Knieklapper
Breng deze klapper mee naar elk bezoek in Orbis Medisch Centrum!
AFSPRAKENOVERZICHT Datum Tabblad Afspraak / tijd 1 Gesprek met de zorgplanner Orthopedie 2
Meldpunt
Niet vergeten!
Oost 11
Algemeen voorbereidend onderzoek Oost 04
Formulier
West 05
Formulier
□ Bloedprikken en urinecontrole □ ECG West 05 □ Cardioloog Oost 02 □ Internist …….. □ Overig: 3
Voorlichtingsbijeenkomst Melden bij balie Tijdstip 12.30 -14.00 uur, hoofdingang locatie Vergadercentrum
4
Pré-operatief onderzoek:
5
6
□ Lichamelijk onderzoek (Statussen)
Oost 11
□ Gesprek met verpleegkundige en anesthesist □ Controle van bloed, urine en neuskweek
Oost 13
Oost 04
□ Oefenen fysiotherapie
Oost 33
Stoppen medicijngebruik
Thuis
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
Meenemen: - Informatie over uw medicijnen of medicijnpaspoort - vragenformulier over thuissituatie (Wilt u dit thuis aub al invullen!) Formulier
Krukken meenemen Tijdig stoppen!
2
7
Opname Verpleegafdeling De dag voor de operatie kunt u ’s middags tussen 13.30 en 16.00 uur bellen met Orthopedie (088 - 459 1860) voor informatie over het tijdstip waarop u in het ziekenhuis wordt verwacht. (Dit kan soms al de avond vóór de ingreep om 20.30 uur zijn.)
8
Vermoedelijke ontslagdatum: 3-5 dagen na de operatie
9
Wondcontrole en hechtingen verwijderen op de Hechtingenpoli 10 – 14 dagen na de operatie
Oost 11
10
Afspraak medische beeldvorming (röntgenfoto)
West 12
Oost 11 Controle van de nieuwe knie 6 weken na de operatie door de orthopeed of artsassistent 11
Controle nieuwe knie na 3 maanden op de prothesepoli
Oost 11
12
Afspraak Medische beeldvorming (röntgenfoto)
West 12
Oost 11 Controle nieuwe knie 1 jaar na de operatie op de prothesepoli
Bij de nummers in de tweede kolom hoort aanvullende informatie, die u vindt achter het tabblad met hetzelfde nummer in deze klapper. Afspraken kunnen niet geannuleerd worden, indien nodig wel verplaatst!
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
3
Bereikbaarheidsgegevens Orbis Medisch Centrum Dr. H. van der Hoffplein 1 6162 BG Sittard-Geleen
088 - 459 7777
Orthopedie Meldpunt Oost 11 Telefoon informatie Telefoon afspraken Zorgplanner Orthopedie
088 - 459 7823 088 - 459 7433 088 - 459 1860
Gipskamer Meldpunt Oost 11
088 - 459 7877
Cardiologie Meldpunt West 05
088 - 459 7772
Interne geneeskunde Meldpunt Oost 02
088 - 459 7800
Longgeneeskunde Meldpunt West 06
088 - 459 7796
Fysiotherapie Meldpunt West 07
088 - 459 7730
Medische beeldvorming Meldpunt West 12 Telefoon afspraken / informatie 088 - 459 7747 Verpleegafdeling Orthopedie Meldpunt Oost 33 Telefoon
088 - 459 3500
Zorgvervoer
046 - 451 5550
Orbis Thuis Klantenservice (hulpmiddelencentrum)
088 – 458 8888
Internet www.orbismedischcentrum.nl Overige telefoonnummers Centra Indicatiestelling Zorg (CIZ) 088 - 7891650
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
4
Ruimte voor aantekeningen _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ ______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________ _______________________________________________________________
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
5
Wat treft u aan achter tabblad 1? • • • • • • • • • •
Voordat u wordt opgenomen voor een knieoperatie Gesprek met de planner Orthopedie Uitstel van de opname c.q. operatie Hulpmiddelen Dagelijkse activiteiten Als u wel extra hulp nodig hebt Eigen bijdrage Tenslotte Zorgpartner Algemene informatie voor de coach
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
6
Voordat u wordt opgenomen voor een knieoperatie Gesprek met de planner Orthopedie U wordt binnenkort opgenomen voor een knieoperatie. De zorgplanner van Orthopedie bespreekt met u wat u nog allemaal moet doen voordat u opgenomen wordt. Zij noteert uw gegevens en plant vervolgens voor u de afspraken voor het pre-operatief onderzoek, de voorlichtingsbijeenkomst en de oefenbijeenkomst met de fysiotherapeut. De zorgplanner Orthopedie geeft u ook de benodigde formulieren voor het onderzoek en wijst u op de vragenlijst in de klapper, die u in moet invullen ter voorbereiding op het pre-operatief onderzoek. In overleg met u wordt de operatiedatum vastgesteld. Op de dag vóór de operatie kunt u bellen met Orthopedie voor informatie over het tijdstip waarop u voor opname in het ziekenhuis wordt verwacht. Als u op de avond vóór de operatie wordt opgenomen, wordt u al een paar dagen van tevoren door een medewerker van Orthopedie hiervan telefonisch op de hoogte gebracht. Uitstel van de opname c.q. operatie Het kan voorkomen dat uw geplande opname c.q. operatie wordt uitgesteld. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als er een spoedoperatie tussenkomt. Dit uitstel kan plaatsvinden voordat u opgenomen bent of, wanneer het operatieprogramma onverhoopt uitloopt op de dag van uw operatie, terwijl u al in het ziekenhuis ligt. In overleg met u wordt vervolgens zo snel mogelijk een nieuwe operatiedatum gepland. Hulpmiddelen Bij Orbis hulpmiddelencentrum of de Thuiszorg in uw regio kunt u terecht voor hulpmiddelen. Zo kunt u er krukken lenen, maar bijvoorbeeld ook een toiletverhoger. U kunt er tevens artikelen kopen, bijvoorbeeld een lange schoenlepel of een grijphand. De verpleegkundige zal tijdens het preoperatief onderzoek met u bespreken welke hulpmiddelen voor u van toepassing zijn en deze aankruisen in het kader achter tabblad 4. Tip: Haal de hulpmiddelen die u wilt lenen pas in huis vlak vóór de eerste oefenbijeenkomst met de fysiotherapeut. Dagelijkse activiteiten Door de operatie wordt u tijdelijk beperkt bij het uitvoeren van een aantal dagelijkse activiteiten. Wanneer u na de operatie het ziekenhuis verlaat kunt u er echter van uitgaan dat u in het merendeel van de gevallen weinig hulp nodig zult hebben. Er is een groot aantal activiteiten dat u zelf weer kunt uitvoeren. Zo kunt u weer zelfstandig lopen en staan en grotendeels voor uw eigen persoonlijke verzorging zorgen. U moet er alleen rekening mee houden dat u de eerste tijd loopt met een loophulpmiddel en daardoor geen handen vrij hebt om iets mee te kunnen nemen.
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
7
Als u wel extra hulp nodig hebt Bent u alleenstaand en kunt u om welke reden dan ook niet terugvallen op mantelzorg (dit is de hulp van partner, kinderen, buren, vrienden en/of kennissen), dan bestaan er diverse mogelijkheden van zorg na het ontslag uit het ziekenhuis: 1. thuiszorg 2. hulp bij de dagelijkse verzorging 3. maaltijdvoorziening 4. sociale alarmering 5. huishoudelijke hulp of uitbreiding hiervan Voor de twee eerstgenoemde hulpvragen (1 en 2) heeft u een indicatiestelling van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) nodig. Deze instantie zal beoordelen of en zo ja, welke zorg u na ontslag uit het ziekenhuis nodig heeft. De indicatiestelling vindt plaats na de ingreep. De verpleegafdeling zal voor u een aanvraag doen. Tijdens het pre-operatief onderzoek (zie tabblad 4) kunt u dit met de verpleegkundige al voorbespreken. De maaltijdvoorziening en sociale alarmering (3 en 4) moet u zelf aanvragen. Als u na ontslag huishoudelijk hulp (5) nodig heeft, dan dient u zich te wenden tot het zorgloket van de gemeente van uw woonplaats. Via de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (=WMO) zal worden bekeken of u voor huishoudelijke hulp in aanmerking komt. Tijdens het gesprek met de planner Orthopedie zal met u besproken worden welke stappen u zelf moet ondernemen. Onder het kopje ‘Overige telefoonnummers’ bij de ‘Bereikbaarheidsgegevens’ voor in deze klapper vindt u het telefoonnummer van een CIZ in uw regio. Houd u rekening met wachtlijsten! Eigen bijdrage Wilt u gebruik maken van de diensten van een thuiszorgorganisatie, dan is het goed te weten dat er een eigen bijdrage aan verbonden is. Deze bijdrage is zowel afhankelijk van uw inkomen als van de samenstelling van uw gezin. Voor meer informatie kunt u bellen met een thuiszorgorganisatie in uw regio. De medewerker van het CIZ zal u een lijst geven met adressen en telefoonnummers van alle thuiszorgorganisaties in uw regio. Joint Care Orbis-programma De specialist heeft met u besproken dat u opgenomen moet worden voor een knie- of heupoperatie. In het Orbis Medisch Centrum worden deze operaties uitgevoerd als onderdeel van het zogenaamde ‘Joint Care Orbis programma’. Deze naam is opgebouwd uit twee begrippen: • Joint Care, waarbij Joint zowel staat voor gewricht als voor gezamenlijk en Care in de betekenis van zorg gebruikt wordt; • Orbis is de naam van het medisch en zorgconcern waartoe het Orbis Medisch Centrum behoort. De opnameduur is gemiddeld 3-5 dagen.
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
8
Tijdens de gehele opname vinden, indien mogelijk, de oefensessies groepsgewijs plaats samen met uw medepatiënten die ook geopereerd zijn. Het is wenselijk dat u gedurende het hele traject wordt bijgestaan door een ‘coach’, ook wel zorgpartner genoemd. Mocht uw opname in het ziekenhuis, om welke reden dan ook langer zijn dan gepland, dan vervallen de extra faciliteiten van de coach. Zorgpartner Tijdens de opname is het wenselijk dat u zo veel mogelijk wordt bijgestaan door een ‘zorgpartner / coach’ bij uw behandeling en andere activiteiten. Hiervoor kunt u uw partner of iemand anders uit uw naaste omgeving vragen. De zorgpartner / coach kan u begeleiden tijdens de opname en is daarmee goed op de hoogte van uw situatie. Wij adviseren u de zorgpartner / coach ook al te betrekken bij de voorbereiding van de opname en deze mee te nemen naar de voorlichtingsbijeenkomsten. Algemene informatie voor de coach Het zou fijn zijn als de coach de onderstaande informatie al heeft gelezen vóór uw opname. • De eerste dag na de operatie mag u tussen 13.00 en 15.00 uur voor de eerste keer uit bed en is het fijn om een bekend persoon te zien. Het is prettig als uw coach hierbij aanwezig kan zijn. • Belangrijke momenten waarop de aanwezigheid van een coach gewenst is, zijn ’s ochtends tussen 09.00 en 10:30 uur (vanaf dag 2) en ’s middags tussen 13:00 en 15:00 uur. Dan start de fysiotherapie en is aanwezigheid van de coach wenselijk. • De coach wordt geacht hand- en spandiensten te verrichten, maar wordt niet ingezet voor medische of verpleegkundige handelingen. • De coach kan blijven eten op de verpleegafdeling. De Hotelmedewerker zal dagelijks aan de coach vragen of deze wenst mee te eten. Dit start op de dag na de opname bij het avondeten en eindigt de dag voor ontslag. • De coach hoeft niet de gehele dag aanwezig te zijn. De coaches kunnen dit onderling verdelen en/of regelen. • De coach kan in de parkeergarage van het ziekenhuis een weekkaart kopen om zo voordeliger te parkeren gedurende uw verblijf op de afdeling. Tenslotte Binnenkort wordt u uitgenodigd voor een preoperatief onderzoek. Tijdens het gesprek met de verpleegkundige kunt u aangeven in hoeverre u zelf actie heeft ondernomen om uw ontslag uit het ziekenhuis voorspoedig te laten verlopen. Eventuele problemen in uw thuissituatie kunt u dan ook bespreken.
