BIJBLAD BIJ
DE INDUSTRIËLE UITGAVE
VAN
HET
BUREAU
VOOR
EIGENDOM
DE I N D U S T R I Ë L E
EIGENDOM
REDACTIE: MEJ. MR
S. BOEKMAN, IR C M. R. DAVIDSON, PROF. MR W. L HAARDT, E. A. VAN NIEUWENHOVEN HELBACH, MRJ. PETERS, MR W. M. J. C. PHAF EN MR J. W. VAN DER ZANDEN
PROF. MR
40STE JAARGANG 1972 V
Bijblad Industr. Eigendom
40ste Jaargang
Blz. 1-331
's-Gravenhage 1972
v-
REGISTER 1972 INDEX VAN REGISTERS Blz. Artikelen, mededelingen en noten 285 Necrologieën 285 Artikelen van Nederlanders in andere tijdschriften. . 285 Officiële mededelingen 286 Berichten 288 Zakenregister 288 Register van beslissingen van de rechter, gerangschikt naar de partijen 314 Register van beslissingen van de rechter en van de Octrooiraad, gerangschikt naar het college . . . . 3 1 6 Register van beslissingen van de Octrooiraad en van de rechter, gerangschikt naar het wetsartikel 317 A. Beslissingen van de Octrooiraad I. Rijksoctrooiwet 317 II. Octrooireglement 319 III. Octrooigemachtigdenreglement 319 B. Beslissingen van de rechter I. Rüksoctrooiwet 319
Blz. IIA. Merkenwet (oud) 321 IIB. Benelux-Merkenwet 322 III. Merkenlandsverordening Ned. Antillen . 324 IV. Handelsnaamwet 324 V. Auteurswet 325 VI. Verdrag Kweekproducten 325 VII. Zaaizaad- en Plantgoedwet 325 VIII. Burgerlijk Wetboek 326 IX. Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering 328 X. E.E.G.-Verdrag 328 XI. Unieverdrag 329 XII. Wetboek van Koophandel 329 Wetgeving 330 Boekbesprekingen 330 Boekaankondigingen 330 Boekbespreking in ander Nederlands tijdschrift . . . 3 3 1 Tijdschriftbesprekingen 331 Litteratuur 331
ARTIKELEN, MEDEDELINGEN EN NOTEN
gebruik van een merk, noot onder Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen, 30 maart 1971, nr 9 18 —, Meerzijdige verdragen waarbij Nederland is aangesloten 22/3 —, Nietigverklaring voor België van een internationale inschrijving van een merk, noot onder Rechtbank van Koophandel te Brussel, 28 jan. 1971, nr 57 155 —, Was het verboden de internationale inschrijving van het onderhavige Duitse merk in 1951 te doen vernieuwen? noot onder Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen, 30 maart 1971, nr 9 18/9
Mr J.B. VAN BENTHEM, Mededelingen van de Voorzitter van de Octrooiraad van 15 aug. 1972 211/4 —, De Octrooiraad en het Bureau voor de industriële eigendom in 1971 144/7 Mej. Mr S. BOEKMAN, Vertegenwoordiging van een
naamloze vennootschap in een geding voor de Octrooiraad, noot onder Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 9 juli 1971, nr 21 . . .
46
Prof. Mr H . COHEN JEHORAM, Vóór en na het
D.D.G./Metro-arrest 186-192 Ir C.M.R. DAVTOSON, Microbiologie en octrooirecht 34/9 Dr Ir P.C. HENRIQUEZ, De dino's komen! . . . . 3-9 D r Ir P . C . HENRIQUEZ en Ir R. §EEDERS, Parameters
in conclusies, in het bijzonder in stofconclusies 172/7 Mr T H . LIMPERG, De juridische bescherming van - letters en andere typografische tekens. . 96-101 Mr S.K. MARTENS, S.E.R.-advies 1971, no. 2 1 :
de S.E.R. adviseert het tot stand brengen van een Wet op de ongeoorloofde mededinging 220/8 Prof. Mr E . A . VAN NIEUWENHOVEN HELBACH, Be-
—, —, —, —,
roep op oudere merken van derden, noten onder Pres. Rb. 's-Grav., 3 nov. 1971, nr 47 124/5 Deelnemen aan het geding, noot onder Pres. Rb. 's-Grav., 10 sept. 1971, nr 33 81/2 Kanttekening bij de „Maxim's" beslissing. . . 240 Openbaarmaking van de uitvinding in de tekening, noot onder Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 9 nov. 1971, nr 67 210 Overeenstemmend teken, noot onder Rb. Maastricht, 24 febr. 1972, nr 64 178
Ir R. SIEDERS en Dr Ir P . C . HENRIQUEZ, Parameters
in conclusies, in het bijzonder in stofconclusies 172/7 Dr D . A . W A S , Verslagen van de vergaderingen van de Commissie inzake de internationale bescherming van de industriële eigendom, van de Internationale Kamer van Koophandel (Parijs, 14 december 1971 en 8 maart 1972) 21/2 en 111/2 Mr J.W. VAN DER ZANDEN, Inschrijving en eerste
NECROLOGIEËN Ir W. P. M. M. VAN GENNTP, In memoriam —, door Ir G . F . DE W I T Mr D r Ir C.J. DE HAAN, In memoriam —, door Mr J.B. VAN BENTHEM
119 93
W. C. VAN LAAR, In memoriam —, door G. C. A. TER MORSHUIZEN,
58
Dr R.T.A. MEES, Aan de nagedachtenis van —, door Drs H.J. MICHEELS
252
Mej. Drs M.C.W. Muus, In memoriam —, door D r S. ROSENTHAL 171/2 Ir P.A. VAN STADEN TEN BRINK, In memoriam — ,
door Ir K. KEMPER,
34
ARTIKELEN VAN NEDERLANDERS IN ANDERE TIJDSCHRIFTEN ALEXANDER, Mr W., Het EEG-verdrag en het in-
dustriële eigendomsrecht der Lid-Staten. Het arrest Deutsche Grammophon van het Hof van Justitie der Europese Gemeenschappen. Nederlands Juristenblad 23 okt. 1971 (37) blz. 1079-1087
51
BEEK, Ir G.F. VAN DER en J. S. BUSHELL, Location of
the European Patent Office. The Journal of the Chartered Institute of Patent Agent's (1) febr. 1972 (5) blz. 142/4
216
286 Blz. Mr C.H., Nog eens het 'Ja zuster, nee zuster'-arrest. Rechtsgeleerd Magazijn Themis 1972 (1) blz. 7-53 168 BENTHEM, Mr J.B. VAN, Le brevet europeen en 1971: la première convention - système europeen de délivrance de brevets. La Propriété industrielle (Genève) (87) okt. 1971 (10) blz. 278-289 [Engelse vertaling in Industrial Property (Genève) (10) okt. 1971 (10) blz. 275-286] 51 —, L'épuisement du droit du breveté et les régies hollandaises. Blz. 35-43 in: L'épuisement du droit du breveté (Parijs, 1971,160 blz.). . . 30 Bois, Mr DU, Het plegen van overspel met muziekcassettes. (N.a.v. Hof Arnhem, 18 jan. 1972, Bijblad LE. 1972, nr 51, blz. 132, N.J. 1972, nr 277 (met noot L. WICHERS HOETH)). Auteursrechtbelangen zomer 1972 (77) blz. 3 248 —, De herziene auteurswet (Wetsontwerp thans aanhangig bij de Eerste Kamer). Auteursrechtbelangen zomer 1972 (77)blz. 5. . . . 248 BRUINING-VOLMER, Mevrouw Mr M.V., Heeft de positie van de wederverkoper van gemerkte waren wijziging ondergaan door de inwerkingtreding van art. 13 A Benelux-Merkenwet? (Neen, normale tweedehandshandel vormt ook volgens de BMW geen inbreuk op het merk.) Nederlands Juristenblad 18 maart 1972 (12) blz. 309-315 139 COHEN JEHORAM, Prof. Mr H., Dienstmerken. Nederlands Juristenblad 23 sept. 1972 (32) blz. 908-912 248 —, Studiegroep Benelux-Merkenwet. I. Automatische herregistratie van Nederlandse rechten op internationaal geregistreerde merken. Nederlands Juristenblad 18 maart 1972 (12) blz. 316-320 139 DANIELS, H.J., Internationaal handelsmerk: moeilijkheden en voordelen. Het Financieele dagblad 23/25 oktober 1971, blz. 6 139 DAVIDSON, Ir C.M.R., The relation of industrial property to the economics. Blz. 25-38 in: Hungarian Associatton for the Protection of Industrial Property I.A.P.I.P.-M.I.E. Conferences 1970, Correlation between the protection of industrial property and industrial development (Budapest OMKDK Technoinform, 1970) 51 BEEKHUIS,
DOUMA, Drs A.D., en Dr M.N.G. DUKES, Octrooi-
bescherming van geneesmiddelen is onmisbaar. Farmaceutische industrie 1971 (28) blz. 30/5 30 EYNDEN, G.P. A. VAN DEN, Levende dieren als merkartikel. Tijdschrift voor marketing ('s-Graveuhage)juni 1971 (6) blz. 214/6 30 GOUDSMIT, Dr J.J., Octrooirecht en milieuverontreiniging. Nederlands Juristenblad 18-25 dec. 1971 (45-46) blz. 1321/9 en 19 febr. 1972 (8) blz. 225 30 en 76 HENRIQUEZ, Dr Ir P . C , Absolute stofbescherming cave cave. Chemisch Weekblad (68) 18 febr. 1972 (7) blz. 5 139 JANETZKY, Dr E.F.J., De betekenis van de Rijksnijverheidsdienst in de huidige economische situatie. Commentaar, Orgaan van de Centrale van Hogere Ambtenaren, april 1972 (647) blz. 55/9 168 JONG, M. DE, Franchising. Ars Aequi(2\) maart 1972 (3) blz. 134/8 139 LYKLEMA, Mr H.G., EEG-verdrag en intellectuele eigendom. Nederlands Juristenblad 23 okt. 1971 (37) blz. 1087-1090 30
Blz. Mr M.B. VAN, Antennes en auteursrecht. Nederlands Juristenblad 21 okt. 1971 (37) blz. 1093/8 30 PEKELHARING, Prof. Ir A.J., Octrooien Technische Hogescholen onderbrengen in stichtingen. NRC-Handelsblad (1) 13 nov. 1971, bijvoegsel, blz. Z4 30 SCHOTTE, Ir E., Stoffen vragen bescherming. Chemisch Weekblad (68) 4 febr. 1972 (5) blz. 8-9 139 SNIJDERS, Prof. Mr W.L., Kartelrecht in Nederland. Sociaal-Economische Wetgeving (19) sept. 1971 (9) blz. 517-538 51 VERKADE, Mr D. W. F., Auteursrecht op input en output. Intermediair (Amsterdam) (8) 2 juni 1972 (22) blz. 13, 15 en 17 168 —, Octrooirecht en milieubescherming. Nederlands Juristenblad 29 jm. 1972 (7) blz. 133/5. . . 76 MEERTEN,
WERTHEIMER, Mr H.W., Annotatie op het DGG/
Metroarrest. Sociaal Economische Wetgeving (19) nov./dec. 1971 (11-12) blz. 659-677 WICHERS HOETH, Mr L., Noot onder Hoge Raad, 7 mei 1971, Handelsvereniging/Weston, rasnaam „Red Pontiac", N.J. 1971, nr 381 [Bijblad LE. 1971, nr 70, blz. 254]. Nederlandse Jurisprudentie 9 okt. 1971 (41) nr 381, blz. 1147/9 —, Noten onder Hoge Raad, 7 jan. 1972, Babor Bio Cosmetica N.V./Babor & Co K.G. [Bijblad LE. 1972, nr 48, blz. 125]. Nederlandse Jurisprudentie 1972, nr 156, blz. 477 . . . —, Noten onder Hof Arnhem, 18 jan. 1972, Deutsche Grammophon Gesellschaft/Kusters [Bijblad LE. 1972, nr 51, blz. 132]. Nederlandse Jurisprudentie 1972, nr 297, blz. 861 /2. . . IJFF, Mr F., Muziek in winkels. (N.a.v. Hof Arnhem, 1 febr. 1972). Auteursrechtbelangen zomer 1972 (77) blz. 3-4
140
51
215
215 248
OFFICIËLE MEDEDELINGEN Algiers sluit zich aan bij de Merkenschikking, Stockholmse tekst 143 — treedt toe tot de Warenovereenkomst van Nice . 143 Australië treedt toe tot de Overeenkomst van Nice betreffende de internationale classificatie van de waren en diensten ten behoeve van de inschrijving van merken, Stockholmse tekst 170 — treedt toe tot het Verdrag tot bescherming van de Industriële eigendom, Stockholmse tekst. . 170 — treedt toe tot het Verdrag tot oprichting van de Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom 170 België bekrachtigt de NAVO-Overeenkomst inzake uitwisseling van technische gegevens voor defensie-doeleinden 78 Benelux-Merkenbureau, nieuwe tarieven 250/1 —, sluiting 95 Bureau voor de Industriële Eigendom, sluiting. . .34,57 Centraalafrikaanse Republiek sluit zich aan bij het Verdrag tot samenwerking inzake octrooien 142 Classificatie-Overeenkomst van Locarno bekrachtigd door Finland en de Verenigde Staten van Amerika 95 Faeröer Eilanden, Overeenkomst tot classificatie van waren, Stockholmse tekst, toepasselijk verklaard op de — 251 Fiji treedt toe tot de Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom 78 Finland bekrachtigt de Classificatie-Overeenkomst van Locarno 95
Blz. Formaliteiten t.a.v. aanvragen die betrekking hebben op micro-organismen 218 Groot-Brittannië bekrachtigt de NAvo-Overeenkomst inzake uitwisseling van technische gegevens voor defensiedoeleinden 78 — treedt toe tot de Overeenkomst inzake de internationale classificatie van octrooien. 170/1 en 251 Ierland treedt toe tot de Overeenkomst inzake de internationale classificatie van octrooien. . . 142/3 „De Industriële Eigendom", De technische indeling vermeld op Nederlandse octrooipublikaties en bij hun vermelding in 118/9 Industriële Eigenom, studiebeurzen 1973 252 Institut International des Brevets, aftreden van Ir P. VAN WAASBERGEN als technisch directeur. . 171 Jordanië sluit zich aan bij het Verdrag industriële eigendom, Stockholmse tekst 142 — sluit zich aan bij de Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom 142 Koninklijke onderscheiding, Drs C. M. VAN BATTUM benoemd tot ridder in de orde van de Nederlandse Leeuw 95 —, Mr W.M.J.C. PHAF benoemd tot ridder in de orde van de Nederlandse Leeuw 118 —, Ir P. VAN WAASBERGEN benoemd tot ridder in de orde van de Nederlandse Leeuw 219 Liechtenstein bekrachtigt de Aanvullende Akte bij de Modellenovereenkomst 143 — en de Merkenovereenkomst 186 — sluit zich aan bij de Merkenschikking, Stockholmse tekst 143 — sluit zich aan bij het Verdrag industriële eigendom, Stockholmse tekst 142 — treedt toe tot de Warenovereenkomst van Nice 143 — sluit zich aan bij de Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom 142 Madagascar bekrachtigt het Verdrag industriële eigendom, Stockholmse tekst 78 — sluit zich aan bij het Verdrag tot samenwerking inzake octrooien 142 Malawi treedt toe tot het Verdrag tot samenwerking inzake octrooien 171 Merkenovereenkomst, Liechtenstein en Zwitserland en Zuidslavië en de— 186 en 95 Merkenschikking, Liechtenstein en Algiers sluiten zich aan bij de —, Stockholmse tekst. . . 143 Merkenwet, In IJsland is geen inschrijving van het merk in het land van oorsprong nodig. . . 95 Merkenwet van 1893, Afschriften en inlichtingen uit de openbare registers, gehouden op grond van de op 1 januari 1971 ingetrokken — . . 270 Micro-organismen, Formaliteiten t.a.v. aanvragen die betrekking hebben op — 218 Modellenovereenkomst, Liechtenstein bekrachtigt de Aanvullende Akte bij de— 143 NAVO-Overeenkomst inzake uitwisseling van technische gegevens voor defensiedoeleinden, bekrachtiging door Groot-Brittannië en België , 78 Octrooigemachtigde, Examen voor — . . 3, 57, 186, 271 Octrooigemachtigden, Inschrijving en doorhaling in het register van — . . . . 3 , 57, 78, 96, 119, 143 171,186, 219, 251, 271 —, Orde van— 271 Octrooipublikaties, De technische indeling vermeld op Nederlandse — en bij hun vermelding in „De Industriële Eigendom" 118/9 Octrooiraad, benoeming tot Ondervoorzitter. . . 34 —, benoeming en herbenoeming van buitengewone leden 34, 57, 78, 95, 171 —, bevordering, overplaatsing, tewerkstelling, benoeming, vaste aanstelling en ontslag van
Blz. 3, 34, 57, 78, 95, 119, 143, 171, 186, 219, 251, 270/1 —, toezending van agenda's die tevens dienst doen als oproep voor een zitting van een enkelvoudige technische Aanvraagafdeling . . . 170 —, verhuizing van een deel van de elektrotechnische divisie 143 —, verhuizing naar Rijswijk (ZH) 250 —, wijziging in de samenstelling van de Centrale Afdeling 219 Octrooireglement, artikel 29, lid 3 219 Octrooiwet, Gepubliceerde mededelingen naar aanleiding van de op 1 januari 1964 in werking getreden wijzigingen van de — 2 Overeenkomst tot classificatie van siermodellen, bekrachtiging door de Sowjet-Unie 270 Overeenkomst tot classificatie van waren, Stockholmse tekst, toepasselijk verklaard op de Faeröer Eilanden 251 Overeenkomst, De Herziene — inzake het Internationaal Octrooi Instituut is in werking getreden . 2 Overeenkomst van Nice betreffende de internationale classificatie van de waren en diensten ten behoeve van de inschrijving van merken, Stockholmse tekst, toetreding van Australië 170 Overeenkomst van Straatsburg inzake de internationale classificatie van octrooien, toetredingen van Groot-Brittannië en Ierland 170/1, 251 en 142/3 Prijsverhoging van periodieken 252 Rijksoctrooiwet, artikel 22A, lid 2 218 —, Mededelingen naar aanleiding van de op 1 januari 1964 in werking getreden wijzigingen van de —, LIL Alternatief voor bewijzen van voorrangsrechten, gebaseerd op in de Verenigde Staten van Amerika ingediende octrooiaanvragen 170 Senegal sluit zich aan bij het Verdrag tot samenwerking inzake octrooien 142 Sowjet-Unie bekrachtigt de Overeenkomst tot classificatie van siermodellen 270 Spanje bekrachtigt het Verdrag industriële eigendom, Stockholmse tekst 78 Statistiek van verzoeken tot vooronderzoek en verzoeken om een beslissing omtrent octrooiverlening, stand op 1 januari 1972 54/6 Tentoonstellingen, Van staatswege erkende — . . .78,96, 143, 171, 219 Verdrag tot bescherming van de industriële eigendom, Stockholmse tekst, aansluiting van Jordanië en Liechtenstein, bekrachtiging door Madagascar en Spanje, en toetreding van Australië 142, 78 en 170 Verdrag tot samenwerking inzake octrooien, aansluiting van de Centraalafrikaanse Republiek, Madagascar en Senegal, en toetreding van Malawi 142 en 171 Verdrag tot oprichting van de Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom, toetreding van Australië 170 Verenigde Staten van Amerika bekrachtigen de Classificatie-Overeenkomst van Locarno. . 95 —, toetreding tot de Warenovereenkomst van Nice . 143 Warenovereenkomst van Nice, toetreding van Algiers, Liechtenstein en de Verenigde Staten van Amerika 143 Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom, aansluiting van Jordanië en Liechtenstein en toetreding van Fiji 142 en 78 IJsland, In — is geen inschrijving van het merk in het personeel
288
land van oorsprong nodig Zuidslavië en de Merkenovereenkomst Zwitserland en de Merkenovereenkomst
Blz. 95 95 186
BERICHTEN Actuele vragen inzake de bescherming van de industriële eigendom, komende conferentie . Argentinië - Register voor handelsmerken, octrooien, licentie-overeenkomsten e.d. . . .
284
Blz. Hoogleraar, Mag een — octrooiaanvragen?. . . . 89-90 Nederland derde know-how-leverancier van de Bondsrepubliek Duitsland 214 Octrooischriften in de Bibliotheek van de Octrooiraad aanwezig op 31 december 1971. . . . 24 Postdoctorale Leergang Europees Kartelrecht, programma 283/4 Stelling van Dr F. VAN ANTWERPEN 24 Stelling van Dr B.H. BBBO
46
Stellingen van Dr
TH. LIMPERG
72
163
ZAKENREGISTER Aanduidingen van aardrijkskundige herkomst, zie A. KRIEGER, Erwagungen über eine Revision des Lissaboner Abkommens über den Schutz von Ursprungsbezeichnungen, in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht 1972, blz. 304-311 en CH. QurrTANSON en R. VANHOUTTE, La protection des appellations d'origine et Ie commerce des vins et eaux-devie (Montpellier, 1970) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 184 en 30). Aanvrager of uitvinder, zie E.W.E. MICKXETHWAIT, The first-to-file-evidence-of-conception system, in Journal of the Patent Office Society april 1972, blz. 272/7 en TH. R. NICOLAI, First-to-file vs First-to-invent: a comparative study based on German and United States Patent Law, in IIC 1972, blz. 103-138 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 184 en 216). Activiteit, Het was bekend dat een bepaalde species van micro-organismen in staat is tot een bepaalde —; daarna vormt het vaststellen van diezelfde — bij een andere, verwante species in beginsel geen octrooieerbare uitvinding: Octrooiraad, Aanvraagafdeling, 5 mei 1971: nr 37, blz. 88. ADDS, De merken — en ADS stemmen in hoofdzaak overeen: Rb. 's-Grav., 4 juni 1971: nr 17, blz. 43. A.D.G., Inbreuk op het merk — door tanks, voorzien van het merk —, maar gevuld met niet van — afkomstig gas, te verhandelen met een plakzegel met de woorden: „gevuld met Gutikers Camping Gas Putten": Hof Arnhem, 5 mei 1971: nr 38, blz. 101 (met noot). Aerobelt luchtsysteem, Mag een hoogleraar octrooi aanvragen?, mededeling, blz. 89-90. Afgesplitste aanvrage, Aanvraagster mag in een — geen materie opnemen die in de moederaanvrage is behoudenen definitief beoordeeld en niet behoort tot de onderwerpen waarvoor een niet-eenheidsbeslissing is gegeven: Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 24 dec. 1971: nr 43, blz. 109 (met noot). Afnemers, Vordering tot opgave van namen en adressen van — toegewezen: Pres. Rb. 's-Grav., 1 sept. 1971: nr 39, blz. 103. Agenda's, Toezending van — die tevens dienst doen als oproep voor een zitting van een enkelvoudige technische Aanvraagafdeling van de Octrooiraad, officiële mededeling, blz. 170. Agent, zie F. BAUER, Die Agentenmarke, Rechtsfragen des internationalen Vertriebs von Markenwaren (Keulen, 1971), aangekondigd door Ir C.M.R. DAVIDSON, blz. 245 en dezelfde, Die Agentenmarke (Art. (ssepties PVÜ), in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil, Weinheim, 1971, blz. 496-504 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 76). Agentuurovereenkomst, Na beëindiging van de — is de voormalige handelsagent niet meer gerechtigd de naam en het teken Culina te gebruiken, omdat daardoor gevaar bestaat dat bij het publiek de indruk wordt gewekt, dat gedaagde nog steeds agent zou zijn van eisereSj die Culina keukens produceert en ver-
handelt: Pres. Rb. Roermond, 13 okt. 1969: nr 35, blz. 82. AIPPI, Association Internationale pour la Protection de la Propriété Industrielle, Annuaire 1971/11, Conseil des Présidents de Leningrad, 25-28 mai 1971, (compte rendu et résolutions); Plan d'organisation, questions en suspens et Programme a long terme (rapports) (Zürich, 1971) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 30). , Conseil des Présidents de Bruxelles (12-16 décembre 1971), compte rendu - Congres de Mexico (12-18 novembre 1972), rapports - Programme a long terme (Zürich, 1972) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 215). , zie R.E. BLUM, Les 75 ans de 1'Association Internationale pour la Protection de la Propriété Industrielle; Rétrospective et état de 1'Association, blz. 5-12 in Annuaire—1972/1 (Zürich, 1972) en C.H. ROBINSON, International industrial property developments and —, met discussie, in Canadian Patent Reporter, second series, juni 1972, blz. 271-289 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 215 en 216). Algemeen bekend merk, zie Rb. Maastricht, 24 febr. 1972: nr 64, blz. 177. Algerije treedt toe tot de Merkenovereenkomst, Stockholmse tekst, officiële mededeling, blz. 143. treedt toe tot de Warenovereenkomst van Nice, Stockholmse tekst, officiële mededeling, blz. 143. Alternatief voor bewijzen van voorrangsrechten, gebaseerd op in de Verenigde Staten van Amerika ingediende octrooiaanvragen, officiële mededeling, blz. 170. Alusettsysteem, Gedaagde mag voor winkelinterieurs volgens het — geen reclame maken met foto's volgens het Syma-systeem: Pres. Rb. Groningen, 12 juni 1970: nr 61, blz. 160. Amanda, Óp grond van de inhoud van een door partijen getroffen regeling en de verklaringen van een aantal getuigen aangenomen, dat de door gedaagde onder de benaming — geleverde sla behoort tot het beschermde ras Deci-Minor van eiseres: Pres. Rb. 's-Grav., 5 april 1972, Zwaan/De Mos, nr 70, blz. 233. Antennes en auteursrecht, zie Mr M.B. VAN MEERTEN in Nederlands Juristenblad 1971, blz. 1093/8 (vgl. B.I..E 1972, blz. 30). Antibiotica, zie E. VON PECHMANN, Über nationale und internationale Probleme des Schutzes mikrobiologischer Erfindungen, in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht 1972, blz. 51/9 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 140). Antitrustrecht, zie Kartelrecht. „Apparatuur voor het in de vorm van alfanumerieke gegevens en grafieken weergeven van behandelde informatie" behoort tot dezelfde soort van waren als „rekenautomaten en mechanische, elektrische en elektronische boekhoudmachines": Rb. 's-Grav., 4 juni 1971: nr 17, blz. 43. Arbeidsovereenkomst, zie F. NEUMEYER, The employed inventor in the United States: R & D policies, law and practice, with legal analysis by J.C. STEDMAN (Cam-
289 bridge Massachusetts, 1971) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 75). Argentinië, licentie-overeenkomsten, zie mededeling, blz. 46. Arts, Verwarringsgevaar te minder waarschijnlijk, nu de verpakte en geëtiketteerde produkten voor het publiek slechts verkrijgbaar zijn op recept van een —: Pres. Rb. Haarlem, 6 maart 1972: nr 71, blz. 235. Asbestcementplaten enz. en produkten van kunsthars met lagen glasvezels zijn grond- en hulpstoffen bij bouwwerken en daarom soortgelijk: Rb. 's-Grav., 23 nov. 1970: nr 14, blz. 42. ASTOR-HAUS, Het merk — is in het jaar 1930 ten name van Reemtsma internationaal ingeschreven en deze internationale inschrijving is in 1951 vernieuwd; het Bureau voor de industriële eigendom voor de Nederlandse Antillen heeft bericht van deze internationale indiening ontvangen en het merk geregistreerd; het uit deze internationale [vernieuwing van de] inschrijving voortvloeiende recht tot uitsluitend gebruik van het merk — is niet vervallen: Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen, 30 maart 1971: nr 9, blz. 15 (met noten V.D.Z.). Australië treedt toe tot Verdragen inzake de industriële eigendom, officiële mededeling, blz. 170. Auteursrecht, zie Stellingen van Dr TH. LIMPERG, blz. 163. Auteursrecht, zie J. BEAUFAYS, Convention de Rome (droits voisins ) - De Fintérêt qu'il y aurait a la ratifier, in SABAM, Société beige des auteurs, compositeurs et éditeurs 1970, blz. 44/9; BUMA en de kerkmuziek, in Auteursrechtbelangen zomer 1972, blz. 4; DESBOIS, La protection des artistes, interprètes et exécutants d'oeuvres musicales et dramatiques en France, in Archiv für Urheber-, Film-, Funk- und Theaterrecht 1972, blz. 109 e.v.; DITTRICH, Die Weiterentwicklung des zwischenstaatlichen Urheberrechts, in Ufita 1971, blz. 17 e.v.; Mr Du Bois, Het plegen van overspel met muziekcassettes (n.a.v. Hof Arnhem, 18 jan. 1972, Bijblad I.E. 1972, nr 51, blz. 132), in Auteursrechtbelangen zomer 1972, blz. 3; HIRSCH, Krise des internationalen Urheberrechts?, in Archiv für Urheber-, Film-, Funk- und Theaterrecht, 1972, blz. 49 e.v.; F. F. JEHLE, Typographic Copyright, Public Domain and Unfair Competition, in Scholarly Publishing 1970, blz. 255/8; O. KUNZ, Quelques problèmes poses par les conflits des lois dans Ie domaine des contrats 'relatifs aux droits d'auteur, in Travaux de droit comparé (uitgegeven door het Instituut voor Rechtswetenschappen van de Tsjechoslowaakse Academie der Wetenschappen) 1970, blz. 21-74; F. MAJOROS, Les arrangements bilatéraux en matière de droit d'auteur (Parijs, 1971); A. RAMIREZ, Actividad del Consejo Panamericano de la CISAC desde el Congreso de Vienna (junio de 1968), in Interauteurs 1970, blz. 236-242; R. VAN ROOIJ, De problematiek rond de nieuwe informatietechnieken (Amsterdam, 1972); V. DE SANCTIS, L'évolution du droit d'auteur sur Ie plan international, in Interauteurs 1970, blz. 214-234; E. SCHULZE, Urheberrecht in der Musik (Berlijn, 1972), aangekondigd door Prof. Mr W.L. HAARDT, blz. 246; P. SONTAG, Das Miturheberrecht (Keulen, 1972); U. UCHTENHAGEN, Die Entwicklung der Staatsvertrage im Urheberrecht, in Zeitschrift für Rechtsvergleichung 1971, blz. 107-113; CH. VERDON en CH. M. DALFEN, La coopération régionale: nouvelle voie ou impasse dans Ie développement du droit des satellites de radiodiffusion directe?, in Canadian Yearbook of International Law VIII, 1970, blz. 39; Mr D.W.F. VERKADE, — op input en output, in Intermediair 2 juni 1972, blz. 13, 15 en 17; dezelfde, Rapport relatif a la protection des programmes d'ordinateurs selon Ie droit d'auteur néerlandais
(Amsterdam, 1972); J.W. WERHAHN, Bibliographie des Film- und Fernsehrechts 1896-1971 (Berlijn, 1972); Mr F. IJFF, Muziek in winkels (n.a.v. Hof Arnhem, 1 febr. 1972), in Auteursrechtbelangen zomer 1972, blz. 3-4; Aktie tegen misbruik door video, band of film, in Auteursrechtbelangen zomer 1972, blz. 4; Association interaméricaine de propriété industrielle (Asipi), Troisième congres (Caracas, 18 au 21 mai 1971) en Das Urheberrecht in Mexico - Ley Federal sobre el Derecho de Autor, uitgegeven, ingeleid en vertaald door H. Nahme met de tekst van de wet in het Spaans en het Duits (Hannover, 1969) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 51, 248, 248, 216, 248, 248, 51, 140, 167, 140, 215, 140, 246, 215, 216, 140, 168, 215, 76, 248, 248, 140 en 139). , gedwongen licenties, zie PEDRAZZINI, Das neue System der Zwangslizenzen in den internationalen Urheberrechtsabkommen, in Archiv für Urheber-, Film-, Funkund Theaterrecht 1972, blz. 29 e.v. (vgl. B.I.E. 1972, blz. 248). Auteursrecht en reclame, zie M. SCHAEFFER, Der urheberrechtliche Schutz von Formen moderner Werbung (Hamburg, 1971) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 168). Auteursrechtverdrag van Bern, zie M. BOUTET, Les réformes et modifications de la Convention de Berne, in Rassegna della proprieta industriale letteraria artistica 1969, blz. 10-21 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 168) en Mr. TH. LIMPERG, De juridische bescherming van letters en andere typografische tekens, blz. 96, rechter kolom. , Stockholmse tekst, zie G. ROEBER, Das Stockholmer Vertragswerk zum Internationalen Urheberrecht (Berlijn, 1969); V. DE SANCTIS, L'évolution du droit d'auteur sur Ie plan international, in Interauteurs 1970, blz. 214-234; Commentaires de la Cisac concernant la révision envisagée de la Convention de Berne (resp. de la Convention universelle), in Interauteurs 1970, blz. 21/8 en O.M.P.I., Organisation Mondiale de la Propriété Intellectuelle, Actes de la Conférence de Stockholm de la propriété intellectuelle, 11 juin-14 juillet 1967, delen 1 en 2 (Genève, 1971) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 76, 140, 52 en 76). Auteursrechtverdragen, zie MAJOROS, Die verschiedenen Fassungen der Urheberrechtsabkommen im Lichte der Wiener Vertragsrechtskonvention [Verdrag van Wenen van 23 mei 1969 inzake het verdragenrecht, met bijlage, Tractatenblad 1972, nr 51], in Ufita 1971, blz. 109 e.v. en E. ULMER, Die Revisionen der Urheberrechtsabkommen, in Gewerblicher Rechtsschutz, und Urheberrecht, Internationaler Teil 1971, blz. 423-435 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 216 en 52). Auteurswet, zie Mr Du Bois, De herziene — (Wetsontwerp thans aanhangig bij de Eerste Kamer), in Auteursrechtbelangen zomer 1972, blz. 5 en Universiteit van Amsterdam, Herziening auteurswet 1912, vergelijkend overzicht van wetteksten (Amsterdam, 1971) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 248 en 76). Automatisering van het vooronderzoek van octrooiaanvragen, zie G. PUTZ, Automatisation de la recherche a 1'Institut International des Brevets, in Recherche technique, Bulletin de PANRT (Parijs) nov.-dec. 1971, blz. 20-35 [samenvatting in Propriété industrielle bulletin documentaire 1972, blz. II169-172] (vgl. B.I.E. 1972, blz. 184). AUTO WASSERETTE, Eiseres is rechthebbende op het woord-
merk — voor reinigingsinstallaties voor automobielen; gedaagde bevolen zich te onthouden van het aanbrengen van die aanduiding aan of bij haar garage: Pres. Rb. Haarlem, 13 dec. 1968: nr 52, blz. 137. Bador Bio Cosmetica N.V./Bador & Co. K.G.: Hoge Raad, 7 jan. 1972, Bijblad I.E., nr48, blz. 125 [Nederlandse Jurisprudentie 1972, nr. 156 met noten van Mr L.
290 WICHERS HOETH] (vgl. B.I.E. 1972, blz. 215).
Balans, Franse — van octrooien en licenties, zie L'Invention francaise, une réalité sur Ie marché aux idees, in Moniteur du commerce international 16 maart 1972, blz. 21-33 (vgl. B.I.E. Wil, blz. 168). Bandtransporteur, Mag een hoogleraar octrooi aanvragen?, mededeling, blz. 89-90. BAUER, F., Die Agentenmarke, Rechtsfragen des internationalen Vertriebs von Markenwaren (Keulen, 1971), aangekondigd door Ir C.M.R. DAVIDSON, blz. 245. Bedrijfsgeheim, zie L. SIMON, Das Betriebsgeheimnis unter besonderer Berücksichtigung des Betriebsverfassungsgesetztes und des Gesetzes gegen den unlauteren Wettbewerb (Würzberg, 1971) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 114). Bedrijfsspionage, zie J. BERGIER, L'espionnage scientifique (Parijs, 1971) (vgl. B.I.E. 1971, blz. 29). Bekend merk: Hof 's-Hertogenbosch, 24 juni 1971: nr 66, blz. 193. , zie A. G. VAN HEES, Der internationale Schutz berühmter Marken, anhand einer rechtsvergleichenden Darstellung in Deutschland, in der Schweiz und in Frankreich (Hamburg, 1961) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 167). Bekendheid van de Duitse onderneming bij het Nederlandse publiek is alleen van belang voor het verwarringsgevaar: Hoge Raad, 7 jan. 1972: nr 48, blz. 125. Belasting, Overeenkomst tussen Nederland en Spanje tot het vermijden van dubbele —, wetgeving, blz. 25/6. België bekrachtigt de NAVO-Overeenkomst inzake uitwisseling van technische gegevens voor defensiedoeleinden, officiële mededeling, blz. 78. België, intellectuele eigendom, zie A. BRAUN en J. GODFRIN, Droits intellectuelle 1967-1970, - Brevets - Marques — Dessins et Modèles, in Journal des Tribunaux 1971, blz. 433/8 en G. VAN HECKE, Overzicht van rechtspraak (1965-1969), Industriële eigendom, auteursrecht, oneerlijke mededinging, in Tijdschrift voor Privaatrecht 1970, blz. 205-223 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 139 en 76). , octrooirecht, zie L. REMOUCHAMPS, Octrooien (Brussel, 1969) [beschouwd door Prof. Mr E. A. VAN NIEUWENHOVEN HELBACH in Rechtsgeleerd Magazijn Themis 1972, blz. 65-71 en aangekondigd door Ir L. W. KOOY in Bijblad I.E. 1971, blz. 204] (vgl. B.I.E. 1972, blz. 167). Benamingen van oorsprong, zie Aanduidingen van herkomst. Benelux-Merkenbureau, sluitingsdagen, officiële mededeling, blz. 95. Benelux-merkenrecht, zie Une interview du Dr VAN BAUWEL, Le Bureau Benelux des Marques, un an après, in Revue de droit intellectuel L'Ingenieur-Conseil 1971, blz. 229-237 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 140); W. VAN DIJK, Merkenrecht in Beneluxverband (A'dam, 1971), aangekondigd door Ir C.M.R. DAVIDSON, blz. 29 en M. GOTZEN, Van Belgisch naar — (Brussel, 1969), besproken door Prof. Mr E.A. VAN NIEUWENHOVEN HELBACH, blz. 91.
Benelux-Merkenwet, uitvoeringsreglement, tarieven, zie officiële mededeling, blz. 250/1. , zie F. GASPAR, La nouvelle loi Benelux sur les marques, in Revue de droit intellectuel L'Ingenieur-Conseil 1971, blz. 102/8; R. HERVE, Les contrats comportant licence ou vente de marques dans les Pays du Benelux, blz. 131/8 in: Hungarian Association for the Protection of Industrial Property, I.A.P.I.P.-M.I.E. Conference 1970, Correlation between the protection of industrial property and industrial development (Boedapest, 1970) = Revue Gevers des brevets 1970, blz. 1-01-1-05 en 1971, Année tres importante pour les titulaires de marques: la législation Benelux, Tra-
vaux "de 1'Association des Fabricants de produits a marque (Imarco) (Brussel, 1971) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 51, 51 en 76). , art. 4, lid 6, zie F. BAUER, Die Agentenmarke, Rechtsfragen des internationalen Vertriebs von Markenwaren (Keulen, 1971), aangekondigd door Ir C.M.R. DAVIDSON, blz.
245.
, art. 13, onder A, zie Mevr. Mr V. BRUINING-VOLMER, Heeft de positie van de wederverkoper van gemerkte waren wijziging ondergaan door de inwerkingtreding van art. 13A —? (Neen, normale tweedehandshandel vormt ook volgens de BMW geen inbreuk op het merk), in Nederlands Juristenblad 1972, blz. 309-315 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 139). , art. 34, onder C, zie Prof. Mr H. COHEN JEHORAM, Automatische herregistratie van Nederlandse rechten op internationaal geregistreerde merken, in Nederlands Juristenblad 1972, blz. 316-320 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 139). Berner auteursrechtconventie, zie Auteursverdrag van Bern. Beroemd merk, zie Bekend merk. Beschrijving, Nieuwe — van een octrooiaanvrage in beroep, officiële mededeling, blz. 219. Bewerking, zie H. RIEDEL, Originalmusik und Musikbearbeitung (Berlijn, 1971) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 76). Bibliotheek en auteursrecht, zie R. HARRIS, Libraries: Freefor-all? (Londen, 1962) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 75). Blikvanger, Het gebruiken van een rechthoek van bepaalde kleur op een verpakking of etiket als — voor zijn produkt, geeft aan de betrokkene alleen dan een recht om anderen te dwingen dezelfde methodiek na te laten, indien bijzondere omstandigheden zulks kunnen wettigen; deze in casu niet aanwezig geacht: Pres. Rb. Haarlem, 6 maart 1972, Astra/Boehringer, nr 71, blz. 235. Boekaankondigingen, zie blz. 330. Boekbesprekingen, zie blz. 330. Boekhoudmachines, „Apparatuur voor het in de vorm van alfanumerieke gegevens en grafieken weergeven van behandelde informatie" behoort tot dezelfde soort van waren als „rekenautomaten en mechanische, elektrische en elektronische —": Rb. 's-Grav., 4 juni 1971: nr 17, blz. 43. Bogballe-kunstmeststrooier, zie Pres. Rb. Roermond, 21 maart 1972: nr 53, blz. 147. Bondsrepubliek Duitsland, zie Duitsland, Bondsrepubliek. Bosbouw, Chemische middelen voor land-, tuin-, fruit- en — zijn soortgelijk aan gerede middelen ter bestrijding van schadelijke insecten in land-, tuin- en —; Rb. 's-Grav., 7 dec. 1971: nr 69, blz. 233. Bouwwerken, Produkten van kunsthars met lagen glasvezels en asbestcementplaten enz. zijn grond- en hulpstoffen bij — en daarom soortgelijk: Rb. 's-Grav., 23 nov. 1970: nr 14, blz. 42. Boycot, zie H. SATTLER, Die rechtliche Beurteilung der Boykotterklarung (Erlangen, 1971) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 114). Brazilië, handelsnaamrecht, zie J. C. TINOCO SOARES, Nome comercial (Sao Paulo, 1968) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 76). BREDON, De woordmerken NIPREDON en — voor farmaceutische produkten stemmen in hoofdzaak overeen: Hof 's-Hertogenbosch, 4 jan. 1972: nr 56, blz. 151. BROMEL, Het woordmerk — stemt niet in hoofdzaak noch op verwarrende wijze overeen met het woordmerk BUMEL: Rb. 's-Grav., 14 juni 1971: nr 7, blz. 14. Bruikbaarheid, Kriterion heeft bij nabootsing van de spuitbuskap het redelijkerwijs mogelijke en nodige verricht, om zonder aan de deugdelijkheid en — afbreuk te doen te voorkomen dat door gelijkheid de kans op verwarring ontstaat of wordt vergroot; geen onrechtmatige nabootsing: Hof Arnhem, 26 jan. 1971: nr 28, blz. 65.
