BUNDEL COMMISSIE SOCIAAL 8 JANUARI 2014
AGENDA
RAADSCOMMISSIE
SOCIAAL
Aan de leden van de raadscommissie Sociaal Onderwerp Uitnodiging commissievergadering
Datum 19 December 2013
0B
Geachte leden, Hierbij nodig ik u uit voor de vergadering van de commissie Sociaal op WOENSDAG 8 januari 2014 om 19.30 uur in de Burgerzaal en DONDERDAG 9 januari 2014 om 19.30 uur in de Raadzaal van het stadhuis
Agenda:
Portefeuillehouder
1.
Opening en mededelingen van de voorzitter
2.
Vaststellen van de agenda
3.
Stukken ter informatie Zie onderaan de agenda de stukken die ter informatie worden aangeboden
4.
Actielijst 27 november 2013
5.
Mededelingen van het college
6.
Actualiteiten en vragen van de commissie Vragen graag uiterlijk op de dag van de vergadering vóór 9.00 melden bij de commissiegriffier(
[email protected])
7.
Kunst- en Cultuurbeleid 2014-2020 (1008745)
Mulder
De commissie wordt gevraagd te adviseren voor raadsbehandeling om de nieuwe nota kunst en Cultuurbeleid vast te stellen als kader voor het gemeentelijk cultuurbeleid. 8.
Leerplichtverslag en RMC rapportage 2012 – 2013 (1009139)
Lievers
De commissie wordt gevraagd te adviseren voor raadsbehandeling om het leerplichtverslag en RMC verslag schooljaar 2012-2013 vast te stellen. 9.
Begroting 2014 Stichting Scholengroep Primato (1009070)
Lievers
De commissie wordt gevraagd te adviseren voor raadsbehandeling om in te stemmen met de begroting 2014 en kennis te nemen van de meerjarenbegroting 2014-2017 van Stichting Scholengroep Primato. 10.
Meerjarenbegroting 2014-2018 stichting OSG Hengelo (1008132)
Lievers
De commissie wordt gevraagd te adviseren voor raadsbehandeling om in te stemmen met de begroting 2014 en kennis te nemen van de meerjarenbegroting 2014-2018 van de Stichting OSG Hengelo. 11.
Rondvraag
Bezoekadres Burg. Jansensplein 1 E-mail adres
[email protected]
Behandeld door Mevr. A. Haarhuis Tel. 074-2459978 Fax. 074-2459233
Voor u zijn de volgende stukken ter informatie aangeboden: A. Informerende brief van het college over subsidieregel bewonersparticipatie 2014 (criteria Buurtbonnen) (1009819) B. Informerende brief van het college over Verbeterplan ihkv de aanvraag Meerjarige aanvullende uitkering (MAU) (1009544) C. Informerende brief van het college over het aanbieden beroepschrift ihkv de aanvraag Incidentele Aanvullende Uitkering (IAU) 2011 (1009540) Voor alle agendapunten geldt dat, volgens afspraak, de technische en feitelijke vragen vóóraf via de mail (
[email protected]), of rechtstreeks aan de behandelend ambtenaar, gesteld dienen te worden. De antwoorden worden dan zo spoedig mogelijk gegeven en aan allen beschikbaar gesteld. De voorzitter van de commissie, Namens deze, Anke Haarhuis Commissiegriffier
AGENDA Aan de leden van de raadscommissie Sociaal Onderwerp Uitnodiging commissievergadering
Datum 19 December 2013
Hierbij nodig ik u uit voor de UITLOOP-vergadering van de commissie Sociaal op DONDERDAG 9 januari 2013 om 19.30 uur in de Raadzaal van het stadhuis.
Agenda:
Portefeuillehouder
1. Opening en mededelingen van de voorzitter 2. Vaststellen van de agenda 3. Participatiewet
60min
Ten Heuw
Op 2 december heeft het Kabinet de langverwachte Participatiewet bij de Tweede Kamer ingediend. Datum van behandeling is nog niet bekend. En ook de uitkomsten daarvan niet. Toch is er een aantal belangrijke uitgangspunten te destilleren uit het wetsontwerp. Daarop moet de gemeente zich voorbereiden. Vandaar dat het ons goed lijkt de belangrijkste elementen uit de wet met de commissie door te nemen en de belangrijkste dilemma’s/vraagpunten in beeld te brengen. Daarbij moet aangetekend worden dat veel uitwerkingszaken op dit moment nog onderwerp van bespreking en overleg zijn binnen de zogenaamde Werkkamer. 4. Rondvraag
De voorzitter van de commissie, Namens deze,
Anke Haarhuis Commissiegriffier
Actielijst Raadscommissie Sociaal 27 November 2013 Datum Opvoer Onderwerp/aanleid Actie Stand van zaken 19-6-2013 Toekomst Primato Samenleving In december is het volgend overleg over het buitenonderhoud dat overgaat naar scholen (nulsituatie en teruglever-situatie). Daarna komt de wethouder met meer informatie
Nummer + corsanr. 1 (511368)
Streef datum 20-12-2013
2 (513291)
20-12-2013
3 (508568)
1-1-2014
13-3-2013 procesbrief Vrijwilligers en Mantelzorgers
Samenleving De rol/positie van de mantelzorger wordt meegenomen in het proces rondom het beleidsplan AWBZ.
4
8-1-2014
5-11-2013 Buurtbonnen
Samenleving De wethouder zal de criteria voor de besteding van de buurtbonnen Lievers nogmaals met de commissie delen. Daarbij zal ook de input van de bewonersoverleggen worden meegenomen. Staat geagendeerd. Kan van de actielijst af.
25-9-2013 Vogelkwartier/Denks SAM port Motie vreemd in raad 8 oktober.
wethouder Lievers
Wethouder is in gesprek met zowel Vogelkwartier (kijken naar Lievers mogelijkheden tot een andere (hoofd)huurder erbij te vinden voor voornamelijk overdag)als Denksportcentrum (kijken of het centrum ‘tegen een redelijke prijs’ zelf kan kopen).In december komt de wethouder middels een verslag met de stavaza. Oude Alink/Lievers
5 (512999)
10-1-2014
28-8-2013 Projectplan Maatschappelijke participatie
Samenleving De wethouder heeft toegezegd in januari een evaluatie te doen van Ten Heuw de uitvoering van het projectplan maatschappelijke participatie met daarbij o.a. aandacht voor motivatie, en dat wat de deelnemers geleerd hebben.
6 (511369)
12-2-2014
19-6-2013 Toekomst Primato
Samenleving In dec komt Primato met de definitieve statuten, die gaan daarna in Lievers procedure en worden nog deze Raadsperiode voorgelegd.
7 (501553)
1-3-2014
16-1-2013 Maatschappelijke stages
Samenleving De wethouder gaat in overleg met de scholen of en zo ja hoe maatsschappelijke stages na 1 januari 2015 kunnen worden ingevuld.
8 (514710)
12-2-2014
Actiepunten afgevoerd : 511370 25-9-2013
27-11-2013 Verzoek St. Centrum- Ruimte management
3-7-2013 Behandeling Kadernota in de raadsvergadering Scootmobielen
Lievers
Bij de behandeling van de Winkeltijdenverordening zegt Mariska ten Ten Heuw Heuw toe nog deze collegeperiode te willen onderzoeken in hoeverre aan de wens van de stichting Centrummanagement (o.m. promotie-offensief) tegemoet gekomen kan worden.
Samenleving/ Er komt een overzicht rond de bezuinigingen op scootmobielen, Psz stand van zaken t.a.v. alles wat we al gedaan hebben. De commissie heeft per mail (dd 14-11)een notitie ontvangen, agendapunt kan worden afgevoerd.
Oude Alink
RAADSBESLUIT ZAAKNUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
1008745
Reek, Yvonne van den
SAM-MO
Wieger Mulder
ONDERWERP
Kunst- en cultuurvisie Hengelo 2014-2020
DE RAAD VAN DE GEMEENTE HENGELO BESLUIT:
De Kunst- en cultuurvisie 2014-2020 vast te stellen als kader voor het gemeentelijk cultuurbeleid.
PUBLIEKSVRIENDELIJKE SAMENVATTING
De Kunst- en cultuurvisie 2014-2020 beschrijft hoe de gemeente de komende jaren het culturele klimaat van Hengelo wil blijven ondersteunen. Kunsteducatie op de basisscholen blijft intact. Ook basisopleidingen na school kunnen op financiële ondersteuning blijven rekenen. Daarmee beoogt de gemeente een continue toestroom van nieuwe 'cultuurconsumenten' te bevorderen. De gemeente ziet nieuwe kansen voor de professionele cultuursector. Samenwerking is daarbij het sleutelwoord, zowel tussen de instellingen als met instellingen buiten Hengelo en internationaal. DE GEMEENTERAAD VAN HENGELO,
De griffier
DATUM
De voorzitter
RAADSADVIES ZAAKNUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
1008745
Reek, Yvonne van den
SAM-MO
Wieger Mulder
ONDERWERP
Kunst- en cultuurvisie Hengelo 2014-2020
PROGRAMMA/FACET-AGENDA
Niet van toepassing
AANLEIDING, DOEL EN WAT GING ER AAN VOORAF
De Kunst- en cultuurvisie Hengelo 2014-2020 is opgesteld op basis van de bestuurlijke opdracht die in februari 2013 is besproken en geaccordeerd door de raadscommissie Sociaal. Het betreft een actualisatie van het gemeentelijk cultuurbeleid als beschreven in de nota Vrij spel voor de verbeelding uit 2007. Deze nota kende een doorloop tot 2010. Via deze nieuwe nota wordt ook uitvoering gegeven aan diverse raadsmoties over dit onderwerp. Het eerste concept van de nieuwe gemeentelijke nota is op 25 juni 2013 besproken in de commissie Sociaal. Het rapport van de kwartiermaker en de culturele kernvoorzieningen is op 5 juli 2013 aangeboden aan de wethouder van cultuur. Op dit rapport van de culturele instellingen is een aparte reactienotitie gemaakt en in oktober gezamenlijk met de gemeentelijke concept cultuurnota besproken. In oktober heeft het college de gemeentelijke concept cultuurnota vrijgegeven voor inspraak. Deze reacties zijn opgenomen in de aparte inspraaknotitie. In de (aangepaste) gemeentelijke nota zijn de opmerkingen uit de verschillende inspraak reacties verwerkt. INHOUD VAN HET VOORSTEL
De kernuitgangspunten van de nota zijn: - De missie uit de vorige kunst- en cultuurnota blijft intact. Wel is sprake van een gewijzigde rol van de overheid (meer afstand) en moeten de bezuinigingen worden verwerkt. Dat betekent temporiseren van ambities, zonder de missie los te laten. - ‘Kunst (& cultuur) + techniek’ is het motto voor ons kunst- en cultuurbeleid. Daarmee worden kunst en cultuur als rode draad verbonden aan de kracht en traditie van onze stad, met zijn dwarsverbanden met onderwijs, bedrijfsleven, creatieve industrie etc. - De basiseducatie kunst en cultuur intact laten. Hoe de Muziekschool de basisvorming gaat realiseren zal in overleg met de gemeente en de amateurverenigingen in 2014 worden uitgewerkt. Vervolgonderwijs overlaten aan ouders/verzorgers en aan de markt. - Wij hebben gekeken naar een mogelijke clustering van instellingen, waarbij de leidraad was: educatie, musea en podia. De gezamenlijk culturele instellingen hebben zelf ook de handschoen opgepakt en naar hun functies en samenwerkingsverbanden gekeken. Dit heeft geleid tot het rapport Naar een toekomstbestendige culturele infrastructuur. In deze nota is samenhang gebracht tussen beide, waarbij onze visie op leren, educatie van groot belang vinden voor de toekomst. Verdergaande samenwerking op basis van programmering tussen kunst-, muziek-, cultuur-, erfgoed- en techniekeducatie blijft dan ook voorop staan -Na de sluiting van AkkuH zijn we samen met Hengelose beeldend kunstenaars gaan nadenken over de manier waarop we beeldende kunst in Hengelo kunnen blijven presenteren. De nadruk ligt op programmering en niet op stenen. Wij willen de nog beschikbare middelen inzetten voor programmering van beeldende kunst in Hengelo. Hoe en door wie de programmering zal plaatsvinden wordt in een apart document verder uitgewerkt. Dit document zal op een later tijdstip ter besluitvorming worden aangeboden. - Gemeentelijke panden vormen het uitgangspunt voor de huisvesting van culturele instellingen. Participatie: Bij de totstandkoming van de conceptnota zijn verschillende partners betrokken. Met de beeldende kunstenaars is een intensief traject gevolgd, de 6 culturele kernvoorzieningen hebben gezamenlijk een rapport opgesteld en er heeft een enquête plaatsgevonden onder het HengeloPanel. Het gehele
participatietraject wordt geschetst in de inspraaknotitie en in bijlage 1 bij deze notitie. Inspraak: De reacties op de concept cultuurnota zijn opgenomen in een aparte inspraaknotitie. In deze notitie staat welke onderdelen van de inspraakreacties zijn overgenomen in de nota. De reacties zelf zijn integraal terug te vinden in bijlage 2 bij deze inspraaknotitie. BESPREEK- EN BESLISPUNTEN
1. De Kunst- en cultuurvisie 2014-2020 vast te stellen als kader voor het gemeentelijk cultuurbeleid.
FINANCIËLE ASPECTEN
De nota is kaderstellend voor het beleid in de komende jaren en heeft op dit moment geen financiële of personele consequenties. Via de op te stellen uitvoeringsprogramma’s maken we dergelijke consequenties de komende jaren inzichtelijk. Uitgangspunt blijft, dat de gemeentelijke subsidies waarin de bezuinigingen zijn verwerkt, toereikend moeten zijn. BIJLAGE(N)
Kunst- en Cultuurvisie 2014-2020 Inspraaknotitie, inclusief bijlage 1 en 2 Bijlage 1 Participatie cultuurnota Bijlage 2 Inspraakreacties op concept cultuurnota BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN HENGELO,
De secretaris
De burgemeester
Zaaknummer
1008745
Gemeente hengelo Postbus 18 7550 AA Hengelo
Gemeenteraad
Onderwerp Kunst- en cultuurvisie Hengelo 2014 - 2020
Kenmerk 1008745
Datum 18 december 2013
Geachte leden van de raad, Hierbij bieden wij u de cultuurvisie Hengelo 2014-2020 aan. Hoe is deze nota tot stand gekomen? Zoals u ook kunt lezen in de inspraaknotitie heeft het proces van actualisatie van ons kunst- en cultuurbeleid het nodige losgemaakt in onze stad. Wij vinden het waardevol dat er sprake is van een grote betrokkenheid van alle actoren in het culturele veld. Een dergelijk intensief traject heeft uiteraard de nodige implicaties. Zowel wat betreft de doorlooptijd als de veelkleurigheid van de input van de verschillende partners. Tot het laatste moment zijn er nog plannen aangeleverd. We willen recht doen aan alle inspanningen die zijn verricht om tot deze input te komen. En daarom blijft er ruimte om na vaststelling van de visie op onderdelen met elkaar tot een verdere uitwerking te komen. Hoe kunt u de nota lezen? De nota omvat zowel een visiedeel als een uitwerkingsprogramma. Het visiedeel (in de hoofdstukken 1 t/m 3) bevat de missie en de visie op de creatieve keten in Hengelo. Centraal daarin staat het geven van ruimte voor de ontwikkeling van creatief talent in onze stad. Een beschrijving van de context (actoren, huisvesting en financiën) treft u aan in de hoofdstukken 4 t/m 7. De concretisering van de visie treft u in de nota in de vorm van een uitwerkingsprogramma, met daarin ook ruimte voor de partners voor verdere inkleuring. Dan gaat het om acties en projecten voor de komende jaren. Dit vindt u in hoofdstuk 8. Wat is er anders ten opzichte van de concept-nota? De conceptnota is voor eerste lezing behandeld in uw commissie sociaal op 25 juni 2013 en kon rekenen op het nodige draagvlak bij uw raad. Specifieke aandacht werd gevraagd voor de beeldende kunst en tevens bleef het thema samenwerking tussen de culturele kerninstellingen actueel. De visie zoals die nu voorligt is op een aantal punten aangepast ten opzichte van de concept cultuurvisie waarop de inspraak heeft plaatsgevonden:
Zaaknummer
1008745
1. Allereerst hebben we het onderdeel over de Hotlo eruit moeten halen. Helaas bereikte ons een paar weken geleden het bericht dat de inspanningen van de stichting niet tot het beoogde resultaat hebben geleid. 2. De formuleringen in de nota over het bieden van depotruimte voor de collectie Hengelo zijn redactioneel aangepast. 3. Daarnaast heeft u als raad in november een motie aangenomen over het plan HeArtpool. Inmiddels heeft HeArtpool een hernieuwd plan ingediend. Dit plan hebben wij eind november ontvangen. Om dit actuele plan goed te kunnen beoordelen hebben we meer tijd nodig. Onderdelen van het plan hangen namelijk samen met de afronding van de bezuiniging op AkkuH en de consequenties daarvan (resterende financiële ruimte). Ook is er meer duidelijkheid nodig over de financiële ruimte die voor het plan wordt gevraagd. Om deze reden hebben we zowel het oorspronkelijke scenario rond de programmaraad voor de beeldende kunst als het hernieuwde plan HeArtpool geschetst in de nota. Wij gaan over de mogelijke scenario’s in gesprek met de betrokken partijen en de uitkomst daarvan zal afzonderlijk aan uw raad ter besluitvorming worden aangeboden. 4. Als laatste hebben wij in de nota de ruimte geboden aan de Muziekschool om in 2014 met een toekomstplan te komen. Door de muziekschool is ruimte gevraagd om met een eigen visie te komen op de organisatie en de muziekeducatie. In de nota is aangegeven dat wij er aan hechten dat bij de uitwerking van die eigen visie aandacht wordt gegeven aan de samenwerking met amateurverenigingen. Vlak voor besluitvorming in ons college is, aanvullend op het plan van de culturele kerninstellingen een plan ingediend door het Rabotheater, dat inzet op het samengaan van het Rabotheater en de muziekschool. Wij hebben moeten constateren dat dit geen gezamenlijk plan van Rabotheater en muziekschool is. Verder hebben wij in onze reactie op het toekomstplan van de instellingen aangegeven dat inzet op de ‘high-arts’ niet aansluit op de hoofdlijn van beleid (inzet op basiseducatie) en geen meerwaarde te zien in een fusie. Wij zien geen aanleiding van deze koers af te wijken. Dat neemt niet weg dat er elementen in het plan zijn opgenomen die het waard kunnen zijn om in samenwerking op te pakken. Wij geven dan ook de muziekschool in overweging om over waardevolle elementen rond samenwerking in dit plan met het Rabotheater in gesprek te gaan.
We realiseren ons dat het culturele veld volop in beweging is. Wij vertrouwen er op dat deze gemeentelijke visie richting geeft aan de versteviging van de culturele infrastructuur en de verdere vormgeving van het gemeentelijk cultuurbeleid. Met vriendelijke groet, Burgemeester en wethouders van Hengelo, de secretaris, de burgemeester,
KenT u Hengelo?
Kunst (& cultuur) en Techniek in Hengelo
Kunst- en cultuurvisie Hengelo 2014-2020
Hengelo, januari 2014
INHOUD
Voorwoord wethouder Mulder
p. 3
1. Inleiding
p. 5
2. Missie
p. 7
3. De creatieve keten
p. 11
3.1 Leren 3.2 Presenteren
p. 12 p. 14
4. De spelers
p. 17
5. Kunst en cultuur over de grenzen heen
p. 26
6. De huisvesting
p. 28
7. De financiën
p. 31
8. Uitwerkingsprogramma
p. 34
Bijlagen
p. 35
i.
het culturele dna van Hengelo
ii.
de spelers in het veld
iii. financiële overzichten • • •
benchmark uitgaven voor cultuur huisvestingslasten (2010) Hengelo budgetten en bezuinigingen 2010-2014 Hengelo
iv. enquête Kunst & Cultuur Hengelo panel voorjaar 2013 (samenvatting)
Voorwoord “We leven niet in een tijdperk van verandering, maar in een verandering van tijdperken.” Dat houdt professor Transitiekunde Jan Rotmans ons voor in zijn boek In het oog van de orkaan. 1 “Onze samenleving is in een overgangsfase en bevindt zich op een kantelpunt. Van een verticale, centrale en verzuilde samenleving naar een horizontale, decentrale netwerksamenleving. In deze kantelperiode worden oude systemen afgebroken en nieuwe opgebouwd. Oude waarden verdwijnen, nieuwe waarden ontstaan.” 0F
Rotmans laat ons zien, dat we ongemerkt op weg zijn naar een geheel andere - duurzame samenleving. Daarin regeert niet langer de ‘perverse prikkel’ van het geld, maar gedragen we ons als prosumenten. In buurt- of ander klein verband pakken we de maatschappelijke uitdagingen op. We produceren onze eigen elektriciteit, ruilen diensten en goederen uit (zonder de tussenkomst van geld), delen auto’s en gereedschappen etc. Als zo vaak is de creatieve klasse zich het eerst bewust van deze ingrijpende transitie. Zij is wars van ‘glitter en glamour’. In kleinschalige verbanden, gelijkend op corporaties en de aloude gilden, staat men voor elkaar klaar. Van oudsher heeft Hengelo een creatieve klasse van enige omvang. Stork had vrijdenkers nodig, creatieve techneuten, hoogopgeleid, die voor de vernieuwingen konden zorgen. Om die een aantrekkelijke omgeving te bieden investeerde Stork in een plezierig woonklimaat (’t Tuindorp) en in de culturele infrastructuur. We mogen hem daar dankbaar voor zijn. Voor Stork gingen kunst en techniek hand in hand, Kunst en Techniek: KenT. Door de decennia heen kennen we in onze stad een bloeiend cultureel leven, zowel professioneel als bij de talloze amateurverenigingen. Cultuur zit in ons dna. In deze ‘verandering van een tijdperk’ moeten we dat koesteren. Ondanks de bezuinigingen de basis in stand houden. Jongeren en volwassenen blijven interesseren voor kunst en cultuur. Maar: de bezuinigingen zijn onontkoombaar. De taken die gemeenten erbij krijgen, gaan gepaard met omvangrijke kortingen vanuit het rijk. Die moeten deels uit ons vrij besteedbaar budget worden gecompenseerd. Daar vallen ook kunst en cultuur onder. Landelijk leidt dat voor die sector tot een bezuiniging die kan oplopen tot wel 40%. We hebben onze missie ten aanzien van kunst en cultuur uit de eerdere kunst- en cultuurvisie Vrij spel voor de verbeelding tegen het licht gehouden. Naar onze mening is er geen reden de missie geheel te herzien; deze geeft nog steeds goed ons culturele dna weer. Het is onze inzet om de functies in onze culturele infrastructuur overeind te houden en activiteiten te ondersteunen. Aanpassingen en besparingen zoeken we in huisvesting en organisaties. We staan voor scherpe keuzes om het basisniveau te kunnen handhaven. Verandering van een tijdperk vraagt om creativiteit en vernieuwingsdrang. Die uitdaging gaan we aan!
Wieger Mulder, Wethouder Cultuur
1
In het oog van de orkaan. Nederland in transitie, p.6. Jan Rotmans, 2012. Boxtel: Uitgeverij Æneas. Hij citeert Herman Verhagen (2011) uit De Duurzaamheidsrevolutie: hoe mensen organisaties en organisaties de wereld veranderen. Utrecht: uitgeverij Van Arkel.
3
1. Inleiding Uitgangspunt voor onze Sociale Visie 2010 is ‘zorgen dat…’ in plaats van ‘zorgen voor…’. De gemeente komt meer in een regisserende en faciliterende rol dan zelf voor de oplossing te zorgen. Dat geldt ook voor de kunst- en cultuursector. Deze maatschappelijke tendens is versterkt door de bezuinigingen. Om als sector te overleven, moeten we alle creativiteit aanspreken. Maar ook los durven laten, meer vertrouwen op de samenleving in al zijn geledingen. We zien onvermoede krachten en creativiteit vrijkomen, nieuwe combinaties en samenwerking. Om met Milton Friedman te spreken: never waste a good crisis! missie blijft intact In Vrij spel voor de verbeelding. Kunst- en cultuurvisie 2010 gemeente Hengelo is de missie als volgt omschreven. “De komende jaren willen wij de culturele identiteit van Hengelo verder versterken. Wij willen zorg dragen voor een kwalitatief sterke, duurzame en diverse culturele infrastructuur. Wij willen het cultureel bewustzijn van de inwoners van Hengelo stimuleren, zodat zij weten wat hun stad aan kunst en cultuur te bieden heeft, daar in geschoold kunnen worden en er volop aan kunnen deelnemen. En wij willen kansen geven aan kunstenaars om in Hengelo te werken of hun werk te presenteren.” Gezien de precaire overheidsfinanciën zien wij geen mogelijkheden om de culturele infrastructuur in zijn volle omvang te versterken. We moeten samen alle zeilen bijzetten om het huidige niveau op peil te houden. Daarvoor is veel creativiteit en innovatie nodig, ook om te voorkomen dat we nu zaken afbreken waar we later spijt van krijgen. Dat laat onverlet, dat we als gemeente een taak houden om kunst en cultuur mogelijk te maken. De missie uit 2010 blijft voor ons intact; alleen het tempo verandert. De gemeente blijft tot taak houden voorwaarden te scheppen om kunst en cultuur in de samenleving mogelijk te maken.
beleid gericht op periode 2014-2020, met in 2016/7 tussenevaluatie Met deze nota willen we de hoofdlijnen van ons kunst- en cultuurbeleid uitstippelen voor het lopende decennium. Een horizon tot 2020 is te overzien. Via het uitwerkingsprogramma houden we een vinger aan de pols. Een tussenevaluatie in 2016/7 geeft ons de mogelijkheid het beleid bij te stellen. leeswijzer Na deze inleiding ‘ontrafelen’ we eerst de missie. Daarbij geven we tevens aan, wat er in de vorige beleidsperiode is terecht gekomen van de voornemens uit de kunst- en cultuurvisie Vrij spel voor de verbeelding. Aan de hand van de creatieve keten preciseren we de bedoelingen van ons kunsten cultuurbeleid. Onderbouwd wordt, waarom we accenten leggen bij ‘leren’ en ‘presenteren’. We geven aan, wat onze gemeentelijke rol is en wat we op afstand zetten of loslaten. We hebben oog voor de ‘spelers in het veld’, zowel de professionele kunstbeoefenaren als de amateurkunst. Teksten in kaders geven ambities en/of beleidsvoornemens weer. Deze worden nader geconcretiseerd in het slothoofdstuk Uitwerkingsprogramma. We kijken verder over de grenzen van onze gemeente heen en geven richtingen aan voor regionale en internationale samenwerking. Een belangrijk aspect vormt de huisvesting. Uitgangspunt is voor ons wat we in 2010 in onze Sociale Visie 2020 schreven: “(..) De activiteiten staan centraal, niet de accommodaties of organisaties.” 2 We brengen de accommodaties voor kunst- en cultuuractiviteiten in kaart en zoeken naar mogelijkheden voor optimaal (mede)gebruik. Een aantal accommodaties staat buiten discussie, zoals het Rabotheater en Metropool. Hun locatie is gelijk aan hun (podium)functie. 1F
2
Sociale Visie 2020, p. 14. Hengelo, vastgesteld in de raadsvergadering van 14 december 2010.
5
Niet onbelangrijk is vervolgens de vraag, welke financiële middelen beschikbaar zijn. Gemeentelijk, en ook uit andere bronnen. Al het voorgaande mondt uit in een uitwerkingsprogramma 2014-2020, met concrete acties voor de komende jaren. Een aantal bijlagen is toegevoegd aan deze nota. Tegelijk met deze nota brengen we een Inspraaknotitie uit. Deze geeft het hele proces weer, dat we hebben doorlopen in de totstandkoming van deze kunst- en cultuurvisie, welke reacties dat heeft opgeleverd en of en hoe deze in de uiteindelijke visie zijn verwerkt.
6
2. Missie Cultuur bestaat al sinds mensenheugenis. Het is een onderdeel van onze persoonlijke ontwikkeling en ontwikkeling in de samenleving. In de loop van de tijd is het belang alleen maar groter geworden. Er is meer vrije tijd en daardoor meer behoefte aan vrijetijdsbesteding, ook waar het gaat om cultuur. Tegenwoordig is cultuur ook een synoniem voor levendigheid in de stad, een motor voor stedelijk toerisme en een bijdrage aan binnenstedelijke economie als gevolg van spin off voor de (binnen)stad of rechstreeks als onderdeel van de (creatieve) economie. Cultuur is een voorziening geworden, die ook waarde heeft als vestigingsfactor en waarde heeft voor de ontwikkeling van het vastgoed in de stad in het algemeen en aanleiding geeft om trots te zijn op onze stad. Onze missie richt zich op behoud en versterking daarvan. de missie ‘ontrafeld’ “De komende jaren willen wij de culturele identiteit van Hengelo verder versterken. Wij willen zorg dragen voor een kwalitatief sterke, duurzame en diverse culturele infrastructuur. Wij willen het cultureel bewustzijn van de inwoners van Hengelo stimuleren, zodat zij weten wat hun stad aan kunst en cultuur te bieden heeft, daar in geschoold kunnen worden en er volop aan kunnen deelnemen. En wij willen kansen geven aan kunstenaars om in Hengelo te werken of hun werk te presenteren.” Als gezegd blijft deze missie uit Vrij spel voor de verbeelding. Kunst- en cultuurvisie 2010 gemeente Hengelo intact. De onderstreepte passages werken we hieronder uit. • culturele identiteit Het cultureel bewustzijn van de inwoners en het lokale kunst- en cultuuraanbod zijn bepalende factoren voor de culturele identiteit van een stad. Andere factoren die de culturele identiteit bepalen, zijn de lokale cultuurhistorie en het uiterlijk van een stad. De culturele identiteit is niet alleen van belang voor de inwoners zelf, maar ook voor het aantrekken van toeristen en van nieuwe, hoogopgeleide en creatieve inwoners. Deze stimuleren de lokale economie en werkgelegenheid. Kunst en cultuur hebben in die zin belangrijke economische effecten van voor een stad. Er ligt een verband tussen de cultuurhistorie van Hengelo en de aard en omvang van onze culturele infrastructuur. De basis is gelegd aan het eind van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw door de grondleggers van de industrie in onze stad. Vooral de familie Stork heeft daarin een grote rol gespeeld. Zij investeerden niet alleen in fabrieken en machines, maar ook in culturele voorzieningen als een leeszaal, een concertgebouw en amateur(muziek)verenigingen. Daarmee onderkenden zij het belang van kunst en cultuur voor het functioneren van de samenleving. Uit dat besef is ons culturele dna ontstaan, zoals verwoord in bijlage 1. Cultuur raakt ons allen. Samen maken we de cultuur van een stad. Sommigen doen dat beroepsmatig, anderen als hobby. In de culturele sector in Hengelo zijn enkele honderden inwoners werkzaam, van baliemedewerker tot directeur of zelfstandig kunstenaar. Van de 50 grootste gemeenten van Nederland presteert Hengelo hierin anno 2012 desondanks beneden het gemiddelde. 3 Zowel qua cultureel aanbod, podiumkunsten, theatervoorstellingen als klassieke en popconcerten scoren we onder het gemiddelde. Dat ligt mede aan het feit, dat we geen centrumstad zijn en andere steden in onze directe omgeving hebben. 2F
De omvang en kwaliteit van de ‘creatieve klasse’ 4 bepaalt mede de aantrekkelijkheid van een stad als vestigingsplaats. Een aantrekkelijke woonstad trekt niet alleen mensen aan, maar ook bedrijven en werk. 5 Het gaat daarbij niet alleen om de podia, bioscopen, horeca enz. Consumenten willen iets beleven: de stad als belevenis, met een verrassende programmering en met evenementen. 3F
4F
3
Atlas voor gemeenten 2012. Gerard Marlet, Clemens van Woerkens. Nijmegen, 2012 De creatieve klasse omvat meer dan de cultuur. Marlet schaart eronder: wetenschappers en onderzoekers, ICT’ers, ingenieurs, architecten, tv-makers, journalisten, kunstenaars, alsmede managers en verkopers in creatieve en innovatieve bedrijfstakken. Anno 2004 zo’n 19% van de Nederlandse beroepsbevolking. De aantrekkelijke stad, p. 124 5 De aantrekkelijke stad, p.14. Gerard Marlet. Nijmegen, 2009. 4
7
1 op de 5 werkenden in onze stad behoort tot de creatieve klasse 6. In absolute zin een behoorlijke omvang, hoewel we daarmee net onder het landelijke gemiddelde zitten: Hengelo 20%, gemiddeld 24%. Enschede en Almelo scoren lager, resp. 18 en 14%. 5F
Ondanks de initiatieven van de afgelopen jaren om de creatieve klasse een impuls te geven, zoals bij Metropool en de Creatieve Fabriek, liggen er voor onze stad nog veel uitdagingen. Samenwerking is daarin naar onze mening het sleutelwoord. We keren daarvoor terug naar onze roots: de combinatie van kunst en techniek. …. kunst en techniek verbinden …. Stork kon uitgroeien tot een global player dankzij de continue stroom van vernieuwingen die het bedrijf wist te realiseren. Innovatie als traditie is sindsdien het kenmerk van onze plaatselijke industrie. Nog steeds is ongeveer een kwart van onze beroepsbevolking werkzaam in de maakindustrie. Die doet een beroep op vakmanschap, creativiteit en vernieuwingsdrang. Er is sprake van een welbegrepen combinatie van kunst en techniek. Deze combinatie zit in ons dna (zie bijlage1) en ligt aan de basis van het succes van Hengelo, omdat ze verbindt. Ze verbindt de kunstensector met de industrie, ze verbindt onderwijs en techniek. Ze komt tot uiting in onze instellingen, zoals de musea en de educatieve centra. Ze is essentieel voor de creatieve industrie. Kortom: kunst en techniek vormen een gouden combinatie, die we als (ver)bindend element inzetten in ons kunst- en cultuurbeleid met zijn vertakkingen naar allerlei andere aspecten in onze samenleving. Kunst en Techniek – KenT – loopt dan ook als rode draad door deze nota. Kunst (& cultuur) en Techniek – KenT – zetten we in als motto voor ons kunst- en cultuurbeleid. • kwalitatief sterke, duurzame en diverse culturele infrastructuur De afgelopen twee decennia is in onze stad veel bereikt qua nieuwbouw van accommodaties: een nieuwe schouwburg, een nieuw techniekmuseum, een poppodium en een nieuwe bibliotheek. De muziekschool was al goed gehuisvest. Alleen de amateurkunst en CREA hebben nog te kampen met onvolwaardige huisvesting. Hetzelfde geldt voor de Collectie Hengelo. Wellicht biedt efficiënter gebruik van gemeentelijk vastgoed nieuwe mogelijkheden. Zie het hoofdstuk over huisvesting. Van de voornemens uit de vorige kunst- en cultuurvisie Vrij spel voor de verbeelding zijn er diverse gerealiseerd. Zie onderstaand overzicht. culturele basisinfrastructuur voornemens anno 2007 1. realisatie nieuw Metropool 2. nadere invulling van de structurele subsidierelaties, in relatie tot de Algemene subsidieverordening, de Algemene wet bestuursrecht en de Code Cultural Governance: • notitie museumbeleid
6
situatie 2013 Geopend in 2009 Gerealiseerd in 2010 Notitie ‘Kwartiermaken voor de Collectie Hengelo’ is in 2008 vastgesteld als visiedocument voor het gemeentelijk erfgoedbeleid. Vervolgnotitie ‘Deltaplan Collectie Hengelo’ is in 2010 uitgebracht en is in uitvoering.
Als percentage van de beroepsbevolking.
8
3. transformatie van Kunstcentrum naar Centrum Beeldende Kunst: • voorstel verhuizing naar Hazemeyerterrein 4. planvorming voor een nieuw centrum voor kunsteducatie in Hart van Zuid: • oriëntatie • initiatiefvoorstel • voorstel realisatie
Akkuh is verhuisd, maar inmiddels opgeheven vanwege stopzetting subsidie. Veel plannen opgesteld, maar vanwege verslechterende economie niet gerealiseerd
deelname aan kunst en cultuur 5. versterking van het beleid op het gebied van cultuurbereik, met betrekking tot amateurkunst, cultuur in de wijken en cultuur en school: • onderzoek naar integratie kwalitatief cultuuraanbod in brede buurtschoolaanpak en in programma’s van de wijkwelzijnsvoorzieningen • notitie Kunst op School primair onderwijs • notitie Cultuurbereik 2009-2012 6. uitwerking van het evenementen- en communicatiebeleid op het gebied van kunst en cultuur: • voorstel structurele ondersteuning culturele evenementen
Gerealiseerd, voortgezet in afspraken met het Fonds voor Cultuurparticipatie over het programma Cultuureducatie met kwaliteit Budget overgeheveld naar evenementenbudget Bureau Hengelo
productie- en presentatieklimaat van kunst 7. versterking van het beleid op het gebied van beeldende kunst en vormgeving: • notitie atelierbeleid • notitie aankoopbeleid • onderzoek naar uitbreiding 1% regeling kunst in de openbare ruimte • voorstel structurele ondersteuning Lambooijhuis en HeArtpool
Deels gerealiseerd, deels onderhevig aan bezuinigingen.
8. afronding van het haalbaarheidsonderzoek toneelgroep Alaska
Is niet haalbaar gebleken Akkuh is gesloten
9. monitoring en evaluatie van de inpassing van culturele functies binnen de ontwikkeling van De Creatieve Fabriek
Gerealiseerd
Ondanks de verslechterende financiële omstandigheden hebben we de afgelopen jaren veel tot stand weten te brengen. We willen voorkomen, dat dit ‘culturele huis’ vanwege de bezuinigingen als een kaartenhuis inzakt. Daarom willen we de organisaties en spelers sterk en toekomstbestendig maken. Naast de ‘stenen’ kant is het tijd voor ‘nieuwbouw’ van de organisaties en van de individuele inbreng van onze inwoners. We willen zo veel mogelijk de culturele activiteiten centraal stellen en daarvoor de beperkte middelen inzetten.
9
Het culturele dna 7 van de stad komt tot uiting in de betrokkenheid en activiteiten van onze inwoners. Die betrokkenheid willen we in stand houden. 6F
• cultureel bewustzijn van de inwoners Aan het HengeloPanel zijn in het vroege voorjaar van 2013 vragen voorgelegd over kunst en cultuur in onze stad 8. 67% van de 2681 panelleden hebben hun mening gegeven. Uit de antwoorden blijkt een grote culturele betrokkenheid. De meerderheid geeft aan in meer of mindere mate cultureel actief te zijn. Kunst en cultuur maken volgens de meerderheid het wonen in Hengelo aangenamer. Kunst en cultuur is voor een kwart van de ondervraagden erg belangrijk in het dagelijks leven. Voor de helft is het belangrijk en voor de resterende kwart is het minder belangrijk. Vooral kinderen moeten gestimuleerd worden om kennis te maken met kunst en cultuur. Ouders hebben daarin de belangrijkste rol. De kunst- en cultuursector moet meer de eigen broek ophouden. De financiële ondersteuning vanuit de gemeente zou volgens het panel gemiddeld met een kwart kunnen worden verlaagd. In hoofdstuk 4 van deze nota komen de uitkomsten van de enquête meer gedetailleerd aan de orde. 7F
• kansen geven aan beeldende kunstenaars “Wij willen kansen geven aan kunstenaars om in Hengelo te werken of hun werk te presenteren”, staat in de missie anno 2007. Hengelo telt zo’n 80 beeldende kunstenaars die ingeschreven staan als professioneel kunstenaar. De bezuinigingen op cultuur hebben ertoe geleid, dat Akkuh is gesloten. Met de beeldende kunstenaars zijn vervolgens gesprekken aangegaan over de invulling van de resterende middelen. De uitkomsten zijn verwerkt in deze nota. De beeldende kunstenaars hebben zelf ook de handschoen opgepakt. Op allerlei locaties worden exposities ingericht en bijeenkomsten gehouden. Mogelijk blijft er behoefte aan een toegankelijke expositieruimte. Echter de beschikbare middelen zullen bestemd worden voor programmering en niet voor huisvesting. Hoe en door wie de programmering zal plaatsvinden wordt in een apart document verder uitgewerkt. Dit document zal op een later tijdstip ter besluitvorming worden aangeboden. Naast de activiteiten van de beeldende kunstenaars zelf mogen we ons in Hengelo verheugen in diverse particuliere initiatieven. Een ‘modern mecenaat’ 9 wordt steeds belangrijker, nu de publieke middelen gering zijn. 8F
7 8 9
Zie bijlage Zie www.hengelo.nl/hengelopanel voor de volledige rapportage van deze enquête, onder ‘Resultaten’. Zie de paragraaf over de financiën in deze nota, waarin ook de Geefwet 2012 aan de orde komt.
10
3. De creatieve keten Als leidraad voor het kunst- en cultuurbeleid hanteren we het concept van de ‘creatieve keten’ 10. Dit gaat uit van de functies die de culturele sector in een stad kan vervullen. De creatieve keten kent de volgende schakels: leren produceren presenteren interesseren Wij zien de keten als een cyclisch proces, dat zich in de tijd telkens vernieuwt. Het is een denkmodel, dat onze beleidsontwikkeling vergemakkelijkt. In de praktijk overlappen de schakels elkaar en kan een en dezelfde organisatie meerdere functies vervullen. 9F
De creatieve cyclus
Vertaald naar de culturele infrastructuur van Hengelo en de activiteiten daarbinnen komen we tot de volgende globale functieverdeling van de schakels: Leren bibliotheek, kunst- en cultuureducatie (leren zien en leren doen), amateurkunst, muziekeducatie, erfgoed- en techniekeducatie Produceren professionele kunstproductie, amateurkunst Presenteren podia, tentoonstellingsruimten en musea Interesseren cultuurpromotie en -marketing, sponsoring Niet alle schakels zijn even sterk ingevuld, zoals de professionele kunstproductie. Wij vinden dat ook niet noodzakelijk voor een stad met de omvang van Hengelo. Er zijn functies die op regionaal niveau adequaat zijn ingevuld, zoals de productie van professionele podiumkunsten (opera, klassieke muziek en jeugdtheater) in Enschede. Deze stad vormt een van de negen culturele hotspots van Nederland. Het is dan ook logisch, dat daar een aantal regionale functies zijn geconcentreerd.
10 Naar een nieuwe gemeentelijke culturele infrastructuur. Een stappenplan voor gemeenten, p.6. BMC Advies & Management. Amersfoort, z.j.
11
Ook op het gebied van beeldende kunst heeft Enschede een centrumfunctie. De ambitie om Hengelo op regionaal niveau te profileren met beeldende kunst kunnen we niet (meer) waarmaken. Aangezien de museale functie in Hengelo een zwakke schakel is, hebben we de focus verlegd naar programmering van de Collectie Hengelo. Naast erfgoed, maakt professionele beeldende kunst deel uit van deze programmering. De centrumfunctie van Enschede biedt ook kansen voor onze inwoners en instellingen. Deelname aan kunst en cultuur beperkt zich niet tot de gemeentegrenzen. We zijn dan ook voorstander van samenwerking met instellingen van buiten Hengelo; zie hoofdstuk 7 Kunst en cultuur over de grenzen heen. Leren en presenteren Sterke functies in Hengelo liggen op het gebied van leren (bibliotheek, CREA, Muziekschool, Twents Techniekmuseum HEIM) en presenteren (Rabotheater, Metropool). De beide podia vervullen een bovenlokale functie. Het Rabotheater heeft als enige theater in Twente een vlakkevloerzaal en Metropool heeft met de grote-zaalprogrammering landelijk een positie verworven. De beide podia zijn daarmee van groot belang voor het vergroten van de aantrekkingskracht van Hengelo en Twente. Programmering van de Collectie Hengelo, waar beeldende kunst en efgoed deel van uitmaken, zien wij als een speerpunt in de schakel presenteren. CREA is voor Hengelo penvoerder voor het landelijke programma Cultuureducatie met kwaliteit, dat met het primair onderwijs en de culturele instellingen wordt uitgevoerd. Het programma heeft tot doel de kwaliteit van cultuureducatie in het primair onderwijs te borgen. Een instrument daarbij is de doorgaande leerlijn cultuureducatie. In Hengelo kennen we een sterke verbinding tussen cultuureducatie en onderwijs, zowel binnen- als buitenschools. Na het sluiten van Akkuh (per 1 januari 2013) heeft CREA de taken op het gebied van kunsteducatie overgenomen. Beleidskeuze voor accent op leren en presenteren Overheid en samenleving zijn beide actief in de creatieve cyclus. De maatschappelijke tendens is, dat overheden zich niet meer met alle aspecten bezig (kunnen) houden. Een samenleving herbergt meer kracht en dynamiek dan we in het verleden wel eens dachten. Die werden aan het oog onttrokken, immers “de overheid zorgde voor…” in plaats van los te laten. De gewijzigde rolverdeling tussen overheid en samenleving, in combinatie met de beperkte gemeentelijke financiën, werkt door in het kunst- en cultuurbeleid. We brengen prioriteiten aan, laten los en schenken vertrouwen aan de kracht en dynamiek van de samenleving. Concreet kiezen we voor ondersteuning van leren en presenteren. Deze leggen naar onze mening de basis voor de kunst- en cultuurbeleving van onze inwoners, waardoor een bloeiend cultureel klimaat en verenigingsleven behouden blijft. Leren en presenteren staan centraal in de (financiële) ondersteuning vanuit de gemeente. We blijven oog houden voor de twee andere schakels van de creatieve keten, interesseren en produceren. Ook omdat die onlosmakelijk verbonden zijn met leren en presenteren. De kernvoorzieningen spelen bij de invulling van de schakels interesseren en produceren al een grote rol. Daarnaast laten we de invulling ervan over aan het particulier initiatief. We faciliteren, brengen partijen bijeen en bevorderen synergie. In de twee navolgende paragrafen werken we de keuze voor leren en presenteren uit.
3.1 Leren cultuureducatie Hengelo kent van oudsher een stevige structuur rondom cultuur- en erfgoededucatie. Via het programma Cultuureducatie met kwaliteit 11 komen leerlingen van de basisscholen in aanraking met kunst-, cultuur- en erfgoeddisciplines. Dit programma (dat onder schooltijd wordt ingezet) omvat actieve en receptieve projecten, die vaak ook wijkgericht worden ingezet. De verankering van cultuureducatie in het basisonderwijs is een speerpunt voor de komende jaren. 10F
11
Hierover zijn afspraken gemaakt met het Fonds voor Cultuurparticipatie.
12
De scholen, culturele instellingen, de hogeschool Saxion (voorheen Edith Stein) en de gemeente hebben de handen ineengeslagen om dit proces in te gaan. De middelen hiervoor zijn weer voor vier jaar geoormerkt, waarbij er afspraken zijn gemaakt met het Fonds voor Cultuurparticipatie, de provincie Overijssel en de schoolbesturen in Hengelo. Vanuit het Rijk wordt cultuureducatie in het onderwijs nog steeds ondersteund. De basisscholen ontvangen € 10,90 per leerling voor het inbedden van cultuureducatie in het curriculum. De scholen voor voortgezet onderwijs kunnen (nog) gebruik maken van de Cultuurkaart. Al deze middelen staan voor de jaren na 2016 wel onder druk, waardoor de noodzaak om keuzes te maken wordt vergroot. In de Brede School-ontwikkelingen, waarbij het vergroten van de ontwikkeling en ontwikkelingskansen van kinderen centraal staan, speelt ook de cultuureducatie een rol. Op dit vlak hebben de scholen elkaar gevonden, de samenwerking is in de afgelopen jaren hecht geworden. Vanaf 2013 wordt de stap gezet richting Integrale Kindcentra 0-12 jaar. Ook het inzetten van combinatiefunctionarissen Cultuur verhoogt de samenhang tussen het onderwijs en het culturele veld. De culturele kernvoorzieningen hebben een groot aandeel in de cultuureducatie in Hengelo. Instellingen als CREA Centrum voor Kunsteducatie, de Muziekschool Hengelo, de bibliotheek en Twents Techniekmuseum HEIM kunnen goed inspelen op de vraag naar cultuureducatieve activiteiten, die vanuit het onderwijs wordt gesteld. Daarnaast hebben deze instellingen ook hun eigen cursorisch aanbod, dat voornamelijk naschools wordt aangeboden. De basisvorming wordt (mede) mogelijk gemaakt door de gemeentelijke subsidie. Voor het cursorisch muziekonderwijs na schooltijd kan dat bijvoorbeeld diploma A en B zijn. De Muziekschool en de andere instellingen dienen zich daarop te concentreren. Hoe de Muziekschool de basisvorming gaat realiseren zal in overleg met de gemeente en de amateurverenigingen in 2014 worden uitgewerkt. Vervolgonderwijs voor gevorderden komt voor rekening van de leerling en/of diens ouders 12. 11F
Wij richten ons primair op de binnenschoolse cultuureducatie en op de basisjaren van het naschoolse cursorisch aanbod, omdat daarmee de basis voor de kunst- en cultuurbeleving van onze inwoners wordt gelegd. KenT: we pleiten ervoor de cultuureducatie te verbinden met de techniekeducatie. Dit kan leiden tot uitbreiding en vernieuwing van het aanbod aan cultuureducatie in onze stad. Dit past bij de historie en het karakter van Hengelo. Via cultuureducatie stromen veel jongeren door naar de vele amateurverenigingen die onze stad rijk is. Ook daarom is het van belang de basisvorming cultuur op peil te houden. amateurkunst In 40 procent van de Hengelose huishoudens 13 beoefent minimaal één persoon een vorm van kunst, zoals muziek, theater, handvaardigheid en beeldende kunst. Dat gaat voor een belangrijk deel individueel of via een instelling voor kunstzinnige vorming. Voor amateurkunstenaars is het belangrijk dat zij zich kunnen scholen in hun hobby en vorderingen kunnen maken. Het is daarom niet vreemd, dat instellingen als de muziekschool en CREA een vaste plaats hebben verworven in de stad. 12F
Daarnaast beoefenen veel inwoners hun passie via verenigingen. In Hengelo bestaan ongeveer zeventig verenigingen, achtendertig hiervan ontvangen subsidie. We willen de amateurkunst blijvend ondersteunen en kiezen ervoor de basissubsidie amateurkunst te handhaven. Dat is in lijn met onze beleidskeuze voor leren en presenteren uit de creatieve keten. De basissubsidie amateurkunst is bedoeld voor het aanstellen van professionele artistiek leiders (leren) en voor openbare uitvoeringen van de amateurverenigingen (presenteren). Het grootste deel van de verenigingskosten, zoals aanschaf van materialen of instrumenten, wordt betaald door de leden zelf. 12 Inwoners met een laag inkomen kunnen een beroep doen op het gemeentelijke Sport- en Cultuurfonds, zie www.hengelo.nl. 13 40% van de deelnemers aan het HengeloPanel van voorjaar 2013 geeft aan, dat er in hun huishouden minimaal één persoon ‘cultureel actief’ is.
13
We handhaven de basissubsidies voor amateurkunst. De amateurkunst omvat alle vier schakels van de creatieve keten, niet alleen leren en presenteren. Ook produceren en interesseren zijn onderdeel van hun activiteiten. Zij produceren theatervoorstellingen, zij schrijven speciale composities voor (jeugd)orkesten. En door hun optredens interesseren zij het (grote) publiek voor kunst en cultuur. We onderkennen, dat er voor een deel van de amateurkunstverenigingen onvoldoende huisvesting beschikbaar is. Dat is niet makkelijk op te lossen, mede omdat verenigingen geen hoge huur- of investeringslasten kunnen dragen. We onderzoeken slimme combinaties in de huisvesting om hen tegemoet te komen. Zie daarover het hoofdstuk Huisvesting. KenT: Ook de amateurkunst kan de combinatie kunst en techniek benutten, waardoor het techniekonderwijs een impuls krijgt.
3.2 Presenteren Presenteren maakt kunst- en cultuuruitingen zichtbaar en bevordert het culturele klimaat van de stad. Dat geldt zowel voor musea en exposities van beeldende kunst als voor muziek- en theatervoorstellingen. Het spelersveld van kunst en cultuur is zeer veelzijdig. In het kunst- en cultuurbeleid hebben we evenzeer aandacht voor de professionele kunst als voor de amateurkunst. We maken daarbij onderscheid tussen culturele kernvoorzieningen en een aantal aanvullende voorzieningen. Daarnaast zijn er culturele voorzieningen die al dan niet worden gesubsidieerd vanuit incidentele budgetten.
14
In onderstaand overzicht zijn deze voorzieningen opgenomen. In de linker kolom hebben we tevens cursief aangegeven, welke schakel(s) van de creatieve keten worden bediend. Het zij nogmaals vermeld, dat de schakels in elkaar overgaan en elkaar overlappen. Dat onderstreept de veelzijdigheid van het aanbod.
Podiumkunsten
structureel gesubsideerde kern voorzieningen
structureel gesubsidieerde overige voorzieningen
niet structureel gesubsidieerde voorzieningen
Rabotheater Metropool
Kamermuziek Hengelo Jazzplatform Hengelo Stadsdichter
onder meer: - Summer Square Festival - Cultuurpodium Houtmaat - Filmhuis Hengelo - Karavaan der Vertellers
Gemeentelijk kunstbezit
Ateliers '93 Beeldende Kunst Ag SWWK Stichting Heartpool Lambooijhuis Museum voor Hedendaagse Hengelose Kunst (virtueel) Historisch Museum Hengelo Historisch Archief Beckum Historie Brandweer Hengelo
presenteren produceren
Beeldende kunst presenteren produceren
Cultureel erfgoed, Collectie Hengelo leren presenteren interesseren Media en letteren leren interesseren Amateurkunst en kunsteducatie leren presenteren produceren Overig presenteren
Twents Techniekmuseum HEIM
Bibliotheek
RTV Hengelo
Muziekschool CREA
amateurkunstverenigingen programma Kunst op School
onder meer: projecten en publicaties van het Historisch Museum
onder meer: - Week van de Amateurkunst - Kunstmarkt Tuindorp - boekenmarkt Tuindorp - projecten Cultuur en School
Hengelose Oranjevereniging Werkgroep 4 mei
Kunst komt tot leven, als het toegankelijk en zichtbaar is. Daarom blijven we onze podia en musea ondersteunen. Ook een laagdrempelige, goed functionerende bibliotheek is een pijler voor ons cultureel klimaat. Beeldend kunstenaars moeten kunnen produceren én presenteren. En de amateurkunstbeoefening bepaalt in hoge mate het plezier dat onze inwoners beleven aan kunst en cultuur. Al deze sectoren blijven we ondersteunen, hoewel we een grotere eigen bijdrage vragen en minder subsidies kunnen verlenen. beeldende kunst en erfgoed Na de sluiting van AkkuH zijn we samen met Hengelose beeldend kunstenaars gaan nadenken over de manier waarop we beeldende kunst in Hengelo kunnen blijven presenteren. De nadruk ligt op programmering en niet op stenen. Wij willen de nog beschikbare middelen inzetten voor programmering van beeldende kunst in Hengelo. Hoe en door wie de programmering zal plaatsvinden wordt in een apart document verder uitgewerkt. Dit document zal op een later tijdstip ter besluitvorming worden aangeboden. In het Deltaplan Collectie Hengelo is de waarde bepaald van de in Hengelo aanwezige verzamelingen van erfgoed. Samen met het plan Van tempel naar dorpsplein, waarin voorstellen staan voor samenwerking tussen Techniekmuseum HEIM en het Historisch Museum, ligt er een duidelijke visie op programmering van de Collectie Hengelo. De gehele uitwerking van deze 15
plannen vraagt een grote investering. Dat behoort op dit moment niet tot de mogelijkheden, maar op onderdelen zullen zeker zaken opgepakt worden. Hier zal nog verder invulling aan moeten worden gegeven. Aantrekkelijkheid voor toeristen Veel van onze culturele infrastructuur wordt voornamelijk gebruikt door onze inwoners. Bovendien maken zij er vaker dan één keer gebruik van, zoals het volgen van een cursus of het bezoek aan de schouwburg, bioscoop of poppodium. De aantrekkelijkheid van een stad wordt mede bepaald door het aanbod voor toeristen, komend vanuit de regio of van verder weg. Voor hen zijn musea, kunstexposities en evenementen interessant. De presentatie van de beeldende kunst en erfgoed in de buitenruimte zal ook via routes zichtbaar worden gemaakt.
16
4. De spelers het netwerk, de taakverdeling en de organisatie Volgens economisch historica Tine de Moor heeft de zzp'er zijn langste tijd gehad en liggen er kansen voor het collectief. Een 'herontdekking van de self-governance' noemde zij dit, zowel als het gaat om 'collaborative consumption' (samen een auto delen of zonnepanelen aanschaffen), als om 'collaborative production' 14(zoals ouderparticipatie in crèches). Dergelijke institutionele, collectieve acties, vergelijkbaar met middeleeuwse gilden of 19e eeuwse coöperaties, hebben grote voordelen, vindt De Moor. Er is bijvoorbeeld sprake van meer efficiency, risicovermijding, schaalvoordeel en geldbesparing. Maar dan moet de overheid wel vertrouwen tonen in een dergelijke 'self governance'. 13F
Dat zien we ook in Hengelo gebeuren, niet alleen tussen individuele kunstenaars, ook tussen instellingen. De meerwaarde van samenwerken is herontdekt. Er lijkt een kentering in het (doorgeschoten) ik-denken plaats te vinden. Voor ons als lokale overheid is het nog wennen aan de nieuwe rol: regie en loslaten in plaats van zelf te zorgen voor oplossingen. Dat heeft ook consequenties voor de manier waarop we overleg voeren met de vertegenwoordigende koepels, de commissie Beeldende Kunst, de commissie Kunsteducatie, het Directeuren Overleg Culturele Accommodaties (DOCA), de Hengelose Korenkoepel, de Federatie van Hengelose Muziekverenigingen en Podium Kunsten Hengelo. Maar ook voor het overleg in Netwerkstadverband en op landsdeelniveau binnen het Cultuurconvenant Oost Nederland. Met de instellingen en verenigingen maken we resultaatafspraken over het beoogde maatschappelijke effect van hun inspanningen waarvoor zij gemeentelijke subsidies ontvangen. Hoe zij de resultaten bereiken, bepalen ze zelf. Governance Code Cultuur In de vorige kunst- en cultuurvisie Vrij spel voor de verbeelding (2007) hebben wij de Code Cultural Governance geïntroduceerd en het belang daarvan onderschreven. Sindsdien maakt deze code deel uit van de subsidierelatie met de culturele kerninstellingen. De code beschrijft de eisen die aan directie en bestuur van instellingen worden gesteld, wil er sprake zijn van professioneel management en visieontwikkeling. Cultural governance staat voor: goed bestuur, adequaat toezicht en transparante verantwoording. Hoe meer wij aan de culturele sector overlaten, hoe meer wij moeten kunnen vertrouwen op hun professionaliteit. Dat vraagt wat van de competenties van de directies en besturen. En eveneens adequate competenties bij onszelf als gemeente. In november 2013 is de nieuwe Governance Code Cultuur verschenen (zie www.governancecodecultuur.nl). Inhoudelijk is de code vereenvoudigd en aangepast aan vragen uit de samenleving met aandacht voor onderwerpen als risicomanagement, belangenverstrengeling en openheid. Bij de ontwikkeling van de bovengenoemde resultaatafspraken en de daarbij horende indicatoren 15 hanteren wij de nieuwe Governance Code Cultuur. 14F
de culturele (kern)instellingen De afgelopen decennia heeft Hengelo sterk geïnvesteerd in nieuwbouw resp. versterking van de culturele instellingen. Bibliotheek, nieuwbouw in gebruik genomen in 2006 Muziekschool, nieuwbouw, incl. Waterstaatskerk in gebruik genomen in 1991 Rabotheater, nieuwbouw in gebruik genomen in 2001 Twents Techniekmuseum HEIM, verbouwde Wilhelminaschool in gebruik genomen in 2005 Historisch museum Hengelo, nieuwe aanbouw in gebruik genomen in 1995 Metropool, nieuwbouw in gebruik genomen in 2009 Voor onze inwoners is de aanwezigheid van deze en andere voorzieningen belangrijk, zo blijkt uit de internetpeiling van maart 2013. 14
Jan Rotmans spreekt in dit verband over ‘prosumenten’; zie Voorwoord. Onder auspiciën van de VNG is daartoe een handreiking ontwikkeld: Effectief cultuurbeleid. Leren van evalueren. Quirijn van den Hoogen, 2012. Amsterdam: Boekmanstichting 15
17
Het belang van financiële ondersteuning door de gemeente én aanwezigheid van Hengelose culturele (kern)voorzieningen (% ‘erg belangrijk’).
77
Bibliotheken 55
Muziekschool
70
39
Rabotheater HEIM
37
HMH
36
CREA
33
Metropool
32
72 56 52 49 58
44
Gemiddeld 0
10
20
88
30
Financiële ondersteuning door gemeente Aanwezigheid in Hengelo
64
40
50
60
70
80
90
100
percentage panelleden 'erg belangrijk' (8, 9 of 10)
Duidelijk is dat men de aanwezigheid (donkerblauw) belangrijker vindt dan financiële ondersteuning door de gemeente van de desbetreffende voorziening (lichtblauw). Dat verschil is vooral groot bij het Rabotheater (33 procentpunt) en Metropool (26 procentpunt). Uit de opmerkingen die de leden van het HengeloPanel hebben gemaakt, komt de mening naar voren, dat het Rabotheater en Metropool zichzelf dienen te redden. Voor ‘bibliotheken’ is het verschil het kleinst (11 procentpunt). Zeer veel panelleden vinden de aanwezigheid ervan erg belangrijk, en ook de financiële ondersteuning ervan door de gemeente. Het belang van financiële ondersteuning door de gemeente én aanwezigheid van verschillende culturele aspecten (% ‘erg belangrijk’).
Culturele (kern)voorzieningen
44
Verenigingen, clubs of gezelschappen
64
38
Kunst in de openbare ruimte
29
17
Expositieruimte
33
13
Ateliers
0
10
39
Financiële ondersteuning door gemeente Aanwezigheid in Hengelo
29
20
30
40
50
60
70
80
90
100
percentage panelleden 'erg belangrijk' (8, 9 of 10)
18
Het meeste belang hechten de panelleden aan de culturele (kern)voorzieningen, gevolgd door de financiële ondersteuning van verenigingen (38% ‘erg belangrijk’). Men hecht meer belang aan kunst in de openbare ruimte dan aan expositieruimte. Van de bevraagde aspecten hecht men het minste belang aan ateliers. samenwerking culturele instellingen De culturele instellingen staan onder druk. Om hun functies te kunnen blijven vervullen is integratie noodzakelijk. Vrijblijvende samenwerking is niet effectief. Schaalvoordelen, gezamenlijke uitvoering van overlappende taken, eenduidige aansturing en programmering leiden tot sterke organisaties. Wij hebben gekeken naar een mogelijke clustering van instellingen, waarbij de leidraad was: educatie, musea en podia. De gezamenlijk culturele instellingen hebben zelf ook de handschoen opgepakt en naar hun functies en samenwerkingsverbanden gekeken. Dit heeft geleid tot het rapport Naar een toekomstbestendige culturele infrastructuur. Wij hebben hierop een reactie gegeven. Hoewel niet alle richtingen door ons worden onderschreven, willen wij het overgrote deel van het toekomstplan verder onderzoeken en uitwerken in samenwerking met de culturele instellingen. Voorop gesteld moet worden dat wij de door ons beoogde clustering van educatie, musea en podia niet geheel loslaten. De clustering van instellingen was ingezet vanuit de gedachte dat niet de organisaties, maar hun functies en programmering leidend moeten zijn. Uit het toekomstplan van de culturele instellingen blijkt dat er andere biotopen zijn waarbinnen verdergaand wordt samengewerkt, waarbij de instellingen zelf onderzoeken welke organisatorische vorm daar het beste bij past. Echter onze visie op leren, educatie vinden wij van groot belang voor de toekomst. Verdergaande samenwerking op basis van programmering tussen kunst-, muziek-, cultuur-, erfgoed- en techniekeducatie blijft dan ook voorop staan. Dat betekent dat wij niet alleen uitgaan van verdergaande samenwerking tussen CREA en Techniekmuseum HEIM - Historisch Museum, maar ook met de muziekschool. Waarbij wij niet uitsluiten dat er uiteindelijk één organisatie voor cultuureducatie in Hengelo is. Hoe de Muziekschool haar organisatie gaat vorm geven naar de toekomst zal in de loop van 2014 duidelijk worden. Op basis van het rapport van de culturele instellingen is ons ook duidelijk geworden dat verdergaande samenwerking tussen de podia geen meerwaarde heeft. De instelling hebben als gemeenschappelijke noemer een podium, maar de culturen zijn enorm verschillend. Hierdoor zien we dat we voor Metropool de ondernemersvrijheid verder moeten onderzoeken en voor Rabotheater de samenwerking in de regio en dan met name Enschede verder uitgewerkt moet worden. De musea hebben elkaar gevonden in presentatie, maar daarnaast ook de richting gezocht richting het leren, erfgoed- en techniekeducatie. De samenwerking tussen deze instellingen en Crea zien wij dan ook als belangrijk element binnen het leren. Hieronder worden de instellingen besproken in de lijn van de reactienotie. We zien dit als een startpunt, vele onderdelen zullen nog verder moeten worden uitgewerkt. We zetten in op een niet-vrijblijvende, verregaande samenwerking van instellingen, met name rondom kunst-, muziek-, cultuur-, erfgoed- en techniekeducatie.
19
Bibliotheek De bibliotheek kent al een aantal samenwerkingsrelaties. Zo is er samenwerking in het netwerk van de Overijsselse bibliotheken en is er gedeeld management met de bibliotheek van de Hof van Twente. Deze samenwerking in de provincie zal zoveel mogelijk verder moeten worden uitgebouwd. In Hengelo wil de bibliotheek zich uitbouwen naar het informatiecentrum van de stad. Het huisvesten van Bureau Hengelo en wellicht andere functies zal verder uitgewerkt moeten worden. In de 2e helft van 2014 vindt er een evaluatie plaats van Bureau Hengelo, dan kan gekeken worden of en waar het gehuisvest zou moeten worden. Daarnaast zal er binnen de bestaande middelen gekeken worden of de functie leren met het project ‘bibliotheek op school’ verder uitgebouwd kan worden. Muziekschool De muziekschool heeft de grootste veranderopgave van alle instellingen. Een opgave om een toekomstbestendige instelling te worden met een duidelijke visie op muziekeducatie en financiën. Ook in Hengelo kampt de muziekschool met een teruglopend leerlingaantal, dit is een landelijke tendens. Daarnaast zetten wij binnen het cultuurbeleid de aankomende jaren in op basiseducatie. Op dit moment zien wij dan ook geen meerwaarde in een fusie met het Rabotheater. Wij willen samen met het culturele veld de basiseducatie vorm geven op het gebied van kunst-, cultuur-, muziek-, erfgoed- en techniekeducatie. Binnen deze ontwikkeling zien wij de muziekschool allereerst als een zelfstandige organisatie, die samenwerking zoekt met allerlei culturele instellingen. Hoe de Muziekschool deze samenwerking en de basisvorming gaat realiseren zal in overleg met de gemeente en de amateurverenigingen in 2014 worden uitgewerkt. Rabotheater Ook het Rabotheater kent een terugloop van het aantal bezoekers. De inkomsten laten een steeds verder dalende lijn zien. Als organisatie hebben zij ook een opgave om naar de toekomst toe een financieel gezonde organisatie te blijven. Meerwaarde zien we in samenwerking met de culturele instellingen in Hengelo, maar zeker ook daar buiten in de regio. Het is zinvol om verdere samenwerking in de regio te onderzoeken. In het verleden hebben we al de focus gelegd op een intensievere samenwerking tussen de schouwburgen van Enschede en Hengelo. De overweging hierbij was dat beide schouwburgen al in een samenwerkingsverband zitten met de twee andere grote schouwburgen in Overijssel. De schouwburgen van Deventer, Enschede, Hengelo en Zwolle hebben een convenant afgesloten waarin afspraken zijn gemaakt over het programmeringsfonds van de provincie Overijssel. Metropool Metropool is de afgelopen jaren uitgegroeid tot het poppodium in de regio. Tegen de stroom in realiseren ze een groeiend aantal bezoekers. Meer groeimogelijkheden ziet Metropool door meer ruimte te krijgen voor ondernemerschap. Dit moeten wij samen met Metropool analyseren en de consequenties hiervan in beeld brengen. Met betrekking tot de Drank- en Horecavisie loopt een apart besluitvormingsproces dat begin 2014 gereed moet zijn. Heim, Historisch Museum en CREA De samenwerking tussen de twee museale instellingen betreft het samen brengen van de twee collecties binnen Hengelo. Samen gaan ze het verhaal van Hengelo vertellen. Deze samenwerking is beschreven in het plan Van tempel tot dorpsplein (zie pagina 22). Deze samenwerking juichen wij van harte toe. De samenwerking tussen de musea en CREA past prima binnen de gemeentelijke visie op educatie. Deze educatie richt zich op de basis en zet in op het samenspel tussen professionals aan de ene kant en vrijwilligers aan de andere kant. Gedeeld management zou een goede eerste stap zijn in de verdergaande samenwerking. Daarnaast willen we met CREA en mogelijk Heim-Historisch Museum de verdergaande samenwerking met Muziekschool onderzoeken. regionale samenwerking In het verlengde van de lokale samenwerking kunnen de mogelijkheden daartoe op regionale schaal worden benut. Qua programmering kan regionaal een gevarieerder aanbod ontstaan. In hun gezamenlijkheid kunnen ‘grotere producties’ en internationaal aansprekende gezelschappen naar Twente worden gehaald. De Twentse schaal is bovendien het speelveld van de creatieve industrie, waarin de ontmoeting en synergie van kunst en techniek gestalte krijgt.
20
We stimuleren daarom de Hengelose kunst- en cultuursector om over de (gemeente)grenzen heen te kijken en om via regionale samenwerking tot synergie te komen. Benut de kennis en kunde van collega’s in de regio. Stap in gezamenlijke projecten. Wat lokaal via samenwerking lukt, kan ook regionaal lukken. de beeldende kunst Na de bezuinigingen die tot sluiting van Akkuh hebben geleid, zijn we met de professionele beeldende kunstenaars in gesprek gegaan over de toekomst van de beeldende kunst in Hengelo. In een aantal brainstormbijeenkomsten is een aantal gezamenlijke standpunten naar voren gekomen 16. Deze concentreren zich op meerdere aspecten: • een organisatiestructuur die bepaalt welke exposities plaatsvinden (programmering) • besteding van de beschikbare middelen voor beeldende kunst, momenteel 50.000 euro per jaar, aan programmering en niet in stenen • een gezamenlijke expositieruimte in de binnenstad • een volwaardige kunstenaarssociëteit 15F
Ondanks de relatief lage waardering die de plaatselijke beeldende kunst krijgt van het HengeloPanel (zie pagina 17) blijven we ons inspannen om adequate expositie- en atelierruimtes bereikbaar te houden. Dat is belangrijk voor het culturele klimaat van onze stad. Hieronder schetsen we kort de twee scenario’s die we in 2014 verder zullen uitwerken. commissie Beeldende Kunst Een scenario om verder vorm te geven aan de beeldende kunst is uitbreiding van de taken van de commissie Beeldende Kunst. We willen de commissie een rol geven in de besteding van de gemeentelijk middelen (momenteel jaarlijks € 50.000) voor de programmering van beeldende kunst. Deze middelen zijn bedoeld voor activiteiten, zoals exposities, en niet voor ‘stenen’. De commissie gaat naast haar ‘wettelijke’ taken fungeren als een soort programmaraad voor exposities in de stad. Via een roulerend lidmaatschap van de plaatselijke beeldende kunstenaars garanderen we de lokale inbreng. De desbetreffende verordening wordt daarop aangepast. HeArtpool Een ander scenario is het plan dat ingediend is door Stichting HeArtpool. Zij wil graag een nieuwe stichting oprichten die zich in gaat zetten voor de beeldende kunst. Zij willen de middelen van fondsen, Rabobank en de gemeente bundelen. Deze stichting wil een eigen kunstuitleen starten en projecten initiëren op het terrein van hedendaagse beeldende kunst vanuit een vaste locatie in de binnenstad. Daarnaast willen ze zich ook richten op kunstbemiddeling en verkoop.
In 2014 worden de scenario’s verder uitgewerkt en zal de gemeenteraad een besluit nemen over de programmering van beeldende kunst in Hengelo.
cultureel erfgoed Gemeentelijke kunstcollectie De commissie Beeldende Kunst is gestart met het ‘opschonen’ van de gemeentelijke kunstcollectie, met als doel deze tot een kwalitatief goede en samenhangende collectie in te dikken. Veel kunstwerken, met name uit de tijd van de ‘contraprestatie’, zijn niet geschikt om deel uit te maken van de collectie. Wat overblijft is een hoogwaardige collectie met samenhang. Deze collectie zal dan ook worden tentoongesteld, steeds wisselende tentoonstellingen om op deze manier de collectie toegankelijk te maken voor het Hengelose publiek. Collectie Hengelo De gemeentelijke kunstcollectie maakt deel uit van de Collectie Hengelo. De Collectie Hengelo omvat al het (cultureel en industrieel) erfgoed dat een rechtstreekse relatie heeft met de geschiedenis en identiteit van Hengelo. 16 Gepresenteerd tijdens een bijeenkomst met beeldende kunstenaars op 25 februari 2013. In de Reactienota is een overzicht van de ontvangen ideeën en voorstellen opgenomen.
21
In de notitie Kwartiermaken voor de Collectie Hengelo 17 staan de uitgangspunten geformuleerd van het gemeentelijk erfgoedbeleid. Alle Hengelose erfgoedinstellingen hebben grote problemen met de huisvesting van hun collecties en met het voor publiek toegankelijk maken ervan. Vanuit dat gemeenschappelijk belang zijn de volgende ambities voor het erfgoedbeleid geformuleerd: · een betere huisvesting van de Collectie Hengelo · een betere zichtbaarheid en bereikbaarheid van de Collectie Hengelo voor een breed publiek · een betere museale structuur. 16F
Op initiatief van de gemeente is in 2009 de werkgroep Collectie Hengelo opgericht, waarin alle Hengelose erfgoedorganisaties zijn vertegenwoordigd. De werkgroep is aan de slag gegaan met het in beeld brengen van de Collectie Hengelo. Het resultaat daarvan is de notitie Deltaplan Collectie Hengelo 18, waarin de inhoud, omvang en waarde worden bepaald van de Collectie Hengelo. De kern bestaat uit de collecties van het Twents Techniekmuseum Heim, het Historisch Museum, het (historisch) gemeentearchief en de gemeentelijke kunstcollectie, de Migranten, het Holec Historisch Genootschap en de Historie Brandweer. De werkgroep pleit ervoor ook de collecties Natuurkunde, Historisch Schoolmateriaal en de Floris Hazemeijer Stichting toe te voegen aan de Collectie Hengelo. 17F
De werkgroep heeft ook een advies uitgebracht over de fysieke huisvesting van de Collectie Hengelo. Er is een dringende behoefte aan gezamenlijke depotruimte. Door het in beeld brengen van alle collecties is duidelijk geworden welke voorwaarden er aan een Hengelo’s depot verbonden moeten worden. Wat de locatie betreft, is door de werkgroep Collectie Hengelo een sterke voorkeur uitgesproken om deze te koppelen aan de ideeën voor een Museumkwartier in Hart van Zuid. Combinatie met andere functies, zoals musea en een expositieruimte voor hedendaagse kunst kan een mogelijkheid zijn; zie het hoofdstuk over huisvesting. Wij streven naar een situatie waarin één organisatie het onderhoud en beheer van de complete Collectie Hengelo op zich neemt. Wij willen met inzet van de middelen die we voor het onderdeel erfgoed beschikbaar hebben (budgettair kader van € 25.000,-- per jaar), bezien op welke wijze de gehele collectie Hengelo toekomstbestendig bewaard kan worden. Cultuurellips Om ons kunst- en cultureel erfgoed zichtbaar te maken is een cultuurellips in ontwikkeling. Deze leidt de bezoeker via een app langs monumentale of anderszins belangwekkende objecten op het terrein van beeldende kunst en erfgoed. Ook hierbij kan het thema Kunst en Techniek als rode draad worden benut. Techniekmuseum en Historisch Museum In het plan Van tempel naar dorpsplein. Een museaal netwerk in Hart van Zuid (2012) worden de Wilhelminaschool en het naastgelegen Stork-Ketelhuis via nieuwbouw met elkaar verbonden. Beider collecties worden samengevoegd en volgens een vernieuwde integrale verhaallijn tot leven en belevenis gebracht. Het is een ambitieus plan dat omvangrijke investeringen vergt. De gemeentelijke middelen zijn volstrekt ontoereikend om dit plan (zeker op korte termijn) te realiseren. We zien het dan ook als een ‘stip aan de horizon’ die dichterbij komt als de economische crisis is overwonnen. Het HEIM en het Historisch Museum Hengelo kunnen tot die tijd kleine stappen zetten, met name ten aanzien van programmering en herinrichting van hun samengevoegde collecties. We onderkennen de ambities van het ‘museale netwerk’ in Hart van Zuid, maar zien dit als een stip aan de horizon. Wij willen de middelen die we voor het onderdeel erfgoed hebben gereserveerd besteden aan depotruimte voor de gehele Collectie Hengelo.
17 Kwartiermaken voor de Collectie Hengelo. Een visie op de structurering van erfgoed binnen de gemeente. Oerdwister Consult, in opdracht van de gemeente Hengelo, augustus 2008. 18
Deltaplan Collectie Hengelo. Waardebepaling, huisvesting en toekomst van Hengelo’s erfgoed. Oerdwister Consult, in opdracht van de gemeente Hengelo, januari 2010.
22
KenT: met hun collecties en activiteiten leveren de musea een belangrijke bijdrage aan de kunsten cultuureducatie. Via de musea komen jongeren op speelse wijze in contact met techniek en kunsten. Professionalisering van de collecties en de inzet van professionele krachten via CREA leiden tot een kwaliteitsverbetering t.a.v. leren en presenteren. We juichen de toenadering tussen de musea en CREA toe. Het is een goed voorbeeld van ‘cluster-overstijgende’ samenwerking. monumentenzorg 19 Hengelo staat vooral bekend om het prachtige Tuindorp ’t Lansink, misschien wel het mooiste tuindorp van Nederland. Daarnaast is het industrieel erfgoed bekend, waaronder de brandweerkazerne en het ROC. Sinds 2012 is daar het erfgoed uit de Wederopbouwperiode(19401965) bijgekomen. Onze binnenstad en de woonwijk Klein Driene blijken bij de 30 belangrijkste wederopbouwgebieden van Nederland te behoren. Met het Huys Hengelo als archeologisch erfgoed vormen het Tuindorp t’ Lansink, het industrieel erfgoed en het erfgoed uit de wederopbouwperiode de speerpunten van het erfgoed van Hengelo. 18 F
van dorp naar stad….. Het totale veld van het erfgoed van Hengelo is veel breder. Uit archeologisch onderzoek is gebleken dat er binnen de begrenzing van de gemeente Hengelo al een paar duizend jaar bewoning is geweest. De groei van de gemeente komt tijdens de industriële revolutie van de 19e eeuw. Door de aanleg van de spoorlijnen en met name de vestiging van de fabriek voor machineonderdelen (gebr. Stork & co) volgen andere grote fabrieken als Dikkers, Hazemeyer, Heemaf, Koninklijke zoutindustrie en Hollandse Signaalapparaten. In de tweede wereldoorlog wordt Hengelo , vanwege het knooppunt van spoorlijnen en de strategische industrie, regelmatig gebombardeerd. Het centrum van de stad is op 6 en 7 oktober 1944 zo goed als geheel vernietigd. Wederopbouw Er wordt al in de oorlog een wederopbouwplan gemaakt en Hengelo was na de oorlog de eerste gemeente die zijn wederopbouwplan indiende bij het rijk. Het totale plan bestaat uit een plan voor de binnenstad, voor een gedeelte ten zuiden van de binnenstad en een uitbreidingsplan voor nieuwe wijken. Begin 2013 zijn drie Hengelose objecten door het ministerie voorgedragen als rijksmonument voor de wederopbouwperiode 1959-1965: het stadhuis, de Europatunnel en de Raphaelkerk in Klein Driene.
Klokkentoren Raphaelkerk Vanaf 2010 is de landelijke monumentenzorg van conserverend en achteraf toetsend veranderd in behoud door ontwikkeling en actief handelen aan het begin van de planontwikkeling. Nu, in 2013, ligt het accent op hergebruik en herbestemming, met alle problemen die er bij horen, en komt er meer aandacht voor het erfgoed en met name het naoorlogs erfgoed. Het besef groeit, dat Hengelo qua architectuur en stedenbouw wel degelijk iets te bieden heeft. De gemeente Hengelo wil dat zichtbaarder maken en er meer bekendheid aan geven. Via een ‘postzegel-aanpak’ stimuleert de gemeente pandeigenaren daaraan mee te werken. De Drienerstraat is wat dat betreft een goed voorbeeld, dat mede dankzij het gemeentelijk puienfonds opgewaardeerd kon worden. Neveneffect: nauwelijks leegstand!
19
Monumentenzorg valt onder de wethoudersportefeuille Ruimtelijke Ordening.
23
De voordracht van drie nieuwe rijksmonumenten is aanvullend op de reeds aanwezige rijksmonumenten als het Vereenigingsgebouw, de Lambertusbasiliek, de begraafplaats aan de Bornsestraat, hotel t’ Lansink, woningen en boerderijen. Begin 2013 telt Hengelo 99 rijksmonumenten, 108 gemeentelijke monumenten, 33 beschermde gemeentelijke karakteristieke panden, 2 archeologische monumenten,3 voorgedragen rijksmonumenten, 11 voorgedragen gemeentelijke monumenten, 1 beschermd dorpsgezicht en 2 aandachtsgebieden stedenbouw. Monumentencommissie De Monumentencommissie is via cultuur- en r.o.-wetgeving wettelijk verankerd. We kennen in Hengelo een actieve commissie, die samen met de ambtelijke organisatie onder meer werkt aan de nota Cultureel erfgoed, die 2013/4 in de gemeenteraad wordt besproken. De missie van de Monumentencommissie is “het behoud, het beter zichtbaar maken en het beleefbaar maken van het cultureel erfgoed in Hengelo”. Zij geeft daar concreet inhoud aan door te ijveren voor: de oprichting van een STichting Erfgoed Hengelo, STEH, die onder meer tot doel heeft externe middelen te verwerven de Hengelose wederopbouwarchitectuur en het industrieel erfgoed als kans om Hengelo te profileren. Dat sluit aan bij onze inspanningen voor archipunctuur 20, de pareltjes van architectuur en hergebruik in onze stad aandacht voor het mogelijk hergebruik van vrijkomende kerken, waarvoor de commissie een heldere ‘beslisboom’ heeft laten ontwikkelen archeologie als onderbelicht aspect van onze geschiedenis 21 aandacht voor de Hengelose wijkopbouw als ‘staalkaart voor de stedelijke ontwikkeling van Nederland’ samenwerking met alle betrokkenen in Hengelo en Twente 19F
20F
De Monumentencommissie ziet erfgoed en archeologie als kans en uitdaging voor onze stad. Niet alleen voor onze profilering, ook kan hergebruik een stimulans zijn voor kwaliteitsverbetering van wijken en de binnenstad. Dat begint met bewustwording over en bekendheid met de ‘stille’ kwaliteiten. Via de canon van Hengelo 22 en moderne presentatiemiddelen (app’s e.d.) kunnen deze over het voetlicht worden gebracht. 21F
We onderkennen het belang van het cultureel erfgoed voor onze stad en betrekken dit bij de marketing en promotie van Hengelo. de creatieve industrie De Creatieve Fabriek, het voormalige Holec-complex aan de Tuindorpstraat, staat symbool voor de creatieve industrie in onze stad. Een toenemend aantal bedrijven in de creatieve sector manifesteert zich aldaar en ook elders in de stad. Samen met de kunst- en cultuursector vormen zij de creatieve klasse. Een klasse die voor het vestigingsklimaat voor een stad van wezenlijk belang is. 23 De ambities zijn hoog. Nationaal wil de creatieve industrie, dat Nederland in 2020 de meest creatieve industrie van Europa is. Hengelo c.q. Twente wil daar z’n steentje aan bijdragen. Dat past in de innovatieve cultuur van onze maakindustrie, waar ‘innovatie traditie is’. De Creatieve Fabriek kent een programmaraad om daaraan te werken. 22F
Op landelijk niveau bevordert de netwerkorganisatie CLICK 24 de samenwerking tussen de creatieve industrie en de kennisinstellingen. CLICK onderscheidt een aantal kennis- en innovatieagenda’s. Voor Hengelo en Twente liggen er kansen, gezien de groeiende samenwerking tussen de 4 O’s (ondernemingen, onderzoek, onderwijs en overheid), waarin de overheid vooral een faciliterende rol speelt. 23 F
20
Structuurvisie Hengelo 2030, paragraaf 4.2.4, p. 58 e.v. Zo zijn bij het bouwrijp maken van het bedrijventerrein Oosterveld resten gevonden van de oudst bekende bewoning in Twente. 22 Daar wordt door het Historisch Museum Hengelo aan gewerkt. 23 Zie pagina 7 van deze nota. 24 CLICK staat voor Creativity, Learning, Innovation, Co-creation, Knowledge. 21
24
De creatieve industrie is goed vertegenwoordigd in onze stad. Diverse bedrijven zijn actief in de landelijke topsector Hightech Systemen en Materialen, een speerpunt voor Twente. Thales, Stork, diverse toeleveringsbedrijven en MKB’ers als Normateq en anderen bieden werk aan technisch ontwerpers en andere creatieve geesten. Ze versterken onze creatieve klasse. Voor Hengelo zien wij kansen, voortbordurend op deze reeds aanwezige creatieve bedrijven. KenT, kunst en techniek, komen juist in de creatieve industrie tot gestalte. We willen verdere synergie tot stand brengen tussen de creatieve industrie, de maakindustrie, het onderwijs en de kunst- en cultuursector, waaronder onze beeldende kunstenaars. 25 Onze overheidsrol is ondersteunend. We brengen partijen met elkaar in contact, verbinden hen met potentiële regionale en buitenlandse partners en stimuleren het cultureel ondernemerschap. Dat doen we door gebruik te maken van onze eigen regionale en internationale netwerken (o.a. Innovatieplatform Twente, Eurocities) en door de subsidiemogelijkheden onder de aandacht te brengen. 24F
Samen met de direct betrokkenen ontwikkelen we een plan om handen en voeten te geven aan deze ideeën. Een dergelijk plan overstijgt de kunst- en cultuursector. Deze sector kan een brugfunctie vervullen tussen allerlei geledingen in de samenleving 26. We doen een beroep op netwerken als IKT, Tuindorp-tafel etc. om hierin te participeren. We zien mogelijkheden om expertise bij onze inwoners aan te boren. Veel senioren en anderen zijn bereid hun verworven kennis en kunde in te zetten, zodat sprake kan zijn van co-creatie. 25F
We stimuleren de creatieve industrie door een verbinding te maken met de kunst- en cultuursector en andere aanpalende sectoren.
25 Een voorbeeld van synergie is de beeldend kunstenaar Rinus Roelofs. Deze inwoner van onze stad werkt als kunstenaar-wiskundige wereldwijd en is onder meer betrokken bij het initiatief van architect Ruijssenaars om een compleet huis te realiseren via 3D-printing. NRC Handelsblad, 13 februari 2013. Zie ook www.rinusroelofs.nl. 26 Daarmee onderstreept de sector, welke meerwaarde deze kan leveren aan het economisch en sociaal functioneren van de samenleving.
25
5. Kunst en cultuur over de grenzen heen in regionaal perspectief De cultuurconsument is niet gebonden aan gemeentegrenzen. Afhankelijk van het aanbod bezoekt hij steden of dorpen in de omgeving (Enschede, Diepenheim, Ootmarsum etc.). Voor de consument is Twente één markt. Het is dan ook logisch, dat de cultuuraanbieders op z’n minst enige coördinatie en afstemming nastreven. Een gezamenlijk cultuurportaal is in ontwikkeling. Overlap met de UIT-app van de Twente Courant Tubantia moet echter worden voorkomen. We stimuleren de komende jaren de totstandkoming van een Twents cultuurportaal. Samenwerking hoeft zich niet te beperken tot de promotie van het cultuuraanbod. Op het gebied van programmering, gezamenlijke inkoop, productontwikkeling etc. kan samen worden opgetrokken. We stimuleren de instellingen om de mogelijkheden daartoe in kaart te brengen, nadat de organisatorische clustering binnen Hengelo gestalte heeft gekregen. Uit een onderzoek van Netwerkstad-trainees komt een intensieve Twentse samenwerking naar voren. “Wanneer de samenwerkingsverbanden op alle thema’s gecombineerd op een kaart worden weergegeven, ontstaat er een duidelijk overzicht van de samenwerkingsclusters. Figuur 5 geeft deze gecombineerde samenwerking weer. Deze kaart maakt duidelijk dat de culturele instellingen in de Twentse steden elkaar goed weten te vinden en er op diverse terreinen wordt samengewerkt. Gezien het hoge aantal culturele instellingen in de steden mag dit geen verrassing heten. (..)