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
9
Wat treft u aan achter tabblad 2? • Het maken van de afspraken voor het algemeen voorbereidend onderzoek • Aandacht voor uw algehele lichamelijke conditie
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
10
Het maken van de afspraken voor het algemeen voorbereidend onderzoek Een knieoperatie is een ingreep die belastend kan zijn voor het lichaam en die gevoelig is voor infecties. Voor de operatie mogen er daarom geen bronnen van infectie in uw lichaam zijn. Een slecht gebit dient bijvoorbeeld voor de opname te worden gesaneerd. Bijzondere aandacht verdienen infecties van onder andere keel, blaas, onderlichaam, tenen en voeten. Het kan nodig zijn dat, afhankelijk van uw leeftijd en gezondheidstoestand, van tevoren een algemeen voorbereidend onderzoek wordt gedaan. Onderdelen van het onderzoek (kunnen) zijn: • een bloed- en urineonderzoek • een ECG (= hartfilm), • een X-thorax (= longfoto), • verder onderzoek bij de internist, de cardioloog of een andere specialist. De zorgplanner van Orthopedie regelt voor u tijdens het eerste gesprek de aanvragen en afspraken voor deze onderzoeken. De gegevens hierover vindt u terug op het afsprakenoverzicht vóór in de klapper. De benodigde formulieren vindt u eveneens in deze klapper. Aandacht voor uw algehele lichamelijke conditie Het inbrengen van een nieuw kniegewricht is een grote operatie, die altijd met bloedverlies gepaard gaat. Met name dit bloedverlies zorgt ervoor dat u zich na de operatie slap voelt. In verband met het snel opstarten van de revalidatie en de korte opnameduur in het ziekenhuis is het van belang dat u zich zo snel mogelijk na de operatie weer goed voelt. In dit ziekenhuis streven we ernaar om u voor de ingreep in een optimale conditie te brengen. Als uit het bloedonderzoek blijkt dat u een lichte bloedarmoede hebt, zal de zorgplanner Orthopedie in overleg met de arts u een recept geven voor ijzertabletten. U moet dit recept zelf ophalen in de apotheek. Ook schakelt de zorgplanner Orthopedie een firma in. Deze firma zorgt ervoor dat een verpleegkundige bij u thuis injecties met Eprex komt zetten. Eprex Eprex wordt in 4 injecties gegeven. Drie injecties worden al in de thuissituatie toegediend door een verpleegkundige van de Eprex Thuisservice. De vierde injectie neemt u mee naar het ziekenhuis. Deze wordt in het ziekenhuis na de operatie toegediend op de recovery. In sommige gevallen kan het voorkomen dat de 4e injectie ook thuis wordt gegeven, dit hoort u dan van de firma. U moet bij deze injecties ook de ijzertabletten slikken, die zorgen voor een goede opbouw van de rode bloedcellen. Bellovac Na de operatie wordt er ook gezorgd dat uw bloedgehalte op peil blijft. Het kan zijn dat er op de operatiekamer een speciale drain in de wond wordt aangebracht. Dit is een slangetje waardoor bloed en wondvocht wordt afgevoerd. Via deze drain wordt het bloed de eerste 6 uur na de operatie opgevangen. Dit bloed wordt na filtering aan u teruggegeven. Het teruggeven van het eigen bloed verkleint de risico’s die een bloedtransfusie kan hebben.
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
11
Wat treft u aan achter tabblad 3? • • • • • • •
De voorlichtingsbijeenkomst De knie De gezonde knie De probleemknie De knieprothese De totale knieprothese De halve knieprothese
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
12
De voorlichtingsbijeenkomst Voor alle patiënten die een totale knieprothese of een heupprothese krijgen wordt een gezamenlijke algemene voorlichtingsbijeenkomst gehouden. Tijdens deze voorlichtingsbijeenkomst zal door meerdere disciplines (aanvullende) informatie verstrekt worden over zaken die voor, tijdens en na de opname van belang zijn. Het programma start met de vertoning van een korte animatiefilm over de knieen de heupoperatie. Vervolgens zullen een arts en een fysiotherapeut u informeren over de gang van zaken in het ziekenhuis. Aansluitend kunt u aan alle sprekers vragen stellen; niet alleen over onderwerpen die aan bod zijn gekomen, maar ook over aspecten die niet aan bod zijn gekomen. Algemene informatie over de knie en de knieprothese kunt u ook lezen op de volgende pagina’s. De knie De gezonde knie Het kniegewricht is, als grootste gewricht, een bewegingsgewricht van bijzondere vorm. De buiging wordt uitgevoerd als een afrol- en glijbeweging. In gebogen toestand is enige draaiing mogelijk. De gewrichtsdelen worden gevormd door de gewrichtsknokkels van zowel dijbeen als scheenbeen. Behalve het dijbeen en het scheenbeen is ook de knieschijf onderdeel van het kniegewricht. De ongelijkheid van de gewrichtsvlakken wordt opgeheven door een dikke kraakbeen-bekleding en de aanwezigheid van de binnenmeniscus en de buitenmeniscus. Het gewricht wordt versterkt door banden (o.a. de kruisbanden).
Figuur 1 gezonde knie Om in de afgebeelde figuren overzichtelijk te laten zien hoe de prothese wordt geplaatst zijn de menisci en banden niet weergegeven. De probleemknie Aantasting van de kraakbeenbekleding wordt ook wel arthrose (in de volksmond ‘slijtage’) genoemd. Arthrose is meestal de reden om over te gaan tot het plaatsen van een knieprothese. Doordat de gewrichtsvlakken niet meer soepel langs elkaar kunnen glijden, wordt het bewegen steeds moeilijker en pijnlijker
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
13
Figuur 2 probleemknie De knieprothese Knieprothesen zijn grofweg in te delen in twee soorten, de totale knieprothese en de halve knieprothese. De arts zal met u bespreken welke vorm voor u het meest geschikt is. Dit is vooral afhankelijk van de plaats en de mate van slijtage van uw knie. De totale knieprothese De totale knieprothese bestaat meestal uit twee metalen delen. Soms wordt het gewrichtsvlak van de knieschijf ook vervangen. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een kunststofprothese. Van de gewrichtsknokkels van zowel dijbeen als scheenbeen wordt ongeveer één centimeter verwijderd. Hierop wordt een metalen gewrichtsvlak bevestigd met een soort cement. Tussen de twee metalen delen komt een polyethyleen (kunststof) schijfje zodat er geen contact is tussen de twee metalen delen (zie fig. 3).
Figuur 3 totale knieprothese
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
14
De halve knieprothese Wanneer uw knie slechts aan één kant door arthrose is aangetast, kan de arts besluiten een halve knieprothese te plaatsen. (zie fig. 4).
Figuur 4 halve knieprothese Deze halve knieprothese (ook wel ‘enkelzijdige’ of ‘unicompartimentele’ prothese genoemd) is een prothese die alleen aan de binnenkant óf aan de buitenkant van de knie geplaatst wordt. De niet aangetaste gewrichtoppervlakken aan de andere kant van de knie blijven behouden. Tijdens de operatie worden de versleten gewrichtsoppervlakken aan de binnen- of buitenkant van uw knie verwijderd en vervangen door metalen en polyethyleen (kunststof) prothesedelen. De prothesedelen worden bevestigd met botcement. De halve knieprothese kan in vergelijking met een totale knieprothese via een veel kleinere operatiewond geplaatst worden. Men spreekt dan van een ‘miniopen operatietechniek’. Als deze techniek kan worden toegepast, hebt u minder pijn na de operatie, verloopt de algehele revalidatie snel en kan de knie goed buigen.
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
15
Wat treft u aan achter tabblad 4? • • • • • • • •
Pre-operatief onderzoek Lichamelijk onderzoek (statussen) Wat moet u meebrengen? Onderzoek en gelegenheid om vragen te stellen Gesprek met de anesthesioloog of diens assistent en de verpleegkundige Kennismaking met de anesthesioloog of diens assistent Gesprek met een verpleegkundige Algemeen
• • • • • • • • • • • • • • • •
Anesthesie, algemene informatie Inleiding De anesthesioloog Kennismaking Voorbereiding op de operatie Kalmeringsmiddelen Nuchter zijn Het dragen van hulpmiddelen bij algehele anesthesie Het dragen van hulpmiddelen bij plaatselijke anesthesie Piercings Het gebruik van make-up De anticonceptiepil Na de operatie Pijn na de operatie Pijnverpleegkundige Bijwerkingen
• • • • •
Bijlage Anesthesie: de ruggenprik zonder (epidurale) katheter Inleiding Regionale verdoving zonder (epidurale) katheter Werkwijze Tot slot
• • • • • • • • •
Vragenlijst thuissituatie Algemene regel Stoel Toilet Bed Onderzoek Verklaring Hulpmiddelen Fysiotherapie
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
16
Pre-operatief onderzoek Het uitvoeren van pre-operatief onderzoek houdt in dat een aantal voorbereidingen op de operatie al vóór de dag van de opname worden getroffen. Voor u heeft deze werkwijze als voordeel dat de opnametijd zo kort mogelijk gehouden kan worden. Als het pre-operatief onderzoek bij u heeft plaatsgevonden, kunt u op de dag van opname rechtstreeks naar de verpleegafdeling gaan. Het pre-operatief onderzoek bestaat uit een aantal onderdelen: • Het algemeen voorbereidend onderzoek (zie achter tabblad 2) • Lichamelijk onderzoek door een arts-assistent (ook wel ‘statussen’ genoemd) • Kennismaking met de anesthesioloog of diens assistent en een gesprek met een verpleegkundige. Lichamelijk onderzoek (statussen) Wat moet u meebrengen? Als u naar het ziekenhuis komt voor het lichamelijk onderzoek brengt u mee: • Deze informatieklapper. • Medicijnen of een recent medicijnpaspoort, waarop alle medicijnen die u gebruikt, vermeld staan. Dit kunt u laten maken bij uw eigen apotheek. Onderzoek en gelegenheid om vragen te stellen • De arts-assistent bekijkt uw algehele gezondheidstoestand. Hij beoordeelt de uitslagen van de vooronderzoeken. Tijdens dit onderzoek kunt u alle medische vragen die u heeft over de operatie stellen. • De arts zal ook met u bespreken wanneer u moet stoppen met het gebruik van bloed-verdunnende medicijnen en dit noteren in uw klapper. • Het gesprek zal ongeveer 15 tot 20 minuten in beslag nemen. Gesprek met de anesthesioloog of diens assistent en een verpleegkundige Nadat het lichamelijk onderzoek heeft plaatsgevonden heeft u een gesprek met een anesthesioloog of diens assistent en een verpleegkundige. Kennismaking met de anesthesioloog of diens assistent • De anesthesioloog of diens assistent zal de mogelijkheden en risico’s van de verdoving met u bespreken, daarbij rekening houdend met de aard van de operatie, uw algehele conditie, eerdere operaties en verdovingen, overgevoeligheden, medicijngebruik en uw wensen. Zonodig zullen aanvullende onderzoeken (b.v. hartspecialist) worden aangevraagd. • Alle vragen over de verdoving kunt u tijdens dit gesprek stellen. • Het gesprek duurt ongeveer 10 tot 15 minuten. Gesprek met een verpleegkundige • Tijdens het verpleegkundig opnamegesprek geeft de verpleegkundige u informatie over de gang van zaken rondom de opname, het verblijf op de afdeling en de voorbereiding op en de nazorg na de operatie. • Daarnaast stelt hij/zij u vragen over onder andere medicijngebruik en allergieën.