291 Budapest Symposium 1970, in Revue Gevers des brevets (Brussel) okt. 1970, blz. 1-01 - 1-17 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 52). Buitenlandse octrooien, zie M. JANJIC, Licensing agreements in the sphere of industrial property under Yugoslav law, blz. 125-139 in: Legal problems of Yugoslavia's international economie relations, uitgegeven door de Federal Chamber of Economy, Council for Economie Relations with Foreign Countries (Belgrado, 1968) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 184). Buitenlandse octrooischriften en octrooiaanvragen, zie P. J. FEDERICO in Journal of the Patent Office Society 1972, blz. 102-125 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 184). BUMA, zie — en de kerkmuziek, in Auteursrechtbelangen zomer 1972, blz. 4 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 248). BUMEL, Het woordmerk — stemt niet in hoofdzaak noch op verwarrende wijze overeen met het woordmerk BROMEL: Rb. 's-Grav., 14 juni 1971: nr 7, blz. 14. BUNNEN, L. VAN, Aspects actuels du droit des marques dans Ie Marché commun (Brussel, 1967), aangekondigd door Prof. Mr E.A. VAN NIEUWENHOVEN HELBACH, blz. 113/4. Bureau voor de industriële eigendom in 1970, jaarverslag 1971, hoofdartikel van Mr J.B. VAN BENTHEM, blz. 144/7. C. & A., Door te werken met containers voor het vervoeren van puin waarop de letters — zijn aangebracht, handelt gedaagde onzorgvuldig jegens eiseres, die onder de lettercombinatie — grote bekendheid heeft gekregen: Pres. Rb. 's-Grav., 16 dec. 1969: nr 29, blz. 67. „Camping Gaz", ADG is rechthebbende op de woordbeeldmerken „—" en „Camping Gaz International" voor tanks, gevuld met vloeibaar gas; de woordbeeldmerken omvatten ook het gas in die tanks; Beuzenberg maakt inbreuk op de merken, indien hij de door ADG gemerkte tanks zelf met gas vult en daarna verhandelt; hieraan doet niet af, dat Beuzenberg de tanks voorziet van een goudgele strip en een witte plakstrook met vermelding „Gevuld met Beuzenberg's gas, Haamstede": Hof 's-Grav., 26 mei 1971: nr 75, blz. 258. „Camping Gaz" en „Camping gas" zijn als woordmerk voor gas ondeugdelijk: Hof Arnhem, 5 mei 1971: nr 38, blz. 101. Canada, Report on Intellectual and Industrial Property (Ottawa, 1971), aangekondigd door Dr H.P. TEUNISSEN, blz. 244/5. , industriële eigendom, zie CH. ROBINSON, Patentschutz für chemische Stoffe in Kanada, Groszbritannien und den Vereinigten Staaten von Amerika, in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1972, blz. 33/8 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 140). , intellectuele eigendom, zie B. HINDLEY, The economie theory of patents, copyrights, and registered industrial designs, Background study to the report on intellectual and industrial property (Ottawa, 1971) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 167). ——•, octrooirecht, zie CH. ROBINSON, Patent protection for chemical products in Canada, Great Britain and the United States, in IIC 1972, blz. 139-151 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 216) en A.H. WILSON, Background to Invention (Ottawa, 1970), aangekondigd door Dr H.P. TEUNISSEN, blz. 164/5.
„Caravan RAI" van staatswege als tentoonstelling erkend, officiële mededeling, blz. 219. „Cash & Carry kolen" De woorden — gelijken verwarrend veel op de woorden „Cash & Carry Coal": Pres. Rb. Haarlem, 17 mei 1971: nr 30, blz. 69. Castillo San Mateo, Het merk — met afb. stemt in hoofdzaak overeen met het merk MATEUS met afb.: Rb.
's-Grav., 8 maart 1971: nr 24, blz. 62. Het woordmerk — voor cosmetische artikelen stemt op verwarrende wijze overeen met de handelsnaam CHEMPHAR Chemisch-Pharmaceutische Handel Maatschappij N.V.: Rb. 's-Grav., 8 maart 1971: nr 19, blz. 44. Centraalafrikaanse Republiek treedt toe tot het Verdrag tot samenwerking inzake octrooien, officiële mededeling, blz. 142. Chemische middelen voor land-, tuin-, fruit- en bosbouw zijn soortgelijk aan gerede middelen ter bestrijding van schadelijke insecten in land-, tuin- en bosbouw: Rb. 's-Grav., 7 dec. 1971: nr 69, blz. 233. Chemische produkten, zie CH. ROBINSON, Patent protection for chemical products in Canada, Great Britain and the United States, in IIC 1972, blz. 139-151 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 216). „Chemo Trading Nederland", De handelsnaam — gelijkt verwarrend veel op de handelsnaam „Chemo Supply Company": Pres. Rb. Utrecht, 4 dec. 1970: nr 27, blz. 65. CHEMPHAR, Het woordmerk CELPHAR voor cosmetische artikelen stemt op verwarrende wijze overeen met de handelsnaam — Chemisch-Pharmaceutische Handel Maatschappij N.V.: Rb. 's-Grav., 8 maart 1971: nr 19, blz. 44. Chips, De waren — zijn soortgelijk aan carrees en rondjes: Pres. Rb. Zwolle, 10 febr. 1972: nr 76, blz. 262. CISAC, zie A. RAMIREZ, Actividad del Consejo Panamericano de la — desde el Congreso de Vienna (junio de 1968), in Interauteurs 1970, blz. 236-242 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 140). Classificatie, De technische indeling vermeld op Nederlandse octrooipublikaties en bij hun vermelding in „De Industriële Eigendom", officiële mededeling, blz. 118/9. Classificatie van octrooien, Overeenkomst van Straatsburg inzake de internationale —, toetredingen van GrootBrittannië en Ierland, officiële mededelingen, blz. 170, 251 en 142. , Overeenkomst van Straatsburg [Bijblad I.E. 1971, blz. 164], zie K. HAERTEL, Die internationale Patentklassifikation und ihre Bedeutung für die Neuheitsrecherche, in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1972, blz. 65/8 en H. KONRAD, Über die Arbeiten zur Schaffung einer Konvention für eine internationale Klassifikation von Erfindungspatenten, in Der Neuerer B 1971, blz. 38-41 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 184). , zie ook Europees Verdrag over de internationale —. Classificatie-Overeenkomst van Locarno, bekrachtiging door Finland en de Verenigde Staten van Amerika, officiële mededeling, blz. 95. Classificatie Overeenkomst van Nice, zie Overeenkomst van Nice. Classificatieverdrag octrooien, staat van bekrachtigingen en toetredingen op 1 jan. 1972, blz. 31/2. Classificatie van waren en diensten ten behoeve van de inschrijving van merken, Overeenkomst van Nice, toetreding van Australië, officiële mededeling, blz. 170. Collectieve verdragen, zie Meerzijdige verdragen. Collisie in het Europese octrooirecht, zie H. BARDEHLE, Das altere Recht im Europa-Patent, in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht 1972, blz. 211/4 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 168). Combiplast, De handelsnaam — gelijkt verwarrend veel op de eerder gevoerde handelsnaam Combi-Plastic: Pres. Rb. Breda, 14 juli 1970: nr 60, blz. 159. Commissie van de Europese Gemeenschappen, 22 december 1971: nr 73, blz. 253. Communistische Staten, zie Oost-Europa. Computerprogramma, zie Programmatuur. CELPHAR,
292 Conclusies, Parameters in —, in het bijzonder in stofconclusies, hoofdartikel van Dr Ir P.C. HENRIQUEZ en Ir R. SIEDERS, blz. 172/7. Conclusies van octrooien, zie J.L. Landis, The mechanics of patent claim drafting (New York, 1970) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 75). Concurrentie, zie Ongeoorloofde mededinging. Consumer Protection, Report of the Working Party on Misleading Advertising, Council of Europe, Supplement to B(72)21 (Straatsburg, 1972), aangekondigd door Mr L. WICHERS HOETH, blz. 245/6. Culina, Na beëindiging van de agentuurovereenkomst is de voormalige handelsagent niet meer gerechtigd de naam en het teken — te gebruiken, omdat daardoor gevaar bestaat dat bij het publiek de indruk wordt gewekt, dat gedaagde nog steeds agent zou zijn van eiseres, die — keukens produceert en verhandelt: Pres. Rb. Roermond, 13 okt. 1969: nr 35, blz. 82. Current trends in the field of intellectual property (Genève, 1971), aangekondigd door Ir C.M.R. DAVIDSON, blz. 73/4. Databanken, zie Mr D.W.F. VERKADE, Auteursrecht op input en output, in Intermediair 2 juni 1972, blz. 13, 15 en 17 (vgl. B.I.E. 1912, blz. 168). Deci-Minor, Op grond van de inhoud van een door partijen getroffen regeling en de verklaringen van een aantal getuigen aangenomen, dat de door gedaagde onder de benaming Amanda geleverde sla behoort tot het beschermd ras — van eiseres: Pres. Rb. 's-Grav., 5 april 1972: nr 70, blz. 233. Deelnemen aan een merkengeding, Het beroep door gedaagde op de eerdere inschrijving van het merk REDDI en op het gebruik van dat merk, waarvan het bestaan aan eiseres bekend was, in behandeling genomen, ook al nemen de betrokken derden niet aan het geding deel, daar gedaagde hen in een geding ten principale kan oproepen: Pres. Rb. 's-Grav., 10 sept. 1971: nr 33, blz. 79 (met noot E. A. VAN NIEUWENHOVEN HELBACH). Defensie-doeleinden, NAVO-Overeenkomst inzake uitwisseling van technische gegevens voor —, bekrachtigingen door Groot-Brittannië en België, officiële mededeling, blz. 78. v Defensie speurwerk, zie W. G. GAPCYNSKI, Recoupment of defense research and development costs in NATO countries, in Idea 1971, blz. 293-303 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 51). Demonstratie, Geen reden voor een —, omdat de Afdeling van Beroep niet twijfelt aan de uitvoerbaarheid van de werkwijze en bruikbaarheid van de inrichting volgens de aanvrage: Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 3 aug. 1972: nr 77, blz. 263. DERBY U P DRINK, Hof: het merk — enerzijds en de zeer bekende merken SEVEN U P en 7 U P anderzijds, alle voor limonades, zijn overeenstemmende tekens, o.a. omdat U P bij een relevant deel van het publiek een associatie met SEVEN U P oproept; Hoge Raad: de stelling dat datgene wat aan derden vrijstaat, in beginsel ook aan Hero moet vrij staan, kan in zijn algemeenheid niet worden aanvaard voor een situatie als de onderhavige, waarin hetgeen volgens Hero aan derden zou vrijstaan, door Hero wordt afgeleid uit rechterlijke beslissingen gegeven in rechtsgedingen waarbij Hero geen partij was: Hoge Raad, 26 mei 1972: nr 66, blz. 203. Derden, Beroep op oudere merken van —, noot van Prof. Mr E.A. VAN NIEUWENHOVEN HELBACH onder Pres. Rb. 's-Grav., 3 nov. 1971: nr 47, blz. 123. Deugdelijkheid: eenvoudiger, maar minder geschikt; geen uitvinding: Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 3 aug. 1972: nr 78, blz. 264. , Kriterion heeft bij nabootsing van de spuitbuskap het
redelijkerwijs mogelijke en nodige verricht, om zonder aan de — en bruikbaarheid afbreuk te doen te voorkomen dat door gelijkheid de kans op verwarring ontstaat of wordt vergroot; geen onrechtmatige nabootsing: Hof Arnhem, 26 jan. 1971: nr 28, blz. 65. Deutsche Grammophon Gesellschaft/Kusters, zie Mr L. WICHERS HOETH, Noten onder Hof Arnhem, 18 jan. 1972, — [Bijblad I.E. 1972, nr 51, blz. 132], in Nederlandse Jurisprudentie 1972, nr 297, blz. 861/2 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 215). Deutsche Grammophon Gesellschaft/Metro, grammofoonplaten merk Polydor, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen 8 juni 1971, Bijblad I.E. 1971, nr 68, blz. 240 (met noten van PH. en V.D.Z.); Vóór en na het — arrest, hoofdartikel van Prot. Mr H. COHEN JEHORAM, blz. 186-192. , zie Mr W. ALEXANDER, Het EEG-verdrag en het
industriële eigendomsrecht der Lid-Staten, in Nederlands Juristenblad 1971, blz. 1079-1087; R. COLLIN, Noot onder dit arrest, in Annales de la propriété industrielle artistique littéraire 1971, blz. 224-233 [samenvatting in Propriété industrielle - bulletin documentaire 1972, blz. II 215/7]; daarover KROITZSCH, Hat die entschadigungslose Enteignung der Patente und Urheberrechte bereits stattgefunden?, in Der Betriebs-Berater april 1972, blz. 242; G. ROEBER, Leistungsschutzrechtliche Stellung westdeutscher Schallplattenhersteller im Geschaftsverkehr der EWG-Landern, in Film und Recht 15 nov. 1971, blz. 349 e.v. en Annotatie van Mr H. W. WERTHEIMER, in
Sociaal Economische Wetgeving 1971, blz. 659-677 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 51, 216, 216, 140 en 140). DEVANT, P., c.s., Les Brevets d'Invention (Parijs, 1971), vierde druk, aangekondigd door Mr Ir H. MULDER, blz. 112. DGG, zie Deutsche Grammophon Gesellschaft. Dienstbetrekking, Uitvinder in —, zie V. BACHER, Efforts to the international unification of regulations relating to employee inventions and the new national regulation, in AIPPI Proceedings of the Hungarian Group 1 1971, blz. 28-58; D. GAUL, Zur Freigabe der Diensterfindung für das Ausland, in Mitteilungen der deutschen Patentanwalte 1971 blz. 241/8; P. MEINHARDT, The employee as inventor, in Journal of Business Law 1971, blz. 273/9 [samenvatting in Propriété industrielle - bulletin documentaire (Parijs) 1 febr. 1972 (75) blz. II 44/5]; F. NEUMEYER, The employed inventor in the United States: R & D policies, law and practice, with legal analysis by J. C STEDMAN (Cambridge Massachusetts, 1971); dezelfde, L'inventeur employé en tant que sujet deslégislations, Exposé d'ensemble des points de vue idéologiques, in La Propriété industrielle 1971, blz. 246-252; H. SCHTPPEL, Die Grenzen der Parteiautonomie im Internationalen Arbeitsvertragsrecht und die Arbeitnehmererfindung, in Mitteilungen der deutschen Patentanwalte 1971, blz. 229-232 en K. VINCK, Die Rechtsstellung des Urhebers im Arbeits- und Dienstverhaltnis (Berlijn, 1972) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 168, 139, 140,75, 52,140 en 76). Dienstmerk, Eugster is in ieder geval voor de hulpwaren folders en andere reclamedrukwerken rechthebbende op het merk Stuwa: Hof A'dam, 23 april 1970: nr 59, blz. 157. Dienstmerken, zie Prof. Mr H. COHEN JEHORAM in Nederlands Juristenblad'sept. 1972, blz. 908-912 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 248) en J.M LIGHTMAN en R.B.
BANGS,
in Idea voorjaar 1969, besproken door Drs C.H.J. VAN SOEST, blz. 47.
Dieren, zie G.P. A. VAN DEN EYNDEN, Levende — als merkartikel, in Tijdschrift voor marketing 1971, blz. 214/6 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 30).
293 Digest of commercial laws of the world, patents and trademarks, onder redactie van GEORGE KOHLIK (Dobbs Ferry, 1970), besproken door Ir L. W. KOOY, blz. 26/7. Dino's, De — komen, hoofdartikel van Dr Ir P.C. HENRIQUEZ, blz. 3-9. DIOCTAN, De woordmerken
— en THIODAN stemmen in hoofdzaak overeen: Rb 's-Grav., 7 dec. 1971: nr 69, blz. 233. Diphenylbutazonum, zie Pres. Rb. R'dam, 1 dec. 1970: nr 12, blz. 39. , inbreuk op octrooi aangenomen: Pres. Rb. R'dam, 24 maart 1970: nr 2, blz. 11. Documentatie, zie JONCKHEERE, Travaux préliminaires a une étude relative a 1'application des techniques documentaires a la propriété industrielle, in Recherche technique - Bulletin d'information de 1'A.N.R.T. 1971, blz. 17-34 [samenvatting in Propriété industrielle - bulletin documentaire 1971, blz. 379-385] (vgl. B.I.E. 1912, blz. 51). Dokter, Verwarringsgevaar te minder waarschijnlijk, nu de verpakte en geëtiketteerde produkten voor het publiek slechts verkrijgbaar zijn op recept van een arts: Pres. Rb. Haarlem, 6 maart 1972: nr 71, blz. 235. Doktersrecept, Een oraal hypoglycemisch produkt dat alleen op — verkrijgbaar is, is niet gelijksoortig aan hoestbonbons die vrij worden verkocht: Rb. 's-Grav., 14junil971:nr7, blz. 14. Domiciliekeuze, zie Journal of the Patent Office Society, juli 1970 - sept. 1971, tijdschriftbespreking door Dr J.K. KRAMER, blz.
74/5.
Doorvoerhandel, Het Verdrag inzake de — van en naar Staten zonder zeekust (New York, 8 juli 1965), wetgeving, blz. 72. Draaitafel, De stangvormige geleider van de — van gedaagde maakt inbreuk op de segmentvormige geleider volgens het octrooi: Pres. Rb. Utrecht, 22 maart 1972: nr 54, blz. 149. Drukletters, Voorontwerp-Verdrag voor de internationale bescherming van —, zie Mr J.B. VAN BENTHEM, OCtrooiraad en het Bureau voor de industriële eigendom in 1971, blz. 146, linker kolom. Duits merk in de Nederlandse Antillen, zie Hof van Justitie van de Nederlandse AntiHen, 30 maart 1971: nr 9, blz. 15 (met noot 2 V.D.Z.). Duitsland, Bondsrepubliek, Nederland derde know-howleverancier van de —, mededeling, blz. 214. ,'auteursrecht, zie G. BRUQGER, Die neuen audiovisuellen Systemen (Begriffsbestimmung und rechtliche Beurteilung, insbesondere des sog. „Kassettenfernsehen" und der „Bildplatte") (Berlijn, 1970); J. MÖLLERTNG, Die internationale Coproduktion von Filmen (Eine vergleichende Darstellung nach deutschem, französischem und italianischem Zivil-, Urheber- und Internationalen! Privatrecht (Berlijn, 1970); V. VON PILGRTM, Der urheberrechtliche Schutz der angewandten Formgestaltung (Frankfort/M, 1971); H. RIEDEL, Originalmusik und Musikbearbeitung (Berlijn, 1971); M. SCHAEFFER, Der urheberrechtliche Schutz von Formen moderner Werbung (Hamburg, 1971); E. SCHULZE, Urheberrecht in der Musik (Berlijn, 1972), aangekondigd door Prof. Mr W.L. HAARDT, blz. 246; EUGEN ULMER, Elektronische Datenbanken und Urheberrecht (Die rechtliche Beurteilung der Einspeicherung und Rückgewinnung Geschützter Werkedurch Computer-Anlagen) (München, 1971); J.W. WERHAHN, Bibliographie des Film- und Fernsehrechts 1896-1971 (Berlijn, 1972) en J.F. ZACAPA C.S., A Statement of the laws of Honduras in matters affecting business (Washington, 1965) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 75, 75, 248, 76, 168, 76, 76 en 76). , bedrijfsgeheim, zie L. SIMON, Das Betriebsgeheimnis
unter besonderer Berücksichtigung des Betriebsverfassungsgesetzes und des Gesetzes gegen den unlauteren Wettbewerb (Würzburg, 1971) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 114). , bescherming van titel van dagblad of tijdschrift, zie E. TÖNJES, Der Rechtsschutz des Zeitungs- und Zeitschriftentitels nach geltendem Recht (Bad Godesberg, 1969) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 215). . handelsnaam, zie U. JOHANNSEN, Das Marken- und Firmen-Image (Berlijn, 1971) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 167). ——, handelsnaamrecht, zie P. BLEUTGE, Die Rechtsnatur des Firmenschutzes (Bochum, 1970) en R. KRASSER, Der Schutz des Handelsnamens nicht verbandsangehöriger Auslander in Deutschland, in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht 1971, blz. 490/4 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 92 en 140). , Ideebescherming, zie B. FEUDNER, Die Möglichkeit eines Ideeschutzes nach deutschem und englischem Recht (Frankfort/M, 1966) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 167). .industriële eigendom, zie F.B. FISCHER, Grundzüge des Gewerblichen Rechtsschutzes (Keulen, 1971), aangekondigd door Ir P.L. HAZELZET, blz. 74. , industriële eigendom en kartelrecht, zie H. G. STROHM, Wettbewerbsbeschrankungen in Patentlizenzvertragen nach amerikanischem und deutschem Recht (Keulen, 1971) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 114). , intellectuele eigendom, zie R. MUELLER, E. STIEFEL en H. BRÜCHER, Doing business in Germany (Frankfurt/ Main, 1971) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 75). , kartelrecht, zie J.F. BAUR, Der Missbrauch im deutschen Kartellrecht (Tübingen, 1972); W. HENNIG en H. SAUTER, Wettbewerbsbeschrankungen und Kartellrecht (München, 1972) en G. POTTSCHMIDT, Die Vertrage des Kaufmanns und das Wettbewerbsrecht (Bonn, 1971) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 215, 215 en 215). , kartelrecht en octrooirecht, zie E. KAUFER, Patente, Wettbewerb und technischer Fortschritt (Bad Homburg v.d.H., 1970), aangekondigd door Ir L. W. KOOY, blz. 28/9. , mededingingsrecht en merkenrecht, zie Neue Entwicklungen im Wettbewerbs- und Warenzeichenrecht: Festschrift für WOLFGANG HEFERMEHL (Heidelberg, 1971) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 215). , merk, zie L. HERMAN, Die Heraldik der Wirtschaft, Geschichte, Gestaltung und Wirkung moderner Warenzeichen (Dusseldorp, 1971) en U. JOHANNSEN, Das Marken- und Firmen-Image (Berlijn, 1971) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 29 en 167). , merkenrecht, zie K.-H. EISHOLD, Der Verbrauch der Warenzeichenrechte (Würzburg, 1971) en A.G. VAN HEES, Der internationale Schutz berühmter Marken, anhand einer rechtsvergleichenden Darstellung in Deutschland, in der Schweiz und in Frankreich (Hamburg, 1961) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 92 en 167). , merkenrecht en ongeoorloofde mededinging, zie Neue Entwicklungen im Wettbewerbs- und Warenzeichenrecht, Festschrift für WOLFGANG HEFERMEHL (Heidelberg, 1971), aangekondigd door Mr L. WICHERS HOETH, blz.
165.
——, octrooirecht, zie H. FRIEDEMANN, Das Verhaltnis der mittelbaren Patentverletzung zu Taterschaft und Teilnahme im Zivilrecht (Göttingen, 1970); R.O.P. GERNHOLTZ, Principles of South African patent law and a comparative reference to German patent law (Kaapstad, 1971); Zehn Jahre Bundespatentgericht, Festschrift herausgegeben von ERICH HXUSZER (Keulen, 1971), besproken door Dr H.P. TEUNISSEN, blz. 27/8; KLAUER-MÖHRING, Patentrechtskommentar (München, 1971), besproken door Prof. Mr W.L. HAARDT, blz. 242; D. MULLER, Zum Begriff der Er-
findungshöhe im Patent- und Gebrauchsmusterrecht
294 (Keulen, 1968); T H . R . NICOLAI, First-to-file vs Firstto-invent: a comparative study based on German and United States Patent Law, in IIC 1972, blz. 103-138 en K. REICHOLD, Das Patentrecht als Mittel zur Preisund Vertriebsbindung (München, 1971) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 92, 92, 215, 216 en 167). , ongeoorloofde mededinging, zie R. KRASSER, Der Schutz vertraglicher Rechte gegen Eingriffe Dritter (Keulen, 1971); W. NORDEMANN, Wettbewerbsrecht, Grundriszmit Kurzkommentierung, Rechtsprechung, Beispielen und Formularmustern (Bonn, 1971); H. SATTLER, Die rechtliche Beurteilung der Boykotterklarung (Erlangen, 1971) en P. SCHMTDT, Die trügerische Reklame (Kiel, 1965) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 92, 114, 114 en 30). , prijsregelingen, zie R. KRASSER, Der Schutz von Preis- und Vertriebsverbindungen gegenüber Aussenseitern (Keulen, 1972) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 247). , reclamerecht, zie H. WEHRMANN, Handlexikon des Werberechts (Essen, 1971) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 168). Duozakken, Geen slaafse nabootsing van polyethyleen —: Hof 's-Grav., 26 maart 1970: nr 50, blz. 131. Duur van het octrooi, zie L. J. HARRIS en H.C. BIERMAN, in Idea voorjaar 1969, besproken door Drs C.H.J. VAN SOEST, blz. 47.
Dwanglicentie, zie Licentie. Dwangsom, In ernst kan worden betwijfeld, of de handelingen van Guliker inbreuk op het merk maken als in het verbod omschreven; de — is daarom niet verschuldigd: Hof Arnhem, 5 mei 1971: nr 38, blz. 101 (met noot). DIJK, W. VAN, Merkenrecht in Beneluxverband (A'dam, 1971), aangekondigd door Ir C.M.R. DAVIDSON, blz. 29. Economie en industriële eigendom zie Ir C. M. R. DAVIDSON, The relation of industrial property to the economics, blz. 25-38 in: Hungarian Association for the Protection of Industrial Property, I.A.P.I.P.-M.I.E. Conferences 1970, Correlation between the protection of industrial property and industrial development (Boedapest, 1970) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 51). Economie en octrooien, zie^J. SCHMOOKLER, Economics, Patents, Invention, and Economie Change (Cambridge, 1972) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 168). Economie en octrooirecht, zie Patents, the inventor, and the economy, by H.I. FORMAN, J.F. BRODLEY and
E. P. MCGUTRE (U.S.), in Conference board record okt. 1971, blz. 41-53 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 140). Economie van de technische verandering, zie The Economics of technological change, onder redactie van N. ROSENBERG (Harmondsworth, Baltimore, 1971) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 167). Economische theorie en intellectuele eigendom, zie B. HINDLEY, The economie theory of patents, copyrights, and registered industrial designs, Background study to the report on intellectual and industrial property (Ottawa, 1971) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 167). Economische theorie en kartelrecht, zie P. ASCH, Economie theory and the antitrust dilemma (New York, 1970) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 167). E.E.G., zie Europese Gemeenschappen. Eenheid van uitvinding aanwezig geacht: Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 12 okt. 1971: nr 83, blz. 282. Eenvoudiger, maar minder geschikt; geen uitvinding: Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 3 aug. 1972: nr 78, blz. 264. Eerste aanvrage, zie E. W.E. MICKLETHWAIT, The first-tofile-evidence-of-conception system, in Journal of the Patent Office Society april 1972, blz. 272/7 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 184). Eerste gebruik en inschrijving van een merk, zie Hof van
Justitie van de Nederlandse Antillen, 30 maart 1971: nr 9, blz. 15 (met noot 1 V.D.Z.). Effect niet aannemelijk gemaakt, geen octrooi verleend: Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 23 dec. 1971: nr 32, blz. 71. „EfBciency-beurs 72" van staatswege als tentoonstelling erkend, officiële mededeling, blz. 78. Eigenschappen, Het octrooieren van reeds bekende werkwijzen en/of produkten door deze te kenmerken met niet eerder beschreven formules of fysische — moet als misbruik van het octrooisysteem worden beschouwd, stelling van Dr B. H. BIBO, blz. 72. „Encore" en „Nu-Kote", zie Commissie van de Europese Gemeenschappen, 22 dec. 1971: nr 73, blz. 253. Engeland bekrachtigt de NAVO-Overeenkomst inzake uitwisseling van technische gegevens voor defensiedoeleinden, officiële mededeling, blz. 78. Engeland, toetreding tot de Overeenkomst van Straatsburg inzake de internationale classificatie van octrooien, officiële mededelingen, blz. 170 en 251. Engeland, auteursrecht, zie W. COPINGER en F. E. SKONE JAMES, Copyright including international copyright and forms and precedents (Londen, 1971); R. HARRIS, Libraries: Free-for-all? (London, 1962); R.F. WAHLE, Copyright, Evolution, theory and practice (Londen, 1971) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 167,75 en 168). , Extraterritoriale werking van het kartelrecht, zie Extra-territorial application of restrictive trade legislation (including anti-trust legislation), Annex B. United Kingdom, blz. 151-246 in: Report of the fifty-fourth Conference of the International Law Association, held at The Hague, August 23rd to August 29th, 1970 (Londen, International Law Association, 1971) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 216). , ideebescherming, zie B. FEUDNER, Die Möglichkeit eines Ideeschutzes nach deutschem und englischem Recht (Frankfort/M, 1966) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 167). , industriële eigendom, zie P. MEINHARDT, Inventions, Patents & Trade Marks (Londen, 1971), besproken door Dr J.K. KRAMER, blz. 243; L.W. MELVIIXE, Precedents on Intellectual Property and International Licensing (Londen, 1972), aangekondigd door Ir C.M.R. DAVIDSON, blz. 243/4 en CH. ROBINSON, Patentschutz für chemische Stoffe in Kanada, Groszbritannien und den Vereinigten Staaten, in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1972, blz. 33/8 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 140). , kartelrecht, zie L. MENARD, Wettbewerbsbeschrankungen: Grossbritannien und Europaische Wirtschafts Gemeinschaft (München, 1972) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 215). , octrooirecht, zie E. LUSTIG en J. WITTE, Das britische
Patent (Keulen, 1971), aangekondigd door Dr J.K. KRAMER, blz. 92; P. MEINHARDT, The employee as
inventor, in Journal of Business Law 1971, blz. 273/9 [samenvatting in Propriété industrielle - bulletin documentaire (Parijs) 1 febr. 1972 (75) blz. II 44/5]; K. REICHOLD, Das Patentrecht als Mittel zur Preisund Vertriebsbindung (München, 1971) en CH. ROBINSON, Patent protection for chemical products in Canada, Great Britain and the United States, in IIC 1972, blz. 139-151 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 140, 167 en 216). Engineering, Nouvelles techniques contractuelles - knowhow - franchising - engineering - leasing (Montpellier, 1970), besproken door Mr F. MOLENAAR, blz. 264/8. Erkenning van tentoonstellingen, officiële mededelingen, blz. 78, 96, 143, 171 en 219. ESKILON, De woordmerken — en ENKALON voor soortgelijke waren stemmen in hoofdzaak overeen: Rb. 's-Grav., 8 maart 1971: nr 15, blz. 42.
295 Etenswaren zijn soortgelijke waren: Pres. Rb. 's-Grav., lOsept. 1971: nr 33, blz. 79. „Eurofinish/VoM 73" van staatswege als tentoonstelling erkend, officiële mededeling, blz. 171. Euromarkt, zie Europese Gemeenschappen. Europa, speurwerken ontwikkeling, zie Report on Research & Development in Europe, in Industrial Research Beverly Shores jan. 1972, blz. 28-49 [samenvatting in Propriété industrielle - bulletin documentaire mei 1972, blz. II149-152] (vgl. B.I.E. 1972, blz. 248). Europees, Ontwerp-Verdrag tot instelling van een — stelsel van octrooiverlening, blz. 179-183. Europees kartelrecht, postdoctorale leergang, zie mededelingen, blz. 283. Europees merk, zie R. C. HARGRAVE, Towards a European trademark?, in The Trademark Reporter 1972, blz. 120/5 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 184). Europees Octrooi, mededeling van de Voorzitter van de Octrooiraad aan alle ambtenaren van de Octrooiraad, blz. 211/4. , zie O. AXTER, Zur Frage einer einheitlichen Rechtsbeschwerdeinstanz im europaischen Patenterteilungsverfahren, in Gewerblicher Rechtschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil, Weinheim, 1971, blz. 493/6; H. BARDEHLE, Das altere Recht im EuropaPatent, in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht 1972, blz. 211/4; Mr J.B. VAN BENTHEM, Le brevet europeen en 1971: la première convention système europeen de délivrance de brevet, in La Propriété industrielle 1971, blz. 278-289; J. BouCOURECHLIEV, Pourquoi un brevet europeen?, in Propriété industrielle - Bulletin documentaire 1970, II blz. 404/6 = La Recherche 1970, blz. 81/5; J.-P. LEPÊTRE, Le brevet europeen et les problèmes de 1'unification des législations nationales en matière de propriété industrielle (Parijs, 1971) en U. SCHATZ, L'épuisement du droit du breveté et les régies de 1'Avant-Projet de brevets européens, blz. 127 e.v. in: L'épuisement du droit du breveté, Parijs, 1971 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 76, 168, 51, 139, 29 en 52). , zie Verslagen van Dr D. A. WAS van de vergaderingen van de Commissie inzake de internationale bescherming van de industriële eigendom, van de Internationale Kamer van Koophandel te Parijs op 14 dec. 1971 en 8 maart 1972, mededelingen, blz. 21/2 en 111. Europees Octrooi Bureau, zie Industriële eigendom, wetgeving, blz. 283 en Vestigingsplaats, wetgeving, blz. 183. Europees octrooirecht, zie H.G. HESSE, Die mittelbare Patentverletzung nach künftigem EWG-Patentrecht, in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil mei 1972, blz. 147-150 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 184). Europees Octrooiverdrag, zie Mr J.B. VAN BENTHEM, Octrooiraad en het Bureau voor de industriële eigendom, in 1971, blz. 145. , ontwerp, zie wetgeving, blz. 163/4. Europees Octrooi Verdrag I, zie Europa-Patent-Abkommen I (EPC I), Resolutionen der Union Europaischer Patentanwalte in Nizza 1971, in Mitteilungen der deutschen Patentanwalte jan. 1972, blz. 1-3 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 248). Europese Octrooiverdragen I en II, zie R. SINGER, Vertrag über die internationale Zusammenarbeit auf dem Gebiet des Patentwesens (PCT), das Übereinkommen über ein europaisch.es Patenterteilungsverfahren und das Übereinkommen über das europaische Patent für den Gemeinsamen Markt unter besonderer Berücksichtigung von Information und Dokumentation, in Berichte der 13. Jahrestagung des Ausschusses für Patentdokumentation der Deutschen Gesellschaft für Dokumentation (München) 1971, blz. 13-26 (vgl.
B.I.E. 1972, blz. 216). Europees Verdrag over de formaliteiten voor octrooiaanvragen, stand van bekrachtigingen en toetredingen op 1 jan. 1972, blz. 31/2, kolommen 1 en 5. Europees Verdrag over de internationale classificatie van octrooien, opzegging door Groot-Brittannië, officiële mededeling, blz. 251. Europees Verdrag over de internationale indeling (classificatie) van octrooien, stand van bekrachtigingen en toetredingen op 1 jan. 1972, blz. 31/2, kolommen 1 en 6. Europese Gemeenschappen, auteursrecht, zie G. ROEBER, Leistungsschutzrechtliche Stellung westdeutscher Schallplattenhersteller im Geschaftsverkehr der EWG-Landern, (mededeling over het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen 8 juni 1971, Bijblad I.E. 1971, nr 68, blz. 240 [met noten van PH. en V.D.Z.]), in Film und Recht 15 nov. 1971, blz. 349 e.v. (vgl. B.I.E. 1972, blz. 140). , auteursrecht en mededingingsregels, zie F. GOTZEN, Artistieke eigendom en mededingingsregels van de Europese Economische Gemeenschap (Leuven, 1971) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 167). , Europese Mededingsregels, bewerkt door Prof. Mr P. VERLOREN VAN THEMAAT en Mr R.C. VAN HOUTEN;
Nederlandse Staatswetten, editie Schuurman en Jordens, nr 12A (Zwolle, 1972) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 215). , industriële eigendom, zie SCHRÖTER, Zur Rechtsprechung des Europaischen Gerichtshofes auf dem Gebiet der gewerblichen Schutzrechte, in Wettbewerb in Recht und Praxis 1971, blz. 356 en E. STEINDORFF en K. HOPT, The Grundig-Consten case, a landmark decision of the European Court of Justice on Common Market Antitrust Law [Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 13 juli 1966, Bijblad I.E. 1966, nr 58, blz. 206], in The American Journal of Comparative Law, blz. 811-822 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 140). , kartelrecht, zie L. MENARD, Wettbewerbsbeschrankungen: Grossbritannien und Europaische Wirtschafts Gemeinschaft (München, 1972); C.W. OBERDORFER, A. GLEISS en M. HIRSCH, Common Market Cartel Law - A Commentary on Articles 85 of the E.E.G.-Treaty and Regulations Nos. 17,27,26,19/65 and 67/67 (New York, 1971); dezelfden,Common Market cartel law (Chicago, 1971) en Common Market and American antitrust, overlap and conflict, onder redactie van J.H. RAHL (New York, 1970) [aangekondigd door P.D. ROSENBERG in Journal of the Patent Office Society 1972, blz. 66/8] (vgl. B.I.E. 1972, blz. 215,75, 114 en 114). , kartelrecht en merkenrecht, zie X. DE MELLO, Territorialité des droits de marque et réglementation européenne de la concurrence, in Gazette du Palais, 1969, blz. 210-222 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 140). , Licenties, zie E. E. GOLDSTEIN, The future of licensing of industrial property in a common market, in: Doing business within the Europe of the six, onder redactie van T.R. ECKELBERRY, E.E. GOLDSTEIN, a.o., ed. by D. J. GIJLSTRA (Deventer, 1971) (vgl. B.I.E. 1972, blz.
92). , mededinging, zie Prof. M. WAELBROECK, Le droit de la Communauté économique européenne, Volume 4: Concurrence (Brussel, 1972) en Europa Instituut Leiden, Tien jaar Europees mededingingsbeleid, in Economisch-Statistische Berichten 1972, blz. 756/8 (vgl. B.I.E. 1972 blz. 248 en 216). , merkenrecht, zie L. VAN BUNNEN, Aspects actuels du droit des marques dans le Marché commun (Brussel, 1967), aangekondigd door Prof. Mr E.A. VAN NIEUWENHOVEN HELBACH, blz. 113/4.
296 , Octrooi-Verdrag, zie E.W.E. MICKLETHWAIT, The E.E.C. [European Economie Community] Patent Convention, in Journal of the Chartered Institute of Patent Agents 1971, blz. 70/3 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 184). , ongeoorloofde mededinging, zie G. SCHRICKER, La répression de la concurrence deloyale dans les Etatsmembres de la Communauté Economique Européenne, in Gazette du Palais 1970, blz. 170/4 en J. STOUFFLET, La compétence extraterritoriale du droit de la concurrence de la Communauté Economique Européenne, in Journal du droit international 1971, blz. 487-500 [samenvatting in Propriété industrielle bulletin documentaire, 1972, blz. II 21/4] (vgl. B.I.E. 1972, blz. 140). Europese Gemeenschappen - Verdrag, zie Mr W. ALEXANDER, Het — en het industriële eigendomsrecht der Lid-Staten, het arrest Deutsche Grammophon van het Hof van Justitie der Europese Gemeenschappen [8 juni 1971, Deutsche Grammophon/Metro, Bijblad LE. 1971, nr 68, blz. 240, met noten PH. en V.D.Z.], in Nederlands Juristenblad 1971, blz. 1079-1087; J. LASSIER, L'épuisement du droit du breveté et les régies du Traite de Rome [tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap], blz. 105 e.v. in: L'épuisement du droit du breveté (Parijs, 1971) en Mr H. G. LYKLEMA, — en intellectuele eigendom, in Nederlands Juristenblad 1971, blz. 1087-1090 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 51, 52 en 30). , artt. 85 en 86, zie Dr D. A. WAS, Verslag van de vergadering van de Commissie inzake de internationale bescherming van de industriële eigendom, van de Internationale Kamer van Koophandel te Parijs, op 8 maart 1972, mededeling, blz. 111. en octrooilicentie, zie K. NOWACKI, Le contrat de licence de brevet d'invention et les régies de concurrence du Traite de Rome relatif au Marché commun (Parijs, 1972) [aangekondigd in Propriété industrielle bulletin documentaire 1972, blz. IV 99-102] (vgl. B.I.E. 1972, blz. 167). , ongeoorloofde mededinging, zie H.W. DAIG, Le régime communautaire de la concurrence envisagé a la lumière de ses dispositions positives et de la jurisprudence de la Cour de Justice de la Communauté [Economique Européenne], in Tribunaux de commerce de France maart-mei 1971, blz. 37-43 [samenvatting in Propriété industrielle - bulletin documentaire 1971, blz. II 376/7] (vgl. B.I.E. 1972, blz. 51). Europese Octrooiconventie II, zie Het voorontwerp van een Verdrag betreffende het Europese octrooi voor de gemeenschappelijke markt, de zgn. —, Inleiding, blz. 131/6, pre-advies van Mr W. ALEXANDER over De economische bepalingen, blz. 137-160, en pre-advies van Mr Drs B.G. SUURMOND, Conventie II en de
internationale ontwikkeling van het octrooirecht, blz. 161-185 in: Sociaal-Economische Wetgeving 1972 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 248). Europese Octrooiraad, zie J.S. BUSHELL en Ir G.F. VAN DER BEEK, Location of the European Patent Office, in The Journal of the Chartered Institute of Patent Agents 1972, blz. 142/4 en MrB. Fischer, The European Patent Office, in The Journal of the Chartered Institute of Patent Agents 1972, blz. 176/8 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 216). , vertegenwoordiging, zie P. L. BOWTELL, Representation at the European Patent Office, in CIPA, the Journal of the chartered institute of Patent Agents, juli 1972, blz. 385-390 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 248). Equivalent; Octrooi nr 65.784 van De Vries voor een fruitsorteermachine met een transportband; de fruitsorteermachine van De Greef is voorzien van een sorteerkegel; Hof: tussen de sorteerkegel en de trans-
portband bestaat nevens overeenkomst ook verschil in functie; daarom zijn deze onderdelen niet —; Hoge Raad: beroep in cassatie verworpen: Hoge Raad 23 juni 1972: nr 68, blz. 228. Export, zie Uitvoer. Extract, Het — SEVEN UP en de gerede drank zijn soortgelijke waren: Hof 's-Hertogenbosch, 24 juni 1971: nr 66, blz. 193. Extra-territoriale werking van het kartelrecht, zie Extraterritorial application of restrictive trade legislation (including anti-trust legislation), blz. 151-246 in: Report of the fifty-fourth Conference of the International Law Association, held at The Hague, August 23rd to August 29th, 1970 (Londen, International Law Association, 1971) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 216). Fabricagewetenschap, zie L. SIMON, Das Betriebsgeheimnis unter besonderer Berücksichtigung des Betriebsverfassungsgesetzes und des Gesetzes gegen den unlauteren Wettbewerb (Würzburg, 1971) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 114). Fabrieksmerk versus handelsmerk, zie J.F. HACCOÜ in Intermediair (Amsterdam) juli 1971, blz. 1-3 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 51). Fabrikant van geluidsopnamen, Het copiëren en het veelvuldigen van geluidsopnamen die door een ander zijn vervaardigd, is niet, maar het in de handel brengen van aldus verkregen muziekcassettes is wel onrechtmatig tegenover de — en ook tegenover de daarbij betrokken uitvoerende kunstenaar(s): Hof Arnhem, 18 jan. 1972 [N.J. 1972, nr 297, blz. 861/2 (met noten van Mr L. WICHERS HOETH)]: nr 51, blz.
132.
Faeroër, Toepasselijkverklaring van de Overeenkomst van Nice op de —, officiële mededeling, blz. 251. Fantasy is geen soortnaam voor teeltmateriaal en bloemen van freesia's: Pres. Rb. 's-Grav., 25 april 1969: nr 55, blz. 150. Feks, De merken „luxe —" en „luxe VEBS" voor jalouzieën stemmen overeen met het merk LUXAFLEX: Pres. Rb. Haarlem, 2 juni 1971: nr 34, blz. 82. „Fespa 73" van staatswege als tentoonstelling erkend, officiële mededeling, blz. 171. „Fiarex 72" van staatswege als tentoonstelling erkend, officiële mededeling, blz. 96. Fiji treedt toe tot de Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom, officiële mededeling, blz. 78. Finland bekrachtigt de Classificatie-Overeenkomst van Locarno, officiële mededeling, blz. 95. FISCHER, F.B., Grundzüge des Gewerblichen Rechtsschutzes (Keulen, 1971), aangekondigd door Ir P.L. HAZELZET, blz. 74.
