bevindingen controleverantwoording in het kader van SiSa SiSa
Wij hebben de in de SiSa-bijlage van de jaarrekening genoemde specifieke uitkeringen gecontroleerd met inachtneming van de Nota verwachtingen accountantscontrole 2012. Op grond van ons onderzoek hebben wij bij de navolgende specifieke uitkeringen geen fouten en/of onzekerheden geconstateerd die de voor SiSa geldende rapporteringstolerantie overschrijden. Onze controleaanpak hierbij hebben we in paragraaf 5.8 nader toegelicht. De SiSa-bijlage dient door uw gemeente samen met een aantal andere verplicht voorgeschreven verantwoordingsstukken voor 15 juli aanstaande elektronisch bij het CBS te worden aangeleverd. Door middel van een voorgeschreven tabel dienen wij te rapporteren over onze bevindingen ten aanzien van de in de jaarrekening opgenomen SiSa-bijlage. In bijlage 1 bij dit rapport zijn deze bevindingen in de voorgeschreven tabel opgenomen, u kunt deze tabel hanteren ten behoeve van verzending naar het CBS.
Bevindingen controleverantwoording in het kader van IMG IMG
Uw gemeente is op grond van wettelijk voorschrift verplicht de verantwoordingsinformatie voor de met name benoemde specifieke uitkeringen hieromtrent op te nemen in een bijlage bij de jaarrekening op basis van een door de provincie Overijssel voorgeschreven model. Onze controleaanpak hierbij hebben we in hoofdstuk 5 nader toegelicht. Uw gemeente is op grond van wettelijk voorschrift verplicht de verantwoordingsinformatie voor de met name benoemde specifieke uitkeringen hieromtrent op te nemen in een bijlage bij de jaarrekening op basis van een door de provincie Overijssel voorgeschreven model. Bij de controle van deze bijlage betrekken wij de door het ministerie van BZK hiervoor gegeven aan-wijzingen (Circulaire Single Information Single Audit 2012, waarin onder andere opgenomen de Nota verwachtingen accountantscontrole 2012). Dit aangezien de provincie Overijssel voor de controle aansluit bij de werkwijze die bij SISA gebruikelijk is.
Pagina 20
Lees meer
Gemeente Hengelo Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
4 Uw specifieke wensen en aandachtspunten Aandachtspunten van de raad Uw vragen centraal
Wij vinden het van groot belang onze controle af te stemmen op de specifieke situatie van de gemeente Hengelo en de wensen van onze opdrachtgever. Op die wijze kunnen wij nog gerichter toegevoegde waarde leveren. U heeft ons gevraagd dit jaar specifiek aandacht te besteden aan de volgende onderwerpen: ► Risico calculatie van de “open einde regelingen”. ► Beheersing kredieten en investeringen. ► Wat is de “hardheid”/c.q. hoe groot is de “realiseerbaarheid” van de voorgenomen bezuinigingen.
Risico calculatie van de “open einde regelingen” De “open einde regelingen” betreffen met name regelingen op het gebied van sociale zaken. Dit betreffen met name de uitvoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) en diverse uitkeringen zoals de WWB, IOAW, IOAZ , BBZ en het participatiebudget (onder andere re-integratie). Deze regelingen worden uitgevoerd door de sector Publieksdiensten en Sociale Zaken en de sector Samenleving. De ontwikkelingen van de aanvragen en de uitkeringen worden nauwgezet gevolgd en periodiek gerapporteerd via tussentijdse managementrapportages. Op basis hiervan wordt tijdig actie ondernomen. Tevens zijn diverse prestatieafspraken gemaakt waarover tussentijds tijdig wordt gerapporteerd. Op basis hiervan worden tijdig signalen opgevangen en wordt adequaat beleid gezet op het niet behalen van prestatieafspraken of uitschieters in de uitgaven.
Pagina 21
Lees meer
Gemeente Hengelo Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Beheersing kredieten en investeringen Binnen de Planning & Control Cyclus wordt op diverse momenten gerapporteerd over de kredieten. Denk hierbij aan de tussentijdse rapportages maar ook aan de diverse interne managementrapportages. In deze rapportages wordt ingegaan op de inhoudelijke en de financiële voorgang van de diverse kredieten. De looptijd van de kredieten wordt zoveel mogelijk beperkt en voor grotere projecten wordt zoveel mogelijk gewerkt met faseringen. Dit om de kredieten beter beheersbaar te houden. Per jaareinde zijn een aantal kredieten overschreden. De kredietbeheersing is een belangrijk aandachtspunt in de organisatie en wordt ook als zodanig onderkend. In afgelopen jaren zijn diverse spelregels opgesteld, echter de implementatie van deze spelregels moet deels nog plaatsvinden. In het kader hiervan is in 2012 het intensiever screenen en bewaken van kredieten voortgezet.
Pagina 22
Lees meer
Gemeente Hengelo Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Wat is de “hardheid”/c.q. hoe groot is de “realiseerbaarheid” van de voorgenomen bezuinigingen De economische crisis houdt ook in 2012 nog aan, waardoor het Rijk fors bezuinigt op onder andere de lagere overheden en andere budgetten. Daarnaast is een decentralisatie van taken (met minder budget) ingezet. Over de gehele linie hebben gemeenten daardoor te maken met een oplopend begrotingstekort. Uw gemeente houdt vanaf voorjaar 2010 al rekening met de financieel ongunstigere omstandigheden. Binnen de gemeente Hengelo zijn de bezuinigingen begonnen met de discussienota “Herontwerp van beleid en uitvoering” in het voorjaar van 2010. Aan de hand van deze nota is gesproken over een bezuiniging van drie keer 5 miljoen: ► versoberen vanaf 2011 ► innoveren vanaf 2012 ► bedrijfsvoering vanaf 2013 Wij hebben vastgesteld dat deze bezuinigingsopgave reeds vanaf 2011 is opgenomen in de begroting en daarmee ingebed is in de reguliere planning-&-controlcyclus. Daarbij wordt als uitgangspunt gehanteerd dat alleen de significante afwijkingen in de Berap worden gerapporteerd. Intern is reeds onderkend dat de bezuinigingen van in totaal € 15 miljoen onvoldoende resultaat opleveren om ook voor de komende jaren een sluitende begroting te laten zien. Het college heeft met de raadsbrief “Koersvast in krappe tijden” onderkend dat voor € 10 miljoen aan aanvullende maatregelen moeten worden genomen om de gemeente in de komende jaren voldoende gezond te houden. Nu is het van belang dat de bezuinigingen volledig en á tempo gerealiseerd worden. In dat geval kan daadwerkelijk koers worden gehouden met betrekking tot de realisering van de bezuinigingen. Ten aanzien van de bezuinigingen merken wij het volgende op: ► De sturing op gemeentebreed niveau is voor verbetering vatbaar; de afspraken die zijn gemaakt over de bijsturing van het geprognosticeerde tekort over het jaar 2012 in de Berap I zijn niet in alle sectorrapportages terug te vinden. ► Bij sommige sectoren worden maatregelen voorgesteld als bijvoorbeeld temporiseren van projecten zonder dat er gekeken wordt naar de onderdekking die dit genereert voor de afdelingen die op betreffende projecten hun productieve uren verantwoorden. ► In een aantal sectorrapportages worden afspraken als niet haalbaar gekwantificeerd; een alternatief wordt echter niet genoemd. In bijlage 8.12 bij de jaarrekening is de stand van zaken inzake de bezuinigingen ultimo 2012 weergegeven.
Pagina 23
Lees meer
Gemeente Hengelo Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
5 Hoe hebben wij de controle uitgevoerd? Wat is de reikwijdte van onze opdracht Wat hebben wij gecontroleerd
Conform de aan ons verleende opdracht hebben wij de jaarrekening 2012 van de gemeente Hengelo gecontroleerd. Deze jaarrekening is onder verantwoordelijkheid van het college van burgemeester en wethouders opgesteld. Het is onze verantwoordelijkheid een oordeel te geven over de jaarrekening, als bedoeld in Artikel 213, tweede lid, van de Gemeentewet. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder het Besluit accountantscontrole decentrale overheden (Bado) en het door de raad vastgestelde controleprotocol. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.
Onze controleaanpak in het kort Onze aanpak, gewoon goed
Onze controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico’s van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van zowel de baten en lasten als de activa en passiva, alsmede het voor de naleving van de wet- en regelgeving relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn, maar die niet ten doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van het interne beheersingssysteem van de gemeente. In hoofdstuk 3 hebben we u inzicht gegeven in de significante risico’s, onze controleaanpak en bevindingen ten aanzien van de jaarrekeningcontrole. Tevens omvat een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving, van de redelijkheid van schattingen die het college van burgemeester en wethouders van de gemeente heeft gemaakt en een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
Pagina 24
Lees meer
Gemeente Hengelo Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
De met u afgesproken goedkeurings- en rapporteringstoleranties De foutenmarge
Op grond van het Bado stelt de raad de goedkeuringstolerantie vast die de accountant bij zijn jaarrekeningcontrole dient te hanteren. Het normenkader en de goedkeuringstolerantie zijn op 11 december 2012 vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders en vervolgens ter besluitvorming/kennisgeving gebracht van de raad.
Goedkeuringstolerantie
Goedkeurend
Beperking
Oordeelonthouding
Afkeurend
Fouten in de jaarrekening (% lasten)
< 1%
> 1 < 3%
-
> 3%
Onzekerheden in de controle (% lasten)
< 3%
> 3 < 10%
> 10%
-
Op grond van de jaarrekening 2012 bedraagt de goedkeuringstolerantie voor fouten afgerond € 2.957.800 (1%) en voor onzekerheden € 8.873.400 (3%). Als de goedkeuringstolerantie niet wordt overschreden, kan een goedkeurende controleverklaring afgegeven worden. Deze goedkeuringstolerantie is een kwantitatief criterium. De uiteindelijke oordeelsvorming is echter altijd een combinatie van kwalitatieve en kwantitatieve afwegingen. De rapporteringstolerantie, de maatstaf die geldt voor het rapporteren van fouten en onzekerheden, is door de raad bepaald op € 250.000.
Pagina 25
Lees meer
Gemeente Hengelo Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (Wopt) Op grond van de “Wopt” moeten beloningen, waaronder voorzieningen ten behoeve van toekomstige beloningen, zoals pensioen en ontslaguitkeringen, in de jaarrekening worden vermeld als deze de gemiddelde ministersbeloning (voor 2012 vastgesteld op € 193.000) te boven gaan. Bij onze controle hebben wij vastgesteld dat de Wopt wordt nageleefd door de gemeente Hengelo. Wij merken overigens op dat de Wopt vanaf 1 januari 2013 vervangen wordt door de Wet Normering Topinkomens.
Onze onafhankelijkheid is gewaarborgd De onafhankelijkheid van de accountant behoort tot het fundament van zijn beroep. De jarenlange discussie over het beroep en het functioneren van de accountant, hebben uiteindelijk geresulteerd in een aanpassing van de accountantswetgeving, welke van toepassing is voor organisaties van openbaar belang (OOB’s) met als doel de onafhankelijkheid van de accountant beter te waarborgen richting het maatschappelijk verkeer. Ondanks het feit dat een gemeente zich volgens de wet niet kwalificeert als een organisatie van openbaar belang vinden wij het als uw accountant belangrijk om eventuele bedreigingen ten aanzien van de onafhankelijkheid te melden. Wij hebben gedurende het jaar geen onafhankelijkheidsissues geconstateerd. Onderstaand geven wij de aanvullende werkzaamheden weer, welke wij naast de controle van de jaarrekening (inclusief de SiSa-bijlage) hebben verricht: ► controle van diverse subsidieverantwoordingen. Deze werkzaamheden hebben geen invloed op onze onafhankelijke positie als controlerend accountant ten behoeve van de raad van de gemeente Hengelo.
Pagina 26
Lees meer
Gemeente Hengelo Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Begrotingsbeheer Met de controle op de juiste toepassing van het begrotingscriterium toetsen wij of het budgetrecht van de gemeenteraad is gerespecteerd. Voor een juiste oordeelsvorming is het van belang in hoeverre de begrotingsoverschrijding past binnen het door de gemeenteraad geformuleerde beleid en/of wordt gecompenseerd door hogere opbrengsten. Wij beoordelen bij onze controle de overschrijdingen ten opzichte van de begrote lasten per programma. Dit betreffen enkel de lasten omdat hierop een beoordeling en rapportering van de accountant wordt gevraagd vanuit de Kadernota Rechtmatigheid. Het is de verantwoordelijkheid van het college van burgemeester en wethouders om begrotingsafwijkingen tijdig te signaleren en te rapporteren aan de raad. Het is de verantwoordelijkheid van de raad om hier dan tijdig een besluit over te nemen. Het is de verantwoordelijkheid van de accountant om de begrotingsrechtmatigheid van de lasten en investeringen te toetsen. Dit doen wij onder andere door: ► vast te stellen of begrotingsafwijkingen tijdig zijn gesignaleerd en zijn omgezet in een begrotingswijziging ter autorisatie aan de raad; ► vaststellen of kostenoverschrijdingen leiden tot een onrechtmatigheid, welke meegewogen moet worden in het accountantsoordeel of niet. Kostenoverschrijdingen die passen binnen het bestaande beleid hoeven niet te worden meegewogen in het accountantsoordeel. Rechtmatigheid Rechtmatigheid
Pagina 27
Wij hebben bij de controle over 2012 de rechtmatigheid getoetst conform de bepalingen van het Bado en de controleverordening/het controleprotocol 2012 van de gemeente Hengelo. Bij onze controle hebben wij aandacht gegeven aan de volgende onderwerpen: ► het rechtmatigheidsbeheer; ► de naleving van het voorwaardencriterium; ► de begrotingsrechtmatigheid; ► het misbruik-en-oneigenlijk-gebruikcriterium; ► de niet-financiële beheershandelingen.
Lees meer
Gemeente Hengelo Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Verplichtingen inzake Single information en Single audit (SiSa) SiSa
Uw gemeente is op grond van wettelijk voorschrift verplicht de verantwoordingsinformatie voor de met name benoemde specifieke uitkeringen hieromtrent op te nemen in een bijlage bij de jaarrekening op basis van een door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voorgeschreven model. Bij de controle van deze bijlage betrekken wij de door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties hiervoor gegeven aanwijzingen (Circulaire Single information Single audit 2012, waarin onder andere opgenomen de Nota verwachtingen accountantscontrole 2012). De hierbij geconstateerde fouten en onzekerheden dienen op grond van het Bado in het verslag van bevindingen te worden opgenomen indien de navolgende rapporteringstolerantie per specifieke uitkering wordt overschreden: ► € 10.000 indien de omvangbasis kleiner dan of gelijk aan € 100.000 is; ► 10% indien de omvangbasis groter dan € 100.000 en kleiner dan of gelijk aan € 1.000.000 is; ► € 100.000 indien de omvangbasis groter dan € 1.000.000 is. In bijlage 1 van dit verslag rapporteren wij hierover.
Verplichtingen inzake Investeren Met Gemeenten (IMG) IMG
Uw gemeente is op grond van wettelijk voorschrift verplicht de verantwoordingsinformatie voor de met name benoemde specifieke uitkeringen hieromtrent op te nemen in een bijlage bij de jaarrekening op basis van een door de provincie Overijssel voorgeschreven model. Bij de controle van deze bijlage betrekken wij de door het ministerie van BZK hiervoor gegeven aanwijzingen (Circulaire Single Information Single Audit 2011, waarin onder andere opgenomen de Nota verwachtingen accountantscontrole 2011). Dit aangezien de provincie Overijssel voor de controle aansluit bij de werkwijze die bij SISA gebruikelijk is. De hierbij geconstateerde fouten en onzekerheden dienen op grond van het BADO in het verslag van bevindingen te worden opgenomen indien de navolgende rapporteringstolerantie per specifieke uitkering wordt overschreden: ► € 10.000 indien de omvangbasis kleiner dan of gelijk aan € 100.000 is; ► 10% indien de omvangbasis groter dan € 100.000 en kleiner dan of gelijk aan € 1.000.000 is; ► € 100.000 indien de omvangbasis groter dan € 1.000.000 is. In bijlage 2 van dit verslag rapporteren wij hierover.
Pagina 28
Lees meer
Gemeente Hengelo Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Bijlage 1 - SiSa-bijlage Het is volgens de nota verwachtingen accountantscontrole voorgeschreven dat wij de geconstateerde fouten en onzekerheden per regeling rapporteren door middel van onderstaande verplichte tabel. Deze tabel dient door uw gemeente samen met een aantal andere verplicht voorgeschreven verantwoordingsstukken voor 15 juli aanstaande elektronisch bij het CBS te worden aangeleverd. Nummer specifieke uitkering conform SiSa-bijlage 2012
Specifieke uitkering
Fout of onzekerheid
Financiële omvang in euro’s
Toelichting fout/onzekerheid
D9
Onderwijsachterstandenbeleid 2011-2014 (OAB)
Geen
0
N.v.t.
E15
Nota Ruimte project Hengelo Centraal/ Station van Twente / Hart van Zuid
Geen
0
N.v.t.
E26
Spoorse doorsnijdingen, tranche 1
Geen
0
N.v.t.
E30
Quick wins binnenhavens
Geen
0
N.v.t.
F3
Verzameluitkering EL&I
Geen
0
N.v.t.
F6
Besluit subsidies herstructurering Topprojecten bedrijventerreinen (TOPPER-regeling)
Geen
0
N.v.t.
G1C-1
Wet sociale werkvoorziening (Wsw) Gemeentedeel 2012
Geen
0
N.v.t.
G1C-2
Wet sociale werkvoorziening (Wsw)
Geen
0
N.v.t.
G2
Gebundelde uitkering op grond van Artikel 69 WWB
Geen
0
N.v.t.
Pagina 29
Lees meer
Gemeente Hengelo Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Bijlage 1 - SiSa-bijlage (vervolg) Nummer specifieke uitkering conform SiSa-bijlage 2012
Specifieke uitkering
Fout of onzekerheid
Financiële omvang in euro’s
Toelichting fout/onzekerheid
G3
Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004
Geen
0
N.v.t.
G5
Wet participatiebudget (WPB)
Geen
0
N.v.t.
H10_2010
Brede doeluitkering Centra voor Jeugd en Gezin (BDU CJG) Hernieuwde uitvraag 2008-2011
Geen
0
N.v.t.
Pagina 30
Lees meer
Gemeente Hengelo Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Bijlage 2 - IMG-bijlage Het is volgens de nota verwachtingen accountantscontrole voorgeschreven dat wij de geconstateerde fouten en onzekerheden per regeling rapporteren door middel van onderstaande verplichte tabel.
Project
Beschikkingsnummer provincie
Fout of onzekerheid
Financiële omvang in euro’s
Aanzicht Binnenstad Pandwanden
1728742
N.v.t.
0
N.v.t.
Binnenstad Lange Wemen
1362836
N.v.t.
0
N.v.t.
Binnenstad Marktplein
1354562
N.v.t.
0
N.v.t.
Creatieve fabriek
1313422
N.v.t.
0
N.v.t.
Duurzaamheidsmaatregelen Brede School Berflo Es
1321996
N.v.t.
0
N.v.t.
FBK Diamond League
1243654
N.v.t.
0
N.v.t.
Hart van Zuid
1244045
N.v.t.
0
N.v.t.
Herstructurering Twentekanaal
1244047
N.v.t.
0
N.v.t.
Jeugdcluster Gezondhp
1243660
N.v.t.
0
N.v.t.
Pagina 31
Toelichting fout/onzekerheid
Lees meer
Gemeente Hengelo Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Bijlage 2 - IMG-bijlage (vervolg)
Project
Beschikkingsnummer provincie
Fout of onzekerheid
Financiële omvang in euro’s
Toelichting fout/onzekerheid
Twickeler Grensweg
1398152
N.v.t.
0
N.v.t.
Versterken Voorveld Preventief Jeugdbeleid
1243665
N.v.t.
0
N.v.t.
Waterpark Berflo Es
1521128
N.v.t.
0
N.v.t.
Weusthagpark
1313435
N.v.t.
0
N.v.t.
Externe Veiligheid Overijssel deel I
1448888
N.v.t.
0
N.v.t.
Externe Veiligheid Overijssel deel II
1721684
N.v.t.
0
N.v.t.
Inrichten Landschap Gezondheidspark
1568237
N.v.t.
0
N.v.t.
Wijkeconomie en Ondernemersfactory
1568059
N.v.t.
0
N.v.t.
Pagina 32
Lees meer
Gemeente Hengelo Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Bijlage 3 - Actuele ontwikkelingen Inleiding
In deze paragraaf schetsen wij een aantal actuele ontwikkelingen in uw sector, waarmee wij eveneens invulling willen geven aan onze natuurlijke adviesfunctie. Dit doen wij vanuit onze rol als accountant, waarbij wij tevens ontwikkelingen weergeven zoals die worden gesignaleerd door de diverse specialistengroepen binnen Ernst & Young (Advisory, Tax, IT). Wij hebben in het kader van onze controle deze actuele ontwikkelingen niet specifiek beoordeeld of toegepast voor uw organisatie, maar zijn vanzelfsprekend graag bereid met u van gedachten te wisselen over de mogelijke specifieke risico’s en gevolgen voor uw gemeente.
IT-ontwikkelingen Beveiliging van DigiD vraagt aandacht
Pagina 33
Naar aanleiding van beveiligingsincidenten rondom DigiNotar en DigiD is in 2012 het beveiligingsassessment rondom DigiD aangekondigd. Inmiddels is enige tijd verstreken en zijn diverse gemeenten en leveranciers van gemeentelijke websites gestart met het inventariseren van de impact van de norm van Logius. Ernst & Young maakte onderdeel uit van de pilot die door VNG en KING is georganiseerd om de impact van de norm te bepalen en is sindsdien actief betrokken bij diverse gemeenten en gemeentelijke leveranciers. We zien echter dat inspanningen momenteel nog achterblijven wat het risico met zich meebrengt dat gemeenten niet tijdig een assessment hebben laten uitvoeren. Wij adviseren u op korte termijn de IST situatie te bepalen om vast te stellen waar u momenteel staat. Op die manier heeft u nog ruim de tijd eventuele verbeteringen door te voeren, voordat u zich laat toetsen tegen de norm. Ten aanzien van dit finale assessment adviseren wij u op korte termijn afspraken te maken met uw auditor.
Lees meer
Gemeente Hengelo Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug Inhoudsopgave
Bring your own device
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Vele gemeenten denken momenteel na over invoering van Bring your own device. Bring your own device is het concept waarbij medewerkers gebruik maken van (computer)apparatuur die niet het eigendom is van de gemeente. Hierbij valt te denken aan de inzet van eigen smartphones of tablets. Indien de gemeente ervoor kiest bijvoorbeeld e-mail en agenda via deze persoonlijke apparatuur te ontsluiten, heeft dit impact op de beveiliging van de ontsloten informatie. Daarnaast spelen fiscale aspecten een rol indien u uw medewerkers een budget geeft voor de aanschaf van de apparatuur. Indien u met de Bring Your Own Device ontwikkeling bezig bent, wisselen wij graag een keer met u van gedachten om te voorkomen dat u onnodig risico loopt.
Fiscaliteiten Loonheffingen
Op het gebied van de loonheffingen zijn er diverse aandachtpunten voor uw gemeente. Allereerst betreft dit de invoering van de werkkostenregeling (WKR), uiterlijk per 1 januari 2014. Daar hoort meteen een aanvullende opmerking bij. Een op dit moment lopende discussie in politiek Den Haag kan er toe leiden dat de overgangsperiode voor invoering van de WKR wordt verlengd met één of twee jaar. Neemt niet weg dat, wanneer de WKR thans nog niet ingevoerd is, het wenselijk is te inventariseren welke gevolgen er zouden kunnen zijn. Afhankelijk van de uitkomst van de inventarisatie kan vanuit beleidsmatig oogpunt een betere beslissing genomen worden over het invoermoment en de mogelijk noodzakelijke aanpassingen in arbeidsvoorwaarden en/of administratie.
Indien vervroegd afscheid wordt genomen van een of meerdere werknemers, dan is het wenselijk vóór het maken van afspraken daaromtrent, de gevolgen van de mogelijk van toepassing zijnde strafheffing (52% extra loonheffing) in kaart te brengen. Ook non-activiteitsregelingen kunnen kwalificeren voor deze strafheffing. Hiermee worden kostbare verrassingen achteraf voorkomen. In de public sector zien we met regelmaat dat besloten wordt personeel af te stoten respectievelijk samen wordt gevoegd met andere partijen. Dan kan een vergelijk met andere arbeidsvoorwaarden wenselijk zijn om te bezien welke financiële consequenties verbonden zijn met een dergelijke operatie. Ook is een dergelijk vergelijk wenselijk om de betreffende werknemers een tenminste gelijkwaardig arbeidsvoorwaardenpakket te kunnen bieden. In voorkomende gevallen zijn wij graag betrokken bij de uitwerking van dergelijke projecten.
Pagina 34
Lees meer
Gemeente Hengelo Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Vanuit de flexibele arbeidsgedachte wordt met regelmaat personeel ingehuurd. Afhankelijk van de situatie (uitzenden, detacheren en/of ZZP’er) brengt dit eventuele heffingsrisico’s en/of aansprakelijkheidsrisico’s met zich mee. Het is in alle gevallen goed om vooraf de mogelijke heffingsgevolgen in beeld te hebben en maatregelen te treffen om de aansprakelijkheid te beperken/voorkomen. De fiscale aandacht voor (bestel-)auto’s is de afgelopen jaren sterk toegenomen. De bewijslast om heffingsgevolgen van het eventuele privégebruik te voorkomen luistert nauw. Dit impliceert dat bij het gebruik van (bestel-)auto’s het wenselijk is dat er procedures zijn die eventuele heffingsverplichtingen voorkomen. Het kan daarbij overigens ook gaan om auto’s waarvan primair gedacht wordt dat er geen heffingsverplichtingen spelen.
Pagina 35
Lees meer
Gemeente Hengelo Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug Inhoudsopgave
Uitkomsten
Afschaffing btw-compensatiefonds gaat niet door
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Recentelijk heeft het Rijk met de medeoverheden het financieel akkoord gesloten. Onderdeel van het financieel akkoord is dat het Rijk zal afzien van de afschaffing van het btw-compensatiefonds. Met het handhaven van het btw-compensatiefonds wordt tegemoetgekomen aan de wens van gemeenten en provincies die grote bezwaren hadden tegen de afschaffing van het btw-compensatiefonds. Deze bezwaren zijn met name ingegeven doordat de overgang naar een regime zonder compensatie allerlei complicaties met zich brengt. De aangekondigde bezuiniging van jaarlijks € 550 miljoen die gekoppeld was aan de afschaffing van het btw-compensatiefonds zal evenwel gewoon doorgang vinden. Daarnaast worden gemeenten en provincies door de introductie van een gemaximeerd bedrag aan te compenseren btw in hun mogelijkheden tot compensatie beperkt. Wanneer het plafond in enig jaar wordt overschreden, vindt er een aanzuivering plaats ten laste van het gemeente- respectievelijk het Provinciefonds. Wanneer gemeenten en provincies minder compenseren dan het vastgestelde plafond wordt de besparing toegevoegd aan het gemeente- respectievelijke het Provinciefonds. De verdeling van de korting alsmede de toevoeging aan het gemeente- dan wel het Provinciefonds vindt plaats overeenkomstig de omvang waarmee de individuele gemeenten en provincies btw hebben gecompenseerd. Door de beperking van de compensatie en de structurele bezuinigingsdoelstellingen die daarnaast gelden, hebben gemeenten en provincies er in de toekomst belang bij om btw-heffing op hun inkopen te verminderen/voorkomen. Wij zien goede mogelijkheden om ter zake van de bepaalde activiteiten de btw-druk voor uw gemeente aanzienlijk te beperken: ► Samenwerkingsverbanden van compensatiegerechtigde lichamen die momenteel btw aan de deelnemende gemeenten berekenen, kunnen door gebruik te maken van een btw-vrijstelling btw-druk op hun diensten beperken. ► Gemeenten kunnen met nauw gelieerde entiteiten (stichtingen of bv’s) onder omstandigheden een fiscale eenheid vormen, zodat wordt voorkomen dat op de prestaties van deze gelieerde entiteit voor de gemeente of provincie btw in rekening wordt gebracht. ► In de sfeer van de samenwerking met projectontwikkelaars en woningcorporaties bij de ontwikkeling van bestemmingsplannen afspraken over het openbaar gebied anders vorm te geven. ► Ten aanzien van de exploitatie van zaal- en vergaderruimten in multifunctionele accommodaties hebben gemeenten op basis van recente jurisprudentie ruimere mogelijkheden om een belaste exploitatie en daarmee aftrek van btw op kosten en investeringen te effectueren.
Pagina 36
Lees meer
Gemeente Hengelo Uitkomsten controle en overige informatie 2012 Terug Inhoudsopgave
Uitkomsten
Resultaat 2012
Bevindingen
Aandachtspunten
Uitvoering
Bijlagen
Indien één of meerdere van bovenstaande onderwerpen binnen uw gemeente speelt adviseren wij u de mogelijkheden om de btw-druk te verminderen nader te onderzoeken.
Daarnaast verdient het aanbeveling om te inventariseren of de exploitatie van andere onroerende zaken binnen uw gemeente in de btw-heffing zijn betrokken, waardoor aftrek van btw wordt gegenereerd. Hierbij kan onder meer worden gedacht aan de verhuur van sportaccommodaties, de belaste exploitatie van monumentale gebouwen en de optie voor een met btw belaste verhuur wanneer de huurder gerechtigd is tot aftrek van btw. Uitbreiding vennootschapsbelastingplicht overheidsbedrijven
Uw gemeente is niet onderworpen aan de vennootschapsbelasting. In mei 2012 heeft de staatssecretaris van Financiën in zijn “Notitie Belastingplicht Overheidsbedrijven” echter aangekondigd: (i) alle indirecte overheidsbedrijven integraal te willen belasten voor de vennootschapsbelasting; en (ii) overheden te willen verplichten hun concurrerende activiteiten in te brengen in een (belaste) BV of NV. Tevens heeft de staatssecretaris aangekondigd een consultatieronde te zullen houden in het kader van de vormgeving van de regeling. In deze consultatieronden zal met onder meer de overige ministeries, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, het Interprovinciaal Overleg en de Unie van Waterschappen worden overlegd. Deze consultatieronde is in januari 2013 van start is gegaan. Aangenomen wordt dat de beoogde ingangsdatum van de nieuwe regeling 1 januari 2014 is. Voor uw gemeente zou de voorgenomen regeling kunnen betekenen dat zij specifieke activiteiten zou moeten afzonderen in een afzonderlijke (belaste) rechtspersoon. Vanuit een eerste inventarisatie binnen uw organisatie hebben wij vernomen dat de gemeente Hengelo geen concrete risico’s heeft gesignaleerd. Wij adviseren u echter op korte termijn in kaart te brengen wat de mogelijke gevolgen van het voornemen van de staatssecretaris kan zijn.
Pagina 37
Lees meer
Ernst & Young Accountants LLP Zwartewaterallee 56 8031 DX Zwolle Postbus 634 8000 AP Zwolle Tel.: +31 (0) 88 - 407 1000 Fax: +31 (0) 88 - 407 9405 www.ey.nl
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: het College van Burgemeester en Wethouders van gemeente Hengelo Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening 2012 van gemeente Hengelo gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2012 en de programmarekening over 2012 met de toelichtingen, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen, alsmede de SiSa-bijlage. Verantwoordelijkheid van het college van Burgemeester en Wethouders Het College van Burgemeester en Wethouders van gemeente Hengelo is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met het in Nederland geldende Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Deze verantwoordelijkheid houdt onder meer in dat de jaarrekening zowel de baten en lasten als de activa en passiva getrouw dient weer te geven en dat de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen. Rechtmatige totstandkoming betekent in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen. Het college van Burgemeester en Wethouders is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden, het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, het Besluit accountantscontrole provincies en gemeenten en het controleprotocol dat 11 december 2012 vastgesteld is door de gemeenteraad van gemeente Hengelo. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, alsmede voor de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet ten doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van gemeente Hengelo. Ernst & Young Accountants LLP is een limited liability partnership opgericht naar het recht van Engeland en Wales en geregistreerd bij Companies House onder registratienummer OC335594. In relatie tot Ernst & Young Accountants LLP wordt de term partner gebruikt voor een (vertegenwoordiger van een) vennoot van Ernst & Young Accountants LLP. Ernst & Young Accountants LLP is statutair gevestigd te Lambeth Palace Road 1, London SE1 7EU, Verenigd Koninkrijk, heeft haar hoofdvestiging aan Boompjes 258, 3011 XZ Rotterdam, Nederland en is geregistreerd bij de Kamer van Koophandel Rotterdam onder nummer 24432944. Op onze werkzaamheden zijn algemene voorwaarden van toepassing, waarin een beperking van de aansprakelijkheid is opgenomen.
Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en van de redelijkheid van de door het College van Burgemeester en Wethouders van gemeente Hengelo gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. De bij onze controle toegepaste goedkeuringstolerantie bedraagt voor fouten 1% en voor onzekerheden 3% van de totale lasten en toevoegingen aan reserves. Op basis van Artikel 2 lid 7 BADO is deze goedkeuringstolerantie door de gemeenteraad bij raadsbesluit van 11 december 2012 vastgesteld. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening van gemeente Hengelo een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van zowel de baten en lasten over 2012 als van de activa en passiva per 31 december 2012 in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties over 2012 in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen. Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge Artikel 213 lid 3 onder de Gemeentewet vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening.
Zwolle, 9 mei 2013
Ernst & Young Accountants LLP
w.g. drs. J.M.A. Drost RA
SAMENVATTING RAADSVOORSTEL ZAAKNUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
1001278
Lage Venterink, Peter
PSZ-JZB
PORT. HOUDER
ONDERWERP
AGENDANUMMER
Bedrijfsplan Samenwerken maakt sterker (Samenwerken Sociale Zaken)
SAMENVATTING
De raad wordt voorgesteld om het college toestemming te verlenen om per 3 juli 2013 toe te treden tot de gemeenschappelijke regeling Samenwerken sociale zaken Borne en Hengelo. De afgelopen periode is gewerkt aan verdergaande samenwerking op het gebied van sociale zaken met de gemeente Borne. Het nu voorliggende voorstel en het bijgevoegde bedrijfsplan zijn het resultaat daarvan. Met deze samenwerking worden voordelen behaald voor beide gemeente op het gebied van beperken van kwetsbaarheid, bevorderen van continuïteit en efficiency. De personele gevolgen zijn beperk en worden geregeld in een sociaal plan. Het overgrote deel van de betrokken medewerkers kan worden herplaatst op basis van “mens volgt werk”. De gemeente Hengelo bespaart op termijn ca. 375.000 euro.
RAADSVOORSTEL ZAAKNUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
1001278
Lage Venterink, Peter
PSZ-JZB
PORT. HOUDER
ONDERWERP
Bedrijfsplan Samenwerken maakt sterker (Samenwerken Sociale Zaken)
PROGRAMMA/FACET-AGENDA
01 - Werk verbindt
AANLEIDING, DOEL EN WAT GING ER AAN VOORAF
De gemeenten Hengelo en Borne willen samenwerken op het gebied van sociale zaken door middel van een lichte gemeenschappelijke regeling in de vorm van een centrumgemeente constructie met Hengelo als centrumgemeente. Hiertoe is het nodige overleg geweest en een bedrijfsplan opgesteld. De gemeenteraad is hierover een aantal keren bijgepraat. Op grond van de gemeentewet moet de gemeenteraad het college van burgemeester en wethouders toestemming geven toe te treden tot een dergelijke GR.
INHOUD VAN HET VOORSTEL
Op het voorgenomen besluit van 4 december 2012 heeft de OR van de gemeente Borne een negatief advies uitgebracht met name betrekking hebbende op de standplaatswijziging van medewerkers van de gemeente Borne. De OR concludeerde, dat een fysieke wijziging in de standplaats, die ook werd voorgesteld, onlosmakelijk verbonden is met de transitie. Volgens de OR dient eerst het bedrijfsplan te zijn vastgesteld. Daarna kan de OR, op basis van het bedrijfsplan, over de standplaatswijziging en de feitelijke beoogde transitie weloverwogen adviseren. De OR van de gemeente Hengelo heeft aangegeven alvorens definitief te adviseren ook eerst het bedrijfsplan te willen zien en beoordelen. Dit bedrijfsplan was de volgende stap in dit proces en is inmiddels afgerond. Inmiddels hebben beide colleges het bedrijfsplan Samenwerken maakt Sterker vastgesteld. Vervolgens is het ter advisering aangeboden aan de Ondernemingsraden en, deels, de commissie voor het Georganiseerd overleg. De gemeenteraad dient op grond van de gemeentewet en mede op basis van het ondernemingsplan toestemming te verlenen voor het toetreden tot de gemeenschappelijke regeling. Het voorstel is er op gericht dat de gemeenschappelijke regeling ‘Samenwerking sociale zaken Borne Hengelo’ per 3 juli 2013 in werking kan treden. Vanaf die datum zijn de Bornse medewerkers dan formeel werkzaam bij de uitvoeringsorganisatie en in dienst van de gemeente Hengelo. Hiertoe zijn de volgende stukken opgesteld: bedrijfsplan ‘Samenwerken maakt Sterker’, inclusief bijlagen, waaronder: het sociaal plan en het functieboek; de gemeenschappelijke regeling ‘Samenwerking sociale zaken Borne en Hengelo’; de dienstverleningsovereenkomst ‘Samenwerking sociale zaken Borne-Hengelo’; het mandaatbesluit Samenwerking sociale zaken Borne-Hengelo 2013’. Door met twee gemeenten te gaan samenwerken op het gebied van sociale zaken kunnen de vooraf gestelde doelen worden behaald n.l. Verbeterde kwaliteit van dienstverlening Beperken van kwetsbaarheid, versterken van continuïteit Efficiencywinst door schaalvergroting Kansen voor medewerkers worden aanzienlijk vergroot De afgelopen twee jaren is deze samenwerking, naar aanleiding van een vraag van de gemeente Borne, voorbereid. In de tussenliggende periode hebben ook de gemeenten Hof van Twente en Oldenzaal
belangstelling getoond om aan te haken. Dit heeft extra tijd gekost. Helaas hebben ze om hun moverende redenen afgezien van deelname. Toch is er winst: de onderlinge verhoudingen tussen de betrokken medewerkers van de gemeenten zijn sterk verbeterd en zij zoeken ook in toenemende mate samenwerking. Voor de verdere inhoud van de samenwerking, de dienstverlening en de personele consequenties wordt verwezen naar het bedrijfsplan. Vervolg Indien uw raad instemt met toetreding tot de gemeenschappelijke regeling vindt effectuering per direct plaats. Alle betrokkenen (o.a. cliëntenraden) zijn op de hoogte van het voornemen tot samenwerking. Direct na dit besluit worden ze schriftelijk geïnformeerd. BESPREEK- EN BESLISPUNTEN
De belangrijkste vragen zijn: Worden voldoende voordelen van de beoogde samenwerking onderkend? Past de voorgestane samenwerking binnen de samenwerkingsstrategie van de gemeente Hengelo?
FINANCIËLE ASPECTEN
Een van de doelstellingen van de samenwerking is het realiseren van een besparing op de uitvoering van het taakveld sociale zaken. Op basis van de benodigde formatie is inzichtelijk gemaakt hoe de begroting van de uitvoeringsorganisatie sociale zaken eruit ziet. In onderstaand overzicht is de begroting weergegeven. Begroting nieuwe organisatie Organisatiekosten * Personeelskosten 87 fte x € 59.800 * Genormeerde overheadkosten - Huisvestingskosten 87 fte x € 6.990 - Overige overhead 87 x € 29.715 * Directe organisatiekosten * Aanpassing huisvesting moet gedekt worden uit tarief huisvesting
5.202.600 608.100 2.585.200 p.m.
Totale structurele organisatiekosten
8.395.900
In het beslisdocument is reeds een inschatting gemaakt van de financiële voor- en nadelen van de samenwerking. Deze berekening is geactualiseerd aan de hand van de nieuwe formatie. Daarnaast is een aantal correcties toegepast, die met name te maken hebben met besparingen op de formatie die in Borne of Hengelo al aan andere bezuinigingsoperaties zijn toegerekend. Dit levert het onderstaande beeld op: Netto terugverdientijden
Borne
Hengelo
Totaal
Organisatiekosten Huidige exploitatiekosten Vereveningscompensatie trekkingsrechten Jaarlijks mogelijke besparing
919.425 983.835 65.000 129.410
7.476.475 7.913.650 -65.000 372.175
8.395.900 8.897.485 0 501.585
Incidentele frictiekosten Vereveningscompensatie 3 jaar Desintegratiekosten
57.439 -51.000 268.508 274.947
467.076 51.000 270.630 788.706
524.515 0 539.138 1.063.653
2,12
2,12
2,12
Netto-terugverdientijd
De desintegratiekosten zijn berekend en beide gemeenten zijn zelf verantwoordelijk voor de afbouw hiervan. Dit wordt planmatig en in gezamenlijkheid opgepakt. In de berekening wordt er van uitgegaan dat de desintegratiekosten in 4 jaar kunnen worden afgebouwd, met 25% per jaar (1e jaar 100%, 2e jaar 75%, 3e jaar 50% en 4e jaar 25%). Op basis van de voorgaande stappen en een vergelijking met de huidige exploitatiekosten is er een totale structurele besparing van € 501.585,= te realiseren door de samenwerking, waarvan € 129.410,= voor Borne en € 372.175,= voor Hengelo. De terugverdientijd is daarbij gesteld op 2,12 jaar. Om voor beide gemeenten te komen tot dezelfde terugverdientijd, wordt door Borne een eenmalige vereveningsbijdrage van € 51.000,= betaald aan Hengelo. Deze bijdrage wordt verdeeld over 3 jaar.
HEEFT DE RAAD NOG MEER INFORMATIE NODIG OM TOT EEN AFGEWOGEN BESLUIT TE KUNNEN KOMEN?
N.v.t.
BIJLAGE(N)
1.
Bedrijfsplan
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN HENGELO,
De secretaris
De burgemeester
RAADSBESLUIT ZAAKNUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
1001278
Ruiter, Roel de
PSZ-JZB
Mariska ten Heuw
ONDERWERP
Bedrijfsplan Samenwerken maakt sterker (Samenwerken Sociale Zaken)
DE RAAD VAN DE GEMEENTE HENGELO BESLUIT:
Het college van burgemeester en wethouders toestemming te geven om per 3 juli 2013 toe te treden tot de gemeenschappelijke regeling Samenwerken sociale zaken Borne en Hengelo.
DE GEMEENTERAAD VAN HENGELO,
De griffier
DATUM
De voorzitter
Bedrijfsplan Samen werken maakt Sterker Gemeenten Borne en Hengelo
Bedrijfsplan Borne – Hengelo 2013
1
Inhoudsopgave: 1. Inleiding-------------------------------------------------------------------------------------------------3 1.1 Aanleiding -------------------------------------------------------------------------------------------3 1.2 Leeswijzer en opbouw ------------------------------------------------------------------------------3 2. Missie en visie: -----------------------------------------------------------------------------------------4 2.1 Inleiding ---------------------------------------------------------------------------------------------4 2.2 Missie en visie---------------------------------------------------------------------------------------4 3. Visie op dienstverlening en werkprocessen -----------------------------------------------------------5 3.1 Inleiding ---------------------------------------------------------------------------------------------5 3.2 Dienstverlening vanuit het werkplein Twente, locatie “de Gieterij” ------------------------------5 3.3 Dienstverlening vanuit het gemeentehuis ---------------------------------------------------------5 3.4 Dienstverlening vanuit de back office -------------------------------------------------------------6 3.5 Harmonisatie werkprocessen-----------------------------------------------------------------------6 4. Personeel en Organisatie-------------------------------------------------------------------------------8 4.1 Inleiding ---------------------------------------------------------------------------------------------8 4.2 Benodigde formatie ---------------------------------------------------------------------------------8 4.3 Organisatiestructuur --------------------------------------------------------------------------------8 4.4 Rechtspositionele gevolgen ------------------------------------------------------------------------8 5. Financiën------------------------------------------------------------------------------------------------9 5.1 Inleiding ---------------------------------------------------------------------------------------------9 5.2 Begroting exploitatie--------------------------------------------------------------------------------9 5.3 Herberekening financiële effecten van de samenwerking ----------------------------------------9 5.4 Invulling trekkingsrechten en afbouw desintegratiekosten------------------------------------- 10 5.5 Planning en Control ------------------------------------------------------------------------------- 10 6. Bestuurlijk juridische vormgeving ------------------------------------------------------------------- 11 6.1 Inleiding ------------------------------------------------------------------------------------------- 11 6.2 Gemeenschappelijke Regeling ------------------------------------------------------------------- 11 6.3 Mandaatbesluit ------------------------------------------------------------------------------------ 11 6.4 Dienstverleningsovereenkomst ------------------------------------------------------------------ 11 7. Communicatie ---------------------------------------------------------------------------------------- 12 7.1 Inleiding ------------------------------------------------------------------------------------------- 12 7.2 Interne communicatie ---------------------------------------------------------------------------- 12 7.3 Externe communicatie ---------------------------------------------------------------------------- 12 8. Invoeringsplan---------------------------------------------------------------------------------------- 13 8.1 Informatie en automatisering en andere praktische zaken------------------------------------- 13 9. Bijlagen ----------------------------------------------------------------------------------------------- 15 Bijlage 1: Vormgeving klantmanagement en hoofd werkproces ----------------------------------- 15 Bijlage 2: Functieboek en functieomschrijvingen---------------------------------------------------- 21 Bijlage 3: Sociaal plan -------------------------------------------------------------------------------- 56 Bijlage 4: Financiële onderbouwing (variant 2.0) --------------------------------------------------- 69 Bijlage 5: Systematiek verrekening uitvoeringskosten --------------------------------------------- 72 Bijlage 6: Juridische vormgeving--------------------------------------------------------------------- 74 Bijlage 7: Mandaatbesluit----------------------------------------------------------------------------- 78 Bijlage 8: Dienstverleningsovereenkomst ----------------------------------------------------------- 80 Bijlage 9: Criteria van de gemeenten Borne en Hengelo ------------------------------------------- 87
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
2
1. Inleiding 1.1 Aanleiding Op 4 december 2012 hebben de colleges van de gemeenten Borne en Hengelo het besluit genomen om te gaan samenwerken op het domein van sociale zaken. In dit besluit is de opdracht gegeven om een bedrijfsplan op te stellen op die voorwaarde dat de uitvoeringsorganisatie op 1 juli 2013 operationeel moet zijn. Voor u ligt het bedrijfsplan Samenwerken maakt Sterker. In dit plan is uitgewerkt hoe de samenwerking op het gebied van sociale zaken verder gestalte moet krijgen. In juli 2012 hebben de colleges uitgangspunten (criteria) geformuleerd en bekrachtigd, waaraan de samenwerking in ieder geval dient te voldoen, de zogenaamde toetsingscriteria. Dit bedrijfsplan is getoetst aan deze criteria. In bijlage 9 vindt u de toetsingscriteria. Om optimaal van de voordelen van samenwerking te kunnen profiteren worden alle taken op het gebied van sociale zaken ondergebracht in de samenwerking. Dat betekent zowel de uitvoerende - als de beleidsvoorbereidende taken. Voor een nadere specificatie van de taken wordt verwezen naar bijlage 8 “Dienstverleningsovereenkomst”. Hierbij moet wel worden opgemerkt dat elke deelnemende gemeente ruimte blijft houden voor eigen beleidsvrijheid en beleidsbepaling. Met name moet worden gedacht aan beleid op het gebied van bijzondere bijstand en minimabeleid. Door gezamenlijk de beleidsvoorbereiding op te pakken ontstaat er kwaliteitsverbetering. De schaalvergroting geeft de mogelijkheid tot specialisatie. Het voordeel hiervan is dat er eenduidigheid ontstaat naar onze klanten (werkzoekenden en werkgevers) en andere partners. Bij de beleidsvoorbereiding moet rekening worden gehouden met de andere aan sociale zaken aanpalende beleidsvelden en de verbinding hier tussen. Hierbij moeten we denken aan de WMO en de gevolgen met betrekking tot de transities van de AWBZ en Jeugdzorg. Om dit in goede banen te leiden is het noodzakelijk dat beide gemeenten zorgen voor een verbindende schakel tussen de uitvoeringsorganisatie en de aan sociale zaken aanpalende beleidsvelden.
1.2 Leeswijzer en opbouw Dit bedrijfsplan is als volgt opgebouwd: Hoofdstuk 1: Hoofdstuk 2: Hoofdstuk 3: Hoofdstuk 4: Hoofdstuk 5: Hoofdstuk 6: Hoofdstuk 7: Hoofdstuk 8: Hoofdstuk 9:
Inleiding Missie en visie Visie op dienstverlening en werkproces Personeel en organisatie Financiën Bestuurlijk juridische vormgeving Communicatie Invoeringsplan Bijlagen Bijlage 1: Vormgeving klantmanagement en werkproces Bijlage 2: Functieboek en functieomschrijvingen Bijlage 3 Sociaal plan Bijlage 4: Financiële onderbouwing Bijlage 5: Systematiek verrekening uitvoeringskosten Bijlage 6: Gemeenschappelijke Regeling Bijlage 7: Mandaatregeling Bijlage 8: Dienstverleningsovereenkomst Bijlage 9: Toetsingscriteria gemeente Borne en Hengelo
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
3
2. Missie en visie: 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk worden achtereenvolgens de missie en visie beschreven. Daarna wordt ingegaan op de visie op dienstverlening. Hierbij kan worden opgemerkt dat dienstverlening vormgegeven wordt vanuit een gezamenlijke front office voor werkzoekenden en werkgevers, een lokaal loket sociale zaken en de gezamenlijke back office. In de daaropvolgende paragraaf wordt de harmonisatie van beleid en het werkproces en de kwaliteit beschreven.
2.2 Missie en visie De projectorganisatie heeft een visie en een missie beschreven. Wij definiëren een visie en missie om: 1. Richting te geven: alle neuzen dezelfde kant op 2. Te inspireren 3. Ons te onderscheiden van anderen Onze visie: Werken aan werk waar het kan, zorg waar het moet, maar altijd gericht op participatie. Onze missie: Wij kennen onze werkgevers en onderwijsinstellingen en zij kennen ons. Wij staan voor de eigen verantwoordelijkheid van de klant en ondersteunen dat waar nodig is. Wij doen dit met een zakelijke instelling, gedreven en met passie en gaan uit van de kracht van werkzoekende en werkgever. Zowel de missie en de visie zijn zo kort en krachtig mogelijk geformuleerd. De verschillende elementen die zijn opgenomen krijgen hierna een nadere toelichting. Met “werken aan werk waar het kan” bedoelen we dat werk boven inkomen gaat. Het is belangrijk dat de klantwerkzoekende zich tot het uiterste inspant om in zijn eigen levensonderhoud te voorzien. Als dat (nog) niet volledig lukt, wordt ingezet op het werken naar vermogen. Tijdens deze zoektocht naar werk en het vergroten van de kansen op de arbeidsmarkt, kan ondersteuning worden geboden als dat nodig is. Ook zullen wij er op toezien dat klanten zich aan de gemaakte afspraken houden. Met de term “zorg waar het moet” bedoelen we dat, wanneer de klantwerkzoekende nog niet toe is aan regulier werk, er ondersteuning wordt geboden om mee te kunnen doen in de maatschappij. Met de term “altijd gericht op participatie” bedoelen we dat we het belangrijk vinden dat klanten, naar vermogen, meedoen in de maatschappij. Participatie is belangrijk om sociale uitsluiting zoveel mogelijk tegen te gaan. In de missie spreken we de ambitie uit dat we als lokale overheid de verbinding willen leggen met en tussen de werkgevers en de onderwijsinstellingen in onze regio. De gemeentelijke afdeling economische zaken wordt bij dit proces betrokken. We werken samen en stemmen af met de Regio Twente, ROC, SWB Midden Twente en het UWV als het gaat om de coördinatie van contacten tussen werkgevers en andere partners. Tevens maken wij afspraken over eenduidig beleid en regelgeving. Wij willen een volwaardige gesprekspartner voor werkgevers zijn. Wij kunnen meedenken in oplossingen voor zowel de werkzoekende als de werkgever en doen hierbij een beroep op de maatschappelijke verantwoordelijkheid van de werkgevers. Ook de werkzoekende wordt aangesproken op de eigen verantwoordelijkheid. Wij zien het als een gezamenlijke opdracht voor ondernemers en overheid om bij te dragen aan de ontwikkeling van de werkzoekende met het oog op een zo goed mogelijke plek op de arbeidsmarkt. Onderwijsinstellingen en branchegerichte opleidingen spelen, als partner, hierbij een belangrijke rol.
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
4
Wij werken samen vanuit een zakelijke insteek en daaronder verstaan we dat we elkaar houden aan afspraken. We handelen rechtvaardig, integer, respectvol en eerlijk. Onze medewerkers werken met gevoel voor politieke verhoudingen.
3. Visie op dienstverlening en werkprocessen 3.1 Inleiding De taken en processen die gerelateerd zijn aan sociale zaken worden allemaal overgedragen om in samenwerking uit te voeren in een gezamenlijke front office voor werkzoekenden en werkgevers (Werkplein Twente, gevestigd in het ROC “de Gieterij”) en een centrale back office aan de Hazenweg in Hengelo. Het is belangrijk dat de dienstverlening goed wordt afgestemd met andere gemeentelijke afdelingen die zich bezig houden met publieke dienstverlening aan onze burgers. Bij voorkeur kan de eerste informatieverstrekking en advisering vanuit de gemeenten plaatsvinden. De “uitvoeringsorganisatie “ zorgt voor een digitaal informatieboek over producten van sociale zaken dat goed wordt bijgehouden. Het proces van beleidsvoorbereiding wordt geknipt. De strategische beleidskeuzen, waarin ook de verbinding met de aan sociale zaken aanpalende beleidsvelden wordt gelegd, blijft achter bij de gemeenten. Het uitvoerende beleid wordt in samenwerking uitgevoerd. In dit hoofdstuk is een samenvatting van de visie op dienstverlening, het arbeidsmarktbeleid en de werkgeversbenadering opgenomen.
3.2 Dienstverlening vanuit het werkplein Twente, locatie “de Gieterij” Met ingang van 17 december 2012 heeft het UWV het werkplein “Midden Twente” aan de Deldensestraat in Hengelo gesloten. Om de dienstverlening aan de klant werkzoekende te handhaven c.q. te optimaliseren en de werkgeversbenadering een “boost” te geven hebben de gemeenten Borne, Hengelo en Hof van Twente besloten om een eigen werkplein op te zetten. In de locatie van het ROC de Gieterij in Hengelo, is vanaf 17 december het nieuwe werkplein onder de naam “Werkplein Twente locatie de Gieterij” gehuisvest. Op deze locatie wordt samengewerkt met accountmanagers van gemeenten en werkcoaches van de gemeenten, ROC, SWB,en UWV. Glashelder is dat de regie op het Werkplein en daarmee ook op de werkgeversbenadering volledig bij de samenwerkende gemeenten ligt. Werkzoekenden met een korte afstand tot de arbeidsmarkt worden hier begeleid om zo snel mogelijk weer te gaan deelnemen aan de reguliere arbeidsmarkt. Daar waar dit (nog) niet mogelijk is wordt gezocht naar werkervaring- of stage plaatsen, al dan niet betaald. Het team dat zich bezig houdt met de werkgeversbenadering is verantwoordelijk voor acquisitie van banen, werkervaring- en stageplekken. Er moet een werkwijze ontstaan die een eind maakt aan de versnippering binnen de werkgeversbenadering. Uitgangspunt hierbij is het principe dat lokaal gebeurt wat lokaal kan en regionaal wat regionaal moet. Tevens moeten er afspraken worden gemaakt over hoe de vacatures, projecten etc. worden vastgelegd. Er worden workshops en trainingen voor werkzoekenden en ontmoetingen tussen werkzoekenden en werkgevers georganiseerd. Hier wordt de verbinding tussen overheid, ondernemers en onderwijs verder geprofessionaliseerd.
3.3 Dienstverlening vanuit het gemeentehuis De gemeenten Borne en Hengelo geven er de voorkeur aan om bepaalde dienstverlening te kunnen aanbieden vanuit de gemeentehuizen in een zogenoemd lokaal loket. Klanten kunnen met vragen op het gebied van sociale zaken terecht bij de balie c.q. KCC van het gemeentehuis. De medewerker kan eenvoudige vragen beantwoorden en indien nodig ondersteunen bij de digitale aanvraag. Ook kunnen de aanvragen voor bijzondere bijstand en minimabeleid worden ingeleverd aan de balie c.q. KCC. De doelgroep die hiervan gebruik maakt is breder dan die van de WWB. Bij voorkeur worden de vragen van klanten zoveel mogelijk digitaal of telefonisch afgehandeld. Voor de meer specifieke vragen op het gebied van sociale zaken wordt er in het gemeentehuis van Borne twee keer per week spreekuur gehouden (zowel inloop als op afspraak). Dit spreekuur wordt bemenst vanuit de centrale uitvoeringsorganisatie. Deze zorgt ervoor dat er voldoende kennis aanwezig is van de lokale situatie.
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
5
3.4 Dienstverlening vanuit de back office De back office wordt ondergebracht in het stadskantoor van de gemeente Hengelo aan de Hazenweg. Alle medewerkers van de gemeente Borne werken vanaf 1 juli 2013 of indien mogelijk eerder vanuit deze locatie. Aangezien de gemeente Hengelo als centrumgemeente fungeert ligt deze keuze het meest voor de hand. Bovendien sluit dit goed aan bij de visie van de gemeente Borne, die in de toekomst als regie gemeente haar uitvoerende taken zoveel mogelijk op afstand en in samenwerking wil laten uitvoeren. In de back office worden alle taken op het gebied van sociale zaken uitgevoerd. Hierbij moet gedacht worden aan het afhandelen van de uitkeringsaanvraag, afhandeling van bijzondere bijstand en minimaregelingen, taken op het gebied van handhaving en terugvordering. Daarbij is het klantmanagement verantwoordelijk voor de inzet van re-integratie instrumenten en voert hier de regie op. Tevens gebeurt de beleidsvoorbereiding vanuit de back office.
3.5 Harmonisatie werkprocessen Om optimaal te profiteren van de voordelen van samenwerking in de uitvoering is het van belang om te werken met geharmoniseerde werkprocessen. Dat betekent concreet dat voor beide gemeenten dezelfde werkwijze wordt nagestreefd. De klantmanager is degene die uitvoering geeft aan dit proces. Het grootste werkproces is daarom uitgewerkt en beschreven. Dit betreft de aanvraag WWB. Deze wet wordt naar verwachting per 1 januari 2015 vervangen door de Participatiewet. Het onlangs overeengekomen Sociaal akkoord leidt mogelijk tot wetgeving onder een andere naam. In de rest van dit bedrijfsplan spreken we van de WWB, waarmee we tevens de eventuele opvolger daarvan bedoelen. In bijlage 1 vindt u de volledig uitgewerkte versie van de functie van klantmanager en het werkproces. Hieronder is beknopt het (hoofd)werkproces beschreven. Hierover is ambtelijk overeenstemming bereikt. Het werkproces heeft betrekking op de aanvraag van een uitkering Wwb) en de re-integratie. Het eerste deel betreft de aanvraag van de uitkering WWB, het tweede deel betreft de re-integratie. De aanvraag van een Ioaw (Wet inkomensvoorziening oudere en arbeidsongeschikte werkloze werknemers) en Ioaz (Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen) uitkering wijkt op onderdelen af maar volgt op hoofdlijnen hetzelfde proces. Aanvraag WWB uitkering Het uitgangspunt is dat de klant de uitkeringsaanvraag digitaal indient. Indien deze niet of onvoldoende digitaal vaardig is, ondersteunen wij hem daarbij. Van alle klanten die een WWB uitkering aanvragen, verwachten we dat ze de voorlichting “rechten en plichten WWB” bijwonen. De voorlichting wordt opgesplitst in een voorlichting voor klanten die jonger zijn dan 27 jaar en klanten die ouder zijn dan 27 jaar. Daarnaast wordt er voorlichting gegeven aan UWV klanten waarvan binnen 1 tot 3 maand het recht op een WW uitkering eindigt. Zij worden in deze bijeenkomst alvast op de hoogte gebracht van de rechten en plichten van de WWB. In de volgende fase wordt bepaald of de klant direct bemiddelbaar is naar regulier werk, werk met ondersteuning of zorg nodig heeft. Dit gebeurt door middel van gesprek waarvoor de klant wordt uitgenodigd. Hierbij wordt een groot beroep op de eigen verantwoordelijkheid van de klant gedaan. In deze fase wordt ook uitvoering gegeven aan poortwachterfunctie. Voor de klant die direct bemiddelbaar is, zal gekeken worden of hij in staat is om op eigen kracht een baan te vinden. Indien dat niet het geval is, onderzoeken we of hij ge-matched kan worden op een vacature. Daarna wordt een plan van aanpak opgesteld en gelijktijdig wordt door middel van een “quick scan” beoordeeld of er mogelijk recht bestaat op een uitkering. Voor de jongeren (<27 jaar) geldt de uitzondering dat zij een zoektermijn hebben van vier weken. Tevens krijgen ze een aantal (sollicitatie) verplichtingen opgelegd. Jongeren die zich na de zoektijd melden worden, door de klantmanager, streng gecontroleerd op het naleven van de verplichtingen die ze opgelegd hebben gekregen. Als dat het geval is, wordt de quick scan afgehandeld en het verzoek om uitkering ingenomen. Heeft de jongere zich niet aan de opgelegde verplichtingen gehouden, dan wordt de zoektijd verlengd.
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
6
De gegevens uit de quick scan worden door medewerkers van bijzonder onderzoek (BO) onderzocht. Indien het onderzoek daartoe aanleiding geeft, wordt er een aanbeveling gedaan om nader/dieper onderzoek te verrichten. Dit vooronderzoek levert mogelijke aandachtspunten voor de claimbeoordeling op. Na de quick scan en een eerste onderzoek door BO (Bijzonder Onderzoek) wordt de aanvraag toebedeeld aan een klantmanager voor de claimbeoordeling. De klantmanager nodigt de klant uit voor een gesprek en geeft aan welke stukken hij daarvoor nodig heeft. Indien het vooronderzoek van BO daartoe aanleiding geeft dan zal de klantmanager dit bespreken met de aanvrager. Eventueel volgt een huisbezoek. Tevens kan een eerste controle plaatsvinden op opgelegde (sollicitatie) verplichtingen. De besluiten op WWB -aanvragen die door de klantmanagers worden genomen, de vertaling in een beschikking en de verwerking in GWS4All worden collegiaal gecontroleerd (feitelijke controle) Daarna vindt er een steekproefsgewijze toetsing achteraf plaats (inhoudelijke en feitelijke controle). Voor minder ervaren klantmanagers kan 1-op-1 toetsing plaatsvinden. Gespecialiseerde administratieve medewerkers verzorgen ondersteunende administratieve werkzaamheden ten behoeve van de verstrekking van de uitkeringen. Re-integratie: Om de klant zo snel mogelijk naar werk te bemiddelen wordt, na de voorlichting, een beoordeling gemaakt van de afstand tot de arbeidsmarkt. Om dit te bepalen wordt de methodiek van de “Participatieladder” gebruikt. Zes treden geven het participatieniveau weer. Van trede 1, geïsoleerd, tot en met trede 6, betaald werk. Om de afstand tot de arbeidsmarkt inzichtelijk te maken, hanteren we een verdeling in drie groepen; 1. Direct bemiddelbaar (trede 5 en 6) 2. Werken met ondersteuning (trede 3 en 4) 3. Zorg en ondersteuning (trede 1 en 2) Direct bemiddelbaar: De klantmanager maakt met de klant, die tot de doelgroep “direct bemiddelbaar” behoort, afspraken over het aantal te verrichten sollicitaties en de verantwoording daarvan. Er is contact met de accountmanager en de werkcoaches op het werkplein over beschikbare vacatures. Deze klant wordt in Sonar geregistreerd waardoor matching in WBS kan plaatsvinden. Sonar en WBS zijn de ICT systemen die door het UWV en de gemeenten gebruikt worden om respectievelijk de klant en de baan te registreren. De klantmanager bewaakt dit proces intensief. Wanneer de klant niet voldoet aan de opgelegde verplichtingen, wordt handhavend opgetreden. Daarnaast kunnen voor deze doelgroep verschillende instrumenten, zoals een workshop solliciteren, worden ingezet. Werken met ondersteuning: Deze doelgroep heeft een grotere afstand tot de arbeidsmarkt. Ze kan niet direct bemiddeld worden maar heeft een (kortlopend) ontwikkelingstraject nodig. Per individuele klant bepaalt de klantmanager wat de meest effectieve ondersteuning is. De ontwikkeling van de klant wordt gevolgd middels periodieke heronderzoeken en de klantmanager onderneemt actie als de ontwikkelingen van de klant tegen vallen. Als meetinstrument wordt hierbij de participatieladder gebruikt. Zorg en ondersteuning : Voor klanten waarbij bemiddeling naar werk met ondersteuning (nog) geen optie is, zetten we in op meedoen in de maatschappij. De klantmanager moet inzicht hebben in de mogelijkheden op het gebied van maatschappelijke participatie en de partners die hier actief in zijn. Hierbij kan gedacht worden aan vrijwilligerswerk, sport- , recreatieve- of welzijnsactiviteiten. Doorverwijzing naar het WMO loket of dagbesteding behoort eveneens tot de mogelijkheden. Door middel van periodieke heronderzoeken bewaakt de klantmanager of klanten stappen hebben gemaakt. Een zorgtraject kan in sommige gevallen hieraan vooraf gaan.
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
7
4. Personeel en Organisatie 4.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt nader toegelicht wat de benodigde formatie is om uitvoering te geven aan de taken die in samenwerking worden uitgevoerd en in welke organisatiestructuur dat gebeurd. Daarin wordt een korte samenvatting gegeven over de rechtspositionele gevolgen, voor de medewerkers, die deze samenwerking heeft. In bijlage 2 is het functieboek inclusief de functieomschrijvingen opgenomen en in bijlage 3 vindt u het sociaal plan.
