Commissie Sociaal 1 maart 2016 Commissie Sociaal Raadzaal gemeentehuis, Marktstraat 1, Borculo dinsdag 01 maart 2016 19:30 uur
Orgaan: Locatie: Datum: Aanvang: 1.
Opening
2.
Spreekgelegenheid voor het publiek *)
3.
Vaststellen agenda
4.
Toezeggingenlijst Stukken 2016-03-01 - Toezeggingen commissie Sociaal tm 03-12-2015
5.
Voorbereiding en rapportage vanuit de gemeenschappelijke regelingen 1.
a. Uitgangspuntennota 2017 van de GGD Stukken 1. 2016-02-03 - GGD - BenW-besluit Uitgangspuntennota 2017
6.
Mededelingen van het college in het kader van de actieve informatieplicht Stukken 2016-03-01 Actieve schriftelijke informatievoorziening wethouder M. van Haaren
7.
Transities in het Sociaal Domein (vast agendapunt)
8.
Memo van het college van BenW over concept-kaders aanbesteding Jeugd / Wmo 2017 Stukken 2016-03-01 - Memo van het college over concept-kaders aanbesteding Jeugd Wmo 2017
9.
Overname activiteiten TSN door Buurtzorg / Stichting Familiehulp Stukken 2016-03-01 Voorblad - Overname activiteiten TSN door Buurtzorg-Stichting Familiehulp
2016-03-01 Bijlage 1 - BenW advies - Overname activiteiten TSN door Buurtzorg - Stichting Familiehulp
2016-03-01 Bijlage 2- Brief bewindvoerders - Overname activiteiten TSN door Buurtzorg - Stichting Familiehulp
2016-03-01 Bijlage 3 - Antwoordbrief bewindvoerders TSN - Overname activiteiten TSN door Buurtzorg - Stichting Familiehulp.
2016-03-01 Bijlage 4 - Overnamevoorstel Stichting Familiehulp - Overname activiteiten TSN door Buurtzorg - Stichting Familiehulp
2016-03-01 Bijlage 5 - Reactie van dhr. De Blok - Overname activiteiten TSN door Buurtzorg - St. Familiehulp
-
VOORSTEL BESPREEKSTUK
10.
Visie Beschut Werk Stukken 2016-03-08 Voorstel en besluit - Visie Beschut Werk'
2016-03-08 Bijlage 1 - Visie Beschut Werk d.d. 3-2-2016
2016-03-08 Bijlage 2 - Notitie beschut werk BOT-overleg 13-01-2016 - Visie Beschut Werk
2016-03-08 Bijlage 3 - Een keuze met perspectief advies toekomst Beschut Binnen - Visie Beschut Werk
2016-03-08 - Bijlage 4 - Voorbeelden voor nieuwe vorm beschut werken
2016-03-08 Bijlage 5 - Memo advies Beschut Werk Berkelland - Visie Beshut Werk
11.
Rondvraag
12.
Sluiting
2016-03-01 - Toezeggingen commissie Sociaal tm 03-12-2015 (terug naar agendapunt)
De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####4d5769b0-992b-435a-a778-c041c6aaf0b9#
Commissie Sociaal Toezeggingen t/m 03-12-2015 Volgnr. 1. 2.
Omschrijving toezegging Wet gemeentelijke schuldhulpverlening na 3 jaar evalueren Mogelijkheden v.m. kastanjefabriek (Gemavo) Eibergen
Datum toezegging 29-11-2012
Afdeling
10-10-2013
Ruimtelijke ontwikkeling
Intern advies
Streefdatum gereed Eind 2015 Januari 2016
Datum gereed Afgehandeld raad 08-12-2015 Afgehandeld
Einde bijlage: 2016-03-01 - Toezeggingen commissie Sociaal tm 03-12-2015
Terug naar het agendapunt
2016-02-03 - GGD - BenW-besluit Uitgangspuntennota 2017 (terug naar agendapunt)
De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####97eb7e47-cfee-4f7f-aea3-32fbabe0dcd1#
Einde bijlage: 2016-02-03 - GGD - BenW-besluit Uitgangspuntennota 2017
Terug naar het agendapunt
a. Uitgangspuntennota 2017 van de GGD (terug naar agendapunt) Documentsoort: Agendapunt
De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's.
AGENDAPAGE
Einde bijlage: a. Uitgangspuntennota 2017 van de GGD
Terug naar het agendapunt
2016-03-01 Actieve schriftelijke informatievoorziening wethouder M. van Haaren (terug naar agendapunt)
De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####b41d03b8-ada1-44a4-ada1-166f0ed0c030#
ACTIEVE SCHRIFTELIJKE INFORMATIEVOORZIENING Bestemd voor: Commissie Sociaal d.d. 1 maart 2016 Steller: wethouder M.H.H. van Haaren Datum verzending: 1 maart 2016
Monitoring 3D Sociaal Domein Op dit moment wordt gewerkt aan een 3e voortgangsrapportage in het kader van het 3D Monitoringsplan. Naar verwachting gaat deze rapportage eind maart ter informatie naar de raad. Vernieuwen verordeningen en beleidsregels Wmo en Jeugdhulp In oktober 2014 heeft de Raad de verordeningen Wmo en Jeugdwet vastgesteld. Het bijbehorende beleidskader 2015 – 2016 is in november 2015 bijgesteld. Tijd om zowel verordeningen als beleidsregels te herzien. Inwoners en diverse organisaties (als Welzijnsraad, Gehandicaptenplatform en Seniorenraad) zijn uitgenodigd mee te denken. Op 16 maart 2016 is er een gesprek met een groep van circa 20 inwoners. U bent van harte welkom er als toehoorder bij te zijn. Het is de bedoeling dat tijdens deze bijeenkomst juist bewoners aan het woord komen. Op een later moment komen concrete wijzigingsvoorstellen voor de verordeningen in de Commissie Sociaal aan bod. Toezicht Wmo en Jeugdwet Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het uitvoeren van het reactief en preventief toezicht op de onder de Wmo uitgevoerde taken. In Achterhoeks verband is afgesproken op preventief toezicht (zogenoemd risico gestuurd toezicht) in te steken. GGD Noord Oost Gelderland heeft een risicoanalyse uitgevoerd. Dit leverde een top 15 meest risicovolle Wmo-zorgaanbieders op. GGD Noord Oost Gelderland gaat in 2016 preventief toezicht uitvoeren. Er wordt gekeken naar het naleven van de Wmo en de met de zorgaanbieders in het raamcontract afgesproken eisen; en zonodig actie genomen. Inspectie Jeugdzorg/Samenwerkend Toezicht Jeugd houdt zowel repressief als preventief toezicht op de uitvoering van de Jeugdwet. De Achterhoekse gemeenten willen ook in dit geval gaan voor preventief toezicht op de gecontracteerde jeugdhulpaanbieders. Een risicoanalyse kan gerichte acties opleveren; b.v. om de Inspectie Jeugdzorg te vragen een onderzoek in te stellen. Overlegplatform Wmo Op 17 februari is er weer een bijeenkomst geweest van het Overlegplatform Wmo, onder leiding van Lodewijk de Waal. Tijdens de bijeenkomst zijn dilemma’s gedeeld over de mogelijke scenario’s als aanbieder TSN daadwerkelijk failliet gaat. Ook is constructief gesproken over de deelname van Menzis aan dit overleg en hun inbreng bij innovatie. Verder zijn de ontwikkelingen rond Ondersteuning Thuis besproken en is de stand van zaken gedeeld van het initiatief van de FNV tot de oprichting van een werknemerscoöperatie.
Beroepschriften Wmo-zaken De vertegenwoordiger van de FNV, de heer K. Wevers, heeft namens 172 verschillende personen in WMO-zaken beroepschriften ingediend bij de rechtbank Gelderland. Deze beroepschriften hebben betrekking op de hoogte van de vergoeding van de proceskosten. Het college is van mening dat er sprake is van bijzondere omstandigheden zoals bedoeld in het Besluit proceskosten bestuursrecht en heeft de vergoeding hierop aangepast. De FNV vindt deze vergoeding in de proceskosten te laag en heeft om deze reden beroep aangetekend. De zittingsdatum is nog niet bekend.
Einde bijlage: 2016-03-01 Actieve schriftelijke informatievoorziening wethouder M. van Haaren
Terug naar het agendapunt
2016-03-01 - Memo van het college over concept-kaders aanbesteding Jeugd Wmo 2017 (terug naar agendapunt)
De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####c6ac92be-07c8-47ab-b1d8-b26da5b7151a#
MEMO
Aan
:
Commissie Sociaal
Van
:
College
Datum
:
16 februari 2016
Onderwerp
:
Concept-kaders aanbesteding Jeugd/Wmo 2017
Geachte commissie, De voorbereidingen voor de regionale aanbesteding Jeugd/Wmo 2017 zijn zover gevorderd dat de colleges medio maart besluiten kunnen nemen over de vervolgstappen. Vóóraf willen we graag, via uw commissie, de raad bij deze besluitvorming betrekken. Beleidskader Het 3D Beleidskader 2015-2016 dat u op 14 november 2014 vaststelde, begon met de volgende accenten: 1. We streven bij de invoering van de 3 decentralisaties Wmo 2015, Jeugdzorg en de Participatiewet naar een zo soepel mogelijke overgang van 2014 naar 2015. 2. Ook gaan we meteen aan de slag met omvormen. Dat wil zeggen dat sommige van de huidige voorzieningen worden afgebouwd en andere worden omgebouwd tot nieuwe oplossingen. Nieuwe situaties vragen vanaf het begin nieuwe oplossingen. 3. De invoering van de drie decentralisaties gaat gepaard met een forse bezuiniging. Ons uitgangspunt is: budget is budget. Er zal dus steeds terdege naar het kostenaspect worden gekeken.
Beleidskader 2015-2016: ‘Ook gaan we meteen aan de slag met omvormen.’ Regionale inkoop Jeugd/Wmo Bij de uitvoering van punt 1 is de regionale inkoop Jeugd/Wmo* vanaf 1 januari 2015 succesvol gebleken. De dienstverlening aan inwoners zoals bedoeld in het Beleidskader kon worden voortgezet. Er vielen geen inwoners tussen de wal en het schip. In de raadscommissie Sociaal van 11 juni 2015 is ermee ingestemd dat de regionale inkoop voor 2016 werd voortgezet. Belangrijk argument voor deze regionale inkoop was en is dat het vele malen efficiënter is om één bestek te maken in plaats van acht en één maal de gegevens van ongeveer 400 aanbieders te beoordelen dan acht maal. Bovendien is gebleken dat de regionale inkoop voldoende ruimte biedt voor lokale initiatieven (innovatie) en tot de nodige kostenbesparingen heeft geleid.. *Te denken valt aan Wmo: individule begeleiding, groepsbegeleiding, kortdurend verblijf en Jeugd: dwang en jeugdreclassering, crisisopvang jongeren, OGGZ (openbare geestelijke gezondheidszorg) Jeugd en vanuit centrumgemeente Doetinchem: beschermd wonen.
Ondersteuning Thuis Ter uitvoering van het tweede accent uit het Beleidskader stemde ons college op 16 december 2014 in met de voorbereiding van de pilot ‘Ondersteuning Thuis’. Na diverse gesprekken met aanbieders ging de pilot vervolgens op 1 juli van start. Ondersteuning Thuis is er aan de ene kant op gericht om inwoners zolang mogelijk zelfstandig thuis (en in de samenleving) te laten functioneren.
Aan de andere kant streven we er naar dat er rondom de inwoner zo weinig mogelijk ‘gedoe’ is, dat wil zeggen liefst één professional over de vloer die meerdere aspecten van ondersteuning en begeleiding voor zijn/haar rekening neemt. Dit alles in overleg met en in het belang van de inwoner en met gebruikmaking van de expertise van de aanbieder. Ondersteuning Thuis is efficiënter en kan aan de financiële doelstelling bijdragen. Wel is er nog werk aan de winkel om er voor te zorgen dat naast de zorgverzekeraar ook de gemeente geld bespaart. Inmiddels is er een evaluatie gereed gekomen die wij u separaat toesturen. Wij wijzen u graag op de aanbevelingen waarvan een aantal door het platform Wmo onder leiding van de heer Lodewijk de Waal ter hand wordt genomen. Met realisering van de eerste aanbeveling (Ga door met de pilot OT en experimenteer daarbij verder met criteria (niveaus) voor arrangementen om tot maatwerk te komen) zijn wij middels een bestuurlijke aanbesteding met 11 aanbieders ver gevorderd. Binnenkort geven wij u graag meer inzicht in de diverse aspecten van innovatie die deze voortgezette pilot in zich heeft.
‘Onze ‘stip op de horizon’ is: maatwerk en keuzevrijheid voor de inwoner met integrale oplossingen tegen zo laag mogelijke kosten’ Uitgangspunten en voornemens De ervaringen in het afgelopen jaar geven aanleiding de diverse eerder geformuleerde uitgangspunten nader aan te scherpen: Onze ‘stip op de horizon’ bij inkoop Jeugd en Wmo is: maatwerk en keuzevrijheid voor de inwoner met integrale oplossingen tegen zo laag mogelijke kosten Daar hoort bij: zo veel mogelijk ruimte voor de aanbieder om ‘slimme dingen’ te doen. Door het mogelijk weer in eigen kracht zetten van de inwoner kan ondersteuning worden afgebouwd. Door inzet van mantelzorgers, vrijwilligers en ‘voorliggend veld’ is minder professionele ondersteuning nodig. Die stip op de horizon proberen we allereerst te bereiken via de pilot Ondersteuning Thuis. Er is veel maatwerk en keuzevrijheid, de aanbieder krijgt een budget waarbinnen de ruimte bestaat om in samenspraak met de inwoner een passende oplossing te bieden, er wordt geld bespaard Maar de stip op de horizon bereiken we wel gefaseerd. We steken nu energie in een pilot als Ondersteuning thuis. Een volledige kentering over de volle breedte van het domein van Jeugd en Wmo volgt in gedeelten, op een manier passend bij dat onderdeel. We zetten in op ‘sámenwerking’ met aanbieders, maken gebruik van de kennis in het veld en kiezen zo weinig mogelijk voor een ‘top-down benadering’ Bij de keuzevrijheid voor inwoners gaat het er in de eerste plaats om dat de geboden ondersteuning past bij de behoefte van de inwoner. Het gaat daarbij om ‘een goede match’ tussen inwoner en medewerker. Bij de zoektocht hiernaar is er keuze uit verschillende aanbieders en een PGB. Het beperken van administratieve lasten is een zwaarwegend punt. Onder andere regionale inkoop draagt hieraan bij. Het aantal producten Jeugd is aanzienlijk. Door dit terug te brengen kan efficiënter worden gewerkt. Onze concrete voornemen is allereerst: dóórgaan met het lokale traject Ondersteuning Thuis. Daarnaast willen we afwegen of we de inkoop Jeugd en/of Wmo aan de hand van bovengenoemde uitgangspunten al dan niet in regionaal verband voortzetten met uitdrukkelijk de mogelijkheid de stip op de horizon gefaseerd te realiseren. Oordeelsvorming Wij leggen deze uitgangspunten (kaderstelling) en voornemens (verantwoording) graag ter beoordeling aan u voor zodat wij ons (uitvoerings)besluit op uw inbreng kunnen baseren.
Einde bijlage: 2016-03-01 - Memo van het college over concept-kaders aanbesteding Jeugd Wmo 2017
Terug naar het agendapunt
2016-03-01 Voorblad - Overname activiteiten TSN door Buurtzorg-Stichting Familiehulp (terug naar agendapunt)
De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####6c060dda-b260-4745-aa58-da656c67db24#
Zaaknummer
: 164360
Commissie
: Sociaal
Onderwerp
: Overname activiteiten TSN door Buurtzorg/Stichting Familiehulp
Collegevergadering Portefeuillehouder Meer informatie bij
: 23 februari 2016 agendapunt : M.H.H. van Haaren-Koopman : J.H. Dijkmans Telefoon
agendapunt
: 9
: 1 : 0545-250 311
Ter kennisname en bespreking in de commissie Sociaal
Hierbij willen u informeren over onze besluitvorming in bovengenoemd dossier. Gelet op de impact voor alle direct betrokkenen (cliënten en thuishulpen) en de politiekbestuurlijke aspecten geven wij graag de gelegenheid om dit te bespreken in de commissie Sociaal. Voor de inhoudelijke achtergronden verwijzen wij u naar de bijlagen.
In te vullen door de griffie: Commissievergadering Afhandelingsvoorstel 0 voor kennisgeving aannemen 0 anders, nl.
Raadsvergadering 0 voor kennisgeving aannemen 0 anders, nl.
Einde bijlage: 2016-03-01 Voorblad - Overname activiteiten TSN door Buurtzorg-Stichting Familiehulp
Terug naar het agendapunt
2016-03-01 Bijlage 1 - BenW advies - Overname activiteiten TSN door Buurtzorg - Stichting Familiehulp (terug naar agendapunt)
De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####5fcfe0de-4f58-4ee7-9e51-e68fc152d718#
Einde bijlage: 2016-03-01 Bijlage 1 - BenW advies - Overname activiteiten TSN door Buurtzorg - Stichting Familiehulp
Terug naar het agendapunt
2016-03-01 Bijlage 2- Brief bewindvoerders - Overname activiteiten TSN door Buurtzorg - Stichting Familiehulp (terug naar agendapunt)
De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####31914163-cf15-4190-9c3e-698963794ea7#
Almelo Enschede
College van Burgemeester en Wethouders
Inzake Onze ref Uw ref E-mail Direct tel
: : : : :
TSN Thuiszorg B.V./surseance 32508
[email protected] 0546-760860
ALMELO Magna Porta Postbus 31 | 7600 AA Twentepoort West 10-7 7609 RD Almelo
[email protected] T 0546 - 760 860 F 0546 - 760 861 www.danielshuisman.nl ENSCHEDE Park Phi Postbus 111 | 7500 AC Zuiderval 90-92 7543 EZ Enschede
[email protected] T 053 - 760 0 860 F 053 - 760 0 861 www.danielshuisman.nl Derdengelden Stichting Beheer Derdengelden Daniels Huisman Advocaten IBAN: NL44 INGB 0658 4700 51 KvK Oost Nederland 06091735
Almelo, 8 februari 2016
Geacht college van Burgemeester en Wethouders, Zoals u weet is op 30 november jl. door de rechtbank Overijssel, locatie Almelo surséance van betaling verleend aan TSN Thuiszorg B.V., TSN Groningen Holding B.V., TSN Achterhoek B.V., TSN West-Brabant B.V. en TSN Noord-Oost Brabant B.V., allen gezamenlijk hierna aan te duiden als “TSN”, met benoeming van mrs Jan van der Hel en Jacques Daniels tot bewindvoerders. Zij zijn, zoals gebruikelijk, objectief en onafhankelijk van de onderneming waarvan zij bewindvoerders zijn. De surséance van betaling betreft de situatie dat de onderneming voorziet dat zij niet kan voortgaan met het betalen van haar opeisbare schulden. Deze fase is gericht op behoud van continuïteit, en is gericht op het oplossen van de problemen die tot de surséance hebben geleid. De surséance tot nu toe heeft duidelijk gemaakt dat de kostenstructuur en de organisatiestructuur van TSN met de huidige contracten een rendabele bedrijfsvoering niet mogelijk maakt. Onder de huidige wetgeving zal ook een reorganisatie of een akkoord geen oplossing brengen. Een redding zal daarom van buiten moeten komen. Mede op grond van de politieke ontwikkelingen rond deze zorg, met name het akkoord dat door de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) in december is gesloten met VNG en de vakbonden FNV en CNV hebben bewindvoerders onderzocht of deze politieke ontwikkelingen voor TSN een oplossing kunnen brengen. In het akkoord wordt een duurzame oplossing beoogd die vanaf 2017 zijn beslag zou moeten krijgen, en tevens zouden er middelen beschikbaar zijn om de transitie naar die duurzame oplossing te faciliteren.