Formosa, zie Taiwan. Formules, Het octrooieren van reeds bekende werkwijzen en/of produkten door deze te kenmerken met niet eerder beschreven — of fysische eigenschappen moet als misbruik van het octrooisysteem worden beschouwd, stelling van Dr B.H. BIBO, blz. 72. Franchising, zie M. DE JONG in Ars Aequi 1972, blz. 134/8 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 139). , Nouvelles techniques contractuelles - know-how franchising - engineering - leasing (Montpellier, 1970), besproken door Mr F. MOLENAAR, blz. 264/8. Frankrijk, auteursrecht, zie CH. DEBBASCH, Le droit de la radio et de la télévision (Parijs, 1969) en A. SCHMIDT, Les sociétés d'auteurs S.A.C.E.M. - S.A.C.D. Contrats de représentation (Parijs, 1971) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 29 en 30). , balans van octrooien en licenties, LTnvention francaise, une réalité sur le marché aux idees, in Moniteur du commerce international 16 maart 1972, blz. 21-33 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 168). , benamingen van oorsprong, zie CH. QUITTANSON en
297 R. VANHOUTTE, La protection des appellations d'origine et Ie commerce des vins et eaux-de-vie (Montpellier, 1970) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 30). , industriële eigendom en know how, zie F. MAGNIN, Know how et propriété industrieUe (Dijon, 1971) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 248). , kwekersrecht, zie B. LA CLAVIÈRE, La loi francaise sur la protection des obtentions végétales, in La Propriété industrieUe 1971, blz. 43/7 = Industrial Property 1971, blz. 44/7 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 76). , merkenrecht, zie A.G. VAN HEES, Der internationale Schutz berühmter Marken, anhand einer rechtsvergleichenden Darstellung in Deutschland, in der Schweiz und in Frankreich (Hamburg, 1961) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 167). , merken- en modellenrecht, zie Cabinet BOETTCHER, Comment protéger vos marques et modèles, guide pratique (Parijs, 1971) (besproken door I. J. KAUFMAN in The Trademark Reporter 1972, blz. 170/1) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 167). ——, octrooirecht, zie P. DEVANT c.s., Les Brevets d'Invention, (Parijs, 1971), vierde druk, aangekondigd door Mr Ir H. MULDER, blz. 112; JOANNA SCHMIDT, L'invention protégée après la loi du 2 janvier (Montpellier, 1972); W. SCHONRATH, das französische Patentrecht (Potsdam-Babelsberg, 1971) en J. VIARD, Diffusion des techniques et brevets d'invention (Parijs, 1972) [samenvatting in Propriété industrieUe - bulletin documentaire 1972, blz. IV 126/8] (vgl. B.I.E. 1972, blz. 168, 215 en 215). , uitvindingen, zie L'invention francaise, une réalité sur Ie marché aux idees, in Moniteur du commerce international 16 maart 1972, blz. 21-23 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 168). FRIEBEL, L., en O. PULITZER, Österreichisches Patentrecht (Keulen, 1972), besproken door Drs C.H.J. VAN SOEST, blz.
242.
Fruitbouw, Chemische middelen voor land-, tuin-, — en bosbouw zijn soortgelijk aan gerede middelen ter bestrijding van schadelijke insecten in land-, tuin- en bosbouw: Rb. 's-Grav., 7 dec. 1971; nr 69, blz. 233. Fruitsorteermachine, Hoge Raad, 23 juni 1972, Ybema/De Greef: nr 68, blz. 228. ^ Gebruik, Rechtscheppend — van het merk ROBOT, zie Pres. Rb. Assen, 19 jan. 1970: nr 13, blz. 40. Gebruik door bottelondernemingen van het merk SEVEN UP voor de gerede drank is rechtens gebruik door de Amerikaanse SEVEN-UP Company: Hof 's-Hertogenboscb, 24 juni 1971: nr 66, blz. 193. Gebruik van een merk, zie E. TERGAU, Ermittlung des Beginns der Benutzungsfrist für Warenzeichen und IR-Marken, in Mitteilungen der deutschen Patentanwdlte 1972, blz. 50/1 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 216). , zie ook Register van beslissingen van de rechter, Merkenwet art. 3, lid 1, blz. 321. Gebruiksmodellen, Een uitsluitende licentie voor octrooien, — en know-how kan onder bepaalde omstandigheden de mededinging beperken, omdat de licentiegever dan de mogelijkheid verliest met andere aanvragers van een licentie overeenkomsten te sluiten; dit is hier niet het geval aangezien het aan de Japanse onderneming Nagoya verleende uitsluitende recht de mededingingssituatie binnen de Gemeenschappelijke Markt niet aantast: Commissie van de Europese Gemeenschappen, 9 juni 1972, Raymond/Nagoya: nr 80, blz. 277. Gedwongen licentie, zie Licentie. , zie Bedrijfsgeheim. Geluidsdragers, zie H. ULLRICH, The impact of the „Sirena" decision on national trademark rights [Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen te Luxem-
burg, 18 febr., 1971, Bijblad I.E. 1971, nr 55, blz. 186 (met noten V.D.Z.)], in IIC 1972, blz. 193-224 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 216). Geluidsopname, Het copiëren en het veelvuldigen van geluidsopnamen die door een ander zijn vervaardigd, is niet, maar het in de handel brengen van aldus verkregen muziekcassettes is wel onrechtmatig tegenover de fabrikant van de geluidsopnamen en ook tegenover de daarbij betrokken uitvoerende kunstenaar(s): Hof Arnhem, 18 jan. 1972 [N.J. 1972, nr 297 (met noten van Mr L. WICHERS HOETH)]: nr 51, blz.
132.
Gelijksoortigheid van waren, zie Soortgelijkheid van waren. Gelijkwaardig. Het was algemeen bekend dat een nok en en een leisleuf — zijn; daarom vormde het geen uitvinding in een bekende straalbuis een nok te vervangen door een leisleuf: Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 3 jan. 1972: nr 42, blz. 109. Gelijkwaardige onderdelen: de draaitafel van gedaagde maakt inbreuk op de segmentvormige geleider volgens het octrooi: Pres. Rb. Utrecht, 22 maart 1972: nr 54, blz. 149. Gemeenschappelijke markt, zie Europese Gemeenschappen. Geneesmiddel en octrooirecht, zie Medicament et brevetabilité - étude des législations des principaux pays (Parijs, 1972) [aangekondigd in Propriété industrieUe — bulletin documentaire 1972, blz. IV 150] (vgl. B.I.E. 1972, blz. 215). Geneesmiddelen, zie Drs A.D. DOUMA en Dr M.N.G. DUKES, Octrooibescherming van — is onmisbaar, in Farmaceutische industrie 1971, blz. 30/5 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 30). Geschikt, Eenvoudiger, maar minder —; geen uitvinding: Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 3 aug. 1972: nr 78, blz. 264. Glas, Het was algemeen bekend, dat glazuur een soort — met een bijzondere bestemming is; daarom wordt geen uitvinding gewaardeerd in de gedachte voor het ondoorzichtig maken van — van een op zichzelf bekend type de aanwijzingen te volgen die voor het bereiden van ondoorzichtig glazuur bekend waren of in het licht van deze aanwijzingen voor de hand lagen: Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 3 jan. 1972: nr 31, blz. 70. Golden Wonder met afb./Smiths met afb.: Pres. Rb. Zwolle, 10 febr. 1972: nr 76, blz. 262. GOTZEN, M., Van Belgisch naar Benelux merkenrecht (Brussel, 1969), besproken door Prof. Mr E.A. VAN NIEUWENHOVEN HELBACH, blz. 91.
Grammofoonplaten, zie R. COLLIN, Noot onder Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 8 juni 1971, Deutsche Grammophon Gesellschaft/Metro, grammofoonplaten merk Polydor [Bijblad I.E. 1971, nr 68, blz. 240 (met noten van PH. en V.D.Z.)], in Annales de la propriété industrieUe artistique et littéraire 1971, blz. 224-233 [samenvatting in Propriété industrieUe — bulletin documentaire 1972, blz. II 215/7]; G. ROEBER, Leistungsschutzrechtliche Stellung westdeutscher Schallplattenhersteller im Geschaftsverkehr der EWG-Landern, in Film und Recht 15 nov. 1971, blz. 349 e.v. en E. ULMER, Das Übereinkommen zum Schutz der Hersteller von Tontragern gegen die unerlaubte Vervielfaltigung ihrer Tontrager, in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1972, blz. 68-76 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 216 en 140). Griseofulvine, inbreuk op octrooi aangenomen: Pres. Rb. R'dam, 4 aug. 1970: nr 3, blz. 12. Groot-Brittannië, zie Engeland. Grote ondernemingen en aantal octrooiaanvragen, zie B. JOHANNISSON en C LINDSTRÖM, Firm size and incentive activity, in Swedish Journal of Economics dec. 1971, blz. 427-442 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 184).
298 Grundig-Consten, zie E. STEINDORFF en K. HOPT, The —
case, a landmark decision of the European Court of Justice on Common Market antitrust Law [Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 13 juli 1966, Bijblad I.E. 1966, nr 58, blz. 206], in The American Journal of Comparative Law, blz. 811-822 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 140). Handelsagent, Na beëindiging van de agentuurovereenkomst is de voormalige — niet meer gerechtigd de naam en het teken Culina te gebruiken, omdat daardoor gevaar bestaat dat bij het publiek de indruk wordt gewekt, dat gedaagde nog steeds agent zou zijn van eiseres, die Culina keukens produceert en verhandelt: Pres. Rb. Roermond, 13 okt. 1969: nr 35, blz. 82. Handelsnaam eerder gevoerd, ook al is dit niet in Nederland geschied; de bekendheid van de Duitse onderneming bij het Nederlandse publiek is alleen van belang voor het verwarringsgevaar: Hoge Raad, 7 jan. 1972: nr 48, blz. 125. Handelsnaam, zie P. BLEUTGE, Die Rechtsnatur des Firmenschutzes (Bochum, 1970) en R. KRASSER, Der Schutz des Handelsnamens nicht verbandsangehöriger Auslander in Deutschland, in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht 1971, blz. 490/4 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 92 en 140). Handelsnaamrecht, zie J. C. TINOCO SOARES, Nome comercial (Sao Paulo, 1968) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 76). Handelsnaamwet, zie Register van beslissingen van de rechter, gerangschikt naar het wetsartikel, blz. 324. Handelsvereniging/Weston, zie Mr L. WICHERS HOETH, Noot onder Hoge Raad, 7 mei 1971, —, rasnaam „Red Pontiac", N.J. 1971, nr 381 [Bijblad I.E. 1971, nr 70, blz. 254], in Nederlandse Jurisprudentie okt. 1971, blz. 1147/9 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 51). Hartmotief dient als aanduiding van de bestemming van de waar en mist daarom onderscheidende kracht voor dieetmargarine: Pres. Rb. 's-Grav., 1 sept. 1971: nr 39, blz. 103: HXUSZER, E., Zehn Jahre Bundespatentgericht (Keulen, 1971), besproken door D/ H.P. TEUNISSEN, blz. 27/8. Herkomst, zie Aanduidingen van aardrijkskundige herkomst. Hero/Seven-Up: Hoge Raad, 26 mei 1972: nr 66, blz. 192. HI-SIGN, Het woordmerk — stemt niet in hoofdzaak noch op verwarrende wijze overeen met het woordmerk c.q. het woord-figuurmerk HIJ c.q. de handelsnaam Hu Herenmode N.V.: Rb. 's-Grav., 24 maart 1971: nr 6, blz. 13. Hiswa-tentoonstelling, „17e —" van staatswege als tentoonstelling erkend, officiële mededeling, blz. 143. Hof van Justitie der Europese Gemeenschappen, 18 febr. 1971, Sirena [Bijblad I.E. 1971, nr 55, blz. 186, met noten V.D.Z.], en daarover M. RÖTTGER, Die Auswirkungen des Sirena-Urteils des Europaischen Gerichtshofes auf die Ausübung übertragener Warenzeichen in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1971, blz. 469-473 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 52). Hogeschool en octrooi, Mag een hoogleraar octrooi aanvragen?. zie mededeling, blz. 89-90. HOLMQVIST, L., Degeneration of Trade Marks (Malmö, 1971), aangekondigd door Prof. Mr E.A. VAN NIEUWENHOVEN HELBACH, blz. 91/2.
Honduras, intellectuele eigendom, zie J.F. ZACAPA C.S., A Statement of the laws of Honduras in matters affecting business (Washington, 1965) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 76). Hongarije, octrooirecht, zie V. BACHER, Efforts to the international unification of regulations relating to employee inventions and the new national regulation,
in AIPPI Proceedings of the Hungarian Group 1 1971, blz. 28-58 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 168). Hoofdconclusie, De — van een aanvrage is niet de juiste plaats om een voorkeur voor een bepaalde uitvoeringsvorm van een werkwijze tot uitdrukking te brengen of een voorbeeld van een uitvoeringsvorm te vermelden: Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 29 april 1971: nr 10, blz. 19. Hoogleraar, Mag een — octrooi aanvragen?, mededeling, blz. 89-90. „Horecava 73" van staatswege als tentoonstelling erkend, officiële mededeling, blz. 171. Hulpstukje, Het los in de handel brengen van dit — vormt geen inbreuk op het octrooi, maar is wel onrechtmatig: Pres. Rb. Roermond, 21 maart 1972: nr 53, blz. 147. Idee, beloning van f 2000,—; voor aanvaard — van de heer A. BROERE (hoogste beloning tot nu toe toegekend door onze Ideeëncommissie), in Contact Personeelsblad Economische Zaken sept. 1972, blz. 6-8 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 248). Idee, „Mijn —" van staatswege als tentoonstelling erkend, officiële mededeling, blz. 143. Ideebescherming, zie B. FEUDNER, Die Möglichkeit eines Ideeschutzes nach deutschem und englischem Recht (Frankfort/M, 1966) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 167). Ierland treedt toe tot de Overeenkomst inzake de internationale classificatie van octrooien, officiële mededeling, blz. 142. I.I.B., Institut International des Brevets, zie Internationaal Octrooi Instituut. I.K.K., Internationale Kamer van Koophandel, zie Dr D.A. WAS, Verslagen van de vergaderingen van de Commissie inzake de internationale bescherming van de industriële eigendom te Parijs op 14 dec. 1971 en 8 maart 1972, mededelingen, blz. 21/2 en 111/2. Inbreuk, In ernst kan worden betwijfeld, of de handelingen van Guliker — op het merk maken als in het verbod omschreven; de dwangsom is daarom niet verschuldigd: Hof Arnhem, 5 mei 1971: nr 38, blz. 101 (met noot). Inbreuk op merk, Gedaagde maakt — van eiseres, al betrekt zij haar teeltmateriaal van een kweker in Engeland die krachtens een met eiser gesloten overeenkomst gerechtigd is in dit teeltmateriaal handel te drijven: Pres. Rb. 's-Grav., 25 april 1969 [N.J. 1969, nr 480]: nr 55, blz. 150. Inbreuk op octrooi wettigt verbod, ook al stelt gedaagde dat zij inmiddels de invoer heeft gestaakt: Pres. Rb. R'dam, 1 dec. 1970: nr 12, blz. 39. Inbreuk op octrooi, Eiseres behoeft zich onder de gegeven omstandigheden door de enkele verzekering door Sony aan gedaagde, dat de ontvangers voor Nederland de geoctrooieerde schakeling niet zullen hebben, niet voldoende tegen octrooiïnbreuk beveiligd te achten: Pres. Rb. A'dam, 9 sept. 1971 :nr45, blz. 121. Indeling, De technische — vermeld op Nederlandse octrooipublikaties en bij hun vermelding in „De Industriële Eigendom", officiële mededeling, blz. 118/9. , zie ook Classificatie. India, octrooirecht, zie R.B. PAI, Patents for inventions (India, 1965) en Patent office, government of India, Annual report of the patent office for the year 1968 (Delhi, 1970) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 30 en 76). Indirecte inbreuk op octrooi, zie H. FRIEDEMANN, Das Verhaltnis der mittelbaren Patentverletzung zu Taterschaft und Teilnahme im Zivilrecht (Göttingen, 1970) en H.G. HESSE, Die mitteibare Patentverletzung nach künftigem EWG-Patentrecht, in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil mei 1972, blz. 147-150 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 92 en 184).
299 Industrialisatie zonder octrooien, zie E. SCHIFF, Industrialization without National Patents (Princeton, 1971), besproken door Dr H.P. TEUNISSEN, blz. 47. Industriële Eigendom, statistiek 1970, blz. 114/6. , zie wetgeving, blz. 282/3. , zie CH. ROBINSON, International industrial property developments and AIPPI, met discussie, in Canadian Patent Reporter second series, juni 1972, blz. 271-289; Komende conferentie over enige actuele vragen inzake de bescherming van de — te Boedapest, zie mededelingen, blz. 284; Projet d'une loi type pour les marques, les brevets et modèles (New York, 1970); Report on Intellectual and Industrial Property (Ottawa, 1971), aangekondigd door Dr H.P. TEUNISsen, blz. 244/5; L'Union de Paris et la propriété industrielle en 1971, in La Propriété industrielle 1972, blz. 7-14 en Verdrag tot bescherming van de —, Stockholmse tekst, bekrachtigingen door Madagascar en Spanje, officiële mededeling, blz. 78 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 216, 30 en 248). , Engeland, zie P. MEINHARDT, Inventions, Patents & Trade Marks (Londen, 1971), besproken door Dr J.K. KRAMER, blz.
243.
——, zie ook het desbetreffende land, bijv. Nederland, industriële eigendom. Industriële eigendom en economie, zie Ir C. M. R. DAVIDSON, The Relation of industrial property to the economics, blz. 25-38 in: Hungarian Association for the Protection of Industrial Property, I.A.P.I.P.M.I.E. Conferences 1970, Correlation between the protection of industrial property and industrial development (Boedapest, 1970) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 51). Industriële eigendom en industriële ontwikkeling, zie Hungarian Association for the Protection of Industrial Property, I.A.P.I.P.-M.I.E. Conference 1970, correlation between the protection of industrial property and industrial development (Boedapest, 1970) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 52). Industriële ontwikkeling en octrooi, zie G. UNTERBURG, Die Bedeutung der Patente in der industriellen Entwicklung (Berlijn, 1970) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 30). Industriële spionage, zie mededeling, blz. 272/3. Industriële vormgeving, zie V. VON PELGRIM, Der urheberrechtliche Schutz der angewandten Formgestaltung (Frankfort/M, 1971) en — kan exportsucces bevorderen, in Wereldmarkt dec. 1971, blz. 2-4 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 248 en 51). Informatie, De uitwisseling van — vormt geen beperking van de mededinging: Commissie van de Europese Gemeenschappen, 9 juni 1972, Raymond/Nagoya: nr 80, blz. 277. Inschrijving en eerste gebruik van een merk, zie Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen, 30 maart 1971: nr 9, blz. 15 (met noot 1 V.D.Z.). Insecten, Chemische middelen voor land-, tuin-, fruit- en bosbouw zijn soortgelijk aan gerede middelen ter bestrijding van schadeüjke — in land-, tuin- en bosbouw: Rb. 's-Grav., 7 dec. 1971: nr 69, blz. 233. Institut International des Brevets, zie Internationaal Octrooi Instituut. Intellectuele eigendom, zie Eu. BRADERMAN, New directions in international production and intellectual property, in The Department of State bulletin juni 1971, blz. 772/7 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 51) en Current trends in the field of intellectual property (Genève, 1971), aangekondigd door Ir C. M.R. DAVIDSON, blz. 73/4. INTELSAT Exploitatie-overeenkomst, zie wetgeving, blz. 240/1. „Interclean" van staatwege als tentoonstelling erkend, officiële mededeling, blz. 171. Internationaal auteursrecht, zie M. BOUTET, Les reformes
et modifications de la Convention de Berne, in Rassegna della proprieta industriale letteraria artistica 1969, blz. 10-21; W. COPINGER en F. E. SKONE JAMES, Copyright including international copyright and forms and precedents (Londen, 1971) en F. MAJOROS, Les arrangements bilatéraux en matière de droit d'auteur (Parijs, 1971) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 168,167 en 167). , zie ook Auteursrecht. Internationaal handelsmerk, zie H. J. DANIELS, —: moeilijkheden en voordelen, in Het Financieele dagblad 23/5 okt. 1971, blz. 6 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 139). Internationaal merk, zie E. TERGAU, Ermittlung des Beginns der Benutzungsfrist für Warenzeichen und IR-Marken, in Mitteilungen der deutschen Patentanwalte 1972, blz. 50/1 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 216). Internationaal Octrooi Instituut, lijst van deelnemende staten, blz. 31/2. , stand van bekrachtigingen en toetredingen tot de Overeenkomst tot oprichting van het —, op 1 jan. 1972, blz. 31/2. , De Herziene Overeenkomst inzake het Internationaal Octrooi Instituut is in werking getreden, officiële mededeling, blz. 2. , zie officiële mededeling, blz. 171. -, zie G. PUTZ, Automatisation de la recherche a PInstitut International des Brevets, in Recherche technique, Bulletin de 1'ANRT (Parijs) nov.-dec. 1971, blz. 20-35 [samenvatting in Propriété industrielle bulletin documentaire 1972, blz. II 169-172] (vgl. B.I.E. 1972, blz. 184). Internationale indeling van octrooien, Europees verdrag, staat van bekrachtigingen en toetredingen, stand op 1 jan. 1972, blz. 31/2. Internationale inschrijving van een merk, zie Prof. Mr H. COHEN JEHORAM, Automatische herregistratie van Nederlandse rechten op internationaal geregistreerde merken, in Nederlands Juristenblad 1972, blz. 316-320 en A. VEDA, International Registration of Trademarks, in A.I.P.P.I. Proceedings of the Hungarian Group I, 1971, blz. 72-96 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 139 en 216). Internationale inschrijving van een merk, overdracht, zie E. BÜRLI, Die Übertragung der international eingetragenen Marke (Freiburg, 1970) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 29). Internationale licentie, zie M. GORODISSKY, International Licence trade, blz. 81-96 en W. SCHÖNRATH, Notwendigkeit, Möglichkeit und Grundprinzipien einer Internationalen Regelung der Lizenzbeziehungen zwischen Staaten unterschiedlicher Gesellschaftsordnung, blz. 147-153: in Hungarian Association for the Protection of Industrial Property I.A.P.I.P.M.I.E. Conference 1970, Correlation between the protection of industrial property and industrial development, Boedapest, 1970 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 51 en 52). Internationale merkenlicentie, zie F.-K. BEIER, Warenzeichenrechtliche Aspekte internationaler Lizenzvertrage, blz. 97-121 en S. KUWATA, Warenzeichenrechtliche Aspekte internationaler Lizenzvertrage unter Berücksichtigung des Problems der Parallelimporte, blz. 139-146 in: Hungarian Association for the Protection of Industrial Property I.A.P.I.P.M.I.E. Conference 1970, Correlation between the protection of industrial property and industrial development (Boedapest, 1970) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 51 en 52). Internationale octrooilicenties, zie The Russians are coming, with new technology, in Chemical Week aug. 1971, blz. 31/2 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 52). Internationale octrooiwetgeving, zie U. ANDERFELT, Inter-
300 national patentlegislation and developing countries ('s-Grav., 1971) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 29). Inventions, Patents & Trade Marks, zie P. MEINHARDT (Londen, 1971), besproken door Dr J.K. KRAMER, blz. 243. Invoer en merk, zie F. BAUER, Die Agentenmarke, Rechtsfragen des internationalen Vertriebs von Markenwaren (Keulen, 1971), aangekondigd door Ir C.M.R. DAVIDSON, blz. 245; A.A. BLUM, Can the trademark
on genuine goods constitute an infringement? in Israël Law Review 1971, blz. 421/5; dezelfde, Territoriality of trademark rights (its effects on the unauthorized importation of goods - „parallel import"), in Israël Law Review 1971, blz. 18-28; S. KUWATA, Warenzeichenrechtliche Aspekte internationaler Lizenzvertrage unter Berücksichtigung des Problems der Parallelimporte, blz. 139-146 in: Hungarian Association for the Protection of Industrial Property I.A.P.I.P.-M.I.E. Conference 1970, Correlation between the protection of industrial property and industrial development (Boedapest, 1970) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 215, 215 en 52). Irak, octrooirecht en modellenrecht, Iraq patent and industrial designs, law and regulations (Beiroet, 1970) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 30). Italië, auteursrecht, zie G. PADELLARO, Lezioni di diritto d'autore (Napels, 1971) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 30). , industriële eigendom, zie A. JANNUZZI, G. SCANZANO en A. SCHERMI, Il diritto industriale (Milaan, 1970) en U. MURANO, Nozioni di diritto industriale (Napels, 1966) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 114 en 75). , intellectuele eigendom, zie O. CAROSONE, L'opera dell'ingegno per commissione (Milaan, 1970) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 75). , merkenrecht, zie G. AGHINA, La utilizzazione atipica del marchio altrui (Milaan, 1971) en R. FRANCE3 SCHELLI, Sui marchi d'impresa (Milaan, 1971 ) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 29 en 167). , octrooien, zie P. MARCHETTI, Alcune statistiche sui brevetti d'invenzione in Italia e all'estero, in Rivista delle societa 1971, blz. 153/7 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 140). , octrooirecht, zie M. BENEDICENTI, I Brevetti nella Giurisprudenza, Raccolta Sistematica di Giurisprudenza Commentata (Padua, 1970) (vgl. B.I.E. . 1972, blz. 29). Jaarverslag van de Octrooiraad en het Merkenbureau in 1971, door Mr J.B. VAN BENTHEM, blz. 144/7. Japan, zie Extra-territorial application of restrictive trade legislation (including anti-trust legislation, Discussion at working sessions: blz. 151-246 in: Report of the fifty-fourth Conference of the International Law Association, held at The Hague, August 23rd to August 29th, 1970 (Londen, International Law Association, 1971) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 216). , industriële eigendom, zie Die neuen japanischen Patent- und Gebrauchsmustergesetze, Kurzer Überblick (Tokio, 1970) en Patent and trademark laws of Japan (Tokio, 1970) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 248 en 30). , merkenwet, Famous trademarks in — (Tokio, 1970) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 30). , octrooirecht, zie A. KUKIMOTO, Summary of Japanese Patent law (Tokio, 1971) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 29). , octrooirecht en gebruiksmodellenrecht, zie Die neuen japanischen Patent- und Gebrauchsmustergesetze (Tokio, 1970) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 168). Ja zuster, nee zuster-arrest, zie Mr C.H. BEEKHUIS, Nog eens het „—", in Rechtsgeleerd Magazijn Themis 1972, blz. 7-53 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 168). Joegoslavië, zie M. JANJIC, Licensing agreements in the sphere of industrial property under Yugoslav law,
blz. 125-139 in: Legal problems of Yugoslavia's international economie relations, uitgegeven door de Federal Chamber of Economy, Council for Economie Relations with Foreign Countries (Belgrado, 1968) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 184). Joint ventures abroad: industrial property, taxation, and competition, in Idea 1971, blz. 184-267 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 52). Jordanië treedt toe tot het Verdrag industriële eigendom, Stockholmse tekst en de Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom, officiële mededeling, blz. 142. Journal of the Patent Office Society, juli 1970 - sept. 1971 en nov. 1971 -juni 1972, tijdschriftbesprekingen door Dr J.K. KRAMER, blz. 74/5 en 246/7. Kartelrecht, zie H.D. SALINGER, Von einer Verbotsgesetzgebung in den Niederlanden, in Wirtschaft und Wettbewerb, jan. 1972 en La compétence extraterritoriale du droit de la concurrence de la Communauté Economique Européenne, in Journal du droit international 1971, blz. 487-500 [samenvatting in Propriété industrielle - bulletin documentaire 1972, blz. II 21/4] (vgl. B.I.E. 1972, blz. 76 en 140). , zie ook Europese Economische Gemeenschappen, kartelrecht. Kartelrecht en economische theorie, zie P. ASCH, Economie theory and the antitrust dilemma (New York, 1970) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 167). Kartelrecht en merkenrecht, zie X. DE MELLO, Territorialité des droits de marque et réglementation européenne de la concurrence, in Gazette du Palais 1969, blz. 210222 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 140). Kartelrecht in Nederland, zie Prof. Mr W.L. SNIJDERS in Sociaal-Economische Wetgeving 1971, blz. 517-538 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 51). Kartelrecht en technische vooruitgang, zie E. KAUFER, Patente, Wettbewerb und technischer Fortschritt (Bad Homburg v.d.H., 1970), aangekondigd door Ir L.W. KOOY, blz.
28/9.
Karvan Cévitam, De woordmerken „—" en „Roosvicee" voor rozebottelsiroop stemmen niet op verwarrende wijze overeen; dit geldt ook voor de aanduidingen „Karvan Cévitam Ferro", „Karvan Cévitam Stop" en „Karvan Cévitam Lax" (of Laxa) enerzijds en „Roosvicee Ferro", „Roosvicee Stop" en „Roosvicee Laxo" anderzijds: Pres. Rb. Utrecht, 7 aug. 1970: nr 20, blz. 44. KAUFER, E., Patente, Wettbewerb und technischer Fortschritt (Bad Homburg v.d.H., 1970), aangekondigd door Ir L.W. KOOY, blz. 28/9. Kerkmuziek, zie BUMA en de —, in Auteursrechtbelangen zomer 1972, blz. 4 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 248). KLAUER-MÖHRING, Patentrechtskommentar (München, 1971), besproken door Prof. Mr W.L. HAARDT, blz. 242. Know-how, Nederland derde —leverancier van de Bondsrepubliek Duitsland, mededeling, blz. 214. , zie Journal of the Patent Office Society, juli 1969 juni 1970 en juli 1970 - sept. 1971, tijdschriftbesprekingen door Dr J.K. KRAMER, blz. 50 en 74/5. — , zie R. COIXIN, c.s., Le — (Montpellier, 1972); J.C. GREEN, Emerging restrictions on transfer of technology, in Idea 1971, blz. 274-280; J.P. SHELTON, Special problems of innovation and technology, in Idea 1971, blz. 281-292; L. SIMON, Das Betriebsgeheimnis unter besonderer Berücksichtigung des Betriebsverfassungsgesetzes und des Gesetzes gegen den unlauteren Wettbewerb (Würzburg, 1971); Nouvelles techniques contractuelles - know-how - franchising - engineering - leasing (Montpellier, 1970), besproken door Mr F. MOLENAAR, blz. 264/8; en U.S. companies türning to overseas licensing of industrial —, in Commerce
301 today 12 juni 1972, blz. 7-10 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 167,51,52, 114 en 248). en industriële eigendom, zie F. MAGNIN, Know how et propriété industrielle (Dijon, 1971) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 248). in de Verenigde Staten van Amerika, zie MILBANK in Journal of the Patent Office Society juni 1970, besproken door Dr J.K. KRAMER, blz. 50, rechter kolom. Know-how-licentie, Voor de onderhavige —s wordt art. 85, lid 1 E.E.G.-Verdrag buiten toepassing verklaard: Commissie van de Europese Gemeenschappen, 9 juni 1972, Davidson Rubber Co: nr 79, blz. 271. , Een uitsluitende licentie voor octrooien, gebruiksmodellen en know-how kan onder bepaalde omstandigheden de mededinging beperken, omdat de licentiegever dan de mogelijkheid verliest met andere aanvragers van een licentie overeenkomsten te sluiten; dit is hier niet het geval, aangezien het aan de Japanse onderneming Nagoya verleende uitsluitende recht de mededingingssituatie binnen de Gemeenschappelijke Markt niet aantast: Commissie van de Europese Gemeenschappen, 9 juni 1972, Raymond/Nagoya: nr 80, blz. 277. KOHLIK, G., Digest of commercial laws of the world, patents and trademarks (Dobbs Ferry, 1970), besproken door Ir L.W. KOOY, blz. 26/7. Korea, octrooirecht, zie BYONG HO LEE, Proposed amendment to Korean patent law with comments (Seoul, 1970) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 75). KRASSER, R., Der Schutz von Preis- und Vertriebsbindungen gegenüber Aussenseitern (Keulen, 1972) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 247). Kunst, De plantenhouders van eiser zijn werken van op nijverheid toegepaste —, daar zij originele scheppingen zijn en een eigen en estetisch karakter hebben doordat eiser daarop zijn persoonlijke stempel heeft gedrukt, ten gevolge waarvan die houders zich duidelijk onderscheiden van andere toen op de markt zijnde plantencontainers: Pres. Rb. 's-Grav., 3 nov. 1971, Ravelli/Elderenbosch: nr 81, blz. 280. Kunstenaar, Het copiëren en het veelvuldigen van geluidsopnamen die door een ander zijn vervaardigd, is niet, maar het in de handel brengen van aldus verkregen muziekcassettes is wel onrechtmatig tegenover de fabrikant van de geluidsopnamen en ook tegenover de daarbij betrokken uitvoerende —(s): Hof Arnhem, 18 jan. 1972 [Nederlandse Jurisprudentie 1972, nr 297, blz. 861/2 (met noten van Mr L. WICHERS HOETH)]: nr 51, blz. 132. Kunsthars, Produkten van — met lagen glasvezels en asbestcementplaten enz. zijn grond- en hulpstoffen bij bouwwerken en daarom soortgelijk: Rb. 's-Grav., 23 nov. 1970: nr 14, blz. 42. Kunstmeststrooier, zie Pres. Rb. Roermond, 21 maart 1972: nr 53, blz. 147. Kwaliteitscontrole is onontbeerlijk voor een doelmatige exploitatie van de uitvinding en van de know-how en in zoverre toelaatbaar: Commissie van de Europese Gemeenschappen, 9 juni 1972, Raymond/Nagoya: nr 80, blz. 277. Kweekprodukten, zie B. LA CLAVIERE, La loi francaise sur la protection des obtentions végétales, in La Propriété industrielle 1971, blz. 43/7 = Industrial Property 1971, blz. 44/7 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 76). Kwekersrecht, Aan degeen aan wie geen kwekersrecht voor zijn produkten is verleend, komen geen uitsluitende rechten toe; het gebruiken van van anderen afkomstig teeltmateriaal op zich zelf, al wordt daardoor geprofiteerd van de inspanning van die ander, kan dus jegens deze niet onrechtmatig zijn; men mag een niet-beschermd ras dat een naam heeft, ook onder een andere naam verhandelen: Pres. Rb. Zwolle, 14 mei 1969:
nr 49, blz. 129. , zie L'Union pour la protection des obtentions végétales, in La Propriété industrielle 1972, blz. 25 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 248). Landbouw, Chemische middelen voor land-, tuin-, fruiten bosbouw zijn soortgelijk aan gerede middelen ter bestrijding van schadelijke insecten in land-, tuin- en bosbouw: Rb. 's-Grav., 7 dec. 1971: nr 69, blz. 233. Landenverklaring op grond van art. 22A, lid 2 Rijksoctrooiwet, officiële mededeling, blz. 218. Latijns-Amerika, octrooirecht, zie E.D. ARACAMAZORRAQUIN, Gegenwartiger Zustand und Entwicklungstendenzen des Patentrechts in Lateinamerika, in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1972, blz. 139-146 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 168). , ontwikkelingsland, zie W. BURKHARDT, Die Bedeutung auslandischer Direktinvestitionen in einem lateinamerikanischen Entwicklungsland und ihre rechtliche Behandlung, dargestelt am Beispiel Mexicos (Tübingen, 1970) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 167). Leasing, Nouvelles techniques contractuelles - know-how franchising - engineering - leasing (Montpellier, 1970), besproken door Mr F. MOLENAAR, blz. 264/8. Ledikant, Inbreuk op het auteursrecht voor een — naar Oudhollands model dat niettemin aan de eisen van de moderne tijd voldoet: Hof A'dam, 9 maart 1971: nr 40, blz. 107. Leisleuf, Het was algemeen bekend dat een nok en een — gelijkwaardig zijn; daarom vormde het geen uitvinding in een bekende straalbuis een nok te vervangen door een —: Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 3 jan. 1972: nr 42, blz. 109. Letters, De juridische bescherming van — en andere typografische tekens, hoofdartikel van Mr TH. LIMPERG, blz. 96-101. , zie ook Typografische tekens. Letters en auteursrecht, zie F.F. JEHLE, Typographic Copyright, Public Domain and Unfair Competition, in Scholarly Publishing 1970, blz. 255/8 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 51). Levende dieren, zie G.P.A. VAN DEN EYNDEN, — als merkartikel, in Tijdschrift voor marketing 1971, blz. 214/6 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 30). Licentie, De enkele wenselijkheid van een licentie in het algemeen belang is richtsnoer voor de verlening van gedwongen licenties; het is dan, ook geenszins uitgesloten, dat een gedwongen licentie kan worden verleend, indien voornamelijk het prijsniveau van een bepaald produkt in het geding is; verzoeker heeft echter niet aannemelijk gemaakt, dat hij het desbetreffende geneesmiddel voor een veel lagere prijs op de markt zal brengen dan de octrooihoudster: Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 19 juli 1972; nr 72, blz. 236. , Een uitsluitende licentie voor octrooien, gebruiksmodellen en know-how kan onder bepaalde omstandigheden de mededinging beperken, omdat de licentiegever dan de mogelijkheid verliest met andere aanvragers van een licentie overeenkomsten te sluiten; dit is hier niet het geval, aangezien het aan de Japanse onderneming Nagoya verleende uitsluitende recht de mededingingssituatie binnen de Gemeenschappelijke Markt niet aantast: Commissie van de Europese Gemeenschappen, 9 juni 1972, Raymond/Nagoya: nr 80, blz. 277. , zie L.J. ECKSTROM, Licensing in Foreign and Domestic Operations (New York, 1972); M. JANJIC, Licensing agreements in the sphere of industrial property under Yugoslav law, blz. 125-139 in: Legal problems of Yugoslavia's international economie
302 relations, uitgegeven door de Federal Chamber of Economy, Council for Economie Relations with Foreign Countries (Belgrado, 1968); E.B. LOVELL, Appraising Foreign Licensing Performance (New York, 1969); L.W. MELVBLLE, Precedents on Intellectual Property and International Licensing (Londen, 1972), aangekondigd door Ir C.M.R. DAVIDSON, blz. 243/4; B. STOCKER, Benutzungsrecht und Benutzungspflicht des Lizenznehmers bei technischen Lizenzvertragen (Luzern, 1970) [besproken door D. STAUDER in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1972, blz. 98] en A. WOLF en CH. WERTH, Der internationale technisch-industrielle Lizenzaustausch (Dusseldorp, 1972) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 167, 184, 215, 168 en 215). , zie ook Uitsluitende licentie. Licentie-overeenkomst, zie B. STOCKER, Benutzungsrecht und Benutzungspfiicht des Lizenznehmers bei technischen Lizenzvertragen (Zürich, 1970) en A. VIDA, Les opérations de licence et les contrats dans les pays socialistes [c'est a dire: communistes], in Revue de droit intellectuel L'Ingénieur-Conseil 1971, blz. 82-99 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 248 en 52). Licentieovereenkomsten in Argentinië, zie mededeling, blz. 46. Licenties, zie W. SAEMMLER, Ervaring met de verkoop van — op internationale schaal (België), in Economisch en Sociaal Tijdschrift aug. 1971, blz. 341-355; Ministerie van Economische Zaken, Verwerven van — in de Verenigde Staten van Amerika, najaar 1971 en The Russians are coming, with new technology, in Chemical Week aug. 1971, blz. 31/2 (vgl. B.l.E. 1972, blz. 184, 139 en 52). Licenties voor octrooien en know-how, Voor de onderhavige — wordt art. 85, lid 1 E.E.G.-Verdrag buiten toepassing verklaard: Commissie van de Europese Gemeenschappen, 9 juni 1972: nr 79, blz. 271. Licenties Verenigde Staten van Amerika - Sowjet-Unie, zie The Russians are coming, with new technology, in Chemical Week aug. 1971, blz. 31/2 (vgl. B.l.E. 1972, blz. 52). Licentie-uitwisseling, zie A. WOLF en CH. WERTH, Der internationale techniseh-industrielle Lizenzaustausch (Dusseldorp, 1972), besproken door Dr H.P. TEUNISSEN, blz.
284.
Liechtenstein bekrachtigt de Stockholmse tekst van het Verdrag industriële eigendom en de Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom, de Merkenschikking, Stockholmse tekst, de Warenovereenkomst van Nice, Stockholmse tekst en de Aanvullende Akte bij de Modellenovereenkomst, officiële mededelingen, blz. 142 en 143. Liechtenstein en de Merkenovereenkomst, officiële mededeling, blz. 186. Likoflex, Het woord-beeldmerk — voor vloerbedekking, meubelbekleding en linoleum stemt op verwarrende wijze overeen met het woord-beeldmerk Luxaflex voor jaloezieën: Rb. 's-Grav., 8 dec. 1970: nr 18, blz. 43. Linol, De verpakking met het woord — gelijkt verwarrend veel op de verpakking met het woord Vitelma: Pres. Rb. 's-Grav., 1 sept. 1971: nr 39, blz. 103. Lissabonse tekst, zie Verdrag industriële eigendom. Locarno, zie Classificatie-Overeenkomst van —, officiële mededeling, blz. 95. Lorimont, Door hier te lande wasmiddelen in de handel te brengen in een verpakking met de opschriften „Neu von —" en „— Enterprises G.m.b.H." heeft gedaagde ten opzichte van — Enterprises N.V. in strijd met art. 5 Handelsnaamwet gehandeld: Pres. Rb. Arnhem, 30 sept. 1971: nr 41, blz. 108. LUSTIG, E., en J. WITTE, Das britische Patent (Keulen,
1971), aangekondigd door Dr J.K. KRAMER, blz. 92. De merken „luxe Feks" en „luxe VEBS" voor jalouzieën stemmen overeen met het merk —: Pres. Pres. Rb. Haarlem, 2 juni 1971: nr 34, blz. 82. , Het woord-beeldmerk Likoflex voor vloerbedekking, meubelbekleding en linoleum stemt op verwarrende wijze overeen met het woord-beeldmerk — voor jaloezieën: Rb. 's-Grav., 8 dec. 1970: nr 18, blz. 43. , zie ook Rb. Maastricht, 24 febr. 1972: nr 64, blz. 177. LUXAMAT, Het merk — voor keukens stemt niet in hoofdzaak, maar wel op verwarrende wijze overeen met de seriemerken LUXAFLEX, LUXALON, LUXAPLY, enz., waarvan vooral LUXAFLEX zeer algemeen bekend is, voor verwante waren (met noot van Prof. Mr E.A. VAN NIEUWENHOVEN HELBACH): Rb. Maastricht, 24 febr. 1972: nr 64, blz. 177. „luxe Feks", De merken — en „luxe VEBS" voor jalouziën stemmen overeen met het merk LUXAFLEX: Pres. Rb. Haarlem, 2 juni 1971: nr 34, blz. 82. LUXAFLEX,
Machtspositie, Geen ongeoorloofd partij trekken van de eventuele —, welke een octrooihouder op de gemeenschappelijke markt of een wezenlijk deel daarvan inneemt, wanneer de octrooihouder, in de Lid-Staat die hem het octrooi verleende, op grond van dit octrooi verbodsacties instelt om zich te verdedigen tegen een inbreuk op zijn octrooi door de invoer van voortbrengselen uit een andere Lid-Staat: Hof 's-Grav., 17 april 1970: nr 22, blz. 58. Madagascar bekrachtigt het Verdrag industriële eigendom, Stockholmse tekst en het Verdrag tot samenwerking inzake octrooien, officiële mededelingen, blz. 78 en 14. Madrid, zie Merkenovereenkomst. Malawi treedt toe tot het Verdrag tot samenwerking inzake octrooien, officiële mededeling, blz. 171. MANURIT, Het beeldmerk — voor produkten van kunsthars met lagen glasvezels stemt in hoofdzaak overeen met het woordmerk MARTINIT voor asbestcementplaten enz.: Rb. 's-Grav., 23 nov. 1970: nr 14, blz. 42. Marokko, Overeenkomst inzake economische samenwerking tussen Nederland en —, wetgeving, blz. 112. Maxim's nietigverklaring voor België van internationale inschrijvingen: Rechtbank van Koophandel te Brussel, 28 jan. 1971: nr 57, blz. 154 (met noten van Mr J.W. VAN DER ZANDEN) en kanttekening van Prof. Mr E.A. VAN NIEUWENHOVEN HELBACH, blz.