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
17
• Aan de hand van het ingevulde vragenformulier (zie volgende bladzijde) bespreekt de verpleegkundige met u de thuissituatie en de zaken die u moet regelen vóór uw ontslag uit het ziekenhuis. Tijdens dit gesprek wordt samen met u het verpleegkundig dossier opgesteld. • Ook tijdens dit gesprek hebt u de gelegenheid om vragen te stellen. • Het gesprek duurt ongeveer 30 minuten. Algemeen • Mocht u op de afgesproken datum verhinderd zijn, dan dient u dit tijdig door te geven aan de zorgplanner Orthopedie. De medewerkers zullen dan een nieuwe afspraak met u maken. • Om het onderzoek goed te kunnen laten verlopen, verzoeken wij u om op tijd aanwezig te zijn. • Het is mogelijk dat u tussen het lichamelijk onderzoek door de artsassistent, het gesprek met de anesthesioloog of diens assistent en het gesprek met de verpleegkundige moet wachten. • Tijdens het pre-operatief onderzoek is het wenselijk dat uw begeleider aanwezig is. Anesthesie Algemene informatie Inleiding Binnenkort zult u een knieoperatie ondergaan. Uw behandelend specialist heeft u daarover uitvoerig geïnformeerd. Bij deze operatie is ‘anesthesie’ (verdoving of narcose) nodig. In deze folder hebben we de informatie over anesthesie voor u op een rijtje gezet, zodat u alles nog eens rustig kunt nalezen. De anesthesioloog De anesthesioloog (ook wel anesthesist of narcotiseur genoemd) is de arts die zich heeft toegelegd op het toedienen van de verschillende vormen van anesthesie, pijnbestrijding en de intensieve zorg rondom de operatie. De anesthesie die de anesthesioloog zal toedienen is afgestemd op uw gezondheid en conditie. Daarbij wordt rekening gehouden met de operatieve ingreep en uw persoonlijke wensen. Tijdens de gehele operatie is de anesthesioloog of diens assistent voortdurend bij u. Met behulp van moderne controleapparaten houdt hij onder andere uw ademhaling, bloeddruk, temperatuur en polsslag voortdurend in de gaten. Zonodig kan de anesthesioloog of diens assistent op ieder moment de anesthesie bijstellen. Kennismaking Tijdens het pre-operatief onderzoek zult u kennismaken met een anesthesioloog of diens assistent, die zich op de hoogte zal stellen van uw gezondheidstoestand. Om organisatorische redenen kan dit een andere anesthesioloog zijn dan de anesthesioloog die u de narcose geeft. Als u de anesthesioloog of diens assistent ontmoet, heeft hij uw medisch dossier al bestudeerd, maar wil hij voor de volledigheid nog wat vragen stellen. Zo zal hij willen weten welke medicijnen u slikt en of u overgevoelig (allergisch) bent voor bepaalde medicijnen. Ook zal hij vragen stellen over eerdere
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
18
operaties en hoe u toen op de anesthesie reageerde. Aan de hand van dit gesprek, de gegevens van de behandelend specialist, de door u ingevulde vragenlijst, eventuele aanvullende onderzoeken en uw eigen vragen zal de anesthesioloog of diens assistent met u bespreken welke vorm van anesthesie voor u het meest geschikt is. Dit kennismakingsgesprek is natuurlijk ook voor u het moment om vragen te stellen en alle wensen, maar ook angsten over de anesthesie te bespreken. Een handige tip: maak een lijstje met vragen waarop u een antwoord wil krijgen! Afhankelijk van de afgesproken vorm van anesthesie, krijgt u aanvullend specifieke informatie (zie de bijlage achter deze algemene informatie). Voorbereiding op de operatie Kalmeringsmiddelen Kort voor de operatie krijgt u meestal een kalmeringstablet (de zogenaamde ‘premedicatie’). Hierdoor voelt u zich minder zenuwachtig en gaat u enigszins ontspannen naar de operatiekamer. Het is mogelijk dat u van deze kalmeringstablet in slaap valt. Indien voor langere tijd voor (of na) de ingreep kalmerende middelen gewenst zijn, zal de anesthesioloog deze voorschrijven. Dit geldt ook voor de slaaptablet om de nacht goed door te komen. Nuchter zijn Zoals reeds vermeld, is het van belang dat u nuchter bent op het moment dat u geopereerd wordt. Het dragen van hulpmiddelen bij algehele anesthesie Als u een kunstgebit draagt, dient u dit op de kamer achter te laten. Alleen als het kunstgebit zo vastzit dat het moeizaam te verwijderen is, mag u het inhouden. Ook sieraden, contactlenzen, bril of gehoorapparaat dient u achter te laten. Als u echter zonder bril of gehoorapparaat zo slecht ziet of hoort dat communiceren nauwelijks meer mogelijk is, kunt u deze het beste wel meenemen naar de operatiekamer. Het dragen van hulpmiddelen bij plaatselijke anesthesie Wanneer u een regionale verdoving krijgt (bijvoorbeeld een ruggenprik) mag u uw bril, kunstgebit en/of gehoorapparaat meenemen naar de operatiekamer. Piercings Piercings dienen in principe verwijderd te worden vóór een operatie. Alleen indien de piercing zich niet in het operatiegebied bevindt kan in overleg besloten worden deze te laten zitten. Het gebruik van make-up Het gebruik van make-up en nagellak vóór de operatie dient achterwege te blijven. Kunstnagels kunnen in principe blijven zitten. Alleen wanneer deze donker van kleur zijn dient er een verwijderd te worden (bijv. van de duim). Het gebruik van bodylotion voor de operatie is niet toegestaan, omdat het dan moeilijker is de huid te desinfecteren.
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
19
De anticonceptiepil Vrouwen die de anticonceptiepil slikken adviseren wij deze te blijven gebruiken. Na de narcose kan echter, gedurende de rest van de cyclus, niet meer gerekend worden op volledige bescherming tegen zwangerschap. Na de operatie Na de operatie blijft u enige tijd op de recovery, ook wel de uitslaapkamer genoemd. Hier controleert het personeel uw lichamelijke toestand na het ontwaken uit de algehele narcose of het uitwerken van de plaatselijke verdoving. U heeft een infuus in uw onderarm of op de rug van uw hand, waardoor u vloeistof krijgt toegediend. Via dit infuus kan eventueel ook gedurende 24 uur een pijnstiller toegediend worden. U kunt zich zo kort na de operatie nog enige tijd slaperig voelen. Dat is heel normaal. De tijd die u in de uitslaapkamer blijft hangt af van de aard en de duur van de ingreep en de anesthesie. De anesthesioloog beoordeelt wanneer u terug kunt gaan naar de verpleegafdeling. Pijn na de operatie Na een operatie treedt meestal pijn op. Het is echter niet nodig dat u na de operatie pijn lijdt. De anesthesioloog heeft de beschikking over meerdere soorten pijnstillers en technieken om pijn na een operatie te bestrijden. Niet alleen uit het oogpunt van comfort, maar ook in verband met een spoedig herstel is het wenselijk de pijn goed te bestrijden. Meestal is de pijn direct na de operatie het hevigst en neemt dan geleidelijk af. Daarom zal de pijnstilling direct na de operatie het zwaarst zijn en zult u deze meestal tijdens uw verblijf op de uitslaapkamer toegediend krijgen. Als u een ruggenprik heeft gehad of een andere vorm van regionale verdoving, zal de pijn pas komen opzetten als deze verdoving is uitgewerkt. Dit is soms pas na enige uren. U zult vóór die tijd weinig of geen pijn ervaren omdat het operatiegebied na de operatie verdoofd blijft. Soms wordt de regionale verdoving na de operatie voortgezet via een katheter die bij de te verdoven zenuwen is gelegd door de anesthesist. Bij deze vorm van pijnstilling zullen de mate van pijnstilling, eventuele bijwerkingen en de werking van de katheter regelmatig gecontroleerd worden. Omdat iedereen anders is en anders reageert op pijn en pijnstillers, zal de anesthesioloog u vragen de pijn en de (uit)werking van de pijnstiller aan te geven op een schaal van 0 - 10. Zo kan de pijn optimaal behandelend worden. Pijnverpleegkundige Aan de operatiekamer is een zogenaamde ‘pijnverpleegkundige’ verbonden die elke werkdag na uw operatie op de verpleegafdeling even bij u langskomt, met als doel om uw pijnmedicatie zonodig bij te stellen. In het weekend kan de verpleeg-afdeling bij vragen of problemen altijd een beroep doen op de dienstdoende anesthesioloog.
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
20
Bijwerkingen Door verbetering van de bewakings-apparatuur, het beschikbaar komen van moderne geneesmiddelen en door een goede opleiding van de anesthesioloog en diens assistenten, is anesthesie tegenwoordig zeer veilig. Ernstige complicaties komen na een anesthesie bijna niet meer voor. Een enkele keer treden wel bijwerkingen op. De meest voorkomende, maar gelukkig steeds minder vaak optredende bijwerkingen van narcose zijn misselijkheid, braken, spierpijn en keelpijn. Dit is niet iets om u ongerust over te maken. Deze verschijnselen verdwijnen meestal na enige tijd spontaan. De misselijkheid kan met medicijnen goed behandeld worden. Als u vaker na een narcose misselijk bent geweest of heeft moeten braken, is het verstandig dit te melden vóór een volgende narcose, zodat de anesthesioloog of diens assistent hier rekening mee kan houden. Soms is het nodig dat er voor de ingreep een beademingsbuisje in de keel wordt geplaatst. Hiermee kan tijdens de anesthesie de ademhaling worden gecontroleerd. Overigens merkt u daar niets van, want u bent dan onder narcose. Bij het inbrengen van het beademingsbuisje kan door druk op de (slechte) tanden uw gebit worden beschadigd. Als u een of meerdere slechte of losse tanden heeft is het verstandig dit te melden aan de anesthesioloog of diens assistent, zodat er rekening mee kan worden gehouden. Na een ruggenprik kunt u soms enkele dagen last hebben van rugpijn rond de plek waar het naaldje heeft gezeten. Ook kan er soms een typische hoofdpijn optreden. Als de ruggenprik de oorzaak is, kan deze hoofdpijn meestal zeer goed worden behandeld. ‘Alledaagse’ hoofdpijn komt natuurlijk ook voor, maar deze heeft niets met de anesthesie te maken. Vraag de anesthesioloog of diens assistent gerust of de anesthesie in uw geval bijzondere risico’s met zich meebrengt. Soms klagen patiënten over vermoeidheid, concentratie- en geheugenstoornissen. Het is heel gewoon dat u zich na een operatie nog een tijdlang niet fit voelt. Dat ligt niet alleen aan de anesthesie, maar aan de ingrijpende gebeurtenis die iedere operatie nu eenmaal is. Het lichaam moet zich in zijn eigen tempo herstellen. Deze verschijnselen nemen af naarmate u herstelt en uw krachten weer toenemen. Bijlage Anesthesie De ruggenprik zonder (epidurale) katheter Inleiding Naast de algehele narcose bestaan er ook andere mogelijkheden van verdoving. Bij de operatie aan uw knie is het mogelijk gebruik te maken van plaatselijke oftewel regionale verdoving. De anesthesioloog of diens assistent heeft met u besproken of deze vorm voor u geschikt is. Regionale verdoving zonder (epidurale) katheter Bij de operatie aan uw knie kan waarschijnlijk worden volstaan met het verdoven van de onderste lichaamshelft door middel van de ‘ruggenprik’. In dit
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
21
geval wordt in de buurt van (dus niet ín) het ruggenmerg een verdovend medicijn ingespoten. Hierdoor worden uw onderlichaam en benen tijdelijk gevoelloos en kunt u tijdelijk uw benen niet of minder krachtig bewegen. Tijdens de ingreep kunt u wakker blijven. Als u niet wakker wilt blijven of u ziet er tegen op om alles te horen, kan de anesthesioloog u een slaapmiddel toedienen. Hierdoor valt u tijdens de ingreep in een lichte slaap. Op deze manier kunt u het voordeel van een regionale verdoving combineren met het voor u misschien geruststellende idee dat u niets ziet of hoort van de operatie. Omdat we er zeker van willen zijn dat u tijdens de operatie geen pijn zult hebben, houden we de mogelijkheid open u zonodig toch onder narcose te brengen. Dit is slechts in een zeer beperkt aantal gevallen noodzakelijk. Het is daarom zeer belangrijk dat u op het moment van de ingreep nuchter bent, ook al gaat uw voorkeur uit naar een gedeeltelijke verdoving. Werkwijze Bij elke vorm van anesthesie zal vooraf een infuusnaald in uw onderarm of op de rug van uw hand worden ingebracht. Dit wordt gedaan om bij eventuele problemen een directe toegangsweg tot de bloedbaan te hebben. Nadat bij u de infuusnaald is ingebracht gaat u rechtop zitten met beide benen op de tafel. Uw rug wordt gedesinfecteerd met jodium of een ander middel, indien u overgevoelig bent voor jodium. Daarna zal de anesthesioloog de ruggenprik geven. De anesthesie-assistent zal u ondertussen bijstaan. Nadat de prik gezet is, gaat u weer liggen. Meestal krijgt u hierna nog een prikje in het bovenbeen waarbij medicijnen ingespoten worden om een eventuele bloeddrukdaling te voorkomen. U zult merken dat de benen vrij snel na het prikje, zwaar en warm gaan aanvoelen. Dit is het begin van de werking van de verdoving. De verdoving bestrijkt meestal een gebied van de tenen tot ongeveer het middenrif. U kunt hierdoor af en toe moeite hebben met diep doorzuchten en hoesten. Dit is volkomen normaal en gaat vanzelf weer over. De duur van de verdoving is afhankelijk van het type knieoperatie dat u ondergaat. Tot slot U krijgt bij deze vorm van narcose geen zogenaamde ‘epidurale katheter’ maar wél een blaaskathteter. Deze krijgt u overigens ook wanneer u kiest voor volledige narcose. Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen, dan kunt u ze stellen bij de kennismaking met uw anesthesioloog of diens assistent. Hij of zij is graag bereid een zo duidelijk mogelijk antwoord te geven op uw vragen of wensen.