Daniels Huisman N.V. is statutair gevestigd te Almelo en houdt kantoor te Almelo en Enschede. Zij staat ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer 08200122. Alle diensten worden door Daniels Huisman N.V. verricht krachtens een overeenkomst van opdracht waarop haar algemene voorwaarden van toepassing zijn. Deze voorwaarden zijn onder nummer 31/2009 ter griffie van de rechtbank te Almelo gedeponeerd en bovendien te raadplegen op www.danielshuisman.nl en worden op eerste verzoek kosteloos toegestuurd.
pagina 2 van 4
Er hebben veelvuldig gesprekken plaatsgevonden met het ministerie van VWS, met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), met individuele gemeenten en met de vakbonden, waarbij het voorgaande aan de orde is geweest. Deze gesprekken lopen nog, maar het beeld ontstaat dat er geen middelen beschikbaar zullen worden gesteld aan het huidige TSN. In dat geval raakt de continuïteit van TSN buiten beeld, en zullen bewindvoerders en bestuurders van TSN de rechtbank moeten verzoeken de surséance van betaling in te trekken onder gelijktijdig uitspreken van het faillissement. Daarom hebben wij ook gesprekken gevoerd met andere aanbieders die zich kandidaat hebben gesteld om de activiteiten van TSN in het geval van een faillissement over te nemen. Het betrof een vijftal kandidaten. De bewindvoerders hebben uit de aanbiedingen geconcludeerd dat de organisatie van Jos de Blok van Buurtzorg de beste papieren lijkt te hebben om de zorg van TSN onder de best mogelijke condities te continueren. Deze conclusie is mede getrokken omdat Buurtzorg bij alle betrokken belanghebbenden waarmee wij hebben gesproken, zoals VWS, VNG, individuele gemeenten en vakbonden op het meeste vertrouwen lijkt te kunnen rekenen. Buurtzorg lijkt in staat de voor TSN (en andere ondernemingen in deze branche) onmogelijk gebleken combinatie tussen continuering van de zorg met dezelfde “koppels” tussen verzorgenden en verzorgden tegen redelijke bedragen voor gemeenten met behoud van werkgelegenheid en arbeidsvoorwaarden te verwezenlijken. Het zijn juist deze doelstellingen die voor een toekomstig curator (in beginsel dezelfde personen die als bewindvoerders zijn benoemd) leidend zullen zijn. Jos de Blok meent daartoe in staat te zijn doordat zij de kostenstructuur en de organisatiestructuur anders neerzetten. Jos de Blok doet daartoe een voorstel aan u als door TSN gecontracteerde gemeente. Dat voorstel treft u bijgaand aan. Als bewindvoerders bevelen wij dat voorstel aan. Niet omdat de boedel in het faillissement van TSN daar direct baat bij zal hebben in financiële zin, maar juist omdat daarmee aan de doelstellingen van de toekomstig curatoren van TSN, behoud van zorg en werkgelegenheid met behoud van bestaande arbeidsvoorwaarden voldaan kan worden. Indien u bereid bent in te gaan op het voorstel van Jos de Blok met zijn op te richten stichting Familiehulp dat zij doen in het geval het faillissement van TSN wordt uitgesproken, vernemen wij dat graag van u binnen twee weken. Voor de meeste gemeenten geldt uiteindelijk dat de keuze aan hen is. Voor een aantal onder u geldt dat er geen opzeggingsmogelijkheid is overeengekomen in faillissement. Voor die gemeenten geldt dat de keuze aan de (toekomstig) curatoren is. Overeenkomsten blijven in faillissement in beginsel intact, behoudens bijzondere contractuele bepalingen. Curatoren zullen echter deze gemeenten vrij laten en hen niet eenzijdig aan de overeenkomst houden. Indien aan uw gemeente geen voorstel wordt gedaan is Jos de Blok bereid om met u in gesprek te gaan over de voorwaarden waaronder hij alsnog met u een overeenkomst bereid is aan te gaan. Mocht u zelf met andere aanbieders in zee willen gaan, dan zullen daarover afspraken gemaakt kunnen worden met de bewindvoerders over de overeenkomsten en werknemers van TSN.
pagina 3 van 4
Zodra alle gemeenten duidelijkheid hebben gegeven over het gedane voorstel en tevens ook verder duidelijk is dat TSN niet valt te redden, zullen bewindvoerders en bestuurders van TSN het faillissement aanvragen van TSN. Dat zal dan medio maart het geval zijn. TSN in faillissement zal normaal doorwerken, de overeengekomen zorg nakomen tegen betaling door de gemeenten. Na het uitspreken van het faillissement zal een overeenkomst kunnen worden gesloten tussen curatoren en de stichting Familiehulp. Vervolgens zal alsdan ongeveer de helft van de (directe) werknemers, na ontslag door de curator, met de daarbij horende contracten met de gemeenten per 28 maart a.s. worden overgedragen aan de stichting. De zorg voor de overige gemeenten voor de resterende helft zal gewoon worden voortgezet door TSN in faillissement onder de bestaande condities. Na een maand, op 25 april a.s. zal de resterende helft worden overgedragen aan de stichting. Als u niet met stichting Familiehulp in zee wit gaan, dient u uiterlijk op 25 april 2016 uw cliënten onder te brengen bij andere aanbieders. Tot dat moment zullen de curatoren bereid zijn de dienstverlening voor te zetten. Ook in dit geval ontvangen wij graag van u het ingevulde antwoordformulier. De keuze voor deze gefaseerde overgang komt voort uit de omvang van TSN en de impact die deze heeft op de automatisering enerzijds, anderzijds uit het gegeven dat de stichting Familiehulp het organisatiemodel zal wijzigen hetgeen zorgvuldig moet gebeuren hetgeen tijd en mankracht kost. Er kunnen bij deze doorstart na faillissement aanbestedingsrechtelijke problemen spelen. Wij raden u aan daar goed naar te kijken. De bewindvoerders kunnen u daar niet in adviseren, zij vertegenwoordigen immers het belang van de overdragende partij. Dat zou niet zuiver zijn. De landsadvocaat en VNG hebben zich echter bereid verklaard u hierin te adviseren. U hebt daarover een notitie ontvangen. Wij hopen dat wij u hiermee de situatie duidelijk hebben kunnen toelichten. Indien u vragen hierover heeft dan kunt u vanzelfsprekend altijd direct met ons contact opnemen. Zodra de zaak voor u voldoende duidelijk is, doch uiterlijk op 22 februari a.s. vernemen wij graag uw beslissing.
Hoogachtend,
J.A.D.M. Daniels Bewindvoerder TSN Thuiszorg B.V.
J. van der Hel Bewindvoerder TSN Thuiszorg B.V.
pagina 4 van 4
Antwoordformulier gemeenten: Naam gemeente: Vraag 1: Stemt uw gemeente in met het voorstel zoals door Buurtzorg geformuleerd in haar brief van 8 februari 2016. Ja Nee (ga door naar vraag 3) Vraag 2: Wenst uw gemeente over te stappen naar Buurtzorg op: (1 keuze mogelijk)
28 maart 2016 (ga door naar vraag 4) 25 april 2016 (ga door naar vraag 4) geen voorkeur (ga door naar vraag 4) vraag 3: Uw gemeente wenst niet in te stemmen met het voorstel van Buurtzorg en stapt over naar een andere aanbieder, te weten _______________________ per:
28 maart 2016 (ga door naar vraag 4) 25 april 2016 (ga door naar vraag 4) geen voorkeur (ga door naar vraag 4)
vraag 4: Contactpersoon gemeente: Naam: e-mail adres Telefoonnummer vraag 5: Ondertekening bevoegde functionaris: Naam : Datum: Plaats: Handtekening: Bijlage uittreksel Kamer van Koophandel waaruit de tekeningsbevoegdheid van bovenstaande functionaris blijkt. Mail antwoordformulier incl. bijlage naar:
[email protected]
Einde bijlage: 2016-03-01 Bijlage 2- Brief bewindvoerders - Overname activiteiten TSN door Buurtzorg - Stichting Familiehulp
Terug naar het agendapunt
2016-03-01 Bijlage 3 - Antwoordbrief bewindvoerders TSN - Overname activiteiten TSN door Buurtzorg - Stichting Familiehulp. (terug naar agendapunt)
De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####ecd04713-ae1b-42ba-b721-379ef9c23b7a#
Einde bijlage: 2016-03-01 Bijlage 3 - Antwoordbrief bewindvoerders TSN - Overname activiteiten TSN door Buurtzorg - Stichting Familiehulp.
Terug naar het agendapunt
2016-03-01 Bijlage 4 - Overnamevoorstel Stichting Familiehulp - Overname activiteiten TSN door Buurtzorg - Stichting Familiehulp (terug naar agendapunt)
De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####7d3dc949-183b-4b5a-adda-c266c2c72f3c#
Einde bijlage: 2016-03-01 Bijlage 4 - Overnamevoorstel Stichting Familiehulp - Overname activiteiten TSN door Buurtzorg - Stichting Familiehulp
Terug naar het agendapunt
2016-03-01 Bijlage 5 - Reactie van dhr. De Blok - Overname activiteiten TSN door Buurtzorg - St. Familiehulp (terug naar agendapunt)
De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####3c3ac390-990a-48f4-a29e-e8d4aaaf4231#
Einde bijlage: 2016-03-01 Bijlage 5 - Reactie van dhr. De Blok - Overname activiteiten TSN door Buurtzorg - St. Familiehulp
Terug naar het agendapunt
2016-03-08 Voorstel en besluit - Visie Beschut Werk' (terug naar agendapunt)
De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####2e6d514c-e2ee-4674-9802-a60ca6debf57#
Zaaknummer
:
163523
Raadsvergadering Commissie
: :
8 maart 2016 Sociaal
Onderwerp
:
Visie Beschut Werk
Collegevergadering
:
Portefeuillehouder Meer informatie bij
: :
agendapunt
:
9 februari 2016
agendapunt
: 11
J.B. Boer M.C. van der Meer
tel:
: 0545-250 549
Te nemen besluit:: Vaststellen van de visie Beschut werk Waarom dit voorstel? In het kader van het opstellen van de gemeentelijke visie Beschut Werk heeft de gemeenteraad op 13 januari jl. een ‘benen op tafel’ overleg gehad. In dit overleg is de uitwerking van de raadsmotie van 30 juni 2015 besproken. Deze uitwerking betrof een beschrijving van de huidige en de toekomstige situatie ten aanzien van ‘beschut werk’. Daarbij is een viertal uitvoeringsvarianten beschreven. De uitwerking van de raadsmotie (zie bijlage 1 visie) en de uitkomsten van de bespreking zijn gebruikt bij het opstellen van deze visie. Tevens is rekenschap genomen van het onderzoek van Rijnconsult (in opdracht van de Stuurgroep Transitie Hameland) naar de haalbaarheid van een aantal varianten en een bijbehorend advies over de toekomst van ‘beschut werk’. Dit onderzoek is als bijlage 2 bij deze visie gevoegd. Wat is het effect? De visie geeft een andere ontwikkelingsrichting aan. De kernpunten van de visie zijn beschreven in hoofdstuk 5 (resume): -
-
-
-
Voor de bestaande Wsw-doelgroep die aangewezen is op een beschutte werkplek sluiten we zo veel als mogelijk aan bij onze nieuwe insteek van ‘beschut werk’ vanuit de Participatiewet (zie paragraaf 3.1). Uiteraard rekening houdend met de bestaande rechten en plichten van de sw-medewerkers. We gaan langzaam maar zeker van een centrale uitvoering van ‘beschut werk’ naar een lokale uitvoering. De gemeente gaat voor maatwerk. De huidige centrale voorziening ‘beschut werk’ wordt indien mogelijk afgebouwd. Dit zal naar verwachting niet voor 2019 kunnen worden gerealiseerd. De centrale voorziening ‘beschut werk’ biedt een beschutte werkplek voor de swmedewerkers en medewerkers nieuw beschut werk die hierop zijn aangewezen. Totdat ook deze sw-medewerkers kunnen uitstromen naar lokale oplossingen zoals onze bedoeling is in de uitvoering van ‘beschut werk’ onder de Participatiewet. De centrale voorziening ‘beschut werk’ is voorlopig nodig voor mensen die, tijdelijk, niet zijn gedetacheerd en niet lokaal kunnen worden opgevangen. Vanuit dit uitgangspunt wordt ‘beschut werk’ georganiseerd. Het is een veilige en stabiele voorziening, zonder arbeidsontwikkeldoelstelling, tegen zo laag mogelijke kosten.
______________________________________________________________________ In te vullen door Griffie: Commissievergadering Afhandelingsvoorstel voor raad: 0 hamerstuk 0 bespreekstuk 0 anders, nl
Raadsvergadering 0 zonder hoofdelijke stemming 0 met algemene stemmen 0 stemmen voor, stemmen tegen 0 aangenomen 0 verworpen 0
-
-
-
-
Het belangrijkste uitgangspunt is dat wij een lokale aanpak nastreven. Dit betekent niet per se dat er geen centrale organisatie meer zal zijn. Samenwerking met andere gemeenten en/of ondernemers ligt op dit gebied in de rede, bijvoorbeeld in begeleiding en aansturing. Maar de uitvoering zal op lange termijn lokaal plaatsvinden. Berkelland ‘pint’ zich niet vast op het nieuwe instrument ‘beschut werk’. De inwoner is leidend, niet de regeling. Uiteindelijk is het doel het bieden van een beschutte plek gericht op participatie in de samenleving. We kijken hierbij nadrukkelijk ook naar de verbinding met de arbeidsmatige dagbesteding en de zorg. En de inzet van bijvoorbeeld vrijwilligers. Als Berkelland hebben wij voorkeur om het goede kansen om het coöperatiemodel met (zorg)ondernemers te ontwikkelen. Het gaat er om dat er een gezamenlijke verantwoordelijkheid is. De coöperatie is daarbij nadrukkelijk een middel en geen doel. In 2018 kan, op basis van de situatie van dat moment en de dan te verwachten ontwikkelingen, worden bepaald of en zo ja, op welke wijze de centrale voorziening ‘beschut werk’ volledig kan worden afgebouwd.
Argumentatie/onderbouwing: - Voor de bestaande Wsw-doelgroep die aangewezen is op een beschutte werkplek sluiten we zo veel als mogelijk aan bij onze nieuwe insteek van ‘beschut werk’ vanuit de Participatiewet (Zie bijlage Visie beschut werk paragraaf 3.1) Uiteraard met inachtneming van de bestaande rechten en plichten van de sw-medewerkers. - We gaan langzaam maar zeker van een centrale uitvoering van ‘beschut werk’ naar een lokale uitvoering. De gemeente gaat voor maatwerk. De huidige centrale voorziening ‘beschut werk’ wordt indien mogelijk afgebouwd. Dit zal naar verwachting niet voor 2019 kunnen worden gerealiseerd. - De centrale voorziening ‘beschut werk’ biedt een beschutte werkplek voor die swmedewerkers die hierop zijn aangewezen. Totdat ook deze sw-medewerkers kunnen uitstromen naar lokale oplossingen zoals onze bedoeling is in de uitvoering van ‘beschut werk’ onder de Participatiewet. - De centrale voorziening ‘beschut werk’ is voorlopig nodig voor mensen die, tijdelijk, niet zijn gedetacheerd en niet lokaal kunnen worden opgevangen. Vanuit dit uitgangspunt wordt ‘beschut werk’ georganiseerd. Het is een veilige en stabiele voorziening, zonder arbeidsontwikkeldoelstelling, tegen zo laag mogelijke kosten. - Het belangrijkste uitgangspunt is dat wij een lokale aanpak nastreven. Dit betekent niet per se dat er geen centrale organisatie meer zal zijn. Samenwerking met andere gemeenten ligt op dit gebied in de rede, bijvoorbeeld in begeleiding en aansturing. Maar de uitvoering zal op lange termijn lokaal plaatsvinden. - Medio 2018 kan, op basis van de situatie van dat moment en de dan te verwachten ontwikkelingen, worden bepaald of en zo ja, op welke wijze de centrale voorziening ‘beschut werk’ volledig kan worden afgebouwd. Kanttekeningen/risicoparagraaf Zie bijlage Visie beschut werk paragraaf 3.4 Financiële paragraaf Zie bijlage Visie beschut werk Hoofdstuk 4, financieel kader Informatie en communicatie (in- en extern) Inspraak en participatie De Wsw-raad wordt om een advies gevraagd.
2
Planning en evaluatie n.v.t. Burgemeester en wethouders van Berkelland, de secretaris, de burgemeester, J.A. Wildeman.
drs. J.H.A. van Oostrum.
3
Raadsvergadering
:
Agendapunt
:
8 maart 2016
De raad van de gemeente Berkelland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 9 februari 2016; besluit: de visie Beschut Werk vast te stellen.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 8 maart 2016 de griffier,
de voorzitter,
4
Einde bijlage: 2016-03-08 Voorstel en besluit - Visie Beschut Werk'
Terug naar het agendapunt
2016-03-08 Bijlage 1 - Visie Beschut Werk d.d. 3-2-2016 (terug naar agendapunt)
De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####f94087e1-9891-4032-b752-2215c215666d#
Visie Beschut Werk ‘op weg naar lokaal maatwerk’
Borculo Februari 2016
INHOUD
Bijlage 1 Bijlage 2
Blz.