Inventarisatie: Samenwerking Twentse culturele instellingen 27 26F
27 Ontleend aan de concept-rapportage Samenwerking Culturele Kernvoorzieningen in Twente, p. 14 resp. 17. Twente, april 2013.
26
De onderzoekers concluderen: 1. Er wordt binnen de verschillende takken van de Twentse culturele sector op structurele basis samengewerkt. Instellingen gaven vaak aan met meerdere partners en op meerdere thema’s samenwerkingsverbanden te onderhouden. 2. Er wordt voornamelijk samengewerkt met andere instellingen op lokaal niveau en minder met instellingen uit andere (regio)gemeenten. Hierbij valt wel op dat op de thema’s Profilering en marketing en Programmering vaker samenwerking met partners buiten de regio wordt gezocht. 3. Opvallend is dat er in grotere Twentse gemeenten als Enschede en Hengelo intensiever wordt samengewerkt tussen culturele instellingen dan in de kleinere Twentse gemeenten. 4. Momenteel wordt er door de culturele sector in Twente nauwelijks tot niet grensoverschrijdend samengewerkt met internationale partners (uitzondering: Euregio en verbanden met Scandinavische partners). 5. Er wordt voornamelijk samengewerkt op het thema Programmering. Het overzicht en de (voorlopige) conclusies rechtvaardigen naar onze mening de verwachting, dat de regionale samenwerking de komende jaren toeneemt. Concretere, niet-vrijblijvende verbanden zijn niet uitgesloten. Uit de inventarisatie valt op te maken, dat Enschede en Hengelo daarin een voortrekkersrol vervullen. Samenwerking hoeft zich niet te beperken tot de promotie van het cultuuraanbod. Op het gebied van programmering, gezamenlijke inkoop, productontwikkeling etc. kan samen worden opgetrokken. We stimuleren de instellingen om de mogelijkheden daartoe in kaart te brengen, nadat de organisatorische clustering binnen Hengelo gestalte heeft gekregen. in Euregionaal en Europees perspectief Naast het aanbod aan de Duitse kant van de Euregio, zoals het popmuseum in Gronau (waarmee Metropool nauwe banden heeft), biedt ‘Europa’ meer kansen. Ook de Europese Unie ziet cultuur en de creatieve sectoren als motoren voor economische groei en de ontwikkeling van banen. De groei wordt steeds meer bepaald door niet-technologische factoren als creativiteit, design en nieuwe organisatorische processen of business-modellen. De kenniseconomie vraagt om vaardigheden in creativiteit, ondernemerschap, kritisch denken, risico nemen, en betrokkenheid. 28 KenT, onze focus op Kunst en Techniek, sluit daar naadloos op aan. De lidstaten en de regio’s worden gestimuleerd invulling te geven aan de EU-strategie. Zelf zet de EU diverse middelen in, zowel qua regelgeving c.q. het wegnemen van belemmerende regels, als in financiële zin. 27F
Op lokaal niveau pakken we die handschoen op. ‘Europa’ reikt ons de middelen 29 aan om de synergie tussen kunst & cultuur en de creatieve industrie te stimuleren; zie hiervoor. In de plannen die we daarvoor ontwikkelen, vormt ‘Europa’ dan ook een belangrijk speerpunt. We zetten onze expertise in, die we de afgelopen jaren via onze Europese netwerken en Twente-kantoor in Brussel hebben opgebouwd. 28F
We zetten onze Europese expertise in om kunst & cultuur ook via EU-middelen te ondersteunen en om de synergie tussen kunst & cultuur en de creatieve industrie te bevorderen. kansen benutten We verwachten van onze partners in de kunst- & cultuursector, dat zij ondernemerschap tonen, de samenwerking zoeken en tot innovatieve benaderingen komen. Wij bieden ondersteuning, onder meer via onze gemeentelijke subsidiespecialisten. We faciliteren partner search en bevorderen de totstandkoming van broedplaatsen, onder andere door onverwachte combinaties te leggen.
28
Promoting cultural and creative sectors for growth and jobs in the EU. COM (2012) 537. Europese Commissie. Brussel, 26 september 2012. 29 Zie http://ec.europa.eu/culture/creative-europe/documents/general-presentation_en.pdf
27
6. De huisvesting uitgangspunten De huisvesting van kunst & cultuur in onze stad is enerzijds goed op orde. We moeten voorop stellen dat de meeste culturele instellingen goed gehuisvest zijn. Bibliotheek, nieuwbouw in gebruik genomen in 2006 Muziekschool, nieuwbouw, incl. Waterstaatskerk in gebruik genomen in 1991 Rabotheater, nieuwbouw in gebruik genomen in 2001 Twents Techniekmuseum HEIM, verbouwde Wilhelminaschool in gebruik genomen in 2005 Historisch museum Hengelo, nieuwe aanbouw in gebruik genomen in 1995 Metropool, nieuwbouw in gebruik genomen in 2009 Anderzijds leven er nog diverse ideeën en wensen. Bovendien zien wij ons voor de noodzaak geplaatst ons maatschappelijk vastgoedbezit te verminderen. We beogen met deze paragraaf antwoord te geven op enkele uitdagingen en oplossingsrichtingen aan te geven voor een optimale huisvesting van alle geledingen, zowel professioneel als amateur. De verder gaande samenwerking van culturele instellingen geeft aanleiding én de mogelijkheid ook qua huisvesting synergie te bereiken. Dat kan ook eventueel leiden tot besparingen en/of efficiënter gebruik van bestaande locaties. -
uitdagingen Een efficiënt gebruik van de bestaande accommodaties voor kunst & cultuur Efficiënt gebruik van ander maatschappelijk vastgoed (schoolgebouwen, wijk- en buurtcentra e.d.) Gehoor geven aan wensen en ideeën uit de kunst- & cultuursector
behouden en combineren We hebben in kaart gebracht, welke panden in gebruik zijn voor kunst & cultuur. We hebben daaraan de wensen en ideeën uit de sector toegevoegd, incl. de raadsideeën omtrent de Bataafse Kamp. Vervolgens hebben we een serie criteria opgesteld, aan de hand waarvan we kunnen beoordelen: Wat is het gebruiksnut van het desbetreffende pand Welke culturele functies en activiteiten kunnen elders worden ondergebracht Welke panden zijn niet (meer) nodig voor kunst of cultuur Welke niet-publieke panden komen in aanmerking voor kunst & cultuur. Dit traject is nog niet afgerond. De uitkomst van dit traject moet leiden tot een meerjarenperspectief, dat deels op korte termijn (2-3 jaar), deels op de langere termijn (3-5 jaar) of zelfs nog later (> 5 jaar) kan worden gerealiseerd. In 2014 ontwikkelen wij een integraal huisvestingsplan voor de kunst- en cultuursector, waarin alle functies voor de lange termijn een optimale, toekomstbestendige plek krijgen. Uitgangspunt is het (her)gebruik van panden die in gemeentelijk bezit zijn. Panden die momenteel in gebruik zijn voor kunst & cultuur: Rabotheater Metropool Muziekschool Waterstaatskerk De Kosterswoning bij de Waterstaatskerk Stadhuishal c.a. (niet continu) Bibliotheek EMGA complex (Crea) Historisch Museum Creatieve Fabriek Twents Techniekmuseum HEIM Galeries (veelal particulier) Wijkcentra (Kulturhus Hasselo, Wijkcentrum De Hengelose Es, Slangenbeek, Wijkcentrum De Sterrentuin, De Jeugd, Wijkcentrum ’t Vogelkwartier, Het Lansink, De Tempel, De Nijverheid, Het Geerdink, ’t Weidedorp, De Breemars) Gebouwen van amateurkunstverenigingen (Excelsior, Armonia, HOV de Eendracht en Stork ’n Nus/Hengelose Revue hebben een eigen gebouw) 28
Panden die in het onderzoek zijn betrokken: Bataafse Kamp Hoftstede MTS Hijschgebouw Gildecollege (Bandoengstraat) Vrijkomende basisscholen Wijkcentra Commerciële panden zoals Molenstraat 16 Vrijkomende kerkgebouwen Dikkerscomplex Enkele andere locaties, o.a. panden in gebruik bij muziekverenigingen Criteria waartegen deze panden worden afgewogen: ♦ Eigendom van de gemeente of huur ♦ Staat onderhoud ♦ Boekwaarde ♦ Exploitatiekosten ♦ Oppervlakte ♦ Gebruiksmogelijkheden, ook: geschikt als oefenruimte en podium voor amateurgezelschappen? ♦ Bestemming ingevolge bestemmingsplan ♦ Bereikbaarheid ♦ Toegankelijkheid ♦ Parkeervoorzieningen ♦ In stand gehouden d.m.v. subsidies ♦ Eigen ideeën uit het veld ♦ Toevoeging aan functie/kwaliteit binnenstad Waarvoor moet onderdak beschikbaar zijn Gezien de beperkte financiële ruimte de aankomende jaren, richten we ons eerst op de huisvesting van Crea als gesubsidieerde instelling. Dit kan als zelfstandige instelling in een gebouw of met andere instellingen samen. Daarnaast proberen we de amateurverenigingen en professioneel kunstenaars zoveel mogelijk vanuit hun eigen kracht te ondersteunen bij het vinden van werkruimte binnen de gemeentelijke accommodaties, wel of niet in samenwerking met de gesubsidieerde instellingen. Verder is er behoefte aan depotruimte voor de Collectie Hengelo en mogelijk ook voor de gemeentelijke collectie. Mogelijke locaties die hierbij naar voren komen zijn: Bataafse Kamp Dikkers-complex Creatieve Fabriek Verenigingsgebouw Gildecollege Een kunst- en techniekstraat in de binnenstad De Bataafse Kamp komt tegemoet aan de wens van de beeldende kunstenaars voor ruimtes in het centrum. En er wordt uitvoering gegeven aan de raadsmotie (initiatief VVD) om deze locatie te benutten voor kunstvoorzieningen. 30 Maar: het is nog onduidelijk, of de Bataafse Kamp zijn onderwijsbestemming blijft behouden. Het Dikkers-complex biedt de mogelijkheid een combinatie te realiseren met het Techniekmuseum, dat samengaat met het Historisch Museum Hengelo. Het kunstencentrum komt tegemoet aan de oorspronkelijke ideeën uit het Masterplan Hart van Zuid ten aanzien van Crafts, Culture & Industry. 31 Maar: het Dikkers-complex is particulier eigendom. De Creatieve Fabriek is eigendom van en wordt geëxploiteerd door een commerciële partij, BoeI. Het complex streeft ernaar een broedplaats voor de creatieve industrie te zijn. Het Verenigingsgebouw is gemeentelijk eigendom geworden. Het gebouw is naar zijn aard geschikt voor culturele functies. 29F
30F
30
Een werkgroep uit de raad heeft een aantal keren gebrainstormd over de mogelijkheden van de Bataafse Kamp. De opbrengst ervan is medebepalend geweest voor de omschrijving van het kunstencentrum. 31 Masterplan Hart van Zuid, p. 61. Hengelo, mei 2001
29
Het Gildecollege heeft nu nog een onderwijsbestemming. Bij realisatie van de nieuwbouw VMBO zal dit pand vrijkomen voor andere functies Een kunst- en techniekstraat heeft een opwaardering van de binnenstad tot gevolg. Maar: er zijn meerdere pandeigenaren met wie tot overeenstemming moet worden gekomen. Een haalbaarheidsonderzoek moet uitwijzen welke locatie het meest aantrekkelijk is. In de tussentijd, totdat er duidelijkheid is over de haalbaarheid , blijven de functies op hun huidige locaties gehuisvest en/of er worden binnen de beschikbare middelen tijdelijke voorzieningen getroffen. 1. De professionele podiumkunsten zijn uitstekend gehuisvest: Rabotheater, poppodium Metropool. Hun accommodaties kunnen nog efficiënter worden benut door (delen van) andere functies gastvrijheid te verlenen. Bij voorbeeld: balletlessen (CREA) in het Rabotheater, bepaalde vormen van muziekles in Metropool. 2. De amateurgezelschappen (muziek, revue etc.) hebben vaste oefenruimtes nodig, voor zover ze geen eigen onderkomen hebben. Enkele panden komen hiervoor in aanmerking: Gilde College aan de Bandoengstraat Vrijkomende basisscholen of kerkgebouwen. 3. De bibliotheek is uitstekend gehuisvest. Dat geldt zowel voor de hoofdvestiging als het filiaal in het Kuturhus Hasselo. In de hoofdvestiging kunnen ook andere functies een plek krijgen, zoals exposities, Bureau Hengelo e.d. 4. Het muziekonderwijs kan deels gedecentraliseerd worden aangeboden, gebruik makend van scholen, wijk- en buurtcentra, het Rabotheater, Metropool. 5. Creativiteitscentrum CREA is suboptimaal gehuisvest. Idealiter wordt hier op korte termijn andere huisvesting voor gevonden . 6. De museale functie wordt versterkt door het samengaan van het Techniekmuseum en het Historisch museum. Hun gezamenlijke plan Van tempel naar dorpsplein. Een museaal netwerk in Hart van Zuid zien wij als een ‘stip aan de horizon’. Realisatie zien wij als iets voor de lange termijn. Op de korte termijn kunnen voorzichtige stappen in die richting worden gezet, passende binnen de huidige exploitatie. Daarbij betrekken wij het onderbrengen en het beheer van het depot van de Collectie Hengelo. Tegelijkertijd hebben we oog voor de ‘noden’ die op korte termijn om een oplossing vragen. Urgent zijn een depot voor de Collectie Hengelo en oefenruimtes voor amateurgezelschappen. Ook een permanente expositieruimte voor beeldende kunst wordt gemist. Bovenstaand hebben we enkele oplossingsrichtingen aangegeven, waarmee we met betrokkenen aan de slag gaan. We verwachten van hen creativiteit, flexibiliteit en inbreng van het particulier initiatief.
30
7. De financiën gemeentelijke middelen De afgelopen jaren heeft de gemeente te kampen met afnemende financiële ruimte. Bezuinigingen moeten worden gerealiseerd. Er zijn inmiddels verschillende bezuinigingen doorgevoerd op het beleidsterrein kunst en cultuur. In bijlage 3 (Financiële overzichten) staat een totaaloverzicht van de budgetten en bezuinigingen in de periode 2010-2014. De belangrijkste bezuinigingen worden hieronder toegelicht. Bezuiniging 5% personeelslasten 2011 en 2012 In de eerste bezuinigingsronde is een korting doorgevoerd van totaal 5% op de personeelslasten van de culturele kernvoorzieningen. Deze bezuiniging is gefaseerd gerealiseerd in 2011 en 2012. Voor de Muziekschool is een uitzondering gemaakt (geen 5% maar 2%), vanwege het convenant dat de gemeente en de Muziekschool destijds hebben afgesloten naar aanleiding van de ontvlechting van de gemeentelijke organisatie. Extra bezuiniging Bibliotheek 2012 In de tweede bezuinigingsronde is onder meer besloten om de subsidie aan de bibliotheek te korten met €150.000,-. Deze bezuiniging is per 1 januari 2012 gerealiseerd. Stopzetten subsidie AkkuH 2013 en 2014 In de derde bezuinigingsronde is besloten een bezuiniging van €400.000, - in te vullen door te stoppen met de subsidiëring van AkkuH, een culturele kernvoorziening. Om financiële ruimte te behouden voor kunsteducatie en voor beeldende kunst en erfgoed, is besloten om €100.000, - te vinden binnen de subsidies aan Bibliotheek en/of Muziekschool. De totale bezuiniging van €400.000, - wordt gefaseerd gerealiseerd, in 2013 en per 1 januari 2014. Bezuiniging Muziekschool 2014 In de vierde bezuinigingsronde is onder meer besloten om de subsidie aan de Muziekschool te korten met €200.000, - . Deze bezuiniging wordt per 1 januari 2014 gerealiseerd. Bezuiniging kadernota 2014-2017 In de kadernota 2014-2017 is nog een bezuiniging opgenomen ten aanzien van de subsidiëring van de 6 culturele kernvoorzieningen, voor een bedrag van €300.000,-. Bezuinigingen in relatie tot het kunst- en cultuurbeleid Wij gaan in ons kunst- en cultuurbeleid uit van het zo goed mogelijk in stand houden van de culturele infrastructuur in aanhoudende, moeilijke tijden. In hoofdstuk 3 (De creatieve keten) spreken we ons uit voor het subsidiëren van de basisvorming. Onze visie is dat de culturele instellingen zich bij educatie moeten toeleggen op de basiseducatie. Hierin zien wij dan ook de mogelijkheden om de nog openstaande bezuinigingsopgave in te vullen, te weten: €100.000,vanuit besluit stopzetting subsidie AkkuH (zie boven) en €300.000,- vanuit de Kadernota 20142017. Concreet betekent dit dat de subsidie aan zowel de bibliotheek als de Muziekschool met ingang van 2014 structureel wordt verminderd met € 50.000,-- en dat de Muziekschool met ingang van 2015 een bezuiniging van op € 300.000,- krijgt opgelegd. Ontwikkeling gemeentelijk budget In 2010 bedroeg het gemeentelijk budget voor kunst en cultuur 8,3 miljoen euro. Door de bezuinigingen is dat per 2014 teruggebracht tot bijna 7 miljoen euro. In 2010 gaven we € 102, per inwoner uit, in 2014 is dat verminderd tot € 86, - per inwoner. Afgezet tegen de totale gemeentebegroting gaven we in 2010 3,4 % uit voor kunst en cultuur. Dat is anno 2014 gedaald tot 3 %. 32 In bijlage III is een overzicht opgenomen van de hiervoor geschetste bezuinigingen. 31F
werkbudget beeldende kunstenaars Beeldende kunstenaars moeten meestal voorinvesteringen doen om hun werk te kunnen exposeren. Deze kosten verdienen ze vervolgens terug door de verkoop van hun werk. Niet alle kunstenaars hebben voldoende mogelijkheden voor deze voorfinanciering. Er bestaan in het land al enkele voorbeelden van een revolving fund. Hierbij kunnen lokale initiatieven aanhaken. 32
In bijlage III is een staatje opgenomen met gegevens van andere steden die met Hengelo zijn te vergelijken.
31
subsidies Subsidies zijn bedoeld om de culturele infrastructuur van de stad te ondersteunen. We willen daarin het accent steeds meer verschuiven naar ondersteuning van de activiteiten. We ontkomen er echter niet aan om ook voor de huisvestingslasten middelen ter beschikking te stellen. Als aangegeven in het hoofdstuk Huisvesting streven we naar efficiënter ruimtegebruik om de lasten te verlagen. Subsidies beogen een gezamenlijk onderkend maatschappelijk resultaat te bereiken. Daarover maken we met het veld afspraken. We gaan uit van de professionaliteit van onze partners. Deze kunnen zelf bepalen, hoe zij de resultaten willen bereiken. Als gemeente betekent dat ‘loslaten’ als grondhouding. Subsidiënten 33 leggen via hun jaarverslag en –rekening verantwoording af, in hoeverre zij de resultaatafspraken zijn nagekomen. 32F
Wij leggen de uitvoering van (een deel van) ons cultuur- en kunstbeleid bij partners in de samenleving neer. Dat houdt in, dat wij hen de daarvoor beschikbare middelen integraal ter beschikking stellen. ‘Kansen bieden’ kan ook op andere manieren dan via subsidies. De gemeente is een belangrijke opdrachtgever voor allerlei fysieke projecten. Daarin willen we meer rekening houden met onze plaatselijke kunstenaars. 34 33 F
Bij de toekenning van gemeentelijke fysieke projecten of delen daarvan hebben plaatselijke beeldende kunstenaars een preferente positie. Dat geldt ook voor de toepassing van de 1%-regeling.
eigen bijdragen De bezuinigingen leiden ertoe, dat kunst- en cultuurconsumenten een hogere eigen bijdrage moeten gaan betalen. Contributies en lesgelden gaan omhoog. Dat kan drempelverhogend werken, maar we beogen de basiseducatie en –voorzieningen in stand te houden. Waar nodig kunnen ouders een beroep doen op het Sport- & Cultuurfonds. De kunst- en cultuursector is dynamisch en inventief. Men is naarstig op zoek naar andere financieringsbronnen dan overheidssubsidies. In den lande ontwikkelen zich allerlei initiatieven als een ‘modern mecenaat’, in allerlei vormen en combinaties. alternatieven: voorbeelden van sponsoring, “Vrienden van….”, crowd sourcing, “tante Betje” etc. -
Sponsoring door bedrijven: Rabotheater, Twents Techniekmuseum HEIM Leningen (die hoe dan ook moeten worden terugbetaald) van o.a. de Triodos-bank of een lokaal fonds, zoals het Amsterdams fonds voor de cultuur. www.findyourfunding.nl. Dat wordt gevoed door particulieren en bedrijven met minimaal 5000 euro. Culturele instellingen kunnen er een beroep op doen. Dit fonds werkt landelijk. Prins Bernhard Cultuurfonds Lokale fondsen als het Rabo-Cultuurfonds en de Fuldauerstichting Corporatie-achtige verbanden, waarin bemiddelde senioren en anderen hun betrokkenheid bij de kunst- & cultuursector laten blijken Particuliere initiatieven als de Stichting Heartpool, waarin een combinatie van bovenstaande voorbeelden plaatsvindt. Ook de nieuwe Geefwet biedt mogelijkheden voor de culturele sector. Giften zijn in bepaalde gevallen tot 150% fiscaal aftrekbaar, wat drempelverlagend werkt voor ondersteuning van kunst & cultuur. Instellingen met een ANBI-status 35 krijgen meer fiscale mogelijkheden voor commerciële activiteiten, waardoor ook zij meer middelen ter beschikking kunnen stellen. De Geefwet is in 2012 van kracht geworden. Europese fondsen als Interreg 5A (grensoverschrijdende projecten), Interreg 5B (transnationale projecten). De gemeente heeft wat EU-fondsen betreft veel expertise in huis. 34F
-
33 34 35
Voor zover zij daartoe volgens de Algemene subsidieverordening verplicht zijn. Dat geldt in feite ook voor Hengelose (en regionale) architecten. ANBI: Algemeen Nut Beogende Instelling
32
Met enige creativiteit en gemeentelijke assistentie bij het indienen van aanvragen kan de kunst- en cultuursector met succes externe fondsen verwerven.
33
8. Uitwerkingsprogramma Deze nota bevat diverse ambities, die een fundamentele houding t.a.v. kunst en cultuur weerspiegelen. In de dagelijkse praktijk zijn het richtlijnen voor de uitvoering van ons beleid. Via publicatie van deze nota zorgen we ervoor, dat alle betrokkenen – intern en extern – ervan op de hoogte zijn en zich ernaar gedragen. De geformuleerde voornemens resulteren in een reeks acties en projecten voor de komende jaren. Veel voornemens vereisen verdieping en nadere uitwerking. In dit uitwerkingsprogramma omschrijven we de acties kort en zo concreet mogelijk, en geven we aan, op welke termijn we resultaten verwachten te bereiken. acties Cultuureducatie: Instelling moeten zich richten op basiseducatie voor kunst en cultuur Met de culturele instellingen en het onderwijs komen tot invulling van het programma Cultuureducatie met Kwaliteit
termijn 2014-2020 2014-2016
Amateurkunst: Handhaven basissubsidies
per direct
Focus -
2014-2015 2015 2015
op maatschappelijk effect: Formuleren van indicatoren Resultaatafspraken met instellingen Opnemen in subsidiebeschikkingen
Samenvoeging instellingen: Uitwerken van de in de nota opgenomen onderdelen uit het rapport van de culturele instellingen ‘Naar een toekomstbestendige culturele infrastructuur. Inzetten op samenwerking tussen de partners en verdergaande samenwerking tussen sommige instellingen (biotopen). Clustering vanuit programmering in de toekomst toetsen op haalbaarheid. Uitwerking plannen van de Muziekschool in overleg met amateurverenigingen Beeldende kunst: Uitwerking van en besluitvorming over de scenario’s voor programmering beeldende kunst Onderzoek naar mogelijkheid gebruik maken van landelijk ‘revolving fund’ Beeldend kunstenaars betrekken bij fysieke projecten, incl. 1%-regeling Museaal netwerk in Hart van Zuid: Realisatie (“stip aan de horizon”)
2014-2020 2014-2020 2014 2014 2015-2017 2014-2020 2015-2020
Cultuurpromotie: Realisatie cultuurellips Aandacht voor cultureel erfgoed in promotie Twents cultuurportaal
2014 2014 2014-2015
Creatieve industrie: Synergie met kunst & cultuur nastreven, o.a. via programmaraad Creatieve Fabriek en Twentse verbanden Subsidiemogelijkheden (o.a. EU) in kaart brengen
2014-2020 2014
Europa: Internationale projecten bevorderen Subsidiemogelijkheden inventariseren
vanaf 2014 2014-2015
Huisvesting: Ontwikkelen integraal huisvestingsplan voor de kunst- & cultuursector, met name gericht op huisvesting CREA, professioneel kunstenaars, amateurtheatergroepen en een depotvoorziening voor de collecties Meer Cultuureducatie decentraal aanbieden
2014-2020 2014-2020
34
Bijlagen i.
het culturele dna van Hengelo
ii. de spelers in het veld iii. financiële overzichten • benchmark uitgaven voor cultuur • huisvestingslasten culturele kernvoorzieningen (2010) • budgetten en bezuinigingen 2010-2014 iv. enquête Kunst & Cultuur Hengelo panel voorjaar 2013 (samenvatting)
35
BIJLAGE I
Het culturele dna van Hengelo Grotendeels overgenomen uit “Vrij spel voor de verbeelding. Kunst- en cultuurvisie 2010 gemeente Hengelo” culturele infrastructuur Hengelo beschikt over een uitgebreide culturele infrastructuur die past bij een stad met ruim 80.000 inwoners. Op onderdelen stijgt onze culturele infrastructuur zelfs uit boven het ‘gemiddelde pakket’ aan voorzieningen, dat kenmerkend is voor gemeenten tussen de 30.000 en 90.000 inwoners. Voor een overzicht van de culturele infrastructuur verwijzen wij naar het overzicht Feiten, cijfers en benchmarks Hengelose cultuur. cultuurhistorie Er ligt een duidelijk verband tussen de cultuurhistorie van Hengelo en de aard en omvang van onze culturele infrastructuur. De basis daarvan is namelijk gelegd aan het eind van de negentiende en het begin van de twintigste eeuw door de grondleggers van de industrie in onze stad. Vooral de familie Stork heeft daarin een grote rol gespeeld. Veelzeggend is dat zij niet alleen investeerden in fabrieken en machines, maar ook in culturele voorzieningen als een leeszaal, een concertgebouw en amateurmuziekverenigingen. Daarmee onderkenden zij (toen al) het belang van kunst en cultuur voor het functioneren van de samenleving. Voor hun bedrijfsdoelstellingen hadden zij creatieve, hoogopgeleide ingenieurs en andere medewerkers nodig. Dat geldt nu nog altijd voor onze gemeente, het is een bestaansvoorwaarde Een ander belangrijk element in de cultuurhistorie van Hengelo is dat Theo Wolvecamp (19251992) - een toonaangevend beeldend kunstenaar uit de Cobragroep - in Hengelo is geboren en hier heeft gewoond en gewerkt. Dit heeft ertoe geleid dat de gemeentelijke kunstcollectie een aantal topstukken bevat die van nationale betekenis zijn, ondanks het feit dat het werk van Wolvecamp pas na zijn dood van Hengelo de waardering heeft gekregen die het verdiende. cultureel bewustzijn Het cultureel bewustzijn van de inwoners uit zich in het trots zijn op de lokale kunst en het lokale culturele erfgoed. Kenmerkend voor Hengelo is het grote aantal vrijwilligers dat zich inzet voor kunst en cultuur, vooral op het gebied van amateurkunst en cultureel erfgoed. Het bestaan van een organisatie als HeArtpool toont aan dat bij Hengelose particulieren en bedrijven veel draagvlak bestaat voor beeldende kunst en dat er behoefte is om dat uit te dragen. Een ander voorbeeld is de – ondanks de financiële crisis - grote bereidheid van het Hengelose bedrijfsleven om via sponsoring bij te dragen aan culturele voorzieningen en evenementen. Het cultureel bewustzijn van inwoners uit zich ook in hun deelname aan kunst en cultuur in de stad. Sinds 2002 hebben we vragen over de cultuurdeelname van de Hengelose bevolking opgenomen in onze Omnibusenquêtes en (sinds 2010) via het Hengelo-panel. Uit de resultaten van de raadpleging via het Hengelo-panel van januari 2013 blijkt dat: bijna driekwart van de respondenten (73 procent) in twaalf maanden tijd minimaal één keer naar een culturele voorstelling is geweest; iets meer dan de helft (54 procent) van de Hengeloërs een bezoek heeft gebracht aan een museum, archief, galerie of bezienswaardig gebouw; culturele instellingen in Hengelo veelvuldig worden bezocht en dat het Rabotheater (48 procent) en de bibliotheek (32 procent) het vaakst worden bezocht; iets meer dan de helft van de Hengeloërs het kunst- en cultuuraanbod in de stad voldoende (31 procent) of goed (21 procent) vindt - slechts 10 procent vindt het aanbod onvoldoende; bijna veertig procent van de Hengeloërs een of meer kunstzinnige activiteiten heeft beoefend, vooral tekenen, schilderen, grafisch werken en het bespelen van een muziekinstrument. Veertien procent van de Hengeloërs doet dit zelfs in georganiseerd verband als lid van een vereniging of bij een instelling voor kunstzinnige vorming. uiterlijk Het uiterlijk van een stad wordt bepaald door de architectuur en de ruimtelijke vormgeving. Hierbij gaat het om de wisselwerking tussen kunst en cultuur, stedelijke (her)ontwikkeling, welstand en 36
monumentenzorg. Het mooiste voorbeeld daarvan in Hengelo is Tuindorp, dat aan het begin van de twintigste eeuw naar een idee van C.T. Stork en zonen is uitgevoerd door de architect Karel Muller en landschapsarchitect Wattez. Vanuit de bestaande landschapsstructuur (lanen, dijken en erven) bouwden zij een compleet dorp voor alle rangen en standen. De natuurlijke lijnen, de harmonische combinatie van functies, de diversiteit aan woningen en de zeer ruime opzet maken dit Tuindorp tot een uniek beeldbepalend element in het uiterlijk van Hengelo. In 2003 is Tuindorp dan ook aangewezen als beschermd stadsgezicht. Andere beeldbepalende elementen van Hengelo zijn: monumenten die een culturele herbestemming hebben gekregen zoals de Waterstaatskerk en de Kosterswoning (Muziekschool), het Lambooijhuis (expositieruimte en kunstenaarssociëteit) en de Wilhelminaschool (Twents Techniekmuseum HEIM); kunstwerken in de openbare ruimte; nieuwe gebouwen als de schouwburg, de bibliotheek en Metropool; industrieel erfgoed in Hart van Zuid Tuindorp als beschermd stadsgezicht Binnenstad en Klein Driene als twee van de 30 in Nederland erkende voorbeelden van de wederopbouwarchitectuur. ligging De ligging van een stad valt als bepalende factor voor de culturele identiteit van een stad gewoonlijk af, maar gelet op de ontwikkelingen rond de Netwerkstad speelt dit element wel een belangrijke rol. In Netwerkstadverband hebben we afgesproken dat de steden zich op onderdelen zullen profileren, omdat dit kansen biedt voor versterking van de lokale en regionale culturele infrastructuur. Met elkaar kunnen de netwerksteden zorg dragen voor een complete culturele infrastructuur op (boven)regionaal niveau. investeren in kunst en cultuur Het gemeentelijk cultuurbeleid heeft betrekking op alle factoren die de culturele identiteit van een stad bepalen. Het is dan ook hét middel om de culturele identiteit tot uitdrukking te brengen en te versterken. In de culturele identiteit komen het verleden, het heden en de toekomst van de stad samen. Daarom is het van belang om duurzaam kunst- en cultuurbeleid te ontwikkelen en daarbij te zorgen voor kwaliteit, continuïteit en vernieuwing. De afgelopen decennia heeft de gemeente veel geïnvesteerd in kunst en cultuur in Hengelo. In 2001 is de schouwburg geopend, in 2006 gevolgd door de compleet nieuwe centrale vestiging van de bibliotheek en een dependance in het nieuwe Kulturhus Hasselo. In 2006 opende het Twents Techniekmuseum HEIM haar deuren in de gerestaureerde Wilhelminaschool, de voormalige fabrieksschool van Stork. Metropool, geopend in 2009, heeft een toonaangevende allure voor Hart van Zuid en de omgeving van het Centraal Station van Twente. Dit poppodium behoort met zijn programmering nu al tot de landelijke top. De grote investeringen van de afgelopen decennia hebben ook hun keerzijde. De huisvestingslasten zijn nauwelijks beïnvloedbaar en drukken zwaar op de exploitatie. Er blijft dan relatief weinig ruimte voor de activiteiten en programmering. Het kost de instellingen moeite om de eindjes aan elkaar te knopen en bezuinigingen hebben direct hun weerslag op de programmering. Optimalisatie van het gebruik en medegebruik door andere instellingen bieden wellicht enig soelaas.
37
BIJLAGE II
De spelers in het veld adviescommissies en werkgroepen adviescommissie Beeldende Kunst en Vormgeving, Monumentencommissie, commissie Kunsteducatie, werkgroep Collectie Hengelo, werkgroep Week van de Amateurkunst structureel gesubsidieerde culturele instellingen • culturele kernvoorzieningen: Bibliotheek, Muziekschool, Rabotheater, Metropool, CREA en Techniekmuseum HEIM • aanvullende culturele voorzieningen: Historisch Museum Hengelo, Ateliers ’93, Beeldende Kunst Ag, SWWK, HeArtpool, Lambooijhuis, Museum voor Hedendaagse Hengelose Kunst, Jazzclub, Kamermuziek Hengelo, Historisch Archief Beckum, Historie Brandweer Hengelo, Hengelose Oranjevereniging, Lokale Omroep Hengelo en de Stadsdichter • amateurkunstverenigingen incidenteel gesubsidieerde culturele instellingen Onder andere Theater Kamak, Barst, Karavaan der Vertellers, Filmhuis Hengelo, Volkskerstzang, Cultuurpodium Houtmaat belangenorganisaties Hengelose Korenkoepel, Federatie van Hengelose Muziekverenigingen, Podiumkunsten Hengelo andere belanghebbenden beeldende kunstenaars, creatieve ondernemers en in kunst en cultuur geïnteresseerde inwoners intern: beleidsvelden onderwijs, wijkwelzijn en economische zaken, grondzaken, stadsontwikkeling, communicatie en programmaregie overige partners, zoals Bureau Hengelo (voorheen VVV & Stadspromotie), SCALA, Welbions, Stichting Centrummanagement, programmaraad Brede School, programmaraad Creatieve Fabriek, bedrijfsleven andere overheden • Gemeente Enschede en andere Twentse gemeenten • Netwerkstad Twente • Regio Twente • Provincie Overijssel • Cultuuroverleg Oost Nederland • rijksoverheid • Euregio • Europese Unie
38
BIJLAGE III
Financiële overzichten benchmark uitgaven voor cultuur 36 huisvestingslasten culturele kernvoorzieningen (2010) budgetten en bezuinigingen cultuur 2010-2014
• • •
35 F
benchmark
Hengelo: per 2014 (na doorvoering bezuinigingen): € 89 per inwoner (zie totaaloverzicht op volgende pagina) huisvestingslasten
subsidie
overige inkomsten
totale inkomsten
totale lasten
huisv+afschr
2010
2010
2010
2010
2010
Bibliotheek € 2.661.070
€ 677.827
€ 3.338.897
€ 3.385.620
€ 876.053
Muziekschool € 1.546.480
€ 546.971
€ 2.093.451
€ 2.198.054
€ 370.171
€ 1.520.206
€ 2.740.520
€ 2.985.701
€ 689.474
€ 936.976
€ 1.966.067
€ 1.266.565
€ 636.490
AkkuH € 489.680
€ 306.532
€ 796.212
€ 777.356
€ 204.079
CREA € 446.270 Techniekmuseum HEIM € 260.790
€ 299.980
€ 746.250
€ 873.538
€ 158.704
€ 423.353
€ 684.143
€ 635.512
€ 124.014
4.711.845
€ 12.365.540
€ 12.122.346
€ 3.058.985
Rabotheater € 1.220.314 Metropool € 1.029.091
Totalen
36
€ 7.653.695,00
Bron: BMC, 2013
39
budgetten en bezuinigingen cultuur 2010-2014 bezuiniging 2010 1. structurele subsidies uitvoeringsregeling amateurkunst € 139.646
2011
2012
2013
2014
miv 2015
€ 139.646
€ 139.646
€ 114.250
€ 114.250
€ -25.396
opmerkingen *
2. structurele subsidies uitvoeringsregeling culturele instellingen 2a. culturele kernvoorzieningen
€ 7.653.695 € 7.582.290 € 7.408.990 € 7.208.990 € 6.734.360 € -1.144.335 verdeling: Bibliotheek € 2.661.070
€ 2.619.070
€ 2.441.070
€ 2.441.070
€ 2.391.070
€ -270.000
Muziekschool € 1.546.480
€ 1.573.355
€ 1.665.580
€ 1.665.580
€ 1.340.580
€ -205.900
Rabotheater € 1.220.314
€ 1.199.314
€ 1.185.310
€ 1.185.310
€ 1.185.310
€ -35.004
Metropool € 1.029.091
€ 1.021.531
€ 1.016.490
€ 1.016.490
€ 1.016.490
€ -12.601
AkkuH € 489.680
€ 480.650
€ 424.630
€ 174.630
€0
€ -489.680
CREA € 446.270
€ 430.760
€ 420.420
€ 470.420
€ 470.420
€ 24.150
Techniekmuseum HEIM € 260.790
€ 257.610
€ 255.490
€ 255.490
€ 255.490
€ -5.300
bezuiniging Muziekschool miv 2015
€ -225.000
nog in te vullen budget beeldende kunst
€ 50.000
budget Collectie Hengelo
€ 25.000
€ 25.000 € -34.690
2b. aanvullende culturele voorzieningen
**
€ 191.800
€ 157.110
€ 157.110
€ 157.110
€ 157.110
Ateliers ’93 € 5.680
€ 5.680
€ 5.680
€ 5.680
€ 5.680
Beeldende Kunst Ag € 5.680
€ 5.680
€ 5.680
€ 5.680
€ 5.680
SWWK (Stichting Woon- en werkruimten kunstenaars) € 10.340
€ 10.340
€ 10.340
€ 10.340
€ 10.340
HeArtpool € 12.500
€ 12.500
€ 12.500
€ 12.500
€ 12.500
Lambooijhuis € 10.000
€ 10.000
€ 10.000
€ 10.000
€ 10.000
€ 3.500
€ 3.500
€ 3.500
€ 3.500
€ 15.000
€ 15.000
€ 15.000
€ 15.000
€0
€0
€0
€0
Il Concerto Barocco € 8.810
€ 8.810
€ 8.810
€ 8.810
€ 8.810
€ 50.000
verdeling:
MHHK (Museum voor hedendaagse Hengelose kunst) € 3.500 Twente Biënnale € 15.000 Orkest van het Oosten € 27.980 Stadsdichter € 5.210
€ 5.210
€ 5.210
€ 5.210
€ 5.210
Kamermuziek Hengelo € 5.040
€ 5.040
€ 5.040
€ 5.040
€ 5.040
Jazzplatform Hengelo € 2.800
€ 2.800
€ 2.800
€ 2.800
€ 2.800
€0
€0
€0
€0
€ 14.840
€ 14.840
€ 14.840
€ 14.840
Historisch Archief Beckum € 2.430
€ 2.430
€ 2.430
€ 2.430
€ 2.430
Historie Brandweer Hengelo € 1.040
€ 1.040
€ 1.040
€ 1.040
€ 1.040
Lokale Omroep Hengelo € 40.050
€ 40.050
€ 40.050
€ 40.050
€ 40.050
Hengelose Oranjevereniging € 11.440
€ 11.440
€ 11.440
€ 11.440
€ 11.440
€ 2.750
€ 2.750
€ 2.750
€ 2.750
Twentse Welle € 6.710 Historisch Museum Hengelo € 14.840
Werkgroep 4 mei € 2.750
€ -27.980
€ -6.710
3. subsidies uitvoeringsregeling CultuurLokaal
€ 155.715
€ 155.720
€ 75.800
€ 31.470
€ 31.470
€ -124.245
***
4. cultuureducatie
€ 93.030
€ 107.754
€ 107.754
€ 122.000
€ 122.000
n.v.t.
****
5. aankoopbudget gemeentelijk kunstbezit
€ 39.873
€ 29.873
€ 33.870
€ 33.870
€0
€ -39.873
6. herstel gemeentelijk kunstbezit
€ 25.303
€ 25.300
€ 25.300
€ 25.300
€ 25.300
n.v.t.
Totalen
€ 8.299.062 € 8.197.693 € 7.948.470 € 7.692.990 € 7.184.490 € -1.343.143
bedrag per inwoner
€ 102
€ 101
€ 98
€ 95
€ 89
€ -17
* bezuiniging budget amateurkunst betreft opheffing Instrumentenfonds ** verhoging subsidie ivm overname kunsteducatieactiviteiten AkkuH *** bezuiniging betreft overheveling budget grote culturele evenementen naar Bureau Hengelo en opheffing rijksbijdrage cultuurparticipatie miv 2013
40
**** verhoging budget vanwege extra bijdrage provincie Overijssel
40
BIJLAGE 4
Enquête Kunst & Cultuur HengeloPanel voorjaar 2013 Samenvatting Voor de complete rapportage verwijzen we naar http://www.hengelo.nl/Pdf_Internet/BestuurOrganisatie/HengeloPanel Peiling 1_2013.pdf
Van 26 februari tot en met 10 maart 2013 is een peiling onder het HengeloPanel gehouden. Van de 2.681 panelleden die waren uitgenodigd, hebben 1.788 leden de vragenlijst ingevuld. Een goede respons van 67%. In de peiling is gevraagd wat panelleden belangrijk vinden op het gebied van kunst en cultuur in Hengelo. De resultaten van deze peiling worden gebruikt voor de nieuwe Kunst- en cultuurvisie waar de gemeente dit voorjaar aan werkt. Resultaten peiling: Kunst en cultuur algemeen • De meerderheid van de panelleden ziet zichzelf in meer, of mindere mate als ‘cultureel actief’. • Panelleden die zichzelf als cultureel actief zien hebben op iedere vraag significant anders geantwoord, dan panelleden die zichzelf niet als cultureel actief zien. • Kunst en cultuur maken het wonen in Hengelo voor de meerderheid van de panelleden aangenamer. • Des te jonger een panellid is, des te vaker is hij of zij van mening, dat er in Hengelo veel is te doen op het gebied van kunst en cultuur. • Voor een kwart van het panel zijn kunst en cultuur in het eigen dagelijks leven erg belangrijk, voor de helft redelijk belangrijk en voor iets meer dan een kwart minder belangrijk. • Men is het er over eens dat het erg belangrijk is dat het gestimuleerd moet worden dat kinderen kennis kunnen maken met kunst en cultuur in Hengelo. • De rol van stimulator wordt het vaakst bij de ouders neergelegd. Culturele (kern)voorzieningen • De aanwezigheid van bibliotheken, het Rabotheater en de muziekschool (in deze volgorde) wordt het belangrijkst gevonden. • De financiële ondersteuning van bibliotheken en de muziekschool wordt het belangrijkst gevonden. Amateurverenigingen en gezelschappen • Ιn vier van de tien huishoudens is minimaal één persoon lid van een vereniging of gezelschap op het gebied van kunst en cultuur. • ‘Amusing Hengelo’ is veel bekender dan de Week van de Amateurkunst (WAK). Financiële ondersteuning kunst en cultuur • Panelleden hechten het meeste belang aan (in deze volgorde) de culturele (kern)voorzieningen, amateurverenigingen en gezelschappen, kunst in de openbare ruimte, expositieruimte en het minst aan ateliers. • Iets meer dan de helft vindt dat kunst en cultuur in een economische crisis even belangrijk blijven als in economisch betere tijden. • Panelleden zouden de financiële ondersteuning, gemiddeld over alle culturele (kern)voorzieningen, met een kwart (-26%) verminderen. • Die gemiddelde vermindering bedraagt voor bibliotheken 11% en voor expositieruimte 41%. • Er bestaan geen grote verschillen tussen panelleden met verschillende achtergrondkenmerken in de mate van vermindering van financiële ondersteuning.
41
Bijlage 1 Lijst van participatie cultuurnota Startnotitie “Naar een nieuwe kunst- en cultuurvisie’ door B&W vastgesteld Gesprek wethouder met werkgroep Collectie Hengelo Gesprek wethouder met koepels van amateurverenigingen over startnotitie kunst- en cultuurvisie Bijeenkomst over startnotitie met beeldende kunstenaars Bijeenkomst met amateurkunstverenigingen over startnotitie kunst- en cultuurvisie Bespreking startnotitie in commissie Beeldende Kunst Bespreking commissie sociaal Startnotitie Motie “Samenwerking culturele instellingen” door gemeenteraad aangenomen en volgende ronde bezuinigingen waaronder op cultuur Bijeenkomst alle Hengelose beeldende kunstenaars in Metropool over toekomst beeldende kunst. Opkomst: ca. 80 personen Uitwerking ideeën en voorstellen beeldende kunst in kerngroep uit hun midden, begeleid door gemeente Inhoudelijke bespreking BO in raadscommissie Sociaal Presentatie en bespreking ideeën en voorstellen beeldende kunst aan beeldende kunstenaars. Opkomst (bij Metropool): ca. 30 personen Internetpeiling over kunst & cultuur onder leden HengeloPanel Bespreking BO in commissie Beeldende Kunst Trefpunt, met vier deelsessies, plenaire discussie en twittermogelijkheid Workshop toekomst beeldende kunst met kerngroep, begeleid door gemeente Culturele instellingen overhandigen hun Toekomstvisie aan de wethouder Vaststellen reactienotitie op het plan van de culturele kerninstellingen
1A 1B 1C 1D 1E 1F zie 1A 1G 1H 1I 1J 1K 1L 1M 1N 1O 1P
Bijlage 1A:
Naar een nieuwe kunst- en cultuurvisie Startnotitie Aanleiding De kunst- en cultuurvisie ‘Vrij spel voor de verbeelding’ is vastgesteld in 2007. De beleidsvoornemens uit deze visie hadden betrekking op de periode tot en met 2010, maar de missie en strategie waren voor de lange termijn geformuleerd. De insteek was om begin 2011 aan de gemeenteraad een actualisatie van de beleidsvoornemens van ‘Vrij spel voor de verbeelding’ voor te leggen. Halverwege 2010 bleek echter dat we voor een grote bezuinigingsoperatie kwamen te staan. Het was moeilijk in te schatten hoe dat zou uitpakken voor het gemeentelijk kunst- en cultuurbeleid. De vraag was of we konden volstaan met een actualisatie van de beleidsvoornemens of dat de bezuinigingen zouden leiden tot een herontwerp van het kunst- en cultuurbeleid. Dit laatste bleek het geval. De gemeenteraad heeft onlangs besloten om met ingang van 2015 een substantiële bezuiniging te realiseren op de culturele infrastructuur. Dit betekent dat we de uitgangspunten van het kunst- en cultuurbeleid moeten heroverwegen. We willen dit samen met de culturele sector doen, omdat er fundamentele keuzes gemaakt moeten worden. We realiseren ons dat we niet beginnen met een schone lei, daarom staat in deze notitie een aantal inhoudelijke uitgangspunten die richting geven aan de discussie. Verder staat in deze notitie hoe we het proces gaan vormgeven: welke doelgroepen betrekken we bij de totstandkoming van de nieuwe kunst- en cultuurvisie en welke mate van invloed krijgen zij? Tot slot staat in deze notitie een (voorlopige) planning van het proces. Inhoudelijke uitgangspunten In de kunst- en cultuurvisie ‘Vrij spel voor de verbeelding’ hebben we gesteld dat kunst en cultuur bijdragen aan de individuele vorming en ontwikkeling van mensen, aan maatschappelijke deelname, aan de economie in de stad en aan de kwaliteit van de openbare ruimte. Cultuurbeleid is een belangrijk instrument om de aantrekkingskracht van de stad te vergroten. Onderzoek 1 heeft aangetoond dat de aanwezigheid van culturele voorzieningen in een stad voor steeds meer mensen een doorslaggevende reden is om er te willen wonen. Cultuur speelt dus een prominente rol in de concurrentiepositie van steden. Bovendien hebben steden met een groter cultureel aanbod over het algemeen ook een creatievere en hoger opgeleide bevolking, wat weer een positief effect heeft op de werkgelegenheid. Kortom, investeren in kunst en cultuur levert de stad uiteindelijk meer op dan het kost. 0F
Investeren in culturele infrastructuur De afgelopen twintig jaar is het ambitieniveau van ons kunst- en cultuurbeleid hoog geweest. Hengelo beschikt over een uitgebreide culturele infrastructuur die past bij de omvang van de stad en die op onderdelen uitstijgt boven het gemiddelde pakket aan voorzieningen, dat kenmerkend is voor gemeenten tussen de 30.000 en 90.000 inwoners. Vanuit de ambitie om de culturele identiteit van Hengelo verder te versterken, hebben we veel geïnvesteerd in de culturele infrastructuur. Vooral in de huisvesting en exploitatie van de culturele kernvoorzieningen. De insteek daarbij was om de instellingen goed op orde te houden en daar waar nodig te versterken of te vernieuwen. Daarnaast zijn we gestart met de uitvoering van het zogenoemde Deltaplan Collectie Hengelo, omdat alle Hengelose erfgoedinstellingen grote problemen hebben met de huisvesting van hun collecties en met het voor publiek toegankelijk maken ervan. En we hebben veel geïnvesteerd in cultuureducatie en amateurkunst. Het financieel perspectief is sinds 2010 echter sterk verslechterd. Om te komen tot een toekomstbestendige cultuursector willen wij naar minder inzet op instellingsniveau en ons fundamenteel richten op de culturele programmering van Hengelo. Daarbij zijn de functies en programma’s leidend en niet de wijze waarop onze cultuursector is georganiseerd. Via een
1
Atlas voor gemeenten 2011. De waarde van cultuur voor de stad, G. Marlet en C. van Woerkens
herschikking van taken willen wij komen tot een kleiner aantal kernvoorzieningen en organisaties. Ook de huisvesting wordt daarbij onder de loep genomen. Creatieve keten Als leidraad hanteren we het concept van de ‘creatieve keten’ 2. Dit gaat uit van de functies die de culturele sector in de stad kan vervullen. De creatieve keten kent de volgende schakels: leren produceren presenteren interesseren 1F
Vertaald naar de culturele infrastructuur van Hengelo en de activiteiten daarbinnen komen we tot de volgende functieverdeling: Leren bibliotheek, kunst- en cultuureducatie (leren zien en leren doen), amateurkunst, erfgoed- en techniekeducatie Produceren amateurkunst, professionele kunstproductie Presenteren podia, tentoonstellingsruimten en musea Interesseren cultuurpromotie en -marketing, sponsoring Niet alle schakels zijn even sterk ingevuld, zoals professionele kunstproductie, maar wij vinden dat ook niet noodzakelijk voor een stad met de omvang van Hengelo. Er zijn functies die op regionaal niveau zijn ingevuld, zoals de productie van professionele podiumkunsten (opera, klassieke muziek en jeugdtheater) in Enschede. Hetzelfde geldt voor de productie en presentatie van beeldende kunst. Enschede heeft op dit gebied een centrumfunctie. De ambitie om Hengelo op regionaal niveau te profileren met beeldende kunst kunnen we niet (meer) waarmaken. Aangezien de museale functie in Hengelo een zwakke schakel is, hebben we de focus verlegd naar programmering van de Collectie Hengelo. De hedendaagse, professionele beeldende kunst maakt deel uit van deze programmering. Leren en presenteren Sterke functies in Hengelo liggen op het gebied van leren (bibliotheek, CREA, Muziekschool) en presenteren (schouwburg, Metropool). De beide podia vervullen een bovenlokale functie. Het Rabotheater heeft als enige theater in Twente een vlakkevloerzaal en Metropool heeft met de grotezaalprogrammering landelijk een positie veroverd. De beide podia zijn daarmee van groot belang voor het vergroten van de aantrekkingskracht van Hengelo. Ten aanzien van cultuureducatie zijn landelijk veel ontwikkelingen gaande die ook op lokaal niveau spelen. De staatssecretaris van OCW wil met de grote steden en de landsdelen Noord, Oost en Zuid bestuurlijke afspraken maken over het programma Cultuureducatie met kwaliteit. Dat heeft tot doel de kwaliteit van cultuureducatie in het primair onderwijs te borgen. Een instrument daarbij is de doorgaande leerlijn cultuureducatie. In Hengelo is er al een sterke verbinding tussen cultuureducatie en onderwijs, zowel binnen- als buitenschools. Het programma Cultuureducatie met kwaliteit wordt op regionaal niveau verder uitgewerkt door de provincie Overijssel en de gemeenten Deventer, Zwolle, Enschede, Hengelo en Losser. Daarnaast moeten we een discussie voeren over de functie van CREA en de Muziekschool op het gebied van vrijetijdsbesteding, omdat we signaleren dat de markt hier een grotere rol gaat spelen. Bij het herontwerp van ons cultuurbeleid geven we prioriteit aan de functies leren en presenteren, met als speerpunten de programmering van cultuureducatie de Collectie Hengelo. De gemeenteraad heeft twee moties aangenomen waarin hij ons heeft opgedragen om: • doublures op het gebied van cultuureducatie en cultuurparticipatie in kaart te brengen en uit te gaan van decentralisatie, met een evenwichtige spreiding over buurten en wijken • door samenwerking tussen de museale instellingen en collecties ten aanzien van huisvesting, organisatie, onderhoud en beheer de bezuinigingstaakstelling op het gebied van cultuur in te vullen. 2
Culturele agenda voor de toekomst, een plan ter vernieuwing van de Deventer cultuursector, Directeurenoverleg Cultuur Deventer, 2011
We willen de culturele sector nauw betrekken bij het proces naar een nieuwe kunst- en cultuurvisie. Daar zijn we al mee gestart, want we hebben in een bestuurlijk overleg met de culturele kernvoorzieningen de inhoudelijke uitgangspunten besproken. De instellingen hebben ons nadrukkelijk gevraagd om de regie te voeren en richting te geven aan de keuzes die gemaakt moeten worden als gevolg van de bezuinigingen. Participatieplan Het belangrijkste doel van de participatie in het proces naar een nieuwe kunst- en cultuurvisie is het waarborgen van de kwaliteit van ons kunst- en cultuurbeleid. Dit betekent dat de participatie primair plaatsvindt via (advies)commissies, culturele instellingen en belangenorganisaties, omdat zij goed geïnformeerd zijn over de ontwikkelingen in de sector. Bij de totstandkoming van de kunst- en cultuurvisie ‘Vrij spel voor de verbeelding’ in 2007 is ook voor die insteek gekozen en daarmee zijn goede ervaringen opgedaan. Gebleken is dat de participatie ook heeft bijgedragen aan het vergroten van het draagvlak bij de deelnemers voor het beleid en het beleidsproces én aan het bevorderen van samenwerking tussen de deelnemers. Groot verschil met vijf jaar geleden is dat er nu fundamentele keuzes gemaakt moeten worden. Dat zet de onderlinge verhoudingen meer dan voorheen op scherp en zal van invloed zijn op proces. Doelgroepen We hebben gesteld dat de participatie in het proces naar een nieuwe kunst- en cultuurvisie primair plaatsvindt via (advies)commissies, culturele instellingen en belangenorganisaties. Daarnaast willen nog een aantal doelgroepen bij het proces betrekken, zoals beeldend kunstenaars. Hieronder volgt een overzicht van de verschillende doelgroepen. 1. adviescommissies en werkgroepen adviescommissie Beeldende Kunst en Vormgeving, Monumentencommissie, commissie Kunsteducatie, werkgroep Collectie Hengelo, werkgroep Cultuur in de Wijk, werkgroep Week van de Amateurkunst 2. structureel gesubsidieerde culturele instellingen a. culturele kernvoorzieningen: Bibliotheek, Muziekschool, Rabotheater, Metropool, AkkuH, CREA en Techniekmuseum HEIM b. aanvullende culturele voorzieningen: Historisch Museum Hengelo, Ateliers ’93, Beeldende Kunst Ag, SWWK, HeArtpool, Lambooijhuis, Twente Biënnale, Museum voor Hedendaagse Hengelose Kunst, Jazzclub, Kamermuziek Hengelo, Il Concerto Barocco, Historisch Archief Beckum, Historie Brandweer Hengelo, Hengelose Oranjevereniging, Lokale Omroep Hengelo en de Stadsdichter c. amateurkunstverenigingen 3. incidenteel gesubsidieerde culturele instellingen Theater Kamak, Barst, Karavaan der Vertellers, BAMfestival, Filmhuis Hengelo, Volkskerstzang, Stillis, Cultuurpodium Houtmaat 4. belangenorganisaties Hengelose Korenkoepel, Federatie van Hengelose Muziekverenigingen, Theater/Dansoverleg 5. andere belanghebbenden a. beeldend kunstenaars, creatieve ondernemers en in kunst en cultuur geïnteresseerde inwoners b. intern: beleidsvelden onderwijs, wijkwelzijn en economische zaken, grondzaken, stadsontwikkeling, communicatie en programmaregie c. overige partners, zoals Bureau Hengelo (voorheen VVV & Stadspromotie), SCALA, Welbions, Stichting Centrummanagement, programmaraad Brede School 6. andere overheden Gemeente Enschede Netwerkstad Provincie Overijssel Cultuuroverleg Oost Nederland
Mate van invloed De gemeente Hengelo werkt met de participatieladder. Deze geeft per trede aan hoeveel invloed betrokkenen (inwoners, instellingen en bedrijven) hebben. Hoe hoger op de ladder, des te groter de invloed. ‘Vrij spel voor de verbeelding’ is tot stand gekomen via een participatietraject dat uitging van de tredes 2 en 3 van de participatieladder: raadplegen en adviseren. Bij raadplegen vraagt de gemeente betrokkenen om hun mening, opvattingen of visie op bepaalde beleidsonderwerpen. De gemeente is niet verplicht om de ideeën over te nemen, maar houdt er wel zo veel mogelijk rekening mee. Adviseren gaat een stap verder: betrokkenen krijgen alle gelegenheid om problemen en oplossingen aan te dragen. Hun mening speelt een volwaardige rol bij de ontwikkeling van beleid. Het college en de gemeenteraad moeten goede argumenten hebben om de adviezen niet op te volgen. We hebben gesteld dat we bij de totstandkoming van een nieuwe kunst- en cultuurvisie uitgaan van minimaal een adviserende rol voor de culturele kernvoorzieningen, maar bij voorkeur willen komen tot en met trede 4 van de participatieladder: coproduceren. Hierbij hebben alle betrokkenen samen de touwtjes in handen. De partijen zoeken samen met de gemeente naar oplossingen en werken. Het college houdt zich aan deze oplossingen. De gemeenteraad kán nog anders beslissen, al zal dat in de praktijk niet vaak voorkomen. Adviseren en coproduceren Bij het bepalen van de mate van invloed van de verschillende doelgroepen hebben we overwogen hoe groot hun directe belang is. Vandaar dat we ervoor hebben gekozen om in deze fase van beleidsvorming met AkkuH, CREA, Twents Techniekmuseum HEIM en het Historisch Museum te gaan coproduceren. We hebben een taskforce met deze instellingen opgericht, omdat we het beleid in eerste instantie willen herontwerpen op de terreinen waarop deze instellingen actief zijn (kunsten cultuureducatie en de Collectie Hengelo). De overige culturele kernvoorzieningen (Bibliotheek, Muziekschool, Rabotheater en Metropool) wordt in deze fase om advies gevraagd. In de fase van beleidsuitvoering, wanneer de uitgangspunten worden vertaald naar subsidieafspraken, gaan we coproduceren met alle culturele kernvoorzieningen. Verder wordt advies gevraagd van de commissie Beeldende Kunst, de commissie Kunsteducatie, de werkgroep Collectie Hengelo en de belangenorganisaties. Raadplegen en informeren Geraadpleegd worden de Monumentencommissie, de aanvullende culturele voorzieningen, de amateurkunstverenigingen, de incidenteel gesubsidieerde instellingen, beeldend kunstenaars en creatieve ondernemers. Verder wordt een Internetpeiling uitgevoerd onder de inwoners en wordt de gemeenteraad gevraagd om de conceptvisie op de agenda te zetten van een Trefpunt. De werkgroep Cultuur in de Wijk, de werkgroep Week van de Amateurkunst en de overige partners zullen we informeren over het proces. De inwoners van Hengelo worden gedurende het proces geïnformeerd via de gebruikelijke communicatiekanalen. De andere overheden informeren we nadat de kunst- en cultuurvisie is vastgesteld. Voorlopige planning besluitvorming B en W stellen startnotitie vast Behandeling startnotitie in commissie Sociaal
20 december 2011 18 januari 2012
B en W stellen conceptvisie vast Inspraaktermijn
21 februari 2012 21 februari tot en met 4 april
Trefpunt Behandeling conceptvisie in commissie Sociaal
07 maart 2012 (o.v.) 14 maart 2012
B en W stellen kunst- en cultuurvisie vast Behandeling kunst- en cultuurvisie in commissie Sociaal Gemeenteraad stelt kunst- en cultuurvisie vast
17 april 2012 9 mei 2012 24 mei 2012
Voorlopige planning communicatie en participatie Trede 1: informeren besluit startnotitie publiceren op openbare besluitenlijst en perstoelichting bericht op website plaatsen brief en startnotitie sturen naar doelgroepen aankondiging bijeenkomsten op website en in gemeenteadvertentie besluit conceptvisie publiceren op openbare besluitenlijst, perstoelichting en persbericht bericht op website plaatsen brief en conceptvisie sturen naar doelgroepen en uitnodigen om te reageren berichten op website en in gemeenteadvertentie over inspraaktermijn, Internetpeiling en Trefpunt Trede 2: raadplegen bijeenkomsten met • aanvullende voorzieningen en incidenteel gesubsidieerde voorzieningen • amateurkunstverenigingen • beeldend kunstenaars en creatieve ondernemers Monumentencommissie Internetpanel Trefpunt
20 december 2011 21 december 2011 week 51 week 4 en 5
21 februari 2012 22 februari week 8 week 8 tot en met 12 week 4 en 5
volgens vergaderschema week 9 en 10 7 maart 2012
Trede 3: adviseren bestuurlijk overleg kernvoorzieningen bijeenkomst Cultuurplatform adviescommissie Beeldende Kunst en Vormgeving, commissie Kunsteducatie en Werkgroep Collectie Hengelo
volgens vergaderschema’s
Trede 4: coproduceren taskforce ‘Samenwerking culturele instellingen’ culturele kernvoorzieningen
november en december 2011 fase van beleidsuitvoering
week 2 week 4 of 5
Bijlage 1B: Werkgroep Collectie Hengelo Verslag gesprek met wethouder Mulder d.d. 25 januari 2012
Onderwerp Datum Tijd Aanwezig
Startnotitie 'Naar een nieuwe kunst- en cultuurvisie' 25 jan. 2012 Locatie Stadhuis, B&W kamer 19.30 uur Notulist Henny Gemser Wethouder Wieger Mulder Werkgroepleden: Gemeente Hengelo Lorette Bakker Niels Bakker Margreet Weide Hist. Museum Hengelo Jacqueline van Brakel Muveron Jeroen Schothuis Oerdwister Consult Klaas Gert Lugtenborg Tw. Techniekmuseum HEIM Frans Agterbosch Monumentencommissie Hans de Gruil
Deze bijeenkomst heeft tot doel de startnotitie 'Naar een nieuwe kunst- en cultuurvisie' toe te lichten en te bespreken. Behalve de leden van de Werkgroep Collectie Hengelo is ook de heer Hans de Gruil uitgenodigd. Hij is voorzitter van de Monumentencommissie. Na een korte voorstelronde vertelt wethouder Mulder dat de vorige kunst- en cultuurvisie, getiteld ‘Vrij spel voor de verbeelding’, dateert uit 2007 en de periode tot en met 2010 omvat. Er is een nieuwe visie nodig, ook omdat de bezuinigingen zullen leiden tot een herontwerp van het kunst- en cultuurbeleid. Het college wil de culturele sector hierbij nauw betrekken, want er moeten fundamentele keuzes worden gemaakt. Om het proces goed te laten verlopen heeft het college de startnotitie ‘Naar een nieuwe kunst- en cultuurvisie’ vastgesteld. Hierin staat een aantal inhoudelijke uitgangspunten om richting te geven aan de discussie. De wethouder geeft hierop een korte toelichting. Ook geeft hij aan dat er inmiddels drie bijeenkomsten zijn geweest met de taskforce 'Samenwerking culturele instellingen' over de bezuinigingen op cultuur. De eindrapportage daarvan is klaar, maar is nog niet in het college van B en W behandeld. Klaas Gert Lugtenborg vraagt hoe de wethouder de positie van het Hengelose erfgoed ziet binnen het kunst- en cultuurbeleid. Wethouder Mulder stelt dat erfgoed een belangrijke component is in het ‘dna van Hengelo’. Hengelo is een relatief jonge stad en beschikt nog niet over een historische binnenstad. Dit is echter een kwestie van tijd, want de aandacht voor wederopbouwarchitectuur groeit. In dat kader zijn onlangs door het rijk dertig gebieden aangewezen die van groot belang worden geacht en twee daarvan liggen in Hengelo: Klein Driene en de binnenstad. Hengelo moet haar erfgoed koesteren, want we beschikken ook over mooie rijksmonumenten. Margreet Weide vult aan dat een aantal rijksmonumenten een culturele herbestemming heeft gekregen, zoals de Wilhelminaschool, het Lambooijhuis en de Waterstaatskerk. In de kunst- en cultuurvisie ‘Vrij spel voor de verbeelding’ is ook gesteld dat dit beeldbepalende elementen zijn in het uiterlijk van de stad. Het gaat hier om het zogenoemde onroerend erfgoed, waar de Monumentencommissie zich mee bezig houdt. De werkgroep Collectie Hengelo houdt zich bezig met het zogenoemde roerend erfgoed. Klaas Gert Lugtenborg stelt dat de werkgroep zich heeft ingespannen om goede definities voor het roerend erfgoed vast te leggen. Het zou voor de hand liggen om ook het onroerend goed te beoordelen in het licht van deze definities, waardoor het geïntegreerd zou kunnen worden in de Collectie Hengelo. Hans de Gruil voelt er ook voor om het onroerend erfgoed te integreren. Hij ziet ook kansen voor het opstellen van een cultuurhistorisch profiel, op basis waarvan een uitvoeringsprogramma kan worden opgesteld voor bijvoorbeeld een Canon van Hengelo. Begin met een top-10.
Klaas Gert Lugtenborg stelt dat de werkgroep vanuit de notitie 'Kwartiermaken voor de Collectie Hengelo' heeft gewerkt aan uitvoering van het deltaplan Collectie Hengelo. In de afgelopen 2,5 jaar zijn de collecties aan het 'Verhaal van Hengelo' getoetst. De criteria zijn vastgelegd in de notitie 'Deltaplan Collectie Hengelo'. Daarmee is vorig jaar een omslagpunt bereikt, want de selectie is vastgesteld, de waardebepaling heeft plaatsgevonden en advies is gegeven over de opslag. Punt is echter, dat het onderzoek tot nu toe niet heeft geleid tot een permanente voorziening voor opslag van de Collectie Hengelo. Voor een groot deel van de collecties die daar deel van uit maken wordt nog steeds gezocht naar ad hoc oplossingen. Intussen moet er wel verder worden gewerkt met en aan de collecties. Wethouder Mulder ziet het vinden van huisvesting voor de Collectie Hengelo inderdaad als een uitdaging. Van de Creatieve Fabriek en het Dikkers gebouw worden de mogelijkheden bekeken. Hij wil in elk geval voor de komende jaren onderdak zien te vinden. Hans de Gruil vindt dat cultureel ondernemerschap hierbij ook een rol kan spelen Denk hierbij aan exposities. Klaas Gert Lugtenborg wijst erop dat de notitie ‘Kwartiermaken voor de Collectie Hengelo’ ook gebruikt kan worden om geplande bezuinigingen een richting te geven door samen met anderen kwaliteit en noodzaak te koppelen aan inhoud. Hans de Gruil vindt dat ook belangrijk is, wat Hengelo wil. Wat is het ambitieniveau. Dat zou volgens hem onder andere moeten zijn behouden, tonen, versterken van de culturele identiteit en het aantrekken van mensen. Weten wat je wilt, en niet wachten met het maken van plannen tot het geld er is. De plannen moet klaar liggen als het geld komt. In die zin vindt hij dat uit de startnotitie te weinig ambitie spreekt. Wethouder Mulder ziet een ambitie in het samenvoegen van de huisvesting van culturele instellingen, het clusteren van activiteiten en functies: combineren en samenvoegen, en waar mogelijk exploiteren. Dat biedt kansen voor de musea, de Collectie Hengelo, CREA en misschien ook de Muziekschool. Hij ziet het Dikkerscomplex daarbij als meest geschikte locatie. Als daar een goed plan voor ontwikkeld kan worden, denkt hij dat de provincie daar ook in wil investeren. Margreet Weide merkt op dat de grootste opgave ligt bij het vinden van structurele financiering voor de exploitatie. De eventuele bijdragen van provincie en sponsors zijn niet structureel. Klaas Gert Lugtenborg stelt dat een goed sponsoring/marketing plan essentieel is in de planvorming. Hij noemt als voorbeeld het plan om de HOTLO naar Hengelo te halen. Over de exploitatie daarvan is niet nagedacht. Hij vindt het jammer dat de initiatiefnemers geen verbinding hebben gelegd met de Collectie Hengelo, omdat de HOTLO daar wel deel van zal gaan uitmaken. Wethouder Mulder zegt dat de founding fathers hebben verklaard bereid te zijn tot sponsoring, omdat zij behoefte hebben aan een plek waar zij hun innovaties kunnen presenteren. Ook zijn bedrijven bereid om bij te dragen aan het vervoer van de HOTLO naar Hengelo. Maar sponsoring door bedrijven is geen liefdadigheid. De gemeente moet blijven faciliteren. Klaas Gert Lugtenborg constateert dat er onder de noemer innovatie en duurzaamheid al (te) veel initiatieven zijn en worden ontplooid in de omgeving. Hij ziet vooral kansen in de verbinding van de HOTLO met de Collectie Hengelo. Voor Jaqueline van Brakel is het niet duidelijk wat nu de positie is van het Historisch Museum. Enerzijds maakt het museum deel uit van de taskforce, anderzijds wordt het museum niet genoemd als culturele kernvoorziening. Wethouder Mulder antwoordt hierop dat het museum (nog) niet is aangemerkt als kernvoorziening, maar wel gevraagd is om deel te nemen aan de taskforce, omdat samenwerking tussen de beide musea essentieel is. Niels Bakker vraagt of fusie van het Heim en het Historisch Museum Hengelo een uiteindelijk doel is. Frans Agterbosch vraagt of sponsoring daarbij een rol speelt. Wethouder Mulder antwoordt dat er geen andere keuze is, omdat twee musea voor Hengelo teveel is. Waar het subsidie voor cultuur per inwoner betreft, staat Hengelo op de 17e plaats (€ 110). Er is goed inzicht in wat aan stenen wordt uitgegeven en wat aan exploitatie.
Hans de Gruil vraagt of er meer context toegevoegd kan worden aan deze discussie, in de startnotitie staat hier niets over vermeld. Hij beklemtoont nogmaals het belang van het uitspreken van de ambitie en het uitwerken van een goed plan. Hij heeft het gevoel dat topvoorzieningen en prestaties onderbelicht blijven. Als voorbeeld noemt hij het nationale succes van Hengelose kunstenaars die door AkkuH worden ondersteund. Zo was Omar Koubaa een van de vier winnaars van de Koninklijke Prijs voor de Schilderkunst 2011 Volgens Margreet Weide speelt vooral HeArtpool hierbij een belangrijke rol. Wethouder Mulder ziet bij AkkuH mogelijkheden voor het realiseren van de bezuiniging, waarbij gekeken moet worden of de functies van AkkuH op een andere manier kunnen worden georganiseerd. Hans de Gruil vindt dat het gevelverlichtingsplan moet worden opgenomen als aandachtsgebied. Conclusie De zojuist besproken startnotitie zal worden uitgewerkt tot een cultuurvisie. De gesprekken die momenteel gevoerd zijn/worden, met de diverse cultuurpartners worden betrokken in de uiteindelijke visie. In de startnotitie staat het verdere (participatie)proces beschreven, met daarbij de mate van invloed van de diverse partners en adviesgroepen.
Bijlage 1C: Verslag gesprek wethouder cultuur met koepels amateurverenigingen Datum Tijd Locatie Aanwezig
26 januari 2012 16 – 17 uur Stadhuis Thijs Tijhaar (Federatie van Hengelose Muziekverenigingen) Simone Roerink (Theateroverleg) Dinie Tukkers en Kitty ter Braak (Hengelose Koren Koepel) Wieger Mulder (wethouder) en Margreet Weide (beleidsmedewerker cultuur, verslag)
Inleiding De wethouder heeft iedereen welkom en geeft een toelichting op de aanleiding en het doel van dit gesprek. Er is een nieuwe kunst- en cultuurvisie in de maak. De kunst- en cultuurvisie ‘Vrij spel voor de verbeelding’ dateert uit 2007 en omvat de periode tot en met 2010. Er is een nieuwe visie nodig, ook omdat de bezuinigingen zullen leiden tot een herontwerp van het kunst- en cultuurbeleid. Het college wil de culturele sector hierbij nauw betrekken, want er moeten fundamentele keuzes worden gemaakt. Om het proces goed te laten verlopen heeft het college de startnotitie ‘Naar een nieuwe kunst- en cultuurvisie’ vastgesteld. Hierin staat een aantal inhoudelijke uitgangspunten om richting te geven aan de discussie. Ook staan in de startnotitie een participatieplan en een voorlopige planning van het proces. De koepels van amateurkunstverenigingen wordt in deze fase van het proces om advies gevraagd. Financiële en inhoudelijke kaders De wethouder geeft de financiële kaders aan. De gemeente moet flink bezuinigen en de wethouder vreest dat er nog meer aan zit te komen. Het college heeft echter niet willen bezuinigen op de vrijwilligersorganisaties op het gebied van cultuur, welzijn en sport. Er is en wordt wel bezuinigd op professionele instellingen. Thijs Tijhaar merkt op dat er ook bezuinigd is op het Instrumentenfonds. De wethouder schetst de inhoudelijke uitgangspunten. Hengelo is een jonge industriestad. De basis daarvan is gelegd door Stork, die onder meer het verenigingsleven sterk heeft gestimuleerd. Dat is nog steeds zichtbaar in de stad, want er zijn heel veel koren, muziekverenigingen en theatergroepen. Volgens Simone Roerink doet Hengelo het heel goed op dat gebied, vergelijkbaar met het niveau van de provincie Utrecht. De gemeente wil meer denken vanuit programmering en gebruikt daarbij het concept van de creatieve keten: leren-produceren-presenteren-interesseren. Het baart de koepels zorgen dat amateurkunst niet specifiek in de startnotitie wordt genoemd, terwijl die eigenlijk op alle schakels betrekking heeft. De wethouder onderkent het belang van amateurkunst en –verenigingen binnen de creatieve keten. Verbinding amateurkunstverenigingen en professionele veld Simone Roerink vindt dat het professionele veld en de amateurkunstverenigingen meer verbinding met elkaar moeten leggen. En dat daarbij ook gelet moet worden op de positie van de creatieve ondernemers, zeker nu je landelijk de trend ziet dat muziekscholen zich meer gaan ontwikkelen als netwerkorganisaties. Die verbinding moet enerzijds organisch tot stand komen, maar anderzijds kan de gemeente daarin sturen vanuit de subsidievoorwaarden. Thijs Tijhaar vindt dat voorkomen moet worden dat de instelling in het vaarwater van de verenigingen gaat zitten. Hij is ook bestuurslid van de Muziekschool en heeft daar al eens de vraag gesteld waarom de Muziekschool instrumenten moet verhuren, terwijl de verenigingen dat kunnen doen. En er ontstaat zelfs concurrentie met de muziekverenigingen, omdat de Muziekschool zelf ensembles en orkesten heeft. Een onderzoeksoptie is of de subsidie deels kan worden ingezet om de verbinding tussen docenten van de Muziekschool en de verenigingen sterker te maken. Gebrek aan oefenruimtes en betaalbare podia De wethouder hoort regelmatig geluiden dat er te weinig oefenruimtes en betaalbare podia voor amateurkunstverenigingen in de stad zijn. Hij vraagt of er een inventarisatie gemaakt kan worden
van de oefenruimtebehoefte van de verenigingen. Misschien dat er slimme combinaties mogelijk zijn. Simone Roerink vertelt dat de theatergroepen al een inventarisatie hebben gemaakt. Zij heeft in haar brief, die ze op persoonlijke titel naar de wethouder heeft gestuurd, ook gevraagd om hoge prioriteit te geven aan dit probleem. Zij adviseert om daarbij ook combinaties te zoeken met kantoorbehoefte van zzp-ers in de culturele sector, zodat het gebouw ook overdag in gebruik is. Zij heeft haar hoop nu gevestigd op de Wilderinksschool, maar heeft al van Klaske Buis gehoord dat de afdeling Grondzaken nog niet weet of die in bezit van de gemeente blijft. De wethouder beaamt dit; het streven is juist om panden af te stoten, omdat de gemeente veel maatschappelijk vastgoed heeft. Toch wil de wethouder kijken of er mogelijkheden zijn om met incourante panden iets te doen. Levensvatbaarheid verenigingen De wethouder wil graag weten of de verenigingen kampen met terugloop in ledenaantallen en met problemen om bestuursfuncties gevuld te krijgen. Volgens Thijs Tijhaar hebben de muziekverenigingen niet direct problemen vanwege te weinig leden, maar wel met vergrijzing en het vinden van vrijwilligers voor de besturen. Hij noemt in dit verband het belang van de vrijwilligersverzekering, ook voor de besturen van de professionele instellingen. Probleem daarbij is dat de verzekering de grens trekt bij 1 miljoen euro omzet, daarom kon het bestuur van de Muziekschool er geen gebruik van maken. Volgens Simone Roerink hebben theatergroepen niet te kampen met te weinig leden, wel met signaleert wel een Volgens Kitty ter Braak ligt het probleem ook bij de onbekendheid van de verenigingen bij potentieel geïnteresseerden. Er is behoefte aan een website waarop alle verenigingen en optredens te vinden zijn. Zij noemt als voorbeeld een Zwolse website [www.kunstenzo.nl, MW]. W.v.t.t.k. Kitty ter Braak mist Amusing Hengelo onder de in de startnotitie genoemde incidenteel gesubsidieerde instellingen. Simone Roerink meldt dat vanuit haar achterban is opgemerkt dat de startnotitie niet zo toegankelijk is. Het is niet duidelijk geworden dat de notitie vooral over het proces gaat, er waren mensen die dachten dat dit al de kunst- en cultuurvisie was. De wethouder dankt de koepels voor hun inbreng. Na de gesprekken en bijeenkomsten verschijnt een conceptvisie, waar iedereen nog weer op kan reageren.
Bijlage 1D: Verslag bijeenkomst Startnotitie: beeldende kunst donderdag 26 januari 2012 19.30-21.00u Inleiding wethouder Mulder -nieuwe cultuurnota in de maak -gemeentelijke bezuinigingstaak, ook op cultuur -onderzoek (Marlet) wijst uit dat een stad op cultureel gebied het meest gebaat is bij podiumkunst en cultuureducatie. Aan musea en beeldende kunst wordt minder waarde gehecht. -de vorige ambitie om alle 7 kernvoorzieningen in stand te houden en te verbeteren kan niet meer worden waargemaakt. Er wordt nu ingezet op de programmeringsuitgangspunten: -leren -produceren –presenteren interesseren. Hengelo richt zich hierbij op cultuureducatie (doorgaande leerlijn) en het 'verhaal van Hengelo'. Dit laatste behelst onder andere de architectuur, erfgoed en ook de beeldende kunst van Hengelo □□□ -In de startnotitie staat dat de ambitie op het gebied van de beeldende kunst wordt losgelaten (vanwege rijksbezuinigingen op dit gebied en het niet hebben van een academie/kunstmuseum). Dit is niet goed. Hengelo moet de ambitie juist vasthouden en zich onderscheiden door de kwaliteit van haar beeldende kunst. Kunst maakt onderdeel uit van de identiteit van een stad. Pleidooi voor kwaliteit en groot denken. Voorbeeld: Bilbao De programmering van de kunst hoeft niet persee op één locatie plaats te vinden, maar kan heel goed, zo niet bij voorkeur op diverse plekken in de stad gebeuren. Voorbeelden: HengeloOpen en de Twente Biennale. -Maar: Incidentele programmering en spektakel: vergeet continuïteit en ruimte voor contemplatie niet. -Akkuh maakt onderdeel uit van de bezuinigingsopdracht. De kleinere gesubsidieerde kunstorganisaties maken geen onderdeel uit van deze bezuinigingsronde. In het College en aan de Raad van toezicht is al uitgesproken dat Akkuh in haar huidige vorm niet zal voorbestaan. In de taskforce met daarin Akkuh, Crea en de musea wordt besproken over behoud van diensten en producten, zoals kunsteducatie en kunstprogrammering. -Akkuh is te onzichtbaar -Akkuh is van historische waarde voor Hengelo: Stork > Kunstzaal, Kunstcentrum, Akkuh -Minder gebouwen, meer programmering. Er moet dan wel geld voor deze programmering zijn. -Er zou op diverse en wisselende locaties geprogrammeerd moeten worden. Daarbij moet er ook ruimte blijven voor reguliere expositiegelegenheid op vaste locaties. -Er is veel leegstand in de stad. De gemeente zou hier (culturele) bestemmingen van kunnen maken. -Het zijn particuliere panden, waar de gemeente geen zeggenschap over heeft. De gemeente zou eventueel wel een bemiddelende rol in kunnen spelen. -pleidooi voor de positie van professionele beeldende kunstenaars: zij vormen de basis van de kwaliteit van de kunst in de stad. Opleiders in de kunsten (kunsteducatie, amateurkunst) zijn de professionals. -Pleidooi voor productiebudget voor kunstenaars. -Er is onderscheid tussen kunstbeleid en kunstenaarsbeleid. De positie van de kunstenaars en atelierbeleid zijn voorbeelden van kunstenaarsbeleid. Kunstbeleid gaat over de positionering van de kunst zelf en van Hengelo als kunststad. Beiden hebben natuurlijk wel met elkaar te maken. -discussie over het inzetten van de creativiteit van de kunstenaars op meerdere gebieden dan alleen de autonome kunst. -discussie over manieren waarop kunstenaars betrokken kunnen worden bij de creatieve economie. Kunstenaars moeten zelf komen tot initiatieven om andere markten aan te boren. Dit vergt bepaalde vaardigheden die niet elke kunstenaar bezit. Kunstenaars, gemeente en/of andere partijen zouden een bemiddelende rol hierin kunnen spelen. De wethouder sluit de avond af.
Bijlage 1E: Verslag bijeenkomst amateurkunstverenigingen Datum Locatie Tijd
1 februari 2012 Bibliotheek 19.30 – 21.30 uur
Onderwerpen
startnotitie nieuwe kunst- en cultuurvisie presentatie Week van de Amateurkunst
Startnotitie nieuwe kunst- en cultuurvisie De wethouder heeft iedereen welkom. Hij vertelt dat er een nieuwe kunst- en cultuurvisie in de maak is. De vorige kunst- en cultuurvisie, getiteld ‘Vrij spel voor de verbeelding’, dateert uit 2007 en de periode tot en met 2010 omvat. Er is een nieuwe visie nodig, ook omdat de bezuinigingen zullen leiden tot een herontwerp van het kunst- en cultuurbeleid. Het college wil de culturele sector hierbij nauw betrekken, want er moeten fundamentele keuzes worden gemaakt. Om het proces goed te laten verlopen heeft het college de startnotitie ‘Naar een nieuwe kunst- en cultuurvisie’ vastgesteld. De wethouder geeft een presentatie over de uitgangspunten, financiële kaders en het proces van totstandkoming van de nieuwe kunst- en cultuurvisie. Uitgangspunten Hengelo is het een jonge industriestad. De basis daarvan is gelegd door Stork, die onder meer het verenigingsleven sterk heeft gestimuleerd. Dat is nog steeds zichtbaar in de stad, want er zijn heel veel koren, muziekverenigingen en theatergroepen. Hengelo is ook een innovatieve en creatieve stad. Beeldende kunst neemt van oudsher een belangrijke plek in. De belangstelling voor Hengelo’s erfgoed neemt toe, want de aandacht voor wederopbouwarchitectuur groeit. In dat kader zijn onlangs door het rijk dertig gebieden aangewezen die van groot belang worden geacht en twee daarvan liggen in Hengelo: Klein Driene en de binnenstad. Uit het onderzoek ‘De aantrekkelijke stad’ van Gerard Marlet blijkt het maatschappelijk belang van investeren in cultuur. De focus ligt op podia, educatie en musea. In de vorige cultuurvisie werd uitgegaan van instellingen. De cultuurbegroting van de gemeente is bijna 9 miljoen euro, 8 miljoen euro daarvan gaat naar instellingen. Nu wil de gemeente meer gaan denken in functies. Daarbij wordt het model van de creatieve keten gehanteerd: leren-producerenpresenteren-interesseren. De krachten moeten meer worden gebundeld. Twee speerpunten ziet de gemeente daarbij: cultuureducatie en het Verhaal van Hengelo. Ten aanzien van educatie wordt ingezet op de doorgaande leerlijn, ook de staatssecretaris hecht hier groot belang aan. Ten aanzien van het Verhaal van Hengelo komen verschillende elementen samen: cultuurhistorie, industriële historie, beeldende kunst, monumenten en stadsbeelden. Proces In het proces van de totstandkoming van de nieuwe kunst- en cultuurvisie wordt sterk ingezet op participatie. Dat verloopt via verschillende ‘tredes’ op de participatieladder die de gemeente hanteert. In de startnotitie staat beschreven welke doelgroepen op welk niveau worden betrokken. In de bijeenkomst van vanavond wil de gemeente de amateurverenigingen raadplegen. Financiële kaders De gemeente staat voor grote bezuinigingen. Het college van Burgemeester en Wethouders heeft gezegd niet te willen bezuinigen op vrijwilligersorganisaties op het gebied van sport, cultuur en welzijn. Er is wel bezuinigd op de subsidies aan grote, professionele instellingen, waaronder de culturele kernvoorzieningen. Daarnaast moet nog € 400.000,-- op cultuur worden bezuinigd met ingang van 2015. Ook deze bezuiniging wordt gezocht in de hoek van de culturele kernvoorzieningen. Daarbij wordt ingestoken op wat van belang is voor de inwoners. Uit het onderzoek van Marlet blijkt dat podia meer van belang zijn voor de inwoners dan musea. De insteek is ook om de subsidiëring van amateurkunstverenigingen in tact te laten. Maar: dat is de opzet nu, want de gemeente weet niet of en wat er vanuit het rijk nog meer op ons afkomt. Discussie Hans Ouwehand (Hengelose Oranjevereniging) vraagt wat de wethouder verwacht aan financieel voordeel uit samenwerking met Enschede. De wethouder antwoordt dat er niet direct een bedrag
kan worden genoemd. Wel zal samenwerking leiden tot versterking van de programmering in de steden, geen concurrentie en meer publiek. De schouwburgen kunnen elkaar versterken. Ander voorbeeld is de samenwerking op provinciaal niveau tussen de bibliotheken. Hans Oude Avenhuis (Cultuurpodium Houtmaat) legt de vraag voor hoe het podium kan bijdragen aan het bevorderen van amateurkunst. Volgens de wethouder doet het Cultuurpodium Houtmaat dat al door een betaalbaar podium te bieden aan amateurkunstverenigingen. Hans Oude Avenhuis ziet hiervoor meer mogelijkheden, door dit ook op andere plekken zo te doen. Bijvoorbeeld: de muziekkoepel in het Prins Bernhardplantsoen. Hij wil graag een visie op hoe meer verbinding gelegd kan worden tussen verschillende initiaitieven op dit gebied. De wethouder wil graag zicht hebben op wat waar mogelijk is. Er zou een inventarisatie gemaakt moeten worden van betaalbare en geschikte podia. Klaske Buis (gemeente Hengelo) merkt op dat die inventarisatie al is gemaakt, ook van oefenruimten. Het probleem blijft echter dat de theatergroepen geen geschikte, betaalbare oefenruimtes en podia kunnen vinden. Op dit moment onderzoekt de gemeente of er schoolgebouwen vrij komen die hiervoor gebruikt zouden kunnen worden. De wethouder denkt ook dat bestaande voorzieningen, zoals wijkaccommodaties, beter benut kunnen worden. Thijs Tijhaar (Federatie van Hengelose Muziekvereningen) vraagt hoe dit onderwerp in de visie zou komen te staan. Wordt de formulering dat er onderzoek zal worden gedaan of worden concreet acties benoemd. De wethouder antwoordt dat in de visie de grote lijnen komen te staan, waarbij keuzes worden aangegeven. Er zou een uitvoeringsprogramma aan gehangen kunnen worden waarin de lijnen uit de visie concreet worden uitgewerkt. Hans Oude Avenhuis vraagt of in de visie ook aandacht wordt besteed aan de ontwikkeling van het Weusthag. Die kent 4 pijlers, waar cultuur er een van is. De wethouder antwoordt dat nog niet te weten. In elk geval wordt er wel een relatie gelegd met toerisme en recreatie ten aanzien van evenementen. De muziekverenigingen willen graag een rol spelen ten aanzien van de scholen. Klaske Buis vertelt dat een aantal verenigingen al op scholen actief is en dat blijkt een gunstig effect te hebben op de instroom van nieuwe leden. Ook het Jeugdplein Hengelo (www.jeugdpleinhengelo.nl) biedt een platform voor de verenigingen om meer bekendheid te krijgen bij de scholen. Kitty ter Braak tipt de Zwolse website www.kunstenzo.nl. Zij vertelt dat het korenfestival Amusing Hengelo dit jaar een speciaal podium biedt voor scholen. Klaske Buis heeft ook kunst- en cultuureducatie in haar pakket, zij heeft contacten met de intern cultuurcoördinatoren van de scholen. Een verbinding tussen de verenigingen en de scholen is zeker mogelijk. De heer Spreeuwers (Lage Dames Hoge Heren) vraagt of de gemeente de verenigingen daarbij wil ondersteunen. De wethouder antwoordt daar wel naar te willen kijken, maar dan in brede zin. Ook op andere terreinen als sport en welzijn wordt veel gevraagd van bestuurders van vrijwilligersorganisaties. Hans Ouwehand wijst op de Slingerbeurs, een goed initiatief waar verenigingen gebruik van kunnen maken om bijvoorbeeld nieuwe bestuursleden te werven. De wethouder sluit dit programmaonderdeel af met de mededeling dat de gemeenteraad het onderwerp nieuwe kunst- en cultuurvisie op de agenda van het Trefpunt heeft gezet. Het Trefpunt staat gepland op woensdag 7 maart in het Stadhuis, aanvang 20 uur. Iedereen is welkom. Presentatie Week van de Amateurkunst Klaske Buis geeft een korte presentatie over de Week van de Amateurkunst en de website wordt ter plekke gelanceerd (www.wakhengelo.blogspot.com). Netty Bakker (Huismuziek Twente) vraagt waarom de Maand van de Amateurkunst teruggebracht is naar een week. Klaske Buis antwoordt dat een maand toch eigenlijk te lang is gebleken, het programma moest erg uitgesmeerd worden en de meeste activiteiten vonden in de weekenden plaats. Nu wordt geprobeerd het programma te comprimeren en kan Hengelo aanhaken bij de landelijke Week van de Amateurkunst. Kitty ter Braak (Hengelose Koren Koepel) vraagt waarom geen vervolg is gegeven aan de bijeenkomst die destijds is gehouden over cultuur in de wijk. Klaske Buis vertelt over een aantal initiatieven die daaruit is voortgekomen, maar die waren niet zo zichtbaar. Ook is er een cultuurscout aangesteld, zijn naam is Bert Sanders. Volgens Klaske Buis zou een bijeenkomst over cultuur in de wijk zeker nog een keer georganiseerd moeten worden.