240.
Mededelingen, Gepubliceerde — naar aanleiding van de op 1 januari 1964 in werking getreden wijzigingen van de Octrooiwet, officiële mededeling, blz. 2. Mededinging, zie Ongeoorloofde mededinging. Mededingingsbeleid, zie Europa Instituut Leiden, Tien jaar Europees —, in Economisch-Statistische Berichten 1972, blz. 756/8 (vgl. B.l.E. 1972, blz. 216). Mededingingsregels, Europese —, bewerkt door Prof. Mr P. VERLOREN VAN THEMAAT en Mr R.C. VAN HOUTEN;
Nederlandse Staatswetten, editie Schuurman en Jordens, nr 12A (Zwolle, 1972) (vgl. B.l.E. 1972, blz. 215). Medicamenten, zie Geneesmiddelen. Meerzijdige verdragen waarbij Nederland is aangesloten, mededeling van Mr J.W. VAN DER ZANDEN, blz. 22/3. MEINHARDT, P., Inventions, Patents & Trade Marks (Londen, 1971), besproken door Dr J.K. KRAMER, blz. 243. MELVILLE, L.W., Precedents on Intellectual Property and International Licensing (Londen, 1972), aangekondigd door Ir C.M.R. DAVIDSON, blz. 243/4. Merk, Gedaagde maakt inbreuk op het — van eiseres, al betrekt zij haar teeltmateriaal van een kweker in Engeland, die krachtens een met eiser gesloten overeenkomst gerechtigd is in dit teeltmateriaal handel te
303 drijven: Pres. Rb. 's-Grav., 25 april 1969 [N.J. 1969, nr 480]: nr 55, blz. 150. , zie H.J. DANIELS, Internationaal handelsmerk: moeilijkheden en voordelen, in Het Financieële dagblad 23/5 okt. 1971, blz. 6 en L. HERMAN, Die Heraldik der
Wirtschaft, Geschichte, Gestaltung und Wirkung moderner Warenzeichen (Dusseldorp, 1971) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 139 en 29). ——, Overdracht van een internationaal ingeschreven —, zie E. BÜRLI, Die Übertragung der international eingetragenen Marke (Freiburg, 1970) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 29). Merk en invoer, zie Invoer en merk. Merkenbeleid, zie Het — en de zuivelonderneming, in Officieel orgaan van de Koninklijke Nederlandse zuivelbond 1972, blz. 318-320 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 168). Merkenbescherming, zie A. KRTEGER, Neugestaltung des internationalen Markenschutzes, in Aussenwirtschaftsdienst des Betriebs-Beraters april 1972, blz. 153-161 en J.D.MCAULIFFE, Prospects for improved protection of trademarks in international trade, in The Trademark Reporter 1971, blz. 82-94 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 216). Merkeninschrijving, zie Verslag van de vergadering van de Commissie inzake de internationale bescherming van de industriële eigendom, van de Internationale Kamer van Koophandel (Parijs, 14 dec. 1971), mededeling, blz. 21/2. Merkenlicentie, geen beperking van de concurrentie vormt de licentie tot het gebruik van de merken van de rechthebbende op het octrooi, te minder omdat de licentie niet exclusief is en de licentienemer het recht heeft op de geoctrooieerde produkten ook andere merken aan te brengen: Commissie van de Europese Gemeenschappen, 22 dec. 1971: nr 73, blz. 253. , zie F.-K. BEIER, Warenzeichenrechtliche Aspekte internationaler Lizenzvertrage, blz. 97-121 en S. KUWATA, Warenzeichenrechtliche Aspekte internationaler Lizenzvertrage unter Berüchsichtigung des Problems der Parallelimporte, blz. 139-146 in: Hungarian Association for the Protection of Industrial Property I.A.P.I.P.-M.I.E. Conference 1970, Correlation between the protection óf industrial property and industrial development (Boedapest, 1970) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 51 en 52). , zie ook Licentie voor merk. Merkénovereenkomst, staat van bekrachtigingen en toetredingen, blz. 31/2. ——, Liechtenstein en Zwitserland, officiële mededeling, blz. 186. , zie Mr J.B. VAN BENTHEM, Octrooiraad en het Bureau voor de industriële eigendom in 1971, blz. 146. , zie Dr D.A. WAS, Verslag van de vergadering van de Commissie inzake de internationale bescherming van de industriële eigendom, van de Internationale Kamer van Koophandel te Parijs op 8 maart 1972, mededeling, blz. 111. , zie Prof. Mr H. COHEN JEHORAM, Automatische herregistratie van Nederlandse rechten op internationaal geregistreerde merken, in Nederlands Juristenblad 1972, blz. 316-320; The Madrid Arrangement BIRPI Proposed Changes USTA Views - ABA Com-
mittee Views - APLA Committee Views - AIPPI Views - DAVID B. ALLEN, Report on Committee of Experts for the Revision of the Madrid Agreement, in The Trademark Reporter 1970, blz. 129-172 en O.M.P.I., Organisation Mondiale de la Propriété Intellectuelle, Actes de la conférence de Stockholm de la propriété intellectuelle, 11 juin - 14 juillet 1967, delen 1 en 2 (Genève, 1971) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 139, 248 en 76). en Zuidslavië, officiële mededeling, blz. 95.
, Stockholmse tekst, bekrachtiging door Liechtenstein, officiële mededeling, blz. 143. , Stockholmse tekst, toetreding van Algerije, officiële mededeling, blz. 143. Merkenrecht, zie L.E. ABELMANN, Territoriality principles in trademark laws, in The Trademark Reporter 1970, blz. 19-32; A.A. BLUM, Territoriality of trademark rights (its effects on the unauthorized importation of goods - „parallel imports"), in Israël Law Review 1971, blz. 18-28; L. VAN BUNNEN, Aspects actuels du droit des marques dans Ie Marché commun (Brussel, 1967), aangekondigd door Prof. Mr E.A. VAN NIEUWENHOVEN HELBACH, blz. 113/4 en R. KOCKLAUNER, Schachung der Kennzeichnungskraft durch
Bekanntheit ahnlicher Warenzeichen im Ausland?, in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht 1971, blz. 494/5 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 215, 215 en 76). Merkenverdrag, zie J.B. HACK, The TRT [Trademark Registration Treaty] - does it need modification?, in The Trademark Reporter 1972, blz. 134-144 en B.W. PATTISHALL, The proposed Trademark Registration Treaty and its domestic import, in The Trademark Reporter 1972, blz. 125-133 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 184). Merkenwet (oud), zie Register van beslissingen van de rechter, gerangschikt naar het wetsartikel, blz. 321. Merkenwet 1893, Afschriften en inlichtingen uit de openbare registers, gehouden op grond van de op 1 januari 1971 ingetrokken —, officiële mededeling, blz. 270. Mexico, zie W. BURKHARDT, Die Bedeutung auslandischer Direktinvestitionen in einem lateinamerikanischen Entwicklungsland und ihre rechtliche Behandlung, dargestellt am Beispiel Mexicos (Tübingen, 1970) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 167). Microbiologie en octrooirecht, hoofdartikel van Ir C.M.R. DAVTDSON, blz. 34/9.
Microbiologische uitvindingen, zie E. VON PECHMANN, Über nationale und internationale Probleme des Schutzes mikrobiologischer Erfindungen, in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht 1972, blz. 51/9 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 140). Micro-organisme, Het was bekend, dat een bepaalde species van —n in staat is tot een bepaalde activiteit; daarna vormt het vaststellen van diezelfde activiteit bij een andere, verwante species in beginsel geen octrooieerbare uitvinding: Octrooiraad, Aanvraagafdeling, 5 mei 1971: nr 37, blz. 88. Micro-organismen, Formaliteiten t.a.v. aanvragen die betrekking hebben op —, officiële mededeling, blz. 218. Middellijke octrooiïnbreuk, zie H. FRIEDEMANN, Das Verhaltnis der mittelbaren Patentverletzung zu Taterschaft und Teilnahme im Zivilrecht (Göttingen, 1970) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 92). Milieubescherming, zie J.J. GOUDSMTT, Octrooirecht en —, in Nederlands Juristenblad 1972, blz. 225 en Mr D.W. F. VERKADE, Octrooirecht en —, in Nederlands Juristenblad 1972, blz. 133/5 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 76). Milieuverontreiniging, zie Dr J.J. GOUDSMTT, Octrooirecht en —, in Nederlands Juristenblad 1971, blz. 1321/9 en G. PROSI, Patents and externalities, in Zeitschrift für Nationalökonomie 1971, blz. 63-80 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 30 en 140). Milieuverontreiniging en intellectuele eigendom, zie R.E. BLUM, Gefahrdung unseres Levensraums und Schutz des geistigen Eigentums, in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht 1972, blz. 205-211 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 168). MILK JOY, De woordmerken — en MILKY WAY stemmen in
hoofdzaak overeen, ook al hebben de eerste woorden van de beide merken (MILK en MILKY) weinig onderscheidende kracht: Rb. 's-Grav., 10 nov. 1970: nr 8, blz. 14.
304 Misleidende reclame, zie Reclame. Modellen, zie Loi-type de 1'OMPI sur les dessins et modèles industriels, in La Propriété industrielle 1971, blz. 253/6 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 52). Modellenovereenkomst, staat van bekrachtigingen en toetredingen, blz. 31/2. , Liechtenstein bekrachtigt de Aanvullende Akte bij de —, officiële mededeling, blz. 143. Modellenovereenkomst, zie O.M.P.I., Organisation Mondiale de la Propriété Intellectuelle, Actes de la Conférence de Stockholm de la propriété intellectuelle, 11 juin - 14 juillet 1967, delen 1 en 2 (Genève, 1971) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 76). Modellenrecht, zie Loi-type pour les pays en voie de développement concernant les dessins et modèles industriels (Genève, 1970) en Model law for developing countries on industrial designs (Genève, 1970) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 30). MOUREAUX, R., en C. WEISMANN, Les Brevets d'Invention (Parijs, 1971), vierde druk, aangekondigd door Mr Ir H. MULDER, blz.
112.
Muziekcassettes, Het copiëren en het veelvuldigen van geluidsopnamen die door een ander zijn vervaardigd, is niet, maar het in de handel brengen van aldus verkregen — is wel onrechtmatig tegenover de fabrikant en ook tegenover de daarbij betrokken uitvoerende kunstenaar(s): Hof Arnhem, 18 jan. 1972 [N.J. 1972, nr 297, blz. 861/2 (met noten van Mr L. WICHERS HOETH)]: nr 51, blz. 132 en daarover Mr DuBois, Het plegen van overspel met —, in Auteursrechtbelangen zomer 1972, blz. 3 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 215 en 248). „Mijn idee" van staatswege als tentoonstelling erkend, officiële mededeling, blz. 143. Naam, Men mag een niet-beschermd ras dat een — heeft, ook onder een andere — verhandelen: Pres. Rb. Zwolle, 14 mei 1969: nr 49, blz. 129. Naamloze vennootschap, Ook een — kan zelf voor de Octrooiraad optreden, maar alleen door middel van een natuurlijk persoon die tot het bestuur van de — behoort en niet door middel van een procuratiehouder: Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 9 juli 1971: nr 21, blz. 45 (met noot Mr & BOEKMAN). Nabootsing, Geen onrechtimatige — van een tractorcabine: Hof Leeuwarden, 17 april 1968: nr 36, blz. 84. T — , Geen slaafse — van polyethyleen duozakken: Hof 's-Grav., 26 maart 1970: nr 50, blz. 131. , zie ook Register van beslissingen van de rechter, Burgerlijk Wetboek, art. 1401, blz. 326. , zie ook Slaafse navolging. Navolging, zie Nabootsing. „Nationale Slijtersvakbeurs" van staatswege als tentoonstelling erkend, officiële mededeling, blz. 171. Nationalisatie, zie Confiscatie. NAVO-Overeenkomst inzake uitwisseling van technische gegevens voor defensiedoeleinden, wetgeving, blz. 25. , bekrachtigingen door Groot-Brittannië en België, officiële mededeling, blz. 78. NAVO-Overeenkomst betreffende de wederzijdse geheimhouding van uitvindingen, die voor de verdediging van belang zijn en onderwerp van octrooiaanvragen vormen, zie Mr J.B. VAN BENTHEM, Octrooiraad en het Bureau voor de industriële eigendom in 1971, blz. 145, rechter kolom. Nederland, De handelsnaam is eerder gevoerd, ook al is dit niet in — geschied: Hoge Raad, 7 jan. 1972: nr 48, blz. 125. , Overeenkomst inzake economische samenwerking tussen — en Marokko, wetgeving, blz. 112. derde know-how-leverancier van de Bondsrepubliek Duitsland, mededeling, blz. 214. NEUHOFF, K., Le röle et Ie fonctionnement des fonds de
recherche indépendants en Europe (Straatsburg, 1971), aangekondigd door Dr H.P. TEUNISSEN, blz. 113. Nice, zie Overeenkomst van Nice betreffende de internationale classificatie van de waren en diensten t.b.v. de inschrijving van merken. Niet-eenheidsbeslissing, Aanvraagster mag in een afgesplitste aanvrage geen materie opnemen die in de moederaanvrage is behouden en definitief beoordeeld en niet behoort tot de onderwerpen waarvoor een — is gegeven: Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 24 dec. 1971: nr 43, blz. 109 (met noot). Nietigverklaring voor België van de internationale inschrijvingen van merken, noten van Mr J.W. VAN DER ZANDEN onder Rb. van Koophandel te Brussel, 28 jan. 1971: nr 57, blz. 154 en kanttekening van Prof. Mr E.A. VAN NIEUWENHOVEN HELBACH, blz. 240. Nieuw produkt, zie K.E. STRUNKMANN-MEISTER, Checkliste zur Rechtsschutzplanung neuer Produkte, in Absatzwirtschaft 1971, blz. 26-30 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 52). Nieuw voorbeeld, De oorspronkelijke beschrijving van de aanvrage was duidelijk en volledig; daarom bestond er geen reden aanvraagster in de gelegenheid te stellen die beschrijving met nieuwe voorbeelden aan te vullen: Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 16 sept. 1971: nr 11, blz. 20. Nieuwheid, zie Register van beslissingen van de Octrooiraad, Octrooiwet, art. 2, blz. 318. NIPREDON, De woordmerken — en BREDON voor farmaceutische produkten stemmen in hoofdzaak overeen: Hof 's-Hertogenbosch, 4 jan. 1972: nr 56, blz. 151. Nok, Het was algemeen bekend dat een — en een leisleuf gelijkwaardig zijn; daarom vormde het geen uitvinding in een bekende straalbuis een — te vervangen door een leisleuf: Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 3 jan. 1972: nr 42, blz. 109. Noordamerika, zie Verenigde Staten van Amerika. „Nu-Kote" en „Encore", zie Commissie van de Europese Gemeenschappen, 22 dec. 1971: nr 73, blz. 253. Nijverheid, De plantenhouders van eiser zijn werken van op — toegepaste kunst, daar zij originele scheppingen zijn en een eigen en estetisch aantrekkelijk karakter hebben doordat eiser daarop zijn persoonlijke stempel heeft gedrukt, ten gevolge waarvan die houders zich duidelijk onderscheiden van andere toen op de markt zijnde plantencontainers: Pres. Rb. 's-Grav., 3 nov. 1971, Ravelli/Elderenbosch: nr 81, blz. 280. , zie ook Register van beslissingen van de rechter en de Octrooiraad, Octrooiwet, art. 3, blz. 318. Nijverheid en octrooien, zie E. SCHIFF, Industrialization without National Patents (Princeton, 1971), besproken door Dr H.P. TEUNISSEN, blz. 47. O.A.M.P.I., zie PH. COMPTE, Une institution pilote pour la protection multinationale de la propriété industrielle 1'—, in Revue juridique et politique, indépendance et coopération (Parijs) 1971, blz. 329-376 [samenvatting in Propriété industrielle - bulletin documentaire (Parijs), 1 dec. 1971, blz. II 438-443] (vgl. B.I.E. 1972, blz. 184). Octrooi nr 65.784: Hoge Raad der Nederlanden, 23 juni 1972: nr 68, blz. 228. nr 73.197: Pres. Rb R'dam, 24 maart 1970: nr 2, blz. 11. nr 73.197: Pres. Rb. R'dam, 1 dec. 1970: nr 12, blz. 39. nr 75.521: Hof 's-Grav., 7 maart 1968: nr 44, blz. 120. nr 88.020: Pres. Rb. A'dam, 9 sept. 1971: nr 45, blz. 121. nr 88.020: Pres. Rb. A'dam, 14 sept. 1971: nr 46, blz. 122.
305 nr 96.693: Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 19 juli 1972: nr 72, blz. 236. nr 97.113: Hof 's-Grav., 26 febr. 1971: nr 1, blz. 9. nr 107.803: Pres. Rb. Roermond, 21 maart 1972: nr nr 53, blz. 147. nr 112.648: Hof's-Grav., 17 april 1970: nr 22, blz. 58. nr 113.381: Hof 's-Hertogenbosch, 18 mei 1971: nr 74, blz. 255. nr 123.032: Pres. Rb. R'dam, 4 aug. 1970: nr 3, blz. 12. nr 126.284: Pres. Rb. R'dam, 6 okt. 1970: nr 23, blz. 62. nr 133.702: Pres. Rb. Utrecht, 22 maart 1972: nr 54, blz. 149. , Indirecte inbreuk, zie H.G. HESSE, Die mittelbare Patentverletzung nach künftigem EWG-Patentrecht, in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil, mei 1972, blz. 147-150 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 184). en industriële ontwikkeling, zie G. UNTERBURG, Die Bedeutung der Patente in der Industriellen Entwicklung (Berlijn, 1970) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 30). en milieuverontreiniging, zie G. PROSI, Patents and externalities, in Zeitschrift für Nationalökonomie 1971, blz. 63-80 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 14Ó). Octrooiaanvrage nr 247.742: Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 12 okt. 1971: nr 83, blz. 282. nr 253.093: Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 3 okt. 1972: nr 82, blz. 281. nr 264.265: Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 23 dec. 1971: nr 32, blz. 71. nr 266.845: Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 9 juli 1971: nr 21, blz. 45. nr 273.198: Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 24 dec. 1971: nr 43, blz. 109. nr 274.292: Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 3 jan. 1972: nr 31, blz. 70. nr 302.847: Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 16 sept. 1971: nr 11, blz. 20. nr 64.07042: Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 9nov. 1971: nr 67, blz. 209. nr 64.09790: Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 29 april 1971: nr 10, blz. 19. nr 65.13501, Octrooiraad, >Aanvraagafdeling, 1 okt. 1971: nr 65, blz. 179. nr 66.09379: Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 24 maart 1972: nr 63, blz. 161. nr 66.13364: Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 3 aug. 1972: nr 78, blz. 264. nr 70.05538 (transporteur), zie mededeling, getiteld Mag een hoogleraar octrooi aanvragen?, blz. 89-90. nr 00.00000: Octrooiraad, Aanvraagafdeling, 5 mei 1971: nr 37, blz. 88. nr 000.000: Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 3 jan. 1972: nr 42, blz. 109. nr 00.00000: Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 3 mei 1972: nr 62, blz. 160. nr 00.00000, Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 3 aug. 1972: nr 77, blz. 263. Octrooiaanvragen, zie ook Europees verdrag over de formaliteiten voor octrooiaanvragen. Octrooiconclusies, Parameters in —, in het bijzonder in stofconclusies, hoofdartikel van Dr Ir P.C. HENRIQUEZ en Ir R. SIEDERS, blz. 172/7.
, zie C H . ROBINSON, Patentansprüche in der angloamerikanischen Rechtsprechung, in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht 1972, blz. 251/5 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 184). Octrooidocumentatie, zie Deutsche Gesellschaft für Dokumentation: Ausschuss für Patentdokumentation, Berichte der 13. Jahrestagung; 14 Vortrage, gehalten am 13./14. Mai 1971 in München (München, 1971) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 76).
Octrooien, Industrialisatie zonder —, zie E. SCHIFF, Industrialization without National Patents (Princeton, 1971), besproken door Dr H.P. TEUNISSEN, blz. 47. , zie Verdrag tot samenwerking inzake —, officiële mededeling, blz. 142. , zie ook Europees verdrag over de internationale indeling van octrooien. Octrooien en economie, zie J. SCHMOOKLER, Economics, Patents, Invention, and Economie Change (Cambridge, 1972) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 168). Octrooien en ontwikkelingslanden, zie H.E. GRUNDMANN, The economie arguments for patents and their validity for developing countries, in Indian economie journal 1970, blz. 193-207 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 139). Octrooi-inbreuk, Eiseres behoeft zich onder de gegeven omstandigheden door de enkele verzekering door Sony aan gedaagde, dat de ontvangers voor Nederland de geoctrooieerde schakeling niet zullen hebben, niet voldoende tegen octrooi-inbreuk beveiligd te achten: Pres. Rb. A'dam, 9 sept. 1971: nr 45, blz. 121. Octrooilicentie, Een uitsluitende licentie voor octrooien, gebruiksmodellen en know-how kan onder bepaalde omstandigheden de mededinging beperken, omdat de licentiegever dan de mogelijkheid verliest met andere aanvragers van een licentie overeenkomsten te sluiten; dit is hier niet het geval, aangezien het aan de Japanse onderneming Nagoya verleende uitsluitende recht de mededingingssituatie binnen de Gemeenschappelijke Markt niet aantast: Commissie van de Europese Gemeenschappen, 9 juni 1972, Raymond/ Nagoya: nr 80, blz. 277. zie J.W. BURNS, Territorial limitations in international patent licensing - a rebuttal, in Journal of the Patent Office Society 1971, blz. 743-755 en B. STOCKER, Benutzungsrecht und Benutzungspflicht des Lizenznehmers bei technischen Lizenzvertragen (Luzern, 1970) [besproken door D. STAUDER in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1972, blz. 98] (vgl. B.I.E. 1972, blz. 76 en 168). Octrooilicentie en E.E.G.-Verdrag, zie K. NOWACKI, Le contrat de licence de brevet d'invention et les régies de concurrence du Traite de Rome relatif au Marché commun (Parijs, 1972) [aangekondigd in Propriété industrielle - bulletin documentaire 1972, blz. IV 99-102] (vgl. B.I.E. 1972, blz. 167). Octrooilicentie, zie ook Uitsluitende licentie. Octrooilicenties, Voor de onderhavige — wordt art. 85, lid 1 E.E.G.-Verdrag buiten toepassing verklaard: Commissie van de Europese Gemeenschappen, 9 juni 1972, Davidson Rubber Co: nr 79, blz. 271. , zie The Russians are coming, with new technology, in Chemical Week aug. 1971, blz. 31/2 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 52). Octrooiraad en het Bureau voor de industriële eigendom in 1971, hoofdartikel van Mr J.B. VAN BENTHEM, blz.
144/7. Octrooirecht, zie J.F. BAUR, Der Missbrauch im deutschen Kartellrecht (Tübingen, 1972); J.W. BAXTER, World Patent Law and Practice, derde cumulatieve supplement (Londen, 1972); F.-K. BEIER, Zukunftsprobleme des Patentrechts, in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht 1972, blz. 214-225; L.W. MELVILLE, Precedents on Intellectual Property and International Licensing (Londen, 1972), aangekondigd door Ir C.M.R. DAVIDSON, blz. 243/4 en H. SCHADE, Patents at a glance, a survey of substantive law and formalities in 46 countries (Keulen, 19712) (Vgl. B.I.E. 1972, blz. 215, 167, 168 en 168). , Bondsrepubliek Duitsland, zie KLAUER-MÖHRING, Patentrechtskommentar (München, 1971), besproken door Prof. Mr W.L. HAARDT, blz. 242. , Oostenrijk, zie L. FRIEBEL en O. PULITZER, Öster-
306 reichisches Patentrecht (Keulen, 1972), besproken door Drs C.HJ. VAN SOEST, blz. 242. en prijsbinding, zie K. REICHOLD, Das Patentrecht als Mittel zur Preis- und Vertriebsbindung (München, 1971) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 167). , rechtsgronden, zie H.E. GRUNDMANN, The economie arguments for patents and their validity for developing countries, in Indian economie journal 1970, blz. 193-207 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 139). en technische vooruitgang, zie E. KAUFER, Patente, Wettbewerb und technischer Fortschritt (Bad Homburg v.d.H., 1970), aangekondigd door Ir L.W. KOOY, blz. 28/9. Octrooireglement, art. 29, lid 3, officiële mededeling, blz. 219. , wijziging, zie wetgeving, blz. 137/8. Octrooischriften in de Bibliotheek van de Octrooiraad aanwezig op 31 dec. 1971, mededeling, blz. 24. Octrooiverleningsprocedure, zie Mr J.B. VAN BENTHEM, De Octrooiraad en het Bureau voor de industriële eigendom in 1971, blz. 144. Octrooiwet, Gepubliceerde mededelingen naar aanleiding van de op 1 januari 1964 in werking getreden wijzigingen van de —, officiële mededeling, blz. 2. , zie Register van beslissingen van de rechter, gerangschikt naar het wetsartikel, blz. 319. Octrooiwetgeving, Internationale — en ontwikkelingslanden, zie U. ANDERFELT, International patentlegislation and developing countries ('s-Grav., 1971) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 30). Officiële mededelingen, zie blz. 286. O.M.P.I., Organisation Mondiale de la Propriété Intellectuelle, bekrachtiging van het Verdrag tot oprichting van de Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom door Liechtenstein, officiële mededeling, blz. 142. , toetreding van Australië, Fiji en Jordanië, officiële mededelingen, blz. 170, 78 en 142. , R.D. GOULD in Canadian Patent Reporter 1972, blz. 249-276; M.G. LUZZATT, La réforme des clauses administratives des unions, et 1'instruction de 1'organisation mondiale de la propriété intellectuelle, in Rassegna della propriéta industriale letteraria artistica 1969, blz. 4-9 en L'Organisation Mondiale de la Propriété Intellectuelle en 1971, in La Propriété industrielle 1972, blz. 2-5 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 184, 140 en 248). Onderscheidende kracht, Het gebruik van het merk door gedaagde kan aan eiseres schade toebrengen, omdat daardoor het merk van eiseres aan — kan inboeten: Pres. Rb. 's-Grav., 10 sept. 1971: nr 33, blz. 79. als merk: De aard van de waar dieetmargarine brengt mede daarvoor een ondoorzichtige kartonnen verpakking te gebruiken met daarin plastic kuipjes. Daaruit kan slechts volgen, dat de door eiseres ingeroepen merkenrechtelijke bescherming niet geldt voor de vorm op zichzelf van haar langwerpige rechthoekige kartonnen dozen en van de daarin zich bevindende kuipjes. De combinatie van lichtgroene hartemblemen op donkergroene achtergrond en het woord „vitelma" in donkergroene letters op witte achtergrond welke op haar kartonnen dozen voorkomen en op een groen hart op de deksels van de in haar dozen zich bevindende kuipjes heeft wel onderscheidende kracht: Pres. Rb. 's-Grav., 1 sept. 1971: nr 39, blz. 103. Onderscheidende kracht, zie ook Register van beslissingen van de rechter, Merkenwet, art. Abis, lid 2 (oud), blz. 321. Ongeoorloofde mededinging, S.E.R.-advies 1971, nr 21: de S.E.R. adviseert het tot stand brengen van een Wet op de —, hoofdartikel van Mr S.K. MARTENS, blz. 220/8.
, zie Anwendung der internationalen Verhaltensregeln für die Werbepraxis im Hinblick auf die Verbraucherinformation, Chambre de Commerce Internationale, Déclarations et Résolutions 1969-1971 (Parijs, 1971), blz. 17-19; H.W. DAIG, Le régime communautaire de la concurrence envisagé a la lumière de ses dispositions positives et de la jurisprudence de la Cour de Justice de la Communauté [Economique Européenne], in Tribunaux de commerce de France maart-mei 1971, blz. 37-43 [samenvatting in Propriété industrielle - bulletin documentaire 1971, blz. II 367/7]; G. SCHRICKER, La répression de la concurrence deloyale dans les Etats-membres de la Communauté Economique Européenne, in Gazette du Palais 1970, blz. 170/4; H. SCHUMACHER, Le système du droit de la concurrence in Revue trimestrielle de droit europeen 1971, blz. 39-52 [samenvatting in Propriété industrielle - bulletin documentaire 1971, blz. II 392/5]; Prof. M. WAELBROECK, Le droit de la Communauté economique européenne, Volume 4: Concurrence (Brussel, 1972) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 114,51, 140, 52 en 248). Onrechtmatige daad, zie Register van beslissingen van de rechter, gerangschikt naar het wetsartikel, Burgerlijk Wetboek, art. 1401, blz. 326. Ontwikkelingslanden, zie U. ANDERFELT, International patent-legislation and developing countries ('s-Grav., 1971) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 29). Ontwikkelingslanden en octrooien, zie H.E. GRUNDMANN, The economie arguments for patents and their validity for developing countries, in Indian economie journal 1970, blz. 193-207 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 139). Oorsprong, Benamingen van —, zie CH. QUITTANSON en R. VANHOUTTE, La protection des appellations d'origine et le commerce des vins et eaux-de-vie (Montpellier, 1970) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 30). Oorspronkelijke stukken van de aanvrage: aanvraagster mag in de nieuwe conclusies van de aanvrage niet vermelden, dat [ materiaal ] uitsluitend verticaal wordt samengeperst, omdat zij in de oorspronkelijke stukken van de aanvrage uitdrukkelijk heeft vermeld, dat het materiaal ook horizontaal ineen wordt geperst: Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 3 aug. 1972: nr 77, blz. 263. Oostenrijk, octrooirecht, zie L. FRIEBEL en O. PULITZER, Österreichisches Patentrecht; das materielle Recht, systematisch erlautert (Keulen, 1972), besproken door Drs C.HJ.
VAN SOEST, blz.
242.
Oosteuropa, industriële eigendom, zie Y. EMINESCU, Les atteintes portées aux droits de propriété industrielle et leur répression dans les pays socialistes européens, in Revue Roumaine des Sciences Sociales 1970, blz. 235-245 en A. VIDA, Les opérations de licence et les contrats dans les pays socialistes, in Revue de droit intellectuel UIngénieur-Conseil 1971, blz. 82-99 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 76 en 52). Opdruk vormt tekening met onderscheidende kracht als merk: Pres. Rb. Zwolle, 10 febr. 1972: nr 76, blz. 262. Openbaarmaking van de uitvinding in de tekening: Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 9 nov. 1971: nr 67, blz. 209. Openbare bekendheid, zie ook Register van beslissingen van de Octrooiraad, Octrooiwet, art. 2, blz. 318. Opposante, Aanvraagster heeft voorstellen tot wijziging van de openbaargemaakte stukken van de aanvrage ingediend; indien de betrokken Afdeling van de Octrooiraad voornemens is geen octrooi te verlenen, behoeft zij opposante niet in de gelegenheid te stellen zich over die voorstellen van aanvraagster uit te laten: Aanvraagafdeling, 1 okt. 1971: nr 65, blz. 179. Ouder recht, zie H. BARDEHLE, Das altere Recht im EuropaPatent, in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheber-
307 recht 1972, blz. 211/4 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 168). Oudhollands model, Inbreuk op het auteursrecht voor een ledikant naar — dat niettemin aan de eisen van de moderne tijd voldoet: Hof A'dam, 9 maart 1971: nr 40, blz. 107. Oudhollandse tegels, Afbeeldingen van in blauw en wit uitgevoerde — met voorstellingen van zeilschepen, ruiters of molens zijn geschikt om te worden gebezigd ter onderscheiding van de waar chocolaterie: Pres. Rb. 's-Grav., 3 nov. 1971: nr 47, blz. 123. Overdracht niet octrooieerbaar: bekend was een destillatietechniek ter besparing van warmte voor het scheiden van mengsels, verkregen door hydrolyse van azijnzuuresters met water; het lag voor een deskundige voor de hand en berust daarom niet op een octrooieerbare uitvinding deze bekende techniek toe te passen bij een op zichzelf bekende extractieve destillatie van alkeenachtige, onverzadigde nitrilen: Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 3 mei 1972: nr 62, blz. 160. Overdracht van een internationaal ingeschreven merk, zie E. BÜRLI, Die Übertragung der international eingetragenen Marke (Freiburg, 1970) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 29). Overdracht van technische kennis, zie J.C. GREEN, Emerging restrictions on transfer of technology, in Idea 1971, blz. 274-280 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 51). Overeenkomst tussen Nederland en Zuid-Afrika tot het vermijden van dubbele belasting, wetgeving, blz. 90/1. Overeenkomst van Nice betreffende de internationale classificatie van de waren en diensten t.b.v. de inschrijving van merken, stand van bekrachtigingen en toetredingen op 1 jan. 1971, blz. 31/2. , Stockholmse tekst, toepasselijkverklaring op de Faeroër, en toetreding van Algerije, Liechtenstein en de Verenigde Staten van Amerika en van Australië, officiële mededelingen, blz. 251, 143 en 170. Overeenkomst van Straatsburg inzake de internationale classificatie van octrooien, zie Mr J.B VAN BENTHEM, Octrooiraad en het Bureau voor de industriële eigendom in 1971, blz. 145/6. , toetredingen van Groot-Brittannië en Ierland, officiële mededelingen blz. 70^251 en 142. , zie K. HAERTEL, Die Internationale Patentklassifikation und ihre Bedeutung für die Neuheitsrecherche, in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil, 1972, blz. 65/8 en H. KONRAD, Über die Arbeiten zur Schaffung einer Konvention für eine internationale Klassifikation von Erfindungspatenten, in Der Neuerer B 1971, blz. 38-41 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 184). Overeenstemmend teken, zie noot van Prof. Mr E.A. VAN NIEUWENHOVEN HELBACH onder Rb. Maastricht, 24 febr. 1972: nr 64, blz. 177. Overspelen van muziekcassettes, zie Mr Du Bois, Het plegen van overspel met muziekcassettes (n.a.v. Hof Arnhem, 18 jan. 1972, Bijblad I.E. 1972, nr 51, blz. 132), in Auteursrechtbelangen zomer 1972, blz. 3 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 248). Oxytetracycline, zie Hof 's-Grav., 7 maart 1968: nr 44, blz. 120. Parallelinvoer, zie S. KUWATA, Warenzeichenrechtliche Aspekte internationaler Lizenzvertrage unter Berücksichtigung des Problems der Parallelimporte, blz. 139-146 in: Hungarian Association for the Protection of Industrial Property I.A.P.I.P.-M.I.E. Conference 1970, Correlation between the protection of industrial property and industrial development (Boedapest, 1970) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 52). Parameters in octrooiconclusies, in het bijzonder in stofconclusies, hoofdartikel van Dr Ir P.C. HENRIQUEZ
en Ir R. SIEDERS, blz. 172/7. Patent Cooperation Treaty, zie P.C.T. P.C.T., Patent Cooperation Treaty, toetreding van Malawi, officiële mededeling, blz. 171. , zie G.R. CLARK, Another view of the Patent Cooperation Treaty - the American position at and after the Washington diplomatic conference, in IIC International Review of Industrial Property and Copyright Law 1971, blz. 260-276; K. PFANNER, Der Vertrag über die internationale Zusammenarbeit auf dem Gebiet des Patentwesens (—) und seine Aufwirkungen auf die Industrie, in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1971 blz. 459-469; G. RONGA, Il trattato di cooperazione in materia di brevetti, in II diritto dell'economia 1971, blz. 180-202 en R. SINGER, Der Vertrag über die internationale Zusammenarbeit auf dem Gebiet des Patentwesens (—) unter besonderer Berücksichtigung von Information und Dokumentation, in Berichte der 13. Jahrestagung des Ausschusses für Patentdokumentation der Deutschen Gesellschaft für Dokumentation (München) 1971, blz. 13-26 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 76, 52, 184 en 216). Pheneticillinum, zie Hof 's-Grav., 17 april 1970: nr 22, blz. 58. Plakzegel, Inbreuk op het merk A.D.G. door tanks, voorzien van het merk A.D.G., maar gevuld met niet van A.D.G. afkomstig gas, te verhandelen met een — met de woorden: „gevuld met Gulikers Camping Gas Putten": Hof Arnhem, 5 mei 1971: nr 38, blz. 101 (met noot). Plantenhouders, De — van eiser zijn werken van op nijverheid toegepaste kunst, daar zij originele scheppingen zijn en een eigen en estetisch aantrekkelijk karakter hebben doordat eiser daarop zijn persoonlijke stempel heeft gedrukt, ten gevolge waarvan die houders zich duidelijk onderscheiden van andere toen op de markt zijnde plantencontainers: Pres. Rb. 's-Grav., 3 nov. 1971, Ravelli/Elderenbosch: nr 81, blz. 280. Polen, zie Oosteuropa. Polyesters, Het was algemeen bekend, dat — in vele opzichten overeenkomen met polyamiden; daarom lag het voor een deskundige voor de hand een maatregel die voor het behandelen van wapeningsdraden van polyamiden bekend was, toe te passen voor het behandelen van op zich zelf bekende wapeningsdraden van polyester, althans te onderzoeken of dit mogelijk is; onder meer daarom wordt geen uitvinding aanwezig geacht: Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 3 okt. 1972: nr 82, blz. 281. Polyethyleen duozakken, Geen slaafse nabootsing: Hof 's-Grav., 26 maart 1979: nr 50, blz. 131. Poppetjes, Verwarringwekkende overeenstemming tussen merken met onderling identieke, gestyleerde —: Rb. 's-Grav., 11 maart 1971: nr 25, blz. 63. Prioriteit, zie Voorrang. Procuratiehouder, Ook een naamloze vennootschap kan zelf voor de Octrooiraad optreden, maar alleen door middel van een natuurlijk persoon die tot het bestuur van de naamloze vennootschap behoort en niet door middel van een —: Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 9 juli 1971: nr 21, blz. 45 (met noot Mr S. BOEKMAN). Professor, Mag een hoogleraar octrooi aanvragen?, zie mededeling, blz. 89-90. Programma voor rekenautomaat, zie Mr D.W.F. VERKADE, Rapport relatif a la protection des programmes d'ordinateurs selon Ie droit d'auteur néerlandais (Amsterdam, 1972) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 215). Programmatuur, zie Mr J.B. VAN BENTHEM, Octrooiraad en het Bureau voor de industriële eigendom in 1971, blz. 146, rechter kolom. , zie J. BETENCOURT, La protection juridique des pro-
308 grammes d'ordinateurs, in Revue de droit intellectuel L'Ingenieur-Conseil 1972, blz. 1-18; BRAUN, Rechtsschutz für Rechenprogrammen, (Vertrags-, wettbewerbs-, patent- und urheberrechtliche Schutzmöglichkeiten), in Der Betriebsberater 1971, blz. 1343 e.v.; Journal of the Patent Office Society, juli 1970 - sept. 1971, tijdschriftbespreking door Dr J.K. KRAMER, blz. 74/5; L.R. LETSON, Computer program protection in triree British Commonweaith countries: what can the United States learn?, in Idea 1971, blz. 304321; Mr D.W.F. VERKADE, Software-bescherming (Alphen aan de Rijn, 1972) en Netherlands - „Telephone Connecting System" - Patentability of program-controlled systems - Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 21 nov. 1969 en 16 dec. 1970, Bijblad l.E. 1971, nr 10, blz. 54, Engelse samenvatting in IIC International Review of Industrial Property and Copyright Law (Weinheim/Bergstrasse) 1971, blz. 308-314 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 168, 76, 52,168 en 76). Protection des Consommateurs, Rapport du Groupe de Travail sur la Publicité Trompeuse, Conseil de 1'Europe, Supplément au B(72)21 (Straatsburg, 1972), aangekondigd door Mr L. WICHERS HOETH, blz. 245/6. Prijsbinding en octrooirecht, zie K. REICHOLD, Das Patentrecht als Mittel zur Preis- und Vertriebsbindung (München, 1971) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 167). Prijsniveau, De enkele wenselijkheid van een licentie in het algemeen belang is richtsnoer voor de verlening van gedwongen licenties; het is dan ook geenszins uitgesloten, dat een gedwongen licentie kan worden verleend, indien voornamelijk het — van een bepaald produkt in het geding is; verzoeker heeft echter niet aannemelijk gemaakt, dat hij het desbetreffende geneesmiddel voor een veel lagere prijs op de markt zal kunnen brengen dan de octrooihoudster: Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 19 juli 1972; nr 72, blz. 236. Prijsregelingen, zie R. KRASSER, Der Schutz von Preis- und Vertriebsbindungen gegenüber Aussenseitern (Keulen, 1972) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 247). Publicatie van het vonnis, zie Pres. Rb. R'dam, 6 okt. 1970: nr 23, blz. 62. PULITZER, O., en L. FRIEBEL, Österreichisches Patentrecht (Keulen, 1972), besproken door Drs C.H.J. VAN SOEST, blz.
242.