Uitwerking raadsmotie 13 januari 2016 Advies Rijnconsult over toekomst Beschut Binnen Hameland
2
1
Inleiding
De uitvoering van de Participatiewet in de Oost Achterhoek neemt langzaam maar zeker steeds duidelijkere vormen aan. In de eerste helft van dit jaar zal de Sociale Dienst Oost Achterhoek (SDOA) ‘ ontwikkelen & detacheren’ overnemen van Hameland. En het werkgeverschap van de sw-medewerkers gaat van de gemeenschappelijke regeling Hameland (GR Hameland) over naar de gemeenten.. De transitie van Hameland is hiermee aardig ‘op stoom’ geraakt. Een belangrijk onderdeel in de volledige transitie van Hameland is ‘werken binnen’ (hierna ‘beschut werk’ of ‘beschut binnen’ genoemd). Deze transitie moet op 1 januari 2017 zijn beslag krijgen. Qua voorbereiding is afgesproken dat de vijf gemeenten van de GR Hameland voor 1 maart a.s. een visie ‘beschut werk’ opstellen en dat op basis van deze vijf visies er medio juni 2016 een inrichtingsplan wordt opgeleverd op basis waarvan de transitie van het onderdeel van Hameland in de tweede helft van 2016 kan worden uitgevoerd. Met het opstellen van de navolgende visie geeft het College van Berkelland invulling aan de gemaakte afspraken. In het kader van het opstellen van de gemeentelijke visie ‘beschut werk’ heeft de gemeenteraad op 13 januari jl. een ‘benen op tafel’ overleg gehad. In dit overleg is de uitwerking van de raadsmotie van 30 juni 2015 besproken. Deze uitwerking betrof een beschrijving van de huidige en de toekomstige situatie ten aanzien van ‘beschut werk’. Daarbij is een viertal uitvoeringsvarianten beschreven. De uitwerking van de raadsmotie en de uitkomsten van de bespreking zijn gebruikt bij het opstellen van deze visie. Volledigheidshalve is de uitwerking van de raadsmotie als bijlage 1 bij deze visie gevoegd. Tevens is rekenschap genomen van het onderzoek van Rijnconsult (in opdracht van de Stuurgroep Transitie Hameland) naar de haalbaarheid van een aantal varianten en een bijbehorend advies over de toekomst van ‘beschut werk’. Dit onderzoek is als bijlage 2 bij deze visie gevoegd. 1.1
Leeswijzer
In hoofdstuk twee gaan we in op een aantal uitgangspunten die bepalend zijn voor de visie op ‘beschut werk’. In hoofdstuk drie wordt de visie zelf beschreven. Hierbij wordt ook kort stil gestaan bij de transitie van het huidige onderdeel ‘werken binnen’ van Hameland naar ‘beschut werk’. Hoofdstuk vier beschrijft op hoofdlijnen het financieel kader, waarna we in hoofdstuk vijf tenslotte de belangrijkste punten van onze visie herhalen.
3
2
Uitgangspunten
De gemeente Berkelland hanteert in het kader van de drie decentralisaties een aantal uitgangspunten. Voortbordurend op deze uitgangspunten zijn hierna zeven uitgangspunten beschreven die bepalend zijn voor onze visie op ‘beschut werk’. 1. Zelfredzaamheid Al een aantal jaren is Nederland bezig een nieuwe invulling te geven aan de verzorgingsstaat. Er is een rem gekomen op de financiële mogelijkheden van ons land en de behoeften van inwoners zijn veranderd. Kern in de nieuwe aanpak is dat de overheid niet alles vanuit eigen inzicht bepaalt en oplegt, maar de inwoner centraal stelt. Inwonerkracht is leidend. Het gaat om zelfredzaamheid / samenredzaamheid en de versterking daarvan. 2. Integrale aanpak Als de inwoner het niet op eigen kracht redt, dan is de noodzakelijke ondersteuning beschikbaar. De behoefte aan ondersteuning kan zich op meerdere vlakken manifesteren. Daarom wil de gemeente de ondersteunings-behoefte integraal in beeld brengen. Welke vragen heeft de inwoner op de diverse leefgebieden en hoe hangen deze vragen met elkaar samen? De beantwoording van deze vraag leidt vervolgens tot ‘één gezin, één plan, één coach’. 3. Maatwerk De verzorgingsstaat was een groot web van allerlei verschillende regelingen. De Participatiewet heeft voor de onderkant van de arbeidsmarkt gezorgd voor één regeling. Daarnaast is de gemeente ook verantwoordelijk geworden voor de jeugdzorg en de (arbeidsmatige) dagbesteding. Dit betekent dat de gemeente in staat is maatwerk te leveren. Uiteraard blijven er ‘systemen’ bestaan maar we gaan uit van de inwoner, zijn of haar behoeften en dat wat hij of zij w él kan. De bureaucratie is niet meer leidend maar de vraag van het individu. De vraag is hoe we slimme verbindingen tot stand kunnen brengen en vanuit het nieuwe speelveld op een andere manier kunnen kijken naar ondersteuning van mensen met beperkingen. 4. Meer dan werk In de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) lag de nadruk op ‘werk’. De Participatiewet richt zich eveneens op mensen die loonvormend werk kunnen doen. Voor de groep die door hun lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking een permanente of intensieve begeleiding en (meerdere) aanpassingen van de werkplek nodig heeft, is het instrument ‘beschut werk’ beschikbaar. De gemeenten hebben beleidsvrijheid bij het inzetten van dit instrument. Berkelland gaat zoals gezegd uit van maatwerk, waarbij participeren in de maatschappij centraal staat. Voor de meesten zal dat een vorm van werk betekenen, voor sommigen zal dat gericht zijn op dagactiviteiten die ondersteunend zijn of een bijdrage leveren aan het participeren in de maatschappij (nieuwe vormen). In alle gevallen gaat het om een beschutte plek. 5. Lokale uitvoering Om integraal te kunnen werken en maatwerk te kunnen leveren zijn wij van mening dat een lokale uitvoering hierop het beste aansluit. We willen in of nabij het eigen dorp van mensen vormen van beschut werken en daginvulling/-besteding aanbieden en hierbij gebruik maken van vrijwilligerswerk of een koppeling leggen met Wmoarrangementen en mantelzorgondersteuning. Zo komen vrijwilligers, bedrijven of instellingen en inwoners die ondersteuning nodig hebben in hun eigen gemeenschap bij elkaar. We geloven hierbij sterk in de kracht van het lokale.
4
6. Samenwerken De gemeente kan het niet alleen, maar wil het ook niet alleen. Onderdeel van de transformatie van onze verzorgingsstaat is dat we toewerken naar een inclusieve samenleving. Het uitgangspunt ‘als ik een probleem heb, klop ik aan bij de overheid’ is niet meer geldig. Ieder individu is in de eerste plaats zelf verantwoordelijk voor het eigen welbevinden. Maar als het nodig is wordt iemand ondersteund: door het eigen netwerk, de gemeente of door bedrijven en instellingen. 7. Financieel kader De decentralisaties in het sociaal domein gaan gepaard met forse bezuinigingen. Het algemene uitgangspunt van een ‘budgettair neutrale’ uitvoering geldt ook voor de uitvoering van de Participatiewet. Met de bezuiniging op de Wsw-subsidie enerzijds en de voortdurende verplichtingen voor de Wsw-doelgroep anderzijds (salarissen) staat dit uitgangspunt onder hoogspanning (zie hoofdstuk 4 Financiën).
5
3
Visie
Met deze uitgangspunten komen we in dit hoofdstuk tot onze visie op ‘beschut werk’. Bij deze visie gaat het in feite om de transformatie van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) naar de Participatiewet. Zowel in aard (van werk centraal naar participatie centraal) als in verschijningsvorm (van een centraal gestuurde organisatie met vijf gemeenten naar een overwegend lokale, integrale aanpak gebaseerd op maatwerk). 3.1
Beschut werk Participatiewet
Beschut werk onder de Participatiewet is als volgt gedefinieerd: ‘Mensen die uitsluitend in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden hebben tot arbeidsparticipatie’. Door hun lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking is een aanzienlijke mate van begeleiding en aanpassing van de werkplek nodig om arbeid te kunnen verrichten. Of iemand in aanmerking komt voor beschut werk, wordt vastgesteld door het UWV (op voordracht van de gemeenten). Gemeenten krijgen de ruimte om binnen de kaders van de Participatiewet een nieuwe voorziening voor ‘beschut werk’ te organiseren, voor mensen met een verdiencapaciteit tussen de 20% en 40% van het wettelijk minimumloon. Deze nieuwe voorziening kan op verschillende wijzen worden georganiseerd. Zo kunnen de beschutte werkplekken worden aangeboden door reguliere werkgevers, bij sociale werkvoorzieningen en bij gemeenten zelf. Gemeenten zijn verplicht om beleid te maken op ‘beschut werk’ en een verordening vast te stellen. Bij de uitwerking van dit instrument heeft de gemeente echter beleidsvrijheid. Berkelland kiest in de uitvoering van ‘beschut werk’ voor ‘meer dan werk’ en maatwerk. Dit betekent dat we uitgaan van het individu, achterhalen welke mogelijkheden er zijn en op basis van zijn persoonlijke omstandigheden bepalen welke uitvoering het beste past. Dat kan een beschutte werkplek zijn bij een reguliere werkgever of een sociale werkvoorziening, maar we kijken hierbij nadrukkelijk ook naar de verbinding met de arbeidsmatige dagbesteding en de zorg. En de inzet van bijvoorbeeld vrijwilligers. De uitvoering is lokaal, dichtbij de sociale omgeving van de inwoner. We gaan op zoek naar ‘slimme verbindingen’ die passen bij de transformatie in het sociale domein. Berkelland ‘pint’ zich niet vast op het nieuwe instrument ‘beschut werk’. De inwoner is leidend, niet de regeling. Uiteindelijk is het doel het bieden van een beschutte plek gericht op participatie in de samenleving. We kijken hierbij nadrukkelijk ook naar de verbinding met de arbeidsmatige dagbesteding en de zorg. En de inzet van bijvoorbeeld vrijwilligers. 3.2
Bestaande doelgroep Wsw
We hebben vastgesteld dat op dit moment ongeveer 134 sw-medewerkers uit Berkelland ‘binnen’ werken, maar dat hiervan 62 personen daadwerkelijk zijn aangewezen op een beschutte werkplek (zie notitie in bijlage 1). Voor deze groep sw-medewerkers, die gering arbeidsproductief is, zoekt Berkelland zo veel als mogelijk lokaal naar een oplossing. Zodat vervoerstijd en kosten worden beperkt en sw-medewerkers in hun eigen omgeving participeren. We willen maatwerk organiseren, waarbij participeren in de maatschappij centraal staat. Voor de meesten zal dat een vorm van werk betekenen, voor sommigen zal dat gericht zijn op dagactiviteiten die ondersteunend zijn of een bijdrage leveren aan het participeren in de maatschappij (nieuwe vormen, combinatie met dagactiviteiten en inzet van vrijwilligers).
6
Voor de bestaande Wsw-doelgroep die aangewezen is op een beschutte werkplek sluiten we zo veel als mogelijk aan bij onze nieuwe insteek van ‘beschut werk’ vanuit de Participatiewet (zie paragraaf 3.1). Uiteraard rekening houdend met de bestaande rechten en plichten van de sw-medewerkers. 3.3
Transformatie
Op basis van voorgaande is duidelijk dat we streven naar een volledig lokale uitvoering van ‘beschut werk’. We willen maatwerk organiseren, waarbij participeren in de maatschappij centraal staat. We kijken hierbij nadrukkelijk naar de verbinding met de arbeidsmatige dagbesteding en de zorg. We gaan op zoek naar ‘slimme verbindingen’ die passen bij de transformatie in het sociale domein. Deze ‘stip op de horizon’ is ons streven, maar er is uiteraard ook een feitelijke, bestaande situatie. Het punt waar we naartoe willen verandert de verschijningsvorm van het huidige ‘beschut werk’ in de komende jaren. Nu werken er nog ongeveer 134 inwoners uit Berkelland in de centrale voorziening van Hameland in Lichtenvoorde. De SDOA krijgt de opdracht voor 72 sw-medewerkers detacheringsplekken te realiseren bij reguliere werkgevers. Binnen een periode van een aantal jaar daalt hiermee het aantal sw-medewerkers uit Berkelland dat gebruik maakt van ‘beschut werk’ naar maximaal 62 personen in 2018. Dit aantal zal in de komende jaren verder verminderen in verband met natuurlijke uitstroom. Vanuit die daling naar maximaal 62 personen in een centrale voorziening willen we de volgende stap maken naar een volledig lokale uitvoering van ‘beschut werk’. Dit betekent niet per se dat er geen centrale organisatie meer zal zijn. Samenwerking met andere gemeenten ligt op dit gebied in de rede, bijvoorbeeld in begeleiding en aansturing. Maar de uitvoering zal op lange termijn lokaal plaatsvinden. We gaan langzaam maar zeker van een centrale uitvoering van ‘beschut werk’ naar een lokale uitvoering. De gemeente gaat voor maatwerk. De huidige centrale voorziening ‘beschut werk’ wordt indien mogelijk afgebouwd. Dit zal naar verwachting niet voor 2019 kunnen worden gerealiseerd. De komende jaren willen we meer aandacht voor het verbinden van ‘beschut werk’ met de dagbesteding en de zorg. Het rapport van Rijnconsult geeft aan dat hier kansen liggen. De kosten kunnen naar beneden door de werkwijzen te combineren. Tevens kan een combinatie van zorgkwaliteiten en productiekwaliteiten kansen bieden voor de zwakke mensen in de sociale werkvoorziening en de betere mensen in de dagbesteding. En daarnaast is verbreding naar de zorg mogelijk: de swmedewerkers, hebben veelal met de gemeente te maken in het kader van de Wet maatschappelijke opvang (Wmo) of met de zorgverzekeraar via de Wet langdurige zorg (Wlz). De gemeente wil ‘beschut werk’ niet alleen vanuit het perspectief van de Participatiewet gaan bekijken, maar ook als opdrachtgever voor de Wmo en de dagbesteding. 3.4
Transitie centrale voorziening in Lichtenvoorde
Met de focus op een lokale uitvoering en een vermeerdering van het aantal gedetacheerde sw-medewerkers zal de centrale voorziening in Lichtenvoorde op termijn nog maximaal 250-275 sw-medewerkers uit vier gemeenten (Haaksbergen gaat naar SWB) huisvesten (waarvan dus maximaal 62 uit Berkelland). Dit zijn er nu nog ongeveer 650.
7
Ook de ondersteuning van niet-gesubsidieerd personeel zal zijn gereduceerd naar om en nabij 13 fte. Na de transitie van ‘ontwikkelen & detacheren’ naar de SDOA medio 2016 en de overdracht van het werkgeverschap van de sw-medewerkers naar de verschillende gemeenten per 1 januari 2017 zal de niet-gesubsidieerde formatie ongeveer 20 fte beslaan. Vervolgens kan dan, op basis van de situatie van dat moment en de dan te verwachten ontwikkelingen, een plan worden gemaakt voor de verdere afbouw van de centrale voorziening ‘beschut werk’. De centrale voorziening ‘beschut werk’ biedt een beschutte werkplek voor die swmedewerkers en nieuw beschutwerk die hierop zijn aangewezen. Totdat ook deze (sw-) medewerkers kunnen uitstromen naar lokale oplossingen zoals onze bedoeling is in de uitvoering van ‘beschut werk’ onder de Participatiewet. Zolang de centrale voorziening bestaat, kan deze een opvangmogelijkheid zijn voor voor nieuw beschutwerk of de te detacheren sw-medewerkers die tijdelijk geen detacheringsplek hebben. Regelmatig worden detacheringen beëindigd en lukt het niet om de betreffende sw-medewerker direct op een nieuwe detacheringsplek te laten ‘landen’. In deze gevallen wordt per individu bepaald (maatwerk) wat op dat moment de geschikte oplossing is. In de toekomst zal die oplossing lokaal zijn, de komende jaren kan desgewenst - indien er geen lokale oplossing voor handen is gebruik worden gemaakt van de centrale voorziening. Overigens kan de gemeente er ook voor kiezen in een korte periode zonder detacheringsplek de sw-medewerker geen daginvulling te geven. Dit betreft dan altijd een korte periode van enkele weken, gelijk aan een reguliere vakantieperiode. Op basis van voorgaande hanteert Berkelland voor de bestaande centrale voorziening de volgende uitgangspunten (deze zijn afgeleid van het rapport van Rijnconsult, zie bijlage 2):
Iedereen voor wie dat mogelijk is, detacheren we. Ten eerste hebben mensen in detacheringen meer het gevoel een echte baan te hebben, ze doen mee bij een echt bedrijf en staan in de maatschappij. Dat zien we terug bij het ziekteverzuim dat bij detacheringen lager is dan bij Beschut Binnen. Ten tweede zijn de opbrengsten van detacheringen hoger dan die in Beschut Binnen. De gemeente kan met deze strategie de opbrengsten uit detacheringen benutten om verliezen bij Beschut Binnen te compenseren.
Iedereen is misbaar. De activiteiten in Beschut Binnen zijn eenvoudig en zodanig georganiseerd dat iedereen die binnen werkt op korte termijn vervangbaar is. Zo voorkomen we dat detacheringen haperen omdat mensen binnen onmisbaar zijn. Dat heeft consequenties voor het niveau van het werk en de organisatie ervan.
Beschut Binnen is geen doel op zich. Beschut binnen is nodig voor mensen die, tijdelijk, niet zijn gedetacheerd en niet lokaal kunnen worden opgevangen. De werkzaamheden moeten zonder al te grote desinvesteringen en op korte termijn te stoppen zijn op het moment dat iemand gedetacheerd kan worden. Dat betekent geen investeringen in kapitaalgoederen.
Beschut Binnen is een vangnet zonder arbeidsontwikkeldoelstelling. Beschut Binnen is een vangnet voor de allerzwaksten waarbij het van belang is dat de voorziening veilig is en stabiliteit geeft die nodig is, maar waar geen kosten voor ontwikkeling worden gemaakt. Ontwikkelen doen mensen in detacheringen.
8
Accepteren dat Beschut Binnen verliesgevend is. De consequentie hiervan is dat we accepteren dat Beschut Binnen verliesgevend is. Waarbij minimale kosten het streven blijven. De verliezen bij Beschut Binnen worden gecompenseerd met de opbrengsten vanuit detacheringen.’
De centrale voorziening ‘beschut werk’ is voorlopig nodig voor mensen die, tijdelijk, niet zijn gedetacheerd en niet lokaal kunnen worden opgevangen. Vanuit dit uitgangspunt wordt ‘beschut werk’ georganiseerd. Het is een veilige en stabiele voorziening, zonder arbeidsontwikkeldoelstelling, tegen zo laag mogelijke kosten. Voor het welbevinden van de sw-medewerkers bij ‘beschut werk’ is een goed werkpakket van belang. Op dit moment richt het werkbedrijf van Hameland zich onder meer op het werkpakket recycling. Zoals in het rapport van Rijnconsult staat aangegeven passen recyclewerkzaamheden goed bij de aard van ‘beschut werk’. Wij zijn het hiermee eens. Het is een constante werkstroom zonder al te veel tijdsdruk. Spullen moeten verwerkt worden maar zonder harde einddata omdat er geen klanten wachten. Deze werkzaamheden zitten daarmee de groei van detacheringen niet in de weg. En Recycling kan ingepast worden in de milieudoelstellingen van de gemeenten: zo snijdt het mes aan twee kanten. Echter, van een doorontwikkeling van recycling is de gemeente geen voorstander. Indien recyling groter wordt opgezet en in samenwerking met recyclebedrijven, dan zal dit om investeringen vragen. Op dat moment ontstaat het risico dat recycling een doel op zich wordt en een belemmering gaat vormen op de mogelijkheden voor detachering. In dit geval is het logischer om recycling door een marktpartij uit te laten voeren en mensen te detacheren. Daarnaast blijft er in dat geval sprake van een centrale voorziening en dit past niet in onze visie. 3.5
Organisatievorm
Aan de centrale voorziening is logischerwijs een organisatievorm gekoppeld. Momenteel is dit de GR Hameland, waarin vijf gemeenten deelnemen. Zoals aangegeven zal Haaksbergen zich aansluiten bij SWB te Hengelo. Hiermee blijven de gemeenten Aalten, Berkelland, Oost Gelre en Winterswijk over. Deze gemeenten werken in de uitvoering van de Participatiewet reeds intensief samen binnen de SDOA. In
het advies van Rijnconsult is een aantal mogelijke organisatievormen aangestipt: combineren Beschut Binnen bij de zorg; organiseren Beschut Binnen bij een coöperatie (met ondernemers); organiseren Beschut Binnen bij een coöperatie met de gemeente; onderbrengen Beschut Binnen bij Laborijn.