Bert Sanders heeft een inventarisatie gemaakt van alle amateurkunstinitiatieven in Hengelo, ten behoeve van de Cultuurkaart Hengelo. Deze is binnenkort te vinden op de website van CREA. Netty Bakker vraagt hoe Hengeloos een initiatief moet zijn om voor subsidie in aanmerking te komen. Klaske Buis antwoordt dat een voorwaarde is dat de vereniging of stichting statutair gevestigd is in Hengelo. De avond wordt afgesloten met een korte presentatie door Diane Wevers van de bibliotheek over het gebruik van social media.
Bijlage 1F: Verslag commissie Beeldende Kunst 2 februari 2012 Aanwezig: Pieter Baan Müller (voorzitter), Viktoria Gudnadottir, Peter Hoogers, Nanon Morsink en Lorette Bakker (verslag) Afwezig: Wim Oosterhuis Gast: wethouder Mulder 1. Opening en mededelingen • Nanon Morsink is een nieuw lid van de CieBKV. Omar Koubaa versterkt de commissie per april/mei. Viktoria en Peter kondigen vertrek aan rond de zomer 2. Verslag ----• Niet tijdig gereed, volgt. 3. Startnotitie 'naar een nieuwe kunst- en cultuurvisie': beeldende kunst Inleiding wethouder Mulder -nieuwe cultuurnota in de maak -Het DNA van Hengelo bestaat uit 1. amateurkunst. (Stork, sterk verenigingsleven) 2. Innovatie: Hengelo is een jonge industriestad 3. cultureel erfgoed: met name de naoorlogse bouw is belangrijk. Er zijn landelijk 30 naoorlogse kernen aangewezen. Hengelo heeft hier twee van: Binnenstad en Klein Driene -gemeentelijke bezuinigingstaak, ook op cultuur -onderzoek (Marlet) wijst uit dat een stad op cultureel gebied het meest gebaat is bij podiumkunst en cultuureducatie. Aan musea en beeldende kunst wordt minder waarde gehecht. -de vorige ambitie om alle 7 kernvoorzieningen in stand te houden en te verbeteren kan niet meer worden waargemaakt. Er wordt nu ingezet op de programmeringsuitgangspunten: -leren -produceren –presenteren interesseren. Hengelo richt zich hierbij op cultuureducatie (doorgaande leerlijn) en het 'verhaal van Hengelo' behelst onder andere de architectuur, erfgoed en ook de beeldende kunst van Hengelo. -er is teveel m2 vastgoed. De cultuur, en ook andere terreinen dienen efficiënter te worden georganiseerd. □□□ CieBKV: -de taak van de beeldende kunst is om om aan te zwengelen, te prikkelen. Het gaat niet alleen maar om 'mooi'. -Er zou een fonds moeten komen om initiatieven vanuit de maatschappij te kunnen financieren. Financiering van faciliterende instellingen maakt het initiatief vaak dood. -Daarbij is er verschil tussen kunstenaarsbeleid en kunstbeleid. Kunstbeleid gaat over kwaliteit en kunstenaarsbeleid gaat over ateliers et cetera. -In de startnotitie staat dat de Hengelo haar profilering van de beeldende kunst loslaat. Dit is gebaseerd op het wegvallen van rijks- en provinciale gelden en op het niet aanwezig zijn van een kunstacademie en een kunstmuseum. De CieBKV benadrukt dat deze praktische conclusie niet in de weg mag staan van de inhoudelijke ambitie om de beeldende kunst hoog te houden. -De CieBKV is op de hoogte van het wegvallen/omvormen van Akkuh. De Cie vindt met klem dat de presentatie van professionele kunst niet uit de stad mag verdwijnen. Wat is de positie van de kunstuitleen? Is dit een gemeentelijke taak? Kunstuitleen bindt mensen met de kunst. De wethouder heeft na afloop van deze discussie nog twee vragen: -Is de commissie tevreden met het atelierbeleid? Is er een wachtlijst, hoe zit het met de huren? Lorette heeft hier enige tijd geleden onderzoek naar gedaan en de stichtingen Ateliers 93 en SWWK gevraagd naar hun wachtlijst. Die is er niet of nauwelijks. Er is geen leegstand en ateliers van vertrekkende kunstenaars worden meteen weer ingevuld. Hengelo hanteert een gunstig tarief voor haar ateliers. In Enschede worden bijvoorbeeld marktconforme huren gerekend zonder hiervoor tegemoetkoming te bieden. -Wat vind de commissie van het Lambooijhuis? Vervuld ze nog wel haar oorspronkelijke taak, voelt de oorspronkelijke doelgroep, kunstenaars, zich hier nog wel thuis? CieBKV: Het Lambooijhuis heeft zich in de loop der jaren verbeterd. Ze is opener geworden en programmeert actief. De commissie is positief over het Lambooijhuis.
In een vorige bijeenkomst heeft de CieBKV een uitgebreid advies gegeven over het Lambooijhuis. De wethouder sluit af en verlaat de bijeenkomst.
4. Subsidieaanvraag Art Brut Biënnale De stichting Art Brut vraagt een bijdrage in de kosten voor de eerste editie van de Biënnale op het terrein van de Creatieve Fabriek. CieBKV: Het initiatief is sympathiek en voor Hengelo waarschijnlijk een uitstekend evenement. De taak van de CieBKV is echter om te waken, oordelen en te adviseren over de kwaliteit van de professionele beeldende kunst. Art Brut, zoals hier gepresenteerd, is geen professionele kunstvorm, maar eerder dagbesteding van cliënten van zorginstellingen. De Cie gaat er vanuit dat de Biënnale haar exposanten selecteert op vaardigheid en kunde. Kunst is echter meer dan dat. Een kunstwerk moet reproduceerbaar zijn, in de zin dat er sprake is van reflectie, van bewustzijn en van keuzes in de kunst. De CieBKV adviseert negatief over besteding van kunstbudget voor de Art Brut Biënnale 5. Afsluiting
Bijlage: 1H
Bijlage 1I: Verslag bijeenkomst Beeldende Kunstenaars Hengelo, 10 december 2012 Op maandag 10 december vond een bijeenkomst plaats met de Beeldende Kunstenaars om met elkaar van gedachten te wisselen over hoe kunst (beter) zichtbaar gemaakt kan worden. Ruim 70 kunstenaars waren, op uitnodiging van de gemeente, bijeen in Metropool. De belangrijkste ideeën en opmerkingen waren: - een vaste locatie in de binnenstad - een vorm van coördinatie van projecten en initiatieven - budget van 50.000 is te laag - Kerngroep werkt ideeën uit De gemeente Hengelo heeft de bijeenkomst georganiseerd om de kunstenaars zelf aan het woord te laten. Wat vinden de kunstenaars zelf? Hoe kan kunst in Hengelo zichtbaar gemaakt worden? Er is jaarlijks 50.000 euro beschikbaar. Henk Lassche nam als eerste de handschoen op. Hij vond het uitnodiging "chaotisch" en vond dat hulp nodig is. Het is volgens hem onduidelijk wie nog kunstenaars zijn. "Het vervaagt. In de stad zie je werken van hobby-isten, inwoners denken dat het Lambooy-huis een kunstenaarsocieteit is, dat echte kunst te vinden is in Ootmarsum. Ook de gemeente is in de war, laat de openbare ruimte versieren door een ambtenaar in plaats van door een kunstenaar. Akkuh was hoogdrempelig en elitair. Kortom: het roer moet om." Hij gaf aan dat de kunstenaars op zoek moeten naar manieren om mensen weer te laten kijken naar creatieve uitingen van kunstenaars. Stop geld in een podium, een kunstzaal in het centrum van de stad. Voor alle kunstdisciplines, voor lezingen, kunstuitleen en de gemeentelijke collectie. Hij noemt de Molenstraat 16 als een goede locatie. Later zou het geconcentreerd kunnen worden in de Bataafse kamp. Kunstenares Willemina Bakkenes sloot hierbij aan. Zij ziet veel in een jaarlijkse expositie in bijvoorbeeld het stadhuis, waar de kunstenaars ieder een werk kunnen laten zien. Ook vroeg zij aandacht voor het feit dat niet alle kunstenaars zich willen en kunnen conformeren aan de wensen van een groep. In een later stadium stelde ook Arpad Szombathelyi dat specifieke kunstvormen ook specifieke ruimtes en voorwaarden nodig hebben. Kan je als kunstenaar ook individueel hulp/ subsidie van de gemeente krijgen, of moet het via een platform? Pier van Dijk wilde vooral vooruitkijken. Niet boos en verdrietig terugkijken. Hij is van mening dat de gemeente juist nu de kunst enthousiast moet ondersteunen, moet luisteren. En vooral snel en adequaat moet reageren. Hij heeft samen met Antek Olszanowski ‘Bureautje Voorwaarts’ opgericht. Dit bureautje geeft ondersteuning aan initiatieven. Hij pleitte voor: Ruimte in de Bataafse kamp met professionele begeleiding, juiste toepassing van de 1-procent regeling en een minimum budget van 100.000 euro voor initiatieven en projecten. Guusje Beverdam zag de Telgenflat als een goede tijdelijke locatie voor tentoonstellingen. De kunstuitleen kan naar de bibliotheek. Op de lange termijn zag ook zij mogelijkheden in de Bataafse Kamp, in combinatie met Crea, muziekschool, Kamak en anderen. Specifiek vroeg ze nog aandacht voor Galerie LansUijlen. Deze galerie, die met sluiting wordt bedreigd, is belangrijk in Hengelo en moet subsidie krijgen. Kunstenaar Rob Bloemendaal vroeg aandacht voor tolerantie. De vrijheid van meningsuiting is belangrijk en moet door iedereen worden omarmd. Door gemeente, kunstenaars en bestuurders van instellingen. Aan wethouder Mulder werd gevraagd of het mogelijk is om in de periode tot oktober nog gebruik te maken van de locatie Akkuh. Hij gaf daar van aan dat de gemeente daar welwillend naar wil kijken. Op dit moment zit Akkuh daar zelf nog. Een groot deel van de aanwezigen leek te voelen voor een vaste plek. Velen voelden voor de Bataafse Kamp in de toekomst. Ook gaven veel mensen aan voorstander te zijn voor de Molenstraat op korte termijn. Andere genoemde locaties waren de Telgenflat en het voormalig pand Raad voor Arbeid (scala). Of de hele stad gebruiken als tentoonstellingsruimte, daar waar het
kan. De stadhuishal is een voorbeeld. Over het gebruik maken van leegstaande winkelpanden waren de meningen verdeeld. Agnes Booijink was vooral verbaasd over het feit dat de gemeente de kunstenaars aan het woord laat, “moeten we het nu zelf gaan bedenken?”. Zij ziet vooral een rol voor de gemeente weggelegd. Antek Olszanowski geeft aan behoefte te hebben aan een vast coördinatiepunt met de hele stad als exporuimte. De werken van Wolvecamp zouden permanent tentoongesteld moeten worden (dat trekt ook bezoekers naar de stad). De organisatie kan heel goed opgezet worden met inzet van vrijwilligers. Susan Pinkster, nieuw in Hengelo, vroeg zich af voor wie die tentoonstelling dan vooral bedoeld is. Sluit het wel aan bij wat mensen tegenwoordig willen zien. Zij heeft goede ervaringen met een combinatie van een laagdrempelige winkel met daarnaast een tentoonstellingsruimte met minder "commerciële" kunst. Het merendeel van de kunstenaars vond het beschikbare bedrag te weinig, het moet minstens 100.000 euro zijn. Anderzijds was er ook begrip voor de situatie waarin we verkeren. Het is crisis, er is weinig budget. Mogelijk kan er ook gekeken worden naar andere inkomstenbronnen dan de gemeente. Bedrijven, sponsoren etc. Bill Spinhoven merkte op dat er weinig geld beschikbaar is. Het gaat om afstemmen, synergie zoeken. We moeten een andere houding aan nemen. We moeten vrijwilligers aan de kunst binden. De gemeente kan alleen faciliteren. Hij vond dat er vooral behoefte is aan coördinatie van de initiatieven. Dit werd door een deel van de groep gedeeld. Peter Hoogers van Stichting Ag merkte op dat zij zaken kunnen en willen organiseren. Iedereen kan daarop aansluiten. Aan het eind van de avond is een Kerngroep geformeerd die samen de ideeën gaan uitwerken. Deze kunnen dan besproken worden door de totale groep. Zitting in de Kerngroep hebben: Henk Lassche, Bureautje Voorwaarts-Pier van Dijk, Guusje Beverdam, Peter Hoogers, José Verstappen, John Brunink, Willemina Bakkenes, Susan Pinkster, Martin Oostenrijk en Hiske Lomans. In januari zal een overleg met deze kerngroep worden georganiseerd. Hierbij is ambtelijke ondersteuning aanwezig, deze zorgt ook voor de uitnodiging. Opmerkingen en vragen kunnen gemaild worden naar:
[email protected] Er zijn voor en na de bijeenkomst elf reacties binnengekomen (schriftelijk of per mail). Deze zullen ook in de kerngroep aan de orde komen.
Katja Boerrigter/Klaske Buis
Bijlage 1J: Verslag overleg Kerngroep BKV 4 februari 2013 Aanwezig: Martin Oostenrijk, Willemina Bakkenes, Hiske Loomans, Hettie Franken (kunstenaars), Gerard Jilleba, Klaske Buis (gemeente), Simone Roerink (onafhankelijk gespreksleider) Afwezig: John Brunink, Susan Pinkster, Henk Lassche, José Verstappen, Guusje Beverdam, Pier van Dijk, Peter Hoogers. Inleiding Na een voorstelronde wordt de aanleiding van de bijeenkomst met de kunstenaars op 10 december 2012 nog eens aangehaald. Plenaire Bijeenkomst voor beeldend kunstenaars op 10 december 2012 Metropool De gemeentelijke cultuurnota moet herschreven worden. De uitgangspunten moeten worden aangepast omdat de tijden en ook de budgetten zijn veranderd. Met de verschillende partijen in de stad worden gesprekken gevoerd om gezamenlijk tot een visie over langere termijn te komen. Er komen vragen op tafel als: wat is de rol van de overheid in het culturele veld, waar liggen de accenten, wat laten we aan de markt/kunstenaars over, wat zijn de wensen van de kunstenaars? Het zichtbaar maken van de beeldende kunst in Hengelo wordt een van de speerpunten, hiervoor komt jaarlijks een budget beschikbaar van € 50.000,-. Deze bijeenkomst is de start van dit proces. Een kerngroep, geformeerd uit de kunstenaars die op 10 december aanwezig waren, gaat samen met de gemeente dieper in op de aangedragen ideeën over de organisatie en huisvesting van de professionele beeldende kunst; kijkt waar er verbindende elementen gevonden kunnen worden, die op een breed draagvlak kunnen rekenen. Deze voorstellen en ideeën worden gepresenteerd tijdens de tweede plenaire bijeenkomst, de kerngroep bespreekt de vorm hiervan. Raadscommissie Sociaal 16 januari 2013 Een groep kunstenaars heeft, buiten deze kerngroep om, een plan opgesteld voor een permanente kunstruimte in de stad. Heartpool zou de organisatie zijn om dit te trekken. Er wordt voor dit plan een ton in euro’s gevraagd. De initiatiefnemers hebben zowel in de raadscommissie op 16 januari als in de pers aandacht gevraagd voor hun plan. Dit wordt, net als de andere ingediende ideeën en reacties, meegenomen in het proces rondom de cultuurnota. Bijeenkomst kerngroep 4 februari 2013 Tijdens en na de eerste bijeenkomst op 10 december zijn verschillende reacties binnengekomen. Sommigen zijn al volledig uitgewerkt tot activiteiten, andere geven een bijdrage in de ontwikkeling om te komen tot een goed kunstenaarsklimaat in Hengelo. Deze reacties zijn gebundeld en besproken in de kerngroep. Ze zijn heel divers, maar hebben ook overeenkomsten. Aanvullende opmerkingen: • Zet kunstenaars niet weg in etalages, dat doet geen recht aan de professionaliteit. Een ruimte voor langere tijd in gebruik geven is wel een optie. Zoals bijvoorbeeld het oude infogebouwtje bij het stadhuis, waar st. AG langere tijd in heeft gezeten. Een permanent podium met wisselende exposities is wenselijk. Deze moet toegankelijk en laagdrempelig zijn (als de oude kunstzaal bij/aan de oude Schouwburg) • Maak het makkelijker voor “stille” kunstenaars om toch zichtbaar in de stad te worden • Exposeren in de bibliotheek is een grote wens (is nu niet mogelijk) • Voor wat betreft de verdeling van de middelen een aantal mogelijkheden: o verdeel het budget over de kunstenaars, zodat die elk een eigen budget hebben om in te zetten voor (deelname aan) een expositie of bijvoorbeeld scholing. Hiermee geef je de kunstenaar rechtstreeks sturing en bewaking over het budget. o “kunstbonnen” in plaats van “buurtbonnen” o Maak een subsidieregeling, waar elke kunstenaar uit kan aanvragen • Breng de oorspronkelijke functie van het Lambooijhuis weer terug naar Kunstenaarssociëteit, zoals het in het verleden bedoeld is. Als bij een ‘echte’ sociëteit zouden kunstenaars er lid van kunnen worden. • Opmerkingen nav Heartpool-plan: “ze vragen het dubbele van wat er aan geld beschikbaar is. Is het slim om al het geld op één plan in te zetten (vooropgesteld dat het geld er is, wat niet zo is)?” Verschillende kunstenaars hebben aangegeven niet afhankelijk te willen zijn van één
• • • • • •
groep/organisatie. Het idee van een coöperatie slaat wel meer aan, omdat de individuele inbreng dan groter is. Benut de kwaliteit in de stad, maar bewaak deze ook! BKV-educatie wordt al via een andere lijn ingebed in de nota, dat hoeft geen onderdeel uit te maken van dit proces. Bundeling van krachten is van belang. Je kunt dit in een organisatie doen, waar bijvoorbeeld een lidmaatschap voor nodig is. De contributie levert budget om iets te organiseren. Geef ook aandacht aan presentatie van kunst in de openbare en andere buitenruimte Geef de mogelijkheid om te experimenteren; daarmee trek je ook weer kunstenaars naar de stad Let op regionale samenwerking, en bedenk wat Europa zou kunnen betekenen voor het lokale cultuurklimaat.
Uit al deze opmerkingen en reacties zijn kernraakvlakken en verbindende elementen te herleiden: • Zichtbaarheid van de kunstenaar en zijn werk is belangrijk • Medezeggenschap vanuit alle kunstenaars, niet alleen vanuit georganiseerde groepen en organisaties • Kunstenaars kunnen ondernemender zijn en ism andere collega’s activiteiten van de grond tillen • Laagdrempeligheid is van belang • Educatieve taak is van belang, geef de kunstenaars hier een rol in • Een ontmoetingsplek is een wens, bijvoorbeeld een kunstenaarssociëteit (wel of niet met lidmaatschap) waar ideeën uitgewisseld kunnen worden (tijdschrift?) • Benut de kwaliteiten die er al zijn en breng deze bij elkaar • Verlies nieuwe media en nieuwe kunstuitingen niet uit het oog, naast alle meer traditionele vormen van beeldende kunst • Diverse ideeën zijn geopperd over hoe je zaken financieel kunt organiseren (in vorm van soort individuele budgettoekenning, projectondersteuningen etc.) • De mogelijkheid om - in combinatie met een juridische vorm- kunstenaars al dan niet te organiseren, zoals bijv. het uitbesteden (zoals idee Heartpool) of een coöperatie of juist de individuele verantwoordelijkheid laten zijn. Het vervolg: 2e plenaire bijeenkomst in Metropool 25 februari Tijdens deze tweede bijeenkomst wordt in een presentatie een overzicht gegeven van de ideeën en voorstellen. Vooral de verbindende elementen zijn van belang en zullen naar voren worden gebracht. De aanwezigen zullen ook nog aanvullingen kunnen geven. Het geheel wordt dan als input meegenomen in de cultuurnota. De uitnodiging hiervoor wordt zo spoedig mogelijk verstuurd. 20 maart Trefpunt in het stadhuis Tijdens dit Trefpunt gaat de Raad in gesprek met de burger van Hengelo over het onderwerp Cultuur in Hengelo. Hier kan iedereen zijn zegje doen. Maar hier gebruik van! De cultuurnota zal voor de zomervakantie worden vastgesteld.
Bijlage 1K: Beleidsopdracht Kunst- en cultuurbeleid Hengelo Inleiding Kunst en Cultuur staan onder druk. Een terugtrekkende overheid, bezuinigingen, verminderd gebruik etc. nopen tot een herijking van het gemeentelijke beleid. De kunst- en cultuurvisie Vrij spel voor de verbeelding bevat beleidsvoornemens tot 2010. Deels zijn deze voornemens gerealiseerd, deels niet. Welk cultuurbeleid wil de gemeente de komende jaren voeren? Is de missie nog actueel? Wat is de rol van de gemeente? Hoe gaan we om met de huisvesting voor de professionele en de amateurkunst? Vragen die in een nieuwe cultureel beleid aan de orde moeten komen. Een startnotitie is al eerder aan de raad toegezegd, maar is vertraagd vanwege capaciteitsgebrek. De uitkomsten van de toenmalige discussie in de raadscommissie Sociaal zijn in onderliggende Beleidsopdracht verwerkt. Ook de bezuinigingen hebben het proces beïnvloed. Bovendien zijn de besturen van de zeven culturele kernvoorzieningen inmiddels met elkaar in gesprek. Via een doorstart willen we het proces vlottrekken. Hoofddoel Een kaderstelling die richting geeft aan het gemeentelijke beleid en handelen t.a.v. kunst en cultuur. Nevendoelen duidelijkheid over de huisvesting van culturele kerninstellingen en van accommodaties voor amateurkunst op de (middel)lange termijn duidelijkheid over de stappen daarnaartoe Resultaat Een cultureel klimaat dat gedragen wordt door de Hengelose samenleving, met voorzieningen die passen bij de maat, ambities en draagkracht van de stad. Uitgangspunten Kunst en Cultuur zitten in het dna van onze samenleving. Hengelo kent een bovengemiddeld aantal professionele kunstbeoefenaren, de amateurkunst bloeit, het aantal culturele verenigingen is groot, In bijlage 1 Het culturele dna van Hengelo wordt nog eens verwoord, waar de oorsprong daarvan te vinden is. Culturele infrastructuur De afgelopen twintig jaar is het ambitieniveau van ons kunst- en cultuurbeleid hoog geweest. Hengelo beschikt over een uitgebreide culturele infrastructuur die past bij de omvang van de stad en die op onderdelen uitstijgt boven het gemiddelde pakket aan voorzieningen, dat kenmerkend is voor gemeenten tussen de 30.000 en 90.000 inwoners. Vanuit de ambitie om de culturele identiteit van Hengelo verder te versterken, hebben we veel geïnvesteerd in de culturele infrastructuur, zie bijlage 2. Vooral in de huisvesting en exploitatie van de culturele kernvoorzieningen. De insteek daarbij was om de instellingen goed op orde te houden en daar waar nodig te versterken of te vernieuwen. Daarnaast zijn we gestart met de uitvoering van het zogenoemde Deltaplan Collectie Hengelo, omdat alle Hengelose erfgoedinstellingen grote problemen hebben met de huisvesting van hun collecties en met het voor publiek toegankelijk maken ervan. En we hebben veel geïnvesteerd in cultuureducatie en amateurkunst. Keuzes maken Om te komen tot een toekomstbestendige cultuursector moeten wij maatregelen nemen. Onze beperkte financiële mogelijkheden dwingen ons keuzes te maken en onze rol in heroverweging te nemen. Ons past als gemeente enige bescheidenheid. We mogen al blij zijn, als we het culturele klimaat kunnen bestendigen; van versterking, zoals we in 2007 nog optimistisch schreven 3, kan geen sprake meer zijn, in ieder geval niet met gemeentegeld. 2F
Programmering centraal
3
Zie de missie
We willen naar minder inzet op instellingsniveau en ons fundamenteel richten op de culturele programmering van Hengelo. Desondanks blijft de missie 4 uit de Cultuurvisie 2010 zo veel mogelijk intact; daarin weerspiegelt zich het dna van onze stad (zie bijlage 2 voor een aantal kerncijfers). De functies en programma’s zijn leidend en niet de wijze waarop onze cultuursector is georganiseerd. Via een herschikking van taken willen wij komen tot een kleiner aantal kernvoorzieningen en organisaties. De governance structuur en ook de huisvesting worden daarbij onder de loep genomen. 3F
Creatieve keten Als leidraad hanteren we het concept van de ‘creatieve keten’ 5. Dit gaat uit van de functies die de culturele sector in een stad kan vervullen. De creatieve keten kent de volgende schakels: leren produceren presenteren interesseren 4F
Vertaald naar de culturele infrastructuur van Hengelo en de activiteiten daarbinnen komen we tot de volgende functieverdeling: Leren bibliotheek, kunst- en cultuureducatie (leren zien en leren doen), amateurkunst, erfgoed- en techniekeducatie Produceren amateurkunst, professionele kunstproductie Presenteren podia, tentoonstellingsruimten en musea Interesseren cultuurpromotie en -marketing, sponsoring Niet alle schakels zijn even sterk ingevuld, zoals professionele kunstproductie, maar wij vinden dat ook niet noodzakelijk voor een stad met de omvang van Hengelo. Er zijn functies die op regionaal niveau zijn ingevuld, zoals de productie van professionele podiumkunsten (opera, klassieke muziek en jeugdtheater) in Enschede. Hetzelfde geldt voor de presentatie van beeldende kunst. Enschede heeft op dit gebied een centrumfunctie. De ambitie om Hengelo op regionaal niveau te profileren met beeldende kunst kunnen we niet (meer) waarmaken. Aangezien de museale functie in Hengelo een zwakke schakel is, willen we de focus verleggen naar programmering van de Collectie Hengelo. De hedendaagse, professionele beeldende kunst maakt deel uit van deze programmering. Leren en presenteren Sterke functies in Hengelo liggen op het gebied van leren (bibliotheek, CREA, Muziekschool, Heim) en presenteren (schouwburg, Metropool). De beide podia vervullen een bovenlokale functie. Het Rabotheater heeft als enige theater in Twente een vlakkevloerzaal en Metropool heeft met de grote-zaalprogrammering landelijk een positie veroverd. De beide podia zijn daarmee van groot belang voor het vergroten van de aantrekkingskracht van Hengelo. Ten aanzien van cultuureducatie zijn landelijk veel ontwikkelingen gaande die ook op lokaal niveau spelen. De staatssecretaris van OCW wil afspraken maken over het programma Cultuureducatie met kwaliteit met de culturele instellingen en CREA is voor Hengelo hierin penvoerder. Dat heeft tot doel de kwaliteit van cultuureducatie in het primair onderwijs te borgen. Een instrument daarbij is de doorgaande leerlijn cultuureducatie. In Hengelo is er al een sterke verbinding tussen cultuureducatie en onderwijs, zowel binnen- als buitenschools. Het programma Cultuureducatie met kwaliteit wordt op regionaal niveau verder uitgewerkt door de provincie Overijssel en de gemeenten Deventer, Zwolle, Enschede en Hengelo. Daarnaast moeten we een discussie voeren over de functie van CREA en de Muziekschool op het gebied van vrijetijdsbesteding, omdat we signaleren dat de markt hier een grotere rol gaat spelen.
4
“De komende jaren willen wij de culturele identiteit van Hengelo verder versterken. wij willen zorgdragen voor een kwalitatief sterke, duurzame en diverse culturele infrastructuur. Wij willen het cultureel bewustzijn van de inwoners van Hengelo stimuleren, zodat zij weten wat hun stad aan kunst en cultuur te bieden heeft, daar in geschoold kunnen worden en eer volop aan kunnen deelnemen. En wij willen kansen geven aan kunstenaars om in Hengelo te werken of hun werk te presenteren.” Vrij spel voor de verbeelding, p. 15 5 Culturele agenda voor de toekomst, een plan ter vernieuwing van de Deventer cultuursector, Directeurenoverleg Cultuur Deventer, 2011
Bij het herontwerp van ons gemeentelijke cultuurbeleid geven we prioriteit aan de functies leren en presenteren, met als speerpunten de programmering van cultuureducatie en de Collectie Hengelo. De gemeenteraad heeft het afgelopen jaar een aantal moties aangenomen: • doublures op het gebied van cultuureducatie en cultuurparticipatie in kaart te brengen en uit te gaan van decentralisatie, met een evenwichtige spreiding over buurten en wijken • door samenwerking tussen de museale instellingen en collecties ten aanzien van huisvesting, organisatie, onderhoud en beheer de bezuinigingstaakstelling op het gebied van cultuur in te vullen • onderzoek te laten doen naar de mogelijkheden om de Bataafse Kamp te gebruiken als huisvesting voor enkele culturele instellingen • besturen of Raden van toezicht van de gesubsidieerde instellingen opdracht te geven om plannen tot samenwerking te maken en mogelijkheden tot besparingen te benoemen. Inmiddels (november 2012) hebben de gesubsidieerde culturele instellingen de handschoen opgepakt. In een aantal sessies willen zij tot gezamenlijke standpunten komen op een vijftal thema’s: educatie programmering gezamenlijk bedrijfsbureau vrijwilligers vastgoed Zij betrekken ook mogelijkheden voor regionale samenwerking in hun gesprekken. De instellingen maken graag gebruik van het aanbod uit de motie om een neutrale voorzitter aan te trekken. Tegen deze achtergrond ligt het voor de hand, dat de gemeente zich momenteel terughoudend opstelt en het initiatief bij de instellingen laat. De uitkomsten vormen een waardevolle input voor het gemeentelijke cultuurbeleid. Proces We stellen een tweeledige aanpak voor: 1. het formuleren van het gemeentelijke cultuurbeleid voor de periode 2013-2020, voortbordurend op de beleidsnota Cultuur 2007-2010 Vrij spel voor de verbeelding. 2. richtingbepalende besluiten over de huisvesting van de culturele instellingen van Hengelo De volgende stappen, tevens planning, worden doorlopen. 1. voorbereidende werkzaamheden: november/december 2012 2. interactieve sessies over de inhoud met betrokken culturele instellingen: november 2012februari 2013 3. traject huisvesting: november 2012 – mei 2013 4. programmaoverleg november 2012: bespreking Beleidsopdracht 5. internetpeiling: januari 2013 6. opstellen 1e concept beleidsnota: januari – maart 2013 7. opstellen 1e concept notitie huisvesting: januari – maart 2013 8. inspraakfase concept-nota’s: maart/april 2013 9. afronding nota’s: april/mei 2013 10. bestuurlijke besluitvorming: mei-juli 2013 Communicatie, participatie en inspraak We willen de culturele sector nauw betrekken bij het proces naar een nieuwe kunst- en cultuurvisie. Daar zijn we al mee gestart, want we hebben in het voorjaar 2012 in een bestuurlijk overleg met de culturele kernvoorzieningen de inhoudelijke uitgangspunten besproken. De instellingen hebben ons destijds nadrukkelijk gevraagd om de regie te voeren en richting te geven aan de keuzes die gemaakt moeten worden als gevolg van de bezuinigingen. Het belangrijkste doel van de participatie in het proces naar een nieuwe kunst- en cultuurvisie is het waarborgen van de kwaliteit van ons kunst- en cultuurbeleid. Dit betekent dat de participatie primair plaatsvindt via (advies)commissies, culturele instellingen en belangenorganisaties, omdat zij goed geïnformeerd zijn over de ontwikkelingen in de sector.
De inwoners van Hengelo worden gedurende het proces via het internetpanel bevraagd en verder geïnformeerd via de gebruikelijke communicatiekanalen. De mogelijkheden om via sociale media de inwoners in het proces te betrekken, worden nog onderzocht. Financiën en personeel De beleidsnotitie komt tot stand met inzet van de betrokken beleidsmedewerkers. Voor het traject huisvesting wordt een (intern) projectleider aangetrokken, te bekostigen uit reguliere budgetten en externe subsidies. Kosten voor extern overleg en bijeenkomsten worden gedekt uit reguliere middelen. Vragen aan de Raadscommissie (tevens te gebruiken in gesprekken met externen): -
-
-
Is de missie uit Vrij spel voor de verbeelding (anno 2007) nog steeds geldig? “De komende jaren willen wij de culturele identiteit van Hengelo verder versterken. wij willen zorg dragen voor een kwalitatief sterke, duurzame en diverse culturele infrastructuur. Wij willen het cultureel bewustzijn van de inwoners van Hengelo stimuleren, zodat zij weten wat hun stad aan kunst en cultuur te bieden heeft, daar in geschoold kunnen worden en eer volop aan kunnen deelnemen. En wij willen kansen geven aan kunstenaars om in Hengelo te werken of hun werk te presenteren.” Biedt deze voldoende basis voor het culturele beleid in het komende decennium? Wij willen ons “fundamenteel richten op de culturele programmering”. Is dat een juiste keuze? Is de keuze voor “leren en presenteren” terecht? In de aanpak hanteren we twee parallelle sporen: beleidsnota opstellen en traject huisvesting. Welke valkuilen en uitdagingen ziet u daarbij? Huisvesting: o Onder de resp. besturen en binnen het college leven verschillende ideeën over het onderbrengen van de culturele kernvoorzieningen c.a. (Dikkers, Creatieve Fabriek, Bataafse Kamp etc.). Welke heeft prioriteit? o Welke culturele functie(s) ziet u voor het gemeentelijk maatschappelijk vastgoed? o Welke culturele functies zouden toegevoegd kunnen worden aan de goed geaccommodeerde locaties bibliotheek, Rabotheater en Metropool? Op korte termijn moet de Akkuh-collectie en (delen van) de gemeentelijke collectie elders worden ondergebracht. Welke locaties ziet u daarvoor? Welke uitdagingen ziet u, als het gaat om de governance structuur van de culturele instellingen? Welke mogelijkheden ziet u voor regionale samenwerking? Welke rol ziet u voor de gemeente t.a.v. kunst en cultuur, in het licht van de bezuinigingen?
Bijlagen 1. Het culturele dna van Hengelo 2. Feiten, cijfers en benchmarks Hengelose cultuur 3. Doelgroepen Kunst- en Cultuurbeleid Hengelo
Bijlage 1L: Verslag 2e bijeenkomst voor Kunstenaars d.d. 25 februari 2013 in Metropool Aanwezig: Gerard Jilleba, Klaske Buis (gemeente), Simone Roerink (onafhankelijk gespreksleider), 20 kunstenaars. Afmelding mk: Willemina Bakkenes, Hiske Loomans Als opening van de bijeenkomst wordt iedereen welkom geheten en wordt een voorstelronde gehouden. Daarna geeft Gerard Jilleba een presentatie van alle plannen en ideeën die in de afgelopen maanden zijn opgehaald en de gemeenschappelijke elementen die hierin naar voren zijn gekomen (de presentatie is bij dit verslag meegestuurd). Dit zal worden gebruikt om de visie op het kunst- en cultuurbeleid te onderbouwen. De oude cultuurnota had een looptijd van 2007-2010, de raad heeft vastgesteld dat de visie die hierin staat nog steeds overeind blijft. Dat wil zeggen dat er naar wordt gestreefd om een zo breed mogelijk cultureel klimaat in de stad te hebben. In deze tijden van bezuiniging is dat een opgaaf, maar we gaan hier wel mee verder. Vragen hierbij zijn wel hoever de rol van de overheid nog gaat, moet die veel blijven regelen of krijgt het veld meer ruimte om dat zelf te doen? De bijeenkomsten passen in het beleid om in samenspraak met het veld tot een nota te komen, die zo breed mogelijk wordt gedragen. Reacties nav de presentatie: • • • •
• •
• • • • •
• • •
Er wordt gepleit voor ruimte voor vernieuwing in dit proces. “never waste a good crisis”, creativiteit kan bloeien tegen de achtergrond van verminderde budgetten, “kom in beweging!” Verdeling van de budgetten: óf zet alles in op een gebouw (waar dan ook een kunstuitleen en educatieve activiteiten een plek hebben) óf zet alles in op activiteiten (bijvoorbeeld in de vorm van individuele subsidies) In geval van dit laatste wordt er gepleit voor een commissie/programmaraad waar de aanvragen dan worden ingediend en beoordeeld (analoog aan de vorm die Bureau Hengelo hanteert voor het behandelen aanvragen). Het uitwerken van het “hoe” is erg belangrijk. De commissie Beeldende Kunst zou hier een rol in kunnen spelen (dat hebben ze in het verleden ook gedaan). Het bepalen van de inhoud ligt dan ook bij een dergelijk orgaan. Het budget blijft mager (“maar” € 50.000,-), is er een mogelijkheid om met dit budget andere geldbronnen aan te boren? Wat blijft er van deze plannen overeind in het licht van de verkiezingen? Het kan zijn dat de plannen alsnog worden afgeschoten. Het beschikbare budget moet wel veilig gesteld, dit kan door bijvoorbeeld de partijen te bewerken in de aanloop naar de verkiezingen. Reactie: plannen goed- of afkeuren is altijd het primaat van de politiek, maar we gaan uit van het hier en nu. Waar blijft nu in alle reacties de langere termijn visie? Je moet toch niet een bepaald bedrag laten bepalen waar we in de komende jaren naar toe willen? Is er al meer bekend over hoe de kunsteducatie BKV vormgegeven gaat worden, nu AkkuH dat niet meer kan doen? Reactie: ja, er is ligt een stuk waarin wordt voorgesteld dat CREA deze taken gaat uitvoeren. Komende week moet B&W hierover beslissen (inmiddels vastgesteld). Wat is de rol van de commissie BKV? Reactie: deze is als commissie buiten deze bijeenkomsten gehouden om haar onafhankelijkheid te bewaren. In het vervolgproces wordt met de cie BKV overlegd over hun inzet (bijvoorbeeld in het beoordelen van aanvragen). Hoe loopt het proces verder? De gemeente neemt de regie en komt met een voorstel om het HOE verder uit te werken (op korte en langere termijn). Reacties nav het Lambooijhuis: het Lambooijhuis wordt niet gezien als kunstenaarssociëteit zoals het ooit bedoeld is geweest, het is een andere weg in geslagen dan oorspronkelijk de bedoeling. Kan de gemeente hierin iets doen? Er blijkt behoefte te zijn aan een dergelijke voorziening, de vervolgstap is wel: hoe ga je dat dan vormgeven? Kan de gemeente helpen bij het vinden meer budgetten? Ja, de afdeling Projecten en Subsidies kan hierbij helpen. Niet iedereen kan deze wegen goed vinden of heeft de juiste contacten. Er is synergie nodig, in samenwerking zit kracht. Een bureau(tje) zou hierbij kunnen faciliteren. Ruimtes voor laagdrempelige exposities zijn goed te vinden, de gemeente moet het geld in activiteiten steken en niet in “stenen”/gebouwen.
• • • •
Geen kunst zonder vrijheid van meningsuiting! Er moeten accenten gelegd gaan worden in hoe de samenwerking tot stand komt, hoe de verbinding wordt gemaakt en welk model het meest werkbaar is. Bureautje Voorwaarts nodigt de “stille kunstenaars” uit voor deelname aan volgende activiteiten. Er wordt gepleit voor “het nieuwe denken”, creatiever ondernemen en hoe faciliteer je innovatie? Maak meer gebruik van de kwaliteiten in de creatieve industie.
•
Vervolgproces: er wordt gevraagd wie zich in een kleine groep wil buigen over de concepttekst van de nota. Voor deze brainstormgroep hebben de volgende mensen zich aangemeld: Fenneke ten Thij, Hettie Franken, Martin Oostenrijk, John Brunink, Antek Olszanowski, Pier van Dijk, Herna Wielink, Erna ter Haar, Susan Pinkster en Bill Spinhoven.
•
Op 20 maart organiseert de gemeenteraad een Trefpunt voor alle burgers in Hengelo rondom het thema Kunst en Cultuur. Hiervoor zijn ook alle kunstenaars uitgenodigd.
Bijlage 1M:
4
Bijlage 1N: UITNODIGING – TREFPUNT HENGELO
Kunst en cultuur in Hengelo
Praat mee over het belang van cultuur in Hengelo woensdag 22 november 19.00-22.30 uur stadhuis, Burgemeester Jansenplein U kunt erbij zijn! De programmacommissie Trefpunt van de gemeenteraad van Hengelo heeft een aantrekkelijk programma voor u in petto. De gemeente heeft een nieuwe kunst- en cultuurvisie in voorbereiding. Participatie en inbreng van mensen uit het culturele veld en van de burgers is van groot belang om tot goede voorstellen en besluiten voor de toekomst te komen. Op deze avond wordt de toekomst van kunst en cultuur vanuit diverse gezichtspunten belicht. Ook u kunt daaraan bijdragen, o.a. door uw grootste wens of dilemma naar voren te brengen ! Programma 19.00 uur
Ontvangst op de vide, 2e verdieping
19.30 uur
Welkomstwoord Floor van Grouw, lid programmacommissie Trefpunt Hengelo.
19.40- 20.30 uur
Vier deelsessies, de ‘mensen uit het veld’ aan het woord. Aan de hand van de ‘creatieve keten’ (leren, produceren, presenteren en interesseren) vertellen mensen uit het culturele veld over hun werk, hun grootste wens of hun grootste dilemma en gaan met u in gesprek.
20.30- 21.00 uur uur
Pauze. Vrijblijvend gelegenheid tot gesprekken met elkaar in vier gesprekscorners rond de thema’s beeldende kunst, muziek, podiumkunsten en cultureel erfgoed.
21.00 – 22.00 uur
Plenair debat. Onder leiding van Cor Wijn en Marco van Vulpen gaan we met elkaar in gesprek over de toekomst van de cultuur in Hengelo. In dit debat onder meer: * korte presentatie van kerninstellingen over de opbrengst van hun gezamenlijke gesprekken * eerste resultaten Internetpanel over kunst & cultuur * BMC-input over ervaringen en oplossingen elders in den lande (spiegel-functie) * discussie over de keuzes die we moeten maken en de accenten die we kunnen leggen (zie bijlage: de creatieve keten). * Breng ook uw grootste wens of dilemma in!!
22.00 uur
Afsluiting en borrel
22.30 uur
Einde
Laat u informeren en inspireren en maak een praatje met de raadsleden en collegeleden. U bent van harte welkom! Meer informatie: telefoon (074) 1474 of e-mail
[email protected]
Kunst en Cultuur in Hengelo Trefpunt 20 maart 2013 Enkele uitgangspunten creatieve keten met de vier programmalijnen (leren, produceren, presenteren en interesseren) als thema’s voor vier deelsessies tijdens deelsessies korte presentaties (pitches) van mensen uit de praktijk (niet de directies of besturen; zie bijlage) deelsessies worden geleid door raadsleden; plenaire debat door externe(n) (BMC-experts) vooraf en tijdens de pauze gesprekscorners inrichten, waar raadsleden (en derden) met het culturele veld in gesprek kunnen gaan, ingedeeld als volgt: o beeldende kunst (professioneel en amateur) o muziek (idem) o podiumkunsten o cultureel erfgoed alle instellingen, verenigingen en individuele kunstenaars worden rechtstreeks uitgenodigd. In de uitnodiging worden zij gevraagd na te denken over hun “grootste dilemma” of “grootste wens” die zij tijdens de deelsessies c.q. het plenaire debat willen inbrengen. programma en korte tekst over creative keten meesturen met uitnodiging. aftrap van de avond door ‘klaroengeschal’ direct uiteen in deelsessies, geen plenair openingsdeel kopieën van tekst creatieve keten bij deelsessies neerleggen tijdens de hele avond twitter-mogelijkheid bieden, twitter-wand tijdens plenair debat raadsleden vooraf briefen om vragen en stellingen in te brengen bij deelsessies opmerkingen etc. tijdens deelsessies en plenair debat worden ambtelijk genoteerd, als eventuele input voor de kunst- en cultuurnota Programma 19.00 uur 19.30 uur 19.35 uur 19.40 – 20.30 uur 20.30 – 21.00 uur 21.00 – 22.00 uur
inloop klaroengeschal welkom (op de vide) en aankondiging van begin deelsessies vier deelsessies, met raadsleden als gespreksleider pauze: gesprekken bij de gesprekscorners plenair debat, met dhrn Cor Wijn en Marcel van Vulpen (BMC) als discussieleider. Te gelegener moment: * korte presentatie van kerninstellingen over opbrengst van hun gezamenlijke gesprekken * eerste resultaten Internetpanel over kunst & cultuur * BMC-input over ervaringen en oplossingen elders in den lande (spiegel-functie) 22.00 uur afsluiting door voorzitter Trefpunt-commissie 22.05 – 22.30 uur napraten bij de corners GWJ/25022013
Hierbij een nieuwe voorzet voor het lijstje met "mensen uit het veld" leren: CREA (Eugénie Krikhaar) en Muziekschool (Rob van Nus of Francis Faas) produceren: Metropool (Adri Karsenberg) en amateurtheaterkoepel Podiumkunsten Hengelo (Simone Roerink) presenteren: BKV (Susan Pinkster), HEIM (Klaas Gert Lugtenborg) interesseren: Bibliotheek (Diane Wevers), Hengelose Korenkoepel (Kitty ter Braak), Federatie v Muziekverenigingen (Thijs Tijhaar)
Bijlage 1O:
Opbrengst workshop beeldende kunst Hengelo
dinsdag 26 maart 2013 auteur: Gerard Jilleba
Tijdens de bijeenkomst van Hengelose beeldende kunstenaars op 25 februari jl. is een kerngroep geformeerd die aan de slag zou gaan om de ontvangen ideeën en voorstellen nader uit te werken. Dat heeft geleid tot een workshop op 26 maart, waaraan deelnamen: Erna ter Haar, Hettie Franken, Pier van Dijk, Antek Olszanowski, Hiske Loomans, Willemina Bakkenes, Fenneke ten Thij, Martin Oostenrijk en Bill Spinhoven. Susan Pinkster (ziek), Herna Wielink en John Brunink waren verhinderd. Aan het eind van middag kon Klaske Buis (gemeente) ook nog even aanschuiven. In een open, kritische sfeer zijn de volgende onderwerpen besproken. • • • •
rol beeldende kunstenaars(BK) bij kunstbeleid en –educatie eisen aan expositieruimte(s) beheer ervan; programmaraad besteding en beheer 50 mille
Van de workshop wordt geen uitgebreid verslag gemaakt. Onderstaand geven we staccato de opmerkingen weer, die breed gedragen worden en in de nieuwe cultuurnota een plek zouden moeten krijgen. Rode draad Het (lelijke) woord omdenken liep als een rode draad door de discussies heen. De rol en mogelijkheden van de gemeente zijn veranderd. Ook bij de kunstenaars zelf groeit het besef, dat ‘ondernemerschap’ en ‘samenwerking’ onlosmakelijk aan hun professie verbonden zijn. De deelnemers vinden het van vernieuwing getuigen, dat zij intensief bij het opstellen van het herziene cultuurbeleid worden betrokken. Rol beeldende kunstenaars bij kunstbeleid en –educatie Opmerkingen uit de workshop vooraf: De vier elementen van de creatieve cyclus zijn wel te onderscheiden, maar niet te scheiden. Ze lopen sterk in elkaar over en vinden vaak tegelijkertijd plaats. Algemeen werd betreurd, dat de functie ‘kunsteducatie’ zonder inspraak aan CREA is overgedragen. Trefpunt van 20 maart toonde weinig draagvlak voor professionele beeldende kunst, wel voor educatie en amateurkunst. WAT: Kunst prikkelt, zet aan tot denken, inspireert, is visionair, verplaatst het perspectief, haalt je uit je comfort zone Kunst draagt bij aan de intellectuele vorming Kunst is daarmee inzetbaar bij de oplossing van maatschappelijke problemen en uitdagingen Kunsteducatie is onderdeel van de kerncriteria in het basis- en voorgezet onderwijs, geen ‘pretpakket’ Leerlingen zijn de toekomstige kunstconsumenten Alles wat we zien en gebruiken, is vorm gegeven, en dus een product van (toegepaste) kunst Een samenleving die kunst en cultuur verwaarloost, holt intellectueel (en dus sociaal resp. economisch) achteruit HOE: Schakel BK’ers in bij kunsteducatie op scholen Haal de leerlingen uit de klas; bezoek exposities en voorstellingen en praat er met hen over Ga met hen aan de slag; laat ze BK ‘beleven’ door zelf te doen Leg dwarsverbanden tussen verschillende kunstuitingen (voorbeeld: schilder & dichter) Overtuig schoolhoofden van het nut en de noodzaak van kunsteducatie WAT IS DAARVOOR NODIG? Een (permanente) expositieruimte Uitdagende presentatievormen
-
Flexibele houding en inzet van de BK’ers zelf 1x per jaar een programma “tube & penseel” Een jaarlijkse week van de – professionele - beeldende kunst (à la Twente Biennale) Geen vermenging met amateurkunst; kunst is een vak, geen hobby (kunst)ambachtenstraat creëren, bij voorbeeld in een van de (slecht lopende) winkelstraten; dat heeft een upgrading van die straat tot gevolg
Eisen aan expositieruimte(s) Zie ook de gepresenteerde notitie over huisvesting; bijgaand (met in rood de aanvullingen vanuit de workshop) Moet SMOEL hebben, maar ook enige ‘standing’ Zichtbaar van buitenaf Transparant, veel glas, laagdrempelig In de BINNENSTAD In winkelstraat Flexibel in te richten Met een beheerder In synergie met de omgeving (leidt tot upgrading winkelstraat) ‘regelvrije ruimte’ Moet interactie creëren met derden: bibliotheek, schouwburg. Creatieve Fabriek etc. Gecombineerd gebruik mogelijk met: o (echte) kunstenaarssociëteit o Kunstuitleen o Depot o Andere (inkomsten genererende) gebruikers Beheer expositieruimte; programmaraad Besteding en beheer 50 mille Beide overige te bespreken punten zijn slechts summier aan de orde geweest. In een vervolgoverleg wordt erop teruggekomen. -
-
Het beheer van de expositieruimte (en ook van de sociëteit) moet democratisch zijn. Alle partners dienen inbreng te kunnen hebben. De structuur moet helder zijn. Gedacht wordt aan een ‘corporatie’ met (betalende) leden. Een programmaraad kan verantwoordelijk worden gemaakt voor het expositieprogramma. De vormgeving ervan moet nader worden uitgewerkt. Ook de rol van de Commissie Beeldende Kunst moet daarbij worden betrokken. Op 26 april vindt daarover ambtelijk nader overleg met hen plaats. Kan de 50 mille voor BK voor 2013 eventueel behouden blijven voor 2014? Ambtelijk (Klaske Buis) is het antwoord ja, mits er een uitgewerkt plan voor de besteding ervan voorligt. De 50 mille kan ook nog (geheel of gedeeltelijk) in 2013 worden besteed. Suggesties indienen bij Klaske Buis.
Het vervolgproces - uitschrijven opbrengst workshop - terugleggen uitkomst bij deelnemers workshop - verwerken commentaar, eindverslag - bespreken met wethouder in regulier overleg - eindverslag aan alle BK’ers toezenden ter informatie - beleidsinhoud + uitwerkingsprogramma opnemen in cultuurnota
eind maart, Gerard J. begin april, Gerard J. half april, Gerard J. 22 april eind april, Klaske B. begin mei, Gerard J.
Toegevoegd op verzoek deelnemers workshop: Bespreking concept-nota in extra bijeenkomst
begin (niet 7) mei, Gerard J.
Hengelo, 5 april 2013 GWJ
Bijlage 1P:
Naar een toekomstbestendige culturele infrastructuur
Rapport van de Kwartiermaker & de culturele kerninstellingen Hengelo
BMC 20 december 2013 drs. C.H. Wijn Projectnummer: Correspondentienummer:
INHOUD
OOFDSTUK 1
VOORAF
49
OOFDSTUK 2
ZOEKEN NAAR EEN TOEKOMSTBESTENDIGE CULTURELE INFRASTRUCTUUR 51 2.1
Opdracht
51
2.2
Moties gemeenteraad
51
OOFDSTUK 3
LEIDENDE PRINCIPES
52
OOFDSTUK 4
VIER STEVIGE CLUSTERS
54
OOFDSTUK 5
OOFDSTUK 6
OOFDSTUK 7
4.1
Verschillende biotopen
54
4.2
Voordelen op een rij
54
4.3
Openbare bibliotheek
55
4.4
Rabotheater en Muziekschool
56
4.5
Metropool
58
4.6
Kunst en techniek verbinden
59
INHOUDELIJKE VERNIEUWING
63
5.1
De creatieve cyclus centraal
63
5.2
Van bibliotheek naar ‘huis van de stad’
64
5.3
Naar een muziektheater-opleiding voor Hengelo
66
5.4
Bloeiend popklimaat
67
5.5
Het verhaal van Hengelo: KenT
69
5.6
Collecties en presentaties
71
FINANCIËLE EN REGELTECHNISCHE VERTALING
73
6.1
Verlaging totale subsidiebudget
73
6.2
Inwoning
74
6.3
Investeringen: nu vanwege de lage rente!
74
6.4
Kwijtschelden leningen
75
6.5
Nader onderzoek en plannen van aanpak
75
6.6
Verkopen deel kunstcollectie
76
SAMENVATTEND: SAMEN STAPPEN ZETTEN!
77
Vooraf De afgelopen twintig jaar is het ambitieniveau van Hengelo op het gebied van kunst- en cultuurbeleid hoog geweest. Hengelo beschikt over een uitgebreide culturele infrastructuur die past bij de omvang van de stad en die op onderdelen uitstijgt boven het gemiddelde pakket aan voorzieningen, dat kenmerkend is voor gemeenten tussen de 30.000 en 90.000 inwoners. Vanuit de ambitie om de culturele identiteit van Hengelo verder te versterken, is er in het afgelopen decennium geïnvesteerd in de culturele infrastructuur, vooral in de huisvesting en exploitatie van de culturele kernvoorzieningen. Daarnaast is gestart met de uitvoering van het zogenoemde Deltaplan Collectie Hengelo, omdat alle Hengelose erfgoedinstellingen problemen hebben met de huisvesting van hun collecties en met het voor publiek toegankelijk maken ervan. En er is veel geïnvesteerd in cultuureducatie en amateurkunst. Een en ander neemt niet weg dat de structurele gemeentelijke uitgaven voor cultuur vanaf 2010 een dalende tendens laten zien: 2010 Totalen bedrag per inwoner
€ 8.299.062 € 102
2011 € 8.197.693 € 101
2012 € 7.948.470 € 98
2013 € 7.742.990 € 96
2014 € 6.959.490 € 86
bezuiniging € -1.343.143 € -17
Het gevolg hiervan is dat Hengelo met een cultuurbegroting van € 7.742.990 in 2013 (€ 96 per inwoner) al relatief laag scoorde in relatie tot vergelijkbare steden. Na de voorgenomen bezuinigingen zal de score nog lager zijn:
Dit neemt niet weg dat de economische recessie en de aankomende decentralisatie van taken (jeugd, werk, zorg) naar de gemeenten grote financiële gevolgen heeft voor Hengelo. De financiële vooruitzichten dwingen tot het maken van keuzes en de gemeentelijke rol in heroverweging te nemen. Daarom wil Hengelo maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat cultuursector toekomstbestendig wordt. Daarbij wil de gemeente minder inzet op instellingsniveau en een sterkere focus op de culturele functies. De functies (en programma’s) moeten leidend zijn en niet de wijze waarop de sector is georganiseerd. Via
een herschikking wil de gemeente dat wordt gekomen tot intensievere samenwerking tussen de organisaties en efficiënter functionerende kernvoorzieningen. De gesubsidieerde culturele instellingen hebben zelf de handschoen opgepakt. In een gezamenlijk traject hebben zij van gedachten gewisseld over thema’s als educatie, programmering, gezamenlijk bedrijfsbureau, vrijwilligers en vastgoed. Met ondersteuning van BMC, dat in de persoon van Cor Wijn optrad als kwartiermaker, is uiteindelijk dit plan tot stand gekomen. Het wordt gedragen door de betrokken organisaties en door hen beschouwd als dé manier om de culturele infrastructuur van Hengelo ook op de langere termijn in stand te houden. Aan de politiek wordt gevraagd dit plan integraal over te nemen en als geheel de komende periode door te voeren. Integraal betekent dat alles met alles samenhangt. Het loslaten of verwijderen van bepaalde bouwstenen uit dit toekomstgerichte culturele gebouw betekent dat de integraliteit verloren kan gaan. De culturele instellingen maken voor die situatie nadrukkelijk het voorbehoud hun instemming met dit plan te heroverwegen. Daarbij is voor ieder van hen helder dat inhoudelijke ambities ook in dit plan op gespannen voet zullen komen te staan met de financiële reikwijdte die de gemeente nu en wellicht in de toekomst kan bieden. Voor een aantal instellingen is de absolute ondergrens op dit moment bereikt. Om de noodzakelijke samenhang in het culturele beleid van Hengelo te waarborgen, de vinger aan de pols te houden en de implementatie van dit plan te begeleiden zullen de culturele instellingen het stimulerende overleg van het laatste half jaar in de komende periode continueren.
Zoeken naar een toekomstbestendige culturele infrastructuur Al geruime tijd zijn de culturele kerninstellingen van Hengelo met elkaar in gesprek over een intensivering van de onderlinge samenwerking. Door de gemeente werd in het voorjaar van 2013 de heer Wijn van BMC als kwartiermaker aangesteld teneinde de gesprekken te vertalen naar een concreet Toekomstplan. Zijn werkzaamheden resulteerden in het onderhavige plan, waarin samenwerking een sleutelwoord is. Opdracht Aan de kwartiermaker werd door de gemeente gevraagd een plan op te stellen dat: • een structurele bezuiniging op de subsidies oplevert; • een bestendige structuur voor de toekomst biedt; • een notie geeft over de huisvesting van de culturele kerninstellingen en de amateurorganisaties; • vernieuwing bewerkstelligt. Moties gemeenteraad De achtergrond voor het plan wordt gevormd door een aantal richtinggevende moties die de gemeenteraad het afgelopen jaar heeft aangenomen: • door samenwerking tussen de museale instellingen en collecties ten aanzien van huisvesting, organisatie, onderhoud en beheer de bezuinigings-taakstelling op het gebied van cultuur in te vullen • onderzoek te laten doen naar de mogelijkheden om de Bataafse Kamp te gebruiken als huisvesting voor enkele culturele instellingen • besturen of Raden van toezicht van de gesubsidieerde instellingen opdracht te geven om plannen tot samenwerking te maken en mogelijkheden tot besparingen te benoemen (november 2012). Van zijde van het College werd aan de kwartiermaker meegegeven dat er moet worden gestreefd naar een situatie waarin het concept van de ‘creatieve keten’ centraal staat. Dit houdt in dat de functies die de culturele sector in de stad vervult centraal moeten staan en niet de organisaties die (delen van) deze functies nu uitoefenen. Daarbij wordt prioriteit gegeven aan de functies leren en presenteren, met als speerpunten de programmering van cultuureducatie en de Collectie Hengelo.
Leidende principes In de voorbereiding van de Trefpuntbijeenkomst van 20 maart 2013 werd aangegeven dat er behoefte is aan een aantal leidende principes voor de komende jaren. Nader overleg en consultatie wijzen uit dat de volgende principes aan de orde zijn: • Er is sprake van een beperkt financieel budget voor de kerninstellingen. Bij de Voorjaarsnota is dit bepaald op € 6.534.360. Dit is exclusief het nog in te vullen bedrag van € 75.000 voor beeldende kunst/erfgoed. • Vernieuwing is nodig, als doel en als middel. Als doel omdat de culturele sector per definitie gebaat is bij ontwikkeling en vernieuwing. Als middel omdat de gemeente het concept van de ‘creatieve keten’ (en de diverse functies daarbinnen) centraal wil stellen en niet meer zozeer de organisaties. • Het is zaak dat de sector zo flexibel en ondernemend mogelijk wordt. Dit is belangrijk om adequaat te kunnen blijven inspelen op toekomstige ontwikkelingen. • Van diverse kanten wordt in deze periode uitgesproken dat keuzes maken noodzakelijk is. Welnu: de cultuursector legt de prioriteit bij de jeugd. Het interesseren van kinderen en jongeren voor kunst en cultuur, het opdoen van kennis en vaardigheden (passief en actief), het doen aan talentontwikkeling, het bieden van gelegenheid aan jongeren om zich te presenteren: dat is waarvoor de sector in het bijzonder het gemeenschapsgeld, dat zij in de vorm van subsidie ontvangt, wil inzetten. Samenwerking met het onderwijs in de volle breedte van PO, VO en MBO is een leidend principe voor de culturele instellingen. • Cultuur heeft niet alleen sociale en educatieve waarde, maar maakt de stad ook aantrekkelijk. De belangrijke rol die cultuur kan spelen in het opwaarderen en opladen van stedelijke zones mogen we niet onbenut laten. Hengelo heeft daaraan behoefte. Daar waar cultuur een bijdrage kan leveren aan stedelijke ontwikkeling, mogen we die kans niet onbenut laten. Met deze vijf punten is de basis gelegd voor de toekomstbestendige infrastructuur die de sector voor ogen staat. Het zijn vijf bouwstenen die samen het fundament vormen waarop de rest van het bouwwerk kan worden gebaseerd.
Op de centrale bouwsteen, het flexibel en ondernemend maken van de culturele organisaties, gaan we nog nader in. In het bedrijfsleven wil flexibel en ondernemend zeggen dat (a) er snel kan worden ingespeeld op kansen in de markt en (b) dat snel kan worden gereageerd op bedreigingen met betrekking tot (de afzetkansen voor) het eigen product en
de kostenstructuur (vast en variabel). Vertaald naar culturele organisaties betekent dit dat een en ander voor de product/marktcombinaties (pmc’s) en voor (vooral) de constante kosten: • Cultureel ondernemerschap is nodig om bestaande pmc’s te handhaven en nieuwe te ontwikkelen; • Krachtenbundeling is nodig om samen sterker te staan, kosten te delen en nieuwe pmc’s te kunnen ontwikkelen; • Constante kosten zijn de huisvestingskosten: de kunst is om hierin eveneens flexibiliteit te krijgen. Dit kan door de vierkante meters meervoudig aan te wenden (eventueel samen met andere gebruikers). • Constante kosten zijn ook de kosten van het vaste personeel: als de sector flexibel(er) wil zijn, zijn flexibele arrangementen nodig in de relatie tussen de kerninstellingen en de mensen met wie wordt gewerkt. Ook de onbetaalde inzet van mensen wordt steeds belangrijker en moet derhalve meer aandacht en waardering krijgen.
Vier stevige clusters In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het organisatorische niveau: welke organisaties en functies kunnen in welke combinatie het meeste waarde voor Hengelo toevoegen. En, gekoppeld daaraan: hoe kunnen de vereiste bezuinigingen worden gevonden. Het navolgende hoofdstuk gaat over de inhoud van de dienstverlening. Verschillende biotopen Op het fundament van de basisprincipes kunnen op duurzame basis vier verschillende biotopen worden gevestigd. Het woord biotoop is welbewust gekozen. Het is een begrensd gebied (meestal enigszins uniform qua landschapstype) waarin een bepaald soort kan leven en zich vruchtbaar kan ontwikkelen. Kortom: waarin bepaalde organismen of – in ons geval – bepaalde activiteiten kunnen gedijen. Wij zien vier biotopen, hierna clusters genoemd, waarin langjarig een vruchtbare ontwikkeling kan plaatsvinden: • De bibliotheek samen met andere organisaties en initiatieven op het gebied van informatieoverdracht; • Schouwburg en Muziekschool; programmering, faciliteiten en educatie; • Metropool: programmering, educatief programma, begeleidende activiteiten, oefenruimten; • het Museumkwartier, bestaande uit het Hengelos Educatief Industrie Museum (HEIM), het Historisch Museum Hengelo (HMH) en CREA Centrum voor Kunsteducatie: vertellen van ‘het verhaal’ van Hengelo, het verder ontwikkelen van erfgoed-, cultuur- en techniekeducatie plus het uitvoeren van het hoofdaannemerschap kunst- en cultuureducatie (met mogelijk een samenwerking met welzijnsorganisatie Scala). Hierna gaan we nader in op deze vier clusters. Daaraan voorafgaand echter eerst iets over de meest in het oog springende keuze: die voor koppeling van de Muziekschool aan het Rabotheater en niet aan CREA. Voordelen op een rij Hoewel elders de combinatie muziekschool en creativiteitscentrum vaak in één organisatie voorkomt en beide organisaties gelden als een aanbieder van kunstzinnige cursussen, is in de Hengelose situatie deze koppeling toch suboptimaal. Een koppeling van enerzijds de Muziekschool aan het Rabotheater en anderzijds CREA aan het Museumkwartier biedt meer meerwaarde. Die meerwaarde zit hem in de volgende punten: De biotoop theater/muziekschool: • de Muziekschool heeft ondernemerschap en meer flexibiliteit nodig: het Rabotheater is stevig en heeft zijn sporen qua ondernemerschap verdiend (eigen inkomsten: € 1,5 mln. in het seizoen 2011-2012); • Het theater heeft behoefte aan het opkweken van het publiek van de toekomst; • Er is veel chemie tussen de bedrijfsculturen van theater en muziekschool: beide zijn het werelden waarin de “high arts” centraal staan en waarin professionals de boventoon voeren; • Theater en muziekschool kunnen samen een interessante nieuwe jeugdmuziektheateropleiding starten;
•
Het Rabotheater moet zijn eigen signatuur houden: voor de lange termijn is het goed de optie van verdergaande samenwerking met andere podia in bijvoorbeeld de regio open te houden.
De biotoop museumkwartier: • HEIM en HMH hebben know how en contacten op het gebied van de cultuureducatie nodig (om het historisch erfgoed bij de jeugd te brengen). • CREA heeft een nieuwe, goed functionerende accommodatie nodig en kan die vinden in Zuid (Dikkersgebouw of Verenigingsgebouw); • Hart van Zuid heeft baat bij een stevige clustering van culturele organisaties met mogelijkheden voor gemeenschappelijk management; • De totstandkoming van het Technieklokaal laat zien dat combinatie CREA-HEIM werkt; • De link tussen het Museumkwartier/Zuid, CREA en Scala biedt interessante mogelijkheden. Scala richt zich (ook) op ontplooiing en werkt geregeld samen met Metropool. Voorts heeft het – net als CREA – een nauwe band met de scholen. • In deze biotoop speelt vrijwillige inzet en eigen kracht een belangrijke factor. HEIM en HMH draaien niet grotendeels op betaalde professionals, maar op onbetaalde deskundigen. Dit is een waarde in zich die gekoesterd en verder uitgebouwd moet worden. Tot slot zij opgemerkt dat ook kort is overwogen een fusieorganisatie theater, muziekschool en CREA te maken. Vastgesteld moet echter worden dat een dergelijke operatie erg complex zou zijn en (bijgevolg) veel tijd en energie zou vergen. De overeenkomsten lijken groot, maar de verschillen zijn nog groter. In het huidig tijdgewricht lijkt een moeizaam fusietraject niet de aangewezen weg. Zeker niet als een andere constellatie meerwaarde aan het geheel toevoegt. De basis en de clusters bieden nu samen het volgende beeld:
Bouwlaag 2
Openbare bibliotheek Belangrijk om vast te stellen is dat de openbare bibliotheek Hengelo al de nodige samenwerkingsrelaties kent. Het onderhouden en verder optimaliseren van deze relaties heeft komende jaren prioriteit. Te noemen vallen: • de samenwerking met bibliotheek Hof van Twente (o.a. gedeeld management vanaf mei 2013); de samenwerking in het provinciale netwerk van de Overijsselse Bibliotheek Dienst (tegenwoordig Rijnbrink-groep geheten);
• de samenwerking op lokaal niveau in het Kulturhus Hasselo (Hasseler Es): hier worden materialen uitgeleend en – samen met andere initiatiefnemers (waaronder CREA en Scala) - ook films, concerten, lezingen en cursussen aangeboden; • de samenwerking op lokaal niveau met de Hengelose basisscholen: na de zomervakantie wordt op 18 basisscholen het concept van “de bibliotheek op school” gerealiseerd als ‘voorpost’ van de bibliotheek en ter bevordering van het (leren) lezen. De bibliotheek streeft ernaar om ook de andere helft van de Hengelose scholen (nogmaals 18 in getal) van dit concept te voorzien. Uiteraard houdt de dienstverlening ook in dat de inhoud van de kasten regelmatig wordt ververst. De bemensing van de uitlening op de scholen gebeurt door scholen en ouders zelf. Gesteld kan worden dat de bibliotheek zeer proactief heeft gereageerd op de oproep van de gemeenteraad (verwoord in de motie van november 2012) om plannen tot samenwerking te maken, daarin mogelijkheden tot besparingen te benoemen en aandacht te hebben voor besparingen door shared services en door samenvoegen van het management. Dat neemt niet weg dat ook voor de bibliotheek de uitdaging de komende jaren ligt in het (verder) flexibiliseren van de personele inzet (minder vaste krachten, meer flexibel personeel, meer inzet van vrijwilligers) en het multifunctioneler maken van de vierkante meters waarover de bibliotheek beschikt. Alleen op die manier kan worden geanticipeerd op de vele ontwikkelingen die zich in de sector voordoen, denk onder meer aan de nieuwe bibliotheekregelgeving die wellicht komt en de te verwachten centralisatie (door het ministerie van OCW) van de budgetten voor de digitale bibliotheek. De zoekrichting wat betreft het opvangen van de bezuiniging die nu moet worden gerealiseerd is voor de bibliotheek: • vierkante meters verhuren (meer inkomsten), zie ook hoofdstuk 5; • minder een beroep doen op vaste krachten en meer op vrijwillige inzet; • meer zelfbedieningsuren; • minder openingsuren. Rabotheater en Muziekschool Zoals al aangegeven kan de meerwaarde van de combinatie schouwburg/ muziekschool groot zijn. Er zijn ook diverse voorbeelden van in het land, o.a. in Spijkenisse, Nieuwegein en Zevenaar. Het bewezen ondernemerschap van het Rabotheater (omzet ca. 2,7 mln. waarvan meer dan helft eigen inkomsten) kan behulpzaam zijn om de muziekschool meer wendbaar te maken. Dit is ook wat nodig is: het is belangrijk dat de muziekschool werkt aan wat onder de leidende principes expliciet werd benoemd: flexibiliteit en ondernemerschap. Samen kunnen theater en muziekschool werken aan: • Het in de markt handhaven en onder de aandacht brengen (marketing!) van de bestaande produkt/marktcombinaties (pmc’s); • Het ontwikkelen van nieuwe pmc’s; • Het delen van kosten in de backoffice (shared services); • Het efficiënter inzetten van de beschikbare ruimten, mogelijk met het opgeven van sommige gebouwen die nu worden gebruikt; • Het invoeren van meer flexibiliteit in de arbeidscontracten. Het perspectief van deze samenwerking is het vormen van één organisatie, indien mogelijk per 1 juli 2014 (mede afhankelijk van de politieke besluitvorming). Beoogd wordt een
kwalitatief hoogwaardige biotoop op het vlak van de podiumkunsten waarin professionals kunnen excelleren in het begeleiden van talentvolle jongeren. Beide instellingen zijn gericht op excellentie. Naast een breed aanbod cabaret, musical en muziek is er in de programmering van het Rabotheater ruimte voor moderne dans, toneel en jeugdtheater. Het Rabotheater heeft als enige theater in Twente een goed geoutilleerde vlakke vloer zaal en daarmee profileert de schouwburg zich in artistiek opzicht. Het Rabotheater ontvangt sinds drie jaar als een van de weinige regioschouwburgen een programmeringssubsidie van het Rijk vanwege de bovengemiddelde aandacht voor artistiek interessante theaterproducties. De schouwburg hanteert lage tarieven voor schoolvoorstellingen en voor scholieren voor het Voortgezet Onderwijs. Daardoor worden elk jaar grote aantallen leerlingen in het Primair èn in het Voortgezet Onderwijs bereikt. De Muziekschool bedient de verenigingen voor amateurkunst (koren en muziekverenigingen) in Hengelo en leidt relatief veel leerlingen naar de D-examens en naar het Conservatorium. Naast een examenrichting is het voor de leerlingen mogelijk om voor een toetsvrije richting te kiezen. In de certificering, in 2012 verkregen, ligt de garantie voor een goede muzikale ontwikkeling in de richting van zowel klassieke als lichte muziek. Via de combinatiefunctie maakt het basisonderwijs gebruik van docenten die muziek(zang)lessen in het regulier onderwijs verzorgen. Via Kunst op School wordt scholen muzikale workshops aangeboden en voor de kleinsten is de samen met het Rabotheater ontwikkelde Sinterklaasvoorstelling al jaren een begrip. Jeugdplein Hengelo biedt potentiële leerlingen de kans om (financieel) laagdrempelig kennis te maken met aanbod van de Muziekschool. In de toekomst zal het hierbij horende bedrijfsmodel zal anders zijn dan die van de huidige muziekschool. Gefaseerd zal worden toegewerkt naar een klein(er) stafbureau, omringd door (groepen van) docenten (evt. georganiseerd in corporaties of maatschappen) waarvan sommige als zelfstandige zullen functioneren (in het netwerk van de school) en andere een arbeidsrelatie met de school zullen onderhouden. Overigens moet onderkend worden dat theater en muziekschool al veel samenwerkingsrelaties in de stad en in de regio onderhouden. Zo werkt het Rabotheater op programmatisch vlak nauw samen met de andere schouwburgen in Oost-Nederland, in het bijzonder in Overijssel (in de stichting 4 Oost), vindt er afstemming en gemeenschappelijke marketing plaats met Enschede en wordt er samengewerkt met onder meer Metropool, de Bibliotheek, CREA, de grote amateurverenigingen, de Jazzclub Hengelo, het Blues Festival, de Stichting Kamermuziek Hengelo en met de scholen (PO en VO) in Hengelo en omgeving. Daarnaast maakt het Rabotheater als een van de weinige theaters in Nederland ook regelmatig theaterproducties, vaak in samenwerking met professionele gezelschappen. Vorig jaar nog “Air Ways” en in 2010 bijvoorbeeld “In Blessuretijd”, een project in samenwerking met FC Twente Scoren in de Wijk. Ook is er natuurlijk de alliantie met het Filmhuis Hengelo, waaraan de schouwburg onderdak biedt. Muziekschool Hengelo werkt eveneens (en in toenemende mate) samen met de basisscholen. Daarnaast is er geregeld contact met Kaliber Kunstenschool, met andere muziekscholen in de omgeving, met Metropool, CREA en de Bibliotheek. Zo is bijvoorbeeld in 2013 samen met CREA, Rabotheater en Bibliotheek de muziek-poëzie voorstelling “Pudding met Room” gemaakt.
De zoekrichting wat betreft het opvangen van de bezuiniging die moet worden gerealiseerd is voor muziekschool en theater: • Terugdringen van de huisvestingslasten, onder meer door afstoting van vierkante meters en het zo mogelijk realiseren van medegebruik door andere organisaties (hoewel de inrichting en het gebruik van de gebouwen zich hiervoor niet bijzonder lenen); • Evt. benutten van andere huisvestingsmogelijkheden; • Aanscherpen van de systematiek m.b.t. de klokuurdeler; • Minder vaste aanstellingen en meer zzp-ers en tijdelijke contracten; • Vergroten van de inkomsten van het theater door een nog hogere bezettingsgraad bij voorstellingen en nog intensiever gebruik van de zalen en foyers; • Terugdringen van de omvang van de leningen die het Rabotheater heeft afgesloten onder gelijktijdige en proportionele vermindering van de subsidie. Wat betreft de laatste twee punten nog het volgende. Om de nieuwe organisatie een goede start te laten maken, zou het wenselijk zijn het financiële fundament te versterken. De schouwburg heeft excessief hoge vaste lasten door met name de rente en aflossing van de leningen (in totaal € 3,3 mln) die de gemeente heeft verstrekt voor de nieuwbouw in 2001. Uit het jaarlijkse branche-onderzoek (de zogeheten TAS van de Vereniging van Schouwburg- en ConcertgebouwDirecties) blijkt jaarlijks dat het Rabotheater goed presteert op kostenbeheersing. Het lijkt daarom niet realistisch dat realiseren van de bezuinigingsopdracht, zeker in combinatie met die voor de Muziekschool, in de kosten gevonden kan worden. Die opdracht vraagt echter ook van de gemeente creativiteit in de financiering en wel in de vorm van afbouw of gedeeltelijke kwijtschelding van de lening. Metropool Ook Metropool laat stevig ondernemerschap zien (eigen inkomsten: ruim € 1,5 mln. in het seizoen 2011-2012). En ook Metropool is ingebed in een breder geheel van activiteiten en relaties. Zo wordt samengewerkt met tal van instellingen, organisaties en verbanden, met de lokale private muziekscholen (zoals Popscool, Frank Meier’s gitaarschool en Jan ter Maat drumschool) en met de popafdeling van de Hengelose Muziekschool. Vanuit het verleden ligt er een sterke connectie met de Vereniging Popbelang Hengelo. En van recente datum is het initiatief voor het programmeren van concerten in het Openluchttheater in Hertme. Metropool kent door zijn ontstaansgeschiedenis en werkwijze al een ondernemende en flexibele bedrijfscultuur. Er wordt veel gewerkt met zzp-ers en flexibele contracten en de inbreng van de vrijwilligers in het geheel is belangrijk. Metropool is in drie jaar tijd gegroeid naar 45.000 betalende bezoekers op concerten en dance en heeft Hengelo als uitgaansstad daarmee een impuls gegeven. Metropool lijkt niet of weinig last te hebben van de recessie. Het bedrijf lijkt sterk genoeg om ook op de langere termijn door te groeien en een succesvolle exploitatie te voeren. Echter, door aanloopverliezen in de eerste twee jaren na opening (2010 – 2011) heeft Metropool een negatief vermogen van ca. € 150.000. Voor Metropool zal er in de ogen van de kwartiermaker weinig meerwaarde zitten in institutionele fusie met grote partners als Atak in Enschede en het Rabotheater in Hengelo. Het zou het succes en de ondernemende kracht van het huidige bedrijf eerder verzwakken dan versterken. Wel kan samenwerking een meerwaarde zijn in het contact met bookers en het plaatsen van acts. De meerwaarde van samenwerking zit voor Metropool vooral in het
uitbreiden en verrijken van de eigen (pop)biotoop en het versterken van het popklimaat in Hengelo. Metropool zou graag nóg ondernemender kunnen en willen zijn. Men ziet goede mogelijkheden om de eigen inkomsten verder te laten groeien, maar heeft daarvoor op vier punten de medewerking van de gemeente nodig. Mocht die medewerking er komen, dan is Metropool bereid te proberen om - met een ingroeitraject - € 100.000 aan gemeentesubsidie in te leveren. 1. Om meer ondernemersrisico te kunnen nemen is allereerst een sterke eigen vermogenspositie nodig. Om historische redenen is dit bij Metropool thans niet het geval. Het is daarom in de eerste plaats zaak het eigen vermogen te versterken. Als het negatief eigen vermogen versneld kan worden weggewerkt, is een belangrijke basis gelegd om de subsidieafhankelijkheid te verminderen. 2. Voorts is het van belang dat de beperkingen die nu nog van toepassing zijn op Metropool worden weggenomen. Het gaat daarbij vooral om de soort activiteiten die mogen plaatsvinden (bijvoorbeeld zaalverhuur aan particulieren naast die aan bedrijven) in combinatie met de horeca-vergunning en de openingstijden (zoals vrije openstelling bij dance-activiteiten). Subsidie en ondernemerschap zijn bij Metropool communicerende vaten: hoe meer er ondernomen mag worden, hoe minder subsidie nodig is. Hoe minder ondernomen mag worden, hoe meer subsidie is benodigd. 3. Metropool heeft thans hoge kosten als gevolg van het niet goed functionerende klimaatsysteem (kosten elektra op jaarbasis: € 60.000, i.e. € 5.000 per maand). Daarnaast heeft een energiescan uitgewezen dat het gebouw in energieklasse G valt. Het per omgaande oplossen van het probleem met de klimaatinstallatie en investeren in energiebesparende maatregelen levert een directe substantiële kostenbesparing op. 4. Voorts heeft Metropool er belang bij het bereik van haar kernactiviteiten te kunnen vergroten (meer activiteiten, meer publiek, meer opbrengsten). De programmerings-mogelijkheden moeten daarvoor geoptimaliseerd worden. In hoofdstuk 5 wordt hierop nader ingegaan. Kunst en techniek verbinden In de (concept) cultuurnota 2013-2020 KenT U Hengelo? wordt gesteld dat kunst en techniek een gouden combinatie vormen. Deze visie onderschrijven wij volledig. Innovatie als traditie is inderdaad een belangrijk kenmerk van onze plaatselijke industrie. En een kwart van onze beroepsbevolking is werkzaam in de maakindustrie die – zo wordt in de gemeentelijke cultuurnota terecht gesteld - een beroep doet op vakmanschap, creativiteit en vernieuwingsdrang. In Hart van Zuid willen wij concreet gestalte geven aan die combinatie van kunst en techniek die in ons dna zit. We willen er de link leggen tussen de kunstensector en de industrie, de verbinding tussen onderwijs en techniek. Daarmee sluiten we ook aan bij het Nationaal Techniekpact 2020. Het doel hiervan is meer jongeren te werven voor een technisch vak. Uit analyses blijkt dat op termijn jaarlijks 30.000 extra technici nodig zijn om in de groeiende
behoefte aan technisch personeel te voorzien. Om dat te bereiken zet het Techniekpact in op drie actielijnen met als horizon 2020. Eén daarvan is het stimuleren van leerlingen om te kiezen voor een techniekopleiding. Een eigentijds techniekcentrum zoals HEIM kan – samen met HMH en CREA – daarin een belangrijke rol spelen. In de afgelopen maanden is voor de museumfuncties in Hart van Zuid een ontwikkelingsplan gemaakt. Het heet ‘Van tempel naar dorpsplein’ en schetst een aantal scenario’s om in Zuid tot een museumkwartier te komen. In het volgende hoofdstuk gaan we hierop inhoudelijk in. Hier geven we aan dat techniekmuseum HEIM, het Historisch Museum Hengelo (HMH) en CREA Centrum voor Kunsteducatie de dragende organisaties van die ontwikkeling willen zijn. Concreet betekent dit dat het HMH in beginsel (en onder voorwaarden) de bereidheid heeft uitgesproken om met haar collectie te verhuizen naar een plek in de directe nabijheid van HEIM, om zodoende ter plekke het gehele (historische) verhaal van Hengelo te kunnen laten zien en vertellen. CREA kan vanuit haar expertise HEIM en HMH helpen de brug naar de jeugd en het onderwijs te slaan. Daarbij ziet CREA in een samenwerking met Scala mogelijkheden om het gebruik van vierkante meters te optimaliseren en efficiencywinst te realiseren wat betreft de bedrijfsvoering. Vanuit het cluster HEIM/HMH/CREA zal CREA (en i.h.b. het Onderwijsbureau van CREA) het hoofdaannemerschap wat betreft de cultuureducatie in de stad vervullen. CREA biedt in dat kader zelf cultuureducatie aan, maar is ook de verbindende schakel naar de scholen (onder meer in het kader van het landelijke beleidsprogramma Cultuureducatie met Kwaliteit). Als specialist bij uitstek in de bemiddeling tussen scholen en cultureel aanbod zal CREA ervoor zorgen dat in de toekomst niet alleen de kunst, maar ook het erfgoed intensief onder de aandacht van de scholen en de leerlingen komt. Hoe een en ander organisatorisch gestalte zal krijgen moet nog nader worden bekeken. In ieder geval wordt gestreefd naar zoveel mogelijk eenheid in management en bestuurlijke aansturing. Of ‘aan de achterkant’ ook de diverse rechtspersonen in elkaar geschoven moeten worden is thans nog niet aan de orde. De betrokken organisaties zetten in op een geleidelijk proces waarbij het accent ligt op het realiseren van een aansprekende inhoud (het culturele aanbod voor Hengelo, i.h.b. de jeugd), een goed gezamenlijk beheer van de collecties en een adequate gezamenlijke huisvesting. Het organisatievraagstuk is daaraan ondergeschikt. Voor wat betreft HEIM/HMH wordt vooralsnog uitgegaan van een situatie van ‘voordeurdelers’ en wellicht een gemeenschappelijke ‘huismeester.’ De bestaande stichtingen HEIM/HMH blijven eigenaar van hun collecties. Belangrijk is dat deze biotoop van ‘vakmanschap, creativiteit en vernieuwingsdrang’ ook een impuls geeft aan de gebiedsontwikkeling Hart van Zuid. Het is daarom belangrijk dat ook de gemeente het plan ‘Van tempel naar dorpsplein’ ziet als uitgangspunt voor de toekomstige ontwikkeling van het museumkwartier en samen met de organisaties een tijdpad voor implementatie afspreekt. Centraal in deze gebiedsontwikkeling staan: • het Stork-Ketelhuis (dat geeft de mogelijkheid voor de uitbreiding die noodzakelijk is voor de integratie van de collecties van HEIM en HMH); • het Verenigingsgebouw (of het Dikkersgebouw), te bestemmen voor CREA, Scala en een groot gemeenschappelijk depot, ook voor het gezamenlijke roerende culturele erfgoed. Met een en ander is ook de zoekrichting voor de betrokken aangeduid als het om de gevraagde bezuiniging gaat. Gemikt wordt op gezamenlijk management, samenwerking in
de backoffice en efficiënt ruimtegebruik. Voorts is de rol van de vrijwillige inzet (bij HEIM en HMH) natuurlijk van cruciaal belang. De waarde hiervan kan niet voldoende worden onderstreept. Het is een groot goed dat er in de stad door zoveel mensen onbetaald een bijdrage wordt geleverd aan het overdragen van inzicht en kennis op de jeugd. Het is zaak dat de stad dit koestert en van een goede context voorziet. De balletschool van CREA kan geleidelijk aan nog meer kostendekkend worden gemaakt (in de huidige situatie zijn de cursussen voor volwassenen én de balletlessen al docentkostendekkend). Overigens kan hieraan worden toegevoegd dat CREA de bedrijfsvoering de afgelopen jaren op orde had. Er is strak op kosten gestuurd waardoor CREA over 2012 zwarte cijfers kan presenteren. Vanuit de huidige situatie kan CREA continuïteit en groei waarborgen. Een voorwaarde daarvoor is wel dat een betere (lees: efficiëntere) huisvestingssituatie wordt gerealiseerd: de huidige locatie aan het Esrein 9 en 11 voldoet niet meer aan de eisen van deze tijd. CREA is door de flexibiliteit in haar organisatie voor veel collega-instellingen een interessante partner om mee samen te werken. CREA coördineert, organiseert en voert projecten uit in het primair, voortgezet en speciaal onderwijs. Daarnaast ontwikkelt CREA vanaf april 2013 in samenwerking met Pabo Edith Stein twee keer per jaar de professionele beeldende kunstexpositie met educatieve tentoonstelling. De programma’s Kunst op School (onderschoolse kunsteducatie) en Jeugdplein Hengelo (naschools aanbod) worden door CREA gecoördineerd voor alle culturele instellingen. Vanuit de visie van CREA als verbinder van kunst en cultuur in Hengelo biedt CREA samen met SCALA middels de portal van Jeugdplein Hengelo een podium voor alle gesubsidieerde maar ook commerciële aanbieders op het gebied van sport, cultuur en ontmoeting in Hengelo. Ook is CREA penvoerder voor het programma Cultuureducatie met Kwaliteit. In het voortgezet onderwijs zijn vanuit diverse disciplines combinatiefunctionarissen werkzaam. CREA is naast coördinator ook zelf aanbieder van activiteiten op maat. CREA verzorgt basisvorming bestaande uit dans, theater, musical, beeldende- en audiovisuele kunst; deze wordt op een laagdrempelige en kwalitatief hoogwaardige wijze aangeboden (o.a. leerplan dansschool). De ballet- en musical afdelingen bestaande uit 700 cursisten presenteren zich op reguliere basis op een podium buitenshuis. De afdeling beeldende kunst exposeert jaarlijks de werkstukken in of buitenshuis. Naast de basisvorming is CREA sterk in het inzetten van cultuurprojecten, als middel om Hengeloërs, in alle leeftijdscategorieën, maatschappelijk te activeren en stimuleren. Deze doelstelling realiseert CREA met activiteiten als community art- projecten en het ontwikkelen en onderhouden van de Cultuurkaart Hengelo. CREA kan op vraag flexibel inspelen in buurten en wijken én vanuit de eigen kernlocatie. Als organisator van de WAK (Week van de Amateurkunst) en instelling voor amateurkunst, staat de amateurkunstenaar voor CREA centraal. De afgelopen jaren heeft CREA nadrukkelijk geïnvesteerd in samenwerking met partijen als de Gemeente Hengelo, collegainstellingen zowel lokaal als regionaal, Hengelo Sport, Scala, Popscool, Kunstenmakers en Il Decora. CREA biedt de amateurkunstenaars een betaalbaar podium voor exposities. Er is een actief expositiebeleid waardoor dit is uitgegroeid tot een platform en ontmoetingsplek. Daarnaast heeft CREA samen met Simone Roerink - onder de titel ‘Kamerbreed’ -het initiatief genomen om een samenwerkingsverband aan te gaan om ondersteuning, advisering en facilitering te bieden aan de gezelschappen. De reden hiervoor is dat amateurtheater-gezelschappen in Hengelo moeite hebben om repetitieruimte te vinden en een kleinschalig, betaalbaar podium.