Pijper, De handelsnaam „Overvechtse IJzerhandel eig. W. —" gelijkt verwarrend veel op de handelsnaam „Utrechtse IJzerhandel W. —": Pres. Rb. Utrecht, 30 dec. 1970: nr 26, blz. 63. Radio, auteursrecht, zie H.J. STERN, Die Weiterverbreitung von Radio- und Fernsehsendungen (Zürich, 1970) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 30). Radiorecht, zie CH. DEBBASCH, Le droit de la radio et de la télévision (Parijs, 1969) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 29). Recept, Een oraal hypoglycemisch produkt dat alleen op dokters— verkrijgbaar is, is niet gelijksoortig aan hoestbonbons die vrij worden verkocht: Rb. 's-Grav., 14junil971:nr7, blz. 14. , Verwarringsgevaar te minder waarschijnlijk, nu de verpakte en geëtiketteerde produkten voor het publiek slechts verkrijgbaar zijn op — van een arts: Pres. Rb. Haarlem, 6 maart 1972: nr 71, blz. 235. Rechthoek, Het gebruiken van een — van bepaalde kleur op een verpakking of etiket als blikvanger voor zijn produkt, geeft aan de betrokkene alleen dan een recht om anderen te dwingen dezelfde methodiek na te laten, indien bijzondere omstandigheden zulks kunnen wettigen; deze in casu niet aanwezig geacht: Pres. Rb. Haarlem, 6 maart 1972: nr 71, blz. 235. Rechtsgronden voor het octrooirecht, zie H.E. GRUNDMANN, The economie arguments for patents and their
validity for developing countries, in Indian economie Journal 1970, blz. 193-207 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 139). Reclame, zie P. SCHMIDT, Die trügerische Reklame (Kiel, 1965) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 30); Consumer Protection, Report of the Working Party on Misleading Advertising, Council of Europe, Supplement to B(72)21 (Straatsburg, 1972) = Protection des Consommateurs, Rapport du Groupe de Travail sur la Publicité Trompeuse, Conseil de 1'Europe, Supplément au B(72)21 (Straatsburg, 1972), aangekondigd door Mr L. WICHERS HOETH, blz. 245/6. Reclame en auteursrecht, zie M. SCHAEFFER, Der urheberrechtliche Schutz von Formen moderner Werbung (Hamburg, 1971) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 168). Reclamemateriaal, Terugneming van verpakkings- en — bevolen, voor zover in redelijkheid mogelijk: Pres. Rb. 's-Grav., 1 sept. 1971: nr 39, blz. 103. Red Pontiac, zie Mr L. WICHERS HOETH, Noot onder Hoge Raad, 7 mei 1971, Handelsvereniging/Weston, rasnaam „—", N.J. 1971, nr 381 [Bijblad l.E. 1971, nr 70, blz. 254], in Nederlandse Jurisprudentie okt. 1971, blz. 1147/9 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 51). Reddy heeft onderscheidende kracht als merk voor margarine: Pres. Rb. 's-Grav., 10 sept. 1971: nr 33, blz. 79. Rekenautomaat en auteursrecht, zie EUGEN ULMER, Elektronische Datenbanken und Urheberrecht (Die rechtliche Beurteilung der Einspeicherung und Rückgewinnung geschützter Werke durch Computer-Anlagen) (München, 1971) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 76). Rekenautomaten en mechanische, elektrische en elektronische' boekhoudmachines behoren tot dezelfde soort van waren als apparatuur voor het in de vorm van alfanumerieke gegevens en grafieken weergeven van behandelde informatie: Rb. 's-Grav., 4 juni 1971: nr 17, blz. 43. Rekenprogramma, zie Programmatuur. Report on Intellectual and Industrial Property (Ottawa, 1971), aangekondigd door Dr H.P. TEUNISSEN, blz. 244/5. Reports of Patent, Design and Trade Mark Cases 1967, besproken door Ir L.W. KOOY, blz. 165/6. Reproduktie en auteursrecht, zie S. MAHMUD SHENITI, Multiple reproduction processes and authors' rights, in Impact of science on society 1971, blz. 271/8 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 140). Research, zie Speurwerk. ROBOT, Gedaagde en eiseres hebben een reeks overeenkomsten gesloten tot het leveren van pompen onder het merk —; door deze overeenkomsten niet uit te voeren pleegt gedaagde wanprestatie jegens eiseres, ook al heeft een derde aan gedaagde de verplichting opgelegd de levering achterwege te laten en medegedeeld, dat zij de uitsluitende rechten op het merk — heeft verworven en dat die rechten aan eiseres zijn ontnomen: Pres. Rb. Assen, 19 jan. 1970: nr 13, blz. 40. Roemenië, industriële eigendom, zie Y. EMINESCU, Les atteintes portées aux droits de propriété industrielle et leur répression dans les pays socialistes européens, in Revue Roumaine des Sciences Sociales 1970, blz. 235-245 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 76). Roosvicee, De woordmerken „Karvan Cévitam" en „—" voor rozebottelsiroop stemmen niet op verwarrende wijze overeen; dit geldt ook voor de aanduidingen „Karvan Cévitam Ferro", „Karvan Cévitam Stop" en „Karvan Cévitam Lax" (of Laxa) enerzijds en „Roosvicee Ferro", „Roosvicee Stop" en „Roosvicee Laxo" anderzijds: Pres. Rb. Utrecht, 7 aug. 1970: nr 20, blz. 44. Rusland, zie Sowjet-Unie. Rijksnijverheidsdienst, Dr E.F.J. JANETZKY, De betekenis van de — in de huidige economische situatie, in Commentaar\912, blz. 55/9 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 168).
309 Rijksoctrooiwet, art. 22A, lid 2, officiële mededeling, blz. 218. Samenwerking inzake octrooien, Verdrag van Washington, zie P.C.T. Schorsing, Geen — van inbreukgeding, omdat het niet waarschijnlijk is, dat een rechtsvordering tot nietigverklaring van een octrooi zal worden ingesteld: Hof 's-Grav., 7 maart 1968: nr 44, blz. 120. SCHULZE, E., Urheberrecht in der Musik (Berlijn, 1972), aangekondigd door Prof. Mr W.L. HAARDT, blz. 246. Senegal bekrachtigt het Verdrag tot samenwerking inzake octrooien, officiële mededeling, blz. 142. SEVEN UP, Hof 's-Hertogenbosch, 24 juni 1971: nr 66, blz. 193. Siermodellen, Overeenkomst tot classificatie van —, zie Tekeningen en modellen van nijverheid. , zie ook Modellen. Sirena/Eda, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 18 febr. 1971, merk PREP [Bijblad I.E. 1971, nr 55, blz. 186, met noten V.D.Z.], zie A. CHAVANNE in Revue trimestrielle de droit europeen (Parijs) 1971, blz. 830/3 [samenvatting in Propriété industrielle bulletin documentaire 1972, blz. II 158/9] en R. COLLIN, Noot onder dit arrest, in Annales de la propriété industrielle artistique et littéraire 1971, blz. 211-221 en H. ULLRICH, The impact of the „—" decision on national trademark rights, in IIC 1972, blz. 193-224 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 184 en 216). Slaafse nabootsing, zie Nabootsing. Slijtersvakbeurs, „Nationale —" van staatswege als tentoonstelling erkend, officiële mededeling, blz. 171. Smiths met afb./Golden Wonder met afb.: Pres. Rb. Zwolle, 10 febr. 1972: nr 76, blz. 262. Software, zie Programmatuur. Soortgelijkheid van Waren, zie Register van beslissingen van de rechter, Merkenwet, art. 10, lid 1, aanhef en onder a (oud), blz. 321. Soortnaam, Verwording van een merk tot —, zie L. HOLMQVIST, Degeneration Of Trade Marks (Malmö, 1971), aangekondigd door Prof. Mr E.A. VAN NIEUWENHOVEN HELBACH, blz. 91/2
en J.D.
MCAULIFFE,
Commercial names in international trade, in The Trademark Reporter 1971, blz. 61/7 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 216). Sorteerkegel, Octrooi nr 65.784 van De Vries voor een fruitsorteermachine met een transportband; de fruitsorteermachine van De Greef is voorzien van een —; Hof: tussen de — en de transportband bestaat nevens overeenkomst ook verschil in functie; daarom zijn deze onderdelen niet equivalent: Hoge Raad: beroep in cassatie verworpen: Hoge Raad, 23 juni 1972, Ybema/De Greef, fruitsorteermachine, nr 68, blz. 228. Sowjet-Unie, De — bekrachtigt de Overeenkomst tot classificatie van siermodellen, officiële mededeling, blz. 270. , industriële eigendom, zie Y. EMTNESCU, Les atteintes portées aux droits de propriété industrielle et leur répression dans les pays socialistes européens, in Revue Roumaine des Sciences Sociales 1970, blz. 235-245 (vgl. B.I.E. \912, blz. 76). , licentie-overeenkomst, zie A. VIDA, Les opérations de licence et les contrats dans les pays socialistes, in Revue de droit intellectuel L'Ingénieur-Conseil 1971, blz. 82-99 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 52). .licenties, zie The Russians are coming, with new technology, in Chemical Week aug. 1971, blz. 31/2 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 52). , octrooirecht, zie F.A. Nrx, Die Rechtsstellung des Erfinders im sowjetischen Recht (Frankfurt am Main, 1970) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 75). Spanje, Overeenkomst tussen Nederland en — tot het ver-
mijden van dubbele belasting, wetgeving, blz. 25/6. bekrachtigt het Verdrag industriële eigendom, Stockholmse tekst, officiële mededeling, blz. 78. Speurwerk, zie D. CREAMER, The pace of scientific research and of innovation during the 70's, in The Conference board record (New York) maart 1972, blz. 21/3; W.G. GAPCYNSKI, Recoupment of defense research and development costs in NATO countries, in Idea 1971, blz. 293-303; K. NEUHOFF, Le röle et Ie fonctionnement des fonds recherche indépendants en Europe (Straatsburg, 1971), aangekondigd door Dr H.P. TEUNISSEN, blz. 113 en J. REDEI, Einige Aspekte
der Ost-West-Zusammenarbeit in Forschung und Entwicklung, in Marketing in Ungarn 1971, blz. 6-11 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 184, 51 en 184). Speurwerk en ontwikkeling in Europa, zie Report on Research & Development in Europe, in Industrial Research Beverly Shores jan. 1972, blz. 28-49 [samenvatting in Propriété industrielle - bulletin documentaire mei 1972, blz. II 149-152] (vgl. B.I.E. 1972, blz. 248). Speur- en ontwikkelingswerk in Nederland 1969, deel 1, Speurwerkinstellingen ('s-Grav., 1971), aangekondigd door Dr H.P. TEUNISSEN, blz. 28. Speurwerk en technische vooruitgang, zie G . - C H . HEUER, Forschung und technischer Fortschritt (Meisenheim am Glan, 1970) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 75). Spionage, Industriële —, zie mededeling, blz. 272/3. , zie J. BERGIER, L'espionnage scientifique (Parijs, 1971) (vgl. B.I.E. 1971, blz. 29). Spuitbuskap, Geen onrechtmatige nabootsing van een —: Hof Arnhem, 26 jan. 1971: nr 28, blz. 65. Staaldraadmatras, zie Hof's-Hertogenbosch, 18 mei 1971: nr 74, blz. 255. Statistiek van de industriële eigendom 1970, blz. 114/6. Statistiek van verzoeken om vooronderzoek en verzoeken om een beslissing omtrent octrooiverlening, stand op 1 jan. 1972, blz. 54/6. Statistieken van octrooien, zie P. MARCHETTI, Alcune statistiche sui brevetti d'invenzione in Italia e all' estero, in Rivista delle societa 1971, blz. 153/7 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 140). STELATEX, STELACRYL, enz., De woordmerken — stemmen niet in hoofdzaak noch op verwarrende wijze overeen met het woordmerk VIVASTELLA: Rb. 's-Grav., 16 mei 1969: nr 5, blz. 13. Stockholm, O.M.P.I., Organisation Mondiale de la Propriété Intellectuelle, Actes de la conférence de Stockholm de la propriété intellectuelle, 11 juin 14 juillet 1967, delen 1 en 2 (Genève, 1971) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 76). Stockholmse teksten van het verdrag tot oprichting van de Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom, van het Verdrag tot bescherming van de industriële eigendom en van de Overeenkomst van Nice betreffende de internationale classificatie van de waren en diensten ten behoeve van de inschrijving van merken, toetreding van Australië, officiële mededeling, blz. 170. Stofbescherming, zie Dr Ir P.C. HENRIQUEZ, Absolute — cave cave, in Chemisch Weekblad 18 febr. 1972, blz. 5 en CH. ROBINSON, Patentschutz für chemische Stoffe in Kanada, Groszbritannien und den Vereinigten Staaten van Amerika, in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1972, blz. 33/8 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 139 en 140). Stofbescherming en utility, zie Journal of the Patent Office Society, juli 1970 - sept. 1971, tijdschriftbespreking door Dr J.K. KRAMER, blz. 74/5. Stoffen, zie Ir E. SCHOTTE, — vragen bescherming, in Chemisch Weekblad 4 febr. 1972, blz. 8-9 (vgl. B.I.E. blz. 139).
310 Straatsburg, zie Overeenkomst van — inzake de internationale classificatie van octrooien. Structuurformule, zie Dr Ir P.C. HENRIQUEZ en Ir R. SIEDERS, Parameters in conclusies, in het bijzonder in stof conclusies, blz. 173. Stuba, De handelsnaam — gelijkt verwarrend veel op de handelsnaam Stuwa, die in Utrecht eerder is gevoerd: Hof A'dam, 23 april 1970: nr 58, blz. 155 en nr 59, blz. 157. Studiebeurzen Industriële Eigendom 1973, officiële mededeling, blz. 252. Stuwa, De handelsnaam Stuba gelijkt verwarrend veel op de handelsnaam —, die in Utrecht eerder is gevoerd: Hof A'dam, 23 april 1970: nr 58, blz. 155 en nr 59, blz. 157. SUPER-TENATEX, Het woordmerk — stemt in hoofdzaak overeen met het woordmerk TENAX: Rb. 's-Grav., 25 maart 1971: nr 16, blz. 42. Syma-systeem, Gedaagde mag voor winkelinterieurs volgens het Alusettsysteem geen reclame maken met foto's volgens het —: Pres. Rb. Groningen, 12 juni 1970: nr 61, blz. 160. Taiwan, octrooirecht, zie Patent Practice in Taiwan, Taiwan International Patent & Law Office (TIPLO), 1972 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 168). Tanks, ADG is rechthebbende op de woordbeeldmerken „Camping Gaz" en „Camping Gaz International" voor —, gevuld met vloeibaar gas; de woordbeeldmerken omvatten ook het gas in die —; Beuzenberg maakt inbreuk op de merken, indien hij de door ADG gemerkte — zelf met gas vult en daarna verhandelt; hieraan doet niet af, dat Beuzenberg de — voorziet van een goudgele strip en een witte plakstrook met vermelding „Gevuld met Beuzenberg's gas, Haamstede": Hof 's-Grav., 26 mei 1971: nr 75, blz. 258. , Inbreuk op het merk van A.D.G. door —, voorzien van het merk van A.D.G., maar gevuld met niet van A.D.G. afkomstig gas, te verhandelen met een plakzegel met de woorden: „gevuld met Gulikers Camping Gas Putten": Hof Arnhem, 5 mei 1971: nr 38, blz. 101 (met noot). Technische indeling vermeld op Nederlandse octrooipublikaties en bij hun vermelding in de „De Industriële Eigendom", officiële mededeling, blz. 118/9. Technische kennis, zie J.C. GREEN, Emerging restrictions on transfer of technology, in Idea 1971, blz. 274-280 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 51). Technische kloof, zie R. LACROIX, Un aspect de l'écart technologique, in Recherches économiqes de Louvain maart 1971, blz. 21-35 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 52). Technische vooruitgang en speurwerk, zie G . - C H . HEUER, Forschung und technischer Fortschritt (Meisenheim am Glan, 1970) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 75). Technologische verandering, zie E. MANSFIELD, The economics of technological change (New York, 1968) (vgl. B.I.E. Wil, blz. 30). Tegels, Afbeeldingen van in blauw en wit uitgevoerde Oudhollandse — met voorstellingen van zeilschepen, ruiters of molens zijn geschikt om te worden gebezigd ter onderscheiding van de waar chocolaterie: Pres. Rb. 's-Grav., 3 nov. 1971: nr 47, blz. 123. Tekening, Het onderhavige tweede deelkenmerk van de inrichting volgens de aanvrage kan niet aan de oorspronkelijke beschrijving met conclusies, maar alleen aan de oorspronkelijke tekening van de aanvrage worden ontleend en vormt daarom geen bestanddeel van de beweerde uitvinding; bovendien draagt dit deelkenmerk niet bij tot het uitvindingskarakter van de inrichting volgens de aanvrage: Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 9 nov. 1971: nr 67, blz. 209 (met noot v.N.H.).
Tekeningen en modellen van nijverheid, Overeenkomst tot classificatie van —, Locarno, 8 okt. 1968, bekrachtigd door de Sowjet-Unie, officiële mededeling, blz. 270. , zie ook Siermodellen. Tekens, De juridische bescherming van letters en andere typografische —, hoofdartikel van Mr TH. LIMPERG, blz. 96-101. Telefoongids, De aanduiding in de — geldt niet als het voeren van een handelsnaam: Pres. Rb. Utrecht, 30 dec. 1970: nr 26, blz. 63. Televisie, zie G. BRUGGER, Die neuen audio-visuellen Systemen, (Begriffsbestimmung und rechtliche Beurteilung, insbesondere des sog. „Kassettenfernsehen" und der „Bildplatte") (Berlijn, 1970) en CH. DEBBASCH, Le droit de la radio et de la télévision (Parijs, 1969) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 75 en 29). , auteursrecht, zie H.J. STERN, Die Weiterverbreitung von Radio- und Fernsehsendungen (Zürich, 1970) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 30). TENAX, Het woordmerk — stemt in hoofdzaak overeen met het woordmerk SUPER-TENATEX: Rb. 's-Grav., 25 maart 1971: nr 16, blz. 42. Tentoonstellen, Alleen — in Nederland is nog niet in Nederland in het verkeer brengen: Pres. Rb. A'dam, 14 sept. 1971:nr46, blz. 122. Tentoonstelling, De rollenkluis volgens de aanvrage heeft in wezen tot kenmerk dat de centrale plaat en de twee zijplaten worden gevormd door een uit één stuk gewalste breedflensbalk; een zodanige rollenkluis is weliswaar op de — „Europort 1965" tentoongesteld, maar het genoemde kenmerk is daardoor onder de gegeven omstandigheden niet van openbare bekendheid geworden: Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 24 maart 1972: nr 63, blz. 161. Territorialiteit, zie L.E. ABELMANN, Territoriality principles in trademark laws, in The Trademark Reporter 1970, blz. 19-32 en A.A. BLUM, Territoriality of trademark rights (its effects on the unauthorized importation of goods - „parallel imports"), in Israël Law Review 1971, blz. 18-28 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 215). Territorialiteit van merkenrechten, zie X. DE MELLO, Territorialité des droits de marque et réglementation européenne de la concurrence, in Gazette du Palais 1969, blz. 210-222 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 140). Territorialiteitsregel in merkenzaken, zie M. GOTZEN, Kanttekeningen bij een nieuw Belgisch arrest over de —, in Rechtskundig Weekblad 19 dec. 1971, kol. 737-744 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 76). Terugnemen van verpakkings- en reclamemateriaal bevolen, voor zover in redelijkheid mogelijk: Pres. Rb. 's-Grav., 1 sept. 1971: nr 39, blz. 103. Thailand, Overeenkomst inzake economische samenwerking tussen Nederland en —, wetgeving, blz. 283. Thelen K.G. Babor Kosmetik, zie Hoge Raad, 7 jan. 1972: nr 48, blz. 125. THIODAN, De woordmerken DIOCTAN en — stemmen in hoofdzaak overeen: Rb. 's-Grav., 7 dec. 1971: nr 69, blz. 233. Titel van dagblad of tijdschrift, zie E. TÖNJES, Der Rechtsschutz des Zeitungs- und Zeitschriftentitels nach geltendem Recht (Bad Godesberg, 1969) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 215). Toekomst van het octrooirecht, zie F.-K. BEIER, Zukunftsprobleme des Patentsrechts, in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht 1972, blz. 214-225 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 168). Tractor-cabine, geen onrechtmatige nabootsing: Hof Leeuwarden, 17 april 1968: nr 36, blz. 84. Transportband, Octrooi nr 65.784 van De Vries voor een fruitsorteermachine met een —; de fruitsorteermachine van de Greef is voorzien van een sorteerkegel; Hof: tussen de sorteerkegel en de — bestaat nevens
311 overeenkomst ook verschil in functie; daarom zijn deze onderdelen niet equivalent; Hoge Raad: beroep in cassatie verworpen: Hoge Raad, 23 juni 1972, Ybema/De Greef, fruitsorteermachine, nr 68, blz. 228. Transporteur, Mag een hoogleraar octrooi aanvragen?, zie mededeling, blz. 89-90. T.R.T., Trademarks Registration Treaty, zie Mr J.B. VAN BENTHEM, Octrooiraad en het Bureau voor de industriële eigendom in 1971, blz. 146, rechter kolom. , Trademark Registration Treaty, zie J.B. HACK, The Trademark Registration Treaty - does it need modification?, in The Trademark Reporter 1972, blz. 134-144 en B.W. PATTISHALL, The proposed Trademark Registration Treaty and its domestic import, in The Trademark Reporter 1972, blz. 125-133 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 184). Tsjechoslowakije, auteursrecht, zie O. KUNZ, Quelques problèmes poses par les conflits des lois dans Ie domaine des contrats relatifs aux droits d'auteur, in Travaux de droit comparé (uitgegeven door het Instituut voor Rechtswetenschappen van de Tsjechoslowaakse Academie der Wetenschappen) 1970, blz. 21-74 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 140). Tuinbouw, Chemische middelen voor land-, fruit- en bosbouw zijn soortgelijk aan gerede middelen ter bestrijding van schadelijke insecten in land-, tuin- en bosbouw: Rb. 's-Grav., 7 dec. 1971: nr 69, blz. 233. Twijfel of de handelingen van Guliker inbreuk op het merk maken als in het verbod omschreven; de dwangsom is daarom niet verschuldigd: Hof Arnhem, 5 mei 1971: nr 38, blz. 101 (met noot). Tijdschriftbespreking van Idea 1969/70, door Drs C.H.J. VAN SOEST, blz.
47/9.
van Journal of the Patent Office Society, juli 1969 juni 1970, juli 1970-sept. 1971, nov. 1971 -juni 1972, door J.K. KRAMER, blz. 50, 74/5 en 246/7. van Repons of Patent, Design and Trade Mark Cases 1967, door Ir L.W. KOOY, blz. 165/6. Typografische tekens, De juridische bescherming van letters en andere —, hoofdartikel van Mr TH. LIMPERG, blz. 96-101. , zie ook Drukletters. Typografische tekens en auteursrecht, zie F.F. JEHLE, Typographic Copyright, Public Domain and Unfair Competition, in Scholarly Publishing 1970, blz. 255/8 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 51). Uitkomst niet aannemelijk gemaakt, geen octrooi verleend: Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 23 dec. 1971: nr 32, blz. 71. Uitputting van octrooirecht, zie Mr J.B. VAN BENTHEM, L'épuisement du droit du breveté et les régies hollandaises, blz. 35-43 in: L'épuisement du droit du breveté (Parijs, 1971) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 30). Uitputting van het recht, zie D. REIMER, Der Erschöpfungsgrundsatz im Urheberrecht und gewerblichen Rechtsschutz unter Berücksichtigung der Rechtsprechung des Europaischen Gerichtshofs, in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1972, blz. 221-234 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 248). Uitputting van een recht op een merk, zie K.-H. EISHOLD, Der Verbrauch der Warenzeichenrechte (Würzburg, 1971), blz. 148 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 92). Uitsluitende licentie voor het vervaardigen van geoctrooieerde produkten voor een bepaalde gebied kan in sommige gevallen de concurrentie beperken, omdat de rechthebbende op het octrooi daardoor de mogelijkheid verliest met andere belangstellenden voor een licentie overeenkomsten te sluiten; bovendien laten de licentieovereenkomsten die de rechthebbende op het octrooi met ondernemingen in de Gemeenschappelijke Markt heeft gesloten, deze ondernemingen en de
rechthebbende op het octrooi de volledige vrijheid de geoctrooieerde produkten in de gehele Gemeenschappelijke Markt te verkopen: Commissie van de Europese Gemeenschappen, 22 december 1971: nr 73, blz. 253. Uitvinder of aanvrager, zie E.W.E. MICKLETHWAIT, The first-to-file-evidence-of-conception system, in Journal of the Patent Office Society april 1972, blz. 272-7 en TH.R. NICOLAI, First-to-file-vs; First-to-invent: a comparative study based on German and United States Patent Law, in IIC 1972, blz. 103-138 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 184 en 216). Uitvinder in dienstbetrekking, zie F. NEUMEYER, The employed inventor in the United States: R & D policies, law and practice, with legal analysis by J.C. STEDMAN (Cambridge Massachusetts, 1971) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 75). Uitvinder-werknemer, zie Dienstbetrekking. Uitvinding, zie Register van beslissingen van de Octrooiraad, Octrooiwet, art. 1, blz. 317. Uitvinding en economie, zie J. SCHMOOKLER, Economics, Patents, Invention, and Economie Change (Cambridge-Massachusetts, 1972) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 168). Uitvindingen uit de 19e eeuw, zie L. DE VRIES, Victorian inventions (Londen, 1971), aangekondigd door Dr H.P. TEUNISSEN, blz.
245.
Uitvoer vormt inbreuk op octrooi: Pres. Rb. Utrecht, 22 maart 1972: nr 54, blz. 149. Uitvoer en merk, zie S. KUWATA, Warenzeichenrechtliche Aspekte internationaler Lizenzvertrage unter Berücksichtigung des Problems der Parallelimporte, blz. 139-146 in: Hungarian Association for the Protection of Industrial Property I.A.P.I.P.-M.I.E. Conference 1970, Correlation between the protection of industrial property and industrial development (Boedapest, 1970) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 52). Uitvoerbaarverklaring bij voorraad, Geen —, omdat 's-Hofs uitspraak, gezien het karakter van de inschrijving van een merk volgens de oude Merkenwet, niet mede op een authentieke titel, noch mede op een rrierkinschrijving volgens de Benelux-merkenwet berust: Hof 's-Hertogenbosch, 24 juni 1971: nr 66, blz. 193. Uitvoerende kunstenaar, Het copiëren en het veelvuldigen van geluidsopnamen die door een ander zijn vervaardigd, is niet, maar het in de handel brengen van aldus verkregen muziekcassettes is wel onrechtmatig tegenover de fabrikant van de geluidsopnamen en ook tegenover de daarbij betrokken —: Hof Arnhem, 18 jan. 1972: nr 51, blz. 132, met noten van Mr L. WICHERS HOETH in Nederlandse Jurisprudentie 1972, nr 297, blz. 861/2 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 215). Uitvoeringsvorm, De hoofdconclusie van een aanvrage is niet de juiste plaats om een voorkeur voor een bepaalde — van een werkwijze tot uitdrukking te brengen of een voorbeeld van een — te vermelden: Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 29 april 1971: nr 10, blz. 19. Unie van Parijs, zie L'Union de Paris et la propriété industrielle en 1971, in La Propriété industrielle 1972, blz. 7-14 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 248). Unieverdrag tot bescherming van de industriële eigendom, zie Verdrag tot bescherming van de industriële eigendom. Universele auteursrechtconventie, zie V. DE SANCTIS, L'évolution du droit d'auteur sur Ie plan international, in Interauteurs 1970, blz. 214-234 en Commentaires de la Cisac concernant la révision envisagée de la Convention de Berne (resp. de la Convention universelle), in Interauteurs 1970, blz. 21/8 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 140 en 52). Universiteit en octrooi, Mag een hoogleraar octrooi aan-
312 vragen?, zie mededeling, blz. 89-90. UP, Hof 's-Hertogenbosch, 24 juni 1971: nr 66, blz. 193. U.S.S.R., zie Sowjet-Unie. V.B.O., Statistiek van verzoeken om vooronderzoek en verzoeken om een beslissing omtrent octrooiverlening, stand op 1 jan. 1972, blz. 54/6. VEBS, De merken „luxe Feks" en „luxe —" voor jalouzieën stemmen overeen met het merk LUXAFLEX: Pres. Rb. Haarlem, 2 juni 1971: nr 34, blz. 82. Venezuela, industriële eigendom, zie Die Gewerblichen Schutzrechte in Venezuela - Ley de Propriedad Industrial (Hannover, 1969) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 139). Verbod tot inbreuk op een octrooi in algemene termen, zie Hof 's-Grav., 17 april 1970: nr 22, blz. 58. Verbod opgelegd aan gedaagde voor jalouzieën of hieraan soortgelijke waren van elk gebruik van de aanduidingen „luxe Feks" en „luxe VEBS" zomede het gebruik van iedere andere aanduiding, welke met het woord LUXAFLEX overeenstemt: Pres. Rb. Haarlem, 2 juni 1971: nr 34, blz. 82. Verdrag tot bescherming van de industriële eigendom, stand van bekrachtigingen en toetredingen op 1 jan. 1972, blz. 31/2, kolommen 1 en 2. , Stockholmse tekst, bekrachtigingen door Liechtenstein, Madagascar en Spanje, officiële mededelingen, blz. 142 en 78. , Stockholmse tekst, toetreding van Australië tot de artikelen 13-30, officiële mededeling, blz. 170. , Stockholmse tekst, toetreding van Jordanië, officiële mededeling, blz. 142. , art. 2, lid 1, zin 1, zie Overeenkomst inzake economische samenwerking tussen Nederland en Marokko, wetgeving, blz. 112. , Lissabonse tekst, art. 6septies, zie F. BAUER, Die Agentenmarke, Rechtsfragen des internationalen Vertriebs von Markenwaren (Keulen, 1971), aangekondigd door Ir C.M.R. DAVBDSON, blz. 245 en F. BAUER, Die Agentenmarke, Art. 6septies PVÜ, in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil, Weinheim, 1971, blz. 496-504 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 76). , art. 8, zie R. KRASSER^Der Schutz des Handelsnamens nicht verbandsangehöriger Auslander in Deutschland, in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht 1971, blz. 490/4 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 140). , art. 13-30, zie M.G. LUZZATI, La réforme des clauses admmistratives des unions, et 1'institution de 1'organisation mondiale de la propriété intellectuelle, in Rassegna della proprieta industriale letteraria artistica 1969, blz. 4-9 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 140). , zie O.M.P.I., Organisation Mondiale de la Propriété Intellectuelle, Actes de la conférence de Stockholm de la propriété intellectuelle, 11 juin - 14 juillet 1967, delen 1 en 2 (Genève, 1971) (vgl. B.I.E. 1972, blz.76). Verdrag tot bescherming van kweekprodukten, zie Kweekprodukten. Verdrag formaliteiten voor octrooiaanvragen, staat van bekrachtigingen en toetreding op 1 jan. 1972, blz. 31/2, kolommen 1 en 5. Verdrag tot samenwerking inzake octrooien, bekrachtigingen door Madagascar en Senegal, en toetreding van de Centraalafrikaanse Republiek, officiële mededelingen, blz. 142. Verdragen, Meerzijdige—waarbij Nederland is aangesloten, mededeling van Mr J.W. VAN DER ZANDEN, blz. 22/3. Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord Ierland, zie Engeland. Verenigde Staten van Amerika bekrachtigen de Classificatie-Overeenkomst van Locarno, officiële mededeling, blz. 95. treden toe tot de Warenovereenkomst van Nice,
Stockholmse tekst, officiële mededeling, blz. 143. Verenigde Staten van Amerika, zie Journal of the Patent Office Society, juli 1970 - sept. 1971, tijdschriftbespreking door Dr J.K. KRAMER, blz. 74/5. , zie Common Market and American antitrust, overlap and conflict, onder redactie van J.H. RAHL (New York, 1970) (aangekondigd door P.D. ROSENBERG in Journal of the Patent Office 1972, blz. 66/8) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 139). , Extra-territoriale werking van het kartelrecht, zie G.W. HAÏGHT, annex C: Recent anti-trust developments in the United States: blz. 151-246 in: Report of the fifty-fourth Conference of the International Law Association, held at The Hague, August 23rd to August 29th, 1970 (Londen, International Law Association, 1971) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 216). , industriële eigendom, zie CH. ROBINSON, Patentschutz für chemische Stoffe in Kanada, Groszbritannien und den Vereinigten Staaten von Amerika, in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1972, blz. 33/8 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 140). , industriële eigendom en kartelrecht, zie H.G. STROHM, Wettbewerbsbeschrankungen in Patentlizenzvertragen nach amerikanischem und deutschem Recht (Keulen, 1971) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 114). , intellectuele eigendom, zie Idea 1969/70, besproken door Drs C.H.J. VAN SOEST, blz. 47/9. , kartelrecht, zie V. BUSH, Of inventions and inventors (U.S.A.), in Research management aug. 1971, blz. 27-36 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 139) en E. KAUFER, Patente, Wettbewerb und technischer Fortschritt (Bad Homburg v.d.H., 1970), aangekondigd door Ir L.W. KOOY, blz.
28/9.
, know-how, zie U.S. companies turning to overseas licensing of industrial know-how, in Commerce today 12 juni 1972, blz. 7-10 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 248). , licenties, zie The Russians are coming, with new technology, in Chemical Week aug. 1971, blz. 31/2 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 52). , merkenrecht, zie Notes from the Patent Office, 1970-1971 supplements (New York, 1972) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 168). , misleidende handelingen, zie E.W. KINTNER, A primer on the law of deceptive practices (New York, 1971) [besproken door W.M. WEBNER in The Trademark Reporter 1972, blz. 174] (vgl. B.I.E. 1972, blz. 167). , octrooirecht, zie W. BERG en K. SANDMAIR, Certain relationships between acts taking place in The United States and rights to patents in other countries, in Journal of the Patent Office Society 1972, blz. 278-285; V. BUSH, Of inventions and inventors (U.S.A.), in Research management aug. 1971, blz. 27-36; Patents, the inventor, and the economy, by H.I. FORMAN, J.F. BRODLEY and E.P. MCGUIRE (U.S.), in Conference board record okt. 1971, blz. 41-53; J.L. LANDIS, The mechanics of patent claim drafting (New York, 1970); F. NEUMEYER, The employed inventor in the United States: R & D policies, law and practice, with legal analysis by J.C. STEDMAN (Cambridge Massachussets, 1971); TH.R. NICOLAI, First-to-file vs. First-to-invent: a comparative study based on German and United States Patent Law, in IIC 1972, blz. 103-138; K. REICHOLD, Das Patentrecht als Mittel zur Preis- und Vertriebsbindung (München, 1971); CH. ROBINSON, Patent protection for chemical products in Canada, Great Britain and the United States, in IIC 1972, blz. 139-151; CA. SOANS, Return to Robinson (1890) [onder meer kritiek op het vermoeden dat een deskundige alles weet wat er op zijn gebied van de techniek bekend was voordat hij de uit-
313 vinding deed] (Northbrook, 1970); Journal of the Patent Office Society juli 1969 -juni 1970, besproken door Dr J.K.KRAMER, blz. 50; Ministerie van Economische zaken, Verwerven van licenties in de —, najaar 1971 en United States chemical and pharmaceutical patent practice (New York, 1972) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 168, 139, 140, 75, 75, 216, 167, 216, 248, 139 en 215). , ongeoorloofde mededinging, zie S.CH. OPPENHEIM, Unfair trade practices, Cases and comments (St. Paul, Mirm., 1969) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 167). Verkeer, Alleen tentoonstellen in Nederland is nog niet in Nederland in het — brengen: Pres. Rb. A'dam, 14sept. 1971: nr 46, blz. 122. , onrechtmatig is de verhandeling van waspoeder in de vermelde verpakking, omdat de Duitse Lorimont Enterprises G.m.b.H. dit waspoeder niet in het — heeft gebracht en gedaagde daarvan op de hoogte is gebracht: Pres. Rb. Arnhem, 30 sept. 1971: nr 41, blz. 108. Vernietiging van inbreukmakende preparaten, zie Pres. Rb. R'dam, 6 okt. 1970: nr 23, blz. 62. Vernieuwing, zie D. CREAMER, The pace of scientific research and innovation during the 70's, in The Conference board record (New York) maart 1972, blz. 21/3 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 184). Vernieuwing en know-how, zie J.P. SHELTON, Special problems of innovation and technology transfer, in Idea 1971, blz. 281-292 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 52). Verontreiniging, zie G. PROSI, Patents and externalities, in Zeitschrift für nationalökonomie 1971, blz. 63-80 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 140). Verpakking met het woord Linol gelijkt verwarrend veel op de verpakking met het woord Vitelma: Pres. Rb. 's-Grav., 1 sept. 1971: nr 39, blz. 103. Verpakkings- en reclamemateriaal, Terugneming van — bevolen, voor zover in redelijkheid mogelijk: Pres. Rb. 's-Grav., 1 sept. 1971: nr 39, blz. 103. Vertegenwoordiger, zie F. BAUER, Die Agentenmarke (Art. 6septies PVÜ), in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil, Weinheim, 1971, blz. 496-505 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 76). Vertegenwoordiging voor de Europese Octrooiraad, zie P.L. BOWTELL, Representation at the European Patent Office, in CIPA, the Journal of the chartered institute of Patent Agents, juli 1972, blz. 385-390 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 248). Vertegenwoordiging van een naamloze vennootschap in een geding voor de Octrooiraad, zie Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 9 juli 1971: nr 21, blz. 45 (met noot Mr S. BOEKMAN).
Verwarrende overeenstemming tussen merken, zie ook Register van beslissingen van de rechter, Merkenwet, art. 10, lid 1, aanhef en onder b (oud), blz. 322. Verwarring, Kriterion heeft bij nabootsing van de spuitbuskap het redelijkerwijs mogelijke en nodige verricht, om zonder aan de deugdelijkheid en bruikbaarheid afbreuk te doen te voorkomen dat door gelijkheid de kans op — ontstaat of wordt vergroot; geen onrechtmatige nabootsing: Hof Arnhem, 26 jan. 1971: nr 28, blz. 65. Verwarringsgevaar, De bekendheid van de Duitse onderneming bij het Nederlandse publiek is alleen van belang voor het —: Hoge Raad, 7 jan. 1972: nr 48, blz. 125. Verwarringsgevaar te minder waarschijnlijk, nu de verpakte en geëtiketteerde produkten voor het publiek slechts verkrijgbaar zijn op recept van een arts: Pres. Rb. Haarlem, 6 maart 1972: nr 71, blz. 235. Verwatering van een merk, zie J.D. MCAULIFFE, The dilution concept in international trade, in The Trademark Reporter 1971, blz. 76-81 (vgl. B.I.E. 1972,
blz. 216). Verwatering van naam en reputatie van C. & A.: Pres. Rb. 's-Grav., 16 dec. 1969: nr 29, blz. 67. Verwording van een merk tot soortnaam, zie L. HOMQVIST, Degeneration of Trade Marks (Malmö, 1971), aangekondigd door Prof. Mr E.A. VAN NIEUWENHOVEN HELBACH, blz.
91/2.
Vitelma, De verpakking met het woord Linol gelijkt verwarrend veel op de verpakking met het woord —: Pres. Rb. 's-Grav., 1 sept. 1971: nr 39, blz. 103. VIVASTELLA, Het woordmerk — stemt niet in hoofdzaak noch op verwarrende wijze overeen met de genoemde woordmerken die alle met STEL beginnen: Rb. 's-Grav., 16 mei 1969: nr 5, blz. 13. Voeren van een handelsnaam behoeft niet in Nederland te geschieden: Hoge Raad, 7 jan. 1972: nr 48, blz. 125. Vogelkooi, Inbreuk op octrooi voor een — aangenomen: Hof 's-Grav., 26 febr. 1971: nr 1, blz. 9. VOM, „Eurofinish/— 73" van staatswege als tentoonstelling erkend, officiële mededeling, blz. 171. Voorbeelden, De oorspronkelijke beschrijving van de aanvrage was duidelijk en volledig; daarom bestond er geen reden aanvraagster in de gelegenheid te stellen die beschrijving met nieuwe — aan te vullen: Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 16 sept. 1971: nr 11, blz. 20. , Het is niet te rechtvaardigen, dat het nog altijd mogelijk is in octrooiaanvragen — op te nemen die bij nawerken niet realiseerbaar blijken te zijn, stelling van Dr F. VAN ANTWERPEN, blz. 24.
Voorkeur, De hoofdconclusie van een aanvrage is niet de juiste plaats om een — voor een bepaalde uitvoeringsvorm van een werkwijze tot uitdrukking te brengen of een voorbeeld van een uitvoeringsvorm te vermelden: Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 29 april 1971: nr 10, blz. 19. Vooronderzoek, Statistiek van verzoeken om — en verzoeken om een beslissing omtrent octrooiverlening, stand op 1 januari 1972, blz. 54/6. Vooronderzoek van octrooiaanvragen, zie G. PUTZ, Automatisation de la recherche a 1'Institut International des Brevets, in Recherche technique, Bulletin de L'ANRT (Parijs) nov.-dec. 1971, blz. 20-35 [samenvatting in Propriété industrielle - bulletin documentaire 1972, blz. II169-172] (vgl. B.I.E. 1972, blz. 184). Voorraad, zie Uitvoerbaarverklaring bij voorraad. Voorrang, zie I.H. SIEGEL, Priority assertion and early disclosure through author abstracts, in Idea 1971, blz. 268-273 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 52). Voorrangsrechten, Alternatief voor bewijzen van —, gebaseerd op in de Verenigde Staten van Amerika ingediende octrooiaanvragen, officiële mededeling, blz. 170. Vooruitgang, Technische — en speurwerk, zie G . - C H . HEUER, Forschung und technischer Fortschritt (Meisenheim am Glan, 1970) en E. KAUFER, Patente, Wettbewerb und technischer Fortschritt (Bad Homburg v.d.H., 1970), aangekondigd doorlrL.W. KOOY, blz. 75 en 28/9. Vormgeving, zie Industriële vormgeving. VRIES, L. DE, Victorian inventions (Londen, 1971), aangekondigd door Dr H.P. TEUNISSEN, blz. 245. V.V.O., Statistiek van verzoeken om vooronderzoek en verzoeken om een beslissing omtrent octrooiverlening, stand op 1 jan. 1972, blz. 54/6. Waarschuwing, zie W. HORN, Die unberechtigte Verwarming aus gewerblichen Schutzrechten (Keulen, 1971) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 92). Wanprestatie, Gedaagde en eiseres hebben een reeks overeenkomsten gesloten tot het leveren van pompen onder het merk ROBOT; door deze overeenkomsten
314 niet uit te voeren pleegt gedaagde — jegens eiseres, ook al heeft een derde aan gedaagde de verplichting opgelegd de levering achterwege te laten en medegedeeld, dat zij de uitsluitende rechten op het merk ROBOT heeft verworven en dat die rechten aan eiseres zijn ontnomen: Pres. Rb. Assen, 19 jan. 1970: nr 13, blz. 40. Warenovereenkomst van Nice, zie Overeenkomst van Nice betreffende de internationale classificatie van de waren en diensten t.b.v. de inschrijving van merken, Stockholmse tekst. WASSERETTE, Eiseres is rechthebbende op het woordmerk AUTO— voor reinigingsinstallaties voor automobielen; gedaagde bevolen zich te onthouden van het aanbrengen van die aanduiding aan of bij haar garage: Pres. Rb. Haarlem, 13 dec. 1968: nr 52, blz. 137. Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom, zie O.M.P.I. Werfkracht, Naam en reputatie van C. & A. boeten in aan —: Pres. Rb. 's-Grav., 16 dec. 1969: nr 29, blz. 67. Werknemer-uitvinder, zie F. NEUMEYER, The employed inventor in the United States: R & D policies, law and practic?, with legal analysis by J.C. STEDMAN (Cambridge Massachusetts, 1971); dezelfde, L'inventeur employé en tant que sujet des législations, Exposé d'ensemble des points de vue idéologiques, in La Propriété industrielle 1971, blz. 246-252 en K. VINCK, Die Rechtsstellung des Urhebers im Arbeits- und Dienstverhaltnis (Berlijn, 1972) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 75, 52 en 76). Westduitsland, zie Duitsland, Bondsrepubliek. Wetgeving, zie blz. 330. Wezen van octrooi toegepast, dus inbreuk: Hof 's-Hertogenbosch, 18 mei 1971: nr 74, blz. 255. Winkels, zie Mr F. IJFF, Muziek in — (n.a.v. Hof Arnhem, 1 febr. 1972), in Auteursrechtbelangen zomer 1972, blz. 3-4 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 248). WITTE, J., en E. LUSTIG, Das britische Patent (Keulen, 1971), aangekondigd door Dr J.K. KRAMER, blz. 92. WOLF, A., en CH. WERTH, Der internationale technischindustrielle Lizenzaustausch (Dusseldorp, 1972), besproken door Dr H.P, TEUNISSEN, blz. 284. Wijzerplaat, Een afbeelding van een gestileerde — mist onderscheidende kracht als merk voor horloges, enz.: Rb. 's-Grav., 8 maart 1971: nr 4, blz. 13. Xylomethazoline, zie Octrooiraad, Afdeling van Beroep, 19 juli 1972: nr 72, blz. 236. Ybema/De Greef: Hoge Raad, 23 juni 1972, fruitsorteermachine: nr 68, blz. 228. IJs, De waar — is soortgelijk aan de waren chocolade, toffees, caramels, chocolade- en suikerwerken: Rb. 's-Grav., 10 nov. 1970: nr 8, blz. 14.