Welke vorm het beste past of realiseerbaar is hangt mede af van de standpunten van de vier betrokken colleges. Berkelland sluit op voorhand geen enkele vorm uit, maar heeft wel een voorkeur. Het belangrijkste uitgangspunt is dat wij een lokale aanpak nastreven. Dit betekent niet per se dat er geen centrale organisatie meer zal zijn. Samenwerking met andere gemeenten kan een mogelijkheid zijn, bijvoorbeeld in begeleiding en aansturing. Maar de uitvoering zal op lange termijn lokaal plaatsvinden. Als Berkelland zien wij op basis van diverse gesprekken die wij onder meer voeren in het kader van de werkgeversdienstverlening goede kansen om het coöperatie model te ontwikkelen. Het gaat er om dat er een gezamenlijke verantwoordelijkheid is. De coöperatie is daarbij nadrukkelijk een middel en geen doel. Door de transitie van Hameland in 2016 en daarmee het overzichtelijk worden van de resterende organisatie van Hameland (alleen ‘beschut werk’ en een geringe
9
ondersteuning) is de discussie over de governance in de komende jaren minder relevant. Belangrijker is dat we kunnen sturen op resultaat en gericht kunnen werken aan een uitstroom van het aantal sw-medewerkers. Mocht de afgeslankte voorziening ‘beschut werk’ publiek zijn georganiseerd, dan worden de werkgeveractiviteiten van ‘beschut werk’ (binnenhalen werkpakketten) gekoppeld aan de (regionale) werkgeversbenadering. Verder zijn de geldstromen vanaf 1 januari 2017 duidelijk. Het negatieve subsidieresultaat van de sw-medewerkers ligt bij de gemeente zelf en de detacheringsopbrengsten moeten het verlies van ‘beschut werk’ opvangen. Voor ‘beschut werk’ zijn wij voorstander van een inkoopmodel, ook als de GR Hameland nog ‘dienst’ doet als organisatievorm (bijvoorbeeld ‘GR light’). Op basis van het negatieve resultaat betaalt iedere gemeente dan een ‘bedrag per werkplek’. Het belangrijkste uitgangspunt is dat wij een lokale aanpak nastreven. Dit betekent niet perse dat er geen centrale organisatie meer zal zijn. Samenwerking met andere gemeenten kan een mogelijkheid zijn, bijvoorbeeld in begeleiding en aansturing. Maar de uitvoering zal op lange termijn lokaal plaatsvinden. In 2018 kan, op basis van de situatie van dat moment en de dan te verwachten ontwikkelingen, worden bepaald of en zo ja, op welke wijze de centrale voorziening ‘beschut werk’ volledig kan worden afgebouwd.
10
4
Financieel kader
4.1
Integratie-uitkering Sociaal domein
De gemeente ontvangt middelen om mensen uit de bijstandsregelingen te begeleiden naar werk. Ook ontvangen we middelen voor mensen met een sw-dienstverband. De participatiemiddelen en de middelen voor de Wsw worden via de integratie-uitkering Sociaal domein van het gemeentefonds aan de gemeenten toegekend. Hierin zijn ook de middelen voor de Wmo en de jeugdzorg opgenomen. De middelen van de integratieuitkering Sociaal domein zijn voor de gemeente geheel vrij besteedbaar voor alle gemeentelijke taken. Voor 2016 bedraagt het landelijke budget € 9,835 miljard. De integratie-uitkering Sociaal domein voor Berkelland ziet er voor de periode 2016-2020 voorlopig als volgt uit1: Wmo 6.469.849 6.372.888 6.118.457 6.043.206 6.060.776
2016 2017 2018 2019 2020
Jeugd 9.486.532 9.292.716 9.317.017 9.327.043 9.327.043
Re-integr. 710.906 719.267 748.761 794.341 827.777
Wsw 7.706.000 7.085.030 6.508.467 6.083.463 5.656.018
Totaal SD 24.373.287 23.469.901 22.692.703 22.248.053 21.871.614
Het budget re-integratie lijkt toe te nemen maar dit geeft een vertekend beeld aangezien er nieuwe doelgroepen onder verantwoordelijkheid van de gemeenten zijn gekomen. Denk aan de mensen met een arbeidshandicap die voorheen in de Wsw zouden zijn ingestroomd (nieuw ‘beschut werk’) en aan de voormalige Wajongers met arbeidsvermogen. 4.2
Participatiewet
De grootste financiële uitdaging bevindt zich op het gebied van de Participatiewet en dan in het bijzonder de (voormalige) Wsw. Het budget Wsw daalt aanzienlijk met € 2.050 miljoen (-26,6% in 2020 ten opzichte van 2016). Dit is al vaker uitgelegd aan de hand van de daling van het subsidiebedrag van € 26.200 per SE in 2015 naar € 22.700 per SE in 2019. Het Wsw-budget is voor de gehele doelgroep, zowel de sw-medewerkers van ‘beschut werk’ als de sw-medewerkers die gedetacheerd zijn. Voor de gemeente is het niet eenvoudig om het tekort binnen de voormalige sociale werkvoorziening op te lossen. Onderstaand figuur laat dit zien (alleen op de groene vlakken kan worden gestuurd): Stuurknop / onderdeel
Detacheringen
Beschut Werk
Wsw-subsidie Wsw-lonen Kosten Opbrengsten
1 Septembercirculaire, 15 september 2015.
11
Voor zowel detacheringen als ‘beschut werk’ zijn de Wsw-subsidie en de Wsw-lonen een gegeven. Daarnaast kent ‘beschut werk’ geen of nauwelijks een opbrengstenkant, in ieder geval niet voldoende om de kosten te compenseren. In het parapluplan is het financieel kader van 2019 reeds geschetst. Op dat moment werd uitgegaan van een negatief subsidieresultaat van € 1.635 miljoen. Het onlangs gesloten principeakkoord over de Cao Wsw zal het negatieve subsidietekort laten stijgen met afgerond € 140.000. Omdat toekomstige loonstijgingen worden gefinancierd uit de loonprijsontwikkeling (LPO) die vanuit de rijksoverheid wordt verstrekt, wordt ervan uitgegaan dat het negatieve subsidieresultaat in 2019 voor Berkelland zal oplopen naar afgerond € 1.775 miljoen. In het parapluplan is aangegeven dat het tekort van € 1.635 miljoen in 2019 door het nemen van diverse maatregelen zou afnemen tot afgerond -€ 962.000. Door de verdere verslechtering van het subsidieresultaat zal dit tekort, bij gelijkblijvende maatregelen, op basis van de huidige informatie oplopen tot afgerond € 1,1 miljoen. Wij vinden het op dit moment in de transitie van Hameland / de uitvoering van de Participatiewet nog te vroeg om de maatregelen uit het parapluplan aan te passen of uit te breiden. De overheveling van ‘ontwikkelen & detacheren’ naar de SDOA en de doorontwikkeling van ‘beschut werk’ zijn immers nog niet gerealiseerd. In algemene zin blijft de basis van de maatregelen onveranderd: de gemeente wil het tekort inlopen door lagere kosten, hogere detacheringstarieven en vooral meer detacheringen te realiseren. Dit zijn de enige ‘knoppen’ waaraan de gemeente kan draaien.
12
5
Resume
De visie op ‘beschut werk’ kan als volgt worden samengevat:
Voor de bestaande Wsw-doelgroep die aangewezen is op een beschutte werkplek sluiten we zo veel als mogelijk aan bij onze nieuwe insteek van ‘beschut werk’ vanuit de Participatiewet (zie paragraaf 3.1). Uiteraard rekening houdend met de bestaande rechten en plichten van de sw-medewerkers.
We gaan langzaam maar zeker van een centrale uitvoering van ‘beschut werk’ naar een lokale uitvoering. De gemeente gaat voor maatwerk. De huidige centrale voorziening ‘beschut werk’ wordt indien mogelijk afgebouwd. Dit zal naar verwachting niet voor 2019 kunnen worden gerealiseerd.
De centrale voorziening ‘beschut werk’ biedt een beschutte werkplek voor de swmedewerkers en medewerkers nieuw beschut werk die hierop zijn aangewezen. Totdat ook deze sw-medewerkers kunnen uitstromen naar lokale oplossingen zoals onze bedoeling is in de uitvoering van ‘beschut werk’ onder de Participatiewet. De centrale voorziening ‘beschut werk’ is voorlopig nodig voor mensen die, tijdelijk, niet zijn gedetacheerd en niet lokaal kunnen worden opgevangen. Vanuit dit uitgangspunt wordt ‘beschut werk’ georganiseerd. Het is een veilige en stabiele voorziening, zonder arbeidsontwikkeldoelstelling, tegen zo laag mogelijke kosten.
Het belangrijkste uitgangspunt is dat wij een lokale aanpak nastreven. Dit betekent niet per se dat er geen centrale organisatie meer zal zijn. Samenwerking met andere gemeenten en/of ondernemers ligt op dit gebied in de rede, bijvoorbeeld in begeleiding en aansturing. Maar de uitvoering zal op lange termijn lokaal plaatsvinden.
Berkelland ‘pint’ zich niet vast op het nieuwe instrument ‘beschut werk’. De inwoner is leidend, niet de regeling. Uiteindelijk is het doel het bieden van een beschutte plek gericht op participatie in de samenleving. We kijken hierbij nadrukkelijk ook naar de verbinding met de arbeidsmatige dagbesteding en de zorg. En de inzet van bijvoorbeeld vrijwilligers.
Als Berkelland hebben wij voorkeur om het goede kansen om het coöperatiemodel met (zorg)ondernemers te ontwikkelen. Het gaat er om dat er een gezamenlijke verantwoordelijkheid is. De coöperatie is daarbij nadrukkelijk een middel en geen doel.
In 2018 kan, op basis van de situatie van dat moment en de dan te verwachten ontwikkelingen, worden bepaald of en zo ja, op welke wijze de centrale voorziening ‘beschut werk’ volledig kan worden afgebouwd.
13
Einde bijlage: 2016-03-08 Bijlage 1 - Visie Beschut Werk d.d. 3-2-2016
Terug naar het agendapunt
2016-03-08 Bijlage 2 - Notitie beschut werk BOT-overleg 13-01-2016 - Visie Beschut Werk (terug naar agendapunt)
De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####6e366ce7-fff4-4c9b-8c16-1ab15b2221ab#
Uitvoeringsvarianten beschut werk ‘uitwerking raadsmotie juni 2015’
Borculo 7 jan 2016 versie 1.1 t.b.v. Bijpraat moment raad 13 jan
INHOUD
1
2
3
4
Blz.
Inleiding.........................................................................................................................1 1.1
Motie.....................................................................................................................1
1.2
Leeswijzer............................................................................................................1
Beschut werk 2016.......................................................................................................2 2.1
Huidige stand van zaken...................................................................................2
2.2
Gewenste ontwikkeling in 2016 en 2017.........................................................3
Toekomst beschut werk...............................................................................................5 3.1
Uitgangspunten...................................................................................................5
3.2
Uitvoeringsvarianten..........................................................................................7
Vervolgproces.............................................................................................................11 4.1
Van visie naar uitvoering.................................................................................11
4.2
Betrokkenheid Wsw-raad.................................................................................11
1 Inleiding Met deze notitie geven wij invulling aan de aangenomen raadsmotie van 30 juni 2015. In deze motie ‘opheffing gemeenschappelijke regeling Hameland’ heeft de Gemeenteraad gevraagd een aantal opties over het toekomstige ‘beschut werk’ uit te werken. Deze notitie is gericht op de fase van ‘beeldvorming’. De notitie betreft enerzijds een feitelijke weergave van de huidige situatie en anderzijds een zo objectief mogelijke uitwerking van de opties voor de organisatie van ‘beschut werk’ in de toekomst.
1.1 Motie In de raadsvergadering van 30 juni 2015 is toestemming gegeven aan het College van B&W om de gemeenschappelijke regeling Hameland (GR Hameland) op te heffen. Omdat op dat moment nog niet duidelijk was op welke wijze ‘beschut werk’ na de opheffing van de GR Hameland zou worden ingericht / uitgevoerd, heeft de Gemeenteraad het College verzocht een aantal opties uit te werken over het toekomstige beschut werk, zoals: • het onderbrengen van beschut werk via verspreiding bij bedrijven en/of instellingen per kern; • het centraal regelen van beschut werk via een coöperatie; • het uitbesteden van beschut werk aan een marktpartij; • beschut werk gekoppeld aan dagbesteding. Tevens heeft de Gemeenteraad gevraagd met de Wsw-raad af te stemmen hoe de huidige expertise zoveel mogelijk behouden kan blijven in de nieuwe opzet én de Wsw-raad te consulteren bij de uitwerking van de nieuwe organisatievormen.
1.2 Leeswijzer In hoofdstuk twee treft u ten eerste een korte beschrijving aan van de huidige stand van zaken van ‘beschut werk’ bij de huidige uitvoeringsorganisatie, de GR Hameland.Ten tweede beschrijft dit hoofdstuk de door ons gewenste ontwikkeling voor 2016 en 2017. Hoofdstuk drie gaat verder met de toekomst op de lange termijn. Welke uitgangspunten hanteert de gemeente en welke uitvoeringsvarianten zijn mogelijk. Ten slotte gaat hoofdstuk vier in op het vervolgproces. In het verlengde van deze notitie zal aan de Gemeenteraad medio maart 2016 een visie worden voorgelegd en daarnaast staan we stil bij positie van de Wsw-raad in dit proces.
3
2
Beschut werk 2016
In dit hoofdstuk wordt eerst de huidige stand van zaken met betrekking tot ‘beschut werk’ beschreven. Vervolgens wordt ingezoomd op de gewenste ontwikkeling op de korte termijn, in 2016 en 2017. Voor beide situaties gaan we in op het aantal personen, de werkpakketten en het financiële kader.
2.1 Huidige stand van zaken Aantal sw-medewerkers Berkelland Hieronder is het aantal sw-medewerkers van de gemeente Berkelland weergegeven, dat een dienstverband heeft bij de GR Hameland (stand per 1 oktober 2015): Werkplek Werken binnen Detachering Groep Detachering Hacron Detachering Individueel Niet-beïnvloedbare ziekte
< 35 jr 9 13 13 10
35 tot 45 29 26 2 5
45
62
45 tot 55 49 29 9 12 2 101
55 en > 47 28 24 18 3 120
Totaal 134 96 48 45 5 328
Daarnaast zijn er nog tien (10) inwoners uit Berkelland die op basis van ‘begeleid werken’ een arbeidsovereenkomst hebben met een reguliere werkgever. In deze notitie gaat het om de sw-medewerkers die werkzaam zijn bij ‘werken binnen’ (134). Op het totaal van 338 (inclusief begeleid werkers) is dit afgerond 40%. Daarnaast is 58% ‘regulier’ aan het werk (begeleid werken of gedetacheerd). Dit is vergelijkbaar met het gemiddelde binnen de GR Hameland (57%). De totale sw-populatie van ‘werken binnen’ bij de GR Hameland bedraagt afgerond 650 personen, 134 personen komen dus uit de gemeente Berkelland. Dit is 20,6%. Werkpakketten Hameland had voor de herstructurering van Hameland Fundamenteel Anders (HFA) eigen werkpakketten, waarop de sw-medewerkers werden ingezet. In het kader van HFA is afscheid genomen van diverse werkpakketten op het gebied van hout, elektronica, post en metaal. Recent zijn de belangen in de joint ventures Hacron Groen en Hacron Schoon verkocht aan partner Vebego. Hiermee beschikt Hameland niet meer over eigen werkpakketten of productielijnen. Hameland is omgevormd van productiebedrijf tot arbeidsontwikkelbedrijf (‘van een Philips lampenfabriek tot een Randstad uitzendbureau’) met dezelfde mensen. Voor het onderdeel ‘werken binnen’ betekende deze koerswijziging de afgelopen jaren een aanzienlijke verandering van de werkwijze. Waar vroeger het werk ‘automatisch’ aanwezig was, wordt sinds 2011/2012 het werk binnengehaald van buitenaf (lees: ondernemers). Het bleek in de eerste jaren van de kanteling moeizaam om een continue stroom van werkzaamheden te realiseren en werkzaamheden met voldoende uitdaging i voor de sw-medewerkers. Mede om op voorgaande beweging in te spelen is sinds 2013 ingezet op de uitvoering van recyclingactiviteiten. Dit is in 2014 en 2015 verder uitgebreid waardoor er nu een substantieel deel van het werk uit deze activiteit kan worden gerealiseerd. Recycling is duurzaam, biedt flexibiliteit in de uitvoering en voldoende uitdaging om de vaardigheden van de sw-medewerkers te ontwikkelen. Hameland is in dit kader ISO 9001 en Weeelabex gecertificeerd. Naast de recyclingactiviteiten zijn er nog verschillende kleinere werkpakketten die op structurele basis worden uitgevoerd. Financieel Binnen de sociale werkvoorziening zijn er twee belangrijke financiële parameters:
•
Het subsidieresultaat. Dit is het saldo van enerzijds de loonkosten van de
4
sw-medewerker en anderzijds de Wsw-subsidie die de gemeente voor de sw-medewerker vanuit de rijksoverheid ontvangt. Het subsidiebedrag voor 1 SE (rekeneenheid ministerie SZW, ongeveer 1 fte) bedroeg in 2015 nog afgerond € 26.200. De loonkosten voor de 134 sw-medewerkers (107 SE) uit Berkelland bij ‘werken binnen’ bedroegen gemiddeld € 28.100 per SE. Oftewel: om de loonkosten te betalen is de te ontvangen subsidie gemiddeld voor € 1.900 ontoereikend. Dit betekent voor Berkelland op de sw-populatie van ‘werken binnen’ een tekort van afgerond € 200.000 (1.900 * 107 SE).
•
Het operationeel resultaat. Dit is het saldo van de baten en lasten van de organisatie, in 2015 was dit dus nog de GR Hameland. Wanneer we alleen kijken naar het operationeel resultaat van het onderdeel ‘werken binnen’, dan is dit negatief omdat de opbrengsten van de sw-medewerkers laag zijn en de kosten door begeleiding, huisvesting en vervoer hoog. De gemiddelde kosten per werkplek bedragen rond de € 3.500 (inclusief verrekening opbrengsten werkpakketten). Voor 134 werkplekken dient de gemeente Berkelland afgerond dus ongeveer € 470.000 te betalen.