Inhoudelijke vernieuwing De creatieve cyclus centraal Door het College van B. en W. werd aan de kwartiermaker meegegeven dat het concept van de ‘creatieve keten’ centraal moet staan in de benadering van de sector voor de komende jaren. Daarbij moet prioriteit worden gegeven aan de functies leren en presenteren, met als speerpunten de programmering van cultuureducatie en de Collectie Hengelo. De creatieve cyclus ziet er als volgt uit:
Leren Produceren
Interesseren Presenteren
Het concept van de creatieve cyclus wordt door BMC gebruikt om stedelijk cultuurbeleid te ordenen en inzichtelijk te maken voor bestuurders en gemeenteraadsleden. Het is een eenvoudig analysemodel, dat snel duidelijk maakt waar een stad sterk in staat en waar hiaten zijn. Ieder creatief proces kent een aantal vaste stappen: eerst moeten er vaardigheden worden geleerd, vervolgens moeten deze worden aangewend om een creatief product te maken, daarna kan het product aan een publiek worden gepresenteerd en als er veel draagvlak voor deze kunstuiting is zal deze wortelen in de samenleving en de basis vormen voor het ontstaan van weer nieuwe creatieve uitingen (en ketens). Op deze manier kan ook worden gekeken naar de culturele infrastructuur en de activiteiten daarbinnen: • Leren (het reguliere onderwijs, cultuureducatie, amateurkunst) • Produceren (amateurkunst, professionele kunstproductie) • Presenteren (podia, musea, festivals, galeries, bibliotheken, artotheken, de openbare ruimte) • Interesseren (draagvlakvorming, marketing, sponsoring, mecenaat) Essentieel voor dit concept is het inzicht dat de schakels in elkaar grijpen en elkaar versterken en dat het omgekeerd zo is dat een zwakke schakel de kracht van de hele cyclus aantast. Belangrijk voor dit plan is, dat wij als uitgangspunt hebben genomen dat de creatieve cyclus in elk van de vier clusters een rol heeft en (zo mogelijk) versterkt moet worden. De cyclus vormt daarmee de inhoudelijke kern van elk van de clusters. In de navolgende paragrafen wordt dit nader toegelicht. We zijn daarmee bij de derde ‘bouwlaag’ van het toekomstbestendige huis dat we willen construeren.
Bouwlaag 3
Van bibliotheek naar ‘huis van de stad’ De bibliotheek is door de maatschappelijke veranderingen en de digitalisering in een grote transformatie. De openbare bibliotheek is op zoek naar nieuwe manieren om de gebruikers aan te spreken en zodoende haar publieke missie te vervullen. Dit is de veranderopgave waarvoor de bibliotheek staat, ook in Hengelo, al is het draagvlak voor de bibliotheek daar groot getuige de hoeveelheid uitleningen, de aantallen bezoekers en de uitkomsten van het Hengelo Panel (bijna negen van de tien panelleden (88%) vinden het erg belangrijk dat Hengelo een bibliotheek heeft). In de jaren negentig van de vorige eeuw werd in Overijssel het Kulturhus als concept ontwikkeld als antwoord op de kaalslag aan voorzieningen in kleine kernen. Het concept kwam uit Scandinavië waar het Kulturhus bestaat uit een openbare bibliotheek als kern, in combinatie met een ontmoetingsruimte, een horecavoorziening, een museum, een archief, een galerie en/of een muziekzaal. In de Angelsaksische bibliotheekwereld kent men in openbare bibliotheken vaak speciale informatiepunten, zoals een Health Point, een Tourist Information Point, een Business Point, een Education Point of een Heritage Point. In het Nederlandse Kulturhus-concept werd in eerste instantie uitgegaan van een combinatie van het Scandinavische en het Angelsaksische concept, aangevuld met zakelijke dienstverlening (zoals een postkantoor) en diensten van de overheid. Later kwam daar ook de zorg bij. Het Kulturhusconcept staat voor de combinatie van profit- en non-profitorganisaties onder één dak, waarbij de bibliotheek centraal staat (bijvoorbeeld openbare bibliotheek, cultuurhistorisch centrum, volksuniversiteit, lokale omroep, postkantoor, consultatiebureau, kinderopvang, zorgloket, Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG), bankfiliaal, huisarts). Het Kulturhus is méér dan een louter multifunctioneel verzamelgebouw: het aanbod is niet puur een optelsom van de programma’s van afzonderlijke instellingen, maar er wordt actief gewerkt aan een geïntegreerd en op elkaar afgestemd geheel. Aanvankelijk was het Kulturhus een concept om – met de bibliotheek als drijvende kracht – in dorpen op het platteland de daar gewenste functies beschikbaar te houden. De afgelopen jaren is de formule echter opgerukt naar de steden, eerst naar de buitenwijken en nu ook naar de centra. Het open concept biedt de ruimte aan allerlei vormen van cross over en is daarom aantrekkelijk in perioden dat wordt gezocht naar zowel kostenbesparing als inhoudelijke vernieuwing. Gesteld kan worden dat de centrale bibliotheekvestigingen in Amsterdam (de OBA), Soest (IDEA), Oss (het Maasland), Helmond en Leiden geslaagde pogingen tot cross over zijn die voortvloeien uit creatief denken over de huisvesting van maatschappelijke functies. De waarde van deze cross-overs zit hem vooral in:
het behoud van voldoende massa (financieel, organisatorisch, ruimtelijk) om als organisaties professioneel te kunnen blijven functioneren; het behoud van voldoende aanloop en gebruik; de mogelijkheid een nieuw type culturele voorziening te vormen (denk aan de combinatie van bibliotheek, expositieruimte en cultuurhistorisch centrum). Uiteraard heeft dit type van multifunctionele publieke gebouwen de nodige aantrekkingskracht op studenten en zzp’ers. Zij zijn op zoek naar goedkope, sfeervolle en inspirerende werkplekken en vinden die in de openbare bibliotheek nieuwe stijl. Het intensiever gebruik is goed voor het maatschappelijk draagvlak van de bibliotheek. Een gevolg kan wel zijn dat andere aanbieders van kantoor- en werkruimten de openbare bibliotheek gaan typeren als een (gesubsidieerde) concurrent. Omdat de bibliotheek echter opgevat moet worden als een publieke ruimte, hoeven gemeenten dit niet als bezwaarlijk te zien: de aard van deze voorziening is dat hij principieel openbaar van karakter is. De nieuwsmakende bibliotheek
De reden waarom juist de openbare bibliotheek In een enkele gemeente is de bibliotheek zich zo goed leent als drager voor vormen van doende om het Kulturhus verder te doordenken en door te voeren: daar is de bibliotheekcross over is dat de bibliotheek door het nieuwe-stijl het huis van de stad. openbare karakter van haar dienstverlening en Dit huis is daar een nieuwsproducent die door haar ruimtelijke opzet een publieke zone samenwerkt met lokale omroep en h-a-hconstitueert die voor veel groepen toegankelijk bladen. Aan het huis is soms een schrijversschool verbonden en er worden en aantrekkelijk is. De bibliotheek als is als één meerdere sites en nieuwslogs beheerd. Het huis van de weinige in staat verschillende functies is zo een hoeder van het publieke domein, van te vervullen: forum, leerplek, de vrije ruimte, de pluriformiteit, de onpartijdigheid en de onafhankelijkheid. Hieraan ontmoetingsgebied, ontdekkingsruimte. In de wordt op een creatieve wijze inhoud aan. De openbare bibliotheek kan de mens traditionele uitleenfunctie maakt daar organisch deel van uit. De collectie dient mede als wereldburger zijn en tegelijkertijd zijn inspiratiebron dient voor redacteurachtige individualiteit en identiteit ervaren en voeden. bibliothecarissen die op journalistieke wijze met het dorp of de stad omgaan. De cross over tussen openbare bibliotheek en andere culturele en maatschappelijke In dit huis draait het dus om de lokale voorzieningen is ook voor de centrale informatievoorziening, om de netwerk- en spilfunctie. Er worden verbintenissen aangegaan bibliotheek van Hengelo een aantrekkelijk met het onderwijs, de kinderopvang, het perspectief. De stadsredactie van Tubantia is welzijnswerk, de ouderenbonden, de volksuniversiteit, het gemeentelijk museum, het inmiddels al naar het Beursplein verhuisd. Om collegeprogramma et cetera. deze geschetste ontwikkeling verder te Dagelijks komt een nieuwsredactie bijeen en stimuleren bepleiten wij om tevens Bureau Hengelo naar het Beursplein over te brengen en daar een (ook naar buiten toe) duidelijk zichtbare positie te geven als wegwijzer voor iedereen (van binnen en van buiten Hengelo) die een activiteit, evenement of attractie in stad of regio wil bezoeken. 6 Daarnaast stellen wij voor om te verkennen of ook een nieuw te vormen kunstuitleen in de bibliotheek kan worden ondergebracht. Als deze organisatie een passende huursom kan betalen wil de bibliotheek deze functie graag faciliteren (zoals dat ook elders veel gebeurt, ook bijvoorbeeld in Hof van Twente) en kan hiervoor op de verdieping een speciale plek inruimen. De organisatie die de kunstuitleen verzorgt kan een zelfstandige stichting zijn die kunstwerken beheert en uit de opbrengst van de exploitatie een huursom betaalt. 5F
6
NB: nu profileert Bureau Hengelo zich vooral als evenementenbureau; dit profiel mag dus naar de bezoeker toe wat verbreed worden.
Voorts vragen wij de gemeente om waar mogelijk te bevorderen dat maatschappelijke functies op het gebied van informatie en voorlichting in de bibliotheek worden ondergebracht. De bibliotheek vervult nu al meerdere schakels in de culturele cyclus en wordt dan in die rol alleen maar versterkt. Belangrijk voor de schakel ‘leren’ is wat de bibliotheek doet aan leesbevordering op de basisscholen. De bibliotheek heeft de ambitie om nog eens op tenminste twintig Hengelose basisscholen het project ‘bibliotheek-op-school’ te realiseren. Deze aanpak past helemaal bij de inzet van dit Toekomstplan (mikken op de jeugd) en daarom dringen wij er bij de gemeente op aan om eenmalig te investeren in een tweede tranche ‘de bibliotheek op school’ (kost ca. € 10.000 per school, exclusief de bijdrage van 7 euro per leerling van de scholen zelf 7). 6F
Naar een muziektheater-opleiding voor Hengelo Rabo-theater en Muziekschool beogen meteen in september 2014 te starten met de Muziektheateropleiding “Tracks” (werknaam). Leerlingen krijgen hier, volgens een vastgesteld multidisciplinair curriculum, lessen in de disciplines drama, zang (muziek), en dans. Ook wordt ernaar gestreefd een richting theatervormgeving aan te bieden. De lessen zijn gericht op het maken van presentaties en voorstellingen in de schouwburg waarbij livemuziek altijd een integraal onderdeel van de voorstelling vormt. Drama en theatervormgeving worden met zang, dans en muziek samengesmeed tot muziektheater op hoog niveau. Integraal onderdeel van de opleiding is het samen met de docent voorbereiden en bezoeken van professionele theatervoorstellingen in de schouwburg. De leerlingen leren kijken naar voorstellingen en zullen hun eigen standaard stap voor stap verhogen. De voorstellingen en presentaties worden uitgevoerd in de schouwburg. Elke uitvoering wordt live begeleid door een band, orkest of ensemble van gevorderde muziekleerlingen. Daarnaast kunnen er ook optredens in de stad worden verzorgd, bij andere instellingen en podia en op festivals en concoursen. Tracks wordt opgezet naar Engels model. Dit betekent dat de leerlingen opgeleid worden tot Actors. Dat wil zeggen: tot performers die álle disciplines van het theatervak beheersen. Actors moeten kunnen zingen, dansen en acteren, kortom: kunnen ‘performen’. De docenten kunnen deels op basis van bestaand of door hen zelf ontwikkeld materiaal werken, maar ze moeten tegelijkertijd de methodiek van Tracks volgen, die is afgeleid van de ‘community arts’: de belevingswereld van de leerlingen zelf, met wat hen bezighoudt en wat zij belangrijk vinden, staat daarin centraal. Zij vormen zelf de ‘bron’ voor het materiaal van de presentaties en producties. Dit leidt tot producties die aansluiten bij de eigen ideeën en ervaringen van jongeren, zij ‘maken theater’. Het profiel van ‘Tracks’ is dat van een multidisciplinaire school waar aan jonge mensen attitudes en vaardigheden worden geleerd op basis van een uitgewerkte leerlijn en intensieve training. De opleiding richt zich op jongeren uit de gehele regio. Om toegelaten te worden kan het zijn dat audities moeten worden gedaan. De opleiding zal worden opgezet op kostendekkende basis: dit betekent dat de deelnemende kinderen (of hun ouders) in beginsel een tarief voor de lessen moeten betalen waaruit de variabele kosten kunnen worden gedekt.
7
Voor startcollectie, automatisering en meubilair.
Het profiel van Tracks zal nadrukkelijk anders zijn dan dat van CREA. De invalshoek van CREA is grotendeels monodisciplinair (er worden cursussen gevolgd in meestal één discipline), terwijl de aard van het aanbod er breder en diverser is en gericht is op een breder publiek in alle leeftijden. De benadering van CREA is dus laagdrempeliger dan van Tracks: meer gericht op het zoveel mogelijk mensen van jong tot oud actief kunst laten beoefenen dan op intensieve training gericht op een van tevoren welomschreven productioneel doel. Tussen Tracks en CREA zal overleg zijn over de input die mogelijk door docenten van CREA geleverd kan worden. De betrokkenheid van CREA kan tot uiting komen in gezamenlijke marketing, in personele betrokkenheid bij bepaalde lessen en/of het voluit in een productie participeren. Het is de bedoeling dat leerlingen vanaf groep 4/5 kunnen instromen in Tracks. In september 2014 wordt gestart met vier groepen: - 8-10 jaar (groep 4 – 5 PO) - 10-12 jaar ( groep 6 – 8 PO) - 13-15 jaar (onderbouw VO) - 15-18 jaar (bovenbouw VO) Een volgende stap wordt gezet in januari 2015, als audities worden gehouden voor de te produceren Kerstmusical “Scrooge”. Hiermee start een traditie om elk jaar op Tweede Kerstdag in de grote zaal een zelf geproduceerde Kerstmusical uit te voeren. Er wordt een jaar lang intensief gewerkt aan een familievoorstelling op het hoogste (amateur)niveau, live begeleid door een orkest van gevorderde leerlingen van de muziekafdeling. Leerlingen theatervormgeving zorgen voor de decors en de kostuums. De theatertechnici van de schouwburg dragen zorg voor de technische en productionele begeleiding. Afwisselend worden “Scrooge” en “Oliver Twist” uitgevoerd. Ook voor het Primair en het Voorgezet Onderwijs zal vanuit de Muziektheater-opleiding passend aanbod worden ontwikkeld. Hierbij zal worden voortgeborduurd op het succesvolle project Feesten rond de Wereld (PO) en op andere projecten die eerder incidenteel in het PO en VO zijn gerealiseerd door Muziekschool en Schouwburg. Waar mogelijk zal het aanbod voor het primair onderwijs worden ingepast in Kunst op School. In de toekomst is het streven om het aanbod verder uit te breiden met producties van andere vormen van muziektheater. Vanuit de nieuwe opleiding zal doorstroom naar de amateurgezelschappen en muziekverenigingen en hopelijk ook naar het kunstvakonderwijs kunnen plaatsvinden. Zo ontstaat een nieuwe dynamiek in de stad. Bovendien wordt zo het talent en het publiek van de toekomst gekweekt. Bloeiend popklimaat Metropool als centrale speler in de wereld van de Hengelose jongerencultuur heeft veel potentie. Het mooie van popmuziek is dat het altijd actueel is. Popmuziek is de continue weerklank van een wereld in verandering. Het accent leggen bij de jeugd betekent in Hengelo ook: zorgen dat er een podium is dat de passieve én actieve beleving van popcultuur in al haar facetten stimuleert en faciliteert. Metropool stimuleert door het aanbieden van een uitdagend en avontuurlijk programma, dat bij voorrang aandacht schenkt aan vernieuwing, maar tegelijkertijd verantwoord omgaat met belangrijk erfgoed uit de popcultuur. Metropool faciliteert door letterlijk ruimte te bieden aan de actieve cultuurparticipatie door (vooral) jongeren en door het ontwikkelen van educatieve projecten.
Metropool’s publiek is jong: de primaire doelgroep is gemiddeld 26 jaar (16-35). Daarmee is Metropool voor veel jongeren de belangrijkste kennismaking met cultuur. Metropool bestrijkt alle vier elementen uit de cyclus leren, produceren, presenteren en interesseren. Het begint op de scholen, onder meer via het lespakket “de smaak van popmuziek”, via cultuurparticipatieprojecten met de scholen (Do i!) en via diverse eigen talentenjachten in vele genres. Vervolgens faciliteert Metropool de volgende stap: zelf muziek maken. Dit kan kunnen de jongeren leren bij de diverse cursusaanbieders (Popscool, Gitaarschool Frank Meier, Jan ter Maat drumshop, Muziekschool Hengelo, Rock und Popmuseum, Scholen Voortgezet Onderwijs, ROC, Saxion, UT, Windesheim, Musication, ArtEZ Popakademie) en daarna in de praktijk brengen in de oefenruimten van Metropool. Een extra steun in de rug daarbij is de mogelijkheid om digitaal op te nemen (zowel audio als video) en deze opnames te gebruiken voor promotiedoeleinden. Het lokale talent kan zich via Metropool ook presenteren: bijvoorbeeld via Kickstart! of via de leerlingenpresentaties van de muziekscholen. En als ze een flinke stap verder zijn: als voorprogramma van een landelijke of internationaal gevierde artiest of band. Zo wordt dan het grote publiek bereikt en worden weer nieuwe jongeren voor muziek enthousiast gemaakt. Belangrijk in deze creatieve cyclus is ook de betrokkenheid van Metropool bij diverse festivals in de regio zoals Zwarte Cross, Dauwpop, Geuzenpop, Summer Square (popfestival van Metropool), Bevrijdingsfestival Overijssel, Stöppelhaene, Ribs & Blues, Welle Village. Daar wordt nieuw publiek opgekweekt en wordt de reikwijdte van de popmuziek verder vergroot. Het ROC en Metropool zijn twee magneten die jongeren uit de hele regio naar Hengelo trekken. Daarnaast is in Hengelo een relatief groot aantal jongeren als popmuzikant actief. Er is sprake van een b(l)oeiend popklimaat in de stad. Metropool heeft de wens om zijn kernactiviteiten nog verder uit te bouwen. Dit is ook nodig om de ambitie waar te maken nóg ondernemender te zijn en een bezuiniging van € 100.000 op te kunnen vangen. Het realiseren van deze ambitie is alleen mogelijk als de programmeringsmogelijkheden verder worden vergroot. Metropool denkt hierbij in vier richtingen. Deze vergen nader overleg met de gemeente en met andere betrokkenen in de stad. De opties die Metropool voor ogen staan zijn de volgende: 1. Meer mogelijkheden om grotere acts te accommoderen; dit kan door de zaalcapaciteit van Metropool van 850 richting de 1000 te vergroten (door aan de achterzijde het pand uit te breiden). Metropool kan hiermee haar bestaande aanbod uitbouwen én beter benutten. Dit laatste is vooral aantrekkelijk nu Metropool er steeds beter in slaagt artiesten en bands naar Hengelo te halen die volle zalen trekken. Een grotere zaalcapaciteit betekent enerzijds andere artiesten en bands en anderzijds meer bezoekers voor acts die nu uitverkopen. Daarmee wordt het popaanbod in Hengelo voor publiek, acts en bookers nóg aantrekkelijker. Met de Gemeente Hengelo wil Metropool investeringen vinden om de zaalcapaciteit uit te bouwen. 8 2. Daarnaast zet Metropool onverminderd en vol ambitie in op allianties buitenshuis. Een voorbeeld hiervan is de samenwerking die recent is aangegaan met het openluchttheater Hertme. Ook is, in samenwerking met het Rabotheater, een start gemaakt met gezamenlijke seated concerts; 7F
8
NB: de Kwartiermaker stelt vast dat het Rabotheater graag een andere oplossing zou zien, namelijk dat er – in onderlinge afstemming - meer gebruik wordt gemaakt van de capaciteit van de grote zaal van de schouwburg (1.250 plaatsen). De Kwartiermaker adviseert de gemeente eventueel nader onderzoek in te stellen naar de kosten en opbrengsten van de alternatieven.
3. Het ontwikkelen en realiseren van een nieuw groot muziekfestival voor Hengelo en de gehele regio, en (in relatie hiermee:) 4. Het creëren van uitloopmogelijkheden vanuit het gebouw van Metropool richting plein, dit in geval van evenementen. Metropool vraagt in dit verband aan de gemeente om het plein geschikt te maken als evenementenlocatie, De milieuregelgeving is hierbij een factor om rekening mee te houden. De gemeente moet toezien op de naleving van de wettelijke normen wat betreft geluidhinder en kan niet zonder meer ontheffing verlenen aan organisatoren van culturele evenementen. Metropool vraagt de gemeente om voor het plein heldere beleidsuitgangspunten te formuleren, bijvoorbeeld door het vaststellen van een maximaal aantal dagen in het jaar dat het plein ‘belast’ mag worden, gekoppeld aan een maximaal toegestaan aantal decibels in relatie tot specifieke tijdstippen op de dag. Het verhaal van Hengelo: KenT In onze visie vormt het culturele cluster HEIM/HMH/CREA, eventueel aangevuld met Scala en de tentoongestelde Hotlo dieselmotor straks de biotoop waarin vakmanschap, creativiteit en (kennis van) vernieuwing getoond en beleefd kunnen worden. Het accent ligt er op de Hengelose maakcultuur, de creatieve bedrijvigheid. In dit clusters worden de diverse historische collecties die de stad rijk is geïntegreerd tot één presentatie van de preindustriële, industriële en cultuurgeschiedenis van metaalstad Hengelo. Een centrale rol hierin moet de cultuureducatie hebben: het verhaal van Hengelo moet aan zoveel mogelijk jeugdigen worden verteld. Daartoe zullen de collecties van HEIM en HMH (die in belangrijke mate complementair zijn) naast en door elkaar worden gepresenteerd zodanig dat – in de geest van de historicus Johan Huizinga – net als bij het nieuwe Rijksmuseum het historische verhaal wordt verteld door het organisch met elkaar verbinden van afbeeldingen, beelden, objecten en tekst. En daartoe zullen de scholieren in Hengelo en omgeving actief verleid moeten worden om het museumcluster te bezoeken. Hierbij is een belangrijke rol weggelegd voor het Onderwijsbureau van CREA. Techniekmuseum HEIM heeft in de afgelopen periode het plan ‘Van tempel naar dorpsplein’ ontwikkeld. Dit is een plan voor een museaal netwerk in Hart van Zuid. HEIM en HMH zijn in gesprek over de in dit plan omschreven ideeën en werken dit plan nu verder uit. Het voorstel is om het museum ruimtelijk te realiseren door twee monumentale gebouwen - de voormalige bedrijfsschool van Stork (het huidige Techniekmuseum) en het voormalige ketelhuis van hetzelfde bedrijf - door middel van een aansprekende nieuwbouw met elkaar te verbinden. Hierdoor ontstaat (a) architectonische meerwaarde en wordt (b) een bijdrage geleverd aan het behoud van industrieel erfgoed. Door het Hotlo-project in deze plannen te betrekken krijgt Hengelo op een relatief compact gebied een publiekstrekker op nationale schaal. De uitvoering van het project zal in fases plaatsvinden. Deze fases worden bepaald door het tempo waarin de beoogde locatie beschikbaar komt en de wijze waarop de samenwerking tussen de beide Hengelose musea, de Stichting SOS Hotlo, de gemeente en Warmtenet kan worden geconcretiseerd. In het plan van HEIM en HMH worden drie scenario’s uitgewerkt. Het plan voor het museumcluster borduurt voort op de gemeentelijke nota “Kwartiermaken voor de Collectie Hengelo” die in december 2008 aan de betrokken instellingen werd gepresenteerd. In die nota werden al de aanzetten gegeven tot de oprichting van een gezamenlijk depot, een virtueel museumplein en een nauwere organisatorische en inhoudelijke samenwerking met Historisch Museum Hengelo. Als ideaalbeeld schetste de
nota een Museumkwartier in Hart van Zuid, waarbij alle sporen van industrieel erfgoed met elkaar verbonden worden. Het Museumkwartier clustert daarbij het volgend onroerend erfgoed: • Hijsch-complex • Wilhelminaschool • Tuindorp ‘t Lansink • Schoolgebouw Willem de Clerqstraat / Aya Sofia Moskee • Gieterij - ROC van Twente • Ketelhuis Stork • Schoorsteen Stork • Koeltorens • Dikkers-complex • Brandweerkazerne • het Verenigingsgebouw. Het ‘museaal complex’ kan een uniek scharnier zijn tussen ‘oud’ en ‘nieuw’, tussen leren en werken, tussen informatie geven en kennis delen, wanneer het ook een plaats krijgt te midden van organisaties en bedrijven die meerwaarde leveren en meerwaarde geleverd kunnen worden. Uitbreiding van de Wilhelminaschool met enerzijds het ernaast liggende Ketelhuis van Stork en anderzijds het Dikkersgebouw lijkt daarbij de beste optie, al kan in plaats van het Dikkersgebouw ook het Verenigingsgebouw worden ingezet. In dit gebouw moet behalve Scala en CREA ook een gezamenlijk depot zijn plek krijgen. Bovendien bepleiten wij om hierin een theaterzaal te realiseren zodat de amateurverenigingen in de stad een betaalbare presentatieplek hebben (nb: het Verenigingsgebouw beschikt al over zo’n zaal en in het Dikkersgebouw is deze relatief makkelijk te realiseren). Het plein voor het Verenigingsgebouw en Metropool kan worden omgevormd tot cultuurplein (zie de vorige paragraaf). Door Ketelhuis en Wilhelminaschool met aansprekende nieuwbouw te verbinden kan op deze plaats een nieuw hoogtepunt ontstaan in de ontwikkeling van Hart van Zuid. Voor het netwerkmuseum zijn ‘draagvlak’ en ‘beleving’ de sleutelbegrippen. Het museaal complex op deze plaats biedt alle mogelijkheden voor beide. De essentie van de beoogde inhoudelijke verandering is dat de museale collectie niet langer als doel wordt gebruikt, maar als middel om bezoekers een verhaal te vertellen, iets te verduidelijken, uit te leggen en te prikkelen zelf nader onderzoek te gaan doen. Belangrijk daarbinnen worden de educatieve afdelingen op het gebied van erfgoed en techniek. Ontdekken en experimenteren vindt in het gehele complex plaats, maar de educatieve afdelingen geven de gelegenheid om in groeps- en klassikaal verband zelf aan de slag te gaan, volwassenen en kinderen. Een belangrijke uiting hiervan is het recent gerealiseerd Technieklokaal van HEIM en CREA. Voor meer informatie over het Museumkwartier en de mogelijkheden voor gefaseerde realisatie van dit plan verwijzen wij naar het document ‘Van tempel naar dorpsplein’ dat recent is uitgekomen. Behalve een gefaseerde aanpak schetst dit plan ook de noodzaak van de beoogde musea vernieuwing, de diverse ruimtelijke opties en het inhoudelijke concept (en wat dit voor de museale indeling betekent).
Collecties en presentaties Zoals hiervoor aangegeven stellen wij voor in het Museumkwartier het verhaal van Hengelo te vertellen. Dit roept de vraag af hoe aangekeken moet worden tegen de diverse archieven, collecties en potentiele presentatieplekken die de stad rijk is. Wij stellen voor een duidelijke redenering op hoofdlijn hierop los te laten en een werkgroep bestaande uit vertegenwoordigers van de gemeente, HEIM, HMH en CREA de opdracht te geven dit verder uit te werken. De denkrichting is als volgt: • Archieven. De diverse archieven zoals in Hengelo aanwezig vertegenwoordigen het collectieve geheugen van de stad. De gemeente gaat voor zijn eigen documenten een nieuw archief realiseren in het te verbouwen stadhuis. Andere archieven – zoals van het Historisch Museum Hengelo - kunnen hierbij worden ondergebracht. Als tijdig wordt geïnventariseerd om welke materialen het gaat (papieren documenten, boeken, foto’s, filmmateriaal, geluidsopnamen), kan hiermee bij de (her)inrichting van het gemeentearchief rekening worden gehouden. Een belangrijk voordeel van deze concentratie van het archiefmateriaal is dat optimaal gebruik wordt gemaakt van de uitstekende klimatologische omstandigheden die in het nieuwe gemeentearchief zullen worden gecreëerd. Wel moeten natuurlijk goede afspraken worden gemaakt, o.a. over de toegankelijkheid van het archiefmateriaal voor de vrijwilligers van HEIM en HMH. Ook de toegankelijkheid voor het publiek, in combinatie met de toelichtende historische expertise moet worden gewaarborgd. De vrijwilligers van HMH en Heim, die mede de kennisdragers zijn van deze expertise moeten in de toekomstige structuur worden opgenomen. Dit is ook voor de verdere ontwikkeling en uitbouw van het archief belangrijk. • Depot Zowel de gemeente als diverse organisaties hebben behoefte aan depotruimte voor het opbergen van roerend erfgoed, waaronder schilderijen en waardevolle objecten. Voorgesteld wordt een klimatologisch verantwoorde gezamenlijke depotruimte te realiseren in het Dikkersgebouw of het Verenigingsgebouw, onder auspiciën van HEIM, CREA en Historisch Museum Hengelo. • Presentatie Dezelfde organisaties kunnen het tonen van de waardevolle en interessante objecten op zich nemen. Conform het hiervoor gemaakte plan van Oerdwister (Klaas Gert Lugtenborg) krijgen de historische objecten, cultuurhistorisch waardevolle zaken en het industriële erfgoed een plek in het nieuwe historische museum. De bijzondere kunstwerken (een uitsnede van de collecties van gemeente, HMH, en AkkuH) kunnen ten dele eveneens in het museum worden getoond (vooral waar dit ondersteunend en verduidelijkend is ten opzichte van andere daar aanwezige objecten) en kunnen daarnaast worden geëxposeerd in het vacant komende Van Benthem-huis. Dit is een prachtige locatie voor de nationaal en zelfs internationaal tot de verbeelding sprekende kunstcollectie van Hengelo. Het is passend dat het Van Benthemhuis op die manier een aantrekkelijke herbestemming krijgt en bovendien behoudt het stadscentrum op die manier een belangrijke culturele functie. De doelgroep van dit soort kunsttentoonstellingen is op de stedelijke centra georiënteerd en zo krijgt Hengelo in dit opzicht een interessante ‘trekker’. Het Van Benthemhuis kan in bezit blijven van de stichting Oald Hengel. De oudbouw kan – ingericht als klassiek particiërshuis - de 19e eeuwse kunst tonen, de aanbouw kan worden gewijd aan de 20e eeuwse kunst. De deelcollecties kunnen in eigendom blijven bij de diverse organisaties, inclusief de gemeente: via bruikleenovereenkomsten kan het
gebruik worden geregeld, bijvoorbeeld met een daartoe uit te nodigen of op te richten stichting die de vleugel bij het Van Benthemhuis ‘programmeert’. Naast het tonen van de museale kunstcollectie van Hengelo kan die stichting het eventueel ook op zich nemen om wisselende, tijdelijke tentoonstellingen van eigentijds werk in de vleugel bij het Van Benthemhuis te verzorgen. Wellicht kan de stichting Heartpool hierin een rol vervullen. Het beschikbare beeldende kunstgeld kan voor de activiteiten in dit ‘kunstcentrum Van Benthem’ worden ingezet.
Financiële en regeltechnische vertaling Uit het voorgaande vloeien diverse financiële voorstellen voort. Sommige daarvan zijn structureel van aard, andere incidenteel. Alle hebben ze betrekking op de relatie tussen de gemeente en de culturele kerninstellingen. Met dit plan wordt gevraagd om een aantal financiële relaties te herijken of te herzien.
Bouwlaag 4
Verlaging totale subsidiebudget De kernorganisaties accepteren dat het totale subsidiebudget wordt verlaagd tot € 6.534.360 in 2015. Dit is € 300.000 minder dan het niveau 2013: een pittige opgave voor de betrokken instellingen. Van dit bedrag zal Metropool gefaseerd € 100.000 voor zijn rekening te nemen op voorwaarde dat de gemeente de mogelijkheden om te ondernemen aanzienlijk verruimt. Wij stellen voor om de fasering zodanig vorm te geven dat Metropool gedurende vier jaar de kans krijgt het ondernemerschap verder uit te bouwen. De vormgeving is dan zo dat door die fasering de gemeente in 2015 eenmalig minder dan € 300.000 bespaart (nl. slechts 275.000), maar vanaf 2017 structureel juist meer, namelijk € 325.000. Wij gaan ervan uit dat de gemeente het culturele ondernemerschap zal willen bevorderen en pogingen in het werk zal stellen om Metropool de gevraagde ruimte te bieden. De subsidiekorting kan dan als volgt worden doorgevoerd:
subsidie 2013
korting 2014
korting 2015
korting 2016
korting 2017
Bibliotheek
€
2.441.070
€
53.700
€
97.000
€
97.000
€
97.000
Muziekschool
€
1.465.580
€
32.000
€
58.000
€
58.000
€
58.000
Rabotheater
€
1.185.310
€
24.000
€
41.000
€
41.000
€
41.000
Metropool
€
1.016.490
€
25.000
€
50.000
€
75.000
€
100.000
CREA
€
470.420
€
10.000
€
19.000
€
19.000
€
19.000
Techniekmuseum HEIM
€
255.490
€
5.300
€
10.000
€
10.000
€
10.000
€
25.000-
€
300.000
Subsidies kernvoorzieningen
Tijdelijk transformatiebudget subtotaal
€
6.834.360
€
150.000
€
275.000
€
300.000
De korting van € 300.000 (opgelegd bij de laatste Voorjaarsnota) wordt derhalve vertaald is een proportionele korting van 4% (per 2015) op de gemeentelijke subsidies aan alle organisaties met uitzondering van Metropool. Wij vragen de gemeente in het najaar van 2013 (uiterlijk bij de begrotings-behandeling 2014) duidelijkheid te geven over de mogelijkheden om Metropool meer te laten ondernemen. Uiteraard is het zo dat hoe de korting ook wordt verdeeld over de organisaties, deze altijd pijn doet. De organisaties kunnen deze forse ingreep slechts met grote moeite opvangen. In dit document is aangegeven wat hiertoe de zoekrichtingen (en dus de gevolgen) zijn. Een aparte opmerking moet nog worden gemaakt over de openbare bibliotheek: voor haar is de korting van € 97.000 vanaf 2015 slechts op te brengen als daar inderdaad substantiële nieuwe inkomsten uit verhuur tegenover staan. Mocht dit niet gerealiseerd kunnen worden, dan is aanpassing van het kortingsbedrag noodzakelijk omdat anders de absolute ondergrens van wat voor de bibliotheek mogelijk is wordt overschreden. Wij stellen voor om met het oog hierop, maar ook in verband met andere knelpunten die kunnen optreden, de € 25.000 die vanaf 2017 extra wordt bezuinigd tijdelijk op te vatten als transformatiebudget. Wij stellen verder voor om de structurele subsidiemiddelen die zijn gereserveerd voor beeldende kunst (€ 75.000) aan te wenden voor het beheer van de nieuw te vormen kunstcollectie Hengelo in ‘kunstcentrum Van Benthem’ en voor het, parallel hieraan, houden van wisselende exposities met actueel werk. Inwoning Voorgesteld wordt Bureau Hengelo en een kunstuitleen onder te brengen in het Beursplein, bij de bibliotheek. Bureau Hengelo en de kunstuitleen moeten hiervoor een normale, marktconforme huur betalen. Deze huuruitgaven komen ten goede aan de bibliotheek. Of de toekomstige huurlast van Bureau Hengelo hetzelfde is als thans, kan nu nog niet worden overzien. Ook kan nu nog niet worden ingeschat wat het ruimtebeslag van de kunstuitleen zal zijn. Dit zal nader moeten worden onderzocht. Uit de exploitatie van de kunstwerken moet de huursom van de kunstuitleen kunnen worden opgebracht. Investeringen: nu vanwege de lage rente! Liggende gelden van de gemeente leveren op dit moment weinig rente-inkomsten op. Lucratiever voor de gemeente is het om nu een aantal knelpunten weg te werken, zeker als
hierdoor de subsidielast van organisaties structureel kan dalen of toekomstige kosten kunnen worden vermeden. In dit kader doen wij de volgende voorstellen. • Investeren in aanpassing van het klimaatsysteem van Metropool opdat de structureel hoge energielasten (€ 60.000 op jaarbasis, 5.000 per maand, veroorzaakt door een niet goed functionerend klimaatsysteem en energieklasse G van het totale pand) omlaag gaan (dit levert een directe substantiële kostenbesparing op die zich onmiddellijk kan vertalen in minder subsidie-afhankelijkheid); • In het verlengde hiervan: investeren in een breed onderzoek bij alle kerninstellingen naar mogelijkheden tot optimalisering van het energiegebruik. Techniekmuseum HEIM wil graag het voortouw nemen voor zo’n onderzoek naar de mogelijkheden om bij alle organisaties middels geavanceerde technologische ingrepen de energielasten omlaag te brengen. Doel is de kosten binnen vijf à tien jaar terug te verdienen; • Investeren in het geschikt maken van het Van Benthemhuis als expositiecentrum /kunstcentrum (kostenraming moet worden gemaakt); • Investeren in “de bibliotheek op school” zodat dit op alle Hengelose basisscholen wordt ingevoerd: kosten ca. € 10.000 per school. De ambitie is om nog eens twintig scholen te bereiken. Kwijtschelden leningen Leningen op de balans belemmeren de mogelijkheid om nieuw vreemd vermogen aan te trekken. Bovendien vormen ze een molensteen om de nek van sommige organisaties. Doordat de rente of het aflossingsritme soms jaren geleden is bepaald en vrij hoog ligt, lukt het alsmaar niet een gezonde bedrijfspositie op te bouwen. Wij vragen de gemeente dringend de organisaties eenmalig te hulp schieten door: • Kwijtschelden van de lening aan HEIM ad € 1,1 mln, opdat HEIM volop kan acteren als motor in de gebiedsontwikkeling van het Museumkwartier; • Wegwerken van de leningen aan Rabotheater. Nader onderzoek en plannen van aanpak Voorts bepleiten wij dat de gemeente op korte termijn de beide huisvestingsopties voor CREA/Scala/depot (Verenigingsgebouw of Dikkersgebouw) samen met de beoogde gebruikers nader op haalbaarheid onderzoekt. Nader bezien moet daarbij worden welke bijdrage van de gemeente nodig en mogelijk is, dit ook in relatie tot de beoogde (gezamenlijke) depotfunctie. Als de eerste voorkeur (het Verenigingsgebouw) niet mogelijk mocht blijken, vragen wij de gemeente om de tweede voorkeur (het Dikkersgebouw) nader te onderzoeken, dit is in samenspraak met de huidige eigenaar (EMGA) Daarnaast stellen wij voor om het plan ‘Van tempel naar dorsplein’ gefaseerd te realiseren. Tezamen met de stakeholders (HEIM, Historisch Museum Hengelo, CREA, Scala etc) moet een plan van aanpak worden opgesteld en een comité van aanbeveling geformeerd, gericht op fondsenwerving. Naar schatting zal er tussen de € 1,5 en € 3,5 mln. benodigd zijn. Ook zal de gemeente zelf natuurlijk een bijdrage moeten leveren om dit voor Zuid zo aansprekende plan te laten slagen. Ter facilitering van de fusie van muziekschool en Rabotheater verzoeken wij een financiële bijdrage van de gemeente in: - een haalbaarheidsonderzoek naar optimalisatie van de huisvestingssituatie van beide organisaties, met medeneming van de optie van inwoning door andere partners; - de kosten van (de begeleiding van) het fusieproces.
Verkopen deel kunstcollectie Zoals aangegeven stellen wij voor om tot integratie van de kunstcollecties te komen. Onmiskenbaar is daarbij echter het feit dat (a) niet alle kunstwerken de moeite van het behouden waard zullen zijn, (b) het niet doenlijk zal blijken alle kunst te exposeren en (c) het verzekeringstechnisch en klimatologisch niet mogelijk zal zijn bepaalde waardevolle werken ten toon te stellen. Wij stellen daarom voor een collectieplan te maken, een kerncollectie voor Hengelo te definiëren en de werken te selecteren op wat getoond kan/moet worden, wat voor Hengelo behouden moet worden en wat afgestoten kan/moet worden. Vervolgens stellen wij voor om: • een deel van de werken die het moeite van het behouden waard is te bestemmen voor uitleen; • een deel van de collectie te verkopen en de opbrengst aan te wenden voor de realisatie van het plan ‘Van tempel naar dorpsplein’. Omdat bij de af te stoten kunstwerken ook werken zullen zijn van gerenommeerde kunstenaars (bv. werken die klimatologisch of verzekeringstechnisch toch niet getoond kunnen worden) verwachten wij dat met deze opschoningsactie een aanzienlijk bedrag bijeengebracht kan worden.
Samenvattend: samen stappen zetten! Hieronder volgt een samenvatting van dit rapport. Daaraan voorafgaand benadrukken de culturele organisaties dat zij hopen dat de gemeente de integrale benadering die in dit rapport is verwoord is met woord en daad wil steunen. Van de culturele organisaties wordt veel verwacht: een aantal moet komende jaren de bedrijfsvoering ingrijpend veranderen om financieel gezond te blijven. De gemeente mag dit van de organisatie verwachten, maar kan en moet zelf ook waar nodig een bijdrage leveren. Alleen door samen stappen te zetten kan een toekomstbestendige structuur worden gerealiseerd. Zoals bekend hebben de gesubsidieerde culturele instellingen de handschoen opgepakt om te komen tot een toekomstbestendige cultuursector. De richting die de gemeente aangaf was daarbij duidelijk: er moet worden gekomen tot intensievere samenwerking tussen de organisaties en tot efficiënter functionerende kernvoorzieningen. Met ondersteuning van BMC (Cor Wijn) is dit plan tot stand gekomen, waarbij de volgende leidende principes zijn geformuleerd: 1. Het financieel budget voor de kerninstellingen is beperkt. Bij de Voorjaarsnota is dit bepaald op € 6.509.360. 2. Vernieuwing is nodig; 3. De sector moet zo flexibel en ondernemend mogelijk worden; 4. Er moet worden gekozen voor het inzetten van gemeenschapsgelden vooral voor de jeugd; 5. Cultuur maakt een stad aantrekkelijk. Culturele functies moeten als het kan een bijdrage leveren aan de stedelijke ontwikkeling. Er wordt ingezet op het maken en/of versterken van vier biotopen waarin langjarig een vruchtbare ontwikkeling kan plaatsvinden: a. De bibliotheek samen met andere organisaties en initiatieven op het gebied van informatie-overdracht; b. Schouwburg en Muziekschool; programmering, faciliteiten en educatie; c. Metropool: programmering, educatief programma, begeleidende activiteiten, oefenruimten; d. het Museumkwartier, bestaande uit het Hengelos Educatief Industrie Museum (HEIM), het Historisch Museum Hengelo (HMH) en CREA Centrum voor Kunsteducatie: vertellen van ‘het verhaal’ van Hengelo, het verder ontwikkelen van erfgoed-, cultuur- en techniekeducatie plus het uitvoeren van het hoofdaannemerschap kunst- en cultuureducatie. De cluster theater/muziekschool bewerkstelligt dat: • de Muziekschool een impuls krijgt qua ondernemerschap en flexibel werken: het Rabotheater is stevig en heeft zijn sporen qua ondernemerschap verdiend; • er toekomstig podiumkunstpubliek wordt gekweekt; • er een interessante nieuwe jeugdmuziektheateropleiding van de grond kan komen; • Het Rabotheater de deur openhoudt voor intensieve samenwerking of fusie op termijn met andere podia in de regio. De biotoop museumkwartier krijgt een impuls omdat:
• • •
• • •
•
Er een gezamenlijke presentatie komt van de collectie Hengelo: historie, cultuurhistorie en industrieel erfgoed; CREA aan HEIM en HMH de know how en contacten geeft op het gebied van de cultuureducatie nodig om het historisch erfgoed bij de jeugd te brengen; CREA een nieuwe, goed functionerende accommodatie nodig heeft en die (eventueel samen met Scala) kan vinden in Hart van Zuid (Dikkersgebouw of Verenigingsgebouw); Er een stevige clustering van organisaties komt met mogelijkheden voor gemeenschappelijk management. de totstandkoming van het Technieklokaal (een initiatief van HEIM en CREA) een voorbode is voor wat er op het snijvlak van kunst en techniek mogelijk is; De link tussen Hart van Zuid en Scala Welzijn interessante mogelijkheden biedt. Scala richt zich (ook) op ontplooiing en werkt geregeld samen met Metropool. Voorts heeft het – net als CREA – een nauwe band met de scholen. In deze biotoop vrijwillige inzet en eigen kracht een belangrijke factor spelen. Dit is een waarde in zich die gekoesterd en verder uitgebouwd moet worden.
Belangrijk in dit plan is dat de creatieve cyclus in elk van de vier clusters een rol heeft en (zo mogelijk) versterkt moet worden. De cyclus vormt daarmee de inhoudelijke kern van elk van de clusters, die verder ook om organisatorische redenen ingegeven zijn. Wat betreft de biotoop openbare bibliotheek geldt dat de afgelopen periode al vele samenwerkingsrelaties zijn opgezet (o.a. met bibliotheek Hof van Twente wat betreft gedeeld management, met de Rijnbrink-groep, met de scholen en in het Kulturhus Hasselo). Voor de bibliotheek ligt de uitdaging de komende jaren in het (verder) flexibiliseren van de personele inzet (minder vaste krachten, meer flexibel personeel, meer inzet van vrijwilligers) en het multifunctioneler maken van de vierkante meters waarover de bibliotheek beschikt. Concreet wordt voorgesteld om – in navolging van de stadsredactie van Tubantia – nu ook Bureau Hengelo en zo mogelijk een initiatief op het gebied van kunstuitleen bij de bibliotheek onder te brengen. Het perspectief daarbij is dat van het cultuurhuis in het centrum van de stad. Dit open concept biedt de ruimte aan allerlei vormen van cross over en is daarom aantrekkelijk in perioden dat wordt gezocht naar zowel kostenbesparing als inhoudelijke vernieuwing. De waarde van deze cross-overs zit hem vooral in: het behoud van voldoende massa (financieel, organisatorisch, ruimtelijk) om als organisaties professioneel te kunnen blijven functioneren; het behoud van voldoende aanloop en gebruik; de mogelijkheid een nieuw type culturele voorziening te vormen. Voor de biotoop schouwburg/Muziekschool geldt dat zij zo mogelijk per 1 juli 2014 van start willen gaan met een gefuseerde organisatie. Beoogd wordt een kwalitatief hoogwaardige biotoop op het vlak van de podiumkunsten waarin professionals kunnen excelleren in het begeleiden van talentvolle jongeren. Het hierbij horende bedrijfsmodel zal anders zijn dan die van de huidige muziekschool. Gefaseerd zal worden toegewerkt naar een klein(er) stafbureau, omringd door (groepen van) docenten (evt. georganiseerd in corporaties of maatschappen) waarvan sommige als zelfstandige zullen functioneren (in het netwerk van de school) en andere een arbeidsrelatie met de school zullen onderhouden. Rabotheater en Muziekschool willen meteen starten met hun nieuwe muziektheateropleiding. Leerlingen krijgen hier, volgens een vastgesteld multidisciplinair curriculum, lessen in de disciplines drama, zang (muziek), en dans. Ook wordt ernaar gestreefd een richting
theatervormgeving aan te bieden. De lessen zijn gericht op het maken van presentaties en voorstellingen in de schouwburg waarbij live-muziek altijd een integraal onderdeel van de voorstelling vormt. De voorstellingen en presentaties worden uitgevoerd in de schouwburg. Het profiel van de opleiding is dat van een multidisciplinaire school waar aan jonge mensen attitudes en vaardigheden worden geleerd op basis van een uitgewerkte leerlijn en intensieve training. De opleiding richt zich op jongeren uit de gehele regio. Om toegelaten te worden kan het zijn dat audities moeten worden gedaan. De opleiding zal worden opgezet op kostendekkende basis: dit betekent dat de deelnemende kinderen (of hun ouders) in beginsel een tarief voor de lessen moeten betalen waaruit de variabele kosten kunnen worden gedekt. Het profiel van Tracks zal anders zijn dan dat van CREA. Met CREA zal overleg zijn over o.a. de input die geleverd kan worden. De popbiotoop wordt gekenmerkt door een breed uitwaaierend netwerk met metropool als middelpunt. Metropool kent door zijn ontstaansgeschiedenis en werkwijze al een ondernemende en flexibele bedrijfscultuur. Er wordt veel gewerkt met zzp-ers en flexibele contracten en de inbreng van de vrijwilligers in het geheel is belangrijk. Metropool zou graag nóg ondernemender kunnen en willen zijn. Men ziet mogelijkheden om de eigen inkomsten verder te laten groeien, maar heeft daarvoor op drie punten de medewerking van de gemeente nodig: bij het versneld wegwerken van het negatief eigen vermogen, bij het aanpassen van de horecavergunning en het verbeteren van het onnodig dure klimaatsysteem. Komt de medewerking van de gemeente er, dan kan Metropool stapsgewijs (d.w.z. over een periode van vier jaar) in totaal € 100.000 terug in subsidie. Subsidie en ondernemerschap zijn bij Metropool communicerende vaten: hoe meer er ondernomen mag worden, hoe minder subsidie nodig is. Metropool heeft dus de wens om zijn kernactiviteiten nog verder uit te bouwen. Het realiseren van deze ambitie is alleen mogelijk als de programmeringsmogelijkheden verder worden vergroot. De opties die Metropool voor ogen staan zijn de volgende: 1. Meer mogelijkheden om grotere acts te accommoderen; dit kan door de zaalcapaciteit van Metropool van 850 richting de 1000 te vergroten (door aan de achterzijde het pand uit te breiden). Een grotere zaalcapaciteit betekent enerzijds andere artiesten en bands en anderzijds meer bezoekers halen op artiesten en bands die nu komen en uitverkopen. Met de Gemeente Hengelo wil Metropool investeringen vinden om de zaalcapaciteit uit te bouwen (NB: de Kwartiermaker stelt vast dat het Rabotheater graag een andere oplossing zou zien. Hij adviseert de gemeente eventueel nader onderzoek te doen); 2. Inzetten op allianties buitenshuis (zoals met Hertme en het Rabotheater); 3. Het ontwikkelen en realiseren van een nieuw groot muziekfestival: 4. Het creëren van uitloopmogelijkheden vanuit het gebouw van Metropool richting plein, dit in geval van evenementen. In de (concept) cultuurnota 2013-2020 KenT U Hengelo? wordt gesteld dat kunst en techniek een gouden combinatie vormen. Deze visie kan volledig worden onderschreven. In de afgelopen maanden is voor de museumfuncties in Hart van Zuid een ontwikkelingsplan gemaakt. Techniekmuseum HEIM, het Historisch Museum Hengelo (HMH) en CREA Centrum voor Kunsteducatie willen hiervan de dragende organisaties zijn. Concreet betekent dit dat het HMH (onder voorwaarden) voornemens is met haar collectie te verhuizen naar een plek in de directe nabijheid van HEIM, om zodoende ter plekke het gehele (historische) verhaal van Hengelo te kunnen laten zien en vertellen. CREA kan vanuit haar expertise HEIM en HMH helpen de brug naar de jeugd en het onderwijs te slaan.
Daarbij ziet CREA in een samenwerking met Scala mogelijkheden om het gebruik van vierkante meters te optimaliseren en efficiencywinst te realiseren wat betreft de bedrijfsvoering. Vanuit het cluster HEIM/HMH/CREA zal CREA (en i.h.b. het Onderwijsbureau van CREA) het hoofdaannemerschap wat betreft de cultuureducatie in de stad vervullen. Hoe de samenwerking tussen de organisaties gestalte zal krijgen moet nog nader worden bekeken. Voor wat betreft HEIM/HMH wordt vooralsnog uitgegaan van wordt uitgegaan van een situatie van ‘voordeurdelers’ en wellicht een gemeenschappelijke ‘huismeester.’ De bestaande stichtingen HEIM/HMH blijven eigenaar van hun collecties. De essentie van de beoogde inhoudelijke verandering is dat de museale collectie niet langer als doel wordt gebruikt, maar als middel om bezoekers een verhaal te vertellen, iets te verduidelijken, uit te leggen en te prikkelen zelf nader onderzoek te gaan doen. Belangrijk daarbinnen worden de educatieve afdelingen op het gebied van erfgoed en techniek. Ontdekken en experimenteren vindt in het gehele complex plaats, maar de educatieve afdelingen geven de gelegenheid om in groeps- en klassikaal verband zelf aan de slag te gaan, volwassenen en kinderen. Een belangrijke uiting hiervan is het recent gerealiseerd Technieklokaal van HEIM en CREA. Een nieuwe benadering is nodig wat betreft de diverse archieven, collecties en potentiële presentatieplekken die de stad rijk is. Voorgesteld worden om drie sporen te volgen: • Archieven. De gemeente gaat voor zijn eigen documenten een nieuw archief realiseren in het te verbouwen stadhuis. Andere archieven – zoals van het Historisch Museum Hengelo kunnen hierbij worden ondergebracht. • Depot Voorgesteld wordt een klimatologisch verantwoorde gezamenlijke depotruimte te realiseren in het Dikkersgebouw of het Verenigingsgebouw, onder auspiciën van HEIM, CREA en Historisch Museum Hengelo. • Presentatie Conform het hier plan van Oerdwister krijgen de historische objecten, cultuurhistorisch waardevolle zaken en het industriële erfgoed een plek in het nieuwe historische museum. De bijzondere kunstwerken (een uitsnede van de collecties van gemeente, HMH, en AkkuH) kunnen ten dele eveneens in het museum worden getoond en kunnen daarnaast worden geëxposeerd in het vacant komende Van Benthem-huis. De oudbouw kan – ingericht als klassiek particiërshuis - de 19e eeuwse kunst tonen, de aanbouw kan worden gewijd aan de 20e eeuwse kunst. Naast het tonen van de museale kunstcollectie van Hengelo kunnen er ook wisselende, tijdelijke tentoonstellingen van eigentijds werk in de vleugel bij het Van Benthemhuis worden gehouden. Het beschikbare beeldende kunstgeld kan voor de activiteiten in dit ‘kunstcentrum Van Benthem’ worden ingezet. Uit het plan vloeien diverse financiële voorstellen voort. Sommige daarvan zijn structureel van aard, andere incidenteel. Alle hebben ze betrekking op de relatie tussen de gemeente en de culturele kerninstellingen. Met dit plan wordt gevraagd om een aantal financiële relaties te herijken of te herzien. Een belangrijk element – naast de korting op de structurele subsidies – is daarbij het verzoek aan de gemeente om NU eenmalig te investeren om zo structurele uitgaven te beperken. Geïnvesteerd kan worden in: • aanpassing van het klimaatsysteem van Metropool (verdient zich relatief snel terug);
•
een breed onderzoek naar de mogelijkheden bij alle organisaties om middels geavanceerde technologische ingrepen de energielasten omlaag te brengen; doel is de kosten binnen vijf a tien jaar terug te verdienen. • Het geschikt maken van het Van Benthemhuis als expositiecentrum /kunstcentrum; • Het geschikt maken van Verenigingsgebouw of Dikkersgebouw voor CREA, Scala, gemeenschappelijk depot en amateurkunstpodium • De gefaseerd realisatie van het Museumkwartier in Hart van Zuid; • Een tweede tranche “de bibliotheek op school”; • Een haalbaarheidsonderzoek naar de optimalisatie van de huisvestingssituatie van Rabotheater en Muziekschool; • Begeleiding van het fusieproces van theater en muziekschool. Daarnaast dringen wij erop aan dat de gemeente de organisaties meer toekomstbestendig maakt door hun vermogenspositie te verbeteren. Dit kan door: • Het wegwerken van de lening aan HEIM; • Het wegwerken van het negatief eigen vermogen van Metropool (onder gelijktijdige verdere afbouw van de subsidie); • Het wegwerken van de leningen aan Rabotheater (idem). De culturele instellingen hebben de intentie het stimulerende overleg van het laatste half jaar te continueren om de noodzakelijke samenhang in het culturele beleid binnen onze stad te waarborgen. Overigens hoeft er niet alleen structureel bezuinigd en eenmalig geïnvesteerd te worden: ook kan geld worden verdiend met het verkopen van kunstwerken. Voorgesteld wordt om (na selectie) een deel van het kunstbezit van Hengelo te verkopen en de opbrengst aan te wenden voor de realisatie van het plan ‘Van tempel naar dorpsplein.’
Bijlage 1Q:
Reactienotitie op het rapport van de kwartiermaker en de culturele kerninstellingen Hengelo “Naar een toekomstbestendige culturele infrastructuur” Aanleiding In november 2012 heeft de raad een motie aangenomen, naar aanleiding van de bezuiniging op de muziekschool vanaf 2014 en de mogelijkheid dat er in de nabije toekomst meer bezuinigingen noodzakelijk lijken. In deze motie heeft de raad het college opgedragen om bestuur of raad van toezicht van de gesubsidieerde culturele instellingen de opdracht te geven om plannen tot samenwerking te maken. In deze plannen moet aandacht zijn voor besparingen door shared services en door samenvoegen management, besparingen door verandering in huisvesting en voldoende keuzemogelijkheden in cultuureducatie. Deze opdracht, aangevuld met de toen nog concept kadernota 2014-2017, waarin de extra bezuiniging voor de culturele instellingen per 2014 zijn verwoord, is bij de instellingen als kader neergelegd en samen met een kwartiermaker (‘neutrale voorzitter / neutraal persoon met kennis van zaken’) in de persoon van Cor Wijn zijn de instellingen aan de slag gegaan. Verder is hij geïnformeerd over het initiatief voorstel van de raad met betrekking tot de Bataafse Kamp. Daarnaast heeft de kwartiermaker als opdracht verder meegekregen: Om vorm en inhoud te geven aan de herinrichting van het culturele veld zal de heer Wijn als onafhankelijke kwartiermaker (deskundige buitenstaander) aan de slag gaan om met de kerninstellingen samen te komen tot een toekomstplan waarmee: de noodzakelijke structurele bezuiniging wordt gerealiseerd; een bestendige structuur voor de komende jaren tot stand wordt gebracht; duidelijkheid wordt gecreëerd over de huisvesting van culturele kerninstellingen en van accommodaties voor amateurkunst op de (middel)lange termijn vernieuwing wordt gerealiseerd langs de lijnen die gemeente en culturele organisaties aanspreekt. Het plan is voor de zomervakantie op vrijdag 5 juli overhandigd aan de wethouder. Hieronder zullen wij ingaan op dit rapport en onze reactie verwoorden. Wij zullen per onderdeel inhoudelijk ingaan op de voorstellen. Dit omdat wij van mening zijn dat het rapport “Naar een toekomstbestendige culturele infrastructuur” veel onderdelen bevat die passen binnen ons cultuurbeleid.
Inleiding In onderstaand plaatje zijn de bouwstenen benoemd waarmee de instellingen aan de slag zijn gegaan. Het plan wordt gedragen door de betrokken instellingen en beschouwd als dé manier om de culturele infrastructuur van Hengelo ook op de langere termijn in stand te houden. De instellingen vragen dan ook dit plan integraal over te nemen en als geheel de komende periode door te voeren. Integraal betekent dat het loslaten of verwijderen van bepaalde bouwstenen uit het toekomstgerichte culturele plan de integraliteit verloren kan gaan. De instellingen maken dan ook nadrukkelijk het voorbehoud dat ze hun instemming heroverwegen als hiervan sprake is. Ze zien ook in dat de inhoudelijke ambities op gespannen voet staan met de financiële reikwijdte van de gemeente, maar geven ook aan dat voor een aantal instellingen de absolute ondergrens is bereikt. In het -
plan zijn de volgende leidende principes benoemd: Beperkt financieel budget Vernieuwing Flexibel en ondernemend Prioriteit bij de jeugd Stedelijke ontwikkeling
Op voorhand moeten wij al concluderen dat het plan als totaal niet haalbaar is. Er worden grote financiële investeringen gevraagd waarvoor wij geen middelen beschikbaar hebben. Een verder uitwerking volgt per zogenaamde ‘biotoop’ in de volgende hoofdstukken. Eerst schetsen we de inhoud en kader vanuit het rapport. Daarna volgt de gemeentelijke visie, zoals ook zal worden overgenomen in de concept cultuurnota
Bibliotheek Rapport De openbare bibliotheek in Hengelo kent al samenwerkingsrelaties regionaal en provinciaal. Zo is er sinds mei 2013 gedeeld management met bibliotheek Hof van Twente. Op deze wijze geven ze nu al vorm aan besparingen. De uitdaging voor de bibliotheek zit in het verder flexibiliseren van personele inzet (minder vaste krachten, meer zelfbedieningsuren) en het multifunctioneler maken van de m2 in het gebouw. Kader Bibliotheek moet het huis van de stad moeten worden, het informatiecentrum. Vanuit die gedachte wil de bibliotheek Bureau Hengelo graag huisvesten in de centrale vestiging. Daarnaast wil de bibliotheek verkennen of ook een nieuw te vormen kunstuitleen in de bibliotheek kan worden ondergebracht. De gemeente zou daar waar mogelijk moeten bevorderen dat maatschappelijke functies op het gebied van informatie en voorlichting in de bibliotheek worden ondergebracht. Voor de schakel leren is het belangrijk dat de bibliotheek de middelen krijgt om op nog 20 scholen meer in Hengelo het project ‘bibliotheek op school’ te realiseren. Gemeentelijke visie De gemeente kan instemmen met de visie dat de bibliotheek het informatiecentrum van de stad zou kunnen zijn. In de 2e helft van 2014 vindt er een evaluatie plaats rond Bureau Hengelo. In deze evaluatie kan ook gekeken worden naar een mogelijke verhuizing, waarbij de bibliotheek een optie is. De Hengelo redactie van Tubantia is al gevestigd in de bibliotheek. Welke ander informatie en adviesfuncties verder nog ondergebracht kunnen worden bij de bibliotheek zal per functie bekeken moeten worden. Zoals ook verwoord in het besluit van de Taskforce cultuurbezuinigingen, heeft de gemeente geen expliciete taak ten aanzien van de kunstuitleen. Wij hebben dan ook gevraagd aan AkkuH om hier naar te kijken. AkkuH is tot op dit moment nog niet officieel geliquideerd, dus ligt dit verzoek nog steeds bij het bestuur van deze instelling. Wij onderkennen als gemeente het belang van ‘bibliotheek op school’. Samen met de bibliotheek kijken we graag samen binnen de reguliere budgetten om het project verder te kunnen uitbreiden in de toekomst. Hier zal het onderwijs ook bij betrokken moeten worden, omdat van hun zijde ook een bijdrage wordt verwacht in het project.
Muziekschool – Rabotheater Rapport De keuze voor deze biotoop is gelegen in het feit dat de muziekschool de grootste veranderopgave naar de toekomst nodig heeft van alle instellingen. De muziekschool heeft meer ondernemerschap en flexibiliteit nodig, het theater heeft qua ondernemerschap zijn sporen verdiend. Het theater heeft behoefte aan opkweken van publiek voor de toekomst. Er is veel chemie tussen de bedrijfsculturen, twee werelden waarin ‘high arts’ centraal staan en professionals de boventoon voeren. Samen willen ze een nieuwe jeugd muziektheater opleiding starten. Deze opleiding is multidisciplinair en richt zich op jongeren uit de gehele regio. Deze opleiding heeft een andere invalshoek dan die van Crea. De benadering van Crea is monodisciplinair en laagdrempeliger dan deze nieuwe opleiding. Samenwerking zal wel gezocht worden met Crea. Voor nu moet het Rabotheater zijn eigen signatuur houden, maar voor de toekomst is verdergaande samenwerking met podia in de regio een goede optie. Het perspectief voor deze samenwerking is het vormen van één organisatie mogelijk per 1 juli 2014. Hiermee wordt een kwalitatief hoogwaardige organisatie beoogd, gericht op excellentie, op het vlak van podiumkunsten waarin professionals kunnen excelleren in het begeleiden van talentvolle jongeren. Samen kunnen ze werken aan marketing, ontwikkeling van nieuwe product / marktcombinaties, shared services door delen van kosten van de backoffice, efficiënter inzetten van beschikbare ruimte en het invoeren van flexibiliteit in de arbeidscontracten. Kader Om de nieuwe organisatie een goede start te laten maken, zou het wenselijk zijn het financieel fundament te versterken. Het theater heeft excessief hoge lasten door rente en aflossing van een lening. Het lijkt daarom niet realistisch dat de bezuinigingsopdracht, zeker in combinatie met die voor de muziekschool, hier komt te liggen. Graag wordt creativiteit gevraagd van de gemeente in de vorm van afbouw of gedeeltelijke kwijtschelding van de lening. Gemeentelijke visie Het aantal voorstellingen en bezoekers, dus de inkomsten, van het Rabotheater laten een steeds verder dalende lijn zien (seizoen 2011/2012: 20% minder voorstellingen en 40% minder bezoekers). Het structurele exploitatietekort dat is ontstaan wordt (deels) gedekt door de provinciale bijdrage van € 100.000, -. Uit het plan blijkt niet hoe het Rabotheater deze neergaande lijn denkt te kunnen ombuigen en de inkomsten weer te kunnen verhogen. Afbouwen dan wel kwijtschelding van onze lening aan het Rabotheater wordt gezien als enige optie om de bezuinigingsopdracht te kunnen realiseren, aangezien het theater goed presteert op kostenbeheersing. Wij zien echter geen redenen voor het kwijtschelden van de lening. De muziekschool heeft in Hengelo ook te maken met een teruglopend leerlingaantal. Dit sluit aan bij de landelijke tendens. We onderschrijven de grote veranderopgave binnen de muziekschool. De dalende subsidie en inkomsten zijn voor de organisatie een moeilijke opgave om in te vullen. Zaak is nu om eerst binnen de eigen instelling een duidelijke visie en financieel gezonde basis te creëren. Een grote opgave, maar naar ons idee niet onmogelijk om als zelfstandige instelling goed muziekonderwijs te verzorgen nu en in de toekomst. Een van de argumenten voor de fusie is het feit dat er chemie bestaat tussen de beide organisaties. In de gesprekken hebben beide partijen dit inderdaad bevestigd en uitgestraald. Voor een fusie is dit weliswaar een belangrijke voorwaarde, maar niet de eerste waaraan moet worden voldaan. De belangrijkste voorwaarden om te komen tot een toekomstbestendige instelling zijn een duidelijke visie op de ontwikkelingen binnen de eigen branches (theater en muziek) en een financieel gezonde basis. We zien op voorhand onvoldoende / geen meerwaarde in een fusie tussen beide organisaties. Rabotheater en Muziekschool leggen de focus op een ‘kwalitatief hoogwaardige biotoop op het vlak van de podiumkunsten waarin professionals kunnen excelleren in het begeleiden van talentvolle jongeren.’ Onduidelijk is echter hoe Rabotheater en Muziekschool hun huidige ‘core business’ toekomstbestendig willen maken. De gemeente heeft een verantwoordelijkheid voor de basisvoorzieningen van muziekonderwijs en theater. De fusie versterkt deze niet expliciet maar zet juist in op ‘high arts’. We zijn van mening dat gemeentelijke subsidie daarvoor niet moet worden ingezet. De instellingen willen inzetten op een nieuwe jeugd muziektheateropleiding. In onze optiek wordt daarmee de basis van een andere biotoop (Crea-Heim- HCM) aangetast. Dat is onwenselijk. In het aanbod moeten geen dubbelingen
zitten. De instellingen moeten aanvullend op elkaar zijn. Wij betwijfelen overigens of er voldoende markt is voor een jeugdmuziektheateropleiding binnen Hengelo/ regio. Er ligt geen marktonderzoek of business-case aan ten grondslag. Wij zien in de stad ook andere voorzieningen die dergelijke activiteiten aanbieden (al dan niet gesubsidieerd). Zo is theaterschool Barst al jaren actief en sinds kort ook Luna. In het toekomstplan wordt aangegeven dat de variabele kosten worden bekostigd uit eigen bijdragen: dit zal echter ook voor de vaste kosten moeten gelden. In de gemeentelijke concept nota spreken we ons uit voor basiseducatie en samenwerking vanuit programmering en niet zozeer in instellingen. We blijven dan ook van mening dat er een grote meerwaarde is tussen de samenwerking van de educatieve instellingen. Het samenbrengen van kunst-, cultuur-, erfgoed- , techniek- en muziekeducatie.
Metropool Rapport Metropool laat stevig ondernemerschap zien en is ingebed in een breder geheel van activiteiten en relaties. Van oudsher is er sprake van een ondernemende werkwijze en flexibele bedrijfscultuur. Fusie met partners zoals Atak en Rabotheater zou de ondernemende kracht van het bedrijf verzwakken. Samenwerking kan een meerwaarde hebben om zo het eigen popklimaat uit te breiden, verrijken en versterken in onder andere Hengelo. Kader Metropool ziet mogelijkheden om structureel met €100.000, - minder subsidie toe te kunnen. Hiervoor hebben ze wel de medewerking van de gemeente nodig. Uitsluitsel over deze medewerking willen ze horen in de loop van het najaar. Naast oplossingen voor het negatief eigen vermogen, het opheffen van de beperkingen in ondernemerschap in relatie met de horecavergunning en het veranderen van het klimaatsysteem, wil men ook optimalisering van de programmering. Hiervoor hebben ze dan wel mogelijkheden nodig om grotere acts te accommoderen. De zaalcapaciteit moet vergroot worden door aan de achterzijde uit te breiden. Met de gemeente Hengelo wil Metropool investeringen vinden om dit te realiseren. Verder wil men graag uitloopmogelijkheden vanuit het gebouw richting plein in geval van evenementen. Verzoek aan de gemeente is dan ook om het terrein geschikt te maken als evenementenlocatie. Gemeentelijke visie Zoals ook bij de andere biotopen moet hier ook de opmerking worden geplaatst dat de gemeente in de huidige tijd geen ruimte heeft voor investeringen. Dus voor uitbreiding van de zaalcapaciteit zien wij op korte termijn geen oplossing. Dit geldt ook voor oplossingen van het negatief eigen vermogen. We blijven hierover graag in overleg met Metropool over nut en noodzaak in relatie tot de concurrentie positie in de regio en provincie. De gemeente is eigenaar van het gebouw en in die hoedanigheid ook verantwoordelijk voor het goed functioneren van de systemen. Het klimaatsysteem wordt op dit moment onderzocht. Naar aanleiding van de uitslag van dit onderzoek zullen er wijzigingen aangebracht worden in het systeem. De oplossing voor dit probleem is dus al in gang gezet en wordt naar verwachting dit jaar, begin 2014 opgelost. De ruimte voor ondernemerschap en activiteiten is de belangrijkste voorwaarde die Metropool stelt om structureel € 100.000, - te kunnen bezuinigen. Een investering vanuit de gemeente in uitbreiding van de zaal is op dit moment niet mogelijk. Op dit moment wordt er een nieuwe P en R garage gebouwd, als deze opgeleverd wordt kan wellicht de P en R functie van het Industrieplein worden opgeheven. Op dat moment kan er ook gekeken worden naar inrichting van het plein en de mogelijkheden voor het houden van activiteiten. Met betrekking tot het wegnemen van de horeca beperkingen en openingstijden loopt op dit moment het traject binnen de gemeente om te komen tot een nieuwe horecavisie en nieuwe Drank en Horecaverordening. De verordening moet per 1 januari 2014 van kracht worden. Voor dit proces loopt een apart besluitvormingstraject, wij kunnen dus in het najaar hierover nog geen uitspraak doen.
Heim – Historisch Museum Hengelo – Crea Rapport De keuze voor deze biotoop heeft als basis de cultuureducatie, basisvorming voor de jeugd. Heim en Historisch Museum Hengelo hebben know how nodig op dit terrein. Crea heeft het hoofdaannemerschap wat betreft cultuureducatie in de stad. In deze biotoop speelt vrijwillige inzet en eigen kracht een belangrijke factor. Het betreft hier het samenspel tussen professionele en onbetaalde deskundigen. Er is baat bij een stevige clustering met mogelijkheden voor gezamenlijk management en zoveel mogelijk eenheid van bestuurlijke aansturing. Voor het Heim en HMH wordt vooralsnog zoveel mogelijk uitgegaan van een situatie van ‘voordeurdelers’ en wellicht een gemeenschappelijke ‘huismeester’. Voor wat betreft de huisvesting voor de toekomstige ontwikkeling van het museumkwartier is het plan ‘Van tempel tot dorpsplein’ een goed uitgangspunt. Hierbij gaat het centraal om het Stork-Ketelhuis nodig voor de integratie van de collecties van Heim het HMH. Huisvesting is tevens een groot vraagpunt voor Crea, zij hebben een goed functionerende accommodatie nodig. Het Vereenigingsgebouw zou een goed locatie zijn voor Crea en een gemeenschappelijk depot. De balletschool van Crea kan geleidelijk nog meer kostendekkend worden gemaakt ook voor de jeugd. Voor de volwassenen zijn de lessen al docent kostendekkend. Crea heeft de bedrijfsvoering op orde en vanuit de huidige situatie kan Crea continuïteit en groei waarborgen. Kader Om deze ontwikkeling verder vorm te geven is kwijtschelding van de lening aan Heim van € 1,1 mln. als eenmalige hulp van de gemeente nodig. Op dit moment is het voor Heim al bijna niet mogelijk aan haar verplichtingen van betaling van de rente en aflossing te voldoen. Daarnaast is er dringend nieuwe huisvesting nodig van Crea en een depot voorziening. Als beste opties worden het Vereenigingsgebouw of het Dikkerscomplex gezien. Gemeentelijke visie De gemeente staat volledig achter de inzet op basiseducatie. Wij zien daar versterking van het huidige palet. Ook de aandacht voor de vele vrijwilligers is essentieel in de stad. In de praktijk zien we dat de samenwerking zijn vruchten af begint te werpen. In 2005 is aan het HEIM een lening vertrekt van € 1,5 miljoen als dekking van het resterende tekort voor de vernieuwbouw van de Willeminaschool. Dit tekort is opgelopen omdat een subsidie vanuit de Rijksdienst Monumentenzorg slechts op € 38.000, - werd vastgesteld, terwijl er oorspronkelijk € 1,9 miljoen was toegezegd. Om de verhuizing van het HEIM niet in gevaar te brengen, is er voor gekozen om het bedrag van € 1,5 miljoen beschikbaar te stellen in de vorm van een lening. Vanaf het begin heeft het HEIM moeite gehad om de termijnen te betalen. Het afbetalen op de hoofdsom is opgeschort, zodat alleen de rente voldaan hoeft te worden. Zelfs dit is een onoverkomelijk probleem. Er zal gezamenlijk gekeken moeten worden naar de mogelijkheden om dit op te lossen en wat we kunnen afbouwen. We zien de oorsprong van de lening als een gezamenlijk risico. Vanuit de gemeente erkennen wij de noodzaak van andere huisvesting voor Crea. De huidige huisvesting voldoet niet. Onze voorkeur gaat ernaar uit om Crea te huisvesten in één van onze eigen panden. Op dit moment onderzoeken wij of huisvesting in het Verenigingsgebouw mogelijk is. In november 2013 zal dat duidelijk moeten zijn. Mocht dit geen realistische optie zijn dan zullen wij met spoed naar andere mogelijkheden kijken. Andere mogelijkheden zijn benoemd in de concept cultuurnota.
Collecties en presentaties Rapport Het plan van het museumcluster borduurt voort op de gemeentelijke nota ‘Kwartiermaken voor de Collectie Hengelo’. De archieven kunnen ook een onderdeel zijn van het cluster naast het erfgoed. Als er bij het nieuw te bouwen stadskantoor een ruimte komt voor het gemeentelijk archief, zou er ook naar de mogelijkheden moeten worden gekeken om bijvoorbeeld het archief van het Historisch Museum Hengelo hier onder te kunnen brengen. Zowel gemeente als de instellingen hebben behoefte aan depotruimte. Deze depotruimte zou gezamenlijk gerealiseerd kunnen worden in het Vereenigingsgebouw. Presentatie zou kunnen plaats vinden in het Van Benthem huis. Deze locatie komt beschikbaar op het moment het Historisch Museum zijn intrek zal nemen bij / in het Heim. Kader Binnen het nieuw te bouwen stadskantoor moet ruimte zijn voor het archief, niet alleen van de gemeente, maar ook van het Historisch Museum. Daarnaast zal het plan ‘Van tempel tot dorpsplein’ gefaseerd moeten worden gerealiseerd om integratie van de collecties Heim en Historisch Museum mogelijk te maken. Hiervoor zullen fondsen moet worden geworven om het geschatte bedrag tussen €1,5 - €3,5 mln. bij elkaar te krijgen. Nadat dit gerealiseerd is komt het van Benthem huis beschikbaar voor presentatie. Het huis dient hiervoor wel te worden aangepast. Om deze twee onderdelen mogelijk te maken zou een gedeelte van de gemeentelijke collectie verkocht kunnen worden. Gemeentelijke visie Of onderbrengen van het archief van het Historisch Museum samen met het gemeentelijke archief wenselijk en of mogelijk is zal nader onderzocht moeten worden. De toegankelijkheid van het archief is hierin belangrijk. Daarnaast moet het geheel passen binnen de eisen van de Archiefwet. Voor investering in het plan ‘Van tempel tot dorpsplein’ en daarop volgend het van Benthem huis is geen financiële ruimte binnen de gemeente. We zijn natuurlijk zeker bereid om samen met de partners op zoek te gaan naar fondsen en ander financieringsbronnen. Het plan sluit zeker aan bij onze inhoudelijke visie op samenwerking tussen de musea en Crea. Over de verkoop van de kunstcollectie (en hiermee ook het gehele rapport) hebben we het advies gevraagd van de commissie beeldende kunst. Zij geven hierop samenvattend de volgende reactie: “Op dit moment is de commissie bezig met het ‘opschonen’ van de collectie om tot een kwalitatief goede, hoogwaardige en samenhangende collectie te komen. De commissie kijkt nog naar de mogelijke verkoop van de af te stoten werken. De verkoop van de collectie die blijft is een zeer slecht idee, de samenhang verdwijnt, alle werken die blijven kunnen zonder problemen worden tentoongesteld en dit zal ook gebeuren in de toekomst, de werken zijn onvervangbaar, de cataloguswaarde is heel iets anders dan de feitelijke marktwaarde, de topwerken zijn te waardevol om onder de waarde te verkopen. De commissie wil graag meedenken voor de toekomst en lange termijnvisie op het gebied van de beeldende kunst in Hengelo en vindt het rapport van de instellingen hierop volstrekt ontoereikend. Het lijkt alsof het onderdeel verkopen deel kunstcollectie is geschreven na een langdurig cafébezoek, waarbij te rade is gegaan bij de vaste clientèle. Uit de duim gezogen argumenten die getuigen van een onbenullige visie op het gebied van de beeldende kunst. Dit werpt de vraag op hoe gedegen de argumentatie is in de rest van dit document.”
Financiën Uit het voorgaand vloeien diverse financiële voorstellen, structureel of incidenteel. De kernorganisaties accepteren dat het totale subsidiebudget wordt verlaagd met €300.000, Deze bezuiniging wordt wel als pittig ervaren en moeilijk op te vangen. Van deze bezuiniging is Metropool bereidt om €100.000, - ter realiseren onder voorwaarden. Verder wordt de bezuiniging vertaald naar een korting van 4% per organisatie minus metropool. Hiermee wordt de bezuiniging van €300.000, - niet gerealiseerd, maar vanaf 2017 wordt er structureel €325.000, - bezuinigd De kaders die geschetst zijn bij de beschrijving van de verschillende biotopen zijn wel van groot belang. Hieronder volgt een opsomming. 1. Metropool kan alleen €100.000, - bijdragen aan de bezuiniging mits de gemeente de mogelijkheden voor ondernemen aanzienlijk verruimt. Hierover wil Metropool in het najaar (uiterlijk bij behandeling begroting 2014) van de gemeente uitsluitsel. 2. De bibliotheek kan haar bijdrage van €97.000, - per 2015 alleen opbrengen als ze substantieel nieuwe inkomsten uit verhuur binnenkrijgen. Mocht dit niet het geval zijn dan dient het bedrag aangepast te worden omdat de ondergrens van de bibliotheek wordt overschreden. 3. Voorgesteld wordt om de structurele subsidiemiddelen voor beeldende kunst €75.000, aan te wenden voor het beheer van de nieuwe kunstcollectie in ‘kunstcentrum Van Benthem’. 4. Bureau Hengelo en de kunstuitleen onderbrengen bij de bibliotheek tegen betaling van normale marktconforme huur. 5. Investeringen om knelpunten op te lossen. Hier wordt gesproken over het klimaatsysteem van Metropool en in het verlengde een onderzoek (waarin Heim voortouw wil nemen) tot optimalisering van het energieverbruik en de daarbij behorende technologische ingrepen. Daarnaast moet er geïnvesteerd worden in het geschikt maken van het Van Benthemhuis als expositieruimte. Als laatste zal er geld beschikbaar moeten komen voor uitbreiding van het project ‘de bibliotheek op school’ naar alle basisscholen in Hengelo, investering van €200.000, 6. Leningen zijn een belemmering voor de instellingen. Dus de gemeente wordt gevraagd te hulp te schieten bij kwijtschelding van de lening aan Heim €1,1 mln. en wegewerken van de lening aan het Rabotheater €3,2 mln. 7. Huisvesting is noodzakelijk voor Crea en de gemeente wordt gevraagd een haalbaarheidsonderzoek uit te voeren naar het Vereenigingsgebouw. Daarnaast wordt voorgesteld om het plan ‘Van tempel naar dorpsplein’ gefaseerd te realiseren en samen met de partners op zoek te gaan naar fondsen om het geschatte bedrag tussen €1,5 - €3,5 mln. te werven. 8. Ter facilitering van de fusie muziekschool en Rabotheater wordt de gemeente verzocht een financiële bijdrage te geven voor de kosten van het fusieproces en een haalbaarheidsonderzoek naar optimalisatie van de huisvestingssituatie van beide organisaties 9. Om te komen tot een integratie van de collecties, wordt voorgesteld een collectieplan te maken en één kerncollectie voor Hengelo te definiëren. Vervolgens wordt voorgesteld om te kijken welk gedeelte van de werken behouden kunnen worden ten gunst van de uitleen. Een deel van de collectie dient te worden verkocht en de opbrengst zal aangewend moeten worden voor de realisatie van het plan ‘Van tempel naar dorpsplein’. Gemeentelijk visie 1. Met betrekking tot de ondernemersvrijheid van Metropool loopt een apart traject binnen de gemeente, het betreft een nieuwe horecavisie en nieuwe Drank en Horecaverordening. De
verordening moet per 1 januari 2014 van kracht worden. Voor dit proces loopt een apart besluitvormingstraject, wij kunnen dus in het najaar hierover nog geen uitspraak doen. 2. Het realiseren van inkomsten uit verhuur is niet aan de gemeente, maar we zijn daar zeker in bereid over na te denken. Hierover meer in punt 4. 3. De beeldende kunstsector en de raad hebben nadrukkelijk aangegeven dat de middelen voor beeldende kunst bestemd moeten zijn voor programmering en niet in stenen moeten gaan zitten. • 4. In de 2e helft van 2014 vindt er een evaluatie plaats rond Bureau Hengelo. In deze evaluatie kan ook gekeken worden naar een mogelijke verhuizing, waarbij de bibliotheek een optie is. Over de definitie van normale marktconforme huur zullen zij dan afspraken met elkaar moeten maken. Zoals ook verwoord in het besluit van de Taskforce cultuurbezuinigingen, heeft de gemeente geen expliciete taak ten aanzien van de kunstuitleen. • 5. Op dit moment loopt al het onderzoek naar het klimaatsysteem bij Metropool. Op basis van het onderzoek zullen de nodige aanpassingen worden gedaan. Optimalisering energieverbruik is vanuit duurzaamheid van grootst belang, echter financiële middelen om te investering in technologische aanpassingen zijn er niet. Een energiescan met daaraan gekoppeld een energieprestatieadvies kan inzicht geven op de exploitatielasten van de gebouwen naar beneden kunnen. Financiële ruimte voor het geschikt maken van het van Benthemhuis is er op dit moment ook niet. Het project ‘bibliotheek op school’ loopt al bij een groot aantal scholen. Hierbij is buiten geld van de gemeente ook een investering nodig vanuit het onderwijs. Samen met de bibliotheek kijken we graag samen binnen de reguliere budgetten om het project verder te kunnen uitbreiden in de toekomst. • 6. De oorsprong van de lening van Heim zien we als een gezamenlijk risico van zowel Heim als gemeente. Wij erkennen dat het Heim vanaf het begin moeite heeft gehad om de termijnen te betalen. Het afbetalen op de hoofdsom is op dit moment opgeschort, voor de betaling van de rente is uitstel verleend. Dit is geen oplossing dus de noodzaak om gezamenlijk het probleem te onderzoek is van groot belang en is inmiddels opgepakt. Met betrekking tot de lening van het Rabotheater zien wij geen noodzaak hiervoor naar oplossingen te zoeken. 7. Huisvesting van Crea in het Vereenigingsgebouw wordt op dit moment onderzocht. In november zal hierover meer duidelijkheid komen. Het dikkersgebouw is geen optie, omdat wij vanuit de gemeente allereerst kijken naar onze eigen accommodaties, hierbij zijn de locaties zoals benoemd in de concept nota cultuur in beeld. Wij zijn zeker vanuit de gemeente bereid om samen met de partners te kijken naar het ‘Van tempel naar dorpsplein’. Hierbij geldt ook dat een investering vanuit de gemeente niet mogelijk is. • 8. Voor facilitering van de fusie tussen muziekschool en Rabotheater hebben wij geen middelen. Dit naast het gegeven dat wij in deze fusie op dit moment geen meerwaarde zien. Vooral omdat ook voor ons nog niet duidelijk is welke visie op de ontwikkelingen binnen de eigen branches (theater en muziek) er onder ligt en er geen financieel gezonde basis. • 9. Binnen de gemeente is al een plan met betrekking tot de erfgoedcollectie. De commissie beeldende kunst is de afgelopen periode bezig geweest met het in kaart brengen van de gemeentelijke kunstcollectie en het bepalen van de kerncollectie voor Hengelo. De verkoop van een gedeelte van de collectie vindt de commissie beeldende kunst een slecht idee. De verzekerde waarde van de kunstcollectie, schilderijen en buiten-kunst bedraagt €2 mln. Dit is natuurlijk geen marktwaarde, inschatting is dat de verkoop van de gehele collectie, dus alle schilderijen en buiten-kunst, €500.000, - zou kunnen opleveren.