IJsland, geen inschrijving van het merk in het land van oorsprong nodig, officiële mededeling, blz. 95. Zeekust, Het Verdrag inzake de doorvoerhandel van en naar de Staten zonder — (New York, 8 juli 1965), wetgeving, blz. 72. Zehn Jahre Bundespatentgericht, Festschrift herausgegeben von ERICH HXUSZER (Keulen, 1971), besproken door Dr H.P. TEUNISSEN, blz. 27/8. Zitting, Toezending van agenda's die tevens dienst doen als oproep voor een — van een enkelvoudige technische Aanvraagafdeling van de Octrooiraad, officiële mededeling, blz. 170. Zuid-Afrika, octrooirecht, zie R.O.P. GERNHOLTZ, Principles of South African patent law and a comparative reference to German patent law (Kaapstad, 1971) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 92). Zuidslavië, licentieovereenkomsten, zie M. JANJIC, Licensing agreements in the sphere of industrial property under Yugoslav law, blz. 125-139: in Legal problems of Yugoslavia's international economie relations (Belgrado, 1968) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 51). Zuidslavië en de Merkenovereenkomst, officiële mededeling, blz. 95. Zuivelonderneming en merkenbeleid, in Officieel orgaan van de Koninklijke Nederlandse zuivelbond 1972, blz. 318-320 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 168). Zwitserland, auteursrecht, zie P. BRÜGGER, Individuum und Gesellschaft im Urheberrecht (Bazel, 1970); H.J. STERN, Die Weiterverbreitung von Radio- und Fernsehsendungen (Zürich, 1970) en P.-A. TACHE, Le contrat d'édition de 1'ceuvre littéraire (Lausanne, 1970) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 75, 30 en 30). , merkenrecht, zie B. BECCHIO, Der kennzeichnungsrechtliche Schutz von Waren- und Verpackungsformen (St. Gallen, 1971) [besproken door J. PLUTA in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1972, blz. 97/8] en A.G. VAN HEES, Der internationale Schutz berühmter Marken, anhand einer rechtsvergleichenden Darstellung in Deutschland, in der Schweiz und in Frankreich (Hamburg, 1961) (vgl. B.I.E. 1972, blz. 167). , octrooirecht, zie E. SCHTFF, Industrialization without National Patents (Princeton, 1971), besproken door Dr H.P. TEUNISSEN, blz. 47 en B. STOCKER, Benutzungsrecht und Benutzungspflicht des Lizenznehmers bei technischen Lizenzvertragen (Luzern, 1970) [besproken door D. STAUDER in Gewerblicher Rechtsschutz und Urheberrecht, Internationaler Teil 1972, blz. 98] (vgl. B.I.E. 1972, blz. 168). Zwitserland en de Merkenovereenkomst, officiële mededeling, blz. 186. 7up, Hof 's-Hertogenbosch, 24 juni 1971: nr 66, blz. 193.
REGISTER VAN BESLISSINGEN VAN DE RECHTER, GERANGSCHIKT NAAR DE PARTIJEN A.D.G./Beuzenberg, Hof 's-Grav., 26 mei 1971, nr 75, blz. 258. Anker-Werke/Sanders, Rb. 's-Grav., 4 juni 1971, nr 17, blz. 43. Application des Gaz/Guliker, Hof Arnhem, 5 mei 1971, nr 38, blz. 101. Astra/Boehringer, Pres. Rb. Haarlem, 6 maart 1972, nr 71, blz. 235.
Auping/Dico, Hof 's-Hertogenbosch, 18 mei 1971, nr 74, blz. 255. Babor Bio Cosmetica N.V./Babor & Co. K.G., Hoge Raad, 7 jan. 1972, nr 48, blz. 125. Babor & Co. K.G./Baber Bio Cosmetica N.V., Hoge Raad, 7 jan. 1972, nr 48, blz. 125. Baronie/Driessen, Pres. Rb. 's-Grav., 3 nov. 1971, nr 47, blz. 123.
315 Beecham/Vyvyx, Hof's-Grav., 17 april 1970, nr 22, blz. 58. Beuzenberg/A.D.G., Hof 's-Grav., 26 mei 1971, nr 75, blz. 258. Blom/Enbe, Pres. Rb. Utrecht, 22 maart 1972, nr 54, blz. 149. Boehringer/Astra, Pres. Rb. Haarlem, 6 maart 1972, nr 71, blz. 235. Brandsteder/Philips, Pres. Rb. A'dam, 9 sept. 1971, nr 45, blz. 121. —/—, Pres. Rb. A'dam, 14 sept. 1971, nr 46, blz. 122. Van der Breggen/Merck, Pres. Rb. R'dam, 6 okt. 1970, nr 23, blz. 62. Brinkers/Vandemoortele, Pres. Rb. 's-Grav., 1 sept. 1971, nr 39, blz. 103. Van den Broecke/Voss, Hof 's-Grav., 26 febr. 1971, nr 1, blz. 9. Broersma/Recter, Pres. Rb. Utrecht, 7 aug. 1970, nr 20, blz. 44. Bureau I.E./Citizen, Rb. 's-Grav., 8 maart 1971, nr 4, blz. 13. Burroughs/Delplanque, Commissie van de Europese Gemeenschappen, 22 dec. 1971, nr 73, blz. 253. C & ABrenninkmeijer/C. en A. de Zwart, Pres. Rb. 's-Grav., 16 dec. 1969, nr 29, blz. 67. C. en A. de Zwart/C & A Brenninkmeijer, Pres. Rb. 's-Grav., 16 dec. 1969, nr 29, blz. 67. Celphar/Chemphar, Rb. 's-Grav., 8 maart 1971, nr 19, blz. 44. Centrachemie/Geigy, Pres. Rb. R'dam, 1 dec. 1970, nr 12, blz. 39. Chemo Supply/Mellema, Pres. Rb. Utrecht, 4 dec. 1970, nr 27, blz. 65. Chemphar/Celphar, Rb. 's-Grav., 8 maart 1971, nr 19, blz. 44. Citizen/Bureau I.E., Rb. 's-Grav., 8 maart 1971, nr 4, blz. 13. Combi-Plastic/Combiplast, Pres. Rb. Breda, 14 juli 1970, nr 60, blz. 159. Combiplast/Combi-Plastic, Pres. Rb. Breda, 14 juli 1970, nr 60, blz. 159. Davidson Rubber Co, Commissie van de Europese Gemeenschappen, 9 juni 1972, nr 79, blz. 271. Delplanque/Burroughs, Commissie van de Europese Gemeenschappen, 22 dec. 1971, nr 73, blz. 253. Denneboom/Scholten & Visser, Hof A'dam, 9 maart 1971, nr 40, blz. 107. D.G.G./Kusters, Hof Arnhem, 18 jan. 1972, nr 51, blz. 132. Dico/Auping, Hof 's-Hertogenbosch, 18 mei 1971, nr 74, ' blz. 255. Dobbelman/Trimetal, Rb. 's-Grav., 16 mei 1969, nr 5, blz. 13. Driessen/Baronie, Pres. Rb., 's-Grav., 3 nov. 1971, nr 47, blz. 123. Elderenbosch/Ravelli, Pres. Rb. 's-Grav., 3 nov. 1971, nr 81, blz. 280. Enbe/Blom, Pres. Rb. Utrecht, 22 maart 1972, nr 54, blz. 149. Enka/Tejero, Rb. 's-Grav., 25 maart 1971, nr 16, blz. 42. /Uniroyal, Rb. 's-Grav., 8 maart 1971, nr 15, blz. 42. EsMé/Interieur, Pres. Rb. Groningen, 12 juni 1970, nr 61, blz. 160. Eternit/Manufacture de Machines, Rb. 's-Grav., 23 nov. 1970, nr 14, blz. 42. Eugster/Stuvac, Hof A'dam, 23 april 1970, nr 59, blz. 157. Europak/De Kloe, Hof 's-Grav., 26 maart 1970, nr 50, blz. 131. Farbwerke Hoechst/Rhenus, Rb. 's-Grav., 7 dec. 1971, nr 69, blz. 233. Geigy/Centrachemie, Pres. Rb. R'dam, 1 dec. 1970, nr 12, blz. 39. /Schetselaar, Pres. Rb. R'dam, 24 maart 1970, nr 2, blz. 11. Gist- en Spiritusfabriek/Pfizer, Hof's-Grav., 7 maart 1968, nr 44, blz. 120.
Glaxo/Schetselaar, Pres. Rb. R'dam, 4 aug. 1970, nr 3, blz. 12. Golden Wonder/Smith, Pres. Rb. Zwolle, 10 febr. 1972, nr 76, blz. 262. De Greef/Ybema, Hoge Raad, 23 juni 1972, nr 68, blz. 228. Guliker/Application des Gaz, Hof Arnhem, 5 mei 1971, nr 38, blz. 101. Halmey/Vandenmoortele, Pres. Rb. 's-Grav., 10 sept. 1971, nr 33, blz. 79. Henckels/Schrameijer, Rb. 's-Grav., 11 maart 1971, nr 25, blz. 63. Hero/Seven-Up, Hoge Raad, 26 mei 1972, nr 66, blz. 192. Hoofd van het Bureau voor Industriële Eigendom voor de Nederlandse Antillen/Reemtsma, Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen, 30 maart 1971, nr 9, blz. 15. Hunter Douglas/Kohlmühle, Rb. 's-Grav., 8 dec. 1970, nr 18, blz. 43. /Lux-Bouw, Rb. Maastricht, 24 febr. 1972, nr 64, blz. 177. /Vrees, Pres. Rb. Haarlem, 2 juni 1971, nr 34, blz. 82. Hij Herenmode/Klopman, Rb. 's-Grav., 24 maart 1971, nr 6, blz. 13. Interieur/EsMé, Pres. Rb. Groningen, 12 juni 1970, nr 61, blz. 160. De Kloe/Europak, Hof 's-Grav., 26 maart 1970, nr 50, blz. 131. Klopman/Hij Herenmode, Rb. 's-Grav., 24 maart 1971, nr 6, blz. 13. Kohlmühle/Hunter Douglas, Rb. 's-Grav., 8 dec. 1970, nr 18, blz. 43. Koppe/Rieger, Pres. Rb. Zwolle, 14 mei 1969, nr 49, blz. 129. Kriterion/Plasticum, Hof Arnhem, 26 jan. 1971, nr 28, blz. 65. Kuipers/Visser, Pres. Rb. Haarlem, 17 mei 1971, nr 30, blz. 69. Kusters/D.G.G., Hof Arnhem, 18 jan. 1972, nr 51, blz. 132. Van der Lely/Veldkoning, Pres. Rb. Roermond, 21 maart 1972, nr 53, blz. 147. Lorimont/Polak, Pres. Rb. Arnhem, 30 sept. 1971, nr 41, blz. 108. Lux-Bouw/Hunter Douglas, Rb. Maastricht, 24 febr. 1972, nr 64, blz. 177. Maggi/Vaudable, Rechtbank van Koophandel te Brussel, 28 jan. 1971, nr 57, blz. 154. Manufacture de Machines /Eternit, Rb. 's-Grav., 23 nov. 1970, nr 14, blz. 42. Mars/Paul, Rb. 's-Grav., 10 nov. 1970, nr 8, blz. 14. Mellema/Chemo Supply, Pres. Rb. Utrecht, 4 dec. 1970, nr 27, blz. 65. Merck/Van der Breggen, Pres. Rb. R'dam, 6 okt. 1970, nr 23, blz. 62. De Mos/Zwaan, Pres. Rb. 's-Grav., 5 april 1972, nr 70, blz. 233. Nagoya/Raymond, Commissie van de Europese Gemeenschappen, 9 juli 1972, nr 80, blz. 277. Natterman/USV, Rb. 's-Grav., 14 juni 1971, nr 7, blz. 14. Nordic/Organon, Hof's-Hertogenbosch, 4 jan. 1972, nr 56, blz. 151. Obers/Rössler, Pres. Rb. Roermond, 13 okt. 1969, nr 35, blz. 82. Oldenburger/Sirocco, Hof Leeuwarden, 17 april 1968, nr 36, blz. 84. Organon/Nordic, Hof's-Hertogenbosch, 4 jan. 1972, nr 56, blz. 151. Paul/Mars, Rb. 's-Grav., 10 nov. 1970, nr 8, blz. 14. Peiger/Robot, Pres. Rb. Assen, 19 jan. 1970, nr 13, blz. 40. Pfizer/Gist- en Spiritusfabriek, Hof 's-Grav., 7 maart 1968, nr 44, blz. 120. Philips/Brandsteder, Pres. Rb. A'dam, 9 sept. 1971, nr 45, blz. 121. / , Pres. Rb. A'dam, 14 sept. 1971, nr 46, blz. 122.
316 Plasticum/Kriterion, Hof Arnhem, 26 jan. 1971, nr 28, blz. 65. Polak/Lorimont, Pres. Rb. Arnhem, 30 sept. 1971, nr 41, blz. 108. Pijper/Pijper, Pres. Rb. Utrecht, 30 dec. 1970, nr 26, blz. 63. Ravelli/Elderenbosch, Pres. Rb. 's-Grav., 3 nov. 1971, nr 81, blz. 280. Raymond/Nagoya, Commissie van de Europese Gemeenschappen, 9 juni 1972, nr 80, blz. 277. Recter/Broersma, Pres. Rb. Utrecht, 7 aug. 1970, nr 20, blz. 44. Rhenus/Farbwerke Hoechst, Rb. 's-Grav., 7 dec. 1971, nr 69, blz. 233. Rieger/Koppe, Pres. Rb. Zwolle, 14 mei 1969, nr 49, blz. 129. Robot/Peiger, Pres. Rb. Assen, 19 jan. 1970, nr 13, blz. 40. Rössler/Obers, Pres. Rb. Roermond, 13 okt. 1969, nr 35, blz. 82. Sanders/Anker-Werke, Rb. 's-Grav., 4 juni 1971, nr 17, blz. 43. Schetselaar/Geigy, Pres. Rb. R'dam, 24 maart 1970, nr 2, blz. 11. /Glaxo, Pres. Rb. R'dam, 4 aug. 1970, nr 3, blz. 12. Scholten & Visser/Denneboom, Hof A'dam, 9 maart 1971, nr 40, blz. 107. Schrameijer/Henckels, Rb. 's-Grav., 11 maart 1971, nr 25, blz. 63. Seven-Up/Hero, Hoge Raad, 26 mei 1972, nr 66, blz. 192. Sirocco/Óldenburger, Hof Leeuwarden, 17 april 1968, nr 36, blz. 84. Smith/Golden Wonder, Pres. Rb. Zwolle, 10 febr. 1972, nr 76, blz. 262. Van Staaveren/Wülfinghoff, Pres. Rb. 's-Grav., 25 april 1969, nr 55, blz. 150.
Stuvac/Eugster, Hof A'dam, 23 april 1970, nr 59, blz. 157. /Stuwa, Hof A'dam, 23 april 1970, nr 58, blz. 155. Stuwa/Stuvac, Hof A'dam, 23 april 1970, nr 58, blz. 155. Tejero/Enka, Rb. 's-Grav., 25 maart 1971, nr 16, blz. 42. Trimetal/Dobbelman, Rb. 's-Grav., 16 mei 1969, nr 5, blz. 13. Uniroyal/Enka, Rb. 's-Grav., 8 maart 1971, nr 15, blz. 42. USV/Nattermann, Rb. 's-Grav., 14 juni 1971, nr 7, blz. 14. Vandemoortele/Brinkers, Pres. Rb. 's-Grav., 1 sept. 1971, nr 39, blz. 103. /Halmey, Pres. Rb. 's-Grav., 10 sept. 1971, nr 33, blz. 79. Vaudable/Maggi, Rechtbank van Koophandel te Brussel, 28 jan. 1971, nr 57, blz. 154. Veldkoning/Van der Lely, Pres. Rb. Roermond, 21 maart 1972, nr 53, blz. 147. Vinhos de Mesa/Vinicola, Rb. 's-Grav., 8 maart 1971, nr24, blz. 62. Visser/Kuipers, Pres. Rb. Haarlem, 17 mei 1971, nr 30, blz. 69. Van Vliet/Wasserette, Pres. Rb. Haarlem, 13 dec. 1968, nr 52, blz. 137. Voss/Van den Broecke, Hof 's-Grav., 26 febr. 1971, nr 1, blz. 9. Vrees/Hunter Douglas, Pres. Rb. Haarlem, 2 juni 1971, nr 34, blz. 82. Vyvyx/Beecham, Hof 's-Grav., 17 april 1970, nr 22, blz. 58. Wasserette/Van Vliet, Pres. Rb. Haarlem, 13 dec. 1968, nr 52, blz. 137. Wülfinghoff/Van Staaveren, Pres. Rb. 's-Grav., 25 april 1969, nr 55, blz. 150. Ybema/De Greef, Hoge Raad, 23 juni 1972, nr 68, blz. 228. Zwaan/De Mos, Pres. Rb. 's-Grav., 5 april 1972, nr 70, blz. 233.
REGISTER VAN BESLISSINGEN VAN DE RECHTER EN VAN DE OCTROOIRAAD, GERANGSCHIKT NAAR HET COLLEGE A. RECHTERLIJKE MACHT I. OCTROOIZAKEN Hoge Raad der Nederlanden 23 juni 1972, nr 68, blz. 228 (Ybema/De Greef) Hof 's-Gravenhage 7 maart 1968, nr 44, blz. 120 (Gist- en Spiritusfabriek/ Pfizer) 17 april 1970, nr 22, blz. 58 (Vyvyx/Beecham) 26 febr. 1971, nr 1, blz. 9 (Van den Broecke/Voss) Hof 's-Hertogenbosch 18 mei 1971, nr 74, blz. 255 (Auping/Dico) Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen 30 maart 1971, nr 9, blz. 15 (Hoofd van het Bureau voor
Industriële Eigendom voor de Nederlandse Antillen/ Reemtsina)
President Rechtbank Hof 's-Gravenhage Rotterdam 26 mei 1971, nr 75, blz. 258 (Camping Gaz (Internatio24 maart 1970, nr 2, blz. 11 nal)) (Geigy/Schetselaar) Rechtbank 's-Gravenhage 4 aug. 1970, nr 3, blz. 12 Hof 's-Hertogenbosch (Glaxo/Schetselaar) 16 mei 1969, nr 5, blz. 13 4 jan. 1972, nr 56, blz. 151 6 okt. 1970, nr 23, blz. 62 (Trimetal/Dobbelman) (Nipredon/Bredon) (Merck/Van der Breggen) 10 nov. 1970, nr 8, blz. 14 1 dec. 1970, nr 12, blz. 39 (Mars/Paul) Rechtbank 's-Gravenhage (Geigy/Centrachemie) 8 maart 1971, nr 4, blz. 13 23 nov. 1970, nr 14, blz. 42 (Citizen/Bureau I.E.) (MANURIT/MARTINIT) 24 maart 1971, nr 6, blz. 13 President Rechtbank 8 dec. 1970, nr 18, blz. 43 (Hij Herenmode/Klopman) Utrecht (Likoflex/Luxaflex) 14 juni 1971, nr 7, blz. 14 22 maart 1972, nr 54, blz. 149 8 maart 1971, nr 15, blz. 42 (Natterman/USV) (Blom/Enbe) (ESKILON/ENKALON) 8 maart 1971, nr 19, blz. 44 President Rechtbank (CELPHAR/CHEMPHAR) II. MERKENZAKEN Amsterdam 8 maart 1971, nr 24, blz. 62 (Castillo San Mateo/ 9 sept. 1971, nr 45, blz. 121 Hoge Raad der Nederlanden Mateus) (Philips/Brandsteder) 26 mei 1972, nr 66, blz. 192 11 maart 1971, nr 25, blz. 63 14 sept. 1971, nr 46, blz. 122 (Hero/Seven-Up (twee gestileerde poppetjes) (Philips/Brandsteder) DERBY UP DRINK/SEVEN UP 25 maart 1971, nr 16, blz. 42 en 7UP) (SUPER-TENATEX/TENAX) President Rechtbank 4 juni 1971, nr 17, blz. 43 Hof Arnhem Roermond (ADDS/ADS) 21 maart 1972, nr 53, blz. 147 5 mei 1971, nr 38, blz. 101 7 dec. 1971, nr 69, blz. 233 (Van der Lely/Veldkoning) (A.D.G.) (DIOCTAN/THIODAN)
Rechtbank Maastricht 24 febr. 1972, nr 64, blz. 177 (Luxamat/Luxaflex, enz.)
III. PRIVAATRECHT Onrechtmatige daad
IV. HANDELSNAAMRECHT
Hoge Raad der Nederlanden Hof Arnhem 7 jan. 1972, nr 48, blz. 125 Rechtbank van Koophandel 26 jan. 1971, nr 28, blz. 65 (Dr Babor Bio Cosmetica/ Brussel (spuitbuskap) Thelen K.G. Babor Kos18 jan. 1972, nr 51, blz. 132 metik) 28 jan. 1971, nr 57, blz. 154 (grammofoonplaten en/of (Maxim's) muziekcassettes van Hof Amsterdam D.G.G.) 23 april 1970, nr 58, blz. 155 President Rechtbank Assen (Stuba/Stuwa) Hof 's-Gravenhage 19 jan. 1970, nr 13, blz. 40 23 april 1970, nr 59, blz. 157 26 maart 1970, nr 50, blz. 131 (ROBOT) (Stuba/Stuwa) (Duozakken) President Rechtbank President Rechtbank Arnhem Hof Leeuwarden 's-Gravenhage 17 april 1968, nr 36, blz. 84 30 sept. 1971, nr 41, blz. 108 (Lorimont Enterprises) 25 april 1969, nr 55, blz. 150 (tractor-cabine) (Fantasy) 1 sept. 1971, nr 39, blz. 103 President Rechtbank Breda President Rechtbank (Verpakking met het woord 14 juli 1970, nr 60, blz. 159 's-Gravenhage Linol/verpakking met het (Combiplast/Combi-Plastic) 16 dec. 1969, nr 29, blz. 67 woord Vitelma) 10 sept. 1971, nr 33, blz. 79 (C. & A.) President Rechtbank (REDDY) Roermond 3 nov. 1971, nr 47, blz. 123 President Rechtbank (Oudhollandse tegels) Groningen 13 okt. 1969, nr 35, blz. 82 (Culina) 12 juni 1970, nr 61, blz. 160 (Syma-systeem en AlusettPresident Rechtbank President Rechtbank Utrecht systeem) Haarlem 4 dec. 1970, nr 27, blz. 65 2 juni 1971, nr 34, blz. 82 President Rechtbank (Chemo Trading Neder(luxe Feks en luxe VEBS/ Haarlem land/Chemo Supply ComLUXAFLEX) pany) 13 dec. 1968, nr 52, blz. 137 30 dec. 1970, nr 26, blz. 63 (AUTO-WASSERETTE) (Pijper/Pijper) President Rechtbank 17 mei 1971, nr 30, blz. 69 Utrecht (Cash & Carry kolen/ V. AUTEURSRECHT Cash & Carry Coal) 7 aug. 1970, nr 20, blz. 44 (Karvan Cévitam Ferro/ 6 maart 1972, nr 71, blz. 235 Hof Amsterdam (gekleurde rechthoek als Roosvicee Ferro) blikvanger) 9 maart 1971, nr 40, blz. 107 (Oudhollands ledikant) President Rechtbank President Rechtbank Zwolle Utrecht President Rechtbank 's-Gravenhage 10 febr. 1972, nr 76, blz. 262 4 dec. 1970, nr 27, blz. 65 (ChemoTradingNederland/ 3 nov. 1971, nr 81, blz. 280 (Golden Wonder met afb./ Chemo Supply Company) (plantenhouder) Smiths met afb.)
VI. KWEKERSRECHT President Rechtbank 's-Gravenhage 5 april 1972, nr 70, blz. 233 (ras „Deci-Minor") President Rechtbank Zwolle 14 mei 1969, nr 49, blz. 129 (Rieger/Koppe) VII. E.E.G.-VERDRAG Commissie van de Europese Gemeenschappen 22 dec. 1971, nr 73, blz. 253 (Burroughs Delplanque) 9 juni 1972, nr 79, blz. 271 (Davidson Rubber Co) 9 juni 1972, nr 80, blz. 277 (Raymond Nagoya) B. OCTROOIRAAD Aanvraagafdeling 5 mei 1971, nr 37, blz. 88 lokt. 1971, nr 65, blz. 179. Afdeling van Beroep 29 april 1971, nr 10, blz. 19. 9 juli 1971, nr21, blz. 45. 16 sept. 1971, nr 11, blz. 20. 12 okt. 1971, nr 83, blz. 282. 9 nov. 1971, nr 67, blz. 209. 23 dec. 1971, nr 32, blz. 71. 24 dec. 1971, nr 43, blz. 109. 3 jan. 1972, nr 31, blz. 70. 3 jan. 1972, nr 42, blz. 109. 24 maart 1972, nr 63, blz. 161. 3 mei 1972, nr 62, blz. 160. 19 juli 1972, nr 72, blz. 236. 3 aug. 1972, nr 77, blz. 263. 3 aug. 1972, nr 78, blz. 264. 3 okt. 1972, nr 82, blz. 281.
REGISTER VAN BESLISSINGEN VAN DE OCTROOIRAAD EN VAN DE RECHTER, GERANGSCHIKT NAAR HET WETSARTIKEL A. BESLISSINGEN VAN DE OCTROOIRAAD (A. v. B. = Afdeling van Beroep en A.A. = Aanvraagafdeling). I. Rijksoctrooiwet Art. 1. Octrooieerbaar is slechts het gebruik voor het in de aanvrage omschreven doel van die stoffen waarvan dit gebruik op de voorrangsdatum van de aanvrage tot de kennis van aanvraagster behoorde. A. v. B., 29 april 1971, nr 10, blz. 19.
Het was bekend, dat een bepaalde species van microorganismen in staat is tot een bepaalde activiteit. Daarna vormt het vaststellen van diezelfde activiteit bij een andere, verwante species, in beginsel geen octrooieerbare uitvinding. A.A., 5 mei 1971, nr 38, blz. 88. Het tweede deelkenmerk van de inrichting volgens de aanvrage kan niet aan de oorspronkelijke beschrijving met conclusies, maar alleen aan de oorspronkelijke tekening van de aanvrage worden ontleend en vormt daarom geen bestanddeel van de beweerde uitvinding. Bovendien draagt dit deelkenmerk niet bij tot het uitvindingskarakter van de inrichting volgens de aanvrage. A. v. B., 9 nov. 1971, nr 67, blz. 209 (met noot v. N.H.).
318 Het was algemeen bekend, dat glazuur een soort glas met een bijzondere bestemming is. Daarom wordt er geen uitvinding gewaardeerd in de gedachte voor het ondoorzichtig maken van glas van een op zich zelf bekend type de aanwijzingen te volgen die voor het bereiden van ondoorzichtig glazuur bekend waren of in het licht van deze aanwijzingen voor de hand lagen. A. v. B., 3 jan. 1972, nr 31, blz. 70. Het was algemeen bekend, dat een nok en een leisleuf gelijkwaardig zijn. Daarom lag het voor een deskundig constructeur voor de hand in een bekende straalbuis een nok te vervangen door een leisleuf. A. v. B., 3 jan. 1972, nr 42, blz. 109. Bekend was een destillatietechniek ter besparing van warmte voor het scheiden van mengsels, verkregen door hydrolyse van azijnzuuresters met water. Het lag voor een deskundige voor de hand en berust daarom niet op een octrooieerbare uitvinding deze bekende techniek toe te passen bij een op zich zelf bekende extractieve destillatie van alkeenachtige, onverzadigde nitrilen. A. v. B., 3 mei 1972, nr 62, blz. 160. Aanvraagster mag in de nieuwe conclusies van de aanvrage niet vermelden, dat [ materiaal ] uitsluitend verticaal wordt samengeperst, omdat zij in de oorspronkelijke stukken van de aanvrage uitdrukkelijk heeft vermeld, dat het materiaal ook horizontaal ineen wordt geperst. A. v. B., 3 aug. 1972, nr 77, blz. 263. De wielasondersteuning volgens de aanvrage is weliswaar eenvoudiger dan twee bekende rollagers, maar ook minder geschikt. Mede daarom wordt geen uitvinding aanwezig geacht. A. v. B., 3 aug. 1972, nr 78, blz. 264. Overdracht. Het was algemeen bekend, dat polyesters in vele opzichten overeenkomen met polyamyden. Daarom lag het voor een deskundige voor de hand een maatregel die voor het behandelen van wapeningsdraden van polyamiden bekend was, toe te passen vpor het behandelen van op zich zelf bekende wapeningsdraden van polyester, althans te onderzoeken of dit mogelijk is. Onder meer daarom wordt geen uitvinding aanwezig geacht. - A. v. B., 3 okt. 1972, nr 82, blz. 281. Art. 2. De rollenkluis volgens de aanvrage heeft in wezen tot kenmerk, dat de centrale plaat en de twee zijplaten worden gevormd door een uit één stuk gewalste breedflensbalk. Een zodanige rollenkluis is weliswaar op de tentoonstelling „Europort 1965" tentoongesteld, maar het genoemde kenmerk is daardoor onder de gegeven omstandigheden niet van openbare bekendheid geworden. A. v. B., 24 maart 1972, nr 63, blz. 161. Art. 3. Aanvraagster heeft door overlegging van het besproken rapport van de Technische Physische Dienst TNO-TH te Delft niet aannemelijk gemaakt, dat de werkwijze volgens de aanvrage het beweerde effect heeft en tot de beoogde uitkomst leidt, namelijk een keramisch pigment oplevert dat geschikt is voor het maken van een glazuur met een koraalrode kleur. Geen octrooi verleend. A. v. B., 23 dec. 1971, nr 32, blz. 71. Geen reden voor een demonstratie, omdat de Afdeling van Beroep niet twijfelt aan de uitvoerbaarheid van de werkwijze en bruikbaarheid van de inrichting volgens de aanvrage. A. v. B., 3 aug. 1972, nr 77, blz. 263.
Art. 5A. De uitvindingsgedacbte ligt in het bereiden van een homogeen mengsel van petroleumwas en etheen-vinyl-acetaat-copolymeren door deze stoffen samen te smelten. Dit is één enkele uitvinding, ook al zijn er in de Verenigde Staten van Amerika twee octrooiaanvragen voor ingediend en al hebben de mengsels bij uiteenlopende mengverhoudingen van de componenten verschillende toepassingsmogelijkheden. A. v. B., 12 okt. 1971, nr 83, blz. 282. Art. 8A. Aanvraagster mag in een afgesplitste aanvrage geen materie opnemen die in de moederaanvrage is behouden en definitief beoordeeld en niet behoort tot de onderwerpen waarvoor een niet-eenheidsbeslissing is gegeven. Zolang de moederaanvrage nog van kracht is, kan aanvraagster voor een ander afzonderlijk onderwerp van uitvinding een andere niet-eenheidsbeslissing uitlokken. Een Afdeling van de Octrooiraad moet in een niet-eenheidsbeslissing zoveel mogelijk de afzonderlijke onderwerpen van uitvinding aangeven en dus bij een complexe niet-eenheid de verschillende onderwerpen van uitvinding specificeren. A. v. B., 24 dec. 1971, nr 43, blz. 109 (met noot). Art. 22B, lid 1. De bij een aanvrage behorende beschrijving van de uitvinding moet duidelijk en volledig zijn en zodanig, dat een deskundige de uitvinding uit die beschrijving kan begrijpen en aan de hand daarvan kan toepassen. A. v. B., 16 sept. 1971, nr 11, blz. 20. Art. 22B, lid 1, zin 1, en art. 24, aanhef en onder 3e Octrooireglement. De hoofdconclusie van een aanvrage is niet de juiste plaats om een voorkeur voor een bepaalde uitvoeringsvorm van een werkwijze tot uitdrukking te brengen of een voorbeeld van een uitvoeringsvorm te vermelden. A. v. B., 29 april 1971, nr 10, blz. 19. Art. 23, lid 3. Slechts indien de Octrooiraad van oordeel is dat de aanvrage niet aan de wettelijk gestelde eisen voldoet, stelt hij de aanvrager in de gelegenheid de oorspronkelijke aanvrage in te vullen. De onderhavige aanvrage voldeed aan die eisen en daarom bestond er geen reden aanvraagster in de gelegenheid te stellen de oorspronkelijke beschrijving van de aanvrage met nieuwe voorbeelden aan te vullen. A. v. B., 16 sept. 1971, nr 11, blz. 20. Art. 25, lid 4. Aanvraagster heeft voorstellen tot wijziging van de openbaargemaakte stukken van de aanvrage ingediend. Indien de betrokken Afdeling van de Octrooiraad voornemens is afwijzend op de aanvrage te beschikken, behoeft zij opposante niet in de gelegenheid te stellen zich over die voorstellen van aanvraagster uit te laten. A.A., 1 okt. 1971, nr 65, blz. 179. Art. 26, lid 1, zin 3. De Aanvraagafdeling heeft in haar tussenbeschikking enige wijzigingen in de openbaargemaakte beschrijving met conclusie van de aanvrage noodzakelijk geacht en aanvrager in de gelegenheid gesteld zich over die wijzigingen uit te spreken. De Aanvraagafdeling heeft daarna in haar eindbeschikking overwogen, dat zij van opposanten geen reactie heeft ontvangen. Dit wil slechts zeggen, dat opposanten geen opmerkingen over de bedoelde wijzigingen ter kennis van de Afdeling hebben gebracht en dat er dus geen opmerkingen van opposanten zijn die de Afdeling behoeft te bespreken. A. v. B., 9 nov. 1971, nr 67, blz. 209.
319 Art. 29, aanhef en onder g, en Octrooigemachtigdenreglement. Ook een naamloze vennootschap kan zelf voor de Octrooiraad optreden, maar alleen door middel van een natuurlijk persoon die tot het bestuur van de naamloze vennootschap behoort en niet door middel van een procuratiehouder. A. v. B., 9 juli 1971, nr 21, blz. 45 (met noot S.B.). Art 34, lid 5 i.v.m. lid 1. De enkele wenselijkheid van een licentie in het algemeen belang is richtsnoer voor de verlening van gedwongen licenties. Het is dan ook geenszins uitgesloten, dat een gedwongen licentie kan worden verleend, indien voornamelijk het prijsniveau van een bepaald produkt in het geding is. Verzoeker heeft echter niet aannemelijk gemaakt, dat hij het desbetreffende geneesmiddel voor een veel lagere prijs op de markt zal brengen dan de octrooihoudster. A. v. B., 19 juli 1972, nr 72, blz. 236. II. Oetrooireglement Art. 24, aanhef en onder 3e, en art. 22B, lid 1, zin 1 Rijksoctrooiwet. De hoofdconclusie van een aanvrage is niet de juiste plaats om een voorkeur voor een bepaalde uitvoeringsvorm van een werkwijze tot uitdrukking te brengen of een voorbeeld van een uitvoeringsvorm te vermelden. A. v. B., 29 april 1971, nr 10, blz. 19. III. Octrooigemachtigdenreglement Octrooigemachtigdenreglement, en art. 29, aanhef en onder g Rijksoctrooiwet. Ook een naamloze vennootschap kan zelf voor de Octrooiraad optreden, maar alleen door middel van een natuurlijk persoon die tot het bestuur van de naamloze vennootschap behoort en niet door middel van een procuratiehouder. A. v. B., 9 juli 1971, nr 21, blz. 45 (met noot). B. BESLISSINGEN VAN. DE RECHTER I. Rijksoctrooiwet Art. 30. Inbreuk op octrooi 97.113 aangenomen. Hof 's-Grav., 26 febr. 1971, nr 1, blz. 9. Na advies van de Octrooiraad inbreuk aangenomen, daar het wezen van het octrooi wordt toegepast in de matras van Dico. Hof's-Hertogenbosch, 18 mei 1971, nr 74, blz. 255. Octrooi 113.381 - materiële uitlegging. Geen inbreuk. Pres. Rb. 's-Hertogenbosch, 23 mei 1969, nr 74, blz. 255. Octrooi 73.197 - inbreuk aangenomen. Gelet op de beperkte duur van het octrooi (gedagtekend 16 augustus 1953) heeft de octrooihouder er groot belang bij, dat tegen elke eventuele inbreuk terstond wordt opgetreden. Pres. Rb. Rotterdam, 24 maart 1970, nr 2, blz. 11. Octrooi 123.032 - inbreuk aangenomen. Gedaagde verzoekt een door hem overhandigdflesjemet tabletten, die griseofulvine zouden bevatten, onpartijdig door het T.N.O. te laten onderzoeken; hiertoe leent een kort geding zich niet, zoveel te minder nu gedaagde veertien dagen heeft gehad om althans enig bewijs van haar stelling te leveren. Ook het door gedaagde omtrent de vacantie van zijn deskundigen gestelde wordt niet aanvaard, omdat hij niet heeft
gesteld noch op andere wijze heeft aannemelijk gemaakt, dat hij geen andere deskundigen had kunnen raadplegen. Pres. Rb. R'dam, 4 aug. 1970, nr 3, blz. 12. De onderhavige Bogballe-kunstmeststrooier maakt met het hulpstukje wel, doch zonder dat hulpstukje geen inbreuk op octrooi 107.803. Het los in de handel brengen van het hulpstukje betekent geen octrooi-inbreuk, maar is wel onrechtmatig. Pres. Rb. Roermond, 21 maart 1972, nr 53, blz. 147. Inbreuk aangenomen. De stangvormige geleider van de draaitafel van gedaagde heeft in wezen dezelfde functie als de segmentvormige geleider die het wezen van de geoctrooieerde uitvinding van eiseres vormt; vorm van de geleider voor de werking daarvan is niet van belang. Pres. Rb. Utrecht, 22 maart 1972, nr 54, blz. 149. Art. 30, lid 1. Octrooi 65.784 van De Vries voor een fruitsorteermachine met een transportband. De fruitsorteermachine van De Greef is voorzien van een sorteerkegel. Onderdeel I van het cassatiemiddel is gericht tegen een rechtsoverweging van het Hof die 's-Hofs beslissing niet draagt. Onderdeel II van het cassatiemiddel mist ten dele feitelijke grondslag en faalt voor het overige (zie arrest). Onderdeel III van het cassatiemiddel mist ten dele feitelijke grondslag, richt zich verder tegen een feitelijk oordeel en is voor het overige ongegrond. Hoge Raad, 23 juni 1972, nr 68, blz. 228. Tussen de sorteerkegel en de transportband bestaat nevens overeenkomst ook verschil in functie; daarom zijn deze onderdelen niet equivalent. Geen inbreuk op het octrooi aanwezig geacht. Hof Arnhem, 22 dec. 1970, nr 68, blz. 228. Octrooi 88.020 - inbreuk aangenomen. Onder de gegeven omstandigheden behoeft eiseres zich door de enkele verzekering door Sony aan gedaagde, dat de ontvangers voor Nederland de geoctrooieerde schakeling niet zullen hebben, niet voldoende tegen octrooiinbreuk beveiligd te achten. De veronderstelling van gedaagde, dat in het toestel, dat zij op de a.s. Firato-tentoonstelling gaat vertonen, de schakeling van eiseres wel is aangebracht, maar in de te importeren toestellen niet, betekent een zo onzorgvuldig handelsgedrag van gedaagde jegens haar klanten, dat de President daaraan voorbij gaat. Pres. Rb. A'dam, 9 sept. 1971, nr 45, blz. 121. Octrooi 88.020 -Alleen tentoonstellen in Nederland is nog niet in Nederland in het verkeer brengen. Gedaagde heeft in haar stand op de Firato slechts kleurentelevisie-ontvangers van Sony uitgestald zonder deze voor bezoekers der tentoonstelling te laten werken of bestellingen aan te nemen, derhalve alleen maar laten zien wat zij binnenkort op de Nederlandse markt zal brengen. Dusdoende maakt zij niet reeds inbreuk op het octrooi en met name kan zij niet worden geoordeeld de betrokken produkten van Sony in Nederland in het verkeer te brengen. Pres. Rb. A'dam, 14 sept. 1971, nr 46, blz. 122. Artt. 30 en 43. Vyvyx heeft niet bewezen, dat de door haar in het verkeer gebrachte phenethicilline wordt bereid op een geheel andere wijze dan in Beecham's octrooischrift is omschreven. Vyvyx heeft inbreuk op dit octrooi gemaakt. Bevel aan Vyvyx elke verdere inbreuk op het octrooi te staken. Verwerpt eveneens het verweer dat het door Beecham gevorderde verbod te algemeen is, en beperkt zou moeten worden tot het door Ankerpharm geproduceerde produkt. Hof 's-Grav., 17 april 1970, nr 22, blz. 58.
320 Uit de regeling van art. 43 lid 4 vloeit voort dat in een inbreukprocedure als de onderhavige een gedaagde als Vyvyx, die stelt, dat de door haar verhandelde stof niet volgens de geoctrooieerde werkwijze is vervaardigd, tevens feiten en omstandigheden zal moeten stellen, welke zulks aannemelijk maken. Dit zal in de regel moeten geschieden door preciese mededelingen te doen omtrent de werkwijze, volgens welke de verhandelde stof is vervaardigd. De Rechtbank verwerpt het betoog van Vyvyx dat niet van een gedaagde in haar positie gevergd kan worden dergelijke mededelingen te doen, omdat zij daardoor gedwongen zou kunnen worden een wellicht geheime werkwijze aan de wederpartij te openbaren, als in strijd met het stelsel van art. 43 lid 4; voorts omdat een goede procesorde verlangt, dat gedaagde een deugdelijk gemotiveerd verweer voordraagt - ook al zou dat er toe leiden, dat zij gegevens moet overleggen, welke zij liever geheim houdt -, en tenslotte omdat gedaagde - of degene, van wie zij haar produkten betrekt - in staat is door harerzijds een octrooiaanvrage in te dienen haar rechten op haar eigen werkwijze te beschermen, hetgeen in het onderhavige geval ook geschied is. Nu, mede blijkens het gedrag van Vyvyx in het verleden, niet valt te voorzien, welke vorm een dreigende inbreuk harerzijds in feite zal aannemen, kan een omschrijving van het verbod slechts in algemene termen, zoals door Beeeham gevorderd wordt, geschieden. Aan het vereiste, dat in de omschrijving een afdoende afbakening wordt gevonden ter vaststelling van hetgeen al dan niet onder het verbod begrepen is, wordt voldaan, doordat het verbod verwijst naar het octrooischrift, waarin de geoctrooieerde werkwijze nauwkeurig is omschreven, zodat Vyvyx in beginsel weet, waaraan zij zich te houden heeft. Rb. R'dam, 30 jan. 1968, nr 22, blz. 58. Artt. 30 en 43, i.v.m. art. 289 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Gedaagde maakt geen bezwaar tegen rechterlijk verbod van verdere octrooiinbreuk, noch tegen bevel van vernietiging van bij hem in voorraad zijnde inbreukmakende preparaten; evenmin tegen publikatie door eiseres van het vonnis in het Pharmaceutisch Weekblad, mits zijn naam en adres daarbij niet worden vermeld. Dienovereenkomstig gevonnist. Pres. Rb. R'dam, 6 okt. 1970, nr 23, blz. 62. Gedaagde stelt, dat zij inmiddels de invoer heeft gestaakt. Het in de procedure vaststaande feit, dat gedaagde inbreuk heeft gepleegd op het onderhavige octrooi van eiseres, levert op zichzelf voldoende grond op voor de voorziening in kort geding. Pres. Rb. R'dam, 1 dec. 1970, nr 12, blz. 39. Art. 34, lid 3, art. 51, lid 5 en art. 56, lid 3. Geen schorsing van een inbreukgeding, omdat het niet waarschijnlijk is, dat een rechtsvordering tot nietigverklaring van het octrooi zal worden ingesteld. Hof 's-Grav., 7 maart 1968, nr 44, blz. 120. Art. 43, lid 4. Gedaagde heeft weliswaar aangeboden zijn stelling, dat het door hem in het verkeer gebrachte Diphenylbutazonum volgens een andere werkwijze is bereid, te bewijzen, doch deze stelling op geen enkele wijze aannemelijk gemaakt. Het ingaan op dit bewijsaanbod maakt uitstel van de behandeling in kort geding noodzakelijk, terwijl gedaagde niet bereid is gevonden het in het verkeer brengen van Diphenylbutazonum gedurende dit uitstel te staken. Daarom wordt het bewijsaanbod gepasseerd, omdat onder deze omstandigheden het belang van eiseres bij een onverwijlde voorziening teneinde te verhinderen, dat gedurende de nog resterende duur van haar octrooi daarop inbreuk wordt gemaakt, behoort te prevaleren. Pres. Rb. R'dam, 24 maart 1970, nr 2, blz. 11.