Om in 2015 134 sw-medewerkers bij ‘werken binnen’ aan het werk te hebben, draagt de gemeente Berkelland in totaal dus € 670.000 (200k + 470k) bij. In de huidige opzet wordt deze bijdrage ‘ingelopen’ door het detacheringsbedrijf van Hameland. Dit onderdeel heeft namelijk een positief operationeel resultaat, zodanig dat het negatieve operationele resultaat van ‘werken binnen’ kan worden weggewerkt naar een resultaat rond ‘nul’.
2.2 Gewenste ontwikkeling in 2016 en 2017 Aantallen In paragraaf 2.1 is uitgegaan van het onderdeel ‘werken binnen’. Dit is het onderdeel van de GR Hameland waar alle sw-medewerkers werken die geen detacheringsplek hebben. Dit wil echter niet zeggen dat al deze sw-medewerkers (134 voor Berkelland, 650 in totaal) ook daadwerkelijk zijn aangewezen op ‘beschut werk’. Dat is waar het in deze notitie om gaat. En ook wanneer gekeken wordt naar de insteek van de voormalige Wsw en de nieuwe Participatiewet: iedere sw-medewerker / inwoner moet er naar streven zo regulier mogelijk te werken. Dit is onder meer aanvullend vastgelegd in de Cao Wsw en is ook één van de punten die door de Wsw-raad wordt aangestipt (zie paragraaf 4.2). Uiteraard moet het reguliere werk aansluiten bij de mogelijkheden van de sw-medewerker, hij of zij moet het werk aan kunnen. Voorgaande kan worden samengevat in de beweging ‘van binnen naar buiten’, die Hameland reeds in 2010 heeft ingezet. Na een aanzienlijke uitstroom in 2011 en 2012 stagneerde die in 2013 en 2014, mede door de economische crisis. Berkelland heeft echter, net als de andere gemeenten die deelnemen in de GR Hameland, nog steeds de overtuiging en de insteek om zo veel mogelijk sw-medewerkers te detacheren. Zo regulier mogelijk werken draagt bij aan de ontwikkeling van de arbeidsmogelijkheden van de sw-medewerkers en daarnaast is het voor de gemeenten veel positiever: de opbrengsten zijn hoger en de kosten zijn lager. Gelet op de bezuinigingen (zie hierna bij ‘financieel’) is deze koers vanuit organisatieperspectief noodzakelijk. Hameland heeft in 2015 alle sw-medewerkers van ‘werken binnen’ in beeld gebracht aan de hand van 29 competenties. Op basis van dit beeld over de mogelijkheden van de swmedewerkers en de begeleidingsbehoefte is de inschatting dat 62 van de 134 personen daadwerkelijk zijn aangewezen op een beschutte werkplek. Voor deze groep sw-medewerkers, die gering arbeidsproductief is, zoekt Berkelland zo veel als mogelijk lokaal naar een oplossing. Hierbij gaan we uit van productiewerk (vergelijkbaar met huidig “werken binnen” en nieuwe vormen bijvoorbeeld gecombineerd met dagactiviteiten en inzet van vrijwilligers. Conform het Parapluplan moeten de kosten van het geheel (inclusief vervoer en begeleiding) lager zijn dan de huidige kosten.. Uiteraard betekent voorgaande wel dat de overige personen (134 - 62 = 72) gedetacheerd worden. Deze taak ligt nu bij de GR Hameland maar wordt in 2016 overgenomen door de Sociale Dienst Oost Achterhoek (SDOA).
5
Samenvattend We zien de volgende ontwikkeling van de Berkellandse sw-populatie voor ‘beschut werk’ (exclusief natuurlijke uitstroom): Huidig ‘werken binnen’ 134 Te detacheren 72 -------Verwacht ‘beschut werk’ (2018) 62 Financieel Hierna wordt wederom ingegaan op het subsidie- en het operationeel resultaat. In paragraaf 2.1 betrof dit 2015, nu wordt voor het financiële perspectief gekeken naar 2019 aangezien dan de bodem van de Rijksbezuinigingen is bereikt.
•
Het subsidieresultaat, dat niet beïnvloedbaar is door de gemeente, zal zich negatief ontwikkelen. In 2015 bedroeg het subsidiebedrag per SE nog op € 26.200, in principe zal dit naar 2019 dalen naar € 22.700 (dit hangt af van het landelijke budget en de landelijke afbouw van de sw-populatie). Uitgaande van dit bedrag neemt het tekort per SE toe van € 1.900 (zie paragraaf 2.1) in 2015 naar € 5.300 in 2019. Wij gaan ervan uit dat in 2019 de 72 extra te detacheren sw-medewerkers ook daadwerkelijk bij een reguliere werkgever werken. Dit betekent dat het nu nog gaat om het subsidieresultaat van 62 personen Het subsidieresultaat van deze groep in 2019 bedraagt dan: 49 SE (62 personen) * € 5.300 = (afgerond) € 260.000. Een verslechtering van afgerond € 60.000 ten opzichte van 2015 (€ 200.000). Bij deze berekening is niet uitgegaan van een verhoging van de loonkosten door bijvoorbeeld een nieuwe Cao Wsw. Dit zal het negatieve subsidieresultaat verder doen toenemen. Voor de volledigheid: het subsidieresultaat van de 72 sw-medewerkers die gedetacheerd worden is er uiteraard nog steeds, maar hier staan dan wel detacheringsinkomsten tegenover die naar de gemeente terugvloeien. Daarnaast zijn de begeleidingskosten van gedetacheerde sw-medewerkers normaal gesproken lager dan de begeleidingskosten bij ‘werken binnen’.
•
Bij het operationeel resultaat in 2015 kon nog worden uitgegaan van het onderdeel ‘werken binnen’ van de GR Hameland. In de nabije toekomst is dit onderdeel opgegaan in een andere entiteit. Daardoor kan niet echt meer gesproken worden van een operationeel resultaat. Omdat voor ‘beschut werk’ bedrijfsmatig gezien altijd sprake zal zijn van een negatief operationeel resultaat, zijn de kosten per werkplek een goede referentie. We gaan er vanuit dat de ‘kostprijs’ van € 3.500 per werkplek (huidige kosten bij GR Hameland, inclusief opbrengsten) gelijk blijven. Daarmee gerekend zou het ‘operationele resultaat’ uitkomen op -€ 217.000 voor 62 personen. Het operationeel resultaat was -€ 470.000 (voor 134 personen).
Om in 2019 62 sw-medewerkers via ‘beschut werk’ aan het werk te hebben, draagt de gemeente Berkelland afgerond € 477.000 (260k + 217k; 62 personen) bij. Dit is een daling ten opzichte van 2015 (€ 670.000; 134 personen), ondanks de verslechtering van het subsidieresultaat. In 2015 ging het weliswaar om 134 personen maar door detachering kunnen - bij een gemiddelde detacheringsopbrengst - het subsidieresultaat (gemiddeld € 5.300) en de begeleidingskosten (schatting: € 2.000) grotendeels of in zijn geheel worden ingelopen. Samenvattend de belangrijkste parameters: Aspect Personen beschut werk Subsidieresultaat (SR) per SE Subsidieresultaat SE x 1900 Kosten per werkplek Bijdrage in voorziening ‘beschut werk’ exclusief SR Bijdrage in voorziening ‘beschut werk’ inclusief SR
2015 134 (107 SE) € 1.900 -€ 200.000 € 3.500 -€ 470.000 -€ 670.000
2019 62 (49 SE) € 5.300 -€ 260.000 € 3.500 -€ 217.000 -€ 477.000
6
3
Toekomst beschut werk
In dit hoofdstuk staan we stil bij de uitgangspunten die de gemeente hanteert voor de toekomstige inrichting van ‘beschut werk’. Daarna gaan we in op de mogelijke uitvoeringsvarianten.
3.1 Uitgangspunten Voor de uitgangspunten met betrekking tot ‘beschut werk’ wordt logischerwijs terug gegrepen naar de vastgestelde beleidskaders. Algemeen Het 3D Beleidskader (oktober 2014) stelt dat Berkelland uit gaat van een kern- en wijkgerichte aanpak waarbij het credo ‘één gezin, één plan, één coach’ centraal staat. Inwonerkracht is leidend. Zelfredzaamheid en versterking van eigen kracht bereik je alleen als je de samenhang van de verschillende vragen op de leefdomeinen in beeld hebt, en deze in samenhang benadert. Deze manier van werken biedt mogelijkheden voor kwetsbare inwoners om het beroep op ondersteuning en zorg te verkleinen. Voormekaar team en werk Inwoners die beroep doen op werk- en inkomensondersteuning hebben een andere toegangspoort, namelijk het Loopbaanplein Oost Achterhoek. Bij het Loopbaanplein vindt de werkintake plaats met waar nodig een bredere uitvraag op alle leefgebieden (brede intake). Dit is vergelijkbaar met het keukentafelgesprek dat door het Voormekaar team wordt gevoerd. Begeleiding van de inwoner vindt integraal plaats, waarbij de noodzakelijke specialisten worden ingezet met bewaking door een generalist. Dit geldt ook voor taken op het gebied van reintegratie naar werk en taken op het gebied van participatie en wederkerigheid. Als het nodig is, kan er bij het Loopbaanplein ook worden doorverwezen naar het Voormekaar team (p. 28-29). Doelgroepen 3 en 4 In het 3D Beleidskader wordt bij de ondersteuning van inwoners naar werk uitgegaan van vier doelgroepen. Voor wat betreft de bestaande sw-medewerkers van ‘werken binnen’ gaat het vooral om doelgroep 3: Groep 3
Bemiddelbaar met langdurige ondersteuning Structurele verdiencapaciteit 20100% Wettelijk Minimum Loon
Voor deze groep is het belangrijk om de belemmeringen die iemand heeft om aan het werk te komen zo snel mogelijk weg te nemen. Het uitgangspunt bij de inzet van loonkostensubsidie is dat de inzet op klantniveau minimaal kostendekkend moet zijn. Wanneer het niet kostendekkend is, richten wij ons op participatie zonder loonvormende arbeid. Daarbij wordt aansluiting gezocht bij de sociale netwerken in de woonomgeving.
Wanneer reguliere arbeid niet mogelijk is of de kosten voor ondersteuning in het werk niet meer in verhouding staan tot de opbrengsten, dan is sprake van doelgroep 4: Groep 4
Permanent niet bemiddelbaar Structurele verdiencapaciteit < 20% Wettelijk Minimum Loon (zonder indicatie “Beschut werken”)
Deze groep ontvangt langdurig een uitkering. Er is geen mogelijkheid tot instroom in reguliere arbeid. Voor maatschappelijke participatie is deze groep aangewezen op een zogenoemd zorgtraject of sociale activering. Deze ondersteuning vergt een integrale aanpak over de volledige breedte van het sociale domein.
7
Beschut werk Participatiewet In het Beleidsplan Participatiewet 2014 staat het instrument ‘beschut werk’ van de Participatiewet beschreven (p. 43): ‘Beschut werk is bedoeld voor mensen die niet kunnen werken in een reguliere werkomgeving. Door hun lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking is een aanzienlijke mate van begeleiding en aanpassing van de werkplek nodig om arbeid te kunnen verrichten. Of iemand in aanmerking komt voor beschut werk, wordt vastgesteld door het UWV (op voordracht van de gemeenten). Gemeenten krijgen de ruimte om binnen de kaders van de Participatiewet een nieuwe voorziening voor beschut werken te organiseren, voor mensen met een verdiencapaciteit tussen de 20% en 40% van het wettelijk minimumloon. Deze nieuwe voorziening kan op verschillende wijzen worden georganiseerd. Zo kunnen de beschutte werkplekken worden aangeboden door reguliere werkgevers, bij sociale werkvoorzieningen en bij gemeenten zelf. Landelijk is er discussie of je als gemeente moet overgaan om beschut werk een aparte status /label te geven of dat je met behulp van het loonkosten subsidie instrument niet beter het zelfde doel kunt bereiken. Vooralsnog kiezen wij voor het laatste. Lokale aanpak In het 3D Beleidskader staat dat Berkelland een lokale aanpak van ‘beschut werk’ voorstaat (p.57): ‘We willen in de "eigen" kern van mensen vormen van beschut werken, daginvulling/besteding en vrijwilligerswerk koppelen aan Wmo-diensten en mantelzorgondersteuning. Zo komen vrijwilligers en inwoners die ondersteuning nodig hebben in hun eigen kern bij elkaar. We geloven hierbij sterk in de kracht van het lokale.’ Eerder in deze notitie hebben we al aangegeven dat Berkelland voor de sw-medewerkers die gering arbeidsproductief zijn zo veel als mogelijk lokaal naar een oplossing zoekt. Hierbij gaan we uit van productiewerk en nieuwe vormen bijvoorbeeld combinatie van zorg, dagactiviteiten en/of inzet van vrijwilligers. . Samenwerking Het Beleidsplan Participatie is op pagina 58 duidelijkheid als het gaat om de insteek van de gemeente inzake samenwerking: ‘Wij beseffen dat de lokale overheid slechts een van de spelers is op het terrein van re-integratie. Met dit beleidsplan leggen wij ons beleid vast, in de wetenschap dat de effectiviteit van dit beleid voor een groot gedeelte wordt bepaald door anderen binnen ons speelveld. "Anderen" binnen de werelden van overheid, ondernemers en onderwijs. "Anderen" binnen onze gemeenten en daarbuiten, "anderen" binnen en buiten de Achterhoek. Vandaar ook dat wij ons sterk gaan maken voor het in samenwerking met diverse partijen vormgeven van het regionaal arbeidsmarktbeleid. Dit betekent dat wij met inzet van bestuur en ambtelijke organisatie de boer op moeten. Wij moeten anderen verleiden om zich in te zetten voor een effectieve re-integratie van mensen die niet geheel op eigen kracht een plek op de arbeidsmarkt kunnen verkrijgen. Dit kunnen we doen door onze instrumenten af te stemmen op vraag en aanbod vanuit werkgevers, onderwijs en werkzoekenden. Maar dat kunnen we ook doen door overtuigingskracht, helderheid en bindend vermogen. En zeker niet in de laatste plaats door het goede voorbeeld te geven. Wij zijn tenslotte ook werkgever en opdrachtgever op een veelheid aan terreinen.’ Eén werkgeversbenadering Tevens werken we aan één centrale werkgeversbenadering. In dit kader is er specifieke aandacht voor de doelgroep ‘beschut werk’ (p. 66): ‘Speciale doelgroepen aan het werk krijgen en houden: Maatwerk is ons uitgangspunt bij het begeleiden van werkzoekenden. Een uitgebreide beschrijving van doelgroepenbeleid past hier niet bij. Wel zijn er groepen werkzoekenden aan te wijzen waarvoor een bijzondere benadering noodzakelijk is om hen aan het werk te krijgen en te houden. Het gaat hier onder meer om de werkzoekenden en werknemers met een arbeidsbeperking, c.q. de doelgroep loonkostensubsidie, de werknemers van de sociale werkvoorziening en de mensen die de nieuwe indicatie "beschut werken" krijgen.’ Mocht de afgeslankte voorziening ‘beschut werk’ publiek worden georganiseerd dan worden dat de werkgeveractiviteiten van ‘beschut werk’ (binnenhalen werkpakketten) gekoppeld aan de (regionale) werkgeversbenadering
8
Achtervang detacheringen Aanvullend aan de reeds vastgestelde uitgangspunten is er de wens voor een ‘achtervang’ voor sw-medewerkers die tijdelijk geen detacheringsplek hebben.. Regelmatig worden detacheringen beëindigd en lukt het niet om de betreffende sw-medewerker direct op een nieuwe detacheringsplek te laten ‘landen’. In deze gevallen wordt per individu bepaald (maatwerk) wat op dat moment de geschikte oplossing is. Dat kan bijvoorbeeld zijn werkritme behouden bij beschut werk. Samenvattend De uitvoeringsvarianten beschut werken zijn gebaseerd op deze 62 personen. Dit aantal zal de komende jaren dalen in verband met natuurlijke uitstroom. Voor deze groep medewerkers willen we maatwerk organiseren, waarbij participeren in de maatschappij centraal staat. Voor de meeste zal dat een vorm van werk betekenen voor sommige zal dat gericht zijn op dagactiviteiten die ondersteunend zijn of een bijdrage leveren aan het participeren in de maatschappij.(nieuwe vormen). Het streven is om beide vormen (productiewerk en dagactiviteiten) lokaal uit te voeren. Zodat vervoerstijd en kosten worden beperkt en sw-ers zichtbaar zijn in hun eigen omgeving. Voor het productiewerk schatten we op dit moment in dat centraal organiseren en (deels)lokaal uitvoeren de meest haalbare optie is (1-1-2017). De dagactiviteiten betreft een der mate kleine groep circa 10 dat uitvoering lokaal mogelijk wordt geacht. Vanuit deze feiten zullen we de uitvoeringsvarianten bespreken.
3.2 Uitvoeringsvarianten De gemeenteraad heeft in haar motie verzocht een aantal opties uit te werken over het toekomstige beschut werk, zoals: 1. het onderbrengen van beschut werk via verspreiding bij bedrijven en/of instellingen per kern; 2. het centraal regelen van beschut werk via een coöperatie; 3. het uitbesteden van beschut werk aan een marktpartij; 4. beschut werk gekoppeld aan dagbesteding. Voor het productiewerk circa 52 personen worden de varianten 1 t/m 3 uitgewerkt. Voor de dagactiviteiten en nieuwe vormen circa 10 personen wordt variant 4 onderzocht. Hierna wordt nader ingegaan op de verschillende uitvoeringsvarianten. Eerst wordt in algemene zin stil gestaan bij een aantal overwegingen met betrekking tot de te kiezen organisatievorm. Overwegingen organisatievorm De GR Hameland wordt opgeheven, daartoe is medio juni 2015 besloten. De vijf gemeenten willen zelf de Participatiewet uitvoeren, in samenhang met de andere decentralisaties. De SDOA is door de gemeente Berkelland (en Winterswijk en Oost Gelre) aangewezen om de Participatiewet uit te voeren. Zij voert de regie en/of is opdrachtgever voor de nieuwe vorm beschut werken Of de uitvoering gebeurd via een coöperatie, een BV of een stichting speelt de beoordeling van de volgende aspecten een rol: • beleidsvorming en sturing; • samenwerking(schaal); • (financiële) risico’s; • toezicht en verantwoording. De mening over deze aspecten bepaalt mede welke organisatievorm het beste past voor de gemeente Berkelland.