4.2 Benodigde formatie Er is in beeld gebracht met welke formatie de taken door de samenwerkingsorganisatie kunnen worden uitgevoerd. Ter voorbereiding hierop is gezamenlijk vastgesteld op welke wijze het klantmanagement bij de start van de samenwerking wordt vormgegeven. Zie hiervoor bijlage 1. Dit leidt er toe dat functieomschrijving van klantmanager identiek is aan de functieomschrijving zoals die binnen Hengelo nu al wordt gehanteerd. Hierbij moet wel worden opgemerkt dat de functie en de rol van klantmanager moet doorontwikkelen in de context van de veranderingen waaraan het sociaal domein de komende tijd onderhevig is. Dit is in de verschillende overleggen en evaluaties telkens een vast agendapunt. Daarbij komt meer en meer de nadruk te liggen op aandacht voor participatie van mensen in de Wwb. Ook voor de overige functies wordt aangesloten bij de functieomschrijvingen van Hengelo. Vervolgens is nagegaan hoeveel formatie per functie noodzakelijk is. Hierbij is uitgegaan van de verwachte klantenaantallen voor 2013. Dit leidt tot een functie- en formatielijst die opgenomen is in de bijlage. In totaal is er 87 fte benodigd.
4.3 Organisatiestructuur De uitvoering van de taken zal plaatsvinden binnen de huidige organisatiestructuur van Hengelo. In het functieboek vindt u een organogram.
4.4 Rechtspositionele gevolgen De samenwerking wordt juridisch vormgegeven door een centrumgemeente constructie (zie ook hoofdstuk 6). Dit betekent dat voor alle medewerkers, ook de huidige medewerkers Sociale Zaken van de gemeente Borne, de rechtspositie van Hengelo van toepassing wordt. Om inzichtelijk te maken wat de mogelijke gevolgen voor hen kunnen zijn, is een vergelijking gemaakt van de arbeidsvoorwaarden van Hengelo en Borne. Op basis van deze vergelijking concluderen we dat in de meeste gevallen de rechtspositie van Hengelo, vanuit het oogpunt van de medewerkers, gunstiger is dan die van Borne. Een aantal onderwerpen vraagt nadere aandacht: Ambtsjubilea. De door de beide gemeenten gehanteerde termijn voor een ambtjubileum verschillen onderling. Hypotheekregeling. De gemeente Borne kent een Woningsfinancieringsregeling ambtenaren. Salarisgarantie en –perspectief. Indien een werknemer van de gemeente Hengelo een functie aanvaardt met een lager functioneel schaalniveau kan het salaris op termijn aan dit nieuwe schaalniveau worden aangepast. Binnen Borne is dit niet het geval. Toename reisafstand. De reisafstand woon-werkverkeer kan wijzigen voor medewerkers van Borne. Om de overgang van de medewerkers van Borne naar de gemeente Hengelo rechtspositioneel goed te regelen is een sociaal plan opgesteld, waarin onder andere over de bovengenoemde punten afspraken zijn vastgelegd. Dit (concept)sociaal plan is opgenomen in bijlage 3. Dit sociaal plan wordt voorgelegd aan het Georganiseerd Overleg.
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
8
5. Financiën 5.1 Inleiding De financiële onderbouwing van dit bedrijfsplan is opgenomen in bijlage 4. Deze onderbouwing is gebaseerd op de uitgangspunten die in het beslisdocument genoemd zijn. De onderliggende cijfers zijn geactualiseerd en er heeft er een herberekening plaatsgevonden van de financiële effecten van de samenwerking. In dit hoofdstuk lichten we de belangrijkste onderdelen toe. Voor een volledig overzicht verwijzen wij u naar de bijlagen.
5.2 Begroting exploitatie Op basis van de benodigde formatie is inzichtelijk gemaakt hoe de begroting van Sociale Zaken er uit ziet. In onderstaand overzicht is de begroting weergegeven. Begroting nieuwe organisatie Organisatiekosten * Personeelskosten 87 fte x € 59.800 * Genormeerde overheadkosten - Huisvestingskosten 87 fte x € 6.990 - Overige overhead 87 x € 29.715 * Directe organisatiekosten * Aanpassing huisvesting moet gedekt worden uit tarief huisvesting Totale structurele organisatiekosten
5.202.600 608.100 2.585.200 p.m.
8.395.900
Over de wijze waarop de kosten worden verrekende tussen de beide gemeenten zijn afspraken gemaakt. Deze zijn opgenomen in bijlage 5.
5.3 Herberekening financiële effecten van de samenwerking In het beslisdocument is een inschatting gemaakt van de financiële voor- en nadelen van de samenwerking. Deze berekening is geactualiseerd aan de hand van de in het vorige hoofdstuk toegelichte nieuwe formatie. Daarnaast is een aantal correcties toegepast, die met name te maken hebben met besparingen op de formatie die in Borne of Hengelo al aan andere bezuinigingsoperaties zijn toegerekend. Dit levert het onderstaande beeld op: Netto terugverdientijden Organisatiekosten Huidige exploitatiekosten Vereveningscompensatie trekkingsrechten Jaarlijks mogelijke besparing
Borne 919.425 983.835 65.000 129.410
Hengelo 7.476.475 7.913.650 -65.000 372.175
Totaal 8.395.900 8.897.485 0 501.585
Incidentele frictiekosten Vereveningscompensatie 3 jaar Desintegratiekosten
57.439 -51.000 268.508 274.947
467.076 51.000 270.630 788.706
524.515 0 539.138 1.063.653
2,12
2,12
2,12
Netto-terugverdientijd
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
9
5.4 Invulling trekkingsrechten en afbouw desintegratiekosten Beide gemeenten rekenen uiteraard overheadkosten toe aan de uitvoering van sociale zaken. Zowel voor huisvesting als voor overige overheadkosten zijn normbedragen afgesproken voor de nieuwe situatie (als de samenwerking een feit is). Voor een goede verdeling van de lusten en lasten van de samenwerking zijn afspraken gemaakt hoeveel van het beschikbare budget voor overheadkosten mag worden ingevuld door de beide gemeenten (de zogenaamde trekkingsrechten). Hengelo krijgt de volledige trekkingsrechten over de component huisvestingskosten. De trekkingsrechten op de overige overheadkosten zijn verdeeld op basis van de huidige verhouding in overheadkosten tussen de gemeenten (dus in de situatie voor de samenwerking). Voor de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de trekkingsrechten die Borne en Hengelo hebben op de kosten voor overhead zal gezamenlijk een plan worden opgesteld. Er zal getracht worden om zo veel als mogelijk deze trekkingsrechten in te vullen door personeel van zowel Hengelo als Borne daadwerkelijk in te zetten binnen de formatie van de centrumgemeente Hengelo. Dit wordt nader uitgewerkt. Indien dit er toe leidt dat voor één van beide partijen niet het gehele bedrag aan trekkingsrechten kan worden gerealiseerd, zal de andere partij hier financiële compensatie voor bieden. De gemeenten Borne en Hengelo zijn ieder voor zich verantwoordelijk voor het afbouwen van hun eigen desintegratiekosten. Dit wordt planmatig en in gezamenlijkheid opgepakt.
5.5 Planning en Control Beide gemeenten blijven hun eigen verantwoordelijkheid behouden op het gebied van de financiële verantwoording. De uitvoeringsorganisatie draagt zorg voor het tijdig aanleveren van informatie die nodig is om invulling te kunnen geven aan de planning en controlecyclus van de beide gemeenten. Dat vraagt om een goede afstemming over de aan te leveren stukken tussen beide gemeenten. Op het moment dat de samenwerking een feit is worden hierover werkafspraken gemaakt tussen de uitvoeringsorganisatie en de gemeenten. Deze afspraken worden vastgelegd in het afsprakenregister dat als bijlage is toegevoegd aan de dienstverleningsovereenkomst.
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
10
6. Bestuurlijk juridische vormgeving 6.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de juridische vormgeving van de samenwerking. Op 4 december 2012 hebben de colleges van de beide gemeenten het besluit genomen om te gaan samenwerken in een centrumgemeente constructie (op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen) met Hengelo als centrumgemeente. Achtereenvolgens wordt kort ingegaan op de Gemeenschappelijke Regeling en de bijbehorende bijlagen; de Dienstverleningsovereenkomst en het Mandaatbesluit. In bijlage 6, 7 en 8 zijn deze documenten opgenomen.
6.2 Gemeenschappelijke Regeling In deze regeling wordt de juridische basis gelegd voor samenwerking op het gebied van sociale zaken tussen de gemeenten Borne en Hengelo. Aan dit document zijn twee bijlagen toegevoegd; het Mandaatbesluit en de dienstverleningsovereenkomst.
6.3 Mandaatbesluit In het Mandaatbesluit “samenwerking sociale zaken Borne Hengelo 2013” is vastgelegd dat het college van de gemeente Borne het college van de gemeente Hengelo mandateert tot het nemen van besluiten en het verrichten van handelingen ter voorbereiding op en uitvoering van de wet en regelgeving op het domein van sociale zaken.
6.4 Dienstverleningsovereenkomst In de dienstverleningsovereenkomst worden de afspraken over de te verrichten werkzaamheden door Hengelo, voor Borne vastgelegd. Tevens wordt vastgelegd wat de wederzijdse rechten en plichten zijn en wat de door Borne verschuldigde vergoeding is.
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
11
7. Communicatie 7.1 Inleiding Het is van groot belang dat medewerkers van de twee gemeenten betrokken blijven bij de uitwerking van de beslissing tot samenwerking. Daarin is deels voorzien door bij regie-, project- en werkgroepen medewerkers en leidinggevenden te vragen de groepen zelf te bemensen. Uiteraard is ook de communicatie naar externe partijen van belang. Inwoners, partners en andere belanghebbenden van de twee gemeenten moeten geïnformeerd worden over de wijze waarop we de taken op het gebied van sociale zaken uitvoeren.
7.2 Interne communicatie De interne communicatie betreft: medewerkers Sociale Zaken van Borne en Hengelo overige medewerkers van Borne en Hengelo Colleges van B&W Gemeenteraden Ondernemingsraden en Georganiseerd Overleg De interne communicatie richting de medewerkers verloopt via hun leidinggevenden. Daarnaast maken wij gebruik van een digitale nieuwsbrief en verloopt de informatievoorziening via de gebruikelijke kanalen zoals de Hengelose nieuwsbrief PSZ4all. Deze wordt sinds december 2012 ook onder medewerkers van Borne verspreid. Ook plaatsen we berichten op intranet van Borne en Hengelo. De communicatie richting colleges verloopt via de portefeuillehouders sociale zaken. Deze worden gevoed in hun overleggen met de regiegroepleden en via het stuurgroep overleg dat regelmatig wordt gepland om te informeren over de stand van zaken. Nadat de samenwerking van start is gegaan vervullen de accounthouders een belangrijke rol in de communicatie met bestuurders van beide gemeenten. Ook de beleidsmedewerkers ondersteunen vanuit de centrumgemeente zowel de portefeuillehouders als de colleges en raden van beide gemeenten. De gemeenteraden worden regelmatig bijgepraat en stukken die voor besluitvorming naar de colleges gaan worden ter kennisname voorgelegd aan de raden. Met de medezeggenschapsorganen worden regelmatig informatieve overleggen gepland om bij te praten en te informeren over de stand van zaken.
7.3 Externe communicatie De externe communicatie betreft: Alle inwoners van de gemeenten Borne en Hengelo, specifiek cliënten met een uitkering Cliëntenraad WWB (Hengelo) en Cliëntenplatform WWB (Borne) Intermediairs: SWB, Stichting Welzijn Ouderen Hengelo (SWOH), Stichting Welzijn Ouderen Borne, MEE Twente, Mediant, Avelijn, Trimaran, Scala, Carint, Tactus, SON, woningcorporaties, Humanitas Onder Dak (HOD), Menzis, enz. Ministerie van SZW en de provincie Overijssel Centric, Schulinck en Stimulansz. Lokale en regionale pers Gezamenlijk persbericht, brieven, artikelen in de gemeenteadvertenties en informatie op de websites van Borne en Hengelo. Op het moment dat de definitieve ingangsdatum van de samenwerking bekend is, dient dit gecommuniceerd te worden naar alle externe partijen.
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
12
8. Invoeringsplan Op het moment van schrijven van dit plan is het uitgangspunt dat de samenwerking formeel gerealiseerd is op 1 juli 2013. Voordat de medewerkers van Borne over gaan naar de gemeente Hengelo moeten er op een aantal onderdelen nog zaken worden geregeld. Het gaat hier om het in gang zetten van het besluitvormingstraject richting colleges, raden en medezeggenschapsorganen (GO en OR), en het regelen van een aantal praktische zaken. Besluitvorming Om voor 1 juli 2013 de samenwerking geformaliseerd te hebben moet het bedrijfsplan uiterlijk 14 mei 2013, als voorgenomen besluit, worden voorgelegd aan de colleges. Daarna volgt het traject voor het adviesrecht voor de ondernemingsraden en het instemmingsrecht voor de GO’s en de besluitvorming over de samenwerkingsovereenkomst in de gemeenteraden. In onderstaand schema is dit traject samengevat. Gemeente Borne
Gemeente Hengelo
Voorbereiding besluitvorming en aanlevering stukken Bijpraten OR en GO (gezamenlijk voor beide gemeenten) College
14 mei 2013
College
14 mei 2013
Advies en instemming medezeggenschap
In nader overleg met OR en GO.
Advies en instemming medezeggenschap
In nader overleg met OR en GO.
Bijpraten Inwoners
28 mei 2013
Commissie sociaal
20 juni 2013
Ontvangen adviezen medezeggenschap
1 juni 2013
Ontvangen adviezen medezeggenschap
1 juni 2013
Aanleveren stukken voor college (beslissing op adviezen medezeggenschap) College
11 juni 2013
Aanleveren stukken voor college
10 juni 2013
18 juni 2013
College
18 juni 2013
raadsvergadering
25 juni 2013
raadsvergadering
2 juli 2013
7 mei 2013
Voorbereiding besluitvorming en aanlevering stukken
8 mei 2013
6 mei 2013
8 mei 2013
8.1 Informatie en automatisering en andere praktische zaken Op het moment van samenwerking dienen de ICT systemen te zijn aangepast en de werkplekken te zijn ingericht zodat er een optimale samenwerking mogelijk is. Op het gebied van post en archief vindt momenteel overleg plaats om afspraken te maken hoe hier verder mee om te gaan. Deze zaken zijn grotendeels reeds geregeld en/of vastgelegd in actiepuntenlijsten. Mogelijk zijn er nog enkele punten die nader moeten worden uitgewerkt of die bij nader inzien enigszins gewijzigd moeten worden. Indien de aard van deze afspraken daar aanleiding voor geeft, leggen we deze vast in het afsprakenregister van de dienstverleningsovereenkomst. Verder moeten alle betrokken partners zowel intern als extern worden geïnformeerd over de datum waarop de definitieve samenwerking gerealiseerd wordt.
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
13
In beide organisaties zijn de werkgroepleden bezig deze voorbereidingen te treffen, zodat op uiterlijk 1 juli 2013 gewerkt kan worden vanuit de Hengelose organisatie. Evaluatie Om te monitoren of deze samenwerking de beide gemeenten oplevert wat ze bij aanvang met deze samenwerking hebben beoogd is het goed om regelmatig te evalueren. Voor wat betreft de functie van klantmanager is de afspraak gemaakt dat deze uiterlijk 1 oktober 2014 wordt geëvalueerd en dat de uitkomsten van deze evaluatie worden betrokken bij het opstellen van de uitvoeringsafspraken voor 2015.
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
14
9. Bijlagen
Bijlage 1: Vormgeving klantmanagement en hoofd werkproces
Inleiding De colleges van de gemeenten Borne en Hengelo hebben op 4 december 2012 besloten om samen te gaan werken op het gebied van sociale zaken. De functie van klantmanager (of consulent) kan op verschillende manieren worden ingevuld. Met name de mate waarin specialisatie wordt aangebracht tussen bijvoorbeeld taken op het gebied van re-integratie, inkomensondersteuning, werkgeversbenadering en uitkeringsadministratie kan sterk uiteenlopen. In het beslisdocument Samenwerken maakt sterker is een eerste vergelijking gemaakt van de voor- en nadelen van verschillende werkmethoden. Afgesproken is dat er in gezamenlijkheid een voorstel wordt voorbereid op basis waarvan de keus kan worden gemaakt. Voor het uitvoeren van de opdracht is een werkgroep in het leven geroepen, die in deze notitie dit 1 voorstel zal uitwerken en toelichten . Omschrijving van de opdracht De opdracht aan de werkgroep luidde: Kom met een voorstel op welke wijze de functie van klantmanager/consulent in de nieuwe organisatie wordt ingevuld. Betrek hierbij in ieder geval de onderstaande punten: 1. De reeds in het beslisdocument weergegeven voor- en nadelen van de verschillende werkwijzen 2. De invoering van de Participatiewet en de eisen die dit stelt aan de competenties en vaardigheden van de klantmanagers/consulenten 3. De andere relevante ontwikkelingen binnen het sociaal domein en de visievorming hieromtrent binnen de beide gemeenten 4. De uitkomsten van de formatiecalculatie, zoals die naar verwachting wordt opgeleverd voor 1 januari 2013 Verwoord de uitkomsten van dit voorstel in één of meerdere functieomschrijvingen conform de binnen de gemeente Hengelo gebruikelijke opzet. Werkwijze Deze werkgroep stond onder leiding van Roel de Ruiter en Gerald ten Thij en was samengesteld uit vertegenwoordigers van de gemeente Borne en Hengelo. Derk van Wolde (gemeente Oldenzaal) heeft deelgenomen aan de werkgroep als extern klankbord en “spiegel”. De werkgroep is in januari een aantal keren bij elkaar geweest om de opdracht uit te voeren. Als onderdeel van de aanpak is ook nagegaan in hoeverre de huidige werkwijzen van Borne en Hengelo van elkaar verschillen. Om deze vergelijking goed te kunnen maken hebben consulenten van Borne en Hengelo met elkaar meegelopen om in de praktijk de overeenkomsten en verschillen te ervaren. Vervolgens is in onderling overleg bepaald hoe het werkproces eruit moet komen te zien. Uiteindelijk is een afweging gemaakt op welke wijze de invulling van het klantmanagement vorm moet krijgen. Vergelijking huidige werkwijzen Conclusie is dat beide gemeenten werken met klantmanagers die verantwoordelijk zijn voor zowel Werk als Inkomen (Integraal klantmanagement). Verschillen zijn: 1. Borne kent (nog) het systeem van 1 op 1 toetsing in het primaire proces. Hengelo werkt met 2 collegiale controle op hoofdlijnen (“4 ogen principe” ) en steekproefsgewijze controle achteraf. 1
Deze werkgroep bestaat uit: Lenie Dijkslag, Leonie Hesselink, Martin Goorden, Roel de Ruiter, Gerald ten Thij, Nico Hulsebos, Derk van Wolde en Gilles Gerth 2 Deze meekijkende collega is ook degene die daadwerkelijk “op de knop drukt” om uitbetaling mogelijk te maken.
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
15
Intensiteit van de toetsing is wel afhankelijk van aangetoonde kwaliteit van het geleverde werk. Afgesproken wordt bij het inrichten van de nieuwe organisatie te kiezen voor de werkwijze van Hengelo. Dit is conform de in het beslisdocument uitgesproken voorkeur. 2. De knip tussen de werkzaamheden van de uitkeringsadministratie en de consulenten verschilt tussen beide gemeenten. Uit het werkbezoek blijkt dat er meer overeenkomsten zijn dan verschillen. In Borne is de basisafspraak over de knip tussen de uitkeringsadministratie en de consulenten vergelijkbaar met die in Hengelo. Alles wordt zo veel mogelijk ingevoerd en klaargezet door de consulenten. Dit is ook in Hengelo gebruikelijk. In de praktijk voert de uitkeringsadministratie in Borne meer gegevens in dan is afgesproken en neemt dus taken van de consulent over. Beschrijving toekomstig werkproces Daarnaast is een beschrijving gemaakt van het werkproces zoals dat wenselijk wordt geacht door beide gemeenten. Dit proces is gebaseerd op de reeds in het beslisdocument opgenomen beschrijving. De zogenaamde “kop van het proces” is echter verder uitgewerkt en er is aangegeven welke veranderingen in de toekomst gaan plaatsvinden. Deze beschrijving is opgenomen in bijlage 1. Hier is overeenstemming over bereikt tussen Borne en Hengelo. Specialisatie(s) aanbrengen: de balans De werkgroep heeft eerst de voor- en nadelen van de verschillende specialisaties besproken zoals deze in het beslisdocument zijn opgenomen. De werkgroep onderschrijft deze voor- en nadelen (zie bijlage 2). Zoals uit dit overzicht blijkt, is er niet een eenduidige conclusie te trekken. Het is een afweging van verschillende factoren. Zoals gezegd lijken de werkwijzen van Borne en Hengelo sterk op elkaar. In beide organisaties is weinig specialisatie aangebracht. In het beslisdocument zijn als voordelen van dit model benoemd:
Er is één aanspreekpunt voor de klant voor alle aan werk en inkomen gerelateerde onderwerpen De consulent heeft een totaaloverzicht van de situatie van de klant Er is geen overdracht noodzakelijk tussen medewerkers Ziekte van een medewerker kan gemakkelijk worden opgevangen door een collega.
Het kiezen voor de huidige werkwijze van de gemeente Hengelo heeft daarnaast duidelijk strategische voordelen. Plaatsingsprocedures kunnen aanzienlijk worden vereenvoudigd en de medewerkers zijn reeds (grotendeels) vertrouwd met de uit te voeren werkzaamheden. De vraag is of de nadelen die aan deze werkwijze kleven daadwerkelijk optreden en/of deze kunnen worden verzacht of voorkomen. We lopen ze langs: Takenpakket minder toegesneden op competenties en vaardigheden. In de praktijk wordt in Hengelo in meer of mindere mate wel specialisatie aangebracht. Niet in de functieomschrijving, maar wel in de toedeling van type klanten aan de diverse consulenten. Afhankelijk van de interesses, competenties en vaardigheden van de consulenten wordt de caseload (zo veel mogelijk) op maat gemaakt. Bijvoorbeeld: veel of weinig jongeren, veel of weinig klanten dicht bij de arbeidsmarkt, veel of weinig klanten die langdurig in de uitkering zitten, etc. Dus: alle consulenten hebben weliswaar dezelfde functieomschrijving maar er worden wel accenten gelegd in hun taken. Minder focus op werk Het risico dat de doelmatigheid minder prioriteit krijgt dan de rechtmatigheid wordt voorkomen door een actieve sturing van het management hierop. Ook wordt dit risico gedeeltelijk verzacht door het hierboven beschreven aanbrengen van accenten in de caseload. Daarnaast start er binnenkort een Pilot-project met zogenaamde werkcoaches: integrale klantmanagers die voor een gedeelte van hun tijd vrijgemaakt worden voor de werkgeversbenadering. Kans op fouten bij weinig voorkomende processen De Interne controle en kwaliteitsrapportages tonen aan dat de werkzaamheden over het algemeen kwalitatief goed worden uitgevoerd. Daarnaast is binnen de organisatie een aantal specialisten aanwezig (zoals het zogenaamde A-team) dat bijvoorbeeld op het gebied van de uitkeringsadministratie kan bijspringen.
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
16
(te) Grote span of control Al naar gelang de breedte van de functie toeneemt, moeten de klantmanagers over meer competenties en vaardigheden beschikken om hun taken goed uit te kunnen voeren. Een te breed takenpakket kan leiden tot problemen. De werkgroep ziet dit risico vooral bij de consulenten die ook de werkgeversbenadering in hun takenpakket krijgen. Dit houdt een verdere verbreding in van het takenpakket. Bovendien vergt dit kennis van de wereld van werkgevers en het vermogen om werkgevers te verleiden om kansen te bieden aan werkzoekenden uitkeringsgerechtigden. Bij de selectieprocedure worden kandidaten hier uiteraard op geselecteerd. Vervolgens zal goed gemonitord moeten worden of de grote span of control in de praktijk tot problemen leidt. Financieel voordeel In het beslisdocument is aangegeven dat er een financieel voordeel gehaald kan worden door specialisatie aan te brengen tussen “consulenten werk”, “consulenten inkomen” en “medewerkers uitkeringsadministratie”. In welke mate dit het geval is, is afhankelijk van de uitkomsten van een eventueel functiewaarderingsproces. Zonder dat dit uitgebreid is onderzocht is de inschatting dat in Hengelo een dergelijk proces zou leiden tot een waardering van schaal 9 voor de consulenten werk, schaal 8 of 9 voor de consulenten inkomen en schaal 7 voor de medewerkers uitkeringsadministratie. Het grootste voordeel is dus te realiseren door een scheiding van de financieel administratieve taken, maar het schaalverschil is relatief gering. Daarnaast is sprake van productieverlies in verband met extra overdrachtsmomenten en vergt het aanbrengen van een scheiding investeringen in aanpassen van de werkwijzen, opleidingen, etc. Bovendien is deze besparing, gelet op de huidige arbeidsvoorwaarden, niet op korte termijn te verwezenlijken. Het goed begroten van een eventueel financieel voordeel vergt een gedegen doorrekening, waarbij het bepalen van de “exacte plek van de knip” een cruciale factor is. Dit bepaalt namelijk in hoge mate het aantal fte dat kan worden ingeschaald op een lager schaalniveau. De werkgroep is van mening dat, gelet op het onzekere en geringe financiële voordeel, een dergelijke doorrekening niet noodzakelijk is voor het verantwoord afwegen van de voor- en nadelen van de verschillende werkwijzen. Conclusie Alles overziend adviseert de werkgroep te kiezen voor de werkwijze van Hengelo. Integraal klantmanagement heeft voordelen, zoals het ontbreken van overdrachtsmomenten en het principe van één aanspreekpunt voor de klant. Beide gemeenten zijn grotendeels vertrouwd met die werkwijze. De plaatsing van het grootste gedeelte van de medewerkers in de nieuwe organisatie is naar verwachting zonder grote problemen snel te realiseren. De nadelen kunnen grotendeels verzacht worden. Het financiële voordeel van specialisatie is, zeker op korte termijn, gering. Wij merken hierbij op dat de functie van klantmanager voortdurend in ontwikkeling is. Zo zullen de Participatiewet en de andere decentralisaties die op de gemeente afkomen in meer of mindere mate van invloed zijn op het klantmanagement. Verdere ontwikkeling en professionalisering blijven dan ook 3 aandachtspunten voor de uitvoeringsorganisatie . Mede om deze reden is het goed om de vinger aan de pols te houden en op gezette tijden na te gaan of de invulling van het klantmanagement aanpassing behoeft. Gelet op het bovenstaande wordt voorgesteld: 1. Voor de functie van klantmanager/consulent in de nieuwe organisatie uit te gaan van de functieomschrijving van Hengelo (zie bijlage 3) en binnen deze functieomschrijving specialisatie aanbrengen op basis van competenties, vaardigheden en interesses van de individuele klantmanagers. 2. Bij de uitvoering van het klantmanagement het werkproces hanteren zoals is opgenomen in het beslisdocument en is uitgewerkt in bijlage 1 van deze notitie 3
Gelukkig staan meer gemeenten voor deze opgave en kunnen we bijvoorbeeld gebruik maken van de het Programma Effectiviteit en Vakmanschap van Divosa.
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
17
3. Evaluatie werkwijze 1 oktober 2014 en de uitkomsten van deze evaluatie te betrekken bij het opstellen van de uitvoeringsafspraken voor 2015.
Hoofd werkproces: Proces aanvraag uitkering Klant wil uitkering aanvragen
een
Toekomst
DigId?
nee
Klant vraagt DIGID aan (kan hiervoor hulp krijgen bij publieksplein Stadhuis (open inloop)
ja Inschrijven
als
werkzoekende bij UWV
Klant vult via Werk.nl de uitkeringsaanvraag in en verstuurd deze digitaal
Digitale aanvraag wordt digitaal in de EROW postbak weggezet Klant meld zich binnen 2 werkdagen telefonisch
aanvraag wordt opgevangen in de EROW opvangmodule UWV bij de balie SZW
Balie SZW start een IFF procedure op en print de E-intake
Balie SZW verstuurt een uitnodiging aan de klant voor een Quickscan-gesprek aan de hazenweg en zet de afspraak in de groepsagenda (binnen 4 werkdagen na melding)
Balie maakt het setje compleet (kopie uitnodiging / Eintakeformulier) en bergt deze op in een map op datum uitnodiging
Quickscan klantmanager
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
18
Melding BALIE
Toekomst
De klantmanager die de quickscandienst heeft gaat in gesprek met de klant
Klant is op het juiste adres
klant heeft mogelijk geen recht op uitkering en wordt geadviseerd om de aanvraag niet door te zetten.
Klant zet de aanvraag niet door
Klant zet de aanvraag wel door
Rapportage klantmanger mbt niet doorzetten aanvraag
Controle en aanpassing Sonar zoals CV aanwezig / kompleetheid matchgegevens etc.
werk wordt Klant beoordeeld op werk/zorg en krijgt opdrachten mee.
Opdrachten mbt werkzoeken (uitzenbureaus sollicitaties etc)
zorg actief
Melden budget alert / hulpverlening / stadsbankverwijzing / etc.
Participatie Actieve verwijzing buurtcentra vrijwilligerswerk ect.
naar Mogelijkheid realtime / matchen op beschikbare vacatures in Sonar (werkpleinvacatures)
Doorverwijzen naar werkplein ivm workshops (sollicitatietraining etc)
Overdracht naar Bijzonder onderzoek
Screening van de klant door BO (social media/ internet etc)
Rapportage BO over de bevindingen
Overdracht afdelingshoofd KT/KTA
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
19
TOEKOMST Quickscan Klantmanager
Uitnodigen klant / afspraak klant
nee, verlenging "zoektijd"
Beoordelen of aan de opdrachten is voldaan
ja
Uitkering beoordelen (rechtmatigheid)
Afspraken maken voor de toekomst (werk/participatie)
Rapportage beschikking
Direct werk
vb actief solliciteren / uitzendbureaus langs etc. & Werk voorop aanpak
Zorg
Verplichting stadsbank /mediant/budget alert/
Traject
klant kan niet zonder hulp en op eigen kracht aan het werk komen Overdracht naar reintegratiebedrijf/ kan ook scholing zijn./ evt vrijwilligerswerk /etc
Verplicht gebruik werkmap Aanbieden workshops ( cv maken / gebruik werkmap / zelf matchen op vakatures) / matchen met vacatures werkcoaches
Voor overdrachten gebruik mens centraak overwegen
Participatie
Actieve verwijzing naar Voor buurtcentra / vrijwilligerswerk overdrachten ect. gebruik mens centraak overwegen
en
Klant koderen mbt activeringsprofiel en de daarbij behorende controleformuliervragen
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
20
Bijlage 2: Functieboek en functieomschrijvingen Functiecode PSZ-01
Functienaam Sectormanager PSZ
Aantal fte (a) 0,8
Afdeling Sociale Zaken SZIH01 SZJZB01 SZTT01 SZTTA01
Afdelingshoofd Afdelingshoofd Afdelingshoofd Afdelingshoofd
SW3909 SW3905 SW7305 SZJZB08D SZJZB05
Beleidsmedewerker inkomen, zorg en werk Beleidsmedewerker juridische zaken en kwaliteit Beleidsmedewerker arbeidsmarkt en subsidies Beleidsmedewerker Senior beleidsmedewerker werk en arbeidsmarktbel.
1,3 0,8 1 0,9 1
SW3920
Juridisch medewerker
3,5
SW3906 SW3907
Senior medewerker kwaliteitsbeheer Medewerker kwaliteitsbeheer
1 0,8
SW3931
Medewerker voorlichting en communicatie
0,9
SW3005
Re-integratie en inkoop
0,8
SW3010
Arbeidsdeskundige
0,89
SZTT05 SZTTA05
Klantmanager Klantmanager
40,6
SZTT10
Werkcoach
0,7
SW1530
Medewerker incasso
2,14
SW1535
Medewerker terugvordering en verhaal
2,2
SW1540 SZTA15 SZTA10
Medewerker meldpunt kinderopvang Medewerker handhaving kinderopvang Senior medewerker ITV/MKO
2,1 1,5 0,8
SW3514
Medewerker uitkeringsadministratie
3
SW3932
Medewerker werkprocessen
1
SW3412
Consulent bijzondere regelingen
4,6
SW3420
Algemeen medewerker bijzondere regelingen
1
SW3925
Toetser/beslisser
4,2
SW3416
Balie-/informatiemedewerker
2,6
SW3707
Controle- en preventiemedewerker
1
SW3720
Administratief medewerker gegevensbestanden
1
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
HBR JZB KT KTA
1 1 1 1
(b)
21
Overige FB ICT
Financieel medewerker Applicatiebeheerder
(a)
+ 0,2 fte overige afdelingen
(b)
waarvan 1,48 fte WMO
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
0,5 0,5
22
Afdelingshoofd HBR Sector Afdeling Functiecode Functienaam Code generiek functieprofiel Beschrijving generiek functieprofiel Formatieschaal Aantal fte
Publieksdiensten en Sociale Zaken Handhaving en Bizondere Regelingen SZIH01 Afdelingshoofd HBR BS 12A Manager D 12 1
Motivering voor indeling in profiel Hiemstra rol: besturen De functie betreft een afdelingshoofd, na directie en sectormanager, de derde managementlaag in de organisatie. Omvang werkveld: Er wordt integrale vakproblematiek (WWB, WI, Armoedebeleid) behandeld. De afdeling is extern gericht, de afdelingsresultaten zijn voornamelijk gestandaardiseerd en de klant (klantgebied) is constant. Er is spraken van een matige ontwikkelturbulentie. De politieke gevoeligheid is aanwezig maar wordt gekenmerkt door incidenten.
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
23
Afdelingshoofd Juridische Zaken en Beleid Sector Publieksdiensten en Sociale Zaken Afdeling Juridische Zaken en Beleid Functiecode SZJZB01 Functienaam Afdelingshoofd Juridische Zaken en Beleid Code generiek functieprofiel BS 14A Beschrijving generiek functieprofiel Manager B2 Formatieschaal 14 Aantal fte 1
Motivering voor indeling in profiel Hiemstra rol: besturen De functie betreft een afdelingshoofd, na directie en sectormanager, de derde managementlaag in de organisatie. Is tevens het plaatsvervangend sectorhoofd van een omvangrijke sector. Werkveld: er wordt integrale vakproblematiek (arbeidsmarkt, re-integratie, armoede en ondernemerschap) behandeld. Activiteiten worden gekenmerkt door beleid, ontwikkeling en strategisch advies. Het afdelingsresultaat is te typeren als gespecialiseerde, geïntegreerde diensten. Het klantgebied is divers en wisselend. Binnen het werkveld is sprake van politieke gevoeligheid. De afdeling is hoofdzakelijk extern gericht en kent een grote ontwikkelingsturbulentie met name op het gebied van sociaal economische en maatschappelijke veranderingen.
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
24
Afdelingshoofd Klantmanagement Sector Afdeling Functiecode Functienaam Code generiek functieprofiel Beschrijving generiek functieprofiel Formatieschaal Aantal fte
en Toetsing Publieksdiensten en Sociale Zaken Klantmanagement en Toetsing SZTT01 Afdelingshoofd KT BS 12A Manager D 12 1
Motivering voor indeling in profiel Hiemstra rol: besturen De functie betreft een afdelingshoofd, na directie en sectormanager, de derde managementlaag in de organisatie. Kenmerkend voor de afdeling T&T: Er wordt integrale vakproblematiek behandeld (Wet werk en bijstand, Wet investeren in jongeren, Armoedebeleid). De activiteiten hebben met name een uitvoerend karakter. Er is ook een beleidsbijdrage, deze heeft een iteratief karakter (jaarlijks terugkerend). Het beleidswerk op dit vakgebied wordt verricht door de afdeling JBZ. Ten behoeve van dit beleidswerk geeft de afdeling T&T vanuit de uitvoeringspraktijk informatie aan de afdeling JBZ. Er wordt gewerkt op basis van concreet geformuleerde opdrachten en productbeschrijvingen die in duidelijke outputtermen geformuleerd zijn en waarvoor voldoende kengetallen beschikbaar zijn. De afdeling is extern gericht op het primaire proces, dat bepaald wordt door uitvoering van wetgeving. Het afdelingsresultaat is te typeren als gespecialiseerde producten/diensten met een voornamelijk gestandaardiseerd karakter. Het klantgebied is constant. De politieke gevoeligheid is beperkt aanwezig (incident, gevolgd door escalatie). De afdeling wordt gekenmerkt door een matige ontwikkelturbulentie, vooral in verband met veranderende technologie, regelgeving of nieuwe verantwoordelijkheden van de gemeente.
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
25
Afdelingshoofd Klantmanagement, Terugvordering en Administratie Sector Publieksdienten en Sociale Zaken Afdeling Klantmanagement, Terugvordering en Administratie Functiecode SZTTA01 Functienaam Afdelingshoofd KTA Code generiek functieprofiel BS 12A Beschrijving generiek functieprofiel Manager D Formatieschaal 12 Aantal fte 1
Motivering voor indeling in profiel Hiemstra rol: besturen De functie betreft een afdelingshoofd, na directie en sectormanager, de derde managementlaag in de organisatie. Kenmerkend voor de afdeling TT&A: Er wordt integrale vakproblematiek behandeld (Wet werk en bijstand, Wet investeren in jongeren, Armoedebeleid). De activiteiten hebben met name een uitvoerend karakter. Er is ook een beleidsbijdrage, deze heeft een iteratief karakter (jaarlijks terugkerend). Het beleidswerk op dit vakgebied wordt verricht door de afdeling JBZ. Ten behoeve van dit beleidswerk geeft de afdeling TT&A vanuit de uitvoeringspraktijk informatie aan de afdeling JBZ. Er wordt gewerkt op basis van concreet geformuleerde opdrachten en productbeschrijvingen die in duidelijke outputtermen geformuleerd zijn en waarvoor voldoende kengetallen beschikbaar zijn. De afdeling is extern gericht op het primaire proces, dat bepaald wordt door uitvoering van wetgeving. Het afdelingsresultaat is te typeren als gespecialiseerde producten/diensten met een voornamelijk gestandaardiseerd karakter. Het klantgebied is constant. De politieke gevoeligheid is beperkt aanwezig (incident, gevolgd door escalatie). De afdeling wordt gekenmerkt door een matige ontwikkelturbulentie, vooral in verband met veranderende technologie, regelgeving of nieuwe verantwoordelijkheden van de gemeente.
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
26
Beleidsmedewerker Inkomen, Zorg en Werk Sector Publieksdiensten en Sociale Zaken Afdeling Juridische Zaken en Beleid Functiecode SW3909 Functienaam Beleidsmedewerker Inkomen, Zorg en Werk Code generiek functieprofiel OO10 Beschrijving generiek functieprofiel Professional E Formatieschaal 10 Aantal fte
Motivering voor indeling in profiel Betreft een operationele adviesfunctie, op basis van een (deel)vakgebied, gericht op het primaire proces, op het terrein van armoede en gebruik van sociale voorzieningen. Er is sprake van probleemstelling en analyse. Problematiek is deels professioneel feitelijk, deels abstract. Gaat om gerichte advisering. Externe veld is constant en overzichtelijk. Politieke gevoeligheid is beperkt. Naast de adviestaak draagt de functie ook bij het de ontwikkeling van (de beleidsvoorbereiding in) het vakgebied, producten/diensten, instrumentarium, e.d. Er is sprake van een lage ontwikkelturbulentie, met name vanuit veranderende regelgeving.
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
27
Beleidsmedewerker Juridische Zaken en Kwal. Sector Publieksdiensten en Sociale Zaken Afdeling Juridische Zaken en Beleid Functiecode SW3905 Functienaam Beleidsmedewerker Juridische Zaken en Kwal. Code generiek functieprofiel DV10A Beschrijving generiek functieprofiel Professional B Formatieschaal 10A Aantal fte
Motivering voor indeling in profiel Fungeert als voorzitter van de hoorcommissie voor bezwaarschriften sociale wetgeving en minimabeleid. Verzorgt de klachtafhandeling van de sector SZW. Behandelt complexe juridische zaken voortvloeiend uit de taken van de afdeling, waaronder bezwaarschriften en beroep en vertegenwoordigt het College in gerechtelijke procedures bij de Arrondissementsrechtbank en de Centrale Raad van Beroep. Adviseert t.a.v. ingewikkelde aanvragen of aanvragen met vergaande consequenties. Vraagbaakfunctie. Stelt verantwoordingsdocumenten over de uitvoering op t.b.v. College, Raad en Ministerie. Zorgt voor de werkverdeling.
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
28
Beleidsmedewerker Arbeidsmarkt en Subsidies Sector Publieksdiensten en Sociale Zaken Afdeling Juridische Zaken en Beleid Functiecode SW7305 Functienaam Beleidsmedewerker Arbeidsmarkt en Subsidies Code generiek functieprofiel OO10A Beschrijving generiek functieprofiel Professional D Formatieschaal 10A Aantal fte
Motivering voor indeling in profiel Betreft beleidsadvisering en beleidsondersteuning ten aanzien van een (deel)vakgebied armoede en inburgering, met dwarsverbanden naar arbeidsmarkt en re-integratie. Uitgangspunt is de samenhang tussen deze (deel)vakgebieden. Signaleert en analyseert (landelijke) ontwikkelingen en adviseert over de inhoud en vertaling hiervan in beleid (probleemstelling en analyse). Evalueert het gevoerde beleid en doet voorstellen ter verbetering. Adviseert over subsidiemogelijkheden, m.n. Europese subsidies. Inventariseert en analyseert gemeentebreed het gebruik van subsidies en de subsidiemogelijkheden. Stelt gemeentelijke subsidieplannen op en zorgt voor de realisatie, voortgang en bijstelling ervan. Vervult een trekkersrol m.b.t. (boven)lokale projecten. Politieke gevoeligheid is beperkt. Er is sprake van een matige ontwikkelturbulentie. Aanpassing van beleid kan zijn oorsprong hebben in gewijzigde opvattingen of gewijzigde situaties, zowel lokaal, regionaal als landelijk.
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
29
Beleidsmedewerker Arbeidsmarkt Sector Afdeling Functiecode Functienaam Code generiek functieprofiel Beschrijving generiek functieprofiel Formatieschaal Aantal fte
Subsidies en Werk Publieksdiensten en Sociale Zaken Juridische Zaken en Beleid SZJZB08D Beleidsmedewerker Arbeidsmarkt Subsidies en Werk OO11 Professional C 11
Motivering voor indeling in profiel Beleidsadvisering over gemeentelijke primaire proces op middenlange termijn en de consequenties daarvan voor de verschillende beleidsgebieden met een vertaalslag naar de bestuurlijke agenda. Adviseert over, geeft vorm aan en verricht onderzoek t.b.v. beleid op het terrein van gemeentelijk arbeidsmarkt- en werkgelegenheidsbeleid en gesubsidieerde arbeid, in samenhang met armoedebeleid, zorg, welzijn en economie. Signaleert en analyseert (landelijke) ontwikkelingen en adviseert over de inhoud en vertaling hiervan in beleid. Evalueert het gevoerde beleid en doet voorstellen ter verbetering. Vervult een trekkersrol m.b.t. (boven)lokale projecten. Onderhoudt contacten met potentiële opdrachtgevers en collega adviseurs en management, zowel binnen de gemeente als daarbuiten om effectieve relaties te leggen en te onderhouden zodat er een netwerk ontstaat Verzorgt afdelingsbreed de financiële dekking en verantwoording van alle lopende processen en projecten. Betreft het totale vakgebied van sociale zaken en werk. Betreft groot, totaal vakgebied. Het terrein wordt gekenmerkt door complexe samenhang van meerdere vakgebieden. Vanuit de functie moet de samenhang worden gecreëerd en tegelijkertijd moeten de beleidskaders breed worden opgesteld. Veranderingsoriëntatie is noodzakelijk. Vaak is nader onderzoek nodig om te komen tot oplossingen. Politieke impact is constant op alles aanwezig. Externe veld: veel in aantal, complex, deels niet overzichtelijk. Opereert ten behoeve van meerdere gemeenten.
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
30
Senior Beleidsmedewerker Werk en Arbeidsmarktbeleid Sector Publieksdiensten en Sociale Zaken Afdeling Juridische Zaken en Beleid Functiecode SZJZB05 Functienaam Senior Beleidsmedewerker Werk en Arbeidsmarktbel. Code generiek functieprofiel OO12 Beschrijving generiek functieprofiel Professional B Formatieschaal 12 Aantal fte
Motivering voor indeling in profiel Betreft strategische beleidsadviezen op het terrein van werk, arbeidsmarkt en economie. Integraal over meerdere vakgebieden en beleidsterreinen. Afdelingsbreed, sectorbreed en tussen verschillende sectoren. Creëert samenhang tussen beleid van afdelingen en sectoren. Vertaalt landelijk beleid, adviseert over landelijk beleid en deelname aan landelijke overlegstructuren om beleid te beïnvloeden. Analyseert ontwikkelingen binnen totale beleidsterreinen van de sector. Ontwikkelturbulentie is hoog. Analytisch vermogen is nodig, diepgaand onderzoek vaak nodig. Betreft complexe samenhang. Veranderingsoriëntatie is noodzakelijk. Politieke impact is groot. Vervult een trekkersrol m.b.t. (boven)lokale projecten, zowel interne als externe projecten. Opereert ten behoeve van meerdere gemeenten.
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
31
Juridisch Medewerker Sector Afdeling Functiecode Functienaam Code generiek functieprofiel Beschrijving generiek functieprofiel Formatieschaal Aantal fte
Publieksdiensten en Sociale Zaken Juridische Zaken en Beleid SW3920 Juridisch Medewerker DV10 Professional C 10
Motivering voor indeling in profiel Behandelt bezwaarschriften op het terrein van sociale zekerheid, zorg en ROZ en adviseert het College ter zake. Is secretaris van de bezwarencommissie sociale zekerheid. Vertegenwoordigt het College in gerechtelijke procedures bij de Arrondissementsrechtbank, Centrale Raad van Beroep, provincie. Entameert en voert civielrechtelijke procedures inzake verhaal van bijstand wegens onderhoudsplicht. Vertegenwoordigt het College in rechte in civielrechtelijke procedures bij Arrondissementsrechtbank en Gerechtshof. Toetst rapportages en voorstellen inzake fraude-onderzoeken, verhaal op onderhoudsplichtigen en verhaal wegens schenking en erfenis. Beoordeelt en beslist inzake vestiging van krediethypotheken.
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
32
Senior Medewerker Kwaliteitsbeheer WWB Sector Publieksdiensten en Sociale Zaken Afdeling Juridische Zaken en Beleid Functiecode SW3906 Functienaam Senior Medewerker Kwaliteitsbeheer WWB Code generiek functieprofiel OS10 Beschrijving generiek functieprofiel Professional E Formatieschaal 10 Aantal fte
Motivering voor indeling in profiel Vakinhoudelijk aanspreekpunt binnen de sector Sociale Zaken en Werk op het gebied van kwaliteitsbeheer. Verricht onderzoeken op het terrein van uitvoering van regelingen en werkzaamheden van de sector en opdrachtnemers, zowel periodiek als ad hoc. Ziet toe op de kwaliteit van de werkprocessen, de producten en verantwoording. Signaleert afwijkingen, adviseert en doet verbetervoorstellen op het gebied van kwaliteitsbeheer en zorg. Initieert en is belast met het opzetten en actualiseren van kwaliteitsinstrumenten, werkbeschrijvingen en procedures op het gebied van kwaliteitsbeheer en de verbijzonderde interne controle. Stelt de verantwoordingsdocumenten over de uitvoering op t.b.v. college, raad en ministerie. Levert (een bijdrage aan) de managementinformatie t.b.v. audits en benchmarking. Voert audits uit op de kwaliteit van werkzaamheden van andere afdelingen.
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
33
Medewerker Kwaliteitsbeheer Sector Afdeling Functiecode Functienaam Code generiek functieprofiel Beschrijving generiek functieprofiel Formatieschaal Aantal fte
Publieksdiensten en Sociale Zaken Juridische Zaken en Beleid SW3907 Medewerker Kwaliteitsbeheer OS10 Professional E 10
Motivering voor indeling in profiel Vakinhoudelijk aanspreekpunt binnen de sector Sociale Zaken en Werk op het gebied van kwaliteitsbeheer. Verricht onderzoeken op het terrein van uitvoering van regelingen en werkzaamheden van de sector en opdrachtnemers, zowel periodiek als ad hoc. Ziet toe op de kwaliteit van de werkprocessen, de producten en verantwoording. Signaleert afwijkingen, adviseert en doet verbetervoorstellen op het gebied van kwaliteitsbeheer en zorg. Initieert en is belast met het opzetten en actualiseren van kwaliteitsinstrumenten, werkbeschrijvingen en procedures op het gebied van kwaliteitsbeheer en de verbijzonderde interne controle. Stelt de verantwoordingsdocumenten over de uitvoering op t.b.v. college, raad en ministerie. Levert (een bijdrage aan) de managementinformatie t.b.v. audits en benchmarking. Voert audits uit op de kwaliteit van werkzaamheden van andere afdelingen.
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
34
Medewerker Voorlichting & Communicatie Sector Publieksdiensten en Sociale Zaken Afdeling Juridische Zaken en Beleid Functiecode SW3931 Functienaam Medewerker Voorlichting & Communicatie Code generiek functieprofiel OS09 Beschrijving generiek functieprofiel Vakspecialist A Formatieschaal 09 Aantal fte
Motivering voor indeling in profiel Het ondersteunen van een werkproces, werkeenheid, of medewerkers deels door het uitvoeren van activiteiten (voorlichten) zowel intern als extern, en deels door operationele advisering. Zorgen dat medewerkers over die producten/diensten kunnen beschikken (folders, nieuwsbrieven, persberichten) en het voorbereiden van operationeel beleid binnen voorlichting/communicatie (communicatieplannen). Naast uitvoering en advies beleidsoriëntatie gericht op operationele aanpassingen van bestaand beleid in het vakgebied.
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
35
Reintegratie en Inkoop Sector Afdeling Functiecode Functienaam Code generiek functieprofiel Beschrijving generiek functieprofiel Formatieschaal Aantal fte
Publieksdiensten en Sociale Zaken Klantmanagement en Toetsing SW3005 Reintegratie en Inkoop DV10 Professional C 10
Motivering voor indeling in profiel Er is sprake van operationele advisering op ondersteunend vakgebied en gespecialiseerde vakinhoudelijke casusbehandeling. Deels gespecialiseerde vakinhoudelijke ondersteuning van beleid en management.
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
36
Arbeidsdeskundige Sector Afdeling Functiecode Functienaam Code generiek functieprofiel Beschrijving generiek functieprofiel Formatieschaal Aantal fte
Publieksdiensten en Sociale Zaken Klantmanagement en Toetsing SW3010 Arbeidsdeskundige DV10 Professional C 10
Motivering voor indeling in profiel Er is sprake van operationele advisering op ondersteunend vakgebied en gespecialiseerde vakinhoudelijke casusbehandeling. Deels gespecialiseerde vakinhoudelijke ondersteuning van beleid en management.
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
37
Klantmanager Sector Afdeling Functiecode Functienaam Code generiek functieprofiel Beschrijving generiek functieprofiel Formatieschaal Aantal fte
Publieksdiensten en Sociale Zaken Klantmanagement en Toetsing SZTT05 Klantmanager DV09 Vakspecialist A 9
Motivering voor indeling in profiel De werkzaamheden binnen het vakgebied van klantmanager betreffen minder concrete, maar operationele situaties/casussen e.d. Naast uitvoerende zitten er ook adviserende componenten in het takenpakket van de klantmanager. Problematiek binnen het vakgebied wordt via analyse zichtbaar gemaakt en oplossingen worden gezocht door toepassing van vakinhoud, regelgeving en procedures. De keuzeruimte daarbij wordt bepaald door interpretatie en afweging binnen gegeven kaders, dan wel door het beslissen in geval van het ontbreken van kaders. In het laatste geval worden nieuwe kaders voorgesteld/aangereikt. Oplossingen zijn feitelijke en afgeleid van eerdere uitgangspunten en afwegingen. De klantmanager levert mede door zijn signalerende functie ook een bijdrage aan de beleidsvoorbereiding binnen het vakgebied. Er is sprake van prioriteitstelling in het werk voor wat betreft werkindeling.
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
38
Klantmanager Sector Afdeling Functiecode Functienaam Code generiek functieprofiel Beschrijving generiek functieprofiel Formatieschaal Aantal fte
Publieksdiensten en Sociale Zaken Klantmanagement, Terugvordering en Administratie SZTTA05 Klantmanager DV 09 Vakspecialist A 9
Motivering voor indeling in profiel -
Vakgebied Er is sprake van keuzevrijheid binnen de kaders Adviserende rol
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
39
Werkcoach vluchtelingen Sector Afdeling Functiecode Functienaam Code generiek functieprofiel Beschrijving generiek functieprofiel Formatieschaal Aantal fte
Publieksdiensten en Sociale Zaken Klantmanagement en Toetsing SZTT10 Werkcoach vluchtelingen DV09 Vakspecialist A 9
Motivering voor indeling in profiel De werkzaamheden binnen het vakgebied van werkcoach vluchtelingen betreffen minder concrete, maar operationele situaties/casussen e.d. Naast uitvoerende zitten er ook adviserende componenten in het takenpakket van de werkcoach vluchtelingen. Problematiek binnen het vakgebied wordt via analyse zichtbaar gemaakt en oplossingen worden gezocht door toepassing van vakinhoud, werkmethodes en procedures. De keuzeruimte daarbij wordt bepaald door interpretatie en afweging binnen gegeven kaders. Oplossingen zijn feitelijke en afgeleid van eerdere uitgangspunten en afwegingen. Bij het ontbreken van kaders worden nieuwe kaders gezocht en voorgesteld. De werkcoach vluchtelingen levert mede door zijn signalerende functie ook een bijdrage aan de beleidsvoorbereiding binnen het vakgebied. Er is sprake van prioriteitstelling in het werk voor wat betreft werkindeling.
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
40
Medewerker Incasso Sector Afdeling Functiecode Functienaam Code generiek functieprofiel Beschrijving generiek functieprofiel Formatieschaal Aantal fte
Publieksdiensten en Sociale Zaken Klantmanagement, Terugvordering en Administratie SW1530 Medewerker Incasso OS07 Vakspecialist C 7
Motivering voor indeling in profiel Analyse binnen eigen deelvakgebied Interpretatie en eigen afweging Problematiek deels herkenbaar maar deels ook op te lossen door onderkenning en analyse
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
41
Medewerker Terugvordering en Verhaal Sector Publieksdiensten en Sociale Zaken Afdeling Klantmanagement, Terugvordering en Administratie Functiecode SW1535 Functienaam Medewerker Terugvordering en Verhaal Code generiek functieprofiel RH08 Beschrijving generiek functieprofiel Vakspecialist B Formatieschaal 8 Aantal fte
Motivering voor indeling in profiel Toepassen kennis van deelvakinhoud en niet alleen via werkprocessen procedures etc Zelfstandig kunnen toepassen van eigen deelvakinhoud Binnen goudenstandaardprofiel wordt de functie specifieker benoemd.
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
42
Medewerker Meldpunt Kinderopvang Sector Publieksdiensten en Sociale Zaken Afdeling Klantmanagement, Terugvordering en Administratie Functiecode SW1540 Functienaam Medewerker Meldpunt Kinderopvang Code generiek functieprofiel OS07 Beschrijving generiek functieprofiel Vakspecialist C Formatieschaal 7 Aantal fte
Motivering voor indeling in profiel -
Analyse binnen eigen deelvakgebied Interpretatie en eigen afweging Problematiek deels herkenbaar maar deels ook op te lossen door onderkenning en analyse
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
43
Medewerker Handhaving Kinderopvang Sector Publieksdiensten en Sociale Zaken Afdeling Klantmanagement, Terugvordering en Administratie Functiecode SZTA15 Functienaam Medewerker Handhaving Kinderopvang Code generiek functieprofiel RH 08 Beschrijving generiek functieprofiel Vakspecialist B Formatieschaal 8 Aantal fte
Motivering voor indeling in profiel -
Toepassen kennis van deelvakinhoud en niet alleen via werkprocessen procedures etc Zelfstandig kunnen toepassen van eigen deelvakinhoud Binnen gouden standaard profiel wordt de functie specifieker benoemd.
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
44
Senior Medewerker ITV/MKO Sector Afdeling Functiecode Functienaam Code generiek functieprofiel Beschrijving generiek functieprofiel Formatieschaal Aantal fte
Publieksdiensten en Sociale Zaken Klantmanagement, Terugvordering en Administratie SZTA10 Senior Medewerker ITV/MKO RH 09 Vakspecialist A 9
Motivering voor indeling in profiel -
Vakgebied Er is sprake van keuzevrijheid binnen de kaders Adviserende rol
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
45
Medewerker Uitkeringsadministratie Sector Publieksdiensten en Sociale Zaken Afdeling Klantmanagement, Terugvordering en Administratie Functiecode SW3514 Functienaam Medewerker Uitkeringsadministratie Code generiek functieprofiel BH08 Beschrijving generiek functieprofiel Vakspecialist B Formatieschaal 8 Aantal fte
Motivering voor indeling in profiel Zelfstandig oplossingen zoeken Coachen en begeleiden van medewerkers SZW en advisering op basis van deelvakgebied Keuzeruimte, interpretatie en afweging Probleemonderkenning en analyse Minder concrete situaties (vergt inschattingsvermogen) Ondersteuning van klantmanagers bij het vinden van de juiste oplossingen binnen de dagelijkse praktijk (Troubleshooting)
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
46
Medewerker Werkprocessen Sector Afdeling Functiecode Functienaam Code generiek functieprofiel Beschrijving generiek functieprofiel Formatieschaal Aantal fte
Publieksdiensten en Sociale Zaken Klantmanagement, Terugvordering en Administratie SW3932 Medewerker Werkprocessen OS10 Professional E 10
Motivering voor indeling in profiel -
-
Vakgebied Operationele adviesfunctie richting het management gericht op het primaire proces (procesmatige advisering uitkeringsverstrekking en integratiewerkzaamheden van sociale zaken ook in relatie tot ketenpartners) en er sprake is van een gespecialiseerde vakinhoudelijke casusbehandeling. Analyseert de behoeften en wensen en adviseert het management nav verricht onderzoek naar de mogelijkheden De oplossingen van de problematiek is feitelijk en wordt gevonden in het vakgebied De functie draagt tevens bij aan de ontwikkeling van producten en diensten hoofdzakelijk binnen het vakgebied maar heeft ook soms samenhang met andere vakgebieden / organisaties. Neemt vanuit zijn functie deel (als trekker ) aan projecten binnen de sector die ook samenhang hebben naar andere onderdelen van de organisatie en andere organisaties (bijvoorbeeld UWV/werkplein, inburgering, EKB project, beschikkingen project etc.)
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
47
Consulent Bijzondere Regelingen Sector Afdeling Functiecode Functienaam Code generiek functieprofiel Beschrijving generiek functieprofiel Formatieschaal Aantal fte
Publieksdiensten en Sociale Zaken Handhaving en Bijzondere Regelingen SW3412 Consulent Bijzondere Regelingen DV08 Vakspecialist B 8
Motivatie voor indeling in profiel Doel van de functie: Het behandelen van aanvragen voor de levering van producten en diensten aan burgers en het toekennen daarvan op basis van geldende wet, regelgeving en richtlijnen en onder voorwaarde dat de burger aan al zijn verplichtingen in dat kader heeft voldaan, zodat de burger over de gevraagde producten/diensten kan beschikken.
De koppeling met het waarderingssysteem FIR Het betreft werk als consulent bijzondere regelingen in het deelvakgebied Bijzondere Bijstand/armoedebestrijding in het vakgebied van de bijstandsverlening. Als vakspecialist is er sprake van werk in minder concrete situaties waarbij via analyse probleemoplossend gewerkt wordt (zie handelingsvrijheid 3) Door draagkrachtbepaling in de financiële situatie, en de afweging of voorzieningen Bijzondere en noodzakelijke kosten zijn voor het bestaan van die bepaalde cliënt wordt via een integrale probleemanalyse uiteindelijk een probleemoplossing bewerkstelligd.
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
48
Algemeen Medewerker HINT Sector Afdeling Functiecode Functienaam Code generiek functieprofiel Beschrijving generiek functieprofiel Formatieschaal Aantal fte
Publieksdiensten en Sociale Zaken Handhaving en Bijzondere Regelingen SW3420 Algemeen Medewerker bijzondere regelingen DV05 Uitvoerend medewerker B 5
Motivering voor indeling in profiel Verricht baliewerkzaamheden, waaronder telefoonbehandeling en informatieverstrekking. Adviseert en helpt met het invullen van formulieren en kijkt of aanvragen bijzondere bijstand compleet zijn. Staat bezoekers te woord en verwijst ze zo nodig door. Verricht eenvoudige administratieve werkzaamheden. Vult geautomatiseerde systemen (registratie werkzaamheden t.b.v. controle en gegevens uitvraag).
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
49
Toetser / Beslisser Sector Afdeling Functiecode Functienaam Code generiek functieprofiel Beschrijving generiek functieprofiel Formatieschaal Aantal fte
Publieksdiensten en Sociale Zaken Klantmanagement en Toetsing SW3925 Toetser / Beslisser RH09 Vakspecialist A 09
Motivering voor indeling in profiel Het doel van de functie is juridische beoordeling en toetsing op het vakgebied bijstandsverlening. Het betreft deels uitvoerende, deels adviserende activiteiten. De te behandelen problematiek is minder concreet (in de zin van minder feitelijk). De wijze waarop de functie wordt uitgevoerd, alsmede de te bereiken resultaten zijn concreet geformuleerd. De functie kent eveneens een beleidsoriëntatie: vanuit de uitvoeringspraktijk wordt informatie aan de afdeling JZB gegeven ten behoeve van beleidswerk op het vakgebied bijstandsverlening. De Toetser/Beslisser: Controleert gegevens en stukken aangaande aanvragen. Controleert berekeningen en beoordeelt de beschikking conform de verordening en de Abw. Signaleert knelpunten c.q. gewenste veranderingen in beleid of uitvoeringspraktijk Toetst de rapportage aan wet(ten), verordeningen en beleid. Adviseert ten aanzien van de aanpak van individuele cases. Beoordeelt rapportages op eventuele leemten, motivaties en mogelijkheden. Beslist over het al dan niet toekennen van de in het rapport en/of advies genoemde mogelijkheid. Verleent toestemming tot uitbetaling. Controleert of de genomen beslissingen zijn verwerkt. Controleert of beschikkingen zijn voorzien van een deugdelijke motivering. Bewaakt de standaardrapportages en brieven.
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
50
Balie- / informatiemedewerker Sector Afdeling Functiecode Functienaam Code generiek functieprofiel Beschrijving generiek functieprofiel Formatieschaal Aantal fte
Publieksdiensten en Sociale Zaken Handhaving en Bijzondere Regelingen SW3416 Balie- / informatiemedewerker DV07 Vakspecialist C 07
Motivering voor indeling in profiel Doel van de functie: Het verstrekken van informatie en diensten aan burgers, onder voorwaarde dat de burger aan al zijn verplichtingen in dat kader heeft voldaan, zodat de burger over de gevraagde diensten kan beschikken.
De koppeling met het waarderingssysteem FIR Er worden in de functie Balie- / informatiemedewerker uitvoerende taken verricht waarbij het contact met burgers centraal staat. Er wordt informatie gegeven en diensten verstrekt aan de burger. Er is sprake is van een eerste beperkte probleemanalyse, het onderzoeken van de vraag achter de vraag. Oplossingen worden door analyse gevonden binnen de kaders van wet en regelgeving, waarbij de functiehouder een eigen afweging maakt. De Balie- / informatiemedewerker is belast met eerste intake en inschrijving van cliënten voor aanvragen bijzondere bijstand en levensonderhoud en verricht hulpvraaganalyses conform de hiervoor gestelde methodieken. Ter controle en ondersteuning van het werk, wordt een eenvoudige administratie bijgehouden. De te behandelen problematiek in de functie is meervoudig. Bij afwijkende situaties maakt de balie informatie medewerker een afweging (interpretatie) binnen de beschikbare (opgelegde) kaders om tot een juiste beslissing te komen. Er is sprake van meervoudige problematiek, zoals schulden, ontslag, rouwverwerking, verlating en dergelijke waarbij elke keer een keuze gemaakt moet worden voor welke middelen opgestart dienen te worden. Hierbij wordt de Balie- / informatiemedewerker ondersteund door de bijstandsgids, en de beschreven werkprocessen op intranet.
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
51
Controle en Preventiemedewerker Sector Afdeling Functiecode Functienaam Code generiek functieprofiel Beschrijving generiek functieprofiel Formatieschaal Aantal fte
BO Publieksdiensten en Sociale Zaken Handhaving en Bijzondere Regelingen SW3707 Controle en Preventiemedewerker BO RH07 Vakspecialist C 7
Motivatie voor indeling in profiel Doel van de functie: Het verrichten van werkzaamheden met een juridische oriëntatie in het kader van regelgeving en handhaving, zoals opstellen conceptbeschikkingen, dossieronderzoek, toezicht en controle op naleving en afhandeling van geconstateerde overtredingen. Het verrichten van bijkomende activiteiten. Uitvoering handhavingsbeleid: Toezichthouder in het kader van de sociale zekerheid in het bijzonder de WWB in het kader van de WWB artikelen 17, 63 en 64 en Awb artikelen 5:11 t/m 5:20. In het geval van preventie is er sprake van een rapport in het kader onderzoek en huisbezoek in het kader van voorkoming fraude. Coaching van de klantmanager en de consulent bijzondere regelingen in het kader van controle en preventie Advisering: De controle preventie medewerker adviseert inzake casuïstiek bij beroepszaken en omtrent te nemen maatregelen, alsmede inzake uitvoering van beleid
De koppeling met het waarderingssysteem FIR Er worden in de functie Controle en Preventiemedewerker BO zonder opsporing uitvoerende taken verricht in het kader van regelgeving/handhaving. Dit heeft alleen betrekking op het deelvakgebied controle en preventie, in het vakgebied opsporing. Het gaat hierbij om concrete situaties zoals een aanvraag op het werkplein. De breedte van het werkterrein is dat van een deelvakgebied De taken hebben betrekking op uitvoering van wetten, toezicht en controle dossieronderzoek bij fraude, De te behandelen problematiek in de functie is meervoudig, en moeten via analyse zichtbaar gemaakt worden, bijvoorbeeld via huisbezoek en een rechtmatigheidonderzoek. De aard van het werk brengt met zich mee dat fraude of een poging daartoe, door de klant worden verdoezeld. Door fraude alert gedrag, analyse, toepassen van methoden van deductie en inductie de signalen te duiden zijn. Hierbij ligt het adagium en de prioriteit in het voorkomen van fraude, en niet in het opsporen.