• Conclusies • • Het rapport van de culturele instellingen geeft vernieuwing. Er zitten veel onderdelen in die zeker de moeite waard zijn om als gemeente samen met de instellingen verder te onderzoeken en uit te werken. Ze hebben als instellingen een voorzet gegeven voor cultuur in de toekomst voor Hengelo. We nemen dan ook bijna alles over in de gemeentelijke concept nota. • • Voor wat betreft de huisvesting wordt er ingegaan op de huisvesting van de culturele instellingen zelf. Als gemeente moeten we erkennen dat er een probleem is in de huisvesting van Crea. Hiervoor wordt nu een onderzoek gedaan naar het Vereenigingsgebouw. Dikkers wordt door de gemeente niet meegenomen in de huisvestingsparagraaf, omdat het gemeentelijk vastgoed prioriteit heeft. • • Een bestendige structuur zien wij in een aantal biotopen zeker terug. De bibliotheek als informatiecentrum van de stad, Metropool als ondernemend popbiotoop en het versterken van de educatie tussen Heim, Historisch Museum en Crea. Vooralsnog niet in de fusie tussen muziekschool en Rabotheater. • • Bibliotheek: • Bij de evaluatie van Bureau Hengelo zal ook gekeken worden naar een onderkomen in de bibliotheek en zelf zijn ze als instelling natuurlijk ook bezig om allerlei informatiefuncties aan zich te binden, bijvoorbeeld de Hengelose redactie van de Tubantia. • • Metropool: • We kunnen ons vinden in de zoektocht van Metropool naar meer ondernemerschap. Dit vraagt wel om een nadere analyse en de consequenties voor Metropool en gemeente zullen in beeld moeten worden gebracht. • • Heim, Historisch Museum en Crea: • Deze insteek past prima in de gemeentelijke visie op educatie, basiseducatie voor ieder en vooral inzet op de jeugd. De combinatie tussen erfgoed en cultuureducatie zal elkaar goed kunnen versterken. • • Muziekschool en Rabotheater: • In een fusie tussen Muziekschool en Rabotheater zien wij op dit moment geen meerwaarde. De termijn 1 juli 2014 komt in onze ogen dan ook veel te snel, zeker omdat er geen duidelijke visie naar de toekomst ligt voor de eigen branches, muziek en theater. Verder is er geen sprake is van een financieel gezonde basis. In onze gemeentelijke concept nota zetten we in op de basiseducatie. In deze visie zien we een nauwe samenwerking tussen kunst-, cultuur-, techniek- en muziekeducatie. • • Samenwerking tussen de instellingen staat voorop en zoals zij zelf ook in gesprekken aangeven wordt die samenwerking niet beperkt door de biotopen. • • We moeten concluderen dat de noodzakelijke structurele bezuiniging niet worden gerealiseerd, omdat we als gemeente niet kunnen voldoen aan het geschetste financiële kader dat is meegegeven. Uit de eigen analyse blijkt dat er bij een aantal culturele instelling financiële problemen zijn, waar wij ons dan ook op het standpunt plaatsen dat een kaasschaaf methode van 4% geen oplossing is om de structurele bezuiniging te realiseren. • • De geschetste onderdelen in de gemeentelijke visie per biotoop worden overgenomen in de gemeentelijk concept cultuurnota ‘KenT U Hengelo?’
Bijlage 2 Lijst van inspraakreacties op concept cultuurnota
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17.
Muziekschool Crea Metropool Rabotheater Bibliotheek HeArtpool Stichting Kamermuziek Armonia Filmhuis Federatie Hengelose Muziekverenigingen Hengelose Korenkoepel Podiumkunsten Hengelo Mevrouw G. Minkjan Familie Roos De heer Rob Bloemendaal Beeldend kunstenaar Henk Lassche, mede namens Guusje Beverdam Commissie Beeldende Kunst
1.Muziekschool
2. Crea Aan het College van B&W in Hengelo Postbus 18 7550 AA Hengelo Betreft: inspraakreactie op concept nota KenT u Hengelo Hengelo, 12 november 2013 Geacht College, De concept nota KenT u Hengelo?, Kunst (& cultuur) en Techniek in Hengelo, versie oktober 2013, hebben wij met belangstelling gelezen. Als één van de kerninstellingen voor kunst en cultuur in Hengelo maken wij graag gebruik van de gelegenheid om op dit concept te reageren. De visie die in de genoemde nota is verwoord is een visie waar wij als Crea mee uit de voeten kunnen. Crea wil dan ook voorop lopen als het gaat om het beantwoorden van de vraag hoe we ondanks de chsis en de daarmee gepaard gaande bezuinigingen een goed cultureel klimaat in Hengelo kunnen behouden en versterken. We zijn daarbij niet bang om buiten de gebaande paden te zoeken, en met creativiteit de kansen te pakken die zich voordoen. Zoals u weet heeft Crea de afgelopen maanden samen met Techniekmuseum Heim de handschoen opgepakt door een traject uit te zetten naar het onderzoeken van de kansen en mogelijkheden voor een intensieve samenwerking waarbij de basis voor deze samenwerking ligt in het thema educatie. Wij willen gezamenlijk het hoofdaannemerschap voor Hengelo op ons nemen op de terreinen erfgoed-, kunst- en techniekeducatie. Naast inhoudelijke samenwerking zien we ook dat zowel Crea als Techniekmuseum Helm door de omvang van de beide organisaties kwetsbare organisaties zijn. Het onderzoek naar mogelijke samenwerking richt zich naast de inhoud ook op dit punt. We verwachten dat voor het einde van dit jaar een go/no go besluit door de beide besturen zal worden genomen omtrent de mogelijkheden voor intensieve samenwerking tussen beide genoemde organisaties. Het moge duidelijk zijn, Crea investeert in vernieuwing en innovatie en kijkt verder dan de eigen instelling. Wat ons betreft stopt dit niet bij Techniekmuseum Helm. Wij blijven open staan voor nieuwe organisatievormen. Dit past binnen de in de nota verwoorde positie van de gemeente als faciliterend en voorwaarde scheppend, de inhoud moet van de culturele instellingen zelf komen. Maar een proces waar we als Crea nu inzitten vraagt ook dat dit krachtige ondersteuning verdient van de gemeente. Het grootste knelpunt voor Crea is de huisvesting. Dit wordt ook herkend en erkend in de voorliggende nota. Het is absolute noodzaak dat hier op afzienbare termijn een oplossing voor komt. De afgelopen jaren hebben wij veelvuldig met vertegenwoordigers van uw College om tafel gezeten om verschillende opties door te spreken en acties uit te zetten. Wij vragen nu dan ook van u een krachtsinspanning om gezamenlijk met ons te zoeken naar een passende oplossing. Tot slot kan niet onvermeld blijven het traject wat de culturele instellingen met elkaar de afgelopen maanden naar aanleiding van een door de gemeenteraad aangenomen motie hebben doorlopen. De culturele instellingen in Hengelo hebben onder leiding van een externe begeleider die door u als gemeente is aangesteld veel tijd en energie gestoken in een proces om tot een gezamenlijke visie te komen. Het heeft ons dan ook verbaasd dat op het moment dat de notitie van de culturele instellingen nagenoeg gereed was, er een eerste versie verscheen van een concept cultuurnota. Wij betreuren het buitengewoon dat er blijkbaar 2 parallelle trajecten naast elkaar hebben gelopen. Dit heeft alleen maar tot frustratie van betrokken partijen geleid, die ons inziens niet nodig was geweest. Energie is hierbij verloren is gegaan, energie die we allemaal in deze tijd hard nodig hebben. Jammer genoeg is de notitie van de culturele instellingen niet gezien als startpunt voor besprekingen maar als eindpunt waarop alleen met eens of oneens is gereageerd. Het lijkt ons dat we hier gezamenlijk lehng uit moeten trekken. Desalniettemin moge helder zijn uit deze brief, dat wij als Crea voldoende aanknopingspunten zien om met u als gemeente de komende jaren op vernieuwende wijze vorm en inhoud te blijven geven aan het culturele klimaat in Hengelo. Wij vertrouwen erop dat wij u hiermee voldoende hebben geïnformeerd. Indien u nog vragen heeft naar aanleiding van dit schrijven kunt u vanzelfsprekend contact met ons opnemen. Met vriendelijke groet. Lous Kerkhof Jessica ter Hofte-Visser Directeur secretaris Bestuur CREA n Geen kunst aan! CREA Centrum voor Kunsteducatie P^^!|^ 'f^j: www.creatiengelo.nl
3. Metropool Van: Coen Bais [mailto:
[email protected]] Verzonden: woensdag 13 november 2013 19:46 Aan: Weide, Margreet; Buis, Klaske Onderwerp: FW: concept-nota Kunst- en Cultuurbeleid 2014-2020 Beste Margreet, Klaske, Voor de goede orde laat ik jullie weten geen aanvullingen of opmerkingen te hebben op de concept-cultuurnota. Hartelijke groet,Coen Bais Metropool Industrieplein 10 7553 LL Hengelo 074-2438000 www.metropool.nl
4. Rabotheater
5. Bibliotheek Gemeente Hengelo T.a.v. Aan het College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Hengelo Postbus 18 7550 AA Hengelo
SG07138 Afz. Bibliotheek Hengelo Postbus 846 7550 AV Hengelo Hengelo 12 november 2013 Ons kenmerk 1311000/MS/RS Betreft concept Cultuurnota "KenT u Hengelo?"
Geacht College van Burgemeester en Wethouders, Onlangs ontvingen wij van u de concept cultuurnota en uw daarmee verband houdende reactie op het rapport "Naar een toekomstbestendige culturele infrastructuur", geschreven door kwartiermaker Cor Wijn van BMC. Hoewel u aangeeft dat het rapport van BMC in zijn totaliteit niet kan worden uitgevoerd, zijn wij met u van mening dat er voldoende voorstellen zijn overgenomen in de concept cultuurnota. De nota geeft ons het vertrouwen in een constructief vervolg. Met name uw reactie betreffende de biotoop "Bibliotheek" stelt ons zeer positief. Bibliotheek Hengelo wil zich de komende jaren graag verder ontwikkelen huis van de stad. De bibliotheek is door het openbare karakter van haar dienstverlening en haar laagdrempelige toegang, een aantrekkelijke plek in de stad voor leren, lezen, informeren en voor ontmoeting en ontdekking. Het is in dit verband zeker de moeite waard om gezamenlijk te kijken naar de mogelijkheden die de openbare bibliotheek biedt ter bevordering van de gemeentelijke informatievoorziening aan de inwoners. De openbare bibliotheken van Nederland beschikken over de database GIDS, een sociale en culturele kaart. GIDS heeft de mogelijkheid om informatie aan te bieden op het terrein van zorg, werk, onderwijs, cultuur en recreatie. Daarmee kan de bibliotheek niet alleen fysiek, maar ook digitaal fungeren als informatiecentrum van Hengelo. Over de vele mogelijkheden van de Gids gaan wij graag met u in gesprek. In het verlengde hiervan ziet de bibliotheek zeker mogelijkheden tot samenwerking met Bureau Hengelo. Een drukbezochte bibliotheek met ruime openingstijden is een toegankelijke en logische plek voor mensen die op zoek zijn naar toeristische en culturele informatie. Verder zijn wij met u van mening dat het project Bibliotheek op School ook moet worden geïmplementeerd in het openbaar onderwijs. Wij zouden dit graag samen met de gemeente en het openbaar onderwijs nader uitwerken. Samengevat sluit de in uw concept cultuurnota aangegeven denkrichting omtrent de ontwikkeling van het bibliotheekwerk in Hengelo, grotendeels aan bij de toekomstvisie zoals de bibliotheek die voor zichzelf heeft geformuleerd. Wij zien daarom dan ook een verdere uitwerking van uw concept cultuurnota met veel vertrouwen tegemoet. Tot slot nog een redactionele opmerking. In hoofdstuk 7, De financiën, zien wij ook graag vermeld dat de bibliotheek in 2012 een extra subsidiekorting van € 150.000,- opgelegd heeft gekregen. Met vriendelijke groet. René Siteur Directeur
Beursstraat 34 • Postbus 846 • 7550 AV Hengelo • T 074 245 25 65 • F 074 245 25 75 • secretariaat@bibh'otheekhengelo.nl • www.bibliotheekhengelo.nl
de Bibliotheek^
6. HeArtpool Aan het College van B&W van Hengelo (in afschrift aan de Gemeenteraad van Hengelo) Hengelo, 25-ll-'13 Geacht College, In bijgaand plan van de Stichting HeArtpool wordt u gevraagd om het mede mogelijk te maken dat er een meerjarig activiteitenprogramma voor de beeldende kunst in Hengelo tot uitvoering komt, dat passend is bij de kwaliteiten en de opgebouwde ervaringen in onze stad Hengelo. In uw nota 'KenT U Hengelo?' kiest u een andere weg. We vinden dat ons plan in deze lastige tijden een kans dient te krijgen. Immers, in ons plan is sprake van in hoge mate particulier initiatief dat op een vernieuwende wijze gaat trachten een voor Hengelo belangrijk "DNA-kenmerk", nl de bijzondere bk-energie die altijd in Hengelo te zien is (geweest), door te ontwikkelen en juist niet te laten uitdoven. Wij hebben goede nota genomen van uw financiële positie en hebben daar in onze voorstellen ook rekening mee gehouden. Wij hechten wel aan belangstelling van uw kant voor onze initiatieven en rekenen daarbij ook op goed en open overleg met u en uw medewerkers, zodat in ieder geval de informatievoorziening over en weer zo optimaal mogelijk is. Middels dit plan vragen wij van u: overleg op korte termijn met u en uw medewerkers om de verdere concretisering van dit plan te bespreken en ook af te stemmen op uw beslissingsmomenten aangaande de kunst- en cultuurnota uw instemming met het beschikbaar stellen van jaarlijks € 50.000 tbv de activiteiten mbt de beeldende kunst in Hengelo en de nadere invulling van de daarbij horende voorwaarden uw instemming met de start van de "kunstuitleen nieuwe stijl" via ons plan, waarbij u in principe instemt met het onderbrengen via langdurige bruikleen van de gemeentelijke collectie en eventueel ook de passende collectie van het Historisch Museum en waarvoor u de beschikbare middelen (tenminste € 25.000 per jaar) voor dit doel inzet We realiseren ons dat ons plan 'HeArtGallery' ambitieus is en ook een hele nieuwe aanpak vereist, die nog veel voorbereiding vergt. We zijn daar volop mee bezig en willen graag enkele punten onder uw aandacht brengen. Concentratie van beeldende kunst activiteiten in het centrum Wij vinden het essentieel dat het merendeel van de activiteiten van HeArtGallery in het centrumgebied van onze stad plaatsvindt. De centra van binnensteden in het algemeen en die van Hengelo zeer zeker, zijn in de komende periode zeer gebaat bij een breed aanbod van activiteiten en evenementen. Beeldende kunst leent zich daar ook voor en anderzijds wil de beeldende kunst zich ook graag tonen aan mensen en op plekken waar veel mensen komen. Een "kunstuitleen nieuwe stijl", de exposities en activiteiten willen wij in de binnenstad van Hengelo een plek geven, die positief bekend moet worden. Overigens zullen de bk-activiteiten, zoals nu ook al te zien is bij de verschillende HeArtpool-activiteiten, zich soms ook voltrekken op andere locaties in Hengelo e.o. Professionele projectmanager en een team van vrijwilligers en inzet van een aantal beeldende kunstenaars Het logische gevolg van de keuze voor de binnenstad als focuspunt voor de (meeste) activiteiten, heeft ook consequenties: de openingstijden en de bemensing van HeArtGallery zal daarbij passend moeten zijn. Vooralsnog gaan we in de uitwerking uit van een actieve aanwezigheid op de woensdagmiddag, op de donderdagmiddag en -avond, op de vrijdagmiddag, op de zaterdagochtend en -middag en op de koopzondagen. We achten ons in staat om met een team van tenminste 24 vrijwilligers deze openingstijden te kunnen halen. Bij onze uitwerking streven we er naar om de actieve Hengelose beeldend kunstenaars ook hierbij te betrekken; bij een mogelijke expositie kan een persoonlijke of groepsgewijze betrokkenheid bij HeArtGallery gestimuleerd worden. Het is in ieder geval onze bedoeling om de vele individuele beeldend kunstenaars in enigerlei vorm te committeren aan ons initiatief. We hebben wel tijd nodig voor de opzet van de structuur en de ontwikkeling van een solide en betrouwbare werkwijze
Het is ons wel duidelijk dat ons plan niet snel even uitgerold kan worden. We zullen onze eigen organisatie ook moeten versterken en waar mogelijk verbreden om tot een succesvol resultaat te kunnen komen. We zien daar zeker mogelijkheden toe, maar dat kost wel tijd. De aanpak zal een geleidelijke zijn, waarbij we een professionele kracht van tenminste (gemiddeld) 1 dag per week op korte termijn al nodig hebben. Het komt ons voor dat we een opbouwjaar 2014 nodig zullen hebben om geleidelijk aan de verschillende elementen van het plan te ontwikkelen en in uitvoering te nemen. We zouden er erg bij gebaat zijn als we met de gemeente daarover ook een heldere afspraak zouden kunnen maken , zowel qua prestaties als (opbouw)financiën. Tenslotte, Deze brief incl. ons plan 'HeArtGallery' kunt u beschouwen als onze inspraakreactie op uw beleidsnota 'KenT U Hengelo?'. Wij hopen dat u ons een kans wilt geven om op een nieuwe wijze een bijzonder stukje van het DNA van Hengelo weer toekomst te geven. Met vriendelijke groet. Jan Noltes, Voorzitter Stichting HeArtpool
stichting HeArtpool Stimuleert de beeldende kunst in het algemeen en in Hengelo in het bijzonder. Het beëindigen van AkkuH, Aktuele Kunst Hengelo betekent dat er geen aansprekend podium meer bestaat voor het presenteren van professionele beeldende kunst in Hengelo. Voor HeArtpool, een unieke organisatie die - ruim 15 jaar - zich bezig houdt met het stimuleren, organiseren en presenteren van hedendaagse professionele beeldende kunst, was dit aanleiding om naar haalbare alternatieven te zoeken. Dit plan is op een eerder moment, vorig jaar november, aangeboden aan het College van Burgemeester en Wethouders en heeft de afgelopen maanden een doorontwikkeling ondergaan. Stichting Heartpool tracht mensen bij elkaar te brengen die de beeldende kunst een 'gouden hart' toedragen. Het gaat om een bijzondere vorm van particulier initiatief, een soort collectief mecenaat, een serviceclub voor de beeldende kunst met als trefwoorden 'confrontatie' en 'participatie'. Kortom: een voor Nederland uniek concept. Met de beëindiging van AkkuH vond de stichting dat zij haar verantwoordelijkheid moet nemen. Met nieuwe middelen wil zij de reputatie van Hengelo als stad in Twente waar al decennia lang aansprekende projecten en presentaties van hedendaagse beeldende kunst hebben plaatsgevonden hoog houden en daar een podium voor bieden. Heartpool heeft in de afgelopen 15 jaar van haar bestaan bewezen deze verantwoordelijkheid aan te kunnen. De ruim 50 deelnemers leveren met hun jaarlijkse bijdrage van € 1.000,- een substantiële bijdrage aan de realisatie van haar activiteiten. Daarnaast ontvangt de stichting een jaarlijkse bijdrage van de gemeente Hengelo en doet zij een beroep op diverse culturele fondsen. Een greep uit de activiteiten: De Wolvecampprijs De tweejaarlijkse nationale prijs voor de schilderkunst met een wisselende jury van (inter)nationale reputatie. De Jaarprent Jaarlijks krijgt een beeldend kunstenaar de opdracht om exclusief voor de deelnemers een prent te vervaardigen in een gelimiteerde oplage van 67. De Kunstroute Hengelo, Drie wandel- fietsroute langs beeldende kunst en bijzondere architectuur in de gemeente Hengelo. Brinkheart een door de stichting gehuurde ruimte (tot 2007), in hartje stad, die tweemaandelijks ter beschikking werd gesteld aan beeldende kunstenaars voor wisselende multimediale kunstpresentaties. Heartgardens een tweemaal georganiseerd project waarbij 23 HeArtpool deelnemers hun tuin ter beschikking hebben gesteld aan 23 kunstenaars. Achter de Basiliek waarbij 15 sokkels, in de openbare ruimte, gedurende de zomermaanden worden voorzien van ruimtelijke objecten gemaakt door beeldende kunstenaars. Tijdens de overige maanden van het jaar worden lezenaars geplaatst op de sokkels en gebruikt voor literaire projecten. In 2012 in combinatie met ruimtelijk werk op de oude Algemene Begraafplaats in Hengelo. Heartfund is een stimuleringfonds voor net afgestudeerde schilders van de /Artez Enschede. Het fonds bestaat uit een maandelijkse bijdrage voor materiaalkosten en een gastatelier gedurende 1 jaar. Het jaar wordt afgesloten met een solotentoonstelling in de
expositieruimte (t/m 2013 In AkkuH, Aktuele Kunst Hengelo) en een publicatie. Daarnaast kan de kunstenaar gebruik maken van de kennis van de deelnemers van Heartpool op het gebied van o.a. financiën, organisatie, professionalisering, etc. Deelnemers activiteiten Jaarlijks worden een tiental kunsthistorische lezingen gegeven over o.a. beeldende kunst, architectuur en fotografie, excursies georganiseerd naar interessante tentoonstellingen in binnen en buitenland, ateliers bezocht etc. Het plan. Stichting Heartpool stelt voor om een aparte stichting op te zetten (HeartGallery). Deze wordt verantwoordelijk voor door Heartpool geïnitieerde projecten op het terrein van hedendaagse beeldende kunst. Een locatie in de binnenstad van Hengelo Daarnaast wil de stichting een eigen kunstuitleen starten. Het programma Met het nog jaarlijkse beschikbare gemeentelijk budget voor beeldende kunst, een bijdrage vanuit de stichting Heartpool, een bijdrage uit de private sector en aangevuld met bijdragen van culturele fondsen denkt Heartpool de volgende activiteiten te kunnen realiseren: • jaarlijks minimaal een tentoonstelling van nationale allure • 4 tentoonstellingen met een of meer lokale professionele kunstenaars • een project op locatie met ruimtelijk werk van lokale- regionale of internationale kunstenaars • een project met een verbinding naar een andere kunstdiscipline • Een kunstuitleen voor particulieren en bedrijfsleven • Een educatieprogramma bij de georganiseerde projecten De stichting Heartpool realiseert zich dat dit niet alleen door vrijwilligers gedragen kan worden en zal voor de ondersteuning van het programma gebruik maken van professionele krachten. Heartpool wil daarvoor binnen haar stichting een projectbureau opzetten dat verantwoordelijk wordt voor de organisatie van de projecten. Het projectbureau wordt bemand door een parttime professionele kracht die gebruik kan maken van de vrijwilligers uit het ledenbestand van Heartpool. Daarnaast het projectbureau een beroep doen op inzet van lokale kunstenaars De kunstuitleen Heartpool is van mening dat de kunstuitleen een belangrijke schakel is tussen kunstenaars en kunstliefhebber. De verantwoordelijkheid voor deze service aan het Hengelose publiek en bedrijfsleven wil zij ook op nemen. Het projectbureau zal ook hiervoor verantwoordelijk worden. Het heeft de voorkeur dat de bestaande collectie van de kunstuitleen in langdurig bruikleen wordt gegeven aan de stichting Heartpool. Deze collectie kan eventueel worden aangevuld met werk uit de gemeentelijke collectie en mogelijk de hedendaagse kunstcollecties van het Historisch museum. De collectie zal in een door HeartGallery beheert depot worden onder gebracht. Kunstbemiddeling en -verkoop HeartGallery gaat een intermediaire rol vervullen bij de verkoop van werken van kunstenaars aan particulieren en bedrijven. Daarnaast denkt de stichting door de centrumlocatie ook een winkelfunctie te kunnen vervullen waarin gebruiksvoorwerpen en gadgets gemaakt en ontworpen door kunstenaars en ontwerpers worden aangeboden. Kwaliteit waarborgen Heartpool is van mening dat een stad van de omvang van Hengelo een kwalitatief kunstaanbod moet kunnen blijven bieden. Met minder middelen, een bijdrage uit de private sector en inzet van actieve burgers en kunstenaars is zij van mening deze kwaliteit te kunnen waarborgen. Verzoek Stichting Heartpool vraagt het College van Burgemeester en Wethouders dit plan te omarmen, de gevraagde middelen beschikbaar te stellen en samen met de stichting een meerjarig en duurzaam beeldend kunstprogramma voor de stad Hengelo in stand te houden. Heartpool is van mening deze ambitie schatplichtig te zijn aan de Dartele Dame (mevrouw StorkDamen) en aan allen die de afgelopen decennia bijgedragen hebben aan de reputatie van Hengelo als belangrijk centrum voor hedendaagse kunst. Het bestuur van stichting Heartpool Jan Noltes (voorzitter) Antek Olszanowski (secretaris) Anneke Bollen (educatie)
Hans de Gruil (programma coördinator)
Begroting HeartGallery 2014 t/m 2016 Uitgaven Jaarlijkse investering Personele lasten Organisatiekosten (educatie) Huisvesting + depot Programmering Post onvoorzien Totaal uitgaven Inkomsten Bijdrage Rabobank Bijdrage fondsen Gemeente Hengelo (jaarlijkse bijdrage) Bijdrage Heartpool Inkomsten Kunstuitleen Totale inkomsten Bijdrage gemeente beeldende kunst Depot Totale inkomsten
2014
2015
2016
€ 20.000,€ 20.000,€ 10.000,€ 40.000,€ 50.000,€ 10.000,€ 150.000,-
€ 10.000,€ 20.000,€ 10.000,€ 40.000,€ 60.000,€ 10.000,€ 150.000,-
€ 10.000,€ 20.000,€ 10.000,€ 40.000,€ 60.000,€ 10.000,€ 150.000,-
€ 25.000,€ 10.000,-
€ 10.000,€ 10.000,-
€ 5.000,€ 5.000,-
€ 12.500,€ 12.500,€ 15.000,€ 75.000,-
€ 12.500,€ 12.500,€ 30.000,€ 75.000,-
€ 12.500,€ 12.500,€ 40.000,€ 75.000,-
€ 50.000,€ 25.000,€ 150.000,-
€ 50.000,€ 25.000,€ 150.000,-
€ 50.000,€ 25.000,€ 150.000,-
7. Stichting Kamermuziek Reactie van Stichting Kamermuziek Hengelo op het concept van de nota 'Kunst- en cultuurbeleid Hengelo 2014-2020 KenT u Hengelo d.d. oktober 2013 Zorgvuldige lezing van de concept cultuurnota 'KenT' geeft ons aanleiding onderstaande (fundamentele) kritiekpunten en kanttekeningen naar voren te brengen. Wij willen hiermee een bijdrage leveren aan het (publieke) debat over de toekomst van kunst en cultuur in Hengelo. In de nota wordt nergens inhoudelijk onderbouwd waaróm er bezuinigd moet worden op cultuur. Gebezigde woorden als 'noodzakelijk' of'onontkoombaar' of'opgelegd' of'opgave' zijn geen argumenten. Nergens valt te lezen dat het hier om een uitdrukkelijke keuze van het College gaat. Daarbij is het ook nog een keuze die niet beargumenteerd wordt. Helaas. Het College heeft er dus voor gekozen om, zonder enige uitleg, op Kunst en Cultuur te bezuinigen. En 'keuze' betekent uiteraard dat er ook andere keuzes mogelijk waren geweest. Er zijn steden in Nederland waar in dit verband daadwerkelijk een andere keuze is gemaakt. Een keuze voor cultuur. Dat is een kwestie van lef hebben. Als legitimatie roepen dat iedereen moet bezuinigen klinkt niet sterk. Een kwetsbaar gebied als cultuur, waarvan nut en noodzaak ln de nota wel door het College worden onderschreven, en dat tot voor kort overigens het bescheiden aandeel van nog geen 3.5% innam van de totale begroting van de gemeente Hengelo, verdient het eerder om beschermd dan gekort te worden. Met korten op cultuur doe je de cultuur te kort, zeker in de mate waarin het College nu toe wil slaan: liefst 1272% moet cultuur inleveren van haar toch al niet zo ruimhartige budget. Het Hengelose College doet iets wat niet kan: iets belangrijk vinden zonder een daarbij passende honorering voor te stellen. Dat klinkt op zijn minst ongeloofwaardig. Opmerkelijk genoeg zijn er in de nota wel aanwijzingen te vinden die een besluit om juist niet op cultuur te bezuinigen zouden hebben gerechtvaardigd. Zoals de constatering dat men het ambitieniveau van de vorige nota wel wil handhaven ("verdere versterking culturele identiteit van Hengelo"), edoch men alleen het tempo wil verlagen. Zelfs als zou de gemeente Hengelo kunst en cultuur enkel op het huidige peil willen houden, dan kan dat niet met minder geld. Daar is ten minste hetzelfde (heus niet zo grote) bedrag voor nodig. En als men echt meer zou willen zoals wordt beweerd moet er juist geld bij! Bovendien valt uit in de nota opgenomen cijfers af te leiden dat Hengelo op het gebied van uitgaven voor cultuur al jaren aan de staart bungelt van het rijtje vergelijkbaar grote gemeenten, dus zelfs zonder doorvoering van de voorgestelde bezuinigingen! Dan is het misleidend om prat te gaan op grootse cultuurdaden. Anders gezegd: het was pover en het wordt nog minder dan pover! Het is absoluut onjuist om over 'het culturele dna van Hengelo' te spreken, en hoog op te geven van de hoge kwaliteit daarvan. Er worden twee zaken door elkaar gehaald: erfelijkheid en erfenis. Ja, Hengelo heeft een rijk cultureel verleden, en die erfenis verdient het om goed beheerd te worden. Dat vraagt om goed rentmeesterschap, maar heeft niets te maken met genetische overerving. Zowel de speciale bijlage over dat vermeende culturele dna,als ook verwijzingen daarnaar in de nota zelf, dienen te worden geschrapt dan wel bijgesteld. Dan is die misvatting rechtgezet.
En vervolgens dient er flink te worden geïnvesteerd in educatie om de erfenis van kunst en cultuur in de meest brede zin goed over te kunnen dragen naar volgende generaties. Gelet op het relatief lage budget zijn er door menige Hengelose instelling grootse prestaties verricht. De gemeente zou er goed aan doen de pluim die zij op haar eigen hoed steekt uit te delen aan die instellingen. Als voorbeeld mogen hierbij de benchmarkcijfers diénen die in het jaarverslag van de schouwburg staan: deze in verhouding laag gesubsidieerde instelling levert kwalitatief en bedrijfsmatig betere prestaties dan beter bedeelde schouwburgen; nóg minder subsidie voor deze instelling zou mede om die reden een dramatische vrije val in gang zetten. Ten minste tendentieus is het gebruik van de ruim weergegeven resultaten van internet-peilingen (HengeloPanel). Dat Panel is niet geheel representatief te noemen. Maar wat nog belangrijker is: antwoorden op vragen die zonder context worden gesteld, zijn te vrijblijvend. Cijfers uit dit type peilingen zijn dermate onbetrouwbaar dat ze niet geschikt zijn voor onderbouwing van wat dan ook, dus ook niet van bezuinigingen. Het lijkt ons onjuist om gratuite antwoorden uit deze peilingen naar voren te halen en er bezuinigingen mee te legitimeren. Hiermee verschuilt de gemeente zich achter de scheve schutting van de zogenaamde publieke opinie.
De 'creatieve keten' lijkt ons een ongelukkig model om Kunst en Cultuur in Hengelo in kaart te brengen. Het is typisch een model van de tekentafel, doet kunstmatig aan, en de invulling (alles moet er in passen) is navenant evenzo gekunsteld. Het is verder opvallend hoe weinig plaats er in de nota is ingeruimd voor het rapport 'Naar een toekomstbestendige culturele infrastructuur'. Dit rapport is recentelijk door alle culturele kerninstellingen gemaakt onder leiding van een door de gemeente aangestelde kwartiermaker. Het rapport is ook door alle culturele kerninstellingen gefiatteerd. Het meest belangrijke voorstel uit dat rapport om de opgelegde bezuinigingen te pareren wordt door het College echter niet overgenomen, en dat zonder argumenten. En wat precies men wel van het rapport wil overnemen wordt niet duidelijk gemaakt. Hiermee wordt het constructieve werk van de kerninstellingen wat al te gemakkelijk, welhaast achteloos, terzijde geschoven. Worden die instellingen daarmee wel serieus genoeg genomen? Om vervolgens een bezuiniging van drie ton uitsluitend op de schouders van een educatieve instelling, te weten de Muziekschool, te leggen, en elders in de nota schaamteloos educatie als een essentieel gebied aan te merken, is in die combinatie een gotspe van de eerste orde. De voorgestelde inzet van gemeentelijke subsidiespecialisten lijkt een mooi gebaar, maar externe gelden zijn meestal bedoeld voor projecten en juist niet bedoeld voor structurele aangelegenheden: van dat soort bronnen moeten Instellingen het voor hun continuïteit niet van hebben. Daarmee is het Collegevoorstel slechts een gebaar, effectief zelfs een loos gebaar. Die projectvoorwaarde geldt zeker voor daarnaast genoemde fondsen en zaken als 'crowd funding '. Allemaal aardig voor incidentele uitgaven, niet iets om jarenlang op te kunnen bouwen. Tot slot een aantal losse opmerkingen: (P 8/9) In het overzicht van de culturele basisstructuur ontbreken analyse en evaluatie: wat heeft een en ander opgeleverd, waarmee verder en waarom? (pil) Hengelo tel uw zegeningen METROPOOLl: landelijk toppoppodium Schouwburg: spraakmakend mede door (nu nog) gedurfd programmeren Waterstaatskerk: in de oren van velen beste kamermuziekpodium in de regio Buitenruimte: rijke verzameling nonfiguratieve kunst, helaas te versnipperd geëxposeerd (p 13) De niet meer bestaande Hogeschool Edith Stein kan (helaas) worden geschrapt. Goede amateurkunst is gebaat bij goede professionele kunst (goed voorbeeld ... etc): én én dus (P 14) Er is hier nog meer reuring in Hengelo te melden, denk bijvoorbeeld aan ... modespektakel nacht van Hengelo concert op de markt Amazing Hengelo FBK revues armonia kunstmarkt Hasselo concerten Waterstaatskerk concerten Lambertuskerk (Pl5) In het schema van de voorzieningen ontbreekt de Waterstaatskerk als professioneel (en door professionele musici uit het hele land hogelijk gewaardeerd) podium. Verder ontbreken daar in ieder geval de Stichting Hengelo Leest, de Stichting Het Debat, en OverUit. (P 16) Is er enig zicht op hoeveel toeristen Hengelo nu de moeite waard vinden? Als toeristen ergens voor komen, dan zeker niet voor verarmde cultuur (P 20) Regionale samenwerking bijzondere podia in Twente heeft o.a. positief gewerkt op bezoekersaantallen kamermuziekconcerten in Waterstaatskerk (P22) Cultuurellips kan een goed idee zijn als deze gevuld wordt met 'de-moeite-waard-zaken' als beeldentuin / expositieruimten / fraaie centrum / ... (p30)
Hier ontbreken de concerten in de Waterstaatskerk per bezoeker legt u hier ca. 6 euro subsidie bij: een koopje en het belang van dit podium is zowel voor de uitvoerenden als het publiek niet gauw te overschatten Samenvattend kunnen we stellen dat de nota ons zeer teleurstelt. De letters K en T staan voor ons eerder voor Kortzichtig en Teleurstellend dan voor de bedoelde woorden Kunst en Techniek. Als het College zou blijven bij de in de nota weergegeven intenties in relatie tot het voorgestelde budget, dan zou een beschrijving van het voorgenomen beleid als volgt kunnen luiden: De afgelopen jaren was het al schamper gesteld met de bijdrage van de gemeente voor cultuur, gelet op uitgaven dienaangaande door vergelijkbare steden. Ondanks dat het College het belang van cultuur in woorden onderschrijft, wil het daar geen bijpassende daden aan verbinden. Integendeel: in plaats van een noodzakelijk tandje bij te zetten om ten minste gelijke tred te houden met vergelijkbare steden vindt het College het verantwoord dat er nog minder geld naar cultuur gaat dan voorheen. Het ambitieniveau moet derhalve fors naar beneden worden bijgesteld. Hengelo wil geen cultuurrijke stad zijn. In de Volkskrant van 11-11-2013
8. Armonia
Hengelo 13-11-2013
Geachte mevrouw Buis,
Hierbij onze reactie op de cultuurnota.
De beperking van de subsidie voor muziekonderwijs tot een “basisniveau” (B-niveau) is een slecht idee.De muziekschool moet blijven staan voor 8 jarig muziekonderwijs en wel om de volgende redenen: 1. De muziekverenigingen en hun 750 leden zullen er onder lijden, omdat het niveau van de orkesten op termijn sterk naar beneden zal gaan: a. De meeste muziekverenigingen accepteren op dit moment het B-niveau als minimaal ingangsniveau, maar gaan er daarbij wel vanuit dat de kinderen verder les nemen (tot C of D niveau). Het spelen in het verband van een (jeugd-)orkest helpt hen daarbij plezier te hebben in het maken van muziek, zoals een voetballer ook in een team moet spelen om zich te kunnen ontwikkelen en plezier aan zijn sport te houden; b. De instroom van kinderen en jongeren in de verenigingen zal sterk afnemen omdat dit gevraagde vervolgonderwijs tot C- of D-niveau voor veel mensen te duur zal worden. Hierdoor wordt het voor verenigingen nog moeilijker wordt om voldoende leden te houden en hun activiteiten te blijven uitvoeren; 2. De leefgenot in de stad gaat eronder lijden, omdat de kwalitatief goede muziekverenigingen een belangrijke bijdrage leveren aan het verenigingsleven (niet iedereen houdt van voetbal of hockey), de cultuurbelevenis (de vele openbare concerten) en het winkelplezier (op zaterdagen en koopzondagen) in Hengelo. 3. Wij zijn ook bang voor een verdere instorting van het muziekonderwijs in Hengelo. Muziekonderwijs dat zich beperkt tot een "basisniveau" (B-niveau) zal bij voorbaat veel geïnteresseerden afstoten. Als het maken van muziek je wel leuk lijkt, maar als je van tevoren weet dat je, wanneer je de basisbeginselen eenmaal hebt geleerd, het lesgeld niet meer zult kunnen opbrengen, zullen velen er ook niet aan beginnen; We vragen ons verder af of deze voorgestelde vorm van bezuiniging wel zo veel geld opbrengt: het is slechts een beperkt deel, en met name die kinderen die plezier hebben in het muziekmaken, en die hun hobby buiten lesverband ook doorzetten (dus: bij o.a de muziekverenigingen), die lessen nemen tot C of D niveau. En die nu disproportioneel meer moeten gaan betalen en daarmee voor een belangrijk deel het toegang tot de muziekschool wordt ontzegd. Wel denken we dat er andere mogelijkheden zijn, om de voorgenomen 3 ton bezuinigingen te realiseren: a. Door minder lestijd te besteden in ensembles en orkesten aan de muziekschool waarvoor door de deelnemers niet wordt betaald. Deze activiteiten kunnen prima bij de verenigingen worden ondergebracht tegen substantieel lagere kosten; b. Door verhuur van instrumenten via de verenigingen te laten lopen, kunnen kosten voor het behoud van een instrumentenbestand op de muziekschool worden beperkt. c. Goedkopere huisvesting, door combinatie met culturele instellingen als Crea die een belangrijk deel van hun activiteiten op andere momenten van de dag/week organiseren;
d. Verbeteringen van de organisatie van de Muziekschool zelf, door combinatie van bestuur, administratie en beheer met andere instellingen. namens Muziekvereniging Armonia Rick Wasser
9. Filmhuis Filmhuis Hengelo Beursstraat 44 7551 HV Hengelo Gemeente Hengelo Cluster Cultuur Postbus 18 7550 AA Hengelo Hengelo, 11 november 2013 Beste Klaske en Medewerkers Cluster Cultuur, Met interesse hebben wij jullie concept-nota kunst- en cultuurbeleid 2014-2020 gelezen. Filmhuis Hengelo wordt twee keer genoemd, als incidentele (gesubsidieerde) voorziening. Hoewel wij begrijpen dat deze nota ook vooral een verantwoording is voor structurele subsidies aan culturele kern-instellingen in Hengelo, was bij ons toch een kleine teleurstelling te bespeuren over onze vernoeming in deze nota. Al bijna 25 jaar maakt de Filmliga en tegenwoordig Filmhuis Hengelo deel uit van het culturele aanbod in Hengelo. Met een huidig structureel aanbod van 4 avonden in de week en vele samenwerkingen met o.a. Metropool, de Bibliotheek en Crea die de laatste jaren door ons zijn geïnitieerd, maken wij het culturele klimaat van Hengelo zeker rijker. Voor een 100% vrijwilligersorganisatie is dat een ambitieuze missie. Het is dan ook te danken aan het enthousiasme van onze vrijwilligers en een actief bestuur dat wij dit tot op heden weten te realiseren. Het onderscheid kern-voorzieningen en incidentele voorzieningen begrijpen wij vanuit het standpunt van de gemeente, maar voelt in ons geval als een ‘degradatie’ van onze wekelijkse activiteiten. Daarom zouden we jullie willen adviseren om in deze nota ook een waarderende paragraaf te wijden aan dergelijke structurele initiatieven op het gebied van kunst en cultuur in Hengelo. Met vriendelijke groet, Het bestuur van Filmhuis Hengelo, Frank Konings, Bernard Korbeld, Siem Kruse, Anne-Marie Kok, Marjorie Pasman en Annemarie de Regt.
10. Federatie Hengelose Muziekverenigingen ONTVANGEN 1 1 NOV. 2013
J Secretaris: J. ter Borg van Ostadestraat 27 HENGELOSE 7556 EVJ Hengelo TV4UZI EKVEREN\C:\UCitU
[email protected] Gemeente Hengelo t.a.v. College van B&W Postbus 18 7550 AA HENGELO S007135
Hengelo, 9 november 2013
Betreft: Reactie concept-nota "KenT u Hengelo - Kunst (& cultuur) en Techniek in Hengelo" Geacht college, Bij deze wil de Federatie van Hengelose Muziekverenigingen haar reactie geven op de conceptcultuurnota die is verschenen op 16 oktober 2013. Hieronder zijn onze reacties puntsgewijs opgesomd: • De gemeente kiest voor subsidiëring van het basisniveau (tot en met B-diploma). In hoeverre is met de hierdoor verwachte bezuiniging rekening gehouden met het feit dat het aantal A-en B-leeringen op de muziekschool veel groter is dan het aantal C- en Dleerlingen? • Wat zijn de verwachte gevolgen van het wegvallen van subsidie voor C- en D-leerlingen op de breedte van het aanbod (het scala aan instrumenten waar les in kan worden gevolgd)? • De muziekverenigingen in Hengelo staan op een hoog niveau. Daarvoor is het nodig dat leerlingen enerzijds een goed instroomniveau hebben en anderzijds daarna nog kunnen doorgroeien door het volgen van goede en betaalbare lessen. De meeste muziekverenigingen accepteren op dit moment het B-niveau als minimaal ingangsniveau voor hun gevorderdenorkesten, maar gaan er daarbij wel vanuit dat de kinderen verder les nemen (tot C of D niveau). Het spelen in het verband van een (jeugd-)orkest helpt hen daarbij plezier te hebben in het maken van muziek, zoals een voetballer ook in een team moet spelen om zich te kunnen ontwikkelen en plezier aan zijn sport te houden. • Door het beperken van de subsidiëring tot de basis komt de instroom van leden in de muziekverenigingen ernstig in de verdrukking en zullen het niveau en de omvang van de muziekverenigingen gaan dalen. Naast het wegvallen van het instrumentenfonds met ingang van 2013 is het punt van de instroming de tweede grote aderlating voor de Hengelose muziekverenigingen. Wij zijn dan ook van mening dat de gemeente de muziekverenigingen ernstig ondermijnt. Nu nog hebben de bij de Federatie van Hengelose Muziekverenigingen aangesloten verenigingen gezamenlijk zo'n 750 leden. Wij verwachten dat dit aantal snel gaat dalen als de voorgestelde maatregelen daadwerkelijk van kracht worden. O Op welke manier gaat de gemeente de verenigingen hulp bieden om dit te compenseren? O Is het ter compensatie mogelijk om subsidieperiode voor leden van muziekverenigingen te verlengen tot en met het D-diploma?
HENGELOSE 7556 EV\/ Hengelo "M UZI EKVEREK\G\UGEU
[email protected]
Secretaris: J. ter Borg ^ H ^ f \. ^ 'S van Ostadestraat 27
Worden de verenigingen in de gelegenheid gesteld om aan te geven wat hun eisen zijn voor het Bniveau? Dit kan namelijk aanzienlijk verschillen per instrument. Wij zijn bang dat beperking van subsidiëring tot en met het B-niveau zal leiden tot een verdere instorting van het muziekonderwijs in Hengelo. Muziekonderwijs dat zich beperkt tot een basisniveau zal bij voorbaat veel geïnteresseerden afstoten. Als het maken van muziek je wel leuk lijkt, maar als je van tevoren weet dat je, wanneer je de basisbeginselen eenmaal hebt geleerd, het lesgeld niet meer zult kunnen opbrengen, zullen velen er wellicht ook niet aan beginnen. Hoe kijkt de gemeente hier tegenaan? De basissubsidie voor verenigingen blijft in stand. Nergens wordt echter aangegeven wat de verwachtingen zijn voor de hoogte van deze basissubsidie. Leden van muziekverenigingen krijgen korting als zij lessen volgen bij de muziekschool (les volgens het HaFa-tarief). Dit staat (impliciet) vermeld in de overeenkomst tussen de gemeente en de muziekschool. Wat gebeurt er vanaf 2014 met deze korting voor A-/B-leerlingen? En dezelfde vraag voor de ongesubsidieerde C-/D-leerlingen? De subsidie voor A-/B-onderwijs (een periode van ongeveer 5 jaar) wordt uitgekeerd aan de muziekschool. Gezien de huidige situatie van de muziekschool is het niet ondenkbaar dat deze niet lang meer blijft bestaan. O Wat gebeurt er dan met de genoemde subsidie? O Is het mogelijk om een leerlinggebonden budget in te voeren, waarmee de leerling zelf les kan nemen waar hij/zij wil? (Uiteraard dan wel les die voldoet aan zekere nader te bepalen kwaliteitseisen). Is het mogelijk dat indien de leerling dit wenst de periode van 5 jaar in een latere fase wordt gesubsidieerd? Bijv. als de leerling een basisopleiding heeft gevolgd bij een muziekvereniging en vanaf C niveau graag gesubsidieerd les wil nemen aan de muziekschool? Wij zouden graag vermeld zien dat de muziekschool zich vooral richt op leren en minder dan nu het geval is op produceren. Het is immers overduidelijk gebleken dat de muziekschool met de vorming van vele ensembles en orkesten een grote overlap met de muziekverenigingen creëert en daardoor een directe concurrent is van deze verenigingen. Wij zouden om die reden graag vermeld zien dat ensembles en orkesten binnen de muziekschool niet meer gesubsidieerd worden. De muziekverenigingen hebben iedereen of meer jeugdorkesten en daarmee zijn zij voor een groot deel van de instrumenten prima in staat in de samenspelbehoefte op A- en B-niveau te voldoen. Uiteraard geldt datzelfde ook voor C- en D-niveau. Er staat vermeld: "Met de instellingen en verenigingen maken we resultaatafspraken over het beoogde maatschappelijke effect van hun inspanningen waarvoor zij gemeentelijke subsidies ontvangen.". Kunt u meer concreet aangeven wat de muziekverenigingen hier kunnen verwachten? Op diverse plekken in de nota wordt de Waterstaatskerk genoemd. Op dit moment is de status dat deze vanaf 1 januari waarschijnlijk niet meer beschikbaar is voor de in de nota genoemde doelen. Hoe rijmt de gemeente dit met elkaar? Is het mogelijk een expliciete toevoeging te maken van de tijdelijkheid van alle voorstellen? Dit om een opening te houden dat, als het economisch over enkele jaren weer beter gaat, er weer meer geld beschikbaar komt en bijvoorbeeld de subsidieperiode voor muziekles kan worden verlengd. Zoals u kunt lezen, maken de muziekverenigingen zich ernstig zorgen over de gevolgen van het voorgestelde cultuurbeleid. Na het wegvallen van het instrumentenfonds volgt nu een tweede grote klap voor de verenigingen, die onherroepelijk grote gevolgen gaat hebben voor hen. Wij vragen ons af of dat ook echt de bedoeling is van deze cultuurnota. Wij wachten uw antwoord op onze reacties af en verzoeken u tevens onze reacties waar mogelijk mee te nemen bij het maken van de definitieve versie van de cultuurnota. Onze hartelijke dank daarvoor. Met vriendelijke groet, Thijs Tijhaar Voorzitter Federatie van Hengelose Muziekverenigingen Secretaris: J. ter Borg van Ostadestraat 27 7556 EW Hengelo terborg.j@home. nl
11. de Hengelose Koren Koepel (HKK)
Dhr. W. Mulder Burgemeester Jansenplein 1 7551 EC Hengelo Hengelo, 13 november 2013 Betreft: reactie Hengelose Korenkoepel op de concept-cultuurnota KenT u Hengelo Geachte heer Mulder, Medio oktober heeft de Hengelose Korenkoepel (HKK) de concept-nota Kunst- en cultuurbeleid Hengelo ontvangen. De HKK maakt graag gebruik van de mogelijkheid om te reageren, zowel inhoudelijk als tekstueel. Aangezien de ledenvergadering van de HKK op 20-11-2013 is, heeft het bestuur van de HKK de aangesloten koren gevraagd om per mail te reageren. Het HKK-bestuur kreeg meldingen van besturen van verenigingen dat zij de nota lastig vinden om door te nemen en dat de nota ‘ver van hun bed ligt’, zeker voor bestuursleden die niet uit Hengelo komen. Wel merkt het HKK-bestuur dat kunst en cultuur leeft als er gevraagd wordt om ideeën, zoals bij de brainstormbijeenkomst van de WAK op 14 oktober 2013. Voor Hengelose burgers is het van belang om bezig te zijn met kunst en cultuur, in welke vorm dan ook, als amateur of als professional, door te kijken en te luisteren of door b.v. zelf te zingen, te dansen of muziek te maken. Kunst inspireert en zorgt voor verbinding, creativiteit en aantrekkelijkheid van de stad. Kinderen, jongeren en volwassenen ontwikkelen zich door kunst en zijn socialer. Zo helpen zingen en muziek bij de ontwikkeling van het brein. Juist in tijden van bezuinigingen dient de gemeente de (amateur)kunst een belangrijke plek te geven. De samenleving kan niet zonder. Daarbij dient er verbinding te zijn met cultuureducatie en professionele instellingen. De onderdelen van de keten leren, produceren, presenteren en interesseren zijn alle vier van belang voor de amateurkunst. In aanraking komen met kunst prikkelt jong en oud. Amateurkunstbeoefenaars dragen hun passie voor kunst uit en raken daarmee mensen in hun hart. Cultuureducatie is daarbij de basis, zowel voor kinderen, jongeren als volwassenen. Hengelo kan niet zonder kunst en culturele activiteiten binnen onze samenleving. Hieronder de reactie van de Hengelose Koren Koepel per pagina van de cultuurnota: Pagina 2: in de inhoudsopgave lopen de paginanummers vanaf hoofdstuk 4 niet meer synchroon met de paginanummers van de nota. Pagina 3, 2e alinea: de gemeente gaat uit van de zelfwerkzaamheid. Daarvoor zijn veel vrijwilligers nodig. De HKK merkt op dat 4 jaar geleden tijdens een feestelijke bijeenkomst de vrijwilligersverzekering door de gemeente werd gepresenteerd. Nu gaat de gemeente de vrijwilligersverzekering afschaffen. Dit is een verkeerd signaal naar verenigingen die draaien op vrijwilligers.
Pagina 3, 5e alinea: er wordt geschreven dat bezuinigingen landelijk kunnen oplopen tot 40%. Volgens de cijfers die in deze nota staan, geldt dit ook voor de muziekschool. Dit zou dan ook als aanvulling in deze alinea vermeld dienen te worden. Pagina 7, 2e alinea van onderen: er staat dat Hengelo beneden gemiddeld scoort als het gaat om cultureel aanbod. Als festivalstad zijn wij wel koploper in vergelijking met andere steden (in verhouding tot het aantal inwoners). Het Vocaal Festival Amusing Hengelo is niet meer weg te denken. Pagina 8, 2e alinea: samenwerking tussen culturele instellingen onderling en culturele instellingen en amateurkunst zou gestimuleerd dienen te worden. In het vroegere cultuurplatform kwamen amateurkunst en de professionele kunstsector bijeen. Nu is er alleen een WAK-werkgroep waar samengewerkt wordt, maar dat is voor een kleine periode in het jaar. Er was een cultuurscout, maar deze functie bestaat niet meer. Door professionele instellingen te laten samenwerken met amateurverenigingen ontstaan er nieuwe ideeën, verbindingen en projecten. Pagina 11, De creatieve keten; als amateurkunstkoepel zien wij een rol voor de koren weggelegd bij alle schakels. Pagina 13, 3e alinea: de muziekschool zal alleen subsidie ontvangen voor de basisvorming waardoor er mogelijk minder leerlingen doorstromen naar orkesten. De HKK maakt zich zorgen over de kwaliteit en kwantiteit van orkesten die koren kunnen begeleiden. Professionele orkesten zijn alleen door grote en draagkrachtige koren te betalen. Geldt de basisvorming alleen voor kinderen/jongeren of ook voor volwassenen die b.v. op hun 30ste willen beginnen met zang- of muziekles? Pagina 14; De gemeente handhaaft de subsidies voor de amateurkunst. Worden de subsidies jaarlijks geïndexeerd? Het HKK-bestuur merkt op dat buurtcentra hun huren en andere kosten hebben verhoogd waardoor koren hun contributies hebben moeten verhogen. Verder willen we opmerken dat podia als het Rabotheater en het stadhuis behoorlijke tarieven hanteren voor amateurverenigingen. Dit geldt ook voor de huur van materialen. Creatieve oplossingen waarbij koren b.v. zelf de garderobe in het Rabotheater zouden kunnen bemannen met vrijwilligers scheelt voor verenigingen een deel in de kosten van de huur. De gemeente zou het Rabotheater kunnen verzoeken om hierover in gesprek te gaan met de amateurverenigingen. Pagina 15, tabel 1ste rij; toevoegen: BAM-festival, Kunsten op Straat. Pagina 15, tabel 3e rij; toevoegen: Piet Blom-museum. Pagina 15, tabel 4e rij; toevoegen: Hengelo Leest, Groot Driene, de dichter, zijn straat en één gedicht. Pagina 15, tabel 5e rij; toevoegen: Vocaal Festival Amusing Hengelo. Pagina 15, laatste alinea; mogelijkheden i.p.v. mogelijkhede; dus n toevoegen. Pagina 17, laatste alinea; bibliotheek: nieuwbouwopening was in 2006. Pagina 28, eerste alinea; bibliotheek: nieuwbouwopening was in 2006. Pagina 28, laatste alinea; de Waterstaatskerk wordt genoemd als gebouw dat momenteel in gebruik is voor kunst & cultuur. Door het opzeggen van de huur door de muziekschool is er onzekerheid over de toekomst van de Waterstaatskerk als podium- en repetitielocatie. De HKK dringt er bij de gemeente op aan om de Waterstaatskerk te behouden voor de (amateur)kunst.
Pagina 37, 2e alinea van onderen; bibliotheek: nieuwbouwopening was in 2006. Pagina 38, 3e alinea; ook (incidentele) subsidie voor BAM-festival, Kunsten op Straat en Vocaal Festival Amusing Hengelo. Pagina 40; Metropool, Muziekschool (inclusief Kosterswoning en Waterstaatskerk) van tabel wijkwelzijngebouwen naar tabel accommodaties. Pagina 42, 1ste tabel; Het is zeer zorgelijk dat de uitgaven voor cultuur in Hengelo het laagste zijn in vergelijking met andere plaatsen van gelijke grootte. Met vriendelijke groet, Kitty ter Braak Voorzitter Hengelose Korenkoepel J.P. Heyestraat 65 7552 MS Hengelo Cc:
Mevrouw K. Buis, beleidsmedewerker cultuur
12.Podiumkunsten Hengelo
Reactie van Podium Kunsten Hengelo op Concept Kunst en Cultuurbeleid Hengelo ’14-‘20
Aan: Het College van Burgemeester en Wethouders van Hengelo Betreft: Concept Kunst- en Cultuurnota 2014-2020 Hengelo, 11-11-2013 Geacht College,
Hierbij de reactie van belangenorganisatie Podium Kunsten Hengelo op de conceptnota Kunst- en cultuurbeleid met als titel: Kunst (& cultuur) en Techniek in Hengelo. Hopelijk wordt in januari 2014 het nieuwe kunst- en cultuurbeleid in onze stad vastgesteld; na 4 jaren waarin de voorgaande nota stilzwijgend als onderlegger werd gehanteerd voor (nieuw) beleid zijn we met ons allen dringend toe aan bijstelling en mogelijk herformulering van uitgangspunten. Daarnaast beamen wij met u dat de huidige financiële problemen waar alle gemeenten en de rijksoverheid mee te kampen hebben, een reset vereist. De mogelijkheden om ons gunstige kunst- en cultuurklimaat te behouden zijn helaas beperkt; dit uit zich in de grote bezuinigingsvoorstellen voor de grote instellingen maar ook voor de amateurkunsten. Ondanks dat eenzelfde bedrag als voorgaande jaren gereserveerd blijft voor de amateurkunst, zien we dat factoren die direct en/of indirect invloed hebben op de amateurkunst, een negatief effect hebben op alle fases van de amateurkunstbeoefening. Mede door enige terughoudendheid gedurende de afgelopen jaren om (nieuw) beleid en/of resultaten te realiseren, glijden we af naar een plek waar wij niet wensen te zijn. Wij vragen uw aandacht en verwachten dat u kritisch Reactie van Podium Kunsten Hengelo op Concept Kunst en Cultuurbeleid Hengelo ’14-‘20 kijkt naar de inmiddels ontstane situatie en bijstellingen dan wel concrete plannen en resultaten behaald gaan worden op korte termijn. De zgn. creatieve keten is de leidraad en tegelijkertijd de basis voor het verlenen van subsidie aan kunst- en cultuuractiviteiten. Als geen andere tak zien wij de amateurkunst in álle onderdelen van deze keten vertegenwoordigd; graag zouden wij zien dat dit in de definitieve versie wordt aangepast. Diezelfde keten maakt zichtbaar dat er vier onlosmakelijk met elkaar verbonden onderdelen zijn; interesseren, leren, produceren en presenteren. Interesseren: In de opvoeding komen kinderen al van jongs af aan in contact met kunst en cultuur. Dit is te danken aan ouders, scholen en een breed creatief aanbod dat mogelijk (is gemaakt) in Hengelo waarmee het interesseren geborgd is. De amateurkunst zal zeker meer inspanning moeten gaan verrichten om pubers en adolescenten te interesseren. Helaas neemt in deze leeftijdsfases de interesse voor kunst en cultuur, bedreven in de meer traditionele zin, af. Wél zijn er veel creatieve jongeren die op een andere en meer eigentijdse wijze hun interesses uiten. Dit is een landelijke trend én voor Hengelo zeker een aandachtspunt door bijvoorbeeld hier meer op in te haken. Bij de volgende drie stappen in de keten, het leren , het produceren en presenteren, kennen wij al jaren grote knelpunten binnen de amateurkunst en in het bijzonder de podiumkunsten. Deze knelpunten maken dat wij meer en meer aan het ‘overleven’ zijn wat de kwaliteit en kwantiteit negatief kan gaan beïnvloeden. Al vele jaren wordt aandacht gevraagd om de grote knelpunten die er zijn sámen aan te pakken. Met samen bedoelen wij dan mét ónze gemeente; de groepen kunnen dat niet meer alleen, hoezeer dat ook is geprobeerd. De grote knelpunten zijn: - een goede en betaalbare repetitieruimte, - een goede en betaalbare decoropslag Reactie van Podium Kunsten Hengelo op Concept Kunst en Cultuurbeleid Hengelo ’14-‘20 - en bovenal een betaalbaar en geschikte accommodatie om te kunnen presenteren; een soort vestzaktheater voor max. 70 tot 80 stoelen zónder afhankelijkheidsrelatie van bestaande theaters met voor de podiumkunstgroepen onbetaalbare tarieven.
Het liefst dit alles in één gebouw verenigd, een zgn. PKHA (Podium Kunsten Hengelo Accomodatie) In bijlage 1 vindt u de uitwerking van de behoeftes van de groepen. Het leren, produceren en presenteren komt al jaren in de knel en de problemen van de podiumkunstgroepen zijn net zo cyclisch als de creatieve keten alleen wel in een néérgaande lijn; - geen vaste en betaalbare plekken om te repeteren betekent veel onrust en vraagt veel inspanning om continuïteit en vindbaarheid te genereren. - neerstrijken in wijkcentra is inmiddels, vanwege de gestegen prijzen voor huur en consumpties, een onmogelijkheid. Daarnaast zijn amateurkunstgroepen niet perse wijkgebonden. Waar deze relatie in het verleden ontstaan is, wordt deze zeker gekoesterd. - daar waar vaste, duurdere plekken worden gehuurd blijft weinig over om te investeren in produceren en presenteren. - afhankelijkheid van de duurdere voorzieningen als het Rabotheater en het KAMAKtheater (ondanks de amateurtarieven nog te hoog geprijsd) maakt vaker optreden onmogelijk maar is ook ongewenst. Amateurgroepen moeten zichzelf zichtbaar kunnen maken; met gedwongen hoge huren wordt het aantal keren dat zij optreden tot het minimum beperkt en daarmee wordt de basis, nl de creatieve keten, beschadigd. - publiek dat naar podiumkunstgroepen gaat heeft grote voorkeur voor kleinschaligheid en herkenbaarheid. - groepen die optreden moeten geld kunnen verdienen om de hoge kosten van regie, huur, auteursrechten, decor, kleding, pr te kunnen financieren. Gedwongen nering van horecaproducten is vrijwel geen optie om levensvatbaar te blijven. Een PKHA (Podium Kunsten Hengelo Accommodatie) maakt dat groepen samen kunnen investeren en verdienen. Dat de groepen elkaar kunnen ondersteunen om meer publiek, bekendheid en inkomsten te genereren. Reactie van Podium Kunsten Hengelo op Concept Kunst en Cultuurbeleid Hengelo ’14-‘20 Als dat bij ondernemers kan en er een ROZ kan bestaan, waarom dan niet voor de podiumkunstgroepen (zonder miljoenensubsidies)? Gemeenschappelijk beheer versterkt de samenwerking en de resultaten. Veelvuldig verzoek tot samenwerking met bestaande culturele instellingen heeft tot nu toe nog niet tot samenwerking geleid omdat ook zij al jaren zoeken naar een juiste samenwerkings- en bezuinigingsvorm. Podiumkunstgroepen in het amateurveld kunnen en willen daar niet meer op wachten! Een ander geopperd idee is om de gevestigde gesubsidieerde theaters een deel van hun subsidiegelden te laten oormerken voor de amateurkunst; hiermee wordt de drempel verlaagd voor amateurgroepen om gebruik te kunnen maken van de grote podia. De koppeling Kunst en Techniek klinkt aardig en onderbouwt de keuzes die gemaakt zijn in de conceptnota wetende dat binnen deze velden nog gelden te verwerven zijn. Als amateurkunstgroepen gaan wij ervan uit dat wij Trendbestendig en daarmee Trendneutraal kunnen zijn en niet direct mee hoeven te gaan in deze richting om voor ondersteuning in aanmerking te kunnen komen. Daar waar kansen zijn om bovenstaande combinatie te maken, zullen wij niet aarzelen. Wij hopen oprecht als belangenorganisatie Podium Kunsten Hengelo dat er de komende tijd voortgang komt in het realiseren van een stevige basis voor onze creatieve keten. Het zal toch niet zo zijn dat wij ons pas bij een volgende nota ná 2020 kunnen verstevigen als amateurkunstgroepen in onze Hengelose samenleving? Laten we de daadkracht die ons tot een stad met een industrieel verleden heeft gemaakt, voortzetten en de Verenigingsgedachte van dhr. Stork opnieuw tot werkelijkheid laten komen. Respectvol, M.S.Roerink Namens de aangesloten groepen bij belangenorganisatie Podium Kunsten Hengelo Reactie van Podium Kunsten Hengelo op Concept Kunst en Cultuurbeleid Hengelo ’14-‘20
Bijlage 1 Wensen en knelpuntenlijst Podium Kunsten Hengelo Een podiumkunstvoorziening zal moeten voldoen aan een aantal criteria wil er optimaal gebruik van gemaakt kunnen worden en geschikt zijn. - speelvlak geschikt voor diverse vormen van podiumkunst (voorkeur heeft vlakke vloer) maar opbouw van een podium behoort ook tot de mogelijkheden. - minimaal 2 repetitieruimte(s) ter grootte van een klaslokaal ( zo kunnen meerdere groepen tegelijk gebruik maken van de locatie en vindt er als vanzelf samenwerking onderling plaats). - gemeenschappelijke keuken(blok) - sanitair - verwarming - warm- en koud stromend water - twee kleedruimtes- en grimeplek - goede verlichtingsmogelijkheden (krachtstroom) - betaalbaar - voldoende hoogte voor decorstukken - overdag, avonden en weekenden beschikbaar - mogelijkheid tot incidentele ‘verhuur’ dan wel gebruik door derden (bijv. startende creatieve ondernemers) tegen een schappelijk tarief - minimaal 40, maximaal 80 stoelen - begane grond en/of bereikbaar per lift - eigen inkomsten kunnen genereren uit kaartverkoop en bar-omzet (geen gedwongen afname horeca) - grotere onafhankelijkheid in planning, organisatie en budgettering van grote partijen als RABOtheater, Theater KAMAK, Theaterlab (dat onbereikbaar is) - gezamenlijk beheer - aangrenzend en/of inpandig een decor(bouw)ruimte Voor Levenslust in Beckum geldt dat ontwikkelingen rondom het Parochiehuis waar zij spelen en optreden, nog onzeker is. Ook dat verdient aandacht want deze groep is zeer plaatsgebonden. Inspanningsverrichtingen groepen: - afstemming gebruik - afstemming voorstellingen - betaling huur - samenwerking tussen diverse groepen - beheer en onderhoud - inrichten van de voorziening
13. Mevrouw G. Minkjan
Zienswijze Conceptnota Kunst- en cultuurbeleid Hengelo 2014-2020 KenT u Hengelo? Geachte wethouder, geacht College van Burgemeester en Wethouders, geachte politici en ambtenaren. Ik ken Hengelo heel goed. Ik ben er geboren en getogen en woon er nog steeds met veel plezier. Maar ik ben niet gelukkig met de manier van bezuinigen op het bloeiende culturele leven in Hengelo Want Hengelo stond wel degelijk op de kaart met haar 6 culturele poten. Er is in het verleden door de gemeente veel geïnvesteerd, zodat we een imposant theater, een groovy [pop-Jpodium, een blitse bibliotheek, 2 chique musea en een bruisend creatief centrum "binnen onze stadsmuren" hebben. Het is onze inzet om de functies in onze culturele infrastructuur overeind te houden en activiteiten te ondersteunen. Aanpassingen en besparingen zoeken we in huisvesting en organisaties. Ik kan dit [pagina 3) niet rijmen met het daaronder genoemde basisniveau. Daarover later meer. Maar eerst even dit: de huisvestingen zijn enorme investeringen geweest. Hele efficiënte investeringen ook. De gebouwen zijn namelijk ontworpen, verbouwd of gebouwd waar ze voor bedoeld waren. Praktisch en mooi bovendien. Gebouwen waar je als Hengeloër best trots op mag zijn. Lange-termijn-investeringen zijn het ook. Het is raar om ze nu alweer ter discussie te stellen. In de zin van: kruip maar bij elkaar of vestig je maar in een goedkoper pand. WEG lange-termijninvestering. WEG sfeer, WEG praktische mogelijkheden. WEGgegooid belastinggeld. En dit: dat met die organisaties ligt moeilijk. Persoonlijke belangen en/of verstoorde verhoudingen, van de wethouder tot directeuren tot besturen tot stafmedewerkers, gooien in een aantal gevallen flink wat roet in het eten. Die betrokkenen blijken niet het vermogen te bezitten de persoonlijke belangen opzij te zetten en het belang van de eigen organisatie voorop te stellen, en het belang van de culturele sector als geheel al helemaal niet. Dit maakt overleg, samenwerking en/of fusies extra moeilijk. En dan kom ik weer op het basisniveau. Dat niveau is wel erg mager voor een middelgrote stad als Hengelo. Want juist de meerwaarde van bijvoorbeeld een gecertificeerde muziekschool, waar leerlingen naast lessen ook allerlei andere activiteiten kunnen ondernemen, zoals ensembles, projecten, orkesten, bandjes, workshops, happenings, optredens etc. (waar het gebouw van de muziekschool ook uitstekend voor geoutilleerd is) vervalt onmiddellijk wanneer je alles terug wilt brengen naar de basis. Het SAMEN muziek maken voor wie dat wil, het leren in groepsverband te functioneren (ook sociaal gezien), dat is een nog veel grotere leerSCHOOL dan alleen die muzieklessen. De Hengelose muziekschool stond in Nederland aan de top. Ik hoorde de wethouder laatst voor radio Hengelo zeggen dat hij zijn muzieklessen best wel zelf kan betalen als hij graag muziek wil blijven maken. Dus dat die subsidie boven het basisniveau wel weg kan. Realiseert hij zich wel dat niet iedereen het zo breed heeft als hij? Mijn ouders hadden het niet breed. Voor de piano van mijn zus moest een lening afgesloten worden. Mijn ouders vonden muzieklessen voor ons zo belangrijk dat zij zichzelf veel ontzegd hebben. Elk dubbeltje moest omgedraaid worden. Later kwamen daar ook nog modeltekenen, zeefdrukken en etsen, olieverf-schilderen, beeldhouwen en handwerklessen (achterelkaar, niet tegelijkertijd) bij Scheppenden Handen (nti CREA) bij. Daarom vind ik ook dat andere sociale aspect van CREA en van de muziekschool belangrijk.. Goede, vakkundige lessen op creatief gebied en muzieklessen moeten ook financieel gezien bereikbaar blijven voor elk kind. Dat is sociaal. Niet alleen voor de eerste tijd zoals in het geval van de muziekschool maar ook, juist voor daarna. Een aantal politici blijven hardnekkig roepen dat de muziekschool elitair is. Nee, dat is niet zo. De muziekschool wordt nu elitair GEMAAKT. Wat heeft een kind er straks aan dat het na een paar jaar niet verder kan met muziekles, juist wanneer het steeds leuker wordt, omdat je het steeds beter onder de knie krijgt. Niet ieder kind heeft een wethouder als vader. Niet elke leerling is of wordt wethouder. Maar ook los durven laten, meer vertrouwen op de samenleving in al zijn geledingen. We zien onvermoede krachten en creativiteit vrijkomen, nieuwe combinaties en samenwerking. Om met Milton Friedman te spreken: never waste a good crisis! Mooie woorden, op pagina 5, maar niet realistisch. Het heeft er nu meer van weg dat een aantal gesprekspartners er met elkaar en met de wethouder helemaal niet meer uitkomen, omdat er een beleid gevoerd wordt wat onbetrouwbaar en grillig is.
Daarvoor is veel creativiteit en innovatie nodig, ook om te voorkomen dat we nu zaken afbreken waar we later spijt van krijgen. Ook dit (eveneens op pagina 5) is een gepasseerd station. De afbraak is al begonnen en lijkt niet meer terug te draaien. Ik heb het al gehad over de huisvesting (afgezien van het Rabotheater en Metropool staat alle huisvesting dus blijkbaar ter discussie), maar ook bestaande verhoudingen zijn ondertussen flink verziekt, mede door een verwarring scheppend beleid. De gemeente blijft tot taak houden voorwaarden te scheppen om kunst en cultuur in de samenleving mogelijk te maken. Voor de mensen met genoeg geld inderdaad (ook pagina 5), maar niet voor burgers die het niet zo breed (meer) hebben. Cultuur is een voorziening geworden, die ook waarde heeft als vestigingsfactor en waarde heeft voor de ontwikkeling van het vastgoed in de stad in het algemeen en aanleiding geeft om trots te zijn op onze stad. Onze missie richt zich op behoud en versterking daarvan. Pagina 7. Geen behoud en versterking maar een "botte-bijl-beleid" en verzwakking. Wij willen zorg dragen voor een kwalitatief sterke, duurzame en diverse culturele infrastructuur. Eveneens pagina 7. Dat gebeurt nu juist niet. De sector is reeds verzwakt, niet alleen door de crisis maar ook door het beleid. De infrastructuur wordt uitgekleed en onherstelbare schade toegebracht. Wij willen het cultureel bewustzijn van de inwoners van Hengelo stimuleren, zodat zij weten wat hun stad aan kunst en cultuur te bieden heeft, daar in geschoold kunnen worden en er volop aan kunnen deelnemen. Nog steeds pagina 7. Volop? Cultuur wordt weer iets voor de welgestelden. De culturele identiteit is niet alleen van belang voor de inwoners zelf, maar ook voor het aantrekken van toeristen en van nieuwe, hoogopgeleide en creatieve inwoners. Deze stimuleren de lokale economie en werkgelegenheid. Iets verderop op pagina 7. Met wat er in Hengelo overblijft nadat alle bezuinigingen zijn doorgevoerd trekje geen toeristen, nieuwe, hoogopgeleide en creatieve inwoners. Die komen echt niet naar een stad met een uitgeklede muziekschool; een schim van wat het eerst was: namelijk een van de beste muziekscholen van heel Nederland. Van de 50 grootste gemeenten van Nederland presteert Hengelo hierin anno 2012 desondanks beneden het gemiddelde.3 Zowel qua cultureel aanbod, podiumkunsten, theatervoorstellingen als klassieke en popconcerten scoren we onder het gemiddelde. Behalve de muziekschool dus. Die liep als een trein, is onlangs gecertificeerd en scoorde zelfs landelijk gezien heel erg goed. En die krijgt nu juist de grootste klap. In mijn ogen is het een desastreuze zet om de muziekschool als enige voor de 300,000 Euro extra bezuinigingen op te laten draaien. 1 op de 5 werkenden in onze stad behoort tot de creatieve klassee Pagina 8. Als de wethouder zijn zin krijgt zorgt hij ervoor dat een groot deel van deze werkenden hun baan verliest of met een behoorlijke en gevaarlijke inkomensdaling (de hypotheek niet meer op kunnen brengen, van de WW in de bijstand) te maken krijgt. Dat leidt uiteindelijk weer tot uitgaven voor de gemeente in de zin van uitkeringen. Dit zijn wat dat betreft geen verstandige bezuinigingen. Ondanks de initiatieven van de afgelopen jaren om de creatieve klasse een impuls te geven, zoals bij Metropool en de Creatieve Fabriek, liggen er voor onze stad nog veel uitdagingen. Iets verderop op pagina 8. De initiatieven om deze creatieve klasse een impuls te geven heeft met Metropool wel goed gewerkt maar met de Creatieve Fabriek niet. Is daar wel een onafhankelijk marktonderzoek aan vooraf gegaan? Er komen er alleen maar meer tot ZZP-er gedwongen creatieven bij, die ook geen kans hebben het in de Creatieve Fabriek of waar dan ook in Hengelo te gaan maken. We willen voorkomen, dat dit 'culturele huis' vanwege de bezuinigingen als een kaartenhuis inzakt. Daarom willen we de organisaties en spelers sterk en toekomstbestendig maken. De Muziekschool wordt nu als organisatie en als speler vleugellam gemaakt door de 300,000 Euro aan bezuinigingen alleen te moeten dragen. Dit is in tegenspraak met eerder gemaakte afspraken.
De financiële ondersteuning vanuit de gemeente zou volgens het panel gemiddeld met een kwart kunnen worden verlaagd. Pagina 10. Met name de Muziekschool en de bibliotheek scoorden volgens mij heel goed als het gaat om financiële ondersteuning van de gemeente. Ik was erbij toen de resultaten gepresenteerd werden. Ik vind dat, als je zo'n (dure) enquête uitschrijft, je ook naar de resultaten moet handelen. De creatieve keten kent de volgende schakels: - leren - produceren - presenteren - interesseren Pagina 11. Ik begrijp deze indeling niet goed, vind het onlogisch en geforceerd, te abstract en te ver afgedwaald van "educatie, podia, kunst en musea". Leren en presenteren staan centraal in de (financiële) ondersteuning vanuit de gemeente. Pagina 12. Dat zou je nu niet meer zeggen nu alleen nog maar het leren aan de basis is overgebleven, je houdt niet midden in een leerproces op in het (basis- en voortgezet) onderwijs, waarom dan wel op muziekONDERWIjS aan de muziekschool? Er werken gediplomeerde docenten aan de muziekschool. Dat mag best nog wel eens benadrukt worden. Dat zijn mensen met een HBO-opleiding en een aantal ervan hebben zelfs ook naast "docerend musicus" nog voor "uitvoerend musicus" gestudeerd. Waarmee ik wil zeggen dat de kwaliteit van het muziekonderwijs aan de muziekschool hoog is, vooral als het moeilijker wordt na diploma A en B. Juist voor C en D moet je daarom bij de muziekschool zijn. En dat moet niet elitair worden. Wij richten ons primair op de binnenschoolse cultuureducatie en op de basisjaren van het naschoolse cursorisch aanbod, omdat daarmee de basis voor de kunst- en cultuurbeleving van onze inwoners wordt gelegd. Pagina 13. Het lijkt me moeilijk zo niet onmogelijk om d.m.v. binnenschoolse cultuureducatie die kwaliteit te bieden die je binnen de muren van het huidige gebouw van de muziekschool hebt. Een enorm instrumentarium, een studio, een eigen podium (de Waterstaatskerk) etc. Via cultuureducatie stromen veel jongeren door naar de vele amateurverenigingen die onze stad rijk is. Ook daarom is het van belang de basisvorming cultuur op peil te houden. Pagina 13. Verenigingen houden hun hart vast en zijn bang dat als alleen diploma A en B nog maar gesubsidieerd worden de kwaliteit van de verenigingen enorm achteruit zal hollen. En de ledenaantallen ook. Met de instellingen en verenigingen maken we resultaatafspraken over het beoogde maatschappelijke effect van hun inspanningen waarvoor zij gemeentelijke subsidies ontvangen. Hoe zij de resultaten bereiken, bepalen ze zelf. Pagina 17. Dat klopt niet. Het lijkt er nu meer op dat de wethouder dat bepaalt. 4. Het muziekonderwijs kan deels gedecentraliseerd worden aangeboden, gebruik makend van scholen, wijk- en buurtcentra, het Rabotheater, Metropool. Pagina 30. Dat wordt toch ook heel erg duur? Dan zou je toch op elke school drumstellen, piano's etc. moeten hebben? Je kunt toch niet van de docenten verwachten dat ze die zelf van locatie naar locatie gaan sjouwen? Ik zie op pagina 40 de Muziekschool als Wijkwelzijnsgebouw staan. Dat klopt volgens mij niet. Die moet toch onder Accomodaties vallen? Culturele (kern)voorzieningen • •De aanwezigheid van bibliotheken, het Rabotheater en de muziekschool (in deze volgorde) wordt het belangrijkst gevonden. DDDe financiële ondersteuning van bibliotheken en de muziekschool wordt het belangrijkst gevonden. Pagina 54. Ik zie dit niet terugvertaald in het beleid. De muziekschool krijgt nu juist de volle laag van de bezuinigingen van 300.000 Euro. Zoals ik al eerder aangegeven heb: als je voor veel geld een onderzoek laat uitschrijven, houd je dan ook aan de resultaten. Kort nog even mijn belangrijkste conclusies: - Het beleid is oneerlijk (vooral naar de muziekschool toe) - Het beleid is onduidelijk en niet consistent - Het beleid brengt vooral de muziekschool onomkeerbare schade toe - Het beleid leidt ertoe dat met name het muziekschoolonderwijs na de basis elitair wordt - Het beleid leidt tot kapitaalvernietiging als het om huisvesting gaat
- Het beleid is niet goed doordacht omdat de gevolgen ervan blijkbaar nog niet goed doorgerekend zijn - Het beleid houdt geen rekening met de uitslagen van de enquête als het om de muziekschool gaat Met vriendelijke groet, Gerda Minkjan
14. Familie Roos
Geachte college ( wethouder W.Mulder,) In het dagblad Tubantia hebben wij gelezen dat de muziekschool weg moet uit de huidige locatie omdat er een tekort is ontstaan door het dichtdraaien van de subsidie kraan,waardoor er een tekort zal ontstaan van ca 400 000 euro. Wij hebben een van de beste muziekscholen van Nederland,daar moet toch voor gevochten worden om het bestaansrecht. Tijdens de uitvoeringen waren de burgemeester en enkele notabelen aanwezig en zaten vooraan,het was duidelijk zichtbaar dat zij net als vele anderen zaten zij ook te genieten van de prachtige en hoogstaande prestaties. Laat de gemeente toch alles uit de kast halen om het voortbestaan van de muziekschool in zijn huidige vorm te garanderen. Verder het verkopen van het FBK stadion waar elk jaar een evenement plaatsvindt wat zijn weerga niet kent. Waar is de gemeente toch mee bezig om het beetje cultuur en recreatie wat we hebben ons af te nemen. Er worden duizenden euro's besteed aan z.g.kunstwerken,dat kan alleen maar als er genoeg geld is. Maar dat is er helaas niet meer,regeren in de politiek is vooruit zien en lange termijn planningen hanteren. Had de gemeente hun toekomstvisie beter toegepast dan waren de reakties van de ingezetenen minder geweest. Wij vinden de handelswijze van de gemeente vreselijk. Wij hopen dat de gemeente op vele genomen maatregels terug komt. In afwachting van een positieve reaktie tekenen wij. Met vriendelijke groeten, G.Roos en E.Roos-Markus
15. De heer Rob Bloemendaal
Geacht college, Bij de conceptnota Kunst- en Cultuurbeleid heb ik het volgende op te merken. Op pagina 17 van de conceptnota besteedt u aandacht aan de Code Cultural governance: "De code beschrijft de eisen die aan directie en bestuur van instellingen worden gesteld, wil er sprake zijn van professioneel management (...). Cultural governance staat voor: goed bestuur, adequaat toezicht en transparante verantwoording. Hoe meer wij aan de culturele sector overlaten, hoe meer wij moeten kunnen vertrouwen op hun professionaliteit. Dat vraagt wat van de competenties van de directies en besturen. En eveneens adequate competenties bij onszelf als gemeente." Volgens u hanteert u sinds 2007 deze code in uw relatie met de instellingen. Dat mag misschien zo zijn waar het gaat om de culturele kernvoorzieningen. Dat is zeker niet zo in het geval van een aanvullende culturele instelling als stichting Ateliers '93, waar 12 jaar geleden wanbetalers grote invloed kregen op het bestuur. Sindsdien is er geen sprake geweest van goed bestuur, adequaat toezicht en/of transparante verantwoording. Professioneel management was ver te zoeken. Uiteindelijk leidde dat tot de liquidatie van stichting Ateliers '93. Vanaf 2007 heb ik meermaals onbehoorlijk bestuur en het overtreden van regels door bestuurders van deze stichting aangekaart bij de gemeente, ook in 2013. Dat heeft er slechts toe geleid dat de vorige wethouder van Cultuur dhr. Ter Ellen in 2008 de toezegging deed dat hij de bestuurders van Ateliers '93 voor zou houden dat zij integer dienden te handelen en de wet- en regelgeving dienden na te leven. Dat heeft geen resultaat opgeleverd: de ex-bestuurders die de organisatie hebben geliquideerd logen binnen een jaar tegenover het Handelsregister over de duur van hun bestuurslidmaatschap. Een medewerker van het register noemde dat fraude. In een gesprek met wethouder Mulder op 6 november jl. gaf hij aan dat Ateliers '93 slechts getoetst werd op de vraag of aan de voorwaarden voor subsidieverlening is voldaan. Is er iemand tewerkgesteld, zijn er ateliers verhuurd, hebben er activiteiten plaatsgevonden, zoja, dan is er aan de voorwaarden voldaan. De gemeente stelt bij Ateliers '93 geen voorwaarden aan goed bestuur. Dat de ex-bestuurders gelogen hebben tegenover het Handelsregister en de eigen organisatie zomaar hebben opgeheven is geen reden voor hem om niet met hen om de tafel te gaan om te spreken over financiële steun aan een door hen nieuw op te richten organisatie. Mijn conclusie is dat uw stelling dat de Code Cultural governance sinds 2007 door u gehanteerd wordt in uw relatie met de instellingen niet houdbaar is in de vorm zoals die op pagina 17 neergezet wordt. Ik verzoek u hierbij om de passage aan te passen en te beperken tot de kernvoorzieningen. Dat is van belang, omdat de tekst in de huidige vorm verwachtingen bij burgers wekt die de gemeente niet kan of wil waarmaken. De gemeente dient ten opzichte van haar burgers klare taal te spreken. Al was het maar om misverstanden, die tot nodeloze kostenverhogingen leiden, te voorkomen. Natuurlijk zou het de voorkeur genieten om ook bij een aanvullende kunstinstelling als Ateliers '93 in te zetten op goed bestuur, maar helaas blijkt dat voor de gemeente te hoog gegrepen. In het voorwoord steekt wethouder Mulder al te zeer de loftrompet over de creatieve klasse, die "als zo vaak" zich het eerst bewust zou zijn van de ingrijpende transitie naar een duurzame samenleving. In kleinschalige verbanden staan ze, zo stelt de wethouder, "wars van glitter en glamour", voor elkaar klaar. Mijn ervaring in Hengelo is dat te veel leden van de creatieve klasse zich hebben gedragen als 18^ eeuwse regenten, die de indruk wekten dat zij een gruwelijke hekel hebben aan de vrijheid van meningsuiting, terwijl we inmiddels toch echt in de 21^ eeuw zijn beland. Met vriendelijke groet, Rob Bloemendaal
16. Beeldend kunstenaar Henk Lassche, mede namens Guusje Beverdam Kunst en cultuurbeleid Hengelo 2014-2020, visie van Henk Lassche Voorwoord. KenT u Hengelo. Jazeker ken ik Hengelo. Ik worstel mij al veertig jaar door het leven met olieverf in een atelier in deze stad. Daamaast voel ik me hengeloër en heb als zodanig de behoefte om mee te denken aan de leefbaarheid van deze stad en dan vooral op mijn eigen terrein, de schilderkunst.Politiek en het spel daar om heen zijn mij vreemd. Wat ik te bieden heb is een goede kijk op de schilderkunst vanaf begin vorige eeuw.De laatste twintig jaar organiseerde ik vele tentoonstellingen over Hengelose schilders, maakte catalogi en boeken over dit onderwerp op vrijwillige en onbezoldigde basis. Ook begeleidde ik jarenlang pasafgestudeerden van de kunstacademie om ze voorlopig in deze stad te houden in het project Heartfiind. Mijn bedoeling is om te laten zien dat Hengelo een schildersstad is en om de inwoners van deze stad maar ook die van daarbuiten hiermee kennis te laten maken. Ikzelf en met mij velen hebben deze kennismaking en dat kijkgenot kunnen beleven in de kleine kunstzaal die tussen 1955 en 1988 was gevestigd in een zijvleugel van de schouwburg. Daar werden prachtige tentoonstellingen gehouden van kunstenaars uit deze regio, maar ook van hen die landelijk en internationaal hun sporen hadden verdiend. Een hoogtepunt was de expositie "Gestalten" in 1961 met schilderijen vano.a. Kandinsky, Paul Klee, Miro en Pollock. Door deze tentoonstellingen in het hart van de stad konden velen genieten van kunst met en grote K. Ook kinderen en schoolklassen waren regelmatige bezoekers. Na de sluiting en de verhuizing naar het Dikkerscomplex, ver buiten het centrum, ging het bergafwaarts wat betreft het bezoekersaantal. Langzaamaan werd het een elitair gebeuren, waar meestal dezelfde mensen kwamen. Ook de verhuizing naar de prachtige locatie in de creatieve fabriek bracht de bloei van de kleine zaal in het centrum niet terug. De directeur van Akkuh was onkundig wat betreft beeldende kunst en liet het tentoonstellingsbeleid over aan een medewerker. Deze exposities stonden ver af van de gemiddelde kijker. Het werd een elitaire, dure gelegenheid voor een handjevol mensen. Begrijpelijk dat zoiets vragen oproept bij bestuurders van Hengelo. Echter de beslissing om de stekker er volledig uit te trekken is onverstandig,ongenuanceerd en te rigoureus. In het voorwoord van de concept nota schrijft wethouder Wieger Mulder twee belangrijke opmerkingen. 1. De cultuur van onze stad zit in ons DNA. 2. Landelijk kan de bezuiniging op kunst en cultuur wel oplopen tot 40 %. Als ik dit laatste vertaal naar de Hengelose situatie lijkt mij een korting van ruim 85% voor professionele kunst veel en onacceptabel. Daar kun je niet mee verder. Als daamaast ook nog de kunsteducatie wordt weggenomen en ondergebracht bij een amateurorganisatie en ik uit de krant verneem dat onze wethouder de kunstuitleen onder wil brengen bij de bibliotheek is dat een reden voor actie. Ik wil graag mijn visie geven omdat ik geloof in een goed professioneel kunstklimaat in onze stad. Daamaast proef ik in de conceptnota ook ambitie in deze richting. Kunstenaars in Hengelo Er zijn kunstenaars in allerlei soorten, maten en niveaus, die door de buitenstaander vaak op één hoop worden gegooid. Ook bij de gemeente Hengelo vallen ze onder één noemer en er staan er ruim honderd ingeschreven. Persoonlijk vind ik dat veel en het is me dan ook niet duidelijk wat het criterium is. De meeste kunstenaars in Hengelo opereren alleen in hun eigen stad, maar een aantal zijn ook nationaal en internationaal bezig. Over het algemeen hebben kunstenaars in Hengelo een kunstacademie doorlopen en zich om deze opleiding te kunnen doorlopen, in de studieschuld gestoken. Zo'n schuld bedraagt al gauw 15.000,- euro. De bedoeling is deze terug te betalen, zodra hij of zij zich heeft gevestigd als kunstenaar, in dit geval Hengelo. Nu verloopt deze intocht in onze stad niet eenvoudig. Dat komt mede doordat ons stadsbestuur en onze inwoners niet zo goed weten hoe ze met deze groep om moeten gaan. De kleine groep die regelmatig de publiciteit haalt door luidruchtigheid en het terras bij het Lambooijhuis kunnen een verwarrend beeld vormen.