9
Uitvoeringsvarianten Hierna wordt nader ingegaan op de door de Gemeenteraad genoemde opties. In de hierna opgenomen toelichting ontkomen wij er niet aan in enige mate aan te geven hoe we de verschillende varianten op dit moment beoordelen. Het is uiteraard niet onze bedoeling daarmee de beeldvorming van de Gemeenteraad te bepalen. Ad 1 Het onderbrengen van beschut werk via verspreiding bij bedrijven en/of instellingen per kern Op dit moment zien we kleinschalig activiteiten in de praktijk waarbij ondernemers zoals Martin lijstenmakerij en de gemeente zelf in praktijk laten zien dat beschutte werkplekken op locatie binnen “normale” bedrijven mogelijk is. De omvang is echter op dit moment nog erg beperkt en in experimentenvorm dat wij niet verwachten voor 1-1-2017 volledig lokaal beschut werken te kunnen organiseren. Ad 2
Het centraal regelen van beschut werk via een coöperatie
Het centraal organiseren heeft het voordeel dat het regelen van werkpakketten, kennis en kunde voor een grotere groep ineen keer kan plaats vinden. Centraal organiseren van Werkpakketten In paragraaf 2.1 is een uitgebreide beschrijving opgenomen van de ontwikkeling rond de werkpakketten van het huidige beschut werk van Hameland. Voor zover op dit moment kan worden ingeschat vormt de recyclingactiviteit een goede basis voor de werkzaamheden van de kleiner wordende sw-populatie. Net als de gemeente Berkelland streven ook de andere gemeenten naar meer gedetacheerde sw-medewerkers, het doel is de totale populatie van ongeveer 650 te laten dalen naar rond de 250. Naast de recyclingactiviteiten zijn er enkele andere werkpakketten die eveneens voor een structurele ‘werkvoorraad’ zorgen. Mocht er een te veel aan werk zijn, dan kunnen er binnen de wettelijke kaders andere personen uit de Participatiewet worden ingezet. Bijvoorbeeld in de vorm van een werkervaringsplek. Hiervoor is al aangegeven dat een combinatie van een centrale organisatie en een lokale uitvoering een goede optie lijkt. Wanneer we kijken naar een centrale uitvoering dan ligt samenwerking voor de hand. Gelet op voornoemd standpunt past een publiek-private samenwerking. De vraag is uiteraard hoe deze samenwerking vorm te geven. Dit zal dan nader onderzocht moeten worden. Het coöperatiemodel zou, naast bijvoorbeeld een stichting, een mogelijke organisatievorm kunnen zijn. In dit geval zou er een bedrijfscoöperatie kunnen worden opgericht waarin zowel ondernemers (die het werk leveren en belang hebben bij continuïteit) als gemeenten (als opdrachtgevers, belang dat inwoners aan het werk zijn) en eventueel anderen (denk aan zorgpartijen in relatie tot de koppeling met dagbesteding) deelnemen. De coöperatie zorgt voor de uitvoering van ‘beschut werk’ onder de voorwaarden die gezamenlijk worden afgesproken. Om over te gaan tot oprichting van een coöperatie moet er wel een duidelijk gemeenschappelijk doel zijn dat centraal staat. De deelnemers moeten een bepaalde homogeniteit in doelstellingen en belangen hebben. Wij vinden het coöperatiemodel aansluiten bij de aard van de decentralisaties én de uitgangspunten van de gemeente. De gemeente kan het niet alleen en het is net als bij de andere transities van groot belang dat het bedrijfsleven, instellingen en maatschappelijke organisaties samen optrekken. Daarbij hebben bedrijven belang bij goed gemotiveerd en opgeleid personeel. Bedrijven kiezen vanuit maatschappelijk verantwoord ondernemen bewust voor de inzet van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Verder is bij de afgeslankte voorziening ‘beschut werk’ recycling een belangrijke ‘werkstroom’. Hiermee kunnen duurzame samenwerkingen worden aangegaan met ondernemers. Gemeenten hebben in het kader van afvalbeheersing een duidelijk maatschappelijk belang.
10
In het kader van de gezamenlijke visievorming (zie ook 4.1) binnen de GR Hameland heeft de Stuurgroep opdracht gegeven een aantal varianten / scenario’s nader te onderzoeken. Het coöperatiemodel met ondernemers is er daar één van. Dit onderzoek zal begin februari opgeleverd worden en kan dan ook worden meegenomen in de visievorming. Ad 3
Het uitbesteden van beschut werk aan een marktpartij
De gemeente kan er ook voor kiezen ‘de markt’ de taak van ‘beschut werk’ te laten uitvoeren. Dit betekent dat er, bij voorkeur in samenwerking met de andere gemeenten, een aanbesteding wordt gedaan voor de begeleiding van de sw-medewerkers uit Berkelland die op dit moment onderdeel zijn van de afdeling ‘werken binnen’. Een van de opties zou kunnen zijn ‘verkoop’ van huidige ‘werken binnen’ aan een private organisatie. Feitelijk is er echter geen sprake van een ‘verkoop’. Zoals eerder in deze notitie aangegeven heeft ‘beschut werk’ een negatief operationeel resultaat. De sw-medewerkers hebben in de ondersteuning van het werk ondersteuning nodig waarvan de kosten door diezelfde sw-medewerkers niet kan worden terugverdiend zoals bijvoorbeeld bij een (groeps)detachering wel het geval is. In die zin kan beschut werk beter worden vergeleken met bijvoorbeeld de arbeidsmatige dagbesteding: voor de gemeenten is geen sprake van een verdienmodel maar van een inkoopmodel. In dit geval krijgt de gemeente dus een inkooprelatie met de private organisatie waarbij er ‘aan de voorkant’ afspraken worden gemaakt over de te leveren diensten en de te betalen kostprijs. Mocht de private organisatie failliet gaan, dan blijft de gemeente verantwoordelijk voor de betrokken sw-medewerkers - de sw-medewerkers staan dan immers op de loonlijst van de gemeente - en zal het een nieuwe uitvoeringsorganisatie moeten vinden. Ad 4
Beschut werk gekoppeld aan dagbesteding
Er wordt in het kader van de decentralisaties veel gezegd en geschreven over de koppeling tussen beschut werk en dagbesteding. Waar het wat ons betreft over gaat is niet het wettelijke kader waar een inwoner onder valt (respectievelijk Participatiewet of Wmo) maar de mogelijkheden van de inwoner. Kan de inwoner met enige ondersteuning werken of is een maatschappelijke participatie meer op zijn plaats? Er is tussen arbeidsmatige dagbesteding en beschut werk ook niet een scherpe lijn te trekken. Voor wat betreft het nieuwe instrument ‘beschut werk’ heeft de gemeente in de Participatiewet overigens niet de verplichting het aan te bieden. De gemeente kan andere instrumenten gericht op de begeleiding van de inwoner in te zetten. Hierdoor is een koppeling met arbeidsmatige dagbesteding in ieder geval wel mogelijk. In algemene zin zijn we van mening dat ‘beschut werk’ altijd aan dagbesteding kan worden gekoppeld. Het gaat in deze altijd om de persoonlijke situatie van een inwoner, we willen maatwerk bieden. Dat is het uitgangspunt. Beschut werk koppelen aan dagbesteding is derhalve een oplossing en niet dé oplossing. Wij verwachten dat voor een klein deel circa 10 personen van het huidige beschut werken een maatwerk oplossing lokaal, gekoppeld aan een dagactiviteit een meer geschikte oplossing is dan productie werk. Omdat het zo kleinschalig is kunnen we opzoek naar nieuwe vormen. We kijken daarbij naar samenwerking met Estinea, maar ook naar experimenten als de stadskamer in Doetinchem en Groenlo. Tot slot van de uitvoeringsvarianten staan we kort stil bij de verbinding met de SDOA als uitvoerder van de Participatiewet en een mogelijk regionale uitvoering van ‘beschut werk’.
SDOA en voorziening ‘beschut werk’ De gemeente heeft in de SDOA haar uitvoeringsorganisatie voor de Participatiewet. Het is dan ook logisch de taak van ‘beschut werk’ eveneens bij deze organisatie neer te leggen. De SDOA
11
is de uitvoeringsorganisatie, want ze zal zoveel mogelijk bedrijven moeten vinden om beschutwerk lokaal te organiseren op onderdelen zal ze moeten samenwerken om combinaties met zorgpartijen / vrijwilligers vorm te geven i.v.m. arbeidsmatige dagbesteding. Logischerwijs wordt er dan samengewerkt met de gemeenten Oost Gelre en Winterswijk. Daarnaast kan er zoals aangegeven een samenwerking ontstaan tussen de SDOA en de afgeslankte entiteit 'beschut werk' omdat er niet direct voor de hele groep lokaal voldoende aanbod zal zijn en ook gelet op de inzet van 'beschut werk' als mogelijke achtervang bij een gestopte detachering. Regionale uitvoering De arbeidsmarktregio heeft een duidelijke positie binnen de uitvoering van de Arbeidsmarktbeleid. Op die schaal wordt door de betrokken partijen (Gemeenten, UWV, Vakbonden en werkgevers) een regionaal werkbedrijf georganiseerd. Dit werkbedrijf is een netwerkbedrijf gericht op de doelstellingen m.b.t de “Klijnsma” banen en niet te verwarren met een afdeling beschutwerken. De andere gemeenten in de regio Achterhoek hebben logischerwijs eveneens te maken met een populatie ‘beschut werk’, die zij ondersteuning moeten bieden in het aan het werk krijgen en houden. Zoals bekend, wordt er binnen de regio Achterhoek veel samengewerkt vanuit ‘oost’ en ‘west’. Dit om te komen tot een gezamenlijke werkgeversdienstverlening voor de hele arbeidsmarkt regio Achterhoek In ‘west’ is onlangs een nieuwe fusieorganisatie ontstaan (Laborijn) vanuit de sociale dienst van Doetinchem, het voormalige ISWI en het sw-bedrijf Wedeo. Dit sw-bedrijf kende / kent eveneens een afdeling ‘werken binnen’, die al is afgeslankt tot een aantal van onder de 200 personen (op een totaal van ongeveer 1.000 personen). Samenwerking tussen deze afdeling en de huidige entiteit van de GR Hameland behoort vanuit de inhoud bezien tot de mogelijkheden. Wel zijn we van mening dat de uitvoering van ‘beschut werk’ decentraal moet plaatsvinden, zeker gezien de combinatie van een lokale en bovenlokale uitvoering. Qua organisatievorm zou bij een regionale uitvoering eveneens het coöperatiemodel een optie kunnen zijn. Dan wel publiek, dan wel publiek-privaat.
12
4
Vervolgproces
4.1 Van visie naar uitvoering Op basis van deze notitie kan de Gemeenteraad de verschillende uitvoeringsvarianten bespreken en aangeven welke voorkeuren er zijn. De uitkomsten van deze bespreking zullen worden meegenomen bij het opstellen van een visienotitie, waarin de gewenste visie is uitgewerkt. Deze visie zal medio februari door het college worden vastgesteld en worden voorgelegd in de commissie sociaal van 1 maart. Zoals aangegeven wordt op dit moment in opdracht van de Stuurgroep Hameland een aantal varianten / scenario’s nader onderzocht. Met name gericht op de coöperatie met ondernemers. Dit onderzoek zal begin februari opgeleverd worden en kan dan ook worden meegenomen in de visievorming.
4.2 Betrokkenheid Wsw-raad De Wsw-raad heeft bij brief d.d. 10 december 2015 aan het College van B&W een aantal uitgangspunten beschreven die volgens de Wsw-raad meegenomen zouden moeten worden bij de inrichting van de nieuwe organisatie, dan wel de begeleiding van de sw-medewerker door een nieuwe organisatie. Deze brief is als bijlage bij deze brief gevoegd. We ventileren twee belangrijke aandachtspunten uit de brief van de Wsw-raad, te weten het werken met een individueel ontwikkelplan en een kundige begeleiding van de sw-medewerker. In 2016 blijft de begeleiding van de sw-medewerkers bij ‘werken binnen’ ongewijzigd. Richting 2017 zal duidelijk worden hoe de inrichting er dan uit komt te zien. De gemeente staat in ieder geval, vanuit het oogpunt van de sw-medewerker, voor een zorgvuldige transitie. De SDOA zal daarnaast de begeleiding van gedetacheerde sw-medewerkers overnemen. De betrokken werkcoaches van Hameland zullen daarbij, voor zover ze op dat moment werkzaam zijn bij Hameland, in dienst treden bij de SDOA. De Wsw-raad zal worden gevraagd waar met name de verbeterpunten zitten wanneer het gaat om begeleiding enerzijds en de individuele ontwikkelplannen anderzijds. Daarnaast zal de concept visie ter consultering aan de Wsw-raad worden voorgelegd.
13
Einde bijlage: 2016-03-08 Bijlage 2 - Notitie beschut werk BOT-overleg 13-01-2016 - Visie Beschut Werk
Terug naar het agendapunt
2016-03-08 Bijlage 3 - Een keuze met perspectief advies toekomst Beschut Binnen - Visie Beschut Werk (terug naar agendapunt)
De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####8d76d4e0-cf85-4a43-a179-1b3eda88db56#
RAPPORT
Een keuze met perspectief Advies toekomst Beschut Binnen Hameland BEDRIJF/ORGANISATIE Hameland transitieteam DATUM Februari 2016 REFERENTIE Wst Lte 2016.014
INHOUDSOPGAVE 1.
INLEIDING
3
2. EEN KEUZE MET PERSPECTIEF
4
3.
6
HAALBAARHEID VARIANTEN
4. CONCLUSIES
10
5.
ADVIES EN VERVOLGSTAPPEN
11
BIJLAGE 1: GEÏNTERVIEWDE PERSONEN
14
PAGINA 2 VAN 15
1.
INLEIDING 1.1.
Aanleiding: advies toekomst Beschut Binnen
Hameland zit middenin een transitieproces. Belangrijke stappen daarin zijn het onderbrengen van detacheringen bij de Sociale Dienst Oost Achterhoek (SDOA) en het opheffen van de GR Hameland. In het kader van de transitie heeft het transitieteam Rijnconsult om advies gevraagd over de toekomst van Beschut Binnen. Op dit moment werken er 625 mensen binnen de muren van Hameland (43 procent van de medewerkers). Van deze 625 mensen kunnen naar schatting van Hameland 350 mensen worden gedetacheerd. De verwachting is dat uiteindelijk circa 275 mensen blijven aangewezen op Beschut Binnen. Dit betekent het volgende voor de opgave van de individuele gemeenten: Tabel 1: Raming aantallen mensen dat aangewezen blijft op een vorm van Beschut Binnen Gemeente Geschat aantal mensen Beschut Binnen* Aalten 73 Berkelland 68 Oost-Gelre 74 Winterswijk 60 Totaal 275 *
In de cijfers is de doelstelling van 275 als uitgangspunt genomen. De aantallen geven, uitgaande van 275, de verhoudingen weer tussen gemeenten. Haaksbergen en mensen buitengemeenten zijn niet opgenomen.
1.2.
Opdracht: haalbaarheid varianten
Eind vorig jaar hebben de gemeenten een viertal varianten voor de toekomst van beschut werk benoemd. De opdracht aan Rijnconsult luidde: onderzoek de haalbaarheid van de varianten en adviseer het transitieteam over de toekomst van Beschut Binnen. De volgende varianten zijn benoemd: •
Combineren Beschut Binnen bij de zorg.
•
Organiseren Beschut Binnen bij een coöperatie.
•
Organiseren Beschut Binnen bij een coöperatie met de gemeente.
•
Onderbrengen Beschut Binnen bij Laborijn. 1.3.
Aanpak en activiteiten
Ter voorbereiding op het advies is gesproken met de belangrijkste opdrachtgevers van Hameland, met de leden van het Dagelijks Bestuur, met medewerkers van Hameland en ambtenaren van de vier gemeenten. Haaksbergen is, in overleg, niet in het advies betrokken. In bijlage 1 staat een overzicht van de geïnterviewde personen. Daarnaast zijn relevante documenten zoals het Transitieplan en de (bedrijfseconomische) gegevens over Hameland bekeken. Het advies is opgesteld in januari 2016. 1.4. Opzet rapportage Deze rapportage bestaat uit vijf hoofdstukken. Het volgende hoofdstuk gaat over Beschut Binnen in het bredere perspectief van de transitie van Hameland. Centraal element daarin is dat de in het transitieplan geformuleerde keuze om vol in te zetten op detachering consequenties heeft voor de keuzen ten aanzien van Beschut Binnen. Het derde hoofdstuk gaat in op de haalbaarheid van de vier varianten Het vierde hoofdstuk zet de conclusies op een rijtje. Het rapport sluit af met een hoofdstuk waarin het advies en de vervolgstappen voor de toekomst aan de orde komen.
PAGINA 3 VAN 15
2.
EEN KEUZE MET PERSPECTIEF 2.1.
Twee strategische opties voor Beschut Binnen
We kunnen twee modellen onderscheiden voor het organiseren van Beschut Binnen (of Beschut Werk) in de sociale werkvoorziening. De eerste keuze is te kenschetsen als: een gewoon bedrijf met bijzondere werknemers. In dit model fungeert het SW-bedrijf als een gewoon rendabel bedrijf en zet zij in de uitvoering van de activiteiten een mix van werknemers in. Daarmee onstaat de mogelijkheid om hogere tarieven in rekening te brengen waardoor de toegevoegde waarde van deze werknemers samen voldoende is om de begeleiding, de kapitaallasten en eventuele tekorten op de loonkostensubsidie te dekken. IBN in Uden en de Tomingroep in Hilversum zijn voorbeelden van bedrijven die op deze manier zijn georganiseerd. In de tweede optie kiest het SW-bedrijf ervoor om waar mogelijk mensen te detacheren en Beschut Binnen te organiseren voor werknemers die niet gedetacheerd kunnen worden, of voor werknemers die tijdelijk geen detacheringsplek hebben. In dit model is Beschut Binnen klein en worden de verliezen zo beperkt mogelijk gehouden en gecompenseerd door de opbrengsten uit detacheringen. Dit is het model dat de meeste SW-bedrijven en ook Hameland hebben gekozen. Beschut Binnen is daarbij zo ingericht dat iedereen vrijwel direct kan uitstromen. Dat vraagt om eenvoudig werk dat door iedereen gedaan kan worden. Lange termijn verplichtingen die voortkomen uit investeringen in productiemiddelen passen hier niet. Hameland heeft in 2010 met Hameland Fundamenteel Anders gekozen voor de tweede optie: ‘het transformeren van Hameland van een productiebedrijf naar een arbeidsontwikkelbedrijf… SW-werknemers moesten zo veel als mogelijk bij reguliere werkgevers aan de slag’ . (Transitieplan badzijde 14). 2.2. Op twee gedachten hinken De keuze voor detacheren heeft implicaties voor de toekomst van Beschut Binnen. Het risico is dat SW-bedrijven daarbij op twee gedachten hinken: zij zetten in op detacheren maar veranderen te weinig bij Beschut Binnen. Dat leidt ertoe dat er discussies ontstaan over de inzet van mensen en de vraag opspeelt of ze ‘binnen gemist kunnen worden’. Het resultaat is dat detacheringen onvoldoende van de grond komen en de volumes achterblijven. Bedrijfseconomisch leidt dit ertoe dat SW-bedrijven, onvermijdelijke, verliezen van Beschut Binnen moeten dragen, zonder voldoende compensatie door de opbrengsten van detacheringen. Bovendien blijven de verliezen bij Beschut Binnen, door het grote aantal mensen, fors. Ook voor de mensen is dit niet optimaal: mensen in detacheringen hebben meer het gevoel erbij te horen, zij hebben een echte baan in een echt bedrijf. Bij Hameland is dit aan de orde. Dit pleit voor een duidelijke en consequent doorgevoerde keuze waarin detacheren de ruimte krijgt.
PAGINA 4 VAN 15
2.3.