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
52
Administratief Medewerker Gegevensbestanden Sector Publieksdiensten en Sociale Zaken Afdeling Handhaving en Bijzondere Regelingen Functiecode SW3720 Functienaam Administratief Medewerker Gegevensbestanden Code generiek functieprofiel BH07 Beschrijving generiek functieprofiel Vakspecialist C Formatieschaal 7 Aantal fte
Motivatie voor indeling in profiel Doel van de functie: Het beheren en onderhouden van technische installaties/gereedschappen (bestandssystemen) van de gemeente, via het verrichten van een geheel van bij elkaar passende taken, binnen kaders, richtlijnen en methoden van het deelvakgebied, zodat er steeds een optimaal gebruik van kan worden gemaakt door medewerkers en/of derden. Informatie spin in het web Genereren van informatie uit systemen en gegevens bestanden van onder andere de gemeente, inlichtingenbureau, SVB, belastingen en kadaster om een juiste check te kunnen doen op de rechtmatigheid van verstrekkingen en om armoede op te sporen in het kader van het armoedebeleid van de gemeente Hengelo Vergaard, interpreteert en verspreid informatie ten behoeve van armoedebeleid en handhavingsbeleid.
De koppeling met het waarderingssysteem FIR De Administratief Medewerker Gegevensbestanden is een vakspecialist op het deelvakgebied gebied van informatiebeheer en analyse. Het is de bedoeling door middel van analyse zowel de opsporing van fraude te vergemakkelijken als een inzicht te geven in de blinde vlekken van de armoedebestrijding binnen de gemeente. Er worden in de functie uitvoerende taken verricht die het beheer van databases van de gemeente tot doel hebben. De taken samen vormen een deelvakgebied. Binnen dit werk is het noodzakelijk analyses te maken van de gegevensstromen en die na interpreteren, zodanig te presenteren aan de beleidsafdeling en/of aan de opsporingsunit dat zij er mee aan het werk kunnen. Dit houdt een continue afweging van gegevens, presentatie van gegevens en inschatting van de waarde van gegevens in. Afweging en interpretatie gebeurt door toepassing van de bij de functie horende kaders. De wijze waarop de functie wordt uitgevoerd, alsmede de te bereiken resultaten zijn concreet geformuleerd en liggen nagenoeg vast. De Administratief Medewerker Gegevensbestanden kan prioriteiten stellen in de werkindeling.
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
53
Functienaam Sector Afdeling Functiecode Functienaam Code generiek functieprofiel Beschrijving generiek functieprofiel Formatieschaal Aantal fte
Personeel en Financiën Financiële Administratie PF25 Financieel medewerker sociale zaken OS09 Vakspecialist A 9 0,5
Motivering voor indeling in profiel o Spil in de financiële controle en verantwoording (Sisa, interne controle) voor Borne, Opstellen van rapportages terzake. o Ondersteuner en adviseur van de regisseur van Borne voor de financiële kaders; o Aanspreekpunt voor de afdeling financiën van Borne , de regisseur, de sectormanager Borne en in voorkomende gevallen de wethouder. o Ontwikkelen en ondersteuning bieden van managementinformatie in de nieuwe entiteit (combinatie vanuit functies); o Mede ontwikkelen van werkprocessen
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
54
Functienaam Sector Afdeling Functiecode Functienaam Code generiek functieprofiel Beschrijving generiek functieprofiel Formatieschaal Aantal fte
Informatie en Faciliteiten ICT IFICT35 Applicatiebeheerder sociale zaken OS09 Vakspecialist A 9 0,5
Motivering voor indeling in profiel Adequaat ingerichte applicatie, optimaal draaiend in de technische infrastructuur Adequate inhoudelijke advisering gebruikersorganisatie over (toekomstige) (on)mogelijkheden applicatie Adequate Managementinformatie beschikbaar Adequate gebruikersondersteuning betreffende het gebruik van de applicatie Voorkomen en adequaat oplossen van (zware) storingen. Adequaat afhandelen van (zware) wijzigingen. Onderhandelingsvaardig; technisch complex, vrijheid/controle achteraf, balans houden in de driehoek Beheer, Innovatie en Klant/Gebruiker.
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
55
Bijlage 3: Sociaal plan
Sociaal plan Samenwerken maakt sterker Samenwerking sociale zaken Borne en Hengelo
Tussen de ondergetekenden 1. 2.
Het Gemeentebestuur van Borne Het Gemeentebestuur van Hengelo
en de volgende organisaties van werknemers: a. ABVAKABO FNV b. CNV Publieke Zaak is, in het kader van de overdracht van taken van sociale zaken van de gemeente Borne naar de gemeente Hengelo en de daarmee gepaard gaande overgang van medewerkers van de gemeenten Borne naar de gemeente Hengelo ter aanvulling op het bepaalde in de verschillende gemeentelijke Sociaal Statuten van genoemde twee gemeenten, het volgende overeengekomen.
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
56
Begripsbepalingen Artikel 1 In dit Sociaal Plan wordt verstaan onder: a.
huidig bevoegd gezag
de gemeenten Borne en Hengelo;
b.
gemeente Hengelo
uitvoeringsorganisatie sociale zaken gemeente Hengelo
c.
organisatiewijziging
een belangrijke inkrimping of wijziging van de werkzaamheden van de gemeente (of een onderdeel daarvan) of een belangrijke wijziging van de laatst vastgestelde organisatiestructuur van de gemeente (of een onderdeel daarvan), die niet van tijdelijke aard is en die personele gevolgen met zich meebrengt, dan wel privatisering / verzelfstandiging of een publiekrechtelijke taakoverheveling;
d.
overgangsdatum
de datum waarop de taken van de gemeenten Borne worden overgedragen aan de gemeente Hengelo;
e.
de medewerker
degene die direct voorafgaand aan de overgangsdatum als ambtenaar in de zin van het Sociaal Statuut van Borne en Hengelo in dienst is van de desbetreffende gemeente;
f.
BAR
de Bornse Arbeidsvoorwaardenregeling;
g.
HAR
de Hengelose Arbeidsvoorwaardenregeling;
h.
toekomstige rechtspositie
de op het personeel van toepassing zijnde de HAR;
i.
sociaal plan
nadere afspraken gebaseerd op en aanvullend op het Sociaal Statuut van de gemeenten Borne en Hengelo met betrekking tot de personele en arbeidsvoorwaardelijke gevolgen van de samenwerking;
j.
sociaal statuut
het Sociaal Statuut van de gemeente Borne 2011, zoals opgenomen in bijlage VII van de BAR, het Sociaal Statuut van de gemeente Hengelo 2011, zoals opgenomen in hoofdstuk 28 van de HAR;
k.
plaatsingsadviescommissie
commissie als bedoeld in artikel 10;
l.
functie
een onder verantwoordelijkheid van de algemeen directeur aangegeven geheel van werkzaamheden, die duurzaam/ structureel vervuld moeten worden, gebaseerd op organisatorische doelstellingen;
m. oude functie
een functie die de medewerker laatstelijk voor de samenwerking vervulde;
n.
nieuwe functie
een functie die als zodanig is aangegeven in het functieboek;
o.
ongewijzigde functie
een functie die gelijk of nagenoeg (tenminste 75%) gelijk is aan de functie die de medewerker voor de samenwerking vervulde;
p.
passende functie
een passende functie is een functie van gelijkwaardig werk- en denkniveau, die de ambtenaar redelijkerwijs in verband met zijn
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
57
persoonlijkheid, omstandigheden en de voor hem bestaande vooruitzichten kan worden opgedragen. Een passende functie is doorgaans van hetzelfde functieniveau als de oude functie, maar kan ook van een hoger niveau of maximaal twee niveaus lager zijn dan de oude functie; q.
geschikte functie
een functie, die niet valt onder het begrip passende functie, maar die de medewerker redelijkerwijs kan worden opgedragen dan wel die hij bereid is te vervullen;
r.
functieboek
een overzicht van alle functies in de (nieuwe) organisatie dan wel van een onderdeel van de organisatie;
s.
bezoldiging
salaris, vermeerderd met het bedrag van de aan de medewerker toegekende emolumenten en (persoonlijke) toelagen, niet zijnde onkostenvergoedingen;
t.
salaris
het voor de medewerker geldende bedrag van de aan de medewerker toegekende schaal als bedoeld in artikel 3.1 van de CAR -UWO;
u.
salarisgarantie
de garantie als bedoeld in artikel 20;
v.
salarisperspectief
de opeenvolgende salarisperiodieken waarop de medewerker bij goed functioneren aanspraak kan maken;
w. persoonlijke toelage
de toelage, niet zijnde een functiegebonden toelage, waarmee het salaris wordt vermeerderd ingevolge de bezoldigingsregeling van de gemeenten Borne en Hengelo;
x.
functionele toelage
de toelage, niet zijnde de persoonlijke toelage, waarmee het salaris wordt vermeerderd ingevolge de bezoldigingsregeling van de gemeenten Borne en Hengelo;
y.
belangstellingsregistratie
de registratie als bedoeld in artikel 12;
z.
diensttijd
tijd doorgebracht in overheidsdienst in een aanstelling of arbeidsovereenkomst;
aa. OR
Ondernemingsraad van Borne en Hengelo;
bb. GO
Georganiseerd Overleg van Borne en Hengelo;
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
58
Hoofdstuk 1 algemeen Reikwijdte en werkingssfeer Artikel 2 1. 2.
3.
De afspraken in dit Sociaal Plan zijn van toepassing op de medewerkers betrokken bij de samenwerking sociale zaken Borne en Hengelo; De bepalingen in Hoofdstuk 2 van dit Sociaal Plan zijn voorts voor zover mogelijk van toepassing op zogenaamde herplaatsingskandidaten. Voorop staat hierbij dat invulling volgens Hoofdstuk 2 slechts dan aan de orde is, indien de procedure voor het personeel dat bij beide gemeenten op het vakgebied van sociale zaken is doorlopen. Daar waar in Hoofdstuk 2 gesproken wordt over medewerker dient in voorkomend geval als hiervoor genoemd onder lid 2 onder medewerker tevens te worden verstaan de zogenaamde herplaatsingskandidaten.
Aanstelling Artikel 3 1.
2.
Het huidig bevoegd gezag van de gemeente Borne verleent de medewerker met ingang van de overgangsdatum eervol ontslag wegens reorganisatie op grond van artikel 8:3 BAR. In afwijking van het bepaalde in de rechtspositie van de gemeente Borne behoeft geen opzegtermijn in acht te worden genomen en zal ook geen re-integratiefase aan de orde zijn als bedoeld in artikel 10d:5 van de BAR. Het bevoegd gemeente Hengelo verplicht zich met toepassing van dit Sociaal Plan de medewerkers van de gemeente Borne met ingang van de overgangsdatum een aanstelling te verlenen bij de gemeente Hengelo op grond van artikel 2:4 van de HAR, waarbij de aard en omvang van het dienstverband gelijk zal zijn.
Plaatsing/verplichting van het huidig en toekomstig bevoegd gezag Artikel 4 1. 2.
Vanwege de samenwerking zullen gedwongen ontslagen worden voorkomen. De gemeente Hengelo biedt de medewerker zoveel mogelijk een functie aan die materieel voor zoveel mogelijk overeenkomt met de functie die hij voor de overgangsdatum bij de gemeente waar hij werkzaam was, vervulde. Uitgangspunt hierbij is het adagium “Mens volgt werk”. 3. Hierbij zal aan de plaatsing en plaatsingsvolgorde invulling worden gegeven volgens een hierna te noemen plaatsingsprocedure. 4. Als de plaatsing bij de gemeente Hengelo niet slaagt, dan hebben betrokken gemeenten de verplichting om de medewerker: a. te herplaatsen in een andere functie binnen de beide gemeenten, dan wel b. te belasten met een samenstel van passende werkzaamheden binnen een van beide gemeenten, dan wel c. anderszins zorg te dragen voor in/of extern gerichte arbeidsbehoudende maatregelen conform de bepalingen in hoofdstuk 10d van de CAR-UWO.
Flankerend beleid Artikel 5 1.
In geval een medewerker bij plaatsing niet voldoet aan de competenties behorende bij de functie, zoals verwoord in de functiebeschrijving, stellen leidinggevende en medewerker een persoonlijk ontwikkelingsplan op. De uitvoeringskosten daarvan komen voor rekening van de werkgever.
Verplichtingen medewerker Artikel 6 1.
2.
De medewerker heeft de verplichting mee te werken aan zijn plaatsing binnen de gemeente Hengelo en in geval van bovenformatieve plaatsing aan één van de mogelijkheden als genoemd in artikel 4 van dit Sociaal Plan. De medewerker is gehouden alle medewerking te verlenen die nodig is voor een juiste toepassing van dit Sociaal Plan.
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
59
Arbeidsplaatsgarantie Artikel 7 1.
Indien voor 1 juli 2014 leidinggevende en medewerker gezamenlijk tot de conclusie komen dat de plaatsing als niet passend moet worden beschouwd, dan wordt de medewerker op een andere functie geplaatst bij de gemeente Hengelo. In geval daartoe geen formatie beschikbaar is, zal de medewerker weer in dienst treden bij de gemeente waar hij werkzaam was voor de plaatsing bij de gemeente Hengelo waarbij de bepalingen als genoemd in artikel 4 lid 4 gelden.
Hoofdstuk 2 plaatsingsprocedure Functieboek Artikel 8 1.
Voor de aanvang van de plaatsingsprocedure wordt een overzicht gemaakt van alle functies in de nieuwe organisatie in de vorm van een functieboek. 2. Het bevoegd gezag van de gemeente Hengelo stelt dit functieboek vast na instemming van de OR. 3. Het bevoegd gezag van de gemeente Hengelo stelt een lijst op van alle medewerkers voor wie geldt “Mens volgt werk” en voor wie voldoende plaatsingsruimte is. De betrokken medewerkers accorderen dit met een paraaf. 4. Deze lijst wordt aan de plaatsingsadviescommissie ter hand gesteld. 5. Het functieboek wordt tijdig, vóór aanvang van de plaatsingsprocedure, aan alle betrokken medewerkers ter kennis gebracht. 6. Voor alle medewerkers voor wie lid drie niet van toepassing is en die direct voorafgaand aan de samenwerking sociale zaken Borne en Hengelo werkzaam zijn binnen het proces van het huidige bevoegd gezag, vindt een plaatsingsprocedure plaats volgens hoofdstuk 2 van dit Sociaal Plan. De plaatsingsprocedure zal niet eerder starten dan nadat de OR heeft ingestemd met het functieboek. Voorkeursvolgorde plaatsing overige functies Artikel 9 1.
2.
3.
In aansluiting op het onder artikel 4 gestelde “Mens volgt Werk” zal het bevoegd gezag van de gemeente Hengelo met inachtneming van het zwaarwegend advies van de plaatsingsadviescommissie, de medewerker plaatsen met de volgende voorkeursvolgorde: de medewerker blijft zijn eigen, ongewijzigde functie vervullen binnen de gemeente Hengelo (dit geldt voor zowel de medewerkers van de gemeente Borne als de gemeente Hengelo); de medewerker wordt overgeplaatst naar een passende functie binnen de gemeente Hengelo; de medewerker wordt overgeplaatst naar een geschikte functie binnen de gemeente Hengelo. Indien meer dan één medewerker in aanmerking komt voor dezelfde functie binnen de gemeente Hengelo, dan geldt als plaatsingscriterium ‘de meest geschikte’. De plaatsingsadviescommissie stelt daarover een zwaarwegend advies op aan de hand van onder meer schriftelijke beoordelingen, opleiding en ervaring. Plaatsingsbesluiten als bedoeld in het eerste lid worden genomen met inachtneming van de plaatsingsprocedure zoals beschreven in de hierna volgende artikelen.
Plaatsingsadviescommissie Artikel 10 1.
2.
3.
Door het bevoegd gezag van de gemeente Hengelo wordt een plaatsingsadviescommissie ingesteld, waarin leden en plaatsvervangende leden worden aangewezen. Tevens wordt een ambtelijk secretaris aangewezen, die geen lid is van de plaatsingsadviescommissie en geen stemrecht heeft. De plaatsingsadviescommissie bestaat uit vier leden: een onafhankelijk voorzitter, die geen stemrecht heeft, twee leden met plaatsvervangende leden vanuit werkgeverszijde aangewezen, een lid van Borne en een lid van Hengelo en een lid met plaatsvervangend lid vanuit werknemerszijde aangewezen, waarbij de in het GO vertegenwoordigde werknemersorganisaties een lid met plaatsvervanger aanwijzen. De plaatsingsadviescommissie heeft tot taak aan het bevoegd van de gemeente Hengelo schriftelijk en gemotiveerd zwaarwegend advies uit te brengen omtrent de inpassing van de medewerkers in een functie in
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
60
4. 5.
6.
7.
bij de gemeente Hengelo. Dit advies is vertrouwelijk en wordt buiten de plaatsingsadviescommissie alleen kenbaar gemaakt aan betrokken medewerker en het bevoegd van de gemeente Hengelo. De vergaderingen van de plaatsingsadviescommissie zijn niet openbaar. De plaatsingsadviescommissie heeft het recht: a. tot het horen van medewerkers; b. tot het horen van informanten; de medewerker dient hierover vooraf te worden geïnformeerd en wordt in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze over de ingewonnen inlichtingen kenbaar te maken; c. tot het inzien van alle voor de plaatsing van belang zijnde stukken. De plaatsingsadviescommissie heeft de plicht de medewerkers te horen die daarom via het belangstellingsregistratieformulier als bedoeld in artikel 12 verzoeken. Daarnaast heeft de plaatsingsadviescommissie de plicht de medewerkers te horen ten aanzien van wie het voornemen bestaat om aan het bevoegd gezag van de gemeente Hengelo te adviseren betrokkenen niet in een door hem aangegeven voorkeursfunctie te plaatsen. Aan de plaatsingsadviescommissie worden in elk geval ter hand gesteld: een inventarisatieformulier met o.a. de salarisschaal, leeftijd, opleiding en werkervaring van de medewerker en de ongewijzigde functie (voorkeur 1) waarop de medewerker volgens het adagium “Mens volgt werk” geplaatst wordt; de voorkeur 2 en 3 van de medewerker, kenbaar gemaakt aan de hand van het functieboek via het belangstellingsregistratieformulier; het functieboek van het betreffende organisatieonderdeel van het bevoegd gezag van de gemeente Hengelo; de uitslag van een onderzoek, als bedoeld in artikel 11, echter niet eerder dan nadat de betrokken medewerker toestemming heeft verleend om de uitkomsten aan de plaatsingsadviescommissie voor te leggen.
Geschiktheidonderzoek/assessment Artikel 11 Teneinde tot een zo objectief en afgewogen mogelijk eindoordeel met betrekking tot de geschiktheid van kandidaten in de zin van het hiervoor genoemde artikel 9 lid 1 en 2 te komen, kunnen kandidaten in het kader van hun reflectie op functies binnen het betreffende organisatieonderdeel op verzoek van de plaatsingsadviescommissie gebruikmaken van een geschiktheidonderzoek / assessment. De medewerker is verplicht hieraan deel te nemen. De kosten komen voor rekening van de gemeente Hengelo. Voor beschikbaarstelling van gegevens wordt de beroepscode van het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP) gehanteerd. Belangstellingsregistratie Artikel 12 1. 2. 3.
Met inachtneming van artikel 8 lid 3, start de plaatsingsprocedure met een belangstellingsregistratie waarvan het format als bijlage bij dit Sociaal Plan is gevoegd. Op het belangstellingsregistratieformulier is voor de medewerker tevens ruimte om aan te geven of hij/zij behoefte heeft aan een gesprek met de plaatsingsadviescommissie als genoemd in artikel 10. Indien de medewerker geen gebruik maakt van de gelegenheid om een belangstellingsregistratieformulier in te dienen, dan wordt getracht hem een functie toe te wijzen welke zoveel als mogelijk overeenkomt met zijn functie bij het huidig bevoegd gezag met in achtneming van artikel 9 (voorkeursvolgorde).
Voornemen tot plaatsing Artikel 13 1.
2.
Aan de medewerker die wordt geplaatst in een ongewijzigde, passende dan wel geschikte functie, stuurt het bevoegd gezag van de gemeente Hengelo een voornemen tot plaatsing. Dit voornemen tot plaatsing wordt zoveel mogelijk op dezelfde dag aan elke betrokken medewerker individueel toegezonden. Aan het voornemen tot plaatsing kan door de medewerker geen recht op definitieve plaatsing worden ontleend. Tegen het voornemen tot plaatsing is geen bezwaar en beroep mogelijk op grond van de Algemene Wet Bestuursrecht.
Bedenkingen Artikel 14
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
61
1.
2. 3.
4.
5.
Indien de medewerker niet kan instemmen met het voornemen tot plaatsing als bedoeld in het voorgaande artikel kan hij binnen twee weken na dagtekening van het voorgenomen besluit zijn zienswijze in de vorm van bedenkingen schriftelijk en gemotiveerd tegen het voorgenomen besluit indienen bij het bevoegd gezag van de gemeente Hengelo. Indien de medewerker van deze gelegenheid geen gebruik maakt, wordt hij geacht met het voorgenomen besluit in te stemmen. Het bevoegd gezag van de gemeente Hengelio bevestigt de ontvangst van de bedenkingen en verzoekt de plaatsingsadviescommissie binnen drie weken een tweede advies uit te brengen. Het tweede advies wordt door de plaatsingsadviescommissie in voltallige zitting vastgesteld, nadat de medewerker die bedenkingen heeft ingediend, in de gelegenheid is gesteld om zijn standpunt toe te lichten. De medewerker heeft het recht zich ter zitting door een raadsman van eigen keuze te laten bijstaan. Indien een tweede advies strekt tot inpassing in een functie waarvoor reeds eerder een voornemen tot plaatsing is gedaan van een andere medewerker, waarover door deze laatste geen zienswijze is ingediend, wordt het tweede advies pas vastgesteld nadat de betrokken andere medewerker in de gelegenheid is gesteld zijn standpunt ter zake toe te lichten. Na ontvangst van het tweede advies als bedoeld in de vorige leden neemt het bevoegd gezag van de gemeente Hengelo een definitief besluit tot plaatsing.
Aanstellingsbesluit Artikel 15 1.
2.
3. 4.
5.
De medewerkers die een voornemen tot plaatsing in een functie in de gemeente Hengelo hebben ontvangen als bedoeld in artikel 13 of artikel 14 van dit plan, ontvangen zoveel mogelijk op één en dezelfde dag een schriftelijk aanstellingsbesluit dat ingaat op de datum van aanstelling bij het bevoegd gezag van de gemeente Hengelo. Van het bevoegd gezag van de gemeente Borne ontvangt de medewerker een besluit tot eervol ontslag in verband met ontslag bij reorganisatie conform artikel 8:3 van de BAR. De datum van aanstelling volgt direct aansluitend op de datum van ontslag. De besluiten op basis van de voorgaande leden van dit artikel, worden genomen op basis van het (eventueel tweede) advies van de plaatsingsadviescommissie. Bij deze besluiten (of in een bijlage behorende bij deze besluiten) worden de rechtspositionele nieuwe aanspraken vermeld die verband houden met de overgang van het huidig bevoegd gezag van de gemeente Borne naar het bevoegd gezag van de gemeente Hengelo. De medewerker kan binnen zes weken na dagtekening van het definitieve aanstellingsbesluit schriftelijk bezwaar maken bij het bevoegd gezag van de gemeente Hengelo. Tegen het ontslagbesluit van het bevoegd gezag van de gemeente Borne kan de medewerker bezwaar aantekenen bij dat bevoegd gezag waardoor het besluit genomen is.
Hoofdstuk 3 arbeidsvoorwaardelijke afspraken Arbeidsvoorwaarden Artikel 16 1.
2.
Op de medewerker is na indiensttreding bij de gemeente Hengelo, de voor de gemeente Hengelo geldende rechtspositie van toepassing (HAR), indien en voor zover in dit artikel of elders in dit Sociaal Plan niet anders is bepaald. Indien de HAR andere arbeidsvoorwaarden bevat c.q. andere aanspraken verleent dan de medewerker op grond van het Sociaal Statuut en dit Sociaal Plan toekomen, dan geldt de voor hem meest gunstige regeling.
Rechtspositie Artikel 17 1. 2.
3.
Voor zover daaromtrent in het Sociaal Statuut of in dit Sociaal Plan niet anders is bepaald is de rechtspositieregeling van de gemeenten Borne na de overgangsdatum niet meer van toepassing. Individuele afspraken tussen medewerkers en het huidig bevoegd gezag, die afwijken van respectievelijk aanvullend zijn op de algemeen geldende regelingen, worden vóór de overgangsdatum geïnventariseerd en zullen worden opgenomen in de door de gemeente Hengelo vast te stellen aanstellingsbesluiten. De voor de gemeente Hengelo geldende rechtspositie kan de individuele afspraken, bedoeld in het derde lid, niet aantasten. Persoonlijke rechten van medewerkers worden gerespecteerd.
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
62
Diensttijd Artikel 18 Het huidig bevoegd gezag stelt voor elke medewerker vast hoeveel dienstjaren hij in de zin van de thans op hem van toepassing zijnde rechtspositie heeft op de overgangsdatum.
Salaris en salarisontwikkeling Artikel 19 1. 2.
De medewerker behoudt bij indiensttreding bij de gemeente Hengelo bruto tenminste dezelfde bezoldiging als hij direct voorafgaand aan de overgangsdatum bij het huidig bevoegd gezag ontving. De vaststelling van het salaris geschiedt op hetzelfde schaalbedrag volgens bijlage IIb HAR, of indien het bruto bedrag niet voorkomt onder de schaalbedragen van de rechtspositie van de gemeente Hengelo, op het naast hogere schaalbedrag als in de functie die hij voor de overgangsdatum bij het huidig bevoegd gezag vervult.
Salarisgarantie en -perspectief Artikel 20 1.
2.
3.
4.
De medewerker heeft de garantie dat de periodieken en uiteindelijk het bruto maximumsalaris behorende bij de functieschaal van de functie die hij voor de overgang bij het huidig bevoegd gezag vervulde, volgens de BAR-systematiek bij tenminste goed functioneren in de nieuwe functie ook zullen worden toegekend bij de gemeente Hengelo. Deze garantie zal individueel worden vastgelegd door het huidig bevoegd gezag van de gemeente Borne en het bevoegd gezag van de gemeente Hengelo. Indien de medewerker bij de gemeente Hengelo niet in een functie van gelijk functioneel schaalniveau kan worden ingepast en een functie aanvaardt met een lager functioneel schaalniveau, dan blijven de garanties gelden als genoemd onder lid 1 van dit artikel in de vorm van een garantieschaal c.q. persoonlijke toelage. Indien de medewerker bij de gemeente Hengelo in een hoger gewaardeerde functie wordt ingepast zullen volgende periodieken, overeenkomstig de bepalingen van de rechtspositie geldend bij de gemeente Hengelo, worden toegekend. Indien de medewerker bij de gemeente Hengelo in een gewijzigde of nieuwe functie wordt aangesteld, en na functiewaardering blijkt dat de nieuwe functie niet van gelijk functioneel niveau is, dan zal de medewerker onder toepassing van de rechtspositie van de gemeente Hengelo met terugwerkende kracht tot de overgangsdatum in de nieuwe schaal worden ingepast en zijn de voorgaande leden en de daaruit voortvloeiende garanties in voorkomend geval van toepassing.
Vakantietoelage Artikel 21 De vakantietoelage die tot de overgangsdatum is opgebouwd bij het huidig bevoegd gezag wordt overgeschreven op rekening van het bevoegd gezag van de gemeente Hengelo en door het bevoegd gezag van de gemeente Hengelo uitbetaald in de eerstvolgende maand mei. Vakantieaanspraken Artikel 22 1.
2.
3.
De medewerker kan bij indiensttreding bij het bevoegd gezag van de gemeente Hengelo een maximum van 40 uur overschrijven van het basisverlof en leeftijdsverlof naar rato uitgerekend. Daarnaast worden de op de overgangsdatum, indien gelegen na 1 juli 2013, nog niet geëffectueerde vakantieaanspraken van de medewerker voor het lopende kalenderjaar overgenomen door het bevoegd gezag van de gemeente Hengelo. Al het meerdere dat de medewerker aan vakantieaanspraken heeft bij het huidig bevoegd gezag van de gemeente Borne zal op moment van de overgang, door het huidig bevoegd gezag worden uitbetaald volgens de daartoe geldende regels. Voor het vaststellen van het aantal leeftijdsverlofuren bij het bevoegd gezag van de gemeente Hengelo wordt uitgegaan van de datum van indiensttreding bij het huidig bevoegd gezag (op of na 1 januari 1997). De huidige rechten inzake leeftijdsverlofdagen worden derhalve gecontinueerd. Schriftelijke afspraken tussen medewerkers en het huidig bevoegd gezag met betrekking tot verlof, worden vóór de overgangsdatum geïnventariseerd en zullen worden opgenomen in een bijlage bij de door de gemeente Hengelo vast te stellen aanstellingsbesluiten.
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
63
Ambtsjubileum Artikel 23 Medewerkers die voor 1 juli 2018 bij de gemeente Hengelo een ambtsjubileum of gemeentelijk jubileum bereiken, dat bij het huidig bevoegd gezag van de gemeente Borne voor de overgang naar de gemeente Hengelo recht zou geven op een gratificatie, ontvangen bij het bereiken van bedoeld jubileum de gratificatie die dan geldt bij het bevoegd gezag van de gemeente Borne.
Studiefaciliteiten Artikel 24 1.
2.
De medewerker die vóór de overgangsdatum studiefaciliteiten geniet ingevolge de studie faciliteitenregeling van het bevoegd gezag van de gemeente Borne, wordt door het bevoegd gezag van de gemeente Hengelo in de gelegenheid gesteld de betreffende studie te voltooien onder gelijkblijvende condities; vanaf de overgangsdatum zijn de werkgeverslasten voor rekening van het bevoegd gezag van de gemeente Hengelo. Bij het ontslag bij het bevoegd gezag van de gemeente Borne ontstaan voor de medewerker geen terugbetalingsverplichtingen.
Hypotheekregeling Artikel 25 1.
2. 3.
In die gevallen dat het bevoegd gezag van de gemeente Borne een Woningfinancieringsregeling ambtenaren kent, geldt dat na de overgangsdatum geen nieuwe geldleningen onder verband van hypotheek bij de gemeente Borne kunnen worden afgesloten. Lopende leningen zullen worden gecontinueerd onder gelijkblijvende condities. De aflossingen op gecontinueerde leningen vinden plaats via het bevoegd gezag van de gemeente Hengelo door middel van inhoudingen op het salaris; afdrachten door het bevoegd gezag van de gemeente Hengelo aan de gemeente Borne die oorspronkelijk de geldlening heeft verstrekt, dienen maandelijks te geschieden.
Compensatieregeling wijziging standplaats Artikel 26 1. Aan de medewerker van wie, als gevolg van wijziging van standplaats van het bevoegd gezag van de gemeente Borne naar die van de gemeente Hengelo, de reisafstand van het dagelijks woon-werkverkeer in enkele reis met meer dan 4 kilometer toeneemt, wordt vanaf 1 juli 2013 of de overgangsdatum gedurende drie jaar een vergoeding toegekend naar keuze van de medewerker zoals deze in november voorafgaand aan het jaar waarover de vergoeding wordt verstrekt kenbaar maakt. De vergoeding wordt bepaald naar keuze van de medewerker op: a. een maandelijkse reiskostenvergoeding als omschreven in lid 2 dan wel b. een jaarlijkse vergoeding van een OV trajectkaart voor de extra reisafstand als omschreven in lid 4 dan wel een jaarlijkse gekapitaliseerde bruto afkoopsom, waarbij deze is gebaseerd op de reiskostenvergoeding als bedoeld in lid 2. De afkoopsom wordt steeds vooraf uitbetaald in de maand januari volgend op het keuzemoment. De medewerker, van wie in de maand van uitbetaling een vertrekdatum binnen de periode van het jaar waarover de afkoopsom wordt verstrekt vaststaat, ontvangt een bedrag naar rato van de resterende duur van het dienstverband. 2. De vergoeding als bedoeld in lid 1 onder a wordt bepaald volgens de formule: de toename in reisafstand v.v. tussen huis- en kantooradres zoals beschreven in lid 1, x de kosten gebaseerd op de voor woon-werkverkeer op het uitbetalingsmoment geldende fiscaal onbelaste vergoeding per kilometer x y/3 x 214 : 12 waarbij y het aantal werkdagen is waarop door de medewerker per week wordt gereisd. 3. De reisafstand als bedoeld in het eerste lid wordt bepaald aan de hand van de site www.routenet.nl, waarbij wordt berekend het verschil tussen de afstand “huisadres- kantooradres gemeente Hengelo“en “huisadres- huidig kantooradres” en wordt uitgegaan van de snelste route van huisadres tot kantooradres. In die gevallen waarin naar het oordeel van het bevoegd gezag van de gemeente Hengelo strikte toepassing van het in lid 1 gestelde leidt tot kennelijke onredelijkheid voor de medewerker geldt de hardheidsclausule als bedoeld in artikel 27. 4. De medewerker die gebruik maakt van het openbaar vervoer en die daarvoor een OV-trajectkaart heeft ontvangen en voor wie daardoor de reistijd per dag enkele reis met ten minste 30 minuten toeneemt, ontvangt in de jaren vanaf 1 juli 2013, 2014, 2015 tot 1 juli 2016 een gekapitaliseerde bruto afkoopsom. De hoogte van deze
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
64
afkoopsom wordt als volgt berekend: bruto uurloon x toegenomen enkele reistijd, voor zover meer dan 30 minuten, x 2 x y/3 x 214 dagen per jaar x 50%, waarbij y het aantal dagen is waarop de medewerker per week reist. De toegenomen enkele reisduur wordt daarbij bepaald aan de hand van www.9292OV.nl, en betreft het verschil tussen de reisduur van “huisadres- kantooradres gemeente Hengelo“ en die van “huisadres- huidig kantooradres”. De eerste uitbetaling van deze afkoopsom zal plaatsvinden bij de eerst mogelijke salarisuitbetaling na ondertekening van het Sociaal Plan samenwerking sociale zaken Borne en Hengelo, de volgende in de maand januari van het betreffende jaar. Hoofdstuk 4 slotbepalingen Hardheidsclausule Artikel 27 Wanneer toepassing van bepalingen van dit Sociaal Plan in individueel geval tot kennelijk onbillijke consequenties zou leiden, zal het bestuur van het bevoegd gezag van de gemeente Hengelo c.q. het bevoegd gezag van de gemeente Borne op verzoek van de betrokken medewerker van deze bepalingen in gunstige zin afwijken. Geschillencommissie Artikel 28 1.
2. 3.
4. 5. 6.
Er is een onafhankelijke geschillencommissie waarbij de medewerker, ten aanzien van wie het bevoegd gezag van de gemeente Hengelo een besluit heeft genomen betreffende de toepassing van het Sociaal Statuut dan wel van dit Sociaal Plan, binnen zes weken nadat hij redelijkerwijs kennis heeft kunnen nemen van dat besluit, bezwaar kan maken. Aanstellingsbesluiten als bedoeld in artikel 15 vallen niet onder voornoemde besluiten, bezwaren hiertegen worden conform de gebruikelijke procedure volgens de Algemene Wet Bestuursrecht behandeld. Indien het bevoegd gezag van de gemeente Hengelo nalaat binnen tien weken uitspraak te doen over een door de medewerker gedaan verzoek is eveneens bezwaar als bedoeld in het eerste lid mogelijk. De geschillencommissie bestaat uit drie personen, waartoe het bevoegd gezag van de gemeente Hengelo en de werknemersorganisaties die partij zijn bij dit Sociaal Plan ieder één persoon aanwijzen, welke beide personen gezamenlijk de derde persoon aanwijzen. De geschillencommissie regelt haar eigen werkwijze. Een uitspraak van de geschillencommissie is bindend voor partijen. Tegen besluiten van het bevoegd gezag van de gemeente Borne waardoor de medewerker in zijn belang wordt getroffen staat bezwaar en beroep volgens de Algemene Wet Bestuursrecht open.
Inwerkingtreding en werkingsduur Artikel 29 1. 2.
Dit Sociaal Plan treedt in werking op de dag waarop de gemeenten Borne en Hengelo tot bekrachtiging zijn overgegaan en nadat alle betrokken partijen dit Sociaal Plan hebben getekend. Het Sociaal Plan heeft een werkingsduur van 2 jaar en loopt van datum van inwerkingtreding tot 2 jaar na ingangsdatum, tenzij in enige bepaling van het Sociaal Plan uitdrukkelijk anders is bepaald.
Bijlagen Artikel 30 De bij het Sociaal Plan behorende bijlagen worden geacht deel uit te maken van dit Sociaal Plan. Citeertitel Artikel 31 Dit Sociaal Plan kan worden aangehaald als “Sociaal Plan samenwerking sociale zaken Borne en Hengelo”. Slotbepaling Artikel 32 In gevallen waarin dit Sociaal Plan niet voorziet beslist het bestuur van het bevoegd gezag van de gemeente Hengelo na overeenstemming van de werknemersorganisaties, gehoord partijen.
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
65
Aldus besloten door: Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Borne in de vergadering van ……………………………………… de secretaris,
de burgemeester,
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hengelo in de vergadering van ……………………………………… de secretaris,
Abvakabo FNV Namens deze Datum: Handtekening:
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
de burgemeester,
CNV Publieke zaak Namens deze Datum: Handtekening:
66
Samenwerking sociale zaken Borne en Hengelo FORMULIER BELANGSTELLINGSREGISTRATIE
a.
Algemene gegevens
Naam:
______________________________________________________
Adres:
______________________________________________________
Postcode/Woonplaats:
______________________________________________________
Telefoon werk:
______________________________________________________
Telefoon privé:
______________________________________________________
Geboortedatum:
______________________________________________________
Huidige werkgever:
Borne / Hengelo
Functie:
______________________________________________________
Datum in dienst bij huidige Gemeente:
______________________________________________________
Soort dienstverband:
aanstelling/ arbeidsovereenkomst sinds:_________________
Gevolgde opleidingen *
Datum diploma
___________________________________
_______________________
___________________________________
_______________________
___________________________________
_______________________
___________________________________
_______________________
___________________________________
_______________________
___________________________________
_______________________
desgewenst CV toevoegen
Op dit moment bezig met een opleiding?
O ja
Zo ja, welke?
___________________________________
Datum afronding?
___________________________________
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
O nee
67
Ervaring / verloop dienstverband: Werkgever *
Functie
Periode
______________________________ _______________________
________________
______________________________ _______________________
________________
______________________________ _______________________
________________
______________________________ _______________________
________________
______________________________ _______________________
________________
______________________________ _______________________
________________
* desgewenst CV toevoegen
Voorkeursfuncties (functie 1 is de ongewijzigde functie zie verder functieboek) Functie
Afdeling
1. ______________________
________________________________
2. ______________________
________________________________
3. ______________________
________________________________
Bent u bereid een opleiding te volgen voor bovenstaande functies 2 en 3? O ja
b.
O nee
Opmerkingen en/of aanvullingen
_______________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________ _____ _______________________________________________________________________________________ _______________________________________________________________ _____
Ik heb wel/geen behoefte aan een gesprek met de plaatsingsadviescommissie als genoemd in artikel 10 van het Sociaal Plan.
Datum:………………………………………………….
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
Handtekening: ….................................
68
Bijlage 4: Financiële onderbouwing (variant 2.0) 0. Variabelen: aantal FTE nieuwe entiteit normkosten personeelskosten normkosten huisvestingskosten normkosten overige overhead aantal cliënten Borne aantal cliënten Hengelo totaal aantal cliënten huidige organisatiekosten Borne huidige organisatiekosten Hengelo huidig aantal FTE Borne huidig aantal FTE Hengelo desintegratiekosten Borne desintegratiekosten Hengelo structurele kostprijs per cliënt
87,00 FTE € 59.800 € 6.990 € 29.715 243 1.976 2.219 € 983.835 € 7.913.650 10,50 FTE 81,50 FTE € 444.467 € 2.964.488 € 3.783,64
1. Begroting nieuwe organisatie Organisatiekosten * Personeelskosten 87 fte x € 59.800 * Genormeerde overheadkosten - Huisvestingskosten 87 fte x € 6.990 - Overige overhead 87 x € 29.715 * Directe organisatiekosten * Aanpassing huisvesting moet gedekt worden uit tarief huisvesting Totale structurele organisatiekosten 2. Frictiekosten * Harmonisatie arbeidsvoorwaarden * Proces- en projectkosten aangepaste versie regiegroep * Scholing * Reiskosten woon-werkverkeer * Bovenformatieven (1,0 fte gedurende 3 jaar x € 96.505) Totaal
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
5.202.600 608.100 2.585.200 p.m.
8.395.900 Structureel Incidenteel p.m.
p.m.
p.m.
210.000 25.000 p.m.
0
289.515 524.515
69
3. Vergelijk nieuwe en oude organisatie Totale jaarkosten nieuwe organisatie * Organisatiekosten * Frictiekosten Structurele jaarkosten
8.395.900 0 8.395.900
Huidige exploitatiekosten * Borne * Hengelo
983.835 7.913.650 8.897.485
Jaarlijkse theoretisch mogelijke besparing 4. Desintegratiekosten Opgegeven fte voor overhead SMS Desintegratiekosten per jaar Beperking door gebruik lokale loketten Netto desintegratiekosten per jaar Totale desintegratiekosten afbouwscenario 100, 75, 50 en 25%
Borne
Hengelo
501.585 Totaal
10,50
81,50
92,00
444.467 p.m. 444.467
2.964.488 p.m. 2.964.488
3.408.955 p.m. 3.408.955
1.111.168
7.411.220
8.522.388
1. % verdeling obv ingebrachte fte Borne Hengelo
1.111.167,50 7.411.220,00 8.522.387,50
13,04% 86,96% 100,00%
Totaal 2. Organisatiekosten Huidige exploitatiekosten Jaarlijks mogelijke besparing
8.395.900 8.897.485 501.585
Incidentele frictiekosten Desintegratiekosten
524.515 8.522.000 9.046.515
Bruto-terugverdientijd
18,04
3. Trekkingsrechten obv gemiddelde terugverdientijd trekkingsrechten Borne trekkingsrechten Hengelo
337.064 2.248.136
13,04% 86,96%
Totaal
2.585.200
100,00%
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
70
Nieuwe desintegratiekosten
Borne
Hengelo
Totaal
Opgegeven fte voor overhead SMS
10,50
81,50
92,00
Totale desintegratiekosten per jaar Trekkingsrechten
444.467 -337.064
2.964.488 -2.856.236
3.408.955 -3.193.300
Desintegratiekosten -/- trekkingsrecht en verevening Beperking door gebruik lokale huisvesting
107.403 p.m
108.252 p.m.
215.655 0
Netto desintegratiekosten per jaar
107.403
108.252
215.655
afbouwscenario 100, 75, 50 en 25% 1e jaar 2e jaar 3e jaar 4e jaar
107.403 80.552 53.702 26.851
108.252 81.189 54.126 27.063
215.655 161.741 107.828 53.914
Totale desintegratiekosten na 4 jaar
268.508
270.630
539.138
Borne
Hengelo
Totaal
7.476.475 7.913.650 -65.000 372.175
8.395.900 8.897.485 0 501.585
5. Netto terugverdientijden Organisatiekosten Huidige exploitatiekosten Vereveningscompensatie trekkingsrechten Jaarlijks mogelijke besparing
8.395.900 8.897.485 501.585
919.425 983.835 65.000 129.410
Incidentele frictiekosten Vereveningscompensatie 3 jaar Desintegratiekosten
524.515 0 539.100 1.063.615
57.439 -51.000 268.508 274.947
467.076 51.000 270.630 788.706
524.515 0 539.138 1.063.653
2,12
2,12
2,12
2,12
Netto-terugverdientijd
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
71
Bijlage 5: Systematiek verrekening uitvoeringskosten Ten aanzien van de systematiek van verrekening van de uitvoeringskosten wordt het volgende afgesproken: 1. Verdeelsleutel: aantal klanten (WWB/IOAW/IOAZ) van afzonderlijke gemeente in relatie met totaal aantal klanten vaststelling wordt bepaald via Cognos-rapport uit GWS4ALL 2. Vaststellen bedrag per klant: laatste variant (2.0) voor vaststelling resultaat samenwerking houdt rekening met meest actuele cijfers en aantallen per 1-1-2013. uitkomst variant 2.0 leidt tot bedrag per klant van afgerond € 3.785,--. dit genormeerde bedrag per klant wordt als uitgangspunt genomen voor de verrekening van de kosten. Dit bedrag wordt geïndexeerd met een vastgestelde indexbron en alleen gecorrigeerd door autonome ontwikkelingen (bv. wetswijziging). Dat er nog geen functieboek is incl. inschalingen en er dus nog geen duidelijk zicht is op de gevolgen hiervan is verdisconteerd in de normbedragen die we met elkaar hebben afgesproken. Dat is de basis voor de overeenstemming over de voorliggende berekening. 3. Hanteren index: Twentse gemeenten maken binnenkort een keuze over toe te passen indexering t.a.v. bijdragen gemeenschappelijke regelingen en samenwerkingsverbanden. De uitkomst hiervan wordt gebruikt voor indexering zoals genoemd onder punt 2. indexering wordt aantal jaren toegepast en daarna geëvalueerd. het bovenstaande wordt in overleg met beide gemeenten geregeld via de dienstverleningsovereenkomst of in het bijbehorende afsprakenregister. 4. Evaluatie: De hierboven beschreven afrekeningsystematiek wordt na 2 jaar geëvalueerd. Deze evaluatie kan met wederzijdse goedkeuring leiden tot aanpassing van de systematiek en/of de normbedragen. Opnemen in dienstverleningsovereenkomst c.q. afsprakenregister. 5. Voorcalculatie/begroting: centrumgemeente Hengelo maakt begroting 2014 voor zelfstandige kostenplaats entiteit SMS. basis is begrote formatie volgens functieboek, daarbij behorende inschalingen, kosten overhead centrumgemeente en overige kosten centrumgemeente (opleidingen, reiskosten, etc.). e uitkomst moet in lijn liggen van berekening variant 2 en eventuele afwijkingen 1 keer bespreken met Borne. normbedrag per klant kan eventueel met wederzijds goedvinden worden aangepast door autonome ontwikkelingen (b.v. wetswijziging). totaal saldo kostenplaats en aantal klanten per 1 januari voorafgaand aan begrotingsjaar (dus 1-1-2013) bepaalt bedrag per klant. voor volgende jaren maakt centrumgemeente begroting en brengt deze voor 1-12 voorafgaand aan begrotingsjaar ter kennis van Borne (zie dienstverleningsovereenkomst). deze werkwijze opnemen in afsprakenregister. 6. Facturering/tussentijds verrekenen: de uitkomst van het bedrag per klant en het aantal begrote klanten van Borne is basis voor de facturering. de facturering vindt periodiek per half jaar plaats. 7. Nacalculatie/afrekenen/btw-aspecten: centrumgemeente maakt via jaarcijfers nacalculatie kostenplaats entiteit SMS t.b.v. analyses eigen bedrijfsvoering.
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
72
vanwege keuze voor indexeren (zie onder 3) hiervoor geen nacalculatie richting Borne. wel nacalculatie richting Borne op basis van gemiddeld aantal klanten. de risico’s worden samen gedeeld volgens de overeengekomen verdeelsleutel aantal klanten. vaststelling gemiddeld aantal klanten op basis periodieke metingen. Meest zuivere is het aantal klanten per de 1e van de maand, dit te salderen en te delen door 12. gegevens zijn aanwezig via Cognos-rapportage uit GWS4ALL.
Om te voorkomen dat de centrumgemeente btw in rekening moet brengen en de andere gemeente deze later niet meer kan compenseren kiezen we voor de volgende uitgangspunten: de centrumgemeente betaalt in 1e instantie alle kosten. de kosten worden volgens een van te voren vaststaande verdeelsleutel omgeslagen. de risico’s worden samen gedeeld volgens een overeengekomen verdeelsleutel.
nacalculatie vindt plaats op basis van het begrote bedrag per klant vermenigvuldigd met gemiddeld aantal klanten over kalenderjaar. Dit gemiddelde wordt vastgesteld door saldo van elke 1e van de maand te delen door 12. Opnemen in afsprakenregister.
Met de Belastingdienst wordt vastgelegd dat deze handelwijze geen btw-heffing oplevert.
8. Verevening compensatie trekkingsrechten: in variant 2.0 zijn trekkingsrechten financieel vertaald. Deze zullen echter onder andere in formatie moeten worden omgezet. Voor de invulling van deze trekkingsrechten wordt een plan gemaakt, waarbij formatie met centrumgemeente kan worden gewisseld en kan worden “afgestreept” op het bedrag van trekkingsrechten. De verantwoordelijke leidinggevenden binnen Hengelo en Borne stellen, met ondersteuning van de werkgroep P&O, dit plan op. voor zover trekkingsrechten niet worden gerealiseerd zal er jaarlijks een financiële verrekening plaatsvinden van het restantbedrag trekkingsrechten.
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
73
Bijlage 6: Juridische vormgeving Gemeenschappelijke regeling Borne Hengelo, De colleges van burgermeester en wethouders van de gemeenten Borne en Hengelo; Overwegende: dat de gemeenten Borne en Hengelo wensen samen te werken op het terrein van sociale zaken teneinde: - de kwaliteit van de dienstverlening te versterken; - de continuïteit van de dienstverlening te waarborgen; - de efficiency en effectiviteit van algemene en meer specialistische taken te vergroten dat de colleges van burgemeester en wethouders van hun gemeenteraden daartoe de vereiste toestemmingen hebben gekregen; dat de colleges hebben ingestemd met het Beslisdocument Samenwerken maakt Sterker als basis voor de nadere uitwerking; dat het voornemen bestaat om met ingang van 1 juli 2013 de samenwerking operationeel te hebben en de taken door een uitvoeringsorganisatie binnen de organisatie van de gemeente Hengelo te laten uitvoeren; dat de gemeenten Borne en Hengelo, gelet op de Wet op de gemeenschappelijke regelingen en de overwegingen in het Beslisdocument, kiezen voor de centrumgemeente-constructie;
b e s l u i ten : vast te stellen de GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING SAMENWERKING SOCIALE ZAKEN Borne en Hengelo Artikel 1 Algemene bepalingen Deze regeling verstaat onder: a) gemeenten: de aan deze regeling deelnemende gemeenten; b) centrumgemeente: de gemeente Hengelo; c) uitvoeringsorganisatie: de onderdelen van de organisatie van de gemeente Hengelo, waaraan de uitvoering van de in deze regeling beschreven bevoegdheden organisatorisch is toegekend; d) portefeuillehoudersoverleg: het periodiek overleg tussen de portefeuillehouders sociale zaken van de gemeenten. e) uitvoerende bevoegdheden: de bevoegdheden als genoemd in de mandaatregeling Samenwerking Sociale Zaken Borne en Hengelo op grond van o.m. de Wet werk en bijstand, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004, de Wet investeren in jongeren, de Wet op de kinderopvang en de Wet inburgering. f) dienstverleningsovereenkomst; de overeenkomst tussen de centrumgemeente en de deelnemende gemeente, waarin afspraken zijn vastgelegd over de prijs en kwaliteit van de te leveren diensten en producten. g) overhead: de kosten bestaande uit huisvestingskosten en overige overhead, met uitzondering van personeelskosten en directe organisatiekosten. h) trekkingsrechten: het in geld uitgedrukte aandeel dat beide gemeenten hebben in de invulling van de overige overhead gebaseerd op het aandeel dat beide gemeenten hebben in de totale desintegratiekosten. Artikel 2 Doel en reikwijdte van de regeling 1. De regeling wordt getroffen ter uitoefening van de uitvoerende bevoegdheden, die zijn opgenomen in het Mandaatbesluit samenwerking sociale zaken Borne en Hengelo 2013, die als bijlage is gehecht aan deze regeling (bijlage 1). 2. De overige (beleids)matige bevoegdheden, behoren toe aan de afzonderlijke raden en colleges van de deelnemende gemeenten, ieder voor zover het hun bevoegdheid betreft.
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
74
Artikel 3 Uitvoeringsorganisatie en personeel 1. De uitvoeringsorganisatie bestaat uit een front- en een backoffice. In elk van de deelnemende gemeenten is een frontoffice gevestigd. De backoffice is gevestigd in de centrumgemeente. 2. De uitvoeringsorganisatie wordt ingericht overeenkomstig het bedrijfsplan, zoals dat door de deelnemende gemeenten is vastgesteld. 3. De medewerkers van de uitvoeringsorganisatie zijn in dienst van de centrumgemeente en werkzaam onder verantwoordelijkheid van het college van de centrumgemeente. De rechtspositieregeling van de centrumgemeente is van toepassing op deze medewerkers. 4. De uitvoeringsorganisatie wordt aangestuurd door de leidinggevende(n) die daar door het college van burgemeester en wethouders van de centrumgemeente toe is (zijn) aangewezen. Artikel 4 Bedrijfsplan 1. Op voorstel van de uitvoeringsorganisatie stellen de colleges van de deelnemende gemeenten tweejaarlijks een bedrijfsplan vast, dat is gericht op de planning & controlcyclus van de uitvoeringsorganisatie. 2. In dit plan wordt in ieder geval beschreven: - welk beleid de deelnemende gemeenten gezamenlijk hanteren; - welk beleid de deelnemende gemeenten afzonderlijk hanteren; - welke middelen hiertoe worden ingezet. 3. Partijen beogen om hun beleid zo veel als mogelijk is, met inachtneming van een ieders autonomie, te uniformeren. 4. Het bedrijfsplan wordt vastgesteld vóór 1 december van het jaar, voorafgaand aan de jaren waarop het plan betrekking heeft, met dien verstande dat het eerste bedrijfsplan is vastgesteld met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze gemeenschappelijke regeling. 5. Op basis van het bedrijfsplan wordt door de leiding van de uitvoeringsorganisatie elk kwartaal een managementrapportage uitgebracht, die ter kennisname wordt voorgelegd aan de colleges van de deelnemende gemeenten. Artikel 5 Dienstverleningsovereenkomst 1. De werkzaamheden die de uitvoeringsorganisatie uitvoert zijn nader omschreven en vastgelegd in een dienstverleningsovereenkomst (DVO) met de gemeente Borne, die als bijlage (Bijlage 2) deel uitmaakt van deze regeling. Artikel 6 Portefeuillehoudersoverleg 1. De portefeuillehouders sociale zaken van de deelnemende gemeenten komen eens per half jaar in overleg bijeen en worden hierbij ondersteund door de accounthouders van de deelnemende gemeenten. Dit overleg wordt voorbereid door de uitvoeringsorganisatie in samenspraak met de accounthouders. De leiding van de uitvoeringsorganisatie is aanwezig bij dit overleg en adviseert de portefeuillehouders over de aan de orde zijnde onderwerpen. 2. Op de agenda van dit overleg staan in ieder geval de volgende onderwerpen: - de algemene gang van zaken rond de samenwerking; - het beleidsplan; - de kwartaalrapportage; - de dienstverleningsovereenkomst; - de planning en control-documenten van de uitvoeringsorganisatie. Artikel 7 Financiële bepalingen 1. De systematiek van de bijdrage in de uitvoeringskosten wordt opgenomen in het bedrijfsplan en vindt jaarlijks zijn weerslag in de begroting van de uitvoeringsorganisatie. 2. Uitgangspunt is dat de verdeelsleutel wordt gebaseerd op het aantal klanten van de afzonderlijke deelnemer in relatie tot het totaal aantal klanten van de uitvoeringsorganisatie 3. De in lid 1 bedoelde bijdrage wordt jaarlijks in twee termijnen bij wijze van voorschot voldaan, te weten vijftig procent voor 1 april en vijftig procent voor 1 oktober. 4. Het verschil tussen de trekkingsrechten en de invulling hiervan worden jaarlijks door de uitvoeringsorganisatie voor elk van de gemeenten opgenomen in de jaarrekening, waarvan mededeling wordt gedaan.
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
75
5. In de jaarrekening van de uitvoeringsorganisatie wordt de door elk van de deelnemende gemeenten over het betreffende boekjaar verschuldigde bijdrage opgenomen, waarvan eveneens mededeling wordt gedaan. 6. Na vaststelling van de saldi, als bedoeld in de leden 4 en 5, vindt voor 1 augustus van elk jaar definitieve afrekening plaats. 7. De door het Rijk verstrekte (doel)uitkeringen en andere fondsen in het kader van de Wet Werk en Bijstand worden aangevraagd en beheerd voor de afzonderlijke gemeenten. Artikel 8 Archief 1. Het college van de centrumgemeente is belast met de zorg voor en het toezicht op de bewaring en het beheer van de archiefbescheiden van de uitvoeringsorganisatie. 2. De gemeente Borne draagt het beheer van de archiefbescheiden op aan de gemeente Hengelo, onverminderd de verantwoordelijkheid van het college van B&W van Borne als zorgdrager op basis van de Archiefwet 1995. 2. Voor de bewaring van de grond van artikel 12 van de Archiefwet 1995 over te brengen bescheiden wijst het college van de centrumgemeente een Bewaarplaats, als bedoeld in de wet, aan. 3. De gemeente Borne draagt er zorg voor dat de Archiefverordening en andere van toepassing zijnde regelgeving het beheer van de archiefbescheiden door de gemeente Hengelo mogelijk maken. 4. Nadere afspraken over het archief- en informatiebeheer worden vastgelegd in de dienstverleningsovereenkomst. Artikel 9 Bezwaar, beroep en klachten 1. De uitvoeringsorganisatie behandelt bezwaar- en beroepschriften, met inachtneming van de werkwijze van de deelnemende gemeenten . 2. Het beslissen op bezwaarschriften blijft voorbehouden aan de deelnemende gemeenten. 3. Klachten over gedragingen van medewerkers van de uitvoeringsorganisatie worden behandeld overeenkomstig de klachtenregeling van de centrumgemeente. Artikel 10 Informatie en verantwoording 1. Indien één of meer leden van de colleges of raden van de deelnemende gemeenten schriftelijk inlichtingen vraagt, waarvan het belang niet in strijd is met het openbaar belang, dan geeft het college van de centrumgemeente deze inlichtingen binnen zes weken aan het betreffende bestuursorgaan. 2. Het college van de centrumgemeente brengt voor 1 april verslag uit aan de deelnemende gemeenten over de wijze waarop het samenwerkingsverband in het voorafgaande jaar van zijn uitvoerende bevoegdheden gebruik heeft gemaakt. 3. De centrumgemeente draagt met inachtneming van de wettelijke kaders namens de deelnemende gemeenten zorg voor informatie- en verantwoordingsplichten jegens derden. Artikel 11 Toetreding, uittreding, wijziging en opheffing 1. Toetreding tot de regeling door derden behoeft de goedkeuring van de raden en de colleges van de deelnemende gemeenten, ieder voor zover het hun eigen bevoegdheden betreft. 2. Een deelnemer kan uittreden uit de regeling. 3. Gedurende vier jaren na de datum van toetreding tot de regeling het niet mogelijk is om uit de regeling te treden. 4. Voor uittreding uit de regeling wordt een opzegtermijn van tenminste één jaar in acht genomen. 5. Uittreding vindt plaats aan het einde van het kalenderjaar. 6. Een deelnemer die uit de regeling wenst te treden maakt, na verkregen toestemming van de gemeenteraad, zijn voornemen tot uittreding bij aangetekend schrijven kenbaar aan de centrumgemeente en overige deelnemers. 7. De financiële en personele gevolgen van uittreding, waaronder mede moet worden begrepen de daardoor ontstane wachtgeldverplichtingen, komen voor rekening van de uittredende gemeente. 8. Voor de vaststelling van de financiële gevolgen van uittreding als bedoeld in het vorige lid, wordt voorafgaande aan die uittreding door de deelnemende gemeenten gezamenlijk advies gevraagd aan een onafhankelijke externe deskundige. Het advies van deze deskundige is voor de deelnemende gemeenten bindend. De kosten voor het inschakelen van de deskundige zijn voor rekening van de uittredende gemeente. 9. Deze regeling kan worden gewijzigd, dan wel worden opgeheven na een daartoe strekkend gelijkluidend besluit van de raden en de colleges van de deelnemende gemeenten, ieder voor zover het hun eigen verantwoordelijkheid betreft.
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
76
10. Een besluit tot opheffing van de regeling gaat vergezeld van een liquidatieplan, vast te stellen door de raden van de deelnemende gemeenten. Het liquidatieplan voorziet in de verplichting van de deelnemende gemeenten tot deelneming in de financiële gevolgen van de opheffing, in de gevolgen voor het personeel en in de gevolgen van het door de gemeenten wederom zelfstandig uitvoeren van de regelgeving als vermeld in artikel 2 van deze regeling, alsmede in de gevolgen voor het archief. 11. Het college van de centrumgemeente is belast met de voorbereiding en uitvoering van de liquidatie. Artikel 12 Geschillen 1. Over geschillen tussen de deelnemers onderling omtrent de toepassing, in de ruimste zin, van deze regeling wordt beslist door het college van gedeputeerde staten. 2. Het verzoek aan het college van gedeputeerde staten vindt niet plaats dan nadat partijen zich gedurende drie maanden tot het uiterste hebben ingespannen het geschil in onderling overleg op te lossen. Artikel 13 Bijlagen De volgende maken onderdeel uit van deze gemeenschappelijke regeling: Bijlage 1: Mandaatbesluit samenwerking sociale zaken Borne-Hengelo 2013 Bijlage 2: Dienstverleningsovereenkomst samenwerking sociale zaken Borne-Hengelo, met dien verstande dat deze bijlagen in de loop der tijd kunnen worden geactualiseerd. Artikel 14 Slotbepalingen 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2013. 2. Het college van de centrumgemeente zendt deze regeling aan Gedeputeerde Staten van Overijssel. 3. De colleges van de deelnemende gemeenten dragen op de gebruikelijke wijze zorg voor bekendmaking van de regeling. 4. Deze regeling kan worden aangehaald als “gemeenschappelijke regeling samenwerking sociale zaken Borne en Hengelo”.
Aldus vastgesteld door:
Het college van B&W van Borne op……. de secretaris,
de burgemeester,
Het college van B&W van Hengelo op……. de secretaris,
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
de burgemeester,
77
Bijlage 7: Mandaatbesluit Mandaatbesluit samenwerking sociale zaken Borne - Hengelo 2013 Bijlage 1 bij gemeenschappelijke regeling samenwerking sociale zaken Borne Hengelo Artikel 1 In dit besluit wordt verstaan onder: Wwb: Wet werk en bijstand; Ioaw: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers; Ioaz: Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen; Bbz 2004: het Besluit bijstandverlening zelfstandigen; Wk: Wet op de kinderopvang; Wi: Wet inburgering.
Artikel 2 1. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Borne mandateert aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hengelo de hem toekomende bevoegdheden tot het nemen van besluiten, op aanvraag, dan wel ambtshalve, en het verrichten van feitelijke handelingen ter voorbereiding op en uitvoering van de hierna genoemde regelgeving: de Wwb; de Ioaw; de Ioaz; het Bbz 2004; de Wk; de Wi en de met deze wetten of de uitvoering van deze wetten samenhangende wet- en regelgeving, waaronder de Wet openbaarheid van bestuur en de Wet bescherming persoonsgegevens,de door de raad van de gemeente Borne vastgestelde verordeningen en door het college van de gemeente Borne vastgestelde beleidsregels. 2. De in het eerste lid bedoelde bevoegdheden omvatten niet de bevoegdheid om te beslissen op bezwaarschriften en evenmin het instellen van hoger beroep tegen uitspraken van de rechtbank. 3. Het college van burgemeester en wethouders van Borne machtigt het college van burgemeester en wethouders van Hengelo hem in rechte te vertegenwoordigen, voor zover het betreft rechtsgedingen die betrekking hebben op de in het eerste lid bedoelde uitvoering en staat het college van burgemeester en wethouders van Hengelo toe om aan hem ondergeschikte personen ondermandaat, ondertekeningsmandaat, ondervolmacht en ondermachtiging te verlenen. De uitoefening van de bevoegdheden vindt plaats in overeenstemming met het vigerende Mandaatbesluit van de gemeente Hengelo, met dien verstande dat wordt aangegeven dat de bevoegdheid wordt uitgeoefend namens het bevoegde bestuursorgaan van de gemeente Borne. 4. De burgemeester van Borne machtigt de burgemeester van Hengelo om de gemeente Borne in en buiten rechte te vertegenwoordigen voor zover het betreft aangelegenheden die betrekking hebben op de in het eerste lid bedoelde uitvoering, en staat de burgemeester van Hengelo toe om aan het college van burgemeester en wethouders van Hengelo ondergeschikte personen ondermandaat, ondertekeningsmandaat, ondervolmacht en ondermachtiging te verlenen. De uitoefening de bevoegdheden vindt plaats in overeenstemming met het vigerende Mandaatbesluit van de gemeente Hengelo met dien verstande dat wordt aangegeven dat de bevoegdheid wordt uitgeoefend namens het bevoegde bestuursorgaan van de gemeente Borne. Artikel 3 Ingeval van ondermandaat en indien in concrete gevallen een afzonderlijk mandaatbesluit wordt genomen, zijn de bepalingen van dit besluit van overeenkomstige toepassing.
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
78
Artikel 4 Dit besluit treedt in werking op de dag na die waarop het is bekend gemaakt. Artikel 5 1. Dit besluit kan worden aangehaald als: ‘Mandaatbesluit samenwerking sociale zaken Borne Hengelo 2013’. 2. De ‘Regeling inzake attributie, delegatie, mandaat en volmacht 2010 gemeente Borne’ blijft buiten toepassing voor zover het de in dit mandaatbesluit opgenomen bevoegdheden betreft.