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
22
Algemeen Vragenlijst thuissituatie Naam:____________________________________ Geboortedatum:____________________________ U wordt binnenkort in ons ziekenhuis geopereerd aan uw knie. Om na de operatie thuis veilig te kunnen functioneren, is het van belang om enkele zaken al vóór de operatie goed te regelen. We hebben een aantal vragen op papier gezet om een goed beeld te krijgen van uw thuissituatie. De fysiotherapeut en/of verpleegkundige zal tijdens het pre-operatief onderzoek deze vragenlijst met u doornemen en u zonodig advies geven. Invulinstructies Bij de meerkeuzevragen a.u.b. het bolletje inkleuren voor het antwoord dat voor u van toepassing is. Bij de vragen die met ja of nee beantwoord moeten worden kunt u het juiste antwoord omcirkelen. 1. U woont: O alleen O samen met partner O samen met andere persoon / personen, bijv. zoon of dochter 2. U woont in een: O eengezinswoning O bungalow of appartement (één verdieping) O flat O aanleunwoning O verzorgingstehuis O verpleeghuis 3. Bent u nog op sportieve wijze actief? Ja / Nee 3a. Indien ja, welke sport beoefent u? _______________________________ Zelfredzaamheid 4. Heeft u op dit moment thuis al hulp? Ja / Nee Indien ja, welke? O particulier O via de Thuiszorg O alfahulp 5. Heeft u na uw ontslag voldoende huishoudelijke hulp om u in huis te helpen? Ja / Nee
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
23
6. Kunt u zich nog zelf wassen en aankleden? Ja / Nee 7. U kunt de eerste weken na de ingreep aan uw knie niet zelf uw voeten wassen, uw broek aantrekken en uw sokken / kousen en schoenen aantrekken. Is er iemand die u hierbij kan helpen? Ja / Nee 8. Zorgt u zelf voor uw maaltijden? Ja / Nee 9. Is er na uw ontslag iemand die u helpt met eten klaarmaken? Ja / Nee 10. U loopt nu: O zonder loophulpmiddel O met een wandelstok O met één of twee krukken O met een rollator. 11. Hoe lang of hoe ver kunt u nog lopen? O ______________ km. O ______________ minuten 12. Hebt u in het verleden ooit met krukken gelopen? Ja / Nee 13. U moet de eerste weken na uw ontslag met twee krukken (of rollator of looprek) lopen. Heeft u genoeg kracht in uw armen om dit zonder problemen te doen? Ja / Nee Trap 14. Moet u meer dan één trede op om uw huis binnen te gaan? Ja / Nee 14a. Indien ja, is er een leuning aanwezig? Ja / Nee 15. Maakt u momenteel gebruik van een trap in uw woning? Ja / Nee 15a. Indien ja, heeft de hele trap een leuning? Ja / Nee 16. Zijn er in huis op- en afstapjes van meer dan een trede, bijvoorbeeld naar toilet, zitkuil of bijkeuken? Ja / Nee 16a. Indien ja, kunt u zich hier ergens veilig vasthouden? Ja / Nee
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
24
Zitten Algemene regel Om veilig te kunnen zitten moet de hoogte van uw stoel, het toilet én uw bed minimaal een hoogte hebben die gelijk is aan de lengte van uw onderbeen, gemeten van de grond tot uw knieholte terwijl u met uw voeten plat op de grond zit en uw been een rechte hoek vormt. Dit wordt de ‘zithoogte’genoemd.
In bijgaande tekening wordt dit ‘de zithoogte’ genoemd. Stoel 17. Heeft u de beschikking over een goede, hoge, stevige stoel met armleuning? Ja / Nee Toilet 18. Voldoet de hoogte van uw toilet aan bovenstaande regel? Ja / Nee 19. Kunt u zich op het toilet vasthouden of optrekken (bijvoorbeeld aan verwarming(sleiding) of wasbakje)? Ja / Nee 19a. Indien nee, is er een mogelijkheid om een beugel te plaatsen? Ja / Nee Bed 20. Voldoet de hoogte van uw bed aan bovenstaande regel? Ja / Nee 20a. Indien nee, kunt u het bed verhogen door bijvoorbeeld een extra matras erop te leggen of door klossen of blokken eronder te plaatsen? Ja / Nee 20b. Indien nee, is er in huis een ander bed dat voldoet aan de eisen? Ja / Nee
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
25
Baden en douchen 21. Het is het veiligste om zittend te douchen, op een kruk met de goede hoogte (zie boven). Is dit in uw woning mogelijk? Ja / Nee 22. Ligt er een antislipmat op de bodem van het bad of de douche? Ja / Nee 23. Ligt er een antislipmat vóór het bad of de douche? Ja / Nee 24. Is er een beugel aanwezig om veilig in en uit bad of douche te stappen? Ja / Nee 25. De eerste tijd is het wenselijk dat iemand u helpt bij het douchen / baden. Is er iemand die u hierbij kan helpen? Ja / Nee
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
26
Onderzoek Tijdens de operatie wordt een deel van het gewrichtsvlak weggehaald om de nieuwe knieprothese te kunnen plaatsen (zie ook tabblad 3). Het weggehaalde bot met kraakbeen wordt normaal gesproken vernietigd. Orbis Medisch Centrum is een opleidingsziekenhuis en is deelnemer en uitvoerder van verschillende wetenschappelijke onderzoeken. Uw bot met kraakbeen kan, indien u geen bezwaar maakt, gebruikt worden door gerenomeerde bedrijven en/of onderzoeksinstuten die onderzoek doen naar het ontstaan en voorkomen van artrose (aandoening van het gewrichtskraakbeen). Dit gebeurt uiteraard anoniem. Indien u bezwaar heeft dat uw bot met kraakbeen geanonimiseerd gebruikt wordt voor onderzoek kunt u dat aangeven. Wij verzoeken u dan onderstaande verklaring te ondertekenen. Het weggehaalde bot met kraakbeen zal dan vernietigd worden. Wilt u tijdens uw bezoek aan Orthopedie aangeven dat u hier bezwaar tegen heeft, dan kunnen wij met uw wens rekening houden.
Verklaring Hierbij verklaart ondergetekende bezwaar te maken tegen het gebruik van weggenomen bot met kraakbeen voor onderzoek. Datum: _____________________________________________________ Naam: _____________________________________________________ Handtekening: _____________________________________________________
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
27
Hulpmiddelen Naar aanleiding van de door u ingevulde vragenlijsten en het gesprek met de verpleegkundige tijdens het pre-operatief onderzoek geven we u het volgende advies: Het is raadzaam vóór uw thuiskomst te zorgen dat u de beschikking hebt over de aangekruiste hulpmiddelen. O Krukken O Toiletverhoger O Beugel naast toilet O Een verhoogd bed, extra matras op het bed of klossen onder het bed O Antislipmat in douche en / of bad en in de badkamer O Krukje in douche en / of bad O Stoel op goede hoogte mét armleuningen O Goede, stevige trapleuning. Fysiotherapie Denkt u er aan dat uw knie na de opname nog niet volledig hersteld is en dat u daarom thuis nog fysiotherapie nodig heeft. Maak voor uw opname in het ziekenhuis alvast een afspraak bij uw eigen fysiotherapeut.
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
28
Wat treft u aan achter tabblad 5? • • • • •
Oefenbijeenkomst fysiotherapie Informatie over de oefeningen Nazorg in de thuissituatie Veiligheidsadviezen voor thuis Controle van bloed, urine en afnemen van een neuskweek
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
29
Oefenbijeenkomst fysiotherapie Omdat het de bedoeling is dat u na de operatie weer direct op de been bent, maar wel probeert de geopereerde knie te ontzien, zal de fysiotherapeut al vóór de opname een aantal oefeningen en vaardigheden met u doornemen: • het lopen met een loophulpmiddel, meestal krukken • traplopen (indien van toepassing) • gaan zitten op een stoel en weer opstaan Voor de operatie wordt u samen met mensen die ook een knie- of heupoperatie moeten ondergaan, één keer bij de fysiotherapeut verwacht. Gezamenlijk oefent u op de manier zoals dat ook na de operatie gebeurt. Dit is voor u en voor de fysiotherapeut het moment om na te gaan of u het lopen met krukken en de aangeleerde oefeningen beheerst. Het is de bedoeling dat u de krukken die u tijdens de opname gebruikt al meebrengt naar de oefenbijeenkomst en tussen de bijeenkomst en de opname in het ziekenhuis door thuis oefent. De fysiotherapeut controleert uw krukken en stelt ze voor u op maat. Informatie over de oefeningen Tijdens uw opname in het ziekenhuis en ook na het ontslag is het nodig om enkele oefeningen te doen, die het functioneren van uw nieuwe gewricht kunnen verbeteren. Alle oefeningen worden met u doorgenomen. Ze staan in deze klapper achter tabblad 7. Nazorg in de thuissituatie Na de operatie krijgt u een verwijzing mee voor de fysiotherapeut in uw eigen woonplaats. Het is van belang dat de therapie zo snel mogelijk na het ontslag wordt gestart, omdat de beweeglijkheid van de knie niet optimaal is en extra begeleiding wenselijk is. Wij adviseren u om tijdig contact op te nemen met de fysiotherapeut in uw regio om alvast een afspraak te maken voor therapie ná de opname. Hierdoor voorkomt u dat u onnodig moet wachten op de eerste afspraak. De fysiotherapeut in het ziekenhuis geeft u bij het ontslag een korte overdracht mee voor de fysiotherapeut in uw regio. Veiligheidsadviezen voor thuis Vóórdat u opgenomen wordt kunt u in huis al voorbereidingen treffen om het functioneren met een nieuwe knie zo veilig mogelijk maken. Wij adviseren u om in huis eens goed rond te kijken hoe u op een eenvoudige manier problemen kunt voorkomen. • Na de operatie moet u enkele weken met een loophulpmiddel lopen. Het is daarom belangrijk te zorgen voor voldoende loopruimte in huis. • Verwijder losse vloerkleden, badmatjes en snoeren, zodat u er niet over kunt vallen. • Wij raden u ook aan te zorgen voor voldoende verlichting zodat u het risico op vallen vermindert.