Uitgangspunten beschut werk
Om detacheringen de ruimte te geven en te voorkomen dat Hameland op twee gedachten blijft hinken, benoemen we 5 uitgangspunten voor toekomstige inrichting van Beschut Binnen: •
iedereen voor wie dat mogelijk, is detacheren we. Hier liggen twee argumenten aan ten grondslag. Ten eerste hebben mensen in detacheringen meer het gevoel een echte baan te hebben, ze doen mee bij een echt bedrijf en staan in de maatschappij. Dat zien we terug bij het ziekteverzuim dat bij detacheringen lager is dan bij Beschut Binnen. De tweede reden is dat de opbrengsten van detacheringen hoger zijn dan die in Beschut Binnen. Hameland kan met deze strategie de opbrengsten uit detacheringen benutten om verliezen bij Beschut Binnen te compenseren;
•
iedereen is misbaar. De activiteiten in Beschut Binnen zijn eenvoudig en zodanig georganiseerd dat iedereen die binnen werkt op korte termijn vervangbaar is. Zo voorkomen we dat detacheringen haperen omdat mensen binnen onmisbaar is zijn. Dat heeft consequenties voor het niveau van het werk en de organisatie ervan;
•
alleen noodzakelijke investeringen in kapitaalgoederen. Beschut Binnen is nodig voor mensen die, tijdelijk, niet zijn gedetacheerd. De werkzaamheden, of onderdelen daarvan, moeten zonder grote desinvesteringen en op korte termijn te stoppen zijn op het moment dat iemand gedetacheerd kan worden. Daarin passen geen investeringen in kapitaalgoederen;
•
Beschut Binnen is een vangnet zonder arbeidsontwikkeldoelstelling. Beschut Binnen is een vangnet voor de allerzwaksten waarbij het van belang is dat de voorziening veilig is en de stabiliteit geeft die nodig is, maar waar geen kosten voor ontwikkeling worden gemaakt. Dit betekent ook dat Beschut Binnen als vangnet geen ontwikkeldoelstelling heeft. Ontwikkeling vindt plaats in detachering en het is het doel om zo veel mogelijk mensen de detacheren;
•
accepteer dat Beschut Binnen verliesgevend is. De consequentie hiervan is dat we accepteren dat Beschut Binnen verliesgevend is. Waarbij minimale verliezen het streven zijn. De verliezen bij Beschut Binnen worden gecompenseerd met de opbrengsten vanuit detacheringen.
Zonder omarming van dit perspectief blijft de spanning tussen detacheren en Beschut Binnen bestaan. Dat hindert de ontwikkeling van het aantal detacheringen. Het risico daarvan is dat bij Hameland de huidige situatie met veel mensen binnen blijft bestaan.
PAGINA 5 VAN 15
3.
HAALBAARHEID VARIANTEN
Eind 2015 zijn vier varianten benoemd voor de organisatie van Beschut Binnen. •
Combineren Beschut Binnen bij de zorg.
•
Organiseren Beschut Binnen bij een coöperatie.
•
Organiseren Beschut Binnen bij een coöperatie met de gemeente.
•
Onderbrengen Beschut Binnen bij Laborijn. 3.1.
Onderbrengen bij de zorg: een lagere prijs door slimme combinaties
In deze variant komen de mensen die op beschut werk zijn aangewezen in een vorm van dagbesteding bij zorgaanbieders. In mei 2015 hebben Siza, de Lichtenvoorde, Zozijn en Estinea, in opdracht van de gemeente Winterswijk, een document opgesteld met een aanbod voor Beschut Binnen. Er heeft geen besluitvorming plaatsgevonden over dit voorstel. Een verschil in werkwijze en prijs Zorgaanbieders die dagbesteding in het kader van de WMO (voorheen) AWBZ aanbieden, hebben een andere werkwijze dan de Sociale Werkvoorziening. Zij werken meer in kleine groepen met een individuele benadering, waarbij de zorg- en ontwikkelkant meer aandacht krijgen dan de productiviteitskant. De Sociale Werkvoorziening werkt met grotere groepen, waarbij de verdiensten een belangrijke rol spelen en begeleiding sterker gericht is op de productie. Deze verschillende benaderingen leiden tot een verschil in kosten per plek per jaar. Om de kosten tussen de zorg en Hameland zuiver te vergelijken, maken we een onderscheid tussen de begeleidingskosten, de opbrengsten en het subsidietekort. Dat laatste is het gat tussen de in de cao voor de sociale werkvoorziening bepaalde loonkosten en de loonkostensubsidie. Dit subsidietekort komt voor rekening van de gemeente als werkgever. In tabel 2 zijn de kosten vergeleken. Tabel 2: Vergelijking kosten zorg en Hameland Begeleiding/dagbesteding Aanbod zorg € 4.956 Kosten Hameland € 3.365
Subsidietekort € 1.854
Totale kosten € 6.810 € 5.218
Deze cijfers zijn gebaseerd op de ramingen voor 2016 van Hameland en de prijsopgave die in mei 2015 in het voorstel van de zorgaanbieders is opgenomen. | De kosten bij Hameland zijn, uitgaande van 650 mensen binnen, € 3.365 per persoon. Dit bedrag is een saldo van de bedrijfskosten per persoon, € 4.442, en de opbrengsten per persoon: € 1.077. Deze € 3.365 vormt de zuiverste vergelijking met de kosten zoals die in het projectplan van de zorgaanbieders is opgenomen. Die bedragen € 4.956. In dit bedrag zijn de kosten en eventuele inkomsten gesaldeerd. Het verschil is € 1.592, oftewel de zorg is een derde duurder. In de derde kolom staan de totale kosten. Voor de nuance: het gaat hier om een gemiddelde prijs voor alle 650 mensen die op dit moment beschut werken bij Hameland. Het ligt in de rede dat de 275 die straks niet gedetacheerd kunnen worden een lagere opbrengst hebben. Daarmee neemt het kostenverschil iets af.
PAGINA 6 VAN 15
In de eerdere contacten en de verkenning van de mogelijkheden van de zorg is het prijsverschil het breekpunt gebleken. Dit is een gemiste kans: er liggen veel aanknopingspunten om te komen tot lagere kosten. Uit de gesprekken en het plan van aanpak blijkt het volgende. De kosten kunnen naar beneden door de werkwijzen te combineren. Meer mensen op een groep en meer gemengde groepen. Daarbij kan een combinatie van zorgkwaliteiten en productiekwaliteiten kansen bieden voor de zwakke mensen in de Sociale Werkvoorziening en de betere mensen in de dagbesteding. En meer mensen in groepen betekent lagere kosten. Combinaties kunnen bovendien leiden tot een betere dekkingsgraad in de dagbesteding. De kosten gaan ook omlaag door in de combinatie te onderzoeken of de opbrengsten in de zorg omhoog kunnen. Dit moet niet leiden tot een hernieuwde opbouw van commerciële activiteiten. Een tweede element is verbreding naar de zorg: de groep mensen die nu in Hameland werkt en voor wie een vorm van dagbesteding passend is, hebben ook met de gemeente te maken in het kader van de WMO of met de zorgverzekeraar via de WLZ. Voor de Lichtenvoorde gaat het in deze samenloop om 250 mensen. Voor de Lichtenvoorde betekent dit ook dat zij voor mensen in de WLZ in zorgzwaartepakket 5-8 de behandeling doet. Daarmee zijn dagbesteding en behandeling te combineren. De inbedding van Beschut Binnen in combinatie met dagbesteding kan daarnaast aansluiten op de Algemene Basisvoorziening in de WMO. Veel SW-werknemers die echt zijn aangewezen op Beschut Binnen hebben vaak ook een zorgbehoefte: er is sprake van een samenloop tussen de SW en de Wet langdurige zorg. Ook hier kan in de aanpak worden geprofiteerd. Voor gemeenten betekent dit dat zij Beschut Binnen niet alleen vanuit het perspectief van de Participatiewet gaan bekijken. De gemeente is ook opdrachtgever voor de WMO en de dagbesteding en kan dit benutten. Ten derde stellen zorgaanbieders in hun aanpak dat de opvang van mensen uit Beschut Binnen kan plaatsvinden door ongebruikte capaciteit in de dagbesteding beter te benutten. Daarmee is een deel van de kosten van Beschut Binnen gedekt. Overigens is het van belang om op te merken dat deze besparing verrekend is in het bovengenoemde tarief van € 4.956. 3.2.
Coöperatie
In deze variant brengen opdrachtgevers de werkpakketten van Beschut Binnen onder bij een op te richten coöperatie. Gemeenten brengen arbeidskrachten in uit de Sociale Werkvoorziening. Het voordeel van een coöperatie is dat het continuïteit garandeert van de dienstverlening door Hameland voor opdrachtgevers en de gemeente. Kracht van het idee is daarnaast dat de mogelijkheid ontstaat om werkzaamheden te combineren en te profiteren van fluctuaties in opdrachtstromen en, mekaar compenserende, seizoenspatronen. In deze context moeten we ook recycling zien. Dat is in de coöperatiegedachte een vaste, maar minder tijdsgebonden, stroom van werkzaamheden waardoor flexibiliteit ontstaat om pieken en dalen in de werkpakketten van andere coöperatieleden op te vangen. De haalbaarheid van de coöperatie voor Beschut Binnen is afhankelijk van de animo bij opdrachtgevers. Animo bij opdrachtgevers voor een coöperatie Beschut Binnen
PAGINA 7 VAN 15
Om de animo bij opdrachtgevers te peilen is gesproken met: ATAG, Kramp, Morssinkhof, Ulamo en Timmerije. De onderstaande tabel geeft een overzicht van de manier waarop deze partijen tegen de coöperatiegedachte aankijken. In de tabel is onderscheid gemaakt tussen Beschut Binnen en Detacheren. Opdrachtgever
Beschut Binnen
Detacheren
ATAG
N.v.t.
Kramp
N.v.t.
Morssinkhof
Maakt gebruik van Beschut Binnen als er kansen zijn in de markt. Geen structurele vraag, maar kansgedreven. Geen seizoenspatroon. Is afhankelijk van een specifieke order van de Duitse bouwmarkt. Geen kernproces maar incidenteel en onvoorspelbaar. N.v.t.
Hecht veel waarde aan de continuïteit van de dienstverlening en is bereid om actief mee te denken en wellicht te participeren in een coöperatie. Vaste ploeg die werkzaam is in de schoonmaak van de bakken. Goed ingewerkt en gewaardeerd. Hechten wel aan de continuïteit maar denken niet aan een coöperatie. N.v.t.
Ulamo
Timmerije
Vaste ploeg, veel waardering voor de relatie en bereid om na te denken over andere vormen. Vaste ploeg binnen fungeert prima. Weinig ruimt in prijs: nu al beperkte dekking van de integrale kosten. Het aangaan van een geformaliseerd verband of een coöperatie past niet in de werkwijze van de holding waar Timmerije onderdeel van uitmaakt.
Op basis van de gesprekken kunnen we twee conclusies trekken: Beschut Binnen: continuïteit is geen issue, geen animo voor een coöperatie Er is in de gesprekken geen animo gebleken voor een coöperatie voor Beschut Binnen. De opdrachtenstroom is daarvoor te onvoorspelbaar (volume en moment) en het soort werkzaamheden is niet zo cruciaal voor de eigen processen dat continuïteit van belang is. Ook is er bij Beschut Binnen geen sprake van een seizoenspatroon waarmee combinaties en inzet over het jaar mogelijk worden. Opdrachtgevers zijn daarom ook niet bereid om risico te lopen door te participeren in een coöperatie. Detacheringen: behoefte aan continuïteit, coöperatie mogelijkheid In de geprekken is tevens een coöperatie voor detacheringen aan de orde gekomen. Daar is vaker sprake van cruciale processen waarin opdrachtgevers zekerheid willen hebben over de continuïteit. Deze behoefte aan zekerheid speelt bij alle opdrachtgevers bij detacheringen. Voor ATAG en Ulamo is een coöperatie daarbij een optie. Bij Timmerije en Kramp past dit minder goed in hun werkwijze. Belangrijk signaal is dat de bestaande opdrachtgevers hechten aan de huidige relatie met Hameland, graag de garantie willen dat deze bij SDOA wordt gecontinueerd, en dat zij behoefte hebben aan informatie hierover.
PAGINA 8 VAN 15
Een coöperatie met of zonder gemeente? Er zijn twee soorten coöperaties mogelijk en besproken. Eén model waarin private partijen diensten afnemen, eigenaar/ondernemer zijn en bestuurders van de corporatie en de gemeenten alleen toeleverancier van arbeid zijn, maar geen eigenaar of bestuurder. Voordeel voor de gemeente is dat zij weinig risico loopt. Maar er zijn ook nadelen: de gemeente heeft geen zeggenschap en de ondernemers zullen commitment willen van de gemeente en zeer waarschijnlijk een risicoopslag rekenen voor het feit dat zij het ondernemersrisico alleen dragen. In een tweede model zijn opdrachtgevers en gemeente beiden zowel afnemer, eigenaar als bestuurder van de coöperatie. Voor gemeenten betekent dit dat zij invloed hebben, maar wel weer ondernemersrisico lopen, zij het gedeeld met anderen. Gezien de constatering dat er geen animo is voor een coöperatie bij Beschut Binnen is het onderscheid tussen een coöperatie met dan wel zonder de gemeente niet meer relevant. Recycling flexibel en in lijn met gemeentelijke milieudoelstellingen… maar onzekerheid over de opbrengsten Recycling past goed bij de Sociale Werkvoorziening en Beschut Binnen. Het is een constante werkstroom zonder al te veel tijdsdruk. Spullen moeten verwerkt worden maar zonder harde einddata omdat er geen klanten wachten. En recycling kan ingepast worden in de milieudoelstellingen van de gemeenten: zo snijdt het mes aan twee kanten. De keerzijde van recycling is dat er nog onvoldoende zicht is op de opbrengsten van gerecyclede producten en in het verlengde daarvan de opbrengsten per uur. Een tweede vraagteken is de aard van het werk. Een deel van de recycling werkzaamheden is eenvoudig en komt dicht in de buurt van in- en ompakken. Maar recycling kan ook fysiek zwaar en compexer zijn en om investeringen in machines vragen. Recycling in relatie tot de uitgangspunten voor Beschut Binnen Bij de vraag wat de mogelijkheden van recycling voor Beschut Binnen zijn speelt nog een aspect. Indien recyling groter wordt opgezet en in samenwerking met recyclebedrijven, vraagt dat om investeringen en lange termijn investeringen, dan ontstaat het risico dat recycling een doel op zich wordt en een belemmering gaat vormen op de mogelijkheden voor detachering. In dit geval is het logischer om recycling door of in samenwerking met een marktpartij uit te laten voeren en mensen te detacheren. Daarvoor zou een private coöperatie een model zijn, maar andere rechtsvormen zijn ook goed denkbaar. Dit is vergelijkbaar met East Wood. Dit staat los van de eenvoudige recycling, zoals die nu door Hameland gedaan wordt. Deze werkzaamheden zitten de groei van detacheringen niet in de weg en passen als activiteit goed bij Beschut Binnen. 3.3.
Laborijn
Laborijn als uitvoerder van beschut werk, 275 mensen In deze variant gaat Laborijn het beschutte werk van Hameland uitvoeren. De voordelen hiervan zijn beperkt. De kosten per plek bij Hameland bedragen € 3.365 per jaar per persoon in Beschut Binnen. Dit bedrag is een saldo van de bedrijfskosten per persoon € 4.442 en de opbrengsten per persoon € 1.077. Dit is laag en daalt door het samengaan met Laborijn niet substantieel. Overigens zijn de kosten per plek binnen bij Labrorijn en Hameland niet helemaal meer te vergelijken. Doordat Laborijn de afgelopen een sterke uitstroom richting detacheren heeft gerealiseerd is het werk binnen sterk veranderd. De populatie is veranderd en minder productief en de inzet is gericht op het beperken van de kosten. PAGINA 9 VAN 15
4.
CONCLUSIES 4.1. Conclusie 1: de toekomst van Beschut Binnen ligt bij detacheren
Om detacheringen de ruimte te geven is het noodzakelijk om beschut werk vanuit vijf uitgangspunten te organiseren: •
iedereen voor wie dat mogelijk, is detacheren we;
•
iedereen is misbaar;
•
alleen noodzakelijke investeringen in kapitaalgoederen;
•
Beschut Binnen is een vangnet zonder arbeidsontwikkeldoelstelling;
•
accepteer dat Beschut Binnen beperkt verliesgevend is.
Ten aanzien van de varianten trekken we de volgende conclusies: 4.2. Conclusie 2: Geen animo voor een coöperatie voor Beschut Binnen, Laborijn niet of nauwelijks goedkoper Er is geen animo voor het oprichten van een coöperatie voor Beschut Binnen. Opdrachtgevers zien het werk van Beschut Binnen niet als kernproces. Het komt er in veel gevallen incidenteel bij en ze hechten niet sterk aan de continuïteit. Daardoor zien zij geen reden om risico’s te lopen. Het onderbrengen van de Beschut Binnen bij Laborijn heeft geen voordeel. 4.3.
Conclusie 3: zorg kansrijk met combinaties en verbreding naar WMO
Het onderbrengen van Beschut Binnen bij de zorg is vooralsnog afgeketst op de kosten. Toch liggen er aanknopingspunten om de kosten te verlagen. Door combinaties te maken van groepen in de zorg en de s,ociale werkvoorziening waardoor de gemiddelde groepsgrootte toeneemt en door koppelingen te maken met de WMO, WLZ. Gemeenten kunnen hier vanuit de participatiewet en de WMO richting aan geven.
PAGINA 10 VAN 15
5.
ADVIES EN VERVOLGSTAPPEN
Op dit moment werken er nog circa 650 mensen binnen de muren van Hameland. We kunnen drie toekomstperspectieven formuleren voor deze groep: -
detacheren. Het is de ambitie om circa 350 mensen te detacheren bij private partijen. Dit zal door SDOA gebeuren. Het advies is om ook recycling als private activiteit in dit kader mee te nemen
-
Een klein deel van de medewerkers van Hameland is beter af in de zorg: hun verdiencapaciteit schiettekort om een detachering mogelijk te maken. Eerdere verkenning met de zorg zijn, vroegtijdig gestrand op prijsverschillen. Advies is om de samenwerking met de zorgaanbieders verder uit te werken waarbij meer dan nu de combinatie tussen sociale werkvoorziening en zorg gezocht kan worden. Het doel is om te komen tot een geschikt aanbod tegen een hanteerbare prijs
-
Indien het aantal detacheren en het aantal plekken in de zorg tekortschieten, is het nodig dat gemeenten zelf een (kleine) eenheid beschut werk inrichten. Dat zouden we als een vangnet kunnen zien voor mensen die tijdelijk niet gedetacheerd zijn, mensen voor wie het (nog) niet gelukt is om een detacheringsplek te vinden en die niet in de zorg passen. Advies is om het vangnet aan SDOA te verbinden.
We lichten drie toekomstperspectieven toe. 5.1.