Borne, (datum) College van burgemeester en wethouders van Borne, de secretaris, de burgemeester,
J.H.R. Baveld
mr. drs. R.G. Welten
De burgemeester van Borne,
mr. drs. R.G. Welten
Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Hengelo stemmen ingevolge artikel 10:4 van de Algemene wet bestuursrecht in met de opgedragen bevoegdheden. Hengelo, (datum) College van burgemeester en wethouders van Hengelo, de secretaris, de burgemeester,
ir. W. Licht
drs. S.W.J.G. Schelberg
De burgemeester van Hengelo,
drs. S.W.J.G. Schelberg
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
79
Bijlage 8: Dienstverleningsovereenkomst Dienstverleningsovereenkomst samenwerking sociale zaken Borne-Hengelo Bijlage 2 bij gemeenschappelijke regeling samenwerking sociale zaken Borne Hengelo De ondergetekenden: De publiekrechtelijke rechtspersoon de gemeente Hengelo, gevestigd te Hengelo, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de Wethouder van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, mevrouw M. ten Heuw, hierbij handelende ter uitvoering van een besluit van het college van burgemeester en wethouders van xx juni 2013, hierna te noemen: “Hengelo” en de publiekrechtelijke rechtspersoon de gemeente Borne, gevestigd te Borne, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de Wethouder Sociale Zaken, de heer A.T. Albers, hierbij handelende ter uitvoering van een besluit van het college van burgemeester en wethouders van xx 2013, hierna te noemen: “Borne”, Hengelo en Borne hierna tezamen te noemen “Partijen”.
Nemen het volgende in overweging: Partijen hebben besloten dat Hengelo, met ingang van 1 juli 2013, werkzaamheden zal verrichten voor Borne, ter volledige uitvoering van de klantencontacten en de daaruit vloeiende (proces)handelingen en verwerking van gegevens ten behoeve van de uitvoering van de regelgeving sociale zekerheid, zoals nader aangegeven in het Mandaatbesluit samenwerking sociale zaken Borne en Hengelo 2013. Partijen willen in deze Overeenkomst de in dat kader gemaakte afspraken over de te verrichten werkzaamheden door Hengelo, de door Borne verschuldigde vergoeding en de wederzijdse rechten en verplichtingen nader uitwerken. Partijen hebben de intentie uitgesproken om te komen tot een goede samenwerking. Dit betekent dat op hoofdlijnen en meer in detail een aantal praktische zaken duidelijk geregeld moet zijn. Redelijkheid en billijkheid zijn hierbij voor Partijen de belangrijkste uitgangspunten. Mocht toepassing van de bepalingen in deze Overeenkomst leiden tot onbillijkheden van overwegende aard, dan kunnen Partijen in voorkomende gevallen in gezamenlijk overleg en met wederzijds goedvinden besluiten om hiervan af te wijken, om tot een voor beide Partijen bevredigende oplossing te komen. Komen het volgende overeen: Artikel 1 Begripsomschrijvingen Overeenkomst: De onderhavige Overeenkomst met bijbehorende Bijlagen. Gemeenschappelijke regeling: de gemeenschappelijke regeling samenwerking sociale zaken Borne en Hengelo. Dienstverlening: Het geheel aan overeengekomen werkzaamheden ter uitvoering van de onderliggende wetgeving en zoals nader omschreven in de Afsprakenregister (bijlage 1). Uitvoeringsorganisatie: Het geheel van mensen, middelen, maatregelen en procedures binnen Hengelo, dat betrokken is bij de Dienstverlening, inclusief het geautomatiseerd en niet-geautomatiseerd verwerken van gegevens.
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
80
Artikel 2
Voorwerp van de Overeenkomst en wijzigingen
2.1 Borne geeft aan Hengelo opdracht tot het verlenen van Diensten overeenkomstig het in de Overeenkomst bepaalde, welke opdracht hierbij door Hengelo wordt aanvaard. Hengelo zal haar dienstverlening onder haar eigen verantwoordelijkheid en met behulp van haar Uitvoeringsorganisatie verrichten. 2.2 Beide Partijen zijn bevoegd schriftelijke voorstellen te doen tot wijziging van de Overeenkomst en de Bijlagen. De wederpartij dient uiterlijk binnen twee maanden na ontvangst van het voorstel tot wijziging schriftelijk te reageren. Artikel 3
Duur van de Overeenkomst en beëindiging
3.1 De Overeenkomst gaat in op 1 juli 2013. De overeenkomst eindigt bij uittreding of bij opheffing van de gemeenschappelijke regeling. 3.2 Indien één der Partijen, ondanks behoorlijke schriftelijk ingebrekestelling door de andere partij, toerekenbaar tekortschiet in de nakoming van haar verplichtingen uit hoofde van de Overeenkomst, wordt de in gebreke zijnde partij bij sommatie door de andere partij alsnog binnen een naar de aard van dat verzuim redelijke termijn in de gelegenheid gesteld om aan diens verplichtingen te voldoen. Indien de in verzuim zijnde partij ook binnen genoemde redelijke termijn niet aan haar verplichtingen voldoet, is de andere partij bevoegd deze Overeenkomst te ontbinden. 3.3 Indien deze Overeenkomst door een oorzaak als bedoeld in artikel 3.1. eindigt, zullen Partijen zich maximaal inspannen om te bewerkstelligen dat de dienstverlening per de datum van beëindiging, door Borne zelf, dan wel door een door Borne aangewezen derde, kan worden voortgezet. Hierbij is leidend dat klanten geen significante last mogen ondervinden van het opzeggen van de Overeenkomst. Indien de onderhavige Overeenkomst eindigt door uittreding van Borne, zullen alle kosten voor Hengelo, die verband houden met de migratie van de (verwerking van de) gegevens van Hengelo naar Borne of naar een door Borne aangewezen derde, door Borne worden vergoed. 3.4 Verplichtingen die naar hun aard bestemd zijn om ook na beëindiging van de Overeenkomst voort te duren, blijven na ontbinding van deze Overeenkomst bestaan. Tot deze verplichtingen behoren onder meer de verplichting tot geheimhouding en de verplichting tot het afhandelen van bezwaar- en beroepszaken en fraudeonderzoeken.
Artikel 4
Periodiek overleg, managementinformatie, verantwoordingsplicht
4.1 Beide Partijen zullen een accounthouder en een vervangend accounthouder aanwijzen, die de contacten over de (wijze van) uitvoering van deze Overeenkomst zullen onderhouden. Indien er een wijziging is in de naam van de accounthouder de betreffende partij dit direct doorgeven aan de andere partij. 4.2 De accounthouders hebben in het eerste jaar van deze Overeenkomst (2013/2014) eenmaal per maand overleg over de uitvoering van deze Overeenkomst. Na het eerste jaar hebben de accounthouders minimaal eenmaal per half jaar, voorafgaand aan het portefeuillehoudersoverleg, overleg over de uitvoering van deze Overeenkomst. Tijdens het overleg wordt in ieder geval de door Hengelo op te stellen managementrapportages besproken. Indien zich buiten de reguliere overleggen zaken voordoen die niet kunnen blijven liggen tot het volgende overleg, zal de betreffende partij hierover contact opnemen met de andere partij. Onder
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
81
‘zaken die niet kunnen blijven liggen’ wordt in ieder geval verstaan: naderende uitputting van het Wdeel van het participatiebudget, I-deel van het WWB-budget en tekortkomingen in de uitvoering. 4.3 1. In het reguliere overleg zullen de accounthouders naast managementinformatie in ieder geval de volgende punten bespreken: a) De gewone gang van zaken in de uitvoeringsorganisatie; b) Prognose voor het aantal werkzaamheden in het komende kalenderjaar; c) Eventuele specifieke incidentele werkzaamheden in het kader van de Dienstverlening; d) Eventuele noodzaak van elk van de Partijen te nemen investeringsmaatregelen; e) Veranderingen in de wet- en regelgeving en/of het beleid van één of beide Partijen, zeker wanneer die tot aanpassing van de Overeenkomst nopen; f) Veranderingen in de Uitvoeringsorganisatie en de eventuele consequenties daarvan voor de Overeenkomst. De tijdens deze overleggen gemaakte afspraken worden schriftelijk vastgelegd en zonodig ondertekend. 2. De accounthouders bereiden gezamenlijk het kwartaaloverleg van de portefeuillehouders voor. 4.4 Aangezien de informatiebehoefte en/of -frequentie aan verandering onderhevig zal kunnen zijn, wordt in het Afsprakenregister toegelicht welke managementinformatie door Hengelo aan Borne wordt verstrekt en met welke frequentie. De exacte vorm en inhoud van de managementinformatie wordt in het accounthoudersoverleg tussen Partijen vastgesteld. 4.5 De actuele afspraken zijn vastgelegd in het document Afsprakenregister. Gelet op het dynamische karakter van de uitvoering zal het Afsprakenregister in de loop van een jaar bijgesteld kunnen worden. Mutaties op deze afspraken worden aangebracht na instemming van beide gemeenten. 4.6 Hengelo zal met betrekking tot de door haar ingevolge deze Overeenkomst te verrichten werkzaamheden, informatie aanleveren die Borne in staat stelt om te voldoen aan zijn wettelijke verantwoordingsplicht.
Artikel 5
Verplichtingen en kwaliteitswaarborgen
5.1 Hengelo verplicht zich, behoudens overmacht, gedurende de duur van deze Overeenkomst te bewerkstelligen dat: a) De Dienstverlening op de overeengekomen wijze met behulp van de Uitvoeringsorganisatie zal worden verricht; b) De Uitvoeringsorganisatie voldoende deskundig en bekwaam is en zal blijven om de continuïteit van de dienstverlening onder deze Overeenkomst te waarborgen. c) Dezelfde kwaliteitsnormen worden toegepast op de Dienstverlening aan de inwoners van de gemeente Borne als zij zichzelf heeft opgelegd. d) Bij het uitvoeren van de Dienstverlening de regels van de toepasselijke wetgeving, waaronder de Wet gemeentelijke basisadministratie en de Wet bescherming persoonsgegevens, in acht te nemen. 5.2 Hengelo dient Borne in de gelegenheid te stellen de Dienstverlening en de (verwerkte) gegevens te verifiëren, uitgaande van hetgeen is aangegeven in het Afsprakenregister. Indien Borne constateert dat Hengelo haar dienstverlening onjuist en/of onvolledig verricht en/of gegevens op onjuiste en/of onvolledige wijze verwerkt of behandelt, zal zij hiervan mondeling en zonodig schriftelijke melding geven aan Hengelo, inclusief de aard en omvang van de onjuistheden en/of onvolledigheden. Hengelo is verplicht zo snel mogelijk haar dienstverlening en/of de gegevens aan te passen, zodanig dat deze juist en volledig zijn.
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
82
5.3 Borne is bevoegd elk kalenderjaar een onderzoek uit te voeren naar de tevredenheid van haar burgers over de dienstverlening van Hengelo. De kosten van dit onderzoek komen voor rekening van Borne. De onderzoeksmethode en de uiteindelijke onderzoeksresultaten zullen in overleg met Hengelo worden vastgesteld. Indien uit het onderzoek blijkt dat de dienstverlening aan de burgers van Borne als onvoldoende wordt ervaren of significant van een mindere kwaliteit is dan de dienstverlening aan de burgers van Hengelo dan treden Partijen in overleg over de (eventuele) vervolgstappen. 5.4 Ten aanzien van de elektronisch en niet-elektronisch (verwerkte) informatie geldt dat Partijen deze op de in het Afsprakenregister genoemde wijze en gedurende de wettelijk voorgeschreven bewaarperiode in bewaring houden en na ommekomst van de wettelijk voorgeschreven bewaarperiode vernietigen. 5.5 Borne dient Hengelo al de noodzakelijke informatie te verstrekken teneinde de in deze Overeenkomst en het Afsprakenregister opgedragen taken naar behoren te kunnen uitvoeren.
Artikel 6
Aansprakelijkheden, risico’s en overmacht
6.1 Indien een Partij schade lijdt als gevolg van een toerekenbare tekortkoming van de andere Partij in de nakoming van de ingevolge deze Overeenkomst op laatstgenoemde Partij rustende verplichtingen, is de schadelijdende Partij verplicht om zo spoedig mogelijk na ontdekking van deze schade hiervan schriftelijk melding te doen aan de andere Partij. 6.2 Partijen verplichten zich in het geval van een toerekenbare tekortkoming maatregelen te treffen die de tekortkoming opheffen. 6.3 De aansprakelijkheid van Hengelo jegens Borne voor schade, die het gevolg is van een toerekenbare tekortkoming van Hengelo in de nakoming van op haar ingevolge deze Overeenkomst rustende verplichtingen, is per kalenderjaar beperkt tot maximaal het bedrag van de voor het betreffende kalenderjaar tussen Partijen overeengekomen vergoeding voor door Hengelo te verrichten werkzaamheden. 6.4 Van overmacht in de zin van artikel 6:75 van het Burgerlijk Wetboek van deze Overeenkomst is in het kader van deze Overeenkomst in ieder sprake in geval van: Calamiteiten, zoals brand, ernstige wateroverlast (blusschade, overstroming) e.a.; Ernstige schade als gevolg van kwade opzet van derden (verlies van cruciale gegevensbestanden) Verduistering, braak, vernietiging door derden e.a. Ernstige netwerkstoringen, softwarecrash; Wanprestatie door derden waar Partijen afhankelijk van zijn.
Artikel 7
Prijzen en betaling
Jaarlijks wordt voor aanvang van een nieuw kalenderjaar, uiterlijk voor 1 december van elk jaar, door Hengelo een opzet opgesteld met betrekking tot de vergoeding van de uitvoeringskosten welke aan Borne in rekening worden gebracht. In deze opzet wordt de opbouw van de hoogte van de vergoeding opgenomen met inachtneming van de Systematiek verrekenen uitvoeringskosten, die als bijlage 2 deel uitmaakt van deze overeenkomst. Artikel 8
Beleid en wet- en regelgeving
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
83
8.1 Borne stelt het eigen beleid vast. Uitgangspunt is dat Borne het door haar gevoerde beleid terzake van de uitvoering en interpretatie van de relevante wet- en regelgeving doet aansluiten op dat van Hengelo. 8.2 Voor zover een der partijen voornemens is haar beleid op een onderdeel te wijzigen, zodanig dat het gewijzigde beleid zou afwijken van het tot dan toe door Hengelo gevoerde beleid, zal die partij dit voornemen tot wijziging van beleid schriftelijk inbrengen. Naar aanleiding van een dergelijk voornemen, zullen Partijen bespreken welke consequenties de uitvoering van dit voornemen tot beleidswijziging zal hebben voor de Overeenkomst. Indien Partijen hierover overeenstemming bereiken, stellen Partijen dit vervolgens schriftelijk vast, inclusief de eventuele financiële gevolgen daarvan. De afspraken worden vervolgens opgenomen in het Afsprakenregister. 8.3 Hengelo heeft, voor zover zij in het kader van de door haar ingevolge deze Overeenkomst uit te voeren werkzaamheden beleid uitvoert zoals dat is vastgesteld door Borne, geen verantwoordelijkheid ten aanzien van de inhoud van dat beleid. 8.4 Uitgangspunt is dat beide Partijen een gezamenlijk uniform uitvoeringsbeleid vaststellen met betrekking tot bedrijfsvoeringsaspecten. 8.5 Indien als gevolg van door derden (niet zijnde Partijen) uitgevaardigde wet- en regelgeving, en/of, door Hengelo uitgevaardigde regelgeving danwel door Hengelo vastgelegd beleid, bepaalde tussen Partijen overeengekomen werkzaamheden of bij het uitvoeren van de werkzaamheden overeengekomen procedures noodzakelijkerwijs moeten worden gewijzigd, zullen Partijen met elkaar in overleg treden om te beoordelen welke wijzigingen moeten worden doorgevoerd alsmede om te beoordelen of voornoemde wijzigingen binnen de alsdan tussen Partijen geldende (financiële) afspraken kunnen worden gerealiseerd. 8.6 Nadere bepalingen rond beleidsvorming en -adviezen zijn vastgelegd in het Afsprakenregister. Artikel 9
Geheimhouding
9.1 Het privacyreglement van Hengelo is van toepassing. 9.2 Hengelo zal geheimhouding betrachten ten aanzien van de gegevens die samenhangen met de Dienstverlening en aan geen ander dan Borne gegevens beschikbaar stellen of openbaar maken, behoudens het geval dat wettelijke regels Hengelo tot beschikbaarstelling of openbaarmaking van gegevens aan een derde verplichten. 9.3 Hengelo verstrekt gegevens aan relaties van Borne met wie Borne is overeengekomen dat gegevens in het kader van de betreffende relatie beschikbaar worden gesteld en beschikbaarstelling ook wettelijk toegelaten is. 9.4 Verstrekking van gegevens die betrekking hebben op de gemeente Borne, het personeel of de klanten aan derden kan uitsluitend na instemming van Borne. Communicatie naar de pers en/of communicatie met een politiek gevoelige inhoud vindt plaats door Borne, tenzij in specifieke gevallen anders is overeengekomen.
Artikel 10
Overdracht rechten en verplichtingen; onderaanneming
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
84
Indien Hengelo bij de uitvoering van deze Overeenkomst gebruik wil maken van de diensten van derden, hetzij in onderaanneming, hetzij door tijdelijk inhuren van personeel, dan is zij daartoe bevoegd. Artikel 11
Geschillen en toepasselijk recht
11.1 1. Op geschillen is Nederlands recht van toepassing. 2. Geschillen zijn onderworpen aan de bevoegde rechter te Almelo. 11.2 Alvorens naar de rechter te gaan melden partijen aan elkaar schriftelijk dat er sprake is van een geschil. Partijen verplichten zich gedurende een periode van twee maanden na schriftelijke melding het geschil in der minne op te lossen. Blijkt na ommekomst van deze termijn het geschil ondanks inspanningen hiertoe niet tot genoegen van partijen te zijn opgelost, dan zijn partijen vrij om het geschil aan de rechter voor te leggen.
Artikel 12
Algemeen
12.1 Kennisgevingen die Partijen op grond van deze Overeenkomst aan elkaar zullen doen, vinden schriftelijk plaats tenzij in deze Overeenkomst uitdrukkelijk anders is bepaald. Anders dan in de Overeenkomst aangegeven gevallen hebben mondelinge mededelingen, toezeggingen, of afspraken geen rechtskracht, tenzij deze schriftelijk zijn bevestigd. 12.2 Bijlagen Het Afsprakenregister (Bijlage 1) en de Systematiek verrekenen uitvoeringskosten (Bijlage 2) maken deel uit van deze Overeenkomst. De Bijlagen 1 en 2 zoals deze door beide Partijen zijn integraal onderdeel van deze Overeenkomst. Indien de bijlagen worden aangepast, worden ondertekend en voorzien van een datum, dan zijn deze aanpassingen bindend voor beide Partijen en maken onderdeel uit van deze Overeenkomst. Voor zover bepalingen in de verschillende documenten met elkaar in tegenspraak zijn, prevaleren bepalingen in de Bijlagen boven de bepalingen in deze Overeenkomst.
Aldus overeengekomen te Hengelo d.d.
Gemeente Borne
Gemeente Hengelo
Wethouder van Sociale Zaken, Wethouder van Sociale Zaken,
De heer A.T. Albers
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
Mevrouw M. ten Heuw
85
Bijlage 1: Afsprakenregister Het afsprakenregister is een document met een dynamisch karakter en kan worden aangepast indien die noodzakelijk wordt geacht. Uiteraard moet dit met instemming van beide gemeenten. In dit document worden de werkafspraken tussen de uitvoeringsorganisatie en de beide gemeenten vastgelegd. Hierbij moet gedacht worden aan afspraken op het gebied van: Financiën Planning en control Managementinformatie Uitvoering Verdere actuele afspraken
Bijlage 2: Systematiek verrekening uitvoeringskosten (is identiek aan bijlage 5 van dit bedrijfsplan)
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
86
Bijlage 9: Criteria van de gemeenten Borne en Hengelo In deze bijlage zijn de criteria opgenomen die door Borne en Hengelo zijn geformuleerd. Per criterium is aangegeven of aan dit criterium wordt voldaan in dit bedrijfsplan. Aanvullende criteria gemeente Borne
Denklijn Voor de komende periode gaat Borne voor een vitale gemeenschap, een regisserende gemeente en een evenwichtig financieel meerjarenperspectief. Daartoe wordt de draagkracht van de samenleving aangesproken en worden de zwakkeren ontzien. Partnerschappen met medeoverheden, vooral gericht op uitvoerende taken, worden onderzocht en ontwikkelt. Er wordt scherp geprioriteerd, taken worden uitbesteed en samenwerking met zowel publieke als private partijen wordt nadrukkelijk gezocht. Door taken te schrappen of anders uit te voeren neemt de personele formatie af. Criteria 1. De gemeenteraad heeft een ombuigingstaakstelling opgelegd van € 130.000,- , structureel te realiseren vanaf 2013, door regionale samenwerking / samenvoeging te zoeken met betrekking tot de uitvoerende- en beleidstaken sociale zaken. Daarbij is meegegeven het uitgangspunt van het lokale loket voor de belangrijkste dienstverleningstaken. Gerealiseerd in dit voorstel. 2. Samenwerking moet in snel tempo leiden tot verbeteringen op het terrein van efficiency, kwaliteit, effectiviteit en kwetsbaarheid. Daar waar mogelijk wordt beleid geharmoniseerd met dien verstande dat strategische beleidskeuzes zijn voorbehouden aan de deelnemende partners. Gerealiseerd in dit voorstel 3. Met de komst van de WWNV groeit de doelgroep substantieel. Dit is het gevolg van de samenvoeging van WWB regelingen met de WAJONG en WSW voorzieningen. Daarnaast wordt de Wmo uitgebreid met AWBZ elementen. Een integrale blik aan de voorkant is een vereiste. Het is noodzakelijk de op aanbod gerichte dienstverlening te transformeren naar op behoefte gestuurde arrangementen. Standaardisering wordt vervangen door maatwerk. Integrale blik voorkant blijft mogelijk, evenals maatwerk. 4. Vooralsnog richt de samenwerking zich op het terrein van sociale zaken. Er is oog voor de twee andere grote transities en de raakvlakken met de invoering van de WWNV. Participeren is zichtbaar in het sociale beleid. Burgers voeren een eigen huishouden en onderhouden een sociaal netwerk. Ze nemen deel aan de arbeidsmarkt en de samenleving. Daar waar nodig worden aanvullende zorg en diensten geboden. Is uitgangspunt van de missie/visie. Aansluiting op andere transities blijft mogelijk.
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
87
Aanvullende criteria gemeente Hengelo:
Algemeen: Hengelo zet in op het voorkomen (preventie) van armoede, langdurige werkloosheid,voortijdige schooluitval en het tussen wal en schip geraken van inwoners. Daarnaast op het verbeteren van de financiële positie van mensen met een laag inkomen, bestrijden en voorkomen van maatschappelijk isolement en bestrijden van niet-gebruik van voorzieningen. We doen daarbij een beroep op eigen kracht en verantwoordelijkheid van alle partners bij aanpak van maatschappelijke en sociale uitdagingen.
Specifiek: 1. Een besparing van € 250.000 op de uitvoeringskosten Deze besparing moet bijdragen aan de komende taakstellingen en dan met name de oude taakstelling die nog als stelpost in de begroting stond van € 1,8. Verwacht mag worden dat de sector PSZ hiervan een substantieel deel moet leveren. Later aangevuld tot € 375.000 op termijn. Wordt gerealiseerd binnen dit voorstel. 2.
Dienstverlening dichtbij de burger voor een aantal producten: - bijzonder bijstand en minimabeleid - zorgklanten in combinatie met dagbesteding, vrijwilligerswerk etc. Hiervoor is het belangrijk dat de klantmanager de Hengelose samenleving kent. Oftewel een front-office in Hengelo voor een nader te bepalen aantal producten. Gerealiseerd. Wordt voor beide gemeenten verder doorontwikkeld.
3.
Lokale beleidsvrijheid Uitgangspunten is wel dat we het beleid waar nodig gaan afstemmen, geen onnodige detailverschillen. Maar op belangrijke punten moet de ruimte zijn om af te wijken. De beleidsbepaling blijft immers ook bij de betreffende bestuursorganen. Gerealiseerd en vastgelegd.
4.
Verlaging administratieve lasten voor klanten. In het kader van de samenwerking moeten de administratieve processen waar nodig en mogelijk worden afgestemd. Door van elkaar te leren (slim jatten) moeten ook hier voordelen te behalen zijn. Ten dele gerealiseerd, wordt doorontwikkeld.
5.
Afstemming met andere decentralisaties c.q. onderdelen van de gemeentelijke organisatie. De samenwerking met de andere gemeenten moet de opties open houden om de samenwerking met de andere decentralisaties vorm te geven en af te stemmen. Gerealiseerd.
6.
Voorkomen van bestuurlijke drukte, oftewel geen nieuwe GR indien voor deze vorm wordt gekozen, maar dan aanhaken bij een bestaande. Gerealiseerd door centrumgemeente constructie met beperkt overleg.
7.
Inzetten op eigen verantwoordelijkheid van de klanten, werk boven inkomen conform nota Sterker aan het Werk. Gerealiseerd
8.
Integrale schuldhulpverlening De nieuwe wet verplicht gemeenten hiertoe. Hengelo geeft hier al jaren vorm en inhoud aan door Budget Alert. Adequate en integrale schuldhulpverlening is van belang om mensen de ruimte te geven werk op te pakken en toekomstperspectief te zien.
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
88
Afstemming tussen sociale zaken en Budget Alert achten wij van groot belang. Blijft mogelijk. 9.
Ruimte voor innovatie (per gemeente): - doorontwikkeling Pact MVO tot een sociaal akkoord - startende ondernemers - etc. Blijft mogelijk.
10.
De gemeente Hengelo heeft in 2009 en 2010 goed gescoord in de benchmark wwb Dit had o.a. te maken met doorlooptijden, kwaliteit armoedebeleid. Wij willen dat niveau in stand houden: Dat betekent: - korte doorlooptijden aanvraag bijstand en bijzondere bijstand - een ruimhartig minimabeleid - een goede poortwachtersfunctie met inzet van BO - de kosten per klant laag houden Blijft mogelijk.
Dit alles is aanvullend op de in de voorgaande stukken genoemde criteria(o.a. bestuursopdracht van mei 2011: kwaliteit, kostenbesparing, verkleinen van de kwetsbaarheid en continuïteit.
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
89
Overzicht criteria
In de onderstaande tabel zijn de door de beide gemeenten aangeleverde criteria samengevat.
Onderwerp Criteria cf. bestuursopdracht mei 2011 Besparing uitvoeringskosten. Dienstverlening Lokale loket.
Strategisch beleid
Harmonisatie beleid (uitvoeringsbeleid) Afstemming andere decentralisaties.
Bestuurlijke vormgeving.
Regievoering vanuit gemeenten Verlaging administratieve lasten.
Borne Kwaliteit, kostenbesparing, verkleinen kwetsbaarheid en continuïteit. € 130.000,--
Hengelo Idem
Uitgangspunt van het lokale loket voor de belangrijkste dienstverleningstaken passend bij de Bornse identiteit, vraag , cultuur en gemeenschap.
Voor aantal nader te bepalen producten, m.n. bijzondere bijstand en minimabeleid, “zorgklanten”.
Strategische keuzes voorbehouden aan de deelnemende gemeenten. Harmonisatie waar mogelijk
Strategische keuzes voorbehouden aan de deelnemende gemeenten.
De samenwerking richt zich op sociale zaken. Ook oog voor de raakvlakken met de andere decentralisaties. Op voorhand geen GR. Eventueel lichte vorm. Kaderstelling raad: Meer regie, meer samenwerking, minder uitvoering Sharen leidt tot kostenreductie
Integrale Schuldhulpverlening Ruimte voor innovatie (per gemeente)
Wet schuldhulp verlening Lokaal dient ruimte te zijn voor initiatieven
Kwaliteitscriteria
Sharen leidt tot kwaliteitsverhoging. Bestuur en samenleving zijn daarmee gediend. Omwille van kwetsbaarheid en kostenbesparing kan genoegen worden genomen met een lager kwaliteitsniveau.
Bedrijfsplan Borne-Hengelo 2013
€ 250.000,--
Afstemming met ruimte om af te wijken, maar geen onnodige detailverschillen. Ruimte open houden om samenwerking andere decentralisaties vorm te geven en af te stemmen. Geen bestuurlijke drukte. Geen nieuwe GR maar aansluiten bij een bestaande. Jaarlijkse afspraken over outputcriteria (kpi’s) met de uitvoeringsorganisatie. Afstemmen administratieve processen. Voordelen behalen door “slim jatten”. Afstemming met Budget Alert is van groot belang Doorontwikkeling Pact MVO tot een sociaal akkoord. Startende ondernemers. Etc. Huidig niveau in stand houden (benchmark Wwb) ten aanzien van: Doorlooptijden, ruimhartig minimabeleid, goede poortwachterfuncties met inzet van BO, lage kosten per klant.
90
SAMENVATTING RAADSVOORSTEL ZAAKNUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
1001033
Hanrath, Melanie
PSZ-JZB
Mariska ten Heuw
ONDERWERP
AGENDANUMMER
(concept) Primitieve Begroting 2014 en meerjarenraming 2015-2017 Stadsbank Oost Nederland SAMENVATTING
Jaarlijks biedt de Stadsbank haar (concept) primitieve begroting aan ingevolge de Gemeenschappelijke Regeling. De raad wordt in de gelegenheid gesteld haar gevoelens over deze begroting uit te spreken. Als de raad zich over deze begroting heeft uitgesproken, zal het college zorgen voor ondertekening en verzending van de antwoordbrief. De primitieve begroting die de Stadsbank nu voorlegt sluit met een positief saldo. Ook het meerjarenperspectief is positief. De begroting van de Stadsbank geeft voor Hengelo wel een hoger bedrag aan dan in de gemeentelijke begroting is opgenomen. Dit komt doordat de Stadsbank uitgaat van de kwantitatieve gegevens van 2012. Er lopen echter nog acties door in 2013 om de kosten van dienstverlening terug te brengen. De huidige cijfers zijn daardoor lager dan in 2012. Gezien deze ontwikkelingen is de verwachting dat de primaire begroting die in november wordt vastgesteld, zal aansluiten bij de gemeentelijke begroting.
RAADSVOORSTEL ZAAKNUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
1001033
Hanrath, Melanie
PSZ-JZB
Mariska ten Heuw
ONDERWERP
(concept) Primitieve Begroting 2014 en meerjarenraming 2015-2017 SON
PROGRAMMA/FACET-AGENDA
01 - Werk verbindt
AANLEIDING, DOEL EN WAT GING ER AAN VOORAF
Jaarlijks biedt de Stadsbank haar (concept) primitieve begroting aan ingevolge de Gemeenschappelijke Regeling. De raad wordt in de gelegenheid gesteld haar gevoelens over deze begroting uit te spreken. Als de raad zich over deze begroting heeft uitgesproken, zal het college zorgen voor ondertekening en verzending van de antwoordbrief.
INHOUD VAN HET VOORSTEL
De begroting die de Stadsbank nu voorlegt sluit met een positief saldo. Ook het meerjarenperspectief is positief. Deze begroting gaat uit van bestaand beleid. Daarbij zijn de werkelijke kwantitatieve cijfers van het jaar 2012 als uitgangspunt genomen. Voor Hengelo levert dit een wat vertekend beeld op. Er zijn in 2012 op grond van gemeentelijke afspraken acties ingezet om de kosten van dienstverlening terug te brengen. Deze acties zijn niet in 2012 afgerond, maar lopen nog door in 2013. Dit betekent dat de cijfers die het uitgangspunt vormen van deze conceptbegroting hoger liggen dan ze nu feitelijk zijn. Hierdoor sluit deze begroting niet helemaal aan op onze gemeentelijke begroting. Als de huidige cijfers van 2013 als uitgangspunt worden genomen bij het opstellen van de primaire begroting 2014, zal deze een meer realistisch beeld geven. Gezien de ontwikkelingen is de verwachting dat de feitelijke uitgaven in 2014 binnen de gemeentelijke begroting zullen uitkomen.
BESPREEK- EN BESLISPUNTEN
De raad bespreekt de (concept) primitieve begroting 2014 van de Stadsbank Oost Nederland, de meerjarenraming 2015-2017 en de concept antwoordbrief.
FINANCIËLE ASPECTEN
n.v.t.
HEEFT DE RAAD NOG MEER INFORMATIE NODIG OM TOT EEN AFGEWOGEN BESLUIT TE KUNNEN KOMEN?
BIJLAGE(N)
- (concept) Primitieve Begroting 2014 - Concept brief
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN HENGELO,
De secretaris
De burgemeester
RAADSBESLUIT ZAAKNUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
1001567
Hanrath, Melanie
PSZ-JZB
Mariska ten Heuw
ONDERWERP
(concept) Primitieve Begroting 2014 en meerjarenraming 2015-2017 SON
DE RAAD VAN DE GEMEENTE HENGELO BESLUIT:
In te stemmen met de concept primitieve begroting 2014 van de Stadsbank Oost Nederland, de meerjarenraming 2015-2017 en de concept antwoordbrief.
DE GEMEENTERAAD VAN HENGELO,
De griffier
DATUM
De voorzitter
*1003590* Gemeente Hengelo Postbus 18 7550 AA Hengelo
Stadsbank Oost Nederland Postbus 1393 7500 BJ Enschede
Onderwerp Primitieve begroting 2014
Zaaknummer 1001567
Uw kenmerk SON\2013\CL
Datum
Geachte heer/mevrouw, Conform de Gemeenschappelijke Regeling van de Stadsbank Oost Nederland heeft u de (concept) primitieve begroting 2014 aan ons aangeboden. Wij hebben kennis genomen van deze begroting en constateren dat deze sluitend is en ook binnen het meerjarenperspectief een positief saldo laat zien. Wij kunnen hiermee instemmen. Deze begroting gaat uit van bestaand beleid. Daarbij zijn de werkelijke kwantitatieve cijfers van het jaar 2012 als uitgangspunt genomen. Voor Hengelo levert dit een wat vertekend beeld op. Samen met u is een proces ingezet van harmonisatie in de toegang tot schuldhulpverlening. Alle aanvragen schuldhulpverlening verlopen via de gemeente. Verder zijn in goed overleg met u keuzes gemaakt in dienstverlening aan cliënten met een lopend traject. Hier is in 2012 mee gestart, maar deze acties lopen nog door in 2013. Door onze gezamenlijke inzet past de uitvoering steeds meer binnen ons beleidsplan schuldhulpverlening. Gelet op onze budgetverantwoordelijkheid constateren wij dat door de cijfers van 2012 als uitgangspunt te nemen, uw primitieve begroting 2014 voor Hengelo niet aansluit op onze gemeentelijke begroting. Wij gaan er vanuit dat de primaire begroting 2014 aan de hand van de laatste cijfers wordt berekend. Op deze wijze wordt recht gedaan aan onze gezamenlijke inzet om toe te werken naar een dienstverlening die zowel binnen de kaders van ons beleidsplan valt als binnen onze begroting. Gezien de ontwikkelingen zijn wij positief gestemd dat de feitelijke uitgaven binnen de gemeentelijke begroting zullen uitkomen. Met vriendelijke groet, Burgemeester en wethouders van Hengelo, de secretaris, de burgemeester,
Vermeld a.u.b. het zaaknummer als u contact opneemt met de gemeente. Bezoekadres stadhuis
E-mailadres
Burgemeester Jansenplein 1
[email protected]
Bezoekadres stadskantoor
Telefoonnummer
Hazenweg 121
14-074
ONTVANGEN 1 8 APR. 2013
J 4 Stadsbank
S000866
Oost Nederland
Hoofdkantoor Enschede SpclbcTgsweg 35-37 7512 DX Enschede Tel. (053)4 880 111 Fax (053)4 880 139 Open: Ma. T/m do. 09,00-13.00 Vrijdag 09.00-16.00 Postbus 1393 7500 BJ Enschede Banknr. 59.27.19.049 IBAN NL06 ABNA 0592719049 BIC ABNANL2A
Aan het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente
Ons kenmerk: SON\2013\CL
Uw kenmerk:
Behandeld door: C.H.A.A. Luttiklmis
Telefoonnummer: 053-4807409
Afdeling: Directie
Datum: 18 april 2013
Geacht College, Conform de bepalingen van de Gemeenschappelijke Regeling Stadsbank Oost Nederland ontvangt u bijgaand twee exemplaren van de (concept) Primitieve Begroting 2014, In deze Primitieve Begroting 2014 is tevens de meerjarenraming 2015-2017 opgenomen. Deze Begroting gaat uit van bestaand beleid. Dit betekent dat de structurele actuele ontwikkelingen vanuit de Begroting 2013 volledig zijn doorgetrokken naar deze Primitieve Begroting 2014. Daarnaast is in deze Begroting rekening gehouden met de uitkomsten van de jaarrekening 2012. Qua omvang van de dienstverlening Is In de Begroting 2014 uitgegaan van de richtlijnen zoals die in het adviserend ambtelijk Platform van februari 2013 zijn besproken. Daarbij zijn de de werkelijke kwantitatieve cijfers van het jaar 2012 als uitgangspunt genomen. Vervolgens is in deze Begroting het volumeaantal stabiel gehouden. Om de personele kosten inzichtelijk te maken, calculeert de Stadsbank vanaf de Primaire Begroting 2013 met normbedragen per functie. Dit op verzoek van een groot aantal deelnemende gemeenten. In deze Primitieve Begroting is oorspronkelijk het voorstel opgenomen om de tarieven voor 2014 met 1,8% en voor de periode 2015-2017 tevens met 1,8% jaarlijks te laten stijgen als gevolg van enerzijds een toename van de prijsinflatie en anderzijds een verwachte loonontwikkeling (exclusief CAO-ontwikkelingen). Enkele gemeenten hebben echter op voorhand aangegeven om voor 2014, veelal in lijn met de eigen richtlijnen voor het opstellen van de gemeenteBegroting, de nullijn te willen hanteren. Het Dagelij ke Bestuur stelt dan ook voor om - in afwijking van het oorspronkelijke voorstel aan het Algemeen Bestuur zoals opgenomen In deze Begroting - de indexering voor de jaarschijf 2014 op 0% te stellen. Voor de periode periode 2015-2017 blijft het oorspronkelijk voorstel gehandhaafd om te rekenen met met 1,8%, Bij overname van dit voorstel door het Algemeen Bestuur zal de aanpassing van de tarieven voor het jaar 2014 verwerkt worden in de Primaire Begroting 2014 die in november 2013 aan het Algemeen Bestuur zal worden gepresenteerd. Deze aanpassing betekent dat het in deze Begroting opgenomen positieve saldo van het begrotingsjaar 2014 met ongeveer € 100.000 wordt verlaagd,
J « stadsbank r
Oost Nederland
Voor de Indicatieve financiële effecten voor uw gemeente verwijzen wij naar de bijlagen bij de Begroting. Wij merken op dat de financiële effecten van diverse ontwikkelingen op voorhand niet exact te duiden zijn. Ondanks de grootste zorgvuldigheid waarmee de Begroting tot stand is gekomen, zijn er diverse factoren die van invloed kunnen zijn op de vast te stellen Primaire Begroting 2014 in november 2013, Hierbij noemen wij bijvoorbeeld de de onzekerheid rondom de ontwikkeling van de autonome vraag naar de dienstverlening van de Stadsbank, mede in relatie tot de aanhoudende economische crisis. Tot slot merken wij op dat Indien Individuele gemeenten overwegen om de lasten voor schuldhulpverlening in 2013 te laten dalen, dat naar ons oordeel alleen kan worden gerealiseerd indien de aangesloten gemeenten afzonderlijk besluiten nemen omtrent verminderde afname van dienstverlening. Wij verzoeken u vriendelijk één exemplaar van de Begroting ter beschikking te stellen aan de vertegenwoordiger van uw gemeente in het Algemeen Bestuur van de Stadsbank, Wij hebben tevens een een exemplaar van de Begroting en een afschrift van deze brief naar de griffie van uw gemeenteraad gestuurd. Indien gewenst zijn wij graag bereid een toelichting te geven. Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met de interim manager van de bank, de heer C.H,A,A, Luttikhuis via 053-4807409. Hoogachtend, namens het Dagelijjie-Béstupir van de StaäsbarrlToost N-e^rland,
Drs. P,G. Weiman, voorzitter Bijlagen: Voorstel en (concept) Primitieve Begroting 2014 en meerjarenraming 2015-2017 i.a.a, Raadsgriffie
stadsbank Oost Nederland
Voorstel Aan:
Dagelijks Bestuur
Van:
Directeur
Datum: 11 april 2013 Betreft: Primitieve begroting 2014 en meerjarenraming 2015 t/m 2017
Te besluiten: 1. Te besluiten het Indexcijfer tariefstelling voor het jaar 2014 vast te stellen op 1,8 %. 2. In te stemmen met de op deze indexering gebaseerde tarieven voor 2014 en deze te verwerken in het Productenboek 2014. 3. Kennis te nemen van de mede op deze tarieven gebaseerde Concept Begroting 2014; 4. De voorgestelde indexering en de Concept Begroting 2014 goed te keuren en ter vaststelling aan te bieden aan het Algemeen Bestuur.
Toelichting Op 7 februari 2013 heeft het Platform gesproken over de uitgangspunten van de primitieve begroting 2014. Deze uitgangspunten zijn vastgelegd in een "Nota Richtlijnen (programma)begroting 2014-2017". De uitgangspunten worden hieronder nog eens kort toegelicht. Indexering De tarieven zullen in 2014 met 1,8% en voor de periode 2015-2017 tevens met 1,8% Jaarlijks stijgen als gevolg van enerzijds een toename van de prijsinflatie en anderzijds een verwachte loonontwikkeling (exclusief CAOontwikkelingen). Voor het inzichtelijk maken van de personele kosten calculeert de Stadsbank vanaf de primaire begroting 2013 met normbedragen per functie. Dft op verzoek van een groot aantal van de deelnemende gemeenten. Volumeontwikkeling Omtrent de omvang van de dienstverlening is in de begroting 2014 uitgegaan van de richtlijnen zoals die besproken zijn in het adviserend ambtelijk Platform van februari 2013. Aangezien er geen additionele reductiemaatregelen voor 2013 zijn aangekondigd, zijn voornamelijk de werkelijke kwantitatieve cijfers van het Jaar 2012 als uitgangspunt genomen. Vervolgens is voor deze begroting 2014-2017 het volumeaantal stabiel gehouden. Mocht er toch sprake zijn van een stijging, dan zal dat altijd een autonome oorzaak hebben.
Begroting 2014 1. De concept begroting 2014 is opgesteld op basis van het Besluit Begroting en Verantwoording. 2. De concept begroting 2014 is opgesteld op basis van de gegevens zoals bekend in Januari/februari 2013. Dat wil zeggen dat de begroting 2014 aansluit bij hetgeen is vastgesteld ten behoeve van het Jaarverslag 2012 en de primaire begroting 2013). 3. De concept begroting 2014 is gebaseerd op bestaand vastgesteld beleid. Er is rekening gehouden met de reductiemaatregelen van de gemeenten. Het daarbij vigerende beleid per gemeente is opgenomen in onze werkwijzen en vermeld op onze website. 4. Voor 2013 is uitgegaan van een stijging van de tarieven met 1,8 %. Meerjarenraming 2015-2017 • Gelet op de verwachte personele uitgaven voor de Jaren 2013-2015, is uitgegaan van een indexering van de tarieven met 1,8%. • Voor wat betreft de volumeontwikkelingen, is de kwantitatieve ontwikkeling stabiel gehouden. Voorstel tot vaststelling van de begroting De begroting 2014-2017 sluit met de volgende voordelige saldi voor bestemming: Begrotingsjaar 2014 Jaarschijf 2015 Jaarschijf 2016 Jaarschijf 2017
€ 606.200 €702.400 € 804.300 €913.100
Vervolgens dient er op basis van bestaande bestuursbesluiten en beleidsuitgangspunten nog een aantal mutaties in de diverse reserves te worden doorgevoerd. De uitvoering van het beleid over het gewenste weerstandsvermogen zal tot gevolg hebben dat er nog een storting in de algemene reserve dient plaats te vinden. Om die reden wordt voor de Jaren 2014-2017 voorgesteld om (een deel van) het positieve begrotingssaldo toe te voegen aan de Algemene Reserve. De gewenste hoogte van de Algemene reserve mag maximaal gelijk zijn aan 45% van de eigen personeelskosten. Het saldo na bestemming wordt in principe aan de aangesloten gemeenten gerestitueerd, tenzij het Algemeen Bestuur anders beslist. De volgende saldi zijn als restitutie in de Jaarschijven van deze begroting verwerkt: Begrotingsjaar 2014 Jaarschijf 2015 Jaarschijf 2016 Jaarschijf 2017
€ 62.200 voordelig € 628.300 voordelig € 729.000 voordelig € 836.600 voordelig
Het aanzienlijk positieve saldo voor bestemming in de primitieve begroting 2014 en de meerjaren raming 2015-2017 wordt met name veroorzaakt door de krediet- en rentevergoedingen op de verstrekte leningen, administratieve vergoedingen van derden voor financieel beheer en doorbetalingen in het kader van het beheren van minnelijke regelingen mede als de sterke groei van het aantal klanten onder beschermingsbewind.
Begroting Stadsbank
pagina 1 van 1
Terpstra, Irma Van:
Hanrath, Melanie
Verzonden: vrijdag 19 april 2013 9:12 Aan:
gemeente
Onderwerp: FW: Begroting Stadsbank Bijlagen:
Brief begroting 2014 colleges april 2013c.doc; ATT00001.htm; Voorstel DB Begroting 2014.doc; ATT00002.htm; Primitieve Begroting 2014.pdf; ATT00003.htm
hallo collega's, bijgaande stukken hebben zowel de wethouder als ik per mail ontvangen. Hieronder staat dat het ook naar de griffie en het college is verzonden. Volgens mij wordt er geen papieren versie verzonden. Svp deze stukken in Iris op mijn naam zetten. Mvg, Melanie Hanrath
Van: Heuw, Mariska ten Verzonden: donderdag 18 april 2013 18:32 Aan: Hanrath, Melanie CC: Lage Venterink, Peter; Ruiter, Roel de Onderwerp: Fwd: Begroting Stadsbank Begin doorgestuurd bericht: Van: "Schreurs, Joke"
Datum: 18 april 2013 16:11:03 CEST Aan: . , , , . . . . . . . . . . <m.kuikY/ almclo.nl>. <m.tcnhcuwï/ hcnuclo.nl>. . . . . . . . <[email protected]>. <[email protected]> Onderwerp: Begroting Stadsbank Geachte leden van het Algemeen Bestuur van de Stadsbank, Ter informatie ontvangt u de Begroting met de bijbehorende stukken van de Stadsbank Oost Nederland welke wij ook zonden naar de griffie en het college van B & W van uw gemeente.
<> «Primitieve Begroting 2014 p d f »
Met vriendelijke groet. Joke Schreurs directiesecretaresse X
Picture (Metafile)
Spelbergsweg 35-37 Postbus 1393 7512 DX Enschede 7500 BJ Enschede T: 053- 480 74 09 i.schreurs&stadsbankoostnederland.nl www.stadsbankoostnederland.nl Aanwezig: maandag, dinsdag, woensdag, donderdag
19-4-2013
- Begroting 2014 Stadsbank Oost Nederland -
Inhoudsopgave VOORWOORD ____________________________________________________________ 1 BERICHT VAN HET DAGELIJKS BESTUUR ____________________________________ 2 Doelstelling van de Stadsbank Oost Nederland _________________________________2 Beleidsvisie van het bestuur _______________________________________________3 Voorstel tot vaststelling van de begroting _____________________________________4
BESTUUR, ORGANISATIESTRUCTUUR EN WERKGEBIED _______________________ 5 Het Algemeen Bestuur (2010 – 2014) ________________________________________5 Het Dagelijks Bestuur (2010 – 2014) ________________________________________5 Het Platform ____________________________________________________________6 Organisatiestructuur van de Stadsbank Oost Nederland __________________________7 Het werkgebied van de bank _______________________________________________8
PROGRAMMABEGROTING 2014 ____________________________________________ 9 BEGROTINGSUITKOMST EN MEERJARENPERSPECTIEF_______________________ 11 Begrotingsuitkomst 2014 _________________________________________________ 11 Meerjarenperspectief ____________________________________________________ 14
PROGRAMMATOELICHTING _______________________________________________ 15 Programma 1: Algemeen Bestuur__________________________________________ 15 Programma 2: Financieel-maatschappelijke dienstverlening en voorzieningen _______ 17
VERPLICHTE PARAGRAFEN _______________________________________________ 24 Weerstandsvermogen ___________________________________________________ 24 Risico’s _______________________________________________________________ 25 Financiering ___________________________________________________________ 27 Bedrijfsvoering _________________________________________________________ 29 Onderhoud kapitaalgoederen ______________________________________________ 30 Verbonden partijen _____________________________________________________ 30
FINANCIËLE POSITIE _____________________________________________________ 31 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien __________________________________ 31 Overzicht van Lasten en Baten ____________________________________________ 31 Arbeidskosten gerelateerde verplichtingen ___________________________________ 32 Reservepositie _________________________________________________________ 32
MEERJARENRAMING 2015 - 2017___________________________________________ 35 Toelichting op de meerjarenramingen 2015 – 2017 ____________________________ 38
BIJLAGEN ______________________________________________________________ 41 Bijlage 1: Investeringsplan _______________________________________________ 43 Bijlage 2: Categoriale begroting en meerjarenraming ___________________________ 46 Bijlage 3: Basis facturatie-systematiek ______________________________________ 49
- Begroting 2014 Stadsbank Oost Nederland -
Voorwoord Voor u ligt de begroting 2014 en de meerjarenraming 2015-2017 van de Gemeenschappelijke Regeling Stadsbank Oost Nederland. De begroting en de meerjarenraming, “primitieve begroting” genaamd, behelst de verwachte baten en lasten voor de komende jaren. Deze primitieve begroting gaat uit van bestaand beleid. Dit houdt in dat de structurele actuele ontwikkelingen vanuit de primaire begroting 2013 volledig naar deze primitieve begroting worden doorgetrokken. Daarnaast is in deze begroting rekening gehouden met de uitkomsten van de jaarrekening 2012. In de loop van het jaar 2013 zal deze begroting op basis van de autonome ontwikkelingen in 2013 en meer in het bijzonder aan de hand van de tweede managementrapportage over de periode tot en met augustus 2013 worden bijgesteld. Die bijgestelde begroting, “primaire” begroting genaamd, zal dan aangepast worden aan de actuele ontwikkelingen en zal ter besluitvorming in november 2013 aan het Algemeen Bestuur worden voorgelegd. Omtrent de omvang van de dienstverlening is in de begroting 2014 uitgegaan van de richtlijnen zoals die besproken zijn in het adviserend ambtelijk Platform van februari 2013. Aangezien er geen additionele reductiemaatregelen voor 2013 zijn aangekondigd, zijn voornamelijk de werkelijke kwantitatieve cijfers van het jaar 2012 als uitgangspunt genomen. Vervolgens is voor deze begroting 2014-2017 het volumeaantal stabiel gehouden. Mocht er toch sprake zijn van een stijging, dan zal dat altijd een autonome oorzaak hebben. De tarieven zullen in 2014 met 1,8% en voor de periode 2015-2017 tevens met 1,8% jaarlijks stijgen als gevolg van enerzijds een toename van de prijsinflatie en anderzijds een verwachte loonontwikkeling (exclusief CAO-ontwikkelingen). Voor het inzichtelijk maken van de personele kosten calculeert de Stadsbank vanaf de primaire begroting 2013 met normbedragen per functie. Dit op verzoek van een groot aantal van de deelnemende gemeenten. De opzet van deze begroting sluit aan bij de begroting van 2013. Sinds 2010 werkt de Stadsbank met een nieuwe financieringsstructuur en een productenboek. In 2012 heeft een evaluatie van de financieringsstructuur plaatsgevonden en deze evaluatie is in de november-vergadering van het Algemeen en Dagelijks Bestuur behandeld. De wijzigingen naar aanleiding van de evaluatie op deze systematiek zijn al in de Primaire Begroting 2013 toegepast en zijn tevens in deze begroting 2014-2017 toegepast. De grootste wijziging betrof het onderdeel Bestaanskosten waarbij deze omlaag zijn gebracht; van circa 25% naar 22% van de totale lasten. De financieringsstructuur kent twee onderdelen: a. Financiering van de bestaanskosten op grond van deelname in de gemeenschappelijke regeling. De productonafhankelijke bestaanskosten worden voor 50% naar de aangesloten gefactureerd op basis van het aantal huishoudens per gemeente, de andere 50% naar rato van de gedeclareerde omzet. b. Financiering van de dienstverlening. De dienstverlening wordt gefactureerd aan de hand van de geleverde diensten per gemeente, conform het Productenboek. De in het Productenboek opgenomen tarieven zijn gebaseerd op de begroting. Enschede, maart 2013 Dhr. drs. P.G. Welman, voorzitter
- 1 -
- Begroting 2014 Stadsbank Oost Nederland -
Bericht van het Dagelijks Bestuur Doelstelling van de Stadsbank Oost Nederland De Stadsbank Oost Nederland is een “gemeentelijke kredietbank” en heeft tot doel om een, zowel vanuit een maatschappelijke alsook bedrijfseconomische optiek bezien, verantwoord pakket van financiële dienstverlening aan te bieden.
Missie: De Stadsban k Oost Ned erland be vorde rt m et maat schapp elij k verant woorde dienst verl ening d e financi ël e weerba arh eid en zelf red zaamh eid van huishoud en s. Vi si e: De Stad sba n k i s een bet rou wbare uitvo erin gso rgani satie di e op prof essionel e en klantg eri cht e wi jze duurza me resultaten bo ekt en zi ch daaro ver maat schappelij k verantwoo rdt. Zij st reeft daarbij naa r het bo rgen van haa r dienst verl ening in kwa liteit en di versiteit.
In het licht van de hierboven omschreven doelstelling behartigt de Stadsbank onder meer de volgende belangen:
deelnemen aan krediettransacties; treffen van schuldenregelingen; budgetbeheer; afgifte van verklaringen op grond van de Faillissementswet (Fw); bewindvoering op grond van het Burgerlijk wetboek (BW); verrichten van additionele diensten in het kader van de beschikbaarheidnuttigheid; preventie en voorlichting; bevorderen van de spaarzin; zorgdragen voor een harmonische en evenwichtige ontwikkeling van de onderneming.
De Stadsbank is lid van de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet (NVVK), de brancheorganisatie voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren. De leden van de vereniging zijn gemeenten, publieke en private instellingen en bedrijven die mensen met financiële problemen helpen en financiële zelfredzaamheid bevorderen. Met betrekking tot het treffen van schuldenregelingen, het verzorgen van budgetbeheer en het verstrekken van kredieten is de Stadsbank gehouden aan de door de NVVK opgestelde Gedragscodes. Tevens is de bank lid van de Branchevereniging Professionele Bewindvoerders en Inkomensbeheerders (BPBI) die de belangen behartigt van professionele bewindvoerders en inkomensbeheerders. Ook toetst ze de kwaliteit van haar leden onder meer door de jaarlijks te houden audits. Daarnaast is de bank aangesloten bij de Stichting Bureau Krediet Registratie (BKR) te Tiel. Hier registreert de bank alle verstrekte leningen en alle gestarte schuldregelingen.
- 2 -
- Begroting 2014 Stadsbank Oost Nederland -
Beleidsvisie van het bestuur De Stadsbank Oost Nederland ondersteunt de aangesloten gemeenten bij haar gemeentelijk beleid. De Stadsbank streeft naar financiële zelfredzaamheid van de inwoners van de aangesloten gemeenten. De interventie met de diensten van de Stadsbank is in beginsel tijdelijk van aard. De Stadsbank bevordert financiële zelfredzaamheid en weerbaarheid door middel van het aanbieden van: • •
• • • • • • • •
Preventie- en voorlichtingsactiviteiten gericht op het voorkomen van financiële instabiliteit en verschulding bij risicogroepen (met name jongeren en huishoudens met een laag inkomen) en ter ondersteuning van intermediaire organisaties en functionarissen. Advies over: o verantwoord lenen; o verstandige financiële planning (budgetteren financiële huishouden/inkomensondersteunende voorzieningen); o hoe om te gaan met betalingsachterstanden en problematische schulden. Kredietmogelijkheden aan personen die voldoen aan de “Fido-criteria”. De bank hanteert hierbij maatschappelijk verantwoorde rentepercentages. Budgetbeheer ter borging van de stabiliteit in de betaling van primaire lasten van het huishouden en ter ondersteuning het herstel van de financiële zelfredzaamheid, zodat (verdere) verschulding kan worden voorkomen. Specifieke en doelgerichte budgetbeheer ondersteuning ter bevordering van de zelfredzaamheid door middel van het instrument ‘Ladder van zelfredzaamheid’. Meerderjarigenbewind aan personen die blijvend niet bij machte zijn zelfstandig de eigen financiën te beheren. Bemiddeling tussen schuldenaar en schuldeisers om tot een minnelijke schuldregeling te komen en ter voorkoming van maatschappelijke uitval. Beheer van minnelijke regelingen ter borging van het nakomen van een minnelijke regeling en ter ondersteuning van een eventuele re-integratie op de arbeidsmarkt. Coaching bij budgetbeheer en schuldbemiddelingen om de financiële zelfredzaamheid te bevorderen. De afgifte van de verklaring en het ondersteunen bij het opstellen van het verzoekschrift conform de Faillissementswet inzake de toelating tot de wettelijke schuldsanering (Wsnp).
Bovendien zet de bank haar expertise en capaciteiten in om maatwerkdiensten te leveren aan de aangesloten gemeenten.
- 3 -
- Begroting 2014 Stadsbank Oost Nederland -
Voorstel tot vaststelling van de begroting De begroting 2014-2017 sluit met de volgende voordelige saldi voor bestemming: Begrotingsjaar 2014 Jaarschijf 2015 Jaarschijf 2016 Jaarschijf 2017
€ 606.200 € 702.400 € 804.300 € 913.100
Vervolgens dient er op basis van bestuursbesluiten en beleidsuitgangspunten nog een aantal mutaties in de diverse reserves te worden doorgevoerd. De uitvoering van het beleid over het gewenste weerstandsvermogen zal tot gevolg hebben dat er nog een storting in de algemene reserve dient plaats te vinden. Om die reden wordt voor de jaren 2014-2017 voorgesteld om (een deel van) het positieve begrotingssaldo toe te voegen aan de Algemene Reserve. De gewenste hoogte van de Algemene reserve mag maximaal gelijk zijn aan 45% van de eigen personeelskosten. Het saldo na bestemming wordt in principe aan de aangesloten gemeenten gerestitueerd, tenzij het Algemeen Bestuur anders beslist. De volgende saldi zijn als restitutie in de jaarschijven van deze begroting verwerkt: Begrotingsjaar 2014 Jaarschijf 2015 Jaarschijf 2016 Jaarschijf 2017
€ 62.200 voordelig € 628.300 voordelig € 729.000 voordelig € 836.600 voordelig
Het aanzienlijk positieve saldo voor bestemming in de primitieve begroting 2014 en de meerjaren raming 2015-2017 wordt met name veroorzaakt door de krediet- en rentevergoedingen op de verstrekte leningen, administratieve vergoedingen van derden voor financieel beheer en doorbetalingen in het kader van het beheren van minnelijke regelingen mede als de sterke groei van het aantal klanten onder beschermingsbewind. De begroting 2014 is vastgesteld in de vergadering van het Algemeen Bestuur van de Stadsbank Oost Nederland van donderdag 27 juni 2013.
- 4 -
- Begroting 2014 Stadsbank Oost Nederland -
Bestuur, organisatiestructuur en werkgebied Het Algemeen Bestuur (2010 – 2014) Het Algemeen Bestuur bestaat uit 22 leden en wordt voor vier jaren benoemd. Per deelnemende gemeente wordt door de gemeenteraad, uit haar midden of uit het college van burgemeester of wethouders, één lid voor het Algemeen Bestuur aangewezen. Elk lid heeft in de vergadering één stem. Het Algemeen Bestuur vergadert jaarlijks tenminste tweemaal. De vergaderingen van het Algemeen Bestuur zijn in principe openbaar. De samenstelling van het Algemeen Bestuur is als volgt: Gemeente Aalten Gemeente Almelo Gemeente Berkelland Gemeente Borne Gemeente Bronckhorst Gemeente Dinkelland Gemeente Enschede Gemeente Haaksbergen Gemeente Hellendoorn Gemeente Hengelo (Ov) Gemeente Hof van Twente Gemeente Lochem Gemeente Losser Gemeente Montferland Gemeente Oldenzaal Gemeente Oost Gelre Gemeente Oude IJsselstreek Gemeente Rijssen-Holten Gemeente Tubbergen Gemeente Twenterand Gemeente Wierden Gemeente Winterswijk
De heer H.J. Rijks Mevrouw J.M.M. Kuik-Verweg De heer J.B. Boer De heer A.T. Albers De heer P. Seesing Mevrouw J.B.M. Zwiep-Rosens De heer P.G. Welman De heer J.M. van Rees Mevrouw H. Bakhuis-Horstink Mevrouw M.A. ten Heuw De heer P. van Zwanenburg Mevrouw W.G.H. Heesen De heer J.F. Hassink Mevrouw I.T.J.M. Wolsing De heer R.G.H. Christenhusz De heer K.J.M. Bonsen De heer W.E.N. Rijnsaardt De heer J.J.A. ter Keurst De heer J.E.F. Harmelink De heer G.J. Binnenmars De heer T.P. de Putter Mevrouw I.G. Saris
Het Dagelijks Bestuur (2010 – 2014) Het Dagelijks Bestuur bestaat uit acht leden. Aan het begin van de zittingsperiode van het Algemeen Bestuur benoemen de leden van het Algemeen Bestuur, op voordracht van de benoemingscommissie, de leden van het Dagelijks Bestuur. Statutair maken de Algemeen Bestuursleden van de gemeenten Almelo, Enschede en Hengelo deel uit van het Dagelijks Bestuur. Elk lid van het Dagelijks Bestuur heeft in de vergadering één stem. Bij het staken van stemmen beslist de stem van de voorzitter. De vergaderingen van het Dagelijks Bestuur worden met gesloten deuren gehouden, voor zover het Dagelijks Bestuur niet anders bepaalt.
- 5 -
- Begroting 2014 Stadsbank Oost Nederland -
De personele samenstelling van het Dagelijks Bestuur is als volgt: De heer P.G. Welman Mevrouw J.M.M. Kuik-Verweg Mevrouw M.A. ten Heuw Mevrouw W.G.H. Heesen Mevrouw I.G. Saris De heer R.G.H. Christenhusz De heer W.E.N. Rijnsaardt De heer J.J.A. ter Keurst
Voorzitter Vice-voorzitter Lid Lid Lid Lid Lid Lid
De heer P.G. Welman is tevens voorzitter van het Algemeen Bestuur. De heer R.S.R. de Ruiter, Sectormanager Publieke Diensten en Sociale Zaken bij de gemeente Hengelo, is benoemd tot (ambtelijk) secretaris van het Bestuur.
Het Platform Het Platform is een ambtelijke adviescommissie van zowel het bestuur als de directie van de bank. Het Platform kan zowel gevraagd als ongevraagd advies uitbrengen aan het bestuur en de directie inzake het beleid en de bedrijfsvoering van de bank. Alle aangesloten gemeenten kunnen een vertegenwoordiger afvaardigen in het Platform. De voorzitter van het Platform wordt door het Algemeen Bestuur benoemd en neemt als adviseur deel aan de vergaderingen van zowel het Algemeen als Dagelijks Bestuur. De heer J.H. Scholtens, sectorhoofd Sociale en Economische Zaken bij de gemeente Almelo, is benoemd tot voorzitter van het Platform.
- 6 -
- Begroting 2014 Stadsbank Oost Nederland -
Organisatiestructuur van de Stadsbank Oost Nederland De uitvoeringsorganisatie Stadsbank Oost Nederland kent een staf-lijn organisatie. De directie en het bedrijfsbureau met de staf- en ondersteunende afdelingen zijn gehuisvest op het hoofdkantoor te Enschede. De lijnorganisatie kent als gevolg van het relatief grote aantal aangesloten gemeenten een zodanig groot werkgebied, dat besloten is de diensten van de bank primair vanuit een viertal en vanaf 2012 vanuit drietal vestigingen aan te bieden. Op het hoofdkantoor te Enschede is de grootste vestiging ondergebracht. Verder kent de bank nog vestigingen in Almelo en Hengelo. Vanuit de vestigingen worden Indicatiestellingen, Informatie & Advies, Stabilisatie en overige diensten aangeboden. Het regelen van schulden door de Centrale Afdeling Schuldregeling (CAS), Kredietverlening en klantenadministratie voor de klanten met budgetbeheerrekening worden voor het gehele werkgebied vanuit de vestiging Enschede verzorgd. Daarnaast worden vanuit de vestiging Enschede alle ondersteunende diensten door de stafafdelingen en het bedrijfsbureau verzorgd.
Bestuurs- en organisatiestructuur Stadsbank Oost Nederland
- 7 -
- Begroting 2014 Stadsbank Oost Nederland -
Het werkgebied van de bank Het werkgebied van de bank bestaat uit de 22 bij de gemeenschappelijke regeling aangesloten gemeenten. In dit werkgebied wonen 903.339 inwoners verdeeld over 382.492 huishoudens (bron CBS, 2012). Het werkgebied is op geografische gronden en gemeentelijke samenwerkingsverbanden verdeeld over de drie vestigingen. Per 1 april 2012 is de vestiging Ulft gesloten. Sindsdien is de Stadsbank aanwezig op de gemeentehuizen in de betreffende gemeenten in de Achterhoek. De ondersteuning vindt plaats vanuit de vestiging Enschede.
De tweeëntwintig gemeenten van de Stadsbank Oost Nederland Vestiging Almelo: Vestiging Enschede: Vestiging Hengelo:
Almelo, Hellendoorn, Rijssen-Holten, Tubbergen, Twenterand, Wierden. Aalten, Berkelland, Bronckhorst, Enschede, Haaksbergen, Lochem, Losser, Montferland, Oost Gelre, Oude IJsselstreek, Winterswijk. Borne, Dinkelland, Hengelo, Hof van Twente, Oldenzaal.