Ook de beren op de markt waar dan ook nog eens een bedrag bij wordt genoemd van 450.000 euro,is een fout signaal. De stille werkers, en dat is denk ik de grootste groep, hoor je niet en zie je niet. Er is in ons land dus ook in Hengelo een heel systeem van mensen die een goed salaris hebben dankzij het feit dat er professionele kunstenaars bestaan. Staatssecretarissen,Gedeputeerden, Wethouders, Cultureel ambtenaren. Kunstopleidingen, Kunstbemiddelaars en ga zo nog even door. Het wrange is, dat aan de onderkant van deze omgekeerde pyramide, de kunstenaar bungelt en worstelt om financieel en artistiek het hoofd boven water te kunnen houden. De één poetst of heeft een bijbaantje en weer een ander heeft een partner met een baan. Allen hebben ze moeite om de extra kosten van atelierhuur en materialen bij elkaar te kurmen schrapen. Kortom het is een zwaar beroep met ook als aantoonbaar gegeven dat als er landelijke subsidies zijn te verdelen, dit voornamelijk in het westen plaats vindt. Kunstenaars buiten de randstad hebben het extra moeilijk. Ktinstzaal/Kunstcentrum Sinds 1948 heeft Hengelo een kunstzaal dankzij mevrouw B.Stork Damen. Een echt goede locatie voor een kunstzaal ontstaat in 1955, in een zijvleugel van de schouwburg. Behalve de hoofdingang was er een tussendeur welke naar de schouwburgzaal leidde, zodat bezoekers van de schouwburg in de pauze kennis konden nemen van goede beeldende kunst. Deze kleine z£ial, prachtig gelegen in het centrum, trok veel bezoekers en schoolkinderen. Er was een hoogwaardig tentoonstellingsbeleid gedurende de 33 jaar dat deze zaal heeft bestaan, voor ieder wat wils, van klassiek tot modem. De verhuizing naar het Dikkerscomplex in 1988 was een foute keuze. Door deze locatie ver buiten het centrum liep het bezoekersaantal hard achteruit. De meeste hengeloërs wisten niet eens dat we nog een kunstzaal hadden in onze stad. Ook de verhuizing naar het terrein van de Creatieve fabriek bracht geen geluk. Ondanks de prachtige ruimte, waar menig stad jaloers op was, kwam het daar ook niet tot bloei. De kunstuitleen functioneerde prima, maar de keuze van de tentoonstellingen was over het algemeen slecht. Het bestuur van Akkuh had zich voorgenomen zich niet met de inhoudelijke kant te bemoeien. De directeur was onbekwaam wat betreft zijn kennis over beeldende kunst en liet het tentoonstellingsbeleid over aan een medewerker. Deze laatste had een vrij eenzijdige kijk op kunst waardoor er een grote afstand ontstond tussen Akkuh en het gemiddelde kunstpubliek. Akkuh werd een locatie voor een handjevol mensen en dat is niet de bedoeling van een kunstzaal. Zoals eerder gemeld voel ik voor de terugkeer van een kleine, maar kwalitatief hoogwaardige kunstzaal in het centrum van onze stad, met een goede in en uitloopfunctie, midden tussen de burgers. Een plek waar goede professionele tentoonstellingen kunnen worden gehouden, maar waar tevens de kunstuitleen is ondergebracht en een locatie is voor lezingen en educatieve tentoonstellingen. Een cultureel middelpunt die ook als basis kan dienen voor kunstactiviteiten in de stad. Het plan voor Molenstraat 16 heb ik op 10 december 2012 gepresenteerd bij de eerste inspraakavond in Metropool en daarna op 15 januari 2013 officieel ingebracht en mondeling toegelicht, mede namens Heartpool bij de commissie sociaal. Heartpool kan en wil functioneren als organiserende partij. Daamaast hebben zich nog andere partijen gemeld waaronder de Rabobank, die mee vallen denken over de mogelijkheden. Hierover heeft de gemeente Hengelo in april 2013 een brief ontvangen van de direkteur de heer Maarten Vonk. De gemeentelijke kunstcollectie. In de cultuurnota staat het volgende: "De commissie beeldende kunst gaat zich richten op de gemeentelijke kunstcollectie. Er is al gestart met het opschonen van deze collectie met als doel een goede en samenhangende collectie in te dikken. Veel werken met name uit de contraprestatieregeling zijn niet geschikt om deel uit te maken van deze collectie." Mag ik de gemeente Hengelo er op wijzen dat bijna alle kunstwerken uit deze collectie afkomstig zijn van de contraprestatieregeling/beeldendekunstenaars regeling.
Dus ook de schilderijen van o.a TheoWolvecamp, Jan van der Leest en Henk ter Horst. Simpel gezegd was het een uitkeringsregeling,waar in tegenstelling tot bij andere hengelose inwoners die een uitkering kregen, kunstenaars kunstwerken moesten inleveren. Dat betekent dat de gemeente op zeer goedkope wijze kunstwerken in haar bezit heeft gekregen, die ze nu de kunstcollectie Hengelo noemen. Dit zal nooit een samenhangende collectie worden, maar is wel de moeite om waardig te worden behandeld. Opschonen, zoals in de nota staat is een wat een ongelukkige uitdrukking en dient zeer zorgvuldig te gebeuren. Daarbij kurmen heel gemakkelijk verkeerde keuzes worden gemaakt. Het is heel verleidelijk om op naamsbekendheid of populariteit af te gaan. Ook is de collectie niet meer compleet, omdat er werken uit zijn verdwenen die nu op plekken hangen waar ze niet horen. Als opschonen betekent, onderverdelen in niveaus of wegwerken, zou ik het proces per direct stopzetten. Het zou een goede ontwikkeling zijn om met een aantal bekwame mensen de collectie eens door te lopen.Laten we eens te kijken hoe we de inwoners van Hengelo kennis kunnen laten maken met deze collectie, waar zij ook medeeigenaar van zijn. Ik zie hierin geen taak weggelegd voor de commissie beeldende kunst. De Commissie Beeldende Kunst In de 35 jaar dat ik werkzaam ben al professioneel kunstenaar, heb ik deze commissie nooit gezien of gevoeld. Ik weet dat ze soms beslissen over kunst die in de stad wordt geplaatst of over aankopen, toen daar nog een budget voor was. De leden zijn meestal van buiten onze stad en voor de vorm zit er een Hengelose kunstenaar in. Omdat men bij de gemeente Hengelo onkundig is op het gebied van professionele kunst denkt men in de commisie beeldende kunst een apparaat te hebben voor deskundig advies. Ikzelf heb hier twijfels over, want hebben ze ook geen rol gespeeld bij de beren op de markt? Ik zou willen pleiten voor het afschaffen van de commissie beeldende kunst. Het geld en de energie kan denk ik beter besteed worden aan een andere constructie, bv Een onafhankelijk orgaan van een aantal mensen met een hart voor Hengelo en een liefde voor goede beeldende kunst. De Stichfing AG en Bureautje Voorwaarts De sfichfing AG is een stichting van een klein aantal Hengelose beeldende kunstenaars die af en toe actief zijn in Hengelo. Ook Bureautje Voorwaarts is het laatste jaar bezig met activiteiten in onze stad. Op zich prima inifiatieven, alleen zijn het plaatselijke inifiatieven en werkt in Hengelo versnippering in de hand. Het bestuur en inwoners van de stad kunnen de indruk krijgen dat we een bloeiend kunstleven hebben, maar er is meer om te laten zien dan alleen Hengelose kunstenaars. Van AG weet ik dat ze 5000,- subsidie krijgen, van Bureautje Voorwaarts is mij dat niet bekend. Het zou beter zijn om krachten te bundelen en ons te richten op een centrale plek in het centmm, de nieuwe kunstzaal, van waamit deze kunstenaars ook kunnen opereren. Het subsidiegeld zou daarbij ingebracht kunnen worden in de te realiseren kunstzaal. Heartpool Heartpool is een kunstorganisatie met enkele tientallen leden,die per jaar een financiële bijdrage leveren. Zij organiseren het Heartfund voor jonge kunstenaars en de Wolvecampprijs. Inmiddels is dit laatste een landelijk bekend evenement geworden. Heartpool is in staat om het organisatorische gedeelte van de kunstzaal op zich te nemen en dat willen ze ook wel, mits de gemeente een goede partner is. Het Lambooijhuis. Voor mij is het Lambooijhuis het atelier van Theo Wolvecamp en dat houd ik graag zo in herinnering. Niet lang na het overlijden van Wolvecamp werd er een kunstenaarssociëteit/expositie ruimte in gevestigd. De gemeente stelde 10000,- euro per jaar beschikbaar en doet dat nog steeds. Niet lang na de start verscheen er een grote bar in de mimte. Wat een laagdrempelige locafie had moeten worden op een mooie plek in Hengelo, werd een soort kroeg. Ook heb ik begrepen dat er inmiddels een brouwerij achter zit en er een aardige omzet wordt
gedraaid. De laatste jaren is er buiten een terras ontstaan waar op droge dagen lieden met flesjes bier aan de mond zich proberen te vermaken. Het treurige van deze vertoning is, dat het medebepalend is voor het beeld wat inwoners van Hengelo van kunstenaars hebben. Ik heb de indruk dat er ook niet veel kunstenaars meer komen. Kunstenaarssociëteit. Ik heb het voorrecht gehad om een goed contact te hebben met verschillende schilders die een grote naam hebben/hadden in Nederland, België, Duitsland en Turkije. Geen van allen was lid van een kunstenaarssociëteit, omdat ze wilden werken en daar geen tijd voor hadden. Een kunstenaarssociëteit is een wat romantische gedachte van iets wat honderd jaar geleden bestond. Een bekende sociëteit is Arti et Amicitia in Amsterdam. Daar kwamen ooit bekende schilders af en toe bij elkaar maar daar moest je lid van zijn om binnen te kurmen komen. Het bestaat nog wel maar heeft een ander karakter gekregen. Een kunstenaarssociëteit in Hengelo werkt niet en kan leiden tot het bij elkaar hangen van kunstenaars of zg. kunstenaars. Kijk naar het Lambooijhuis. Hebben kunstenaars de behoefte om elkaar te treffen en een glas te drinken, dan zijn er in Hengelo legio mogelijkheden te bedenken. Commerciële "kunst" Een fenomeen van de laatste tientallen jaren is de z.g commerciële kunst. De inspiratiebron is vaak hetgeen in Ootmarsum te zien is. Iedereen kan schilderen, het niveau maakt niet uit, als het maar verkocht wordt. Ook in Hengelo zie je dit verschijnsel en ik kan me voorstellen dat het stadsbestuur met een scheef oog kijkt naar de vele mensen die het stadje in oost Twente trekt. Aan de Uitslagweg bevinden zich een aantal ateliers waar broodschilders per dag tientallen acrylschilderijen maken. Deze gaan de markt op via o.a. van der Deen meubelen, bij elk barikstel een gratis kunstwerk cadeau. Nog niet zo lang geleden hing er in het centrum van Hengelo een aantal etalages vol met gekleurde koeiekoppen van het bedrijf Leuke Kunst. Zo kan ik nog even door gaan. Ook zie je dat soort produkten verschijnen op z.g. kunstmarkten als de Tuindorpmarkt en Kunstmarkt Hasseler Es. Waarom besteed ik hier aandacht aan? Omdat deze mensen met hun produkten zorgen voor verwarring en onduidelijkheid betreffende professionele beeldende kunst. Het woord kunst en kunstenaar vertroebelt. Niet zelden hebben deze mensen les gehad bij Crea. Daarom is het zo belangrijk dat er een duidelijke scheiding komt tussen professionele kunst en de "rest" Crea voorheen Scheppende handen. Crea is een amateur instituut waar mensen als hobby o.a kunnen leren schilderen boetseren en dansen. Velen beleven er plezier aan. Het kan inspireren,is een fijne vrijetijdsbesteding en draagt bij aan leefbaarheid, welzijn en gezondheid. Amateur kunst(al is het woord wat ongelukkig gekozen) komt voort uit professionele kunst. We zien dan ook, als ik bij het schilderen mag blijven,dat op dit soort instituten allerlei schilders uit verleden en heden worden nageschilderd. Het nadoen van iets of iemand met succes. Als ik de Hengelose situatie bekijk was er tot voor kort een strikte scheiding tussen het creatieviteitscentrum en het kunstcentrum. Zelfs toen ze buren werden in het Dikkerscomplex. Natuurlijk kwamen de cursisten van Crea regelmatig om de hoek kijken bij de professionele kunst. Nu de stekker eind 2012 uit het kunstcentrum is getrokken, is er een vreemde situatie ontstaan. De gemeente heeft de kunsteducatie ondergebracht bij de amateurorganisatie Crea. Dat is onverstandig want daar hoort het niet. Het was altijd onderdeel van het kunstcentrum zelfs tot het laatste moment bij Akkuh. Bijzonder in het verhaal is, dat deze beslissing al is genomen in november 2011 door een motie van de PvdA, ver voordat Akkuh haar deuren sloot. Het was ook ver voordat de gemeente Hengelo de kunstenaars uitnodigde om mee te denken over het te voeren beleid in deze moeilijke tijd.
Conclusie Terugkijkend naar het afgelopen jaar, is het me duidelijk dat het stadsbestuur, en ook de betreffende afdelingen van cultuur, geen idee hebben hoe om te gaan met goede professionele kunst en het belang daarvan. Wil dit stadsbestuur echt een goed kunstklimaat waarmee het zich kan profileren, of vindt men het prima om een slaapwijk van Enschede te worden? Uitgaande van het meest verstandige, dus gebmik maken van de kwaliteit en de mogelijkheden die we als stad hebben, wil ik graag de volgende adviezen geven. -Maak gebruik van gepassioneerde inwoners die hierover meer kennis bezitten en werk daarmee samen. -Geef openheid betreffende te nemen beslissingen. Het is ongepast om eerst advies te vragen en daarna in stilte onverstandige beslissingen te nemen. -Hengelo onderscheidt zich omdat het een goede schilderstraditie heeft. Maak daar gebmik van. -Een paar voorbeelden: -Theo Wolvecamp 1925 -1992, geboren in Hengelo, waar hij het grootste deel van zijn leven woonde en werkte. Hij was medeoprichter van de experimentele groep samen met Appel, Corneille, Constant en Rooskens. Deze groep ging november 1948 over in de intemafionaal bekende Cobragroep. Wolvecamp exposeerde over de hele wereld. Er is veel materiaal in onze stad, maar onzichtbaar. -Henk Lamm, 1908-1957, de sfille schilder die als enige hengeloër twee keer in het Stedelijk Museum Amsterdam heeft geëxposeerd. -Henk ter Horst, 1917- 1994, de schilder die schilderde op gratis materiaal wat als reclame materiaal door zijn brievenbus kwam. Hij exposeerde in museum Boymans van Beuningen in Rotterdam waar ook werk werd aangekocht. -De eerste Twentse moderne kunstbeweging ' De Nieuwe Groep' had hun eerste tentoonstelling in Hengelo eind veertiger jaren. -Joop Plasmeijer heeft als naieve schilder wereldwijd een grote naam. -Twee jaar geleden kreeg de jonge hengeloër van het Heartfiind Omar Koubaa de koninklijke prijs voor de schilderkunst van koningin Beatrix. Dan is er nog het verhaal over de wereldberoemde schilder Piet Mondriaan. Hengelo speelde een belangrijke rol in zijn ontwikkeling. Hij was bevriend met de uit Hengelo afkomstige schilder Hulshoff Pol. Samen schilderden ze rond 1907 een winter en een deel van de zomer in de boerderij van Hulhoff Pol sr., op de plek waar nu de wijk Veldwijk zuid ligt. De zg Twentse periode van Mondriaan bestaat uit zo'n 50 tekeningen en schilderijen. Een groot deel hiervan is gemaakt in onze stad. Twee beroemde schilderijen 'Bos bij Oele'en "De rode Wolk" zijn hiervan een voorbeeld. Bos bij Oele is niet in Oele maar in Veldwijk geschilderd. Mondriaan was een schilder die een prachtige en begrijpelijke ontwikkeling doormaakte van klassiek Haagse School tot abstract. Een ideaal voorbeeld voor de leek om moderne kunst begrijpelijk te maken. -De belangrijkste slap die nu gezet moet worden, is een kunstzaal in het centrum van onze stad. Als er geen professioneel podium is. kun je niets tonen. Het plan hiervoor is bekend. Op 10 december 2012 presenteerde ik het in Metropool en op 15 januari 2013 officieel bij de commissie sociaal. Dat deed ik namens de stichting Heartpool. omdat zij willen mee doen en daar ook de capaciteit voor hebben. Het moet een hoogwaardige tentoonstellingsruimte worden waar klassieke en hedendaagse kunst te zien is, met ook aandacht voor goede plaatselijke kunstenaars. Het gaat hierbij om alle kunstdiciplines. -Om dit plan te kunnen realiseren moet er van de 400.000 euro die altijd beschikbaar was voor professionele kunst en nu volledig is weggestreept, ruim 100.000 euro beschikbaar worden gesteld door de gemeente Hengelo. Daarmee levert de professionele kunst 75% in en dat is veel b.v ten opzichte van de amateurorganisatie Crea. -De kunstuitleen moet bij het te vormen kunstcentrum blijven, omdat deze inkomsten hard nodig zijn. -Kunsteducatie moet terug naar de professionele kunst en weg van Crea. -Geen bezuinigingen op ateliervoorzieningen in de stad zoals SWWK en ateliers 93. -Stoppen met de susidie voor het Lambooijhuis. Dit bedrag naar het kunstcentrum. -Per direct stoppen met het "opschonen" van de gemeentelijke collectie.
Ik wens alle bestuurders wederom veel wijsheid toe in hun beslissing. Vriendelijke groet, Henk Lassche Dit advies wordt mede onderschreven door Guusje Beverdam Een afschrift van deze brief is gezonden aan de gemeenteraad en alle politieke partijen in Hengelo. De stichting Heartpool, Maarten Vonk direkteur Rabobank Centraal Twente en dagblad Tubantia.
17. Commissie Beeldende Kunst Aan: de Gemeenteraad van Hengelo Datum: 9 juli 2013 Betreft: zorgen kunstklimaat Gemeente Hengelo
S003441
Geachte Gemeenteraad, Als Adviescommissie Beeldende Kunst hebben wij onder andere de opdracht, gevraagd, dan wel ongevraagd, U advies te geven op het gebied van de beeldende kunst in de Gemeente Hengelo. In dit geval dus een ongevraagd advies. Wij beseffen al te goed hoe moeilijk het is om in de huidige crisissituatie de nodige ingrijpende bezuinigingen door te moeten voeren. Wij zijn doordrongen van de noodzaak voor deze bezuinigingen. In de afgelopen periode heeft ook de kunstcommissie, met lood in de schoenen, advies gegeven met betrekking tot de zware bezuinigingen op kunst en cultuur, die o.a. tot gevolg hadden dat Akkuh nu is opgeheven. Het kon niet anders. Het resultaat is wel dat in het totale spectrum van de cultuur, de beeldende kunst in verhouding tot de andere gebieden een veel grotere klap heeft opgelopen. Deze enorme verschraling is niet alleen slecht voor de kunstenaars en het kunstklimaat, maar heeft gevolgen in de volle breedte van de samenleving. Hengelo is minder beschaafd geworden. Met deze brief willen wij te kennen geven dat met de huidige beschikbare middelen er geen volwaardig, geen Hengelo waardig, beleid op het gebied van de beeldende kunst is te realiseren. Wij adviseren U dan ook om in de nabije toekomst in ieder geval niet nog meer te bezuinigen op het gebied van de beeldende kunst en zo gauw de situatie dat weer enigszins toelaat het budget terug te brengen op een acceptabel peil. Het wordt nooit meer zoals het was en dat is maar goed ook. De perikelen rond Akkuh hebben ons geleerd dat de besteding van de beschikbare gelden in de afgelopen periode niet bepaald effectief waren. Dat kan beter en als kunstcommissie willen wij in de toekomst graag meewerken aan een verstandig kunstbeleid van de Gemeente Hengelo. Met vriendelijke groeten, namens de gehele commissie. Pieter Baan Müller voorzitter adviescommissie Beeldende Kunst Hengelo
Inspraak notitie I.
Participatie
Inleiding De Kunst- en cultuurvisie Hengelo 2014-2020 is tot stand gekomen in een tweejarig proces van participatie met de kunst- en cultuursector in onze stad en met onze inwoners. Het proces is beïnvloed door bezuinigingen, die aan de sector zijn opgelegd. Niet alleen de nationale en provinciale ondersteuning is sterk afgenomen, vooral ook de gemeentelijke subsidiëring heeft een grote veer moeten laten. De sector is meer op zichzelf aangewezen en heeft zich moeten hervinden en herpakken. We hebben vooral goed geluisterd en de reacties, suggesties en ideeën zo veel mogelijk in de nota verwerkt. Wij zien dat de kunst- en cultuursector steeds meer vanuit haar eigen kracht zaken oppakt er realiseert. Graag willen we dan ook alle dank en bewondering hierover uitspreken. Start 2011 Eind 2011 is er gestart met een notitie en begin 2012 zijn veel gesprekken gevoerd. Door omstandigheden is het traject gestagneerd. Halverwege 2012 heeft besluitvorming er toe geleid dat er een apart participatie traject is opgezet rondom de beeldende kunst. Vervolg 2012-2013 In november 2012 kreeg het traject een nieuwe dimensie door de motie van de Raad, waarin de culturele kerninstellingen werd gevraagd met een eigen plan en visie te komen. In 2013 heeft het participatietraject nog een verdere invulling gekregen door een trefpunt en een raadpleging via Hengelo Panel, wat er toe heeft geleid dat er in juni een conceptnotitie kon worden gepresenteerd aan de commissie ter toetsing. In juli 2013 kwam ook het plan van de culturele kerninstellingen beschikbaar. Hierop is in een aparte notitie gereageerd en uiteindelijk is in oktober een conceptnota vastgesteld door het college die ter inspraak is gelegd en waarop tot vrijdag 15 november kon worden gereageerd. Het belangrijkste doel van de participatie in het proces naar een nieuwe kunst- en cultuurvisie is het waarborgen van de kwaliteit van ons kunst- en cultuurbeleid. Dit betekent, dat de participatie primair plaatsvindt via (advies)commissies, culturele instellingen en belangenorganisaties, omdat zij goed geïnformeerd zijn over de ontwikkelingen in de sector. Door het gehele participatietraject hebben gewijzigde omstandigheden door bijvoorbeeld bezuinigingen een grote rol gespeeld. Hierdoor moesten er fundamentele keuzes gemaakt worden. Dat heeft de onderlinge verhoudingen meer dan voorheen op scherp gezet en heeft een grote invloed gehad op het proces. Chronologische volgorde november 2011 20 december 2011 januari 2012heden 25 januari 2012 26 januari 2012 26 januari 2012 1 februari 2012 2 februari 2012 8 februari maart-oktober 2012 mei 2012
Raadsvergadering waarin onder andere nieuwe bezuiniging op cultuur Startnotitie “Naar een nieuwe kunst- en cultuurvisie’ door B&W vastgesteld Veelheid aan bilaterale contacten tussen gemeente (bestuurlijk en ambtelijk) en kunst- & cultuursector Gesprek wethouder met werkgroep Collectie Hengelo Gesprek wethouder met koepels van amateurverenigingen over startnotitie kunst- en cultuurvisie Bijeenkomst over startnotitie met beeldende kunstenaars Bijeenkomst met amateurkunstverenigingen over startnotitie kunsten cultuurvisie Bespreking startnotitie in commissie Beeldende Kunst Bespreking commissie sociaal Startnotitie Geen voortgang wegens capaciteitsprobleem bij gemeente Besluit bezuiniging AkkuH
bijlagen 1A
1B 1C 1D 1E 1F zie 1A
7 november 2012 november 2012maart 2013 10 december 2012 4 februari 2013 6 februari 2013 25 februari 2013 februari/maart 2013 12 maart 2013 20 maart 2013 26 maart 2013 maart 2013-juli 2013 26 april 2013 april-mei 2013 25 juni 2013 2 juli 2013 5 juli 2013 augustus 2013september 2013 12 september 2013 14/15 oktober 2013
Bestuurlijke besluitvorming: 15 oktober 2013 15 oktober 2013 november 2013december 2013 17 december 2013 8 januari 2014 21 januari 2014
Motie “Samenwerking culturele instellingen” door gemeenteraad aangenomen en volgende ronde bezuinigingen waaronder op cultuur Onderlinge gesprekken besturen van culturele instellingen over een gezamenlijke toekomstvisie Bijeenkomst alle Hengelose beeldende kunstenaars in Metropool over toekomst beeldende kunst. Opkomst: ca. 80 personen Uitwerking ideeën en voorstellen beeldende kunst in kerngroep uit hun midden, begeleid door gemeente Inhoudelijke bespreking BO in raadscommissie Sociaal Presentatie en bespreking ideeën en voorstellen beeldende kunst aan beeldende kunstenaars. Opkomst (bij Metropool): ca. 30 personen Internetpeiling over kunst & cultuur onder leden HengeloPanel Bespreking BO in commissie Beeldende Kunst Trefpunt, met vier deelsessies, plenaire discussie en twittermogelijkheid Workshop toekomst beeldende kunst met kerngroep, begeleid door gemeente Opstellen Toekomstvisie culturele instellingen o.l.v. een onafhankelijke kwartiermaker (BMC), door instellingen zelf Commissie Beeldende Kunst: bespreking van hun positie en rol Consultatie sector over resp. conceptteksten Kunst- en cultuurvisie Informerende bespreking van de concept nota in de commissie sociaal Raadsvergadering met opnieuw besluit over bezuinigingen op cultuur Culturele instellingen overhandigen hun Toekomstvisie aan de wethouder Diverse ambtelijke oriënterende gesprekken met de culturele kerninstelling over hun toekomstplan Presentatie plan culturele instelling aan de raadsleden
1G
1H 1I 1J 1K 1L 1M 1N
1O
Informerende gesprekken wethouder met bestuur Rabotheater, bestuur Muziekschool, bestuur Crea, telefonisch met bestuur/directeur Metropool, bestuur/directeur Heim, bestuur/directeur Bibliotheek, bestuur/directeur Historisch Museum over het besluit in het college over de concept cultuurnota Concept-nota Kunst- en cultuurvisie door B&W vrijgegeven voor inspraak (tot 15 november 2013) Vaststellen reactienotitie op het plan van de culturele kerninstellingen Verwerking inspraakreacties Vaststelling nota Kunst- en cultuurvisie door B&W nota Kunst- en cultuurvisie aangeboden aan gemeenteraad Bespreking nota Kunst- en cultuurvisie in raadscommissie Sociaal Bespreking nota Kunst- en cultuurvisie in gemeenteraad
In bijlage 1 bij deze inspraak notitie zijn de hiervoor benoemde stukken terug te vinden.
1P
Doelgroepen We hebben gesteld dat de participatie in het proces naar een nieuwe kunst- en cultuurvisie primair plaatsvindt via (advies)commissies, culturele instellingen en belangenorganisaties. Daarnaast willen nog een aantal doelgroepen bij het proces betrekken, zoals beeldend kunstenaars. Hieronder volgt een overzicht van de verschillende doelgroepen. In deze inspraaknotitie zullen we de inspraakreacties via de hieronder geschetste overzicht rubriceren en bespreken. 1. adviescommissies en werkgroepen 2. structureel gesubsidieerde culturele instellingen a. culturele kernvoorzieningen b. aanvullende culturele voorzieningen c. amateurkunstverenigingen 3. incidenteel gesubsidieerde culturele instellingen 4. belangenorganisaties 5. andere belanghebbenden a. beeldend kunstenaars, creatieve ondernemers en in kunst en cultuur geïnteresseerde inwoners b. intern c. overige partners 6. andere overheden
II.
Inspraakreacties op de concept cultuurnota
1. Adviescommissies en werkgroepen Er is een inspraak reactie binnen gekomen van de commissie beeldende kunst. Gezien de impact van de bezuiniging zullen we hierover in apart onderdeel aandacht besteden. 2. Structureel gesubsidieerde culturele instellingen a. Culturele kernvoorzieningen Zoals hiervoor geschetst hebben de culturele kernvoorzieningen een plan opgesteld met daarin hun visie op de toekomst voor de kunst- en cultuursector. Hierop is door het college apart gereageerd via een reactienotitie in oktober 2013. Daarin komt het college tot de conclusie dat er veel goede onderdelen zitten in dit plan, die daarop ook overgenomen zijn in de concept nota. Er is eigenlijk maar 1 onderdeel vanuit die nota niet overgenomen en dat is de fusie tussen muziekschool en Rabotheater. Op de concept-cultuurnota is door volgende instellingen gereageerd: Muziekschool Crea Metropool Rabotheater Bibliotheek De algemene lijn is dat de instellingen zich kunnen vinden in de cultuurnota. Het is jammer dat er twee trajecten naast elkaar hebben gelopen, maar ze zien een groot gedeelte van hun input terug. De Muziekschool onderschrijft de verandering, die ze als organisatie moeten maken, maar vragen tijd en ruimte om met een goed onderbouwd plan te komen. Deze ruimte geven we graag omdat we inzien dat ze als organisatie met een grote opgave zitten. We zullen het aankomend jaar in nauw contact blijven om de voortgang te bewaken. Dit is nu ook zo overgenomen in de cultuurnota. Het Rabotheater heeft grote moeite met het niet doorgaan van de fusie met de muziekschool. Door de grote opgave binnen het gehele culturele veld hebben we deze fusie afgewezen. Samenwerking tussen de instellingen kan en mag natuurlijk altijd en als deze beide instellingen een weg vinden om dit te verwezenlijken zullen wij dit ondersteunen. De reactie van het Rabotheater heeft ons niet doen besluiten een ander standpunt in te nemen rond de culturele kerninstellingen in Hengelo. Mede doordat de andere instellingen de nota onderschrijven en de muziekschool zelf tijd en ruimte heeft gevraagd om met een eigen onderbouwd plan te komen. ‘* Buiten de formele inspraakperiode en vlak voor de bespreking in b&w op 17 december jl. heeft het Rabotheater het plan SMS over samengaan met de muziekschool aangereikt. In onze aanbiedingsbrief van de nota aan de gemeenteraad gaan we hier nader op in.
b. Aanvullende culturele voorzieningen HeArtpool HeArtpool heeft een plan ingediend. Dit zullen we samen met de reactie van de commissie beeldende kunst in hoofdstuk III bespreken. Stichting Kamermuziek Hengelo De afgelopen jaren hebben we helaas een groot bedrag moeten bezuinigen op de cultuurbegroting. Dit doet inderdaad niets af aan het feit dat er in Hengelo inderdaad grootse prestaties verricht met een relatief laag budget. In de door het college vastgestelde reactienotitie is duidelijk aangegeven welke onderdelen er zijn overgenomen uit het rapport van de culturele kerninstellingen. De waterstaatskerk zien wij als gemeente ook als een belangrijk podium. In overleg met de muziekschool heeft de gemeente ruimte gegeven tot halverwege 2014 om te kijken of en hoe dit podium te behouden is voor Hengelo. c. Amateurkunstverenigingen Armonia Wij zullen de ideeën en mogelijkheden die u als vereniging schets doorgeleiden naar de Muziekschool. Zoals hiervoor verwoord zal de Muziekschool in 2014 snel met een eigen plan komen
hoe de organisatie eruit moet komen te zien en hoe de bezuiniging gerealiseerd moet worden. Wij zullen hen ook vragen dit plan in overleg met de muziekverenigingen op te stellen.
3. Incidenteel gesubsidieerde instellingen Filmhuis Hengelo De gemeente heeft alle waardering voor de prestaties en positie van het Filmhuis in Hengelo. Het is zeker niet degraderend bedoeld dat we het Filmhuis onder een incidentele voorziening hebben geplaatst. Dit heeft alleen betrekking op de subsidierelatie. Het Filmhuis krijgt namelijk geen structurele subsidie. De bewoording in de matrix is hier dan ook op aangepast. 4. Belangenorganisaties Federatie Hengelose Muziekverenigingen Hengelose Koren Koepel Deze beide belangenorganisaties maken zich zorgen over de toekomst van het muziekonderwijs in Hengelo, zoals ook Armonia heeft verwoord. In de reactie op de conceptnota van de muziekschool is te lezen dat ze een plan maken voor toekomstbestendige muziekeducatie binnen Hengelo. Wij zullen hun vragen om de input van de belangenorganisaties daar zoveel mogelijk bij te betrekken. Podium Kunsten Hengelo Wij erkennen en weten dat er al jaren een gebrek is aan goede huisvesting voor amateurtheatergroepen in Hengelo. Dit geldt niet alleen voor deze groepen, maar ook voor andere amateurverenigingen. In onze nota bij het onderdeel huisvesting geven we aan we een opgave hebben om de amateurverenigingen zoveel mogelijk vanuit hun eigen kracht te ondersteunen bij het vinden van ruimte binnen de gemeentelijke accommodaties, wel of niet in samenwerking met gesubsidieerde instellingen. Wij zullen hierbij uw wensen en knelpuntenlijst betrekken. 5. Andere belanghebbenden Inwoners Gerda Minkjan en familie Roos Als betrokken inwoners van Hengelo hebben mevrouw Gerda Minkjan en de familie Roos hun zorgen uitgesproken over de toekomst van het muziekonderwijs in Hengelo. Zoals eerder aangegeven in deze reactie geven we de muziekschool de ruimte om zelf met een plan te komen over de toekomst van hun organisatie. De zorgen van mevrouw Minkjan worden gedeeld door de muziekvereniging Armonia en de belangenorganisaties. Deze laatste zijn een gesprekspartner voor de muziekschool bij hun plannen. Beeldend kunstenaars Henk Lassche mede namens Guusje Beverdam en Rob Bloemendaal De inspraakreactie van de heer Rob Bloemendaal richt zich niet zozeer tegen de concept cultuurnota als wel op een specifieke instelling binnen het cultuurbeleid. Zijn bezwaren hierover zijn meerdere keren, verspreid over groot aantal jaren, aangehoord en besproken, ambtelijk en bestuurlijk. Wij zullen er hier dan ook niet verder op ingaan. De reactie van de beeldend kunstenaars Henk Lassche en Guusje Beverdam zullen in het aparte onderdeel worden meegenomen. 6. andere overheden
Er zijn geen reacties binnengekomen vanuit andere overheden. De tekstuele en redactionele reacties zijn aangepast binnen de concept cultuurnota. U kunt de inspraakreacties terug vinden in bijlage 2 bij deze inspraak notitie.
III
Beeldende kunst
Zoals u hiervoor in het chronologisch overzicht kunt zien is er eind 2012, begin 2013 een apart participatie traject gelopen rondom de beeldende kunst. Er is veel input opgehaald en in de bijlage opgenomen. Algemeen wordt er voor gekozen dat men graag weer een plek (in de binnenstad) zou willen hebben waar tentoonstellingen gehouden konden worden. Echter werd door velen wel opgemerkt dat je op dit moment zou moeten kiezen wat je wilt met het nog beschikbare geld. Het geld stoppen in activiteiten kreeg daarbij de overhand. Een locatie realiseren zou dan moeten ontstaan door fondsen en particulier initiatief, door het gebruiken van leegstaande en beschikbare ruimten. De programmaraad Hierop aansluitend is er in de conceptnota cultuur voor gekozen de commissie beeldende kunst de rol van programmaraad te laten vervullen. Deze keuze was ook ingegeven om na de bezuiniging op stichting AkkuH, niet opnieuw een andere stichting of vereniging verantwoordelijk te maken voor het programmeren. Er is op zoek gegaan naar een vorm waarbij zoveel mogelijk beeldend kunstenaars gehoor zou kunnen vinden voor haar plannen en ideeën. De programmaraad moet een raad worden van wisselende samenstelling, die zorgt voor een uitdagende programmering van beeldende kunstactiviteiten. Deze programmering wordt gebaseerd op de aanvragen die elke beeldend kunstenaar, stichting of vereniging jaarlijks kan doen. Hieronder de conceptnotitie van de adviescommissie beeldende kunst. Deze conceptnotitie is bedoeld als voorbereiding op de instelling van de beoogde programmaraad beeldende kunst van de Gemeente Hengelo Als adviescommissie beeldende kunst (AcBK) hebben we de afgelopen tijd gesproken over onze toekomst als programmaraad. Daarbij zijn de volgende punten de revue gepasseerd: a b c d e f g h
De te volgen procedure: Hengelose kunstenaars en initiatieven worden jaarlijks en bijtijds op de hoogte gesteld van de mogelijkheid om plannen in te dienen. Van te voren wordt er geen thema vastgesteld, naar aanleiding van de ingediende plannen zou zich wel een thema kunnen aandienen. Die plannen moeten voor 1 oktober c.q. 1 november ingeleverd zijn. De programmaraad kijkt of er uit deze plannen een samenhangend programma is samen te stellen voor het komend jaar. Is dit niet het geval, dan kan de programmaraad een gastcurator aanstellen die met een opdracht (thema) een tentoonstelling of evenement organiseert. Het is niet de bedoeling dat de programmaraad zelf dingen gaat organiseren. Initiatieven uit de Hengelose kunstwereld hebben de voorkeur boven het aanstellen van een curator, de programmaraad wil nadrukkelijk deze initiatieven, de energie uit de eigen stad, stimuleren. Als totaalbeeld ziet de commissie een programma waarin meerdere relatief kleine initiatieven worden gerealiseerd en daarnaast een relatief grote (tweejaarlijkse) tentoonstelling / manifestatie waarbij impact, zichtbaarheid en kwaliteit voorop moeten staan. De programmaraad kan als kader voor de “grote manifestatie” meegeven dat er een combinatie van nationaal bekende kunstenaars gemaakt moet worden met Hengelose kunstenaars, de z.g. “sandwich formule”. Dit is stimulerend en goed voor de opbouw van het CV van Hengelose kunstenaars.
De AcBK denkt dat de programmaraad ondanks het relatief lage budget van 50.000, - euro per jaar een acceptabel programma op het gebied van de beeldende kunst kan realiseren.
Stichting HeArtpool De inspraakreacties op de concept cultuurnota zijn van de heer Henk Lassche en stichting HeArtpool. Daarnaast heeft de raad een motie aangenomen om een onderzoek te doen naar het plan van HeArtpool. De inspraakreactie van de heer Lassche sluit voor een groot gedeelte over de programmering van beeldende kunst aan bij het plan van HeArtpool. Graag zien zij beide een plek in de binnenstad waar de programmering kan plaatsvinden. HeArtpool wil dit realiseren door de middelen van fondsen, de Rabobank en de gemeente met elkaar te verbinden en een nieuwe stichting HeArtGallery op te richten. Hieronder treft u dan ook het plan van HeArtpool aan.
Stichting Heartpool stelt voor om een aparte stichting op te zetten (HeartGallery). Deze wordt verantwoordelijk voor door Heartpool geïnitieerde projecten op het terrein van hedendaagse beeldende kunst. Een locatie in de binnenstad van Hengelo. Daarnaast wil de stichting een eigen kunstuitleen starten. Het programma Met het nog jaarlijkse beschikbare gemeentelijk budget voor beeldende kunst, een bijdrage vanuit de stichting Heartpool, een bijdrage uit de private sector en aangevuld met bijdragen van culturele fondsen denkt Heartpool de volgende activiteiten te kunnen realiseren: • jaarlijks minimaal een tentoonstelling van nationale allure • 4 tentoonstellingen met een of meer lokale professionele kunstenaars • een project op locatie met ruimtelijk werk van lokale- regionale of internationale kunstenaars • een project met een verbinding naar een andere kunstdiscipline • Een kunstuitleen voor particulieren en bedrijfsleven • Een educatieprogramma bij de georganiseerde projecten De stichting Heartpool realiseert zich dat dit niet alleen door vrijwilligers gedragen kan worden en zal voor de ondersteuning van het programma gebruik maken van professionele krachten. Heartpool wil daarvoor binnen haar stichting een projectbureau opzetten dat verantwoordelijk wordt voor de organisatie van de projecten. Het projectbureau wordt bemand door een parttime professionele kracht die gebruik kan maken van de vrijwilligers uit het ledenbestand van Heartpool. Daarnaast wil het projectbureau een beroep doen op inzet van lokale kunstenaars. De kunstuitleen Heartpool is van mening dat de kunstuitleen een belangrijke schakel is tussen kunstenaars en kunstliefhebber. De verantwoordelijkheid voor deze service aan het Hengelose publiek en bedrijfsleven wil zij ook op nemen. Het projectbureau zal ook hiervoor verantwoordelijk worden. Het heeft de voorkeur dat de bestaande collectie van de kunstuitleen in langdurig bruikleen wordt gegeven aan de stichting Heartpool. Deze collectie kan eventueel worden aangevuld met werk uit de gemeentelijke collectie en mogelijk de hedendaagse kunstcollecties van het Historisch museum. De collectie zal in een door HeartGallery beheert depot worden onder gebracht. Kunstbemiddeling en -verkoop HeartGallery gaat een intermediaire rol vervullen bij de verkoop van werken van kunstenaars aan particulieren en bedrijven. Daarnaast denkt de stichting door de centrumlocatie ook een winkelfunctie te kunnen vervullen waarin gebruiksvoorwerpen en gadgets gemaakt en ontworpen door kunstenaars en ontwerpers worden aangeboden. Kwaliteit waarborgen Heartpool is van mening dat een stad van de omvang van Hengelo een kwalitatief kunstaanbod moet kunnen blijven bieden. Met minder middelen, een bijdrage uit de private sector en inzet van actieve burgers en kunstenaars is zij van mening deze kwaliteit te kunnen waarborgen. De financiën komen van Rabobank, HeArtpool, fondsen en exploiteren van een kunstuitleen, naast de gemeentelijke middelen t.b.v. HeArtpool 12.500, -, Biënnale 12.500, -, Beeldende Kunst 50.000, - en de middelen voor depotruimte 25.000, -
Conclusie Het geactualiseerde plan van Stichting HeArtpool hebben wij eind november ontvangen. Graag willen wij met deze stichting in gesprek over haar plan om de haalbaarheid in kaart te brengen. Daarnaast willen we graag meer uitwerking geven aan de notitie over de programmaraad. Op deze wijze kan er een goede afweging plaatsvinden voor de keuze van een scenario. Daarom volstaan wij nu in de nota met het schetsen van deze beide scenario’s en dat de uitwerking begin 2014 zal plaatsvinden. Deze uitwerking zullen we dan apart ter besluitvorming voorleggen aan de Raad.
Bijlagen: 1 Chronologische volgorde participatie 2 Inspraakreacties op de concept cultuur nota
RAADSBESLUIT ZAAKNUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
1009139
Scholtens, Astrid
SAM-MO
PORT. HOUDER
ONDERWERP
Leerplichtverslag en RMC rapportage 2013-2013
DE RAAD VAN DE GEMEENTE HENGELO BESLUIT:
Het Leerplicht/RMC verslag schooljaar 2012-2013 vast te stellen.
PUBLIEKSVRIENDELIJKE SAMENVATTING
Jaarlijks moet de raad het leerplichtverslag vast stellen. In het verslag wordt aangegeven hoeveel schoolverzuim er het afgelopen schooljaar was en wat daar aan gedaan is door Bureau Leerlingzaken. Het afgelopen schooljaar was er meer verzuim dan het voorgaande schooljaar. De leerplichtambtenaren gaan in gesprek met een leerling die verzuimt van school. Het doel is om de leerling zo snel mogelijk weer naar school te krijgen. Daarnaast wordt verslag gedaan van de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie voor voortijdige schoolverlaters (vsv-ers). Een vsv-er is een leerling die nog geen startkwalificatie heeft en de school verlaat. Een startkwalificatie is een diploma van havo, vwo of mbo2. Als leerlingen een startkwalificatie hebben, maken ze een betere kans om werk te vinden. Daarom wil de overheid graag dat leerlingen op school blijven tot dat zij een startkwalificatie hebben gehaald. Als zij eerder stoppen met de opleiding, moeten zij gemeld worden bij het RMC (Regionaal meld- en coördinatiepunt). Trajectbegeleiders gaan dan met de leerling in gesprek en begeleiden ze weer naar een opleiding of een baan. Het afgelopen schooljaar waren er minder voortijdig schoolverlaters dan het voorgaande schooljaar. DE GEMEENTERAAD VAN HENGELO,
De griffier
DATUM
De voorzitter
RAADSADVIES ZAAKNUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
1009139
Scholtens, Astrid
SAM-MO
PORT. HOUDER
ONDERWERP
Leerplichtverslag en RMC rapportage 2012-2013
PROGRAMMA/FACET-AGENDA
02 - Zorg voor de mens
AANLEIDING, DOEL EN WAT GING ER AAN VOORAF
Jaarlijks dient de gemeenteraad het verslag over de handhaving van de leerplichtwet vast te stellen (art. 25 van de Leerplichtwet). Het Bureau Leerlingzaken van de gemeente Hengelo werkt voor de uitvoering van de Leerplicht ook voor de gemeente Borne. Dit jaar ligt er voor de tweede keer één verslag over de handhaving van de Leerplicht met de gegevens van beide gemeenten. Daarnaast zijn ook de regionale gegevens van de subregio Hengelo (gemeenten Hengelo, Borne en Hof van Twente) opgenomen inzake de uitvoering van de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten. INHOUD VAN HET VOORSTEL
De doelstelling van de Leerplichtwet is om ieder kind in Nederland de garantie te geven op het recht op onderwijs, opdat iedere jongere goed wordt voorbereid op het functioneren in de samenleving. Het toezicht op de naleving van de Leerplichtwet is opgedragen aan het college van B en W. Het college mandateert deze taak aan de leerplichtambtenaar. De leerplichtambtenaar, die belast is met het toezicht op de naleving van de Leerplichtwet 1969, heeft tot taak hulp te verlenen aan jongeren, ouders/verzorgers en scholen indien de jongere door (dreigend) schoolverzuim in zijn ontwikkeling wordt belemmerd en wanneer er sprake is van problematisch gedrag. Verzuimen op school, spijbelen of regelmatig ziek of te laat zijn, vormen vaak een eerste indicatie dat jongeren dreigen uit te vallen op school. Veel jongeren zonder een diploma zijn ooit begonnen als spijbelaar. Het voorkomen en bestrijden van verzuim is daarom een belangrijke taak van Bureau Leerlingzaken. Het werk wordt gedaan in samenwerking met de scholen, het Openbaar Ministerie, de Raad voor de Kinderbescherming en andere instanties. Samenvatting en conclusies leerplicht • Het absolute verzuim is ten opzichte van vorig schooljaar afgenomen. Het signaalverzuim is behoorlijk toegenomen. De afgelopen vier jaar toont het verzuim in Hengelo een stijgende lijn. In schooljaar 2009/2010 was het verzuimpercentage nog 1,3%. In schooljaar 2012/2013 bedroeg dit percentage 1,9%. • In Borne toont het verzuim ten opzichte van vorig schooljaar een lichte stijging (0,1%). Echter ten opzichte van het schooljaar 2009/2010 is er een lichte daling te zien, van 1,1% naar 1,0%. • Het aantal verzuimmeldingen uit het voortgezet onderwijs is aanmerkelijk groter dan het aantal meldingen uit het primair onderwijs. • Ten opzichte van de andere Netwerkstadsteden doen Hengelo en Borne het relatief goed. Vorig schooljaar (2011/2012) had Enschede een verzuimpercentage van 4,5% ten opzichte van 1,7% in Hengelo en 0,9% in Borne. Voor het schooljaar 2012/2013 is het verzuimpercentage in Hengelo 1,9%, in Borne 1,0% en in Oldenzaal 1,7%. 1 • Het aantal opgemaakte processen-verbaal is behoorlijk gedaald. In Borne is zelfs geen procesverbaal uitgeschreven. • In de zorgadviesteams (ZAT’s) zijn door de scholen minder leerlingen dan vorig jaar gemeld. In totaal 93 leerlingen. Deze leerlingen hebben van verschillende partijen hulp en ondersteuning gekregen P0F
Het is niet eenduidig aan te geven waaraan de stijging van het verzuim ligt. Wel is het zo dat de scholen de afgelopen jaren beter melden. De inspectie controleert en is zeer alert op de verzuimadministratie van de 1
De gegevens van Enschede en Almelo zijn nog niet bekend.
scholen. Daarnaast zit Bureau Leerplicht dichter op de scholen doordat ze preventief werken met het verzuimspreekuur en deelnemer zijn in het ZAT overleg van de scholen. Hierdoor worden leerlingen eerder gemeld. Op dit punt zijn vorig jaar nieuwe afspraken gemaakt tussen de gemeenten en de schoolbesturen, gezien de wijziging van de Leerplichtwet in 2012. Gemeenten kunnen niet langer meer proces-verbaal opmaken tegen scholen die de Leerplichtwet niet naleven. De Minister heeft deze taak opgedragen aan de inspectie, die een bestuurlijke boete kan opleggen. De inspectie dient op dit punt samen te werken met de leerplichtambtenaren. Ook zijn afspraken gemaakt over melding van thuiszittende kinderen in het kader van Passend onderwijs. Samenvatting en conclusies RMC • Het aantal nieuw gemelde voortijdig schoolverlaters is behoorlijk gedaald ten opzichte van vorig jaar. We zien de afgelopen jaren een dalende trend. Bij het ROC van Twente zien we ook een dalende lijn in het voortijdig schoolverlaten. Dit blijkt ook uit de definitieve cijfers over het schooljaar 2011-2012 van DUO. We zien een percentage van 6,9. In 2010-2011 was dit 7,1 %. • De RMC regio Twente had het schooljaar 2011-2012 een percentage voortijdig schoolverlaters (vsv-ers) van 2,7%. Landelijk was dit 2,8%. • Hengelo doet het relatief goed ten opzichte van de Netwerkstadsteden met een percentage van 2,9% (t.o.v. aantal deelnemers). Borne had een percentage van 2,4 en Hof van Twente van 2,7%. Enschede en Almelo hadden respectievelijk 3,7% en 4,3%. 2 • Van de 161 nieuw gemelde vsv-ers in 2012-2013 zijn er in hetzelfde schooljaar 135 herplaatst. Dat betekent dat de jongere door een actie van de trajectbegeleider weer naar school of aan het werk is gegaan. • Het totale aantal herplaatsingen bedroeg dit jaar 392. Hierbij zijn ook de vsv-ers die in eerdere schooljaren zijn uitgevallen. • Het merendeel van de herplaatsingen is naar een baan (218). P1F
P
Kennelijk hebben de maatregelen die zijn ingezet effect. De samenwerking met het ROC is verbeterd. Het ROC meldt beter en zet haar loopbaancentrum in voor begeleiding van leerlingen die dreigen uit te vallen. Daarnaast zorgt de crisis ervoor dat jongeren langer op school blijven. De zogenaamde groenpluk door bedrijven vindt nu niet plaats. Hierbij plukken stagebedrijven jongeren die goed bevallen uit de schoolbanken voordat zij hun opleiding hebben afgemaakt. In 2012 is er een nieuw convenant afgesloten tussen RMC Regio Twente, de onderwijsinstellingen en het Ministerie van OC&W. In dit convenant is afgesproken dat landelijk het aantal voortijdig schoolverlaters met 25.000 gedaald moet zijn in 2016. Hiertoe worden allerlei maatregelen ingezet. Met de dalende lijn in het aantal nieuwe vsv-ers zijn we op de goede weg. Aan de andere kant moeten we alert zijn op wijzigingen in het kabinetsbeleid die er naar verwachting toe leiden dat er meer voortijdig schoolverlaters komen. Denken hierbij aan de invoering van de entree opleiding, verhoging van het taal- en rekenniveau om te worden toegelaten tot een opleiding en de invoering van passend onderwijs medio 2014. Aandachtspunten Bureau Leerlingzaken komend schooljaar Het komend schooljaar zal Bureau Leerlingzaken zich inzetten voor: - Goede naleving van het verzuimprotocol; - Voorlichting aan scholen, o.a. meedoen aan de Dag van de Leerplicht; - Samenwerking met diverse partijen; - Voortzetting van het lik-op-stuk beleid. Er wordt aangedrongen op een spoedige afhandeling door de rechtbank van de opgemaakte processenverbaal; - Intensiveren van de afstemming over zorg voor leerlingen in de ZAT’s; - Stimuleren van vroegtijdig signaleren en melden van dreigend schooluitval bij scholen; - Permanente her- en bijscholing van de Buitengewoon Opsporingsambtenaren leerplicht. BESPREEK- EN BESLISPUNTEN
Aan de raad wordt voorgesteld het Verslag leerplicht/RMC schooljaar 2012-2013 vast te stellen.
2
Definitieve cijfers, RMC Regio Twente convenantjaar 2011 -2012, DUO, oktober 2013
FINANCIËLE ASPECTEN
n.v.t.
BIJLAGE(N)
Leerplicht / RMC verslag schooljaar 2012-2013
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN HENGELO,
De secretaris
De burgemeester
Leerplicht/RMC Schooljaar 2012-2013 Een verslag van de activiteiten van het Bureau Leerlingzaken.
Leerplicht/RMC schooljaar 2012-2013
Inhoud 1. Inleiding en conclusies 1.1 Inleiding 1.2 Samenvatting en conclusies leerplicht 1.3 Samenvatting en conclusies RMC 1.4 Aandachtspunten Bureau Leerlingzaken komend schooljaar
5 5 5 6 7
2. Wettelijk kader
8
3. Landelijk beleid 3.1 Kabinetsbeleid 3.2 Beleidsonderwerpen
9 9 9
4. Lokaal beleid 11.1 Uitvoering Lokale Beleidsplan vsv Sterk profiel II 11.2 Bezuinigingen op de Wet Werk en Bijstand
12 12 12
5. Leerplicht/RMC: personele bezetting en werkwijze 5.1 Bureau Leerlingzaken
13 13
6. De inzet van Leerplicht en RMC instrumenten 6.1 Dienstverlening 6.2 Trajectbegeleiding 6.3 Preventief beleid 6.4 Netwerk
14 14 14 14 17
7. Statistische gegevens gemeente Hengelo-Leerplicht
19
7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6
Soorten schoolverzuim Leerplichtige leerlingen Het aantal verzuimmeldingen van leerplichtige jongeren Meldingen in de zorgadviesteams Vrijstellingen verleend door het Bureau Leerlingzaken Aantal contacten over leerlingen Casus Leerplicht
19 19 20 22 22 22 23
8. Statistische gegevens gemeente Borne-Leerplicht 8.1 Leerplichtige leerlingen 8.2 Het aantal verzuimmeldingen van leerplichtige jongeren 8.3 Vrijstellingen
24 24 24 25
9. Justitiële aanpak schoolverzuim Hengelo en Borne 9.1 Strafbepalingen Hengelo 9.2 Strafbepalingen Borne 9.3 Halt Hengelo 9.4 Halt Borne 9.5 De spijbelrechter en het Openbaar Ministerie
26 26 26 26 26 27
10. Statistische gegevens RMC 10.1 Gemelde voortijdige schoolverlaters over de afgelopen jaren 10.2 Voortijdig schoolverlaters in de regio 10.3 Voortijdige schoolverlaters 2012-2013 naar laatste opleiding 10.4 Meldende partijen 10.5 Herplaatsingen van vsv-ers
28 28 28 29 29 30
2
Leerplicht/RMC schooljaar 2012-2013 10.6 Projecten Casus RMC
30 32
11. Aandachtspunten voor het komend schooljaar
33
12. Bijlagen 1. Samenwerking Bureau Leerlingzaken en onderwijsinstellingen 2. Extra tabellen Hengelo leerplicht 3. Extra tabellen Borne leerplicht 4. Verzuimkaart 5. Convenant VSV 2012-2015 Twente
35 35 38 39 40 42
3
Leerplicht/RMC schooljaar 2012-2013
Voorwoord Alle jongeren beschikken over talenten en elke jongere droomt over een mooie toekomst voor zichzelf. Ouders willen ook het beste voor hun kinderen. Een goede opleiding vormt de toegangspoort tot het ontwikkelen van talenten en het volwaardig deel uit maken van onze samenleving. De schoolloopbaan van de meeste van onze jongeren verloopt probleemloos. Er is ook een groep jongens en meisjes die om allerlei redenen van school verzuimt. Wanneer op het juiste moment aan deze jongeren hulp wordt verleend door de school die signaleert en de jongere meldt bij de leerplichtambtenaar of in het zorgadviesteam, wordt de hulp in gang gezet. Ook in het afgelopen jaar is er weer veel geïnvesteerd in de samenwerking tussen het Bureau Leerlingzaken en de verschillende partijen. Dit komt ten goede aan onze jongeren. Een aantal maatregelen van de Rijksoverheid zal in de komende jaren effect hebben op het werk van het Bureau Leerlingzaken. We denken daarbij aan de invoering van de entree opleiding, verhoging van het taal- en rekenniveau om te worden toegelaten tot een opleiding en de invoering van passend onderwijs. De uitdaging voor scholen en de gemeente (Bureau Leerlingzaken) is en blijft om voor iedere jongere een passende plek te vinden in het onderwijs. Langdurig thuiszittende leerlingen hebben we in de afgelopen jaren kunnen voorkomen en dat zien we voor de toekomst als een belangrijke gezamenlijke opdracht. Het Bureau Leerlingzaken werkt daarnaast aan het voorkomen van het voortijdig schoolverlaten. In onze regio ligt dat onder het landelijk gemiddelde. Iedereen bedankt die in het afgelopen jaar een steentje heeft bijgedragen aan de uitvoering van de Leerplichtwet en aan de uitvoering van de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten.
Erik Lievers: wethouder onderwijs Hengelo Lex Albers: wethouder onderwijs Borne
4
Leerplicht/RMC schooljaar 2012-2013
1.
Inleiding en conclusies
1.1 Inleiding Voor u ligt het jaarverslag Leerplicht/RMC over het schooljaar 2012-2013 van de gemeenten Hengelo en Borne. Het Bureau Leerlingzaken van de gemeente Hengelo werkt voor de uitvoering van de Leerplicht ook voor de gemeente Borne. Dit jaar ligt er voor de tweede keer één verslag over de handhaving van de Leerplicht met de gegevens van beide gemeenten. Daarnaast zijn ook de regionale gegevens van de gemeenten Hengelo, Borne en Hof van Twente opgenomen inzake de uitvoering van de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten. Het is een verslag van de uitvoerende werkzaamheden van de Leerplicht en de RMC functie voor de groep jongeren van 5 tot 23 jaar. Hiermee wordt voldaan aan de wettelijke verplichting uit de Leerplichtwet die stelt dat de burgemeester en wethouders jaarlijks verslag uitbrengen aan de raad over het gevoerde leerplichtbeleid van het afgelopen schooljaar. De doelstelling van de Leerplichtwet is om ieder kind in Nederland de garantie te geven op het recht op onderwijs, opdat iedere jongere goed wordt voorbereid op het functioneren in de samenleving. Het toezicht op de naleving van de Leerplichtwet is opgedragen aan het college van B en W. Het college mandateert deze taak aan de leerplichtambtenaar. De leerplichtambtenaar, die belast is met het toezicht op de naleving van de Leerplichtwet 1969, heeft tot taak hulp te verlenen aan jongeren, ouders/verzorgers en scholen. Dit gebeurt indien de jongere door (dreigend) schoolverzuim in zijn ontwikkeling wordt belemmerd en wanneer er sprake is van problematisch gedrag. Verzuimen op school, spijbelen of regelmatig ziek of te laat zijn, vormen vaak een eerste indicatie dat jongeren dreigen uit te vallen op school. Veel jongeren zonder een diploma zijn ooit begonnen als spijbelaar. Het voorkomen en bestrijden van verzuim is daarom een belangrijke taak van Bureau Leerlingzaken. Het werk wordt gedaan in samenwerking met de scholen, het Openbaar Ministerie, de Raad voor de Kinderbescherming en andere instanties. De bedoeling van dit verslag is de gemeenteraad te informeren over het in het schooljaar 2012-2013 gevoerde leerplichtbeleid. 1.2 Samenvatting en conclusies leerplicht
1
Het absolute verzuim is ten opzichte van vorig schooljaar afgenomen. Het signaalverzuim is behoorlijk toegenomen. De afgelopen vier jaar toont het verzuim in Hengelo een stijgende lijn. In schooljaar 2009/2010 was het verzuimpercentage nog 1,3%. Schooljaar 2012/2013 bedroeg dit percentage 1,9%. In Borne toont het verzuim ten opzichte van vorig schooljaar een lichte stijging (0,1%). Echter ten opzichte van het schooljaar 2009/2010 is er een lichte daling te zien, van 1,1% naar 1,0%. Het aantal verzuimmeldingen uit het voortgezet onderwijs is aanmerkelijk groter dan het aantal meldingen uit het primair onderwijs. Ten opzichte van de andere Netwerkstadsteden doen Hengelo en Borne het relatief goed. Vorig schooljaar had Enschede een verzuimpercentage van 4,5% ten opzichte van 1,7% in Hengelo en 0,9% in Borne. Voor het schooljaar 2012/2013 is het verzuimpercentage in Hengelo 1,9%, in Borne 1,0% en in Oldenzaal 1,7%.1
De gegevens van Enschede en Almelo zijn niet bekend.
5
Leerplicht/RMC schooljaar 2012-2013
Het aantal opgemaakte processen-verbaal is behoorlijk gedaald. In Borne is zelfs geen procesverbaal uitgeschreven. In de zorgadviesteams (ZAT’s) zijn door de scholen minder leerlingen dan vorig jaar gemeld. In totaal 93 leerlingen. Deze leerlingen hebben van verschillende partijen hulp en ondersteuning gekregen
Het is niet eenduidig aan te geven waaraan de stijging van het verzuim ligt. Wel is het zo dat de scholen de afgelopen jaren beter melden. De inspectie controleert en is zeer alert op de verzuimadministratie van de scholen. Daarnaast zit Bureau Leerplicht dichter op de scholen doordat ze preventief werken met het verzuimspreekuur en deelnemer zijn in het ZAT overleg van de scholen. Hierdoor worden leerlingen eerder gemeld. Op dit punt zijn vorig jaar nieuwe afspraken gemaakt tussen de gemeenten en de schoolbesturen, gezien de wijziging van de Leerplichtwet in 2012. Gemeenten kunnen niet langer meer procesverbaal opmaken tegen scholen die de Leerplichtwet niet naleven. De Minister heeft deze taak opgedragen aan de inspectie, die een bestuurlijke boete kan opleggen. De inspectie dient op dit punt samen te werken met de leerplichtambtenaren. Ook zijn afspraken gemaakt over melding van thuiszittende kinderen in het kader van Passend onderwijs. 1.3 Samenvatting en conclusies RMC
Het aantal nieuw gemelde voortijdig schoolverlaters is behoorlijk gedaald ten opzichte van vorig jaar. We zien de afgelopen jaren een dalende trend. Bij het ROC van Twente zien we ook een dalende lijn in het voortijdig schoolverlaten. Dit blijkt ook uit de definitieve cijfers over het schooljaar 2011-2012 van DUO. We zien een percentage van 6,9. In 2010-2011 was dit 7,1 %. De RMC regio Twente had het schooljaar 2011-2012 een percentage voortijdig schoolverlaters (vsv-ers) van 2,7%. Landelijk was dit 2,8%. Hengelo doet het relatief goed ten opzichte van de Netwerkstadsteden met een percentage van 2,9% (t.o.v. aantal deelnemers). Borne had een percentage van 2,4 en Hof van Twente van 2,7%. Enschede en Almelo hadden respectievelijk 3,7% en 4,3%.2 Van de 161 nieuw gemelde vsv-ers in 2012-2013 zijn er in hetzelfde schooljaar 135 herplaatst. Dat betekent dat de jongere door een actie van de trajectbegeleider weer naar school of aan het werk is gegaan. Het totale aantal herplaatsingen bedroeg dit jaar 392. Hierbij zijn ook de vsv-ers die in eerdere schooljaren zijn uitgevallen. Het merendeel van de herplaatsingen is naar een baan (218).
Kennelijk hebben de maatregelen die zijn ingezet effect. De samenwerking met het ROC is verbeterd. Het ROC meldt beter en zet haar loopbaancentrum in voor begeleiding van leerlingen die dreigen uit te vallen. Daarnaast zorgt de crisis ervoor dat jongeren langer op school blijven. De zogenaamde groenpluk door bedrijven vindt nu niet plaats. Hierbij plukken stagebedrijven jongeren die goed bevallen uit de schoolbanken voordat zij hun opleiding hebben afgemaakt. In 2012 is er een nieuw convenant afgesloten tussen RMC Regio Twente, de onderwijsinstellingen en het Ministerie van OC&W. In dit convenant is afgesproken dat landelijk het aantal voortijdig schoolverlaters met 25.000 gedaald moet zijn in 2016. Hiertoe worden allerlei maatregelen ingezet. Met de dalende lijn in het aantal nieuwe vsvers zijn we op de goede weg. Aan de andere kant moeten we alert zijn op wijzigingen in het kabinetsbeleid die er naar verwachting toe leiden dat er meer voortijdig schoolverlaters komen. Denken hierbij aan
2
Definitieve cijfers, RMC Regio Twente convenantjaar 2011 -2012, DUO, oktober 2013
6
Leerplicht/RMC schooljaar 2012-2013 de invoering van de entree opleiding, verhoging van het taal- en rekenniveau om te worden toegelaten tot een opleiding en de invoering van passend onderwijs medio 2014. 1.4 Aandachtspunten Bureau Leerlingzaken komend schooljaar Het komend schooljaar zal Bureau Leerlingzaken zich inzetten voor: - Goede naleving van het verzuimprotocol; - Voorlichting aan scholen, o.a. meedoen aan de Dag van de Leerplicht; - Samenwerking met diverse partijen; - Voortzetting van het lik-op-stuk beleid. Er wordt aangedrongen op een spoedige afhandeling door de rechtbank van de opgemaakte processenverbaal; - Intensiveren van de afstemming over zorg voor leerlingen in de ZAT’s; - Stimuleren van vroegtijdig signaleren en melden van dreigend schooluitval bij scholen; - Permanente her- en bijscholing van de Buitengewoon Opsporingsambtenaren leerplicht.
Afkortingen: RMC BOL BBL VMBO CJG ZAT ROC UWV AMW
: : : : : : : : :
Regionale Meld- en Coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten Beroepsopleidende leerweg Beroepsbegeleidende leerweg Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs Centrum voor Jeugd & Gezin Zorgadviesteam Regionaal Opleidingen Centrum Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen Algemeen Maatschappelijk Werk
7
Leerplicht/RMC schooljaar 2012-2013
2. Wettelijk kader De Leerplichtwet 1969
Wanneer geldt de kwalificatieplicht?
De Leerplichtwet is erop gericht te waarborgen dat alle jongeren aan onderwijs kunnen en zullen deelnemen (behalve de in de wet zelf genoemde uitzonderingen/ vrijstellingen).
De kwalificatieplicht geldt voor jongeren zonder startkwalificatie vanaf 16 tot de 18e verjaardag. Dit betekent dat de jongere volledig dagonderwijs volgt of een combinatie van werken en leren. Regels voor verlof, verzuim en vrijstellingen zijn gelijk aan die van de volledige leerplicht.
Hiervoor hebben alle betrokken partijen een aantal verplichtingen. Ouders zijn: verplicht om hun leerplichtige kind in te schrijven als leerling op een school en verplicht om hun leerplichtige kind de school geregeld te laten bezoeken.
RMC RMC is er op gericht zo veel mogelijk voortijdig schoolverlaters te begeleiden naar een startkwalificatie. Er bestaat geen rmc-wet. Om de problematiek van de voortijdig schoolverlaters wettelijk te regelen, is in 2001 een aantal wetswijzigingen doorgevoerd2. De wetswijzigingen houden in dat een school of instelling verplicht is om ook niet meer leerplichtige deelnemers, die de leeftijd van 23 jaar nog niet hebben bereikt, bij de woongemeente van die deelnemer te melden. Een melding moet gebeuren als een leerling zonder startkwalificatie, een maand de school niet meer bezoekt of wanneer de leerling wordt uitgeschreven of verwijderd.
Jongeren vanaf 12 jaar tot en met 16 jaar zijn: verplicht de school waar zij staan ingeschreven regelmatig te bezoeken. De school is: verplicht binnen 7 dagen een melding te doen aan de gemeente van in- en uitschrijving van leerlingen; verplicht een melding te doen aan de leerplichtambtenaar wanneer een jongere zonder gegronde reden afwezig is (Dit moet bij ongeoorloofd schoolverzuim en dat is 16 uur in 4 aaneengesloten schoolweken1). De leerplichtambtenaar: stelt een onderzoek in na de melding van verzuim en neemt maatregelen tegen de overtreding; controleert of de leerplichtigen staan ingeschreven op een school/instelling; verleent wel of geen verlof voor meer dan 10 schooldagen vanwege gewichtige omstandigheden. Wanneer volledig leerplichtig? Een kind is volledig leerplichtig vanaf de eerste schooldag van de maand volgend op de 5e verjaardag tot aan het einde van het schooljaar waarin de leerling 16 jaar wordt.
1: Dit is de wettelijke termijn, maar er kan ook eerder gemeld worden. Bijvoorbeeld als een leerling al eerder heeft verzuimd of als er grote zorgen zijn in de thuissituatie. 2: Het betreft een wetswijziging van de wet op het voortgezet onderwijs (WVO), de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) en de Wet op de expertisecentra (WEC).
8
stelt een onderzoek in na de melding van verzuim en neemt maatregelen tegen de overtreding; controleert of de leerplichtigen staan ingeschreven
Leerplicht/RMC schooljaar 2012-2013
3. Landelijk beleid 3.1 Kabinetsbeleid Het kabinetsbeleid is gericht op het realiseren van een geïntegreerde aanpak van schoolverzuim en schooluitval van leerlingen van 5 tot 23 jaar. De ministeries van OCW, en Justitie werken hierin samen. Voor Leerplicht en RMC zijn de volgende beleidsonderwerpen van belang. 3.2 Beleidsonderwerpen Kwalificatieplicht Het schooljaar 2008/2009 was het eigenlijke startjaar van de kwalificatieplicht. Gemeenten hebben hun formatie kunnen uitbreiden en scholen (met name de ROC’s) zijn gestart met het ontwikkelen en invoeren van een verzuimaanpak. De staatssecretaris heeft een tussenevaluatie laten uitvoeren naar de stand van zaken van de invoering van de kwalificatieplicht. De wetswijziging heeft vooral effect op 17-jarigen en uit de tussenevaluatie blijkt dat de onderwijsdeelname van 17-jarigen in dit schooljaar met 2,4% is gestegen (van 87,9% naar 90,3%). Deze stijging van onderwijsdeelname uit zich vooral in het MBO niveau 2 en 3 en in de toenemende doorstroom van VMBO-TL naar HAVO. Het rapport stelt verder dat het MBO nog veel tijd en inzet nodig heeft om de verzuimbestrijding aan te pakken, de zorgstructuur te versterken en de begeleiding te verbeteren. De Leerplicht en RMC functie ondersteunen dit proces. Verbetering van de informatiestromen Om het knelpunt rondom het melden van verzuim door scholen en het uitwisselen van de juiste gegevens tussen scholen en gemeenten aan te pakken, heeft OCW en de Ib-groep een nieuwe één-loket-aanpak ingevoerd. Op 1 augustus 2008 is de uitrol van het Digitaal Loket voor verzuim en voortijdig schoolverlaten, voor het VO en voor het ROC, officieel van start gegaan. Sluitende registratie en adequate melding van verzuim en voortijdig schoolverlaten is van groot belang in de strijd tegen voortijdig schooluitval. Het melden van voortijdig schoolverlaters door scholen bij het RMC is een wettelijke verplichting. Deze meldingen worden aangevuld met lijsten die door DUO maandelijks worden toegestuurd aan de RMC’s, waarop alle door de scholen uitgeschreven voortijdig schoolverlaters staan. De samenwerking tussen DUO, scholen en gemeenten verloopt steeds beter. Samenwerking met de inspectie voor het onderwijs Leerlingen die structureel spijbelen worden in eerste instantie door de school aangesproken, daarna door de leerplichtambtenaar, vaak ook door bureau Halt en in laatste instantie door Justitie. Het komt voor dat jongeren ook na dit hele proces nog steeds spijbelen. De leerplichtambtenaar kan in geval van schoolverzuim proces-verbaal opmaken tegen de leerling en/of de ouders. Vanaf 1 januari 2012 is er een wetswijziging van de Leerplichtwet 1969. De minister krijgt met deze wetswijziging de bevoegdheid om een bestuurlijke boete op te leggen aan het hoofd/bestuurder van een school of van een instelling. De bestuurlijke boete is een nieuw sanctiemiddel en kan worden opgelegd in de volgende gevallen:
het niet binnen 5 werkdagen melden van ongeoorloofde afwezigheid van meer dan 16 klokuren in 4 weken aaneengesloten; incorrecte in- en uitschrijving van een leerling;
9
Leerplicht/RMC schooljaar 2012-2013
in strijd handelen met de bepalingen rond vrijstelling rond vakantie of andere gewichtige omstandigheden van meer dan het wettelijke maximum; het verstrekken van onjuiste of onvolledige informatie omtrent de leerplichtwet.
De minister heeft deze bevoegdheid overgedragen aan de inspectie van het onderwijs. De inspectie en de leerplichtambtenaar dienen op dit onderwerp nauw met elkaar samen te werken. De gemeenten Hengelo en Borne hebben procedure-afspraken gemaakt (zie bijlage 1). Doel van de afspraken is: tijdig melden in het belang van de leerling en het voorkomen van thuiszittende leerlingen. Focus op vakmanschap Op 16 februari 2011 presenteerde minister Van Bijsterveldt het actieplan met als titel Focus op vakmanschap 2012-2015. In dit actieplan staat dat de basis van het onderwijs in orde moet zijn en dat de lat omhoog moet in het middelbaar beroepsonderwijs. Het actieplan is een antwoord op de aanzwellende kritiek van ouders, leerlingen en van de inspectie over het niveau van het middelbaar beroepsonderwijs. Kortom: Het MBO moet beter gaan presteren dan voorheen. Een aantal concrete maatregelen zijn: a. de invoering van nieuwe eindexamen eisen voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde in de niveaus 1, 2, 3 en 4 van het MBO. Ook in het VMBO wordt het niveau van het eindexamen opgeschroefd. Voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde wordt evenals in het MBO niveau 2F ingevoerd. b. Het MBO krijgt een Entree-opleiding, voor jongeren die ongediplomeerd of ongekwalificeerd het MBO binnenkomen. Na 4 maanden krijgen deze jongeren een bindend studieadvies. Kan de jongere niveau 2F niet halen, dan kan het MBO deze jongere van school sturen. De invoering van de hoge niveaus voor de eindexamens krijgt geen onverdeelde steun vanuit het onderwijs. Voor niveau 2, 3 en 4 is het haalbaar, echter niet voor niveau 1 van het MBO of voor de BBL van het VMBO. Voor Twente wordt geschat dat tussen de 750 en 800 jongeren de niveauverhoging niet zullen behalen. Voor toekomstige goede vaklui, die de spelling van het Nederlands niet uitstekend beheersen, is er straks geen mogelijkheid meer voor kwalificatie middels het onderwijs. Het aantal voortijdig schoolverlaters zal toenemen. De minister wijst de gemeenten op de verantwoordelijkheid voor deze jongeren. De G32 en de mbo-raad hebben bij de minister op het punt van de niveauverhoging in de Entree en in het VMBO (BBL) protest aangetekend. Ze zijn inmiddels in overleg met elkaar. Het rijk heeft een conceptnota over de rol en de positie van de ROC’s opgesteld. Convenant voortijdig schoolverlaten periode 2012-2015 Het Rijk dringt aan op nieuwe maatregelen om het voortijdig schoolverlaten verder te beperken. In het voorjaar van 2012 is een nieuw convenant gesloten door de Twentse gemeenten met het Rijk. Aangevraagd zijn middelen voor onder andere mentoringprojecten en interne begeleiding van jongeren van het ROC. Dit maatregelenpakket vindt u in de bijlage. Lik-op-stuk beleid Landelijk is schoolverzuim officieel toegevoegd aan de ‘Haltwaardige feiten’. Dat wil zeggen dat licht tot matig schoolverzuim, waarbij geen aanwijzingen zijn voor achterliggende problemen, zonder tussenkomst van het OM kunnen worden afgedaan met een Haltstraf. In de praktijk ligt de Haltnorm iets hoger om te vermijden dat (alleen) licht verzuim bij Halt terechtkomt. Licht verzuim moet in handen van ouders, school en de leerplichtambtenaar blijven De Haltafdoening vult het gebied op tussen de aanpak van 10
Leerplicht/RMC schooljaar 2012-2013 het verzuim waar de school zelf voor verantwoordelijk is (licht verzuim) en ernstig verzuim waarvoor uiteindelijk een proces-verbaal moet worden opgemaakt. De Haltafdoening wordt ook ingezet voor veelvuldig te laat komen. Transities in de jeugdzorg en het invoeren van Passend onderwijs De volgende jaren vindt een forse transformatie in het jeugdzorgstelsel plaats. Verantwoordelijkheden van het Rijk worden gedecentraliseerd naar de gemeenten. De gemeenten zijn straks verantwoordelijk voor de financiering en de inkoop van allerlei vormen van jeugdzorg. Dit betreft de provinciale jeugdzorg, de zorg voor de licht verstandelijk gehandicapten en de geestelijke gezondheidszorg voor jeugdigen. Voor leerplicht is met name de verbinding met de jeugdreclassering en jeugdbescherming van belang. De uitdaging voor de gemeenten is om meer zorg op maat te gaan geven aan de jongeren. Daarnaast speelt de invoering van Passend onderwijs. Passend onderwijs dient onderwijs op maat te zijn voor iedere jongere. Geen enkel kind mag tussen wal en schip komen te vallen. Meer jongeren dienen onderwijs te krijgen in het reguliere onderwijs. Beide ontwikkelingen noemen we hier in samenhang met elkaar. Vaak is het zo dat jongeren die aangewezen zijn op het speciaal onderwijs, ook extra zorg nodig hebben. Soms kan deze door de school worden gegeven, in andere gevallen zal een externe instantie in samenspraak met de school zorg verlenen aan het kind. De uitdaging voor alle betrokken partijen wordt om Passend onderwijs en zorg op maat in samenhang en op elkaar afgestemd uit te voeren. Beide ontwikkelingen gaan gepaard met forse bezuinigingen en een verevening ten opzichte van het landelijke gemiddelde. Voor de transities in de jeugdzorg heeft de gemeente een belangrijke regierol, echter bij de invoering van Passend onderwijs ligt een trekkende rol bij de samenwerkingsverbanden van de scholen. Van belang voor het functioneren van het Bureau Leerlingzaken is dat de scholen erin gaan slagen om onderling goede afspraken te maken over de opvang en begeleiding van leerlingen die bij het invoeren van Passend onderwijs in het reguliere onderwijs (eventueel met extra zorg) moeten worden opgevangen. In de afgelopen jaren zijn we in onze gemeenten erin geslaagd om samen met de onderwijsinstellingen ervoor te zorgen dat het thuiszitten van leerplichtige leerlingen nauwelijks voorkwam. Met de samenwerkingsverbanden primair onderwijs zijn de gemeenten gestart met een pilot passend onderwijs. In de pilot wordt ook gekeken naar zorgtrajecten op maat voor leerlingen, zodat voorkomen wordt dat zij in het speciaal onderwijs terecht komen. Dit is mede in het licht van de genoemde ontwikkelingen een belangrijke opgave voor de komende jaren. Invoering Participatiewet De gevolgen van de invoering van de Participatiewet zijn nog niet helemaal duidelijk. Wel is bekend dat veel minder jongeren dan voorheen in aanmerking komen voor een Wajong uitkering. Dat betekent dat deze jongeren zonder startkwalificatie de arbeidsmarkt op komen. Indien ze geen baan hebben, moeten ze wel bij het RMC worden geregistreerd.
11
Leerplicht/RMC schooljaar 2012-2013
4. Lokaal Beleid 2014 4.1 Uitvoering Lokale Beleidsplan voortijdig schoolverlaten Sterk Profiel II Vier speerpunten van beleid zijn door de gemeenten en de onderwijsinstellingen benoemd om het voortijdig schoolverlaten verder te reduceren. Dit betreft: a. Stimuleren dat scholen voor VMBO en het ROC opbrengstgericht werken taal/lezen invoeren. In het schooljaar 2011 hebben de scholen gewerkt aan planontwikkeling. Deze plannen worden vanaf 2012 uitgevoerd. b. Vergroten van ouderbetrokkenheid. In 2011 is met alle scholen en het Centrum voor Jeugd en Gezin een plan van aanpak opgesteld. Dit plan wordt in 2012 en 2013 uitgevoerd (Hengelo). c. Intensivering van mentoring. In 2011 is begonnen de scholen voor primair onderwijs verder te betrekken bij het inschakelen van mentoren (vrijwilligers die jongeren helpen die om welke reden dan ook wat extra begeleiding nodig hebben) (Hengelo). Bij de uitvoering van het beleidsplan Sterk Profiel wordt intensief samengewerkt met de lectoraten die verbonden zijn aan de Hogeschool Edith Stein.
4.2 Bezuinigingen op de Wet Werk en Bijstand Voortijdig schoolverlaters, die na enkele tijdelijke contracten bij werkgevers weer gemeld worden bij het RMC, zijn in de afgelopen jaren met succes toegeleid naar werk/leertrajecten. Vaak was er sprake van succesvolle samenwerking tussen het RMC en Sociale Zaken van de drie gemeenten. Sociale Zaken zette scholingsmiddelen in en het RMC leidde toe naar de school. De vraag is of dit mogelijk blijft, gezien de bezuinigingen op het W deel. Een zelfde ontwikkeling zien we bij het UWV. Er is veelvuldig samengewerkt in de afgelopen jaren tussen RMC en UWV, waarbij het UWV scholingsmiddelen inzette, zodat voortijdig schoolverlaters of getraind werden voor de arbeidsmarkt of alsnog geschoold werden en een startkwalificatie behaalden. Door deze ontwikkelingen dreigt ook het voorzieningenaanbod voor voortijdig schoolverlaters in de regio te verschralen. Het wachten is op het kabinetsbeleid. Wordt er in de komende jaren gekort op de reintegratiebudgetten, wordt het beleid zoals aangekondigd in Focus op vakmanschap ingevoerd, dan zal door de gemeenten samen met de instellingen en instanties een plan van aanpak ontwikkeld worden voor de toeleiding naar de arbeidsmarkt van voortijdig schoolverlaters.
12
Leerplicht/RMC schooljaar 2012-2013
5. Leerplicht /RMC: personele bezetting en werkwijze 5.1 Bureau Leerlingzaken Het Bureau Leerlingzaken Hengelo heeft tot doel snel en adequaat te reageren op meldingen van verzuim, schooluitval, en voortijdig schoolverlaten door scholen, zodat de verzuimduur van de leerling tot een minimum wordt beperkt en een mogelijke neerwaartse spiraal in de ontwikkeling van een jongere wordt doorbroken. Het toezicht op de naleving van de Leerplichtwet (1969) is opgedragen aan het college van B en W. Zij wijzen daartoe een of meerdere leerplichtambtenaren aan. De formatie Leerplicht in de gemeente Hengelo bestaat uit 4 leerplichtambtenaren (3,2 fte, waarvan 0,5 fte voor coördinatie en 0,5 fte voor administratie). Het afgelopen jaar is 1 fte bezuinigd op administratie. Daarnaast is 1,5 fte beschikbaar voor de uitvoering van de RMC functie. In het schooljaar 2008-2009 is het Bureau Leerlingzaken door de gemeente Borne ingehuurd om de Leerplichtwet in deze gemeente te handhaven. Voor de gemeenten Hengelo, Borne en Hof van Twente wordt de RMC functie uitgevoerd. Dit wordt ook wel de subregio Hengelo genoemd, als onderdeel van de RMC regio Twente. De gemeente Enschede is hiervoor de contactgemeente naar het Rijk. Twente is 1 van de 39 regio’s in Nederland die zijn aangewezen voor de uitvoering van de RMC functie. Twente is ingedeeld in 4 subregio’s met 4 trekkende gemeenten.