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
30
• Bekijk of uw stoel, toilet en bed de juiste (zit)hoogte hebben, zoals is aangegeven in de vragenlijst achter tabblad 4. • Zorg alvast dat een aantal zaken die u regelmatig nodig hebt, zoals de telefoon, binnen handbereik zijn. • Ga na in hoeverre u steunpunten hebt op plaatsen waar u niet direct gebruik kunt maken van het loophulpmiddel, zoals in de badkamer, op het toilet en op de trap. • Plaats, indien wenselijk, een extra handgreep of beugel. • Inspecteer ook rondom uw huis. Ruim obstakels uit de weg, besteed aandacht aan losliggende tegels en verwijder tijdig mos en onkruid tussen de tegels, zodat u bij vochtig weer niet uitglijdt. Met eventuele vragen kunt u terecht bij uw fysiotherapeut. Controle van bloed, urine en het afnemen van een neuskweek Een knieprothese is gevoelig voor infecties. Voor de operatie mogen er daarom geen bronnen van infectie in uw lichaam zijn. Het is daarom van belang dat u maximaal 7 tot 10 dagen voor de operatie een extra controle van uw bloed en urine laat uitvoeren. Tip: U kunt het bezoeken van het Poliklinisch laboratorium (Meldpunt Oost 04) combineren met het bezoek aan de fysiotherapeut. Houdt u rekening met de wachttijd bij het Poliklinisch laboratorium! Ook wordt voor de operatie een neuskweek afgenomen om te kijken of u drager bent van een huidbacterie, genaamd Staphylococ Aureus. Van de zorgplanner krijgt u hiervoor een kweekstokje met een aanvraagformulier. Een groot deel van de bevolking is drager van deze bacterie, normaal gesproken zonder consequenties. Om het infectierisico bij het plaatsen van een prothese zoveel mogelijk terug te dringen kiezen wij ervoor om deze bacterie te bestrijden, middels Bactroban neuszalf en Hibiscrub shampoo.
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
31
Wat treft u aan achter tabblad 6? • Wanneer moet u stoppen met bloedverdunnende en / of andere medicijnen? • Afspraken met betrekking tot het medicijngebruik voor de operatie
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
32
Als u bloedverdunnende medicijnen gebruikt is het noodzakelijk dat u enkele dagen voor de operatie stopt met het innemen hiervan. Dit kan ook gelden voor eventuele andere medicijnen die u gebruikt. Stop niet uit eigen beweging! Uw arts en de anesthesioloog bespreken tijdens het preoperatief onderzoek met u wanneer u met welke medicijnen moet stoppen en kruisen dit aan in onderstaande lijst. Bij vragen of onduidelijkheden kunt u bellen met de zorgplanner Orthopedie. Het telefoonnummer vindt u vooraan in deze klapper. Afspraken met betrekking tot het medicijngebruik voor de operatie Naam medicijn
Aantal dagen vóór de operatie stoppen
Stoppen op de operatiedag
Blijven gebruiken! Innemen met water
O Acetosal O Ascal O Asasantin O Acenocoumarol (sintrommitis) O Marcoumar O Plavix O O O
Deze lijst is niet meer geldig na de operatie. Volg na de operatie de voorschriften van uw eigen arts op! Paraaf arts:________________________________
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
33
Wat treft u aan achter tabblad 7? • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Opname Wat brengt u mee naar het ziekenhuis? Ontvangst op de verpleegafdeling Voorbereiding op de operatie Na de ingreep De eerste uren na de operatie Medicijnen Pijnstilling De eerste dagen na de operatie Wondgenezing Wondlekkage Zwelling Praktische informatie Contact met de arts Bezoek Tenslotte Oefeningen fysiotherapie Het opbouwen van het looppatroon Lopen met krukken Loopafstand Lopen met een ander loophulpmiddel Traplopen Oefeningen na de operatie Stoel Hoogte, houding en gaan zitten en opstaan Met krukken opstaan uit een stoel Met krukken gaan zitten Toilet Douche Douchen in een ligbad Voorwerpen dragen Autorijden Vervoer naar huis Fietsen Sporten
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
34
Opname Het personeel van de verpleegafdeling wil u langs deze weg welkom heten en u een voorspoedig herstel toewensen. Wij realiseren ons dat deze opname een ingrijpende gebeurtenis voor u kan zijn. Om u sneller wegwijs te maken op de afdeling hebben wij een aantal zaken voor u op papier gezet. Voor meer informatie over de algemene gang van zaken in het ziekenhuis verwijzen wij u naar de gids ‘Een opname in Orbis Medisch Centrum’. Wat brengt u mee naar het ziekenhuis? Wanneer u voor opname naar het ziekenhuis komt, neemt u naast de gebruikelijke zaken zoals ondergoed, nachtgoed en toiletartikelen ook mee: • deze klapper • uw krukken of rollator. • de medicijnen die u thuis reeds gebruikt • gemakkelijke, ruimzittende kleding (géén knellende onderkleding en panty’s!) • schoenen of pantoffels om overdag te dragen. • Zorg voor stevig schoeisel met een brede hak en met veters of klittenband. Slippers zijn niet geschikt. • een lange schoenlepel. Ontvangst op de verpleegafdeling • U wordt opgenomen op verpleegafdeling Oost 33, voor het specialisme Orthopedie. • Een verpleegkundige ontvangt u en geeft u informatie over de voorbereiding op de operatie en de gang van zaken tijdens uw verblijf op de afdeling. • Daarnaast zal de verpleegkundige een aantal persoonlijke gegevens controleren. • U krijgt tijdens dit gesprek de gelegenheid vragen te stellen. • De voorbereidingen voor de operatie bestaan uit: bloedonderzoek, het meten van de bloeddruk en voorbereidingen aan het bed, zoals het aanbrengen van hulpmiddelen. Voorbereiding op de operatie • Wij verzoeken u vriendelijk de avond voor de ingreep te douchen. Op de dag van de ingreep mag u niet douchen tenzij de neuskweek positief is (zie tabblad 5) Uiteraard mag u zich wel gewoon wassen aan de wastafel. • Wanneer de operatie ‘s morgens plaatsvindt, mag u vanaf 24.00 uur niet meer eten, drinken of roken. Wel mag u om 06.00 uur nog een glas heldere drank (1 glas thee of water) drinken. Koolzuurhoudende dranken, koffie of melkproducten zijn níet toegestaan. • Als u pas ‘s middags wordt geholpen mag u vroeg in de ochtend nog een licht ontbijt (beschuit met thee, water of appelsap) nuttigen en om 11.00 uur nog een glas heldere vloeistof drinken.
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
35
• Een klein slokje water om medicijnen in te nemen of tanden te poetsen is altijd toegestaan. • Voor de operatie krijgt u een operatiejasje om aan te trekken. Daarnaast krijgt u een tabletje om te ontspannen. Het is belangrijk dat u bij algehele narcose protheses (gebit, contactlenzen) uitdoet. • Het is niet toegestaan tijdens de operatie nagellak, make-up en sieraden te dragen. Kunstnagels kunnen in principe blijven zitten. Alleen wanneer deze donker van kleur zijn dient er een verwijderd te worden (bijv. van de duim). • Het gebruik van bodylotion voor de operatie is ook niet toegestaan, omdat het dan moeilijker is de huid te desinfecteren. • Een verpleegkundige brengt u vanaf de afdeling in uw bed naar de voorbereidingsruimte op de operatieafdeling. In de voorbereidingskamer is het kouder dan op de afdeling. Mocht u het erg koud vinden, dan kunt u om een extra deken vragen. In de operatiekamer worden steriele doeken over u heen gelegd. Na de ingreep Op de operatiekamer wordt mogelijk een speciale drain in de wond aangebracht. Dit is een slangetje waardoor bloed en wondvocht wordt afgevoerd. Via deze drain wordt het bloed de eerste 6 uur na de operatie opgevangen. Dit bloed wordt na filtering aan u teruggegeven. Het teruggeven van het eigen bloed verkleint de risico’s die een bloedtransfusie kan hebben. De eerste uren na de operatie Na de operatie wordt u naar de uitslaapkamer (recovery) gebracht. U kunt pijn voelen. Verder heeft u na de operatie: • een infuus in uw arm. • een drukverband om het been • mogelijk krijgt u een katheter (dun slangetje) in de blaas om urine af te voeren. • ook kan het zijn dat u een of meerdere plastic drains (slangetjes) heeft die bloed en wondvocht afvoeren (zie boven). Als de anesthesioloog daar toestemming voor geeft, brengt de afdelingsverpleegkundige u terug naar de verpleegafdeling. Daar zullen regelmatig bloeddruk, pols, hoeveelheid wondvocht, pijnervaring, de houding, de gevoeligheid en beweeglijkheid van het been gecontroleerd worden. Als u zich goed voelt mag u om te beginnen eerst wat drinken. Na enkele uren mag u dan eventueel eten. Medicijnen • Om het risico van ontstekingen zo klein mogelijk te maken, krijgt u tijdens en na de operatie antibiotica. • De arts schrijft u bloedverdunnende medicijnen voor om trombose (klontering van het bloed) te voorkomen. Tijdens de opname leert u hoe u het middel tegen trombose zelf kunt injecteren met behulp van een kleine spuit. Na de operatie blijft u deze middelen nog een aantal weken gebruiken. Daarnaast is het overigens ook belangrijk dat u overdag, op de
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
36
momenten dat u in bed ligt, regelmatig uw voeten en tenen beweegt ter voorkoming van trombose (ieder uur ongeveer vijf minuten). Achter tabblad 8 vindt u meer informatie over het spuiten van het middel tegen trombose. Pijnstilling Tijdens de operatie zal de anesthesioloog de meest optimale vorm van pijnstilling voor u bepalen. Wij dragen er zorg voor dat u na de ingreep zo weinig mogelijk pijn zult hebben. Standaard medicatie rondom het plaatsen van een prothese Bij het plaatsen van een prothese krijgt u standaard medicatie toegediend. In de tekst hieronder vindt u een overzicht van deze medicatie. Indien hiervan wordt afgeweken krijgt u dit te horen tijdens de pre-operatieve screening of tijdens de opname. Gelukkig geven onderstaande medicijnen maar weinig bijwerkingen. Als u mogelijke bijwerkingen bemerkt, ook andere gezondheidsklachten dan hieronder beschreven, vragen we u dit te melden aan de afdelingsarts. Medicatie, doel en meest voorkomende bijwerkingen Paracetamol 4x daags 1000 mg zo nodig Doel medicatie Pijnstillend effect Meest voorkomende bijwerkingen Gebrek aan eetlust, braken, bleekheid en buikklachten. Echter deze symptomen komen maar heel weinig voor en treden meestal in de eerste 24 uur na het starten van de medicatie op. Arcoxia 1x daags 90 mg gedurende 2 weken na de operatie Doel medicatie Pijnstillend en ontstekingsremmend effect en voorkomen van kalkvorming rondom de prothese. Meest voorkomende bijwerkingen Maag-darmstoornissen zoals buikklachten en/of misselijkheid, nierfunctiestoornissen, problemen in de water- en zouthuishouding en vochtophoping. Omeprazol 1x daags 40 mg bij Arcoxia gebruik gedurende 2 weken na de operatie Doel medicatie Bescherming van het maag-darm kanaal bij gebruik van Arcoxia. Meest voorkomende bijwerkingen Misselijkheid, braken, obstipatie, buikpijn, winderigheid, slaperigheid of slaapstoornissen, duizeligheid, hoofdpijn en tintelingen.