- 8 -
- Begroting 2014 Stadsbank Oost Nederland -
Programmabegroting 2014
- 9 -
- Begroting 2014 Stadsbank Oost Nederland -
- 10 -
- Begroting 2014 Stadsbank Oost Nederland -
Begrotingsuitkomst en Meerjarenperspectief Begrotingsuitkomst 2014 (Bedragen in €) Programma Algemeen bestuur - Overig
Begroting 2014 Lasten
Baten
Saldo
1.780.900
-
-
-
-
- Indicatiestelling
1.498.600
1.442.700
55.900-
- Informatie & Advies - Kredietverlening - Stabilisatie & herstel financiële huishouding - Minnelijk schuldregelen - Coaching budgetteringsvaardigheden
317.800 3.356.800 1.170.300 -
405.100 3.573.600 1.494.300 -
87.300 216.800 324.000 -
- Nazorg
30.300
31.600
1.300
- Additionele dienstverlening
37.900
70.600
32.700
6.411.700
7.017.900
606.200
8.192.600
8.798.800
1.780.900 1.780.900
Financieel-maatschappelijke dienstverlening en voorzieningen - Preventie & Voorlichting
Totaal programma’s Resultaat voor bestemming Mutaties reserves - Algemeen bestuur
1.780.900
606.200
544.000
Resultaat na bestemming
-
544.00062.200
De (primitieve) Begroting 2014 laat een saldo na bestemming zien van €!62.200. Het positieve saldo wordt in principe aan de aangesloten gemeente gerestitueerd, tenzij het Algemeen Bestuur anders beslist.
- 11 -
- Begroting 2014 Stadsbank Oost Nederland -
Uitgangspunten begroting 2014 De uitgangspunten voor de begroting 2014 zijn vastgelegd in een Nota “Richtlijnen (programma) begroting 2014-2017”. De nota is op 7 februari 2013 in de vergadering van het Platform, het ambtelijk adviesorgaan, besproken. Deze uitgangspunten worden gehanteerd voor de samenstelling van de primitieve begroting:
De jaarschijf 2014 van de begroting 2013-2016, de cijfers uit de jaarrekening 2012 en het “Productenboek 2013” vormen de basis voor de opstelling van deze primitieve begroting. De geactualiseerde declaratiesystematiek wordt sinds 2013 toegepast en zal ook in 2014 worden gehanteerd. In de begroting 2013-2016 is van het volumeaantal uit de Primaire Begroting 2012 uitgegaan; dit in verband met de voorgestelde reductie maatregelen voor het jaar 2012. Aangezien er geen additionele reductiemaatregelen voor 2013 zijn aangekondigd, worden de werkelijke cijfers van de jaarrekening 2012 gebruiken als uitgangspunt voor de begroting 2014. Daarbij zijn de incidentele afwijkingen in de productafname buiten beschouwing gelaten. Er is echter ervan uitgegaan dat de reducties van 2012 volledig worden gerealiseerd. Vervolgens wordt het volumeaantal, op het meerderjarigen beschermingsbewind na, stabiel gehouden in de meerjarenbegroting 2015-2017.1 Wel moet in ogenschouw worden genomen dat de huidige economische crisis kan leiden tot extra vraag naar de door de SON geleverde producten. Voor de autonome loonontwikkeling is uitgegaan van het loon- en salarispeil per 1 april 2012 met een ‘0-lijn’stijging, waarbij de normbedragen per functie worden gehanteerd. De loonkosten (loonkostenontwikkelingen zonder formatiemutaties) nemen echter toe met gemiddeld 1,4 %, als gevolg voor stijgende werkgeverslasten (Handleiding Overheidstarieven 2013, Ministerie van Financiën). Vooralsnog is geen rekening gehouden met eventuele CAO ontwikkelingen. Er is voor andere dan personele uitgaven uitgegaan van een gemiddelde prijs-/tariefinflatie voor de bank van 2,75% (Macro Economische Verkenning (MEV) 2013, Centraal Planbureau). Op basis van de verwachte loonkostenontwikkeling en prijsinflatie zijn de tarieven met 1,8% geïndexeerd. De eenheidstarieven zijn in de hierna volgende tabel weergegeven.
1
Voor de producten die voor het eerst in 2013 worden geïntroduceerd, is een aanname gemaakt van het volumeaantal op basis van de eerste inzichten in 2013.
- 12 -
- Begroting 2014 Stadsbank Oost Nederland -
Overzicht Producten met kostprijs (inclusief Maatwerk en Additionele Tarieven) Productcategorie
Productgroep
Product
Kostprijs Soort
Nr Omschrijving
1
2
Nr
Omschrijving
Preventie & Voorlichting 1.2 Voorlichting
Indicatiestelling
Nr
Omschrijving
2014 1,8%
1.2.1 Voorlichting aan Personen 1.2.2 Voorlichting aan Professionals
Additioneel Additioneel
497 497
1.3 Cursus en Training
1.3.1 Cursus/Training voor Personen 1.3.2 Cursus/Training voor Professionals
Additioneel Additioneel
497 497
2.1 Integrale indicatiestelling
2.1.1 Reguliere Indicatiestelling 2.1.2 Crisis-interventie 2.1.3 Maatwerk Indicatiestelling
Standaard Standaard Maatwerk
515 259 PM
2.2 Kredietverlening
2.2.1 Kredietbeoordeling
Standaard
n.v.t
2.3 Extra intake-faciliteiten
2.3.1 Huisbezoek 2.3.3 Multidisciplinair Overleg
Additioneel Additioneel
280 212
Standaard
153
3
Informatie en Advies
3.1 Financieel Budgetadvies
3.1.1 Budgetadvies
4
Kredietverstrekking
4.1 Sociale Lening
4.1.1 Sociale Lening
Standaard
n.v.t
4.2 Herfinanciering Kredieten
4.2.1 Herfinanciering lopende kredieten
Standaard
n.v.t
5.1 Budgetbeheer
5.1.1 Opstart Budgetbeheer 5.1.2 BBR Beheer - Basis 5.1.3 BBR Beheer - Combi - BBR Beheer - Combi (deel 1) - BBR Beheer - Combi (deel 2) 5.1.4 BBR Beheer - Totaal 5.1.5 BBR Beheer - LVZ (i.c.m. coaching) 5.1.6 BBR Beheer - Basis (zelfbetalers) 5.1.7 BBR Beheer - Totaal (zelfbetalers) 5.1.8 BBR - Hulp 5.1.9 BBR - Coaching 5.1.10 Beëindiging Budgetbeheer
Standaard Standaard Additioneel
163 202
Standaard Additioneel Standaard Standaard Additioneel Additioneel Standaard
202 234 436 323 270 503 309 686 43
5.2.1 Verwijzing Reguliere Bank
Additioneel
279
5
Stabilisatie & herstel financiële huishouding
5.2 Begeleide overdracht zelfstandig bankieren 5.3 Beschermingsbewind
6
Minnelijk schuldregelen 6.0 Bemiddelingstraject
5.3.1 Meerderjarigenbewind (lopend) (excl. BTW) Standaard 5.3.2 Meerderjarigenbewind (nieuw) (excl. BTW) Standaard
1.038 393
6.0.1 Bemiddeling schuldregeling
Standaard
6.1 Betalingsregeling
6.1.1 Beheer Standaard Betalingsregelingen
Standaard
292
6.2 Herfinanciering Schulden
6.2.1 Herfinancieringskrediet schulden
Standaard
n.v.t
6.3 Schuldbemiddeling
6.3.1 Beheer Standaard Schuldbemiddeling
Standaard
369
6.4 Saneringskrediet
6.4.1 Saneringskrediet
Standaard
n.v.t
Standaard Standaard Standaard Standaard Standaard
115 286 353 158 207
6.5 Faillissementswet-faciliteiten
6.5.1 6.5.2 6.5.2A 6.5.3 6.5.4
Voorlopige voorz. art 287 lid 4 FW Verklaring en verzoekschrift art. 285 FW Verklaring en verzoekschrift art. 285 FW Dwangaccoord art. 287a FW Moratorium art 287b FW
548
7
Coaching
7.1 Budgetcoaching
7.1.1 Budgetcoaching
Standaard
303
9
Nazorg
9.1 Nazorg
9.1.1 Nazorg Stabilisatie
Standaard
52
10.1.1 10.1.2 10.1.3 10.1.4 10.1.5 10.1.6 10.1.7
Maatwerk Maatwerk Maatwerk Maatwerk Maatwerk Maatwerk Maatwerk
10 PM PM PM PM 245 130
10 Overige dienstverlening 10.1 Beschikbaarheidnuttigheid
Kasbetalingen Leefgeldgarantie Meldpunt Huurschulden Dienstverlening op locatie Projecten BBR Beheer persoonsgebonden budget BBR Primaire lasten
- 13 -
- Begroting 2014 Stadsbank Oost Nederland -
Meerjarenperspectief Investeringsplan 2014 – 2017 Inmiddels heeft een inventarisatie plaatsgevonden van de bouwkundige onderhoudstoestand van de diverse vestigingen. Vervolgens zijn alle groot onderhoudswerkzaamheden en noodzakelijke vervangingsinvesteringen voor de komende jaren in beeld gebracht. Tevens is er een inschatting gemaakt van de overige noodzakelijke investeringen die de Stadsbank de komende jaren zal moeten doen. De jaarlijkse afschrijvingscomponent van de te plegen investeringen is in deze meerjarenraming meegenomen. Voor de realisatie van een 40-tal parkeerplaatsen ter behoud van parkeervoorzieningen voor het eigen personeel is voor het jaar 2015 vooralsnog een bedrag van €!200.000 geraamd. Voor een overzicht wordt verwezen naar bijlage 1.
Meerjarenraming De meerjarenraming laat voor de komende jaren het volgende beeld zien: (Bedragen in €) 2014 2015 2016 2017
Lasten 8.192.600 8.433.400 8.600.000 8.825.300
Baten 8.798.800 9.135.800 9.404.300 9.738.400
Saldo voor bestemming 606.200 702.400 804.300 913.100
Saldo na bestemming 62.200 628.300 729.000 836.600
Geconcludeerd kan worden dat het meerjarenperspectief een positief beeld laat zien. Voor een specificatie wordt verwezen naar de meerjarenraming en de toelichting op pagina 37 e.v.
- 14 -
- Begroting 2014 Stadsbank Oost Nederland -
Programmatoelichting Programma 1: Algemeen Bestuur Hoofdkenmerken: Het programma Algemeen Bestuur omvat de bestuursproducten: bestuursorganen en bestuursondersteuning. Tevens behoren tot het programma Algemeen Bestuur de niet product-/ dienstverleningspecifieke activiteiten en voorzieningen gericht op een effectief en efficiënt beheer van de bedrijfsvoering.
Het Bedrijfsbureau Het Bedrijfsbureau is gevestigd op het hoofdkantoor te Enschede. Vanuit het Bedrijfsbureau vindt de algemene interne ondersteuning van de vestigingen en het management plaats. Bij de algemene interne ondersteuning gaat het ondermeer om de automatisering, de organisatie-eigen financiële administratie, de kwantitatieve, kwalitatieve en financiële informatievoorziening en de facilitaire ondersteuning.
Wat wil de Stadsbank bereiken? -
Bestaand beleid:
Bestuursorganen • Sturing geven aan en reageren op de bestuurlijke en maatschappelijke ontwikkelingen. • Een maatschappelijk en bestuurlijk verantwoorde positionering van de Stadsbank. • Sturing geven aan en reageren op organisatieontwikkelingen die gericht zijn op een effectieve en efficiënte bedrijfsvoering bij de bank, alsmede op het leidinggeven aan de ambtelijke organisatie. • Het afleggen van verantwoording over het gevoerde beleid en de verzorgde dienstverlening. Bestuursondersteuning • De voorbereiding van beleidsontwikkeling voor het Bestuur. • De voorbereiding van de verantwoording door het Bestuur. Algemene interne ondersteuning • Het in stand houden van de fysieke infrastructuur. • Het in stand houden van de automatisering en telecommunicatie infrastructuur.
Wat gaan we daarvoor doen? Platform Stadsbank Oost Nederland (het Platform) Het Platform is een adviesorgaan voor zowel het Bestuur als de directie van de Stadsbank. Alle bij de gemeenschappelijke regeling aangesloten gemeenten kunnen deelnemen in het Platform. Het Platform adviseert zowel op verzoek als uit eigener beweging het Bestuur en de directie over beleidsontwikkeling. Het Platform wordt met raad en daad terzijde gestaan door de directie en ambtelijk ondersteund.
- 15 -
- Begroting 2014 Stadsbank Oost Nederland -
Communicatie Voor de deelnemende gemeenten is het van belang tijdig te weten hoe de ontwikkeling van de dienstverlening voor haar burgers door de bank is. Enerzijds heeft dit te maken met de mogelijkheden die de deelnemende gemeenten zien om naar aanleiding van de door de bank verleende diensten, het eigen gemeentelijk beleid vorm te geven en voorstellen te doen met betrekking tot het productenpakket van de Stadsbank. Anderzijds heeft dit te maken met de financiële verplichtingen voor de deelnemende gemeenten. Teneinde de deelnemende gemeenten tijdig te informeren wordt het Algemeen Bestuur in de voorjaarsnota en de najaarsnota geïnformeerd over de financiële en niet financiële ontwikkelingen. De voorjaarsnota heeft betrekking op de periode januari tot en met april, terwijl de najaarsnota betrekking heeft op de periode tot en met augustus. Indien wenselijk wordt tevens een voorstel tot wijziging van de begroting in deze periodieke rapportages opgenomen.
Wat mag het kosten? (Bedragen in €)
Investeringen
2014
Overige kosten
-
2015 447.000
2016
2017
-
20.000
De investeringen hebben betrekking op bestaand beleid (de te verwachten realisatie van een 40-tal parkeerplaatsen in 2015 en de uitvoering van de geplande investeringen op basis van het meerjaren onderhoudbeheersplan). Zie voor een toelichting bijlage 1. De budgettaire lasten worden bepaald door de kosten van het instandhouden van een gemeenschappelijke kredietbank. Tot deze zogenaamde bestaanslasten worden gerekend:
Huisvestingslasten o Kapitaalslasten huisvesting, inventaris en machines o Gas, water elektra, belastingen o Schoonmaak en alarmvoorzieningen o Onderhoud Personele lasten directie en staf Overige bestaanslasten, waar onder: o Accountantskosten o Belastingen en verzekeringen o Dotaties voorzieningen Programma 1: Budgettaire lasten Algemeen Bestuur 2012 Realisatie
2013 Primaire Begroting
(Bedragen in €)
2014 Primitieve Begroting
Lasten Baten
2.219.100 2.219.100
1.746.000 1.746.000
1.780.900 1.780.900
Saldo
-
-
-
- 16 -
- Begroting 2014 Stadsbank Oost Nederland -
In de begroting wordt uitgegaan van budgettair neutrale situatie op dit programma. Dit wil zeggen dat de totale bestaanskosten worden verminderd met de opbrengst uit deposito en vervolgens het restant in rekening zal wordt gebracht bij de deelnemende gemeenten.
Programma 2: Financieel-maatschappelijke dienstverlening en voorzieningen Algemeen Hoofdkenmerken: Het programma Financieel-maatschappelijke dienstverlening en voorzieningen heeft betrekking op alle dienstverlening van de Stadsbank, ter ondersteuning van het beleid van de aangesloten gemeenten. De dienstverlening en voorzieningen van de bank kunnen als volgt worden onderscheiden:
Informatie & Advies STABILISATIE (inkomsten en uitgaven) Budgetcoaching bij schulden oplossen Start (Stabilisatie)
Beheer (-Basis, -Totaal) Inkomsten en uitgaven
Uitgaven en inkomsten INTAKE
Beeindiging Afwikkelen beheerafspraken
Budgetcoaching bij budgetbeheer Nazorg
Integrale indicatie-stelling Regulier
Beschermingsbewind
Integrale indicatie stelling Crisis
Uitstroom Begeleiding naar reguliere bank
SCHULDEN OPLOSSEN Bemiddelingstraject Schulden oplossen
Krediet-aanvraag
PLAN VAN AANPAK
Betalingsregelingen
Herfinanciering
Schuldbemiddeling
Saneringskrediet
Faillissementswet Voorlopige voorziening
Dwangakkoord
Moratorium
Verklarng 285
Budgetcoaching bij schulden oplossen
Begeleide verwijzing
Kredietbeoordeling
- 17 -
- Begroting 2014 Stadsbank Oost Nederland -
Het dienstenaanbod van de bank wordt vanuit een drietal vestigingen verzorgd. Het standaard dienstenaanbod vanuit een vestiging bestaat uit de producten uit de volgende productgroepen:
Indicatiestellingen Informatie & Advies Stabilisatie & herstel financiële huishouding, waaronder coaching budgetteringsvaardigheden Begeleide verwijzing Beschikbaarheidnuttigheid
Vestiging Almelo Vanuit deze vestiging worden de Twentse gemeenten Almelo, Hellendoorn, Rijssen-Holten, Tubbergen, Twenterand en Wierden bediend (totaal 225.073 inwoners op 88.845 huishoudens – bron CBS, 2012). Met enkele gemeenten zijn specifieke afspraken gemaakt over bediening op locatie. Vooralsnog zijn deze afspraken op basis van bestaand beleid doorgetrokken in deze begroting. Vestiging Enschede Vanuit deze vestiging worden de gemeenten Aalten, Berkelland, Bronckhorst, Enschede, Haaksbergen, Lochem, Losser, Montferland, Oost Gelre, Oude IJsselstreek en Winterswijk bediend (totaal 481.893 inwoners op 210.407 huishoudens – bron CBS, 2012). Vanuit de vestiging Enschede wordt het meest uitgebreide pakket diensten en producten van de bank aangeboden. Naast het standaard dienstenpakket worden de werkzaamheden in het kader van het meerderjarigen beschermingsbewind vanuit deze vestiging uitgevoerd. Hier is ook de Centrale Afdeling Schuldregeling gehuisvest. Deze afdeling houdt zich bezig met minnelijk schulden oplossen en eventuele toeleiding naar de Wsnp. Tevens is de Centrale Klantenadministratie in Enschede gehuisvest. Dit onder het bedrijfsbureau ressorterend cluster verzorgt centraal klantgerichte administratieve werkzaamheden en biedt ondersteuning aan overige afdelingen van de bank.
Vestiging Hengelo Vanuit deze vestiging worden de gemeenten Borne, Dinkelland, Hengelo, Hof van Twente en Oldenzaal bediend (totaal 196.373 inwoners op 83.2040 huishoudens – bron CBS, 2012). Met enkele gemeenten zijn specifieke afspraken gemaakt over bediening op locatie. Vooralsnog zijn deze afspraken op basis van bestaand beleid voor 2013 doorgetrokken in deze begroting.
Wat wil de Stadsbank bereiken? Bestaand beleid: De bank wil bijdragen aan:
het voorkomen dat inwoners van de aangesloten gemeenten in financiële problemen komen of de weg naar financiële hulpverlening niet weten te vinden; het aanbieden van kredietmogelijkheden voor inwoners van de aangesloten gemeenten die niet bij de commerciële reguliere handelsbanken een lening kunnen krijgen, eventueel om zo hun kredietwaardigheid te kunnen herstellen;
- 18 -
- Begroting 2014 Stadsbank Oost Nederland -
een stabiele financiële huishouding door het bevorderen dat cliënten hun inkomsten en uitgaven zodanig in balans krijgen en houden dat het ontstaan van betalingsachterstanden wordt voorkomen en dat bestaande betalingsachterstanden (kunnen) worden ingelopen; het realiseren van een minnelijke, onderhandse regeling van schulden tussen cliënten in een (problematische) schuldsituatie en hun schuldeisers; het realiseren van een oplossing voor cliënten met een problematische schuldsituatie waarbij de schuldeisers niet akkoord gaan met een minnelijke regeling van de schulden. De bank wil door het verbeteren van de kwaliteit van de dienstverlening en het professionaliseren van de bedrijfsvoering de dienstverlening, ondanks de invloeden van de economische recessie, op peil houden en waar mogelijk verbeteren. Het beleid van de bank richt zich op het bevorderen van de financiële zelfredzaamheid van de klant, zowel waar het gaat om budgetbeheer als om indicatiestellingen en schulden oplossen.
Productspecifieke toelichting Wat gaan we daarvoor doen? - Preventie en voorlichting Door middel van gerichte voorlichtingsactiviteiten op scholen, bij vrijwilligersorganisaties en aan professionele organisaties wordt getracht de risico’s en gevolgen van verschulding desgevraagd onder de aandacht te brengen. Tevens kunnen op verzoek cursussen en trainingen bij de bank worden afgenomen. Dit product wordt echter niet meer standaard aangeboden en valt onder het additionele dienstverleningspakket van de bank.
- Indicatiestelling Voorafgaand aan de feitelijke dienstverlening door de bank wordt een op de klant afgestemd Plan van Aanpak opgesteld, waarin is opgenomen met welke instrumenten het best een antwoord kan worden gegeven op de door de klant gestelde hulpvraag.
Indicatiestelling Intake: - Integrale indicatiestelling - Crisisinterventie - Kredietverlening - Huisbezoek - Multidisciplinair overleg
Realisatie 2012 2.711 161 1.631 9 10
Primaire begroting 2013 2.841 220 1.744 7 15
Primitieve begroting 2014 2.711 161 1.631 9 10
- Advies & Informatie Op basis van de specifieke klantsituatie wordt een advies gegeven over de inrichting en het beheer van de financiële huishouding. Daarbij kan het zowel gaan om de budgettering van het huishoudgeld als om hoe om te gaan met kleine achterstanden en schulden indien de klant (nog) geen gebruik wenst of hoeft te maken van andere diensten van de bank.
Advies & Informatie Financieel budgetadvies
Realisatie 2012 1
- 19 -
Primaire begroting 2013 7
Primitieve begroting 2014 -
- Begroting 2014 Stadsbank Oost Nederland -
- Kredietverlening Voor de Stadsbank Oost Nederland geldt niet het creëren van een zo groot mogelijke kredietportefeuille als doelstelling, maar het bieden van een verantwoord alternatief voor personen die niet bij de reguliere kredietverleners tegen gangbare voorwaarden een persoonlijke lening kunnen afsluiten. Gezien de relatief zwakke financiële positie van de doelgroep van de gemeentelijke kredietbanken, hanteert de bank een rentetarief dat lager is dan dat van de gebruikelijke commerciële kredietverleners.
Kredietverlening Verstrekkingen: - Sociale leningen - Herfinancieringen - Saneringskrediet
Realisatie 2012 676 85 99
Primaire begroting 2013 694 106 104
Primitieve begroting 2014 676 85 99
- Stabilisatie & herstel financiële huishouding De meeste financiële problemen zijn het gevolg van een structurele onbalans in inkomsten en uitgaven. De zogenaamde primaire lasten, met name huur/hypotheek, gas, water, elektra en ziektekostenverzekering, worden dan vaak als sluitpost van het huishoudboekje gebruikt, waardoor op termijn huisuitzetting of afsluiting van energie dreigen. Door middel van het aangaan van budgetbeheer wordt de betaling van de primaire lasten geborgd. Bij budgetbeheer worden de periodieke verplichtingen in overleg met de cliënt gebudgetteerd. Daarbij krijgen de primaire lasten de hoogste prioriteit. Indien van toepassing wordt met behulp van betalingsregelingen getracht eventuele betalingsachterstanden zonder tussenkomst van de deurwaarder in te lopen. Doordat in dit budgetplan de lasten/uitgaven worden afgestemd op de beschikbare inkomsten ontstaat er weer een financieel evenwicht. Om de cliënt te ondersteunen bij het nieuwe huishoudboekje wordt de cliënt gedurende het eerste half jaar budgetbeheer extra begeleid. Indien noodzakelijk wordt de cliënt op flankerende voorzieningen gewezen. Elk jaar worden de vorderingen met betrekking tot het zelfstandig bankieren door de cliënt geëvalueerd. Op basis van deze evaluatie wordt de financier van het budgetbeheer (dit is de cliënt zelf of de gemeente) geïnformeerd over de mogelijkheden om het beheer te vereenvoudigen. Eventueel kan daarbij de inzet van budgetcoaches worden geadviseerd om de cliënten extra te ondersteunen ter voorbereiding op een terugkeer naar een reguliere bankorganisatie door het bijbrengen van budgetteringstechnieken en inzicht in het eigen bestedingsgedrag. In 2013 is het additionele instrument Ladder van zelfredzaamheid geïntroduceerd. Door middel van specifieke en doelgerichte ondersteuning in de vorm van coachingsgesprekken wordt getracht de budgetteringsvaardigheden van de klanten te bevorderen en hun duurzaam te laten uitstromen. Vooralsnog is dit instrument ingezet voor de klanten van de gemeente Enschede. Het budgetbeheer is bedoeld als tijdelijke ondersteuning voor klanten die onvoldoende vaardig zijn (gebleken) hun financiële verplichtingen adequaat te budgetteren. Er zijn echter cliënten waarbij budgetbeheer structureel wenselijk is. In die gevallen kan de cliënt een verzoek indienen bij het kantongerecht voor een bewindvoerder meerderjarigenbewind.
- 20 -
- Begroting 2014 Stadsbank Oost Nederland -
Realisatie 2012
Opstarten Budgetbeheer (gemeenten) Beheer BBR (incl. eigen bijdrage) BBR ondersteuning - LVZ (vanaf 2013) Beëindigde BBR (gemeenten)
1.228 6.097 1.479
1.253 6.332 345 1.797
1
2
-
176 158
382 300
472 158
Verwijzing Reguliere Bank Meerderjarigen bewind lopend (gemiddeld) Meerderjarigen bewind nieuw
Primaire begroting 2013
Primitieve begroting 2014 1.228 6.216 455 1.479
Stabilisatie
- Minnelijk schulden regelen Door de bank wordt bemiddeld tussen de schuldenaar en diens schuldeisers om tot een regeling van de schulden te komen. Daarbij onderzoekt de bank of door middel van betalingsregelingen over een periode van maximaal vijf (5) jaar of een herfinanciering van de schulden de volledige schuldsituatie kan worden opgelost. Indien dit niet mogelijk is, wordt gekeken of een saneringskrediet verantwoord is dan wel dat een schuldbemiddeling tot een oplossing kan leiden. Een saneringskrediet en een schuldbemiddeling hebben een looptijd van drie (3) jaar. In crisissituaties en bij “onredelijke” en onwillige schudeisers kan de cliënt een beroep doen op de Faillissementswet. De bank kan de cliënt ondersteunen bij deze formele procedures.
Minnelijk schuldregelen Bemiddelingstraject Beheer betalingsregelingen Beheer SB (gemiddeld) Saneringskrediet Voorlopige voorziening ex art 284 Verklaring ex art. 285 Dwangakkoord ex art 287a Moratorium ex art. 287b
Realisatie 2012 1.310
Primaire begroting 2013 1.275
Primitieve begroting 2014 1.310
5
3
5
616
736
684
99
104
99
1.269 3
865 1 -
865 3
- Coaching De bank kan op verzoek van de gemeenten een traject Budgetcoaching uitvoeren zoals opgenomen in het door de klant ondertekende Plan van Aanpak. Een traject Budgetcoaching is bedoeld ter ondersteuning van het traject Budgetbeheer en leert de klant om te gaan met het lagere ter beschikking staande huishoudbudget (leefgeld) gericht op het zelfstandig beheer van de financiën. Dit product wordt niet standaard afgenomen.
Coaching Budgetcoaching
Realisatie 2012 -
- 21 -
Primaire begroting 2013 -
Primitieve begroting 2014 -
- Begroting 2014 Stadsbank Oost Nederland -
- Nazorg Dit betreft het voor de doelgroep verzorgen van een traject Nazorg. Bij dit product wordt middels een gesprek getoetst of de klant zelfstandig zijn financiën kan beheren. Het verzorgen van nazorg draagt bij aan het voorkomen van recidive van klanten. Dit product wordt standaard afgenomen.
Nazorg Nazorg
Realisatie 2012 609
Primaire begroting 2013 716
Primitieve begroting 2014 609
- Overige dienstverlening Onderstaande additionele dienstverlening wordt momenteel aangeboden en is op basis van bekende afspraken met een aantal gemeenten voor 2013 doorgetrokken naar de begroting 2014.
Kasbetalingen sociale diensten De bank biedt in het kader van de beschikbaarheidsnuttigheid de bij haar aangesloten gemeenten de mogelijkheid om voor het verrichten van kasbetalingen gebruik te maken van de bij de bank aanwezige voorzieningen. Concreet betekent dit dat de bank voor een aantal gemeenten een gedeelte van de gemeentelijke kasfunctie heeft overgenomen. Cliënten van de betreffende gemeentelijke sociale dienst kunnen aan de kas van de bank de voor hen bestemde betalingen ontvangen.
Dienstverlening op locatie Naast de standaard dienstverlening verzorgt de Stadsbank voor een aantal gemeenten een inloopspreekuur op locatie. Dit inloopspreekuur vindt plaats bij de gemeente zelf of op een werkplein. De kosten van dit spreekuur worden vooraf geoffreerd en vervolgens maandelijks in rekening gebracht.
Overige dienstverlening Kasbetalingen Dienstverlening op locatie (maatwerk)
Realisatie 2012 3.878
Primaire begroting 2013 4.090
Primitieve begroting 2014 3.878
Samenwerking Externe instanties De Stadsbank voert intensief gesprekken met een aantal grote instanties waarvoor de bank regelmatig betalingen van de klanten verricht. Het doel van deze samenwerking is het verbeteren van de administratieve processen om zodoende de kosten te reduceren.
Wat mag het kosten? (Bedragen in €)
Investeringen
2014
2015
2016
2017
Programma 2: Financieelmaatschappelijke dienstverlening en voorzieningen
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
- 22 -
- Begroting 2014 Stadsbank Oost Nederland -
Programma 2: Budgettaire lasten: Financieel-maatschappelijke dienstverlening en voorzieningen 2012 2013 Realisatie Primaire (Bedragen in €) Begroting
2014 Primitieve Begroting
Lasten Baten
6.678.900 6.792.300
6.272.000 6.683.400
6.411.700 7.017.900
Saldo
113.400
411.400
606.200
- 23 -
- Begroting 2014 Stadsbank Oost Nederland -
Verplichte paragrafen Weerstandsvermogen Het begrip weerstandsvermogen verwijst naar het verband tussen de risico’s die de bank loopt en waarvoor noodzakelijkerwijs voorzieningen in de vorm van weerstandscapaciteit moeten worden getroffen. De bank is een gemeenschappelijke regeling waarbij de deelnemende gemeenten uiteindelijk verantwoordelijk zijn voor een eventueel nadelig saldo van de bank. Theoretisch kan gesteld worden dat de bank zonder eigen reserves kan functioneren. Praktisch en theoretisch zouden de nadelen daarvan de (vermeende) voordelen overtreffen. Het Algemeen Bestuur heeft dan ook vastgesteld dat het wenselijk is dat de bank over eigen reserves moet beschikken. Het weerstandsvermogen is benodigd om te voorkomen dat bij een andere uitkomst van kosten en/of opbrengsten in enig jaar, als gevolg van niet te voorziene ontwikkelingen, de aangesloten gemeenten aan een eventueel tekort moeten bijdragen.
Beleid De weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden waarover de bank beschikt om niet begrote kosten te dekken. Onderdeel van de weerstandscapaciteit zijn de vrij aanwendbare Algemene reserve en de bestemmingsreserves. Als gevolg van de door de leden van de GR opgelegde reductiemaatregelen heeft de Stadsbank in 2011 KPMG Accountants gevraagd om advies uit te brengen over de aspecten die van belang zijn bij de bepaling van de minimale omvang van het noodzakelijke weerstandsvermogen van de Stadsbank. De Algemene reserve dient als algehele buffer om toekomstige tegenvallers op te kunnen vangen en is dus het belangrijkste onderdeel van de weerstandscapaciteit. KPMG is in haar advies tot de conclusie gekomen dat de totale Algemene reserve op grond van de exploitatie 2010 een minimum van € 800.000 zou moeten bedragen. Dit bedrag zou dan mee moeten bewegen met de toekomstige omvang van de exploitatie. Het advies van KPMG is in de DB vergadering van oktober 2011 besproken. Hierop is door het Dagelijks Bestuur besloten om het Algemeen Bestuur voor te stellen de ondergrens van het weerstandsvermogen te bepalen op 15%; dit naar analogie van de bovengrens die eveneens is gekoppeld aan de personele uitgaven (tot een maximum van 45%). Dit voorstel is door het Algemeen Bestuur overgenomen. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar het advies van KPMG dat in de vergadering van november 2011 door het Algemeen Bestuur is besproken. Met betrekking tot de bestemmingsreserves heeft het Algemeen Bestuur het volgende besloten: Norm - Inventaris
- ICT
- Vakantiegeld - Salarisverplichting Enschede
Feitelijke verplichtingen
Dotatie Geen dotatie (eenmalig € 200.000 gedoteerd in 2012) Geen dotatie (eenmalig € 200.000 gedoteerd in 2012) Afhankelijk van formatie € 185.000 eenmalig in 2004
- 24 -
Beoogde reserve Voorlopig geen maximum
Opmerking
Voorlopig geen maximum Afhankelijk van verplichtingen In 2014 saldo = 0
Beoogd bedrag is stand van zaken Vrijval in 10 jaar
- Begroting 2014 Stadsbank Oost Nederland -
- Personeelsbudget - Borgfonds saneringskredieten
1,25% geraamde personeelslasten 10% uitstaand saldo saneringskredieten
- Afbouw Moneycard
pm (restant jaarlijks budget) Voorlopig geen jaarlijkse dotatie
€ 65.000 Voorlopig geen maximum
€ 150.000 Vrijval in 2012 eenmalig in 2011 € 650.000 eenmalig in Vrijval in 2013 2011
- Frictiekosten Organisatie
Op termijn besluitvorming over jaarlijkse dotatie Volledig ingezet Conform besluit van het AB in november 2011
Weerstandscapaciteit Het weerstandsvermogen is vereist om niet te voorziene risico’s op te kunnen vangen. Voor de bank wordt de weerstandscapaciteit berekend uit: Algemene reserve en bestemmingsreserves.
Weerstandscapaciteit Stadsbank Oost Nederland per 31 december 2014 Algemene reserve 2.368.400 Bestemmingsreserves
842.900
Totaal
3.211.300
Deze middelen gelden voor risico’s waarvoor geen specifieke maatregelen kunnen worden getroffen, zoals: - dalende opbrengsten door wegvallende dienstverlening - WW-verplichtingen als gevolg van een dalende omzet - wijzigingen in Rijksregelgeving.
Voorzieningen De bank heeft een aantal voorzieningen opgenomen. Voorzieningen worden opgenomen als er sprake is van een te kwantificeren financiële verplichting of financieel risico. Daarnaast kunnen tot voorzieningen ook gerekend worden de van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden. De stand van de voorzieningen bedraagt per 31-12-2014 €!72.400.
Risico’s In deze risicoparagraaf worden alle voorzienbare risico’s vermeld, waarvoor geen voorzieningen zijn gevormd of die niet tot afwaardering van activa hebben geleid en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot balanstotaal of financiële positie. In veel gevallen is het moeilijk om de te verwachten risico’s te becijferen of aan te geven hoeveel procent kans de bank loopt dat een bepaalde tegenvaller zal optreden. De onderwerpen met financiële onzekerheden zijn gerangschikt in risicocategorieën, te weten: financiële risico’s, risico’s op eigendommen en overige risico’s. Nr. A 1 2
Onderwerp Financiële risico’s Volumebeleid gemeenten Kredietomzet
Risico Niet bekend Niet bekend
- 25 -
- Begroting 2014 Stadsbank Oost Nederland -
Nr. B 1 C 1 2 3 4
Onderwerp Risico’s op eigendommen Aansprakelijkheid schadegevallen Overige risico’s Overheidsmaatregelen Software Beroepsaansprakelijkheid WIA
Risico Niet bekend Niet bekend Niet bekend Niet bekend Niet bekend
Financiële risico’s A1 Volumebeleid gemeenten De bank is voor haar inkomsten afhankelijk van de omvang van de verleende dienstverlening. Indien gemeenten besluiten tot een ingrijpende beperking van het gebruik van onze diensten, heeft dit direct consequenties voor de inkomsten van de bank, terwijl de bank niet onmiddellijk haar bedrijfsvoering op een ingrijpende daling van de omzet kan aanpassen. A2 Kredietomzet Een substantiële daling van de kredietomzet (> 20%) heeft een negatief gevolg voor de resultaten en brengt op termijn een herschikking van de formatie met zich mee. De totale personele inzet ten behoeve van de kredietverlening bedraagt op begrotingsbasis indicatief 1,8 fte (exclusief debiteurenbeheer). Risico’s op eigendommen B1 Aansprakelijkheid schadegevallen Indien de bank aansprakelijk wordt gesteld voor schadegevallen kan het zijn dat deze niet vallen onder de algemene WA-verzekering van de bank. Voor deze schadevergoedingen is dan geen dekking aanwezig. Dit geldt ook voor eventuele proceskosten. Overige risico’s C1 Overheidsmaatregelen Overheidsmaatregelen ten aanzien van het mogen uitoefenen van bepaalde activiteiten die door de bank worden uitgevoerd, kunnen de resultaten zowel positief als negatief beïnvloeden. C2 Software Voor het gebruikte software-pakket Allegro is een escrow-overeenkomst afgesloten bij het Getronics Business Continuity (“GBC”) te Lelystad, waar de broncodes zijn ondergebracht. Een faillissement van de leverancier houdt dus in dat naar vervanging moet worden gezocht. C3 Beroepsaansprakelijkheid Indien de bank aansprakelijk wordt gesteld voor schadegevallen voortvloeiende uit de beroepsuitoefening kan het zijn dat deze niet vallen onder de huidige beroeps-aansprakelijkheidsverzekering. Voor deze schadevergoedingen en eventuele proceskosten is dan geen dekking. C4 WIA De kosten van een WIA-uitkering kunnen verhaald worden op de veroorzaker van de arbeidsongeschiktheid. De bank heeft hier geen speciale verzekering voor afgesloten.
- 26 -
- Begroting 2014 Stadsbank Oost Nederland -
Financiering Voor de uitvoering van de programma’s zijn financiële middelen nodig. Hierin wordt o.a. via de treasuryfunctie en de declaraties voor verleende diensten voorzien. Huidige stand van zaken met betrekking tot het beleid. Het Treasurystatuut van de bank is in 2010 door het Algemeen Bestuur geactualiseerd en geeft de beleidsmatige infrastructuur weer voor het uitvoeren van de treasuryfunctie. Het doel is om de kwaliteit van de uitvoering te verhogen.
De uitvoering treasury. In het door de bank vastgestelde Treasurystatuut is aangegeven dat een verantwoord en adequaat beheer van de financiële middelen wordt onderkend. Voor het begrotingsjaar 2014 gaan we uit van een totaal van €!116 miljoen aan binnenkomende gelden. Aan girale/kasbetalingen zal er tevens omstreeks €!116 miljoen uitgaan.
Ontwikkeling leningen Het openstaande saldo op de persoonlijke rekeningen is bij het samenstellen van de begroting ongeveer €!4,1 miljoen. Ter dekking van de risico’s beschikt de bank over een voorziening risicofonds van circa €!167.700 en een reserve borgfonds voor saneringskredieten van circa €!125.500. Bij het samenstellen van de begroting zijn er 4 langlopende leningen met betrekking tot de huisvesting met een uitstaand saldo van circa €!2,2 miljoen.
Ontwikkeling kort lopende verplichtingen Door de bank wordt circa €!7,2 miljoen aan banktegoeden van klanten beheerd waarvan €!6,6 miljoen gereserveerd voor activiteiten op de korte termijn. Naast deze gelden is voor bancaire activiteiten een bedrag van ongeveer €!1,4 miljoen aan inleggelden van de deelnemende gemeenten beschikbaar. De beschikbare liquide middelen bedragen ongeveer €!4,4 miljoen en daarnaast beschikt de bank over een deposito-positie van €!8 miljoen. Per ultimo 2013 wordt het schatkistbankieren voor de decentrale overheden verplicht gesteld. Dat zal in principe minder rentevergoeding tot gevolg hebben. Er bestaat op dit moment geen noodzaak tot het aantrekken van vreemd vermogen.
Ontwikkeling kas De kasgeldstroom is nog steeds in enige mate aanwezig. Het transport van kasgelden is uitbesteed en de bank loopt geen risico. Het bij de bank aanwezige geld is verzekerd. De verzekeringsmaatschappij heeft voorwaarden gesteld aan de kwaliteit van de bewaarplaatsen, de hoeveelheid aanwezig geld in de kluizen en de voorraden aan de balies. Er wordt op toegezien dat er geen ongedekte risico’s ontstaan. Als limiet en richtlijn voor het kasgeld geldt een geprognosticeerde kasopname binnen 1 week tot de maximaal door de verzekering gedekte waarde. Periodiek worden de kassen gecontroleerd.
Verwachte ontwikkelingen De omvang van de geldstromen is belangrijk genoeg om de treasuryfunctie bij de bank meer inhoud te geven. De in gang gezette registratie en verantwoording van de geldstroom zal een vast onderdeel gaan vormen van de bestuurlijke rapportages. De inspanningen zijn er op gericht om het beheer van de middelen zo gunstig mogelijk, binnen de kaders van het Treasurystatuut, te organiseren.
- 27 -
- Begroting 2014 Stadsbank Oost Nederland -
Toezicht Provincie De provincie heeft beleidskaders vastgesteld voor het houden van toezicht op de financiën van de gemeenschappelijke regelingen. Er is een wettelijke inzendplicht voor onder meer de begroting, begrotingswijzigingen, de periodieke bestuursrapportages en de jaarrekening. Daarnaast wordt aan het eind van elk kwartaal informatie verstrekt ten behoeve van de kasgeldlimiet, welke betrekking heeft op de netto vlottende schulden. Met betrekking tot de langlopende schulden wordt aan het eind van het jaar inzicht verstrekt.
Kasgeldlimiet Het risico op kortlopende financiering wordt beperkt met een zogenoemde kasgeldlimiet op basis van de wet Financiering decentrale overheden (Fido). Dit houdt in dat de totale omvang van de vlottende schuld maximaal 8,2% van de lastenkant van de begroting mag zijn. Het begrotingstotaal voor 2014 komt uit op een bedrag van €!8.192.600 miljoen. De kasgeldlimiet voor 2014 zal derhalve op circa €!670.000 uitkomen. Bij het samenstellen van de begroting is er sprake van een overschot aan vlottende middelen, waardoor de ruimte dus groter is dan de genoemde limiet van €!670.000. Wij verwachten dat hierin in het begrotingsjaar 2014 geen verandering komt.
Renterisiconorm De Wet Fido stelt voor gemeenten ook de renterisiconorm vast. Elk jaar mag maximaal 20% van de omvang van de vaste schuld geherfinancierd worden. Doelstelling van de renterisiconorm is dat gemeenten hun leningenportefeuille zo moeten spreiden, dat de te lopen renterisico’s gelijkmatig over de jaren worden gespreid. Door de ontwikkelingen in de budgetbeheerrekeningen zijn de mogelijkheden om de leningen met eigen middelen te financieren de laatste jaren sterk toegenomen. De behoefte aan vreemd vermogen door het aangaan van langlopende geldleningen neemt daardoor af. Derhalve zijn er met betrekking tot de langlopende schulden geen problemen te verwachten in het kader van de wet Fido.
- 28 -
- Begroting 2014 Stadsbank Oost Nederland -
Bedrijfsvoering In tegenstelling tot de algemene programmaverantwoording zal in deze paragraaf aandacht besteed worden aan de beleidsmatige, toekomstgerichte aspecten van bedrijfsvoering.
a. Kostenbewustzijn Inmiddels is het inkoopbeleid vastgesteld en zijn ook inkoopvoorwaarden opgesteld. Dit geeft de organisatie de mogelijkheden om efficiënter middelen aan te wenden. Evenals in de voorgaande jaren zal kostenbewustzijn hoog op de agenda staan. Ook zullen lopende langdurige (meerjarige) contracten opnieuw tegen het licht worden gehouden. b. Investeringsbeleid Het meerjaren-onderhoudsplan is inmiddels opgesteld. De dienstverlening in de Achterhoek wordt inmiddels op een andere manier vormgegeven. Nadrukkelijk zal worden getoetst of deze dienstverlening aan alle eisen en normen voldoet. Er is een aanvang gemaakt met digitalisering en de komende jaren zullen in het licht staan van een verdere uitrol van digitalisering van de bedrijfsprocessen. c. Organisatiestructuur De organisatie zal ook in 2014 met name te maken krijgen met veranderingen in het werkveld van de bank. Toenemend aanbod op het terrein van schuldhulpverlening door alternatieve aanbieders alsmede de huidige economische situatie zal invloed hebben op de omvang en de aard van de dienstverlening voor de bank en daarmee op de organisatiestructuur. Hiernaar zal onderzoek verricht worden. Ook de noodzaak om alternatieve financieringsbronnen aan te trekken zal nadrukkelijk aan de orde zijn. d. Administratieve organisatie en interne beheersing Ook voor 2014 wordt deze verder uitgebouwd. De doorontwikkeling van de bankapplicaties zal gestimuleerd worden zodat processen beter ondersteund worden. Tevens zal ingezet worden op verdere verbetering van de managementinformatie en de bestuurlijke informatievoorziening. e. Informatisering en Automatisering In 2014 ligt de focus op het uitbouwen van de effectiviteit van de bankapplicatie Allegro 3. Uitgangspunt is dat de dienstverlening aan de klanten minimaal voldoet aan de eisen die door de huidige tijd aan deze dienstverlening mogen worden gesteld. f.
(Management)informatie voorziening Genoemde ontwikkelingen op informatiserings- en automatiseringsgebied hebben tot gevolg dat de informatievoorziening een steeds hoger niveau bereikt. Doel is dat steeds meer continu inzicht komt in het reilen en zeilen van de verschillende processen en organisatie(onderdelen). Dit heeft tot effect dat minder goed functionerende processen als vanzelf zichtbaar worden zodat daar gericht aan kan worden gewerkt.
g. Marktkansen en –bedreigingen Steeds meer ontwikkelingen vanuit bestuurlijk-politieke spectrum en de directe omgeving dwingen de bank om ook nadrukkelijk te blijven kijken naar de effecten van ontwikkelingen in de directe omgeving op de dienstverlening van de bank. De bank zal de visie op haar bijzondere positie als overheidsorganisatie in relatie tot de toenemende marktwerking nader uitwerken.
- 29 -
- Begroting 2014 Stadsbank Oost Nederland -
Onderhoud kapitaalgoederen Een van de basiselementen voor de financiële positie van de bank zijn de kapitaalgoederen en de onderhoudsstaat. Tot de kapitaalgoederen rekenen we de gebouwen en terreinen in eigendom. Gezien de ouderdom en de huidige staat van de panden, verwacht de bank de komende jaren enige grote onderhoudsuitgaven. In 2011 heeft een uitgebreide schouw van de panden plaatsgevonden waarna een onderhoudsplan met een daaraan gekoppelde financiële planning voor de komende jaren is opgesteld. Het onderhoudsbeheersplan is in de november-vergadering van 2012 vastgesteld. De kosten van dit onderhoudsplan kunnen gedekt worden uit de Voorziening Onderhoud.
Verbonden partijen De Stadsbank Oost Nederland heeft geen verbonden partijen maar is wel verbonden partij van de aangesloten gemeenten.
- 30 -
- Begroting 2014 Stadsbank Oost Nederland -
Financiële positie Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Algemeen In algemene zin hebben algemene dekkingsmiddelen geen vooraf bepaald bestedingsdoel en zijn vrij inzetbaar. De bank kent echter door haar declaratiesystematiek geen algemene dekkingsmiddelen.
Overzicht van Lasten en Baten In dit overzicht geven wij de lasten en baten van de programma’s weer. Tevens wordt inzicht gegeven in het resultaat.
(Bedragen in €) Programma Algemeen bestuur - Overig
Begroting 2014 Lasten
Baten
1.780.900 1.780.900
Saldo
1.780.900
-
-
-
-
- Indicatiestelling
1.498.600
1.442.700
55.900-
- Informatie & Advies - Kredietverlening - Stabilisatie & herstel financiële huishouding - Minnelijk schuldregelen - Coaching budgetteringsvaardigheden
317.800 3.356.800 1.083.300 -
405.100 3.573.600 1.494.300 -
87.300 216.800 411.000 -
30.200
31.600
1.400
125.000
70.600
54.400-
6.411.700
7.017.900
606.200
8.192.600
8.798.800
Financieel-maatschappelijke dienstverlening en voorzieningen - Preventie & Voorlichting
- Nazorg - Additionele dienstverlening
Totaal programma’s Resultaat voor bestemming Mutaties reserves - Algemeen bestuur
1.780.900
606.200
544.000
Resultaat na bestemming
-
544.00062.200
- 31 -
- Begroting 2014 Stadsbank Oost Nederland -
Arbeidskosten gerelateerde verplichtingen Overzicht van de personele sterkte 2014 Feitelijke formatie eigen personeel bij huidige begroting 2014: bij lopend dienstjaar 2013:
(Fte) 100,4 fte 97,9 fte
Personeel circa 118 circa 115
Onder formatie wordt verstaan de formatie omgerekend naar een full-time werkweek onder vermelding van het aantal personeelsleden. Bij de formatie van de huidige begroting is uitgegaan van de benodigde formatie in de primaire begroting 2013 (97,9 fte). Daarnaast is 2,0 fte extra inbegrepen ten behoeve van de uitvoering van de werkzaamheden in het kader van de nieuwe Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) als voor de nodige uitbreiding van de afdeling Intake met betrekking tot de centrale planning. Tevens is 0,5 fte extra inbegrepen op de afdeling Applicatiebeheer als gevolg van de uitbreiding van het aantal applicaties in het kader van digitalisering. Overzicht personeelslasten:
- Salarissen, sociale lasten en overige personeelslasten van het eigen personeel - Salarissen van het tijdelijk personeel Totaal bedrag personeelslasten
Primaire begroting 2013 5.266.200 104.800
105.600
5.371.000
5.585.700
Reservepositie De verwachte reservepositie van de bank ziet er per 1 januari 2014 als volgt uit: Algemene reserve Bestemmingsreserves
1.839.900 827.400
Totaal
2.667.300
- 32 -
Primitieve begroting 2014 5.480.100
- Begroting 2014 Stadsbank Oost Nederland -
Staat van reserves Soort Reserve Algemene reserves Algemene reserve
Boekwaarde 1-1-2013 € 1.738.000 subtotaal € 1.738.000
Saldo jaarrekening
Toevoeging Onttrekking Boekwaarde Toevoeging Onttrekking Boekwaarde 1-1-2014 1-1-2015
€
€ €
101.900 101.900
€
15.000
-
Bestemmingsreserves Borgfonds saneringskredieten Vakantiegeld Salarisverplichting Enschede Organisatiewijziging Personeel Onderhoud ICT Inventaris Afbouw Money Card Frictiekosten Organisatie subtotaal
€ 125.500 € 166.900 € 18.500 € € 61.000 € € 259.000 € 200.000 € € 414.700 € 1.245.600
€
-
€
TOTAAL RESERVES
€ 2.983.600
€
-
€
€
-
€ 1.839.900 € 1.839.900
€
18.500
15.000
€ €
414.700 433.200
€ € € € € € € € € € €
125.500 181.900 61.000 259.000 200.000 827.400
116.900
€
433.200
€ 2.667.300
€ €
528.500 528.500
€
15.500
€
15.500
€
544.000
-
€ 2.368.400 € 2.368.400
€
-
€ € € € € € € € € € €
€
-
€ 3.211.300
€
125.500 197.400 61.000 259.000 200.000 842.900
Staat van voorzieningen Soort Voorziening
Boekwaarde 1-1-2013
Toevoeging
Onttrekking
Boekwaarde Toevoeging 1-1-2014
Onttrekking
Boekwaarde 1-1-2015
Voorziening FPU Voorziening WW-verplichtingen Voorziening Onderhoud
€ € €
62.700 49.300 81.400
€ € €
50.000
€ € €
50.500 24.500 82.700
€ € €
12.200 24.800 48.700
€ € €
50.000
€ € €
12.200 21.900 29.200
€ € €
2.900 69.500
TOTAAL VOORZIENINGEN
€
193.400
€
50.000
€
157.700
€
85.700
€
50.000
€
63.300
€
72.400
- 33 -
- Begroting 2014 Stadsbank Oost Nederland -
- 34 -
- Begroting 2014 Stadsbank Oost Nederland -
Meerjarenraming 2015 - 2017
- 35 -
- Begroting 2014 Stadsbank Oost Nederland -
- 36 -
- Begroting 2014 Stadsbank Oost Nederland -
(Bedragen in €) Programma Algemeen bestuur - Overig
Begroting 2014 Lasten
Baten
Lasten
Baten
1.780.900
-
1.805.900 1.805.900
-
-
-
- Indicatiestelling
1.498.600
1.442.700
- Informatie & Advies - Kredietverlening - Stabilisatie & herstel financiële huishouding - Minnelijk schuldregelen - Coaching budgetteringsvaardigheden
317.800 3.356.800 1.170.300 -
- Nazorg - Additionele dienstverlening
Financieel-maatschappelijke dienstverlening en voorzieningen - Preventie & Voorlichting
Totaal programma’s Resultaat voor bestemming Mutaties reserves - Algemeen bestuur Resultaat na bestemming
1.780.900 1.780.900
Begroting 2015 Saldo
Begroting 2016 Saldo
Lasten
Baten
1.805.900
-
1.753.700 1.753.700
-
-
-
55.900-
1.519.700
1.468.800
405.100 3.573.600 1.494.300 -
87.300 216.800 324.000 -
321.900 3.530.400 1.186.600 -
30.300
31.600
1.300
37.900
70.600
6.411.700
7.017.900
8.192.600
8.798.800
1.780.900
-
Lasten
Baten
1.753.700
-
1.757.100 1.757.100
-
-
-
50.900-
1.541.300
1.495.100
405.100 3.829.900 1.522.000 -
83.200 299.500 335.400 -
326.100 3.706.100 1.203.200 -
30.600
32.200
1.600
32.700
38.300
71.900
606.200
6.627.500
7.329.900
8.433.400
9.135.800
1.805.900
606.200
544.000
Begroting 2017 Saldo
544.000-
1.757.100
-
-
-
-
46.200-
1.563.300
1.522.000
41.300-
405.100 4.094.200 1.550.200 -
79.000 388.100 347.000 -
330.500 3.883.500 1.220.300 -
405.100 4.367.100 1.579.100 -
74.600 483.600 358.800 -
30.900
32.800
1.900
31.500
33.400
1.900
33.600
38.700
73.200
34.500
39.100
74.600
35.500
702.400
6.846.300
7.650.600
804.300
7.068.200
7.981.300
913.100
8.600.000
9.404.300
8.825.300
9.738.400
1.753.700
702.400
94.100
20.000
62.200
74.100628.300
- 37 -
Saldo
1.757.100
804.300
95.300
20.000
75.300729.000
913.100
96.500
20.000
76.500836.600
- Begroting 2014 Stadsbank Oost Nederland -
Toelichting op de meerjarenramingen 2015 – 2017 1. Meerjarenperspectief Uit het overzicht blijkt dat de prognose voor de jaren 2015 – 2017 een overschot laat zien.
2. Salarisontwikkeling Voor de loonontwikkeling is uitgegaan van het loon- en salarispeil per 1 april 2012 met een ‘0-lijn’stijging, waarbij de normbedragen per functie worden gehanteerd. De loonkosten (loonkostenontwikkelingen zonder formatiemutaties) nemen echter toe met gemiddeld 1,4%, als gevolg voor stijgende werkgeverslasten (Handleiding Overheidstarieven 2013, Ministerie van Financiën). Vooralsnog is geen rekening gehouden met eventuele CAO ontwikkelingen. 2014 1,4 %
Indexering Personeelskosten
2015 1,4 %
2016 1,4 %
2017 1,4 %
3. Tariefontwikkeling Op basis van de verwachte loonkostenontwikkeling van 1,4% en de prijsinflatie van 2,75% zijn de tarieven met 1,8% geïndexeerd. 2014 1,8 %
Indexering tarieven
2015 1,8 %
2016 1,8 %
2017 1,8 %
De eenheidstarieven zijn in de onderstaande tabel weergegeven: Productcategorie
Productgroep
Product
Kostprijs Soort
Nr Omschrijving
1
2
Nr
Omschrijving
Preventie & Voorlichting 1.2 Voorlichting
Indicatiestelling
Nr
Omschrijving
2014 1,8%
2015 1,8%
2016 1,8%
2017 1,8%
1.2.1 Voorlichting aan Personen 1.2.2 Voorlichting aan Professionals
Additioneel Additioneel
497 497
506 506
515 515
524 524
1.3 Cursus en Training
1.3.1 Cursus/Training voor Personen 1.3.2 Cursus/Training voor Professionals
Additioneel Additioneel
497 497
506 506
515 515
524 524
2.1 Integrale indicatiestelling
2.1.1 Reguliere Indicatiestelling 2.1.2 Crisis-interventie 2.1.3 Maatwerk Indicatiestelling
Standaard Standaard Maatwerk
515 259 PM
524 263 PM
534 268 PM
543 273 PM
2.2 Kredietverlening
2.2.1 Kredietbeoordeling
Standaard
n.v.t
n.v.t
n.v.t
n.v.t
2.3 Extra intake-faciliteiten
2.3.1 Huisbezoek 2.3.3 Multidisciplinair Overleg
Additioneel Additioneel
280 212
285 216
290 219
295 223
3
Informatie en Advies
3.1 Financieel Budgetadvies
3.1.1 Budgetadvies
Standaard
153
155
158
161
4
Kredietverstrekking
4.1 Sociale Lening
4.1.1 Sociale Lening
Standaard
n.v.t
n.v.t
n.v.t
n.v.t
4.2 Herfinanciering Kredieten
4.2.1 Herfinanciering lopende kredieten
Standaard
n.v.t
n.v.t
n.v.t
n.v.t
5
Stabilisatie & herstel financiële huishouding
5.1 Budgetbeheer
5.1.1 Opstart Budgetbeheer 5.1.2 BBR Beheer - Basis 5.1.3 BBR Beheer - Combi - BBR Beheer - Combi (deel 1) - BBR Beheer - Combi (deel 2) 5.1.4 BBR Beheer - Totaal 5.1.5 BBR Beheer - LVZ (i.c.m. coaching) 5.1.6 BBR Beheer - Basis (zelfbetalers) 5.1.7 BBR Beheer - Totaal (zelfbetalers) 5.1.8 BBR - Hulp 5.1.9 BBR - Coaching 5.1.10 Beëindiging Budgetbeheer
Standaard Standaard Additioneel
163 202
166 205
169 209
172 213
202 234 436 323 270 503 309 686 43
205 238 444 329 275 512 315 698 44
209 243 452 334 280 521 321 711 44
213 247 460 340 285 531 326 724 45
5.2.1 Verwijzing Reguliere Bank
Additioneel
5.2 Begeleide overdracht zelfstandig bankieren 5.3 Beschermingsbewind
Standaard Additioneel Standaard Standaard Additioneel Additioneel Standaard
5.3.1 Meerderjarigenbewind (lopend) (excl. BTW) Standaard 5.3.2 Meerderjarigenbewind (nieuw) (excl. BTW) Standaard
- 38 -
279
284
289
294
1.038 393
1.057 400
1.076 407
1.095 415
- Begroting 2014 Stadsbank Oost Nederland -
Productcategorie
Productgroep
Nr Omschrijving
Nr
Product
Kostprijs Soort
6
Omschrijving
Minnelijk schuldregelen 6.0 Bemiddelingstraject
Nr
Omschrijving
2014 1,8%
2015 1,8%
2016 1,8%
2017 1,8%
6.0.1 Bemiddeling schuldregeling
Standaard
548
558
568
6.1 Betalingsregeling
6.1.1 Beheer Standaard Betalingsregelingen
Standaard
292
297
303
308
6.2 Herfinanciering Schulden
6.2.1 Herfinancieringskrediet schulden
Standaard
n.v.t
n.v.t
n.v.t
n.v.t
6.3 Schuldbemiddeling
6.3.1 Beheer Standaard Schuldbemiddeling
Standaard
369
375
382
389
6.4 Saneringskrediet
6.4.1 Saneringskrediet
Standaard
n.v.t
n.v.t
n.v.t
n.v.t
Standaard Standaard Standaard Standaard Standaard
115 286 353 158 207
117 291 360 161 210
119 296 366 164 214
121 302 373 166 218
6.5 Faillissementswet-faciliteiten
6.5.1 6.5.2 6.5.2A 6.5.3 6.5.4
Voorlopige voorz. art 287 lid 4 FW Verklaring en verzoekschrift art. 285 FW Verklaring en verzoekschrift art. 285 FW Dwangaccoord art. 287a FW Moratorium art 287b FW
578
7
Coaching
7.1 Budgetcoaching
7.1.1 Budgetcoaching
Standaard
303
309
314
320
9
Nazorg
9.1 Nazorg
9.1.1 Nazorg Stabilisatie
Standaard
52
53
54
55
10.1.1 10.1.2 10.1.3 10.1.4 10.1.5 10.1.6 10.1.7
Maatwerk Maatwerk Maatwerk Maatwerk Maatwerk Maatwerk Maatwerk
10 PM PM PM PM 245 130
10 PM PM PM PM 250 133
11 PM PM PM PM 254 135
11 PM PM PM PM 259 137
10 Overige dienstverlening 10.1 Beschikbaarheidnuttigheid
Kasbetalingen Leefgeldgarantie Meldpunt Huurschulden Dienstverlening op locatie Projecten BBR Beheer persoonsgebonden budget BBR Primaire lasten
Volume ontwikkeling Qua volume ontwikkeling gaat de meerjarenramingen van de volgende aantallen uit: Productcategorie
Productgroep
Product
Aantallen Soort
Nr Omschrijving 1
2
Nr
Omschrijving
Preventie & Voorlichting 1.2 Voorlichting
Indicatiestelling
Nr
Omschrijving
2014
2015
2016
2017
1.2.1 Voorlichting aan Personen 1.2.2 Voorlichting aan Professionals
Additioneel Additioneel
-
-
-
-
1.3 Cursus en Training
1.3.1 Cursus/Training voor Personen 1.3.2 Cursus/Training voor Professionals
Additioneel Additioneel
-
-
-
-
2.1 Integrale indicatiestelling
2.1.1 Reguliere Indicatiestelling 2.1.2 Crisis-interventie 2.1.3 Maatwerk Indicatiestelling
Standaard Standaard Maatwerk
2.711 161 PM
2.711 161 PM
2.711 161 PM
2.711 161 PM
2.2 Kredietverlening
2.2.1 Kredietbeoordeling
Standaard
1.631
1.631
1.631
1.631
2.3 Extra intake-faciliteiten
2.3.1 Huisbezoek 2.3.3 Multidisciplinair Overleg
Additioneel Additioneel
9 10
9 10
9 10
9 10
3
Informatie en Advies
3.1 Financieel Budgetadvies
3.1.1 Budgetadvies
Standaard
-
-
-
-
4
Kredietverstrekking
4.1 Sociale Lening
4.1.1 Sociale Lening
Standaard
676
676
676
676
4.2 Herfinanciering Kredieten
4.2.1 Herfinanciering lopende kredieten
Standaard
85
85
85
85
5
Stabilisatie & herstel financiële huishouding
5.1 Budgetbeheer
5.1.1 Opstart Budgetbeheer 5.1.2 BBR Beheer - Basis 5.1.3 BBR Beheer - Combi - BBR Beheer - Combi (deel 1) - BBR Beheer - Combi (deel 2) 5.1.4 BBR Beheer - Totaal 5.1.5 BBR Beheer - LVZ (i.c.m. coaching) 5.1.6 BBR Beheer - Basis (zelfbetalers) 5.1.7 BBR Beheer - Totaal (zelfbetalers) 5.1.8 BBR - Hulp 5.1.9 BBR - Coaching 5.1.10 Beëindiging Budgetbeheer
Standaard Standaard Additioneel
1.228 2.796 362
1.228 2.796 362
1.228 2.796 362
1.228 2.796 362
Standaard Additioneel Standaard Standaard Additioneel Additioneel Standaard
1.676 155 68 1.159 300 155 1.479
1.676 155 68 1.159 300 155 1.479
1.676 155 68 1.159 300 155 1.479
1.676 155 68 1.159 300 155 1.479
5.2 Begeleide overdracht zelfstandig bankieren 5.3 Beschermingsbewind
5.2.1 Verwijzing Reguliere Bank
Additioneel
5.3.1 Meerderjarigenbewind (lopend) 5.3.2 Meerderjarigenbewind (nieuw)
Standaard Standaard
- 39 -
-
-
-
-
472 158
600 158
728 158
856 158
- Begroting 2014 Stadsbank Oost Nederland -
Productcategorie
Productgroep
Nr Omschrijving
Nr
Product
Aantallen Soort
6
Omschrijving
Minnelijk schuldregelen 6.0 Bemiddelingstraject
Nr
Omschrijving
2014
2015
2016
2017
6.0.1 Bemiddeling schuldregeling
Standaard
1.310
1.310
1.310
1.310
6.1 Betalingsregeling
6.1.1 Beheer Standaard Betalingsregelingen
Standaard
5
5
5
5
6.2 Herfinanciering Schulden
6.2.1 Herfinancieringskrediet schulden
Standaard
-
-
-
-
6.3 Schuldbemiddeling
6.3.1 Beheer Standaard Schuldbemiddeling
Standaard
684
684
684
684
6.4 Saneringskrediet
6.4.1 Saneringskrediet
Standaard
99
99
99
99
Standaard Standaard Standaard Standaard Standaard
865 3
865 3
865 3
865 3
6.5 Faillissementswet-faciliteiten
6.5.1 6.5.2 6.5.2A 6.5.3 6.5.4
Voorlopige voorz. art 287 lid 4 FW Verklaring en verzoekschrift art. 285 FW Verklaring en verzoekschrift art. 285 FW Dwangaccoord art. 287a FW Moratorium art 287b FW
7
Coaching
7.1 Budgetcoaching
7.1.1 Budgetcoaching
Standaard
-
-
-
-
9
Nazorg
9.1 Nazorg
9.1.1 Nazorg Stabilisatie
Standaard
609
609
609
609
10.1.1 10.1.2 10.1.3 10.1.4 10.1.5 10.1.6 10.1.7
Maatwerk Maatwerk Maatwerk Maatwerk Maatwerk Maatwerk Maatwerk
3.878 -
3.878 -
3.878 -
3.878 -
10 Overige dienstverlening 10.1 Beschikbaarheidnuttigheid
Kasbetalingen Leefgeldgarantie Meldpunt Huurschulden Dienstverlening op locatie Projecten BBR Beheer persoonsgebonden budget BBR Primaire lasten
Arbeidskosten gerelateerde verplichtingen De benodigde formatie in de primaire begroting 2013 (97,9 fte) wordt als uitgangspunt gebruikt voor de formatie van de huidige begroting. Daarnaast is 2,0 fte inbegrepen ten behoeve van de uitvoering van de werkzaamheden in het kader van de nieuwe Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) mede als voor de nodige uitbreiding van de afdeling Intake met betrekking tot de centrale planning. Tevens is 0,5 fte inbegrepen op de afdeling Applicatiebeheer als gevolg van de uitbreiding van het aantal applicaties. Aangezien het volumeaantal voor de meerjarenbegroting stabiel is gehouden, is er geen noodzaak om de formatie uit te breiden. Uitzondering maakt het product Beschermingsbewind, waarbij er sprake is van forse toename van nieuwe klanten. Daarvoor is een uitbreiding van 1,5 fte per jaar nodig. 2014
2015
2016
2017
100,4
101,9
103,4
104,9
(Bedragen in €) - Salarissen, sociale lasten en overige personeelslasten van het eigen personeel - Salarissen van het tijdelijk personeel
5.480.100
5.659.600
5.841.000
6.024.500
105.600
108.500
111.500
114.600
Totaal bedrag personeelslasten
5.585.700
5.768.100
5.952.500
6.139.100
- Personele sterkte (fte)
- 40 -
- Begroting 2014 Stadsbank Oost Nederland -
Bijlagen
- 41 -
- Begroting 2014 Stadsbank Oost Nederland -
- 42 -
- Begroting 2014 Stadsbank Oost Nederland -
Bijlage 1: Investeringsplan
Toelichting investeringsplan 2014-2017 Algemeen Bestuur
Huisvesting Doel:
Het up-to-date houden van de parkeervoorzieningen voor de bij de bank werkzame medewerkers op de vestiging Enschede Wijze waarop: Externe realisatie Wanneer: Naar verwachting zullen de parkeerplaatsen niet eerder dan in 2015 worden gerealiseerd. Prioriteit: Noodzakelijk Financiën: Investering 2015 €!200.000 Dekking: Kapitaallasten t.l.v. exploitatie. Toelichting: Bij de opzet van de nieuwe huisvesting te Enschede, is bij de projectontwikkelaar bedongen dat de Stadsbank 35 parkeerplaatsen zou kunnen kopen voor €!185.000, thans geïndexeerd naar €!200.000, met een inspanningsverplichting aan de projectontwikkelaar om te bezien of 40 parkeerplaatsen mogelijk zouden zijn. Deze parkeerplaatsen zijn noodzakelijk voor het eigen personeel, zodat de ongeveer 9 resterende parkeerplaatsen direct achter het oude pand, beschikbaar kunnen komen voor de bezoekers van de bank. In 2014 zal onderzocht worden of en in welke omvang deze investering noodzakelijk zal blijken te zijn, nu de gebiedsontwikkeling al enige jaren stil ligt. Doel: Wijze waarop: Wanneer: Prioriteit: Financiën: Dekking: Toelichting:
Vervanging verwarmingsketel vestiging Almelo Uitbesteding planning voor 2015 Noodzakelijk Investering 2015 €!7.000 Kapitaallasten t.l.v. exploitatie. n.v.t.