13
Leerplicht/RMC schooljaar 2012-2013
6. De inzet van leerplicht en RMC instrumenten Schoolverzuim moet zo snel mogelijk aangepakt worden, opdat het verzuim stopt en de jongere zijn schoolloopbaan weer oppakt. Hieronder volgt een beschrijving van de instrumenten zoals die in Hengelo worden ingezet, waarbij ook de samenwerking met de partners wordt beschreven. 6.1 Dienstverlening (naar scholen)
Gestandaardiseerde (gedigitaliseerde) aanlevering verzuimmeldingen van scholen. Binnen het leerplichtadministratiesysteem (Key2-Onderwijs) is het mogelijk de gegevens digitaal te ontvangen/verzenden naar scholen. Betrokkenheid school bij acties leerplichtambtenaar. Na een verzuimmelding maakt de leerplichtambtenaar afspraken met de school over de te ondernemen acties. De leerplichtambtenaar koppelt de resultaten hiervan terug, bijvoorbeeld door terugkoppeling van verslagen van gesprekken met ouders en leerling.
6.2 Trajectbegeleiding Iedere jongere hoort pas de school te verlaten wanneer een startkwalificatie is behaald. Een startkwalificatie betreft een diploma op havo/vwo-niveau of een diploma middelbaar beroepsonderwijs (MBO) vanaf niveau 2. Alle jongeren, die zonder startkwalificatie de school verlaten en die gemeld zijn bij het RMC, worden opgeroepen voor een gesprek met een van de trajectbegeleiders. Het streven is om binnen 14 dagen na de melding met iedere jongere een intakegesprek te voeren. Een jongere die voor het bereiken van de 23-jarige leeftijd alsnog een startkwalificatie behaalt, wordt uitgeschreven. Jongeren die na melding geen startkwalificatie behalen worden pas uitgeschreven wanneer ze de leeftijd bereiken van 23 jaar. De trajectbegeleiders kunnen een grote caseload aan, aangezien ze beschikken over een groot netwerk van voorzieningen, waardoor een snelle plaatsing (school, hulpverlening, werk) vaak mogelijk is. 6.3 Preventief beleid (vroegtijdig signaleren van dreigend schoolverlaten en het inzetten van zorg) Het Bureau Leerlingzaken participeert daartoe in de volgende overlegstructuren: Zorgadviesteams rond de scholengemeenschappen en rond het ROC van Twente In het zorgadviesteam (ZAT) worden leerlingen besproken, die zijn ingebracht door de zorgcoördinator van de scholengemeenschap of door de signalerende partijen, zoals leerplichtambtenaar, jeugdgezondheidszorg en politie. Het ZAT kan besluiten dat de betreffende leerling verder geholpen kan worden binnen de interne zorgstructuur van de school, dat het Algemeen Maatschappelijk Werk (AMW) de verantwoordelijkheid voor de zorg voor de jongere overneemt of dat het AMW opschaalt in de lokale zorgstructuur. De zorgcoördinator en de maatschappelijk werker vormen de kern van het ZAT. De ervaring wijst uit dat ook het Bureau Leerlingzaken aanwezig is bij de meeste ZAT’s. Het maatschappelijk werk in het ZAT is onderdeel van de basisvoorziening van het AMW en het AMW werkt volgens het huisartsenmodel. Dit betekent dat het AMW als hulpverlenende instelling een vooruitgeschoven positie inneemt. De maatschappelijk 14
Leerplicht/RMC schooljaar 2012-2013 werker heeft contact met de jeugdgezondheidszorg over de te bespreken leerlingen en neemt relevante informatie uit het dossier van de jongere mee en verwijst naar de achterliggende hulpverlenende instellingen. Het AMW heeft afspraken met deze instellingen over consultatie en doorverwijzen. Per scholengemeenschap zet het AMW een maatschappelijk werker in en draagt zorg voor achtervang. De zorgcoördinator van de scholengemeenschap is de coördinator van het ZAT. Hij zorgt voor de inbreng van leerlingen in het ZAT. De school zorgt voor een dossier van een leerling. Uit dit dossier moet blijken wat het probleem is en welke stappen de school zelf heeft ondernomen in het contact met de leerling. Het Algemeen Maatschappelijk Werk vervult 3 functies in het ZAT: De maatschappelijk werker heeft een consultatiefunctie voor de school. De maatschappelijk werker zoekt contact met de leerling en ouders en beoordeelt de gezinssituatie en zorgt dat de hulp in het gezin op gang wordt gebracht. Als hulp van andere hulpverlenende instanties is gewenst vervult het maatschappelijk werk hierin een coördinerende functie. Partijen met een signalerende functie in het ZAT zijn: De medewerker jeugdgezondheidszorg en de politie nemen deel aan het ZAT, als zij relevante informatie hebben over een te bespreken leerling of als zij zelf leerlingen willen inbrengen. Deze partijen hebben hiermee een signalerende rol. Leerplichtambtenaren hebben een duidelijke toegevoegde waarde in het ZAT, doordat zij over instrumenten beschikken, die, indien toegepast, problemen versneld kunnen laten oplossen. Een leerplichtambtenaar kan in grote probleemsituaties proces-verbaal opmaken. Dit betekent dat de situatie ook onder ogen komt bij de Raad voor de Kinderbescherming, die dan bijvoorbeeld vervolgens een persoonlijkheidsonderzoek kan laten uitvoeren. Verzuimspreekuur Voortgezet Onderwijs Sinds vorig jaar houdt de leerplichtambtenaar een verzuimspreekuur op een aantal locaties in het voortgezet onderwijs. Dit maandelijkse spreekuur is bedoeld voor beginnend verzuim bij leerlingen in de leerplichtige en kwalificatieplichtige leeftijd. Door binnen het VO aanwezig te zijn tijdens de spreekuren kunnen leerplichtambtenaar op een snelle en adequate manier inspelen op het verzuim. Leerlingen worden door de school aangemeld voor het spreekuur waarna de leerplichtambtenaar met de jongere in gesprek gaat. Indien mogelijk worden hierbij ook de ouder(s) / verzorgende van de jongere betrokken. Tijdens een gesprek met de jongere probeert de leerplichtambtenaar boven tafel te krijgen waarom er sprake is van verzuim. Is er wellicht sprake van achterliggende problematiek? Door de persoonlijke aanpak van het spreekuur ontstaan korte lijnen tussen leerplicht, school en de jongere en ouders. De jongere wordt op zijn of haar eigen verantwoordelijkheid aangesproken, en dat heeft effect. De voordelen van het spreekuur op een rijtje: - Preventief karakter en snel handelen. - Door korte lijnen worden duidelijke afspraken gemaakt met de jongere. - Persoonlijke en directe aandacht bij beginnend verzuim heeft impact bij de jongere. Buiten de bovengenoemde samenwerkingsverbanden houdt Bureau Leerlingzaken zich in het kader van het preventieve beleid ook bezig met systematische verzuimcontroles. De leerplichtambtenaren houden enkele malen per jaar verzuimcontrole op een aantal scholen, zowel binnen het voortgezet onderwijs als het basisonderwijs. De controles worden vooraf aangekondigd of hebben telefonisch plaats en richten zich op vooral luxe verzuim. Streven is ook meer onverwachte signaal verzuim-controles te houden.
15
Leerplicht/RMC schooljaar 2012-2013 Project ‘Perspectief’ In het schooljaar 2005/2006 is op VSO De Kapstok een project gestart (‘Perspectief/Op de Rails/Herstart’) voor jongeren die langdurig verzuimen en niet zijn geïndiceerd voor het speciaal onderwijs. Het project is gestart, omdat het doorgaans moeilijk is om voor uitvallers direct een andere school te vinden. Bureau Leerlingzaken kan jongeren voor dit project aanmelden. Daarnaast kunnen scholengemeenschappen leerlingen met gedragsmatige problematiek melden bij Perspectief. Gedurende enkele weken/maanden wordt onderzoek gedaan naar de aard van de problematiek en wordt gekeken of de leerling teruggeleid kan worden, dan wel geïndiceerd dient te worden voor het zmokonderwijs. Dit project is een succes; evaluatie laat zien dat in Hengelo veel jongeren weer met extra begeleiding kunnen terugkeren in het reguliere onderwijs. Samenwerking met onderwijsconsulenten Het afgelopen schooljaar heeft Bureau Leerlingzaken in een aantal zaken ouders en school het advies gegeven om een onderwijsconsulent in te schakelen. Het ging hierbij om situaties waarin ouders/verzorgers geen passende school in het primair of voortgezet onderwijs konden vinden om hun leerplichtig kind in te schrijven. Vaak had de reguliere school geen aanbod om de leerplichtige leerling met ernstige problematiek goed te begeleiden. Situaties waarin ook Leerplicht geen ondersteuning kon bieden die tot een schoolplaatsing zou leiden. Om te voorkomen dat een leerling thuis komt te zitten, kan een beroep worden gedaan op onderwijsconsulenten. Onderwijsconsulenten zijn onafhankelijke deskundigen met veel kennis en ervaring op het gebied van onderwijs aan kinderen met een handicap, ziekte of stoornis, zowel binnen het reguliere onderwijs als binnen het speciaal en voortgezet speciaal onderwijs. De onderwijsconsulenten begeleiden en adviseren ouders/verzorgers van leerlingen die geïndiceerd zijn door de Commissie voor Indicatiestelling (CvI). Met deze indicatie kan men geplaatst worden op het speciaal onderwijs of op een reguliere school met ‘rugzakje’. Het kan ook gaan om een (nog) niet-geïndiceerd kind dat langdurig thuiszit (waar vooralsnog geen school voor gevonden kon worden). Zorgstructuur primair onderwijs In het primair onderwijs is sprake van een interne zorgstructuur, waar de interne begeleider een belangrijke rol in heeft. De interne begeleider heeft de mogelijkheid om externe deskundigheid in te schakelen bij problemen die binnen de school niet kunnen worden opgelost. De zogenaamde voorpost in het primair onderwijs wordt gevormd door de verpleegkundige en de maatschappelijk werker voor de scholen. De leerplichtambtenaren worden ingeschakeld wanneer noodzakelijk. De leerplichtambtenaar kan leerlingen, die direct door de school bij het Bureau Leerlingzaken worden gemeld, inbrengen in de voorpost (Hengelo). In Borne kennen we voor het primair onderwijs niet het begrip voorpost, er vindt overleg plaats tussen de school, het Algemeen Maatschappelijk Werk en de verpleegkundige. Multi Disciplinair Overleg (MDO), GRIP en Eigen Kracht Conferentie Het algemeen doel van het Multidisciplinair Overleg is het bundelen van kracht om alle neuzen dezelfde kant op te krijgen: ervoor te zorgen dat het kind en/of gezin een optimale hulpverlening krijgt, waarbij het MDO team eensgezind aankoerst op de gestelde doelen en het hulpplan. Bij MDO ’s waar leerplichtige jongeren worden besproken, schuift vaak de leerplichtambtenaar aan. Daarnaast wordt er ook veel gebruik gemaakt van de inzet van het GRIP-team. Het GRIP-team is een samenwerkingsverband tussen 7 organisaties: Ambiq, Carintreggeland, Mediant , Jarabee, Bureau Jeugdzorg Overijssel, Accare en het Leger des Heils. Deze organisaties lenen allemaal één ervaren werker uit die samen een team vormen van gezinscoaches: het GRIP-team. GRIP levert zorg en coördinatie aan multiprobleemgezinnen in Hengelo. De praktijk wijst uit dat deze gezinnen het best geholpen zijn, als één persoon meerdere problemen tegelijkertijd oppakt en het gezin zelf 16
Leerplicht/RMC schooljaar 2012-2013 aangeeft waar het hulp bij nodig heeft. De gezinscoach verleent zorg en coördineert deze met eventuele andere zorgaanbieders. Op deze manier heeft het gezin één aanspreekpunt en krijgt het weer GRIP op zijn situatie. Het sociale netwerk van het gezin wordt betrokken. Het GRIP-team werk nauw samen met de Eigen Kracht Centrale. Waar mogelijk worden Eigen Kracht Conferenties ingezet. Hiermee is al veel positieve ervaring opgedaan. Het is ook mogelijk gezinnen of jongeren rechtstreeks een eigen kracht conferentie aan te bieden. Doel is dat de betrokken jongere of het gezin met het eigen netwerk en de hulpverlening een plan van aanpak opstelt en zelf de regie voert over de eigen leefsituatie. Vroegsignalering en stedelijk jeugdgroepenoverleg De procesmanager zorg van de gemeente zit het vroegsignaleringsoverleg (= vindplaats politie) en stedelijk jeugdgroepenoverleg (= vindplaats straat) voor. Indien er betrokkenheid bij casuïstiek is, sluit Bureau Leerlingzaken aan. Trajectberaad binnen de gemeente Eens in de vier weken vindt overleg plaats waarin casuïstiek van de Raad voor Kinderbescherming wordt besproken. Een trajectbegeleider of leerplichtambtenaar schuift indien nodig bij dit overleg aan. Periodiek overleg tussen leerplichtambtenaren regio Twente Er is periodiek overleg met de leerplichtambtenaren in de regio (Borne, Enschede, Haaksbergen, Hof van Twente, Losser, Almelo, Oldenzaal en Dinkelland). Het overleg vindt twee keer per jaar plaats. Er wordt bijvoorbeeld besproken hoe met religieuze feestdagen in relatie tot verlof om te gaan. Er is ook overleg met Duitse buurgemeenten over Nederlandse leerlingen die in Duitsland wonen en in Nederland naar school gaan en diverse landelijke ontwikkelingen. Er wordt geprobeerd zoveel mogelijk afstemming te bereiken, zodat ouders die kinderen hebben die in verschillende gemeenten naar school gaan met eensluidende afspraken te maken krijgen. Justitieel Casus Overleg (JCO) Het Openbaar Ministerie bepaalt de straf die aan de jongere wordt opgelegd. Bij sommige jongeren lijkt er meer aan de hand dan de overtreding op zich (waaronder ook schoolverzuim). Soms zit dat in de aard of toedracht van het gepleegde feit, maar soms zijn er ook zorgen op het terrein van opvoeden en opgroeien. Vanaf schooljaar 2013-2014 zal er een start worden gemaakt met een Justitieel Casusoverleg (JCO) waar deze jongeren besproken worden. Dit casusoverleg bepaalt wat de meest passende afdoening is voor een jongere. Hengelo valt onder het arrondissement Zutphen. Aan dit JCO nemen deel: het Openbaar Ministerie (OM), de Raad voor de kinderbescherming en een vertegenwoordiger vanuit leerplicht Overijssel. Het JCO-overleg wordt één maal per 2 weken gevoerd, afwisselend in Almelo en Zwolle. Tijdens deze overleggen worden alle zaken uit Overijssel behandeld. Het OM heeft de regie over dit overleg wat inhoudt dat zij de agenda verzorgen en betrokken leerplichtambtenaren informeren over de afhandeling. 6.4 Netwerk Door het Bureau Leerlingzaken wordt samengewerkt met de volgende ketenpartners: RMC functies binnen de regio Twente en overige RMC meldpunten Basisonderwijs Speciaal onderwijs Onderwijsinstellingen VO en MBO Bureau Jeugdzorg GGD, jeugdartsen 17
Leerplicht/RMC schooljaar 2012-2013 Carint Stichting MEE Jeugdreclassering Bureau Halt Politie Openbaar Ministerie Raad voor de Kinderbescherming Sociale recherche Voogdij-instellingen Verslavingszorg UWV WERKbedrijf Uitzendbureaus Kapstokprojecten Stadsservicebedrijf Scoren door scholing 1000 jongeren Bpv-adviesbureau
18
Leerplicht/RMC schooljaar 2012-2013
7. Statistische gegevens gemeente Hengelo - Leerplicht Verzuim en onderwijsuitval zijn nauw met elkaar verbonden. Uit onderzoek is naar voren gekomen dat sociale en/of emotionele problematiek vaak de oorzaak is van schoolverzuim. Scholen kunnen veel doen om het verzuim te beïnvloeden. Dit is echter geen eenvoudige opgave. Wanneer het verzuim goed in beeld is gebracht, kan onderzoek plaatsvinden naar de oorzaken van dit verzuim. Vaak wordt bij het onderzoek duidelijk welke achterliggende problematiek de oorzaak is van het schoolverzuim. 7.1 Soorten schoolverzuim Schoolverzuim wordt als volgt ingedeeld: Absoluut schoolverzuim Een leerplichtige jongere staat niet ingeschreven bij een school of onderwijsinstelling. Er wordt dan naar de ouder(s)/verzorger(s) een brief gestuurd met het verzoek door te geven welke school/instelling hun zoon/dochter bezoekt. Zonodig wordt een rappèlbrief verzonden. Indien dan nog niet gereageerd wordt, volgt een uitnodiging voor een gesprek met de leerplichtambtenaar of gaat de leerplichtambtenaar op huisbezoek. Relatief schoolverzuim Relatief schoolverzuim kan worden onderverdeeld in signaal verzuim en luxe verzuim. Signaal verzuim Een leerplichtige jongere staat wel ingeschreven bij een school of onderwijsinstelling, maar deze wordt zonder geldige reden gedurende een lange of korte periode niet bezocht. Vaak liggen problemen in de gezinssituatie en/of in het contact met leraar/school hieraan ten grondslag. In alle gevallen van melding van relatief schoolverzuim hebben gesprekken plaatsgehad met ouders/verzorgers en/of de leerlingen zelf. Luxe verzuim Jongeren gaan niet naar school vanwege bijvoorbeeld een vakantie/uitstapje met het gezin. Met alle directeuren van het primair onderwijs en voortgezet onderwijs is de afspraak gemaakt dat tegen ouders, die hun kind(eren) zonder toestemming van de directeur van de school hebben thuisgehouden, proces-verbaal wordt opgemaakt. 7.2 Leerplichtige leerlingen Het aantal leerplichtige leerlingen in de gemeente Hengelo valt als relatief stabiel te kenschetsen. In het schooljaar 2007/2008 telde Hengelo 12867 leerlingen, in het schooljaar 2008/2009, 12894 leerlingen en in het schooljaar 2009/2010, 12939 leerlingen. De stijging vanaf het schooljaar 2007/2008 is te verklaren uit het feit dat leerlingen sinds 1 augustus 2007 tot hun 18de verjaardag leer-/kwalificatieplichtig zijn.
Leer- en kwalificatieplichtigen
1-1-2008
1-1-2009
1-1-2010
1-1-2011
1-1-2012
1-1-2013
12.867
12.894
12.939
12.938
12.981
12.903
19
Leerplicht/RMC schooljaar 2012-2013 7.3 Het aantal verzuimmeldingen van leerplichtige jongeren 3 1. Het aantal meldingen verzuim van 2009-2013 (cijfers) Verzuim naar soort Absoluut verzuim Signaal verzuim Luxe verzuim totaal % verzuim t.o.v. leerplichtige leerlingen
2009/2010 2010/2011 2011/2012 2012/2013 25 12 23 16 131 185 174 208 14 11 25 19 170 208 223 243 1,3%
1,6%
1,7%
1,9%
2. Het aantal meldingen verzuim van 2009-2013 (grafiek) Naar soort verzuim 250 208 185
200
150
174 absoluut verzuim
131
signaal verzuim luxe verzuim
100
50
25
14
12
11
23
25
16
19
0 2009-2010
3
2010-2011
2011-2012
Extra tabellen in de bijlagen
20
2012-2013
Leerplicht/RMC schooljaar 2012-2013 Naar soort school
133
140
119
116
120 100
89
PO SO
80 62 60
48
46
39
VSO 40
MBO
33
40
26 15
20 1
VO
23 13
13 5
1
11
11
0 2009-2010
2010-2011
2011-2012
2012-2013
3. Verzuimpercentages in de Regio vergeleken Plaats Hengelo Borne Enschede Almelo Oldenzaal
2011/2012 1,7% 0,9% 4,5% n.b. n.b.
2012/2013 1,9% 1,0% n.b. n.b. 1,7%
Conclusies Het absolute verzuim is ten opzichte van vorig schooljaar afgenomen. Slechts een enkeling van de absolute verzuimers is een thuiszitter. Bij het merendeel blijkt na contact dat het om administratief verzuim gaat (bijv. door verhuizing). Het signaalverzuim is behoorlijk toegenomen. De afgelopen vier toont het verzuim een stijgende lijn. Het aantal keren dat luxe verzuim werd gesignaleerd, is iets afgenomen. Het aantal meldingen uit het voortgezet onderwijs is aanmerkelijk groter dan het aantal meldingen uit het primair onderwijs. Ten opzichte van de andere Netwerkstadsteden doet Hengelo het relatief goed.
21
Leerplicht/RMC schooljaar 2012-2013 7.4 Meldingen in de zorgadviesteams Aantal meldingen in de zorgadviesteams van het voortgezet onderwijs en van het ROC van Twente. Het zorgadviesteam is de externe zorgstructuur rond de scholengemeenschap. Schooljaar Twickel Grundel OSG Bataafs Lyceum OSG Montessori OSG Gilde OSG Genseler ROC van Twente
2011/2012 2012/2013 22 19 21 18 16 16 16 11 25 12 3 5 4 12
totaal
107
93
Het aantal meldingen verschilt per school en per locatie in omvang. Dit heeft onder andere te maken met het aantal leerlingen dat onderwijs volgt op de locatie, maar ook met de interne zorgstructuur van de school, die per school verschillend is. Zo heeft het ROC van Twente een loopbaancentrum, waarin het maatschappelijk werk, de psycholoog en de orthopedagoog werkzaam zijn. Het loopbaancentrum heeft een uitgebreid netwerk waarmee samengewerkt wordt. 7.5 Vrijstellingen verleend door het Bureau Leerlingzaken De leerplichtambtenaar kan vrijstelling verlenen aan leerplichtige/kwalificatieplichtige leerlingen, zodat zij ontheven worden van de plicht om onderwijs te volgen. Dit kan een vrijstelling zijn van enkele weken of van een langere periode. Een vrijstelling kan verleend worden in verband met lichamelijke en psychische problematiek (artikel 5a), in verband met het volgen van onderwijs buiten Nederland (artikel 5c). Daarnaast kan een vrijstelling gegeven worden van geregeld schoolbezoek in verband met gewichtige omstandigheden (artikel 11g). Schooljaar Vrijstelling art. 5a Vrijstelling art. 5c Vrijstelling art. 11g Totaal
2011/2012 5 9 12
2012/2013 6 3 10
26
19
7.6 Aantal contacten over leerlingen Dit betreft het aantal leerlingen waarover met en/of Bureau Leerlingzaken contact is geweest. Het is het totaal aantal leerlingen waar Bureau Leerlingzaken actief mee bezig is geweest, zoals naar aanleiding van verzuimmeldingen, leerlingen die in zorgadviesteams zijn gemeld en leerlingen waarover telefonisch contact is geweest. In het afgelopen schooljaar 2012-2013 betrof het aantal leerlingen, waarover contact is opgenomen 790, vervolgens zijn er 2026 acties ondernomen. Dit betreft leerlingen van Hengelo en Borne.
22
Leerplicht/RMC schooljaar 2012-2013 Casus Leerplicht Deze casus geeft een beeld van het werk van de leerplichtambtenaar. Het gaat niet goed met David. Zijn resultaten lopen terug. Hij brengt veel te veel tijd door achter de computer met gamen. Het vermoeden bestaat dat hij niet alleen blowt, maar zelfs dat hij andere leerlingen van wiet voorziet. Hij wordt besproken in het ZAT. Daar blijkt dat hij ook regelmatig verzuimt en er komt een verzuimmelding. David komt op gesprek, samen met zijn vader. Beiden ontkennen dat er problemen zijn. Na lang aandringen gaan ze toch akkoord met een bezoek aan Tactus. We spreken een datum af voor een vervolggesprek. Ondertussen blijven we David volgen in het ZAT. Hij komt nu elke dag (op tijd) op school en de cijfers verbeteren zienderogen. Een teamleider meldt dat er een gesprek met ouders is geweest waar hij erg tevreden over was; volgens hem was bij ouders “het kwartje gevallen” , Tactus verslavingszorg was in beeld en David werd door hen beter begeleid. Een paar weken later heb ik dat vervolggesprek. Dit keer komt David met zijn beide ouders. Nee. Hij zit niet meer zo vaak achter de computer. En blowen ? Dat had hij in z’n leven maar één keer gedaan. En ja, hij was inderdaad één keer bij Tactus geweest: dat was een algemene voorlichting, geregeld vanuit school. En hulp hadden ze sowieso niet nodig. Moeder knikt vooral en vader krijgt z’n trillende handen niet in bedwang. De gelederen in dit gezin zijn volledig gesloten – maar, op school gaat het inderdaad goed. Als ze weg zijn blijft een penetrante alcohollucht nog lang hangen. En echt gerust ben ik er nog niet op.
23
Leerplicht/RMC schooljaar 2012-2013
8. Statistische gegevens gemeente Borne - Leerplicht 8.1 Leerplichtige leerlingen 1-1-2008 Leer- en kwalificatieplichtigen
1-1-2009
3979
1-1-2010
3922
3722
1-1-2011 3684
1-1-2012 3631
1-1-2013 3622
8.2 Het aantal verzuimmeldingen van leerplichtige jongeren 4 1. Het aantal meldingen verzuim van 2008 – 2013 (cijfers) Verzuim naar soort Signaal verzuim Luxe verzuim Totaal % verzuim t.o.v. leerplichtige leerlingen
2008/2009 2009/2010 2010/2011 2011/2012 2012/2013 47 39 35 31 37 5 2 4 0 0 52 41 39 31 37 1,3%
1,1%
1,1%
0,9%
1,0%
2. Het aantal meldingen verzuim van 2008-2013 (grafiek) Naar soort verzuim
50
47
45 39
40
37
35
35
31
30
signaal verzuim
25
luxe verzuim
20 15 10
5 2
5
4 0
0
0 2008-2009
4
2009-2010
2010-2011
2011-2012
Extra tabellen in de bijlagen
24
2012-2013
Leerplicht/RMC schooljaar 2012-2013 Naar soort school 25
24
25
23
21 20 16
16
PO
15
SO 11
10
10
VO VSO
8 6
5
3 0
4
6
3 0
1
3
2
MBO
6
5 1
2
1
1
0 2008-2009
2009-2010
2010-2011
2011-2012
2012-2013
Conclusies
Het signaalverzuim is ten opzichte van vorig schooljaar licht gestegen. Maar ten opzichte van vier jaar geleden is er nog steeds sprake van een daling. Het luxe verzuim staat net als vorig jaar op nul, evenals het absolute verzuim. Het aantal meldingen uit het voortgezet onderwijs is aanmerkelijk groter dan het aantal meldingen uit het primair onderwijs.
8.3 Vrijstellingen In Borne is één vrijstelling voor geregeld schoolbezoek verleend
25
Leerplicht/RMC schooljaar 2012-2013
9. Justitiële aanpak schoolverzuim Hengelo en Borne Uit onderzoek is gebleken dat criminele jongeren hun loopbaan vaak beginnen met schoolverzuim. Bestrijding van schoolverzuim is dus het middel bij uitstek om in een vroegtijdig stadium individuele problematiek aan te pakken en de kans op een mogelijk beginnende criminele carrière te verkleinen. De strafrechtelijke aanpak heeft als doel om het verzuim zo snel mogelijk te beëindigen. Hoe langer het verzuim duurt, hoe lastiger het is voor een jeugdige om de lesstof en het gewenste dagritme weer op te pakken. Het hulpverleningstraject en de leerplichtambtenaar worden daarom zo snel mogelijk ingeschakeld. Niet iedere leerplichtzaak komt voor de rechter. Bij een korte verzuimperiode kan ook een Halt afdoening of een OM afdoening worden opgelegd. Alle processen-verbaal richtten zich op leerlingen en/of hun ouders/verzorgers. 9.1 Strafbepalingen Hengelo: processen-verbaal volgens artikel 26 Lpw
Luxe verzuim Signaal verzuim
2009/2010 2010/2011 2011/2012 2012/2013 6 8 13 9 18 26 23 10
totaal
24
34
36
19
9.2 Strafbepalingen Borne: processen-verbaal volgens artikel 26 lpw
Luxe verzuim Signaal verzuim
2009/2010 2010/2011 2011/2012 2012/2013 2 4 0 0 1 2 5 0
totaal
3
6
9.3 Halt Hengelo Aantal Haltverwijzingen :
2010-2011: 7 verwijzingen 2011-2012: 11 verwijzingen 2012-2013: 4 verwijzingen
9.4 Halt Borne Aantal Haltverwijzingen :
2010-2011: 3 verwijzingen 2011-2012: 1 verwijzing 2012-2013: 4 verwijzingen
26
5
0
Leerplicht/RMC schooljaar 2012-2013 Doel en samenwerking Wanneer er sprake is van beginnend of niet al te ernstig schoolverzuim worden de jongeren doorgestuurd naar Bureau Halt voor een leer/werkstraf. Daarmee is Bureau Halt bij uitstek de instantie, die vroegtijdig kan signaleren of er sprake lijkt te zijn van achterliggende, risicovolle problematiek. Bureau Halt stimuleert in dat geval jongeren en ouders om hulp te zoeken en verwijst hen gericht door naar organisaties voor jeugdhulpverlening. Na 16 uur ongeoorloofd verzuim in 4 aaneengesloten schoolweken, dient de school dit te melden aan de leerplichtambtenaar, conform de Leerplichtwet. Dit in het kader van de lik-op-stukaanpak. Leerplicht kan vervolgens een leerling doorverwijzen naar Halt voor een leer-/werkstraf. Zowel ouders als leerling moeten hiermee instemmen. Indien dit niet gebeurt, wordt proces-verbaal opgemaakt. Ook indien de leerling na oorspronkelijke instemming de Halt-straf niet tot een goed einde brengt, wordt procesverbaal opgemaakt. 9.5 De spijbelrechter en het Openbaar Ministerie Doel en samenwerking Het Openbaar Ministerie (OM) brengt hardnekkige spijbelaars en hun ouders steeds vaker voor de rechter. Een spijbelaar loopt een grotere kans af te glijden naar crimineel gedrag, dan jongens en meisjes die wel hun lessen volgen. Veel jeugdige delinquenten (criminelen) kennen een voorgeschiedenis van schoolverzuim. Door de snelle aanpak voorkomt het OM dat de jongere te lang van school wegblijft. In 2004 heeft het OM het initiatief genomen tot het aanstellen van een spijbelrechter in het Arrondissement Almelo en Enschede. Het doel is om de spijbelende leerling binnen een maand te laten verschijnen voor deze spijbelrechter. In het verleden werden spijbelaars wel aangepakt maar duurde het vaak maanden voordat het tot een zitting kwam. Sinds 2004 is er een spijbelrechter in het Arrondissement Almelo en Enschede en komen kinderen in principe binnen een maand op de zitting. Samen met de leerplichtambtenaar, de Raad voor de Kinderbescherming, de jeugdofficier en de ouders of gezinsvoogd bekijkt de spijbelrechter de zaak. Het doel is om de leerling weer terug te krijgen naar school. De meeste spijbelaars krijgen een ernstige waarschuwing van de spijbelrechter en moeten na een paar maanden terugkomen om te vertellen hoe het gaat.
27
Leerplicht/RMC schooljaar 2012-2013
10. Statistische gegevens RMC Dit jaar zijn er 161 nieuwe voortijdig schoolverlaters gemeld bij het RMC. Dit betreft jongeren uit Hengelo, Borne en Hof van Twente. Van de 161 nieuwe vsv-ers waren er 116 uit Hengelo, 27 uit Hof van Twente en 18 uit Borne. Het RMC had nog 260 voortijdig schoolverlaters in het bestand (jongeren tot 23 jaar die in voorafgaande jaren de school hebben verlaten en nog steeds geen startkwalificatie hebben). De totale caseload is dus nu 421 voortijdig schoolverlaters, waarvan 318 uit Hengelo, 58 uit Hof van Twente en 45 uit Borne. 10.1 Aantal nieuw gemelde voortijdig schoolverlaters over de afgelopen jaren
300
238
198
218
232 161
200 100 0 08-09
09-10
10-11
11-12
12-13
Het aantal nieuw gemelde voortijdig schoolverlaters is ten opzichte van vorig jaar behoorlijk afgenomen. Mogelijke verklaringen hiervoor zijn de verbeterde samenwerking met het ROC. Het ROC meldt beter en zet haar loopbaancentrum in voor begeleiding van leerlingen die dreigen uit te vallen. Daarnaast zorgt de crisis ervoor dat jongeren langer op school blijven. De zogenaamde groenpluk door bedrijven vindt nu niet plaats. Hierbij plukken stagebedrijven jongeren die goed bevallen uit de schoolbanken. Binnen de groep van 161 nieuw gemelde voortijdig schoolverlaters zijn er 46 allochtonen en 115 autochtonen. Het betreft 93 mannen en 68 vrouwen. 10.2 Voortijdig schoolverlaters in de regio Van de regio zijn de definitieve cijfers bekend van het schooljaar 2011-2012. Deze gegevens worden aangeleverd door DUO. Een vergelijking over dit schooljaar kan nog niet gemaakt worden. In de volgende tabel staan de percentages vsv-ers (ten opzichte van het aantal deelnemers) per gemeente aangegeven. Een vergelijking is gemaakt met het startjaar van het convenant met het rijk, het jaar 2005-2006.
28
Leerplicht/RMC schooljaar 2012-2013 Percentage vsv-ers t.o.v. deelnemers Jaar 2005-2006 Totaal regio 3,5 Hengelo 3,7 Borne 2,2 Hof van Twente 2,2 Wierden 2,7 Hellendoorn 2,7 Haaksbergen 2,5 Rijssen-Holten 2,5 Dinkelland 1,8 Tubbergen 1,6 Enschede 5,2 Twenterand 3,1 Oldenzaal 3,0 Losser 2,6 Almelo 4,7
2011-2012 2,7 2,9 2,4 2,7 1,3 1,6 1,4 1,5 1,0 1,1 3,7 2,6 2,4 2,7 4,3
10.3 Voortijdige schoolverlaters van 2012-2013 naar laatste opleiding De jongeren die het praktijkonderwijs verlaten, worden geregistreerd door het RMC en niet verder begeleid. We geven op deze wijze uitvoering aan het Rijksbeleid.
Overige
2
Educatie
1
Praktijkonderwijs
11
BBL 4 BBL 3
3
BBL 2
15
BBL 1
9
BOL 4
22
BOL 3
21
BOL 2
45 17
BOL 1 7
HAVO/VWO
8
VMBO 0
10
20
30
40
50
10.4 Meldende partijen De jongeren zijn bij het RMC gemeld door verschillende organisaties/instellingen. Scholen zijn wettelijk verplicht iedere voortijdig schoolverlater binnen 4 weken na uitschrijving te melden bij het RMC. Van de 161 voortijdig schoolverlaters die dit jaar zijn gemeld, zijn er 143 door de scholen gemeld. Het gebeurt soms dat jongeren zich al melden bij het UWV Werkplein zonder dat ze zich al hebben laten uitschrijven op school. De afspraak met het UWV Werkplein is dat zij de voortijdig schoolverlaters die zich melden, eerst doorverwijzen naar Het RMC. Dit is dit jaar geen één keer gebeurd (vorig 29
Leerplicht/RMC schooljaar 2012-2013 jaar 2 keer en het jaar daarvoor nog 23 keer). Dit grote verschil heeft te maken met de veranderende werkwijze van het Werkplein: meer digitale hulpverlening. Het UWV werkplein zit inmiddels in Enschede. Wel hebben we sinds dit jaar een eigen Werkplein in Hengelo. 10.5 Herplaatsingen van vsv-ers De acties van het RMC na de melding hebben het volgende resultaat gehad: 135 van de 161 nieuw gemelde jongeren zijn herplaatst. Daarnaast zijn er van de jongeren die al in eerdere schooljaren zijn gemeld als vsv-er nog 257 jongeren herplaatst. Herplaatsen betekent dat de jongere door een actie van de trajectbegeleider weer naar school of aan het werk is gegaan, bemiddeld is naar de hulpverlening, naar het Werkplein, etc. Onderstaande grafiek geeft een overzicht van de bestemmingen van de jongeren. Het merendeel van de jongeren wordt herplaatst op een baan. Daarnaast gaan er een groot aantal terug naar school. Herplaatsingen van vsv-ers (grafiek)
onbekend overige hulpverl. Justitie UWV SZ baan overig opl VAVO BBL 4 BBL 3 BBL 2 BBL 1 BOL 4 BOL 3 BOL 2 BOL 1
10 20 6 31 12 218 7 5
19 3 36 5 6 9 0
50
100
150
200
250
10.6 Projecten De Opstap Met een bescheiden budget konden we trajecten inkopen bij diverse instellingen in Hengelo. Een van die instellingen was De Opstap. Dat is een onderdeel van de Kapstok leerwerktrajecten. De kracht van De Opstap is dat we daar programma’s geheel op maat kunnen samenstellen, cursussen laten uitvoeren en onderzoeken laten doen. De maatwerkprogramma’s duurden van enkele weken tot enkele maanden en het doel was een reguliere baan, liefst in combinatie met een opleiding. Het ging meestal om een combinatie van arbeidstraining en trajectbegeleiding. We hebben 22 van dergelijke programma’s ingekocht. 6 van de daar geplaatste jongeren hebben nu een reguliere baan, 3 volgen er een bol-opleiding, 4 zitten nu in een intensief hulpverleningstraject, waarvan twee in de Wajong, 9 zitten nog in een traject bij De Opstap, waarvan er voor 5 jongeren 30
Leerplicht/RMC schooljaar 2012-2013 andere instellingen de bekostiging hebben overgenomen. We hebben 6 jongens een heftruckcursus laten volgen. 3 daarvan zijn daarmee aan het werk gekomen, 2 naar school gegaan en één solliciteert nog. We hebben twee capaciteitenonderzoeken en twee persoonlijkheidsonderzoeken laten afnemen. De onderzoeken waren nodig om het niveau van een opleiding of programma te kunnen bepalen. Onder druk van de bezuinigingen dreigt deze mogelijkheid te verdwijnen. Het ziet er naar uit dat het huidige schooljaar de laatste is waarin we dergelijke trajecten kunnen samenstellen. Daarmee zou een waardevolle mogelijkheid verloren gaan. Van de 22 maatwerktrajecten hebben er 6 geleid tot een baan en 3 tot een opleiding. Deze 9 zouden anders waarschijnlijk in een uitkering zijn beland.
31
Leerplicht/RMC schooljaar 2012-2013
Casus RMC Deze casus geeft een beeld van de werkzaamheden van de rmc-trajectbegeleider. Roy is uitgeschreven bij de bol-opleiding bouwplaats-assistent en wachtte op een uitnodiging van de SSB (Stichting Samenwerkingsverband Praktijkopleiding Bouw), opdat hij na de zomer daar kon beginnen als timmerman en kon overstappen naar de bbl. Roy is echter afgewezen door de SSB en kon dus niet overstappen naar de bbl-opleiding. Hij moest eerst nog aan zijn werkhouding werken en daarom is hij geplaatst bij De Opstap. Via De Opstap kon hij terecht bij het boortorenproject. Roy heeft daar goed gewerkt en daarna is hij aangemeld voor het “1000 jongeren plan”. Via dat project kreeg hij een baan bij een betonreparatiebedrijf. Hoewel het daar goed ging moest hij daar weg, omdat het bedrijf in financiële problemen kwam. Hij had nog enkele maanden salaris te goed. Hij is weer voor een uitzendbureau gaan werken. Roy ondervond in toenemende mate psychische problemen in het contact met anderen: collegae, sollicitaties, instanties e.d. Er hebben onderzoeken plaats gevonden, maar daar is geen diagnose uitgekomen. Hij wilde wel in aanmerking komen voor de Wajong. Roy woonde bij een vriendin (Wajong en een kind), maar moest daar weg omdat de relatie niet goed ging en zij het financieel niet meer konden opbrengen, omdat Roy geen inkomsten had. Hij ging weer terug naar zijn ouders. Roy had een uitkering aangevraagd, maar zag enorm op tegen het invullen van formulieren en met een computer kon hij nauwelijks over weg. Hij moest solliciteren, maar was zo faalangstig, dat hij dat niet goed durfde. Hij had wel contact met uitzendbureaus en werkte wekelijks op afroep enkele dagen per week bij Twente Milieu. De financiële nood was zo groot dat hij nauwelijks kleren had. I.v.m. begeleiding bij zijn privézaken, meldde ik hem bij Kickstart. Om Roy te helpen bij het zoeken naar een geschikte werkplek/baan, hadden we bij De Opstap weer een afspraak gemaakt. Zijn vriendin werd failliet verklaard. Roy kwam afspraken niet na en had i.v.m. de WWB-aanvraag niet de vereiste papieren ingeleverd. Kickstart heeft hun administratie bekeken. Hun problematiek was dermate groot: schulden, overlast, relatie e.d., dat Kickstart hen niet meer kon helpen. Kickstart meldde hun aan bij het Gripteam. Roy werkte nog als oproepkracht bij Twente Milieu en had Wajong aangevraagd. Bij De Opstap werd er iets gezocht in de richting stratenmaker, dakdekker, bouw o.i.d. De Wajong werd afgewezen en de WWB werd inmiddels toegekend. Via De Opstap is Roy geplaatst bij een stratenmaker waar hij een goede begeleiding kreeg op de werkvloer. Voorlopig eerst met behoud van uitkering.
32
Leerplicht/RMC schooljaar 2012-2013
11. Aandachtspunten voor het komend schooljaar Borne en Hengelo Verzuimprotocol Iedere school voor VO heeft een eigen verzuimregistratie. In 2011 heeft de uitrol plaats gevonden bij de scholengemeenschappen van de zogenaamde verzuimkaart (zie bijlage). Nieuw is de melding bij de GGD van kinderen die door langdurige ziekte of frequente ziekmeldingen niet naar school komen. Daarnaast is in samenspraak met de scholen ook beleid ontwikkeld op het te laat komen. De verzuimkaart is een routebeschrijving van alle stappen die de school dient te zetten bij allerlei vormen van verzuim van een leerling. De verzuimkaart is vervolgens gekoppeld aan het digitaal verzuimloket van de Informatie Beheer Groep (Ib-groep). Bij de Ib-groep dienen de scholen verzuim te melden. De Ibgroep zorgt ervoor dat de meldingen bij de gemeenten terechtkomen. Dag van de Leerplicht Het thema van de Dag van de Leerplicht in 2014 is nog niet bekend. Samen met de onderwijsinstellingen willen we weer op de Dag van de Leerplicht in 2014 een actie uitvoeren die de aandacht richt op het onderwerp Leerplicht. Samenwerking met de Sociale Verzekeringsbank Nieuw beleid geeft leerplichtambtenaren de mogelijkheid om informatie uit te wisselen met de Sociale Verzekeringsbank. Dit kan ertoe leiden dat ouders die hun kind/eren langdurig laten verzuimen van school, gekort worden op kinderbijslag. Dit is een nieuw instrument voor het Bureau Leerlingzaken. De leerplichtambtenaren zijn zich ervan bewust dat het inzetten van dit instrument een zeer zorgvuldige afweging vraagt. Voorlichting aan directeuren van scholen Ook komend schooljaar zal er weer voorlichting aan directeuren van basisscholen worden gegeven. Doelstelling van deze voorlichting is de contacten met de basisscholen aan te scherpen en de werkwijze van leerplicht nog eens toe te lichten. De leerplichtambtenaar kan namelijk worden ingeschakeld indien er sprake is van (langdurig) verzuim en/of problemen bij een leerling. De leerplichtambtenaar kan informatie verkrijgen vanuit diverse bronnen en kan optreden indien er onvoldoende medewerking is van een leerling en/of ouders. De voorlichting kan bestaan uit een presentatie over Leerplicht, het bespreken van verschillende casussen en toelichting van de verlofregeling. Regionale samenwerking bij de handhaving van de Leerplichtwet Het Rijk stimuleert de gemeenten in de regio om samen te werken bij de handhaving van de Leerplichtwet. Bij de invoering van de kwalificatieplicht is tegelijk ook de mogelijkheid gecreëerd voor leerplichtambtenaren om proces-verbaal te mogen opmaken tegen leerlingen die niet woonachtig zijn in de gemeente waar de leerplichtambtenaar werkt. Iedere gemeente legt de eigen accenten bij de handhaving. Aan ouders is het moeilijk uit te leggen dat er verschillen zijn die ertoe leiden dat in de ene gemeente er meer toegestaan is dan in de andere. Daarnaast is er een groot verschil in de wijze waarop de gemeenten, vanuit het Bureau Leerlingzaken, de zorg voor leerlingen organiseren. In de ene gemeente kan een leerling een langere periode thuis zitten, zonder zorg, terwijl in een andere gemeente er veel initiatieven worden ontplooid om de leerling de noodzakelijke
33
Leerplicht/RMC schooljaar 2012-2013 zorg te bieden. Samenwerking en afstemming kan ervoor zorgen dat er op dit punt meer afstemming ontstaat. Voortzetting van het lik-op-stukbeleid ten aanzien van ongeoorloofd schoolverzuim Ten aanzien van het ongeoorloofd verzuim wordt getracht om met een lik-op-stukbeleid dit zoveel mogelijk in een vroegtijdig stadium te sanctioneren, om daarmee te voorkomen dat het verzuim structureel wordt en leidt tot grotere problemen. Die lijn wordt voortgezet. Aangedrongen zal worden op een spoedige afhandeling door de rechtbank in Almelo van de opgemaakte processen-verbaal. Intensivering van de afstemming tussen onderwijs en zorg voor leerlingen, o.a. in de zorgadviesteams Alle locaties van het voortgezet onderwijs betrekken de leerplichtambtenaar nu bij hun zorgadviesteam. In het najaar van 2013 vindt een evaluatie van het functioneren van deze ZAT’s plaats. Deze evaluatie zal eventuele verbeterpunten aan het licht brengen. Een verslag van de evaluatie wordt voorjaar 2014 gepresenteerd. Stimuleren dat scholen (zorgwekkend ziekte-)verzuim en dreigende schooluitval vroegtijdig signaleren en melden Scholen zijn verplicht verzuim te melden bij de Ib-groep. Via de Ib-groep komen verzuimmeldingen dan bij de diverse gemeenten terecht. Voor scholen betekent dit minder werk. Voor Bureau Leerlingzaken kan dit een toename van werk betekenen als de scholen consequent via de Ib-groep gaan melden. Waar scholen nu nalaten te melden, omdat het teveel werk is uit te zoeken welke leerling in welke gemeente thuishoort, zijn nu meer meldingen te verwachten. In de negen pilotgemeenten leidde dit tot een verdubbeling van het aantal meldingen. Op zich een goede zaak, omdat hierdoor een beter inzicht in verzuim is te verwachten en daardoor directer en effectiever opgetreden kan worden (Zie voor nieuwe afspraken bijlage 1 van dit verslag). Leerlingadministratie Regionaal hebben applicatiebeheerders van leerplichtsystemen en leerplichtadministraties van diverse gemeenten besloten een paar keer per jaar bij elkaar te komen om gegevens uit te wisselen. Aan deze bijeenkomsten nemen de gemeenten Hengelo, Enschede, Almelo, Borne, Haaksbergen, Oldenzaal, Dinkelland en Hof van Twente deel. Doel is elkaar van informatie te voorzien. Verlofregeling Uit formulieren voor aanvraag van verlof die scholen hanteren, is ons gebleken dat scholen niet altijd een goede verlofregeling op papier hebben staan of hanteren. We hebben afgelopen schooljaar een paar scholen bezocht en de regeling nog eens op papier gezet en aan de scholen gestuurd, met het doel de regeling te verduidelijken. Permanente her- en bijscholing Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BOA) De leerplichtambtenaren van bureau Leerlingzaken bezitten een BOA bevoegdheid. Dit betekent dat ze een proces-verbaal kunnen opmaken als er sprake is van schoolverzuim. Het ministerie van Veiligheid en Jusititie werkt al enige jaren aan een nieuwe stelsel voor de scholing en beëdiging van de Buitengewoon Opsporingsambtenaren. In 2013 is er een nieuwe stelsel ingevoerd waarbij de medewerkers met een bevoegdheid BOA leerplicht jaarlijks een her- en bijscholing moeten gaan volgen om deze BOAbevoegdheid te verlengen. In het verleden moest deze bevoegdheid eens in de 5 jaar opnieuw behaald worden.
34
Leerplicht/RMC schooljaar 2012-2013
12. Bijlagen 1. Samenwerking Bureau Leerlingzaken en onderwijsinstellingen Aanleiding: In de afgelopen jaren hebben de schoolbesturen en het Bureau Leerlingzaken van de gemeente Hengelo geïnvesteerd in een goede samenwerking. Het resultaat is dat de scholen het Bureau Leerlingzaken goed weet te vinden wanneer leerlingen van school verzuimen of wanneer er anderszins problemen zijn met leerlingen die belemmerend zijn voor hun schoolloopbaan. Gesteld kan worden dat in 95% van alle gevallen er goed gemeld wordt en dat de samenwerking tussen de verschillende partijen goed verloopt. Een wetswijziging die in januari 2012 is doorgevoerd, vraagt om een kleine aanscherping van de samenwerkingsafspraken. Wat er verandert: Door de wetswijziging van de Leerplichtwet 1969 kreeg de minister van Onderwijs per 1 januari 2012 de bevoegdheid om een bestuurlijke boete op te leggen aan het hoofd van een school of instelling. De bestuurlijke boete is een nieuwe sanctiemaatregel en kan worden opgelegd in de volgende gevallen:
het niet binnen vijf werkdagen melden van ongeoorloofde afwezigheid van meer dan zestien klokuren of het niet wekelijks bij DUO melden van langdurend verzuim;
incorrecte in- en uitschrijving van een leerling;
in strijd handelen met de bepalingen rond vrijstelling wegens vakantie of andere gewichtige omstandigheden van meer dan het wettelijke maximum;
het verstrekken van onjuiste of onvolledige informatie omtrent de Leerplichtwet.
In bovenstaande gevallen kan de Inspectie van het Onderwijs een boete opleggen aan het hoofd van de school of instelling van € 1.000,- per overtreding, met een maximum van € 100.000,-. Aan de leerplichtambtenaar wordt opgedragen te melden bij de inspectie, wanneer een school zich niet houdt aan de Leerplichtwet. De inspectie kan vervolgens besluiten een onderzoek uit te gaan voeren. Hoe gaan we hier mee om? Het is zaak afspraken te maken over werkprocessen tussen scholen en Bureau Leerlingzaken bij uitvoering van deze regeling. De gemeente wil ook afspraken maken over situaties waarbij leerlingen door ziekte of andere redenen of oorzaken langdurig ziek thuis zijn.
35
Leerplicht/RMC schooljaar 2012-2013 We stellen de volgende afspraken voor: Zieke leerlingen In 2010 hebben alle scholengemeenschappen Hengelo de invoering van de verzuimkaart ondertekend. Dit als onderdeel van het protocol veilige school. De regels die in de verzuimkaart zijn opgenomen, hebben betrekking op situaties waarin kinderen langdurig ziek thuis zijn of kinderen die veelvuldig ziek gemeld worden en waarbij onduidelijk is wat de oorzaak is. De verzuimkaart heeft een rood gearceerde tekst, dit betreft het verplichtende deel en een groen gearceerd deel, dit is een niet wettelijk verplicht deel. Alle procedures (verplicht en niet verplicht), zoals beschreven op de verzuimkaart worden door de meeste locaties nageleefd. Echter niet door alle locaties in de gemeente. Recent is door enkele ouders van langdurig zieke leerlingen contact opgenomen met het Bureau Leerlingzaken. De school had geen contact opgenomen met Bureau Leerlingzaken. Hoe te handelen door het Bureau Leerlingzaken in deze situatie? Het Bureau Leerlingzaken neemt contact op met de contactpersoon van de school: het directielid die ook in het kader van de handhaving van de leerplichtwet is aangewezen. Thuiszittende leerlingen Wanneer een school constateert dat een leerling niet langer op school kan blijven, schrijft de wet op het VO/SVO en de wet op het primair onderwijs voor, dat alvorens de leerling uitgeschreven mag worden een bericht van inschrijving binnen moet zijn van de nieuwe school. De Inspectie kan toestemming geven om de leerling voor een kortdurende periode te schorsen. School moet dan intensief zoeken naar een nieuwe school. Voorstel: de school meldt deze leerlingen bij het Bureau Leerlingzaken, zodat bekend is bij het Bureau Leerlingzaken om welke leerlingen het gaat in de gemeente. De verantwoordelijkheid voor deze leerlingen blijft bij de school waar de leerling staat ingeschreven. Deze leerlingen worden ook gemeld bij de voorpost en het ZAT. Gezien het brede netwerk van het Bureau Leerlingzaken kan de school geadviseerd worden welke mogelijkheden er zijn voor een dagbesteding van deze kinderen. Implementatie: a. de scholen/scholengemeenschappen/het ROC melden binnen 14 dagen bij de coördinator van het Bureau Leerlingzaken (Leo Belshof:
[email protected]; tel.: 074 2459928) wie de contactpersoon is per locatie. b. Leo Belshof informeert de betrokkenen bij het ZAT en scholen informeren de medewerkers van de voorpost. Alle contactpersonen krijgen een uitnodiging voor een voorlichtingsbijeenkomst van het Bureau Leerlingzaken betreffende meldingen van verzuim in het kader van de leerplichtwet. Scholen melden leerlingen niet conform wet en regelgeving Situatie 1: Meldingen in de zorgadviesteams van het voortgezet onderwijs, het ROC van Twente /meldingen in de voorpost van het primair onderwijs lopen niet correct.
36
Leerplicht/RMC schooljaar 2012-2013 Voorbeeld: het niet correct melden wordt geconstateerd tijdens de bespreking van een leerling in de zorgadviesteams. De leerplichtambtenaar die aanwezig is in het zorgadviesteam constateert dit feit en spreekt de coördinator tijdens de vergadering hierop aan. De coördinator onderneemt geen actie. Op dit moment zijn er geen duidelijke afspraken over hoe de leerplichtambtenaar dient te handelen. Hoe in de toekomst hiermee om te gaan? Stap 1: De leerplichtambtenaar maakt melding van het in gebreke blijven van de school inzake melding bij de coördinator van het Bureau Leerlingzaken. Stap 2: De coördinator van het Bureau Leerlingzaken maakt melding van het niet tijdig melden bij de eindverantwoordelijke directeur van de betreffende school of schoollocatie. De leerplichtambtenaar verzoekt om onderzoek en vraagt welke maatregelen de school neemt om dit in de toekomst te voorkomen. De leerplichtambtenaar krijgt van de contactpersoon een adequate reactie (bijvoorbeeld binnen een maand een schriftelijke rapportage van de school waarin staat welke maatregelen de school neemt om deze situaties te voorkomen). Wanneer de reactie van de school is ontvangen, waarin de school aangeeft wat er wordt gedaan om dit te voorkomen in de toekomst, onderneemt het Bureau Leerlingzaken geen verdere acties. Stap 3: Wanneer ook de directie van de school of schoollocatie in gebreke blijft, neemt de gemeente contact op met de bestuurder van het betrokken schoolbestuur en vraagt om een reactie. Stap 4: Mochten de eerste stappen niet tot het gewenste resultaat leiden, dan neemt de coördinator van het Bureau Leerlingzaken contact op met de inspectie van het onderwijs. Situatie 2: Scholen melden leerlingen die verzuimen aan bij het loket van DUO. Stap 1: De leerplichtambtenaar krijgt de melding door, neemt contact op met de school en constateert dat de leerling, gezien de leerplichtwet, eerder gemeld had moeten worden. Stap 2, 3 en 4: Zoals boven beschreven, zijn van toepassing.
37
Leerplicht/RMC schooljaar 2012-2013
2. Extra tabellen Hengelo leerplicht Verzuim naar schoolsoort 2009/2010 2010/2011 2011/2012 2012/2013 PO 39 13 33 40 SO 1 1 5 11 VO 89 133 116 119 VSO 15 13 23 11 MBO 26 48 46 62 totaal 170 208 223 243
Verzuim naar leeftijd
2010/2011
2011/2012
2012/2013
17
30
44
34
16
43
39
48
15
42
39
34
14
35
23
35
13
19
17
31
12
15
9
15
11
3
3
10
10
0
5
3
9
3
4
9
8
0
4
4
7
2
5
1
6
2
2
6
5
2
4
8
4
0
2
5
38
Leerplicht/RMC schooljaar 2012-2013
3. Extra tabellen Borne leerplicht Verzuim naar schoolsoort PO SO VO VSO MBO totaal
2008/2009 2009/2010 2010/2011 2011/2012 2012/2013 8 4 6 5 2 0 0 1 1 1 25 21 24 16 23 3 3 2 3 1 16 11 6 6 10 52 41 39 31 37
Verzuim naar leeftijd
2010/2011
2011/2012
2012/2013
17
8
11
17
16
4
7
4
15
8
2
4
14
5
3
5
13
4
2
4
12
5
4
1
11
1
0
1
10
0
0
0
9
2
0
0
8
0
1
0
7
1
0
0
6
1
0
1
5
0
1
0
4
0
0
0
39
Leerplicht/RMC schooljaar 2012-2013
4. Verzuimkaart
40
Leerplicht/RMC schooljaar 2012-2013
41
Leerplicht/RMC schooljaar 2012-2013
5. Convenant vsv 2012-2015 Twente
42
Leerplicht/RMC schooljaar 2012-2013
43
Leerplicht/RMC schooljaar 2012-2013
44
Leerplicht/RMC schooljaar 2012-2013
45
Leerplicht/RMC schooljaar 2012-2013
46
Leerplicht/RMC schooljaar 2012-2013
47
Leerplicht/RMC schooljaar 2012-2013
48
RAADSBESLUIT ZAAKNUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
1009070
Reek, Yvonne van den
SAM-MO
Erik Lievers
ONDERWERP
Begroting 2014 Stichting Scholengroep Primato
DE RAAD VAN DE GEMEENTE HENGELO BESLUIT:
De raad besluit: 1. de begroting 2014 van de Stichting Scholengroep Primato goed te keuren; 2. de meerjarenbegroting 2014-2017 voor kennisgeving aan te nemen.
PUBLIEKSVRIENDELIJKE SAMENVATTING
De stichting Scholengroep Primato heeft haar begroting voor 2014 ingediend bij de gemeente. In de Wet op het Primair Onderwijs is opgenomen dat de gemeenteraad deze begroting moet goedkeuren. Uit de ingediende begroting met toelichting blijkt dat sprake is van sluitende begroting voor het jaar 2014.
DE GEMEENTERAAD VAN HENGELO,
De griffier
DATUM
De voorzitter
RAADSADVIES ZAAKNUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
1009070
Reek, Yvonne van den / Seep, Henry
SAM-MO
Erik Lievers
ONDERWERP
Begroting 2014 Stichting Scholengroep Primato
PROGRAMMA/FACET-AGENDA
Niet van toepassing
AANLEIDING, DOEL EN WAT GING ER AAN VOORAF
De stichting Scholengroep Primato heeft de begroting 2014 en de meerjarenbegroting 2014-2017 ingediend. Conform artikel 48 van de Wet op het Primair Onderwijs en het convenant dient de Raad de begroting goed te keuren. De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad heeft de begroting inmiddels goedgekeurd. INHOUD VAN HET VOORSTEL
In 2013 heeft er een forse reorganisatie plaats gehad binnen de Stichting Scholengroep Primato. Deze ingreep was noodzakelijk aangezien de lasten structureel hoger lagen dan de baten en de reserves vrijwel uitgeput waren. Naast bezuinigingen op de materiële kosten is een verlaging van de loonkosten gerealiseerd via een sociaal plan. Ten gevolge van het sociaal plan en het exploitatietekort voor 2013 werd een liquiditeitsprobleem voorzien. Hierdoor is Primato gebruik gaan maken van het zogenaamde schatkistbankieren via de rijksoverheid, waardoor Primato over voldoende kredietruimte kan beschikken om aan de verplichtingen te kunnen voldoen. De gemeente Hengelo staat garant voor genoemd krediet. In de begroting van 2014 is rekening gehouden met een terugdringing van dit krediet van ca. €57.000, -. Waar mogelijk is er in de begroting 2014 rekening gehouden met onzekerheden en risico’s door het opnemen van budgeten ter dekking van deze posten. Hierbij is vooral geanticipeerd op de forse stijging van de premies voor het Participatiefonds. Ook met de invoering van Passend Onderwijs en de hiermee gepaard gaande ingrijpende wijziging voor de verdeling van de zorgbudgeten is rekening gehouden. Het stijgende ziekteverzuim zal extra kosten met zich meebrengen via de zogenaamde bonus-malusregeling van het vervangingsfonds. In het kader van het verzuimbeleid zal er in 2014 een RIE onderzoek worden uitgevoerd. Voor deze posten is een bedrag van ca. €35.000, - begroot. In 2014 zal het personeelsbestand met ca. 2 FTE verder moeten krimpen. De gevolgen hiervan zijn verwerkt in de begroting 2014. Tevens is rekening gehouden met het regelmatig gebruik moeten maken van tijdelijk personeel op basis van Payroll-contracten. In het verleden is bezuinigd op het onderhoud aan de binnenzijde en het buitenschilderwerk van de schoolgebouwen. Hierdoor is er sprake van een achterstandssituatie. Ter voorkoming van een verdere verslechtering zijn er op basis van een meerjarenonderhoudsplan de te verwachten kosten in beeld gebracht. Door een jaarlijkse dotatie van €367.500, - per jaar wordt voorkomen dat er schommelingen ontstaan in de jaarlijkse huisvestingslasten. Vanaf 2015 worden de schoolbesturen ook verantwoordelijk voor het buitenonderhoud van de schoolgebouwen. Samen met de andere schoolbesturen en de gemeente Hengelo zal hier het komend jaar beleid voor worden ontwikkeld. Voor 2014 wordt er een sluitende begroting gepresenteerd. Voor de geprognotiseerde tekorten in de daarop volgende jaren, veroorzaakt door een afname van het aantal leerlingen, zullen tijdige maatregelen worden genomen met betrekking tot een verdere personeelsreductie. BESPREEK- EN BESLISPUNTEN
1. 2.
de begroting 2014 van de Stichting Scholengroep Primato goed te keuren en de meerjarenbegroting 2014-2017 voor kennisgeving aan te nemen.
FINANCIËLE ASPECTEN
Nvt
BIJLAGE(N)
Begroting 2014 Stichting Scholengroep Primato Toelichting op de begroting 2014 Meerjarenbegroting 2014-2017 Uitgaande brief BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN HENGELO,
De secretaris
De burgemeester
Exploitatiebaten 3.1 (Rijks)bijdragen OCW 3.1.1 Normvergoeding personeel OCW 3.1.1 Normvergoeding personeel OCW Formatie 3.1.1 Normvergoeding OCW P&A 3.1.1 Normvergoeding OCW P&A formatie 3.1.1 Normvergoeding OCW B&M 3.1.1 Normvergoeding materieel OCW 3.1.1 Normvergoeding materieel OCW Formatie 3.1.2 Overige subsidies OCW 3.1.2 Overige subsidies OCW Formatie 3.1.2 Overig pers. verg. OCW 3.1.2 Overige mat. verg. OCW 3.1.2 Geoormerkt 3.1.2 Geoormerkt OOP Formatie 3.1.2 Niet geoormerkt 3.1.2 Niet geoormerkt Formatie 3.1.2 Niet geoormerkt school 3.1 Totale Rijksbijdragen OCW
Groot boeknr. 831100 831101 831110 831111 831120 831150 831151 831200 831201 831210 831220 831230 831231 831240 831241 831250
2014 Begroting 7.830.848 896.539 1.458.748 672.241 10.858.376
3.2 3.2.1 3.2.1 3.2.1 3.2.2 3.2.2 3.2.2 3.2.2 3.2
Overige overheidsbijdragen Huisvesting gemeenten bijdragen Overige gemeentelijke bijdragen Overige gemeentelijke bijdragen Formatie Overige Overige Formatie Vervangingspool-gelden BGZ-gelden Totale Overige overheidsbijdragen
832120 832130 832131 832200 832201 832240 832250
160.231 160.231
3.5 3.5.2 3.5.4 3.5.4 3.5.4 3.5.5 3.5.5 3.5.6 3.5.7 3.5.8 3.5.8 3.5.8. 3.5
Overige baten Ouderbijdragen Verhuur onroerende zaken Bestuursbaten van /aan Bestuursbaten van /aan Formatie Detachering personeel Detachering personeel Formatie Schenking Sponsoring Overige baten Overige baten Formatie Egalisatierekening Formatie Totale Overige baten
835200 835400 835410 835411 835500 835501 835600 835700 835800 835801 835899
65.833 51.070 50.409 549.690 717.002
3.
TOTALE BATEN
11.735.608
Exploitatielasten 4.1 Personele lasten 4.1.1 Lonen en salarissen dir 4.1.1 Vakantie-uitkering dir 4.1.1 Eindejaars-uitkering dir 4.1.2 Sociale lasten dir 4.1.3 Overige pers. lasten/reiskosten dir 4.1.3 Overige pers. lasten/verhuiskstn dir 4.1.3 Overige pers. lasten/gratificatie dir 4.1.3 Overige personele lasten / dienstreizen dir
2.014 441100 441101 441102 441200 441300 441301 441302 441306
4.1.1 4.1.1 4.1.1 4.1.2 4.1.3 4.1.3 4.1.3 4.1.3
Lonen en salarissen op Vakantie-uitkering op Eindejaars-uitkering op Sociale lasten op Overige pers. lasten/reiskosten op Overige personele lasten / dienstreizen op Overige pers. lasten/verhuiskstn op Overige pers. lasten/gratificati op
441110 441111 441112 441210 441304 441307 441311 441312
4.1.1 4.1.1 4.1.1 4.1.2 4.1.3 4.1.3 4.1.3 4.1.3
Lonen en salarissen oop Vakantie-uitkering oop Eindejaars-uitkering oop Sociale lasten oop Overige pers. lasten/reiskosten oop Overige personele lasten / dienstreizen oop Overige pers. lasten/verhuiskstn oop Overige pers. lasten/gratificati oop
441120 441121 441122 441220 441305 441308 441321 441322
4.1.1 4.1.2 4.1.3 4.1.4 4.1.4 4.1.4 4.1.4
Loonkosten rekening school optioneel Sociale lasten rekening school optioneel Compensatie loonkstn best/bm WAO-gelden ZW-gelden VVF-gelden VVF(ziekte)-gelden
441103 441203 441330 441410 441420 441430 441440
4.1.3 4.1.3 4.1.3
Dotatie personele voorziening Dotatie voorziening bapo Dotatie voorziening jubilea
441310 441313 441315
4.1.3 4.1.3 4.1.3 4.1.3 4.1.3 4.1
Overige pers. lasten/overig Loonkosten derden/Pers. Ext. Dnsten (Na)scholing P&A Arbo-dienstverlening Totale Personele lasten
441303 441320 441331 441332 441333
549.891 40.276 34.522 194.805 2.466 250 5.219.934 407.682 351.726 1.974.462 39.969 750 204.172 15.897 21.196 69.200 1.247 100 19.46432.20345.000 186.933 229.896 76.993 120.394 28.000 9.764.095
4.2 4.2.2 4.2.2 4.2.3 4.2.3 4.2.3 4.2.5 4.2.3 4.2.3 4.2.3 4.2.3 4.2.3 4.2.5 4.2
Afschrijvingen (incl. schouw) Afschr. Kn. Gebouwen/gebouwdelen Afschr. Kn. Gebouwengebonden installaties Afschr. Kn. Kantoormeub. SCH Afschr. Kn. Schoolmeub. SCH Afschr. Kn. Apparatuur SCH Afschr. Kn. Leer-hulpm. SCH Afschr. Kn. ICT SCH Afschr. Kn. Kantoormeub. Nieuw Afschr. Kn. Schoolmeub. Nieuw Afschr. Kn. Apparatuur Nieuw Afschr. Kn. ICT Nieuw Afschr. Kn. Leer-hulpm. Nieuw Totale Afschrijvingen
442200 442210 442302 442312 442322 442332 442342 442352 442362 442372 442392 442582
14.092 1.973 9.544 24.423 63.013 71.768 184.813
4.3 4.3.1 4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.3 4.3.4 4.3.4 4.3.4 4.3.5 4.3.5 4.3.5 4.3.6 4.3.6 4.3.7 4.3
Huisvestingslasten Huurkosten Huisvesting gemeenten lasten Dotatie onderhoudsvoorziening(M. Dagelijks onderhoud Tuinonderhoud Electra Gas Water Schoonmaakbedrijf Glasbewassing Schoonmaakartikelen Heffingen gemeentes Heffingen waterschap Overige huisvestingslasten Totale Huisvestingslasten
443100 443120 443200 443300 443310 443400 443410 443420 443500 443510 443520 443600 443610 443700
80.780 367.500 11.492 3.125 72.500 145.000 11.000 217.735 6.899 16.400 3.550 13.000 19.782 968.763
4.4 4.4.1 4.4.1 4.4.1 4.4.1 4.4.1 4.4.1 4.4.1 4.4.1 4.4.2 4.4.2 4.4.3 4.4.4 4.4.4 4.4.4 4.4.4 4.4.4 4.4.4 4.4.4 4.4.4 4.4.4 4.4.4 4.4.4 4.4.4 4.4.5 4.4.5 4.4.5 4.4
Overige instellingslasten Onderwijsbureau Kantoorbenodigdheden Reis- en verblijfskosten Telefoonkosten Portokosten CAI/Kabeltelevisie ID-materiaalkosten Overige beheerslasten Inventaris en apparatuur ICT-verbruikskosten Dotatie overige voorzieningen Wervingskosten Representatiekosten Schoolse activiteiten Buitenschoolse activiteiten Kosten TSO/BSO Bijdragen aan/vanuit samenwerkin Bijdragen aan/vanuit bestuur/bmt Verzekeringen Contributies Medezeggenschapsraad Gemeenschappelijke medezeggensch Ouderraad Verbruiksmateriaal onderwijs Kopieer/reprokosten Vakken totaal Totale Overige lasten
4.
TOTALE LASTEN
444100 444110 444120 444125 444126 444127 444143 444150 444200 444250 444300 444400 444410 444420 444430 444435 444440 444445 444450 444460 444470 444480 444490 444500 444510 444520
11.730.408
SALDO BATEN -/- LASTEN 5 Saldo financiële baten en lasten 5.1.1 Rentebaten 5.1.2 Rentelasten EXPLOITATIERESULTAAT
203.375 3.150 1.700 16.488 3.830 1.340 98.993 1.500 123.681 2.500 4.300 24.644 2.410 500 4.500 51.455 3.063 1.000 180.421 83.888 812.738
5.200
851000 852000
5.200 0-
Stichting Scholengroep Primato
Toelichting op de begroting 2014
Harry Gerichhausen/Wim Oude Vrielink Oktober 2013
Toelichting op de begroting 2014
Pagina 1
Inhoudsopgave
Voorpagina …… ……………………………………………………………………………………………………1 Inhoudsopgave ……………………………………………………………………………………………………2
1. Inleiding ……….. ………………………………………………………………………………………..…….3 2. Algemene informatie………………………………………………………………………………………4 - juridische structuur - organisatiestructuur 3. De bouwstenen voor de begroting 2014 …………………………………………………………5 - een prognose van het leerlingenaantal …………………………………………………….…..6 - bekostigingssystematiek …………………………………………………………………..……….….6 4. Het primaire proces ………………………..……………………………………………………………….6 - kwaliteitszorg - passend onderwijs ………………………………………………………………………………………..7 - personeel - personele reductie - Payroll-contracten - professionalisering 5. Huisvesting …………………………………………………………………………………………….……….8 - huisvesting tot 2015 - huisvesting vanaf 2015 6. Financiën ………………………………………………………………………………………………….……..8 - Schatkistbankieren - Een sluitende begroting ………………………………………………………………………….……9 - Verdeling der middelen - Investeringen Ten Slotte …………………………………………………………………………………………………………..10 Toelichting bij de meerjarenbegroting …………………………………………………………….…10
Toelichting op de begroting 2014
Pagina 2
1. Inleiding Hierbij bieden wij u de concept-begroting voor het kalenderjaar 2014 van de Stichting Scholengroep Primato aan. In onderstaande toelichting worden de uitgangspunten die ten grondslag liggen aan de gemaakte keuzes nader verklaard, tevens worden een aantal relevante ontwikkelingen beschreven. Deze begroting is tot stand gekomen in nauw overleg met alle relevante stakeholders van de organisatie, wij willen alle betrokkenen graag bedanken voor hun inzet en betrokkenheid. Voordat we dieper ingaan op de begroting 2014 lijkt het opportuun om even stil te staan bij de actualiteit. In 2013 heeft er een forse reorganisatie plaats gehad binnen de Stichting Scholengroep Primato. Deze ingreep was noodzakelijk aangezien de lasten structureel hoger lagen dan de baten en de reserves vrijwel uitgeput waren. Naast bezuinigingen op de materiële kosten is een verlaging van de loonkosten gerealiseerd middels een sociaal plan. Hierdoor is voorkomen dat er sprake was van gedwongen ontslagen, echter een dergelijk plan heeft een grote impact op de totale organisatie. In de onderstaande toelichting wordt hier verder op ingegaan.
Toelichting op de begroting 2014
Pagina 3
2. Algemene informatie Juridische structuur: De Stichting Scholengroep Primato (bevoegd gezag nummer 41814) is met ingang van 1 augustus 2008 een zelfstandige stichting. Het stichtingsbestuur bestaat uit 5 leden, de besturingsfilosofie is gebaseerd op de uitgangspunten van het Policy Governance model. De uitvoerende taken zijn gemandateerd aan de algemene directie, met ingang van 1 augustus 2013 bestaat deze uit 2 leden (tezamen 1 Fte). Ten aanzien van de omschreven structuur is inmiddels een transitieproces naar een Raad van Toezichtmodel ingezet. Organisatiestructuur: De Stichting Scholengroep Primato vormt het bevoegd gezag over 9 scholen (brinnummers), waaronder 1 school voor speciaal basisonderwijs. Het onderwijs wordt verzorgd in 13 leslocaties. Iedere school wordt aangestuurd door een directeur, waar passend en gewenst is tevens sprake van locatieleiders.
Naam school
Brinnummer
Sector
Obs Anninksschool
15JC
PO
BS 't Schöppert
15XP
PO
OBS Drienermarke
15ZP
PO
Daltonschool Hengelo Zuid
16BH
PO
Waarbeekschool
16CV
PO
OBS De Piramide
16IE
PO
BS De Timp/de Meent
16KN00/16KN02
PO
Europaschool
23RX
PO
SBO De Stiepel
19TD
PO
Het onderwijskundig leiderschap van de scholen is belegd bij de directeur. De overige beleidsterreinen vormen het primaire aandachtsgebied van de algemene directie, hiertoe behoort heel nadrukkelijk ook de kwaliteitszorg. De organisatie wordt ondersteund door een staf, tevens zijn er taken uitbesteed aan een administratiekantoor. Het directieberaad vormt het belangrijkste adviesorgaan voor de algemene directie. Periodiek wordt er verslag gedaan aan het bestuur.
Toelichting op de begroting 2014
Pagina 4
Gezien de precaire financiële situatie zal er bezuinigd worden op de bezetting van het stafbureau, in 2014 zal een reductie van 0,8 fte worden gerealiseerd. Verder zal er worden onderzocht of digitalisering van diverse processen kan leiden tot een grotere efficiency.
3. De bouwstenen voor de begroting 2014 De bekostiging van het primair onderwijs is gebaseerd op een stelsel waarbij het leerlingenaantal per 1 oktober de belangrijkste variabele vormt. Onderstaand de aantallen per 1 oktober 2013:
Naam school
01-10-2012
01-10-2013
Anninksschool
211
223
t Schöppert
195
220
Drienermarke
143
170
Daltonschool Hengelo Zuid
349
353
Waarbeekschool
246
248
De Piramide
432
427
De Timp De Meent
269
235
Europaschool
280
258
2125
2134
129
121
2254
2255
Totaal basis onderwijs De Stiepel Totaal aantal leerlingen per teldatum
Opmerking bij de gekozen grondslagen voor de diverse baten en lasten: Hierbij is uitgegaan van alle bekende variabelen, waar mogelijk zijn aangekondigde wijzigingen (prijsen premiestijgingen) al meegenomen in de begroting. Hierbij is met name al geanticipeerd op de forse stijging van de premies voor het Participatiefonds. De mogelijke effecten van het zojuist afgesloten onderwijsakkoord zijn nog onduidelijk en dus niet meegenomen in voorliggende begroting.
Toelichting op de begroting 2014
Pagina 5
Een prognose van het leerlingenaantal: 1 okt.telling 1 okt.telling
Leerling telling
1 okt.telling 1 okt.telling 1 okt.telling
2012
2013
2014
2015
2016
Anninkschool
211
223
223
220
220
Schöppert
195
220
211
194
171
D'marke
143
170
144
145
141
DHZ totaal
349
353
355
360
360
212
224
226
230
230
137
129
129
130
130
246
248
255
261
266
Vöckerschool Breemars Waarbeek Totaal Waarbeek
91
95
101
106
109
AMG Schmidt
155
153
154
155
157
432
427
416
415
412
Wilbert
137
427
416
415
412
Willem
137
0
0
0
0
Woolde
158
0
0
0
0
Timp
176
235
216
177
177
Meent
93
Europaschool
280
258
238
219
206
totaal b.o.
2125
2134
2058
1991
1953
-67
9
-76
-67
-38
Stiepel
129
121
125
125
125
-25
-8
4
0
0
2254
2255
2183
2116
2078
Verschil tov jaar er voor
-92
1
-72
-67
-38
Cummulatief t.o.v. okt 2008
-182
-181
-253
-320
-358
Piramide Totaal
Primato
Bekostigingssystematiek: De bekostigingssystematiek binnen het primair onderwijs maakt dat we voor het kalenderjaar 2014 voor 7/12 worden bekostigd op basis van het aantal leerlingen per 1-10-2012 en voor 5/12 op basis van het aantal leerlingen per 1-10-2013. Gezien het geringe verschil tussen beide aantallen is het effect voor 2014 klein, echter in de nabije toekomst zal de demografische krimp zorgen voor een verdere daling van het aantal leerlingen hetgeen automatisch leidt tot een daling van de baten. Adequaat en tijdig anticiperen op deze trend is van groot belang teneinde de baten en de lasten in evenwicht te houden.
4. Het primaire proces Kwaliteitszorg Zorg dragen voor kwalitatief goed onderwijs is uiteraard ons primaire doel. Hierbij kunnen we constateren dat de Onderwijsinspectie alle Primato scholen een basisarrangement heeft toegekend, Niettemin achten wij het noodzakelijk om het komend jaar extra te investeren in de kwaliteit van het primaire proces, er is inmiddels een start gemaakt met een integraal kwaliteitsplan.
Toelichting op de begroting 2014
Pagina 6
Het komend jaar zal dit verder worden uitgerold in de gehele organisatie. Hiermee is tevens het voornaamste speerpunt voor 2014 geformuleerd. Binnen de begroting is 20.000 euro opgenomen voor deze kwaliteitsimpuls. Het betreft hier extra inzet van interne expertise (interne begeleider vanuit het sbo), ondersteuning vanuit Expertis en de inzet van een kwaliteitsmedewerker van een ander schoolbestuur. Passend Onderwijs Voor 2014 is de invoering van Passend Onderwijs gepland, deze ingrijpende wijziging heeft gevolgen voor de verdeling van de zorgbudgetten. Op basis van de eerste schetsen van het beleid binnen het nieuwe samenwerkingsverband hebben we de financiele vertaling gemaakt. Overigens hebben we hier een veiligheidsmarge van 10% aangehouden. Vooralsnog lijken de effecten voor 2014 marginaal, echter in de volgende jaren zullen de herverdeeleffecten fors zijn. Personeel Alle medewerkers van Primato zijn de afgelopen periode geconfronteerd met de gevolgen van het eerder genoemde sociaal plan. Niet alleen degenen die gebruik hebben gemaakt van de regeling, maar ook zij die het aan het werk blijven. Het vertrek van zoveel collega’s leidt immers tot een toename van de werkdruk. Grotere klassen en minder tijd voor ambulante taken maken dat we scherpere keuzes moeten maken. Ondanks het reeds eerder ingezette verzuimbeleid zien we een stijgend ziekteverzuim, dit heeft uiteraard gevolgen voor deze begroting. Hoewel de vervangingskosten worden vergoed door het vervangingsfonds leidt het verzuim wel degelijk tot extra kosten in het kader van reintegratieactiviteiten en dergelijke. De systematiek van het vervangingsfonds ken een zogenaamde bonus-malusregeling. Zodra de vervangingskosten hoger worden dan de ontvangen premie is er sprake van een malus. Hiermee is rekening gehouden in deze begroting. Maar bovenal is het welzijn van alle Primato medewerkers onze prioriteit, immers zij werken iedere dag aan het realiseren van onze opdracht. Het moge duidelijk zijn dat verzuimbeleid een tweede speerpunt vormt. In dit kader zal er in 2014 een zogenaamd RIE onderzoek worden uitgevoerd, ook hiervoor is een budget opgenomen in de begroting. Voor beide posten is ca. 35.000 begroot. Personele reductie Is de werkgelegenheid in 2013 teruggelopen met 22 FTE tot een totaal aantal van 142,8 FTE. Ook voor 2014 zullen we nog ca. 2 FTE moeten krimpen middels een gedwongen ontslagprocedure. De gevolgen hiervan zijn verwerkt in onderhavige begroting. Het natuurlijk verloop is vrijwel nihil ten gevolgen van het sociaal plan, ook de economische recessie maakt dat medewerkers langer door willen werken. Voor de formatie 2014-2015 lijkt geen reductie noodzakelijk. Payroll-contracten De rigiditeit van de bestaande wet-en regelgeving rondom arbeidsovereenkomsten binnen het primair onderwijs maakt dat wij regelmatig gebruik moeten maken van tijdelijk personeel op basis van Payroll-contracten. Dit leidt helaas tot extra kosten, hier is rekening mee gehouden in de begroting.
Toelichting op de begroting 2014
Pagina 7
Professionalisering Het eerder genoemde speerpunt met betrekking tot de kwaliteitszorg vraagt om verdere professionalisering van onze medewerkers, gezien de beperkte budgetruimte is ervoor gekozen om optimaal gebruik te maken van de interne expertise. Ter illustratie: momenteel worden er medewerkers getraind in PBS (positif behaviour support), een bewezen methode om gedragsproblematiek te kunnen hanteren. Deze kennis zal vervolgens verspreid worden binnen de hele organisatie. Waar nodig wordt gebruik gemaakt van externe kennis, hierbij trachten we zoveel mogelijk de diverse subsidiemogelijkheden te benutten.
5. Huisvesting Huisvesting tot 2015 Conform de huidige regelgeving is het schoolbestuur verantwoordelijk voor het onderhoud aan de binnenzijde en het buitenschilderwerk van de schoolgebouwen. In het verleden is bezuinigd op deze post, dientengevolge is er sprake van een achterstandssituatie. Ter voorkoming van een verdere verslechtering is er gekozen voor een onderhoudsvoorziening. Op basis van een meerjarenonderhoudsplan zijn de te verwachten kosten in beeld gebracht. Door een jaarlijkse dotatie wordt voorkomen dat er schommelingen ontstaan in de jaarlijkse lasten. De dotatie is berekend op 367.500 euro per jaar. Huisvesting vanaf 2015 Vanaf 2015 zullen schoolbesturen ook verantwoordelijk worden voor het overige onderhoud van de schoolgebouwen. Samen met de andere schoolbesturen en de gemeente Hengelo zullen we hier het komend jaar beleid voor ontwikkelen. Uiteraard dient ook hier voorkomen te worden dat Primato geconfronteerd wordt met onvoorziene uitgaven. Inmiddels is er sprake van een tweetal structurele besparingen binnen dit domein: 1. Sluiting van de Meent (samenvoeging met de Timp) heeft geleid tot lastenverlichting en de verhuizing van de Stiepel naar een kleinere locatie heeft hetzelfde effect. Voor het komend jaar staat de verhuizing van de Waarbeek naar de Berflo Es gepland. Gezien het gegeven dat Primato dit pand niet in eigendom krijgt is er rekening gehouden met de huurkosten. 2. In de afgelopen jaren hebben kinderopvangorganisaties veelvuldig gebruik gemaakt van leegstaande lokalen, dit leidde tot win-win situaties, echter de sterke terugloop van het gebruik van dergelijke voorzieningen heeft geleid tot faillissementen binnen deze sector, betreffende inkomsten staan dan ook onder druk.
Toelichting op de begroting 2014
Pagina 8
6. Financiën Schatkistbankieren Ten gevolge van het eerder genoemde sociaal plan en het exploitatietekort voor 2013 werd een liquiditeitsprobleem voorzien. Ter voorkoming hiervan is Primato gebruik gaan maken van de faciliteiten van het zogenaamde schatkistbankieren. Hierbij is sprake van een rekening courantverhouding met de rijksoverheid waarbij we tevens beschikken over voldoende kredietruimte om aan onze verplichtingen te voldoen. De gemeente Hengelo staat garant voor genoemd krediet. De liquiditeitsprognoses vallen ruim binnen de gestelde limiet. Binnen deze begroting is rekening gehouden met een terugdringing van dit krediet ten bedrage van ca. 57.000 euro. Een sluitende begroting Naast de reeds eerder beschreven specifieke situatie van Primato, wordt ook onze organisatie geconfronteerd met de zogenaamde “stille”bezuinigingen binnen het onderwijs. Prijsstijgingen worden niet of slechts deels gecompenseerd en normvergoedingen zijn gebaseerd op het onderwijs uit de vorige eeuw. Het is dus “scherp aan de wind zeilen” om de begroting sluitend te krijgen, mede gezien de eerdere “aflossing” op het krediet . Hierbij is het van belang om de balans tussen kwaliteit van het primaire proces en een gezonde financiele positie te bewaken. Daarom hebben we er bewust voor gekozen de begroting precies sluitend te maken, daarmee willen we duidelijk maken dat we optimaal investeren in het primaire proces , maar hierbij wel binnen de financiële kaders blijven. Uiteraard zijn er ook onzekerheden/risico’s binnen deze begroting, waar mogelijk hebben we hierin voorzien door het opnemen van budgetten ter dekking van deze posten. Verdeling der middelen: Met ingang van het schooljaar 2013-2014 heeft Primato gekozen voor een nieuw verdeelmodel met betrekking tot de toedeling van de formatie. Hierbij worden alle baten op Primato niveau samengevoegd en vervolgens herverdeeld op basis van de werkelijke leerlingenaantallen op 1 augustus. Binnen dit model wordt tevens rekening gehouden met een evenwichtige verdeling van de impulsgelden en de gewichtenregeling. Ten aanzien van de materiële baten vindt een verdeling plaats na aftrek van de bovenschoolse lasten, hierdoor krijgt iedere school een eigen budget. Investeringen: Door de dreigende liquiditeitsproblemen in 2013 is een aantal investeringen uitgesteld, deze zullen in 2014 alsnog plaats vinden, het gaat hierbij vooral om investeringen in ICT en meubliair ten behoeve van de nieuwe school in Berflo Es. De afschrijvingen voor 2014 zijn gebaseerd op de situatie in oktober 2013, waarbij tevens rekening is gehouden met eventuele extra investeringen in de laatste maanden van 2013.
Toelichting op de begroting 2014
Pagina 9
Ten slotte: Een sluitende begroting is slechts een begin, de werkelijke realisatie is de echte uitdaging! Primato gaat die uitdaging aan.
Toelichting bij de meerjarenbegroting: > Het grote verschil in personele lasten tussen de begroting van 2013 en de daaropvolgende jaren is het gevolg van de reorganisatie. > De dalende afschrijvingen maken duidelijk dat er de laatste jaren weinig is geïnvesteerd, tevens heeft het een relatie met de krimp van het aantal leerlingen. > De stijgende huisvestingslasten worden veroorzaakt door de eerder genoemde onderhoudsvoorziening. > De overige instellingslasten zijn gestegen door de geplande aflossing van de kredietfaciliteit (57.000) en de investering ten behoeve van het RI&E onderzoek (25.000) . > Het tekort in 2015 wordt veroorzaakt door de te verwachten daling van het aantal leerlingen per 1 oktober 2014. Uiteraard geldt dit ook voor het tekort in de daarop volgende jaren. Deze prognoses zullen leiden tot tijdige maatregelen met betrekking een verdere personeelsreductie.