Detacheringen forse opgave SDOA
Groei detacheringen door SDOA Het aantal detacheringen dat SDOA de komende jaren moet realiseren is fors. Het gaat om 350 extra plekken en het gaat om het opvangen van de beëindigde plekken. De afgelopen jaren is de acquisitie van detacheringsplekken beperkt geweest. Dat is zichtbaar in de forse aantallen mensen binnen. Van de detacheringsplekken die er de afgelopen jaren bijgekomen zijn, is bovendien een belangrijk deel het gevolg van het afstoten van bedrijfsonderdelen. Dit zet veel druk op de synergie die moet ontstaan door de bundeling van werkgeverscontacten Om het aantal detacheringen verder te laten groeien lijkt recycling kansrijk. Het verdient de voorkeur om recycling 2
als private onderneming voort te zetten. Immers alleen dan ontstaat ruimte voor continuïteit, investeringen en maximaliseren van opbrengst. Zo bezien is dit vergelijkbaar met bijvoorbeeld East Wood: het is een uitgeplaatst bedrijfsonderdeel van Hameland. Een logische vervolgstap nu is dat er een business case moet worden uitgewerkt om de haalbaarheid te toetsen van recycling als private activiteit. Daarin kan een aantal onzekerheden worden weggenomen. In ieder geval gaat het om: opbrengst en toegevoegde waarde per uur, omvang van de werkpakketten in de markt inclusief de gemeentelijke
2 Met een private partij doelen we op een ondernemer die zelf het risico draagt en bij succes de baten geniet. Bij een publieke variant draagt de overheid (een deel van) het risico. Het onderscheid publiek of privaat staat los van de rechtsvorm (BV, stichting, coöperatie en dergelijke). Die is meer afhankelijk van de doelstelling, de aansprakelijkheid, fiscale zaken en bijvoorbeeld de vraag of er meerdere organisaties samenwerken. Een stichting of een coöperatie kan een publiek of privaat karakter hebben. PAGINA 11 VAN 15
opdrachten, differentiatie in taken en uitsplitsing naar realistische detacheringstarieven. Daarnaast ligt het voor de hand om in de business case te onderzoeken of er partners zijn die willen participeren. Tot slot dient de organisatie en de vormgeving aan de orde te komen. De business case moet hard genoeg zijn om er investeerders mee te trekken. 5.2.
Inbedding in lokale zorg
Er ligt een opzet voor een aanbod vanuit de zorg door Siza, de Lichtenvoorde, Zozijn en Estinea. Het is nu zaak dit te verbreden naar alle vier de gemeenten en de uitwerking verder vorm te geven. Waarbij het uitgangspunt moet zijn dat de kosten verder dalen door slimmere verbindingen met de zorg door een combinatie van groepsaanpak en de meer individuele aanpak in de Sociale Werkvoorziening. Concreet zou een werkgroep van vertegenwoordigers uit de zorg en gemeenten een projectplan moeten opstellen waarin aan de orde komt: •
Om hoeveel plaatsen het in de verschillende gemeenten gaat. Zowel in de bestaande dagbestedingslocaties als in de WMO-infrastructuur.
•
Welke maatregelen er mogelijk zijn om mensen uit Hameland tegen lagere kosten op te nemen (denk aan groepsgrootte/case load, afname overhead kosten, meer inkomsten uit dienstverlening, samenloop behandeling WLZ, enz.) en gevolgen daarvan voor de prijs.
•
Hoe de samenwerking vormgegeven kan worden zodat er enerzijds slim gebruik gemaakt wordt van de totale capaciteit zonder de verdenking van kartelvorming op te roepen.
•
Op welke wijze en met welk tempo de overgang van mensen kan plaatsvinden.
Wat betreft omvang kunnen we bij de lokale zorg en dagbesteding denken aan 100 tot 200 plekken. 5.3.
Publieke vangnetvoorziening
Indien de zorg onvoldoende oplossing biedt en er niet voldoende passende private detacheerplekken zijn is het nodig dat de gemeenten zelf een vangnetvoorziening organiseren. Dit vangnet kan, volgens bovengenoemde uitgangspunten, vorm krijgen en kan een relatief simpele en goedkope voorziening worden. De werkzaamheden in de vangnetvoorziening zijn eenvoudig en kunnen zonder investeringen gedaan worden. Daarbij kunnen we denken aan in- en ompak werk en aan eenvoudige recycling. (Dit laatst moet in samenhang met de private recycling activiteiten worden bepaald). De omvang van de vangnetvoorziening zal beperkt zijn. Uiteindelijk zal het gaan om circa 75 à 100 plekken. Dit is afhankelijk van het aantal detacheringsplekken en het aantal plekken in de zorg en dagbesteding. Daarbij is de verwachting dat de vangnetvoorziening de komende jaren omvangrijk zal zijn en, door de groei van de detacheringen en het aantal plekken in de zorg, zal krimpen. De gemeenten moeten twee keuzen maken voor de organisatie: Centraal of decentraal? Voor de gemeenten ligt nog de vraag voor of een dergelijke voorziening centraal of decentraal georganiseerd dient te worden. Centrale uitvoering heeft veel voordelen: meer flexibiliteit, lagere huur- en begeleidingskosten en betere afstemming met SDOA (zie ook volgende punt). Lagere vervoerskosten door decentralisatie wegen niet op tegen de voordelen om het centraal georganiseerd te houden. PAGINA 12 VAN 15
Verbinding met SDOA Bij de inrichting van de vangnetvoorziening is de verbinding met SDOA cruciaal. Hier spelen drie issues: -
Ten eerste is het van belang om te borgen dat SDOA - ook op termijn - de mensen in de vangnetvoorziening goed blijft kennen en de geacquireerde detacheringsplekken goed kan blijven vullen. Immers de kennis van de mensen is één van de sterke punten van de Sociale Werkvoorziening.
-
Ten tweede is het goed om niet uit het oog te verliezen dat de vangnetvoorziening en SDOA verschillende organisaties zijn en niet - automatisch - dezelfde belangen hebben. Bij de vangnetvoorziening moet voorkomen worden dat het belang van de eigen productie/organisatie opspeelt en de neiging bestaat om mensen ‘binnen te houden’. Als bij SDOA het accent komt te liggen op het vervullen van vacatures, ontstaat het gevaar dat arbeidsgehandicapten moeten concurreren met werklozen en dat zij aan het kortste eind trekken.
-
Ten derde gaat het om het soepel in- en uitstromen in de vangnetvoorziening. Dit speelt bijvoorbeeld als er een (groeps)detachering wegvalt en er geen vervanging is. Daarbij spelen gemeenten een centrale rol. Als werkgever bepalen zij wie waar naartoe gaat. Het is van belang om dit proces zo gestandaardiseerd, eenvoudig en goedkoop mogelijk te houden. Als iedere plaatsing veel tijd kost en ‘maatwerk’ wordt, gaat dit relatief veel tijd en geld kosten.
Om de verbinding met SDOA te borgen, is het raadzaam om de vangnetvoorziening onder te brengen bij SDOA en onder aansturing van de manager van SDOA te plaatsen. Dat maakt de verbinding makkelijk en verkleint de risico’s op de hierboven benoemde issues. Concreet betekent dit dat de manager SDOA primair aangestuurd wordt op het vergroten van het aantal detacheringen en daarnaast op het verzorgen van een kleine, betaalbare en een nette vangnetvoorziening voor mensen die dat echt nodig hebben.
PAGINA 13 VAN 15
BIJLAGE 1: GEÏNTERVIEWDE PERSONEN Wim Aalderink (lid DB Hameland, gemeente Winterswijk) Everdien Abbink (Beleidsmedewerker Welzijn, zorg en educatie, gemeente Winterwijk) John Eppingbroek (Financieel Directeur, Ulamo) Anton Arntz (Directeur Middelen, Laborijn) Bart van de Berg (Directeur Werk en Ontwikkeling, Laborijn) Han Boer (voorzitter AB en DB Hameland, gemeente Berkelland) Olaf Boon (Manager HR, Atag) Frank Dijkstra (Logistics Manager, Kramp) Henk van Driel (Bestuurder, Stichting de Lichtenvoorde) Ric Engelberts (Manager Werken, Hameland) Judith Harmsen (Algemeen Directeur, gemeente Berkelland) Rene Hoijtink, (lid DB Hameland, gemeente Oost Gelre) Eric Morssinkhof, (Directeur, Morssinkhof Rymoplast) Gerard Reezigt, (Strategisch Adviseur, Hameland) Beatrijs van Riessen (Raad van Bestuur, Estinea) Arnold Roelofs (Regiomanager, Estinea) Hans Scheinck (Gemeentesecretaris/Directeur, gemeente Winterswijk) Angela Scholten (Sectormanager Jeugd en WMO, Stichting de Lichtenvoorde) Wim Simons (Directeur, Timmerije) Henk Wiltink (lid DB Hameland, gemeente Aalten) Richard de Winter (Directeur a.i., Hameland)
PAGINA 14 VAN 15
Einde bijlage: 2016-03-08 Bijlage 3 - Een keuze met perspectief advies toekomst Beschut Binnen - Visie Beschut Werk
Terug naar het agendapunt
2016-03-08 - Bijlage 4 - Voorbeelden voor nieuwe vorm beschut werken (terug naar agendapunt)
De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####6f5d51bf-e2ad-4ce2-960a-a5718c08d5c1#
Voorbeelden bij de Visie Beschut Werken ‘Op weg naar Lokaal Maatwerk’ In dit stuk worden een aantal voorbeelden gegeven. Het eerste voorbeeld: Een werkdag bij Hameland beschut binnen, op dit moment. Het tweede voorbeeld: een werkdag bij Martin Lijstenmakerij, een ondernemer die zich al inzet voor diverse doelgroepen van inwoners met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Samenwerking uitbreiden met deze ondernemer behoort tot de mogelijkheden. Het laatste voorbeeld is gebaseerd op gesprekken met een Zorgpartij. Zij hebben veel ervaring met arbeidsmatige dagbesteding. Wat voor een kleine groep medewerkers van de Hameland een geschikte oplossing kan zijn. In de visie staat: De centrale voorziening ‘beschut werk’ biedt een beschutte werkplek voor die sw-medewerkers en nieuw beschutwerk die hierop zijn aangewezen. Totdat ook deze (sw-) medewerkers kunnen uitstromen naar lokale oplossingen zoals onze bedoeling is in de uitvoering van ‘beschut werk’ onder de Participatiewet. VOORBEELD 1: Lichtenvoorde, Hameland Lokale oplossingen is ons streven, maar er is uiteraard ook een bestaande situatie. Nu werken er nog ongeveer 134 inwoners uit Berkelland in de centrale voorziening van Hameland in Lichtenvoorde. De SDOA krijgt de opdracht om voor circa 70 sw-medewerkers detacheringsplekken te realiseren bij reguliere werkgevers. De Visie Beschut Werken gaat over de groep van circa 60 mensen Zij hebben bij hun werk permanente of intensieve begeleiding nodig of aanpassingen van de werkplek. Een werkdag bij Hameland beschut binnen. Op dit moment, voor de hele groep. Onderweg naar Hameland. De medewerkers gaan naar hun werk in Lichtenvoorde. Een deel van de medewerkers komen zelfstandig met de auto, fiets, carpooling of openbaar vervoer. De overige deel wordt met ‘vervoer op maat’ opgehaald. Hiervoor zet Hameland busjes in die worden bestuurd door sw-medewerkers. Start van de werkdag. Medewerkers werken in een groep van ongeveer 30 personen. Iedere groep heeft een werkbegeleider. De werkbegeleider is het eerste aanspreekpunt voor medewerkers. Naast de werkbegeleider is er een vakkracht die helpt bij de organisatie van de werkzaamheden. Geen werkdag hetzelfde. Werken Binnen zorgt voor verschillende soorten werk. Afhankelijk van de mogelijkheden van de medewerker, is er zo veel mogelijk passend en uitdagend werk. Denk hierbij aan het demonteren van computerkasten, het inpakken van speelgoed, het samenstellen van verwarmingssets en het vervaardigen van een 3D-printer. Doel is dat medewerkers zich zó ontwikkelen, dat ze uiteindelijk naar een zo regulier mogelijke werkplek kunnen. Overleg & trainingen Om de medewerkers te ondersteunen in hun ontwikkeling biedt Hameland trainingen en opleidingen. Naast vakinhoudelijke scholing voor chauffeurs, magazijnpersoneel en kantinepersoneel, is er een meer algemeen werkgericht opleidingsaanbod. Bijvoorbeeld gereedschapsleer, materiaalherkenning en veilig werken. Maar ook omgangsvormen en sociale vaardigheden.
Elke medewerker heeft een werkcoach die zorgt voor zaken als herindicaties en de wet verbetering poortwachter (WVP). In een Individueel Ontwikkelingsplan (IOP) maakt de werkcoach afspraken met de medewerker. Bijvoorbeeld over zijn ontwikkeling, opleidingen en de mogelijkheid tot detachering.
In de visie staat: Het belangrijkste uitgangspunt is dat wij een lokale aanpak nastreven. Dit betekent niet perse dat er geen centrale organisatie meer zal zijn. Samenwerking met andere gemeenten kan een mogelijkheid zijn, bijvoorbeeld in begeleiding en aansturing. Maar de uitvoering zal op lange termijn lokaal plaatsvinden. VOORBEELD 2: Neede, Martin Lijstenmakerij Martin is sinds 2010 zelfstandig ondernemer. Hij produceert lijsten. (Lijsten voor kunstwerken, kant en klare lijsten voor bouwmarkten, lijsten voor buiten etc.) Zijn passie is het begeleiden van mensen. Zijn doel is om mensen een plekje te geven in zijn bedrijf waarbij de medewerker het gevoel krijgt dat ze er toe doen. Iedereen doet mee. Zijn kracht is dat hij veel aandacht heeft, het werk aanpast aan de medewerker, interesse heeft in de medewerker zijn privé omstandigheden, aansluiting zoekt bij begeleiding die de medewerker van andere instanties ontvangt. De werkzaamheden zo eenvoudig zijn dan er voor iedereen iets te doen is. Op dit moment werken er ongeveer 16 mensen bij hem. - 6 mensen van de SDOA, - 4 stagiaires via triviant en Maxx (meerdere dagen in de week) - 2 stagiaires via Triviant en Maxx (1 dag in de week) - 3 inwoners op basis van dagbesteding (via Parlijn) - 1 Jobcoach via UWV (bedoeling is om deze binnenkort in dienst te nemen) Daarnaast besteed hij eenvoudig pak werk (doosjes vouwen) uit aan Zozijn. Hij ervaart geen problemen dat de doelgroepen door elkaar zitten. Soms word de ene medewerker blij van dat hij de andere medewerker helpt. Hij werkt met allerlei instanties samen zoals: SDOA, Werknet, Graafschap college, ZMLK Triviant, SO Maxx, Intermezzo, UWV. Zijn toekomstbeeld heeft hij beschreven in een visie/plan. Hoofdpunten zijn: 1. Doorstroming van onderwijs naar werk, hij biedt daarvoor veilige beschutte leer/werktrajecten aan. 2. Trajecten op maat. 3. Trainingen aanbieden om certificaten te halen zoals: VCA/BHV/Heftruck 4. Samenwerken met de diverse instanties om tot oplossingen te komen voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. 5. Productiewerk op niveau. (Martin biedt voor elk niveau werkzaamheden) 6. Begeleidingsvormen. (Samenwerken met zorgpartijen) Een werkdag bij Martin Lijstenmakerij De medewerker gaat naar zijn werk. De dag start altijd met een kop koffie met alle medewerkers samen. Mocht iemand ergens mee zitten dan kan de begeleider samen met de medewerker bespreken wat er is. Mocht het een belemmering zijn om aan het werk te gaan dan is het noodzakelijk om eerst voor het probleem een oplossing te bedenken om daarna aan het werk te gaan.
Bij de Lijstenmakerij zijn er allerlei werkzaamheden op verschillende niveaus. Is iemand nieuw dan begint deze me eenvoudige werkzaamheden. Om vervolgens steeds een stapje verder te komen. In de visie staat: De inwoner is leidend, niet de regeling. Uiteindelijk is het doel het bieden van een beschutte plek gericht op participatie in de samenleving. We kijken hierbij nadrukkelijk ook naar de verbinding met de arbeidsmatige dagbesteding en de zorg. En de inzet van bijvoorbeeld vrijwilligers. VOORBEELD 3: Samenwerking met een zorgpartij. Zij geven ondersteuning aan inwoners op de volgende manieren:
Onbetaald individueel werk met ondersteuning Werken bij een bedrijf met ondersteuning van een participatiecoach die helpt bij het aanleren van werkzaamheden, zodat iemand zo zelfstandig mogelijk kan werken. Gaat dit goed en zijn er doorgroei mogelijkheden naar een betaalde baan, dan worden hiervoor, in samenwerking met een partnerorganisatie, de mogelijkheden verkend. Participatieprojecten Werken in een groep in een maatschappelijke voorziening, zoals een buurthuis, bibliotheek, school, sportvereniging, kinderboerderij of zorgcentrum. Er is een begeleider die kan helpen en die werkzaamheden aanleert. Het werk is nuttig en heeft een maatschappelijke waarde. Werk en activiteiten Werken op een speciale locatie. Er zijn altijd begeleiders aanwezig die werkzaamheden aanleren en ondersteunen. Er is alle ruimte om te ontdekken en te ontwikkelen. Dagbesteding Bij complexe ondersteuningsvragen zijn er gerichte activiteiten zoals wandelen, muziek maken, spelletjes spelen, voorgelezen worden of snoezelen. De dagactiviteit is aangepast aan de wensen. Of ander vormen van vrijetijdsbesteding.
Een dag bij een Zorgpartij De medewerker meldt zich in de ochtend bij de begeleiding van de Zorgpartij die aanwezig is op de dagbestedingslocatie in Borculo. Hij maakt een praatje waarin hij eventuele zorgen kan delen, drinkt een kop koffie en gaat vervolgens zelfstandig naar het Verzorgingshuis in Borculo. Bij het Verzorgingshuis meldt de medewerker zich bij de begeleider. Het taken pakket is bekend en de medewerker kan zelfstandig aan de slag. Met het Verzorgingshuis zijn eerder afspraken gemaakt over de werkzaamheden die de medewerker gaat doen. Er zijn werkzaamheden gezocht die passen bij de medewerker en die iets toevoegen aan werkzaamheden die al in het Verzorgingshuis moeten gebeuren. Gedacht kan worden aan: koffiekopjes klaarzetten, bestek poleren, papierbakken legen, papier versnipperen, een boodschapje doen, kussens in de tuinstoelen leggen enzovoort. De werkzaamheden zijn door de participatiecoach van de Zorgpartij aangeleerd. Bij vragen kan zowel de medewerker zelf als de begeleider van het Verzorgingshuis terugvallen op de participatiecoach.
Einde bijlage: 2016-03-08 - Bijlage 4 - Voorbeelden voor nieuwe vorm beschut werken
Terug naar het agendapunt
2016-03-08 Bijlage 5 - Memo advies Beschut Werk Berkelland - Visie Beshut Werk (terug naar agendapunt)
De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####506c51e9-703f-4e43-90c9-797e0e96a3b7#
Einde bijlage: 2016-03-08 Bijlage 5 - Memo advies Beschut Werk Berkelland - Visie Beshut Werk
Terug naar het agendapunt