Doel: Wijze waarop: Wanneer: Prioriteit: Financiën: Dekking: Toelichting:
Vervanging airco vestiging Hengelo Uitbesteding planning voor 2017 Noodzakelijk Investering 2015 €!20.000 Kapitaallasten t.l.v. exploitatie. n.v.t.
Doel: Wijze waarop: Wanneer: Prioriteit:
Vervanging meubilair diverse vestigingen Uitbesteding planning voor 2015 Noodzakelijk
- 43 -
- Begroting 2014 Stadsbank Oost Nederland -
Financiën: Dekking:
Toelichting:
Investering 2015 €!240.000 Als dekking van de jaarlijkse kapitaallasten kan de hiervoor gevormde bestemmingsreserve Meubilair worden ingezet. De jaarlijkse bijdrage uit deze reserve is dan €!20.000. Het restant van de Kapitaallasten van € 4.000 gaat t.l.v. de exploitatie. Het huidige meubilair is al zo’n 10-15 jaar oud en voldoet hier en daar niet meer aan de huidige Arbonormen.
Digitatisering/ ICT Doel:
Het upgraden van de digitale dienstverlening aan onze klanten en het up-to-date houden van de noodzakelijke ICT Wijze waarop: Externe realisatie Wanneer: Jaarlijkse investering. Prioriteit: Noodzakelijk Financiën: Investering: 2014: p.m.; 2015: p.m.; 2016: p.m.; 2017 p.m. Dekking: Kapitaallasten t.l.v. exploitatie. Toelichting: In deze tijd is het wenselijk en noodzakelijk dat wij de digitale dienstverlening aan onze klanten aanpassen aan protocollen en interfaces die gangbaar zijn. Denk hierbij aan digitaal loket, DigiD, planning via internet, digitalisering dossiers etc, etc. De efficiencywinst zal aanzienlijk zijn en gevolgen hebben voor de invulling van de organisatie.
- 44 -
- Begroting 2014 Stadsbank Oost Nederland -
Investeringen en activiteiten 2014–2017 Nr. Omschrijving Programma 1.
Investeringen en activiteiten 2014 2015 2016
2017
Budgettaire lasten 2014 2015
2016
2017
Afschrijvingstermijn
Algemeen Bestuur Huisvesting: parkeerplaatsen Huisvesting: verwarmingsketel Almelo Huisvesting: airco Hengelo Huisvesting: vervanging Meubilair Digitalisering/ICT Totaal investeringen Totaal budgettaire lasten 2.
-
200.000 7.000 240.000
-
20.000 -
-
8.000 500 24.000
8.000 500 24.000
8.000 500 1.300 24.000
pm
pm
pm
pm
pm
pm
pm
pm
-
447.000
-
20.000 -
32.500
32.500
33.800
n.v.t.
n.v.t.
32.500 12.500
33.800 13.800
Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening Totaal investeringen Totaal budgettaire lasten Totaal Investeringen Totaal Budgettaire lasten Totaal t.l.v. de exploitatie
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t. n.v.t.
-
447.000
-
20.000 -
- 45 -
n.v.t.
32.500 12.500
25 jaar 15 jaar 15 jaar 10 jaar 3-5 jaar
- Begroting 2014 Stadsbank Oost Nederland -
Bijlage 2: Categoriale begroting en meerjarenraming LASTEN (bedragen in €) Personeelslasten totaal - Eigen personeel - Voormalig personeel - Externe inhuur - Overige personeelskosten Rente en Afschrijvingen - Rentekosten eigen leningen - Rente kosten PRS-saldi - Betalingsverkeer - Afschrijvingen Huisvesting - Onderhoud gebouwen - Gas, electra en water - Schoonmaakkosten - Overige huisvesting / bestaanskosten Bureaukosten - Porti - Telefoon - Dataverkeer - Druk- en kopieerwerk - Overige bureaukosten Beheerskosten - ICT kosten - Kosten digitalisering - Reis- en verblijfkosten - Algemene beheerskosten - Overige kosten Dotaties voorzieningen TOTAAL LASTEN
2014
2015
2016
2017
5.263.000 105.600 217.100 5.585.700
5.437.200 108.500 222.400 5.768.100
5.613.200 111.500 227.800 5.952.500
5.791.000 114.600 233.500 6.139.100
103.600 10.600 125.700 262.500 502.400
96.600 10.900 129.200 268.800 505.500
89.600 11.200 132.800 197.300 430.900
82.600 11.500 136.500 180.700 411.300
75.400 70.000 48.200 91.900 285.500
77.400 71.900 49.500 94.400 293.200
79.400 73.900 50.900 97.000 301.200
81.600 75.900 52.300 99.700 309.500
190.000 126.700 30.400 154.600 20.000
195.200 130.200 31.200 158.900 20.600
200.600 133.800 32.100 163.300 21.200
206.100 137.500 33.000 167.800 21.800
521.700
536.100
551.000
566.200
619.300 300.200 78.800 168.700 35.300 1.202.300
636.300 308.500 81.000 173.400 36.300 1.235.500
653.800 317.000 83.200 178.100 37.300 1.269.400
671.700 325.700 85.500 183.000 38.300 1.304.200
95.000
95.000
95.000
95.000
8.192.600
8.433.400
8.600.000
8.825.300
- 46 -
- Begroting 2014 Stadsbank Oost Nederland -
BATEN (bedragen in €) Bijdrage bestaanskosten - Bijdrage gemeenten Preventie & Voorlichting - Opbrengsten Preventie & Voorlichting Indicatiestelling - Integrale indicatie - Crisis-interventie - Extra intake-faciliteiten Informatie en Advies - Budgetadvies Kredietverstrekking - Sociale lening - Herfinanciering schulden - Saneringskredieten Stabilisatie & Herstel - Start - Beheer - Begeleiding - Beëindiging - Uitstroom - Beschermingsbewind Minnelijk schuldregelen - Bemiddelingstrajecten - Betalingsregelingen - Schuldbemiddelingen - FW faciliteiten Coaching - Budgetcoaching Nazorg - Nazorg Beschikbaarheidsnuttigheid - Kasdiensten - Projecten - Vergoeding voor diensten op locatie - BBR Beheer persoonsgebonden budget Overige Baten - Opbrengst Deposito - Huuropbrengsten - Overige baten TOTAAL BATEN
2014
2015
2016
2017
1.677.900 1.677.900
1.702.900 1.702.900
1.650.700 1.650.700
1.654.100 1.654.100
-
-
-
-
1.396.500 41.600 4.600 1.442.700
1.421.600 42.400 4.800 1.468.800
1.447.200 43.100 4.800 1.495.100
1.473.200 43.900 4.900 1.522.000
-
-
-
-
292.800 78.600 33.700 405.100
292.800 78.600 33.700 405.100
292.800 78.600 33.700 405.100
292.800 78.600 33.700 405.100
200.000 2.559.000 199.200 63.200 552.200 3.573.600
203.600 2.661.700 202.800 64.400 697.400 3.829.900
207.300 2.767.300 206.400 65.500 847.700 4.094.200
211.000 2.876.100 210.100 66.700 1.003.200 4.367.100
717.500 1.500 527.300 248.000 1.494.300
730.400 1.500 537.600 252.500 1.522.000
743.500 1.500 548.200 257.000 1.550.200
756.900 1.500 559.000 261.700 1.579.100
-
-
-
-
31.600 31.600
32.200 32.200
32.800 32.800
33.400 33.400
39.500 31.100 70.600
40.200 31.700 71.900
40.900 32.300 73.200
41.700 32.900 74.600
100.000 3.000 103.000
100.000 3.000 103.000
100.000 3.000 103.000
100.000 3.000 103.000
8.798.800
9.135.800
9.404.300
9.738.400
- 47 -
- Begroting 2014 Stadsbank Oost Nederland -
TOTAAL LASTEN TOTAAL BATEN RESULTAAT VOOR BESTEMMING
2014
2015
2016
2017
8.192.600 8.798.800 606.200
8.433.400 9.135.800 702.400
8.600.000 9.404.300 804.300
8.825.300 9.738.400 913.100
15.500
15.800
16.100
16.400
Mutaties reserves Bestemmingsreserve vakantieverplichtingen Bestemmingsreserve Inventaris Algemene reserve
RESULTAAT NA BESTEMMING
•
20.000-
20.000-
20.000-
528.500
-
78.300
79.200
80.100
544.000
74.100
75.300
76.500
62.200
628.300
729.000
836.600
Bij de bepaling van de dotatie aan de Algemene reserve is uitgegaan van een beoogde omvang als weerstandsvermogen 45 % van de eigen personeelslasten.
- 48 -
Bijlage 3: Basis facturatie-systematiek De gemeentelijke bijdrage in de exploitatie van de Stadsbank Oost Nederland is gebaseerd op een declaratie van de ten behoeve van de gemeenten verzorgde dienstverlening en de kosten van het programma Algemeen Bestuur. De declaratie van verzorgde dienstverlening is gebaseerd op het aantal verzorgde standaard diensten, de door het Algemeen Bestuur vastgestelde standaard tarieven en het verzorgde “maatwerk” tegen de daarover afgesproken vergoedingen. De bijdrage in de kosten van het programma Algemeen Bestuur is gebaseerd op de begrootte kosten van het programma Algemeen Bestuur en het totaal van de declaratie van verzorgde dienstverlening enerzijds en het aandeel huishoudens van de gemeente van het totaal aantal huishoudens in het werkgebied van de bank anderzijds. De opbrengsten uit deposito worden gebruikt voor het verlagen van de bestaanskosten. Hierbij worden de begrootte kosten van het programma Algemeen Bestuur voor 50% verdeeld naar rato van het totaal van de declaraties van verzorgde dienstverlening en voor 50% naar rato van het aantal huishoudens. Het saldo na bestemming wordt in principe aan de aangesloten gemeenten gerestitueerd, tenzij het Algemeen Bestuur anders beslist. Restitutie van het overblijvende saldo vindt plaats naar rato van de facturatie aan gemeenten. Dit is voor elke jaarschijf afzonderlijk naar de individuele gemeenten doorberekend (zie volgende bijlagen). In het volgend overzicht is een vergelijking gemaakt tussen de jaarschijf 2014 van de primitieve begroting 2013 en de nu voorliggende primitieve begroting 2014.
- 49 -
Vergelijking Netto- bijdragen standaard dienstverlening met voorgaand jaar Vergelijking tussen de Primitieve begroting 2014 en de jaarschijf 2014 van de Primitieve begroting 2013 vóór de verwerking van het saldo na bestemming Gemeente Aalten Almelo Berkelland Borne Bronckhorst Dinkelland Enschede Haaksbergen Hellendoorn Hengelo OV Hof van Twente Lochem Losser Montferland Oldenzaal Oost Gelre Oude IJsselstreek Rijssen - Holten Tubbergen Twenterand Wierden Winterswijk Totaal
Netto Bijdrage 2014 o.b.v. Primitief 110.185 740.096 190.357 115.033 121.881 76.258 2.067.969 98.209 132.373 743.291 182.790 135.719 107.270 219.955 228.645 117.104 241.847 103.370 38.952 197.933 81.346 222.712 €
6.273.296
Netto Bijdrage Schijf 2014 /primitief 2013 147.561 1.076.394 214.027 158.231 159.422 94.966 2.089.667 127.506 155.437 785.502 235.578 129.937 152.603 279.734 271.549 168.845 315.380 138.919 47.523 245.693 111.953 269.659 €
- 50 -
7.376.086
Verschil -37.376 -336.298 -23.669 -43.198 -37.541 -18.709 -21.698 -29.297 -23.064 -42.212 -52.789 5.782 -45.332 -59.779 -42.904 -51.741 -73.533 -35.549 -8.571 -47.760 -30.607 -46.947 € 1.102.790-
Vergelijking Netto- bijdragen standaard dienstverlening met voorgaand jaar Vergelijking tussen de Primitieve begroting 2014 en de Primaire begroting 2013 vóór de verwerking van het saldo na bestemming Gemeente Aalten Almelo Berkelland Borne Bronckhorst Dinkelland Enschede Haaksbergen Hellendoorn Hengelo OV Hof van Twente Lochem Losser Montferland Oldenzaal Oost Gelre Oude IJsselstreek Rijssen - Holten Tubbergen Twenterand Wierden Winterswijk Totaal
Netto Bijdrage 2014 o.b.v. Primitief 110.185 740.096 190.357 115.033 121.881 76.258 2.067.969 98.209 132.373 743.291 182.790 135.719 107.270 219.955 228.645 117.104 241.847 103.370 38.952 197.933 81.346 222.712 €
6.273.296
Netto Bijdrage 2013 o.b.v. Primair 2013 107.282 739.428 193.080 109.130 117.633 71.122 2.193.909 97.950 130.564 757.640 184.193 131.402 102.325 204.361 223.351 116.680 236.529 101.594 37.160 198.194 81.729 227.543 €
- 51 -
6.362.800
Verschil 2.903 668 -2.723 5.903 4.249 5.136 -125.939 259 1.809 -14.349 -1.403 4.317 4.946 15.594 5.294 424 5.317 1.776 1.792 -261 -383 -4.831 € 89.504-
Aalten Almelo Berkelland Borne Bronckhorst Dinkelland Enschede Haaksbergen Hellendoorn Hengelo OV Hof van Twente Lochem Losser Montferland Oldenzaal Oost Gelre Oude IJsselstreek Rijssen - Holten Tubbergen Twenterand Wierden Winterswijk Totaal
11.195 31.598 18.288 9.001 15.193 9.740 77.160 9.865 14.129 36.245 14.575 14.005 9.144 14.535 13.679 12.018 16.561 13.650 7.756 12.678 9.034 12.443
3% 8% 5% 2% 4% 3% 20% 3% 4% 9% 4% 4% 2% 4% 4% 3% 4% 4% 2% 3% 2% 3%
382.492 100%
€ 4.365.896 71.828 562.667 126.027 79.931 74.283 46.046 1.629.671 64.229 85.041 556.798 126.511 88.076 73.156 157.759 166.624 76.118 172.395 61.594 18.404 142.703 51.613 163.921
€
1.677.900 24.555 69.306 40.113 19.743 33.324 21.364 169.241 21.638 30.990 79.499 31.969 30.718 20.056 31.881 30.003 26.360 36.325 29.940 17.012 27.808 19.815 27.292
2% 13% 3% 2% 2% 1% 32% 1% 2% 13% 3% 2% 2% 4% 4% 2% 4% 1% 0% 3% 1% 4%
€ 4.595.396 100%
€
838.950
€ 13.802 108.122 24.217 15.360 14.274 8.848 269.057 12.342 16.341 106.994 24.310 16.925 14.058 30.315 32.018 14.627 33.127 11.836 3.536 27.422 9.918 31.499 €
* cf. CBS statistiek 2012
- 52 -
838.950
110.185 740.096 190.357 115.033 121.881 76.258 2.067.969 98.209 132.373 743.291 182.790 135.719 107.270 219.955 228.645 117.104 241.847 103.370 38.952 197.933 81.346 222.712 €
6.273.296
Totaal bijdrage standaard na resultaat Primitief 2014
Saldo na bestemming
Verdeling bijdrage bestaanskosten naar naar huishoud. dienstverl.
Totaal bijdrage standaard voor resultaat Primitief 2014
Standaard Dienstverlening (verdeling o.b.v. Jaarrekening 2012)
Gemeente
Huishoudens* abs.
Jaar 2014
€
62.200 1.092 7.338 1.887 1.141 1.208 756 20.504 974 1.312 7.370 1.812 1.346 1.064 2.181 2.267 1.161 2.398 1.025 386 1.963 807 2.208 62.200
109.093 732.758 188.470 113.893 120.673 75.502 2.047.465 97.236 131.060 735.921 180.977 134.373 106.207 217.774 226.378 115.943 239.449 102.345 38.566 195.970 80.540 220.504 €
6.211.096
Aalten Almelo Berkelland Borne Bronckhorst Dinkelland Enschede Haaksbergen Hellendoorn Hengelo OV Hof van Twente Lochem Losser Montferland Oldenzaal Oost Gelre Oude IJsselstreek Rijssen - Holten Tubbergen Twenterand Wierden Winterswijk Totaal
11.195 31.598 18.288 9.001 15.193 9.740 77.160 9.865 14.129 36.245 14.575 14.005 9.144 14.535 13.679 12.018 16.561 13.650 7.756 12.678 9.034 12.443
3% 8% 5% 2% 4% 3% 20% 3% 4% 9% 4% 4% 2% 4% 4% 3% 4% 4% 2% 3% 2% 3%
382.492 100%
€ 4.444.482 73.121 572.795 128.296 81.370 75.620 46.875 1.658.975 65.386 86.572 566.820 128.788 89.661 74.473 160.599 169.623 77.488 175.498 62.703 18.735 145.272 52.542 166.871
€
1.702.900 24.921 70.339 40.710 20.037 33.821 21.682 171.763 21.960 31.452 80.684 32.445 31.176 20.355 32.356 30.450 26.753 36.866 30.386 17.265 28.222 20.110 27.699
2% 13% 3% 2% 2% 1% 32% 1% 2% 13% 3% 2% 2% 4% 4% 2% 4% 1% 0% 3% 1% 4%
€ 4.678.082 100%
€
851.450
€ 14.008 109.733 24.578 15.588 14.487 8.980 273.066 12.526 16.585 108.588 24.673 17.177 14.267 30.767 32.495 14.845 33.621 12.012 3.589 27.830 10.066 31.968 €
* cf. CBS statistiek 2012
- 53 -
851.450
112.049 752.867 193.584 116.995 123.927 77.537 2.103.803 99.872 134.609 756.092 185.905 138.014 109.096 223.722 232.569 119.085 245.985 105.101 39.590 201.324 82.718 226.538 €
6.380.982
€
628.300 11.033 74.131 19.061 11.520 12.202 7.635 207.150 9.834 13.254 74.448 18.305 13.589 10.742 22.029 22.900 11.726 24.221 10.349 3.898 19.823 8.145 22.306 628.300
na resultaat Meerjaren 2015
Totaal bijdrage standaard
naar dienstverl.
bestemming
naar huishoud.
Saldo na
Verdeling bijdrage bestaanskosten
voor resultaat Primitief 2014
Totaal bijdrage standaard
(verdeling o.b.v. Jaarrekening 2012)
Standaard Dienstverlening
Gemeente
Huishoudens* abs.
Jaar 2015
101.017 678.737 174.523 105.475 111.725 69.902 1.896.653 90.038 121.355 681.644 167.600 124.425 98.354 201.693 209.669 107.359 221.764 94.752 35.691 181.501 74.573 204.232 €
5.752.682
Aalten Almelo Berkelland Borne Bronckhorst Dinkelland Enschede Haaksbergen Hellendoorn Hengelo OV Hof van Twente Lochem Losser Montferland Oldenzaal Oost Gelre Oude IJsselstreek Rijssen - Holten Tubbergen Twenterand Wierden Winterswijk Totaal
11.195 31.598 18.288 9.001 15.193 9.740 77.160 9.865 14.129 36.245 14.575 14.005 9.144 14.535 13.679 12.018 16.561 13.650 7.756 12.678 9.034 12.443
3% 8% 5% 2% 4% 3% 20% 3% 4% 9% 4% 4% 2% 4% 4% 3% 4% 4% 2% 3% 2% 3%
382.492 100%
€ 4.524.482 74.437 583.106 130.605 82.834 76.981 47.719 1.688.831 66.563 88.130 577.023 131.106 91.275 75.814 163.490 172.676 78.882 178.657 63.832 19.072 147.887 53.488 169.875
€
1.650.700 24.157 68.183 39.462 19.423 32.784 21.017 166.498 21.287 30.488 78.210 31.450 30.220 19.731 31.364 29.517 25.933 35.736 29.454 16.736 27.357 19.494 26.850
2% 13% 3% 2% 2% 1% 32% 1% 2% 13% 3% 2% 2% 4% 4% 2% 4% 1% 0% 3% 1% 4%
€ 4.762.282 100%
€
825.350
€ 13.579 106.369 23.825 15.111 14.043 8.705 264.695 12.142 16.077 105.260 23.916 16.650 13.830 29.824 31.499 14.390 32.590 11.644 3.479 26.977 9.757 30.988 €
* cf. CBS statistiek 2012
- 54 -
825.350
112.172 757.658 193.892 117.368 123.808 77.440 2.120.024 99.992 134.695 760.493 186.473 138.146 109.375 224.677 233.692 119.205 246.983 104.930 39.288 202.221 82.739 227.713 €
6.412.982
€
729.000 12.751 86.127 22.041 13.342 14.074 8.803 240.995 11.367 15.311 86.450 21.197 15.704 12.433 25.540 26.565 13.551 28.076 11.928 4.466 22.988 9.405 25.885 729.000
na resultaat Meerjaren 2016
Totaal bijdrage standaard
naar dienstverl.
bestemming
naar huishoud.
Saldo na
Verdeling bijdrage bestaanskosten
voor resultaat Primitief 2014
Totaal bijdrage standaard
(verdeling o.b.v. Jaarrekening 2012)
Standaard Dienstverlening
Gemeente
Huishoudens* abs.
Jaar 2016
99.421 671.531 171.852 104.026 109.734 68.637 1.879.029 88.625 119.383 674.043 165.275 122.442 96.942 199.137 207.127 105.654 218.907 93.002 34.821 179.233 73.333 201.828 €
5.683.982
Aalten Almelo Berkelland Borne Bronckhorst Dinkelland Enschede Haaksbergen Hellendoorn Hengelo OV Hof van Twente Lochem Losser Montferland Oldenzaal Oost Gelre Oude IJsselstreek Rijssen - Holten Tubbergen Twenterand Wierden Winterswijk Totaal
11.195 31.598 18.288 9.001 15.193 9.740 77.160 9.865 14.129 36.245 14.575 14.005 9.144 14.535 13.679 12.018 16.561 13.650 7.756 12.678 9.034 12.443
3% 8% 5% 2% 4% 3% 20% 3% 4% 9% 4% 4% 2% 4% 4% 3% 4% 4% 2% 3% 2% 3%
382.492 100%
€ 4.605.923 75.777 593.601 132.956 84.325 78.367 48.577 1.719.250 67.761 89.716 587.409 133.466 92.918 77.178 166.433 175.784 80.302 181.873 64.981 19.416 150.549 54.451 172.933
€
1.654.100 24.207 68.323 39.544 19.463 32.851 21.060 166.841 21.331 30.551 78.371 31.515 30.283 19.772 31.429 29.578 25.986 35.809 29.515 16.771 27.413 19.534 26.905
2% 13% 3% 2% 2% 1% 32% 1% 2% 13% 3% 2% 2% 4% 4% 2% 4% 1% 0% 3% 1% 4%
€ 4.848.023 100%
€
827.050
€ 13.607 106.588 23.874 15.142 14.072 8.723 265.240 12.167 16.110 105.477 23.965 16.685 13.858 29.885 31.564 14.419 32.658 11.668 3.486 27.033 9.777 31.052 €
* cf. CBS statistiek 2012
- 55 -
827.050
113.590 768.513 196.374 118.930 125.290 78.361 2.151.331 101.259 136.377 771.257 188.947 139.885 110.809 227.746 236.926 120.708 250.340 106.164 39.672 204.995 83.762 230.890 €
6.502.123
€
836.600 14.615 98.881 25.267 15.302 16.121 10.082 276.802 13.029 17.547 99.234 24.311 17.998 14.257 29.303 30.484 15.531 32.210 13.660 5.104 26.376 10.777 29.708 836.600
na resultaat Meerjaren 2017
Totaal bijdrage standaard
naar dienstverl.
bestemming
naar huishoud.
Saldo na
Verdeling bijdrage bestaanskosten
voor resultaat Primitief 2014
Totaal bijdrage standaard
(verdeling o.b.v. Jaarrekening 2012)
Standaard Dienstverlening
Gemeente
Huishoudens* abs.
Jaar 2017
98.975 669.632 171.107 103.627 109.169 68.278 1.874.528 88.230 118.830 672.023 164.636 121.887 96.551 198.443 206.442 105.177 218.130 92.504 34.568 178.619 72.985 201.182 €
5.665.523
INITIATIEFVOORSTEL FRACTIE PvdA als bedoeld in artikel 36 RvO voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad Registratienummer:
Hengelo, Raadsvergadering d.d. Agendanummer: Portefeuillehouder:
Onderwerp: Initiatiefvoorstel kunstwerk AANLEIDING Het is 40 jaar geleden dat de sociaal-democraat Alfred Mozer een commissie oprichtte die de wederzijdse betrekkingen van Nederland en Duitsland op het gebied van sport, cultuur en onderwijs moest verbeteren. Die commissie werd later naar de oprichter vernoemd en heet sindsdien de Euregio Mozer Commissie. Vanwege het jubileumjaar vinden er in de hele Euregio culturele activiteiten plaats, waaronder projecten met kunstenaars. Het is ons als fractie ter ore gekomen dat er de mogelijkheid bestaat om, als in de Euregio liggende gemeente, een kunstwerk, dat als resultaat van dit project ontstaat, (om niet) te ontvangen. De herontwikkeling van het zuidelijk stadsdeel van Hengelo via Hart van Zuid en stationsomgeving, de steeds meer stedelijke uitstraling die de zuidkant van het station krijgt door herhuisvesting van Siemens en vestiging van het WTC, gekoppeld aan de toekomstige ontsluiting via de doorgetrokken Laan van Hart van Zuid, waren voor de fractie van de Partij van de Arbeid Hengelo aanleiding nog eens kritisch te kijken naar de uitstraling van de Europatunnel. Op grond van onze bevindingen komen we tot het volgende initiatiefvoorstel. OVERWEGINGEN Hengelo heeft van oudsher, zowel bestuurlijk als via het bedrijfsleven, intensieve contacten met andere (Europese) landen. De centrale ligging aan spoor en weg geven Hengelo een internationale positie. Het lidmaatschap van Eurocities, de licentie voor een WTC, partnerschappen met andere gemeenten (Emsdetten, Ogre, Pilzen en zelfs Kaifeng) bevestigen deze positie. Niet voor niets werd eind jaren vijftig de tunnel die het centrum met het zuidelijk stadsdeel moest verbinden, de Europatunnel genoemd. Gezien de ietwat povere uitstraling van de belangrijkste verbindingstunnel tussen het centrum van Hengelo en het zuidelijk stadsdeel en de zich steeds verder tot stedelijk fraai stadsdeel ontwikkelende stationsomgeving, is het van belang de Europatunnel te verfraaien, bijvoorbeeld met een kunstwerk langs een van de wanden. Het jubileum van de Euregio Mozer Commissie biedt de mogelijkheid tot het om niet verwerven van een dergelijk kunstwerk. VOORSTEL Onder verwijzing naar artikel 36 van het reglement van orde van de gemeenteraad van Hengelo stellen wij als fractie van de Partij van de Arbeid, het volgende aan u voor; 1. het college van burgemeester en wethouders op te dragen de mogelijkheden voor het verkrijgen van een kunstwerk – om niet- door de gemeente Hengelo via de Euregio Mozer Commissie van de samenwerkende Europese kunstenaars na te gaan. 2. bij voldoende mogelijkheden een daartoe strekkende aanvraag in te dienen en de Mozer Commissie verzoeken te komen tot een schetsontwerp van een kunstwerk ten behoeve van de Europatunnel; 3. Dit ontwerp aan te bieden aan de Gemeenteraad van Hengelo.
Namens de fractie van de Partij van de Arbeid, Wim Winter
Agendapunt 11 en 12
MEMO Van Telefoon Datum Onderwerp Kopie aan
Astrid Donderwinkel 074-2459792 / Fax 074-2459943 16 april 2013 achtergrondinformatie tbv commissie Sociaal 30 mei 2013 Wethouders Janneke Oude Alink / Mariska ten Heuw
Aan
Presidium Raadsleden van de commissie Sociaal
Beleid en Advies Postbus 18 7550 AA Hengelo
N.b. Op 14 mei is de langverwachte kamerbrief over langdurige zorg beschikbaar gekomen. Deze zal worden geagendeerd voor de cie sociaal van 29 mei (en dus NIET op 30 mei) waardoor het onderwerp ICT en transities zal vervallen. Geachte commissieleden, Met u is afgesproken dat wij u actief meenemen in de transitieprocessen Jeugdzorg, AWBZ-Wmo en de veranderingen in verband met de (mogelijke) invoering van de Participatiewet. Hiervoor gebruiken wij onder meer de uitloopavonden van de commissie Sociaal. De agenda van de uitloopavonden worden in goed overleg tussen de betrokkenen (ambtelijk en bestuurlijk) voorbereid. Op 30 mei 2013 staat weer een uitloopavond gepland. Graag gaan wij dan verder met u in gesprek over: Scheiding wonen en zorg en veranderingen in zorgzwaartepakketten (ZZP’s) We willen u een beeld geven van de consequenties van de maatregel scheiding wonen en zorg (extramuralisering). Het scheiden van wonen en zorg is al zo’n 20 jaar bezig en heeft door het voorjaarakkoord en het nieuwe regeerakkoord een nieuwe impuls gekregen. De snelheid van invoering is verhoogd en de aard en omvang van de maatregel zijn ook veranderd. Sinds dit jaar komen mensen met een lichte zorgvraag niet meer in aanmerking voor een verblijf in een zorginstelling. De komende jaren zullen ook mensen met een zwaardere zorgvraag thuis moeten blijven wonen en zullen zij onder verantwoordelijkheid van de gemeente komen te vallen (Wmo). De indicatie voor een zorgzwaartepakket (ZZP) 1 t/m 4 vervalt. Dit geldt niet alleen voor ouderen (ZZP VV) maar ook voor mensen met een verstandelijke beperking (ZZP VG) en/of psychische beperking (ZZP GGZ). De randvoorwaarden voor deze groep mensen om zelfstandig te kunnen blijven functioneren verschillen onderling sterk. De gemeente is proactief bezig met het in kaart brengen van de problematiek middels rondetafelgesprekken met cliënten en een werkgroep met gemeente, Welbions en de diverse zorgaanbieders. Daarnaast neemt de gemeente deel aan een landelijke leerkring wonen en zorg en is zij trekker van de regionale werkgroep ZZP’s. Dit levert veel relevante informatie op. We willen u een beeld geven van de doelgroepen die dit gaan betreffen en met u nadenken over oplossingsrichtingen. Wat is de rol van de gemeente hierin? Welke innovaties zijn er? Hoe kunnen we de beschikbare middelen inzetten? ICT en de transities (opm. commissiegriffier: dit onderwerp komt ivm de actualiteit te vervallen..) Gemeenten krijgen een belangrijke rol om de ondersteuning van haar inwoners op een goede en efficiënte manier, integraal te organiseren. Het huidige kabinet hanteert daarbij het motto 1 gezin, 1 plan, 1 regisseur. Gemeenten en regio's zijn zowel in de uitvoering als beleidsmatig al stappen aan het zetten om invulling te geven aan de juiste aanpak en voor te sorteren op deze landelijke beweging c.q. wetgeving. Een belangrijke randvoorwaarde om de decentralisaties te realiseren is de informatiekundige opgave. Deze opgave gaat over hoe moderne digitale ICT-toepassingen zowel burger als de (autonome) professionals kunnen ondersteunen als het gaat om het bevorderen van zelfredzaamheid, bij elkaar brengen van informatie ten behoeve van burgers en professionals, het snel af kunnen handelen van ondersteuningsprocessen, maar bijvoorbeeld ook het leveren van goede management en sturingsinformatie ten behoeve van de verantwoording aan samenleving, colleges/gemeenteraden en het Rijk. Op dit terrein wordt nauw samengewerkt tussen KING, VNG, Ministeries en gemeenten. Dit gebeurt landelijk in de "Verkenning Informatievoorziening Sociaal Domein" (VISD) waarvan KING de opdrachtnemer is en VNG en 5 ministeries opdrachtgever.
1
In dit kader zal nader ingegaan worden op de vraagstukken, die spelen binnen de informatiekundige opgave, zal de actuele stand van zaken worden geschetst en zullen in het kort de nog te zetten stappen worden weergegeven. Bovendien zal geschetst worden hoe de Regio Twente en in het bijzonder de gemeente Hengelo hierbij zijn aangehaakt. Conform afspraak wordt de inhoud van de uitloopavond op 27 mei in het MT behandeld en op 28 mei in het college.
2
Aanvullende memo
MEMO Van Telefoon Datum Onderwerp Kopie aan
Astrid Donderwinkel 074-2459792 / Fax 074-2459943 14 mei 2013 Aanvullende informatie t.b.v. commissie Sociaal 29 mei 2013 Wethouders Janneke Oude Alink / Mariska ten Heuw
Aan
Presidium Raadsleden van de commissie Sociaal
Beleid en Advies Postbus 18 7550 AA Hengelo
Geachte commissieleden, Met u is afgesproken dat wij u actief meenemen in de transitieprocessen Jeugdzorg, AWBZ-Wmo en de veranderingen in verband met de (mogelijke) invoering van de Participatiewet. Hiervoor gebruiken wij onder meer de uitloopavonden van de commissie Sociaal. De agenda van de uitloopavonden worden in goed overleg tussen de betrokkenen (ambtelijk en bestuurlijk) voorbereid. Op 29 mei 2013 staat een gecombineerde commissievergadering en uitloopavond gepland. We hebben in onze memo van 16 april aangegeven dan graag met u van gedachten te willen wisselen over: - Scheiding wonen en zorg en veranderingen in zorgzwaartepakketten (ZZP’s) - ICT en de transities. Nu is het zo dat wij met elkaar hebben afgesproken dat een uitloopavond waar nodig begint met actualiteiten. Onlangs hebben we de langverwachte beleidsbrief ontvangen van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de ‘Hervorming langdurige zorg: naar een waardevolle toekomst’. Het kabinet verzacht diverse aangekondigde bezuinigingen in de langdurige zorg. Desondanks blijven een aantal zeer forse structurele bezuinigingen vanaf 2015 overeind. Er is nog steeds € 600 miljoen minder voor de huishoudelijke hulp, € 550 miljoen minder voor inkomensondersteuning voor chronisch zieken en gehandicapten en 25% minder voor begeleiding en verzorging. Keuzes zijn daarom onontkoombaar om zorg en ondersteuning terecht te laten komen bij mensen die daarop zijn aangewezen. Hoewel de beleidsbrief nog niet alles duidelijk maakt en ook vragen oproept, willen we u hierover graag informeren op 29 mei a.s. Welke maatregelen staan in de brief vernoemd en wat kunnen deze voor ons als gemeente betekenen (voor zover we dat al kunnen overzien)? We stellen dan ook voor om tijdens de commissieavond te beginnen met deze actuele beleidsbrief, om u vervolgens mee te nemen in het onderwerp ‘Scheiding wonen en zorg en veranderingen in zorgzwaartepakketten (ZZP’s)’. Afhankelijk van de resterende tijd, willen we het verhaal over ‘ICT en transities’ door laten gaan dan wel verplaatsen naar een andere uitloopavond. Kunt u zich hierin vinden? Bijlagen: Beleidsbrief ‘Hervorming langdurige zorg: naar een waardevolle toekomst’ Uitwerkingsnotitie ‘Hervorming van de langdurige ondersteuning en zorg’ Memo samenvatting maatregelen langdurige ondersteuning en zorg van Samen 14 (Twentse samenwerking bij transformaties AWBZ & jeugdzorg) Notitie ZZP’s (volgt nog)
1
Agendapunt 11
> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG
Bezoekadres: Rijnstraat 50 2515 XP Den Haag www.rijksoverheid.nl Kenmerk 114352-103091-LZ Bijlage(n) 1.
Datum
25 april 2013
Betreft:
Hervorming langdurige zorg: naar een waardevolle toekomst
Correspondentie uitsluitend richten aan het retouradres met vermelding van de datum en het kenmerk van deze brief.
Geachte voorzitter, In de afgelopen decennia hebben wij in Nederland voor ouderen en mensen met een lichamelijke, verstandelijke, zintuiglijke of psychische beperking een goed systeem van langdurige ondersteuning en zorg gerealiseerd. Deze ondersteuning en zorg die vele professionals, mantelzorgers en vrijwilligers dagelijks bieden, is van zeer grote waarde. Hoe trots we ook kunnen zijn op de - ook in internationaal opzicht - grote verworvenheden die zijn gerealiseerd, hervormingen voor de toekomst zijn nodig. In de eerste plaats omdat de eisen die we stellen aan de organisatie van de langdurige zorg aan het veranderen zijn. Gelukkig worden we onder andere door de resultaten van de gezondheidszorg steeds ouder. Tegelijkertijd stellen we ook andere eisen aan de kwaliteit van het leven bij dat ouder worden. Mensen willen zo lang mogelijk zelfstandig thuis kunnen wonen en niet eenzaam zijn. Vaak zal ondersteuning van het eigen sociale netwerk of (gemeentelijke) thuiszorgvoorzieningen nodig zijn. En als het thuis echt niet langer gaat, moeten er goede instellingen zijn waar oog is voor het individu en de kwaliteit van leven. In de tweede plaats zijn hervormingen nodig vanwege de financiële houdbaarheid van de langdurige zorg. In de afgelopen decennia is de AWBZ overbelast geraakt; teveel zaken die we ook zelf zouden kunnen regelen, worden uit de collectieve middelen betaald. Daarmee dreigt het gevaar van steeds hogere premies die het besteedbare inkomen uithollen en de solidariteit aantasten. Een houdbare langdurige zorg, die ook beschikbaar is voor toekomstige generaties, betekent dat we nu keuzes moeten maken. Ten slotte kan de hervorming van de langdurige zorg niet los worden gezien van de wijze waarop wij in Nederland samen leven. Wij moeten niet terug naar de tijd dat participatie afhankelijk was van liefdadigheid. Tegelijkertijd willen we ook geen samenleving, waarin het tegengaan van eenzaamheid afhankelijk is van betaalde en verzekerde zorg.
Pagina 1 van 3
Het kabinet is zich ervan bewust dat een verantwoorde hervorming van de langdurige ondersteuning en zorg op een zo groot mogelijk draagvlak zou moeten steunen. Om die reden is er bij de uitwerking van het Regeerakkoord intensief gesproken met het zorgveld, gemeenten, werkgevers en werknemers, deskundigen en politieke partijen. Uit de consultaties met onder meer partijen uit uw Kamer is mij gebleken dat de hoofdrichting op steun kan rekenen, maar ook dat in de uitwerking van voorgenomen maatregelen uit het Regeerakkoord aanpassingen wenselijk zijn. Kernpunten daarbij zijn de wenselijkheid van zelfregie voor cliënten, de mate waarin langer thuis wonen mogelijk is, de omvang van het beschikbare budget voor huishoudelijke ondersteuning, de noodzaak van een verzekerd recht in de kern-AWBZ en de wens tot geïntegreerde dienstverlening door gemeenten en zorgverzekeraars. Het kabinet werkt daarom het Regeerakkoord als volgt uit: Langer thuis wonen is niet voor iedereen met een zorgzwaartepakket 3 en 4 mogelijk. Meer mensen kunnen vanaf 2015 in een instelling verblijven. In 2014 blijft extramurale dagbesteding beschikbaar. Hiermee geeft het kabinet uitvoering aan de motie Samsom-Zijlstra. Ook op extramurale persoonlijke verzorging kan in 2014 volledig beroep worden gedaan. In de Zvw wordt een nieuwe aanspraak opgenomen: thuisverpleging. Deze aanspraak omvat verpleging en indien onlosmakelijk daarmee verbonden ook verzorging. De wijkverpleegkundige draagt zorg voor de verbinding tussen het sociale en medische domein en wordt gepositioneerd in de Zvw. Het kabinet stelt hiervoor € 200 miljoen beschikbaar. Gemeenten worden gestimuleerd om sociale wijkteams op te richten. Het kabinet stelt hiervoor € 50 miljoen beschikbaar. Het op behandeling gerichte verblijf in een GGZ-instelling wordt in de Zvw ondergebracht. Het begeleid wonen dat gericht is op participatie vindt het kabinet meer passen binnen het gemeentelijke domein. Ik zal gezamenlijk met de sector deze afbakening verkennen. Intramurale zorg in de kern-AWBZ is en blijft een verzekerd recht. Nieuwe cliënten kunnen in 2014 een beroep doen op huishoudelijke hulp. In 2015 blijft meer budget beschikbaar voor gemeenten met betrekking tot de (huishoudelijke) ondersteuning. Gemeenten houden 60% in plaats van 25% van de middelen. Het kabinet introduceert onder de Wmo een maatwerkvoorziening (oplopend tot ruim € 700 miljoen) ter vervanging van de compensatie eigen risico, de aftrek specifieke zorgkosten en de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten. Deze regeling kan worden ingezet in het brede sociale domein. De verhoging van de eigen bijdrage voor mensen die in een instelling verblijven wordt verzacht. Het kabinet creëert een recht op het pgb onder stringente voorwaarden in de nieuwe Wmo en de kern-AWBZ. De hervorming kent een forse financiële opgave. De hiervoor genoemde aanpassingen worden binnen de budgettaire kaders en het Regeerakkoord ingevuld. Conform het Regeerakkoord leidt de hervorming van de langdurige zorg tot structureel minder uitgaven ter grootte van 3,5 miljard na 2017. De bovengenoemde aanpassingen passen daarbinnen. Overigens zal het na de Pagina 2 van 3
hervorming zo zijn dat in 2017 ongeveer evenveel aan de langdurige zorg en ondersteuning wordt uitgegeven als in 2012. De veranderingen in de langdurige zorg gaan veel vragen van alle betrokkenen. Degenen die een beroep willen doen op ondersteuning of zorg worden aangesproken op wat zij samen met hun sociale omgeving kunnen doen. Deze houdt voor gemeenten in dat zij als overheid nog meer naast de burger moet gaan staan. Voor zorgaanbieders betekent deze hervorming dat zij meer mens- en buurtgericht gaan werken. Van zorgverzekeraars/zorgkantoren wordt verwacht dat zij samenwerken met gemeenten en meer verantwoordelijkheid nemen voor de kwaliteit van de zorg in instellingen. Ten slotte, van de samenleving als geheel vraagt deze hervorming meer betrokkenheid en zorg voor elkaar. Deze hervorming van de langdurige ondersteuning en zorg is wenselijk en noodzakelijk. Het doel is dat wij een waardevolle toekomst bewerkstelligen voor ouderen en mensen met een lichamelijke, verstandelijke, zintuiglijke of psychische beperking. Om dit doel te borgen moeten kwaliteit, houdbaarheid en meer zorg voor elkaar hand in hand gaan.
Hoogachtend, de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
drs. M.J. van Rijn
Pagina 3 van 3
Hervorming van de langdurige ondersteuning en zorg Leeswijzer Deze notitie beschrijft de uitwerking van de kabinetsvoornemens in de langdurige zorg. De notitie start in paragraaf 1 en 2 met de noodzaak tot hervorming en de visie die het kabinet hierbij hanteert. In paragraaf 3 wordt beschreven op welke wijze het kabinet met de Wmo de ambitie van het verhogen van de participatie en het langer zelfstandig wonen wil realiseren. Paragraaf 4 richt zich op het versterken van samenhangende zorg binnen de Zvw. In paragraaf 5 wordt de vormgeving van de nieuwe kern-AWBZ voor de meest kwetsbare mensen met een beperking beschreven. In paragraaf 6 en 7 komen respectievelijk het flankerend beleid en de transitie aan de orde. Paragraaf 8, 9 en 10 gaan in op financiële gevolgen, informatievoorziening en wetgeving.
1. De noodzaak tot hervormen De langdurige zorg en ondersteuning in Nederland heeft veel verworvenheden opgeleverd. Ruim 800.000 ouderen en mensen met een lichamelijke, verstandelijke, zintuiglijke of psychiatrische beperking, maken momenteel gebruik van langdurige zorg op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Als zij problemen ervaren bij het maatschappelijk participeren dan is er ondersteuning via de gemeente op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Jeugdigen en ouders kunnen bij opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen een beroep doen op de nieuwe Jeugdwet. Zorg die gericht is op het genezen genezing of het voorkomen van het verergeren van een medisch probleem, is verzekerd via de Zorgverzekeringswet (Zvw). Met name de eerstelijnszorg is hierbij van belang. De ondersteuning en zorg die door de vele professionals, mantelzorgers en vrijwilligers wordt geboden, is van onschatbare waarde. Figuur 1.1: Aantal mensen met een recht op AWBZ-zorg naar beperking op 1 juli 2012 (bron: CIZ, excl. Bureau Jeugdzorg)1
800.000 700.000 600.000 500.000
verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperkingen psychiatrische beperkingen psychogeriatrische beperkingen somatische beperkingen
400.000 300.000 200.000 100.000 0 zorg met verblijf
zorg zonder verblijf
totaal
1
Het aantal mensen dat daadwerkelijk in een zorginstelling verblijft is lager (circa 255.000), omdat mensen hun indicatie nog niet hebben verzilverd, deze zorg thuis of in de vorm van een pgb ontvangen.
Desondanks is de afgelopen jaren in diverse rapporten gewezen op de noodzaak tot hervorming van de langdurige zorg, waaronder die van politieke partijen en de OECD.1 In dit verband zijn met name van belang het SER-advies over de toekomst van de langdurige zorg, het RVZ-advies over de AWBZ en het rapport van de Taskforce beheersing zorguitgaven.2 Deze rapporten hebben met elkaar gemeen dat zij de ondersteuning en zorg vanuit de huidige AWBZ meer willen onderbrengen bij de maatschappelijke ondersteuningsfuncties van de Wmo en in de Zorgverzekeringswet. Ook het maatschappelijke veld onderkent dat de langdurige zorg anders moet. Zo hebben de cliënten1
OECD, Help Wanted? Providing and Paying for Long-Term Care, Parijs, mei 2011. Sociaal-Economische Raad, Langdurige zorg verzekerd: over de toekomst van de AWBZ (Den Haag, 2008), Raad voor Volksgezondheid & Zorg, Beter zonder AWBZ? (Den Haag 2008) en Taskforce beheersing zorguitgaven, Naar beter betaalbare zorg (Den Haag 2013).
2
1
en patiëntenorganisaties met ActiZ hun visie over regie in eigen hand gepresenteerd. Ook de VGN heeft in een positionpaper Toekomst gehandicaptenzorg hun zienswijze neergelegd. De regering heeft drie motieven om het stelsel van langdurige zorg te herzien: het verbeteren van de kwaliteit van ondersteuning en zorg, het vergroten van de betrokkenheid in de samenleving (meer voor elkaar zorgen) en de financiële houdbaarheid van de langdurige zorg en ondersteuning. Betere kwaliteit van ondersteuning en zorg Ondanks de inzet en betrokkenheid van professionals, mantelzorgers en vrijwilligers is de kwaliteit van de langdurige zorg te verbeteren. In de huidige zorg wordt bij relatief lichte zorgvragen nog te vaak gehandeld vanuit een medisch perspectief met minder aandacht voor problemen achter of naast de zorgvraag (bijvoorbeeld eenzaamheid of schuldenproblematiek). De verdergaande specialisatie in de zorg heeft de afgelopen jaren een belangrijke kwaliteitsimpuls tot stand gebracht. Een effect daarvan is echter ook dat de mens wordt ‘opgeknipt’ in domeinen en als geheel met zijn wensen en doelen uit beeld dreigt te raken. Ook wordt de ondersteuning en zorg en daarmee het dagelijkse leven – met alle goede bedoelingen – te vaak onnodig overgenomen door professionals (medicalisering), waardoor mensen te afhankelijk van zorg worden gemaakt. Het welbevinden van mensen moet meer centraal komen te staan, zowel thuis als in instellingen. Het is nodig om meer te kijken naar de persoon in plaats van naar enkel diens aandoening of indicatie. Op die wijze kan met de burger worden bekeken welke informele en formele ondersteuning en zorg het beste bijdraagt aan zijn mogelijkheden en levensdoelen. Er ligt een forse opgave om de kwaliteit voor de meest kwetsbare mensen in de kern-AWBZ in de toekomst te blijven garanderen. Het aantal ouderen met psychogeriatrische problematiek neemt toe. Het kabinet is ervan overtuigd dat het verbeteren van de kwaliteit van de langdurige zorg gepaard kan gaan met meer doelmatigheid. Het aanbod van zorg en ondersteuning zal in de toekomst op een aantal kenmerken wezenlijk verschillen van de huidige situatie. De-institutionaliseren van zorg staat voorop: mensen worden in staat gesteld om met ondersteuning en zorg zo lang mogelijk in de eigen omgeving te wonen. En voor degenen die toch op zorg zijn aangewezen, geldt dat meer zorg op menselijke maat wordt geboden. Dat betekent dat instellingen zich richten naar de cliënt, in plaats van dat deze zich moet schikken naar de regels en gebruiken van de instelling. Er komt meer ruimte voor maatwerk, ook in een instelling, en meer ruimte voor professioneel handelen doordat regels en bureaucratie worden teruggedrongen. Meer voor elkaar zorgen Belangrijk is hoe we als samenleving uitdrukking geven aan onze betrokkenheid bij kwetsbare burgers. In Nederland wordt langdurig en intensief door 2,6 miljoen3 mantelzorgers hulp verleend aan naasten. De circa 450.000 vrijwilligers in de zorgsector, buiten en binnen instellingen, zorgen voor een belangrijke extra bijdrage aan het welbevinden. Desalniettemin is Nederland toegegroeid naar een situatie waarbij hulp en ondersteuning, zoals huishoudelijke hulp, wordt geboden, terwijl de (financiële) mogelijkheden van de mensen zelf of hun sociale omgeving teveel op de achtergrond zijn gekomen. Ook binnen de zorgverlening thuis of in een instelling wordt te vaak een kloof waargenomen tussen informele en formele zorg. Ook blijkt uit onderzoek dat ondanks die inzet ongeveer 30% van de 65-plussers zich eenzaam voelt. Bij degene ouder dan 85 jaar bedraagt dit 50%. Personen met een hogere leeftijd en alleenstaanden (met name verweduwden) voelen zich vaker eenzaam. De trends van (dubbele) vergrijzing en de toename van het aantal alleenstaande ouderen voorspellen dat het absolute aantal eenzame ouderen zal toenemen. Ook daarom zijn mantelzorgers en vrijwilligers in een meer betrokken samenleving onmisbaar. Op die manier kan het vraagstuk van eenzaamheid eerst in eigen kring opgelost worden. Mocht dat niet toereikend zijn dan kan een beroep worden gedaan op de ondersteuning die gemeenten kunnen bieden. Het kabinet heeft een stelsel voor ogen waarin de rol van de overheid groter wordt naarmate mensen meer zorg nodig hebben, minder inkomen hebben en hun sociale netwerk minder op kan vangen.
3
Bron: SCP, Mantelzorg uit de doeken, Den Haag 2010. 2
Figuur 1.2: Matige en ernstige eenzaamheida naar leeftijd, geslacht en opleidingsniveau in 2008/2009 (bron: LASA/ uit: RIVM, Gezond ouder worden, Bilthoven 2011)
Leeftijdsgroep
Matige eenzaamheid (%)*
Sterk eenzaam (%)
Totaal 65+
28,1
3,4
Man 65-74 Man 75-84 Man 85+
22,4 30,6 44,2
3,2 2,8 3,8
Vrouw 65-74 Vrouw 75-84 Vrouw 85+
23,8 29,4 48,1
3,5 4,3 2,5
Lage opleiding Gemiddelde opleiding Hoge opleiding
33,2 27,8 21,7
4,4 3,7 1,3
* gemeten met 11-item eenzaamheidsschaal van De Jong-Gierveld (Van Tilburg & De Jong-Gierveld, 2007), N=1150
Financiële houdbaarheid van de langdurige zorg Hervormingen in de langdurige zorg zijn noodzakelijk, omdat bij de huidige uitgavengroei het stelsel financieel onhoudbaar is. De AWBZ heeft de afgelopen decennia een sterke groei van de uitgaven gekend. Van € 275 mln. bij aanvang naar € 25,1 mld. in 2011; een jaarlijkse groei van 8,6%. De reële zorguitgaven stijgen sinds het begin van deze eeuw met circa 4,3% per jaar. Dit is bijna drie keer zoveel als de structurele economische groei. Door de kabinetsmaatregelen wordt de groei van de uitgaven afgevlakt in de periode 2014-2017. Door de voorgestelde hervormingen is naar verwachting sprake van een structurele verlaging van het groeipad. Figuur 1.3: Ontwikkeling AWBZ-uitgaven vanaf 1972 (in mld. euro’s; bron CBS)
30 25 20 15 10 5 0
Ook internationaal gezien lopen we uit de pas. In Nederland wordt een relatief groot deel van de langdurige zorg publiek gefinancierd. Samen met Zweden is Nederland koploper. De uitgaven voor langdurige zorg zijn thans 2,5 keer zo hoog als het gemiddelde van alle OECD-landen (zie figuur 1.4). We bevinden ons in de situatie waar de gevolgen van de financiële crisis moeten worden opgevangen en de uitgaven van de langdurige zorg sterk zullen stijgen als we niets doen. Bij ongewijzigd beleid zal in Nederland in de komende decennia het aandeel ten opzichte van het BBP verdubbelen.4 Zo’n groei leidt steeds meer tot verdringing van andere overheidsbestedingen. Dit geldt ook voor de beschikbaarheid van toekomstige werknemers in de zorg.
4
Bron: CPB, Omgevingsscenario’s voor gezondheid en zorg, Den Haag, 2011. 3
Figuur 1.4: Uitgaven langdurige zorg gerelateerd aan BBP in internationaal perspectief (Bron: OECD 2011)
Dit vergt een sober financieel beleid ten aanzien van de langdurige zorg. De hervorming gaat derhalve gepaard met een forse financiële opgave. Daarom is het uitgerekend nu van belang om deze hervorming in te zetten. Deze hervorming levert een bijdrage aan het veilig stellen van de ondersteuning en zorg voor kwetsbare Nederlanders in de toekomst. Daarbij dient bedacht te worden dat het kabinet ook rekening houdt met groei van de uitgaven. Per saldo zijn de uitgaven na alle maatregelen in 2017 nagenoeg gelijk aan de uitgaven in 2013. Het kabinet is zich ervan bewust dat de hervorming van langdurige zorg direct effect kan hebben op de genoten zorg van mensen en de (financiële) bijdrage die aan mensen gevraagd wordt. Dit vergt een grote mate van zorgvuldigheid bij de veranderingen, waar het kabinet oog voor heeft. Tevens is het kabinet zich bewust dat de hervorming mensen raakt.5
2. Visie op de langdurige ondersteuning en zorg Het kabinet kiest ervoor om het stelsel van langdurige zorg te herzien en beter aan te laten sluiten bij de ontwikkelingen en eisen van deze tijd6. Uitgangspunten bij deze visie zijn: 1. Uitgegaan wordt van wat mensen (nog) wel kunnen in plaats van wat zij niet kunnen. Kwaliteit van leven (welbevinden) staat voorop. 2. Als ondersteuning nodig is, wordt allereerst gekeken naar het eigen, sociale netwerk en de financiële mogelijkheden van betrokkenen en wordt de hulp dichtbij georganiseerd. 3. Voor wie – ook met steun van de omgeving – niet (meer) zelfredzaam kan zijn, is er altijd (op participatie gerichte) ondersteuning en/of passende zorg. 4. De meest kwetsbare mensen krijgen recht op passende zorg in een beschermende, intramurale omgeving in een nieuwe kern-AWBZ. Het kabinet streeft naar een samenleving die mensen meer de mogelijkheden biedt om verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen leven, voor meer gelijke deelname en meer eigen regie. De voorgenomen ratificatie door dit kabinet van het VN-verdrag inzake de rechten van een persoon met een handicap zal een belangrijke impuls zijn bij het realiseren van een dergelijke samenleving. Het kabinet zal de partijen die hierin een voortrekkersrol kunnen vervullen, uitnodigen om de implementatie ter hand te nemen. Wie ondersteuning en zorg nodig heeft krijgt die zoveel mogelijk dichtbij – in de eigen leefomgeving - door gemeenten en zorgverzekeraars aangeboden. Deze ondersteuning en zorg zijn gericht op zelfredzaamheid van mensen en versterken hun zelfstandigheid. Voor kwetsbare mensen die vanwege hun beperkingen niet meer in een thuisomgeving kunnen wonen, en die een beschermende en veilige omgeving nodig hebben, blijft zorg beschikbaar via de kern-AWBZ. Aldus ontstaat een situatie, waarin mensen in eerste instantie zelf en met hun sociale omgeving een oplossing proberen te vinden voor hun behoefte aan ondersteuning, in tweede instantie een beroep 5 Bij de uitwerking wordt door het kabinet rekening gehouden met de positie van defensiepersoneel, veteranen en invalide militairen. 6 De visie komt grotendeels overeen met het RVZ-advies Regie aan de poort uit december 2012. Voor de zomer ontvangt u het standpunt op dit advies.
4
kunnen doen op gemeenten en/of zorg via de zorgverzekeraar en tot slot in aanmerking kunnen komen voor zorg via de kern-AWBZ. De opgave die dit kabinet ziet is om de huidige stelsels zo in te richten dat ze aansluiten bij dit nieuwe perspectief. Om deze omslag te kunnen maken, worden door het kabinet onderdelen van de AWBZ die overwegend gericht zijn op ondersteuning en participatie onder de verantwoordelijkheid van gemeenten gebracht. Gemeenten krijgen vervolgens de middelen en ruimte om te zorgen voor goede voorzieningen die passen bij de individuele behoeften en mogelijkheden van burgers. De brede verantwoordelijkheid van gemeenten binnen het sociale domein – want ook de Participatiewet wordt gedecentraliseerd – biedt ruimte voor dwarsverbanden op lokaal niveau. Met de gemeentelijke verantwoordelijkheid in het kader van de nieuwe Jeugdwet krijgt dit nog een extra impuls. Zorg gericht op genezing of behoud van lichamelijke en geestelijke functies, zoals verpleging, wordt verleend vanuit de Zvw. Om de samenhangende zorg vanuit de Zvw te versterken, worden onderdelen van de huidige AWBZ die gericht zijn op behandeling en verpleging onder de Zvw gebracht. Vanwege de samenhang met de Jeugdwet wordt daar behandeling tot 18 jaar voor kinderen met een verstandelijke beperking of psychiatrische aandoening samengebracht. De meest kwetsbare mensen houden bescherming in een nieuwe kern-AWBZ. De grenzen tussen de Wmo, Zvw, Jeugdwet en kern-AWBZ worden scherp getrokken om afwenteling tegen te gaan. Tegelijkertijd is afstemming en samenhang nodig. Het kabinet wil bevorderen dat gemeenten, zorgverzekeraars en zorgkantoren intensieve samenwerking bij het tot stand brengen van een integrale ondersteuning op maat. Dit sluit aan op maatschappelijke trends. Ouderen willen en blijven steeds langer zelfstandig wonen. Al langer worden mensen met verstandelijke en lichamelijke beperkingen gesteund in hun zelfstandigheid via kleinschalige woonvoorzieningen in de wijk. En de afgelopen jaren wordt ook in de zorg voor mensen met een psychiatrische aandoening ingezet op meer ambulante zorg. Bij deze ontwikkeling staan individuele behoeften en mogelijkheden van de cliënt centraal in de ondersteuning en zorg. Diverse gemeenten ontwikkelen een ondersteuningaanbod dat rekening houdt met de behoeften van cliënten op verschillende levensterreinen. Gemeenten en zorgverzekeraars richten op sommige plaatsen een samenhangend hulpaanbod in rond de cliënt. Zeggenschap bij de cliënt Voor mensen die vaak hun leven lang en levensbreed afhankelijk zijn van ondersteuning en zorg, is zeggenschap over de ondersteuning en zorg van groot belang. Deze zeggenschap kent vele vormen en gradaties, en is mede afhankelijk van de beperkingen van de cliënt en de betrokkenheid van zijn sociale omgeving. Elementen van zeggenschap zijn de keuzevrijheid voor een aanbieder, bijvoorbeeld op levensbeschouwelijke of religieuze gronden, het persoonlijke zorgplan bijvoorbeeld ten aanzien van de levering van zorg (intensiteit en tijden) en op de continuïteit van zorg en zorgverleners. Tevens speelt bij zeggenschap de mate waarin de cliënt over de financiële tegemoetkoming aan de aanbieder gaat. Dit kan in de vorm van een persoonsvolgend budget (waarbij de beschikbare middelen voor zorg aan de cliënt zijn toebedeeld) en een persoonsgebonden budget (waarbij de cliënt ook de beschikking over deze middelen krijgt). Het kabinet wil het ingezette beleid op dit onderwerp voortzetten en versterken bij de zorg in natura en bij het persoonsgebonden budget (pgb). Bij zorg in natura wil het kabinet aanbieders aansporen tot meer zorg en ondersteuning op maat. Hierbij is een cultuurverandering nodig. Innovatieprogramma’s die deze cultuurverandering tot stand brengen, zoals InvoorZorg! en het experimentenprogramma regelarme instellingen, worden voortgezet. Zorgkantoren en verzekeraars dienen bij hun inkoopbeleid diversiteit in het gecontracteerde aanbod na te streven en mogelijkheden voor individueel maatwerk aan te bieden als passende zorg ontbreekt. Dat geldt ook voor gemeenten bij het aanbieden van hun dienstverlening. In het land zijn inmiddels tal van goede voorbeelden. De cliënt moet actief bij dit inkoopbeleid worden betrokken. Binnen de Wmo met de compensatieplicht, de Jeugdwet, de kern-AWBZ en de Zvw met individuele rechten zijn hiervoor voldoende mogelijkheden. Het verdient aanbeveling om in de komende jaren de verschillende modaliteiten van persoonsvolgende bekostiging en de rol van de cliënt daarbij, nader te verkennen. Ik zal daarbij betrekken het Deltaplan Ouderenzorg van Actiz en het Positionpaper over de gehandicaptenzorg van VGN, waarin hun visie op de toekomst van de langdurige zorg is gegeven. Beide plannen bieden goede basis voor vervolgoverleg dienaangaande. Met het persoonsgebonden budget krijgen cliënten met voldoende eigen regie zeggenschap over de ondersteuning en zorg. Dit komt ten goede aan de kwaliteit van hun ondersteuning en zorg en leidt tot innovaties in de zorg. Vandaar dat dit kabinet voor het pgb in het nieuwe stelsel van de langdurige zorg een belangrijke rol ziet weggelegd. In het vervolg van deze brief wordt ingegaan op de uitwerking daarvan in de Wmo, Zvw en de kern-AWBZ. Het pgb zal worden geregeld in de 5
nieuwe kern-AWBZ en de Wmo (bij een individuele voorziening). Gezien de ervaringen met de pgbregeling de afgelopen jaren geldt hierbij wel een aantal voorwaarden. Belangrijk is dat de budgethouder ook daadwerkelijk in staat moet zijn de regie over zijn ondersteuning en zorg te voeren. Ook dient de aanzuigende werking te worden weggenomen. Er moet sprake zijn van een goede kwaliteit, de ondersteuning en zorg moet goedkoper zijn dan via zorg in natura en het zogenoemde bruto-pgb7 wordt ingevoerd. Ten slotte moet de nieuwe regeling fraudebestendig zijn door onder andere de introductie van een trekkingsrecht. Het pgb komt onder deze voorwaarden en begrensd beschikbaar. Dit wordt verkend in een gesprek tussen cliënt en gemeente of zorgkantoor. De wijze waarop het pgb wordt vormgegeven, lijkt op vormen van persoonsvolgende bekostiging.