Toelichting op de begroting 2014
Pagina 10
MJB 2014-2017 Concept 01-11-2013 3 3.1 3.2 3.5
4 4.1 4.2 4.3 4.4
2015 €
2016 €
2017 €
10.993.862 160.230 769.852
10.858.376 160.231 717.002
10.538.480 160.231 790.178
10.187.167 160.231 806.920
9.996.449 160.231 819.236
Totaal baten
11.923.944
11.735.608
11.488.889
11.154.318
10.975.917
Lasten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten Totaal lasten
10.333.269 266.382 813.156 709.859 12.122.666
9.764.095 184.813 968.763 812.738 11.730.408
9.662.555 174.407 968.763 730.595 11.536.319
9.622.555 163.155 968.763 733.945 11.488.417
9.622.555 143.322 968.763 733.945 11.468.584
198.722-
5.200
47.431-
334.099-
492.667-
5.200-
5.200-
5.200-
5.200-
198.722-
0-
52.631-
339.299-
497.867-
198.722-
0-
52.631-
339.299-
497.867-
389.514 50.214
594.516 96.649
Saldo financiële baten en lasten Result. gewone bedrijfsuitoefening
6
2014 €
Baten (Rijks)bijdragen OC&W Overige overheidsbijdragen Overige baten
Saldo baten minus lasten 5
2013 €
Buitengewone bedrijfsvoering Saldo exploitatie
Optioneel Personele mutaties ( tijdelijken + natuurlijk verloop ) Aangepast resultaat
102.866 50.236
RAADSBESLUIT ZAAKNUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
1008132
Jong, Liesbeth de
SAM-MO
Erik Lievers
ONDERWERP
Meerjarenbegroting 2014-2018 en Vaststellingsbrief Raad van Toezicht
DE RAAD VAN DE GEMEENTE HENGELO BESLUIT:
Aan de raad wordt voorgesteld: De begroting 2014 van de Stichting OSG Hengelo goed te keuren en de meerjarenbegroting 2015-2018 voor kennisgeving aan te nemen.
PUBLIEKSVRIENDELIJKE SAMENVATTING
De meerjarenbegroting 2014-2018 van de Stichting OSG Hengelo is door de Raad van Toezicht vastgesteld en aangeboden aan de gemeente ter goedkeuring.
DE GEMEENTERAAD VAN HENGELO,
De griffier
DATUM
De voorzitter
RAADSADVIES ZAAKNUMMER
BEHANDELEND AMBTENAAR
SECTOR
PORT. HOUDER
1008132
Seep, Henry De Jong, Liesbeth
SAM-MO
Erik Lievers
ONDERWERP
Meerjarenbegroting 2014-2018 Stichting OSG Hengelo
PROGRAMMA/FACET-AGENDA
01 - Werk verbindt.
AANLEIDING, DOEL EN WAT GING ER AAN VOORAF
De meerjarenbegroting 2014-2018 van de Stichting OSG Hengelo is door de Raad van Toezicht vastgesteld en aangeboden aan de gemeente ter goedkeuring.
INHOUD VAN HET VOORSTEL
De Stichting OSG Hengelo is een openbare scholengemeenschap welke na de verzelfstandiging per 1 augustus 2008 wordt bestuurd door de algemeen directeur/bestuurder, met de Raad van Toezicht (RvT) als toezichthoudend orgaan. De Stichting OSG Hengelo heeft de begroting 2014 en de meerjarenbegroting 2015-2018 toegestuurd aan de gemeente. De Raad van Toezicht heeft de meerjarenbegroting 2014-2018 vastgesteld. Deze meerjarenbegroting is de financiële vertaalslag van het beleid binnen de Stichting OSG Hengelo. Landelijke ontwikkelingen Er wordt door het Ministerie van OC&W momenteel gewerkt aan een vereenvoudiging van het bekostigingsmodel VO. Het kabinetsbeleid was tot voor kort dat vanaf het schooljaar 2015-2016 de schoolboeken niet langer gratis zijn, inmiddels is dit bijgesteld in het herfstakkoord. Verder wordt de financiering van de maatschappelijke stages door het Rijk met ingang van schooljaar 2014-2015 afgeschaft. Momenteel wordt in de stad overlegd met de schoolbesturen hoe hiermee om te gaan. De mogelijkheid wordt onderzocht of de maatschappelijke stages ook zonder rijksvergoeding kunnen doorgaan. Vanaf 1 augustus 2014 moeten scholen een passende onderwijsplek geven aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Ontwikkelingen OSG Hengelo Nieuwbouw van de VMBO: momenteel wordt er door BMC onderzoek gedaan naar de mogelijke samenwerkingsvormen tussen de Stichting Carmelcollege en Stichting OSG Hengelo om te komen tot een gezamenlijk VMBO, met een breed aanbod van opleidingen en daardoor een sterke positie in de regio. Demografische ontwikkelingen: binnen de gemeente Hengelo e.o. krijgen de scholen vanaf 2016 te maken met een dalend aantal leerlingen in groep 8 en dus met een lagere totale instroom in de scholen voor VO in Hengelo. In de aangeleverde gegevens van de OSG is te zien dat er toch een stijging verwacht wordt van leerlingen tot en met 2018. De aangeleverde aantallen zijn opgenomen op basis van de leerlingenprognoses voor Hengelo en kan dus ook te maken hebben met de te verwachten verdeling van leerlingen over de verschillende schoolbesturen die onderwijs aanbieden in de stad. Naar verwachting zal het leerlingenaantal op de korte termijn, d.w.z. de komende 2 schooljaren nog sterk stijgen, in het bijzonder bij het Bataafs Lyceum. In de meerjarenbegroting is nog rekening gehouden met de op handen zijnde wetswijziging ten aanzien van de bijdrage van ouders voor de schoolboeken (inmiddels gewijzigd in het herfst akkoord) en het afschaffen van de verplichte maatschappelijke stages. Ook is er rekening gehouden met de onzekerheid rondom de financiering van passend onderwijs, en met de kosten die de opgelegde functie-mix met zich meebrengen. De begroting van 2014 sluit met een nadelig exploitatieresultaat van € 113.095,-. Het nadelige exploitatieresultaat kan worden gedekt uit de algemene reserve. Het negatieve eindresultaat wordt met name veroorzaakt door de negatieve exploitatie van het Gildecollege.
Medio 2013 heeft er een risico-inventarisatie plaatsgevonden door Deloitte. De vertaling van de geïnventariseerde risico’s geeft aan dat het weerstandsvermogen voldoende is (29%) gelet op de risico’s. Volgens de norm van OC&W dient het weerstandsvermogen zich te bewegen tussen de signaleringsgrenzen van 10% (minimum) en 40% (maximum). In het afgelopen jaar is er een stijging geweest van het aantal leerlingen bij de OSG, het jaar erop is er dan altijd een tekort, aangezien het Rijk werkt met de t-1 systematiek. Scholen moeten dus altijd een jaar wachten totdat de groei vertaald wordt in het budget. De OSG heeft een grote reserve van ongeveer 6 miljoen, gezien de maatstaven van het Rijk is dit een voldoende buffer, dus niet te groot. De buffer is noodzakelijk om schommelingen in het personeelsbestand te kunnen opvangen. Mocht er onverwacht een tegenvaller zijn in de instroom van leerlingen die ook personeel met een vaste aanstelling zou raken, dan is er een buffer nodig van deze omvang.
BESPREEK- EN BESLISPUNTEN
Aan de raad wordt voorgesteld om de begroting van 2014 van de Stichting OSG Hengelo goed te keuren en de meerjarenbegroting 2015-2018 voor kennisgeving aan te nemen.
FINANCIËLE ASPECTEN
Dit voorstel heeft geen financiële gevolgen.
BIJLAGE(N)
MJB OSG Hengelo 2014-2018 Toelichting op MJB Brief vaststelling Raad van Toezicht Kengetallen Brief van de gemeenteraad aan de OSG BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN HENGELO,
De secretaris
De burgemeester
MEERJARENBEGROTING 2014-2018
20CS en 23 EJ te
Hengelo-Ov
Pagina 1
voorblad
A 1 20CS en 23 EJ 2 MEERJARENBEGROTING 2014-2018 3 4 5
B
6 INVULGEGEVENS 7 8 9 10 11 12 13 Schoolsoort 14
C
E
F
G
H
I
J
4
15 Naam 16
20CS en 23 EJ
17
Hengelo-Ov
18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 Overige gegevens 42 43 44 Personeel 45 46 47 48 49 51 Materieel 52
D
arcade
0
0
0
0
6
0
arcade
18
19
19
12
12
12
VAVO
25
25
25
25
25
25
2013 1010 1058 0 0 181 0 0 53 0 0 41 236 2579
2014 1099 1117 0 0 168 0 0 59 0 0 45 235 2723,0
2015 1169 1311 0 0 147 0 0 61 0 0 50 235 2973,0
2016 1204 1489 0 0 142 0 0 65 0 0 50 235 3185,0
2017 1119 1649 0 0 145 0 0 70 0 0 50 235 3268,0
2018 1020 1708 0 0 144 0 0 70 0 0 50 235 3227,0
leerlingaantallen per 1 oktober* vwo/avo/vbo 1 + 2 (excl. LWOO) vwo/avo 3 t/m 6 theoretische leerweg 3 en 4 lwoo gemengde leerweg 3 en 4 vbo 3 + 4 groep I vbo 3 + 4 groep II vbo 3 + 4 groep III vbo 3 + 4 groep I lwoo vbo 3 + 4 groep II lwoo vbo 3 + 4 groep III lwoo lwoo 1 + 2 pro totaal: Aantal leerlingen per 1 okt 2009 totaal
2425
*Aantal leerlingen Vavo TG voor 50% opnemen!
Situatie voor 2014 2015 2016 WAAR ONWAAR ONWAAR WAAR ONWAAR ONWAAR ONWAAR WAAR ONWAAR 19.343140.000140.000140.000ONWAAR WAAR WAAR 2013
Spreidingsnoodzaak Extra vaste voet LWOO Extra vaste voet PRO Verrekening uitkeringskosten Overgangsbudget Overgangsrecht samenvoeging VO-SVO Extra bekostiging onder de opheffingsnorm
invulgegevens
2017 2018 ONWAAR ONWAAR ONWAAR ONWAAR ONWAAR ONWAAR 140.000140.000ONWAAR WAAR
Page 2
20CS en 23 EJ MEERJARENBEGROTING 2014-2018
Kengetallen Onderwerp
Begroting 2013
Begroting 2014
2015
2016
2017
2018
Leerlingen Aantal leerlingen bekostiging
2579,0
2723,0
2973,0
3185,0
3268,0
3227,0
472.846
-113.095
-72.973
127.652
329.683
-486.382
350.105 246.680 23.635 -214.455 17.454 0 263.658 0 -100.000 -78.795 -35.436
320.155 -71.210 -88.101 2.524 40.787 0 14.334 0 -245.063 -60.467 -26.055
239.256 151.466 -173.361 181 5.132 -463.843 -49.541 0 352.769 -111.320 -23.711
663.407 24.606 -12.848 181 -170.001 -775.000 -56.679 0 521.432 -45.313 -22.331
-47.499 9.903 65.808 181 7.650 0 34.332 0 277.789 3.750 -22.331
-1.166.712 43.458 74.667 132 26.644 0 77.460 0 474.202 6.000 -22.331
472.846
-113.096
-72.973
127.453
329.582
-486.482
18.922.600
19.631.800
19.372.900
20.880.900
22.171.800
22.661.800
B1 Resultaten Begroot resultaat in ramingen Resultaatbestemming Algemene reserve Bestemmingsreserve publiek ICT Bestemmingsreserve publiek inventaris Bestemmingsreserve publiek projecten Bestemmingsreserve publiek machines (VMBO) Bestemmingsreserve publiek nieuwbouw Bestemmingsfonds publiek boekenfonds Bestemmingsfonds privaat Boekenfonds Bestemmingsfonds privaat schoolfonds Bestemmingsfonds publiek (BAPO) Herwaarderingsreserve Andere wettelijke reserves Statutaire reserves Minderheidsbelang derden Totaal eveneens
Vergoedingen Rijksbijdrage ( RB ) totaal Rijksbijdrage per leerling ( bekostiging)
7.337
7.210
6.516
6.556
6.785
7.023
68.564
68.000
68.583
68.569
68.563
611.793
943.000
722.000
925.000
600.000
480.000
Totale kosten in % van totale kosten
15.644.900 79,7
16.537.400 79,4
17.076.200 79,9
18.367.400 80,5
19.343.200 80,6
20.567.000 81,1
Aantal uitgegeven fte's
214,00
222,32
233,86
252,46
265,31
282,51
Personele kosten per fte
73.106
74.385
73.019
72.753
72.908
72.800
Personele kosten per leerling
6.066
6.073
5.744
5.767
5.919
6.373
Personele vergoeding per fte (in lumpsum)
Investeringen Geraamde investeringskosten/desinvesteringen
Personele kosten
Resultaat kasstroom Mutatie kalenderjaar Verwachte eindpositie kalenderjaar
-611.793 4.177.850
80.715 4.258.565
219.878 4.478.443
B1 kengetallen
174.537 4.652.980
754.009 5.406.989
-5.889 5.401.100
Page 3
20CS en 23 EJ MEERJARENBEGROTING 2014-2018
Kengetallen Onderwerp
Begroting 2013
Begroting 2014
2015
2016
2017
2018
Reservepositie ultimo Algemene reserve Bestemmingsreserve publiek Bestemmingsreserve privaat Herwaarderingsreserve
2013 3.250.115 2.782.364 222.693 269.188 reserve
2014 3.570.270 2.620.231 22.370243.133
2015 3.809.526 1.978.944 330.399 219.422
2016 4.472.933 943.890 851.831 197.091
2017 4.425.434 1.065.514 1.129.619 174.759
2018 3.258.721 1.293.874 1.603.821 152.428
Totale positie eigen vermogen
6.524.360
6.411.265
6.338.291
6.465.744
6.795.327
6.308.845
Reserve in % totale baten(weerstandsvermogen)
Financiele positie vorderingen kortlopende schulden solvabiliteit (EV/(EV+voorz. +kortl. schulden)) Kapitalisatiefactor Liquiditeit Buffer
30,0%
29,9%
29,1%
25,2%
22,3%
€ 200.000 € 2.220.000 74,6% 21,8% 2,75 11%
€ 200.000 € 2.220.000 74,3% 21,5% 1,88 11%
€ 200.000 € 2.220.000 74,1% 22,0% 1,92 12%
€ 200.000 € 2.220.000 74,4% 21,1% 2,02 11%
€ 200.000 € 2.220.000 75,4% 23,0% 2,10 14%
22,1%
€ €
200.000 2.220.000 74,0% 22,5% 2,44 14%
Weerstandsvermogen is het totale eigen vermogen dat kan worden aangewend om onvoorzienbare tegenslagen c.q. risico's op te vangen. Het omvat alle vrij besteedbare reserves (dus exclusief de eventuele herwaarderingsreserve), uitgedrukt in verhouding tot de totale baten (inclusief financiele baten). Volgens de norm van het Ministerie van OC en W dient dit kengetal zich tussen de signaleringsgrenzen 10% (minimum) en 40% (maximum) te bewegen. Onder liquiditeit wordt verstaan de mate waarin de OSG Hengelo in staat is aan haar verplichtingen op korte termijn te voldoen. De liquiditeit wordt berekend door de vlottende activa (vorderingen, liquide middelen en voorraden) te delen door de kortlopende schulden: current ratio. De gewenste waarde voor de current ratio ligt tussen 1 en 1,5. Bij een waarde hoger is dan 1,5 bezit de school te veel liquide middelen. De OSG zou in dit geval moeten kiezen voor beleggen, hetgeen echter niet mogelijk is als openbare scholengemeenschap.
Onder solvabiliteit wordt verstaan de mate waarin de OSG Hengelo in staat is aan al haar verplichtingen op korte en lange termijn te voldoen. De solvabiliteit wordt berekend door het garantievermogen te delen door het totale vermogen. Onder garantievermogen wordt verstaan het eigen vermogen inclusief de egalisatierekeningen en exclusief de voorzieningen.
Onder de kapitalisatiefactor wordt verstaan of een onderwijsinstelling zijn kapitaal al dan niet efficient benut. De kapitalisatiefactor wordt berekend door het totale kapitaal (=totale vermogen - gebouwen en terreinen) te delen door de totale baten.
B1 kengetallen
Page 4
20CS en 23 EJ MEERJARENBEGROTING 2014-2018
B3
GECONSOLIDEERDE STAAT VAN BATEN EN LASTEN*/STAAT VAN BATEN EN LASTEN Begroting
Rekening 2013
Aantal leerlingen bekostiging
230 €
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
4 4.1 4.2 4.3 4.4
5
Baten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en -subsidies College-, cursus-, lesen examengelden Baten werk in opdracht van derden Overige baten
2013
Begroting 2014
2425 €
2015
2723 €
2016
2973 €
2017
3185 €
2018
3268 €
3227 €
18.922.600
0
19.631.800
19.372.900
20.880.900
22.171.800
22.661.800
113.200
0
35.000
30.000
30.000
35.000
35.000
0 0 959.100
0 0 0
0 0 940.700
0 0 1.799.100
0 0 1.944.200
0 0 2.040.300
0 0 2.084.500
Totaal baten
19.994.900
0
20.607.500
21.202.000
22.855.100
24.247.100
24.781.300
Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten
15.644.900 989.200 1.205.600 1.787.000
0 0 0 0
16.537.400 1.059.000 1.374.000 1.850.300
17.076.200 946.100 1.433.200 1.918.000
18.367.400 916.400 1.513.200 2.028.100
19.343.200 981.100 1.572.000 2.112.500
20.567.000 924.700 1.636.000 2.235.600
Totaal lasten
19.626.700
0
20.820.700
21.373.500
22.825.100
24.008.800
25.363.300
Saldo baten en lasten
368.200
0
-213.200
-171.500
30.000
238.300
-582.000
Financiële baten en lasten
104.646
0
100.105
98.527
97.652
91.383
95.618
Resultaat
472.846
0
-113.095
-72.973
127.652
329.683
-486.382
B3 staat van baten en lasten
Page 5
20CS en 23 EJ MEERJARENBEGROTING 2014-2018
B4 GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT */KASSTROOMOVERZICHT
Begroting 2013 € Kasstroom uit operationele activiteiten Saldo van baten en lasten Aanpassing voor: -afschrijvingen - mutaties voorzieningen onderhoud - mutaties voorzieningen personeel - mutaties overige voorzieningen
Rekening €
€
€
2017 €
€
2018 €
€
€
-171.500
30.000
238.300
-582.000
989.200 -78.500 56.584 0
0 0 0 0
1.059.000 0 77.810 0
946.100 0 68.751 0
916.400 0 55.485 0
981.100 0 43.220 0
924.700 0 35.793 0
0 0 0
0 0 0 0
0 1.335.484 104.646 0 0 0
923.610 0 0 0
0 0 0 0 0 0
104.646 104.646
843.351 0 0 0
0 923.610 100.105 0 0 0
0 0
1.001.885 0 0 0
0 843.351 98.527 0 0 0
100.105 100.105
1.262.620 0 0 0
0 1.001.885 97.652 0 0 0
98.527 98.527
378.493 0 0 0
0 1.262.620 91.383 0 0 0
97.652 97.652
0 378.493 95.618 0 0 0
91.383 91.383
95.618 95.618
-117.500 0 0 0
-611.793 0 0 0
-943.000 0 0 0
-722.000 0 0 0
-925.000 0 0 0
-600.000 6 0 0
-480.000 0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
-117.500 -117.500
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten Kasstroom uit financieringsactiviteiten Nieuw opgenomen leningen Aflossing langlopende schulden
2016 €
-213.200
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen materiële vaste activa Desinvesteringen materiële vaste activa Investeringen financiële vaste activa Desinvesteringen financiële vaste activa Investeringen in deelnemingen en/of samenwerkingsverbanden Mutaties leningen Overige investeringen in financiële vaste activa
€
0
Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen interest Betaalde interest Resultaat financiële vaste activa Buitengewoon resultaat
2015 €
368.200
1.335.484 Veranderingen in vlottende middelen - voorraden - vorderingen - schulden
Begroting 2014 €
2013 €
0 0
Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten Mutatie liquide middelen
-611.793 -611.793
0 0
-943.000 -943.000
0 0
-722.000 -722.000
0 0
-925.000 -925.000
0 0
-599.994 -599.994
0 0
-480.000 -480.000
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
1.322.630
-611.793
80.715
219.878
174.537
754.009
-5.889
Eindstand liquide middelen Beginstand liquide middelen Mutatie liquide middelen Eindstand liquide middelen
4.789.643 1.322.630
4.789.643 -611.793 6.112.273
4.177.850 80.715 4.177.850
4.258.565 219.878 4.258.565
4.478.443 174.537 4.478.443
B4 kasstroomoverzicht
4.652.980 754.009 4.652.980
5.406.989 -5.889 5.406.989
5.401.100
Page 6
20CS en 23 EJ MEERJARENBEGROTING 2014-2018 B8 TOELICHTING STAAT VAN BATEN EN LASTEN Aantal leerlingen bekostiging 3 3.1
Baten Rijksbijdragen
3.1.1
Rijksbijdrage OCW Rijksbijdrage sector VO: RV lumpsum personeel RV lumpsum materieel RV Leermiddelen Bij/Af corr. Rijksvergoeding Overig verschil vordering OCW Totaal 3.1.1 rijksbijdragen OCW
311101 311201 311202 311301 311302
224,0 Begroting 2013 €
Overige overheidsbijdragen en subsidies
€
2018 €
19.453.484 2.650.145 7.900 -130.000 -20.000 21.961.529
289.518 0 35.000 10.000 334.518
0 0 0 0 0
380.987 0 30.600 80.247 491.834
402.157 0 35.000 10.000 447.157
438.657 0 45.000 3.800 487.457
468.587 0 45.000 0 513.587
480.705 0 45.000 0 525.705
170.000 172.000 121.416 60.000 95.000 0 618.416
0 0 0 0 0 0 0
0 208.000 110.000 0 148.000 0 466.000
0 35.000 0 0 148.000 0 183.000
0 0 0 0 148.000 0 148.000
0 0 0 0 148.000 0 148.000
0 0 0 0 148.000 0 148.000
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 618.416
0 0
0 466.000
0 183.000
0 148.000
0 148.000
0 148.000
0 35.488 35.488
0 0 0
0 26.543 26.543
0 26.543 26.543
0 26.543 26.543
0 26.543 26.543
0 26.543 26.543
988.422
0
984.377
656.700
662.000
688.130
700.248
0 0 18.922.583
0 0 0
0 0 19.631.807
0 0 19.372.946
0 0 20.880.876
0 0 22.171.771
0 0 22.661.777
2013
Begroting 2014 €
Begroting
Rekening €
2015 €
2016 €
2017 €
2018 €
Gemeentelijke bijdragen en subsidies - personeel - materieel Totaal gemeentelijke bijdr. en subsidies
Mk
2017 €
18.994.850 2.630.891 7.900 -130.000 -20.000 21.483.641
€
3.2.2
2016 €
3268,0
17.897.485 2.463.491 7.900 -130.000 -20.000 20.218.876
2013
3.2.1
2015 €
3185,0
16.526.451 2.329.695 10.100 -130.000 -20.000 18.716.246
Totaal 3.1.2 overige subsidies OCW
3.2
Begroting 2014 €
2973,0
15.742.395 2.203.924 853.000 -130.000 -21.888 18.647.431
312301 vrijval geoormerkte subsidies personeel 312302 vrijval geoormerkte subsidies materieel Totaal vrijval inv.subsidies
Totaal 3.1 rijksbijdrage
2013
Rekening
2723,0
0 0 0 0 0 0
tussentelling materieel Totaal niet-geoormerkte subsidies
Af: inkomensoverdrachten
2579,0
15.298.082 1.982.068 795.900 -120.000 -21.888 17.934.161
3.1.2 Overige subsidies OCW 3.1.2.1 Geoormerkte subsidies personeel en materieel 312101 Kwaliteitsverbetering onderwijs 312102 Doorontwikkeling praktijonderwijs 312104 Leraar in opleiding (subsidies) 312109 Overige subsidies (geoormerkt) Totaal geoormerkte subsidies 3.1.2.2 Niet-geoormerkte subsidies personeel 312203 ESF 312204 LGF, Zorgmiddelen 312205 Maatschappelijke stages 312208 Verbetering Management 312209 Leerplusarrangement 312250 Overig subsidies (niet-geoormerkt) personeel tussentelling personeel materieel 312251 Universum (nieuwe beta vakken) 312290 Overige subsidies (niet geoormerkt) materieel
3.1.3
2424,8
700 8.500 9.200
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
Overige overheidsbijdragen - personeel - materieel Totaal overige overheidsbijdragen
84.000 20.000 104.000
0 0 0
0 35.000 35.000
0 30.000 30.000
0 30.000 30.000
0 35.000 35.000
0 35.000 35.000
Totaal 3.2
113.200
0
35.000
30.000
30.000
35.000
35.000
B8 toel. staat van b. em l.
Page 7
3
Begroting 2013
321101 321102 321103 321109
Nadere specificaties Overige Gemeentelijke bijdragen en subsidies personeel Taalbeleid Gesubsidieerde banen Arbeidstoedeling/reiskosten Overig gemeentelijke bijdragen (personele)
321201 321202 321203 321204 321205 321206 321207 321209
materieel Vevo-project Cultuurproject Knelpuntenpot Onderwijskansenplan Vergoeding noodlokalen Verlengde schooldag Aanpassingen gebouw Overige gemeentelijke bijdragen (materieel)
3.2.1
3.2.2. 322001 322002 322006 322099
322101 322102 322109
Overige overheidsbijdragen personeel Bijdragen reiskosten stage, arbeid Samenwerkingsverband De leerling begeleid Overige overheidsbijdragen (personeel) materieel Projecten Subsidie Europees Parlement Overige overheidsbijdragen (materieel)
3.3 College-, cursus-, les en examengelden 3.3.5 Examengelden 335001 Examengelden Totaal 3.3 3.4. Baten werk in opdracht derden 341001 Opbrengst werk i.o.v. derden 342003 Overige opbrengst werk i.o.v. derden Totaal 3.4 3.5 352001 352002 352003 352004 352005 3.5.2 3.5.1 351001 351002 351003 351004 351005 3.5.4 354001
Mk
Overige baten personeel Detachering personeel vrijval BAPO vrijval ADV (excl. onttrekking) vrijval opfrisverlof/ jub. vrijval voorziening jubilea tussentelling personeel materieel Verhuur Lokalenverhuur (contractverhuur) Lokalenverhuur (losverhuur) Gymlokalen Sportkantine (pacht) Sportaccomodatie (verhuur) totaal 3.5.1 Sponsoring Sponsering totaal 3.5.4
Rekening 2013
Begroting 2014
2015
2016
2017
2018
0 0 700 0 700
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
0 8.500 0 0 0 0 0 0 8.500
0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 84.000 0 0 84.000
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
20.000 0 0 20.000
0 0 0 0
35.000 0 0 35.000
30.000 0 0 30.000
30.000 0 0 30.000
35.000 0 0 35.000
35.000 0 0 35.000
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 119.348 0 0 119.348
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 15.897 0 0 0 15.897
0 3.833 0 0 0 3.833
0 0 0 0 0 0
0 15.000 1.000 0 7.000 30.000 53.000
0 0 0 0 0 0 0
0 35.000 1.000 0 8.000 30.000 74.000
0 35.000 1.000 0 8.000 30.000 74.000
0 35.000 1.000 0 8.000 30.000 74.000
0 35.000 1.000 0 8.000 30.000 74.000
0 35.000 1.000 0 8.000 30.000 74.000
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
B8 toel. staat van b. em l.
Page 8
3
Begroting 2013
2013
Begroting 2014
2015
2016
2017
2018
3.5.5 355101 355102 355104 355105 355106 355107 355108 355109 355110 355111 355115 355116 355117 355203 355301 355302 355401 355402 355404 355405 355501 355601
Ouderbijdragen /excursies Communicatie met ouders ICT bijdrage Certificering Leerlingzaken, w.o.verzekering (collectief) Kluisjes, huur Kluisjes, borg Kopieerkosten Bijdrage ouderraad Psychologische onderzoeken Schoolpas Schoolfonds Klussendienst Werkprojecten Introductie Schoolreizen Dagexcursies (cult. activiteiten) Borg huurboeken Administratie kosten Leermiddelen (boeken) Opbrengsten\ Vrijwilige ouderbijdrage Nog te verdelen opbrengsten totaal 3.5.5
24.470 24.470 22.170 24.470 17.129 5.083 24.470 24.470 0 36.705 2.300 0 0 12.235 274.200 97.880 0 0 0 0 0 0 590.052
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
20.447 0 40.401 10.316 19.343 15.620 25.790 27.846 0 6.448 0 0 0 4.020 297.980 103.160 0 0 0 0 0 0 571.370
23.166 3.382 38.098 19.049 20.277 15.482 27.912 28.382 0 23.403 0 0 0 6.570 282.725 110.200 0 0 816.900 0 0 0 1.415.544
24.292 3.284 40.599 21.178 21.942 15.854 30.264 30.734 0 26.466 0 0 0 7.560 288.419 118.120 0 0 891.900 0 0 0 1.520.614
25.324 3.286 42.817 23.011 23.406 16.238 32.328 32.798 0 29.082 0 0 0 8.400 294.284 124.840 0 0 955.500 0 0 0 1.611.315
25.842 3.288 44.010 23.809 24.151 16.634 33.364 33.834 0 30.141 0 0 0 8.720 300.325 127.400 0 0 980.400 0 0 0 1.651.917
3.5.6 356201 356202 356203 356204 356205 3.5.6 356401 356402 356404 356499 3.5.6
Opbrengst kantine Aula MO/BK Aula WM Aula GEN BTW Stagevergoedingen Overige materiële vergoedingen Bijdrage Genseler Bijdrage Centraal Vrijval voorziening onderhoud Overige bijdragen Overige materiële vergoedingen totaal 3.5.6
146.993 16.000 5.000 4.200 22.000 0 0 2.543 0 0 0 196.736
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
157.464 12.000 6.500 6.824 20.000 0 90 92.453 0 0 0 295.331
169.072 12.000 6.500 6.756 20.000 0 0 95.227 0 0 0 309.555
189.248 12.000 6.695 7.026 20.600 0 0 98.083 0 0 0 333.652
205.704 12.000 6.896 7.265 21.218 0 -2.936 101.026 0 0 0 351.174
212.152 12.000 7.103 7.407 21.855 0 -5.959 104.057 0 0 0 358.614
959.137 0 19.994.920 0
0 0 0 0
940.701 0 20.607.509 0
1.799.099 0 21.202.045 0
1.944.164 0 22.855.039 0
2.040.322 0 24.247.093 0
2.084.531 0 24.781.308 0
3.5 totaal overige baten totale baten
Mk
Rekening
B8 toel. staat van b. em l.
Page 9
3
Begroting 2013
4
Lasten
4.1
Personele lasten
4.1.1
4.1.2 412101 412102 412103 412104 412201 412202 412301 412302 412303 412304 412305 412401 412402 412403 412404 412405 412406 412407 412408 412409 412410 412411 412413 412501 412601 412602 412701 412702 412801
Overige personele lasten: Dotaties personele voorzieningen Dotatie opfrisverlof Dotatie ADV-spaarverlof Dotatie uitgestelde BAPO Dotatie jubileumgratifacaties Personeel niet in loondienst Ingehuurd personeel Uitzendkrachten ID-banen LIO / stage vergoedingen Personeel zonder dienstverband Detachering uit Raad van Toezicht Overige personele lasten: Juridische dienstverl. Kosten ambtsjubilea/afscheid Kosten outplacement Kosten reintegratie Leraar in opleiding (kosten) Medezeggenschapsraad Vervangingskosten / risicofonds Werving en selectie personeel Overig personeelskosten Woon- werkverkeer Fietsplan Werkkostenregeling hardware Kosten nascholing Arbodienst contractkosten Begeleiding personeel BGZ Bijdrage Arcade Bijdrage ROC VAVO Overig Totaal 4.1.2 overige personele lasten:
Saldo 4.1
2013 0 0 0 0
0 0 0 0
0 Lonen en salarissen Brutolonen 12.019.500 Sociale lasten 1.112.900 Pensioenpremies/vakantie/eindejaarsuitk. 1.515.956 Totaal 4.1.1 lonen en salarissen 14.648.356 Verwijzing naar: overzicht " kosten personeel salarisadministratie".
4.1.3 Uitkeringen (-/-) 413001 Uitkering USZO / UWV algemeen 413002 Uitkering risico/vervangingsfonds Totaal 4.1.3 uitkeringen
Mk
Rekening
0
Begroting 2014 0 0 0 0 0
2015 0 0 0 0 0
2016 0 0 0 0 0
2017 0 0 0 0 0
2018 0 0 0 0 0
0 0 0 0
12.422.500 1.150.200 1.621.200 15.193.900
12.871.500 1.266.100 1.688.600 15.826.200
13.901.200 1.367.300 1.823.700 17.092.200
14.668.500 1.442.800 1.924.400 18.035.700
15.634.700 1.537.900 2.051.200 19.223.800
0 56.584 0 16.125 0 35.000 0 15.000 3.650 5.200 180.000 23.000 0 42.500 2.708 17.083 0 8.042 9.000 115.000 30.000 58.000 0 0 0 160.227 23.000 1.000 100.000 108.440 2.000 1.011.560
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 77.810 0 16.125 0 25.000 15.000 0 3.650 3.200 180.000 28.000 0 42.500 2.708 17.083 0 15.000 12.500 315.000 40.000 58.000 0 0 0 204.500 23.000 1.000 179.000 123.440 1.000 1.383.517
0 68.751 0 16.125 0 25.450 15.450 0 3.731 3.200 120.000 28.750 0 43.700 2.790 17.596 0 15.450 12.815 324.000 41.050 59.500 0 0 0 155.125 23.540 1.000 184.370 126.543 1.015 1.289.950
0 55.485 0 16.125 0 26.214 15.914 0 3.843 3.296 123.600 29.523 0 45.011 2.873 18.124 0 15.914 13.199 333.720 42.282 61.285 0 0 0 162.274 24.246 1.030 189.901 130.339 1.045 1.315.242
0 43.220 0 16.125 0 27.000 16.391 0 3.958 3.395 127.308 30.318 0 46.361 2.959 18.667 0 16.391 13.595 343.732 43.550 63.124 0 0 0 174.487 24.974 1.061 195.598 134.250 1.077 1.347.541
0 35.793 0 16.125 0 27.810 16.883 0 4.077 3.497 131.127 31.138 0 47.752 3.048 19.227 0 16.883 14.003 354.044 44.856 65.017 0 0 0 184.267 25.723 1.093 201.466 138.277 1.109 1.383.215
0 -15.000 -15.000
0 0 0
-20.000 -20.000 -40.000
-20.000 -20.000 -40.000
-20.000 -20.000 -40.000
-20.000 -20.000 -40.000
-20.000 -20.000 -40.000
15.644.916
0
16.537.417
17.076.150
18.367.442
19.343.241
20.567.015
B8 toel. staat van b. em l.
Page 10
3
4.1.a
Begroting 2013 Personele lasten naar kostendragers ( afgerond € 1.000)
Rekening 2013
Begroting
Rekening 2013
€
4.1.1 4.1.2 4.1.3
4.1.b
Loonkosten Directie Loonkosten O.P. Loonkosten O.O.P. Tussentelling Overige kosten ( zie boven ) Uitkeringen Saldo eveneens
€
813.815 11.714.066 2.173.070 14.700.951 1.013.000 -15.000 15.698.951
Aantal fte's
Aantal fte's 7 33 131 4 38 214,0
Begroting Afschrijvingen
4.2.1 421001 Afschrijving Immateriële Vaste Activa totaal 4.2.1 Materiële vaste activa Afschrijving verbouwingen Afschrijving meubilair vanaf 2004 Afschrijving machines VMBO vanaf 2004 Afschrijving leer- en hulpm. vanaf 2004 Afschrijving hardware vanaf 2004 Afschrijving software vanaf 2004 Afschrijving app.en machines vanaf 2004 Afschrijving Inrichting vanaf 2004 Afschrijving HMVA Afschrijving Nieuwe boeken vanaf 2004 Afschrijving werkboeken Afschrijving Bedrijfsauto Afschrijving Aanhanger Afschrijving overige jaren totaal 42.2.
Verwijzing: naar staat vaste activa Totaal 4.2
Mk
2016
2017
2018
Begroting 2014 € 813.059 12.022.646 2.118.977 14.954.682 1.384.000 -40.000 16.298.682
2015 € 835.573 12.598.780 2.204.992 15.639.345 1.291.000 -40.000 16.890.345
2016 € 835.573 13.737.549 2.269.664 16.842.786 1.315.000 -40.000 18.117.786
2017 € 829.163 14.640.110 2.316.895 17.786.168 1.348.000 -40.000 19.094.168
2018 € 825.834 15.988.391 2.159.969 18.974.194 1.383.000 -40.000 20.317.194
Aantal Aantalfte's fte's 0 0 0 0 0 0,0
Rekening 2013
€
4.2.2 422101 422201 422202 422203 422204 422205 422206 422207 422208 422301 422302 422401 422402 422403
0 0 0 0 0 0 0
2015
Personeelsbezetting naar inrichting organisatie Onderdelen Directie Onderwijzend personeel tijd Onderwijzend personeel vast OOP tijd OOP vast Totaal
4.2
2013
Begroting 2014
Aantal fte's
8 30 143 3 40 222,3
Aantal fte's
8 36 146 4 41 233,9
Aantal fte's
8 48 152 5 41 252,5
Aantal fte's
8 51 161 5 41 265,3
8 64 168 4 39 282,5
Begroting 2013
€
2014 €
2015 €
2016 €
2017 €
2018 €
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 27.413 4.084 4.758 264.152 7.362 42.859 104.904 28.728 180.939 170.868 685 545 151.910 989.206
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 12.739 0 774 154.995 58.244 35.276 109.679 24.855 185.465 143.746 66.054 46.672 220.513 1.059.012
0 12.057 0 774 103.794 37.221 20.683 98.857 22.512 134.706 59.416 65.953 15.599 374.573 946.144
0 10.484 0 774 35.382 17.392 13.494 83.748 22.513 88.200 16.630 63.368 408 564.048 916.439
0 10.484 0 720 2.368 34 13.123 79.944 22.513 52.244 16.630 57.481 408 725.188 981.136
0 9.874 0 323 0 0 5.400 43.068 22.463 20.686 16.630 33.179 408 772.713 924.743
989.206
0
1.059.012
946.144
916.439
981.136
924.743
B8 toel. staat van b. em l.
Page 11
3
Begroting 2013
4.3
Huisvestingslasten
4.3.1 431101 431201 431301 431302
Huur Huur sportaccommodatie Sportvelden Contracthuur Hazenweg Overige kosten Hazenweg totaal 4.3.1
4.3.2 Verzekeringen 432001 Verzekering gebouwen totaal 4.3.2
2013
Begroting 2014
2015
2016
2017
2018
20.300 1.000 40.000 0 61.300
0 0 0 0 0
20.000 1.000 25.000 0 46.000
20.375 1.030 25.750 0 47.155
20.986 1.061 26.523 0 48.570
21.616 1.093 27.318 0 50.027
22.264 1.126 28.138 0 51.528
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
4.3.3 433001 433101 433102 433103 433104 433105 433201 433202 433203 433204 433205
Onderhoud Dotatie onderhoudsvoorziening Onderhoud Gebouwen < 500 Onderhoud installaties / apparatuur < 500 Onderhoud tuin Veiligheidsvoorzieningen Werzaamheden i.o. Kleine inventaris onderhoudsdienst Gebouwen Materiaal onderhoudsdienst Werkplaats Klein onderhoud < 500 totaal 4.3.3
78.500 14.000 11.000 25.500 8.000 20.000 2.150 30.000 22.500 2.550 4.600 218.800
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 129.000 46.000 28.500 6.000 20.000 2.100 88.500 11.000 2.550 4.600 338.250
0 130.880 47.080 29.325 6.150 20.935 2.127 94.205 11.770 2.597 4.723 349.792
0 155.172 48.192 30.205 6.335 21.563 2.191 96.281 12.123 2.674 4.865 379.600
0 165.775 49.338 31.111 6.525 22.210 2.257 88.420 12.487 2.755 5.011 385.887
0 168.391 50.518 32.044 6.720 22.876 2.324 91.072 12.861 2.837 5.161 394.806
4.3.4 434101 434102 434201 434301 434302
Energie en water Electra contractkosten Electra overige kosten Verwarming, gas en olie Water contractkosten Water extra kosten totaal 4.3.4
162.000 200 261.000 11.077 0 434.277
0 0 0 0 0 0
141.000 200 282.000 11.600 0 434.800
148.050 210 295.550 12.205 0 456.015
155.453 221 310.328 12.815 0 478.816
163.225 232 325.844 13.456 0 502.757
171.386 243 342.136 14.129 0 527.894
4.3.5 435101 435102 435201 435202
Schoonmaakkosten Schoonmaak contractkosten Schoonmaak meerkosten Hygièneboxen Schoonmaakmiddelen totaal 4.3.5
332.500 32.400 7.850 18.500 391.250
0 0 0 0 0
347.500 34.400 7.850 18.500 408.250
364.875 36.110 8.275 19.350 428.610
383.119 37.916 8.689 20.318 450.041
402.275 39.811 9.123 21.333 472.543
422.388 41.802 9.579 22.400 496.170
4.3.6 436101 436102 436201 436202 436301 436302 436303 436401
Heffingen Gemeentelijke heffingen Waterschapslasten Verontreinigingsheffing contractkosten Overige kosten verontreinigingsheffing Reinigingsrecht afval Reinigingsrecht papier Rioolrecht contractkosten Overige heffingen totaal 4.3.6
19.200 14.600 3.100 0 31.000 3.200 4.950 1.200 77.250
0 0 0 0 0 0 0 0 0
72.735 14.600 3.100 0 25.000 3.200 4.950 1.200 124.785
75.192 15.190 3.195 0 25.775 3.281 5.094 1.227 128.954
77.448 15.646 3.291 0 26.548 3.379 5.247 1.264 132.823
79.771 16.115 3.390 0 27.345 3.481 5.404 1.302 136.807
82.164 16.599 3.491 0 28.165 3.585 5.566 1.341 140.912
4.3.7 437101 437102 437301 437302 437401
Overige huisvestingslasten Bewaking contractkosten Bewaking extra kosten Servicekosten contract Hazenweg Servicekosten overige Overige huisvestingslasten totaal 4.3.7
5.900 5.350 7.500 0 4.000 22.750
0 0 0 0 0 0
5.100 5.350 7.500 0 4.000 21.950
5.288 5.511 7.725 0 4.105 22.629
5.447 5.676 7.957 0 4.228 23.307
5.610 5.846 8.195 0 4.355 24.007
5.778 6.021 8.441 0 4.486 24.727
1.205.627
0
1.374.035
1.433.154
1.513.156
1.572.026
1.636.035
Totaal 4.3
Mk
Rekening
B8 toel. staat van b. em l.
Page 12
3
Mk
Begroting 2013
Rekening 2013
Begroting 2014
2015
2016
2017
2018
4.4
Overige lasten
4.4.1 441101 441102 441103 441104 441105 441106 441107 441108 441109 441110 441111 441112 441113 441114 441201 441202 441203 441204 441301 441302 441303
Administratie- en beheerslasten Abonnementen/documentatie Accountantskosten Advieskosten (w.o. onderhoudsbeheer) Contributies Kantoorbenodigdheden Administratiekosten (personele kosten, Merces) Portikosten Reprokosten Telefoonkosten Vergaderkosten Verzekeringen (WA) Administratiekosten ( financ.kosten, AFAS e.a.) Bestuurskosten Managementondersteuning Reiskosten Reiskosten overig Verblijfkosten Schades PR- kosten Representatiekosten Overige beheerslasten totaal 4.4.1
14.700 50.000 0 32.000 13.900 58.000 10.500 24.290 37.300 7.300 14.700 7.500 500 0 38.530 0 1.100 1.500 48.500 51.500 8.500 420.320
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
15.700 46.000 0 34.836 10.900 58.000 11.752 20.646 32.100 4.300 10.700 10.000 500 0 31.530 0 100 1.500 35.000 50.004 8.500 382.068
15.916 41.630 0 34.213 11.122 59.500 13.021 19.781 32.763 4.414 11.021 10.300 515 0 32.206 0 100 1.545 36.175 52.827 8.665 385.714
16.393 37.279 0 36.669 11.456 61.285 14.484 21.357 33.746 4.546 11.352 10.609 530 0 33.172 0 103 1.591 37.260 56.556 8.925 397.315
16.885 37.947 0 38.829 11.799 63.124 15.713 22.726 34.758 4.683 11.692 10.927 546 0 34.167 0 106 1.639 38.378 59.843 9.193 412.957
17.392 38.636 0 40.181 12.153 65.017 16.325 23.537 35.801 4.823 12.043 11.255 563 0 35.192 0 109 1.688 39.529 61.919 9.468 425.634
4.4.2 442111 442112 442113 442114 442115 442116 442121 442122 442123 442124 442125 442126 442211 442212 442213 442214 442221 442222 442223 442224 442225 442226 442227 442228
Inventaris,apparatuur en leermiddelen CAI Internetprovider Kleine inventaris < € 500 Licenties Software personeel Overige aanschaf kleine inventaris en apparatuur Aanschaf en onderhoud software Aanschaf hardware klein en onderhoud Kluisjes (onderhoud) Onderhoud apparatuur/machines Onderhoud inventaris Overige onderhoud inventaris en apparatuur Leermiddelen algemeen Leermiddelen secties Leermiddelen Woolder Meent Leermiddelen Genseler Ouder(raad) bijdrage ICT Certificering Stage vergoeding Kopieerkosten Mediatheek /Bibliotheek Werkboeken Boeken totaal 4.4.2
0 2.000 14.800 60.000 0 1.100 15.050 8.200 17.415 15.700 5.000 2.200 22.500 80.000 50.000 55.000 14.000 22.170 11.500 5.000 90.500 11.500 64.000 48.000 615.635
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 2.000 24.300 75.000 0 1.100 16.550 6.700 16.797 15.700 6.584 2.200 23.340 70.640 50.000 55.000 14.000 6.950 6.500 15.000 90.300 6.500 59.000 48.000 612.161
0 2.030 24.879 80.390 0 1.133 17.002 6.886 20.943 16.081 7.042 2.236 22.095 73.920 51.500 55.000 14.420 6.950 6.500 15.000 95.320 6.590 61.750 52.200 639.866
0 2.091 25.625 82.802 0 1.167 17.512 7.093 23.358 16.563 7.611 2.303 26.332 84.180 53.045 55.000 14.853 6.950 6.695 15.450 102.648 6.788 67.423 60.526 686.013
0 2.154 26.394 85.286 0 1.202 18.037 7.305 25.384 17.060 8.104 2.372 29.772 92.667 54.636 55.000 15.298 6.950 6.896 15.914 109.039 6.991 74.145 66.892 727.498
0 2.218 27.186 87.844 0 1.238 18.578 7.525 26.380 17.572 8.394 2.443 31.134 96.502 56.275 55.000 15.757 6.950 7.103 16.391 112.896 7.201 90.920 93.299 788.805
B8 toel. staat van b. em l.
Page 13
3
Begroting 2013
4.4.3 Dotatie overige voorziening 443001 Dotatie overige voorziening totaal 4.4.3 4.4.4 Diverse kosten onderwijs 444111 Keuze activiteiten (psych. onderzoeken) 444112 Schoolreizen 444113 Cult. activiteiten, w.o. dagexcursies 444122 Leerlingzaken, w.o. verzekeringen (collectief) 444124 Introductie 444132 Bijdrage ouderraad 444133 Communicatie met ouders 444141 Psych. onderzoeken / keuzebeg. / zorgm / LGF 444201 Reiskosten stage, arbeid (Gen) 444204 Projecten 444208 Knelpuntenpot gemeente 444212 Praktijknet 444213 Samenwerkingsverband 444301 Algemeen 444302 Aula WM 444303 Aula Gen 444304 Aula MO/BK 444305 BTW Hoog 444306 BTW Laag 444307 Examenkosten totaal 4.4.4
totaal 4.4 totale lasten 5
Financiële baten en lasten
5.1 511001 511002 511003 5.2
Rentebaten Rente rekening courant Rente deposito`s Overige rente opbrengsten Waardeverandering financiële vaste activa en effecten Overige opbrengsten financiële vaste actva en effecten Rentelasten
5.3 5.4
Saldo financiële baten en lasten
Mk
Rekening 2013
Begroting 2014
2015
2016
2017
2018
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
34.590 277.500 91.180 31.670 11.085 22.170 19.090 30.973 250 15.000 7.500 10.000 0 2.500 20.000 6.000 146.993 1.500 4.500 18.500 751.001
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
43.472 297.980 96.220 11.372 4.020 24.120 0 42.615 250 120.247 2.500 2.000 0 2.500 20.000 16.000 148.302 1.500 4.500 18.500 856.098
46.473 303.550 104.941 12.294 0 26.446 0 46.593 250 116.180 2.500 2.000 0 2.575 20.600 12.000 170.800 1.545 4.635 19.055 892.438
49.863 309.657 115.238 13.378 0 29.027 0 51.137 258 119.665 2.575 2.060 0 2.652 21.218 12.360 189.685 1.591 4.774 19.627 944.764
52.707 315.946 123.995 14.309 0 31.222 0 55.002 265 123.255 2.652 2.122 0 2.732 21.855 12.731 186.473 1.639 4.917 20.215 972.038
54.110 322.425 128.652 14.832 0 32.393 0 57.065 273 126.953 2.732 2.185 0 2.814 22.510 13.113 213.549 1.688 5.065 20.822 1.021.181
1.786.956
0
1.850.327
1.918.017
2.028.092
2.112.493
2.235.620
19.626.706
0
20.820.791
21.373.466
22.825.129
24.008.896
25.363.414
104.646 0 0 0 0 0 0 0 0 104.646
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
100.105 0 0 0 0 0 0 0 0 100.105
98.527 0 0 0 0 0 0 0 0 98.527
97.652 0 0 0 0 0 0 0 0 97.652
91.383 0 0 0 0 0 0 0 0 91.383
95.618 0 0 0 0 0 0 0 0 95.618
B8 toel. staat van b. em l.
Page 14
20CS en 23 EJ
20CS en 23 EJ MEERJARENBEGROTING 2014-2018
MEERJARENBEGROTING 2014-2018
STAAT VASTE ACTIVA MCT 1e As
Omschrijving
1e As Omschrijving OSG H OSG H OSG H OSG H OSG H OSG H OSG H OSG H OSG H OSG H OSG H OSG H OSG H totaal incl. HMVA
Naam activagroep
Naam actief
Aanschafwaarde Afschrijving t/m vorigAfschr. jaar
Naam activagroep
Naam actief
aanschafwaarde Afschrijving t/m vorig jaar 2013
Gebouwen Meubilair Machines VMBO Leer en hulpmiddelen Hardware Software Apparatuur en machines Inrichting totaal HMVA Werkboeken Nieuwe boeken Bedrijfsauto Aanhanger
Investeringen vanaf 2009 ( zie investeringsspecificaties)
0 255.674 1.168.711 6.194 947.206 31.205 265.607 924.214 672.647 438.697 1.000.140 5.478 5.465 5.721.238 0 2013
2013 2014 2015 2016 2017 2018
611.793
Totaal
611.793
2014
0 54.758 448.038 1.531 440.005 11.495 131.699 197.836 558.219 97.696 357.557 1.069 1.984 2.301.887 2015
0
Afschr.
Afschr.
2014
2015
0 12.707 141.719 774 212.679 8.000 36.813 77.308 31.452 395.879 201.505 685 545 1.120.065
0 12.739 157.377 774 157.012 7.150 34.061 73.496 22.331 122.641 504.940 685 408 1.093.615
0 12.057 125.521 774 105.812 3.810 20.506 63.244 22.331 59.343 118.149 245.685 408 777.639
2016
2017
2018
Afschr.
2016 0 10.484 101.512 774 35.382 750 13.494 51.815 22.331 15.009 73.191 685 408 325.834 0
Afschr.
Afschr.
2017
2018
start
einde
2013
2013
afschrijving totaal inv
0 10.484 95.255 720 4.381 0 150.758 48.012 22.331 10.851 41.393 685 408 385.278
0 9.874 48.749 323 2.014 0 162.777 101.607 22.331 2.281 18.405 685 408 369.454
0 200.915 720.675 4.664 509.216 19.711 259.430 500.334 347.678 341.000 642.583 4.409 3.481 3.554.097
0 188.208 578.958 3.889 298.554 11.712 198.608 422.514 316.226 285.117 441.078 3.724 2.936 2.751.524
0 67.466 589.755 2.305 650.670 19.494 263.767 344.143 452.921 303.570 639.022 1.754 2.528 3.337.395
0 0 0 0 1.809 5.995 12.129 2.562 0 0 0 0 0 22.495
2013
2014
2015
2016
2017
2018
685
685 220.513
245.685 220.513 154.060
685 220.513 154.060 189.475
685 220.513 154.060 189.475 161.140
685 130.513 154.060 189.475 161.140 137.525
685
221.197
620.257
564.732
725.872
773.397
943.000 722.000 925.000 600.000 480.000 943.000
722.000
925.000
D3 staat vaste activa
600.000
480.000
Page 15
20CS en 23 EJ MEERJARENBEGROTING 2014-2018
INVESTERINGSSPECIFICATIES Investeringen 2013 Gebouwen Meubilair 2009 Machines VMBO Leer en hulpmiddelen Hardware Software Apparatuur en machines Inrichting totaal werkboeken Nieuwe boeken Bedrijfsauto Aanhanger
Investeringen Omschrijving
2014 Investerings- Afschrijvingen in € bedrag (€) % vanaf 106.000 4 1-jan 10 1-jan 12,5 1-jan 360.000 25 1-jan 32.500 33,3 1-jan 4.500 10 1-jan 120.000 10 1-sep 130.000 50 periode 190.000 20 periode 943.000
Meubilair VMBO machines Leer en hulpmiddelen Hardware Software Apparaten en machines Inrichting Werkboeken Nieuwe boeken Totaal
Investeringen Omschrijving
Investerings- Afschrijvingen in € bedrag (€) % vanaf 12.000 4 1-jan 10 1-jan 12,5 1-jan 75.000 25 1-jan 10.000 33,3 1-jan 25.000 10 1-mei 300.000 10 1-sep 130.000 50 periode 170.000 20 periode 722.000
Investerings- Afschrijvingen in € bedrag (€) % vanaf 160.000 4 1-jan 100.000 10 1-jan 12,5 1-jan 185.000 25 1-jan 25.000 33,3 1-jan 115.000 10 1-mei 10 1-sep 130.000 50 periode 210.000 20 periode 925.000
Meubilair VMBO machines Leer en hulpmiddelen Hardware Software Apparaten en machines Inrichting Werkboeken Nieuwe boeken Totaal
2016 4.240 0 0 90.000 10.823 450 12.000 65.000 38.000 220.513
2017 4.240 0 0 90.000 10.823 450 12.000 65.000 38.000 220.513
2018 4.240 0 0 0 10.823 450 12.000 65.000 38.000 130.513
2014
2015 480 0 0 18.750 3.330 2.500 30.000 65.000 34.000 154.060
2016 480 0 0 18.750 3.330 2.500 30.000 65.000 34.000 154.060
2017 480 0 0 18.750 3.330 2.500 30.000 65.000 34.000 154.060
2018 480 0 0 18.750 3.330 2.500 30.000 65.000 34.000 154.060
2014
2015
2016 6.400 10.000 0 46.250 8.325 11.500 0 65.000 42.000 189.475
2017 6.400 10.000 0 46.250 8.325 11.500 0 65.000 42.000 189.475
2018 6.400 10.000 0 46.250 8.325 11.500 0 65.000 42.000 189.475
2014
2015
2016
2017 1.400 0 0 38.750 9.990 3.500 500 65.000 42.000 161.140
2018 1.400 0 0 38.750 9.990 3.500 500 65.000 42.000 161.140
2014
2015
2016
2017
2018 1.200 0 0 27.500 8.325 1.000 500 65.000 34.000 137.525
2017 Investerings- Afschrijvingen in € bedrag (€) % vanaf 35.000 4 1-jan 10 1-jan 12,5 1-jan 155.000 25 1-jan 30.000 33,3 1-jan 35.000 10 1-mei 5.000 10 1-sep 130.000 50 periode 210.000 20 periode 600.000
Meubilair VMBO machines Leer en hulpmiddelen Hardware Software Apparaten en machines Inrichting Werkboeken Nieuwe boeken Totaal
Investeringen Omschrijving
2015 4.240 0 0 90.000 10.823 450 12.000 65.000 38.000 220.513
2016
Meubilair VMBO machines Leer en hulpmiddelen Hardware Software Apparaten en machines Inrichting Werkboeken Nieuwe boeken Totaal
Investeringen Omschrijving
2014 4.240 0 0 90.000 10.823 450 12.000 65.000 38.000 220.513
2015
Meubilair VMBO machines Leer en hulpmiddelen Hardware Software Apparaten en machines Inrichting Werkboeken Nieuwe boeken Totaal Investeringen Omschrijving
29.310 11.537 25.454 103.047 1.215 161.234 3.025 611.793
2018 Investerings- Afschrijvingen in € bedrag (€) % vanaf 30.000 4 1-jan 10 1-jan 12,5 1-jan 110.000 25 1-jan 25.000 33,3 1-jan 10.000 10 1-mei 5.000 10 1-sep 130.000 50 periode 170.000 20 periode 480.000
investeringsspecificaties
Page 16
20CS en 23 EJ MEERJARENBEGROTING 2014-2018
EIGEN VERMOGEN
Omschrijving
2.1.1
2.1.2 Bestemmingsreserve
Algemene
publiek
reserve
privaat
ICT inventaris/ meubilairprojecten
€ Stand 1 januari
2013
Resultaat Overige mutaties
2.1.3 Bestemmingsreserve 2.1.4 Bestemmingsfonds 2.1.5 Bestemmingsfonds 2.1.6 Her- 2.1.7 Andere 2.1.8. 2.1.9 Minder Totaal
machines
nieuwbouw
€
€
2.900.010
42.998
207.653
2013
-43.932
246.680
2013
394.037
0
Stand 1 januari
2014
3.250.115
Resultaat
2014
Overige mutaties
2014
Stand 1 januari
2015
Resultaat Overige mutaties
publiek
boekenfondsboekenfondsschoolfonds €
€
32.507
0
1.238.843
419.561
0
23.635
3.984
17.454
0
178.658
0
0
-218.439
0
0
85.000
0
289.678
231.288
-181.948
17.454
1.238.843
683.219
0
267.295
-71.210
-88.101
2.524
40.787
0
94.359
52.860
0
0
0
0
0
-80.025
3.570.270
218.469
143.187
-179.424
58.241
1.238.843
2015
-43.957
151.466
-173.361
181
5.132
2015
283.213
0
0
0
0
Stand 1 januari
2016
3.809.526
369.935
-30.174
-179.243
63.373
Resultaat
2016
-279.273
24.606
-12.848
181
-170.001
Overige mutaties
2016
942.680
0
0
0
0
Stand 1 januari
2017
4.472.933
394.541
-43.023
-179.062
-106.629
0
Resultaat
2017
-397.499
9.903
65.808
181
7.650
Overige mutaties
2017
350.000
0
0
0
0
Stand 1 januari
2018
4.425.434
404.444
22.785
-178.881
Resultaat
2018
-1.487.315
43.458
74.667
Overige mutaties Stand 1 januari
2018 2019
320.603 3.258.721
0 447.901
0 97.452
322.693
waarderings wettelijke Statutaire heids belang
privaat
BAPO
B
C
D
€
€
€
€
reserve reserves reserves derden* €
€
€
€
582.625
0
0
0
304.624
0
0
0
6.051.514
0
81.803
0
0
0
-35.436
0
0
0
472.846
-100.000
-160.598
0
0
0
0
0
0
0
0
222.693
503.830
0
0
0
269.188
0
0
0
6.524.360
0
-272.228
-60.467
0
0
0
-26.055
0
0
0
-113.096
0
27.165
0
0
0
0
0
0
0
0
0
697.553
0
-22.370
443.363
0
0
0
243.133
0
0
0
6.411.265
-463.843
50.459
0
535.982
-111.320
0
0
0
-23.711
0
0
0
-72.973
0
-100.000
0
-183.213
0
0
0
0
0
0
0
0
0
775.000
648.012
0
330.399
332.043
0
0
0
219.422
0
0
0
6.338.291
0
43.321
0
589.112
-45.313
0
0
0
-22.331
0
0
0
127.453
-775.000
-100.000
0
-67.680
0
0
0
0
0
0
0
0
0
591.333
0
851.831
286.730
0
0
0
197.091
0
0
0
6.465.744
0
84.332
0
577.789
3.750
0
0
0
-22.331
0
0
0
329.582
0
-50.000
0
-300.000
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-98.978
0
625.665
0
1.129.619
290.480
0
0
0
174.759
0
0
0
6.795.327
132
26.644
0
227.460
0
644.805
6.000
0
0
0
-22.331
0
0
0
-486.482
0 -178.749
0 -72.335
0 0
-150.000 703.125
0 0
-170.603 1.603.821
0 296.480
0 0
0 0
0 0
0 152.428
0 0
0 0
0 0
0 6.308.845
eigen vermogen
Page 17
20CS en 23 EJ MEERJARENBEGROTING 2014-2018 INHOUDSOPGAVE
Resultaatanalyse Resultaat personeel Begroting Kalenderjaar
2013
Rekening 2013
Begroting 2014
2015
2016
2017
2018
15.298.082 120.00021.88815.156.193
-
15.742.395 130.00021.88815.590.507
16.526.451 130.00020.00016.376.451
17.897.485 130.00020.00017.747.485
18.994.850 130.00020.00018.844.850
19.453.484 130.00020.00019.303.484
Personele vergoedingen
311101 311301 311302
3.1.2 3.1.2.1 312101 312102 312104 312109 3.1.2.2 312203 312204 312205 312206 312208 312250
Rijksbijdrage sector VO: RV lumpsum personeel Bij/Af corr. Rijksvergoeding Overig verschil vordering OCW Totaal 3.1.1 rijksbijdragen OCW (personeel) Overige subsidies OCW Geoormerkte subsidies personeel Kwaliteitsverbetering onderwijs Doorontwikkeling praktijonderwijs Leraar in opleiding (subsidies) Overige subsidies (geoormerkt) Totaal geoormerkte subsidies Niet-geoormerkte subsidies personeel ESF LGF, Zorgmiddelen Maatschappelijke stages Leraar in opleiding (subsidies) Verbetering Management Overig subsidies (niet-geoormerkt) personeel tussentelling personeel
289.518 35.000 10.000 334.518
-
380.987 30.600 80.247 491.834
402.157 35.000 10.000 447.157
438.657 45.000 3.800 487.457
468.587 45.000 513.587
480.705 45.000 525.705
170.000 172.000 121.416 60.000 95.000 618.416
-
208.000 110.000 148.000 466.000
35.000 148.000 183.000
148.000 148.000
148.000 148.000
148.000 148.000
-
-
-
-
-
-
-
Totaal 3.1.2 overige subsidies OCW
952.934
-
957.834
630.157
635.457
661.587
673.705
Overige baten personeel Detachering personeel vrijval BAPO vrijval ADV (excl. onttrekking) vrijval opfrisverlof/ jub. vrijval voorziening jubilea Totaal overige baten personeel
119.348 119.348
-
-
-
15.897 15.897
3.833 3.833
-
16.228.476
-
16.548.341
17.006.608
18.398.839
19.510.270
19.977.189
312301 vrijval geoormerkte subsidies personeel Totaal vrijval inv.subsidies
3.5 352001 352002 352003 352004 352005
Totaal personele vergoedingen
Personele uitgaven 4.1.1
Lonen en salarissen Brutolonen Sociale lasten Pensioenpremies/vakantie/eindejaarsuitk. Totaal 4.1.1 lonen en salarissen
4.1.2 Overige personele lasten: Dotaties personele voorzieningen 412101 Dotatie opfrisverlof 412102 Dotatie ADV-spaarverlof 412103 Dotatie uitgestelde BAPO 412104 Dotatie jubileumgratifacaties Personeel niet in loondienst 412201 Ingehuurd personeel 412202 Uitzendkrachten 412301 ID-banen 412302 LIO / stage vergoedingen 412303 Personeel zonder dienstverband 412304 Detachering uit 412305 Raad van Toezicht Overige personele lasten: 412401 Juridische dienstverl. 412402 Kosten ambtsjubilea/afscheid 412403 Kosten outplacement 412404 Kosten reintegratie 412405 Leraar in opleiding (kosten) 412406 Medezeggenschapsraad 412407 Vervangingskosten / risicofonds 412408 Werving en selectie personeel 412409 Overig personeelskosten 412410 Woon- werkverkeer 412411 Fietsplan 412501 Kosten nascholing 412601 Arbodienst contractkosten 412602 Begeleiding personeel BGZ 412701 Bijdrage Arcade 412702 Bijdrage ROC VAVO 412801 Overig Totaal 4.1.2 overige personele lasten: 4.1.3 413001 413002
Uitkeringen (-/-) Uitkering USZO / UWV algemeen Uitkering risico/vervangingsfonds Totaal 4.1.3 uitkeringen Totaal personele lasten Saldo
12.019.500 1.112.900 1.515.956 14.648.356
-
12.422.500 1.150.200 1.621.200 15.193.900
12.871.500 1.266.100 1.688.600 15.826.200
13.901.200 1.367.300 1.823.700 17.092.200
14.668.500 1.442.800 1.924.400 18.035.700
15.634.700 1.537.900 2.051.200 19.223.800
56.584 16.125 35.000 15.000 3.650 5.200 180.000 23.000
-
77.810 16.125 25.000 15.000 3.650 3.200 180.000 28.000
68.751 16.125 25.450 15.450 3.731 3.200 120.000 28.750
55.485 16.125 26.214 15.914 3.843 3.296 123.600 29.523
43.220 16.125 27.000 16.391 3.958 3.395 127.308 30.318
35.793 16.125 27.810 16.883 4.077 3.497 131.127 31.138
42.500 2.708 17.083 8.042 9.000 115.000 30.000 58.000 160.227 23.000 1.000 100.000 108.440 2.000 1.011.560
-
42.500 2.708 17.083 15.000 12.500 315.000 40.000 58.000 204.500 23.000 1.000 179.000 123.440 1.000 1.383.517
43.700 2.790 17.596 15.450 12.815 324.000 41.050 59.500 155.125 23.540 1.000 184.370 126.543 1.015 1.289.950
45.011 2.873 18.124 15.914 13.199 333.720 42.282 61.285 162.274 24.246 1.030 189.901 130.339 1.045 1.315.242
46.361 2.959 18.667 16.391 13.595 343.732 43.550 63.124 174.487 24.974 1.061 195.598 134.250 1.077 1.347.541
47.752 3.048 19.227 16.883 14.003 354.044 44.856 65.017 184.267 25.723 1.093 201.466 138.277 1.109 1.383.215
15.00015.000-
-
20.00020.00040.000-
15.644.916
-
16.537.417
583.560
-
10.924
20.00020.00040.00017.076.150 69.542-
20.00020.00040.000-
20.00020.00040.000-
18.367.442
19.343.241
31.397
167.030
20.00020.00040.00020.567.015 589.826-
20CS en 23 EJ MEERJARENBEGROTING 2014-2018
Vergoeding exploitatiekosten cfi
Kalenderjaar
2014
Afdeling
Telling 1-10- 2013
vwo/avo/vbo 1 + 2 (excl. LWOO) vwo/avo 3 t/m 6 theoretische leerweg 3 en 4 lwoo gemengde leerweg 3 en 4 vbo 3 + 4 groep I vbo 3 + 4 groep II vbo 3 + 4 groep III vbo 3 + 4 groep I lwoo vbo 3 + 4 groep II lwwoo vbo 3 + 4 groep III lwoo lwoo 1 + 2 pro Tussentelling
1099,0 1117,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 18,0 235,0
Vaste voet Vergoeding spreidingsnoodzaak Extra vergoeding scholen onder opheffingsnorm Vergoeding lesmateriaal schooljaar 2009-2010 Totaal In %
2469,0
Exploitatiekst-verg. Specificatie Norm Vergoeding SchoonOnderhoud Overige 2014 2014 maak gebouw/terr exploitatie *1€ *1€ *1€ *1€ *1€ 704,60 774.355 192.765 145.683 435.907 583,02 651.233 161.909 119.709 369.615 850,66 0 0 0 0 872,38 0 0 0 0 1.624,75 0 0 0 0 2.128,52 0 0 0 0 1.045,00 0 0 0 0 1.892,39 0 0 0 0 2.396,16 0 0 0 0 1.312,64 0 0 0 0 803,09 14.456 3.231 2.602 8.622 1.159,11 272.391 45.588 31.152 195.652 1.712.435 403.493 299.146 1.009.797
316
30.893 15.161 0 780.204
7.279 3.572 0
5.397 2.648 0
18.217 8.940 0 780.204
2.538.693 100
414.344 16
307.191 12
1.817.158 72
exploitatiekosten-verg
Page 20
Toelichting Meerjarenbegroting
2014-2018 Stichting OSG Hengelo
Inleiding Voor u ligt de meerjarenbegroting van de Stichting OSG Hengelo met betrekking tot de kalenderjaren 2014-2018. De meerjarenbegroting is de financiële vertaalslag van het beleid binnen de Stichting OSG Hengelo. Alvorens de exploitatie meerjarenbegroting 2014 - 2018 te presenteren, wordt algemene informatie verstrekt over de organisatie. Daarna wordt stilgestaan bij de uitgangspunten die bij het opstellen van de meerjarenbegroting zijn gehanteerd. Ook wordt aandacht besteed aan de beleidsvelden Personeel, Onderwijs, Huisvesting en Financiën.
Algemene informatie De Stichting OSG Hengelo (bevoegd gezag nummer 41824) is met ingang van 1 augustus 2008 een zelfstandige stichting. Het stichtingsbestuur bestaat uit een algemeen directeur / bestuurder. De bestuur filosofie is het besturen op hoofdlijnen. De verdeling van de taken en bevoegdheden tussen bestuur, directeur bedrijfsbureau en directeuren van de scholen is vastgelegd in het managementstatuut. De Stichting OSG Hengelo heeft per 1 augustus 2013 2 brinnummers (4 vestigingen) in het voortgezet onderwijs. 20 CS 00: Bataafs Lyceum (school voor HAVO, Atheneum en Gymnasium) 20 CS 07: Montessori College Twente (school voor MAVO, HAVO en Atheneum) 20 CS 04: Gilde College (school voor VMBO-BB en VMBO-KB) 23 EJ: ’t Genseler (school voor praktijkonderwijs). De begroting Stichting OSG Hengelo (20CS + 23EJ) wordt gevormd door de optelling van de volgende begrotingen: 20CS: - Algemeen (personeelsbegroting) (01) - Bataafs Lyceum (02) - Bestuurskantoor (03) - Montessori College Twente (04) - Gilde College (05) 23EJ: - ‘t Genseler (06).
1
Belangrijke ontwikkelingen
Landelijke ontwikkelingen: - De Algemene Rekenkamer doet onderzoek naar de toereikendheid van de bekostiging van het voortgezet onderwijs. - Er wordt momenteel gewerkt aan een vereenvoudiging van het bekostigingsmodel VO door het Ministerie van OC&W - Het kabinet wil dat vanaf het schooljaar 2015-2016 schoolboeken in het voortgezet onderwijs niet langer gratis zijn. Dit staat in een wetsvoorstel dat het kabinet op 3 september 2013 naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Deze plannen stonden al in het regeerakkoord. Ouders gaan zelf weer betalen voor het lesmateriaal. Zij betalen straks maximaal € 300. Onder dit bedrag vallen straks ook elektronische informatiedragers. Daarnaast krijgen ouders ook meer invloed op het inkoopbeleid van de school via de medezeggenschapsraad. Zij kunnen hiervoor gebruikmaken van hun adviesrecht. Minder daadkrachtige ouders krijgen compensatie via de Wet Kindgebonden Budget. - De wettelijk verplichte maatschappelijke stages zijn afgeschaft met ingang van schooljaar 2014/2015. De scholen mogen de maatschappelijke stage wel als facultatief programmaonderdeel aanbieden. Met het vervallen van de verplichting, vervalt ook de bijbehorende bekostiging van de maatschappelijke stage. Deze bekostiging zal vervallen met ingang van 1 augustus 2015. Dit geeft ons als school een jaar de tijd om de verplichting om maatschappelijke stages aan te bieden te heroverwegen. - Passend onderwijs: kinderen met een handicap of gedragsproblemen hebben recht op een passende onderwijsplek. Vanaf 1 augustus 2014 moeten scholen een passende onderwijsplek geven aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. De huidige organisatie van passend onderwijs is ingewikkeld. Ook is niet altijd duidelijk waar geld voor extra ondersteuning naartoe gaat. Daarom gaan scholen per regio samenwerken om alle mogelijke soorten leerlingen een passende plek te bieden. Niet elke gewone school hoeft alle kinderen op te vangen. Kan een school geen passend onderwijs geven? Dan zoeken de scholen binnen het samenwerkingsverband een school die dit wel biedt. Scholen kunnen zich specialiseren en onderling afspreken wie welke kinderen het beste onderwijs kan bieden. Financiering passend onderwijs: in het nieuwe stelsel schaft de overheid de leerlinggebonden financiering (rugzak) af. Het budget blijft deels beschikbaar, maar gaat voortaan rechtstreeks naar de samenwerkende scholen. Binnen het samenwerkingsverband moet 3 miljoen bezuinigd worden. Het samenwerkingsverband waar de OSG Hengelo aan deelneemt, bestaat verder uit Stichting Carmel Enschede, Hengelo en Oldenzaal, Greijdanus College, de Waerdenborch te Lochem en het Stedelijk Lyceum. Op dit moment wordt getracht afspraken te maken binnen het samenwerkingsverband bij welke school welke kinderen het beste op kan vangen en welke financiering daarbij hoort. - Functiemix. In het kader van de functiemix zijn middels een convenant afspraken gemaakt aan welke verdeling van lerarenfuncties over de verschillende salarisschalen een onderwijsinstelling moet voldoen. Deze verdeling wordt bepaald door de schoolsoort en de regio. Ontwikkelingen specifiek voor OSG Hengelo: - Nieuwbouw VMBO: momenteel wordt er door BMC onderzoek gedaan naar de mogelijke samenwerkingsvormen tussen Stichting Carmelcollege en Stichting OSG Hengelo om te komen tot een gezamenlijk VMBO, met een breed aanbod van opleidingen en daardoor een
2
-
-
sterke positie in de regio. Gezamenlijke nieuwbouw biedt de scholen de kans om tot een haalbaar plan te komen. Intern boekenfonds: vooruitlopend op de landelijke ontwikkeling dat ouders gaan betalen voor de schoolboeken is besloten om voor alle locaties over te stappen van een extern boekenfonds naar een intern boekenfonds. De kosten van een pakket boeken voor de leerling zullen dan lager uitvallen. Demografische ontwikkeling: binnen de gemeente Hengelo e.o. krijgen we vanaf 2016 te maken met een dalend aantal leerlingen in groep 8 en dus met een lagere totale instroom in de scholen voor VO in Hengelo.
3
Algemene uitgangspunten voor de meerjarenbegroting 2014-2018 A.
In de uitwerking van de meerjarenbegroting 2014-2018 is uitgegaan van: De bekostiging van het voortgezet gebaseerd op een normstelsel waarbij het leerlingaantal op teldatum 1 oktober van belang is. In onderstaande tabel zijn de leerlingaantallen op de voor de meerjarenbegroting 2014-2018 van belang zijnde data weergegeven. Leerlingen prognose Bataafs Lyceum Mont. College Twente Gilde College
2013-14
2014-15
2015-16
2016-17
2017-18
2018-19
792
976
1184
1352
1416
1441
1206
1174
1226
1270
1289
1232
345
338
328
328
328
322
ROC - VAVO
4
4
4
4
4
4
deeltijd VAVO
17
17
17
17
17
17
De Arcade
18
19
19
19
12
12
2355
2501
2750
2963
3046
3007
236
235
235
235
235
235
2591
2736
2985
3198
3281
3242
Totaal 20 CS * t Genseler 23 EJ Totaal 20 CS en 23 EJ
*20 CS bevat de leerlingen van BL, MCT, GC, ROC VAVO en 0,5 deeltijd VAVO.
B.
De personele baten en lasten van 20 CS worden begroot in de begroting Algemeen (01).
C.
Vanaf schooljaar 2015/2016 is rekening gehouden met de op handen zijnde wetswijziging ten aanzien van de bijdrage van ouders voor de schoolboeken. Enerzijds zullen de baten vanuit rijkswege voor leermiddelen dalen (€ 329,- per leerling) anderzijds zullen de baten (inkomsten vanuit de ouders maximaal € 300,-) stijgen.
D.
Vanaf schooljaar 2015/2016 is rekening gehouden met de afschaffing van de verplichte maatschappelijke stages en de bijbehorende financiering die vervalt.
E.
De verbouwing van ’t Genseler is niet opgenomen in de begroting.
F.
De financiële gevolgen van een gezamenlijk VMBO zijn niet opgenomen in de begroting. Er is wel een reserve ter hoogte van € 775.000,- opgenomen. Dit bedrag is overeengekomen in de intentieverklaring van juli 2011.
G.
Binnen de begroting is wel rekening gehouden met de onzekerheden rondom de financiering van passend onderwijs.
H.
Binnen de begroting is wel rekening gehouden met de kosten die voldoen aan de opgelegde functie-mix met zich meebrengen.
I.
De “voorziening onderhoud” is per 1 januari 2013 vervallen. De begrote kosten zijn opgenomen onder de post “onderhoud gebouwen”.
J.
Het negatief eindresultaat wordt met name veroorzaakt door de negatieve exploitatie van het Gilde College.
4
Investeringen 2014 Binnen de scholen wordt geïnvesteerd in hardware en leermiddelen zodat elk lokaal voldoende geoutilleerd is om les te geven met behulp van moderne technieken. Docenten kunnen op deze wijze les geven op een manier die aansluit bij alle ontwikkelingen in de huidige maatschappij. Er zal in 2014 een belangrijke investering in de infrastructuur gedaan worden, omdat door sterke groei van elektronische leermiddelen aangeboden via het internet het netwerk- en internetverkeer met groeiende regelmaat tot maximale belasting stijgt. Om te waarborgen dat de faciliteit geboden kan worden aan de leerlingen zal zowel intern als extern vervanging nodig zijn op het gebied van de netwerk infrastructuur en de internet capaciteit. Binnen MCT wordt extra geïnvesteerd in scholing. Daarnaast zal er door een stijgend aantal leerlingen op BL geïnvesteerd dienen te worden in inrichting, meubilair en les-/werkboeken.
5
Risico’s Medio 2013 heeft er een risico-inventarisatie plaatsgevonden door Deloitte. Vanuit de doelstellingen van OSGH zijn mogelijke risico’s geïdentificeerd die een bedreiging kunnen vormen voor de realisatie van de doelstellingen. Sommige van deze risico’s kunnen financiële schade met zich meebrengen, die niet in de begroting is voorzien. Het weerstandsvermogen is bedoeld voor het opvangen van deze financiële schade. Vanuit de geïnventariseerde risico’s kunnen 5 verschillende types worden onderscheiden met voor ieder risicotype een andere wijze om tot financiële waardering te komen. 1. De risico’s, die vanuit verschillende oorzaken, samenhangen met een hogere of lagere instroom van het aantal leerlingen; 2. De risico’s, die samenhangen met interne randvoorwaarden: de kwaliteit van het onderwijs, professionaliteit, cultuur, communicatie, identiteit, goed bestuur en helder beleid; 3. De risico’s, die voortvloeien uit projectmatige activiteiten; 4. De risico’s, die voortvloeien uit de reguliere bedrijfsvoering en exploitatie; 5. De risico’s, waaraan geen financiële waarde kan worden gekoppeld, zoals de ouderbetrokkenheid en de niet-voorziene risico’s. De vertaling van deze risico’s naar financiële middelen is uitgewerkt in het rapport van Deloitte. De eindconclusie van het rapport is opgebouwd uit een toets van het weerstandsvermogen en een beschouwing. Deze zijn hieronder opgenomen. Toets van het weerstandsvermogen: Minimale omvang weerstandsvermogen (10% van de baten) Maximale omvang weerstandsvermogen (40% van de baten) Financiële waarde van de risico’s Beschikbaar weerstandsvermogen (rekening 2012)
€ 2,0 miljoen € 8,0 miljoen € 0,4 miljoen € 5,6 miljoen
Toets 1: weerstandsvermogen valt binnen signaleringsgrenzen [1<4<2] Toets 2: weerstandsvermogen is voldoende [(1+3)<4] Resterend weerstandsvermogen [4-1-3]
€ 3,2 miljoen
Beschouwing van het weerstandsvermogen:
Het weerstandsvermogen is op grond van de bovenstaande analyse voldoende gelet op de risico’s. Ook valt het weerstandsvermogen binnen de signaleringsgrenzen van het ministerie. Uit de ervaringen van de afgelopen jaren blijkt dat OSGH door de flexibele schil van tijdelijke medewerkers en het financieel beheer in staat is risico’s als gevolg van de onverwachte afname van de instroom en risico’s in de normale bedrijfsvoering op te vangen.
6
Er is sprake van een aantal onzekerheden als de nieuwbouw en de effecten van de bezuinigingen op het onderwijs. Deze onzekerheden dienen gevolgd te worden en waar mogelijke te worden gewaardeerd in termen van weerstandsvermogen of, bij voorkeur, te worden verwerkt in de meerjarenbegroting. Het weerstandsvermogen is beschikbaar in liquide middelen (rekening 2012), zodat als een risico zich daadwerkelijk voordoet, de middelen kunnen worden ingezet, zonder dat hiervoor moet worden geleend.
7
*1018996* Gemeente Hengelo Postbus 18 7550 AA Hengelo
Bestuursbureau Stichting OSG Hengelo T.a.v. de heer A Van de moesdijk Postbus 188 7550 AD Hengelo
Onderwerp Goedkeuren van de begroting OSG Hengelo
Zaaknummer 1008132
Uw kenmerk
Datum
Geachte heer Van de Moesdijk , Bij deze delen wij u mede dat de gemeenteraad de begroting 2014 van de Stichting OSG Hengelo heeft goedgekeurd en kennis heeft genomen van de meerjarenbegroting van de Stichting OSG Hengelo
Met vriendelijke groet, De gemeenteraad van Hengelo, de griffier, de voorzitter,
Vermeld altijd het zaaknummer als u contact opneemt met de gemeente. Bezoekadres stadhuis
E-mailadres
Burgemeester Jansenplein 1
[email protected]
Bezoekadres stadskantoor
Telefoonnummer
Hazenweg 121
14-074
Meerjarenbegroting 2014-2018
Stichting OSG Hengelo
20CS en 23 EJ
Leerlingenaantallen per 1 oktober
leerlingenaantal stijging/daling lln
jaar
2013 2.579
jaar
2013 19.994.900 19.626.700 368.200 104.686 472.886
2014 2.723 144
2015 2.973 250
2016 3.185 212
2017 3.268 83
2018 3.227 -41
Baten/Lasten
Baten Lasten Saldo Fin baten/lasten Resultaat
2014 2015 2016 2017 2018 20.607.500 21.202.000 22.855.100 24.247.100 24.781.300 20.820.700 21.373.500 22.825.100 24.008.800 25.363.300 -213.200 -171.500 30.000 238.300 -582.000 100.105 98.527 97.652 91.383 95.618 -113.095 -72.973 127.652 329.683 -486.382
Reservepositie / eigen vermogen
Algemene Reserve Best. Res. Publiek Best. Res. Privaat Herwaarderingsres.
jaar
Tot.eigen vermogen
2013 3.250.115 2.782.364 222.693 269.188
2014 3.569.970 2.620.231 -22.370 243.133
2015 3.823.118 1.978.945 330.399 219.422
2016 4.496.118 943.891 851.831 197.091
2017 4.448.319 1.065.515 1.129.620 174.760
2018 3.284.369 1.293.876 1.603.822 152.429
6.524.360
6.410.965
6.351.883
6.488.929
6.818.212
6.334.492
2013 30,0% 74,6% 2,75 21,8%
2014 29,9% 74,3% 1,88 21,5%
2015 29,1% 74,1% 1,92 22,0%
2016 25,3% 74,5% 2,02 21,1%
2017 22,4% 75,4% 2,1 23,0%
2018 22,2% 74,0% 2,44 22,5%
Kengetallen jaar Weerstandsvermogen Solvabiliteit Liquiditeit Kapitalisatiefactor Vergoedingen
Rijksbijdrage totaal
jaar
Rijksbijdr. per leerling
2013 18.922.600 7.337
Personele verg. per fte
2014 2015 2016 2017 2018 19.631.800 19.372.900 20.880.900 22.171.800 22.661.800 7.210
6.516
6.556
6.785
7.023
68.564
68.000
68.583
68.569
68.563
Personele kosten
Totale kosten
jaar
2013 15.644.900
2014 2015 2016 2017 2018 16.537.400 17.076.200 18.367.400 19.343.200 20.567.000
Aantal uitgegeven fte's
214,00
222,32
233,86
252,46
265,31
282,51
Pers. kosten per fte
73.107
74.386
73.019
72.754
72.908
72.801
Pers. Kosten per lln
6.066
6.073
5.744
5.767
5.919
6.373
jaar
2013
2014
2015
2016
2017
2018
Geraamde investeringen
611.793
943.000
722.000
925.000
600.000
480.000
Investeringen
AGENDA Aan de leden van de raadscommissie Sociaal Onderwerp Uitnodiging commissievergadering
Datum 19 December 2013
Hierbij nodig ik u uit voor de UITLOOP-vergadering van de commissie Sociaal op DONDERDAG 9 januari 2013 om 19.30 uur in de Raadzaal van het stadhuis.
Agenda:
Portefeuillehouder
1. Opening en mededelingen van de voorzitter 2. Vaststellen van de agenda 3. Participatiewet
60min
Ten Heuw
Op 2 december heeft het Kabinet de langverwachte Participatiewet bij de Tweede Kamer ingediend. Datum van behandeling is nog niet bekend. En ook de uitkomsten daarvan niet. Toch is er een aantal belangrijke uitgangspunten te destilleren uit het wetsontwerp. Daarop moet de gemeente zich voorbereiden. Vandaar dat het ons goed lijkt de belangrijkste elementen uit de wet met de commissie door te nemen en de belangrijkste dilemma’s/vraagpunten in beeld te brengen. Daarbij moet aangetekend worden dat veel uitwerkingszaken op dit moment nog onderwerp van bespreking en overleg zijn binnen de zogenaamde Werkkamer. 4. Rondvraag
De voorzitter van de commissie, Namens deze,
Anke Haarhuis Commissiegriffier
MEMO Van Telefoon Datum Onderwerp Kopie aan
Astrid Donderwinkel 074-2459792 2 december 2013 Informatie t.b.v. commissie Sociaal 9 januari 2014 Wethouders Janneke Oude Alink / Mariska ten Heuw
Aan
Presidium Raadsleden van de commissie Sociaal
Postbus 18 7550 AA Hengelo
Geachte commissieleden, Met u is afgesproken dat wij u actief meenemen in de transitieprocessen Jeugdzorg, AWBZ-Wmo en de veranderingen in verband met de (mogelijke) invoering van de Participatiewet. Hiervoor gebruiken wij onder meer de uitloopavonden van de commissie Sociaal. De agenda van de uitloopavonden worden in goed overleg tussen de betrokkenen (ambtelijk en bestuurlijk) voorbereid. Op 9 januari 2014 staat weer een uitloopavond gepland. Graag gaan wij dan met u in gesprek over: Participatiewet Op 2 december heeft het Kabinet de langverwachte Participatiewet bij de Tweede Kamer ingediend. Datum van behandeling is nog niet bekend. En ook de uitkomsten daarvan niet. Toch is er een aantal belangrijke uitgangspunten te destilleren uit het wetsontwerp. Daarop moeten wij ons als gemeente voorbereiden. Vandaar dat het ons goed lijkt de belangrijkste elementen uit de wet met u door te nemen en de belangrijkste dilemma’s/vraagpunten in beeld te brengen. Daarbij moet aangetekend worden dat veel uitwerkingszaken op dit moment nog onderwerp van bespreking en overleg zijn binnen de zogenaamde Werkkamer. De belangrijkste dilemma’s/vraagpunten zijn:
Welke doelgroep valt onder de Participatiewet en de daarbij beschikbare instrumenten? Hebben de mensen uit de Wajong en Wsw-doelgroep voorrang en blijven er middelen over voor de doelgroep WWB?
Hoe wordt het regionaal Werkbedrijf georganiseerd en welke afspraken worden daar gemaakt. Hoe kan de overgang van UWV naar gemeente van de (herbeoordeelde) Wajongers verantwoord vorm krijgen? Hoe zijn de colleges en gemeenteraden daarbij betrokken?
Als we nu al weten dat de middelen in het Participatiebudget (een ontschot budget voor de Wsw en re-integratieactiviteiten) te weinig zijn om alle mensen te begeleiden naar werk, hoe wordt dan de prioritering aangebracht?
Als we nu al weten dat het instrument loonkostensubsidie waarschijnlijk alleen effectief is bij mensen met een relatief hoge loonwaarde, hoe gaan we dan de mensen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt en dus mindere loonwaarde helpen?
Hoe maken we verbindingen vanuit deze Participatiewet met de andere decentralisaties.
Conform afspraak wordt de inhoud van de uitloopavond op 6 januari in het MT behandeld en op 7 januari in het college.
1