Artt. 43 en 30. Vyvyx heeft niet bewezen, dat de door haar in het verkeer gebrachte phenethicilline wordt bereid op een geheel andere wijze dan in Beecham's octrooischrift is omschreven. Verwerpt eveneens het verweer dat het door Beeeham gevorderde verbod te algemeen is, en beperkt zou moeten worden tot het door Ankerpharm geproduceerde produkt. De rechtmatige belangen van Beeeham als octrooihoudster brengen mede, dat, nu is komen vast te staan dat Vyvyx door het verhandelen van bepaalde stoffen inbreuk heeft gemaakt op het octrooi van Beeeham, niet wordt volstaan met een last inbreukmakende handelingen door middel van op gelijke wijze bereide stoffen achterwege te laten, maar dat aan Vyvyx tevens wordt gelast zich te onthouden van inbreuk op andere wijze. Voor haar staan wegen open om, voordat zij overgaat tot het verhandelen van een produkt, aan de onzekerheid, of dit al dan niet onder Beecham's octrooi valt, een einde te zien gemaakt. Hof 's-Grav., 17 april 1970, nr 22, blz. 58. Uit de regeling van art. 43 lid 4 vloeit voort dat in een inbreukprocedure als de onderhavige een gedaagde als Vyvyx, die stelt, dat de door haar verhandelde stof niet volgens de geoctrooieerde werkwijze is vervaardigd, tevens feiten en omstandigheden zal moeten stellen, welke zulks aannemelijk maken. Dit zal in de regel moeten geschieden door preciese mededelingen te doen omtrent de werkwijze, volgens welke de verhandelde stof is vervaardigd. De Rechtbank verwerpt het betoog van Vyvyx dat niet van een gedaagde in haar positie gevergd kan worden dergelijke mededelingen te doen, omdat zij daardoor gedwongen zou kunnen worden een wellicht geheime werkwijze aan de wederpartij te openbaren, als in strijd met het stelsel van art. 43 lid 4; voorts omdat een goede procesorde verlangt, dat gedaagde een deugdelijk gemotiveerd verweer voordraagt — ook al zou dat er toe leiden, dat zij gegevens moet overleggen, welke zij liever geheim houdt —, en tenslotte omdat gedaagde — of degene, van wie zij haar produkten betrekt in staat is door harerzijds een octrooiaanvrage in te dienen haar rechten op haar eigen werkwijze te beschermen, hetgeen in het onderhavige geval ook geschied is. Nu, mede blijkens het gedrag van Vyvyx in het verleden, niet valt te voorzien, welke vorm een dreigende inbreuk harerzijds in feite zal aannemen, kan een omschrijving van het verbod slechts in algemene termen, zoals door Beeeham gevorderd wordt, geschieden. Aan het vereiste, dat in de omschrijving een afdoende afbakening wordt gevonden ter vaststelling van hetgeen al dan niet onder het verbod begrepen is, wordt voldaan, doordat het verbod verwijst naar het octrooischrift, waarin de geoctrooieerde werkwijze nauwkeurig is omschreven, zodat Vyvyx in beginsel weet, waaraan zij zich te houden heeft. Rb. R'dam, 30 jan. 1968, nr 22, blz. 58. Artt. 43 en 30, i.v.m. art. 289 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Gedaagde stelt, dat zij inmiddels de invoer heeft gestaakt. Het in de procedure vaststaande feit, dat gedaagde inbreuk heeft gepleegd op het onderhavige octrooi van eiseres, levert op zichzelf voldoende grond op voor de voorziening in kort geding. Pres. Rb. R'dam, 1 dec. 1970, nr 12, blz. 39. Art. 51, lid 5, art. 34, lid 3 en art. 56, lid 3. De wetgever, in art. 56, lid 3 de mogelijkheid van schorsing openend, niet alleen in het geval dat een rechtsvordering als in die bepaling bedoeld „is" maar ook indien zij slechts „zou kunnen worden" ingesteld, doelt niet op een abstracte mogelijkheid, maar op het geval, dat het instellen van zulk een rechtsvordering met een zekere waarschijnlijkheid is te verwachten, van welke waarschijnlijkheid hier echter geen sprake is. Hof 's-Grav., 7 maart 1968, nr 44, blz. 120.
Rechtbank, die een deskundigenonderzoek wil gelasten, acht het niet raadzaam een schorsing van deze inbreukprocedure te bevelen, in afwachting van het resultaat van een alsnog door eiseres in te stellen nietigheidsactie met betrekking tot een tijdens de procedure aan gedaagde ondanks oppositie van eiseres verleend octrooi. Gedaagde had om die schorsing bij pleidooi verzocht met het oog op het haar eventueel op grond van art. 51, lid 5 toekomende voordeel. De Rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat in een nietigheidsactie het bevelen van een deskundigenonderzoek als bovenbedoeld evenzeer voor de hand zou liggen en dat het onderwerp van een dergelijk onderzoek niet of nagenoeg niet zou verschillen van een in deze inbreukactie te bevelen onderzoek. Rb. 's-Grav., 17 jan. 1967, nr 44, blz. 120. Art. 56, lid 3, art. 34, lid 3 en art. 51, lid 5. De wetgever, in art. 56, lid 3 de mogelijkheid van schorsing openend, niet alleen in het geval dat een rechtsvordering als in die bepaling bedoeld „is" maar ook indien zij slechts „zou kunnen worden" ingesteld, doelt niet op een abstracte mogelijkheid, maar op het geval, dat het instellen van zulk een rechtsvordering met een zekere graad van waarschijnlijkheid is te verwachten, van welke waarschijnlijkheid hier echter geen sprake is. Hof 's-Grav., 7 maart 1968, nr 44, blz. 120. Rechtbank, die een deskundigenonderzoek wil gelasten, acht het niet raadzaam een schorsing van deze inbreukprocedure te bevelen, in afwachting van het resultaat van een alsnog door eiseres in te stellen nietigheidsactie met betrekking tot een tijdens de procedure aan gedaagde ondanks oppositie van eiseres verleend octrooi. Gedaagde had om die schorsing bij pleidooi verzocht met het oog op het haar eventueel op grond van art. 51, lid 5 toekomende voordeel. De Rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat in een nietigheidsactie het bevelen van een deskundigenonderzoek als bovenbedoeld evenzeer voor de hand zou liggen en dat het onderwerp van een dergelijk onderzoek niet of nagenoeg niet zou verschillen van een in deze inbreukactie te bevelen onderzoek. Rb. 's-Grav., 17 jan. 1967, nr 44, blz. 120. IIA. Merkenwet (oud) Art. 3, lid 1 (oud). Inbreuk op het merk A.D.G. door tanks, voorzien van het merk A.D.G., maar gevuld met niet van A.D.G. afkomstig gas, te verhandelen met een plakzegel met de woorden: „gevuld met Gulikers Camping Gas Putten"; wel kan in ernst worden betwijfeld, of deze handelingen van Guliker inbreuk op het merk maken als in het verbod omschreven; de dwangsom is daarom niet verschuldigd. Hof Arnhem, 5 mei 1971, nr 38, blz. 101. De Amerikaanse Seven-Up Company levert hier te lande aan bottelondernemingen het extract SEVEN-UP, dat het essentiale van de SEVEN up-drank is. Dit extract en de gerede drank zijn soortgelijke waren. Bovendien is het feitelijke gebruik door de bottelondernemingen van het merk SEVEN UP voor de gerede drank rechtens gebruik door de Amerikaanse Seven-Up Company. Hof's-Hertogenbosch, 24 juni 1971, nr 66, blz. 192. Art. 4bis, lid 2 (oud). Onderscheidende kracht Aangenomen: Luxa. Rb. Maastricht, 24 febr. 1972, nr 64, blz. 177. Afb.'n van in blauw en wit uitgevoerde oud-hollandse tegels voor chocolaterie. Pres. Rb. 's-Grav., 3 nov. 1971, nr 47, blz. 123.
Roosvicee Ferro voor rozebottelsiroop. Pres. Rb. Utrecht, 7 aug. 1970, nr 20, blz. 44. Weinig onderscheidende kracht: Achtervoegsel flex. Rb. 's-Grav., 8 dec. 1970, nr 18, blz. 43. MILK en MTLKY.
Rb. 's-Grav., 10 nov. 1970, nr 8, blz. 14. Niet aangenomen: „Camping Gaz", resp. „Camping gas" voor gas. Hof Arnhem, 5 mei 1971, nr 38, blz. 101. Afb. van een gestileerde wijzerplaat voor horloges. Rb. 's-Grav., 8 maart 1971, nr 4, blz. 13. Hartmotief als aanduiding van dieetmargarine. Pres. Rb. 's-Grav., 1 sept. 1971, nr 39, blz. 103. Art. 10, lid 1, aanhef en onder a (oud). Overeenstemming in hoofdzaak Aangenomen tussen: Derby Up Drink, en Seven Up en 7Up. Hof's-Hertogenbosch, 24 juni 1971, nr 66, blz. 192. NIPREDON en BREDON voor
farmaceutische producten. Hof's-Hertogenbosch, 4 jan. 1972, nr 56, blz. 151.
MILK JOY en MILKY WAY.
Rb. 's-Grav., 10 nov. 1970, nr 8, blz. 14. MANURIT voor produkten van kunsthars met lagen glasvezels, en MARTINIT voor asbestcementplaten, enz. Rb. 's-Grav., 23 nov. 1970, nr 14, blz. 42. ESKILON en ENKALON.
Rb. 's-Grav., 8 maart 1971, nr 15, blz. 42. Castillo San Mateo en Mateus voor wijnen. Rb. 's-Grav., 8 maart 1971, nr 24, blz. 62. SUPER-TETANEX EN TENAX.
Rb. 's-Grav., 25 maart 1971, nr 16, blz. 42. ADDS en ADS.
Rb. 's-Grav., 4 juni 1971, nr 17, blz. 43. DIOCTAN en THIODAN.
Rb. 's-Grav., 7 dec. 1971, nr 69, blz. 233. luxe Feks en luxe VEBS voor jalouzieën, en LUXAFLEX. Pres. Rb. Haarlem, 2 juni 1971, nr 34, blz. 82. Niet aangenomen tussen: VIVASTELLA, en woordmerken die alle met STEL beginnen. Rb. 's-Grav., 16 mei 1969, nr 5, blz. 13. en HIJ c.q. de handelsnaam Hu Herenmode N. V. Rb. 's-Grav., 24 maart 1971, nr 6, blz. 13. HI-SIGN,
LUXAMAT voor keukens en LUXAFLEX, LUXALON, LUXAPLY voor zonneweringen, wand- en bekledingspanelen. Rb. Maastricht, 24 febr. 1972, nr 64, blz. 177.
Karvan Cévitam Ferro, Karvan Cévitam Stop en Karvan Cévitam Lax (of Laxa) enerzijds, en Roosvicee Ferro, Roosvicee Stop en Roosvicee Laxo anderzijds. Pres. Rb. Utrecht, 7 aug. 1970, nr 20, blz. 44. Karvan Cévitam en Roosvicee voor rozebottelsiroop. Pres. Rb. Utrecht, 7 aug. 1970, nr 20, blz. 44. Soortgelijkheid van waren Aangenomen tussen: Farmaceutische producten en anti-rheumapreparaat. Hof's-Hertogenbosch, 4 jan. 1972, nr 56, blz. 151.
322 Farmaceutische producten en hoestpreparaten. Hof 's-Hertogenbosch, 4 jan. 1972, nr 56, blz. 151. Cacao, biscuits, koek, banketbakkerswaren, suikerbakkerswaren, consumptie-ijs en ijs, en chocolade, toffees, caramels, chocolade- en suikerwerken. Rb. 's-Grav., 10 nov. 1970, nr 8, blz. 14. Produkten van kunsthars met lagen glasvezels, en asbestcementplaten. Rb. 's-Grav., 23 nov. 1970, nr 14, blz. 42. Kunstmatige vezels, garens en draden, alsmede daaruit vervaardigde goederen, en lingerie, kleding, tricot-artikelen en linnengoed. Rb. 's-Grav., 25 maart 1971, nr 16, blz. 42. Apparatuur voor het in de vorm van alfa-numerieke gegevens en grafieken weergeven van behandelde informatie, en rekenautomaten en mechanische, elektrische en elektronische boekhoudmachines. Rb. 's-Grav., 4 juni 1971, nr 17, blz. 43. Chemische middelen voor land-, tuin-, fruit- en bosbouwdoeleinden, en gerede middelen ter bestrijding van schadelijke insecten in land-, tuin- en bosbouw. Rb. 's-Grav., 7 dec. 1971, nr 69, blz. 233. Niet aangenomen tussen: Oraal hypoglycemisch produkt dat alleen op doktersrecept verkrijgbaar is, en hoestbonbons. Rb. 's-Grav., 14 juni 1971, nr 7, blz. 14. Art. 10, lid 1, aanhef en onder b (oud). Verwarrende overeenstemming Aangenomen tussen: Handelsnamen Dr Babor Bio Cosmetica N.V. en Thelen K.G. Babor Kosmetik. Hoge Raad, 7 jan. 1972, nr 48, blz. 125. Stuba en Stuwa Hof A'dam, 23 april 1970, nr 58, blz. 155. Derby Up Drink, en Seven Up en 7Up. Hof's-Hertogenbosch, 24 juni 1971, nr 66, blz. 192. Likofiex voor vloerbedekking en meubelbekleding, en Luxaflex voor jaloezieën. v ' Rb. 's-Grav., 8 dec. 1970, nr 18, blz. 43. CELPHAR voor cosmetische artikelen, en de handelsnaam CHEMPHAR Chemisch -Pharmaceutische Handel Maatschappij N.V. Rb. 's-Grav., 8 maart 1971, nr 19, blz. 44. Afb'n. van onderling identieke, gestileerde poppetjes. Rb. 's-Grav., 11 maart 1971, nr 25, blz. 63. Luxamat voor keukens en LUXAFLEX, LUXALON, LUXAPLY voor zonneweringen, wand- en bekledingspanelen. Rb. Maastricht, 24 febr. 1972, 'nr 64, blz. 177. Linol en Vitelma op verpakkingen voor dieetmargarine. Pres. Rb. 's-Grav., 1 sept. 1971, nr 39, blz. 103. Overvechtse IJzerhandel eig. W. Pijper, en Utrechtse IJzerhandel W. Pijper. Pres. Rb. Utrecht, 30 dec. 1970, nr 26, blz. 63. Niet aangenomen tussen: VIVASTELLA, en woordmerken die alle met STEL beginnen. Rb. 's-Grav., 16 mei 1969, nr 5, blz. 13. HI-SIGN, en HIJ c.q. de handelsnaam HIJ Herenmode N.V. Rb. 's-Grav., 24 maart 1971, nr 6, blz. 13. Verwante waren Aangenomen: Keukens, bestaande uit kasten, aanrechten, gootstenen enz., en zonneweringen, wand- en bekledingspanelen enz. Rb. Maastricht, 24 febr. 1972, nr 64, blz. 177.
IIB. Benelux-Merkenwet Art. 1. Afbeeldingen van in blauw en wit uitgevoerde Oudhollandse tegels met voorstellingen van zeilschepen, ruiters of molens zijn geschikt om te worden gebezigd ter onderscheiding van de waar chocolaterie. Daaraan doet niet af, dat de afgebeelde tegel deel uitmaakt van het Nederlands (historisch) cultuurpatroon en evenmin dat die afbeelding als beeldmerk mede strekt tot versiering van de waar of haar verpakking. De bedoelde tegelafbeeldingen zullen door het publiek als merk worden beschouwd, zodat niet opgaat de bewering, dat de afgebeelde zeilschepen, molens en ruiters te ingewikkeld zijn om als merk te kunnen gelden. Ook het argument, dat de vermelde afbeeldingen geen merken of beschermende tekens in de zin der wet zijn, omdat zij in hoofdzaak overeenstemmen met andere merken, gaat niet op, omdat van overeenstemming in hoofdzaak geen sprake is. Verbod opgelegd tot het in de handel brengen van chocoladetabletten in dozen waarop een in blauw en wit uitgevoerde Hollandse tegel is afgebeeld en wel binnen Nederland, België en Luxemburg. Pres. Rb. 's-Grav., 3 nov. 1971, nr 47, blz. 123 (met noten). De opdruk van de door eiseres gebruikte zakjes voor carrees en rondjes vormt een „tekening" als bedoeld in art. 1 Beneluxmerkenwet, is als merk gedeponeerd en heeft onderscheidende kracht. Pres. Rb. Zwolle, 10 febr. 1972, nr 76, blz. 262. Artt. 1 en 3. ADG is rechthebbende op de woordbeeldmerken „Camping Gaz" en „Camping Gaz International" voor tanks, gevuld met vloeibaar gas, alsmede voor op die tanks aansluitbare kook-, verwarmings- en verlichtingsapparaten, met name voor kampeergebruik. Mede gelet op de ruime omschrijving van warenmerken in art. 1 van de Eenvormige Beneluxwet op de warenmerken, is voorshands aannemelijk, dat de woordbeeldmerken ook het gas in die tanks omvatten, waaraan niet afdoet, dat dit gas verkrijgbaar is bij iedere grote benzinemaatschappij. Beuzenberg maakt inbreuk op de merken indien hij de door ADG gemerkte tanks zelf met gas vult of doet vullen en daarna die tanks verhandelt. Hieraan doet niet af, dat Beuzenberg de tanks voorziet van een goudgele strip en een witte plakstrook met vermelding „Gevuld met Beuzenberg's gas, Haamstede", daar desondanks te verwachten is, dat het publiek de indruk zal krijgen dat de tanks met toestemming van ADG of de importeurs van ADG met van ADG of die importeur afkomstig gas zijn gevuld. Hof 's-Grav., 26 mei 1971, nr 75, blz. 258. Art. 1, en art. équinquies B onder 2 Unieverdrag. Uit het feit, dat de aard van de waar dieetmargarine medebrengt daarvoor een ondoorzichtige kartonnen verpakking te gebruiken met daarin plastic kuipjes, kan slechts volgen, dat de door eiseres ingeroepen merkenrechtelijke bescherming niet geldt voor de vorm op zichzelf van haar langwerpige rechthoekige kartonnen dozen en van de daarin zich bevindende kuipjes. Daarmede is dan nog niet beslist of eiseres die bescherming kan inroepen voor de lichtgroene hartemblemen op donkergroene achtergrond en het woord „vitelma" in donkergroene letters op witte achtergrond welke op haar kartonnen dozen voorkomen en op een groen hart op de deksels van de in haar dozen zich bevindende kuipjes. Voorts dient het hartmotief als aanduiding van de bestemming van de waar dieetmargarine en mist het derhalve onderscheidend vermogen, mede omdat het als versiering een veel voorkomend motiefis, terwijl het gebruik van de licht- en donkergroene kleuren op het gebied van plantaardige margarine algemeen gebruikelijk is. Daaruit volgt echter niet, dat de combinatie van alle ge-
323 noemde elementen, waarvoor eiseres primair merkenrechtelijke bescherming inroept, onderscheidend vermogen mist, nu die combinatie niet algemeen gebruikelijk is en bovendien een woordmerk op zichzelf krachtens artikel 1 der BMW vatbaar is voor merkrecht. Pres. Rb. 's-Grav., 1 sept. 1971, nr 39, blz. 103. Artt. 1 en 14A onder 1 sub a, i.v.m. art. óquinquies B onder 2 Unieverdrag. Uit het feit, dat de inschrijving „REDDY", „REDDI" of „REAOY" in het oude Nederlandse register ten minste zeven maal voorkomt als nationale inschrijving en in het Benelux register deze naam in enige vorm ten minste zeven maal voorkomt als ambtshalve inschrijving van een voorheen geweigerde internationale inschrijving, waaronder tweemaal die van eiseres, volgt niet, dat het merk „REDDY" ieder onderscheidend vermogen zou missen, nu de genoemde nationale inschrijvingen niet het merk REDDY voor levensmiddelen betreffen en de weigering van de internationale inschrijving van eiseresses merk heeft plaatsgevonden op grond van een oudere nationale inschrijving van het merk REDDI door een derde, wiens recht op dat merk door niet gebruik verloren is gegaan. Ook het argument, dat het woordmerk REDDY algemeen zal worden opgevat als het Engelse woord „ready" en als zodanig de aanduiding is van een eigenschap van de waar, gaat niet op daar, juist wegens de bekendheid hier te lande van de Engelse taal, de kans niet groot is, dat het publiek het woord „reddy" zal opvatten als „ready". Pres. Rb. 's-Grav., 10 sept. 1971, nr 33, blz. 79. Artt. 3 en 1. ADG is rechthebbende op de woordbeeldmerken „Camping Gaz" en „Camping Gaz International" voor tanks, gevuld met vloeibaar gas, alsmede voor op die tanks aansluitbare kook-, verwarmings- en verlichtingsapparaten, met name voor kampeergebruik. Mede gelet op de ruime omschrijving van warenmerken in art. 1 van de Eenvormige Beneluxwet op de warenmerken, is voorshands aannemelijk, dat de woordbeeldmerken ook het gas in die tanks omvatten, waaraan niet afdoet, dat dit gas verkrijgbaar is bij iedere grote benzinemaatschappij. Beuzenberg maakt inbreuk op" de merken indien hij de door ADG gemerkte tanks zelf met gas vult of doet vullen en daarna die tanks verhandelt. Hieraan doet niet af, dat Beuzenberg de tanks voorziet van een goudgele strip en een witte plakstrook met vermelding „Gevuld met Beuzenberg's gas, Haamstede", daar desondanks te verwachten is, dat het publiek de indruk zal krijgen dat de tanks met toestemming van ADG of de importeurs van ADG met van ADG of die importeur afkomstig gas zijn gevuld. Hof 's-Grav., 26 mei 1971, nr 75, blz. 258. Art. 4 onder 6 i.v.m. art. 14, lid B onder 1 en 2. Het beroep door gedaagde op de eerdere inschrijving van het merk REDDI en op het gebruik van dat merk, waarvan het bestaan aan eiseres bekend was, in behandeling genomen, ook al nemen de betrokken derden niet aan het geding deel, daar gedaagde hen in een geding ten principale kan oproepen. Pres. Rb. 's-Grav., 10 sept. 1971, nr 33, blz. 79, (met noot). Art. 13 onder A, lid 1. Omdat op de vorenbedoelde verpakking tevens de merken Mitt-100 en Swipe voorkomen, waarop eiseres sub 2 resp. eiseres sub 3 in Nederland recht hebben, heeft gedaagde ook op de rechten van de respectievelijke eiseressen op die merken inbreuk gemaakt. Pres. Rb. Arnhem, 30 sept. 1971, nr 41, blz. 108. Het gebruik van het merk LUXAMAT voor de waar keukens vormt gebruik van een met eiseresses merk overeenstem-
mend teken in het economisch verkeer, dat aan eiseres schade kan toebrengen en waarvoor een geldige reden niet is gesteld of gebleken. Weliswaar stemt het merk LUXAMAT met de merken LUXAFLEX, LUXALON, LUXAPLY enz. niet in hoofdzaak overeen, maar wel valt tussen die merken zodanige overeenstemming aan te nemen, dat bij een niet te verwaarlozen deel van het in aanmerking komend publiek verwarring te duchten valt omtrent de herkomst der waren en wel speciaal doordat de indruk wordt gewekt, dat het hier gaat om een serie van merken, afkomstig van eenzelfde fabriek of concern en de producten van eiseres en die van gedaagde zo verwant moeten worden geacht, dat het publiek die waren licht aan dezelfde of verwante bron zal toeschrijven bij gebruik van die waren van toch zo overeenstemmende merken als in casu. Bij een en ander mede in aanmerking genomen, dat vooral eiseresses merk LUXAFLEX zeer algemene bekendheid geniet en het bestanddeel LUXA niet te vereenzelvigen is met een kwaliteitsaanduiding. Rb. Maastricht, 24 febr. 1972, nr 64, blz. 177 (met noot). Ondanks het feit, dat de vorm van de verpakking van gedaagde in afmetingen anders is en op de verpakking van gedaagde niet het woord „vitelma" maar het woord „linol" voorkomt, is verwarringsgevaar aanwezig te achten, daar het totaalbeeld van de dozen in hoge mate hetzelfde is en er kans bestaat dat het publiek, de doos van gedaagde ziende, zich het woordt „vitelma" op de doos van eiseres niet meer zal herinneren. Pres. Rb. 's-Grav., 1 sept. 1971, nr 39, blz. 103. Aangezien het woordmerk van eiseres is ingeschreven voor een aantal etenswaren en gedaagde dit merk ook gebruikt voor een aantal — hoewel niet dezelfde — etenswaren en bovendien de sauzen, waarvoor het merk van eiseres is ingeschreven, zeer wel gebruikt kunnen worden bij de vleeswaren waarvoor gedaagde het merk gebruikt, bestaat er een zodanig nauw verband dat er grote kans bestaat, dat het publiek, wanneer dit het op de producten van beide partijen voorkomende merk waarneemt, zal aannemen, dat al deze producten zijn vervaardigd of in de handel gebracht door eiseres. Derhalve staat vast, dat gedaagde het merk gebruikt voor soortgelijke waren als eiseres. Zo al geen soortgelijkheid van waren mocht bestaan, is toch art. 13A aanhef en onder 2 van toepassing, omdat vaststaat, dat gedaagde het merk gebruikt in het economische verkeer, gedaagde daarvoor een geldige reden niet aannemelijk heeft gemaakt en door het gebruik aan eiseres schade kan worden toegebracht, omdat door dat gebruik het merk van eiseres aan onderscheidende kracht kan inboeten. Pres. Rb. 's-Grav., 10 sept. 1971, nr 33, blz. 79. Eiseresse is ook ingevolge het op 1 januari 1971 in werking getreden Beneluxverdrag inzake de Warenmerken (Trb. 1962, 58) rechthebber op het merk LUXAFLEX, zulks onder meer voor jalouzieën. Verbod opgelegd aan gedaagde voor jalouzieën of hieraan soortgelijke waren van elk gebruik van de aanduidingen „luxe Feks" en „luxe VEBS" zomede het gebruik van iedere andere aanduiding, welke met het woord LUXAFLEX overeenstemt. De daartoe strekkende vordering komt als op de Wet gebaseerd gerechtvaardigd voor; dit wordt niet anders, indien de door eiseres gewraakte aanduidingen na de harerzijds gegeven waarschuwingen door gedaagde bij vergissing zouden zijn gebruikt, terwijl evenmin van belang is, noch dat eiseres de onderwerpelijke vordering eerder had kunnen instellen, noch dat gedaagde het voornemen heeft de in dit kort geding bedoelde aanduidingen niet meer te gebruiken. Pres. Rb. Haarlem, 2 juni 1971, nr 34, blz. 82. Het merk DERBY UP DRINK enerzijds en de zeer bekende merken SEVEN UP en 7UP anderzijds, alle voor limonades, zijn overeenstemmende tekens, o.a. omdat UP bij een rele-
324 vant deel van het publiek een associatie met SEVEN UP oproept. Hof 's-Hertogenbosch, 24 juni 1971, nr 66, blz. 192. Toetsing van de voormelde merkinbreuk aan de bepalingen van de BMW voert tot de bevinding, dat op grond van deze wet aan het merkrecht een absoluut karakter moet worden toegekend en naar luid van de toelichting op deze wet het bepaalde in art. 13 onder A (1) de bescherming bekrachtigt, die de bestaande nationale wetgeving aan een merkhouder verleent. Hof's-Hertogenbosch, 4 jan. 1972, nr 56, blz. 151. De waren chips zijn soortgelijk aan carrees en rondjes. De tekening die gedaagde op haar zakjes voor chips gebruikt, stemt op verwarrende wijze overeen met de door eiseres gebruikte tekening. Pres. Rb. Zwolle, 10 febr. 1972, nr 76, blz. 262. Art. 14 onder A, lid 1 sub a en art. 1, i.v.m. art. öquinquies B onder 2 Unieverdrag. Uit het feit, dat de inschrijving „REDDY", „REDDI" of „READY" in het oude Nederlandse register ten minste zeven maal voorkomt als nationale inschrijving en in het Benelux register deze naam in enige vorm ten minste zeven maal voorkomt als ambtshalve inschrijving van een voorheen geweigerde internationale inschrijving, waaronder tweemaal die van eiseres, volgt niet, dat het merk „REDDY" ieder onderscheidend vermogen zou missen, nu de genoemde nationale inschrijvingen niet het merk REDDY voor levensmiddelen betreffen en de weigering van de internationale inschrijving van eiseresses merk heeft plaatsgevonden op grond van een oudere nationale inschrijving van het merk REDDI door een derde, wiens recht op dat merk door niet gebruik verloren is gegaan. Ook het argument, dat het woordmerk REDDY algemeen zal worden opgevat als het Engelse woord „ready" en als zodanig de aanduiding is van een eigenschap van de waar, gaat niet op daar, juist wegens de bekendheid hier te lande van de Engelse taal, de kans niet groot is, dat het publiek het woord „reddy" zal opvatten als „ready". Pres. Rb. 's-Grav., 10 sept. 1971, nr 33, blz. 79. Art. 14 onder B, aanhef en onder 1. Nietigverklaring voor België van internationale inschrijvingen van merken. Rb. van Koophandel Brussel, 28 jan. 1971, nr 57, blz. 154 (met noot). Art. 14, lid B onder 1 en 2 i.v.m. art. 4, onder 6. Het beroep door gedaagde op de eerdere inschrijving van het merk REDDI en op het gebruik van dat merk, waarvan het bestaan aan eiseres bekend was, in behandeling genomen, ook al nemen de betrokken derden niet aan het geding deel, daar gedaagde hen in een geding ten principale kan oproepen. Pres. Rb. 's-Grav., 10 sept. 1971, nr 33, blz. 79 (met noot). Artt. 29 en 35. Het op de Merkenwet (oud) gebaseerde verzoekschrift, ingediend tijdens de werking van die wet, moet met toepassing van die wet worden afgedaan. Rb. 's-Grav., 24 maart 1971, nr 6, blz. 13. Artt. 35 en 29. Het op de Merkenwet (oud) gebaseerde verzoekschrift, ingediend tijdens de werking van die wet, moet met toepassing van die wet worden afgedaan. Rb. 's-Grav., 24 maart 1971, nr 6, blz. 13. III. Merkenlandsverordening Nederlandse Antillen Art. 30, leden 5, 6 en 7. Het uit de internationale [vernieuwing van de] inschrij-
ving voortvloeiende recht tot uitsluitend gebruik van het merk ASTOR-HAYS is niet vervallen. Deze vernieuwing van een internationale inschrijving staat op één lijn met een op of na 2 oktober 1951 in de Nederlandse Antillen geregistreerde inschrijving of vernieuwing. Daarom heeft Reemtsma geen belang bij een verzoek tot nationale inschrijving van het merk in de Nederlandse Antillen. Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen, 30 maart 1971, nr 9. blz. 15 (met noten V.D.Z.). IV. Handelsnaamwet Art. 1. Gedaagde heeft op een aan zijn winkeldeur gehecht naambord aan zijn handelsnaam „Overvechtse IJzerhandel" toegevoegd „eig. W. Pijper", waarbij de letters „eig." belangrijk kleiner zijn dan de overige. Hij gebruikt voorts prijskaartjes met de opdruk W. Pijper en staat in de telefoongids vermeld als Pijper, W., IJzerw. en huish. art.. De aanduiding in de telefoongids kan niet worden beschouwd als het voeren van een handelsnaam; de andere handelingen wel. Verbod tot gebruik van de toevoeging Pijper op prijsetiketten, verpakkingsmateriaal, in advertenties, op, voor en achter etalageraam of winkeldeur, enz. Pres. Rb. Utrecht, 30 dec. 1970, nr 26, blz. 63. Art. 5. Het Hof, gesteld voor de vraag of Babor-Nederland in strijd heeft gehandeld met het verbod van artikel 5 HNW, heeft terecht onderscheiden: a) of Babor-Duitsland geacht kan worden haar handelsnaam eerder te hebben gevoerd dan Babor-Nederland en b) of— indien vraag a bevestigend wordt beantwoord — bij het Nederlandse publiek verwarring tussen beide ondernemingen te duchten was toen Babor-Nederland haar handelsnaam ging voeren. Het Hof heeft vraag a bevestigend beantwoord op grond dat Thelen K.G. Babor Kosmetik, die in deze zaak met Babor-Duitsland mag worden vereenzelvigd, haar handelsnaam reeds voerde in de Bondsrepubliek voordat BaborNederland de hare in Nederland begon te voeren. Het Hof heeft, daarvan uitgaande, terecht geoordeeld, dat BaborDuitsland geacht moet worden haar handelsnaam eerder te hebben gevoerd in de zin van artikel 5, aangezien voor zodanig voeren niet vereist is het voeren van een handelsnaam in Nederland. Het Hof heeft de bekendheid van de Duitse onderneming bij het Nederlandse publiek alleen van belang geacht voor het verwarringsgevaar; aldus oordelend heeft het Hof de betekenis van art. 5 HNW niet miskend. Hoge Raad der Nederlanden, 7 jan. 1972, nr 48, blz. 125. Stuvac heeft niet aangetoond, dat zij de naam Stuba vóór 1 november 1969 heeft gevoerd; de enkele inschrijving in het handelsregister kan niet als zodanig worden aangemerkt. Bovendien heeft Stuwa door in hoger beroep overgelegde bescheiden voldoende aannemelijk gemaakt, dat de naam Stuwa tot het publiek — waaronder ook werkgevers — in Utrecht was doorgedrongen, toen Stuvac de naam Stuba in het handelsregister deed inschrijven. Voorshands conclusie gewettigd, dat de naam Stuwa in Utrecht eerder is gevoerd dan de naam Stuba. Hof A'dam, 23 april 1970, nr 58, blz. 155. De handelsnaam „Dr Babor Bio Cosmetica N.V." wijkt slechts in geringe mate af van de oudere handelsnamen Thelen K.G. Babor Kosmetik" en „Dr Babor & Co. K.G.". Dientengevolge is door het voeren van de eerstgenoemde handelsnaam verwarring tussen de ondernemingen van partijen te duchten, nu beide ondernemingen cosmetica verhandelen. Voor de bescherming van een handelsnaam welke art. 5 HNW biedt, is het niet nodig, dat de onderneming in Nederland is gevestigd of dat zij hier te lande een afzetgebied
325 heeft, doch voldoende dat zij in Nederland een dusdanige bekendheid geniet, dat bij het publiek verwarring tussenhaar en een nadien in Nederland gevestigde onderneming te duchten is. Hof 's-Grav., 5 nov. 1970, nr 48, blz. 125. Door hier te lande wasmiddelen in de handel te brengen in een verpakking met de opschriften „Neu von Lorimont" en „Lorimont Enterprises G.m.b.H." heeft gedaagde ten opzichte van eiseres sub 1 in strijd gehandeld met art. 5 der Handelsnaamwet. Pres. Rb. Arnhem, 30 sept. 1971, nr 41, blz. 108. Gedaagde handelt in strijd met art. 5 van de Handelsnaamwet door het gebruiken van de handelsnaam Combiplast, terwijl eiseres reeds eerder de handelsnaam CombiPlastic voerde. De produkten van beide partijen liggen zodanig op dezelfde lijn, dat bij het publiek verwarring te duchten is. Onder publiek dient niet slechts te worden verstaan de — mogelijk gespecialiseerde — afnemers, doch ook onder meer de toeleveringsbedrijven. Pres. Rb. Breda, 14 juli 1970, nr 60, blz. 159. Partijen zijn het erover eens, dat de overeenkomst der handelsnamen Stuba en Stuwa verwarring in de zin van art. 5 HNW sticht. De kern van de strijd is de vraag wie haar naam in Utrecht het eerst heeft gevoerd. Partij Stuwa had haar bedrijf onder deze handelsnaam elders in Nederland, in elk geval in Amsterdam sedert 1965 uitgeoefend en heeft op 1 november 1969 in Utrecht een filiaal gevestigd; partij Stuvac oefende daar voordien reeds een soortgelijk bedrijf uit onder de handelsnaam Stuba, ingeschreven bij de Kamer van Koophandel op 11 juni 1969. Bij toepassing van artikel 5 Handelsnaamwet dient in het algemeen het al dan niet eerder voeren van een handelsnaam plaatselijk beoordeeld te worden. Niet is voldoende aannemelijk geworden, dat Stuwa een zodanig landelijk bepaalde werkingssfeer bezit, dat aan haar in Utrecht eerder dan aan partij Stuvac de bescherming van art. 5 HNW dient te worden verleend. Pres. Rb. Utrecht, 23 jan. 1970, nr 58, blz. 155. Noch het feit, dat gedaagde een kleiner assortiment ijzerwaren heeft dan eiser en een groot assortiment huishoudelijke artikelen, noch het feit, dat' de onderneming van gedaagde 40 km van die van eiser verwijderd is, vermag het gevaar voor verwarring bij het publiek weg te nemen. Pres. Rb. Utrecht, 30 dec. 1970, nr 26, blz. 63. Art. 5, en art. 1401 Burgerlijk Wetboek. Tussen gedaagde en eiseres heeft een contractuele relatie bestaan, in het kader waarvan gedaagde de naam„Chemo Supply Company" gebruikte, onder welke naam eiseres tevoren reeds haar onderneming dreef. Nadat de relatie was beëindigd, is gedaagde gaan handelen onder de naam „Chemo Trading Nederland". Onder de gegeven omstandigheden is het voeren van de naam „Chemo Trading Nederland" door gedaagde onrechtmatig jegens eiseres, evenals het gebruik van de afkorting van die naam „Chemo" en van het door eiseres gebezigde telegramadres „Chemoco", ook al zou gedaagde zijn connecties voor een belangrijk deel hebben in andere gebieden dan eiseres, waarbij nog komt dat van enige noodzaak voor gedaagde om juist deze namen te gebruiken niet is gebleken. Ook al zou eiseres de contractuele verhouding op onrechtmatige wijze hebben verbroken, zou daardoor toch niet de bescherming welke aan eiseres met betrekking tot het voeren van haar namen toekomt wegvallen. Het feit, dat de namen niet in het handelsregister zijn ingeschreven, is ten deze niet van belang. Pres. Rb. Utrecht, 4 dec. 1970, nr 27, blz. 65. Art. 5a. Het gebruik van het litigieuze merk als dienstmerk op
briefpapier, enveloppen en andere „hulpwaren" geeft geen rechtstreeks uit art. 5a HNW voortvloeiende bescherming, omdat zulk een merk niet is te beschouwen als een merk, waarop eiser ter onderscheiding van zijn fabrieks- of handelswaren recht heeft. Pres. Rb. Utrecht, 20 febr. 1970, nr 59, blz. 157. Art. 5a, i.v.m. art. 75i Wetboek van Koophandel. Na beëindiging van de agentuurovereenkomst is de voormalige handelsagent niet meer gerechtigd de naam en het teken Culina te gebruiken, omdat daardoor gevaar bestaat voor verwarring bij het publiek, dat gedaagde nog steeds agent zou zijn van eiseres, die Culina keukens produceert en verhandelt. Pres. Rb. Roermond, 13 okt. 1969, nr 35, blz. 82. V. Auteurswet Artt. 1 en 3. De door gedaagden vervaardigde en in de handel gebrachte houder wijkt in zo geringe mate af van eisers modellen, dat deze in totaliteit niet als produkt van vormgeving met een eigen karakter beschouwd kan worden en derhalve geacht moet worden inbreuk te maken op eiseres auteursrecht. Pres. Rb. 's-Grav., 3 nov. 1971, nr 81, blz. 280. Art. 10, lid 1, aanhef en onder 10e. Het denkbeeld om ledikantjes te maken naar Oudhollands — althans oudeuropees — model, welke niettemin aan de eisen van de moderne tijd voldoen, met name in dit opzicht dat zij vaststaan en geen schommelwiegen zijn, heeft op zichzelf iets origineels. Hieraan is door de bedjes van Scholten & Visser op oorspronkelijke wijze vorm gegeven. Op het dientengevolge aan Scholten & Visser toekomende auteursrecht wordt door Denneboom en Prénatal inbreuk gemaakt. Hof A'dam, 9 maart 1971, nr 40, blz. 107. De houders van eiser moeten worden beschouwd als werken van op nijverheid toegepaste kunst, daar zij originele scheppingen zijn en een eigen en estetiscb. aantrekkelijk karakter hebben doordat eiser daarop zijn persoonlijke stempel heeft gedrukt, ten gevolge waarvan die houders zich duidelijk onderscheiden van andere toen op de markt zijnde plantencontainers. De vraag of bij eisers houders sprake is van kunstzinnigheid, behoeft geen beantwoording, omdat zulks niet relevant is voor de vraag of eisers houders auteursrechtelijke bescherming toekomt. Pres. Rb. 's-Grav., 3 nov. 1971, nr 81, blz. 280. VI. Verdrag Kweekprodukten Het Verdrag tot bescherming van kweekprodukten en de Zaaizaad- en Plantgoedwet gaan ervan uit, dat kweekprodukten slechts beschermd worden, indien een kwekersrecht is toegekend volgens de in de wet geregelde procedure. Pas door deze verlening van het kwekersrecht krijgt de houder daarvan uitsluitende rechten. Hieruit moet worden afgeleid, dat aan degeen aan wie geen kwekersrecht is verleend voor zijn produkten, geen uitsluitende rechten toekomen. Het gebruiken van van anderen afkomstig teeltmateriaal op zich zelf, al wordt daardoor geprofiteerd van de inspanning van die ander, kan dus jegens deze niet onrechtmatig zijn, evenmin als onrechtmatig is het namaken op zich zelf van eens anders industrieprodukten waarvoor geen octrooibescherming bestaat. Pres. Rb. Zwolle, 14 mei 1969, nr 49, blz. 129. VIL Zaaizaad- en Plantgoedwet Het Verdrag tot bescherming van kweekprodukten en de Zaaizaad- en Plantgoedwet gaan ervan uit, dat kweekpro-
326 dukten slechts beschermd worden, indien een kwekersrecht is toegekend volgens de in de wet geregelde procedure. Pas door deze verlening van het kwekersrecht krijgt de houder daarvan uitsluitende rechten. Hieruit moet worden afgeleid, dat aan degeen aan wie geen kwekersrecht is verleend voor zijn produkten, geen uitsluitende rechten toekomen. Het gebruiken van van anderen afkomstig teeltmateriaal op zich zelf, al wordt daardoor geprofiteerd van de inspanning van die ander, kan dus jegens deze niet onrechtmatig zijn, evenmin als onrechtmatig is het namaken op zich zelf van eens anders industrieprodukten waarvoor geen octrooibescherming bestaat. Pres. Rb. Zwolle, 14 mei 1969, nr 49, blz. 129. Art. 40. Op grond van de inhoud van een door partijen getroffen regeling en de verklaringen van een aantal getuigen aangenomen, dat de door gedaagde onder de benaming Amanda geleverde sla behoort tot het beschermde ras Deci-Minor van eiseres. Pres. Rb. 's-Grav., 5 april 1972, nr 70, blz. 233. Art. 95. Het beroep op het bepaalde in art. 95 Zaaizaad- en Plantgoedwet gaat niet op, omdat het horen van de Raad voor het Kwekersrecht in dezen niet strookt met het spoedeisende karakter van de procedure in kort geding. Pres. Rb. 's-Grav., 5 april 1972, nr 70, blz. 233. VIII. Burgerlijk Wetboek Artt. 1271 en 1280. Gedaagde voert tussen haar en eiseres afgesloten orders tot het leveren van pompen onder het merk ROBOT niet uit en pleegt daardoor wanprestatie jegens eiseres. Het feit, dat door een derde aan gedaagde de verplichting is opgelegd de levering achterwege te laten, levert voor gedaagde geen rechtvaardigingsgrond op, omdat deze derde buiten het contract tussen partijen staat en hun de wet niet kan opleggen. Hetzelfde geldt voor de mededeling, dat de bedoelde derde de exclusieve rechten van het merk ROBOT heeft verworven en die rechten aan eiseres zijn ontnomen, omdat dit geen enkele invloed heeft op de op gedaagde jegens eiseres rustende verplichtingen. Pres. Rb. Assen, 19 jan. 1970, nr 13, blz. 40. Art. 1401. Hof: Hero is in 1966 van DERBY CUP met opzet overgegaan op DERBY UP DRINK om te eigen voordele afbreuk te doen aan de werfkracht van UP. Hoge Raad: Hiermede heeft het Hof tot uitdrukking gebracht dat in het gaan gebruiken door Hero van de aanduiding DERBY UP DRINK moet worden gezien een door concurrentie-overwegingen ingegeven poging van Hero om het generieke gebruik van het woord UP of van de woorden UP DRINK bij het publiek ingang te doen vinden en daardoor afbreuk te doen aan de werfkracht van het naar 's Hofs vaststelling zeer bekende merk SEVEN UP; het Hof heeft daarbij nog in aanmerking genomen dat het woord UP in sterke mate fungeerde, en dat ook nu nog doet, als wegwijzer naar het product van de Company. Het Hof heeft terecht op grond van voormelde omstandigheden het handelen van Hero onrechtmatig geacht. Hoge Raad der Nederlanden, 26 mei 1972, nr 66, blz. 192. Appellant is in ieder geval met betrekking tot de hulpwaren folders en andere reclamedrukwerken rechthebbende op een merk in de zin van de Merkenwet. Het gebruik van de handelsnaam Stuba door geïntimeerden is in ieder geval onrechtmatig tegenover appellant, omdat daardoor bij het publiek verwarring te duchten is tussen het bedrijf, bij de uitoefening waarvan het Stuwa merk wordt gebezigd en het
bedrijf, dat zich van de zowel in letters als in klank op het woord Stuwa gelijkende naam Stuba bedient. Hof A'dam, 23 april 1970, nr 59, blz. 157. De spuitmechaniek van appellante bevordert de deugdelijkheid van de kap aanmerkelijk en verhoogt de bruikbaarheid van dat product. Bij verhoging van de deugdelijkheid en bruikbaarheid van de spuitbuskap is een mogelijke verwarring omtrent de herkomst van het product in rechte niet relevant. Wel rust op Kriterion de verplichting bij eventuele nabootsing het redelijkerwijs mogelijke en nodige te verrichten om zonder aan de deugdelijkheid en bruikbaarheid afbreuk te doen te voorkomen, dat door gelijkheid de kans op verwarring ontstaat of vergroot wordt. Kriterion heeft in redelijkheid van de beperkte mogelijkheden voor afwijkingen gebruik gemaakt door kappen te vervaardigen met een andere hoogte en een andere profilering van het bovenvlak dan de kappen van Plasticum. Hof Arnhem, 26 jan. 1971, nr 28, blz. 65. De grammofoonplaten en/of de muziekcassettes van appellanten 1-12 danken haar kwaliteit niet alleen aan de componist, de arrangeur(s) en de uitvoerende kunstenaar(s), maar ook aan de daarbij toegepaste technische en artistieke kennis en ervaring van appellanten 1-7, de grammofoonplatenmaatschappijen. Het copiëren en verveelvuldigen van geluidsopnamen die door een ander zijn vervaardigd, is niet, maar het in de handel brengen van aldus verkregen muziekcassettes is wel onrechtmatig tegenover de fabrikant van de geluidsopnamen en ook tegenover de daarbij betrokken uitvoerende kunstenaar(s). Immers, het handelen van Kusters wordt daardoor gekenmerkt, dat de opbrengst van zijn produkten uitsluitend wordt verkregen, doordat de prestaties van de uitvoerende kunstenaars daarin, kosteloos en moeiteloos, integraal zijn belichaamd, terwijl het juist deze handelwijze is, die bewerkstelligt, dat de uitvoerende kunstenaars uit diezelfde prestaties, die alleen zij kunnen leveren, een geringere opbrengst — immers een afnemende hoeveelheid royalties uit de verkoop van de met hun toestemming vervaardigde grammofoonplaten en muziekcassettes — ontvangen; dit handelen druist in tegen de zorgvuldigheid die in het maatschappelijk verkeer betaamt. Hof Arnhem, 18 jan. 1972, nr 51, blz. 132. Europak stelt, dat zij alleenvertegenwoordigster voor Nederland is voor de handel in polyethyleen duozakken, vervaardigd door een Duitse fabrikant die hiervoor in 1965 in Nederland octrooi heeft aangevraagd. Zij stelt voorts, dat De Kloe onrechtmatig handelt door hier te lande duozakken te verhandelen, welke door een Belgische fabrikant welbewust van de Duitse zijn nagemaakt. Voorshands is niet aannemelijk geworden, dat de Belgische fabrikant de zakken niet eerder fabriceerde dan de Duitse. Waar de vordering gebaseerd is op het betrekken van zakken welke een slaafse navolging zijn van die van de principaal van Europak en zulks niet is gebleken, is het hier te lande in de handel brengen van de Belgische zakken door De Kloe dan niet strijdig met normale handelsgebruiken en levert het geen oneerlijke concurrentie jegens Europak op. Hof 's-Grav., 26 maart 1970, nr 50, blz. 131. Slaafse nabootsing van trekker-hoezen, c.q. (na wijziging van de eis) tractor-cabines? Geen onrechtmatige daad, nu Sirocco naliet aan te tonen in welk opzicht en aan welk onderdeel van zijn tractorcabine gedaagde een andere constructie of uitvoering had kunnen geven, zonder dat aan de bruikbaarheid en de veiligheid van zijn product afbreuk ware gedaan, en bovendien tal van verschillen kunnen worden geconstateerd die bij de deskundige kopers en tussenpersonen de kans op verwarring uitsluiten. Hof Leeuwarden, 17 april 1968, nr 36, blz. 84.