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
37
Arixtra 1x daags 2,5 mg onderhuidse injectie gedurende 5 weken na de operatie Doel medicatie Ter preventie van het ontwikkelen van trombose na een orthopedische ingreep. Meest voorkomende bijwerkingen Bloedarmoede, bloedingen (bijvoorbeeld op de plek van de operatie), problemen met de bloedplaatjes, verkleuring van de huid en levertest afwijkingen. De eerste dagen na de operatie • De eerste dag na de operatie wordt (indien aanwezig) de blaaskatheter verwijderd. • U krijgt hulp bij de lichamelijke verzorging. Met name het wassen van rug, billen en benen kan lastig zijn. Geeft u zelf aan wat u kunt en wat niet. • De eerste dag na de operatie helpt de verpleegkundige of de fysiotherapeut u in een stoel. • U wordt begeleid bij de eerste passen die u met een loophulpmiddel maakt. Let op dat u niets forceert. Geef daarom aan wanneer iets niet lukt. • Het ijzergehalte van uw bloed wordt gecontroleerd. Dit kan als gevolg van de operatie gedaald zijn. Indien nodig wordt actie ondernomen. • Het infuus wordt verwijderd als de eventuele pijnstilling via het pompje niet meer nodig is. Dit gebeurt altijd tussen dag 1 en 2. • De drains worden 24 uur na de operatie verwijderd, indien deze aanwezig zijn. • De fysiotherapeut komt de dag na de operatie bij u langs om precies te bespreken hoe de revalidatie zal verlopen. Hij neemt met u de oefeningen door, waardoor u straks weer zo goed mogelijk kunt lopen. U vindt de oefeningen in deze klapper. • Twee dagen na de operatie wordt het drukverband verwijderd. • Ongeveer 2 dagen na de operatie wordt een controlefoto van uw knie gemaakt. • De volgende dagen breidt de looptraining zich uit en wordt, indien dit voor u van toepassing is, het traplopen geoefend. • Op de derde dag na de operatie mag u weer douchen. Wondgenezing Wondlekkage U kunt de eerste dagen na de operatie nog bloed of vocht verliezen uit de wond zelf en/of uit de drainopening. Dit maakt deel uit van het normale wondgenezingsproces. Bloeduitstorting Na de operatie kan er een bloeduitstorting ontstaan in het geopereerde gebied. Deze zal na een tijd vanzelf verdwijnen. Zwelling Als u na de operatie lang rechtop zit, treedt er vaak een zwelling (= vochtophoping) op in uw onderbeen.
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
38
Om deze zwelling te voorkomen is het zinvol 2 tot 3 maal per dag, bijvoorbeeld na de maaltijden, gedurende een uur bedrust te nemen in een houding waarbij de voeten hoger liggen dan het hoofd. Te lang in een stoel blijven zitten (langer dan een uur, met de voeten op de grond) kan de zwelling in stand houden en bovendien verstijving van spieren en gewrichten veroorzaken. Daarom is het goed regelmatig te wandelen en vaak van houding te veranderen. Ondanks deze maatregelen kan de zwelling maandenlang aanhouden, waardoor u moeilijker zult kunnen lopen en bewegen. Wij adviseren u ondanks een eventuele zwelling / bloeduitstorting toch gewoon door te gaan met de opbouw van uw activiteitenpatroon. Praktische informatie Contact met de arts Orthopeden: • Dr. E.H. van Haaren • Drs. P.B.J. Tilman • Dr. A.D. Verburg • Dr. N.P. Kort • Dr. E.J.P. Jansen • Drs R.P.M. Hendrickx • Arts-assistent Orthopedie: _________________ • Elke werkdag loopt de arts-assistent Orthopedie ’s ochtends visite. • Eenmaal per week, op donderdagmiddag, zal door de orthopeden visite gelopen worden. • Het is mogelijk om, in het bijzijn van een direct betrokken familielid, een gesprek te hebben met de zaalarts. Indien deze behoefte aanwezig is, laat u dit dan weten aan de afdelingssecretaresse of de verpleegkundige. Zij zullen dan een gesprek voor u plannen. Bezoek Algemene bezoektijden Voor de verpleegafdelingen gelden de algemene bezoektijden van het ziekenhuis. Deze zijn dagelijks van: • 14.00 tot 16.00 uur en van • 19.00 tot 20.00 uur. Naasten • Naasten kunnen onze patiënten bezoeken van 11.00 tot 12.30 uur en van 14.00 tot 20.00 uur. Per bed mag één naaste aanwezig zijn. Dit hoeft uiteraard niet steeds dezelfde persoon te zijn. Bezoekers kunnen elkaar ook afwisselen. • Gedurende de hele dag zullen onderzoek, verzorging en behandeling gewoon doorgaan. Op het moment van verzorging / behandeling wordt het bezoek verzocht de kamer tijdelijk te verlaten en elders te wachten. • Van 12.30 tot 14.00 uur willen wij onze patiënten de gelegenheid geven te rusten.
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
39
Tenslotte • Wanneer u vragen, opmerkingen of klachten heeft, kunt u te allen tijde terecht bij de verpleegkundige of een van de coördinerend verpleegkundigen. • Wij stellen het in elk geval op prijs als u klachten in eerste instantie met diegen die de klacht betreft of de coördinerend verpleegkundige persoonlijk wilt bespreken. Wanneer dit, om welke reden dan ook, niet mogelijk is of voor u niet of onvoldoende tot een oplossing leidt, dan kunt u zich wenden tot de Patiëntenservice. Meer informatie over de Patiëntenservice kunt u lezen in de folder ‘De Patiëntenservice’. Oefeningen fysiotherapie Na een operatie waarbij een totale knieprothese is ingebracht, mag de nieuwe knie volledig worden belast. Dit is in het begin echter meestal niet mogelijk vanwege de wondpijn. Daarom leert de fysiotherapeut u met een loophulpmiddel te lopen. Het is verstandig eventuele pijn en zwelling te zien als een maat voor de druk die u op de knie zet. Wanneer de knie pijnlijk, dik of warm wordt, kan dit een teken zijn dat u teveel heeft gedaan. Probeer zowel de belasting (in kilo’s), als uw bezigheden (hoe vaak u loopt, welke afstanden etc.) hierop aan te passen. Te lang (langer dan een uur) zitten in een stoel houdt de zwelling in stand en kan daarnaast aanleiding geven tot verstijving van de spieren en gewrichten. Wij adviseren u regelmatig te gaan wandelen en vaak van houding te veranderen. Probeer uw loopafstand geleidelijk te vergroten. Liefst door wat vaker een stukje te gaan wandelen. Forceer niet! Het opbouwen van het looppatroon De looptraining start meestal de eerste dag na de operatie met behulp van een looprek:
Zet eerst het looprek naar voren. Plaats vervolgens het geopereerde been naar voren. Plaats als laatste het niet-geopereerde been naar voren, voorbij het geopereerde been.
Lopen met krukken Als het lopen met het looprek veilig gebeurt, gaat u lopen met behulp van twee elleboogkrukken.
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
40
Zet de krukken gelijktijdig naar voren. Plaats vervolgens het geopereerde been precies tussen de twee krukken. Zet als laatste uw niet-geopereerde been voorbij het andere. De eerste 3 tot 6 weken loopt u met 2 krukken. Als u goed loopt met twee elleboogkrukken (meestal na 3 weken), gaat u binnenshuis, in overleg met uw fysiotherapeut, één kruk gebruiken. Neem de kruk in de hand aan de niet geopereerde kant van uw lichaam. Dus als u aan de rechterkant geholpen bent, houdt u de kruk vast met uw linkerhand en andersom. Steun op de kruk op het moment dat u op het geopereerde been gaat staan. Plaats vervolgens het niet-geopereerde been voorbij het andere.
Loopafstand De loopafstand wordt geleidelijk aan verder opgebouwd (ook buitenshuis). Houd er rekening mee dat u last kunt krijgen van een toename van pijn en zwelling van het geopereerde been. Wanneer dit het geval is, dient u de loopafstand te verminderen, het been vaker hoog te leggen en meerdere rustmomenten in te bouwen. Lopen met een ander loophulpmiddel Als het lopen met krukken voor u onveilig is, kan er gekozen worden voor een ander loophulpmiddel (bijvoorbeeld een rollator). Traplopen Om veilig en verantwoord trap te lopen adviseren wij u aan één kant de trapleuning te gebruiken. Wanneer u met kruk(ken) een trap wilt op- of aflopen, kunt u dit het beste doen in de onderstaande volgorde:
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
41
Trap oplopen: verzet eerst uw gezonde been, dan uw geopereerde been en als laatste de kruk.
Trap aflopen: verplaats eerst de kruk, verzet dan uw geopereerde been en als laatste uw gezonde been.
De eerste tijd blijft u op deze manier traplopen. Volledig doorstappen (zonder ‘bijzetpas’) gebeurt pas weer als u zonder krukken stabiel en veilig kunt lopen. Dit zult u ongeveer 2 tot 3 maanden na de operatie weer kunnen. Oefeningen na de operatie De hierna beschreven oefeningen zijn bedoeld als geheugensteun bij het onthouden van de oefeningen die de fysiotherapeut met u heeft doorgenomen. Er zijn oefeningen voor de eerste dagen na de operatie, en ook oefeningen voor wat later, wanneer u weer loopt. Een gedeelte is bedoeld voor als u weer thuis bent. Over het algemeen geldt dat u de eerste dagen vaak moet oefenen (veelal ieder uur) en dat dit in een latere fase afgebouwd wordt naar 2 tot 3 maal per dag. Bij het oefenen mag u enige pijn voelen en er mag gerust wat vermoeidheid optreden. Forceer echter nooit. Het is niet de bedoeling dat u op eigen initiatief met nieuwe oefeningen begint.
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
42
Oefening 1:
Tenminste ieder uur 10x Beweeg tenen en voeten op en neer (de benen stilhouden). Oefening 2:
Tenminste ieder uur 5 tot 10x Ga zo gestrekt mogelijk liggen en knijp de billen gedurende 5 seconden samen. Oefening 3:
Ga zitten op een stevige onderlaag met een rolletje onder uw knie. Terwijl u de knie in het rolletje drukt, tilt u de hak los van de onderlaag. Probeer de knie maximaal te strekken!
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
43
Oefening 4:
Strek uw knie zo ver mogelijk door uw knieschijf op te trekken. Til uw been gestrekt een stukje op. Oefening 5:
Tenminste ieder uur 5 tot 10x Strek uw been. Druk de knieholte naar beneden en span zo gedurende 5 seconden de bovenbeenspieren aan. Oefening 6:
Tenminste ieder uur 5 tot 10x Ga goed achter in de stoel zitten. Strek uw knie en maak het been gedurende 5 seconden zo recht mogelijk.