3. Participeren in eigen omgeving met steun via de Wmo 3.1 Langer zelfstandig wonen Betere kwaliteit van ondersteuning en zorg en meer voor elkaar zorgen vindt bij voorkeur in de eigen omgeving plaats. Zelfstandig wonen moet daarbij samengaan met behoud van de zelfredzaamheid. Het beleid om langer zelfstandig te wonen is al in gang gezet (zie figuur 3.1). Vanaf de jaren tachtig daalt het aantal ouderen in een verpleeg- of verzorgingshuis, terwijl sindsdien het aantal ouderen is verdubbeld naar 650.000. Leefde in 1980 nog 63% van degenen ouder dan tachtig in een verzorgings- of verpleeghuis, in 2010 was dat 24%. Ook de mogelijkheden om langer thuis te wonen zijn al toegenomen door onder andere mantelzorg, een meer flexibele inzet van thuiszorg en door nieuwe vormen van domotica. Deze ontwikkeling van de afgelopen jaren wordt in het kabinetsbeleid als uitgangspunt genomen. Figuur 3.1 Ontwikkeling intramurale zorg voor mensen ouder dan 80 jaar (Bron: NZa/CBS)
700000 600000 500000 400000
plaatsen
300000
80 plus
200000 100000 0 1975
1980
1985
1990
1995
2000
2005
2010
Het kabinet sluit met deze hervorming aan bij wat mensen kunnen en willen. Het kabinet streeft ernaar met de overhevelingen naar het gemeentelijk domein en de Zvw aan te sluiten bij deze behoefte. Ouderen hebben veelal behoefte aan andere vormen van ondersteuning en zorg dan mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking, dan wel mensen met psychische problemen. Bij deze laatste groep gaat het vaak meer om ondersteuning en zorg gericht op het toenemend maatschappelijk participeren, bijvoorbeeld via begeleid wonen na een behandelperiode. Het kabinet maakt gemeenten en zorgverzekeraars meer verantwoordelijk voor hulp thuis. Aansluitend bij het beleid van de afgelopen periode worden zij de komende jaren verantwoordelijk voor ondersteuning en zorg die tot op heden in AWBZ-instellingen wordt geleverd. De huidige cliënten behouden hun recht op verblijf in een instelling. Bij de uitwerking houdt het kabinet rekening met de mogelijkheden en specifieke kenmerken van cliënten. Vooralsnog zijn deze in
7 Op grond van het Begrotingsakkoord 2013 zal het bruto-pgb per 1 januari 2014 worden ingevoerd. Daarmee zullen pgb-houders het pgb bruto ontvangen en wordt de eigen bijdrage van de budgethouder achteraf in perioden geïnd door het CAK. Met de invoering van een bruto-pgb per 1 januari 2014 worden alle cliënten in de AWBZ op dezelfde manier behandeld, ongeacht of zij zorg in natura ontvangen of een pgb.
6
ZZP-termen omschreven, omdat de nieuwe afbakeningscriteria voor de kern-AWBZ in ontwikkeling zijn. Voor nieuwe cliënten van onderscheiden groepen betekent dit het volgende: • Ouderen8 die veilig thuis kunnen wonen en geen beschermende en veilige omgeving in een instelling nodig hebben, kunnen een beroep doen op gemeenten en zorgverzekeraars. Meer specifiek gaat het om ouderen die nu een ZZP VV3 hebben en een deel van de ouderen met ZZP VV4. Een andere deel van de ouderen met ZZP VV4 en alle ouderen met een ZZP VV5 of hoger ontvangen intramurale zorg via de kern-AWBZ. • Voor een deel van de mensen met een verstandelijke beperking (ZZP VG3) ziet het kabinet mogelijkheden om thuis te wonen. Dat geldt niet voor mensen die sociaal zeer beperkt zelfstandig functioneren en een veilige en vertrouwde leef-, werk- en woonomgeving nodig hebben. Voor deze mensen, deels vanaf ZZP VG3 en volledig vanaf ZZP VG4, is zorg met verblijf beschikbaar binnen de nieuwe kern-AWBZ. • Mensen met een lichamelijke beperking en die in staat zijn regie te voeren, kunnen thuis wonen. Het betreft cliënten met een ZZP LG1 en LG3.9 Dit geldt niet voor cliënten met ZZP LG2 en met ZZP LG4 en hoger, die zorg ontvangen via de kern-AWBZ. • Voor mensen met een beperkte zorgvraag als gevolg van een zintuiglijke beperking (auditief en visueel) op het niveau van ZZP ZG1 zijn er mogelijkheden om zorg thuis te organiseren. Bij een toenemende zorgvraag vanaf ZZP ZG2 wordt deze zorg onderdeel van de kern-AWBZ. • Tot slot, dit kabinet ziet geen mogelijkheid thuis een integraal pakket aan ondersteuning en behandelzorg te verlenen aan licht verstandelijk gehandicapten met gedragsproblematiek (ZZP LVG 1 t/m 5)10 en sterk gedragsgestoorde mensen met lichte verstandelijke beperkingen (ZZP SGLVG1). Deze mensen krijgen zeer gespecialiseerde zorg die moeilijk in een thuisomgeving verleend kan worden. Deze gedifferentieerde uitwerking leidt ertoe dat intramurale zorg ook in de toekomst voor nieuwe cliënten wordt geboden, als zij daarop zijn aangewezen. Tegelijkertijd zullen meer mensen dan nu in staat worden gesteld om met ondersteuning en zorg thuis te blijven wonen: naar schatting gaat het op termijn, gegeven het huidige aantal intramurale cliënten met een lichtere intramurale indicatie, om zo’n 78.000 personen. Om cliënten met psychiatrische problemen langer thuis te laten wonen, gelden al andere beleidsafspraken. Met de GGZ-sector is in 2012 een bestuurlijk akkoord gesloten over het beperken van de jaarlijkse uitgavengroei. Ook is besloten tot een afbouw van een derde van de intramurale GGZ-capaciteit voor 2021 (ten opzichte van peiljaar 2008). Bij de uitwerking van die afspraken gaat de sector na voor welke doelgroepen en onder welke voorwaarden het voor cliënten mogelijk is om zelfstandig (al dan niet geclusterd) te wonen. Hoewel cliënten met ZZP GGZ3 niet reeds per 2015 zelfstandig wonen, streef ik met partijen wel de ambitie na dit zoveel mogelijk in gang te zetten. Bij deze cliënten is vanaf ZZP GGZ3 sprake van zeer beperkte zelfredzaamheid en het soms (tijdelijk) verergeren van psychiatrische problemen, waarbij intramurale behandeling of begeleid wonen noodzakelijk kan zijn.11 Mijn beleid ten aanzien van langer thuis wonen heeft effecten op de combinatie van wonen en zorg. Ik ben in gesprek met de minister voor Wonen en Rijksdienst over de gezamenlijke uitwerking van dit vraagstuk. 3.2 Decentralisatie naar gemeenten en herinrichting van de Wmo Sinds de invoering van de Wmo in 2007 zijn gemeenten aan de slag met De Kanteling. Deze ontwikkeling sluit aan bij de visie van het kabinet op de langdurige zorg. De burger en de gemeente gaan samen in gesprek, waarbij de individuele behoeften en mogelijkheden centraal staan in plaats van de beperking of de zorgvraag. In goed overleg wordt gekeken naar de mogelijkheden van de burger zelf en die van zijn sociale omgeving. Als de burger met behulp van het eigen netwerk redelijkerwijs niet in staat is om te participeren, kan een beroep worden gedaan op ondersteuning door de gemeente. Hierbij wordt eerst verkend of een (meer doelmatige) algemene of collectieve voorziening toereikend is. Individuele voorzieningen zijn beschikbaar indien 8
Het gaat hierbij niet om ZZP nummers. Echter, om een indruk te geven van de zorgzwaarte van de cliënten die een beroep zullen doen op de kern-AWBZ is hier nog de ZZP terminologie gebruikt. 9 De ZZP-klassen voor lichamelijk gehandicapten hebben een andere indeling die niet oploopt naar zorgzwaarte. In tegenstelling tot ZZP LG2 en LG4 en hoger, is bij cliënten met ZZP LG3 nog geen sprake van regieverlies en kunnen zij zelfstandig wonen. 10 Het gaat om cliënten boven de 18 jaar. Cliënten onder de 18 jaar met de grondslag LVG worden onderdeel van de nieuwe Jeugdwet, met uitzondering van de SGLVG-jongeren. 11 De zorg bij psychische problemen voor personen jonger dan 18 jaar valt onder de Jeugdwet. Datzelfde geldt voor begeleiding van jongeren tot 18 jaar. 7
een collectieve voorziening ontoereikend is. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de ondersteuning van mensen in het gehele sociale domein op grond van de Wmo, Jeugdwet en de Participatiewet. Hierdoor zijn zij beter in staat om te komen tot een oplossing, die aansluit bij de behoeften en mogelijkheden van hun inwoners. Overigens krijgen gemeenten ook in het kader van de Jeugdwet te maken met een aantal cliënten die tot dusver onder de AWBZ vallen. Gemeenten krijgen per 1 januari 2015 op grond van de Wmo een brede verantwoordelijkheid voor de ondersteuning van burgers die beperkt kunnen participeren. Door gerichte ondersteuning bij het voeren van regie op het eigen leven, het uitvoeren van algemeen dagelijkse levensverrichtingen en het ontmoeten van anderen, kunnen burgers met een beperking langer thuis blijven wonen en participeren in de maatschappij. Dit draagt bij aan hun welbevinden en voorkomt onnodige medicalisering. De aanspraken op extramurale zorg in de AWBZ komen te vervallen, de Wmo wordt aangepast en de bijbehorende budgetten worden overgeheveld naar gemeenten. Dit betekent geen overheveling van rijkstaken, maar wel een overheveling van het budget zodat gemeenten in grote beleidsvrijheid ondersteuning op maat kunnen organiseren. Derhalve kan men, anders dan aan de AWBZ, geen verzekerde rechten ontlenen aan de Wmo. De nieuwe en belangrijke rol die gemeenten daarin vervullen vraagt om een herijking van de Wmo. Ik zal daarom later dit jaar een nieuw, integraal wetsvoorstel naar de Tweede Kamer sturen. Hierbij zijn onder meer de navolgende maatregelen en uitgangspunten van belang. Het aanhangige wetsvoorstel begeleiding12 zal worden ingetrokken. Uitwerking maatregelen Regeerakkoord • Mede naar aanleiding van de motie Samsom en Zijlstra13 blijft het mogelijk om in 2014 aanspraak te maken op dagbesteding op grond van de AWBZ. Deze vorm van ondersteuning kan voor gemeenten vanaf 2015 een nuttig instrument zijn om duurdere (individuele) voorzieningen te voorkomen. • In 2014 blijft het mogelijk om op grond van de AWBZ aanspraak te maken op persoonlijke verzorging bij een indicatie korter dan zes maanden. De norm voor gebruikelijke zorg wordt in 2014 niet verhoogd. • Nieuwe cliënten kunnen in 2014 een beroep doen op huishoudelijke hulp. Van gemeenten zal in 2014 een bijdrage gevraagd worden ter dekking hiervan. • Per 2015 kan geen aanspraak meer worden gemaakt op de extramurale functies begeleiding, kortdurend verblijf en bijbehorend vervoer in de AWBZ.14 Circa 75% van het budget wordt overgeheveld naar gemeenten voor de ondersteuning van mensen. • Per 2015 kan geen aanspraak meer worden gemaakt op de extramurale functie persoonlijke verzorging in de AWBZ. Gemeenten worden verantwoordelijk voor ondersteuning en ontvangen circa 85% van het budget (exclusief het deel dat naar de Zvw gaat). • De voorziening hulp bij het huishouden in de Wmo wordt beperkt tot mensen die deze echt nodig hebben en die er zelf (financieel) niet in kunnen voorzien. De voorgenomen maatregel uit het Regeerakkoord wordt verzacht. Gemeenten houden 60% van het budget om breed in te zetten voor ondersteuning van burgers. Vanaf 2015 is een vorm van huishoudelijke hulp in individuele situaties mogelijk, als onderdeel van een breed ondersteuningspakket. Dit kan bijdragen aan de wens van mensen om langer thuis te blijven wonen. • Gemeenten kunnen besparen op uitgaven aan hulpmiddelen in de Wmo. Het Gemeentefonds is hiervoor taakstellend verlaagd met structureel € 50 mln. Ik zal gemeenten ondersteunen bij het stimuleren van hergebruik van hulpmiddelen en het ontwikkelen van poolbeheer voor scootmobielen. • Het kabinet investeert € 50 mln. in het opzetten van sociale wijkteams binnen gemeenten, waarmee de ondersteuning uit het gemeentelijk sociale domein afgestemd kan worden op het medisch domein. • Het begeleid wonen dat gericht is op participatie is meer passend binnen het gemeentelijk domein. Ik zal gezamenlijk met de sector de uitwerking van het begeleid wonen (voor zover deze niet afhankelijk is van op genezing gerichte zorg) verkennen. Gemeenten zouden dan in 2015 verantwoordelijk worden voor de ondersteuning van mensen met psychiatrische problemen, waarbij niet behandeling, maar op participatie gerichte ondersteuning vanuit een beschermende woonomgeving centraal staat. Ook het bieden van een beschermende 12
TK 2011-2012, 33127, nrs. 2, 3 en 63. TK 2012-2013, 33410, nr. 39. 14 Tot 18 jaar valt dit onder de verantwoordelijkheid van gemeenten in het kader van de Jeugdwet. Ditzelfde geldt voor persoonlijke verzorging. De ondersteuning en langdurige zorg aan jeugdigen vergt afstemming met onderwijs. De eventuele inzet van begeleiding, persoonlijke verzorging en verpleging tijdens onderwijstijd wordt nader uitgewerkt door de ministeries van OCW en VWS in samenwerking met de VNG en onderwijsraden. 13
8
woonomgeving aan deze doelgroep wordt een taak van gemeenten. De bijbehorende budgetten worden dan volledig overgeheveld naar gemeenten. Vooralsnog worden primair de centrumgemeenten verantwoordelijk voor de opvang van deze groep. Ik zal met de VNG aanvullende afspraken maken over maatregelen die de continuïteit, waaronder de toegankelijkheid en de kwaliteit van de ondersteuning, borgen. Na vier jaar wordt de overheveling van de woonfunctie geëvalueerd en bekeken of zich nieuwe arrangementen ontwikkelen, waarbij cliënten zelfstandiger kunnen wonen. Gemeenten worden tevens verantwoordelijk voor het creëren van laagdrempelige voorzieningen (inloopfunctie GGZ). Werkgelegenheid en arbeidsmarkt De voorgenomen hervorming in de langdurige zorg brengt onzekerheid met zich mee voor werknemers. Deze werknemers vormen het sociaal kapitaal in de zorg en zijn van grote waarde voor de kwaliteit van de verleende ondersteuning en zorg. Alle partijen moeten zich uiterste inspanningen getroosten om gedwongen ontslagen te voorkomen en er voor te zorgen dat mensen van werk naar werk worden begeleid. Bovengenoemde maatregelen hebben mede als doel de arbeidsmarkteffecten van de maatregelen in de langdurige zorg te verzachten: zowel de structurele redressering van de maatregel huishoudelijke hulp als de verzachting van de eerder voorgestane mate van extramuraliseren. Hierdoor worden de werkgelegenheidseffecten in deze sector substantieel verzacht. Huishoudelijke hulp kan onderdeel blijven van de ondersteuningsketen. De daadwerkelijke effecten van de hervormingen (inclusief voorliggende afspraken) op de arbeidsmarkt worden nauwlettend in de gaten gehouden en in beeld gebracht door een arbeidsmarkteffectrapportage (AER). Het is van groot belang dat dit vroegtijdig geschiedt. De eerste effectrapportage wordt dan ook al conform het verzoek van kamerlid Leijten komende zomer naar de Kamer gezonden, vergezeld van een visie van het kabinet op de arbeidsmarkt in de zorg. De komende periode kan worden benut om – aan de hand van de effectrapportage – in het spoor van het gevoerde sociaal overleg, een sectorplan voor de transitiefase van de arbeidsmarkt in de zorg op te stellen, met als doel om mensen die hun baan dreigen te verliezen via mobiliteit, om-, her- en bijscholing aan de slag te houden. In de brief Resultaten sociaal overleg van 11 april jongstleden is aangegeven dat in de zorg geen nulurencontracten meer kunnen worden gebruikt. Vanuit de overtuiging dat werknemers op de werkvloer goede arbeidsvoorwaarden verdienen, heeft het kabinet in het Regeerakkoord € 100 miljoen beschikbaar gesteld voor het verbeteren van de arbeidsmarktpositie van specifieke groepen. Het ligt in de rede hierbij een verbinding te leggen met genoemd sectorplan. Voorts is € 250 miljoen beschikbaar voor intensivering van de wijkverpleging en sociale wijkteams. Maatwerkvoorziening inkomenssteun Per 1 januari 2014 worden de bestaande regelingen voor financiële compensatie15 afgeschaft en vervangen door één vangnet bij de gemeenten oplopend tot circa € 700 mln. structureel vanaf 2017. Het budget wordt via het sociaal domein in het Gemeentefonds overgeheveld naar gemeenten. Gemeenten kunnen maatwerk bieden door het compenseren van beperkingen met voorzieningen via de Wmo of het geven van directe inkomenssteun via de bijzondere bijstand. Een nieuwe verhouding tussen burger en overheid Met de komst van de Wmo in 2007 is een ontwikkeling in gang gezet die beoogt eerst de eigen mogelijkheden en die van de sociale omgeving na te gaan, alvorens men een beroep kan doen op publiek gefinancierde ondersteuning. Dit uitgangspunt wordt in de herziene Wmo explicieter vastgelegd. Zo wordt benadrukt wat de burger van de gemeente mag verwachten en omgekeerd. De compensatieplicht wordt daartoe herijkt, waarmee gemeenten meer ruimte krijgen om mensen zo nodig – als de hulp in eigen kring ontoereikend is – te ondersteunen met passende voorzieningen. De gemeente die een inwoner ondersteunt, mag van deze verwachten dat die er zelf ook alles aan doet om te kunnen participeren, zowel in sociaal als in financieel opzicht. Ik sluit hiermee aan bij onder andere het advies dat de Raad voor volksgezondheid en zorg16 onlangs hierover uitbracht. 15 In een eerder aan uw Kamer gestuurde analyse is de overlap tussen de bestaande regelingen voor chronisch zieken en gehandicapten in beeld gebracht. Daaruit bleek de grote verscheidenheid aan regelingen als de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg), de Compensatie Eigen Risico (CER), de fiscale regeling voor aftrek van specifieke zorgkosten en de daarmee samenhangende Tegemoetkoming Specifieke Zorgkosten. In deze analyse is uiteengezet dat de Wtcg en CER onvoldoende gericht zijn op de doelgroep, de criteria voor toekenning twijfelachtig zijn, de regelgeving zeer onderhoudsintensief is en dat dit leidt tot risico’s voor de budgettaire beheersbaarheid. Ook de fiscale aftrek voor specifieke zorgkosten is ondoeltreffend en daarnaast te generiek van aard. Niet alle chronisch zieken en gehandicapten worden bereikt en ook personen buiten de beoogde doelgroep maken gebruik van de fiscale aftrek. 16 RVZ, Het belang van wederkerigheid… solidariteit gaat niet vanzelf!, Den Haag maart 2013.
9
Gemeenten betrekken het netwerk en de sociale draagkracht bij het beoordelen van een vraag om ondersteuning. Wellicht kan een familielid, buur of vrijwilliger een rol spelen bij het verlichten van de problematiek. Ik wil ook deze gedachte in de herziene Wmo verankeren. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling een verplichtend kader in de wet op te nemen. Het is juist de bedoeling om aan te sluiten bij de gebruikelijke sociale verhoudingen tussen mensen. Het idee dat mensen voor elkaar willen zorgen, wordt gedragen door de notie van wederkerigheid. Over het algemeen is men zeer bereid om iets voor ‘een ander’ te doen en iets terug te geven wanneer iemand iets heeft ontvangen; wederkerigheid werkt naar twee kanten. De financiële draagkracht van burgers zal via de weg van de eigen bijdragesystematiek worden gewogen zodat gemeenten, naast de eigen bijdrage, geen aanvullend inkomensbeleid kunnen voeren. Zoals nu ook al het geval is, zijn burgers zelf verantwoordelijk voor voorzieningen die algemeen gebruikelijk worden verondersteld, zoals eenvoudige vervoermiddelen of eenvoudige woonvoorzieningen. Daarbij kan iemand die de voorziening zelf moet betalen ook gebruik maken van de voordelen die gezamenlijke inkoop door een gemeente biedt. Waarborgen in de Wmo Voor burgers is het van belang dat inzichtelijk is hoe het gemeentelijke beoordelingsproces werkt en welke voorwaarden worden gesteld. Zoveel mogelijk moet worden aangesloten bij de individuele situatie, zodat bijvoorbeeld een eenvoudige ondersteuningsvraag snel (eventueel digitaal) wordt opgepakt. De mogelijkheid van rechtsgang voor de burger blijft in de Wmo gehandhaafd. Wanneer de situatie er om vraagt kan, als de burger dit wenst, in een gesprek integraal worden gekeken naar de behoeften en naar mogelijke achterliggende problemen van de burger ("vraag achter de vraag"). Bij de afweging wordt ook de inzet van mantelzorgers en het eigen steunsysteem van de burger betrokken. De gemeente zal zich er tijdens de vraagverkenning van moeten vergewissen dat de burger ook daadwerkelijk in staat is om een dergelijk gesprek aan te gaan. Voor met name burgers die moeite hebben met het voeren van de regie over het eigen leven kan iemand uit het sociale netwerk, een vrijwilliger, een mentor of zo nodig een professionele cliëntondersteuner bijstand verlenen in het gesprek met de gemeente. Gemeenten bepalen zelf hoe de cliëntondersteuning wordt ingezet. De professionele cliëntondersteuner is onafhankelijk. Steeds meer gemeenten schakelen consulenten van MEE in voor het voeren van de gesprekken met de burger. Deze ontwikkelingen kunnen bijdragen aan het succesvol implementeren van de decentralisaties. De middelen in de AWBZ voor cliëntondersteuning worden om deze reden per 2015 overgeheveld naar gemeenten. Tezamen bieden deze instrumenten een sluitende waarborg dat de burger een oplossing wordt geboden die aansluit bij zijn individuele behoeften en mogelijkheden. Zeggenschap op collectief niveau In de huidige Wmo wordt de betrokkenheid van burgers bij het Wmo-beleid van gemeenten expliciet genoemd, maar de vorm waarin dit moet gebeuren is niet wettelijk vastgelegd. In de praktijk hebben veel gemeenten voor dit doel een Wmo-raad ingesteld. Een belangrijk instrument bij het versterken van de Wmo-raden is het programma Aandacht voor iedereen van de gezamenlijke cliëntenorganisaties. In de Wmo wordt ruimte gecreëerd voor gemeenten om desgewenst de medezeggenschap rondom de Jeugdwet, Participatiewet en Wmo gezamenlijk te organiseren. In de herziene Wmo wordt de gemeente verplicht om in het gemeentelijk beleidsplan aan te geven welke eisen zij stellen ten aanzien van de medezeggenschap van cliënten van aanbieders van Wmo-ondersteuning. Specifieke groepen In eerder onderzoek17 is een aantal cliëntgroepen geïdentificeerd met een specifieke zorgvraag. Deze is specifiek vanwege de aard van de beperking, de mate waarin deze voorkomt en de concentratie van het aanbod. Ook voor deze specifieke groepen staat participatie centraal en bieden gemeenten desgewenst voorzieningen op grond van de Wmo. Tijdens de hervorming zal extra aandacht nodig zijn bij de signalering, toewijzing en inkoop. Ik ben in overleg met gemeenten om voor deze groep tot specifieke arrangementen te komen, bijvoorbeeld via centrale inkoopvoorwaarden. Ook in de samenwerking tussen gemeenten en zorgverzekeraars zal hier aandacht voor moeten zijn. Kwaliteit en toezicht Mensen die aangewezen zijn op een voorziening binnen de Wmo moeten kunnen rekenen op ondersteuning van goede kwaliteit. De gemeenten zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van de maatschappelijke ondersteuning en voor het toezicht daarop. Maatwerk door gemeenten vereist terughoudendheid met centrale normstelling. Om kwaliteit te borgen, zal ik in de Wmo een 17
TK 2011-2012, 30597, nr. 236. 10
wettelijke basisnorm stellen voor verantwoorde maatschappelijke ondersteuning van goed niveau. Deze norm kan door betrokken partijen worden uitgewerkt tot een gezamenlijk kwaliteitskader met veldnormen. Door standaardisering worden de administratieve lasten, als gevolg van uiteenlopende lokale kwaliteitskaders, voorkomen. Ook in de nieuwe Wmo is kwaliteit belangrijk. Daarom zal de rol van de IGZ en van het Kwaliteitsinstituut nog nader worden bezien. Ik zal ook de wenselijkheid en mogelijkheden van een rol voor de IGZ in het toezicht op ondersteuning, waarvoor een individuele beschikking is afgegeven door gemeenten, nader verkennen. De motie van der Staaij18 verzoekt de mogelijkheden te onderzoeken om de reikwijdte van het wetsvoorstel dat de taken voor het Kwaliteitsinstituut regelt uit te breiden naar de over te hevelen domeinen in de Wmo. Het Kwaliteitsinstituut kan een belangrijke adviserende en faciliterende rol spelen bij de ontwikkeling van het eerder genoemde gezamenlijk kwaliteitskader. Daarom zal ik het Kwaliteitsinstituut vragen na te gaan op welke wijze die rol kan worden ingevuld, gegeven de wettelijke mogelijkheden. Persoonsgebonden budget Alvorens mensen een beroep doen op publiek gefinancierde ondersteuning dient de burger en de gemeente te bezien of een oplossing in de eigen sociale omgeving voorhanden is. Vervolgens wordt binnen de Wmo bekeken of ondersteuning via een collectieve voorziening een oplossing biedt. Ten slotte zijn individuele voorzieningen voor handen. Ook bij individuele voorzieningen is zeggenschap en keuzevrijheid van de burger een groot goed. Daarom introduceert dit kabinet in die gevallen een recht op het pgb onder stringente voorwaarden. Burgers kunnen vragen om een pgb, maar deze wordt onder strikte voorwaarden afgegeven door de gemeente. Deze voorwaarden dienen nader uitgewerkt te worden, maar zijn – net als in de kern-AWBZ – onder andere oriëntatie op gemeentelijke ingekochte voorzieningen, de mogelijkheid van regievoering bij de budgethouder, het borgen van goede kwaliteit, doelmatigheid en fraudebestendigheid onder andere door het bieden van de mogelijkheid van trekkingsrecht. Tevens wordt bezien of gemeenten zelf mogen besluiten of en onder welke voorwaarden een pgb kan worden verstrekt bij mantelzorg. Informele zorg In de visie van het kabinet op de langdurige ondersteuning en zorg wordt het werk van vrijwilligers en mantelzorgers nog belangrijker. Gemeenten hebben een belangrijke rol in het ondersteunen van vrijwilligers en mantelzorgers en het voorkomen van overbelasting. De gemeenten zullen in het gesprek met de zorgvrager ook de behoeften, mogelijkheden en de belastbaarheid van de mantelzorger en het sociale netwerk betrekken. Door het versterken van sociale cohesie en het ondersteunen van vrijwilligers kunnen gemeenten het al omvangrijke potentieel van informele zorg verder uitbreiden. Ik zal eerst met gemeenten nader verkennen hoe de ondersteuning van mantelzorgers is in te vullen. Sociaal domein Gemeenten staan voor een grote opgave om de nieuwe verantwoordelijkheden in het sociaal domein waar te kunnen maken, zodat burgers die zijn aangewezen op ondersteuning door de overheid niet tussen wal en schip vallen. In de decentralisatiebrief19 heeft het kabinet een aantal maatregelen aangekondigd die de bestuurs- en uitvoeringskracht versterken en belemmeringen om te komen tot een lokale, integrale maatwerkoplossing wegnemen. Zo worden onder meer de geldstromen in het sociaal domein gebundeld, wordt er één brede monitor ontwikkeld, wordt er samenhang aangebracht in de ondersteuning van gemeenten en wordt de uitvraag van informatie gestroomlijnd. Tevens wordt er van gemeenten gevraagd om hun gemeentelijke uitvoeringskracht te versterken door samen te werken. Dit kan door voort te bouwen op de praktijk van intergemeentelijke samenwerking op verschillende schaalniveaus. Zoals in het Regeerakkoord is afgesproken streeft het kabinet maximale beleidsruimte na voor gemeenten om te komen tot nieuwe, doelmatige en integrale arrangementen. Hierbij past een systeem van horizontale verantwoording over resultaten en ingezette middelen. Tegelijkertijd moeten gemeenten wel tot goede resultaten komen in het sociale domein. Deze wil het kabinet intensief monitoren. Samen met de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Veiligheid & Justitie en Sociale Zaken en Werkgelegenheid zal ik nagaan in hoeverre er los van de instrumenten die de Wet Revitalisering Generiek Toezicht biedt, in zeer specifieke situaties nog noodzaak is via een aanwijzingsbevoegdheid in te grijpen.
18 19
TK 2012-2013, 33243, nr. 29. TK 2012-2013, 33400 VII, nr. 59. 11
Overig Het nieuwe wetsvoorstel zal ook ingaan op specifieke thema’s als inkoop, meldplicht calamiteiten en geweld, cliëntervaringsonderzoeken en aanbevelingen van de commissie De Jong over vrouwenopvang.
4. Samenhangende zorg in de Zorgverzekeringswet 4.1 Uitwerking van het Regeerakkoord Goede ketenzorg, in samenhang met Wmo-ondersteuning en jeugdzorg en afgestemd op de informele zorg, stelt mensen in staat om zo lang mogelijk thuis te wonen. Door het overhevelen van zorg, die is gericht op herstel van een aandoening of het tegengaan van verslechtering, naar de Zvw krijgen aanbieders en zorgverzekeraars meer mogelijkheden zorgketens in samenhang te organiseren. Het kabinet is daarom van plan de volgende maatregelen te nemen: Vanaf 2015 wordt in de Zvw een nieuwe aanspraak ‘thuisverpleging’ opgenomen, waardoor extramurale verpleging binnen de eerste lijn geboden kan worden. Het kabinet investeert structureel € 200 mln. in de wijkverpleegkundige zorg. Hierdoor kunnen oudere en kwetsbare mensen langer zorg thuis ontvangen en wordt de samenhang tussen zorg, preventie, welzijn en wonen verbeterd. De wijkverpleegkundige zorg valt onder de Zvw. Zoals hiervoor al gemeld is bovendien € 50 mln. beschikbaar voor sociale wijkteams; dit bedrag wordt toegevoegd aan het deelfonds sociaal domein van het Gemeentefonds. De langdurige op behandeling gerichte GGZ vanaf 18 jaar wordt overgebracht in de Zvw. Hiermee wordt vanaf 18 jaar alle op behandeling gerichte GGZ uit de Zvw gefinancierd. Ik zal met de sector de positionering van het begeleid wonen in het gemeentelijk domein verkennen.20 Het College voor zorgverzekeringen (CVZ) adviseert het kabinet dit voorjaar over welke onderdelen van de extramurale AWBZ-behandeling onder de Zvw zouden passen. 4.2 Nadere uitwerking van de maatregelen Nieuwe aanspraak thuisverpleging Met het opnemen van de aanspraak thuisverpleging in de Zvw wordt verpleging dichter bij andere eerstelijnszorg gepositioneerd. Samen met de huisartsenzorg is de (wijk)verpleegkundige zorg erop gericht om mensen zo lang mogelijk thuis te helpen. Cliënten gaan niet of minder snel naar het ziekenhuis en kunnen omgekeerd sneller naar huis. Door de aanspraak thuisverpleging in de Zvw wordt de zorgverzekeraar verantwoordelijk voor het hele medische domein, van verpleging thuis tot en met opname in het ziekenhuis. Zo is er ook een financiële prikkel voor het leveren van kwalitatief goede zorg dichtbij mensen thuis. De aanspraak thuisverpleging in de Zvw omvat naast verpleging ook de verzorgende activiteiten als deze onlosmakelijk met de verpleging vervlochten zijn. Niet alle cliënten hebben recht op thuisverpleging. Bijvoorbeeld degenen die geen verpleging nodig hebben maar alleen persoonlijke verzorging (algemene dagelijkse levensverrichtingen, hulp bij zelfverzorging of aanleren van deze handelingen) of waarbij deze activiteiten niet vervlochten zijn met het verpleegkundige handelen. Deze cliënten kunnen in de toekomst een beroep doen op de Wmo. In overleg met het CVZ wordt de aanspraak thuisverpleging uitgewerkt in regelgeving.21 Het is van belang dat zowel de doelmatigheid als de financiële beheersbaarheid van thuisverpleging is geborgd. Wat betreft doelmatigheid: er bestaat alleen aanspraak op thuisverpleging als de medische zorgbehoefte niet met behulp van de eigen omgeving is op te lossen. Hiervoor is het noodzakelijk dat de beroepsgroep in een professionele standaard uitwerkt wanneer thuisverpleging
20 De raakvlakken met het justitiële domein, met name het wetsvoorstel forensische zorg, worden hierbij nadrukkelijk in ogenschouw genomen. De standpunten ten aanzien van de forensische zorg aan patiënten met ernstige psychiatrische aandoeningen zijn terug te vinden in de gezamenlijke kabinetsreactie met de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie op het advies Stoornis en Delict van de RVZ. 21 De mensen die thuis kunnen blijven wonen, kunnen beroep doen op een nieuwe aanspraak thuisverpleging. Deze is bedoeld om mensen, die voorheen een zwaarder zorgzwaartepakket zouden hebben gekregen, langer thuis te laten blijven wonen. Bij het nader definiëren van deze nieuwe aanspraak, worden de elementen verpleging, verzorging en begeleiding betrokken die voorheen onder de AWBZ vielen.
12
is aangewezen, en ook wanneer er geen noodzaak toe is. Ik zal via het Kwaliteitsinstituut stimuleren dat de beroepsgroep deze standaard gaat ontwikkelen. Wat betreft de financiële beheersbaarheid van de aanspraak: zorgverzekeraars zijn vanaf 2017 risicodragend voor de extramurale verpleging en de daaraan gekoppelde persoonlijke verzorging. Voor de jaren 2015 en 2016 wil ik een akkoord sluiten met verzekeraars en aanbieders waarin een budgetplafond wordt afgesproken. Verder wordt bij de bekostiging van thuisverpleging aansluiting gezocht bij de nieuwe bekostiging van huisartsenzorg, die momenteel in lijn met het Regeerakkoord wordt ontwikkeld. Ik streef naar een vergelijkbare manier van bekostiging en samenwerkingsprikkels. De bekostiging moet een verschuiving bevorderen van professionele zorg naar zelf- en mantelzorg en van specialistische zorg naar minder complexe zorg. Intensiveren wijkverpleegkundigen De wijkverpleegkundige is steeds meer op afstand van de daadwerkelijke vraag van de cliënt komen te staan. Dit komt door de wijze waarop het indicatiebesluit in de AWBZ is vormgegeven (functies in aantal uren) en de wijze van bekostiging en verantwoording (geld per tijdseenheid van de functie). Om als wijkverpleegkundige goed te kunnen functioneren, heeft deze ruimte nodig om te doen wat nodig is voor de cliënt. Het kabinet stelt € 200 mln. ter beschikking voor de inzet van wijkverpleegkundigen. De wijkverpleegkundige zorg wordt, in het verlengde van de nieuwe aanspraak thuisverpleging, in de Zvw gepositioneerd. In het ZonMw programma ‘Zichtbare schakel’ is al veel ervaring opgedaan. Wijkverpleegkundigen combineren verpleegkundige taken waarvoor ze bekwaam en bevoegd zijn (de huidige binnen de AWBZ geïndiceerde verpleging) met taken op sociaal gebied, zoals het verbeteren van de samenhang tussen preventie, zorg, welzijn en wonen. Wijkverpleegkundige zorg kan alleen succesvol worden ingezet als verzekeraars, gemeenten en zorgverleners afspraken maken over de invulling ervan. Tevens worden de gemeenten financieel in staat gesteld te investeren in sociale wijkteams zodat de noodzakelijke verbinding tussen zorg en welzijn in de wijk wordt gemaakt. Persoonsgebonden budget Zorgverzekeraars kennen op grond van de Zvw een zorgplicht. Dit betekent dat verzekerden die een zogeheten naturapolis hebben en hun verzekeraar er onverhoopt niet in slaagt om de benodigde zorg in te kopen, zelf deze zorg kunnen inroepen en de kosten dan volledig vergoed krijgen door hun zorgverzekeraar. Het kabinet verwacht dat op deze wijze adequate en doelmatige zorg op maat kan worden geboden. Mede in dit licht zal de mogelijkheid van een vorm van een pgb voor thuisverpleging voor de groep mensen, die op dit moment een pgb voor verpleging heeft, nader worden verkend. Overheveling van intramurale GGZ gericht op behandeling en begeleiding Op dit moment wordt het eerste jaar van intramurale GGZ-behandeling uit de Zvw betaald, daarna is de financiering uit de AWBZ afkomstig. Deze knip in financieringsstelsels draagt niet bij tot kwalitatief goede zorg voor de cliënt. Er is vanuit financieel oogpunt, onvoldoende prikkel om te komen tot ambulante zorg. Blijft een cliënt in een instelling dan dekt de AWBZ de kosten. Krijgt de cliënt na een jaar ambulante zorg, dan zijn de kosten voor rekening van de risicodragende zorgverzekeraar. Aan deze situatie komt een einde door per 2015 alle intramurale GGZ-zorg voor cliënten vanaf 18 jaar gericht op behandeling over te hevelen naar de Zvw. Het begeleid wonen dat gericht is op participatie vind ik meer passend binnen het gemeentelijk domein. Ik zal gezamenlijk met de sector de positionering van het begeleid wonen (voor zover deze niet afhankelijk is van op genezing gerichte zorg) verkennen. In de Zvw worden zorgverzekeraars in 2017 volledig risicodragend voor de over te hevelen intramurale GGZ. Het scheiden van huidige AWBZ GGZ-cliënten op basis van zorgbehoefte (behandeling naar de Zvw en begeleiding naar de Wmo) vereist scherpe richtlijnen die domeinoverstijgend worden gebruikt. Het moet zowel voor de cliënten, verzekeraars, gemeenten als voor behandelaars en begeleiders duidelijk zijn welke cliënten recht hebben op intramurale behandeling uit de Zvw en welke cliënten behoren tot de verantwoordelijkheid van gemeenten. Extramurale AWBZ-behandeling en intensieve kindzorg Ik zal later een besluit nemen over de positionering van de extramurale AWBZ-behandeling. Een groot deel (circa 60%) betreft kortdurende zorg aan mensen met een zintuiglijke beperking. Het CVZ adviseert het kabinet dit voorjaar over welke onderdelen van de zorg aan zintuiglijk gehandicapten op basis van de huidige regelgeving onder de Zvw zouden passen. Op basis hiervan zal ik een besluit nemen over de toekomstige positionering van deze zorg. Later dit jaar zal het CVZ ook adviseren over extramurale AWBZ-behandeling in de overige sectoren. Extramurale AWBZ-behandeling tot 18 jaar in verband met een verstandelijke beperking of psychische stoornis wordt onderdeel van het nieuwe gemeentelijke stelsel voor jeugd.
13
Ik zal nog nader bezien waar de intensieve kindzorg, die op dit moment wordt gefinancierd vanuit de AWBZ, in de toekomst kan worden ondergebracht.
5. Recht op zorg voor kwetsbare mensen via de kern-AWBZ 5.1 Uitwerking van het Regeerakkoord In het toekomstige stelsel van langdurige zorg blijft intramurale zorg beschikbaar voor degenen die deze nodig hebben. Zorg op grond van de kern-AWBZ is bestemd voor kwetsbare mensen, volwassenen en kinderen, die vanwege beperkingen niet meer in staat zijn in de thuisomgeving te wonen. Het gaat hierbij om een combinatie van het bieden van zorg, bescherming en veiligheid aan kwetsbare mensen waarbij sprake is van (soms volledig) regieverlies. Het kabinet wil bereiken dat enerzijds de kwaliteit van deze zorg voor de meest kwetsbaren optimaal is en anderzijds de meest kwetsbaren toegang houden tot deze 24-uurs intramurale zorg. Meer concreet gaat het in de kern-AWBZ om volwassenen en kinderen onder de 18 jaar22 : − die cognitieve beperkingen en/of gedragsproblemen23 hebben waardoor zij (nog maar) in zeer beperkte mate de gevolgen van eigen keuzen kunnen overzien (zij hebben niet of nauwelijks eigen regie); − of die dusdanige fysieke beperkingen hebben waardoor zij niet in staat zijn (tijdig) om hulp te vragen en dagelijks meerdere keren ongeplande zorg nodig hebben; − en waarbij de mogelijkheden om de zorg in de eigen omgeving vorm te geven met hulp van het sociale netwerk, de Wmo, Zvw of de Jeugdwet niet (langer) voldoende zijn, en waarbij dit ook niet verantwoord en doelmatig is; − en die aangewezen zijn op een veilige, beschermende woonomgeving waar een samenhangend pakket van zorg wordt geleverd en permanent toezicht gehouden wordt, omdat de cliënt een gevaar voor zichzelf en anderen vormt en niet (meer) in staat is hulp in te roepen. Ten aanzien van de afbakening met andere stelsels geldt dat de Wmo, Zvw en Jeugdwet voorliggend zijn. Eén persoon kan niet gelijktijdig gebruik maken van de Wmo of Jeugdwet enerzijds en de kern-AWBZ anderzijds. Bij de Zvw en de kern-AWBZ ligt dat anders. Eén persoon kan gelijktijdig zowel zorg via de Zvw en de kern-AWBZ ontvangen, maar een dubbele verstrekking is uitgesloten. Het aantal cliënten in de kern-AWBZ zal veel kleiner zijn dan in de huidige AWBZ. Dit is het gevolg van het inzetten op langer zelfstandig thuis wonen en de overhevelingen naar Wmo, Zvw en Jeugdwet. Naar verwachting gaat het in de kern-AWBZ om minder dan 200.000 mensen. Het aantal cliënten is in het begin hoger, omdat huidige cliënten met een licht zorgzwaartepakket recht op verblijf in een instelling behouden. Het zorgaanbod dat deel uitmaakt van de kern-AWBZ zal overigens verschillen van de huidige institutionele zorg. Het kabinet zet in op meer nadruk op de relatie cliënt – professional, meer maatwerk, meer ruimte voor professioneel handelen èn minder regels en bureaucratie. 5.2 Vormgeving van de kern-AWBZ Karakter van de kern-AWBZ In de kern-AWBZ wordt de zorg georganiseerd voor de meest kwetsbaren. Voor deze mensen is het niet (meer) verantwoord om in de eigen woonomgeving te blijven en daar de benodigde ondersteuning en zorg te betrekken uit meerdere domeinen. Daarom wordt deze zorg onder één stelsel gebracht. Gelet op de zware problematiek acht het kabinet een verzekerd recht in overeenstemming met de aard van de geleverde zorg. De toegang tot de kern-AWBZ kent een strikte afbakening ten opzichte van de hiervoor genoemde voorliggende wetten. Indicatiestelling Juist om de zorg voor, en de solidariteit met, de meest kwetsbare mensen in onze samenleving te kunnen blijven garanderen, moet streng gekeken worden bij de toegang tot de kern-AWBZ. Dit 22 Een deel van de intramurale zorg aan kinderen wordt ondergebracht in de Jeugdwet. Een uitzondering wordt gemaakt voor intensieve verblijfszorg die in de kern-AWBZ beschikbaar blijft voor kinderen onder de 18 jaar. Het gaat hierbij om ZZP LG 2 en 4-7; ZZP VG 4-8; ZZP ZG auditief en/of visueel (ZZP 2 en hoger); SGLVG. 23 De afbakening van de kern-AWBZ moet zodanig scherp zijn dat cliënten met de huidige grondslag psychiatrie zijn uitgezonderd van de kern-AWBZ. Deze zorg maakt deel uit van de Zvw; de woonfunctie en ondersteuning is belegd bij gemeenten.
14
vraagt om een objectieve en professionele indicatiestelling voor de kern-AWBZ. De indicatiestelling blijft in handen van het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ), maar ik breng veranderingen aan in de toegangscriteria en het indicatieproces. Het CIZ bepaalt in de toekomst of een recht op zorg bestaat en welke zorgzwaarte een cliënt heeft. De zorgaanbieder geeft vervolgens invulling aan dat recht via een zorgplan, door te kijken welke zorg dan het beste kan worden geleverd, gegeven de zorgzwaarte die het CIZ heeft geïndiceerd en gegeven de specifieke behoefte van die cliënt. Met deze wijzigingen beoog ik professionals meer ruimte te geven om zorg op maat te leveren, in plaats van een standaardaanbod bij een bepaalde indicatie. Ik ga de verantwoordelijkheden van CIZ en van de zorgaanbieders duidelijker scheiden. De invloed van aanbieders op het indicatieproces vermindert. Dat betekent geen standaard indicatieprotocollen, indicatiemeldingen en herindicaties via taakmandaat meer. Er komt meer persoonlijk contact tussen indicatiesteller en cliënt. Het CIZ indiceert niet meer in ZZP’s, maar bepaalt de zorgzwaarte. Welke zorg het meest passend is, gegeven de zorgzwaarte, bepaalt de zorgaanbieder met de cliënt en zijn of haar vertegenwoordiger, binnen de (budgettaire) kaders die zijn overeengekomen met het zorgkantoor. Ik ben met het CIZ en het CVZ in overleg over de operationalisering van de toegangscriteria voor de kern-AWBZ en de wijzigingen in het indicatieproces. Tevens wil ik regionale verschillen in indicatiestelling verder terug dringen. Kwaliteit Kwaliteit in de kern-AWBZ kan sterk verbeterd worden als de zorg zich meer richt op het normale leven dat een cliënt gewend was te leiden. Het is belangrijk dat de zorgverlener met de cliënt serieus de dialoog aangaat over diens wensen over de inrichting van zijn leven en de zorg die daarvoor nodig is. Het koppelen van informele zorg aan formele zorg hoort daar een onderdeel van te zijn. Het zorgplan wordt dan meer vanuit het perspectief van de cliënt, eventueel met ondersteuning, opgesteld en wordt meer transparant naar cliënt en/of verwanten. Kwaliteit kan ook verhoogd worden als professionals meer de ruimte wordt geboden voor het leveren van maatwerk. Het zou goed zijn als er meer aandacht is voor mogelijkheden die het welbevinden van de cliënt positief beïnvloeden. In opleidingen moet meer aandacht zijn voor de competenties en vaardigheden die dit vereist. Voorts is het van belang dat professionals met elkaar vaststellen wat goede zorg is en hoe deze gemeten kan worden. Binnen het experiment regelarme instellingen wordt hiermee ervaring opgedaan. Door cliëntenorganisaties meer te betrekken bij de ontwikkeling van professionele standaarden zal de cliëntbeleving toenemen. Pas als de wijze van zorgverlening, op basis van de zorgstandaard, past in het leven van de cliënt zal die cliënt een kwaliteitsverbetering ervaren. Het Kwaliteitsinstituut stimuleert deze ontwikkeling. Via InvoorZorg! blijf ik kennis over vernieuwingen beschikbaar stellen en zorgaanbieders helpen de verbeteringen door te voeren. Ik zal nagaan op welke wijze vernieuwingen zijn in te bedden in bijvoorbeeld kwaliteitseisen in inkoopvoorwaarden, dat zorgaanbieders worden aangesproken als zij achterblijven (benchmarking). Daarbij is de waardering van de zorg door cliënten een belangrijke maatstaf. Ook zorgkantoren spelen hierbij een rol. Zij zijn verantwoordelijk voor het inkopen van kwalitatief hoogwaardige zorg. Persoonsgebonden budget Conform het Regeerakkoord blijft een pgb in de kern-AWBZ mogelijk. Het kabinet acht dit wenselijk om enerzijds mensen die binnen de (financiële) grenzen van het pgb zelf hun zorg goed kunnen organiseren ook die zeggenschap te geven. Anderzijds heeft het pgb bewezen innovatie in de zorg te stimuleren. Overigens zal het gelet op het karakter van de kern-AWBZ vaak gaan om wettelijke vertegenwoordigers (bijvoorbeeld partners of ouders van kinderen met een beperking) die het pgb beheren. Gezien de ervaringen met de pgb-regeling de afgelopen jaren gelden hierbij wel de reeds genoemde voorwaarden die aansluiten bij de afspraken uit het Begrotingsakkoord 2013. Daarbij gaat het om het voorkomen van aanzuigende werking, goede kwaliteit, lagere kosten dan via zorg in natura en invoering van het al eerder genoemde bruto-pgb. Voorts moet de nieuwe regeling fraudebestendig zijn door onder andere de introductie van een trekkingsrecht. Het blijft dus de keuze van de cliënt om een pgb aan te vragen, waarbij het zorgkantoor aan de hand van de gestelde voorwaarden beslist of een pgb wordt verstrekt. Met het oog op de kwetsbaarheid van deze groep is het kabinet van mening dat het zorgkantoor bij risico op slechte zorg de cliënt in bescherming moet nemen. Dit geldt tevens voor risico’s van (financieel) misbruik door de cliënt of derden. Uitvoering Ten aanzien van de uitvoering overweegt het kabinet een twee fasen aanpak. In de eerste instantie blijft de uitvoering regionaal plaatsvinden door zorgkantoren. Wel wordt de uitvoering gestroomlijnd door per 2015 het aantal zorgkantoren en regio’s terug te brengen en de zorginkoop meer te uniformeren en de waarborgen voor een doelmatige uitvoering door zorgkantoren te versterken. Doordat straks alleen de zware intramurale ouderen- en gehandicaptenzorg overblijven 15
in de kern-AWBZ, hebben we immers te maken met een veel kleinere doelgroep. In tweede instantie wordt bezien of verdere verbeteringen in de doelmatigheid mogelijk zijn, bijvoorbeeld door de zorg die deel uit gaat maken van de kern-AWBZ op termijn risicodragend door verzekeraars voor de eigen verzekerden te laten uitvoeren. Op deze wijze worden verzekeraars verder aangemoedigd integraal zorg in te kopen voor hun verzekerden. In de vormgeving ligt overheveling naar de Zvw het meest voor de hand, omdat dan gebruik kan worden gemaakt van de bestaande infrastructuur. Deze stap kan gezet worden zodra de zorgverzekeraars meer ervaring hebben met een doelmatige uitvoering van de kern-AWBZ, overtuigend door zorgverzekeraars wordt aangetoond dat deze stap leidt tot aanvullende doelmatigheid (voor kern-AWBZ en Zvw) en zij klaar zijn om deze zorg vanaf de start (volledig) risicodragend voor de eigen verzekerden uit te voeren. De beslissing over risicodragende uitvoering zal niet voor 2017 worden genomen, waarbij onder meer gekeken zal worden naar de doelmatige uitvoering, de beschikbaarheid van een adequaat vereveningsmodel, voorkomen van afwenteling op Wmo en andere voorwaarden voor volledige risicodragendheid. Ook kan deze stap alleen gezet worden als de kern-AWBZ via de extramuralisering een beperktere omvang heeft gekregen. Om de kern-AWBZ budgettair beheersbaar te houden, blijft naast de onafhankelijke indicatiestelling tevens de regionale contracteerruimte bestaan. Het is van belang dat zorgkantoren zich maximaal inspannen om voldoende, doelmatige en kwalitatief hoogwaardige zorg in te kopen. Ik onderzoek hoe zorgkantoren sterker kunnen worden geprikkeld om, als de zorgvraag in de regio hiertoe aanleiding geeft en de continuïteit gewaarborgd is, doelmatiger zorg in te kopen. Benchmarking door de NZa is hierbij een mogelijkheid. Hierbij ga ik tevens met zorgkantoren in overleg hoe elementen van persoonsvolgende bekostiging onderdeel kunnen worden van dit proces en hoe innovatie meer aandacht bij de zorginkoop kan krijgen. De taken van het zorgkantoor strekken echter, net als nu, verder dan de inkoop. Zij zijn er primair voor hun cliënten. Dit betekent onder meer goede service en bereikbaarheid, goede informatie over de gecontracteerde zorg, wachtlijstbemiddeling en alert blijven op de prestaties van de gecontracteerde aanbieders, zowel zorginhoudelijk als financieel. Ik vind het van belang dat zorgkantoren hierin vooruitgang boeken. Daarom wil ik deze in een landelijk beleidskader of convenant vast te leggen en eventueel ook op wetsniveau voor de nodige aanscherping te zorgen. Eigen bijdrage Het kabinet kiest voor een beperktere verhoging van de eigen bijdrage, ten opzichte van de maatregelen verhogen intramurale eigen bijdrage die zijn voorzien per 1 januari 2014 in het Regeerakkoord. Het is mijn bedoeling dat alle bewoners van een instelling een extra bedrag boven op het zak- en kleedgeld houden, waarbij dat bedrag kan verschillen tussen groepen. In het Regeerakkoord is besloten de eigen bijdrage voor intramurale bewoners te verhogen tot de zak- en kleedgeldnorm (opbrengst € 50 mln.). Hiertoe zouden de aftrek voor de fiscale ouderentoeslag en de Wajongtoeslag verdwijnen en de Wtcg-korting (8% of 16%) voor de intramurale eigen bijdrage AWBZ worden beperkt. Bovendien is in het Regeerakkoord besloten de Wtcg-tegemoetkoming en de CER te laten vervallen. Door te kiezen voor een beperktere verhoging van de eigen bijdrage voor deze groep wordt een stapeling van maatregelen voor bewoners van een intramurale instelling verzacht. Op deze manier maak ik het mogelijk dat de intramurale eigen bijdrage beperkter wordt verhoogd dan eerder voorzien. Nu de kern-AWBZ wordt gericht op de meest kwetsbare mensen rijst de vraag of het geboden pakket aan zorg en de verschuldigde eigen bijdragen goed op elkaar zijn afgestemd. Overwogen kan worden om instellingen naast het verzorgen van voeding en ADL, ook een bredere verantwoordelijkheid te geven in de verzorging van cliënten, bijvoorbeeld in de zorg voor het wassen en verstellen van kleding. En in het verlengde hiervan ligt de vraag of het zinvol is om deze cliënten een sociale zekerheidsuitkering te verstrekken of dat het –in het kader van het voorkomen van het rondpompen van geld- de voorkeur verdient deze cliënten een bijdrage te geven in de vorm van zak- en kleedgeld. Dit vraagstuk zal ik nader bezien en uw Kamer over de bevindingen informeren bij gelegenheid van de aanpassing van de AWBZ. Financiële houdbaarheid Financiële beheersbaarheid van de kern-AWBZ is essentieel. Met de beschreven aanpassingen in de afbakening, indicatiestelling en uitvoering heb ik deze financiële randvoorwaarden geborgd. In het Regeerakkoord is voorts een taakstelling aangekondigd op de kern-AWBZ, van € 500 mln. ofwel ongeveer 5% van het AWBZ-budget. Deze zal onder andere worden gerealiseerd door het verminderen van de (regionale) verschillen in indicatiestelling, zorggebruik en inkoopprijzen. Door middel van benchmarking worden zorgkantoren en zorgaanbieders gestimuleerd om minimaal even 16
goed te presteren. Voorts zal worden bespaard op administratieve lasten bij instellingen en zorgkantoren door het standaardiseren van de inkoopvoorwaarden en data-uitvraag van zorgkantoren aan aanbieders, meer ruimte voor maatwerk en door te werken met meerjarige aanbestedingen. De contracteerruimte en tarieven zullen op deze maatregelen worden aangepast. Ten slotte wordt met de wijzigingen in de pgb-regeling de budgettaire beheersbaarheid geborgd. Voor de beheersbaarheid van de kern-AWBZ in zijn geheel zal ik het pgb en de contracteerruimte onder één budgettair kader brengen.
6. Flankerend beleid Samenwerking gemeenten en verzekeraars Arrangementen voor integrale zorg en ondersteuning zullen in samenhang op het lokale niveau worden geboden, gebruik makend van zowel de Wmo als de Zvw. Dat kan alleen als verzekeraars en gemeenten nauw samenwerken. Die samenwerking heeft voor mij tot doel dat de burger straks, indien nodig, gebruik kan maken van een op maat toegesneden integraal en samenhangend pakket aan zorg en ondersteuning. Verzekeraars en gemeenten zijn zich bewust van hun verantwoordelijkheid. Ik ben met Zorgverzekeraars Nederland en de VNG in overleg over de vorm, inhoud en borging waarlangs de samenwerking het beste gestalte kan krijgen. Hierbij kan onder andere gebruik gemaakt worden van de kennis die al is opgedaan bij enkele experimenten regelarme instellingen. Via inkoop door gemeenten samenwerking stimuleren De nieuwe verantwoordelijkheden zijn een uitdaging voor gemeenten en aanbieders. Gemeenten en aanbieders, en aanbieders onderling, zullen met elkaar op een constructieve wijze moeten samenwerken zodat cliënten zo goed mogelijk worden geholpen. Dit betekent dat professionals over de grenzen van hun eigen organisaties en werkterrein moeten kijken, dus ook naar de andere leefgebieden van de cliënt en naar andere aanbieders. Door de wijze van inkoop beïnvloeden gemeenten het speelveld waarin aanbieders ondersteuning kunnen aanbieden. Nieuwe samenwerkingsverbanden op lokaal niveau kunnen zo worden gestimuleerd. Daarom is het belangrijk dat partijen een kans geven aan innovatieve, doelmatige ondersteuningsarrangementen, die beter aansluiten bij de behoefte van mensen. Om gemeenten en aanbieders te helpen om deze ondersteuningsarrangementen te realiseren, zal het transitiebureau Wmo faciliterend optreden. Innovatie Innovatie is essentieel om in te spelen op de veranderende vraag naar langdurige ondersteuning en zorg. Het is noodzakelijk om het bestaande aanbod zo aan te passen dat het snel kan inspelen op wat mensen nu en in de toekomst nodig hebben. Het gaat dan zowel om procesinnovatie, zoals nieuwe manieren om hulp te leveren, als om productinnovatie, zoals de inzet van nieuwe technologie bij zorg thuis. ICT biedt ook kansen om de mantelzorg te ontlasten of op afstand mogelijk te maken. De meerwaarde van nieuwe producten en diensten is vaak evident en komt al in ‘best practices’ tot uiting. Toch blijkt het moeilijk om deze snel en breed te implementeren. Ik wil in overleg met de veldpartijen komen tot een meerjarig programma gericht op innovatie. Ik zal op het thema innovatie terugkomen in een aparte brief aan uw Kamer. Administratieve lasten De uitvoering van de voorgenomen maatregelen in de langdurige zorg gaat gepaard met een reductie van de administratieve lastendruk in de sector. Zo vervalt bijvoorbeeld voor de huidige extramurale zorg in de AWBZ de indicatiestelling door het CIZ. De inzet is er op gericht om zoveel mogelijk gebruik te maken van de praktische ideeën en aanpak in de sector zelf. Met ingang van 2013 zijn de experimenten met regelarme instellingen gestart. Op de werkvloer zelf wordt maximaal twee jaar, met medewerking van uitvoeringsorganisaties als het CIZ, CVZ, zorgkantoren, IGZ, NZa en CAK, getest welke aanpak daadwerkelijk leidt tot lagere administratieve lasten. Bij de uitvoering van de voorgenomen maatregelen in de langdurige zorg zal vanzelfsprekend van deze “lessons learned” dankbaar gebruik worden gemaakt. Met deze initiatieven streeft het kabinet ernaar de kosten van regeldruk in de langdurige zorg in 2017 te verminderen, in overeenstemming met de recent verschenen programmabrief over de aanpak hiervan. Governance en toezicht Voor de kwaliteit van de ondersteuning, is het bestuur van die gemeente eindverantwoordelijk. De gemeenteraad houdt dan ook toezicht op de kwaliteit van ondersteuning uit hoofde van de Wmo. De hervorming van de langdurige zorg vergt ook een bezinning op de regels voor de interne organisatie van zorgaanbieders (kern-AWBZ en Zvw) en het toezicht. Voorwaarde voor het leveren 17
van goede zorg is dat in de bestuursstructuur van een instelling de verantwoordelijkheden duidelijk zijn belegd. De Raad van Bestuur is eindverantwoordelijk voor alles wat de zorgaanbieder doet en levert. De Raad van Toezicht kan de Raad van Bestuur aanspreken wanneer er zaken niet goed gaan en kan ook een klankbord voor de Raad van Bestuur zijn. Dit lijkt vanzelfsprekend, maar in de afgelopen jaren is gebleken dat dit niet altijd goed gaat. Later dit jaar sturen de minister van VWS en ik uw Kamer een brief over onze visie op goed bestuur in de zorg. De IGZ houdt toezicht op de kwaliteit van de zorg in de kern-AWBZ en de Zvw en grijpt in wanneer de kwaliteit onvoldoende is. De IGZ bezoekt instellingen in beginsel via onaangekondigde bezoeken. De IGZ streeft naar een lage toezichtlast voor instellingen die goede kwaliteit leveren en juist meer handhavend optreden tegen instellingen die geen goede kwaliteit leveren.
7. Transitie De hervorming van de langdurige ondersteuning en zorg is meer dan alleen een bestuurlijk traject met nieuwe wet- en regelgeving. De hervorming vraagt om een andere oriëntatie op de langdurige zorg in de samenleving en vergt ook een andere rol van iedereen: gemeenten, verzekeraars en zorgaanbieders. De visie doet ook een groter beroep op burgers om na te denken over de invulling van ondersteuning en zorg, ook als zij deze zelf nog niet nodig hebben. De transitie zal enkele jaren in beslag nemen en vergt inspanning op meerdere terreinen, ook in samenhang met bijvoorbeeld de Jeugdwet, de Participatiewet en de veranderingen in het openbaar bestuur. Daarom acht ik het van belang om de hervorming in goed overleg met alle betrokken partijen vorm te geven. Een breed draagvlak voor deze veranderopgave is van groot belang. Om die reden ben ik de dialoog gestart met de partijen die aan deze hervorming mede gestalte moeten geven, waaronder cliënten- en patiëntenorganisaties, zorgaanbieders, gemeenten en zorgverzekeraars. Uit deze waardevolle dialoog blijkt dat de hiervoor beschreven hoofdrichting in de langdurige ondersteuning en zorg inhoudelijk op steun van partijen kan rekenen. Ook de sector onderkent dat de langdurige zorg anders moet. Ook spreek ik met uitvoerende organisaties als de NZa, het CVZ, het CIZ, het CAK en de IGZ over de consequenties voor hen. Partijen wijzen er terecht op dat de hervorming van grote omvang is en dat gewaakt moet worden voor ongewenste effecten. Ik verwacht dat aanbieders, gemeenten en zorgverzekeraars in belangrijke mate invulling geven aan de hervorming. Het kabinet zal de hervorming van de langdurige zorg ondersteunen met een meerjarig transitieprogramma. De vier pijlers van het transitieprogramma zijn: 1. communicatie van de veranderingen; 2. het ondersteunen van partijen bij de verandering, waarbij InvoorZorg! en het bestaande transitiebureaus jeugd en Wmo een belangrijke rol spelen; 3. het inrichten van proeftuinen gericht op de veranderingen; 4. het monitoren van de veranderingen, in samenhang met de uitvoering van de motie Schouw en de voornemens uit de decentralisatiebrief van 19 februari jl. Voor die onderwerpen die gemeenten raken, maar de transitie overstijgen hanteren Rijk en VNG een gezamenlijke werkagenda om gemeenten in samenhang en vraaggericht ter ondersteunen. Naast het ondersteunen van de transitie zijn de activiteiten er ook nadrukkelijk op gericht om tijdens de transitie te luisteren en te leren en daar waar nodig in gezamenlijkheid bij te sturen. Gelet op de omvang van de veranderingen zullen alle betrokkenen onverwachte kansen en risico’s tegenkomen. In samenwerking met alle betrokken partijen zullen we deze moeten benutten, dan wel van een adequate reactie voorzien. Het meerjarig transitieprogramma is een samenwerking van alle betrokken partijen. Ik streef ernaar de invulling van dit programma voor de zomer af te ronden.
8. Financiële gevolgen De hiervoor beschreven wijzigingen leiden tot majeure financiële verschuivingen binnen de huidige langdurige ondersteuning en zorg. Ten aanzien van de totale uitgaven is het beeld dat deze, met inbegrip van alle maatregelen, nagenoeg gelijk blijven aan de geraamde uitgaven in 2013. Onderstaande tabel laat zien welke verschuivingen zich voordoen binnen de wettelijke regimes. Daar waar in 2013 bijna alle uitgaven onder de AWBZ vallen, is dit beeld in 2017 sterk gewijzigd. In 2017 is dat nog circa 60%. De rest van de uitgaven wordt door de overheveling verdeeld over Wmo, Zvw en de nieuwe Jeugdwet. Door de decentralisatie naar gemeenten groeit het 18
uitgavenkader van de Wmo van een paar procenten naar ongeveer 25% van de gehele langdurige ondersteuning en zorg. De Zvw krijgt een aandeel van ongeveer 10%. Figuur 8.1 Verdeling van langdurige zorg naar de verschillende wetten 100% 90% Jeugdwet
80% 70%
ZVW
60%
Wmo
50%
AWBZ/kern-AWBZ
40% 30% 20% 10% 0% 2013
2017
Dit betreft een eerste beeld op basis van huidige gegevens, waarin als gevolg van nadere uitwerkingen die in de brief staan genoemd, periodieke actualisering van de uitgaven en ramingsbijstellingen nog wijzigingen zullen optreden. Tevens dient gerealiseerd te worden dat het beeld in de jaren na 2017 nog wijzigt in verband met de uitstroom uit de kern-AWBZ van cliënten met lagere ZZP’s. Financiële effecten uitwerking Regeerakkoord De uitwerking van het Regeerakkoord, zoals hiervoor beschreven, heeft financiële effecten tot gevolg. Deze worden binnen het beschikbare financiële kader opgelost. In onderstaande tabel zijn de effecten in kaart gebracht. Tabel 8.2: Overzicht financiële effecten uitwerking regeerakkoord (in mln.) Maatregel Minder mensen blijven thuis wonen dan voorzien volgens Regeerakkoord Extramurale dagbesteding en geen aanpassing aanspraak persoonlijke verzorging in 2014 Huishoudelijke hulp blijft voor nieuwe cliënten beschikbaar in 2014 Middelen (huishoudelijke) hulp (Wmo) blijven 60% in plaats van 25% Totaal
2014
2015 30
2016 130
2017 280
2018 300
510
530
530
530
540
660
810
830
330 90
420
Ter dekking van de wijzigingen wordt een aantal alternatieve maatregelen getroffen. Het betreft onder andere een korting van de contracteerruimte, een tariefskorting pgb, het meerjarig bevriezen van de middelen ten behoeve van de incidentele loonontwikkeling en een algemene tariefskorting vanaf 2014 voor de verpleging en de intramurale zorg. In het overleg met uw Kamer van 24 april jongstleden over de resultaten van het zorgoverleg is toegezegd een financiële onderbouwing toe te sturen. Hier verwijs ik naar.