327 Het staat aan een ieder in het algemeen gesproken vrij aan zijn industriële producten een zo groot mogelijke deugdelijkheid en bruikbaarheid te geven, zodat het niet verboden is indien gedaagde ten eigen voordele gebruik maakte van het resultaat op dit punt van eiseresse. Niet aannemelijk, dat gedaagde zonder aan de deugdelijkheid en bruikbaarheid afbreuk te doen een andere constructie had kunnen volgen. Pres. Rb. Arnhem, 26 maart 1970, nr 28, blz. 65. Onrechtmatig is de verhandeling van waspoeder in de vermelde verpakking ten opzichte van eiseres sub 2, nu dit waspoeder niet door eiseres sub 2 in het verkeer is gebracht en gedaagde daarvan op de hoogte is gebracht. Pres. Rb. Arnhem, 30 sept. 1971, nr 41, blz. 108. Gedaagde had door raadpleging van Kompass, een kennelijk in het bedrijfsleven welbekend werk, van het bestaan van eiseres en haar handelsnaam kennis kunnen nemen. Door dit na te laten heeft zij schuld. Pres. Rb. Breda, 14 juli 1970, nr 60, blz. 159. Door te werken met containers voor het vervoeren van puin, waarop de letters „C. & A." of „C en A" in grote afmetingen zijn aangebracht zonder vermelding van „Gebr. de Zwart" of met die vermelding in veel kleinere letters, handelt gedaagde onzorgvuldig jegens eiseres, die onder de lettercombinatie „C & A" grote bekendheid heeft gekregen, omdat gedaagde dusdoende aan de handelsnaam en de goede reputatie van eiseres aanleunt, waardoor die naam en reputatie verwateren en aan werfkracht inboeten. Daar komt nog bij, dat gedaagde door het aldus voeren van haar handelsnaam op containers voor afval en puin de handelsnaam en reputatie van eiseres zelfs enigszins afbreuk doet. Pres. Rb. 's-Grav., 16 dec. 1969, nr 29, blz. 67. Voor het geval de verpakkingen van partijen geen merken in de zin van de BMW zouden zijn, begaat gedaagde door het gebruik van haar verpakking naast die van eiseres een onrechtmatige daad, gezien het verwarringsgevaar. Pres. Rb. 's-Grav., 1 sept. 1971, nr 39, blz. 103. De door eiseres gevolgde verkoop van chocolaterie onder bijsluiting van een blauwe geglazuurde miniatuurtegel in aardewerk getuigt van zekere inventiviteit en originaliteit en derhalve is het slaafs navolgen daarvan door gedaagde, waarvoor geen enkele noodzaak bestaat, ontoelaatbaar. Aan het daardoor veroorzaakte verwarringsgevaar wordt niet, althans onvoldoende, afbreuk gedaan door de omstandigheden, dat op beide verpakkingen de handelsnamen van partijen duidelijk zijn vermeld. Verbod opgelegd tot het in de handel brengen van chocoladetabletten in genoemde dozen, terwijl die voorzien zijn van een geglazuurde tegel van aardewerk binnen Nederland. Pres. Rb. 's-Grav., 3 nov. 1971, nr 47, blz. 123 (met noot). Gedaagde, die bij het ontwerpen, fabriceren en plaatsen van winkelinterieurs oorspronkelijk het door eiseres geïmporteerde materiaal volgens het Zwitserse Syma-systeem heeft gebezigd, handelt onrechtmatig door — na te zijn overgestapt op de verwerking van het goedkopere materiaal volgens het Alusett-systeem — reclamemateriaal met foto's te gebruiken van winkelinterieurs, waarbij materiaal volgens het Syma-systeem is verwerkt, zulks bovendien met de onjuiste vermelding dat het interieur is gebouwd in combinatie met het Alusett-systeem. Pres. Rb. Groningen, 12 juni 1970, nr 61, blz. 160. Eiseres is rechthebbende op het woordmerk AUTO WASSERETTE voor reinigingsinstallaties voor automobielen. Gedaagde bevolen zich te onthouden van het aanbrengen van die aanduiding aan of bij haar garage. Pres. Rb. Haarlem, 13 dec. 1968, nr 52, blz. 137.
Gedaagde handelt onrechtmatig jegens eiser, doordat hij — wetende dat eiser sinds meer dan een jaar ten behoeve van zijn kolenhandel reclame maakt onder gebruikmaking van de woorden „Cash & Carry Coal" en dat de in die reclame bedoelde kolen dienen te worden afgehaald bij een opslagplaats die slechts bereikbaar is na passering van gedaagdes opslagplaats — in de onmiddellijke nabijheid en onder verwijzing naar zijn eigen opslagplaats een bord plaatst met de aanduiding „Let op hier Cash & Carry kolen", dit alles daargelaten de vraag of aan de woorden „Cash & Carry Coal" een rechtens afdwingbare bescherming toekomt. Het publiek wordt immers hierdoor in verwarring gebracht. Pres. Rb. Haarlem, 17 mei 1971, nr 30, blz. 69. Eiseresse is ook ingevolge het Beneluxverdrag inzake de Warenmerken rechthebber op het merk LUXAFLEX, zulks onder meer voor jalouzieën. Verbod opgelegd aan gedaagde voor jalouzieën of hieraan soortgelijke waren van elk gebruik van de aanduidingen „luxe Fex" en luxe VEBS" zomede het gebruik van iedere andere aanduiding, welke met het woord LUXAFLEX overeenstemt. De daartoe strekkende vordering komt als op de Wet gebaseerd gerechtvaardigd voor; dit wordt niet anders, indien de door eiseres gewraakte aanduidingen na de harerzijds gegeven waarschuwingen door gedaagde bij vergissing zouden zijn gebruikt, terwijl evenmin van belang is, noch dat eiseres de onderwerpelijke vordering eerder had kunnen instellen, noch dat gedaagde het voornemen heeft de in dit kort geding bedoelde aanduidingen niet meer te gebruiken. Pres. Rb. Haarlem, 2 juni 1971, nr 34, blz. 82. Het gebruik maken van een rechthoek van bepaalde kleur op een verpakking of etiket als blikvanger voor zijn product, geeft aan de betrokkene alleen dan een recht om anderen te dwingen dezelfde methodiek na te laten, indien bijzondere omstandigheden zulks kunnen wettigen. Deze in casu niet aanwezig geacht, omdat de verpakking en etiketten van gedaagde genoegzaam in het oog springende punten van verschil vertonen om gevaar voor verwarring afwezig te achten. Verwarringsgevaar te minder waarschijnlijk, nu de verpakte en geëtiketteerde producten voor het publiek slechts verkrijgbaar zijn op recept van een arts. Pres. Rb. Haarlem, 6 maart 1972, nr 71, blz. 235. Beuzenberg heeft zich aan oneerlijke concurrentie jegens ADG en de importeur van ADG schuldig gemaakt, mede gelet op de service-, garantie- en inruilverplichtingen voor aldus gemerkte tanks voor de importeur en het profiteren van diens bedrijfsdebiet. Pres. Rb. Middelburg, 16 febr. 1971, nr 75, blz. 258. Het los in het verkeer brengen, verkopen of afleveren van het hulpstukje is wel onrechtmatig, omdat octrooi-inbreuk daardoor willens en wetens wordt bevorderd, nu de afnemer dat hulpstukje, dat voor geen ander doel bestemd is, in een kunstmeststrooier zal gebruiken. Ook het tonen en verspreiden van een folder betreffende de Bogballe-kunstmeststrooiers, waarin het hulpstukje voor wat betreft doel en bevestiging wordt beschreven en in een bijgevoegde tekening is afgebeeld, is onrechtmatig, daar die folder octrooi-inbreuk bevordert en gedaagde zo bovendien kopers lokt onder valse pretenties. Pres. Rb. Roermond, 21 maart 1972, nr 53, blz. 147. Een dienstmerk kan wellicht volgens de norm van art. 1401 BW bescherming verkrijgen, doch het door gedaagde gebruikte vignet vertoont geen enkele overeenstemming met het woord-beeldmerk van eiser en roept ook geen associatie daarmee op. Er kan derhalve niet van een onrechtmatig handelen worden gesproken. Pres. Rb. Utrecht, 20 febr. 1970, nr 59, blz. 157.
328 Men mag een niet-beschermd ras dat een naam heeft, ook onder een andere naam verhandelen. Handelen met iemand terwijl men weet dat deze daardoor een door hem met een derde gesloten overeenkomst schendt, is op zich zelf jegens die derde niet onrechtmatig. Pres. Rb. Zwolle, 14 mei 1969, nr 49, blz. 129. Art. 1401, en art. 5. Handelsnaamwet. Tussen gedaagde en eiseres heeft een contractuele relatie bestaan, in het kader waarvan gedaagde de naam „Chemo Supply Company" gebruikte, onder welke naam eiseres tevoren reeds haar onderneming dreef. Nadat de relatie was beëindigd, is gedaagde gaan handelen onder de naam „Chemo Trading Nederland". Onder de gegeven omstandigheden is het voeren van de naam „Chemo Trading Nederland" door gedaagde onrechtmatig jegens eiseres, evenals het gebruik van de afkorting van die naam „Chemo" en van het door eiseres gebezigde telegramadres „Chemoco", ook al zou gedaagde zijn connecties voor een belangrijk deel hebben in andere gebieden dan eiseres, waarbij nog komt dat van enige noodzaak voor gedaagde om juist deze namen te gebruiken niet is gebleken. Ook al zou eiseres de contractuele verhouding op onrechtmatige wijze hebben verbroken, zou daardoor toch niet de bescherming welke aan eiseres met betrekking tot het voeren van haar namen toekomt wegvallen. Het feit, dat de namen niet in het handelsregister zijn ingeschreven, is ten deze niet van belang. Pres. Rb. Utrecht, 4 dec. 1970, nr 27, blz. 65. IX. Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering Art. 48. Vraag of er functionele equivalentie is tussen transportband en kegel. Het Hof heeft zelfstandig vastgesteld dat er tussen beide onderdelen verschil is op het punt van richteffect. Over dit richteffect stemden blijkens de gedingstukken de opvattingen van partijen niet overeen. Het Hof was vrij zich aan de hand van de ten processe vaststaande gegevens omtrent gemeld punt een zelfstandig oordeel te vormen. Hoge Raad, 23 juni 1972ynr 68, blz. 228. Art. 52, lid 1, aanhef en onder Ie. Geen uitvoerbaarverklaring bij voorraad, omdat 's-Hofs uitspraak, gezien het karakter van de inschrijving van een merk volgens de oude Merkenwet, niet mede op een authentieke titel, noch mede op een merkinschrijving volgens de Benelux-merkenwet berust. Hof 's-Hertogenbosch, 24 juni 1971, nr 66, blz. 192. Artt. 56 en 134. Gedaagde maakt bezwaar tegen een niet door eiseres bij dagvaarding gevorderde veroordeling in de kosten van deze zijns inziens overbodige procedure, waarna eiseres haar vordering zo nodig met een verzoek om veroordeling in de kosten van gedaagde vermeerdert. Gedaagde, die naar tussen partijen vaststaat inbreuk maakte op het onderhavige octrooi van eiseres na daarvoor bij aangetekend schrijven te zijn gewaarschuwd, is terecht door eiseres aangesproken en dient ingevolge het bepaalde in art. 56 W.v.B.Rv. als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van dit geding te worden veroordeeld, ook al is zulks niet uitdrukkelijk bij dagvaarding gevorderd. Pres. Rb. R'dam, 6 okt. 1970, nr 23, blz. 62. Art. 289. Aan gedaagdes bezwaar, dat het gevorderde terugnemen van verpakkings- en reclamemateriaal onmogelijk is, omdat dit niet te achterhalen zou zijn, kan tegemoet worden gekomen door die terugname slechts te bevelen voorzover in redelijkheid mogelijk.
Vordering tot opgave van namen en adressen van afnemers toewijsbaar geacht. Pres. Rb. 's-Grav., 1 sept. 1971, nr 39, blz. 103. In kort geding is steeds bevoegd de President van de Rechtbank in het Arrondissement, waar de gevraagde voorziening nodig is, hetgeen bij octrooi-inbreuk onder meer het geval is daar, waar die inbreuk heeft plaatsgevonden, zijnde in casu Rotterdam, waarnaar gedaagde de litigieuze vogelkooien heeft geëxporteerd. Pres. Rb. R'dam, 9 dec. 1969, nr 1, blz. 9. Art. 289, i.v.m. artt. 30 en 43 Rijksoctrooiwet. Gedaagde maakt geen bezwaar tegen rechterlijk verbod van verdere octrooiinbreuk, noch tegen bevel van vernietiging van bij hem nog in voorraad zijnde inbreukmakende preparaten; evenmin tegen publicatie door eiseres van het vonnis in het Pharmaceutisch Weekblad, mits zijn naam en adres daarbij niet worden vermeld. Pres. vonnist dienovereenkomstig. Pres. Rb. R'dam, 6 okt. 1970, nr 23, blz. 62. Gedaagde stelt, dat zij inmiddels de invoer heeft gestaakt. Het in de procedure vaststaande feit, dat gedaagde inbreuk heeft gepleegd op het onderhavige octrooi van eiseres, levert op zichzelf voldoende grond op voor de voorziening in kort geding. Pres. Rb. R'dam, 1 dec. 1970, nr 12, blz. 39. Artt. 611a en b. Prorogatie over de vraag of een door het Hof opgelegd verbod is overtreden en dientengevolge de dwangsom is verbeurd. Hof Arnhem, 5 mei 1971, nr 38, blz. 101. X. E.E.G.-Verdrag Artt. 36, 86 en 222. Het verweer verworpen dat Beecham door zich op het octrooi te beroepen en op grond daarvan een verbod uit te lokken handelt in strijd met art. 86 van het E.E.G.-Verdrag. Het territorialiteitsbeginsel en de onafhankelijkheid van de nationale octrooien verzetten zich daartegen. Geen ongeoorloofd partij trekken van de eventuele machtspositie, welke een octrooihouder op de gemeenschappelijke markt of een wezenlijk deel daarvan inneemt, wanneer hij, de octrooihouder, in de Lid-Staat, die hem het octrooi verleende, op grond van dit octrooi verbodsacties instelt om zich te verdedigen tegen een inbreuk op zijn octrooi door de invoer van voortbrengselen uit een andere Lid-Staat. Rb. R'dam, 30 jan. 1968, nr 22, blz. 58. Art. 85. Een uitsluitende licentie voor het vervaardigen van geoctrooieerde produkten voor een bepaald gebied kan in sommige gevallen de concurrentie beperken, omdat de rechthebbende op het octrooi daardoor de mogelijkheid verliest met andere belangstellenden voor een licentie overeenkomsten te sluiten. Hier is echter geen sprake van een mogelijke beperking, omdat de licentienemer slechts een klein aandeel in de Franse markt heeft. Bovendien laten de licentieovereenkomsten die de rechthebbende op het octrooi met ondernemingen in de Gemeenschappelijke Markt heeft gesloten, deze ondernemingen en de rechthebbende op het octrooi de volledige vrijheid de geoctrooieerde produkten in de gehele Gemeenschappelijke Markt te verkopen. Geen beperking van de concurrentie vormt de licentie tot het gebruik van de merken van de rechthebbende op het octrooi, te minder omdat de licentie niet exclusief is en de licentienemer het recht heeft op de geoctrooieerde produkten ook andere merken aan te brengen. Commissie van de Europese Gemeenschappen, 22 dec. 1971, nr 73, blz. 253.
329 De verleende octrooilicenties en know-how-licenties leveren een bijdrage tot de economische vooruitgang en maken in de landen van de E.E.G. de exploitatie mogelijk van een modern procédé voor het vormen van armleuningen voor auto's die in grote series kunnen worden vervaardigd tegen gunstige prijzen in verschillende vormen en ontwerpen die aan elk automodel zijn aangepast. Deze licenties dragen eveneens bij tot de technische vooruitgang en verbetering van de produktie van de artikelen die overeenkomstig de Davidson-procédés zijn vervaardigd. De gebruikers, namelijk de autoconstructeurs, hebben een billijk aandeel in de voordelen die uit de hiervoor besproken economische en technische vooruitgang voortvloeien. Het exclusieve recht dat aan de licentiehouders is verleend voor bepaalde gebieden, is wat betreft de exploitatie van de octrooien en de daartoe behorende know-how onmisbaar voor het bereiken van de doelstellingen die hiervoor als gunstig zijn geschetst. De licentiehouders hebben weliswaar een belangrijke positie in de E.E.G., maar de licentieovereenkomsten geven hun niet de mogelijkheid voor een wezenlijk deel van de betrokken produkten de mededinging uit te schakelen. Vijf van de oorspronkelijke licentieovereenkomsten verboden de licentiehouder tijdens de duur van de overeenkomst de geldigheid van het octrooi te betwisten en voldeden daarom niet aan de voorwaarden tot toepassing van art. 85, lid 3. De betrokkenen hebben dit verbod inmiddels opgeheven. Twee van de oorspronkelijke know-how-licentieovereenkomsten bevatten een bepaling die alle partijen verbood de overeenkomstig het Davidson-procédé vervaardigde artikelen uit te voeren naar het aan de ander toegewezen [grond]gebied en voldeden daarom niet aan de voorwaarden tot toepassing van art. 85, lid 3. Dit verbod is inmiddels opgeheven. Voor de bedoelde licentie-overeenkomsten wordt art. 85, lid 1 E.E.G.-Verdrag overeenkomstig art. 85, lid 3 buiten toepassing verklaard. Commissie van de Europese Gemeenschappen, 9 juni 1972, nr79,blz.271. Art. 85, lid 1. Een uitsluitende licentie voor octrooien, gebruiksmodellen en know-how kan onder bepaalde omstandigheden de mededinging beperken, omdat de licentiegever dan de mogelijkheid verliest met andere aanvragers van een licentie overeenkomsten te sluiten. Dit is hier niet het geval, aangezien het aan de Japanse onderneming Nagoya verleende uitsluitende recht de mededingingssituatie binnen de Gemeenschappelijke Markt niet aantast. Het is weinig waarschijnlijk, dat de Japanse onderneming Nagoya bevestigingselementen in de Gemeenschappelijke Markt zal leveren. Daarom kan het verbod tot uitvoer naar de Leden-Staten van de E.E.G. geen merkbare gevolgen voor de mededinging aldaar hebben. De verplichting van Nagoya tijdens de duur van de overeenkomst de geldigheid van de rechten van industriële eigendom van Raymond niet te betwisten, is in beginsel ontoelaatbaar, maar in het onderhavige geval geoorloofd, omdat het ook zonder die verplichting weinig waarschijnlijk is, dat Nagoya de rechten van industriële eigendom die Raymond in Europa heeft, zou bestrijden. De kwaliteitscontrole is onontbeerlijk voor een doelmatige exploitatie van de uitvinding en van de know-how en in zoverre toelaatbaar. De uitwisseling van informatie vormt geen beperking van de mededinging. De verplichting van Nagoya om Raymond op mogelijke andere octrooien voor bevestigingselementen een nietsluitende licentie te verlenen is toelaatbaar. Commissie van de Europese Gemeenschappen, 9 juni 1972, nr 80, blz. 277.
Artt. 86, 36 en 222. Het verweer verworpen dat Beecham door zich op het octrooi te beroepen en op grond daarvan een verbod uit te lokken handelt in strijd met art. 86 van het E.E.G.-Verdrag. Het territorialiteitsbeginsel en de onafhankelijkheid van de nationale octrooien verzetten zich daartegen. Van een ongeoorloofd partij trekken van de eventuele machtspositie, welke een octrooihouder op de gemeenschappelijke markt of een wezenlijk deel daarvan inneemt, kan niet worden gesproken, wanneer hij, de octrooihouder, in de Lid-Staat, die hem het octrooi verleende, op grond van dit octrooi verbodsacties instelt om zich te verdedigen tegen een inbreuk op zijn octrooi door de invoer van voortbrengselen uit een andere Lid-Staat. Rb. R'dam, 30 jan. 1968, nr 22, blz. 58. XI. Unieverdrag Art. óquinquies B, onder 2, en art. 1 Benelux-Merkenwet. Uit het feit, dat de aard van de waar dieetmargarine medebrengt daarvoor een ondoorzichtige kartonnen verpakking te gebruiken met daarin plastic kuipjes, kan slechts volgen, dat de door eiseres ingeroepen merkenrechtelijke bescherming niet geldt voor de vorm op zichzelf van haar langwerpige rechthoekige kartonnen dozen en van de daarin zich bevindende kuipjes. Daarmede is dan nog niet beslist of eiseres die bescherming kan inroepen voor de lichtgroene hartemblemen op donkergroene achtergrond en het woord „vitelma" in donkergroene letters op witte achtergrond welke op haar kartonnen dozen voorkomen en op een groen hart op de deksels van de in haar dozen zich bevindende kuipjes. Voorts dient het hartmotief als aanduiding van de bestemming van de waar dieetmargarine en mist het derhalve onderscheidend vermogen, mede omdat het als versiering een veel voorkomend motiefis, terwijl het gebruik van de licht- en donkergroene kleuren op het gebied van plantaardige margarine algemeen gebruikelijk is. Daaruit volgt echter niet, dat de combinatie van alle genoemde elementen, waarvoor eiseres primair merkenrechtelijke bescherming inroept, onderscheidend vermogen mist, nu die combinatie niet algemeen gebruikelijk is en bovendien een woordmerk op zichzelf krachtens artikel 1 der BMW vatbaar is voor merkrecht. Pres. Rb. 's-Grav., 1 sept. 1971, nr 39, blz. 103. Art. 6 quinquies B onder 2, i.v.m. artt. 1 en 14, lid A onder 1 sub a Benelux-Merkenwet. Uit het feit, dat de inschrijving „REDDY", „REDDI" of „READY" in het oude Nederlandse register ten minste zeven maal voorkomt als nationale inschrijving en in het Benelux register deze naam in enige vorm ten minste zeven maal voorkomt als ambtshalve inschrijving van een voorheen geweigerde internationale inschrijving, waaronder tweemaal die van eiseres, volgt niet, dat het merk „REDDY" ieder onderscheidend vermogen zou missen, nu de genoemde nationale inschrijvingen niet het merk REDDY voor levensmiddelen betreffen en de weigering van de internationale inschrijving van eiseresses merk heeft plaatsgevonden op grond van een oudere nationale inschrijving van het merk REDDI door een derde, wiens recht op dat merk door niet gebruik verloren is gegaan. Ook het argument, dat het woordmerk REDDY algemeen zal worden opgevat als het Engelse woord „ready" en als zodanig de aanduiding is van een eigenschap van de waar, gaat niet op daar, juist wegens de bekendheid hier te lande van de Engelse taal, de kans niet groot is, dat het publiek het woord „reddy" zal opvatten als „ready". Pres. Rb. 's-Grav., 10 sept. 1971, nr 33, blz. 79. XII. Wetboek van Koophandel Art. 75i, i.v.m. art. 5a Handelsnaamwet. Na beëindiging van de agentuurovereenkomst is de voor-
330 malige handelsagent niet meer gerechtigd de naam en het teken Culina te gebruiken, omdat daardoor gevaar bestaat voor verwarring bij het publiek, dat gedaagde nog steeds agent zou zijn van eiseres, die Culina keukens produceert en verhandelt. Pres. Rb. Roermond, 13 okt. 1969, nr 35, blz. 82. WETGEVING Doorvoerhandel van en naar Staten zonder zeekust, Verdrag inzake de —: blz. 72. Europese Octrooiwetgeving: blz. 164. Industriële eigendom: blz. 282/3. INTELSAT
Exploitatie-overeenkomst: blz. 240/1.
NAVO-Overeenkomst inzake uitwisseling van technische gegevens voor defensiedoeleinden: blz. 25. Octrooireglement, Koninklijk besluit van 12 mei 1972, Staatsbladm: 255, houdende wijziging van het —: blz. 137/9. Het Ontwerp-Europees Octrooi Verdrag: blz. 163/4. Ontwerp-Verdrag tot instelling van een Europees stelsel van octrooiverlening: blz. 179-183. Overeenkomst inzake economische samenwerking tussen Nederland enerzijds, en Marokko resp. Thailand anderzijds: blz. 112 en 283. Overeenkomst tot het vermijden van dubbele belasting tussen Nederland enerzijds, en Spanje resp. Zuid-Afrika anderzijds: blz. 25/6 en 90/1. Vestigingsplaats van het Europese Octrooibureau: blz. 183. BOEKBESPREKINGEN L.
FRIEBEL en O. PÜLITZER, österreichisches Patentrecht. Das materielle Recht, systematisch erlautert. Keulen, Carl Heymanns Verlag KG, 1972, tweede druk, 454 blz. Prijs O.Sch.698,^, (Bibliotheek Octrooiraad nr A 1259), door Drs C.H.J. VAN SOEST, blz. 242. Dr MARCEL GOTZEN, Van Belgisch naar Benelux merkenrecht. Commentaar op het Beneluxverdrag van 19 maart 1962 met bijbehorende Eenvormige Beneluxwet op de Warenmerken, goedgekeurd bij de [Belgische] Wet van 30 juni 1969. Brussel, Ferdinand Larcier, N.V. en Zwolle, N.V. Uitgeversmaatschappij W.E. J. Tjeenk Willink, 1969,309 blz. Prijs f 39,— ingen., (Bibliotheek Octrooiraad nr AA 2801), door Prof. Mr E.A. VAN NIEUWENHOVEN HELBACH, blz. 91. PETER MEINHARDT, Inventions, Patents & Trade Marks. Foreword by Lord PLOWDEN. Londen, Gower Press Limited, 1971,414 blz. Prijs £ 6.50, (Bibliotheek Octrooiraad nr A 2906), door Dr J.K. KRAMER, blz. 243. KLAUER-MÖHRING, Patentrechtskommentar. Band I, §§ l-36a und Band II, §§ 36b-55 des Patentgesetzes. Derde, geheel opnieuw bewerkte druk door Prof. Dr PHTLIPP MÖHRING C.S.
München, Verlag Franz Vahlen GmbH., 1971. Deel I, 1007 blz., prijs geb. DM 138,—; deel II, 1275 blz., prijs geb. DM 158,—, (Bibliotheek Octrooiraad nr AA 1304), door Prof. Mr W.L. HAARDT, blz. 242. ERIC SCHIFF, Industrialization without National Patents. TheNetherlands, 1869-1912 and Switzerland, 1850-1907.
Princeton, New Yersey, Ver. Staten van Amerika, Princeton University Press, 1971, 149 blz. Prijs $ 9,50, (Bibliotheek Octrooiraad nr A 2880), door Dr H.P. TEUNISSEN, blz. 47. ALFRED WOLF en CHRISTIAN WERTH, Der internationale technisch-industrielle Lizenzaustausch. Dusseldorp, VDI-Verlag GmbH., 1972, 176 blz., 7 schema's, 112 tabellen. Prijs DM 56,—, (Bibliotheek Octrooiraad nr A 2902), door Dr H.P. TEUNISSEN, blz. 284. Digest of Commercial Laws of the World, Patents and Trademarks, onder redactie van GEORGE KOHLDC, Jur. Dr. Published for National Association of Credit Management New York, New York, by Oceana Publications, Inc., Dobbs Ferry, New York, October 1970. Prijs U.S. $60,-, door Ir L. W. KOOY, blz. 26/7. Nouvelles techniques contractuelles — know-how — franchising — engineering — leasing. Travaux de la Faculté de droit et des sciences économiques de Montpellier. Montpellier, Librairies Techniques, 1970, 191 blz., door Mr F. MOLENAAR, blz. 264/8. Zehn Jahre Bundespatentgericht. Festschrift herausgegeben von ERICH HXUSZER.
Keulen, Carl Heymanns Verlag K.G., 1971, 295 blz. Prü's DM 88,—, (Bibliotheek Octrooiraad nr A 2872), door Dr H.P. TEUNISSEN, blz. 27/8. BOEKAANKONDIGINGEN Dr FLORIAN BAUER, Die Agentenmarke. Rechtsfragen des internationalen Vertriebs von Markenwaren. Keulen, Carl Heymanns Verlag KG, 1972, 288 blz. Prijs DM 48,80, (Bibliotheek Octrooiraad nr A 2904), door Ir C.M.R. DAVIDSON, blz. 245. LOUIS VAN BUNNEN, Aspects actuels du droit des marques dans Ie Marché commun. Brussel, Interuniversitair Centrum voor Rechtsvergelijking, 1967, 698 blz. Prijs 1200 Belg. fr., (Bibliotheek Octrooiraad nr A 2740), door Prof. Mr E.A. VAN NIEUWENHOVEN HELBACH, blz. 113/4. W. VAN DIJK, Merkenrecht in Beneluxverband (de tekst van het Benelux-merkenverdrag, de Benelux-merkenwet en de uitvoerings- en toepassingsreglementen daarbij, met aantekeningen). Amsterdam, Internationaal Merkenbureau Van der Graaf & Co. N.V., 1971, tweede druk, 82 blz., (Bibliotheek Octrooiraad nr A 2875), door Ir C.M.R. DAVIDSON, blz. 29. Dipl.-Ing. FFJEDRICH B. FISCHER, Grundzüge des Gewerblichen Rechtsschutzes. Academia Iuris. Lehrbücher der Rechtswissenschaft. Keulen, Carl Heymanns Verlag K.G., 1971, 252 blz. Prijs DM 29,80, (Bibliotheek Octrooiraad nr A 2889), door Ir P.L. HAZELZET, blz. 74. LARS HOLMQVIST, Degeneration of Trade Marks, A Com-
parative Study of the Effects of Use on Trade Mark Distinctiveness. Malmö, The Publishing Company of the (Swedish) Federation of Jurists and Social Scientists, 1971,409 blz., door Prof. Mr E.A. VAN NIEUWENHOVEN HELBACH, blz. 91/2. ERICH KAUFER, Patente, Wettbewerb und technischer Fortschritt. Bad Homburg v. d. H., Athenaum Verlag, 1970,246 blz. Prijs DM 32,—, door Ir L.W. KOOY, blz. 28/9.
331 E. LUSTIG und D r jur. J. WITTE, Das britische
Patent.
Leitfaden für den Auslandsanmelder. Keulen, Carl Heymanns Verlag KG, 1971, 282 blz. Prijs D M 68,—, (Bibliotheek Octrooiraad nr A 2893), door D r J . K . KRAMER, blz. 92.
L.W. MELVJXLE, Precedents on Intellectual Property and International Licensing. Londen, Sweet & Maxwell Limited, 1972, tweede druk, 400 blz. Prijs £ 7,50, (Bibliotheek Octrooiraad nr A 2789), door Ir C.M.R. DAVIDSON, blz. 243/4. KLAUS NEUHOFF, Le róle et le fonctionnement des fonds de recherche indépendants en Europe. Document CCC/ESR (71) 76, Conseil de 1'Europe, Straatsburg, nov.-dec. 1971; gestencild, Engelse en Franse uitgave, 21 blz., (Bibliotheek Octrooiraad nr A 2894), door D r H . P . TEUNISSEN, blz. 113. Dr jur. h.c. ERICH SCHULZE, Urheberrecht in der Musik.
Vierde, opnieuw bewerkte druk. Berlijn, Walter de Gruyter & Co., 1972, 308 blz. Prijs D M 48,—, door Prof. Mr W.L. HAARDT, blz. 246. LEONARD DE VRIES, Victorian inventions, verzameld in
Current trends in the field of intellectual property. Series of Lectures organized by the World Intellectual Property Organization in Montreux, June 1971. Genève, WIPO-OMPI, 1971, 399 blz.,
(Bibliotheek Octrooiraad nr A 2881), door Ir C.M.R. DAVIDSON, blz. 73/4. Neue Entwicklungen im Wettbewerbs- und Warenzeichenrecht. Festschrift für WOLFGANG HEFERMEHL zum 65. Geburtstag. Herausgegeben von PHILIPP MÖHRING, PETER ULMER und GÜNTHER WILDE.
Heidelberg, Verlagsgesellschaft Recht und Wirtschaft mbH., 1971, 232 blz. Prijs D M 40,—, door Mr L. WICHERS HOETH, blz. 165.
Report on Intellectual and Industrial Property, published by the Economie Council of Canada. Ottawa, Information Canada, january 1971,246 blz., Prijs Can. $ 3,25, (Bibliotheek Octrooiraad nr A 2898), door D r H.P. TEUNISSEN, blz. 244/5. Speur- en ontwikkelingswerk in Nederland 1969, uitgegeven door het Centraal Bureau voor de Statistiek. Deel 1, Speurwerkinstellingen. 's-Gravenhage, Staatsuitgeverij, 1971, 39 blz. Prijs f 6,—, (Bibliotheek Octrooiraad nr A 2634), door Dr H.P. TEUNISSEN, blz. 28.
samenwerking met ILONKA VAN AMSTEL.
Londen, Murry Sales & Service Company, 1971,192 blz. Prijs £ 4 , - (Bibliotheek Octrooiraad nr 72.0108), door D r H.P. TEUNISSEN, blz. 245. ANDREW H . WILSON, Background to Invention. A Sum-
mary of Views on the Canadian Patent System and on Industrial Research and Development Activities in Canada. Background Study for the Science Council of Canada. Ottawa, Queen's Printer of Canada, 1970, 77 blz. Prijs $ 1.50, (Bibliotheek Octrooiraad nr A 2878), door D r H.P. TEUNISSEN, blz. 164/5. Les Brevets d'Invention. (Ancien MANUEL R. MOUREAUX et C. WEISMANN) Quatrième édition par P. DEVANT, R. PLASSERAUD, R. GUTMANN, H. JACQUELIN et
BOEKBESPREKING IN ANDER NEDERLANDS TIJDSCHRIFT REMOUCHAMFS, Prof. L., Octrooien. Brussel, Huis Ferdinand Larcier N.V., 1969, 331 blz. Prijs 1680 Belgische franken, in Nederland f 129,—, (Bibliotheek Octrooiraad nr A 2842), (beschouwd door Prof. Mr E.A. VAN NIEUWENHOVEN HELBACH in Rechtsgeleerd Magazijn Themis 1972 (1) blz. 65-71), aangekondigd door Ir L.W. KOOY in Bijblad LE. 1971, blz. 204 (vgl. B.I.E. 1972, blz. 167).
M.
LEMOINE, Ingénieurs-Conseils en Propriété Industrielle. Préface de PAUL MATHELY.
V
Parijs, Librairie Dalloz, 1971, 597 blz. Prijs 50 Fr. fr., (Bibliotheek Octrooiraad nr AA 436), door Mr Ir H . MULDER, blz. 112.
Consümer Protection. Report of the Working Party on Misleading Advertising. Council of Europe. Supplement to B (72) 21. Straatsburg, maart 1972, 103 blz., en: Protection des Consommateurs. Rapport du Groupe de Travail sur la Publicité Trompeuse. Conseil de 1'Europe. Supplément au B (72) 21. Straatsburg, maart 1972,107 blz., door Mr L. WICHÉRS HOETH, blz. 245/6.
TIJDSCHRIFTBESPREKINGEN Idea 1969/70, door Drs C.H.J. VAN SOEST, blz. 47/9. Journal of the Patent Office Society, juli 1969 - juni 1970, juli 1970 - september 1971 en november 1971 - j u n i 1972, door D r J.K. KRAMER, blz. 50, 74/5 en 246/7. Reports of Patent, Design and Trade Mark Cases 1967, door Ir L.W. KOOY, blz. 165/6.
LITTERATUUR Blz. 29-30, 51/2, 75/6, 92, 114, 139-140, 167/8, 184, 215/6, 247/8.
BIJBLAD BIJ DE INDUSTRIËLE EIGENDOM
v'