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
44
Oefening 7:
Strek uw knie zo ver mogelijk. Laat uw been niet naar links of rechts draaien. • leg een dun rolletje onder de achillespees • leg een zandzak op het been: óp of net boven de knie. Stoel
Hoogte Zorg dat uw stoel voldoende hoog is, zoals is aangegeven in de algemene regel. Gebruik altijd een stoel met 2 armleuningen en een harde zitting (dus geen te diepe, zachte, lage stoel of bank). Houding Ga recht zitten, met de knieën naast elkaar, níet over elkaar. Gaan zitten en opstaan Plaats bij het gaan zitten en het opstaan altijd eerst het geopereerde been naar voren, waardoor de hoek tussen uw romp en been groot genoeg blijft. Als u gaat zitten, steunt u met beide armen op de armleuningen, gaat u zitten op het puntje van de stoel en schuift vervolgens naar achteren.
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
45
Als u wilt opstaan schuift u altijd eerst op de billen naar voren tot aan de rand van de stoel. Daarna drukt u zichzelf op met beide handen op de armleuningen van de stoel. Met krukken opstaan uit een stoel
Steek de handen van boven naar beneden door de krukken en plaats de handen op de armleuning van de stoel. Schuif naar voren tot op het puntje van de stoel, zet de voet van het geopereerde been naar voren en druk u vervolgens op met beide handen op de leuningen van de stoel. Als u goed rechtop staat neemt u de handvaten vast en vervolgens kunt u gaan lopen. Met krukken gaan zitten
Loop achterwaarts totdat u met beide benen de stoel voelt. Plaats het geopereerde been naar voren en vervolgens ook de krukken. Laat de handvaten los en zet de handen op de armleuningen van de stoel.Ga zitten op het puntje van de stoel en schuif vervolgens naar achteren totdat u goed zit. Hierna volgt een opsomming van enkele tips ten aanzien van toiletgebruik en douchen. Het naleven van deze adviezen is niet strikt noodzakelijk, maar levert u wel extra comfort op.
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
46
Toilet
Hoogte Zorg dat uw toilet voldoende hoog is (zie algemene regel zithoogte). Gebruik eventueel een toiletstoel of een toiletverhoger. Gaan zitten en opstaan Voor het gaan zitten en opstaan gelden dezelfde adviezen als bij de stoel. Laat, indien mogelijk, beugels aan de muur naast het toilet bevestigen. Douche
Douchen is meteen toegestaan indien dit veilig gebeurt. Zorg voor antislipmatten (één in de douche en één erbuiten). Plaats beugels en (eventueel) een douchestoel (bijvoorbeeld een rechte, plastic tuinstoel met armleuningen). Bij een douchebak moet u opletten voor het opstapje. Douchen in een ligbad Als u thuis geen vrijstaande douche hebt kunt u zich staand in uw bad, douchen. De eerste drie maanden kunt u niet diep in de badkuip gaan zitten of liggen. U kunt wel gebruik maken van een badplank (die u kunt lenen bij de thuiszorg), een losse kruk of een badstoel. Zorg ook voor een antislipmat (één in het bad en één erbuiten) en plaats indien mogelijk beugels. In de eerste periode is het echter veiliger als u zich zittend aan de wastafel wast.
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
47
In en uit het bad stappen Om veilig over de rand in het bad te komen is het wenselijk een stoel naast het bad te plaatsen. Als u hiervoor te weinig ruimte hebt in de badkamer is het ook mogelijk op de badrand te gaan zitten. U kunt in bad komen door uw benen een voor een over de rand van het bad te tillen, waarbij u het geopereerde been ondersteunt met uw hand. Vervolgens gaat u eerst staan, om vervolgens op het krukje of de badplank plaats te nemen. Uit het bad komen gaat het gemakkelijkst door weer eerst op de rand van het bad of op de stoel te gaan zitten en dan uw benen een voor een uit het bad te tillen. Het is verstandig als er de eerste keren iemand bij u blijft staan, die bij problemen zonodig kan helpen. Voorwerpen dragen Zolang u met 2 krukken loopt heeft u geen handen vrij om voorwerpen te dragen. U kunt zich tijdelijk behelpen met bijvoorbeeld een rugzak of draagtas. Of maak bij het lopen gebruik van een ander hulpmiddel, zoals een rollator. Autorijden Autorijden is een individuele aangelegenheid. De eerste 3 maanden rijdt u zelf geen auto. Als u voldoende controle heeft over uw geopereerde been kunt u na 3 maanden weer gaan autorijden. Deze termijn kan vervroegd worden wanneer u weer volledige controle hebt over het geopereerde been, de krukken volledig afgebouwd zijn en na uitdrukkelijke toestemming van uw orthopeed en/of uw verzekering. Het is niet verstandig om te rijden als u nog pijnmedicatie slikt. Raadpleeg tevens de polisvoorwaarden van uw verzekeringsmaatschappij. Vervoer naar huis Vrijwel alle auto’s zijn geschikt om mee naar huis te gaan, na het ontslag. Om het in- en uitstappen iets gemakkelijker en zonder risico te laten verlopen adviseren wij u de volgende procedure: • Als u langs de stoeprand moet instappen, laat dan de auto een halve meter van de stoeprand af plaatsen. Ga eerst op de straat staan en vervolgens pas zitten. • Het is het gemakkelijkste om naast de chauffeur plaats te nemen. Laat de stoel zover mogelijk naar achteren plaatsen en de rugleuning een stukje achterover kantelen. Zo hebt u de meeste plaats voor uw benen. Indien de hoogte van de zitting van de auto aan de lage kant is, legt u er een stevig kussen op. • Op de zitting of op het kussen legt u een zwarte vuilniszak, waarvan de dichte onderkant af geknipt is. Hierdoor liggen twee lagen plastic op elkaar, die heel gemakkelijk over elkaar schuiven. Hierdoor kunt u gemakkelijker de auto in schuiven en draaien op de stoel. • Bij het instappen gaat u eerst dwars op de zitting zitten, met uw benen buiten de auto. Draai vervolgens en til uw benen een voor een de auto in. Het geopereerde been ondersteunt u ter hoogte van de knie met een of twee handen.
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
48
Fietsen Als u vóór de operatie ook al regelmatig fietste of als weer u veilig en stabiel loopt zonder krukken (meestal na 2 tot 3 maanden) kunt u starten met fietsen. Fietsen op een hometrainer mag eerder na overleg met uw fysiotherapeut. Sporten Algemene regel als u weer wilt gaan sporten: • Overleg eerst met de behandelende orthopeed of u weer mag gaan sporten. Bespreek of de sport die u vóór de operatie beoefende nog geschikt voor u is. • Begin voorzichtig. Overdrijf niet. Voorbeelden van sporten die toegestaan zijn: • Wandelen • Fietsen • Zwemmen / Aquajogging • Dansen (rustige ballroom) • Fitness onder deskundige begeleiding • Meer bewegen voor ouderen • Kegelen, Bowlen, Koersbal • Biljarten • Tafeltennis • Tennis (dubbelspel) • Golf (zonder spikes) De volgende sporten worden afgeraden: • Hardlopen • Joggen • Balsporten, zoals voetbal, basketbal, handbal, • volleybal, honkbal • Racketsporten, zoals tennis (enkelspel) en badminton • Hockey • Skiën en Langlaufen • Schaatsen • Gevechtsporten, zoals judo, karate, boksen • Gewichtheffen.
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
49
Wat treft u aan achter tabblad 8? • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Met ontslag Mogelijke complicaties Zelf een middel tegen trombose spuiten Wie gaat de injecties geven? Benodigdheden Hoe moet u injecteren? Tips Tenslotte De meest gestelde vragen na een knieoperatie Hoe lang zal mijn knie pijnlijk blijven? Hoe lang blijft mijn knie gezwollen? Hoe vaak moet ik oefenen? Welk soort schoenen kan ik het beste aantrekken? Hoe kan ik het beste slapen? Hoe verzorg ik mijn wond? Waar moet ik op letten na de operatie? Hoe lang moet ik gebruik maken van een loophulpmiddel? Wanneer mag ik weer gaan autorijden? Wanneer mag ik weer gaan fietsen? Hoever kan ik mijn knie weer buigen? Hoe lang blijft mijn knie warm aanvoelen? Is het normaal dat mijn knie een soort klikgeluid maakt?
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
50
Met ontslag • Tussen de 3e en de 5e dag na de operatie gaat u weer naar huis, tenzij er belangrijke medische redenen zijn waarom ontslag voor u onverantwoord is. • Op de dag vóór of de dag van het ontslag voert een verpleegkundige een ontslaggesprek met u. • U ontvangt tevens een enquêteformulier over het verblijf in het ziekenhuis. • De dag na ontslag zal een verpleegkundige van de afdeling telefonisch contact met u opnemen. Vragen en of onduidelijkheden kunt u dan bespreken. • Als zich in de eerste weken na uw ontslag onderstaande problemen voordoen, moet u contact op te nemen met de telefonische helpdesk van de verpleegafdeling: - als de pijn in het operatiegebied toeneemt, in combinatie met roodheid en eventueel koorts - als er bloed of wondvocht uit de wond lekt - bij een dik, glanzend en pijnlijk onderbeen - met vragen over het injecteren van een middel tegen trombose of wanneer u twijfelt over mogelijke bijwerkingen. Mogelijke complicaties De vervanging van een kniegewricht is een veel voorkomende en vrijwel altijd succesvolle operatie. Toch is er een aantal zaken waarmee u van tevoren rekening moet houden. Overigens kunnen complicaties ook op langere termijn optreden. • De meest ernstige complicatie is een infectie. Dit komt voor bij ongeveer 1% van de mensen met een nieuwe knie. Reumapatiënten, diabetespatiënten en mensen met extreem overgewicht hebben een verhoogd risico. • Wanneer er elders in het lichaam infecties ontstaan (bijvoorbeeld aan de voeten, het gebit of een blaasontsteking) kan daardoor ook de knie geïnfecteerd raken, ook na een aantal jaren. Een nieuwe operatie kan dan noodzakelijk zijn. Informeer daarom uw huisarts, tandarts of specialist als deze een ingreep wil verrichten. Er kunnen dan tijdig maatregelen worden genomen om infecties te voorkomen. • Er kan trombose ontstaan. Om dit te voorkomen is het voor u van belang een middel tegen trombose te spuiten (zie volgende paragraaf). • De prothese kan losraken. Daarom is regelmatige controle van de prothese noodzakelijk, ook nog na tien jaar. Ongeveer 10% van de knieprotheses moet na 10 jaar opnieuw vervangen worden. Zelf een middel tegen trombose spuiten Trombose is de vorming van bloedstolsels in hart of bloedvaten, waardoor een bloedvat gedeeltelijk of helemaal verstopt kan raken. De arts schrijft een middel tegen trombose voor aan alle mensen die een verhoogd risico lopen op trombose. Het medicijn wordt geleverd in een kant-en-klaar spuitje en moet onderhuids ingespoten worden.