9. Informatievoorziening De hervorming van de langdurige ondersteuning en zorg hebben rechtstreeks effect op de inrichting van de beleids-, kwaliteits- en financiële verantwoordingsinformatie van aanbieders, gemeenten, zorgkantoren, verzekeraars en anderen, zoals het CVZ, NZa, CIZ, CAK en de IGZ. Ook is het nodig informatie te ontsluiten die inzicht levert in de transitie en voorbereiding op de wijzigingen. Met de kennisinstituten SCP en RIVM zal ik verkennen op welke wijze resultaten van de omslag kunnen worden gemeten. Over de herziening van de wijzigingen in de informatievoorziening ten behoeve van beleidsvorming, inkoop, verantwoording en toezicht ga ik in overleg met betrokken partijen. 19
De informatievoorziening moet dienstbaar worden gemaakt aan de ondersteuning van mensen. De gedachte is dat de burger zo min mogelijk last moet hebben van het feit dat hij of zij met verschillende stelsels te maken heeft. Voorkomen moet worden dat cliënten steeds dezelfde gegevens moeten verstrekken aan verschillende organisaties. Voor alle betrokkenen is een goed beeld nodig van de cliënt, zijn omgeving en de problematiek die speelt. Het is wenselijk dat de verschillende actoren binnen de wettelijke grenzen informatie kunnen uitwisselen, als dat noodzakelijk is voor de dienstverlening. Deze informatie-uitwisseling is thans wettelijk niet mogelijk. Het is van belang om daar waar noodzaak tot uitwisseling bestaat, die mogelijkheid te regelen in het kader van de huidige hervormingen. Momenteel vindt in samenwerking met betrokken organisaties en ministeries al een verkenning plaats van de benodigde informatieuitwisseling, waarbij ook wordt gekeken naar consequenties voor wet- en regelgeving. De resultaten worden voor de zomer verwacht. Voor de AWBZ wordt gewerkt aan een vereenvoudiging en modernisering van de informatievoorziening. Met alle betrokken organisaties wordt dit kwartaal een meerjarenplan vorm gegeven. De maatregelen maken ‘digitale ontschotting’ noodzakelijk. Burgers ervaren een betere dienstverlening als de uitvoering van de kern-AWBZ, Wmo en Zvw in samenhang aansluiten bij wat zij nodig hebben. Meer samenwerking door het uniformeren van bedrijfsfuncties, stroomlijnen van werkprocessen en standaardiseren van proces- en gegevenskoppelingen leiden tot minder administratieve handelingen. Dit vormt de basis voor betere verantwoordingsinformatie en een beter inzicht in de kosten van de uitvoering, ook op stelselniveau. Zoals al aangekondigd in de decentralisatiebrief van 19 februari jl. zal bezien worden op welke wijze de effecten van de hervorming ook tussen de verschillende domeinen zijn te volgen. Ook de effecten op de forensische zorg zullen worden meegenomen.
10. Wetgeving Om de maatregelen uit deze brief te realiseren is wet- en regelgeving noodzakelijk. Die wet- en regelgeving moet met grote voortvarendheid tot stand worden gebracht. Hierna wordt voor de verschillende maatregelen aangegeven welke wet- en regelgeving zal worden voorbereid en wat de planning ter zake is. Wtcg en CER Het recht op een algemene tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten en het recht op een uitkering voor de compensatie van het verplicht eigen risico zal met ingang van 2014 vervallen. Indiening van het daartoe strekkende wetsvoorstel bij uw kamer is voorzien voor het tweede kwartaal van 2013. Eigen bijdragen AWBZ Het Regeerakkoord bevat een aantal maatregelen inzake de eigen bijdrage voor de AWBZ. Met ingang van 2014 wordt de hoge intramurale eigen bijdrage AWBZ verhoogd naar het niveau van zak- en kleedgeld. Daarnaast wordt met ingang van 2014 de korting op de intramurale eigen bijdrage AWBZ uit hoofde van de Wtcg beperkt. Het kabinet wil deze maatregelen aanpassen en tevens de intramurale eigen bijdrage regeling vereenvoudigen. Het daartoe strekkende besluit treedt met ingang van 2014 in werking. De korting op de extramurale eigen bijdrage AWBZ en Wmo uit hoofde van de Wtcg wordt met ingang van 2015 afgeschaft. Het daartoe strekkende besluit treedt met ingang van 2015 in werking. Wmo Het voorliggende wetsvoorstel rond wijziging van de Wmo zal worden ingetrokken. De met ingang van 2015 in de Wmo door te voeren wijzigingen inzake de uitbreiding van de taken en de aanpassing van de compensatieplicht worden opgenomen in een wetsvoorstel voor een nieuwe Wmo. Indiening van dit wetsvoorstel bij uw kamer is voorzien voor najaar 2013. Zodra het wetsvoorstel voor een nieuwe Wmo door het parlement is aanvaard, volgt publicatie van de eventueel noodzakelijke wijzigingen in het Besluit maatschappelijke ondersteuning in het Staatsblad. Dit besluit treedt met ingang van 2015 in werking. Zvw De op grond van de Zvw te verzekeren prestaties worden uitgebreid met verpleging, een deel van verzorging24 en langdurige intramurale GGZ vanaf 18 jaar die nu op grond van de AWBZ verzekerd zijn. Dit vergt een wijziging van het Besluit zorgverzekering. Daarnaast is het nodig enkele 24 Met uitzondering van extramurale behandeling tot 18 jaar op de grondslag psychische problemen en op de grondslag verstandelijke beperking, die onderdeel worden van de Jeugdwet.
20
risicovereveningsregels in het Besluit zorgverzekering aan te passen. Ik ben voornemens de wijzigingen van het Besluit zorgverzekering uiterlijk begin juni 2014 aan uw kamer voor te leggen. Kern-AWBZ De maatregelen op het terrein van de kern-AWBZ dienen op 1 januari 2015 in werking te treden. Indiening van een wetsvoorstel voor een kern-AWBZ is voorzien voor het derde kwartaal van 2013. Dit wetsvoorstel heeft betrekking op de AWBZ-zorg die resteert na de hiervoor beschreven overhevelingen naar de Wmo en de Zvw. Dit wetsvoorstel bevat tevens onder andere een wijziging van de thans bestaande situatie, waarin het CIZ in opdracht van gemeenten de indicatiestelling voor de AWBZ verzorgt. Gelet op de toenemende verantwoordelijkheid van de gemeenten voor het Wmo-domein, is voortzetting van die situatie onwenselijk. Het wetsvoorstel zal ook gevolgen hebben voor hetgeen thans in het Besluit zorgaanspraken AWBZ, Zorgindicatiebesluit en Bijdragebesluit geregeld is. Het daartoe te treffen besluit treedt eveneens per 1 januari 2015 in werking. Langer thuis wonen De voorgenomen maatregelen worden gerealiseerd door aanpassing van de Regeling zorgaanspraken AWBZ. Deze treedt met ingang van 2015 in werking. Figuur 10.1 Overzicht benodigde wijziging in wet- en regelgeving
Wet- en regelgeving Wetsvoorstel afschaffing Wtcg / CER Wijziging Besluit AWBZ t.b.v. maatregelen intramurale eigen bijdrage AWBZ Wetsvoorstel kern-AWBZ Wijziging Bijdragebesluit zorg en Besluit maatschappelijke ondersteuning t.b.v. maatregelen extramurale eigen bijdrage AWBZ/Wmo Wijziging Besluit zorgverzekering Besluit op grond van kern-AWBZ Wetsvoorstel Wmo Wijziging Besluit maatschappelijke ondersteuning (eventueel) Wijziging Besluit zorgverzekering (t.b.v. overheveling verpleging en langdurige zorg naar de Zvw) Wijziging regeling zorgaanspraken AWBZ (t.b.v. langer thuis wonen)
Indiening Tweede Kamer (voor zover relevant) 2e kwartaal 2013
Beoogde inwerkingtreding 2014 2014
4e kwartaal 2013
2015 2015
2e kwartaal 2014
2015 2015 2015 2015
4e kwartaal 2013
2e kwartaal 2014
2015
2015
21
Bijlage I Uitwerking langer thuis wonen
Fasering langer thuis wonen De maatregel uit het Regeerakkoord om cliënten langer thuis van zorg te voorzien is een vervolg op een maatregel die al was aangekondigd in het begrotingsakkoord 2013 met betrekking tot ZZP 1 t/m 3. Nieuwe cliënten krijgen in plaats van een indicatie voor een licht zorgzwaartepakket een indicatie voor extramurale zorg en ondersteuning (in functies en klassen). Zolang de extramurale zorg en ondersteuning nog onderdeel uitmaakt van de AWBZ krijgen cliënten extramurale zorg vanuit de AWBZ. Bij decentralisatie van extramurale zorg naar het gemeentelijk domein (Wmo) en Zvw gaat dat ook gelden voor de nieuwe cliënten die voorheen een licht ZZP zouden hebben gekregen. De fasering is als volgt: • Per 1-1-2013 is inmiddels - zoals voorzien - gestart met ZZP VV 1 en VV 2, GGZ 1 en GGZ 2 en VG 1 en VG 2 voor nieuwe cliënten vanaf 23 jaar. • Per 1-1-2014 vervolgstap met VV 3 voor nieuwe cliënten. • Per 1-1-2015 volgt een deel (naar verwachting 50%) van de nieuwe cliënten met ZZP VG 3. • Per 1-1-2016 volgen ZZP LG 1 en LG 3, ZG 1 (zowel auditief als visueel) en VV 4 (naar verwachting voor 50%) voor nieuwe cliënten. • Voor de volledigheid merk ik hier op dat ZZP GGZ 3 per 1-1-2015 inclusief wooncomponent wordt overgeheveld naar Zvw en Wmo. Binnen deze domeinen wordt bezien hoe intramurale capaciteit kan worden afgebouwd en cliënten langer zelfstandig kunnen wonen. Tabel I: Raming aantal cliënten dat valt onder langer thuis wonen, volgens het scenario van de HLZ brief ZZP
2013
2014
2015
2016
2017
2018
Raming langer thuis wonen
VV 1 VV 2 VV 3 VV 4 (o.b.v. 50%) Totaal VV
1.100 3.000
3.500 9.000 3.000
5.800 15.100 9.400
4.100
15.500
30.300
7.000 18.100 15.600 2.000 42.700
7.900 19.900 18.600 6.000 52.400
7.900 19.900 18.900 9.000 55.700
7.900 19.900 18.900 11.000 57.700
100 200
200 700 10025
400 1.200 300 20026
600 1.600 900 300
700 2.100 1.600 500
900 2.600 2.200 800
1.500 5.500 6.600 1.500
Totaal intramurale capaciteit sector
150.000
VG 1 VG 2 VG 3 (o.b.v. 50%) LG 1+3 en ZG 1 (auditief en visueel) Totaal GHZ
300
1.000
2.100
3.400
4.900
6.500
15.100
78.000
GGZ 1 GGZ 2 Totaal GGZ27
100 400 500
300 1.100 1.400
400 1.900 2.300
600 2.600 3.200
800 3.400 4.200
800 3.800 4.600
1.100 4.000 5.100
28.000
4.900
17.900
34.700
49.300
61.500
66.800
77.900
255.000
Totaal alle sectoren
In bovenstaande tabel is een raming weergegeven van het aantal cliënten dat gedurende de jaren uitstroomt uit een intramurale instelling en niet vervangen wordt door nieuwe instroom van cliënten met een licht zorgzwaartepakket. In de sector verpleging en verzorging is vanwege de hoge leeftijd van cliënten rekening gehouden met een grote dynamiek van in- en uitstroom. Voor de gehandicaptensector geldt dat de dynamiek van in- en uitstroom veel minder groot is, terwijl de GGZ daar tussenin zit. Voor de sector verpleging en verzorging geldt dat een deel van de capaciteit gebruikt kan worden voor het leveren van zorg aan de zwaardere cliënten waarvan het aantal in de komende jaren als gevolg van de vergrijzing zal toenemen.
25 Hoewel in de LG- en ZG-sector geen ZZP’s worden geschrapt vóór 2016 zullen er - doordat de toegang tot een verblijfsindicatie in de beleidsregels indicatiestelling scherper is geformuleerd - ook een beperkt aantal nieuwe cliënten in de betreffende sectoren langer thuis geholpen worden. 26 Zie hierboven onder 1. 27 Naar verwachting komt het grootste deel onder verantwoordelijkheid van gemeenten en valt een kleiner deel onder de Zvw.
22
Veranderingen voor mensen met een zorgvraag De verschuiving naar langer thuis wonen is al enkele jaren geleden in gang gezet. In veel gevallen kunnen gemeente, thuiszorg en curatieve eerstelijnszorg bij cliënten extramurale zorg aan huis leveren. Veelal is dat de eigen woning, soms zijn woningaanpassingen nodig en soms is verhuizen naar een meer geschikte woonomgeving nodig. Ook een geclusterde woonomgeving kan passend zijn, bijvoorbeeld vanwege het gevoel van veiligheid en nabijheid van ondersteuning. Zo’n geclusterde woning kan ook in een verzorgingshuis of andere instelling gerealiseerd worden. De cliënt betaalt dan huur en servicekosten. Hij ontvangt extramurale zorg en betaalt een extramurale eigen bijdrage, net zoals andere cliënten van extramurale zorg. Voor de zorginstelling betekent dit dat in plaats van het volledige pakket aan intramurale diensten, aan deze cliënten thuiszorg op maat wordt geleverd. De cliënten kunnen een afweging maken of het wonen en de zorg in een geclusterde omgeving qua kwaliteit kan concurreren met wat zij in hun eigen huis kunnen ontvangen. Ik ga met gemeenten het gesprek aan om te bevorderen dat zij bij het maken van prestatieafspraken met woningcorporaties, in hun toewijzingsbeleid en bij het aanpassen van woningen voldoende rekening houden met de mensen die in de toekomst langer in hun eigen omgeving geholpen gaan worden. Een andere voorwaarde om langer thuis te wonen is het ontstaan van nieuwe ondersteuningsarrangementen van aanbieders, daartoe gestimuleerd door gemeenten.
Gevolgen voor zorginstellingen Voor intramurale zorgaanbieders betekent de hervorming dat geleidelijk minder cliënten een beroep doen op de bestaande intramurale zorg. De cliënten die in de instellingen verblijven, zullen gemiddeld een zwaardere zorgvraag hebben. Deze cliënten zullen ook de voornaamste doelgroep zijn. Voor instellingen betekenen veranderende wensen van cliënten dat ze een heroriëntering op hun dienstverlening moeten maken. Dit kan gevolgen hebben voor de inzet van hun vastgoed, maar ook over de inzet van hun personeel. Veel instellingen hebben zich al voorbereid op deze trend, die al veel langer zichtbaar en gaande is. Zorgaanbieders kunnen samen met woningcorporaties en gemeenten zorgen voor een meer divers en bij de wensen van cliënten aansluitend aanbod. Dat is in sommige opzichten nieuw, omdat partijen elkaars werelden nog niet zo goed kennen, maar gelukkig zijn er ook nu al goede voorbeelden te noemen. In het besef dat partijen elkaar in de toekomst meer nodig zullen hebben, hoop ik dat ze ook gaan profiteren van elkaars sterke kanten en in gezamenlijkheid komen tot goede zorg in de nabijheid. Voor een aantal instellingen kan het langer thuis wonen van mensen betekenen dat ze te maken kunnen krijgen met leegstand. Zorginstellingen kunnen eventueel een deel van hun gebouw dat niet meer wordt gebruikt, verhuren. Naast het leveren van zorg aan cliënten die extramurale zorg krijgen (gecombineerd met het verhuren van woonruimtes) kunnen de zorginstellingen zich ook richten op het leveren van zorg aan de zwaardere doelgroepen (de doelgroepen die in de kernAWBZ terechtkomen). Voor de bepaling van de maximale huur voor een cliënt gelden de regels van het woningwaarderingstelsel. Dit stelsel kent een opslag van 35% op de punten indien voldaan wordt aan een aantal voorwaarden, de zogenoemde serviceflattoeslag. Zorginstellingen zullen over het algemeen kunnen voldoen aan die voorwaarden en daarmee een hogere maximale huur berekenen. Voorkomen moet worden dat instellingen zich uit de markt prijzen als ze een huurprijs willen berekenen die even hoog is als de huidige kapitaallastenvergoeding. Incidenteel zal ook het afstoten van vastgoed en het terugdringen van de intramurale capaciteit aan de orde zijn. Doordat het kabinet ten opzichte van het Regeerakkoord de grens voor intramurale zorg iets lager legt, zijn de effecten voor instellingen navenant beperkter. Instellingen kunnen zich de komende jaren aanpassen aan de nieuwe situatie. De brancheorganisaties van zorgaanbieders hebben gewezen op boekwaardeproblematiek als gevolg van het langer thuis wonen. De boekwaarde van de gebouwen moet mogelijk worden afgewaardeerd doordat de inkomsten bij huur mogelijk lager zijn dan de vergoeding van de kapitaallasten die instellingen op dit moment krijgen. Een eventuele boekwaardeproblematiek hangt af van meerdere factoren die bovendien van instelling tot instelling en zelfs van locatie tot locatie kan verschillen: • de afhankelijkheid van de inkomsten van de betreffende ZZP’s; • de mogelijkheid die instellingen hebben om zorg te gaan verlenen aan zwaardere doelgroepen;
23
• • • • • •
het aanbod in de regio van alternatieve vormen van wonen, zorg en welzijn; de geschiktheid en aantrekkelijkheid van de gebouwen om deze te verhuren en extramurale zorg te verlenen; de mogelijkheden voor herbestemming van het vastgoed; de restwaarde van het vastgoed (indien het vastgoed in eigendom is); de lengte van de huurcontracten van het vastgoed (indien het vastgoed niet in eigendom is); de capaciteiten van het bestuur (om de omslag te maken naar zorg aan huis) en de mate waarin al is ingespeeld op de tendens van langer thuis wonen.
Niet alle zorginstellingen kunnen eenvoudig aanpassen aan een geleidelijk afnemend beroep op hun intramurale zorgaanbod. Ik ben van mening dat instellingen wel voldoende tijd hebben om het beleid van de zorginstelling, soms ingrijpend, te wijzigen. Soms worden de financiële vermogens van instellingen, die de afgelopen jaren gemiddeld zijn gestegen, als noodzakelijke buffer ingezet voor de financiële consequenties van bijvoorbeeld het afwaarderen van de boekwaarde van gebouwen. In een aantal gevallen draagt sluiting van gebouwen die niet meer voldoen aan de eisen van de huidige tijd, ook bij aan verhoging van de kwaliteit. Uit een onderzoek dat is uitgevoerd in opdracht van HEAD28 blijkt dat 72% van de instellingen die inzicht hebben in de financiële gevolgen van het langer thuis wonen, voor hun instelling geen afwaardering van de boekwaarde verwacht. Slechts 6% van de respondenten verwacht een afboeking van meer dan 5%. Ik vind het belangrijk dat de continuïteit van zorg voor mensen die zorg nodig hebben, gewaarborgd blijft. Zorgaanbieders en verzekeraars zijn hiervoor samen verantwoordelijk. Zorgverzekeraars hebben een zorgplicht jegens hun verzekerden. Op basis van die zorgplicht contracteren zij zorg en maken verzekeraars ook afspraken met de zorgaanbieder over tijdige signalering van mogelijke problemen die de continuïteit van zorg bedreigen. Zo nodig, bijvoorbeeld in geval van een faillissement van een zorgaanbieder, zal de zorgverzekeraar moeten zorgen voor vervangend zorgaanbod voor zijn verzekerden. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) zorgt voor de handhaving. Alleen als blijkt dat de verzekeraars niet kunnen voorzien in de continuïteit van zorg heeft de overheid een publieke verantwoordelijkheid. De NZa toetst of dit het geval is. Zo ja, dan kan de overheid een vangnetstichting oprichten. De continuïteit van cruciale zorg in de AWBZ en Zvw voor cliënten staat bij mij voorop, niet de continuïteit van de instelling. In die zin wordt de lijn uit de kamerbrief Waarborgen voor continuïteit van zorg van 27 april 2011 op overeenkomstige wijze gevolgd.
Uitwerking langer thuis wonen (actieplan Langer thuis wonen) De verdere uitwerking langer thuis wonen omvat de volgende punten: • Ik werk in overleg met alle betrokken partijen aan het vergroten van de mogelijkheden om langer thuis te blijven wonen. Dit doe ik door het langer thuis wonen onder te brengen in het meerjarig transitieprogramma. • De voorbereidingen op het langer thuis wonen heb ik ondergebracht bij het transitiebureau en InvoorZorg! • In de afgelopen maanden zijn er meerdere regionale bijeenkomsten georganiseerd om alle betrokken partijen voor te lichten. • Uit de regionale bijeenkomsten bleek dat veel instellingen antwoorden zoeken op vragen over verhuur, vaststellen van huur etc. Ik zal bezien of het mogelijk is om in de transitiefase een nauwere samenwerking aan te gaan met het kenniscentrum wonen en zorg van Aedes en Actiz. • Op Invoorzorg.nl is een themapagina ingericht met tools, informatie en goede voorbeelden over langer thuis wonen. • Via InvoorZorg! kunnen instellingen ook ondersteuning krijgen bij het aanpassen van hun strategie en/of bedrijfsvoering o.a. om cliënten met een zorgbehoefte langer thuis te helpen. Er is een nieuwe beleidsregel vastgesteld door het College sanering zorginstellingen over verhuur van appartementen aan cliënten met een extramurale zorgvraag. Deze beleidsregel is zo min mogelijk belastend voor zorgaanbieders. • Ik heb de Regeling zorgaanspraken en de beleidsregels indicatiestelling aangepast. In de Regeling zorgaanspraken is al in december 2012 vastgelegd dat ZZP VV 3 per 1-1-2014 vervalt voor nieuwe cliënten, waarmee ik duidelijkheid heb gegeven wat er in 2014 gebeurt zodat betrokken partijen zich daar ook op hebben kunnen voorbereiden29. 28 29
HEAD Finance ideas, Financiële thermometer 1e kwartaal 2013. Staatscourant, Nr. 26775, 21 december 2012 24
•
• •
•
•
30
Om het mogelijk te maken mensen daadwerkelijk langer thuis te laten wonen, is inzet op innovatie en ICT toepassingen zeer belangrijk. Het gaat hierbij zowel om het doen van onderzoek als daadwerkelijke implementatie. Ik kom op termijn met een innovatie agenda, maar ook nu zijn er al veel goede initiatieven. Bijvoorbeeld het topsectoren beleid dat onder regie van het ministerie van Economische Zaken wordt uitgevoerd. Hierbij wordt ook gekeken naar doorbraakprojecten op het terrein van ICT in de zorg. Hiernaast is er het programma InvoorZorg! dat is gericht op de implementatie van bewezen innovaties. Ik werk samen met het ministerie van BZK aan een kennis- en experimentenprogramma wonen en zorg. De minister voor Wonen en Rijksdienst zal advies vragen aan de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur over de effecten van de beleidsveranderingen binnen de Langdurige zorg voor ouderen en mensen met beperkingen op de woningmarkt en de handelingsperspectieven daarbij voor de overheden, het maatschappelijk middenveld en marktpartijen. Ik zal de gevolgen van het langer thuis wonen op de lichtere ZZP’s de komende tijd nauwkeurig monitoren in samenhang met de overige onderdelen van de hervorming langdurige zorg. Zoals het lid Bergkamp en Van Dijk in hun motie30 vroegen, heb ik de NZa gevraagd een uitvoeringstoets te doen naar het effect van het langer thuis wonen. De NZa zal aan de hand van de beleidskeuzes in deze brief een en ander uitwerken.
Vergaderjaar 2012–2013, 30597, Nr. 274, motie van de leden Bergkamp en Van Dijk. 25
AAN VAN
DATUM
ONDERWERP
Deelnemers AO Wmo en TJT en ACO Angelique Efftink (Wmo/Awbz) m.m.v. Leonard Koppelman (jeugdzorg)
25 april 2013 Samenvatting maatregelen langdurige ondersteuning en zorg en gevolgen Actieplan Twente.
Memo Op 25 april jl. is de uitgebreide brief van staatssecretaris van Rijn verschenen over de hervorming van de langdurige zorg: naar een waardevolle toekomst1. In deze memo een samenvatting van deze stevige kabinetsplannen en de eerste VNG-reactie alsmede een eerste doorkijk naar de effecten voor de Twentse samenwerking. De eerste landelijke kaders zijn nu bekend . Veel moet echter nog landelijk worden besproken, onderzocht en uitgewerkt.
Samenvatting maatregelen langdurige ondersteuning en zorg In de nieuwe Wmo per 2015: wordt mogelijk gemaakt dat meer mensen dan nu met ondersteuning en zorg thuis kunnen blijven wonen. zijn gemeenten verantwoordelijk voor ondersteuning van burgers, zodat die kunnen participeren. Deze ondersteuning is voor verschillende doelen beschikbaar, zoals verzorging, begeleiding en participatie. kan geen aanspraak meer worden gemaakt op de extramurale functies begeleiding, kortdurend verblijf en bijbehorend vervoer in de AWBZ. Circa 75% van het budget wordt overgeheveld naar gemeenten voor de ondersteuning van mensen. kan geen aanspraak meer worden gemaakt op de extramurale functie persoonlijke verzorging in de AWBZ. Gemeenten worden verantwoordelijk voor ondersteuning en ontvangen circa 85% van het budget (exclusief het deel dat naar de Zvw gaat). blijft meer budget beschikbaar dan eerder voorzien, zodat gemeenten op maat huishoudelijke ondersteuning kunnen bieden: 60% (€530 mln extra) in plaats van 25% van het budget. komt een recht op het persoonsgebonden budget, onder stringente voorwaarden en fraudebestendig. wordt er €50 miljoen uitgetrokken om sociale wijkteams in te richten. kunnen gemeenten besparen op uitgaven aan hulpmiddelen in de Wmo. Het Gemeentefonds is hiervoor taakstellend verlaagd met structureel € 50 mln. Het ministerie gaat gemeenten stimuleren van hergebruik van hulpmiddelen en het ontwikkelen van poolbeheer voor scootmobielen.
1
http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/kamerstukken/2013/04/25/kamerbrief-hervorming-langdurige-zorg-naareen-waardevolle-toekomst.html
PAGINA
2/4
blijft cliëntondersteuning bestaan, zodat een cliënt zich kan laten bijstaan bij de aanvraag. De AWBZ-middelen hiervoor worden per 2015 overgeheveld naar gemeenten (MEE). is er een vangnet waarmee gemeenten steun kunnen bieden, ofwel via Wmovoorzieningen ofwel inkomenssteun via de bijzondere bijstand. Het budget hiervoor loopt op tot ruim €700 miljoen in 2017. De huidige landelijke regelingen (CER, Wtcg en aftrek specifieke zorgkosten) voor inkomenssteun verdwijnen. is het begeleid wonen dat gericht is op participatie meer passend binnen het gemeentelijk domein. Dit wordt nog nader uitgewerkt. Gemeenten zouden dan in 2015 verantwoordelijk worden voor de ondersteuning van mensen met psychiatrische problemen, waarbij niet behandeling, maar op participatie gerichte ondersteuning vanuit een beschermende woonomgeving centraal staat. Ook het bieden van een beschermende woonomgeving aan deze doelgroep wordt een taak van gemeenten. De bijbehorende budgetten worden dan volledig overgeheveld naar gemeenten. Vooralsnog worden primair de centrumgemeenten verantwoordelijk voor de opvang van deze groep. worden gemeenten tevens verantwoordelijk voor het creëren van laagdrempelige voorzieningen (inloopfunctie GGZ). is kwaliteit belangrijk. Een landelijke basisnorm wordt gesteld. is het voor integrale arrangementen met zorg en ondersteuning noodzakelijk dat gemeenten en zorgverzekeraars nauw samenwerken. De vorm wordt bezien. het huidige wetsvoorstel Wmo wordt ingetrokken en een vernieuwde Wmo wordt dit najaar (4e kwartaal 2013) ingediend.
In de Zorgverzekeringswet (Zvw): komt een nieuwe aanspraak thuisverpleging (in 2017), zodat mensen die naast verpleging ook verzorging nodig hebben die van dezelfde hulpverlener kunnen krijgen en mensen langer in eigen omgeving kunnen blijven. wordt de rol van de wijkverpleging versterkt: de wijkverpleegkundige is een spil in de zorg van mensen en verbindt het medische en sociale domein. Het kabinet trekt €200 miljoen uit voor meer wijkverpleegkundigen. wordt de op behandeling gerichte intramurale geestelijke gezondheidszorg ondergebracht. Dit betreft de langdurige op behandeling gerichte GGZ vanaf 18 jaar. komen vormen van extramurale Awbz-behandeling. Het CVZ zal hierover dit voorjaar adviseren. In de Jeugdwet: wordt extramurale AWBZ-behandeling tot 18 jaar in verband met een verstandelijke beperking of psychische stoornis/psychiatrische aandoening onderdeel van het nieuwe gemeentelijke stelsel voor jeugd. per 2015 vallen extramurale functies begeleiding, kortdurend verblijf en bijbehorend vervoer voor cliënten tot 18 jaar dit onder de verantwoordelijkheid van gemeenten in het kader van de Jeugdwet. Ditzelfde geldt voor persoonlijke verzorging (< 18 jr). De ondersteuning en langdurige zorg aan jeugdigen vergt afstemming met onderwijs. De eventuele inzet van begeleiding, persoonlijke verzorging en verpleging tijdens onderwijstijd wordt nader uitgewerkt door de ministeries van OCW en VWS in samenwerking met de VNG en onderwijsraden. wordt een deel van de intramurale zorg aan kinderen ondergebracht in de Jeugdwet. Een uitzondering wordt gemaakt voor intensieve verblijfszorg die in de kern-AWBZ beschikbaar blijft voor kinderen onder de 18 jaar. Het gaat hierbij om ZZP LG 2 en 4-7; ZZP VG 4-8; ZZP ZG auditief en/of visueel (ZZP 2 en hoger); SGLVG.
PAGINA
3/4
komt er door het zorgakkoord meer geld beschikbaar voor jeugd-ggz. Om een gelijkmatige transitie (naar gemeenten) te bewerkstelligen en daarmee tevens de werkgelegenheidseffecten te beperken is besloten de voorgenomen korting op het jeugddossier (gerelateerd aan de jeugd-ggz) voor een belangrijk deel teniet te doen door het (landelijke) ggz-(financiële) kader geoormerkt te verhogen voor de jeugd. In geval van overheveling zal het verhoogde budget uit het kader meegaan en zal worden bezien welke overgangsmaatregelen voor de jeugd-ggz nodig zijn om ongewenste effecten te voorkomen. De compensatie loopt op tot € 45 mln structureel.
In de nieuwe kern-AWBZ: is en blijft de zorg in een instelling (intramurale zorg) een verzekerd recht. wordt mogelijk gemaakt dat mensen in een instelling zorg kunnen krijgen als zij niet langer met steun van hun omgeving thuis kunnen wonen. De drempel voor instellingszorg wordt ten opzichte van het Regeerakkoord verlaagd. komt een recht op het persoonsgebonden budget, onder stringente voorwaarden en fraudebestendig. de verhoging van de eigen bijdrage voor mensen die in een instellingen verblijven, wordt verzacht. wordt meer zorg op individuele maat geboden en wordt (in plaats van standaard zorg) gekeken met welke zorg iemand het best geholpen is. In de indicatiestelling wordt bepaald of er een recht op zorg is en hoe zwaar die moet zijn. En bepaalt de zorgverlener in overleg met de cliënt welke zorg het beste past. ligt bij de zorgkantoren (het aantal zal overigens verminderen) de verantwoordelijkheid om te zorgen voor een meer doelmatige uitvoering en meer uniforme inkoop. is de Wmo, Jeugdwet en Zvw en voorliggend op de kern AWBZ. Alleen de Zvw kan in combinatie met de kern Awbz naar een persoon worden geleverd. Wat gebeurt er in 2014?: het blijft mogelijk om aanspraak te maken op dagbesteding op grond van de AWBZ. Deze vorm van ondersteuning kan voor gemeenten vanaf 2015 een nuttig instrument zijn om duurdere (individuele) voorzieningen te voorkomen. het blijft mogelijk om op grond van de AWBZ aanspraak te maken op persoonlijke verzorging bij een indicatie korter dan zes maanden. De norm voor gebruikelijke zorg wordt in 2014 niet verhoogd. De huishoudelijke hulp blijft ook voor nieuwe cliënten beschikbaar. Van gemeenten zal in 2014 een bijdrage gevraagd worden ter dekking daarvan (ca. 90 mln !). Fasering langer thuis wonen de maatregel uit het Regeerakkoord om cliënten langer thuis van zorg te voorzien is een vervolg op een maatregel die al was aangekondigd in het begrotingsakkoord 2013 met betrekking tot ZZP 1 t/m 3. nieuwe cliënten krijgen in plaats van een indicatie voor een licht zorgzwaartepakket een indicatie voor extramurale zorg en ondersteuning (in functies en klassen). Zolang de extramurale zorg en ondersteuning nog onderdeel uitmaakt van de AWBZ krijgen cliënten extramurale zorg vanuit de AWBZ. Bij decentralisatie van extramurale zorg naar het gemeentelijk domein (Wmo) en Zvw gaat dat ook gelden voor de nieuwe cliënten die voorheen een licht ZZP zouden hebben gekregen. De fasering wordt als volgt: o Per 1-1-2013 is inmiddels - zoals voorzien - gestart met ZZP VV 1 en VV 2, GGZ 1 en GGZ 2 en VG 1 en VG 2 voor nieuwe cliënten vanaf 23 jaar. o Per 1-1-2014 vervolgstap met VV 3 voor nieuwe cliënten.
PAGINA
4/4
o Per 1-1-2015 volgt een deel (naar verwachting 50%) van de nieuwe cliënten met ZZP VG 3. o Per 1-1-2016 volgen ZZP LG 1 en LG 3, ZG 1 (zowel auditief als visueel) en VV 4 (naar verwachting voor 50%) voor nieuwe cliënten. o Voor de volledigheid: ZZP GGZ 3 per 1-1-2015 inclusief wooncomponent wordt overgeheveld naar Zvw en Wmo. Binnen deze domeinen wordt bezien hoe intramurale capaciteit kan worden afgebouwd en cliënten langer zelfstandig kunnen wonen. de huidige cliënten behouden hun recht op verblijf in een instelling. de woningcorporaties spelen een belangrijke rol in het in de toekomst langer zelfstandig wonen door cliënten (toewijzing, woningaanpassingen, geclusterd wonen). Er zijn grote effecten op zorginstellingen (met name intramuraal). Heroriëntatie is nodig.
Eerste reactie VNG De VNG heeft op 26 april een persbericht2 doen uitgaan. Zij is positief dat verschillende aangekondigde bezuinigingen in de langdurige zorg uit het regeerakkoord verzacht zijn. Echter cliënten, werknemers, aanbieders en gemeenten krijgen in 2015 nog steeds te maken met zeer forse structurele bezuinigingen. Zij maakt zich zorgen of gemeenten voldoende in staat worden gesteld om de bezuinigingen op een zorgvuldige en verantwoorde manier uit te voeren. De brief geeft daar nog geen sluitend antwoord op. Gemeenten hebben in de Wmo een steviger instrumentarium nodig dan nu. Tenslotte spreekt de VNG spreekt haar zorgen uit over de planning van de benodigde wetgeving tot wijziging van de Wmo. Als de wet pas halverwege 2014 door de Tweede en Eerste kamer komt, blijft een half jaar over. Dit is te kort.
Wat betekenen de maatregelen voor de Twentse routekaart?
2
De maatregelen moeten nog beter bestudeerd worden maar de eerste conclusie is dat de huidige Twentse routekaart (Awbz/Wmo) grotendeels het zelfde kan blijven. Aan de tijdsplanning verandert weinig, maar de maatregelen zijn soms op inhoud gewijzigd, verzacht of aangescherpt. De volgende drie maatregelen moeten in ieder geval toegevoegd worden aan het actieplan: o Nog niet definitief, uitwerking volgt: Gemeenten zouden in 2015 verantwoordelijk worden voor de ondersteuning van mensen met psychiatrische problemen, waarbij niet behandeling, maar op participatie gerichte ondersteuning vanuit een beschermende woonomgeving centraal staat. Ook het bieden van een beschermende woonomgeving aan deze doelgroep wordt een taak van gemeenten. De bijbehorende budgetten worden dan volledig overgeheveld naar gemeenten. Vooralsnog worden primair de centrumgemeenten verantwoordelijk voor de opvang van deze groep. Waarschijnlijk praten we hier over de doelgroep van de RIBW. o Gemeenten worden verantwoordelijk voor het creëren van laagdrempelige voorzieningen (inloopfunctie GGZ). o De AWBZ-middelen voor cliëntondersteuning die nu bij MEE liggen, worden per 2015 overgeheveld naar gemeenten. Aandachtspunt is de aansluiting van de wetten: nieuwe Wmo-Jeugdwet vs Awbz en Zvw. Financieel gezien zijn er nog veel vraagtekens. Wellicht dat we hierop antwoord krijgen in de mei-circulaire. http://www.vng.nl/persberichten/13-04-26/omvangrijke-bezuinigingen-in-zorg-vereisen-keuzes-van-kabinet
Notitie Extramuralisering ZZP Inleiding Het scheiden van wonen en zorg is al zo’n 20 jaar bezig en heeft door het voorjaarakkoord en het nieuwe regeerakkoord een nieuwe impuls gekregen. De snelheid van invoering is verhoogd en de aard en omvang van de maatregel zijn ook veranderd. Sinds dit jaar komen mensen met een lichte zorgvraag niet meer in aanmerking voor een verblijf in een zorginstelling. De komende jaren zullen ook mensen met een zwaardere zorgvraag thuis moeten blijven wonen. Scheiden van wonen en zorg versus extramuraliseren Zowel in het geval van scheiden van wonen en zorg als bij extramuraliseren gaan cliënten zelf betalen voor de kosten van de huisvesting en gas, water, licht en worden alleen de zogenaamde zorgfuncties volledig vergoed. Het verschil tussen de twee beleidsconcepten zit hem in de mate waarin de overige dienstverlening wordt geïndiceerd en vergoed. Bij scheiden van wonen en zorg behouden cliënten de aanspraak op een verblijfsindicatie (= ZZP-indicatie). Op basis van deze verblijfsindicatie hebben zij recht op een integraal pakket van zorg- en dienstverlening, wat vergoed wordt via de AWBZ. Het volledig pakket thuis (VPT) is hiervan een voorbeeld. Bij extramuraliseren krijgen cliënten die voorheen geïndiceerd zouden worden voor een zorgzwaartepakket, geen verblijfsindicatie meer. Dat wil zeggen dat deze cliënten in de toekomst alleen aanspraak maken op (en een vergoeding krijgen voor) de zogenaamde extramurale zorgfuncties. Zorgzwaartepakketten (ZZP,s) Een zorgzwaartepakket (ZZP) beschrijft welke ondersteuning of zorg iemand nodig heeft die niet zelfstandig kan wonen. Er zijn 53 ZZP’s , verdeeld over 3 'sectoren':
verpleging & verzorging (V&V)
gehandicaptenzorg (VG)
geestelijke gezondheidszorg (GGZ)
Een ZZP omvat verblijf, zorg, diensten en eventueel ook dagbesteding en behandeling. Er zijn lichte pakketten voor mensen die alleen hulp nodig hebben bij de dagelijkse verzorging. En zware pakketten voor mensen met bijvoorbeeld een ernstige beperking of een zware vorm van dementie. De zorgaanbieder krijgt voor elk ZZP een bedrag. De instelling mag een deel van dat bedrag besteden aan gemeenschappelijke voorzieningen. (Zie tabel 1) Omschrijving functie verblijf “Verblijf omvat verblijf in een instelling met samenhangende zorg bestaande uit persoonlijke verzorging, verpleging, begeleiding of behandeling voor een verzekerde met een somatische, psychogeriatrische of psychiatrische aandoening of beperking of een verstandelijke, lichamelijke of
Notitie extramuralisering 210513docx (2).docxPagina 1 van 13
24-05-2013
zintuiglijke handicap, indien die verzekerde aangewezen is op een beschermende woonomgeving, een therapeutisch leefklimaat of permanent toezicht.”
1
NHC’s Vanaf 1 januari 2012 is het ministerie van VWS gestart met de overgang naar een systeem waarbij zorginstellingen een vergoeding krijgen voor vastgoed die afhankelijk is van hun productie. Dat gebeurt door de introductie van de normatieve huisvestingscomponent (NHC), een vaste vergoeding voor de kosten van bouwen, grond, onderhoud en aflossing van rente bij een bezettingsgraad van 97%. De NHC omvat zowel de feitelijke woonkosten als de extra bouwkundige voorzieningen die nodig zijn voor de verschillende cliëntgroepen, zoals bredere gangen, ruimere badkamers en gemeenschappelijke ruimten. Overgangsregime tot 2018 Nu krijgen AWBZ-zorginstellingen de vastgoedkosten nog volledig vergoed van de overheid. In het overgangsregime, dat zes jaar duurt, krijgen ze een steeds groter deel van de bouwkosten via de NHC en wordt een steeds kleiner deel op de oude manier na gecalculeerd. In 2012 is die verhouding 90/10, in 2013 80/20, etc. Nieuwe aanbieders krijgen al vanaf 1 januari 2012 een volledig integraal tarief, omdat zij nooit onder het oude bouwregime hebben gebouwd. De vergoeding van de vastgoedkosten maakt onderdeel uit van het integrale zzp-tarief. Met zorgkantoren moeten zij onderhandelen over de hoogte van dit zzp-tarief. Bestaande aanbieders hoeven dat pas vanaf 2018
1
www.wetten.overheid.nl
Notitie extramuralisering 210513docx (2).docxPagina 2 van 13
24-05-2013
Tabel 1 Persoonlijke verzorging zorgfuncties
Verpleging Begeleiding Dagbesteding Behandeling Schoonmaak; eigen appartement en openbare ruimten Voeding; inclusief medisch noodzakelijke
Onderdeel van ZZP-prijs
voedingssuplementen Wassen bedlinnen, handoeken etc Hulpmiddelen vanuit de AWBZ, zgn outillagehulpmiddelen, individuele hulpmiddelen en verpleegartikelen. Welzijn en recreatie verblijfscomponenten
Geestelijke verzorging Inrichting kamer en appartement Verzekeringen Televisie en Telefoon Zorg na overlijden Gas, water, licht (eigen appartement) Gas, water, licht (algemene ruimten) huurdersonderhoud
Kapitaallasten (nacalculatie prijs
van ZZP-
onderdeel
Nog geen
eigenaarsonderhoud
en vanaf 2012 geleidelijke
Kapitaallasten zorg gebonden ruimten Kapitaallasten individuele ruimten
NHC’s)
Bij scheiden van wonen en zorg gaat de client zelf betalen voor de rood gemarkeerde onderdelen maar blijft er sprake van een integraal pakket.
Bij extramuralisering van ZZP 1 t/m 4 wordt alleen geïndiceerd voor de blauwe functies
Notitie extramuralisering 210513docx (2).docxPagina 3 van 13
24-05-2013
Planning: Per 1 januari 2013 worden de ZZP’s 1 en 2 voor de sectoren VV, VG en GGZ niet meer geïndiceerd voor nieuwe cliënten. Per 1 januari 2014 wordt ook ZZP VV 3 niet meer geindiceerd voor nieuwe cliënten en per 2015 worden ook ZZP VG 3 en GGZ 3 voor nieuwe cliënten niet meer geindiceerd. ZZP 4 wordt vanaf 2016 niet meer geïndiceerd (voor zowel nieuwe cliënten als voor herindicaties). Over het extramuraliseren van ZZP4 voor de GGZ is nog geen concrete uitspraak gedaan. Plannen zijn dat de sector per 1-12017 overgaat vanuit de AWBZ naar de ZVW Tabel 2 ZZP
Sector
Wanneer
1 en 2
VV, VG en GGZ
1-1-2013
3
VV
1-1-2014
3
VG (50%) en GGZ (naar ZvW
1-1-2015
en gemeente) 4 (nieuw en herindicatie)
VV (50%)
1-1-2016
GGZ ?
Notitie extramuralisering 210513docx (2).docxPagina 4 van 13
24-05-2013
Gevolgen en randvoorwaarden De gevolgen van de extramuralisering zijn groot. Bureau HHM heeft een onderzoek gedaan naar de gevolgen. 2 In onderstaande tabellen wordt een deel van de problematiek weergegeven. In tabel 3 is te zien hoe hoog de beperkingen zijn op een schaal van 0 tot 3 in de zorg en begeleidingsvragen. Tabel 3
Beperkingenscores ZZP VV 01-04 2 1,5
0
VV 03 VV04
Ge dr ag sp ro
M ob il e
bl em at ie k
VV 02
Ve rp le gin g
0,5
it
VV 01
AD L
1
So cia le re dz aa m Ps he yc id ho so cia al/ co gn iti ef
Beperking
2,5
zorg en begeleidingsvragen
HHM heeft aan alle zorgaanbieders gevraagd in hoeverre men denkt dat het regievermogen beperkt is per ZZP. Tabel 4 is te zien dat 74 % van de zorgaanbieders aangeeft dat de cliënt met een ZZP dan wel allemaal dan wel een groot deel kampt met beperkingen in regievermogen. Voor ZZP 4 wordt dit percentage zelfs 96 %. Tabel 4
Beperkingen in regievermogen 100% 80% 60% 40% 20% 0% VV01 ja, alle clienten
VV02
ja, een klein deel van de clienten
VV03 VV04 ja, een groot deel van de clienten nee, geen van de clienten 4
2 Rapport HHM ZZP VV01-VV04 in de thuissituatie, randvoorwaarden, toerusting zorg- en ondersteuningsaanbod en aanvullend beleid.
Notitie extramuralisering 210513docx (2).docxPagina 5 van 13
24-05-2013
In het rapport van HHM zijn cruciale randvoorwaarden genoemd om cliënten zorg- en ondersteuning in de thuissituatie te laten ontvangen. Deze voorwaarden richten zich op de doelgroep ouderen (indicatie ZZP VV). Deze randvoorwaarden zijn niet een op een te vertalen op de andere sectoren GGZ en VG. In de werkgroep is geprobeerd deze vertaalslag te maken en de randvoorwaarden aan te vullen voor de doelgroepen uit de sectoren GGZ en VG. Er zijn rondetafelgesprekken gevoerd met cliënten, begeleiders en mantelzorgers uit alle 3 de sectoren om een scherper beeld te krijgen van de cliënten om wie het straks gaat. De uitkomst van deze gesprekken is opgenomen in de onderstaande beschrijving van deze randvoorwaarden. 1. Het kunnen bieden van ‘een gevoel van veiligheid’ door alarmeringsvoorzieningen en een korte responstijd. Sector VV: Cliënten geven als aanleiding voor een intramurale opname vaak aan, dat in de thuissituatie het gevoel van veiligheid ontbreekt. Het gevoel van onveiligheid ontstaat uit angst om te vallen, angst om plotseling hulp nodig te hebben (ongeplande zorg) en angst om niet bij een bel (of ander type alarmering) te kunnen komen. Sector GGZ: Het gevoel van onveiligheid is voor deze doelgroep de angst om niet terug te kunnen vallen op iemand als het slecht gaat. De angst voor terugval. NB; RIBW werkt in een pilot met skype om zo contact te houden met cliënten. Sector VG: Het gevoel van veiligheid kan vanuit twee kanten worden bekeken voor de VG-sector. In een beschermde woonvorm iser het gevoel van veiligheid voor bewoners doordat zij altijd op iemand kunnen rekenen als zij vragen hebben of om andere reden begeleiding nodig hebben. Het gaat dan vaak om begeleiding op sociaal-emotioneel gebied of om begeleiding bij alledaagse taken en bezigheden in en om een huishouden. Aan de andere kant is toezicht een belangrijk deel in ZZP 3 en 4. De beschermde woonomgeving biedt daarbij bijvoorbeeld veiligheid ten aanzien van de omgeving. Door de centrale voordeur is er enig toezicht op de bezoekers. Het komt namelijk vaak voor dat er misbruik wordt gemaakt van de kwetsbaarheid van de doelgroep. Maar ook aandoeningen als epilepsie (veel voorkomend) en diabetes e.a., onweer en onverwachte/ ongeplande gebeurtenissen (ziekte) die snel om hulp en ondersteuning vragen. Cliënten hebben onvoldoende inzicht om tijdig te waarschuwen of hulp in te roepen.
Notitie extramuralisering 210513docx (2).docxPagina 6 van 13
24-05-2013
2. De aanwezigheid van mantelzorg en/of een sterk sociaal netwerk waarbij de cliënt tevens in staat is dit netwerk te onderhouden. Sector VV: Naast het feit dat de aanwezigheid hiervan bijdraagt aan een gevoel van veiligheid, gaat de aanwezigheid van deze mensen ook eenzaamheid tegen en kan het ook voor structuur voor de cliënt zorgen (bijvoorbeeld bij maaltijden). Cliënten geven aan zonder mantelzorgondersteuning niet zelfstandig te kunnen wonen. Mensen met een klein sociaal netwerk en weinig/geen mantelzorgers lopen een groot risico op verwaarlozing. Als van mantelzorgers meer ondersteuning wordt gevraagd is, om overbelasting te voorkomen, goede mantelzorgondersteuning cruciaal. Sector GGZ: Door de problematiek waar deze cliënten mee kampen is er vaak geen netwerk meer. Familie en vrienden zijn er niet of uit beeld. Er moet een nieuw netwerk worden opgebouwd. Een inlooppunt is hierbij van belang. Dit fungeert als netwerk voor cliënten. Begeleiding in dagstructuur gebeurt nu veelal individueel, zowel per organisatie als per individu. Hier liggen kansen in samenwerking en afstemming. Sector VG: Familie niet altijd betrokken of nabij. Soms ook zwak sociaal milieu. Vanwege cognitieve en sociaal-emotionele beperkingen vaak onvoldoende regie en vermogen om netwerk op te zetten en te onderhouden. Toezicht (al is het op afstand) blijft nodig. bijv. een inloopruimte nabij en vaste (centrale) activiteiten in gemeenschappelijke ruimte. Bij ontbreken daarvan gevaar voor vereenzaming in weekends en vakantieperiodes. Het vrienden- en kennissennetwerk bestaan voor deze doelgroep vaak uit mensen met een verstandelijke beperking, daarbij voelt men zich op hun gemak en worden ze niet overvraagd. Het netwerk is erg belangrijk, te zien is dat waar familie goed kan ondersteunen er meer zelfstandigheid mogelijk is 3. Het kunnen bieden van ondersteuning in de dagstructuur. Sector VV: Ondersteuning van cliënten bij hun regievermogen heeft met name betrekking op ondersteuning in de dagstructuur. Structuur in de dag is erg belangrijk in de thuissituatie. Bij ZZP 1-3 in de thuissituatie is voor cliënten die ondersteuning bij de dagstructuur nodig hebben de functie begeleiding essentieel. In de gesprekken met cliënten wordt ook gesproken over de eenzaamheid thuis die zij ervaren na een hele dag bij de dagopvang te zijn geweest. Dit is een punt van aandacht. Sector GGZ” Zingeving is erg belangrijk binnen deze sectoren. Mensen moeten wat “te doen” hebben om een dagstructuur en ritme vast te houden. Stabiliteit is erg belangrijk voor deze sector. Jobcoaching valt ook binnen dagstructuur en begeleiding daarin. Hier ligt een koppeling met de partcipatiewet. Sector VG:
Notitie extramuralisering 210513docx (2).docxPagina 7 van 13
24-05-2013
Dagelijks werken/ naar dagbesteding gaan is van groot belang als kern in de structuur van VG cliënten. Ook de invulling van de ‘vrije tijd’ en het voeren van een “eigen huishouden ”vraagt om structuur en hulp bij invulling ervan in het begin. Bij het structureren vaak hulpmiddelen nodig vanwege cognitieve beperkingen. Het aanbrengen van structuur vraagt vanwege de verstandelijke beperking van mensen hun leven lang aandacht en begeleiding. Een gebrek aan structuur leidt vaak tot gedragsproblematiek. 4. Een centraal vraagpunt/aanspreekpunt kunnen bieden in de nabijheid (loopafstand) van de cliënt. Sector VV: Voor ouderen is het noodzakelijk om een centraal punt te hebben dat goed bereikbaar is (loopafstand) waar de oudere zijn/haar vraag kan neerleggen. Een één-loketfunctie moet daarvoor beschikbaar komen. Zeker gelet op het feit dat wonen, zorg en welzijn in feite gescheiden aangeboden kunnen gaan worden in de thuissituatie en een deel van de doelgroep moeite heeft met regievermogen is een centraal aanspreekpunt noodzakelijk. Sector GGZ: Deze cliënten zijn niet altijd in staat zelf hulp te vragen. Het regievermogen is erg laag. Cliënten binnen de GGZ hebben nog wel eens te maken met pieken en dalen, waarbij het zelfregulerend vermogen hierin laag is. Het hebben van een netwerk/aanspreekpunt als stut en steun en die met hen meedenkt, is voor deze groep belangrijk. Het gevoel van veiligheid speelt ook hier een rol. Een aanspreekpunt voor deze cliënten is noodzakelijk voor het gevoel van veiligheid. Sector VG: Cliënten moeten nabijheid ervaren en bij inroepen van hulp moet een opvolging niet te lang duren. Voor de een voldoet een spreek-luisterverbinding, voor de ander is lijfelijk contact noodzaak. Voorkeur is een inloopvoorziening waar begeleiding aanwezig is op korte afstand (bij voorkeur in hetzelfde appartementencomplex). Ondersteuningsmomenten zijn daarnaast niet altijd te plannen, een kleine gebeurtenis op de dag kan zorgen ervoor zorgen dat iemand ondersteuning nodig heeft. Daarbij zal ook niet iedereen zelf hulp vragen. Nabijheid van begeleiding is daarom zeer belangrijk. 5. Aangepaste en adequate huisvesting. Sector VV: Zonder aangepaste huisvesting kunnen bepaalde vormen van zorg- en/of ondersteuning niet adequaat worden geboden in de thuissituatie. Zorg en ondersteuning leveren vraagt in veel gevallen om aanpassingen in de thuissituatie. Sector GGZ: Binnen de GGZ is er een sterkte behoefte van cliënten om dingen met elkaar te doen. In de huisvesting moet hier rekening mee gehouden worden. Er moet een mogelijkheid zijn tot ontmoeting. Stigmatisering speelt ook een rol. Bij Cliënten leeft de angst om niet geaccepteerd te worden in een wijk of buurt waar men zelfstandig woont. Dit vraagt om tolerantie van de buurt. Cliënten moeten ook niet te ver uit elkaar wonen ivm dreigende eenzaamheid.
Notitie extramuralisering 210513docx (2).docxPagina 8 van 13
24-05-2013
Sector VG: Veel mensen met een verstandelijke beperking en indicatie voor zzp 1-3 hebben een regulier appartement, met een alarmering voor begeleiding. Altijd hebben ze daarbij een gezamenlijke ontmoetingsruimte en een plek waar samen gegeten en/of gekookt wordt. Adequate huisvesting is voor iedereen een belangrijke basis om structuur te hebben of te krijgen in het dagelijks leven, zo ook voor deze doelgroep. 6. Noodzakelijk toezicht kunnen bieden waarvan deels op onplanbare momenten. Sector VV: Met name in ZZP VV03 heeft een aanzienlijk deel van de cliënten behoefte aan actief toezicht. Intramuraal is er signalering en toezicht op onder andere inname van vocht en voeding, valgevaar (o.a. bij toiletbezoek) en medicatie inname. Veel van deze momenten worden gecombineerd met contactmomenten gericht op zorg die vooraf zijn gepland. Sector GGZ: Bovenstaande geldt ook voor deze doelgroep. Daarnaast is toezicht belangrijk voor mensen die zelf geen ondersteuning vragen, daarbij is het gevaar dat problemen gaan stapelen en uiteindelijk als het (te) laat is naar voren komen. Sector VG: Naast planbaar toezicht (op medicatiegebruik, voldoende rust, tijdig opstaan)is het noodzakelijk dat er op onplanbare momenten toezicht en/of hulp beschikbaar is. Enerzijds vanwege cognitieve beperkingen maar met name door bijkomende beperkingen zoals epilepsie, sociaalemotionele problemen, gedrag, autisme e.v. Ook onverwachte omstandigheden kunne leiden tot paniek (extreem weer, slecht nieuws, calamiteiten in de wereld via TV e.a) 7. Heldere afspraken op het gebied van verantwoordelijkheden en zorgcoördinatie. Sector VV: In de thuissituatie moet duidelijkheid komen rondom de verantwoordelijkheden van verschillende betrokken professionals. Om te voorkomen dat professionals langs elkaar heen werken zijn afspraken nodig over dossiervorming en inzage hierin door verschillende betrokkenen. Verder moet ook het bestellen van hulpmiddelen voor cliënten worden gecoördineerd, zodat de juiste materialen en de juiste hoeveelheid tijdig bij de cliënt thuis zijn. Tot slot geldt dat ook de zorgcoördinatie goed geregeld moet zijn in de thuissituatie, zodat de zorg altijd adequaat is afgestemd op de situatie van de cliënt. Het gaat hier om meerdere zaken zoals: planning, evaluatie, begeleiding cliëntsysteem et cetera. Hiervoor zijn verschillende varianten denkbaar zoals de wijkverpleegkundige, de huisarts of de specialist ouderengeneeskunde. De zorgprofessionals geven aan dat extramurale AWBZ zorg voor de doelgroep alleen dan mogelijk is als in een geclusterde woonvorm vooral ook de zaken als ontmoeting en alle andere randvoorwaarden goed geregeld zijn. Het is cruciaal dat de Wmo goed gefaciliteerd is. Er moet dan een Wmo-arrangement zijn waarin alle zaken voor de cliënt integraal geregeld zijn. Voor cliënten met VV04 is het te complex om het zelf te regelen doordat cliënten problemen hebben
Notitie extramuralisering 210513docx (2).docxPagina 9 van 13
24-05-2013
met het voeren van regie. Een versnippering van het aanbod maakt dat de vraag naar regievermogen van de cliënt groter wordt. Sector GGZ: Bovenstaande geldt ook voor deze sector. Daarnaast wordt specifiek aangegeven dat nazorg (na detentie bv.) een probleem is. De overdracht van de ene naar de andere organisatie met veelal andere budgetten en financieringsstromen is een probleem. Gevolg is vaak dat door de slechte overdracht er schulden zijn ontstaan (bv door eigen bijdragen ziektekosten). En met deze schulden komt men vervolgens niet in aanmerking voor een woning via de woningcorporatie. Sector VG: Naast huisvesting zijn er vaak meerdere hulpverleners betrokken bij de ondersteuning van mensen met een verstandelijke beperking, dan gaat het bijvoorbeeld over sociaal werk/dagbesteding, uitkeringsinstanties, bewind voering, schuldhulpverlening, behandelaars, financiën, voeding, gezondheid, middelengebruik (roken, alcohol e.a.) etc. Met de extramuralisering komen er meer partijen bij voor de mensen (verzekeringen, nutsvoorzieningen, wooncorporaties etc.). Goede coördinatie en afstemming is belangrijk, waarbij alle partijen samenwerken in ondersteuning. Het is belangrijk dat de coördinatie gebeurt door iemand die ook bij de directe ondersteuning nauw betrokken is en snel kan ingrijpen of stappen kan zetten richting andere partijen.
12345
Notitie extramuralisering 210513docx (2).docxPagina 10 van 13
24-05-2013
Overzicht aantallen ZZP’s in Hengelo Tabel 5 ZZP
1 januari 2012
1 januari 2013
Toe/afname
VV01
15
15
-
VV02
85
55
-30
VV03
95
125
+30
VV04
125
110
-15
320
305
-15
VG01
10
5
-5
VG02
50
60
+ 10
VG03
85
110
+ 25
145
175
+30
GGZ01B
x
x
X
GGZ02B
x
x
X
GGZ03B
x
x
X
GGZ04B
5
5
X
5
5
0
GGZ01C
5
5
0
GGZ02C
30
30
0
GGZ03C
90
105
+15
GGZ04C
25
35
+10
150
175
+25
620
660
+40
Totaal
Notitie extramuralisering 210513docx (2).docxPagina 11 van 13
24-05-2013
Hengelose aanpak: De gemeente Hengelo heeft gekozen voor een proactieve benadering van de extramuralisering. Vanuit de programmaraad Welzijn, Wonen en Zorg is een werkgroep geformeerd die zich bezig houdt met de gevolgen van de maatregel voor zowel de burger, gemeente, zorgaanbieders en woningcorporatie. Deelnemende organisaties in de werkgroep zijn: Welbions, Zorggroep Manna, Triviummeulenbeltzorg, Carintreggeland, RIBW, Tactus, Mediant, Aveleijn, Interact contour en gemeente. Doel van de werkgroep is een verdere uitwerking van deze notitie met daarin een inventarisatie van de gevolgen en een voorstel tot het opzetten van een tweetal pilots en het aandragen van oplossingsrichtingen. Er is gebrainstormd over een aantal thema’s die benoemd zijn in tabel 6. Deze thema’s vormen de agenda van de werkgroep. Regionaal is Hengelo trekker van dit dossier en wordt er samengewerkt met de gemeente Enschede aan een regionale notitie. Landelijk neemt Hengelo deel aan de leerkring wonen en zorg met een ambtenaar van de afdeling MO (sociaal) en een ambtenaar van de afdeling REO (fysiek). Zo is er een optimale afstemming tussen fysiek en sociaal. Tabel 6
1
Thema’s
opmerkingen
Mogelijke leegstand
Wat betekent dit en kunnen er slimme oplossingen bedacht worden?
2
Huurcontracten in combinatie
Deze komen onder druk te staan.
met begeleidingscontracten
Vragen die opkomen: Welke eisen gaan de woningcorporatie stellen? Wie gaat waar zorg leveren? Is alles juridisch goed afgedicht? Hoe zit het met de huurbeschermingswet? etc…
3
Financiën
Budgetten gaan op allen fronten minder worden. Wat betekent dit voor de organisaties en de burger? Nu nog steeds onduidelijkheid vanuit het regeerakkoord.
4
Combinaties van wonen,
De uitdaging is hoe je de gaten op kunt vullen die gaan
welzijn en zorg als
ontstaan en de mensen op kunt vangen die door alle
oplossingsrichting (ontwikkeling
maatregelen getroffen worden.
woonservicegebieden)
De groep vanaf ZZP 3 betreft mensen met en beperkte zelfregie. Uitdaging ligt o.a. hier.
5
Leefbaarheid in de wijk
De gedachte dat mensen in hun eigen wijk wooncarrière kunnen maken lijkt weer achterhaald. Woningcorporaties krijgen te maken met wijken waar veel portiek etage woningen zijn. Hier ligt de mutatiegraad hoog. De MO, GZ en GGZ trekt hier veelal naar toe. Betekent een concentratie van doelgroepen in de wijk. Kan een wijk dit aan en wil je dit? Draagkracht versus draaglast. Gekeken moet worden naar steunpunten in een brede context in de wijk. Te
Notitie extramuralisering 210513docx (2).docxPagina 12 van 13
24-05-2013
denken valt aan huisartsen en andere zorgverleners, welzijnswerkers, vrijwilligers etc. Hoeft niet per se fysiek. Het kunnen ook ‘wegwijzers’ in de wijk zijn. N.B. Gemeente is samen met Scala, Carint en SIZT bezig met het door ontwikkelen van het zorgloket naar een dienstencentrum met daaraan gekoppeld ‘wegwijzers’ in de wijk. 6
Koppeling budgetten
Interessant is de vraag of budgeten (WMO, subsidies en/of AWBZ)gekoppeld kunnen worden om bijv. op wijkniveau in te zetten. Dit vraagt om nader onderzoek naar de mogelijkheid hiervan en de wil bij de verschillende organisaties.
7
Groot Driene als ‘oefenwijk’
Van de wijk Groot Driene is een folder genaakt met daarin kort alle info op het gebied van wonen, welzijn en zorg. Deze heeft gedient als input voor een bijeenkomst op 10 december a.s. rondom ouderenzorg in de wijk. Binnen de werkgroep kan de folder gebruikt worden om te oefenen met de effecten van de extramuralisering.
8
Schulddienstverlening
Door de extramuralisering is er een grotere kans op huurschulden. Hoe leren we mensen omgaan met schulden. Wat zijn de mogelijkheden?
Proces De werkgroep zal een verdere uitwerking van deze notitie met daarin een inventarisatie van de gevolgen, een voorstel tot het opzetten van een tweetal pilots en oplossingsrichtingen voorleggen aan de programmaraad wonen, welzijn en zorg. Streven is de programmaraad van oktober 2013. Verwachting is dat dit leidt tot een vervolgopdracht die in de programmaraad verder besproken zal worden.
Notitie extramuralisering 210513docx (2).docxPagina 13 van 13
24-05-2013