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
51
Wie gaat de injecties geven? Afhankelijk van uw wensen en mogelijkheden kunnen de injecties gegeven worden door • uzelf of uw partner • de verpleegkundige van een Thuiszorgorganisatie, de huisarts of een andere hulpverlener. U krijgt in dit geval een zogenaamd ‘uitvoeringsverzoek’ mee. Dit is een schriftelijk verzoek om het middel tegen trombose bij u te injecteren, dat door uw huisarts ondertekend moet worden. Benodigdheden Als u uzelf het middel tegen trombose gaat toedienen, leg dan de volgende zaken klaar voordat u begint: 1. een kant-en-klaar spuitje 2. eventueel een pleistertje 3. de naaldencontainer. Belangrijk: Lees voor gebruik ook altijd de bijsluiter voor aanvullende informatie. Wij adviseren u echter voor de toediening de onderstaande methode te hanteren. Hoe moet u injecteren? • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Was zorgvuldig uw handen voordat u begint. U hoeft de huid rondom de injectieplaats niet te desinfecteren. Pak het spuitje vast. Richt de naald naar beneden. Als er een druppel aan de naald hangt, kunt u deze het beste afschudden. De druppel kan namelijk blauwe plekjes veroorzaken. Laat de luchtbel in de spuit zitten. Probeer deze dus niet te verwijderen. De luchtbel zorgt ervoor dat alle vloeistof wordt geïnjecteerd. Kies de injectieplaats bij voorkeur aan de buitenkant van uw bovenbeen (zie figuur 1). Wissel regelmatig van injectieplaats en spuit liever niet in de buurt van een litteken of een wondje. Neem een flinke huidplooi tussen duim en wijsvinger (zie figuur 2). Breng de naald loodrecht en in zijn geheel in de huidplooi (zie figuur 3) Als u Fragmin gebruikt, trekt u de zuiger een beetje omhoog voordat u daadwerkelijk injecteert. Bij gebruik van het middel Arixtra hoeft dit niet. Als u bloed opzuigt heeft u waarschijnlijk een bloedvaatje aangeprikt. Dit mag niet! U moet dan de naald verwijderen, een nieuw spuitje nemen en injecteren op een andere plaats. Dien de vloeistof langzaam toe door het neerdrukken van de zuiger. Trek de naald voorzichtig terug uit de huid en laat daarna pas de huidplooi los. Gooi het gebruikte spuitje in de naaldencontainer. Veeg na de injectie de injectieplaats niet af. U moet de injectieplaats niet afdrukken of masseren, omdat hierdoor een bloeduitstorting kan ontstaan. Als de injectieplaats bloedt, kunt u deze even voorzichtig dichtdrukken en er zonodig een pleistertje op plakken.
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
52
Figuur 1
Figuur 2
Figuur 3 Tips • U kunt de injectie het beste elke dag op ongeveer hetzelfde tijdstip toedienen, bijvoorbeeld ’s ochtends voor het aankleden of ‘s avonds voor het slapen gaan. De kans is dan het kleinste dat u deze vergeet. • Het invullen van een schema kan ook een hulpmiddel zijn om dagelijks aan de injectie te denken. • Als u een injectie vergeten bent, dien deze dan zo snel mogelijk nog toe. Bij 1 x daagse injecties geldt: als er inmiddels meer dan 12 uur verstreken zijn, laat dan de vergeten toediening vervallen. Bij 2 x daagse injecties geldt: als er inmiddels meer dan 6 uur verstreken zijn, laat dan de vergeten toediening vervallen • De naaldencontainer met gebruikte wegwerpspuitjes kunt u inleveren bij de apotheek. Tenslotte Met vragen over het injecteren van het middel tegen trombose of wanneer u twijfelt over mogelijke bijwerkingen kunt u zich 24 uur per etmaal wenden tot de verpleegkundigen van de afdeling waar u bent behandeld. De meest gestelde vragen na een knieoperatie Hoe lang zal mijn knie pijnlijk blijven? De pijn na het plaatsen van een knieprothese wordt geleidelijk aan minder, vanaf ongeveer een maand na de operatie. Drie tot vier maanden na de operatie treedt er een aanzienlijke verbetering op. Soms voelt u een doffe pijn na lange wandelingen. Dit gevoel kan optreden tot ongeveer 12 maanden na de operatie. Het pijnlijke gevoel verbetert zonder behandeling. Dit betekent niet dat de prothese niet goed functioneert of loszit. Hoe lang blijft mijn knie gezwollen? Uw knie kan dik of warm worden. Dit is normaal. Het is niet verontrustend wanneer u hier enkele maanden last van heeft. U kunt er van uitgaan dat u dan de knie teveel belast hebt, door te lang te staan of te lopen. Als uw knie dik of warm is kunt u deze koelen met behulp van ijspakkingen (3 tot 4 maal daags,
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
53
niet langer dan 15 minuten per keer). Het dik worden zal ook verminderen als u dagelijks ‘s morgens en ‘s avonds gedurende 1 uur rust neemt, in een houding waabij uw voeten hoger liggen dan uw hoofd. De zwelling van de knie is over het algemeen ‘s avonds het grootst en neemt in de loop van de tijd af als u goed blijft oefenen. Het is van belang dat u met twee krukken blijft lopen, zolang de knie dik of warm is. Hoe vaak moet ik oefenen? Het is belangrijk meerdere keren per dag te oefenen, vooral het strekken en buigen van de knie. Voert u de oefeningen serieus uit, maar overdrijf het niet! U kunt bij het oefenen gebruik maken van de oefeninstructies in de klapper. Uw behandelend fysiotherapeut zal u instrueren. Welk soort schoenen kan ik het beste aantrekken? Het is verstandig om schoenen te dragen die vast aan de voet zitten en een brede hak hebben. Het dragen van hoge hakken en slippers moet u de eerste drie maanden vermijden. Hoe kan ik het beste slapen? Op de rug Het is belangrijk dat uw knie helemaal gestrekt kan worden. Het is daarom niet verstandig langdurig op uw rug te gaan liggen met een kussen onder de knie. Als uw been dik is en warm aanvoelt als u gaat liggen kunt u wel het voeteneind van uw bed iets omhoog zetten of eventueel kussens onder het voeteneind van uw matras leggen. Op de zij U mag meteen op uw zij slapen met eventueel een kussen tussen de benen, zodat u comfortabel ligt. Hoe verzorg ik mijn wond? • De wond moet schoon en droog blijven. • De huid rondom de hechtingen kan er wat rood of geïrriteerd uit zien. Wanneer de hechtingen verwijderd zijn (na ± 14 dagen) zal deze roodheid langzamerhand afnemen. • Wanneer het wondgebied gezwollen of rood wordt of er vocht uit komt, is het verstandig met de verpleegkundige van de afdeling Oost 33 te overleggen wat u moet doen. In bad gaan kunt u tijdelijk beter achterwege laten. Wanneer u te lang in het water zit, wordt de huid rond de wond week. • U kunt de wond het beste van boven naar beneden wassen. Wij raden u aan om de wond de eerste twee maanden met uw handen te wassen. • Gebruik rond het wondgebied geen crème of lotion. Waar moet ik op letten na de operatie? Gedurende de eerste 3 maanden na de operatie is het, om overmatige irritatie te voorkomen, erg belangrijk dat u de volgende leefregels goed in acht neemt: • Niet op een lage kruk of stoel gaan zitten • Extreme, plotselinge bewegingen vermijden • Los staan, bijvoorbeeld bij een aanrecht, kan en mag. In overleg met uw fysiotherapeut wordt het gebruik van het hulpmiddel afgebouwd • Zwemmen kan en mag na ongeveer 8 weken, zodra u niet meer met krukken hoeft te lopen (in overleg met uw arts!)
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
54
• Ouderengymnastiek en (beperkt) sporten kan en mag (in overleg met uw arts!). Hoe lang moet ik gebruik maken van een loophulpmiddel? Patiënten met een knieprothese moeten na de operatie een loophulpmiddel gebruiken. Dit is bedoeld om de druk op de knie te verminderen, terwijl het herstel plaatsvindt. De fysiotherapeut zal met u overleggen hoe lang u het loophulpmiddel moet hanteren. In elk geval moet u gebruik blijven maken van een hulpmiddel zolang uw knie warm en dik wordt. Wanneer mag ik weer gaan autorijden? U mag pas weer gaan rijden als de specialist u hiervoor toestemming geeft. Dit betekent in de praktijk dat u op zijn vroegst na de eerste controle (na 6 weken) weer kunt gaan autorijden. Zolang u nog een loophulpmiddel hebt, mag u sowieso nog niet autorijden. Het is ook niet verstandig om te rijden als u nog medicijnen tegen de pijn slikt. Raadpleeg uw arts wanneer het verstandig is met autorijden te beginnen en raadpleeg tevens de polisvoorwaarden van uw verzekeringsmaatschappij. Wanneer mag ik weer gaan fietsen? Als u voor de operatie ook al regelmatig fietste is het mogelijk dat u na de operatie weer kunt gaan fietsen. U moet wel weer voldoende controle over uw been hebben en de buiging van uw knie moet voldoende zijn. Raadpleeg uw behandelend fysiotherapeut. Gebruik bij voorkeur een damesfiets vanwege de lage instap. Hoever kan ik mijn knie weer buigen? U moet uw knie uiteindelijk minstens in een rechte hoek (90°) kunnen buigen. Het is mogelijk dat u 110° bereikt, maar er is niet s mis met uw knie als u dit niet haalt. Hoe lang blijft mijn knie warm aanvoelen? U kunt een gevoel van warmte in uw knie ervaren gedurende 6 tot 12 maanden na de operatie. Is het normaal dat mijn knie een soort klikgeluid maakt? Ongeveer 70% van de patiënten met een nieuwe knie ervaren / horen een soort klikgeluid wanneer ze de knie buigen. Dit is normaal en niet verontrustend.
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
55
Wat treft u aan achter tabblad 9? • Wondcontrole door de doktersassistente
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
56
Wondcontrole door de doktersassistente 10 tot 14 dagen na de operatie komt u bij de doktersassistente op de Hechtingenpoli voor wondcontrole en om de hechtingen te verwijderen. Als u oplosbare hechtingen heeft komt u alleen voor wondcontrole. Mocht tijdens deze controle blijken dat nader onderzoek is vereist, dan zal een van de aanwezige artsen worden geraadpleegd.
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
57
Wat treft u aan achter tabblad 10? • Controle door orthopeed of arts-assistent
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
58
Controle door orthopeed of arts-assistent • Ongeveer 6 tot 8 weken na de operatie komt u naar Orthopedie voor een controle bij uw behandelend specialist. • Voor uw bezoek aan het spreekuur van de orthopeed, laat u eerst een röntgenfoto maken bij de afdeling Medische beeldvorming (West 12) Het consult bij de orthopeed is in principe de laatste keer dat u uw behandelend specialist ziet en spreekt in verband met uw knie. De verdere controles van de prothese worden overgenomen door de arts-assistent. Mocht tijdens deze controles blijken dat nader onderzoek is vereist, dan zal een van de aanwezige orthopeden worden geraadpleegd of wordt er een afspraak voor u gemaakt bij de orthopeed.
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
59
Wat treft u aan achter tabblad 11? • Prothesecontrole 3 maanden na de operatie
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
60
Prothesecontrole 3 maanden na de operatie Na drie maanden heeft u een afspraak met een arts-assistent op het ‘prothesespreekuur’. Dit spreekuur is uitsluitend bedoeld om het functioneren van uw nieuwe knie te controleren. Vragen van medische aard over andere aandoeningen kunt u tijdens dit spreekuur niet stellen. Mocht tijdens de controle door de arts-assistent blijken dat nader orthopedisch onderzoek nodig is, dan zal een van de aanwezige orthopeden geraadpleegd worden of wordt een afspraak op het spreekuur van de orthopeed voor u gemaakt.
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
61
Wat treft u aan achter tabblad 12? • Prothesecontrole 1 jaar na de operatie
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
62
Prothesecontrole 1 jaar na de operatie Na 1 jaar heeft u nogmaals een afspraak met een arts-assistent op het prothesespreekuur. Voordat u naar het prothesespreekuur komt, laat u eerst een röntgenfoto maken bij de afdeling Medische Beeldvorming (West 12). Deze foto neemt u vervolgens mee naar het spreekuur. Dit spreekuur is uitsluitend bedoeld om het functioneren van uw nieuwe knie te controleren. Vragen van medische aard over andere aandoeningen kunt u tijdens dit spreekuur niet stellen. Mocht tijdens de controle door de arts-assistent blijken dat nader orthopedisch onderzoek nodig is, dan zal een van de aanwezige orthopeden geraadpleegd worden of wordt een afspraak op het spreekuur van de orthopeed voor u gemaakt.
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
63
© Afdeling Communicatie Orbis Medisch en Zorgconcern, juli 2012.
Patiëntenvoorlichting | Orbis Medisch Centrum
64
© 06-2013
853